16.01.2013 Views

Eindrapport multidisciplinair kwaliteitsproject Klinisch Pad voor ...

Eindrapport multidisciplinair kwaliteitsproject Klinisch Pad voor ...

Eindrapport multidisciplinair kwaliteitsproject Klinisch Pad voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Eindrapport</strong> <strong>multidisciplinair</strong> <strong>kwaliteitsproject</strong><br />

<strong>Klinisch</strong> <strong>Pad</strong> <strong>voor</strong> Totale Heupprothese<br />

Fase 1<br />

Organisatie: ZiekenhuisNetwerk Antwerpen – Middelheim<br />

Projectverantwoordelijken:<br />

Leen Gonnissen Begeleider <strong>Klinisch</strong>e <strong>Pad</strong>en Middelheim<br />

Wim Van de Waeter Coördinator <strong>Klinisch</strong>e <strong>Pad</strong>en ZNA<br />

Dr. K. Brabants Projectleider Totale Heupprothese<br />

Dr. C. Vandewalle Manager beleidsinformatie<br />

Dr. J. Nagler Medisch directeur Middelheim<br />

Datum eindrapport: Juni 2005<br />

Dit project werd mogelijk gemaakt, dankzij de steun van de FOD Volksgezondheid.<br />

ZiekenhuisNetwerk Antwerpen- Middelheim juni 2005 1/7<br />

Beleidsondersteunende Studie: <strong>Klinisch</strong> pad <strong>voor</strong> Heupprothese


Kwaliteit van zorg wordt binnen ZiekenhuisNetwerk Antwerpen hoog in het vaandel<br />

gedragen, wat duidelijk wordt verwoord in onze missie: we staan <strong>voor</strong> kwaliteitsvolle en<br />

toegankelijke zorg. Zodoende wordt de patiënt centraal gesteld in de zorgorganisatie.<br />

Onder kwaliteit van zorg verstaan we niet alleen de hoogste kwaliteit van medisch zorg,<br />

“the cure”, maar ook de hoogste kwaliteit van de dagdagelijkse verpleegkundige en<br />

paramedische zorg, “the care”. Dit uit zich in het opstarten van talrijke <strong>multidisciplinair</strong>e<br />

<strong>kwaliteitsproject</strong>en waaronder het project totale heupprothese.<br />

Doelstelling<br />

De ultieme doelstelling van dit project is om de meest verantwoorde en meest<br />

kosteffectieve zorg te leveren met als resultaat competitieve klinische outcomes en een<br />

hoge patiëntentevredenheid. Andere doelstellingen zijn het standaardiseren van zorg, het<br />

stimuleren van zelfzorg en het optimaliseren van de ontslag<strong>voor</strong>bereiding.<br />

Om dit doel te bereiken en te bewaken, werd als instrument een klinisch pad gekozen.<br />

Ervaren moeilijkheden<br />

Bij aanvang van het project bestond er een zekere gereserveerdheid bij de clinici,<br />

waarvan de oorsprong van tweeërlei aard was: enerzijds een tekort aan tijd om zich te<br />

engageren in dergelijke projecten. Daarnaast was er <strong>voor</strong>al koudwatervrees om te<br />

vervallen in “routinematig <strong>voor</strong>geschreven zorg”, dat zou worden “gedicteerd door de<br />

directie”.<br />

Het is dan ook een grote opdracht om de medewerkers voldoende inzicht te geven, te<br />

sensibiliseren en steeds te motiveren. Het is tevens een intensief project waarin het team<br />

tijd moet kunnen investeren. Weerstand tegen verandering en vernieuwing moet worden<br />

overwonnen. <strong>Klinisch</strong>e paden worden gezien als een procesbeheersingmethode om<br />

knelpunten in de zorg weg te werken. Het <strong>multidisciplinair</strong> team ervaarde geen directe<br />

knelpunten in de zorg, waardoor er niet meteen een noodzaak was om een klinisch pad<br />

te ontwikkelen. Dit in tegenstelling tot een zekere “wenselijkheid”.<br />

Verder is het moeilijk om klinische paden te verankeren in de bestaande systemen. De<br />

praktijk heeft duidelijk aangetoond dat een informatisering van deze instrumenten pas<br />

echt de methodiek tot zijn volledige recht kan doen komen, aangezien het manueel<br />

verzamelen, verwerken, analyseren en rapporteren van beleidsinformatie zeer inefficiënt<br />

is. Ook het uiteindelijke product op papier kent ernstige beperkingen om dagdagelijks<br />

mee te werken.<br />

Moeilijkheden op een constructieve manier aanpakken is dan ook de boodschap.<br />

