23.08.2015 Views

BESTEMMINGSPLAN WATERLAND KERNEN 2013

Bijlage 2 Ontwerp-bestemmingsplan Waterland Kernen 2013

Bijlage 2 Ontwerp-bestemmingsplan Waterland Kernen 2013

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>BESTEMMINGSPLAN</strong><strong>WATERLAND</strong> <strong>KERNEN</strong> <strong>2013</strong>ONTWERP


GEMEENTE <strong>WATERLAND</strong> 1012118.03 / GEMEENTERAAD / 01-11-2012<strong>BESTEMMINGSPLAN</strong> <strong>KERNEN</strong> <strong>WATERLAND</strong> <strong>2013</strong>TOELICHTING EN REGELSINHOUDSOPGAVEblzHOOFDSTUK 1 INLEIDING 11.1 Aanleiding 11.2 Opbouw bestemmingsplan 21.3 Leeswijzer 2HOOFDSTUK 2 DE BESTEMMINGEN 42.1 Algemeen 42.2 Bestemmingen 62.3 Algemene aanduidingsregel 32HOOFDSTUK 3 PLANUITGANGSPUNTEN 333.1 Algemene uitgangspunten 333.2 Begrenzing van het plangebied 333.3 Hoofduitgangspunten 333.4 Thematische uitgangspunten 34HOOFDSTUK 4 HUIDIGE SITUATIE 354.1 Ilpendam 354.2 Watergang 374.3 Zuiderwoude 374.4 Uitdam 39HOOFDSTUK 5 BELEIDSKADER 405.1 Rijksbeleid 405.2 Provinciaal beleid 415.3 Regionaal beleid 435.4 Waterbeleid 435.5 Gemeente 44HOOFDSTUK 6 MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN 496.1 Mer-beoordeling 496.2 Ecologie 496.3 Cultuurhistorie 51


6.4 Archeologie 536.5 Waterparagraaf 546.6 Bedrijven en milieuzonering 556.7 Agrarische bedrijven 566.8 Geluid 566.9 Bodem 576.10 Luchtkwaliteit 576.11 Externe veiligheid 586.12 Kabels en leidingen 60HOOFDSTUK 7 UITVOERBAARHEID 617.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 617.2 Economische uitvoerbaarheid 627.3 Grondexploitatie 62BIJLAGEN BIJ TOELICHTINGBijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4Aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezichtAfsprakenkader ontwikkeling Landbouw enLandschap Waterland-OostOverzicht beeldbepalende en waardevolle pandenOnderzoek externe veiligheid


REGELSHOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 63Artikel 1: Begrippen 63Artikel 2: Wijze van meten 75HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 77Artikel 3: Agrarisch 77Artikel 4: Bedrijf 85Artikel 5: Bedrijf - Nutsvoorziening 89Artikel 6: Gemengd 90Artikel 7: Groen 91Artikel 8: Groen - Park 92Artikel 9: Horeca 93Artikel 10: Maatschappelijk 94Artikel 11: Maatschappelijk - Begraafplaats 98Artikel 12: Natuur - 2 99Artikel 13: Natuur - 3 101Artikel 14: Natuur - 4 103Artikel 15: Sport 105Artikel 16: Tuin - Onbebouwd 106Artikel 17: Tuin - Overtuinen 107Artikel 18: Verkeer 108Artikel 19: Verkeer - Verblijf 109Artikel 20: Water 110Artikel 21: Water - Waterstaat 112Artikel 22: Wonen - 1 114Artikel 23: Wonen - 2 118Artikel 24: Wonen - Stolp 123Artikel 25: Wonen - Wooncentrum 130Artikel 26: Wonen - Woongebouw 131Artikel 27: Wonen - Woonwagenstandplaats 132Artikel 28: Leiding - Hoogspanningsverbinding 133Artikel 29: Leiding - Riool 135Artikel 30: Waarde - Aardkundig 137Artikel 31: Waarde - Archeologie 1 138Artikel 32: Waarde - Archeologie 2 140Artikel 33: Waarde - Archeologie 3 143Artikel 34: Waarde - Archeologie 4 146Artikel 35: Waarde - Archeologie 5 149Artikel 36: Waarde - Beschermd dorpsgezicht Zuiderwoude 152Artikel 37: Waterstaat - Waterkering 153


HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 155Artikel 38: Anti-dubbeltelbepaling 155Artikel 39: Algemene bouwregels 156Artikel 40: Algemene gebruiksregels 157Artikel 41: Algemene afwijkingsregels 158Artikel 42: Algemene aanduidingsregels 159Artikel 43: Overige regels 160HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 161Artikel 44: Overgangsrecht 161Artikel 45: Slotregel 162BIJLAGEN BIJ REGELSBijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4Specifieke toetsingscriteria ondergeschikte tak ofdeeltijdfunctieBedrijvenlijstLijst met kleinschalige bedrijfsmatige activiteitenLijst van toegestane evenementen


1012118.03 blz 1TOELICHTINGHOOFDSTUK 1INLEIDING1.1 AanleidingDit bestemmingsplan is het bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>(NL.IMRO.0852.BPKILUIWAZU013-on01). Dit bestemmingsplan voorziet in eenvolledig herziene en geactualiseerde planologisch-juridische regeling voor dekernen Ilpendam, Watergang, Zuiderwoude en Uitdam (zie figuur 1).Figuur1.De ligging van het plangebiedDe huidige planologische regeling voor de genoemde kernen is vastgelegd in tienverschillende (bestemmings)plannen. Hieronder volgt een opsomming van degeldende (bestemmings)plannen:• bestemmingsplan Ilpendam (vastgesteld op 11 april 2002 en goedgekeurd op19 november 2002);• uitbreidingsplan in hoofdzaak 1955 (vastgesteld op 4 november 1955 engoedgekeurd op 11 juli 1956);• herziening Uitbreidingsplan in onderdelen 1953 (vastgesteld op 11 mei 1953en goedgekeurd op 3 maart 1954);• bestemmingsplan Watergang 1995 (vastgesteld op 2 november 1995 engoedgekeurd op 21 juni 1996);• bestemmingsplan Buitengebied Landsmeer 1977 (vastgesteld op 27 juni1977 en goedgekeurd op 15 mei 1979);• bestemmingsplan Zuiderwoude gedeeltelijke herziening 1979 (vastgesteld op25 september 1979 en goedgekeurd op 8 juli 1960);Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012 .Buro Vijn B.V.


