S^Tm#
Aflevering / Issue 1 - Caert-Thresoor
Aflevering / Issue 1 - Caert-Thresoor
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
niet geschikt voor de navigatie langs<br />
de Vliestroom en kan vanuit die optiek<br />
bezien niet interessant voor Witsen<br />
zijn geweest. Een andere optie is de<br />
landkaart Tabula Comitatus Frisiae,<br />
getekend door Bernardus Schotanus<br />
a Sterringa (1640-1704), die De Wit<br />
omstreeks 1680 publiceerde. Linksboven<br />
is de Vliestroom tussen Terschelling en<br />
Vlieland in kaart gebracht, maar hier<br />
geldt dat de summiere hydrografische<br />
kartografie nauwelijks bruikbaar is voor<br />
navigatiedoeleinden.<br />
Rond 1700 behoorden Hendrick Doncker<br />
(ca. 1625-1699), Johannes van Keulen<br />
(ca. 1654-1715) en Johannes Loots (ca.<br />
1665-1726) tot de voornaamste uitgevers<br />
op maritiem gebied. Zij publiceerde<br />
kaarten van de Zuiderzee met informatie<br />
voor de scheepvaart en in het bijzonder<br />
ook kaarten voor de navigatie door het<br />
Marsdiep en de Vliestroom. De drukplaten<br />
van deze kaarten werden vaak<br />
decennialang gebruikt en in het beste<br />
geval geactualiseerd door het maken een<br />
gecorrigeerde staat van de plaat. Een ten<br />
tijde van Witsens kritiek nog enigszins<br />
actuele en met zijn eigen werkstuk vergelijkbare<br />
kaart is de tweede staat uit ca.<br />
1703 van de Zee-kaert van 'T Vlie, als<br />
mede een gedeelte van 't Amelander gat<br />
van uitgever Hendrick Doncker. 13 Deze<br />
kaart werd tezamen met een kaart van<br />
de Eemsmonding op één blad afgedrukt.<br />
Een ander voorbeeld is de vierde staat uit<br />
1704 van de door Johannes van Keulen<br />
uitgegeven Nieuwe Pascaert, Waar in te<br />
sien is de gaten van Texel en 't Vlie ,... 14<br />
De opeenvolgende staten van deze kaarten<br />
tonen aan hoezeer het verloop en<br />
de diepte van de stroomgeulen aan verandering<br />
onderhevig waren. Het risico<br />
dat een kaart relatief snel verouderde<br />
was dus groot en geeft reden voor enige<br />
relativering van Witsens vernietigende<br />
kritiek.<br />
Dat Nicolaes Witsen nog niet klaar was<br />
met zijn kartografisch werk bleek uit de<br />
eerdergenoemde brief aan Cuper van<br />
augustus 1710. Daarin kondigde hij een<br />
volgende, omvangrijkere kaart aan: 'ben<br />
bezig om een van Texel en de gantsche<br />
Suyderzee te berijden, en hebbe van dees<br />
somer reets pijling gedaen.' Gezien de<br />
beschikbare middelen van die tijd en de<br />
intussen wankele gezondheid van Witsen<br />
nam ook dit project meerdere jaren in<br />
beslag; tot in de zomer van 1712 was hij<br />
jaarlijks met vier à vijf schuiten op de<br />
Zuiderzee aan het werk met de peilingen.<br />
In oktober 1712 stuurde hij Cuper<br />
een getekende proeve van zijn kaart van<br />
'de diepten en droogte van de Suyder<br />
Zee, met haere tonnen en baeken ...'.<br />
Hij schreef: 'Ik geve het nog niet uyt,<br />
en daerom versoeke dat tot Ued: specu-<br />
CAERT-THRESOOR 13 29STE JAARGANG 2010- 1