Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

QRVA 52 010 QRVA 52 010BELGISCHE KAMER VANVOLKSVERTEGENWOORDIGERS————CHAMBRE DES REPRÉSENTANTSDE BELGIQUE————Schriftelijkevragen enantwoordenQuestionset réponsesécrites25 - 2 - 2008KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1150 QRVA 52 01025 - 2 - 2008cdH : centre démocrate HumanisteCD&V - N-VA : Christen-Democratisch en Vlaams/Nieuw-Vlaamse AlliantieEcolo - Groen! : Écologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales - GroenFN : Front NationalLDD : Lijst DedeckerMR : Mouvement RéformateurOpen Vld : Open Vlaamse liberalen en democratenPS : Parti Socialistesp•a - spirit : Socialistische partij anders - sociaal, progressief, internationaal, regionalistisch, integraal-democratisch, toekomstgericht.VB : Vlaams BelangAfkortingen bij de nummering van de publicaties:Abréviations dans la numérotation des publications:DOC 52 0000/000: Parlementair document van de 52e zittingsperiode+ basisnummer en volgnummerDOC 52 0000/000: Document parlementaire de la 52e législature,suivi du n o de base et du n o consécutifQRVA: Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA: Questions et Réponses écritesCRIV:Voorlopige versie van het Integraal Verslag CRIV: Version Provisoire du Compte Rendu Intégral(groene kaft)(couverture verte)CRABV: Beknopt Verslag (blauwe kaft) CRABV: Compte Rendu Analytique (couverture bleue)CRIV:Integraal Verslag, links met het definitieveintegraal verslag en rechts het vertaaldCRIV:Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte renduintégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit desbeknopt verslag van de toesprakeninterventions (avec les annexes) (PLEN: couverture blanche;(met de bijlagen) (PLEN: witte kaft;COM: couverture saumon)COM: zalmkleurige kaft)PLEN: Plenum PLEN: Séance plénièreCOM: Commissievergadering COM: Réunion de commissionMOT: Moties tot besluit van interpellaties(beigekleurig papier)MOT: Motions déposées en conclusion d’interpellations(papier beige)Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer vanvolksvertegenwoordigersBestellingen:Publications officielles éditées par la Chambre desreprésentantsCommandes:Natieplein 2 Place de la Nation 21008 Brussel 1008 BruxellesTel.: 02/549 81 60 Tél.: 02/549 81 60Fax: 02/549 82 74 Fax: 02/549 82 74www.deKamer.bee-mail: publicaties@dekamer.bewww.laChambre.bee-mail: publications@lachambre.beKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 115325 - 2 - 2008III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigersen antwoorden van de ministers.III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentantset réponses données par les ministres. Blz/Page. 1266Blz.PageEerste minister — Premier ministreVice-eersteminister en minister van Financiënen Institutionele Hervormingen 1266Vice-eersteminister en minister van Begroting,Mobiliteit en Institutionele Hervormingen 1273Vice-premier ministre et ministre des Financeset des Réformes institutionnellesVice-premier ministre et ministre du Budget,de la Mobilité et des Réformes institutionnellesMinister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 1310 Ministre des Affaires sociales et de la Santé publiqueMinister van Binnenlandse Zaken 1328 Ministre de l’IntérieurMinister van Buitenlandse Zaken 1352 Ministre des Affaires étrangèresMinister van Economie, Zelfstandigen en Landbouw 1363 Ministre de l’Économie, des Indépendants et de l’AgricultureMinister van Pensioenen een Maatschappelijke Integratie — Ministre des Pensions et de l’Intégration socialeMinister van Werk 1406 Ministre de l’EmploiMinister van Justitie — Ministre de la JusticeMinister van Landsverdediging 1424 Ministre de la DéfenseMinister van Klimaat en Energie 1437 Ministre du Climat et de l’ÉnergieMinister van Ontwikkelingssamenwerking 1444 Ministre de la Coopération au DéveloppementMinister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven 1445 Ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiquesVragen gesteld aan de ministers-ledenvan de Europese Raad van ministers via het adviescomitévoor Europese aangelegenheden —In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedruktQuestions posées aux ministres-membresdu Conseil des ministres européen via le comité d’avischargé de questions européennesUn sommaire par objet est reproduit in fine du BulletinIV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. Page/Blz. 1500KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 115525 - 2 - 2008I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn,vanaf de buitengewone zitting 2007. *I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement,à partir de la session extraordinaire 2007. *Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz.Date Question n o AuteurPage Date Question n o AuteurPageVice-eersteministeren minister van Financiënen Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre des Financeset des Réformes institutionnelles8- 1-2008 1 Carl Devlies 5678- 1-2008 2 Carl Devlies 5689- 1-2008 8 Carl Devlies 5699- 1-2008 9 Carl Devlies 5709- 1-2008 10 Carl Devlies 5719- 1-2008 11 Jan Jambon 5739- 1-2008 12 Jan Jambon 5739- 1-2008 13 Jan Jambon 5739- 1-2008 14 Dirk Van der Maelen 5749- 1-2008 15 Carl Devlies 5749- 1-2008 17 Carl Devlies 57510- 1-2008 23 Georges Gilkinet 57710- 1-2008 25 Georges Gilkinet 57810- 1-2008 26 Georges Gilkinet 57911- 1-2008 29 Peter Logghe 58011- 1-2008 30 Peter Logghe 58011- 1-2008 31 Carl Devlies 58111- 1-2008 33 Carl Devlies 58311- 1-2008 34 Carl Devlies 58411- 1-2008 35 Carl Devlies 58611- 1-2008 36 Carl Devlies 58711- 1-2008 37 Carl Devlies 58811- 1-2008 38 Carl Devlies 59011- 1-2008 39 Carl Devlies 59111- 1-2008 41 Carl Devlies 59111- 1-2008 42 Carl Devlies 59311- 1-2008 43 Carl Devlies 59411- 1-2008 44 Carl Devlies 59611- 1-2008 45 Carl Devlies 59711- 1-2008 46 Carl Devlies 59811- 1-2008 47 Carl Devlies 59911- 1-2008 48 Carl Devlies 60011- 1-2008 49 Carl Devlies 60111- 1-2008 51 Carl Devlies 60211- 1-2008 52 Carl Devlies 60411- 1-2008 54 Carl Devlies 60611- 1-2008 55 Carl Devlies 60711- 1-2008 56 Carl Devlies 60811- 1-2008 57 Carl Devlies 60911- 1-2008 59 Carl Devlies 60914- 1-2008 60 Bart De Wever 61114- 1-2008 61 Peter Logghe 61215- 1-2008 65 Dirk Van der Maelen 61215- 1-2008 66 Dirk Van der Maelen 61315- 1-2008 68 Dirk Van der Maelen 61315- 1-2008 69 Dirk Van der Maelen 61315- 1-2008 70 Dirk Van der Maelen 61415- 1-2008 71 Dirk Van der Maelen 61515- 1-2008 73 Mw. Linda Vissers 61515- 1-2008 74 Mw. Barbara Pas 61615- 1-2008 75 Dirk Van der Maelen 61615- 1-2008 78 Michel Doomst 61715- 1-2008 79 Dirk Van der Maelen 61715- 1-2008 80 Dirk Van der Maelen 61815- 1-2008 82 Dirk Van der Maelen 62015- 1-2008 83 Dirk Van der Maelen 62115- 1-2008 85 Carl Devlies 62316- 1-2008 88 Guy D’haeseleer 62416- 1-2008 90 Carl Devlies 62417- 1-2008 91 Michel Doomst 116117- 1-2008 92 Michel Doomst 116217- 1-2008 94 Guido De Padt 116217- 1-2008 96 M me Valérie De Bue 116318- 1-2008 100 Herman De Croo 116418- 1-2008 102 Dirk Van der Maelen 116418- 1-2008 103 Luk Van Biesen 116518- 1-2008 104 Mw. Maggie De Block 116621- 1-2008 106 Mw. Maggie De Block 1166* Lijst afgesloten op 22 februari 2008* Liste clôturée le 22 février 2008KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1156 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o PageVice-eersteministeren minister van Begroting,Mobiliteit en Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre du Budget,de la Mobilité et des Réformes institutionnelles10- 1-2008 4 Bruno Stevenheydens 62510- 1-2008 9 Guy D’haeseleer 62718- 1-2008 34 Mw. Katia Della Faillede Leverghem 116723- 1-2008 38 Guy D’haeseleer 1168Minister van Sociale Zakenen VolksgezondheidMinistre des Affaires socialeset de la Santé publique9- 1-2008 2 Guy D’haeseleer 6289- 1-2008 9 Guy D’haeseleer 6299- 1-2008 10 Guy D’haeseleer 6299- 1-2008 12 Georges Gilkinet 6319- 1-2008 15 Mw. Rita De Bont 6329- 1-2008 16 Michel Doomst 6339- 1-2008 17 Filip De Man 63410- 1-2008 24 Bruno Stevenheydens 63510- 1-2008 31 Mw. Rita De Bont 63810- 1-2008 32 Mw. Rita De Bont 63811- 1-2008 35 Guy D’haeseleer 63911- 1-2008 36 Guy D’haeseleer 64011- 1-2008 37 Guy D’haeseleer 64011- 1-2008 39 Guy D’haeseleer 64011- 1-2008 41 Guy D’haeseleer 64111- 1-2008 42 Guy D’haeseleer 64211- 1-2008 43 Guy D’haeseleer 64211- 1-2008 44 Guy D’haeseleer 64314- 1-2008 48 Mw. Sonja Becq 64514- 1-2008 49 Jean-Marc Nollet 64515- 1-2008 53 Mw. Sonja Becq 64716- 1-2008 57 Bruno Stevenheydens 64717- 1-2008 60 Geert Versnick 116918- 1-2008 61 Guido De Padt 116918- 1-2008 62 Mw. Maggie De Block 117018- 1-2008 63 Guido De Padt 117118- 1-2008 64 Guido De Padt 117218- 1-2008 65 Guido De Padt 117218- 1-2008 68 Luk Van Biesen 117323- 1-2008 69 Mw. Barbara Pas 1175Minister van Binnenlandse ZakenMinistre de l’Intérieur9- 1-2008 1 Christian Brotcorne 6489- 1-2008 3 Christian Brotcorne 6509- 1-2008 6 Jean-Luc Crucke 6539- 1-2008 7 Jean-Luc Crucke 6539- 1-2008 8 Christian Brotcorne 6549- 1-2008 10 Jan Jambon 6579- 1-2008 11 Michel Doomst 6589- 1-2008 12 Jean-Luc Crucke 6589- 1-2008 13 Georges Gilkinet 6599- 1-2008 14 Jan Mortelmans 6619- 1-2008 16 Michel Doomst 66210- 1-2008 20 Mw. Katrien Partyka 66310- 1-2008 22 Jean-Marc Nollet 66410- 1-2008 24 Jean-Marc Nollet 66510- 1-2008 25 Jean-Marc Nollet 66610- 1-2008 26 Jean-Marc Nollet 66610- 1-2008 28 Mw. Nathalie Muylle 66710- 1-2008 30 Guy D’haeseleer 66810- 1-2008 35 Guy D’haeseleer 66811- 1-2008 39 Peter Logghe 66911- 1-2008 40 Peter Logghe 67014- 1-2008 42 Pierre-Yves Jeholet 67114- 1-2008 44 Pierre-Yves Jeholet 67115- 1-2008 48 Jean-Jacques Flahaux 67215- 1-2008 49 Mw. Linda Vissers 67316- 1-2008 50 Pierre-Yves Jeholet 67316- 1-2008 51 Guy D’haeseleer 67416- 1-2008 52 Guy D’haeseleer 67416- 1-2008 53 Robert Van de Velde 67516- 1-2008 54 Michel Doomst 67616- 1-2008 55 Michel Doomst 67616- 1-2008 56 Michel Doomst 67717- 1-2008 57 Michel Doomst 117517- 1-2008 58 Michel Doomst 117617- 1-2008 60 Guy D’haeseleer 117617- 1-2008 61 Guy D’haeseleer 117717- 1-2008 63 Guy D’haeseleer 117717- 1-2008 64 Guido De Padt 117717- 1-2008 65 Guy D’haeseleer 117817- 1-2008 66 Guido De Padt 1178KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 115725 - 2 - 2008Datum Vraag nr.Blz. Datum Vraag nr.Blz.AuteurAuteurDate Question n o Page Date Question n o Page17- 1-2008 67 Guido De Padt 117917- 1-2008 68 Geert Versnick 117917- 1-2008 69 Guido De Padt 118017- 1-2008 70 Guido De Padt 118017- 1-2008 71 Geert Versnick 118117- 1-2008 72 Guido De Padt 118117- 1-2008 73 Guido De Padt 118217- 1-2008 74 Guido De Padt 118318- 1-2008 77 Herman De Croo 118418- 1-2008 78 Mw. Barbara Pas 118418- 1-2008 80 Guido De Padt 118521- 1-2008 81 Mw. Maggie De Block 118622- 1-2008 82 Luk Van Biesen 118623- 1-2008 83 Guy D’haeseleer 118710- 1-2008 3 Bruno Stevenheydens 69110- 1-2008 4 Georges Gilkinet 69210- 1-2008 5 Georges Gilkinet 69310- 1-2008 6 Guy D’haeseleer 69410- 1-2008 7 Guy D’haeseleer 69416- 1-2008 8 Robert Van de Velde 69517- 1-2008 9 Guido De Padt 119417- 1-2008 10 Guido De Padt 119417- 1-2008 11 Guido De Padt 119518- 1-2008 13 Guido De Padt 119521- 1-2008 14 Mw. Maggie De Block 119621- 1-2008 15 Mw. Maggie De Block 119721- 1-2008 16 Mw. Maggie De Block 119721- 1-2008 17 Mw. Maggie De Block 1198Minister van Buitenlandse ZakenMinistre des Affaires étrangères8- 1-2008 1 Wouter De Vriendt 6779- 1-2008 2 Mw. Nathalie Muylle 6789- 1-2008 3 Wouter De Vriendt 67810- 1-2008 9 Guy D’haeseleer 68114- 1-2008 10 Luk Van Biesen 68116- 1-2008 18 Robert Van de Velde 68417- 1-2008 19 Geert Versnick 118717- 1-2008 22 Guido De Padt 118817- 1-2008 23 Gerolf Annemans 119021- 1-2008 25 Mw. Maggie De Block 119123- 1-2008 26 Bruno Stevenheydens 1191Minister van Economie,Zelfstandigen en LandbouwMinistre de l’Économie,des Indépendants et de l’Agriculture16- 1-2008 26 Stefaan Vercamer 68917- 1-2008 29 Guido De Padt 119221- 1-2008 36 Mw. Maggie De Block 1193Minister van Pensioenenen Maatschappelijke IntegratieMinistre des Pensions etde l’Intégration sociale9- 1-2008 2 Guido De Padt 691Minister van WerkMinistre de l’Emploi10- 1-2008 8 Guy D’haeseleer 69810- 1-2008 9 Guy D’haeseleer 69910- 1-2008 19 Guy D’haeseleer 70110- 1-2008 21 Guy D’haeseleer 70210- 1-2008 22 Guy D’haeseleer 70310- 1-2008 24 Guy D’haeseleer 70411- 1-2008 26 Guy D’haeseleer 70511- 1-2008 27 Guy D’haeseleer 70511- 1-2008 29 Guy D’haeseleer 70711- 1-2008 30 Guy D’haeseleer 70711- 1-2008 31 Guy D’haeseleer 70814- 1-2008 32 Mw. Sonja Becq 70918- 1-2008 34 Mw. Maggie De Block 119918- 1-2008 35 Mw. Maggie De Block 119918- 1-2008 36 Mw. Maggie De Block 120021- 1-2008 38 Mw. Maggie De Block 120121- 1-2008 39 Mw. Maggie De Block 120121- 1-2008 40 Mw. Maggie De Block 120221- 1-2008 42 Mw. Maggie De Block 120221- 1-2008 43 Mw. Maggie De Block 120321- 1-2008 44 Mw. Maggie De Block 120421- 1-2008 45 Mw. Maggie De Block 120421- 1-2008 46 Mw. Maggie De Block 120521- 1-2008 47 Mw. Maggie De Block 120621- 1-2008 48 Mw. Maggie De Block 120621- 1-2008 49 Mw. Maggie De Block 120721- 1-2008 50 Mw. Maggie De Block 120721- 1-2008 51 Mw. Maggie De Block 1208KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1162 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801277 DO 2007200801277Vraag nr. 92 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Dienst Douane en Accijnzen. — Controle van hetinternet op namaakproducten.In de strijd tegen namaakproducten wil de douanehaar actieterrein uitbreiden naar het internet.1. Het gaat hier om een uitbreiding van eenbevoegdheid, maar wat houdt deze nieuwe bevoegdheidjuist in?2. Welke middelen worden vooropgesteld naastonder andere een aantal databanken?Question n o 92 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Service des Douanes et Accises. — Contrôle desmarchandises de contrefaçon vendues sur l’internet.Dans le cadre de la lutte contre les marchandises decontrefaçon, le service des Douanes et Accises sepropose d’étendre son champ d’action à l’internet.1. Il s’agit en l’espèce d’un élargissement de compétences.Qu’implique-t-il exactement?2. Outre des ressources telles que des bases dedonnées, quels moyens seront-ils utilisés pour effectuerces contrôles?3. Welke concrete doelen zijn vooropgesteld? 3. Quels objectifs concrets le service s’est-il fixé enla matière ?4. Heeft men reeds een idee over hoeveel internetsiteshet zal gaan?5. Is er eventueel een samenwerking in het vooruitzichtgesteld met de pas opgerichte cel internetfraudevan de federale politie?4. Sait-on déjà combien de sites internet ferontl’objet d’un contrôle?5. Une coopération avec la cellule qui a été crééerécemment au sein de la police fédérale pour luttercontre la fraude sur l’internet est-elle éventuellementprévue?DO 2007200801308 DO 2007200801308Vraag nr. 94 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Spaarrekeningen. — Fiscale vrijstellingen.De spaarrekening blijft een zeer populair beleggingsproduct.Einde 2006 bedroeg het uitstaandebedrag in België meer dan 150 miljard euro. De populariteitvan dit product is voornamelijk te verklarendoor de beschikbaarheid van de geldmiddelen en doorde veiligheid.Bovendien is het zo dat de interesten uit gewonespaardeposito’s aan de roerende voorheffing van 15%onderworpen zijn, maar dat de eerste schijf van1 600 euro (1 630 euro voor aanslagjaar 2008) per jaaris vrijgesteld. Dit komt overeen met een kapitaal van80 000 euro indien rekening gehouden wordt met eentotale rente van 2%. De vrijstelling geldt niet pergezin, maar wel per belastingplichtige.Het grote minpunt van deze beleggingsvorm betreftevenwel het lage rendement. Het rendement wordtQuestion n o 94 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Comptes d’épargne. — Exonérations fiscales.Le compte d’épargne n’a rien perdu de son attractivité.Fin 2006, l’encours des comptes d’épargne enBelgique se montait à plus de 150 milliards d’euros. Lapopularité de ce produit s’explique essentiellement parla disponibilité des sommes épargnées ainsi que par sasécurité.En outre, si les intérêts des dépôts d’épargne ordinairessont soumis au précompte mobilier de 15%, lapremière tranche de 1 600 euros d’intérêts (1 630 eurospour l’exercice fiscal 2008) par an est exemptée de ceprécompte. Cette exonération s’applique dès lors à uncapital de 80 000 euros, compte tenu d’une renteglobale de 2%. Elle s’applique par ailleurs par contribuableet non pas par ménage.Le grand désavantage de ce produit de placementreste cependant son rendement très modeste, le rende-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 116325 - 2 - 2008bepaald door een basisrente, verhoogd met een aangroei-of getrouwheidspremie.Nu blijkt dat, ondanks het feit dat de EuropeseCentrale Bank (ECB) haar richtinggevende rentetarievensedert december 2005 in acht stapjes van telkens0,25%punt verhoogd heeft van 2% tot 4 procent, devier grootbanken het basistarief op het spaarboekjeslechts één keer verhoogd hebben, met een schamele0,25%punt; van 1,25% tot 1,5%. De grote bankenhebben bijgevolg de hogere rente niet doorgegeven aanhun spaarders, terwijl ze dit wel deden voor andereproducten, zoals consumentenkredieten, woonkredieten,termijnrekeningen en kasbons.1. Hoeveel spaarders in ons land genieten van defiscale vrijstelling op het spaarboekje en hoeveelbedraagt deze fiscale uitgave de jongste drie jaar?2. Bent u niet van mening dat ingevolge de fiscalevrijstelling, de overheid de burgers stimuleert om hunbeschikbare middelen op een spaarrekening te parkeren,maar dat de banken dit fiscaal voordeel compenserenmet een lagere basisrente, waardoor zij in feitemet het fiscaal voordeel gaan lopen?3. Welke concrete maatregelen stelt u bijgevolg inhet vooruitzicht om de transparantie op de markt vande spaarboekjes te verhogen en te voorkomen dat debanken uiteindelijk het fiscaal voordeel op zak stekenwaarop de burgers recht hebben?ment d’un compte d’épargne se composant d’un intérêtde base, augmenté d’une prime de croissance ou defidélité.Or, alors que depuis décembre 2005, la Banquecentrale européenne (BCE) a relevé ses taux d’intérêtdirecteurs de 2 à 4%, par le biais de huit augmentationssuccessives de 0,25 point de pourcentage, lesquatre grandes banques n’ont, quant à elles, relevéleur taux d’intérêt de base qu’une seule fois, de pasplus de 0,25 point de pourcentage, portant ainsi cetaux de 1,25 à 1,5 %. Les grandes banques n’ont doncpas répercuté ce taux d’intérêt plus élevé sur les comptesd’épargne, à la différence d’autres produits, tels queles crédits à la consommation et au logement, lescomptes à terme et les bons de caisse.1. Combien d’épargnants bénéficient en Belgiquede l’exonération fiscale s’appliquant aux intérêts d’uncompte d’épargne? À combien cette dépense fiscales’est-elle montée au cours des trois dernières années?2. En accordant cette exonération fiscale, les autoritésn’incitent-elles pas les contribuables à déposer leurargent disponible sur un compte d’épargne, lesbanques compensant par ailleurs cet avantage fiscalpar un taux de base moins élevé et détournant dès lorscet avantage fiscal à leur profit?3. Quelles mesures concrètes envisagez-vous pouraméliorer la transparence sur le marché des comptesd’épargne et éviter que les banques n’encaissent ellesmêmesl’avantage fiscal qui devrait revenir aux épargnants?DO 2007200801315 DO 2007200801315Vraag nr. 96 van mevrouw Valérie De Bue van 17 januari2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Administratie der Douane en Accijnzen. — Gewestelijkeverificatiecentra.Bij de administratie der Douane en Accijnzenbestaan er gewestelijke verificatiecentra (GVC).Kan u me per GVC de volgende gegevens meedelen:1. het aantal kilometers dat de dienstvoertuigen in2006 en tijdens de eerste helft van 2007 hebben afgelegd;2. de spreiding van de GVC’s over België en deoppervlakte (uitgedrukt in km 2 ) van de zone die zecontroleren;Question n o 96 de M me Valérie De Bue du 17 janvier2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministredes Finances et des Réformes institutionnelles:Administration des Douanes et Accises. — Centresrégionaux de Vérification.Au sein de l’administration des Douanes et Accisesexistent des Centres régionaux de Vérification (CRV).En ce qui concerne ces CRV, pourriez-vous indiquer,par centre, quel est:1. le nombre de kilomètres parcourus, par les véhiculesde service, et ce pour l’année 2006 et égalementpour le premier semestre de l’année 2007;2. la répartition des CRV sur l’ensemble du territoirebelge ainsi que la zone en km 2 qu’ils contrôlent;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1164 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. het aantal personen dat in elk centrum werkt,evenals de graden en/of functies van die personen?3. le nombre de personnes occupées dans chacun deces CRV et les grades et/ou fonctions de chacune deces personnes?DO 2007200801382 DO 2007200801382Vraag nr. 100 van de heer Herman De Croo van 18 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Inkomstenbelastingen. — Fietsvergoeding.Dankzij de wet van 8 augustus 1997 tot wijzigingvan artikel 38 van het Wetboek van de inkomstenbelasting1992 om het fietsgebruik voor het woonwerkverkeerfiscaal aan te moedigen, is de fietsvergoedingvrij van inkomstenbelasting tot 0,15 euro per afgelegdekilometer. Een werknemer die de fiets, al danniet in combinatie met een ander vervoermiddel,gebruikt voor de verplaatsing van en naar het werk, enniet voor de forfaitaire beroepskosten kiest maar welzelf zijn of haar beroepskosten berekent, kan gebruikmaken van de fiscaal aftrekbare fietsvergoeding. Hij ofzij hoeft de fietsvergoeding dus niet aan te geven bijzijn belastingaangifte indien deze niet groter is dan0,15 euro per kilometer.1. Hoeveel belastingplichtigen kozen er in 2006voor hun beroepskosten zelf te berekenen en maaktenhierbij gebruik van deze fietsvergoeding?2. Hoe groot was de financiële impact in 2006 vandeze maatregel, gegeven dat niet alleen werknemersmaar ook werkgevers fiscale voordelen hebben bijdeze fietsvergoeding?Question n o 100 de M. Herman De Croo du 18 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Impôts sur les revenus. — Indemnité de bicyclette.En vertu de la loi du 8 août 1997 modifiant l’article38 du Code des impôts sur les revenus 1992, en vued’encourager fiscalement l’utilisation de la bicyclettesur le chemin du travail, l’indemnité de bicyclette estexonérée de l’impôt sur les revenus jusqu’à 0,15 europar kilomètre parcouru. Le travailleur qui utilise labicyclette, éventuellement combinée à un autre moyende transport, pour se rendre au travail et qui calculelui-même ses frais professionnels sans opter pour lesfrais professionnels forfaitaires peut prétendre àl’indemnité de bicyclette déductible fiscalement. Iln’est dès lors pas tenu de déclarer l’indemnité de bicyclettesi elle ne dépasse pas 0,15 euro au kilomètre.1. Combien de contribuables ont préféré, en 2006,calculer eux-mêmes leurs frais professionnels et ontfait appel à cette indemnité de bicyclette?2. Quel a été l’impact financier de cette mesure en2006, étant donné que non seulement les travailleurs,mais également les employeurs tirent un avantagefiscal de cette indemnité?DO 2007200801400 DO 2007200801400Vraag nr. 102 van de heer Dirk Van der Maelen van18 januari 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Financiën en InstitutioneleHervormingen:Engelse vennootschapsvorm «Company Limited byShares».Het gebruik van de Engelse «Company Limited byShares» dient door de Belgische overheid gerespecteerdte worden als gevolg van vrijverkeersjurisprudentievan het Europese Hof van Justitie.Het gebruik van deze vennootschapsvorm is in opmarsomdat deze een groot aantal voordelen heeftboven de Belgische bvba (besloten vennootschap metbeperkte aansprakelijkheid): veel snellere oprichting,Question n o 102 de M. Dirk Van der Maelen du18 janvier 2008 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformes institutionnelles:Forme de société de droit anglais «Company Limitedby Shares».À la suite de la jurisprudence en matière de librecirculation de la Cour européenne de justice, les autoritésbelges sont tenues d’autoriser la forme de sociétéde droit anglais «Company Limited by Shares».Le recours à cette forme de société est en augmentationcar elle offre un grand nombre d’avantages parrapport à la sprl belge (société privée à responsabilitélimitée): constitution beaucoup plus rapide, coût peuKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 116525 - 2 - 2008lage kostprijs, geen verplicht gestort vermogen, geenjustitiële toestemming nodig en zeer beperkte publicatieplicht.Gezien deze eigenschappen is een «Limited»ideaal als offshore- of brievenbusvennootschap.Bent u bereid een sectorieel onderzoek in te stellennaar dergelijke vennootschappen waarvan Belgischebelastingplichtigen aandeelhouder zijn?élevé, pas de capital à verser, accord des autorités judiciairesnon requis et obligations très limitées enmatière de publicité. Compte tenu de ces caractéristiques,une «Company Limited by Shares» constitueune forme de société idéale pour les sociétés offshoreou les sociétés écran.Ëtes-vous disposé à mener une enquête sectorielleconcernant de telles sociétés dont des contribuablesbelges sont actionnaires?DO 2007200801413 DO 2007200801413Vraag nr. 103 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Aandelenopties. — Herkwalificatie.De wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgischactieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdendediverse bepalingen bepaalt dat opties belastbaar zijnop het moment van toekenning. Het moment van toekenningvalt op de 60ste dag volgend op het aanbodvan de opties.Verder bepaalde de wet aanvankelijk dat een werknemerautomatisch geacht werd het aanbod te aanvaarden,tenzij hij het aanbod vóór de 60ste dag schriftelijkweigerde.Deze regel werd met ingang van 2003 bij programmawet(I) van 24 december 2002 omgekeerd. Voortaanbepaalt de wet dat de werknemer automatisch geachtwordt het aanbod te weigeren, tenzij hij dit aanbodvóór de 60ste dag schriftelijk aanvaardt. Zoniet wordthij vanuit fiscaal oogpunt geacht de aandelenopties teweigeren. De aandelenopties kunnen dan niet wordenbelast volgens de principes van de wet van 26 maart1999.Maar in vele gevallen bepaalt het optieplan dat menbijvoorbeeld 90 dagen de tijd heeft om de opties schriftelijkte aanvaarden, of zelfs dat men helemaal niet uitdrukkelijkmoet aanvaarden.Indien de werknemer de opties dan niet binnen de60 dagen aanvaardt, wordt hij fiscaal geacht ze teweigeren. Toch betekent deze «fiscale weigering» nietipso facto dat de werknemer dan geen aandelenoptiesheeft gekregen.De vraag rijst hoe de opties, die pas na de termijnvan 60 dagen worden aanvaard, worden belast.Hierover zijn uiteenlopende standpunten terug tevinden: ofwel vallen de opties onder de gemeenschap-Question n o 103 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Options sur action. — Requalification.La loi du 26 mars 1999 relative au plan d’actionbelge pour l’emploi 1998 et portant des dispositionsdiverses stipule que les options sont imposables aumoment de leur attribution, c’est-à-dire lors du60 e jour qui suit la notification de l’offre.En outre, la loi prévoyait à l’origine qu’un travailleurest censé avoir accepté l’offre, à moins qu’il n’y aitrenoncé par écrit avant l’expiration de ce délai de60 jours.Depuis 2003, en application de la loi-programme du24 décembre 2002, cette règle est inversée. Depuis lors,la loi stipule que le travailleur est réputé avoir refusél’offre à défaut de l’avoir acceptée dans les 60 jours.S’il ne le fait pas, il est, fiscalement parlant, censé avoirrefusé les options sur action. Celles-ci ne peuvent dèslors être imposées selon les principes de la loi du26 mars 1999.Or dans de nombreux cas, le plan d’options préciseque l’on dispose d’un délai de, par exemple, 90 jourspour accepter les options par écrit, ou même qu’il n’estabsolument pas nécessaire de les accepter expressément.Si le travailleur n’accepte pas les options dans ledélai de 60 jours, le fisc considérera donc qu’il y aurarenoncé. Cependant, ce «refus fiscal» ne signifie pasipso facto que le travailleur n’a pas reçu d’options suraction.La question est de savoir comment les options quine sont acceptées qu’après l’expiration du délai de60 jours doivent être imposées.Les avis divergent sur cette question: pour certains,les options concernées doivent être soumises au régimeKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1166 QRVA 52 01025 - 2 - 2008pelijke fiscale regeling, ofwel is er een herkwalificatiein een aandelenplan waarbij het prijsvoordeel dat dewerknemer heeft bij aankoop van de aandelen, belastwordt als een voordeel van alle aard.Dit laatste standpunt wordt door de ministergevolgd (vraag nr. 228 van 20 januari 2004 van volksvertegenwoordigerFrançois Bellot, Vragen enAntwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 27 van 5 april2004, blz. 4179).1. Kan men opties, die vermoed worden geweigerdte zijn of die pas schriftelijk aanvaard worden na60 dagen, belasten op de verkoopprijs bij uitoefeningwanneer er fiscaal eigenlijk geen sprake is van opties?2. Als men opties (welke pas worden aanvaard na60 dagen of vermoed geweigerd geweest te zijn in deperiode van 60 dagen) effectief gelijk stelt met een aandelenplan,betekent dit dan dat de werkgever de«korting» die men krijgt bij «de aankoop van de aandelen»op de loonfiche moet zetten en bedrijfsvoorheffingen sociale bijdragen moet inhouden?fiscal général, tandis que pour d’autres, il y a dans cecas une requalification en plan d’actions, et l’avantagefinancier obtenu par le travailleur lors de l’achat desactions doit être imposé en tant qu’avantage de toutenature.Cette dernière interprétation est celle suivie par leministre (cf. question n o 228 de M. François Bellot du20 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre,2003-2004, n o 27 du 5 avril 2004, p. 4179).1. Les options qui sont censées avoir été refusées ouqui n’ont été acceptées par écrit qu’une fois passé ledélai de 60 jours peuvent-elles être taxées sur le prix devente à l’exercice alors que, du point de vue fiscal, iln’est pas question d’options?2. Si l’on assimile effectivement les options (acceptéesaprès le délai de 60 jours ou censées avoir été refuséesdans ce délai de 60 jours) à un plan d’actions, celasignifie-t-il que l’employeur doit inscrire la«ristourne» obtenue par le bénéficiaire lors del’«achat des actions» sur sa fiche de salaire et effectuerles retenues nécessaires en matière de précompteprofessionnel et de cotisations sociales?DO 2007200801425 DO 2007200801425Vraag nr. 104 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Financiën en InstitutioneleHervormingen:PWA-cheques. — Dienstencheques. — Fiscale aftrekbaarheid.1. Hoeveel PWA-cheques, opgesplitst per regio,werden, in 2006, ingebracht voor fiscale aftrekbaarheid?2. Wat was de budgettaire impact van de fiscale aftrekbaarheidvan PWA-cheques?3. Hoeveel was het totale bedrag aan dienstenchequesdat werd ingebracht voor fiscale aftrekbaarheid?4. Wat was de budgettaire impact van de fiscale aftrekbaarheidvan dienstencheques?Question n o 104 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministredes Finances et des Réformes institutionnelles:Chèques ALE. — Titres-services. — Déductibilitéfiscale.1. Combien de chèques ALE, par région, ont faitl’objet d’une demande de déduction fiscale en 2006?2. Quel a été l’incidence budgétaire de la déductibilitéfiscale des chèques ALE?3. À combien s’est élevé le montant total des titresservicesayant donné lieu à une demande de déductionfiscale?4. Quel a été l’incidence budgétaire de la déductibilitéfiscale des titres-services?DO 2007200801427 DO 2007200801427Vraag nr. 106 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Financiën en InstitutioneleHervormingen:Bedrijven die uitgaven hebben gedaan voor nieuweopvangplaatsen in kinderdagverblijven en minicrèches.De programmawet van 8 april 2003 voorziet, voorbelastingplichtigen die winsten of baten genieten vanafQuestion n o 106 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministredes Finances et des Réformes institutionnelles:Entreprises ayant consenti des dépenses pour se doterde nouvelles places d’accueil pour les enfants.La loi-programme du 8 avril 2003 prévoit, pour lescontribuables qui réalisent des gains ou des profits àKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 116725 - 2 - 20081 januari 2003, in een nieuwe aftrekpost, meer bepaaldde financiële inspanningen die bedrijven doen om opvangplaatsenvoor kinderen van minder dan drie jaarte creëren of de aldus gecreëerde plaatsen te behouden.De sommen die als beroepskosten in aanmerkingkunnen worden genomen, mogen per belastbaar tijdperkniet meer bedragen dan 5 250 euro (niet-geïndexeerd)per opvangplaats.1. Hoeveel bedrijven hebben een fiscaal voordeelverkregen in 2004, 2005 en 2006, opgesplitst in Vlaanderenen Walonië?2. Hoeveel bijkomende plaatsen in de kinderopvangwerden gecreëerd door deze fiscale maatregel,opgesplitst in Vlaanderen en Wallonië?partir du 1 er janvier 2003, un nouveau poste de déductionautorisant les entreprises à déduire fiscalement lesefforts financiers qu’elles fournissent pour créer desplaces d’accueil pour les enfants de moins de trois ansou pour maintenir les places ainsi créées. Les montantspouvant être pris en compte comme frais professionnelsne peuvent excéder 5 250 euros (non indexés) parpériode imposable et par place d’accueil.1. Combien d’entreprises, ventilées entre la Flandreet la Wallonie, ont obtenu un avantage fiscal en 2004,2005 et 2006?2. Combien de places supplémentaires dans ledomaine de l’accueil de la petite enfance cette mesurefiscale a-t-elle permis de créer, ventilées entre la Flandreet la Wallonie?Vice-eersteministeren minister van Begroting,Mobiliteit en Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre du Budget,de la Mobilité et des Réformes institutionnellesDO 2007200801407 DO 2007200801407Vraag nr. 34 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 18 januari 2008 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Begroting, Mobiliteiten Institutionele Hervormingen:NMBS. — Station in Aarschot. — Slecht onderhoudvan de parking.Sinds de ingebruikname van de «bocht van Leuven»is het aantal reizigers dat opstapt in het station vanAarschot toegenomen. Bijgevolg doen zich capaciteitsproblemenvoor wat betreft de parking aan de voorzijdevan het stationsgebouw en achter het gebouwvan De Post. Omwille van een gebrekkig onderhoudzijn sommige struiken en bomen dermate gegroeid dateen aantal parkeerplaatsen niet meer kan wordengebruikt. Bij andere parkeerplaatsen domineren deplanten dermate dat de wagens van de reizigersworden bevuild door het stuifmeel, vallende bladerenen twijgjes. Bovendien belemmeren bomen en struikenhet zicht van chauffeurs die een deel van de parkingwillen verlaten, met het risico dat er ongevallenkunnen gebeuren, zeker nu de reizigers door een tijdelijkeinperking van de capaciteit van de parking aan deachterkant van het station genoodzaakt zijn toch eenplaatsje te komen zoeken op de ander parking, die tengevolge daarvan nog meer oververzadigd is. Daardoorzijn de reizigers genoodzaakt hun wagen te parkerenop de daartoe niet voorziene plaatsen. Door de hogeQuestion n o 34 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 18 janvier 2008 (N.) au vice-premierministre et ministre du Budget, de la Mobilité etdes Réformes institutionnelles:SNCB. — Gare d’Aarschot. — Mauvais entretien duparking.Depuis la mise en service de la «boucle deLouvain», le nombre de voyageurs embarquant à lagare d’Aarschot a augmenté. Conséquence de cetteaugmentation: des problèmes de capacité insuffisantedu parking situé devant la gare et du parking situéderrière le bâtiment de La Poste. A cause d’un manqued’entretien, certains arbustes et arbres ont pris unetelle ampleur qu’un certain nombre d’emplacementsde stationnement ne peuvent plus être utilisés, d’autresétant à ce point recouverts par la végétation que lesvoitures des voyageurs sont souillées par le pollen, desfeuilles ou des brindilles mortes. De plus, ces arbres etarbustes bouchent la vue des voyageurs qui veulentquitter une certaine portion du parking, ce quicomporte un risque d’accident, et ce aujourd’hui plusque jamais étant donné qu’en raison d’une limitationtemporaire de la capacité du parking à l’arrière de lagare, les voyageurs sont contraints d’essayer d’aller segarer sur l’autre parking qui de ce fait est encore plussaturé. Les voyageurs sont par conséquent obligés dese garer à des endroits qui ne sont pas prévus à cetKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 116925 - 2 - 2008Minister van Sociale Zakenen VolksgezondheidMinistre des Affaires socialeset de la Santé publiqueDO 2007200801296 DO 2007200801296Vraag nr. 60 van de heer Geert Versnick van 17 januari2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. — Werking.— Klachten.De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid definieertzich op haar eigen website als de motor en decoördinator van e-government in de sociale sector.Volgens CEVI, het Centrum voor Informatica NV, isde Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid voor 98%stabiel. Ook binnen Europa wordt de Kruispuntbankals voorbeeld aanzien.Los van deze lofbetuigingen moeten we toch vaststellendat er tal van meldingen zijn over frequenteproblemen aangaande de toegang tot de Kruispuntbankvan de Sociale Zekerheid.1. Kan u aantonen hoeveel klachten er werden ontvangenbetreffende de werking van de Kruispuntbankvan de Sociale Zekerheid?2. Kan u de klachten, zoals gesteld onder vraag 1,opdelen naar gelang de aard en de oorsprong van deklacht?3. Welke conclusies trekt u op basis van dezecijfers?4. Welke maatregelen overweegt u aan deze conclusieste koppelen?Question n o 60 de M. Geert Versnick du 17 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Banque Carrefour de la Sécurité Sociale. — Fonctionnement.— Plaintes.La Banque Carrefour de la Sécurité Sociale se définitsur son propre site internet comme le moteur et lecoordinateur de l’e-government dans le secteur social.Selon le CEVI (Centrum voor Informatica NV), laBanque Carrefour de la Sécurité Sociale est stable à98%. En Europe également, la Banque Carrefour estconsidérée comme un exemple.Indépendamment de ces éloges, force est néanmoinsde constater que de nombreux problèmes sont signalésen ce qui concerne l’accès à la Banque Carrefour de laSécurité Sociale.1. Avez-vous une idée du nombre de plaintesportant sur le fonctionnement de la Banque Carrefourde la Sécurité Sociale?2. Pourriez-vous répartir ces plaintes selon leurnature et leur origine?3. Quelles conclusions tirez-vous de ces chiffres?4. Quelles mesures envisagez-vous de prendre à cetégard?DO 2007200801376 DO 2007200801376Vraag nr. 61 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Landbouwers. — Zware administratieve lasten.Het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) klaagt overde zware administratieve lasten die worden opgelegdaan de landbouwers. Men vreest dat een nieuw opgerichteVZW tussen de drie landbouworganisatie (BB,ABS, FWA), dat het beheer van de sectorgids dierlijkeproductie op zich zal nemen, een nieuwe rompslompzal betekenen. De volledige gids die zal moet wordennageleefd omvat heel wat wettelijke verplichtingen diezullen worden gecontroleerd door erkende controlebureaus.Question n o 61 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Agriculteurs. — Lourdeur des charges administratives.Le Algemeen Boerensyndicaat (ABS) se plaint de lalourdeur des charges administratives imposées auxagriculteurs. La crainte existe qu’une nouvelle ASBLcréée entre les trois organisations agricoles (le BB,l’ABS, la FWA) et chargée de la gestion du guide sectorielrelatif à la production animale, engendrera denouvelles tracasseries administratives. Le guidecomplet qui devra être suivi comprend de nombreusesobligations légales qui seront contrôlées par desbureaux de contrôle agréés.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1170 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Gevreesd wordt dat in vele bedrijven een gansewaaier aan lastenboeken zullen circuleren omdat ookde reeds gekende labels (zoals Meritus, Certus, enzovoort)lastenboeken hebben. Auditcontroles vandiverse controlebureaus zullen dan ook om dehaverklap plaatsvinden op de landbouwbedrijven. Erwordt dan ook aangedrongen op een harmonisatie vandit alles en er is een voorstel om één audit per landbouwbedrijfom de drie jaar te laten uitvoeren dooréén controleorganisme.1. Deelt u de mening van het ABS dat de administratievelasten voor landbouwers te groot zijn en nogzullen toenemen?2.a) Welke zaken heeft u de voorbije jaren verwezenlijktdie de administratieve last van de landbouwersvermindert?Il est à craindre que toute une série de cahiers descharges circuleront dans de nombreuses entreprises,étant donné que pour les labels déjà en place (Meritus,Certus, etc.) des cahiers des charges doivent égalementêtre respectés. Les entreprises agricoles seront dès lorsconstamment soumises à des contrôles d’audit dedivers bureaux de contrôle. Une harmonisation del’ensemble de ces règles est dès lors demandée avecinsistance et il est proposé de ne soumettre une entrepriseagricole qu’à un seul audit effectué par un seulorganisme de contrôle tous les trois ans.1. Partagez-vous l’avis de l’ABS qui affirme que lescharges administratives sont trop lourdes pour lesagriculteurs et qu’elles s’alourdiront encore?2.a) Quelles initiatives avez-vous prises au cours desdernières années pour alléger les charges administrativesdes agriculteurs?b) Zijn er nog belangrijke veranderingen op til? b) Des modifications importantes sont-elles encoreprévues?3.a) Is het mogelijk om alles te harmoniseren?b) Zo ja, is het voorstel van één audit per landbouwbedrijfom de drie jaar door één controleorganismehaalbaar of hoe ziet u het concreet?3.a) Une harmonisation générale peut-elle être envisagée?b) Dans l’affirmative, la proposition visant à nesoumettre une entreprise agricole qu’à un seulaudit effectué par un seul organisme de contrôletous les trois ans est-elle réaliste ou comment envisagez-vousconcrètement la chose?DO 2007200801377 DO 2007200801377Vraag nr. 62 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Studentenarbeid. — Marktverstoring. — Laaggeschooldewerknemers.Het ABVV heeft in de zomer van vorig jaar zijn ongenoegengeuit over het stijgend aantal studenten datstudentenarbeid verricht. Deze tendens zou nefast zijnvoor hun studieresultaten en zou bovendien marktverstorendwerken ten aanzien van laaggeschoolden.In antwoord op mijn vragen hieromtrent verwijst deminister van Werk naar zijn collega van Sociale Zakenomdat «de versoepeling van de regelgeving metbetrekking tot studentenarbeid zijn oorsprong niet inhet arbeidsrecht maar wel in de reglementering inzakesociale zekerheid vindt» (vraag nr. 85 van 20 november2007, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008,nr. 7, blz. 471-472).Question n o 62 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Travail des étudiants. — Effet pertubateur du marché.— Travailleurs peu qualifiés.L’été dernier, la FGTB a exprimé son mécontentementface au nombre croissant d’étudiants qui travaillent.Elle estime que cette tendance aurait des effetsnéfastes sur les résultats scolaires des étudiants etqu’elle perturberait en outre le marché au détrimentdes travailleurs peu qualifiés. En réponse à mes questionsà ce sujet, le ministre de l’Emploi renvoie à soncollègue des Affaires sociales parce que«l’assouplissement de la réglementation relative autravail des étudiants trouve son origine non pas dans ledroit du travail mais bien dans la réglementation relativeà la sécurité sociale» (question n o 85 du 20 novembre2007, Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 7, pages 471-472).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 117125 - 2 - 20081.a) Klopt de bewering dat andere, hoofdzakelijk laaggeschooldewerknemers het slachtoffer zijn vanstudentenjobs?b) Werkt studentenarbeid met andere woordenmarktverstorend voor laaggeschoolde werknemers?1.a) Est-il exact que d’autres travailleurs, principalementpeu qualifiés, seraient lésés par le travail desétudiants?b) En d’autres termes, le travail des étudiants a-t-il uneffet pertubateur du marché pour les travailleurspeu qualifiés?c) Zo ja, waaruit blijkt dat concreet? c) Dans l’affirmative, quels en sont les indicesconcrets?2. Gegeven het feit dat studenten vaak tijdens deweekends of ’s avonds werken — tijdstippen waaropreguliere werknemers door de band genomen lieverniet werken — en het verwijt van het ABVV dat zemarktverstorend werken ten aanzien van laaggeschooldewerknemers, impliceert dit dan dat hetbegrip passende dienstbetrekking voor werkzoekendenmoet worden uitgebreid tot avond- en weekendwerk?2. Étant donné que les étudiants travaillent souventle soir ou le week-end — soit à des moments où lestravailleurs réguliers préfèrent généralement ne pastravailler — et vu le reproche, exprimé par la FGTB,qu’ils perturbent le marché au détriment des travailleurspeu qualifiés, ceci implique-t-il dès lors que lanotion «d’emploi convenable» doit englober le travaildu soir et du week-end?DO 2007200801378 DO 2007200801378Vraag nr. 63 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Mutualiteiten. — Uitvoering en verwerking van specialecontroles.Teneinde na te gaan of in de rustoorden correctwordt omgegaan met de KATZ-schaal, wordt doorhet Riziv een lokaal college (afgevaardigden van degrote mutualiteiten) ter plaatse gestuurd, dat aan dehand van een concordantietest (KAPPA) een controleuitvoert. Op het eind van de controle worden degeconstateerde zorgscores vergeleken met debestaande zorgscores en worden de wijzigingen meegedeeldaan de instelling. Het kan zijn dat een instellingsystematisch te hoge scores doorgeeft aan de mutualiteitof overscoort. Dit betekent dat de instelling voorde controle een hoger dagforfait (F1) ontvangt op basisvan te zware zorgscores wordt een nieuw dagforfait(F2) bepaald, dat lager is dan het oorspronkelijk -dagforfait (F1) De sanctie is afhankelijk van het%ueelverschil tussen deze twee forfaits. Verschil tussen F1 enF2 is minder dan 5%: forfaits van de instellingworden gedurende zes maanden verminderd met: hetverschil x 1,01. Verschil tussen F1 en F2 is meer dan5%: forfaits van de instelling worden gedurende zesmaanden verminderd met: het verschil x 1,5.1. Hoeveel bedragen alle vergoedingen (cijfers2005, 2006 en 2007) die de mutualiteiten (opgesplitstper mutualiteit) ontvangen voor het uitvoeren en verwerkenvan deze controles?Question n o 63 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Mutualités. — Exécution de contrôles spéciaux et traitementdes données.Afin de vérifier l’application correcte de l’échelle deKatz dans les maisons de repos, l’INAMI envoie surplace un collège local (représentants des grandesmutualités) chargé d’effectuer un contrôle sur la based’un test de concordance (Kappa). À l’issue ducontrôle, les scores de soins constatés sont comparésavec les scores existants et les modifications sontcommuniquées à l’institution. Il se peut qu’une institutiontransmette systématiquement des scores tropélevés à la mutualité. Dans ce cas, elle recevait avant lecontrôle un forfait journalier (F1) plus élevé basé surdes scores de soins trop importants. Un nouveauforfait journalier (F2), dont le montant est inférieur auforfait de départ (F1), est alors fixé après le contrôle.La sanction dépend du pourcentage de différence entreces deux forfaits. Si la différence entre F1 et F2 est inférieureà 5%, les forfaits de l’institution seront réduitsdurant 6 mois d’un montant égal à la différence multipliéepar 1,01. Si la différence entre F1 et F2 est supérieureà 5%, les forfaits de l’institution seront réduitsdurant 6 mois d’un montant égal à la différence multipliéepar 1,5.1. À quel montant s’élève l’ensemble des indemnités(chiffres relatifs à 2005, 2006 et 2007) perçues par lesmutualités (répartition par mutualité) pour l’exécutionet le traitement de ces contrôles?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1172 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. Hoeveel sancties (opgesplitst volgens voormeldeonderverdeling) en voor welke bedragen (opgesplitstper gewest werden er in voormelde jaren toegepast?3. Hoeveel instellingen (opgesplitst per gewest ennaargelang het om openbare of private instellingengaat) komen in aanmerking voor dergelijke controles?4. Gewest en naargelang het om openbare of privateinstellingen gaat) werden in voormelde jarengecontroleerd?2. Combien de sanctions (répartition en fonction dela subdivision mentionnée sous 1) ont été prononcéesau cours des années susmentionnées et à quelsmontants s’élevaient-elles (répartition par région)?3. Combien d’institutions (répartition par région eten fonction du critère institution publique/institutionprivée) entrent en ligne de compte pour ce type decontrôles?4. Combien d’institutions (répartition par région eten fonction du critère institution publique/institutionprivée) ont été contrôlées au cours des années susmentionnées?DO 2007200801379 DO 2007200801379Vraag nr. 64 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:PIT-pilootprojecten. — Selectiecriteria.In het kader van de modernisering van het beleidinzake de spoedongevallenhulp en de dringende medischehulpverlening, werd beslist om in ons land eenaantal PIT (paramedisch interventieteam)-pilootprojectenop te starten. Het Algemeen Stedelijk ZiekenhuisAalst-Geraardsbergen-Wetteren diende eenkandidatuur in voor de selectie van een PITpilootprojectvoor de campus Geraardsbergen, maarwerd begin oktober 2007 ingelicht van het feit dat dekandidatuur niet in aanmerking werd genomen. DeFOD Volksgezondheid liet weten dat de selectiegebeurde «op basis van criteria die los staan van deintrinsieke kwaliteiten van de projecten».1. Welke projecten werden wel geselecteerd om aande projectfase deel te nemen?2. Op grond van welke criteria gebeurde de selectiedan wel?Question n o 64 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Projets pilotes PIT. — Critères de sélection.Dans le cadre de la modernisation de la politique enmatière de secours urgents et d’aide médicale urgente,il a été décidé de lancer un certain nombre de projetspilotes PIT (Paramedisch Interventieteam — équiped’intervention paramédicale) dans notre pays.L’Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst-Geraardsbergen-Wetterena introduit une candidature dans lecadre de la sélection d’un projet-pilote PIT pour lecampus de Grammont, mais a été informé début octobre2007 du fait que la candidature n’a pas été retenue.Le SPF Santé publique a fait savoir que la sélectionavait été effectuée sur la base de critères indépendantsdes qualités intrinsèques des projets.1. Quels projets ont été sélectionnés en vue d’uneparticipation à la phase de projet?2. Sur la base de quels critères la sélection a-t-elleété opérée ?DO 2007200801380 DO 2007200801380Vraag nr. 65 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid:Ziekenhuizen. — Ombudsdienst. —Klachtenbehandeling.In alle ziekenhuizen in België is een ombudsdienstvoor de rechten van patiënten waar mensen terechtkunnen met vragen of klachten. Klachtenbehandelingmaakt dan ook een wezenlijk deel uit van het managementvan het ziekenhuis. Ik neem aan dat de minis-Question n o 65 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Hôpitaux. — Service de médiation. — Traitement desplaintes.Dans tous les hôpitaux de Belgique, le public peutadresser ses questions et ses réclamations à un servicede médiation pour les droits des patients. Le traitementdes plaintes fait, dès lors, partie intégrante del’administration des hôpitaux. Je présume que le mi-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 117325 - 2 - 2008ter de jaarverslagen van de ombudsdiensten van deziekenhuizen opvraagt en in kaart brengt, om er beleidsconclusieste kunnen uit trekken.1. Hoeveel klachtendossiers openden de Belgischeziekenhuizen (opgesplitst per provincie en opgesplitstnaargelang het om een privaat of openbaar ziekenhuisgaat) in 2004, 2005 en 2006?2. Hoeveel van de klachten gebeurden op basis vande wet betreffende de rechten van de patiënt (dusbetrekking op de individuele relatie tussen de patiënten de beroepsbeoefenaar)?3. Hoeveel van de klachten vermeld onder vraag 2.hadden betrekking op:a) het recht op de vrije keuze van een beroepsbeoefenaar;nistre se fait transmettre les rapports annuels des servicesde médiation des hôpitaux et qu’il les examine demanière à pouvoir en tirer des conclusions stratégiques.1. Combien de dossiers de plaintes ont-ils étéouverts dans les hôpitaux belges (chiffres par provinceet selon qu’il s’agit d’hôpitaux publics ou privés) en2004, en 2005 et en 2006?2. Parmi ces plaintes, combien étaient-elles introduitessur la base de la loi relative aux droits dupatient (et concernaient donc la relation individuelleentre le patient et le praticien professionnel)?3. Parmi les plaintes mentionnées en réponse à laquestion n o 2, combien se rapportaient:a) au droit au libre choix du praticien professionnel;b) het recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking; b) au droit à des prestations de qualité;c) het recht op informatie over zijn gezondheidstoestand;d) het recht om geïnformeerd te worden, voorafgaandelijken vrij toe te stemmen;e) het recht op een zorgvuldig bijgehouden en veiligbewaard patiëntendossier;c) au droit du patient à toutes les informations quiconcernent son état de santé;d) au droit du patient de consentir librement à touteintervention moyennant information préalable;e) au droit à un dossier de patient soigneusement tenuà jour et conservé en lieu sûr;f) het recht op een afschrift van het patiëntendossier; f) au droit d’obtenir une copie du dossier de patient;g) het recht op inzage van het patiëntendossier; g) au droit à la consultation du dossier de patient;h) het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer?h) au droit à la protection de la vie privée du patient?4. Hoeveel van deze klachten (en wat was de aardervan) handelden over de administratieve werking ofde organisatie van de instelling?5. Naar verluidt zou het begrip «recht op kwaliteitsvolledienstverlening» onvoldoende gedefinieerdzijn door de wetgever. Dit heeft tot gevolg dat dit rechtmeestal zeer ruim wordt geïnterpreteerd.Ervaart ook u de noodzaak om tot een beterebegripsomschrijving over te gaan?6. Acht u het niet aangewezen een maximumtermijnvast te leggen waarbinnen de beroepsbeoefenaarzijn standpunt moet meedelen, wanneer hij door deombudspersoon wordt aangesproken?4. Combien de plaintes concernaient le fonctionnementadministratif ou l’organisation de l’établissementhospitalier et quelle était leur nature?5. Il semble que le législateur n’ait pas suffisammentdéfini la notion de «droit à des prestations dequalité». Il en résulte que ce droit est généralementl’objet d’une interprétation très large.Estimez-vous aussi qu’il est nécessaire d’améliorerla définition de cette notion?6. Ne pensez-vous pas qu’il s’indique de définir undélai maximum dans lequel le praticien professionneldoit communiquer sa position lorsqu’il est interpellépar le médiateur?DO 2007200801416 DO 2007200801416Vraag nr. 68 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Aandelenopties. — Herkwalificatie.De wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgischactieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdendeQuestion n o 68 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Options sur action. — Requalification.La loi du 26 mars 1999 relative au plan d’actionbelge pour l’emploi 1998 et portant des dispositionsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1174 QRVA 52 01025 - 2 - 2008diverse bepalingen bepaalt dat opties belastbaar zijnop het moment van toekenning. Het moment van toekenningvalt op de 60ste dag volgend op het aanbodvan de opties.Verder bepaalde de wet aanvankelijk dat een werknemerautomatisch geacht werd het aanbod te aanvaarden,tenzij hij het aanbod vóór de 60 ste dag schriftelijkweigerde.Deze regel werd met ingang van 2003 bij programmawet(I) van 24 december 2002 omgekeerd. Voortaanbepaalt de wet dat de werknemer automatisch geachtwordt het aanbod te weigeren, tenzij hij dit aanbodvóór de 60ste dag schriftelijk aanvaardt. Zoniet wordthij vanuit fiscaal oogpunt geacht de aandelenopties teweigeren. De aandelenopties kunnen dan niet wordenbelast volgens de principes van de wet van 26 maart1999.Maar in vele gevallen bepaalt het optieplan dat menbijvoorbeeld 90 dagen de tijd heeft om de opties schriftelijkte aanvaarden, of zelfs dat men helemaal niet uitdrukkelijkmoet aanvaarden.Indien de werknemer de opties dan niet binnen de60 dagen aanvaardt, wordt hij fiscaal geacht ze teweigeren. Toch betekent deze «fiscale weigering» nietipso facto dat de werknemer dan geen aandelenoptiesheeft gekregen.De vraag rijst hoe de opties, die pas na de termijnvan 60 dagen worden aanvaard, worden belast.Hierover zijn uiteenlopende standpunten terug tevinden: ofwel vallen de opties onder de gemeenschappelijkefiscale regeling, ofwel is er een herkwalificatiein een aandelenplan waarbij het prijsvoordeel dat dewerknemer heeft bij aankoop van de aandelen, belastwordt als een voordeel van alle aard.Dit laatste standpunt wordt door de ministergevolgd (vraag nr. 228 van 20 januari 2004 van volksvertegenwoordigerFrançois Bellot, Vragen enAntwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 27 van 5 april2004, blz. 4179).1. Volgt de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid deminister van Financiën in de stelling tot herkwalificatieen zijn bijgevolg sociale bijdragen verschuldigdop opties die vermoed worden geweigerd te zijn of diepas schriftelijk aanvaard worden na 60 dagen?2. Is deze stelling dan niet bekritiseerbaar nu eenvoordeel moet beantwoorden aan de wettelijke definitievan loon om onderworpen te kunnen worden aansocialezekerheidsbijdragen?diverses stipule que les options sont imposables aumoment de leur attribution, c’est-à-dire le 60 e jour quisuit la notification de l’offre.En outre, la loi prévoyait à l’origine qu’un travailleurest censé avoir accepté l’offre, à moins qu’il n’y aitrenoncé par écrit avant l’expiration de ce délai de60 jours.Depuis 2003, en application de la loi-programme du24 décembre 2002, cette règle est inversée. Depuis lors,la loi stipule que le travailleur est réputé avoir refusél’offre à défaut de l’avoir acceptée dans les 60 jours.S’il ne le fait pas, il est, fiscalement parlant, censé avoirrefusé les options sur action. Celles-ci ne peuvent dèslors être imposées selon les principes de la loi du26 mars 1999.Or dans de nombreux cas, le plan d’options préciseque l’on dispose d’un délai de, par exemple, 90 jourspour accepter les options par écrit, ou même qu’il n’estabsolument pas nécessaire de les accepter expressément.Si le travailleur n’accepte pas les options dans ledélai de 60 jours, le fisc considérera donc qu’il y arenoncé. Cependant, ce «refus fiscal» ne signifie pasipso facto que le travailleur n’a pas reçu d’options suraction.La question est de savoir comment les options quine sont acceptées qu’après l’expiration du délai de60 jours doivent être imposées.Les avis divergent sur cette question: pour certains,les options concernées doivent être soumises au régimefiscal général, tandis que pour d’autres, il y a dans cecas une requalification en plan d’actions, et l’avantagefinancier obtenu par le travailleur lors de l’achat desactions doit être imposé en tant qu’avantage de toutenature.Cette dernière interprétation est celle suivie par leministre (cf. question n o 228 de M. François Bellot du20 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre,2003-2004, n o 27 du 5 avril 2004, p. 4179).1. L’Office national de sécurité sociale suit-il l’avisdu ministre des Finances dans le sens d’une requalificationet, par conséquent, des cotisations sociales sontellesdues sur des options qui sont présumées avoir étérefusées ou qui ne sont acceptées par écrit qu’une foispassé le délai de 60 jours?2. Cette position n’est-elle pas critiquable dans lamesure où un avantage doit correspondre à la définitionlégale d’une rémunération pour pouvoir êtresoumis aux cotisations de sécurité sociale?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 117525 - 2 - 2008DO 2007200801500 DO 2007200801500Vraag nr. 69 van mevrouw Barbara Pas van 23 januari2008 (N.) aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid:Bevallingen. — Thuisbevallingen.In Nederland zou 30% van de vrouwen voor eenthuisbevalling kiezen. Bovendien zou nauwelijks 5,4%van de Nederlandse aanstaande moeders voor eenepidurale verdoving opteren. Er zouden ook minderkeizersneden uitgevoerd worden bij onze noorderburen.1. Hoeveel ambulante en gehospitaliseerde bevallingenwaren er per Gewest in 2005, 2006 en 2007?2. Hoeveel van deze bevallingen (opsplitsing perjaar en per Gewest) werden verricht door:a) vroedvrouwen; a) par une sage-femme;b) geneesheren? b) par un médecin?3. Beschikt u over cijfers betreffende het aantalthuisbevallingen voor de jaren 2005, 2006 en 2007 opgesplitstvoor Vlaanderen, Wallonië en het BrusselsHoofdstedelijk Gewest?4. Is het mogelijk om voor de ambulante bevallingeneen onderscheid te maken tussen thuisbevallingenen bevallingen in het kader van een daghospitalisatie(opsplitsing per jaar en per gewest)?5. Bij hoeveel bevallingen koos de aanstaandemoeder voor een epidurale verdoving (opgesplitst perjaar en per gewest)?6. Bij hoeveel bevallingen werd een keizersnede uitgevoerd(opsplitsing per jaar en per gewest)?Question n o 69 de M me Barbara Pas du 23 janvier 2008(N.) à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique:Accouchements. — Accouchements à domicile.Trente pour cent des femmes néerlandaises opteraientpour un accouchement à domicile. Qui plus est,à peine 5,4% des futures mamans néerlandaises bénéficieraientd’une anesthésie épidurale. Nos voisins duNord pratiqueraient aussi moins de césariennes.1. Combien d’accouchements ont eu lieu à domicileet combien en milieu hospitalier dans les différentesRégions en 2005, 2006 et 2007?2. Combien de ces accouchements (par année et parRégion) ont été effectués:3. Disposez-vous de chiffres relatifs au nombred’accouchements à domicile pour les années 2005 à2007 et répartis entre la Flandre, la Wallonie et laRégion de Bruxelles-Capitale?4. Pourriez-vous faire une distinction, pour lesaccouchements ambulatoires, entre les accouchementsà domicile et les accouchements en hospitalisation dejour (répartition par année et par région)?5. Dans combien de cas la future maman a-t-elleopté pour une anesthésie épidurale (par année et parrégion)?6. Dans combien de cas a-t-on recouru à une césarienne(par année et par région)?Minister van Binnenlandse ZakenMinistre de l’IntérieurDO 2007200801273 DO 2007200801273Vraag nr. 57 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Openbaar vervoer. — Vastgestelde inbreuken.De voorbije jaren werden steeds meer mensen,zowel personeel als reiziger, slachtoffer van agressieop het openbaar vervoer. Ook andere inbreuken op dereglementering gingen in stijgende lijn.Question n o 57 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Transports en commun. — Infractions constatées.Au cours des dernières années, les agressions àl’encontre des voyageurs et de membres du personneldes transports en commun se sont multipliées. Lesautres infractions à la réglementation sont égalementen augmentation.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1176 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Hoeveel meldingen van agressie op openbaarvervoer werden vastgesteld?Graag een overzicht voor de NMBS, De Lijn, deTEC en de MIVB. Voor de NMBS had ik ook graageen overzicht per gewest.2. Hoeveel politie-interventies werden opgeroepennaar aanleiding van incidenten op het openbaar vervoer?Graag een overzicht voor de NMBS, De Lijn, deTEC en de MIVB. Voor de NMBS had ik ook graageen overzicht per Gewest.1. Combien de cas d’agression dans les transportsen commun ont-ils été rapportés?Pourriez-vous me fournir un aperçu de ces chiffrespour la SNCB, De Lijn, les TEC et la STIB? En ce quiconcerne la SNCB, je souhaiterais également obtenirun aperçu par région.2. Combien de fois la police est-elle intervenue à lasuite d’incidents dans les transports en commun?Pourriez-vous me fournir un aperçu de ces chiffrespour la SNCB, De Lijn, les TEC et la STIB? En ce quiconcerne la SNCB, je souhaiterais également obtenirun aperçu par région.DO 2007200801274 DO 2007200801274Vraag nr. 58 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Onderzoek naar gekraakte politiewebsite.Een paar maanden geleden werd de website van depolitiezone Rupel gekraakt. Om het onderzoek niet teschaden werd geen inhoud van het onderzoek vrijgegeven.Er werd toen wel verzekerd dat alles in hetwerk zou gesteld worden om dergelijk voorval in detoekomst te voorkomen. Hiervoor zou onder meer dehulp ingeroepen worden van «Federal ComputerCrime Unit».Question n o 58 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Enquête sur le piratage d’un site internet de la police.Le site internet de la zone de police Rupel a étépiraté voici quelques mois. Pour ne pas nuire àl’enquête, aucune information n’a été divulguée sur lesujet. Il a toutefois été assuré, à l’époque, que toutserait mis en œuvre pour éviter que pareils incidents sereproduisent. À cet effet, il serait fait appel, entreautres à la «Federal Computer Crime Unit».1. Hoever staat het onderzoek naar de hackers? 1. Où en est l’enquête sur les pirates informatiques?2. Zijn er maatregelen getroffen om dergelijk incidentin de toekomst te voorkomen?2. Des mesures ont-elles été prises pour éviter larépétition de tels incidents?DO 2007200801285 DO 2007200801285Vraag nr. 60 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Question n o 60 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Aantal uitwijzingen van vreemdelingen in 2007. Nombre d’expulsions d’étrangers en 2007.Een sluitend vreemdelingenbeleid staat of valt meteen kordaat en efficiënt uitwijzingsbeleid.1. Hoeveel bevelen om het grondgebied te verlatenwerden er in 2007 afgegeven?2. Hoeveel vreemdelingen werden er in 2007 uitgewezen,opgesplitst per modaliteit (terugdrijvingen aande grens, terugleidingen naar de grens, gedwongenrepatriëringen, vrijwillig vertrek)?Une politique cohérente en matière d’étrangerspasse nécessairement par une politique d’expulsionscourageuse et efficace.1. Combien d’ordres de quitter le territoire ont étédélivrés en 2007?2. Combien d’étrangers ont été expulsés en 2007(répartis en fonction de la procédure suivie: refoulementsà la frontière, reconduites à la frontière, rapatriementsforcés, départs volontaires)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 117725 - 2 - 2008DO 2007200801288 DO 2007200801288Vraag nr. 61 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Aantal regularisaties.De minister beschikt over de bevoegdheid om verblijfsmachtigingenaf te leveren op grond van artikel 9,eerste lid, van de wet van 15 december 1980 betreffendede toegang tot het grondgebied, het verblijf, devestiging en de verwijdering van vreemdelingen.1. Hoeveel regularisatieaanvragen werden er in2007 ingediend?2. Hoeveel regularisatieaanvragen werden er in2007 ingewilligd?3. Hoeveel regularisatieaanvragen zijn er noghangende?Question n o 61 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Nombre de régularisations.Le ministre jouit de la compétence de délivrer desautorisations de séjour sur la base de l’article 9,premier alinéa de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accèsau territoire, le séjour, l’établissement etl’éloignement des étrangers.1. Combien de demandes de régularisation ont-ellesété introduites en 2007?2. Combien de demandes de régularisation ont-ellesfait l’objet d’une décision positive en 2007?3. Combien de demandes de régularisation sontellesencore en cours de traitement?DO 2007200801290 DO 2007200801290Vraag nr. 63 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Question n o 63 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Aantal naturalisaties in 2007. Nombre de naturalisations en 2007.1. Kan u meedelen hoeveel naturalisaties, per codevan nationaliteitsverwerving, er in 2007 werden doorgevoerd?2. Wat is de top tien van de landen van oorsprongvan deze genaturaliseerden?1. Pourriez-vous communiquer le nombre de naturalisationseffectuées en 2007 en spécifiant la procéduresuivie en vue de l’obtention de la nationalité?2. Quel est le top dix des pays d’origine de ces naturalisés?DO 2007200801311 DO 2007200801311Vraag nr. 64 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Ladingdieven. — Internet.Ladingdieven hebben een manier gevonden om viahet internet waardevolle vracht te stelen. VolgensTransportverzekeraar TVM opereren de dieven vooralin de grensstreek België-Turnhout en langs de drukkesnelweg A67 aan Nederlandse kant. TVM maakt zichsterk dat de dieven zich op onrechtmatige wijze toegangverschaffen tot een vrachtuitwisselingsysteem ophet internet. Ze doen zich voor als bonafide vervoerdersen gaan zo met de lading aan de haal.Question n o 64 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Voleurs de chargements. — Internet.Les voleurs de chargements ont imaginé une astucepour voler des chargements de valeur par le biais del’internet. La compagnie d’assurances TVM, spécialiséedans les transports, indique que, sur le territoirebelge, les voleurs sont surtout actifs dans la régionfrontalière de Turnhout et, sur le territoire néerlandais,le long de l’autoroute très fréquentée A67.Toujours selon TVM, il n’y a nul doute que lesvoleurs se sont illégitimement assurés l’accès à unsystème d’échange de fret sur l’internet. En se faisantpasser pour des transporteurs honnêtes, ils réussissentà subtiliser le chargement.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1178 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Bent u op de hoogte van deze praktijken en opwelke manier gaan de dieven te werk?2. Hoeveel dergelijke diefstallen, waar en voorwelke waarde, gebeurden er in 2006 en 2007?3.a) In welke mate werden deze diefstallen opgelost?1. Avez-vous connaissance de ces pratiques etcomment les voleurs procèdent-ils?2. Combien de vols de ce type ont-ils eu lieu en 2006et 2007? Où ont-ils été commis et à combien s’élève lavaleur des chargements dérobés?3.a) Dans quelle mesure ces vols ont-ils pu être résolus?b) Wat was de nationaliteit van de daders? b) Quelle était la nationalité des auteurs?DO 2007200801312 DO 2007200801312Vraag nr. 65 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Aantal regularisaties om humane redenen.1. Kan u hoeveel aanvragen tot regularisatie ombasis van artikel 9, derde lid, van de Vreemdelingenwetvan 15 december 1980, er werden ingediend in2007?2. Hoeveel aanvragen werden er tijdens die periodegoedgekeurd en van welke aard waren die vergunningen?Question n o 65 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Nombre de régularisations pour des raisons humanitaires.1. Combien de demandes de régularisation ont étéintroduites en 2007 sur la base de l’article 9, alinéa 3,de la loi sur les étrangers du 15 décembre 1980?2. Pendant cette période, combien de demandes ontété acceptées et de quels types d’autorisation s’agissaitil?DO 2007200801313 DO 2007200801313Vraag nr. 66 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Bouw van gsm-masten.Vandaag de dag verwachten we allemaal dat we elkmoment bereikbaar zijn door middel van onze gsm.Deze verwachtingen zorgen ervoor dat gsm-masteneen noodzakelijk kwaad zijn, willen de providers aanonze hoge eisen voldoen. De mindere esthetiek van eenmast en de vrees voor de mogelijke schadelijke gevolgenvan de radiogolven zorgen ervoor dat regelmatigactiegroepen, bestaande uit de plaatselijke bevolking,protest aantekenen tegen de bouw van deze masten.Question n o 66 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Implantation d’antennes GSM.À l’heure actuelle, nous souhaitons tous être joignablesà tout moment par le biais de notre téléphoneportable. Dans la mesure où elles doivent permettreaux fournisseurs de services de télécommunications derépondre à toutes nos attentes, les antennes de téléphoniemobile sont dès lors un mal nécessaire. Des groupesd’action s’opposent régulièrement à l’implantationde telles antennes à cause de la pollution visuellequ’elles représentent ou encore par crainte des effetsnéfastes éventuels des ondes radio.1. Hoeveel gsm-masten telt ons land? 1. Combien d’antennes de GSM notre pays comptet-il?2. Hoe is de geografische verspreiding van dezemasten?3. Hoeveel masten werden in 2005, 2006 en 2007bijgebouwd?2. Quelle est la répartition géographique de cesantennes?3. Combien de nouvelles antennes ont-elles étéimplantées en 2005, 2006 et 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 117925 - 2 - 20084. Hoeveel masten werden tijdens deze periode afgebroken?5. Hoeveel klachten tegen de bouw van een nieuwemast werden als legitiem aanzien, dus hoeveel mastenwerden niet gebouwd na het krijgen van klachtenvanwege de lokale bevolking?4. Combien d’antennes ont-elles été démantelèespendant cette période?5. Combien de plaintes contre l’implantation d’unenouvelle antenne ont été considérées comme légitimes?En d’autres termes, combien d’antennes n’ont finalementpas été implantées à la suite de plaintes de lapopulation locale?DO 2007200801318 DO 2007200801318Vraag nr. 67 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Fraude met bankkaarten en kredietkaarten.Begin juli 2007 heeft de federale politie drie verdachtenopgepakt in een zaak van fraude met bankkaarten.Aan de hand van een camera geplaatst boveneen automaat, konden de boeven de geheime codesvan verschillende bankkaarten lezen.1. Hoeveel gevallen van fraude met bankkaarten enmet kredietkaarten gebeurden in België in 2005, 2006en 2007?2. Wat is de totale som geld die in 2005, 2006 en2007 via bankkaartenfraude werd ontvreemd?3. Wat zijn de maatregelen die men treft om dergelijkefraude tegen te werken?Question n o 67 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Usage frauduleux de cartes bancaires et de cartes decrédit.Début juillet 2007, la police fédérale a arrêté troissuspects dans le cadre d’une affaire de fraude avec descartes bancaires. Au moyen d’une caméra placée enhaut d’un distributeur automatique, les malfaiteursétaient parvenus à voir le code secret de plusieurscartes bancaires.1. Combien de cas de fraude commis avec des cartesbancaires et des cartes de crédit ont-ils été enregistrésen Belgique en 2005, en 2006 et en 2007?2. Quel montant total a ainsi été détourné en 2005,en 2006 et en 2007?3. Quelles mesures ont été prises pour lutter contrecette forme de fraude?DO 2007200801319 DO 2007200801319Vraag nr. 68 van de heer Geert Versnick van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Journalisten. — Integratie van de bestaande beroepstatuten.Op dit moment bestaan er in ons land twee wettelijkestatuten voor journalisten. Enerzijds zijn er deberoepsjournalisten, voor de algemene informatiemedia,en anderzijds de journalisten van beroep, dezogenaamde «vakpers». In het memorandum aan hetFederale Parlement en de nieuwe Federale Regeringstelt de Algemene Vereniging van Beroepsjournalistenin België dat het onderscheid tussen beide statuten nietmeer van deze tijd is.1. Bent u van oordeel dat het onderscheid tussenberoepsjournalisten en de journalisten van beroepnuttig is en kan u dit toelichten?Question n o 68 de M. Geert Versnick du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Journalistes. — Intégration des statuts professionnelsexistants.Il existe à l’heure actuelle dans notre pays deuxstatuts légaux pour les journalistes, avec d’une part lesjournalistes professionnels, travaillant pour les médiasd’information générale, et d’autre part les journalistesde profession , travaillant pour la presse spécialisée.Dans le memorandum qu’elle a adressé au parlementfédéral ainsi qu’au nouveau gouvernement fédéral,l’Association générale des journalistes professionnelsde Belgique affirme que cette distinction n’est plusd’actualité.1. Estimez-vous que la distinction qui est faite entrejournalistes professionnels et journalistes de professionest encore utile et pouvez-vous expliquer votreposition?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1180 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. Overweegt u werk te maken van de integratievan beide bestaande beroepsstatuten?2. Envisagez-vous de vous atteler à une intégrationdes deux statuts professionnels existants?DO 2007200801320 DO 2007200801320Vraag nr. 69 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Ongevallen met vliegtuigen.Ons Belgische luchtruim wordt dagelijks doorhonderden vliegtuigen gebruikt, vaak zonder dat wijop de grond er ons van bewust zijn. Recente ongevallenmet vliegtuigen brengen ons in gedachten dat eenongeluk snel kan gebeuren en dat deze vliegtuigenboven ons wel eens vliegende gevaren kunnen worden.1. Hoeveel keer in 2005, 2006 en 2007 heeft eencopiloot boven ons grondgebied moeten ingrijpenwegens non-beschikbaarheid van de piloot?Question n o 69 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Accidents d’avion.Chaque jour, des centaines d’avions traversentl’espace aérien belge, souvent sans que la populations’en rende compte. De récents accidents sont cependantvenus nous rappeler que l’aviation n’est pas uneactivité dénuée de risques.1. À combien de reprises, en 2005, 2006 et 2007, uncopilote a-t-il été amené à intervenir lors du survol denotre territoire en raison de l’indisponibilité temporairedu pilote?2. Hoe lang duurde de overname telkens? 2. Quelle a été la durée respective de ces interventions?3. Is er een verschil tussen lange vluchten en kortevluchten?4. Hoeveel copiloten hebben een vliegtuig doenlanden op de verschillende luchthavens in België en ditin 2005, 2006 en 2007, verdeeld per respectievelijkeluchthaven?3. Y a-t-il à cet égard une différence entre les volslongs et courts courriers?4. À combien de reprises un copilote a-t-il procédéà la manœuvre d’atterrissage sur les différents aéroportsbelges en 2005, 2006 et 2007? Pourriez-vousrépartir ces chiffres par aéroport?DO 2007200801321 DO 2007200801321Vraag nr. 70 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Politiecellen. — Zelfmoorden.In Brussel werd in de cel van het politiekantoor eenman teruggevonden die zich van het leven had ontnomenaan de hand van zijn T-shirt.1.a) Hoeveel pogingen tot zelfmoord vonden plaats inde Belgische politiecellen in 2004, 2005, 2006 en2007?b) Hoeveel daarvan hadden als eindresultaat dedood?2. Welke leeftijd hadden de verschillende personendie zich in Belgische politiecellen zelfmoorden en voorwelk type misdaden waren zij opgepakt?Question n o 70 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Cellules de police. — Suicides.À Bruxelles, un homme s’est récemment donné lamort en utilisant son T-shirt dans une cellule d’unbureau de police.1.a) Combien de tentatives de suicide a-t-on dénombréesdans les cellules de police en Belgique en2004, 2005, 2006 et 2007?b) Combien de ces tentatives ont été fatales?2. Quel était l’âge des personnes qui se sont suicidéesdans les cellules de police en Belgique et quel typed’infraction a donné lieu à leur arrestation?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 118125 - 2 - 20083. Welke methoden gebruikten zij om zich te zelfmoorden?4. Welke preventieve maatregelen gebruikt u omhet aantal zelfmoorden in politiecellen te beperken?3. Comment se sont-elles ôté la vie?4. À quelles mesures préventives recourez-vouspour limiter le nombre de suicides dans les cellules depolice?DO 2007200801322 DO 2007200801322Vraag nr. 71 van de heer Geert Versnick van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Journalisten. — Integratie van de bestaande beroepsstatuten.Op dit moment bestaan er in ons land twee wettelijkestatuten voor journalisten. Enerzijds zijn er deberoepsjournalisten, voor de algemene informatiemedia,en anderzijds de journalisten van beroep, dezogenaamde «vakpers». In het memorandum aan hetFederale Parlement en de nieuwe federale regering steltde Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten inBelgië dat het onderscheid tussen beide statuten nietmeer van deze tijd is.1. Bent u van oordeel dat het onderscheid tussenberoepsjournalisten en de journalisten van beroepnuttig is en kan u dit toelichten?2. Overweegt u werk te maken van de integratievan beide bestaande beroepsstatuten?Question n o 71 de M. Geert Versnick du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Journalistes. — Intégration des statuts professionnelsexistants.Il existe à l’heure actuelle dans notre pays deuxstatuts légaux pour les journalistes, avec d’une part lesjournalistes professionnels, travaillant pour les médiasd’information générale, et d’autre part les journalistesde profession, travaillant pour la presse spécialisée.Dans le memorandum qu’elle a adressé au parlementfédéral ainsi qu’au nouveau gouvernement fédéral,l’Association des journalistes professionnels affirmeque cette distinction n’est plus d’actualité.1. Estimez-vous que la distinction qui est faite entrejournalistes professionnels et journalistes de professionest encore utile et pouvez-vous expliquer votreposition?2. Envisagez-vous d’œuvrer à une intégration desdeux statuts professionnels?DO 2007200801323 DO 2007200801323Vraag nr. 72 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Politie. — Mobiliteitsprocedure. — Aanwezigheidstermijn.— Afwijkingsregeling om strikt medischeredenen.Elke verandering van betrekking, uitgevoerd dooreen personeelslid in de federale politie, tussen de verschillendelokale politiekorpsen of tussen de lokalepolitiekorpsen en de federale politie, gebeurt in hetraam van een mobiliteitsprocedure. Wanneer iemandmuteert, dient hij een aanwezigheidstermijn van tenminste drie jaar te respecteren om opnieuw van demobiliteitsregeling gebruik te kunnen maken. Het valtevenwel af en toe voor dat het gemuteerde personeelslidhoegenaamd niet kan aarden in de nieuwe betrekkingen dit zijn gezondheid (en deze van zijn familie)ernstig in het gedrang brengt (zonder dat hij of zijQuestion n o 72 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Police. — Régime de mobilité. — Période de présence.— Régime dérogatoire pour raisons médicales strictes.Tout changement de poste par un membre dupersonnel de la police fédérale, que ce soit entre lesdifférents corps de police locale ou entre les corps depolice locale et la police fédérale, a lieu dans le cadred’une procédure de mobilité. Lorsqu’une personnechange de poste, elle doit respecter une période deprésence d’au moins trois ans avant de pouvoir recourirde nouveau au régime de mobilité. Il arrive toutefoisque le membre du personnel qui est muté neparvient pas à s’adapter à sa nouvelle fonction et quececi menace gravement sa santé (et celle des membresde sa famille), sans que cela se ressente toutefois auKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1182 QRVA 52 01025 - 2 - 2008slecht presteert op het werk). De medische dienst adviseertdan soms dat een verplaatsing naar een federaledienst soelaas zou kunnen bieden, maar voormeldetermijn laat dat niet altijd toe. Het zou mijns inziens indie omstandigheden mogelijk moeten zijn dat om technischeredenen een afwijking kan worden verleend opdie termijn van drie jaar.1. In hoeveel gevallen adviseerde de medischedienst in de jaren 2005 en 2006 dat het om gezondheidsredenenaangewezen is dat een personeelslid vande federale of lokale politie een andere functie zou uitoefenenin een ander korps (federaal of lokaal), terwijldit in toepassing van de vereiste aanwezigheidstermijnonmogelijk is?2.a) Hoeveel gevallen van zelfmoord vielen er in dejaren 2005 en 2006, opgesplitst naargelang het omeen federaal of lokaal politieambtenaar ging, tebetreuren?b) Hoeveel van deze gevallen grepen plaats in deeerste drie jaar na een mutatie?3. Bent u bereid een afwijkingsregeling om striktmedische redenen op de aanwezigheidstermijn vandrie jaar, in te voeren?niveau de son travail. Dans ce cas, le service médicalestime parfois qu’une mutation dans un service fédéralpourrait aider l’intéressé mais le délai susmentionné nele permet pas toujours. Il me semble que dans cesconditions, il devrait être possible d’octroyer, pourraisons techniques, un régime dérogatoire à cettepériode de trois ans.1. Dans combien de cas le service médical a-t-ilconseillé, en 2005 et 2006, qu’un membre du personnelde la police fédérale ou locale exerce une autre fonctiondans un autre corps (fédéral ou local) pour raisonsde santé, alors que c’était impossible en vertu de lapériode de présence exigée?2.a) Combien de cas de suicides se sont-ils produits en2005 et 2006, répartis en fonction du fait qu’ils’agissait d’agents de la police fédérale ou locale?b) Combien de ces cas sont-ils survenus au cours destrois premières années suivant une mutation?3. Êtes-vous disposé à instaurer un régime dérogatoireà la période de présence de trois ans, pour raisonsmédicales strictes?DO 2007200801324 DO 2007200801324Vraag nr. 73 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Ongelukken van recreanten in kustwateren.Iedere zomer valt er in de media te lezen dat (sport-)-recreanten verdrinken in onze Noordzee. Toeristen diein onbewaakte zones gaan zwemmen, kleine zeilbootjesdie kapseizen, enzovoort. Teneinde het probleemgoed in beeld te brengen, zou het goed zijn enkelecijfers te verzamelen.1. Hoeveel mensen kwamen in de Noordzee(grondgebied België) om in de jaren 2003, 2004, 2005en 2006?2. Waar en in welke maanden gebeurden deze ongelukken?Question n o 73 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Accidents de vacanciers s’adonnant à des activitésrécréatives dans les eaux côtières.Chaque été, les médias se font l’écho de noyades enMer du Nord de vacanciers se livrant à des activitésrécréatives (sportives): noyade de touristes nageantdans des zones non surveillées, chavirement de petitsvoiliers, etc. Afin d’obtenir une idée précise duproblème, il serait opportun de collecter certains chiffres.1. Combien de personnes sont-elles décédées enMer du Nord (sur le territoire de la Belgique) dans lesannées 2003, 2004, 2005 et 2006?2. Où et et cours de quels mois ces accidents sesont-ils produits?3. In hoeveel gevallen ging het om: 3. Dans combien de cas s’agissait-il de:a) mensen die gingen pootje baden of zwemmen inbewaakte zones;b) mensen die gingen pootje baden of zwemmen inonbewaakte zones;a) personnes entrées dans l’eau ou nageant dans deszones surveillées;b) personnes entrées dans l’eau ou nageant dans deszones non surveillées;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 118325 - 2 - 2008c) mensen met een (opblaasbaar) boot(je); c) personnes ayant pris place à bord d’un canot(gonflable);d) zeilers; d) personnes pratiquant la voile;e) windsurfers; e) véliplanchistes;f) kitesurfers; f) kitesurfeurs;g) golfsurfers (zonder zeil); g) surfeurs (sans voile);h) andere categorieën van watersport (welke)? h) personnes pratiquant d’autres sports aquatiques(lesquels)?4.a) Welke maatregelen werden de voorbije jaren genomendoor de federale overheid om het risico zoveel als mogelijk te beperken en hoe wordt samengewerktmet de lokale besturen?4.a) Quelles mesures les autorités fédérales ont-ellesprises au cours des dernières années pour réduireau minimum le risque de noyade et comment lacoopération avec autorités locales s’organise-telle?b) Zijn er nog federale initiatieven gepland? b) De nouvelles initiatives fédérales sont-ellesprévues?5. Welke diverse wetgevingen dienen surfers (verschillendecategorieën) in de verschillende seizoenen inacht te nemen bij het uitoefenen van hun sport?5. Quelles législations les surfeurs (de différentescatégories) doivent-ils respecter dans le cadre de lapratique de leur sport?DO 2007200801325 DO 2007200801325Vraag nr. 74 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Rijden onder invloed van drugs. — Controles.Uit de studie «Rijden onder invloed van psychoactievestoffen», uitgevoerd door het Belgisch Instituutvoor de verkeersveiligheid (BIVV) en de Universiteitvan Gent, blijkt dat in België amper wordt gecontroleerdop het rijden onder invloed van drugs.1.a) Hoeveel controles zijn in 2005, 2006 en 2007 uitgevoerdnaar het rijden onder invloed van drugs?b) Kan men de cijfers geven van het aantal controlesop rijden onder invloed van drugs opgesplitst inweek en weekend?2.a) Hoeveel mensen werden tijdens deze controlesonder invloed van drugs bevonden?b) Wat is hierbij het verschil tussen de week- enweekendcontroles?Question n o 74 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Conduite sous l’influence de drogues. — Contrôles.Selon une étude réalisée par l’Institut belge pour lasécurité routière (IBSR) et l’Université de Gand intitulée«Conduite sous l’influence de substances psychotropes»,la conduite sous l’influence de drogues n’estpratiquement pas contrôlée en Belgique.1.a) Combien de contrôles visant spécifiquement laconduite sous l’influence de drogues ont-ils étéeffectués en 2005, 2006 et 2007 ?b) Est-il possible de donner une ventilation du nombrede contrôles effectués en semaine et le weekend?2.a) Combien de personnes ont-elles été testées positiveslors de ces contrôles?b) A-t-on observé une différence entre les contrôleseffectués en semaine et ceux effectués le week-endet, si oui, laquelle?c) Is het mogelijk om de cijfers per drug te krijgen? c) Est-il possible de donner une ventilation des chiffrespar drogue?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1184 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. Wat was de leeftijd van de mensen die tijdens decontroles in 2005, 2006 en 2007 gesnapt werden bij hetrijden onder invloed van drugs?3. Quel était l’âge des personnes prises en flagrantdélit de conduite sous l’influence de drogues en 2005,2006 et 2007?DO 2007200801383 DO 2007200801383Vraag nr. 77 van de heer Herman De Croo van 18 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Politie. — Ongevallen. — Meerderjarige niet levensgevaarlijkgekwetste alleenstaande slachtoffers.Wanner een ongeval plaatsvindt en de politie enziekenwagen ter plaatse geroepen worden, lijkt hetopportuun dat de familieleden van het slachtoffer verwittigdworden.Naar verluidt gebeurt dit niet wanneer het slachtofferin kwestie niet levensgevaarlijk gewond is en alsalleenstaande meerderjarige staat ingeschreven.Nochtans kan het ook in deze gevallen aangewezenzijn de nauwe familie van het slachtoffer in te lichtenvan het ongeval, indien het slachtoffer hier zelf nietonmiddellijk toe in staat is. Zo is het mogelijk dat hetslachtoffer op het ogenblik van het ongeval toezichthield op een minderjarige, er zich bij het slachtofferthuis huisdieren bevinden, en dergelijke meer.1.a) Wat dient de politie te doen wanneer zij opgeroepenwordt voor een ongeval met een meerderjarigalleenstaand slachtoffer dat niet levensgevaarlijk isgekwetst?b) Is de politie in dit geval verplicht de familieledenvan dit ongeval op de hoogte te stellen?2. Zo neen, is het niet opportuun de politie te verplichtende familie van het slachtoffer op de hoogte tebrengen van het ongeval indien het slachtoffer dit zelfniet kan doen?Question n o 77 de M. Herman De Croo du 18 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Police. — Accidents. — Victimes majeures, isolées etblessées, mais sans risque pour leur vie.Lorsque la police et une ambulance sont appeléessur les lieux d’un accident, il semble opportund’avertir les parents de la victime.Il n’en irait semble-t-il pas toujours ainsi lorsque lavictime est inscrite comme majeur isolé et qu’elle n’estpas grièvement blessée.Il peut être indiqué en pareil cas aussi d’informer lesproches parents de la victime de l’accident lorsquecelle-ci n’est pas en mesure de le faire elle-même toutde suite. Il se peut qu’au moment de l’accident, lavictime surveillait un mineur ou que se trouvent chezelle des animaux domestiques, etc.1.a) Quelle procédure doit appliquer la policelorsqu’elle est appelée sur place lors d’un accidentdans lequel est impliqué un majeur isolé qui n’estpas grièvement blessé?b) En pareil cas, la police doit-elle informer lesparents de l’accident?2. Dans la négative, ne serait-il pas opportund’obliger la police à informer la famille de la victimede l’accident si celle-ci n’est pas en mesure de le faire?DO 2007200801386 DO 2007200801386Vraag nr. 78 van mevrouw Barbara Pas van 18 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Vuurwerkongevallen.De afgelopen jaarwisseling zijn in Nederland ongeveer1100 gewonden gevallen door vuurwerk. Rond dejaarwisseling van 2006-2007 vielen in Nederland 960vuurwerkslachtoffers. Het jaar daarvoor waren dat er660. Volgens «Consument en Veiligheid» is de stijgingQuestion n o 78 de M me Barbara Pas du 18 janvier 2008(N.) au ministre de l’Intérieur:Accidents dus à des feux d’artifice.Aux Pays-Bas, les feux d’artifice tirés durant ladernière Saint-Sylvestre ont fait quelque 1100 blessés.Durant la période des fêtes de fin d’année 2006-2007,les feux d’artifice ont fait 960 victimes aux Pays-Bas.L’année précédente, ce total s’élevait à 660 victimes.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 118525 - 2 - 2008van het aantal slachtoffers vooral te wijten aan ongelukkenmet illegaal, professioneel vuurwerk. Blijkbaarontstaan de meeste ongevallen met vuurwerk omdatmensen in de fout gaan bij het afsteken. Mogelijkeoorzaken van de ongevallen zijn: de manier waarophet vuurwerk is afgestoken, het relatief slecht weer, dehoeveelheden illegaal vuurwerk, enzovoort. Ondanksde stijging van het aantal gewonden gevallen doorvuurwerk in Nederland waren de verwondingen ditjaar wel minder ernstig. Het aantal gewonden dat naarhet ziekenhuis moest, nam af met vijf%.1. Hoeveel vuurwerkslachtoffers waren er in Belgiëde jongste vijf jaar?2. Hoeveel van deze vuurwerkslachtoffers moestennaar het ziekenhuis?Selon le site néerlandais «Consument en Veiligheid»,l’augmentation du nombre de victimes est essentiellementdue à des accidents provoqués par des feuxd’artifice professionnels illégaux. La plupart des accidentssont manifestement dus à une mauvaise manipulationlors de l’allumage des pièces pyrotechniques.Sont citées parmi les causes probables d’accident: lamanière dont sont allumés les feux d’artifice, desconditions météorologiques relativement peu propicesà cette activité, le grand nombre de feux d’artifice illégaux,etc. Malgré l’augmentation du nombre de blessésaux Pays-Bas, les blessures étaient beaucoup moinssérieuses cette année. Le nombre de blessés qui ont dûrejoindre l’hôpital, a diminué de cinq pour cent.1. Combien de victimes de feux d’artifice a-t-onrecensées en Belgique au cours des cinq dernièresannées?2. Parmi ces victimes, combien ont dû être hospitalisées?3. Wat waren de redenen van de ongevallen? 3. À quoi les accidents étaient-ils dus?4.a) Werden reeds maatregelen genomen om de handelin illegaal vuurwerk in te dijken?4.a) Des mesures ont-elles déjà été prises pour endiguerle commerce de pièces pyrotechniques illégales?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?c) Zo neen, wat is uw motivatie? c) Dans la négative, quelles sont vos motivations?5. Is er in België een jaarlijkse evaluatie naar aanleidingvan vuurwerkongevallen?5. Une évaluation annuelle des accidents dus à desfeux d’artifice est-elle organisée en Belgique?DO 2007200801420 DO 2007200801420Vraag nr. 80 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Voetbalwedstrijden. — Agressie. — Politiemensen.Sportwedstrijden geven soms aanleiding tot agressie,waarbij het beleidsmatig interessant kan zijn teweten hoe dit evolueert. Specifiek lijkt het gedrag tegenoverpolitiepersoneel een belangrijk observatiegegeven.1. Hoeveel politiemensen werden in 2005, 2006 en2007 bij voetbalwedstrijden het slachtoffer van agressie,opgesplitst naargelang het om verbale dan welfysieke agressie ging?2. Hoeveel dagen waren deze politiemensen arbeidsongeschiktnaar aanleiding van voormelde feiten?3. Bij welke voetbalclubs (top-5) werden deze feitenhet meest vastgesteld?Question n o 80 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Matches de football. — Agressions. — Policiers.Les compétitions sportives donnent parfois lieu àdes comportements agressifs dont il peut être intéressant,sur le plan politique, de connaître l’évolution.Plus spécifiquement, le comportement à l’encontre dupersonnel de police semble constituer une donnéed’observation importante.1. En 2005, 2006 et 2007 combien de policiers ontété victimes d’agressions lors de matches de football,en précisant s’il s’agissait d’agressions verbales ouphysiques?2. Pendant combien de jours ces policiers ont-ils étéen incapacité de travail à la suite des faits susmentionnés?3. Au sein de quels clubs de football (top-5) constate-t-onle plus souvent ces faits?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1186 QRVA 52 01025 - 2 - 20084. In hoeveel van deze feiten heeft het parket vervolgingeningesteld en met welk uiteindelijk gevolg?4. Dans le cadre de combien de ces faits le parqueta-t-il engagé des poursuites et quelles en ont été lessuites?DO 2007200801429 DO 2007200801429Vraag nr. 81 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Identiteitskaarten. — Voornamen.Krachtens de wet van 25 maart 2003 worden op deelektronische identiteitskaart slechts twee voornamenvermeld en de eerste letter van de derde voornaam.Voor een aantal mensen wier roepnaam de derdenaam is, betekent dit dat enkel de beginletter van hunnaam voorkomt op de identiteitskaart.Dit begint vandaag al problemen op te leveren. DePost wil soms aangetekende zendingen niet afleverenaan mensen die zich aanbieden omdat de voornaamvan de geadresseerde niet voluit voorkomt op de identiteitskaart.Dan moet betrokkenen een bewijs vanwoonplaats aanvragen bij de gemeente en zich daarmeebegeven naar De Post. Dit procédé veroorzaaktvoor deze burgers heel wat administratieve overlast.Question n o 81 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Cartes d’identité. — Prénoms.En vertu de la loi du 25 mars 2003, seulement deuxprénoms et l’initiale du troisième prénom figurent surla carte d’identité électronique. Dans la vie de tous lesjours, certaines personnes utilisent leur troisièmeprénom, dont seule l’initiale figure donc sur la carted’identité.Cet état de choses commence à poser certainsproblèmes. Il arrive ainsi que La Poste refuse de remettreun courrier recommandé à certaines personnesparce que le prénom du destinataire ne figure pas entoutes lettres sur la carte d’identité qu’elles présentent.Les intéressés doivent alors demander un certificat dedomicile auprès de leur commune et le présenter à LaPoste, ce qui représente une sérieuse surcharge administrative.1. Bent u op de hoogte van deze problematiek? 