lz 2 1012118.03• bestemmingsplan Zuiderwoude 1973 (vastgesteld op 24 april 1974 en goedgekeurdop 16 juli 1974);• uitwerkingsplan Uitdam 1977 (vastgesteld op 21 maart 1977 en goedgekeurdop 24 mei 1979);• bestemmingsplan Uitdam gedeeltelijke herziening 1976 (vastgesteld op 27 juli1976 en goedgekeurd op 21 juni 1977);• bestemmingplan Uitdam (vastgesteld op 24 april 1973 en goedgekeurd op 9juli 1974).Daarnaast worden met dit bestemmingsplan diverse wijzigingsplannen herzien.De geldende (bestemmings)plannen hebben in de loop der tijd hun actualiteit verloren.Herziening van deze plannen is noodzakelijk. Bovendien moeten gemeentenop basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli <strong>2013</strong> beschikkenover bestemmingsplannen die niet ouder zijn dan tien jaar.De regeling die dit bestemmingsplan biedt is in hoofdzaak consoliderend van karakter.Dit betekent dat er geen omvangrijke nieuwe ontwikkelingen mogelijkworden gemaakt. Het vastgesteld beleid is geïmplementeerd in dit bestemmingsplan.1.2 Opbouw bestemmingsplanHet bestemmingsplan voldoet aan de eisen van de Wet ruimtelijke ordening(Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen(SVBP) 2012.Het bestemmingsplan regelt de gebruik- en bebouwingsbepalingen van de grondenin het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorenderegels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd,in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting.Deze toelichting heeft geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaatom de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld.1.3 LeeswijzerDeze toelichting is objectgericht opgezet. Er is gedacht vanuit het digitale systeem.Als men op de digitale verbeelding klikt, komen eerst de regels in beeld.Vervolgens wordt de toelichting op de regels gegeven. Van daaruit bestaan erdoorklikmogelijkheden naar de andere delen van de toelichting. De toelichting isals volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 beschrijft de bestemmingen en geeft weerwaarom de hierin opgenomen keuzes zijn gemaakt. Hoofdstuk 3 geeft op hoofdlijnende uitgangspunten voor het bestemmingsplan weer. Deze zijn in uitgebreidevorm terug te vinden in de Algemene Nota van Uitgangspunten Project ActualiseringslagBestemmingsplannen Gemeente Waterland (vastgesteld 26 juli 2011)en de Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>(vastgesteld op 3 januari 2012). Hoofdstuk 4 geeft inzicht in de huidige ruimtelijkeBuro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 3en functionele situatie. Het achterliggende beleid, dat is gebruikt bij de keuzevoor de bestemmingen, staat beschreven in hoofdstuk 5. De milieu- en omgevingsaspectenzijn uitgewerkt in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 gaat in op de economischeen de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. In dit hoofdstuk wordtook aandacht besteed aan het aspect grondexploitatie.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 4 1012118.03HOOFDSTUK 2DE BESTEMMINGEN2.1 Algemeen2.1.1 Opbouw van de bestemmingenIn dit hoofdstuk zijn de verschillende bestemmingen toegelicht. Alle bestemmingenstarten met een toelichting waarin een bestemmingsomschrijving wordtweergegeven en waarin kort wordt ingegaan op de specifieke bouw- en gebruiksregels.Daarnaast wordt ingegaan op de afwijkingsregels en de wijzigingsregels.In de planregels zijn alle bestemmingen als volgt opgebouwd.BestemmingsomschrijvingHierin staat beschreven voor welke functie(s) de gronden mogen worden ingericht,gebruikt en hoe de onderlinge rangorde van functies is. Met aanduidingenwordt op enkele specifieke locaties extra functiemogelijkheden geboden.BouwregelsHierin is aangegeven welke gebouwen en andere bouwwerken zijn toegestaanen welke maatvoering daarbij moet worden aangehouden.Specifieke gebruiksregelsGronden en gebouwen worden gebruikt passend bij de bestemming. Indien nodigworden bepaalde gebruiksvormen uitgesloten. In enkele gevallen zijn objectievegrenzen opgenomen voor functies, zoals oppervlaktematen, hoogtes en dergelijke.Afwijking van de bouw- en gebruiksregelsIn het bestemmingsplan is voor een aantal omstandigheden de mogelijkheid opgenomenom af te wijken van de bouw- en gebruiksregels. Hierdoor krijgt het collegede benodigde flexibiliteit af te wijken voor bepaalde, voorzienbare situaties.Van geval tot geval wordt daarvoor door het bevoegd gezag een afweging gemaakt.Er zijn ook gebruiksvormen die beleidsmatig wel mogelijk zijn, maar die vanwegede benodigde afweging onder een afwijking zijn gebracht. Deze zogenoemdebinnenplanse afwijkingen wordt slechts verleend na een zorgvuldige afwegingvan waarden en functies in de bestemmingen.Vergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamhedenVoor een aantal werken en werkzaamheden geldt een vergunningplicht voor hetuitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde 1 . Het gaat daarbij om werken enwerkzaamheden die structureel ingrijpen in de aard van de gegeven bestemming.Dat betekent dat deze pas mogen worden uitgevoerd, nadat een omgevingsvergunningis verkregen. Hierbij vindt een afweging van belangen naar evenredig-1Ruimtelijke Or-Dit zijn de vroegere aanlegvergunningen op grond van de Wet op dedeing.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 5heid plaats. Als het gaat om activiteiten die behoren tot het normale onderhoud,normaal beheer of het normaal gebruik, is geen vergunning vereist. Bij de toelaatbaarheidvan activiteiten wordt vanuit het evenredigheidsbeginsel een belangenafweginggemaakt tussen het belang van de functies van waaruit de vergunningwordt aangevraagd en de specifieke waarden die ter plaatse aanwezig zijn.WijzigingsbevoegdhedenHet plan bevat voor een aantal gevallen mogelijkheden om bestemmingen te wijzigenbinnen de in de regels aangegeven grenzen. Voor zo'n wijziging bestaanaparte procedureregels. Voor zover het een wijziging binnen de bestemming zelfbetreft, bijvoorbeeld het verwijderen van een aanduiding, staat deze in het betreffendeartikel genoemd. Voor zover het een wijziging naar een andere bestemmingbetreft, kan deze in het betreffende artikel zijn opgenomen of in een algemeenartikel. Dit laatste geldt wanneer het meerdere bestemmingen betreft.2.1.2 OvergangsbepalingHet overgangsrecht is gericht op bouwwerken die met een vergunning of eenmelding zijn gebouwd, of een gebruik dat ooit is toegestaan, maar dat nu, vanwegeeen bestemmings- of beleidswijziging onder het overgangsrecht is gebracht.Ook tientallen jaren aanwezige bouwwerken, die niet met een vergunningzijn gebouwd, of langdurig aanwezig gebruik wordt met het overgangsrecht beschermd.Het overgangsrecht is er op gericht dat deze bouwwerken uiteindelijkverdwijnen of dat het gebruik ervan wordt beëindigd, zodat de situatie in overeenstemmingraakt met de gegeven bestemming.In beginsel mogen de bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, slechtsin ondergeschikte mate gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd. Het is nietmogelijk om hiermee geheel of in stappen tot een nieuw bouwwerk te komen.2.1.3 Algemene toetsingscriteriaIn de regels wordt verwezen naar algemene toetsingscriteria. Dit speelt ten aanzienvan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid,de milieusituatie, landschappelijke, cultuurhistorische, natuurlijke waarden, degebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en het beschermd dorpsgezichtvan Zuiderwoude. Hieronder volgt een toelichting op deze criteria.Het bebouwingsbeeldEr moet worden gestreefd naar een in stedenbouwkundig opzicht samenhangendbebouwingsbeeld. Dit betekent dat bij bebouwing wordt gestreefd naar:• een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;• een goede bouwhoogte- / breedte-verhouding tussen de bebouwing onderling;• een samenhang in bouwvorm / architectonisch beeld tussen bebouwing dieruimtelijk op elkaar is georiënteerd.De woonsituatieEr moet rekening worden gehouden met het in stand houden en garanderen vaneen redelijke lichttoetreding, een redelijk uitzicht, de aanwezigheid van voldoendeprivacy en een goed woon- en leefmilieu.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 6 1012118.03De verkeersveiligheidVerkeersveiligheid staat onder druk door de toename van (zwaarder) verkeer opde kleinere wegen. Deze wegen worden ook gebruikt voor toeristisch verkeer. Bijfuncties waarbij het verkeer toeneemt, moet een zorgvuldige afweging plaatsvinden.In een verkeersveilige situatie worden vrije uitzichthoeken bij kruisingen vanwegen en uitritten gegarandeerd.MilieusituatieHinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking moet wordenvoorkomen. Bij de situering en omvang van milieubelastende functies moet eropworden gelet dat bestaande milieugevoelige functies niet in het functioneren wordenbeperkt. Omgekeerd moet er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoeligefuncties op worden gelet dat bestaande milieubelastende functies niet inhet functioneren worden beperkt. Voor de afweging worden de afstanden van deVNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009) gehanteerd.Landschappelijke en cultuurhistorische waardenDe landschappelijke en cultuurhistorische waarden, zoals onder andere de verkavelingvan het (veenweide)gebied en de kenmerkende (lint)bebouwing makendeel uit van de identiteit van Waterland. Bij de afweging van het begrip landschappelijkeen cultuurhistorische waarden is het in stand houden van dezewaarden steeds onderdeel van het toetsingskader.Natuurlijke waardenDe natuurlijke waarden die aan het gebied worden toegekend, zijn de waardendie een relatie hebben met de aanwezige geologische, bodemkundige en biologischeelementen. De bescherming van de natuurlijke waarden is een afweging diebij iedere ontwikkeling wordt gemaakt. Bij de afweging van het begrip natuurlijkewaarden zijn de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet steeds onderdeelvan het toetsingskader.GebruiksmogelijkhedenIn principe moeten gronden en gebouwen worden gebruikt overeenkomstig debestemming. Bij een nieuw gebruik moet altijd worden getoetst aan het huidigegebruik van de aangrenzende bestemmingen.Het aangrenzend gebruik mag niet onevenredig worden gehinderd door hetnieuwe gebruik.Beschermd dorpsgezichtBij het toepassen van binnenplanse afwijkingen en wijzigingsbevoegdheden enhet verlenen van omgevingsvergunningen in Zuiderwoude moet rekening wordengehouden met de waarden van het beschermd dorpsgezicht.De waarden van het beschermd dorpsgezicht staan beschreven in bijlage 1.2.2 BestemmingenIn deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingenin dit bestemmingsplan.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 72.2.1 AgrarischToelichting op de bestemmingLandbouwkundig gebruikIn Ilpendam komt één agrarisch bedrijf voor die onder deze bestemming valt. Hetgaat om een grondgebonden veehouderijbedrijf. Daarnaast zijn er aan de randenvan Ilpendam enkele percelen die agrarisch in gebruik zijn. Deze, over het algemeennatte gronden, zijn van oorsprong geschikt als hooi- en weilanden voor hetvee. In de agrarische gronden komt ook een perceel voor waar bebouwing aanwezigis. Deze bebouwing is in gebruik als stal. Deze situatie is op de verbeeldingaangeduid.BouwperceelZoals aangegeven geldt de bestemming agrarisch zowel voor het agrarische bedrijfals voor de onbebouwde agrarische gronden. Het bedrijf is op de verbeeldingaangeduid met een bouwperceel. Het bouwperceel omvat het totaal van agrarischebebouwing en het erf. Zo maken ook de voortuin, erfinrichting en eventuelehoutsingels deel uit van het bouwperceel. Landschappelijke inpassing van agrarischebedrijven vindt ook plaats binnen het bouwperceel. Binnen het bouwperceelis ruimte voor het manoeuvreren van landbouwwerktuigen en is ruimte voor deopslag van landbouwproducten.BouwvlakBinnen het bouwperceel ligt een bouwvlak. Hierbinnen moeten de agrarische bedrijfsgebouwenen bedrijfswoning worden gebouwd. Het bouwvlak omvat de bestaandebebouwing. Er is geen ruimte voor uitbreiding.Nevenactiviteiten in de bedrijfswoningOm een verbreding van functies te stimuleren worden, gekoppeld aan de woonfunctie,bepaalde nevenfuncties toegestaan. Hiermee kunnen de bewoners extrainkomsten genereren en kunnen kleine ondernemingen zich ontplooien op hetgebied van bedrijvigheid, zorg en toerisme.Aanvullend op de agrarische bedrijvigheid zijn bij recht, binnen de bedrijfswoningmogelijkheden voor beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatigeactiviteiten, mantelzorg en kleinschalig toeristisch overnachten toegestaan. Voorkleinschalig toeristisch overnachten mag maximaal 30% van de totale gezamenlijkebrutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning worden gebruikt. Daarnaast isop het perceel een rustpunt 22 toegestaan.Slopen stolpVoor het geheel of gedeeltelijk slopen van een stolp is een omgevingsvergunningvereist. Een vergunning wordt alleen verleend als de bouwtechnische kwaliteit2Een plek bij een particulier of een agrariër waar passerende wandelaars en fietsers op heterf kunnen pauzeren en op verhaal kunnen komen, in combinatie met een picknickplaatsmet voorzieningen, zoals het verstrekken van lichte versnaperingen, informatie en het biedenvan reparatiemogelijkheden voor fietsen.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 8 1012118.03dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is en het delenvan een stolp betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbij door verwijderingdaarvan de karakteristieke hoofdvorm van de stolp niet onevenredig wordtaangetast.VolkstuinenIn het noorden van Ilpendam zijn volkstuinen aanwezig. Deze liggen deels binnende bestemming 'Agrarisch'. De volkstuinen zijn op de verbeelding aangeduid.AfwijkingsregelsMet een omgevingsvergunning kunnen de volgende activiteiten worden toegestaan.Andere bouwvormenBinnen de bouwregels voor stallen zijn moderne veestallen, zoals serrestallenniet mogelijk. Deze passen namelijk niet binnen de regeling van de minimale enmaximale dakhelling. Daarom zijn dergelijke stalvormen toegestaan bij afwijking.Hierbij is het wel van belang dat er een erfinrichtingsplan wordt opgesteld en datgeen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de natuurlijkeen landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzendegronden.Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenBij afwijking zijn zowel paardrijbakken, zwembaden als tennisbanen toegestaanbinnen een straal van 100 meter om een woning. Voor zwembaden en tennisbanengeldt verder dat deze alleen binnen het bouwvlak zijn toegestaan. Het moetgaan om eigen gebruik en er moet voldoende aandacht zijn voor de landschappelijkeinpassing en situering. Om die reden moeten deze zoveel mogelijk achterde hoofdgebouwen en dus uit het zicht worden gesitueerd. Onder een goedelandschappelijke inpassing wordt verstaan dat het landschap zo min mogelijkwordt ontsierd. Voor paardrijbakken geldt daarnaast een oppervlakte van maximaal1.200 m 2 .Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen vallen onder andere bouwwerkenen dus niet onder gebouwen, waardoor deze nooit overdekt kunnen zijn. Lichtmastenof andere lichtinstallaties zijn hierbij niet toegestaan.Nevenactiviteiten bij agrarische bedrijvenVerbreding van de agrarische bedrijfsvoering kan een ondersteuning zijn van dehoofdactiviteit. Voorbeelden hiervan zijn agrarisch natuur- of landschapsbeheer,toerisme en recreatie (kleinschalig overnachten of kamperen bij de boer), educatie,zorg, niet agrarische bedrijvigheid (categorie 1 en 2) of verkoop van eigenproducten. Het houden van een ondergeschikte neventak of een deeltijdfunctiebij een agrarisch bedrijf is toegestaan na het verlenen van een omgevingsvergunning.Met een neventak of deeltijdfunctie kan een agrariër inkomsten verwervenuit andere activiteiten naast de agrarische activiteiten. De agrarische activiteitblijft wel altijd de hoofdfunctie. De nevenactiviteit moet daarom ruimtelijk ondergeschiktzijn aan de agrarische hoofdactiviteit. Hiervoor gelden de voorwaardenzoals deze zijn genoemd in het Afsprakenkader, uitgezonderd de gebiedenBuro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 9waarop het Afsprakenkader (zie bijlage 2) niet van toepassing is, en de planregels.Ruimtelijk uitgangspunt is dat het starten van een neventak wordt toegestaan naeen zorgvuldige belangenafweging tussen het individuele en algemene belang.De nevenfuncties die zijn toegestaan in het plangebied zijn afgestemd op de huidigesituatie en zijn passend bij de karakteristieke landschappelijke, natuurlijkeen cultuurhistorische waarden.Voor de volgende ondergeschikte takken of deeltijdfuncties worden criteria benoemdin bijlage 1 3 van de regels:• ZorgEen extra zorgfunctie binnen de agrarische bestemming is mogelijk als er eenrelatie is tussen de zorg en de werkzaamheden op een agrarisch bedrijf. Ditbetekent dat er een relatie moet zijn met de agrarische bedrijfsvoering. Dezorgfunctie moet kleinschalig van aard zijn.• Productiegebonden detailhandelDeze kleinschalige wijze van detailhandel bestaat uit de verkoop van streekeigenproducten. Deze mogen worden verkocht bij het agrarisch bedrijf.• Agrarische dienstverlenende bedrijvigheidHieronder vallen onder andere gebruiksgerichte paardenhouderijen en andereagrarische aanverwante bedrijvigheid (uitsluitend toegestaan bij volwaardigeagrarische bedrijven).• Het stallen van boten en caravansVoor het stallen van grotere voertuigen als boten en caravans en gelijkwaardigesoorten is ruimte in -vrijkomende - bedrijfsgebouwen.• RecreatieappartementenHiermee vindt een verruiming plaats van kleinschalige mogelijkheden waarmeehet toerisme in de gemeente op de kaart wordt gezet. Het agrarisch bedrijfmoet volwaardig zijn en de appartementen zijn gevestigd of worden gerealiseerdin het hoofdgebouw.• Verhuur van fietsen en kano'sHet bijzondere (veenweide)landschap kan worden beleefd per fiets, kano offluisterboot. De kleinschalige verhuur hiervan is een stimulans voor het kleinschaligetoerisme.• Niet-agrarische bedrijvigheidOnder de niet-agrarische bedrijvigheid vallen rustpunten en de bedrijven zoalsgenoemd in bijlage 2 van de regels (bedrijvenlijst 2009) onder de categorieën1 en 2. Geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingenen/of vuurwerkbedrijven vallen hier niet onder.• GroepsaccommodatieDe groepsaccommodatie mag plaatsvinden in zowel het hoofdgebouw als inbijbehorende bouwwerken. De afstand van het hoofdgebouw tot de groepsaccommodatieis maximaal 25 meter, omdat er ruimtelijk gezien één geheel3Specifieke toetsingscriteria ondergeschikte tak of deeltijdfunctie.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 10 1012118.03gevormd moet worden met de overige gebouwen.• Theeschenkerij / theetuinBij een agrarisch bedrijf mag een theeschenkerij / theetuin worden gevestigdwaar koffie en thee wordt geschonken. De theetuin mag buiten de gebouwenplaatsvinden en een omvang hebben van maximaal 50 m 2 .• BoerengolfDe agrarische gronden mogen - buiten het broedseizoen - gebruikt wordenvoor boerengolf. Dit recreatieve gebruik mag niet ten koste gaan van de aanwezigenatuurwaarden.• Kleinschalig kamperenKleinschalig kamperen mag plaatsvinden op of direct aansluitend op hetbouwperceel. Het kleinschalig kamperen mag worden uitgebreid naar 25plaatsen.Bij al deze nevenfuncties gaat het om een tweede of derde bedrijfstak naast hetagrarisch bedrijf. Het gemeentelijk beleid is erop gericht dat het agrarisch bedrijfde hoofdfunctie blijft. De nevenfuncties mogen geen onevenredige parkeerdrukveroorzaken. De gezamenlijke oppervlakte die wordt gebruikt ten behoeve vande ondergeschikte tweede tak of de deeltijdfunctie is ten hoogste 400 m² van degebouwen dan wel ten hoogste 30% van de bestaande bebouwingsmogelijkhedenof 30% van de (onbebouwde) gronden van het bouwvlak bedraagt.Kleinschalig toeristisch overnachtenVoor kleinschalig toeristisch overnachten, kan bij afwijking een grotere oppervlakteworden gebruikt dan bij recht het geval is. De bedrijfsvloeroppervlakte ten behoevevan een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid mag tenhoogste 50% van de brutovloeroppervlakte bedragen met een maximum van 100m². De grotere oppervlakte voor kleinschalig toeristisch overnachten, mag nietleiden tot een onevenredige parkeerdruk op de omgeving. Deze afwijkingsmogelijkheidis overigens opgenomen in de algemene gebruiksregels.MantelzorgMantelzorg kan bij afwijking ook plaatsvinden in een bijbehorend bouwwerk; eenafhankelijke woonruimte. Die ruimte mag maximaal 60 m 2 bedragen. Bij mantelzorgin een bijbehorend bouwwerk geldt als voorwaarde dat er geen onevenredigeaantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derden waaronderdie van omwonenden en (agrarische) bedrijven. Ook mag er geen sprake zijnvan een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.WijzigingsregelsBinnen de bestemming is voor een aantal ontwikkelingen een wijzigingsbevoegdheidopgenomen. Dit zijn ontwikkelingen die het college de benodigdeflexibiliteit geven voor bepaalde, voorzienbare situaties. Bij alle wijzigingsplannengelden de criteria van het Afsprakenkader (zie bijlage 2), uitgezonderd de gebiedenwaarop het Afsprakenkader niet van toepassing is, en moet getoetst wordenaan de omgevingsaspecten. De volgende ontwikkelingen kunnen mogelijk wordengemaakt met een wijzigingsbevoegdheid.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 11Vrijkomende agrarische bedrijven - wonenBij het beëindigen van de agrarische functie, kan de bedrijfswoning gewijzigdworden naar de bestemming 'Wonen - 2'. Als de bedrijfswoning gevestigd is ineen stolp, wordt de agrarische bestemming gewijzigd naar de bestemming 'Wonen- Stolp'. Omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet gehinderd worden inhun bedrijfsvoering. Bij het wijzigen naar de bestemming 'Wonen - 2' geldt alsvoorwaarde dat voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt ter verbeteringvan de ruimtelijke kwaliteit. Hiervoor geldt een saneringsregeling waarbij tenhoogste 15% van de gesloopte oppervlakte teruggebouwd mag worden ten behoevevan de realisatie van maximaal 5 woonhuizen (inclusief de bestaande bedrijfswoning).FunctiewijzigingenAgrarische percelen kunnen gewijzigd worden naar de bestemmingen 'Bedrijf'.Dit zijn functies die onder voorwaarden passend zijn in het plangebied. Al dezefuncties moeten binnen de bestaande bedrijfsbebouwing worden gerealiseerd.Dit voorkomt een toename van bebouwing. Bij het wijzigen naar de bestemming'Bedrijf' mag er geen sprake zijn van de productie van goederen. Goederenproducerendebedrijven horen thuis op een bedrijventerrein en niet in de kernen.Omliggende functies (agrarische bedrijvigheid of woningen) mogen niet belemmerdworden door de functiewijziging.Meerdere woningen in een stolpIn het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om binnenéén stolp twee woningen mogelijk te maken. Hiervoor kan de aanduiding 'specifiekevorm van wonen - meerdere woningen' op de verbeelding aangebrachtworden. De maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerkenblijft, ongeacht de hoeveelheid woningen, gelijk, vergunningsvrije mogelijkhedendaargelaten.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.2 BedrijfToelichting op de bestemmingDe bedrijven vallen onder deze bestemming. Het gaat om bestaande, legale bedrijven.De bedrijven zijn bestemd overeenkomstig de aard van het aanwezigebedrijf.Binnen de bestemming zijn de bedrijfssoorten toegestaan die zijn genoemd in bijlage2 van de regels onder de categorieën 1 en 2 van de VNG-bedrijvenlijst. Ditzijn lichte vormen van bedrijvigheid die algemeen passend en aanvaardbaar zijnvoor de vestiging in de kernen. Op het bedrijventerrein in Ilpendam zijn onder andereeen brandweerkazerne, een mechanisatiebedrijf en een transportbedrijfBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 12 1012118.03aanwezig. Omdat dit zwaardere bedrijven zijn dan milieucategorie 2 zijn dezebedrijven op de verbeelding aangeduid.Met een aanduiding is aangegeven op welke percelen bedrijfswoningen wel enop welke percelen bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.Bij recht zijn binnen de bedrijfswoning mogelijkheden voor beroepsuitoefeningaan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mantelzorg en kleinschaligtoeristisch overnachten toegestaan. Voor kleinschalig toeristisch overnachtenmag maximaal 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoningworden gebruikt. Daarnaast is op het perceel een rustpunt 4 toegestaan.Beeldbepalende en waardevolle panden zijn op de verbeelding aangeduid metde aanduiding 'karakteristiek'. Ter bescherming van deze panden is een omgevingsvergunningnodig voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een dergelijkpand.AfwijkingsregelsVia een afwijkingsprocedure kunnen de volgende functies mogelijk gemaakt worden.Gelijkwaardige bedrijvigheidBij afwijking zijn ook bedrijven toegestaan die naar aard en invloed op de omgevingvergelijkbaar zijn met de in bijlage 2 van de regels genoemde bedrijven, mitshet niet gaat om geluidzoneringsplichtige bedrijven, risicovolle inrichtingen en/ofvuurwerkbedrijven. Dit kan gelden voor nieuwe bedrijvigheid, die niet als zodanigin de lijst is genoemd, of zwaardere bedrijvigheid die qua omvang zodanig geringis, dat sprake is van vergelijkbaarheid met de toegestane lichtere vorm van bedrijvigheid.Productiegebonden detailhandelMet een afwijking kan deze vorm van detailhandel worden toegestaan. Om dezevorm van detailhandel ondergeschikt te houden aan de hoofdfunctie, is in de regelseen maximale oppervlakte opgenomen van 10% van de oppervlakte aanbedrijfsgebouwen, met een maximum van 50 m 2 .Kleinschalig toeristisch overnachtenVoor kleinschalig toeristisch overnachten, kan bij afwijking een grotere oppervlakteworden gebruikt dan bij recht het geval is. De bedrijfsvloeroppervlakte ten behoevevan een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid mag tenhoogste 50% van de brutovloeroppervlakte bedragen met een maximum van 100m². De grotere oppervlakte voor kleinschalig toeristisch overnachten, mag niet4Een plek bij een particulier of een agrariër waar passerende wandelaars en fietsers op heterf kunnen pauzeren en op verhaal kunnen komen, in combinatie met een picknickplaatsmet voorzieningen, zoals het verstrekken van lichte versnaperingen, informatie en het biedenvan reparatiemogelijkheden voor fietsen.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 13leiden tot een onevenredige parkeerdruk op de omgeving. Deze afwijkingsmogelijkheidis overigens opgenomen in de algemene gebruiksregels.MantelzorgMantelzorg kan bij afwijking ook plaatsvinden in een bijbehorend bouwwerk; eenafhankelijke woonruimte. Die ruimte mag maximaal 60 m 2 bedragen. Bij mantelzorgin een bijbehorend bouwwerk geldt als voorwaarde dat er geen onevenredigeaantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derden waaronderdie van omwonenden en (agrarische) bedrijven. Ook mag er geen sprake zijnvan een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenBij afwijking zijn zowel paardrijbakken, zwembaden als tennisbanen toegestaanbinnen een straal van 100 meter om een woning. Het moet gaan om eigen gebruiken er moet voldoende aandacht zijn voor de landschappelijke inpassing ensituering. Om die reden moeten deze zoveel mogelijk achter de hoofdgebouwenen dus uit het zicht worden gesitueerd. Onder een goede landschappelijke inpassingwordt verstaan dat het landschap zo min mogelijk wordt ontsierd. Voorpaardrijbakken geldt daarnaast een oppervlakte van maximaal 1.200 m 2 .Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen vallen onder andere bouwwerkenen dus niet onder gebouwen, waardoor deze nooit overdekt kunnen zijn. Lichtmastenof andere lichtinstallaties zijn hierbij niet toegestaan.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.3 Bedrijf - NutsvoorzieningToelichting op de bestemmingDe belangrijke nutsvoorzieningen in het plangebied zijn als zodanig bestemd. Debestaande nutsvoorzieningen zoals gemalen en de grotere elektriciteitshuisjes,zijn apart bestemd.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheidBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 14 1012118.032.2.4 GemengdToelichting op de bestemmingHet pand aan de De Noord 4a in Ilpendam valt onder deze bestemming. Binnendeze bestemming zijn uiteenlopende functies toegestaan, waaronder kantoren,detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en bedrijven uitmilieucategorie 1 en 2. In het pand is tevens een woning aanwezig. Deze is opde verbeelding aangeduid. Voor het gebouw is een bouwvlak op de verbeeldingopgenomen.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.5 GroenToelichting op de bestemmingIn de Groenvisie zijn enkele gebieden aangewezen als beeldbepalend groen.Deze gebieden vallen onder deze bestemming. Overeenkomstig de Groenvisiekomt deze bestemming in alle vier kernen voor. Soms komt er in een groenstrookeen speelvoorziening voor. Speelvoorzieningen zijn binnen de bestemming toegestaan.Ter bescherming van het groene karakter van deze gebieden mogen erbinnen deze bestemming geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.In Ilpendam is er een groenstrook waar evenementen worden georganiseerd. Delocatie hiervan is op de verbeelding aangeduid. In de regels is globaal aangegevenwelke evenementen hier zijn toegestaan. Verder ligt in Ilpendam in het watereen woonschip. Deze grenst aan de bestemming 'Groen'. Op de wal binnen debestemming 'Groen' komt een bijgebouw van het woonschip voor. Die is binnendeze bestemming aangeduid. In het noorden van Ilpendam zijn volkstuinen aanwezig.Deze liggen deels binnen de bestemming 'Groen'. De volkstuinen zijn opde verbeelding aangeduid.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.6 Groen - ParkToelichting op de bestemmingHet park in Ilpendam valt onder deze bestemming. Met uitzondering van een muziekkoepelzijn gebouwen en overkappingen niet toegestaan. Het gebied rondomde muziekkoepel is aangeduid ten behoeve van evenementen. Hier zijn jaarrondevenementen toegestaan.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 15Speelvoorzieningen zijn binnen de bestemming wel toegestaan.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.7 HorecaToelichting op de bestemmingDe bestaande horecavoorzieningen zijn vastgelegd.De bestaande horecavoorzieningen zijn vastgelegd. Binnen de bestemming zijnde horecabedrijven ingedeeld in drie categorieën. De aanduiding 'horeca van categorieI' geldt voor de restaurants en eetgelegenheden die overdag en 's avondszijn geopend. De horecabedrijven binnen de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorieII' kunnen ook delen van de nacht geopend zijn. Hieronder vallen cafésen discotheken. Binnen deze categorie zijn ook horecabedrijven uit categorieI toegestaan. De aanduiding 'horeca tot en met categorie III' geldt voor horecagelegenhedenmet logies. Binnen deze aanduiding zijn ook horecabedrijven uit categorieI en II toegestaan.De bestaande oppervlakte van het horecabedrijf is uitgangspunt en vastgelegdbinnen een bouwvlak. Uitbreiding is in principe niet mogelijk.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.8 MaatschappelijkToelichting op de bestemmingDe bestaande maatschappelijke voorzieningen in het plangebied zijn als zodanigbestemd. Binnen de bestemming is de bestaande bebouwing in een bouwvlakvastgelegd. Er is horeca aanwezig die passend is bij een maatschappelijke functie.Het gaat om kleinschalige bar-activiteiten.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheidBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 16 1012118.032.2.9 Maatschappelijk - BegraafplaatsToelichting op de bestemmingDe begraafplaatsen zijn apart bestemd. Uitgangspunt is de bestaande situatie ende bestaande rechten die het geldende bestemmingsplan geeft. Per begraafplaatsis maximaal 50 m 2 bebouwing toegestaan.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.10 Natuur - 2Toelichting op de bestemmingHet behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, natuurlijkeen landschappelijke waarden van de meren en poelen, waterlopen, riet- en oeverstrokenen eilanden wordt geregeld in de bestemming 'Natuur - 2'. Deze gebiedenmaken deel uit van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS) 5 en de ecologischeverbindingszone. De gronden zijn geschikt als foerageergebied, broedgebieden pleisterplaats voor vogels. Binnen de natuurbestemming zijn geen anderefuncties toegestaan.Binnen deze bestemming vallen ook de watergangen met een belangrijke waterhuishoudkundigefunctie, zoals belangrijke aan- en afvoersystemen. De waterroutes,die belangrijk zijn voor het toeristisch karakter van Waterland, zijn aangeduid.Dit zijn de schaatsroutes en de routes voor kanovaart.Aanleggelegenheden voor vaartuigen zijn aangeduid. Dit betekent dat er geenandere aanleggelegenheden zijn toegestaan.Voor een aantal werkzaamheden moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd.Het betreft onder andere het verwijderen van oevervegetatie, het aanleggenvan voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatief medegebruiken/of het educatief medegebruik en het aanleggen van ondergrondse of bovengrondsetransport-, energie- en/of communicatieleidingen. Normaal onderhoudvalt buiten de vergunningsplicht. De omgevingsvergunning kan worden verleendals er geen onomkeerbare schade plaatsvindt door de werkzaamheden. Ditbetekent dat er geen werkzaamheden worden uitgevoerd die negatieve gevolgenkunnen hebben voor een toekomstige natuurontwikkeling.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.2 EcologieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleiding5De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebiedenin Nederland. Door middel van ecologische verbindingszones worden de natuurgebiedenmet elkaar verbonden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 17Verwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.11 Natuur - 3Toelichting op de bestemmingHet behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijkewaarden van het Varkensland wordt geregeld in de bestemming 'Natuur - 3'. HetVarkensland maakt deel uit van het Natura 2000-gebied 'Ilperveld, Varkensland,Oostzanerveld & Twiske' en behoort tot de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) 6 .Daarnaast vallen de natuurlijke graslanden en ruige percelen onder deze bestemming.De gronden kunnen in gebruik zijn voor agrarisch natuurbeheer. Binnen de bestemmingliggen ook kleinere sloten, poelen en waterlopen. Recreatief medegebruikover wandelpaden is toegestaan.Voor een aantal werkzaamheden moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd.Het betreft onder andere het verbreden en aanleggen van fietspaden.In de gevallen waar naast een omgevingsvergunning ook een vergunning opgrond van de Natuurbeschermingswet noodzakelijk is, dan 'haakt' de Natuurbeschermingswetvergunningaan bij de omgevingsvergunning.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.2 EcologieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.12 Natuur - 4Toelichting op de bestemmingRondom Watergang liggen percelen natuur die niet behoren tot het Natura 2000-gebied 'Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske'. Deze percelen hebbendaarom een eigen natuurbestemming gekregen. Om de natuur te behouden mogener in deze bestemming geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.Voor een aantal werkzaamheden moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd.Het betreft onder andere het ophogen en/of afgraven van gronden, hetaanleggen van paden, het dempen van waterlopen en het scheuren van gras-6De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijkenatuurgebieden in Nederland. Door middel van ecologische verbindingszones worden denatuurgebieden met elkaar verbonden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 18 1012118.03land. De omgevingsvergunning kan worden verleend als er geen onevenredigeafbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van degronden.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.2 EcologieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.13 SportToelichting op de bestemmingHet sportcomplex in het noorden van Ilpendam valt onder deze bestemming.Binnen de bestemming is ook ondergeschikte horeca toegestaan. De bestaandesituatie van het sportcomplex is vastgelegd. Voor de gebouwen en overkappingenis een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Lichtmasten zijn tot eenhoogte van 16 meter toegestaan.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.14 Tuin - OnbebouwdToelichting op de bestemmingOp veel percelen ligt een tuin rondom de woning. Het is niet gewenst dat overalin de tuinen gebouwen en/of overkappingen worden gebouwd. Daarom is de bestemming'Tuin - Onbebouwd' gelegd op delen van percelen die open moetenblijven. Wel is in deze tuinbestemming een ondergeschikte erker voor deze woningentoegestaan. Daarnaast ligt in Ilpendam één gebouw binnen deze bestemming.Dit gebouw is aangeduid. Verder ligt in het zuiden van Uitdam eenbunker binnen deze bestemming. Deze bunker wordt gebruikt als schuur. Ookdeze situatie is aangeduid.In de lintbebouwing is deze bestemming gelegd op de wat bredere voortuinen,maar soms ook op delen van de zijtuinen. Als deze bestemming is gelegd op zijtuinenis dat doorgaans om doorzicht naar het achterliggende landschap en hetlintbebouwingsbeeld te behouden. De doorzichten naar het achterliggende gebiedis bijvoorbeeld één van de karakteristieke waarden van het beschermddorpsgezicht Zuiderwoude. Maar ook in de andere dorpen zijn de doorzichtenwaardevol. In de uitbreidingswijken is deze bestemming doorgaans gelegd op devoortuinen om het straat- en bebouwingsbeeld te behouden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 19AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.15 Tuin - OvertuinenIn Uitdam liggen zogenaamde overtuinen. Dit zijn tuinen die behoren bij de woningenaan de overzijde van de Uitdammer Dorpsstraat. De overtuinen zijn relatiefopen. Daarom zijn er zichtlijnen vanaf de Uitdammer Dorpsstraat naar de UitdammerDie. Om de openheid van de overtuinen te behouden zijn er geen gebouwenen overkappingen toegestaan. In het verleden zijn in de overtuinen algebouwen en bijbehorende bouwwerken gebouwd. De bestaande gebouwenhebben een eigen bestemming gekregen en vallen daardoor niet onder deze bestemming.De bestaande bijbehorende bouwwerken zijn met dit bestemmingsplantoegestaan, maar uitbreiding is dus niet mogelijk. Schuttingen zijn alleen toteen hoogte van 1 meter toegestaan. Overige andere bouwwerken zijn toegestaantot een hoogte van 5 meter. In de overtuinen komt een paardrijbak voor.Deze is aangeduid.Naast de overtuinen in Uitdam valt ook een stuk grond aan de Gouw in Zuiderwoudeonder de bestemming 'Tuin - Overtuinen'. Dit betreft gronden die niet behorenbij een aangrenzende woning en die in die zin op zichzelf staan. Voor deaanwezige bebouwing op deze gronden geldt dezelfde regeling als voor de bijbehorendebouwwerken in de overtuinen van Uitdam. Dat betekent dat bebouwingdie al aanwezig was in juli 2008, wordt gerespecteerd. Nieuwe gebouwenzijn hier dus niet toegestaan.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 3.3.5 OvertuinenVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.16 VerkeerToelichting op de bestemmingOnder de bestemming 'Verkeer' zijn de doorgaande wegen gebracht. De verkeersfunctiestaat bij deze wegen voorop. Deze bestemming is uitwisselbaar metde bestemming 'Groen'. Onder andere oplaadpunten, botentewaterlaatplaatsen,bruggen, dammen of duikers, sloten, bijbehorende bermen en sloten vallen onderdeze bestemming. In deze bestemming mogen geen gebouwen en overkappingenworden gebouwd, vergunningsvrije mogelijkheden daargelaten. Wel zijn erandere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen toegestaan.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 20 1012118.03AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.17 Verkeer - VerblijfToelichting op de bestemmingDe meeste wegen en paden in het plangebied hebben naast een verkeersfunctieook een duidelijke verblijfsfunctie. Daarom vallen deze wegen, paden pleinen,voet-, rijwielpaden, stoepen, bermen, parkeervoorzieningen, groen- en nutsvoorzieningen,onder deze bestemming. Op een aantal plaatsen komen evenementen,garageboxen en speelvoorzieningen voor. Deze locaties zijn op de verbeeldingaangeduid. In de regels is globaal aangegeven welke typen evenementenzijn toegestaan.In deze bestemming mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd,vergunningsvrije mogelijkheden daargelaten. Wel zijn er andere bouwwerken,zoals erf- en terreinafscheidingen toegestaan.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.18 WaterToelichting op de bestemmingIn het plangebied komen enkele watergangen voor. Deze hebben een belangrijkewaterhuishoudkundige functie, bijvoorbeeld voor de aan- en afvoer van water, envallen onder de bestemming 'Water'. Gebouwen en overkappingen zijn niet toegestaan.Binnen deze bestemming komt een woonschepenhaven voor. Deze is op de verbeeldingaangeduid.Ter plaatse van recreatieve vaar- en schaatsroutes is voor bruggen en duikerseen minimale doorvaarhoogte en breedte opgenomen, zodat de vaar- enschaatsroute niet belemmerd kan worden.Voor diverse werken en werkzaamheden, waaronder het dempen van waterlopen,het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, het aanbrengen en/of verwijderenvan wal- en oeverbeschoeiingen, het aanbrengen van botentewaterlaatplaatsen,het aanbrengen van voorzieningen ten behoeve van het dagrecreatiefmedegebruik, het vergraven van oevers en het aanbrengen van duikers is eenBuro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 21omgevingsvergunning vereist. Hierdoor wordt de waterhuishoudkundige functievan de watergangen gewaarborgd. Alvorens een vergunning wordt verleendwordt de beheerder om advies gevraagd.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.5 WaterparagraafVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.19 Water - WaterstaatToelichting op de bestemmingDe Uitdammerdijk is een primaire waterkering. Daarom heeft de dijk de bestemming'Water - Waterstaat'. Daarnaast wordt de cultuurhistorische waarde van dedijk beschermd. Ook de Stelling van Amsterdam en de Noorder IJ- en Zeedijkenvallen binnen deze bestemming. Bebouwing is niet toegestaan. De waterkerendefunctie staat binnen deze bestemming voorop. Ter bescherming van de waterkerendefunctie is voor diverse werken en werkzaamheden, waaronder het ophogenen afgraven van gronden, het aanbrengen van diepwortelende beplanting enhet aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen een omgevingsvergunningnodig. Alvorens een vergunning wordt verleend wordt de beheerderom advies gevraagd.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.5 WaterparagraafVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.20 Wonen - 1Toelichting op de bestemmingDe bestemming 'Wonen - 1' heeft betrekking op de uitbreidingswijk in Ilpendamen de woningbouw van recentere datum in Uitdam en Zuiderwoude. Het gaat omde bestaande woonhuizen met de bijbehorende bouwwerken, tuinen, erven enterreinen. Binnen de bebouwingsbepalingen voor deze bestemming is onderscheidgemaakt tussen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en anderebouwwerken.Het hoofdgebouw is het belangrijkste bouwwerk op het perceel, niet alleen quabestemming maar ook qua bouwmassa. Bijbehorende bouwwerken kunnen gebouwenzijn die zowel functioneel als ruimtelijk ondergeschikt zijn aan en tendienste staan van het hoofdgebouw, zoals een garage, berging, en dergelijke.Deze bijbehorende bouwwerken kunnen zowel vrijstaand als aangebouwd wordengerealiseerd.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 22 1012118.03Daarbij zijn er bijbehorende bouwwerken die ruimtelijk ondergeschikt zijn, maarfunctioneel deel uitmaken van het hoofdgebouw, zoals een uitbreiding van dewoonkamer of een serre. De ondergeschiktheid manifesteert zich uitsluitend inruimtelijke zin, bijvoorbeeld door een lagere nokhoogte, een terugrooiing en dergelijke.De oppervlakte van bijbehorende bouwwerken dat aan het hoofdgebouwis aangebouwd, mag niet groter zijn dan 30% van het oorspronkelijke hoofdgebouwzelf. In de gevallen waar nog bouwruimte voor bijbehorende bouwwerkenresteert, moet de bouwruimte vrijstaand van het hoofdgebouw worden gerealiseerd.Daarnaast is er nog een restcategorie wat niet een hoofdgebouw of een bijbehorendbouwwerk is. Dit zijn de zogenaamde andere bouwwerken, zoals een schuttingof een vlaggenmast.Hoofdgebouwen hebben een maximale toegestane goothoogte van 6 meter enbouwhoogte van 10 meter. Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak wordengebouwd. De hoofdgebouwen zijn veelal in rijen en soms ook aaneen gebouwd.De bouwvlakken betreffen daarom bouwstroken.De woonfunctie mag bij recht gecombineerd worden met beroepsuitoefening aanhuis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mantelzorg en kleinschalig toeristischovernachten toegestaan. Hiervoor mag maximaal 30% van de totale gezamenlijkebrutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning worden gebruikt. Bij beroepsuitoefeningaan huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt bij debrutovloeroppervlakte ook de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerkenmeegerekend. Daarnaast is op het perceel een rustpunt 7 toegestaan.In de algemene bouwregels is een regeling voor dakterrassen opgenomen.AfwijkingsregelsKleinschalig toeristisch overnachtenVoor kleinschalig toeristisch overnachten, kan bij afwijking een grotere oppervlakteworden gebruikt dan bij recht het geval is. De bedrijfsvloeroppervlakte ten behoevevan een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid mag tenhoogste 50% van de brutovloeroppervlakte bedragen met een maximum van 100m². De grotere oppervlakte voor kleinschalig toeristisch overnachten, mag nietleiden tot een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.MantelzorgMantelzorg kan bij afwijking ook plaatsvinden in een bijbehorend bouwwerk; eenafhankelijke woonruimte. Die ruimte mag maximaal 60 m 2 bedragen. Bij mantelzorgin een bijbehorend bouwwerk geldt als voorwaarde dat er geen onevenredigeaantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derden waaronderdie van omwonenden en (agrarische) bedrijven. Ook mag er geen sprake zijnvan een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.7Een plek bij een particulier of een agrariër waar passerende wandelaars en fietsers op heterf kunnen pauzeren en op verhaal kunnen komen, in combinatie met een picknickplaatsmet voorzieningen, zoals het verstrekken van lichte versnaperingen, informatie en het biedenvan reparatiemogelijkheden voor fietsen.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 23Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenBij afwijking zijn zowel paardrijbakken, zwembaden als tennisbanen toegestaanbinnen een straal van 100 meter om een woning. Het moet gaan om eigen gebruiken er moet voldoende aandacht zijn voor de landschappelijke inpassing ensituering. Om die reden moeten deze zoveel mogelijk achter de hoofdgebouwenen dus uit het zicht worden gesitueerd. Onder een goede landschappelijke inpassingwordt verstaan dat het landschap zo min mogelijk wordt ontsierd. Voorpaardrijbakken geldt daarnaast een oppervlakte van maximaal 1.200 m 2 .Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen vallen onder andere bouwwerkenen dus niet onder gebouwen, waardoor deze nooit overdekt kunnen zijn. Lichtmastenof andere lichtinstallaties zijn hierbij niet toegestaan.TrendsettersregelingMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de toegestane gootenbouwhoogte. Hiermee kan een bepaald type dakopbouw worden gerealiseerd.Hoofdgebouw buiten het bouwvlakBij afwijking kunnen hoofdgebouwen ook deels buiten het bouwvlak worden gebouwd.De oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van hethoofdgebouw mag niet meer dan 30% van de oppervlakte van het binnen hetbouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw zijn. Verder geldt als voorwaardedat de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorendebouwwerken niet meer dan 40% van het achtererf bedragen. Daarnaast blijvende reguliere regels van bijbehorende bouwwerken (hoofdgebouwen metmeer dan één bouwlaag maximaal 40% tot een maximum van 50 m 2 , hoofdgebouwenmet één bouwlaag maximaal 40% tot een maximum van 100 m 2 ) vantoepassing.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.21 Wonen - 2Toelichting op de bestemmingDe bestemming 'Wonen - 2' heeft betrekking op de lintbebouwing. De lintbebouwingkomt voor in alle vier kernen. De lintbebouwing betreft over het algemeende oudere bebouwing van de kernen. In Zuiderwoude is de lintbebouwing aangewezenals beschermd dorpsgezicht.Het gaat om de bestaande woonhuizen met de bijbehorende bouwwerken, tuinen,erven en terreinen. Binnen de bebouwingsbepalingen voor deze bestemmingis onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerkenen andere bouwwerken.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 24 1012118.03Het hoofdgebouw is het belangrijkste bouwwerk op het perceel, niet alleen quabestemming maar ook qua bouwmassa. Bijbehorende bouwwerken kunnen gebouwenzijn die zowel functioneel als ruimtelijk ondergeschikt zijn aan en tendienste staan van het hoofdgebouw, zoals een garage, berging, en dergelijke.Deze bijbehorende bouwwerken kunnen zowel vrijstaand als aangebouwd wordengerealiseerd.Daarbij zijn er bijbehorende bouwwerken die ruimtelijk ondergeschikt zijn, maarfunctioneel deel uitmaken van het hoofdgebouw, zoals een uitbreiding van dewoonkamer of een serre. De ondergeschiktheid manifesteert zich uitsluitend inruimtelijke zin, bijvoorbeeld door een lagere nokhoogte, een terugrooiing en dergelijke.De oppervlakte van bijbehorende bouwwerken dat aan het hoofdgebouwis aangebouwd, mag niet groter zijn dan het oorspronkelijke hoofdgebouw zelf. Inde gevallen waar nog bouwruimte voor bijbehorende bouwwerken resteert, moetde bouwruimte vrijstaand van het hoofdgebouw worden gerealiseerd.Daarnaast is er nog een restcategorie wat niet een hoofdgebouw of een bijbehorendbouwwerk is. Dit zijn de zogenaamde andere bouwwerken, zoals een schuttingof een vlaggenmast.Tussen de woningen zijn doorzichten naar het achterliggende landelijk gebiedaanwezig. Deze bepalen mede het karakter van het bebouwingslint. Om dezewaarde te behouden zijn voor de hoofdgebouwen bouwvlakken op de verbeeldingopgenomen. De bestaande oppervlakte van de woonhuizen is vastgelegdmiddels een bouwvlak. Bijbehorende bouwwerken kunnen ook buiten het bouwvlakworden gebouwd. Daar waar de doorzichten van grote waarde zijn is op dezijtuinen de bestemming 'Tuin - Onbebouwd' gelegd.De hoofdgebouwen binnen deze bestemming zijn allemaal verschillend vanhoogte. Dit zorgt voor een afwisselend beeld van het lint. Om dit afwisselendebeeld te behouden is de maximale goot- en bouwhoogte per hoofdgebouw op deverbeelding aangegeven.De woonfunctie mag bij recht gecombineerd worden met beroepsuitoefening aanhuis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mantelzorg en kleinschalig toeristischovernachten toegestaan. Hiervoor mag maximaal 30% van de totale gezamenlijkebrutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning worden gebruikt. Bij beroepsuitoefeningaan huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt bij debrutovloeroppervlakte ook de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerkenmeegerekend. Daarnaast is op het perceel een rustpunt 8 toegestaan.Op sommige plaatsen wordt de woonfunctie gecombineerd met een kantoor,dienstverlening, een winkel of een maatschappelijke functie. Omdat dit gebruikniet overal is gewenst zijn deze situaties aangeduid. De geldende mogelijkhedenzijn hierbij overgenomen. Verder zijn in Zuiderwoude een wijnproeflokaal en een8Een plek bij een particulier of een agrariër waar passerende wandelaars en fietsers op heterf kunnen pauzeren en op verhaal kunnen komen, in combinatie met een picknickplaatsmet voorzieningen, zoals het verstrekken van lichte versnaperingen, informatie en het biedenvan reparatiemogelijkheden voor fietsen.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 25theetuin aanwezig. Beide functies zijn op de verbeelding aangeduid.In de algemene bouwregels is een regeling voor dakterrassen opgenomen.Beeldbepalende en waardevolle panden zijn op de verbeelding aangeduid metde aanduiding 'karakteristiek'. Ter bescherming van deze panden is een omgevingsvergunningnodig voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een dergelijkpand.In Ilpendam staat aan de Dorpsstraat een woning waar ook horeca-activiteitenplaatsvinden. Het gaat om horeca categorie II. Deze situatie is op de verbeeldingaangeduid.AfwijkingsregelsKleinschalig toeristisch overnachtenVoor kleinschalig toeristisch overnachten, kan bij afwijking een grotere oppervlakteworden gebruikt dan bij recht het geval is. De bedrijfsvloeroppervlakte ten behoevevan een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid mag tenhoogste 50% van de brutovloeroppervlakte bedragen met een maximum van 100m². De grotere oppervlakte voor kleinschalig toeristisch overnachten, mag nietleiden tot een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.MantelzorgMantelzorg kan bij afwijking ook plaatsvinden in een bijbehorend bouwwerk; eenafhankelijke woonruimte. Die ruimte mag maximaal 60 m 2 bedragen. Bij mantelzorgin een bijbehorend bouwwerk geldt als voorwaarde dat er geen onevenredigeaantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derden waaronderdie van omwonenden en (agrarische) bedrijven. Ook mag er geen sprake zijnvan een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenBij afwijking zijn zowel paardrijbakken, zwembaden als tennisbanen toegestaanbinnen een straal van 100 meter om een woning. Het moet gaan om eigen gebruiken er moet voldoende aandacht zijn voor de landschappelijke inpassing ensituering. Om die reden moeten deze zoveel mogelijk achter de hoofdgebouwenen dus uit het zicht worden gesitueerd. Onder een goede landschappelijke inpassingwordt verstaan dat het landschap zo min mogelijk wordt ontsierd. Voorpaardrijbakken geldt daarnaast een oppervlakte van maximaal 1.200 m 2 .Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen vallen onder andere bouwwerkenen dus niet onder gebouwen, waardoor deze nooit overdekt kunnen zijn. Lichtmastenof andere lichtinstallaties zijn hierbij niet toegestaan.Hoofdgebouw buiten het bouwvlakBij afwijking kunnen hoofdgebouwen ook deels buiten het bouwvlak worden gebouwd.De oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van hethoofdgebouw mag niet meer dan 30% van de oppervlakte van het binnen hetbouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw zijn. Verder geldt als voorwaardedat de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorendebouwwerken niet meer dan 40% van het achtererf bedragen. Daarnaast blijvende reguliere regels van bijbehorende bouwwerken (hoofdgebouwen metBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 26 1012118.03meer dan één bouwlaag maximaal 40% tot een maximum van 50 m 2 , hoofdgebouwenmet één bouwlaag maximaal 40% tot een maximum van 100 m 2 ) vantoepassing.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.22 Wonen - StolpToelichting op de bestemmingStolpen zijn veelal groter dan 'gewone' burgerwoningen en zijn door de uitstralingkarakteristiek. De bestaande stolpen - oud en nieuw - zijn daarom apart bestemd.Het karakteristieke aan stolpen is de hoofdvorm. Het maakt daarbij in principeniet uit hoe oud de stolp is. De oudere, karakteristieke stolpen in het plangebiedzijn veelal al aangewezen als (Rijks)monument. De bescherming van die stolpenvindt plaats via de Monumentenwet en die stolpen worden dan niet aangeduid ineen bestemmingsplan.De bestaande hoofdvorm van de stolpen is in de regels vastgelegd. Ter behoudvan de hoofdvorm zijn aanpassingen slechts bij afwijking mogelijk. In Waterlandzijn de stolpen doorgaans groter. Dat is in dit bestemmingsplan vastgelegd doorde grootte van het bouwvlak.Door het volume, kan het voor één huishouden moeilijk zijn dergelijke panden teonderhouden. Er is daarom een aparte bestemming opgenomen. Woningsplitsingkan worden toegestaan, zodat het onderhoud gedeeld kan worden en de karakteristiekewaarden behouden blijven. Daarnaast kunnen bij deze panden meer(lichte) vormen van bedrijfsmatige activiteiten worden toegestaan. Het betreft bedrijvigheiddie in het hoofdgebouw plaats moet vinden en die geen verkeersaantrekkendewerking mag hebben.De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken is maximaal 40 m 2per hoofdgebouw tenzij er al meer bijbehorende bouwwerken aanwezig zijn.Bij recht zijn binnen de woning mogelijkheden voor beroepsuitoefening aan huisc.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mantelzorg en kleinschalig toeristischovernachten toegestaan. Hiervoor mag maximaal 30% van de totale gezamenlijkebrutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning worden gebruikt. Bij beroepsuitoefeningaan huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt bij debrutovloeroppervlakte ook de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerkenmeegerekend. Daarnaast is op het perceel een rustpunt 99 toegestaan.9Een plek bij een particulier of een agrariër waar passerende wandelaars en fietsers op heterf kunnen pauzeren en op verhaal kunnen komen, in combinatie met een picknickplaatsmet voorzieningen, zoals het verstrekken van lichte versnaperingen, informatie en het biedenvan reparatiemogelijkheden voor fietsen.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 27Voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een stolp is een omgevingsvergunningvereist. Een vergunning wordt alleen verleend als de bouwtechnische kwaliteitdusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is en het delenvan een stolp betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbij door verwijderingdaarvan de karakteristieke hoofdvorm van de stolp niet onevenredig wordtaangetast.Beeldbepalende en waardevolle panden zijn op de verbeelding aangeduid metde aanduiding 'karakteristiek'. Ter bescherming van deze panden is een omgevingsvergunningnodig voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een dergelijkpand.AfwijkingsregelsKleinschalig toeristisch overnachtenVoor kleinschalig toeristisch overnachten, kan bij afwijking een grotere oppervlakteworden gebruikt dan bij recht het geval is. De bedrijfsvloeroppervlakte ten behoevevan een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid mag tenhoogste 50% van de brutovloeroppervlakte bedragen met een maximum van 100m². De grotere oppervlakte voor kleinschalig toeristisch overnachten, mag nietleiden tot een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.MantelzorgMantelzorg kan bij afwijking ook plaatsvinden in een bijbehorend bouwwerk; eenafhankelijke woonruimte. Die ruimte mag maximaal 60 m 2 bedragen. Bij mantelzorgin een bijbehorend bouwwerk geldt als voorwaarde dat er geen onevenredigeaantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derden waaronderdie van omwonenden en (agrarische) bedrijven. Ook mag er geen sprake zijnvan een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenBij afwijking zijn zowel paardrijbakken, zwembaden als tennisbanen toegestaanbinnen een straal van 100 meter om een woning. Het moet gaan om eigen gebruiken er moet voldoende aandacht zijn voor de landschappelijke inpassing ensituering. Om die reden moeten deze zoveel mogelijk achter de hoofdgebouwenen dus uit het zicht worden gesitueerd. Onder een goede landschappelijke inpassingwordt verstaan dat het landschap zo min mogelijk wordt ontsierd. Voorpaardrijbakken geldt daarnaast een oppervlakte van maximaal 1.200 m 2 .Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen vallen onder andere bouwwerkenen dus niet onder gebouwen, waardoor deze nooit overdekt kunnen zijn. Lichtmastenof andere lichtinstallaties zijn hierbij niet toegestaan.Vergroten van de bijbehorende bouwwerkenBij percelen die groter zijn dan 1.000 m 2 mag de oppervlakte bijbehorendebouwwerken worden vergroot van 40 m 2 tot 100 m 2 . Het is daarbij van belang datde verhouding tussen het hoofdgebouw en het erf in balans blijven.WijzigingsregelsMeerdere woningen in een stolpIn het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om binnenBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 28 1012118.03één stolp twee woningen mogelijk te maken. Hiervoor kan de aanduiding 'specifiekevorm van wonen - meerdere woningen' op de verbeelding aangebrachtworden. De maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerkenblijft, ongeacht de hoeveelheid woningen, gelijk, vergunningsvrije mogelijkhedendaargelaten.Wijziging afwijkende bouwvormAls de stolp teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijkestaat redelijkerwijs niet verlangd kan worden is wijziging naar de bestemming'Wonen - 1' mogelijk.Wijzigen met compensatieOm de openheid van het landschap ook in de toekomst te behouden, is het gemeentelijkbeleid er op gericht nieuwe burgerwoningen en daarbij behorende bebouwingin het landelijk gebied zoveel mogelijk te beperken. Nieuwbouw in hetlandelijk gebied is dus niet toegestaan, tenzij er sprake is van sanering vanvoormalige vrijkomende (agrarische) bedrijfsbebouwing en wordt bijgedragen aande ruimtelijke en functionele kwaliteit van het gebied (provinciaal Ruimte voorRuimte beleid).Deze regeling is een verruiming van de saneringsregeling die geldt bij vrijkomendeagrarische bedrijven die worden gebruikt voor wonen. Bij de saneringsregelingmogen alleen bijbehorende bouwwerken bij de woning worden teruggebouwd. Deprovinciale ruimte voor ruimte regeling stimuleert om 1.000 m 2 aan voormaligebedrijfsgebouwen te slopen en daarvoor mag een nieuwe woning worden teruggebouwd.Voor het terugbouwen van een nieuwe woning gelden criteria zoals denieuwe woonhuis moet in de directe nabijheid van het bestaande woonhuis wordtgebouwd, er moet voldoende parkeergelegenheid op aanwezig zijn, er mag geensprake zijn van een onevenredige beperking van de ontwikkelingsmogelijkhedenvan aangrenzende bedrijven, de geluidsbelasting van nieuwe woonhuizen magniet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgesteldehogere waarde en er mag geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aande milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de cultuurhistorischewaarden, de verkeers- en parkeersituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkhedenvan de aangrenzende gronden.