Staatsblad Moniteur - Faolex

57680 MONITEUR BELGE — 19.11.2007 — BELGISCH STAATSBLAD
CHAPITRE III. — Salaires horaires
Art. 6. A partir de la première ouverture de comptes du mois suivant
le dépassement de la tranche de stabilisation 104,00 à 107,13, indice
pivot à 105,56, les salaires horaires minima sont fixés comme suit, sur
base de la semaine de 37 heures :
HOOFDSTUK III. — Uurlonen
Art. 6. Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand volgend op
die waarin de stabilisatieschijf 104,00 tot 107,13, spil op 105,56, wordt
overschreden, worden de minimumuurlonen op basis van de
37-urenweek als volgt vastgesteld :
Classe - Klasse Août 2006 - Augustus 2006 Après le saut d’index - Na indexsprong
EUR EUR
HC 11,3390 11,5318
1 11,2087 11,3992
2 10,9100 11,0955
3 10,4973 10,6758
4 10,2347 10,4087
5 9,7027 9,8676
6 9,4025 9,5623
7 9,2999 9,4580
Art. 7. Le salaire horaire minimum ne comprend pas les compléments
de salaires non liés à la fonction, tels que surcharges pour heures
supplémentaires ou pour le travail en équipes successives.
Art. 8. Les salaires horaires minima et les salaires horaires réels des
ouvriers et ouvrières sont majorés de 1,7 p.c. à partir de la première
ouverture de comptes du mois suivant celui du dépassement par
l’indice santé quadrimensuel de la tranche de stabilisation de 104,00 à
107,13, indice pivot à 105,56. Cette augmentation est composée de
1,5 p.c. d’augmentation salariale due au dépassement par l’indice santé
quadrimensuel de la tranche de stabilisation de 104,00 à 107,13, indice
pivot à 105,56 et de 0,2 p.c. d’augmentation salariale conventionnelle.
Au 1 er janvier 2008, les salaires horaires minima et les salaires
horaires réels des ouvriers et ouvrières seront indexés sur base de
l’évolution réelle entre l’indice santé quadrimensuel de décembre 2007
et l’indice pivot 105,56.
Au 1 er juillet 2008, les salaires horaires minima et les salaires horaires
réels des ouvriers et ouvrières seront indexés sur base de l’évolution
réelle entre l’indice santé quadrimensuel de juin 2008 et de décembre
2007.
Au 1 er janvier 2009, le rapport entre l’indice santé quadrimensuel
de décembre 2008 et de juin 2008 sera calculé et majoré de 0,1 p.c.
d’augmentation salariale conventionnelle. Les salaires horaires minima
et réels des ouvriers et ouvrières se verront majorés à cette date du
résultat de ce calcul.
Art. 9. Les étudiants, pour autant qu’ils soient inscrits dans un
processus de scolarité àtemps partiel autre que les cours de promotion
sociale et qu’ils soient soumis à l’obligation scolaire à temps partiel,
seront pendant leur formation rémunérés comme suit :
3 e degré -2 e année 85 p.c.
3 e degré -1 re année 75 p.c.
2 e degré -2 e année 70 p.c.
des barèmes en vigueur.
Les étudiants qui sont encore soumis à l’obligation scolaire, seront
rémunérés aux mêmes conditions telles qu’énumérées ci-dessus, quand
ils sont engagés avec un contrat de travail d’étudiant.
Les étudiants qui ne sont plus soumis à l’obligation scolaire et qui
sont engagés dans les entreprises avec un contrat de travail d’étudiant
seront rémunérés au mimimum conformément aux salaires de la classe
7.
Art. 10. Lorsqu’un ouvrier ou une ouvrière d’une classe inférieure
accède à une classe supérieure, le salaire minimum de sa nouvelle
catégorie ne lui est dû qu’au terme d’une période de mise au courant
qui ne peut excéder deux mois.
Pendant cette période, le salaire peut être inférieur au minimum de la
classe correspondant à la fonction, mais il ne peut être moins élevé que
le minimum de la classe immédiatement supérieure.
CHAPITRE IV. — Primes d’équipes
Art. 11. En cas de travail en deux équipes, il sera accordé au
personnel ainsi occupé un supplément de rémunération de 6 p.c. du
salaire.
Art. 12. En cas de travail en équipes supplémentaires, le supplément
de rémunération sera fixé sur le plan de l’entreprise avec l’accord des
organisations patronales et syndicales. Le supplément pour le travail en
équipe de nuit s’élève à minimum 15 p.c. du salaire.
Art. 7. Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet
aan de functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor
arbeid in opeenvolgende ploegen.
Art. 8. De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de
arbeiders en arbeidsters worden met 1,7 pct. verhoogd vanaf de eerste
rekeningsopening van de maand volgend op die waarin de stabilisatieschijf
104,00 tot 107,13, spil op 105,56, wordt overschreden door de
viermaandelijkse gezondheidsindex. Deze verhoging bestaat uit 1,5 pct.
loonsverhoging, ingevolge de overschrijding van de stabilisatieschijf
104,00 tot 107,13, spil op 105,56, door de viermaandelijkse gezondheidsindex
en uit 0,2 pct. conventionele loonsverhoging.
De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en
arbeidsters worden op 1 januari 2008 geïndexeerd op grond van de
reële evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van december
2007 en de spilindex 105,56.
De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en
arbeidsters worden op 1 juli 2008 geïndexeerd op grond van de reële
evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni 2008
en december 2007.
Op 1 januari 2009 zal de verhouding tussen de viermaandelijkse
gezondheidsindex van december 2008 en juni 2008 berekend worden en
verhoogd worden met 0,1 pct. conventionele loonsverhoging. De
minimum uurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en
arbeidsters zullen op deze datum verhoogd worden met het resultaat
van die berekening.
Art. 9. De studenten, voor zover ingeschreven in een proces van
deeltijdse leerplicht andere dan cursussen van sociale promotie en
onderworpen aan de deeltijdse leerplicht, zullen tijdens hun opleiding
als volgt worden vergoed :
3e graad - 2e jaar 85 pct.
3e graad - 1e jaar 75 pct.
2e graad - 2e jaar 70 pct.
van de geldende baremalonen.
De studenten die nog steeds onderworpen zijn aan de leerplicht
zullen tegen dezelfde voorwaarden vergoed worden, als hierboven
uiteengezet, wanneer zij tewerkgesteld zijn met een studentenarbeidsovereenkomst.
De studenten die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht en die
met een studentenarbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn in de ondernemingen
zullen minimum verloond worden conform de lonen van
klasse 7.
Art. 10. Als een arbeider(ster) van een lagere naar een hogere klasse
overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts
verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die de twee maanden niet mag
overschrijden.
Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het minimum van
de overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het minimum van
de eerstvolgende klasse.
HOOFDSTUK IV. — Ploegenpremie
Art. 11. In het geval dat er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan het
aldus tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het loon
worden toegekend.
Art. 12. Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de
loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in
overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties. De
toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het
loon.