Te koop: Zaanse Schans - Zaanbusiness
Te koop: Zaanse Schans - Zaanbusiness
Te koop: Zaanse Schans - Zaanbusiness
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tjeerd Herrema overhandigt de cheque aan wethouder Linnekamp<br />
Gemeente Zaanstad en<br />
Stadsregio Amsterdam<br />
ondertekenen convenant<br />
over bereikbaarheid<br />
Zaanstad en de Stadsregio Amsterdam zijn twee jaar geleden<br />
gestart met het voorbereiden van het pilotproject<br />
Gebiedsaanpak Inverdan. Met Inverdan ontstaat rond het<br />
station van Zaandam een nieuw stadshart en een belangrijk<br />
knooppunt in onze regio. Deze gebiedsaanpak leidt tot<br />
een sterke verbetering van de bereikbaarheid, zowel lokaal<br />
als regionaal, door het bieden van hoogwaardige infrastructuur<br />
en goed openbaar vervoer.<br />
Om de leefbaarheid en veiligheid in het gebied te verbeteren,<br />
worden maatregelen ten gunste van voetgangers en<br />
fietsers genomen en wordt de aantrekkelijkheid van de<br />
openbare ruimte aanzienlijk verbeterd. In het convenant<br />
staan de afspraken over de planning, uitvoering en financiering<br />
van Inverdan voor de komende vijf jaar.<br />
Op dinsdag 15 mei ondertekenden vertegenwoordigers van<br />
Zaanstad en de Stadsregio Amsterdam het convenant<br />
‘Uitvoeringsprogramma Gebiedsaanpak Inverdan.’ De<br />
ondertekenaars waren: Tjeerd Herrema (portefeuillehouder<br />
Stadsregio Amsterdam), Hans Luiten (wethouder Inverdan<br />
en Economische Zaken van Zaanstad) en Robert Linnekamp<br />
(wethouder Verkeer en Vervoer van Zaanstad). De ondertekening<br />
vond plaats in Hotel Inntel in Zaandam.<br />
Wethouder Luiten roemde dit convenant als stap op weg<br />
om de immense verkeersstroom, die verwacht wordt als<br />
Inverdan groeit, op te vangen. “We moeten wat doen en<br />
het liefst integraal. Dat gebeurt nu”. Tjeerd Herrema vond<br />
dat “als we niets aan het openbaar vervoer doen, alle auto’s<br />
in 2010 stil staan op het regionale wegennet”. Het ondertekenen<br />
van het convenant ging gepaard met de overhandiging<br />
van een cheque ter waarde van ruim vijf miljoen euro<br />
aan wethouder Linnekamp van Vervoer. Dit bedrag is een<br />
eerste aanzet voor investeringen die in totaal tussen de<br />
tien en 15 miljoen euro bedragen.<br />
Hans Luiten (l), Tjeerd Herrema (m) en Robert Linnekamp (r) onderteken<br />
het convenant<br />
Mr. N. Vanderveen,<br />
Vanderveen & Kurk,<br />
notarissen<br />
Column<br />
DE KRUIK BARST NIET ALTIJD<br />
Soms komt het goed uit dat er meerderheid van stemmen<br />
nodig is om een besluit te nemen. Neem nu Gert. Hij trouwt in<br />
1991 met Mary. Gert is een nogal ondernemend type en dus<br />
trouwen ze, om eventueel ondernemersrisico niet op het vermogen<br />
van Mary af te wentelen, onder huwelijksvoorwaarden<br />
houdende uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen.<br />
Ze houden veel van elkaar en spreken af, dat ze elk jaar hun<br />
onverteerde inkomsten ‘bij helfte’ zullen verdelen. Dat heet een<br />
periodiek verrekenbeding, dat sinds een aantal jaren vaste<br />
jurisprudentie van de Hoge Raad, bij niet-nakoming onder<br />
omstandigheden leidt tot gemeenschap van goederen.<br />
Gert had in 1994 eenderde van de certificaten van aandelen in<br />
een B.V. verworven. Samen met twee broers, die ieder ook eenderde<br />
verwierven. Gedrieën vormden zij het bestuur van de<br />
stichting administratiekantoor; die houdster van de aandelen<br />
was. Statutair was onder meer bepaald: ‘Het bestuur dient er<br />
zorg voor te dragen, dat steeds zodanig behoorlijk dividend op<br />
aandelen in de vennootschap zal worden uitgekeerd als verantwoord<br />
is met inachtneming van de continuïteit van de onderneming’.<br />
Mary en Gert raken op elkaar uitgekeken en er volgt een echtscheiding.<br />
In lijn met de vaste jurisprudentie vordert Mary de<br />
helft van de door Gert opgepotte ondernemingswinsten. Gert<br />
had immers nooit met haar de niet-verteerde inkomsten verdeeld.<br />
Hij liet ze nota bene gewoon in de zaak zitten, terwijl er<br />
toch jaarlijks dividend had kunnen worden uitgekeerd zonder<br />
de continuïteit van de onderneming in gevaar te brengen?<br />
De Rechtbank stelt Mary in het gelijk, maar het Hof niet. De<br />
stelling van het Hof is dat, nu Gert voor eenderde deel certificaathouder<br />
in de BV is en zijn aandeel in de besluitvorming van<br />
de stichting eveneens eenderde is, niet kan worden gesteld dat<br />
aan het vereiste is voldaan, dat Gert overwegend zeggenschap<br />
heeft over uitkeren van winsten. Dat de praktijk anders zou zijn<br />
omdat Gert nogal dominant zou zijn, is door Mary niet aannemelijk<br />
gemaakt. Het ging het Hof ook te ver, dat Gert aan het<br />
driehoofdige bestuur had kunnen verzoeken tot winstuitkering<br />
over te gaan. Bij niet-inwilliging daarvan had hij zich tot de<br />
rechter kunnen wenden om uitbetaling van dividend af te<br />
dwingen. In cassatie bij de Hoge Raad (HR 4 mei 2007, nr.<br />
RO5/156HR) betoogt Mary, dat een minderheidszeggenschap<br />
geen beletsel is. En dat tòch wordt voldaan aan de eis van overwegende<br />
zeggenschap als de materiële verhoudingen meebrengen,<br />
dat Gert niettemin kan beslissen of tot winstuitkering<br />
wordt overgegaan. De Hoge Raad verwerpt dit betoog. Het oordeel<br />
van het Hof is immers niet alleen op de formele minderheidspositie<br />
van Gert gestoeld, maar ook op het oordeel dat de<br />
stelling, dat de werkelijke machtsverhouding binnen het<br />
bestuur anders lag, niet aannemelijk is gemaakt. De stelling<br />
dat Gert zijn recht op dividend had kunnen afdwingen wordt<br />
eveneens verworpen.<br />
Mary ving dus bot en Gert kon vrolijk in zijn eentje verder.<br />
www.zaanbusiness.nl<br />
15