Variantenstudie Guliksebaan Def eindrapport v3 ... - Gemeente Venlo

Variantenonderzoek Guliksebaan-Vierpaardjes 

Gemeente Venlo 

Januari 2009 

9T6388.A0

Documenttitel 

Variantenonderzoek Guliksebaan-Vierpaardjes 

Gemeente Venlo 

Status Eindrapport 

Datum 23 januari 2009 

Projectnummer 9T6388.A0 

Opdrachtgever Gemeente Venlo 

Referentie 9T6388.A0/R001/903117/Nijm 

Auteur(s) Hans Peters – Haskoning 

Leon Peters – gemeente Venlo 

Collegiale toets Coen Spee - Haskoning 

Rene Bressers – gemeente Venlo 

A COMPANY OF 

HASKONING NEDERLAND B.V. 

INFRASTRUCTUUR & TRANSPORT 

Barbarossastraat 35 

Postbus 151 

6500 AD Nijmegen 

+31 (0)24 328 42 84 Telefoon 

+31 (0)24 3609 566 Fax 

info@nijmegen.royalhaskoning.com E-mail 

www.royalhaskoning.com Internet 

Arnhem 09122561 KvK

SAMENVATTING 

Inleiding: probleem en doel 

De verlengde Guliksebaan is al geruime tijd een ontbrekende schakel in het Venlose 

hoofdwegennet. Completering van de verkeersstructuur tussen de Kaldenkerkerweg in 

Tegelen en de Kaldenkerkerweg in Venlo is een breed gedragen wens van de stad en 

gemeenteraad. De spoorwegovergang Vierpaardjes - onderdeel van dezelfde noordzuidverbinding 

tussen Venlo en Tegelen - is een knelpunt voor wat betreft 

spoorveiligheid en doorstroming. Beide problemen/projecten hangen nauw samen. 

Beoogd worden een adequate en vooral ook minder kwetsbare noord – zuidverbinding 

tussen de stadsdelen Venlo en Tegelen. Die verbinding zorgt voor een verdere ontlasting 

van autoverkeer van het centrum van Tegelen en van het cruciale knooppunt 

Zuiderbrug-Venloseweg. Daarnaast betekent ondertunneling van de spoorwegovergang 

Vierpaardjes een verhoging van de (spoor)veiligheid. 

Onderhavige rapport betreft een inhoudelijke verdiepingsslag van de haalbaarheidsstudie 

die in 2004 is uitgevoerd. Toentertijd zijn diverse tracéalternatieven van de 

Guliksebaan onderzocht op hun verkeerskundige en overige effecten. Dit rapport is een 

verdiepingsslag van de 2 meest kansrijke alternatieven, te weten: 

� Oostalternatief: Guliksebaan parallel aan de oostzijde van de Maaslijn 

� Westalternatief: Guliksebaan aan de westzijde van de Maaslijn 

De beide alternatieven zijn in de figuur hieronder schematisch weergegeven. 

Figuur 0.1 Globale ligging oostalternatief en westalternatief 

VariantenonderzoekGuliksebaan-Vierpaardjes - i - 9T6388.A0/R001/903117/Nijm 

23 januari 2009

Beschrijving varianten 

Bij beide alternatieven begint de geprojecteerde Guliksebaan in beginsel bij de Verbindingsweg-noord 

in Tegelen. Een meer optimale aansluiting op het Tegelse wegennet 

(Kaldenkerkerweg) stuit op veel belemmeringen. Deze meer optimale aansluiting is 

faseerbaar. Bij deze betere aansluiting op de Kaldenkerkerweg in Tegelen trekt de 

Guliksebaan ook iets meer verkeer, onder meer vanuit het centrum van Tegelen. 

Vervolgens gaat de Guliksebaan in noordelijke richting parallel aan en ten oosten van 

de Maaslijn. Tot bij de Voerdijk zijn beide alternatieven gelijk. 

Bij het oostalternatief gaat de Guliksebaan oostelijk van de Maaslijn helemaal door tot 

aan Vierpaardjes. Bij deze variant is een complexe en kostbare oplossing nodig bij 

Vierpaardjes om de ongelijkvloerse verbindingen voor fiets en auto met Venlo-zuid te 

kunnen realiseren. 

Bij het westalternatief kruist de Guliksebaan net ten noorden van de Voerdijk het spoor 

met een relatief eenvoudige tunnel en loopt vervolgens parallel aan en ten westen van 

de Maaslijn. De spoorkruising bij Vierpaardjes is bij het westalternatief veel eenvoudiger 

dan bij het oostalternatief; de 2 spoorkruisingen van het westalternatief zijn samen 

ongeveer even duur als de ene spoorkruising van het oostalternatief. 

Vergelijking alternatieven 

Op een groot aantal aspecten zijn de alternatieven beoordeeld. De belangrijkste en echt 

onderscheidende aspecten zijn: 

o Kosten: het westalternatief kost € 57 miljoen, het oostalternatief kost € 64 

miljoen. Deze kosten zijn excl. BTW en excl. kosten voor bodemsanering, evt. 

opruiming van explosieven, compensatiemaatregelen water, natuur en 

landschap. 

o Verwerving: bij het westalternatief moeten een 15-tal woningen en 4-5 bedrijven 

verworven worden; bij het oostalternatief zijn dit 26 woningen en 5-6 bedrijven. 

o Natuur/landschap/cultuurhistorie: bij het oostalternatief zijn er nadrukkelijk 

gevolgen voor het beschermde stadsbeeld en ensemble Molenbeekdal, en gaat 

de verbinding door het gebied van de Onderste- en Bovenste molen. Bij het 

westalternatief zijn deze gevolgen erg beperkt. 

o Bij het oostalternatief worden de Bovenste- en Onderste Molenweg doodlopend, 

waardoor de bereikbaarheid van dit gebied verminderd. Bij het westalternatief 

blijft dat op het huidige niveau. 

o Bij het oostalternatief zijn de deelprojecten Vierpaardjes en Guliksebaan niet 

faseerbaar, bij het westalternatief is – in theorie en technisch – wel een fasering 

mogelijk. 

o Bij de bouw van het westalternatief is er een langere periode dat de huidige 

spoorwegovergang Vierpaardjes door autoverkeer niet gebruikt kan worden. 

Beide alternatieven kennen echter relatief veel bouwhinder. 

VariantenonderzoekGuliksebaan-Vierpaardjes - ii - 9T6388.A0/R001/903117/Nijm 

23 januari 2009

In de volgende tabel zijn de belangrijkste verschillen nogmaals samengevat 

criterium Oostvariant Westvariant 

Vervoerwaarde 15000 -16000 (mvt/etmaal) 14000 (mvt/etmaal) 

Bereikbaarheid Gevolgen voor gebied Onderste- Bereikbaarheid blijft op het 

aanliggende 

woongebieden 

en Bovenste Molen 

huidige niveau. 

Natuur, landschap 

en cultuurhistorie 

Vrij ingrijpende gevolgen Beperkte gevolgen 

Verwerving 

23-30 woningen 

11-18 woningen 

5 à 6 bedrijven 

4 á 5 bedrijven 

80.000 m2 grond aankopen 60.000 m2 grond aankopen. 

Kosten € 64 miljoen € 57 miljoen 

Faseerbaarheid Guliksebaan en Vierpaardjes Hoewel ongewenst is een 

zijn niet faseerbaar. 

fasering wel mogelijk 

Bouwhinder 

Relatief beperkte bouwhinder Veel bouwhinder, spoorwegovergang 

Vierpaardjes langere 

tijd gesloten 

Deze bedragen zijn exclusief BTW en kosten voor bodemsanering, eventuele opruiming 

van explosieven en compensatiemaatregelen water, natuur en landschap. 

VariantenonderzoekGuliksebaan-Vierpaardjes - iii - 9T6388.A0/R001/903117/Nijm 

23 januari 2009

INHOUDSOPGAVE 

1 INLEIDING 1 

1.1 Aanleiding 1 

1.2 Onderscheiden tracés 1 

1.3 Werkwijze 2 

2 MER-PLICHT 3 

2.1 Wet ruimtelijke Ordening (Wro) 3 

2.2 Andere wetgeving 4 

2.3 Conclusie 4 

3 UITGANGSPUNTEN 5 

3.1 Functie autoverkeer 5 

3.1.1 Primaire ontsluitingsfunctie autoverkeer 5 

3.1.2 Vervoerwaarde 5 

3.2 Fietsroutes 7 

3.3 Verkeerstechnische vormgeving 8 

3.3.1 Wegvakken en dwarsprofiel 8 

3.3.2 Kruispuntsvormen 10 

3.3.3 Lengteprofiel 10 

3.3.4 Sociale veiligheid en verkeersveiligheid 10 

3.3.5 Spoorlijnen en spoorwegwet 10 

3.3.6 Civieltechniek 11 

3.3.7 Overig 13 

4 VARIANTEN 14 

4.1 Tracédelen en varianten 14 

4.2 Criteria beoordeling varianten 15 

5 OOSTALTERNATIEF 17 

5.1 Tracédeel Oost 1: Kaldenkerkerweg (Tegelen) - A73 17 

5.1.1 Variant 1A 17 

5.1.2 Variant 1B 18 

5.2 Tracédeel Oost 2: A73-Hagerhofweg 19 



5.3 Tracédeel Oost 3: Hagerhofweg - Kaldenkerkerweg Venlo 21 



5.3.3 Variant 3C 24 

5.4 Overige aspecten 25 

5.4.1 Fietsroutes 25 

5.4.2 Ontsluiting Onderste / Bovenste Molen 25 

5.4.3 Bereikbaarheid Jammerdal 25 

5.4.4 Aansluiting op Kaldenkerkerweg in Tegelen 25 

5.5 Beoordeling varianten 26 

5.6 Tracé oostalternatief 28 

VariantenonderzoekGuliksebaan-Vierpaardjes - iv - 9T6388.A0/R001/903117/Nijm 

23 januari 2009 

Blz.

6 WESTALTERNATIEF 29 

6.1 Tracédeel West 1: Kaldenkerkerweg Tegelen - A73 29 

6.2 Tracédeel West 2: A73 - Hagerhofweg 29 




6.3 Tracédeel West 3: Hagerhofweg - Kaldenkerkerweg Venlo 33 




6.3.4 Variant 3D 36 


6.4.1 Fietsroutes 37 

6.4.2 Ontsluiting Onderste / Bovenste Molen 37 

6.4.3 Bereikbaarheid Jammerdal 37 

6.4.4 Aansluiting op Kaldenkerkerweg in Tegelen 38 

6.5 Beoordeling varianten 38 

6.6 Tracé westalternatief 41 

7 AFGEVALLEN VARIANTEN 42 

7.1 Directe aansluiting op Verbindingsweg-Noord 42 

7.2 Directe aansluiting op Kaldenkerkerweg nabij stadion De Koel 43 

7.3 Half open tunnelbak Vierpaardjes Noord 44 

7.4 Brug over spoorlijn 46 

8 BEOORDELING ALTERNATIEVEN 47 

8.1 Beoordelingsaspecten 47 

8.2 Verkeer 47 

8.3 Civiel techniek 50 

8.4 Natuur en milieu 50 

8.5 Kostenraming 52 


8.7 Vergelijking alternatieven 54 

VariantenonderzoekGuliksebaan-Vierpaardjes - v - 9T6388.A0/R001/903117/Nijm 

23 januari 2009

1 INLEIDING 

1.1 Aanleiding 

In 2000 is een bestuursovereenkomst tussen het Rijk, de Provincie en de toenmalige 

gemeenten Tegelen, Belfeld en Venlo gesloten. Daarin is onder andere vastgelegd dat 

er een haalbaarheidsstudie moest worden uitgevoerd naar doortrekking van de Guliksebaan 

tussen Tegelen en Venlo. Het college van B en W van Venlo heeft op 21 januari 

2003 besloten tot het uitvoeren van deze haalbaarheidsstudie. Deze studie op 9 juli 

2004 afgerond, en de resultaten ervan zijn in februari 2005 voorgelegd aan de 

commissie Woonomgeving. 

In vervolg op de haalbaarheidsstudie heeft de Gemeenteraad bij de behandeling van het 

meerjarenprogramma GVVP 2007-2015 (30 mei 2007) en de jaarschijf 2008 (26 maart 

2008) besloten de haalbaarheidsstudie verder uit te werken. Hierbij gaat het met name 

om meer en nauwkeuriger inzicht in de kosten, de technische uitvoerbaarheid, het 

ruimtebeslag en de effecten op de omgeving. 

In tegenstelling tot de haalbaarheidsstudie wordt bij deze verdiepingsslag de 

ongelijkvloerse spoorwegkruising bij Vierpaardjes integraal meegenomen. Onderhavig 

rapport is de weerslag van de verdiepingsslag. 

1.2 Onderscheiden tracés 

Uit de haalbaarheidsstudie is naar voren gekomen dat , op basis van kosteneffectiviteit 

en duurzaamheid, twee alternatieven het meest realistisch zijn. Het oostalternatief aan 

de oostzijde van de spoorlijn naar Roermond, én het basisalternatief aan de westzijde 

van de Maaslijn. Om de twee alternatieven goed te kunnen onderscheiden worden deze 

in het vervolg van deze rapportage aangeduid als oostalternatief respectievelijk westalternatief. 

In figuur 1.1. is de globale ligging van beide alternatieven weergegeven. 

Figuur 1.1 Globale ligging oostalternatief en westalternatief 

Variantenonderzoek Guliksebaan-Vierpaardjes 9T6388.A0/R001/903117/Nijm 

- 1 - 23 januari 2009

1.3 Werkwijze 

In hoofdstuk 2 vindt de MER-toets plaats. Hoofdstuk 3 bevat de uitgangspunten voor 

deze studie. 

Binnen het Oost- en het Westalternatief zijn diverse varianten onderzocht. Om al deze 

varianten op een overzichtelijke manier te rangschikken is gekozen om de Guliksebaan 

op te delen in drie tracédelen. Voor elk alternatief en voor elk tracédeel zijn de 

verschillende varianten besproken en beoordeeld op basis van de onderscheidende 

aspecten. Deze indeling van de varianten en de daarbij beschouwde aspecten zijn 

vermeld in hoofdstuk 4. De beoordeling van de varianten op basis van deze aspecten is 

in hoofdstuk 5 en 6 te vinden. Andere ter sprake gekomen varianten, maar die vrijwel 

direct weer zijn afgevallen, worden in hoofdstuk 7 besproken. Hoofdstuk 8 beschrijft de 

beoordeling en vergelijking van beide alternatieven. 


- 2 - 23 januari 2009

2 MER-PLICHT 

2.1 Wet ruimtelijke Ordening (Wro) 

De nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) is op 1 juli 2008 ingevoerd. De nieuwe wet 

bevat onder meer regels voor structuurvisies en de bestemmingsplannen van de 

overheden. 

Voor dit onderzoek is van belang dat ook een gewijzigd Besluit MER in werking is 

getreden, om helderheid te scheppen over welke plannen en besluiten MER-plichtig zijn. 

Voor bestemmingsplannen, uitwerkings- en wijzigingsplannen en projectbesluit is de 

situatie met betrekking tot de (aard van de) MER-plicht niet veranderd. Voor nieuwe 

Wro-plannen en -besluiten geeft het gewijzigde Besluit MER echter op een aantal 

punten nog geen uitsluitsel. 

Voor de aanleg c.q. wijziging van een nieuwe weg moet een MER worden opgesteld als 

er sprake is van: 

� Aanleg van een hoofdweg, autosnelweg dan wel autoweg. 

� Aanleg van een weg met vier rijstroken, die langer is dan 10 kilometer. 