Methodologie<br />

Het klinisch pad werd ontwikkeld en geïmplementeerd aan de hand van een 30stappenplan<br />

(Belgisch - Nederlands Netwerk <strong>Klinisch</strong>e <strong>Pad</strong>en; NKP). Het <strong>multidisciplinair</strong><br />

team bestaat uit orthopedische chirurgen, orthopedische verpleegkundigen, mensen van<br />

de consultatie afdeling, kinesisten, sociaal verpleegkundige en anderen die ad hoc<br />

werden geconsulteerd, bij<strong>voor</strong>beeld een interniste en een anesthesist. Samen<br />

ontwikkelden ze en implementeerden ze het klinisch pad “totale heupprothese”.<br />

ZiekenhuisNetwerk Antwerpen- Middelheim juni 2005 2/7<br />

Beleidsondersteunende Studie: <strong>Klinisch</strong> pad <strong>voor</strong> Heupprothese


Het impact van het klinisch pad werd op twee niveaus geëvalueerd: enerzijds aan de<br />

hand van de vergelijking tussen een pre- en een post -implementatiemeting. Deze<br />

analyse bestaat uit respectievelijk 17 en 25 patiënten.<br />

Anderzijds werden de lokale post -implementatie resultaten door middel van een<br />

benchmark vergeleken met 16 andere ziekenhuizen.<br />

De vergelijking en evaluatie werd uitgevoerd aan de hand van verschillende indicatoren,<br />

die de 5 domeinen van het Leuvens <strong>Klinisch</strong> <strong>Pad</strong> Kompas (Vanhaecht et al.; 2003)<br />

bestrijken.<br />

Het team heeft als klinische indicatoren gekozen <strong>voor</strong> pijn, functionele onafhankelijkheid<br />

en kennis. Het continu verbeteren van deze klinische indicatoren zal de patiënt als een<br />

verhoging van de kwaliteit van zorg ervaren. Deze zaken werden prospectief gemeten en<br />

vraagt van het team dan ook een zeker engagement. Pijn werd tweemaal per dag<br />

gemeten met behulp van de VAS-schaal (Visuele Analoge Schaal) of pijnlatje. Dit latje<br />

van 10 cm laat de patiënt toe om pijn een numerieke waarde te geven.<br />

Onafhankelijkheid werd opgevolgd aan de hand van MVG scores en de mate waarin<br />

patiënten in staat waren om zelf subcutane anticoagulantia te leren toedienen. Het<br />

streven naar zelfmedicatie bij de patiënt vergt educatie en training en betekent <strong>voor</strong> de<br />

betrokken hulpverleners een toegenomen tijdsinvestering. Ook het sneller mobiel maken<br />

van patiënten vraagt een verhoogde inspanning van de kinesisten en de verpleging. De<br />

kennis van de patiënt werd gemeten aan de hand van een 17- item meerkeuze<br />

vragenlijst (gebaseerd op Remans, 2002). Om een hogere kennisscore te bekomen in de<br />

post -implementatiemeting heeft het team een uitgebreide informatiebrochure opgesteld,<br />

alsook het informeren van patiënten bij de consultatie verder uitgewerkt. Ook een<br />

patiëntenversie van het klinisch pad draagt bij tot de informatiebehoefte van de patiënt.<br />

Het tijdstip waarop de postoperatieve controlefoto van de heup gebeurt en de mate<br />

waarin er antibioticabehandeling wordt ingesteld na een positieve urinecultuur zijn de<br />

twee procesindicatoren.<br />

Als service-indicator wordt patiëntentevredenheid opgevolgd aan de hand van de<br />

Nederlandse versie van de Patient Perceived Quality of Care questionnaire (Chou &<br />

Boldy, 1999). De patiënt vult deze vragenlijst in op de dag van zijn ontslag.<br />

De indicator teameffectiviteit wordt door middel van de Leuvense Teameffectiviteit<br />

Schaal bevraagd.<br />

De verblijfsduur, het aantal bloednames, het aantal urineculturen en hoeveelheid<br />

pijnmedicatie werden gekozen als financiële indicatoren.<br />

Resultaten<br />

Bij de bespreking van de resultaten worden achtereenvolgens eerst de effecten van het<br />

klinisch pad weergegeven (pre - en een post –implementatiemeting) en daarna worden<br />

die resultaten gerelateerd aan de benchmark.<br />

<strong>Klinisch</strong>e indicatoren<br />

De patiënten rapporteerden geen significant verschillende pijnbeleving op de dag van de<br />

operatie na de implementatie van het klinisch pad. Wel werd een significante<br />

vermindering (p = 0,002) van de postoperatieve pijn vastgesteld tot en met dag 7.<br />

