R U I V E N

Op de eerste lijn (dagelijkse begeleiding) staan de mentoren
en de vakdocenten die met de dagelijkse problemen
van leerlingen te maken hebben. Deze personen zijn de
eerst aangewezenen als er begeleidingsmaatregelen nodig
zijn. De mentor vervult hierin een spilfunctie.
De tweede lijn bestaat uit mensen binnen de school die
een specifieke deskundigheid hebben en op basis van die
deskundigheid activiteiten uitvoeren: de schooldecaan,
de zorgcoördinator, de SEN-coaches, de leerlingencoördinator,
de vertrouwenspersoon, de trainers voor faalangstreductie
en sociaal vaardigheidstrainers. Dit zijn
allemaal mensen die in de school werken en zich bezighouden
met het signaleren en oplossen van problemen
en/of het bieden van begeleiding op maat. Zij komen in
actie als de begeleiding door de docent of mentor niet
toereikend is.
Ten slotte is er de derde lijn. In deze lijn bevinden zich externe
begeleiders en hulpverleners; mensen die niet in
dienst zijn van de school maar wier deskundigheid in de
school, dan wel in samenwerking met de school, wordt
ingezet.
Onderdeel van de begeleidingsstructuur van onze school
is het zogenaamde zorgoverleg. Wij onderscheiden het
intern zorgoverleg en het extern zorgoverleg.
Het intern zorgoverleg vindt tweewekelijks plaats. Hieraan
nemen de volgende personen deel: de zorgcoördinator,
de leerlingencoördinator, de SEN-coaches, de schoolmaatschappelijk
werk(st)er en de vertrouwenspersoon.
Eens in de 4 à 5 weken, of waar nodig eerder, vindt terugkoppeling
plaats met de teamleiders.
Het extern zorgoverleg vindt zeswekelijks plaats. Bij het
extern zorgoverleg zijn de volgende personen/instanties
aanwezig: een vertegenwoordiger van de GGD, de GGZ,
het school maatschappelijk werk, de politie, de leerplichtambtenaar,
de zorgcoördinator, de leerlingencoördinator,
de vertrouwenspersoon en de teamleider.
Leerlingen over wie zorg bestaat, zullen, indien daartoe
aanleiding is (het onderwijsleerproces is verstoord of
dreigt verstoord te raken), altijd in het zorgoverleg besproken
worden. Deze besprekingen kunnen leiden tot
maatregelen op zorgniveau intern, maar ook in doorverwijzing
naar externe hulpverlening. Ook kan een beroep
worden gedaan op extra zorg via het Regionaal Samenwerkingsverband.
In dat geval wordt de leerling aangemeld
bij de Toewijzings- en Advies Commissie. (altijd in
overleg met de ouder(s) / verzorger(s).)
Tijdens het zorgoverleg werken wij volgens het privacyprotocol
zorgoverleg dat ter inzage ligt op school.
Privacyreglement beheer leerlingengegevens
2College Ruiven verzamelt informatie van alle leerlingen
die op school zijn ingeschreven in de leerlingenadministratie.
Dit doen wij allereerst om leerlingen passend onderwijs
te geven zodat ze een diploma kunnen halen. We
hebben de informatie ook nodig om ervoor te zorgen dat
we de leerlingen zo goed mogelijk kunnen begeleiden en
indien nodig extra zorg te kunnen bieden.
Algemene informatie over leerlingen staat in het leerlingdossier;
informatie die nodig is voor extra begeleiding
staat in het zogenaamde zorgdossier. Het deel zorgdossier
van het leerling-dossier wordt bewaard op een afgesloten
plaats.
Volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens hebben
ouders/verzorgers/leerlingen ouder dan 16 jaar, recht op
inzage. In het privacyreglement staat weergegeven op
welke wijze persoonsgegevens worden verwerkt en op
welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de Wet Bescherming
Persoonsgegevens. Het privacyreglement ligt
ter inzage op school.
Vermoeden van kindermishandeling
Bij vermoedens van kindermishandeling treedt het basisprotocol
‘Omgaan met vermoedens van kindermishandeling’
in werking. Dit protocol ligt ter inzage op school.
schoolgids 15-16 • 2College Ruiven
8