29.01.2013 Views

nummer 3 herfst 2006 - Erfgoed Utrecht

nummer 3 herfst 2006 - Erfgoed Utrecht

nummer 3 herfst 2006 - Erfgoed Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


i n h o u d<br />

8 De<br />

16<br />

Feest! Viering bevrijding <strong>Utrecht</strong><br />

30 f<br />

colofon<br />

28<br />

Heemschut aktief<br />

4<br />

Feesten in <strong>Utrecht</strong><br />

boer op: agrotoerisme<br />

Witte vlekkenplan<br />

20<br />

Doorn als toeristische trekpleister<br />

Gemeente <strong>Utrecht</strong><br />

32 4<br />

12<br />

In de webpeiling...<br />

Geloof en Bijgeloof<br />

nieuwe boeken<br />

15<br />

24<br />

gm kwadraat is een uitgave van <strong>Erfgoed</strong>huis <strong>Utrecht</strong>, Het <strong>Utrecht</strong>s Archief, de Provinciale Commissie <strong>Utrecht</strong> van de Bond Heemschut en de sec-<br />

ties Cultuurhistorie en Monumenten van de gemeente <strong>Utrecht</strong> en verschijnt 4x per jaar. Het <strong>Utrecht</strong>s Archief Contactpersoon: Nettie Stoppelenburg,<br />

Alexander Numankade 199-201, 3572 KW <strong>Utrecht</strong>, tel. 030-2866611 Provinciale Commissie <strong>Utrecht</strong> Bond Heemschut Contactpersoon: Hein<br />

Kuiper, Mijzijde 49, 3471 GP Kamerik, tel. 0348-401435 Secties Cultuurhistorie en Monumenten van de gemeente <strong>Utrecht</strong> Contactpersoon:<br />

René de Kam, Cultuurhistorie gemeente <strong>Utrecht</strong>, Zwaansteeg 11, 3511 VG <strong>Utrecht</strong>, tel. 030-2863990 Redactie Edwin Maes, Fred Vogelzang en<br />

Jacquelien Vroemen Redactie-adres Herenstraat 28, 3512 KD <strong>Utrecht</strong> Telefoon 030-2343880 Fax 030-2328624 E-mail fsce@erfgoed-utrecht.nl<br />

Internet www.erfgoed-utrecht.nl Grafisch ontwerp Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Druk RotoSmeets GrafiServices ISSN 1571-442X<br />

o t o o m s l a g : H a r d d r a v e r i j o p d e M a l i e b a a n 1 8 8 9 , a q u a r e l v a n W i l l e m d e Fa m a r s Te s t a s


Hoezo feest, zult u zeggen. Een zomer vol warmte en prachtig weer, vakantie en vrije<br />

tijd, en nu weer aan het werk en bezig met serieuze zaken, en dan feest? Tja, het<br />

thema van Open Monumentendag <strong>2006</strong> is feest en als altijd is het najaars<strong>nummer</strong> van<br />

Gmkwadraat daarmee verbonden. En laten we wel wezen, voor we het weten is het<br />

december, een feestmaand bij uitstek. G M 2 besteedt dit keer veel aandacht aan feest<br />

en feestelijke zaken, en als doekje voor het bloeden (om de band met de zomer nog<br />

niet los te laten) is er ook een artikel opgenomen over recreatie in het verleden (Doorn<br />

rond 1900) en een over recreatie in de toekomst (agrotoerisme). Nederland is nog niet<br />

zoals veel landen hoofdzakelijk economisch afhankelijk van de toerist, maar recreatie<br />

en toerisme zijn belangrijke inkomstenbronnen. En op het leeglopende platteland wordt<br />

druk gezocht naar alternatieve bestemmingen van boerenbedrijven. Dat laat al zien dat<br />

het niet alleen over feest gaat in dit <strong>nummer</strong>. Een nieuw onderzoeksprogramma voor de<br />

lokale geschiedenis gaat van start en daarnaast zijn er natuurlijk de vaste bijdragen<br />

van Het <strong>Utrecht</strong>s Archief, de afdeling monumenten van de gemeente <strong>Utrecht</strong> en de Bond<br />

Heemschut. Zoals altijd wensen we u veel leesplezier. En denk aan onze poll, de brug<br />

tussen G M 2 en de erfgoedportal www.erfgoed-utrecht.nl De redactie


A r e n d P i e t e r s m a<br />

Feest<br />

in <strong>Utrecht</strong><br />

Tegenwoordig is feesten een vorm van vrijetijdsbeste-<br />

ding, waarvoor iemand bewust kiest. Vrije tijd is een<br />

relatief recent fenomeen. Pas bij de opmars van de<br />

industriële productie in de negentiende eeuw kwam er<br />

een duidelijke scheiding tussen de werktijd en de tijd<br />

daarna, de ‘vrije tijd’. In een agrarische maatschappij<br />

liepen werk en vrije tijd echter organisch in elkaar over.<br />

Gevolg was dat van ‘echte’ vrije tijd geen sprake was:<br />

er was tenslotte altijd wel wat te doen. Dit gemis werd<br />

gecompenseerd door de vele kerkelijke feestdagen,<br />

waarop niet gewerkt mocht worden maar die gevuld<br />

waren met kermis, kerkbezoek, optochten en andere<br />

sociale gebeurtenissen. Van commerciële manipulatie<br />

en sociale segregatie was toen nog geen sprake.<br />

Zedelijke uitwassen<br />

Al vanaf de Middeleeuwen probeerden stads- en<br />

dorpsbesturen het straatleven aan banden te leggen.<br />

Het ging hier om zaken als ‘mommerijen’ (over straat<br />

lopen met maskers), ganstrekken, klootschieten, dan-<br />

sen, kaatsen, dobbelen, jongspelen, hanengevechten<br />

en het optreden van goochelaars, koorddansers en<br />

acrobaten. In de zeventiende en achttiende eeuw was<br />

het daarnaast de Nederduits-gereformeerde kerk die<br />

zich zorgen maakte over de zedelijke uitwassen waar-<br />

toe dit soort feestelijkheden konden leiden. In de<br />

negentiende eeuw liet de gegoede burgerij een verge-<br />

lijkbaar geluid horen. Via wat later wel een discipline-<br />

ringsoffensief wordt genoemd, moest het volk in aan-<br />

raking gebracht worden met de ‘hogere’ cultuur.<br />

Ruwe volksvermaken moesten worden vervangen door<br />

volkszang, gymnastiek, beschaafd toneel, volksvoor-<br />

lezingen en museumbezoek. De kermis was toen de<br />

voornaamste steen des aanstoots. Gemeenteraden<br />

werden bestookt met rekesten om een verbod op de<br />

kermis uit te vaardigen. Tot groot verdriet van vooral<br />

de jeugd legde de kermis in veel plaatsen het loodje.<br />

Z u s t e r s A u g u s t i n e s s e n i n e e n b o t s a u t o o p d e k e r m i s o p d e<br />

M a l i e b a a n i n U t r e c h t , 1 9 8 8 . D e z u s t e r s v o r m d e n h e t k o o r b i j<br />

d e v i e r i n g v a n d e H . m i s o p d e k e r m i s . Fo t o : J a n L a n k v e l d .<br />

4 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


en <strong>Utrecht</strong><br />

heeft geen echte feestcultuur, zoals die in Friesland<br />

bestaat rond sportieve evenementen als keatsen en skûtsjesilen<br />

of rond rooms-katholieke tradities als carnaval en heiligen-<br />

dagen in Brabant en Limburg. Behalve misschien hier en daar<br />

op lokaal niveau. Het ontbreken van een provinciaal en zelfs<br />

regionaal gevoel is hiervoor in belangrijke mate verantwoorde-<br />

lijk. Maar dat betekent gelukkig niet, dat er in het verleden en<br />

heden in onze provincie geen feest gevierd is.<br />

H a r d d r a v e r i j o p d e M a l i e b a a n , 1 8 8 9 . A q u a r e l : W i l l e m d e Fa m a r s Te s t a s .<br />

O p v o e r i n g v a n d e C a m e r a O b s c u r a i n h e t<br />

v o o r m a l i g e w o o n h u i s v a n N i c o l a a s B e e t s<br />

a a n d e B o o t h s t r a a t i n U t r e c h t , 1 9 1 . H i e r<br />

z i e n w e K e e s j e , h e t d i a k e n h u i s m a n n e t j e .<br />

Kermis<br />

De eerste kermissen (een verbastering van het woord<br />

kerk-mis) ontstonden in de elfde eeuw rond de jaar-<br />

lijkse viering van de inwijding van een kerkgebouw.<br />

Bij de <strong>Utrecht</strong>se Domkerk was dit aanvankelijk het<br />

geval op 26 juni en na 1345 op 22 juli (St. Magdalena).<br />

Op die dag werden de relieken rondgedragen en at,<br />

dronk en danste het volk op straat. Geen wonder dat<br />

bij deze gelegenheid ook een markt werd gehouden<br />

met de ‘vertooninge van veel zotternyen’. Na de Reformatie<br />

ontwikkelde de combinatie jaarmarkt en kermis<br />

zich tot het voornaamste volksfeest en zou dat tot in<br />

de twintigste eeuw blijven. Op de Hoveniersmaandag<br />

en de Boerenzaterdag was de kermis het domein van<br />

de buitenlui. De kermis trok van heinde en verre<br />

belangstelling. Er waren honderden kramen en tenten<br />

met voor elk wat wils. Luxe goederen als zijde, chintz,<br />

katoen, porselein en parfum; versnaperingen als<br />

poffertjes en wafels; spelen en spelletjes als dobbelen,<br />

ringsteken, katknuppelen, schieten en koekhappen;<br />

vermakelijkheden als goochelaars, koorddansers,


potsenmakers, lachspiegels, doolhoven, reuzen,<br />

dwergen, beren, slangenbezweerders, moorduitleg-<br />

gers, dikke dames en waarzegsters. Op het Vreden-<br />

burg kregen de grotere attracties hun plaats, zoals<br />

panorama’s, stuntende ruiters, toneeluitvoeringen,<br />

draaimolens, vlooientheaters, luchtschommels en<br />

wassen beelden. In de negentiende eeuw nam het<br />

vermaak relatief een steeds grotere plaats in en<br />

groeide de kermis uit tot een reizend pretpark met<br />

steeds nieuwe attracties. Ook kon men hier kennis-<br />

maken met nieuwe uitvindingen, zoals de fotografie,<br />

de vélocipède, het elektrisch licht en de film.<br />

Plaatselijke feesten<br />

Sommige feestdagen zoals Sinterklaas groeiden in<br />

de loop van de negentiende eeuw uit tot geaccepteerde<br />

officiële plaatselijke feesten. Andere zoals het Palm-<br />

pasenfeest verdwenen op de meeste plaatsen. Niet<br />

echter in Veenendaal, waar het een echt kinderfeest<br />

was met palmpasenstokken vol lekkernijen of – voor<br />

de arme kinderen – een stokje met een stuk roggebrood.<br />

Ook wordt in Veenendaal op 17 september<br />

‘Lammelietjesavond’ (Lampegietersavond) gevierd.<br />

Op die avond werden de lampen in de textielwerkplaatsen<br />

versierd en werd het personeel getrakteerd.<br />

Het feest van St. Maarten, de schutspatroon van stad<br />

en gewest, op 11 november was niet alleen een kerkelijke<br />

feestdag, maar ook een feestdag voor het volk,<br />

een soort carnaval voorafgaande aan de aanvankelijk<br />

zes adventszondagen. Er werd brood uitgedeeld en<br />

evenals op Nieuwjaarsdag en Driekoningen mochten<br />

de bedelaars langs de huizen trekken. Kinderen verzamelden<br />

materiaal voor een feestvuur en maakten lampions<br />

van bieten. Daarmee gingen ze langs de huizen<br />

en zongen ze liedjes in ruil voor een versnapering.<br />

Eeuwenlang werd in de stad <strong>Utrecht</strong> met processies,<br />

maaltijden en drinkgelagen Ponsen en Nieten gevierd,<br />

de feestdagen van de translatie van de relieken van de<br />

heiligen Pontiaan en Agnes vanuit Milaan naar<br />

<strong>Utrecht</strong>. Na de Reformatie bleef de gewoonte bestaan<br />

om op deze dagen aan vrienden (14 januari) en vriendinnen<br />

(21 januari) geschenken te geven. Langer in<br />

zwang bleef de viering van Koppermaandag, de maandag<br />

na Driekoningen, waarop de typografen hun patroon<br />

en de vaste klanten van hun drukkerij de nieuwe jaarkalender<br />

en een op bijzondere wijze gedrukte heilwens<br />

aanboden en verder de hele dag in zalig nietsdoen<br />

doorbrachten.<br />

Festiviteiten waren er ook ter gelegenheid van vorstelijke<br />

bezoeken, zoals die van Karel V en Philips II, de<br />

stadhouders Willem IV en V, en keizer Napoleon aan<br />

D e z u s j e s K o e t s i e r a c h t e r o p d e m o t o r v a n e e n C a n a d e s e<br />

m i l i t a i r b i j d e b e v r i j d i n g v a n U t r e c h t o p 7 m e i 1 9 4 .<br />

Fo t o : F r. Va n d e r We r f .<br />

G y m n a s t i e k v e r e n i g i n g . Te r g e l e g e n h e i d v a n d e v e r j a a r d a g v a n<br />

p r i n s e s W i l h e l m i n a w e r d o p 3 1 a u g u s t u s 1 8 8 6 e e n g y m n a s t i e k -<br />

e n v o l k s f e e s t g e h o u d e n i n Z e i s t .<br />

de stad <strong>Utrecht</strong>. De <strong>Utrecht</strong>ers konden zich vergapen<br />

aan vuurwerk, triomfbogen en andere, dikwijls geïllumineerde<br />

versieringen. In 1540 was een standbeeld te<br />

zien van Mercurius, beschilderd door niemand minder<br />

dan Jan van Scorel en voorzien van een mechaniek dat<br />

de menselijke beweging kon nadoen. Van een bijzondere<br />

feestcultuur was sprake bij onderhandelingen<br />

over de vrede van <strong>Utrecht</strong> (1713), in de patriottentijd<br />

en bij de intocht van de Franse troepen in 1795. Met<br />

name bij die laatste gelegenheden verrezen tal van<br />

allegorische bouwsels (tempels, triomfpoorten, erebogen,<br />

zuilen, wapenschilden) en werden er optochten<br />

en bijeenkomsten gehouden. Deze feestarchitectuur<br />

was zeer vergankelijk. Bijna alles was van hout<br />

gemaakt en werd na afloop afgebroken.<br />

Nationale feesten<br />

Aan het einde van de negentiende eeuw kregen de<br />

nationale feesten, zoals de viering van koninklijke<br />

6 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


V i e r i n g 2 - j a r i g r e g e r i n g s j u b i l e u m k o n i n g i n W i l h e l m i n a i n d e L a n g e<br />

