Gay&Night April 2016

217
Jongenssprookje / De Avonturen van Scheepsmaat Joost
Eric Kollen
Jongenssprookje
Het is zover: op
19 mei verschijnt
Deel 4 van
Jongenssprookjes. In
zijn vierde bundel
slaat Kollen enkele
nieuwe wegen in
– hij waagt zich
aan een grote,
romantische liefde,
en aan ‘politieke
porno’ – maar vooral
geeft hij nog iets
meer gas. Met name
in de bochten.
Fragment uit:
‘De avonturen van
scheepsmaat Joost’
uit Jongenssprookjes
Deel 4
‘DE AVONTUREN VAN
SCHEEPSMAAT JOOST’
Tekst: Eric Kollen www.jongenssprookjes.nl
Fotografie cover: Rick Wezenaar / Eric Kollen
H
et liefdesverhaal heet De avonturen
van scheepsmaat Joost en gaat over een
zestienjarige jongen die in de Gouden
Eeuw naar Indië vaart op een VOCfregat,
het koene schip de ‘Eenhoorn’. Daar zwaait
‘cappeteyn’ Simon ter Sluysch de scepter, een ervaren
gezagvoerder die bikkelhard is, maar ook deskundig,
moedig en rechtvaardig. Joost heeft al zo veel verhalen
over hem gehoord!
Aan het eind van de middag arriveerde er een groepje
sinjeuren bij de loopplank. Hoge functionarissen van de
VOC namen afscheid van een donkerblonde man in uniform,
van een jaar of vijfenveertig, met een kortgeknipte baard.
De man was lang en die indruk werd nog versterkt door zijn
kaarsrechte houding. Hij had heldere grijsgroene ogen, die
hun omgeving aandachtig opnamen. De sinjeuren van de
VOC wensten hem een behouden vaart, en met verende tred
liep hij de loopplank over. Terwijl de bemanningsleden, die in
rijen stonden opgesteld, een voor een hun naam noemden,
bekeek hij hen met een doordringende blik. Toen Joost aan
de beurt was, haperde zijn stem; de grijsgroene ogen leken
wel te kunnen kijken tot op de bodem van zijn ziel.
Helaas wordt Joost onderweg door zijn oudere broer
Adriaan en diens kornuiten op schandelijke wijze
misbruikt. Gelukkig worden de schenders gestraft en
wordt Joost aangesteld als kajuitjongen van de kapitein.
Die leest dagelijks voor uit de Heilige Schrift, doch hij
kiest daaruit heel ándere fragmenten dan Joost gewend
is. De schipper leest fragmenten over… de liefde! Dan
blijkt dat de intense aantrekkingskracht die Joost ervaart
bij deze stoere zeeman… wederzijds is.
Doch net als altijd, werd ook dit keer zijn vreugde verduisterd
door schuldbesef en bittere verwijten: nu had hij ook
al met de gezagvoerder schandelijkheid bedreven, omdat
ze in tegennatuurlijke lust voor elkaar waren ontbrand… In
gedachten zag Joost het van afschuw vertrokken gelaat van
dominee Van Avezaath voor zich, maar juist toen dat gelaat
diep ademhaalde om donderend Gods toorn te vertolken,
hoorde de jonge scheepsmaat de zachte stem van de
kapitein, die zijn navel aan het kussen was: ‘Zijn buik is als
blinkend elpenbeen, overtogen met saferen…’
Joost staarde de gezagvoerder verbluft aan, nog nahijgend,
zijn mond half geopend. Ja… ja! Dat was waar ook. De teksten
die de kapitein had voorgelezen, ineens daagden ze hem
weer. De andere kant van het geloof… over het belangrijkste
gebod, om God te eren en om… elkander lief te hebben!
De schipper kwam overeind. Hij koesterde met beide handen
de blonde krullen en fluisterde: ‘Zijn hoofd is van het jnste
goud, van het dichtste goud; Zijne haarlokken zijn gekruld…’
Op de terugreis wordt het schip voor de kust van
Noord-Afrika gekaapt en de bemanning wordt in
Tunis op de slavenmarkt verkocht. Joost echter wordt
Elke maand staan in Gay&Night spannende fragmenten uit de
geile serie Jongenssprookjes, toegelicht door schrijver Eric Kollen.
Let wel op: dit zijn niet de sprookjes die je kent van vroeger!
samen met ene Giel uit de rij geplukt. De twee jongens
belanden op een speciale afdeling van de markt.
In Amsterdam werd gefluisterd dat in ‘Barbarije’, zoals de
Oriënt vaak werd genoemd, sommige christelijke zeelui
niet werden verkocht aan eigenaren van zilvermijnen of
roeigaleien, maar aan schatrijke Saracenen die hen als
lustslaaf hielden in hun weelderige paleis. Of aan de uitbaters
van bordelen, in de havenkwartieren van Tunis, Algiers en
Tripoli.
Joost had altijd zijn oren gespitst wanneer het onderwerp ter
sprake was gekomen en dan zo onopvallend mogelijk verder
geluisterd, met bonzend hart, maar hij had altijd gemeend
dat het verzinsels moesten zijn, dat zoiets bizars niet echt
gebeuren kon. Maar nu hij, gebonden aan een touw, door
Tunis stapte, in de wetenschap dat het werkelijk waar was,
en dat uitgerekend hém dit onvoorstelbare lot leek te gaan
treffen, huiverde hij.
Joost komt erachter dat sommige Saracenen hun
lustslaaf vertroetelen, mits hij gehoorzaam is, maar
dat andere er juist op tippelen een jongen te kopen
die zich verzet, die schreeuwt en vloekt en vecht als
een zwerfkat, omdat zij opgewonden worden van het
temmen van zo’n wilde, jonge hengst… Helaas wil de
opstandige Giel niet luisteren naar Joosts wijze raad
om zich gedwee te betonen op het podium, met alle
gevolgen van dien…
De magere man ging achter Giel staan, plaatste de top
van de maïskolf tegen diens jongensopening en zette zijn
vlakke hand op de achterkant. Toen jaste hij het ding in één
keer voor meer dan driekwart naar binnen. Giel slaakte een
schrille kreet. De man met de felle ogen trok de kolf met een
ruk terug en terwijl Giel nog gilde en jankte, toonde hij de
menigte triomfantelijk hoe van het deel van de maïskolf dat
in Giels onderlichaam had gezeten, nagenoeg alle korrels
waren afgewreven, door de strakte van de sluitspier van de
onfortuinlijke matroos. Het publiek joelde en de man met de
felle ogen deed weer een bod. De dikke schudde zijn hoofd;
hij gaf het op. Giel was verkocht.
De trotse eigenaar bezegelde de koop door wijd uit te halen
en met zijn vlakke hand Giels billen te ranselen, links, rechts,
links, rechts, zodat het kletsende geluid werd weergalmd
door de gebouwen rondom het marktplein. Het ronde, witte
vlees kleurde dieprood en de getergde anus braakte een
blubberende stroom van vrolijke, gele korrels uit. Het hoofd
van de matroos was purper van schaamte.
Zal Joost erin slagen aan een dergelijk lot te ontsnappen?
En… zal hij ooit zijn geliefde ‘cappeteyn’ weerzien?
Lees het zelf in Jongenssprookjes Deel 4. Het boek
verschijnt tijdens een presentatie in het Betty Asfalt
Complex op 19 mei (19.00 uur). De entree is gratis, maar
je moet je even aanmelden via eric.kollen@gmail.com.
217
045