Volgens de MER is een hoofdweg een weg die aangeduid is in een Planologische 

Kernbeslissing Hiermee wordt de Nota Mobiliteit bedoeld, die is opgesteld door de 

minister van Verkeer en Waterstaat. Indien dit op de Guliksebaan wordt geprojecteerd is 

dit niet van toepassing, omdat de verbinding niet is aangegeven op een kaart van 

indicatieve en limitatieve hoofdwegverbindingen, die behoort tot een van kracht zijnd 

plan als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 

In de MER is een autoweg een weg die wordt aangeduid met een blauw vierkant bord 

met een witte auto. Voor het beoordelen of een weg MER-plichtig is, moet het begrip 

autoweg breder op worden gevat. Naast de ‘normale’ autowegen vallen ook wegen die 

bestemd zijn voor autoverkeer en alleen toegankelijk zijn via knooppunten of door 

verkeerslichten geregelde kruispunten én waarop het verboden is te stoppen of te 

parkeren onder het begrip autoweg. Hierbij wordt opgemerkt dat rotondes tot 

knooppunten worden gerekend. Indien dit op de Guliksebaan wordt geprojecteerd is dit 

niet van toepassing, omdat de Guliksebaan toegankelijk is via andere kruispunttypen 

dan in de definitie bedoeld (namelijk: rotonde, ongeregelde kruising). 

De overige bepalingen zoals: autosnelweg, weg met vier rijstroken of een weg die 

langer is dan 10 kilometer zijn niet van toepassing op de Guliksebaan. Vandaar dat 

gesteld mag worden dat de aanleg van de Guliksebaan op basis van de wet Wro niet 

MER-plichtig is. 


- 3 - 23 januari 2009

2.2 Andere wetgeving 

Naast de Wro is het aspect natuur relevant voor het een MER-plicht voor de 

Guliksebaan is naast de Wro, het aspect natuur. Het gebied naast de Maaslijn 

(Jammerdal) is niet opgenomen in Natura 2000; daarom is daarvoor geen MER nodig. 

2.3 Conclusie 

Zoals uit bovenstaande omschrijving blijkt is geen van de gevallen, waarin een plan 

MER-plichtig zou kunnen zijn, van toepassing op de Guliksebaan. 


- 4 - 23 januari 2009

3 UITGANGSPUNTEN 

In de haalbaarheidsstudie is al een groot aantal uitgangspunten, ideeën en wensen 

geformuleerd. In dit hoofdstuk worden de aanvullende uitgangspunten geformuleerd 

voor de variantenstudie Guliksebaan. 

3.1 Functie autoverkeer 

3.1.1 Primaire ontsluitingsfunctie autoverkeer 

Het doel van het nieuwe tracé is om voor het autoverkeer een goede en snelle 

verbinding te creëren tussen Tegelen en Venlo die de bestaande route Venloseweg- 

Tegelseweg kan ontlasten; zeker als deze na realisatie van de A74 nog drukker wordt. 

Om goed aan te sluiten op het bestaande hoofdwegennet (en dus voldoende verkeer te 

trekken) moet de Guliksebaan in zowel Venlo als Tegelen aansluiten op de Kaldenkerkerweg, 

met een ongelijkvloerse spoorwegkruising ter hoogte van de Vierpaardjes. 

De nieuwe route dient ook aangesloten te worden op de Hagerhofweg en Amnesty 

Internationallaan; de primaire ontsluitingsring rondom Venlo-Zuid. 

Ter hoogte van de A73 en Verbindingsweg Noord wordt gebruik gemaakt van de 

bestaande onderdoorgang aan de oostzijde van het spoor. Realisatie van de Guliksebaan 

aan de westzijde van de Maaslijn levert te weinig vervoerwaarde op, omdat de 

weg niet doorgetrokken kan worden naar het centrum/hoofdwegennet van Tegelen (i.c. 

De Drink of Kerkhoflaan). Het biedt derhalve geen meerwaarde om de bestaande onderdoorgang 

ongebruikt te laten en elders een nieuwe (dure) onderdoorgang te realiseren. 

De nieuwe verbinding moet de wijken Bovenste Molen en Venlo Zuid goed ontsluiten, 

met een zoveel mogelijk centrumgerichte verbinding richting Venlo. Verder moeten alle 

woningen bereikbaar te blijven. Hierbij ligt met name de nadruk op de woningen langs 

de Vierpaardjes, deze kunnen door de nieuwe tracé in de verdrukking komen of 

onbereikbaar worden. 

Gezien de primaire ontsluitingsfunctie is de ontwerpsnelheid 50 km/u. 

Tot slot is ervan uitgegaan dat de weg binnen de bebouwde kom ligt; overeenkomstig 

de bestaande verbinding tussen Venlo en Tegelen: Venloseweg-Tegelseweg. 

3.1.2 Vervoerwaarde 

De vervoerwaarde van de Guliksebaan is bepaald op basis van het gemeentelijke 

verkeersmodel. Dit model berekent het autoverkeer voor de 2-uurs avondspits. In deze 

2 uren wikkelt zich op werkdagen 17% van etmaalverkeer af. 

In de modelberekeningen is rekening gehouden met de aanleg van de A73-zuid en 

aanleg A74 volgens de zogenaamde plateauvariant. 


- 5 - 23 januari 2009

Tabel 3.1 Vervoerwaarde Guliksebaan 2020 (motorvoertuigen/etmaal) 

tracédeel 1 2 3 bestaande weg 

variant A A B C A B 

K’kerkerweg (T) - Egypte 

Egypte-Hagerhofweg 


- 6 - 23 januari 2009 

Hagerhofweg - Olivijn *) 

spoorkruising 

Vierpaardjes 

Spoorkrusing Vierpaardjes 

- Kalden-kerkerweg (V) 

autonoom 

(zonder Guliksebaan) - - 7.000 12.000 11.500 7.500 5.500 

westalternatief 10.000 10.000 13.000 14.500 14.500 2.000 2.000 

oostalternatief 9.500 9.500 9.500 7.000 16.000 3.500 5.000 

*) loopt bij westalternatief door tot Broekestraat. 

In figuur 3.1 zijn bovenstaande cijfers visueel weergegeven. Zoals uit de cijfers blijkt 

trekt het westalternatief iets meer verkeer aan dan het oostalternatief, doch dit verschil 

is verwaarloosbaar klein en vervalt helemaal als de onnauwkeurigheid van een 

verkeersmodel erbij betrokken wordt. 

Figuur 3.1 Vervoerwaarde Guliksebaan 2020 (motorvoertuigen/etmaal) 

10.000 

10.000 

2.000 

13.000 

14.500 

9.500 

Olivijn - Broekestraat 

9.500 

Broekestraat - Saffier 

5.000 

3.500 

16.000 

7.000

3.2 Fietsroutes 

Het gewenste fietsroutenetwerk is in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 

(GVVP) van 2005 vastgelegd (zie figuur 3.2). Hierin is te zien dat het nieuwe tracé van 

de Guliksebaan op drie plaatsen gekruist wordt door primaire fietsroutes, te weten: 

� bij spoorwegovergang Vierpaardjes 

� bij Egypte 

� .Mauritsstraat/Nassaustraat 

Evenwijdig aan het tracé en op de overige spoorwegovergangen dient voornamelijk 

rekening gehouden te worden met secundaire en recreatieve fietsroutes. 

Figuur 3.2 Fietsroutenetwerk GVVP (juli 2005) 

Uitgangspunt is dat alle huidige fietsrelaties behouden blijven op het huidige kwaliteitsniveau 

of vervangen worden door alternatieven met minimaal vergelijkbare kwaliteit. 

Verder dient de ontbrekende fietsschakel langs de Guliksebaan tussen de Ganzenstraat 

en de Broekestraat te worden toegevoegd. 

De primaire fietsroute tussen Venlo en Tegelen loopt over de route Geldersebaan- 

Natteweg. Hiervoor is bewust gekozen, omdat deze route: 

� verkeersluw is; 

� centraal tussen beide stadsdelen ligt; 

� een directe routing kent. 


- 7 - 23 januari 2009

Door de aanwezigheid van deze parallelle fietsroute is er geen directe noodzaak 

aanwezig om langs de nieuwe Guliksebaan fietspaden te projecten. Langs de 

bestaande Guliksebaan ter hoogte van Venlo-Zuid (Broekestraat-Hagerhofweg) zijn wel 

vrijliggende fietspaden gewenst. Afhankelijk van de situatie kan gekozen worden voor 

aan weerszijden een eenrichtingsfietspad óf voor een eenzijdig tweerichtingenfietspad. 

Op die plaatsen waar een fietsroute het nieuwe Guliksebaan kruist, dient er een 

middeneiland aanwezig te zijn, zodat fietsers in twee keer kunnen oversteken. 

3.3 Verkeerstechnische vormgeving 

3.3.1 Wegvakken en dwarsprofiel 

Gelet op de vervoerwaarde van maximaal 16.000 motorvoertuigen per etmaal in 2020 is 

één rijstrook per rijrichting voldoende. Uitgaande van de primaire ontsluitingsfunctie, een 

bijbehorende ontwerpsnelheid van 50 km/h én een (on)overrijdbare middenstrook in de 

vorm van een dubbele asstreep is de rijbaan circa 7,50 m breed. 

De primaire ontsluitingsfunctie vereist dat het fietsverkeer via vrijliggende fietspaden 

wordt afgewikkeld; de rijbaan is gesloten voor langzaam verkeer 

Uitgaande van bovenstaande punten zijn voor het tracé meerdere dwarsprofielen 

denkbaar. Deze zijn vooral afhankelijk van de keuze voor wel/geen fietspad en een 

tweezijdig éénrichtingsfietspad of een eenzijdig tweerichtingenfietspad. Voor beide 

mogelijke dwarsprofielen is een gewenste maatgeving opgesteld. Deze maatgeving is 

gebaseerd op de Richtlijn Essentiële Herkenbaarheidskenmerken van weginfrastructuur 

van het CROW (publicatie 203). Verder wordt uitgegaan van het Handboek wegontwerp 

en het ASVV. 

Op plaatsen waar inpassing van het gewenste dwarsprofiel niet mogelijk is, dient een 

minimaal dwarsprofiel gehandhaafd te blijven. Onder het viaduct van de Verbindingsweg 

Noord en A73 krijgt de rijbaan een breedte van maximaal 6 meter en geen fietspaden. 

De berm langs de Guliksebaan dient aan weerszijde van de rijbaan een breedte te krijgen 

die geschikt is voor het aanbrengen van eventuele boombeplanting, verlichting en 

indirecte afwatering. De aanbevolen bermbreedte is 3,00 m; de minimale maat 2,00 m. 

Bij de vormgeving van het horizontale en verticale alignement moet rekening worden 

gehouden met rij- en stopzicht. Als er iets op de weg ligt moet kunnen worden gestopt 

In onderstaande figuren zijn de gewenste en minimale dwarsprofielen met 

tussenbermen en fietspad(en) weergegeven. 


- 8 - 23 januari 2009

Figuur 3.3 Gewenst en minimaal dwarsprofiel bij een tweezijdig éénrichtingsfietspad 

Figuur 3.4 Gewenst en minimaal dwarsprofiel bij een eenzijdig tweerichtingenfietspad 


- 9 - 23 januari 2009

3.3.2 Kruispuntsvormen 

De diverse kruispunten in de Guliksebaan doorgerekend op verkeersafwikkeling en 

doorstroming. Daaruit blijkt dat alleen op ondergeschikte kruisingen kan worden 

volstaan met voorrangskruisingen. Op de overige (zwaarder belaste) kruispunten van de 

Guliksebaan moeten aanvullende voorzieningen (rotondes of verkeerslichten) worden 

getroffen. 

Op de bestaande Guliksebaan is reeds een aaneenschakeling van rotondes aanwezig. 

Om deze zogenaamde kralenketting te continueren en daarmee eenduidigheid over de 

gehele lengte van het tracé te creëren, heeft een rotonde de voorkeur boven 

verkeerslichten. 

Voor oprijzicht wordt bij kruispunten uitgegaan van 30km/uur dat men een voertuig op 

50 meter afstand kan zien aankomen. Stopzicht vraagt bij 30km/uur een vrije zichtdriehoek 

met rechte zijden van 20 en 30 meter. Bij rotondes is dit geen uitgangspunt. 

3.3.3 Lengteprofiel 

De nieuwe kruisingen met de Maaslijn moeten ongelijkvloers worden vormgegeven. 

Hiertoe moet auto- en fietsverkeer onder het spoor door worden geleid. Voor het 

lengteprofiel van deze hellingen is het hellingpercentage voor auto- en fietsverkeer op 

5% respectievelijk 2-3% (streefwaarde) gesteld. 

Het lengteprofiel en de bochten in de Guliksebaan worden gedimensioneerd op een 

ontwerpsnelheid van 50 km/h en een ligging van de weg binnen de bebouwde kom. 

3.3.4 Sociale veiligheid en verkeersveiligheid 

Met name bij de onderdoorgangen onder spoorlijn dient gezorgd te worden voor een 

goede sociale veiligheid. Dit betekent dat er voldoende licht en doorzicht moet zijn. 

Bovendien moet ervoor worden gewaakt dat er geen nieuwe achterafgelegen voet- en 

fietspaden ontstaan. 

De verkeersveiligheid moet worden gewaarborgd door de principes van Duurzaam 

Veilig én de ontwerprichtlijnen van CROW-publicatie 203 (Richtlijn Essentiële 

Herkenbaarheidskenmerken van weginfrastructuur) te volgen. 

De veiligheid op de spoorwegovergang Vierpaardjes wordt (sterk) verbeterd door deze 

ongelijkvloers uit te voeren. 

3.3.5 Spoorlijnen en spoorwegwet 

ProRail hanteert diverse uitgangspunten bij het realiseren van nieuwe infrastructuur die 

het spoor kruist. In het kader van de Guliksebaan zijn de belangrijkste uitgangspunten: 

� De spoorlijn Venlo-Roermond behoort tot het kernnet; 

� ProRail houdt na 2010 rekening met spoorverdubbeling en elektrificatie van de 

Maaslijn. Verdubbeling kan plaatsvinden op eigen terrein van Prorail (vroeger 

heeft hier al een tweede spoor gelegen). 

� Geen uitbreiding van het aantal gelijkvloerse spoorwegovergangen; 


- 10 - 23 januari 2009

� De voertuigsoorten op bestaande spoorwegovergangen bij voorkeur scheiden; 

� Nieuwe spoorwegkruisingen moeten ongelijkvloers worden uitgevoerd; 

� Omwille van verkeersveiligheid moet op overwegen gestreefd worden naar 

risico-reducerende en risico-uitsluitende maatregelen. 

� Bij zijwegen moet de afstand tussen het spoor en de zijweg 26 meter bedragen 

(‘valstrik’-afstand). Hierdoor kan wachtend autoverkeer zich nog veilig opstellen 

tussen spoor en de hoofdweg. 

Daarnaast is een uitgangspunt dat de aankoop van grond van Prorail en/of NS 

Vastgoed tot een minimum wordt beperkt. Voor de tracering van de Guliksebaan wordt 

daarom als uitgangspunt gehanteerd: 

� de kadastergrenzen tussen Prorail en/of NS Vastgoed en overige 

grondeigenaren óf 

� een bebouwingsvrije strook tussen het spoor en de kant weg. Conform de 

Spoorwegwet is dit in normale situaties een strookbreedte van 11 m. (van het 

hart van het spoor). In knellende situaties is de minimummaat 5 m. 

Vanuit gemeentezijde is een aanvullend uitgangspunt dat de bestaande kruisingen met 

het spoor bij de Ganzenstraat, Voerdijk, Egypte en Mauritsstraat niet worden gesloten. 

Alleen in uitzonderlijke gevallen kan (met redenen omkleed) ervoor worden gekozen de 

spoorwegovergang te ‘downgraden’ tot een spoorwegovergang voor alleen fietsers en 

voetgangers. 