1. Êtes-vous informé de cette problématique?2. Werd hierrond al studiewerk verricht teneindedit probleem op te lossen?3. Is het niet mogelijk de derde naam als die deroepnaam is van betrokkene bijkomend op de identiteitskaartte plaatsen?2. A-t-on déjà réfléchi à la manière de résoudre ceproblème?3. Ne serait-il pas possible, lorsqu’il sert de prénomusuel, de mentionner également le troisième prénomsur la carte d’identité?DO 2007200801492 DO 2007200801492Vraag nr. 82 van de heer Luk Van Biesen van 22 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Korpschef politiezone Beersel. — Aanvraag van eenaudit.Uit de bespreking van de zonale «Veiligheidsraad»van 23 maart 2006 van de politiezone Asse-Merchtem-Opwijk-Wemmel (Amow) blijkt dat de korpschef vande politiezone Beersel namens het overlegplatform vande korpschefs van Asse-Halle-Vilvoorde, een auditheeft gevraagd naar de ingezette middelen door depolitiezone Brussel/Elsene om verder personeel in tezetten voor de voorleiding van terbeschikkinggesteldepersonen voor de procureur des Konings of onderzoeksrechteren hun eventuele overbrenging naarQuestion n o 82 de M. Luk Van Biesen du 22 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Chef de corps zone de police Beersel. — Demanded’un audit.Il ressort de la discussion au «Conseil de sécurité»zonal du 23 mars 2006 de la zone de police Asse-Merchtem-Opwijk-Wemmel (Amow) que le chef decorps de la zone de police Beersel a demandé, au nomde la plate-forme de concertation des chefs de corps deAsse-Hal-Vilvorde, un audit portant sur les moyensmis en œuvre par la zone de police Bruxelles/Ixellesafin de poursuivre le recrutement de personnel dans lecadre de la comparution de personnes mises à la dispositiondu procureur du Roi ou du juge d’instruction etKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 118725 - 2 - 2008gevangenis of gesloten jeugdinstelling. Ook de politiezoneAmow wil meewerken aan dit initiatief in hetkader van de arrondissementele solidariteit.1. Wat zijn de resultaten van de gevraagde audit diede korpschef van de politiezone Beersel heeft opgevraagd?2. Kan u meedelen hoe de capaciteit van personeelvan de politiezone Brussel/Elsene wordt bepaald dievoor deze opdracht werd terbeschikking gesteld?3. Wat is het aandeel van het bestuurlijk arrondissementHalle-Vilvoorde?de leur éventuel transfert vers la prison ou vers lecentre fermé pour jeunes délinquants. La zone depolice Amow souhaite également collaborer à cetteinitiative dans le cadre de la solidarité au niveau del’arrondissement.1. Quels sont les résultats de l’audit demandé par lechef de corps de la zone de police Beersel?2. Pouvez-vous préciser comment l’on détermine lacapacité de personnel de la zone de police Bruxelles/Ixelles fournie dans le cadre de cette mission?3. Quelle est la part de l’arrondissement administratifde Hal-Vilvorde?DO 2007200801505 DO 2007200801505Vraag nr. 83 van de heer Guy D’haeseleer van 23 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Valse bommelding in het station van Ninove.Op zaterdag 5 januari 2008 werd gemeld dat er eenbom zou ontploffen in het station van Ninove. Nadienbleek het te gaan om een valse bommelding.1. Hoe lang werd het treinverkeer dat gebruikmaakt van het station van Ninove stilgelegd?2. Hoeveel treinen werden er afgeschaft of liepen ervertraging op als gevolg van het bomalarm?3. Moest er beroep worden gedaan op De Lijn omextra bussen in te leggen?4. Kan u een gedetailleerd overzicht geven van dekosten van deze valse bommelding (inzet politie enbrandweer, afgelaste treinen, bussen, DOVO, enzovoort)?Question n o 83 de M. Guy D’haeseleer du 23 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Fausse alerte à la bombe à la gare de Ninove.Le samedi 5 janvier 2008, une alerte à la bombe, quis’est ensuite révélée fausse, s’est produite à la gare deNinove.1. Combien de temps le trafic ferroviaire qui dessertla gare de Ninove a-t-il été interrompu?2. Combien de trains ont-ils été supprimés ou ontilssubi des retards à la suite de l’alerte à la bombe?3. A-t-on demandé à De Lijn d’organiser un servicede bus spécial?4. Pouvez-vous me fournir un aperçu détaillé descoûts liés à cette fausse alerte à la bombe (recours à lapolice et au service d’incendie, trains supprimés, bus,SEDEE, etc.)?5. Werd de dader intussen reeds gevat? 5. L’auteur a-t-il été arrêté dans l’intervalle?Minister van Buitenlandse ZakenMinistre des Affaires étrangèresDO 2007200801291 DO 2007200801291Vraag nr. 19 van de heer Geert Versnick van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Centraal Afrikaanse Republiek. — Conflict. — VNmissie.In het laatste rapport van de International CrisisGroup wordt gewezen op de teloorgang van de Cen-Question n o 19 de M. Geert Versnick du 17 janvier2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:République centrafricaine. — Conflit. — Mission desNations Unies.Dans son dernier rapport, l’International CrisisGroup attire notamment l’attention sur la dégradationKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1188 QRVA 52 01025 - 2 - 2008traal Afrikaanse Republiek Na de verkiezingen van1993 is dit land onderhevig aan muiterijen en rebellie.Honderdduizend mensen hebben hun huizen moetenontvluchten en zeker honderden werden geëxecuteerd.Op 25 september 2007 keurde de Veiligheidsraad resolutienr. 1778 goed die toelaat om een VN-missie naarde Centraal Afrikaanse Republiek te sturen (MINUR-CAT). Ook de Europese Unie zal deze missie ondersteunen(EUFOR).1. Ziet u een rol weggelegd voor Belgische soldatenin dit conflict?2. Welke EU-landen zullen troepen leveren voor demissie in de Centraal Afrikaanse Republiek?de la situation en République centrafricaine. Depuisles élections de 1993, ce pays a connu de nombreusesmutineries et rébellions. Des centaines de milliers depersonnes ont dû fuir leurs maisons et le nombred’exécutions se chiffre certainement à des centaines. Le25 septembre 2007, le Conseil de sécurité a approuvé larésolution n o 1778 autorisant l’envoi d’une mission desNations Unies en République centrafricaine (MINUR-CAT). L’Union européenne apportera également sonsoutien dans le cadre de cette mission (EUFOR).1. Pensez-vous que des soldats belges pourraientavoir un rôle à jouer dans le cadre de ce conflit?2. Quels pays de l’Union européenne fourniront-ilsdes troupes pour cette mission en République centrafricaine?3. Hoeveel manschappen zullen er ingezet worden? 3. Quel effectif sera-t-il mobilisé?4. Kan u de opdracht van MINURCAT en EUFORdefiniëren?4. Pourriez-vous décrire le contenu des missionsMINURCAT et EUFOR?DO 2007200801326 DO 2007200801326Vraag nr. 22 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Operationele politieverbindingsofficieren.De uitzending van operationele politieverbindingsofficieren(LO’s) maakt het voorwerp uit van de ministeriëleomzendbrief betreffende de Belgische politievertegenwoordigersvan de geïntegreerde politie in hetbuitenland van 12 maart 2003, uitgaand van de ministersvan Justitie, van Binnenlandse Zaken en van BuitenlandseZaken. Het koninklijk besluit van14 november 2006 betreffende de organisatie en debevoegdheden van de federale politie, legde het beheervan de LO’s vanaf 1 maart 2007 bij directe voor politiesamenwerkingvan het Commissariaat Generaal(CGI) van de federale politie.1.a) In welke mate nemen de LO’s sleutelposities in deinternationale context van criminaliteitsbestrijding?b) Hoe verhouden zij zich tegenover andere organisatieszoals bijvoorbeeld Interpol, Europol, deimmigratieambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken?2. In welke mate droegen en dragen onze LO’s bijin de aanpak van de prioritaire fenomenen zoals omschrevenin het Nationaal Veiligheidsplan (2004-2007)?Question n o 22 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Officiers de liaison de la police opérationnels.L’envoi d’officiers de liaison opérationnels (OL) estrégi par la circulaire ministérielle relative aux représentantspoliciers belges de la Police intégrée àl’étranger du 12 mars 2003, qui émane des ministres dela Justice, de l’Intérieur et des Affaires étrangères. Envertu de l’arrêté royal du 14 novembre 2006 relatif àl’organisation et aux compétences de la police fédérale,la gestion relative aux OL relève, depuis le1 er mars 2007, de la direction de la coopération policièreinternationale du Commissariat Général de lapolice fédérale.1.a) Dans quelle mesure les OL occupent-ils des postesclésdans le contexte international de la luttecontre la criminalité?b) Quelle est leur position par rapport à d’autresorganisations telles qu’ Interpol et Europol et parrapport aux fonctionnaires à l’immigration del’Office des étrangers?2. Dans quelle mesure nos OL ont-ils contribué etcontribuent-ils à la lutte contre les phénomènes prioritairestels que décrits dans le Plan national de sécurité(2004-2007)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 118925 - 2 - 20083.a) Hoeveel buitenlandse verbindingsofficieren (envan welke landen) bevinden er zich momenteel inons land?3.a) Combien d’officiers de liaison étrangers (et dequels pays) sont-ils actuellement en poste dansnotre pays?b) Genieten deze een diplomatieke immuniteit? b) Bénéficient-ils d’une immunité diplomatique?c) Welke diplomatieke titels dragen deze buitenlandsevertegenwoordigers?4.a) Hoeveel Belgische verbindingsofficieren bevindener zich momenteel in het buitenland?b) Waar is hun standplaats en voor welke landen eninternationale instellingen zijn zij bevoegd?c) De quels titres diplomatiques ces représentantsétrangers sont-ils titulaires?4.a) Combien d’officiers de liaison belges sont-ilsactuellement en poste à l’étranger?b) Quel est leur lieu de résidence et pour quels pays etquelles institutions internationales sont-ils compétents?c) Welke genieten een diplomatieke immuniteit? c) Lesquels d’entre eux bénéficient d’une immunitédiplomatique?d) Welke diplomatieke titels dragen zij? d) De quels titres diplomatiques sont-ils titulaires?e) Is er een evenredigheid met de buitenlandse vertegenwoordigersin België?5.a) Hoe gebeurt de inplaatsstelling en de terugroepingvan onze LO’s precies?b) Op basis van welke parameters wordt geoordeeldwaarom een LO naar een bepaald land dient teworden uitgestuurd?e) Y a-t-il une proportionnalité avec les représentantsétrangers en Belgique?5.a) Quelles sont exactement les modalités de mise enplace et de rappel de nos OL?b) Sur la base de quels paramètres décide-t-on del’envoi d’un OL vers un pays déterminé?c) Wie kan daartoe het voorstel doen? c) Qui peut en faire la proposition?d) Hoe wordt ingespeeld op plotse behoeften en hoewordt nagegaan of het behoud nog zinvol is?e) Op basis van welke parameters wordt er beslistover de afschaffing of tijdelijke niet bezetting vaneen post?6.a) Hoe gebeurt de selectie van de LO’s, wat zijn dealgemene voorwaarden qua taal en ervaring,worden de bijkomende voorwaarden aangepastaan de specificiteit van de te bezetten plaats en dete bedienen landen?b) In welke mate wordt het advies van de ter plaatsezijnde LO ingewonnen en opgevolgd?7.a) Voor welke landen/regio’s zijn er op dit ogenblikvacatures en sedert wanneer?b) Door welke autoriteiten werden de kandidaturengeëvalueerd?c) Op grond van welke motieven werden openstaandevacatures nog niet ingevuld?d) De quelle manière répond-on à des besoins urgentset comment vérifie-t-on qu’un maintien en posteest encore justifié?e) Sur la base de quels paramètres décide-t-on de lasuppression ou de la non-occupation temporaired’un poste?6.a) Comment la sélection des OL s’opère-t-elle et quellessont les conditions générales en matière deconnaissance des langues et d’expérience? Lesconditions supplémentaires sont-elles adaptées enfonction des caractéristiques du poste à occuper etdes pays en question?b) Dans quelle mesure les avis des OL sur place sontilrecueillis et suivis?7.a) Dans quels pays/régions des postes sont-ils actuellementvacants et depuis quand?b) Par quelles autorités les candidatures ont-elles étéévaluées?c) Pourquoi n’a-t-il pas encore été pourvu à certainspostes vacants?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1190 QRVA 52 01025 - 2 - 20088.a) Wat was de totale kostprijs (cijfers 2005 en 2006)van de LO’s, opgesplitst per uitgavepost en perLO?8.a) Quel était le coût total (chiffres 2005 et 2006) desOL, ventilés par poste de dépense et par OL?b) Wat is het voorziene budget voor 2007? b) Quel est le budget prévu pour 2007?9.a) Op welke wijze worden de LO’s geëvalueerd?b) Werd hierbij het federaal parket, aangewezen voorde internationale samenwerking in strafzaken,betrokken?c) Werden er reeds LO’s voortijdig ontheven uit hunfunctie of werd hun een tweejarige verlenging nazes jaar ter plaatse niet toegestaan en zo ja, opgrond van welke redenen?10. Wat is de tussentijdse evaluatie van het pilootprojectwaarbij de Belgische en de Nederlandse regeringovereenkwamen om gedurende een periode vantwee jaar — vanaf 1 februari 2006 tot 1 februari 2008— de Belgische en Nederlandse verbindingsofficieren,binnen het kader van een pilootproject gezamenlijk tegebruiken ten behoeve van de Beneluxlanden?11. Wat is de invloed van de EU raadsbeslissing van27 februari 2003 aangaande het gezamenlijk gebruikvan de LO’s van de lidstaten van de EU op de werkingvan de LO?9.a) De quelle manière les OL sont-ils évalués?b) Le parquet, qui est chargé de la coopération internationaleen matière criminelle, a-t-il été associé àcette évaluation?c) Des OL ont-ils déjà été démis anticipativement deleurs fonctions ou certains se sont-ils vu refuser unprolongement de deux ans après six ans en posteet, dans l’affirmative, pour quels motifs?10. Quelle est l’évaluation intermédiaire du projetpilote dans le cadre duquel les gouvernements belge etnéerlandais ont convenu d’une utilisation commune,pendant une période de deux ans — du 1 er février 2006au 1 er février 2008 — des officiers de liaison belges etnéerlandais au profit des pays du Benelux?11. Quelle est l’incidence sur le fonctionnement desOL de la décision du conseil de l’UE du 27 février 2003relative à l’utilisation commune des officiers de liaisondétachés par les autorités répressives des Étatsmembres de l’UE?DO 2007200801343 DO 2007200801343Vraag nr. 23 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Aanhouding parlementsleden. — Excuses aan diplomatiekediensten van de Italiaanse en Franse republiek.1. Klopt het dat de diplomatieke diensten van deItaliaanse en Franse republiek van ons departementBuitenlandse Zaken excuses hebben ontvangen voorde wilde aanhouding van enkele van hun parlementsledentijdens de machtsontplooiing van de Belgischepolitiediensten op het Schumannplein op 11 september2007?Question n o 23 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Arrestation de parlementaires. — Excuses aux servicesdiplomatiques des républiques italienne et française.1. Est-il exact que notre département des Affairesétrangères s’est excusé auprès des services diplomatiquesdes républiques italienne et française à la suite del’arrestation sauvage de quelques-uns de leurs parlementairesau cours du déploiement des forces del’ordre belges du 11 septembre 2007, place Schumann?2. Waarom werden de excuses aangeboden? 2. Pourquoi le département a-t-il présentéses excuses?3. Ontstaat er hier geen discriminatie ten opzichtevan de Belgische parlementsleden die op dezelfdemanier werden behandeld?3. Ce geste ne constitue-t-il pas une discriminationà l’égard des parlementaires belges ayant subi le mêmetraitement?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 119125 - 2 - 2008DO 2007200801430 DO 2007200801430Vraag nr. 25 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Vaticaan. — Schorsingen omwille van iemandsgeaardheid.Het Vaticaan heeft Monseigneur Tommaso Stenico,een hoge prelaat, geschorst nadat die tijdens een tvuitzendinghad verklaard homo te zijn. De man wasnochtans onherkenbaar gemaakt, maar werd door zijnmedewerkers herkend.1. Heeft het Vaticaan volgens de minister het rechtom prelaten te schorsen omdat zij — onherkenbaar enmet vervormde stem — op televisie beweren homoseksueelte zijn?2. Overweegt u aan de pauselijke nuntius te latenweten dat ons land niet akkoord kan gaan met schorsingenomwille van iemands geaardheid?3. Overweegt u er — eventueel in samenspraak metandere EU-lidstaten die wel een progressief holebibeleidvoeren — op aan te dringen dat het Vaticaan afstaptvan discriminerende uitspraken en handelingenten aanzien van homoseksuelen?Question n o 25 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Vatican. — Suspension de personnes en raison de leurorientation sexuelle.Le Vatican a suspendu monseigneur TommasoStenico, un haut prélat, après une émission de télévisionau cours de laquelle il a déclaré être homosexuel.Bien qu’il ait témoigné anonymement, le prélat avaitété reconnu par ses collaborateurs.1. Le ministre estime-t-il que le Vatican a le droit desuspendre un prélat parce qu’il a déclaré à la télévision— anonymement et avec une voix déformée — êtrehomosexuel?2. Envisagez-vous de faire savoir au nonce apostoliqueque notre pays ne peut tolérer la suspension d’unepersonne en raison de son orientation sexuelle?3. Envisagez-vous de demander au Vatican — éventuellementen concertation avec d’autres Étatsmembres de l’UE qui mènent une politique progressiveà l’égard des personnes homosexuelles et bisexuelles— de renoncer à ces déclarations et actions discriminatoiresà l’égard des personnes homosexuelles?DO 2007200801493 DO 2007200801493Vraag nr. 26 van de heer Bruno Stevenheydens van23 januari 2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Unesco. — Nationale commissie.In de landen die lid zijn van Unesco bestaat er eennationale commissie die moet dienen als de schakeltussen Unesco en de wetenschappelijke en cultureleinstellingen van het land.In België doet er zich een probleem voor. Sinds deomvorming van België tot een federale staat is er geennationale commissie meer en dit door een geschil tussende Franse Gemeenschapscommissie van Brussel ende Vlaamse Gemeenschap.De meeste kwesties die de Unesco behandelt betreffenechter de bevoegdheden van de Gemeenschappen.In Vlaanderen is er sinds 2004 een Vlaamse Commissievoor Unesco. Dit jaar verwacht men dat er ook eenFranse en Duitstalige commissie van start gaan.Toch is er bij de FOD Buitenlandse Zaken eensecretariaat voor de Belgische nationale commissie. Deganse regeling zorgt voor verwarring.Question n o 26 de M. Bruno Stevenheydens du 23 janvier2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Unesco. — Commission nationale.Dans les pays membres de l’Unesco, il existe unecommission nationale qui joue un rôle de liaison entrel’Unesco et les institutions scientifiques et culturellesdu pays.En Belgique, cette commission pose problème.Depuis la transformation de la Belgique en État fédéral,il n’y a en effet plus de commission nationale, et ceen raison d’un différend opposant la Commissioncommunautaire française et la Communauté flamande.Or, la plupart des questions traitées par l’Unescorelèvent précisément des compétences des Communautés.En Flandre, il existe depuis 2004 une Commissionflamande pour l’Unesco. On prévoit également cetteannée la mise sur pied d’une commission française etd’une commission germanophone.Par ailleurs, il existe au sein du SPF Affaires étrangèresun secrétariat pour la commission nationale belge.Tout ce dispositif est source de confusions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1192 QRVA 52 01025 - 2 - 20081.a) Op welke manier onderhoudt Unesco contact metde leden?b) Dient dit te gebeuren via staten of zijn er anderevoorbeelden waar Unesco rechtstreeks (zonder tussencontact)met deelstaten of regio’s samenwerkt?2.a) Is het noodzakelijk om op het federale niveau eensecretariaat te handhaven?b) Kan er niet rechtstreeks tussen de Gemeenschappenen Unesco gewerkt worden?3.a) Welke dossiers werden er vanuit het secretariaatverbonden aan de FOD Buitenlandse Zaken bijUnesco ingediend?1.a) De quelle manière l’Unesco entretient-elle descontacts avec les membres?b) Ces contacts doivent-ils nécessairement passer pardes États ou y a-t-il des exemples où l’Unescocollabore directement (donc sans intermédiaire)avec des entités fédérées ou des régions?2.a) Est-il nécessaire de maintenir un secrétariat auniveau fédéral?b) Les Communautés ne peuvent-elles pas travaillerdirectement avec l’Unesco?3.a) Quels dossiers le secrétariat lié au SPF Affairesétrangères a-t-il introduit auprès de l’Unesco?b) Bestaan hiervan overzichten? b) Dispose-t-on d’un aperçu des dossiers concernés?4. Welke werkzaamheden zijn er gepland voor dekomende jaren?4. Quelles activités sont prévues pour les années àvenir?Minister van Economie,Zelfstandigen en LandbouwMinistre de l’Économie,des Indépendants et de l’AgricultureDO 2007200801309 DO 2007200801309Vraag nr. 29 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Consumentenkredieten. — Kredietverlenende instellingen.— Problematische kredietnemers.Uit de cijfers van de Nationale Bank blijkt dat consumentenkredietsterk in de lift zit. Uit de cijfers zouook blijken dat het aantal problematische dossiers,van mensen die hun opgestapelde kredieten niet meerkunnen betalen, ook geleidelijk aan afneemt. Nochtansklagen heel wat OCMW’s erover dat sommigebanken of supermarkten het niet zo nauw nemen metde wetgeving en kredieten blijven verstrekken aanmensen die al in de schulden verdrinken.1. Hoeveel meldingen van instellingen die kredietenverleenden aan problematische kredietnemers werdengedaan in 2004, 2005, 2006 en 2007?2. Is het mogelijk deze cijfers onder te verdelen perkredietgever?Question n o 29 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Crédits à la consommation. — Organismes de crédit.— Emprunteurs en difficulté.Il ressort des chiffres de la Banque nationale que lecrédit à la consommation connaît un succès grandissant.Ces chiffres montreraient par ailleurs que lenombre de dossiers problématiques de personnes quine sont plus en mesure de rembourser leurs multiplescrédits diminue progressivement. Or, de nombreuxCPAS se plaignent de ce que certains supermarchés etbanques ne respectent pas la législation et continuent àaccorder des crédits à des personnes déjà criblées dedettes.1. Combien de dossiers relatifs à des organismes decrédit accordant des crédits à des emprunteurs en difficultéont été portés à votre connaissance en 2004, 2005,2006 et 2007?2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres par organismede crédit?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 119325 - 2 - 20083. Welke maatregelen worden getroffen tegenbanken of andere instellingen die kredieten blijven verlenenaan mensen van wie is geweten dat zij al overhun oren in de schulden zitten?4. Welke maatregelen worden genomen tegen deinbreuken op de wetgeving op reclame voor kredieten?5. Wat wordt vanuit uw ministerie/FOD gedaanom alle voornoemde inbreuken in te perken?3. Quelles mesures sont prises à l’encontre desbanques ou autres organismes de crédit qui continuentà accorder des crédits à des personnes dont les problèmesde surendettement sont connus?4. Quelles mesures sont prises pour lutter contre lesinfractions à la législation relative à la publicité pourles crédits?5. Quelles mesures sont prises par votre ministère/SPF pour mettre un terme aux infractions en matièrede crédits à la consommation?DO 2007200801435 DO 2007200801435Vraag nr. 36 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Arbeidsmarkt. — Tekort aan geschoolde arbeidskrachten.Volgens het ministerie van Economie loopt deDuitse economie door een tekort aan geschoolde arbeidskrachtenjaarlijks 18,5 miljard euro van het bbpmis. Vooral in sectoren die belangrijk zijn voor deconcurrentiekracht van Duitsland zit men omgeschikte werknemers verlegen. Ook in Vlaanderendoet zich een probleem voor van krapte op de arbeidsmarkt.1. Werd reeds berekend hoeveel euro de Belgischeeconomie jaarlijks misloopt omwille van een krapte opde arbeidsmarkt?2. Hoeveel bedraagt de som in Vlaanderen, respectievelijkin Wallonië en in Brussel?3. Zijn er prognoses beschikbaar over de mogelijkeverliezen voor de economie in de drie regio’s indien dekrapte op de arbeidsmarkt aanhoudt?4. Kampt ons land met een gelijkaardig probleemals Duitsland, namelijk dat uitgerekend de sectoren diebelangrijk zijn voor onze concurrentiekracht degrootste problemen kennen inzake krapte op de arbeidsmarkt?Question n o 36 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Marché de l’emploi. — Pénurie de main-d’œuvrequalifiée.Selon le ministère de l’Économie, l’économie allemandesubit chaque année un manque à gagner de 18,5milliards d’euros de son PNB en raison d’une pénuriede main-d’œuvre qualifiée. Cette carence en travailleurscompétents se fait surtout sentir dans des secteursqui sont importants pour la compétitivité del’Allemagne. Or il se trouve que la Flandre estconfrontée, elle aussi, à une pénurie de main-d’œuvrequalifiée sur son marché de l’emploi.1. A-t-on déjà calculé à combien d’euros se chiffrele manque à gagner subi annuellement par l’économiebelge en raison d’un manque de main-d’œuvre sur lemarché de l’emploi?2. À combien s’élève ce montant en Flandre, enWallonie et à Bruxelles?3. Dispose-t-on de pronostics concernant les perteséventuelles pour l’économie dans les trois régions sicette pénurie persistait ?4. Notre pays est-il confronté à un problème analogueà celui de l’Allemagne, à savoir que ce sont précisémentles secteurs d’activités importants pour notrecompétitivité qui sont aux prises avec les plus grossesdifficultés sur le plan de la carence de main-d’œuvresur le marché de l’emploi?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1194 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Minister van Pensioenenen Maatschappelijke IntegratieMinistre des Pensions etde l’Intégration socialeDO 2007200801329 DO 2007200801329Vraag nr. 9 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Pensioenen enMaatschappelijke Integratie:OCMW’s. — Geschillen. — Uitspraak minister.De minister van Maatschappelijke Integratie isbevoegd om uitspraak te doen over geschillen die zijnaangebracht met toepassing van artikel 15, vierde lid,van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten lastenemen van de steun verleend door de OCMW’s. Hetgaat ten deze over de voorlopige toewijzing van hetOCMW dat moet tussenbeide komen wanneer twee ofmeerdere OCMW’s achten niet territoriaal bevoegd tezijn om een vraag te onderzoeken.Hoeveel van dergelijke dossiers (opgesplitst perprovincie) werden in 2004, 2005, 2006 en 2007beslecht?Question n o 9 de M. Guido De Padt du 17 janvier 2008(N.) au ministre des Pensions et de l’Intégrationsociale:CPAS. — Contentieux. — Décision du ministre.En vertu de l’article 15, alinéa 4 de la loi du 2 avril1965 relative à la prise en charge des secours accordéspar les centres publics d’aide sociale, il appartient auministre qui a l’intégration sociale dans ses attributionsde trancher les différends lorsque deux ouplusieurs CPAS estiment ne pas être compétents territorialementpour examiner une demande d’aide et dedéterminer le centre qui doit intervenir à titre provisoire.Combien de questions de ce type (par province) ontainsi été tranchées en 2004, en 2005, en 2006 et en2007?DO 2007200801330 DO 2007200801330Vraag nr. 10 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Pensioenenen Maatschappelijke Integratie:Voorzitters van OCMW’s. — Dringende financiëlesteunverlening.Voorzitters van een OCMW-raad kunnen gebruikmaken van hun bevoegdheid om met toepassing vanartikelen 28, § 3, van de organieke wet van 8 juli 1976betreffende openbare centra voor maatschappelijkwelzijn, dringende financiële steun te verlenen. Dit kaneen parameter zijn voor het inschatten van de armoedegraadbij onze bevolking.In hoeveel gevallen en voor welke bedragen werd erin 2005 en 2006 door de voorzitters van de OCMW’s(opgesplitst per Gewest) dringende financiële steunverleend met toepassing van artikel 28, § 3, van deorganieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbarecentra voor maatschappelijk welzijn?Question n o 10 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre des Pensions et del’Intégration sociale:Présidents de CPAS. — Aide financière urgente.En application de l’article 28, § 3, de la loi organiquedu 8 juillet 1976 des centres publics d’aide sociale,les présidents d’un conseil de CPAS sont habilités àoctroyer une aide financière urgente. Il pourrait s’agiren l’occurrence d’un paramètre permettant d’évaluer letaux de pauvreté au sein de la population belge.Dans combien de cas et pour quels montants (parRégion) les présidents des CPAS ont-ils octroyé en2005 et en 2006 une aide financière urgente en applicationde l’article 28, § 3, de la loi organique de 8 juillet1976 des centres publics d’aide sociale?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 119525 - 2 - 2008DO 2007200801331 DO 2007200801331Vraag nr. 11 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Pensioenenen Maatschappelijke Integratie:OCMW’s. — Ten onrechte uitbetaalde steun.OCMW’s kunnen nu, beter en vlugger dan vroeger,vaststellen dat een leefloon ten onrechte wordt uitgekeerd.Dimona en de Kruispuntbank voor de SocialeZekerheid (KSZ) zijn daarbij een handig hulpmiddel.De ten onrechte uitgekeerde bedragen kunnen danteruggevorderd worden via een minnelijke of gerechtelijkeweg. De daaraan verbonden kosten zijn ten lastevan de OCMW’s, hoewel deze terugvordering ook (ensoms voor 100%) de belangen van de federale Staatdient. Daar waar de OCMW’s moeten opdraaien vande aan een procedure verbonden kosten, is het niet uitgeslotendat men niet overgaat tot terugvordering(hetgeen in bepaalde gevallen van schuldig verzuim ofbedrieglijk opzet en slecht signaal zou zijn), omdatmen er toch geen rechtstreeks belang bij heeft. Daaromlijkt het mij overwegenswaard om de OCMW’s in diegevallen te vergoeden voor «bewezen diensten».1. Hoeveel gevallen (en voor welke bedragen) vanten onrechte uitbetaalde steun (cumul tussen steun enhet uitoefenen van een job) werden in 2005, 2006 en2007 vastgesteld (opgesplitst per gewest)? Gelieve eenopsplitsing te geven naargelang het om een leefloon ofeen equivalent leefloon ging.2. In hoeveel gevallen gingen de OCMW’s over totminnelijke of gerechtelijke terugvordering?3. Welke bedragen werden aan de federale Staat invoormelde jaren terugbetaald/verrekend, wegens tenonrechte betaalde leeflonen?4. Wordt het niet billijk geacht dat deOCMW’s zouden vergoed worden voor de diensten enkosten die zij aldus leveren ten behoeve van de federaleoverheid?Question n o 11 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre des Pensions et del’Intégration sociale:CPAS. — Aides versées indûment.Les CPAS peuvent désormais mieux constater — etplus rapidement qu’auparavant — le versement indud’un revenu d’intégration. Dimona et la Banque-Carrefour de la sécurité sociale (BCSS) sont à cet égarddes outils bien utiles. Les montants versés indûmentpeuvent ensuite être récupérés à l’amiable ou par lavoie judiciaire. Les coûts liés à ces procédures sont àcharge des CPAS, alors que ce recouvrement sert également(voire parfois à 100%) les intérêts de l’État fédéral.Il n’est pas exclu que les CPAS qui doivent déboursereux-mêmes les coûts liés à une procédure renoncentà procéder au recouvrement (envoyant ainsi un signalerroné dans certains cas d’abstention coupable oud’intention frauduleuse) parce qu’ils n’y ont aucunintérêt direct. Il me paraît dès lors judicieuxd’envisager, dans ces cas, l’indemnisation des CPAS«pour services rendus».1. Combien de cas de paiement indu d’aides (cumulentre une aide et un emploi) a-t-on constatés en 2005,2006 et 2007 (répartition par région et selon qu’ils’agissait d’un revenu d’intégration ou d’un équivalentdu revenu d’intégration)? De quels montantss’agissait-il?2. Dans combien de cas les CPAS ont-ils procédé àun recouvrement à l’amiable ou judiciaire?3. Quels montants a-t-on remboursés à l’État fédéralou lui a-t-on portés en compte durant les annéessusmentionnées en raison du paiement indu de revenusd’intégration?4. Ne serait-il pas équitable que les CPAS soientindemnisés pour les services fournis et les dépensesconsenties au bénéfice de l’État fédéral?DO 2007200801423 DO 2007200801423Vraag nr. 13 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Pensioenenen Maatschappelijke Integratie:OCMW’s. — Vreemdelingen. — Steunverleningsdossiers.Om na te gaan in welke mate vreemdelingen zichook economisch integreren, is het van belang te wetenin welke mate zij beroep doen op steunverlening vande OCMW, op basis van de wet van 2 april 1965.Question n o 13 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) au ministre des Pensions et del’Intégration sociale:CPAS. — Étrangers. — Dossiers relatifs à l’octroid’aide.Afin de vérifier dans quelle mesure les étrangersparviennent à s’intégrer sur le plan économique, ilserait utile de connaître la fréquence à laquelle ils sollicitentl’aide du CPAS, sur la base de la loi du 2 avril1965.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1196 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Kan u voor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007 enopgesplitst per Gewest, meedelen:1. Hoeveel steunverleningsdossiers waren er voorasielzoekers geopend bij de OCMW’s?2. Hoeveel steunverleningsdossiers waren er voorvluchtelingen?3. Hoeveel steunverleningsdossiers waren er voorvreemdelingen?Pourriez-vous, pour les années 2004, 2005, 2006 et2007, me communiquer les données suivantes, parRégion:1. le nombre de dossiers relatifs à l’octroi d’aideayant été ouverts auprès des CPAS pour des demandeursd’asile;2. le nombre de dossiers relatifs à l’octroi d’aideayant été ouverts pour des réfugiés;3. le nombre de dossiers relatifs à l’octroi d’aideayant été ouverts pour des étrangers?DO 2007200801442 DO 2007200801442Vraag nr. 14 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Pensioenenen Maatschappelijke Integratie:Opbouw pensioenrechten enkel via werkloosheidsreglementering.Naar verluidt zou het reeds zijn voorgekomen datiemand met pensioen is gegaan die zijn of haar ganseleven een wachtuitkering heeft genoten en dus constanthet statuut van werkloze heeft gehad. Dit wil nietnoodzakelijk zeggen dat betrokkene nooit heeftgewerkt, maar wel dat hij of zij nooit een voldoendelange periode aan één stuk heeft gewerkt die volstondom een volwaardige werkloosheidsuitkering op tebouwen. Anderzijds maakt de principiële onbeperktheidin de tijd van onze werkloosheidsverzekering hetmogelijk dat mensen die wel voldoende dagen hebbengepresteerd om een werkloosheidsvergoeding te genieten,zeer langdurig werkloosheidsvergoedingenkunnen ontvangen.1. Klopt de bewering dat er inderdaad al mensenmet pensioen zijn gegaan die enkel via de werkloosheidsreglementeringpensioenrechten hebben opgebouwd?2.a) Hoeveel mensen gingen de afgelopen vijf jaar oppensioen die een «actieve loopbaan» konden voorleggenmet 20, respectievelijk 25, 30 en 35jaarwerkloosheid?b) Hoeveel van deze mensen woonden in Vlaanderen,respectievelijk Wallonië en Brussel?Question n o 14 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre des Pensions et del’Intégration sociale:Constitution de droits à la pension dans le seul cadrede la réglementation du chômage.Il me revient que lorsqu’elles atteignent l’âge de laretraite, certaines personnes n’ont préalablement bénéficiéque d’allocations d’attente et ont dès lors eu lestatut de chômeur pendant toute leur carrière. Cela nesignifie pas pour autant que ces personnes n’ont jamaistravaillé, mais bien qu’elles n’ont jamais travaillépendant une période suffisamment longue pour avoirdroit à des allocations de chômage à part entière. Parailleurs, les personnes ayant travaillé pendant unnombre suffisant de jours pour pouvoir prétendre àdes allocations de chômage pourront percevoir cesallocations pendant une très longue période, grâce dela durée en principe illimitée des allocations dechômage dans notre pays.1. Est-il vrai que certaines personnes partent à laretraite après avoir constitué des droits à la pensiondans le seul cadre de la réglementation du chômage?2.a) Combien de personnes, au cours des cinq dernièresannées, sont parties à la pension après une «carrièreactive» de respectivement 20, 25, 30 et 35 ans dechômage?b) Combien de ces personnes habitent en Flandre, enWallonie et à Bruxelles?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 119725 - 2 - 2008DO 2007200801443 DO 2007200801443Vraag nr. 15 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Pensioenenen Maatschappelijke Integratie:RVP. — Administratie der Pensioenen. — Ambtenaren.— Pensioneringen.Voor de jaren 2005 en 2006 kreeg ik graag een overzicht,telkens opgesplitst per taalrol, van:1. het aantal statutaire, respectievelijk contractueleambtenaren dat bij de Rijksdienst voor Pensioenen(RVP) met rustpensioen is gegaan;2. het aantal statutaire, respectievelijk contractueleambtenaren dat bij de RVP vroegtijdig werd gepensioneerdwegens ziekte of gebrekkigheid;3. het aantal statutaire, respectievelijk contractueleambtenaren dat bij de administratie der Pensioenenmet rustpensioen is gegaan;4. het aantal statutaire, respectievelijk contractueleambtenaren dat bij de administratie der Pensioenenvroegtijdig werd gepensioneerd wegens ziekte ofgebrekkigheid;5. het aantal op rust gestelde ambtenaren verdeeldover de verschillende overheidsdiensten waarvan hetpensioen beheerd wordt door de administratie derPensioenen?Question n o 15 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre des Pensions et del’Intégration sociale:ONP. — Administration des pensions. — Agents. —Pensions.Pourriez-vous me fournir, pour les années 2005 et2006, un aperçu, par rôle linguistique:1. du nombre d’agents statutaires et contractuels del’Office national des pensions (ONP) ayant pris leurpension de retraite;2. du nombre d’agents statutaires et contractuelsadmis à la retraite anticipée pour cause de maladie oud’infirmité;3. du nombre d’agents statutaires et contractuels del’Administration des pensions ayant pris leur pensionde retraite;4. du nombre d’agents statutaires et contractuels del’Administration des pensions admis à la retraité anticipéepour cause de maladie ou d’infirmité;5. du nombre d’agents pensionnés, pour les différentsservices publics, dont la pension est gérée parl’Administration des pensions.DO 2007200801444 DO 2007200801444Vraag nr. 16 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Pensioenenen Maatschappelijke Integratie:Gemeenten. — Contractuelen. — Einde beroepsloopbaan.— Ambtenarenpensioen.In veel gemeenten worden contractuelen op het eindvan hun beroepsloopbaan door de gemeente vastbenoemd.Dat heeft het voordeel dat zij een ambtenarenpensioenontvangen voor de hele periode dat ze voorde gemeente hebben gewerkt. Op dat moment is er eenoverdracht van de gestorte bijdragen van de RSZ naarde RSZ-PPO (Rijksdienst voor sociale zekerheid vande provinciale en de plaatselijke overheidsdiensten).1. Hoeveel bedraagt de gemiddelde overdracht jaarlijksin de periode 2002-2006?2. Hoeveel bedroeg het totaal aantal overdrachtenjaarlijks in de periode 2002-2006?Question n o 16 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre des Pensions et del’Intégration sociale:Communes. — Contractuels. — Fin de carrière professionnelle.— Pension de fonctionnaire.Dans de nombreuses communes, des contractuelssont nommés à titre définitif à la fin de leur carrièreprofessionnelle. Ils peuvent ainsi bénéficier d’unepension de fonctionnaire pour toute la période où ilsont été occupés par la commune. Au moment de leurnomination, les cotisations précédemment versées àl’ONSS sont transférées à l’ONSSAPL (Office nationalde sécurité sociale des administrations provinciales etlocales).1. Quel montant moyen a annuellement été transféréde l’ONSS à l’ONSSAPL au cours de la période2002-2006?2. Combien de transferts ont été effectués chaqueannée au cours de la même période?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1198 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. Wat is het verschil tussen enerzijds de overgedragenmiddelen en anderzijds de bijdragen die zoudenzijn betaald indien betrokkene ab initio als ambtenaargewerkt zou hebben?4. Hoeveel contractuelen werden op deze manierstatutair?3. À combien se monte la différence entre lesmontants transférés et les cotisations qui auraient dûété payées si l’intéressé avait travaillé comme fonctionnairedès le début de sa carrière?4. Combien de contractuels sont devenus statutairesdans le cadre de cette procédure?DO 2007200801445 DO 2007200801445Vraag nr. 17 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Pensioenenen Maatschappelijke Integratie:RSZ-PPO. — Jaarrapport. — Studie evolutie aantalpensioenen en pensioenlast lokale besturen.Het jaarverslag van 2005 van de Rijksdienst voorsociale zekerheid van de provinciale en de plaatselijkeoverheidsdiensten (RSZ-PPO) leert ons dat er eenbestendige verjonging plaatsvindt van de contractuelen,maar niet van de vastbenoemden. Het jaarverslagbesluit: «De daling van het aantal vastbenoemdenheeft een direct gevolg op de financiering van hetgemeenschappelijk pensioenstelsel en op het bijdragepercentagedat de plaatselijke overheidsdienstenmoeten betalen voor de pensioenen van hun vastbenoemdeambtenaren. Er zullen dus steeds minder vastbenoemdenzijn om een steeds zwaardere pensioenlastte dragen.Hetzelfde jaarrapport 2005 van de RSZ-PPO leertons ook dat de beleidscel van de minister van Pensioenenen de Bijzondere Commissie voor de pensioenenvan de plaatselijke besturen aan de administratie derPensioenen de opdracht hebben gegeven om een studiete maken over de te verwachten evolutie van het aantalpensioenen en de pensioenlast wat de lokale besturenbetreft. Daarbij moest bijzondere aandacht wordenbesteed aan de financiering van deze pensioenlast, dedraagkracht van de verschillende bestaande financieringssystemenop het lokale niveau, de impact van dewijzigende verhouding tussen de statutaire en de contractuelepersoneelsleden. De resultaten van deze studiewerden verwacht in het najaar van 2006. Deze tweevaststellingen in het jaarverslag wijzen duidelijk op hetgroeiende probleem van de betaalbaarheid als gevolgvan de gewijzigde situatie op het terrein. Er dringenzich dus maatregelen op.Question n o 17 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre des Pensions et del’Intégration sociale:ONSS-APL. — Rapport annuel. — Étude concernantl’évolution du nombre des pensions et la charge despensions des administrations locales.Il ressort du rapport annuel 2005 de l’Office nationalde sécurité sociale des administrations provincialeset locales (ONSS-APL) qu’un rajeunissement durableest actuellement en cours pour les agents contractuelsmais pas pour les agents statutaires. Selon la conclusiondu rapport annuel, la baisse du nombre d’agentsnommés entraîne des conséquences directes pour lefinancement du régime commun de pension et sur letaux des cotisations dont les administrations localesdoivent s’acquitter pour les pensions de leurs agentsnommés. Un nombre toujours plus réduit d’agentsnommés devra par conséquent supporter une masse depensions toujours plus importante.Ce même rapport annuel 2005 de l’ONSS-APL indiqueque la cellule stratégique du ministre des Pensionset la Commission spéciale des pensions des administrationslocales ont chargé l’administration desPensions de réaliser une étude relative à l’évolutionescomptée du nombre de pensions et à la charge despensions assumée par les administrations locales. Uneattention toute particulière devait être accordée aufinancement de ladite charge des pensions, ainsi qu’àla capacité des différents systèmes de financement existantau niveau local et à l’impact de la relation changeanteentre les agents statutaires et contractuels. Lesrésultats étaient attendus pour le printemps de 2006.Les deux conclusions citées dans le rapport annuelillustrent bien le problème croissant que constitue lepaiement des pensions à la suite de l’évolution de lasituation sur le terrain. Des mesures s’imposent dèslors.1. Is deze studie reeds beschikbaar? 1. Cette étude est-elle déjà disponible?2. Zo ja, wat waren de belangrijkste krachtlijnenvan deze studie?3. Zo neen, wanneer mogen de resultaten van dezestudie verwacht worden?2. Dans l’affirmative, quelles en sont les grandeslignes?3. Dans la négative, quand les résultats de cetteétude seront-ils disponibles?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 119925 - 2 - 2008Minister van WerkMinistre de l’EmploiDO 2007200801384 DO 2007200801384Vraag nr. 34 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Verloven ter bevordering van de combinatie vangezins- en beroepsleven. — Bevallingsrust. — Arbeidswet.Onderstaande vraag werd reeds voorgelegd aan devoorganger van de minister, maar vermits dieoordeelde dat dergelijke aanpassing van artikel 39,tweede lid van de arbeidswet van 16 maart 1971, buitende lopende zaken viel, verwees hij me naar zijnopvolger (vraag nr. 45 van 13 november 2007, Vragenen Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 5, blz. 298-299).Op het vlak van moederschapsbescherming enbevallingsverlof wijst de Raad van Gelijke Kansen inzijn advies nr. 84 betreffende de verloven ter bevorderingvan de combinatie van gezins- en beroepsleven ophet feit dat een vrouw die gewerkt heeft of voor de arbeidsmarktbeschikbaar bleef op de dag van haarbevalling die dag als eerste verlofdag van haar bevallingsrustwordt aangerekend. Dit vloeit voort uit debepalingen van artikel 39, tweede lid van de arbeidswetvan 16 maart 1971 en artikel 114, tweede lid vande gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende deverplichte verzekering voor geneeskundige verzorgingen uitkeringen.Aangezien de relaties tussen werkgever en werkneemsterin eerste instantie deel uitmaken van het arbeidsrecht,kan u meedelen of een aanpassing van artikel39, tweede lid van de arbeidswet van 16 maart 1971zal overwogen worden teneinde de aanvang van hettijdvak van nabevallingsrust uit te stellen met één datbij vroegtijdige geboorte (vóór de zevende dag voorafgaandaan de vermoedelijke bevallingsdatum wel teverstaan) en wanneer de werkneemster nog effectiefgewerkt heeft de dag van de bevalling?Question n o 34 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Congés visant à permettre de concilier vie familiale etvie professionnelle. — Repos d’accouchement. —Loi sur le travail.La présente question avait déjà été soumise auprédécessur du ministre. Estimant toutefois qu’unetelle adaptation de l’article 39, deuxième alinéa, de laloi du 16 mars 1971 sur le travail dépassait le cadre desaffaires courantes, il m’a renvoyé vers son successeur(Question n o 45 du 13 novembre 2007, Questions etRéponses, Chambre, 2007-2008, n o 5, pp. 298-299).En ce qui concerne la protection de la maternité et lecongé de maternité, le Conseil de l’Égalité des chancesinsiste, dans son avis n o 84 relatif aux congés visant àpermettre de concilier plus harmonieusement vie familialeet vie professionnelle, sur le fait que lorsqu’unefemme a travaillé ou est restée disponible sur lemarché du travail le jour de l’accouchement, celui-ciest pris en compte comme le premier jour de son congéde maternité. Ceci découle des dispositions de l’article39, alinéa 2, de la loi du 16 mars 1971 sur le travailet de l’article 114, alinéa 2, de la loi relative àl’assurance obligatoire soins de santé et indemnitéscoordonnée le 14 juillet 1994.Étant donné que la relation entre employeur et salariéerelève en premier lieu du droit du travail, pouvezvousindiquer si vous envisagez une modification del’article 39, alinéa 2, de la loi du 16 mars 1971 sur letravail, de manière à reporter d’un jour le début de lapériode de repos d’accouchement en cas de naissanceavant terme (c’est-à-dire avant le septième jour précédantla date d’accouchement probable) et lorsque lasalariée a encore effectivement travaillé le jour del’accouchement?DO 2007200801391 DO 2007200801391Vraag nr. 35 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Werklozen die ziekte inroepen om een job te weigeren.— Werkgevers. — Onjuiste verklaringen.In antwoor op mijn schriftelijke vraag met betrekkingtot werklozen die ziekte inroepen om een job teweigeren verwijst de minister naar het feit dat de RVAQuestion n o 35 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Chômeurs qui invoquent une maladie pour refuser unemploi. — Employeurs. — Fausses déclarations.En réponse à ma question écrite relative auxchômeurs qui invoquent une maladie pour refuser unemploi, le ministre fait allusion au fait que l’ONEmKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1200 QRVA 52 01025 - 2 - 2008een proces-verbaal kan opstellen wanneer die meentdat werkgevers onjuiste verklaringen hebben afgelegddie aanleiding kunnen geven tot betaling van uitkeringenwaarop de werknemer geen aanspraak kan maken(vraag nr. 17 van 23 oktober 2007, Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 7, blz. 460-463).1. Hoeveel processen-verbaal werden in de periode2003-2007 opgesteld tegen werkgevers in het Vlaamse,respectievelijk Waalse Gewest en in Brussel, die onjuisteverklaringen hebben afgelegd?2. In hoeveel gevallen hebben die processen-verbaalgeleid tot een schorsing van de uitkering van debetrokken werknemers?3. Hoeveel uitkeringsgelden heeft de RVA teruggevorderd(opgedeeld per jaar en per regio)?4. Welke sancties zijn er aan dergelijke onjuiste verklaringengekoppeld in hoofde van de werkgevers?peut dresser un procès-verbal lorsqu’il estime que desemployeurs ont fait de fausses déclarations pouvantdonner lieu au paiement d’allocations auxquelles letravailleur n’avait pas droit (question n o 17 du 23octobre 2007, Questions et Réponses, Chambre 2007-2008, n o 7, pages 460-463).1. Combien de procès-verbaux ont été dressés aucours de la période 2003-2007 à l’encontred’employeurs des régions flamande, wallonne etbruxelloise respectivement qui avaient fait de faussesdéclarations?2. Dans combien de cas, ces procès-verbaux ont-ilsconduit à une suspension du paiement de l’allocationpour les travailleurs concernés?3. De quels montants au total l’ONEm a-t-ilréclamé la récupération (par an et par région)?4. Quelles sont, pour les employeurs, les sanctionsliées à ce type de fausses déclarations?DO 2007200801392 DO 2007200801392Vraag nr. 36 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Vakbondsafdelingen. — Statuut van onderneming inmoeilijkheden of herstructurering.In antwoord op mijn schriftelijke vraag blijkt datvorig jaar een vijftal vakbondsafdelingen het statuutvan onderneming in moeilijkheden of herstructureringhebben verkregen (vraag nr. 42 van 13 november 2007,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, blz. 464-466). In een verklaring naar de oorzaak van de problemenverwijst ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw naarde fors negatieve kasstroom in de betrokken werkloosheidskassen.Die negatieve kasstroom zou dan weerhet gevolg zijn van de dalende werkloosheid.1. Hoeveel bedroegen de administratieve onkostenvergoedingen,opgesplitst per regionale afdeling en perjaar, die de overheid heeft betaald aan de verschillendevakbonden voor het uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringenin de periode 2003-2007?2. Hoeveel heeft de overheid, opgesplitst per regionaleafdeling van elke betrokken vakbond, afgelopenjaar kunnen besparen omwille van de dalende werkloosheid?Question n o 36 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Sections syndicales. — Statut d’entreprise en difficultéou en restructuration.En réponse à ma question écrite, il m’a été communiquéque cinq sections syndicales ont obtenu l’annéedernière le statut d’entreprise en difficulté ou enrestructuration (question n o 42 du 13 novembre 2007,Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, pages464-466). Amené à s’expliquer sur les raisons de cesdifficultés, le président de la FGTB flamande, RudyDe Leeuw, a fait référence au flux de caisse très négatifsdans les caisses de chômage concernées. Ce flux decaisse négatif résulterait lui-même de la baisse duchômage.1. À combien se sont élevées les indemnités administrativespour frais supportés, ventilées par sectionrégionale et par année, que les pouvoirs publics ontversées aux différents syndicats pour leur permettre depayer les allocations de chômage au cours de lapériode 2003-2007?2. Combien les pouvoirs publics ont-ils pu économiserl’année dernière grâce à la baisse du chômage?Pourriez-vous répartir ce montant entre les différentessections régionales de chaque syndicat concerné?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 120125 - 2 - 2008DO 2007200801446 DO 2007200801446Vraag nr. 38 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Dienstboden. — Verzekeringsovereenkomsten.Krachtens artikel 18 van het koninklijk besluit van28 november 1969 tot uitvoering van de wet van27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van28 december 1944 betreffende de maatschappelijkezekerheid der arbeiders, is de RSZ-wetgeving niet vantoepassing op dienstboden die hoofdzakelijk huishoudelijkearbeid van lichamelijke aard verrichten en dieniet inwonen bij hun werkgever op voorwaarde dat zijgeen vier uur per dag bij eenzelfde werkgever of 24 uurper week bij verschillende werkgevers presteren. Dezewerknemers zijn wel onderhevig aan de arbeidsongevallenwet,waardoor de werkgevers voor hen een verzekeringsovereenkomstmoeten sluiten.Hoeveel verzekeringsovereenkomsten werden in hetjaar 2005 en in het jaar 2006 gesloten voor dergelijkewerknemers in:1. het Vlaamse Gewest; 1. Région flamande;2. het Waalse Gewest; 2. Région wallonne;3. het Brusselse Gewest? 3. Région bruxelloise?Question n o 38 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Personnel de maison. — Contrats d’assurances.En vertu de l’article 18 de l’arrêté royal du 28novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin1969 revisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernantla sécurité sociale des travailleurs, la législationrelative à la sécurité sociale ne s’applique pas auxemployés de maison qui effectuent principalement destravaux ménagers de nature physique et qui ne sontpas logés chez leur employeur, lorsque la durée de leuroccupation n’atteint pas quatre heures par jour chezun même employeur, ni vingt-quatre heures parsemaine chez un ou plusieurs employeurs. Ces travailleurssont néanmoins soumis à la loi sur les accidentsdu travail en vertu de laquelle les employeurs sonttenus de conclure un contrat d’assurances pour cestravailleurs.Combien de contrats d’assurances ont-ils étéconclus pour ces travailleurs au cours des années 2005et 2006 en:DO 2007200801447 DO 2007200801447Vraag nr. 39 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Werklozen- opstarten van een zelfstandige activiteit.— Toekenning achtergestelde leningen.In de periode 2000-2004 werden 2004 achtergesteldeleningen toegekend aan werklozen die een zelfstandigeactiviteit opstartten. In de periode mei 2005-juli 2005evalueerde het Participatiefonds in het kader van eenproject alle toenmalige 117 steunpunten gespecialiseerdin de begeleiding (waaronder KMOorganisaties).1. Hoeveel achtersgestelde leningen werden in 2005en 2006jaarlijks toegekend aan werklozen? Graagkreeg ik de cijfers opgesplitst per gewest en volgensgeslacht.2.a) Hoeveel van de ondernemingen die in deze periodezijn opgestart werden vroegtijdig stopgezet?Question n o 39 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Chômeurs se lançant dans une activité indépendante.— Octroi de prêts subordonnés.Au cours de la période 2000-2004, 2004 prêts subordonnésont été accordés à des chômeurs qui se sontlancés dans une activité indépendante. Pendant lapériode mai 2005-juillet 2005, le Fonds de participationa évalué, dans le cadre d’un projet, l’ensemble des117 structures d’appui spécialisées dans l’accompagnementexistant à l’époque (dont notamment desorganisations de PME).1. Combien de prêts subordonnés ont-ils été octroyéschaque année à des chômeurs en 2005 et 2006,ventilés si possible par région et par sexe?2.a) Parmi les entreprises qui ont démarré leurs activitésau cours de cette période, combien ont-elles misprématurément un terme à leurs activités?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1202 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) In welke sectoren en regio’s vonden de meestestopzettingen plaats?c) Hoeveel% van de werklozen die in Vlaanderen,respectievelijk Brussel en Wallonië een eigen zaakopstartten hielden het langer dan negen jaar vol?3.a) Werden er sinds de evaluatie door het Participatiefondsvan de 117 steunpunten gespecialiseerd inbegeleiding bijsturingen doorgevoerd?b) Quels sont les secteurs et régions qui présentent leplus de cessations?c) Quel est le pourcentage des chômeurs qui se sontlancés dans une activité indépendante en Flandre,en Wallonie et à Bruxelles et qui ont maintenu leuractivité durant plus de neuf ans?3.a) Des corrections ont-elles été apportées depuisl’évaluation par le Fonds de participation des117 structures d’appui spécialisées dans l’accompagnement?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?c) Hebben deze bijsturingen zich al ten goede latengevoelen op het terrein?c) Ces corrections ont-elles déjà porté leurs fruits surle terrain?DO 2007200801448 DO 2007200801448Vraag nr. 40 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Studentenarbeid.Met betrekking tot studentenarbeid ontving ik voorde periode 2005 tot en met september 2007 graag eenantwoord op de volgende vragen, telkens opgedeeldper jaar en per Gewest:1. Hoeveel studenten verrichtten studentenarbeidonder het specifieke rsz-regime voor studenten?2. Hoeveel arbeidsdagen vertegenwoordigt hetvolume gewerkte uren in het kader van studentenarbeid?3. Wat was het aandeel van de uitzendkantoren inhet aantal contracten in het kader van studentenarbeid?4. Hoeveel bedroeg de opbrengst van sociale bijdragenuit studentenarbeid voor de sociale zekerheid?Question n o 40 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Travail des étudiants.En ce qui concerne le travail des étudiants, jesouhaiterais obtenir, pour la période de 2005 à septembre2007, une réponse par année et par région auxquestions suivantes:1. Combien d’étudiants ont travaillé sous le régimeONSS spécifique pour les étudiants?2. Combien de journées de travail représente levolume des heures de travail dans le cadre du travaildes étudiants?3. Quelle a été la part des bureaux d’intérim dans lenombre de contrats conclus dans le cadre du travaildes étudiants?4. Quel a été, pour la sécurité sociale, le montantdes recettes des cotisations sociales dues sur le travaildes étudiants?DO 2007200801450 DO 2007200801450Vraag nr. 42 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:PWA’s. — Oprichting van een balansencentrale PWA.De RVA oefent controle uit op de inkomsten en uitgavenvan de PWA’s. Evenwel gold die controlemogelijkheidniet voor de afdelingen van PWA’s die erkendzijn als onderneming in het raam van dienstencheques.Vorig jaar bestudeerde de RVA de mogelijkheid totoprichting van een balansencentrale PWA om voor deQuestion n o 42 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ALE. — Création d’une centrale des bilans ALE.L’ONEm exerce un contrôle sur les recettes et lesdépenses des ALE. Toutefois, cette possibilité decontrôle ne s’appliquait pas aux sections des ALE quisont agréées comme entreprise dans le cadre du dispositifdes titres-services. L’an dernier, l’ONEm étudiaitla possibilité de créer une centrale des bilans ALE, afinKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 120325 - 2 - 2008afdelingen van de PWA’s over dezelfde gegevens tebeschikken als deze inzake traditionele activiteiten vande PWA’s.1. Hoever staat de RVA met zijn voornemen totoprichting van een balansencentrale PWA?2.a) Indien die nog niet in voege is, wat zijn de voornaamsteprobleempunten die de oprichting verhinderen?b) Wat wordt eraan gedaan en welke timing wordtnagestreefd?de disposer pour les sections ALE des mêmes donnéesque celles concernant les activités traditionnelles desALE.1. Où en est l’ONEm dans son intention de créerune centrale des bilans ALE?2.a) Si celle-ci n’est pas encore opérationnelle, quelssont les principaux obstacles à sa création?b) Que fait-on pour y remédier et quel échéanciercherche-t-on à respecter?3. Indien de balansencentrale een feit is: 3. Si la centrale des bilans fonctionne:a) Over hoeveel financiële reserves beschikt elkedienstenonderneming en hoeveel werknemers heeftze in dienst?b) Zijn de reserves aanzienlijk toegenomen in vergelijkingmet de financiële toestand van de betreffendePWA’s het jaar voordien?c) Wat is het gemiddelde aandeel van de winsten datdeze dienstenchequeondernemingen spenderen aanbijkomende vorming en opleiding van hun werknemers?a) Quelles sont, pour chaque entreprise de services,les réserves financières dont elle dispose et lenombre de travailleurs employés?b) Ces réserves ont-elles fortement augmenté comparativementà la situation financière des mêmesALE au cours de l’année précédente ?c) Quelle est la part moyenne des bénéfices investiepar ces entreprises de services dans la formationcomplémentaire de leurs travailleurs?DO 2007200801451 DO 2007200801451Vraag nr. 43 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Participatiefonds. — Werkzoekenden die als zelfstandigestarten. — Begeleiding.Door het Participatiefonds wordt de toegang totkrediet bij de start- overname of uitbreidingsfase vanondernemingen vergemakkelijkt. Tevens wordenkredieten aan werkzoekenden verleend die een zelfstandigeactiviteit willen opstarten. Werkzoekendendie als zelfstandige starten kunnen ook begeleidingkrijgen via erkende steunpunten.1. Hoeveel begeleidingsovereenkomsten werden in2006 gesloten tussen starters en de begeleidingspunten,opgedeeld per Gewest?2. Hoeveel klachten (per gewest) over de begeleidingwerden ingediend?3. Waarop hadden die klachten voornamelijkbetrekking?4.a) Zijn er specifieke steunpunten die meer klachtenontvangen dan andere?Question n o 43 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Fonds de participation. — Demandeurs d’emploi quidémarrent une activité d’indépendant. — Accompagnement.Le Fonds de participation facilite l’accès au créditdans le cadre du lancement, de la reprise ou du développementd’entreprises. Des crédits sont par ailleursoctroyés à des demandeurs d’emploi qui souhaitentlancer une activité d’indépendant. Les demandeursd’emploi qui se lancent comme indépendants peuventégalement obtenir un accompagnement par le biais destructures d’appui agréées.1. Combien de contrats d’accompagnement ont-ilsété conclus en 2006 entre des starters et les structuresd’appui, pour chaque région?2. Combien de plaintes relatives àl’accompagnement ont-elles été déposées, pour chaquerégion?3. Quel était, pour l’essentiel, le contenu de cesplaintes?4.a) Existe-t-il des points d’appui spécifiques qui enregistrentdavantage de plaintes que d’autres?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1204 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Zo ja, hoe kan dit worden verklaard? b) Dans l’affirmative, comment expliquez-vous cettesituation?DO 2007200801452 DO 2007200801452Vraag nr. 44 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Dienstencheques. — Gemeenten arrondissementHalle-Vilvoorde.Met betrekking tot de dienstencheques rijzen devolgende vragen voor alle gemeenten van het arrondissementHalle-Vilvoorde:1. Over hoeveel erkende dienstenchequeondernemingenbeschikt elke gemeente of stad?Question n o 44 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Titres-services. — Communes de l’arrondissement deHal-Vilvorde.En ce qui concerne les titres-services, les questionssuivantes se posent pour l’ensemble des communes del’arrondissement de Hal-Vilvorde:1. De combien d’entreprises de titres-servicesagréées chaque commune ou ville dispose-t-elle?2. Waar zijn ze gevestigd? 2. Où sont-elles établies?3. Hoeveel dienstencheques werden sinds juni2004 maandelijks aangekocht, respectievelijk ingewisseldin dit arrondissement?4. Hoeveel banen in absolute getallen heeft dit inhet arrondissement opgeleverd?5.a) Zijn er PWA-kantoren in deze gemeenten die noggeen aanvraag tot erkenning als erkende dienstenchequeonderneminghebben ingediend?3. Combien de titres-services ont été achetés etremboursés, par mois, depuis juin 2004, dans cetarrondissement?4. Combien d’emplois, en chiffres absolus, ont étécréés dans le cadre du système des titres-services danscet arrondissement?5.a) Certaines ALE dans ces communes n’ont-elles pasencore introduit de demande d’agrément commeentreprise de titres-services?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquelles?DO 2007200801453 DO 2007200801453Vraag nr. 45 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:PWA’s. — Werknemers. — Opleiding.Met toepassing van artikel 79, § 9, eerste lid, 2 o , vanhet koninklijk besluit van 25 november 1991 houdendede werkloosheidsreglementering, moeten PWA’s tenminste 25% van de middelen die zij van de uitgevervan de PWA-cheques ontvangen, aanwenden voor deopleiding van hun PWA-werknemers.1. Worden alle PWA’s jaarlijks gecontroleerd ophet naleven van deze verplichting?Question n o 45 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ALE. — Travailleurs. — Formation.En application de l’article 79, § 9, alinéa 1 er , 2 o , del’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementationdu chômage, les ALE doivent consacrer aumoins 25% des recettes que leur verse l’émetteur deschèques ALE à la formation de leurs travailleurs ALE.1. Le respect de cette obligation par toutes les ALEfait-il l’objet d’un contrôle annuel?2. Voor de periode 2002-2006: 2. Pour la période 2002-2006:a) Welke PWA’s hebben zich aan deze verplichting a) Quelles ALE ont respecté cette obligation?gehouden?b) Welke PWA’s hebben niet aan deze verplichting b) Quelles ALE n’ont pas respecté cette obligation?voldaan?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 120525 - 2 - 2008c) Welke sancties krijgen PWA’s die zich aan hunverplichting onttrekken?d) Hoeveel PWA’s in Vlaanderen, Wallonië en Brusselkregen effectief een sanctie?c) Quelles sanctions sont infligées aux ALE qui sesoustraient à leur obligation?d) Combien d’ALE en Flandre, en Wallonie et àBruxelles ont été effectivement sanctionnées?DO 2007200801454 DO 2007200801454Vraag nr. 46 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Question n o 46 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Uitzendarbeid. — Jaarlijkse groei. — Jongeren. Travail intérimaire. — Croissance annuelle. —Jeunes.Naar intussen jaarlijkse traditie voerde het ABVVop 19 september 2007 actie tegen uitzendarbeid.Vooral het precaire statuut en het feit dat uitzendarbeidals instroomkanaal voor jongeren werkt, stootblijkbaar tegen de borst. De socialistische vakbondwijst op de geweldige groei van uitzendarbeid om aante tonen dat het met onze arbeidsmarkt de verkeerdekant op gaat. Evenwel hanteert men in de cijfers ookde overeenkomsten inzake studentenarbeid, terwijlmen het erover eens kan zijn dat bemiddeling van uitzendkantorenprecies heeft bijgedragen tot een grotererechtszekerheid voor studenten die een job uitvoeren.1. Hoeveel bedraagt de jaarlijkse groei van uitzendarbeidin Vlaanderen, respectievelijk Wallonië enBrussel de afgelopen drie jaar in absolute aantallen enin%:Comme chaque année, la FGTB a organisé le19 septembre 2007 une action contre le travail intérimaire.Elle s’insurge surtout contre le statut précairedes travailleurs intérimaires et contre le fait que letravail intérimaire se présente comme une voie d’accèsimportante au marché du travail pour les jeunes. Lesyndicat socialiste souligne l’essor important queconnaît le travail intérimaire pour démontrer quenotre marché du travail n’évolue pas de manière favorable.Les chiffres comprennent cependant aussi lescontrats d’occupation d’étudiants, alors qu’il est généralementadmis que le recours aux agences intérimairesa précisément contribué à offrir une plus grandesécurité juridique aux étudiants jobistes.1. Quelle a été la croissance annuelle du travailintérimaire en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles aucours des trois dernières années, et ce en chiffres absoluset en pourcentage:a) zonder de studentenovereenkomsten; a) les contrats d’occupation d’étudiants non compris;b) met de studentenovereenkomsten? b) les contrats d’occupation d’étudiants inclus?2. Kan uit deze groei besloten worden dat uitzendarbeidleidt tot een meer precaire situatie vanwerknemers op de arbeidsmarkt?3. Hoe verhoudt het aandeel van uitzendarbeid(exclusief studentenovereenkomsten!) in België zichtot het aandeel van uitzendarbeid bij onze drie belangrijkstehandelspartners in de periode 2004-2007?4. Mag worden beweerd dat uitzendcontracten dekansen van jongeren op de arbeidsmarkt, en meerbepaald de kansen op een vast arbeidscontract, hypothekeren?5. Heeft het beroep doen op uitzendcontracten doorjobstudenten hun positie op de arbeidsmarkt verzwakt?6. Blijkt uit de cijfers dat uitzendcontracten de contractenvan onbepaalde duur meer en meer beginnen teverdringen?2. Peut-on déduire de cette croissance que le travailintérimaire entraîne une précarisation des travailleurssur le marché du travail?3. Comment se positionne la Belgique par rapport ànos trois principaux partenaires commerciaux en cequi concerne la part du travail intérimaire (les contratsd’occupation d’étudiants non compris) au cours de lapériode 2004-2007?4. Peut-on affirmer que les contrats de travail intérimairehypothèquent les chances des jeunes sur lemarché du travail, et plus particulièrement les chancesd’obtenir un contrat de travail à durée indéterminée?5. Le recours à des contrats de travail intérimairepour des emplois d’étudiants a-t-il affaibli la positionde ceux-ci sur le marché du travail?6. Ressort-il des chiffres que les contrats de travailintérimaire supplantent de plus en plus les contrats àdurée indéterminée?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1206 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801455 DO 2007200801455Vraag nr. 47 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Dienstencheques. — Ondernemingen. — Verbaliseringenen sanctioneringen.Met betrekking tot dienstencheques moet de overheidtoezien op de naleving van de regelgeving.1. Hoeveel ondernemingen (opgedeeld per Gewest)werden in 2005 en 2006 door de inspectie geverbaliseerd,respectievelijk gesanctioneerd wegens:Question n o 47 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Titres-services. — Entreprises. — Verbalisations etsanctions.Les pouvoirs publics doivent veiller au respect de laréglementation relative aux titres-services.1. En 2005 et 2006, combien d’entreprises (parRégion) ont été verbalisées et/ou sanctionnées par lesservices d’inspection pour avoir:a) het uitoefenen van niet toegelaten activiteiten; a) exercé des activités non autorisées;b) het vragen van meer dienstencheques dan het aantalgepresteerde uren;c) het niet dateren of antidateren van dienstencheques;d) het laten verrichten van prestaties in onderaanneming;e) de gebruiker te verplichten om niet gepresteerdeuren met dienstencheques te betalen in geval hijafwezig is?2. Hoeveel onterecht uitbetaalde tegemoetkomingendoor de overheid werden teruggevorderd?b) demandé plus de titres-services que le nombred’heures prestées;c) omis de dater ou avoir antidaté des titres-services;d) fait prester des services en sous-traitance;e) obligé l’utilisateur en cas d’absence de payer lesheures non prestées avec des titres-services?2. À combien s’élève le montant des interventionsindûment payées qui ont été récupérées par lespouvoirs publics?DO 2007200801456 DO 2007200801456Vraag nr. 48 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Invoering label voor diversiteit. — Pilootproject.In het kader van de diversiteit op de arbeidsmarktliep een pilootproject voor de invoering van een labelvoor diversiteit. De evaluatie van het pilootproject enhet label op zich was gepland voor eind februari 2007.De definitieve invoering van het label zou dan evennadien gebeuren.1. Hoeveel kandidaturen ontving de overheid voordeelname aan het pilootproject?2. Welke twaalf organisaties werden uiteindelijkgeselecteerd?Question n o 48 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Instauration d’un label de diversité. — Projet-pilote.Dans le cadre de la diversité sur le marché dutravail, un projet-pilote portait sur l’instauration d’unlabel de diversité. L’évaluation du projet-pilote et dulabel proprement dit étaient programmés pour finfévrier 2007. L’instauration définitive du label devaitintervenir peu après.1. Combien de candidats à la participation auprojet-pilote se sont-ils fait connaître auprès des autorités?2. Quelles sont les douze organisations qui ont finalementété sélectionnées?3. Hoe werd het pilootproject geëvalueerd? 3. Comment le projet-pilote a-t-il été évalué?4. Welke bijsturingen zijn noodzakelijk vooraleerhet «diversiteitslabel» definitief wordt ingevoerd?4. Quelles corrections sont nécessaires avantd’instaurer définitivement le «label de diversité»?5. Wanneer wordt het label definitief ingevoerd? 5. Quand le label sera-t-il définitivement instauré?6. Zal er — zoals vooropgesteld — een breedschaligeinformatiecampagne worden ontwikkeld?6. Une large campagne d’information sera-t-ellemenée, comme prévu ?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 120725 - 2 - 20087. Welk budget is daarvoor uitgetrokken? 7. Quel budget est prévu à cet effet?DO 2007200801457 DO 2007200801457Vraag nr. 49 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Werknemers. — Variabel deeltijds uurrooster. —Afwijkingsdocumenten. — Vervangende registratie.Werknemers tewerkgesteld in een variabel deeltijdsuurrooster moeten op de hoogte worden gebracht vaneventuele wijzigingen in hun uurrooster. Deze afwijkingsdocumentenof de vervangende registratiemoeten door de werkgever vijf jaar worden bijgehoudenomdat ze een weerslag hebben op de loonberekeningmet de berekening van eventuele meeruren voorde bijkomende prestaties. Een aantal werkgevers isvan oordeel dat de plicht om deze documenten vijf jaarte bewaren voor administratieve overlast zorgt.1. Overweegt u te onderzoeken of de bewaartermijnvan afwijkingsdocumenten of de vervangenderegistratie kan worden ingekort of vervangen door eenadministratief eenvoudiger alternatief?2. Kan u voor 2006 en het eerste semester 2007meedelen:a) Bij hoeveel bedrijven, opgesplitst per Gewest,werden inbreuken inzake deeltijdse arbeid vastgesteld?b) Hoeveel van deze inbreuken werden vervolgd doorde correctionele rechtbank, of was er een minnelijkeschikking door de arbeidsauditeur?c) Hoeveel van deze inbreuken werden gesanctioneerdmet een administratieve geldboete?d) Hoeveel van deze vastgestelde inbreuken werdengeseponeerd?e) Hoeveel van deze inbreuken zijn nog in behandelingbij de arbeidsauditeur of bij de dienst administratieveGeldboeten?Question n o 49 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Travailleurs. — Horaire variable à temps partiel. —Documents de dérogation. — Horaires de remplacement.Les travailleurs engagés dans un régime de travail àtemps partiel variable doivent être informés des modificationséventuelles de leur horaire. L’employeur doitconserver pendant cinq ans les documents relatifs à cesmodifications parce qu’ils ont une influence sur lecalcul de la rémunération des éventuelles heurescomplémentaires accomplies dans le cadre des prestationssupplémentaires. Un certain nombre d’employeursestiment que l’obligation de conserver cesdocuments pendant cinq ans représente une surchargeadministrative.1. Envisagez-vous d’examiner la possibilité deraccourcir le délai de conservation des documents dedérogation et des horaires de remplacement ou dechercher une autre solution plus simple sur le planadministraf?2. Pouvez-vous, pour 2006 et le premier semestre2007, me fournir les précisions suivantes:a) Dans combien d’entreprises, par région, des infractionsont-elles été constatées en matière de travail àtemps partiel?b) Combien d’infractions ont été poursuivies par letribunal correctionnel, ou pour combiend’infractions l’auditeur du travail a-t-il proposéune transaction?c) Combien d’infractions ont été sanctionnées parune amende administrative?d) Combien d’infractions ont été classées sans suite?e) Combien de dossiers d’infraction sont encore encours d’examen auprès de l’auditeur du travail oudu service des Amendes administratives?DO 2007200801458 DO 2007200801458Vraag nr. 50 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Overuren. — Foutieve informatie. — Processen-verbaal.Met betrekking tot de controle op het correct uitvoerenvan overuren rijzen de volgende vragen voor2006 en het eerste semester 2007:1. Hoeveel processen-verbaal werden door de inspectieopgesteld inzake foutieve informatie betreffendeoveruren?Question n o 50 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Heures supplémentaires. — Informations erronées. —Procès-verbaux.Les questions suivantes se posent en ce qui concerneles prestations légales d’heures supplémentaires en2006 et au cours du premier semestre 2007:1. Combien de procès-verbaux l’inspection a-t-elledressés dans le cadre d’informations erronées fourniesà propos des prestations d’heures supplémentaires?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1208 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. Hoeveel van deze processen-verbaal resulteerdenin een correctionele veroordeling of minnelijke schikkingdoor de arbeidsauditeur?3. Hoeveel van deze processen-verbaal resulteerdenin een geldboete?4. Hoeveel van deze processen-verbaal zijn nog inbehandeling?5. Hoeveel van deze processen-verbaal werdengeseponeerd?6.a) Heeft de inspectie bij de controles ondervondendat een aantal foutieve informaties door ondernemingeneerder te maken hadden met onwetendheidof onbewuste fouten?b) Zo ja, wat waren daarvan de belangrijkste redenen?2. Combien de ces procès-verbaux ont résulté enune condamnation correctionnelle ou en une transactionproposée par l’auditeur du travail?3. Combien ont résulté en une amende pécuniaire?4. Combien sont encore en traitement?5. Combien ont été classés sans suite?6.a) L’inspection a-t-elle eu l’impression, lors descontrôles, que les entreprises avaient fourni certainesinformations erronées plutôt par ignorance ouqu’il s’agissait d’erreurs involontaires?b) Dans l’affirmative, quelles en étaient les raisonsprincipales ?DO 2007200801459 DO 2007200801459Vraag nr. 51 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:PWA’s. — Controles op zwartwerk van PWA-ers.Over de PWA’s blijven verhalen circuleren datsommige werkzoekenden naast het aantal officiëleuren in het kader van de PWA ook een aantal uren inhet zwart verrichten. Dit met de bedoeling om hetmaximum aantal uren dat is vastgelegd in de werkloosheidsreglementeringniet te overschrijden. Indiendeze verhalen kloppen zouden de PWA’s nog een groterewerkloosheidsval worden dan ze nu al zijn. Decontroles op zwartwerk van PWA-ers zouden naarverluidt op dezelfde wijze gebeuren als controles opzwartwerk van andere werklozen. Hamvraag is echterhoe de inspecteurs de controles kunnen verrichten,vermits PWA-ers bij particulieren thuis arbeidsprestatiesleveren.1. Op welke manier gebeuren de PWA-controlesconcreet?2.a) Gaan de sociale inspecteurs effectief aanbellen bijparticulieren die PWA-ers tewerkstellen en dan inhun woning ook de controle verrichten?b) Zo ja, hoeveel controles werden er door socialeinspecteurs bij particulieren dan verricht in deperiode 2005 tot heden?c) Zo neen, op welke manier kan dan gechecktworden of er geen oneigenlijk gebruik van dePWA-ers wordt gemaakt?Question n o 51 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ALE. — Contrôles du travail au noir effectué par destravailleurs ALE.Des rumeurs persistentes laissent entendre à proposdes ALE que certains demandeurs d’emploi effectuentdans le cadre des agences des heures de travail nondéclarées qui s’ajoutent au nombre d’heures officiellesautorisées dans le cadre des ALE. L’’objectif est de nepas dépasser le nombre maximum d’heures fixées parla réglementation du chômage. Si ces informationssont exactes, les ALE seraient un piège à l’emploi plusgrand encore qu’elles ne le sont déjà. Il semblerait quele contrôle du travail au noir par d travailleurs ALE seferait comme pour les autres chômeurs. La questionfondamentale est dès lors de savoir comment les inspecteurspeuvent procéder à des contrôles puisque lestravailleurs ALE travaillent au domicile de particuliers.1. Comment les ALE effectuent-elles concrètementdes contrôles?2.a) Les inspecteurs sociaux se rendent-ils effectivementau domicile des particuliers qui font appel auxservices des travailleurs ALE et procèdent-ils aucontrôle sur place?b) Dans l’affirmative, combien de contrôles les inspecteurssociaux ont-ils effectué au domicile departiculiers de 2005 à aujourd’hui?c) Dans la négative, comment peut-on vérifier s’iln’est pas recouru abusivement aux services detravailleurs ALE?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 120925 - 2 - 20083. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld? 3. Combien d’infractions ont été constatées?4. Hoeveel sancties werden opgelegd? 4. Combien de sanctions ont été prononcées?DO 2007200801460 DO 2007200801460Vraag nr. 52 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Bedienden van het aanvullend paritair comité. — Opleidingen bijscholing.Sinds 2006 kunnen de bedienden van het aanvullendparitair comité (ANPC) opleiding en bijscholingvolgen via het sectoraal opleidingsfonds. Gedurendetwee jaar krijgen ze recht op vijf opleidingsdagen, vierdagen tijdens de werkuren en één ’s avonds en/oftijdens de weekends. Daarbovenop vangen degenendie op het aanbod ingaan een premie van 40 euro peruur. Naar verluidt kende de maatregel met amper eenzevenhonderdtal geïnteresseerden op een doelgroepvan ongeveer 370 000 werknemers een mager succes.1. Hoeveel bedienden uit het ANPC hebben opgesplitstper Gewest, ingeschreven op deze opleidingen bijscholing via het sociaal opleidingsfonds?Question n o 52 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Employés relevant de la Commission paritaire auxiliaire.— Formation et recyclage.Depuis 2006, les employés ressortissant à laCommission paritaire nationale auxiliaire pouremployés (CPNAE) peuvent suivre des formations etdes cours de recyclage par le biais du fonds de formationsectoriel. Durant une période de deux ans, cesemployés ont droit à 5 journées de formation, dont 4organisées pendant les heures de travail et unecinquième le soir et/ou pendant le week-end. Enprime, les personnes qui décident d’user de cette possibilitéreçoivent une indemnité forfaitaire de 40 euros.Or, avec quelque sept cents intéressés à peine sur ungroupe cible d’environ 370 000 travailleurs au total,cette mesure n’a pas rencontré un grand succès.1. Combien d’employés relevant de la CPNAE ontrépondu, dans chaque région, à cette offre de formationet de recyclage proposée par le fonds de formationsectoriel?2. Waarom kende de maatregel zo weinig bijval? 2. Comment se fait-il que cette mesure suscite un sifaible intérêt?3. Is het probleem te situeren bij het feit dat één vande vijf opleidingsdagen buiten de werkuren valt?4. Overweegt u de vakbonden aan te porren om bijhun leden de maatregel meer kenbaar te maken en hente wijzen op de voordelen die het volgen van dergelijkeopleiding biedt?5. Zullen andere acties worden ondernomen om demaatregel meer kenbaar en attractiever te maken?3. Le problème résiderait-il dans le fait que l’unedes cinq journées de formation est organisée en dehorsdes heures de travail?4. Envisagez-vous d’exhorter les organisationssyndicales à donner plus de publicité à cette mesureauprès de leurs affiliés et à leur rappeler tous les avantagesd’une telle formation?5. D’autres actions sont-elles prévues afin dedonner plus de publicité à la mesure et de la rendreplus attrayante?DO 2007200801461 DO 2007200801461Vraag nr. 53 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Culturele diversiteit. — Monitoringsysteem.De «Commissie voor Interculturele Dialoog» heeftin haar eindverslag aanbevolen dat er instrumentenmoeten worden ontwikkeld voor de uitvoering van debeleidslijnen inzake positieve acties ten gunste vanQuestion n o 53 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Diversité culturelle. — Système de surveillance.Dans son rapport final, la Commission du dialogueinterculturel a préconisé le développement d’instrumentspour la mise en œuvre d’actions politiques positivesen faveur des minorités culturelles, notamment enKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1210 QRVA 52 01025 - 2 - 2008culturele minderheden en in het bijzonder op gebiedvan werkgelegenheid. Concreet werd de ontwikkelingvan een systeem om culturele diversiteit op een objectievemanier te monitoren in het vooruitzicht gesteld.Vorig jaar was dat echter nog niet ontwikkeld. Eenwerkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers vanhet Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijdingen de gewestelijke organen voor werkgelegenheid,zou een monitoringsysteem voor meting eninventarisatie dat beantwoordt aan ethische vraagstukkenuitwerken.1. Wat is de huidige stand van zaken betreffende deontwikkeling van een systeem om culturele diversiteitop een objectieve manier te monitoren?matière d’emploi. Concrètement, le développementd’un système visant à surveiller objectivement la diversitéculturelle avait été annoncé. Néanmoins, un telsystème n’avait toujours pas vu le jour l’an dernier. Ungroupe de travail composé de représentants du Centrepour l’égalité des chances et la lutte contre le racismeet d’organismes régionaux de l’emploi développeraitun système de surveillance pour la mesure etl’inventarisation concernant les questions éthiques.1. Où en est le développement d’un système visant àsurveiller objectivement la diversité culturelle?2. Wat zijn de basiscomponenten van het systeem? 2. Quelles sont les composantes de base dusystème?3. Wanneer zal het systeem operationeel zijn enwanneer wordt de eerste output verwacht?4. Op welke manier worden de grenzen van de privacygerespecteerd?3. Quand le système sera-t-il opérationnel et quandles premiers résultats seront-ils disponibles?4. Qu’en est-il du respect de la vie privée?DO 2007200801463 DO 2007200801463Vraag nr. 55 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Overuren. — Compensatie.Uit een studie van het Planbureau in Nederland isgebleken dat steeds meer mensen daar overwerken. Deuren die ze evenwel extra presteren recupereren ze intoenemende mate in de vorm van vrije tijd.Tijd in ruil voor overwerk geeft aan dat de arbeidsmarktnog steeds flexibiler wordt, niet alleen voorwerkgevers, maar ook voor werknemers.1. Voor de periode 2002 — eerste semester 2007kreeg ik graag cijfermateriaal telkens opgesplitst perjaar, per Gewest en per geslacht:a) Hoeveel% van de werknemers presteerden overuren?b) Hoeveel% van de werknemers liet de overurencompenseren in vrije tijd?c) Hoeveel% van de werknemers gaf de voorkeuraan een maximale compensatie van overuren viauitbetaling?2. Welke invloed heeft de nieuwe regeling inzakeoveruren op het presteren van overuren en de maniervan compensatie?Question n o 55 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Heures supplémentaires. — Compensation.Il ressort d’une étude effectuée par le Bureau du Plannéerlandais qu’un nombre croissant de travailleurs yeffectuent des heures supplémentaires. Ils récupèrenttoutefois ces heures supplémentaires sous forme decongés.Ce phénomène démontre que le marché du travaildevient de plus en plus flexible, tant pour les employeursque pour les travailleurs.1. Pouvez-vous fournir pour la période de 2002jusqu’au premier semestre de 2007 les données suivantes,ventilées par année, par région et par sexe:a) le pourcentage de travailleurs ayant effectué desheures supplémentaires;b) le pourcentage de travailleurs ayant compensé cesheures supplémentaires par des congés;c) le pourcentage de travailleurs privilégiant unecompensation maximale des heures supplémentairessous forme d’une rémunération?2. Quelle sera l’incidence de la nouvelle réglementationrelative aux heures supplémentaires surl’accomplissement de prestations supplémentaires etsur le mode de compensation de celles-ci?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 121125 - 2 - 20083. In welke mate wijkt het aantal overuren datwerknemers in België presteren af van het Europeesgemiddelde?3. Dans quelle mesure le nombre d’heures supplémentaireseffectuées en Belgique s’écarte-t-il de lamoyenne européenne?DO 2007200801464 DO 2007200801464Vraag nr. 56 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Landbouworganisaties. — Gelegenheidswerknemers.— Afschaffing gelegenheidsformulieren.De landbouworganisaties zijn vragende partij omhet gelegenheidsformulier voor gelegenheidswerknemersaf te schaffen. Evenwel bleek er nog geen haalbaaren betaalbaar alternatief te zijn gevonden om dearbeidsrelaties en de evolutie van de prestaties vangelegenheidswerknemers consistent op te volgen. Hetgelegenheidsformulier is zolang immers noodzakelijkomdat het formulier in hoofdzaak wordt gebruikt vooreen categorie van werknemers voor wie geen enkeleverplichting bestaat om een geschreven arbeidsovereenkomstop te stellen.1. Is er intussen verder gezocht naar een alternatiefvoor het gelegenheidsformulier?2.a) Hebben de landbouworganisaties, die vragendepartij zijn voor de afschaffing van het gelegenheidsformulier,al concrete suggesties gedaan omadministratieve vereenvoudigingen door te voeren?Question n o 56 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Organisations agricoles. — Travailleurs occasionnels.— Suppression des formulaires occasionnels.Les organisations agricoles demandent la suppressiondu formulaire occasionnel pour les travailleursoccasionnels. Il semble toutefois qu’il n’existe pas deformule de rechange réaliste et financièrement abordablepermettant d’assurer de manière cohérente le suivides relations de travail et de l’évolution des prestationsdes travailleurs occasionnels. En attendant une solution,le formulaire occasionnel reste toutefois nécessaireparce qu’il est essentiellement utilisé pour unecatégorie de travailleurs pour lesquels il n’existeaucune obligation de rédiger une convention de travailécrite.1. A-t-on dans l’intervalle continué à rechercherune formule pour remplacer le formulaire occasionnel?2.a) Les organisations agricoles, qui demandent lasuppression du formulaire occasionnel, ont-ellesdéjà formulé des suggestions concrètes pour lamise en œuvre de simplifications administratives?b) Zo ja, welke voorstellen liggen ter tafel? b) Dans l’affirmative, quelles propositions sont àl’étude?c) Zijn ze realiseerbaar en zo ja, op welke termijnzullen ze worden doorgevoerd?3. Welke timing streeft u na om het gelegenheidsformulieraf te schaffen en te vervangen door een haalbaaren betaalbaar alternatief?c) Sont-elles réalisables et, dans l’affirmative, dansquel délai seront-elles mises en œuvre?3. Quel échéancier vous êtes-vous fixé pour lasuppression du formulaire occasionnel et son remplacementpar une formule réaliste et financièrementabordable?DO 2007200801465 DO 2007200801465Vraag nr. 57 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Personen met een handicap. — «Begeleid werken». —Arbeidsongevallenwet.In een eerder gestelde vraag werd het probleem aangekaartvan personen die in het kader van «BegeleidQuestion n o 57 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Handicapés. — «Travail encadré». — Loi sur les accidentsdu travail.Dans une question posée précédemment avait étéabordé le problème des personnes employées dans leKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1212 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Werken» actief zijn. Een persoon met een handicapdie een invaliditeitsuitkering geniet en onder bepaaldevoorwaarden wordt opgenomen in het arbeidscircuitzonder dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst,krijgt te maken met een aantal onduidelijkheden watde toepassing van de arbeidsongevallenwet van10 april 1971 betreft.Bij koninklijk besluit van 7 maart 1995 tot aanvullingvan artikel 1 van het koninklijk besluit van25 oktober 1971 tot uitbreiding van het toepassingsgebiedvan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971wordt voorzien in een uitbreiding van het toepassingsgebiedvan de arbeidsongevallenwet tot personen meteen handicap. Dit is echter geen oplossing voor personendie in het kader van «Begeleid Werken» actiefzijn, die nog steeds onder het toepassingsgebied van dewet vallen.De minister heeft het probleem erkend en gesteld dathij «zijn diensten op de hoogte zal brengen om hetprobleem te onderzoeken zodat, indien nodig, eenpassende oplossing gevonden wordt» (vraag nr. 576van 17 juli 2006 van volksvertegenwoordiger FilipAnthuenis, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 134, blz. 26491).cadre du «travail encadré». Les personnes présentantun handicap bénéficiaires d’une indemnité d’invaliditéet intégrées sous certaines conditions dans le circuit dutravail sans qu’elles travaillent pour autant sous lesliens d’un contrat de travail sont confrontées à touteune série d’imprécisions en ce qui concernel’application de la loi du 10 avril 1971 sur les accidentsdu travail.Par arrêté royal du 7 mars 1995 complétant l’article1 er de l’arrêté royal du 25 octobre 1971 élargissantle champ d’application de la loi du 10 avril 1971 sur lesaccidents du travail, il est prévu un élargissement duchamp d’application de la loi sur les accidents dutravail aux personnes présentant un handicap.Toutefois, cet élargissement ne résout pas leproblème auquel sont confrontées les personnes occupéesdans le cadre du «travail encadré», étant donnéqu’elles ressortissent à la loi.Le ministre n’a pas nié le problème puisqu’il adéclaré qu’il «informerait ses services de manière àexaminer le problème afin de trouver, si nécessaire,une solution appropriée» (question n o 576 du 17 juillet2006 du député Filip Anthuenis, Questions et Réponses,Chambre, 2005-2006, n o 134, page 26491).1. Werd het probleem intussen onderzocht? 1. Ce problème a-t-il été examiné?2. Wat waren de bevindingen? 2. À quelles conclusions est-on parvenu au terme decet examen?3. Kan het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwetuitgebreid worden tot personen die in hetkader van «Begeleid Werken» actief zijn?3. Le champ d’application de la loi sur les accidentsdu travail peut-il être étendu aux personnes employéesdans le cadre du «travail encadré»?DO 2007200801466 DO 2007200801466Vraag nr. 58 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Bouwwerven. — Veiligheidscoördinatoren.Met betrekking tot de aanstelling van veiligheidscoördinatorenop bouwwerven kreeg ik graag eenantwoord op de volgende vragen voor de eerste driekwartalen van 2007, telkens opgesplitst per gewest endaarbinnen naar kleine en grote werven?1. Hoeveel controles werden verricht om na te gaanof er al dan niet een veiligheidscoördinator was aangesteld?2. In hoeveel gevallen bleek dat niet het geval tezijn?Question n o 58 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Chantiers. — Coordinateurs de sécurité.Je souhaiterais obtenir une réponse aux questionssuivantes concernant l’engagement de coordinateursde sécurité sur des chantiers. Pourriez-vous mecommuniquer les données pour les trois premierstrimestres de 2007, en les ventilant par région et selonqu’il s’agit de petits ou de grands chantiers?1. Combien de contrôles ont été effectués en vue devérifier si un coordinateur de sécurité avait été désigné?2. Pour combien de chantiers tel n’était-il pas lecas?3. Hoeveel processen-verbaal werden opgesteld? 3. Combien de procès-verbaux ont été dressés?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 121325 - 2 - 20084. Hoeveel bouwheren werden strafrechtelijk vervolgd?5. Hoeveel bouwheren werden persoonlijk aansprakelijkgesteld na een ongeval op een werf waar er geenveiligheidscoördinator was?6. Hoeveel werven waar er geen veiligheidscoördinatorwas, werden stilgelegd?4. Combien de maîtres d’ouvrage ont fait l’objet depoursuites pénales?5. Dans combien de cas la responsabilité personnellede maîtres d’ouvrage a-t-elle été mise en cause àla suite d’un accident survenu sur un chantier pourlequel on avait omis de désigner un coordinateur desécurité?6. Combien de chantiers pour lesquels aucun coordinateurde sécurité n’avait été engagé ont été arrêtés?DO 2007200801467 DO 2007200801467Vraag nr. 59 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Aanwerving van facilitatoren en coördinatoren.Op mijn eerder gestelde vraag met betrekking tot deaanwerving van facilitatoren en dito coördinatoren gafu mij de cijfers tot oktober 2004 (vraag nr. 134 van1 oktober 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 70, blz. 11658-11661).1. Is in opvolging van de problematiek de vooropgesteldeverdeling van de facilitatoren over deregio’s inmiddels veranderd ingevolge nieuwe nodendie ontstaan zijn op de arbeidsmarkt in Vlaanderen,Wallonië of Brussel?2.a) Is het kader van de honderd facilitatoren nog volledigopgevuld?b) Zo neen, in welke werkloosheidsbureaus is datniet het geval en loopt er momenteel een aanwervingsprocedureom het kader volledig op tevullen?3. Hoeveel van de veertien coördinatorenfacilitatorenzijn momenteel van de Nederlandse,respectievelijk Franse taalrol?4. Hoe is de actuele verdeling over de verschillendewerkloosheidsbureaus en eventueel het hoofdbestuur?Question n o 59 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Recrutement de facilitateurs et de coordinateurs.Dans votre réponse à ma question précédente relativeau recrutement de facilitateurs et de coordinateurs-facilitateurs,vous m’avez communiqué les chiffresconcernant l’état des engagements jusqu’au moisd’octobre 2004 (question n o 134 du 1 er octobre 2004,Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, n o 70,pages 11658-11661).1. La répartition des facilitateurs entre les régions a-t-elle été modifiée depuis en fonction des nouveauxbesoins qui sont apparus sur le marché du travail enFlandre, en Wallonie ou à Bruxelles?2.a) Le cadre, qui prévoit un effectif de cent facilitateurs,est-il encore complet?b) Dans la négative, quels sont les bureaux dechômage où des postes sont vacants et où uneprocédure de recrutement est actuellement encours afin de remplir le cadre?3. Combien, parmi les quatorze coordinateursfacilitateurs,appartiennent au rôle linguistiquenéerlandais et combien au rôle linguistique français?4. Quelle est la répartition actuelle entre les différentsbureaux de chômage et, le cas échéant, l’administrationcentrale?DO 2007200801468 DO 2007200801468Vraag nr. 60 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Zorgvuldigheidsplicht voor werkgevers.Enkele jaren geleden kreeg in Nederland een 57-jarigeman een schadevergoeding van 70 000 euro van zijnQuestion n o 60 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Devoir de rigueur des employeurs.Il y a quelques années, aux Pays-Bas, un homme de57ans a perçu une indemnisation de 70 000 euros deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1214 QRVA 52 01025 - 2 - 2008werkgever omdat de rechter had geoordeeld dat dielaatste zijn «zorgplicht» niet had vervuld en zichbijgevolg schuldig had gemaakt aan de burn out vande man. Betrokken werknemer was nochtans eenworkaholic die werkweken van 70 uur en meer klopteen dat gedurende vijftig weken per jaar. Ook wanneerhij thuis was, moest hij beschikbaar blijven. Zo konhet gebeuren dat de man ’s nachts uit zijn bed werdgebeld. Uiteindelijk heeft de man jarenlang roofbouwop zijn lichaam gepleegd tot de veer dermate brak dathij vermoedelijk nooit meer zal kunnen werken.1. Wat kan in België precies worden verstaan onderde term «zorgvuldigheidsplicht voor werkgevers»?2. Kan een werkgever in het kader van deze zorgvuldigheidsplichteen werknemer verplichten om rustte nemen wanneer hij vreest dat de werknemer permanenteroofbouw op zijn lichaam pleegt?3. Welke preventieve maatregelen worden van eenwerkgever verwacht in het kader van de zorgvuldigheidsplichtteneinde burn out of oververmoeidheid vanzijn werknemers te voorkomen?4. Bestaan er specifieke criteria of procedures waardoorkan worden aangetoond dat burn out van eenwerknemer al dan niet de fout is van de werkgever?son employeur parce que le juge a estimé que cedernier n’avait pas rempli son devoir et était dès lorsresponsable du burn-out du travailleur. L’intéresséétait pourtant un bourreau de travail qui accomplissaitdes semaines de 70 heures et plus, et cela cinquantesemaines par an. Même à domicile, il devait resterdisponible. Il arrivait ainsi qu’il soit rappelé au beaumilieu de la nuit. Au fil des ans, l’homme a détruit sasanté à tel point qu’il ne pourra probablement plusjamais travailler.1. En Belgique, qu’entend-on exactement par lanotion de devoir de rigueur de l’employeur?2. Dans le cadre de ce devoir de rigueur,l’employeur a-t-il le droit d’obliger un travailleur àprendre du repos s’il craint que ce dernier ruine durablementsa santé?3. Quelles mesures préventives attend-on del’employeur dans le cadre de ce devoir de rigueur pouréviter le burn-out ou l’épuisement de ses employés?4. Existe-t-il des critères ou des procédures spécifiquesqui permettent de démontrer que l’employeur estresponsable du burn-out d’un travailleur?DO 2007200801469 DO 2007200801469Vraag nr. 61 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Outplacement. — Oneigenlijk gebruik van de wetgeving.In het artikel «Solliciteren voor gevorderden» inKnack van 24 januari 2007 klaagt de federaal secretarisvan het ABVV aan dat de wetgeving inzake outplacementgenoeg achterpoortjes bevat die de werkgevertot creatieve interpretaties kunnen aansporen. Concreetwordt het voorbeeld gegeven van een bedrijf inherstructurering waar een groep oudere werknemershet statuut van bruggepensioneerden aanvraagt, outplacementaangeboden krijgt en tewerkgesteld wordtin een pas opgerichte onderneming die diensten levertaan de originele firma. Bijgevolg behouden de betrokkenwerknemers hun statuut van bruggepensioneerdeen ontvangen ze bovenop hun loon het supplementvan hun vorige werkgever.1.a) Heeft u weet van het concrete voorval dat door defederaal secretaris van het ABVV wordt aangeklaagd?Question n o 61 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Reclassement professionnel. — Usage impropre de lalégislation.Dans un article intitulé «Solliciteren voor gevorderden»paru dans l’hebdomadaire Knack du 24 janvier2007, le secrétaire fédéral de la FGTB dénonce le faitque la législation relative au reclassement professionnelcomporte encore des lacunes, ce qui pourrait inciterles employeurs à l’interpréter de manière créative.Il cite l’exemple concret d’une entreprise en restructurationau sein de laquelle des travailleurs âgés sollicitentle statut de prépensionné, se voient proposer unreclassement professionnel et sont ensuite employéspar une société nouvellement créée qui fournit desservices à l’entreprise d’origine. Les travailleursconcernés conservent par conséquent leur statut deprépensionné et reçoivent par ailleurs, en plus de leursalaire, le complément payé par leur employeur précédent.1.a) Avez-vous connaissance du cas concret dénoncépar le secrétaire fédéral de la FGTB?