S m e e s t r a a t o p 3 1 a u g u s t u s 1 9 2 3 . Fo t o d o o r C . J . L . Ve r m e u l e n .<br />

inhuldigingen, verjaardagen, bezoeken en jubilea,<br />

de oprichting van monumenten ter herinnering aan<br />

hoogtijdagen uit het verleden een massaler karakter<br />

en dienden ze ook ter opvoeding en beschaving van<br />

het volk. Hoogtepunten waren de inhuldiging van<br />

koningin Wilhelmina in 1898 en de viering van 100<br />

jaar herwonnen onafhankelijkheid in 1813. Volkszang,<br />

schooloptochten en keurig gereglementeerde volksspelen<br />

waren vaste onderdelen van het programma.<br />

In die tijd werden ook de eerste Oranjeverenigingen<br />

opgericht met als belangrijkste taak de organisatie van<br />

koninginnedag. In <strong>Utrecht</strong> werden de Oranjefeesten<br />

naar de kroon gestoken door de zogenoemde studentenmaskerades<br />

ter gelegenheid van de viering van het<br />

lustrum van de universiteit: groots opgezette historische<br />

optochten met tal van festiviteiten voor de burgerij.<br />

In 1906 was het thema de intocht van Germanicus in<br />

Rome, waarvoor op de plaats van de latere Munt zelfs<br />

het Circus Maximus werd nagebouwd.<br />

Muziek<br />

Bij deze feestelijkheden was een muziekcorps onmisbaar.<br />

Deze schoten vanaf de tweede helft van<br />

de negentiende eeuw overal wortel, een vorm van<br />

beschaafde muziekbeoefening door het volk die kon<br />

rekenen op financiële steun van de elite. Helemaal<br />

mooi was het wanneer zo’n corps kon musiceren in<br />

een vaste muziektent, waarvan er nog vele in de<br />

provincie staan. De eens zo populaire straatzangers,<br />

draaiorgels en accordeonisten raakten uit de mode.<br />

De meeste draaiorgels zijn gesloopt of aan het buiten-<br />

land verkocht. Gelukkig zijn er nog een paar schitte-<br />

rende voorbeelden te bewonderen in Museum van<br />

Speelklok tot Pierement.<br />

De hogere klassen<br />

Naast deze publieke feesten waren er vanaf de negen-<br />

tiende eeuw ook feesten die men vierde in eigen kring.<br />

Voor de hogere klassen waren er de heren- en burger-<br />

sociëteiten, zoals Amicita in Amersfoort en De Vriend-<br />

schap in IJsselstein. Hier werd muziek gemaakt en<br />

werden variétévoorstellingen gegeven en kluchten<br />

gespeeld. Na afloop was het bal. Andere volksklassen<br />

konden hiervoor terecht in koffiehuizen met een<br />

ambitieuze uitbater. In het midden van de vorige eeuw<br />

werd de grote tuin van een koffiehuis aan de Wittevrouwensingel<br />

als park met wandelwegen opengesteld<br />

voor het publiek. Dit werd de vermaarde uitspanning<br />

Tivoli. Aan de noordzijde kwam een grote concertzaal<br />

aan de Kruisstraat, die dienst heeft gedaan tot 1955.<br />

Een geliefkoosd feestelijk uitje voor het hele gezin was<br />

een bezoek aan een uitspanning buiten de stad, zoals<br />

in <strong>Utrecht</strong> die bij het poortje van Chartreuse aan de<br />

Vecht, Zeldzaam aan de Amsterdamsestraatweg,<br />

Buitenlust aan de Maliebaan en De Hommel aan<br />

de Leidse Rijn.<br />

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden buurtverenigingen,<br />

die een scala aan feestelijke activiteiten<br />

organiseerden, zoals een dagje uit voor bejaarden<br />

en kinderen, straatoptochten en spelletjes. Onmisbaar<br />

voor feesten en partijen bleef gedurende al deze<br />

eeuwen echter de kroeg, waar mensen ongeorganiseerd<br />

en ongesubsidieerd jool hebben kunnen maken.<br />

Sommige oude café’s en herbergen hebben nog hun<br />

oorspronkelijk interieur bewaard. Ook in die zin zijn<br />

het monumenten. •<br />

Grotendeels ontleend aan: Mieke Breij e.a., ‘Na gedane arbeid.’<br />

Gids voor de geschiedenis van cultuurbeoefening en vrijetijdsbesteding<br />

in de provincie <strong>Utrecht</strong> (<strong>Utrecht</strong> 2005). Trajecten door<br />

<strong>Utrecht</strong> 10.<br />

7


D o r i e n W i j s t m a<br />

Een B&B op het boerenerf, een winkeltje in de stal of toch maar die golfbaan<br />

op het land achter de boerderij? Om het hoofd boven water te houden zal<br />

bij menig boer wel eens de gedachte zijn opgekomen om neveninkomsten te<br />

genereren. Maar hoe verleid je de toerist naar het platteland en wat komt er<br />

zoal bij kijken wanneer je als boer je activiteiten wilt verbreden?<br />

Flitssymposium Agrotoerisme: toeristen op het platteland<br />

De boer<br />

8 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


www.loketplattelandstoerisme.nl<br />

Op deze site kunnen startende en bestaande plattelandson-<br />

dernemers of (gemeente-) ambtenaren informatie vinden op<br />

het gebied van plattelandstoerisme in de provincie <strong>Utrecht</strong>.<br />

www.loketplattelandtoerisme.nl is een initiatief van de provincie<br />

<strong>Utrecht</strong> in samenwerking met Agrarische Natuurverenigingen<br />

en Plattelandtoeristische Ondernemersverenigingen. Met dit<br />

loket wil de provincie het toeristisch ondernemen op het platteland<br />

bevorderen en professionaliseren.<br />

op<br />

Op 17 juni kreeg opnieuw een boerderij in het<br />

<strong>Utrecht</strong>se de onderscheiding ‘Boerderij van het Jaar’.<br />

De winnende boerderij Willeskop werd op deze feestelijke<br />

dag – ook letterlijk – in het zonnetje gezet.<br />

De Boerderijenstichting <strong>Utrecht</strong>, die het predikaat<br />

verleent, had besloten de dag een actueel thema mee<br />

te geven: agrotoerisme. In de vorm van een flitssymposium<br />

kwamen verschillende aspecten van dit thema<br />

aan bod. Agrotoerisme, of plattelandstoerisme is een<br />

ontwikkeling waarmee de provincie <strong>Utrecht</strong> de komende<br />

jaren te maken krijgt. Immers, elke dag stoppen in<br />

Nederland zo’n 8 tot 10 boeren en het arbeidsinkomen<br />

in de agrarische sector loopt terug. Er moet dan ook<br />

gezocht worden naar nieuwe economische dragers<br />

om het behoud van de monumentale boerderijen te<br />

waarborgen. Maar we willen geen pretparken van<br />

onze groene gebieden maken, dus kleinschaligheid,<br />

kwaliteit maar ook rentabiliteit is geboden. En hier<br />

liggen dan ook kansen voor de boer en zijn boerderij,<br />

want het landelijk gebied is in trek. Massaal zoekt de<br />

Nederlander naar de rust, ruimte en natuur van het<br />

platteland. Er wordt volop gefietst, gewandeld en<br />

gekanood door het mooie groen dat de provincie<br />

<strong>Utrecht</strong> te bieden heeft.<br />

Beleidsnota<br />

Met de vraag ‘Hoe ver gaan wij om het platteland<br />

aantrekkelijk te maken?’ opende de heer Jan van<br />

Bergen, gedeputeerde van de provincie <strong>Utrecht</strong>, het<br />

symposium. Hij verwees daarbij naar de uitnodiging<br />

voor het symposium waarvoor een foto gebruikt is<br />

van bontgekleurde schapen die grazen in een groene<br />

wei. In de ontwikkeling van het groene buitengebied is<br />

uiteraard een rol voor de provincie weggelegd, die in<br />

9


haar beleidsnota Platteland in ontwikkeling aandacht<br />

voor boerderijen en plattelandstoerisme heeft. De<br />

druk van de stad op het platteland en globalisering<br />

van de landbouw dwingt de landbouwsector tot (duur-<br />

zame) aanpassingen. Deze sector moet volgens de<br />

provincie dan ook streven naar kwaliteitsproducten<br />

met een hogere toegevoegde waarde. Daarnaast is het<br />

belangrijk dat hij nieuwe inkomstenbronnen genereert<br />

door verbreding van de landbouw. Een voorbeeld hier-<br />

van is agrotoerisme.<br />

‘Hoe ver gaan wij om het<br />

platteland aantrekkelijk te maken?’<br />

Zo geeft de provincie het plattelandstoerisme een<br />

injectie door een breed draagvlak te creëren en een<br />

website www.loketplattelandstoerisme.nl (zie kader) te<br />

openen. Er is ook het actieplan Gastvrij onthaal op het<br />

platteland waarmee de provincie het plattelandstoeris-<br />

me wil bevorderen. Daarnaast ondersteunt zij allerlei<br />

initiatieven rondom dit erfgoed, zoals de Klompenpaden<br />

en het twaalftal hooiberghutten waarin toeristen<br />

kunnen overnachten.<br />

Maar nu?<br />

Uiteraard zijn deze beleidsnota’s, visies en plannen<br />

van de provincie mooi, belangrijk en zelfs noodzakelijk,<br />

maar voor een boer of ondernemer werkt de<br />

praktijk vaak anders. Bestuurslid van het LTO, de heer<br />

Van Winden en mevrouw Kok van ‘Terecht anders’ zijn<br />

van mening dat de initiatieven vaak spaak lopen op<br />

gemeentelijk niveau. Van Winden, zelf wonend in een<br />

monumentale boerderij, schetst het beeld van de<br />

ambtelijke bureaucratie waardoor gemeenten aanvragen<br />

voor vergunningen eindeloos ‘laten liggen’.<br />

Hoe kun je een boerenbedrijf goed runnen als een<br />

aanvraag om een koeienschuur te verbouwen tot<br />

plek voor hooitractoren – nodig om de koeien van<br />

voedsel te voorzien – na jaren nog niet is goedgekeurd?<br />

Zijn boodschap is kort en duidelijk: gemeentes<br />

moeten durven creatief om te gaan met regels,<br />

want ook voor een boer vergt het anno <strong>2006</strong> veel<br />

creativiteit zijn hoofd boven water te houden.<br />

Ook mevrouw Kok komt in haar werk als adviseur<br />

plattelandsontwikkeling regelmatig in aanraking met<br />

de trage procedures binnen gemeentes. Naar haar<br />

mening moeten boeren of ondernemers met plannen<br />

op gemeentelijk niveau een hele lange adem en doorzettingsvermogen<br />

hebben. Het probleem is dat de<br />

provincie wel beleidsplannen voor uitbreiden en<br />

verbreden van het boerenbedrijf ontwikkelt maar ver-<br />

volgens de gemeentelijke bestemmingsplannen niet<br />

aanpast. En de ondernemende boer komt niet bij de<br />

provincie maar juist bij de gemeente terecht. Volgens<br />

mevrouw Kok moet de provincie er dan ook voor zor-<br />

gen dat gemeentelijke ambtenaren zo geschoold zijn<br />

dat zij, ondanks het ongewijzigde bestemmingsplan,<br />

samen met de ondernemer creatief naar zijn plannen<br />

kunnen kijken.<br />

Samenwerking<br />

Daarnaast wijst mevrouw Kok op het belang van<br />

onderlinge samenwerking. Eén enkel schattig boeren-<br />

winkeltje zal de toerist uit de stad niet het platteland<br />

op trekken, maar een samenhang van een museum,<br />

boerenlogies, wandelroutes en theetuin nodigt wel uit<br />

tot een bezoek. Een voorbeeld hiervan is het Kromme<br />

Rijngebied. Hier worden toeristen gelokt omdat er<br />

door samenwerking een aantrekkelijk aanbod ligt.<br />

Daarbij is ook de VVV heel actief betrokken. Onder<br />

het motto ‘voor iedereen iets’ en met uitstekende<br />

marketing weet de VVV groepen en bedrijfsuitjes van<br />

maatwerk te voorzien.<br />

Het is bovendien belangrijk dat er goed wordt gekeken<br />

naar wat de bewoners en ondernemers zelf willen.<br />

Mevrouw Kok noemt hier het ‘bottom-up’-principe.<br />

Het zijn tenslotte de ondernemers die het moeten<br />

doen. Naar aanleiding van een enquête in de Kromme<br />

Rijn – respons 35% – bleek dat de meeste boeren wilden<br />

blijven boeren. Verbreding was een leuke bijkomstigheid.<br />

Wel zagen zij het (economisch) nut van de komst<br />

van de consument naar hun gebied. ‘Op zo’n moment<br />

moet andere ondernemers de gelegenheid geboden<br />

worden activiteiten in het gebied te ontwikkelen’,<br />

aldus mevrouw Kok. Ook hier geldt opnieuw dat de<br />

regelgeving beter moet aansluiten en inspelen op de<br />

vraag vanuit het veld. •<br />

1 0 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


Boerderij van het Jaar <strong>2006</strong>:<br />

Hoeve Willeskop<br />

Op 17 juni vond voor de 16de keer de feestelijke onder-<br />

scheiding plaats van de Boerderij van het Jaar. De jury<br />

van de Boerderijen Stichting <strong>Utrecht</strong> (B S U) riep dit jaar<br />

uit alle aangemelde boerderijen d e prachtige hoeve<br />

‘Willeskop’, gelegen langs de Hollandse I Jssel en in het<br />

gelijknamige dorpje Willeskop, uit tot winnaar.<br />

De jury koos dit jaar voor een woonboerderij in plaats<br />

van een boerderij die nog een agrarische bestemming<br />

heeft. In de provincie <strong>Utrecht</strong> is immers de helft van<br />

de boerderijen vandaag de dag tot woonboerderij omge-<br />

bouwd. Het feit dat sommige eigenaren dat met zeer veel<br />

respect voor de oorspronkelijke agrarische bestemming,<br />

het erf en de landelijke omgeving doen, vindt de B S U<br />

belangrijk. Vandaar dat dit jaar Hoeve Willeskop in de<br />

prijzen viel.<br />

Op de oude, nu landelijke, weg tussen Montfoort en Oude-<br />

water heeft de huidige eigenaar, de familie Dionisius, de<br />

oorspronkelijke boerderij omgetoverd tot woonhuis. De<br />

hoeve wordt in het juryrapport geroemd om haar vriendelijke<br />

uitstraling, de bescheiden schaal, de perfecte staat<br />

van onderhoud en de zeer fraaie groene aankleding.<br />

Zowel binnen als buiten hebben de eigenaren met oog<br />

voor detail de hoeve gerestaureerd. Zo overkapt een oude<br />

hooiberg het terras achter het huis, waar zich ook nog<br />

het boenhok en de buiten-w.c. (het poephuisje) bevinden.<br />

Binnen herinnert het niveauverschil aan de plek waar<br />

vroeger de koeien stonden en is de betegelde grote<br />

schouw waar ooit het vuur dagelijks brandde, behouden.<br />

Ook de tuin en het land rondom worden met veel liefde<br />

door de vrouw des huizes aangepakt en onderhouden.<br />

De naam Hoeve Willeskop heeft de eigenaar zelf bedacht.<br />

Hij verwijst naar de oorsprong van het dorpje. Willeskop<br />

dateert uit de tijd van de ontginningen, in de elfde eeuw,<br />

toen het gebied in de Lopikerwaard in ‘copen’– stroken<br />

land voor akkerbouw – werd opgedeeld. Gezien de naam<br />

was de ‘coper’ in deze omgeving ene Willem.<br />

De familie Dionisius liet met veel plezier de gedenksteen<br />

‘Boerderij van het Jaar <strong>2006</strong>’ in een van de bijgebouwen<br />

inmetselen door de gedeputeerde Jan van Bergen.<br />

f o t o ’s 1 e n 2 : H o e v e W i l l e s k o p , v o o r a a n z i c h t e n t u i n .<br />

f o t o 3 : Fa m i l i e D i o n i s i u s o n t v a n g t f e l i c i t a t i e s v a n d e h e e r<br />

