NIEUWE MENUKRANT 2017

16
Het begin
De Visserij op Wieringen ongeveer rond (1963 1964)
Er waren in de jaren 60 Wieringers actief met een variant
op de boomkor. Joop Boersen van de WR-66
was de eerste visser in Nederland die de kettingmat toepaste
in de boomkorvisserij. Niet vaststaat of Boersen
zich heeft laten
inspireren door
buitenlandse vissers.
Vanwege de
successen met
het kettingmattenconcept
volgden
meerdere Wieringers
het voorbeeld
van Boersen.
Uiteindelijk
heeft een behoorlijk
aantal Wieringer
kotters in de
jaren zestig en
zeventig met de matten gevist. De eerste visser in Volendam
die de kettingmat aan het boomkortuig bevestigde,
was in navolging op Boersen, Klaas de Boer van de
VD-243. Volendam kende in de tweede helft van de jaren
zestig een behoorlijk vlootje kotters dat uitgerust was om
met de matten te vissen. Uit gesprekken met oud-visser
Job Kwakman (geb. 1927) blijkt dat de eigenaren en ook
zeer bevriende collega`s van de VD-243 (Klaas de Boer),
VD-128 (Job Kwakman), WR-66 (Joop Boersen) en de
UK-63 (Jurrie van de Berg) de eerste Nederlandse vissers
waren die in de jaren 1966 en 1967 met een kettingmat
serieus aan de slag zijn gegaan. Informatie ontbreekt
om vast te kunnen stellen waar de eigenaren van deze
vaartuigen het concept vandaan hebben gehaald of dat
ze er louter mee begonnen zijn als gevolg van een creatieve
ingeving. Persoonlijk denk ik dat het laatste het geval
is, het waren nogal inventieve vissers in die tijd.
Klaas de Boer beschikte eind jaren zestig over een kotter
van 380 pk. De VD-243 had een lengte van 25,9 meter
en was in 1962
gebouwd bij De
Haas te Maassluis.
In de aanloop
naar de jaren
zeventig
groeit de Nederlandse
kottervloot
gestaag en
die groei leidt bij
sommigen tot
ongerustheid.
Behalve over de
schaalvergroting (in pk s) maken enkele ingewijden in de
visserij zo'n kleine veertig jaar geleden zich ook zorgen
over de gevolgen van de toepassing van kettingmatten.
In een ingezonden brief reageert de Urker visser M. Kramer
in De Visserijwereld van 18 maart 1971 op een eerder
ingezonden commentaar van visser Blaas Marijs (uit
Arnemuiden) die de kettingmattenvisserij verdedigt en
aangeeft dat met name Urk zich richt op het in de vaart
brengen van kotters met steeds grotere vermogens. Marijs
vroeg zich af of Kramer wel uit ervaring sprak. Kramer
hierover: Ja, dan wil de heer Marijs weten of ik de visserij
niet heb uitgeoefend om geldelijk gewin.
Misschien zag ik de dingen wel een beetje anders. Ook
heb ik op de jaarvergadering van de Vissersbond gewaarschuwd
tegen het opdrijven van de pk s omdat ook ik van
mening was, dat we daarmee niet op de goede weg waren.
Het was al zes jaar daarvoor, dat we als bestuur van
Visserijbelangen een voorstel hebben gedaan om de grote
kotters niet meer dan 500 pk en de kleine kotters niet
meer dan 300 pk toe te staan. Maar toen hebben we de
lengtemaat gekregen met al de gevolgen die hier ook aan
verbonden zijn, namelijk. grotere schepen om meer pk s te
verkrijgen. Voor de kottervisserij zou dit over het geheel
genomen geen verbetering betekenen. De zwaksten zouden
hierdoor het meest getroffen worden en de sterksten
zullen misschien staande blijven. Dat we een moderne
kottervloot moesten houden was zeer te prijzen, maar als
dit zo moest, was nog te bezien of dit wel de juiste weg
was. Dus wel vernieuwen, maar we moesten met elkaar
ophouden om steeds meer pk s te willen hebben. We
dienden voor elkaar verantwoordelijkheid te dragen. We
hopten dat we gespaard bleven van dingen, waarvan we
later moeten zeggen: wat hebben we gedaan om op deze
manier te vissen en dat geldt niet alleen voor de kettingmattenvissers,
maar ook om met slecht weer te lang door
blijven gaan met vissen. Vooral toen we met twee netten
gingen vissen. Toen we hiermee begonnen, visten we alleen
tot windkracht vijf, maar later hoorden men over de
radio dat nog gevist werd met windkracht zeven. Laten we
hierin de voorzichtigheid betrachten en onze verantwoordelijkheid
voor elkaar bewust zijn en betrachten , aldus M.
Kramer in zijn reactie. Kortom bezorgdheid vanuit de visserij
was het gevolg van veel ontwikkelingen die in die tijd
plaatsvinden.
De Wieringer 66 van de fam. Boersen was met een motor
vermogen van 1000 PK de eerste grote kotter op Wieringen
in die tijd en was einde jaren 70 en de jaren 80
hoofdzakelijk bezig met de eerder genoemde kettingmatten
visserij.
Simon, Kees , Johan en Koos Boersen
De vier gebroeders Boersen werden in die
tijd vergeleken met de gevreesde Daltons,
Waarom mag Joost weten ;-) Ze zijn in
1990 met hun visserij gestopt en toen is
Koos het horeca avontuur begonnen!