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 121525 - 2 - 2008b) Zo ja, welke opvolging zal eraan gegeven worden? b) Dans l’affirmative, quelle suite y sera réservée?c) Zo neen, overweegt u het voorval te onderzoekenof is er geen aanleiding om oneigenlijk gebruik vande wetgeving inzake outplacement te vermoeden?2. Zijn er indicaties dat er ook ander oneigenlijkgebruik is van de verplichting inzake outplacement?3. Worden er inspecties georganiseerd om te controlerendat de outplacementverplichting en hetcorrecte gebruik daarvan correct worden uitgevoerd?4. Hoeveel controles vonden plaats en hoeveelinbreuken werden vastgesteld?5. Welk gevolg wordt gegeven aan vastgesteldeinbreuken?c) Dans la négative, envisagez-vous d’examiner ce casou n’y a-t-il pas lieu de soupçonner un usageimpropre de la législation relative au reclassementprofessionnel?2. Dispose-t-on d’éléments indiquant l’existenced’autres formes d’usage impropre de l’obligation relativeau reclassement professionnel?3. Des inspections ont-elles été organisées afin decontrôler le respect de l’obligation de reclassementprofessionnel et la mise en œuvre adéquate de cetteformule?4. Combien de contrôles ont été effectués etcombien d’infractions ont été constatées?5. Quelle suite a été donnée aux infractions constatées?DO 2007200801470 DO 2007200801470Vraag nr. 62 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:RVA. — Werkzoekenden. — Weigering jobaanbod.Meer en meer klagen horeca-uitbaters, kappers enandere beroepen met a-typische werktijden over hetfeit dat ze geen personeel vinden. Een belangrijkereden schijnt te zijn dat heel wat werkzoekenden nietbereid zijn om te werken tijdens het weekend, feestdagenof ’s avonds. Nochtans gaat het vaak om jobswaarvoor heel wat werkzoekenden in aanmerkingkomen.Uit casuïstiek blijkt echter dat sommige«werkzoekenden» zich nogal wat kunnen permitterenzonder daarvoor door de RVA op de vingers getikt teworden: slechts enkele dagen komen werken en danzonder enig teken niet meer komen opdagen of zelfshelemaal niet komen opdagen op de eerste werkdag,... Het maakt dat een aantal werkgevers ontmoedigdgeraakt om personeel te zoeken. Sommigenbouwen hun zaak eerder af dan verder op precies omzo min mogelijk besognes over personeel te moetenhebben. Zulke toestanden zijn nefast voor de groei vanonze economie en arbeidsmarkt.1. Wordt de weigering van een werkzoekende omin te gaan op een jobaanbod uit bijvoorbeeld dehoreca, de kapperswereld of andere sectoren met onregelmatigewerktijden door de RVA beschouwd alsgeldige reden tot jobweigering?2. Welke inspanningen doen de RVA-facilitatoren(in samenspraak met de gewestelijke arbeidsbemidde-Question n o 62 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ONEm. — Demandeurs d’emploi. — Refus d’offresd’emploi.Les exploitants du secteur horeca, des salons decoiffure et d’autres secteurs aux horaires atypiques seplaignent de plus en plus fréquemment de la pénuriede personnel. Cette situation est notamment due aufait que les demandeurs d’emploi ne sont pas prêts àtravailler le week-end, les jours fériés ou le soir. Ils’agit pourtant souvent d’emplois qui correspondent àleur profil.La pratique montre néanmoins que certains«demandeurs d’emploi» peuvent se permettre denombreuses libertés sans être rappelés à l’ordre parl’ONEm: ils ne viennent travailler que quelques jourspuis disparaissent sans explication ou ne prennent pasmême la peine de venir travailler le premier jour, ...Plusieurs employeurs sont dès lors démotivés à chercherdu personnel. Certains préfèrent ralentir leur activitéplutôt que de la développer et devoir engager dupersonnel. Une telle situation nuit à la croissanceéconomique et au marché du travail.1. Le refus d’un demandeur d’emploi de réagir àune offre relevant par exemple du secteur horeca, de lacoiffure ou d’autres secteurs parce que les horairessont irréguliers est-il considéré comme un motif derefus valable par l’ONEm?2. Quels efforts les facilitateurs de l’ONEm (éventuellementen concertation avec les offices de place-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1216 QRVA 52 01025 - 2 - 2008lingsdiensten eventueel) om werkzoekenden toe teleiden naar vacatures in deze sectoren en hen daarbijdiets te maken dat het de bedoeling is dat ze ook effectiefop deze vacatures ingaan?3. Welke bijkomende inspanningen worden ondernomenom werkzoekenden vanuit de RVA te stimulerendergelijke vacatures te aanvaarden?4. Zal dienaangaande het sanctioneringsbeleid verstrengdworden?ment régionaux) fournissent-ils pour attirer les demandeursd’emploi vers des postes vacants dans cessecteurs et leur faire comprendre qu’ils doivent effectivementréagir positivement à ces vacances?3. Quelles mesures supplémentaires sont-elles prisespour stimuler les demandeurs d’emploi de l’ONEm àaccepter de telles offres d’emploi?4. Les sanctions seront-elles renforcées en lamatière?DO 2007200801471 DO 2007200801471Vraag nr. 63 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Werknemers die overstappen van de openbare naar deprivate sector. — Berekening jaarlijks betaald verlof.Een werknemer die overstapt van de openbare naarde private sector zou zijn prestaties van het jaar voordienin de overheidssector niet kunnen laten meetellenin de berekening met het oog op het krijgen van hetjaarlijks betaald verlof.1. Op basis van welke precieze wettelijke bepalingenis het mogelijk om prestaties in de overheidssectorniet te laten meetellen voor het betaald verlof wanneermen overstapt naar de private sector?2. Wat is de achterliggende bedoeling van dezeregeling?3. Geldt ook de omgekeerde regeling voor werknemersuit de private sector die overstappen naar depublieke sector?4. Op hoeveel werknemers is deze bepaling jaarlijksgemiddeld van toepassing?5. Is het behoud van deze regeling nog aangewezenmet het oog op het realiseren van een flexibiliseringvan de arbeidsmarkt?Question n o 63 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Travailleurs qui passent du secteur public au secteurprivé. — Calcul des congés payés annuels.Lorsqu’un travailleur passe du secteur public ausecteur privé, les prestations qu’il a fournies l’annéeprécédente dans le secteur public ne pourraient êtreprises en considération en vue de l’octroi des congéspayés annuels.1. Quelles dispositions légales précises empêchentde tenir compte de prestations fournies dans le secteurpublic pour le calcul des congés payés en cas de transfertvers le secteur privé?2. Quel est l’objectif sous-jacent de cette réglementation?3. La réglementation inverse s’applique-t-elle auxtravailleurs du secteur privé qui passent au secteurpublic?4. À combien de travailleurs cette dispositions’applique-t-elle en moyenne annuellement?5. Est-il souhaitable de maintenir cette réglementationdans la perspective de la réalisation de la flexibilisationdu marché du travail?DO 2007200801472 DO 2007200801472Vraag nr. 64 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:RVA. — Thuiscontroles bij werkzoekenden. — Effectievegezinstoestand.In 1999 werden wijzigingen doorgevoerd aan deprocedure voor thuiscontroles bij werkzoekenden.Deze controles moeten de RVA in staat stellen zich tevergewissen van de effectieve gezinstoestand van deQuestion n o 64 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ONEm. — Contrôles au domicile des demandeursd’emploi. — Situation familiale réelle.En 1999, la procédure relative aux contrôles à domicilechez les demandeurs d’emploi a été modifiée. Cescontrôles doivent permettre à l’ONEm de se rendrecompte de la situation familiale réelle des assurésKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 121725 - 2 - 2008betrokken sociaalverzekerden met het oog op hetgaranderen van een gepaste werkloosheidsuitkering.1. Voor de periode 2004 — eerste semester 2007rijzen de volgende vragen, telkens opgesplitst per jaaren per Gewest:a) het aantal oproepingen dat de RVA heeft verrichtvoor een onderhoud met werkzoekenden over hungezinstoestand;b) het aantal werkzoekenden dat aanwezig was ophet onderhoud;c) het aantal werkzoekenden dat zonder geldigereden afwezig was op het onderhoud;d) het aantal werkzoekenden waarbij een niet conformesituatie werd vastgesteld;sociaux concernés afin de garantir un versementcorrect des allocations de chômage.1. Pourriez-vous, pour la période entre 2004 et lepremier semestre 2007, me communiquer les donnéessuivantes, par année et par région:a) Combien de convocations ont été envoyées parl’ONEm à des demandeurs d’emploi en vue d’unentretien au sujet de leur situation familiale?b) Combien de demandeurs d’emploi se sont présentésà l’entretien ?c) Combien de demandeurs d’emploi ne se sont pasprésentés à l’entretien sans motif valable?d) Combien de demandeurs d’emploi n’étaient pas enrègle sur le plan de leur situation familiale?e) het aantal sancties dat werd uitgesproken? e) Combien de sanctions ont été prononcées?2.a) Hoe vaak heeft de RVA in de periode 2004 —eerste semester 2007jaarlijks een beroep gedaan opde voorzitters van de arbeidsrechtbanken om eenhuisbezoek juridisch af te dwingen?b) In hoeveel gevallen heeft de RVA van de voorzittervan de arbeidsrechtbank de toestemming gekregenom een huisbezoek juridisch af te dwingen?3.a) Vond er intussen een evaluatie plaats van de procedure?b) Welke eventuele tekortkomingen zijn voor remediëringvatbaar of werden intussen bijgestuurd?2.a) Au cours de la période entre 2004 et le premiersemestre 2007, à combien de reprises, par année,l’ONEm s’est-il adressé aux présidents des tribunauxdu travail pour imposer une visite à domicilepar la voie judiciaire ?b) Dans combien de cas l’ONEm a-t-il obtenu l’autorisationdu président du tribunal du travail?3.a) La procédure a-t-elle été évaluée dans l’intervalle?b) Le cas échéant, quelles lacunes pourraient êtrecomblées ou l’on déjà été dans l’intervalle?DO 2007200801473 DO 2007200801473Vraag nr. 65 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Question n o 65 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Bijsturing «anti-pest». — Klachten. — Rechtzaken. Aménagement de la loi contre le harcèlement. —Plaintes. — Procédures judiciaires.Eind vorig jaar werd de wet van 11 juni 2002 betreffendede bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenstseksueel gedrag op het werk, de zogenaamde«anti-pestwet», bijgestuurd. Hierdoor kwam er ondermeer een grotere nadruk op primaire preventie teliggen, werd het statuut van de vertrouwenspersonenversterkt en kregen interne procedures voorrang.1. Hoeveel formele klachten ontvingen de vijf directiesvan de Medische Inspectie elk jaarlijks in deperiode 2003 — derde kwartaal 2007?2. Hoeveel van deze klachten hebben geleid tot eenrechtszaak?Fin 2006, des correctifs ont été apportés à la loi du11 juin 2002 relative à la protection contre la violenceet le harcèlement moral ou sexuel au travail, dite loicontre le harcèlement. Celle-ci privilégie désormais laprévention primaire, renforce le statut de la personnede confiance et donne la priorité aux procédures internes.1. Combien de plaintes formelles chacune des cinqdirections de l’Inspection médicale ont-elles reçues paran entre 2003 et le troisième trimestre de 2007?2. Combien de ces plaintes ont donné lieu à uneprocédure judiciaire?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1218 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. In hoeveel van deze rechtszaken werden debetrokken werknemers in het gelijk gesteld?4. Is er een significant verschil tussen het aantalvrouwelijke, respectievelijk mannelijke werknemersdat een formele klacht indient?5. Heeft de bijsturing van de anti-pestwet al geleidtot een duidelijke toename van het aantal vertrouwenspersonenin ondernemingen?6. Is er verschil in het indienen van formeleklachten vanuit ondernemingen die wel of niet een vertrouwenspersoonhebben aangesteld?7. Is er een statistische link te leggen tussen degrootte van de ondernemingen en het al dan niet snellerindienen van een formele klacht?8. Wordt intussen ook een registratie van deformele klachten gemaakt naargelang de grootte vande ondernemingen (minder dan 50 werknemers ofgroter)?3. Dans combien de ces litiges les plaignants ont-ilsobtenu gain de cause?4. Constate-t-on un écart significatif entre le nombrede femmes et le nombre d’hommes qui déposentune plainte formelle?5. L’aménagement de la loi contre le harcèlement a-t-il déjà conduit à une augmentation significative dunombre de personnes de confiance au sein des entreprises?6. Constate-t-on une différence au niveau du dépôtde plaintes formelles par des travailleurs en fonctionde la présence ou non d’une personne de confiancedans leur entreprise?7. Peut-on établir un lien statistique entre la taillede l’entreprise et la facilité avec laquelle le travailleurprocédera au dépôt d’une plainte formelle?8. Les plaintes formelles sont-elles aujourd’huiaussi répertoriées en fonction de la taille de l’entreprise(moins ou plus de 50 travailleurs)?DO 2007200801474 DO 2007200801474Vraag nr. 66 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Oprichting van een aparte databank voor thuis- entelewerkers.Er blijken websites te bestaan die jobs aanbiedenaan mensen die thuis iets willen bijverdienen. Evenwelklagen gebruikers van dergelijke websites over eenaantal mistoestanden. Sommige sites zenden aan demensen die hun naam hebben opgegeven een mailwaarin hen wordt gevraagd naar een 0903-lijn te telefoneren.Daar worden de bellers een tijdje aan de lijngehouden om vervolgens hun coördinaten te moetengeven en niets meer te horen. Een contactpersoon,contactnummer of contactadres is meestal niet vermeld.De algemene verkoopvoorwaarden wordennergens gespecificeerd, een btw-tarief wordt niet vermelden mensen kunnen dus ook geen factuur aanvragen.Naar andere sites moeten geïnteresseerden eenomslag opsturen met een aantal priorzegels. Eenandere site stuurt een zogenaamd «starterspakket»voor een bedrag van 25 euro. De aanvrager moet datpakket dan gewoon doorverkopen aan anderegeïnteresseerden.Over de wettelijkheid van deze praktijken moet hetfederale niveau oordelen, maar naar de inhoud toeblijkt dat er wel degelijk interesse bestaat om te telewerkenof om andere jobs van thuis uit te doen. Pro-Question n o 66 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Création d’une base de données spécifique pour lestravailleurs à domicile et les télétravailleurs.Il semble qu’il existe des sites internet offrant dutravail à des personnes désireuses de se faire des à-côtés à domicile. Des utilisateurs de ces sites dénoncenttoutefois des pratiques abusives. Ainsi, certains deces sites envoient un courriel aux personnes qui onttransmis leur indentité, les invitant à appeler unnuméro 0903. Une fois qu’ils ont formé ce numéro, lesappelants sont mis en attente pendant un certaintemps, après quoi ils sont invités à décliner leurs coordonnées.Ensuite, tout contact est rompu. C’est généralementen vain qu’on cherchera le nom d’unepersonne à contacter, un numéro ou une adresse. Lesconditions générales de vente ne sont pas spécifiées,aucune mention n’est faite d’un taux de TVA, et il estpar conséquent impossible de demander une facture.Sur d’autres sites web, il est demandé aux intéressésd’envoyer une enveloppe contenant un certain nombrede timbres Prior. Un autre site encore envoie un «setpour débutants» au prix de 25 euros. Au destinataireensuite de revendre ce set à d’autres intéressés.S’il appartient aux autorités fédérales de juger de lalégalité de ces pratiques, il me semble, plus fondamentalement,que la possibilité même de pratiquer le télétravailou de travailler depuis son domicile susciteKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 121925 - 2 - 2008bleem is echter dat er geen centrale instantie zich bezighoudt met het groeperen van de vacatures. Met hetoog op een gerichte matching tussen vraag en aanboden het uitsluiten van misbruiken hebben thuiswerkersrecht op een eigen databank. Het kan een aantal mistoestandenof gemiste kansen voorkomen.1. Bent u gewonnen voor de idee om een apartedatabank voor thuisen telewerkers op te richten methet oog op een betere matching van vraag en aanboden om mistoestanden te voorkomen?2. Overweegt u dienaangaande overleg op te startenmet uw gewestelijke collega’s om de oprichting vandergelijke databank voor thuis- en telewerkers op terichten in de schoot van de regionale diensten voorarbeidsbemiddeling en beroepsopleiding?3. Bent u van oordeel dat ook de private arbeidsmarktintermediairenhierbij betrokken moetenworden?l’intérêt des travailleurs. À cet égard, l’absence d’uneinstance centrale chargée de regrouper les vacancesconstitue un problème. Les travailleurs à domicilemériteraient de disposer d’une base de données spécifiquementaxée sur leurs besoins afin de permettre uneadéquation entre l’offre et la demande et d’exclure toutabus. L’existence d’une telle base de données permettraitd’éviter les dérives et les occasions manquées.1. Êtes-vous favorable à l’idée de créer une base dedonnées spécifique pour les télétravailleurs et lestravailleurs à domicile, afin de permettre une meilleureadéquation entre l’offre et la demande et pour éviterles abus?2. Envisagez-vous de vous concerter avec voshomologues régionaux en vue de la création d’unetelle base de données pour les télétravailleurs et lestravailleurs à domicile au sein des services régionauxchargés du placement des demandeurs d’emploi et dela formation professionnelle?3. Faut-il selon vous également associer les intérmédiairesprivés du marché du travail à cette initiative?DO 2007200801475 DO 2007200801475Vraag nr. 67 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:RVA. — Vrijwilligerswerk werkzoekenden.Werkzoekenden die vrijwilligerswerk willen verrichtenmoeten de RVA hiervan op de hoogte stellen.Die heeft dan tien dagen de tijd om een veto te stellentegen het geplande vrijwilligerswerk. Indien er na tiendagen geen reactie van de RVA is, wordt het vrijwilligerswerkgeacht toegestaan te zijn.1. Hoeveel kennisgevingen van werkzoekenden dievrijwilligerswerk willen verrichten heeft de RVA ontvangensinds de inwerkingtreding van de wet van 3 juli2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers (cijfersopgesplitst per Gewest)?2. Hoeveel van deze kennisgevingen werden doorde RVA afgekeurd (cijfers opgesplitst per gewest)?3. Wat waren de meest voorkomende redenen omde aanvragen voor vrijwilligerswerk te weigeren?4. Hoeveel beroepen hebben werkzoekenden wiensaanvraag tot vrijwilligerswerk niet werd toegestaanaangetekend?5. Hoeveel van hen werden in het gelijk gestelddoor de arbeidsrechtbank?Question n o 67 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ONEm. — Travail de bénévolat effectué par desdemandeurs d’emploi.Les demandeurs d’emploi désireux de travaillerbénévolement doivent en informer l’ONEm, qui disposealors d’un délai de dix jours pour s’opposer àl’activité bénévole envisagée. En l’absence de réactionde l’ONEm après dix jours, le bénévolat est présuméconsenti.1. Combien de notifications (par région) de demandeursd’emploi désireux de travailler bénévolementl’ONEm a-t-il reçues depuis l’entrée en vigueur de laloi du 3 juillet 2005 relative aux droits des volontaires?2. Combien de ces notifications ont-elles débouchésur un refus de l’ONEm (par région)?3. Quels ont été les motifs les plus fréquemmentinvoqués pour refuser une demande de bénévolat?4. Combien de demandeurs d’emploi dont lademande de bénévolat a été refusée ont-ils introduit unrecours?5. Combien d’entre eux ont-ils obtenu gain de causedevant le tribunal du travail?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1220 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801476 DO 2007200801476Vraag nr. 68 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Cao’s. — Algemeen verbindendverklaring door deKoning.De sociale partners sluiten cao’s die door de Koningalgemeen verbindend moeten worden verklaard. Datlaatste gebeurt soms niet of met enige vertraging. Uithet antwoord op een eerder gestelde vraag moesten op6 april 2005 nog 946 cao’s algemeen verbindendworden verklaard (vraag nr. 269 van 29 maart 2005van volksvertegenwoordiger Annemie Turtelboom,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 76,blz. 12827-12828).1. Werden deze 946 cao’s intussen algemeen verbindendverklaard?2. Hoeveel cao’s werden in de periode na 6 april2005 tot op heden gesloten door de sociale partners?3. Voor hoeveel van deze gesloten cao’s werd dealgemeen verbindend verklaring door de Koninggevraagd?4. Hoeveel werden er daarvan totnogtoe algemeenverbindend verklaard bij koninklijk besluit en gepubliceerdin het Belgisch Staatsblad?5. Werden er cao’s niet algemeen verbindend verklaardomdat er juridische bezwaren waren?Question n o 68 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:CCT. — Force obligatoire conférée par le Roi.Les partenaires sociaux concluent des CCT que leRoi doit rendre obligatoires. Cette dernière étape n’estpas toujours accomplie ou se fait attendre. Il ressort dela réponse à une question posée antérieurement qu’à ladate du 6 avril 2005, 946 CCT devaient encore êtrerendues obligatoires (question n o 269 du 29 mars 2005de Mme Annemie Turtelboom, Questions et Réponses,Chambre, 2004-2005, n o 76, pp. 12827-12828).1. Ces 946 CCT ont-elles entre-temps été renduesobligatoires?2. Combien de CCT les partenaires sociaux ont-ilsconclues au cours de la période du 6 avril 2005 à cejour?3. Pour combien de ces CCT l’octroi de la forceobligatoire par le Roi a-t-il été demandé?4. Combien de ces CCT ont jusqu’à présent étérendues obligatoires par arrêté royal et publiées auMoniteur belge?5. Des CCT n’ont-elles pas été rendues obligatoiresen raison d’objections juridiques?DO 2007200801477 DO 2007200801477Vraag nr. 69 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:RVA. — Kennisgevingen van bruggepensioneerdendie vrijwilligerswerk willen verrichten.Bruggepensioneerden die vrijwilligerswerk willenverrichten moeten de RVA hiervan op de hoogte stellen.Die heeft dan tien dagen de tijd om een veto testellen tegen het geplande vrijwilligerswerk. Indien erna tien dagen geen reactie van de RVA is, wordt hetvrijwilligerswerk geacht toegestaan te zijn.1. Hoeveel kennisgevingen van bruggepensioneerdendie vrijwilligerswerk willen verrichten heeft deRVA ontvangen sinds de inwerkingtreding van de wetbetreffende de rechten van de vrijwilliger (cijfers opgesplitstper gewest)?2. Hoeveel van deze kennisgevingen werden doorde RVA afgekeurd (cijfers opgesplitst per gewest)?Question n o 69 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ONEm. — Notifications par des prépensionnéssouhaitant exercer une activité bénévole.Les prépensionnés qui souhaitent exercer une activitébénévole doivent en informer l’ONEm. Celui-cipeut y opposer son veto dans les dix jours suivant lanotification. Si, après dix jours l’ONEm n’a pas réagi,la demande du prépensionné est réputée acceptée.1. Combien de notifications (par région) par desprépensionnés souhaitant exercer une activité bénévolel’ONEm a-t-il reçues depuis l’entrée en vigueur de laloi relative aux droits des volontaires?2. Combien de notifications (par région) l’ONEma-t-il refusées?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 122125 - 2 - 20083. Wat waren de meest voorkomende redenen omde aanvragen voor vrijwilligerswerk te weigeren?4. Hoeveel beroepen hebben bruggepensioneerdenwiens aanvraag tot vrijwilligerswerk niet werd toegestaanaangetekend?5. Hoeveel van hen werden in het gelijk gestelddoor de arbeidsrechtbank?3. Quels étaient les motifs principaux de rejet desdemandes?4. Combien de prépensionnés ayant reçu uneréponse négative ont-ils interjeté appel de cette décision?5. Combien d’entre eux ont-ils obtenu gain de causedevant le tribunal du travail?DO 2007200801478 DO 2007200801478Vraag nr. 70 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Werklozen. — Toegelaten inkomsten uit zelfstandigenevenactiviteiten. — Maximumbarema’s. — Elektronischegegevensuitwisselingen.Teneinde te onderzoeken of de maximumbarema’sbetreffendede toegelaten inkomsten uit de zelfstandigenevenactiviteit van een werkloze niet overschredenzijn, worden betrokkenen door de RVA verzochtom het origineel of een duidelijke kopie mee tedelen. In het kader van administratieve vereenvoudigingis het bizar dat de burger postbode moet spelentussen twee overheidsdiensten.De minister antwoordde op een eerder gesteldevraag dat binnen de Kruispuntbank voor SocialeZekerheid verschillende werkgroepen de problemenaan het besturen waren. Het was de bedoeling tekomen tot een optimaal gebruik van de verschillendedatabanken, zodat de gegevensstromen elektronischkunnen gaan in plaats van via de werknemers (vraagnr. 451 van 13 februari 2006 van volksvertegenwoordigerAnnemie Turtelboom, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2005-2006, nr. 119, blz. 23200-23201).1. Wat is de huidige stand van de werkzaamhedenvan voornoemde werkgroepen?2. Welke concrete vereenvoudigingen werden intussendoorgevoerd?3.a) Is intussen ook de elektronische gegevensuitwisselingtussen RVA en Financiën tot stand gekomenwat de overdracht van het aanslagbiljet voorpersonenbelastingen betreft?b) Zo neen, op welke termijn zal dit gerealiseerdworden?Question n o 70 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Chômeurs. — Revenus autorisés provenant d’une activitéindépendante accessoire. — Plafonds. — Échangede données électronique.Afin de déterminer si les plafonds de revenus autoriséspour l’activité accessoire exercée par un chômeuren qualité d’indépendant n’ont pas été dépassés, lebénéficiaire d’une allocation de chômage est prié parl’ONEm de lui communiquer l’original ou une copielisible de son avertissement-extrait de rôle. Dans uncontexte de simplification administrative, il est étonnantque le citoyen doive servir de facteur entre deuxservices publics.Le ministre a répondu à une précédente questionque différents groupes de travail mis en place au seinde la Banque Carrefour de la Sécurité Socialeétudiaient ces problèmes. L’objectif consistait à aboutirà une utilisation optimale des différentes bases dedonnées de façon à remplacer la communication dedonnées par les travailleurs par des flux électroniques(question n o 451 du 13 février 2006 de la députéeAnnemie Turtelboom, Questions et Réponses, laChambre, 2005-2006, n o 119, p. 23200-23201).1. Quel est l’état d’avancement actuel des travauxdes groupes de travail précités?2. Quels éléments concrets de simplification a-t-onentre-temps mis en œuvre?3.a) A-t-on entre-temps également mis en œuvre unsystème d’échange de données électronique entrel’ONEm et les Finances pour la transmission del’avertissement-extrait de rôle à l’impôt despersonnes physiques?b) Dans la négative, dans quels délais cette évolutionverra-t-elle le jour?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1222 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801479 DO 2007200801479Vraag nr. 71 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Startbaanovereenkomsten.Sinds 1 januari 2004 werd de doelgroep van hetstartbanenstelsel uitgebreid tot alle jonge werknemersdie nog geen 26jaar zijn of in het beschouwd kwartaal26jaar worden.Met betrekking tot de periode 2004 tot en met hetderde kwartaal 2007 rijzen de volgende vragen, opgedeeldper Gewest en per jaar:1. Hoeveel startbaanovereenkomsten werden gesloten:Question n o 71 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Conventions de premier emploi.Le 1 er janvier 2004, le groupe cible du système desconventions de premier emploi a été étendu à tous lesjeunes travailleurs de moins de 26ans ou qui atteignentl’âge de 26ans au cours du trimestre concerné.Les questions suivantes se posent en ce qui concernela période qui s’étend de l’année 2004 au troisièmetrimestre de 2007 inclus (pourriez-vous ventiler lesdonnées par région et par année?):1. Combien dénombre-t-on de conventions depremier emploi:a) volgens type 1 (arbeidsovereenkomst); a) de type 1 (contrat de travail);b) volgens type 2 (arbeidsovereenkomst gecombineerdmet opleiding);c) volgens type 3 (leerovereenkomst of aanverwante)?2. Hoeveel van de startbaanovereenkomstenwerden toegekend aan:b) de type 2 (contrat de travail combiné à une formation);c) de type 3 (contrat d’apprentissage ou contrat similaire)?2. Combien des conventions de premier emploi ontété attribuées à:a) laaggeschoolden; a) des personnes peu qualifiées;b) gehandicapten; b) des handicapés;c) werknemers van buitenlandse origine? c) des travailleurs d’origine étrangère?3. Zijn er opvallende verschillen inzake het aandeelvan vrouwelijke, respectievelijk mannelijke werknemersdie in het kader van een startbaanovereenkomstaan de slag kunnen?3. Observe-t-on des différences significatives en cequi concerne la proportion de travailleurs féminins etmasculins, respectivement, embauchés dans le cadred’une convention de premier emploi?DO 2007200801480 DO 2007200801480Vraag nr. 72 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Tijdelijke uitstapformules.Het succes van de tijdelijke uitstapformules gaat instijgende lijn. Dat heeft echter ook een budgettaireweerslag op de uitgaven van de RVA.1. Wat is het precieze bedrag dat aan werknemersvan de private, respectievelijk de publieke sector en deoverheidsbedrijven in 2006 werd uitgekeerd in hetkader van:Question n o 72 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Formules de cessation temporaire de l’activité professionnelle.Les formules de cessation temporaire de l’activitéprofessionnelle connaissent un succès grandissant, quia cependant une incidence budgétaire sur les dépensesde l’ONEm.1. À combien se sont élevés exactement lesmontants alloués en 2006 à des travailleurs dessecteurs privé et public et des entreprises publiques,respectivement, dans le cadre:a) deeltijds, respectievelijk voltijds tijdskrediet; a) du crédit-temps, à mi-temps et à temps plein;b) deeltijdse, respectievelijk voltijdse loopbaanonderbreking;b) de l’interruption de carrière, à mi-temps et à tempsplein;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 122325 - 2 - 2008c) themaverloven (opgesplitst naar ouderschapsverlof,palliatief verlof en verlof voor medische bijstand)?2. Hoeveel mannelijke, respectievelijk vrouwelijkewerknemers stapten telkens in elk van de bovengenoemdeformules?3. Hoeveel Vlaamse, respectievelijk Waalse enBrusselse werknemers stapten in elk van de bovengenoemdeformules?4. Met welke groeivoet van het totale budget voortijdelijke uitstapformules wordt de komende jarenrekening gehouden?c) de congés thématiques (en ventilant les donnéesselon qu’il s’agit d’un congé parental, d’un congépour soins palliatifs et d’un congé pour assistancemédicale)?2. Combien de travailleurs, respectivement masculinset féminins, ont opté pour chacune des formulessusmentionnées?3. Combien de travailleurs, respectivementflamands, wallons et bruxellois, ont opté pourchacune des formules susmentionnées?4. Quel taux de croissance du budget total affectéaux formules de cessation temporaire de l’activitéprofessionnelle prévoit-on pour les années à venir?DO 2007200801481 DO 2007200801481Vraag nr. 73 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:PWA’s. — Poetshulp.Met betrekking tot de PWA’s rijzen de volgendevragen, telkens opgesplitst per jaar, voor de periode2006 tot en met het derde kwartaal 2007, en opgesplitstper regio en per geslacht.1. Hoeveel PWA-cheques werden besteed aanpoetshulp, respectievelijk tuinonderhoud?2. Hoeveel van de PWA-cheques werden aangekochtdoor particulieren, respectievelijk VZW’s?3. Hoeveel van die PWA-cheques werden effectiefbesteed door particulieren, respectievelijk VZW’s?Question n o 73 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ALE. — Aide au nettoyage.En ce qui concerne les ALE, je souhaiterais obtenirles renseignements suivants, par année, par région etpar sexe,pour la période allant de début 2006 au troisièmetrimestre 2007.1. Combien de chèques ALE ont été utilisés pourl’aide au nettoyage d’une part et pour l’aide au jardinagede l’autre?2. Combien de chèques ALE ont été acquis par desparticuliers d’une part et des ASBL de l’autre?3. Combien de ces chèques ALE ont effectivementété utilisés par des particuliers d’une part et des ASBLde l’autre?DO 2007200801482 DO 2007200801482Vraag nr. 74 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:PWA-ers. — Doorstroming naar reguliere baan in hetstelsel van de dienstencheques.Sinds de invoering van de dienstencheques is de instroomvan de PWA-ers voor poetshulp ingeperkt.PWA-ers worden aangemoedigd om door te stromennaar een reguliere job in het kader van de dienstencheques.Wie problemen heeft met de nieuwe werksituatiekrijgt een terugkeergarantie naar het PWA-regime.Question n o 74 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ALE. — Transition vers un emploi régulier dans lerégime des titres-services.Depuis l’instauration des titres-services, l’afflux detravailleurs ALE pour les activités d’aide ménagères’est réduit. Les travailleurs ALE sont encouragés àaccéder à un emploi régulier dans le cadre des titresservices.Les personnes qui rencontrent des problèmesdans cette nouvelle situation professionnelle se voientoffrir une garantie de retour au régime ALE.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1224 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Ik kreeg graag een antwoord op de volgende vragen,telkens opgesplitst per jaar en per gewest:1. Hoeveel PWA-ers zijn er sinds de invoering vande diensten cheques doorgestroomd naar een regulierebaan in het stelsel van dienstencheques?2. Hoeveel van deze werknemers werden aangeworvendoor een PWA met een sui generis afdelingdienstencheques?3. Hoeveel van deze werknemers werden aangeworvendoor:Pourrais-je obtenir pour chacune des questionssuivantes une réponse détaillée par année et parrégion:1. Combien de travailleurs ALE ont-ils accédé,depuis l’instauration du régime des titres-services, à unemploi régulier dans ce régime?2. Combien de ces travailleurs ont-ils été recrutéspar une ALE ayant une section titres-services sui generis?3. Combien de ces travailleurs ont-ils été recrutéspar:a) een handelsvennootschap; a) une société commerciale;b) interimbedrijf; b) une société de travail intérimaire;c) invoegonderneming; c) une entreprise d’insertion;d) VZW; d) une ASBL ;e) gemeenten, OCMW’s of andere? e) des communes, CPAS ou autres?4. Hoeveel werknemers hebben gebruik gemaaktvan de terugkeergarantie?5. Hoeveel werknemers zijn er ingestroomd in hetPWA-systeem?4. Combien de travailleurs ont-ils fait usage de lagarantie de retour?5. Combien de travailleurs se sont-ils inscrits dansle régime ALE ?DO 2007200801483 DO 2007200801483Vraag nr. 75 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Inspectiediensten. — Personeel. — Natuurlijke afvloeiingen.De vorige regering heeft besloten om het personeelvan de verschillende inspectiediensten te verhogen met92 eenheden. Daarnaast worden de inspectiedienstenechter geconfronteerd met natuurlijke afvloeiingen vanambtenaren die op pensioen gaan.1. Hoeveel personeelsleden van de inspectiedienstenvan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg, opgedeeld per taalrol, zijn er in de periode2003 — eerste semester 2007jaarlijks op natuurlijkewijze afgevloeid, het weze via pensionering, het wezeom een andere reden?2. Hoeveel van deze afgevloeide personeelsledenwerden er jaarlijks, en opgedeeld per taalrol, effectiefvervangen?3. Hoeveel van deze functies staan er momenteelnog open (opgedeeld per taalrol)?4. Hoeveel bijkomende inspecteurs werden in deperiode 2005 tot heden jaarlijks en opgedeeld per taalrolaangeworven?Question n o 75 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Services d’inspection. — Personnel. — Départs naturels.Si les services d’inspection ont vu leurs effectifsrenforcés de 92 unités à la suite d’une décision dugouvernement sortant, ils sont toutefois confrontésaux départs naturels des agents admis à la retraite.1. Combien de départs naturels (ventilés par rôlelinguistique), à la suite d’une admission à la retraite oupour un autre motif, les services d’inspection du SPFEmploi, Travail et Concertation sociale ont-ils enregistrésannuellement au cours de la période entre 2003et le premier semestre 2007?2. Combien de ces agents, ventilés par rôle linguistique,ont effectivement été remplacés par an?3. Combien de ces fonctions sont encore vacantes àl’heure actuelle (par rôle linguistique)?4. Combien d’inspecteurs supplémentaires, ventiléspar rôle linguistique, ont annuellement été engagés aucours de la période entre 2005 et aujourd’hui?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 122525 - 2 - 20085. Zijn er momenteel nog aanwervingsprocedureslopende?6. Hebben de bijkomende aanwervingen geresulteerdin een hoger aantal vaststellingen van misdrijvenen een hogere opbrengst in de strijd tegen de socialefraude?5. Des procédures de recrutement sont-elles actuellementen cours?6. Les recrutements supplémentaires ont-ils aboutià un nombre plus élevé de constats de délits, ainsi qu’àun surcroît de recettes dans le cadre de la lutte contrela fraude sociale?DO 2007200801484 DO 2007200801484Vraag nr. 76 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:RVA. — Werkloosheidsbureaus. — Controleurs.Om de naleving op de werkloosheidsreglementeringte controleren beschikt de RVA over inspecteurs enadministratief en leidinggevend personeel.1. Over hoeveel controleurs in voltijdse equivalentenbeschikt elke werkloosheidsbureau?2. Hoeveel bedraagt het aantal inspecteurs in verhoudingtot het aantal te controleren werkzoekendenanno 2006?3. Over hoeveel administratief en leidinggevendpersoneel beschikte elk werkloosheidsbureau anno2006?4. Hoeveel bedraagt hun aantal in verhouding tothet aantal te controleren werklozen?5. Hoeveel controles werden in 2006 door de inspecteursper werkloosheidsbureau uitgevoerd inabsolute aantallen en in verhouding tot het aantal tecontroleren werkzoekenden?6. Hoeveel dossiers werden door het administratiefen leidinggevend personeel afgehandeld per werkloosheidsbureauin 2006 in verhouding tot het aantal tecontroleren werkzoekenden?7. Hoeveel vacatures van RVA-controleurs zijn ermomenteel vacant?8. Zijn er momenteel werkloosheidsbureaus diekampen met een personele onderbezetting rekeninghoudend met het aantal werklozen in hun ambtsgebied?Question n o 76 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:ONEm. — Bureaux de chômage. — Contrôleurs.Pour contrôler le respect de la réglementation relativeau chômage, l’ONEm dispose d’inspecteurs ainsique de personnel administratif et dirigeant.1. De combien de contrôleurs, en équivalents tempsplein, chaque bureau de chômage dispose-t-il?2. Quel était, en 2006, le rapport entre le nombred’inspecteurs et le nombre de demandeurs d’emploisfaisant l’objet d’un contrôle ?3. De combien d’agents administratifs et de fonctionnairesdirigeants chaque bureau de chômagedisposait-il en 2006?4. Quel est le rapport entre le nombre d’agentsadministratifs et de fonctionnaires dirigeants, d’unepart, et le nombre de chômeurs à contrôler, d’autrepart?5. Combien de contrôles, par bureau de chômage,les inspecteurs ont-ils effectués en 2006, en chiffresabsolus, d’une part, et par rapport au nombre dedemandeurs d’emploi à contrôler, d’autre part?6. Quel était, en 2006 et par bureau de chômage, lerapport entre le nombre de dossiers traités par lepersonnel administratif et dirigeant et le nombre dedemandeurs d’emploi à contrôler?7. Combien de postes de contrôleur de l’ONEmsont vacants à l’heure actuelle?8. Certains bureaux de chômage sont-ils actuellementconfrontés à une pénurie de personnel, comptetenu du nombre de chômeurs de leur ressort?DO 2007200801485 DO 2007200801485Vraag nr. 77 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Werklozen. — Schorsing wegens langdurige werkloosheid.— RVA-verwittigingen.Sinds het tweede semester van 2004 is het activeringssysteemvoor werkzoekenden gefaseerd vanQuestion n o 77 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Chômeurs. — Suspension pour cause de chômage delongue durée. — Avertissements de l’ONEm.Le système d’activation pour les demandeursd’emploi est progressivement entré en vigueur depuisKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1226 QRVA 52 01025 - 2 - 2008kracht. Voor de werkzoekenden die (nog) niet tot dedoelgroep behoorden bleef het oude systeem van artikel80 van het koninklijk besluit van 25 november1991 alias de schorsing wegens langdurige werkloosheid,van kracht.Ik kreeg graag een antwoord op de volgende vragenvoor de periode 2005-heden, telkens opgesplitst perjaar, per gewest en daarbinnen volgens geslacht:1. Hoeveel werklozen ontvingen een verwittigingvan de RVA dat ze in aanmerking kwamen voor eenschorsing op basis van artikel 80 van het koninklijkbesluit van 25 november 1991?2.a) Hoeveel werklozen tekenden beroep aan bij deNationale administratieve Commissie van de RVAop basis van objectieve redenen?b) Hoeveel van deze beroepen werden positief beoordeeld?3.a) Hoeveel werklozen tekenden beroep aan bij deRVA-directeur op basis van subjectieve redenen?b) Hoeveel van deze beroepen werden positief beoordeeld?4.a) Hoeveel huisbezoeken vonden er plaats bij werklozenom hun gezinstoestand te controleren?le deuxième semestre de 2004. L’ancien système del’article 80 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991(suspension pour cause de chômage de longue durée)est resté en vigueur pour les demandeurs d’emploi quin’appartenaient pas (encore) au groupe cible.Pourriez-vous, pour la période 2005-2007, me fournirles précisions suivantes, par année, par région etpar sexe:1. Combien de chômeurs ont-ils reçu un avertissementde l’ONEm les informant qu’ils entraient enligne de compte pour une suspension sur la base del’article 80 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 ?2.a) Combien de chômeurs ont-ils interjeté appelauprès de la Commission administrative nationalede l’ONEm sur la base de raisons objectives?b) Combien de ces recours ont-ils fait l’objet d’unedécision positive?3.a) Combien de chômeurs ont-ils interjeté appelauprès du directeur de l’ONEm sur la base deraisons subjectives?b) Combien de ces recours ont-ils fait l’objet d’unedécision positive?4.a) Combien de visites ont-elles été effectuées au domiciledes chômeurs pour vérifier leur situation familiale?b) Hoeveel inbreuken werden vastgesteld? b) Combien d’infractions ont-elles été constatées?c) Hoeveel sancties werden uitgesproken? c) Combien de sanctions ont-elles été infligées?DO 2007200801486 DO 2007200801486Vraag nr. 78 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Monitoring in callcenterbedrijven.De christelijke vakbond is een sensibiliseringscampagneomtrent monitoring in callcenterbedrijvengestart. Daarin wordt aandacht gevraagd voor de«twijfelachtige praktijken op het gebied van controlevan de werknemers» door middel van een systeem vanmonitoring. Concreet zouden soms gesprekken metklanten worden afgeluisterd en geregistreerd. Diepraktijk strookt volgens de vakbond niet met debescherming van de persoonlijke levenssfeer.1. Klopt het dat dergelijke monitoring wordt toegepastin callcenterbedrijven?Question n o 78 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Monitoring dans les centres d’appels (call centers).Le syndicat chrétien a lancé une campagne de sensibilisationsur le monitoring dans les centres d’appels(call centers). L’objectif consiste à attirer l’attentionsur les pratiques douteuses en matière de surveillancedes employés par le biais d’un système de monitoring.Concrètement, les conversations avec les clientsseraient parfois mises sur écoute et enregistrées. Lesyndicat juge cette pratique contraire au principe deprotection de la vie privée.1. Est-il exact qu’un tel monitoring soit effectuédans les centres d’appels?2. Is deze praktijk wettelijk toegestaan? 2. Cette pratique est-elle légalement autorisée?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 122725 - 2 - 20083. Zo ja, op basis van welke bepalingen? 3. Dans l’affirmative, sur la base de quelles dispositions?4. Zo neen, overweegt u er bij de sociale partnersop aan te dringen een oplossing voor te stellen?4. Dans la négative, envisagez-vous d’inviter lespartenaires sociaux à proposer une solution?DO 2007200801488 DO 2007200801488Vraag nr. 79 van mevrouw Maggie De Block van22 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Misbruiken bij uitzendarbeid.In antwoord op mijn schriftelijke vraag over misbruikenbij uitzendarbeid deelt de minister mee dat deInspectie Toezicht Sociale Wetten niet beschikt overhet gevraagde cijfermateriaal (vraag nr. 71 van 14november 2007, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 7, blz. 467-468). Evenwel bevatte de vraagnog drie andere items waarop niet geantwoord werd.1. Betalen uitzendkantoren effectief bepaaldesociale voordelen waarop uitzendkrachten rechthebben niet uit?2. Zo ja, wat wordt er gedaan om deze mistoestandenweg te werken ?3. Zo neen, vanwaar komen deze beweringen enmet welk recht wordt de uitzendsector dan in diskredietgebracht?Question n o 79 de M me Maggie De Block du 22 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Abus dans le cadre du travail intérimaire.En réponse à ma question écrite sur les abus dans lecadre du travail intérimaire, le Ministre a précisé quel’Inspection du Contrôle des Lois sociales ne disposepas des chiffres demandés (question n o 71 du 14novembre 2007, Questions et Réponses, Chambre,2007-2008, n o 7, p. 467-468). Toutefois, la questioncontenait également trois autres éléments restés sansréponse.1. Est-il exact que les agences d’interim ne versentpas certains avantages sociaux auxquels les intérimairesont droit?2. Dans l’affirmative, que compte-t-on faire pourremédier à ces dysfonctionnements?3. Dans la négative, d’où proviennent ces allégationset de quel droit jette-t-on ainsi le discrédit sur lesecteur des agences d’interim?DO 2007200801489 DO 2007200801489Vraag nr. 80 van mevrouw Maggie De Block van22 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Werknemers. — Scholingsrekeningen. — Vormingsspaarrekeningen.Onderstaande vraag werd reeds voorgelegd aan uwvoorganger, maar deze verwees het antwoord door(vraag nr. 87 van 21 november, 2007, Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 7, blz. 472).In Nederland en Vlaanderen gaan stemmen op omiedereen op arbeidsleeftijd een scholingsrekening ofvorminsspaarrekening te laten openen. Bedoeling isom werknemers deels te responsabiliseren door henzelf geld te laten storten op deze rekening waardoor zefondsen voor bijkomende vorming en opleidingkunnen opsparen, hierin aangemoedigd door de overheiden eventueel versterkt door een bijdrage van dewerkgevers.Question n o 80 de M me Maggie De Block du 22 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Travailleurs salariés. — Comptes d’apprentissage. —Comptes d’épargne-formation.La question ci-dessous a déjà été soumise à votreprédécesseur, qui a laissé à son successeur le soin d’yrépondre (question n o 87 du 21 novembre 2007, Questionset Réponses, La Chambre, 2007-2008, n o 7,p. 472).Des voix s’élèvent en Flandre comme aux Pays-Baspour que chaque personne en âge de travailler puisseouvrir un «compte d’apprentissage» ou un «compted’épargne-formation». L’objectif est de responsabiliserles travailleurs salariés en leur permettant deverser eux-mêmes de l’argent sur de tels comptes et dese constituer ainsi une épargne à affecter à des formationset des apprentissages complémentaires. Lespouvoirs publics pourraient les y encourager et lesemployeurs pourraient également y apporter leurcontribution.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1228 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Hoe staat u tegenover deze piste van vormingssparen?2. Op welke manier zou de overheid deze formulehet best kunnen ondersteunen?3. Overweegt u de sociale partners te verzoeken eenvoorstel ter zake uit te werken en daarover ook deGemeenschappen, die uiteindelijk bevoegd zijn voorvorming, te consulteren?1. Que pensez-vous de ce principe d’épargneformationpour les travailleurs?2. Quelle serait, pour les pouvoirs publics, la meilleurefaçon de soutenir cette formule?3. Comptez-vous demander aux partenairessociaux d’élaborer une proposition en la matière etenvisagez-vous également de consulter les Communautés,dès lors qu’elles sont compétentes en matière deformation?DO 2007200801506 DO 2007200801506Vraag nr. 81 van mevrouw Barbara Pas van 23 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:Transmissies van de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten.Om de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt vanwerklozen op te volgen is de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening(RVA) afhankelijk van de gegevens diedoorgestuurd worden door de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten.1. Hoeveel transmissies hebben de regionale dienstenmaandelijks verricht in 2007 en dit opgesplitst alnaargelang het gaat over:a) afwezigheid van de werkloze op de oproeping vande gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling enberoepsopleiding;Question n o 81 de M me Barbara Pas du 23 janvier 2008(N.) au ministre de l’Emploi:Transmission de données par les services régionaux del’emploi.Pour connaître la disponibilité de chômeurs pour lemarché du travail, l’ONEm est tributaire des donnéestransmises par les services régionaux de l’emploi.1. En 2007, combien de fois des données ont-ellesété transmises chaque mois par les services régionauxet ce, à la suite:a) de l’absence d’un chômeur à la convocation del’Office régional de l’emploi et de la formationprofessionnelle;b) gebrek aan positieve medewerking; b) d’un manque de coopération positive;c) werkweigering; c) d’un refus de travailler;d) weigering, verlating of stopzetting van een beroepsopleiding?2. In hoeveel gevallen leidde dit effectief tot eensanctionering (opgesplitst per gewest en naargelang deinbreuk)?d) du refus, de l’abandon ou de l’arrêt d’une formationprofessionnelle?2. Dans combien de cas une sanction a-t-elle étéeffectivement prononcée (ventilation par région et partype de manquement)?Minister van JustitieMinistre de la JusticeDO 2007200801278 DO 2007200801278Vraag nr. 31 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Gevangenissen. — Cipiers. — Agressie.De cipiers van gevangenissen klagen steeds meer datze dagelijks het slachtoffer zijn van agressie. Zij voelenQuestion n o 31 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Prison. — Gardiens. — Agressions.Les gardiens de prison se plaignent de plus en plusde subir quotidiennement des agressions. Ils estimentKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 122925 - 2 - 2008zich te weinig gesteund en er zou te weinig opvangzijn. In het verleden zouden er meermaals beloften zijngedaan om de situatie te verbeteren, maar tot op hedenzijn eventuele maatregelen weinig zichtbaar.1. Welke maatregelen werden in het verleden reedsgenomen om dit probleem op te lossen?2.a) Welke maatregelen overweegt u in de toekomst tenemen?b) Wordt er in de toekomst een betere opvang/ondersteuning voor de cipier vooropgesteld?3. Hoeveel klachten werden er dit jaar reeds gesignaleerd?Graag een overzicht per gevangenis.4. In welke mate en op welke wijze worden dedaders van die agressie aangepakt/gesanctioneerd?être trop peu soutenus et l’accompagnement dont ilsbénéficient serait insuffisant. Dans le passé, l’on seserait engagé à plusieurs reprises à remédier à la situationmais l’on remarque fort peu, jusqu’ici, des mesureséventuellement prises.1. Quelles mesures ont déjà été prises dans le passépour résoudre ce problème?2.a) Quelles mesures envisagez-vous de prendre àl’avenir?b) Se propose-t-on d’améliorer à l’avenirl’accompagnement et le soutien fournis auxgardiens de prison?3. Combien de plaintes ont-elles déjà été signaléescette année? Pourriez-vous fournir des chiffres détailléspar prison?4. Dans quelle mesure et comment les auteursd’agressions sont-ils sanctionnés?DO 2007200801279 DO 2007200801279Vraag nr. 32 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Openbaar vervoer. — Vastgestelde inbreuken.De voorbije jaren werden steeds meer mensen,zowel personeel als reiziger, slachtoffer van agressieop het openbaar vervoer. Ook andere inbreuken op dereglementering gingen in stijgende lijn.1. Hoeveel inbreuken op het openbaar vervoerwerden strafrechtelijk vervolgd?Graag hiervan een overzicht van de verschillendesoorten inbreuken, evenals een overzicht per gewest.2. Aan hoeveel meldingen van agressie werd strafrechtelijkeen gevolg gegeven?Graag een overzicht voor de NMBS, De Lijn, deTEC en de MIVB. Voor de NMBS had ik ook graageen overzicht per gewest.3. Hoeveel inbreuken op «zwartrijden» werdenvastgesteld en vervolgd?Graag hierover een overzicht voor de NMBS, DeLijn, de TEC en de MIVB. Voor de NMBS had ik ookgraag een overzicht per gewest.Question n o 32 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Transports en commun. — Infractions constatées.Au cours des dernières années, les agressions àl’encontre de voyageurs et de membres du personneldes transports en commun se sont multipliées. Lesautres infractions à la réglementation sont égalementen augmentation.1. Combien d’infractions ont-elles fait l’objet depoursuites pénales?Pourriez-vous me fournir un aperçu des différentstypes d’infractions, ainsi qu’un aperçu par région?2. Combien de cas d’agression ont-ils fait l’objet depoursuites pénales?Pourriez-vous me fournir un aperçu de ces donnéespour la SNCB, De Lijn, les TEC et la STIB? En ce quiconcerne la SNCB, je souhaiterais également obtenirun aperçu par région.3. Combien de cas de resquillage ont-ils été constatéset poursuivis?Pourriez-vous me fournir un aperçu de ces donnéespour la SNCB, De Lijn, les TEC et la STIB? En ce quiconcerne la SNCB, je souhaiterais également obtenirun aperçu par région.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1230 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801286 DO 2007200801286Vraag nr. 33 van mevrouw Carina Van Cauter van17 januari 2008 (N.) aan de minister van Justitie:Gevangenissen. — Ontsnappingspogingen. — Ontsnappingen.Tijdens de vorige zitting werden reeds vragengesteld met betrekking tot het aantal ontsnappingen enontsnappingspogingen in gevangenissen in ons land.De minister bevestigde toen dat maatregelen werdengenomen om ontvluchtrisico’s te beperken.Kan u voor de jaren 2005 en 2006 meedelen:1. Hoeveel ontsnappingspogingen werden vastgesteld?2. Hoeveel effectieve ontsnappingen hadden erplaats en hoeveel ontsnapte gevangenen werden opnieuwingerekend?3. Hoelang duurde het gemiddeld vooraleer eenontsnapte gevangene opnieuw kon worden ingerekend?Question n o 33 de M me Carina Van Cauter du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Prisons. — Tentatives d’évasion. — Évasions.Sous la précédente législature, des questions ontdéjà été posées concernant le nombre d’évasions et detentatives d’évasion dans les prisons belges. Àl’époque, la ministre avait confirmé que des mesuresavaient été prises pour limiter les risques d’évasion.Pour les années 2005 et 2006, pourriez-vous préciser:1. combien de tentatives d’évasion ont été enregistrées?2. combien de cas d’évasion ont été enregistrés etcombien de détenus évadés ont été repris?3. Qqelle est la durée moyenne de la cavale d’undétenu avant qu’il soit repris?DO 2007200801297 DO 2007200801297Vraag nr. 34 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Ambtenaren van de burgerlijke stand. — Huwelijkskandidaten.— Keuze huwelijksdatum.Artikel 75 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt datde ambtenaar van de burgerlijke stand van eengemeente een huwelijk dient te voltrekken op een doorde partijen aangewezen dag na verstrijken van determijn van de aangifte.De huwelijksparen kiezen dus een dag, met uitzonderingvan een zon- of feestdag. De ambtenaar van deburgerlijke stand mag het uur (welke «passend» moetzijn, cf. de omzendbrief van 28 januari 1884) kiezen.Voorafgaand aan de magische datum «07.07.07»die bij vele trouwlustigen in trek bleek te zijn, weigerdenbepaalde gemeentebesturen een huwelijksaanvraagop die dag wegens volzet.Te verwachten valt dat de eerstvolgende gegeerdetrouwdatum, met name vrijdag 8 augustus 2008)(«08.08.08») eveneens een groot aantal huwelijksaanvragenbij de gemeentebesturen zullen binnenkomen.1. Kan een ambtenaar van de burgerlijke stand,wegens een teveel aan aanvragen, huwelijkskandida-Question n o 34 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Officiers de l’état civil. — Candidats au mariage. —Choix de la date de mariage.L’article 75 du Code civil stipule que l’officier del’état civil d’une commune doit célébrer un mariage lejour désigné par les parties après l’expiration du délaide la déclaration.Les couples choisissent donc un jour, à l’exceptiond’un dimanche ou d’un jour férié. L’officier de l’étatcivil peut choisir l’heure (qui doit être appropriée,cf. la circulaire du 28 janvier 1884).Avant la date magique du «07.07.07» qui s’estavérée très populaire parmi de nombreux couples désirantse marier, certaines admnistrations ont refusé desdemandes de mariage à cette date parce que l’agendaétait complet.Il faut s’attendre à ce que la prochaine date demariage convoitée, à savoir le vendredi 8 août 2008(«08.08.08») fasse également l’objet de nombreusesdemandes auprès des administrations communales.1. Compte tenu de l’article 75 du Code civil, unofficier de l’état civil peut-il, en raison d’un trop grandKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 123125 - 2 - 2008ten weigeren op een bepaalde datum te huwen rekeninghoudend met artikel 75 van het BurgerlijkWetboek?2. Zullen de gemeenten via uw diensten (burgerlijkestand is nog steeds en federale bevoegdheid) op dehoogte worden gesteld van het feit dat het weigerenvan een door het huwelijkspaar aangewezen dag inovertreding is met de wettelijke bepalingen?3. Kan in het uiterste geval een ambtenaar van deburgerlijke stand wettelijk toegelaten verzachtendeomstandigheden inroepen om de bepaling uit hetBurgerlijk Wetboek niet toe te passen?nombre de demandes, refuser de marier des candidatsau mariage à une date déterminée?2. Les communes seront-elles informées par vosservices (l’état civil ressortit toujours à la compétencedes autorités fédérales) que le refus d’une date choisiepar les futurs mariés constitue une infraction auxdispositions légales?3. Un officier de l’état civil peut-il, à l’extrêmerigueur, invoquer des circonstances atténuantes légalespour ne pas appliquer la disposition du Code civil?DO 2007200801298 DO 2007200801298Vraag nr. 35 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Zware verkeersovertredingen. — Alternatieve straffen.Chauffeurs die een zware verkeersovertredingbegaan, krijgen volgens het Belgisch Instituut voor deverkeersveiligheid (BIVV) steeds vaker een alternatievestraf opgelegd.1. Kan u de cijfers geven voor het aantal alternatievestraffen gegeven in 2007?2. Kan u de cijfers geven van 2005, 2006 en 2007verdeeld per arrondissement?3. Wat zijn momenteel de wachttijden voor devormingscursussen?Question n o 35 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Infractions graves au Code de la route. — Peines desubstitution.Selon l’Institut belge pour la Sécurité routière(IBSR), le nombre de peines de substitution infligéesaux chauffeurs ayant commis une infraction grave auCode de la route va toujours croissant.1. Pouvez-vous préciser le nombre de peines desubstitution infligées en 2007?2. Pouvez-vous me communiquer les chiffres de2005, 2006 et 2007 pour chacun des arrondissements?3. Quels sont les délais d’attente actuels pour lescours de formation?DO 2007200801299 DO 2007200801299Vraag nr. 36 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Strafrechtelijke onderzoeken. — Onrechtmatige inbeslagnames.In het kader van strafrechtelijke onderzoekenworden regelmatig zaken (gelden bijvoorbeeld) inbeslag genomen, waarvan nadien blijkt dat dit onrechtmatiggebeurde.1. Op grond van welke motieven kunnen in hetkader van een strafrechtelijk onderzoek roerende enonroerende goederen en waarden in beslag wordengenomen of geblokkeerd, terwijl er nog geen veroordelendvonnis is?2. Hoeveel en van welke bedragen werden in 2005,2006 en 2007 goederen en waarden in beslag genomenQuestion n o 36 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Enquêtes pénales. — Saisies abusives.Dans le cadre d’enquêtes pénales, il arrive souventque des saisies de biens (par exemple de sommesd’argent) se révèlent ensuite avoir été effectuées abusivement.1. Sur la base de quelles motivations peut-il êtreprocédé dans le cadre d’une enquête pénale à la saisieou au blocage de biens et de valeurs mobiliers etimmobiliers alors qu’aucun jugement de condamnationn’a encore été rendu?2. Combien de saisies de biens et de valeurs effectuéesdans le cadre d’enquêtes pénales en 2005, 2006 etKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1232 QRVA 52 01025 - 2 - 2008in het kader van strafrechtelijke onderzoeken, waarvannadien is gebleken dat dit onrechtmatig gebeurde(dus zonder dat de feiten die aanleiding geven tot hetin beslag nemen of blokkeren van bijvoorbeeld rekeningenals bewezen werden beschouwd)?3.a) Werd de Belgische Staat in de gevallen onder punt2 al aangesproken voor betaling van een schadevergoedingtijdens 2005, 2006 en 2007?2007 se sont révélées ensuite avoir été effectuées abusivement(c’est-à-dire sans que les faits ayant motivé lasaisie ou le blocage, notamment, de comptes aient étéconsidérés comme prouvés)? Quel était le montant desbiens et valeurs saisis?3.a) L’État belge s’est-il déjà vu adresser, dans les casrepris au point 2, des demandes d’indemnisationau cours des années 2005, 2006 et 2007?b) Zo ja, in hoeveel gevallen? b) Dans l’affirmative, dans combien de cas?DO 2007200801300 DO 2007200801300Vraag nr. 37 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Verkeersongevallen. — Gerechtelijke arrondissementen.— Verkeersexperten.De federale overheid wil initiatieven opzetten om deduurtijd van de files te beperken. Ik verwijs daarbijnaar het antwoord van de minister van Mobiliteitwaarbij werd gesproken van een draaiboek dat in ontwikkelingzou zijn en van het verlenen van politionelebevoegdheid aan ambulanciers (vraag P1607 van 16november 2006, Integraal Verslag, Kamer, 2006-2007,Plenumvergadering, 16 november 2006, PLEN 241,blz. 24).Één en ander zou moeten leiden tot het vrijmakenvan de weg binnen de twee uur na het ongeval, maarkan evenwel ook gehypothekeerd worden door desnelheid waarmee gerechtelijke experten ter plaatsekomen.Zo werd onlangs in Geraardsbergen vastgesteld datbij een ongeval, de gewestweg N42 gedurende zes uurafgesloten bleef. Naar verluidt had dit te maken methet feit dat de door het parket aangestelde expert vrijlang op zich liet wachten.1. Over hoeveel verkeersexperten beschikken deonderscheiden gerechtelijke arrondissementen (opsommingper arrondissement), die zij kunnen inschakelenbij verkeersongevallen?2. In hoeveel gevallen werden deze experten meteen opdracht gelast in 2004, 2005, 2006 en 2007 (opsommingper arrondissement)?3. Hoeveel experten gaven in voormelde jaren tekennen (en waarom) dat zij niet meer als gerechtelijkexpert wilden aangesteld worden?4. In hoeveel van voormelde gevallen kwamen deaangestelde experten meer dan een half uur en meerdan een uur op de plaats van het ongeval?Question n o 37 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Accidents de roulage. — Arrondissements judiciaires.— Experts.L’autorité fédérale a l’intention de prendre desinitiatives pour réduire les embouteillages. Je me référeraià cet égard à la réponse du ministre de la Mobilitédans laquelle ont été évoqués une procédure quiserait en préparation et l’octroi de compétences policièresaux ambulanciers (question P1607 du 16 novembre2006, Compte rendu intégral, Chambre, 2006-2007, séance plénière, 16 novembre 2006, PLEN 241,page 24).Ces mesures devraient permettre de dégager lachaussée dans un délai de deux heures après un accidentmais pourraient être hypothéquées par le manquede célérité des experts judiciaires se rendant sur place.C’est ainsi qu’il a été constaté récemment à Grammontque, lors d’un accident, la route régionale N42était restée barrée pendant six heures, ce qui aurait étédû au fait que l’expert désigné par le parquet a tardé àarriver sur les lieux.1. Combien d’experts les arrondissements judiciairesrespectifs peuvent-ils solliciter lors d’accidents deroulage (veuillez fournir une énumération par arrondissement)?2. Dans combien de cas ces experts ont-ils été chargésd’une mission en 2004, 2005, 2006 et 2007 (veuillezfournir une énumération par arrondissement)?3. Combien d’experts ont-ils fait savoir au coursdes années susmentionnées qu’ils ne souhaitaient plusêtre désignés comme expert judiciaire? Pour quellesraisons?4. Dans combien des cas précités les experts désignéssont-ils arrivés sur les lieux de l’accident plusd’une demi-heure et plus d’une heure après sa survenue?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 123325 - 2 - 20085. Hoeveel bedraagt de totaaluitgave voor de aanstellingvan dergelijke experten tijdens de voormeldejaren?5. À combien s’est monté le total des dépenses engagéespour pourvoir à la désignation de ces experts aucours des années susmentionnées?DO 2007200801301 DO 2007200801301Vraag nr. 38 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Verzoeken tot eerherstel.Artikel 621 en volgende van het Wetboek van strafvorderingstellen dat bepaalde veroordeelden in eer enrechten kunnen hersteld worden. Het eerherstel is uiteindelijkeen rechterlijke beslissing en maakt een eindeaan de gevolgen van een veroordeling. De proceduredient echter door de veroordeelde zelf in gang teworden gezet.1. Hoeveel verzoeken tot eerherstel (per gerechtelijkarrondissement) werden er in 2004, 2005 en 2006 ingedienden hoeveel ervan werden er ingewilligd?2. Wat was in 2004, 2005 en 2006 de gemiddeldeduurtijd (per gerechtelijk arrondissement) tussen hetindienen van een verzoek tot eerherstel en de uitspraakervan?3.a) Is het mogelijk maatregelen te nemen om de uitspraak,na het indienen van de vraag tot eerherstel,sneller te bekomen?b) Zo ja, hoe en denkt u eraan om dit te doen teneindeveroordeelden vlugger zekerheid te gevenomtrent hun situatie?4. Heeft u voor de nabije toekomst nog (andere)plannen om (de procedure van) het eerherstel aan tepassen?Question n o 38 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Demandes en réhabilitation.Les articles 621 et suivants du Code d’instructioncriminelle stipulent que certains condamnés peuventêtre réhabilités. La réhabilitation est une décision judiciairequi met fin aux effets d’une condamnation. Laprocédure doit toutefois être initiée par le condamnélui-même.1. Combien de demandes en réhabilitation (pararrondissement judiciaire) ont-elles été déposées en2004, 2005 et 2006 et combien ont-elles débouché surune décision favorable?2. En 2004, 2005 et 2006, quel était le délai moyen(par arrondissement judiciaire) entre l’introductiond’une demande en réhabilitation et la décision?3.a) Des mesures pourraient-elles être prises afin que ladécision intervienne plus rapidement aprèsl’introduction d’une demande en réhabilitation?b) Dans l’affirmative, de quelle manière comptezvousprocéder afin que les condamnés sachent plusrapidement à quoi s’en tenir à propos de leur situation?4. Dans un avenir proche, envisagez-vous encored’autres mesures sur le plan de l’adaptation de la(procédure de) réhabilitation?DO 2007200801302 DO 2007200801302Vraag nr. 39 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Slachtoffers van oplichting via advertenties in kranten,tijdschriften of internet.Advertenties in kranten, tijdschriften of pop ups ophet internet die u rijkdom en succes beloven; iedereenheeft ze wel al eens gezien. Bij veel van deze zaken is erechter sprake van oplichting die internationaal georchestreerdkan zijn.Question n o 39 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Victimes d’escroqueries par le biais d’annonces dansles journaux et les magazines ou sur l’internet.Chacun a déjà vu les annonces publiées dans lesjournaux et les magazines ou les pop-up sur l’internetqui vous garantissent la richesse et le succès. Pour laplupart d’entre elles, il s’agit toutefois d’escroqueriesqui sont parfois orchestrées au niveau international.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1234 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Goedgelovige burgers voelen zich aangesprokendoor potentieel grote winsten en een verhoogde statusin onze maatschappij. Ze spenderen daarom vaakgrote geldbedragen aan deze fraudeurs, in de hoop deslag van hun leven te slaan.De oplichters slagen er zo in groot geld binnen tehalen om dan met de noorderzon te verdwijnen. Degedupeerden kloppen dan vaak, maar niet altijd(vanwege de schaamte voor hun goedgelovigheid), aanbij de (federale) politie.1. Hoeveel slachtoffers van oplichting meldden zichin de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007 bij de federalepolitie, naargelang het ging om:Des citoyens crédules sont attirés par des gainspotentiellement élevés et un meilleur statut social. Ilsdépensent dès lors souvent des sommes considérablesen répondant aux offres de ces fraudeurs, dans l’espoirde réaliser l’affaire de leur vie.Les escrocs parviennent ainsi à amasser des sommesd’argent considérables et disparaissent ensuite dans lanature. Les personnes dupées se présentent alorssouvent, mais pas systématiquement (parce qu’ellesont honte de leur crédulité), à la police (fédérale).1. Combien de victimes d’escroqueries se sont-ellesprésentées à la police fédérale en 2004, en 2005, en2006 et en 2007, pour les cas suivants:a) advertentie(s) in de krant(en); a) annonce(s) publiée(s) dans un ou plusieurs journaux;b) advertentie(s) in (een) tijdschrift(en); b) annonce(s) publiée(s) dans un ou plusieurs magazines;c) een «aanbieding» op internet? c) une «offre» sur l’internet?2. Zijn er cijfers bekend over het (totale) bedrag dathet aantal gedupeerden die aangifte bij de politiededen, in 2004, 2005, 2006 en 2007 aan dergelijke fraudeursspendeerden?3. Hoeveel dergelijke oplichters werden er in diezelfdejaren bij de kraag gevat en om welke gevallenvan oplichting ging het daarbij?4.a) Lopen er op dit moment sensibilisatiecampagnesom mensen voor dergelijke oplichters te waarschuwenen wordt daarbij eventueel samengewerkt metandere collega-ministers?b) Komen er in de nabije toekomst nog nieuweacties?2. Dispose-t-on de chiffres quant au montant (total)que les personnes dupées qui ont déposé plainte à lapolice ont versé en 2004, en 2005, en 2006 et en 2007 àde tels fraudeurs?3. Combien de ces escrocs ont-ils été arrêtés aucours de ces années et de quels types d’escroqueries’agissait-il?4.a) Des campagnes de sensibilisation sont-elles actuellementen cours pour avertir les gens de l’existencede telles pratiques et collaborez-vous, le caséchéant, avec d’autres collègues?b) De nouvelles actions seront-elles lancées prochainement?DO 2007200801303 DO 2007200801303Vraag nr. 40 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Niet respecteren van de verkeersregels betreffende hetgebruik van de vrije busstrook. — Verkeersongevallentussen personenauto’s.Het algemeen reglement op de politie van het wegverkeerbepaalt dat op een rijbaan met het verkeersbordF17, de rijstrook die afgebakend is met de bredeonderbroken strepen en waarin het woord «BUS» isaangebracht, voorbehouden is aan voertuigen vangeregelde openbare diensten voor gemeenschappelijkvervoer en aan voertuigen bestemd voor het ophalenvan leerlingen.Question n o 40 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Non-respect des règles de circulation relatives àl’utilisation de la bande réservée aux autobus. —Accidents impliquant des voitures.Le règlement général sur la police de la circulationroutière dispose que sur une chaussée pourvue dupanneau F17, la bande de circulation délimitée par delarges traits discontinus et dans laquelle est inscrit lemot «BUS» est réservée aux véhicules des servicespublics réguliers de transport en commun et aux véhiculesaffectés au ramassage scolaire.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 123525 - 2 - 2008De prioritaire voertuigen mogen in deze rijstrokenrijden wanneer hun dringende opdracht het rechtvaardigt,en taxi’s mogen deze strook eveneens volgen.Personenwagens daarentegen zijn slechts toegelatenom van richting te veranderen.Geregeld wordt vastgesteld dat autobestuurders diehet filerijden in de aangrenzende rijstrook beu zijn,zich begeven op deze vrije busstroken en met dezeovertreding de vlotte doorstroming van het openbaarvervoer belemmeren.Meer nog, van de autobestuurder die op een busvakrijdt wordt verondersteld dat hij op een kruispunt vanrichting (naar rechts) verandert en niet mee het doorgaandverkeer volgt. Met gevaarlijke verkeerssituatiestot gevolg.1. Hoeveel verkeersongevallen tussen personenauto’shebben in 2004, 2005 en 2006 plaatsgehadwegens het niet respecteren van de verkeersregelsbetreffende het gebruik van de vrije busstrook?2. Hoeveel overtredingen op het misbruiken van devrije busstrook werden er in 2004, 2005 en 2006 vastgesteld:Les véhicules prioritaires peuvent circuler sur cesbandes de circulation lorsqu’une mission urgente lejustifie et les taxis peuvent également s’y engager.En revanche, les voitures ne peuvent y circuler quepour changer de direction.On constate régulièrement que des automobilistes,qui en ont assez d’être bloqués dans la file sur la bandede circulation contiguë, empruntent ces voies réservéesaux autobus et entravent, en commettant cette infraction,le passage des véhicules des transports encommun.Qui plus est, l’automobiliste qui circule dans lecouloir réservé aux autobus est supposé changer dedirection (à droite) et ne pas suivre le trafic de transitdans un carrefour, ce qui est de nature à donner lieu àdes situations dangereuses.1. Combien d’accidents entre voitures se sontproduits en 2004, en 2005 et en 2006 en raison du nonrespectdes règles de la circulation relatives àl’utilisation de la bande réservée aux autobus?2. Combien d’infractions pour usage abusif de labande réservée aux autobus ont été constatées en 2004,en 2005 et en 2006:a) op gewestwegen; a) sur les routes régionales;b) in de stedelijke agglomeraties? b) dans les agglomérations urbaines?DO 2007200801305 DO 2007200801305Vraag nr. 42 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Vervolgingsbeleid voor stedenbouwmisdrijven. —Procureurs-generaal. — Algemene richtlijnen voorgans België.Er worden bij de parketten in België driemaal meervaststellingen van stedenbouwmisdrijven in Vlaanderendan in Wallonië genoteerd, zo blijkt uit cijfers vande gegevensbank van het College van procureursgeneraal.Één van de mogelijke verklaringen voor ditverschil is het feit dat het stedenbouwkundig beleid isgeregionaliseerd. Dit betekent dat op dit vlak voorVlaanderen een andere wetgeving geldt dan voorWallonië.De verschillende wetgeving is echter geen verklaringvoor het feit dat in Vlaanderen slechts eenderde van dezaken die bij de parketten binnenkomen, wordt geseponeerdterwijl dat in Wallonië tweederde bedraagt.1. Is het mogelijk dat de procureurs-generaal algemenerichtlijnen uitschrijven wat betreft het vervolgingsbeleidvoor stedenbouwmisdrijven voor gansBelgië?Question n o 42 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:La politique des poursuites d’infractions urbanistiques.— Procureurs généraux. — Directives généralespour l’ensemble de la Belgique.Il ressort des statistiques de la banque de données ducollège des procureurs généraux que les parquets deFlandre enregistrent trois fois plus de constatsd’infractions urbanistiques que les parquets de Wallonie.Une des explications possibles de cette différenceréside dans la régionalisation de la politiqued’urbanisme, qui a débouché sur la mise en place delégislations différentes en Flandre et en Wallonie.Cette différence de législation n’explique cependantpas qu’en Flandre, seulement un tiers des dossierstransmis aux parquets sont classés sans suite, tandisqu’en Wallonie, cette proportion est de deux tiers.1. Serait-il possible que les procureurs générauxélaborent des directives générales relatives à la politiquedes poursuites d’infractions urbanistiques quisoient applicables à toute la Belgique?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1236 QRVA 52 01025 - 2 - 20082.a) Acht u het, rekening gehouden met de geregionaliseerdewetgeving, niet opportuun om dit te doenom zo het vervolgingsbeleid eenvormig te makenvoor gans België?2.a) Compte tenu de la régionalisation de la législation,n’estimez-vous pas que cette démarche seraitopportune afin d’uniformiser la politique despoursuites au niveau de la Belgique ?b) Zo ja, tegen wanneer overweegt u dit te doen? b) Dans l’affirmative, quand envisagez-vousl’élaboration de ces directives?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi?DO 2007200801306 DO 2007200801306Vraag nr. 43 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Collectieve schuldenregeling. — Beslagrechter. —Gerechtelijke procedure.De wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieveschuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uitde hand van de in beslag genomen onroerende goederenvoorziet in een globale regeling voor alle schuldenvan personen met een overmatige schuldenlast. Hetgaat om een gerechtelijke procedure die wordt toevertrouwdaan de beslagrechter. De vordering tot collectieveschuldenregeling moet worden ingeleid doormiddel van een verzoekschrift, dat gericht is aan debeslagrechter. Hij oordeelt of het verzoek toelaatbaaris.Zo ja, dan duidt de rechter een schuldbemiddelaaraan, die een aanzuiveringsregeling moet uitwerken.Deze schuldbemiddelaar heeft ook een controletaak envolgt het uitvoeren op van alle maatregelen bepaald inde aanzuiveringsregeling. Zodra de rechter de vorderingheeft aanvaard, zullen de uitvoeringsmaatregelen,zoals beslag en loonsoverdracht, opgeschort worden.Het beheer van de inkomsten en de goederen van deschuldenaar staat van dan af onder toezicht van deschuldbemiddelaar.1. Hoeveel procedures van collectieve schuldenregelingwerden de jongste vijf jaar ingeleid voor debeslagrechter (opsplitsing per jaar en per gerechtelijkarrondissement)?2. Hoeveel van dergelijke procedures werden (invoormelde jaren en opgesplitst per gerechtelijk arrondissement)ab initio of in de loop van de procedureafgewezen op grond van het feit dat de verzoeker zijnonvermogen had bewerkstelligd of zelf door eengebrek aan medewerking en inzet aan de basis lag vande schuldproblematiek?3. In hoeveel van dergelijke procedures werd (invoormelde jaren) in de aanzuiveringsregeling eengedeeltelijke kwijtschelding van schulden toegestaan?Question n o 43 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Règlement collectif de dettes. — Juge des saisies. —Procédure judiciaire.La loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectifde dettes et à la possibilité de vente de gré à gré desbiens immeubles saisis prévoit un règlement global del’ensemble des dettes des personnes surendettées. Ils’agit d’une procédure judiciaire confiée au juge dessaisies. La demande de règlement collectif de dettesdoit être introduite au moyen d’une requête adresséeau juge des saisies qui décide si celle-ci est admissible.Si tel est le cas, le juge désigne un médiateur dedettes chargé d’élaborer un plan de règlement. Cemédiateur est également investi d’une mission decontrôle et assure le suivi de l’application del’ensemble des mesures définies dans le plan de règlement.Dès que le juge a accepté la requête, les mesuresd’exécution, telles que la saisie et la cession de rémunération,sont ajournées. À partir de ce moment, lagestion des revenus et des biens du débiteur est placéesous la surveillance d’un médiateur de dettes.1. Combien de procédures de règlement collectif dedettes ont été introduites devant le juge des saisies aucours des cinq dernières années (par année et pararrondissement judiciaire)?2. Combien de ces procédures ont été rejetées (aucours des années susmentionnées et par arrondissementjudiciaire) ab initio ou au cours de la procéduresur la base du fait que le requérant avait causé soninsolvabilité ou qu’il était lui-même à l’origine duproblème d’endettement par manque de collaborationet d’engagement?3. Dans combien de ces procédures (au cours desannées susmentionnées) le plan de règlement a-t-ilautorisé une remise partielle de dettes?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 123725 - 2 - 20084. De kwijtschelding van schulden is slechts definitiefverworven zo de gerechtelijke aanzuiveringsregelingvolledig werd nageleefd.In hoeveel gevallen (in voormelde jaren en opgesplitstper gerechtelijk arrondissement) van bedrogwerd de regeling door de rechter ingetrokken enkonden de schuldeisers hun oorspronkelijke vorderingvolledig hernemen?4. La remise de dettes n’est acquise définitivementqu’à condition que le plan de règlement judiciaire soitentièrement respecté.Dans combien de cas de fraude (au cours des annéessusmentionnées et par arrondissement judiciaire) lejuge a-t-il annulé le règlement et les créanciers ont-ilspu faire valoir à nouveau leur requête initiale?DO 2007200801307 DO 2007200801307Vraag nr. 44 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Inbeslagname van goederen. — Deurwaarders. —Incidenten.De inbeslagname van goederen is altijd een pijnlijkezaak. Regelmatig verschijnen in de kranten berichtenvan mensen die deurwaarders fysiek aanvallen of dieop een «creatieve» manier zich van hun goederen ontdoen.1. Hoeveel inbeslagnames vonden plaats in 2004,2005 en 2006?2. Hoeveel incidenten deden zich in 2004, 2005 en2006 voor tijdens de inbeslagneming van goederen?3. Hoe vaak werd tijdens deze periode een deurwaarderfysiek bedreigd?4. Hoeveel deurwaarders moesten ten gevolge vandeze bedreigingen worden gehospitaliseerd?5. Wat zijn de andere incidenten waarmee mentijdens de inbeslagneming werd geconfronteerd?Question n o 44 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Saisie de biens. — Huissiers. — Incidents.La saisie de biens constitue toujours une mesurepénible. La presse publie régulièrement des articlesconcernant des personnes qui ont agresssé physiquementdes huissiers ou qui se débarrassent de leursbiens de manière «créative».1. Combien de saisies ont été effectuées en 2004, en2005 et en 2006?2. Combien d’incidents se sont produits en 2004, en2005 et en 2006 lors de la saisie de biens?3. À combien de reprises un huissier a-t-il étémenacé physiquement pendant cette période?4. Combien d’huissiers ont dû être hospitalisés à lasuite de menaces?5. Quels autres incidents se sont produits lors desaisies?DO 2007200801372 DO 2007200801372Vraag nr. 45 van de heer Jan Mortelmans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:NMBS. — Enquêteurs. — Privacy.NMBS-personeel, te herkennen aan gele veiligheidsvestjes,mengen zich in de treinstellen tussen de treinreizigers,observeren de treinreizigers en vullen ondertussenblijkbaar een enquêteformulier in, dit alles zonderook maar een vraag te stellen, zich kenbaar temaken of het doel van hun observatie te laten wetenaan de reizigers.Stelt deze handelwijze van de NMBS-enquêteursgeen probleem met de wettelijke regels aangaande deprivacy?Question n o 45 de M. Jan Mortelmans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:SNCB. — Enquêteurs. — Protection de la vie privée.Des membres du personnel de la SNCB, reconnaissablesà leur vestes de securité jaunes, se mêlent parfoisaux voyageurs à bord des trains. Ils observent les voyageurset semblent remplir un formulaire d’enquête,tout ceci sans poser la moindre question, sanss’identifier ou expliquer aux voyageurs le but de leursagissements.Cette manière de procéder des enquêteurs de laSNCB ne pose-t-elle pas un problème sur le plan de lalégislation en matière de protection de la vie privée?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1238 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801388 DO 2007200801388Vraag nr. 46 van de heer Bart Laeremans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Brusselse magistratuur. — Taalexamens. — Slaagpercentages.Graag had ik de slaagpercentages gekend voor detaalexamens voor de Brusselse magistratuur voor dejaren 2005, 2006 en 2007.1. Kan u per jaar meedelen hoeveel kandidatenslaagden voor het examen elementair Frans en gevorderdFrans?2. Hoeveel kandidaten waren er voor deze tweeexamens respectievelijk niet geslaagd?3. Graag dezelfde cijfers voor het elementaireexamen Nederlands en het gevorderd examen Nederlands.Question n o 46 de M. Bart Laeremans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Magistrature à Bruxelles. — Examens linguistiques.— Pourcentages de réussite.Il me plairait de connaître les pourcentages de réussitedans le cadre des examens linguistiques organiséspour la magistature à Bruxelles au cours des années2005, 2006 et 2007.1. Combien de candidats, par année, ont-ils réussil’examen de français élémentaire et celui de françaisavancé?2. Combien de candidats n’ont pas réussi?3. Pourriez-vous me fournir les mêmes chiffres pourles examens de néerlandais élémentaire et de néerlandaisavancé?DO 2007200801394 DO 2007200801394Vraag nr. 47 van de heer Bart Laeremans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Hof van beroep van Brussel en het arbeidshof. —Naleving taalwetgeving.Om te weten in welke mate de taalwetgeving werden wordt nageleefd bij het hof van beroep van Brusselen het arbeidshof rijzen volgende vragen.1. Wat is het actuele aantal magistraten bij het hofvan beroep van Brussel en het arbeidshof?2. Hoeveel van deze mensen hebben een Nederlandstaligdiploma en hoeveel een Franstalig?3.a) Kan u voor elk van deze beide categorieën meedelenhoeveel mensen er slaagden in het examen vankennis van de andere landstaal?b) Kan daarbij tevens worden aangegeven hoeveelvan hen er sinds de wetswijziging slaagden voorhet examen elementair Frans of Nederlands danwel gevorderd Frans of Nederlands?Question n o 47 de M. Bart Laeremans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Cour d’appel et cour du travail de Bruxelles. — Respectde la législation linguistique.Afin de pouvoir déterminer dans quelle mesure lalégislation linguistique a été et est respectée auprès dela cour d’appel et de la cour du travail de Bruxelles, jesouhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.1. Combien de magistrats sont actuellement occupésauprès de la cour d’appel et de la cour du travail deBruxelles?2. Combien de ces magistrats sont en possessiond’un diplôme rédigé en langue française et combien enlangue néerlandaise?3.a) Pouvez-vous préciser pour chacune de ces catégoriescombien de magistrats ont réussi l’examenrelatif à la connaissance de la deuxième languenationale?b) Pouvez-vous également indiquer combien de cesmagistrats ont réussi l’examen relatif à la connaissanceélémentaire de la langue française ounéerlandaise et celui relatif à la connaissanceapprofondie de la langue française ou néerlandaise,depuis la modification de la loi?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 123925 - 2 - 2008DO 2007200801395 DO 2007200801395Vraag nr. 48 van de heer Bart Laeremans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Brusselse magistratuur. — Naleving taalwetgeving.Om te weten in welke mate de taalwetgeving werden wordt nageleefd bij de Brusselse magistratuur rijzenvolgende vragen.1. Wat is het actuele aantal magistraten bij hetBrussels parket en bij het parket-generaal?2. Hoeveel van deze mensen hebben een vast statuuten hoeveel hebben er een statuut van toegevoegdmagistraat?3. Hoeveel van deze mensen hebben een Nederlandstaligdiploma en hoeveel een Franstalig?4.a) Kan u voor elk van deze categorieën meedelenhoeveel mensen er slaagden in het examen vankennis van de andere landstaal?b) Kan daarbij tevens worden aangegeven hoeveelvan hen er sinds de wetswijziging slaagden voorhet examen elementair Frans of Nederlands danwel gevorderd Frans of Nederlands?Question n o 48 de M. Bart Laeremans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Magistrature bruxelloise. — Respect de la législationlinguistique.Afin de pouvoir déterminer dans quelle mesure lalégislation linguistique a été et est respectée auprès dela magistrature bruxelloise, je souhaiterais obtenir uneréponse aux questions suivantes.1. Combien de magistrats sont actuellement occupésau parquet et au parquet général de Bruxelles?2. Combien de ces magistrats bénéficient d’unstatut fixe et combien ont un statut de magistrat decomplément?3. Combien de ces magistrats sont en possessiond’un diplôme rédigé en langue française et combien enlangue néerlandaise?4.a) Pouvez-vous préciser pour chacune de ces catégoriescombien de magistrats ont réussi l’examenrelatif à la connaissance de la deuxième languenationale?b) Pouvez-vous également indiquer combien de cesmagistrats ont réussi l’examen relatif à la connaissanceélémentaire de la langue française ounéerlandaise et celui relatif à la connaissanceapprofondie de la langue française ou néerlandaise,depuis la modification de la loi?DO 2007200801396 DO 2007200801396Vraag nr. 49 van de heer Bart Laeremans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Parketmagistraten. — Vacatures.Eind 2006 waren er bij het parket van Gent acht legeplaatsen op een kader van 34 substituten. Ook elderswaren er toen heel wat problemen om de vacatures opte vullen bij de parketten.Graag had ik vernomen wat de evolutie is sindsdien.Kan u voor 1 januari 2007 en 1 januari 2008 pergerechtelijk arrondissement en per ressort het aantalvacatures voor parketmagistraten meedelen en hetactuele kader?Question n o 49 de M. Bart Laeremans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Magistrats du parquet. — Emplois vacants.Fin 2006, le parquet de Gand comptait huit emploisvacants sur un cadre de 34 substituts. D’autresparquets éprouvaient à l’époque également beaucoupde difficultés pour remplir leur cadre.Il me plairait de connaître l’évolution de la situationdepuis lors?Pourriez-vous me fournir, en ce qui concerne lasituation au 1 er janvier 2007 et au 1 er janvier 2008, leschiffres relatifs au nombre d’emplois vacants de magistratde parquet, par arrondissement judiciaire et parressort, ainsi que les chiffres du cadre?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1240 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801402 DO 2007200801402Vraag nr. 50 van mevrouw Hilde Vautmans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Verkiezingen. — Opkomstplicht. — Inbreuken.De verkiezingen liggen weer enkele maanden achterons. Ook deze keer was er nog een opkomstplicht.1. Hoeveel inbreuken op de opkomstplicht zijn erper verkiezing sinds 2003 geweest?Question n o 50 de M me Hilde Vautmans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Élections. — Obligation de vote. — Infractions.Quelques mois se sont écoulés depuis les dernièresélections à l’occasion desquelles l’obligation de voteétait de rigueur, comme à l’accoutumée.1. Combien d’infractions à l’obligation de vote ontellesété commises par scrutin électoral depuis 2003?2. Hoe vaak leidde dit tot een veroordeling? 2. Combien de ces infractions ont donné lieu à unecondamnation?3. Hoe vaak leidde dit tot een sanctie? 3. Combien de ces infractions ont entraîné unesanction?4. Wat was de aard van de gegeven sancties? 4. Quelle était la nature des sanctions infligées?DO 2007200801412 DO 2007200801412Vraag nr. 51 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Uitvoerend beslag. — Beslagbescherming.Overgaan tot het leggen van uitvoerend beslag is datde schuldenaar nog slechts tijdelijk in het bezit blijftvan de beslagen goederen waarna de gerechtsdeurwaarderde goederen ophaalt en verkoopt.Artikel 55 van de wet van 7 november 1987 waarbijvoorlopige kredieten worden geopend voor de begrotingsjaren1987 en 1988 en houdende financiële endiverse bepalingen, bepaalt dat behoudens bij al danniet vroegtijdige opneming of vereffening van de overeenkomstigartikel 72 van het Wetboek van de inkomstenbelastingengevormde spaartegoeden, pensioenen,renten of kapitalen, geen uitvoerend beslag kanworden gelegd noch op de activa waaruit de collectieveof individuele spaarrekeningen zijn samengesteld,noch op de dekkingswaarden van de technischereserves met betrekking tot de spaarverzekering.Deze regeling zorgt voor problemen wanneer detitularis van bijvoorbeeld een individuele pensioenspaarrekeningbij het bereiken van de pensioengerechtigdeleeftijd zijn tegoed niet opvraagt. Zolang hetpensioensparen duurt, kan er immers geen uitvoerendbeslag gelegd worden op de tegoeden. Ondanks de uitvoerbaretitel, kunnen schuldeisers van de titularis vande rekening dan niets aanvangen.Uit een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg teBrussel van 29 november 1999 (RW 2000-01, 135, nootVrielynck) blijkt evenwel dat een dergelijk uitvoerendQuestion n o 51 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Saisie-exécution. — Protection contre la saisie.Dans le cadre d’une saisie-exécution, le débiteur neconserve la possession des biens saisis que temporairement,jusqu’à ce que l’huissier procède à leur enlèvementet à leur vente.L’article 55 de la loi du 7 novembre 1987 ouvrantdes crédits provisoires pour les années budgétaires1987 et 1988 et portant des dispositions financières etdiverses stipule que «sauf en cas de prélèvement ou deliquidation, anticipé ou non, de l’épargne, despensions, rentes ou capitaux constitués conformémentà l’article 72 du Code des impôts sur les revenus,aucune saisie-exécution ne peut être pratiquée, ni surles actifs composant les comptes d’épargne collectifsou individuels ni sur les valeurs représentatives desréserves techniques relatives à l’assurance-épargne.»Ce règlement engendre des problèmes lorsque letitulaire, par exemple, d’un compte-épargne individuel,ne réclame pas son dû au moment où il atteintl’âge de retraite. Tant que l’épargne-pension se poursuit,les avoirs ne peuvent en effet faire l’objet d’unesaisie-exécution. Dans ce cas, même lorsqu’ils sont enpossession d’un titre exécutoire, les créanciers du titulairedu compte ne disposent d’aucune possibilitéd’action.Il ressort toutefois d’un jugement du tribunal depremière instance de Bruxelles du 29 novembre 1999(RW 2000-01, 135, note Vrielynck) qu’une telle saisie-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 124125 - 2 - 2008beslag toch zou mogelijk zijn wanneer de gerechtigde,bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd,nalaat om de tegoeden van de pensioenspaarrekeningop te vragen. De schuldeisers van de titularisschuldenaarkunnen dan een zijdelingse vordering instellenen in naam en voor rekening van de schuldenaarde tegoeden opvragen.Deze uitspraak verschaft echter geen zekerheid aanschuldeisers in soortgelijke situaties. Het kan ook nietde bedoeling geweest zijn van de wetgever om zulkesituaties in de eerste plaats te laten ontstaan.Vervalt de beslagbescherming die geboden wordt inartikel 55 van de voornoemde wet van 7 november1987 van zodra de titularis van die rekening depensioengerechtigde leeftijd bereikt of blijft dezebescherming gewoon verder lopen na de pensioengerechtigdeleeftijd ondanks het stilzitten van de titularisvan de rekening?exécution pourrait malgré tout être pratiquéelorsqu’au moment où il atteint l’âge de la retraite,l’ayant-droit néglige de réclamer les avoirs de soncompte d’épargne-pension. Dans ce cas, les créanciersdu titulaire-débiteur peuvent introduire une actionoblique et réclamer les avoirs au nom et pour lecompte du débiteur.Ce jugement n’offre toutefois aucune garantie auxcréanciers se trouvant dans ce type de situation, que lelégislateur n’avait au demeurant certainement pasprévue.La protection contre la saisie offerte par l’article 55de la loi précitée du 7 novembre 1987 devient-elleinexistante dès que le titulaire du compte d’épargnepensionévoqué atteint l’âge de la retraite ou persiste-telleaussi après que le titulaire a atteint l’âge de laretraite et en dépit de l’inaction de celui-ci?DO 2007200801417 DO 2007200801417Vraag nr. 52 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Justitie:Homofobe misdrijven. — Gerechtelijke arrondissementen.— Coördinatoren.In het Verenigd Koninkrijk blijkt uit de cijfers datdaders van homofobe misdrijven vaker voor de rechtermoeten verschijnen dan vroeger. In het VerenigdKoninkrijk heeft elk gerechtelijk arrondissement ééncoördinator die zich bezig houdt met homofobe misdrijven.1. Hoe evolueerde het aantal rechtszaken op jaarbasisde afgelopen vijf jaar in ons land?2. Is er een verschillende tendens merkbaar in dedrie regio’s (Vlaanderen, Brussel, Wallonië)?3. Hoeveel rechtszaken betroffen misdrijven tegenhomoseksuelen, respectievelijk lesbische vrouwen entransseksuelen?4. Hoeveel daders van homofobe misdrijvenwerden schuldig bevonden?5. Hoeveel van die daders werden ook effectief veroordeeld?6. Is er ook in ons land één coördinator per gerechtelijkarrondissement aangeduid die zich bezig houdtmet homofobe misdrijven?Question n o 52 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Infractions à caractère homophobe. — Arrondissementsjudiciaires. — Coordinateurs.Les statistiques indiquent qu’au Royaume-Uni, desauteurs d’infractions à caractère homophobe comparaissentdevant un juge plus fréquemment que par lepassé. Au Royaume-Uni, chaque arrondissement judiciairedispose d’un coordinateur chargé des infractionsà caractère homophobe.1. Comment le nombre d’affaires judiciaires a-t-ilévolué annuellement chez nous ces cinq dernièresannées?2. Observe-t-on une évolution différente entre lestrois régions (Flandre, Bruxelles, Wallonie)?3. Combien d’affaires judiciaires concernaient desinfractions commises à l’encontre d’homosexuels,hommes et femmes, et de transsexuels?4. Combien d’auteurs d’infractions à caractèrehomophobe ont-ils été reconnus coupables?5. Parmi ces auteurs, combien ont été réellementcondamnés?6. A-t-on également désigné dans notre pays uncoordinateur chargé des infractions à caractère homophobedans chaque arrondissement judiciaire?