Va n B e r g e n ( g e d e p u t e e r d e ) e n d e h e e r S c h a k e l ( v o o r z i t t e r B S U )<br />

f o t o 4 : G e d e p u t e e r d e d e h e e r J a n v a n B e r g e n m e t s e l t d e<br />

g e d e n k s t e e n i n .<br />

1 1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4


M i e k e H e u r n e m a n<br />

Witte<br />

G r a a f F. A . C . v a n Ly n d e n v a n S a n d e n b u r g<br />

( v e r k l e e d a l s M a x i m i l i a a n ) t i j d e n s e e n<br />

m a s k e r a d e v a n d e U n i v e r s i t e i t U t r e c h t .<br />

E r i s r e l a t i e f w e i n i g o n d e r z o e k g e d a a n<br />

i n d e p r o v i n c i e U t r e c h t n a a r d e e l i t e i n<br />

d e a c h t t i e n d e e n n e g e n t i e n d e e e u w.<br />

Boekenkasten vol zijn er reeds geschreven over de geschiedenis van de provincie <strong>Utrecht</strong> en<br />

er komen dagelijks nieuwe titels bij. Desondanks zijn er duidelijke hiaten te ontdekken in<br />

deze publicatiestroom. <strong>Erfgoed</strong>huis <strong>Utrecht</strong> heeft onlangs een lacunelijst opgesteld.<br />

1 2 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


Lacunes in de lokale geschiedenis<br />

vlekkenplan<br />

Kermis<br />

“Ik ben voor ’t geval de kermis afgeschaft wordt bang<br />

voor ongenoegen. Het kermis houden wordt jaar op<br />

jaar minder, verleden jaar was het in mijn herberg om<br />

8 uur afgeloopen, terwijl de groote drukte om 6 uur<br />

al geëindigd was. Voor de neringdoenden acht ik van<br />

belang dat de kermis blijft bestaan daar er veel geld<br />

die dagen inkomt.” Dit was in 1893 de reactie van de<br />

logementhouder Frans van Lent op het voorstel van<br />

de Veenendaalse gemeenteraad om de kermis af te<br />

schaffen. Zijn angst voor rellen bleek terecht, want<br />

twee maanden later liep een woedende menigte<br />

betogers zingend door de straten en gooide ruiten in<br />

bij enkele pleitbezorgers van de afschaffing van de<br />

kermis. Er moesten infanteristen uit Arnhem aan te<br />

pas komen om de orde te herstellen. Waarom moest<br />

de kermis nu worden afgeschaft? Volgens de gemeenteraadsnotulen<br />

was de volksgezondheid de reden.<br />

Tijdens de kermis kwamen immers veel handelaren en<br />

andere mensen van buitenaf naar Veenendaal en die<br />

zouden de gevreesde cholera wel eens mee kunnen<br />

brengen. Een achterliggende reden voor de afschaffing<br />

kan echter ook zijn geweest dat de gemeenteraad,<br />

met daarin vooraanstaande figuren uit het dorp, af<br />

wilde van dit losbandige volksvermaak, waarbij de<br />

lagere klassen hun geld verbrasten en zich te buiten<br />

gingen aan de drank. Kortom, de afschaffing van de<br />

kermis zou wel eens onderdeel kunnen zijn geweest<br />

van een beschavingsoffensief van de welgestelden.<br />

Witte vlekken<br />

Er is naar dit onderwerp in de provincie <strong>Utrecht</strong> nog<br />

weinig historisch onderzoek gedaan. Dat geldt trou-<br />

wens voor vrijetijdsbesteding in het algemeen. Dát er<br />

sprake is geweest van een beschavingsoffensief is wel<br />

bekend, maar hoe zich dat hier in de provincie (in ver-<br />

schillende plaatsen) precies heeft voltrokken, is tot nu<br />

toe niet uitgezocht. Daarom staat dit onderwerp in het<br />

witte vlekkenplan dat <strong>Erfgoed</strong>huis <strong>Utrecht</strong> de afgelopen<br />

maanden in opdracht van de Provincie heeft<br />

Archief Gemeente Veenendaal, 8 ­ 9 , inv. nr. 70 (7­8­ 89 ).<br />

Amerongse Courant, ­ 0­ 89 .<br />

opgesteld. In dit document worden thema’s uit de<br />

provinciale geschiedenis beschreven waarover nog<br />

onvoldoende historisch onderzoek is verricht. Het<br />

doel van deze leemtenlijst is om het onderzoek naar<br />

de lokale en regionale geschiedenis in de provincie<br />

<strong>Utrecht</strong> meer te stroomlijnen om beter in te kunnen<br />

spelen op de behoefte aan historische informatie zoals<br />

die leeft bij beleidsmakers, professionele en vrijetijdshistorici<br />

en op de vragen van het brede publiek. De<br />

lijst zou dus moeten leiden tot meer samenhang in<br />

het publicatiebeleid.<br />

Tussen nostalgie en wetenschap<br />

Tot nu toe is er nauwelijks sprake geweest van beleid<br />

op het gebied van <strong>Utrecht</strong>se historische publicaties.<br />

Dat heeft verschillende oorzaken. Zo hebben historische<br />

verenigingen steeds meer moeite om auteurs<br />

te vinden om bijdragen te leveren voor tijdschriften.<br />

Daardoor heeft de samenstelling van de tijdschriften<br />

vaak een ad hoc karakter; de redactie is blij met alle<br />

artikelen die binnenkomen, die dankbaar worden<br />

gebruikt om tijdschrift<strong>nummer</strong>s mee te vullen. De<br />

meeste historische verenigingen zijn daarbij afhankelijk<br />

van slechts een handjevol vrijetijdshistorici.<br />

Een manco van deze stukken is vaak – wellicht veroorzaakt<br />

door de tijdsdruk – dat onderwerpen nauwelijks<br />

in een breder kader worden gezet en een vergelijking<br />

met andere plaatsen veelal ontbreekt. Ook bij monografieën<br />

over de <strong>Utrecht</strong>se geschiedenis wachten uitgevers<br />

vaak af wat ze aangeleverd krijgen. Er zijn<br />

overigens ook series die wel op een actievere manier<br />

totstandkomen, zoals publicaties van de Stichting<br />

Publicaties Oud <strong>Utrecht</strong> (SPOU) als de MIP-reeks<br />

(Monumenten Inventarisatie Project), de Archeologische<br />

Kroniek Provincie <strong>Utrecht</strong> en de <strong>Utrecht</strong>se<br />

biografieën. Wat betreft de inhoud is grofweg een<br />

tweedeling in historische publicaties aan te wijzen.<br />

De historische belangstelling bij historische verenigingen<br />

heeft vaak nostalgische trekken. Men zoekt<br />

naar het vertrouwde, bekende, traditionele en roman-<br />

Ibidem, [6­7]<br />

F. Vogelzang, Terug naar Swiebertje. Het publicatiebeleid op<br />

het terrein van de lokale geschiedenis. Tussen nostalgie en<br />

wetenschap (notitie van <strong>Erfgoed</strong>huis <strong>Utrecht</strong> aan de Provincie<br />

<strong>Utrecht</strong> / <strong>Utrecht</strong> oktober 000) [ ].<br />

1 3


tische in het verleden (‘grootmoeders tijd’ bijvoor-<br />

beeld). Maar aan de andere kant worden juist ook<br />

de verschillen met het heden benadrukt door allerlei<br />

vreemde en sensationele gevallen uit het plaatselijke<br />

verleden voor het voetlicht te halen. Professionele historici<br />

hebben daarentegen over het algemeen weinig<br />

aandacht voor lokale geschiedenis en hun publicaties<br />

zijn vaak minder toegankelijk voor het grote publiek.<br />

In musea is vaak uitsluitend de eigen collectie of een<br />

tentoonstellingsthema onderwerp van onderzoek.<br />

Dat geldt in zekere zin ook voor archieven. En dan<br />

zijn er nog de onderzoeksbureaus, maar die doen<br />

alleen betaald onderzoek, met als gevolg dat het hier<br />

vaak gaat om de beschrijving van de geschiedenis van<br />

een fabriek of andere (jubilerende) instelling. Ook dit<br />

zijn geen publicaties voor het grote publiek.<br />

Samenstelling van de lacunelijst<br />

Het inventariseren van de behoeften en lacunes in de<br />

<strong>Utrecht</strong>se geschiedschrijving is een manier om meer<br />

lijn in het publicatiebeleid te brengen en om de kloof<br />

tussen historische wetenschap enerzijds en historische<br />

verenigingen en publiek anderzijds te overbruggen.<br />

Criteria bij de samenstelling van de witte vlekkenlijst<br />

zijn dat het onderwerpen zijn waaraan duidelijk<br />

behoefte is, dat het onderzoek praktisch uitvoerbaar<br />

is en dat de onderwerpen puur lokale zaken overstijgen.<br />

In 2000 heeft het <strong>Erfgoed</strong>huis een eerste lijst<br />

met bondig omschreven leemten samengesteld. De<br />

lijst is geadopteerd door de Vereniging Oud-<strong>Utrecht</strong>,<br />

die jaarlijks een geldbedrag beschikbaar stelt voor een<br />

onderzoek naar een witte vlek, waarover een artikel in<br />

Jaarboek Oud­<strong>Utrecht</strong> verschijnt. Na zes jaar werd het<br />

tijd om na te gaan of deze lijst nog steeds actueel is.<br />

Zijn de witte vlekken van toen nog steeds lacunes?<br />

Moeten er nog nieuwe onderwerpen worden toegevoegd?<br />

Verder zijn de thema’s nu uitgewerkt in con-<br />

webpeiling<br />

f o t o l i n k s : K a z e m a t o p d e B u u r s t e e g a a n d e w e g k a n t .<br />

f o t o r e c h t s : B o e r d e r i j i n L i n s c h o t e n : l a n d b o u w g e s c h i e d e n i s<br />

i s e e n b e l a n g r i j k e w i t t e v l e k .<br />

crete onderzoeksvoorstellen en is de prioriteit van<br />

de onderwerpen aangegeven. De lijst is tot stand<br />

gekomen door onder andere bibliografisch onderzoek.<br />

Daarbij waren het Stichts Algemeen BIbliografisch<br />

NEtwerk en de beredeneerde bibliografie van de in<br />

1997 verschenen driedelige <strong>Utrecht</strong>se provinciegeschiedenis<br />

een belangrijk hulpmiddel. Bij de beschrijving<br />

van de thema’s is gebruik gemaakt van de onderzoeksgidsen<br />

Trajecten door <strong>Utrecht</strong>, uitgegeven door<br />

de Stichting Stichtse Geschiedenis en Het <strong>Utrecht</strong>s<br />

Archief. Naast de witte vlekken is een inventarisatie<br />

gemaakt van herdenkingsjaren in de komende vijftien<br />

à twintig jaar, die extra aandacht en historisch onderzoek<br />

tot gevolg kunnen hebben. Zo vieren veel <strong>Utrecht</strong>se<br />

steden binnenkort hun 750-jarig bestaan en wordt in<br />

2013 ruim aandacht besteed aan de Vrede van <strong>Utrecht</strong>,<br />

waarmee dan 300 jaar geleden een einde kwam aan<br />

de Spaanse successieoorlog.<br />

Wordt vervolgd<br />

Dankzij een subsidie van de Provincie is er nu een klein<br />

onderzoeksfonds waaruit jaarlijks enkele historici kunnen<br />

worden betaald om onderzoek te doen naar een<br />

witte vlek. Dit zal worden gecoördineerd door <strong>Erfgoed</strong>huis<br />

<strong>Utrecht</strong>, waarbij nauw zal worden samengewerkt<br />

met de <strong>Utrecht</strong>se archiefdiensten en historische verenigingen.<br />

Ook wordt er een begeleidingscommissie<br />

gevormd van experts op het gebied van de <strong>Utrecht</strong>se<br />

geschiedenis. De onderzoeken zullen resulteren in<br />

publicaties in lokale historische tijdschriften, die verder<br />

onderzoek door historische verenigingen kunnen stimuleren.<br />

Aansluitend wordt gewerkt aan een synthese van<br />

de lokale studies tot een provinciebreed overzicht, die<br />

kan worden gepubliceerd in daartoe geëigende media.<br />

Zo wordt het lokale onderzoek in een breder kader<br />

geplaatst, zijn vergelijkingen mogelijk en wordt de geschiedschrijving<br />

op provinciaal niveau gestimuleerd. •<br />

www.sabine.nu<br />

Wat zou u wel eens voor uw eigen woonplaats uitgezocht willen zien?<br />

a. de geschiedenis van wegen, kanalen, spoorwegen en alles wat daarbij hoort<br />

b. welke mensen en families vormden de maatschappelijke, politieke en culturele bovenlaag<br />

c. de geschiedenis van de landbouw en de visserij<br />

d. de geschiedenis van culturele gezelschappen, kunst, toneel, sport en vrijetijdsbesteding<br />

Laat ons weten hoe u erover denkt, breng uw stem uit op:<br />

www.erfgoed-utrecht.nl<br />

1 4 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


In de webpeiling...<br />

W i l l e m k e L a n d m a n<br />

Als redactie van G M2 willen we graag weten hoe u als lezer over bepaalde zaken denkt.<br />