3.3.6 Civieltechniek 

De principevormen en afmeting van de onderdoorgangen onder het spoor en de 

toeleidende hellingbanen zijn in figuur 3.5 gegeven. Daarbij is uitgegaan van de maatvoering 

volgens de Richtlijn Essentiële Herkenbaarheidskenmerken van weginfrastructuur 

(CROW-publicatie 203) met een obstakelvrije zone. 

De figuren laten het ruimtegebruik zien van alle mogelijkheden met de fietspaden. Gestreefd 

moet worden naar een zo gering mogelijk hoogteverschil voor de fietser (comforteis). 

Dus bij voorkeur de hooggelegen fietspaden toepassen. De hoger gelegen 

fietspaden zijn alleen mogelijk als in de tunnelbak rotondes voorkomen. 

Het hoogteverschil tussen het hooggelegen fietspad en rijbaan wordt opgevangen door 

een keerwand (licht hellende wand 1:10). 

Bij de hellingbanen en eventueel laaggelegen rotondes mag geen engtevrees ontstaan 

door rechte wanden. Daarom is gekozen om de hellingbanen en de rotondes uit te 

voeren met taluds (helling van talud is afhankelijk van de beschikbare ruimte). 


- 11 - 23 januari 2009

Figuur 3.5 Dwarsprofielen in onderdoorgang onder spoor 


- 12 - 23 januari 2009

3.3.7 Overig 

De grondwaterstand in het studiegebied is door de Steilrand erg hoog. Dit betekent dat 

de tunnelbak inclusief de hellingbanen tot op maaiveldniveau moet worden gedimensioneerd. 

Bovendien komen in de ondergrond meerdere grondwatervoerende lagen voor. 

Deze gegevens zijn van belang voor de vormgeving en de uitvoering van de onderdoorgangen. 

Op het gebied van archeologie en monumenten moet rekening worden gehouden met: 

� ‘beschermd’ stadsgezicht nabij de Ganzenstraat (nota stadsbeelden) 

� (voormalig) smalspoorviaduct voor transport van kleiwagonnetjes nabij de 

spoorwegovergang Egypte. 

� hoge verwachting ten aanzien van archeologische vondsten (b.v. Romeinse 

pannenoven) 

� oorspronkelijke landschapsstructuur (o.a. as op kinderboerderij en monumentale 

dwarslijnen Steilrand) 

� Potentiële monumenten zoals klooster Wijlrehof, kolommen begin Hulsterweg, 

entree en structuur begraafplaats Wijlrehof met enkele graven daar. 

� Molenbeekdal, gelegen in de Steilrand tussen Venlo en Tegelen, met belangrijke 

waarde voor natuur en recreatie. 

Tot slot moet er rekening gehouden worden met de mogelijke toekomstige ontwikkelingen 

(hoogwaardige functies) in het tussengebied tussen Venlo en Tegelen. 


- 13 - 23 januari 2009

4 VARIANTEN 

In dit hoofdstuk worden de opzet van varianten binnen het oostalternatief en binnen het 

westalternatief beschreven. Ook wordt ingegaan op de beoordelingsaspecten. 

4.1 Tracédelen en varianten 

Om de twee alternatieven en de mogelijkheden hierbinnen overzichtelijk te ordenen is 

het complete tracé in drie delen gesplitst (zie figuur 4.1). 

Figuur 4.1 Indeling tracé Guliksebaan in drie delen 

TRACÉDEEL 1 

Kaldenkerkerweg Tegelen 

TRACÉDEEL 2 

Hagerhofweg 

Kaldenkerkerweg Venlo 

TRACÉDEEL 3 


- 14 - 23 januari 2009

Tracédeel 1 is het traject tussen de Kaldenkerkerweg in Tegelen en de onderdoorgang 

onder de A73. Voor dit tracédeel zijn twee varianten mogelijk die in beide alternatieven 

gelijk zijn, te weten: 

� Guliksebaan afbuigen naar de Bernhardstraat en daar aansluiten op de 

Verbindingsweg-Noord; 

� Guliksebaan aansluiten op de Verbindingsweg-Noord én doortrekken tot de 

Kaldenkerkerweg in Tegelen (hogere vervoerwaarde) 

Tracédeel 2 bestaat uit het traject tussen de A73 en de Hagerhofweg. Op dit deel van 

het tracé verschillen beide alternatieven. In het westalternatief kruist de Guliksebaan het 

spoor, terwijl de Guliksebaan in het oostalternatief aan de oostzijde van het spoor blijft. 

Voor het westalternatief zijn voor dit tracédeel drie varianten mogelijk, afhankelijk van de 

ligging van de spoortunnel: 

� bij Egypte, 

� bij Voerdijk; 

� tussen Voerdijk en Hagerhofweg. 

Bij het oostalternatief bestaat de variatie uit het combineren van de weg langs het spoor 

met dan wel zonder fietsstructuur. 

Het tracédeel 3 loopt vanaf de Hagerhofweg tot aan de Kaldenkerkerweg in Venlo. Qua 

inpassing is dit lastigste trajectdeel. Voor het westalternatief zijn hiervoor vier varianten 

mogelijk, voor het oostalternatief zijn voor deze plek drie varianten mogelijk. 

Binnen deze varianten kan vervolgens nog gevarieerd worden met de routes en ligging 

van de fietspaden, maar deze zijn vanwege de overzichtelijkheid niet als aparte 

varianten aangeduid. Deze fietspaden worden apart besproken. 

In dit tracédeel 2 en 3 wordt het feitelijke verschil gemaakt tussen het oostalternatief en 

het westalternatief. In het oostalternatief loopt het tracé van de nieuwe Guliksebaan 

volledig langs de oostzijde van de spoorlijn. In het westalternatief kruist het tracé het 

spoor en sluit het aan op de bestaande Guliksebaan aan de westzijde van het spoor. 

4.2 Criteria beoordeling varianten 

Om voor beide alternatieven tot één variantencombinatie te komen, zijn onderscheidende 

criteria opgesteld op basis waarvan de keuze gemaakt kan worden. 

Aantal te amoveren woningen en/of bedrijven 

Het aantal en de omvang van de bedrijven en/of woningen die moeten wijken voor de 

aanleg van de weg is medebepalend voor de kosten en (maatschappelijke) acceptatie 

van de varianten. 

Bereikbaarheid woonwijk Bovenste Molen 

Uitgangspunt is dat de woonwijk Bovenste Molen (in de oksel tussen de Maaslijn en de 

spoorlijn naar Duitsland) goed ontsloten moet worden; minimaal vergelijkbaar met de 

huidige ontsluiting. Vanwege de grote relatie van deze wijk met het centrum van Venlo, 

dient deze ontsluiting zoveel mogelijk centrumgericht te zijn. 


- 15 - 23 januari 2009

Bereikbaarheid woningen Vierpaardjes 

Door de realisatie van een spoortunnel bij de Vierpaardjes komt de bereikbaarheid van 

een deel van de woningen aan de Vierpaardjes zwaar onder druk te staan. Er moet een 

oplossing worden gevonden voor de bereikbaarheid (en parkeren) van de woningen die 

behouden blijven. 

Vervoerwaarde 

Door een goede aansluiting en directe routing trekt de nieuwe Guliksebaan veel verkeer 

aan, en ontlast daarmee de bestaande route Venloseweg-Tegelseweg. Elke variant 

heeft een bepaald effect op deze vervoerwaarde. 

Kwaliteit fietsroutes 

Voor fietsers is het van belang dat deze op een directe en comfortabele manier zich 

kunnen verplaatsen. De directheid van de route en hoogteverschillen bij de tunnels zijn 

daarbij van belang. 

Handhaving bestaande spoorwegovergang Vierpaardjes tijdens werkzaamheden. 

Het afsluiten van de bestaande spoorwegovergang Vierpaardjes tijdens de bouw van de 

spoortunnel brengt overlast voor het wegverkeer met zich mee. Het in stand houden van 

de spoorwegovergang tijdens de werkzaamheden heeft negatieve gevolgen wat betreft 

de lengte van de bouwperiode. Het (tijdelijk) verplaatsen van de spoorwegovergang 

betekent een extra kostenpost, vanwege het aanpassen van de seinen en systemen op 

het spoor. Het al dan niet in gebruik laten van de bestaande spoorwegovergang is 

daarom van invloed op de te maken keuze. 

Kostenverschillen. 

De kosten van de grote civiel-technische aspecten zijn mede bepalend voor de 

financiële afweging van de varianten. Een tunnel over een grotere lengte of met een 

groot ruimtegebruik heeft een negatief effect op de kosten. 

Een grove indicatie van deze kosten geeft inzicht in de verschillen tussen de 

verschillende varianten. De varianten worden vergeleken aan de hand van een 

kostenindex (kostenindex van de goedkoopste variant per tracédeel = 100). 


- 16 - 23 januari 2009

5 OOSTALTERNATIEF 

Dit hoofdstuk beschrijft de varianten binnen het oostalternatief. 

5.1 Tracédeel Oost 1: Kaldenkerkerweg (Tegelen) - A73 

5.1.1 Variant 1A 

In deze variant loopt de nieuwe Guliksebaan parallel aan de oostzijde van het spoor en 

sluit ter hoogte van de bocht met de Haanderstraat aan op de Kaldenkerkerweg in 

Tegelen. Het is de meest directe verbinding tussen de Guliksebaan en het centrum van 

Tegelen. De Mauritsstraat/Nassaustraat wordt aangesloten in de vorm van een 

voorrangskruispunt. (zie figuur 5.1) 

Figuur 5.1 

Het tracé van de Guliksebaan loopt langs het spoor over het terrein van de 

dakpannenfabriek. Aankoop en amoveren van een loods van deze fabriek (inclusief 

grond) is zeer duur. Ook de woningen aan de Mauritsstraat en Broekveldweg 

(woonwagenlocatie) moeten (mogelijk) worden geworven en geamoveerd. 

Dit tracé met de logische en korte routing richting het centrum van Tegelen heeft de 

hoogste vervoerwaarde van de twee mogelijke varianten voor dit tracédeel. 

In beide varianten van dit tracédeel loopt de fietsroute tussen Tegelen en Venlo over de 

Kerkhoflaan en de Geldersebaan. Dit omdat de beoogde onderdoorgang van de 

Guliksebaan onder de A73 onvoldoende breed is voor een weg met fietsvoorzieningen 

(onderdoorgang is slechts 6 meter breed). Voor dit trajectdeel zullen daarom geen 

fietsvoorzieningen langs de Guliksebaan aanwezig zijn. 


- 17 - 23 januari 2009

5.1.2 Variant 1B 

Het verwerven van de dakpannenfabriek inclusief gronden is een zeer moeizame en 

langdurig proces. Daarom wordt in deze variant de Guliksebaan ten noorden van de 

Mauritslaan afgebogen naar de Bernhardstraat en ter hoogte van deze weg aangesloten 

op de Verbindingsweg-Noord. 

(zie figuur 5.2) 

Figuur 5.2 

Door het kiezen van deze route hoeven geen woningen en/of bedrijven gesloopt te 

worden. Het tracé loopt volledig door weidegebied. Door de indirecte aansluiting op (het 

centrum van) Tegelen is de vervoerwaarde van deze variant echter minder dan bij 

variant 1A. 

In deze variant blijft de mogelijkheid bestaan om op lange termijn het tracé recht door te 

trekken over het fabrieksterrein en aan te sluiten op de Kaldenkerkerweg in Tegelen. 

Ook in deze variant loopt de fietsroute Venlo-Tegelen over de Kerkhoflaan-Geldersebaan. 

Daarin is geen verschil met variant 1A. 


- 18 - 23 januari 2009

5.2 Tracédeel Oost 2: A73-Hagerhofweg 


In deze variant volgt het tracé van de Guliksebaan het spoor aan de oostzijde. Hierbij 

blijven de spoorwegovergangen Voerdijk en de Egypte open voor zowel auto- als 

langzaam verkeer. Bovendien worden beide wegen aangesloten op het nieuwe tracé. 

Het fietsverkeer zal afgewikkeld worden over de parallelle route via de Natteweg. (zie 

figuur 5.3) 

Figuur 5.3 

Voor het realiseren van dit tracédeel volgens deze variant zullen ter hoogte van de 

Hagerhofweg waarschijnlijk twee (bedrijfs)woningen moeten wijken. 

Het fietsverkeer wordt in deze variant afgewikkeld over de route Natteweg-bestaande 

Guliksebaan. Hiertoe zullen langs de bestaande Guliksebaan tussen de Hagerhofweg 

en de Broekestraat vrijliggende fietspaden moeten worden gerealiseerd. Hiermee krijgt 

de bestaande belangrijke fietsroute tussen Venlo en Tegelen een meer directe routing. 

Omdat in deze variant fietsvoorzieningen langs dit tracédeel van de Guliksebaan 

ontbreken zijn de kosten van deze variant minder hoog dan die van variant 2B: 

tracédeel Guliksebaan met fietsvoorzieningen 


- 19 - 23 januari 2009


Variant 2B is voor het gemotoriseerd verkeer gelijk aan A variant. In deze variant 

worden echter wel fietsvoorzieningen gerealiseerd langs dit deel van de Guliksebaan 

om een meer directe verbinding te creëren tussen Venlo en Tegelen Zuid, via de Egypte 

(één van de primaire fietsroutes uit het GVVP). (zie figuur 5.4) 

Figuur 5.4 

Voor de realisatie van deze variant 2B moeten dezelfde woningen wijken als in variant 

2A. Waar deze bebouwing bij variant 2A mogelijk door een krappe inpassing nog 

behouden kan blijven is dat in deze variant 2B door het bredere wegprofiel zeker niet 

mogelijk. 

De vervoerwaarde voor het gemotoriseerd verkeer is in deze variant gelijk aan variant A. 

Wel betekent deze variant een lichte verbetering van de kwaliteit van de fietsroutes, 

vanwege de meer directe route richting de Egypte. 

Door het bredere wegprofiel met de fietsvoorzieningen, zijn de kosten voor de aanleg 

van deze variant hoger dan in variant 2A. Daarnaast zijn de aankoopkosten van de 

gronden en woningen voor deze variant hoger dan bij variant 2A. 


- 20 - 23 januari 2009

5.3 Tracédeel Oost 3: Hagerhofweg - Kaldenkerkerweg Venlo 


Deze variant kenmerkt zich door de verdiepte H-aansluiting onder het spoor ter hoogte 

van de Olivijn. De nieuwe Guliksebaan volgt de Maaslijn aan de oostkant. Het tracé 

kruist het Duitse spoor ongelijkvloers en sluit aan op de rotonde Vierpaardjes-Kaldenkerkerweg. 

Ter hoogte van de Olivijn wordt de nieuwe Guliksebaan verbonden met de bestaande 

Guliksebaan aan de westzijde van het spoor middels een nieuw te bouwen tunnel onder 

de Maaslijn. Om volledige uitwisseling van verkeer mogelijk te maken worden zowel de 

nieuwe Guliksebaan aan de oostzijde van het spoor als de bestaande Guliksebaan aan 

de westzijde verdiept aangelegd, en onderling verknoopt met twee verdiept gelegen 

minirotondes. 

De aansluiting Guliksebaan-Olivijn wordt door de verdieping van de Guliksebaan 

afgesloten, als vervanging hiervan kan wordt de Broekestraat aangesloten op de 

Amnesty Internationallaan. (zie figuur 5.5) 

Figuur 5.5 

Voor realisatie van deze variant 3A dienen langs de Onderste Molenweg 4 à 6 woningen 

gesloopt te worden om ruimte te bieden aan de nieuwe tracé. Het exacte aantal is 

afhankelijk van de uiteindelijke maatvoering en vormgeving van de weg (wel/geen 

fietsvoorzieningen). 

De vervoerwaarde van deze variant is minder groot ten opzichte van variant 3B; circa 

1.000 mvt/etmaal minder. Oorzaak hiervan is waarschijnlijk de (grotere) omrijafstand 

voor verkeer tussen Venlo-Zuid en het centrum. 


