30.01.2018 Views

OEK 92

februari 2014

februari 2014

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

foto Stadsarchief Amsterdam<br />

“De perfecte straat bestaat niet, althans<br />

wij hebben hem niet gevonden.” Aldus<br />

Jeroen Mensink tijdens de presentatie van<br />

zijn boek Stromen en verblijven in het Architectuurcentrum<br />

Amsterdam (ARCAM).<br />

Onder zijn gehoor bevinden zich voornamelijk<br />

stedenbouwkundigen en verkeerskundigen.<br />

Twee vakgebieden die, naast<br />

dat van de landschapsarchitecten, bepalend<br />

zijn bij het ontwerpen en herstructureren<br />

van straten en wegen. Mensink, zelf<br />

architect, beoogt met zijn boek “een integrale<br />

ontwerpvisie op verkeer en openbare<br />

ruimte.” Een manifest voor samenwerking<br />

dus, daar waar in de praktijk veelal sprake is<br />

van onbegrip en wantrouwen tussen beide<br />

vakdisciplines.<br />

Ton Schaap is stedenbouwkundige en<br />

werkte aan een groot aantal projecten in<br />

de openbare ruime van Amsterdam. Hij<br />

verwoordt de te overbruggen kloof als<br />

volgt: “Stedenbouwkundigen leren op hun<br />

opleidingen conceptueel en abstract denken<br />

en ontwerpen. Bij vrijwel iedere ontwerpopleiding<br />

staat het ‘unieke’, het nieuwe,<br />

de uitvinding centraal. Stedenbouwers<br />

leren denken op verschillende schalen. De<br />

hele wereld(geschiedenis) is de referentie.<br />

De verkeerskundige, echter, is niet uit op<br />

originaliteit maar op standaardisatie. Een<br />

verkeersontwerp ontstaat door de combinatie<br />

van allerlei richtlijnen op het gebied<br />

van aantallen, afmetingen en maatvoeringen<br />

voor de verschillende verkeerssoorten<br />

met de bijbehorende juridische en veiligheidseisen.”<br />

Marleen Hovens, verkeerskundige en werkzaam<br />

bij CROW, het nationale kennisplatvorm<br />

voor infrastructuur, verkeer, vervoer<br />

en openbare ruimte pareert: “Uitspraken<br />

van stedenbouwkundigen als ‘het moet<br />

mooi zijn’ of ‘het moet kloppen’ zijn voor<br />

verkeerskundigen erg vaag. Een verkeerskundige<br />

wil ook mooie wegen ontwerpen,<br />

maar dan wel binnen de randvoorwaarden<br />

van verkeersveiligheid en de gewenste<br />

doorstroming. Herkenbaarheid en uniformiteit<br />

van de weginrichting zijn hierbij van<br />

groot belang. Wanneer een weg eenmaal<br />

in gebruik is genomen zijn wij het immers<br />

die te maken krijgen met klachten.”<br />

Een botsing tussen vormgericht en functiegericht<br />

denken dus. Verkeerskundigen laten<br />

zich teveel leiden door uniforme handboeken,<br />

terwijl stedenbouwers maatwerk<br />

prefereren. Jeroen Mensink stapte met de<br />

botsende vakdisciplines in een auto, op<br />

landelijke zoektocht naar goede voorbeelden.<br />

Ze richtten zich hierbij op wegen waar<br />

verblijven (wonen, werken, wandelen, winkelen)<br />

en stromen (de weg als onderdeel<br />

van een route) goed samengaan, de zogenaamde<br />

gebiedsontsluitingswegen. In het<br />

boek zijn tien ‘best practices’ opgenomen,<br />

waaronder drie gelegen in Amsterdam:<br />

Ceintuurbaan, Piet Heinkade en Wibautstraat.<br />

Op de Piet Heinkade en de Wibautstraat<br />

staat stromen nog centraal, maar de ontwerpers<br />

verwachten dat, onder andere<br />

door de aanleg van brede trottoirs en vrij<br />

liggende fietspaden, de verblijfskwaliteit<br />

zal toenemen. Een opvallende rol is er voor<br />

de bomen. “Het groen is hier (Wibautstraat)<br />

visueel sterk aanwezig en heeft een belangrijk<br />

aandeel in de uitstraling van deze<br />

bloeiende stadsboulevard” en “op de Piet<br />

Heinkade zorgen de bomen en de markante<br />

middenberm voor rust en eenheid in het<br />

wegbeeld.” Op de Ceintuurbaan zorgen de<br />

markante bomen juist voor onrust in het<br />

wegbeeld, lekker schots en scheef als ze<br />

in de loop der jaren zijn gegroeid op zoek<br />

naar meer zonlicht. Wellicht dat hierdoor<br />

deze straat de meest levendige is van de<br />

drie, maar het is natuurlijk ook een echte<br />

stadsstraat met een historisch karakter.<br />

Enfin, de ontwerpers en stedenbouwers<br />

hebben een eerste stap gezet op weg naar<br />

ware ‘Gesamtkunstwerken’. Het boek besluit<br />

met een heus glossarium om elkaars<br />

vaktaal te verduidelijken. ‘Shared space’<br />

wordt omschreven als “een verkeerskundig<br />

principe waarbij het gebruik van de<br />

openbare ruimte centraal staat door deze<br />

ruimte te beschouwen als een gedeelde<br />

ruimte voor zowel langzaam als snelverkeer,<br />

zonder verkeersborden en zonder<br />

gereserveerde gebieden voor specifieke<br />

gebruikers.” Een grappige term voor iets<br />

waaraan nu juist ieder verkeerskundig<br />

principe ontbreekt, maar vermoedelijk ingeblazen<br />

door een romantisch verlangen<br />

naar wat we op de foto lijken aan te treffen<br />

op de Ceintuurbaan in 1<strong>92</strong>6, met links het<br />

huidig café Sarphaat en op de achtergrond<br />

de in 1970 afgebroken ‘Sint-Willibrorduskerk<br />

buiten de Veste’ van architect Pierre<br />

Cuypers. Geen verkeersbord te bekennen,<br />

evenmin zebrapaden, fietsstroken, drempels,<br />

haaientanden of stoplichten. Niet<br />

nodig wellicht; voetgangers, koets, tram<br />

en fietsers kwamen er onderling wel uit en<br />

hoefden het gemotoriseerde snelverkeer<br />

nog niet te vrezen. (MvK)<br />

Stromen en verblijven, nai010 uitgevers/CROW<br />

34,50 euro - www.010.nl<br />

<strong>OEK</strong> <strong>92</strong> - februari 2014 15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!