Daarom werken G M2 en de webportal www.erfgoed-utrecht.nl samen in de webpeiling.<br />

De webportal is het ‘digitale neefje’ van G M2 . In dit blad stellen we een erfgoedkwestie<br />

aan de orde, en op de portal kunt u erover stemmen. In de volgende G M2 vindt u dan<br />

telkens de uitslag, én het commentaar van iemand die vanuit zijn of haar <strong>Utrecht</strong>se<br />

erfgoedpraktijk reageert. Dit keer geeft prof. dr. B. Hogenkamp zijn commentaar op<br />

de uitslag. Hij is verbonden aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en het<br />

Instituut voor Media en Representatie van de Universiteit van <strong>Utrecht</strong>.<br />

In het afgelopen <strong>nummer</strong> van GM 2 werd ingegaan<br />

op de vraag hoe je allerlei nieuwe culturele praktijken<br />

zoals webdating kunt bewaren. We vroegen u online<br />

of websites een vorm van cultureel erfgoed vormen.<br />

En zo ja, moet je dan alle sites bewaren? Welnu; de<br />

meeste stemmers voelen wel voor webarchivering,<br />

maar alleen van de belangrijkste websites.<br />

Bert Hogenkamp vindt dat op deze conclusies nog<br />

wel het één en ander af te dingen is. Hij is in het<br />

dagelijks leven werkzaam bij het Nederlands Instituut<br />

voor Beeld en Geluid, het nationale audiovisuele<br />

archief. Daarnaast is hij aan de Universiteit van<br />

<strong>Utrecht</strong> verbonden als bijzonder hoogleraar<br />

Geschiedenis van film, radio en televisie.<br />

De stemmers vinden dat alleen belangrijke websites<br />

gearchiveerd moeten worden. Maar sommige internetgoeroes,<br />

zoals Lev Manovich, zeggen dat je tegenwoordig<br />

dankzij de goedkope opslagruimte evengoed<br />

alle websites kunt opslaan, zonder te selecteren.<br />

Vindt u dat ook?<br />

Ja, daar kan ik me wel in vinden. Dan hoef je ook<br />

niet eerst een discussie te voeren wat belangrijk is<br />

en wat niet. Die inschatting is tijdgebonden. Wat we<br />

nu belangrijk erfgoed vinden beoordeelt men wellicht<br />

over 50 jaar als onbeduidend. In het analoge tijdperk<br />

De uitslag van de laatste peiling op www.erfgoed-utrecht.nl:<br />

“Verdienen websites het om bewaard te blijven?”<br />

• Internet is vluchtig en moet dat ook blijven: 30 stemmen<br />

• Men moet alleen belangrijke sites archiveren: 120 stemmen<br />

• Alles van internet moet bewaard blijven: 3 stemmen<br />

• Anders / weet niet: 0 stemmen<br />

Zie voor de nieuwe peiling: bladzijde 14 in dit blad.<br />

Breng uw stem uit op www.erfgoed-utrecht.nl<br />

kon je niet alles bewaren, dan zouden je pakhuizen<br />

steeds groter worden. Maar in het digitale tijdperk is<br />

dat totaal anders.<br />

Heeft het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid<br />

al ervaring met webarchivering?<br />

Nee, nog niet. Het ligt wel voor de hand dat we ermee<br />

aan de slag gaan, gezien de zorg die we hebben voor<br />

de omroepgeschiedenis. We bewaren radio-opnames<br />

en televisieuitzendingen, decors en kostuums.<br />

Dus ligt het voor de hand om ook websites te bewaren.<br />

In samenwerking met andere instituten, zoals de<br />

Koninklijke Bibliotheek zijn we bezig hiervoor beleid<br />

te ontwikkelen.<br />

Het project dat u leidt aan de universiteit van<br />

<strong>Utrecht</strong>, het <strong>Utrecht</strong> Project, heeft ook een website:<br />

www.utrechtproject.nl. Vindt u dat die website<br />

bewaard moet blijven?<br />

De website van het <strong>Utrecht</strong>-project gaat over de<br />

geschiedenis van de audiovisuele media in de stad<br />

<strong>Utrecht</strong>; denk aan de bioscoop, de film en de radio.<br />

Hij wordt veel door studenten gebruikt voor scripties<br />

en werkstukken. Omdat de website vaak als bron<br />

wordt geciteerd, zou hij alleen daarom al bewaard<br />

moeten worden.<br />

www.erfgoed-utrecht.nl<br />

1


N e t t i e S t o p p e l e n b u r g<br />

Landelijke archievendag <strong>2006</strong><br />

Zaterdag 14 oktober wordt opnieuw de landelijke archievendag gehouden. Het <strong>Utrecht</strong>s<br />

Archief is één van de archieven in Nederland die op deze dag extra uitpakt. Gezien het<br />

thema is dat natuurlijk niet vreemd: geen ander archief in Nederland heeft zoveel archieven<br />

die te maken hebben met ‘geloof’!<br />

1 6 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


Dat begint met het Archief van de Bisschoppen van<br />

<strong>Utrecht</strong>, met charters uit de elfde eeuw. De archieven<br />

van de <strong>Utrecht</strong>se kapittels behoren tot de meest<br />

geraadpleegde archieven binnen Het <strong>Utrecht</strong>s Archief.<br />

De aanwezigheid van deze archieven stimuleerde ook<br />

anderen hun kerkelijke archieven aan Het <strong>Utrecht</strong>s<br />

Archief over te dragen: de Franciscanen in Nederland,<br />

de Apostolische vicarissen van de Hollandse Zending,<br />

de Aartspriesters van de Hollandse Zending, de Oud-<br />

katholieke Kerk in Nederland, het Aartsbisdom van<br />

<strong>Utrecht</strong>, de Remonstrantse Broederschap in Nederland,<br />

de Gereformeerde Kerken in Nederland, het<br />

Nederlands Bijbelgenootschap en de Balije van <strong>Utrecht</strong><br />

der Johanniterorde. Als gemeentearchief van een grote<br />

stad berusten in Het <strong>Utrecht</strong>s Archief ook de archieven<br />

van tientallen rooms-katholieke en oud-katholieke<br />

parochies, protestantse gemeenten, de door de stad<br />

na 1580 in bezit genomen middeleeuwse kloosters,<br />

gasthuizen en broederschappen en van religieuze<br />

verenigingen in en rond <strong>Utrecht</strong>. Het merendeel van<br />

deze archieven is natuurlijk altijd in de studiezaal in<br />

te zien, maar voor de mensen die minder bekend zijn<br />

met archiefonderzoek of die voor hun onderzoek niet<br />

zo snel met deze archieven te maken krijgen, is de<br />

landelijke archievendag een mooie kans om kennis te<br />

maken met een aantal bijzondere stukken. In september<br />

<strong>2006</strong> worden de archieven van de Protestantse<br />

Kerk in Nederland overgedragen. Tijdens de Landelijke<br />

Archievendag zal ook aan deze archieven aandacht<br />

worden besteed.<br />

Archieven Evangelische Broedergemeente<br />

De Evangelische Broedergemeente of Hernhutters is<br />

een religieuze beweging die teruggaat tot de tijd van<br />

Johannes Hus, die in 1415 in Constanz als ketter werd<br />

verbrand. In 1722 vestigen enkele uitgeweken families<br />

van de ‘Brüder Unitat’ uit Moravië zich op het landgoed<br />

van Nikolaus Ludwig graaf von Zinzendorf und<br />

l i n k s : D e l i j s t v a n d e e i g e n d o m m e n v a n h e t b i s d o m i s<br />

b e w a a r d i n h e t ‘ L i b e r D o n a t i o n u m ’ ( h e t b o e k v a n d e<br />

s c h e n k i n g e n ) . r e c h t s : S u r i n a m e , B r i t s - I n d i s c h e s a d h u<br />

m e t v i o o l .<br />

Pottendorf in Saksen. Zij noemen hun nederzetting<br />

‘Hernhut’. Voor de Hernhutters staat het leven en het<br />

lijden van Christus centraal. Zij hebben veel aandacht<br />

voor zending, maar ook voor scholing en opleiding.<br />

Zo worden zij ook actief in Suriname, Afrika en<br />

Groenland. Zinzendorf onderhoudt contacten met de<br />

weduwe van de Friese stadhouder Johan Willem Friso,<br />

Maria Louise van Hessen-Kassel, die bekend is als<br />

‘Marijke Meu’. Zij verleent de Hernhutters toestemming<br />

om zich te vestigen in Eiteren, in de baronie van<br />

IJsselstein. IJsselstein is immers bezit van de Oranjes.<br />

Maar de bevolking en de schout van IJsselstein zijn<br />

de Hernhutters vijandig gezind en zij zoeken naar een<br />

andere woonplaats.<br />

In 1745 koopt de rijke Amsterdamse koopman Cornelis<br />

Schellinger de hoge heerlijkheid van Zeist en Driebergen<br />

en het daarbij behorende slot. Met die aankoop zijn<br />

de problemen voor de Hernhutters voorbij. De heer<br />

van Zeist mag de schout, de schepenen en de<br />

gerechtsdienaren aanstellen en Schellinger zorgt<br />

ervoor dat deze functionarissen de Hernhutters niet<br />

lastig vallen. De Broedergemeente krijgt van Schellinger<br />

de grond vóór het slot in erfpacht en zij richten nu<br />

een bouwfonds op, het Gemeincredit. De rijkere<br />

gemeenteleden zorgen tegen een lage rente voor het<br />

kapitaal in dit fonds. Zo kan in 1748 een ambitieus<br />

bouwprogramma van start gaan. De rijke Amsterdamse<br />

leden laten monumentale particuliere huizen bouwen.<br />

Daarnaast verrijzen aan de pleinen de koorhuizen. De<br />

Hernhutters zijn namelijk verdeeld in groepen die zij<br />

1 7


B i s s c h o p p e n k r o n i e k<br />

‘koren’ noemen. Er is een koor van ongehuwde zus-<br />

ters, een koor van weduwen en een koor van onge-<br />

huwde broeders. Voor de ongehuwde broeders wordt<br />

een Broederhuis gebouwd aan het Broederplein. Aan<br />

het Zusterplein verrijzen het Zusterhuis voor de onge-<br />

huwde zusters en voor de weduwen een Weduwenhuis.<br />

De gemeentegebouwen met de koorhuizen en de<br />

kerkzaal in de slottuinen van Zeist zijn sindsdien het<br />

centrum gebleven van de hernhutter activiteiten in<br />

Nederland. De archieven van de Evangelische Broedergemeente<br />

worden bewaard bij Het <strong>Utrecht</strong>s Archief.<br />

Hierbij zijn archieven die een beeld geven van de kerkelijke<br />

activiteiten, maar ook archieven van bedrijven<br />

van de Evangelische Broedergemeente en een unieke<br />

muziekverzameling. Het archief van de Predikant en<br />

Oudstenraad bevat onder andere meer dan 800<br />

levensbeschrijvingen van gemeenteleden en predikanten.<br />

Tijdens de Landelijke Archievendag zal een selectie<br />

van de foto’s uit het archief te zien zijn.<br />

Archief van de Bisschoppen van <strong>Utrecht</strong><br />

Willibrord is één van de Angelsaksische zendelingen<br />

die naar deze regio kwamen om de Friezen te bekeren.<br />

Hij arriveert hier in 690. De Friezen hebben<br />

weinig belangstelling voor bekering, maar Hofmeier<br />

Pippijn II – een voorouder van Karel de Grote – is erg<br />

enthousiast over de plannen van de zendeling. Hij<br />

suggereert Willibrord om naar Rome te gaan waar<br />

hij in 695 wordt gewijd tot aartsbisschop der Friezen.<br />

In hetzelfde jaar sluiten Pippijn en de Friese koning<br />

Radbod een verdrag dat zij bezegelen door een huwelijk<br />

van hun kinderen. <strong>Utrecht</strong> en omgeving zijn dus<br />

rustig genoeg voor Willibrord om te beginnen met de<br />

herbouw van het kerkje dat eerder door de Merovin-<br />

gische koning Dagobert was gebouwd en vervolgens<br />

door de Friezen was verwoest. Daarnaast bouwt<br />

Willibrord een tweede kerk, de St. Salvator, met een<br />

klooster waarbij ook een school hoort. Het is het<br />

begin van <strong>Utrecht</strong> als bisschopsstad.<br />

In 858 overvallen de Vikingen <strong>Utrecht</strong>. Ze verwoesten<br />

de poorten en de muren en vermoorden de burgers<br />

en de geestelijken aan het hof van de bisschop.<br />

Bisschop Hunger kan ternauwernood ontkomen aan<br />

de slachtpartij. De Vikingen herstellen de stadsmuren<br />

van <strong>Utrecht</strong> en gebruiken het stadje als uitvalsburcht<br />

voor hun rooftochten in de omgeving. Bisschop Hunger<br />

kan niet terug en de bisschopszetel wordt zolang in<br />

Deventer gevestigd. In 885 komt een einde aan de<br />

macht van de Noormannen in deze regio. Maar de<br />

<strong>Utrecht</strong>se bisschoppen blijven nog steeds resideren<br />

in Deventer. In 917 wordt de jonge Balderik gewijd als<br />

bisschop. Hij laat een lijst opstellen van de eigendommen<br />

van het bisdom, vooral omdat Waldger, een broer<br />

van graaf Dirk I van Holland, de bisschoppelijke goederen<br />

in beheer heeft genomen. Deze lijst van eigendommen<br />

is bewaard in het ‘Liber Donationum’ (het<br />

boek van de schenkingen). Dit boek is een ‘cartularium’<br />

dat aan het eind van twaalfde eeuw is samengesteld<br />

op basis van oudere boeken en oorkonden. Het<br />

is in de zestiende eeuw ingebonden in een leren band<br />

met ingedrukte versieringen en bevond zich in de kleine<br />

archiefkamer van de Dom of Sint Maartenskerk.<br />

Tegenwoordig bevindt het boek zich in Het <strong>Utrecht</strong>s<br />

Archief, in het archief van de Bisschoppen van <strong>Utrecht</strong>.<br />

Het archief bevat ook vele andere fraaie stukken, zoals<br />

het ‘kokenboec’, een register van dagelijkse uitgaven<br />

voor de huishouding van de bisschop en veel ‘charters’,<br />

actes geschreven op perkament en voorzien van één<br />

of meer zegels. Heel bijzonder is de kroniek van de<br />

bisschoppen, die in 2005 in transcriptie en vertaling is<br />

uitgegeven. Keizer Karel V eiste in 1536 de archiefstukken<br />

betreffende de bisschoppelijke goederen op. De<br />

charters en leenregisters lagen eerst jarenlang opgeslagen<br />

in het kasteel van Gouda en verhuisden later<br />

naar ’s-Gravenhage. Pas in 1863 kwamen deze archiefstukken<br />

terug naar <strong>Utrecht</strong>.<br />

Tijdens de Landelijke Archievendag zullen enkele topstukken<br />

uit het archief te zien zijn. Momenteel is het<br />

1 8 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


archief van de Bisschoppen van <strong>Utrecht</strong> niet in de<br />

studiezaal raadpleegbaar wegens herinventarisatie.<br />

De copiecollectie is wel ter inzage. In 2007 zal de<br />

nieuwe inventaris verschijnen.<br />

Archieven Protestantse Kerk in Nederland<br />

De Protestantse Kerk in Nederland, ontstaan door<br />

het samengaan van de Nederlands Hervormde Kerk,<br />

de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse<br />

Kerk, draagt in september haar<br />

archieven over aan Het <strong>Utrecht</strong>s Archief. Omdat de<br />

archieven van de Gereformeerde Kerken al bij Het<br />

<strong>Utrecht</strong>s Archief in bewaring zijn en de archieven van<br />

de Evangelisch-Lutherse Kerk in Amsterdam zullen<br />

blijven, betreft de overdracht voornamelijk de archieven<br />

van de Nederlands Hervormde Kerk, ruim 20 verschil-<br />

lende archieven die samen zo’n 400 meter beslaan.<br />

De overbrengingstermijn loopt tot 2015, omdat de<br />

inventarisatie van een aantal archieven nog bezig is.<br />

Oud Synodaal Archief<br />

De oudste archiefstukken zijn te vinden in het Oud<br />

Synodaal Archief. De basis voor de kerkelijke organi-<br />

S t u k k e n u i t h e t O u d S y n o d a a l A r c h i e f u i t d e p e r i o d e 1 6 6 - 1 8 1 6 .<br />