- 21 - 23 januari 2009

De woonwijk Bovenste Molen wordt in deze variant via de bestaande Ganzenstraat 

aangesloten op de nieuwe Guliksebaan, en krijgt daardoor een directe verbinding 

richting het centrum. 

De bestaande noordelijke ontsluiting van de woonwijk via de gelijkvloerse spoorwegovergang 

(Onderste Molenweg) komt te vervallen. 

Afhankelijk van de exacte plaatsing van de tunnel kunnen de woningen aan de 

Vierpaardjes ten noorden van de huidige spoorovergang waarschijnlijk gehandhaafd 

blijven. Wel is het behouden van de bereikbaarheid en het creëren van parkeergelegenheid 

voor deze woningen een zeer moeilijke inpassingsopgave. Bovendien 

wordt het woonkwaliteit van deze woningen erg aangetast (meer geluidsoverlast, meer 

verkeer , moeizame ontsluiting). 

Voor de woningen aan de Vierpaardjes ten zuiden van de spoorwegovergang dient een 

ontsluiting gezocht te worden via de achterliggende wijk (Willem van Bommelstraat). Om 

deze ontsluiting te realiseren zal groen dienen te verdwijnen. 

De bestaande spoorwegovergang Vierpaardjes kan tijdens de bouwwerkzaamheden 

bijna continu in gebruik blijven. Alleen op het moment dat het nieuwe tracé aangesloten 

wordt op de Vierpaardjes zal deze spoorwegovergang onbruikbaar zijn. Maar dat is 

waarschijnlijk slechts van korte duur. 

De kostenindex voor deze variant bedraagt 140 (40% duurder dan de goedkoopste 

variant). De kosten zijn hoog vanwege de twee spoortunnels, waarvan die onder de 

Maaslijn erg complex is. De grote lengte van de benodigde (open)tunnelbakken zorgt 

dat de kosten hoog oplopen. 


In deze variant wordt een vergelijkbare H-tunnel onder het spoor gerealiseerd als bij 

variant 3A, met dien verstande dat de tunnel noordelijker ligt nabij de Broekestraat. De 

dwarsverbinding onder het spoor vindt hier echter plaats ter hoogte van de Broekeweg. 

Ook hier wordt uitgegaan van de verdiept gelegen minirotondes. 

De aansluiting op de Olivijn blijft in deze variant behouden. De bestaande 

fietsverbinding met de Broekestraat vervalt. (zie figuur 5.6). 

Het aantal woningen langs de Onderste Molenweg dat mogelijk moet wijken voor deze 

variant is gelijk aan dat in variant 3A: 4 à 6. De woonwijk Bovenste Molen kan, zoals in 

variant 3A, ontsloten via de Ganzenstraat die direct aansluit op de nieuwe Guliksebaan. 

De woningen aan de Vierpaardjes ten zuiden van de spoorwegovergang moeten in deze 

variant via de achterliggende wijk ontsloten worden. Dit kan middels een eenvoudige 

doorsteek naar de Willem Van Bommelstraat. 

Of de woningen aan de Vierpaardjes ten noorden van de spoorwegovergang behouden 

kunnen blijven is zeer twijfelachtig. De woningen krijgen een open tunnelbak voor de 

deur. Bovendien is het inpassen van een ventweg op deze plek een zeer moeilijke 

inpassingsopgave. 


- 22 - 23 januari 2009

Figuur 5.6 

De vervoerwaarde van deze variant 3B voor het gemotoriseerd verkeer is iets hoger dan 

in de overige varianten (circa 1.000 mvt/etmaal meer), omdat het voor Venlo-Zuid een 

meer directe route is richting Venlo-Oost en het centrum. 

Voor de fietsroute vanuit de Onderste Molen geldt hetzelfde als in variant 3A. De 

primaire fietsroute vanaf Venlo Zuid wordt in deze variant onderbroken. Deze fietsroute 

is echter nog niet als primaire fietsroute gerealiseerd en kan mogelijk worden omgelegd 

via de Olivijn of de Saffier. Aansluitend op deze beide wegen zijn redelijk directe routes 

tussen de Guliksebaan en de Hagerhofweg te realiseren om deze primaire fietsroute te 

handhaven. 

Tijdens de bouw van de tunnel kan de huidige spoorwegovergang Vierpaardjes niet 

openblijven voor het verkeer. De nieuwe tunnel komt op dezelfde plek te liggen. Het 

tijdelijk verplaatsen van de spoorwegovergang brengt problemen en hoge kosten met 

zich mee vanwege spoorwegveiligheid en signalering. Het afsluiten van de spoorwegovergang 

tijdens de gehele bouwperiode zorgt voor een vergrote druk op de Sloterbeekstraat 

en de Roermondsepoort. Mogelijk ontstaat er ook sluipverkeer door de 

woonwijk Bovenste Molen (afhankelijk van de planning en volgorde van de werkzaamheden). 

De kostenindex voor deze variant bedraagt 160 (60% duurder dan de goedkoopste 

variant voor dit alternatief en tracédeel). Dit is het duurste alternatief omdat de afstand 

tussen beide spoortunnels (en dus de open tunnelbak) groot is. 


- 23 - 23 januari 2009

5.3.3 Variant 3C 

In deze variant worden de spoortunnels onder de Maaslijn en de Duitse lijn 

gecombineerd. Hierbij komt de verdiepte oostelijke minirotonde onder het spoor te 

liggen. Dit betekent dat er maar één tunnel hoeft te worden gebouwd, maar die wel lang 

en breed is. (zie figuur 5.7) 

Figuur 5.7 

Voor het realiseren van een rotonde onder het spoor en de bocht die benodigd is om 

aan te kunnen sluiten vanaf de Vierpaardjes zullen de woningen langs de Vierpaardjes 

ten noorden van de spoorwegovergang gesloopt moeten worden. 

De woningen aan de Vierpaardjes ten zuiden van de spoorwegovergang zullen via de 

Willem van Bommelstraat ontsloten moeten worden. 

De woonwijk Bovenste Molen zal een directe aansluiting op de nieuwe tracé krijgen. De 

kwaliteit is daarom in alle varianten van dit tracédeel gelijk. 

De vervoerwaarde is, vanwege de directe route tussen Venlo Zuid en het centrum, 

vergelijkbaar met die van variant 3A. 

Ook voor de fietsroutes geldt hetzelfde als in variant 3A. 

De spoorwegovergang Vierpaardjes kan bij de realisatie van deze variant een groot deel 

van de bouwtijd open blijven.. 

De kostenindex voor deze variant bedraagt 100. Het is dus de ‘goedkoopste’ variant. De 

kosten zijn beperkt omdat in deze variant de spoortunnels gecombineerd en compact 


- 24 - 23 januari 2009

zijn vormgegeven. Daardoor blijft de lengte van (open)tunnelbakken beperkt. De minirotonde 

onder het spoor geeft extra kosten vanwege het grotere oppervlakte van de 

tunnel, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de aanzienlijk kortere (en 

daardoor goedkopere) open tunnelbak. 

5.4 Overige aspecten 

5.4.1 Fietsroutes 

Vanwege de beperkte breedte van de tunnel onder de A73 komen bij tracédeel 1 geen 

fietspaden langs de Guliksebaan. Bij de tracédelen 2 en 3 is dit wel mogelijk. Bovendien 

zijn bij tracédeel 2 en 3 goede dwarsverbindingen voor het fietsverkeer te maken. 

De definitieve afweging van fietsvoorzieningen en de ligging ervan vindt verderop in dit 

rapport plaats. Dan wordt ingegaan op de exacte ligging van de fietsvoorzieningen en 

wordt de keuze gemaakt voor tweezijdig éénrichtings fietspaden óf voor eenzijdig tweerichtingen 

fietspad. 

5.4.2 Ontsluiting Onderste / Bovenste Molen 

De bereikbaarheid en ontsluiting van het woongebied de Onderste/Bovenste Molen 

wordt direct beïnvloed door het tracé van het oostalternatief van de Guliksebaan. De 

bestaande spoorwegovergang Onderste Molenweg komt te vervallen. Daarmee wordt 

de ontsluiting van deze woonwijk geconcentreerd op de Ganzenstraat. Deze weg wordt 

echter direct aangesloten op nieuwe Guliksebaan, waarmee de wijk een prima 

ontsluiting krijgt richting Venlo én Tegelen. 

De (te handhaven) woningen aan Vierpaardjes-zuid worden via een andere route 

ontsloten. Een doorsteek richting de Willem van Bommelstraat (die aansluit op de 

Kaldenkerkerweg).is hierbij het meest voor de handliggend. 

5.4.3 Bereikbaarheid Jammerdal 

Uitgangspunt is dat de bestaande spoorwegovergangen ter hoogte van het Jammerdal: 

Ganzenstraat, Voerdijk en Egypte gehandhaafd blijven. Daarmee blijft de bereikbaarheid 

van de Jammerdal en de rest van dat gebied op het huidige peil. 

5.4.4 Aansluiting op Kaldenkerkerweg in Tegelen 

De Guliksebaan langs het spoor doortrekken tot aan de Kaldenkerkerweg in Tegelen 

levert de hoogste vervoerwaarde op. Het bestemmingsplan voorziet hierin echter niet, 

en bovendien moet een aantal woningen en een dakpannenfabriek worden geamoveerd. 

Hetzelfde geldt voor de woonwagenlocatie. Naar verwachting zal dit vele jaren 

duren. Daarom dient in eerste instantie rekening te worden gehouden met een aansluiting 

op de Verbindingsweg-Noord, ter hoogte van de Bernhardstraat. 

De aansluiting op de Verbindingsweg-Noord altijd behouden blijven. 


- 25 - 23 januari 2009

5.5 Beoordeling varianten 

In totaliteit zijn voor het oostalternatief 7 varianten ontwikkeld 

In het tracédeel 1 is variant 1A het beste omdat deze Tegelen het beste ‘bedient’ (hogere 

vervoerwaarde). Deze variant is op korte termijn weliswaar niet haalbaar (aankoop 

fabriek(loods)), maar gezien de lange looptijd van dit project (regelen cofinanciering) 

moet dit wel de voorkeursvariant zijn. Voor de interim-periode is de aansluiting op de 

Bernhardstraat en Verbindingsweg Noord een prima alternatief. 

Tabel 5.1. Tracédeel 1 oostalternatief 

Beoordelingsaspect Variant 1A Variant 1B 

Vervoerwaarde 

Sloop en 

grondaankoop 


Bereikbaarheid 

Onderste Molen 

Gebruik 

spoorwegovergang 

tijdens bouw 

++ 0 

-- 0 

nvt nvt 

nvt nvt 

nvt nvt 

Kosten 0 0 


- 26 - 23 januari 2009

Voor tracédeel 2 heeft variant 2A de voorkeur. Variant 2B valt af omdat de fietspaden 

langs de nieuwe Guliksebaan ter hoogte van het Jammerdal weinig nut hebben (weinig 

kostenefficiënt). De fietsers tussen Tegelen en Venlo rijden via de Natteweg. 

Tabel 5.2 Tracédeel 2 oostalternatief 

Beoordelingsaspect 

Vervoerwaarde 

Variant 2A Variant 2B 

Sloop en 

grondaankoop 

nvt nvt 

0 - 


0 + 



nvt nvt 

Gebruik 


tijdens bouw nvt nvt 

Kosten 

0 - 

Bij tracédeel 3 heeft variant 3C de voorkeur. De kosten van de tunnel zijn relatief laag. 

Tabel 5.3. Tracédeel 3 oostalternatief 


Vervoerwaarde 

Variant 3A Variant 3B Variant 3C 

Sloop en 

grondaankoop 

0 + + 




Gebruik 


tijdens bouw 

Kosten 

- - - 

- 0 0 

+ + + 

0 -- -- 

- - 0 


- 27 - 23 januari 2009

5.6 Tracé oostalternatief 

Het voorkeursalternatief van het oostalternatief bestaat achtereenvolgend uit de 

varianten 1A, 2A en 3C. In figuur 5.8 is het totale tracé weergegeven. Hieronder volgt 

een korte beschrijving ervan. 

De geprojecteerde Guliksebaan begint in principe bij de Kaldenkerkerweg in Tegelen. 

Door de grote belemmering van de dakpannenfabriek en woonwagenlocatie vormt de 

aansluiting op de Verbindingsweg-noord een acceptabele interimoplossing (faseerbaar 

in tijd). Vervolgens loopt de Guliksebaan langs de oostzijde van het spoor helemaal in 

noordelijke richting. Bij de Bovenste/Onderste Molen kruist de weg het Molenbeekdal en 

sluit aan op een zeer complexe en kostbare spoorkruising. Door de combinatie van een 

tunnel onder het spoor en een goede koppeling met Venlo-Zuid ontstaat bij de Broekestraat 

een complexe (en dus dure) H-aansluiting onder het spoor. 

Figuur 5.8 tracé oostalternatief 


- 28 - 23 januari 2009

6 WESTALTERNATIEF 

Dit hoofdstuk beschrijft alle varianten binnen het westalternatief. 

6.1 Tracédeel West 1: Kaldenkerkerweg Tegelen - A73 

Dit tracédeel is voor beide alternatieven gelijk. Voor de beschrijving van de variant wordt 

verwezen naar het vorige hoofstuk. 

6.2 Tracédeel West 2: A73 - Hagerhofweg 

Voor de locatie van de tunnel zijn tussen de A73 en de Hagerhofweg in principe drie 

mogelijkheden: 

� bij Egypte, 

� bij Voerdijk; 

� tussen Voerdijk en Hagerhofweg. 

De tunnel kan op twee manieren het spoor kruisen: schuin of haaks. Door beide 

toeritten van de tunnel verder uit te buigen kan de tunnel het spoor haaks kruisen. 

Hierdoor kan de te overspannen lengte beperkt blijven; waardoor de kosten ook beperkt 

blijven. Het verder uitbuigen van de weg heeft echter het nadeel dat meer grond 

aangekocht moet worden. Bij een tunnel schuin onder het spoor door is de 

overspanning langer en de grondaankoop minder. 

Het evenwicht zoeken tussen deze aspecten geldt voor alle drie de varianten en is 

daarom geen onderscheidend element. 


- 29 - 23 januari 2009


In deze variant ligt de tunnel ter hoogte van Egypte. Op het maaiveld blijft de huidige 

spoorwegovergang bestaan. De fietsroute kan wel via de bestaande Natteweg naar de 

rotonde Hagerhofweg-Guliksebaan lopen. Langs het tracé zijn geen fietspaden 

voorzien, omdat het geen logische routing is voor fietsers. (zie figuur 6.1). 

Bij de Hagerhofweg sluit het nieuwe tracé aan op de bestaande rotonde Hagerhofweg- 

Guliksebaan. Om dit mogelijk te maken moet de Natteweg voor het autoverkeer worden 

omgeleid naar de rotonde Hagerhofweg-Zwanenstraat. 

De spoorwegovergang Voerdijk blijft gehandhaafd, en wordt direct aangesloten op de 

nieuwe Guliksebaan. Indien noodzakelijk kan de Voerdijk ook ontsloten worden via de 

parallelweg naar de spoorwegovergang Egypte; bestaande spoorwegovergang Voerdijk 

blijft dan wel open voor fietsers en voetgangers (downgrading). 

Figuur 6.1 

Noord-westelijk van de tunnel moet een kas wijken voor het nieuwe tracé. Verder zal het 

tracé over enkele tuinen aan de westzijde van het spoor lopen. 

De vervoerwaarde van alle varianten in dit trajectdeel is gelijk. De exacte plaats van de 

spooronderdoorgang heeft geen effect op de verkeersaantrekkende werking. Enkel het 

wel of niet aansluiten van Egypte en/of Voerdijk heeft effect, maar gelet op de ondergeschiktheid 

van deze wegen is dit effect minimaal. Vervoerwaarde is daarom geen 

onderscheidend element. 