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.3 CultuurhistorieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.23 Wonen - WooncentrumToelichting op de bestemmingHet voormalig verzorgingstehuis Ilpenhof aan de Lepelaarstraat in Ilpendam valtonder deze bestemming. De bestaande situatie is overgenomen. Het verzor-Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 29gingstehuis moet binnen het bouwvlak worden gebouwd en mag worden gecombineerdmet sociaal-medische en sociaal-culturele voorzieningen.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.24 Wonen - WoongebouwToelichting op de bestemmingIn Ilpendam staan twee woongebouwen. Deze vallen onder deze bestemming.De bestaande situatie is overgenomen. De woongebouwen moeten binnen hetbouwvlak worden gebouwd.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.25 Wonen - WoonwagenstandplaatsToelichting op de bestemmingIn het noordoosten van Ilpendam staat een woonwagenstandplaats. Die valt onderdeze bestemming. De bestaande situatie is overgenomen. Er zijn maximaaldrie woonwagens van 60 m 2 toegestaan. Iedere standplaats mag 10 m 2 aan gebouwenten behoeve van bergingen en sanitaire voorzieningen hebben.AchtergrondinformatieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.26 Leiding - HoogspanningsverbindingToelichting op de bestemmingDe hoogspanningsverbinding die door het plangebied loopt, heeft de dubbelbestemming'Leiding - Hoogspanningsverbinding'. Binnen de op de verbeeldingaangegeven strook mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd,anders dan ten behoeve van de hoogspanningsverbinding.WijzigingsregelsVerbinding verwijderenBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 30 1012118.03Als de hoogspanningsverbinding verdwijnt is het wenselijk de dubbelbestemmingvan de verbeelding te verwijderen. Daarvoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.12 Kabels en leidingenVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.27 Leiding - RioolToelichting op de bestemmingVoor de rioolleidingen geldt de bestemming 'Leiding - Riool'. Binnen de op deverbeelding aangegeven strook mogen geen gebouwen en bouwwerken wordengebouwd, anders dan ten behoeve van het riool.Voor het uitvoeren werken en werkzaamheden, waaronder het egaliseren en ophogenvan gronden, het uitvoeren van graafwerkzaamheden, het in de grond drijvenvan voorwerpen, het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingenen het planten van bomen en het aanbrengen van andere diepwortelendebeplantingen is een omgevingsvergunning vereist. Alvorens een vergunningwordt verleend wordt de leidingbeheerder om advies gevraagd.WijzigingsregelsLeiding verwijderenAls het riool verdwijnt is het wenselijk de dubbelbestemming van de verbeeldingte verwijderen. Daarvoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.12 Kabels en leidingenVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.28 Waarde - AardkundigToelichting op de bestemmingDe provincie Noord-Holland heeft in de structuurvisie en de verordening een aantalaardkundig waardevolle gebieden aangewezen. In dit bestemmingsplan gaathet om het Ae- en Die gebied, dat in Uitdam ligt en het Varkensland dat in Watergangligt. Deze gebieden hebben de dubbelbestemming 'Waarde - Aardkundig'gekregen. Ter bescherming van deze waarde, is een omgevingsvergunningstelselopgenomen. Voor bepaalde werken en werkzaamheden moet een omgevingsvergunningworden aangevraagd. Dit betreft het aanleggen en dempen vanBuro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 31sloten, ontgrondingen en andere ingrijpende wijzigingen in de bodemstructuur.Deze vergunning wordt slechts verleend als het gaat om werkzaamheden diegeen onevenredige afbreuk doen aan de aardkundige waarden binnen de dubbelbestemming.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.3 CultuurhistorieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.29 Waarde - Archeologie 1, 2, 3, 4 en 5Toelichting op de bestemmingTer bescherming van archeologische waarden zijn dubbelbestemmingen opgenomen.De gronden binnen deze dubbelbestemmingen zijn mede bestemd terbehoud van de aanwezige archeologische waarden.In de Archeologienota Waterland 2011 zijn verschillende zones opgenomen. Perzone is aangegeven vanaf welke oppervlakte en diepte een omgevingsvergunningnodig is voor werkzaamheden die de bodem kunnen verstoren. Bij ingrepenkleiner dan de genoemde oppervlakte en diepte is geen omgevingsvergunningnoodzakelijk. Binnen het plangebied komen vijf archeologiegebieden voor. In paragraaf6.4 zijn deze gebieden toegelicht.Archeologisch onderzoek moet uitgevoerd worden door een gecertificeerd archeologischonderzoeksbedrijf. Daarmee wordt gewaarborgd dat het onderzoek volgensde KNA-richtlijnen (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) wordt uitgevoerd.WijzigingsregelsDubbelbestemming verwijderenAls met archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologisch waardenaanwezig zijn, kan met een wijzigingsprocedure de dubbelbestemming wordenverwijderd.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.4 ArcheologieVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.2.30 Waarde - Beschermd dorpsgezicht ZuiderwoudeToelichting op de bestemmingBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 32 1012118.03Zuiderwoude is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Voor de beschermingvan de waarden hiervan is deze dubbelbestemming opgenomen. Deze dubbelbestemmingricht zich, naast de regels van de voorkomende bestemmingen, ophet behoud, herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische en ruimtelijke waardenvan het gebied en zijn bebouwing.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 3.3.2 Beschermd dorpsgezicht ZuiderwoudeVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid2.3 Algemene aanduidingsregel2.3.1 Vrijwaringszone - dijkToelichting op de aanduidingTer bescherming van de waterkerende functie van de dijk, mag er in de vrijwaringszonevan de dijk niet worden gebouwd. Er mogen geen ingrepen plaatsvindendie de structuur van de dijk negatief beïnvloeden. Gebouwen, overkappingenen andere bouwwerken mogen daarom niet bij recht worden gebouwd.AfwijkingsregelsGebouwen, overkappingen en andere bouwwerkenGebouwen, overkappingen en andere bouwwerken kunnen bij afwijking wordentoegestaan. Hiervoor moet een omgevingsvergunning worden verleend. Alvorenseen vergunning wordt verleend wordt de beheerder om advies gevraagd.WijzigingsregelsAanduiding deels verwijderenDe vrijwaringszone betreft een theoretische zone en met een berekening wordtde werkelijke zone berekend. Dit gebeurt doorgaans in het kader van ontwikkelingenbinnen de vrijwaringszone. Als van een tracé de werkelijke zone is berekend,kan met een wijzigingsprocedure het overige deel van de zone wordenverwijderd.AchtergrondinformatieVerwijzing naar 6.5 WaterparagraafVerwijzing naar hoofdstuk 1 inleidingVerwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspuntenVerwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatieVerwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskaderVerwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspectenVerwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheidBuro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 33HOOFDSTUK 3PLANUITGANGSPUNTEN3.1 Algemene uitgangspuntenVoor de te actualiseren bestemmingsplannen is de Algemene Nota van Uitgangspuntenproject actualiseringslag bestemmingsplannen gemeente Waterlandvastgesteld. Vervolgens is voor dit bestemmingsplan de Nota van UitgangspuntenBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong> vastgesteld. Het bestemmingsplanis aan de hand van deze nota's verder uitgewerkt.3.2 Begrenzing van het plangebiedBij de begrenzing van de kernen is aangesloten bij de begrenzing van het bestaandbebouwd gebied, zoals weergegeven in de Provinciale Ruimtelijke VerordeningStructuurvisie (PRVS). Op een aantal plaatsen is er afgeweken van dezegrens. Het gaat om gebieden waar zich mogelijk ontwikkelingen voor gaan doen.Deze gebieden zijn opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied in verbandmet een eventuele mer-plicht. De begrenzing van het plangebied is weergegevenin figuur 1 van paragraaf 1.1.3.3 Hoofduitgangspunten3.3.1 Bescherming bebouwingsstructuur en relatie landschapHet is van belang dat de karakteristieke bebouwingsstructuur van de dorpen ende relatie met het landschap behouden blijven. Behoud van de doorzichten naarhet omliggende landschap is hierbij van belang.In de lintbebouwing zijn de hoofdgebouwen daarom vastgelegd door middel vaneen op maat gesneden bouwvlak. Daardoor wordt de positie van het hoofdgebouwvastgelegd. Voor de hoofdgebouwen is er veelal gewerkt met een tuinbestemming,waarmee bebouwing voor het hoofdgebouw voorkomen wordt. Daarwaar er sprake is van doorzichten naar het landschap is er ook tussen de hoofdgebouwengewerkt met een tuinbestemming.In de uitbreidingswijk in Ilpendam en de woningbouw van recentere datum in Uitdamen Zuiderwoude zijn minder doorzichten naar het landschap aanwezig.Daardoor is hier gekozen voor flexibele bouwstroken, waarbij de hoofdgebouwenbij eventuele herbouw meer plaatsingsruimte hebben. Voor de woningen is ergewerkt met een tuinbestemming om bebouwing voor de hoofdgebouwen tevoorkomen.Verder zijn diverse specifieke elementen zoals watergangen en groenstructurenspecifiek bestemd. Deze structuren dragen bij aan de bebouwingsstructuur enzorgen in sommige gevallen voor waardevolle doorzichten. Ook het profiel van dewegen draagt in sommige gevallen bij aan de waardevolle bebouwingsstructuur.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 34 1012118.033.3.2 Beschermd dorpsgezicht ZuiderwoudeZuiderwoude is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. De waarden van hetbeschermd dorpsgezicht zijn beschermd door middel van een dubbelbestemming.Het aanwijzingsbesluit van het beschermd dorpsgezicht is als bijlage 1 opgenomen.3.3.3 Bescherming individuele pandenIn de dorpen komen verschillende Rijks-, provinciale en gemeentelijke monumentenen beeldbepalende en waardevolle panden voor. De beeldbepalende enwaardevolle panden zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek'. Aan de aanduidingis een omgevingsvergunningplicht gekoppeld voor het geheel of gedeeltelijkslopen van dergelijke panden. De monumenten zijn niet voorzien van dezeaanduiding. Deze panden worden beschermd op basis van de Monumentenwet.Ook de beeldbepalende en waardevolle panden die binnen het beschermddorpsgezicht van Zuiderwoude liggen zijn niet voorzien van deze aanduiding.Deze panden worden beschermd door de omgevingsvergunningplicht vanuit hetbeschermd dorpsgezicht.3.3.4 NatuurgebiedenRondom Watergang liggen percelen die worden beheerd met agrarisch natuurbeheer.Het behoud van de natuurwaarden voor weidevogels is hier een belangrijkuitgangspunt. Deze percelen worden beschermd met een natuurbestemming.3.3.5 OvertuinenIn Uitdam liggen aan de westzijde van de Uitdammer Dorpsstraat zogenaamde'overtuinen'. Deze tuinen horen bij de woningen aan de overzijde van de weg.Deze overtuinen zorgen voor zichtlijnen naar de Uitdammer Die en moeten daaromopen blijven. In het verleden zijn in de overtuinen gebouwen en bijbehorendebouwwerken gebouwd. Deze doen afbreuk aan de zichtlijnen. Nieuwe bebouwingis niet gewenst en wordt dus met dit bestemmingsplan niet toegestaan.3.3.6 Kleinschalige duurzame energieDe opwekking van kleinschalige duurzame energie bijvoorbeeld in de vorm vanzonnepanelen op gebouwen en dergelijk is in beginsel toegestaan, waarbij eenafweging wordt gemaakt ten aanzien van de aanwezige monumentale, karakteristiekeen landschappelijke waarden. Windturbines - windmolens - zijn niet toegestaan.3.4 Thematische uitgangspuntenDe thematische uitgangspunten voor dit bestemmingsplan zijn vastgesteld in deeerdere genoemde Nota's van Uitgangspunten. Deze uitgangspunten komen terugin de beschrijving op de bestemmingen.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 35HOOFDSTUK 4HUIDIGE SITUATIEDit bestemmingsplan heeft betrekking op de vier grotere dorpen in Waterland,namelijk de kernen Ilpendam, Watergang, Zuiderwoude en Uitdam. Deze kernenvertonen een grote mate van gelijkenis. Het gaat overwegend om woonbebouwing,met slechts enkele andere functies. Hieronder worden de ruimtelijke enfunctionele kenmerken van de verschillende dorpen beschreven.4.1 IlpendamIlpendam is het grootste dorp van het plangebied. Het dorp ligt tussen het NoordhollandschKanaal en de Purmerringvaart.Ilpendam is ontstaan als ontginningsnederzetting op de plaats waar een damwerd gelegd in het riviertje De Ilp. Ilpendam is onderverdeeld in drie deelgebieden,te weten de oude kern, de uitbreidingswijk en de lintbebouwing aan deMonnickendammerrijweg. De indeling van deze deelgebieden is weergegeven infiguur 2 weergegeven.Vooral in de oude kern komt een groot aantal monumentale panden voor. De bebouwingstaat over het algemeen dicht op elkaar, direct aan de straat. In de oudekern komen uiteenlopende functies voor. Naast wonen gaat het om een kerk, eenrestaurant, kantoren, bedrijven, detailhandel en diverse maatschappelijk voorzieningen,waaronder een kerk, een begraafplaats, een dorpshuis, een bredeschool, een opleidingscentrum voor yoga en een voorziening die onderdak biedtaan jeugd. Ook ligt hier een park, het Burgemeester van Oorschotplantsoen. Inhet zuiden van de oude kern ligt een bedrijventerrein. Meer naar het noordenneemt de bebouwingsdichtheid af en wordt de functie wonen dominant. Dit gebiedvormt een overgang naar de uitbreidingswijk.De uitbreidingswijk is in de jaren 50 van de vorige eeuw ontstaan. Toen is hetdeel tussen de Zonneweg en de Lepelaarstraat gebouwd. Dit gebied is in noordzuidrichting verkaveld. Het gebied tussen de Lepelaarstraat en de Tureluur is inde jaren 70 en 80 van de vorige eeuw gebouwd. Dit gebied is meer oost-westverkaveld. Het verkavelingspatroon van het gebied tussen de Tureluur en hetMolenpad, dat is ontwikkeld in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw, wordt bepaalddoor de aanwezigheid van watergangen. Hierdoor verspringt de rooilijnover verschillende plaatsen. In de uitbreidingswijk komen vooral woningen voor.Het gaat vooral om geschakelde woningen. Aan de randen van de uitbreidingswijkliggen ook enkele vrijstaande woningen. Verder ligt hier een brede school.De brede school bestaat uit twee basisscholen, peuterspeelzaal, kinderopvang,buitenschoolse opvang en een bibliotheekservicepunt. Daarnaast is er een voormaligeschool en voormalig verzorgingstehuis aanwezig. Deze locaties wordenlater herontwikkeld. Ten noorden van de uitbreidingswijk ligt een sportpark. Deuitbreidingswijk wordt van de oude kern gescheiden door hoge bomen. Daardooris er geen ruimtelijke relatie tussen beide gebieden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 36 1012118.03Figuur 2.De indeling van Ilpendam in deelgebiedenDe lintbebouwing aan de Monnickendammerrijweg bestaat vooral uit woningen.Aan de zijde van de oude kern komt bebouwing aan beide zijden van de wegvoor. Verder naar het oosten ligt de bebouwing alleen nog ten zuiden van deweg.Het groen in Ilpendam is vooral te vinden in het oude dorp en de uitbreidingswijk.Het groen in het oude dorp en de openbare ruimte van de uitbreidingswijk is verschillendvan karakter. In het oude dorp zijn een aantal verspreide groenelementente vinden. Het Burgemeester van Oorschotplantsoen is het grootstegroenelement in het oude dorp. Het Burgemeester van Oorschotplantsoen vervultBuro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 37een belangrijke functie als groengebied in het dorp en bevat een grasveld meteen muziektent. Aan het park grenst een ander groot groenelement, de begraafplaats.Tussen de uitbreidingswijk en het oude dorp ligt aan de westkant de Aalduikerweg/Merelstraat,een groene entree van Ilpendam. De verschillende buurtenvan de uitbreidingswijk zijn over het algemeen groen van karakter. Aan denoordrand van Ilpendam ligt het sportpark. Dit is het grootste groenelement vande uitbreidingswijk.4.2 WatergangWatergang is een ontginningsnederzetting langs een hoofdontwateringssloot dieevenwijdig loopt met het westelijk ervan gelegen Noordhollandsch Kanaal. Deontwateringssloot heeft diverse aftakkingen. Een aantal percelen zijn volledigomgeven door water, waardoor het lijkt alsof deze bebouwing op eilanden ligt.Parallel aan de ontwateringssloot ligt de Dorpsstraat. Dit is de noord-zuid georiënteerdeontsluitingsroute van het dorp. De Dorpsstraat is een zeer smalle weg.Deze weg bepaald mede het karakter van het dorp.Door het verdwijnen van agrarische bedrijven uit de kern is het dorpsbeeld veranderddoor verdichting en vervangende nieuwbouw. Ondanks deze verdichtingen nieuwbouw is de bebouwingsstructuur redelijk in stand gebleven.Kenmerkend voor Watergang zijn de zwart geteerde hooihuizen aan de Dorpsstraat.De meeste gebouwen vertegenwoordigen geen bijzondere historischewaarde. De waarde ligt vooral in de ruimtelijke samenhang van de onderdelenvan de kern, de aanwezigheid van enkele monumenten en karakteristieke gebouwenen de ligging in het landschap.Watergang bestaat vooral uit woningen. Het gaat vooral om vrijstaande woningen.Meer naar het zuiden wordt de bebouwingsdichtheid iets hoger en staan ookenkele rijtjeswoningen aan de Kanaaldijk. Daarnaast komen er diverse anderefuncties voor. Het gaat om een kerk, een dorpshuis, een sportveld, een begraafplaats,een café-restaurant en diverse bedrijven.Rondom Watergang ligt het Natura 2000-gebied 'Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld& Twiske'. Deze gronden zijn in eigendom van Staatsbosbeheer. Op dezegronden vindt op extensieve wijze veehouderij plaats. Het beheer is afgestemdop de voorkomende weidevogels. Ook in het plangebied liggen grondendie natuurlijk worden beheerd. Hoewel deze gronden binnen het bestaand bebouwdgebied liggen, is de belangrijkste functie hier natuur.De erven en tuinen in het dorp en de weilanden en het natuurgebied Varkenslanddie aan de Dorpsstraat grenzen geven Watergang een groen karakter. De grootstegroenelementen zijn de begraafplaats en de omgeving van het trapveldje.4.3 ZuiderwoudeHet pittoreske Zuiderwoude is al circa duizend jaar oud. Daarmee is ZuiderwoudeBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 38 1012118.03het oudste dorp van Waterland. In de 11 e eeuw had het dorp al een eigen kapel.De ontginning van het dorp heeft in de 12 e eeuw plaats gevonden vanaf de OosterAe. Daar liggen ook de oudste boerderijen. In de 16 e en 17 e eeuw beleefdehet dorp een grote bloei met talrijke industriemolens en schepen die naar Surinamevoeren en was het bijna twee maal zo groot als nu. Door de grote veepestin de 18 e eeuw in combinatie met protectische maatregelen van Amsterdam raaktehet dorp in verval. De nood was zelfs zo hoog dat het dorp de kerkklok aanBroek in Waterland heeft verkocht.Vanwege de rijke historie van Zuiderwoude is het dorp aangewezen als beschermddorpsgezicht. De aanwijzing als beschermd dorpsgezicht is met namegericht op de ruimtelijke structuur van het dorp in samenhang met de historischwaardevolle bebouwing. Daarnaast gaat het om de directe relatie van het dorpmet het omringende agrarische gebied. Het aanwijzingsbesluit van het beschermddorpsgezicht is in bijlage 1 opgenomen.De ruimtelijke structuur van Zuiderwoude wordt bepaald door de samenkomstvan wegen en vaarwegen bij de kerk. Het deel van het dorp bij de kerk, vanoudsde dorpskern, wordt gekenmerkt door een zekere beslotenheid ten opzichte vande rest van het dorp. De bebouwing ligt vooral langs de Zuiderwouder Dorpsstraat.In het gehele dorp zijn er doorzichten naar het achterliggende landschapaanwezig.Zuiderwoude wordt gekenmerkt door een typische lintbebouwing bestaande uitoverwegend karakteristieke arbeidershuisjes, enkele stolpboerderijen en kaakbergen.De bebouwing is klein van schaal. De verspringende rooilijnen geven hetlint een afwisselend straatbeeldDe meeste gebouwen zijn opgetrokken met de karakteristieke houten gevelbekleding.In sommige gevallen wordt het hout gecombineerd met metselwerk. Deeerste bouwlaag bestaat dan uit steen, terwijl de topgevel met hout is bekleed.Incidenteel komt het voor dat de woning of gebouwen met een bijzondere functiezoals de school in zijn geheel uit baksteen (soms ook met stucwerk) bestaat. Dedaken zijn met keramische dakpannen bekleed. Kenmerkend is het gevarieerdekleurgebruik, namelijk licht en donker groen, licht grijs en beige.Later is aan de Gouw en Dwarsgouw nieuwbouw ontwikkeld. Het gaat om enkelevrijstaande en halfvrijstaande woningen.In Zuiderwoude komen bijna uitsluitend woningen voor. Naast woningen zijnaanwezig: een begraafplaats, een basisschool, een dorpshuis een wijnproeflokaalen een theetuin.Zuiderwoude heeft een groen karakter. Het groen is vooral te vinden in de privétuinen.De gemeente heeft slechts weinig groen in eigendom en beheer. Hetmeeste groen dat in beheer is bij de gemeente is geconcentreerd in de school ende N.H. Kerk.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 394.4 UitdamUitdam is oorspronkelijk een vissersdorp. Het dorp is ontstaan aan de Uitdammerdijkaan het Markermeer. Het karakter van Uitdam wordt bepaald door deaanwezigheid van lintbebouwing. Het dorp bestaat overwegend uit woningen.Ook heeft het dorp een kerk, een begraafplaats en een zeilmakerij.Oorspronkelijk lag de ontsluitingsweg op de rug van de dijk. De oorspronkelijkeingangen van de percelen lagen daarom aan de dijkzijde. De percelen liepenvaak door tot aan de Uitdammer Die.In 1916 is de weg verplaatst naar het westen. De weg doorsneed de achtertuinenvan de percelen. De gronden ten westen van de weg worden vaak nog steedsgebruikt als tuin. Dit zijn de zogenaamde ´overtuinen´. Op sommige plaatsen zijnde overtuinen in gebruik genomen voor andere functies, zoals een voormaligebrandweerkazerne, enkele woningen en een paardenbak. Tussen de bebouwingdoor zijn op sommige plaatsen doorzichten naar de Uitdammer Die. Dit is een belangrijkekwaliteit van Uitdam.Over het algemeen liggen de woningen aan de dijk. Bijbehorende bouwwerkenliggen verspreid op het erf en soms ook in de overtuinen. Hierdoor ontstaat ereen afwisselend bebouwingsbeeld.In de jaren 70 van de vorige eeuw zijn ten noorden van de oude lintbebouwingnieuwe woningen gebouwd. Het gaat om de woningen ten noorden van de Rijperweg.Hier ligt de bebouwing in clusters omgeven door water. Hierdoor lijkt hetalsof de bebouwing op eilanden ligt. De eilanden herbergen een gevarieerde bebouwing.Op één van de eilanden is recentelijk een nieuw dorpshuis met viernieuwe woningen gerealiseerd.Uitdam heeft een groene uitstraling. Deze uitstraling wordt vooral veroorzaaktdoor het groen in de tuinen en overtuinen. De gemeente heeft zelf weinig groenin beheer. Ook de dijk aan het Markermeer vormt een groen element in het dorp.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 40 1012118.03HOOFDSTUK 5BELEIDSKADERDit hoofdstuk geeft een samenvatting van de beleidskaders, waarmee bij het opstellenvan dit bestemmingsplan rekening is gehouden.5.1 Rijksbeleid5.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en RuimteDe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werkinggetreden. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijkebeleid. De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillendebestaande nota's zoals de Nota Ruimte, de agenda Landschap en deagenda Vitaal Platteland.Het Rijk laat de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies enkiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Voor dezebelangen is het Rijk verantwoordelijk voor de resultaten. Buiten deze 13 belangenhebben decentrale overheden beleidsvrijheid.Deze 13 nationale belangen zijn:1. Rijksvaarwegen;2. Mainportontwikkeling Rotterdam;3. Kustfundament;4. Grote rivieren;5. Waddenzee en waddengebied;6. Defensie;7. Hoofdwegen en hoofdspoorwegen;8. Elektriciteitsvoorziening;9. Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen;10. Ecologische hoofdstructuur;11. Primaire waterkeringen buiten het kustfundament;12. IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte);13. Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.5.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordeningHet Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is op 30 december 2011in werking getreden. Het Barro stelt niet alleen regels omtrent de 13 aangewezennationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte,maar stelt ook regels die in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. Inonderstaande tabel wordt het bestemmingsplan getoetst aan de relevante artikelenvan het Barro. Overigens is het zo dat de regels van het Barro met betrekkingtot het rijksbelang 9 nog niet in werking zijn getreden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 41Artikel Barro Toetsingscriterium ConclusieArtikel 2.11 Primaire waterkeringenbuiten het kustfundamentArtikel 2.12 IJsselmeergebied(uitbreidingsruimte)Op gronden waarop een primairewaterkering of een beschermingszoneligt, vindt geen wijziging plaatsvan de bestemming van dat gebiedten opzichte van het voorafgaandegeldende bestemmingsplan.Een bestemmingsplan mag geenbestemmingen bevatten die ten opzichtevan het bestemmingsplandat gold op 22 december 2009,nieuwe bebouwing of landaanwinningenmogelijk maken.Dit bestemmingsplan maaktdergelijke nieuwe bestemmingenniet mogelijk.Dit bestemmingsplan maaktdergelijke bestemmingen nietmogelijk.5.2 Provinciaal beleid5.2.1 Structuurvisie en verordeningHet ruimtelijk beleid van de provincie Noord - Holland is vastgelegd in de StructuurvisieNoord-Holland 2040 (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni2010). In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaalbelang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: 'De ProvincieNoord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaalconcurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijkekwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.'Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren zijn provinciale belangenbenoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteiten duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstellingvan de Provincie. De hoofdbelangen zijn in de Structuurvisie uitgewerkt.In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (eveneens vastgesteld21 juni 2010), de eerste herziening van de Provinciale Ruimtelijke VerordeningStructuurvisie (vastgesteld op 23 mei 2011), de tweede herziening van de ProvincialeRuimtelijke Verordening Structuurvisie (ontwerp, 27 maart 2012) en detweede wijziging Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie - Beleid WindOp Land (ontwerp, 4 september 2012) zijn op grond van art. 4.1 Wro regels gesteldter waarborging van de provinciale belangen.In onderstaande tabel wordt het bestemmingsplan getoetst aan de relevante artikelenvan de provinciale verordening (PRVS).Artikel PRVS Toetsingscriterium ConclusieArtikel 8 Aardkundige waarden De kernen Watergang, Zuiderwoudeen Uitdam liggen den zijn in dit bestemmingsplanAardkundig waardevolle gebie-(deels) in een aardkundig beschermd met een dubbelbestemmingmet passende plan-waardevol gebied. De verordeningstelt dat in het bestemmingsplanbeschreven moetregel.worden op welke wijze er rekeningwordt gehouden met deaanwezige aardkundige waarden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 42 1012118.03Artikel 9 Aanwijzing BestaandBebouwd GebiedArtikel 20 Nationale landschappenen UNESCOwerelderfgoederenArtikel 21 Kernkwaliteiten NationaleLandschappen en UitzonderlijkeUniversele WaardenUNESCO-werelderfgoederenArtikel 22 Ontwikkelingen binneneen Nationaal Landschap enUNESCO-werelderfgoedDe bestaande of de bij een - ophet moment van inwerkingtredenvan de verordening - geldendbestemmingsplan toegelatenwoon- of bedrijfsbebouwingen kassen zijn aangewezenals bestaand bebouwd gebied.Het plangebied maakt deel uitvan twee Nationale Landschappen;Laag Holland en deStelling van Amsterdam. In bestemmingsplannenmoeten regelsworden opgenomen voorhet behoud en de versterkingvan de kernkwaliteiten van NationaleLandschappen. Nieuwefuncties en uitbreiding van debebouwing van bestaandefuncties is alleen is toegestaanals deze geen significant negatieveeffecten hebben op dekernkwaliteiten van het gebied.Het gehele plangebied is aangewezenals bestaand bebouwdgebied.Ten aanzien van Laag Hollandgaat het om het behoud van hetkarakter van de dorpen. Ditkrijgt onder andere vorm doorde dubbelbestemming 'Waarde- Beschermd dorpsgezicht Zuiderwoude'en het vastleggenvan de ruimtelijke structuur. DeStelling van Amsterdam wordtbeschermd door de bestemming'Water - Waterstaat'. Dezebestemming is medebestemdvoor het behoud van de landschappelijke,cultuurhistorischeen ruimtelijke waarden.Er worden geen nieuwe functiesmogelijk gemaakt die negatieveeffecten hebben op dekernkwaliteiten van deze gebieden.Artikel 29 Primaire waterkeringen De Uitdammerdijk, welke ten Dit bestemmingsplan maaktoosten van Uitdam ligt, is aangewezenals 'Primaire waterkelijkbinnen de zone van de pri-geen nieuwe bebouwing mogering'.Langs primaire waterkeringengeldt een vrijwaringszomairewaterkering.ne van 100 meter binnendijksen 175 meter buitendijks. Deverordening bepaalt dat binnende vrijwaringszones nieuwebebouwing of nieuwe functiesalleen mogelijk gemaakt mogenworden als:er sprake is van niet onomkeerbareontwikkelingen;een toekomstige landwaartseversterking van de waterkeringniet wordt belemmerd;er kan worden meebewogenmet het peil van het IJssel- enMarkermeer.Artikel 30 Regionale waterkeringenIn Ilpendam en Watergang liggenwaterkeringen die zijnaangewezen als regionale waterkering.De verordening bepaaltdat bestemmingsplannenmoeten voorzien in de beschermingvan de waterkerendefunctie. Ook moet de vrijwaringszonein bestemmingsplannenworden opgenomenzodat toekomstige reconstruc-De regionale waterkeringen zijnin dit bestemmingsplan voorzienvan een dubbelbestemming,waarbinnen de beschermingvan de waterkering wordtgeregeld.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 43Artikel 32 Windturbinesties van de waterkeringen nietonmogelijk worden gemaakt.Het bouwen of opschalen van In dit bestemmingsplan zijnwindturbines is niet toegestaan. windturbines niet toegestaan.5.3 Regionaal beleid5.3.1 Regiovisie Waterland 2040In de regiovisie Waterland 2040 (januari 2009) hebben de zeven Waterlandsegemeenten in ISW-verband 10 de koers bepaald voor het ruimtelijk beleid op langetermijn. In de visie staat het behoud en de versterking van het kenmerkende authentiekekarakter van de regio Waterland voorop. Om de kernen vitaal te houdenen de bereikbaarheid van de regio binnen de Metropoolregio Amsterdam tewaarborgen worden de noodzakelijke sociaal-economische en infrastructurelemaatregelen uitgevoerd.5.3.2 Regionale Woonvisie WaterlandHet beleid ten aanzien van wonen in de regio Waterland (gemeenten Beemster,Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland enZeevang) is vastgelegd in de regionale Woonvisie Waterland (2003). In de visieworden de opgaven beschreven waarvoor de gemeenten staan om vraag enaanbod in de regio op elkaar af te stemmen. In de Woonvisie is aangegeven datde gemeenten zich inspannen om de binnenstedelijke bouwopgave door middelvan Intensiveren, Combineren en Transformeren (ICT) uit te voeren.5.3.3 Nota Gezondheidsbeleid 2008 - 2011In de Nota Gezondheidsbeleid (d.d. januari 2009) is door negen samenwerkendegemeenten, waaronder de gemeente Waterland, afgesproken wat zij in de genoemdejaren willen doen op het gebied van openbare gezondheidszorg. Hetgemeentelijke beleid ten aanzien van mantelzorg is hier een uitvloeisel van.5.3.4 Conclusie regionaal beleidHet beleid ten aanzien van mantelzorg is in dit bestemmingsplan geïmplementeerd.Verder biedt het regionaal beleid geen concrete uitgangspunten voor ditconsoliderende bestemmingsplan. Daarmee voldoet het bestemmingsplan aanhet regionaal beleid.5.4 Waterbeleid5.4.1 AlgemeenHet waterbeleid is vastgelegd in verschillende beleidsdocumenten. Op Rijksniveauis het Nationaal Waterplan 2009 - 1015 (22 december 2009) vastgesteld.Daarnaast is het Beheer- en Ontwikkelplan voor Rijkswateren 2010 - 2015 vanbelang. De provincie heeft op 16 november 2009 het Provinciaal Waterplan 2010- 2015 vastgesteld. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heefthaar waterbeleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 4, 2010 - 2015, het Raam-10Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan WaterlandBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 44 1012118.03plan Bescherming tegen Wateroverlast (2004) en het Beheersplan Waterkering2006 - 2010. Bovendien geldt voor de watergangen en waterkeringen in hetplangebied de Keur van het Hoogheemraadschap. Voor diverse handelingen inen aan watergangen en waterkeringen is een zogenoemde watervergunning vanhet Hoogheemraadschap nodig.5.4.2 Conclusie waterbeleidBij het opstellen van het bestemmingsplan is rekening gehouden met het nationaleen regionale waterbeleid. Hoofdwatergangen en waterkeringen zijn specifiek indit bestemmingsplan bestemd. In paragraaf 6.5 is een beschrijving gemaakt vande waterrelevante zaken. Dit bestemmingsplan voldoet daarmee aan het waterbeleid.5.5 Gemeente5.5.1 Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-OostOp 31 juli 2012 is het Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en LandschapWaterland-Oost van de gemeente Waterland en stadsdeel Amsterdam-Noordvastgesteld (zie bijlage 2).Het Afsprakenkader richt zich op het faciliteren van gewenste ontwikkelingen vande landbouw in Waterland-Oost. Doel hierbij is dat de landbouw economisch vitaalblijft en een rol kan blijven spelen in het beheer van gebieden waarbij tegelijkertijdeen karakteristiek en vitaal veenweidelandschap behouden blijft. Waterland-Oostwordt daarbij als één gebied beschouwd. Voor de ontwikkeling van delandbouw binnen de kaders van behoud en ontwikkeling van natuur en landschapis één beleid van toepassing. Dit beleid, alsmede het daarin voorgesteldetoetsingskader, is leidraad bij de inrichting van de agrarische gebiedsbestemming.Het Afsprakenkader is opgenomen in bijlage 2. Voor meer informatie over het Afsprakenkaderwordt verwezen naar de bijlage.5.5.2 Amendement bedrijvigheid in kernenOp 6 november 2008 is een amendement aangenomen om meer bedrijvigheid inwoonkernen te realiseren. Dit amendement is in dit bestemmingsplan vertaalddoor een regeling op te nemen voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis.5.5.3 Beleidsregel antennemastenHet beleid ten aanzien van antennes is vastgelegd in de 'Beleidsregel plaatsingantenne-installaties in de gemeente Waterland (vastgesteld op 26 juni 2008). Opbasis van deze beleidsregel zijn bestaande antennes aangeduid.De beleidsregel geldt als toetsingskader voor nieuwe aanvragen. Deze beleidsregelblijft daarom gelden naast het bestemmingsplan.5.5.4 Beleidsregel dakterrassenOnder welke voorwaarden dakterrassen zijn toegestaan is geformuleerd in de'Beleidsregel met betrekking tot dakterrassen bij woonhuizen' (vastgesteld op 23Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 45juni 2009). De voorwaarden die er voor de dakterrassen gelden zijn verwerkt indit bestemmingsplan. In de algemene bouwregels is een regeling voor dakterrassenopgenomen. De beleidsregel is daardoor niet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.5.5.5 Beleidsregel erfbebouwingDe gemeente heeft eenduidige bouwregels voor erfbebouwing geformuleerd inde 'Beleidsregel met betrekking tot erfbebouwing bij woonhuizen' (vastgesteld op23 juni 2009). Deze regel is niet van toepassing in het beschermde dorpsgezichtvan Zuiderwoude, in het gebied waar het bestemmingsplan 'Watergang' geldt enop erven van hoekwoningen met drie straatgevels. De regeling voor bijbehorendebouwwerken is op deze beleidsregels afgestemd. De beleidsregel is daardoorniet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.5.5.6 Beleidsregel kleinschalig toeristisch overnachtenOm Bed en Breakfast en het kleinschalig toeristisch overnachten binnen de gemeenteWaterland te stimuleren is de 'Beleidsregel met betrekking tot het kleinschaligtoeristisch overnachten in de gemeente Waterland' op 5 juli 2011 vastgesteld.In de beleidsregel worden drie categorieën onderscheiden:• klein: Bed en Breakfast bij (bedrijfs)woningen;• midden: kleinschalig toeristisch overnachten in een groter deel van de woonfunctie;• groot: ondernemingen die de maatvoering van de categorie midden te bovengaat. Ondernemingen in de grote categorie vallen buiten de beleidsregel.Bij de kleine categorie wordt Bed and Breakfast gezien als een nevenactiviteit bij(bedrijfs)woningen. Voor woningen geldt dat er bij recht maximaal twee kamersmogen zijn, met een maximum van 30% van de oppervlakte van de woning. Beden Breakfast mag niet leiden tot een onevenredige parkeerdruk op de omgeving.Overigens komt de term Bed en Breakfast niet terug in de regels van het bestemmingsplan.Hier wordt het net als de middencategorie kleinschalig toeristischovernachten genoemd. Dit komt op hetzelfde neer.De middencategorie wordt mogelijk gemaakt met een afwijking. Met de afwijkingkan een groter deel van de woonfunctie tot maximaal 50% van de oppervlaktevan de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 100 m 2 voorhet kleinschalig toeristisch overnachten worden gebruikt.Deze beleidsregel is vertaald in dit bestemmingsplan. De beleidsregel is daardoorniet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.Op 17 juli 2012 is door het college een verruiming van het beleid kleinschalig toeristischovernachten (kto) vastgesteld. Deze verruiming houdt in dat ook andereruimten dan woningen voor kto mogen worden gebruikt. Ook dit beleid is vertaaldin dit bestemmingsplan, namelijk in de algemene gebruiksregels.5.5.7 Beleidsregel mantelzorgHet gebruik van bestaande bijbehorende bouwwerken voor de huisvesting voormantelzorg is vastgelegd in de 'Beleidsregel met betrekking tot huisvesting tenBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 46 1012118.03behoeve van mantelzorg in bij woningen behorende bijgebouwen in de gemeenteWaterland (vastgesteld op 17 september 2009). Op basis van de beleidsregel ismantelzorg toegestaan binnen de (bedrijfs)woningen. Met een afwijking wordtmantelzorg ook in vrijstaande bijbehorende bouwwerken toegestaan (afhankelijkewoonruimte). De afhankelijke woonruimte mag maximaal 60 m 2 bedragen. Bijmantelzorg in een bijbehorend bouwwerk geldt als voorwaarde dat er geen onevenredigeaantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derdenwaaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.Deze beleidsregel is vertaald in dit bestemmingsplan. De beleidsregel is daardoorniet meer van toepassing op dit bestemmingsplan.5.5.8 GroenbeleidDe Groenvisie 2016 (vastgesteld op 24 januari 2008) vormt de basis voor hetgroenbeleid in de gemeente. In de Groenvisie is beleid ontwikkeld ten aanzienvan bomen, restgroen en nieuwbouw- en herstructureringslocaties.Onderdeel van de Groenvisie is de Bomenverordening. Deze stelt dat voor hetvellen van een aantal soorten bomen een omgevingsvergunning nodig is. Bij deverlening van een vergunning wordt zoveel mogelijk herplant opgelegd. Voor hetvellen van de volgende bomen is een vergunning nodig:• bomen die deel uitmaken van de hoofdgroenstructuur;• bomen op lijst waardevolle bomen.Dit bestemmingsplan gaat uit van bescherming van het groen in het plangebied.Al het publieke eigendom en openbaar toegankelijk groen dat in de Groenvisie isopgenomen, is met de bestemming 'Groen' beschermd.5.5.9 Huisvesting primair onderwijsIn het Integraal Huisvestingsplan primair onderwijs (vastgesteld op 24 juni 2008)geeft de gemeente haar beleid ten aanzien van de huisvesting van primair onderwijsweer. In het plangebied komen drie scholen voor. Overeenkomstig hetHuisvestingsplan is er in Ilpendam een brede school ontwikkeld. Hierdoor zittende twee scholen in Ilpendam nu in één gebouw. De vrijkomende locatie wordtherontwikkeld.Daarnaast is er een school aanwezig in Zuiderwoude. Op termijn neemt hier hetleerlingaantal af, waardoor het de vraag is of de school bestaansrecht behoud.Echter het is de verwachting dat de school in ieder geval tijdens de planperiodevan dit bestemmingsplan blijft bestaan. Daarnaast staat er nog een voormaligeschool in Watergang. Deze voormalige school valt buiten het plangebied.5.5.10 Maatschappelijke ondersteuningIn de beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waterland2009 - 2012 (februari 2009) is het beleid ten aanzien van maatschappelijke ondersteuningweergegeven. In aansluiting op de regionale nota Gezondheidsbeleidis in de gemeentelijke nota aangegeven dat mantelzorg ondersteund moetworden. Daarom is in dit bestemmingsplan mantelzorg toegestaan bij alle bestemmingenmet een (bedrijfs)woning.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 475.5.11 ParkerenParkeren gebeurt vooral op de daarvoor bestemde parkeervakken en parkeerplaatsen.Op sommige plaatsen is er een bepaalde overlap met groen. Daarom isin dit bestemmingsplan in de bestemming 'Groen' ondergeschikt parkeren toegestaan.5.5.12 SpeelvoorzieningenHet beleid ten aanzien van speelvoorzieningen staat in de kaderstellende notitiespeelvoorzieningen (vastgesteld op 4 december 2003). Er wordt onderscheidgemaakt tussen informele speelruimte (straat, bosjes, bomen en dergelijke) enformele speelruimte (met speeltoestellen en/of sportfaciliteiten). In de gemeenteis er voldoende informele en formele speelruimte aanwezig. Het is van belang datde speelruimte aantrekkelijker wordt gemaakt. Bij de inrichting van speelruimtewordt er rekening gehouden met het aantal kinderen in het dorp en de reedsaanwezige speeltoestellen. Deze notitie heeft geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.5.5.13 StandplaatsenbeleidIn de gemeente geldt een maximumstelsel ten aanzien van het verlenen vanstandplaatsvergunningen op grond van de APV. Dit is vastgelegd in de notitievent- en standplaatsvergunningenbeleid (juli 1995). Het beleid is vertaald in dealgemene gebruiksregels.5.5.14 TerrassenbeleidTen aanzien van terrassen geldt de nota Terras beleid Waterland 2007 (vastgesteldop 6 februari 2007). Het terrassenbeleid is vertaald in de algemene gebruiksregels.5.5.15 Toeristisch Recreatief OntwikkelingsplanHet beleid ten aanzien van recreatie en toerisme is beschreven in het ToeristischRecreatief Ontwikkelingsplan (vastgesteld op 23 januari 2003). Gemeente Waterlandheeft een strategische ligging ten opzichte van grote bevolkingsconcentratiesen toeristische trekkers, zoals het Markermeer. Hierdoor is Waterland vooralvoor de watersport een interessant gebied. Ilpendam, Watergang, Zuiderwoudeen Uitdam zijn mooie pittoreske dorpen. De dorpen worden dan ook veelvuldigbezocht door dagjesmensen.Daarnaast zijn er andere recreatiemogelijkheden. Hieronder vallen bijvoorbeeldroutes voor kleine boten. In de winter kan er op deze routes geschaatst worden.Deze recreatieve kano- en schaatsroutes worden van belang geacht. Deze zijnop de verbeelding van dit bestemmingsplan aangeduid.5.5.16 Vergunningsvrij bouwen in beschermde dorpsgezichtenIn beschermde dorpsgezichten geldt voor interne verbouwingen aan bepaaldepanden geen vergunningplicht (collegebesluit d.d. 9 augustus 2005). Werkzaamhedenaan monumenten, werkzaamheden aan gevels en draagconstructies enwerkzaamheden die een functiewijziging tot gevolg hebben vallen hier niet onder.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 48 1012118.03Inmiddels is de landelijke regeling van het vergunningsvrij bouwen van het Besluitomgevingsrecht zodanig verruimd, dat veel activiteiten in beschermdedorpsgezichten en aan en bij monumenten vergunningsvrij zijn geworden.5.5.17 Vergunningsvrij bouwen op zijervenIn bepaalde situaties geldt geen vergunningplicht voor het bouwen op zijerven(collegebesluit 24 juni 2008). Dit bestemmingsplan frustreert dit beleid niet.5.5.18 WelstandsbeleidDe gemeente Waterland heeft haar welstandsbeleid beschreven in de WelstandsnotaWaterland (februari 2004, herziening maart 2009). In de Welstandsnotaworden algemene en gebiedsgerichte welstandscriteria onderscheiden. Dealgemene welstandscriteria gelden als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling.De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt om te beoordelenhoe het bouwwerk past in zijn omgeving. (Ver)bouwplannen worden getoetst aande Welstandsnota.5.5.19 Conclusie gemeentelijk beleidHet gemeentelijk beleid heeft zijn vertaling gekregen in dit bestemmingsplan.Daarmee voldoet dit bestemmingsplan aan het gemeentelijk beleid.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 49HOOFDSTUK 6MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTENVoor het plangebied en omgeving kunnen (wettelijke) belemmeringen en/ofvoorwaarden een rol spelen. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dater een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen zijn derandvoorwaarden die voortvloeien uit de milieu- en omgevingsaspecten beschreven.6.1 Mer-beoordeling6.1.1 Normstelling en beleidIn bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in hetkader van het bestemmingsplan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of merbeoordelingsplichtigzijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaardenopgenomen. Daarnaast moet het bevoegd gezag bij de betreffende activiteitendie niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, nagaan of sprakekan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandighedenals bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling.Deze omstandigheden betreffen:• de kenmerken van de projecten;• de plaats van de projecten;• de kenmerken van de potentiële effecten.6.1.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanGezien het in hoofdzaak consoliderende karakter van dit bestemmingsplan tredener geen belangrijke negatieve milieugevolgen op. Dit blijkt ook uit de onderzoekenvan de verschillende milieuaspecten zoals deze in dit hoofdstuk zijn opgenomen.Voor het bestemmingsplan is dan ook geen mer-procedure of merbeoordelingsprocedurenoodzakelijk conform het Besluit m.e.r.6.1.3 ConclusieVoor dit bestemmingsplan geldt geen planMER-verplichting.6.2 Ecologie6.2.1 Normstelling en beleidBij elk ruimtelijk plan moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden,rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbeschermingen soortenbescherming.GebiedsbeschermingDe bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumentenis geregeld in de Natuurbeschermingswet (Nbw). Als ontwikkelingen (mogelijk)leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet eenNbw-vergunning worden aangevraagd. Als een Nbw-vergunning nodig is dan'haakt' deze aan bij de omgevingsvergunning. Daarnaast moet rekening wordengehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS).Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het 'nee, tenzij-principe'.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 50 1012118.03SoortenbeschermingOp grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstorenen vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten enhun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van dezeverbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van deHabitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeerstreng. Het bevoegd gezag voor de Flora- en faunawet is de provincie. In de gevallendat een ontheffing van de Flora- en faunawet noodzakelijk is, dan 'haakt'de ontheffing aan bij de omgevingsvergunning.6.2.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanGebiedsbeschermingDirect ten oosten van Uitdam ligt het Natura 2000-gebied 'Markermeer & IJmeer'.Verder wordt Watergang omgeven door het Natura 2000-gebied 'Ilperveld, Varkensland,Oostzanerveld & Twiske'. Deze gebieden zijn tevens onderdeel van deEHS. Daarnaast liggen in de nabijheid van de kernen diverse andere gebiedendie behoren tot de EHS. Omdat dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingenmogelijk maakt, is er geen negatief effect op de beschermde natuurgebieden.ConclusieVanuit het aspect gebiedsbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.SoortenbeschermingWat betreft de soortenbescherming wordt gewerkt met de zogenaamde 'uitgesteldetoets'. De Flora- en faunawet is altijd onverkort van kracht. Dit betekent datop het moment dat nieuwe activiteiten aan de orde zijn (bij recht, vergunningvrijof via een afwegingsprocedure) de mogelijke effecten op de te beschermen soortenaltijd moeten worden meegewogen. Een beoordeling op het moment dat activiteitendaadwerkelijk aan de orde zijn (en dus niet ten tijde van het maken vanhet bestemmingsplan) geeft het meest actuele en beschermingswaardige beeld.Indien op dat moment blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) ende activiteit strijd oplevert met de bepalingen uit de Flora- en faunawet, kan debetreffende activiteit pas plaats vinden na het verkrijgen van de ontheffing.Bij het opstellen van het bestemmingsplan moet echter wel redelijk zicht bestaanop de verleenbaarheid van een eventuele benodigde ontheffing en/of omgevingsvergunning.Anders is het bestemmingsplan niet uitvoerbaar. Gelet op hetfeit dat dit bestemmingsplan vooral conserverend van aard is en er geen grootschaligeontwikkelingen plaatsvinden, wordt het plan op het punt van soortbescherminguitvoerbaar geacht.ConclusieVanuit het aspect soortenbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 516.3 Cultuurhistorie6.3.1 Normstelling en beleidDe rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegenomen.Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdigin beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verbandspecifieke eisen aan het opstellen van bestemmingsplannen. Waar mogelijkmoeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorieis daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.De provincie Noord-Holland heeft de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorievastgesteld. De kaart is een geografische uitwerking van de Leidraad landschapen cultuurhistorie - die deel uitmaakt van de verordening - en een herzieningvan de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). De Informatiekaart Landschapen Cultuurhistorie geeft onder andere informatie over landschapstypen,aardkundige waarden, cultuurhistorische objecten en historische dijken.6.3.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanIn het plangebied komen diverse cultuurhistorische elementen voor. Hierondervolgt per element een beschrijving.Beschermd dorpsgezichtZuiderwoude is aangewezen als beschermd dorpsgezicht (zie paragraaf 3.3.2 enbijlage 1). Voor het beschermd dorpsgezicht is een dubbelbestemming opgenomen.Met deze dubbelbestemming worden de karakteristieke waarden van hetbeschermd dorpsgezicht beschermd.Stelling van AmsterdamDe Stelling van Amsterdam is een militair verdedigingswerk dat tussen 1870 en1915 is aangelegd ter bescherming van Amsterdam. De verdedigingsring is 135kilometer lang en bestaat uit dijken met dammen en sluizen, terreinen die onderwater konden worden gezet (inundatie) en 42 forten. Dit verdedigingssysteem incombinatie met het daarbij horende landschap is aangeduid als de stellingzone.De stelling van Amsterdam is aangewezen als Nationaal Landschap en staat opde UNESCO-werelderfgoedlijst. De stelling loopt gelijk aan de Uitdammerdijk. Debestemming van deze waterkering is mede bestemd voor het behoud van cultuurhistorischewaarden.Noorder IJ- en ZeedijkenDeze dijken dienden ter bescherming van de relatief laaggelegen Hollandseveenweidegebieden tegen het water van de voormalige Zuiderzee en het IJ. DeNoorder IJ- en Zeedijken lopen vanaf de Westfriese Omringdijk (bij Schardam)langs Zeevang en Uitdam door naar het zuiden van Oost- en Westzaan, Assendelftin de richting van Noord-Kennemerland. Het tracé van de dijken is historischbepaald. In het tracé zijn de sporen van de strijd tegen het water nog steedszichtbaar. In de eerste plaats in het bochtige en hoekige tracé zelf, dat duidt opdoorbraken in vroegere tijden. Vervolgens geven de braken een indruk van degevolgen van de vroeger steeds terugkerende doorbraken. Ten slotte vormen deBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 52 1012118.03buitendijkse landen een essentieel onderdeel van het dijkverdedigingssysteem.Deze voorlanden waren bedoeld om de slag van het water te breken. De dijkenzijn een beeldbepalend element in het Noord-Hollandse polderlandschap door decontinuïteit en de hoogte van de dijken in samenhang met de openheid van hetomliggende landschap.De Noorder IJ- en Zeedijken zijn aangewezen als provinciaal monument. DeNoorder IJ- en Zeedijken lopen gelijk aan de primaire waterkering langs het Markermeer.De bestemming van deze waterkering is mede bestemd voor het behoudvan cultuurhistorische waarden.StolpboerderijenStolpboerderijen zijn het meest identiteitsbepalende historische boerderijtype inNoord-Holland, vooral voor het grondgebied boven het Noordzeekanaal. Met uitzonderingvan aan de stolp verwante boerderijen in de provincie Friesland komtde stolp als boerderijtype buiten de provincie Noord-Holland niet voor. De stolp isdaarmee identiteitsbepalend voor Noord-Holland.De stolpboerderij kenmerkt zich door een vierkant houtskelet dat dient als draagconstructievoor een hoog piramidevormig dak. De ruimte binnen het vierkantdient voor hooiberging, daaromheen zijn de ruimten gegroepeerd voor mens endier.Op de stolpboerderij bestaan diverse varianten. De stolpboerderij komt voor indiverse uitvoeringen van klein en zeer eenvoudig tot groot en zeer rijk. De stolpenin Waterland zijn over het algemeen groter dan de stolpen elders.Stolpen zijn gebouwd vanaf 1600 tot in het Interbellum. Veel stolpen zijn na deTweede Wereldoorlog verdwenen. Zo telde Noord-Holland in 1950 ongeveer10.000 stolpen, anno 2009 zijn dat er nog 5.000. Hiervan zijn er 400 beschermd.Het aantal stolpen, en daarmee de identiteitsbepalende waarde voor Noord-Holland, neemt gestaag af.De stolpboerderijen hebben een eigen bestemming gekregen. Binnen deze bestemmingwordt gezorgd voor bescherming van deze karakteristieke boerderijvorm.MonumentenIn het plangebied komt een aantal rijks-, provinciale en gemeentelijke monumentenvoor. Deze monumenten worden beschermd via de Monumentenwet. Voormonumenten hoeft in het bestemmingsplan daarom geen beschermende regelingte worden opgenomen. Een volledig overzicht van de monumenten staat op dewebsite van de gemeente.Beeldbepalende en waardevolle pandenNaast de monumenten kennen de dorpen ook 32 beeldbepalende en waardevollepanden. Zuiderwoude is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Op basisvan het beschermd dorpsgezicht geldt een omgevingsvergunningplicht voor hetgeheel of gedeeltelijk slopen van panden. Deze vergunningplicht komt voort uitBuro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 53de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Met deze vergunningplichtworden naast het beschermde dorpsgezicht dus ook de beeldbepalende enwaardevolle panden in Zuiderwoude beschermd. In de Welstandsnota is een beschrijvingvan deze panden opgenomen.In Ilpendam, Watergang en Uitdam zijn de beeldbepalende en waardevolle pandenmet een aanduiding weergegeven. Aan deze aanduiding is een vergunningplichtvoor het geheel of gedeeltelijk slopen van panden gekoppeld. In bijlage 3zijn beschrijvingen van de panden die buiten het beschermd dorpsgezicht liggenopgenomen.Aardkundig waardevolle gebiedenIn het plangebied liggen diverse aardkundig waardevolle gebieden. Deze gebiedenzijn in dit bestemmingsplan beschermd met een dubbelbestemming. Hierondervolgt een korte beschrijving per gebied:• het Ae- en Die gebied, in het zuidoosten van de gemeenteDit gebied is representatief voor het voormalige veenlandschap. Hier komenbrede en goed zichtbare inbraakgeulen voor, welke uniek zijn voor dit gebied.Het gebied wordt doorsneden door enkele kreekbeddingen, waaronder deveenrivieren de Ae en de Die.• VarkenslandDit is een gebied met zetwallen, petgaten en trekgaten. Deze zijn soms gedeeltelijktot geheel verland of opgevuld met bagger. De ondergrond bestaatuit veenmosveen en zeeklei. Aan het slotenpatroon zijn voormalige veenstroompjeste herkennen.6.3.3 ConclusieDe cultuurhistorisch waardevolle objecten en gebieden die niet via de Monumentenwetzijn beschermd, hebben een beschermende regeling gekregen in dit bestemmingsplan.Vanuit het aspect cultuurhistorie zijn er geen belemmeringenvoor dit bestemmingsplan.6.4 Archeologie6.4.1 Normstelling en beleidVoor de bescherming van archeologische waarden is de Monumentenwet vantoepassing. De bedoeling is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologischeresten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, wordenarcheologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ).Voor rijksbeschermde archeologische monumenten geldt de bescherming opgrond van de Monumentenwet en hoeft in het bestemmingsplan geen aanvullenderegeling te worden getroffen.Het archeologisch beleid van de gemeente Waterland is vastgelegd in de 'ArcheologienotaWaterland 2011'. In deze nota is verwoord hoe het behoud van archeologischewaarden of het onderzoek daarnaar worden zeker gesteld. In de Archeologienotaworden archeologische monumenten en vijf categorieën met archeologischeverwachtingswaarden onderscheiden (zie tabel 1). Deze categorie-Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 54 1012118.03en zijn weergegeven op een beleidskaart. Deze beleidskaart is opgesteld op basisvan de kennis die de afgelopen jaren is verkregen bij diverse archeologischeonderzoeken en op basis van de kennis over de ontstaansgeschiedenis van hetgebied.CategorieOmschrijvingRijksbeschermd archeologischBij alle bodemingrepen rekening houden met archeologie. Er is een monumentmonumentenvergunningvereist.1 Bij alle bodemingrepen rekening houden met archeologie.2 Rekening houden met archeologie bij een planomvang vanaf 100 m 2 endiepte van grondroerende werkzaamheden vanaf 35 centimeter3 Rekening houden met archeologie bij een planomvang vanaf 500 m 2 endiepte van grondroerende werkzaamheden vanaf 40 centimeter4 Rekening houden met archeologie bij een planomvang vanaf 2.500 m 2 endiepte van grondroerende werkzaamheden vanaf 40 centimeter5 Rekening houden met archeologie bij een planomvang vanaf 10.000 m 2 endiepte van grondroerende werkzaamheden vanaf 40 centimeterTabel 1. Archeologische categorieën6.4.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanBinnen het plangebied komen de categorieën 1 tot en met 5 voor. Van rijkswegebeschermde archeologische monumenten komen niet voor binnen dit plangebied.De twee voorkomende categorieën worden als dubbelbestemmingen op de verbeeldingweergegeven. Binnen deze dubbelbestemmingen is geregeld dat bij ingrepenvanaf de genoemde oppervlakte en diepte een omgevingsvergunningvereist is. Bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor dergelijke ontwikkelingenwordt getoetst of archeologisch onderzoek nodig is.In geval tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden archeologische sporenen/of vondsten worden aangetroffen geldt een meldingsplicht op grond van deMonumentenwet. Dit houdt in dat de aanwezigheid van bodemvondsten die ouderzijn dan 50 jaar bij de gemeente Waterland gemeld moeten worden.6.4.3 ConclusieHet archeologiebeleid is vertaald in het bestemmingsplan met dubbelbestemmingenop de verbeelding en passende regels. Vanuit het aspect archeologie zijn ergeen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.6.5 Waterparagraaf6.5.1 Normstelling en beleidEen belangrijke ontwikkeling in het waterbeleid is de Watertoets. Het doel van deWatertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer explicieten op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundigrelevante ruimtelijke plannen en besluiten. Het plangebied valtin het werkgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.6.5.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanDe belangrijke watergangen en -partijen hebben een bestemming 'Water' gekre-Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