satie werd gelegd door de vergadering van een groep<br />

gevluchte gereformeerden in 1568 te Wesel. De beslui-<br />

tenlijst van dit convent en de acte van de eerste Natio-<br />

nale Synode in Embden, in 1571, zijn bewaard geble-<br />

ven en werden de grondslag voor de totstandkoming<br />

van de Gereformeerde Kerk in Nederland. Behalve de<br />

stukken van de Synode van Dordrecht, in 1618 en 1619,<br />

behoren ook de autografen en de drukproeven van de<br />

Statenvertaling tot dit archief.<br />

Het Oud Synodaal Archief bevat stukken uit de perio-<br />

de 1566-1816. In het archief van de Algemene Synode<br />

en de Algemene Synodale Commissie zijn de stukken<br />

uit de periode 1816-1945 te vinden. Ruim een eeuw<br />

kerkelijke geschiedenis is in dit archief terug te vinden,<br />

met belangrijke momenten en ontwikkelingen zoals<br />

de richtingenstrijd, de doleantie, de ontwikkeling van<br />

de Hervormde Kerk, de predikantenopleidingen en de<br />

relatie met de overheid. Van de inventarissen van de<br />

archieven van de Protestantse kerk zal al dit jaar de<br />

inventaris van het Oud-synodale archief via de website<br />

van Het <strong>Utrecht</strong>s Archief te raadplegen zijn. Tijdens<br />

de landelijke archievendag zullen diverse topstukken<br />

uit het Oud Synodaal Archief te zien zijn.• •<br />

Tijdens de landelijke archievendag is Het <strong>Utrecht</strong>s Archief geopend van 10.00 tot 16.00 uur.<br />

Meer informatie over het programma van de dag kunt u vinden op de website www.hetutrechtsarchief.nl.<br />

1 9


E d w i n M a e s<br />

Viering van de bevrijding in de stad<br />

Feest!<br />

Op 9 en 10 september wordt voor de twintigste keer de Open Monumentendag georganiseerd.<br />

Vanwege het jubileum is dit jaar gekozen voor het thema Feest! Veel aandacht zal er zijn<br />

voor ‘feestmonumenten’: gebouwen die raakvlak hebben met feestvieren, ontspanning en<br />

vermaak, zoals theaters, sociëteiten en cafés. Feesten zijn er in alle soorten en maten, er<br />

wordt van alles gevierd.<br />

2 0 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6<br />

f o t o H U A


<strong>Utrecht</strong><br />

D e v i e r i n g v a n d e b e v r i j d i n g i n 1 9 4 t e H o o g g r a v e n .<br />

De manier van feestvieren zegt iets over een samenle-<br />

ving en is ook tijdsbepaald. Dat wordt heel duidelijk<br />

als we de viering van de bevrijding van 1945 door de<br />

tijd volgen.<br />

‘Tucht en ascese’<br />

Het bevrijdingsfeest heeft vanaf de eerste viering een<br />

moeizame ontwikkeling doorgemaakt. De viering van<br />

5 mei werd niet door iedereen als wenselijk beschouwd.<br />

Kort na de oorlog vonden sommigen het ongepast om<br />

een dag na dodenherdenking feest te vieren. Voor een<br />

deel van de bevolking was 5 mei bovendien niet de<br />

echte dag van de bevrijding, omdat verschillende delen<br />

van het land op verschillende data waren bevrijd.<br />

Belangrijker was echter dat vanaf het begin het feest<br />

werd gefrustreerd door de discussie die ontstond rond<br />

het al dan niet geven van een vrije dag. De naoorlogse<br />

kabinetten en de Stichting van de Arbeid bleven het als<br />

een onoverkomelijk bezwaar zien dat een gehele werkdag<br />

zou uitvallen. Dit zou ten koste gaan van herstel en<br />

wederopbouw van het land. Kennelijk vond men ‘tucht<br />

en ascese’ belangrijker dan het ondergaan van de<br />

bevrijdingsroes. Dit past ook in de grote zorg die toen<br />

speelde rond de jeugd: die was door de oorlogsjaren<br />

losgeslagen en zou zonder strenge aanpak ontsporen.<br />

<strong>Utrecht</strong>se bevrijdingsfeesten<br />

In de periode van 1946 tot 1955 werd het bevrijdingsfeest<br />

elk jaar in <strong>Utrecht</strong> met een haast identiek programma<br />

gevierd. ’s Ochtends begon een jeugdappèl in<br />

verscheidene wijken en het planten van vrijheidsbomen<br />

door schoolkinderen. Rondom de boom werden traditionele<br />

klompendansen georganiseerd, wat associaties<br />

oproept met het ouderwetse meiboomdansen waarmee<br />

de lente werd gevierd. Optochten en/of stadionspelen<br />

waren vaste onderdelen van de rest van het 5 mei<br />

f o t o ’s b o v e n , l i n k s : G e z i c h t o p d e S t a d h u i s b r u g t e U t r e c h t<br />

t i j d e n s e e n p a r a d e v a n m a j o r e t t e s e n e e n m u z i e k k o r p s<br />

t i j d e n s d e m a r s w e d s t r i j d o p h e t b e v r i j d i n g s f e e s t i n 1 9 6 8 .<br />

m i d d e n : E e n o p t o c h t v a n d e g e m e e n t e l i j k e d i e n s t e n t i j d e n s<br />

h e t b e v r i j d i n g s f e e s t v a n 1 9 7. O p d e C a t h a r i j n e s i n g e l<br />

t r e k t d e s t o e t v o o r b i j , m e t v o o r a a n d e p r a a l w a g e n v a n<br />

d e P l a n t s o e n e n d i e n s t e n d a a r a c h t e r d e g r a s m a a i e r s .<br />

r e c h t s : E e n b u u r t f e e s t i n d e B r e m s t r a a t i n 1 9 4 8 .<br />

2 1


f o t o l i n k s : G e z i c h t o p d e v e r s i e r d e v o o r g e v e l v a n h e t S t a d h u i s ( S t a d h u i s b r u g 1 ) t e U t r e c h t t e r g e l e g e n h e i d v a n d e<br />

1 0 - j a r i g e v i e r i n g v a n d e b e v r i j d i n g ( f o t o H U A ) . b o v e n : Fe e s t e l i j k e o n t h u l l i n g i n 1 9 6 0 v a n h e t b e v r i j d i n g s m o n u m e n t<br />

a a n d e J u l i a n a w e g .<br />

programma. Over de optochten was men niet te spre-<br />

ken, ze stonden teveel in het teken van reclame en had-<br />

den weinig met de bevrijding te maken. Zo was in 1947<br />

de optocht een maskerade van de toneelspelers van het<br />

Ridderhofspel (dat diezelfde avond werd opgevoerd),<br />

met als onderwerp de kruistocht van hertog Boudewijn<br />

en zijn broer Godfried. De optocht van 1952 was een<br />

11 kilometer lang bloemencorso van kinderen in klederdrachten<br />

die sprookjes uitbeeldden. Omdat van regeringswege<br />

was bepaald dat de vrije middag pas vanaf<br />

16.00 uur zou beginnen, was de animo van de bevolking<br />

voor de optochten niet groot. Daarentegen werden<br />

de avondlijke stadionspelen met jeugduitvoeringen,<br />

wielerwedstrijden en cabaret door de <strong>Utrecht</strong>ers bijzonder<br />

goed bezocht. In 1955 ging het roer om: geen ingetogenheid<br />

maar een uitbundige viering. Het land was<br />

de vernieling te boven gekomen en de overheid riep het<br />

bevrijdingsfeest van 1955 uit tot een nationale feestdag.<br />

In <strong>Utrecht</strong> besloot de Stichting Stadsontspanning, die<br />

verantwoordelijk was voor de festiviteiten, daarom dit<br />

keer groots uit te pakken.<br />

Het bevrijdingsfeest van 19<br />

Het bevrijdingsfeest van 1955 kan wat betreft omvang,<br />

organisatie en belangstelling van de <strong>Utrecht</strong>se bevolking<br />

als het hoogtepunt van alle gevierde bevrijdingsfeesten<br />

in <strong>Utrecht</strong> worden gezien. Op donderdagmid-<br />

dag 5 mei 1955 genoten bijna 10.000 <strong>Utrecht</strong>se burgers,<br />

op acht verschillende plaatsen in de stad, van<br />

hun ‘meat and vegetables’. Met deze voor Nederland<br />

unieke, en daarom door Polygoon verfilmde bevrijdingsmaaltijd,<br />

vierde <strong>Utrecht</strong> zijn tiende verjaardag<br />

van de bevrijding. Andere hoogtepunten die dag waren<br />

de herdenkingsbijeenkomst in Tivoli, de historische en<br />

allegorische optocht en aansluitend het openluchtspel<br />

‘Triliber’ in een met 7000 toeschouwers en 2000 deelnemers<br />

gevuld stadion.<br />

Die vijfde mei trok ongetwijfeld de grote historische en<br />

allegorische optocht de meeste belangstelling.<br />

Ongeveer 2500 mensen namen deel aan de stoet die<br />

een afstand van bijna 7 km door de stad aflegde.<br />

Anderhalf uur duurde de tocht langs de op sommige<br />

plaatsen vijf tot zes rijen dikke haag van toeschouwers.<br />

Voor de optocht uit liepen alle sportverenigingen van<br />

<strong>Utrecht</strong>. Twaalf herauten en 24 bazuinblazers kondigden<br />

de historische stoet aan, die vijf thema’s uitbeeldde:<br />

de bevrijding van de Spanjaarden, 1577, de bevrijding<br />

van de Fransen, 1813, de bevrijding van de<br />

Duitsers, 1945, de wederopbouw van <strong>Utrecht</strong>, 1945 -<br />

1955 en tenslotte ‘De vrouw door alle eeuwen heen<br />

smeekt om vrede’.<br />

Het Spaanse juk werd verbeeld door het kasteel Vredenburg,<br />

dat in 1577 door de vrouwen onder aanvoering<br />

van Cathrijn van Leemput werd afgebroken.<br />

2 2 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


Historische gekostumeerde optochten waren er al in <strong>Utrecht</strong> vóór de bevrijdingsfeesten.<br />

Bijzonder waren de lustrumfeesten met maskerades van de Universiteit <strong>Utrecht</strong>. Zo werd 100<br />

jaar geleden het 270-jarig bestaan herdacht met een indrukwekkende maskerade, een gekostumeerde<br />

optocht door de stad en spectaculaire wagenrennen op het militaire oefenterrein<br />

aan de Leidseweg. Het thema voor dit lustrum, ‘De triomftocht van Germanicus binnen Rome<br />

in 17 na Chr.’, was niet alleen door student H.B. ver Loren van Themaat bedacht, maar ook<br />

door een aanzienlijke bijdrage uit zijn eigen vermogen mogelijk gemaakt.<br />

Van dit spektakel werden drie series prentbriefkaarten uitgegeven waarvan in De lustrumfeesten<br />

te <strong>Utrecht</strong> in 1906 een selectie is gemaakt. We zien de versierde straten, de maskerade,<br />

de deelnemers en de wagenrennen in de arena, aangevuld met fragmenten uit krantenartikelen<br />

over het lustrum. Afgaande op de prenten moeten de wagenrennen in het naar<br />

ontwerp van architect P.J. Houtzagers nagebouwde Circus Maximus een bijzonder schouwspel<br />

zijn geweest. Helaas zijn de filmopnamen van dit spektakel al jaren zoek, wellicht dat u nog<br />

een filmrol op de zolder heeft liggen?<br />

J.M. Jekel en A.J.A.M. Lisman, De lustrumfeesten te <strong>Utrecht</strong> in 1906 (Hilversum <strong>2006</strong>)<br />