Ook de kosten van de tunnel is geen onderscheidend element. De vorm van de tunnel is 

in alle varianten gelijk; alleen de ligging is anders. Kostenverschillen ontstaan alleen 

door wel of geen fietsvoorzieningen aan te brengen. 


- 30 - 23 januari 2009


In deze variant ligt de tunnel ter hoogte van de Voerdijk. Op het maaiveld blijft de 

huidige spoorwegovergang bestaan. 

De spoorwegovergang Egypte blijft gehandhaafd op maaiveld en wordt aangesloten op 

de nieuwe tracé. Ook in deze variant wordt de Natteweg voor de automobilist omgelegd. 

De fietser vanuit Tegelen kan over de bestaande Natteweg richting de rotonde Guliksebaan-Hagerhofweg 

rijden. 

Om een directe fietsroute richting Egypte te realiseren is het mogelijk om in deze variant 

fietsvoorzieningen in de tunnel mee te nemen. Afhankelijk van de kosten van de 

verbrede tunnel en de bijbehorende baten (directe routing, ongelijkvloerse kruising) 

dient de keuze gemaakt te worden voor het wel of niet realiseren van deze 

fietsvoorziening. 

Figuur 6.2 

Ten westen van het spoor zullen waarschijnlijk een kas en een (bedrijfs)woning moeten 

wijken voor het nieuwe tracé. Ten oosten van de spooronderdoorgang worden geen 

problemen verwacht wat betreft de grondaankopen. 

De kosten van de tunnel zijn in alle varianten hetzelfde. 


- 31 - 23 januari 2009


In deze variant ligt de tunnel in het tracé zoveel mogelijk noordelijk; tussen de Voerdijk 

en de Hagerhofweg. Hierdoor kunnen de spoorwegovergangen Voerdijk en Egypte 

gehandhaafd blijven. Beide wegen worden aangesloten op het nieuwe tracé. 

Ook in deze variant wordt de Natteweg voor de automobilist omgelegd. (zie figuur 6.3) 

Figuur 6.3 

Aan de westzijde van de spoorwegovergang dienen dezelfde kas en (bedrijfs)woning te 

wijken voor het nieuwe tracé. Ter hoogte van de Voerdijk zullen waarschijnlijk enkele 

bijgebouwen in de tuin van een woning moeten wijken. Aan de zijde van de aansluiting 

op de Hagerhofweg worden minder problemen verwacht met grondaankopen. 

In deze variant biedt de realisatie van fietsvoorzieningen langs het nieuwe tracé 

mogelijkheden voor fietsers richting de Egypte en de Voerdijk. Deze fietsers kunnen 

daardoor het spoor ongelijkvloers kruisen en via een meer directe route hun doel 

bereiken. Hierdoor is de directe verbinding van de Natteweg naar de rotonde 

Hagerhofweg/Guliksebaan minder noodzakelijk, deze kan verder naar het westen op de 

wijk Venlo zuid aansluiten, waar ook het gemotoriseerde verkeer aansluit op de 

Hagerweg. De exacte keuzes voor het fietsverkeer kunnen in een later stadium gemaakt 

worden. 

Door het ontbreken van omliggende bebouwing kan de tunnel in deze variant verder 

worden uitgebogen en meer haaks het spoor kruisen, waardoor de overspanningslengte 

korter kan worden. Hierdoor is deze variant iets goedkoper. 


- 32 - 23 januari 2009

6.3 Tracédeel West 3: Hagerhofweg - Kaldenkerkerweg Venlo 

De varianten in dit tracédeel kenmerken zich door een ‘eenvoudige’ rechte tunnel onder 

het spoor tussen de bestaande Guliksebaan aan de westzijde en de Vierpaardjes aan 

de oostzijde. Dus geen complexe H-tunnel zoals in het oostalternatief. 


In deze variant loopt de open tunnelbak vanaf de Olivijn tot circa 100 m voor de rotonde 

Kaldenkerkerweg-Vierpaardjes. Het is de meest directe routing voor het nieuwe tracé. 


Figuur 6.4 

Afhankelijk van het exacte verloop van de spooronderdoorgang kunnen de huizen aan 

de Vierpaardjes ten noorden van spoorwegovergang gehandhaafd blijven. De kans is 

echter groot dat deze woningen zullen moeten wijken voor het nieuwe tracé: slechte 

bereikbaarheid, inpassingsprobleem ventweg, verminderde woonomgeving, geluidhinder, 

bouwoverlast. Ook de drie bedrijven aan de westzijde van het spoor zullen in 

deze variant moeten wijken voor het nieuwe tracé. 

De woningen aan de Vierpaardjes-zuid en de woonwijk Onderste/Bovenste Molen 

blijven vanaf de Kaldenkerkerweg bereikbaar, zij het via een doorsteek vanaf de Willem 

van Bommelstraat. 


- 33 - 23 januari 2009

Doordat de tunnel ‘pas’ nabij de Olivijn op maaiveld komt, moet een deel van de 

bewoners van Venlo Zuid omrijden. Door deze (beperkte) omrijafstand maakt wat 

minder verkeer gebruik van deze nieuwe verbinding. 

De fietsroute volgt het tracé van de nieuwe weg. Voor fietsers van/naar Tegelen is dit 

een zeer directe route. Fietsers van/naar Venlo-Zuid moeten echter omrijden. 

De spoorwegovergang Vierpaardjes zal tijdens de werkzaamheden een groot deel van 

de tijd afgesloten moeten worden omdat de tunnel op de plek van de huidige spoorwegovergang 

ligt. 

Het indexcijfer voor de kosten voor dit tracédeel is 112 (12% duurder dan de goedkoopste 

variant). Deze variant 3A is duurder dan variant 3B omdat de tunnel het spoor 

meer schuin kruist en de tunnelbak daardoor langer wordt. 


Variant 3B is redelijk vergelijkbaar met variant 3B van het oostalternatief. Alleen 

ontbreekt hier de zuid-oostelijke poot van de H-tunnel. De Guliksebaan wordt tussen de 

Olivijn en de Saffier verdiept aangelegd, en kruist ter hoogte van de Broekestraat het 

spoor (tunnel) richting de Vierpaardjes. Beide wegen worden in de tunnelbak middels 

een minirotonde met elkaar verknoopt (zie figuur 6.5) 

Figuur 6.5 

Vanwege de benodigde boogstraal in het nieuwe tracé moeten in deze variant de huizen 

aan de Vierpaardjes-noord worden geamoveerd. De woningen aan de Vierpaardjes-zuid 

kunnen wel behouden blijven. Deze woningen worden net als de woonwijk Onderste/ 


- 34 - 23 januari 2009

Bovenste ontsloten via de Willem Van Bommelstraat. De kwaliteit van de ontsluiting blijft 

op het huidige niveau. 

Door de ligging vormt deze variant een directe verbinding naar Venlo Zuid én Tegelen, 

zonder noemenswaardige omrijafstanden. Daardoor trekt deze variant meer verkeer 

aan: circa 1.000 mvt/etmaal. 

De fietspaden volgen het nieuwe tracé. Door de verknoping in de tunnelbak liggen de 

fietspaden ook diep. Daardoor is het hoogteverschil tussen de Broekestraat en de 

nieuwe verbinding 5,00-5,50 m, met als gevolg dat de bestaande fietsdoorsteek met de 

Broekestraat komt te vervallen. De fietsers moeten omrijden via de Olivijn of de Saffier. 

De nieuwe tunnel komt precies op de huidige spoorwegovergang te liggen, waardoor 

deze dicht is tijdens de bouw van de tunnel. 

Deze variant is de goedkoopste variant (kostenindexcijfer: 100). Een korte overspanning 

(haakse kruising van het spoor) wordt gecombineerd met relatief korte open 

tunnelbakken. 


Deze variant is in veel opzichten vergelijkbaar met variant 3B; alleen ligt de tunnel ter 

hoogte van de Olivijn in plaats van bij de Broekestraat. (zie figuur 6.6) 

Figuur 6.6 

In deze variant kunnen de drie bestaande bedrijven aan de Guliksebaan gehandhaafd 

blijven. Voor de woningen geldt hetzelfde als in de andere varianten: 


- 35 - 23 januari 2009

� de woningen aan de Vierpaardjes-noord moeten wijken voor de nieuwe 

verbinding 

� de woningen aan de Vierpaardjes-zuid en de woonwijk Onderste/Bovenste 

Molen zullen worden ontsloten via de Willem van Bommelstraat. 

De vervoerwaarde van deze variant is gelijk aan die van variant 3A; zowel voor de 

fietsers als voor automobilisten. 

De bestaande gelijkvloerse spoorwegovergang Vierpaardjes kan tijdens de uitvoering 

van deze variant een groot gedeelte van de bouwperiode in gebruik blijven. Alleen op 

het moment dat het nieuwe tracé aangesloten wordt op de Vierpaardjes kan de overweg 

niet gebruikt worden. 

Het kostenindexcijfer is 140; variant is 40% duurder dan de goedkoopste variant. Deze 

variant 3C is ruim duurder dan variant 3B, omdat de twee tunnels onder de Maaslijn en 

Duitse lijn ver uit elkaar liggen (lange open tunnelbak) én omdat de overspanning onder 

Duitse lijn lang is (schuine onderdoorgang). 

6.3.4 Variant 3D 

Deze variant is vergelijkbaar met variant A, zij het dat de nieuwe Guliksebaan westelijk 

van de bestaande Guliksebaan komt te liggen. Vanaf de Olivijn daalt de nieuwe weg en 

kruist bij de Broekestraat achtereenvolgend de bestaande Guliksebaan en het spoor. 


Figuur 6.7 


- 36 - 23 januari 2009

Door de benodigde boogstraal en de verdiepte ligging van het tracé is het niet mogelijk 

de woningen aan de Vierpaardjes-noord te handhaven. Voordeel is wel dat de drie 

bestaande bedrijven langs de westzijde van het spoor gehandhaafd kunnen blijven. In 

ruil daarvoor komen de groenstrook en waterloop langs Venlo Zuid grotendeels te 

vervallen. 

De wijk Onderste/Bovenste Molen en de woningen aan de Vierpaardjes-zuid worden 

ontsloten worden via de Willem Van Bommelstraat. 

De vervoerwaarde van deze variant is gelijk aan die van variant 3A. 

De bestaande spoorwegovergang Vierpaardjes zal tijdens de bouwwerkzaamheden 

grotendeels afgesloten zijn. 

Het kostenindexcijfer bedraagt 152 (52% duurder dan de goedkoopste variant). Deze 

variant is ruim duurder dan variant 3B: een lange tunnelbak doordat de twee tunnels ver 

uit elkaar liggen. 


6.4.1 Fietsroutes 

Evenals bij het oostalternatief komen bij tracédeel 1 geen fietspaden langs de 

Guliksebaan (beperkte breedte van de tunnel onder de A73). Bij de tracédelen 2 en 3 is 

dit wel mogelijk. Bovendien zijn bij tracédeel 2 en 3 goede dwarsverbindingen voor het 

fietsverkeer te maken. 

De definitieve afweging van fietsvoorzieningen en de ligging ervan vindt verderop in dit 

rapport plaats. Dan wordt ingegaan op de exacte ligging van de fietsvoorzieningen en 

wordt de keuze gemaakt voor tweezijdig éénrichtings fietspaden óf voor eenzijdig tweerichtingen 

fietspad. 

6.4.2 Ontsluiting Onderste / Bovenste Molen 

In het westalternatief moeten de woningen aan Vierpaardjes-noord en -zuid (voor zover 

te handhaven) anders ontsloten worden. De Willem van Bommelstraat is het meest voor 

de handliggend. Deze komt uit op de Kaldenkerkerweg. 

De bereikbaarheid van de woonwijk Onderste/Bovenste Molen blijft in stand. De 

bestaande spoorwegovergangen Ganzenstraat en Onderste Molenweg blijven bestaan, 

met dien verstande dat de Onderste Molenweg aangesloten wordt op de Willem van 

Bommelstraat en dus Kaldenkerkerweg. De verbinding met de Vierpaardjes-noord 

vervalt. 

6.4.3 Bereikbaarheid Jammerdal 

Evenals bij het oostalternatief is uitgangspunt dat de bestaande spoorwegovergangen 

ter hoogte van het Jammerdal: Ganzenstraat, Voerdijk en Egypte gehandhaafd blijven. 

Daarmee blijft de bereikbaarheid van de Jammerdal en de rest van dat gebied op het 

huidige peil. 


- 37 - 23 januari 2009

6.4.4 Aansluiting op Kaldenkerkerweg in Tegelen 

Hiervoor geldt hetzelfde als bij het oostalternatief. De Guliksebaan langs het spoor 

doortrekken tot aan de Kaldenkerkerweg in Tegelen levert de hoogste vervoerwaarde 

op. Het bestemmingsplan voorziet hierin echter niet, en bovendien moeten een aantal 

woningen en een dakpannenfabriek worden geamoveerd om plaats te maken voor de 

Guliksebaan. Hetzelfde geldt voor de woonwagenlocatie aan de Broekweg. 

Naar verwachting zal dit vele jaren duren. Daarom dient in eerste instantie rekening te 

worden gehouden met een aansluiting op de Verbindingsweg-Noord, ter hoogte van de 

Bernhardstraat. 

Bij een eventuele doortrekking naar de Kaldenkerkerweg in Tegelen moet de aansluiting 

op de Verbindingsweg behouden blijven. 

6.5 Beoordeling varianten 

Voor de keuze van het westalternatief zijn negen varianten ontwikkeld. 

Bij tracédeel 1 scoort variant 1A het beste (zie tabel 6.1), omdat deze Tegelen het beste 

‘bedient’ (hogere vervoerwaarde). Tot dat deze variant haalbaar is (aankoop fabriek- 

(loods) en inpassing woonwagenlocatie), is variant 1B (aansluiting op de Bernhardstraat 

en Verbindingsweg Noord) een prima alternatief. 

Tabel 6.1. Tracédeel 1 westalternatief 

Beoordelingsaspect Variant 1A Variant 1B 

Vervoerwaarde 

Sloop en 

grondaankoop 




Gebruik 


tijdens bouw 

++ 0 

-- 0 

nvt nvt 

nvt nvt 

nvt nvt 

Kosten 0 0 


- 38 - 23 januari 2009

Voor tracédeel 2 heeft variant 2C de voorkeur, want op deze plek levert de tunnel weinig 

problemen op met grondaankoop/sloop. Bovendien is er een betere en logischer 

aansluiting op de Voerdijk voor zowel fiets als auto. Meer flexibele situatie ook om 

eventueel een spoorwegovergang eruit te laten. 

Tabel 6.2 Tracédeel 2 westalternatief 


Vervoerwaarde 

Variant 3A Variant 3B Variant 3C 

Sloop en 

grondaankoop 

nvt nvt nvt 




Gebruik 


tijdens bouw 

Kosten 

-- - 0 

0 0 + 

nvt nvt nvt 

nvt nvt nvt 

- - 0 


- 39 - 23 januari 2009

In tracédeel 3 is variant 3A het beste vanwege de ‘beperkte’ kosten, en omdat een 

goede ontsluiting voor de wijken Onderste/Bovenste Molen en Venlo-Zuid gerealiseerd 

kan worden. Bovendien kunnen fietsers het tracé gemakkelijker berijden. Ook kan een 

aantal bestaande zaken gehandhaafd blijven: 

� een aantal woningen langs Vierpaardjes-noord; 

� rotonde Guliksebaan-Olivijn; 

� waterpartij aan westzijde bestaande Guliksebaan. 