Nadien stabiliseerde het pijnniveau zich weer.<br />

In de posttest werd functionele onafhankelijkheid <strong>voor</strong> hygiëne sneller bereikt (dag 4<br />

versus dag 8; p < 0,001). Patiënten in een klinisch pad werden sneller gemobiliseerd,<br />

hetgeen tijdens het herstel resulteert in een hoger niveau van onafhankelijkheid <strong>voor</strong><br />

ZiekenhuisNetwerk Antwerpen- Middelheim juni 2005 3/7<br />

Beleidsondersteunende Studie: <strong>Klinisch</strong> pad <strong>voor</strong> Heupprothese


mobiliteit (p < 0,01). Op dag tien echter was het onafhankelijkheidsniveau hetzelfde als<br />

vóór de invoering van het klinisch pad.<br />

Wat betreft de functionele onafhankelijkheid <strong>voor</strong> uitscheiding, wordt er een<br />

verblijfssonde geplaatst tijdens de operatie. Na het verwijderen van de verblijfssonde<br />

waren de klinisch pad patiënten sneller onafhankelijk dan de niet klinisch pad patiënten<br />

(p=0,005). Het onafhankelijkheidsniveau liep echter terug gelijk op de tiende dag.<br />

Patiënten werden aangespoord om zelf subcutane anticoagulantia in te spuiten. 32% van<br />

de patiënten bereikte dit op dag 8. Vóór invoering van het pad was dit geen gangbare<br />

praktijk.<br />

Na het invoeren van de informatiebrochure verhoogde de kennis van gemiddeld 49,3%<br />

naar 63,5% (p


Het pijnbeleid veranderde van hoofdzakelijk intraveneuze en orale medicatie naar een<br />

combinatie van patiënt gecontroleerde epidurale analgesie (PCEA) (in 80% van de<br />

gevallen), intraveneuze en orale medicatie.<br />

Het gebruik van intraveneuze pijnmedicatie bleef stabiel (6,2 versus 6 dosissen per<br />

patiënt); het gebruik van orale pijnmedicatie echter daalde van 27,7 dosissen naar 15<br />

dosissen per patiënt. Dit dankzij de strategie om medicatie op vraag te geven en niet<br />

systematisch.<br />

Vergelijking met de benchmark<br />

Een verbetering van de outcomes door middel van het klinisch pad is een bevestiging dat<br />

de investering in dit project haar vruchten heeft afgeworpen. Er kunnen uitspraken<br />

worden gedaan in termen van “verbetering” of “achteruitgang”, in relatieve zin. Het team<br />

weet met deze gegevens echter nog niet of het “goede” resultaten betreft in de absolute<br />

zin. Wie het eigen handelen en resultaten echt kritisch wil bestuderen, doet dit best door<br />

benchmarking met andere ziekenhuizen die een gelijkaardige pathologie behandelen.<br />

De op te volgen items kwamen deels overeen met de lokale meting. Drie extra klinische<br />

indicatoren werden bevraagd, namelijk wondstatus (evolutie van lekkende wonde),<br />

redonstatus (evolutie van lekkende redonpunt) en mobiliteit (tijdstip start mobilisatie,<br />

tijdstip opgezet worden door verpleegkundige, tijdstip zelfstandig opstaan, tijdstip zelf<br />

naar lavabo stappen, tijdstip 50 meter kunnen stappen, tijdstip 100 meter kunnen<br />

stappen en tijdstip één verdieping trappen doen). Extra financiële indicatoren zijn<br />

preoperatieve verblijfsduur, verblijfsduur op intensieve zorgen, aantal en timing<br />

bloednames en het al dan niet hebben van een PCEA en de tijdsduur hiervan).<br />

De dag dat de sociaal verpleegkundige langskomt is een extra procesindicator.<br />

Algemeen kan men stellen dat AZ Middelheim zeer positieve resultaten boekt op alle<br />

domeinen van het <strong>Klinisch</strong> <strong>Pad</strong> Kompas. Op de meeste punten scoort het AZ Middelheim<br />

beter (wondstatus, mobilisatie en tevredenheid); op de andere punten levert dit<br />

ziekenhuis kwalitatief gelijkaardige zorg.<br />

Op één item echter wordt er minder gescoord, namelijk de evolutie van pijn. De eerste 3<br />

dagen en bij ontslag hebben de patiënten in AZ Middelheim meer pijn dan in de andere<br />

ziekenhuizen, niettegenstaande dat de pijnscores bij implementatie daalden.<br />