lz 56 1012118.036.6.3 ConclusieVanuit het aspect milieuzonering zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.6.7 Agrarische bedrijven6.7.1 Normstelling en beleidVoor veehouderijen met een milieuvergunning geldt de Wet geurhinder en veehouderij.In deze wet zijn voor bepaalde typen dieren geurnormen opgenomen.Ten aanzien van dieren waarvoor geen geurnorm is vastgesteld, gelden afstanden.Op grond van een gemeentelijke geurverordening is binnen een bepaaldebandbreedte afwijking van deze normen en afstanden mogelijk. Gemeente Waterlandheeft geen geurverordening. Dus gelden de afstanden uit de Wet geurhinderen veehouderij.Voor kleinschalige veehouderijen en akkerbouwbedrijven gelden de vaste afstandenuit het Besluit landbouw milieubeheer. Deze afstanden zijn afhankelijkvan het type omgeving (binnen of buiten de bebouwde kom). Daarnaast geldener grotere afstanden voor inrichtingen waar landbouwhuisdieren worden gehouden.6.7.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanIn Ilpendam komt één veeteeltbedrijf voor. Deze valt onder het Besluit landbouwmilieubeheer. In de huidige situatie wordt niet voldaan aan de afstandsnormen uithet Besluit landbouw milieubeheer. Van dit bedrijf is de bestaande situatie vastgelegd.Het bedrijf krijgt geen uitbreidingsruimte. Daarmee zijn er geen belemmeringenten aanzien van dit bedrijf.6.7.3 ConclusieVanuit het aspect agrarische bedrijven zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.6.8 Geluid6.8.1 Normstelling en beleidOp grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheidhoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinderveroorzaken', een geluidszone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoeligeobjecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek wordenuitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaardendie in de wet zijn vastgelegd.6.8.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanMet uitzondering van de wegen op het bedrijventerrein van Ilpendam geldt op dewegen in het plangebied een 30 km/uur-regime. Deze wegen hebben geen geluidszone.Op de wegen op het bedrijventerrein van Ilpendam mag 50 km/uur geredenworden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 57Direct ten westen van Ilpendam en Watergang ligt de N235. Ter hoogte van Ilpendamgeldt op deze weg een maximumsnelheid van 50 km/uur. Ter hoogtevan Watergang mag er maximaal 60 km/uur gereden worden. Daarom hebbendeze wegen wel een geluidszone.Langs de wegen met een geluidszone wordt de bestaande situatie gehandhaafd.Er zijn geen mogelijkheden om nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnendeze geluidzones op te richten. Voor de bestaande situaties en/of planologischmogelijk gemaakte situaties waarvoor een overschrijding geldt zijn in het verledenhogere waarden verleend. In het plangebied zijn geen saneringssituatiesaanwezig.6.8.3 ConclusieVanuit het aspect geluid zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.6.9 Bodem6.9.1 Normstelling en beleidMet het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijkeontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogdefunctiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging,moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. Ingeval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In dewet is geregeld dat als ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingenworden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval.In de Bodemagenda 2011-2016 (vastgesteld op 13 maart 2012) heeft de gemeentedoelstellingen geformuleerd met betrekking tot de wijze waarop de gemeenteinvulling kan geven aan de gewenste verbreding van het bodembeleid.Bij ontwikkelingen komt men in aanraking met verschillende aspecten van de bovengronden ondergrond. De aanleg van nieuwe infrastructuur en voorzieningenzoals riolering, kabels en leidingen leidt tot grondverzet. Uit de bodemkwaliteitskaartblijkt dat de bovengrond in de gemeente Waterland heterogeen verontreinigdis. Vrijkomende grond is meestal niet vrij toepasbaar.6.9.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanIn dit bestemmingsplan gaat het om het vastleggen van de bestaande situatie.Binnen het bestemmingsplan worden er bij recht geen nieuwe grootschalige ontwikkelingenmogelijk gemaakt. In het geval zich een ontwikkeling aandient (viawijzigingsbevoegdheid of bij afwijking), wordt in het kader van de omgevingsvergunningvoor bouwactiviteiten ten minste een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd.6.9.3 ConclusieVanuit het aspect bodem zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.6.10 Luchtkwaliteit6.10.1 Normstelling en beleidIn hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied vande luchtkwaliteit vastgelegd.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 58 1012118.03Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voorstikstofdioxide (NO 2 ) en fijnstof (PM 10 ) van belang. Projecten die slechts in zeerbeperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging, zijn op grond van de algemenemaatregel van bestuur 'Niet in betekenende mate bijdragen' (Besluit NIBM)vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Op grond van de ministeriële regeling'Niet in betekenende mate bijdragen' zijn (onder andere) de volgende projectenvrijgesteld van toetsing:• woningbouwprojecten met minder dan 1.500 woningen;• kantoorlocaties met een vloeroppervlak van minder dan 100.000 m 2 ;• projecten die minder dan 3% van de (toekomstige) grenswaarde voor stikstofdioxideof fijnstof bijdragen. Dit komt overeen met 1,2 µg/m 3 .6.10.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanDit bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk die in betekenendemate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Er treedt dan ook geen verslechteringvan de luchtkwaliteit op.6.10.3 ConclusieVanuit het aspect luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.6.11 Externe veiligheid6.11.1 Normstelling en beleidExterne veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor deomgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoalsvuurwerk, LPG en munitie. De wetgeving over 'externe veiligheid' heeft tot doelde burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externeveiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen(Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen enhet Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Erwordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) 11en het groepsrisico (GR) 12 .6.11.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan1112Het plaatsgebonden risico (PR) is het risico dat op een plaats buiten een inrichting eenpersoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt alsrechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijkestof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. Het PR wordt uitgedrukt alsde kans per jaar. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van één opmiljoen (10-6) als grenswaarde. Dit betekent dat binnen de zogenaamde PR 10-6-contourgeen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwebeperkt kwetsbare objecten, geldt deze norm als streefwaarde. Het onderscheid tussenkwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is vastgelegd in het Bevi.De definitie van het groepsrisico (GR) is de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10,100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnendie inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddelbetrokken is.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 59In de dorpen zijn geen risicovolle bedrijven en gasleidingen aanwezig. Wel wordenover de N235, waaraan Watergang en Ilpendam liggen, gevaarlijke stoffenvervoerd. Deze weg is niet opgenomen in het Basisnet Weg. Dit houdt in dat erlangs de route geen ruimte wordt gereserveerd voor het vervoer van gevaarlijkestoffen. Uit eerder onderzoek 13 blijkt overigens dat binnen de gemeente Waterlandgeen overschrijdingen van de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico(PR) en/of de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico (GR) worden veroorzaaktdoor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg.Dit beeld wordt bevestigd door onderzoek 1414 uit 2012 naar GF3 (licht ontvlambaregassen). Voor wegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt ishet transport van GF3 bepalend voor het plaatsgebonden risico en groepsrisico.In het onderzoek zijn de bekende telgegevens geanalyseerd, waardoor een voldoendebetrouwbaar beeld van de gegevens is verkregen. Bij hantering van hetmaximale aantal GF3-transporten is er geen 10 -6 -contour aanwezig is. Verderconcludeert het onderzoek dat het groepsrisico op alle wegen onder de oriëntatiewaardeligt. Voor de wegen in de gemeente Waterland geldt zelfs dat hetgroepsrisico kleiner is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde.Dit bestemmingsplan is consoliderend van aard. Het bestemmingsplan laat binnende invloedszone van de N235 geen nieuwe functies toe waar mensen verblijven.Per saldo blijft het aantal personen binnen het invloedsgebied van deN235 als gevolg van dit bestemmingsplan gelijk. Het groepsrisico blijft daardoorgelijk.Het bestemmingsplan is voorgelegd aan de brandweer. De brandweer heeft opbasis van het voorontwerpbestemmingsplan advies ten aanzien van externe veiligheidgegeven (zie bijlage 4). In het advies heeft de brandweer verschillendeongevallen scenario's beschouwd. De brandweer adviseert bij het vaststellen vanhet bestemmingsplan rekening te houden met de gevolgen van deze ongevallenscenario's.In het veiligheidsadvies beschrijft de brandweer risicoreducerende eneffectbeperkende maatregelen en maatregelen ten behoeve van de zelfredzaamheidvan personen. De brandweer adviseert deze maatregelen te betrekkenbij de vaststelling van het bestemmingsplan. Deze maatregelen vallen echter buitende reikwijdte van dit bestemmingsplan.6.11.3 ConclusieVanuit het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.1314Veiligheidsadvies 'Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg', gemeente Waterland, 2007.Rapportage consequenties Basisnet Weg en Circulaire RVGS 2010, Gebied VeiligheidsregioZaanstreek-Waterland, Prevent Adviesgroep BV, 24 januari 2012.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 60 1012118.036.12 Kabels en leidingen6.12.1 Normstelling en beleidIn (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijndie beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbijvalt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden.Bij leidingen, zoals gas-, water- en rioolpersleidingen, volgen deze belemmeringenuit het zakelijk recht. Bij hoogspanningsverbindingen gaat het om veiligheiden gezondheid. De beperkingen bij straalpaden zijn van belang voor het goedfunctioneren van de straalpaden.6.12.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplanIn het plangebied ligt een rioolpersleiding, een waterleiding en een hoogspanningsverbinding.Deze leidingen en verbinding zijn op de verbeelding opgenomen.Rondom deze leidingen en hoogspanningsverbinding geldt een zone waarbinnengeen bebouwing is toegestaan.6.12.3 ConclusieDe rioolpersleiding, de waterleiding en de hoogspanningsverbinding zijn op deverbeelding opgenomen. Vanuit het aspect kabels en leidingen zijn er geen belemmeringenvoor dit bestemmingsplan.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 61HOOFDSTUK 7UITVOERBAARHEIDWettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid vaneen bestemmingsplan. Onderdeel hiervan is de maatschappelijke en economischeuitvoerbaarheid. Ook wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteedt aan hetaspect grondexploitatie.7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheidOp 1 juni 2011 is de openbare kennisgeving ex artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijkeordening gedaan van het voornemen van de actualisering van de bestemmingsplannenvan de gemeente. De stand van zaken van dit bestemmingsplan isuitvoerig bijgehouden op de website van de gemeente Waterland. Kennisgevingenzijn gedaan in het huis-aan-huisblad, het elektronisch nieuwsblad en, vanafde ontwerpfase, in de Staatscourant.Het bestemmingsplan doorloopt een uitgebreide procedure. Tijdens deze procedurezijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hunmening op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting.VoorbereidingsfaseVanuit het oogpunt van maatschappelijke uitvoerbaarheid, heeft de gemeente belanghebbendende gelegenheid gegeven om, via een inspraakprocedure, zijn ofhaar inspraakreactie op het voorontwerpbestemmingsplan naar voren te brengen.In deze fase heeft een informatieavond plaatsgevonden. Bovendien is hetbestemmingsplan voorgelegd aan de betrokken diensten en instanties als bedoeldin het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.Ten aanzien van alle ingekomen inspraak- en overlegreacties is door het collegeeen standpunt bepaald in de overleg- en inspraaknota. Het resultaat van de inspraaken het vooroverleg is verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.OntwerpfaseHet ontwerpbestemmingsplan doorloopt de in de Wro opgenomen formele bestemmingsplanprocedure.Dit betekent dat het ontwerpbestemmingsplan gedurendezes weken ter inzage wordt gelegd. Tijdens deze periode vindt ook een informatiebijeenkomstplaats en heeft een ieder de gelegenheid voor het indienenvan zienswijzen.VaststellingsfaseZienswijzen worden al dan niet verwerkt in het bestemmingsplan en het planwordt door de gemeenteraad vastgesteld. De indieners van de zienswijzen wordenhiervan op de hoogte gesteld. Tot slot is tegen de vaststelling van het bestemmingsplanberoep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raadvan State.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 62 1012118.037.2 Economische uitvoerbaarheidHet bestemmingsplan is een in hoofdzaak consoliderend plan. Eventuele (binnenplanse)afwijkingen of wijzigingen komen voor rekening van particuliere opdrachtgevers.De economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan isdaarmee gewaarborgd.7.3 GrondexploitatieMet de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluitruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voorhet verhalen van kosten, indien sprake is van bouwplannen zoals bedoeld in artikel6.2.1 Bro. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp makenen kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden,omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverseeisen en regels gesteld kunnen worden.Het bestemmingsplan is in hoofdzaak een consoliderend plan. Het voorziet niet inontwikkelingen van een dusdanige omvang dat daarvoor gelet op het bepaalde inde Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening een exploitatieplanmoet worden opgesteld.===Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