I S B N 90-6 0-031-3<br />

Tijdens de optocht en ook bij het openluchtspel werd<br />

deze hopmansvrouw steeds door de bevolking toegejuicht.<br />

Kennelijk sprak deze persoon zeer tot de<br />

verbeelding: zij maakte het regionale aandeel in de<br />

geschiedenis van de natie herkenbaar. Verder reden<br />

hoge Spaanse bevelhebbers en kasteelheren in de<br />

stoet mee, maar ook eenvoudige burgers en de Staten<br />

van <strong>Utrecht</strong>. 1813 werd uitgebeeld door vluchtende<br />

Franse soldaten, op de hielen gezeten door de kozakken<br />

die eerder op de middag de sleutels van de stad al<br />

bij de burgemeester hadden opgeëist. Erfprins Willem<br />

VI was in de vissersschuit zelfs naar <strong>Utrecht</strong> gekomen<br />

en ook Napoleon was van de partij. Witte en zwarte<br />

figuren (de Duitsers) beeldden 1945 uit, omringd door<br />

grijze gestalten (het verzet). Op een wagen, de illegale<br />

pers voorstellend, werd een Oranjebulletin herdrukt.<br />

Veel applaus was er voor de leden van de Binnenlandse<br />

Strijdkrachten en de jeeps met de Canadese bevrijders.<br />

De Wederopbouw toonde de nieuwe <strong>Utrecht</strong>se ambulanceauto,<br />

een levensgrote olifant (van Van Gend en<br />

Loos) en een dieseltrein van de NS op ware grootte,<br />

geheel in hyacinthen uitgevoerd. De laatste wagen,<br />

met de voorstelling ‘De vrouw smeekt om vrede’,<br />

sloot deze lange stoet af.<br />

Feest was er die avond niet alleen in het stadion bij<br />

de uitvoering van Triliber: op het Neude dansten volksdansgroepen,<br />

in het Julianapark en het Wilhelminapark<br />

zag men balletgroepen, op Lepelenburg begon een<br />

avondconcert en op het Janskerkhof een volksbal.<br />

De avond werd traditioneel afgesloten met vuurwerk.<br />

De bevrijdingsfeesten na 19<br />

Het leek wel of men na 1955 de belangstelling verloor<br />

voor de bevrijding. Dit in tegenstelling tot de Dodenherdenking<br />

op 4 mei, die nationaal werd georganiseerd<br />

en breed werd gedragen. Meespeelde in ieder geval<br />

het feit, dat 5 mei geen vrije dag was, waardoor eventuele<br />

festiviteiten alleen ’s avonds konden plaatsvinden.<br />

Dat dit een belangrijke reden kan zijn blijkt wel uit het<br />

feit dat na 1990, toen 5 mei weer een nationale feestdag<br />

werd, de belangstelling toenam. Maar ook heeft<br />

het er mee te maken dat de oorlog steeds verder wegzakte.<br />

Eind jaren ’60, begin jaren ’70 protesteerden<br />

jongeren omdat zij het bevrijdingsfeest een actueler<br />

en progressiever karakter wilden geven. Zij vonden dat<br />

ook de oorlog in bijvoorbeeld Vietnam een rol diende<br />

te spelen. Veel werd er ook niet meer gemaakt van de<br />

bevrijdingsfeesten: muziekcorpsen trokken door de<br />

stad, de gekozen thema’s hadden nog maar weinig uitstaande<br />

met de oorlog. Thema’s waren bijvoorbeeld<br />

‘wijken tonen hun verbondenheid met groot <strong>Utrecht</strong>’<br />

(1956) en ‘parade der gemeentediensten’(1957). In 1965<br />

werd nog een poging gedaan het succes van tien jaar<br />

eerder te evenaren met ‘Driemaal bevrijding, Driemaal<br />

Oranje’ maar verder dan een gekostumeerde optocht<br />

kwam men niet. Om de jeugd tegemoet te komen werden<br />

daarna gratis voorstellingen in schouwburg en<br />

bioscoop aangeboden. De oprichting van het<br />

Nationaal Comité 4 en 5 mei, die dus ook expliciet de<br />

dodenherdenking met de bevrijding verbond, richtte<br />

zich uitdrukkelijk op de jeugd. Het comité koos voor<br />

breed gedragen thema’s zoals in <strong>2006</strong> ‘vrijheid in verscheidenheid’.<br />

Daarmee werd de maatschappelijke<br />

relevantie veel groter: tenslotte heeft 80% van de huidige<br />

inwoners van Nederland de oorlog niet bewust<br />

meegemaakt. Dat het aanslaat blijkt wel: druk bezochte<br />

straatfeesten en een rommelmarkt in Lombok, een<br />

bevrijdingsconcert in Park Transwijk en ’s avonds vuurwerk,<br />

het zijn slechts enkele activiteiten die in <strong>2006</strong><br />

plaatsvonden tijdens de 61ste viering van de bevrijding.<br />

•<br />

2 3


We n d y v a n d e r To r r e<br />

Doorn<br />

Historische recreatie in het Nationaal Park<br />

In opdracht van het Nationaal Park De<br />

<strong>Utrecht</strong>se Heuvelrug voert het <strong>Erfgoed</strong>huis<br />

een onderzoek uit naar cultuurhistori-<br />

sche landschapselementen en –patronen<br />

op de <strong>Utrecht</strong>se Heuvelrug. Het Nationaal<br />

Park ligt tussen Driebergen-Rijsenburg en<br />

Rhenen ten zuiden van de A12.<br />

We kozen na overleg met bewoners en deskundigen<br />

voor acht thema’s: wonen en werken, recreatie, bos-<br />

bouw, landbouw, militaire elementen, buitenplaatsen<br />

en landgoederen, water, en infrastructuur en verkeer.<br />

Na onderzoek op basis van (historisch) kaartmateriaal,<br />

literatuur en veldonderzoek namen we een deelgebied,<br />

dat karakteristiek is voor een van de thema’s.<br />

Het thema recreatie omvat onder meer historische<br />

wandelroutes, uitzichtpunten, recreatieterreinen en<br />

– verblijven. Als deelgebied kozen we voor de omgeving<br />

van Doorn. Het onderzoek mondt uit in aanbevelingen<br />

welke objecten gerestaureerd, hersteld of<br />

beter zichtbaar gemaakt kunnen worden.<br />

Toeristische kaarten<br />

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van toeristische<br />

kaarten. In de Oudheidkamer van Doorn liggen<br />

diverse twintigste-eeuwse wandel- en fietskaarten van<br />

(delen van) de <strong>Utrecht</strong>se Heuvelrug. Vóór de Tweede<br />

Wereldoorlog kwamen de meeste toeristen niet verder<br />

dan Doorn. Er zijn dan ook veel minder kaarten voor<br />

het gebied meer naar het oosten. Op de kaarten,<br />

meestal uitgegeven door lokale boekhandels zoals<br />

Kraal en Ruitenbeek uit respectievelijk Driebergen<br />

en Doorn staan wegen, voetpaden, wandelpaden en<br />

rijwielpaden. Bezienswaardigheden zoals kerken,<br />

gebouwen, molens, uitzichttorens, tollen en tramhaltes<br />

worden met pictogrammen weergegeven. De toerist<br />

2 4 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


als toeristische<br />

trekpleister<br />

k a a r t l i n k s : V V V w a n d e l k a a r t v a n D o o r n ( m e i 1 9 6 8 )<br />

g a f v i e r “m o o i e w a n d e l i n g e n ” i n i e d e r e h o e k v a n<br />

D o o r n . D e a f b e e l d i n g e n g a v e n e x t r a i n f o r m a t i e n a a s t<br />

d e v e r h a r d e w e g e n , z a n d - g r i n d w e g e n e n v o e t p a d e n .<br />

O p d e k e e r z i j d e s t o n d i e d e r e r o u t e u i t g e s c h r e v e n<br />

n a a s t ‘ b e z i e n s w a a r d i g h e d e n ’, ‘u i t s t a p j e s ’, ‘ f i e t s - e n<br />

a u t o t o c h t e n ’ e n ‘ Wa t i e d e r m o e t w e t e n , d i e k o r t e r<br />

o f l a n g e r i n D o o r n v e r b l i j f t ’. ( O u d h e i d k a m e r D o o r n ) .<br />

b r o n : D o o r n s c h w e e k b l a d D e K a a p .<br />

k a a r t r e c h t s : Wa n d e l r o u t e s b i n n e n d e g r e n s v a n<br />

h e t N a t i o n a a l P a r k U t r e c h t s e H e u v e l r u g .<br />

( w w w. n a t i o n a a l p a r k - u t r e c h t s e h e u v e l r u g . n l )<br />

werd vrij gelaten bij de keuze van zijn route, al staan<br />

soms op de achterzijde tips voor tochtjes en beziens-<br />

waardigheden wat verder weg. Dit soort informatie,<br />

samen met praktische informatie over bijvoorbeeld<br />

overnachtingsmogelijkheden, werd vanaf het einde<br />

van de negentiende eeuw gebundeld in toeristische<br />

gidsjes.<br />

De Vereniging voor Vreemdelingenverkeer (VVV)<br />

voorzag ook in toeristische informatie. In 1916 werd<br />

bijvoorbeeld in Doorn een vereniging opgericht om<br />

het toerisme te stimuleren. De vereniging nodigde het<br />

publiek uit voor een bezoekje aan de hervormde kerk,<br />

Huis Doorn en de Kaapse bossen. Iets verder weg<br />

waren de zandafgraving en het geologische park bij<br />

Maarn, de piramide van Austerlitz, de Leersumse<br />

Plassen en vanaf 1932 ook Ouwehands Dierenpark in<br />

Rhenen populair. Diverse bezienswaardigheden en uit-<br />

spanningen worden met naam op de kaarten aange-<br />

duid. De meeste hiervan liggen in de dorpen langs de<br />

doorgaande weg van <strong>Utrecht</strong> naar Arnhem. Ook bui-<br />

tenplaatsen staan op de kaart, omdat de meeste par-<br />

ken voor bezoekers waren opengesteld. Vooraf moest<br />

vaak wel een gezins- of jaarkaart à 25 cent bij de tuin-<br />

baas of de VVV gekocht worden. De meeste bossen<br />

waren vrij toegankelijk voor wandelaars.<br />

Na verloop van tijd verschenen er wegwijzers en pad-<br />

destoelen. De ANWB en de VVV zetten wandelroutes<br />

uit op papier en in het veld. De in 1883 opgerichte<br />

Algemene Nederlandsche Wielrijders Bond (ANWB)<br />

was sinds 1890 betrokken bij de voorbereidingen,<br />

de aanmaak, de plaatsing en het onderhoud van de<br />

bewegwijzering in Nederland. In 1894 werden de eerste<br />

houten wegwijzers geplaatst tussen Rotterdam en<br />

<strong>Utrecht</strong>. In 1896 kwamen de eerste ijzeren exemplaren.<br />

Sinds 1900 heeft iedere wegwijzer een uniek <strong>nummer</strong>,<br />

waarbij het <strong>nummer</strong> gerelateerd is aan de locatie.<br />

Nieuwe exemplaren behouden dus het <strong>nummer</strong>.<br />

Er staat nog een originele ijzeren ANWB-paal bij<br />

Eemnes. In 1919 werd de paddestoel geïntroduceerd.<br />

De in 1918 opgerichte rijwielpadvereniging ‘<strong>Utrecht</strong><br />

Met Omstreken’ legde eigen fietspaden aan. U.M.O.<br />

heeft bestaan tot 1968. De meeste (gemarkeerde)<br />

routes werden echter niet op de kaarten aangegeven.<br />

We weten derhalve welke routes werden aanbevolen<br />

en wat in die tijd bezienswaardig werd geacht, maar<br />

of de bezoekers daadwerkelijk deze aanwijzingen op-<br />

volgden, weten we niet. Onderzoek naar het gebruik<br />

van reisgidsen heeft echter laten zien, dat een beschre-<br />

ven route een sterke aantrekkingskracht heeft. Mond-<br />

tot-mond reclame is hierbij een krachtige stimulans.<br />

Mensen willen ‘het ook gezien hebben’.<br />

De toerist in Doorn<br />

Voor het deelgebied ten oosten van Doorn werd<br />

onderzocht wat er van het historische toerisme nog<br />

herkenbaar is. De dorpen op de <strong>Utrecht</strong>se Heuvelrug<br />

hadden het voordeel van de bosrijke en heuvelachtige<br />

omgeving. Dankzij de goede bereikbaarheid met trein,<br />

tram en autobus kwamen veel (stads)mensen naar<br />

dit gebied. Halverwege de jaren twintig van de vorige<br />

eeuw werden de eerste commerciële campings opgericht<br />

in de bossen van Doorn, Maarn en Leersum.<br />

Ook jeugdherbergen, hotels en pensions schoten<br />

begin twintigste eeuw als paddestoelen uit de grond.<br />

In 1929 telde Doorn bijvoorbeeld 87 hotel-pensions.<br />

De meeste hiervan waren echter particuliere woningen,<br />

die gedeeltelijk werden verhuurd. De eigenaar<br />

woonde dan tijdelijk met zijn gezin in de schuur.<br />

Gemiddeld kostte een pensionovernachting toen all in<br />

zo’n 2,50 gulden (1,10 euro). Het poortgebouw van<br />

het Maarten Maartenshuis was omstreeks 1931 enkele<br />

jaren ingericht als jeugdherberg.<br />

De Kaapse Bossen<br />

De fraaie, afwisselende Kaapse Bossen vormden het<br />

Doornse wandelbos bij uitnemendheid; aldus Ruiten-<br />

2


1 4<br />

1<br />

2<br />

g r o t e f o t o : H i e r s t o n d d e H o u t e n K a a p . O p d e b a n k k u n n e n w a n d e l a a r s r u s t i g d e p l a a t s t o t z i c h d o o r l a t e n d r i n g e n .<br />

D e l a a n v o r m t v a n o o r s p r o n g e e n z i c h t l i j n n a a r S c h o o n o o r d i n h e t z u i d e n . f o t o 1 : N i e u w e K a a p . D e z e n i e u w s t e u i t -<br />

z i c h t t o r e n v a n N a t u u r m o n u m e n t e n i s i n 2 0 0 6 g e o p e n d . H e t p l a t f o r m b e v i n d t z i c h o p z o ’n 2 m e t e r h o o g t e e n g e e f t<br />

e e n w i j d s u i t z i c h t . H e t l a r i k s h o u t v o o r d e p a n e l e n k o m t u i t d e K a a p s e B o s s e n . f o t o 2 : S t e n e n t a f e l . D e z e m o l e n s t e e n<br />

o p e e n b e t o n n e n v o e t s t u k v e r v i n g i n 1 9 3 1 h e t o o r s p r o n k e l i j k e e x e m p l a a r v a n d e S t e n e n Ta f e l . O p d e a c h t e r g r o n d i s<br />

e e n b e t o n n e n w a t e r b a k t e z i e n . B i j i e d e r e b e z i e n s w a a r d i g h e i d i n h e t K a a p s e B o s l a g z o ’n b a k . f o t o 3 : M a r k e r i n g s p a a l<br />

r u i t e r p a d . f o t o 4 : E n t r e e N i e u w e K a a p . f o t o : B o r d K a a p s e B o s s e n . f o t o 6 : D e v o o r m a l i g e z a n d g r o e v e D o o r n s e G a t i s<br />

t e g e n w o o r d i g i n g e r i c h t a l s r e c r e a t i e t e r r e i n . O p d e d i v e r s e g r a s v e l d e n k a n g e s p o r t e n g e s p e e l d w o r d e n . D e b a r b e c u e z a l<br />

h i e r r e g e l m a t i g u i t d e a u t o w o r d e n g e h a a l d . f o t o 7 e n 9 : M a r k e r i n g s p a a l , t e g e n w o o r d i g g e v e n p a a l t j e s o p d e g r o n d d e<br />

w a n d e l - , r u i t e r - , s k a t e - o f m o u n t a i n b i k e r o u t e s a a n . f o t o 8 : D e z e z w e r f s t e e n i s a c h t e r g e b l e v e n n a d e v o o r l a a t s t e i j s t i j d .<br />

