Gay&Night-ZiZo December 2015

213
/JONGENSSPROOKJES
Jongenssprookje / Eric Kollen
Elke maand staan in Gay&Night spannende fragmenten uit de geile serie Jongenssprookjes,
toegelicht door schrijver Eric Kollen. Let wel op: dit zijn niet de sprookjes die je kent van vroeger!
JONGENSSPROOKJE
‘De gouden engel’
Deze maand heeft Eric Kollen ‘De gouden engel’ uitgebracht, een luisterverhaal dat zich afspeelt in
de darkroom van The Web. Daar heeft hij samen met Jacques Zonne een erotische kunstinstallatie
ingericht: in twee privécabines kun je het verhaal integraal beluisteren, via een headset. Met live
achtergrondgeluiden…
Aan het begin van ‘De gouden engel’
gaat Harold Haanstra, een goodlooking
vijftiger, op weg naar huis een biertje
drinken in The Web. Daar is ie niet echt
op gekleed – hij komt van een sollicitatiegesprek
– maar op een doordeweekse dag komt het niet
zo nauw, vindt hij.
De mannen in de darkroom werden niet
teleurgesteld. Er stapte een gestalte in het
vale licht die Harold de adem volledig benam.
Jong: midden twintig, hooguit. Hij was een
allochtoon, overduidelijk, maar Harold had
geen idee wat zijn afkomst was; de jongen
had een karamelkleurige huid en onder
zijn gitzwarte wenkbrauwen spiedden twee
donkere ogen de duisternis in. Zijn haar was
gemillimeterd. Hij had een stevige neus en een
brede, gulzige mond met volle lippen. Het kon
een latino wezen, maar hij kon ook een scheut
Afrikaans bloed hebben; hij zou heel goed
uit het Midden-Oosten of uit Turkije kunnen
komen, misschien ook van de Balkan, maar
voor hetzelfde geld was het een Iraniër of zelfs
een Pakistaan; het was het prototype van de
donkere vreemdeling.
Harold is op zijn hoede, want hij is een ink
stuk ouder dan dit goudbruine stoeidier, en in
zijn vriendenkring heeft hij al heel wat narigheid
zien voortkomen uit affaires tussen jonge, bruine
jongens en oudere, witte mannen. Maar er is
geen ontsnappen aan.
Hij bleef roerloos staan. De hand bewoog
zich over de rechterrevers van zijn jasje,
plukte aan de stof, pakte de revers stevig
vast. Met zijn hoofd nog altijd krampachtig
opzij gedraaid hoorde en voelde Harold dat
de jongen vlak voor hem kwam staan en het
textiel uitgebreid betastte, tussen zijn duim
en zijn vingers, en het bijna keurend wreef.
Langzaam daalde de hand af naar zijn taille.
Lager. En nog lager.
En terwijl Harold wist dat het ging gebeuren
– want zeg zelf: wat had er anders moeten
gebeuren? – schrok hij niettemin toen de hand
daadwerkelijk zijn kruis bereikte, de vingers
zich rustig maar zonder enige aarzeling om
zijn zaakje legden en na een korte pauze met
trage bewegingen zijn lul en ballen begonnen
te kneden.
Harolds pik reageerde onmiddellijk. Terwijl
hij als versteend tegen de wand leunde en
amper adem durfde te halen, werd het bloed
van alle kanten naar zijn kruis gestuwd.
Hij voelde hoe de bron van de warme
luchtstroom dichter- en dichterbij kwam, en
nóg dichterbij; tot een hete, natte mond zich
op zijn hals legde, zijn huid tussen twee zachte
lippen naar binnen zoog en erop begon te
knabbelen.
De jongen sleept hem mee naar een open
ruimte bij de ingang van de darkroom, waar een
felle lamp aan het plafond hangt. Hij zakt op zijn
hurken, knoopt Harolds pantalon open en begint
hem vol overgave te pijpen. En daar blijft het niet
bij. Hij bukt zich gewillig voorover. Harold wil naar
een cabine maar daar moet de jongen niets van
hebben: het is hier of nergens. Harold kiest eieren
voor zijn geld.
Harold schrok op door stemmen achter
hem. Hij was zo opgegaan in de neukpartij, dat
hij oprecht was vergeten dat ze zich bevonden
in een publiek gedeelte van de darkroom en
dat er drie mannen naar hen stonden te kijken.
Hij draaide zijn hoofd om en zag dat hun
aantal inmiddels was aangegroeid tot zes.
In eerste instantie voelde hij gêne. Gêne,
omdat hij voor schut stond met zijn witte
billen, waarvan hij wist dat ze als twee natte
washandjes onder zijn rug lubberden. Als
het meezat, dan hing net zijn jasje ervoor;
mazzel dat ie dat aanhad. Alhoewel… zo’n
krijtstreepjasje waar twee magere, witte poten
onder uitstaken, dat zag er natuurlijk ook niet
uit.
Maar toen hij wat beter keek naar de
gezichten in de deuropening, zag Harold
helemaal geen meewarige blikken of
laatdunkende lachjes. Nee, wat hij zag, was…
afgunst. Een allesverterende afgunst. Al die
kerels achter hem wilden maar één ding: dat
zíj hier stonden, in zijn plaats, en dat zij zich
mochten vergrijpen aan deze stoere strijder.
Maar… zij stonden hier niet. Nee, hij stond
hier, Harold Haanstra! Hij was uitverkoren
om deze goddelijke bosprins te bezitten! Zijn
gêne smolt weg als sneeuw voor de zon, en
in plaats daarvan voelde hij… een felle trots.
Keer op keer pootte hij zijn loeistijve lul in het
begeerlijke jongenslijf, over de hele lengte jaste
hij ’m naar binnen, bij iedere stoot. Hij ramde
hem uit alle macht tussen die weergaloze
billen, in dat nauwe gat, in die bloedhete
ingewanden… En door het besef dat achter
hem zes mannen stonden die zo jaloers waren
als de hel, die er stuk voor stuk alles voor over
zouden hebben om deze jongen te bespringen
terwijl hém als enige dat genot vergund was,
door dat besef werd zijn lul nóg harder.
Harold is… hooked. Maar wanneer hij
inderdaad opnieuw dit bronzen pantertje bestijgt,
met nog meer vuur dan de eerste keer, dan neemt
hun ontmoeting een verbijsterende wending.
Fragment uit:
‘De gouden engel’
‘De gouden engel’ is te koop als
MP3-download in Eric’s webshop,
en in een cadeau-editie bij The Web,
Gays & Gadgets, Boekhandel Vrolijk,
Pink Point, Boekhandel Scheltema
en The Bronx (luisterduur 2,5 uur,
prijs: € 7,50).
Tekst Eric Kollen – www.jongenssprookjes.nl / Fotografie cover Rick Wezenaar / Eric Kollen
043