Als conclusie kan men stellen dat er een zeer positieve evolutie is wat de kwaliteit van de<br />

geleverde zorg betreft bij een totale heupprothese. Toch objectiveren de bovenstaande<br />

resultaten een aantal nieuwe actiepunten. Het pijnbeleid en het beleid aangaande<br />

positieve urineculturen moesten herbekeken worden.<br />

Het regelmatig opvolgen van de indicatoren maakt dat het klinisch pad gestuurd kan<br />

worden op basis van objectieve outcomes, in een continue streven naar optimale<br />

kwaliteit van zorg.<br />

Verder procesverloop<br />

In februari 2005 werden bovenstaande resultaten besproken met het team. De<br />

actiepunten werden in een nieuwe versie van het pad verwerkt. Er kwam ook naar boven<br />

dat de mobilisatie te traag ging <strong>voor</strong> een deel van de patiënten. Om hieraan tegemoet te<br />

komen werd het mobilisatieprogramma versneld; waardoor de doorlooptijd bij<br />

hospitalisatie met nog eens een dag is ingekort. Verder is de lay-out van het klinisch pad<br />

bijgeschaafd om beter te voldoen aan de wensen van de gebruikers.<br />

ZiekenhuisNetwerk Antwerpen- Middelheim juni 2005 5/7<br />

Beleidsondersteunende Studie: <strong>Klinisch</strong> pad <strong>voor</strong> Heupprothese


Sinds begin mei 2005 loopt er een tweede meting in het kader van een nieuwe<br />

benchmark. De indicatoren zijn ongewijzigd om een evaluatie van de evolutie mogelijk te<br />

maken. Op die manier wordt het effect van bijsturing van het pad ook zichtbaar. De<br />

benchmark geeft een nieuwe mogelijkheid om de outcomes te positioneren ten opzichte<br />

van andere ziekenhuizen. De resultaten zullen in september 2005 beschikbaar zijn.<br />

Toch is het reeds mogelijk om met de ingevoerde gegevens van dit ziekenhuis een<br />

<strong>voor</strong>lopige trend weer te geven van de evolutie ten opzichte van de vorige resultaten. Dit<br />

zijn geen <strong>voor</strong>lopige resultaten van de benchmark maar ze beperken zich tot de evolutie<br />

in de eigen organisatie.<br />

Gegevens van de eerste 14 patiënten leren ons dat pijn de eerste 3 dagen na de operatie<br />

als minder intensief wordt ervaren (gemiddelde van 3,89 versus 4,47). Hoewel het geen<br />

significante daling is duidt dit <strong>voor</strong>lopig resultaat op een efficiënt aangepast pijnbeleid.<br />

Op dag 4, 5 en 6 postoperatief wordt er echter een intensere pijn ervaren (gemiddelde<br />

van 3,03 versus 2,60); nadien daalt de pijn weer ten opzichte van de vorige meting. Een<br />

mogelijk verklaring kan de opgedreven mobilisatie zijn. De interactie tussen de<br />

verschillende indicatoren wordt op deze manier duidelijk. Het aanpassen van bepaalde<br />

aspecten van de zorg kan een weerslag hebben op andere aspecten.<br />

De gemiddelde verblijfsduur kent een zeer lichte daling (een gemiddelde van 9,93 dagen<br />

versus 10,4 dagen). Voor deze beperkte steekproef is de verkorting van de doorlooptijd<br />

nog niet helemaal realistisch. Als procesindicator wordt duidelijk dat de postoperatieve<br />

controlefoto van de heup in 57% van de gevallen op dag 5 gebeurt ten opzichte van<br />

slechts 27 % bij de vorige meting. Deze trend toont dat het gebruik van het klinisch pad<br />

meer ingeburgerd is. Patiëntentevredenheid scoort minder: 78.9% “tevreden”<br />

antwoorden ten opzichte van 96,4% tijdens de vorige meting. Waarschijnlijk is de zeer<br />

beperkte steekproef (9 patiënten) hier deels verantwoordelijk <strong>voor</strong>. De impact van één<br />

minder positief antwoord is dan immers groot. Nadere analyse toont aan dat één<br />

specifieke patiënt zeer sterk doorweegt met een minder tevreden perceptie van het<br />

ganse verblijf. De patiëntentevredenheid is dus een mogelijke aandachtspunt als de<br />