Tabel 6.3. Tracédeel 3 Westvariant 

Beoordelingsaspect Variant 3A Variant 3B Variant 3C Variant 3D 

Vervoerwaarde 0 + 0 0 

Sloop en 

grondaankoop 

-- - - - 

Kwaliteit fietsroutes 0 0 - 0 



Gebruik 


tijdens bouw 

0 0 + 0 

- -- 0 - 

Kosten 0 0 -- -- 


- 40 - 23 januari 2009

6.6 Tracé westalternatief 

Bij het westalternatief bestaat het voorkeursalternatief achtereenvolgend uit de varianten 

1A, 2C en 3A. In figuur 6.8 is het totale tracé weergegeven. 

Ook bij het westalternatief begint de Guliksebaan in principe bij de Kaldenkerkerweg in 

Tegelen. Ook hier geldt dat de dakpannenfabriek en woonwagenlocatie een grote 

belemmering vormen voor deze variant en dat de aansluiting op de Verbindingswegnoord 

een acceptabele interimoplossing is (faseerbaar in tijd). 

Tot aan de Voerdijk loopt de Guliksebaan (conform het oostalternatief) ten oosten van 

het spoor. Direct ten noorden van de Voerdijk kruist de weg het spoor (relatief eenvoudige 

tunnel) en loopt vervolgens aan de westzijde van het spoor richting de rotonde 

Hagerhofweg-bestaande Guliksebaan. Hier volgt de nieuwe weg het bestaande tracé 

van de GUliksebaan tot aan de Olivijn. Hier begint de tunnel onder het spoor. Deze tunnel 

bij Vierpaardjes is veel eenvoudiger dan bij het oostalternatief. Het is zelfs zo dat de 

twee tunnels samen ongeveer even duur zijn als de ene tunnel in het oostalternatief. 

Figuur 6.8 tracé westalternatief 


- 41 - 23 januari 2009

7 AFGEVALLEN VARIANTEN 

Naast de beschreven varianten, zijn ook andere varianten onderzocht. Deze zijn kort 

overwogen maar direct afgevallen omdat ze technische onhaalbaar zijn. Daarom zijn ze 

niet meegenomen in het variantenonderzoek. 

7.1 Directe aansluiting op Verbindingsweg-Noord 

In deze variant is de nieuwe Guliksebaan direct aangesloten op de Verbindingsweg- 

Noord (zie figuur 7.1). Vanwege het steile talud en de hoge ligging van de Verbindingsweg-Noord 

is dit echter geen optie. Daardoor schuift de aansluiting noodgedwongen in 

zuidelijke richting op waardoor deze ongeveer op de plek van de huidige Bernhardstraat 

komt te liggen. Dit is conform variant 1 van tracédeel 1. 

Figuur 7.1 


- 42 - 23 januari 2009

7.2 Directe aansluiting op Kaldenkerkerweg nabij stadion De Koel 

Voor tracédeel 3 is onderzocht om de Guliksebaan ten zuiden van de wijk Onderste/ 

Bovenste Molen te projecteren en nabij het stadion De Koel aan te sluiten op de 

Kaldenkerkerweg (zie figuur 7.2). Op deze wijze kan de aanpak van de lastige 

spoorwegkruising bij de Vierpaardjes worden ontweken. 

Redenen dat deze variant afvalt zijn: 

� het grote hoogteverschil tussen de Kaldenkerkerweg bij De Koel en de plek 

waar de nieuwe verbinding het spoor naar Duitsland kruist. Vanwege de 

beperkte horizontale afstand tussen beide dwangpunten, is het qua 

hellingspercentages niet mogelijk de weg conform ontwerpeisen aan te leggen; 

� De ingreep in het (natuur)gebied wordt groot. 

� Ondanks deze nieuwe weg blijft de bestaande spoorwegovergang Vierpaardjes 

gelijkvloers (en dus onveilig); 

� De Hagerhofweg kan niet worden aangesloten op de nieuwe weg. Deze 

koppeling is echter wel een harde randvoorwaarde van de Guliksebaan. 

� De vervoerwaarde is geringer omdat de weg aan de rand van Venlo aansluit. 

Figuur 7.2 


- 43 - 23 januari 2009

7.3 Half open tunnelbak Vierpaardjes Noord 

Een primaire gebiedsontsluitingsweg met aan weerszijden fietspaden vergt een breedte 

van 19 meter. Dit is niet inpasbaar binnen de beschikbare ruimte op de Vierpaardjes. De 

beschikbare ruimte tussen spoor en woningen laat alleen een weg zonder fietspaden 

toe. Gelet op de uitgangspunten voor de fiets is dit echter onacceptabel. Daarom is 

onderzocht of dat ondertunneling van de weg Vierpaardjes een optie is, zodat de 

woningen langs de Vierpaardjes-noord toch behouden kunnen blijven. 

In figuren 7.3 en 7.4 is de onderzochte ondertunneling visueel weergegeven. Ter hoogte 

van de woningen komt een half open tunnelbak, die vanaf de onderdoorgang na de 

woningen omhoog gaat naar de Kaldenkerkerweg. Deze bak (ruim 11 meter breed), 

bestemd voor het ‘doorgaande’ verkeer, wordt deels overkluist. Hierdoor is bovenop de 

tunnel ruimte voor het doorgaande fietsverkeer en bestemmingsverkeer van de 

woningen van Vierpaardjes-noord. Parkeren voor de deur is echter nog steeds moeilijk 

of niet inpasbaar. 

Figuur 7.3 Ligging half open tunnelbak bij behoud van woningen Vierpaardjes-noord 


- 44 - 23 januari 2009

Figuur 7.4 Dwarsprofiel half open tunnelbak bij behoud woningen Vierpaardjes 

Realisatie van een dergelijke half-open tunnelbak is irreëel. De redenen hiervoor zijn: 

� De afstand tussen de tunnelbak en het spoor bedraagt ongeveer 11 meter; de 

wettelijke minimummaat. 

� De nieuwe Guliksebaan kan pas gaan stijgen ten noorden van de woningen. 

Hierdoor wordt de helling in de Guliksebaan veel te steil. 

� Parkeren voor de deur is niet (of zeer moeilijk) inpasbaar. 

� De bouwruimte is erg beperkt, waardoor de bouwtechnische uitvoerbaarheid 

zeer complex wordt : damwanden langs woningen (trillingen, scheurvorming, 

bouwschade), nabijheid van spoor; complexe en hoge waterstromen); 

� Het leefklimaat is slecht doordat de (drukke) weg vlak langs/boven de woningen 

loopt (geluidhinder, trillingen, luchtkwaliteit). 

� De wenselijke schuine wanden/taluds langs de Guliksebaan zijn ter plekke niet 

mogelijk. 

� Door de complexe civieltechnische constructie is het een zeer kostbare 

oplossing. 

De conclusie is dat ondertunneling van de Vierpaardjes niet haalbaar is. De woningen 

langs Vierpaardjes-noord moeten (voor zover de Guliksebaan langs/over de woningen 

loopt) geamoveerd worden. 


- 45 - 23 januari 2009

7.4 Brug over spoorlijn 

In plaats van een tunnel zou een brug voor autoverkeer op zich technisch wel kunnen, 

maar het te overwinnen hoogteverschil speelt hierin een belangrijke rol. Deze wordt 

bepaald door: 

� profiel van vrije ruimte. ProRail verlangt voor de treinen (inclusief pantograaf) 

een minimale hoogte van 5,85 meter; 

� constructiedikte. Een brugdek is in de regel 1,00 à 1,50 meter dik. 

In theorie moet dus een hoogte van circa 8,00 meter (bovenkant spoorstaaf-bovenkant 

wegdek) worden overwonnen. Indien rekening wordt gehouden met de hoogteverschillen 

in het terrein ter plaatse (nabij Kaldenkerkerweg ligt de Vierpaardjes circa 2 

meter hoger dan het spoor) moet nog een hoogte van 6,00 meter worden overwonnen. 

Uitgaande van een acceptabel hellingpercentage voor de fiets (2 à 3%) dan zouden de 

hellingen 200 à 300 meter lang worden. Gezien de beperkte ruimte is dit bij de Vierpaardjes 

niet in te passen. Daarom zijn voor fietsers aanvullende fietstunnel(s) nodig. 

De combinatie van tunnels met bruggen maakt die oplossing onhaalbaar, vooral vanuit 

financieel oogpunt. 

Een ander argument is het beeld van de openbare ruimte. Een brug is zeer dominant 

aanwezig in een stadsbeeld c.q. landschap. Dit is zowel in de binnenstedelijke omgeving 

van de Vierpaardjes als bij het natuurgebied Jammerdal onaanvaardbaar. 

De conclusie is dat een brug over het spoor ter plaatse van de Vierpaardjes en 

Voerdijk/Egypte niet haalbaar is. 


- 46 - 23 januari 2009

8 BEOORDELING ALTERNATIEVEN 

De bedoeling van dit rapport is om alle relevante aspecten die meespelen in de 

afweging van de alternatieven te belichten. De kenmerkende verschillen zijn daarom in 

dit hoofdstuk op rij gezet. Aan het eind is een overall vergelijking van beide varianten 

opgenomen zonder daarbij een keuze te maken tussen beide alternatieven. 

8.1 Beoordelingsaspecten 

8.2 Verkeer 

Er zijn veel aspecten die een rol spelen bij het realiseren van de Guliksebaan. Hieronder 

zijn de relevante aspecten per hoofditem opgesomd. 

Verkeer: 

- vervoerwaarde 

- doorstroming 

- bereikbaarheid percelen/gebieden 

- verkeersveiligheid 

- spoorwegveiligheid 

Civiel techniek: 

- kabels en leidingen 

- bouwhinder 

- explosieven 

Kosten: 

- tunnels 

- overige kosten 

Natuur en milieu: 

- recreëren 

- natuur en landschap 

- archeologie 

- monumenten 

- bodem (verstoring) 

- oppervlaktewater, watergangen, 

beken 

- grondwater(stromen), -beheersing 

- wegverkeerslawaai 

Overige aspecten: 

- sociale veiligheid 

- wonen 

- werken 

- faseerbaarheid 

- ruimtebeslag 

Vervoerwaarde 

Het tracé van de Guliksebaan tussen de Voerdijk en de kern Tegelen is in beide 

alternatieven gelijk. Op het gedeelte tussen de Voerdijk en de Kaldenkerkerweg in Venlo 

zitten de verschillen. Afhankelijk van het alternatief rijden er in 2020 14.000 à 16.000 

auto’s per etmaal over de Guliksebaan. Op de Tegelseweg neemt het verkeer met 4.500 

auto’s per etmaal af. Het huidige sluipverkeer via de buitenwegen verdwijnt; dit verkeer 

gaat van het nieuwe tracé van de Guliksebaan gebruik maken. 


- 47 - 23 januari 2009

Tabel 8.1 Vervoerwaarde Guliksebaan 2020 (motorvoertuigen/etmaal) 

tracédeel 1 2 3 bestaande weg 

variant A A B C A B 

K’kerkerweg (T) - Egypte 

Egypte-Hagerhofweg 


- 48 - 23 januari 2009 

Hagerhofweg - Olivijn *) 

spoorkruising 

Vierpaardjes 

Spoorkrusing Vierpaardjes 

- Kalden-kerkerweg (V) 

autonoom 

(zonder Guliksebaan) - - 7.000 12.000 11.500 7.500 5.500 

westalternatief 10.000 10.000 13.000 14.500 14.500 2.000 2.000 

oostalternatief 9.500 9.500 9.500 7.000 16.000 3.500 5.000 

*) loopt bij westalternatief door tot Broekestraat. 

Figuur 8.1 Vervoerwaarde Guliksebaan 2020 (motorvoertuigen/etmaal) 

10.000 

10.000 

2.000 

13.000 

14.500 

9.500 

Olivijn - Broekestraat 

9.500 

Broekestraat - Saffier 

5.000 

3.500 

16.000 

7.000

Doorstroming 

Een heldere en duidelijke verkeerstructuur bevordert de doorstroming en veiligheid. Hier 

gaat het met name over de manier waarop de woonwijk Venlo zuid bereikbaar is en 

blijft. 

In het oostalternatief wordt de huidige ontsluiting van Venlo-Zuid via de bestaande 

Guliksebaan niet beïnvloed. Het auto- en fietsverkeer kan vanaf deze weg via de tunnel 

Vierpaardjes naar de rotonde Kaldenkerkerweg rijden. 

In het westalternatief wordt de doorgaande verbinding tussen Tegelen en Venlo 

gecombineerd met die van de ontsluiting van Venlo-zuid. Dit verzwaart het gebruik van 

de bestaande Guliksebaan. Ook hier kan het auto- en fietsverkeer vanaf deze weg via 

de tunnel Vierpaardjes naar de rotonde Kaldenkerkerweg rijden. 

De kwaliteit van de doorstroming wordt bepaald door de afwikkeling op de kruispunten. 

Voor beide alternatieven geldt dat op de kruispunten geen lange wachttijden worden 

verwacht, mede doordat de zwaarst belaste kruispunten als rotonde worden uitgevoerd 

en bewust niet gekozen is voor verkeerslichten. Op deze rotondes is de doorstroming 

goed. Tijdens de spitsperioden zal de Guliksebaan behoren tot de hoofdwegen in Venlo 

met een goed afwikkelingsniveau. 

Bereikbaarheid percelen en gebieden 

Bij de bereikbaarheid gaat het om een aantal specifieke punten langs het tracé, namelijk 

woonwijk Bovenste/Onderste Molen, camping, manege, fietscrossbaan, Jammerdaalse 

Heide, Trappistenklooster, kinderboerderij en speeltuin Klein Zwitserland en 

voetbalvelden. Ook gaat het om de (aansluiting van de) fietsroutes, die voor een deel 

ook recreatief worden gebruikt. 

De bestaande spoorwegovergangen blijven allemaal open, met dien verstande dat: 

� in het oostalternatief de spoorwegovergang Onderste Molenweg vervalt. De 

ontsluiting van de wijk Onderste/Bovenste Molen loopt dan via de Ganzenstraat 

(en Guliksebaan); 

� de overwegovergang bij Vierpaardjes wordt ongelijkvloers. 

Vierpaardjes-noord en –zuid kunnen bij beide alternatieven niet meer rechtstreeks 

richting rotonde Kaldenkerkerweg worden ontsloten. Door een kort stuk straat aan te 

leggen kan dit echter wel via de Willem van Bommelstraat. 

Voor alle overige punten blijft de huidige bereikbaarheid intact. Mogelijk dat in de 

toekomst de spoorwegovergangen Egypte en Voerdijk worden gecombineerd, maar dat 

zal dan zo gebeuren dat de bereikbaarheid gewaarborgd is. 

Met dit alles wordt de bereikbaarheid voor al deze punten gewaarborgd. 

Verkeersveiligheid 

De verkeersveiligheid is in beide alternatieven een integraal onderdeel van het ontwerp. 

Dit komt tot uitdrukking in de scheiding van autoverkeer en fietsverkeer en in veilige 

kruispuntsvormen als rotondes. 

Bij het oostalternatief is extra aandacht besteed aan het gelijkvloers kruisen van fietsers 

op de laaggelegen rotondes; door fietsers aan één zijde van de weg af te wikkelen kan 


- 49 - 23 januari 2009

worden bereikt dat het oversteken zo beperkt mogelijk is. In Venlo-zuid komen over de 

volle lengte van de huidige Guliksebaan vrijliggende fietspaden, waardoor ook daar de 

verkeersveiligheid goed geregeld is. De rotonde Kaldenkerkerweg in Venlo krijgt 

vrijliggende fietspaden. 

Ook bij het westalternatief komen in Venlo-Zuid over de volle lengte van de huidige 

Guliksebaan vrijliggende fietspaden. De rotonde op Kaldenkerkerweg in Venlo behoudt 

zijn rode fietsstroken. In de onderdoorgang Vierpaardjes komen geen oversteeksituaties 

van fietsers; dat gebeurt op de aansluitende rotondes. 