O p e e n b e t o n n e n s o k k e l v o r m t d e D o o r n s e K e i s i n d s d e j a r e n d e r t i g v a n d e v o r i g e e e u w e e n b e z i e n s w a a r d i g h e i d i n d e<br />

K a a p s e B o s s e n . f o t o 1 0 : O p d e p l a t f o r m r e l i n g v a n d e n i e u w e K a a p b e v i n d t z i c h d e n i e u w s t e v e r s i e v a n e e n o r i ë n t e e r -<br />

t a f e l . D e z e m e t a l e n p l a a t j e s g e v e n u i t l e g o v e r e e n e l e m e n t d a t i n d e v e r t e i s t e z i e n , z o a l s d e D o m t o r e n e n d e O n z e<br />

L i e v e Vr o u w e n t o r e n v a n A m e r s f o o r t . f o t o 1 1 : We g w i j z e r s b i j I J z e r e n K a a p . Vo o r h e e n w e r d d e r o u t e m a r k e r i n g a a n d e<br />

b o m e n b e v e s t i g d . f o t o 1 2 : We g w i j z e r v o o r f i e t s e r s . f o t o 1 3 : D e z e w e g w i j z e r i n e e n b o o m b i j d e f u n d a m e n t e n v a n d e<br />

H o u t e n K a a p g e e f t d e r i c h t i n g n a a r d e T h e e s c h e n k e r i j S t . H e l e n a h e u v e l a a n . f o t o 1 4 : F u n d a m e n t H o u t e n K a a p . f o t o 1 :<br />

N i e u w e b a n k b i j N i e u w e K a a p . f o t o 1 6 : D e z e p a d d e s t o e l v a n d e A N W B w i j s t d e w e g b i j D o o r n o p d e k r u i s i n g v a n d e<br />

R i j k s s t r a a t w e g e n d e B e r g w e g .<br />

beeks beknopte gids van de Stichtse Lustwarande<br />

omstreeks 1950. Het bos is hoogstwaarschijnlijk aan-<br />

gelegd door de familie Swellengrebel, die de buiten-<br />

plaats Schoonoord bewoonde. Omdat deze omgeving<br />

hen aan hun vroegere woonomgeving in de Zuid-<br />

Afrikaanse Kaap deed denken, kreeg dit gebied de<br />

naam De Kaapsche Bosschen. Het moet van oorsprong<br />

een productiebos geweest zijn, dat een recreatieve<br />

functie kreeg. De familie Van der Lee, die de bossen<br />

in 1850 in bezit kreeg, liet diverse bezienswaardighe-<br />

3<br />

4 6<br />

1 1 6<br />

den bouwen. ‘Om onaangenaamheden te voorkomen<br />

is het zeer gewenscht in het bezit van kaarten te zijn<br />

bij bewandeling deezer terreinen’, stond in een gids<br />

te lezen. Wandelkaarten konden worden gekocht bij de<br />

Boekhandels Kleiss en Ruitenbeek of op het Châlet<br />

St. Helenaheuvel. In dit bos stonden twee uitzichttorens<br />

vlakbij elkaar. Vóór 1890 stond op een kleine heuvel<br />

de Koepel. Deze raakte zo vervallen, dat de eigenaar<br />

een stuk zuidelijker, op een kruispunt van lanen, een<br />

houten Belvedère liet bouwen. Deze was in 1974 nog<br />

2 6 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


7 9 1 1<br />

Literatuur<br />

8 1 0 1 2 1 3<br />

bekend als de Houten Kaap, al was hij al decennialang<br />

zo vervallen dat het verboden was het ding te beklim-<br />

men. Vlakbij de Koepel werd omstreeks 1907 een 16<br />

meter hoge ijzeren uitkijktoren gebouwd. In de twin-<br />

tigste eeuw is het ijzeren exemplaar vervangen door<br />

een houten. Deze werd in 2005 afgebroken en onlangs<br />

is de nieuwste uitzichttoren (van hout én metaal) van<br />

Natuurmonumenten geopend. Op 25 meter hoogte<br />

kan onder meer de Domtoren gezien worden.<br />

Zo moeten mensen vroeger ook over de (lagere)<br />

boomtoppen heen hebben gekeken. Bij de Kaap stond<br />

vroeger een oriënteertafel van de ANWB. Bovenop de<br />

huidige toren geven enkele metalen plaatjes op de<br />

reling opnieuw de bezienswaardigheden in de (verre)<br />

omgeving weer. Van de Houten Kaap zijn tegenwoordig<br />

alleen nog de fundamenten aanwezig. Tussen<br />

Schoonoord en deze uitzichttoren bestond een<br />

zichtlijn.<br />

De Doornse Kei is in de jaren dertig van de vorige<br />

eeuw op zijn plek gezet. Deze zwerfkei is na het<br />

smelten van het landijs na de voorlaatste ijstijd in<br />

Nederland achtergebleven. Dichterbij het dorp stond<br />

de Stenen Tafel. In 1931 werd het oorspronkelijke<br />

exemplaar vervangen door een molensteen op een<br />

betonnen voetstuk. Bij de genoemde bezienswaardig-<br />

heden ligt vanouds een waterbak en staan tegenwoor-<br />

dig banken, zodat mensen de bijzonderheid van de<br />

plek rustig in zich op kunnen nemen. Deze beziens-<br />

waardigheden konden als stopplaats in de wandelin-<br />

gen worden opgenomen. De VVV heeft in het bos ook<br />

een route uitgezet. Deze werd vanouds gemarkeerd<br />

- Websites: www.anwb.nl. en Collectie <strong>Utrecht</strong> Vrije tijd en de <strong>Utrecht</strong>se Heuvelrug. www.collectieutrecht.nl.<br />

met VVV-routebordjes, die waren bevestigd aan de<br />

bomen. De meeste hiervan zijn tegenwoordig verdwenen,<br />

enkele zijn ingegroeid. Bij de fundamenten<br />

van de Houten Kaap is nog een bordje, waarop<br />

‘Theeschenkerij St. Helenaheuvel’ is te lezen. Dit<br />

châlet is nog steeds in gebruik als uitspanning. Met<br />

gebruik van de oude routebordjes kan de vroegere<br />

VVV-wandeling opnieuw worden uitgezet. Zo volgt<br />

u in de voetsporen van de toeristen van een eeuw<br />

geleden. En krijgen nu misschien onduidelijke details<br />

weer een nieuwe (oude) betekenis. Er is nog veel te<br />

ontdekken! •<br />

- E.J. Demoed, In een lieflijk landschap. Wandelingen door de historie van Maarn, Doorn, Langbroek, Cothen, Leersum en Amerongen (Zaltbommel 1997).<br />

- M. Laman, Doorn, geschiedenis en architectuur (Zeist 1995).<br />

D o o r n s c h We e k b l a d D e K a a p<br />

- J.C.M. Pennings, red., Na gedane arbeid. Gids voor de geschiedenis van cultuurbeoefening en vrijetijdsbesteding in de provincie <strong>Utrecht</strong> (<strong>Utrecht</strong> 2005).<br />

- M. Steenstra, ‘Recreatie, forensisme en infrastructuur’, in: B. Zijlstra en J. Hagedoorn, red., Het land van de zeven tuinen (<strong>Utrecht</strong> 1990), pp.131-147.<br />

- M. Warmer, Terugtrappen. Nostalgische fietstocht door Driebergen, Rijsenburg, Maarn en Doorn (<strong>Utrecht</strong> 2005).<br />

- M. van der Wilt, ‘Van elitaire aangelegenheid tot allemansrecht. Op vakantie tussen 8 0 en 9 0’ GM 2 <strong>Erfgoed</strong>blad van <strong>Utrecht</strong>, nr.2 zomer 2003, pp.10-12.


R e n é d e K a m<br />

1<br />

Restauratie<br />

Zeeheldenbuurt<br />

Samen op de fiets naar de Zeeheldenbuurt vertelt<br />

Richard uitgebreid over wat er in de afgelopen ander-<br />

half jaar is gebeurd. ‘Ja, het project is inderdaad<br />

afgerond, al zal de aannemer hier voorlopig nog wel<br />

te zien zijn. Huiseigenaren die aanvankelijk niet mee<br />

wilden doen, zijn namelijk enthousiast geworden door<br />

wat zij zagen bij de buren en hebben alsnog besloten<br />

mee te doen. Sommigen maken daarbij gebruik van<br />

de nieuwe URF-financieringsregeling.’ Dat enthousias-<br />

me is overigens goed voorstelbaar. Zeker de huizen<br />

waar naast de bakstenen trappen ook de kozijnen, het<br />

glas-in-lood en het hekwerk zijn aangepakt, hebben<br />

een metamorfose ondergaan. De oorspronkelijke<br />

Amsterdamse School-stijl is daar onmiskenbaar.<br />

De restauratie heeft nog wel wat voeten in de aarde<br />

gehad. Zo moesten er speciaal voor dit project nieuwe<br />

bakstenen gebakken worden in de juiste kleuren en ver-<br />

2 3<br />

1 E e n v a n d e h u i z e n w a a r o o k d e o o r s p r o n k e l i j k e k o z i j n e n m e t r o e d e n v e r d e l i n g w e e r z i j n a a n g e b r a c h t . 2 D e t r a p p e n z i j n<br />

g e r e s t a u r e e r d m e t s p e c i a a l d a a r t o e g e b a k k e n s t e n e n . 3 D e d e t a i l l e r i n g v a n h e t o o r s p r o n k e l i j k h e k w e r k i s w e e r h e r s t e l d .<br />

4 O o k h e t g l a s - i n - l o o d i s b i j s o m m i g e h u i z e n g e r e s t a u r e e r d .<br />

In het voorjaar van 200 deed restauratieadviseur Richard Rodenburg van de gemeente<br />

<strong>Utrecht</strong> in G M 2 verslag over een restauratieproject in de Zeeheldenbuurt. Duidelijk werd<br />

dat het nogal wat vergde om de verschillende eigenaren op een lijn te krijgen. Een middel<br />

daartoe was een realistische afweging om alleen dát te vervangen wat ook daadwerkelijk<br />

aan vervanging toe was. Er werden alleen nieuwe oorspronkelijke kozijnen met roedenver-<br />

deling aangebracht als de huidige in slechte staat verkeerden. In de zomer van <strong>2006</strong> moest<br />

het project zijn afgerond. Hoogste tijd om eens te gaan kijken hoe het is afgelopen.<br />

schillende hardheden. Maar om de oorspronkelijke<br />

kleur van de nieuw gebakken stenen weer aan te<br />

laten sluiten bij de huidige vervuilde staat van de<br />

oude stenen, moesten ze met de hand worden<br />

ingekleurd. En dit alles om kleurverschil te voorkomen<br />

wanneer er ooit een manier wordt gevonden<br />

om bakstenen veilig te reinigen…<br />

Ook bleken de huisblokken oorspronkelijk zwart voegwerk<br />

te hebben gehad. Daar waar de restauratiemetselaars<br />

aan de slag moesten, is de zwarte kleur weer hersteld.<br />

Een andere interessante bevinding is, dat de<br />

huizen waarschijnlijk zijn gebouwd van afgekeurde<br />

stenen die aanvankelijk waren bedoeld voor het<br />

HGBIII gebouw van de NS. Blijkbaar vond architect<br />

W.G. van Heukelom deze stenen niet mooi genoeg.<br />

Hoe het ook zij, de gerestaureerde huizen in de Zeeheldenbuurt<br />

zien er weer mooi uit. Tevreden? ‘Ja, en<br />

dan vooral omdat ook de eigenaren dat zijn.’ •<br />

2 8 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6<br />

4


M a a r t e n v a n D e v e n t e r<br />

Verzameld<br />

verleden<br />

Een tijdscapsule met daarin het verhaal<br />

van een negentiende-eeuwse, onbekende<br />

muntverzamelaar. Zo zou het zeventiende-<br />

eeuwse kistje in de PUG-collectie genoemd<br />

kunnen worden. Deze unieke verzameling<br />

archeologische vondsten uit de provincie<br />

<strong>Utrecht</strong>, aangelegd door het in 1773 opge-<br />

richte Provinciaal <strong>Utrecht</strong>s Genootschap<br />

van Kunsten en Wetenschappen, is sinds<br />

enige jaren overgedragen aan de gemeen-<br />

te <strong>Utrecht</strong>. Het kistje leek één van de<br />

mindere stukken uit de collectie, totdat<br />

het werd geopend!<br />

Hoewel oorspronkelijk voor juwelen bestemd, bevat<br />

het zo’n driehonderd munten en penningen. Deels<br />

ingevouwen in papiertjes met opschrift, deels los,<br />

liggen ze willekeurig door elkaar in de bovenste<br />

compartimenten en lades van het opbergmeubeltje.<br />

Aangezien de jongste munten uit het derde kwart van<br />

de negentiende eeuw stammen en ook de in kriebelig<br />

Latijn geschreven inventarislijst in deze richting wijst,<br />

is de verzameling in die periode aangelegd en van<br />

haar behuizing voorzien. Dat geheel werd vervolgens<br />

aangekocht, of geschonken aan het PUG. Buiten her-<br />

denkingspenningen in zilver, brons en goud uit de<br />

zeventiende, achttiende en negentiende eeuw, bevat<br />

de collectie veel munten uit de late Middeleeuwen,<br />

Renaissance en de Verlichting. Opvallend is echter<br />

het aandeel Romeins geld. Vrijwel alle keizers zijn<br />

vertegenwoordigd in kwalitatief hoogstaande munten<br />

in zilver en brons. In het oog springen de munten<br />

2<br />

4<br />

3<br />

p e n n i n g e n v a n b o v e n n a a r b e n e d e n :<br />

1 P e n n i n g g e s l a g e n n a a r a a n l e i d i n g v a n h e t o v e r l i j d e n<br />

v a n M a r i a S t u a r t , e c h t g e n o t e v a n s t a d h o u d e r - k o n i n g<br />

W i l l e m I I I ( 1 6 9 ) . 2 Z i l v e r e n D e n a r i u s v a n d e R o m e i n s e<br />

k e i z e r O t h o ( 6 9 n a C h r. ) 3 To e g a n g s p e n n i n g v a n d e<br />

A m s t e r d a m s e H o r t u s M e d i c u s ( b o t a n i s c h e t u i n ) a a n d e<br />

P l a n t a g e ( 1 6 8 4 ) . 4 P e n n i n g m e t d e b e e l t e n i s v a n k e i z e r<br />

N a p o l e o n I I I e n k e i z e r i n E u g e n i e , g e s l a g e n n a a r a a n l e i -<br />

d i n g v a n d e o p e n i n g v a n h e t P a l a i s d ’ I n d u s t r i e ( 1 8 )<br />

