You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
KIM MOORMAN (37) KREEG OP HAAR 22E EEN AUTO-
ONGELUK EN ZIT DAARDOOR IN EEN HANDBEWOGEN
ROLSTOEL. ZE IS SAMEN MET JAN (38) EN ZE HEBBEN
TWEE KINDEREN, KICK (7) EN FIEN (3). ‘‘Vijf jaar lang heb
ik plat in bed gelegen. Na het auto-ongeluk, waarbij de
zenuwen in mijn rug en nek ernstig beschadigd raakten, kon
ik geen prikkels verdragen en had ik gigantisch veel pijn.
Zelfs bij het overeind komen ging ik knock-out. Uiteindelijk
is het me na lang revalideren gelukt om toch weer een actief
leven te gaan leiden. Zittend weliswaar – mijn zenuwen zijn
blijvend beschadigd – maar met mijn rolstoel en hulphond
kom ik overal.
Mijn droom om moeder te worden heb ik nooit opgegeven.
Vijf jaar na het ongeluk, toen ik steeds zelfstandiger werd,
begon het te kriebelen. Mijn coach nam mij serieus. Zij
beaamde dat ik dat verlangen zoals iedere andere vrouw
mocht hebben, ook al had ik geen idee hoe ik het moest
gaan doen, een kind opvoeden. Die erkenning was heel fijn.
Ik zocht alles uit: hoe til ik een baby op, bestaat er een box
met een deur? Ik was nog niet eens zwanger, maar wilde de
vooroordelen voor zijn. Mensen zouden geheid denken: ze
kan jarenlang niets en wil nu een kind – waar begint ze aan?
Velen zeiden dat alsnog, hoorde ik via via toen ik zwanger
raakte. Maar ik was vastbesloten het tegendeel te bewijzen.
Ik gebruikte een co-sleeper en we plaatsten wieltjes onder
alle meubels. Kick optillen kostte veel kracht, maar praktisch
gezien was er niets wat ik niet kon handelen. ‘Wat als hij
ouder wordt en wegrent?’ vroeg iemand een keer. Gek genoeg
had ik me dáár niet op voorbereid. Ik vertrouwde erop dat
mijn kind bij me bleef. Naïef misschien, maar Kick en Fien zijn
nog nooit weggelopen. Waarschijnlijk voelen ze aan dat ze
die grens niet moeten opzoeken. Net als dat ze weten dat ze
op hun vader kunnen klimmen en op mij niet.
Nu ze ouder worden, ontstaan er wel andere uitdagingen.
Als ze met mij in een bootje willen varen in de dierentuin,
moet ik vooraf hebben uitgezocht of ik daar met mijn
rolstoel in kan. Ik wil niet bij alles zeggen: ‘Ga maar met
papa.’ Soms ontkom ik daar niet aan, maar dan ga ik later
bijvoorbeeld met Kick winkelen. Vindt ie het einde. Aan
vriendjes legt hij uit dat ik een auto-ongeluk heb gehad.
‘Met bloed’, zegt hij dan. En daarna trots: ‘Ze kan niet
lopen, maar verder kan ze alles!’ Geweldig, toch?” >
‘IK WIL NIET
BIJ ALLES
ZEGGEN:
‘GA MAAR
MET PAPA’’
KEKMAMA 80