BIJLAGE 1


BIJLAGE 2


AfsprakenkaderOntwikkeling Landbouw en LandschapWaterland-oostJuli 2012


InhoudsopgaveInleiding ...............................................................................................................................................21. Hoe werkt dit Afsprakenkader.........................................................................................................32. Achtergrond....................................................................................................................................52.1 De landbouw in Waterland-oost........................................................................................................... 52.2 Natuur en landschap in Waterland-oost............................................................................................... 62.3 Knelpuntenanalyse................................................................................................................................ 73. Relevant bestaande beleid .............................................................................................................84. Opbouw van het afsprakenkader ...................................................................................................95. Zonering........................................................................................................................................116. Vergroten op huidige locatie ........................................................................................................136.1 Aantonen van nut en noodzaak van vergroting van het bedrijf ......................................................... 136.2 Voorwaarden aan de duurzaamheid van het te vergroten agrarische bedrijf.................................... 136.3 Voorwaarden aan locatie en ontwerp van de nieuwbouw bij vergroting op huidige locatie............. 137. Boerderijverplaatsing....................................................................................................................167.1 Aantonen van nut en noodzaak van boerderijverplaatsing ................................................................ 167.2 Voorwaarden aan de duurzaamheid van het te verplaatsen agrarische bedrijf................................. 167.3 Voorwaarden aan locatie en ontwerp van bedrijfsgebouwen en -woning op nieuwe locatie ........... 177.4 Mogelijkheden voor de oude locatie .................................................................................................. 187.5 Gebruik van oude locatie ten behoeve van financiering nieuwe locatie............................................ 187.6 Voorwaarden aan locatie en ontwerp voor bouwen op de oude locatie ........................................... 198. Vestiging van een nieuw agrarisch bedrijf op een nieuwe locatie ................................................208.1 Aantonen van nut en noodzaak van de nieuwvestiging ..................................................................... 208.2 Voorwaarden aan de duurzaamheid van de nieuwvestiging.............................................................. 208.3 Voorwaarden aan locatie en ontwerp van bedrijfsgebouwen en -woning bij nieuwvestiging........... 209. Sanering en herinrichting erven bij gestopte bedrijven ...............................................................2210. Voorwaarden vanuit het waterbeheer.......................................................................................2311. Maatschappelijke dienstverlening en verbreding ......................................................................2312. Rollen van de partijen.................................................................................................................2613. Evaluatie .....................................................................................................................................27Bijlage 1: Samenvatting relevant bestaande beleid ..........................................................................28Bijlage 2: Overzicht verbredingsactiviteiten in Waterland-oost .......................................................33Bijlage 3: Handreiking Openheid in Waterland-oost.........................................................................34Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 1


InleidingBegin 2010 is de eerste fase van het gebiedsproces Waterland-oost uitgevoerd. Dit omvatte eenknelpuntenanalyse en een programma voor de komende jaren. Een van de acties in het programmais het opstellen van een afsprakenkader landschap en landbouwontwikkeling (in het vervolgAfsprakenkader genoemd).Het Afsprakenkader richt zich op het faciliteren van de gewenste ontwikkeling van de landbouw inWaterland-oost, zodat de landbouw economisch vitaal blijft en een rol kan blijven spelen in hetbeheer van het gebieden tegelijkertijd een karakteristiek en vitaal veenweidelandschap behoudenblijft. Dit Afsprakenkader geeft aan binnen welke kaders dit mogelijk is. Het stadsdeel Amsterdam-Noord en de gemeente Waterland beschouwen Waterland-oost als een gebied, waarin voor deontwikkeling van de landbouw binnen de kaders van behoud en ontwikkeling van natuur enlandschap, één beleid van toepassing is.Het stadsdeel Amsterdam-Noord en de gemeente Waterland zijn in het gebiedsproces voor deontwikkeling van het Afsprakenkader verantwoordelijk. Zij hebben Walter Menkveld advies &procesmanagement gevraagd dit Afsprakenkader met partners in het gebied te ontwikkelen.Er is gewerkt met een projectgroep en een klankbordgroep, waarbij getracht is zoveel mogelijkbelanghebbende partijen te betrekken bij de ontwikkeling van dit Afsprakenkader om zo veelmogelijk draagvlak voor het Afsprakenkader te krijgen.Het Afsprakenkader is als volgt opgebouwd:Hoofdstuk 1: een toelichting op de status en het gebruik van dit Afsprakenkader.Hoofdstuk 2: een analyse over de landbouw in Waterland-oost op dit moment,ontwikkeling van de landbouw, knelpuntenanalyse en de relatie met hetgebiedsproces.Hoofdstuk 3: de relatie van het afsprakenkader met bestaand en toekomstig beleid.Hoofdstuk 4 t/m 11: het Afsprakenkader, met daarin opgenomen een zonering, diversevoorwaarden en regels.Hoofdstuk 12: de rollen van de direct betrokken partijen bij het gebruik van ditAfsprakenkader.Hoofdstuk 13: evaluatie van dit Afsprakenkader.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 2


1. Hoe werkt dit AfsprakenkaderDe inhoud van het Afsprakenkader wijkt op een aantal punten af van het bestaande planologischebeleid voor de ontwikkeling van agrarische bedrijven in de gemeente Waterland en stadsdeelAmsterdam-Noord. Dat betekent dat er sprake is van kaderstellend beleid.Dit afsprakenkader zal door de gemeenteraad van Waterland en het Stadsdeelbestuur vanAmsterdam-Noord worden vastgesteld als beleidsnotitie. De Stuurgroep zal de gemeenteraad vanAmsterdam voorstellen het Afsprakenkader als beleidsnotitie vast te stellen.Het beleid uit het Afsprakenkader wordt op drie verschillende manieren gebruikt:1. Aanvullend beleid op vigerende bestemmingsplannen landelijk gebied in Waterland-oost;2. Aanpassingen van het bestaande beleid. De aanpassingen worden, zover mogelijk, opgenomenin de nieuwe bestemmingsplannen voor het landelijke gebied.3. Blijft deels aanvullend beleid op de nieuwe bestemmingsplannen voor het landelijke gebied(voor het beleid dat niet bij recht wordt opgenomen in de nieuwe bestemmingsplannen).1. Aanvullend beleid op vigerende bestemmingsplannen landelijk gebied in Waterland-OostHet Afsprakenkader gaat verder dan de mogelijkheden binnen de vigerende bestemmingsplannenvoor het gehele gebied van Waterland-Oost en is daarmee aanvullend beleid. Indien een projectafwijkt van een vigerend bestemmingsplan, maar voldoet aan de gestelde eisen van hetAfsprakenkader, heeft de gemeente/het stadsdeel zich uitgesproken hieraan medewerking teverlenen. Door een zelfstandige planologische procedure, zoals een postzegelbestemmingsplan, kanmedewerking aan een dergelijk project worden verleend.2. Leidt tot aanpassingen van het bestaande beleid en wordt opgenomen in nieuwebestemmingsplannen voor het landelijke gebiedVanuit het Afsprakenkader zal een aantal zaken in de nieuwe bestemmingsplannen voor hetlandelijke gebied worden opgenomen. Dit betreft niet alleen nieuw beleid maar ookaanpassingen/beperkingen ten opzichte van het bestaande beleid. De gemeente Waterland enstadsdeel Amsterdam-Noord zullen zelf afzonderlijk bepalen welke beleidsaspecten bij recht in hunnieuwe bestemmingsplan voor het landelijke gebied worden opgenomen.3. Blijft deels aanvullend beleid op de nieuwe bestemmingsplannen voor het landelijke gebied.Een aantal onderwerpen van het Afsprakenkader zal niet in de nieuwe bestemmingsplannen voor hetlandelijke gebied worden opgenomen. Zo zijn de locaties van nieuwvestiging (inclusief de nieuwelocaties van de te verplaatsen bedrijven) niet van te voren bekend en kunnen daardoor niet wordenopgenomen. Het Afsprakenkader wordt vervolgens aanvullend gebruikt ten opzichte van de recentebestemmingsplannen, net zoals genoemd onder punt 1, voor afzonderlijke projecten indien dezevoldoen aan het Afsprakenkader.Voor zover gelegen binnen het grondgebied van de gemeente Amsterdam is Waterland Oostgrotendeels gesitueerd in de Hoofdgroenstructuur, zoals ook opgenomen in de Structuurvisie 2040.Dit betekent dat alle plannen binnen de Hoofdgroenstructuur welke worden voorgelegd aan hetAfsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 3


College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam ter advisering wordenvoorgelegd aan de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC).Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 4


2. Achtergrond2.1 De landbouw in Waterland-oostEen analyse van de landbouwgegevens, door de Dienst Landelijk Gebied (DLG), in Waterland-oostlaat zien dat er op dit moment 164 agrarische bedrijven in het gebied zijn. Hiervan zijn er 51melkveebedrijven (zie tabel 1). In totaal zijn er slechts 46 bedrijven (28 % van het totaal aantalagrarische bedrijven in Waterland-oost) meteen omvang groter dan 70 nge (Nederlandse grootveeeenheden). Dit is een landelijke norm voor bedrijven die een goed toekomstperpectief hebben. Dezebedrijven gebruiken gezamenlijk 2893 ha (bijna 60 % van de totale oppervlakte van 4831 ha aanlandbouwgrond).Daarnaast is er nog een aantal bedrijven, die kleiner dan 70 nge zijn, die doorverbreding voldoende economisch rendabel zijn.De overige bedrijven zijn voor een groot deelhobbybedrijven en bedrijven die aan het afbouwen zijn.Alle bedrijven hebben 47% van alle grond bij de bedrijfsgebouwen. De melkveebedrijven hebben50% van hun grond bij de bedrijfsgebouwen (verkavelingsgegevens 2004). Dat is vrij weinig.Rendabele bedrijven dienen circa 80 % van de grond rond het huis te hebben. De agrarischebedrijven spelen een belangrijke rol in het beheer van de kenmerkende natuur en landschap inWaterland-oost.soort bedrijfaantal bedrijven< 70 nge >70 nge totaaloppervlakte(ha)totaleomvang(nge)omvanggemiddeld perbedrijf(nge)melkveebedrijven 13 38 51 2779 5266 103graasdierbedrijven 104 7 111 2001 2656 24combinaties 1 1 2 51 110 55totaal 118 46 164 4831 8032 49Tabel 1: Landbouwgegevens Waterland-oost, DLG 2009Verwacht wordt dat de komende 10 tot 15 jaar ongeveer de helft van de agrarische bedrijven zalverdwijnen, de overblijvende bedrijven zullen bijna twee maal zo groot worden (Bron: Dynamiek enbeeldkwaliteit, CDR). Tegelijkertijd zullen bedrijven in toenemende mate aan verbreding doen en zichontwikkelen als multifunctionele plattelandsbedrijven, waar naast de productie van melk en vleesook verbredingsactiviteiten (zorg, natuur, recreatie) zullen plaatsvinden.De basis van de landbouw in de toekomst in Waterland-oost bestaat vooral uit de 46 bedrijven, diegroter zijn dan 70 nge en een aantal kleinere bedrijven, die door verbreding ook in de toekomstvoldoende economische rendabel zijn. Deze agrarische bedrijven zullen zich moeten blijvenontwikkelen, om ook in de toekomst economisch rendabel te blijven. Het kan hierbij gaan omschaalvergroting (meer oppervlakte land en meer koeien) en/of het starten of uitbreiden vanverbredingsactiviteiten.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 5


Rendabele agrarische bedrijven zijn nodig om het beheer en onderhoud van natuur en landschap inWaterland-oost in de toekomst te garanderen. De ruimte voor ontwikkeling, die de landbouw hierbijwordt geboden, dient te passen bij het beleid van behoud en ontwikkeling van kenmerkende natuurenlandschapswaarden.2.2 Natuur en landschap in Waterland-oostWaterland-oost is onderdeel van het nationaal landschap Laag Holland. De kernkwaliteiten van hetnationaal landschap zijn:• grote openheid van het landschap;• veel weide- en moerasvogels;• het oude geometrische inrichtingspatroon in de droogmakerijen;• veenpakketten;• middeleeuwse strokenverkaveling en historische watergangen;• groot aantal archeologische locaties;• karakteristieke dijk- en lintdorpen.De natuur van Waterland-oost wordt gekenmerkt door weidevogels, vochtige graslanden enrietkragen en verlandingsvegetaties. Een groot deel van Waterland-oost is door de provincie Noord-Holland aangewezen als weidevogelleefgebied. Een deel hiervan is begrensd als EcologischeHoofdstructuur (EHS). De natuurwaarden, met name de weidevogels, zijn gebonden aan hetagrarisch beheer. In het overgrote deel van het gebied wordt weidevogelbeheer uitgevoerd door deagrariërs.Een deel van het Varkensland valt onder Natura 2000, de aeën en dieën onder deNatuurbeschermingswet.Het landschap van Waterland wordt gekenmerkt door grote open ruimtes, met bebouwingslinten,dorpskernen, solitaire boerderijen, dijken, sloten, aeën en dieën en kleine droogmakerijen. Nieuweboerderijen en stallen zullen van invloed zijn op het landschapsbeeld. Het is van belang datnieuwbouw van boerderijen en stallen zodanig wordt ontworpen en gesitueerd dat zij in hetlandschap passen.Een quick-scan naar de EHS en de kansen voor natuur in relatie tot waterbeheer, laat zien dat ergrote natuurwaarden en -potenties liggen in het veenweidegebied ten oosten van hetGoudriaankanaal. In dit deelgebied liggen nog gronden die geen EHS zijn, maar die daarvoor zeergeschikt zijn. Hier liggen grote kansen om door waterbeheer de natuurwaarden verder teontwikkelen. Een versterking op termijn (de komende 10 tot 15 jaar) van de EHS aldaar is gewenst.Om de potenties niet teniet te doen, is het gewenst in dit gebied geen grote ruimtelijke ingrepen teplegen, behalve als het duurzaam beheer van dit gebied in gevaar komt. Bij een volgendeherbegrenzing van de EHS, kan in de toekomst de EHS in deze zone definitief worden vastgesteld.Daarbij zullen eventueel ook gebiedsdelen ontgrensd kunnen worden, die nog niet gerealiseerd zijnen waar de natuurwaarden gering zijn.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 6


2.3 KnelpuntenanalyseDoor het verdwijnen van agrarische bedrijven in het gebied en daarmee vergoten van andereagrarische bedrijven, in de komende 10 tot 15 jaar, zullen er bedrijfsvergrotingen, kavelruil enboerderijverplaatsing plaats gaan vinden. Waar dat kan op de bestaande locatie van de boerderij,maar als dat niet mogelijk is zal verplaatsing naar een andere locatie gewenst zijn. De erven van devroegere locatie, na verplaatsing, zullen nieuwe functies krijgen. Nieuwe erven worden ingericht opoptimaal uitoefenen van het vernieuwde agrarische bedrijf.Het stopzetten van de landbouwontwikkeling is geen optie. Immers door de landbouw niet verder telaten ontwikkelen zal ze, op termijn, niet meer economisch rendabel zijn in Waterland-oost enverdwijnen. Dit heeft grote gevolgen voor de kenmerkende natuur- en landschapswaarden.KADER 1: Vergroting is geen intensiveringIn dit Afsprakenkader wordt gesproken over landbouwontwikkeling.Omdat er agrarische bedrijven in de toekomst zullen verdwijnen,zullen de overblijvende agrarische bedrijven groter worden. Datbetekent dat ze meer oppervlakte land gaan beheren. Daarvoor ismeer vee nodig en daarom grotere stallen. De totale melkproductiein het gebied zal naar verwachting gelijk blijven. Er is geen sprakevan intensivering, waarbij de productie per hectare zal toenemen.Overigens is proces van landbouwontwikkeling al gaande, voor zover het bestemmingsplan hiermogelijkheden voor biedt. Maar veelal biedt het gemeentelijk beleid onvoldoende mogelijkheden,voor de ontwikkeling van de landbouw, maar ook om het bestaande vitale landschap en dekenmerklende natuur daarbij te beschermen.Het vraagt een actief beleid van de gemeenten om ruimte te geven aan landbouwontwikkeling(landbouw is immers de drager van het landschap) waarbij de kwaliteiten van het landschapbehouden blijven.In de knelpuntenanalyse en het gebiedsprogramma voor Waterland-oost (vastgesteld in 2010) isbesloten dit uit te werken in een Afsprakenkader.Uitgangspunt van het afsprakenkader is dat:• behoud en versterking van een vitaal en kenmerkend landschap en daarin aanwezigenatuurwaarden centraal staat;• een economisch vitale landbouw noodzakelijk is voor het duurzaam beheer en behoud vannatuur en landschap;• er ruimte wordt gegeven aan ontwikkeling van de landbouw zodat die economisch vitaalblijft, waardoor het beheer en behoud ook voor de toekomst gegarandeerd blijft;• dit alleen mogelijk is als hierbij voldoende rekening wordt gehouden met natuur enlandschap en waar kan die versterkt;• het streven is ruimte te geven aan nieuwbouw, noodzakelijk voor de ontwikkeling van delandbouw als beheerder van het gebied, en tegelijkertijd het verminderen van bouwwerken ,die niet meer nodig zijn.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 7


3. Relevant bestaande beleidUitgangspunt voor het afsprakenkader is het bestaand beleid. Daarbij spelen het provinciale beleiden dat van de gemeenten een grote rol. Hieronder is een overzicht opgenomen. (Voor een kortesamenvatting, zie bijlage 1)Provincie:Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening StructuurvisieGemeente Waterland:Bestemmingsplan Landelijk GebiedGemeente Amsterdam:Structuurvisie Amsterdam 2040Stadsdeel Amsterdam Noord:Bestemmingsplan Waterland en Landelijk NoordOntwerp bestemmingsplan landelijk NoordIntegrale landschapsvisie Waterland Amsterdam-NoordBeeldkwaliteitplan landelijk NoordISWRegiovisie Waterland 2040Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier:Waterbeheerplan 4Beleid Peilafwijkingen 2009Beheersplan Waterkering 2006-2010Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 8


4. Opbouw van het afsprakenkaderIn het Afsprakenkader worden 3 vormen van landbouwontwikkeling in Waterland-oostonderscheiden:1. Vergroten op bestaande locatie:Er is sprake van bedrijfsvergroting als de oppervlakte bedrijfsgebouwen toeneemt, voor zoverdat niet binnen het bestaand bestemmingsplan mogelijk is. Vergroting kan plaatsvinden inverband met vergroting van de landbouwproductie en/of met het beginnen of het uitbreidenvan verbredingsactiviteiten (zie hoofdstuk 6).2. Verplaatsen:Hierbij verplaatst een bedrijf zich vanaf een oude locatie, waar onvoldoende ruimte is om hetbedrijf verder te ontwikkelen naar een nieuwe locatie in het gebied. Op de nieuwe locatie zaleen compleet nieuw bedrijf inclusief bedrijfswoning verschijnen, de oude locatie kan een anderefunctie krijgen: woningbouw of een nieuw bedrijf. Het betreft hier veelal verplaatsingen uit dedorpskernen (zie hoofdstuk 7).3. Vestiging van een nieuw agrarisch bedrijf op een nieuwe locatie:Hierbij vestigt een nieuw agrarisch bedrijf van buiten het gebied zich in het gebied en begintdaar een nieuw bedrijf op een nieuwe locatie, waarbij bedrijfsgebouwen en een bedrijfswoningzullen worden gebouwd. Hier zal terughoudend mee worden omgegaan, maar als het vanuit hetbeheer van het gebied noodzakelijk is wordt ook deze ontwikkeling door de gemeenten mogelijkgemaakt. Er zullen in dat geval strengere voorwaarden worden gesteld aan de omvang van hetbedrijf (zie hoofdstuk 8).Daarnaast zal het Afsprakenkader niet alleen ingaan op ontwikkeling van de landbouw, maar zal ookaangeven hoe wordt omgegaan met bebouwing van stoppende agrarische bedrijven.Daarbij gaathet om het herbestemmen van voormalige agrarische bedrijven, waarbij het streven is deoppervlakte bebouwing te verminderen (zie hoofdstuk 9).De doelstelling van het Afsprakenkader is het faciliteren van de landbouwontwikkeling. Hier staatcentraal het behoud van een vitaal landschap en kenmerkende natuur. Vanuit dit uitgangspunt zalmedewerking worden verleend aan vergroten, verplaatsen en nieuwvestiging van agrarischebedrijven, waarbij aan verschillende voorwaarden moet worden voldaan. Deze betreffen:- nut en noodzaak;- voorwaarden ten aanzien van de duurzaamheid (economisch en natuur en landschap) van debedrijven;- voorwaarden ten aanzien van maatschappelijke dienstverlening (beheer natuur en landschap,zorglandbouw) en verbreding;- ruimtelijke kwaliteitseisen, waaraan de nieuwbouw moet voldoen.Deze voorwaarden zijn per ingreep (vergroten, verplaatsen en nieuwvestiging) uitgewerkt.Daarnaast is een ruimtelijke zonering aangebracht (zie hoofdstuk 5), zijn de voorwaarden vanuit hetHoogheemraadschap inzake de waterhuishouding geformuleerd en regels betreffendemaatschappelijke dienstverlening en verbreding opgesteld (zie hoofdstuk 11).Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 9


Figuur1: Schema AfsprakenkaderAfsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 10


5. ZoneringOp basis van het bestaand provinciale beleid is een eerste zonering aan te brengen (zie ook kaart1):1. Ecologische Hoofdstructuur:Binnen de EHS zijn geen activiteiten toegestaan die de wezenlijke kenmerken en waarden vande EHS significant aantasten, tenzij:a. sprake is van een groot openbaar belang;b. geen reële andere mogelijkheden zijn;c. de negatieve effecten waar mogelijk worden beperkt en de overblijvende effecten wordengecompenseerd.Hiervoor is ontheffing van de provincie nodig.Verplaatsing naar een perceel in de EHS of nieuwvestiging in de EHS is niet mogelijk. Vanuit degemeenten zal er, onder voorwaarden zoals in dit afsprakenkader verder beschreven, wordenmeegewerkt aan het vergroten van een bedrijf in de EHS, als dat bedrijf kan aantonen dat zij eensubstantiële bijdrage levert aan het beheer van de EHS, en dat die bijdrage aan het beheer ingevaar komt als de vergroting niet mogelijk is.Compensatie zal moeten plaats vinden volgens de ‘Beleidsregel compensatie natuur en recreatieNoord- Holland’ vastgesteld in december 2007Een deel van de EHS, namelijk Varkensland, is Natura 2000 gebied. Bij nieuwbouw of vergrotingbinnen of aan de rand van dit gebied, zal er een natuurtoets moeten plaatsvinden. Op basiswaarvan de provincie vergunning kan verlenen, mits er geen sprake is van significant negatiefeffect op de natuurdoelen van het Natura 2000 gebied.2. De weidevogelleefgebieden:Verplaatsen, nieuwvestiging of vergroten van een agrarisch bedrijf naar of in eenweidevogelleefgebied is alleen mogelijk met ontheffing van de provincie, waarbij compensatieverplicht is, conform de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (zie ook bijlage 1).In dit Afsprakenkader wordt, onder voorwaarden voor natuur en landschap, ruimte gegeven aanontwikkeling van agrarische bedrijven in Waterland-oost. Die ruimte is in de zone ten oosten van hetGoudriaan iets beperkter, omdat is geconstateerd dat in de zone ten oosten van hetGoudriaankanaal het gewenst is om op termijn (de komende 10 tot 15 jaar) de EHS te versterken (zieook par. 2.2). Om de daar aanwezige potenties niet teniet te doen, is het gewenst in dit gebied geengrote ruimtelijke ingrepen te plegen. Om die reden wordt er in dit Afsprakenkader een derde zoneaangewezen:3. De zone ten oosten van het Goudriaankanaal (exclusief De Blijkmeer):In deze zone zal worden meegewerkt aan het vergroten van een bedrijf, als dat bedrijf kanaantonen dat zij een substantiële bijdrage levert aan het beheer van de zone ten oosten van hetGoudriaankanaal, en dat die bijdrage aan het beheer in gevaar komt als de vergroting nietmogelijk is. Verplaatsing of nieuwvestiging naar een perceel in deze zone of nieuwvestiging indeze zone is niet mogelijk. Indien blijkt dat het beheer van deze zone in gevaar komt door hetverdwijnen van agrarische bedrijven en beheer door bedrijven buiten deze zone geen optie is,dan kan verplaatsing van een agrarisch bedrijf naar deze zone worden overwogen.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 11


Ecologische Hoofdsstructuur (EHS) (Bestaand beleid)Weidevogelleefgebied (Bestaand beleid)Zone ten ooste van Goudriaankanaal (voorgesteld beleid in dit Afsprakenkader)Semibebouwgebied (recreatiegebied en voormalige stortplaats)WaterAgrarisch grondgebruikBebouwd gebiedKaart 1: Zonering Afsprakenkader Waterland-oost (peildatum juli 2011)Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 12


6. Vergroten op huidige locatie6.1 Aantonen van nut en noodzaak van vergroting van het bedrijfBij nieuwbouw ten behoeve van vergroting van het bedrijf moet worden aangetoond dat denieuwbouw in het belang is van een duurzaam beheer van natuur en landschap in het gebied.Hiertoe moeten de volgende zaken worden aangetoond:• de noodzaak om het bedrijf te vergroten. Wat gebeurt er als de vergroting niet plaatsvindt.Hierbij dient ook te worden aangegeven waarom de bedrijfsvergroting plaatsvindt: ten behoevevan een verhoging van de landbouwproductie, voor verbreding of een combinatie hiervan;• het bedrijf, door de vergroting, een substantiële bijdrage kan (blijven) leveren aan het beheervan het gebied.6.2 Voorwaarden aan de duurzaamheid van het te vergroten agrarische bedrijfVergroting is alleen mogelijk als is aangetoond dat het bedrijf duurzaam is. Duurzaamheid moetblijken uit vier aspecten:1. Bedrijfseconomische vitaliteit:• Er sprake is van een economisch vitaal grondgebonden landbouwbedrijf, met een omvang vantenminste 50 hectare, waarvan tenminste 30 ha huiskavel is. De economische vitaliteit moetblijken uit een bedrijfseconomische doorrekening.2. Natuur en landschap:• Het vergrootte bedrijf levert een substantiële bijdrage aan het duurzame natuur- enlandschapsbeheer van het gebied, waarbij in ieder geval op 75 % van de bedrijfsoppervlakteweidevogelbeheer wordt uitgevoerd. De inzet van het bedrijf op het gebied van natuur- enlandschapsbeheer moet blijken uit een natuurbedrijfsplan.• De impact van de nieuwbouw op weidevogels dient geminimaliseerd te zijn.• Bij de nieuwbouw wordt rekening gehouden met de kernkwaliteiten van Laag Holland (zie par.1.2).3. Maatschappelijke dienstverlening:• De ondernemer levert een bijdrage aan maatschappelijke diensten en functies in het gebied. Ditmoet blijken uit een rapportage over de maatschappelijke diensten die hij vanuit zijn agrarischebedrijf levert (zie ook hoofdstuk 11).4. Verkeer• De nieuwbouw ten behoeve van de vergroting levert geen verslechtering voor hetverkeerssysteem op. Hiervoor geldt dat de huidige bij de gemeenten gebruikte normering voorde maximale verkeersintensiteit niet wordt overschreden.6.3 Voorwaarden aan locatie en ontwerp van de nieuwbouw bij vergroting op huidige locatieAan de nieuwbouw bij vergroting op de huidige locatie van het bedrijf worden ruimtelijkekwaliteitseisengesteld. Die ruimtelijke kwaliteitseisen zijn in 2 categorieën verdeeld:1. voorwaarden die toetsbaar zijn en waaraan voldaan moet worden;2. voorwaarden waaraan invulling moet worden gegeven, om de aanvraag te toetsen.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 13


ad. 1: toetsbare ruimtelijke kwaliteitseisen:• Bebouwing zo dicht mogelijk bij de weg.• Bebouwing in de richting van de kavelstructuur.• Stallen zo dicht mogelijk achter de bedrijfswoning.• Geen verdiepingen in de stal, behoudens een mestkelder. Een zogenaamde skybox, vooreducatiedoeleinden is wel mogelijk.• Sloot om bouwkavel, voor zover dit watertechnisch mogelijk is.• Alleen inheemse soorten gebruiken in de erfbeplanting.• Geen bomen die hoger zijn dan de gebouwen, alleen bij de (openbare) weg zijn hogere solitairebomen mogelijk.• Bij van buiten zichtbare sleufsilo’s of andere harde ruwvoeropslag hoger dan 2 meter, dient deopslag te worden omplant met inheemse bomen en struiken.ad. 2: voorwaarden om de aanvraag te toetsen:• Een ruimtelijk ontwerp van de nieuwbouwbij vergroting in relatie tot het omliggende landschap,waaruit duidelijk wordt, dat het ontwerp aantoonbaar positief bijdraagt aan de karakteristiekekernkwaliteiten van de bestaande dorpsstructuur en van het kenmerkende landschap (zie ookKADER 2).Het ontwerp voor de nieuwbouw dient te passen bij regionale identiteit.• Openheidanalyse van de nieuwbouw bij vergroting in relatie tot het omliggende landschap.Belangrijke elementen hierin zijn: doorzicht en effect op beleefbaarheid van het landschap,ritmiek van de gebouwen, openheid van de omgeving, transparantie van de gebouwen, ruimteen vorm van de gebouwen (zie ook bijlage 3).• Erfinrichtingsplan, waaruit de positionering van de bebouwde elementen en de erfbeplantingzijn opgenomen. Hierin dient onder andere naar voren te komen in hoeverre de transparantievan de beplanting is aangepast op de transparantie van de gebouwen.KADER 2: Kernkwaliteiten van dorpsstructuur en landschapDe karakteristieke kernkwaliteiten van de bestaande dorpsstructuur en het kenmerkende landschap zijnbelangrijk bij de inpassing van nieuwbouw. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij het ontwerp vande nieuwbouw. Belangrijke elementen hierin zijn:➮ dorpsmorfologie: de morfologie beschrijft de bouw en vorm van de dorpen, onderverdeeld in lint, kruis,samengesteld lint en geconcentreerde kern;➮ de bebouwingskarakteristieken (architectuur, stedenbouw, openbare ruimte);➮ beeldstructuur: wat zijn de bepalende elementen en hoe verhouden die zich ten opzichte van elkaar? Hetsamenhangende geheel van gebouwen, de menging en de ritmiek van de bebouwing, patroon van stratenen openbare ruimten, patroon van groen en water.➮ kenmerkende openheid en ruimtevorm;➮ verkaveling van de percelen;➮ behoud transparantie van het lint van een dorp.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 14


Overige voorwaarden voor de nieuwbouw bij vergroting:Er moet aan de volgende bouwregels wordt voldaan:• De oppervlakte van de bouwkavel mag maximaal 1,5 ha zijn, met de mogelijkheid om die mettoestemming van de provincie te laten groeien tot 2 ha. Een verharde ruwvoederopslag dientbinnen de bouwkavel te worden gesitueerd.• Het agrarische bouwvlak mag maximaal bebouwd worden.• Per agrarisch bouwvlak / bedrijf mag maximaal 1 bedrijfswoning worden gerealiseerd.• De maatvoering van de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen moet passen in maten zoals die zijnopgenomen in het vigerend bestemmingsplan.• Voedersilo’s mogen niet hoger zijn dan 9 meter en overige bouwwerken(geen gebouwen zijnde)mogen niet hoger zijn dan 6 meter.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 15


7. Boerderijverplaatsing7.1 Aantonen van nut en noodzaak van boerderijverplaatsingBij nieuwbouw ten behoeve van verplaatsing van het bedrijf moet worden aangetoond dat deboerderijverplaatsing in het belang is van een duurzaam beheer van natuur en landschap in hetgebied. Hiertoe moeten de volgende zaken worden aangetoond:• de noodzaak om het bedrijf te verplaatsen. Wat gebeurt er als de verplaatsing niet plaatsvindt.Waarom zijn er geen reële alternatieven. Hierbij dient ook te worden aangegeven waarom debedrijfsverplaatsing plaatsvindt: ten behoeve van een verhoging van de landbouwproductie,voor verbreding of een combinatie hiervan. NB: vergroten van verbredingsactiviteiten alsalternatief voor verhoging van de landbouwproductie worden niet verplicht gesteld.• dat vergroting van het bedrijf op huidige locatie niet mogelijk is, omdat:o door de gewenste vergroting de openheid van het bebouwingslint wordt aangetast;o door de gewenste vergroting de verkeersintensiteit in de dorpen zal toenemen;o milieuregelgeving geen mogelijkheid biedt voor vergroting van het bedrijf in het dorp;• dat spoedige (binnen een half jaar) verwerving van een bestaand agrarisch bouwperceel,grenzend aan het land van het betreffende bedrijf, niet mogelijk is;• het bedrijf een grotere bijdrage kan leveren aan het beheer van het gebied.7.2 Voorwaarden aan de duurzaamheid van het te verplaatsen agrarische bedrijfVerplaatsing is alleen mogelijk als is aangetoond dat het bedrijf duurzaam is. Duurzaamheid moetblijken uit vier aspecten:1. Bedrijfseconomische vitaliteit:• Er sprake is van een economisch vitaal grondgebonden landbouwbedrijf, met een omvang vantenminste 50 hectare, waarvan tenminste 30 ha huiskavel is. De economische vitaliteit moetblijken uit een bedrijfseconomische doorrekening.2. Natuur en landschap:• Het verplaatste bedrijf levert een substantiële bijdrage aan het duurzame natuur- enlandschapsbeheer van het gebied, waarbij in ieder geval op 75 % van de bedrijfsoppervlakteweidevogelbeheer wordt uitgevoerd. De inzet van het bedrijf op het gebied van natuur- enlandschapsbeheer moet blijken uit een natuurbedrijfsplan.• De impact van de nieuwbouw op weidevogels dient geminimaliseerd te zijn.• Bij de nieuwbouw wordt rekening gehouden met de kernkwaliteiten van Laag Holland (zie par.2.2).3. Maatschappelijke dienstverlening:• De ondernemer levert een bijdrage aan maatschappelijke diensten en functies in het gebied. Ditmoet blijken uit een rapportage over de maatschappelijke diensten die hij vanuit zijn agrarischebedrijf levert (zie hoofdstuk 11).4. Verkeer• De nieuwbouw levert geen verslechtering voor het verkeerssysteem op. Hiervoor geldt dat dehuidige bij de gemeenten gebruikte normering voor de maximale verkeersintensiteit niet wordtoverschreden.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 16


7.3 Voorwaarden aan locatie en ontwerp van bedrijfsgebouwen en -woning op nieuwe locatieAan de nieuwbouw op de nieuwe locatie worden ruimtelijke kwaliteitseisen gesteld. Die ruimtelijkekwaliteitseisen zijn in 2 categorieën verdeeld:1. voorwaarden die toetsbaar zijn en waaraan voldaan moet worden;2. voorwaarden waaraan invulling moet worden gegeven, om de aanvraag te toetsen.ad. 1: toetsbare ruimtelijke kwaliteitseisen:• Bebouwing zo dicht mogelijk bij de weg.• Bebouwing in de richting van de kavelstructuur.• Stallen zo dicht mogelijk achter de bedrijfswoning.• Geen verdiepingen in de stal, behoudens een mestkelder. Een zogenaamde skybox, vooreducatiedoeleinden is wel mogelijk.• Sloot om bouwkavel, voor zover dit watertechnisch mogelijk is.• Alleen inheemse soorten gebruiken in de erfbeplanting.• Geen bomen die hoger zijn dan de gebouwen, alleen bij de (openbare) weg zijn hogere solitairebomen mogelijk.• Bij van buiten zichtbare sleufsilo’s of andere harde ruwvoeropslag hoger dan 2 meter, dient deopslag te worden omplant met inheemse bomen en struiken.ad. 2: voorwaarden om de aanvraag te toetsen:• Een ruimtelijk ontwerp van de nieuwbouw in relatie tot het omliggende landschap, waaruitduidelijk wordt, dat het ontwerp aantoonbaar positief bijdraagt aan de karakteristiekekernkwaliteiten van het kenmerkende landschap (zie ook KADER 2).Het ontwerp voor denieuwbouw dient te passen bij regionale identiteit.• Openheidanalyse van de nieuwbouw in relatie tot het omliggende landschap. Belangrijkeelementen hierin zijn: doorzicht en effect op beleefbaarheid van het landschap, ritmiek van degebouwen, openheid van de omgeving, transparantie van de gebouwen, ruimte en vorm van degebouwen (zie ook bijlage 3).• Erfinrichtingsplan, waaruit de positionering van de bebouwde elementen en de erfbeplantingzijn opgenomen. Hierin dient onder andere naar voren te komen in hoeverre de transparantievan de beplanting is aangepast op de transparantie van de gebouwen.Overige voorwaarden voor de nieuwe locatie:Er moet aan de volgende bouwregels wordt voldaan:• De oppervlakte van de bouwkavel mag maximaal 1,5 ha zijn, met de mogelijkheid om die mettoestemming van de provincie te laten groeien tot 2 ha.• Het agrarische bouwvlak mag maximaal bebouwd worden.• Per agrarisch bouwvlak / bedrijf mag maximaal 1 bedrijfswoning worden gerealiseerd.• De maatvoering van de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen moet passen in maten zoals die zijnopgenomen in het vigerend bestemmingsplan.• Voedersilo’s mogen niet hoger zijn dan 9 meter en overige bouwwerken(geen gebouwen zijnde)mogen niet hoger zijn dan 6 meterAfsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 17