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1242 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801419 DO 2007200801419Vraag nr. 53 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Justitie:Websites. — Aanbod jobs voor thuiswerkers. — Mistoestanden.Er blijken websites te bestaan die jobs aanbiedenaan mensen die thuis iets willen bijverdienen. Evenwelklagen gebruikers van dergelijke websites over eenaantal mistoestanden. Sommige sites zenden aan demensen die hun naam hebben opgegeven een mailwaarin hen wordt gevraagd naar een 0903-lijn te telefoneren.Daar worden de bellers een tijdje aan de lijngehouden om vervolgens hun coördinaten te moetengeven en niets meer te horen. Een contactpersoon,-nummer, of -adres is meestal niet vermeld. De algemeneverkoopsvoorwaarden worden nergens gespecificeerd,een btw-tarief wordt niet vermeld en mensenkunnen dus ook geen factuur aanvragen. Naar anderesites moeten geïnteresseerden een enveloppe sturenmet een aantal priorzegels. Een andere site stuurt eenzogenaamd starterspakket voor een bedrag van 25euro. De aanvrager moet dat pakket dan gewoondoorverkopen aan andere geïnteresseerden.Het kan niet de bedoeling zijn om van bedrijvenvoor thuiswerk veredelde betaallijnen te maken dieuitgerekend mensen die iets willen bijverdienen financieelbenadelen.1. Zijn bedrijven voor thuiswerk die een antwoordapparaatkoppelen aan een 0903-lijn in overtredingmet de wet?Question n o 53 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Sites web. — Offres d’emploi pour travailleurs àdomicile. — Abus.Il semblerait que certains sites web proposent desemplois à des personnes désireuses de gagner unrevenu d’appoint à domicile. Certains visiteurs de cessites se plaignent cependant d’abus. Il arrive ainsi queces personnes, après avoir communiqué leur nom,reçoivent un courriel leur demandant de téléphoner àun numéro 0903. Il est alors demandé aux appelants,qui souvent ont dû patienter pendant quelque tempsdéjà, de fournir leurs coordonnées. Dans la plupart descas, ils n’ont plus de nouvelles par la suite. Sur cessites, il n’y généralement aucune trace d’une personne,d’un numéro ou d’une adresse de contact. Les conditionsgénérales de vente ne sont nulle part précisées, letaux de TVA n’est pas mentionné et ces personnes nepeuvent donc pas demander de facture. D’autres sitesdemandent aux personnes intéressées d’envoyer quelquestimbres prior sous enveloppe. Un autre siteenvoie, contre paiement d’un montant de 25 euros, unkit de départ aux personnes intéressées, leur demandanttout simplement de le revendre à d’autres intéressés.Il ne saurait être question de permettre à ces entreprisesde travail à domicile de fonctionner comme deslignes payantes déguisées, portant ainsi un préjudicefinancier à des personnes qui souhaitent gagner unrevenu d’appoint.1. La connexion d’un répondeur automatique à uneligne 0903 par une entreprise de travail à domicileconstitue-t-elle une infraction?2. Welke sancties kunnen ze daarvoor oplopen? 2. De quelles sanctions ces entreprises sont-ellespassibles?3. Worden dergelijke toestanden door de overheidgecontroleerd?4. Zo ja, hoeveel inbreuken werden de jongste tweejaar geconstateerd en hoeveel sancties werden opgelegd?5. Zo neen, overweegt u een initiatief te nemen ompaal en perk te stellen aan deze oplichting?6. Zijn dergelijke websites verplicht een contactpersoon,-nummer of -adres te vermelden?7. Moeten dergelijke websites de algemene verkoopsvoorwaardenspecificeren en een btw-tarief vermelden?3. Ces activités sont-elles contrôlées par les autorités?4. Dans l’affirmative, combien d’infractions ont étéconstatées au cours des deux dernières années etcombien de sanctions ont été infligées?5. Dans la négative, envisagez-vous de prendre desinitiatives pour mettre fin à ce type d’arnaque?6. Des sites web de ce type sont-ils tenus dementionner une personne, un numéro ou une adressede contact?7. Les conditions générales de vente et le taux deTVA applicable doivent-ils figurer sur ces sites?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 124325 - 2 - 2008DO 2007200801421 DO 2007200801421Vraag nr. 54 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Justitie:Erkenning en invoering van wettelijke regelingen voorhet samenleven van koppels van gelijk geslacht. —Initiatieven op EU-vlak.Samen met Nederland, Spanje en het VerenigdKoninkrijk is België één van de EU-lidstaten waar hethuwelijk voor personen van hetzelfde geslacht is ingevoerd.Sinds 1 oktober 2004 is in België ook het probleemopgelost aangaande de erkenning van eenhomohuwelijk tussen een Belgische en een buitenlandsepartner.Omdat het homohuwelijk in de meeste andere (nog)niet is erkend, blijft er internationaal een probleembestaan inzake de erkenning en het toestaan vanhomohuwelijken. Daarom zou België samen met deandere EU-lidstaten waar het homohuwelijk welerkend is, op Europees en internationaal niveau hetvoortouw kunnen nemen om te pleiten voor een erkenningen invoering van een wettelijke regeling voor hetsamenleven van koppels van gelijk geslacht.1. Heeft u op EU-vlak of andere internationale forareeds initiatieven genomen om:a) de regeling zoals die in België bestaat inzake hethomohuwelijk uit te leggen aan andere lidstaten;b) te pleiten voor de erkenning en invoering van eenwettelijke regeling voor het samenleven van koppelsvan gelijk geslacht?2. Overweegt u in de nabije toekomst overleg aan teknopen met Nederland, Spanje en het VerenigdKoninkrijk om in EU-verband het voortouw te nemenom te pleiten voor een erkenning en invoering van eenwettelijke regeling voor het samenleven van koppelsvan gelijk geslacht?Question n o 54 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Reconnaissance et instauration de régimes légaux devie commune des couples homosexuels . — Initiativesau niveau européen.La Belgique est, avec les Pays-Bas, l’Espagne et leRoyaume-Uni, un des États membres de l’UE où lemariage de personnes de même sexe est désormaisreconnu. Depuis le 1 er octobre 2004, la Belgique aégalement résolu le problème de la reconnaissanced’un mariage homosexuel entre un citoyen belge et unpartenaire étranger.Étant donné que le mariage homosexuel n’est pas(encore) reconnu dans la plupart des autres pays, unproblème subsiste au niveau international en ce quiconcerne la reconnaissance et l’autorisation des mariageshomosexuels. La Belgique pourrait dès lors, encollaboration avec les autres États membres où lemariage homosexuel est également reconnu, prendrel’initiative au niveau européen et international et plaideren faveur de la reconnaissance et de l’instaurationd’un régime légal de vie commune des couples homosexuels.1. Avez-vous déjà pris des initiatives au niveaueuropéen ou au sein d’autres forums internationaux envue de:a) présenter à d’autres États membres le régimeadopté par la Belgique en matière de mariagehomosexuel;b) plaider en faveur de la reconnaissance et del’instauration d’un régime légal de vie communedes couples homosexuels?2. Envisagez-vous, dans un avenir proche, de menerune concertation avec les Pays-Bas, l’Espagne et leRoyaume-Uni dans le but de prendre l’initiative auniveau de l’UE et de plaider ensemble pour la reconnaissanceet l’instauration d’un régime légal de viecommune des couples homosexuels?DO 2007200801422 DO 2007200801422Vraag nr. 55 van de heer Bart Laeremans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Hof van Cassatie. — Taalwetgeving.1. Kan u zowel voor de Nederlandstalige als deFranstalige parketmagistraten en voor de respectievelijkeraadsheren bij het Hof van Cassatie meedelenQuestion n o 55 de M. Bart Laeremans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Cour de cassation. — Législation relative à l’emploides langues.1. Pouvez-vous me faire savoir combien de magistratsdu parquet néerlandophones et francophones etcombien de conseillers à la Cour de cassation ontKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1244 QRVA 52 01025 - 2 - 2008hoeveel van deze mensen het examen van kennis vande andere landstaal aflegden?2. Kan daarbij tevens worden aangegeven hoeveelvan hen er sinds de wetswijziging slaagden voor hetexamen elementair Frans of Nederlands dan welgevorderd Frans of Nederlands?présenté l’examen de connaissance de l’autre languenationale?2. Pouvez-vous aussi préciser combien ont réussil’examen de français ou de néerlandais élémentaire ouavancé depuis la modification de la loi?DO 2007200801424 DO 2007200801424Vraag nr. 56 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Justitie:Posten van beledigende boodschappen op fora of ingastenboeken van websites in naam van anderen.Op het internet bestaan verschillende websites dieaan hun bezoekers de mogelijkheid geven om reactieste posten via een zogenaamd «forum» of «gastenboek».Bij het posten van dergelijke boodschappenwordt meestal de naam van de afzender en eventueeldiens e-mailadres gevraagd. Helaas wordt vaakgebruik gemaakt van schuilnamen of onbestaande e-mailadressen. Bovendien posten flauwe grappenmakersbeledigende boodschappen in naam van anderen.Vaak zijn dergelijke boodschappen zo verregaand datde mensen in wier naam die berichtjes werden gepost,machteloos moeten toekijken hoe hun naam of schuilnaamdoor het slijk wordt gehaald.1. Welke bewarende maatregelen worden webmastersverondersteld te treffen om het posten van dergelijkebeledigende boodschappen op fora of in gastenboekenvan websites in naam van anderen te voorkomenof ongedaan te maken?2. Kunnen gedupeerde personen klacht indienentegen onbekenden die in hun naam of schuilnaam beledigendeboodschappen posten op een forum of in eengastenboek van een website?3. Zo ja, welke straffen staan op dergelijke misdrijven?4. Kunnen ook webmasters door de gedupeerdepersonen worden aangeklaagd wegens laster eneerroof?5. Kunnen gedupeerde personen webmasters aanklagenwegens laster en eerroof indien ze zelf enkelonder een pseudoniem boodschappen hebben gepostop een forum of in een gastenboek en anderen onderhun schuilnaam beledigende berichtjes posten?6. Kunnen webmasters bezoekers aanklagen die inhun eigen naam of onder een schuilnaam beledigendeQuestion n o 56 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Publication, au nom d’autrui, de messages injurieuxdans des forums ou des guestbooks de sites web.Il existe sur internet différents sites web qui permettentà leurs visiteurs de publier leurs réactions dans un«forum» ou «guestbook». Les webmestres demandentgénéralement aux personnes qui publient ce typede messages sur leur site de communiquer leur identitéet, le cas échéant, leur adresse électronique. Malheureusement,ces personnes se servent souvent de pseudonymesou d’adresses e-mail fictives. De plus, ilarrive que de mauvais plaisants publient, au nomd’autrui, des messages injurieux. Ce type de messagessont souvent si sophistiqués que les personnes au nomdesquelles ces messages ont été publiés sont totalementimpuissantes lorsqu’elles constatent que leur nom ouleur pseudonyme est utilisé à des fins insultantes.1. Quelles mesures conservatoires les webmestressont-ils censés prendre pour empêcher ou annuler lapublication, au nom d’autrui, de ces messages injurieuxdans les forums ou les guestbooks de leur siteweb?2. Les personnes dupées peuvent-elles déposerplainte contre X pour publication en leur nom — cenom pouvant être le cas échéant un pseudonyme — demessages injurieux dans un forum ou un guestbook desite web?3. Dans l’affirmative, de quelles peines sont passiblesles auteurs de telles infractions?4. Les webmestres des sites concernés peuvent-ilségalement être attaqués en justice pour calomnie etdiffamation par les personnes ainsi dupées?5. Les personnes ainsi dupées peuvent-elles attaqueren justice des webmestres pour calomnie et diffamationsi elles ont elles-mêmes publié, sous pseudonymeuniquement, des messages dans un forum ou un guestbooket que d’autres publient des messages injurieuxsous leur pseudonyme?6. Des webmestres peuvent-ils attaquer en justicedes visiteurs de leur site qui, en leur nom propre ouKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 124525 - 2 - 2008boodschappen aan hun adres posten op een forum ofin een gastenboek van een website?7. Kunnen webmasters klacht indienen tegen onbekendendie in naam of onder een schuilnaam van anderenboodschappen posten op het forum of in hetgastenboek van hun website?sous un pseudonyme, publient des messages injurieuxles concernant dans un forum ou un guestbook de siteweb?7. Des webmestres peuvent-ils déposer plaintecontre X pour avoir, au nom ou sous le peudonymed’autres personnes, publié des messages dans le forumou le guestbook de leur site web?DO 2007200801490 DO 2007200801490Vraag nr. 57 van de heer Bart Laeremans van 22 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Rechtbank van koophandel. — Arbeidsrechtbank. —Rechtbank van eerste aanleg. — Naleving taalwetgeving.Om te weten in welke mate de taalwetgeving werden wordt nageleefd bij de rechtbank van koophandel,de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanlegrijzen volgende vragen.1. Wat is het actuele aantal magistraten bij de rechtbankvan koophandel, de arbeidsrechtbank en derechtbank van eerste aanleg ?2. Hoeveel van deze mensen hebben een vast statuuten hoeveel hebben een statuut als toegevoegd magistraat?3. Hoeveel van deze mensen hebben een Nederlandstaligdiploma en hoeveel een Franstalig?4.a) Kan u voor elke categorie meedelen hoeveelmensen er slaagden in het examen van kennis vande andere landstaal?b) Kan daarbij tevens worden aangegeven hoeveelvan hen er sinds de wetswijziging slaagden voorhet examen elementair Frans of Nederlands danwel gevorderd Frans of Nederlands?Question n o 57 de M. Bart Laeremans du 22 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Tribunal du commerce. — Tribunal du travail. —Tribunal de première instance. — Respect de lalégislation relative à l’emploi des langues.Pour pouvoir déterminer dans quelle mesure lalégislation relative à l’emploi des langues est ou nonrespectée au niveau du tribunal du commerce, dutribunal du travail et du tribunal de première instance,il nous faut disposer des réponses aux questionssuivantes.1. Combien y a-t-il actuellement de magistrats autribunal du commerce, au tribunal du travail et autribunal de première instance?2. Combien de ces magistrats ont un statut définitifet combien ont un statut de magistrat de complément?3. Combien parmi ces magistrats sont titulairesd’un diplôme en néerlandais et combien sont titulairesd’un diplôme en français?4.a) Pouvez-vous nous dire, pour chacune de ces catégories,combien ont réussi l’examen de connaissancede l’autre langue nationale?b) Pouvez-vous également nous dire combien ontréussi l’examen de français ou de néerlandaisélémentaire ou avancé depuis la modification de laloi?DO 2007200801499 DO 2007200801499Vraag nr. 58 van mevrouw Barbara Pas van 23 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Aantal vluchtmisdrijven.1. Hoeveel vluchtmisdrijven werden er geregistreerdin 2005, 2006 en 2007 (opgesplitst per Gewest)?Question n o 58 de M me Barbara Pas du 23 janvier 2008(N.) au ministre de la Justice:Nombre de délits de fuite.1. Combien de délits de fuite ont été enregistrés en2005, 2006 et 2007 (par région)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1246 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. Kan u meedelen (opgesplitst per Gewest) hoeveelongevallen met vluchtmisdrijf er waren in 2005, 2006en 2007 met:a) dodelijke afloop; a) une issue fatale;b) gewonden; b) des blessés;2. Quel était, par région, pour les années 2005, 2006et 2007, le nombre d’accidents avec délit de fuite avec:c) louter materiële schade? c) des dommages uniquement matériels?3. Hoeveel van deze vluchtmisdrijven bleven onopgelost(zelfde opsplitsing als vraag 2)?4.a) Werd reeds een onderzoek gevoerd naar de oorzakenvan het grote aantal vluchtmisdrijven?3. Parmi ces cas de délit de fuite combien n’ont-ilspas pu être résolus (même répartition qu’à la question2)?4.a) Une étude a-t-elle déjà été menée sur les causes dunombre élevé de délits de fuite?b) Zo ja, met welke resultaten? b) Dans l’affirmative, quels en ont été les résultats?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi une telle étude n’a-tellepas encore été réalisée?DO 2007200801504 DO 2007200801504Vraag nr. 60 van de heer Gerolf Annemans van 23 januari2008 (N.) aan de minister van Justitie:Strafprocessen. — Schadevergoedingen. — Nederlandswetsvoorstel.In Nederland buigt de Tweede Kamer zich op ditmoment over een wetsvoorstel tot wijziging van hetWetboek van strafvordering, het Wetboek van strafrechten de Wet Schadefonds geweldmisdrijven ter versterkingvan de positie van het slachtoffer in het strafproces.Het voorstel werd eerder al goedgekeurd in deEerste Kamer.Het voorstel komt voort uit de wenselijkheid omslachtoffers van geweld- en zedenmisdrijven die opgrond van een rechterlijk vonnis aanspraak hebben opeen bedrag ter vergoeding van de schade, in geval vanvertraging bij de inning daarvan, het dan verschuldigdebedrag te laten ontvangen. Het «Schadefondsgeweldmisdrijven» zal belast worden met de uitkering.De doelstelling bestaat erin om slachtoffers van ernstigemisdrijven niet lang(er) op hun door de rechtervastgestelde uitkering te laten wachten. Indien depogingen van het Centraal Justitieel Incassobureau(CJIB) om binnen acht maanden na het onherroepelijkworden van de rechterlijke uitspraak niet of onvoldoenderesultaat hebben opgeleverd, is het volgens deindieners redelijk en verantwoord dat het fonds overgaattot het uitkeren van het toegekende bedrag voorhet gedeelte dat nog niet door het CJIB is geïnd.Ter verduidelijking: het CJIB is een uitvoeringsorganisatievan het ministerie van Justitie en één van zijnopdrachten is het uitvoeren van inningstaken bij onderQuestion n o 60 de M. Gerolf Annemans du 23 janvier2008 (N.) au ministre de la Justice:Procès pénaux. — Indemnités. — Proposition de loinéerlandaise.La Deuxième Chambre néerlandaise examineactuellement une proposition de loi modifiant le Coded’instruction criminelle, le Code pénal et la loi relativeau Fonds d’indemnisation des actes de violence en vuede renforcer la position de la victime dans le procèspénal. La Première Chambre l’avait déjà adoptée antérieurement.Cette proposition résulte de l’opportunité de verserla somme due aux victimes d’actes de violence et defaits de mœurs qui, sur la base d’un jugement pénal,ont droit à un montant d’indemnisation des dégâts encas de retard de la perception de ce montant. Le Fondsd’indemnisation des actes de violence sera chargé duversement. L’objectif est de ne pas postposer (plus)longtemps le versement fixé par le juge en faveur desvictimes de délits graves. Si les tentatives du CentraalJustitieel Incassobureau (CJIB) n’ont produit aucunrésultat ou des résultats insuffisants dans les huit moissuivants l’irrévocabilité d’une décision judiciaire, lesauteurs estiment raisonnable et justifié que le fondsprocède au versement de la partie du montant octroyéque le CJIB n’a pas encore encaissée.Je précise que le CJIB est un organisme d’exécutiondu ministère de la Justice et qu’une de ses missionsconsiste à exécuter les tâches en matière de perception,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 124725 - 2 - 2008andere geldboetevonnissen, transacties en schadevergoedingsmaatregelen.Nadat het Schadefonds de vergoeding heeft uitgekeerdzal de Staat proberen om dat bedrag op de daderte verhalen.De overheid staat dus als het ware borg voor definanciële schade als gevolg van wandaden doorandere individuen.1. Hoe staat u tegenover deze wijze van schadevergoeding?2. Liggen er bij ons ook plannen op tafel om eensoortgelijk systeem uit te werken?notamment pour les amendes, les transactions et lesmesures d’indemnisation.Après le versement des indemnités par le Fondsd’indemnisation, l’État tentera de récupérer cettesomme auprès de l’auteur.Les pouvoirs publics se portent donc garants pour lepréjudice financier résultant de méfaits commis pard’autres individus.1. Que pensez-vous de cette méthode d’indemnisation?2. Des projets ont-ils déjà été mis sur pied dansnotre pays pour élaborer un système similaire?Minister van Ambtenarenzakenen OverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiquesDO 2007200801280 DO 2007200801280Vraag nr. 81 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Infrastructuurinvesteringen tussen 2004 en2007.Het akkoord over de spoorinvesteringen 2004-2007reserveerde 601 miljoen euro voor het GewestelijkExpressnet (GEN). Men voorzag werken in de tunnelSchuman-Josaphat, de bocht Nossegem-Luchthaven,de lijn 161 Watermaal-Bosvoorde-Louvain-la-Neuve,de lijn 124 Eigenbrakel-Ukkel en Eigenbrakel-Nijvelen de lijn 50a Brussel-Denderleeuw. Verder zoudenook een aantal stations en parkings voor bijna 40miljoen euro aangepast worden.1. Hoever staan deze werken? Graag een detaillistischoverzicht per werf (aanvangsdatum, einddatum,kostprijs, enzovoort).2. Hoeveel is er in totaliteit aan deze werken uitgegeven?Question n o 81 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Travaux d’infrastructure entre 2004 et 2007.L’accord sur les investissements ferroviaires 2004-2007 prévoyait d’affecter 601 millions d’euros à laconstruction du Réseau express régional (RER). Leschantiers prévus concernaient le tunnel Schuman-Josaphat, la courbe de Nossegem (raccordement avecl’aéroport), la ligne 161 Watermael-Boitsfort-Louvainla-Neuve,la ligne 124 Braine-l’Alleud-Uccle et Brainel’Alleud-Nivelleset la ligne 50a Bruxelles-Denderleeuw. En outre, un budget de près de 40 millionsd’euros était prévu pour l’aménagement d’uncertain nombre de gares et de parkings.1. Où en sont ces travaux? Pouvez-vous donner unaperçu détaillé par chantier (date de début et de fin,coût, etc.)?2. Quel est le coût total des travaux?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1248 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801281 DO 2007200801281Vraag nr. 82 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Verkoop van treintickets via het internet.Sinds de invoering in 2004 stijgt jaarlijks de verkoopvan treintickets via het internet. Ook andere toepassingeninzake vervoersbewijzen zitten in de lift.1.a) Hoeveel tickets werden er dit jaar reeds verkochtvia het internet?Question n o 82 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Vente de billets de train par internet.Depuis le lancement du système en 2004, la vente debillets de train par internet progresse chaque année.D’autres applications liées aux titres de transportconnaissent également un succès croissant.1.a) Combien de billets de train ont-ils déjà été venduscette année via le site internet de la SNCB?b) Hoeveel% van de totale verkoop houdt dit in? b) Quel pourcentage des ventes totales cela représente-t-il?Graag ook een overzicht per gewest.Pouvez-vous donner un aperçu par région?2. Hoeveel andere verrichtingen, zoals bijvoorbeeldhet verlengen van een abonnement, zijn er in 2007reeds geregistreerd?Graag een algemeen overzicht.3.a) Welke toepassingen zijn tegenwoordig allemaalmogelijk via het internet?b) Worden er in de directe toekomst nog nieuwetoepassingen verwacht?b) Zo ja, dewelke? c) Si oui, lesquelles?2. Combien d’autres opérations pouvant être effectuéespar internet, comme, par exemple, la prolongationd’un abonnement, ont-elles déjà été enregistréesen 2007?Pourriez-vous tracer un tableau global de la situation?3.a) Quelles applications sont actuellement proposéessur le site internet de la SNCB?b) D’autres applications sont-elles prévues dans unavenir immédiat?DO 2007200801283 DO 2007200801283Vraag nr. 83 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinreizen. — Vastgestelde inbreuken. —Meldingen van agressie.De voorbije jaren werden steeds meer mensen,zowel personeel als reiziger, slachtoffer van agressieop de trein. Ook andere inbreuken op de spoorwegreglementeringgingen in stijgende lijn.1. Hoeveel meldingen van agressie op de treinwerden dit jaar reeds gemeld?2. Zijn er bepaalde lijnen waar meer agressie wordtvastgesteld?Graag hierover een overzicht van een top vijf voorVlaanderen en Wallonië.Question n o 83 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Voyages en train. — Infractions constatées.— Agressions signalées.Ces dernières années, un nombre croissant depersonnes, membres du personnel comme voyageurs,ont été victimes d’agressions dans les trains. Les autresinfractions à la réglementation des chemins de fer sesont également multipliées.1. Combien d’agressions dans des trains a-t-on déjàsignalées cette année?2. Les agressions sont-elles plus fréquentes surcertaines lignes ?Pourriez-vous fournir un top cinq pour la Flandre etla Wallonie?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 124925 - 2 - 20083. Hoeveel inbreuken op de hele spoorwegreglementeringwerden vastgesteld?Graag hiervan een overzicht van de verschillendesoorten inbreuken, evenals een overzicht per Gewest.4. Hoeveel inbreuken op «zwartrijden» werdenvastgesteld?Graag hierover een overzicht per gewest.3. Combien dénombre t-on d’infractions à la réglementationdes chemins de fer dans son ensemble?Pourriez-vous fournir un aperçu des différents typesd’infraction, et ce également par région?4. Combien d’infractions du type «resquillage» ontété constatées?Pourriez-vous fournir un aperçu par région?DO 2007200801284 DO 2007200801284Vraag nr. 84 van de heer Bart Tommelein van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Fonds voor Spoorweginfrastructuur. —Activa. — Sites.Het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervormingvan de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuurregelt de oprichting van het Fonds voorSpoorweginfrastructuur. Overeenkomstig artikel 14,§ 1, 1 o , van voornoemd koninklijk besluit draagt deNMBS aan dit Fonds de activa over die via een naderte bepalen lijst zouden worden vastgesteld. Deze overdrachtgebeurt van rechtswege met uitwerking van1 januari 2005.In het koninklijk besluit van 30 december 2004wordt de lijst van de bedoelde activa vastgesteld. Inbijlage 1 bij dit koninklijk besluit wordt gesteld dat deeigendom van 34 zogenaamde «valoriseerbare» gronden,aan het Fonds wordt overgedragen.Overeenkomstig het toenmalige artikel 14, § 5 vanvoornoemd koninklijk besluit van 14 juni 2004, wordthet beheer en de tegeldemaking van deze activa exclusieftoevertrouwd aan de NV Sopima.Ingevolge de bekendmaking van de 34 sites in hetBelgisch Staatsblad hebben zich naar verluidt een aantalprivate en publieke initiatiefnemers begin 2005schriftelijk kandidaat gesteld als geïnteresseerd koperof verwerver van zakelijke rechten op één of meerderesites. Naar verluidt heeft Sopima bepaalde kandidatentoen geantwoord dat er nog geen procedure voor detekoopstelling is vastgesteld en dat men zou onderzoekenhoe de verkopen dienen verricht te worden om debelangen van het Fonds best te bedienen.Intussen werd in het federale parlement de wet van20 juli 2006 houdende diverse bepalingen aangenomen.Artikel 363 van deze wet bepaalt dat een koninklijkbesluit kan genomen worden die met retroactievekracht vanaf 1 januari 2005 het juridische statuut, dewerkingsregels, de financiering en het boekhoudkun-Question n o 84 de M. Bart Tommelein du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Fonds de l’infrastructure ferroviaire. —Actifs. — Sites.L’arrêté royal du 14 juin 2004 portant réforme desstructures de gestion de l’infrastructure ferroviairerègle la création du Fonds de l’infrastructure ferroviaire.Conformément à l’article 14, § 1 er , 1 o , del’arrêté royal susmentionné, la SNCB transfère à cefonds les actifs fixés en vertu d’une liste à déterminerultérieurement. Ce transfert se fait de plein droit etsort ses effets au 1 er janvier 2005.La liste des actifs visés est fixée dans l’arrêté royaldu 30 décembre 2004. En vertu de l’annexe 1 de cetarrêté royal, la propriété de 34terrains dits«valorisables» est transférée au Fonds.Conformément à l’article 14, § 5 de l’arrêté royalsusdit du 14 juin 2004, la gestion et la réalisation de cesactifs est confiée à la SA Sopima en exclusivité.À la suite de la publication des 34 sites au Moniteurbelge, plusieurs promoteurs publics et privés auraientposé leur candidature écrite début 2005 en tantqu’acheteur ou acquéreur de droits réels sur un ouplusieurs sites. Il semblerait que Sopima ait répondu àcertains candidats à l’époque qu’aucune procédure demise en vente n’avait encore été fixée et que l’on allaitexaminer comment les ventes devaient être réaliséespour servir au mieux les intérêts du Fonds.Dans l’intervalle, la loi du 20 juillet 2006 portant desdispositions diverses a été adoptée par le parlementfédéral. L’article 363 de cette loi dispose qu’un arrêtéroyal peut être pris pour adapter le statut juridique, lesrègles de fonctionnement, le financement et le régimecomptable du Fonds avec effet rétroactif au 1 er janvierKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1250 QRVA 52 01025 - 2 - 2008dige stelsel van het Fonds kan wijzigen en eveneens debedoelde activa en de voorwaarden voor de overdrachtvan de activa aan het Fonds kan preciseren.Dergelijke koninklijke besluiten zouden de bestaandewetten kunnen wijzigen, maar houden op uitwerkingte hebben indien ze niet wettelijk bekrachtigd wordenbinnen 15 maanden na hun inwerkingtreding.Bij koninklijk besluit van 10 november 2006 totwijziging van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuurwordt het Fonds met retroactievekracht vanaf 1 januari 2005 omgevormd tot een autonoomoverheidsbedrijf. Eén van de doelstellingen vanhet Fonds is om de op 1 januari 2005 overgenomen 34sites te valoriseren.Tegelijk werd het exclusief mandaat dat aan NVSopima werd verleend voor de tegeldemaking van de34 sites, opgeheven en dit eveneens met retroactievewerking vanaf 1 januari 2005. Wettelijk gezien is deNV Sopima bijgevolg niet gemachtigd geweest om de34 sites te vervreemden in naam en voor rekening vanhet Fonds. Artikel 7, tweede lid, van het koninklijkbesluit van 10 november 2006 bepaalt evenwel dat ditgeen afbreuk doet aan de geldigheid van de handelingendie het Fonds gesteld heeft vóór de bekendmakingvan dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met anderewoorden vóór 7 december 2006, noch aan de rechtendie derden daaruit hebben verkregen.1. Wanneer werd een procedure tot tekoopstellingvastgelegd voor de 34 sites of, in voorkomend geval,voor elk van de sites afzonderlijk?2005 et pour préciser les actifs visés et les conditionsdu transfert de ces actifs au Fonds. Ces arrêtés royauxpourraient modifier les lois existantes mais leurs effetscessent s’ils ne sont pas ratifiés légalement dans undélai de 15 mois après leur entrée en vigueur.Par arrêté royal du 10 novembre 2006 modifiant lesstructures de gestion de l’infrastructure ferroviaire, leFonds est transformé avec effet rétroactif à partir du1 er janvier 2005 en une entreprise publique autonome.L’un des objectifs du Fonds est de valoriser les 34 sitesrepris le 1 er janvier 2005.Parallèlement, le mandat exclusif octroyé à la SASopima pour la réalisation des 34 sites a été levé, égalementavec effet rétroactif au 1 er janvier 2005. D’unpoint de vue légal, la SA Sopima n’était dès lors pashabilitée à céder les 34 sites au nom et pour le comptedu Fonds. L’article 7, alinéa 2 de l’arrêté royal du 10novembre 2006 stipule toutefois que ceci ne porte pasatteinte à la validité des actes accomplis par le Fondsavant la publication de l’arrêté au Moniteur belge,c’est-à-dire avant le 7 décembre 2006, ni aux droits quedes tiers en ont acquis.1. Quand une procédure de mise en vente a-t-elleété fixée pour les 34 sites ou, le cas échéant, pourchacun des sites séparément?2. Wat hield de procedure tot tekoopstelling in? 2. Quel était le contenu de la procédure de mise envente?3.a) Werden alle geïnteresseerde kandidaten die zichsinds begin 2005 hebben aangemeld in kennisgesteld van de procedure?3.a) Tous les candidats qui ont manifesté leur intérêtdepuis le début de l’année 2005 ont-ils été informésde la procédure?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pour quelles raisons?4. Werden er ondertussen reeds effectief sites verkocht?4. Des sites ont-ils déjà effectivement été vendusdans l’intervalle?a) Welke sites betreft het? a) De quels sites s’agit-il?b) Wanneer werd(en) de overdrachtsakte(n) verleden?c) Welke prijs werd betaald? c) Quel fut le prix payé?d) In welke mate stemt de prijs overeen met deraming die voorafgaandelijk door NMBS en deskundigewerd vastgesteld en is er een verschil?e) Wie is de nieuwe eigenaar van de eventueel verkochtesite(s)?5. Hebben alle kandidaten die zich vanaf 2005hebben aangemeld, een gelijke kans gekregen om éénof meerdere van de sites aan te kopen?b) Quand l’acte/les actes de cession a-t-il/ont-ils étépassés?d) Dans quelle mesure le prix correspond-il àl’estimation effectuée préalablement par la SNCBet l’expert et y a-t-il une différence?e) Qui est le nouveau propriétaire des sites éventuellementvendus?5. L’ensemble des candidats qui se sont manifestés àpartir de 2005 ont-ils eu les mêmes chances pour acheterun ou plusieurs des sites?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 125125 - 2 - 20086. Is het de bedoeling om binnenkort de al dan nietresterende sites te gelde te maken en zo ja binnen welktijdsperspectief?7. Wanneer wordt de ondertekening van eenbeheerscontract met het Fonds vooropgesteld?8.a) Is het normaal dat het Fonds met retroactievekracht nu vanaf 1 januari 2005 als een autonoomoverheidsbedrijf wordt gecatalogeerd, terwijl ernog geen beheerscontract is gesloten?b) Is dergelijke uitzonderlijke behandeling redelijk teverantwoorden ten aanzien van andere federaleautonome overheidsbedrijven?6. L’objectif est-il de réaliser prochainement lessites éventullement restants et dans l’affirmative, dansquels délais?7. Quand la signature d’un contrat de gestion avecle Fonds est-elle prévue?8.a) Est-il normal que le Fonds soit répertoriéaujourd’hui parmi les entreprises publiques autonomesavec effet rétroactif au 1 er janvier 2005,alors qu’aucun contrat de gestion n’a été signé à cejour?b) Ce régime d’exception se justifie-t-il par rapport àd’autres entreprises publiques autonomes?DO 2007200801317 DO 2007200801317Vraag nr. 87 van de heer Geert Versnick van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Personeel. — Boetes.Het spoorwegpersoneel dat in de fout gaat, krijgteen boete opgelegd.1. Hoeveel treinbestuurders werden bestraftvanwege het door het rode licht rijden? Graag eenoverzicht voor 2005, 2006 en 2007.2.a) Hoeveel ander spoorwegpersoneel werd gesanctioneerd?Graag een overzicht van de overtredingen.Question n o 87 de M. Geert Versnick du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Personnel. — Amendes.Le membre du personnel des chemins de fer quicommet une faute se voit infliger une amende.1. Combien de conducteurs de train ont été sanctionnéspour ne pas avoir respecté un feu rouge?Pouvez-vous me fournir un aperçu pour les années2005, 2006 et 2007?2.a) Combien d’autres membres du personnel deschemins de fer ont été sanctionnés? Pouvez-vousme fournir un aperçu des infractions?b) Welke straffen werden hiervoor opgelegd? b) Quelles sanctions ont été infligées à la suite de cesinfractions?3. Hoeveel bracht dit de NMBS op (graag een overzichtper jaar)?3. À combien s’est élevé pour la SNCB le produit deces amendes? Pouvez-vous me fournir un aperçu parannée?DO 2007200801352 DO 2007200801352Vraag nr. 88 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Overheidsbedrijven. — Studie- en expertiseopdrachtenuitbesteed aan externe consultancybedrijven.Recentelijk zijn er in het Vlaams Parlement vragengerezen omtrent de inzet van externe consultancybe-Question n o 88 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:Entreprises publiques. — Missions d’étude etd’expertise confiées à des entreprises de consultanceexternes.Il a récemment été question au Parlement flamanddu recours à des entreprises de consultance externesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1252 QRVA 52 01025 - 2 - 2008drijven door kabinetten van de Vlaamse regering. Ditleverde een sterk verschillend beeld op afhankelijk vanhet betrokken kabinet.1. Kan u een overzicht geven van de studie- enexpertiseopdrachten uitbesteed aan externe consultancybedrijven,door de onder uw bevoegdheid vallendeoverheidsbedrijven voor de jaren 2004 tot en met 2007,met aandacht voor volgende punten:par des cabinets de ministres flamands. Il s’est avéréque les habitudes en la matière varient fortement d’uncabinet à l’autre.1. Pourriez-vous me fournir, pour la période 2004-2007, un aperçu des missions d’étude et d’expertiseconfiées à des entreprises de consultance externes parles entreprises publiques relevant de votre compétence,tout en spécifiant:a) aard van de opdracht; a) la nature de la mission;b) duur van de opdracht; b) la durée de la mission;c) kostprijs van de opdracht; c) le coût de la mission;d) namen van de opdrachthouder(s) en personenbelast met de werkelijke uitvoering van de opdracht?2. Wat waren de redenen om voor deze expertiseeen beroep te doen op externen?3.a) Werden de verwachtingen steeds ingelost?d) les noms du (des) mandataire(s) et des personneschargées de l’exécution réelle de la mission?2. Pour quelles raisons a-t-il ainsi été fait appel àl’expertise de bureaux externes?3.a) Ces études et expertises ont-elles toujours réponduaux attentes?b) Zo neen, wat waren de knelpunten? b) Dans la négative, à quel niveau se situaient lesproblèmes?DO 2007200801353 DO 2007200801353Vraag nr. 89 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Infrabel. — Nieuwe methode stiptheidsmetingtreinverkeer.Infrabel heeft aangekondigd vanaf volgend jaar destiptheid van het treinverkeer te zullen meten vanuithet standpunt van de reiziger. Daarbij zal de vertragingvan de reiziger worden gemeten op zijn definitievebestemming in plaats van enkel maar de vertragingvan elke trein afzonderlijk. Als gevolg daarvanzal de stiptheid van het treinverkeer rekening houdenmet gemiste aansluitingen.1. Kan u toelichting geven bij de methodologie diebij deze nieuwe manier van stiptheidsmeting zalworden gehanteerd?2.a) Zal vanaf volgend jaar de compensatieregelingvoor vertragingen op gelijkaardige wijze wordenaangepast?b) Zo ja, vanaf wanneer al de nieuwe compensatieregelingingaan en wat zullen de modaliteiten zijn?Question n o 89 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Infrabel. — Nouvelle méthode de mesure dela ponctualité du trafic ferroviaire.Infrabel a annoncé qu’à partir de l’an prochain, laponctualité du trafic ferroviaire serait mesurée dupoint de vue des voyageurs. La nouvelle méthodemesurera les retards subis par les voyageurs à leur garede destination au lieu de la ponctualité de chaque trainconsidéré séparément. Ainsi, les correspondancesmanquées seront également prises en considérationdans le cadre de la mesure de la ponctualité,.1. Selon quelle méthodologie sera effectuée lanouvelle mesure de la ponctualité?2.a) À partir de l’an prochain, le système de compensationdes retards sera-t-il adapté de la mêmemanière?b) Dans l’affirmative, à partir de quelle date et selonquelles modalités le nouveau système de compensationentrera-t-il en vigueur?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 125325 - 2 - 2008DO 2007200801354 DO 2007200801354Vraag nr. 90 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Verwijdering van graffiti. — Kostprijs.Enkele maanden geleden heeft de MIVB aan demedia laten weten dat zij vorig jaar meer dan 1 miljoeneuro heeft betaald voor het opkuisen van graffiti.Wie regelmatig de trein neemt, merkt dat ook despoorwegen met dit euvel te kampen hebben.Op mijn eerder gestelde vraag antwoordde u dat dekosten voor het opkuisen van de graffiti steeds in stijgendelijn gaan en het bedrag in 2005 meer dan 2miljoen euro bedroeg voor de schade aan het rollendmaterieel en 200 000 euro voor deze andere installaties.Dit ondanks een daling van het aantal gevallenvan «graffiti» (vraag nr. 827 van 19 januari 2006,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 123van 6 juni 2006 blz. 24276).1. Hoeveel heeft de NMBS in 2006 moeten betalenvoor de verwijdering van graffiti?2. Hoeveel daders werden gepakt en wat waren hunstraffen?Question n o 90 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Nettoyage de graffitis. — Frais.Il y a quelques mois, la STIB a fait savoir auxmédias qu’elle avait consacré, l’année dernière, plusd’un million d’euros au nettoyage de graffitis. Lesusagers du rail peuvent eux aussi constater que leschemins de fer sont confrontés à ce problème.Vous avez répondu à l’une de mes questions précédentesque les frais de nettoyage des graffitis sont enaugmentation constante et que le budget s’est chiffré àplus de 2 millions d’euros en 2005 pour les dommagesoccasionnés au matériel roulant et à 200 000 eurospour les autres installations, et cela en dépit d’unediminution du nombre de cas de «graffitis» (questionn o 827 du 19 janvier 2006, Questions et Réponses,Chambre, 2005-2006, n o 123 du 6 juin 2006, p. 24276).1. Quel budget la SNCB a-t-elle dû consacrer en2006 au nettoyage de graffitis?2. Combien d’auteurs ont été pris et quelles ont étéles sanctions infligées?DO 2007200801356 DO 2007200801356Vraag nr. 92 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Station van Zottegem.Het station van Zottegem is een belangrijk pendelstation,dat deel uitmaakt van het GEN (gewestelijkexpressnet). De toestand van dat station laat evenwelte wensen over. Er zijn onvoldoende parkeerplaatsen,de toegankelijkheid voor mindermobiele personen laatte wensen over, de hoogte van de perrons is onvoldoende,enzovoort.1.a) Hoeveel reizigers bedient het station van Zottegemmomenteel dagelijks?b) Tekent er zich een daling of een stijging af in vergelijkingmet de voorbije drie jaar?2.a) Welke werken staan er voor de nabije toekomst opstapel om de attractiviteit en het comfort van enrond het station te verbeteren?Question n o 92 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Gare de Zottegem.La gare de Zottegem, qui fait partie du RER(Réseau Express régional), est une gare importantepour les navetteurs. Or, cette gare est dans un étatdéplorable: manque de places de stationnement,niveau insatisfaisant d’accessibilité pour les personnesà mobilité réduite, hauteur insuffisante des quais, etc.1.a) Combien de voyageurs passent aujourd’hui quotidiennementpar la gare de Zottegem?b) Ce nombre est-il en hausse ou en baisse parrapport aux chiffres des trois dernières années?2.a) Quels travaux sont programmés à court termepour rendre cette gare et ses environs plus attrayantset plus conviviaux?b) Welke kostprijs is daarmee gemoeid? b) Quel sera le coût de ces mesures?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1254 QRVA 52 01025 - 2 - 2008c) Werden deze investeringsbedragen al vastgelegd? c) Les budgets liés à ces investissements ont-ils déjàété engagés?d) Wanneer zullen ze worden uitgevoerd? d) Quand ces travaux seront-ils effectués?DO 2007200801358 DO 2007200801358Vraag nr. 94 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Geweld in treinen en stations.De politie van Lokeren heeft begin juli 2007 eentreinreiziger moeten aanhouden omdat die amokmaakte. Eerder hadden er zich in hetzelfde station alproblemen voorgedaan met een dronken reiziger, hierdoorgeraakte een treinbegeleidster lichtgewond.1. Hoeveel vormen van geweld in trein en stationwerden in 2005, 2006 en 2007 geregistreerd?2. Welke lijnen hadden tijdens deze periode hetmeest te kampen met geweld en over hoeveel gevallengaat het specifiek per lijn?3.a) Zijn de verschillende oorzaken van geweldgekend?b) Zo ja, om welke gaat het en hoe vaak komen zijvoor?4. Welke maatregelen worden getroffen op de risicolijnenen welke maatregelen worden algemeengetroffen om het aantal gevallen van geweld in de treinof in de stations te beperken?Question n o 94 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Actes de violence commis à bord des trainset dans les gares.Début juillet 2007, la police de Lokeren a dû arrêterun voyageur qui avait provoqué des troubles à bordd’un train. Plus tôt dans la journée, un voyageur ivreavait déjà causé dans la même gare un incident lorsduquel une accompagnatrice de train avait été légèrementblessée.1. Combien de formes de violence commises à bordde trains et dans les gares ont-elles été enregistrées en2005, en 2006 et en 2007?2. Au cours de cette période, quelles lignes ont étéparticulièrement confrontées à des actes de violence etcombien de cas ont-ils, plus spécifiquement, été enregistréspar ligne?3.a) Les causes de ces divers actes de violence sont-ellesconnues?b) Dans l’affirmative, quelles sont-elles et quelle estleur fréquence?4. Quelles mesures sont prises sur les lignes àrisques et, plus généralement, sur l’ensemble duréseau, pour réduire le nombre d’actes de violence àbord des trains ou dans les gares?DO 2007200801360 DO 2007200801360Vraag nr. 96 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — OCMW’s. — Tegemoetkoming. — Hulpbehoevendenen leefloners. — Gratis openbaar vervoer.Artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976betreffende de openbare centra voor maatschappelijkwelzijn bepaalt dat: «Elke persoon recht heeft opmaatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doeleenieder in de mogelijkheid te stellen een leven teleiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.».Question n o 96 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — CPAS. — Intervention. — Nécessiteux etbénéficiaires du revenu d’intégration. — Gratuitédes transports en commun.L’article 1 er de la loi organique des centres publicsd’aide sociale du 8 juillet 1976 prévoit ce qui suit:«Toute personne a droit à l’aide sociale. Celle-ci apour but de permettre à chacun de mener une vieconforme à la dignité humaine.»KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 125525 - 2 - 2008OCMW’s komen, bij de vervulling van dezemaatschappelijke opdracht, af en toe tegemoet in dekostprijs van treinbiljetten van steuntrekkers of anderenoodbehoevende burgers. Meestal gaat het om eentegemoetkoming voor verplaatsingen die meermaalsdienen te gebeuren naar aanleiding van opleidingen,studies, ziekenhuisbezoeken aan kinderen, enz. Ookkan in bepaalde situaties het bedrag van een treinticketvia bijvoorbeeld dringende steun worden aangevraagdom iemand in staat te stellen een «bepaalde» plaats tebereiken.Gelet op het feit dat de NMBS een dynamisch gratisbeleidvoert ten aanzien van gebruikers (bijvoorbeeldde ongeveer 150 000 ambtenaren) van het openbaarvervoer en gelet op de sociaal-maatschappelijke sturingdie de staatssecretaris aan zijn beleid wil geven,lijkt het mij normaal dat de federale overheid ook tendeze een inspanning zou kunnen doen. Dit zou kunnengebeuren door aan de OCMW’s die daarom vragen,bijvoorbeeld een bepaald trekkingsrecht op hetgebruik van spoorkilometers toe te kennen. Anderzijdslijkt het mij tegen de hierboven geschetste achtergrond,niet onlogisch om ook de leefloners gratis telaten reizen met de trein.1. Bent u bereid om aan de NMBS te vragen eenprocedure op te starten waarbij aan de OCMW’s,onder een nader te bepalen vorm, een tegemoetkomingwordt gegeven, die ertoe strekt aan onvermogendehulpbehoevenden de kans te geven gratis gebruik temaken van het openbaar vervoer?2. Bent u bereid om aan de NMBS opdracht tegeven om leefloners, gratis met de trein te laten reizenop Belgisch grondgebied?Dans le cadre de l’accomplissement de cette missionsociale, les CPAS interviennent de temps en tempsdans le prix des billets de train achetés par des allocatairesou d’autres citoyens nécessiteux. Il s’agit généralementd’une intervention pour des déplacements queles intéressés doivent effectuer à plusieurs reprisespour suivre des formations ou dans le cadre d’études,de visites à des enfants hospitalisés, etc. De plus, danscertains cas, les intéressés peuvent demander lemontant d’un billet de train par le biais, par exemple,de l’aide urgente afin de pouvoir se rendre à un endroit«déterminé».Compte tenu du fait que la SNCB mène une politiquedynamique de gratuité des transports en communà l’égard des usagers (par exemple les quelque150 000 agents de l’État que compte notre pays) etcompte tenu de l’orientation sociale que le secrétaired’État entend donner à sa politique, il me paraîtnormal que l’autorité fédérale fasse un effort dans cedomaine également. Cet effort pourrait consister àoctroyer aux CPAS qui en font la demande un certaindroit de tirage sur l’utilisation de kilomètres ferroviaires.Et il ne me paraît pas illogique, compte tenu ducontexte esquissé ci-dessus, de permettre aussi auxbénéficiaires du revenu d’intégration de se déplacergratuitement en train.1. Êtes-vous disposé à demander à la SNCBd’entamer une procédure prévoyant d’octroyer auxCPAS, sous une forme restant à déterminer, uneintervention ayant pour but d’offrir aux nécessiteuxindigents la possibilité d’utiliser les transports encommun?2. Êtes-vous disposé à charger la SNCB de permettreaux bénéficiaires du revenu d’intégration de voyagergratuitement en train sur l’ensemble du territoirebelge?DO 2007200801362 DO 2007200801362Vraag nr. 97 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Geweld en diefstallen op treinen en in stations.Af en toe wordt melding gemaakt van criminelefeiten op en rond het spoor.1. Hoeveel diefstallen werden in 2005, 2006 en 2007gepleegd in (opgesplitst) de Belgische treinstations enin de treinen, opgesplitst per Gewest?2.a) Van welke aard waren deze diefstallen?Question n o 97 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Vols et violence dans les trains et dans lesgares.De temps à autre, il est fait mention d’actes criminelscommis dans et à proximité d’infrastructuresferroviaires.1. Combien de vols ont été commis en 2005, 2006 et2007 (chiffres par année) dans des gares belges et dansdes trains (chiffres par région)?2.a) De quel type de vols s’agissait-il?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1256 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Hoe is hun onderlinge verhouding? b) Quelle en est la connexité?3.a) Hoeveel keer zijn de medische diensten in 2005,2006 en 2007 moeten uitrukken om NMBSreizigerste helpen?b) Hoeveel hiervan waren het slachtoffer van geweldof diefstal?4.a) Hoeveel reizigers zijn in 2005, 2006 en 2007 op eentrein of in een station overleden?3.a) Combien de fois, en 2005, 2006 et 2007, les servicesmédicaux ont-ils dû intervenir pour secourir despassagers de la SNCB?b) Dans combien de cas ces passagers avaient-ils étévictimes d’un vol ou de violences?4.a) Combien de passagers sont décédés à bord d’untrain ou dans une gare en 2005, 2006 et 2007?b) Hoeveel hiervan waren het slachtoffer van geweld? b) Parmi ceux-ci, combien avaient été victimes d’actesde violence ?5. Welke maatregelen neemt de NMBS om hetgeweld en de diefstallen op de trein en in de stations tebeperken?5. Quelles mesures la SNCB prend-elle pour réduirele nombre de vols et d’actes de violence dans les trainset dans les gares?DO 2007200801363 DO 2007200801363Vraag nr. 98 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — NMBS. — Gebouwen. — Diefstal envandalisme.De overheidsbedrijven De Post en NMBS beschikkenover een aanzienlijk aantal gebouwen, waarvansommige wegens omstandigheden leeg staan. Somszijn deze het voorwerp van vandalisme, krakers, enzovoort.1. Hoeveel gebouwen van De Post en de NMBSwerden in 2005, 2006 en 2007 gekraakt?2. Hoeveel diefstallen gebeurden in de gebouwenvan De Post en NMBS in 2005, 2006 en 2007?3. Hoeveel gebouwen van De Post en de NMBSwaren in 2005, 2006 en 2007 het voorwerp van vandalisme?4. Welke financiële verliezen gingen met voormeldefeiten gepaard?Question n o 98 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — SNCB. — Bâtiments. — Vol et vandalisme.Les entreprises publiques La Poste et la SNCBdisposent d’un nombre considérable de bâtiments,dont certains sont inoccupés pour des raisons diverses.Ces bâtiments font parfois l’objet d’actes de vandalisme,sont squattés, etc.1. Combien de bâtiments de La Poste et de la SNCBont été squattés en 2005, 2006 et 2007?2. Combien de vols ont été commis dans les bâtimentsde La Poste et de la SNCB en 2005, 2006 et2007?3. Combien de bâtiments de La Poste et de la SNCBont fait l’objet d’actes de vandalisme en 2005, 2006 et2007?4. Quelles pertes financières ont été occasionnéespar ces faits?DO 2007200801364 DO 2007200801364Vraag nr. 99 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Federale overheid. — Prijzenpolitiek. —Investeringen.Het gebruik van het openbaar vervoer wordt zeersterk gepromoot. De «gratispolitiek» wordt daarbijQuestion n o 99 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — État fédéral. — Politique des prix. — Investissements.L’utilisation des transports en commun fait l’objetd’une très large publicité. La «politique de gratuité»KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 125725 - 2 - 2008als campagnedrager gehanteerd. De vraag rijst evenwelof de NMBS niet het slachtoffer dreigt te wordenvan het eigen succes, nu het duidelijk is dat de NMBS-Groep niet in staat zal zijn om de verhoogde capaciteitop een kwaliteitsvolle manier te verwerken. Hetnetwerk is momenteel niet aangepast, de kwaliteitsvereisten(stiptheid, aanbod, netheid, dienstverlening inen naast de trein, enzovoort) zijn niet voorhanden, destations en stationsomgevingen liggen er soms verloederdbij, er zijn onvoldoende parkeerplaatsen.1. Hoeveel geld besteedde de federale overheid (alsderde-betaler) in 2004, 2005, 2006 en 2007 aanrechtstreekse tussenkomsten in de prijzenpolitiek vande NMBS en hoeveel is gepland voor de volgendejaren?2.a) In welke mate is de NMBS-Groep er klaar voor omhet toegenomen gebruik van het openbaar vervoerop een kwaliteitsvolle manier op te vangen?b) Welke types van investeringen zullen er daartoe inde toekomst nodig zijn en hoeveel kredietenworden daarvoor uitgetrokken in de volgende vijfjaar?3. Zullen deze investeringen volledig worden gedragendoor de federale overheid?sert de support publicitaire à cet égard. La question sepose toutefois de savoir si la SNCB ne risque pas dedevenir victime de son propre succès, à présent qu’ilest clair que le Groupe SNCB ne sera pas en mesure defaire face efficacement à l’augmentation de la capacité.Le réseau est actuellement inadapté, les critères dequalité (ponctualité, offre, propreté, prestations deservice dans les trains et les gares) ne sont pas respectés,les gares et leurs alentours se trouvent parfois dansun état délabré, le nombre de places de stationnementest insuffisant.1. Quel montant l’État fédéral a-t-il consacré (entant que tiers payant) en 2004, 2005, 2006 et 2007 auxinterventions directes dans la politique des prix de laSNCB et quel montant envisage-t-il d’y consacrer aucours des prochaines années?2.a) Dans quelle mesure le Groupe SNCB dispose-t-ildes moyens nécessaires pour garantir un service dequalité malgré l’augmentation du nombred’utilisateurs des transports en commun?b) Quels types d’investissements seront nécessaires àl’avenir à cette fin et quels crédits seront dégagés àcet effet au cours des cinq prochaines années?3. Ces investissements seront-ils entièrement àcharge de l’État fédéral?DO 2007200801365 DO 2007200801365Vraag nr. 100 van de heer Jan Mortelmans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Enquêteurs. — Privacy.NMBS-personeel, te herkennen aan gele veiligheidsvestjes,mengen zich in de treinstellen tussen de treinreizigers,observeren de treinreizigers en vullen ondertussenblijkbaar een enquêteformulier in, dit alles zonderook maar een vraag te stellen, zich kenbaar temaken of het doel vanhun observatie te laten wetenaan de reizigers.1. Kan u meedelen in welk kader deze observatiesen de bewuste enquête past?2. Stelt deze «discrete» handelwijze van de NMBSenquêteursgeen probleem met de wettelijke regelsaangaande de privacy?Question n o 100 de M. Jan Mortelmans du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Enquêteurs. — Protection de la vie privée.Des membres du personnel de la SNCB, reconnaissablesà leur vestes de securité jaunes, se mêlent parfoisaux voyageurs à bord des trains. Ils observent les voyageurset semblent remplir un formulaire d’enquête,tout ceci sans poser la moindre question, sanss’identifier ou expliquer aux voyageurs le but de leursagissements.1. Dans quel cadre ses observations et l’enquête enquestion s’inscrivent-elles?2. Cette manière de procéder — à la sauvette — desenquêteurs de la SNCB ne pose-t-elle pas un problèmesur le plan de la législation en matière de protection dela vie privée?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1258 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801366 DO 2007200801366Vraag nr. 101 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Loonkosten spoorwegpersoneel. — Vergelijkingin EU-landen.De loonkosten wegen soms gevoelig op de leefbaarheiden rendabiliteit van een bedrijf. Bij de spoorwegenzal dit niet minder het geval zijn. Met dit gegevenmoet uiteraard rekening worden gehouden bij het inschattenvan de gevolgen van de liberalisering van hetspoor.1.a) Beschikt u over vergelijkende cijfers van de hoogtevan de loonkosten van het spoorwegpersoneel inde EU-landen?Question n o 101 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Coûts salariaux du personnel ferroviaire. —Comparaison avec les autres États membres de l’UE.Les coûts salariaux pèsent parfois lourdement sur laviabilité et la rentabilité d’une entreprise. Les cheminsde fer n’échappent certainement pas à cette régle. Il estévident qu’il faudra tenir compte de cet élément dansle cadre de l’évaluation des conséquences de la libéralisationdu secteur ferroviaire.1.a) Disposez-vous de chiffres comparatifs relatifs auxcoûts salariaux du personnel ferroviaire dans lesautres États membres de l’UE?b) Zo ja, kan u de gegevens ervan meedelen? b) Dans l’affirmative, pourriez-vous me les communiquer?c) Zo neen, overweegt u opdracht te geven om diegegevens te verzamelen?2. In welke mate wegen eventuele loonkostenverschillennu reeds door op de concurrentiepositie vande NMBS en in welke mate zal dat eventueel ook in detoekomst het geval zijn?3. Wat is de pensioenleeftijd van het rijdend personeelin de andere EU-landen?4. Welke extralegale voordelen ontvangen despoorwegpersoneelsleden in ons land en in de andereEU-landen?5. Hoeveel statutaire (en welke) werden er (van de1 500 die waren vooropgesteld) in 2006 en 2007 al aangeworven?6. Hoeveel bedroegen de kosten van het uitbestedenvan poetsdiensten in 2004, 2005, 2006 en 2007?c) Dans la négative, envisagez-vous de charger votredépartement de recueillir ces données?2. Dans quelle mesure d’éventuelles différences decoûts salariaux influencent-elles déjà la positionconcurrentielle de la SNCB et qu’en sera-t-il le caséchéant à l’avenir?3. À quel âge le personnel roulant part-il à laretraite dans les autres États membres de l’UE?4. Quels avantages extralégaux sont-ils accordésaux cheminots belges et à leurs collègues dans lesautres États membres de l’UE ?5. Des 1 500 recrutements d’agents statutairesprévus, combien ont-ils déjà eu lieu en 2006 et 2007 (etlesquels)?6. À combien s’est élevé le coût de la sous-traitancedes services de nettoyage en 2004, 2005, 2006 et 2007?DO 2007200801367 DO 2007200801367Vraag nr. 102 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Actualisatie «benchmarking».De NMBS bestelde enkele jaren terug een studie omde maatschappij te «plaatsen» tegen een virtuele Europesespoorwegmaatschappij die zou zijn samengestelduit vergelijkbare componenten van andere spoorwegmaatschappijen.Daaruit bleek dat geen enkel Europeesland inzake treinkilometer per voltijdse werkne-Question n o 102 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Actualisation du «benchmarking».Il y a quelques années, la SNCB a commandé uneétude afin de positionner la société par rapport à unesociété européenne virtuelle de chemins de fer quiserait constituée de composantes comparables d’autresentreprises ferroviaires. Cette étude a révélé qu’entermes de kilomètres-train par travailleur à tempsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 125925 - 2 - 2008mer het slechter deed dan België. Een Belgische medewerkerproduceert de helft minder treinkilometer danbijvoorbeeld in Portugal, Denemarken of Duitsland enhet materieel wordt nergens (behalve in Italië) slechteringezet dan in ons land. Aangenomen mag worden datde NMBS sindsdien deze «benchmarking» zal hebbengeactualiseerd.1. Kan u de meest relevante gegevens meedeleninzake de evolutie van de met betrekking tot het jaar2000 «gebenchmarkte» parameters, zoals de Belgischekost van «Reizigers Nationaal», «Reizigers Internationaal»,«Goederen en Infrastructuur», tegenover debenchmark?2. Kan u dezelfde evolutieve gegevens meedeleninzake het aantal personeelsleden van voormelde opgesplitsteactiviteiten tegenover de benchmark?3. Hoe verhoudt de inzetbaarheid van het personeel(aantal uren dat een werknemer inzetbaar is per jaar),zich tegenover de andere Europese spoorwegmaatschappijen(evolutie vanaf 2001)?4. Op welke wijze heeft de NMBS gereageerd engeanticipeerd op de talrijke indicatoren en statistiekendie volgens de «benchmarks» wezen op een gebrekkigewerking van de NMBS?5. In welke mate moet de Belgische overheid in2006 en 2007 meer subsidies (per belastingbetaler enper reiziger) uitkeren aan het spoor in vergelijking metde andere EU-landen?6.a) Hoeveel overheidssubsidies ontving de NMBSgroepin 2006 en 2007?b) Hoeveel daarvan (uitgedrukt in% van het brutobinnenlands product) is bestemd voor de exploitatie,pensioenen en investeringen?7. Op welk besparingspercentage voor de investeringenin materieel wordt gerekend tengevolge van deinvoering van een Europees lastenboek voor sleutelcomponentenvan treinstellen?plein, aucun pays européen ne se classe moins bien quela Belgique. Un travailleur belge produit 50% de kilomètres-trainen moins que le Portugal, le Danemark oul’Allemagne, par exemple, et nulle part ailleurs (saufen Italie), le matériel n’est aussi mal exploité que dansnotre pays. Il est probable que la SNCB aura depuisactualisé ce «benchmarking».1. Pourriez-vous communiquer les données les pluspertinentes concernant l’évolution des paramètresévalués pour l’année 2000, tels que le coût belge dessecteurs d’activités «Voyageurs National»,«Voyageurs International», «Marchandises et Infrastructure»par rapport au benchmark?2. Pourriez-vous communiquer les mêmes donnéesévolutives concernant les effectifs des secteursd’activités précités par rapport au benchmark?3. Qu’en est-il de la disponibilité du personnel(nombre d’heures annuel pendant lesquelles un travailleurest mobilisable) par rapport aux autres entreprisesferroviaires européennes (évolution depuis 2001)?4. Comment la SNCB a-t-elle anticipé et réagi auxmultiples indicateurs et statistiques qui, selon les«benchmarks», ont révélé un mauvais fonctionnementde la société?5. Dans quelle mesure les autorités belges devrontelles,en 2006 et 2007, allouer davantage de subventions(par contribuable et par voyageur) aux cheminsde fer, par rapport aux autres États membres del’Union européenne?6.a) Quel est le montant des subventions publiquesperçues par le groupe SNCB en 2006 et 2007?b) Quelle proportion (exprimée en pourcentage duproduit intérieur brut) est destinée à l’exploitation,aux pensions et aux investissements?7. Quel pourcentage d’économies prévoit-on entermes d’investissements en matériel à la suite del’instauration d’un cahier des charges européen relatifaux principaux composants des rames?DO 2007200801370 DO 2007200801370Vraag nr. 105 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Spoorwegovergangen. — Onderhoudswerken.Spoorwegovergangen die vaak gebruikt worden,dienen van tijd tot tijd onderhouden te worden.Question n o 105 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Passages à niveaux. — Travaux d’entretien.Les passages à niveau fréquemment utilisés doiventfaire l’objet d’un entretien périodique.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1260 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Hoeveel spoorwegovergangen werden in 2004,2005, 2006 en 2007 aan onderhoudswerken onderworpen?1. Combien de passages à niveau ont fait l’objet detravaux d’entretien en 2004, 2005, 2006 et 2007?2. Hoe lang duren gemiddeld deze werken? 2. Quelle est la durée moyenne de ces travaux?3. Hoe snel op voorhand worden de lokale overhedenen dus ook de bevolking van de komende onderhoudswerkenop de hoogte gebracht?4. Hoeveel spoorwegovergangen werden binnentwee jaar na herstel opnieuw aan onderhoudswerkenonderworpen?5. Hoeveel klachten heeft de NMBS ontvangen inverband met werken aan spoorwegovergangen in2004, 2005, 2006 en 2007?3. Combien de temps à l’avance les autorités localeset, partant, la population sont-elles informées destravaux d’entretien prévus?4. Combien de passages à niveau ont à nouveau faitl’objet de travaux d’entretien dans les deux années quiont suivi des travaux de réparation?5. Combien de plaintes ont été adressées à la SNCBconcernant des travaux à des passages à niveau en2004, 2005, 2006 et 2007?DO 2007200801371 DO 2007200801371Vraag nr. 106 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Geweld tussen treinreizigers.Geweld in het verkeer komt steeds vaker voor.Mensen hebben alsmaar minder geduld en lijkenelkaar steeds sneller in de haren te springen. Een mooivoorbeeld van zinloos geweld deed zich niet zo langgeleden voor in een trein die ter hoogte van Liedekerkemoest stoppen. Twee passagiers waren tijdens detreinrit dermate beginnen vechten dat de politie tussenbeideis moeten komen.1. Hoe vaak hebben de politie of Securail zelfmoeten tussenkomen bij gevechten tussen treinreizigersin 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007?Question n o 106 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Violences entre les voyageurs.Les actes de violence dans les transports sont de plusen plus fréquents. Les voyageurs font de moins enmoins preuve de patience et recourent à la violencepour un rien. L’incident qui est survenu il y a peu detemps dans un train qui a dû s’arrêter à la hauteur deLiedekerke est illustratif à cet égard. Deux passagersen sont venus aux mains pendant le trajet, au pointque les services de police ont dû intervenir.1. À combien de reprises les services de police ouSécurail lui-même ont-ils dû intervenir à l’occasion debagarres entre voyageurs en 2003, 2004, 2005, 2006 et2007?2. Is het mogelijk om de cijfers per lijn te geven? 2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres par ligne?3. Hoeveel gewonden vielen tijdens de verschillendetussenkomsten (verdeeld per jaar en per lijn)?4. Wat is de normale procedure in geval van geweldop de trein?5. Welke maatregelen worden getroffen tegen debetrokken partijen?6. Wat doet de NMBS om geweld tussen treinreizigersaan te pakken?3. Combien de personnes ont été blessées lors de cesincidents (réparties par an et par ligne)?4. Quelle procédure est prévue en cas de violencesdans les trains?5. Quelles mesures ont été prises à l’encontre desintéressés?6. Que fait la SNCB pour contrer les faits deviolence entre les voyageurs?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 126125 - 2 - 2008DO 2007200801373 DO 2007200801373Vraag nr. 107 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Geldige vervoersbewijzen.Wanneer men gebruik maakt van de diensten van deNMBS moet men in het bezit zijn van een geldig vervoersbewijs.1. Hoeveel mensen heeft de NMBS in 2004, 2005,2006 en 2007 gesnapt zonder geldig vervoersbewijs?2. Hoeveel van deze mensen moesten voor de politierechtbankverschijnen?3. Wanneer en door wie wordt beslist wanneeriemand naar de rechtbanken wordt doorverwezen?4. Welke maatregelen worden genomen om te vermijdendat mensen zonder geldig vervoersbewijs detrein gebruiken?Question n o 107 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Titres de transport valables.Les voyageurs ayant recours aux services de laSNCB sont tenus d’être munis d’un titre de transportvalable.1. Combien de voyageurs se sont vu dresser unconstat d’irrégularité par la SNCB en 2004, 2005, 2006et 2007?2. Combien de voyageurs ont dû comparaîtredevant le tribunal de police?3. Dans quels cas et par qui est-il décidé du renvoidevant le tribunal?4. Quelles mesures la SNCB prend-elle pour éviterque des voyageurs prennent le train sans être munisd’un titre de transport valable?DO 2007200801375 DO 2007200801375Vraag nr. 108 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Vergoedingen in geval van treinvertragingen.Uit een recent onderzoek van Test-Aankoop blijktdat er in de Belgische stations een opvallend gebrek isaan kennis over de vergoeding in geval van vertraging.Één op de twee loketbedienden zou er niet in slageneen woordje uitleg te geven of een aanvraagformulierte overhandigen. Men krijgt overigens maar een vergoedingvan 50% bij een vertraging vanaf twee uur (in2008 wordt dat één uur) of 10% na minstens 25 vertragingenvan elk minstens 15 minuten. Om na te gaan ofde reiziger wel goed geïnformeerd is, kan het nuttigzijn na te gaan in welke mate er een beroep wordtgedaan op deze vorm van schadevergoeding.1. In hoeveel gevallen werden in 2005, 2006 en 2007vertragingen van meer dan twee uur vastgesteld en ophoeveel reizigers hadden deze betrekking?2.a) In hoeveel van die gevallen werden er vergoedingen(en door hoeveel reizigers) aangevraagd?Question n o 108 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Dédommagement en cas de retards detrains.Il ressort d’une enquête récente de Test Achats quele personnel des gares belges connaît très mal lesmodalités du système de dédommagement en cas deretards de trains.Un guichetier sur deux ne serait pas à même de fournirdes explications ou de remettre un formulaire dedemande. Le dédommagement accordé ne se montepar ailleurs qu’à 50% du prix du trajet pour lesretards d’au moins 2 heures (une heure à partir de2008) et à 10% pour 25 retards d’au moins 15 minutes.Il pourrait être utile, pour évaluer la qualité de l’informationfournie aux voyageurs, de vérifier dans quellemesure ceux-ci ont recours à ce type de dédommagement.1. Combien de retards de plus de deux heures ontété constatés en 2005, 2006 et 2007? Combien de voyageursont été touchés par ces retards?2.a) Dans combien de cas (et par combien de voyageurs)un dédommagement a-t-il été demandé?b) Hoeveel bedroegen de uitbetaalde vergoedingen? b) À combien se montent les dédommagementsversés?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1262 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. In hoeveel gevallen werden in 2005, 2006 en 2007vertragingen -van minimaal 25 vertragingen van elkminstens 15 minuten -vastgesteld en op hoeveel reizigershadden deze betrekking?4.a) In hoeveel van die gevallen werden er vergoedingen(en door hoeveel reizigers) aangevraagd?3. Dans combien de cas 25 retards d’au moins15 minutes ont-ils été constatés en 2005, 2006 et 2007?Combien de voyageurs ont été touchés par ces retards?4.a) Dans combien de cas (et par combien de voyageurs)un dédommagement a-t-il été demandé?b) Hoeveel bedroegen de uitbetaalde vergoedingen? b) À combien se montent les dédommagementsversés?5. Waarom wordt niet via een directe mededeling(bijvoorbeeld via het omroepsysteem of via het bedelenvan een folder) op de trein zelf, aangekondigd datmen recht heeft op een vergoeding wanneer de voorwaardenzijn vervuld om deze aan te vragen?6. Heeft de NMBS de intentie om het systeem nogverder te vereenvoudigen of te versoepelen?5. Pourquoi les voyageurs ne sont-ils pas informésdirectement dans le train (par le biais du systèmed’annonce ou par la distribution d’un dépliant) qu’ilspeuvent prétendre à un dédommagement lorsque lesconditions prévues sont remplies?6. La SNCB envisage-t-elle de simplifier oud’assouplir le système?DO 2007200801398 DO 2007200801398Vraag nr. 110 van de heer Herman De Croo van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Aankoop van nieuwe bijkomende treinen.De raad van bestuur van de NMBS heeft recentelijkzijn goedkeuring gegeven voor de aankoop van 50nieuwe bijkomende treinen voor een bedrag van circa90 miljoen euro.De inzet van treinmaterieel behoort tot de operationeleverantwoordelijkheid van de NMBS vervoermaatschappij.Indien de NMBS zijn groeiambitie wenst te realiseren,zal er vooral extra capaciteit moeten worden ingezettijdens de piekuren, en dit op de belangrijkste assenvan en naar Brussel.1. Bestaat er reeds duidelijkheid over de lijnenwaarop deze nieuwe toestellen zullen worden ingezet?2. Vervangen deze toestellen bestaande stellen, ofvergroten zij het aanbod?3. Wanneer zullen deze nieuwe toestellen in gebruikkunnen worden genomen?Question n o 110 de M. Herman De Croo du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Acquisition de nouveaux trains supplémentaires.Le conseil d’administration de la SNCB a approuvérécemment l’acquisition de 50 nouveaux trains pourun montant d’environ 90 millions d’euros.L’utilisation du matériel ferroviaire relève de laresponsabilité opérationnelle de la société de transportSNCB.Si la SNCB souhaite réaliser son ambition de croissance,la capacité devra être accrue pendant les heuresde pointe, et ce sur les principaux axes de et versBruxelles.1. Sait-on déjà sur quelles lignes ces nouveauxtrains seront mis en service?2. Ces trains remplacent-ils des rames existantes, oul’offre est-elle élargie?3. Quand ces nouveaux trains pourront-ils être misen service?DO 2007200801401 DO 2007200801401Vraag nr. 111 van de heer Herman De Croo van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Subsidies voor NMBS-groep.Recentelijk berichtte de media over de winst van89,3 miljoen euro die de NMBS-groep in de eersteQuestion n o 111 de M. Herman De Croo du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Subventions allouées au Groupe SNCB.Récemment, les médias ont fait état du bénéfice de89,3 millions d’euros réalisé par le Groupe SNCB pourKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 126325 - 2 - 2008jaarhelft van 2007 heeft geboekt. Tijdens dezelfdeperiode een jaar eerder werd nog een verlies van 50,4miljoen euro genoteerd.Ook de NMBS-Holding boekte in de eerste jaarhelftvan 2007 een winst van 58,7 miljoen euro tegenovereen verlies van 41,2 miljoen euro één jaar gelden. BijInfrabel steeg de winst van 21 miljoen euro tot 51miljoen euro.De totale spoorwegmaatschappij slaagde er alzo inhaar verlies te verminderen met ruim 10 miljoen euro.Bij al deze positieve berichten zouden we echter uithet oog verliezen dat de NMBS en de drie ondermaatschappijenechter fors gesubsidieerd worden doorde federale overheid.Hoeveel bedroegen de overheidstegemoetkomingenten laste van de FOD in 2006 en 2007 ten voordele vande NMBS-groep (Infrabel, NMBS-Holding en NMBS),uitgedrukt in miljoen euro?le premier semestre de 2007. Un an plus tôt, pour lamême période, la société enregistrait encore un déficitde 50,4 millions d’euros.La SNCB-Holding aussi a enregistré un bénéfice de58,7 millions d’euros au premier semestre 2007, alorsqu’elle accusait un déficit de 41,2 millions d’eurosvoici un an. Les bénéfices d’Infrabel sont passés de 21millions à 51 millions d’euros.Globalement donc, la société des chemins de fer estparvenue à réduire son déficit de plus de 10 millionsd’euros.On pourrait oublier, à la lecture de bonnes nouvelles,que les autorités fédérales allouent de substantiellessubventions à la SNCB et aux trois entités qui laconstituent.À combien se sont élevées en 2006 et en 2007 lesinterventions publiques du SPF au bénéfice du GroupeSNCB (Infrabel, SNCB-Holding et SNCB), expriméesen millions d’euros?DO 2007200801409 DO 2007200801409Vraag nr. 113 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 18 januari 2008 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. — Snelle treinverbindingen. — Vertragingen.— Gebrek aan communicatie. — Klachten.Sinds een aantal maanden kunnen reizigers vanuitLimburg en Oost-Brabant ’s ochtends en’s avonds eenberoep doen op snelle treinverbindingen die dankzij deaanleg van de «bocht van Leuven» rechtstreeks naarBrussel sporen. Evenwel, de avondtrein van 16.59 uurin Brussel-Centraal komt zelden stipt op tijd aan inAarschot. Opvallend is dat er in de trein zelden ofnooit gecommuniceerd wordt over de reden van devertragingen.1. Hoeveel klachten ontving de NMBS van reizigersover de vertragingen van de «snel»-treinen vanuitLimburg naar Brussel sinds de ingebruikname van debocht van Leuven?Question n o 113 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 18 janvier 2008 (N.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:SNCB. — Liaisons ferroviaires rapides. — Retards. —Manque de communication. — Réclamations.Depuis quelques mois, les voyageurs en provenancedu Limbourg et du Brabant oriental peuvent emprunter,en matinée et en soirée, des liaisons rapides quirejoignent Bruxelles directement grâce à la «boucle deLouvain» qui a été aménagée. Toutefois, le train de16 h 59 à Bruxelles-Central arrive rarement à l’heureen gare d’Aarschot. Fait étonnant: la raison du retardn’est jamais communiquée ou ne l’est que rarement.1. Combien de réclamations la SNCB a-t-elle reçuesau sujet des retards de ces trains «rapides» provenantdu Limbourg et allant à Bruxelles depuis la mise enservice de la boucle de Louvain?2. Hoeveel van deze klachten werden beantwoord? 2. À combien de réclamations la SNCB a-t-ellerépondu?3. Aan hoeveel van deze klachten werd daadwerkelijkgevolg gegeven?4. Waarom wordt er zo weinig gecommuniceerddoor de treinconducteurs over vertragingen, zelfs alsdie oplopen tot tien minuten of meer?5. Doen zich ook op andere lijnen gelijkaardigeproblemen voor waar de reizigers zich beklagen overde gebrekkige communicatie?3. À combien de réclamations la SNCB a-t-elle vraimentdonné suite ?4. Pourquoi les conducteurs de ces trains communiquent-ilssi peu concernant les retards, même lorsqu’ilsatteignent dix minutes, voire davantage?5. Des problèmes similaires incitant les voyageurs àse plaindre du manque de communication se posent-ilssur d’autres lignes?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1264 QRVA 52 01025 - 2 - 20086. Welke maatregelen neemt u om de NMBS te verzoekenmeer en duidelijker te communiceren tegen dereizigers indien er vertragingen zijn?6. Quelles mesures comptez-vous prendre pourdemander à la SNCB de communiquer davantage etplus clairement en cas de retard?DO 2007200801487 DO 2007200801487Vraag nr. 118 van de heer Herman De Croo van 22 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinstations. — Verkoop vervoerbewijzenvan De Lijn.Sinds 15 december 2006 kunnen de reizigers van DeLijn hun vervoerbewijs ook kopen aan de loketten vantreinstations. Met deze uitbreiding van het voorverkoopnetbreidt De Lijn haar dienstverlening uit.1. Hoeveel verkoopshandelingen van verschillendetickets, kaarten en vervoerbewijzen voor De Lijn verkochtde NMBS in de treinstations in 2007?2. Voor hoeveel euro ontving de NMBS aan verkoopvan tickets, kaarten en allerhande vervoerbewijzenvoor De Lijn?3. Denkt u er aan de dienstverlening van De Lijn inde stations van de NMBS verder uit te breiden en meertreinstations in dit project te betrekken?Question n o 118 de M. Herman De Croo du 22 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Gares. — Vente des titres de transport deDe Lijn.Depuis le 15 décembre 2006, les voyageurs de DeLijn peuvent acheter leurs titres de transport auxguichets des gares. En élargissant son réseau deprévente, De Lijn élargit ses services.1. Combien la SNCB a-t-elle réalisé de ventes detickets, cartes et titres de transport pour De Lijn dansses gares en 2007?2. À combien s’élève, en euros, le montant perçupar la SNCB pour la vente de tickets, cartes et autrestitres de transport pour De Lijn?3. Envisagez-vous d’encore élargir le service de DeLijn dans les gares de la SNCB et d’étendre ce projet àun plus grand nombre de gares?DO 2007200801491 DO 2007200801491Vraag nr. 119 van de heer Jef Van den Bergh van 22 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Station van Geel. — Afschaffing oversteekplaatsen perrontoezicht.Geel is, samen met Herentals, het grootste stationvan de Kempen. Dagelijks nemen hier meer dan2 000 reizigers de trein. Niettemin heeft de NMBSbeslist om eind februari 2008 de oversteekplaats en hetperrontoezicht in het station van Geel af te schaffen.De terechte vrees bestaat dat hierdoor de kans op ongevallenaanzienlijk zal toenemen. Mede omdat heelwat schoolkinderen hier dagelijks op- en af de treinstappen, mag men hier toch niet te licht overgaan. Weweten dat overheidsbedrijven rendabel dienen te zijnmaar hopen dat dit niet ten koste van de veiligheidhoeft te gaan.1. Op basis van welke argumenten is beslist deoversteekplaats en het toezicht in het station van Geelaf te schaffen?Question n o 119 de M. Jef Van den Bergh du 22 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:SNCB. — Gare de Geel. — Suppression du passagepour piétons et de la surveillance du quai.Geel et Herentals sont les plus grandes gares deCampine. Chaque jour, plus de 2 000 voyageurs yprennent le train. La SNCB a néanmoins décidé desupprimer le passage pour piétons et la surveillance duquai de la gare de Geel à la fin du mois de février 2008.Cette décision justifie la crainte d’un risqued’accidents sensiblement plus élevé. Du fait notammentque de nombreux élèves montent et descendentchaque jour du train à Geel, cette décision ne sauraitêtre prise à légère. Nous savons que les entreprisespubliques doivent être rentables mais nous espéronsque cette rentabilité ne devra pas se faire au détrimentde la sécurité.1. Sur la base de quels arguments a-t-il été décidé desupprimer le passage pour piétons et de renoncer à lasurveillance du quai de la gare de Geel?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 126525 - 2 - 20082. Kan de oversteekplaats toch niet behouden blijvenmaar dan uitgerust met slagbomen om zo toch eenveilige oversteekplaats voor de voetgangers te hebben?2. Le passage pour piétons ne pourrait-il pas êtreconservé et sécurisé au moyen de barrières?DO 2007200801502 DO 2007200801502Vraag nr. 121 van de heer Jef Van den Bergh van 23 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Question n o 121 de M. Jef Van den Bergh du 23 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:NMBS. — Onaangepaste perrons.SNCB. — Quais inadaptés.Om mensen aan te sporen de trein te nemen zijn nietalleen een goede uurregeling, stiptheid en reiscomfortvan belang maar ook een gebruiksvriendelijke stationsinfrastructuur.Zo is het belangrijk dat reizigersop een makkelijke en veilige manier op en van de treinkunnen. Spijtig genoeg is dit niet altijd het geval. Zo ishet perron in het station van Heist-op-den-Berg te laagwaardoor het op- en afstappen zeer moeilijk verloopt,niet alleen voor senioren maar ook voor kinderen ofpersonen met buggy’s.L’utilisation du train peut être stimulée non seulementgrâce à la qualité des horaires, à la ponctualité etau confort mais aussi grâce à une infrastructure ferroviaireconviviale. Il est notamment important que lesvoyageurs puissent monter à bord et descendre dutrain aisément et en toute sécurité. Ce n’est malheureusementpas toujours le cas. Le quai de la gare d’Heistop-den-Bergpar exemple est trop bas et l’embarquementet le débarquement sont dès lors très malaisés,pas uniquement pour les personnes âgées mais aussipour les enfants ou les personnes qui transportent despoussettes.1.a) Worden er zelf inspecties uitgevoerd om moeilijkeopstapplaatsen te identificeren?1.a) Des inspections sont-elles réalisées pour identifierles points d’arrêt difficiles?b) Zijn daar cijfers van bekend? b) Dispose-t-on de chiffres en la matière?c) Zijn er nog klachten over onaangepaste perrons inandere stations?c) Des plaintes ont-elles été formulées en ce quiconcerne des quais inadaptés dans d’autres gares?2. Zal er actie ondernomen worden om het perronwaarvan sprake en bij uitbreiding alle andere onaangepasteperrons te heraanleggen om het op- en afstappente vergemakkelijken?2. Des initiatives seront-elles prises pour réaménagerle quai en question et éventuellement tous lesautres quais inadaptés pour faciliter la montée et ladescente du train?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1266 QRVA 52 01025 - 2 - 2008III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigersen antwoorden van de ministers.III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentantset réponses données par les ministres.Vice-eersteministeren minister van Financiënen Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre des Financeset des Réformes institutionnellesDO 2007200801208 DO 2007200801208Vraag nr. 81 van de heer Carl Devlies van 15 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Gelijkmatige spreiding van fiscale onderzoeken overalle belastingplichtigen.De controlecentra van de administratie van de Ondernemings-en Inkomensfiscaliteit (AOIF) zijn nu altien jaar actief.Via diverse kanalen komt mij echter algemeen terore dat sommige grote en middelgrote ondernemingenen vrije beroepen in bepaalde regio’s telkens bijna jaarna jaar grondig werden of worden onderzocht al danniet door dezelfde BTW- en belastingambtenaren vande controlecentra, terwijl dossiers uit andere veelalgrootstedelijke regio’s of agglomeraties in jaren nognooit zelfs eenmaal aan de beurt zijn gekomen.Naar verluidt zouden de achtereenvolgend gehanteerdeselectiemethodes en uitgevaardigde selectievoorschriften,voornamelijk het recentste analysesysteem«dataminig» dat blijkbaar uitsluitend gesteund isop BTW-criteria, de managers en/of de selectieambtenarenniet toelaten om dergelijke bijna jaarlijks terugkerendedossiers van het werkplan af te voeren.Daarnaast zou één van de overige redenen van dieselectiepraktijken ook zijn dat het aantal belangrijkevennootschappen te gering is om de teams van de afdelingenIII van kleinere controlecentra jaarlijks tebevoorraden met dossiers van belangrijke vennootschappenzodat dergelijke dossiers steeds maar opnieuwaan bod komen.Question n o 81 de M. Carl Devlies du 15 janvier 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Répartition égale des enquêtes fiscales entre tous lescontribuables.Les centres de contrôle de l’Administration de laFiscalité des Entreprises et des Revenus (AFER) existentdepuis dix ans.Il me revient toutefois par différents canaux quedans telle ou telle région, certaines entreprises de taillemoyenne et de grande taille ainsi que certaines professionslibérales ont été, ou sont, soumises presqued’année en année à une enquête approfondie, le caséchéant par les mêmes agents de la TVA et des Contributionsdes centres de contrôle, alors que dans desrégions généralement métropolitaines ou dans desagglomérations, des dossiers ne sont jamais examinés,ne serait-ce qu’une fois, et cela depuis des années.Il me revient également que les méthodes et lesrègles de sélection successivement édictées et mises enœuvre, et principalement le système d’analyse le plusrécent, le «datamining», qui apparemment reposepresque exclusivement sur des critères de TVA, nepermettent pas aux managers et/ou aux fonctionnaireschargés de la sélection de finaliser le traitement desdossiers de ce type qui reviennent quasi annuellement.En outre, l’un des autres motifs justifiant ces pratiquesde sélection serait que le nombre de sociétésimportantes est trop réduit pour approvisionnerannuellement en dossiers de sociétés importantes leséquipes des sections III des petits centres de contrôle,ce qui a pour conséquence que ces dossiers sont systématiquementréexaminés.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 126725 - 2 - 2008Nochtans zouden, steunend op het grondwettelijkgelijkheidsbeginsel en op het rechtvaardigheidsbeginsel,al die managers over het ganse land een gelijketoepassing van de fiscale wetgeving moeten kunnenwaarborgen zowel voor de grote bedrijven als voor deKMO’s, de beoefenaars van vrije beroepen als voorandere zelfstandigen.1. Wie voert op de selectiewerkzaamheden, op deuiteindelijke toewijzing van de te onderzoeken dossiersen op de herhaaldelijk uitgevoerde dienstverplaatsingenbij dezelfde belastingplichtigen regelmatigeen afdoende supervisie uit?2. Tot al welke hogere ambtenaren of ombudsdienstenkunnen de belastingplichtigen (rechtspersonenen natuurlijke personen) die zich door die achtereenvolgendeselecties van hun fiscaal dossier scherpgeviseerd voelen zich wenden om dergelijke wantoestandenaan te klagen en de aanhoudende verificatiesen halt toe te roepen?3.a) Is de AOIF-administratie er voorstander van datjaar na jaar dezelfde BTW- en belastingambtenarenbepaalde belangrijke dossiers langdurig enherhaaldelijk ter plaatse grondig onderzoeken en/of door anderen laten verifiëren?b) moet, voor zover bijna jaarlijkse gezamenlijke verificatiestoch gerechtvaardigd zouden voorkomen,niet veeleer dringend een ernstige beurtrol wordeningesteld?4. Om welke redenen zijn de jongste selectiecriteriavoor belastingdossiers blijkbaar grotendeels of zelfsalleen maar gesteund op BTW-criteria?5. Klopt het dat er gemiddeld gezien thans nogaltijd maar slechts 3 à 5% van de dossiers grondiggecontroleerd worden?6.a) Kunnen de thans bijgehouden boordtabellen, statistieken,gegevensborderellen en dienstverplaatsingsregistersal dergelijke ongehoorde situaties enwanverhoudingen meteen aan het licht brengen?b) Zo neen, hoe kunnen die wilekeurige toestandendringend algemeen worden opgevolgd en verholpen?7. Welke organisatorische maatregelen en instructieszullen er onmiddellijk worden uitgevaardigd omover het ganse grondgebied alle onderzoeken op decontrolecentra voortaan gelijkmatig, eerlijk enoordeelkundig te spreiden over alle categorieën vanbelastingplichtigen en zodoende alle mogelijke dis-Cependant, en vertu du principe constitutionneld’égalité et du principe de justice, tous ces managersdevraient pouvoir garantir dans l’ensemble du paysune application égale de la législation fiscale, tant pourles grandes entreprises que pour les PME et pour lesprofessions libérales aussi bien que pour les autresindépendants.1. Qui exerce à intervalles réguliers une supervisionefficace des opérations de sélection, de l’attributionfinale des dossiers à examiner et des déplacements deservice effectués de manière répétée chez les mêmescontribuables?2. À quels fonctionnaires supérieurs ou services demédiation peuvent s’adresser les contribuables (personnesmorales et personnes physiques) qui se sententfortement visés par ces sélections successives de leurdossier fiscal de façon à dénoncer ces dysfonctionnementset à faire cesser ces vérifications incessantes?3.a) L’administration de l’AFER est-elle favorable à ceque d’année en année, ce soient toujours les mêmesagents de la TVA et des Contributions qui épluchentsur place — ou fassent éplucher sur place pard’autres — certains dossiers importants de façonprolongée et répétée?b) N’est-il pas préférable d’instaurer d’urgence untour de rôle sérieux si tant est que des vérificationscommunes quasi annuelles se justifient néanmoins?4. Pour quelles raisons les critères de sélection lesplus récents utilisés pour les dossiers fiscaux sont-ilsvisiblement basés en grande partie, voire exclusivement,sur des critères de TVA?5. Est-il exact qu’encore aujourd’hui, entre 3 et 5%des dossiers seulement soient, en moyenne, soumis àun contrôle approfondi?6.a) Les tableaux de bord, les statistiques, les bordereauxde données et les registres de déplacementtenus à jour actuellement permettent-ils de décelerimmédiatement ces situations et ces rapports relevantde dysfonctionnements inouïs ?b) Dans la négative, comment pourrait-on, globalementet d’urgence, assurer le suivi de telles situationscaractérisées par l’arbitraire et y remédier?7. Quelles mesures et instructions organisationnellesseront édictées immédiatement de façon à répartirdésormais également, équitablement et judicieusementsur l’ensemble du territoire toutes les enquêtesdes centres de contrôle entre toutes les catégories decontribuables et de façon à éliminer désormaisKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1268 QRVA 52 01025 - 2 - 2008crepanties, scheeftrekkingen en subjectiviteit van nu afaan steeds volstrekt uit de weg te gaan?8. Kunt u punt per punt uw algemene zienswijzemeedelen onder meer in het kader van een klantvriendelijken rechtvaardig fiscaal bestuur, het nondiscriminatiebeginselen van de nrs. 13, 14, 15, 22, 27,29, 34 en 35 van de omzendbrief nr. 573 van 17 augustus2007 met betrekking tot het deontologische kadervoor de ambtenaren van het federaal administratiefopenbaar ambt?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van18 februari 2008, op de vraag nr. 81 van de heer CarlDevlies van 15 januari 2008 (N.):Naar aanleiding van zijn vermelde vraag kan ik hetgeachte lid het volgend antwoord verstrekken.1. Vooraleer tot verkoop kon worden overgegaandiende de site kadastraal te worden opgedeeld tussende FOD Binnenlandse Zaken (eigenaar van het brigadegebouw)en de Regie der Gebouwen (eigenaar vaneen aanpalend terrein) Deze verdeling is gebeurd eninmiddels zijn de goederen voor verkoop overgedragenaan het Aankoopcomité.2. De openbare verkoop. 2. La vente publique.3. Het Aankoopcomité zal tot de openbare verkoopovergaan. Bij het bepalen van het tijdstip van deverkoop zal het Aankoopcomité rekening dienen tehouden met andere geplande verkopen in de regio, omer voor te zorgen dat geen ontwrichting van de vastgoedmarktontstaat. Er heeft zich reeds minstens ééngeïnteresseerde koper gemeld.complètement toutes les disparités, toutes les anomalieset tout ce qui relève d’appréciations subjectives?8. Pourriez-vous faire part, point par point, devotre conception générale, notamment du point de vued’une administration fiscale respectueuse des intérêtsdu contribuable et équitable, et compte tenu du principede non-discrimination et des n os 13, 14, 15, 22, 27,29, 34 et 35 de la circulaire n o 573 du 17 août 2007concernant le cadre déontologique des agents de lafonction publique fédérale?Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du18 février 2008, à la question n o 81 de M. Carl Devliesdu 15 janvier 2008 (N.):Suite à sa question susmentionnée, j’ai l’honneur defournir à l’honorable membre la réponse suivante.1. Avant de pouvoir vendre le bien, il a fallu procéderà la répartition cadastrale du site entre le SPF Intérieur(propriétaire du bâtiment de la brigade) et laRégie des Bâtiments (propriétaire du terrain adjacent).Cette répartition a eu lieu et, entre-temps, les biens ontété transférés au Comité d’acquisition afin d’êtrevendus.3. Le Comité d’acquisition procédera à la ventepublique Pour fixer la date de la vente, le Comitéd’acquisition devra tenir compte des autres ventesprévues dans la région, afin d’éviter une désorganisationdu marché immobilier Au moins un acheteur intéressés’est d’ores et déjà manifesté.DO 2007200801316 DO 2007200801316Vraag nr. 97 van mevrouw Valérie De Bue van 17 januari2008 (Fr.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Uitbreiding van het gerechtsgebouw van Nijvel.Begin 2007 diende de Regie der Gebouwen met hetoog op de uitbreiding van het gerechtsgebouw eenaanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning(CU2) in bij het stadsbestuur van Nijvel.Na een aantal vergaderingen met de Regie en degerechtelijke overheden werd die vergunning door destad Nijvel en het Waalse Gewest toegekend.1. Hoever staat het met de voorgestelde onteigeningen?Question n o 97 de M me Valérie De Bue du 17 janvier2008 (Fr.) au vice-premier ministre et ministredes Finances et des Réformes institutionnelles:Extension du Palais de Justice de Nivelles.Au début de 2007, la ville de Nivelles a été saisied’une demande de permis d’urbanisme (CU2) par laRégie des Bâtiments en vue de l’extension du Palais deJustice.Après plusieurs réunions avec la régie et les autoritésjudiciaires, celui-ci a été attribué par la ville et laRégion wallonne.1. Qu’en est-il des expropriations proposées?2. Welk budget wordt er hiervoor uitgetrokken? 2. Quel est le budget prévu?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 126925 - 2 - 20083. Hoe ziet de planning eruit? 3. Quel est le planning prévu?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van20 februari 2008, op de vraag nr. 97 van mevrouwValérie De Bue van 17 januari 2008 (Fr.):In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer hetgeachte lid het volgende mee te delen:1. Wat de onteigening betreft, werden de terreinendie nodig zijn voor de bouw van de uitbreiding van hetgerechtsgebouw II opgenomen in een koninklijkbesluit tot onteigening dat de Koning ondertekendheeft op 19 december 2007. Dit koninklijk besluitwerd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van22 januari 2008.2. Wat het nodige budget betreft, werd er eenbedrag goedgekeurd overeenstemmend met de ramingvan het Comité tot Aankoop van Onroerende Goederenen definitief vastgelegd op 14 december 2007 tenbelope van 1 265 000,00 euro.3. Inzake de planning voor de verwezenlijking vanhet project wordt voorzien dat:Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du20 février 2008, à la question n o 97 de M me Valérie DeBue du 17 janvier 2008 (Fr.):Suite à sa question susmentionnée, j’ai l’honneur defournir à l’honorable membre la réponse suivante:1. En matière d’expropriation, les terrains nécessairesà la construction de l’extension du Palais de JusticeII ont été consignés dans un arrêté royald’expropriation que le Roi a signé le 19 décembre2007. Cet arrêté royal a été publié au Moniteur belgedu 22 janvier 2008.2. En ce qui concerne le budget nécessaire, unmontant correspondant à l’estimation du Comitéd’Acquisition d’Immeubles a été approuvé et engagédéfinitivement le 14 décembre 2007 pour un montantde 1 265 000,00 euros.3. Au sujet du planning pour la réalisation duprojet, il est programmé que:a) de studies zullen worden verricht in 2008 en 2009; a) les études se dérouleront en 2008 et en 2009;b) de werken zullen worden uitgevoerd in 2010 en2011.b) les travaux connaîtront une exécution en 2010 et2011.DO 2007200801676 DO 2007200801676Vraag nr. 115 van de heer Peter Logghe van 31 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen:Regie der Gebouwen. — Personeel. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkom regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over de Regie derGebouwen:1.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?Question n o 115 de M. Peter Logghe du 31 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Régie des bâtiments. — Personnel. — Appartenancelinguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est importantde vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos de la Régie des bâtiments:1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1270 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.4.a) Hoeveel contractuelen in de Regie der Gebouwenrekent men in 2005 tot de Nederlandstalige taalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant à laRégie des bâtiments étaient considérés commeappartenant au rôle linguistique néerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van20 februari 2008, op de vraag nr. 115 van de heer PeterLogghe van 31 januari 2008 (N.):Ik deel het geacht lid hierbij de toestand metbetrekking tot de taalaanhorigheid van de personeelsledenbij de Regie der Gebouwen mee.Enkel binnen het Hoofdbestuur behoren de personeelsledentot een taalrol (Frans of Nederlands)De taalkaders worden vastgesteld bij koninklijkbesluit en hebben uitsluitend betrekking op de functiesbij het Hoofdbestuur.In de Buitendiensten behoren de personeelsleden toteen «taalregime» en deze diensten vallen niet onder detoepassing van het koninklijk besluit tot vaststellingvan de taalkaders bij de Regie der Gebouwen.De toestand was als volgt:1.a) In 2005 behoorden 175 vastbenoemden tot deNederlandse taalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 421 vastbenoemdentot het Nederlandse taalregime.b) In 2005 behoorden 151 vastbenoemden tot deFranse taalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 393 vastbenoemdentot het Franse taalregime.Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du20 février 2008, à la question n o 115 de M. PeterLogghe du 31 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur d’informer ci-après l’honorablemembre de la situation relative à l’appartenancelinguistique des membres du personnel à la Régie desBâtiments.Seuls les membres du personnel affectés à l’Administrationcentrale appartiennent à un rôle linguistique(français ou néerlandais).Les cadres linguistiques sont fixés par arrêté royal etsont exclusivement applicables aux fonctions de l’administrationcentrale.Au sein des Services extérieurs les membres dupersonnel appartiennent à un régime linguistique et lesdispositions de l’arrêté royal fixant les cadres linguistiquesau sein de la Régie des Bâtiments ne sont pasapplicables dans ces services.La situation était comme suit:1.a) En 2005 à l’Administration centrale 175 membresdu personnel statutaires appartenaient au rôlelinguistique néerlandais.Aux Services extérieurs 421 membres du personnelstatutaires appartenaient au régime linguistiquenéerlandais.b) En 2005 à l’Administration centrale 151 membresdu personnel statutaires appartenaient au rôlelinguistique français.Aux Services extérieurs 393 membres du personnelstatutaires appartenaient au régime linguistiquefrançais.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 127125 - 2 - 20082.a) In 2006 behoorden 168 vastbenoemden tot deNederlandse taalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 396 vastbenoemdentot het Nederlandse taalregime.b) In 2006 behoorden 146 vastbenoemden tot deFranse taalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 378 vastbenoemdentot het Franse taalregime.3.a) In 2007 behoorden 157 vastbenoemden tot deNederlandse taalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 376 vastbenoemdentot het Nederlandse taalregime.b) In 2007 behoorden 142 vastbenoemden tot deFranse taalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 370 vastbenoemdentot het Franse taalregime.4.a) In 2005 behoorden 89 contractuelen tot deNederlandse taalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 148 contractuelentot het Nederlandse taalregime.b) In 2005 behoorden 85 contractuelen tot de Fransetaalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 126 contractuelentot het Franse taalregime.5.a) In 2006 behoorden 82 contractuelen tot deNederlandse taalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 122 contractuelentot het Nederlandse taalregime.b) In 2006 behoorden 83 contractuelen tot de Fransetaalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 120 contractuelen2.a) En 2006 à l’Administration centrale 168 membresdu personnel statutaires appartenaient au rôlelinguistique néerlandais.Aux Services extérieurs 396 membres du personnelstatutaires appartenaient au régime linguistiquenéerlandais.b) En 2006 à l’Administration centrale 146 membresdu personnel statutaires appartenaient au rôlelinguistique français.Aux Services extérieurs 378 membres du personnelstatutaires appartenaient au régime linguistiquefrançais.3.a) En 2007 à l’Administration centrale 157 membresdu personnel statutaires appartenaient au rôlelinguistique néerlandais.Aux Services extérieurs 376 membres du personnelstatutaires appartenaient au régime linguistiquenéerlandais.b) En 2007 à l’Administration centrale 142 membresdu personnel statutaires appartenaient au rôlelinguistique français.Aux Services extérieurs 370 membres du personnelstatutaires appartenaient au régime linguistiquefrançais.4.a) En 2005 à l’Administration centrale 89 membresdu personnel contractuels appartenaient au rôlelinguistique néerlandais.Aux Services extérieurs 148 membres du personnelcontractuels appartenaient au régime linguistiquenéerlandais.b) En 2005 à l’Administration centrale 85 membresdu personnel contractuels appartenaient au rôlelinguistique français.Aux Services extérieurs 126 membres du personnelcontractuels appartenaient au régime linguistiquefrançais.5.a) En 2006 à l’Administration centrale 82 membresdu personnel contractuels appartenaient au rôlelinguistique néerlandais.Aux Services extérieurs 122 membres du personnelcontractuels appartenaient au régime linguistiquenéerlandais.b) En 2006 à l’Administration centrale 83 membresdu personnel contractuels appartenaient au rôlelinguistique français.Aux Services extérieurs 120 membres du personnelKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1272 QRVA 52 01025 - 2 - 2008tot het Franse taalregime.6.a) In 2007 behoorden 76 contractuelen tot de Nederlandstaligetaalrol bij het Hoofdbestuur.Bij de Buitendiensten behoorden 117 contractuelentot het Nederlandse taalregime.b) In 2007 behoorden 80 contractuelen van de Fransetaalrol bij het Hoofdbestuur.In de Buitendiensten behoorden 115 contractuelentot het Franse taalrol.contractuels appartenaient au régime linguistiquefrançais.6.a) En 2007 à l’Administration centrale 76 membresdu personnel contractuels appartenaient au rôlelinguistique néerlandais.Aux Services extérieurs 117 membres du personnelcontractuels appartenaient au régime linguistiquenéerlandais.b) En 2007 à l’Administration centrale 80 membresdu personnel contractuels appartenaient au rôlelinguistique français.Aux Services extérieurs 115 membres du personnelcontractuels appartenaient au régime linguistiquefrançais.DO 2007200801742 DO 2007200801742Vraag nr. 123 van mevrouw Barbara Pas van4 februari 2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Financiën en Institutionele Hervormingen:Douane en accijnzen. — Aantal ongevallen met prioritairevoertuigen.Jaarlijks gebeuren in België heel wat ongevallenwaarbij doden of gewonden vallen. Daarbuiten zijn ernog vele ongevallen waarbij enkel blikschade te noterenvalt.1. Hoeveel ongevallen zijn er geregistreerd in deafgelopen vijf jaar (2003-2007) waarbij voertuigen vande douane en accijnzen zijn betrokken geraakt?2. Kan u deze cijfers uitsplitsen per gewest en naargelangde ernst van het ongeval (ongeval met doden,gewonden of enkel blikschade)?3. Kan u een bedrag kleven op de kostprijs van dezeongevallen voor de betrokken dienst?4. Kan u tevens het aantal werkdagen afwezigheidvan de ambtenaren betrokken bij deze verkeersongevallenweergeven?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Financiën en Institutionele Hervormingen van20 februari 2008, op de vraag nr. 123 van mevrouwBarbara Pas van 4 februari 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Question n o 123 de M me Barbara Pas du 4 février 2008(N.) au vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles:Douanes et accises. — Nombre d’accidents impliquantdes véhicules prioritaires.Chaque année se produisent en Belgique denombreux accidents de la circulation avec morts oublessés. De nombreux autres accidents ne provoquentpar ailleurs que des dégâts matériels.1. Combien d’accidents impliquant des véhiculesdes douanes et accises ont été enregistrés au cours descinq dernières années (2003-2007)?2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres par Région etselon la gravité de l’accident (accidents mortels, avecblessés ou dégâts matériels uniquement)?3. Peut-on chiffrer le coût de ces accidents?4. Combien de jours les fonctionnaires impliquésdans ces accidents ont-ils été absents du travail?Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du20 février 2008, à la question n o 123 de M me BarbaraPas du 4 février 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 127325 - 2 - 20081. Gedurende de periode van vijf jaar 2003-2007zijn 71 prioritaire dienstvoertuigen van de administratieder douane en accijnzen betrokken geraakt ineen verkeersongeval. De verdeling per jaar wordthierna gepreciseerd:— 2003: 19 ongevallen; — 2003: 19 accidents;— 2004: 15 ongevallen; — 2004: 15 accidents;— 2005: 16 ongevallen; — 2005: 16 accidents;— 2006: 13 ongevallen; — 2006: 13 accidents;— 2007: 8 ongevallen. — 2007: 8 accidents.In de meeste gevallen zijn de ongevallen gebeurdtijdens het normaal sturen zonder gebruik van sireneof blauw zwaailicht.2. In Vlaanderen gebeurden er 38 ongevallen, inWallonië 17 en in Brussel 16.Op de 71 ongevallen waren er 4 ongevallen waarbijer vijf ambtenaren van de administratie slachtoffer(gekwetst) waren. In de betrokken periode vielenslechts twee matiggewonden en drie lichtgewonden.De vier ongevallen met gewonden gebeurden inVlaanderen.3. Voor 36 afgehandelde ongevallen bedroeg detotale kost van de reparaties van de dienstvoertuigen31 626,97 euro waarvan 10 924,81 euro ten laste vande tegenpartijen. Bovendien werd een bedrag van16 799,67 euro betaald aan de tegenpartijen.De 35 resterende ongevallen zijn nog in behandeling.4. Het totaal aantal werkdagen afwezigheid van debetrokken ambtenaren door de 4 verkeersongevallen is122.1. Pour la période de 5 ans couvrant les années 2003à 2007, le nombre d’accidents impliquant des véhiculesde service prioritaires de l’Administration des douaneset accises s’élevait à 71. La répartition annuelle estprécisée ci-après:Dans la grande majorité des cas, les accidents concernantces véhicules sont survenus durant une conduitenormale sans utilisation de la sirène et du feubleu.2. En Flandre sont survenus 38 accidents, en Wallonie17 et dans la Région Bruxelloise 16.Sur les 71 accidents, 4 ont provoqué au moins cinqvictimes (blessés) parmi les agents de l’administration.Pour la période concernée, deux blessés moyens ettrois blessés légers ont dus être déplorés.Les quatre accidents avec blessés se passaient enFlandre.3. Pour les 36 accidents terminés, le coût total desréparations pour les véhicules de l’administration semontait à 31 626,97 euros dont 10 924,81 euros ont étépris en charge par les parties adverses. De plus, unmontant total de 16 799,67 euros a été payé auxparties adverses.Les 35 accidents restants sont encore en cours detraitement.4. Le nombre de jours d’incapacité de travail desmembres du personnel concernés pour les 4 accidentsest 122.Vice-eersteministeren minister van Begroting,Mobiliteit en Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre du Budget,de la Mobilité et des Réformes institutionnellesDO 2007200801265 DO 2007200801265Vraag nr. 16 van de heer Michel Doomst van 16 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Federale wegpolitie. — Controles op vrachtvervoer.De federale wegpolitie stelde in haar actieplan voor2007 voor 20% meer controles uit te voeren.Question n o 16 de M. Michel Doomst du 16 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Police fédérale de la route. — Contrôle du transport demarchandises.Dans son plan d’action pour 2007, la police fédéralede la route s’était fixée pour objectif d’augmenter de20% le nombre de contrôles.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1274 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Hoeveel controles op vrachtvervoer voerde defederale wegpolitie uit in 2007 en hoeveel in 2006?1. Combien de contrôles en matière de transport demarchandises la police fédérale de la route a-t-elleeffectués en 2006 et en 2007?— Graag een overzicht per gewest. — Pourriez-vous me fournir ces chiffres par région?— Graag een overzicht per soort controle (rij- en rusttijden,ladingen, enzovoort).2. Hoeveel manuren werden aan de controlesbesteed?— Pourriez-vous me fournir ces chiffres par type decontrôle (temps de conduite et de repos, chargements,etcetera).2. Combien d’heures/homme ont-elles été consacréesà ces contrôles?3. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld? 3. Combien d’infractions ont-elles été constatées?— Graag een overzicht per gewest. — Pourriez-vous me fournir ces chiffres par région?— Graag een overzicht per soort overtreding. — Pourriez-vous me fournir ces chiffres par typed’infraction?4. Voor welk bedrag werden boetes uitgeschrevenen hoeveel werd hier in totaal van geïnd ?4. Pour quel montant des amendes ont-elles étéinfligées et quel montant a effectivement été encaissé?— Graag een overzicht per gewest. — Pourriez-vous me fournir ces chiffres par région?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 18 februari 2008, op de vraag nr. 16 van deheer Michel Doomst van 16 januari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat ditonderwerp niet onder mijn bevoegdheid valt maar welonder de bevoegdheid van de minister van BinnenlandseZaken. (Vraag nr. 136 van 20 februari 2008.)Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 18 février 2008, à la question n o 16 deM. Michel Doomst du 16 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre quece sujet ne tombe pas sous ma compétence, mais sousla compétence du ministre de l’Intérieur. (Questionn o 136 du 20 février 2008.)DO 2007200801335 DO 2007200801335Vraag nr. 17 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Rijbewijzen. — Vreemdelingen.Personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister,in het vreemdelingenregister of het wachtregistervan een Belgische gemeente, kunnen — mitshouder te zijn van een geldig document bepaald bijartikel 3, § 1, 1 o van het koninklijk besluit van23 maart 1998 betreffende het rijbewijs — een rijbewijsbekomen. Vanaf het ogenblik dat zij niet meer inde voorwaarden verkeren om ingeschreven te blijvenin het vreemdelingen- of wachtregister of niet meerbeschikken over één van de documenten zoals hierbovenvermeld, zijn ook de voorwaarden niet meer vervuldom nog langer in het bezit te blijven van een rijbewijs.Hoeveel vaststellingen gebeurden er in 2004, 2005,2006 en 2007 betrekkelijk vreemdelingen die in hetbezit waren van een rijbewijs, hoewel zij niet meerQuestion n o 17 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Permis de conduire. — Étrangers.Les personnes inscrites au registre de la population,au registre des étrangers ou au registre d’attente d’unecommune belge, — à condition qu’elles soient titulairesd’un document valable prévu par l’article 3, § 1 er ,1 o de l’arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permisde conduire —, peuvent obtenir un permis deconduire. Toutefois, à partir du moment où cespersonnes cessent de réunir les conditions requisespour être inscrites au registre des étrangers ou au registred’attente, ou ne sont plus valablement en possessiond’un des documents mentionnés ci-dessus, lesconditions requises pour posséder un permis deconduire cessent également d’être remplies.Au cours des années 2004, 2005, 2006 et 2007,combien de constats ont été opérés concernant despersonnes étrangères en possession d’un permis deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 127525 - 2 - 2008ingeschreven waren in het vreemdelingen- of wachtregisterof niet meer beschikten over de vereiste documenten?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 17 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Een vreemdeling die niet meer voldoet aan de verblijfsvoorwaardevoorzien in artikel 3 van hetkoninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende hetrijbewijs kan toch nog op een geldige manier beschikkenover een Belgisch rijbewijs. Immers, artikel 3voorziet dat de bestuurders die niet meer aan de verblijfsvoorwaardenvoldoen toch kunnen sturen onderdekking van een Belgisch rijbewijs.Voor personen die zijn ingeschreven in het wachtregister,bestaat er een regeling waardoor deze menseneen Belgisch rijbewijs kunnen bekomen. De geldigheidvan deze rijbewijzen wordt evenwel beperkt tot éénjaar, voor een zelfde periode verlengbaar zolangbetrokkene in het wachtregister is ingeschreven.Wanneer iemand uit het wachtregister wordt geschraptdoor definitieve afwijzing van zijn asielaanvraag,kan hij zijn rijbewijs niet meer laten verlengen,maar het rijbewijs op zich blijft wel geldig voor de restvan de toegekende periode. Deze geldigheid betreftzowel de eventuele mogelijkheid tot omwisseling vandit rijbewijs in een ander land, als de mogelijkheid ommet dit rijbewijs verder te rijden, in landen waar degeldigheid van het Belgisch rijbewijs wordt erkend.Wanneer daarentegen zijn asielaanvraag wel isaanvaard, en hij bijgevolg in het vreemdelingenregisterwordt ingeschreven, kan hij een rijbewijs bekomenvoorzien van een normale geldigheidsduur.Personen die dus nog houder zijn van een tijdelijkgeldig Belgisch rijbewijs nadat ze werden afgewezenals asielzoeker en die hiermee een voertuig besturen,zijn niet in overtreding, althans niet voor wat betreftde regelgeving rond rijbewijzen, aangezien degeldigheid van het document nog verder duurt naschrapping uit het wachtregister.conduire alors qu’elles n’étaient plus inscrites au registredes étrangers ou au registre d’attente, ou ne disposaientplus des documents requis?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 17 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre cequi suit.Un étranger qui ne satisfait plus aux conditions derésidence prévues à l’article 3 de l’arrêté royal du23 mars 1998 relatif au permis de conduire peut encoreposséder valablement d’un permis de conduire belge.En effet, l’article 3 prévoit que les conducteurs qui nesatisfont plus aux conditions de résidence peuventnotamment conduire sous le couvert d’un permis deconduire belge.En ce qui concerne les personnes qui sont inscritesdans le registre d’attente, la réglementation prévoitque ces personnes peuvent obtenir un permis de conduirebelge. La validité de ces permis de conduire esttoutefois limitée à un an, renouvelable pour une similairepériode et ce, aussi longtemps que l’intéressé estinscrit dans le registre d’attente.Lorsqu’une personne est rayée du registre d’attentesuite à un rejet définitif de sa demande d’asile, il nepeut plus obtenir la prorogation de son permis de conduiremais ce dernier conserve sa validité pour lerestant de la période prévue. Cette validité concerneaussi bien la possibilité éventuelle d’échanger cepermis de conduire dans un autre pays que la possibilitéde conduire sous le couvert de ce permis de conduiredans les pays qui reconnaissent la validité dupermis de conduire belge. Lorsque la demande d’asileest acceptée et que l’intéressé est, par conséquent, inscritdans le registre des étrangers, il peut obtenir unpermis de conduire d’une durée de validité normale.Les personnes qui sont encore titulaires d’un permisde conduire belge temporaire après que la qualité deréfugié leur a été refusée ne sont pas en infraction visà-visde la réglementation relative au permis de conduirelorsqu’elles conduisent un véhicule sous le couvertde ce permis de conduire étant donné que la validitédu document perdure après la radiation duregistre d’attente.DO 2007200801336 DO 2007200801336Vraag nr. 18 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Zebrapaden. — Hasselt. — Kunstproject.Het Hasseltse stadsbestuur wilde zebrapaden extraonder de aandacht brengen door er een kunstprojectQuestion n o 18 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Passages pour piétons. — Hasselt. — Projet artistique.L’administration communale de Hasselt a voulumettre tout spécialement en évidence les passages pourKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1276 QRVA 52 01025 - 2 - 2008rond te organiseren. In de Hasseltse binnenstad en opde Groene Boulevard zijn 19 zebrapaden op kunstzinnigewijze her-/beschilderd.De meningen over dit project zijn verdeeld. Naastappreciatie voor deze ludieke actie, zijn er burgers diezich de vraag stellen in hoeverre deze zebrapaden nogwel conform de voorschriften zijn en bijgevolg onderde huidige vorm als zebrapad kunnen/moeten wordenbeschouwd.De Hasseltse kortgedingrechter heeft momenteelzelfs een zaak in beraad van een Hasselaar, die eist datdeze 19 zebrapaden in hun oorspronkelijke staatworden hersteld. Los van de vraag of de rechter inkortgeding in deze bevoegd is, moet worden vastgestelddat de «verkeersveiligheid» hier mogelijkbedreigd is.piétons en organisant un projet artistique axé sur cesderniers. Dans le centre-ville et sur le Groene Boulevard,19 passages pour piétons ont ainsi été artistiquementpeints ou repeints.Les avis sur ce projet sont partagés. Si des administrésapprécient cette action ludique, d’autres se demandentdans quelle mesure ces passages pour piétons sontencore conformes aux dispositions du Code de la routeet peuvent ou doivent dès lors encore être considéréscomme tels sous leur forme actuelle.Pour l’heure, le juge en référé de Hasselt a même misen délibéré l’affaire d’un Hasseltois qui réclame laremise dans leur état original de ces 19 passages pourpiétons. Indépendamment de la question de savoir si lejuge en référé est compétent, force est de constater quece projet artistique est de nature à nuire à la «sécuritéroutière».1. Wat vindt u van dit Hasseltse initiatief? 1. Que pensez-vous de cette initiative hasseltoise?2. Welke voorschriften zijn van toepassing op dewijze waarop een zebrapad moet worden gemarkeerdop de weg?3. In welke mate kan van deze voorschriftenworden afgeweken?4.a) Zijn er initiatieven bekend gelijkaardig aan hetHasseltse kunstproject?b) Zo ja, kan u toelichting geven over aard, doel,gevolgen, enzovoort?5.a) Kunnen projecten waarbij een creatieve invullingwordt gegeven aan wegmarkeringen of verkeersbordenaanleiding geven tot onduidelijkheden ofdubbelzinnigheden op vlak van interpretatie en/ofaansprakelijkheid?2. Quelles règles du Code de la route sontd’application concernant le marquage des passagespour piétons sur la chaussée?3. Dans quelle mesure peut-il être dérogé à cesrègles?4.a) Avez-vous connaissance d’autres initiatives du typedu projet artistique de Hasselt?b) Dans l’affirmative, pourriez-vous préciser notammentla nature, la finalité et les effets de ces autresinitiatives?5.a) Des projets conférant à des marquages routiers ouà des panneaux de signalisation une note créativesont-ils susceptibles de semer la confusion ou ledoute dans l’esprit des usagers en ce qui concerneleur interprétation et/ou la responsabilité des unsou des autres?b) Zo ja, wat kunnen de gevolgen zijn? b) Dans l’affirmative, quelles pourraient en être lesconséquences ?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 18 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):1. Ik kan ergens wel sympathie opbrengen voordergelijke kunstzinnige projecten, die de zebrapadenin de kijker willen zetten. De stad Hasselt is alleszinsin dit opzet geslaagd, gelet op de ruime mediabelangstellingvoor het lopende project.Op basis van een foto van een van de 19 zebrapadendie ik heb kunnen bekijken, moet ik wel toegeven datde «kunstingreep» vrij drastisch is, waardoor (deRéponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 18 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):1. D’une certaine façon, j’éprouve assez de sympathiepour de tels projets artistiques qui visent à donneraux passages pour piétons plus d’impact visuel. Laville d’Hasselt a sans aucun doute atteint son objectif,compte tenu de l’intérêt médiatique suscité par ceprojet.Sur base d’une photographie de l’un des 19 passagespour piétons que j’ai pu observer, je dois bien avouerque «l’intervention artistique» est très énergique, deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 127725 - 2 - 2008zichtbaarheid van) het zebrapad in de verdrukkingkomt, gelet op de grootte van de er over aangebrachtetekeningen.telle sorte que le passage pour piétons (c’est-à-dire savisibilité) est étouffé du fait de la grandeur des dessinsqui y ont été ajoutés.2. Of het project in overeenstemming is met dewettelijke bepalingen, is een andere vraag die door debevoegde feitenrechter soeverein zal worden beoordeeld.Alleszins mag op basis van artikel 1.2 van hetministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende deminimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaardenvan de verkeerstekens noch op verkeerstekens(waartoe wegmarkeringen en dus ook zebrapadenbehoren) noch op hun steunen een vermeldingvoorkomen of aangebracht worden die met het doeldaarvan niets te maken heeft.2. Quant à la conformité du projet aux dispositionslégales, il s’agit d’une autre question, laquelle serasouverainement tranchée par le juge de fonds compétent.Quoiqu’il en soit, en application de l’article 1.2de l’arrêté ministériel du 11 octobre 1976 fixant lesdimensions minimales et les conditions particulières deplacement de la signalisation routière, il est interdit defaire figurer ou d’apposer sur la signalisation routière(en ce compris les marques routières et donc aussi lespassages pour piétons) ainsi que sur les supports decelle-ci toute mention étrangère à son objet.De vraag dient dus te worden gesteld of deze tekeningenin overeenstemming zijn met het doel van deoversteekplaats voor voetgangers. Op deze vraag benik geneigd negatief te antwoorden, gelet op de omvangvan de tekening enerzijds en op het feit dat de tekeningdie ik zag niet gerelateerd is aan verkeersveiligheidanderzijds. Zoals gezegd, zal het de rechter zijn die terzake een soeverein oordeel zal vellen.La question se pose donc de savoir si ces dessinssont en concordance avec le but d’un passage pourpiétons. Je suis tenté de répondre négativement à cettequestion d’une part compte tenu de la dimension desdessins et, d’autre part parce que les dessins que j’ai vune sont pas en rapport avec la sécurité routière.Comme je l’ai dit, c’est au juge qu’il appartient de seprononcer souverainement sur la question.In artikel 18, 3 o van het ministerieel besluit van11 oktober 1976 worden de voorwaarden bepaaldwaaraan markeringen van een oversteekplaats moetenvoldoen. Artikel 1 van dat besluit bepaalt dat alleenverkeerstekens die aan die voorwaarden voldoen, alsverkeerstekens kunnen worden beschouwd.L’article 18, 3 o de l’arrêté ministériel du 11 octobre1976 énonce les conditions auxquelles doivent satisfaireles marques des passages pour piétons. En vertude l’article 1 er de cet arrêté, seule la signalisation quisatisfait à ces conditions peut être considérée commeune signalisation réglementaire.3. De initiatiefnemers van dit project hebben detoelating gevraagd aan de wegbeheerder om de zebrapadente mogen bewerken.3. Les auteurs de ce projet ont demandé l’autorisationau gestionnaire de voirie de décorer les passagespour piétons.Het gaat hier om een gewestweg en dus is deVlaamse regering de bevoegde wegbeheerder. Zij moetwel waken over de toepassing van de federale verkeersregels.De Vlaamse overheid heeft geen bezwaar geuitbij dit project.Étant donné qu’il s’agit d’une voirie régionale, legestionnaire compétent est l’administration flamande.Il doit bien veiller à l’application des règles de circulationfédérales. L’administration flamande n’a pas émisd’objections à ce projet.Volgens sommigen is dit project een schending vande verkeersreglementering, volgens anderen vallen dezebrapaden nu beter op en gaan de auto’s daardoortrager rijden. Ik meng mij niet in deze discussie. Striktjuridisch heeft de Vlaamse wegbeheerder geoordeelddat die zebrapaden nog altijd voldoen aan de vereistenvan een geldig zebrapad. Discussie omtrent dit standpuntis zeker mogelijk.D’aucuns estiment que ce projet enfreint la réglementationroutière. Pour d’autres, les passages pourpiétons sont désormais plus visibles et les véhiculesréduiront dès lors leur vitesse. Je ne veux pas intervenirdans cette discussion. D’un point de vue strictementjuridique, le gestionnaire flamand de la voirie aestimé que ces passages pour piétons satisfont toujoursaux exigences de validité. Ce point de vue peut certainementfaire l’objet de discussions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1278 QRVA 52 01025 - 2 - 20084.a) en b) Sommige rode lichten worden bewerkt meteen hartje. Het Hasseltse project gaatnatuurlijk een stap verder.5.a) en b) In theorie kan de wegbeheerder door de rechtbankaansprakelijk worden gehouden indiende weggebruiker (potentiële) schade kanaantonen die in oorzakelijk verband staat meteen fout van de wegbeheerder, zijnde hetaanbrengen van tekeningen op een oversteekplaatsvoor voetgangers.Een link tussen de wijzigingen die werden aangebrachtaan het zebrapad en de (potentiële) schade zaldus in ieder geval aangetoond moeten worden.4.a) et b) Certains feux rouges ont été revêtus d’uncour. Le projet de Hasselt franchit évidemmentun pas supplémentaire.5.a) et b) En théorie, le gestionnaire de voirie peut voirsa responsabilité engagée si l’usager de laroute peut établir un dommage (potentiel)causé par la faute du gestionnaire, soit l’ajoutde dessins sur les passages pour piétons.Le lien de causalité entre les modifications apportéesau passage pour piétons et le dommage (potentiel)devra dans tous les cas être prouvé.DO 2007200801337 DO 2007200801337Vraag nr. 19 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Zeevaartpolitie. — Havenstaatscontroles.Het is de zeevaartinspectie die gemachtigd is, om inhet kader van de havenstaatcontrole, inspecties uit tevoeren op de staat waarin een schip zich bevindt. Hettotaal aantal inspecties dat jaarlijks verricht wordt,dient ten minste 25 % te bedragen van het aantal afzonderlijkeschepen dat de Belgische havens in eenrepresentatief kalenderjaar is binnengelopen.1. Hoeveel inspecties voerde de zeevaartpolitie uitin 2005, 2006 en 2007 en hoe verhoudt zich dat tegenoverhet aantal afzonderlijke schepen dat de Belgischehavens in die jaren is binnengelopen?2.a) In hoeveel gevallen werd in voormelde jaren toepassinggemaakt van inspecties met toepassing vanhet koninklijk besluit van 13 september 1998houdende havenstaatcontrole en wijziging van hetkoninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement?b) Wat waren de vastgestelde gebreken en wat was devlaggenstaat van de geverbaliseerde schepen?3. In hoeveel gevallen werden in voormelde jaren(en in welke havens) schepen aangehouden en voorwelke duur?4. Hoeveel schepen (met vermelding van vlaggenstaat)waren in voormelde jaren het voorwerp van eenpublicatie, waarbij het districtshoofd van de Dienstvan de zeevaartinspectie elk kwartaal bekend maaktQuestion n o 19 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Police maritime. — Contrôles par l’État du port.L’inspection maritime est habilitée, dans le cadre ducontrôle par l’État du port, à inspecter l’état d’unnavire. Le nombre total annuel d’inspections doitcorrespondre à au moins 25 % du nombre de naviresdistincts entrés dans les ports belges au cours d’uneannée civile représentative.1. Combien d’inspections la police maritime a-t-elleeffectuées en 2005, en 2006 et en 2007 et quel pourcentageces chiffres représentent-ils par rapport au nombrede navires distincts entrés dans les ports belges aucours des années en question?2.a) Dans combien de cas, au cours des années susmentionnées,les inspections ont-elles été effectuées enapplication de l’arrêté royal du 13 septembre 1998portant contrôle par l’État du port et modificationde l’arrêté royal du 20 juillet 1973 portant règlementsur l’inspection maritime?b) Quels manquements ont été constatés et quel étaitl’État du pavillon des navires verbalisés?3. Dans combien de cas, au cours des annéessusmentionnées, (et dans quels ports) des navires ontilsété immobilisés et pour combien de temps?4. Combien de navires (avec mention de l’État dupavillon) ont fait l’objet, au cours des années susmentionnées,d’une publication par laquelle le chef dedistrict du Service de l’inspection maritime communi-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 127925 - 2 - 2008welke schepen in de afgelopen drie maanden zijn aangehoudenen welke in de afgelopen vierentwintigmaanden zijn aangehouden en welke in de afgelopenvierentwintig maanden meer dan eenmaal zijn aangehouden?5. In hoeveel gevallen werd er tijdens voormeldejaren een overbelading van schepen vastgesteld?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 19 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):1 en 2.a) In de Belgische havens wordt de havenstaatcontrole(Port State Control — PSC) uitgevoerd inhet kader van het Memorandum Of Understandingvan Parijs (Paris MOU) dat tot stand kwam in1982 en waarin momenteel 27 staten zijn opgenomen.Het Paris MOU inspectiesysteem werd overgenomenin het Communautair recht door derichtlijn 95/21/EG die op zijn beurt omgezet werdnaar Belgisch recht door het koninklijk besluit van13 september 1998 waarnaar wordt verwezen in devraag.Conform de bepalingen van dat koniklijk besluitworden de PSC inspecties aan boord van devreemde schepen uitgevoerd door de daartoeaangeduide met scheepvaartcontrole belasteambtenaren van het Directoraat-generaal MaritiemVervoer (DGMV) bij de FOD Mobiliteit enVervoer en niet door de zeevaartpolitie. Dezeevaartpolitie werd trouwens ontbonden in 1999.In 2005 werden door de betrokken dienst vanDGMV 27,7% van het totaal aantal afzonderlijkeschepen dat de Belgische havens aandeedgeïnspecteerd. Voor 2006 was dat cijfer 25,6% envoor 2007 beliep dat 27%.b) De vraag heeft betrekking op louter statistischeanalyse gegevens die zeer uitgebreid kunnenworden gevonden op de website van het ParisMOU: http://www.parismou.org3. In de verschillende havens werden in 2005,55 schepen aangehouden. In 2006 waren er dat 70 en in2007 bedroeg dat aantal 85. De aanhoudingsduur iszeer gevarieerd.4. Welke schepen er aangehouden zijn, wordt nietgepubliceerd door de inspectiedienst zelf. Die gegevensworden wel ingevoerd in de centrale database van hetParis MOU.Schepen die meerdere keren worden aangehouden,worden geband uit de EU. De lijst van die schepenwordt gepubliceerd door de Paris MOU op dezelfdevoornoemde website.que chaque trimestre le nom des navires qui ont étéimmobilisés au cours des trois derniers mois, ainsi quede ceux qui l’ont été une fois au cours des vingt-quatrederniers mois et plusieurs fois au cours des vingtquatrederniers mois?5. Dans combien de cas une surcharge des naviresa-t-elle été constatée au cours des années susmentionnées?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 19 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):1 et 2.a) le contrôle par l’État du port (Port State Control —PSC) est exécuté dans les ports belges dans le cadredu Memorandum d’entente de Paris (Paris MOU)qui a été créé en 1982 et qui compte actuellement27 États membres. Le système d’inspection duParis MOU a été repris dans le droit communautairepar la directive 95/21/CE, qui à son tour a ététransposée en droit belge par l’arrêté-royal du13 septembre 1998, auquel la question fait référence.Conformément aux dispositions de l’arrêté royal,les inspections à bord de navires étrangers sonteffectuées par les agents chargés du contrôle de lanavigation désignés à cet effet. Ceux-ci appartiennentà la direction générale Transport Maritime(DGTM) du SPF Mobilité et Transports et non àla police maritime. La police maritime a d’ailleursété démantelée en 1999.En 2005, le service concerné de la DGTM a inspecté27,7% du nombre total de navires distinctsentrès dans les ports belges. Ce montant était de25,6% en 2006 et de 27% en 2007.b) La question porte sur une analyse purement statistiquedes données qui se trouvent en détail sur lesite internet du Paris MOU: http://www.parismou.org3. En 2005, 55 navires ont été immobilisés. En 2006,il y en a eu 70 et en 2007, ce nombre est monté à 85. Ladurée d’immobilisation est très variable.4. Le service d’inspection ne publie pas les nomsdes navires qui ont été immobilisés. Ces données sonttoutefois introduites dans la banque de données centraledu Paris MOU.Les navires qui ont été immobilisés à plusieurs reprisessont bannis de l’Union européenne. La liste deceux-ci est publiée sur le site internet du Paris MOU.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1280 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Vanuit de Paris MOU database worden verder individueelvoor alle schepen wereldwijd, de resultatenvan de PSC inspecties, inclusief de aanhoudingen,ingevoerd in de EU EQUASIS database die kanworden geconsulteerd op http://www.equasis.org. Opdie site wordt voor ieder zeeschip de volledige inspectiehistoriekmet inbegrip van de aanhoudingen, weergegeven.5. Er werden de laatste jaren 1 tot 2 overbeladingenper jaar vastgesteld. Overbelading is op basis van deParis MOU risicoanalyse die voortdurend wordtbijgesteld, momenteel geen prioritair inspectiethema.De Paris MOU overweegt evenwel voor de periode2009-2010 het organiseren van een inspectiecampagnedie gericht zal zijn op het toezien op overbelading.Au départ de la banque de données du Paris MOU,les résultats des inspections PSC de chaque navire individuel,en ce compris les immobilisations, sont introduitsdans la banque de données européenne EQUASISqui peut être consultée sur le site http://www.equasis.org. Ce site reproduit l’historique desinspections et immobilisations de chaque navire.5. Ces dernières années, on a constaté 1 ou 2 cas desurcharge par an. Ceci n’est pas considéré comme unsujet prioritaire d’inspection dans l’analyse de risquesdu Paris MOU, régulièrement mise à jour. Le ParisMOU envisage toutefois pour la période 2009-2010,une campagne d’inspection centrée sur le contrôle dela surcharge.DO 2007200801338 DO 2007200801338Vraag nr. 20 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Verkeerslichten met tijdsaanwijzers.In sommige Europese landen (Nederland, Roemenië,enzovoort) zijn verkeerslichten met tijdsaanwijzersdie aanduiden hoelang een bestuurder of voetgangermoet wachten vooraleer voor hen het licht opgroen zal staan.1. Mogen de Belgische wegbeheerders ook dergelijksysteem invoeren, met andere woorden mogen de verkeerslichtenop ons grondgebied uitgerust worden meteen tijdsaanduiding?2.a) Bent u van oordeel dat dergelijk systeem een bijdragekan leveren aan de verkeersveiligheid?Question n o 20 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Feux de signalisation avec indication du tempsd’attente.Dans certains pays européens (les Pays-Bas, laRoumanie, etc.), les feux de signalisation sont équipésd’indicateurs affichant le délai d’attente pour lesconducteurs ou les piétons avant que le feu ne passe auvert.1. Un tel système peut-il également être instauré parles gestionnaires des voiries en Belgique? En d’autrestermes, les feux de signalisation belges peuvent-ils êtreéquipés d’un système d’indication du temps?2.a) Selon vous, un tel système peut-il contribuer à lasécurité routière?b) Hoe motiveert u uw oordeel? b) Comment justifiez-vous votre position?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 20 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):1. Het behoort tot de autonome bevoegdheid vande weg beheerders om wachttijdvoorspellers te plaatsen.De tijdsaanduiding vormt immers een loutereinformatiebron en heeft geen juridische waarde.Zo werd op 20 maart 2006 in Hasselt gestart meteen dergelijk systeem. Het betreft de zogenaamde«zebraklok», die een visuele aanduiding geeft van detijd die voetgangers nog moeten wachten aan hetzebrapad voordat het voetgangerslicht groen wordt.Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 20 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):1. L’installation d’indicateurs de temps d’attenterelève de la compétence autonome des gestionnaires devoirie. L’indication du temps ne constitue en effetqu’une simple source d’information et n’a aucunevaleur juridique.Un tel système a ainsi été mis en place le 20 mars2006 à Hasselt. Il s’agit de «l’horloge pour passagespiétons» qui affiche le temps qu’il reste aux piétons àattendre au passage avant que le feu ne devienne vertpour eux.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 128125 - 2 - 20082.a) en b) Naar aanleiding van de parlementaire vraagvan 15 mei 2006 van Hilde Vautmans (BelgischeKamer van volksvertegenwoordigers,Commissie voor de Infrastructuur, hetVerkeer en de Overheidsbedrijven, IntegraalVerslag 51 COM 961, mondelinge vraag10982) heeft mijn voorganger aan het BelgischInstituut voor de Verkeersveiligheid eenevaluatie gevraagd van het Hasseltse experimentmet de zogenaamde «zebraklok».Uit het advies van het Belgisch Instituut voor deverkeersveiligheid, dat is gebaseerd zowel op hetexperiment in Hasselt als op buitenlandse studiesblijkt:— wachttijdvoorspellers kunnen geen betekenisvolleverhoging van de objectieve verkeersveiligheidrealiseren, maar ze kunnen wel het wachtcomfortvan de voetgangers verhogen en op termijn zorgenvoor een groter respect voor de verkeersregels;— een meer algemene toepassing van wachttijdvoorspellersvergt hoge investeringen, terwijl inveel gevallen het probleem van het overstekentijdens de roodfase op een veel efficiëntere engoedkopere manier bestreden kan worden dooreen aanpassing van de fasenregeling waardoor dewachttijden ingekort worden;— er is nog onvoldoende inzicht met betrekking totde invloed van wachttijdvoorspellers op het oversteekgedragvoor verschillende kruispuntconfiguratiesen onder verschillende omstandigheden.Installaties die in België wordengeplaatst moeten dan ook opgevat worden alsexperimenten en zouden moeten gepaard gaan metgericht onderzoek.2.a) et b) À la suite de la question parlementaire du15 mai 2006 de madame Hilde Vautmans(Chambre des Représentants de Belgique,Commission de l’Infrastructure, des Communicationset des Entreprises publiques,Compte Rendu Intégral 51 COM 961, questionorale n o 10982), mon prédécesseur ademandé à l’Institut Belge pour la SécuritéRoutière de procéder à une évaluation del’expérience menée à Hasselt avec «l’horlogepour passages piétons».Il ressort de l’avis de l’Institut Belge pour la SécuritéRoutière, qui se fonde tant sur l’expériencetentée à Hasselt que sur des études étrangères, que:— les indicateurs de temps d’attente n’améliorent passignificativement la sécurité routière objective maisrendent cependant le délai d’attente pour les piétonsplus confortable et induisent à terme un plusgrand respect des règles de circulation;— une généralisation des indicateurs de tempsd’attente requiert de lourds investissements alorsque le problème du franchissement durant la phaserouge peut souvent être résolu plus efficacement etéconomiquement par une adaptation du phasageconsistant à écourter les délais d’attente;— la compréhension de l’impact des indicateurs detemps d’attente sur le comportement de franchissementpour diverses configurations de carrefour etdans différentes situations est encore insuffisante.Il convient dès lors de considérer les systèmes misen place en Belgique comme des expériences quidevraient faire l’objet de recherches ciblées.DO 2007200801339 DO 2007200801339Vraag nr. 21 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Bussen. — Onregelmatigheden. — Controles.De zomermaanden gaan traditiegetrouw gepaardmet een ware exodus van landgenoten die op zoek zijnnaar zon en vakantie. Een mogelijk vervoermiddelhiervoor is de bus. Naar aanleiding van een ongevalmet een Belgische bus vorig jaar is de controle opbussen extra verscherpt.1. Hoeveel bussen werden in 2006 en 2007 gecontroleerd?Question n o 21 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Autocars. — Irrégularités. — Contrôles.Les mois d’été se caractérisent traditionnellementpar un véritable exode de concitoyens aspirant ausoleil et aux vacances. Parmi les moyens de transportutilisés figure l’autocar. Or, à la suite d’un accidentayant impliqué un autocar belge l’année passée, lecontrôle des autocars a été renforcé.1. Combien d’autocars ont été contrôlés au coursdes années 2006 et 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1282 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. Hoeveel hiervan werden hierbij betrapt op onregelmatigheden?3. Welke maatregelen werden getroffen nadat onregelmatighedenwerden vastgesteld?4. Wat waren de gevolgen voor de maatschappijenwaarvoor de bussen rijden?5.a) Werden tijdens de controles ook bussen van buitenlandsemaatschappijen gecontroleerd?b) Zo ja, hoeveel van deze buitenlandse bussenwerden betrapt op onregelmatigheden?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 21 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):2. Dans combien de cas des irrégularités ont-ellesété constatées?3. Quelles mesures ont été prises après la constatationde ces irrégularités?4. Quelles ont été les conséquences de ces contrôlespour les sociétés d’autocars concernées?5.a) A-t-on également contrôlé des autocars de sociétésétrangères?b) Dans l’affirmative, combien d’autocars étrangersn’étaient pas en règle?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 21 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):1. In 2006: 3 368. 1. En 2006: 3 368.In 2007: 2 505. En 2007: 2 505.2. In 2006: 471 (of 14%). 2. En 2006: 471 (ou 14%).In 2007: 238 (of 9,5%). En 2007: 238 (ou 9,5%).3. Betaling van een boete of proces-verbaal. 3. Paiement d’une amende ou un procès-verbal.Aanvullende maatregelen:Des mesures complémentaires:— afladen: in geval van vervoer zonder vergunning; — le déchargement: en cas de transport sans autorisation;— vervanging van chauffeur: indien de rijtijd van dechauffeur de toegelaten rijtijd overschrijdt;— vervanging voertuig: bij vaststelling van een ernstigtechnisch defect.4. In 2007: 3 bussen werden door het politieparketin beslag genomen.Tegen de overige geverbaliseerde firma’s is derechtsvervolging lopend.5.a) In 2006: 1 785 (of 53%).— remplacement du chauffeur: lorsque le temps deconduite du chauffeur était supérieur au tempsautorisé;— remplacement du véhicule: en cas de défaut techniquegrave constaté.4. En 2007: 3 autocars ont été saisis par le parquetde police.Pour les autres firmes ayant fait l’objet d’un procèsverballes poursuites judiciaires sont en cours.5.a) En 2006: 1 785 (ou 53%).In 2007: 1 523 (of 60%). En 2007: 1 523 (ou 60%).b) In 2006: 254 (of 14%). b) En 2006: 254 (ou 14%).In 2007: 144 (of 9%). En 2007: 144 (ou 9%).DO 2007200801340 DO 2007200801340Vraag nr. 22 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Wegcode. — Artikel 59.12. — Politie.Artikel 59.12 van de Wegcode bepaalt dat de bepalingenvan artikel 7.1 niet gelden voor het rijkswacht-,Question n o 22 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Code de la route. — Article 59.12. — Police.L’article 59.12 du Code de la route stipule que lesdispositions de l’article 7.1 ne sont pas applicables auKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 128325 - 2 - 2008politie- en douanepersoneel wanneer hun opdracht hetrechtvaardigt. Artikel 7.1 bepaalt onder meer hetvolgende: «Onverminderd de naleving van de bepalingenin dit reglement mag de bestuurder kwetsbaardereverkeersdeelnemers niet in gevaar brengen, met namewanneer het gaat om fietsers en voetgangers, inzonderheidwanneer het kinderen, bejaarden of personen meteen handicap betreft».1. Kan de politie zich op deze wetsbepaling baserenom gedurende een langere periode snelheidscontroleste doen vanop een voetpad, waarbij kwetsbare verkeersdeelnemersmogelijk in gevaar worden gebarcht?2. In ontkennend geval, zijn de vaststellingen vande politie dan behept met een wettelijke onregelmatigheid/ongeldigheid?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 22 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):1. De omzendbrief COL 16/2006 van 6 september2006 betreffende het vaststellings-en vervolgingsbeleidinzake verkeersmisdrijven gepleegd door bestuurdersvan prioritaire voertuigen en voertuigen in opdrachtmaakt duidelijk dat artikel 59.12 van de wegcode eruitsluitend op gericht is de politiediensten in de mogelijkheidte stellen obstakels op de openbare weg aante brengen, zoals wegversperringen, nadarafsluitingen,...In deze omzendbrief wordt verder verduidelijkt:«De wijziging en de nieuwe nummering van artikel7 door het koninklijk besluit van 4 april 2003 ingevolgede invoering van een nieuwe bepaling (artikel7.1) geeft momenteel aanleiding tot verwarring.Immers:— het huidige artikel 7.1 geeft algemene principesweer inzake de naleving van de wegcode alsook opgebied van voorzichtigheid en voorzorg tenaanziende van de meest kwetsbare gebruikers vande openbare weg;— het voormalige artikel 7.1, thans 7.3, luidt alsvolgt: «Het is verboden het verkeer te hinderen ofonveilig te maken door voorwerpen, zwerfvuil ofstoffen op de openbare weg te werpen, te plaatsen,achter te laten of te laten vallen, hetzij door er rookof stoom te verspreiden, hetzij door er enige belemmeringaan te brengen»;Het is vanzelfsprekend deze laatste bepaling die inoverweging dient te worden genomen. In ieder gevalvormen de artikelen 37.2 [het verplicht gebruik vanblauwe knipperlichten bij een dringende opdracht] en37.4 [het rood licht voorbijrijden mag onder bepaaldepersonnel de la gendarmerie, de la police et des douaneslorsque leur mission le justifie. L’article 7.1 prévoitnotamment que, «sans préjudice du respect des dispositionsdu présent règlement, le conducteur ne peutmettre en danger les usagers plus vulnérables, telsnotamment les cyclistes et les piétons, en particulierlorsqu’il s’agit d’enfants, de personnes âgées et depersonnes handicapées».1. La police peut-elle invoquer cette dispositionlégale pour effectuer, pendant une période prolongée,des contrôles de vitesse à partir d’un véhicule garé surle trottoir, ce qui pourrait mettre en danger des usagersvulnérables?2. Dans la négative, les constats faits par la policesont-ils dès lors entachés d’irrégularité ou de nullitéd’un point de vue légal ?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 22 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):1. La circulaire COL 16/2006 du 6 septembre 2006concernant la politique de constatation et de poursuitedes infractions commises par des conducteurs à bordde véhicules prioritaires et en mission énonce clairementque l’article 59.12 du code de la route vise exclusivementà permettre aux services de police d’installerdes obstacles sur la voie publique telles que herses,barrières nadars, ...Dans cette circulaire, il est également précisé que:«La modification et la renumérotation de l’article 7par l’arrêté royal du 4 avril 2003 ensuite de l’introductiond’une nouvelle disposition devenant l’article 7.1est actuellement source de confusion.En effet:— l’article 7.1 actuel énonce des principes générauxde respect de la réglementation routière ainsi quede précaution et de prudence à l’égard des usagersles plus vulnérables de la voie publique;— l’article 7.1 ancien, actuellement 7.3, libellécomme suit: «II est défendu de gêner la circulationou de la rendre dangereuse, soit en jetant, déposant,abandonnant ou laissant tomber sur la voiepublique des objets, débris ou matières quelconques,soit en y répandant de la fumée ou de lavapeur soit en y établissant des obstacles»;C’est évidemment cette dernière disposition quidevrait être prise en compte. En tout état de cause lesarticles 37.2 [l’usage obligatoire de feux bleus clignotantslors de l’accomplissement d’une mission urgente]et 37.4 [le franchissement du feu rouge par un véhiculeKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1284 QRVA 52 01025 - 2 - 2008voorwaarden door prioritaire voertuigen] van hetkoninklijk besluit uitzonderingen op het algemeneprincipe van artikel 59.12 van hetzelfde koninklijkbesluit waarboven zij primeren.»Artikel 59.12 van de wegcode moet dus wordenaangepast aan de recentste wijziging van artikel 7.Rechtspraak en rechtsleer zijn het er wel over eens datde politie de bepalingen van het verkeersreglementenkel mag overtreden in zoverre haar opdracht hetrechtvaardigt en dit geen gevaar oplevert voor deandere weggebruikers (Cass. 17 december 1980,Pas. 1981,/, 447).In het geval dat u aanhaalt, namelijk snelheidscontrolesvanop een voetpad, valt het te betwijfelen ofde politie dit kan rechtvaardigen via haar opdracht,temeer omdat er inderdaad kwetsbare verkeersdeelnemerspotentieel gevaar lopen.2. De vaststellingen van de verbalisanten metbetrekking tot de snelheid van een voertuig gelden totbewijs van het tegendeel (artikel 62 Wegverkeerswet).Dat aan het proces-verbaal bijzondere bewijswaardewordt gehecht, houdt in dat de rechter het niet zomaarnaast zich kan neerleggen; hij dient te preciseren opgrond van welke elementen hij tot de onjuistheid vande inhoud van dit proces-verbaal besluit.Een bewijs dat voor de rechter aangebracht wordt,moet weliswaar aan een aantal voorwaarden voldoen.Zo moet het bewijsmiddel op een rechtmatige manierverkregen zijn.Zelfs een naar de vorm volkomen regelmatig opgesteldproces-verbaal zal toch volstrekt nietig zijnwanneer het werd opgesteld door middel van eenonwettig optreden of een optreden dat strijdig is metde algemene rechtsbeginselen (bijvoorbeeld wanneerhet proces-verbaal werd opgesteld na een onwettigehuiszoeking, na een door provocatie of dwang verkregenbekentenis, enzovoort).Sinds oktober 2003 brengt het Hof van Cassatie eenbelangrijke nuance aan in zijn rechtspraak (zie MarijnVan Nooten, «Procesverbaal tot bewijs van het tegendeel»,Jura Falconis). Slechts in drie gevallen moet derechter de «onrechtmatig verkregen bewijzen» uit dedebatten weren:— wanneer de naleving van bepaalde vormvoorwaardenis voorgeschreven op straffe van nietigheid,— wanneer de begane onrechtmatigheid debetrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast,— wanneer het gebruik van het bewijs in strijd is methet recht op een eerlijk proces.Deze drie gevallen lijken hier niet van toepassing tezijn.In het Cassatiearrest van 23 maart 2004 wordenexpliciet enkele omstandigheden opgesomd die deprioritaire peut se faire sous certaines conditions] del’arrêté royal constituent des exceptions au principegénéral de l’article 59.12 du même arrêté sur lequel ilspriment.»L’article 59.12 du code de la route doit donc êtreadapté aux modifications récentes de l’article 7. Lajurisprudence et la doctrine sont d’avis que la police nepeut contrevenir au code de la route que si la missionle justifie et à condition que cela ne constitue aucundanger pour les autres usagers de la route (Cass. 17 décembre1980, Pas. 1981, /, 447)Dans le cas que vous citez, à savoir des contrôles devitesse effectués sur un trottoir, il semble douteux quela police puisse justifier cela dans le cadre de sa missioncar c’est effectivement potentiellement dangereuxpour les usagers faibles.2. Les constatations des verbalisateurs relatives à lavitesse d’un véhicule font foi jusqu’à preuve du contraire(article 62 de la loi relative à la police de la circulationroutière). La force probante particulière reconnueau procès-verbal implique que le juge ne peut passi facilement s’en écarter; il est tenu de préciser sur labase de quels éléments il juge de l’inexactitude ducontenu de ce procès-verbal.Une preuve qui est apportée devant le juge doit, ilest vrai, remplir certaines conditions. Ainsi, la preuvedoit avoir été obtenue par des moyens légaux.Un procès-verbal, même s’il est rédigé dans lesformes réglementaires, sera nul de plein droit lorsqu’ilest dressé au moyen d’une action illégitime ou contraireaux principes généraux du droit (par exemplelorsque le procès-verbal est dressé après une perquisitionirrégulière ou sur la base de d’aveux obtenus parla provocation ou la contrainte, etc.)Depuis octobre 2003, la Cour de cassation a apportéune nuance importante à sa jurisprudence (voyezMarijn Van Nooten, «Proces-verbaal tot bewijs vanhet tegendeel», Jura Falconis). Le juge doit écarter «lapreuve obtenue par des moyens illégaux» des débatsseulement dans trois cas:— lorsque l’observation de formes déterminées estprescrite à peine de nullité,— lorsque l’illégalité commise entache la fiabilité dela preuve,— lorsque l’usage de la preuve est contraire au droit àun procès équitable.Ces trois cas ne me semblent pas réunis ici.L’arrêt de cassation du 23 mars 2004 énumère explicitementquelques circonstances qui peuvent être priseKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 128525 - 2 - 2008rechter bij zijn oordeel in overweging kan nemen, metname of:— de overheid die met de opsporing, het onderzoeken de vervolging van misdrijven belast is, al danniet opzettelijk de onrechtmatigheid heeft begaan,— de ernst van het misdrijf veruit de begane onrechtmatigheidoverstijgt, het onrechtmatig verkregenbewijs alleen een materieel element van het bestaanvan het misdrijf betreft.De eerste omstandigheid van het «opzettelijk»karakter van de onrechtmatigheid lijkt in het nadeelvan de overtredende verbalisanten te spreken. Over detweede omstandigheid, met name de ernst van hetmisdrijf [namelijk de snelheidsovertreding] ten aanzienvan de begane onrechtmatigheid [het foutief parkeren],kan gediscussieerd worden.De politierechtbank van Nijvel heeft in haar vonnisvan 17 oktober 1996 beslist dat de verbalisanten uithoofde van de artikelen 59.10 en 59.12 van deWegcode, in het kader van hun specifieke taak om desnelheid op autosnelwegen te controleren:— hun voertuig mogen parkeren op een plaats op oflangs de autosnelweg waar een voertuig in principeniet mag geparkeerd staan;— aan een hogere dan de toegelaten snelheid mogenrijden op de autosnelweg om hun toe te laten desnelheid van een voertuig dat te snel rijdt te metenof nog om een voertuig dat vluchtmisdrijf pleegt naeen ongeval te onderscheppen.De enkele omstandigheid waarin de politieagentenzich schuldig zouden maken aan een strafbaar feit bijde vaststelling van een overtreding, heeft niet totgevolg dat hun vaststellingen nietig zouden zijn,zolang de onderzoeksmethode op zich maar niet isaangetast door nietigheid (Pol. Nijvel 17 oktober 1996,Dr. Circ, 97/111, zie Th. Pappart en B. Ceulemans,«Le Vademecum du Tribunal de Police», Kluwer,Brussel, 118).De Politierechter van Nijvel is dus eerder weigerachtigom bewijsmateriaal al te snel als nietig te beschouwen;het enkele feit dat de verbalisanten zichschuldig maken aan een overtreding, betekent volgensde rechter niet dat de bewijskracht van hun procesverbaaltenietgedaan wordt, zolang hun onderzoeksmethodeop zich niet behept is met nietigheid.Uiteraard kan in geval van betwisting enkel defeitenrechter zelf soeverein oordelen over de bewijswaardevan het hem voorgelegde bewijs.en considération par le juge lors de son verdict, àsavoir si:— l’autorité chargée de la recherche, de l’enquête etde la poursuite des délits a volontairement commisl’illégalité ou pas,— la gravité du délit commis dépasse de loinl’illégalité commise, la preuve obtenue illégalementne concerne qu’un élément matériel de l’existencedu délit.La première circonstance du caractère «volontaire»de l’irrégularité semble, quant à elle, pencher en défaveurdes verbalisateurs contravenants. La deuxièmecirconstance, à savoir la gravité du délit [l’infractionrelative à la vitesse] par rapport à l’irrégularitécommise [le stationnement fautif] peut porter à discussion.Le tribunal de police de Nivelles a décidé, dans sonjugement du 17 octobre 1996, que les verbalisateursvisés aux articles 59.10 et 59.12 du Code de la route,dans le cadre de leur tâche spécifique en matière decontrôle de vitesse sur les autoroutes:— peuvent garer leur véhicule le long d’une autorouteou sur une place où en principe un véhicule ne peutpas stationner;— peuvent rouler à une vitesse supérieure à la vitesseautorisée sur autoroute afin de mesurer la vitessed’un véhicule qui roule trop rapidement ou encorepour pouvoir intercepter un véhicule en fuite aprèsun accident.La seule circonstance de s’être rendus coupablesd’un fait répressible lors de la constatation d’uneinfraction, ne peut avoir pour conséquence de rendrenulles les constatations des agents de police et ce, aussilongtemps que les méthodes de recherche ne sont pasentachées de nullité (Pol. Nivelles 17 octobre 1996,Dr. Circ., 97/111, voyez Th. Pappart en B. Ceulemans,«Le Vademecum du Tribunal de Police», Kluwer,Bruxelles, 118).Le juge de police de Nivelles est donc plutôt réticentà considérer trop rapidement un élément de preuvecomme nul: le seul fait que les verbalisateurs aientcommis une infraction, ne signifie pas que la forceprobante de leur procès-verbal soit anéantie, aussilongtemps que leur méthode d’investigation n’est paselle-même entachée de nullité.Naturellement, en cas de contestation, seul le jugepourra souverainement se prononcer sur la valeurprobante de la preuve qui lui est soumise.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1286 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801344 DO 2007200801344Vraag nr. 24 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Kickbikes.De Belgische Wegcode vermeldt in de artikelen2.15.1 en 2.15.2 volgende definities:«Art. 2.15.1. «Rijwiel»: elk voertuig met twee ofmeer wielen, dat wordt voortbewogen door middelvan pedalen of van handgrepen door één of meer vande gebruikers en niet met een motor is uitgerust, zoalseen fiets, een driewieler of een vierwieler. (...) Het nietbereden rijwiel wordt niet als voertuig beschouwd.Art. 2.15.2. Een «Voortbewegingstoestel» is:1 o ofwel een «niet-gemotoriseerd voortbewegingstoestel»,dit wil zeggen elk voertuig dat niet beantwoordtaan de definitie van rijwiel, dat door degebruiker of de gebruikers door middel van spierkrachtwordt voortbewogen en niet met een motor isuitgerust;2 o ofwel een «gemotoriseerd voortbewegingstoestel»,dit wil zeggen elk motorvoertuig met twee ofmeer wielen dat naar bouw en motorvermogen, op eenhorizontale weg, niet sneller kan rijden dan 18 km peruur.Voor de toepassing van dit besluit worden degemotoriseerde voortbewegingstoestellen niet gelijkgesteldmet motorvoertuigen.Het niet bereden voortbewegingstoestel wordt nietals voertuig beschouwd.De gebruiker van een voortbewegingstoestel, datniet sneller dan stapvoets rijdt, wordt niet gelijkgesteldmet een bestuurder.»Her en der duiken in het straatbeeld «kickbikes»op, voetfietsen voor volwassenen. Zuiver technischgezien vallen zij niet onder de definitie van fiets ofrijwiel, hoewel de kickbike qua omvang en snelheidhet best valt te vergelijken met de traditionele fiets.Indien kickbikes gelijkgesteld worden met fietsen,heeft dit ook gevolgen voor de inspectie van de veiligheid(de politie kijkt bijvoorbeeld de reflectoren na).1. Tot welke categorie van voertuigen moet de«kickbike» worden gerekend?2. Overweegt u initiatieven te nemen om de«kickbikers» hierover in te lichten?Question n o 24 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Trottinettes «kickbike».Les définitions suivantes figurent aux articles 2.15.1et 2.15.2 du Code de la route belge:«Art. 2.15.1. Le terme «cycle» désigne tout véhiculeà deux roues ou plus, propulsé à l’aide de pédales oude manivelles par un ou plusieurs de ses occupants etnon pourvu d’un moteur, tel une bicyclette, un tricycleou un quadricycle. (...) Le cycle non monté n’est pasconsidéré comme un véhicule.Art.2.15.2. Le terme «engin de déplacement» désigne:1 o soit un «engin de déplacement non motorisé»,c’est-à-dire tout véhicule qui ne répond pas à la définitionde cycle, qui est propulsé par la force musculairede son ou de ses occupants et qui n’est pas pourvu d’unmoteur;2 o soit un «engin de déplacement motorisé», c’est-àdiretout véhicule à moteur à deux roues ou plus qui nepeut, par construction et par la seule puissance de sonmoteur, dépasser sur une route en palier la vitesse de18 km/h.Pour l’application du présent règlement, les enginsde déplacement motorisés ne sont pas assimilés à desvéhicules à moteur.Un engin de déplacement non monté n’est pas considérécomme un véhicule.L’utilisateur d’un engin de déplacement qui roule àune vitesse qui ne dépasse pas l’allure du pas n’est pasassimilé à un conducteur.»Çà et là, des «kickbikes» (trottinettes pour adultes)font leur apparition sur la voie publique. D’un pointde vue purement technique, ils ne correspondent pas àla définition de la bicyclette ou du cycle, bien qu’ilssoient parfaitement comparables à la bicyclette traditionnelleen ce qui concerne les dimensions et lavitesse. Une éventuelle assimilation des kickbikes auxbicyclettes aura des conséquences pour l’inspection enmatière de sécurité (la police vérifie par exemple laprésence de réflecteurs).1. À quelle catégorie de véhicules le «kickbike»appartient-il?2. Envisagez-vous de prendre des initiatives pourinformer les utilisateurs de «kickbikes» à ce sujet?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 128725 - 2 - 20083. Hoe zal u dit eenduidig naar gemeenten en politie(die bijvoorbeeld bijkomende vragen heeft in verbandmet de veiligheidsinspectie) toe communiceren?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 24 van deheer Gerolf Annemans van 17 januari 2008 (N.):1. Een «kickbike» valt inderdaad niet onder dedefinitie van fiets of rijwiel zoals vermeld in artikel2.15.1. van het Verkeersreglement; het betreft hierconform artikel 2.15.2. een «niet-gemotoriseerd voortbewegingstoestel»zoals gedefinieerd in het koninklijkbesluit van 13 februari 2007 waarmee mijn voorganger,Renaat Landuyt, deze nieuwe categorie van voertuigenin de verkeersreglementering heeft ingevoerd.Zoals vermeld in het Verslag aan de Koning dat depublicatie van dit koninklijk besluit in het Staatsbladvan 22 februari 2007 vergezelde, bestond de doelstellingerin «een juridisch statuut toe te kennen aan eenganse categorie van langzame voertuigen, die mensinds enige tijd meer een meer op onze wegen en openbareplaatsen ziet.»Net omwille van de proliferatie van diverse typesnieuwsoortige, al dan niet gemotoriseerde tuigen in hetverkeer op de openbare weg drong een reglementeringzich reeds enige tijd op.2. Ter informatie van het grote publiek metbetrekking tot de invoering van het begrip «Voortbewegingstoestel»werd bij die gelegenheid een perscommuniquéverspreid dat enige weerklank kreeg in denationale pers.Precies omwille van de proliferatie van voortbewegingstuigenis doelgerichte communicatie naarafzonderlijke gebruikersgroepen voor de overheidondoenbaar. De Fietsambtenaar bij de FederaleOverheidsdienst Mobiliteit en Vervoer staat evenwelpermanent ter beschikking van de burgers, instantiesof beroepsorganisaties voor alle vragen in ditverband. Tot slot wijs ik op de informatieverstrekkingdoor de FOD Mobiliteit en Vervoer en het BelgischInstituut voor Verkeersveiligheid; diverse gegevens terzake zijn downloadbaar van hun websites:www.mobilit.fgov.be en www.bivv.be.3. De diverse verenigingen van steden en gemeentenevenals de federale en de lokale politiediensten volgenelke wijziging in de verkeersreglementering van nabijop en zijn vertrouwd met deze informatiekanalen.3. Comment comptez-vous informer clairement lescommunes et la police (qui, par exemple, formule desquestions complémentaires en matière d’inspection dela sécurité)?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 24 de M. GerolfAnnemans du 17 janvier 2008 (N.):1. Le «kickbike» ne peut en effet être défini commeun cycle ou une bicyclette dans le sens del’article 2.15.1 du code de la route; conformément àl’article 2.15.2 il s’agit d’un «engin de déplacementnon motorisé» tel que celui-ci a été défini par l’arrêtéroyal du 13 février 2007 par lequel mon prédecesseur aintroduit cette nouvelle catégorie de véhicules dans laréglementation routière.Comme mentionné dans le Rapport au Roi qui aaccompagné la publication de cet arrêté au Moniteurdu 22 février 2007, l’objectif de cette nouvelle réglementationétait «de conférer un statut juridique pourtoute une catégorie de véhicules lents que l’on voit semultiplier depuis quelques temps sur nos routes etplaces publiques».C’est précisément à cause de la prolifération dedivers types de nouveaux engins, motorisés ou non,dans le trafic sur la voie publique qu’une réglementations’imposait depuis quelque temps déjà.2. Afin d’informer le grand public de l’introductionde la notion d’«engin de déplacement» un communiquéde presse a été diffusé qui a reçu un certain échodans la presse nationale.Aussi, la prolifération de divers types de nouveauxengins rend impossible la communication ciblée del’autorité publique vers tous ces groupes d’usagers distincts.Toutefois, le Fonctionnaire Vélo du ServicePublic Fédéral Mobilité et Transports est en permanenceà la disposition des citoyens, des instances oudes organisations professionnelles pour répondre àtoutes les questions relatives à la matière. Enfin,j’attire l’attention sur la diffusion d’information par leSPF Mobilité et Transports et l’Institut Belge pour laSécurité Routière; diverses informations sur ce thèmepeuvent être téléchargées de leur sites internetwww.mobilit.fgov.be et www.ibsr.be.3. Les différentes associations des villes et descommunes, ainsi que les services de police fédérale etlocale suivent de près toute modification de la réglementationroutière et sont familiarisés avec ces canauxd’information.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1288 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Wat uw vraag met betrekking tot «Veiligheidsinspecties»van «kickbikes"betreft zijn er twee aspecten:— Politie-instanties die vragen zouden hebben inzakehandhavingsbeleid kunnen zich zoals hierbovenreeds gemeld wenden tot de Federale Fietsambtenaar.Via het Verkeersveiligheidsfonds beschikken de politiedienstende jongste jaren anderzijds overvoldoende extra middelen voor de bijscholing van hetpolitiepersoneel.— Instanties, verenigingen of burgers die vragenzouden hebben bij de minimale technischeveiligheid van enig voortbewegingstoestel kunnenzich wenden tot het Centraal Meldpunt voorProducten van de FOD Economie, KMO, Middenstanden Energie:info.consumentenproducten@economie.fgov.be.Quant à votre question sur les inspections de sécuritédes kickbikes, il y a lieu de distinguer deuxaspects:— Les instances de police ayant éventuellement desquestions en matière d’application de la réglementationpeuvent, comme je viens de le mentionnerplus haut, s’adresser au fonctionnaire Vélo fédéral.Par le truchement du Fonds de Sécurité Routière, lesservices de police disposent par ailleurs ces dernièresannées de moyens supplémentaires pour la formationdu personnel de police.— Les instances, associations ou citoyens ayant desquestions sur la sécurité technique minimale dequelque engin de déplacement que ce soit, peuvents’adresser au Guichet Central pour les Produits duSPF Économie, PME, Classes Moyennes et Énergie:info.produitsconsommateurs@economie.fgov.be.DO 2007200801345 DO 2007200801345Vraag nr. 25 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Herstel in het recht tot sturen na het afleggen vanexamens en onderzoeken.De verkeerswet voorziet in bepaalde gevallen in hetherstel in het recht tot sturen na het afleggen vanexamens en onderzoeken. Soms moeten deze proevenopgelegd worden, soms zijn ze facultatief.1. Artikel 38, § 3, van de wet betreffende de politieover het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968,voorziet in de mogelijkheid dat het herstel in het rechttot sturen afhankelijk gemaakt wordt van het afleggenvan examens.a) Hoeveel keer werd van deze mogelijkheid gebruikgemaakt in 2003, 2004 en 2005?b) Hoeveel % maakt dit uit van het totaal aantal vervallenvan het recht tot sturen?Question n o 25 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Réintégration dans le droit de conduire après avoirpassé des examens et subi des tests.La loi relative à la police de la circulation routièreprévoit dans certains cas une réintégration dans ledroit de conduire qui est subordonnée à la réussite decertains examens. Si ces épreuves doivent être parfoisimposées, elles sont parfois facultatives.1. L’article 38, § 3, de la loi relative à la police de lacirculation routière, coordonnée le 16 mars 1968,prévoit la possibilité de subordonner la réintégrationdans le droit de conduire à la réussite d’examens.a) Combien de fois a-t-il été fait usage de cette possibilitéen 2003, 2004 et 2005?b) Quel pourcentage du nombre total de déchéancesdu droit de conduire cela représente-t-il?c) Wat was telkens de gemiddelde wachttijd? c) Quel a été à chaque fois le délai d’attente moyen?d) Werden steeds alle examens en onderzoeken opgelegdof werd er telkens een selectie gemaakt aangeziener vijf keuzemogelijkheden zijn?2. Artikel 38, § 2, van diezelfde wet bepaalt het verplichtopleggen van deze proeven in een aantal gevallen.d) Tous les examens ont-ils toujours été imposés oua-t-il été procédé systématiquement à une sélectionétant donné que cinq possibilités de choix sontoffertes?2. L’article 38, § 2, de la même loi prévoit qu’il estobligatoire d’imposer ces épreuves dans un certainnombre de cas.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 128925 - 2 - 2008a) Hoeveel keer werd van deze verplichting gebruikgemaakt in 2003, 2004, 2005 en 2006?b) Hoeveel % maakt dit uit van het totaal aantal vervallenvan het recht tot sturen?a) Combien de fois a-t-il été fait usage de cette obligationen 2003, 2004, 2005 et 2006?b) Quel pourcentage du nombre total de déchéancesdu droit de conduire cela représente-t-il?c) Wat was telkens de gemiddelde wachttijd? c) Quel a été à chaque fois le délai d’attente moyen?3. Vanaf 31 maart 2006 zijn het niet meer de gewestelijkearbeidsbemiddelingsdiensten die de psychologischeen medische proeven afnemen, maar welerkende instellingen.a) Hoeveel erkenningen zijn er reeds gebeurd enhoeveel worden er nog verwacht in de komendeweken/maanden?b) Wat is momenteel de wachttijd voor het afleggenvan deze proeven?4. Indien iemand kort na elkaar meer dan één keerwordt veroordeeld en een rijverbod oploopt met demedische en psychologische proeven, mag dan aangenomenworden dat die proeven dan eenmaal ondergaanmoeten worden voor alle veroordelingen samen?5. Zo ja, dan kan zich de situatie voordoen datiemand meer dan één veroordeling heeft opgelopenmet dergelijke proeven waarbij de vonnissen reeds tenuitvoer gelegd zijn. Het rijverbod wordt ondergaan,maar vooraleer de proeven ondergaan worden, krijgtde betrokkene een volgende veroordeling met proeven.Gelden de proeven, in uitvoering van de eerdere veroordelingenafgenomen, dan ook voor de meest recenteveroordeling?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 25 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.Voor vragen 1 en 2 werden de gegevens opgevraagdbij de FOD Justitie, aangezien zij in deze aangelegenheidde bevoegde Federale Openbare Dienst zijn. DeFOD Justitie heeft mij meegedeeld dat de gevraagdecijfers niet beschikbaar zijn. De FOD Mobiliteit enVervoer heeft wel informatie over de wachttijden omaan een onderzoek te kunnen deelnemen. De inspectiedienstenvan deze FOD constateerden wachttijden die,afhankelijk van de instelling, varieerden tussen minderdan 15 dagen tot 3 maanden. Deze wachttijd begint telopen vanaf het ogenblik dat het parket het dossierheeft overgemaakt aan de door de veroordeelde gekozeninstelling. Het gemiddelde kan worden geschat opongeveer anderhalve maand, maar het gemiddeldewordt dan ook omhoog getrokken door lange wachttijdenbij één instelling.3. Depuis le 31 mars 2006, les épreuves psychologiqueset médicales ne sont plus organisées par les servicesde placement régionaux mais par des organismesagréés.a) Combien d’agréments ont déjà été accordés etcombien devraient encore être accordés au coursdes prochaines semaines ou des prochains mois?b) Quel est actuellement le délai d’attente pour passerces épreuves?4. Si quelqu’un est condamné plus d’une fois à desintervalles très rapprochés et se voit infliger une interdictionde conduire assortie de l’obligation de passerdes examens médicaux et psychologiques, peut-onprésumer que l’intéressé doit passer une seule fois cesexamens pour l’ensemble des condamnations prononcéesà son encontre?5. Dans l’affirmative, il se peut très bien quequelqu’un soit condamné plus d’une fois avecl’obligation de passer ces examens, les jugementsayant déjà été exécutés. L’intéressé subit l’interdictionde conduire mais avant qu’il ait passé les examens, ilest condamné une nouvelle fois avec l’obligation depasser des tests.Les examens passés en exécution de condamnationsantérieures valent-ils dès lors pour la condamnation laplus récente?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 25 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre cequi suit.Pour les questions 1 et 2, les données ont été demandéesau SPF Justice étant donné que ce dernier est leService public fédéral compétent en la matière. Le SPFJustice m’a informé que les chiffres demandés ne sontpas disponibles. Le SPF Mobilité et Transports disposedes informations relatives aux délais d’attente pourpouvoir participer à un examen. Les services d’inspectionde ce SPF ont constaté des délais d’attente qui,selon l’institution, varient de 15 jours à 3 mois. Cedélai d’attente commence à courir à partir du momentoù le parquet a transmis le dossier à l’institution choisiepar le condamné. La moyenne peut être estimée àun mois et demi environ mais la moyenne est cependantplus élevée si, dans une institution, les délais sontlongs.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1290 QRVA 52 01025 - 2 - 2008De vragen 3 tot 5 kunnen wel door mijn dienstenworden beantwoord.3. Vijf instellingen kregen een afzonderlijk erkenningsnummertoegekend. Twee van deze instellingenwerken samen: de ene instelling zorgt voor de afhandelingvan het psychologisch herstelexamen, terwijl deandere instellling het medisch onderzoek afneemt,zodat er in feite vier instellingen zijn erkend, verspreidover vijf erkenningsnummers.Deze erkende instellingen beschikken in totaal over33 vestigingen.Er is door reeds erkende instellingen een aanvraagingediend voor vijf nieuwe vestigingen.Een nieuw te erkennen instelling heeft een aanvraagtot erkenning ingediend voor één vestiging4. Wanneer iemand meermaals wordt veroordeeldtot een verval van het recht tot sturen, waarbij hetherstel in het recht tot sturen wordt afhankelijkgemaakt van herstelproeven, moeten deze proevenslechts één keer worden afgelegd voor alle tot dan toeopgelopen veroordelingen.5. Wanneer daarentegen de vervallenverklaarde isgeslaagd in de herstelexamens vóór de datum vanuitvoering van het verval, moet hij opnieuw dezeexamens afleggen.Les questions 3 à 5 relèvent effectivement de lacompétence de mes services.3. Cinq institutions ont reçu un numéro d’agrémentséparé. Deux de ces institutions collaborent: l’une deces institutions s’occupe du suivi des examens psychologiquesde réintégration tandis que l’autre institutionfait subir l’examen médical de sorte qu’il y a en réalitéquatre institutions reconnues, réparties sous cinqnuméros d’agrément.Ces institutions reconnues disposent au total de 33établissements.Une demande d’agrément pour cinq nouveaux établissementsa été introduite par cinq institutions déjàreconnues.Une nouvelle institution a introduit une demanded’agrément pour un établissement.4. Lorsqu’une personne est condamnée à plusieursreprises à une déchéance du droit de conduire avecl’obligation de réussir des examens de réintégration,ces examens sont valables pour toutes les déchéancesmises à exécution avant la date de réussite de cesexamens.5. Par contre, si le déchu a réussi les examens deréintégration avant la date de la mise à exécution de ladéchéance, il soit subir à nouveau les examens.DO 2007200801346 DO 2007200801346Vraag nr. 26 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Personenwagens. — Vervalsing van kilometertellers.Er zou in ons land nogal wat gesjoemeld wordenmet de kilometertellers van personenwagens.1. Hoeveel gevallen van vervalsing van kilometertellerswerden er in 2005, 2006 en 2007 vastgestelddoor de auotokeuringcentra (opgesplitst per Gewest)?2. Hoeveel van deze gevallen (opgesplitst per gewest)werden door de autokeuringcentra toegezondenaan de politie of aan het parket?3. Welke initiatieven neemt u om aan deze praktijkeneen halt toe te roepen?Question n o 26 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Voitures particulières. — Fraude au kilométrage.Il ressort d’un reportage télévisé diffusé le 10 janvier2006 que la fraude au kilométrage des voitures particulièresest monnaie courante dans notre pays.1. Combien de cas de fraude au kilométrage, parrégion, ont été constatés en 2005, 2006 et 2007 par lescentres de contrôle technique?2. Combien de ces cas (par région) ont été signalésaux services de police ou au parquet par les centres decontrôle technique?3. Quelles initiatives comptez-vous prendre pourmettre fin à ces pratiques?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 129125 - 2 - 2008Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 26 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):1. Zoals ik u meedeelde in mijn antwoord op uwvraag nr. 424 tijdens de vorige legislatuur, wordengeen processen-verbaal meer opgesteld door mijndiensten gezien de totale afwezigheid van gevolggevingbij de parketten.2. De bevoegdheid om deze vaststellingen te doenen om een procesverbaal op te stellen ligt enkel bij hetpersoneel van de FOD Mobiliteit en Vervoer.Sinds 1 december 2006, heeft Car Pass meer dan500 000 getuigschriften mbt de kilometerteller uitgereikt.Meer dan 70% van deze getuigschriften bevattenminstens 4 kilometerstanden en geven op deze manierbelangrijke informatie aan de kopers van occasievoertuigen.9,4% toonden een abnormale evolutie van dekilometerteller, wat een fraude zou kunnen veronderstellen.De naleving van de wet van 11 juni 2004 tot beteugelingvan bedrog met de kilometerstand van voertuigenis toegewezen aan de FOD Economie. (Vraagnr. 81 van 25 februari 2007.)Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 22 février 2008, à la question n o 26 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):1. Comme je vous l’ai indiqué dans ma réponse àvotre question n o 424 lors de la législature précédente,il n’y a pas de procès-verbaux dressés en cette matièrepar mes services vu l’absence totale de suite réservéepar le parquet.2. Seul le personnel du SPF Mobilité et Transportspeut opérer de tels constats et dresser un procès-verbal.Depuis le 1 er décembre 2006, Car Pass a délivré plusde 500 000 certificats de compteur kilométrique. Plusde 70% de ces certificats affichent au moins 4 kilométrageset de cette façon mentionnent des informationsprécieuses pour les acheteurs de voitures d’occasion.9,4% présentaient une évolution anormale du kilométrage,ce qui peut indiquer une fraude au compteurkilométrique.Le respect de la loi du 11 juin 2004 pour la répressionde la fraude en matière de kilométrage des voituresest de la compétence du SPF Économie. (Questionn o 81 du 25 février 2007.)DO 2007200801348 DO 2007200801348Vraag nr. 28 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Rijbewijzen. — Vreemdelingen.Personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister,in het vreemdelingenregister of het wachtregistervan een Belgische gemeente, kunnen — mitshouder te zijn van een geldig document bepaald bijartikel 3, § 1, 1 o van het koninklijk besluit van23 maart 1998 betreffende het rijbewijs — een rijbewijsbekomen. Vanaf het ogenblik dat zij niet meer inde voorwaarden verkeren om ingeschreven te blijvenin het vreemdelingen- of wachtregister of niet meerbeschikken over één van de documenten zoals hierbovenvermeld, zijn ook de voorwaarden niet meer vervuldom nog langer in het bezit te blijven van een rijbewijs.1. Aan hoeveel vreemdelingen die ingeschrevenwaren in het vreemdelingenregister of wachtregister(en opgesplitst per register en per provincie) werd in dejaren 2004, 2005, 2006 en 2007 een rijbewijs uitgereikt?Question n o 28 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Permis de conduire. — Étrangers.Les personnes qui sont inscrites au registre de lapopulation, au registre des étrangers ou au registred’attente d’une commune belge — à condition qu’ellessoient titulaires d’un document valable prévu parl’article 3, § 1 er , 1 o de l’arrête royal du 23 mars 1998relatif au permis de conduire, peuvent obtenir unpermis de conduire. À partir du moment où ellesn’entrent plus dans les conditions pour rester inscritesau registre des étrangers ou au registre d’attente, ouqu’elles ne diposent plus d’un des documents commementionné ci-dessus, les conditions pour rester titulaired’un permis de conduire ne sont également plusremplies.1. À combien d’étrangers qui étaient inscrits auregistre des étrangers ou au registre d’attente (et ce parregistre et par province) un permis de conduire a-t-ilété délivré au cours des années 2004, 2005, 2006 et2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1292 QRVA 52 01025 - 2 - 20082.a) Welke procedure dient de houder van het rijbewijsna te leven vanaf het ogenblik dat hij geschraptwordt uit het vreemdelingen- of wachtregister ofniet meer over de vereiste documenten zoalsbepaald in artikel 3, § 1, 1 o van het koninklijkbesluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs,beschikt?2.a) Quelle procédure est tenu d’observer le titulaire dupermis de conduire à partir du moment où il nefigure plus au registre des étrangers ou au registred’attente, ou qu’il ne dispose plus des documentsvisés par l’article 3, § 1 er , 1 o de l’arrêté royal du23 mars 1998 relatif au permis de conduire?b) Dient hij het rijbewijs terug in te leveren? b) Est-il tenu de restituer le permis de conduire?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 28 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid hierna de gevraagdetoelichting te verstrekken.1. De gevraagde gegevens vindt u in bijlage. Daarde gemeentebesturen echter bevoegd zijn voor hetinbrengen van de gegevens in het CBR (Centraal BestandRijbewijzen) maar deze door eventuele technischeen/of administratieve problemen niet altijd directkunnen worden ingebracht is het voor de Dienst Rijbewijsniet mogelijk het exacte aantal afgeleverde rijbewijzente bepalen en dient er met een lichte afwijkingrekening gehouden te worden.2.a) Wanneer een vreemdeling geschrapt wordt uit hetvreemdelingen- of wachtregister van een Belgischegemeente en/of niet meer over een geldig documentzoals bepaald in artikel 3, § 1, 1 o van het koninklijkbesluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs,beschikt kan deze het omgeruilde buitenlandsrijbewijs terugkrijgen tegen inlevering van hetBelgisch rijbewijs.b) Op het ogenblik dat hij niet meer voldoet aan devoorwaarden van artikel 3, § 1, 1 o dient hij hetBelgisch rijbewijs niet verplicht terug in te leveren.Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 28 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de fournir ci-après les informationsdemandées par l’honorable membre.1. Les données demandées sont reprises en annexe.Étant donné que les administrations communalescompétentes pour introduire les données dans le FCP(Fichier central des permis de conduire) ne peuvent pastoujours introduire les données directement en raisonde problèmes techniques et/ou administratifs, leService Permis de conduire ne peut déterminer lenombre exact de permis de conduire délivrés; il fautdès lors tenir compte d’une légère différence.2.a) Lorsqu’un étranger est rayé du registre des étrangersou du registre d’attente d’une commune belgeet/ou lorsqu’il n’est plus titulaire d’un documentvalable déterminé à l’article 3, § 1 er , 1 o de l’arrêtéroyal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire,le permis de conduire étranger échangé peutlui être restitué contre remise du permis de conduirebelge.b) Lorsqu’il ne répond plus aux conditions de l’article3, § 1 er , 1 o , il ne doit pas restituer le permis deconduire belge.Provincie—ProvinceJaar—AnnéeRijbewijs bekomendoor omwisseling vaneen buitenlands en/ofEuropees rijbewijs—Permis de conduireobtenus en échanged’un permis de conduireétranger et/ou européenRijbewijs bekomenna inschrijving invreemdelingenregister—Permis de conduireobtenus aprèsinscription dans leregistre des étrangersRijbewijs bekomenna inschrijving inwachtregister—Permis de conduireobtenus après inscriptiondans le registre d’attenteAntwerpen. — Anvers ........................ 2004 1607 89 9402005 1530 346 7652006 1690 383 5422007 1691 346 248Brabant. — Brabant ........................... 2004 6855 196 9812005 6534 468 951KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 129325 - 2 - 2008Provincie—ProvinceJaar—AnnéeRijbewijs bekomendoor omwisseling vaneen buitenlands en/ofEuropees rijbewijs—Permis de conduireobtenus en échanged’un permis de conduireétranger et/ou européenRijbewijs bekomenna inschrijving invreemdelingenregister—Permis de conduireobtenus aprèsinscription dans leregistre des étrangersRijbewijs bekomenna inschrijving inwachtregister—Permis de conduireobtenus après inscriptiondans le registre d’attente2006 6361 625 7862007 5939 474 498West-Vlaanderen. — Flandre occidentale..................................................... 2004 457 51 3092005 450 150 2842006 515 157 1812007 496 121 99Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale 2004 962 58 2662005 883 159 2292006 931 151 2032007 926 128 144Henegouwen. — Hainaut ................... 2004 1034 55 1292005 974 70 1282006 962 131 1052007 954 70 92Luik. — Liège .................................... 2004 1185 77 5662005 1215 238 5392006 1185 288 3572007 1114 262 180Limburg. — Limbourg ....................... 2004 569 34 1442005 517 87 1242006 616 71 612007 643 40 54Luxemburg. — Luxembourg .............. 2004 249 15 372005 222 20 482006 211 37 412007 112 37 22Namen. — Namur ............................. 2004 322 56 512005 330 51 502006 361 36 432007 330 28 38KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1294 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801349 DO 2007200801349Vraag nr. 29 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Autosnelwegen. — Spookrijders.Spookrijden op autosnelwegen is levensgevaarlijk.Niet alle spookrijders veroorzaken een ongeval maarals dat wel gebeurt, heeft het meestal erg zware consequenties.Onderzoek heeft uitgewezen dat spookrijden eenzekere paniek veroorzaakt bij de spookrijder zelfwanneer hij zich bewust wordt van zijn vergissing endat hij in plaats van op een veilige plaats te stoppen,blijft rijden in de hoop zijn fout iets verderop recht tezetten. Een verkeerde reactie dus. Nochtans zijn er ookeen aantal tips en richtlijnen, zowel voor bestuurdersdie een spookrijder op hun weg vinden als voor hendie in de verkeerde richting rijden op de autosnelweg.1. Hoeveel spookrijders werden er in de jaren 2004,2005, 2006 en 2007 op onze autosnelwegen gesignaleerd?2. In hoeveel van deze gevallen kwam het tot eenongeval en hoeveel doden en gewonden vielen hierbijte betreuren?3. Op welke manier worden toekomstige chauffeursin hun opleiding voorbereid correct te reagerenwanneer ze een spookrijder kruisen of zelf spookrijden?4.a) Acht u de huidige bestuurders voldoendegeïnformeerd over de houding die ze moeten aannemenwanneer ze spookrijden of een spookrijdergesignaleerd is?b) Of zullen initiatieven worden genomen om de aangewezenreacties voor bestuurders duidelijk temaken?5.a) Heeft u weet van elektronische veiligheidssystemenom dit fenomeen tegen te gaan?b) Zo ja, heeft men in België al testen uitgevoerd ofoverweegt men dit in de nabije toekomst te doen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 29 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):1. In de loop van het jaar 2004 noteerde de FederaleWegpolitie in totaal 363 meldingen van spookrijden.Question n o 29 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Autoroutes. — Conducteurs fantômes.En roulant à contresens, les conducteurs fantômesmettent des vies en danger. Tous ne provoquent pasdes accidents mais lorsque c’est le cas, les conséquencessont souvent très lourdes.Des études montrent que le conducteur fantôme estpris d’une certaine panique lorsqu’il se rend compte deson erreur et qu’au lieu de s’arrêter à un endroit sûr, ilcontinue à rouler en espérant se remettre dans le bonsens de circulation un peu plus loin. Il s’agit évidemmentlà d’une mauvaise réaction. Pourtant il existeégalement une série de conseils et de directives quis’appliquent tant aux conducteurs qui croisent unconducteur fantôme qu’à ceux qui roulent à contresenssur l’autoroute.1. Combien de conducteurs fantômes ont-ils étésignalés sur nos autoroutes en 2004, 2005, 2006 et2007?2. Combien d’entre eux ont-ils provoqué un accidentet combien de victimes et de blessés a-t-ondéploré?3. Comment les auto-écoles apprennent-elles auxfuturs conducteurs à réagir correctement lorsqu’ilscroisent un conducteur fantôme ou lorsqu’ils roulenteux-mêmes à contresens?4.a) Selon vous, les conducteurs sont-ils suffisammentinformés sur l’attitude à adopter lorsqu’ils roulentà contresens ou qu’un conducteur fantôme estsignalé?b) Dans le cas contraire, des mesures vont-elles êtreprises afin d’expliquer précisément aux automobilistesle comportement à adopter?5.a) Connaissez-vous les systèmes de sécurité électroniquesvisant à lutter contre ce phénomène?b) Dans l’affirmative, la Belgique a-t-elle déjà testé detels systèmes ou envisage-t-elle de le faire prochainement?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 29 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):1. Au cours de l’année 2004, la police fédérale de laroute a reçu 363 appels concernant des chauffeurs con-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 129525 - 2 - 2008In Vlaanderen waren het er 197, in Wallonië 154 en inhet Brussels Gewest 12. Hierbij werden 33 spookrijdersonderschept, waarvan 19 in Vlaanderen, 13 inWallonië en 1 in het Brussels Gewest.Voor 2005 ontving de federale Wegpolitie 350 meldingenvan spookrijden, namelijk 184 voor Vlaanderen,154 voor Wallonië en 12 voor Brussel. In dat jaarwerden 22 spookrijders onderschept (14 in Vlaanderen,7 in Wallonië en 1 in Brussel).Voor 2006 en 2007 is nog geen exploiteerbaar cijfermateriaalbeschikbaar. De federale politie houdtmomenteel manuele tellingen, hetgeen uiteraardtijdrovend is.Bij het inzamelen van de gegevens moet rekeningworden gehouden met het feit dat tot voor 2006 deprovinciale eenheden van de wegpolitie zelf de gegevens«spookrijden» bijhielden, terwijl men vanaf 2006overgeschakeld is op de dispatching via Astrid. Allemeldingen inzake spookrijders worden gevat, maar erkan geen onderscheid gemaakt worden tussen eenuniek feit en het aantal meldingen. Spookrijdersworden immers vaak door meerdere bestuurdersgemeld.Het exacte aantal spookrijders valt dan ook niet afte leiden uit bovengenoemde cijfers. Het cijfer van demeldingen is dus in realiteit een veelvoud van hetaantal daadwerkelijke spookrijders.2. Over het algemeen wordt 5 tot 10% van dezebestuurders onderschept. Gelukkig veroorzaken nietalle spookrijders een ongeval. Tijdens de laatste 10jaar heeft men 172 ongevallen vastgesteld dieveroorzaakt werden door een spookrijder. Bij dezeaanrijdingen vielen 52 doden (dit is 3% van het aantaldoden op de autosnelweg), en raakten 123 personenzwaar gewond. In vergelijking met een klassiek verkeersongevalis de overlijdenskans bij een ongeval meteen spookrijder maar liefst 7 keer groter (Bron: BIVV,Via Secura n o 74).In 2004 vonden 13 verkeersongevallen met spookrijdersplaats. In Vlaanderen en Brussel werd daarbijtelkens 1 persoon zwaar gewond. In Wallonië vielen er1 dode en 3 zwaar gewonden.In 2005 werden er 23 verkeersongevallen met spookrijdersopgetekend. Daarbij vielen 6 doden (1 inVlaanderen en 5 in Wallonië), 16 zwaargewonden (3in Vlaanderen en 13 in Wallonië) en 29 lichtgewonden(11 in Vlaanderen, 16 in Wallonië en 2 in Brussel).In 2006 vonden er 11 verkeersongevallen met spookrijdersplaats, met 2 doden als gevolg, alsook 6zwaar- en 4 lichtgewonden (telkens in Wallonië).duisant à contresens, 197 en Flandre, 154 en Wallonieet 12 en Région bruxelloise. Ces 363 appels ont mené àl’interception de 33 conducteurs fantômes, dont 19 enFlandre, 13 en Wallonie et 1 en Région bruxelloise.En 2005, la police fédérale de la route a reçu350 appels de conduisant à contresens, dont 184 enFlandre, 154 en Wallonie et 12 en Région bruxelloise.Cette fois-ci, ces appels ont mené à l’interception de22 conducteurs fantômes (14 en Flandre, 7 en Wallonieet 1 à Bruxelles).Pour 2006 et 2007, les chiffres ne sont pas encoreexploitables. La Police fédérale tient actuellement descomptes manuels, ce qui prend évidemment beaucoupde temps.Lors de la collecte de données, il faut tenir comptedu fait qu’avant 2006, les unités provinciales de lapolice de la route tenaient elles-mêmes à jour lesdonnées concernant les «conducteurs fantômes»,tandis qu’à partir de 2006, on est passé au dispatchingvia ASTRID. Tous les appels concernant des conducteursfantômes sont certes pris en compte, mais plusaucune distinction n’est faite entre un événementunique et le nombre d’appels. Les conducteurs fantômessont souvent signalés par plusieurs personnes.Le nombre exact de conducteurs fantômes ne peutdonc être déduit des chiffres mentionnés ci-dessus. Lenombre d’appels est en réalité un multiple du nombrede chauffeurs fantômes réels.2. Sur l’ensemble, 5 à 10% des conducteurs sontinterceptés. Tous les conducteurs fantômes ne causentheureusement pas d’accident. On a constaté au coursdes 10 dernières années 172 accidents qui ont étécausés par des conducteurs fantômes. Ces collisionsont coûté la vie à 52 personnes (c’est 3% du nombrede morts sur autoroute), et 123 personnes ont été gravementblessées. En comparaison avec un accidentclassique, le risque de mourir dans un accident avec unconducteur fantôme est 7 fois plus élevé (Source:IBSR, Via Secura n o 74).En 2004, il y a eu 13 accidents impliquant des conducteursfantômes. 1 personne a été grièvement blesséeen Flandre et 1 à Bruxelles. En Wallonie, 1 personne aété tuée et 3 autres ont été grièvement blessées.En 2005, 23 accidents impliquant des conducteursfantômes ont été enregistrès. 6 personnes ont été tuées(1 en Flandre et 5 en Wallonie), 16 personnes ont étégrièvement blessées (3 en Flandre et 13 en Wallonie) et29 personnes ont été légèrement blessées (11 enFlandre, 16 en Wallonie et 2 à Bruxelles).En 2006, le nombre de ces accidents s’élevait à 11,avec comme conséquences 2 morts, 6 blessés graves et4 blessés légers (à chaque fois en Wallonie).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1296 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Bovenvermelde gegevens werden gefilterd uit ongevallendatabankenvan de federale politie; voor dieperiodes zijn immers geen gegevens van de algemenedirectie Statistiek en Economische Informatie beschikbaar.De cijfergegevens zijn dan ook mogelijkonderhevig aan kleine fouten.3. Hoe spookrijden kan worden voorkomen enwelk gedrag gewenst is indien men een spookrijdertegenkomt, maakt op zich geen deel uit van de rijopleiding.In het kader van het aanleren van defensief rijgedragwordt dit onderwerp wel door de rijschoolinspecteurbehandeld, zeker wanneer de leerling-bestuurderook op de autosnelweg rijdt. De instructeur zaldan enkele fundamentele tips aan de leerlingbestuurdermeegeven [zie antwoord op vraag 4 a)].4.a) In het driemaandelijks tijdschrift Via Secura nr. 74(het tweede trimester 2007) van het Belgisch Instituutvoor de Verkeersveiligheid werd aandachtbesteed aan de problematiek van het spookrijden.De drie fundamentele tips ingeval men een spookrijdertegenkomt zijn:— Vertraag en hou uiterst rechts tot u bijna op depechstrook rijdt. Dit is de beste manier om degevolgen van een dergelijke «ontmoeting» tevermijden. Studies tonen immers aan dat spookrijderssterk geneigd zijn om rechts te rijden (dus opde linkse rijstrook voor u).— Geef eventueel signalen met uw koplampen op hetogenblik dat u een spookrijder kruist. Niet eerder,anders raakt hij in paniek.— Zet uw waarschuwingslichten aan en hou halt bijde eerste praatpaal om de politiediensten deaanwezigheid van een spookrijder te melden. InBelgië staat er om de 2 kilometer zo’n praatpaal.Het gebruik van deze noodtelefoons in plaats vaneen GSM biedt het voordeel dat de plaats en derijrichting vanwaar de oproep komt, zonder foutenkan worden gesignaleerd onderschepping mogelijkis.De vraag is of de kosten voor een dergelijke installatievoor iedere afrit van de autosnelweg door de gewesten,die bevoegd zijn voor het beheer van de autosnelwegen,kunnen worden gedragen.Op het vlak van de infrastructuur kunnen er eenaantal maatregelen worden genomen om te voorkomendat de autosnelwegen in de verkeerde richtingopgereden worden:— een fysieke scheiding tussen op- en afritten van deautosnelwegen;Les données susmentionnées ont été filtrées à partirdes bases de données d’accidents de la police fédérale.En effet, il n’existe pas de données de la directionGénérale Statistique et Information Economique pources périodes. Il est donc possible que de petites erreurssubsistent dans les chiffres mentionnés.3. Le comportement à adopter lorsqu’on croise laroute d’un conducteur fantôme et la façon d’éviter deconduire soi-même à contresens ne font pas partie dela formation à la conduite. Dans le cadre de l’apprentissagede la conduite défensive, ce sujet est bel et bienabordé par l’instructeur de l’école de conduite, certainementsi l’élève conducteur roule aussi surl’autoroute. L’instructeur communique alors quelquesconseils fondamentaux [voir réponse à la question 4a)] à l’élève conducteur.4.a) Dans la revue trimestrielle Via Secura n o 74 (ledeuxième trimestre 2007) de l’Institut belge pour lasécurité routière, la problématique des conducteursfantômes a été abordée. Les trois conseils fondamentauxà respecter lorsque l’on croise la routed’un conducteur fantôme sont les suivants:— Ralentissez tout en serrant votre droite, quitte àrouler sur la bande d’arrêt d’urgence. C’est le meilleurmoyen de limiter les conséquences d’une telle«rencontre». Les études montrent en effet que lesconducteurs fantômes ont une forte propension àrouler à droite (donc, sur la bande de gauche pourvous).