definitieve resultaten in augustus een gelijkaardige trend aanhouden.<br />

Toekomstplanning<br />

Sinds januari 2004 zijn de vroegere OCMW ziekenhuizen van Antwerpen ondergebracht<br />

onder de naam ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA). Die nieuwe structuur heeft veel<br />

veranderingen met zich meegebracht.<br />

De sterke focus op kwaliteit zet de beleidsmakers ertoe aan om klinische paden als<br />

hefboom te gebruiken om tot optimale zorg te komen binnen gans ZNA. Er zullen zoveel<br />

mogelijk gezamenlijke transmurale projecten worden uitgewerkt, om ieders sterke<br />

punten maximaal te kunnen benutten en een goede doorstroming van patiënten te<br />

garanderen, bij<strong>voor</strong>beeld van een acuut ziekenhuis naar een revalidatieafdeling. Dit<br />

bevordert de samenwerking tussen de verschillende afdelingen, bedrijfseenheden en<br />

ziekenhuizen, wat uiteindelijk speelt in het <strong>voor</strong>deel van de patiënt. Een gepast antwoord<br />

op elke zorgvraag; dat is de doelstelling van ZNA.<br />

Door samen te werken tracht ZNA zijn zorgaanbod herkenbaar te maken, zodat patiënten<br />

en verwijzers die kiezen <strong>voor</strong> ZNA weten op welke service ze kunnen rekenen; hetgeen<br />

overeenkomt met een gelijkaardige zorg in elk ziekenhuis binnen ZNA.<br />

Voor het klinisch pad “totale heupprothese” betekent dit concreet dat de betrokken<br />

ziekenhuizen akkoord moeten gaan over de sleutelinterventies in de zorg rond totale<br />

ZiekenhuisNetwerk Antwerpen- Middelheim juni 2005 6/7<br />

Beleidsondersteunende Studie: <strong>Klinisch</strong> pad <strong>voor</strong> Heupprothese


heupprothese. Indien die afwijkend zijn van het huidige klinisch pad, zal het klinisch pad<br />

aangepast moeten worden. Op die manier wordt het zorgaanbod van ZNA herkenbaar.<br />

Binnen deze ZNA structuur zullen er nog meer klinische paden binnen de orthopedie<br />

worden ontwikkeld, namelijk een klinisch pad <strong>voor</strong> een totale knieprothese en een<br />

klinisch pad <strong>voor</strong> een heupfractuur.<br />

Reflecties<br />

Een klinisch pad is duidelijk meer dan een procedure of een standing order. Het is een<br />

geheel plan om <strong>voor</strong> een bepaalde patiëntenpopulatie een totaalbenadering vanuit alle<br />

betrokken disciplines uit te werken. Hierbij ligt de nadruk zowel op het proces (het 30stappenplan)<br />

als op het product zodat het makkelijk is in de praktijk om mee te werken.<br />

Het ontwikkelingsproces vraagt een engagement van het team; vergaderen en het<br />

uitvoeren van metingen vragen een grote tijdsinvestering.<br />

Eigenaarschap blijkt een belangrijk succesfactor te zijn tot het welslagen van een klinisch<br />

pad. Niemand kent de populatie beter dan het behandelende team zelf. Daarom is het<br />

ook het team dat de inhoud van een klinisch pad bepaalt en zich ook ziet als “eigenaar”<br />

van het pad, als resultaat van groepswerking, analyse en overleg. Om het team de<br />

ruimte te geven om aan dergelijke initiatieven te werken dient er ondersteuning te zijn<br />

vanuit het management van het ziekenhuis en mogelijk ook vanuit de overheid.<br />

Medewerkers moeten de kans krijgen om creatieve oplossingen <strong>voor</strong> te stellen om hun<br />

eigen presteren te verbeteren. Ook de nodige middelen moeten vrijgemaakt worden om<br />

het project te kunnen voltooien. Dit omvat ook personele middelen en de nodige<br />

operationele ondersteuning, onder andere een elektronisch patiëntendossier om de<br />

aansturing van het proces te faciliteren en om sturingsgegevens te kunnen aanleveren.<br />

Dit project heeft een grote meerwaarde betekend in het AZ Middelheim en is een aanzet<br />

geweest om ook capaciteitsanalyses uit te voeren. De spin-off is aanzienlijk en dit dankzij<br />

de bijdrage van velen die zich inzetten om het beste te bereiken <strong>voor</strong> hun patiënten.<br />

ZiekenhuisNetwerk Antwerpen- Middelheim juni 2005 7/7<br />

Beleidsondersteunende Studie: <strong>Klinisch</strong> pad <strong>voor</strong> Heupprothese

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!