Bij verplaatsing zal een bestemmingswijziging nodig zijn. Hierbij zal worden opgenomen dat binnen10 jaar deze nieuwe agrarische functie niet gewijzigd zal worden.7.4 Mogelijkheden voor de oude locatieDe oude locatie, bij verplaatsing van een agrarisch bedrijf, kan voor 2 doeleinden worden gebruikt:1. woningbouw;2. nieuw bedrijf. Het kan hier alleen om bedrijven gaan, die bijdragen aan het in stand houden vande kernkwaliteiten van het landschap of bijdragen aan de beleefbaarheid van het landschap ofom bedrijven met een zorgfunctie.Hierbij dient rekening te worden gehouden met:• voorwaarden zoals gesteld in de bestemmingsplannen qua sloop/nieuwbouw;• voorwaarden zoals gesteld in de welstandsnota's en beeldkwaliteitplannen;• er mag geen sprake zijn van een substantiële toename van gemotoriseerd verkeer;• er zal ten alle tijden een herbestemming plaatsvinden, de agrarische bestemming zal erafworden gehaald;• eventueel vrij komend land moet worden aangeboden aan boeren en/of terreinbeheerders inWaterland-oost.Het hoeft hierbij niet alleen om nieuwbouw te gaan, maar het kan ook gaan om verbouw van debestaande gebouwen.7.5 Gebruik van oude locatie ten behoeve van financiering nieuwe locatieBij boerderijverplaatsing zal een financieel rendement moeten worden gehaald om de verplaatsingdoor de agrarische ondernemer te financieren. Dit rendement wordt gehaald uit de herinrichting(woningbouw of nieuwe bedrijf) of verkoop van de oude locatie. De herinrichting van de oude locatiemag niet meer financieel rendement voor de agrarische ondernemer opleveren dan striktnoodzakelijk. Daarnaast is herinrichting gewenst om de kwaliteit van de oude locatie te verbeteren.Tevens gelden hier de uitgangspunten zoals genoemd in hoofdstuk 9.Doordat er sprake is van een functiewijziging (agrarische bedrijfsbestemming naar woondoeleinden),is de omvang van de nieuwbouw en herinrichting gebonden aan een maximum, dat redelijkerwijsnoodzakelijk is voor de boerderijverplaatsing.Uitgangspunt hierbij is dat er geen sprake is van kapitaalverlies voor de agrariër. Voor het bepalenvan de omvang hiervan kunnen twee taxaties worden gebruikt, een door de gemeente en een doorde initiatiefnemer. Hierin zijn bestaande activiteiten van de agrariër bepalend bij de financiëleonderbouwing, niet degene die ook allemaal zijn toegestaan. Op basis van de taxaties wordtonderhandeld tussen gemeente en initiatiefnemer. De uitgangspunten zoals genoemd in hoofdstuk 9zijn daarin leidend.De nieuwbouw dient zo dicht mogelijk op de weg te worden gebouwd, rekening houdend met derooilijn van andere gebouwen in de omgeving.Het deel van het plangebied dat niet bebouwd wordt, zal moeten worden omgezet in agrarisch landen als zodanig moeten worden beheerd.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 18


7.6 Voorwaarden aan locatie en ontwerp voor bouwen op de oude locatieAan de nieuwbouw op de oude locatie worden ruimtelijke kwaliteitseisengesteld. Die ruimtelijkekwaliteitseisen zijn geformuleerd zijn in huidige bestemmingsplannen, welstandnota’s enbeeldkwaliteitsplannen. Zonodig kan een aanvullend (onafhankelijk) stedenbouwkundig adviesmoeten worden overlegd. Tevens wordt hierbij verwezen naar de uitgangspunten genoemd onderhoofdstuk 9.Daarnaast is het volgende nodig om de gemeente te laten instemmen met de bouwplannen op deoude locatie:• Een ruimtelijk ontwerp van de nieuwbouw in relatie tot het omliggende landschap, waaruitduidelijk wordt, dat het ontwerp aantoonbaar positief bijdraagt aan het karakteristiekekernkwaliteiten van de bestaande dorpsstructuur en het kenmerkende landschap (zie ookKADER 2).• Een openheidanalyse van de nieuwbouw in relatie tot het omliggende landschap. Belangrijkeelementen hierin zijn: doorzicht en effect op beleefbaarheid van het landschap, ritmiek van degebouwen, openheid van de omgeving, transparantie van de gebouwen, ruimte en vorm van degebouwen (zie ook bijlage 4).• Het ontwerp van nieuwbouw op een oude locatie dient ingetogen te zijn en tegelijkertijdaantoonbaar positief bijdragen aan de relatie tussen de ruimtelijke kernkwaliteiten van dorp enhet omliggende landschap. De nieuwbouw dient te passen bij de regionale identiteit.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 19


8. Vestiging van een nieuw agrarisch bedrijf op een nieuwe locatie8.1 Aantonen van nut en noodzaak van de nieuwvestigingBij vestiging van een nieuw agrarisch bedrijf op een nieuwe locatie moet worden aangetoond dat denieuwvestiging in het belang is van een duurzaam beheer van natuur en landschap in het gebied.Hiertoe moeten de volgende zaken worden aangetoond:• de noodzaak om een nieuw agrarisch bedrijf op die locatie te starten. Wat gebeurt er als denieuwvestiging niet plaatsvindt. Waarom zijn er geen reële alternatieven.• het bedrijf een grote bijdrage kan leveren aan het beheer van het gebied.8.2 Voorwaarden aan de duurzaamheid van de nieuwvestigingNieuwvestiging is alleen mogelijk als is aangetoond dat het bedrijf duurzaam is. Duurzaamheid moetblijken uit vier aspecten:1. Bedrijfseconomische vitaliteit:• Er is sprake is van een economisch vitaal grondgebonden landbouwbedrijf, met een omvang vantenminste 75 hectare, waarvan tenminste 50 ha huiskavel is. De economische vitaliteit moetblijken uit een bedrijfseconomische doorrekening.2. Natuur en landschap:• Het nieuw te vestigen bedrijf levert een substantiële bijdrage aan het duurzame natuur- enlandschapsbeheer van het gebied, waarbij in ieder geval op 75 % van de bedrijfsoppervlakteweidevogelbeheer wordt uitgevoerd. De inzet van het bedrijf op het gebied van natuur- enlandschapsbeheer moet blijken uit een natuurbedrijfsplan.• De impact van de nieuwvestiging op weidevogels dient geminimaliseerd te zijn.• Bij de nieuwvestiging wordt rekening gehouden met de kernkwaliteiten van Laag Holland (ziepar. 1.2).3. Maatschappelijke dienstverlening:• De ondernemer levert een bijdrage aan maatschappelijke diensten en functies in het gebied. Ditmoet blijken uit een rapportage over de maatschappelijke diensten die hij vanuit zijn agrarischebedrijf levert (zie hoofdstuk 11).4. Verkeer• De nieuwbouw levert geen verslechtering voor het verkeerssysteem op. Hiervoor geldt dat dehuidige bij de gemeenten gebruikte normering voor de maximale verkeersintensiteit niet wordtoverschreden.8.3 Voorwaarden aan locatie en ontwerp van bedrijfsgebouwen en -woning bij nieuwvestigingAan de nieuwbouw op de nieuwe locatie worden ruimtelijke kwaliteitseisengesteld. Die ruimtelijkekwaliteitseisen zijn in 2 categorieën verdeeld:1. voorwaarden die toetsbaar zijn en waaraan voldaan moet worden;2. voorwaarden waaraan invulling moet worden gegeven, om de aanvraag te toetsen.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 20


ad. 1: toetsbare ruimtelijke kwaliteitseisen:• Bebouwing zo dicht mogelijk bij de weg.• Bebouwing in de richting van de kavelstructuur.• Stallen zo dicht mogelijk achter de bedrijfswoning.• Geen verdiepingen in de stal, behoudens een mestkelder. Een zogenaamde skybox, vooreducatiedoeleinden is wel mogelijk.• Sloot om bouwkavel, voor zover dit watertechnisch mogelijk is.• Alleen inheemse soorten gebruiken in de erfbeplanting.• Geen bomen die hoger zijn dan de gebouwen, alleen bij de (openbare) weg zijn hogere solitairebomen mogelijk.• Bij van buiten zichtbare sleufsilo’s of andere harde ruwvoeropslag hoger dan 2 meter, dient deopslag te worden omplant met inheemse bomen en struiken.ad. 2: voorwaarden om de aanvraag te toetsen:• Een ruimtelijk ontwerp van de nieuwbouw in relatie tot het omliggende landschap, waaruitduidelijk wordt, dat het ontwerp aantoonbaar positief bijdraagt aan de karakteristiekekernkwaliteiten van het kenmerkende landschap (zie ook KADER 2).Het ontwerp voor denieuwbouw dient te passen bij regionale identiteit.• Openheidanalyse van de nieuwbouw in relatie tot het omliggende landschap. Belangrijkeelementen hierin zijn: doorzicht en effect op beleefbaarheid van het landschap, ritmiek van degebouwen, openheid van de omgeving, transparantie van de gebouwen, ruimte en vorm van degebouwen (zie ook bijalge 3).• Erfinrichtingsplan, waaruit de positionering van de bebouwde elementen en de erfbeplantingzijn opgenomen. Hierin dient onder andere naar voren te komen in hoeverre de transparantievan de beplanting is aangepast op de transparantie van de gebouwen.Overige voorwaarden voor de nieuwe locatie:Er moet aan de volgende bouwregels wordt voldaan:• De oppervlakte van de bouwkavel mag maximaal 1,5 ha zijn, met de mogelijkheid om die mettoestemming van de provincie te laten groeien tot 2 ha.• Het agrarische bouwvlak mag maximaal bebouwd worden.• Per agrarisch bouwvlak / bedrijf mag maximaal 1 bedrijfswoning worden gerealiseerd.• De maatvoering van de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen moet passen in maten zoals die zijnopgenomen in het vigerend bestemmingsplan.• Voedersilo’s mogen niet hoger zijn dan 9 meter en overige bouwwerken(geen gebouwen zijnde)mogen niet hoger zijn dan 6 meter.Bij nieuwvestiging zal een bestemmingswijziging nodig zijn. Hierbij zal worden opgenomen datbinnen 10 jaar deze nieuwe agrarische functie niet gewijzigd zal worden.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 21


9. Sanering en herinrichting erven bij gestopte bedrijvenWanneer een agrariër met zijn bedrijf stopt, en dus alleen op het terrein nog wordt gewoond, wordter in strijd gehandeld met de agrarische bestemming die op het perceel rust. Het perceel waarop dewoning en overige bedrijfsgebouwen staan, moeten in hoofdzaak gebruikt worden voor deuitvoering van een agrarisch bedrijf.Dit Afsprakenkader wil niet alleen de ontwikkeling van landbouw mogelijk maken, waarbijnieuwbouw of vergroting, onder voorwaarden mogelijk wordt, maar wil tegelijkertijd stimuleren datbedrijfsgebouwen van gestopte en voormalige agrarische bedrijven worden gesaneerd en de ervenworden heringericht. Hiermee zal de hoeveelheid bebouwing niet alleen maar toenemen en zal bijvoormalige agrarische bedrijven worden gestreefd naar kwaliteitsverbetering van de erfinrichting.Bij stoppende bedrijven wordt gestreefd naar een bestemmingswijziging, waarbij er een verplichtingis dat de bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Als tegenprestatie mag er naast de bestaandebedrijfswoning (die nu een woonbestemming krijgt) een of meerdere woningen worden bijgebouwd.Hierbij zullen de volgende principes worden gehanteerd:1. sloop van alle bedrijfsgebouwen (exclusief bedrijfswoning);2. het aantal terug te bouwen woningen is afhankelijk van de oppervlakte geslooptebedrijfsgebouwen, exclusief de bedrijfswoning. In principe wordt de regel gehanteerd dat 15 %van de gesloopte oppervlakte gebouwen mag worden teruggebouwd;3. bij bouw van nieuwe woningen, mogen geen ‘nieuwe dorpen’ (5 of meer huizen) ontstaan;4. er wordt naar gestreefd om tenminste 50 % van het bouwvlak om te zetten in agrarischcultuurgrond en in beheer te geven aan een lokale agrariër of eennatuurbeschermingsorganisatie.Met het verwijderen van gebouwen en het wegbestemmen van bouwmogelijkheden wordtruimtelijke winst behaald en extra bebouwing in de toekomst voorkomen.De gemeenten zullen hierin een actieve en stimulerende rol spelen, waarbij voorlichting enbegeleiding in procedures een belangrijke rol spelen.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 22


10. Voorwaarden vanuit het waterbeheerVanuit het Hoogheemraadschap worden voor het waterbeheer (op hoofdlijnen) de volgendevoorwaarden gesteld aan nieuwbouw. Dit betreft zowel situaties bij verplaatsing, vergroting ennieuwvestiging op nieuwe locatie:• De aan- en afvoer van het bestaande watersysteem dient in tact te blijven.• Er zal terughoudend worden omgegaan met (eventuele) verzoeken tot peilverlagingen.• Waar kansen zich voordoen is het gewenst om het waterpeil op te zetten. Dit doet zichbijvoorbeeld voor bij bedrijfsverplaatsingen waarbij huidige (diepe) onderbemalingen vanhuiskavel in (minder intensieve) veldkavel veranderen. (Na het nieuwe watergebiedsplan/peilbesluit Waterland dienen overigens alle onderbemalingen van een nieuwewatervergunning te worden voorzien volgens het nieuwe beleid onderbemalingen van hethoogheemraadschap).• De nieuwbouw dient waterneutraal plaats te vinden. Dempingen dienen 1 op 1 te wordengecompenseerd. De compensatie van extra verhardingen dient plaats te vinden tegen eennader te bepalen compensatiepercentage.• Binnen de vrijwaringszone cq profiel van vrije ruimte van de waterkering is het niettoegestaan om onomkeerbare ontwikkelingen te laten plaatsvinden, zoals het bouwen vaneen woning of het vestigen een bedrijf. De vrijwaringszone is de zone rond de waterkeringdie bestemd is voor toekomstige dijkversterking.• Binnen het waterstaatswerk van de waterkering is het niet toegestaan om werken uit tevoeren die van invloed kunnen zijn op de stabiliteit van de waterkering.• Waterlopen rondom het (nieuwe) bouwperceel dienen vanaf de oever onderhouden teworden Hiervoor dient een obstakelvrije onderhoudsstrook van 5 meter langs de waterloopvrij van bebouwing en begroeiing blijven.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 23


11. Maatschappelijke dienstverlening en verbredingMaatschappelijke dienstverlening en verbreding in de landbouw liggen dicht bij elkaar. In hetAfsprakenkader Waterland-oost wordt hierin onderscheid gemaakt. Maatschappelijkedienstverlening zijn die activiteiten die een bijdrage leven aan maatschappelijke doelen (zie decategorieën 1 en 2 hieronder). Uiteraard worden hier vergoedingen voor betaald door overheden ofandere maatschappelijke organisaties. Onder verbreding worden activiteiten verstaan (bv.agrotoerisme) die in de markt kunnen worden gezet en die niet primair afhankelijk zijn vanvergoedingen van overheden en ander maatschappelijke organisaties (zie categorieën 3 en 4hieronder).Categorie 1: Activiteiten die bijdragen aan behoud en versterking van de kernwaarden van hetgebied :• agrarisch natuurbeheer;• groen/blauwe diensten.Categorie 2: Activiteiten die bijdragen aan de beleefbaarheid van de kernwaarden• wandelpaden/ -routes door het boerenland (niet in broedseizoen weidevogels);• boerderij educatie;• zorglandbouw (zorglandbouw richt zich op uiteenlopende doelgroepen uit de zorg- enwelzijnssector: mensen met een verstandelijke beperking, mensen met psychische problemen,ouderen of mensen met een verslavingsproblematiek. Deelnemers komen voor dagbesteding,een begeleide werkplek, behandeling of een woonplek op de boerderij)Voor zorglandbouw geldt een maximum van 400m2 aan gebouwen, waarvan:- een maximum van 30% van de oppervlakte aan bestaande bebouwingsmogelijkheden en;- een maximum van 30% van de (onbebouwde) gronden van het agrarisch bouwvlak.Voorts zullen er de specifieke voorwaarden gelden zoals opgenomen in het bestemmingsplan.Categorie 3: Verbredingsactiviteiten (agrotoerisme e.d.):In z’n algemeenheid geldt voor verbredingsactiviteiten het volgende:Voor 1 of meerdere verbredingsactiviteiten mag in totaal het volgende worden gebouwd/gebruiktbinnen het agrarisch bouwvlak:- een maximum van 400m2 aan gebouwen, waarvan- een maximum van 30% van de oppervlakte aan bestaande bebouwingsmogelijkheden en;- een maximum van 30% van de (onbebouwde) gronden van het agrarisch bouwvlak.Deze voorwaarden zijn niet stapelbaar met de voorwaarden voor zorglandbouw, zoals hierbovengeformuleerd.Voorwaarde is tevens dat de verbreding niet leidt tot extra verkeershinder en dat de benodigdeparkeerplaatsen binnen het eigen erf worden gerealiseerd, rekening houdend met de hierbovengenoemde oppervlakte maten. Voorts zullen er de specifieke voorwaarden voor verbreding geldenzoals opgenomen in het bestemmingsplan.Een niet-limitatieve lijst van verbredingsactiviteiten in Waterland-oost is opgenomen in bijlage 2.Voor sommige specifieke functies geldt een afzonderlijk maximum, deze zijn in de bijlageopgenomen.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 24


Categorie 4: Verbredingsactiviteiten niet passend binnen Waterland-oostDaarnaast zijn er activiteiten, die, gezien de impact daarvan op het landschap en/of de broedende enpleisterende vogels niet gewenst zijn. Een voorbeeld hiervan is een doolhof in maïsland.;Bij vergroting op bestaande locatie,verplaatsing en nieuw bedrijf op nieuwe locatie wordt als volgtnaar de bovengenoemde categorieën gekeken:➮ categorie 1: verplicht;➮ categorie 2: positieve waardering , mitspassend binnen aangegeven normen en voorwaardenenmogen niet van essentieel belang zijn voor de economische duurzaamheid van een bedrijf;➮ categorie 3: positieve waardering , mitspassend binnen aangegeven normen en voorwaarden enmogen niet van essentieel belang zijn voor de economische duurzaamheid van een bedrijf➮ categorie 4: niet toelaatbaarAfsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 25


12. Rollen van de partijenDit Afsprakenkader biedt de landbouw de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen,waarbij behoud enversterking van het kenmerkende vitale veenweide landschap en de daarbij horende natuurwaardencentraal staat. Hierbij is niet te voorkomen dat er aan de ontwikkeling voorwaarden worden gestelden dat een initiatiefnemer, de agrarische ondernemer, een aantal stappen en documenten moetoverleggen alvorens er een besluit kan worden genomen over een initiatief. De gemeenten willen ditzo soepel mogelijk laten verlopen. Zij zullen daarvoor een casemanager aanwijzen, die deinitiatiefnemer actief begeleidt in de procedures. Niet alleen in gemeentelijke procedures, maar ookin die van andere overheden, zoals provincie en het hoogheemraadschap.Voor het slagen van plannen is het belangrijk dat in een zo vroeg mogelijk stadium allevergunningleverende partijen bij het initiatief worden betrokken. De casemanager speelt hierin eenactieve rol.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 26


13. EvaluatieHet Afsprakenkader heeft tot doel de landbouw ontwikkeling mogelijk te maken binnen de kadersvan het behoud van een vitaal landschap en kenmerkende natuurwaarden. Getracht is hetAfsprakenkader een werkbaar beleidsdocument te laten zijn. Of dit zo is zal de praktijk moetenuitwijzen.Na 1, 3 en 5 jaar zal het Afsprakenkader worden geëvalueerd op de volgende zaken:• praktische uitvoerbaarheid van het kader in praktijksituaties;• het kader biedt voldoende ruimte aan de ontwikkeling van de landbouw en werkt niet tebeperkend;• het kader beschermt voldoende de kernwaarden van het gebied; een vitaal landschap en dekenmerkende natuurwaarden;• het beleid van betrokkene partijen is voldoende aangepast;• de samenwerking tussen betrokken partijen is voldoende, waardoor het Afsprakenkader ookuitvoerbaar is;• het functioneren van de casemanager.De resultaten en eventuele voorstellen voor verbetering zullen worden voorgelegd aan betrokkenbestuurders.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 27


Bijlage 1: Samenvatting relevant bestaande beleidStructuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie van deprovincie Noord-HollandDe structuurvisie Noord-Holland 2040 geeft aan hoe de provincie de ruimtelijke structuur van Noord-Holland tot 2040 ziet ontwikkelen en hoe en met welke middelen daar sturing aan wordt gegeven. Inde bijbehorende Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie is hiertoe een aantal regels,gericht op gemeenten, opgenomen.Belangrijkste punten daarvan voor het Afsprakenkader zijn 1 :de ecologische hoofdstructuur:Een deel van het gebied is EHS. Binnen de EHS zijn geen activiteiten toegestaan die de wezenlijkekenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur significant aantasten. Ontheffing is ondervoorwaarden mogelijk als er sprake is van een groot openbaar belang, er geen reële anderemogelijkheden zijn, en de negatieve effecten waarmogelijk worden beperkt en de overblijvendeeffecten worden gecompenseerd. Verder moet worden voldaan aan de eisen die worden gesteld aanruimtelijke kwaliteit(zie verder artikel 19 van de Provinciale Verordening).de weidevogelleefgebieden:Een groot deel van het gebied is aangewezen als weidevogelleefgebied. In weidevogelleefgebiedengelden beperkingen ten aanzien van onder andere bebouwing en verstorende activiteiten.Ontheffing is onder voorwaarden mogelijk, mits,• voor de ingreep geen aanvaardbaar alternatief aanwezig is en een groot openbaar belangwordt gediend,• woningbouw binnen de regeling Ruimte voor Ruimte plaatsvindt waarbij de natuurdoelenleidend zijn• of woningbouw bijdraagt aan een substantiële verbetering van de natuurkwaliteit in dedirecte omgeving.Schade die niet kan worden voorkomen, moet worden gecompenseerd en er moet worden voldaanaan de eisen die worden gesteld aan ruimtelijke kwaliteit(zie verder artikel 25 van de ProvincialeVerordening).nationaal landschap Laag Holland:Het gebied is onderdeel van het nationaal landschap Laag Holland. Nieuwe functies of uitbreidingvan bebouwing van bestaande functies zijn alleen mogelijk als de kernkwaliteiten van Laag Hollandbehouden blijven of versterkt worden (zie verder artikel 20 van de Provinciale Verordening en deLeidraad Landschap en Cultuurhistorie).1 Geen uitputtende opsomming. Uitgegaan van de provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie zoals gepubliceerd bij besluit van 13juli 2010.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 28


ijksbufferzone Purmerend–Amsterdam:Alle locaties Buiten Bestaand Bebouwd Gebied maken onderdeel uit van deze rijks bufferzone. Inrijksbufferzones is het mogelijk om een nieuw agrarisch bedrijf te vestigen maar is nieuwebebouwing voor intensieve veeteelt niet mogelijk, alsook woningbouw. Ontheffingen voorwoningbouw zijn alleen mogelijk als men voldoet aan de voorwaarden van de Pilot Waterland (zieverder artikel 24 van de Provinciale Verordening).ruimte voor ruimte beleid:In bestemmingsplannen die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op EHS, nationalelandschappen, rijksbufferzones en weidevogelleefgebieden dient een ruimte voor ruimte-regeling tezijn opgenomen (zie verder artikel 16 van de Provinciale Verordening).landbouw:Het gebied is aangegeven als een gebied met gecombineerde landbouw. Dit betekent onder anderedat het agrarisch bouwperceel maximaal 1,5 ha groot is, met ontheffing te vergroten tot 2 ha.Verbreding is onder voorwaarden mogelijk (zie verder artikel 26 tot en met 28 van de ProvincialeVerordening).bescherming aardkundige waarden:Het gebied is aangewezen als aardkundig waardevol gebied. In het bestemmingplan moet staan hoedaarmee rekening is gehouden (zie verder artikel 8 van de Provinciale Verordening).Structuurvisie Amsterdam 2040 van de gemeente AmsterdamWaterland-oost, voor zover gelegen binnen de gemeente grens van Amsterdam, maakt onderdeel uitvan de hoofdgroenstructuur, subcategorie (stadrand)polders met uitzondering van de Volgermeer ,dat tot de categorie natuurpark hoort. Hoofdlijn van beleid is behoud van het huidige landschap enwaarden. Er is wel een bredere context. De wens te behouden is afhankelijk van de mogelijkhedenenerzijds en het totaal pakket aan waarden anderzijds. Er wordt een behoefte geconstateerd aankleinschalige horeca, verbreding via zorgboerderijen en kleinschalige overnachtingsmogelijkheden enkleinschalige toeristische voorzieningen en routes. Koppeling met het merk Amsterdam wordt alskans genoemd.Bestemmingsplan Landelijk Gebied van de gemeente WaterlandHet landelijk gebied van de gemeente Waterland heeft hoofdzakelijk de bestemming ‘agrarischedoeleinden’, met de subbestemming ‘grondgebonden veehouderij’. Daarnaast is een aantal gebiedenbestemd als natuurgebied. De agrarische sector dient in het gebied te worden gefaciliteerd enlandschappelijke en natuurlijke waarden dienen behoud en/of versterkt te worden. Bestaandewoningen, bedrijven en andere niet agrarische functies zijn zodanig bestemd en hebben beperkte ofgeen uitbreidingsmogelijkheden.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 29


Binnen gronden met een natuur bestemming zijn geen ruimtelijke veranderingen mogelijk. Binnengebieden met een agrarische bestemming kunnen bedrijven groeien tot een bouwvlak van maximaal1,5 hectare. Tevens kunnen in de minder kwetsbare delen nieuwe agrarische bedrijven wordenopgericht. Per agrarisch bedrijf mag 1 woning worden gebouwd en zijn bedrijfsgebouwen tot 11,5meter hoog toegestaan. maximaal 46 procent van het bouwvlak mag worden bebouwd en daarvanmag een beperkte oppervlakte bebouwd of ongebouwd) voor landbouwverbreding worden gebruikt.Bedrijven die stoppen kunnen worden herbestemd naar een andere geschikte bestemming zoals‘woondoeleinden’ en ‘bedrijfsdoeleinden’ voor niet hinderlijke bedrijfsvormen. Daarbij wordt desloop van ongewenste voormalige agrarische bedrijfsgebouwen nagestreefd/afgedwongen.Bestemmingsplan Waterland en Landelijk Noord van stadsdeel Amsterdam NoordHet huidige bestemmingsplan is bestemmingsplan Waterland. Dit bestemmingsplan dateert van1980 en wordt op dit moment geactualiseerd. Het nieuwe bestemmingsplan is bestemmingsplanLandelijk Noord. Omdat het nieuwe bestemmingsplan al in zo'n ver gevorderd stadium is wordtalleen het nieuwe bestemmingsplan kort samengevat.Het landelijk gebied van stadsdeel Noord is bestemd als Agrarisch met waarden - Droogmakerij,Kerngebied Veenweide en Veenweidegebied. Binnen deze bestemmingen zijn grondgebondenveehouderijen en paardenfokkerijen toegestaan, waarbij in een Droogmakerij ook akker- envollegrondstuinbouw is toegestaan. De grootschalige natuurgebieden zijn bestemd als Natuur.Aan alle in het plangebied aanwezige agrarische bedrijven is een bouwvlak toegekend, waarbij dehuidige situatie is bestemd. Door toepassing van een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk hetagrarische bouwvlak te vergroten tot maximaal 1,5 ha. Het uitgangspunt is dat het bouwvlak volledigmag worden bebouwd. Nieuwvestiging van agrarische bedrijven wordt niet mogelijk gemaakt in hetbestemmingsplan. De cultuurhistorishe, landschaps- en natuurwaarden worden beschermd door deopname van een aanlegvergunningstel (omgevingsvergunning). Indien er sprake is van eenbedrijfsbeeindiging zijn woningen en woon-zorgcomplexen de toegestane nieuwe bestemmingen.De gronden die bestemd zijn als Natuur mogen gebruikt worden voor recreatief en agrarischmedegebruik. De natuur- en landschapswaarden worden beschermd door de opname van eenaanlegvergunningstel (omgevingsvergunning).Overige (niet-agrarische) functies die aanwezig zijn bestemd zoals ze nu aanwezig zijn en mogen heelbeperkt uitbreiden.Integrale Landschapsvisie Waterland van stadsdeel Amsterdam NoordVan de thema’s landschap, landbouw, waterbeheer, natuur en recreatie wordt in deze visie eenanalyse gegeven van de belangrijkste trends en knelpunten. Er worden oplossingen voor degesignaleerde knelpunten gegeven en ruimtelijk vertaald in een visiekaart.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 30


Beeldkwaliteitsplan van stadsdeel Amsterdam NoordHet beeldkwaliteitsplan geeft voor 5 thema’s aan hoe bij de ontwikkelingen de beeldkwaliteitbehouden en/of verbeterd kan worden. Deze thema’s zijn: het landelijk gebied, de boerenerven, dedorpsranden, de gebouwen en de Volgermeerpolder / Burkmeerpolder.Ontwikkelingen met betrekking tot deze thema’s worden beschreven. Vervolgens wordt per themade beeldkwaliteit aangegeven.Het beeldkwaliteitsplan is aanvullend op het bestemmingsplan en de welstandsnota. Het regeltbeeldaspecten die niet in het bestemmingsplan zijn te regelen en waarover toch een beleidsmatigstandpunt nodig is. Het beeldkwaliteitsplangeeft steun bij de overweging om al dan nietmedewerking te verlenen aan ontwikkelingen, waarvoor het bestemmingsplan en andere plannenonvoldoende sturingsmiddelen geven.Regiovisie Waterland 2040 van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Waterland (ISW)Instandhouding authentieke en open karakter veenweidegebied en behoud van rundveehouderijmet accent op verbreding, recreatieve routes en kleinschalige extensieve recreatie en toerisme.Voor de droogmakerijen geldt een accent op schaalvergroting van de rundveehouderij.Indien er geen bedrijfsopvolging meer mogelijk is wordt geacht aan vernatting van gebieden of deaanleg van open water.Geen plaatsing van windmolens in het agrarisch cultuurlandschap vanwege de aantasting van delandschapsbeleving.Waterbeheerplan 4 van het Hoogheemraadschap Hollands NoorderkwartierIn het Waterbeheersplan 2010-2015 ‘Van veilige dijken tot schoon water’ beschrijft hetHoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voorde drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Deze takenworden de komende periode sterk beïnvloed door de klimaatverandering en de uitgangspunten vande Europese Kaderrichtlijn Water.De beleidsnota ‘Waterbeheer in het veenweidengebied, Pappen en nat houden?’, maakt integraalonderdeel uit van het WBP4.Voor het Afsprakenkader Waterland-oost is van belang:• Functie volgt peil: als uitwerking van het WB21-principe water is sturend voor de ruimtelijkeordening. HHNK gaat hiertoe over als PNH de mogelijkheid van herschikking van bestaandefunctie ordening positief heeft beoordeeld en de randvoorwaarden heeft gecreëerd om hetprincipe ‘functie volgt peil’ in de praktijk te brengen.• In natuurgebieden of gebieden waar een natuurlijk verloop van het peil gewenst is wordtflexibel peilbeheer ingevoerd.• Streven naar robuuste peilgebieden.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 31


Beleid Peilafwijkingen 2009 van het Hoogheemraadschap Hollands NoorderkwartierBinnen een nieuw peilbesluit worden bestaande ontheffingen voorzien van een nieuwe vergunning,opgeheven of gekoppeld tot een blokbemaling.Het waterpeil moet de aanwezige belangen zooptimaal mogelijk faciliteren en een doelmatig waterbeheer tegen maatschappelijk aanvaardbarekosten mogelijk maken. Veelal is echter sprake van meerdere en soms tegenstrijdige belangen tenaanzien van het waterpeil. Niet alles kan overal; de grens wordt bereikt wanneer de eisen van defunctie ver afstaan van de omstandigheden die van nature in het gebied aanwezig zijn, of wanneereen combinatie van functies problemen oplevert. Na een integrale afweging wordt op bestuurlijkniveau de keuze gemaakt. Deze keuze wordt verankerd in het peilbesluit.Beheersplan Waterkering 2006-2010 van Hoogheemraadschap Hollands NoorderkwartierHet beleid van het hoogheemraadschap met betrekking tot waterkeringen, weergegeven in hetBeheersplan Waterkeringen 2006-2010, vastgesteld door het college van hoofdingelanden injuni 2006, beschrijft het beleid en de randvoorwaarden voor het dagelijks beheer van de primaire enregionale waterkeringen van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.Voor het Afsprakenkader Waterland-oost is van belang:• Nabij primaire en regionale waterkeringen geldt een zonering van het waterstaatwerk waarbinnen beperkingen gelden. Binnen het profiel van vrije ruimte is bebouwing niet toegestaanom ruimte te houden voor toekomstige dijkversterkingen. (Indien er zaken nabij de waterkeringspelen zal dit specifiek bekeken worden).Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 32


Bijlage 2: Overzicht verbredingsactiviteiten in Waterland-oostIn Waterland-oost worden de volgende activiteiten als verbreding gezien:• kortstondig overnachten: oppervlakten conform gemeentelijk beleid;• verhuur vergader- workshopruimte;• minicamping (minicampings worden per gemeente afzonderlijk in de nieuwebestemmingsplannen landelijk geregeld);• verhuur kano’s of roeiboten;• theetuin en andere pleisterplaatsen;• kaasmakerij;• streekproducten;• verkoop van agrarische producten, boerenlandwinkel (max. 200 m2 bebouwing)• kinderopvang• kinderpartijtjes;• boerenbios;• energieopwekking (zonnepanelen, vergisting);• compostering / humest;• natuur-loonbedrijf;• paardenpension/het houden van paarden en paardenbak binnen bouwvlak.;• energiegewassen telen (mits het geen negatief effect heeft op de weidevogels en de openheidvan het gebied);• spel op het land, bv. boerengolf of poldersport, alleen buiten het broedseizoenAfsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 33


Bijlage 3: Handreiking Openheid in Waterland-oostIn deze bijlage is een handreiking opgenomen over de openheid van Waterland-oost. Dezehandreiking is gemaakt op basis van de openheidanalyse gemaakt door de provincie Noord-Holland.Hierbij is een methode gehanteerd, die is ontwikkeld in samenwerking met de TU Delft.Openheid kan op verschillende manieren worden gedefinieerd. Bijvoorbeeld verschil tussenkwantitatieve openheid (opkrikplannen weidevogels) en beleefbare openheid. Deze beleefbareopenheid is gedefinieerd als zichtbaarheid van het landschap. In de analyse zijn zichtpunten vanuitde wegen en dijken vastgesteld. Deze zichtpunten liggen op ooghoogte (1,5 meter boven de weg ofdijk). Vervolgens wordt door een computerprogramma uitgerekend hoeveel procent van punten inhet poldergebied zichtbaar zijn vanaf deze zichtpunten.Openheidbeleving heeft niet alleen te maken met de mate van openheid, maar ook het ruimtetypeen de elementen waardoor het ruimtetype bepaald wordt, bijv. bebouwing, bomen of een dijk.Het is belangrijk om bij toekomstige ontwikkelingen niet alleen de mate van openheid en hetruimtetype, maar ook de typerende landschappelijke kenmerken mee te nemen. Want deze tweesamen maken dat je het landschap beleeft op een bepaalde manier.De resultaten van de openheidanalyse zijn opgenomen in kaart 2. Het rode gebied zijn de meestopen gebieden, de blauwe de minder opengebieden. De gele gebieden liggen hier tussenin. Als eenaanvraag voor vergroting, verplaatsing of nieuwvestiging in een rood of geel gebied ligt, dan zal extraaandacht aan de openheidanalyse worden besteed.In de analyse is de opbouw van het landschap van Waterland-oost goed te herkennen.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 34


Kaart 2: Kaart Openheidsanalyse Waterland-oostAfsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 35


In Waterland-Oost kan in grote lijnen onderscheid gemaakt worden tussen twee belangrijkeruimtetypen (zie ook kaart 3):• het veenpolderlandschap;• het droogmakerijenlandschap.Daarnaast zijn de volgende ruimtetypen te onderscheiden.• het oude zeekleigebied van Marken;• buitendijks land;• waterlichamen.Kaart 3: Landschapsopbouw Waterland-oostVeenpolderlandschap:Het veepolderlandschap bestaat uit continue en gedeelde ruimte. Bij continue ruimten staan losseelementen, zoals boerderijen of kleine bospercelen, in een open landschap. De elementen zijn zoklein dat de ruimte niet verdeeld wordt, maar om de elementen door loopt.Bij de gedeelde ruimte wordt de ruimte in tweeën gedeeld door bijvoorbeeld een bebouwingslint,bomenlaan of hoger gelegen weg.Droogmakerijenlandschap:Het droogmakerijenlandschap is een alzijdig begrensde ruimte. Droogmakerijen liggen als afgeslotenentiteiten (“eilanden”) in het open veenpolderlandschap. Dit komt doordat ze omgrensd wordendoor een dijk (waar je niet overheen kunt kijken), daardoor beleef je ze als begrensde ruimten.Op lager schaalniveau kent elk ruimtetype ook weer zijn eigen kenmerken, iedere droogmakerij heeftAfsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 36


ijv. zijn eigen ruimtelijke opbouw.Marken:Op Marken is sprake van een continue ruimte omringd door een door een dijk en werven, die doorhun hogere ligging de ruimte verdelen.Waterlichamen:Ook de waterlichamen (aeën en dieën) vormen duidelijk te onderscheiden open elementen in hetlandschap. Ze zijn echter lager gelegen, dus zal men er vanaf veel punten overheen kijken en hetmisschien niet beleven.Zeedijk en buitendijksgebied:Een duidelijke structuur die veel invloed heeft op de beleefbare openheid in Waterland-Oost is deNoorder IJ- en Zeedijk. Door zijn hogere ligging vormt het een duidelijke grens tussen land en IJmeer,waarvanaf je deze scheiding tussen twee open gebieden duidelijk ervaart. Belangrijk is om dezestructuur waar dat kan los te laten liggen in de openheid, zodat je hem als doorlopende lijn in hetlandschap blijft ervaren.Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland-oost, juli 2012 37


BIJLAGE 3


Dorpsstraat 25Ilpendamopmerkingen:Voormalige pastorie, begin 19 de eeuw.Schilddak met geglazuurde oude Hollandse pannen en voorop origineel dakkapel.Originele wanden met origineel voegwerk. Imposant bakstenen gebouw, zeerbeeldbepalend aan Dorpsstraat.Ramen gewijzigd. Originele kozijnen. Originele entree, wel later vervangen onderdelen.Muurankers. Kroonlijst.waardering:Van groot belang, door oorspronkelijke details, beeldbepalendheid aan Dorpsstraat engeschiedenis als pastorie.Architectuurhistorische, historische en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 29Ilpendamopmerkingen:Woonhuis, begin 20 ste eeuw.Zadeldak met opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Gesneden windveren en makelaar.Originele wanden,originele kozijnen. Gebruik kunststeen.Betegelde portiek.Latere aanbouwen achter.waardering:Van belang, door detaillering voorgevel en beeldbepalendheid aan Dorpsstraat.Architectuurhistorische en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 31Ilpendamopmerkingen:Woonhuis, circa 1900.Zadeldak met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Gesneden windverenen makelaar. Trespa dakkapellen op kap…Originele wanden, opgetrokken in fijne baksteen. Originele ramen grotendeels. Laterewindveren.waardering:Van groot belang, door oorspronkelijke details, relatie met Dorpsstraat 30 enbeeldbepalendheid aan Dorpsstraat.Architectuurhistorische en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 40Ilpendamopmerkingen:Woonhuis, begin 20 ste eeuw.Mansardekap met latere (storende) dakkapellen. Originele gesneden windveren.Voorgevel met siermetselwerk (o.a. gebruik geglazuurde steen), latere voeg.waardering:Van belang, door oorspronkelijke details, beeldbepalendheid aan Dorpsstraat.Architectuurhistorische en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 48IlpendamVan belang voor de plaatselijke historie en beeldbepalende ligging in het lint Ilpendam.


Dorpsstraat 70Ilpendamopmerkingen:Gebouw met verschillende woningen (adres moet nog volledig genoteerd worden).Voormalig café de Zwaluw.Gebouw in verschillende fasen opgetrokken, vermoedelijk circa 1900 totin tweede kwart20 ste eeuw.Verbouwingen. Kap met rode opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Vernieuwderamen.waardering:Van belang, door beeldbepalendheid aan Dorpsstraat en historie.Architectuurhistorische, historische en stedenbouwkundige waarde.


Zeedijk 5Uitdamopmerkingen:Stolp, circa 1900.Kap met oude Hollandse pannen.Voorgevel origineel met Vlaamse gevel. Zijgevels vernieuwd.waardering:Van groot belang. Zeer beeldbepalend in landschap voor entree Uitdam.Architectuurhistorische, landschappelijke en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 4WatergangIs een stolp.


Dorpsstraat 5WatergangIs een stolp.


Dorpsstraat 9Watergangopmerkingen:Woonhuis, circa 1900.In hout opgetrokken.Originele vensters. Zadeldak met rode oude Hollandse pannen.Karakteristieke houten woning voor Watergang. Beeldbepalend.waardering:Van groot belang. Beeldbepalend in dorpslint.Architectuurhistorische, landschappelijke en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 15Watergangopmerkingen:Woonhuis, begin 20 ste eeuw.Kap met gesmoorde oude Hollandse pannen.In baksteen opgetrokken. Originele wanden. Latere vensters. Siermetselwerk in strekken.Interieur met veel originele details zoals bedsteden en oude kastenwanden.waardering:Van groot belang. Vooral in combinatie met hooihuis dat rijksmonument is. Interieur vanbelang.Beeldbepalend in dorpslint Watergang.Architectuurhistorische en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 31WatergangVan belang voor de plaatselijke historie en beeldbepalende ligging nabij de Kerk.


Dorpsstraat 33WatergangIs een pand beschreven als Dorpsstraat 35.


Dorpsstraat 36Watergangopmerkingen:Stolp, eerste helft twintigste eeuw.In baksteen opgetrokken. Originele wanden. Latere vensters.Kap met opnieuw verbeterde rode Hollandse pannen.waardering:Van belang.Beeldbepalend in dorpslint Watergang.Landschappelijke en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 51WatergangVan belang voor de plaatselijke historie en beeldbepalende ligging bij binnenkomst lint Watergang.


Dorpsstraat 53WatergangVan belang voor de plaatselijke historie en beeldbepalende ligging bij binnenkomst lint Watergang.


Dorpsstraat 59Watergangopmerkingen:Stolp, circa 1900.In baksteen opgetrokken. Voorgevel met siermetselwerk (gebruik gele steen in banden enstrekken boven vensters). Originele wanden. Voorgevel oorspronkelijke vensterindeling.Kap met oude Hollandse pannen.Achter een houten kaakberg.Stolp op ‘erfeiland’, te bereiken via karakteristieke ophaalbrug.Zeer beeldbepalend.waardering:Van groot belang. Behoorlijk gaaf.Zeer beeldbepalend in dorpslint Watergang. Ensemble met kaakberg en brug van grotewaarde.Architectuurhistorische, landschappelijke en stedenbouwkundige waarde.


Dorpsstraat 60Watergangopmerkingen:Woonhuis, deels in baksteen, deels in hout opgetrokken, circa 1900.Woning met zadeldak met oude hollandse pannen.Originele voorgevel met siermetselwerk (gebruik gele steen in strekken boven vensters enin schoorsteen). Aanbouw aan rechter zijde. Gesneden windveren.Huis is beeldbepalend en karakteristiek voor Watergang. Van belang in het dorpslint.waardering:Van groot belang.Behoorlijk gaaf.Architectuurhistorische, landschappelijke en stedenbouwkundige waarde.