— Faites éventuellement des appels de phares lorsquevous croisez le conducteur fantôme. Pas plus tôt,sinon il risque de paniquer.— Allumez vos feux de détresse et arrêtez-vous à lapremière borne d’appel afin de signaler la présencedu véhicule fantôme aux services de police. EnBelgique, une telle borne est installée tous les 2 kilomètres.L’utilisation des téléphones de secoursplutôt que d’un GSM permet de signaler sanserreur la position et le sens de circulation d’oùl’appel est émis.Reste à savoir si le coût d’une telle installation peutêtre pris en charge par les régions, qui sont habilitées àla gestion des autoroutes, pour chaque sortied’autoroute.Au niveau de l’infrastructure, il existe plusieursmoyens visant à empêcher l’accès aux autoroutes àcontresens:— séparation physique entre l’accès et la sortie del’autoroute;— een duidelijke en zichtbare signalisatie; — signalisation claire et visible;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 129725 - 2 - 2008— een betere verlichting; — éclairage efficace;— de verbreding van de oprit of de versmalling van deafrit;— wegmarkeringen in de vorm van pijlen die de juisterichting aanwijzen;— het plaatsen van grote bijkomende borden met eenopgeheven hand op een gele achtergrond en in hetmidden het verkeersbord «verboden richting» bijsommige afritten.In het begin van de jaren ’90 werd overwogen omspeciale dwarsstroken aan te brengen die de bandenvan spookrijders beschadigen. Deze piste werd echtersnel opgegeven omdat de nadelen groter waren dan devoordelen (gevaar voor de hulpdiensten, de motorrijdersenzovoort).b) Als beheerders van autosnelwegen hebben degewesten steeds de mogelijkheid de gepaste signalisatiete plaatsen of infrastructurele aanpassingen tedoen waar zij het nodig achten.— élargissement de l’accès et rétrécissement de lasortie;— peinture de flèches au sol indiquant la bonne direction;— placement de grands panneaux supplémentaires,montrant une main levée sur fond jaune avec unsignal de sens interdit à certaines sortiesd’autoroutes.Au début des années 90, l’installation d’élémentscrevant les pneus des véhicules s’engageant à contresensa été envisagée, mais cette piste a été rapidementabandonnée car elle comportait plus d’inconvénientsque d’avantages (danger pour les services de secours,les motards, etc.).b) Comme gestionnaires des autoroutes, les régionsont toujours la possibilité de renforcer la signalisationet d’aménager les endroits où cela leur paraîtnécessaire.DO 2007200801350 DO 2007200801350Vraag nr. 30 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Interministerieel Comité voor de Verkeersveiligheid.In 2002 werd het Interministerieel Comité voor deVerkeersveiligheid opgericht. Het InterministerieelComité neemt de werkzaamheden van de FederaleCommissie voor Verkeersveiligheid in ontvangst viazijn voorzitterschap.Op grond daarvan coördineert het InterministerieelComité, de maatregelen te treffen door de ministers dieerin vertegenwoordigd zijn, in het kader van hunbevoegdheden, betreffende:— becijferde doelstellingen inzake verkeersveiligheidvoor een gegeven periode;— het beleid dat ten uitvoer moet worden gelegd omdeze doelstellingen te bereiken.Het Interministerieel Comité is samengesteld uit devolgende leden of hun vertegenwoordigers:Question n o 30 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Comité interministeriel pour la Sécurité routière.En 2002 a été créé le Comité interministériel pour laSécurité routière. Ce Comité réceptionne les travauxde la Commission fédérale pour la sécurité routièrepar l’intermédiaire de sa présidence.Sur cette base, le Comité interministériel coordonneles mesures à prendre, dans le cadre de leurs compétences,par les ministres qui y sont représentés, ces mesuresconcernant:— les objectifs chiffrés en matière de sécurité routièrepour une période donnée;— la politique qu’il convient de mettre en œuvre pouratteindre ces objectifs.Le Comité interministériel pour la Sécurité routièreest composé des membres suivants ou de leurs représentants:— de minister van Mobiliteit en Vervoer; — le ministre de la Mobilité et des Transports;— de minister van Justitie; — la ministre de la Justice;— de minister van Binnenlandse Zaken; — le ministre de l’Intérieur;— de minister belast met het Grootstedenbeleid; — le ministre chargé de la Politique des grandes villes;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1298 QRVA 52 01025 - 2 - 2008— een minister die wordt aangewezen door deWaalse regering;— een minister die wordt aangewezen door de regeringvan het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;— een minister die wordt aangewezen door deVlaamse Regering.Het voorzitterschap van het InterministerieelComité wordt waargenomen door de minister vanMobiliteit en Vervoer.1. Hoeveel keer werd het Interministerieel Comitévoor de Verkeersveiligheid samengeroepen sinds juni2003?2. Wat waren de besproken thema’s en tot welkeconclusies is men gekomen?3. Acht u het niet aangewezen om binnen het kadervan een integraal beleid, dit Comité frequenter samente roepen om het hoofd te kunnen bieden aan problemenzoals bijvoorbeeld het fileleed?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 30 van deheer Guido De Padt van 17 januari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende teantwoorden.1. Het Interministerieel Comité voor de Verkeersveiligheidkwam samen op volgende data:19 november 2002. 19 novembre 2002.11 maart 2003. 11 mars 2003.18 december 2003. 18 décembre 2003.27 oktober 2004. 27 octobre 2004.4 februari 2005. 4 février 2005.2. Op de vergaderingen van het InterministerieelComité voor de Verkeersveiligheid kwamen onderandere volgende onderwerpen aan bod:— un ministre désigné par le gouvernement wallon;— un ministre désigné par le gouvernement de laRégion de Bruxelles-Capitale;— un ministre désigné par le gouvernement flamand.La présidence du Comité interministériel est assuréepar le ministre de la Mobilité et des Transports.1. Combien de fois le Comité interministériel pourla sécurité routière a-t-il été convoqué depuis juin2003?2. Quels thèmes y ont été abordés et à quellesconclusions est-on parvenu?3. N’estimez-vous pas opportun de convoquer ceComité plus fréquemment dans le cadre d’une politiqueintégrale afin de pouvoir remédier à des problèmestels que celui des embouteillages ?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 30 de M. GuidoDe Padt du 17 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre.1. Le Comité Interministériel pour la sécurité routières’est réuni aux dates suivantes:2. Lors des réunions du Comité Interministériel dela sécurité routière, les thèmes suivants, entre autres,ont été traités:— Werking van het Interministerieel Comité. — Fonctionnement du Comité Interministériel.— Statistieken verkeersongevallen 2001-2004. — Les statistiques des accidents de la circulation2001-2004.— Voortgang initiatieven genomen door de Stuurgroep.— Afschaffing voogdijbevoegdheid over de aanvullendereglementen van de gewesten.— Verkeersveiligheidsthema’s zoals snelheid, inhaalverbodvrachtwagens, enzovoort.— Le progrès dans les initiatives prises par laCommission d’experts.— La suppression de la tutelle sur les règlementscomplémentaires des communes.— Des thèmes sécurité routière tels que la vitesse,l’interdiction de dépassement des camions, etc.— Evaluatie verkeerswet 2003. — Évaluation de la loi sur la circulation routière de2003.— Stand van zaken Staten-generaal van de Verkeersveiligheid.— État de la question des États-généraux de la Sécuritéroutière.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 129925 - 2 - 2008— Werkingsmiddelen Politie en Justitie. — Moyens de fonctionnement de la Police et de laJustice.— Interventie na ongevallen. — Intervention après les accidents.— Homologatie onbemande camera’s. — Homologation des caméras automatiques.— Administratieve vereenvoudiging bij de afleveringvan rijbewijzen: afschaffing fiscale zegels.— La simplification administrative de la délivrancedu permis de conduire: suppression des timbresfiscaux.— De erkenningsvoorwaarden van rijscholen. — Les exigences d’agrément des écoles de conduite.Op basis van de adviezen die door de verschillendedeelnemers aan het Interministerieel Comité werdenvoorgelegd werd bepaald welke maatregelen of initiatievendienden genomen te worden in bepaaldedossiers (bijvoorbeeld de oprichting van een werkgroep).3. Het fileleed en andere problematieken kunnenzeker, binnen het kader van een integraal beleid, aande orde komen in het Interministerieel Comité.Daarenboven zou dit Comité in de toekomst alsofficiële overleg instantie met de gewesten kunnenfungeren, in de plaats van de Interministeriële Conferentievoor Mobiliteit, infrastructuur en Telecommunicatie(ICMIT).Ik wens ten slotte te benadrukken dat mijn administratiegraag de vereiste bijstand verleent aan devoorbereiding van deze dossiers.Sur la base des avis donnés par les différents participantsau Comité Interministériel celui-ci déterminaitquelles mesures ou initiatives devaient être prises danscertaines dossiers (par exemple la création d’un groupede travail).3. La problématique des embouteillages ainsi qued’autres dossiers nécessitant une approche intégréepeuvent certainement être utilement discutés dans lecadre du Comité interministériel.Ce Comité pourrait d’ailleurs être envisagé àl’avenir comme organe officiel de concertation avec lesrégions, en lieu et place de la Conférence interministériellede la Mobilité, de Infrastructure et des Télécommunications(CIMIT).Je mentionne d’ailleurs à cet effet que mon administrationse tient prête à fournir l’assistance nécessairepour la préparation des dossiers.DO 2007200801351 DO 2007200801351Vraag nr. 31 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Transportfirma’s. — Opening van filialen in nieuweEU-lidstaten.Onze wegen worden overspoeld door Oost-Europese vrachtwagens. De transporteurs die metBelgische truckers werken, hebben het zeer moeilijkom te overleven, zodat zij uitvlaggen naar Slowakije,Polen, Roemenië, enzovoort.Het gaat hier om een structurele crisis die nog jarenzal duren. Een en ander heeft uiteraard te maken metde chauffeurslonen die in Oost-Europa veel lager zijndan bij ons.1. Hoeveel transportfirma’s hebben sinds 1 mei2004 een filiaal geopend in een nieuwe EU-lidstaat enin welke lidstaat was dat dan?2. Hoeveel transportfirma’s delokaliseerden sinds1 mei 2004 volledig?Question n o 31 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Sociétés de transport. — Ouverture de filiales dans lesnouveaux États membres de l’UE.Nos routes sont submergées de camions d’Europede l’Est. Les transporteurs qui font confiance à desroutiers belges éprouvent beaucoup de difficultés àsurvivre, ce qui les incite à délocaliser leurs activitésvers la Slovaquie, la Pologne, la Roumanie, etc.Cette crise est structurelle et persistera encoredurant plusieurs années. La situation est évidemmentdue aux salaires des chauffeurs, beaucoup moinsélevés en Europe de l’Est que chez nous.1. Combien de sociétés de transport ont-elles ouvertune filiale dans un nouvel État de l’UE depuis le1 er mai 2004 et de quels pays s’agit-il?2. Combien de sociétés de transport ont-ellescomplètement délocalisé leurs activités depuis le1 er mai 2004?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1300 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. Hoeveel vrachtwagenchauffeurs telde ons landop 1 januari 2004, op 1 januari 2005, op 1 januari 2006en op 1 juli 2006?4. Hoeveel transportfirma’s telde ons land op de invraag 3 voormelde data?5. Hoeveel inbreuken werden in 2004, in 2005, in2006 en in de eerste helft van 2007 in ons land vastgesteldtegen de cabotage (verbod van binnenlands vervoerin een andere Europese lidstaat) en wat was denationaliteit van de overtreders?6. Hoeveel inbreuken op de rij- en rusttijden vanvrachtwagenchauffeurs werden in 2004, in 2005, in2006 en in de eerste helft van 2007 vastgesteld en watwas de nationaliteit van de overtreders?7. Hoeveel schijnzelfstandigen werden in 2004, in2005, in 2006 en in de eerste helft van 2007 gedetecteerdbij de vrachtwagenchauffeurs en wat was hunnationaliteit?8. Op welke wijze denkt u deze situatie (drastischeverlaging van de tewerkstelling van Belgische vrachtwagenchauffeurs)te verhelpen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 31 van deheer Guido De Padt van 18 januari 2008 (N.):1 en 2. Ik beschik niet over gegevens inzake hetaantal Belgische wegvervoeronder-nemingen dat eenvestiging geopend heeft in één van de nieuwe EUlidstatenin Oost-Europa. Mijn departement houdtweliswaar toezicht op de toegang tot het beroep en totde markt in de sector wegvervoer. Dit heeft echterenkel betrekking op de ondernemingen die een vestigingopenen of hebben op Belgisch grondgebied. Elkeonderneming heeft het recht op vrije vestiging op hetgrondgebied van één van de lidstaten van de EuropeseUnie. Er bestaat geen enkele verplichting om deopening van een vestiging op het grondgebied van eenandere lidstaat dan de lidstaat van oorsprong temelden aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaatvan oorsprong (in casu de FOD Mobiliteit en Vervoer,Directoraat-generaal Vervoer te Land). Dit betekentgeenszins dat ik het bestaan van het verschijnsel«delokalisatie» in de wegvervoersector zou ontkennen.In vele gevallen, doch niet uitsluitend, is dit hetgevolg van de lagere loonkosten in de nieuwe lidstaten.Herstructurering in het kader van een logistiekestrategie, lokale of fiscale voordelen kunnen eveneensaan de basis liggen van delokalisatie. Zo zijn er omgekeerdook gevallen gekend van ondernemingen die uitandere lidstaten naar België delokaliseren omwille vanfiscale redenen.3. Combien de chauffeurs de poids lourds notrepays comptait-il le 1 er janvier 2004, le 1 er janvier 2005,le 1 er janvier 2006 et le 1 er juillet 2006?4. Combien de sociétés de transport notre payscomptait-il aux trois dates susmentionnées?5. Combien d’infractions en matière de cabotage(interdiction d’effectuer des transports nationaux dansun autre État membre européen) a-t-on constatées en2004, 2005 et 2006 ainsi que durant le premier semestre2007 dans notre pays et quelle était la nationalité descontrevenants?6. Combien d’infractions en matière de temps deconduite et de repos des chauffeurs de camions a-t-onconstatées en 2004, 2005 et 2006 ainsi que durant lepremier semestre 2007 dans notre pays et quelle était lanationalité des contrevenants?7. Combien de faux indépendants a-t-on détectés en2004, 2005 et 2006 ainsi que durant le premier semestre2007 parmi les chauffeurs de camions et quelle en étaitla nationalité?8. Comment comptez-vous remédier à cette baissemassive de l’emploi pour les chauffeurs de poidslourds belges?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 22 février 2008, à la question n o 31 de M. GuidoDe Padt du 18 janvier 2008 (N.):1 et 2. Je ne dispose pas de données au sujet dunombre d’entreprises qui ont ouvert une implantationdans un des nouveaux États de l’UE en Europe del’Est. Mon département contrôle, il est vrai, l’accès àla profession et au marché dans le secteur du transportroutier. Cela se réalise seulement pour les entreprisesqui ouvrent ou qui ont une implantation sur le solbelge. Chaque entreprise a droit à un libre établissementsur le sol d’un des états membres de l’Unioneuropéenne. Il n’existe aucune obligation d’avertir lesautorités compétentes de l’état d’origine (en l’espèceSPF Mobilité et Transports, direction générale Transportterrestre) de l’ouverture d’un établissement sur leterritoire d’un autre état membre que l’état d’origine.Cela ne signifie pas du tout que je nie l’existence duphénomène «délocalisation» dans le secteur du transportroutier. Dans de nombreux cas, mais pas exclusivement,cela est la conséquence de coûts salariaux plusbas dans les nouveaux États membres. Une restructurationdans le cadre d’une stratégie logistique, desavantages locaux ou fiscaux peuvent également être àla base de la délocalisation. Au contraire, nous connaissonsdes cas d’entreprises venant d’autres étatsmembres qui délocalisent en Belgique pour des raisonsfiscales.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 130125 - 2 - 20083. De hiernavolgende gegevens betreffen de tewerkstellingin de sector vervoer en logistiek (ParitairComité 140). Het aantal bedienden werd eveneensopgenomen omdat in bepaalde subsectoren zoalskoerierdiensten chauffeurs ook als bediende wordeningeschreven.3. Les données qui suivent concernent l’emploidans le secteur transport et logistique (Commissionparitaire n o 140). Le nombre d’employés a aussi étérelevé car dans certains sous-secteurs comme les servicesde courriers les chauffeurs sont aussi inscritscomme employés.Arbeiders Bedienden Ouvriers Employés1 januari 2004 57 593 23 119 1 er janvier 2004 57 593 23 1191 januari 2005 59 032 24 682 1 er janvier 2005 59 032 24 6821 januari 2006 58 682 26 010 1 er janvier 2006 58 682 26 0101 juli 2007 59 132 26 622 1 er juillet 2007 59 132 26 622Dit overzicht toont niet onmiddellijk een drastischeverlaging van de tewerkstelling in de sector, eerder hettegendeel.4. De hiernavolgende gegevens betreffen het aantalvervoerondernemingen dat op de vermelde tijdstippenover minstens één vervoervergunning beschikt vooreen motorvoertuig:1 januari 2004: 8 861; 1 er janvier 2004: 8 861;1 januari 2005: 8 931; 1 er janvier 2005: 8 931;1 januari 2006: 8 823; 1 er janvier 2006: 8 823;1 juli 2006: 8 803. 1 er juillet 2006: 8 803.5. Voor de gevraagde periode werden nog geen afzonderlijkestatistieken inzake onwettige cabotagebijgehouden. Deze inbreuken werden opgenomen inde categorie «onwettig vervoer». Pas sinds de opnamevan onwettig cabotagevervoer in de nieuwe boetecatalogus,die sinds 1 september 2007 van toepassing is,wordt een dergelijke inbreuk afzonderlijk geregistreerd.Ik ben er echter van overtuigd dat zoals cabotagezelf, ook de inbreuken op de cabo-tageregelingeen marginaal fenomeen vormen.6. Belangrijker dan het absolute aantal inbreukentegen de sociale reglementering, dat afhangt van hetaantal uitgevoerde controles, is de verhouding russenhet aantal vastgestelde inbreuken tegen de socialereglementering en het totale aantal uitgevoerde controles.Uit de gegevens van de Dienst Controle van deFOD Mobiliteit en Vervoer blijkt dat dit aandeel voorde gevraagde periode vrij stabiel is: 10% in 2004,11,8% in 2005 en 9,3% in 2006. We beschikken nietover gegevens per nationaliteit van de overtreder maarvoor de genoemde jaren bedraagt het aandeel vanbuitenlandse overtreders respectievelijk 64%, 52% en79%. Ook deze cijfers dienen met de nodigevoorzichtigheid benaderd te worden, daar ze ookrechtstreeks afhankelijk zijn van het absolute aantalcontroles uitgevoerd op buitenlandse voertuigen.Cet aperçu ne montre pas tout de suite une diminutionmassive de l’emploi dans le secteur, plutôt lecontraire.4. Les données qui suivent concernent le nombred’entreprises de transport qui, pour les dates considérésdisposent d’au moins d’une licence de transportpour un véhicule automoteur:5. Pour la période demandée, on n’a pas tenu destatistiques particulières en matière de cabotage illicite.Ces infractions ont été classi-fiées dans la catégorie«transports illicites». Ce n’est que depuis la priseen compte du transport de cabotage illicite dans lenouveau catalogue des amendes, d’application depuisle 1 er septembre 2007 qu’une telle infraction est enregistréespécifiquement. Je suis cependant convaincuque, comme le cabotage lui-même, les infractions surla régulation du cabotage forment un phénomènemarginal.6. Plus important que le nombre absolud’infractions contre la réglementation sociale quidépend du nombre de contrôles effectués est la comparaisonentre le nombre d’infractions constatées contrela réglementation sociale et le nombre total de contrôleseffectués. Des données du Service de contrôle duSPF Mobilité et Transports il apparaît que cette partiepour la période demandée est relativement stable:10% en 2004, 11,8% en 2005 et 9,3% en 2006. Nousne disposons pas des données des contrevenants parnationalité mais, pour les années citées, la part descontrevenants étrangers atteint respectivement 64%,52% et 79%. Aussi ces chiffres doivent-ils êtreapprochés avec la prudence nécessaire étant donnéqu’ils dépendent directement du nombre absolu decontrôles effectués sur les véhicules étrangers.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1302 QRVA 52 01025 - 2 - 20087. Het opsporen van de schijnzelfstandig-heidbehoort tot de bevoegdheid van de Sociale Inspectie ende Inspectie van de RSZ. Bijgevolg dien ik u voor degevraagde gegevens door te verwijzen naar mijncollega van Sociale Zaken.8. Zoals uit mijn antwoord op vraag 3 blijkt kanmen moeilijk spreken van een drastische verlaging vande werkgelegenheid. Bovendien vang ik de laatstejaren uit de sector signalen op over een tekort aanvakbekwame chauffeurs. Daarbij is het beroep doenop chauffeurs uit de nieuwe lidstaten niet altijd eenoplossing omdat sommige van deze lidstaten tengevolge van de groei van het vervoerde volume zelfmet een tekort aan chauffeurs kampen. Ik heb ookbegrip voor de zware gevolgen die de verscherpteconcurrentie kan hebben voor de rentabiliteit van ende tewerkstelling bij bepaalde ondernemingen. Weleven nu eenmaal in een meer en meer geglobaliseerde,vrije markteconomie. Sommigen zijn daarbijverliezer, anderen dan weer winnaar. Ik overweeg danook geen kunstmatige ingrepen om deze toenemendetendens tot delokalisatie het hoofd te bieden. In hetverleden is trouwens al meermaals bewezen dat dergelijkemaatregelen uiteindelijk niet het beoogde resultaatbereiken en intussen kostelijk zijn voor het overheidsbudget.Bovendien gaat het in het wegtransport in velegevallen over activiteiten die onder druk van de verscherpteconcurrentie toch verloren waren gegaan.Delokalisatie is in dat geval de enige reactie die dezeactiviteiten in handen van een Belgische logistiekespeler kan houden. We mogen ook niet uit het oogverliezen dat maatregelen die ervoor zorgen datbepaalde transportactiviteiten kunstmatig in handenvan Belgische vervoerondernemingen houden de prijsvan onze exportprodukten verhoogt, wat nefast isvoor een open economie zoals de onze. Algemeengezien heeft delokalisatie in andere sectoren eengrotere vraag naar vervoer tot gevolg, waarvan deBelgische ondernemingen een graantje kunnenmeepikken, hetzij als vervoerder, hetzij als logistiekespeler.7. La recherche des faux-indépendants ressortit dela compétence de l’Inspection sociale et de l’Inspectionde l’ONSS. C’est pourquoi je vous prie de vous adresserà mon collègue des Affaires sociales pour obtenirles données demandées.8. Comme vu à ma réponse à la question 3 ilapparaît que l’on peut difficilement parler d’une diminutiondrastique de l’emploi. En outre, je capte cesdernières années du secteur des signaux d’un manquede chauffeurs qualifiés. C’est pourquoi le fait de faireappel à des chauffeurs des nouveaux états membresn’est pas toujours une solution parce que certains deces pays, du fait d’une augmentation du volume transporté,ont aussi un manque de chauffeurs. J’ai aussi dela compréhension pour les graves conséquences que laconcurrence aggravée peut avoir sur la rentabilité etl’emploi dans certaines entreprises. Nous vivonsactuellement dans une économie de marché libre et deplus en plus globalisée. Certains sont perdants maisd’autres à nouveau gagnants. Je considère aussi qu’ilne faut pas prendre des mesures artificielles pour contrecarrerces tendances grandissantes de délocalisation.Dans le passé, il a été en effet prouvé à plusieurs reprisesque de telles mesures n’atteignaient pas finalementle résultat escompté et qu’elles sont entretemps coûteusespour le budget de l’État.De plus, dans le secteur du transport routier il s’agitdans de nombreux cas d’activités qui auraient étéperdues quand-même sous la pression d’une concurrenceaccrue. La délocalisation est dans ce cas la seuleréaction qui permet de maintenir ces activités auxmains d’un acteur logistique belge. Nous ne devonsaussi pas perdre de vue que des dispositions qui prévoientque certaines activités de transport sont artificiellementmaintenues dans les mains d’entreprises detransport belges font augmenter le prix de nos produitsd’exportation, ce qui est néfaste pour une économieouverte comme la nôtre. Au plan global, la délocalisationdans d’autres secteurs a eu pour effet une plusgrande demande de transport dont les entreprisesbelges peuvent avoir leur part soit comme transporteur,soit comme acteur logistique.DO 2007200801397 DO 2007200801397Vraag nr. 32 van de heer Herman De Croo van 18 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Tariferingsbureau. — Aanvragen.Het Tariferingsbureau werd op 1 november 2003 inhet leven geroepen om bestuurders die op de vrijemarkt geen betaalbare autoverzekering kunnen afslui-Question n o 32 de M. Herman De Croo du 18 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Bureau de tarification. — Demandes.Le Bureau de tarification a été créé le 1 er novembre2003 pour offrir une solution de substitution auxconducteurs pour lesquels le montant des primesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 130325 - 2 - 2008ten een alternatief te bieden. In het vierde werkjaar datliep van 1 november 2005 tot 1 november 2006 steeghet aantal aanvragen tot 13 745.De gemiddelde prijs van een autoverzekering bij hetTariferingsbureau, dat wordt gefinancierd door alleverzekeraars, schommelde de voorbije jaren tussen de1 200 en 1 300 euro.1. Hoeveel aanvragen kreeg het Tariferingsbureauin het vijfde en meest recente werkjaar?2. Wat is de gemiddelde prijs van een autoverzekeringbij het Tariferingsbureau in dit vijfde en meestrecente werkingsjaar?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 18 februari 2008, op de vraag nr. 32 van deheer Herman De Croo van 18 januari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat ditonderwerp onder de bevoegdheid valt van mijncollega, de minister van Economie. (Vraag nr. 80 van22 februari 2008.)d’assurance automobile sur le marché libre est inabordable.Au cours de sa quatrième année de fonctionnementsoit entre le 1 er novembre 2005 et le 1 er novembre2006, le nombre de demandes qui lui ont été adresséesest passé à 13 745.Ces dernières années, le prix moyen d’une assuranceautomobile auprès du Bureau de tarification, qui estalimenté par l’ensemble des assureurs, oscillait entre1 200 et 1 300 euros.1. Combien de demandes le Bureau de tarificationa-t-il reçues au cours de sa cinquième — et doncdernière — année de fonctionnement?2. Quel est le prix moyen d’une assurance automobileauprès du Bureau de tarification au cours de cettedernière année de fonctionnement?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 18 février 2008, à la question n o 32 deM. Herman De Croo du 18 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre quece sujet tombe sous la compétence de mon collègue, leministre de l’Économie. (Question n o 80 du 22 février2008.)DO 2007200801408 DO 2007200801408Vraag nr. 35 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 18 januari 2008 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Begroting, Mobiliteiten Institutionele Hervormingen:NMBS. — Treinen. — Station van Aarschot.Sinds een aantal maanden kunnen reizigers vanuitLimburg en Oost-Brabant ’s ochtends en ’s avonds eenberoep doen op snelle treinverbindingen die dankzij deaanleg van de «bocht van Leuven» rechtstreeks naarBrussel sporen.Evenwel, de avondtrein van 16.59 uur in Brussel-Centraal komt zelden stipt op tijd aan in Aarschot.Probleem blijkt de aansluiting met het spoor richtingAarschot ter hoogte van Interleuven. Blijkbaar wachtde trein daar meestal om een andere trein voor te laten,die evenwel een stopplaats in Wezemaal heeft. Hetgevolg laat zich raden: vanaf Wilsele-Putkapel gaat de«sneltrein» met een slakkengang tot in Aarschot enverliest hij tijd. Ook vóór het binnenrijden van hetstation van Aarschot staat de trein regelmatig stil.Nochtans heeft het station van Aarschot meerdere sporendie zelden tegelijk worden ingenomen.Question n o 35 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 18 janvier 2008 (N.) au vice-premierministre et ministre du Budget, de la Mobilité etdes Réformes institutionnelles:SNCB. — Trains. — Gare d’Aarschot.Depuis quelques mois, les voyageurs en provenancedu Limbourg et de l’est du Brabant peuvent profiter,en matinée et en soirée, de liaisons rapides et directesavec Bruxelles grâce à l’aménagement de la «boucle deLouvain».Toutefois, le train de 16 h 59 à Bruxelles-Centralarrive rarement à l’heure en gare d’Aarschot. Leproblème se situerait à l’embranchement avec la voieen direction d’Aarschot à la hauteur d’Interleuven oùle train marque apparemment souvent un tempsd’arrêt pour laisser passer un autre train alors quecelui-ci a un arrêt à Wezemaal. Les répercussions sontfaciles à deviner: à partir de Wilsele-Putkapel, le«train rapide» gagne Aarschot à la vitesse d’un escargotet il perd du temps. De plus, ce train s’arrêtesouvent avant d’entrer en gare d’Aarschot alors quecette gare dispose de plusieurs voies et que celles-cisont rarement occupées en même temps.Même s’il nes’agit pas de retards importants, ils présentent uncaractère structurel.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1304 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Het gaat dus niet om grote, maar wel structurelevertragingen. Aangezien ze vaak slechts een kleine vijfminuten bedragen, worden ze door de NMBS officieelniet eens als vertragingen beschouwd, maar feit blijftdat er zich blijkbaar een structureel probleem voordoetop deze lijn.1. Hoe vaak is de trein van Brussel-Centraal om16.59 uur sinds de indienstneming van de bocht vanLeuven:Étant donné qu’ils ne s’élèvent souvent qu’à cinqpetites minutes, la SNCB ne les considère même pasofficiellement comme des retards mais il n’en demeurepas moins qu’un problème structurel se pose manifestementsur cette ligne.1. Combien de fois, depuis la mise en service de laboucle de Louvain, le train de Bruxelles-Central de16h59:a) stipt op tijd aangekomen in Aarschot; a) est-il arrivé à l’heure à Aarschot?b) aangekomen in Aarschot met een vertraging vanminder dan 5 minuten;c) aangekomen in Aarschot met een vertraging van 5tot 10 minuten;d) aangekomen in Aarschot met een vertraging vanmeer dan 10 minuten?2.a) Klopt het dat de trein ter hoogte van Interleuvenregelmatig stilstand moet houden om andere treinenvanuit het station van Leuven voorrang te verlenen?b) Zo neen, wat is dan de reden van de vertraging diede trein systematisch oploopt op het traject vanafde bocht van Leuven tot Aarschot?3.a) Klopt het dat deze treinen die worden voorgelateneen tussenstop in Wezemaal hebben?b) Zo ja, waarom verleent men dergelijke treinenvoorrang terwijl de trein die voorrang moet verlenenenkel halte heeft in Aarschot?4. Waarom moet de trein regelmatig halt houdenvóór het binnenrijden van het station van Aarschot?5. Welke maatregelen worden genomen om ditstructureel probleem op te lossen?6. Wanneer wordt een oplossing in het vooruitzichtgesteld?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 35 vanmevrouw Katia Della Faille de Leverghem van 18 januari2008 (N.):1. Sinds 10 december 2006 en tot 31 oktober 2007(datum van opzoeking gegevens) kwam P-treinnr. 8306 (vertrek Brussel-Centraal 16.59 uur):b) est-il arrivé à Aarschot avec un retard de moins decinq minutes?c) est-il arrivé à Aarschot avec un retard oscillantentre cinq et dix minutes?d) est-il arrivé à Aarschot avec un retard de plus dedix minutes?2.a) Est-il exact que le train doit s’arrêter fréquemmentà la hauteur d’Interleuven pour accorder la prioritéà d’autres trains en provenance de Louvain?b) Dans la négative, quel est alors le motif du retardaccumulé systématiquement par ce train sur letrajet entre la boucle de Louvain et Aarschot?3.a) Est-il exact que les trains qui bénéficient ainsid’une priorité ont un arrêt intermédiaire à Wezemaal?b) Dans l’affirmative, pourquoi accorde-t-on la prioritéà ces trains alors que le train qui doit cédercette priorité fait seulement halte à Aarschot?4. Pourquoi ce train doit-il fréquemment observerun temps d’arrêt avant son entrée en gare d’Aarschot?5. Quelles mesures seront-elles prises pour résoudrece problème structurel?6. Quand pensez-vous que ce problème pourra êtrerésolu?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 21 février 2008, à la question n o 35 de M me -Katia Della Faille de Leverghem du 18 janvier 2008(N.):1. Depuis le 10 décembre 2006 et jusqu’au 31 octobre2007 (date de la recherche des données), le train Pn o 8306 (départ de Bruxelles-Central à 16 h 59) est arrivé:a) 98 keer stipt aan in Aarschot; a) 98 fois à l’heure à Aarschot;b) 80 keer maximaal 5 minuten later dan voorzien; b) 80 fois avec au maximum 5 minutes de retard surl’horaire prévu;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 130525 - 2 - 2008c) 26 keer met een vertraging van 6 tot 10 minuten; c) 26 fois avec un retard de 6 à 10 minutes;d) 6 keer met een vertraging van 10 minuten tot maximaal12 minuten, als gevolg van punctuele incidenten(spoorstaafbreuk, gestoorde overweg, bovenleidingbeschadigd in de noordzuidverbindingdoor een defecte stroomafnemer van een trein,defect stuurrijtuig van een andere trein en defectelocomotief van een andere trein).1 keer werd de trein afgeschaft doorrookontwikkeling in een rijtuig.2.a) en b) Het kan inderdaad dat trein 8306 even terhoogte van Interleuven stopt. Dit is mogelijkindien één of meerdere treinen met vertragingrijden uit Leuven. Er is een korte opeenvolgingvan meerdere treinen (nummers 1515,8363, 2888) aan de vertakking Holsbeektussen 17.11 uur en 17.26 uur en trein 8306moet ingevoegd worden tussen deze treinen.3.a) en b) De treinen 8363 en 2888 stoppen in Wezemaal.Indien de trein 2888 (Leuven-Antwerpen-Centraal)met meer dan 5 minuten vertragingrijdt dan wordt voorrang gegeven aantrein 8306. Anders wordt voorrang gegevenaan trein 2888. Het materieel van trein 2888wordt immers snel herbruikt om vanuitAntwerpen-Centraal te rijden als L-trein naarBrussel-Geraardsbergen. De stiptheid vanL 25 (Antwerpen-Brussel) zou dus ook in hetgedrang komen indien de vertraging van trein2888 te groot is bij aankomst in Antwerpen.4. Door de korte opeenvolging van de treinen is eenoponthoud aan de inrit van Aarschot mogelijk. Indiende voorafgaande treinen 8363 en/of 2888 met vertragingrijden moet trein 8306 even wachten op een vrijperronspoor.5 en 6. De vertragingen van trein 8306 wordenveroorzaakt onder andere door kleine vertragingenmet diverse oorzaken aan de voorafgaande treinen,aansluiting in Leuven met een trein uit Brussel, opeenvolgingvan andere treinen uit Brussel, die enige hinderondervinden van de in de piekuren verzadigde Brusselsenoordzuidverbinding, de reizigersbewegingen alsgevolg van het stijgend aantal reizigers, kruisingen enontblokkingen in Leuven.Tijdens de piekuren is de capaciteit nagenoeg volledigopgebruikt en is er weinig of geen reserve meer(vooral in de noordzuidverbinding, maar ook opandere aslijnen van/naar Brussel, die onrechtstreeksinvloed hebben op de stiptheid van de treinen naard) 6 fois avec un retard de 10 à maximum 12 minutesà la suite d’incidents ponctuels (bris de rail, dérangementà un passage à niveau, bris de caténairedans la jonction Nord-Midi provoqué par uneavarie au pantographe d’un train, voiture-piloteavariée sur un autre train et avarie à la locomotived’un autre train).Ce train a été supprimé 1 seule fois en raison d’undégagement de fumée dans une voiture.2.a) et b) II se peut en effet que le train 8306s’immobilise un instant à hauteur d’Interleuven.Cela se produit si un ou plusieurs trainsquittent Louvain avec du retard. Plusieurstrains (numéros 1515, 8363, 2888) se succèdentà une cadence rapprochée à hauteur de labifurcation de Holsbeek entre 17 h 11 et17 h 26, et le train 8306 doit être inséré entreces trains.3.a) en b) Les trains 8363 et 2888 font arrêt à Wezemaal.Si le train 2888 (Louvain-Anvers-Central)circule avec un retard supérieur à 5 minutes, lapriorité est accordée au train 8306. Autrement,la priorité est laissée au train 2888. Lematériel utilisé pour le train 2888 est, en effet,rapidement réutilisé pour circuler au départd’Anvers-Central comme train L en directionde Bruxelles-Grammont. La ponctualité de laL 25 (Anvers-Bruxelles) serait donc égalementcompromise si le train 2888 devait accuser unretard trop important à son arrivée à Anvers.4. Compte tenu de la succession rapide des trains,un arrêt à l’entrée de Aarschot est possible. Si les trainsprécédents 8363 et/ou 2888 circulent avec du retard, letrain 8306 doit attendre quelques instants sur une voieà quai non occupée.5 et 6. Les retards du train 8306 proviennent entreautres de légers retards d’origines diverses enregistrèspar les trains précédents, de la correspondance à Louvainavec un train en provenance de Bruxelles, de lasuccession d’autres trains en provenance de Bruxellesqui subissent les désagréments de la saturation de lajonction Nord-Midi aux heures de pointe, des mouvementsde voyageurs provoqués par l’augmentation dunombre de voyageurs, des croisements et déblocagesde voies à Louvain.Aux heures de pointe, l’utilisation de la capacité estpresque totale, et il n’y a que peu ou plus de réserve(principalement dans la Jonction Nord-Midi, maisaussi sur d’autres axes au départ et en direction deBruxelles, qui ont une influence indirecte sur la ponc-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1306 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Leuven en Limburg dit ondermeer als gevolg van hetgroot aantal investeringswerken die aan de gang zijn).Er zijn geen echte structurele problemen waarvoormaatregelen kunnen worden uitgewerkt. Trein 8306haalt een stiptheid van 87% (zonder neutralisatie vangevallen van overmacht of grote werken) bij aankomstin Aarschot. Dit resultaat is matig in vergelijking metde globale stiptheid, op het net tijdens de avondpiek.De lijn 36 wordt gebracht op 4 sporen tussen Brusselen Leuven, wat de stiptheid zeker gunstig beïnvloedt.Nochtans kunnen beperkte vertragingen tijdens depiekuren niet vermeden worden vanwege het grootaantal treinen ingelegd tijdens deze periode.Prioriteiten worden gelegd in functie van de algemenestiptheid van het treinverkeer.Een actieplan werd door de NMBS-Groep opgestartmet doel de algemene stiptheid te verbeteren.tualité des trains à destination de Louvain et duLimbourg, et ce notamment en raison de la multitudede travaux d’investissement en cours).Il n’y a pas véritablement de problèmes structurelspour lesquels des mesures peuvent être élaborées. Letrain 8306 affiche une ponctualité de 87% (sans neutralisationdes cas de force majeure ou de grands travaux)à l’arrivée à Aarschot. Ce résultat est moyencomparé avec la ponctualité globale sur le réseaudurant la pointe du soir.La ligne 36 a été portée à 4 voies entre Bruxelles etLouvain, ce qui a une influence positive sur la ponctualité.Néanmoins, certains retards limités ne peuventêtre évités aux heures de pointe en raison du nombreimportant de trains mis en service pendant cettepériode.Les priorités sont accordées en fonction de la régularitégénérale du trafic ferroviaire.Un plan d’action a été mis en place par le GroupeSNCB en vue d’améliorer la ponctualité générale destrains.DO 2007200801498 DO 2007200801498Vraag nr. 36 van de heer Raf Terwingen van 23 januari2008 (N.) aan de vice-eersteminister enminister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Verzekering van pleziervaartuigen.Niemand kan om de vaststelling heen dat het aantalpleziervaartuigen (speedboten, jetski’s, enzovoort) opde Belgische waterwegen toeneemt. Met deze evolutieduiken echter ook een aantal neveneffecten op. Hetaantal ongevallen met pleziervaartuigen lijkt toe tenemen. De gevolgen zijn vaak ook zeer zwaar.Een aantal ongevallen met jetski’s en andere pleziervaartuigenop de Maas bracht daarbij aan het licht datheel wat eigenaars van pleziervaartuigen niet verzekerdzijn. De verzekering «BA privéleven» dekt in demeeste gevallen deze aansprakelijkheid niet.Voor de slachtoffers van de ongevallen en voor deeigenaars van deze pleziervaartuigen is dit vaak eenbijzonder zware financiële dobber, waar zij zich soms,op voorhand, niet bewust van zijn.1. Heeft u cijfers over het precies aantal ingeschrevenpleziervaartuigen in ons land?Question n o 36 de M. Raf Terwingen du 23 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles:Assurance des bateaux de plaisance.Il est un fait évident que le nombre de bateaux deplaisance (hors-bord, jet-skis, etc.) augmente sur lesvoies navigables belges. Cette évolution a cependantaussi des effets annexes. Le nombre d’accidents impliquantdes bateaux de plaisance semble ainsi être enaugmentation, avec des conséquences souvent trèsgraves.Plusieurs accidents sur la Meuse impliquant des jetskiset d’autres bateaux de plaisance ont ainsi mis enlumière le fait que bon nombre de propriétaires debateaux de plaisance ne sont pas assurés. L’assurance«RC Vie privée» ne couvre pas cette responsabilitédans la plupart des cas.Pour les victimes des accidents et pour les propriétairesdes engins, les conséquences financières peuventêtre de taille alors qu’ils ne sont pas toujours conscientsdes risques au départ.1. Disposez-vous de chiffres sur le nombre exact debateaux de plaisance inscrits dans notre pays?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 130725 - 2 - 20082.a) Hoeveel van deze pleziervaartuigen zijn verzekerdvia een (vrijwillige) verzekering«pleziervaartuigen» die verschillende verzekeringsmatschappijenaanbieden?2.a) Combien de ces bateaux sont assurés par le biaisd’une assurance «bateaux de plaisance» (volontaire)proposée par diverses compagniesd’assurance?b) Bestaan daar gegevens over? b) Existe-t-il des données à ce sujet?3. Heeft u cijfers omtrent het aantal «aanvaringen»of in het algemeen schadegevallen, waarbij vaartuigenbetrokken zijn?4. Is er volgens u nood aan een wettelijke omkaderingvan de verzekering van pleziervaartuigen?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 36 van deheer Raf Terwingen van 23 januari 2008 (N.):1. Op dit ogenblik zijn er 15 471 zeegaande pleziervaartuigendie gemachtigd zijn de Belgische vlag tevoeren en zijn er 43 572 pleziervaartuigen ingeschrevenin België voor het pleziervaren op de binnenwaterwegen.2. Zoals in de vraag aangegeven is het afsluiten vaneen aansprakelijkheidsverzekering niet wettelijkverplicht en daarom worden er geen gegevens daaroverdoor de overheid bijgehouden.3. Bij pleziervaartongevallen en aanvaringen op zeekomt de federale Scheepvaartpolitie tussen. In de voorbijejaren telt zij zo jaarlijks een 200-tal tussenkomstenin de Belgische zeewateren.Op de binnenwateren worden vele aanvaringengeregeld tussen de betrokken partijen zonder tussenkomstvan politie en daarom bestaan er geenbetrouwbare cijfers over het juiste aantal ervan.4. Het instellen van een verplicht verzekeringsregimezal op zich niet leiden tot het verminderen vanongevallen. Bovendien leeft er bij de pleziervaarders inhet algemeen het gevoel liever zo weinig mogelijk teworden gereglementeerd bij het beoefenen van hunvrijetijdsbesteding. Daarom ben ik de mening toegedaandat er nu geen nood is aan een wettelijke omkaderingvoor het verzekeren van pleziervaartuigen.Ik neem me evenwel voor een bredere consultatievan de pleziervaartsector te organiseren inzake wat erhedentendage van de overheid wordt verwacht en hetthema verzekeringen zal daarvan kunnen deel uitmaken.3. Disposez-vous de chiffres concernant le nombrede «collisions», ou de sinistres en général, impliquantdes bateaux?4. Estimez-vous qu’il soit nécessaire de mettre enplace un cadre légal pour l’assurance des bateaux deplaisance?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 22 février 2008, à la question n o 36 de M. RafTerwingen du 23 janvier 2008 (N.):1. À ce jour, l’on compte 15 471 navires de plaisancepour la navigation en mer autorisés à arborer lepavillon belge ainsi que 43 572 bateaux de plaisanceimmatriculés en Belgique pour pratiquer la navigationde plaisance dans les eaux intérieures.2. Comme mentionné dans la question, il n’existepas d’obligation légale de contracter une policed’assurance couvrant la responsabilité civile; dès lors,les autorités publiques ne disposent pas de données àce sujet.3. La Police fédérale de la Navigation intervientpour les d’accidents de navigation de plaisance et pourles collisions en mer. Ces dernières années, elle estintervenue en moyenne 200 fois/an dans les eaux maritimesbelges.Les collisions dans les eaux intérieures sont souventréglées par les parties impliquées, sans intervention dela police; il n’existe dès lors pas de données fiables surleur nombre.4. L’instauration d’un régime d’assurance obligatoiren’entraînera en soi pas de réduction du nombred’accidents. D’autre part, auprès des navigants de plaisanceil existe en général le sentiment qu’ils souhaitentque l’on réglemente le moins possible la pratique deleur passe-temps. Pour ces raisons, j’estime qu’en cemoment un encadrement légal de l’assurance desbateaux de plaisance ne s’impose pas.Je m’engage toutefois à organiser une consultationplus large du secteur de la navigation de plaisance,pour prendre connaissance de ce que le secteur attenddu gouvernement. Le thème des assurances pourra enfaire partie.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1308 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801503 DO 2007200801503Vraag nr. 37 van mevrouw Carina Van Cauter van23 januari 2008 (N.) aan de vice-eersteministeren minister van Begroting, Mobiliteit en InstitutioneleHervormingen:Vrachtwagens. — ABS-kabels.Om de ontwikkelde remsystemen van opleggers(elektronisch beheer EBS, antiblokkeersysteem ABS enlastafhankelijke remkrachtregeling ALR) optimaal telaten werken is het noodzakelijk dat er een verbindingwordt gemaakt tussen de trekker en de oplegger doormiddel van de ABS-kabel.In België is het gebruik van de ABS-kabel niet verplicht,in het Verenigd Koninkrijk en Nederland wel.1. Werd reeds onderzoek verricht naar het percentagevrachtwagenbestuurders dat deze kabel, welkeautomatisch door de constructeur wordt ingebouwd,al dan niet aansluit?2. Werd reeds onderzoek verricht naar het aantalongevallen welke te wijten zouden zijn, vermedenzouden kunnen worden of minder schade zouden aangerichthebben indien gebruik werd gemaakt van dekabel?3. Overweegt u deze ABS-kabel ook in België verplichtte maken?Antwoord van de vice-eersteminister en ministervan Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 37 vanmevrouw Carina Van Cauter van 23 januari 2008(N.):Het geacht lid vindt hierna antwoord op haar specifiekevragen, voorafgegaan door een korte beschrijvingvan de verschillende systemen.ABS (antiblokkeersysteem)Bij een voertuigcombinatie waarbij tussen hettrekkende en het getrokken voertuig geen verbindingwordt gemaakt met een ABS-kabel, maar waarbij welde twee luchtleidingen (geel/rood) zijn verbonden ishet nog steeds mogelijk de voertuigcombinatie af teremmen.Alleen wanneer bij het remmen de ontwikkelderemkracht aan de wielen groter is dan de beschikbarewrijving tussen band/wegdek zal er blokkering van dewielen optreden. Gezien er geen elektrische voedingnaar het ABS gaat zal het ABS ook niet ingrijpen enzodoende de blokkering niet verhinderen. De werkingvan «ALR» (zie verder) wordt niet beïnvloed door hetal dan niet gebruiken van de ABS kabel.Een voertuigcombinatie waarbij de ABS-kabel nietis aangesloten beschikt dus nog steeds over zijn volledigeremcapaciteit.Question n o 37 de M me Carina Van Cauter du 23 janvier2008 (N.) au vice-premier ministre et ministredu Budget, de la Mobilité et des Réformesinstitutionnelles:Poids lourds. — Câbles ABS.Pour assurer un fonctionnement optimal des systèmesmodernes de freinage des semi-remorques (gestionélectronique EBS, système antiblocage ABS et systèmede correction automatique du freinage suivant lacharge ALR), le tracteur doit être relié à la semiremorqueà l’aide d’un câble ABS.Contrairement au Royaume Uni et aux Pays-Bas, laBelgique n’impose pas l’utilisation d’un câble ABS.1. Une enquête a-t-elle déjà été menée concernant lepourcentage de conducteurs de poids lourds quiraccordent ce câble intégré d’office par le constructeur?2. Une enquête a-t-elle déjà été menée concernant lenombre d’accidents liés à l’utilisation de ce câble ouqui auraient pu être évités ou auraient causé moins dedégâts si le câble avait été utilisé?3. Envisagez-vous d’imposer également l’utilisationde ce câble en Belgique?Réponse du vice-premier ministre et ministre duBudget, de la Mobilité et des Réformes institutionnellesdu 22 février 2008, à la question n o 37 de M me CarinaVan Cauter du 23 janvier 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après les réponsesà ses questions spécifiques, précédées par une brèvedescription des différents systèmes.ABS (système antiblocage)Dans le cas d’un ensemble de véhicules où il n’y apas de liaison par câble ABS entre le véhicule tractantet le véhicule tracté, mais où les deux conduites d’air(jaune/rouge) sont néanmoins reliées, il est toujourspossible de freiner l’ensemble de véhicules.Il n’y aura blocage des roues que lorsque la force defreinage développée au niveau des roues lors du freinageest supérieure à la friction disponible entre lepneu et le revêtement. Comme l’ABS n’est pas alimentéélectriquement, il ne fonctionnera pas etn’empêchera donc pas le blocage. Le fonctionnementde l’«ALR» (voir infra) n’est pas influencée par l’utilisationou non du câble ABS.Un ensemble de véhicules dont le câble ABS n’estpas raccordé, dispose dès lors toujours de sa pleinecapacité de freinage.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 130925 - 2 - 2008EBS (elektronisch beheersysteem)Ook bij een voertuigcombinatie waarbij tussen hettrekkende en het getrokken voertuig geen verbindingwordt gemaakt met een EBS-kabel, maar waarbij welde twee luchtleidingen zijn verbonden is het nog steedsmogelijk de voertuigcombinatie af te remmen. In dezesituatie is er wel geen regeling meer van deremdrukken in functie van de beladingtoestand vanhet voertuig. De remmingen zullen dus altijd gebeurenonder een verhouding stuurdruk / remdruk van 1/1.Bij een beladen voertuig stellen er zich geen problemen.Bij een voertuig in onbeladen toestand kunnenstabiliteits-problemen optreden tijdens het remmengezien de overberemming en vroegtijdige blokkering.Bij blokkering van de geremde wielen zal geen bijregelingplaatsvinden. Een getrokken voertuig draagt, inde onmiddellijke omgeving van de verbindingsstekker,steeds een duidelijke EBS-zelfklever, die de chauffeurwijst op de noodzakelijke elektrische verbindingtussen trekker en getrokken voertuig.Een voertuigcombinatie waarbij de EBS-kabel nietis aangesloten beschikt dus ook nog steeds over zijnvolledige remcapaciteit.LSV (lastafhankelijke remkrachtregelaar)Bij dit systeem wordt de remdruk geregeld in functievan de beladingtoestand van het voertuig. Bij een voertuiguitgerust met ABS wordt een ventiel gestuurdvanuit de luchtbalgen bij luchtvering en bij bladveringvia de doorbuiging van deze. Alhoewel een dergelijkventiel niet verplicht is bij een met ABS uitgerust voertuigwordt het bijna altijd door de voertuigfabrikantgemonteerd.Bij een voertuig met EBS wordt deze functie geregelddoor de parameterinstellingen van het EBS elektronicasysteemen op basis van de gemeten luchtdrukin de luchtbalgen.Het geachte lid vindt hierna de antwoorden op zijnspecifieke vragen.1. Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantalvoertuigen dat is uitgerust met ABS en/of EBS, nochover het percentage chauffeurs dat deze kabel(s) al danniet aansluit. Wel kan worden gesteld dat ABS opbepaalde voertuigcategorieën al verplicht aanwezig issedert 1 januari 1993 (toepassing bepaalde voorschriftenrichtlijn 71/320/EEG, laatst gewijzigd doorrichtlijn 88/194/EG).2. Er zijn geen ongevalstatistieken beschikbaarwaaruit kan worden opgemaakt of een ongeval tewijten was aan het niet aansluiten van de ABS-kabel,noch of dit zou geleid hebben tot een grotere schade.EBS (système électronique de freinage)Dans le cas d’un ensemble de véhicules où il n’y apas de liaison par câble EBS entre le véhicule tractantet le véhicule tracté, mais où les deux conduites d’air(jaune/rouge) sont néanmoins reliées, il est égalementtoujours possible de freiner l’ensemble de véhicules.Dans cette situation toutefois, la pression de freinagen’est plus réglée en fonction de l’état de chargement duvéhicule. Les freinages auront dès lors toujours lieudans un rapport pression de pilotage/pression de freinagede 1/1. Dans le cas d’un véhicule chargé, il n’y apas de problème. Lorsque le véhicule est à vide, desproblème de stabilité peuvent surgir lors du freinageétant donné le surfreinage et le blocage prématuré. Encas de blocage des roues freinées, il n’y aura aucunréglage. Un véhicule tracté arbore toujours un autocollantEBS clairement visible à proximité immédiate dela prise de raccordement, attirant l’attention du chauffeursur la liaison électrique nécessaire entre le tracteuret le véhicule tracté.Un ensemble de véhicules dont le câble EBS n’estpas raccordé, dispose dès lors toujours de sa pleinecapacité de freinage.LSV (dispositif répartiteur de freinage en fonctionde la charge)Dans ce système, la pression de freinage est réglée enfonction de l’état de chargement du véhicule. Lorsquele véhicule est équipé de l’ABS, une valve est commandéedepuis les coussins d’air en cas de suspensionpneumatique et en cas de suspension à lames via ledéplacement vertical de celles-ci. Bien qu’une tellevalve n’est pas obligatoire dans le cas d’un véhiculeéquipé de l’ABS, elle est presque toujours intégrée parle constructeur.Dans le cas d’un véhicule équipé de l’EBS, cettefonction est réglée par le paramétrage du système électroniqueEBS et sur la base de la pression de freinagemesurée dans les coussins d’air.L’honorable membre trouvera ci-après les réponsesà ses questions spécifiques.1. Il n’existe aucune donnée chiffrée sur le nombrede véhicules équipés d’ABS et/ou d’EBS ni sur le pourcentagede chauffeurs qui raccordent ou non ce(s)câble(s). On peut toutefois signaler que la présence del’ABS est d’ores et déjà obligatoire sur les véhicules decertaines catégories depuis le 1 er janvier 1993 (applicationde certaines prescriptions de la directive 71/320/CEE, modifiée en dernier lieu par la directive 88/194/CE).2. Il n’existe pas de statistiques d’accidents permettantd’établir si un accident était dû à l’absence deraccordement du câble ABS ni si ceci aurait entraînédes dommages plus importants.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1310 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. Het is inherent aan een regelgeving dat een systeemdat verplicht op een voertuig moet aanwezig zijn,ook effectief wordt gebruikt. Elke bestuurder (van omhet even welk voertuig) moet er voor zorgen dat hij inde meest optimale omstandigheden aan het verkeerdeelneemt. De bestuurder van een voertuigcombinatiemoet er dus ondermeer voor zorgen dat de verbindingtrekkend voertuig/getrokken voertuig optimaal verzekerdis. Nalatigheid kan hier als onverantwoordrijgedrag beschouwd worden.Controle hierop kan enkel gebeuren bij effectiefgebruik van de voertuigen op de openbare weg. Zijmoet dus worden uitgeoefend door politie en/of dooronze wegcontroleurs.3. Si une réglementation impose qu’un systèmeéquipe obligatoirement un véhicule, elle impliqueaussi que son utilisation soit effective. Tout conducteur(quel que soit son véhicule) doit faire en sortequ’il participe dans les meilleures conditions possiblesà la circulation. Le conducteur d’un ensemble doitdonc entre autres veiller à ce que le véhicule tractantsoit relié de manière optimale au véhicule tracté. Lanégligence peut être qualifiée en l’occurrence decomportement irresponsable du chauffeur au volant.Les contrôles à ce niveau ne peuvent avoir lieu qu’encas d’utilisation effective sur la voie publique. Ils doiventdès lors être effectués par la police et/ou noscontrôleurs routiers.Minister van Sociale Zakenen VolksgezondheidMinistre des Affaires socialeset de la Santé publiqueDO 2007200800886 DO 2007200800886Vraag nr. 6 van mevrouw Nathalie Muylle van 9 januari2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:EG. — «Braadkippenrichtlijn».Ik verwijs naar de richtlijn 2007/43/EG van de Raadvan 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriftenvoor de bescherming van vleeskuikens.Deze legt een maximale bezettingsdichtheid op van38 kg/m 2 en de 40 kg mag niet overschreden worden.Deze cijfers zijn aanzienlijk lager dan de huidige bezettingsdichtheidvan 45 kg/m 2 . Via de uitvoeringsbesluitenkan echter gesteld worden dat men tot 42 kg/m 2mag gaan indien men zich aan zeer strenge voorwaardenhoudt.1. Wat is uw visie aangaande de omzetting van debraadkippenrichtlijn?2. Bent u bereid de veehouders de mogelijkheid teverlenen om tot een bezettingscapaciteit van 42 kg/m 2te gaan, zodat hun inkomensverlies beperkt blijft?3. Wanneer stelt u deze omzetting in het vooruitzicht?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 19 februari 2008, op de vraagnr. 6 van mevrouw Nathalie Muylle van 9 januari2008 (N.):1 en 2. Het is mijn voornemen om de richtlijnletterlijk om te zetten waardoor de pluimveehoudersQuestion n o 6 de M me Nathalie Muylle du 9 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:CE. — Directive sur les poulets de chair.Je me réfère à la directive 2007/43/CE du Conseil du28 juin 2007 fixant des règles minimales relatives à laprotection des poulets de chair qui impose une densitéd’élevage maximale de 38 kg/m 2 ainsi qu’une limite de40 kg à ne pas dépasser. Ces chiffres sont nettementinférieurs à la densité actuelle de 45 kg/m 2 . Il estcependant possible, par la voie d’arrêtés d’exécution,de repousser la limite à 42 kg/m 2 moyennant le respectde conditions très sévères.1. Quelle est votre position en ce qui concerne latransposition de la directive sur les poulets de chair?2. Êtes-vous disposé à permettre aux éleveursd’atteindre une densité d’élevage maximale de 42 kg/m 2 de façon à limiter la perte de revenus à laquelle ilsseront exposés?3. Quand prévoyez-vous de transposer cette directive?Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 19 février 2008, à la question n o 6de M me Nathalie Muylle du 9 janvier 2008 (N.):1 et 2. Mon intention est de transposer textuellementla directive par laquelle les détenteurs de volaillesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 131125 - 2 - 2008kunnen tot 39 kg/m 2 gaan, met de mogelijkheid om debezettingsdichtheid met ten hoogste 3kg/m 2 te verhogenindien zij aan alle voorwaarden voldoen.3. Het is moeilijk om nu reeds een exact tijdschemate geven, maar deze richtlijn zal in ieder geval binnende termijn omgezet worden, dit is voor 30 juni 2010.peuvent aller jusqu’à 39 kg/m 2 , avec la possibilitéd’augmenter la densité de peuplement de 3kg/m 2maximum s’ils satisfont à toutes les conditions.3. Il est difficile d’avancer déjà un calendrier précis,mais, quoi qu’il en soit, cette directive sera transposéedans les délais, c’est-à-dire avant le 30 juin 2010.DO 2007200800910 DO 2007200800910Vraag nr. 11 van de heer Georges Gilkinet van 9 januari2008 (Fr.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Prijskaartje van de versnippering van de hulpverleningin het kader van de thuiszorg.Thuiszorg is een belangrijk instrument om hulpbehoevendemensen de mogelijkheid te geven thuis teblijven wonen. Thuiszorg kost echter geld, en diekosten stijgen naarmate er meer zorg nodig is. Hetaandeel hiervan in de uitgaven van de betrokkenen istrouwens des te groter wanneer ze ernstig gehandicaptof zwaar ziek zijn. Thuiszorg is echter ook bijzonderbelangrijk op het stuk van de sociale en affectieve relaties,en voor een optimale thuisverpleging is een echtevertrouwensrelatie tussen de verschillende actoren vereist.De zorgverleners hebben diverse diploma’s encompetenties, die men zo goed mogelijk moet respecterenen valoriseren. Zo stelt het koninklijk besluit van12 januari 2006 de verpleegkundige activiteiten vastdie zorgkundigen mogen uitvoeren wanneer ze in eenwelbepaald kader werken.De uitvoering van dit koninklijk besluit brengt in depraktijk kennelijk een stijging mee van het aantal actorenmet wie de gebruikers in aanraking komen, watten koste gaat van de veelzijdigheid en soms ook vande vertrouwensrelatie die in de loop der de jaren totstand is gekomen. In de relatie tussen de zorgverleneren de hulpbehoevende zal de handeling dus meer centraalstaan, ten nadele van de vertrouwensrelatie diekan worden opgebouwd.1.a) Werd deze manier van werken reeds geëvalueerd?b) Welke criteria werden gehanteerd en met welkeactoren op het terrein werd er gewerkt?2.a) Brengt de toename van het aantal verzorgendennaar uw weten extra kosten voor de gebruikersmee?Question n o 11 de M. Georges Gilkinet du 9 janvier2008 (Fr.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Coût généré par le cloisonnement des prestations desoins à domicile.Les soins à domicile jouent un rôle majeur dans lemaintien à domicile des personnes dépendantes. Ils ontaussi un coût, d’autant plus important que le besoin enprestations est important. Par ailleurs, la proportionde ce poste dans les dépenses des personnes concernéesest d’autant plus importante que leur handicap ou leurmaladie est lourde. D’autre part, les soins à domicilerevêtent aussi une énorme importance en termes deliens sociaux et affectifs, nécessitant une réelleconfiance entre les acteurs pour se dérouler de manièreoptimale.Par ailleurs, les prestataires ont des diplômes et descompétences diverses, qu’il convient de respecter et devaloriser au mieux. Ainsi, l’arrêté royal du 12 janvier2006 décrit-il les actes que peuvent réaliser des aidessoignantslorsqu’ils travaillent dans un cadre précis.La mise en œuvre de cet arrêté royal a, semble-t-ilsur le terrain pour conséquence de multiplier les intervenantsauprès des usagers, au détriment de la polyvalenceet parfois de la relation de confiance qui s’estinstaurée au fil des années. La logique qui unit le prestataireet l’usager est donc davantage centrée sur l’acte,au détriment de la relation de confiance qui peuts’installer.1.a) Une évaluation de ce mode de fonctionnement a-telledéjà été mise en œuvre?b) Selon quels critères et avec quels acteurs deterrain?2.a) Avez-vous remarqué un surcoût pour les usagersdû à la multiplication des intervenants?b) Op welke statistieken baseert u zich desgevallend? b) Le cas échéant, sur quelles statistiques vous basezvous?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1312 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. Is er volgens u een meerkost voor de socialezekerheid ten gevolge van het toegenomen aantal verzorgendenin het kader van de thuiszorg?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 21 februari 2008, op de vraagnr. 11 van de heer Georges Gilkinet van 9 januari 2008(Fr.):1.a) De evaluatie van die integratie van zorgkundigenin de thuisverpleging wordt momenteel voorbereid.Hieronder geef ik een kort overzicht van de verschillendestappen die leiden tot die evaluatie.Op 3 februari 2006 werden de koninklijke besluitenvan 12 januari 2006 betreffende de zorgkundigengepubliceerd. Het ene besluit betreft de registratieals zorgkundige, het andere de verpleegkundigeactiviteiten die zij mogen stellen.Op 14 december 2006 verscheen de ministeriëleomzendbrief over die koninklijke besluiten metonder meer verduidelijkingen over de personen dieeen aanvraag tot registratie als zorgkundige konindienen. De registratie van de zorgkundigen is dusgestart in de loop van het jaar 2007.In juni 2007 heeft mijn voorganger, de heerDemotte, het proefproject inzake de integratie vande zorgkundigen in de thuisverpleging opgestart.De bedoeling van dit project is ervoor te zorgen datde gezondheidszorgverzekering de verstrekkingenten laste kan nemen die door de thuisverpleegkundigenworden gedelegeerd aan zorgkundigen, opbasis van de overeenkomsten tussen de diensten ende Belgische staat.Aan dit proefproject is ook een wetenschappelijkebegeleiding gekoppeld voor een kwalitatieve enkwantitatieve evaluatie van de gevolgen van ditproject op het niveau van de sector van de thuisverpleging.In het najaar van 2007 werd daarvoor eenofferteaanvraag gepubliceerd. Op 28 januari 2008werd die opdracht gegund zodat de wetenschappelijkeevaluatie kan opgezet worden.3. Avez-vous noté un surcoût pour la sécuritésociale dû à la multiplication des intervenants dans lessoins à domicile?Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 21 février 2008, à la question n o 11de M. Georges Gilkinet du 9 janvier 2008 (Fr.):1.a) L’évaluation de l’intégration des aides-soignantsdans les soins à domicile est en ce moment en préparation.Vous trouverez ci-dessous un bref aperçu des différentesétapes qui mènent à cette évaluation.Les arrêtés royaux du 12 janvier 2006 relatifs auxaides-soignants ont été publiés le 3 février 2006.L’un traite de l’enregistrement comme aidesoignant,l’autre traite des actes infirmiers qu’ilspeuvent poser.La circulaire ministérielle relative à ces arrêtésroyaux qui a été publiée le 14 décembre 2006comportait notamment des précisions à propos despersonnes qui pouvaient introduire une demanded’enregistrement. L’enregistrement des aidessoignantsa donc démarré dans le courant del’année 2007.En juin 2007, mon prédécesseur, M. Demotte, alancé le projet-pilote concernant l’intégrationd’aides-soignants dans les soins infirmiers à domicile.L’objectif de ce projet est de permettre la priseen charge, par l’assurance soins de santé, des prestationsdéléguées par les infirmiers de ces servicesà des aides-soignants dans le cadre de conventionsentre les services de soins infirmiers à domicile etl’État belge.Une mission d’accompagnement scientifique estégalement liée à ce projet-pilote afin de procéder àune évaluation tant qualitative que quantitativedes répercussions de ce projet au niveau du secteurdes soins infirmiers à domicile. À l’automne 2007,un appel d’offre a été publié à cet effet. Le 28 janvier2008, ce marché a été attribué de telle sorteque l’évaluation scientifique peut commencer.b) De volgende punten worden geëvalueerd: b) Les points suivants seront évalués:Stand van zaken: activiteiten van de verpleegkundigenen behoeften van de patiënten.— État des lieux: activités des praticiens de l’art infirmieret besoins des patients.— Delegatie aan de zorgkundige. — Délégation à l’aide-soignant.— De voordelen van de integratie van een zorgkundigein de verpleegteams.— Bénéfices liés à l’intégration de l’aide-soignantdans les équipes.— Kwalificaties van de zorgkundige. — Qualifications de l’aide-soignant.— Toezicht op de zorgkundige. — Supervision de l’aide-soignant.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 131325 - 2 - 2008— Verpleging versus thuiszorg. — Soins infirmiers versus aides à domicile.— Kosten. — Coûts.— Organisatorische criteria. — Critères organisationnels.Daarbij zullen zorgkundigen, verpleegkundigen,leidinggevenden van deelnemende diensten,patiënten en mantelzorgers worden betrokken. Deuitvoering van die evaluatie wordt gevolgd dooreen stuurgroep bij het RIZIV met onder meervertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingenen van organisaties van zorgverleners.2. Voor eenzelfde niveau van zorgbehoeften wijzigtde activiteit van de zorgkundigen helemaal niet dekostprijs voor de patiënt van de verpleegkundigeverzorging die hij geniet.3. Door het zorgaanbod echter uit te breidendankzij de activiteit van de zorgkundigen, zal aan degroeiende zorgbehoeften van de bevolking wegens devergrijzing ervan kunnen worden tegemoetgekomen.Er dient natuurlijk te worden op toegezien dat de stijgingvan de uitgaven voor de verzekering voorgeneeskundige verzorging effectief in overeenstemmingis met die toename van de behoeften en niet meteen overconsumptie.À cette évaluation, seront associés les aidessoignants,les praticiens de l’art infirmier, lesresponsables des services participants, les patientset leurs aidants proches. La réalisation de cetteévaluation est suivie au sein de l’INAMI par ungroupe de direction composé notamment de représentantsd’organismes assureurs et d’organisationsde dispensateurs de soins.2. Pour un même niveau de besoins en soins,l’activité des aides soignants ne modifie en rien le coûtpour le patient des soins infirmiers dont il bénéficie.3. Cependant, en augmentant la capacité de l’offrede soins grâce à l’activité des aides soignants, lesbesoins croissants en soins, en raison du vieillissementde la population, pourront être satisfaits. Il faudrabien sûr veiller à ce que l’augmentation des dépensespour l’assurance soins de santé corresponde effectivementà cette augmentation des besoins et non à unesurconsommation.DO 2007200800948 DO 2007200800948Vraag nr. 20 van de heer Flor Van Noppen van 10 januari2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Ontgassing van containers die aankomen in Belgischehavens.In de haven van Antwerpen worden jaarlijks20 000 containers bedoeld voor de export behandeldmet gas om zo ongedierte te verdelgen. Het gaat omhet uiterst giftige methylbromide, levensgevaarlijkvoor de mens en uiterst belastend voor het milieu.Sinds vorig jaar bestaat er een verplichting om deze inde haven begaste containers te ontgassen, waarbij minstens80% van het gas opnieuw moet worden opgevangen.Deze containers vertrekken dus gasvrij naarhet buitenland.Grote problemen doen zich echter voor met containersdie vanuit het buitenland aankomen in onzeBelgische havens. Deze containers worden namelijk inhet buitenland begast, maar slechts heel zelden ookontgast. Wanneer ze dan in België aankomen, zitten zenog vol methylbromide. Men schat dat 20% van deingevoerde containers behandeld zijn met gifgas, wat700 000 containers per jaar betekent. Hoewel dezeQuestion n o 20 de M. Flor Van Noppen du 10 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Dégazage des conteneurs qui arrivent dans les portsbelges.Dans le port d’Anvers, 20 000 conteneurs destinés àl’exportation sont traités chaque année au gaz dans lebut d’en éliminer les vermines. Le gaz employé est lebromure de méthyle, un gaz hautement toxique quiprésente un danger de mort pour l’homme et est desurcroît extrêmement dommageable pour l’environnement.Depuis l’an dernier, il est obligatoire de dégazerles conteneurs traitéss dans le port d’Anvers et, lors decette opération, il faut de surcroît récupérer au moins80% du gaz. Ces conteneurs sont donc complètementdégazés lorsqu’ils partent à l’étranger.Là où de gros problèmes se posent, c’est au niveaudes conteneurs étrangers qui arrivent dans nos ports.En effet, ces conteneurs-là sont gazés à l’étranger et nesont que très rarement dégazés. Quand ils arriventchez nous, ils contiennent donc d’importants résidusde bromure de méthyle. Selon les estimations, 20%des conteneurs importés sont traités avec ce gaz toxique,ce qui représente 700 000 conteneurs par an.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1314 QRVA 52 01025 - 2 - 2008containers in het buitenland moeten worden voorzienvan een waarschuwingsteken, ontbreekt dit bijnaaltijd. Deze gang van zaken is een grote bedreigingvoor de gezondheid van havenarbeiders, douanebeambtenen zelfs de eindbestemmeling van de container.Het is duidelijk dat het systeem van verplichtelabeling niet afdoende is om deze mensen te beschermen.Een mogelijke oplossing is een wet die de gasvrijverklaringvan (buitenlandse) containers verplicht.Enkel containers die in het buitenland gasvrij werdenverklaard, zouden dan in de Belgische havens verwerktmogen worden.1. Bent u op de hoogte van de problemen die zichvoordoen met betrekking tot deze in het buitenlandbegaste containers?2. Welke maatregelen overweegt u te nemen om ditgevaar voor de volksgezondheid weg te werken?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 21 februari 2008, op de vraagnr. 20 van de heer Flor Van Noppen van 10 januari2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.1. De in het buitenland begaste containers die daar,zonder voorafgaande ontgassing, op het schip gezetworden en via de Belgische havens worden ingevoerd,kunnen een gevaar betekenen voor de transportarbeiders,de douanebeamten en de eindbestemmelingen.De in België uitgevoerde begassingen vallen onder hetkoninklijk besluit van 14 januari 1992 inzake begassingen.Dat legt aan de speciaal erkende gebruiker vanhet begassingsmiddel, voor alle gassen, de verplichtingop om na gebruik te verluchten en daarna door metingvast te stellen dat de concentratie aan gas in de containerbeneden de grenswaarde ligt, voor hij de containervrijgeeft voor verplaatsing. Daarenboven moeten, despeciaal erkende gebruikers methylbromide buiten decontainer opvangen, wat in dit bijzondere geval isopgelegd door de gebruiksvoorwaarden in de erkenningsaktevan het product. Genoemde reglementeringis niet van toepassing op in het buitenland uitgevoerdebegassingen. Ingevoerde begaste containers zijn echterwel geviseerd door maatregelen inzake etikettering.Verdere maatregelen, zoals het openen van begastecontainers, kunnen vallen onder de wetgeving voor dearbeidsbescherming en inzonderheid inzake de veiligheidvan de transportarbeiders en andere werknemers.In die zin valt de door het geachte lid gestelde vraagbinnen het bevoegdheidsdomein van, respectievelijk,mijn collega’s de minister van Mobiliteit (Vraag nr. 64Alors que ces conteneurs devraient être munis, àl’étranger, d’un signe de mise en garde, cette précautionest presque toujours omise. Cette situation constitueune menace grave pour la santé des dockers, desdouaniers et même pour les destinataires finaux desconteneurs. Le système de labellisation obligatoire nesuffit manifestement pas à assurer la protection de cespersonnes. Ce problème pourrait être résolu en élaborantune loi rendant obligatoire une déclaration dedégazage des conteneurs (étrangers). Seuls les conteneursqui auront été déclarés dégazés à l’étrangerpourront alors être traités dans les ports belges.1. Êtes-vous informé des problèmes qui se posentavec ces conteneurs gazés à l’étranger?2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pouréliminer la menace qu’ils font peser sur la santé publique?Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 21 février 2008, à la question n o 20de M. Flor Van Noppen du 10 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à laquestion de l’honorable membre.1. Les conteneurs gazéifiés à l’étranger qui y sontplacés sur le bateau, sans dégazage préalable, etimportés via les ports belges, peuvent constituer undanger pour les ouvriers transporteurs et les préposésdes douanes, ainsi que pour les destinataires finaux.Les fumigations, effectuées en Belgique, tombent sousle couvert de l’arrêté royal du 14 janvier 1992 réglementantles fumigations. Cela impose aux utilisateursspécialement agréés pour l’utilisation d’un agent defumigation, et ce, pour ce qui concerne tous les gaz,d’une manière générale, l’obligation d’établir après lamise en œuvre de l’aération, au moyen d’un mesurage,que la concentration en gaz, dans le conteneur, se situeen dessous de la valeur limite, avant de le débloquer envue de son déplacement. Pour ce qui concerne plusparticulièrement le bromure de méthyle, les conditionsd’utilisation, reprises dans l’acte d’agréation du produit,imposent, en outre, aux utilisateurs spécialementagréés, l’obligation de le capter hors du conteneur.Ladite réglementation n’est pas d’application pour desfumigations effectuées à l’étranger. Les conteneursgazéifiés, importés, sont, en tout état de cause, viséspar des dispositions en matière d’étiquetage. Des dispositionssupplémentaires, telles que, notamment,l’ouverture de conteneurs soumis à fumigation, peuventêtre du ressort de la législation relative à la protectiondu travail et en particulier, à la sécurité desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 131525 - 2 - 2008van 26 februari 2008) en de minister van Werk (Vraagnr. 121 van 26 februari 2008.)2. Eventuele maatregelen om, indien nodig, de ingevoerdecontainers onder het toepassingsgebied vangenoemd koninklijk besluit van 14 januari 1992 telaten vallen, of om buiten dit kader een specifieke regelingte treffen, dienen genomen te worden op de voordrachtvan mijn collega de minister bevoegd voorWerk, eventueel samen met deze bevoegd voor Mobiliteit.Uiteraard kan bij de voorbereiding van de reglementeringberoep worden gedaan op de kennis vanmijn ambtenaren inzake de problematiek van methylbromideen de andere giftige begassingsmiddelen.ouvriers transporteurs et d’autres travailleurs. Danscet ordre d’idées, il s’avère que la question, posée parl’honorable membre, relève du domaine des compétencesrespectives de mes collègues, le ministre de laMobilité (Question n o 64 du 26 février 2008) et leministre de l’Emploi. (Question n o 121 du 26 février2008)2. Des dispositons éventuelles, destinées, si nécessaire,à intégrer les conteneurs importés dans le champd’application de l’arrêté royal du 14 janvier 1992 précité,ou à édicter, en dehors de ce cadre, une réglementationspécifique, doivent être adoptées sur propositionde mon collègue, le ministre compétent en matièred’Emploi, éventuellement en liaison avec le ministrecompétent en matière de Mobilité. Lors de la préparationde la réglementation, il pourra, naturellement,être fait appel aux connaissances de mes fonctionnairesen charge de la problématique relative au bromurede méthyle et aux autres agents de fumigation.DO 2007200801002 DO 2007200801002Vraag nr. 28 van de heer Georges Gilkinet van 10 januari2008 (Fr.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Plaats van de gezinshelpers binnen de thuishulpdiensten.Thuiszorg is een belangrijk instrument om hulpbehoevendemensen de mogelijkheid te geven thuis teblijven wonen. Thuiszorg kost echter geld, en diekosten stijgen naarmate er meer zorg nodig is. Hetaandeel hiervan in de uitgaven van de betrokkenen isdes te groter wanneer ze ernstig gehandicapt of zwaarziek zijn. Thuiszorg is ook bijzonder belangrijk op hetstuk van de sociale en affectieve relaties, en voor eenoptimale thuisverpleging is dan ook een echte vertrouwensrelatietussen de verschillende actoren vereist.De zorgverleners hebben diverse diploma’s encompetenties, die men zo goed mogelijk moet respecterenen valoriseren. Zo stelt het koninklijk besluit van12 januari 2006 de verpleegkundige activiteiten vastdie de zorgkundigen mogen uitvoeren wanneer ze ineen welbepaald kader werken. In dit kader doet hetopstarten van het pilootproject betreffende de activiteitvan de zorgkundigen in de thuiszorgsector vragenrijzen over de plaats van de gezinshulp binnen dediensten ten behoeve van personen, want deze gezinshelperszullen op termijn nog slechts zeer algemenehulptaken mogen uitvoeren.Doordat activiteiten die door verpleegkundigen aanzorgkundigen worden gedelegeerd nu door het RIZIVterugbetaald kunnen worden, dreigen er verschuivin-Question n o 28 de M. Georges Gilkinet du 10 janvier2008 (Fr.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Place de l’aide familiale dans les services d’aide àdomicile.Les soins à domicile jouent un rôle majeur dans lemaintien à domicile des personnes dépendantes. Ils ontaussi un coût, d’autant plus élevé que le besoin enprestations est important. La proportion de ce postedans les dépenses des personnes concernées estd’autant plus significative que leur handicap est lourdou que leur maladie est lourde. Les soins à domicilerevêtent aussi une énorme importance en termes deliens sociaux et affectifs et nécessitent dès lors uneréelle confiance entre les acteurs pour se dérouler demanière optimale.Par ailleurs, les prestataires ont des diplômes et descompétences diverses, qu’il convient de respecter et devaloriser au mieux. Ainsi, l’arrêté royal du 12 janvier2006 décrit-il les actes que peuvent réaliser des aidessoignantslorsqu’ils travaillent dans un cadre précis.Dans ce cadre, le lancement du projet-pilote relatif àl’activité des aides-soignants dans le secteur des soinsinfirmiers à domicile pose la question de la place del’aide familiale dans les services aux personnes, nepouvant plus à terme effectuer que des missions d’aidetrès générale.En effet, en rendant remboursable par l’INAMI desactes délégués par les infirmiers à des aides-soignants,des glissements risquent de s’opérer entre les prestatai-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1316 QRVA 52 01025 - 2 - 2008gen plaats te vinden tussen de dienstverleners. Al magmen ervan uitgaan dat die verschuivingen internvanzelf wel in de plooi zullen vallen binnen de hulp- enzorgdiensten, toch moet men zich afvragen welkeplaats de diensten die uitsluitend thuishulp aanbiedenin de toekomst nog zullen innemen.De differentiatie in terugbetaling voor bepaaldeprestaties (hulp bij het eten bijvoorbeeld) zou volgensmij kunnen leiden tot een enorme toename van hetaantal actoren rond de gebruikers, waarbij de handelingvoortaan centraal zou staan in de relatie.1.a) Heeft de oproep voor het bovenvermelde pilootprojectvan minister Demotte veel respons gekregenvan de thuiszorg- en thuishulpdiensten?res de services. Si l’on peut facilement imaginer que cesglissements s’auto-réguleront en interne dans les servicesqui offrent des prestations d’aide et de soins, onpeut aussi s’interroger sur la place que pourront désormaistenir les services qui ne pratiquent que l’aide àdomicile.La différenciation de remboursement pour certainesprestations (par exemple l’aide à la prise de repas)pourrait, me semble-t-il, donner lieu à une multiplicationdes acteurs autour des usagers, centrant désormaisla relation sur l’acte.1.a) Pourriez-vous communiquer si beaucoup de servicesd’aide et soins à domicile ont répondu à l’appelà projet susmentionné lancé par le ministreDemotte?b) Over welke diensten gaat het? b) De quels services s’agit-il?2. Welke plaats kunnen de gezinshelpers volgens uinnemen binnen de thuishulpdiensten, naast de huishoudhulpen(waar in ruime mate een beroep opgedaan wordt via de dienstencheques), de gezondheidshelpersen de zorgkundigen?3. Bent u zich ervan bewust dat die toename van hetaantal actoren die we mogen verwachten de veelzijdigheid,en bijgevolg ook de vertrouwensrelatie tussen deactoren en de gebruikers, in het gedrang dreigt te brengen?4. Overweegt u de mogelijkheid om een opleidingsplanvoor de gezinshelpers uit te werken, zodatde lijst van de handelingen die ze mogen uitvoeren kanworden uitgebreid en bijgevolg het aantal actoren bijde gebruikers kan worden verminderd?5.a) Zal de toename van het aantal actoren volgens uwramingen extra kosten voor de gebruikers meebrengen?b) Hoeveel zal die meerkost bedragen? b) De quelle ampleur?c) Op grond van welke statistieken raamt u desgevallenddie extra kosten?6.a) Zal er volgens die raming een meerkost zijn voorde sociale zekerheid?b) Hoeveel zal die meerkost bedragen? b) De quelle ampleur?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 21 februari 2008, op de vraagnr. 28 van de heer Georges Gilkinet van 10 januari2008 (Fr.):Er dienen eerst nadere gegevens te worden verstrektover het pilootproject betreffende de activiteit van dezorgkundigen in een dienst voor thuisverpleging.2. Quel est votre avis sur la place des aides familialesdans les services d’aide à domicile, à côté des aidesménagères(largement employées par le biais de titresservices),des aides-sanitaires et des aides-soignants?3. Avez-vous conscience que cette multiplicationdes acteurs qui risque de s’opérer est de nature àobérer la polyvalence et partant, la relation deconfiance s’instaurant entre les intervenants et lesusagers?4. Envisagez-vous la possibilité d’un plan de formationpour les aides familiales leur permettant d’étendrela liste des actes qu’elles peuvent effectuer, et partant,de diminuer le nombre d’intervenants auprès desusagers?5.a) Selon vos estimations, y aura-t-il un surcoût pourles usagers suite à la multiplication des intervenants?c) Sur quelles statistiques vous basez-vous pourl’estimer le cas échéant?6.a) Selon ces estimations, y aura-t-il surcoût pour lasécurité sociale?Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 21 février 2008, à la question n o 28de M. Georges Gilkinet du 10 janvier 2008 (Fr.):Il convient d’abord de donner des précisions au sujetdu projet-pilote relatif à l’activité des aides-soignantsau sein d’un service de soins infirmiers à domicile.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 131725 - 2 - 2008Het is belangrijk om een onderscheid te makentussen de activiteit van de «dienst thuisverpleging» ende eventuele activiteit van de «dienst voor thuishulp»,zelfs als eenzelfde organisatie in sommige gevallen detwee diensten aanbiedt. Het vermelde project betreftenkel het aspect «dienst thuisverpleging».Bijgevolg gaat het enkel om de activiteit van dezorgkundigen die specifiek zijn opgeleid om deverpleegkundige, onder diens toezicht, bij te staan inhet verstrekken van verpleegkundige verzorging en ditin overeenstemming met het koninklijk besluit nr. 78van 10 november 1967 betreffende de uitoefening vande geneeskunst.Het pilootproject heeft dus geenszins betrekking opde activiteit van de gezins-, de huishoud- of de gezondheidshelpers.Deze beroepsmensen vallen immersonder de thuishulp en zijn niet specifiek opgeleid omverpleegkundige activiteiten uit te voeren zoals gedefinieerdin het koninklijk besluit van 12 januari 2006(Belgisch Staatsblad van 3 februari 2008) dat deverpleegkundige activiteiten vastlegt die mogenworden uitgevoerd door de zorgkundigen en devoorwaarden waaronder deze zorgkundigen deze activiteitenkunnen uitvoeren.Om te kunnen deelnemen aan het pilootprojectmoeten de diensten voldoen aan de voorwaardenwaaronder zij van de forfaitaire tegemoetkomingkunnen genieten, die is bedoeld in artikel 37, § 13 vande wet betreffende de verplichte verzekering voorgeneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerdop 14 juli 1994, en moeten zij een typeovereenkomsthebben gesloten met de staat.In het kader van het pilootproject bedraagt hetaantal diensten voor verpleegkundige verzorging dievoor een duur van vier jaar een overeenkomst hebbengesloten met de staat 38.Il est important de bien distinguer l’activité «servicede soins infirmiers» et l’éventuelle activité «serviced’aide à domicile» même si, dans certains cas, unemême organisation offre les deux services. Le projetévoqué porte uniquement sur l’aspect «service de soinsinfirmiers».En conséquence, est seule concernée l’activité desaides-soignants spécifiquement formés pour assisterl’infirmier ou l’infirmière, sous son contrôle, dans ladispensation de soins infirmiers, et ce conformément àl’arrêté royal n o 78 du 10 novembre 1967 relatif àl’exercice des professions des soins de santé.Le projet-pilote ne porte donc aucunement surl’activité des aides familiales, des aides ménagères oudes aides sanitaires. En effet, ces professionnels relevantde l’aide à domicile ne sont pas spécifiquementformés pour effectuer les actes infirmiers délégués, telsque définis dans l’arrêté royal du 12 janvier 2006(Moniteur belge du 3 février 2008) fixant Ses activitésinfirmières qui peuvent être effectuées par des aidessoignantset les conditions dans lesquelles ces aidessoignantspeuvent poser ces actes.Pour pouvoir participer au projet-pilote, les servicesdoivent répondre aux conditions leur permettant debénéficier de l’intervention forfaitaire prévue à l’article37, § 13 de la loi relative à l’assurance obligatoiresoins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet1994 et avoir signé une convention type avec l’État.Dans le cadre du projet-pilote, le nombre de servicesde soins infirmiers qui ont signé une convention avecl’État pour une durée de quatre ans, est de 38.Derdebetalersnum.—Num. de tiers payantNaam van de dienst—Nom du serviceStraat, nummer—Rue, numéroPostcode,gemeente—Code postal,commune940-00423-001 Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen Annuntiatenstraat 47 8000 Brugge940-04381-001 Thuiszorg De Voorzorg — Antwerpen Sint Bernardsesteenweg 200 2020 Antwerpen940-05965-001 Thuiszorg Bond Moyson President Kennedypark 2 8500 Kortrijk940-06460-001 Medisom Thuisverpleging Tramstraat 69 9052 Gent940-06856-001 IMSTAM Rue du Viaduc 52 7500 Tournai940-09331-001 CSD Luxembourg Avenue Nestor Martin 59 6870 Saint-Hubert940-09430-001 CSD Solidaris Rue de la Boverie 379 4100 Seraing940-09725-001 CSD Mut Avenue Max Buset 38 7100 La Louvière940-09826-001 CPAS de Charleroi Boulevard Joseph II 13 6000 Charleroi940-10321-001 Wit Gele Kruis Van Oost Vlaanderen Jubileumlaan 111 9000 Gent940-13883-001 Onafhankelijke Thuisverpleging Overwinningsstraat 133-135 2830 WillebroekKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1318 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Derdebetalersnum.—Num. de tiers payantNaam van de dienst—Nom du serviceStraat, nummer—Rue, numéroPostcode,gemeente—Code postal,commune940-20516-001 OCMW Antwerpen Lange Gasthuisstraat 37 2000 Antwerpen940-21605-001 CPAS d’Ath Boulevard de l’Hôpital 71 7800 Ath940-22395-001 CSD — Mons Borinage Rue Chêne Hayette 33 7331 Baudour940-23088-001 La Santé Rue du Val 2 7700 Mouscron940-23187-001 CSD de Dinant-Philipville Rue de Namur 53 5600 Philipville940-34174-001 CSD Bruxelles Rue Saint-Bernard 43 1060 Bruxelles940-37243-001 Verpleging aan Huis Peter Benoitstraat 48 9100 Sint-Niklaas940-39421-001 Cura thuisverpleging Speelpleinlaan 37 8310 Sint Kruis940-40708-001 De Bres dienst voor thuisverpleging Keizer Karellaan 14 1982 Elewijt-Zemst940-58425-001 Senior Hotel Flandria Baron Ruzettelaan 74 8310 Brugge-Assebroek940-85050-001 CSD Tournai-Ath Rue du Fort 48 7800 Ath940-92275-001 Solidariteit voor het gezin Tentoonstellinglaan 76 9000 Gent940-93067-001 Wit-Gele Kruis Vlaams Brabant Mechelsesteenweg 147 3020 Herent940-93166-001 Wit Gele Kruis Van Antwerpen Boomgaardstraat 7 2018 Antwerpen940-93364-001 Wit Gele Kruis Van Limburg Welzijnscampus-Weg 3600 Genknaar As 72941-02668-001 CSD Namur Chaussée de Waterloo 182 5002 Saint-Servais941-44141-001 Croix Jaune et Blanche du Luxembourg Avenue de Longwy 238 6700 Arlon941-44240-001 Croix Jaune et Blanche du Brabant Wallon Chaussée de Namur 52 C 1400 Nivelles941-44339-001 Croix Jaune et Blanche de Namur Rue Bruno 16 5000 Namur941-44438-001 Croix Jaune et Blanche du Centre de Charleroi Rue de la Station 17 6540 Lobbeset de Thudinie941-44537-001 Croix Jaune et Blanche Mons Borinage Rue des Canonniers 1 7000 Mons941-44636-001 Croix Jaune et Blanche Liège-Huy Waremme Rue d’Amercœur 55 4020 Liège941-44735-001 Croix Jaune et Blanche Rue Malibran 53 1050 Bruxelles941-44834-001 Croix Jaune et Blanche Tournai-Ath-Chaussée de Renaix 196 7500 TournaiLessines-Enghien941-44933-001 Croix Jaune et Blanche Mouscron Comines Rue Saint-Joseph 8 7700 Mouscron941-45032-001 Croix Jaune et Blanche de Verviers Rue de la Banque 8 4800 Verviers941-46022-001 Mederi Groot-Brittanniëlaan 18 9000 GentDe werklast van de thuisverpleegkundigen dreigtsteeds zwaarder te worden, zowel op kwalitatief als opkwantitatief vlak. In een dergelijke context is het vanprimordiaal belang dat die zorgverleners:— in hun dagelijkse activiteiten kunnen wordenondersteund door bekwame zorgkundigen specifiekopgeleid voor de activiteiten die hun zijntoevertrouwd;— zich optimaal kunnen inzetten en hun rol autonoomkunnen valoriseren.Bijgevolg moet men zich snel kunnen aanpassen enop die talrijke evoluties kunnen anticiperen door eenzeer kwaliteitsvol gezondheidsbeleid te waarborgen.En effet, la charge de travail des praticiens de l’artinfirmier à domicile tend progressivement às’intensifier aussi bien sur le plan qualitatif que quantitatif.Dans un tel contexte, il est primordial que cesprestataires de soins puissent:— être soutenus dans leurs activités quotidiennes pardes aides-soignants compétents et spécifiquementformés aux activités qui leurs seront confiées;— pouvoir, de manière optimale, se consacrer et valoriserleur rôle autonome.Par conséquent, il est nécessaire de pouvoir rapidements’adapter et anticiper ces nombreuses évolutionstout en garantissant une politique de santé dehaute qualité.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 131925 - 2 - 2008Voor eenzelfde niveau van zorgbehoeften wijzigt deactiviteit van de zorgkundigen geenszins de kostprijsvoor de patiënt van de verpleegkundige verzorging diehij geniet.Door het zorgaanbod echter uit te breiden dankzijde activiteit van de zorgkundigen, zal aan de groeiendezorgbehoeften van de bevolking kunnen worden tegemoetgekomenen kunnen we een antwoord bieden. Opde problematiek van de vergrijzing van de bevolking.Er is trouwens bij afloop van dit project een zowelkwalitatieve als kwantitatieve evaluatie voorzien.Tot slot zullen de diensten voor geneeskundigeverzorging die van een conventie genieten begeleidworden door een wetenschappelijk team.BijlageDiensten thuisverpleging die een overeenkomstinzake de activiteit van de zorgkundige binnen eendienst thuisverpleging hebben afgesloten. (zie tabelblz. 1318).Pour un même niveau de besoins en soins, l’activitédes aides soignants ne modifie en rien le coût pour lepatient des soins infirmiers dont il bénéficie.Cependant, en augmentant la capacité de l’offre desoins grâce à l’activité des aides soignants, les besoinscroissants en soins de la population pourront êtresatisfaits et nous pourrons répondre à la problématiquedu vieillissement de la population.Une évaluation, tant qualitative que quantitative, dece projet est par ailleurs prévue à son terme.Enfin, les services de soins infirmiers bénéficiantd’une convention seront accompagnés par une équipescientifique.AnnexeServices de soins infirmiers à domicile qui ont concluune convention relative à l’activité de l’aide soignantau sein des services des soins infirmiers à domicile.(voir tableau p. 1318).DO 2007200801107 DO 2007200801107Vraag nr. 47 van de heer Carl Devlies van 11 januari2008 (N.) aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid:Ziekteverlof, controlerecht en terugvorderingsplannen.Het aantal ziektedagen en het ziektekrediet wordtvoor de federale ambtenaren, met inbegrip van dezevan de FOD Financiën, voortaan al dan niet op elektronischewijze in kalenderdagen of in werkdagenzowel gelijktijdig bijgehouden door Medex als door debevoegde centrale en lokale personeelsdiensten verbondenaan de Stafdiensten Personeel Organisatie.De statutaire ambtenaren en de stagiairs die hunziektekapitaal hebben uitgeput, worden van rechtswege«in disponibiliteit» wegens ziekte geplaatst enhebben recht op een wachtgeld van 60% van hunlaatste activiteitswedde, terwijl daarnaast ook hunvakantieverlof en hun ziektekrediet wordt verminderd.De getroffen ambtenaren hebben in de praktijkechter slechts veelal laattijdig weet van die«disponibiliteit» en hun wedden, premies en vergoedingenworden ondertussen wel nog voor 100%maandenlang ten onrechte doorbetaald.Pas bij ontvangst van briefwisseling van de Thesaurie(Centrale Dienst Vaste Uitgaven), waarbij inhoudingenop de wedde, op de premies en op de forfaitairerondreiskosten worden aangekondigd, nemen zij voorhet eerst laattijdig kennis van hun «disponibiliteit» enQuestion n o 47 de M. Carl Devlies du 11 janvier 2008(N.) à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique:Congé de maladie, droit de contrôle et plans de recouvrement.Le nombre de jours de maladie et le crédit maladiedes fonctionnaires fédéraux, y compris de ceux du SPFFinances, seront désormais comptabilisés, par la voieélectronique ou non, en jours civils ou ouvrables,simultanément par Medex et les services du personnelcentraux et locaux associés aux services d’encadrementPersonnel et Organisation.Les fonctionnaires statutaires et les stagiaires quiont épuisé leur capital maladie sont mis «en disponibilité»de plein droit pour cause de maladie et ont droit àun traitement d’attente de 60% de leur dernier traitementd’activité, alors que leur congé de vacances etleur crédit maladie sont en outre également réduits.Dans la pratique, les fonctionnaires concernés n’ontgénéralement connaissance que tardivement de leur«disponibilité» et, entre-temps, le versement de leurstraitements, primes et allocations à 100% se poursuitindûment pendant des mois.Ce n’est qu’après réception d’un courrier de laTrésorerie (Service central des dépenses fixes) annonçantdes retenues sur le salaire, les primes et les frais detournée forfaitaires qu’ils sont informés tardivementpour la première fois de leur «disponibilité». Il enKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1320 QRVA 52 01025 - 2 - 2008komen zij daardoor soms voor financiële en/of socialeverrassingen te staan.1. Om al welke redenen en/of op grond van alwelke instructies weigerden het merendeel van depersoneelsdiensten en van de medische centra blijkbaarde actuele toestand van het ziektekrediet en vanhet aantal ziektedagen mee te delen aan de personeelsledendie er mondeling of telefonisch om verzoeken?2.a) Tot al welke federale overheids-, sociale en ombudsdienstenkunnen de getroffenen zich achtereenvolgensschriftelijk of elektronisch wenden omde dagelijks bijgewerkte toestand van hun ziektedagenen ziektekrediet correct te kennen en ditsinds hun indiensttreding bij iedere FOD waar zeooit tewerkgesteld waren?b) Kan iedere federale ambtenaar op een beveiligdemanier en met respect voor de privacy en voor hetmedisch geheim via het internet, het intranet en/ofdoor middel van het gebruik van zijn elektronischeidentiteitskaart of zijn token die toestand inzakeziekte dagen en ziektekrediet zelf officieel raadplegenen/of er een kopie van nemen?c) Zo neen, waarom nog altijd niet en welke personeelsvriendelijkeintiatieven zullen er hiertoe weldraworden getroffen om alle sinds hun indiensttredinggenomen ziektedagen en het bijgewerkteziektekrediet correct en snel persoonlijk tekennen?3. Komt het, in het kader van de nieuwste deontologischevoorschriften en van een modern overheidsbedrijf,niet eerder passend voor dat alle personeelsledendie al dan niet reeds de uitputting van hun ziektekapitaalnaderen tijdig, nauwkeurig en schriftelijk ofvia elektronische weg, zouden worden ingelicht, zodatzij voor geen financiële verrassingen meer zoudenkomen te staan en zodoende ook de berekeningeninzake disponibiliteit zelf grondig zouden kunnennazien en desnoods ook zouden kunnen betwisten oflaten verbeteren?4. Tot al welke personeels-, sociale en ombudsdienstenkunnen de op disponibiliteit geplaatste federaleambtenaren zich achtereenvolgens allemaalwenden om een precieze en becijferde detailopgave teverkrijgen van alle gedane of nog te verrichten inhoudingenen terugvorderingsplannen?5. Tot al welke grenzen en maandelijkse bruto- ofnettobedragen zijn die inhoudingen en terugvorderingsplannenwettelijk of reglementair al dan niet in detijd beperkt?résulte qu’ils sont parfois confrontés à des surprisesfinancières et/ou sociales.1. Pour quelles raisons et/ou sur la base de quellesinstructions la majorité des services du personnel etdes centres médicaux ont-ils manifestement refusé decommuniquer l’état actuel du crédit maladie et dunombre de jours de maladie aux membres du personnelqui demandent ces informations verbalement oupar téléphone?2.a) À quels services publics fédéraux, sociaux et demédiation les personnes concernées peuvent-ellessuccessivement s’adresser par écrit ou par la voieélectronique pour obtenir des informations précisessur la mise à jour quotidienne de la situation deleurs jours de maladie et de leur crédit maladie, etce depuis leur entrée en service dans chaque SPF oùelles ont travaillé par le passé?b) Chaque fonctionnaire fédéral peut-il, d’unemanière sécurisée et dans le respect de la vie privéeet du secret médical, consulter lui-même officiellementet/ou prendre une copie de sa situation enmatière de jours de maladie et de crédit maladiepar le biais de l’internet, de l’intranet et/ou en utilisantsa carte d’identité électronique ou son token?c) Dans la négative, pourquoi cela n’est-il toujourspas le cas et quelles mesures respectueuses desmembres du personnel seront bientôt prises à ceteffet, afin qu’ils puissent connaître correctement etrapidement à titre personnel le total des jours demaladie pris et le crédit maladie ajusté depuis leurentrée en service?3. Ne conviendrait-il pas, dans le cadre des nouvellesrègles déontologiques et d’une entreprise publiquemoderne, d’informer à temps, de manière précise etpar écrit ou par la voie électronique tous les membresdu personnel ayant presque épuisé ou non leur capitalmaladie, de sorte qu’ils ne soient plus confrontés à dessurprises financières et qu’ils puissent ainsi aussi vérifierminutieusement eux-mêmes les calculs en matièrede disponibilité et les contester ou les faire corriger sinécessaire?4. À quels services du personnel, sociaux et demédiation les fonctionnaires fédéraux mis en disponibilitépeuvent-ils s’adresser successivement pour obtenirun relevé précis et détaillé de toutes les retenueseffectuées ou encore à effectuer et de tous les plans derecouvrement?5. À quels plafonds et à quels montants nets oubruts mensuels ces retenues et plans de recouvrementsont-ils ou non légalement ou réglementairement limitésdans le temps?