Spoorwegveiligheid 

In beide alternatieven blijven de spoorwegovergangen Ganzenstraat, Voerdijk, Egypte 

en Mauritsstraat in de huidige vorm gehandhaafd; de spoorwegveiligheid wijzigt 

derhalve niet (‘stand-still’-principe). 

8.3 Civiel techniek 

Kabels en leidingen 

Uit kabels/leidingengegevens blijkt dat enkele transportleidingen verlegd moeten 

worden. Verder is een groot aantal distributieleidingen aanwezig, waarvan bij de verdere 

uitwerking bekeken moet worden of en hoe deze moeten worden verlegd. Dit geldt voor 

beide alternatieven. 

Bouwhinder 

Bij het oostalternatief kan Vierpaardjes gedurende een relatief beperkte periode niet 

gebruikt worden en is een omleidingroute nodig. Het ingraven van de bestaande 

Guliksebaan ter plekke van Vierpaardjes veroorzaakt bouwhinder met een extra 

omleidingroute. 

Bij het westalternatief kan de spoorwegovergang Vierpaardjes over een langere periode 

niet gebruikt kan worden en is dus ook voor langere tijd een omleidingroute nodig. Bij dit 

alternatief is voor reconstructie van de huidige Guliksebaan sprake van normale 

bouwhinder. 

Explosieven 

Gezien aanwezigheid van de spoorlijnen langs het tracé is kans op aanwezigheid van 

explosieven reëel. Ook dit is een aandachtspunt bij de verdere planvoorbereiding. 

8.4 Natuur en milieu 

Recreëren 

In de bereikbaarheid van het recreatiegebied Jammerdaalse Heide verandert bij beide 

alternatieven in feite niets. Wel is er in beide alternatieven sprake van enige toename 

van het wegverkeerslawaai. 

Natuur en landschap, 

Op gebied van natuur en landschap treed enige verstoring op. Omdat de Guliksebaan 

gebundeld met het spoor is getraceerd, en onder de spoorlijn doorgaat, is er bij beide 

alternatieven maar weinig invloed op het landschap. Ter hoogte van de Onderste 

Molenweg loopt het oostalternatief door het Molenbeekdal. Het westalternatief laat dit 

gebied ongemoeid 


- 50 - 23 januari 2009

Archeologie, monumenten en bodemverstoring 

Bij beide alternatieven is sprake van een hoge archeologische verwachtingswaarde. Dit 

is een aandachtspunt bij de verdere planvoorbereiding. 

Voorkomende monumenten in het gebied zijn de Hulsfortweg pannenoven, Hulsforthof, 

Generaalsheuvel en grafheuvels op Jammerdaalse Heide, Onderste Houtmolen, 

Klooster Wijlrehof, kolommen begin Hulsterweg en begraafplaats Wijlrehof. De plekken 

liggen buiten beide tracés en worden dus niet direct beïnvloed. 

Cultuurhistorische waardevolle bebouwing komt voor in het gebied van de Onderste 

Molen. Het gaat om het stadsbeeld van het Molenbeekdal. Bij het oostalternatief wordt 

dit gebied aangesneden; het westalternatief laat dit gebied ongemoeid. 

Bij beide alternatieven treedt verstoring op van de bodem door de aanleg van de 

tunnels. 

Oppervlaktewater, grondwaterstromen en -beheersing 

In beide alternatieven vraagt de oppervlaktewaterbehandeling aandacht; echter niet 

meer dan bij vergelijkbare andere wegen. Bij het westalternatief zou de Wittebeek 

mogelijk iets omgelegd moeten worden; dat moet in een latere fase worden uitgewerkt. 

De grondwaterstanden in het gebied zijn relatief hoog. De waterstromen gaan vanaf de 

hoger gelegen Steilrand naar de Maas/Venlo-Zuid. Dit vraagt extra voorzieningen bij de 

constructie van de onderdoorgang Vierpaardjes (hooggesloten tunnelbak). 

Wegverkeerslawaai 

In het gedeelte vanaf de aansluiting Kaldenkerkerweg in Tegelen tot Egypte is voor circa 

21 woningen een afweging nodig voor hogere waarden of het treffen van een bronmaatregel. 

De woonwagenlocatie bij de Broekveldweg vergt nadere afstemming vanwege de 

wegaanleg en de verwachte te hoge geluidsbelasting. 

Bij het oostalternatief is in het gedeelte bij de Onderste Molen voor circa 13 woningen 

een afweging nodig voor hogere waarden of het treffen van een bronmaatregel. 

Voor het overige zijn er geen belemmeringen of knelpunten. 

In een later stadium, nadat er een definitieve tracékeuze is gemaakt, en het gekozen 

alternatief verder wordt uitgewerkt moet een uitgebreid akoestisch onderzoek 

conform de Wet geluidhinder worden verricht (Standaard Rekenmethode 2). 


- 51 - 23 januari 2009

8.5 Kostenraming 

Voor het Oost- en het westalternatief is een gedegen kostenraming opgesteld. Daarbij is 

rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van het kruisen van het spoor 

(continu in bedrijf, geen omleidingsroute mogelijk). 

Tabel 8.2 Kostenraming (prijspeil dec. 2008, bedragen in euro) 

onderdeel oostalternatief westalternatief 

kunstwerken 

€ 45.500.000,- € 23.900.000,- 

€ 18.800.000,wegen 

€ 6.600.000,- € 6.000.000,grondverwervingaankoop 

onroerend goed: 

€ 800.000,- € 600.000,- 

- woningen Vierpaardjes, Onderste Molenweg , 

Ganzenstraat en Nassaustraat 

€ 7.200.000,- € 3.300.000,- 

- bedrijfspanden 

€ 3.380.000,- € 3.800.000,- 

- woonwagens, uitgaande van plan voor 5 

plaatsen (5 x € 125.000,-) 

€ 625.000,- € 625.000,totaal 

€ 64.100.000,- € 57.050.000,- 

De genoemde bedragen zijn inclusief VAT en onvoorzien e.d. maar exclusief BTW en 

kosten voor: 

� bodemsanering en eventuele opruiming van explosieven; 

� compensatiemaatregelen water, natuur en landschap. 

Het oostalternatief beslaat in totaal 110.000m2, waarvan 80.000 m2 moet worden aangekocht. 

Het westalternatief neemt 90.000m2 in beslag (60.000 m2 aankopen). 

In het geval dat de doodlopende sporen bij Vierpaardjes (de twee meest westelijk 

gelegen sporen) kunnen worden ingekort vallen de kosten van de kunstwerken iets 

lager uit: 

� oostalternatief: € 0,5 miljoen goedkoper; 

� westalternatief: € 3,7 miljoen goedkoper (als de hellingpercentages gelijk blijven 

en betonnen bak wordt ingekort). Als de betonnen bak even lang blijft, is de 

kosten besparing (iets) geringer. 


Sociale veiligheid 

Zowel in het oost- als het westalternatief is de sociale veiligheid goed. Dit wordt bereikt 

door het open karakter van de weg en de extra aandacht die besteed is bij de 

onderdoorgangen door deze zo open mogelijk, in de vorm van een ingraving, te 

realiseren. 

Wonen en werken 

Doortrekking van de Guliksebaan tot aan de Kaldenkerkerweg in Tegelen betekent: 

� Verslechtering van de woonsituatie aan de Broekveldweg (woonwagenlocatie); 

het handhaven van de woningen hier staat onder druk. 

� Amoveren van (een loods van) de dakpannenfabriek; 

� Nader onderzoek naar garagebedrijf op de hoek van Kaldenkerkerweg. 


- 52 - 23 januari 2009

Bij het oostalternatief verslechtert de woonsituatie aan de Onderste Molen; amoveren 

van vier panden aan de Onderste Molenweg en Ganzenstraat is onvermijdelijk. Bij het 

westalternatief blijft de situatie Onderste Molenweg – Ganzenstraat intact. 

Bij beide alternatieven dienen de bedrijfspanden in de hoek Guliksebaan – Vierpaardjes 

bij de spoorlijn te worden geamoveerd; bij het oostalternatief 3 à 4 panden, bij het 

westalternatief 3 panden. 

Woningen aan Vierpaardjes–noord moeten worden geamoveerd. Bij het oostalternatief 

zijn dit alle 18 woningen. Bij het westalternatief kunnen ca. 9 woningen worden 

behouden. 

In het westalternatief moet ook de woning op de hoek Hagerhofweg-Natteweg worden 

aangekocht. 

Faseringsmogelijkheden: weg en spoor 

Bij het oostalternatief dient de Guliksebaan in één keer te worden aangelegd. 

Het westalternatief is eventueel in 2 fasen realiseerbaar: 

� Realisatie Guliksebaan; 

� Ondertunneling Vierpaardjes. 

Fasering betekent wel dat de huidige gelijkvloerse spoorwegovergang Vierpaardjes (die 

vaak gesloten is) meer verkeer moet gaan verwerken, met filevorming als nadelig 

gevolg. 

Om de tunnels te realiseren is voor de bouwfase een faseringsplan nodig. Daarin dient 

te worden aangeven of het spoorwegbedrijf doorgang kan vinden. Daar is nu al, in deze 

ontwerpfase, rekening mee gehouden. Vooral voor de onderdoorgang Vierpaardjes is dit 

een belangrijk punt. De spoorwegkruisingen in beide alternatieven zijn zodanig opgezet 

dat het spoorwegbedrijf minimaal wordt beïnvloed. Dit is bij beide alternatieven goed te 

realiseren, mede doordat de nieuwe onderdoorgang Vierpaardjes buiten huidige 

gelijkvloerse spoorwegovergangen kan worden gerealiseerd. 

Tijdens de werkzaamheden van het westalternatief zou gekozen kunnen worden voor 

een tijdelijke spoorwegovergang Vierpaardjes ter vervanging van de huidige 

spoorwegovergang. Dat heeft dan grote kostenconsequenties, die veroorzaakt worden 

door de aanpassing van de beveiliging van de spoorlijnen, dat wordt versterkt door 

nabijgelegen station. Hier is niet van uit gegaan. 


- 53 - 23 januari 2009

8.7 Vergelijking alternatieven 

In onderstaande tabel zijn alle beoordelingen van beide varianten naast elkaar gezet. 

Tabel 8.3 Overall vergelijking oosten westalternatief 

Oostalternatief Westalternatief 

Verkeer 

Vervoerwaarde � 15000 -16000 

� 14000 

(mvt/etmaal) � effect op Tegelseweg: - 4.500. 

� effect op Tegelseweg: - 4.500. 

� geen sluipverkeer over Ulingsheide en Egypte � geen sluipverkeer over Ulingsheide en Egypte 

doorstroming goed goed 

bereikbaarheid � fietsdoorsteek Broekestraat afgesloten 

� Huidige ontsluiting Venlo-Zuid behouden 

perceel gebied � Onderste/Bovenste Molen alleen ontsloten via � Spoorkruising Onderste Molenweg blijft open 

Ganzenstraat 

� Vierpaardjes Noord aansluiten op Willem van 

Bommelstraat 

verkeersveiligheid onveiliger doordat tweerichtingenfietspad kruist 

rotondes bij Kaldenkerkerweg (Venlo) en rotonde 

bij Vierpaardjes “onderin” () 

Inrichting conform eisen Duurzaam Veilig 

spoorweg- spoorwegovergangen Ganzenstraat, Voerdijk, spoorwegovergangen Ganzenstraat, Voerdijk, 

veiligheid Egypte en Mauritsstraat blijven hetzelfde (stand Egypte en Mauritsstraat blijven hetzelfde (stand 

still) 

still) 

Civiel techniek Oostalternatief 

Westalternatief 

kabels en 

leidingen 

enkele transportleidingen moeten verlegd worden enkele transportleidingen moeten verlegd worden 

bouwhinder � Overgang Vierpaardjes is beperkte periode � Overgang Vierpaardjes is langere periode 

gesloten; 

gesloten: structurele omleidingroutes nodig; 

� ingraven tak Guliksebaan van de H-oplossing � voor reconstructie Guliksebaan normale 

Vierpaardjes veroorzaakt bouwhinder met 

omleidingroute 

bouwhinder 

explosieven kans op aanwezigheid explosieven kans op aanwezigheid explosieven 

Natuur en milieu Oostalternatief 


recreëren � bereikbaarheid Jammerdal blijft hetzelfde; � bereikbaarheid Jammerdal blijft hetzelfde; 

� invloed van wegverkeerslawaai 

� invloed van wegverkeerslawaai 

natuur en � verstoring doordat weg direct langs Jammerdal � beperkte verstoring; door bundeling weg en 

landschap 

loopt; wel deels compensatie door bundeling spoor en tunnel onder het spoor wordt de 

weg en spoor en tunnel onder spoor) 

� aantasting Molenbeekdal 

invloed beperkt . 

archeologie hoge archeologische verwachtingswaarde; hoge archeologische verwachtingswaarde 

monumenten ensemble Molenbeekdal wordt aangetast cultuurhistorische stadsbeeld van Molenbeekdal 

blijft behouden. 

bodemverstoring bij realisatie van tunnel wordt bodem geroerd bij realisatie van tunnel wordt bodem geroerd 

oppervlaktewater, � oppervlaktewaterbehandeling vraagt aandacht; � oppervlaktewaterbehandeling vraagt aandacht; 

watergang, beken 

� Wittebeek mogelijk iets omleggen 

Grondwaterstroom � waterstromen vanaf Steilrand naar Venlo-Zuid; � waterstromen vanaf Steilrand naar Venlo-Zuid; 

+ beheers � hoge grondwaterstand: vergt extra voor- 

� hoge grondwaterstand: vergt extra voorzieningen 

aan H-tunnel Vierpaardjes 

zieningen aan beide tunnels 


- 54 - 23 januari 2009

Wegverkeerslawaai 

� bij omgeving Mauritsstraat voor ca. 21 woningen 

hogere waarden of bronmaatregel. 

� te hoge geluidsbelasting woonwagenlocatie 

Broekveldweg; nadere afstemming 

� bij Onderste Molen voor circa 13 woningen 

hogere grenswaarde of bronmaatregel 

Kosten 

Oostalternatief 

Kosten excl. BTW, Totaal: € 64.100.000,bodemsanering, 

� kunstwerken € 45.500.000,explosieven,com- 

� wegen € 6.600.000,pensatiemaatregelen 

water/natuur 

� grond + onroerend goed € 12.000.000,- 

� bij omgeving Mauritsstraat voor ca. 21 woningen 

hogere waarden of bronmaatregel. 