BIJLAGE 4


1012118.03 blz 63HOOFDSTUK 1INLEIDENDE REGELSArtikel 1:Begrippen1. plan:het Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong> van de gemeente Waterland;2. bestemmingsplan:de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestandNL.IMRO.0852.BPKILUIWAZU013-on01 met de bijbehorende regels en bijlagen;3. aanduiding:een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waaringevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of hetbebouwen van deze gronden;4. aanduidingsgrens:de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;5. aanleggelegenheid:een constructie aan een oever of kade, in of op het water, waaronder een steiger,die hoofdzakelijk dient voor het aanleggen en ligplaats innemen van vaartuigen;6. achtererf:dat deel van het bouwperceel dat 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouwligt (zijerf), het oorspronkelijke hoofdgebouw niet meegerekend;7. afhankelijke woonruimte:een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met dewoning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorggehuisvest is;8. agrarisch bedrijf:een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van hettelen van gewassen en/of het houden van dieren, in deze regels niet zijnde eenintensief kwekerijbedrijf, een intensief veehouderijbedrijf of een glastuinbouwbedrijf;9. agrarisch loonbedrijf:een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productieof levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven,al dan niet in combinatie met grondverzetwerkzaamheden;10. ander bouwwerk:een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;11. ankeren:een anker laten vallen of zakken met de bedoeling het schip hiermede aan debodem van het vaarwater vast te leggen;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 64 1012118.0312. archeologisch waardevol terrein:een terrein waarin zich voorwerpen en/of bewoningssporen van vroegere samenlevingenbevinden;13. bassin:een mest- of waterbak voor de opslag van mest of water ten behoeve van agrarischeactiviteiten;14. bebouwing:één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;15. bedrijf:een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installerenen verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen vandiensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt;16. bedrijfsgebouw:een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;17. bedrijfsvloeroppervlakte:de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruiktvoor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit,inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;18. beeldkwaliteitsplan:een plan dat eisen en aanbevelingen bevat:a. met betrekking tot inpassing van ruimtelijke ontwikkelingen in relatie tot dekarakteristieken en kwaliteiten van een gebied; enb. met betrekking tot stedenbouwkundige en architectonische vorm, massa en(wegen-)structuur van voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen;met het oogmerk de kwaliteit van ruimtelijke ontwikkelingen te waarborgen alsmedede wijze waarop deze in hun omgeving worden ingepast, en dat juridischonderdeel uitmaakt van het ruimtelijk plan waarop het betrekking heeft;19. berging:een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden,daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw ten behoeve van het wonen;20. beroepsuitoefening aan huis:het kleinschalig uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep of het beroepsmatigverlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch,educatief, kunstzinnig en/of technisch dienstverlenend gebied of daarmee gelijkte stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel anders dan productiegebonden detailhandelen prostitutie, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;21. bestaand:a. ten aanzien van aanwezige bouwwerken in de overtuinen van Uitdam: bestaandzoals aanwezig op de gemeentelijke luchtfoto's van september 2008;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 65b. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige overige bouwwerkenen de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en hetoverige gebruik: bestaand ten tijde van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan;22. bestemmingsgrens:de grens van een bestemmingsvlak;23. bestemmingsvlak:een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;24. bijbehorend bouwwerk:uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfdeperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwdgebouw, of overkapping;25. boerderijpand:het gebouw behorende tot het voormalige agrarische bedrijf, waarin oorspronkelijkhet woongedeelte en de stal was ondergebracht en dat oorspronkelijk als hethoofdgebouw van het agrarisch bedrijf is gebouwd;26. boog- en gaaskassen:al dan niet verplaatsbare constructies, geen gebouwen zijnde, overtrokken metlichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van tuinbouwgewassen,fruit of siergewassen, met een hoogte van 3,00 meter of minder;27. boog- of serrestal:een stal die bestaat uit een kolomloze boogvormige overspanning;28. boomteelt:het telen van bomen, struiken, (tuin)planten en aanverwante gewassen, waarbijal dan niet gebruik wordt gemaakt van containerteelt en glasopstanden;29. bosbouw:het geheel van bedrijfsmatig handelen en van activiteiten gericht op de instandhoudingen ontwikkeling van bestaande respectievelijk nieuwe bossen ten behoevevan (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie;30. botenhuis:een gebouw al dan niet geheel of gedeeltelijk gebouwd over het water, uitsluitendbedoeld voor de stalling van boten;31. bouwen:het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen enhet vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten,vernieuwen of veranderen van een standplaats;32. bouwgrens:de grens van een bouwvlak;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 66 1012118.0333. bouwlaag:de begane grond of een verdieping van een gebouw waarbij per bouwlaag over100% van het vloeroppervlak een plafondhoogte van ten minste 2,40 m aanwezigc.q. mogelijk is. Een volledig onder het peil gelegen ruimte wordt hieronder nietbegrepen;34. bouwperceel:een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bijelkaar behorende bebouwing is toegelaten;35. bouwperceelgrens:de grens van een bouwperceel;36. bouwvlak:een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgede regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;37. bouwwerk:elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal,die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirectsteun vindt in of op de grond;38. brutovloeroppervlakte:de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een woonfunctie (hoofdgebouwen bijbehorende bouwwerken) of een andere gebruiksfunctie;39. cultuurgrond:grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en nietworden gebruikt ten behoeve van een agrarische bedrijfsvoering;40. cultuurhistorische waarden:waarden ontstaan door het gebruik (van bepaalde gronden) in de loop van degeschiedenis door de mens;41. dakkapel:een uitspringend venster als onderbreking in een dakvlak voorzien van een eigendak en van zijwanden;42. dakopbouw:een (gedeeltelijke) verdieping op een gebouw die zich qua uiterlijke verschijningsvormmanifesteert als kapverdieping of een teruggerooide bouwlaag;43. dakterras:een plat dak dat door de wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te wordengebruikt als terras, niet bedoeld een balkon uitstekend of op een erker;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 6744. detailhandel:het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop,het verkopen en/of van goederen aan personen die die goederen kopenvoor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps-of bedrijfsactiviteit;45. dienstverlening:werkzaamheden die bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijkediensten aan derden;46. doorvaartbreedte:de breedte van een watergang die aangehouden moet worden ten behoeve vande doorvaart van vaartuigen;47. eerste bouwlaag:de bouwlaag op de begane grond;48. erf:een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegenbij een woonhuis of een hoofdgebouw, achter de voorgevel van dat woonhuis ofhoofdgebouw, en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruikvan dat gebouw;49. erfinpassingsplan/inpassingsplan:een plan waarin inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze een ontwikkeling wordtingepast op het betreffende perceel en in relatie tot de omgeving;50. erker:een ondergeschikt bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw met een beperkteomvang (breedte, bouwhoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm,waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed;51. erotisch getinte vermaaksfunctie:een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingenen/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop,een seksclub en een seksautomatenhal;52. evenement:een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruikafwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomensen in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepencommerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmeegelijk te stellen activiteiten zoals markten (niet bedoeld weekmarkten), braderieën,beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, endergelijke;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 68 1012118.0353. extensief dagrecreatief medegebruik:een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aande functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan,zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, rustpunten, vissteigers, picknickplaatsen,of naar de aard daarmee gelijk te stellen vormen van medegebruik;54. fruitteelt:de teelt of het kweken van fruit aan houtige gewassen;55. garagebox:een gebouw ten behoeve van de stalling c.q. berging van vervoermiddelen;56. gebouw:elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijkmet wanden omsloten ruimte vormt;57. gebruiksgerichte paardenhouderij:een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het africhten, het opleiden en het trainen,alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's in de vorm vaneen paardenpension, al dan niet in combinatie met elkaar;58. geluidsbelasting:de geluidsbelasting vanwege een weg, een spoorweg en/of een industrieterrein;59. geluidsgevoelige functies:in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouwof een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;60. geluidsgevoelige objecten:gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen, zoalsbedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;61. geluidszoneringsplichtige inrichting:een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein vanvestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;62. glastuinbouwbedrijf:een volwaardig agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarischebedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, waarbij de productiein kassen, schuurkassen, kasschuren, bollentrekkassen en/of warenhuizenplaatsvindt;63. groepsaccommodatie:een recreatief groepsverblijf met meer dan tien slaapplaatsen, niet zijnde mobielekampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigddoor groepen als kort recreatief verblijf;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 6964. grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:een agrarische bedrijfsvoering, waarbij het gebruik van agrarische grondennoodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, op de wijze van een melkrundveehouderijbedrijf,een akkerbouwbedrijf, een vollegronds tuinbouwbedrijf,een productiegerichte paardenhouderij, en naar de aard daarmee gelijk te stellenagrarische bedrijven;65. hogere grenswaarde:een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelastingvan geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaardeen die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond vande Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;66. hoofdgebouw:een gebouw dat, gelet op de bestemming, zowel ruimtelijk als functioneel als hetbelangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;67. horecabedrijf en/of -instelling:een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruikter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, éénen ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzonderingvan een erotisch getinte vermaaksfunctie.a. horecabedrijf categorie Ieen horecabedrijf dat met name etenswaren en maaltijden verstrekt en daardoorslechts beperkt hinder veroorzaakt voor omwonenden, zoals een automatiek,broodjeszaak, cafetaria, lunchroom, theetuin, ijssalon, restaurant.b. horecabedrijf categorie IIeen horecabedrijf dat mogelijk aanzienlijke hinder voor omwonenden kan veroorzaken,zoals een bar, een biljartcentrum, een café en zalenverhuur.c. horecabedrijf categorie IIIeen horecabedrijf dat met name logies verstrekt, zoals een pension, een motel eneen hotel;68. houtteelt:de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op grondendie in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing isverleend van de meldings- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet, zoalsdie gold op het moment van onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan;69. intensief kwekerijbedrijf:een agrarisch bedrijf in de vorm van het telen of kweken van dieren en gewassen,waaronder een paddenstoelenkwekerij, een wormen- en/of madenkwekerij,een viskwekerij, een witlofkwekerij of een combinatie van deze bedrijfsvormen,alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg)geen gebruik van daglicht;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 70 1012118.0370. intensief veehouderijbedrijf:een agrarisch bedrijf in de vorm van het houden van dieren, waaronder eenrundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver-, pluimvee- ofpelsdierhouderij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar deaard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van bedrijfsvoeringenwaarin dieren worden gehouden overeenkomstig de regels ten aanzienvan de biologische productiemethoden;71. kampeermiddel:een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, danwel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of tendele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatiefnachtverblijf;72. kantine:een bedrijfsruimte waarin de bedrijfsuitoefening is gericht op het tegen vergoedingverstrekken van maaltijden, eenvoudige etenswaren en dranken;73. kantoor:een gebouw of een gedeelte daarvan, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient voorhet beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch of naar aardgelijk te stellen gebied;74. kas:een gebouw, waaronder begrepen permanente boog-, rol- en gaaskassen danwel naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerken, niet zijnde tunnelkassen ofnaar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerken, waarvan de wanden en hetdak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal,dienend tot het kweken van groenten, vruchten, bloemen of planten;75. kiosk:een gebouw van een lichte constructie ten behoeve van de verkoop van etenswarenof andere producten;76. kleinschalig toeristisch overnachten:het bieden van kortstondige overnachtingsmogelijkheden. Een of meerdere zelfstandigerecreatieve verblijfsruimten in een gebouw en/of in een bijbehorendbouwwerk wordt hier ook onder verstaan;77. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:de in Bijlage 3 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed opde omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door haar beperkte omvangin of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;78. kleinschalige duurzame energiewinning:energie die gewonnen wordt uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, nietzijnde windmolens/-turbines, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffectenoptreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaaris, zoals zon, wind, water, biomassa, aard- en omgevingswarmte;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 7179. landschappelijke waarden:waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheidvan waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied;80. ligplaats voor een drijvend recreatieverblijf:ligplaats voor een recreatieverblijf met een drijvende constructie die op enigerleiwijze met de grond verbonden is;81. ligplaats voor een woonschip:permanente ligplaats voor een woonschip, met inbegrip van een meter omliggendegrond;82. ligplaats:ligplaats voor elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend wordt gebruikt voorrecreatief gebruik;83. luifel:een open constructie, geen overkapping zijnde, aan een gevel, die al dan nietconstructief deel uitmaakt van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk;84. maatschappelijke voorzieningen:educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- enrecreatieve voorzieningen, jeugd- en kinderopvangvoorzieningen en voorzieningenten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandelen horeca ten dienste van deze voorzieningen;85. mantelzorg:langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van eenhulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op hetfysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directedan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uitde sociale relatie en de zorgverlening wordt uitgeoefend in een afhankelijkewoonruimte bij een (bedrijfs)woning;86. meetverschil:een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnenin het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens;87. niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:een agrarische bedrijfsvoering op de wijze van een intensief veehouderijbedrijf ofeen intensief kwekerijbedrijf;88. normaal onderhoud:het onderhoud dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor eengoed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemmingbehoren;89. ondergeschikte tak:een ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarischbedrijf;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 72 1012118.0390. ondersteunend glas:kassen waarbij het agrarisch product in ondergeschikte mate een bijdrage levertaan de teelt(en) van het betreffende vollegrondstuinbouwbedrijf en/of bollenteeltbedrijfen waarbij de glasopstanden beperkt deel uitmaken van de bedrijfsvoeringvan het betreffende vollegrondstuinbouwbedrijf;91. overkapping:elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder danwel met ten hoogste één wand, niet bedoeld een luifel;92. paardrijbak:een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, voorzien van een zandbeden al dan niet voorzien van een omheining, zonder licht- en geluidsinstallaties;93. peil:a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan deweg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aande weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bijvoltooiing van de bouw;c. indien in of op het water wordt gebouwd: het zomerwaterpeil;94. productiegebonden detailhandel:detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerden/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschiktis aan de productiefunctie;95. publiekgerichte dienstverlening:een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen vandiensten aan consumenten met een rechtstreeks contact met het publiek, nietzijnde detailhandel, horeca of prostitutiedoeleinden;96. restaurant:een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden;97. rijstrook:een strook behorende bij een (hoofd)weg, niet zijnde in- en uitvoegstroken, ventwegen,rijwielpaden, voetpaden en daarmee gelijk te stellen wegen en paden;98. risicovolle inrichting:een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen eengrenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet wordenaangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperktkwetsbare objecten;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 7399. rustpunt:een plek bij een particulier of een agrariër waar passerende wandelaars en fietsersop het erf kunnen pauzeren en op verhaal kunnen komen, in combinatie meteen picknickplaats met voorzieningen, zoals een picknicktafel, het verstrekkenvan lichte versnaperingen, informatie en het bieden van reparatiemogelijkhedenvoor fietsen;100. seksinrichting:een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in eenomvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen wordt verricht, of vertoningenvan erotisch-pornografische aard plaatsvinden.Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, eenseksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf waarondertevens begrepen een erotische-massagesalon, of een naar de aard daarmeegelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;101. standplaats:het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats tekoop aanbieden, verkopen, verstrekken of afleveren van goederen dan wel dienstenaan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, wagenof tafel;102. steiger:een bouwwerk ten behoeve van aanleggelegenheid;103. stolp:een voor Waterland karakteristieke boerderij gekenmerkt door een vierkante constructievan gebinten, waarop een piramidevormig dak rust, al dan niet met eenvoorhuis;104. terras:een buiten de besloten ruimte van de inrichting deel van het horecabedrijf waarzitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken en/ofspijzen voor directe consumptie worden verstrekt;105. uitbreiding van een hoofdgebouw:iedere uitbreiding van het hoofdgebouw met 2 of meer bouwlagen, hetzij aan deachterzijde, hetzij aan de zijzijde, waarbij de oppervlakte van het gebouw wordtvergroot;106. voorerf:dat deel van het bouwperceel dat niet tot het achtererf wordt gerekend;107. voorgevel:de naar een weg gekeerde gevel en het verlengde daarvan;108. voorkeurgrenswaarde:de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelastingvan geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleiduit de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 74 1012118.03109. vuurwerkbedrijf:een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de(detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerkc.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;110. windmolen/-turbine:een bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie;111. woning:een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijkhuishouden dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen groep personen;112. woongebouw:een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaargelegen woningen (appartementen) omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvormals een eenheid beschouwd kan worden;113. woonhuis:een gebouw dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheelof gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijkeverschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;114. woonschip:een zich in het water bevindend, hoofdzakelijk niet voor varen maar voor wonenbedoeld object, waaronder tevens een woonark, een casco en naar de aarddaarmee gelijk te stellen object wordt verstaan;115. woonwagen:een woning op wielen;116. zijerf:dat deel van het achtererf dat naast het hoofdgebouw en het verlengde daarvanligt;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 75Artikel 2:Wijze van metenBij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:1. de bouwhoogte van een bouwwerk:a. vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk,geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen,zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellenbouwonderdelen;b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt voor balkon- en dakterrashekken:het hoogste punt tussen het balkon- respectievelijk het dakterrashek en debovenkant van het dak;2. de breedte / diepte van een gebouw:tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hartvan de scheidingsmuren);3. de dakhelling:langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;4. de diepte van een aanleggelegenheid:vanaf de waterkant tot het einde van de steiger;5. de gezamenlijke brutovloeroppervlakte:tussen de binnenwerkse gevelvlakken en scheidingsmuren van alle ruimten diebij het meten worden betrokken;6. de goothoogte van een bouwwerk:a. vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord,of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat wanneer zich op enige zijdevan een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijkebreedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, de goothoogte vande dakkapel als goothoogte wordt aangemerkt;7. de inhoud van een bouwwerk:tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels(en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;8. de oppervlakte van een bouwwerk:tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren,neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterreinter plaatse van het bouwwerk.9. Uitzondering meetwijzea. bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnenbouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolgevan meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, medegelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten(bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moetworden aangemerkt;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 76 1012118.03b. de goothoogte mag worden overschreden door antennes, schoorstenen, liftkokers,trappenhuizen, hellende dakvlakken, topgevels, dakkapellen en andereondergeschikte bouwdelen, tenzij in de bestemmingen anders is bepaald.10. Bestaande maatvoeringena. Daar waar bestaande afstanden meer of minder bedragen dan ingevolgehoofdstuk 2 is voorgeschreven, worden de bestaande afstanden als tenhoogste respectievelijk ten minste toelaatbaar aangehouden.b. In die gevallen dat bestaande hoogten, bestaande inhoud en/of bestaandeoppervlakten meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, wordende bestaande maatvoeringen als ten hoogste toelaatbaar aangehouden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 77HOOFDSTUK 2BESTEMMINGSREGELSArtikel 3:AgrarischLink naar de toelichting van “Agrarisch”3.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:gebouwen ten behoeve van:a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van agrarische bedrijven inde vorm van veehouderijen;b. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen al danniet in combinatie met ruimte voor:1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;2. mantelzorg;3. kleinschalig toeristisch overnachten;waarbij, indien bedrijfswoningen zijn gebouwd in de vorm van een stolp, degronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- stolp' en gestreefd wordt naar het behoud en het herstel van de bestaandehoofdvorm van de stolp;c. cultuurgrond;met daaraan ondergeschikt:d. gebouwen en overkappingen ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik,ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - gebouwen";e. nutsvoorzieningen;f. extensief dagrecreatief medegebruik onder andere in de vorm van rustpunten;g. kleinschalige duurzame energiewinning;h. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';i. paden;j. sloten, vaarten, en daarmee gelijk te stellen waterlopen;k. stallingsruimte voor fietsen;met de daarbijbehorende:l. andere bouwwerken.3.2. BouwregelsDeze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken vande gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten.3.2.1. Gebouwen en overkappingen lid 3.1 onder a en bVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. als gebouw worden uitsluitend de in lid 3.1 onder a en b genoemde gebouwenen overkappingen gebouwd;b. de gebouwen en overkappingen worden uitsluitend binnen de grenzen van deaanduiding "specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel" gebouwd, waarbijde bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 78 1012118.03c. per bouwvlak worden uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoevevan het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf gebouwd;d. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste één;e. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 600 m³;f. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning worden tenminste 1,50 machter de voorgevel van de bedrijfswoning gebouwd;g. de goot- en bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en overkappingenbedragen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximalegoot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogtes;h. in afwijking van g. bedragen de oppervlakte en de goothoogte van een stolpten minste en ten hoogste de bestaande oppervlakte en goothoogte;i. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoningbedraagt 40 m²;j. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,00 m;k. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 6,00 m.3.2.2. Gebouwen en overkappingen lid 3.1 onder dVoor het bouwen van de in lid 3.1 onder d genoemde gebouwen en overkappingengeldt het volgende:a. de gebouwen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding'specifieke bouwaanduiding - gebouwen';b. de bouwhoogte van de gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste debestaande bouwhoogte.3.2.3. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. mest-, voeder- en sleufsilo's, platen en bassins worden uitsluitend gebouwd,ter plaatse van de aanduiding '"specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel";b. de bouwhoogte van een mestsilo of een mestbassin bedraagt ten hoogste5,00 m, exclusief afdekking;c. de doorsnede van mestsilo's bedraagt ten hoogste 20,00 m;d. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingenbinnen de bouwpercelen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of debedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m bedraagt;f. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m;g. de bouwhoogte van voedersilo's bedraagt ten hoogste 15,00 m;h. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt binnen het bouwvlakten hoogste 5,00 m;i. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt buiten het bouwvlakten hoogste 1,50 m;j. de plaatsing van tijdelijke boog- en gaaskassen is uitsluitend ter plaatse vande aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel" toegestaan.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 793.3. Afwijken van de bouwregels3.3.1. Goot- en/of bouwhoogte bedrijfsgebouwenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1onder g in die zin dat de goothoogte en/of de bouwhoogte van de bedrijfsgebouwenwordt vergroot respectievelijk tot ten hoogste 6,00 m en 15,00 m, mits:a. deze omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend als gevolg van milieumaatregelenen/of maatregelen ten behoeve van het verbeteren van het dierenwelzijn;b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden,het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzendegronden.3.3.2. Afwijkende bouwvormenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1onder g in die zin dat bedrijfsgebouwen worden gebouwd in de vorm van serrestallenof naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsgebouwen, mits:a. met een erfinpassingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op eenzorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;b. de goothoogte van een bedrijfsgebouw ten hoogste 7,00 m bedraagt;c. de dakhellingsregeling niet van toepassing is;d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de natuurlijkeen landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden;3.3.3. Afwijken maatvoeringen stolpenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1onder h in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaandemaatvoeringen en gevelindeling van de stolp, mits geen onevenredige afbreukwordt gedaan aan de hoofdvorm van de stolp.3.3.4. Afwijking ten behoeve van kleinschalig kamperenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1onder a in die zin dat ten behoeve van kleinschalig kamperen één gebouw voorsanitaire voorzieningen wordt gebouwd, mits:e. de oppervlakte van het gebouw ten hoogste 50 m² bedraagt;f. de goothoogte van het gebouw ten hoogste 3,00 m bedraagt;g. de bouwhoogte van het gebouw ten hoogste 6,00 bedraagt;h. tevens de in 3.5.1 bedoelde omgevingsvergunning voor kleinschalig kamperenis verleend.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 80 1012118.033.3.5. Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.3onder d in die zin dat paardrijbakken, zwembaden en/of tennisbanen worden toegestaan,mits:a. tevens de in 3.5.3 bedoelde omgevingsvergunning is verleend.3.4. Specifieke gebruiksregelsTot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming,wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een biomassa-/mestvergistingsinstallatie of een daarmee gelijk te stellen bouwwerk;b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor niet-agrarische bedrijvigheid;c. het opslaan van mest en/of overige landbouwproducten buiten het bouwperceel;d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatievedoeleinden en horecadoeleinden, anders dan kleinschalig toeristischovernachten en ter plaatse van rustpunten;e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel,anders dan in de vorm van productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefeningaan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;f. het gebruik van een bedrijfswoning voor meer dan één woning;g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefeningaan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoningzodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% vande totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorendebouwwerken;h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschaligetoeristische overnachtingsmogelijkheid in een bedrijfswoning zodanig dat debedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijkebrutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning, en meer dan twee kamers wordengebruikt;i. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en vooreen beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, ofeen kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;j. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor de huisvesting van werknemers;k. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/ofeen tennisbaan.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 813.5. Afwijken van de gebruiksregels3.5.1. Ondergeschikte tak of deeltijdfunctieMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.4onder b in die zin dat de uitoefening van een agrarisch bedrijf wordt gecombineerdmet een ondergeschikte tweede tak of een deeltijdfunctie in de vorm vande in bijlage 1 genoemde functies, mits:a. de gronden ter plaatse zijn voorzien van een bouwvlak met uitzondering vanboerengolf en kleinschalig kamperen;b. er geen sprake is van een onevenredige beperking van de ontwikkelingsmogelijkhedenvan aangrenzende bedrijven;c. de gezamenlijke oppervlakte die wordt gebruikt ten behoeve van de ondergeschiktetweede tak of de deeltijdfunctie ten hoogste 400 m² aan gebouwendan wel ten hoogste 30% van de bestaande bebouwingsmogelijkheden of30% van de (onbebouwde) gronden van het bouwvlak bedraagt;d. bij de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid de voorwaarden en criteriaworden gehanteerd uit het Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en LandschapWaterland-oost, 31 juli 2012;e. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;f. alle activiteiten ten behoeve van de uitoefening van de toegelaten bedrijvigheid,waaronder opslag, binnen de gegeven bebouwingsmogelijkheden blijven.Bij boerengolf en kleinschalig kamperen mogen eveneens de bijbehorendegronden worden gebruikt;g. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie,de verkeers- en parkeersituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.3.5.2. MantelzorgMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.4onder i in die zin dat afhankelijke woonruimte in de zin van mantelzorg wordt toegestaanin een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, mits:a. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerken optimaalbenut worden om met inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijkehuisvesting ten behoeve van mantelzorg;b. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;c. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;e. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijkeeenheid vormt met de op hetzelfde perceel gesitueerde bedrijfswoning, waarbijde maximale afstand van de bedrijfswoning tot het bijbehorend bouwwerk20,00 m bedraagt;f. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;g. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, indié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;h. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersenparkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 82 1012118.033.5.3. Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.4onder k in die zin dat gronden worden gebruikt voor een paardrijbak, een zwembadof een tennisbaan, mits:a. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan bij een agrarisch bedrijf opeen afstand van ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van de bedrijfswoningten behoeve van het eigen hobbymatig gebruik wordt aangelegd,waarbij het zwembad of de tennisbaan uitsluitend binnen het bouwvlak istoegestaan;b. de paardrijbak anders dan bij een agrarisch bedrijf wordt aangelegd op eenafstand van ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van de bedrijfswoningof het woonhuis, ten behoeve waarvan de paardrijbak voor het eigenhobbymatig gebruik wordt aangelegd;c. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan zoveel mogelijk recht achterde voorgevel van de hoofdgebouwen wordt gesitueerd en landschappelijkwordt ingepast;d. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;e. er geen bouwwerken ten behoeve van verlichting bij een paardrijbak, eenzwembad en/of een tennisbaan worden aangebracht;f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersenparkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.3.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden3.6.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:a. het (gedeeltelijk) verwijderen van stolpen.3.6.2. UitzonderingHet bepaalde in 3.6.1. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:a. het normale onderhoud betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.3.6.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits:a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheidniet mogelijk is;b. het delen van een stolp betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbijdoor verwijdering daarvan de karakteristieke hoofdvorm van de stolp nietonevenredig wordt aangetast.3.7. Wijzigingsbevoegdheid3.7.1. Wijziging naar wonen ten behoeve van functieveranderingBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming'Agrarisch', uitsluitend voorzover ter plaatse voorzien van een bouwperceel,Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 83wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 2' of 'Wonen - Stolp' ten behoeve vaneen functieverandering van een bouwperceel, mits:a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 23 of 24van overeenkomstige toepassing zijn;b. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de voorwaarden en criteriaworden gehanteerd uit het Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en LandschapWaterland-oost, 31 juli 2012;c. de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel" ter plaatsewordt verwijderd;d. geen sprake is van een onevenredige beperking van de ontwikkelingsmogelijkhedenvan aangrenzende bedrijven;e. in de voormalige bedrijfswoning een woonfunctie wordt ondergebracht;f. het voormalige boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvormen alslandschappelijk waardevolle verschijningsvorm worden gehandhaafd;g. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dande daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogeregrenswaarde;h. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatieen de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.3.7.2. Wijziging naar niet-agrarische bedrijvigheid ten behoeve van functieveranderingBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming'Agrarisch', uitsluitend voorzover ter plaatse voorzien van een bouwperceel,wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van een functieveranderingvan een bouwperceel, mits:a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels zoals opgenomenin artikel 4 van overeenkomstige toepassing zijn;b. de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel" ter plaatsewordt verwijderd;c. geen sprake is van een onevenredige beperking van de ontwikkelingsmogelijkhedenvan aangrenzende bedrijven;d. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de voorwaarden en criteriaworden gehanteerd uit het Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en LandschapWaterland-oost, 31 juli 2012;e. de wijzigingsbevoegdheid naar 'Bedrijf' niet wordt toegepast voor bedrijvendie zich richten op de productie van goederen;f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatieen de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 84 1012118.033.7.3. Wijziging naar meerdere woningen in stolpBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een bedrijfswoningin de vorm van een stolp, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding"specifieke bouwaanduiding - stolp", wordt gebruikt voor meer dan één woning,mits:a. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van het behoud vande stolp;b. ter plaatse tevens de aanduiding "specifieke vorm van wonen - meerdere woningen"wordt aangebracht;c. de oppervlakte van het vierkant ten minste 200 m² bedraagt, waarbij de oppervlaktevan iedere bedrijfswoning ten minste 100 m² bedraagt;d. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot;e. geen sprake is van een onevenredige beperking van de ontwikkelingsmogelijkhedenvan aangrenzende bedrijven;f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden vande aangrenzende gronden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 85Artikel 4:BedrijfLink naar de toelichting van “Bedrijf”4.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, metuitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingenen/of vuurwerkbedrijven;2. dienstverlening;3. een mechanisatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vormvan bedrijf - mechanisatiebedrijf';4. een transportbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm vanbedrijf - transportbedrijf';5. brandweerkazerne, ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne';b. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen al danniet in combinatie met ruimte voor:1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;2. mantelzorg;3. kleinschalig toeristisch overnachten;ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';waarbij, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "karakteristiek",de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm vande gebouwen wordt nagestreefd;met daaraan ondergeschikt:c. wegen en paden;d. nutsvoorzieningen;e. kleinschalige duurzame energiewinning;f. parkeervoorzieningen;g. stallingsruimte voor fietsen;h. rustpunten;i. groenvoorzieningen;j. water;met de daarbijbehorende:k. erven en terreinen;l. andere bouwwerken.4.2. Bouwregels4.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. een gebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;b. bedrijfswoningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding'bedrijfswoning';c. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste één per bedrijf;d. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping bedragen ten hoogstede ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 86 1012118.03aangegeven goot- en bouwhoogte;e. in afwijking van het bepaalde onder a en d geldt voor bijbehorende bouwwerkenen overkappingen bij een bedrijfswoning:1. bijbehorende bouwwerken worden tenminste 1,50 m achter de voorgevelvan de bedrijfswoning gebouwd;2. bijbehorende bouwwerken bij hoekwoningen met twee straatgevels wordenuitsluitend op het zijerf gebouwd indien het zijerf grenst aan een anderzijerf, een voet- of fietspad, een parkeerplaats of een parkeerhaven;3. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagtbij bedrijfswoningen in meer dan één bouwlaag niet meer dan 40% vanhet erf, met een maximum van 50 m² per bedrijfswoning;4. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagtbij bedrijfswoningen in één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, meteen maximum van 100 m² per bedrijfswoning;5. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt tenhoogste 3,00 m;6. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt tenhoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.4.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen:1. op een afstand van 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, endaarvoor ten hoogste 1,00 m bedraagt;2. van 2,00 op de erfgrens bij zijerven bij hoekpanden met twee straatgevelsuitsluitend is toegestaan wanneer de zijtuin grenst aan een voetpad, fietspaden/of parkeerplaats of -haven;c. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 6,00 m;d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.4.3. Afwijken van de bouwregelsMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.2onder a in die zin dat paardrijbakken, zwembaden en/of tennisbanen worden toegestaan,mits:• tevens de in 4.5 onder e. bedoelde omgevingsvergunning is verleend.4.4. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefeningvan detailhandel;b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, andersdan de bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1en 2;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 87c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefeningaan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoningzodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% vande totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorendebouwwerken;d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschaligetoeristische overnachting in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlaktemeer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlaktevan de bedrijfswoning en meer dan twee kamers worden gebruikt;e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en vooreen beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, ofeen kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;f. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/ofeen tennisbaan.4.5. Afwijken van de gebruiksregelsMet een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaanaan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie ende gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgewekenvan:a. het bepaalde in 4.4 onder a in die zin dat gronden en bouwwerken wordengebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, mits hetgeen detailhandel in voedings- en genotmiddelen betreft;b. het bepaalde in 4.4 onder b in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigddie naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijvendie zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits:1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder categorie 1en 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven diewel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 ondereen hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelastinghebben;2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingenen/of vuurwerkbedrijven betreft;c. het bepaalde in 4.4 onder e in die zin dat vrijstaande bijbehorende bouwwerkenbij een bedrijfswoning worden gebruikt voor mantelzorg, mits:1. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerkenoptimaal benut worden om met inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijkehuisvesting ten behoeve van mantelzorg;2. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt vanmantelzorg;3. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;4. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;5. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijkeeenheid vormt met de op hetzelfde perceel gesitueerde (bedrijfs)woning,waarbij de maximale afstand van de woning tot het bijbehorend bouwwerk20,00 m mag bedragen;6. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 88 1012118.037. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven,in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden wordenbeperkt;d. het bepaalde in 4.4 onder f in die zin dat gronden worden gebruikt voor eenpaardrijbak, een zwembad of een tennisbaan, mits:1. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan bij een agrarisch bedrijf opeen afstand van ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van debedrijfswoning ten behoeve van het eigen hobbymatig gebruik wordt aangelegd;2. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan anders dan bij een agrarischbedrijf wordt aangelegd op een afstand van ten hoogste 100 m uitde dichtstbijzijnde gevel van de bedrijfswoning of het woonhuis, ten behoevewaarvan de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan voor heteigen hobbymatig gebruik wordt aangelegd;3. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan zoveel mogelijk recht achterde voorgevel van de hoofdgebouwen wordt gesitueerd en landschappelijkwordt ingepast;4. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;5. er geen bouwwerken ten behoeve van verlichting bij een paardrijbak, eenzwembad en/of een tennisbaan worden aangebracht.4.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden4.6.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:• het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse vande aanduiding "karakteristiek".4.6.2. UitzonderingenHet bepaalde in 4.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:a. het normale onderhoud betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.4.6.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits:a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheidniet mogelijk is;b. het delen van een pand of bijgebouwen betreft die op zichzelf niet karakteristiekzijn en waarbij door verwijderen daarvan de karakteristieke hoofdvormniet onevenredig wordt aangetast.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 89Artikel 5:Bedrijf – NutsvoorzieningLink naar de toelichting van “Bedrijf-Nutsvoorziening”5.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen,gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naarde aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;b. kleinschalige duurzame energiewinning;met de daarbijbehorende:c. erven en terreinen;d. water;e. andere bouwwerken.5.2. Bouwregels5.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. een gebouw of overkapping wordt binnen het bouwvlak gebouwd;b. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping bedraagt ten hoogste 4,00m.5.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00 mbedragen;c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m;d. in afwijking van het bepaalde onder c mag ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'een antennemast met een bouwhoogte van ten hoogste 40,00 mworden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 90 1012118.03Artikel 6:GemengdLink naar de toelichting van “Gemengd”6.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:1. kantoren;2. detailhandel;3. dienstverlening;4. maatschappelijke voorzieningen;5. bedrijven zoals genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;6. wonen in de tweede bouwlaag en/of hogere bouwlagen, ter plaatse vande aanduiding "wonen";met daaraan ondergeschikt:b. wegen en paden;c. water;d. nutsvoorzieningen;e. kleinschalige duurzame energiewinning;f. stallingsruimte voor fietsen;met de daarbijbehorende:g. parkeervoorzieningen;h. groenvoorzieningen;i. erven en terreinen;j. andere bouwwerken.6.2. Bouwregels6.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' bedraagtde goot- en bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de ter plaatse van dieaanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte.6.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m;c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m;d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 91Artikel 7:GroenLink naar de toelichting van “Groen”7.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. plantsoenen, groenstroken en beplanting;b. water;met daaraan ondergeschikt:c. terreinen en gebouwen ten behoeve van ligplaatsen voor woonschepen, terplaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';d. evenementen zoals genoemd in Bijlage 4, ter plaatse van de aanduiding'evenemententerrein';e. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';f. wegen en paden;g. parkeervoorzieningen;h. speelvoorzieningen;i. nutsvoorzieningen;j. kleinschalige duurzame energiewinning;met de daarbijbehorende:k. andere bouwwerken.7.2. Bouwregels7.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd;b. in afwijking van het bepaalde onder a. zijn bestaande gebouwen bij woonschepentoegestaan ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats'.7.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m;c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m bedragen.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 92 1012118.03Artikel 8:Groen – ParkLink naar de toelichting van “Groen-Park”8.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. een park;b. plantsoenen;c. waterlopen en waterpartijen;d. paden;e. speelvoorzieningen;met daaraan ondergeschikt:f. een evenemententerrein met bijbehorende muziekkoepel, ter plaatse van deaanduiding "evenemententerrein", waarbij jaarrond zang- en muziekevenementen,sportevenementen en culturele evenementen zijn toegestaan;g. nutsvoorzieningen;h. kleinschalige duurzame energiewinning;met de daarbijbehorende:i. andere bouwwerken.8.2. Bouwregels8.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. als gebouw en/of overkapping is uitsluitend een muziekkoepel toegestaan terplaatse van de aanduiding "evenemententerrein";b. de bouwhoogte van een muziekkoepel bedraagt ten hoogste de bestaandebouwhoogte.8.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m;c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m;d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m bedragen.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 93Artikel 9:HorecaLink naar de toelichting van “Horeca”9.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:1. horecabedrijven categorie I alsmede categorie III, ter plaatse van de aanduiding"horeca van categorie I";2. horecabedrijven categorie I, II en III, ter plaatse van de aanduiding "horecatot en met categorie II;met daaraan ondergeschikt:b. wegen en paden;c. nutsvoorzieningen;d. kleinschalige duurzame energiewinning;e. stallingsruimte voor fietsen;f. parkeervoorzieningen;g. groenvoorzieningen;met de daarbijbehorende:h. erven en terreinen;i. andere bouwwerken.9.2. Bouwregels9.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. een gebouw of overkapping wordt binnen het bouwvlak gebouwd;b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping bedragen ten hoogstede ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'aangegeven goot- en bouwhoogte.9.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m;c. de bouwhoogte van terrasschotten/-afscheidingen bedraagt ten hoogste 1,50m;d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m;e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 94 1012118.03Artikel 10:MaatschappelijkLink naar de toelichting van “Maatschappelijk”10.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;b. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen al danniet in combinatie met ruimte voor:1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;2. mantelzorg;3. kleinschalig toeristisch overnachten;ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - stolp' wordtgestreefd naar het behoud en het herstel van de bestaande hoofdvorm van destolp;met daaraan ondergeschikt:c. wegen en paden;d. nutsvoorzieningen;e. kleinschalige duurzame energiewinning;f. stallingsruimte voor fietsen;g. rustpunten;h. water;met de daarbijbehorende:i. parkeervoorzieningen;j. groenvoorzieningen;k. erven en terreinen;l. andere bouwwerken.10.2. Bouwregels10.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. een gebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;b. bedrijfswoningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding'bedrijfswoning';c. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste één per maatschappelijkevoorziening;d. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping bedragen ten hoogstede ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'aangegeven goot- en bouwhoogte;e. in afwijking van het bepaalde onder a en d geldt voor bijbehorende bouwwerkenen overkappingen bij een bedrijfswoning:1. bijbehorende bouwwerken worden tenminste 1,50 m achter de voorgevelvan de bedrijfswoning gebouwd;2. bijbehorende bouwwerken bij hoekwoningen met twee straatgevels wordenuitsluitend op het zijerf gebouwd indien het zijerf grenst aan een an-Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 95der zijerf, een voet- of fietspad, een parkeerplaats of een parkeerhaven;3. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagtbij bedrijfswoningen in meer dan één bouwlaag niet meer dan 40% vanhet erf, met een maximum van 50 m² per bedrijfswoning;4. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagtbij bedrijfswoningen in één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, meteen maximum van 100 m² per bedrijfswoning;5. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt tenhoogste 3,00 m;6. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt tenhoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.10.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, paardrijbakken, zwembaden en/of tennisbanen gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m;c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m;d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.10.3. Afwijken van de bouwregelsMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in10.2.2 onder a in die zin dat paardrijbakken, zwembaden en/of tennisbanen wordentoegestaan, mits:• tevens de in 10.5 onder c bedoelde omgevingsvergunning is verleend.10.4. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefeningaan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoningzodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% vande totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorendebouwwerken;b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschaligetoeristische overnachting in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlaktemeer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlaktevan de bedrijfswoning en meer dan twee kamers worden gebruikt;c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en vooreen beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, ofeen kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;d. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/ofeen tennisbaan.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 96 1012118.0310.5. Afwijken van de gebruiksregelsMet een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaanaan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie ende gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgewekenvan:a. het bepaalde in 10.4 onder c in die zin dat vrijstaande bijbehorende bouwwerkenbij een bedrijfswoning worden gebruikt voor mantelzorg, mits:1. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerkenoptimaal benut worden om met inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijkehuisvesting ten behoeve van mantelzorg;2. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;3. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;4. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;5. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijkeeenheid vormt met de op hetzelfde perceel gesitueerde (bedrijfs)woning,waarbij de maximale afstand van de woning tot het bijbehorend bouwwerk20,00 m mag bedragen;6. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;7. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven,in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden wordenbeperkt;b. het bepaalde in 10.4 onder d in die zin dat gronden worden gebruikt voor eenpaardrijbak, een zwembad of een tennisbaan, mits:1. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan bij een agrarisch bedrijf opeen afstand van ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van debedrijfswoning ten behoeve van het eigen hobbymatig gebruik wordt aangelegd;2. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan anders dan bij een agrarischbedrijf wordt aangelegd op een afstand van ten hoogste 100 m uitde dichtstbijzijnde gevel van de bedrijfswoning of het woonhuis, ten behoevewaarvan de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan voor heteigen hobbymatig gebruik wordt aangelegd;3. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan zoveel mogelijk recht achterde voorgevel van de hoofdgebouwen wordt gesitueerd en landschappelijkwordt ingepast;4. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt5. er geen bouwwerken ten behoeve van verlichting bij een paardrijbak, eenzwembad en/of een tennisbaan worden aangebracht.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 9710.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden10.6.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:a. het (gedeeltelijk) verwijderen van stolpen.10.6.2. UitzonderingHet bepaalde in 10.6.1. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden,die:a. het normale onderhoud betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.10.6.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits:a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheidniet mogelijk is;b. het delen van een stolp betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbijdoor verwijdering daarvan de karakteristieke hoofdvorm van de stolp nietonevenredig wordt aangetast.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 98 1012118.03Artikel 11:Maatschappelijk – BegraafplaatsLink naar de toelichting van “Maatschappelijk – Begraafplaats”11.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemdvoor:a. een begraafplaats;met daaraan ondergeschikt:b. kleinschalige duurzame energiewinning;c. parkeervoorzieningen;d. groenvoorzieningen;e. verhardingen;f. stallingsruimte voor fietsen;g. water;met de daarbijbehorende:h. gebouwen en overkappingen;i. terreinen;j. andere bouwwerken.11.2. Bouwregels11.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. er worden uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de terplaatse aanwezige begraafplaats gebouwd;b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en/of overkappingen bedraagtper bestemmingsvlak ten hoogste 50 m²;c. de goothoogte van een gebouw of een overkapping bedraagt ten hoogste4,00 m;d. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping bedraagt ten hoogste 6,00m.11.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m;c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 99Artikel 12: Natuur – 2Link naar de toelichting van “Natuur – 2”12.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, natuurlijkeen landschappelijke waarden van de meren en poelen, waterlopen, rietenoeverstroken en eilanden;met daaraan ondergeschikt:b. kleinschalige duurzame energiewinning;c. extensief dagrecreatief medegebruik en educatief medegebruik;d. nutsvoorzieningen;met de daarbijbehorende:e. aanleggelegenheid, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water- aanleggelegenheid";f. andere bouwwerken.12.2. Bouwregels12.2.1. Gebouwen en overkappingenOp of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.12.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,00 m.12.3. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatievedoeleinden;b. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, woonarken ofcasco's, die tot woonschip of woonark kunnen worden omgebouwd.12.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden12.4.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:a. het verwijderen van oevervegetaties;b. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatiefmedegebruik en/of het educatief medegebruik;c. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/ofcommunicatieleidingen.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 100 1012118.0312.4.2. UitzonderingenHet bepaalde in 12.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:a. het normale onderhoud en/of het normale natuurbeheer betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.12.4.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits geen onevenredige afbreukwordt gedaan aan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijkewaarden van de meren en poelen, waterlopen, riet- en oeverstroken en eilanden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 101Artikel 13: Natuur – 3Link naar de toelichting van “Natuur – 3”13.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Natuur - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijkewaarden van graslanden en ruige percelen;b. het agrarisch grondgebruik met inachtneming van de aan deze gronden toegekendenatuurlijke en landschappelijke waarden;c. sloten, poelen, en daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen, al danniet mede bestemd voor de watersport en waterberging;met daaraan ondergeschikt:d. kleinschalige duurzame energiewinning;e. extensief dagrecreatief medegebruik en educatief medegebruik;f. wandel- en fietspaden;g. nutsvoorzieningen;met de daarbijbehorende:h. andere bouwwerken.13.2. Bouwregels13.2.1. Gebouwen en overkappingenOp of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.13.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,50 m;a. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste3,00 m.13.3. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het dempen of graven van sloten, poelen en/of andere waterlopen en/of -partijen of het wijzigen van het profiel daarvan;b. de aanleg van dammen;c. het diepploegen, egaliseren en/of frezen van gronden;d. het ophogen en/of afgraven van gronden;e. het scheuren van grasland;f. het gebruik van gronden ten behoeve van sierteelt, fruitteelt, bosbouw, houtteeltof overige opgaande meerjarige teeltvormen;g. het gebruik van gronden ten behoeve van bollenteelt;h. de aanleg van wegen, paden en/of verhardingen, tenzij het kavelpaden betreftten behoeve van agrarische bedrijfsvoering;i. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, woonarken ofBestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 102 1012118.03casco's, die tot woonschip of woonark kunnen worden omgebouwd;j. de aanleg van paardrijbakken, tennisbanen en zwembaden;k. het ankeren van woonschepen of vaartuigen.13.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden13.4.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:• het verbreden of aanleggen van wandel- en/of fietspaden.13.4.2. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits geen onevenredige afbreukwordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van graslandenen ruige percelen.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 103Artikel 14: Natuur – 4Link naar de toelichting van “Natuur – 4”14.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Natuur - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijkewaarden van de gronden;b. het agrarisch grondgebruik met inachtneming van de aan deze gronden toegekendenatuurlijke en landschappelijke waarden;met daaraan ondergeschikt:c. kleinschalige duurzame energiewinning;d. extensief dagrecreatief medegebruik en educatief medegebruik;e. wandel- en fietspaden;f. nutsvoorzieningen;met de daarbijbehorende:g. andere bouwwerken.14.2. Bouwregels14.2.1. Gebouwen en overkappingenOp of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.14.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,50 m;a. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste3,00 m.14.3. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het bebossen en/of het anderszins aanleggen van houtopstanden en/of diepwortelendebeplanting.14.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden14.4.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:a. het ophogen en/of afgraven van gronden, bodemverlagen en het uitvoerenvan diepe grondbewerkingen;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 104 1012118.03b. het aanleggen van paden en het anderszins aanbrengen van oppervlakteverhardingen;c. het dempen of (ver)graven van waterlopen;d. het scheuren van grasland.14.4.2. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits geen onevenredige afbreukwordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van degronden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 105Artikel 15:SportLink naar de toelichting van “Sport”15.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:1. sport- en recreatieve voorzieningen;2. culturele doeleinden;3. horeca voorzover ten dienste van en ondergeschikt aan de sport-, recreatieveen/of culturele functie;met daaraan ondergeschikt:b. wegen en paden;c. waterlopen en waterpartijen;d. nutsvoorzieningen;e. kleinschalige duurzame energiewinning;met de daarbijbehorende:f. parkeervoorzieningen;g. groenvoorzieningen;h. erven en terreinen;i. andere bouwwerken.15.2. Bouwregels15.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. gebouwen en overkappingen worden binnen een bouwvlak gebouwd;b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' bedraagt de bouwhoogtevan een gebouw c.q. overkapping ten hoogste de ter plaatse van deaanduiding aangegeven bouwhoogte.15.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 16,00 m;c. de bouwhoogte van ballenvangers bedraagt ten hoogste 8,00 m;d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m;e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 106 1012118.03Artikel 16:Tuin – OnbebouwdLink naar de toelichting van “Tuin – Onbebouwd”16.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Tuin - Onbebouwd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woonhuizenof woongebouwen;met daaraan ondergeschikt:b. nutsvoorzieningen;c. kleinschalige duurzame energiewinning;d. water;met de daarbijbehorende:e. andere bouwwerken.16.2. Bouwregels16.2.1. Gebouwen en overkappingenOp of in deze gronden worden geen gebouwen en geen overkappingen gebouwd,met uitzondering van:a. erkers tot ten hoogste 1,00 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw en toteen bouwhoogte van ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van hethoofdgebouw vermeerderd met 0,20 m;b. bestaande gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- bunker'.16.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;b. luifels zijn uitsluitend ter hoogte van de voordeur van het hoofdgebouw toegestaan,met inachtneming van de volgende regels:1. de bouwhoogte van een luifel bedraagt ten hoogste 3,00 m;2. de diepte van een luifel bedraagt ten hoogste 1,00 m;3. de breedte van een luifel bedraagt ten hoogste 2,00 m;4. het bepaalde onder 3 is niet van toepassing mits wordt aangesloten bijeen aangebouwd bijbehorend bouwwerk;c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00m;d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,00m.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 107Artikel 17:Tuin – OvertuinenLink naar de toelichting van “Tuin – Overtuinen”17.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Tuin - Overtuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. overtuinen, behorende bij de op de nabijgelegen gronden gelegen woonhuizen;met daaraan ondergeschikt:b. een paardrijbak, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie- paardrijbak";c. nutsvoorzieningen;d. kleinschalige duurzame energiewinning;e. water;met de daarbijbehorende:f. andere bouwwerken.17.2. Bouwregels17.2.1. Gebouwen en overkappingenOp of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd, metuitzondering van:a. bestaande gebouwen;b. een bestaande woonboot, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- woonboot'.17.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, zwembaden en tennisbanen gebouwd;b. andere bouwwerken ten behoeve van een paardrijbak worden uitsluitend gebouwdter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - paardrijbak";a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00m;b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 108 1012118.03Artikel 18:VerkeerLink naar de toelichting van “Verkeer”18.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. wegen en straten;b. voet- en rijwielpaden;c. parkeervoorzieningen;d. groenvoorzieningen;e. sloten, bermen en beplanting;waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkelingvan het verkeer;met daaraan ondergeschikt:f. nutsvoorzieningen;g. kleinschalige duurzame energiewinning;met de daarbijbehorende:h. andere bouwwerken.18.2. Bouwregels18.2.1. Gebouwen en overkappingenOp of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.18.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m;c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken, anders dan rechtstreeksten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagtten hoogste 5,00 m.18.3. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van de gronden als verkooppunt van motorbrandstoffen;b. het gebruik van de gronden voor wegen met meer dan twee rijstroken.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 109Artikel 19:Verkeer – VerblijfLink naar de toelichting van “Verkeer – Verblijf”19.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. (woon)straten en pleinen;b. voet- en rijwielpaden;c. parkeervoorzieningen;d. groenvoorzieningen;e. nutsvoorzieningen;f. kleinschalige duurzame energiewinning;g. water;met daaraan ondergeschikt:h. speelvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';i. evenementen zoals genoemd in Bijlage 4, ter plaatse van de aanduiding'evenemententerrein';j. een gebouw ten behoeve van detailhandel of dienstverlening, ter plaatse vande aanduiding 'detailhandel';k. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';l. tuinen en erven;met de daarbijbehorende:m. nutsvoorzieningen;n. andere bouwwerken.19.2. Bouwregels19.2.1. Gebouwen en overkappingenVoor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt:a. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' mag uitsluitend een kiosk wordengebouwd;b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen wordengebouwd;c. buiten de hiervoor genoemde aanduidingen mogen geen gebouwen en overkappingenworden gebouwd;d. de bouwhoogte van de hiervoor genoemde gebouw bedraagt ten hoogste3,00 m.19.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m;c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken, anders dan rechtstreeksten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagtten hoogste 5,00 m.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 110 1012118.03Artikel 20:WaterLink naar de toelichting van “Water”20.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. sloten, vaarten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;b. waterpartijen;c. oevers;met daaraan ondergeschikt:d. schaats- en kanovaartroutes, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vormvan recreatie - recreatieve schaats- en kanoroute";e. ligplaatsen voor woonschepen, ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';f. wegen en paden;g. groenvoorzieningen;h. aanleggelegenheid;i. nutsvoorzieningen;j. kleinschalige duurzame energiewinning;met de daarbijbehorende:k. andere bouwwerken, waaronder steigers, bruggen, duikers en/of dammen.20.2. Bouwregels20.2.1. Gebouwen en overkappingenOp of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.20.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. steigers en naar de aard daarmee gelijk te stellen andere bouwwerken mogenuitsluitend worden gebouwd, mits er een doorvaartbreedte van ten minste6,00 m gehandhaafd blijft;c. de diepte van een steiger bedraagt ten hoogste 1,00 m, tenzij de gronden terplaatse zijn voorzien van de aanduiding 'steiger', in welk geval de bepalingten aanzien van de diepte niet van toepassing is;d. de bouwhoogte van een steiger bedraagt ten hoogste de hoogte van de aangrenzendeoever;e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - recreatieveschaats- en kanoroute" bedraagt:1. de doorvaarthoogte van bruggen, duikers en daarmee gelijk te stellenoverspanningen en overkluizingen, ten minste 1,20 m;2. de doorvaartbreedte van bruggen, duikers en daarmee gelijk te stellenoverspanningen en overkluizingen, en de waterloop ten minste 3,00 m.f. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 11120.3. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik als ligplaats voor woonschepen dan wel andere vaartuigen die alszodanig gebruikt worden, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van deaanduiding 'woonschepenligplaats'.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 112 1012118.03Artikel 21:Water – WaterstaatLink naar de toelichting van “Water – Waterstaat”21.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Water - Waterstaat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. werken ten behoeve van de primaire waterkering;b. groenvoorzieningen;c. cultuurgrond;d. wegen en paden;e. water;f. dagrecreatief medegebruik;waarbij het behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden wordtnagestreefd;met daaraan ondergeschikt:g. nutsvoorzieningen;h. kleinschalige duurzame energiewinning;met de daarbijbehorende:i. andere bouwwerken.21.2. Bouwregels21.2.1. GebouwenOp of in deze gronden worden geen gebouwen gebouwd.21.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m.21.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden21.3.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamhedenVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:a. het ophogen en afgraven van gronden;b. het aanbrengen van beplanting;c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingenen de daarmee verband houdende constructies, installatiesof apparatuur.21.3.2. UitzonderingenHet bepaalde in 21.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamhedenwelke:a. het normale onderhoud betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 11321.3.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend, mits geen onevenredige afbreukwordt gedaan aan de functie als primaire waterkering, alsmede de landschappelijkeen cultuurhistorische waarden van de dijk.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 114 1012118.03Artikel 22: Wonen – 1Link naar de toelichting van “Wonen – 1”22.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor:1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;2. mantelzorg;3. kleinschalig toeristisch overnachten;b. bijbehorende bouwwerken;met daaraan ondergeschikt:c. wegen en paden;d. parkeervoorzieningen;e. groenvoorzieningen;f. nutsvoorzieningen;g. kleinschalige duurzame energiewinning;h. rustpunten;i. water;met de daarbijbehorende:j. tuinen, erven en terreinen;k. andere bouwwerken.22.2. BouwregelsDeze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken vande gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten.22.2.1. HoofdgebouwenVoor het bouwen van hoofdgebouwen geldt:a. als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd;b. een hoofdgebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;c. de afstand van een hoofdgebouw c.q. een blok van aaneengebouwde hoofdgebouwentot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 3,00 m;d. de goothoogte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 6,00 m;e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 10,00 m;f. een hoofdgebouw wordt voorzien van een kap.22.2.2. Bijbehorende bouwwerkenVoor het bouwen van bijbehorende bouwwerken geldt:a. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van ten minste 1,50 machter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd;b. bijbehorende bouwwerken bij hoekwoningen met 2 straatgevels worden uitsluitendop het zijerf gebouwd indien het zijerf grenst aan een ander zijerf,een voet- of fietspad, een parkeerplaats of een parkeerhaven;c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bijhoofdgebouwen in meer dan één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf,met een maximum van 50 m² per hoofdgebouw;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 115d. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bijhoofdgebouwen in één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, met eenmaximum van 100 m² per hoofdgebouw;e. de gezamenlijke oppervlakte van uitbreidingen van hoofdgebouwen bedraagtnooit meer dan 30% van de oppervlakte van het oorspronkelijke hoofdgebouw;f. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste3,00 m;g. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt, indienvoorzien van een kap, ten hoogste 5,00 m;h. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt tenhoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met dienverstande dat de goothoogte op zijerven bij hoekwoningen ten hoogste 4,00m bedraagt.22.2.3. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken, gelden de volgende regels:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00 mbedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen:1. op een afstand van 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw endaarvoor ten hoogste 1,00 m mag bedragen;2. van 2,00 op de erfgrens bij zijerven bij hoekwoningen met twee straatgevelsuitsluitend is toegestaan wanneer de zijtuin grenst aan een voetpad,fietspad en/of parkeerplaats of -haven;c. de bouwhoogte van balkon- en dakterrasafscheidingen bedraagt ten hoogste1,20 m;d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m;e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, bedraagt ten hoogste 5,00m.22.3. Afwijken van de bouwregels22.3.1. Hoofdgebouw buiten bouwvlakMet een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaanaan de woonsituatie en de verkeers- en parkeersituatie, worden afgewekenvan het bepaalde in 22.2.1 onder b in die zin dat een hoofdgebouw gedeeltelijkbuiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:a. de voorgevel van het hoofdgebouw niet wordt overschreden;b. de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouwniet meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van het binnen hetbouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw;c. de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerkenop het achtererf niet meer bedraagt dan 40% van de oppervlakte vanhet achtererf;d. de diepte van de uitbreiding van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan3,00 m.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 116 1012118.0322.3.2. Afwijken ten behoeve van dakopbouwMet een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaanaan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de verkeers- enparkeersituatie, worden afgeweken van het bepaalde in 22.2.1 onder d en e indie zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de toegestane goot- enbouwhoogte.22.3.3. paardrijbakken, zwembaden, tennisbanenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in22.2.3 onder a in die zin dat paardrijbakken, zwembaden en/of tennisbanen wordentoegestaan, mits:• tevens de in 22.5 bedoelde omgevingsvergunning is verleend.22.4. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefeningaan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoningzodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% vande totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorendebouwwerken;b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschaligetoeristische overnachting in een woning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlaktemeer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlaktevan de woning en meer dan twee kamers worden gebruikt;c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatievedoeleinden en horecadoeleinden, anders dan kleinschalig toeristischovernachten en rustpunten;d. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en vooreen beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit,en/of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel,anders dan productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefening aanhuis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;g. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/ofeen tennisbaan.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 11722.5. Afwijken van de gebruiksregels22.5.1. MantelzorgMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 22.4onder e in die zin dat afhankelijke woonruimte in de zin van mantelzorg wordttoegestaan in een bijbehorend bouwwerk, mits:a. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerken optimaalbenut worden om door inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijkehuisvesting ten behoeve van mantelzorg;b. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;c. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;e. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijkeeenheid vormt met het op hetzelfde perceel gesitueerde woonhuis, waarbij demaximale afstand van het woonhuis tot het bijbehorend bouwwerk 20,00 mbedraagt;f. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;g. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, indié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;h. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersenparkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.22.5.2. Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 22.4onder g in die zin dat gronden worden gebruikt voor een paardrijbak, een zwembadof een tennisbaan, mits:a. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan wordt aangelegd op een afstandvan ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van het woonhuis;b. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan zoveel mogelijk recht achterde voorgevel van (het hoofd)gebouw(en) wordt gesitueerd en landschappelijkwordt ingepast;c. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;d. geen bouwwerken ten behoeve van verlichting bij een paardrijbak, eenzwembad en/of een tennisbaan worden aangebracht;e. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersenparkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 118 1012118.03Artikel 23: Wonen – 2Link naar de toelichting van “Wonen – 2”23.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor:1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;2. mantelzorg;3. kleinschalig toeristisch overnachten;4. kantoor, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';5. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';6. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';7. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';8. horeca van categorie II, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorieII';9. een theetuin, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen -theetuin';10. een wijnproeverij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen- wijnproeverij';b. bijbehorende bouwwerken;waarbij, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "karakteristiek",de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van degebouwen wordt nagestreefd;met daaraan ondergeschikt:c. wegen en paden;d. parkeervoorzieningen;e. groenvoorzieningen;f. nutsvoorzieningen;g. kleinschalige duurzame energiewinning;h. rustpunten;i. water;met de daarbijbehorende:j. tuinen, erven en terreinen;k. andere bouwwerken.23.2. BouwregelsDeze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken vande gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten.23.2.1. HoofdgebouwenVoor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:a. als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd;b. een hoofdgebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' bedraagt de goothoogtevan een hoofdgebouw ten hoogste de ter plaatse van die aanduidingBuro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 119aangegeven goothoogte;d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' bedragende goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw ten hoogste de ter plaatsevan die aanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte;e. in afwijking van bovenstaande geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen'ten hoogste het aantal woningen dat ter plaatse van die aanduiding isopgenomen, mag worden gebouwd, waarbij:1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden 2' een 2-onder-1 kapwoning mag worden met een inhoud van 400 m³ per woning;2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden 4' tenhoogste 4 appartementen met een maximale inhoud van 300³ mogenworden gebouwd dan wel 2 vrijstaande woningen met een maximale inhoudvan 600 m³ en de goothoogte ten hoogste 6,00 m bedraagt;3. op eigen erf in de parkeerbehoefte wordt voorzien.23.2.2. Bijbehorende bouwwerkenVoor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:a. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van ten minste 1,50 machter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd;b. bijbehorende bouwwerken bij hoekwoningen met 2 straatgevels worden uitsluitendop het zijerf gebouwd indien het zijerf grenst aan een ander zijerf,een voet- of fietspad, een parkeerplaats of een parkeerhaven;c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bijhoofdgebouwen in meer dan één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf,met een maximum van 50 m² per hoofdgebouw;d. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bijhoofdgebouwen in één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, met eenmaximum van 100 m² per hoofdgebouw;e. de gezamenlijke oppervlakte van uitbreidingen van hoofdgebouwen bedraagtnooit meer dan 30% van de oppervlakte van het oorspronkelijke hoofdgebouw;f. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste3,00 m;g. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt, indienvoorzien van een kap, ten hoogste 5,00 m;h. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt tenhoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met dienverstande dat de goothoogte op zijerven bij hoekwoningen ten hoogste 4,00m bedraagt.23.2.3. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken, gelden de volgende regels:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00 mbedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen:1. op een afstand van 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw endaarvoor ten hoogste 1,00 m mag bedragen;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 120 1012118.032. van 2,00 op de erfgrens bij zijerven bij hoekwoningen met twee straatgevelsuitsluitend is toegestaan wanneer de zijtuin grenst aan een voetpad,fietspad en/of parkeerplaats of -haven;c. de bouwhoogte van balkon- en dakterrasafscheidingen bedraagt ten hoogste1,20 m;d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m;e. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste5,00 m.23.3. Afwijken van de bouwregels23.3.1. Bouwen buiten bouwvlakMet een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaanaan de woonsituatie en de verkeers- en parkeersituatie, worden afgewekenvan het bepaalde in 23.2.1 onder b in die zin dat:a. een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:1. de voorgevel van het hoofdgebouw niet wordt overschreden;2. de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van hethoofdgebouw niet meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van hetbinnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw;3. de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorendebouwwerken op het achtererf niet meer bedraagt dan 40% van de oppervlaktevan het achtererf;4. de diepte van de uitbreiding van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan3,00 m.23.3.2. Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in23.2.3 onder a in die zin dat paardrijbakken, zwembaden en/of tennisbanen wordentoegestaan, mits:• tevens de in 23.5 bedoelde omgevingsvergunning is verleend.23.4. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefeningaan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoningzodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% vande totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorendebouwwerken;b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschaligetoeristische overnachting in een woning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlaktemeer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlaktevan de woning en meer dan twee kamers worden gebruikt;c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatievedoeleinden en horecadoeleinden, anders dan kleinschalig toeristischovernachten en rustpunten en anders dan ter plaatse van de aanduiding 'horecavan categorie II';d. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 121e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en vooreen beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit,en/of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel,anders dan productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefening aanhuis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en anders dan ter plaatsevan de aanduiding 'detailhandel';g. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/ofeen tennisbaan.23.5. Afwijken van de gebruiksregels23.5.1. MantelzorgMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 23.4onder e in die zin dat afhankelijke woonruimte in de zin van mantelzorg wordttoegestaan in een bijbehorend bouwwerk, mits:a. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerken optimaalbenut worden om door inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijkehuisvesting ten behoeve van mantelzorg;b. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;c. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;e. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijkeeenheid vormt met het op hetzelfde perceel gesitueerde woonhuis, waarbij demaximale afstand van het woonhuis tot het bijbehorend bouwwerk 20,00 mbedraagt;f. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;g. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, indié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;h. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersenparkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.23.5.2. Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 23.4onder g in die zin dat gronden worden gebruikt voor een paardrijbak, een zwembadof een tennisbaan, mits:a. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan wordt aangelegd op een afstandvan ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van het woonhuis;b. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan zoveel mogelijk recht achterde voorgevel van (het hoofd)gebouw(en) wordt gesitueerd en landschappelijkwordt ingepast;c. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;d. geen bouwwerken ten behoeve van verlichting bij een paardrijbak, eenzwembad en/of een tennisbaan worden aangebracht;e. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersenparkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 122 1012118.0323.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden23.6.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:• het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse vande aanduiding "karakteristiek".23.6.2. UitzonderingenHet bepaalde in 23.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:a. het normale onderhoud betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.23.6.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits:a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheidniet mogelijk is;b. het delen van een pand of bijgebouwen betreft die op zichzelf niet karakteristiekzijn en waarbij door verwijderen daarvan de karakteristieke hoofdvormniet onevenredig wordt aangetast.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 123Artikel 24:Wonen – StolpLink naar de toelichting van “Wonen – Stolp”24.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Wonen - Stolp' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. woonhuizen met bijbehorende bouwwerken in de bouwvorm van een stolp, aldan niet in combinatie met ruimte voor:1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;2. mantelzorg;3. kleinschalig toeristisch overnachten;4. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';5. een technisch installatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifiekevorm van bedrijf - installatiebedrijf';6. een atelier en overige doeleinden van cultuur en ontspanning, ter plaatsevan de aanduiding 'cultuur en ontspanning';waarbij, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "karakteristiek",de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm vande gebouwen wordt nagestreefd;b. het behoud en het herstel van de bestaande hoofdvormen van de stolpen;met daaraan ondergeschikt:c. kleinschalige duurzame energiewinning;d. wegen en paden;e. water;f. rustpunten;met de daarbijbehorende:g. tuinen, erven en terreinen;h. andere bouwwerken.24.2. BouwregelsDeze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken vande gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten.24.2.1. Woonhuizen met bijbehorende bouwwerken binnen een bouwvlakVoor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak geldt:a. als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen in de bouwvorm van eenstolp gebouwd;b. het aantal hoofdgebouwen bedraagt per bestemmingsvlak ten hoogste één;c. een hoofdgebouw wordt met ten minste één gevel in een naar de weg gekeerdebouwgrens gebouwd;d. bij verbouw of bij nieuwbouw wordt de hoofdvorm van het gebouw, bepaalddoor de goothoogte en bouwhoogte, dakvorm, oppervlakte alsmede de verhoudingtussen lengte- en breedtematen en gevelindeling niet gewijzigd;e. de bijbehorende bouwwerken worden achter de naar de weg(en) gekeerdegevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan gebouwd;f. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt tenhoogste de oppervlakte van het hoofdgebouw;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 124 1012118.03g. de maatvoering van een gebouw of een overkapping voldoet aan de eisen diein het volgende bouwschema zijn gesteld:Functie van een gebouw of Goothoogte in m Dakhelling in ° Bouwhoogte in moverkappingmax Min max maxHoofdgebouw bestaand Bestaand bestaand bestaandBijbehorende bouwwerken 3,00 30 60 6,0024.2.2. Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlakVoor het bouwen van bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak geldt:a. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt perhoofdgebouw ten hoogste 40 m²;b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt tenhoogste 50% van de oppervlakte van de gronden behorende bij het hoofdgebouwgelegen buiten het bouwvlak;c. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk bedraagt ten hoogste 3,00 m;d. de dakhelling van een bijbehorend bouwwerk bedraagt ten minste 30º en tenhoogste 60º;e. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk bedraagt ten hoogste 6,00 m.24.2.3. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingenachter de voorgevel van het hoofdgebouw ten hoogste 2,00 m bedraagt;c. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 7,00 m;d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.24.3. Afwijken van de bouwregels24.3.1. Afwijken maatvoeringenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in24.2.1. onder d in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van debestaande maatvoeringen en gevelindeling van een stolp, mits:a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de hoofdvorm van de stolp.24.3.2. Vergroten oppervlakte bijbehorende bouwwerkenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in24.2.2 onder a in die zin dat, met behoud van het bepaalde in 24.2.2 onder c, buiteneen bouwvlak de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerkenbij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 100 m², mits;a. de vergroting alleen wordt toegestaan op percelen met een omvang van tenminste 1000 m²;b. er sprake is van een goede verhouding tot het hoofdgebouw en het erf;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 125c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en het straatenbebouwingsbeeld.24.3.3. Saneringsregeling oppervlakte bijbehorende bouwwerken 1Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in24.2.2 onder a, met behoud van het bepaalde in 24.2.2 onder b, in die zin dat,indien reeds 200 m² of meer aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is, maarminder dan 500 m², een per bestemmingsvlak eenmalige vervangende bouwen/of verbouw van bijbehorende bouwwerken plaats vindt tot een maximum oppervlakvan 50% van het oppervlak aan gebouwen boven de 200 m², mits:a. de toepassing van deze afwijking tot gevolg heeft dat er een afname van debestaande hoeveelheid aan bebouwing plaatsvindt ten gunste van de landschappelijkewaarden en de ruimtelijke kwaliteit van het bebouwingsbeeld;b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bebouwingsbeeld,de woonsituatie, de natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkhedenvan de aangrenzende gronden.24.3.4. Saneringsregeling oppervlakte bijbehorende bouwwerken 2Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in24.2.2 onder a, met behoud van het bepaalde in 24.2.2 onder b, in die zin dat,indien reeds meer dan 500 m² aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is, eenper bestemmingsvlak eenmalige vervangende bouw en/of verbouw van bijbehorendebouwwerken plaats vindt tot een maximum oppervlak van 20% van het oppervlakaan gebouwen boven de 500 m², mits:a. de toepassing van deze afwijking tot gevolg heeft dat er een afname van debestaande hoeveelheid aan bebouwing plaatsvindt ten gunste van de landschappelijkewaarden en de ruimtelijke kwaliteit van het bebouwingsbeeld;b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bebouwingsbeeld,de woonsituatie, de natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkhedenvan de aangrenzende gronden.24.3.5. Veranderen dakhelling bijbehorende bouwwerkenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in24.2.2 onder d in die zin dat de dakhelling van bijbehorende bouwwerken wordtverlaagd dan wel dat een bijbehorend bouwwerk wordt voorzien van een platdak, mits:• geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden,het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzendegronden.24.3.6. Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in24.2.3 onder a in die zin dat paardrijbakken, zwembaden en/of tennisbanen wordentoegestaan, mits:• tevens de in 24.5.2 bedoelde omgevingsvergunning is verleend.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 126 1012118.0324.4. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van gebouwen en overkappingen in combinatie met bedrijfsdoeleindenanders dan de in 24.1. onder a genoemde bedrijvigheid;b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefeningaan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoningzodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% vande totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorendebouwwerken;c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschaligetoeristische overnachting in een woning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlaktemeer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlaktevan de woning en meer dan twee kamers worden gebruikt;d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatievedoeleinden en horecadoeleinden, anders dan kleinschalig toeristischovernachten en rustpunten;e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouwvoor bewoning en voor een beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschaligebedrijfsmatige activiteit, en/of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;f. het gebruik van woonhuizen voor meer dan één woning;g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel,anders dan productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefening aanhuis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;h. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/ofeen tennisbaan.24.5. Afwijken van de gebruiksregels24.5.1. MantelzorgMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 24.4onder e in die zin dat afhankelijke woonruimte in de zin van mantelzorg wordttoegestaan in een bijbehorend bouwwerk, mits:a. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerken optimaalbenut worden om door inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijkehuisvesting ten behoeve van mantelzorg;b. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;c. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;e. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijkeeenheid vormt met het op hetzelfde perceel gesitueerde woonhuis, waarbij demaximale afstand van het woonhuis tot het bijbehorend bouwwerk 20,00 mbedraagt;f. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;g. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, indié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 127h. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersenparkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.24.5.2. Paardrijbakken, zwembaden en tennisbanenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 24.4onder h in die zin dat gronden worden gebruikt voor een paardrijbak, een zwembadof een tennisbaan, mits:a. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan wordt aangelegd op een afstandvan ten hoogste 100 m uit de dichtstbijzijnde gevel van het woonhuis;b. de paardrijbak, het zwembad of de tennisbaan zoveel mogelijk recht achterde voorgevel van (het hoofd)gebouw(en) wordt gesitueerd en landschappelijkwordt ingepast;c. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;d. geen bouwwerken ten behoeve van verlichting bij een paardrijbak, eenzwembad en/of een tennisbaan worden aangebracht;e. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersenparkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.24.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden24.6.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:a. het (gedeeltelijk) verwijderen van stolpen.a. het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse vande aanduiding "karakteristiek".24.6.2. UitzonderingHet bepaalde in 24.6.1. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden,die:a. het normale onderhoud betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.24.6.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits:a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheidniet mogelijk is;b. het delen van een stolp betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbijdoor verwijdering daarvan de karakteristieke hoofdvorm van de stolp nietonevenredig wordt aangetast.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 128 1012118.0324.7. Wijzigingsbevoegdheid24.7.1. Meerdere woningenBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een woonhuis,al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruiktvoor meer dan één woning, mits:a. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van het behoud vande stolp;b. ter plaatse tevens de aanduiding "specifieke vorm van wonen - meerdere woningen"wordt aangebracht;c. de oppervlakte van het vierkant ten minste 200 m² bedraagt, waarbij de oppervlaktevan iedere bedrijfswoning ten minste 100 m² bedraagt;d. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot;e. geen sprake is van een onevenredige beperking van de ontwikkelingsmogelijkhedenvan aangrenzende bedrijven;f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden vande aangrenzende gronden.24.7.2. Wijzigen bestemming vanwege afwijkende bouwvormBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat wordt afgewekenvan de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de stolp en eenandere bouwvorm wordt teruggebouwd, waarbij de gronden worden voorzien vande bestemming 'Wonen - 2', mits:a. de stolp teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijkestaat redelijkerwijs niet verlangd kan worden;b. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 23 vanovereenkomstige toepassing zijn;c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het straat- enbebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzendegronden.24.7.3. Wijzigen met compensatieBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ter plaatseeen bestemmingsvlak 'Wonen - 2' wordt aangebracht ten behoeve van de bouwvan een woonhuis ter compensatie van de sloop van voormalige bedrijfsgebouwenen/of overkappingen, mits:a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel Wonen -2 van overeenkomstige toepassing zijn;b. het ter compensatie van de sloop nieuw te bouwen woonhuis in de directenabijheid van het bestaande woonhuis wordt gebouwd;c. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;d. geen sprake is van een onevenredige beperking van de ontwikkelingsmogelijkhedenvan aangrenzende bedrijven;e. op het betreffende bouwperceel aanwezige voormalige bedrijfsgebouwen meteen gezamenlijke oppervlakte van tenminste 1.000 m², die tenminste tien jaaroud zijn en niet bestaan uit cultuurhistorisch waardevolle en/of karakteristiekebedrijfsgebouwen, worden gesloopt;f. met een beeldkwaliteitsplan wordt aangetoond dat sprake is van een verbete-Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 129ring van de ruimtelijke, landschappelijke en milieukwaliteit;g. de geluidsbelasting van de geluidsgevoelige gebouwen niet hoger is dan dedaarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere waarde;h. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijkeen landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de verkeers- enparkeersituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzendegronden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 130 1012118.03Artikel 25:Wonen – WooncentrumLink naar de toelichting van “Wonen – Wooncentrum”25.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. woongebouwen al dan niet in combinatie met ruimte voor:1. sociaal-/medische voorzieningen;2. sociaal-culturele voorzieningen;met daaraan ondergeschikt:b. wegen en paden;c. nutsvoorzieningen;d. kleinschalige duurzame energiewinning;e. rustpunten;f. parkeervoorzieningen;g. groenvoorzieningen;h. stallingsruimte voor fietsen;i. water;met de daarbijbehorende:j. tuinen, erven en terreinen;k. andere bouwwerken.25.2. Bouwregels25.2.1. GebouwenVoor het bouwen van gebouwen geldt:a. een gebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' bedraagt de bouwhoogtevan een gebouw ten hoogste de in de aanduiding aangegeven bouwhoogte.25.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingenvóór de voorgevel van het hoofdgebouw ten hoogste 1,00 m mag bedragen;b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 131Artikel 26:Wonen – WoongebouwLink naar de toelichting van “Wonen – Woongebouw”26.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. woongebouwen;met daaraan ondergeschikt:b. wegen en paden;c. nutsvoorzieningen;d. kleinschalige duurzame energiewinning;e. rustpunten;f. parkeervoorzieningen;g. stallingsruimte voor fietsen;h. groenvoorzieningen;i. water;met de daarbijbehorende:j. tuinen, erven en terreinen;k. andere bouwwerken.26.2. Bouwregels26.2.1. WoongebouwenVoor het bouwen van woongebouwen geldt:a. een woongebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' bedraagtde goot- en bouwhoogte van een woongebouw ten hoogste de in de aanduidingaangegeven goot- en bouwhoogte.26.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van overige andere bouwwerken geldt:a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking vanwindenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingenvóór de voorgevel van het hoofdgebouw ten hoogste 1,00 m mag bedragen;c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 132 1012118.03Artikel 27:Wonen – WoonwagenstandplaatsLink naar de toelichting van “Wonen – Woonwagenstandplaats”27.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemdvoor:a. standplaatsen voor woonwagens;met daaraan ondergeschikt:b. kleinschalige duurzame energiewinning;c. wegen en paden;d. water;met de daarbijbehorende:e. gebouwen ten behoeve van bergingen en sanitaire voorzieningen ten behoevevan standplaatsen voor woonwagens;f. terreinen;g. parkeervoorzieningen;h. andere bouwwerken.27.2. Bouwregels27.2.1. WoonwagensVoor het plaatsen van woonwagens geldt:a. het aantal standplaatsen voor woonwagens bedraagt ten hoogste 3;b. de afstand van een woonwagen tot de weg bedraagt ten minste 3,00 m;c. de oppervlakte van een woonwagen bedraagt ten hoogste 60 m²;d. de bouwhoogte van een woonwagen bedraagt ten hoogste 4,00 m.27.2.2. Gebouwen ten behoeve van bergingen en sanitaire voorzieningen ten behoevevan standplaatsen voor woonwagensVoor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bergingen en sanitaire voorzieningenten behoeve van standplaatsen voor woonwagens geldt:a. per woonwagen mag een gebouw ten behoeve van bergingen en sanitairevoorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 10 m² worden gebouwd;b. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van bergingen en sanitaire voorzieningenbedraagt ten hoogste 3,00 m.27.2.3. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:a. er worden geen windmolens en paardrijbakken gebouwd;b. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00 m;c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00m.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 133Artikel 28:Leiding – HoogspanningsverbindingLink naar de toelichting van “Leiding – Hoogspanningsverbinding”28.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalvevoor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:a. een bovengrondse hoogspanningsverbinding;met de daarbijbehorende:b. veiligheidszones;c. andere bouwwerken.28.2. Bouwregels28.2.1. Gebouwen en andere bouwwerkenIn afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingenmogen op of in deze gronden geen gebouwen, overkappingen en anderebouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.28.2.2. Geen gebouwen en overkappingenTen behoeve van deze dubbelbestemming mogen geen gebouwen en overkappingenworden gebouwd.28.2.3. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:• de bouwhoogte van andere bouwwerken zal ten hoogste 40,00 m bedragen.28.3. Afwijken van de bouwregels28.3.1. Gebouwen en andere bouwwerkenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in28.2.1 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemdegebouwen, overkappingen en andere bouwwerken, worden gebouwd,mits:a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functionerenvan hoogspanningsleidingen.28.4. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:• het gebruik van de gronden en bouwwerken als risicogevoelig object binneneen ter plaatse aangegeven veiligheidszone.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 134 1012118.0328.5. Afwijken van de gebruiksregels28.5.1. Gebruik risicogevoelig objectMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 28.4in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt als risicogevoelig object,mits:a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen engoederen.28.6. Wijzigingsbevoegdheid28.6.1. Verwijderen dubbelbestemmingBurgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wordt verwijderd, mits:a. deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, mits er sprake is van het verwijderendan wel verplaatsen van een bestaande leiding;b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijkeen landschappelijke waarden, de bodemkundige, de cultuurhistorische waarden,de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzendegronden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 135Artikel 29:Leiding – RioolLink naar de toelichting van “Leiding – Riool”29.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daarvoorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:a. een strook ten behoeve van een rioolpersleiding, alsmede het onderhoud enbeheer daarvan;met de daarbijbehorende:b. andere bouwwerken.29.2. Bouwregels29.2.1. AlgemeenIn afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming(en)mogen geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van dezedubbelbestemming.29.2.2. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken (ten behoeve van deze dubbelbestemming),geldt:• de bouwhoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 2,00 m bedragen.29.3. Afwijken van de bouwregelsMet een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 29.2.1 indie zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwenen/of andere bouwwerken worden gebouwd, mits:• geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functionerenvan de betreffende rioolpersleiding.29.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden29.4.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamhedenVoor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamhedenis, ongeacht het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming(en),een omgevingsvergunning vereist:a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigenvan de bodemstructuur;b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 0,30 m;c. het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 0,30 m;d. het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingen;e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieperwortelen of kunnen wortelen dan 0,30 m.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 136 1012118.0329.4.2. UitzonderingenHet bepaalde in 29.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamhedenwelke:a. het normale onderhoud betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.29.4.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits hierdoor geen onevenredigeafbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de betreffende rioolpersleiding.29.5. Wijzigingsbevoegdheid29.5.1. Verwijderen dubbelbestemmingBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming'Leiding - Riool' wordt verwijderd, mits:a. deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, mits er sprake is van het verwijderendan wel verleggen van een bestaande leiding;b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijkeen landschappelijke waarden, de bodemkundige, de cultuurhistorische waarden,de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzendegronden.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 137Artikel 30:Waarde – AardkundigLink naar de toelichting van “Waarde – Aardkundig”30.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Waarde - Aardkundig' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daarvoorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:• het behoud, het herstel en de uitbouw van de aardkundige waarden.30.2. Specifieke gebruiksregelsTot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:• het dempen en/of graven van sloten en/of andere waterlopen en/of -partijen.30.3. Afwijken van de gebruiksregels30.3.1. Werken en werkzaamhedenMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 30.2in die zin dat sloten en/of andere waterlopen en/of -partijen worden gedempten/of gegraven, mits:a. het om een zeer beperkte ingreep gaat die wordt uitgevoerd ten behoeve vaneen landbouwkundige noodzaak;b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aardkundige van het gebied.30.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden30.4.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is eenomgevingsvergunning vereist:a. het ontgronden, diepploegen, egaliseren, afgraven en/of anderszins ingrijpendwijzigen van de bodemstructuur;b. het aanleggen van ondergrondse, bovengrondse hoofdtransport-, energieen/oftelecommunicatiekabels en/of -leidingen.30.4.2. UitzonderingHet bepaalde in 30.4.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerkenzijnde, en werkzaamheden welke:a. het normale onderhoud en het normaal agrarisch gebruik betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.30.4.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits hierdoor geen onevenredigeafbreuk wordt gedaan aan de aardkundige waarden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 138 1012118.03Artikel 31: Waarde - Archeologie 1Link naar de toelichting van “Waarde - Archeologie 1”31.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de anderedaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:• het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.31.2. Bouwregels31.2.1. Omgevingsvergunning voor het bouwenVoor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden plaatsvinden moet alvorenseen omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoonddat:a. geen archeologische waarden aanwezig zijn; dan welb. dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredigworden geschaad; dan welc. dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord.31.2.2. Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwenIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenenvan de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnenéén of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan deomgevingsvergunning voor het bouwen:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.31.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden31.3.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamhedenVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeachthet bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassingzijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen;b. het rooien of vellen van houtopstanden;c. de aanleg van verhardingen;d. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;e. het graven, verbreden of dempen van sloten alsmede het aanleggen en intensiverenvan drainage;f. het in de grond brengen van voorwerpen;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 139g. het verrichten van graafwerkzaamheden;h. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingenen de daarmee verband houdende constructies, installatiesof apparatuur.31.3.2. UitzonderingHet bepaalde in 31.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, waaronder begrepenhet vervangen van drainagewerken;b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen wordenuitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie.31.3.3. ToetsingscriteriaDe in 31.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits:a. is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel;b. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad,dan wel;c. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.31.3.4. Voorwaarden omgevingsvergunningIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoerenvan werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen wordenverstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbondenaan de omgevingsvergunning:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.31.4. WijzigingsbevoegdheidBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien opbasis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoonddat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 140 1012118.03Artikel 32: Waarde - Archeologie 2Link naar de toelichting van “Waarde - Archeologie 2”32.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de anderedaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:• het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.32.2. Bouwregels32.2.1. Omgevingsvergunning voor het bouwenVoor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlaktegroter dan 100 m² en dieper dan 0,35 m onder het maaiveld plaatsvinden moetalvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoonddat:a. geen archeologische waarden aanwezig zijn; dan welb. dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredigworden geschaad; dan welc. dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord.32.2.2. Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwenIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenenvan de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnenéén of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan deomgevingsvergunning voor het bouwen:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.32.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden32.3.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamhedenVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeachthet bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassingzijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen over een groter oppervlakdan 100 m²;b. het rooien of vellen van houtopstanden over een groter oppervlak dan 100m²;c. de aanleg van verhardingen met een groter oppervlak dan 100 m² en op eengrotere diepte dan 0,35 m;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 141d. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden met een groter oppervlakdan 100 m² en op een grotere diepte dan 0,35 m;e. het graven, verbreden of dempen van sloten alsmede het aanleggen en intensiverenvan drainage over of met een groter oppervlak dan 100 m² en opeen grotere diepte dan 0,35 m;f. het in de grond brengen van voorwerpen over een groter oppervlak dan 100m² op een grotere diepte dan 0,35 m;g. het verrichten van graafwerkzaamheden over een groter oppervlak dan 100m² en dieper dan 0,35 m;h. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingenen de daarmee verband houdende constructies, installatiesof apparatuur over een groter oppervlak dan 100 m² en op een groterediepte dan 0,35 m.32.3.2. UitzonderingHet bepaalde in 32.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, waaronder begrepenhet vervangen van drainagewerken;b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen wordenuitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie.32.3.3. ToetsingscriteriaDe in 32.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits:a. is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel;b. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad,dan wel;c. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.32.3.4. Voorwaarden omgevingsvergunningIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoerenvan werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen wordenverstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbondenaan de omgevingsvergunning:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 142 1012118.0332.4. WijzigingsbevoegdheidBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien opbasis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoonddat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 143Artikel 33: Waarde - Archeologie 3Link naar de toelichting van ”Waarde - Archeologie 3”33.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de anderedaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:• het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.33.2. Bouwregels33.2.1. Omgevingsvergunning voor het bouwenVoor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlaktegroter dan 500 m² en dieper dan 0,40 m onder het maaiveld plaatsvinden moetalvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoonddat:a. geen archeologische waarden aanwezig zijn; dan welb. dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredigworden geschaad; dan welc. dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord.33.2.2. Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwenIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenenvan de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnenéén of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan deomgevingsvergunning voor het bouwen:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.33.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden33.3.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamhedenVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeachthet bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassingzijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen over een groter oppervlakdan 500 m²;b. het rooien of vellen van houtopstanden over een groter oppervlak dan 500m²;c. de aanleg van verhardingen met een groter oppervlak dan 500 m² en op eengrotere diepte dan 0,40 m;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 144 1012118.03d. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden met een groter oppervlakdan 500 m² en op een grotere diepte dan 0,40 m;e. het graven, verbreden of dempen van sloten alsmede het aanleggen en intensiverenvan drainage over of met een groter oppervlak dan 500 m² en opeen grotere diepte dan 0,40 m;f. het in de grond brengen van voorwerpen over een groter oppervlak dan 500m² op een grotere diepte dan 0,40 m;g. het verrichten van graafwerkzaamheden over een groter oppervlak dan 500m² en dieper dan 0,40 m;h. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingenen de daarmee verband houdende constructies, installatiesof apparatuur over een groter oppervlak dan 500 m² en op een groterediepte dan 0,40 m.33.3.2. UitzonderingHet bepaalde in 33.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, waaronder begrepenhet vervangen van drainagewerken;b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen wordenuitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie.33.3.3. ToetsingscriteriaDe in 33.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits:a. is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel;b. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad,dan wel;c. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.33.3.4. Voorwaarden omgevingsvergunningIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoerenvan werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen wordenverstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbondenaan de omgevingsvergunning:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 14533.4. WijzigingsbevoegdheidBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis vanarcheologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond datter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 146 1012118.03Artikel 34: Waarde - Archeologie 4Link naar de toelichting van “Waarde - Archeologie 4”34.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de anderedaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:• het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.34.2. Bouwregels34.2.1. Omgevingsvergunning voor het bouwenVoor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlaktegroter dan 2.500 m² en dieper dan 0,40 m onder het maaiveld plaatsvinden moetalvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoonddat:a. geen archeologische waarden aanwezig zijn; dan welb. dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredigworden geschaad; dan welc. dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord.34.2.2. Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwenIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenenvan de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnenéén of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan deomgevingsvergunning voor het bouwen:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.34.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden34.3.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamhedenVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeachthet bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassingzijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen over een groter oppervlakdan 2.500 m²;b. het rooien of vellen van houtopstanden over een groter oppervlak dan 2.500m²;c. de aanleg van verhardingen met een groter oppervlak dan 2.500 m² en opeen grotere diepte dan 0,40 m;Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 147d. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden met een groter oppervlakdan 2.500 m² en op een grotere diepte dan 0,40 m;e. het graven, verbreden of dempen van sloten alsmede het aanleggen en intensiverenvan drainage over of met een groter oppervlak dan 2.500 m² en opeen grotere diepte dan 0,40 m;f. het in de grond brengen van voorwerpen over een groter oppervlak dan 2.500m² op een grotere diepte dan 0,40 m;g. het verrichten van graafwerkzaamheden over een groter oppervlak dan 2.500m² en dieper dan 0,40 m;h. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingenen de daarmee verband houdende constructies, installatiesof apparatuur over een groter oppervlak dan 2.500 m² en op eengrotere diepte dan 0,40 m.34.3.2. UitzonderingHet bepaalde in 34.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, waaronder begrepenhet vervangen van drainagewerken;b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen wordenuitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie.34.3.3. ToetsingscriteriaDe in 34.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits:a. is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel;b. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad,dan wel;c. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.34.3.4. Voorwaarden omgevingsvergunningIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoerenvan werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen wordenverstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbondenaan de omgevingsvergunning:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 148 1012118.0334.4. WijzigingsbevoegdheidBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis vanarcheologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond datter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 149Artikel 35: Waarde - Archeologie 5Link naar de toelichting van “Waarde - Archeologie 5”35.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de anderedaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:• het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.35.2. Bouwregels35.2.1. Omgevingsvergunning voor het bouwenVoor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlaktegroter dan 10.000 m² en dieper dan 0,40 m onder het maaiveld plaatsvindenmoet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijnaangetoond dat:a. geen archeologische waarden aanwezig zijn; dan welb. dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredigworden geschaad; dan welc. dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord.35.2.2. Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwenIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenenvan de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnenéén of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan deomgevingsvergunning voor het bouwen:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.35.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden35.3.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamhedenVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeachthet bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassingzijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen over een groter oppervlakdan 10.000 m²;b. het rooien of vellen van houtopstanden over een groter oppervlak dan 10.000m²;c. de aanleg van verhardingen met een groter oppervlak dan 10.000 m² en opeen grotere diepte dan 0,40 m;Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 150 1012118.03d. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden met een groter oppervlakdan 10.000 m² en op een grotere diepte dan 0,40 m;e. het graven, verbreden of dempen van sloten alsmede het aanleggen en intensiverenvan drainage over of met een groter oppervlak dan 10.000 m² enop een grotere diepte dan 0,40 m;f. het in de grond brengen van voorwerpen over een groter oppervlak dan10.000 m² op een grotere diepte dan 0,40 m;g. het verrichten van graafwerkzaamheden over een groter oppervlak dan10.000 m² en dieper dan 0,40 m;h. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingenen de daarmee verband houdende constructies, installatiesof apparatuur over een groter oppervlak dan 10.000 m² en op eengrotere diepte dan 0,40 m.35.3.2. UitzonderingHet bepaalde in 35.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, waaronder begrepenhet vervangen van drainagewerken;b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen wordenuitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie.35.3.3. ToetsingscriteriaDe in 35.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits:a. is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel;b. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad,dan wel;c. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerkenzijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.35.3.4. Voorwaarden omgevingsvergunningIndien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoerenvan werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen wordenverstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbondenaan de omgevingsvergunning:a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologischeresten in de bodem kunnen worden behouden;b. de verplichting tot het doen van opgravingen;c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring,te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologischemonumentenzorg.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 15135.4. WijzigingsbevoegdheidBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis vanarcheologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond datter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 152 1012118.03Artikel 36:Waarde - Beschermd dorpsgezicht ZuiderwoudeLink naar de toelichting van “Waarde - Beschermd dorpsgezicht Zuiderwoude”36.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Zuiderwoude' aangewezen grondenzijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemdvoor:• het behoud, herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische en ruimtelijkewaarden van het gebied en zijn bebouwing.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 153Artikel 37:Waterstaat – WaterkeringLink naar de toelichting van “Waterstaat – Waterkering”37.1. BestemmingsomschrijvingDe voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor dedaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:• het behoud, het herstel en het beheer van de waterstaatsdoeleinden en decultuurhistorische waarden.37.2. Bouwregels37.2.1. Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerkenIn afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingenworden op of in deze gronden geen gebouwen, overkappingen en anderebouwwerken gebouwd, anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming.37.2.2. Gebouwen en overkappingenOp of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.37.2.3. Andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:• de bouwhoogte van de andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m.37.3. Afwijken van de bouwregelsMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in37.2.2 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemdegebouwen, overkappingen of andere bouwwerken, worden gebouwd,mits:• geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en hetbeheer van de waterstaatsdoeleinden en de cultuurhistorische waarden.37.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, en van werkzaamheden37.4.1. VergunningplichtVoor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeachthet bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassingzijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:a. het ophogen en afgraven van gronden;b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;c. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplanting die dieperwortelt of kan wortelen dan 0,30 m;d. het aanleggen, dempen of vergraven van watergangen en/of -partijen.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 154 1012118.0337.4.2. UitzonderingenHet bepaalde in 37.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamhedenwelke:a. het normale onderhoud betreffen;b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.37.4.3. ToetsingscriteriaDe omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits de waterkering en/of delandschappelijke en/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden geschaad.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 155HOOFDSTUK 3ALGEMENE REGELSArtikel 38:Anti-dubbeltelbepalingGrond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplanwaaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordelingvan latere bouwplannen buiten beschouwing.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 156 1012118.03Artikel 39:Algemene bouwregels39.1. Regeling dakterrassenVoor dakterrassen geldt:a. een dakterras aan de voorzijde van een woning is niet toegestaan;b. een dakterras op een vrijstaand bijbehorend bouwwerk is niet toegestaan;c. een dakterras dient te worden omsloten door een hekwerk met een hoogstevan ten hoogste 1,20 m. Dit hekwerk dient binnen de dakrand te worden geplaatst.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 157Artikel 40:Algemene gebruiksregels40.1. Strijdig gebruikTot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer woningen dan het bestaandeaantal, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding'wonen' binnen de bestemming 'Wonen - 2';b. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen,anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemmingtoegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;c. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-,vaar- of vliegtuigen;d. het storten van puin en/of afvalstoffen;e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.40.2. Niet-strijdig gebruikTot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt niet gerekend:a. het gebruik van de gronden voor weekmarkten;b. het gebruik van de gronden voor terrassen;c. het gebruik van de gronden voor standplaatsen voor detailhandel en/ofdienstverlening.40.3. Afwijken van de gebruiksregelsMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels perbestemming in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoevevan een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid, mits:a. de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een kleinschalige toeristischeovernachtingsmogelijkheid ten hoogste 50% van de brutovloeroppervlaktebedraagt met een maximum van 100 m²;b. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;c. geen afbreuk wordt gedaan aan de woon- en leefomgeving;d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van derden;e. deze afwijking niet wordt toegepast voorzover een drank- en horecavergunningen/of een exploitatievergunning verleend c.q. noodzakelijk is;f. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld,de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkhedenvan de aangrenzende gronden.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 158 1012118.03Artikel 41:Algemene afwijkingsregelsMet een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindtvan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid,de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzendegronden, worden afgeweken van:a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen, percentages,tot niet meer dan 15% van die maten, afmetingen en percentages;b. de bestemmingsregels ten behoeve van de overschrijding van bouwgrenzen,voorzover zulks van belang is voor een technisch of esthetisch beter realiserenvan bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband metde werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meerdan 3,00 m bedragen en geen vergroting van bouwvlakken inhouden andersdan bedoeld onder a;c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken,in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken wordt vergroottot niet meer dan 10,00 m;d. de bestemmingsregels ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwenin die zin dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van dakopbouwenmet ten hoogste 1,00 m wordt vergroot;e. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwc.q.het bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. hetbestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:1. erkers aan de voorgevel van het hoofdgebouw, mits:a. de diepte van een erker ten hoogste 1,00 m bedraagt;b. de bouwhoogte ten hoogste de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw,vermeerderd met 0,20 m, bedraagt;2. balkons, mits:a. de bouwgrens met niet meer dan 1,00 m wordt overschreden;b. de breedte niet meer dan tweederde van de voorgevelbreedte bedraagt;3. liftinstallaties ten behoeve van de huisvesting van minder validen, mits:a. de bouwgrens met niet meer dan 2,00 m wordt overschreden;b. de bouwhoogte ten hoogste 6,00 m bedraagt.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 159Artikel 42:Algemene aanduidingsregels42.1. vrijwaringszone - dijk42.1.1. AanduidingsomschrijvingDe voor 'vrijwaringszone - dijk' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor debescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkeringen.42.1.2. Bouwregels gebouwen, overkappingen en andere bouwwerkenIn afwijking van het bepaalde bij de ter plaatse voorkomende bestemming(en)worden op of in deze gronden geen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerkengebouwd, anders dan ten behoeve van deze gebiedsaanduiding.42.1.3. Bouwregels andere bouwwerkenVoor het bouwen van andere bouwwerken geldt:• de bouwhoogte van andere bouwwerken, ten behoeve van deze dubbelbestemming,anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiligingen regeling van het verkeer te water, bedraagt ten hoogste 2,00 m.42.1.4. Afwijken van de bouwregelsMet een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in42.1.2 in die zin dat in de daar voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen,overkappingen en andere bouwwerken, worden gebouwd, mits:• geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming, ophoging,verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van denabijgelegen waterkering.42.1.5. WijzigingsbevoegdheidBurgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding'vrijwaringszone - dijk' ter plaatse wordt verwijderd, mits:• het definitieve tracé van de reserveringszone is vastgesteld en de algemeneaanduidingsregel aan dit tracé wordt aangepast.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 160 1012118.03Artikel 43:Overige regels43.1. Uitsluiting aanvullende werking BouwverordeningDe voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen vanstedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgendeonderwerpen:a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;e. de ruimte tussen bouwwerken.Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