Vo o r e n a c h t e r z i j d e .<br />

van de Romeinse republiek en een zilveren Siliqua<br />

van keizer Anthemius (467-472 n. Chr.). Bijzondere<br />

exemplaren uit latere periodes zijn onder meer munten<br />

van de reislustige Christina van Zweden, de Franse<br />

koning Louis XVI en velerlei gedenkpenningen. Wie de<br />

eeuwen die in dit kistje besloten liggen door de handen<br />

laat gaan, zal onderschrijven dat het meer is dan enkel<br />

het verhaal van een verzamelaar. Het is een capsule<br />

van meer dan 2000 jaar wereldgeschiedenis in miniatuur.<br />

•<br />

1<br />

2 9


M a a r t e n L e m m e n s<br />

Er kunnen velerlei steekhoudende redenen<br />

zijn waarom er in een bepaalde omgeving<br />

bijgebouwd of juist afgebroken moet worden.<br />

aktief<br />

www.heemsc<br />

Aanvraag Monumentenstatus Biltse Duinen<br />

Door J. van Doorn, Bilthoven<br />

In het natuurgebied de Biltse Duinen, achter de Julianalaan<br />

in Bilthoven, lag nog een deel grond dat in het<br />

bezit was van de busonderneming Connexxion. In verband<br />

met de voorgenomen privatisering heeft de<br />

directie van het vervoersbedrijf het betreffende deel<br />

van het zandverstuivingsgebied te koop aangeboden.<br />

Het <strong>Utrecht</strong>s Landschap heeft een bod uitgebracht dat<br />

te laag werd bevonden. Vervolgens heeft Connexxion<br />

zonder verder met het <strong>Utrecht</strong>s Landschap te praten<br />

het gebied verkocht aan respectievelijk een handelaar<br />

in onroerend goed en een autohandelaar die na de<br />

koop direct een deel voor het viervoudige van de aankoopprijs<br />

hebben doorverkocht.<br />

Het <strong>Utrecht</strong>s Landschap betreurt de gang van zaken<br />

in hoge mate en heeft aangegeven alles in het werk<br />

te zullen stellen om het gebied alsnog te verwerven.<br />

Inmiddels heeft de Vereniging “ Vrienden van de<br />

Biltse Duinen” samen met de natuurorganisatie IVN<br />

het gebied voorgedragen als gemeentelijk monument.<br />

Heemschut ondersteunt deze aanvraag en zal er<br />

scherp op letten dat er in de toekomst geen bestemmingswijzigingen<br />

worden doorgevoerd.<br />

Aaantasting dreigt Kamerikse Wetering<br />

Door H. Kuiper, Kamerik<br />

De Kamerikse wetering is in de 12e eeuw gegraven<br />

vanuit de Oude Rijn als basis voor de ontginning van<br />

het tot dan toe ontoegankelijke moerasbos dat zich<br />

uitstrekte noordelijk van de Rijn bij Woerden. Het<br />

Heemschut<br />

karakter van de wetering is tot heden goed bewaard<br />

gebleven: breed water met natuurlijke, licht meanderende<br />

oevers.<br />

Recentelijk heeft de gemeente Woerden een plan<br />

gelanceerd om – in verband met de verkeersveiligheid<br />

– de bermen van de wegen langs de wetering te<br />

verbreden en door middel van schoeiingen te verstevigen.<br />

Dit zou wederom een aantasting betekenen<br />

van het karakter van de wetering.<br />

Er is een alternatief voorgedragen door de Stichting<br />

Hugo Kotestein, dat de oevers hun natuurlijke karakter<br />

laat behouden en tegelijkertijd de verkeersveiligheid<br />

verbetert. Wij hopen op een positieve reactie van<br />

de gemeente Woerden.<br />

Rijksmonument Nederhof Poort in gevaar<br />

Door Martha de Wit, Wijk bij Duurstede<br />

Als de voorgenomen bouwplannen om achter de<br />

Nederhof Poort in de Volderstraat een woning te<br />

plaatsen doorgaan, wordt de poort voorgoed geblokkeerd<br />

en gaat een uniek rijksmonument verloren.<br />

De vijftiende eeuwse Nederhof Poort vormde de inen<br />

uitgang van het gebouwencomplex ‘de Nederhof’<br />

aan de Markt. Tijdens de residentie van de <strong>Utrecht</strong>se<br />

bisschoppen op kasteel Duurstede ontstonden de<br />

huidige gebouwen. In 1528 stond bisschop Hendrik<br />

van Beieren kasteel Duurstede samen met de Nederhof<br />

af aan Karel V. Karel V verkocht de Nederhof<br />

waarschijnlijk tussen 1540 en 1550 aan particulieren.<br />

Het gebouwencomplex aan de Markt heeft in de loop<br />

3 0 g m k w a d r a a t n u m m e r 3 h e r f s t 2 0 0 6


B i l t s e D u i n e n P o o r t N e d e r h o f P a r k b o s Vo o r d a a n<br />

hut.nl/utrecht<br />

der eeuwen verscheidene Wijkse notabelen als bewo-<br />

ners gekend. In het onlangs onder monumentenzorg<br />

gerestaureerde, aan de Markt gelegen deel van het<br />

complex bevindt zich thans een winkel met daarboven<br />

een viertal appartementen.<br />

Bond Heemschut heeft inmiddels in een brief aan het<br />

College van Burgemeester en Wethouders van Wijk bij<br />

Duurstede zijn bezwaren tegen bovengenoemde<br />

bouwplannen kenbaar gemaakt.<br />

Herstel Parkbos Voordaan in Groenekan<br />

Door J. van Doorn, Bilthoven<br />

Vanaf 1929 worden alle overgebleven restanten van<br />

het voorheen zo grote parkbos Voordaan door de<br />

gemeente Maartensdijk aangekocht met het doel dit<br />

als bosgebied te behouden. Het beheer was geheel<br />

gericht op het in stand houden van dit overgebleven<br />

cultuurhistorische belangrijke bosgebied. In 1999 was<br />

de politiek van mening dat er een nieuw beheerplan<br />

nodig was. De gedane voorstellen (vergroting van de<br />

bestaande verjongingsvlakken en aanleg van nieuwe<br />

vlakken) zouden desastreus zijn voor het gemeentelijk<br />

bos. Na bezwaren van inwoners en diverse stichtin-<br />

gen werd een geactualiseerd beheersplan opgesteld<br />

dat in januari 2000 door de gemeenteraad van<br />

Maartensdijk werd vastgesteld. Uitdrukkelijk werd<br />

vastgelegd dat er alleen nog bomen geveld zouden<br />

worden die door een natuurlijke selectie waren dood-<br />

gegaan. Er werd een integraal onderhoudsplan opge-<br />

steld waarin ook de zorg voor de waterhuishouding<br />

werd geregeld. Groot was daarom de verbijstering van<br />

de omwonenden toen in januari 2004 grote machines<br />

het bos inrolden om de watergangen schoon te maken<br />

en men overging tot het kappen van ca. 60 bomen.<br />

De commissie Openbare Ruimte stelde een onder-<br />

zoek in, en kwam tot de conclusie dat er foutief<br />

gehandeld is en herstel van de schade dient plaats<br />

te vinden.<br />

Oproep<br />

Dit schadeherstel heeft nog steeds niet plaatsgevonden<br />

en wij roepen dan ook de nieuwe gemeenteraad<br />

van de gemeente De Bilt op om bij de nu verantwoordelijk<br />

wethouder aan te dringen op het in gang zetten<br />

van de noodzakelijke hersteloperatie en het vastgestelde<br />

beheerplan verder uit te voeren.<br />

Meer informatie vindt u in het onlangs verschenen boek<br />

‘Orkanen over Voordaan’ door W. van Schaik<br />

(ISBN­ 0: 90­8 0 77­ –X)<br />

Excursie 23 september<br />

In het vorige <strong>nummer</strong> maakten we melding van onze<br />

jaarlijkse excursie. Voor alle duidelijkheid: ook nietleden<br />

van Heemschut kunnen zich hiervoor opgeven.<br />

Het dagprogramma vindt u op www.heemschut.nl/<br />

utrecht/index.html onder het kopje “Evenementen” •<br />

Wilt u reageren, dan kunt u schrijven naar onze secretaris, dhr. H. Kuiper, Mijzijde 49, 3471 GP, Kamerik of mailen naar kuiper.duijnker@wxs.nl.<br />

Of bezoek onze website op www.heemschut.nl/utrecht. U kunt ook bellen naar ons landelijk kantoor op 020- 622 52 92.<br />

3 1


F r e d Vo g e l z a n g<br />

4 nieuwe<br />

Boeken<br />

Er is geen historicus die zo smakelijk over onsmakelijke din-<br />

gen kan vertellen en schrijven als Piet ’t Hart. Toen onlangs<br />

een nieuw boek van zijn hand uitkwam lag het in de lijn der<br />

verwachting dat ook dit bol zou staan van de gruwelijkste<br />

beschrijvingen en onpasselijk makende citaten.Toch is dat niet<br />

zo. Het onderwerp, de stad <strong>Utrecht</strong> in de tweede helft van de<br />

negentiende eeuw, is de focus van veel onderzoek van ’t Hart.<br />

De afgelopen jaren verschenen er al vele publicaties over deze<br />

periode van de oud-professor <strong>Utrecht</strong>-studies en dit boek is<br />

eigenlijk een soort staalkaart geworden van de onderwerpen<br />

waarmee hij zich heeft bezig gehouden. Arbeiders, gezond-<br />

heidszorg, armoede, volksverheffing, volkshuisvesting en hygi-<br />

ene komen allemaal langs. Alleen heeft ’t Hart er dit keer voor<br />

gekozen niet het rauwe leven van de onderklasse in al zijn sme-<br />

righeid ten toon te stellen, maar juist de commissies, instel-<br />

lingen en verenigingen in het licht te plaatsen, die een einde<br />

wilden maken aan al die misstanden. Daardoor is het wel een<br />

ander boek geworden. Ieder hoofdstuk begint met een schets<br />

van de landelijke ontwikkeling op het gekozen thema, duikt<br />

dan in de situatie zoals die in <strong>Utrecht</strong> heerste en beschrijft ver-<br />

volgens wat er gepoogd werd om de toestand de verbeteren.<br />

Door de gekozen einddatum, 1914, blijven veel ontwikkelingen<br />

halverwege steken. Dat is jammer. Wel wordt duidelijk hoe kort<br />

het nog geleden is dat wij in omstandigheden leefden, die we<br />

nu slechts kennen uit de Derde Wereld.<br />

Ook over gewone mensen maar op een andere manier gaat<br />

het boekje van Ben Remie over de Vreeswijkse ijsclub Rijn en<br />

Lek. Net als eerdere uitgaven van de Oudheidskamer Vreeswijk<br />

(met ‘s’) is het bijna een bronnenuitgave geworden. Na een<br />

inleiding over de geschiedenis van het schaatsen worden diver-<br />

se negentiende-eeuwse krantenberichten weergegeven waarin<br />

het schaatsen op de Lek centraal staat. In 1895 is het zover<br />

dat Vreeswijk een eigen schaatsclub opricht. Het boekje geeft<br />

inzicht in de oprichters, de leden, de activiteiten, maar ook<br />

de volledige statuten, deelnemers aan wedstrijden en ander<br />

materiaal dat gevonden werd in het archief. Het is strikt chronologisch<br />

opgebouwd en ook voor genealogen van belang.<br />

Tussen neus en lippen door leert het boekje dat de uitdrukking<br />

‘voor spek en bonen’ meedoen, voor de schaatssport af en toe<br />

letterlijk moet worden opgevat.<br />

De dorpshistoricus van Austerlitz, Rutger Loenen, heeft het<br />

werk aan zijn magnum opus de piramide van het gelijknamige<br />

dorp blijkbaar even terzijde gelegd en zich gestort op<br />

de geschiedenis van de fanfare in zijn dorp. Die fanfare, Erica<br />

geheten, is in 1906 opgericht en bestaat dus honderd jaar. In<br />

de inleiding plaatst Loenen de oprichting in het gevecht tegen<br />

het drankmisbruik dat aan het einde van de negentiende eeuw<br />

de gemoederen bezig hield, met het woordgrapje ‘van de noot<br />

een deugd maken’. Omdat Erica ging repeteren in het lokaal<br />

van de reeds ter ziele gegane bond voor drankbestrijding had<br />

hij ook ‘van de neut een deugd maken’ kunnen gebruiken…<br />

Al binnen een jaar werd het eerste concert gegeven, op huize<br />

Molenbosch, omdat men zo de bewoner van die buitenplaats,<br />

mr. J.F. de Beaufort, wilde overhalen beschermheer te worden<br />

van de nieuwe vereniging. Die kon na deze aubade niet meer<br />

weigeren. Een hoogtepunt in het jaarlijkse muziekleven waren<br />

de concoursen, waar vele fanfares en muziekcorpsen om de<br />

eer streden. En nooit ging Erika zonder prijs naar huis. Een<br />

goede fanfare had een goede dirigent nodig, en dat kostte geld.<br />

Vandaar de regelmatige strijd om geld en nog steeds wordt<br />

heel Austerlitz ingeschakeld bij het verzamelen van oud papier<br />

om zo de verenigingskas te spekken. Net als het voorgaande<br />

boekje bevat deze uitgave lijsten met leden en bovendien<br />

heel veel foto’s, van optredens, advertenties, voorwerpen en<br />

uitstapjes.<br />

De Stichting <strong>Utrecht</strong>se Molens en daarmee hun molenbezit is<br />

overgegaan naar het <strong>Utrecht</strong>s Landschap. Het beheer van deze<br />

molens was aanleiding voor het Landschap om 21 binnen- en<br />

buitenlandse kunstenaars te vragen een <strong>Utrecht</strong>se molen te<br />

portretteren. Dat resulteerde in een prachtig vormgegeven<br />

kunstboek, Wieken, Wind en Weidevogels. Behalve weergaven<br />

van het werk van de verschillende kunstenaars bevat het<br />

boek ook korte artikelen over natuur, landschap en, natuurlijk,<br />

molens.<br />

• P.D. ’t Hart, Leven in <strong>Utrecht</strong> 1850-1914. Groei naar een<br />

moderne stad (Hilversum 2005) isbn 90-6550-888-0<br />

• R. Loenen, 1906-<strong>2006</strong>. Erica. 100 jaar fanfare in Austerlitz<br />

(Driebergen-Rijsenburg <strong>2006</strong>)<br />

• B. Remie, IJsclub ‘Rijn en Lek’ 1895-1991. IJsfeesten in<br />

Vreeswijk (Nieuwegein <strong>2006</strong>)<br />

• Wieken, wind en weidevogels. Molens in het <strong>Utrecht</strong>s<br />

Landschap (z.p. <strong>2006</strong>) isbn 10-90-810509-1-5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!