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 132125 - 2 - 20086. Wanneer worden de vereiste negatieve loonfichesnr. 281.25 door de CDVU (centrale dienst voor devaste uitgaven) aan de personeelsleden uitgereikt zodathun belastingstoestand met betrekking tot de uitgevoerdeterugvorderingen of inhoudingen snel kanworden geregulariseerd?7. Welke invloed heeft die disponibiliteit op deberekening van de dienst- en/of niveauanciënniteit enop eventuele bevorderingen?8. Kunt u punt per punt uw personeelsvriendelijkeziens- en handelwijze meedelen onder meer in het lichtvan de artikelen 41 tot 68 van het koninklijk besluitvan 19 november 1998, de wetten op de Rijkscomptabiliteit,het Statuut van het Rijkspersoneel, artikel 32van de Gecoördineerde Grondwet, de wet van 11 april1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en denrs. 9, laatste lid, 12 en 25 van de omzendbrief nr. 573in het Belgisch Staatsblad van 27 augustus 2007?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 21 februari 2008, op de vraagnr. 47 van de heer Carl Devlies van 11 januari 2008(N.):De nieuwe webapplicatie van Medex beoogt eenbasis te bieden voor het beheer van het ziekteverzuimen omvat geenszins het beheer van het ziektekrediet.In de applicatie worden de afwezigheidsmeldingenwegens ziekte en medische attesten van de ambtenarengeregistreerd. De besturen bepalen zelf wie toegangheeft tot de applicatie: normaliter wordt toegang gegevenaan HR-verantwoordelijken en kunnen de betrokkenambtenaren zich voor informatie tot dezeverantwoordelijken wenden. Het medisch geheimblijft in dit kader strict gewaarborgd: de besturenhebben vanzelfsprekend geen toegang tot medischegegevens.De webapplicatie houdt het ziektekrediet van defederale ambtenaren dus niet bij. Deze opdrachtbehoort immers geenszins tot het medische takenpakketvan Medex. Medex voert trouwens niet alleenvoor federale ambtenaren ziektecontroles uit en dereglementaire bepalingen zijn voor de diverse besturenerg uiteenlopend. Medex kan dus omtrent het ziektekredietgeen informatie verschaffen. Het behoort debevoegde personeelsdiensten toe het ziektekrediet vanhun medewerkers bij te houden en dit telkens overeenkomstigde verschillende toepasselijke bepalingen.De personeelsdiensten kunnen zich wel baseren op deafwezigheden die opgenomen zijn in de webapplicatie.De vraag dient dus gericht te worden aan de diversefederale overheden ieder waar het haar betreft en aanmijn collega, de minister van Ambtenarenzaken waar6. Quand les fiches de rémunération négativesn o 281.25 requises par le SCDF (Service central desdépenses fixes) seront-elles transmises aux membresdu personnel, pour qu’ils puissent rapidement régulariserleur situation fiscale en ce qui concerne les retenuesou les recouvrements effectués?7. Quelle est l’influence de cette disponibilité sur lecalcul de l’ancienneté de service et/ou de niveau et surd’éventuelles promotions?8. Pouvez-vous faire part, point par point, de vosméthode et conception respectueuses du personnel,notamment à la lumière des articles 41 à 68 de l’arrêtéroyal du 19 novembre 1998, des lois sur la comptabilitéde l’État, du statut de personnel de l’État, de l’article32 de la Constitution coordonnée, de la loi du11 avril 1994 relative à la publicité de l’administrationet des n os 9, dernier alinéa, 12 et 25 de la circulairen o 573 parue au Moniteur belge du 27 août 2007?Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 21 février 2008, à la question n o 47de M. Carl Devlies du 11 janvier 2008 (N.):La nouvelle application web de Medex a été conçueen guise de base pour la gestion des absences pourmaladie et n’a, en aucun cas, pour but de gérer lecrédit maladie.L’application enregistre les notifications des absencespour maladie et les certificats médicaux des fonctionnaires.Les administrations déterminent ellesmêmesqui a accès à l’application: normalement l’accèsest accordé aux responsables RH auxquels lesfonctionnaires concernés peuvent s’adresser pour obtenirdes informations. Le secret médical reste strictementgaranti dans ce contexte: les administrationsn’ont, de toute évidence, pas accès aux données médicales.L’application web ne tient donc pas à jour le créditmaladie des fonctionnaires fédéraux, ce qui ne relèved’ailleurs pas des tâches de Medex. Les contrôles effectuéspar Medex ne concernent d’ailleurs pas uniquementles fonctionnaires fédéraux et les dispositionsréglementaires varient d’une administration à l’autre.Medex n’est donc pas en mesure de donner des informationsau sujet du crédit maladie. Il appartient auxdifférents services du personnel de tenir à jour le créditmaladie de leurs collaborateurs, et ce chaque fois conformémentaux différentes dispositions applicables.Les services du personnel peuvent bien entendu sebaser sur les absences enregistrées dans l’applicationweb.La question doit dès lors être posée aux différentesautorités fédérales pour ce qui est des dispositions lesconcernant spécifiquement ainsi qu’à mon collègue deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1322 QRVA 52 01025 - 2 - 2008het algemene bepalingen betreft. (Vraag nr. 247 van26 februari 2008.)la Fonction publique pour les dispositions générales enla matière. (Question n o 247 du 26 février 2008.)DO 2007200801185 DO 2007200801185Vraag nr. 52 van mevrouw Sonja Becq van 15 januari2008 (N.) aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid:Parkeerkaarten. — Uitreiking.Uit het «Jaarverslag 2006» van de Federale OverheidsdienstSociale Zekerheid, directie-generaal Personenmet een Handicap, blijkt dat dat jaar47 322 parkeerkaarten zijn uitgereikt, waarvan dubbelzoveel in Vlaanderen als in Wallonië.Is hiervoor een verklaring?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 22 februari 2008, op de vraagnr. 52 van mevrouw Sonja Becq van 15 januari 2008(N.):Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat er in2006 inderdaad 32 258 Nederlandstalige en 15 064Franstalige parkeerkaarten werden uitgereikt.Er werden in 2006 ook 34 722 Nederlandstalige en20 676 Franstalige aanvragen om een parkeerkaartingediend.Het is moeilijk om een definitief antwoord te gevenover de redenen van het verschil tussen het aantalFranstalige en Nederlandstalige parkeerkaarten. Geletop de demografische structuur van Vlaanderen enmeer in het bijzonder op de vergrijzing van debevolking is het niettemin aannemelijk dat daar meerpersonen mobiliteitsproblemen hebben en derhalveeen aanvraag voor een parkeerkaart indienen.Question n o 52 de M me Sonja Becq du 15 janvier 2008(N.) à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique:Cartes de stationnement. — Délivrance.Il ressort du «Rapport annuel 2006» du Servicepublic fédéral Sécurité sociale, Direction généralePersonnes handicapées, que 47 322 cartes de stationnementont été délivrées cette année, dont deux fois plusen Flandre qu’en Wallonie.Comment s’explique ce phénomène?Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 22 février 2008, à la question n o 52de M me Sonja Becq du 15 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membrequ’en effet, 32 258 cartes de stationnement néerlandophoneset 15 064 cartes de stationnement francophonesont été délivrées en 2006.De même, 34 722 demandes de carte de stationnementnéerlandophones et 20 676 demandes francophonesont été introduites en 2006.Il est difficile de donner une réponse définitive quantaux raisons de la différence entre le nombre de cartesde stationnement francophones et néerlandophones.Néanmoins, on peut avancer que vu la structuredémographique de la Flandre et plus particulièrementle vieillissement de la population, plus de personnesconnaissent des difficultés de mobilité et dès lors introduisentune demande de carte de stationnement.DO 2007200801520 DO 2007200801520Vraag nr. 73 van de heer Bert Schoofs van 25 januari2008 (N.) aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid:Vaststellingen inzake de naleving van het Offerfeest.In de aanloop naar het islamitisch Offerfeest op 19,20 en 21 december 2007 werd door een aantal Limburgsemoslimorganisaties de inrichting van het Offerfeestbekritiseerd, waarbij werd gesteld dat de rituelethuisslachtingen hierdoor zouden aangemoedigdworden wegens de zogenaamde al te strikte regelgeving.Question n o 73 de M. Bert Schoofs du 25 janvier 2008(N.) à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique:Constatations concernant le respect de la Fête du sacrifice.À l’approche de la Fête islamique du sacrifice, qui aeu lieu les 19, 20 et 21 décembre 2007, un certainnombre d’organisations musulmanes limbourgeoisesont critiqué les règles pour l’organisation de cette fête,en déclarant notamment que la réglementation prétendumenttrop stricte risquait d’encourager les abattagesrituels à domicile.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 132325 - 2 - 2008Tevens ontstond er een betwisting tussen de diversemoslimgemeenschappen met betrekking tot de exactedatum van het Offerfeest, welke vooral in de grotesteden tot problemen zou kunnen leiden.1. Welke problemen hebben zich ter zake op hetBelgisch grondgebied voorgedaan?2. Klopt het dat bepaalde gemeenten nog steedspraktijken toelaten of adviezen verstrekken die strijdigzijn met de wetgeving?3.a) Klopt het dat de gemeente Stabroek aan demoslims heeft laten verstaan dat rituele thuisslachtingentoegelaten waren?b) Zo ja, welke gevolgen werden hieraan door deminister gegeven?4.a) Is de wet door alle gemeenten op dezelfde wijze indezelfde mate nageleefd?Il y avait en outre discussion entre les diversescommunautés musulmanes quant à la date exacte de laFête du sacrifice, ce qui est de nature à poserproblème, particulièrement dans les grandes villes.1. Quels problèmes se sont posés en l’occurrencesur le territoire belge?2. Est-il exact que certaines communes autorisentencore des pratiques ou émettent encore des aviscontraires à la loi?3.a) Est-il exact que la commune de Stabroek a laisséentendre aux musulmans que les abattages rituels àdomicile étaient autorisés?b) Dans l’affirmative, quelle a été la réaction de laministre?4.a) Toutes les communes ont-elles respecté la loi de lamême manière et dans la même mesure?b) Wat zijn ter zake de vaststellingen? b) Quelles constatations ont été faites à cet égard?5. Heeft u reeds zicht op de wijze waarop de wet is 5. Avez-vous déjà un aperçu de la manière dont lesnageleefd door de diverse moslimgemeenschappen? diverses communautés musulmanes ont respecté laloi?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 19 februari 2008, op de vraagnr. 73 van de heer Bert Schoofs van 25 januari 2008(N.):1. Het enige probleem dat de verwarring over deprecieze datum van het Offerfeest met zich heeftmeegebracht is dat de toezichthoudende dierenartsenaangesteld door de organisatoren zich niet altijdhebben kunnen vrijmaken voor de nieuw vastgesteldedatum.2. Uit het verslag dat ik van mijn diensten ontvangblijkt dat inderdaad nog noodzakelijk is dat sommigegemeenten hun communicatie verbeteren om duidelijkte maken dat rituele thuisslachting verboden is.3. Ik heb geen bevestiging vanwege mijn dienstendat de gemeente Stabroek zou meegedeeld hebben datrituele slachting thuis toegestaan is. Ik heb dan ook terzake geen verdere stappen ondernomen.4 en 5. Mijn diensten melden mij geen onregelmatighedenverbonden aan bepaalde moslimgemeenschappenof aan bepaalde gemeentes.DO 2007200801530 DO 2007200801530Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 19 février 2008, à la question n o 73de M. Bert Schoofs du 25 janvier 2008 (N.):1. Le seul problème que la confusion autour de ladate précise de la Fête du Sacrifice a entraîné est queles vétérinaires contrôleurs désignés par les organisateursn’ont pas toujours pu se libérer pour la nouvelledate fixée.2. Il ressort du rapport que je reçois de mes servicesqu’effectivement, il importe que certaines communesaméliorent encore leur communication afin de stipulerclairement que l’abattage rituel à domicile est interdit.3. Je n’ai reçu de la part des mes services aucuneconfirmation que la commune de Stabroek aurait faitsavoir que l’abattage rituel à domicile était autorisé. Jen’ai donc pris aucune autre mesure en cette matière.4 et 5. Mes services ne me signalent aucune irrégularitéliée à certaines communautés musulmanes ou àcertaines communes.Vraag nr. 75 van mevrouw Maggie De Block van28 januari 2008 (N.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Federaal Kenniscentrum. — Rapport. — Hadroncentrum.Een recent rapport van het Federaal Kenniscentrumstelde dat de kostprijs van een hadroncentrum inQuestion n o 75 de M me Maggie De Block du 28 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Centre fédéral d’expertise des soins de santé. —Rapport. — Centre d’hadronthérapie.Selon un récent rapport du Centre fédérald’expertise des soins de santé, le nombre de patientsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1324 QRVA 52 01025 - 2 - 2008België niet verantwoord is omdat we te weinig patiëntenhebben die baat zouden hebben bij hadrontherapie.Uit de gegevens van het Kankerregister zou Belgiëjaarlijks slechts 50 tot 100 patiënten hebben die in aanmerkingkomen voor een hadrontherapie. Een hadroncentrumheeft een capaciteit van 900 patiënten.De studie raadt België aan om samenwerkingsakkoordente sluiten met de bestaande hadroncentra inEuropa. In Europa bestaan er momenteel acht.1. Bestaan er akkoorden met hadroncentra in Europa?qui pourraient bénéficier de l’hadronthérapie est insuffisantdans notre pays pour justifier les dépensesqu’entraînerait la création d’un centre d’hadronthérapieen Belgique. Les données du Registre du Cancerindiquent qu’en Belgique, seulement 50 à 100 patientspar an entreraient en ligne de compte pour unehadronthérapie. Or un centre de ce type aurait unecapacité de 900 patients.L’étude recommande à la Belgique de conclure desaccords de collaboration avec les huit centresd’hadronthérapie actuellement recensés en Europe.1. Des accords ont-ils été conclus avec des centresd’hadronthérapie en Europe?2. Zo ja, met welke centra? 2. Dans l’affirmative, de quels centres s’agit-il?3. Zo niet, wordt de suggestie van het FederaalKenniscentrum om dergelijke akkoorden te sluiten,overwogen?4.a) Hoeveel Belgische patiënten werden er in de afgelopentien jaar behandeld in zo’n Europeeshadroncentrum?3. Dans la négative, envisage-t-on de donner suite àla suggestion du Centre fédéral d’expertise de concluredes accords en la matière?4.a) Combien de patients belges ont été traités dans descentres d’hadronthérapie situés en Europe ces dixdernières années?b) In welke centra werden zij behandeld? b) Dans quels centres ont-ils été traités?c) Wat was de kostprijs per behandeling? c) Quel a été le coût par traitement?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 19 februari 2008, op de vraagnr. 75 van mevrouw Maggie De Block van 28 januari2008 (N.):Hadrontherapie is een relatief nieuwe techniek, diesteunt op bestraling met geladen deeltjes. In tegenstellingmet conventionele radiotherapie wordt depatiënt niet blootgesteld aan rechtstreekse radioactievestralen, aangezien de aangewende projectielen geenradioactieve maar «gewone» waterstof- of koolstofionenzijn (protontherapie en koolstof-iontherapie). Erzijn dus twee verschillende technieken, met ook verschillenin de bijbehorende infrastructuur. Zo zijn erinderdaad in Europa 8 operationele protoncentra. Hetenige centrum dat ook ionentherapie aanbiedt is gelegente Darmstadt (Duitsland) en zal binnenkort zijnactiviteiten stoppen ten voordele van de opening vaneen nieuw (ionen)centrum te Heidelberg.De terugbetaling van deze therapie wordt voor hetogenblik op de eerste plaats geregeld via het formulierE112. Hiermee kan de patiënt terugbetaling verkrijgenvan dezelfde zorg in het buitenland als waar hij in zijneigen gezondheidssysteem recht op heeft op voorwaardevan goedkeuring door het eigen gezondheidssysteem.Op deze wijze werden slechts enkele gevallenterugbetaald.Op de tweede plaats is er mogelijkheid tot terugbetalingvia het Bijzonder Solidariteitsfonds van hetRéponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 19 février 2008, à la question n o 75de M me Maggie De Block du 28 janvier 2008 (N.):L’hadronthérapie est une technique relativementnouvelle, qui consiste à irradier avec des particuleschargées. Contrairement à la radiothérapie conventionnelle,le patient n’est pas exposé à un rayonnementradioactif direct, étant donné que les projectiles utilisésne sont pas des ions radioactifs, mais de «simples»ions d’hydrogène ou de carbone (protonthérapie etthérapie par ions de carbone). Il existe donc deux techniquesdifférentes, avec une infrastructure propre. Ilexiste 8 centres de protonthérapie opérationnels enEurope. Le seul centre qui propose également la thérapiepar ions est situé à Darmstadt (Allemagne) etmettra prochainement un terme à ses activités, pourouvrir un nouveau centre de thérapie (par ions) àHeidelberg.Actuellement, le remboursement de cette thérapieest réglé par le formulaire E112. Avec ce formulaire, lepatient peut obtenir le remboursement des mêmessoins à l’étranger que ceux auxquels il a droit au seinde son propre système de santé, moyennant l’autorisationdudit système de santé. Seuls quelques cas ontainsi été remboursés.Par ailleurs, il est possible d’obtenir un remboursementpar le biais du Fonds spécial de solidarité deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 132525 - 2 - 2008RIZIV, waarbij zowel de behandeling als de reiskostenen de verblijfskosten terugbetaald worden. Deze terugbetalingis gekoppeld aan een voorafgaandelijkegoedkeuring van de adviserend geneesheer van hetziekenfonds. Sinds 2002 werden drie patiënten via dezeweg terugbetaald. De behandelingen gebeurden inVilligen (Zwitserland), Massachussets General Hospital(Boston, USA) en in Orsay (Frankrijk). De reiskostenwerden betaald door de Stichting tegen Kanker.Het Kenniscentrum stelt voor om grensoverschrijdendecontracten te maken (in afwachting van deoprichting van een Belgisch centrum voor hadrontherapie).Het zou hier gaan over directe contractentussen aanbieders en kopers van gezondheidszorg,waarbij de hadroncentra de aanbieders zijn en dekoper het RIZIV, zonder tussenkomst van de patiënt.Op dit ogenblik is er voor deze soort van contractennog geen Europees wettelijk kader. Zodoende zijn erook geen concrete contracten met de centra. Bovendienwordt de terugbetaling van hadrontherapie nietexpliciet geregeld in de nomenclatuur van degeneeskundige verstrekkingen, gezien het feit dat dezebehandeling niet bestaat in België. De gemiddeldekostprijs van een behandeling bedraagt ongeveer20 000 euro.Het Kenniscentrum kan ten gevolge van de huidigeafwezigheid van voldoende betrouwbare wetenschappelijkebewijzen voor de klinische doeltreffendheidde investering in een Belgisch centrum voorhadrontherapie ten laste van de ziekteverzekering nietverantwoorden. Toch wordt de mogelijkheid gelatenom de investering te overwegen via andere financiëlebronnen, omdat het hier gaat over een veelbelovendetechnologie, waarvan de ontwikkeling aanleiding zougeven tot het stimuleren van biomedisch onderzoek,innovatie en ondersteuning van lokale industriële partners.l’INAMI, et ce tant pour le traitement que pour lesfrais de voyage et les frais de séjour. Ce remboursementest lié à une autorisation préalable du médecinconseilde l’organisme assureur. Depuis 2002, troispatients ont ainsi été remboursés. Les traitements ontété réalisés à Villigen (Suisse), au Massachussets GeneralHospital (Boston, USA) et à Orsay (France). Lesfrais de voyage ont été financés par la Fondationcontre le cancer.Le Centre fédéral d’expertise propose de concluredes contrats transfrontaliers (en attendant la créationd’un centre belge d’hadronthérapie). Il s’agirait, enl’occurrence, de contrats directs entre les vendeurs etles acheteurs de soins de santé, c’est-à-dire entre lescentres d’hadronthérapie et l’INAMI, sans l’interventiondu patient. Actuellement, il n’existe pas encore decadre légal européen pour ce type de contrat. Concrètement,il n’y a pas non plus de contrat avec les centres.Par ailleurs, le remboursement de l’hadronthérapien’est pas explicitement fixé dans la nomenclaturedes prestations de santé, étant donné le fait que ce traitementn’est pas encore disponible en Belgique. Lecoût moyen d’un traitement s’élève à environ 20 000euros.Actuellement, le Centre fédéral d’expertise ne peutjustifier l’investissement dans un centre belged’hadronthérapie à charge de l’assurance maladie, enraison du manque de preuves scientifiques fiablesquant à son efficacité clinique. Toutefois, il estpossible d’envisager un investissement par le biaisd’autres sources de financement, étant donné qu’ils’agit, en l’occurrence, d’une technologie très prometteuse,dont le développement permettrait de stimulerla recherche biomédicale, l’innovation et l’appui auxpartenaires industriels locaux.DO 2007200801663 DO 2007200801663Vraag nr. 109 van de heer Peter Logghe van 30 januari2008 (N.) aan de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid:Fonds voor Arbeidsongevallen. — Personeel. — Taalaanhorigheid.Meten is weten, zegt het spreekwoord, en dat is ookeen belangrijk principe in de politiek. Het is belangrijkom regelmatig te meten in hoeverre het taalevenwichtin ons land gerespecteerd wordt. Belangrijk omdatalleen taalevenwicht bepaalde uitwassen uit het verledenkan proberen te vermijden.Daarom volgende concrete vragen over het Fondsvoor Arbeidsongevallen:Question n o 109 de M. Peter Logghe du 30 janvier2008 (N.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:Fonds des accidents du travail. — Personnel. —Appartenance linguistique.Mesurer c’est savoir, dit le proverbe. Ce principes’applique également en politique. Ainsi, il est importantde vérifier régulièrement dans quelle mesurel’équilibre linguistique est respecté dans notre pays.Seul le respect de l’équilibre linguistique est en effet denature à permettre d’éviter le cas échéant certainesdérives du passé.Pourriez-vous dès lors me fournir les précisionssuivantes à propos du Fonds des accidents du travail:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1326 QRVA 52 01025 - 2 - 20081.a) Hoeveel vastbenoemden behoorden in 2005 tot deNederlandstalige taalrol?1.a) En 2005, combien de membres du personnelnommés appartenaient au rôle linguistiquenéerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien appartenaient au rôle linguistique français?2. Hoeveel vastbenoemden in 2006 behoorden ertot de Nederlandstalige dan wel tot de Franstalige taalrol?2. En 2006, combien de membres du personnelnommés appartenaient respectivement au rôle linguistiquenéerlandais et au rôle linguistique français?3. Dezelfde vraag, maar dan voor 2007. 3. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007.4.a) Hoeveel contractuelen in het Fonds voor Arbeidsongevallenrekent men in 2005 tot de Nederlandstaligetaalrol?4.a) En 2005, combien de contractuels travaillant auFonds des accidents du travail étaient considéréscomme appartenant au rôle linguistique néerlandais?b) Hoeveel tot de Franstalige taalrol? b) Combien étaient considérés comme appartenantau rôle linguistique français?5. Idem als hierboven, maar dan voor 2006. 5. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2006?6. Idem als hierboven, maar dan voor 2007. 6. Pourriez-vous me fournir les mêmes donnéespour l’année 2007?Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 21 februari 2008, op de vraagnr. 109 van de heer Peter Logghe van 30 januari 2008(N.):Ik heb de eer mee te delen dat het onderwerp vandeze vraag tot de bevoegdheid van mijn collega deminister van Werk behoort. (Vraag nr. 120 van 26 februari2008.)Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 21 février 2008, à la question n o 109de M. Peter Logghe du 30 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de communiquer que la questionrelève des compétences de mon collègue le ministre del’Emploi. (Question n o 120 du 26 février 2008.)DO 2007200801848 DO 2007200801848Vraag nr. 129 van de heer Georges Gilkinet van 12 februari2008 (Fr.) aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid:Kerncentrale van Chooz. — Mogelijke gezondheidsrisico’sals gevolg van de verspreiding van legionellain het koelwater van kerncentrales.Zeer onlangs heb ik kennis kunnen nemen van eenrapport van het Franse AFSSET (Agence française desécurité sanitaire de l’environnement et du travail),daterend van oktober 2007, betreffende de evaluatievan de gezondheidsrisico’s als gevolg van de verspreidingvan de legionairsbacterie of legionella in hetwater van de luchtkoeltorens van de kerncentrales vande Franse elektriciteitsgroep Electricité de France(EDF). Het Agentschap heeft zijn aandacht meerbepaald gericht op de kerncentrales waarvan de koel-Question n o 129 de M. Georges Gilkinet du 12 février2008 (Fr.) à la ministre des Affaires sociales et dela Santé publique:La Centrale de Chooz. — Risques sanitaires liés auxproliférations de légionella dans l’eau de refroidissementdes centrales nucléaires.Il m’a été tout récemment donné à connaître unrapport daté d’octobre 2007, de l’Agence française desécurité sanitaire de l’environnement et du travail(AFSSET) relatif à l’évaluation des risques sanitairesliés aux proliférations de légionella dans l’eau destours aéroréfrigérantes des centres nucléaires de productionélectrique d’EDF. Plus précisément, cetteagence s’est intéressée aux centrales nucléaires dont lestours réfrigérantes sont les moins hautes et donc lesplus exposés à ce type de risque, comme celle deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 132725 - 2 - 2008torens het laagst en dus het meeste blootgesteld zijn ditrisico. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de centralevan Chooz, op de grens met ons grondgebied, die hetwater van de Maas, voor die rivier België binnenstroomt,als koelwater gebruikt.Het rapport in kwestie komt er na een eerste rapportuit 2005, waarin de vinger werd gelegd op de laksehouding van de Franse overheid ten opzichte van deatmosferische uitstoot van legionella uit de koeltorensvan de kerncentrales, en de lozingen in rivieren vandoor EDF gebruikte chemische producten ter bestrijdingvan legionella.Op zijn zachtst gezegd blijft het AFSSET zich zeerkritisch opstellen in deze zaak. Nadat het eerder alernstige lacunes in het beheersplan 2006 van EDF aande kaak stelde, oordeelt het agentschap dat er extrainspanningen moeten worden geleverd, meer bepaaldop het stuk van de parameters en de drempelwaardenvoor het starten van preventieve en corrigerendebehandelingen.1.a) Hebben de Franse autoriteiten u ingelicht over deresultaten van die studies betreffende het legionelloserisicobij de kerncentrale van Chooz, en hierovermet u overleg gepleegd?b) Heeft de Franse overheid een vertegenwoordigervan de Belgische staat uitgenodigd om zitting tehebben in de werkgroep die zich hierover buigt?c) Vindt u de bevindingen van die studie en de aanbevelingendie werden geformuleerd inzake gezondheidtoereikend?2.a) Werden er epidemiologische studies naar deaanwezigheid van legionella rondom de centralevan Chooz, alsmede naar de gevolgen van hetgebruik van biociden voor de fauna en flora uitgevoerdof ingepland op Belgisch niveau?b) Door wie werden die studies in voorkomend gevaluitgevoerd en wat zijn de voornaamste conclusies?3. Welke informatie in verband met het risico oplegionellose zal er in voorkomend geval worden verstrektnaar de Belgische bevolking toe?4.a) Werd er, naar het voorbeeld van de door de Franseoverheid uitgevoerde studie, een studie met eenevaluatie van het legionelloserisico, een evaluatievan de impact van de bestrijding van legionelloseop de biotoop en epidemiologische gegevens uitgevoerdvoor de Belgische kerncentrales van Tihangeen Doel, of is een dergelijke studie gepland?b) Hoe werd of wordt die studie desgevallend uitgevoerden wanneer zal ze worden gepubliceerd?Chooz, qui se trouve en bordure directe de notre territoireet qui utilise les eaux de la Meuse, en amont de laBelgique, en vue de son refroidissement.Ce rapport fait suite à un premier rapport de 2005qui mettait en évidence le laxisme des autoritésfrançaises concernant: les rejets aériens de legionellespar les tours de refroidissement des centrales nucléaireset les rejets en rivières de produits chimiques utiliséspar EDF pour lutter contre les legionelles.Le moins que l’on puisse dire est que i’AFSSET resteaujourd’hui très critique sur le sujet, dès lors qu’aprèsavoir dénoncé de graves lacunes dans le plan degestion 2006 d’EDF, elle considère que des effortssupplémentaires doivent être réalisés notamment surles paramètres et leurs seuils déclenchant la mise enplace de traitements préventifs et correctifs.1.a) Avez-vous été informé et concerté par les autoritésfrançaises quant au résultat de ces études sur lesrisques de légionellose pour ce qui concerne laCentrale de Chooz?b) Un représentant de l’État belge a-t-il été convié parles autorités françaises à participer au groupe detravail sur le sujet?c) Estimez-vous que les conclusions intervenues àl’issue de cette étude et les recommandationsformulées en matière de santé sont suffisantes?2.a) Des études épidémiologiques relatives à la présencede légionellose autour de la Centrale de Chooz etaux conséquences sur la faune et la flore de l’utilisationde biocides on-elles été entreprises ou ontellesété programmées au niveau belge?b) Le cas échéant, par qui, quelles en sont les principalesconclusions?3. Le cas échéant, quelle information de la populationbelge concernée a été prévue relativement aurisque de légionellose?4.a) Une étude telle que celle réalisée par les autoritésfrançaises, comprenant une évaluation des risquesde légionellose, une évaluation d’impact de la luttecontre la légionellose sur le biotope et des donnéesépidémiologiques a-t-elle déjà été réalisée ou estelleprogrammée pour ce qui concerne les centralesnucléaires belges de Tihange et de Doel?b) Si oui, sous quelle forme et dans quel délai sera-tellepubliée?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1328 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid van 22 februari 2008, op de vraagnr. 129 van de heer Georges Gilkinet van 12 februari2008 (Fr.):Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheidmaar wel onder die van mijn collega deheer Dewael, minister van Binnenlandse Zaken totwiens bevoegdheid het Federaal Agentschap voorNucleaire Controle behoort. (Vraag nr. 145 van 26 februari2008.)Inzake de «gezondheidsaspecten» van uw vraag,vestig ik er bovendien uw aandacht op het feit dat deepidemiologische studies en het informeren van debevolking onder de Gemeenschappen vallen, diebevoegd zijn inzake preventie en het controleren vanhet overbrengen van infectieziekten.Na nazicht blijkt dat we door Frankrijk nietgeïnformeerd werden inzake het resultaat van de dooru aangehaalde studies.Réponse de la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique du 22 février 2008, à la question n o 129de M. Georges Gilkinet du 12 février 2008 (Fr.):Cette question parlementaire ne relève pas de mescompétences mais de celles de mon collègue, M.Dewael, ministre de l’Intérieur qui a l’Agence fédéralede Contrôle nucléaire dans ses attributions. (Questionn o 145 du 26 février 2008.)En outre, en ce qui concerne les aspects «Santé» devotre question, j’attire votre attention sur le fait que lesétudes épidémiologiques et l’information à la populationrelèvent des Communautés qui sont compétentesen matière de prévention et de contrôle de la transmissiondes maladies infectieuses.Après vérification, il apparaît que nous n’avons pasété informés par la France quant au résultat des étudesque vous mentionnez.Minister van Binnenlandse ZakenMinistre de l’IntérieurDO 2007200800872 DO 2007200800872Vraag nr. 2 van de heer Guy D’haeseleer van 9 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Veiligheidsdiensten. — Personeel. — Arbeidsongevallen.Het personeel van de verschillende veiligheidsdiensten(politiediensten, brandweer, enzovoort) lopenregelmatig letsels op bij de uitoefening van hun job.Kan u meedelen voor de jongste drie jaar waarvoorer gegevens beschikbaar zijn:1. Hoeveel arbeidsongevallen deden er zich voor,opgesplitst per Gewest en per veiligheidsdienst?Question n o 2 de M. Guy D’haeseleer du 9 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Services de sécurité. — Personnel. — Accidents dutravail.Il arrive régulièrement que des membres du personneldes différents services de sécurité (services depolice, d’incendie, etc.) soient blessés dans l’exercicede leurs fonctions.Pour les trois dernières années pour lesquelles desdonnées sont disponibles, pouvez-vous indiquer:1. Combien d’accidents du travail ont eu lieu, parRégion et par service de sécurité?2. In hoeveel van deze gevallen had dit: 2. Dans combien de cas ces accidents ont entraîné :a) de dood tot gevolg; a) la mort;b) blijvende arbeidsongeschiktheid tot gevolg? b) une incapacité de travail permanente?3. Wat is het totale aantal inactiviteitsdagen die hetgevolg zijn van deze ongevallen, opgesplitst per gewesten per veiligheidsdienst?4. Wat is de totale kostprijs van de inactiviteit vanhet veiligheidspersoneel?3. Quel est le nombre total de jours d’inactivité dusà ces accidents, répartis par région et par service desécurité?4. Quel est le coût total des jours d’inactivité dupersonnel de sécurité?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 132925 - 2 - 20085.a) In hoeveel gevallen konden de kosten worden gerecupereerdbij derden?5.a) Dans combien de cas les coûts ont-ils pu être récupérésauprès de tiers?b) Wat is het totale bedrag dat werd teruggevorderd? b) Quel montant total a-t-il été récupéré?6.a) Is de problematiek van de arbeidsongevallenbinnen de veiligheidsdiensten een aandachtspuntin het personeelsbeleid?b) Zo ja, op welke manier wordt hier de nodige aandachtaan besteed?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 2 van de heerGuy D’haeseleer van 9 januari 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Betreffende de korpsen van lokale politie bestaaner geen gecentraliseerde gegevens per Gewest of opnationaal niveau.Wat de federale politie betreft:In 2004: op een totaal van 14 820 leden werden er1 571 ongevallen aangegeven waarvan er 1 350plaatsvonden op de plaats van het werk en 221 opde weg van en naar het werk;In 2005: op een totaal van 14 576 leden werden er1 479 ongevallen aangegeven waarvan er 1 261plaatsvonden op de plaats van het werk en 218 opde weg van en naar het werk;In 2006: op een totaal van 14 997 leden werden er1 555 ongevallen aangegeven waarvan er 1 334plaatsvonden op de plaats van het werk en 221 opde weg van en naar het werk.2.a) Wat de federale politie betreft:In 2004: 1 dodelijk ongeval;In 2005: geen enkel dodelijk ongeval;In 2006: geen enkel dodelijk ongeval.b) Voor deze vraag zijn er geen voldoende preciezegegevens beschikbaar.6.a) La problématique des accidents du travail au seindes services de sécurité est-elle prise en considérationdans la politique du personnel?b) Dans l’affirmative, par le biais de quelles mesurescette problématique est-elle prise en considération?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 2 de M. Guy D’haeseleer du9 janvier 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. Concernant les corps de police locale, il n’existepas de données centralisées par Région ou au niveaunational.Pour ce qui concerne la police fédérale:En 2004: sur un effectif total de 14 820 membres,1 571 accidents ont été déclarés dont 1 350 sur lelieu de travail et 221 sur le chemin du travail;En 2005: sur un effectif total de 14 576 membres,1 479 accidents ont été déclarés dont 1 261 sur lelieu de travail et 218 sur le chemin du travail;En 2006: sur un effectif total de 14 997 membres,1 555 accidents ont été déclarés dont 1 334 sur lelieu de travail et 221 sur le chemin du travail.2.a) Pour ce qui concerne la police fédérale:En 2004: 1 accident mortel;En 2005: aucun accident mortel;En 2006: aucun accident mortel.b) Pour cette question, il n’y a pas d’élément suffisamentprécis disponible.3. Wat de federale politie betreft: 3. Pour ce qui concerne la police fédérale:In 2004: 12 231 dagen vrijstelling toegekend vooreen totaal van 1 571 aangegeven ongevallen;In 2005: 11 460 dagen vrijstelling toegekend vooreen totaal van 1 479 aangegeven ongevallen;In 2006: 13 366 dagen vrijstelling toegekend vooreen totaal van 1 555 aangegeven ongevallen.En 2004: 12 231 jours d’exemption connus pourun total de 1 571 accidents déclarés;En 2005: 11 460 jours d’exemption connus pourun total de 1 479 accidents déclarés;En 2006: 13 366 jours d’exemption connus pourun total de 1 555 accidents déclarés.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1330 QRVA 52 01025 - 2 - 20084. Wat de federale politie betreft: 4. Pour ce qui concerne la police fédérale:In 2004: het totaal van de directe kosten voor deinactiviteit bedraagt 4 498 668 euro (forfetaire kostvoor een overlijden inbegrepen);In 2005: het totaal van de directe kosten voor deinactiviteit bedraagt 2 612 880 euro;In 2006: het totaal van de directe kosten voor deinactiviteit bedraagt 3 047 448 euro.5.a) en b) Voor deze vragen zijn er geen voldoendeprecieze gegevens beschikbaar.6.a) en b) Wat de federale politie betreft: Zondertwijfel. De directie van de Interne Dienst voorPreventie en Bescherming op het werk investeertenorm in de problematiek van de arbeidsongevallen.De dienst verzamelt de gegevensvoor de federale politie en stelt jaarlijks eencijferverslag op aangaande de ongevallen ophet werk. Op basis hiervan wordt maandelijkseen sensibiliseringsdocument (PREV-info)opgesteld ten voordele van de contactpersonen«welzijn op het werk» van de federalepolitie met raadgevingen, analyses vanconcrete ongevallen of incidenten en voorstellenvan preventiemaatregelen. Dezeproblematiek is trouwens ook opgenomen inhet Globaal Preventieplan.En 2004: le total des coûts directs de l’inactivités’élève à 4 498 668 euros (coût forfaitaire comprenantun décès);En 2005: le total des coûts directs de l’inactivités’élève à 2 612 880 euros;En 2006: le total des coûts directs de l’inactivités’élève à 3 047 448 euros.5.a) et b) Pour ces questions, il n’y a pas d’élément suffisamentprécis disponible.6.a) et b) En ce qui concerne la police fédérale: Absolument.La direction du Service Interne dePrévention et de Protection au Travails’investit énormément dans la problématiquedes accidents de travail. Elle collecte lesdonnées y relatives pour la police fédérale etrédige annuellement un rapport chiffré surPaccidentabilité au travail. Sur cette base, estrédigé mensuellement un document de sensibilisation(PREV-info) à destination des personnesde contact «bien-être au travail» de lapolice fédérale avec des conseils, des analysesde cas d’accidents ou d’incidents concrets etdes propositions de mesures de prévention.Par ailleurs, cette problématique est égalementinscrite au Plan Global de Prévention.DO 2007200800874 DO 2007200800874Vraag nr. 4 van de heer Jean-Luc Crucke van 9 januari2008 (Fr.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Police-on-web.Sinds juni 2007 kan de bevolking dankzij de toepassingpolice-on-web een klacht indienen via internet.Enkel vandalisme (algemeen en graffiti), winkeldiefstallenen fietsdiefstallen kunnen langs deze wegworden aangegeven. Na een proefperiode in eenbeperkt aantal zones kregen alle politiezones intussende nodige uitrusting en is de toepassing dus overalbeschikbaar.In de periode van 7 juni 2007 tot en met 31 oktober2007 werden via police-on-web 1 028 klachten ingediend,dit is een per maand per politiezone (ons landtelt 196 zones). In deze tijden, waarin de nieuwe informatie-en communicatietechnologie opgang maakt,kunnen we 1 028 klachten bezwaarlijk als een succesbestempelen. Dat is relatief weinig.Question n o 4 de M. Jean-Luc Crucke du 9 janvier2008 (Fr.) au ministre de l’Intérieur:«Police on web».«Police on web» est, depuis juin 2007, l’applicationinternet qui permet à nos concitoyens de déposer uneplainte par internet. Seules les plaintes pour faits devandalisme (détérioration et graffitis), vols à l’étalageet vols de vélos peuvent être déposées. Initialement àl’essai dans quelques zones, le système est aujourd’huientré en fonction dans toutes les zones de police quiont depuis lors été équipées.Du 7 juin 2007 au 31 octobre 2007 inclus,1 028 plaintes ont été déposées via «Police on web»,soit une par mois et par zone de police (elles sont 196au total). À l’heure des nouvelles technologies de l’informationet de la communication, on ne peut pas direque 1 028 plaintes soit en soi une résultat honorable.C’est relativement peu.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 133125 - 2 - 20081. Hoeveel klachten werden er tot op heden overhet hele land via police-on-web ingediend?2. Voor welke misdrijven? 2. Pour quels faits?3. Kan u de cijfers uitsplitsen volgens de aard vanhet misdrijf?4. Bestaan er grote verschillen tussen de onderscheidenpolitiezones?5. Is het gemiddelde aantal klachten nog steeds zolaag?6. Kunnen we deze toepassing, die ontwikkeldwerd om veel bredere lagen van de bevolking te bereiken,als een succes beschouwen?7. Wat het ontwerp betreft: wat was het totaleprijskaartje van de ontwikkeling van die toepassing?1. Combien de plaintes ont-elles été déposées via«Police on web» à ce jour et à l’échelle du royaume?3. Pouvez-vous ventiler les différentes catégories enquestion?4. Y a-t-il de fortes disparités par zone de police?5. La moyenne reste-t-elle toujours aussi faible?6. Peut-on qualifier de succès une application qui,par sa conception, devrait toucher un spectre beaucoupplus large de la population?7. À propos de conception, quel est le coût total dedéveloppement de cette application?8. Hoe verklaart u de tegenvallende resultaten? 8. Comment expliquez-vous cette situation?9. Is het geringe succes bij de bevolking te wijtenaan een gebrekkige informatie over deze mogelijkheidom aangifte te doen via internet?9. Est-ce un manque d’information sur cette possibilitéqui est à la base de son faible succès parmi lapopulation?10. Zijn er andere mogelijke verklaringen? 10. D’autres facteurs explicatifs entrent-ils encompte?11. Hoe zullen de politiediensten dat euvel verhelpen?12. Van welke communicatiekanalen zullen ze in detoekomst gebruik maken?13. Werden er in dat verband informatiecampagnesgepland?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 4 van de heerJean-Luc Crucke van 9 januari 2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1 tot 7. Er werden inderdaad, tussen 7 juni 2007 en31 oktober 2007, 1 028 klachten ingezameld via detoepassing «Police on web». Wat betreft de verdelingvan die klachten, per politiezone en per categorie, kanik u melden dat de tabel in kwestie werd gepubliceerdmet mijn antwoord op de schriftelijke parlementairevraag nummer 42 van 18 oktober 2007 (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 4, blz. 176) vanvolksvertegenwoordiger Flor Van Noppen.Tussen 7 juni 2007 en 14 januari 2008 werden 1 412klachten geacteerd via «police on web» : 588 voorvandalisme, 43 voor graffiti, 58 voor winkeldiefstal en723 voor fietsdiefstal.De Belgische Staat heeft de ontwikkeling van dietoepassing gefinancierd voor een totaalbedrag van880 000 euro verspreid over de jaren 2006 en 2007.8 tot 13. Het politiepersoneel werd gesensibiliseerd,opdat de verspreiding van de informatie zo groot mo-11. Comment les services de police y remédierontils?12. Quels canaux de communication exploiterontilsà l’avenir?13. Des campagnes d’information sont-ellesprévues à cet effet?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 4 de M. Jean-Luc Crucke du9 janvier 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1 à 7. En effet, entre le 7 juin et le 31 octobre 2007,1 028 plaintes ont été recueillies via l’application«Police on web». Pour ce qui concerne la répartitionde ces plaintes, par zone de police et par catégorie, jepeux vous signaler que le tableau en question a étépublié avec ma réponse à la question parlementaireécrite numéro 42 du 18 octobre 2007 (Questions etRéponses, Chambre, 2007-2008, n o 4, p. 176) dudéputé Flor Van Noppen.Entre le 7 juin 2007 et le 14 janvier 2008, 1 412plaintes ont été actés via «police on web» : 588 pourvandalisme, 43 pour graffiti, 58 pour vol à l’étalage et723 pour vol de vélo.L’État belge a financé le développement de cetteapplication par la police, pour un montant total de880 000 euros répartis sur les années 2006 et 2007.8 à 13. Le personnel policier a été sensibilisé, afinque la diffusion de l’information soit la plus largeKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1332 QRVA 52 01025 - 2 - 2008gelijk zou zijn bij de personen die zich aanbieden ineen politiegebouw. Een groot aantal posters en vouwblaadjesworden in de politieposten verdeeld, om hetpubliek te sensibiliseren. Bovendien heeft de VasteCommissie van de Lokale Politie de zones gevraagdzoveel mogelijk publiciteit te voeren ter gelegenheidvan de opendeurdagen.Ten slotte zal een recent inteview van een lid van defederale politie gepubliceerd worden in een tijdschriftvan de KMO’s.De toepassing «Police on web» zal regelmatig doorde politiediensten geëvalueerd worden.Op middellange termijn, op voorwaarde dat hetCollege van procureurs-generaal akkoord gaat, zal detoepassing met andere categorieën misdrijven uitgebreidworden.Op korte termijn zal «Police on web» uitgebreidworden met de functionaliteit «vakantietoezicht».possible auprès des personnes qui se présentent dansun bâtiment de police. Un grand nombre de posters etde dépliants sont distribués dans les postes de police,afin de sensibiliser le public. En outre, la CommissionPermanente de la Police Locale a demandé aux zonesde police de faire un maximum de publicité àl’occasion des journées portes ouvertes.Finalement, une interview récente d’un membre dela police fédérale sera publiée dans un magazine intéressantles Petites et Moyennes Entreprises.L’application «Police on web» sera évaluée régulièrementpar les services de police.À moyen terme, à condition que le Collège des procureursgénéraux soit d’accord, l’application sera élargiepar d’autres catégories de délits.À court terme, «Police on web» sera élargie par lafonctionnalité «avis d’absence».DO 2007200800876 DO 2007200800876Vraag nr. 5 van de heer Guy D’haeseleer van 9 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Politiediensten. — Bommeldingen.De politiediensten krijgen regelmatig te maken metbommeldingen. Telkens geeft dit aanleiding tot hetinzetten van heel wat politiemensen, brandweer,DOVO, enzovoort.1. Hoeveel bommeldingen zijn er geweest dejongste vijf jaar?2. Wat is de kostprijs aan inzet van allerlei politiedienstenvoor deze bommeldingen, opgesplitst voordejongste vijf jaar en per veiligheidsdienst (politie,brandweer, DOVO, enzovoort)?Question n o 5 de M. Guy D’haeseleer du 9 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Services de police. — Alertes à la bombe.Les services de police sont régulièrement confrontésà des alertes à la bombe. Chaque alerte entraînel’intervention d’un nombre considérable de policiers,de pompiers, de membres du SEDEE, etc.1. Combien d’alertes à la bombe ont-elles été enregistréesau cours des cinq dernières années?2. Quel est le coût des interventions des divers servicesde police lors des alertes à la bombe? Pouvez-vousfournir ces chiffres pour les cinq dernières années etpar service de sécurité (police, service incendie,SEDEE, etc.)?3. Hoeveel van deze bommeldingen waren vals? 3. Combien de ces alertes étaient fausses?4. Hoeveel maal waren er minderjarigen bij betrokken?5. Bij hoeveel van deze bommeldingen werd dedader gevat?6. Indien de daders gevat werden, hoeveel maalwerd de schade teruggevorderd?7. Wat is het totale bedrag van de teruggevorderdeschade?8.a) In hoeveel gevallen heeft de dader de kosten nogsteeds niet terugbetaald?4. Dans combien de cas des mineurs étaient-ilsimpliqués?5. Dans combien de cas l’auteur a-t-il été arrêté?6. En cas d’arrestation des auteurs, à combien dereprises le remboursement des dommages a-t-il étéréclamé?7. À combien s’élève le montant total des dommagesrécupérés?8.a) Dans combien de cas l’auteur n’a-t-il toujours pasremboursé les frais?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 133325 - 2 - 2008b) Wat zijn de gehanteerde procedures indien dedader weigert op te draaien voor de kosten?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 5 van de heerGuy D’haeseleer van 9 januari 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.Het is onmogelijk om met zekerheid te stellen dathieronder alle gevallen van bommeldingen terug tevinden zijn. Dit zijn de cijfers zoals bekend bij de federalepolitie.1. 1.b) Quelles procédures sont-elles d’application, sil’auteur refuse de rembourser les frais?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 5 de M. Guy D’haeseleer du9 janvier 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.Il est impossible d’être certain d’avoir tous les casdans les chiffres ci-dessous. Ce sont les chiffres connusde la police fédérale.Jaar Bommelding Verdacht pakket Année Alerte à la bombe Colis suspects2003 94 22 2003 94 222004 122 48 2004 122 482005 84 53 2005 84 532006 52 31 2006 52 312007 47 23 2007 47 232. Het is onmogelijk voor alle gevallen een wedersamenstellingvan alle ingezette diensten uit te voeren.3. Op drie na waren alle gevallen loos alarm. Vande drie reële gevallen zijn er twee daadwerkelijkontploft en een is onschadelijk gemaakt door deontmijningsdienst.2. Il est impossible de reconstituer tous ces cas poursavoir quel service était concerné.3. Mis à part trois cas, tous les faits connus se sontavérés faux. Des trois faits positifs, il y a eu deuxexplosions et dans un cas le service de déminage aneutralisé l’engin.4. In 2003 was er een minderjarige betrokken, in 4. En 2003 il y avait un mineur impliqué, en 20042004 twee; geen in de daaropvolgende jaren.deux; il n’y avait pas de mineurs les autres années.5. Identificaties 5. IdentificationsJaar % daders geïdentificeerd Année % auteurs identifiés2003 58% 2003 58%2004 31% 2004 31%2005 33% 2005 33%2006 36% 2006 36%2007 43% 2007 43%6 tot 8. Behoren tot het bevoegdheidsdomein vanmijn collega van Justitie. (Vraag nr. 132 van 25 februari2008.)6 à 8. Sont de la compétence de mon collègue de laJustice. (Question n o 132 du 25 février 2008.)DO 2007200800887 DO 2007200800887Vraag nr. 9 van de heer André Perpète van 9 januari2008 (Fr.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Drugshandel. — Provincie Luxemburg.Mijn vraag betreft de drugshandel in ons land in hetalgemeen en in de provincie Luxemburg in het bijzonder.Question n o 9 de M. André Perpète du 9 janvier 2008(Fr.) au ministre de l’Intérieur:Trafic de drogue. — Province de Luxembourg.Ma question concerne le trafic de drogue dans notrepays et plus spécifiquement en province de Luxembourg.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1334 QRVA 52 01025 - 2 - 2008De provincie Luxemburg wordt vaak door kleinedrugssmokkelaars en dealers als transitzone gebruikt.Soms zijn het buitenlanders die in Nederland drugsgaan kopen om ze in eigen land aan de man te brengen.In andere gevallen gaat het om drugsdealers dievia de provincie Luxemburg ons land binnenrijden omhun waar hier op de markt te brengen.De internationale douaneorganisatie en Interpol zijnblijkbaar op de hoogte van dat probleem.Uit de noord-zuid-routes die de drugssmokkel overde weg volgt, blijkt duidelijk dat ons land een draaischijfis in de drugshandel. De smokkel verloopt onmiskenbaarvooral via de E25 en de E411.Inzake drugs werden in het nationaal veiligheidsplan(2004-2007) vier doelstellingen vastgelegd.Uit de in 2004 uitgevoerde studie «Jongeren endrugs» bleek dat 83% van de ondervraagde jongeBelgen (tegenover 79% in de rest van Europa — de15 oude lidstaten) meenden dat men in ons landgemakkelijk aan drugs kon geraken.De statistieken met betrekking tot de periode 2003-2005 waar ik over beschik, tonen aan dat de politiedienstenniettemin wel degelijk werk gemaakt hebbenvan de strijd tegen de drugshandel. De cijfers in verbandmet de drugsvangsten door politiemensen gaanimmers duidelijk in stijgende lijn.Ook al blijft cannabis de meest verhandelde drug,toch neemt het aantal personen dat tracht harddrugsons land binnen te smokkelen of in België probeertdoor te verkopen, klaarblijkelijk nog steeds toe. Bovendienmoeten we vaststellen dat de doorverkoopprijsvan die drugs daalt, waardoor ze voor de jongerenbetaalbaarder worden.1. Hoeveel drugs werden er in 2006 en 2007 op hetwegennet van de provincie Luxemburg in beslag genomen?Ceux que l’on appelle les «fourmis» sont lespasseurs de drogue, les trafiquants. Il s’agit, parfois,d’étrangers qui se rendent en Hollande pour inonder lemarché de leur pays mais aussi de trafiquants quipassent dans la province de Luxembourg via le réseauroutier pour vendre leur marchandise sur le marchébelge.L’organisation mondiale des douanes et Interpol nesemblent pas ignorer ce problème.Sur des cartes représentant les échanges Nord-Sudpar route en matière de trafic de drogue, il est facile devisualiser notre position centrale au sein de ce trafic.Ce sont visiblement la E25 et la E411 qui sont les principalesroutes empruntées.Le plan national de sécurité (2004-2007) fixaitquatre objectifs liés à la drogue.Dans le courant 2004, suite à une étude, réalisée etintitulée «Les jeunes et la drogue» nous apprenait que83% des jeunes Belges interrogés estimaient qu’il étaitfacile de se procurer de la drogue dans notre pays,contre 79% dans le reste de l’Europe (15 Étatsmembres).Pourtant, les statistiques en ma possession, quicouvrent les années 2003 à 2005, montrent clairementle travail de terrain réalisé par les forces de l’ordredans la lutte contre le trafic de drogue. En effet, leschiffres relatifs aux saisies opérées par les policierssont en très nette augmentation.Si le cannabis reste la drogue qui semble la plus«trafiquée» , il est évident que le nombre de personnestentant de faire passer ou de revendre des droguesdures sur notre territoire est en augmentation. De plus,on se doit de constater que le prix de revente de cesdrogues est en diminution et donc, devient plus abordablepour les jeunes.1. Pourriez-vous indiquer quelles ont été les quantitésde drogue saisies sur le réseau routier en provincede Luxembourg en 2006 et en 2007?2. Hoeveel controles werden er in 2007 uitgevoerd? 2. Quel est le nombre de contrôles effectués aucours de l’année 2007?3. Hoeveel drugs worden er via de provincieLuxemburg doorgevoerd?4. Zijn er plannen om de controles in de provincieLuxemburg op te voeren?5. Komen er gemeenschappelijke acties aan de grenzenmet Frankrijk en Luxemburg?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 9 van de heerAndré Perpète van 9 januari 2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.3. Avez-vous une idée des quantités de drogue quetransitent par la province de Luxembourg?4. Des contrôles renforcés sont-ils prévus dans laprovince de Luxembourg?5. Des collaborations aux frontières avec nosvoisins français et luxembourgeois sont-elles prévues?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 9 de M. André Perpète du 9 janvier2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à sesquestions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 133525 - 2 - 20081. De federale Wegpolitie DAH heeft tijdenscontroles op de autosnelwegen en de hoofdwegen vande provincie Luxemburg 828 gr drugs in beslag genomenin 2006 en 8 688 gr in 2007.De federale spoorwegpolitie SPC heeft tijdenscontroles op het spoorwegnet van de provincieLuxemburg 834 gr drugs in beslag genomen in 2006 en239 gr in 2007.2. De federale Wegpolitie heeft in 2007 53 georganiseerdecontroles uitgevoerd.De SPC voerde twaalf georganiseerde controles uit,georiënteerd op verdovende middelen.1. Lors de contrôles sur les autoroutes et routesprincipales de la province de Luxembourg, la policefédérale de la Route DAH a saisi 828 gr de drogues en2006 et 8 688 gr en 2007.Lors de contrôles sur le réseau ferroviaire, la policefédérale des chemins de fer SPC a saisi 834 gr de droguesen 2006 et 239 gr en 2007.2. La police fédérale de la Route a exécuté 53contrôles organisés en 2007.La SPC a effectué douze contrôles organisés orientésvers les stupéfiants.3. Die hoeveelheden zijn niet bekend. 3. Ces quantités ne sont pas connues.4. In 2007 werden in de provincie Luxemburg12 FIPA-controles (full integrated police actions),georganiseerd, gericht op drugsmokkel, mensensmokkelen diefstallen. Van deze 12 controles waren er6 specifiek gericht naar de drugsproblematiek.Daarenboven werden enkel in het arrondissementMarche en Famenne nog eens 2 FIPA controles gehoudengericht naar de drugsmokkel.4. En 2007, 12 contrôles de type FIPA (full integratedpolice actions) ont été organisés en province duLuxembourg (Marche et Arlon), orientés vers ladrogue, la traite des êtres humains et les vols. Parmices 12 contrôles, 6 étaient particulièrement axés sur laproblématique de la drogue. En plus, 2 contrôles FIPAorientés vers le traffic de drogues ont été exécutésuniquement dans l’arrondissement de Marche enFamenne.In 2008 zal deze inspanning verdergezet worden. Cet effort sera continué en 2008.De SPC voorziet acht grootscheepse controles in La SPC prévoit huit contrôles d’envergure en 2008.2008.5. Samenwerking vindt daadwerkelijk plaats in hetraam van de FIPA-acties.De georganiseerde controles van SPC worden uitgevoerdin samenwerking met de Belgische en de Luxemburgsedouane, de Luxemburgse politie en de lokalepolitiezones van Arlon en Marche-en-Famenne.De Luxemburgse politie heeft onlangs als waarnemerdeelgenomen aan een drugsactie op de treinentussen Maastricht en Luik.5. Des collaborations ont effectivement lieu dans lecadre des actions FIPA.Les contrôles organisés de la SPC sont exécutés encollaboration avec les douanes belges et luxembourgeoises,la police luxembourgeoise et les zones depolice locale d’Arlon et de Marche-en-Famenne.La police luxembourgeoise a participé dernièrement,en tant qu’observateur, à une opération droguessur les trains entre Maastricht et Liège.DO 2007200800918 DO 2007200800918Vraag nr. 15 van mevrouw Sarah Smeyers van 9 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Begeleiding door politie-escortes op de openbare weg.Onder speciale omstandigheden kunnen bepaaldepersonen — bijvoorbeeld de koninklijke familie —gebruik maken van politie-escortes die hen begeleidenop de openbare weg.1.a) Wie komt wel/niet in aanmerking voor zo’n politie-escorte?Question n o 15 de M me Sarah Smeyers du 9 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Accompagnement par des escortes de police sur la voiepublique.Dans des circonstances particulières, certainespersonnes — par exemple, la famille royale — peuventse faire accompagner par des escortes de police sur lavoie publique.1.a) Qui peut ou ne peut pas se faire accompagner parune escorte de police?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1336 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Wanneer wel/niet? b) Quand ces escortes sont-elles autorisées? Quandne le sont-elles pas?2. Bestaan er afspraken tussen de minister en depolitie en/of de politie onderling over de voorwaardenen de uitvoering van politiebegeleiding op de openbareweg?3. Kan u een overzicht geven — per provincie —van het aantal gegeven politie-escortes in 2005, 2006 en2007?4. Burgers die zich beroepsmatig vaak op de wegbegeven, klagen erover dat politie-escortes zich somsonnodig agressief opstellen in het verkeer of onnodigerisico’s nemen die andere weggebruikers in gevaarbrengen.2. Des accords ont-ils été conclus entre le ministreet la police et/ou au sein de la police à propos desconditions et de la mise en œuvre d’une escorte depolice sur la voie publique?3. Pouvez-vous fournir un aperçu, par province, dunombre d’escortes de police autorisées en 2005, en2006 et en 2007?4. Les citoyens qui se déplacent régulièrement sur lavoie publique à titre professionnel se plaignent du faitque les escortes de police adoptent parfois sans raisonun comportement agressif dans la circulation ou prennentdes risques inutiles mettant en danger les autresusagers de la route.a) Bent u op de hoogte van deze praktijken? a) Avez-vous connaissance de ces pratiques?b) Hoe moeten de begeleidende agenten de afwegingmaken tussen de veiligheid op de weg en de veiligheidvan de persoon voor wiens begeleiding zij instaan?b) Comment les agents accompagnateurs peuvent-ilstrouver l’équilibre entre la sécurité sur la route etla sécurité de la personne qu’ils accompagnent?c) Wat is uw visie hierover? c) Quel est votre point de vue à ce sujet?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 15 van mevrouwSarah Smeyers van 9 januari 2008 (N.):1. Er zijn twee soorten politie-escortes, namelijk de«verkeersescorte» en de «veiligheidsescorte». Deverkeersescorte is eerder protocollair en/of verkeersfaciliterend.De veiligheidsescorte is gebaseerd op eenconcrete veiligheidsdreiging en wil om veiligheidsredenenmaximaal mobiel blijven.De bevoegde instantie voor het toekennen van politie-escortesaan personaliteiten is de algemene directieCrisiscentrum, die ter zake beslist in naam van deminister van Binnenlandse Zaken. De ministeriëlerichtlijn MFO-5 en het op 8 februari 2000 afgeslotenprotocolakkoord tussen de ministers van BinnenlandseZaken, Buitenlandse Zaken en Justitie vormen hiertoede basis.Er wordt steeds een politie-escorte toegekend aan deverplaatsingen van de Koning, de Koningin en deKroonprins. Evenzeer zal er steeds een politie-escorteworden toegekend aan de verplaatsingen van buitenlandsestaatshoofden en regeringsleiders, alsook aande officiële verplaatsingen van de ministers van buitenlandsezaken, die op bezoek zijn in België. In functievan het bestaan van een concrete dreiging kan de algemenedirectie Crisiscentrum ook een escorte opleggenvoor sommige andere personaliteiten die aanwezig zijnin ons land.Bedreigde personaliteiten, overheids-functionarissenen magistraten kunnen ook door een politie-escorteRéponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 15 de M me Sarah Smeyers du9 janvier 2008 (N.):1. Il existe deux sortes d’escortes de police, à savoir«l’escorte de circulation» et «l’escorte de sécurité».L’escorte de circulation est plutôt protocolaire et/ouvise à faciliter la circulation. L’escorte de sécurité estbasée sur une menace concrète à l’égard de la sécuritéet tient à rester pour des raisons de sécurité autant quepossible mobile.L’instance compétente pour l’attribution d’escortesde police aux personnalités est la direction Généraledu Centre de Crise qui décide en la matière au nom duministre de l’Intérieur. La directive ministérielle MFO5 et le protocole d’accord signé le 8 février 2000 entreles ministres de l’Intérieur, des Affaires étrangères et dela Justice forment une base à ceci.Une escorte de police est toujours octroyée lors desdéplacements du Roi, de la Reine et du Prince Héritier.Une escorte de police sera également toujours prévuepour les déplacements des chefs d’état étrangers et deschefs de gouvernement ainsi que pour les déplacementsofficiels des ministres des affaires étrangères envisite en Belgique. En fonction de l’existence d’unemenace concrète, la direction Générale Centre de Crisepeut également imposer une escorte pour certainesautres personnalités présentes dans notre pays.Les personnalités, les fonctionnaires publics et lesmagistrats menacés peuvent également être protégésKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 133725 - 2 - 2008beschermd worden. Dit gebeurt dan in het raam vaneen officiëel bedreigingdossier bij het parket. Ook hierwordt de maatregel opgelegd door de algemene directieCrisiscentrum. Uitzonderlijk en bij hoogdringendheidkan deze maatregel reeds worden uitgevoerddoor de territoriaal bevoegde politiedienst en zal dealgemene directie Crisiscentrum deze zo snel als mogelijkbevestigen of aanpassen. De omzendbriefnr. Col 6/2004 van 1 maart 2004 het College vanprocureurs-generaal bij de Hoven van Beroep vormthiertoe de basis.Een andere basis waarop een politie-escorte vanfysieke personen mogelijk is, betreft de algemeneopdracht van politie met betrekking tot de openbareorde en veiligheid [politie over het wegverkeer, tenallen tijde het verkeer vrijhouden, het koninklijkbesluit op de noodplanning (rampen), ...]. Debevoegde overheid is hier de bestuurlijke politieoverheiddie verantwoordelijk is voor het beheer van hetevenement (bijvoorbeeld de burgemeester). In ditbreed raam behoort een politie-escorte zo mogelijk tothet totale maatregelenpakket. Zo kan de politie bij eenramp overgaan tot escorte van de ziekenwagens of vande provinciegouverneur.2. De taakverdeling op het vlak van de verkeersescortesvoor personaliteiten geschiedt op basis van hetin 2000 afgesloten protocolakkoord tussen de ministersvan Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken enJustitie. Binnen de Brusselse agglomeratie zal de lokalepolitie van Brussel-Eisene één escorte-dispositief perdag voor haar rekening nemen. De bijkomende escortesin deze agglomeratie worden uitgevoerd door defederale wegpolitie.Voor de escortes naar aanleiding van grote bijeenkomstenvan internationale organisaties (bijvoorbeeldeen Europese Top) geldt een specifiek samenwerkingsverbandtussen deze diensten.Buiten de Brusselse agglomeratie worden de escortesbijna steeds door de federale wegpolitie uitgevoerd.Daarnaast leert het algemeen politiereferentiekaderelke politiemens dat hij dient te streven naar een optimaalevenwicht tussen de veilige en efficiënte uitvoeringvan zijn politieopdracht en een minimale hindervoor de bevolking. Deze basishouding is in principedoor iedere escorte-uitvoerder gekend en wordt doorde territoriale chefs regelmatig herhaald in operatieordersen briefings.Verder is de omzendbrief nr. Col 16/2006 van 6 september2006 uitgaande van het college van procureursgeneraalbij de Hoven van Beroep zeer normerendvoor wat betreft het huidige verkeersgedrag van prioritairevoertuigen en politievoertuigen in opdracht.par une escorte de police. Ceci se fait alors toutefoisdans le cadre d’un dossier officiel de menace auparquet. Ici aussi la mesure est imposée par la directionGénérale Centre de Crise. Exceptionnellement eten cas d’extrême urgence, cette mesure peut déjà êtreexécutée par le service de police territorialementcompétent et la direction Générale du Centre de Crisela confirmera ou l’adaptera aussi vite que possible. Lacirculaire n o Col 6/2004 du 1 er mars 2004 du Collègedes procureurs généraux près les Cours d’appel enconstitue la base.Une autre base permettant l’escorte de police d’unepersonne physique, concerne la mission générale de lapolice relative à l’ordre public et à la sécurité [policede la circulation routière, libération à tout moment lacirculation, l’arrêté royal relatif à la planificationd’urgence (catastrophes), ...]. L’autorité compétenteest ici l’autorité de la police administrative responsablede la gestion de l’événement (par exemple le bourgmestre).Dans ce large cadre, l’escorte de police fait sipossible partie de l’ensemble des mesures. En cas decatastrophe, la police peut ainsi procéder à l’escortedes ambulances ou du gouverneur de province.2. La répartition des tâches au niveau des escortesde circulation des personnalités se fait sur la base duprotocole d’accord conclu en 2000 entre les ministresde l’Intérieur, des Affaires étrangères et de la Justice.Au sein de l’agglomération bruxelloise, la police localede Bruxelles-lxelles assurera un dispositif d’escorte parjour. Les escortes supplémentaires dans cette agglomérationseront exécutées par la police fédérale de laroute.Pour les escortes à l’occasion d’importantes réunionsd’organisations internationales (par exemple unsommet européen), un accord de coopération spécifiqueest valable entre ces services.En dehors de l’agglomération bruxelloise, les escortessont presque toujours réalisées par la police fédéralede la route.En outre, le cadre de référence général de la policeapprend à chaque policier qu’il doit viser un équilibreoptimal entre l’exécution sécurisée et efficace de samission de police et une nuisance minimale pour lapopulation. Ce comportement de base est en principeconnu par chaque exécuteur d’escorte et est répétérégulièrement par les chefs territoriaux dans les ordresd’opérations et les briefings.Par ailleurs, la circulaire n o Col 16/2006 du 6 septembre2006 émanant du collège des procureurs générauxprès les Cours d’appel est très normative en cequi concerne le comportement routier actuel des véhiculesprioritaires et policiers en mission.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1338 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Snelheidsbeperkingen gelden niet voor politievoertuigenof prioritaire voertuigen wanneer een dringendeopdracht het rechtvaardigt.Bovendien mag een prioritair voertuig in dringendeopdracht een rood licht voorbijrijden op voorwaardedat het speciale geluidstoestel wordt gebruikt, na tehebben gestopt, en op voorwaarde dat zulks geengevaar oplevert voor de andere weggebruikers. Dezevoorwaarden zijn cumulatief. Als de bestuurders vanprioritaire voertuigen deze wettelijke regels nalevenworden ze niet vervolgd door het parket.Toegepast op een politie-escorte van een personaliteithoudt dit concreet in dat deze escorte sneller magrijden dan de ter plaatse toegelaten snelheid wanneerhet blauw zwaailicht in werking is, maar dat diezelfdeescorte slechts een rood verkeerslicht mag voorbijrijdenals (ook) het geluidstoestel in werking is, na tehebben gestopt en zonder gevaar voor de andereweggebruikers.3. Voor 2005 beschikken wij niet over betrouwbarecijfers wat betreft de door de federale wegpolitie uitgevoerdemotor-escortes voor personaliteiten. De DienstKoninklijke Paleizen van de federale politie voerde in2005 202 motor-escortes voor personaliteiten uit.In 2006 voerde de federale wegpolitie 568 motorescortesvoor personaliteiten uit. In datzelfde jaar voerdede Dienst Koninklijke Paleizen van de federale politie174 motor-escortes voor personaliteiten uit.In 2007 voerde de federale wegpolitie 636 motorescortesvoor personaliteiten uit. In datzelfde jaar voerdede Dienst Koninklijke Paleizen van de federale politie184 motor-escortes voor personaliteiten uit.De cijfers voor de lokale politie en voor de militairepolitie zijn mij niet bekend.4.a) In tegenstelling tot wat de vraag laat uitschijnen,zijn er zeer weinig klachten over motor-escortesbekend bij de politie. In 2007 werd er precies éénklacht geregistreerd. Uiteraard worden alle gevallen,die aan de bevoegde instanties worden gemeld,ook onderzocht.Les limitations de vitesse ne valent pas pour les véhiculesde police ou les véhicules prioritaires lorsqu’unemission urgente le justifie.De plus, un véhicule prioritaire en mission urgentepeut passer un feu rouge à condition d’utiliserl’appareil sonore spécial, après avoir marqué l’arrêt età condition qu’il ne mette pas en danger les autresusagers de la route. Ces conditions sont cumulatives.Si les chauffeurs de véhicules prioritaires respectent cesrègles légales, ils ne sont pas poursuivis par le parquet.Appliqué à une escorte de police d’une personnalité,ceci signifie concrètement que cette escorte peut roulerplus vite que la vitesse autorisée sur place lorsque legyrophare bleu fonctionne mais cette même escorte nepeut dépasser un feu de signalisation rouge que lorsquel’appareil sonore fonctionne (en même temps) etqu’après s’être arrêté pour les autres usagers.3. Nous ne disposons pas pour 2005 de chiffresfiables en ce qui concerne les escortes motocyclistesréalisées par la police fédérale de la route pour lespersonnalités. Le service des Palais royaux de la policefédérale a réalisé en 2005, 202 escortes motocyclistespour des personnalités.En 2006, la police fédérale de la route a réalisé 568escortes motocyclistes. Cette même année, le Servicedes Palais royaux de la police fédérale a assuré 174 escortesmotocyclistes pour des personnalités.En 2007, la police fédérale de la route a réalisé636 escortes de police pour des personnalités. Cettemême année, le Service Palais royaux de la police fédéralea assuré 184 escortes motocyclistes pour despersonnalités.Je ne connais pas les chiffres pour la police locale etla police militaire.4.a) Contrairement à ce que la question laisse supposer,très peu de plaintes sur les escortes motocyclistessont connues à la police. Une seule plainte a étéenregistrée en 2007. Tous les cas signalés aux instancescompétentes sont évidemment examinés.b) De verantwoordelijke voor een escorte zal eenafweging moeten maken op basis van de algemeneprincipes van wettelijkheid, proportionaliteit ensubsidiariteit. Hij zal daarbij het doel van zijnopdracht (mobiliteit versus veiligheid) en deconcrete omstandigheden voor ogen moetenhouden (dreiging, verkeerssituatie, zichtbaarheid,...). Hierbij zal hij of zij onder meer de beslissingnemen of het blauw zwaailicht en/of het geluidstoestelzullen gebruikt worden. Daarbij dient opgeb)Le responsable d’une escorte devra réaliser uneévaluation sur la base des principes généraux delégalité, proportionnalité et subsidiarité. Il devratenir compte de sa mission (mobilité voision sécurité)et des circonstances concrètes (menace, situationroutière, visibilité, ...). Il ou elle prendranotamment la décision d’utiliser ou pas le gyropharebleu et/ou l’appareil sonore. Il faut soulignerqu’en principe on ne vise pas la vitesse mais plutôtun passage continu et fluide de l’escorte. PendantKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 133925 - 2 - 2008merkt dat in principe niet snelheid wordt beoogd,maar eerder een continue en vlotte voortgang vande escorte. Tijdens de opleiding worden een aantaltechnieken aangeleerd om deze escorte op eenvlotte en zo veilig mogelijke wijze uit te voeren.c) De zorg voor de veiligheid van een persoon mag deveiligheid van een ander niet ernstig in het gedrangbrengen. Het moet echter duidelijk zijn dat eenescorte steeds een zeker risico zal inhouden. Doorde aangeleerde en gebruikte technieken wordtechter getracht dit risico steeds tot een minimum tebeperken en dit in overeenstemming met de bedreigingdie op een VIP rust. Het spreekt voor zich datgeen risico’s mogen genomen worden louter voorhet kunnen opvolgen van tijdschema’s en programma’s.De aangewende modaliteiten en technieken moetenbovendien regelmatig aan een kritische evaluatieonderworpen worden om in te spelen op de veranderendeomgeving. Het actueel gehanteerde referentiekadervan de federale wegpolitie is inderdaad al enkelejaren oud en werd daarom het voorbije jaar geëvalueerddoor een werkgroep van deze dienst. Ik zal henvragen om kortelings de bemerkingen en eventueleverbetervoorstellen aan mij en de andere betrokkendiensten voor te stellen.la formation, plusieurs techniques sont enseignéespour réaliser cette escorte de la manière la plusfluide et sûre possible.c) Le souci pour la sécurité d’une personne ne peutpas nuire sévèrement à la sécurité d’une autrepersonne. Il est toutefois clair qu’une escorteentraînera toujours un certain risque. Les techniquesenseignées et utilisées visent à limiter cerisque au minimum et ce, conformément à lamenace touchant le VIP. Il va de soi qu’aucunrisque ne peut être pris pour la simple raison depouvoir suivre un horaire et un programme.Les modalités et techniques utilisées doivent enoutre être régulièrement soumises à une évaluationcritique afin de s’adapter au milieu changeant. Lecadre de référence de la police routière fédérale actuellementutilisé a déjà effectivement quelques années et adonc été réévalué l’an dernier par un groupe de travailde ce service. Je leur demanderai de présenter brièvementleurs remarques et éventuelles propositionsd’amélioration à moi-même et aux autres services concernés.DO 2007200800938 DO 2007200800938Vraag nr. 18 van de heer Peter Logghe van 9 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Burgers in dienst van de politie.In de nasleep van de aanslag op 11 september 2001wensten de politiediensten meer prioriteit op debestrijding van terrorisme of mogelijke terroristischegroeperingen. Hierbij werd in een vrij vroeg stadiumin de pers melding gemaakt van een tekort aangeschoold personeel. Naar aanleiding van de alarmfasein en rond Brussel rond de jaarwisseling maaktende politiediensten bekend ook gewone burgers tewillen aanwerven voor de cel terrorismebestrijding.Volgens een woordvoerder zoekt men hierbij naarmensen met een zeer specifiek profiel: mensen dieArabisch spreken of de islam door en door kennen,computerexperts en boekhouders.Enkele concrete vragen rijzen in verband met statuuten organisatie van deze burgers.1.a) Hoeveel islamspecialisten denkt men te moetenaanwerven?Question n o 18 de M. Peter Logghe du 9 janvier 2008(N.) au ministre de l’Intérieur:Civils au service de la police.Après les attentats du 11 septembre 2001, les servicesde police ont souhaité accorder une priorité accrueà la lutte contre le terrorisme ou d’éventuels groupesterroristes. À cet égard, la presse a fait état, à un staderelativement précoce, d’un manque de personnel qualifié.Lorsqu’a été déclenché l’état d’alerte à Bruxelles àla fin de l’année dernière, les services de police ontannoncé qu’ils souhaitaient également engager desimples citoyens pour la cellule de lutte contre le terrorisme.Selon un porte-parole, les services de policerechercheraient des personnes présentant un profil trèsspécifique, à savoir des personnes parlant l’arabe ouayant une connaissance approfondie de l’islam, desspécialistes en informatique et des comptables.Quelques questions concrètes se posent à propos dustatut de ces civils et des conditions dans lesquelles ilsseraient recrutés.1.a) Combien de spécialistes de l’islam envisage-t-ondevoir engager?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1340 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Hoeveel computerexperts en hoeveel boekhouders?2.a) Onder welk statuut vallen deze mensen?b) Vallen zij onder het statuut van politiemensen ofblijven ze gewone ambtenaren?c) Krijgen zij een tijdelijk contract of worden zij vooronbepaalde tijd aangeworven?3. De bedoeling van de politiediensten is blijkbaardeze mensen een verkorte opleiding te geven, zodat zijversneld op de werkvloer kunnen worden ingezet.b) Combien de spécialistes en informatique etcombien de comptables?2.a) Quel sera le statut de ces personnes?b) Auront-ils le même statut que les policiers ou resteront-ilsde simples fonctionnaires?c) Recevront-ils un contrat temporaire ou seront-ilsengagés pour une durée indéterminée?3. L’objectif des services de police serait de dispenserune courte formation aux civils en question afinqu’ils puissent être opérationnels très rapidement.a) Wat bedoelt men met verkorte opleiding? a) Que faut-il entendre exactement par la notion decourte formation?b) Betekent het dat deze mensen later de overstapnaar de politie niet kunnen maken?4.a) Wat betreft de verantwoordelijkheid van deze antiterreurspecialisten:worden zij voor fouten in deuitoefening van hun functie gedekt door de politieof vallen zij daarbuiten?b) Op welke manier is hun verantwoordelijkheidingedekt?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 18 van de heerPeter Logghe van 9 januari 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.De noodzaak om een grotere politiecapaciteit teoriënteren naar de bestrijding van het terrorisme staat,gelet op de evolutie van de laatste jaren, buiten kijf.Dit geldt inzonderheid voor de onderzoeksafdelingvan de federale gerechtelijke politie Brussel die zichspecifiek inzet op het gebied van de terrorismebestrijding.Om de volledige capaciteit van die onderzoeksafdelingte kunnen invullen, heeft de federale politie mijdan ook om een bijkomende aanwerving verzocht vanhoofdinspecteurs met bijzondere specialisatie en, inbijkomende orde, van een aantal personeelsleden vanhet administratief en logistiek kader met een specifiekdiploma (tolk Arabisch Islamoloog). Uiteraard zalhierbij rekening moeten worden gehouden met de beschikbarebudgettaire ruimte.In het raam van die aanwervingen zullen de statutairvoorziene wervings-en opleidingsprocedures wordentoegepast, in casu evenwel gericht op de specifieke,dringende behoefte binnen de federale gerechtelijkepolitie Brussel.Dit neemt uiteraard niet weg dat daar waar nodig,en ik denk hierbij inzonderheid aan de personeelsledenb) Cela signifie-t-il que ces personnes ne pourront pasrejoindre ultérieurement la police?4.a) En ce qui concerne la responsabilité de ces spécialistesde la lutte contre le terrorisme: sont-ils ounon couverts par la police pour les erreurs commisesdans l’exercice de leur fonction ?b) De quelle manière leur responsabilité est-ellecouverte?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 18 de M. Peter Logghe du 9 janvier2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après réponse à sesquestions.La nécessité d’orienter une plus grande capacitépolicière vers la lutte contre le terrorisme est, vul’évolution de ces dernières années, incontestable.Cela vaut surtout pour la division de recherche de lapolice judiciaire fédérale de Bruxelles qui s’emploietout particulièrement dans le domaine de la luttecontre le terrorisme.Afin de pouvoir remplir complètement la capacitéde cette division de recherche, la police fédérale a sollicitéun engagement complémentaire d’inspecteursprincipaux avec spécialité particulière et, subsidiairement,d’un nombre de membres du personnel du cadreadministratif et logistique possédant un diplôme spécifique(interprète arabe -islamologue). À cet égard, ilconviendra évidemment de tenir compte de la margebudgétaire disponible.Dans le cadre de ces engagements, les procéduresstatutaires de recrutement et de formation prévuesseront appliquées, en l’espèce toutefois axées sur lesbesoins spécifiques et urgents au sein de la police judiciairefédérale de Bruxelles.Cela n’empêche toutefois pas que là où cela s’avèrenécessaire, et je pense ici tout particulièrement auxKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 134125 - 2 - 2008van het administratief en logistiek kader, in een specifiekeopleiding kan worden voorzien. Het komt echterde verantwoordelijken van de betrokken diensten toeom hierin de nodige initiatieven te nemen.Ten slotte wens ik nog aan te stippen dat op dealdus aangeworven personeelsleden dezelfde statutaireregels, onder andere inzake aansprakelijkheid, vantoepassing zullen zijn als ten aanzien van alle anderepersoneelsleden van de geïntegreerde politie.membres du personnel du cadre administratif et logistique,une formation spécifique puisse être prévue. Àcet égard, il revient toutefois aux responsables desservices concernés de prendre les initiatives nécessairesen la matière.Je souhaite enfin souligner que les membres dupersonnel ainsi engagés seront soumis aux mêmesrègles statutaires, notamment en matière de responsabilité,que tous les autres membres du personnel de lapolice intégrée.DO 2007200801008 DO 2007200801008Vraag nr. 23 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 januari2008 (Fr.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Treinongeval in Ham-sur-Heure/Nalinnes.Op 28 november 2007 reed een trein op een bestelwagenin te Ham-sur-Heure/Nalinnes in de provincieHenegouwen.Zes personen raakten gewond, maar hun verwondingenvielen gelukkig, gelet op de aard van het ongeval,al bij al nog mee.Volgens de getuigen was de bestuurder van de minibusnet voorbij de overweg gestopt om een kind op tepikken, maar de achterkant van het voertuig stak noguit op de sporen. Ondanks een noodstop kon de treinbestuurderde botsing niet vermijden.Nog steeds volgens de getuigen zou het belsignaaldat het sluiten van de spoorbomen aankondigt, nietgewerkt hebben. Blijkbaar werd de bestuurder dus nietgewaarschuwd voor de naderende trein.1. Wat zijn de voorlopige conclusies van het onderzoeknaar dat ongeval?2. Hoe staat het met de bewaking en het onderhoudvan de overwegen in België?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 23 van de heerJean-Marc Nollet van 10 januari 2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Betreffende de conclusies van het onderzoekmoet ik u doorverwijzen naar mijn collega de ministervan Justitie. Het proces-verbaal CH.81.CC.20006/07werd overgezonden aan het parket van de procureurdes Konings, afdeling politierechtbank te Charleroi.2. De monitoring en het onderhoud van de spooroverwegenhangen af van Infrabel, onderdeel van deNMBS groep. Gelieve dan ook uw vraag te richten aanQuestion n o 23 de M. Jean-Marc Nollet du 10 janvier2008 (Fr.) au ministre de l’Intérieur:Accident de train survenu à Ham-sur-Heure/Nalinnes.Le 28 novembre 2007, un train percutait unecamionnette à Ham-sur-Heure/Nalinnes en provincede Hainaut.L’accident a fait six blessés dont la gravité n’est,heureusement, pas trop importante pour un tel typed’accident.Selon les témoins, le chauffeur du minibus s’étaitarrêté juste après le passage à niveau afin de chargerun enfant, l’arrière du véhicule étant resté sur les voies.Malgré un freinage d’urgence, le conducteur du trainn’a pu éviter la collision.Toujours selon les témoins, la sonneried’abaissement des barrières n’aurait pas retenti. Lechauffeur n’aurait donc pas été averti de l’arrivéeimminente du train.1. Quelles sont les conclusions provisoires del’enquête menée à propos de cet accident?2. Qu’en est-il de la surveillance et de l’entretien despassages à niveau en Belgique?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 23 de M. Jean-Marc Nollet du10 janvier 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. Concernant les conclusions de l’enquête, je nepuis que vous renvoyer à mon collègue le ministre dela Justice. Le procès-verbal CH.81.CC.200066/07 a étéenvoyé au parquet du procureur du Roi, Tribunal depolice à Charleroi.2. La surveillance et l’entretien des passages àniveau dépendent de Infrabel, faisant partie du groupeSNCB. Je vous invite donc à vous adresser à ma collè-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1342 QRVA 52 01025 - 2 - 2008mijn collega de minister van Overheidsbedrijven.(Vraag nr. 246 van 25 februari 2008.)gue la ministre responsable des Entreprises publiques.(Question n o 246 du 25 février 2008.)DO 2007200801145 DO 2007200801145Vraag nr. 41 van de heer Pierre-Yves Jeholet van 14 januari2008 (Fr.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Question n o 41 de M. Pierre-Yves Jeholet du 14 janvier2008 (Fr.) au ministre de l’Intérieur:Aantal bommeldingen in 2007. Alertes à la bombe en 2007.1. Hoeveel bommeldingen of verdachte pakjeswerden er voor het jaar 2007 door uw diensten geregistreerd?2. Op welk soort plaatsen vooral (stations, enzovoort)?3. Welke procedure werd er gevolgd en welke stappenwerden er in dat verband gedaan?4. Stelt u een evolutie vast ten opzichte van devorige jaren?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 41 van de heerPierre-Yves Jeholet van 14 januari 2008 (Fr.):1. De dienst DJ P/Terrorisme en Sekten heeft voorwat 2007 betreft, kennis van 47 bommeldingen en23 verdachte pakketten.1. Pouvez-vous communiquer le nombre d’alertes àla bombe ou paquets suspects enregistrés par vos servicespour l’année 2007?2. À quels types d’endroits principalement (gares,etc.)?3. Quelle a été la procédure mise en place et lesdémarches suivies?4. Constatez-vous une évolution par rapport auxannées antérieures?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 41 de M. Pierre-Yves Jeholet du14 janvier 2008 (Fr.):1. Le service DJP/Terrorisme & Sectes a connaissance,pour 2007, de 47 annonces à la bombe et de23 colis suspects.2. Aangaande de gekende feiten, 2. De ces faits connus,— hadden er 15 betrekking op spoor- en metrostations;— 15 concernaient les gares et stations de métro;— hebben er zich 14 afgespeeld op de openbare weg; — 14 se sont produits sur la voie publique;— hadden er 11 betrekking op justitiepaleizen; — 11 concernaient des palais de justice;— hadden er 6 betrekking op ambassades; — 6 concernaient des ambassades;— hadden er 5 betrekking op officiële gebouwen; — 5 concernaient des bâtiments officiels;— hadden er 4 betrekking op luchthavens; — 4 concernaient les aéroports;— hadden er 2 betrekking op ziekenhuizen; — 2 concernaient des hôpitaux;— had er 1 betrekking op een postgebouw; — 1 concernait un bureau de poste;— had er 1 betrekking op een bank; — 1 concernait une banque;— hadden de overigen betrekking op diverse gebouwen(commerciële centra, scholen, ...).— le reste visait des bâtiments divers (centrescommerciaux, écoles, ...)3. Deze gekende feiten hebben geleid tot 3. Ces faits connus ont entraîné— een sweeping en een evacuatie in 22 gevallen; — dans 22 cas, une fouille et une évacuation;— een sweeping in 19 gevallen; — dans 19 cas, une fouille;— een evacuatie in 4 gevallen. — dans 4 cas, une évacuation.In de andere gevallen was het niet nodig een bijzonderemaatregel te nemen gelet op het feit dat de politiedienstenniets verdacht gevonden hebben bijaankomst op die plaatsen.Les autres cas n’ont nécessité aucune mesure particulièreétant donné que les services de police n’ont rientrouvé de suspect en arrivant sur les lieux.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 134325 - 2 - 2008In 2003 heeft de dienst DJ P/Terrorisme en Sekteneen handleiding «bomaanslag» gepubliceerd waarinalle maatregelen beschreven staan die genomenmoeten worden onder de leiding van de gezagsdragers.Deze handleiding werd ter beschikking gesteld van alleagenten van de geïntegreerde politie.4. In 2004 werd de dienst DJP/Terrorisme enSekten geïnformeerd over 122 bommeldingen en 48verdachte pakketten, in 2005 waren dit er respectievelijk84 en 53, in 2006 respectievelijk 52 en 31.Er kan dus een daling vastgesteld worden van hetaantal feiten.De cijfers dienen evenwel voorzichtig benaderd teworden: mogelijks werden niet alle meldingen medegedeeld.En 2003, le service DJP/Terrorisme et Sectes apublié un manuel «attentat à la bombe» dans lesquellessont décrites les mesures devant être prises sous ladirection des autorités. Ce manuel a été mis à dispositionde tous les policiers de la police intégrée.4. En 2004, le service DJP/Terrorisme et Sectes a étéinformé de 122 annonces à la bombe et de 48 colissuspects, en 2005 de 84 et 53, en 2006 de 52 et 31.Nous constatons dès lors une diminution dunombre total de faits.Il faut toutefois prendre ces chiffres avec prudence:il est possible que toutes les avis n’aient pas été transmis.DO 2007200801161 DO 2007200801161Vraag nr. 45 van de heer Pierre-Yves Jeholet van 14 januari2008 (Fr.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Stakingen. — Optreden van de politiediensten.1. Hoe vaak zijn de politiediensten moeten uitrukkennaar aanleiding van stakingen op het Belgischegrondgebied?2. Voor welk soort stakingen (in gevangenissen, bijtransportbedrijven, enzovoort)?3. Welke kosten brengen die opdrachten voor depolitiediensten mee?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 45 van de heerPierre-Yves Jeholet van 14 januari 2008 (Fr.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Een staking in openbare diensten of in een ondernemingkan een inzet van de politie tot gevolg hebbenvoor opdrachten van bestuurlijke- of van gerechtelijkepolitie.We kunnen de volgende voorbeelden vermelden:een ordedienst in het raam van een stakingspiket aande ingang van een fabriek, of van een betoging op deopenbare weg; een verkeersdienst tijdens een stakingin het openbaar vervoer; een bewakingsopdracht inhet raam van een staking van fondsenvervoerders.Het is echter niet mogelijk het aantal politieprestatiesweer te geven die verbonden zijn aan stakingen,behalve wat de inzet van politiemensen betreft voor debewaking van gevangenen ter gelegenheid van stakingenvan cipiers.Question n o 45 de M. Pierre-Yves Jeholet du 14 janvier2008 (Fr.) au ministre de l’Intérieur:Grèves. — Prestations des services de police.1. Pouvez-vous chiffrer le nombre de prestationsdes services de police à l’occasion de grèves sur le territoirebelge?2. Pour quels types de grève (milieu carcéral, entreprisesde transport, etc.)?3. Quel coût cela représente-t-il pour les services depolice?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 45 de M. Pierre-Yves Jeholet du14 janvier 2008 (Fr.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. Une grève dans des services public ou dans uneentreprise peut générer un engagement de la policepour des missions de police administrative ou depolice judiciaire.Citons les exemples suivants: un service d’ordredans le cadre d’un piquet de grève à l’entrée d’uneusine, ou d’une manifestation sur la voie publique; unservice de circulation lors d’une grève dans les tranportsen commun; une mission de surveillance dans lecadre d’une grève de transporteurs de fonds.Il n’est toutefois pas possible de citer le nombre deprestations policières liées à des grèves, sauf pour cequi concerne l’engagement de policiers pour la surveillancede détenus à l’occasion de grèves de gardiens deprison.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1344 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. Gelieve hieronder het aantal prestatie-uren vanpolitiemensen in 2006 en 2007 te willen vinden, voorde bewaking van gevangenen ter gelegenheid vanstakingen in Belgische gevangenissen.2. Veuillez trouver ci-dessous le nombre d’heuresde prestation de policiers en 2006 et en 2007, pour lasurveillance de détenus à l’occasion de grèves dans lemilieu carcéral belge.2006: 2006:— Federale politie: 14 445 — Police fédérale: 14 445— Lokale politie (HyCap): 14 748 — Police locale (HyCap): 14 748Totaal: 29 196 Total: 29 1962007: 2007:— Federale politie: 6 355 — Police fédérale: 6 355— Lokale politie (HyCap): 3 928 — Police locale (HyCap): 3 928Totaal: 10 283 Total: 10 2833. Gelieve hieronder de kostprijs te willen vindenvan de inzet van de federale politie en van de lokalepolitie (HyCap) in 2006 en 2007, voor de bewakingvan gevangenen ter gelegenheid van stakingen ingevangenissen.— 2006: 736 323 euro — 2006: 736 323 euros— 2007: 259 337 euro — 2007: 259 337 euros3. Veuillez trouver ci-dessous le coût de l’engagementde membres de la police fédérale et de la policelocale (HyCap) en 2006 et en 2007, pour la surveillancede détenus à l’occasion de grèves dans le milieu carcéral.DO 2007200801275 DO 2007200801275Vraag nr. 59 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Question n o 59 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Arbeidsongevallen bij politie. — Opleidingen. Accidents du travail au sein des services de police. —Formations.Onlangs nam het stadsbestuur van Antwerpen debeslissing om 660 agent terug naar de rijschool te sturenvoor een cursus defensief rijden. Ook lessen overrijden met een prioritair voertuig staan geagendeerd.Deze beslissing werd genomen nadat de cijfers werdenbekendgemaakt dat de politie betrokken was bij meerdan 400 ongevallen op één jaar.1. Bij hoeveel ongevallen op jaarbasis is de politiein totaal betrokken geraakt?L’administration communale d’Anvers a décidérécemment d’inscrire 660 agents de police à un coursde conduite défensive. Des cours de conduite d’unvéhicule prioritaire figurent également au programme.Cette décision a été prise après la publication de chiffresqui indiquent que la police était impliquée dansplus de 400 accidents en l’espace d’un an.1. Dans combien d’accidents la police a-t-elle étéimpliquée, sur une base annuelle?2. Hoe is de gewestelijke verhouding? 2. Quelle est la répartition par Région?3. Zijn er naast Antwerpen andere significante uitschietersop vlak van ongevallen?4. Worden zulke opleidingen ook in andere politiezonesin het vooruitzicht gesteld?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 59 van de heerMichel Doomst van 17 januari 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.3. Y a-t-il, en dehors d’Anvers, d’autres zones depolice où le nombre d’accidents est particulièrementélevé?4. De telles formations sont-elles également prévuesdans d’autres zones de police?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 59 de M. Michel Doomst du17 janvier 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àses questions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 134525 - 2 - 2008Uit de manier waarop uw vraag geformuleerd is,veronderstel ik dat u vraagt naar de betrokkenheid vanpolitieambtenaren bij verkeersongevallen en niet vanarbeidsongevallen in het algemeen.De Vaste Commissie van de Lokale Politie verzameltgeen cijfergegevens van de 196 lokale korpsen; defederale politie deelde mij onderstaande gegevens meevan verkeersongevallen waarin haar leden betrokkenwaren.In 2006 waren federale politiebeambten betrokkenin 282 verkeersongevallen in dienstverband en in135 verkeersongevallen woon-werk verkeer.Ik heb geen weet van een behoefte aan bijkomenderijopleidingen voor politiebeambten.Vu la façon dont est formulée votre question, jesuppose que vous demandez des renseignements surl’implication des policiers dans des accidents de circulationet non dans des accidents de travail.Le Commission Permanente de la Police Locale necollecte pas de statistiques sur les 196 corps de lapolice locale; la police fédérale m’a communiqué lesdonnées suivantes quant à l’implication de ses membresdans des accidents de circulation.En 2006 les policiers fédéraux étaient impliqués, enservice, dans 282 accidents de roulage et dans135 accidents sur le chemin du travail.Je ne suis pas au courant de nouveaux besoins deformations de conduite pour les policiers.DO 2007200801289 DO 2007200801289Vraag nr. 62 van de heer Geert Versnick van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Politiediensten. — Verwerking van processen-verbaal.De recente politiehervorming heeft gezorgd voor eenefficiëntere en doeltreffender werking van onze politiediensten.Deze kan en moet echter nog verbeteren. Zomoeten heel wat politiemensen bij het opstellen vaneen proces-verbaal dubbel werk leveren. Eerst wordtdeze schriftelijk opgemaakt. Daarna dient de politieagentop zijn kantoor de gegevens nog in zijn pc in tevoeren.1. Erkent u dat de huidige manier om processenverbaalte maken efficiënter kan gebeuren?2. Welke maatregelen overweegt u te nemen om depolitiediensten efficiënter te doen werken?3. Zijn er budgettaire mogelijkheden om politieagentenop het veld de nodige informatica te geven omhun werk efficiënter te doen verlopen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 62 van de heerGeert Versnick van 17 januari 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vragen.1. Zoals in de overige domeinen, betracht degeïntegreerde politie een maximale doeltreffendheidbij de redactie van de processen-verbaal.In vergelijking met hetgeen de politiediensten —federaal of lokaal — in het verleden gekend hebben,werd ter zake in meer dan één opzicht vooruitgangQuestion n o 62 de M. Geert Versnick du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Services de police. — Traitement des procès-verbaux.Si la récente réforme de nos services de police apermis d’en améliorer le fonctionnement, il restecependant beaucoup à faire. Ainsi, de nombreuxagents doivent accomplir un double travail lorsqu’ilsverbalisent: après avoir dressé les procès-verbaux parécrit, ils doivent encore introduire les données dansleur PC à leur bureau.1. Reconnaissez-vous que la procédure actuelled’établissement des procès-verbaux est susceptibled’amélioration?2. Quelles mesures comptez-vous prendre pouraméliorer le fonctionnement des services de police?3. Dispose-t-on de moyens budgétaires pour fourniraux agents de police du terrain l’équipement informatiquenécessaire pour effectuer leur travail plus efficacement?