� te hoge geluidsbelasting woonwagenlocatie 

Broekveldweg; nadere afstemming 


Totaal: € 57.050.000,- 

� kunstwerken € 42.700.000,- 

� wegen € 6.000.000,- 

� grond + onroerend goed € 8.350.000,- 

Overige aspecten Oostalternatief 


sociale veiligheid Grote ingraving; wel met open karakter wegtracé, goed vanwege open karakter wegtracé, ook bij 

ook bij onderdoorgangen 

onderdoorgangen 

wonen � woonsituatie Broekveldweg, Onderste en � woonsituatie Broekveldweg verslechtert; 

Bovenste Molenweg verslechtert; 

� 11-18 woningen amoveren 

� 23-30 woningen amoveren 

� woonsituatie Onderste en Bovenste Molenweg 

en Ganzenstraat blijft intact 

werken � fabriek(loods) tussen Kaldenkerkerweg en � fabriek(loods) tussen Kaldenkerkerweg en 

Nassaustraat amoveren 

Nassaustraat amoveren 

� 3 à 4 bedrijfspanden aan westzijde overgang � drie bedrijfspanden aan westzijde overgang 

Vierpaardjes amoveren 

Vierpaardjes amoveren 

� Garage hoek Kaldenkerkerweg Tegelen nader � Garage hoek Kaldenkerkerweg Tegelen nader 

onderzoeken 

onderzoeken 

fasering tracé Guliksebaan en H-tunnel Vierpaardjes moeten eventueel in 2 fasen realiseerbaar: 

tegelijkertijd aangelegd worden 

� doortrekking Guliksebaan 

� ondertunneling Vierpaardjes 

faseringsplan � goed, doordat tunnel Vierpaardjes buiten huidige goed, doordat tunnel Vierpaardjes buiten huidige 

spoor 

overgang wordt gerealiseerd; 

� gelijkvloerse spoorwegovergang Onderste 

Molenweg wordt opgeheven 

overgang wordt gerealiseerd 

ruimtebeslag � 110.000 m2 (80.000 m2 kopen) � 90.000 m2 (60.000 m2 kopen) 


- 55 - 23 januari 2009

BIJLAGE 1 

Kruispuntsberekeningen 


- 56 - 23 januari 2009

BIJLAGE 2 

NOTA STADSBEELD MOLENBEEKDAL 


- 57 - 23 januari 2009


- 58 - 23 januari 2009


- 59 - 23 januari 2009

BIJLAGE 3 

GELUIDONDERZOEK 

1. Aanleiding 

Vanwege de voorgenomen realisatie van de Guliksebaan tussen de Kaldenkerkerweg 

in Tegelen en de Kaldenkerkerweg in Venlo is met behulp van de eenvoudige 

Standaard Rekenmethode 1 (SRM1) voor wegverkeerslawaai de geluidscontouren 

berekend. Als rekenhoogte is uitgegaan van 5 meter, dit komt overeen met een 

geluidsgevoelige bouwlaag op de 2 e woonlaag (1 e verdieping). Met de berekende 

contourafstanden is aan de hand van het kaartmateriaal nagegaan waar er mogelijke 

knelpunten voor het geluid optreden en welke maatregelen er mogelijk zijn. 

In een later stadium, nadat er tracé- en andere keuzen zijn gemaakt, moet een 

uitgebreid akoestisch onderzoek vanwege de Wet geluihinder worden verricht, waarbij 

gebruikt moet worden gemaakt van de Standaard Rekenmethode 2. 

Allereerst wordt het relevante wettelijke kader van de Wet geluidhinder (Wgh) 

beschreven, vervolgens per variant de tracédelen benoemd als type geluidsbron en 

daarna de effecten beschreven en eventuele knelpunten benoemd. 

2. Wettelijk kader in hoofdlijn 

Aanpak Wgh bij wegreconstructie. 

Bij een wegreconstructie geldt het reconstructiecriterium van de Wgh. Bij een 

geluidtoename tot maximaal 1,5 dB, gerekend vanaf de voorkeursgrenswaarde van 48 

dB en zonder dat het wettelijk “plafond” wordt overschreden, is vervolg onderzoek niet 

meer nodig, daarboven wel. 

De maximale geluidtoename mag wettelijk (onder bepaalde voorwaarden) middels een 

hogere grenswaarde niet meer dan 5 dB bedragen, waarbij gelet moet worden op de 

wettelijke maximale ontheffingsmogelijkheid van 68 dB. Bij een reeds vastgestelde 

waarde op de woning moet de laagste van de heersende of vastgestelde waarde 

worden gebruikt als referentie (nb. Er zijn geen vastgestelde waarden bekend. 

Aanpak Wgh bij nieuwe weg 

Bij de aanleg van een nieuwe weg/wegvak moet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 

dB worden voldaan. Onder bepaalde voorwaarden is een hogere grenswaarde mogelijk 

tot 63 dB (binnenstedelijk gebied). 

Aftrek ex artikel 110g Wgh 

Op de berekende resultaten mag conform de Wgh bij een 50 km/u wegvak een aftrek 

worden toegepast van 5 dB. 

Beschrijving weg volgens de Wgh 

In de toekomstige situatie is hier sprake van een binnenstedelijk gelegen weg met 2 

rijstroken en een maximum snelheid van 50 km/u. Het aandachtsgebied voor de 

geluidsgevoelige bestemmingen bedraagt, de zogenoemde geluidzone bedraagt 200 

meter aan weerszijden van de weg. 

Bevoegd gezag 

Aangezien het een gemeentelijke weg betreft is de gemeente Venlo bevoegd gezag 

voor de eventuele akoestische procedure en hogere waarden. 


- 60 - 23 januari 2009

3. Relevante bronnen 

Voor de aanpak conform de wettelijke systematiek uit de Wet geluihinder is er sprake 

van een variant westelijke en oostelijke ligging, waarvan de tracédelen 1 t/m 3 zijn te 

beschrijven als de volgende geluidsbronnen: 

Variant westelijke ligging 

tracédeel 1 + 2 : nieuwe aanleg wegvakken 

tracédeel 3 : reconstructie wegvak 

Variant oostelijke ligging 

tracédeel 1 t/m 3A : nieuwe aanleg wegvakken 

tracédeel 3C : reconstructie wegvak 

4. Gehanteerde tekeningen 

Variant westelijke ligging: nr 1326-121 t/m 123 

Variant oostelijke ligging: nr 1326-110 t/m 113 

5. Gehanteerde brongegevens 

� Wettelijke snelheid 50 km/u. 

� Wegdek bestaande uit een toplaag van fijn asfalt (DAB). 

� In het verkeersmodel zijn de intensiteiten voor de planjaren 2004 (huidig) en 

2020 (toekomst) berekend. Vanwege de aanleg van de snelwegen A73 en A74 

in de directe omgeving is er een afname in 2020 ten opzichte van 2004. Gelet 

op de verschilplots is vooral de aanleg van de A74 van invloed op de afname. In 

deze verkennende memo is vooralsnog 2004 aangehouden. In het akoestisch 

onderzoek voor de realisatie van de Guliksebaan moet wel het planjaar voor 

uitvoering werkzaamheden worden gehanteerd. 

Tabel Verkeersintensiteiten 

Vanwege de gewenste invoernauwkeurigheid van het verkeer voor de 

geluidsberekening zijn nog de volgende aannamen gedaan: 

� Daguurpercentage als onderdeel van het etmaal: 6,7% 

� Avonduurpercentage als onderdeel van het etmaal: 3,3% 

� Nachtuurpercentage als onderdeel van het etmaal: 0,8% 

� Aandeel lichte motorvoertuigen 95%, middelzware mvt 4%, zware mvt 1% 

� Samenstelling verkeer over alle perioden gelijk. 


- 61 - 23 januari 2009

6. Variant westelijke ligging 

tracédeel 1 

Dit betreft een nieuwe weg aanleg ten oosten van het spoor. 

Algemeen: 

� Onderzoeksgebied: De geluidzone van 200 meter aan weerszijden van de weg, 

begrensd door de Kaldenkerkerweg en Rijksweg 73. 

� Geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidzone zijn woningen behorende 

bij de kern Tegelen, een woonwagenlocatie bij de Broekveldweg en een school. 

� Voorkeursgrenswaarde van 48 dB, maximale ontheffing 63 dB (woonwagens: 53 

dB op terreingrens). 

� Etmaalintensiteit is 9980 mvt. 

Tabel Indicatie contourafstanden 

Contour Meter uit as 

48 dB 55 m 

53 dB 25 m 

58 dB 10 m 

63 dB - 

Beschouwing contouren: 

� Het maximale plafond van 63 dB wordt nergens overschreden. 

� Ten westen van het spoor zal voor circa 19 woningen de voorkeursgrenswaarde 

van 48 dB worden overschreden met 1 tot 3 dB. Voor de school is de 

dagperiode maatgevend, hierdoor zal naar verwachting worden voldaan aan de 

48 dB. 

� Ten oosten van het spoor zal op de terreingrens van het woonwagenlocatie 

wordt de 53 dB overschreden (feitelijk ligt de nieuwe weg op de grens). Een 

schermmaatregel van circa 2,5 meter hoog zal noodzakelijk zijn om te voldoen 

aan de 53 dB. Tevens zal op circa 2 woningen de 48 dB worden overschreden 

met 1 en 4 dB. 

� Met het treffen van een bronmaatregel van bijvoorbeeld dunne deklagen 2 

(effect circa 4,5 dB) kan de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 

dB teniet worden gedaan. Het aanbrengen van een scherm zal in deze 

binnenstedelijke situatie niet gewenst zijn, daarnaast kunnen reflecties optreden 

met het spoor. 

Conclusie: 

� Voor circa 21 woningen moet een afweging worden gedaan voor hogere 

waarden of het treffen van een bronmaatregel. 

� De woonwagenlocatie bij de Broekveldweg vergt nader afstemming vanwege de 

wegaanleg en de te hoge geluidsbelasting. 

Aandachtspunten: 

� Vanwege de aanwezigheid van Rijksweg 73 en het hoofdspoor Venlo – 

Roermond is het gewenst om met bevoegd gezag na te gaan of hogere waarden 

in deze situatie nog mogelijk zijn (gemeentelijk ontheffingsbeleid voor hogere 

grenswaarden in relatie tot de cumulatie geluid). 

� De aansluiting op Haandertstraat richting De Drink zal een forse toename van 

het aantal motorvoertuigen geven. Bij het definitieve onderzoek zal gelet op 


- 62 - 23 januari 2009

artikel 99.2 Wgh ook aandacht moeten worden gegeven aan de effecten op de 

geluidsbelasting. 

� De doortrekking van de Bernhardstraat op de nieuwe weg heeft mogelijk alleen 

gevolgen voor de woonwagenlocatie. Formeel liggen er wel enkele woningen 

binnen de geluidzone. 

tracédeel 2 

Dit betreft een nieuwe weg aanleg ten oosten van het spoor. 

Algemeen: 


begrensd door Rijksweg 73 en de Hagerhofweg. 

� Geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidzone zijn solitaire 

(bedrijfs)woningen (Natteweg). 

� Voorkeursgrenswaarde van 48 dB, maximale ontheffing 63 dB. 

� Etmaalintensiteit is 9870 mvt. 

Tabel Indicatie contourafstanden 


48 dB 55 m 

53 dB 25 m 

58 dB 10 m 

63 dB - 

Beschouwing contouren: 

� Het maximale plafond van 63 dB wordt nergens overschreden. 

� Alle woningen liggen buiten de 48 dB contour 

Conclusie: 

Er zijn hier geen belemmeringen of knelpunten vanuit geluid. 

tracédeel 3 

Dit betreft een reconstructie van de bestaande Guliksebaan. 

Algemeen: 


begrensd door de Hagerhofweg en Kaldenkerkerweg. 

� Geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidzone zijn woningen vallend 

onder Venlo. 

� Toetsen aan het reconstructiecriterium van de Wgh:

wegdektype en afstand tot de woning ongewijzigd blijft). Dit betekent dat er niet 

sprake is van reconstructie conform de Wgh (effect 1,5 dB of hoger). Hiermee 

vervalt de eis voor bron- en/of schermmaatregelen en vervolgprocedures geluid. 

Gelet op de ligging van de contouren, wordt het maximale plafond van 68 dB uit de 

Wgh niet overschreden. Ten westen van de weg bedraagt de gevelbelasting circa 

52 dB en ten oosten circa 50 dB. 

Tabel Indicatie contourafstanden tracédeel 3A 


48 dB 67 m 

53 dB 30 m 

58 dB 12 m 

63 dB - 

Conclusie: 


� Gedeelte rotonde – Kaldenkerkerweg (deel 3C) 

Het reconstructie effect levert een geluidtoename op van circa 0,4 dB. Dit betekent 

dat er niet sprake is van reconstructie conform de Wgh (effect 1,5 dB of hoger). 

Hiermee vervalt de eis voor bron- en/of schermmaatregelen en vervolgprocedures 

geluid. 

De contouren zijn door beperkingen van de gehanteerde SRM1 methode berekend 

zonder rekening te houden met de ingraving van de weg ter hoogte van de 

spoorkruising. De ingegraven weg levert lagere geluidsbelastingen op. Ten westen 

van de weg zit de gevelbelasting niet boven de 48 dB voorkeursgrenswaarde. Ten 

oosten van de weg zitten circa 10 woningen aan Vierpaardjes direct naast het tracé 

en de overige woningen daar moeten worden gesloopt. Gelet op de ligging van de 

contouren, wordt het maximale plafond van 68 dB uit de Wgh niet overschreden. 

Aangezien de weg bij de resterende woningen aan Vierpaardjes afbuigt zal hier 

geen knelpunt geluid optreden. 

Tabel Indicatie contourafstanden tracédeel 3C 


48 dB 72 m 

53 dB 32 m 

58 dB 13 m 

63 dB - 

Conclusie: 



- 64 - 23 januari 2009

7. Variant Oostelijke ligging 

tracédeel 1 en 2 

De tracédelen 1 en 2 komen overeen met het westelijke alternatief en ook de 

verkeersgegevens komen nagenoeg overeen. Dit is de reden dat verwezen wordt naar 

de beschrijving onder het westelijke alternatief. 

tracédeel 3 

Dit betreft een nieuwe weg aanleg ten oosten van het spoor (deel A), waarbij deze ter 

hoogte van de spoorwegovergang Vierpaardjes wordt aangesloten op de te 

reconstrueren bestaande weg (deel C). De bestaande Guliksebaan tussen de 

Hagerhofweg en Olivijn blijft ongewijzigd, alleen worden daar vrij liggende fietspaden 

aangebracht. De Amnesty Internationalstraat wordt tezamen met spoorwegovergang 

gewijzigd, waarbij beide verdiept worden gereconstrueerd. Aangezien het verkeer hier 

afneemt en de weg wordt verdiept is er in dit onderzoeksstadium geen nader onderzoek 

aan verricht. 

Algemeen: 


begrensd door de Hagerhofweg en Kaldenkerkerweg. 

� Geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidzone zijn woningen vallend 

onder Venlo. 

� Deel A: Voorkeursgrenswaarde van 48 dB, maximale ontheffing 63 dB. 

� Deel C: Toetsen aan het reconstructiecriterium van de Wgh:

Conclusie deel 3A: 

� Voor circa 13 woningen moet een afweging worden gedaan voor hogere 

waarden of het treffen van een bronmaatregel. 

Aandachtspunt deel 3A: 

� Ten oosten van het spoor ligt ter plaatse van de Onderste Molenweg een 

camping. Hoewel dit geen formele geluidsgevoelige bestemming is, moet bij het 

uitgebreide onderzoek voor het bestemmingsplan worden aangetoond dat de 

milieukwaliteit hier voldoet. 

Reconstructie bestaande weg ten oosten van het spoor (deel 3C) 

Het reconstructie effect 2004 - 2020 levert een geluidtoename op van circa 0,9 dB. Dit 

betekent dat er niet sprake is van reconstructie conform de Wgh (effect 1,5 dB of hoger). 

Hiermee vervalt de eis voor bron- of schermmaatregelen en vervolgprocedures geluid. 

Tabel Indicatie contourafstanden tracédeel 3C (2020) 


48 dB 80 m 

53 dB 35 m 

58 dB 15 m 

63 dB - 

De contouren zijn door beperkingen van de gehanteerde SRM1 methode berekend 

zonder rekening te houden met de ingraving van de weg om aan te sluiten op de 

spoorkruising. De ingegraven weg levert lagere geluidsbelastingen op. Ten westen van 

de weg zitten er geen woningen binnen de 48 dB voorkeursgrenswaarde contour. Circa 

18 woningen aan Vierpaardjes moeten worden gesloopt, aangezien die onder het 

wegtracé komen. Ten oosten van de weg in de Hertogenwijk liggen circa 90 woningen 

binnen de 48 dB voorkeursgrenswaarde contour, de hoogste geluidsbelasting bedraagt 

53 dB. Gelet op de ligging van de contouren, wordt het maximale plafond van 68 dB uit 

de Wgh niet overschreden. 

Conclusie: 



- 66 - 23 januari 2009

Variantenstudie Guliksebaan Def eindrapport v3 ... - Gemeente Venlo

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?