1012118.03 blz 161HOOFDSTUK 4OVERGANGS- EN SLOTREGELSArtikel 44:Overgangsrecht44.1. Overgangsrecht bouwwerkena. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplanaanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens eenomgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mitsdeze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwdof veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunningvoor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop hetbouwwerk is teniet gegaan.b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid aeen omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud vaneen bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%.c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op hettijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunningen in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen deovergangsbepaling van dat plan.44.2. Overgangsrecht gebruika. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtredingvan het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag wordenvoortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEGvan de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake hetbehoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhoudingvan de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingenvoortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van hetbestemmingsplan bestaand gebruik.b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld insublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdiggebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvangwordt verkleind.c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtredingvan het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is hetverboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met hetvoorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingenvan dat plan.Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012Buro Vijn B.V.


lz 162 1012118.03Artikel 45:SlotregelDeze regels worden aangehaald als:Regels van het bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>.Behorend bij het besluit van ....Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Kernen Waterland <strong>2013</strong>Status: OntwerpVersie: Gemeenteraad / 1 november 2012


BIJLAGE 1


Bijlage 1 Specifieke toetsingscriteria ondergeschikte tak ofdeeltijdfunctieActiviteitZorgfunctieProductiegebondendetailhandelAgrarischedienstverlenendebedrijvigheid,gebruiksgerichtepaardenhouderijen enandere agrarischeaanverwante bedrijvigheid(uitsluitend toegestaan bijvolwaardige agrarischebedrijven)Het stallen van boten encaravans, en naar de aarddaarmee gelijk te stellenvaar- of voertuigenRecreatieappartementenSpecifieke criteria bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid inartikel 3 onder Ondergeschikte tak of deeltijdfunctieHet moet gaan om de vestiging van een kleinschaligemaatschappelijke zorgfunctie, bijvoorbeeld ten behoeve vanresocialisatie, therapie, gehandicapten, en dergelijke. Bij eenzorgfunctie moet sprake zijn van een directe relatie tussen hetagrarisch bedrijf en de sociale en/of sociaal-medische opvang vanpersonen, in die zin dat de bewoners behulpzaam zijn bij de agrarischebedrijfsactiviteiten. Ten behoeve van de huisvesting van personen magwoonruimte worden gerealiseerd. De woonruimte en de voorzieningenten behoeve van de opvang van personen dienen binnen debestaande gebouwen te worden aangebracht.Het gaat hier om producten als jam, sap, zuivel, wijn, ijs, brood e.d.gemaakt van de agrarische producten geteeld op het eigen bedrijfen/of in de nabije omgeving. Het mag niet gaan om grootschaligeproductie. Detailhandel is in beperkte mate mogelijk.De producten moeten een relatie hebben met het landelijk gebied. Deverkoopvloeroppervlakte ten behoeve van de detailhandel mag tenhoogste 50 m² bedragen.Er moet een relatie zijn met het bijbehorende agrarisch bedrijf. Opslagvan bijbehorende goederen of stalling van materieel moet binnen debebouwing plaats vinden.De stalling en opslag mag uitsluitend ondergebracht worden in degebouwen. De opslag mag voorts alleen plaatsvinden binnen debedrijfsvoering van het ter plaatse gevestigde agrarische bedrijf.De exploitatie van de logies mag alleen plaatsvinden in de vorm vaneen ondergeschikte functie bij een volwaardig agrarisch bedrijf. Deruimtes voor recreatieappartementen moeten in het boerderijpanden/of de bedrijfswoning worden ondergebracht. De logiesverstrekkingmoet gekoppeld zijn aan het gebruik van een bedrijfswoning endaaraan ondergeschikt zijn.Verhuur van fietsen en De opslag van de fietsen, kano's, en daarmee vergelijkbarekano's, en daarmee kleinschalige recreatieproducten, mag niet buiten het bouwvlakvergelijkbare kleinschalige plaatsvinden.recreatieproductenNiet-agrarischebedrijvigheid als bedoeldin bijlage 2 Bedrijvenlijst2009 onder de categorieën1 en 2, niet zijndegeluidzoneringsplichtigeinrichtingen, risicovolleinrichten en/ofvoorwerkbedrijvenGroepsaccommodatieDe bedrijvigheid wordt ondergebracht in de gebouwen. Er mag geenopslag van goederen buiten de gebouwen plaatshebben.De bedrijvigheid wordt ondergebracht in de gebouwen. Indien degroepsaccommodatie zich niet bevindt in het gebouw met daarin de


Theeschenkerij/theetuinBoerengolfKleinschalig kamperenbedrijfswoning, dan mag de groepsaccommodatie op niet meer dan 25m afstand van dat gebouw worden gesitueerd. Er moet sprake zijn vaneen geheel met de overige gebouwen.De schenkerij moet binnen de bebouwing gevestigd worden. Eenbuitenterras ten behoeve van de theeschenkerij mag ten hoogste 50m² bedragen. De bouwhoogte van een terrasschot/-afscheidingbedraagt ten hoogste 1,50 m.Ten behoeve van het boerengolf dienen alle voorzieningen, metuitzondering van de golfbaan zelf, op het bouwperceel ondergebrachtte worden. Het boerengolf moet nadrukkelijk aan de natuurlijkewaarden worden getoetst, wat mogelijk ertoe kan leiden dat hetboerengolf gedurende bepaalde perioden van het jaar in bepaaldegebieden niet mag worden uitgeoefend vanwege aanwezigenatuurlijke waarden. Het algemeen belang van de natuurwaardenwordt een zwaarder gewicht toegekend dan het individuele belang vande agrariër die boerengolf als neventak aan het bedrijf toevoegt.Voor het toestaan van standplaatsen van kampeermiddelen gelden devolgende voorwaarden:- er wordt per bouwperceel ten hoogste één kampeerterreintoegestaan;- er mogen geen stacaravans worden geplaatst;- er mag uitsluitend sprake zijn van kamperen op erven/terreinen vanagrarische bedrijven binnen de op de verbeelding aangeduidebouwpercelen of de gronden grenzend aan de bouwpercelen:- er worden niet meer dan 25 kampeermiddelen geplaatst;- kampeermiddelen worden uitsluitend geplaatst in de periode van 15maart t/m 31oktober;- de oppervlakte van het kampeerterrein bedraagt ten hoogste 1600m², dit met inbegrip van alle bijbehorende functies, zoals parkeren,groenvoorzieningen, sanitair en afvalverwerking;- per kampeerplaats is ruimte voor minimaal 1 parkeerplaats;- het terrein waarop de kampeermiddelen worden geplaatst, dientaaneensluitend te zijn;- ten hoogste 50% van de oppervlakte van het kampeerterrein wordtaansluitend aan het deel binnen het bouwperceel buiten hetbouwperceel toegestaan, met dien verstande dat:* de oppervlakte van het bouwperceel en het deel van hetkampeerterrein dat buiten het bouwperceel ligt, maximaal 1,5 hectarebedraagt;* het deel van het kampeerterrein dat is gelegen buiten hetbouwperceel direct aan het bouwperceel grenst (zonder slootertussen) over in minimale lengte en/of breedte van 20 meter;* uitsluitend kampeermiddelen en bijbehorende voertuigen buitenhet bouwperceel aanwezig mogen zijn;- de afstand tussen het kampeerterrein en een ander bouwperceelbedraagt minimaal 50 meter;- het kampeerterrein dient landschappelijk te worden ingepast metstreekeigen beplanting (wilg, els en es / combinatie van boom- enstruikvormers in een strook van minimaal 3 meter breed, dan wel doorde bestaande bebouwing van het bouwperceel.


BIJLAGE 2


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 1SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT01 01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW014 016 Dienstverlening ten behoeve van de landbouw1. plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. < 500 m 2 22. plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o.>= 500 m 2 3.10142 0162 KI-stations 202 02 BOSBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN BOSBOUW020 021, 022, 024 Bosbouwbedrijven 3.105 03 VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN0501.1 0311 Zeevisserijbedrijven 3.20501.2 0312 Binnenvisserijbedrijven 3.10502 032 Vis- en schaaldierkwekerijen:1. oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 3.22. visteeltbedrijven 3.111 06 AARDOLIE- EN AARDGASWINNING111 061, 062 Aardolie- en aardgaswinning:061 1. aardoliewinputten 4.1062 2. aardgaswinning inclusief gasbehandeling.instrumenten: < 100.000.000 N m³/d 5.1062 3. aardgaswinning inclusief gasbehandeling instrumenten: >= 100.000.000 N m³/d 5.215 10, 11 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN151 101, 102 Slachterijen en overige vleesverwerking:1. slachterijen en pluimveeslachterijen 3.2101 2. vetsmelterijen 5.23. bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 4.24. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m 2 3.25. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. = 250.000 t/j 4.21551 1051 Zuivelproductenfabrieken:1. gedroogde producten p.c. >= 1,5 t/u 5.12. geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >=20 t/u 5.13. melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j 3.24. melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 t/j 4.25. overige zuivelproductenfabrieken 4.2


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 2SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT1552 1052 1. consumptie-ijsfabrieken p.o. > 200 m 2 3.22. consumptie-ijsfabrieken p.o. = 500 t/u 4.1Grutterswarenfabrieken 4.11562 1062 Zetmeelfabrieken:1. p.c. < 10 t/u 4.12. p.c. >= 10 t/u 4.21571 1091 Veevoederfabrieken:1. destructiebedrijven 5.22. beender-, veren-, vis- en vleesmeelfabriek 5.23. drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap.=10 t/u water 5.25. mengvoeder, p.c. < 100 t/u 4.16. mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 4.21572 1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 4.11581 1071 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:1. v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 22. v.c.>= 7500 kg meel/week 3.21582 1072 Banket-, biscuit- en koekfabrieken 3.21583 1081 Suikerfabrieken:1. v.c. < 2.500 t/j 5.12. v.c. >= 2.500 t/j 5.21584 10821 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:1. cacao- en chocoladefabrieken: p.o. >2.000 m 2 5.12. cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m 2 3.23. cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. 200 m 2 3.26. Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden p.o. = 5.000 t/j 4.21593 t/m 1595 1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider, e.d. 21596 1105 Bierbrouwerijen 4.21597 1106 Mouterijen 4.21598 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 3.216 12 VERWERKING VAN TABAK160 120 Tabaksverwerkende industrie 4.117 13 VERVAARDIGING VAN TEXTIEL171 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 3.2172 132 Weven van textiel:1. aantal weefgetouwen < 50 3.22. aantal weefgetouwen >= 50 4.2173 133 Textielveredelingsbedrijven 3.1174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren 3.11751 1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 4.1176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 3.118 14 VERVAARDIGING VAN KLEDING: BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT181 141 Vervaardiging kleding van leer 3.1182 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer) 2183 142, 151 Bereiden en verven van bont, vervaardiging van artikelen van bont 3.1


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 3SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT19 15 VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)191 151, 152 Lederfabrieken 4.2192 151 Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) 3.1193 152 Schoenenfabrieken 3.120 16 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.2010.1 16101 Houtzagerijen 3.22010.2 16102 Houtconserveringsbedrijven:1. met creosootolie 4.12. met zoutoplossingen 3.1202 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 3.2203, 204, 205 162 1. Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 3.2203, 204, 205 2. Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m 2 3.1205 162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 221 17 VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON ENPAPIER- EN KARTONWAREN2111 1711 Vervaardiging van pulp 4.12112 1712 Papier- en kartonfabrieken:1. p.c. < 3 t/u 3.12. p.c. 3 - 15 t/u 4.13. p.c. >= 15 t/u 4.2212 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 3.22121.2 17212 Golfkartonfabrieken:1. p.c. < 3 t/u 3.22. p.c. >= 3 t/u 4.122 58 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA221 581 Uitgeverijen (kantoren) 12221 1811 Drukkerijen van dagbladen 3.22222 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 3.22222.6 18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 22223 1814 Grafische afwerking 1Binderijen 22224 1813 Grafische reproductie en zetten 22225 1814 Overige grafische activiteiten 2223 182 Reproductiebedrijven opgenomen media 123 19AARDOLIE- EN STEENKOOLVERWERKINGSINDUSTRIE BEWERKING SPLIJT- ENKWEEKSTOFFEN231 191 Cokesfabrieken 5.32320.1 19201 Aardolieraffinaderijen 62320.2 19202 Smeeroliën- en vettenfabrieken 3.2Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 4.2Aardolieproductenfabrieken niet eerder genoemd. 4.224 20 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN2411 2011 Vervaardiging van industriële gassen:1. luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 5.22. overige gassenfabrieken, niet explosief 5.13. overige gassenfabrieken, explosief 5.12412 2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 4.12413 Anorganische chemische grondstoffenfabrieken:1. niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 4.22. vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 5.32414.1 20141 Organische chemische grondstoffenfabrieken:1. niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 4.22. vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 5.3Methanolfabrieken:1. p.c. < 100.000 t/j 4.12. p.c. >= 100.000 t/j 4.22414.2 20149 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetisch):1. p.c. < 50.000 t/j 4.22. p.c. >= 50.000 t/j 5.12415 2015 Kunstmeststoffenfabrieken 5.12416 2016 Kunstharsenfabrieken e.d. 5.2


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 4SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT242 202 Landbouwchemicaliënfabrieken:1. fabricage 5.32. formulering en afvullen 5.1243 203 Verf,- lak- en vernisfabrieken 4.22441 2110 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:1. p.c. < 1.000 t/j 4.22. p.c. >= 1.000 t/j 5.12442 2120 Farmaceutische productenfabrieken:1. formulering en afvullen geneesmiddelen 3.12. verbandmiddelenfabrieken 22451 2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 4.22452 2042 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 4.22461 2051 Kruit-, vuurwerk- en springstoffenfabrieken 5.32462 2052 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:1. zonder dierlijke grondstoffen 3.22. met dierlijke grondstoffen 5.12464 205902 Fotochemische productenfabrieken 3.22466 205903 Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 3.1Overige chemische productenfabrieken n.e.g. 4.1247 2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 4.225 22 VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF2511 221101 Rubberbandenfabrieken 4.22512 221102 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:1. vloeroppervlakte < 100 m² 3.12. vloeroppervlakte > 100 m² 4.12513 2219 Rubber-artikelenfabrieken 3.2252 222 Kunststofverwerkende bedrijven:1. zonder fenolharsen 4.12. met fenolharsen 4.23. productie van verpakkingsmaterialen en assemblage van kunststof bouwmaterialen 3.126 23 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-,KALK- EN GIPSPRODUCTEN261 231 Glasfabrieken:1. glas en glasproducten, p.c. < 5.000 t/j 3.22. glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 t/j 4.23. glaswol en glasvezels, p.c. < 5.000 t/j 4.24. glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j 5.12615 231 Glasbewerkingsbedrijven 3.1262, 263 232, 234 Aardewerkfabrieken:1. vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 22. vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 3.2264 233 Baksteen- en baksteenelementenfabrieken 4.1Dakpannenfabrieken 4.12651 2351 Cementfabrieken:1. p.c. < 100.000 t/j 5.12. p.c. >= 100.000 t/j 5.32652 235201 Kalkfabrieken:1. p.c. < 100.000 t/j 4.12. p.c. >= 100.000 t/j 5.32653 235202 Gipsfabrieken:1. p.c. < 100.000 t/j 4.12. p.c. >= 100.000 t/j 5.12661.1 23611 Betonwarenfabrieken:1. zonder persen, triltafels en bekistingstrillers 4.12. met persen, triltafels of bekistingstrillers, p.c. < 100 t/d 4.23. met persen, triltafels of bekistingstrillers, p.c. >= 100 t/d 5.22661.2 23612 Kalkzandsteenfabrieken:1. p.c. < 100.000 t/j 3.22. p.c. >= 100.000 t/j 4.22662 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 3.22663, 2664 2363, 2364 Betonmortelcentrales:1. p.c. < 100 t/u 3.22. p.c. >= 100 t/u 4.22665, 2666 2365, 2369 Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:1. p.c. < 100 t/d 3.22. p.c. >= 100 t/d 4.2


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 5SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT267 237 Natuursteenbewerkingsbedrijven:1. zonder breken, zeven en drogen p.o. > 2.000 m 2 3.22. zonder breken, zeven en drogen p.o. = 100.000 t/j 5.22681 2391 Slijp- en polijstmiddelenfabrieken 3.12682 2399 Bitumineuze materialenfabrieken:1. p.c. < 100 t/u 4.22. p.c. >= 100 t/u 5.1Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol):1. steenwol p.c. >= 5.000 t/j 4.22. overige isolatiematerialen 4.1Minerale productenfabrieken n.e.g. 3.21. Asfaltcentrales p.c. < 100 ton/uur 4.12. Asfaltcentrales p.c.>= 100 ton/uur 4.227 24 VERVAARDIGING VAN METALEN271 241 Ruwijzer- en staalfabrieken:1. p.c. < 1.000 t/j 5.22. p.c. >= 1.000 t/j 6272 245 IJzerenbuizen- en stalenbuizenfabrieken:1. p.o. < 2.000 m² 5.12. p.o. >= 2.000 m² 5.3273 243 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:1. p.o. < 2.000 m² 4.22. p.o. >= 2.000 m² 5.2274 244 Non-ferro-metaalfabrieken:1. p.c. < 1.000 t/j 4.22. p.c. >= 1.000 t/j 5.2Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke:1. p.o. < 2.000 m² 5.12. p.o. >= 2.000 m² 5.32751, 2752 2451, 2452 IJzer- en staalgieterijen, -smelterijen:1. p.c. < 4.000 t/j 4.22. p.c. >= 4.000 t/j 5.12753, 2754 2453, 2454 Non-ferro-metaalgieterijen, -smelterijen:1. p.c. < 4.000 t/j 4.22. p.c >=4.000 t/j 5.128 25, 31VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL(EXCLUSIEF MACHINES EN TRANSPORTMIDDELEN)281 251, 331 Constructiewerkplaatsen:1. gesloten gebouw 3.22. gesloten gebouw, p.o. = 2.000 m² 4.22821 2529, 3311 Tank- en reservoirbouwbedrijven:1. p.o. < 2.000 m² 4.22. p.o. >= 2.000 m² 5.12822, 2830 2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 4.1284 255, 331 Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 4.1Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen, en dergelijke 3.22851 2561, 3311 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:1. algemeen 3.22. scoperen (opspuiten van zink). 3.23. thermisch verzinken 3.24. thermisch vertinnen 3.25. mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten). 3.26. anodiseren, eloxeren 3.27. chemische oppervlaktebehandeling 3.28. emailleren 3.29. galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen, en dergelijke). 3.210. stralen 4.211. metaalharden 3.212. lakspuiten en moffelen 3.22852 2562, 3311 Overige metaalbewerkende industrie 3.2Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o.


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 6SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT287 259, 331 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:1. p.o. < 2.000 m² 4.12. p.o. >= 2.000 m² 5.1Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd 3.2Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd: inpandig p.o. = 2.000 m² 4.128, 33 3. met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 4.230 26, 28, 33 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS30 26, 28, 33 Kantoormachines- en computerfabrieken inclusief reparatie 3.131 26, 27, 33 VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRONISCHE MACHINES, APPARATEN ENBENODIGDHEDEN311 271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken inclusief reparatie 4.1312 271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 4.1313 273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 4.1314 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 3.2315 274 Lampenfabrieken 4.2316 293 Elektrotechnische industrie niet eerder genoemd 23162 2790 Koolelektrodenfabrieken 632 26, 33 VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDHEDEN321 t/m 323 261, 263, 264, 3313.1Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur, en dergelijke inclusief reparatie3210 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 3.133 26, 32, 33VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN33 26, 32, 33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten, e.d. incl. reparatie 234 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS341 291 Autofabrieken en assemblagebedrijven1. p.o. < 10.000 m² 4.12. p.o. >= 10.000 m² 4.23420.1 29201 Carrosseriefabrieken 4.13420.2 29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 4.1343 293 Auto-onderdelenfabrieken 3.235 30 VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S ENAANHANGWAGENS)351 301, 3315 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:1. houten schepen 3.12. kunststof schepen 3.23. metalen schepen < 25 m 4.14. metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW 5.13511 3831 Scheepssloperijen 5.2352 302, 317 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:1. algemeen 3.22. met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 4.2353 303, 3316 Vliegtuigbouw- en -reparatiebedrijven:1. zonder proefdraaien motoren 4.12. met proefdraaien motoren 5.3354 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 3.2355 3099 Transportmiddelenindustrie niet eerder genoemd 3.236 31 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN VERVAARDIGING VAN OVERIGE GOEDERENNIET EERDER GENOEMD.361 310 1. meubelfabrieken 3.29524 2. meubelstoffeerderijen b.o.< 200 m 2 1


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 7SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT362 321 Fabricage van munten, sieraden, en dergelijke 2363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 2364 323 Sportartikelenfabrieken 3.1365 324 Speelgoedartikelenfabrieken 3.1366 32991 Sociale werkvoorziening 2366 32999 Vervaardiging van overige goederen niet eerder genoemd 3.137 38 VOORBEREIDING TOT RECYCLING371 383201 Metaal- en autoschredders 5.1372 383202 Puinbrekerijen en -malerijen:1. v.c. < 100.000 t/j 4.22. v.c. >= 100.000 t/j 5.2Rubberregeneratiebedrijven 4.2Afvalscheidingsinstallaties 4.240 35 PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT, AARDGAS,STOOM EN WARM WATER40 35 Elektriciteitsproductiebedrijven (vermogen >= 50 MWe):1. kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 5.22. oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 5.13. gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth, in 5.14. kerncentrales met koeltorens 65. warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth 5.1Bio-energieinstallaties, elektrisch vermogen < 50 MWe:1. covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromenvoedingsindustrie 3.22. vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 3.2Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:1. < 10 MVA 22. 10 - 100 MVA 3.13. 100 - 200 MVA 3.24. 200 - 1000 MVA 4.25. >= 1000 MVA 5.2Gasdistributiebedrijven:1. gascompressorstations, vermogen < 100 MW 4.22. gascompressorstations, vermogen >= 100 MW 5.13. gas: reduceer-, compressor-, meet- en reglinstallatie categorie A 14. gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C 25. gasontvang- en -verdeelstations, categorie D 3.1Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:1. stadsverwarming 3.22. blokverwarming 2Windmolens:1. wiekdiameter 20 m 3.22. wiekdiameter 30 m 4.13. wiekdiameter 50 m 4.241 36 WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER41 36 Waterwinning-/ bereidingsbedrijven:1. met chloorgas 5.32. bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en / of straling 3.1Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:1. < 1 MW 22. 1 - 15 MW 3.23. >= 15 MW 4.245 41, 42, 43 BOUWNIJVERHEID41, 42, 43 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2000 m 2 3.2Bouwbedrijven algemeen: b.o. 1000 m 2 3.1Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. < 1000 m 2 250 45, 47 HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN,BENZINESERVICESTATIONS501, 502, 504 451, 452, 453 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 2


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 8SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT502 451 (Groot)handel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie) 3.25020.4 45204 Autoplaatwerkerijen 3.2Autobeklederijen 1Autospuitinrichtingen 3.15020.5 45205 Autowasserijen 2503, 504 453 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 2505 473 Benzineservicestations:1. met LPG > 1000 m 3 /jr 4.12. met LPG< 1000 m 3 /jr 3.13. zonder LPG 251 46 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING511 461 Handelsbemiddeling (kantoren) 15121 4621 Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders 3.1Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit >= 500ton per uur. 4.25122 4622 Groothandel in bloemen en planten 25123 4623 Groothandel in levende dieren 3.25124 4624 Groothandel in huiden, vellen en leder 3.15125, 5131 46217, 4631 Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 3.15132, 5133 4632, 4633 Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren en spijsoliën 3.15134 4634 Groothandel in dranken 25135 4635 Groothandel in tabaksproducten 25136 4636 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk 25137 4637 Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen 25138, 5139 4638, 4639 Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen 2514 464, 46733 Groothandel in overige consumentenartikelen 25148.7 46499 Groothandel in vuurwerk en munitie:1. consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 22. consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 3.13. professioneel vuurwerk, netto expliciet massa per bewaarplaats < 750 kg ( en > 25 kgtheatervuurwerk) 5.14. professioneel vuurwerk, netto expliciet massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton. 5.35. munitie 25151.1 46711 Groothandel in vaste brandstoffen:1. klein, lokaal verzorgingsgebied 3.12. kolenterminal, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 5.15151.2 46712 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen:1. vloeistoffen o.c. < 100.000 m³ 4.12. vloeistoffen o.c. >= 100.000 m³ 5.13. tot vloeistof verdichte gassen 4.25151.3 46713 Groothandel in minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) 3.25152.1 46721 Groothandel in metaalertsen:1. opslagoppervlakte < 2.000 m² 4.22. opslagoppervlakte >= 2.000 m² 5.25152.2 /.3 46722, 46723 Groothandel in metalen en -halffabrikaten 3.25154 4673 Groothandel in hout en bouwmaterialen1. Algemeen: bebouwde oppervlakte > 2000 m 2 3.12. Algemeen: bebouwde oppervlakte 200 m 2 3.22. algemeen: bebouwde oppervlakte < = 200 m 2 24674 Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur1. algemeen: bebouwde oppervlakte > 2000 m 2 3.12. algemeen: bebouwde oppervlakte 1000 m 2 3.2Autosloperijen: bebouwde oppervlakte < = 1000 m 2 3.15157.2 /.3 Overige groothandel in afval en schroot: bebouwde oppervlakte > 1000 m 2 3.1Overige groothandel in afval en schroot : bebouwde oppervlakte


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 9SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT6023 Touringcarbedrijven 3.26024 494 Goederenwegvervoersbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m 2 3.26024 Goederenwegvervoersbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. = 2.000 m² 5.34. granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5.15. steenkool, opslagopp. >= 2.000 m² 5.26. olie, LPG, e.d. 5.37. tankercleaning 4.26311.2 52242 Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van de binnenvaart:1. containers 4.22. stukgoederen 3.23. ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlakte < 2.000 m² 4.24. ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 5.25. granen of meelsoorten v.c. < 500 t/u 4.26. granen of meelsoorten v.c. >= 500 t/u 5.17. steenkool, opslagoppervlakte < 2.000 m² 4.28. steenkool, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 5.19. olie, LPG, en dergelijke 5.210. tankercleaning 4.26312 52102, 52109 Distributiecentra, pak- en koelhuizen 3.152109 Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 26321 5221 1. Autoparkeerterreinen, parkeergarages 26321 2. Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 3.26322, 6323 5222 Overige dienstverlening ten behoeve van het vervoer (kantoren) 16323 5223 Luchthavens 66323 Helicopterlandplaatsen 5.1623 791 Reisorganisaties 1634 5229 Expediteurs, cargadoors (kantoren) 164 53 POST EN TELECOMMUNICATIE641 531, 532 Post- en koeriersdiensten 2642 61 Telecommunicatiebedrijven 1642 Zendinstallaties:642 1. LG en MG, zendervermogen < 100 kw (bij groter vermogen: onderzoek!) 3.2642 2. FM en TV 171 77 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES,ANDERE ROERENDE GOEDEREN711 7711 Personenautoverhuurbedrijven 2712 7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) 3.1713 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 3.1714 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 272 62 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE72 62 Computerservice- en informatietechnologie-bureaus, en dergelijke 172 58, 63 Datacentra 274 63, 69 t/m 71, 73, OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING74, 77, 78, 80 t/m82163, 69 t/m 71, 73, Overige zakelijke diensverlening: kantoren74, 77, 78, 80 t/m7482747 812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 3.17481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 27484.3 82991 Veilingen voor landbouw- en visserijproducten 4.17484.4 82992 Veilingen voor huisraad, kunst, en dergelijke 1


VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie) blz. 10SBI-CODE 1993 SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING CAT90 37, 38, 39 MILIEUDIENSTVERLENING9001 3700 RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks:1. < 100.000 i.e. 4.12. 100.000 - 300.000 i.e. 4.23. >= 300.000 i.e. 5.1Rioolgemalen 29002.1 381 Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven, en dergelijke 3.1Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 3.1Vuiloverslagstations 4.29002.2 382 Afvalverwerkingsbedrijven:1. mestverwerkingskorrelfabrieken 5.12. kabelbranderijen 3.23. verwerking radio-actief afval 64. pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 3.15. oplosmiddelterugwinning 3.26. afvalverbrandingsinrichtingen thermisch vermogen > 75 MW 4.27. verwerking fotochemisch en galvano-afval 2Vuilstortplaatsen 4.2Composteerbedrijven:1. niet belucht v.c. < 5.000 t/j 4.22. niet belucht v.c. 5.000 tot 20.000 t/j 5.23. belucht v.c. < 20.000 t/j 3.24. belucht v.c. > 20.000 t/j 4.15. GFT in gesloten gebouw 4.193 96 OVERIGE DIENSTVERLENING9301.1 96011 Wasserijen en strijkinrichtingen 3.1Tapijtreinigingsbedrijven 3.1Chemische wasserijen en ververijen 29301.2 96013 Wasverzendinrichtingen 29301.3 96013 Wasseretten, wassalons 19302 9602 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 19304 9613, 9604 Fitnesscentra, badhuizen en saunabaden 29305 9609 Dierenasiels en -pensions 3.29609 Persoonlijke dienstverlening niet eerder genoemd, exclusief bordelen, prostituees ensexclubs 1Afkortingen:cat. categorieo.c. opslagcapaciteitv.c. verwerkingscapaciteitp.c. productiecapaciteitp.o. productieoppervlake.d. en dergelijken.e.g. niet elders genoemdt tonkl klasseu uurd dagw weekjr jaar= is gelijk aan< kleiner dan> groter dan


BIJLAGE 3


LIJST MET KLEINSCHALIGE BEDRIJFSMATIGE ACTIVITEITENKledingmakerij(maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijfwoningstoffeerderijKantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals:schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve vanbijvoorbeeld een groothandelsbedrijfReparatiebedrijfjes, waaronder:schoen-/lederwarenreparatiebedrijfuurwerkreparatiebedrijfgoud- en zilverwerkreparatiebedrijfreparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederenreparatie van muziekinstrumentenIn ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd.Advies- en ontwerpbureausreclame ontwerpgrafisch ontwerparchitect(Zakelijke) dienstverlening, waaronder:notarisadvocaataccountantassurantie-/verzekeringsbemiddelingexploitatie en handel in onroerende zakenOverige dienstverlening, waaronder:kappersbedrijfschoonheidssalonpedicureOnderwijsautorijschoolonderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium


BIJLAGE 4


Bijlage 4Lijst van toegestane evenementenEvenement type evenement periodiek aantal dagenexclusief openafbouwFeestweek plein aan DeNoord/Dorpsplein/VanOorschotplantsoenBraderie/markten,waaronder: kerstmarkt,culturele marktAalduikerweg/Dorpsplein/Dorpsstraat/De NoordRonde van IlpendamKerkpleinZang- enmuziekevenementen,waaronder BevrijdingspopCulturele evenementenmuziek, zang, braderie,sport en speldag/avondbraderie/marktjaarlijks1 weekmeerdere keren per jaar 1 dag per keerfietsevenement jaarlijks 1 dagmuziek, zang meerdere keren per jaar maximaal 2dagen per keertoneel, theater, plaatselijke meerdere keren per jaar maximaal 2evenementendagen per keerKermis kermis twee keer per jaar maximaal 5dagen per keer

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!