203 / INTERVIEW Lekker de beest uithangen 016
Interview / Furry’s Automonteur Sander (26), geneeskundestudent Randy (25), en hotelmanager Annika (32) hebben een bovenmatige interesse in antropomorfe dieren: dieren die menselijke eigenschappen vertonen. Alle drie maken ze deel uit van het furry fandom, een subcultuur die veel online, maar ook regelmatig face-to-face met elkaar in contact treedt. Tijdens deze ontmoetingen hangen ze letterlijk en guurlijk de beest uit in nauwkeurig in elkaar gezette fursuits en transformeren ze in husky Tobeh, Levi de Vos (maar soms ook Zippy het Stinkdier) en Luperca Greywolf. Gay&<strong>Night</strong> trok met deze furry’s het Amsterdamse bos in en verdiepte zich in hun verhalen. sander komt bij het bos aanrijden in een weinig bescheiden rood-zwarte sportauto. Vier dagen per week werkt hij in Purmerend bij een garage. Sander: ‘Iedereen weet dat ik een furry ben, al vertel ik niet iedereen van de hoed en de rand. Mijn collega’s zijn toch een beetje boers.’ Sander kwam ongeveer zeven jaar terug met het fandom in aanraking toen hij zocht naar een husky-wallpaper voor op zijn computer. ‘Ik zag een foto van een husky-fursuit; zo is het zaadje geplant. In het begin was ik er nog een beetje sceptisch over – ik denk dat dat voor iedere furry geldt. De erotische kant van het fursuiten wordt in haast alle media-aandacht het meest uitvergroot en dat trok mij destijds niet echt.’ Een aantal jaar geleden belandde Sander voor een lange periode in het ziekenhuis. ‘Ineens had ik heel veel tijd om na te denken. Ik kon niks anders dan achter een computer zitten en ben mezelf steeds meer in het furry fandom gaan verdiepen. Uiteindelijk dacht ik bij mezelf: ja, dít is wat ik wil doen, dít is waar ik van hou. Vrijwel direct nadat ik uit het ziekenhuis werd ontslagen, ben ik aan mijn eerste fursuit begonnen, samen met mijn oma. Zij heeft me leren naaien, stikken en met sjablonen leren werken.’ De Maastrichtse Randy kwam al jong in aanraking met het furry fandom. Toen hij twaalf, dertien jaar oud was, merkte hij dat hij op sommige vlakken andere interesses had dan zijn leeftijdsgenoten. ‘Via Google kwam ik erachter dat mijn interesse lag bij het furry fandom. Het heeft heel lang geduurd voordat ik er iets mee heb gedaan. Dat was vooral angst, omdat ik zelf ook niet helemaal wist wat ik ermee aan moest. Een deel was ook te wijten aan het feit dat furry’s vaak zo slecht worden afgebeeld in de media. Ik wist niet zeker of ik daar wel bij wilde horen. Dik een jaar geleden heb ik eindelijk de stap gemaakt om me aan te sluiten bij een forum en sindsdien zie ik mezelf of cieel als furry.’ De van geboorte Finse Annika groeide op in Duitsland en woont en werkt sinds een paar jaar als hotelmanager in Amsterdam. Pas ongeveer een jaar geleden kwam ze voor het eerst in aanraking met furry’s toen ze in een winkelcentrum getuige was van een furwalk. ‘Mijn bek viel open. Ik was er compleet onbewust van dat dit bestond. Ik ben gelijk op ze afgelopen en heb ze allerlei vragen gesteld. Ik kreeg al snel de gegevens van een aantal Facebookgroepen en voor ik het wist maakte ik deel uit van het fandom.’ Dierenvrienden Een interesse in het furry fandom is niet voor iedere furry iets wat voortvloeit uit een uitzonderlijke dierenliefde. Randy: ‘Ik vind dieren erg leuk, maar niet bovengemiddeld. Mijn vriend, die ik binnen het fandom heb ontmoet, heeft wel altijd iets met wolven gehad; zijn fursona is dan ook een wolf. Toen ik mijn eerste stappen in het fandom zette had ik geen bovenmatige interesse in een bepaald dier, wel had ik een absolute voorkeur voor hondachtigen. Ik heb mijn personage uiteindelijk gebaseerd op Fox McCloud [hoofdpersonage van de populaire videogamereeks Star Fox uit de jaren negentig – red.].’ Voor Sander ligt het iets ander: ‘Ik heb een speciale band met honden. Ik snap ze, ik begrijp ze. Ik weet precies wat een hond wil als-ie op me af komt lopen. Dat is heel raar. Ik heb mijn vrienden, familie en collega’s duidelijk uitgelegd wat het furry fandom inhoudt, maar dit deel houd ik soms voor me. Ik heb overigens meerdere fursona’s; ik ben soms ook een paard of een stier, maar in die twee voel ik me niet zo goed als in mijn husky-pak.’ Sander woont bij zijn ouders en trekt zijn pak ook weleens gewoon thuis aan. ‘Dan kijk ik bijvoorbeeld lekker een lmpje in m’n suit ter ontspanning. Thuis hebben we geen hond, mijn ouders willen dat niet. We hebben wel een kat.’ Annika wilde als kind graag dierenarts worden. ‘Ik had vroeger ook altijd een grote verzameling huisdieren. O god, dit klinkt echt als het begin van zo’n typisch crazy-old-cat-lady-verhaal [lacht].’ Annika’s fursuit is overduidelijk het meest realistisch van de drie. ‘Ik vind de realistische pakken het meest interessant, die fascineren me. Ik vind de comic suits niet minder leuk, maar ik kan me er gewoon minder goed mee identiceren. Mijn keuze voor een wolvenfursona kwam voort uit mijn liefde voor wolven. Wolven en mensen zijn altijd al verbonden geweest in de spirituele wereld. Mijn fursona is het dier dat ik wil zien als ik in een spiegel kijk. Luperca is een heel irterig en speels guur, een soort wolfachtige femme fatale. Als je zo’n fursuit gaat bouwen, moet je heel nauwkeurig kijken naar de anatomie van zo’n beest. Hoe zien Tekst en concept Martijn Kamphorst & Genevieve Korte / Fotografie Johan van Walsem 203 017