nr. 3 - KGK Deinze
nr. 3 - KGK Deinze
nr. 3 - KGK Deinze
- TAGS
- deinze
- kgk-deinze.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3323<br />
broer zou de breigoedfabriek verderzetten zoals Hugo Mechiels dat ook zou doen met de<br />
Mechiels breigoedfabriek. Hector Mechiels’ vrouw – Karel heeft later vaak een portret van<br />
haar geschilderd – werd ziek. Herhaaldelijk moest ze voor onderzoek naar Dr. Med. Adriaan<br />
Herman Martens… te Astene. Daar was die naam opnieuw.<br />
Door Astene reed ik een eerste keer in 1938, toen ik al 12-jarige snotneus per fiets naar de<br />
Ijzerbedevaart reed, samen met Fons D’Hollander van Stekene en met Roger De Handschutter<br />
van St.-Niklaas. St-Niklaas-Diksmuide was 100 km fietsen, door steden en dorpen want al die<br />
ringwegen om de stad of gemeente heen waren er toen nog niet.<br />
In november 1950 werd ik leraar te <strong>Deinze</strong> (en te Brugge). In september 1951 kreeg ik te<br />
<strong>Deinze</strong> een voltijdse opdracht (te Brugge ging het om een interimbetrekking van zes<br />
maanden). In januari 1951 kreeg ik een eerste inspectie die goed was, in januari ’52 een<br />
tweede met “zeer goed” en omtrent Pasen de beloofde vaste benoeming. Dus kwam ik in<br />
<strong>Deinze</strong> zoeken naar bouwgrond niet te ver van het atheneum. Die bouwgrond vond ik in …<br />
Astene.<br />
In mei 1953 kwamen wij in ons nieuw (nog niet afgewerkt) huis wonen, samen met onze<br />
dochter Griet, toen 18 maanden oud, en zoon Wim, toen zes weken oud, beiden te Gent<br />
geboren. En met schoonmoeder die sederd 1931 weduwe was. We woonden er tot januari<br />
1992, bijna 39 jaar. Maar dat huis-Arthur de Geyter was er de architect van- was een van de<br />
laatste huizen van Astene, richting Petegem en <strong>Deinze</strong>. Mijn job lag in <strong>Deinze</strong> en zo waren<br />
we meer <strong>Deinze</strong>-georiënteerd dan naar Astene. De bakker, de groentenman, de melkman en<br />
de beenhouwer bestelden toen nog ten huize, per fiets, per “triporteur” met hondengespan,<br />
met de stootkar, ook met trekhonden. Richting dorp gingen we zelden; het boodschappendoen<br />
gebeurde hoofdzakelijk in <strong>Deinze</strong>. Maar we woonden in Astene.<br />
Boter en melk, ook wel eieren, haalden we bij boer Van den Heede, in het Hof te Gampelaere,<br />
over de spoorweg. Die spoorweg, gelijkgronds, was altijd toegeschoven, behalve het vak voor<br />
voetgangers. De enige auto’s die daar over de spoorweg moesten waren die van de familie<br />
Robert Torck. Zij moesten toen claxoneren; dan ging het spoorhek ofwel helemaal toe (teken<br />
dat er een trein op komst was) of open, maar weer toe, op het voetgangers ( en fietsers-) –deel<br />
na. De verkaveling Kerselaarslaan ( en later Gampelaeredreef) was er nog niet. Het<br />
voetbalveld van SK <strong>Deinze</strong> wel. Het was allemaal anders.<br />
Het museum.<br />
In een bijlage in het <strong>KGK</strong>-Contactblad jg. 2005 <strong>nr</strong>. 2 p. 3295 e.v. laat Paul Huys verstaan dat<br />
nogal wat voorwerpen van KOK verdwenen zijn. Inderdaad. In het begin van de oorlogsjaren<br />
1940 was het toezicht verminderd en bleek dat er in de opslagplaatsen in het stadhuis<br />
herhaaldelijk was ingebroken. Toen in 1942 het museum werd geopend, waren er heel wat<br />
dingen in voorraad o.a. in de kelder. Omdat die kelder onder water kwam moesten ze elders<br />
opgeslagen worden. Ze kwamen terecht in de gebouwen van Petegem-school, tegenover het<br />
gemeentehuis van Petegem (aan de Kortrijkse steenweg toen). Maar daar werd ook<br />
herhaaldelijk ingebroken door ruiten aan de achterkant van de gebouwen in te slaan. Ook in<br />
september 1944 schijnt er nogal veel gestolen te zijn. Petegem zorgde ook niet voor zijn<br />
documenten. Zo zag ik ooit in de kelder van het nieuwe gemeentehuis (Oostkouter) de<br />
documenten, oude boeken van de burgerlijke stand incluis, op een hoop, een berg, op mekaar<br />
gesmeten en in oncontroleerbare chaos op de vochtige keldervloer liggen.<br />
Van de gemeenteschool verhuisde het KOK-bezit nog eens naar de kelder van wat nu het<br />
Saveryspand is, dan naar een hoek in de brandweerkazerne in het Louis Dhontstraatje. En<br />
tenslotte naar het nieuwe museum in 1981. Daar werd en wordt nu alles gecatalogeerd en<br />
wetenschappelijk- verantwoord beschreven. Dat is een ontzettend werk dat in alle stilte<br />
gebeurt, zodanig stil dat sommige stadsbestuurders dachten (en denken) dat er daar niet erg<br />
gewerkt wordt. Maar dat is fout gedacht. Elk stukje wordt niet alleen genoteerd maar ook