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 62 de M. Geert Versnick du17 janvier 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse àses questions.1. Comme dans les autres domaines, la police intégréerecherche l’efficacité maximale dans la rédactiondes procès-verbaux.Par rapport à ce que les services de police — fédérauxou locaux — ont connu par le passé, différentsprogrès ont été faits en la matière. Tout d’abord, desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1346 QRVA 52 01025 - 2 - 2008geboekt. Vooreerst werden beduidende inspanningengeleverd om een meervoudige codering van identiekegegevens te vermijden en op die manier een éénmaligevatting te garanderen. De nieuwe toepassingen respectereneveneens dit essentieel principe dat bijdraagt tothet meer efficiënt maken van het politiewerk.Bovendien werden «type»-processen-verbaal en-documenten ter beschikking van de politiedienstengesteld, ten einde een snelle, kwaliteitsvolle, éénvormigeen efficiënte verwerking van de ingezameldegegevens toe te laten.Ten slotte werd de toegang tot niet politionele maarnoodzakelijke informatie voor het opstellen vanprocessen-verbaal vereenvoudigd, om het oppikkenvan de beschikbare gegevens mogelijk te makenzonder ze manueel in het proces-verbaal te moetencopiëren.Natuurlijk moet het zoeken naar de maximaledoeltreffendheid een permanente zorg blijven.Het is evenzeer een feit dat het nemen van schriftelijkenota’s een essentieel middel blijft voor het navolgendopstellen van processen-verbaal.Het inzamelen van de noodzakelijke gegevens voorde vastellingen laat inderdaad niet altijd toe omonmiddellijk een coherent proces-verbaal op te stellenmet een synthese van alle informatie uitgaande vanverschillende bronnen (getuigen, slachtoffers, communicatiecentrum,...).Het inlichtingenschrift blijft dikwijls het excellenteinstrument om niet gestructureerde informatie te noteren,die nadien in een logische en begrijpelijke volgordezal moeten gezet worden.Bovendien kan het feit van zich op alle mogelijketerreinen te moeten begeven, in alle mogelijke enonder meer klimatologische omstandigheden, somsgedurende meerdere uren, het werk met draagbarePC’s bemoeilijken.Anderzijds gebruiken talrijke politiekorpsen voorgedrukteformulieren die manueel worden aangevuldop het terrein en in die staat bij de processen-verbaalworden gevoegd, zonder noodzaak van retranscriptievan de inhoud in een geïnformatiseerd systeem.Ten slotte, indien de omstandigheden het toelaten,is het reeds mogelijk om draagbare PC’s te gebruikenvoor het opstellen van processen-verbaal op hetterrein, hetzij met ISLP (het informaticasysteem van delokale politie), ofwel met FEEDIS (het informaticasysteemvan de federale politie).2. Verderzetten van: 2. Poursuivre:— het reeds geleverd werk met het oog op de vereenvoudigingvan de gebruikte informaticatoepassingenen, in die geest, het ter beschikking stellen vannog meer nationale documenten aan de gebruikers;efforts significatifs ont été faits pour éviter des encodagesmultiples de données identiques et garantir ainsila saisie unique. Les nouvelles applications développéesrespectent également ce principe essentiel contribuantà rendre le travail policier plus efficace.De plus, des procès-verbaux et des documents«types» ont été mis à la disposition des services depolice, afin de permettre un traitement rapide, de qualité,uniforme et efficace des informations recueillies.Enfin, l’accès aux informations non policières maisnécessaires pour rédiger des procès-verbaux a étésimplifié, pour permettre la récupération des donnéesdisponibles sans devoir les recopier manuellementdans le procès-verbal.Bien sûr, la recherche de l’efficacité maximale doitrester une préoccupation permanente.Il n’en reste pas moins vrai que la prise de notes écritesreste un moyen essentiel pour la rédaction ultérieurede procès-verbaux.En effet, la collecte de données nécessaires aux constatationsne permet pas toujours de rédiger immédiatementun procès-verbal cohérent synthétisant toutesles informations émanant de différentes sources(témoins, victimes, centre de communication, ...).Le carnet de renseignements reste bien souventl’instrument par excellence pour noter des informationsnon structurées qu’il faudra remettre postérieurementdans un ordre logique et compréhensible.De plus, le fait de devoir se rendre sur tous types deterrain, dans toutes sortes de circonstances dont climatiques,parfois pour plusieurs heures, peut rendre difficilele travail avec des PC portables.D’autre part, de nombreux corps de police utilisentdes formulaires préimprimés qui sont complétésmanuellement sur le terrain et joints en l’état auxprocès-verbaux, sans nécessité de retranscription ducontenu dans un système informatique.Enfin, lorsque les conditions le permettent, il estdéjà possible d’utiliser des PC portables pour la rédactiondes procès-verbaux sur le terrain, que ce soit avecl’ISLP (le système informatique des polices locales) ouavec FEEDIS (le système informatique de la policefédérale).— le travail déjà entrepris visant la simplification desapplications informatiques utilisées et, dans cetesprit, mettre davantage de documents nationaux àla disposition des utilisateurs;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 134725 - 2 - 2008— de regelmatige bijwerking van de informaticaprodukten,ter gelegenheid van de zeer talrijkewettelijke nieuwigheden en aanpassingen, om detaak van de gebruikers te faciliteren;— het behandelen van de aanvragen die kennis gevenvan nieuwe operationele behoeften die van aardzijn om de efficiënten operationele werking van degeïntegreerde politie voortdurend te verbeteren.3. Wat het het budgettaire aspect betreft, zijn ervoldoende mogelijkheden op het federale niveau en hetlokale niveau.— la mise à jour régulière des produits informatiques,à l’occasion des très nombreuses nouveautés etmodifications législatives, pour faciliter la tâchedes utilisateurs policiers;— le traitement des demandes relatant de nouveauxbesoins opérationnels et de nature à améliorer enpermanence le fonctionnement opérationnel efficacede la police intégrée.3. Quant à l’aspect budgétaire, il y a suffisammentde possibilités au niveau fédéral et au niveau local.DO 2007200801332 DO 2007200801332Vraag nr. 75 van de heer Bart Laeremans van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Federale verkiezingen. — Inschrijvingen van Belgenuit het buitenland. — Gemeenten van Brussel-Halle-Vilvoorde.Met mijn vraag wens ik een zicht te hebben op deevolutie van het aantal inschrijvingen van Belgen uithet buitenland bij de federale verkiezing in de gemeentenvan Brussel en Halle-Vilvoorde.Kan u derhalve voor elk van de negentien Brusselsegemeenten en voor elk van de 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde meedelen hoeveel landgenoten zich vanuithet buitenland hebben ingeschreven in 2003 en 2007?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 75 van de heerBart Laeremans van 17 januari 2008 (N.):Het geachte lid vindt hieronder het antwoord opzijn vraag.Hierbij het aantal inschrijvingen van Belgen die inhet buitenland verbleven — tijdens de federale wetgevendeverkiezingen van 2003 en 2007 — in de gemeentenvan de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.Question n o 75 de M. Bart Laeremans du 17 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Élections fédérales. — Inscriptions de Belges résidant àl’étranger. — Communes de Bruxelles-Hal-Vilvorde.Ma question vise à obtenir un aperçu de l’évolutiondu nombre d’inscriptions de Belges résidant àl’étranger pour les élections fédérales dans les communesde Bruxelles et de Hal-Vilvorde.Pourriez-vous, pour chacune des 19 communesbruxelloises et des 35 communes de Hal-Vilvorde, mepréciser combien de Belges résidant à l’étranger se sontinscrits pour les élections de 2003 et de[d65] 2007?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 75 de M. Bart Laeremans du17 janvier 2008 (N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.Ci-joint, le nombre d’inscriptions de Belges résidantà l’étranger — lors des élections législatives fédéralesde 2003 et de 2007 — dans les communes de lacirconscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde.2003 2007 2003 2007Anderlecht ...................................... 957 1 060 Anderlecht ...................................... 957 1 060Brussel ............................................ 8 196 6 961 Bruxelles ......................................... 8 196 6 961Elsene ............................................. 2 679 2 644 Ixelles ............................................. 2 679 2 644Etterbeek ........................................ 1 031 1 029 Etterbeek ........................................ 1 031 1 029Evere .............................................. 336 399 Evere .............................................. 336 399Ganshoren ...................................... 284 312 Ganshoren ...................................... 284 312Jette ................................................ 595 628 Jette ................................................ 595 628Koekelberg ...................................... 217 206 Koekelberg ...................................... 217 206Oudergem ....................................... 683 706 Auderghem ..................................... 683 706Schaarbeek ...................................... 1 254 1 346 Schaerbeek ...................................... 1 254 1 346KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1350 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801660 DO 2007200801660Vraag nr. 95 van de heer Hagen Goyvaerts van 30 januari2008 (N.) aan de minister van BinnenlandseZaken:Waterschade in 1998. — Uitbetaalde vergoedingen. —Terugvordering door Rampenfonds.Op 23 januari 2003 ondervroeg ik uw voorgangerover het feit dat na de bij koninklijk besluit van 18 november1998 erkende ramp (in dit geval de regenvalvan 13, 14 en 15 september 1998) een 200-tal landbouwerseen vergoeding ontvingen voor de waterschade,die zij evenwel nadien dienden terug te betalen (vraagP163, Integraal Verslag, Kamer, 2002-2003, Plenumvergadering,23 januari 2003, CRIV 50 PLEN 316,blz. 14). Uw voorganger stelde toen in het vooruitzichtdat zijn medewerkers initiatieven zouden nemen om deproblematiek in kaart te brengen teneinde te onderzoekenwat zou kunnen gedaan worden.Zelf pleitte ik er voor om de terugvorderingen vande vergoedingen teniet te doen.1. Werd die problematiek destijds effectief in kaartgebracht?2. Welke concrete stappen of initiatieven werdengenomen ten aanzien van de betrokken landbouwers?Question n o 95 de M. Hagen Goyvaerts du 30 janvier2008 (N.) au ministre de l’Intérieur:Dégâts causés par l’eau en 1998. — Indemnisationsversées. — Récupération par le Fonds des calamités.Le 23 janvier 2003, j’ai interrogé votre prédécesseursur la situation d’environ deux cents agriculteurs qui,à la suite de pluies reconnues comme calamité parl’arrêté royal du 18 novembre 1998 (il s’agissait enl’occurrence des pluies des 13, 14 et 15 septembre1998), ont reçu une indemnisation qu’ils ont toutefoisété invités à rembourser par la suite (question P163,Compte Rendu Intégral, Chambre, 2002-2003, Séanceplénière, 23 janvier 2003, CRIV 50 PLEN 316, p. 14).À l’époque, votre prédécesseur avait assuré que sescollaborateurs prendraient des initiatives pour dresserl’état de la question, afin d’examiner les possibilitésd’intervention.Personnellement, j’avais préconisé l’annulation deces demandes de remboursement.1. Un état de la question a-t-il effectivement étédressé à l’époque?2. Quelles démarches ou initiatives concrètes ontété prises vis-à-vis des agriculteurs concernés?3. Hoe is dit dossier tenslotte ten gronde afgerond? 3. Comment ce dossier a-t-il en fin de compte ététraité quant au fond?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 95 van de heerHagen Goyvaerts van 30 januari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat erinderdaad op 31 januari 2003 een vergadering inverband met de aangehaalde problematiek werdbelegd onder voorzitterschap van de kabinetschef vande toenmalige minister van Binnenlandse Zaken.Vertegenwoordigers van de landbouwsector warenhierop aanwezig.Uiteindelijk kwam men tot de conclusie dat deschade aan de maïs niet kon vergoed worden binnenhet kader van de als algemene ramp erkende hevigeregenval van 13, 14 en 15 september 1998 omdat nietvoldaan was aan de wettelijke vereiste van «rechtstreekse»schade en dit ondertussen door meer dan 100arresten van de hoven van beroep bevestigd werd.Maar, bewust van de precaire financiële situatie vanvele landbouwers, werd beslist de terugvorderingsprocedurezo menselijk mogelijk te laten verlopen.Geval per geval zouden de afbetalingsmodaliteitenmoeten onderzocht worden, rekening houdend metRéponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 95 de M. Hagen Goyvaerts du30 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de signaler à l’honorable membrequ’une réunion s’est en effet tenue le 31 janvier 2003relativement à la problématique évoquée, sous la présidencedu chef de cabinet du ministre de l’Intérieur del’époque.Des représentants du secteur agricole y participaient.On en arriva en définitive à la conclusion que lesdommages au maïs ne pouvaient être indemnisés dansle cadre des pluies intenses des 13, 14 et 15 septembre1998 reconnues en tant que calamité publique parcequ’il n’était pas satisfait à l’exigence légale de dommages«directs», ce qui avait entre-temps été confirmépar plus de 100 arrêts des Cours d’appels.Toutefois, étant donné la situation financière précairede nombreux agriculteurs, il fut décidéd’appliquer le plus humainement possible les procéduresde récupération. Les modalités de remboursementseraient examinées cas par cas, en tenant compte deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 135125 - 2 - 2008de grootte van het terug te betalen bedrag en de financiëlesituatie van het slachtoffer; dit is ook effectief zogebeurd.Gelet op hogergenoemd negatief standpunt werdtevens beslist dat aan de minister van Landbouw zougevraagd worden te onderzoeken of de ongunstigeweersomstandigheden van het najaar 1 998 niet inaanmerking konden komen voor een erkenning alslandbouwramp.Deze minister kwam echter tot de conclusie datonmogelijk kon ingegaan worden op het voorstel toterkenning als landbouwramp.l’ampleur du montant à rembourser ainsi que de lasituation financière de la victime; ainsi fut fait.Vu le point de vue négatif dont question plus haut ilfut également décidé de demander au ministre del’Agriculture d’examiner si les circonstances atmosphériquesdéfavorables de l’arrière-saison 1998 nepouvaient entrer en considération pour une reconnaissanceen tant que calamité agricole.Ce ministre fut toutefois amené à conclure qu’il étaitimpossible de donner suite à la proposition de reconnaissanceen tant que calamité agricole.DO 2007200801909 DO 2007200801909Vraag nr. 121 van mevrouw Jacqueline Galant van14 februari 2008 (Fr.) aan de minister vanBinnenlandse Zaken:Opleiding van gemotoriseerde superdouaniers.De taak van de douaniers is niet altijd gemakkelijk,dat staat buiten kijf. Maar is het echt nodig hen naarLuxemburg te sturen en hen een zware training te latenondergaan, opdat ze vrachtwagens zouden kunneninhalen die 90 kilometer per uur rijden?De kandidaten moeten een erg intensieve fysieketraining volgen, de paracommando’s waardig! Datmag blijken uit het feit dat slechts 24 van de tachtigkandidaten tot de stage werden toegelaten en datslechts tien van hen zijn geslaagd. Van de 24 kandidatenkwamen er vijf met open wonden in het ziekenhuisterecht.Die cijfers spreken mij dunkt boekdelen! Toch plantde administratie der Douane en Accijnzen in april 2008een nieuwe opleiding, teneinde een team samen te stellendat volstaat voor de 33 douanebrigades van onsland. Bedoeling is dat elke brigade twee motorrijderstoegewezen krijgt.1. Ik besef ten volle hoe belangrijk het is gemotiveerdemotorrijders in dienst te nemen. Maar is dateen reden om kandidaten uit te schakelen door middelvan een dag van fysieke proeven, waarbij ze bijvoorbeeldzoveel mogelijk push-ups, sit-ups, rekstokoefeningen,enz. per minuut moeten doen?2. Op welke manier zullen die tests hen helpen ommet de motor auto’s en vrachtwagens in te halen?3. Is een zo brute training, waarbij geen enkelemotorrijder er ongehavend van afkwam, wel gerechtvaardigd?4. Waarom worden ze voor die training trouwensnaar Luxemburg gestuurd?Question n o 121 de M me Jacqueline Galant du14 février 2008 (Fr.) au ministre de l’Intérieur:Formation des superdouaniers à moto.Il est évident que le travail des douaniers n’est pastoujours aisé. Mais est-il vraiment nécessaire de lesenvoyer au Luxembourg et leur faire subir unentraînement violent pour leur permettre de rattraperdes poids-lourds circulant à 90 km/h?Les candidats doivent subir un entraînement trèsphysique digne des para-commandos! La preuve, c’estque sur 80 postulants, 24 ont été admis au stage etseuls 10 ont réussi. Sur les 24 candidats, 5 ont terminéà l’hôpital pour blessures ouvertes.Je crois que ces chiffres sont éloquents! Pourtant, lesDouanes et Accises programment une nouvelle formationen avril 2008, et ce pour constituer une équipesuffisante pour les 33 brigades douanières du pays.L’objectif est de doter de deux motards chaquebrigade.1. Je suis consciente qu’il est important d’engagerdes motards motivés. Mais est-ce une raison pour leséliminer via une journée de tests physiques tels qu’unmaximum de pompages, d’abdos, de tractions, etc. àla minute?2. En quoi ce processus va-t-il aider les motards àrattraper les voitures et autres camions?3. Cet entraînement particulièrement violent, puisqueaucun motard ne s’en est sorti sans une seule égratignure,est-il justifié?4. En outre, pourquoi les envoyer au Luxembourg?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1352 QRVA 52 01025 - 2 - 20085. Beschikt ons land niet over een voldoende toegerustcentrum?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 121 vanmevrouw Jacqueline Galant van 14 februari 2008(Fr.):De opleiding die de Belgische douanier-motorrijdersin het Groot Hertogdom Luxemburg genieten, is dezelfdeals diegene de Franse Douane reeds jaren geeften noodzakelijk acht, met dezelfde dieptegang endoeltreffendheid.De Belgische Federale Politie en de Belgische MilitairePolitie kunnen de opleiding niet geven omdat henofwel de capaciteit ofwel deze specifieke opleidingontbreekt.De doorgedreven opleiding is in het eigen belangvan de motorrijders, want nodig om gepast te reagerenop moeilijke situaties. Dit is onlangs nog geblekentijdens de interceptie van wat bleek een weerspannigeautobestuurder te zijn.De eerste opleiding had minder laureaten omdat degemiddelde leeftijd van de kandidaten hoog lag. Metde twee sessie is dit gevoelig verbeterd. De derde sessiekondigt zich op dat vlak reeds positief aan.Het is niet de bedoeling om 2 motorrijders aan elkevan de 33 Motorbrigades toe te kennen. De bedoelingis om op 11 strategische plaatsen langs verkeersknooppuntenteams te huisvesten.5. Notre pays ne dispose-t-il pas de centre suffisammentéquipé?Réponse du ministre de l’Intérieur du 22 février2008, à la question n o 121 de M me Jacqueline Galantdu 14 février 2008 (Fr.):La formation que les motards douaniers belges ontreçue au Grand Duché de Luxembourg est la mêmeque celle dispensée par la Douane Française depuis desannées et estimée indispensable, avec le même niveauet la même efficacité.La Police Fédérale Belge et la Police Militaire Belgene peuvent dispenser cette formation car soit les capacitéssoit cette formation spécifique font défaut.La formation suivie est dans le seul intérêt desmotards car il leur est nécessaire de réagir de manièreappropriée aux situations difficiles. Cela s’est encorevu récemment lors d’une interception d’un conducteurde voiture vraisemblablement récalcitrant.Moins de lauréats avaient terminé la premièreformation car l’âge moyen des candidats était plusélevé. Lors de la deuxième session, cela s’est sensiblementamélioré. Sur ce plan, la troisième session serévèle déjà positive.Le but n’est pas d’allouer 2 motards à chacune des33 brigades motorisées. Le but est de placer des équipesà 11 endroits stratégiques le long des nœuds routiers.Minister van Buitenlandse ZakenMinistre des Affaires étrangèresDO 2007200800937 DO 2007200800937Vraag nr. 5 van de heer Guido De Padt van 9 januari2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Fileproblematiek. — Ambtenaren. — Pendelactiviteitvan en naar Brussel.De fileproblematiek is meer dan ooit een actueelthema. Een pasklaar antwoord om deze problematiekte bestrijden bestaat niet, laat staan dat er over de verschillendevoorstellen steeds eensgezindheid bestaat.Een aspect van deze problematiek, waarover bredeconsensus bestaat, is het absolute belang van het terugdringenvan de verplaatsingsbehoeften. In dat opzichtQuestion n o 5 de M. Guido De Padt du 9 janvier 2008(N.) au ministre des Affaires étrangères:Problème des embouteillages. — Fonctionnaires. —Navette vers Bruxelles.Le problème des embouteillages se trouve plus quejamais au centre de l’actualité. Il n’existe pas de solutionmiracle au problème et les différentes propositionsde solution qui sont émises ne font pas toujoursl’unanimité.Il existe par contre un large consensus à propos del’un des aspects du problème, à savoir la nécessitéabsolue de réduire les besoins de déplacement. LesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 135325 - 2 - 2008kan ook de overheid een belangrijke rol spelen.Momenteel brengt de overheid namelijk dagelijksgrote verplaatsingsstromen tot stand: het woonwerkverkeervan ambtenaren.1. Kan u een overzicht geven van het aantal ambtenarentewerkgesteld in de overheidsdiensten die onderuw bevoegdheid vallen en gevestigd zijn in Brussel?2. Werden in het verleden reeds initiatieven genomenom ambtenaren die in eenzelfde regio tewerkgesteldzijn, onder te brengen in een gebouw dat dichteraansluit bij hun woonplaats?3. Welke inspanningen werden op andere vlakkenreeds genomen om de pendelactiviteit van en naarBrussel te vermijden of te verminderen?4.a) Welke onderzoeksverrichtingen werden reedsdoorgevoerd om ervoor te zorgen dat de verplaatsingsbehoeftenvan de ambtenaren worden verminderd?pouvoirs publics ont également un rôle important àjouer dans ce cadre, dans la mesure où ils sont àl’origine d’un important flux de déplacement quotidien,à savoir celui des fonctionnaires se rendant à leurtravail.1. Pouvez-vous fournir un aperçu du nombre defonctionnaires occupés par les services publics ressortissantà votre compétence et établis à Bruxelles?2. Des initiatives ont-elles déjà été prises par lepassé pour regrouper les fonctionnaires, occupés dansune même région, dans un bâtiment plus proche deleur domicile?3. Quels efforts ont déjà été fournis dans d’autresdomaines pour éviter ou réduire les déplacementsquotidiens vers la capitale?4.a) Quelles récherches ont déjà été menées pour tenterde réduire les besoins de déplacement des fonctionnaires?b) Wat waren de resultaten daarvan? b) Quels ont été les résultats de ces recherches?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 18 februari 2008, op de vraag nr. 5 van de heerGuido De Padt van 9 januari 2008 (N.):Het Hoofdbestuur van de FOD BuitenlandseZaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking(Brussel) telt 1 441 personeelsleden.Het departement is omwille van de aard van zijn opdrachtenen activiteiten in België enkel gehuisvest inBrussel.Om de pendelactiviteit van en naar Brussel teverminderen is het departement gestart met een proefprojecttelewerk dat vandaag nog lopende is.Réponse du ministre des Affaires étrangères du18 février 2008, à la question n o 5 de M. Guido DePadt du 9 janvier 2008 (N.):L’Administration Centrale du SPF Affaires étrangères,Commerce extérieur et Coopération au développement(Bruxelles) compte 1 441 membres de personnel.Elle est, par la nature de ses missions et de ses activitésen Belgique, exclusivement localisée à Bruxelles.En vue d’une réduction des navettes au départ de etvers Bruxelles, un projet-pilote de télétravail a été misen route. Ce projet est actuellement toujours en cours.DO 2007200800961 DO 2007200800961Vraag nr. 8 van de heer Wouter De Vriendt van 10 januari2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Filippijnen. — Hanteren van een zwarte lijst door deFilippijnse overheid.De Amerikaanse mensenrechtenorganisatie HumanRights Watch bracht aan het licht dat de Filippijnseoverheid een zwarte lijst hanteert van 504 buitenlandersdie niet welkom zijn in het land: http://hrw.org/english/docs/2007/09/28/philip16961.htm.Op de lijst staan ook 20 Belgen waaronder verschillendeleden van de solidariteitsbeweging «Filippijnen-Question n o 8 de M. Wouter De Vriendt du 10 janvier2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Philippines. — Utilisation d’une liste noire par lesautorités philippines.L’organisation américaine de défense des droits del’homme Human Rights Watch a révélé que les autoritésphilippines avaient dressé une liste noire de 504étrangers qui ne sont pas les bienvenus dans le pays:http://hrw.org/english/docs/2007/09/28/philip16961.htm.Sur cette liste figurent également 20 Belges, parmilesquels des membres du mouvement de solidaritéKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1354 QRVA 52 01025 - 2 - 2008groepen België» die zich in het verleden kritisch uitgelatenhebben over de regering van Gloria Arroyo.Volgens de officiële documenten van het Filippijnseministerie van Justitie die Human Rights Watchpubliek maakte zouden de personen op de lijst bandenhebben met de Taliban of Al-Qaeda. Human RightsWatch stelt dat er geen aanwijzingen zijn dat dezebeschuldigingen kloppen. Volgens de officiële documentenzou de lijst sinds 10 augustus 2007 zijn opgeheven,maar het bestaan van deze lijst werd vroegersteeds geheim gehouden.1. Bent u op de hoogte van het bestaan van eenzwarte lijst die gebruikt wordt door de Filippijnseautoriteiten en het feit dat op deze lijst 20 Belgenstaan?2. Weet u of deze lijst effectief opgeheven werd ofwordt deze nog steeds gehanteerd?3. De beschuldigingen van banden met terroristischenetwerken zoals Taliban of Al-Qaeda zijnvolgens Human Rights Watch volledig uit de luchtgegrepen.Kan u dit bevestigen en welke stappen hebt u genomenom deze 20 landgenoten te beschermen tegen devalse beschuldigingen en mogelijke gevolgen van devermelding op de zwarte lijst?4.a) Hebt u enig protest laten blijken bij de Filippijnseautoriteiten tegen het gebruik van deze zwartelijst?«Filippijnengroepen België» qui ont critiqué legouvernement de Gloria Arroyo dans le passé. Selonles documents officiels du ministère de la Justicephilippin rendus publics par Human Rights Watch, lespersonnes qui figurent sur la liste entretiendraient desliens avec les Talibans ou Al-Qaeda. Selon HumanRights Watch, rien ne permet de confirmer ces allégations.À en croire les documents officiels, cette listeaurait été supprimée le 10 août 2007, mais son existenceavait toujours été gardée secrète auparavant.1. Êtes-vous au courant de l’utilisation d’une listenoire par les autorités philippines et du fait que20 belges y soient mentionnés?2. Savez-vous si cette liste a effectivement étésupprimée ou si elle est encore utilisée?3. Human Rights Watch estime dénuées de toutfondement les accusations de liens avec des réseauxterroristes tels que les Talibans ou Al-Qaeda.Pouvez-vous confirmer cette affirmation? Quellesdémarches avez-vous entreprises pour protéger ces20 compatriotes contre les fausses accusations portéescontre eux et les possibles conséquences de leurprésence sur cette liste noire?4.a) Avez-vous protesté auprès des autorités philippinescontre l’établissement de cette liste noire?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?c) Zo ja, hebt u al een reactie ontvangen van de Filippijnseautoriteiten en kunt u deze toelichten?5. Het gebruik van een dergelijke lijst is een mogelijkmiddel om critici van het regime de mond te snoeren.Hebt u stappen gezet opdat organisaties die zichinzetten voor de verdediging van de mensenrechten inde Filippijnen vrijuit hun rol kunnen blijven spelen?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 18 februari 2008, op de vraag nr. 8 van de heerWouter De Vriendt van 10 januari 2008 (N.):De lijst waarover u spreekt zou opgesteld zijn naaraanleiding van de ASEAN topvergaderingen gedurendede eerste helft van 2007, toen de Filippijnen nog hetvoorzitterschap van de ASEAN uitoefenden. Dezetopvergaderingen hebben de Filippijnse autoriteitenertoe aangezet sterkere veiligheidsmaatregelen tenemen. In de Filippijnen doen er zich immers nog geregeldterroristische aanslagen voor.c) Dans l’affirmative, les autorités philippines sesont-elles déjà manifestées et pouvez-vouscommenter leur réaction?5. L’utilisation d’une telle liste constitue unemanière de museler les personnes qui critiquent lerégime.Avez-vous entrepris des démarches pour permettreaux organisations qui s’investissent dans la défense desdroits de l’homme aux Philippines de continuer à jouerleur rôle en toute liberté?Réponse du ministre des Affaires étrangères du18 février 2008, à la question n o 8 de M. Wouter DeVriendt du 10 janvier 2008 (N.):La liste, dont mention, aurait été établie à l’occasiondes réunions à haut niveau de l’ASEAN, quand lesPhilippines exerçaient la présidence de cette organisationdurant le premier semestre de 2007. Ces réunionsà haut niveau ont amené les autorités philippines àaugmenter les mesures sécuritaires, le pays étant lascène d’attentats terroristes réguliers.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 135525 - 2 - 2008Ik beschik niet over informatie betreffende de criteriadie de Filippijnse autoriteiten zouden gebruikthebben om dergelijke lijst op te stellen.Wanneer er zich specifieke gevallen voordoen metlandgenoten die op een «zwarte lijst» van de Filippijnseimmigratiediensten komen te staan en mijn diensten,hierover geïnformeerd worden, zoals trouwenshet geval was in juli met twee landgenoten, zijn wijopgetreden en hebben langs onze ambassade inManilla bekomen dat deze personen van de lijst verwijderdwerden.Ik heb geen weet van eventuele gevolgen voor ofklachten van landgenoten die op de lijst waarvansprake zouden zijn opgenomen.De bevoegde Filippijnse autoriteiten hebben onslaten weten dat van de vermelde personen niemand opeen «zwarte lijst» voor immigratie zou voorkomen.Je ne dispose pas d’informations concernant descritères que les autorités philippines auraient utiliséspour rédiger cette liste.Lorsqu’il se présente un cas où des compatriotesfigureraient sur une «liste noire» des autorités philippinesd’immigration, et que mes services en sont informés,comme ce fut le cas avec deux compatriotes enjuillet 2007, nous prenons immédiatement action. Enl’espèce, nous avons obtenu par le biais de notreambassade à Manille que ces deux personnes soientrayées de cette liste.Je ne dispose d’aucune information surd’éventuelles suites ou plaintes de la part des compatriotesqui seraient repris sur la liste dont question.Dans l’intervalle, les autorités compétentes philippinesnous ont informés qu’aucune des personnes mentionnéesn’est reprise sur une «liste noire»d’immigration.DO 2007200801150 DO 2007200801150Vraag nr. 11 van de heer Philippe Henry van 14 januari2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Buitengebruikstelling van de spoorlijn tussen Monschauen Kalterherberg.De spoorlijn Monschau-Kalterherberg werd op30 juni 1989 door de NMBS buiten gebruik gesteld ennadien omgevormd tot een toeristische lijn. Omdat deexploitatie en het onderhoud ervan te duur uitvielen,besliste de Duitstalige Gemeenschap in 2002 die lijn opte doeken.Bij het Verdrag van Versailles werd de soevereiniteitover de kantons Eupen, Malmédy en Sankt Vith,samen met een deel van de Vennbahn, aan België overgedragen.Momenteel worden die paar kilometer rails opgebroken.Een mogelijk gevolg hiervan is dat een deelvan ons grondgebied zou moeten worden teruggegevenaan Duitsland, hoewel dat land hier geen aanspraakop maakt.Door het weghalen van die paar kilometer rails zoueen van de clausules van de verdragen op grond waarvandie mini-enclaves tot België behoren, gewijzigdworden.1. Kan de verwijdering van die spoorstaven totgevolg hebben dat België dit stukje grondgebied moetafstaan?2. Zal u deze kwestie bij uw Duitse ambtsgenootaankaarten?Question n o 11 de M. Philippe Henry du 14 janvier2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Désaffection ligne ferroviaire entre Montjoie et Kalterherberg.Entre Montjoie et Kalterherberg existait une lignequi le 30 juin 1989 a été désaffectée par la SNCB et aensuite été commuée en ligne touristique. En 2002, vule coût élevé engendré par l’exploitation et l’entretien,la communauté germanophone a décidé de clôturerl’expérience.Suite au traité de Versailles, la souveraineté sur lescantons d’Eupen, Malmédy et Saint-Vith a été transféréeà la Belgique et avec eux une partie de la ligne desFagnes.Aujourd’hui, ces quelques kilomètres de rails sontretirés, ce qui pourrait engendrer une amputation duterritoire au profit de l’Allemagne qui de son côté n’arien revendiqué.Le retrait de ces quelques kilomètres de rail modifieraitune des clauses des traités faisant de ces minienclavesun territoire belge.1. Le retrait de ces quelques rails pourrait-ilentraîner la perte de cette petite portion de territoirepour la Belgique?2. Envisagez-vous, vous entretenir à ce sujet avecvotre homologue allemand?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1356 QRVA 52 01025 - 2 - 20083. Kan de clausule zodanig gelezen worden dat menzich over die eventualiteit geen zorgen hoeft te maken?4. Heeft u contact gehad met de Duitstalige ministerdie over toerisme gaat?5. Heeft u onderzocht welke gevolgen het verliesvan dit territorium voor het Ravelproject, en dus voorhet Belgische toerisme, zou kunnen hebben?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 18 februari 2008, op de vraag nr. 11 van de heerPhilippe Henry van 14 januari 2008 (Fr.):De vragen die het geachte kamerlid mij stelt, zijn mijwel bekend. Mijn aandacht werd er op gevestigd, metname in een brief van de heer Marcel Lejoly, adjunctarrondissementscomissariste Malmedy. In zijn briefheeft hij het onder meer over de gevolgen die hetbuitengebruikstellen en de ontmanteling van despoorweg, genaamd «Vennbahn» in het Duits en«Ligne des Fagnes» in het Frans, zouden kunnenhebben voor de soevereiniteit van België over een deelvan zijn grondgebied.Het grondgebied waarvan sprake omvat de percelenwaarop de spoorbaanvakken liggen die Duits grondgebieddoorkruisen. Deze percelen vormen als het wareBelgische «enclaves». Samen met de «Kreise» Eupenen Malmedy werden deze percelen na de Eerste Wereldoorlogdoor Duitsland aan België afgestaan.Sommige personen zijn van oordeel dat, bij toepassingvan de geldende verdragen, het buitengebruikstellenen de ontmanteling zouden kunnen leiden tot deterugkeer van de betroffen percelen naar Duitsland.Na onderzoek van de relevante teksten, heb ik10 januari 2008 een perscommuniqué doen uitgevenwaarin volgende preciseringen gegeven werden:— het tracé van de grens tussen België en Duitslandwerd in 1956 definitief verdragsrechtelijk vastgelegd;— de nutswijziging van de «Vennbahn — Ligne desFagnes» en van haar tracé verandert daar nietsaan;— de Belgische Staat hoeft in deze geen enkele actie teondernemen.Dezelfde dag heeft het Auswärtiges Amt te Berlijnvia het persagentschap DPA te kennen gegeven dat deDuits-Belgische grens definitief verdragsrechtelijkvastgelegd is en dat Duitsland geen enkele reden zietom, op grond van het buitengebruikstellen en deontmanteling van de «Vennbahn — Ligne desFagnes», de teruggave te eisen van het grondgebied inkwestie.3. Existe-t-il une interprétation de la clause permettantde se dégager de toute inquiétude à ce sujet?4. Avez-vous eu un contact avec le ministre germanophonedu tourisme?5. Avez-vous évalué les conséquences éventuellesd’une perte de ce territoire sur le projet «Ravel» etdonc sur le tourisme belge?Réponse du ministre des Affaires étrangères du18 février 2008, à la question n o 11 de M. PhilippeHenry du 14 janvier 2008 (Fr.):Les questions soulevées par l’honorable député mesont bien connues. Elles ont été portées à mon attention,notamment par une lettre de M. Marcel Lejoly,Commissaire d’arrondissement-adjoint à Malmédy,relative, entre autres, aux conséquences que pourraiententraîner la désaffectation et le déferrement dela ligne de chemin de fer — dénommée «Vennbahn»en Allemand et «Ligne des Fagnes» en Français —pour la souveraineté de la Belgique sur une partie deson territoire.Il s’agit des parcelles sur lesquelles se situent lestronçons dudit chemin de fer qui font incursion sur leterritoire allemand et qui constituent ainsi des«enclaves» belges. Après la Première GuerreMondiale, l’Allemagne a cédé ces parcelles à la Belgique,ensemble avec les cantons d’Eupen et deMalmédy.Certains sont d’avis qu’en vertu des traités envigueur, la désaffectation et le déferrement pourraiententraîner le retour des parcelles concernées àl’Allemagne.Suite à l’examen des textes pertinents, j’ai faitpublier le 10 janvier 2008 un communiqué de presseapportant les précisions suivantes:— le tracé de la frontière entre la Belgique etl’Allemagne a été réglé définitivement par traité en1956;— le changement d’utilisation de la «Vennbahn —Ligne des Fagnes» et de son tracé n’y changentrien;— aucune action de l’État belge n’est requise en cettematière.Le même jour, l’Auswärtiges Amt à Berlin, a faitsavoir via l’agence DPA que la frontière belgoallemandeest définitivement fixée par les traités pertinentset que l’Allemagne ne voit aucune raison deréclamer la restitution des territoires concernés suite àla désaffectation et au déferrement de la «Vennbahn— Ligne des Fagnes».KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 135725 - 2 - 2008Mijn conclusie is dat de Belgische en Duitse standpuntenidentiek zijn en dat het Belgisch grondgebiedBelgisch blijft.Ik kan daar nog het volgende aan toevoegen. Devoornaamste relevante verdragen zijn het Verdrag vanVersailles van 1919 en het Belgisch-Duits Verdrag van24 september 1956 met betrekking tot de correctie vande Belgisch-Duitse grens. Ter uitvoering van dezeverdragen hebben bilaterale afbakeningscommissies deafbakening van de grens vastgelegd. De protocollenvan deze commissies, het eerste op datum van 6 november1922, het tweede op datum van 6 september1960, en de bijhorende kaarten en plannen kunnen opde bevoegde dienst van mijn departement geconsulteerdworden.Je conclus que les positions belge et allemande sontidentiques et que le territoire qui est belge resterabelge.Je peux encore préciser que les traités pertinentssont principalement le Traité de Versailles de 1919 etle Traité belgo-allemand du 24 septembre 1956 relatifà la rectification de la frontière belgo-allemande. Enexécution de ces traités, des commissions de délimitationbilatérales ont établi la démarcation de la frontière.Les protocoles de ces commissions, le premierdatant du 6 novembre 1922, le deuxième datant du6 septembre 1960, et les cartes et plans détaillés yannexés peuvent être consultés auprès du servicecompétent de mon département.DO 2007200801202 DO 2007200801202Vraag nr. 15 van de heer Dirk Van der Maelen van15 januari 2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Mogelijke inval van Turkije in Iraaks Koerdistan.Het Turkse parlement keurde op 17 oktober 2007een motie met toestemming goed voor een eventuelemilitaire actie in Iraaks Koerdistan. Ondertussenkonden we al berichten vernemen over acties (ondermeer artilleriebeschietingen) van het Turkse leger opde basissen van de rebellenbeweging PKK in het Irakesegrensgebied.1. Wat is uw standpunt over een mogelijke Turksemilitaire inval in Iraaks Koerdistan?2.a) Heeft u weet van het Europese standpunt ter zake,of van mogelijk Europese initiatieven?Question n o 15 de M. Dirk Van der Maelen du 15 janvier2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Possibilité d’incursions turques au Kurdistan irakien.Le 17 octobre 2007, le Parlement turc a adopté unemotion autorisant une action militaire éventuelle auKurdistan irakien. Entre-temps, nous avons déjàappris par la presse que des bases du mouvementrebelle kurde PKK près de la frontière irakienne ontété visées par des tirs d’artillerie de l’armée turque.1. Quel est votre avis sur une invasion turque éventuelleau Kurdistan irakien?2.a) Avez-vous connaissance d’une prise de position oud’une initiative européenne à ce sujet?b) Welke houding overweegt u hierbij aan te nemen? b) Quelle position adopterez-vous en la matière?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 15 van de heerDirk Van der Maelen van 15 januari 2008 (N.):De Belgische houding ten aanzien van de recenteontwikkelingen in Zuid-Oost Turkije sluit aan bij deverklaring van het Europese Unie Voorzitterschap:België veroordeelt de terroristische daden van de PKKop het Turkse grondgebied en begrijpt het recht van deTurken om zich ertegen te verdedigen.De internationale gemeenschap en met name de belangrijksteactoren in de regio moeten Turkije steunenbij zijn inspanningen om de Turkse bevolking te beschermenen het terrorisme te bestrijden, voor zoverdit gebeurt binnen het kader van de rechtsstaat, deinternationale en regionale stabiliteit en vrede gehandhaafdblijven en wordt afgezien van elke oneven-Réponse du ministre des Affaires étrangères du21 février 2008, à la question n o 15 de M. Dirk Vander Maelen du 15 janvier 2008 (N.):La position de la Belgique sur les développementsdans le Sud-Est de la Turquie va dans le même sensque celle exprimée par la Présidence de l’UE: la Belgiquecondamne la violence terroriste perpétrée par lePKK sur le territoire de la Turquie et comprend ledroit des Turcs de se défendre contre celle-ci.La communauté internationale, notamment les principauxacteurs de la région, doivent appuyer les effortsdéployés par la Turquie pour protéger la populationturque et combattre le terrorisme, tout en respectantl’état de droit, en sauvegardant la paix et la stabilitéinternationales et régionales, et en s’abstenant de touteaction militaire disproportionnée. Toute entreprise enKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1358 QRVA 52 01025 - 2 - 2008redige militaire actie. Elk optreden waarbij deze waardenworden veronachtzaamd, zou een overwinningbetekenen voor de strategie van provocaties en geweldvan de PKK.De Europese Unie heeft de PKK op de lijst van terroristischeorganisaties geplaatst. Onderhandelingen metdeze organisatie bevorderen, behoort dan ook niet totde mogelijkheden.Het is evenwel van groot belang dedialoog en de samenwerking tussen de Turkse regeringen de Irakese regering te versterken om ervoor tezorgen het Irakese grondgebied niet voor terreurdadentegen Turkije wordt gebruikt. De grenzen van Turkijeen Irak moeten gerespecteerd worden en het Irakesegrondgebied mag niet gebruikt worden om de regio tedestabiliseren.Een aanval door het Turks leger in het Irakese Koerdistanwerd bevolen door de Turkse Stafofficier pas nameerdere bedreigingen vanwege de PKK-strijders enna de goedkeuring te hebben bekomen door hetTurkse Parlement. De aanval was precisie gericht enenkel PKK doelwitten werden geviseerd, zonder dathierbij de bevolking van Noord-lrak, noch de lokalegroeperingen werden getroffen. België vraagt deTurkse autoriteiten zich terughoudend op te stellen, deterritoriale integriteit van Irak te eerbiedigen en af tezien van elke militaire actie die de vrede en de stabiliteitin de regio in gevaar kan brengen.marge de ces valeurs serait une victoire pour la stratégiede provocation et de violence du PKK.L’Union européenne a inscrit le PKK sur la liste desorganisations terroristes, il n’est donc pas envisageabled’encourager des négociations avec cette organisation.Il est par contre primordial de renforcer le dialogue etla coopération entre les gouvernements d’Ankara et deBagdad afin de s’assurer que le territoire iraquien nesoit pas exploité pour des actions terroristes contre laTurquie.L’officier d’état-major n’a commandé une attaquepar l’armée turque au Kurdistan irakien qu’après plusieursmenaces des activistes du PKK et aprèsl’approbation du Parlement turc. L’attaque était deprécision et ne visait que des cibles du PKK. La populationdu Nord de l’Irak et des groupements locauxn’étaient pas touchés. La Belgique appelle les autoritésturques à faire preuve de retenue, à respecter l’intégritéterritoriale de l’Irak et à s’abstenir de toute action militairequi pourrait mettre en cause la paix et la stabilitérégionale.DO 2007200801250 DO 2007200801250Vraag nr. 17 van mevrouw Kattrin Jadin van 16 januari2008 (Fr.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Desappropriatie van een stuk Belgisch grondgebied inhet arrondissement Eupen.Mijn vraag gaat over een onderwerp dat een hotissue is in het Duitstalige landsgedeelte én ook inDuitsland, namelijk de aankondiging dat ons landmogelijk verscheidene vierkante kilometer grondgebiedaan Duitsland zou moeten afstaan na het opbrekenvan de Vennbahn tussen Monschau en Kalterherberg.De arrondissementscommissaris van Eupen beroeptzich op het Verdrag van Versailles (1919), dat bepaaltdat de spoorlijn, de stations en de technische installatiesop die lijn en de aanpalende gronden aan hetKoninkrijk België toebehoren.1. Bent u op de hoogte van de inhoud van die notavan de arrondissementscommissaris van Eupen endeelt u zijn interpretatie?2. Welke stappen worden er ten aanzien van Duitslandgedaan om deze kwestie met mogelijke precedentwerkingzo goed mogelijk te regelen?Question n o 17 de M me Kattrin Jadin du 16 janvier2008 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères:Amputation du territoire belge dans l’arrondissementd’Eupen.Ma question concerne un sujet qui défraye la chronique,notamment dans la partie germanophone dupays mais aussi en Allemagne. Il s’agit de l’annonced’une perte possible de plusieurs kilomètres carrés duterritoire belge, ceux-ci devenant allemands après quela Vennbahn, aussi appelée «le train des Fagnes», aitété déferrée entre Montjoie et Kalterherberg.Le commissaire d’arrondissement d’Eupen s’enremet au Traité de Versailles (1919), lequel prévoit quela voie de chemin de fer, ses gares et installationstechniques et ses abords immédiats étaient attribués auRoyaume de Belgique.1. Avez-vous connaissance de cette note ducommissaire d’arrondissement d’Eupen et votrelecture de la situation est-elle identique?2. Quelles sont les démarches entreprises vis-à-visde l’Allemagne pour régler au mieux ce cas d’école?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 135925 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 18 februari 2008, op de vraag nr. 17 van mevrouwKattrin Jadin van 16 januari 2008 (Fr.):De heer Marcel Lejoly, adjunct-arrondissementscommissariste Malmedy, heeft mij inderdaad eenbrief geschreven waarin hij meerdere vragen stelt. Eenvan deze vragen betreft het eventueel verlies van eenstuk Belgisch grondgebied aan Duitsland ten gevolgevan het buitengebruikstellen van de spoorweg,genaamd «Vennbahn» in het Duits en «Ligne desFagnes» in het Frans, en, meer bepaald, ten gevolgevan de ontmanteling van een gedeelte van dezespoorweg.Na grondig onderzoek van de door hem gesteldevragen zal ik persoonlijk antwoorden aan de commissaris.Wat echter de vraag betreffende de «Vennbahn-Ligne des Fagnes» betreft, zal mijn antwoord identiekzijn aan het perscommuniqué dat ik op 10 januari2008 heb doen uitgeven en waarin volgende preciseringengegeven werden:— het tracé van de grens tussen België en Duitslandwerd in 1956 definitief verdragsrechtelijk vastgelegd;— de nutswijziging van de «Vennbahn-Ligne desFagnes» verandert daar niets aan;— de Belgische Staat hoeft in deze geen enkele actie teondernemen.Ik signaleer overigens dat op dezelfde dag hetAuswärtiges Amt te Berlijn via het persagentschapDPA te kennen heeft gegeven dat de Duits-Belgischegrens definitief verdragsrechtelijk vastgelegd is en datDuitsland geen enkele reden ziet om, op grond van hetbuitengebruikstellen en de ontmanteling van de«Vennbahn-Ligne des Fagnes», de teruggave te eisenvan het grondgebied in kwestie.Mijn conclusie is dat de Belgische en Duitse standpuntenidentiek zijn, dat er geen enkele noodzaak isom ten aanzien van Duitsland stappen te zetten en dathet Belgisch grondgebied Belgisch blijft.Réponse du ministre des Affaires étrangères du18 février 2008, à la question n o 17 de M me KattrinJadin du 16 janvier 2008 (Fr.):J’ai en effet reçu de la part de M. Marcel Lejoly,Commissaire d’arrondissement-adjoint à Malmédy,une lettre dans laquelle il soulève plusieurs questionsdont celle concernant la perte éventuelle d’une partiedu territoire belge au profit de l’Allemagne, à cause dela désaffectation du chemin de fer dénommé«Vennbahn» en Allemand et «Ligne des Fagnes» et,notamment, suite au déferrement d’une partie de cechemin de fer.Après examen approfondi des questions soulevéespar lui, je répondrai personnellement au commissaire.Pour ce qui est de la question concernant la«Vennbahn-Ligne des Fagnes», ma réponse sera identiqueau communiqué de presse que j’ai fait publier le10 janvier 2008 et dans lequel il est précisé:— que le tracé de la frontière entre la Belgique etl’Allemagne a été réglé définitivement par traité en1956;— que le changement d’utilisation de la «Vennbahn-Ligne des Fagnes» n’y change rien;— qu’aucune action de l’État belge n’est requise encette matière.Je signale par ailleurs que le même jour,l’Auswärtiges Amt à Berlin, a fait savoir via l’agenceDPA que la frontière belgo-allemande est définitivementfixée par les traités pertinents et que l’Allemagnene voit aucune raison pour réclamer la restitution desterritoires concernés suite à la désaffectation et ledéferrement de la «Vennbahn-Ligne des Fagnes».Je conclus que les positions belge et allemande sontidentiques, qu’il n’y a aucune nécessité d’entreprendredes démarches vis-à-vis de l’Allemagne, et que le territoirequi est belge restera belge.DO 2007200801293 DO 2007200801293Vraag nr. 20 van de heer Geert Versnick van 17 januari2008 (N.) aan de minister van BuitenlandseZaken:Congo. — Rebellen. — Rekrutering van kindsoldaten.In het oostelijk deel van Congo heeeft rebellenleideren oud generaal Laurant Nkunda de wapens opgenomentegen het regeringsleger van president Kabila.De vrees voor een ernstige humanitaire crisis is groot,Question n o 20 de M. Geert Versnick du 17 janvier2008 (N.) au ministre des Affaires étrangères:Congo. — Rebelles. — Recrutement d’enfants soldats.Dans la partie orientale du Congo, le chef des rebelleset ancien général, Laurent Nkunda, a pris les armescontre l’armée gouvernementale du président Kabila.Depuis, plusieurs centaines de milliers de personnesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1360 QRVA 52 01025 - 2 - 2008gezien de vele honderdduizenden die ondertussen deregio zijn ontvlucht.Volgens de Verenigde Naties worden in dit conflictook kinderen gerekruteerd om aan de gevechten deelte nemen.1. Maakt Monuc, de VN-missie in Congo, enkelmelding van rekrutering van kindsoldaten door rebellenleiderNkunda of zijn er ook signalen dat kinderenin het regeringsleger actief ingezet worden?2. Welke maatregelen overweegt u te nemen voorde relatie tussen België en Congo als er vastgesteldwordt dat er actief kinderen gerekruteerd worden inhet regeringsleger?3. In hoeverre beschikt Monuc over een mandaatom tussen te komen wanneer zij vaststellen dat, vanwelke zijde ook, kinderen gerekruteerd worden omactief aan het gewapend conflict deel te nemen?4. Recente berichten zeggen dat het rebellenlegervan Joseph Kony, die voornamelijk uit kindsoldatenbestaat, zich in het grensgebied van Congo en Ugandaverplaatst.Beschikt u over aanwijzingen dat er een mogelijkesamenwerking is tussen Kony en Nkunda?Antwoord van de minister van Buitenlandse Zakenvan 18 februari 2008, op de vraag nr. 20 van de heerGeert Versnick van 17 januari 2008 (N.):Alvorens te antwoorden op uw vragen, wens ik tewijzen op het akkoord («acte d’engagement») datNkunda en zijn gewapende groepering (CNDP) —alsook de andere illegale gewapende Congolese groeperingen— op 23 januari 2008, in het kader van deVredesconferentie in Goma, hebben ondertekend metde Congolese autoriteiten.Dit akkoord voorziet onder meer in een staakt-hetvuren,in gedeeltelijke amnestie (evenwel niet vooroorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid),demilitarisering en brassage van de militieledenvan Nkunda. Het is belangrijk dat de komende wekenconcrete en voelbare resultaten op het terrein wordengeboekt. Het staakt-het-vuren lijkt alvast te wordengerespecteerd. Verdere besprekingen moeten de bepalingenrond amnestie, brassage en andere verderuitwerken.Belangrijk is ook dat het akkoord onder het hoofdstuk«humanitaire en mensenrechten-principes» verwijstnaar een verbod op het rekruteren van kinderenen oproept tot «de bijzondere promotie» van derechten van kinderen in conflict- en post-conflictzones.ont fui la région et l’on craint d’assister à une gravecrise humanitaire.Selon l’Organisation des Nations unies, des enfantssont aussi recrutés, dans ce conflit, pour participer auxcombats.1. La Monuc, la Mission des Nations unies enRépublique Démocratique du Congo, fait-elle seulementétat du recrutement d’enfants soldats par le chefdes rebelles, Laurent Nkunda, ou des indices laissentilspenser que des enfants sont activement engagésdans l’armée gouvernementale aussi?2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre en cequi concerne les relations entre la Belgique et leCongo, s’il était constaté que des enfants sont activementrecrutés dans l’armée gouvernementale?3. Dans quelle mesure la Monuc a-t-elle mandatpour intervenir s’il était établi que des enfants sontrecrutés, par quelque partie que ce soit, pour participeractivement au conflit armé?4. Selon des informations récentes, l’armée de rebellesde Joseph Kony, qui se compose principalementd’enfants soldats, se déplace dans la zone transfrontalièreentre le Congo et l’Ouganda.Disposez-vous d’éléments indiquant qu’une coopérationpourrait exister entre Joseph Kony et LaurentNkunda?Réponse du ministre des Affaires étrangères du18 février 2008, à la question n o 20 de M. Geert Versnickdu 17 janvier 2008 (N.):Avant de répondre à vos questions, je souhaiteraisattirer votre attention sur l’accord («acte d’engagement»)que Nkunda et son groupe armé (CNDP) — demême que les autres groupes armés illégaux — ontsigné avec les autorités congolaises, le 23 janvier 2008,dans le cadre de la Conférence de paix de Goma.Cet accord prévoit notamment un cessez-le-feu, uneamnistie partielle (mais toutefois pas pour les crimesde guerre et les crimes contre l’humanité), la démilitarisationet le brassage des membres de la milice deNkunda. Il est important que, dans les prochainessemaines, des résultats concrets et tangibles soientenregistrès sur le terrain. Le cessez-le-feu semble déjàrespecté. Des discussions complémentaires doiventpréciser davantage les dispositions concernantl’amnistie, le brassage et les autres aspects de l’accord.Il est également important que cet accord, sous lechapitre «principes en matière humanitaire et de droitsde l’homme» fasse référence à une interdiction durecrutement d’enfants soldats et appelle à une«promotion particulière» des droits des enfants dansles zones en situation de conflit ou de post-conflit.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 136125 - 2 - 2008Met andere woorden, door het ondertekenen van ditakkoord hebben alle gewapende groepen zich in principeop dit vlak formeel geëngageerd.1. Het recentste Monuc-rapport (14 november2007) maakt geen melding van de rekrutering vankindsoldaten door de FARDC, enkel Nkunda werdhierbij genoemd.Belangrijker is echter de specifieke rapporteringover dit thema in het kader van Veiligheidsraadresolutie1612. Die stelt meer bepaald een«monitoring» betreffende het rekruteren en het inzettenvan kindsoldaten evenals betreffende 6 specifiekecategorieën van geweld tegen kinderen (moord ofverminking van kinderen, het inlijven of inzetten vankindsoldaten, aanvallen tegen scholen of hospitalen,verkrachtingen en andere vormen van seksueel geweld,weigeren humanitaire bijstand aan kinderen enontvoeringen).In het jongste rapport (gepubliceerd eind december2007) worden voor wat betreft de DRC volgende partijenmet naam vermeld: de Forces Armés de la RépubliqueDémocratique du Congo (FARDC), de Forcesdémocratiques de libération du Rwanda (FDLR), hetFront des Nationalistes et Integrationalistes (FNI), hetFront de Résistance Patriotique en Ituri (FRPI), voortsMai-Mai groepen in Noord en Zuid Kivu, Maniemaen Katanga die niet in de FARDC werden geïntegreerd,de Mouvement Révolutionnaire Congolais(MRC) en de niet-gebrasseerde FARDC, Het rapportstelt dat er nog altijd kinderen zijn in geïntegreerde enniet-geïntegreerde FARDC, in het bijzonder in hetIturi district en de twee Kivu-provincies.2. België dringt voortdurend aan op krachtigemaatregelen. Ten eerste heeft ons land ervoor gepleitom een zo sterk mogelijk paragraaf over de mensenrechtenop te nemen in de resolutie aangaande hetnieuwe mandaat van Monuc.Ons land hecht dan ook groot belang aan de activiteitenvan de «Child Protection Unit» van Monuc(cf. hieronder).Als deelnemer aan de groep van buitenlandse facilitatorenop de recente Vredesconferentie te Goma heeftBelgië ook geijverd voor de opname van een paragraafdie een verbod instelt op het rekruteren van kinderenin het akkoord ondertekend door de gewapende groepen.Er moet zeker verder worden gedaan aan dergelijkeinternationale «monitoring» en het uitoefenen vandruk.Uit diverse contacten die de Belgische ambassade teKinshasa over deze kwestie had, blijkt alvast dat hetEn d’autres termes, en signant cet accord, tous lesgroupes armés se sont formellement engagés à cetégard.1. Le dernier rapport de la Monuc (14 novembre2007) ne fait pas mention du recrutement d’enfantssoldats par les FARDC. Seul Nkunda est icimentionné.Il y a toutefois plus important à signaler: c’est lerapport spécifique sur ce thème élaboré dans le cadrede la résolution 1612 du Conseil de Sécurité. Celui-ciétablit plus précisément un constat en matière derecrutement et d’engagement d’enfants soldats, demême qu’en ce qui concerne les 6 catégories spécifiquesde violences à l’égard des enfants (meurtres oumutilations d’enfants, embrigadements ou engagementsd’enfants soldats, attaques contre des écoles oudes hôpitaux, viols et autres formes de violencessexuelles, refus d’assistance humanitaire aux enfants etenlèvements).Dans le dernier rapport (publié fin décembre 2007)les parties suivantes ont été nommément citées pour cequi concerne la RDC: les Forces Armées de la RépubliqueDémocratique du Congo (FARDC), les ForcesDémocratiques de Libération du Rwanda (FDLR), leFront des Nationalistes et Intégrationnistes (FNI), leFront de Résistance Patriotique en Ituri (FRPI), ensuiteles groupes Maï-Maï dans le Nord et le Sud Kivu, leManiema et le Katanga qui n’ont pas été intégrés ausein des FARDC, le Mouvement Révolutionnaire Congolais(MRC) et les FARDC non-brassées. Le rapportétablit qu’il y a toujours des enfants au sein des unitésintégrées et non-intégrées des FARDC, en particulierdans le district de l’Ituri et dans les deux provinces desKivu.2. La Belgique a continuellement insisté pour quedes mesures énergiques soient prises. Tout d’abordnotre pays a plaidé pour qu’un paragraphe aussi fortque possible concernant les droits de l’homme soitinclus dans la résolution établissant le nouveaumandat de la Monuc.Notre pays attache ensuite une grande importanceaux activités de la «Child Protection Unit» de cettemême Monuc (cf. ci-après).En tant que participant au groupe des facilitateursétrangers lors de la récente conférence de la Paix deGoma, la Belgique a également défendu l’inclusion,dans l’accord signé par les différents groupes armés,d’un paragraphe établissant l’interdiction du recrutementd’enfants soldats.Plus doit certainement encore être fait en matière decontrôle et de pression internationale.Des divers contacts que l’Ambassade de Belgique àKinshasa a eus à ce sujet, il semble déjà que le nombreKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1362 QRVA 52 01025 - 2 - 2008aantal kindsoldaten de voorbije jaren in de DRC fel isgedaald, van ongeveer 25 000 enkele jaren geledennaar 2 000 à 2 500 (schatting).Anderzijds is het zo dat alle gewapende groepen nogkindsoldaten in hun rangen hebben.Nog steeds volgens deze bronnen, zouden deFARDC geen kindsoldaten meer rekruteren en er nognauwelijks in hun rangen hebben, al wordt toegegevendat er nog geen sluitende controle is.België volgt deze problematiek nauwgezet:— Wij steunen de «Child Protection Unit» vanMonuc en hebben onze intentie te kennen gegevenom een expert ter beschikking te stellen.— Wij dragen ook financieel bij aan het «multidonor»programma van de Wereldbank dat deDDR-processen in de landen van Centraal-Afrikabegeleidt, met speciale aandacht voor Congo.Zoals bekend, wordt bij de DDR-processen specialeaandacht gegeven aan de demobilisering en integratievan kindsoldaten.— België neemt actief deel aan het EU-overleg over deproblematiek «kinderen en gewapend conflict»,één van de prioriteiten van het Sloveens EUvoorzitterschap.3. Het Monuc-mandaat voorziet, bij vaststellingvan rekrutering van kindsoldaten, dat MONUC steunverleent aan FARDC-operaties bij (het ontwapenenvan gewapende groepen en) het vrijkrijgen van kindsoldatengerekruteerd door deze groepen (OP2(I) vanRes 1756 van het Monuc-mandaat).Voorts moet Monuc:— Bij zijn inspanningen inzake legerhervorming eninzake het DDR-proces, specifieke aandacht bestedenaan respectievelijk kindsoldaten en de beschermingvan kinderen.— Monuc moet ook — meer algemeen — de Congoleseregering ondersteunen bij de bescherming vanmensenrechten.— Monuc moet nationale en internationale inspanningenondersteunen met het oog op het arresterenen veroordelen van de daders van ernstige mensenrechtenschendingen.In dit verband is het ook relevant op te merken datde Veiligheidsraad in resolutie 1698 (2006) heeftbepaald dat politieke en militaire leiders dieverantwoordelijk zijn voor rekrutering van kindsoldatenonderworpen kunnen worden aan persoonsge-d’enfants soldats en RDC a sensiblement diminué cesdernières années. D’environ 25 000 il y a quelquesannées, on est passé à 2 500/2 000 (estimation).D’un autre côté, il est établi que tous les groupesarmés comptent encore des enfants soldats dans leursrangs.Toujours selon ces mêmes sources, les FARDC nerecruteraient plus d’enfants soldats et n’en auraientplus guère en leur sein, bien qu’il soit admis qu’il n’yait pas encore eu de contrôle concluant à ce sujet.La Belgique suit cette problématique de très près:— Nous soutenons la «Child Protection Unit» de laMonuc et nous avons fait connaître notre intentionde mettre un expert à sa disposition.— Nous contribuons aussi financièrement au programme«multi-donateurs» de la BanqueMondiale qui accompagne le processus de DDRdans les pays d’Afrique Centrale, avec une attentiontoute particulière pour la RDC.Comme vous le savez, une attention toute spécialeest apportée, en matière de processus DDR, à la démobilisationet à la réintégration des enfants soldats.— La Belgique participe activement à la concertationeuropéenne au sujet de la problématique «enfantset conflit armé», une des priorités de la PrésidenceSlovène de l’Union européenne.3. Le mandat de la MONUC prévoit, si le recrutementd’enfants soldats est constaté, que la Monucfournisse un appui aux opérations des FARDC visant(le désarmement des groupes armés et) la libérationdes enfants soldats recrutés par ces groupes (OP2(1) dela Résolution 1756 concernant le mandat de laMonuc).La Monuc doit ensuite:— dans ses efforts en matière de réforme des forcesarmées et en matière de processus de DDR, accorderune attention particulière respectivement auxenfants soldats et à la protection des enfants;— la Monuc doit aussi — plus généralement — soutenirle Gouvernement congolais en matière deprotection des droits de l’homme;— la Monuc doit soutenir les efforts nationaux etinternationaux visant l’arrestation et la condamnationdes auteurs de graves violations des droits del’homme.À ce point de vue, il vaut également la peine de soulignerque le Conseil de Sécurité, dans sa résolution1698 (2006), a établi que les chefs politiques et militairesqui se sont rendus responsables du recrutementd’enfants soldats seront soumis à un régime de sanc-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 136325 - 2 - 2008bonden sancties (bevriezing van tegoeden en reisverbod).Bij de militie van Nkunda (CNDP) constateert mende laatste tijd wél een toename van het aantal minderjarigen.Vooral tijdens de twee laatste maanden van2007 zou zich een onrustwekkende evolutie hebbenvoorgedaan.Men kon ook constateren dat in die periode —tijdens dewelke er een militair offensief gaande was —de Congolese autoriteiten zich betreffende deze problematiekminder coöperatief opstelden ten aanzien vanMonuc.4. Berichten uit goede bron, wijzen er inderdaad opdat het LRA van Kony nog altijd veel kindsoldaten inzijn rangen heeft. Een groot deel van de LRA houdtzich op in het Garamba National Park, in het grensgebiedtussen Congo en Soedan. Ik heb zelf geen concreteaanwijzing van contacten tussen de militie van Konyen die van Nkunda, al duikt dat gerucht soms wel op.Over het algemeen wordt de aanwezigheid van gewapendegroepen in Oost-Congo overigens gekenmerktdoor een geschiedenis van onderlinge strijd dan welhet smeden van allianties. Zij hebben zeker metmekaar het feit gemeen dat ze het herstel van vrede enontwikkeling in Congo tegen gaan en dat ze zich vaakte buiten gaan aan ernstige schendingen van demensenrechten.tions individuelles (gel des avoirs et interdiction devoyager).On a récemment constaté ces derniers temps uneaugmentation du nombre de mineurs au sein des milicesde Nkunda (CNDP). Une évolution particulièrementpréoccupante aurait surtout été relevée au coursdes deux derniers mois de l’année 2007.On a également pu constater, au cours de cettemême période — pendant laquelle une offensive militaireétait en cours — que les autorités congolaises sesont montrées moins coopératives vis-à-vis de laMonuc en ce qui concerne cette problématique.4. Des sources bien informées indiquent, en effet,que la LRA de Kony compte encore et toujours bonnombre d’enfants soldats dans ses rangs. Une grandepartie de la LRA se situe dans le Garamba NationalPark, dans les territoires frontaliers entre le Congo etle Soudan. Je n’ai moi-même pas d’indications concrètesconcernant des contacts entre les milices de Kony etde NKunda, bien que des bruits allant dans ce senscourrent parfois. Il est clair que tous ces groupesarmés, tantôt se combattent et tantôt nouent desalliances objectives. Ils ont en tout cas certainement encommun d’entraver le rétablissement de la paix et ledéveloppement du Congo et qu’ils se livrent souvent àde graves violations des droits de l’homme.Minister van Economie,Zelfstandigen en LandbouwMinistre de l’Économie,des Indépendants et de l’AgricultureDO 2007200800902 DO 2007200800902Vraag nr. 5 van de heer Peter Logghe van 9 januari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Faillissementen. — Aantal.Vorig jaar zagen ruim 73 000 nieuwe bedrijven inbedrijven in dit land het licht, maar volgens het handelsinformatiebureauGraydon gaan er binnen eenperiode van vijf jaar minstens één op drie op de fles.De faillissementscijfers van 2007 geven een totaal van7 721 gefailleerde bedrijven aan, het op twee nahoogste cijfer ooit in ons land gemeten.Daarenboven geven de cijfers ook enorme regionaleverschillen aan: in het Brusselse Gewest gaat 1 bedrijfop 55 op de fles, in het Waalse Gewest 1 op 103 en inhet Vlaamse Gewest 1 per 135 (cijfers uit De Standaard,2 januari 2007).Question n o 5 de M. Peter Logghe du 9 janvier 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Faillites. — Chiffres.L’année dernière, un peu plus de 73 000 nouvellesentreprises ont vu le jour dans notre pays mais selon lasociété d’informations commerciales Graydon, aumoins une société sur trois fait faillite dans les cinqans. Quelque 7 721 entreprises au total ont fait failliteen 2007, ce qui constitue l’antépénultième recordjamais mesuré dans notre pays.En outre, les chiffres (De Standaard, 2 janvier 2007)font apparaître d’énormes différences régionales: 1entreprise sur 55 fait faillite en Région de Bruxelles-Capitale, 1 sur 103 en Région wallonne et 1 sur 135 enRégion flamande.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1364 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Wat is het totaal aantal bedrijven in het VlaamseGewest over de 2004, 2005, 2006 en 2007 en dan heb ikhet over eenmanszaken en vennootschappen?2. Idem als hierboven, maar dan voor het BrusselseGewest.3. Idem als hierboven, maar dan voor het WaalseGewest.4. Wat is het aantal faillissementen voor de verschillendegewesten en dit voor de jaren 2004, 2005,2006 en 2007?5. Heeft u een verklaring voor de toch wel significanteverschillen tussen het Vlaamse, het Brusselse enhet Waalse Gewest?6. Heeft u niet de indruk dat de rechtbanken misschiente vlug naar het wapen van het faillissementgrijpen en dat er misschien nog levensvatbare bedrijvente snel failliet worden verklaard?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 8 februari 2008, op devraag nr. 5 van de heer Peter Logghe van 9 januari2008 (N.):In antwoord op zijn vraag heb ik de eer aan hetgeachte lid volgende informatie te verschaffen.De antwoorden op vraag 1, 2 en 3 vindt het geachtelid in onderstaande tabellen. Tabel 1 geeft eenoverzicht per sector van het aantal ondernemingen inBelgië, Vlaanderen, Wallonië en Brussel; tabel 2 geefthet aantal faillissementen, tabel 3 het aandeel vanjonge ondernemingen in de faillissementen.Op basis van de cijfers in deze tabellen, kunnen geenconclusies worden getrokken met betrekking totvraag 5.Wat vraag 6 betreft, mag ik omwille van de scheidingder machten geen oordeel uitbrengen over dehandelingen van de rechtbanken van koophandel. Dewerkzaamheden rond het wetsvoorstel van de herenCrucke en Bacquelaine over de voortzetting van deondernemingen, volg ik daarbij op de voet.Aantal actieve BTW-plichtige bedrijven, zowelrechtspersonen als natuurlijke personenCijfers 2006 en 2007 zijn voorlopig. Cijfers 2007 zijnbeperkt tot het derde trimester (eind september)2007België — Belgique1. Quel était le nombre total d’entreprises, unipersonnelleset autres, en Région flamande en 2004, en2005, en 2006 et en 2007?2. Quels sont ces chiffres pour la Région de Bruxelles-Capitale?3. Et pour la Région wallonne?4. Combien a-t-on dénombré de faillites dans lesdifférentes régions en 2004, en 2005, en 2006 et en2007?5. Comment expliquez-vous les différences assezsignificatives entre les Régions flamande, bruxelloiseet wallonne?6. Ne pensez-vous pas que les tribunaux recourentpeut-être trop rapidement à la faillite et que des entreprisespeut-être encore viables sont trop hâtivementdéclarées en faillite?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 8 février 2008, à la questionn o 5 de M. Peter Logghe du 9 janvier 2008 (N.):L’honorable membre voudra bien trouver cidessous,en réponse à sa question, les éléments deréponse suivants.L’honorable membre trouvera les réponses auxquestions 1, 2 et 3 dans les tableaux ci-dessous. Letableau 1 donne un aperçu par secteur du nombred’entreprises en Belgique, en Flandre, en Wallonie et àBruxelles; le tableau 2 donne le nombre de faillites et letableau 3 la part relative des jeunes entreprises dans lesfaillites.Les chiffres contenus dans ces tableaux ne permettentpas de tirer des conclusions quant à la question 5.Pour ce qui concerne la question 6 la séparation despouvoirs m’interdit de porter un jugement sur l’actiondes tribunaux du commerce. À ce sujet, je suis avecattention les travaux qui entourent la proposition deloi de MM. Crucke et Bacquelaine sur la continuitédes entreprises.Nombre d’entreprises actives assujetties à la TVA,personnes morales et personnes physiquesLes chiffres 2006 et 2007 sont provisoires. Les chiffres2007 sont limités au troisième trimestre (fin septembre)2007Vlaams Gewest — Région flamande2004 2005 2006 20072004 2005 2006 2007Totaal. — Total 697 817 710 252 722 191 731 049 423 920 432 290 439 290 445 871KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 136525 - 2 - 2008Waals Gewest—Region Wallonne2004 2005 2006 2007Brussels Hoofdstedelijjk Gewest—Région de Bruxelles-Capitale2004 2005 2006 2007Totaal. — Total 199 689 202 126 204 498 206 564 74 208 75 836 78 403 78 614NaceBelgië—BelgiqueAantal faillissementen 2007—Nombre de faillites 2007Vlaanderen—FlandresWallonië—WallonieBrussel—BruxellesBelgië—BelgiqueAantal faillissementen 2006—Nombre de faillites 2006Vlaanderen—FlandresWallonië—WallonieBrussel—Bruxelles0001 7 678 3 992 2 201 1 485 7 617 3 894 2 222 1 501NaceBelgië—BelgiqueAantal faillissementen 2005—Nombre de faillites 2005Vlaanderen—FlandresWallonië—WallonieBrussel—BruxellesBelgië—BelgiqueAantal faillissementen 2004—Nombre de faillites 2004Vlaanderen—FlandresWallonië—WallonieBrussel—Bruxelles0001 7 878 4 154 2 336 1 388 7 935 4 329 2 315 1 291Faillissementen, aandeel jonge ondernemingenFaillites, part relative des jeunes entreprisesBelgië—BelgiqueVlaanderen—Flandres2004NaceTotaal—Total< 5 jaar—< 5 ans>= 5 jaar—>= 5 ansAandeel< 5 jaar—Partie< 5 ansTotaal—Total< 5 jaar—< 5 ans>= 5 jaar—>= 5 ansAandeel< 5 jaar—Partie< 5 ans0001 7 935 2 865 5 070 36,1% 4 329 1 523 2 806 35,2%Wallonië—WallonieBrussel—Bruxelles2004NaceTotaal—Total< 5 jaar—< 5 ans>= 5 jaar—>= 5 ansAandeel< 5 jaar—Partie< 5 ansTotaal—Total< 5 jaar—< 5 ans>= 5 jaar—>= 5 ansAandeel< 5 jaar—Partie< 5 ans0001 2 315 874 1 441 37,8% 1 291 468 823 36,3%KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1366 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200800937 DO 2007200800937Vraag nr. 10 van de heer Guido De Padt van 9 januari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Fileproblematiek. — Ambtenaren. — Pendelactiviteitvan en naar Brussel.De fileproblematiek is meer dan ooit een actueelthema. Een pasklaar antwoord om deze problematiekte bestrijden bestaat niet, laat staan dat er over de verschillendevoorstellen steeds eensgezindheid bestaat.Een aspect van deze problematiek, waarover bredeconsensus bestaat, is het absolute belang van het terugdringenvan de verplaatsingsbehoeften. In dat opzichtkan ook de overheid een belangrijke rol spelen.Momenteel brengt de overheid namelijk dagelijksgrote verplaatsingsstromen tot stand: het woonwerkverkeervan ambtenaren.1. Kan u een overzicht geven van het aantal ambtenarentewerkgesteld in de overheidsdiensten die onderuw bevoegdheid vallen en gevestigd zijn in Brussel?2. Werden in het verleden reeds initiatieven genomenom ambtenaren die in eenzelfde regio tewerkgesteldzijn, onder te brengen in een gebouw dat dichteraansluit bij hun woonplaats?3. Welke inspanningen werden op andere vlakkenreeds genomen om de pendelactiviteit van en naarBrussel te vermijden of te verminderen?4.a) Welke onderzoeksverrichtingen werden reedsdoorgevoerd om ervoor te zorgen dat de verplaatsingsbehoeftenvan de ambtenaren worden verminderd?Question n o 10 de M. Guido De Padt du 9 janvier 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Problème des embouteillages. — Fonctionnaires. —Navette vers Bruxelles.Le problème des embouteillages se trouve plus quejamais au centre de l’actualité. Il n’existe pas de solutionmiracle au problème et les différentes propositionsde solution qui sont émises ne font pas toujoursl’unanimité.Il existe par contre un large consensus à propos del’un des aspects du problème, à savoir la nécessitéabsolue de réduire les besoins de déplacement. Lespouvoirs publics ont également un rôle important àjouer dans ce cadre, dans la mesure où ils sont àl’origine d’un important flux de déplacement quotidien,à savoir celui des fonctionnaires se rendant à leurtravail.1. Pouvez-vous fournir un aperçu du nombre defonctionnaires occupés par les services publics ressortissantà votre compétence et établis à Bruxelles?2. Des initiatives ont-elles déjà été prises par lepassé pour regrouper les fonctionnaires, occupés dansune même région, dans un bâtiment plus proche deleur domicile?3. Quels efforts ont déjà été fournis dans d’autresdomaines pour éviter ou réduire les déplacementsquotidiens vers la capitale?4.a) Quelles récherches ont déjà été menées pour tenterde réduire les besoins de déplacement des fonctionnaires?b) Wat waren de resultaten daarvan? b) Quels ont été les résultats de ces recherches?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 21 februari 2008, op devraag nr. 10 van de heer Guido De Padt van 9 januari2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid de volgende gegevensmee te delen voor de overheidsdiensten die onder mijnbevoegheid vallen:EconomieVoor de FOD Economie, KMO, Middenstand enEnergie kan ik het geachte lid antwoorden wat volgt:1. Op 31 januari 2008, telt de FOD Economie,KMO, Middenstand en Energie 2 744 personeelsleden:Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 21 février 2008, à la questionn o 10 de M. Guido De Padt du 9 janvier 2008(N.):J’ai l’honneur de communiquer à l’honorablemembre les éléments de réponse suivants concernantles services publics qui relèvent de ma compétence:ÉconomieEn ce qui concerne le SPF Économie, PME, Classesmoyennes et Énergie, je peux communiquer à l’honorablemembre les éléments de réponse suivants:l. Au 31 janvier 2008, le SPF Économie, PME, Classesmoyennes et Énergie compte 2 744 membres depersonnel:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 136725 - 2 - 2008540 mensen werken in buitendiensten, hetzij19,67%;2 204 mensen hebben hun administratieve standplaatsin Brussel, hetzij 80,33%2. Er werd geen enkele speciale maatregel genomenom de pendelactiviteiten tussen de provincies en Brusselte verminderen.Het departement beschikt over een aantal gebouwenin de provincies, maar ze zijn gesitueerd in functie vande behoeften van de diensten en niet van de woonplaatsvan de personeelsleden.3. Momenteel wordt er een project qua teleurerkbestudeerd.4. Er werd geen enkele enquête georganiseerd metde bedoeling de verplaatsingsbehoeften van de ambtenarente verminderen.Wetenschapsbeleid1. In het volledige Federaal Wetenschapsbeleidworden er bijna 2 700 mensen tewerkgesteld. Een zeergrote meerderheid van hen gebruikt het openbaarvervoer om zich naar het werk te begeven.2. Neen, er werden in het verleden geen dergelijkeinitiatieven genomen.3. Teneinde de pendelactiviteit naar Brussel teverminderen, werd enkele jaren geleden voor sommigeambtenaren het teleurerken ingevoerd.4.a) en b) Het teleurerkenproject wordt momenteelonderworpen aan een grondige evaluatie. Deresultaten ervan zijn nog niet bekend.Landbouw1. Het CODA is samengesteld uit 3 entiteiten: eenin Ukkel, een in Tervuren en een in Machelen.In de site Ukkel zijn 146 personen tewerkgesteldwaarvan 67 behoren tot het staatspersoneel (statutairenen contractuelen) en 79 tot het personeel van deRechtspersoonlijkheid (statuut gelijkwaardig aanprivate tewerkstelling).In de site Tervuren zijn 37 personen tewerkgesteldwaarvan 34 voor de Staat en 3 voor de Rechtspersoonlijkheid.In de site Machelen zijn 14 personen tewerkgesteldwaarvan 5 voor de Staat en 9 voor de Rechtspersoonlijkheid.2. De activiteiten van het CODA zijn hoofdzakelijklaboratoriumactiviteiten (onderzoek en analyse).Gezien het zeer technisch karakter van deze laboratoria(onder meer labo’s van het type L3), gezien devereisten verbonden aan de accreditatie en de540 personnes sont occupées dans des services extérieurs,soit 19,67%;2 204 personnes ont leur résidence administrative àBruxelles, soit 80,33%.2. Aucune mesure spécifique n’a été prise pourdiminuer les navettes entre les provinces et Bruxelles.Le département dispose d’un certain nombre debâtiments en province, mais leur emplacement est enfonction des besoins des services et non du domiciledes membres du personnel.3. Un projet de télétravail est actuellement àl’étude.4. Aucune enquête n’a été menée pour tenter deréduire les besoins de déplacements des fonctionnaires.Politique Scientifique1. Près de 2 700 fonctionnaires travaillent au sein dela Politique Scientifique. La majorité utilise les transportsen commun pour se rendre sur leur lieu de travail.2. Non, dans le passé il n’y a pas eu ce genred’initiatives.3. Afin de réduire le nombre de navetteurs versBruxelles, le télétravail a été lancé il y a quelquesannées pour certains fonctionnaires.4.a) et b) Le projet du télétravail est soumis à une évaluationapprofondie. Les résultats de cetteévaluation ne sont pas encore connus.Agriculture1. Le CERVA est composé de 3 entités: une à Uccle,une à Tervuren et une à MachelenLe site d’Uccle occupe 146 personnes dont 67personnes travaillant pour l’État (statutaires ou contractuels)et 79 personnes travaillant pour la PersonnalitéJuridique (statut équivalent au régime privé).Le site de Tervuren occupe 37 personnes dont 34travaillant pour l’État et 3 pour la Personnalité Juridique.Le site de Machelen occupe 14 personnes dont 5travaillant pour l’État et 9 pour la Personnalité Juridique.2. Les activités du CERVA sont essentiellement desactivités de laboratoire (recherche et analyse).Étant donné le degré de sophistication des laboratoires(entre autre des labos du type L3, ...), les exigencesliées aux accréditations, la nécessité d’exécuter lesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1368 QRVA 52 01025 - 2 - 2008noodzaak om de manipulaties (onderzoek en analyses)in de laboratoria uit te voeren, is het zeer moeilijk omeen delocalisatie van de activiteiten te overwegenbuiten de bestaande sites, en dit om elk risico voor devolksgezondheid te vermijden.Tot op heden werd nog geen oplossing gevondenom het personnel dichter bij woonplaats te latenwerken.3. Verschillende plannen voor het verenigen van dedrie sites op het domein te Verrewinkel werden reedsvoorgesteld.De FOD voert op dit ogenblik een politiek vanvolledige terugbetaling van de verplaatsingskosten methet openbaar vervoer. De Rechtspersoonlijkheid vanhet CODA heeft zijn beleid hieraan aangepast enbetaalt dus aan zijn personeel geen kosten terug vanvervoer met de wagen voor het woon-werk verkeer.De FOD betaalt ook een bedrag per km wanneer hetpersoneel zich met de fiets van en naar het werkverplaatst. De Rechtspersoonlijkheid van het CODAheeft ook deze politiek geadopteerd en betaalt dezelfdekosten.4. De FOD heeft een analyse uitgevoerd naar demogelijkheid voor teleurerk voor zijn personeel.Dit initiatief werd door de directieraad van hetCODA geanalyseerd. Gezien echter de activiteiteneigen aan het CODA, is het zeer moeilijk, uitgezonderdvoor enkele zeer specifieke functies, dit initiatiefop grote schaal uit te werken.Inderdaad, het wetenschappelijk personeel, datvaak wetenschappelijke rapporten dient op te maken,zou dit ook thuis kunnen doen.De verantwoordelijkheden om evenwel onderzoeksenlaboratoriumequipes te beheren vereisen evenwelvan dit personeel om zeer freçuent aanwezig te zijn’ophet terrein’ten einde het verloop van het ondezoek ende analyses op te volgen.Dit limiteert dus aanzienlijk de uitvoering van teleurerkbinnen het CODA.1. In de hoofdvestiging van het FAVV in Brusselwerken 508 mensen van wie 380 het abonnement ophet openbaar vervoer (trein, MIVB, TEC, De Lijn)hebben aangevraagd waarop alle personeelsleden vande federale overheid recht hebben.2. Het FAVV heeft zijn centrale diensten gegroepeerdin één site. Dezelfde groepering werd doorgevoerdin de provinciale controle-eenheden. Het FAVVbezet aldus 16 eenheden waarvan 5 laboratoria.Het FAVV ziet er zoveel mogelijk op toe dat mensendie in de provinciale vestigingen werken woonachtigzijn in de provincie waar zij werken.manipulations (recherches et analyses) dans les laboratoires,il est très difficile d’envisager un déplacementdes activités hors des sites existants, et ce afin d’évitertout risque pour la santé publique.À ce jour donc, aucune solution n’a été trouvée pourpermettre au personnel de travailler plus près de sondomicile.3. Divers plans de déménagements ont déjà étéenvisagés notamment vers le site de Verrewinkel.Le SPF mène actuellement une politique deremboursement total des frais de transport encommun. La Personnalité Juridique du CERVA s’estalignée sur cette politique et ne rembourse donc pas lesfrais lié à un transport en voiture de son personnelpour le «chemin du travail». De même, le SPFrembourse les kms effectués en vélo par le personnelpour se rendre au travail. La Personnalité Juridique duCERVA s’est alignée sur cette politique et lesrembourse donc également.4. Le SPF a lancé une analyse sur la possibilité dedéployer le télétravail en son sein.Cette initiative a été analysée au sein du Conseil dedirection du CERVA. Toutefois, au vu des activitésmenées au sein du CERVA, il apparaît très difficile,sauf pour quelques fonctions très ciblées, de déployer àgrande échelle ce type d’initiative.En effet, le personnel scientifique, amené à rédigerrégulièrement des rapports scientifiques, pourrait fairecela depuis son domicile.Toutefois, les responsabilités de gestion d’équipesde recherche et de laboratoire de ce type de personnelexigent une présence’sur le terrain’très fréquente afinde pouvoir suivre le déroulement des analyses etrecherches.Ceci limite donc considérablement la mise en placed télétravail au sein du CERVA.1. Le site central de l’AFSCA de Bruxelles occupe508 agents dont 380 personnes ont fait une demanded’abonnement pour les transports en commun (train,STIB, TEC, De Lijn) dont peuvent bénéficier tous lesagents de la Fonction publique fédérale.2. L’AFSCA a regroupé ses services centraux sur unseul site à Bruxelles. Il en est de même pour les unitésde contrôle en province. L’Agence occupe ainsi 16entités dont 5 laboratoires.L’AFSCA veille à ce que, dans la mesure dupossible, les agents travaillant dans les entités provinciales,soient des personnes domiciliées dans la provinceoù elles sont affectées.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 136925 - 2 - 20083. Om zich van de provinciale vestigingen naar hethoofdbestuur of naar andere overheidsinstellingen(OFO, SELOR, FOD Volksgezondheid, ...) of omgekeerdof van de ene naar de andere provinciale vestigingte verplaatsen doet men aan carpoolen ofgebruikt men de railpass.In de mate van het mogelijke worden opdrachten oftaken van het centrale niveau naar de provinciale vestigingengedelegeerd. Thuiswerk werd in een aantalindividuele gevallen uitgetest en wordt thans opgrotere schaal onderzocht voor een aantal functies diezich daartoe lenen.4. Als algemene beleidslijn streeft het FAVV naareen rationele en efficiënte organisatie van de controleopdrachten.Dit resulteert in een vermindering vande verplaatsingen met de wagen en de eraan verbondenkosten. Een besparing van 13% op de begroting2007 kan aldus worden gerealiseerd. Voor het openbaarvervoer zijn de uitgaven daarentegen gestegenmet 18% tussen 2006 en 2007.1. Het BIRB telt 208 personeelsleden (fysieke eenheden),allen gehuisvest in het gebouw gelegen in deTrierstraat 82 -1040 Brussel.2. Neen. Gezien het beperkt aantal ambtenaren engezien de aard van de activiteiten van het BIRB is dezeoptie niet aan de orde.3. In 2008 zal een project van «telewerk» opgestartworden voor een beperkt aantal personeelsleden.4.a) Geen.3. Le co-voiturage et l’utilisation du rail pass sontd’usage pour les personnes devant se déplacer des entitésprovinciales vers l’administration centrale, ou versd’autres services publics fédéraux (IFA, SELOR, SPFsanté publique, ...), ou inversément, de même qu’entreentités provinciales. Pour autant que possible, les missionsou les tâches ont été déléguées du niveau centralvers les entités provinciales.Le travail à domicile a été testé avec succès danscertains services et est actuellement à l’étude, à plusgrande échelle, pour une série de fonctions adaptées àce type de fonctionnement.4. De manière générale, l’AFSCA veille à une organisationrationnelle et efficace de ses missions de contrôle.Ceci résulte en une diminution des déplacementsen voiture et des coûts de transport qui y sont liés. Uneéconomie de 13% a pu être réalisée sur le budget 2007à cet égard. Pour les transports en commun les dépensesont par contre augmenté de 18% entre 2006 et2007.1. Le BIRB emploie 208 personnes (entités physiques)toutes localisées dans le bâtiment sis rue deTrêves, 82 à 1040 Bruxelles.2. Vu le nombre limité de fonctionnaires et vu lanature des activités, cette option n’est pas à l’ordre dujour.3. En 2008, un projet de «télétravail» sera lancépour un nombre limité de membres du personnel.4.a) Néant.b) Geen. b) Néant.ZelfstandigenRSVZ1. Op 25 januari 2008 bedraagt het aantal personeelsledendie bij de centrale diensten van het RSVZ ofbij het gewestelijk kantoor Brussel-Hoofdstad werken408 op een totaal van 799. Dit vertegenwoordigt51,06% van het totale effectief van het RSVZ.2. Behalve het gewestelijk kantoor Brussel-Hoodstad, beschikt het RSVZ ook nog over 11 gewestelijkekantoren die gevestigd zijn op de volgendeplaatsen: Antwerpen, Bergen, Brugge, Gent, Hasselt,Leuven, Libramont, Luik, Malmedy, Namen enWaver. Gezien het RSVZ over een netwerk van kantorenbeschikt, waar ongeveer de helft van het personeelsbestandis tewerkgesteld, werden er geen andereinitiatieven genomen.3. Om dichterbij huis te werken, hebben de personeelsledende mogelijkheid om een interne muta-IndépendantsINASTI1. Le nombre d’agents qui, à la date du 25 janvier2008, travaillent dans les services centraux del’INASTI ou au bureau régional de Bruxelles-Capitales’élève à 408 sur un total de 799. Ceci représente51,06% de l’effectif total de l’INASTI.2. Outre le bureau régional de Bruxelles-Capitale,l’INASTI dispose encore de onze bureaux régionauximplantés dans les localités suivantes: Anvers, Bruges,Gand, Hasselt, Libramont, Liège, Louvain, Malmedy,Mons, Namur et Wavre. Étant donné que l’INASTIdispose d’un réseau de bureaux régionaux danslesquels travaille environ la moitié de l’effectif, aucuneautre initiative n’a été prise.3. Afin de se rapprocher de leur domicile, les agentsont la possibilité d’introduire une demande de muta-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1370 QRVA 52 01025 - 2 - 2008tieaanvraag in te dienen. Het RSVZ gaat in op deaanvragen van de personeelsleden in functie van hetaantal betrekkingen die in de gewestelijke kantorenvacant worden en voor zover dit verenigbaar is met dedienstnoodwendigheden.4.a) In 2006 heeft het RSVZ deelgenomen aan deenquête rond woon-werkverkeer die de FederaleOverheidsdienst Mobiliteit en Vervoer heeft georganiseerd.Op het einde van het jaar 2007 heeft het RSVZ zichgeëngageerd op het vlak van milieubeheer volgens deEMAS-reglementering. Dit kadert in het Federaal Planinzake Duurzame Ontwikkeling.Een van de hoofdassen van het milieubeheer bij hetRSVZ is bijdragen tot een betere mobiliteit in Brussel.Acties worden opgestart om de personeelsleden aan tesporen tot het gebruik van alternatieve vervoermiddelen(trein, metro, fiets, enzovoort), b) De resultatenvan de enquête van 2006 rond woon-werkverkeer zijnbeschikbaar op de website van de FOD Mobiliteit enVervoer.Wat het Emasproject betreft, zijn de resultatenuiteraard nog niet gekend, gelet op de startdatum.Directie-generaal ZelfstandigenWat de directie-generaal Zelfstandigen betreft,bevoegd voor materies die onder mijn bevoegdheidvallen, kan ik het geachte lid het volgende meedelen:Deze directie-generaal functioneert binnen de FODSociale Zekerheid. Aangezien er binnen de FODSociale Zekerheid geen cijfers voorhanden zijn dieopgesplitst zijn per directie, dien ik te verwijzen naarde algemene cijfers van de FOD Sociale Zekerheid.Aangezien de werking van deze FOD buiten mijnbevoegdheid valt, kan ik enkel verwijzen naar hetantwoord van mijn collega, bevoegd voor de FODSociale Zekerheid. (Vraag nr. 18 van 9 januari 2008,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 9.)Hetzelfde geldt voor de informatie omtrent de verschillendeinitiatieven rond mobiliteit binnen dezeFOD.tion interne afin de travailler dans un bureau régional.L’INASTI donne suite aux demandes des agents enfonction du nombre d’emplois vacants dans lesbureaux régionaux et pour autant qu’elles soientcompatibles avec les nécessités de service.4.a) En 2006, l’INASTI a participé à l’enquête relativeaux déplacements domicile-travail que le ServicePublic Fédéral Mobilité et Transports a organisée.À la fin de l’année 2007, l’INASTI s’est engagé dansune démarche de gestion de l’environnement selon lerèglement EMAS. Cette démarche s’inscrit dans lecadre du Plan Fédéral de Développement Durable.Un des axes principaux de la gestion environnementaleà l’INASTI est la contribution à l’amélioration dela mobilité à Bruxelles. Des actions sont entreprisespour inciter les agents à utiliser les moyens de transportalternatifs (train, métro, vélo, etc.) b) Les résultatsde l’enquête de 2006 relative aux déplacements domicile-travailsont disponibles sur le site web du SPFMobilité et Transports.En ce qui concerne le projet Emas, les résultats nesont pas encore connus, compte tenu de la date dedémarrage de celui-ci.Direction générale IndépendantsEn ce qui concerne la direction générale Indépendants,compétente pour les matières qui relèvent de macompétence, j’ai l’honneur de donner à l’honorablemembre les éléments de réponse suivants:Cette direction générale opère au sein du SPF Sécuritésociale. Le SPF ne disposant pas de chiffres isoléspour chaque direction, je me vois obligée de faire référenceaux chiffres généraux du SPF Sécurité sociale.Vu que le fonctionnement de ce SPF ne ressort pasde mes compétences, je ne peux que me référer à laréponse de ma collègue, compétente pour le SPF Sécuritésociale. (Question n o 18 du 9 janvier 2008, Questionset Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 9.)Il en va de même pour l’information sur les différentesinitiatives en matière de mobilité au sein de ce SPF.DO 2007200801111 DO 2007200801111Vraag nr. 20 van de heer Carl Devlies van 11 januari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Fiscale en boekhoudkundige regimes. — Aankoop vanprivate en van beroepsmatige goederen en investeringen.— Gratis geschenken.Door tal van postorder- en online bedrijven wordenzowel particuliere klanten als eenmanszaken enQuestion n o 20 de M. Carl Devlies du 11 janvier 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Régimes fiscal et comptable. — Achat de biens privéset à caractère professionnel et investissements. —Cadeaux gratuits.De nombreuses entreprises de vente par correspondanceet de vente en ligne attirent massivement tant lesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 137125 - 2 - 2008vennootschappen massaal aangetrokken door middelvan het aanbieden van gratis geschenken van beperktewaarde onder de vorm van juwelen, kledij, huishoudtoestellen,multimediaproducten, muziekapparatuur,uurwerken, bureelmateriaal, telefoontoestellen, enzovoort.Die tijdelijke gratis promo- en bijzondere kortingsactieskunnen zowel van toepassing zijn bij een eerstekennismaking of bij een eerste bestelling, maar ook bijiedere volgende belangrijke bestelling al dan nietgeplaatst via het internet.Die gratis ontvangen welkomstgeschenken kunnenbij de genietende particuliere zelfstandige ondernemersof bij de vennootschappen slechts gedeeltelijk of somszelfs niet beroepsmatig worden aangewend.Ter zake rijzen dan ook zowel op boekhoudkundigen handelsvlak als op het stuk van de BTW en op hetstuk van de inkomstenbelastingen de volgende algemenepraktische vragen.1. Welke concrete vermeldingen of omschrijvingendienen er op de leveringsbons, de verzendnota’s en opde facturen telkens te worden aangebracht?2. Welk fiscaal waardebedrag dient er door dieleveranciers op al die boekhoudkundige en fiscaledocumenten telkens te worden vermeld of volstaat devermelding «gratis» en een beknopte omschrijvingvan de aard van het afgeleverde geschenk?3.a) Is op die gratis ontvangen geschenken door degenietende klant naderhand nog BTW verschuldigden door wie en wanneer moet die eventueelworden afgedragen?b) Welke fiscale of andere waarderingsmethodesdienen er gebeurlijk te worden gehanteerd om dejuiste maatstaf van heffing te kennen?c) Of worden al dergelijke verkoopsacties gezien alseen extra korting of prijsvermindering die niet totde maatstaf van heffing behoort (zie: artikel 28, 1 oen 2 o van het BTW-Wetboek?4. In al welke gevallen kan er hoogstens eventueelsprake zijn van belastbare voordelen van alle aard enwelk waardebedrag (BTW-exclusief of inclusief) moetop maand-, kwartaal of jaarbasis fiscaal in de BTW enbelastingaangifteformulieren worden verwerkt?5. Moet de gebruikelijke «handelswaarde» of de«kostprijs» (BTW al dan niet inbegrepen) van diegratis geschenken worden opgenomen in het bedrijfs-clients privés que les sociétés unipersonnelles et lesentreprises en leur offrant des cadeaux de faible valeurtels que des bijoux, des vêtements, des appareils ménagers,des produits multimédias, des équipements musicaux,des montres, du matériel de bureau, des articlesde téléphonie, etc.Ces actions gratuites temporaires de réductionspéciale et de promotion peuvent être menées aussibien lors d’un premier contact ou d’une premièrecommande, que lors de chaque commande ultérieureimportante, qu’elle soit passée par le biais de l’internetou non.Ces cadeaux de bienvenue offerts gratuitement nepeuvent être utilisés professionnellement qu’en partie,ou parfois même pas du tout, par les entrepreneursindépendants privés ou par les sociétés qui en bénéficient.Les questions générales et pratiques suivantes seposent dès lors en la matière, tant sur le plan comptableque commercial qu’en ce qui concerne la TVA etl’impôt sur les revenus.1. Quelles mentions ou descriptions concrètesconvient-il d’indiquer à chaque fois sur les bons delivraison, sur les notes d’envoi et sur les factures?2. Quel montant ces fournisseurs doivent-ilsmentionner à chaque fois sur tous ces documentscomptables et fiscaux? La mention «gratuit» et unedescription succincte de la nature du cadeau offertsont-elles suffisantes?3.a) Une TVA doit-elle encore être acquittée ultérieurementsur ces cadeaux reçus gratuitement par leclient? Par qui et quand doit-elle être versée le caséchéant?b) Quelles règles fiscales ou quelles autres règlesd’estimation convient-il d’utiliser, le cas échéant,pour connaître la base d’imposition exacte?c) Ou toutes les actions de vente de ce type sont-ellesconsidérées comme des rabais de prix ou desréductions spéciales qui ne font pas partie de labase d’imposition (cf. article 28, 1 o et 2 o du Codede la TVA)?4. Dans quels cas peut-il tout au plus éventuellements’agir d’avantages imposables de toute nature etquel montant (hors TVA ou TVA incluse) convient-ilde comptabiliser fiscalement sur une base mensuelle,trimestrielle ou annuelle dans les formulaires de déclarationà la TVA et les formulaires de déclaration àl’impôt?5. La «valeur commerciale» usuelle ou le «prix derevient» (hors TVA ou TVA incluse) de ces cadeauxgratuits doivent-ils être mentionnés dans le patrimoineKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1372 QRVA 52 01025 - 2 - 2008patrimonium of in de jaarrekening van de klanten enkan, moet of mag de zelfstandige ondernemer of debegunstigde vennootschap die (gedeeltelijk) beroepsmatigekleine «investering» afschrijven tegen eennormaal en snel afschrijvingsritme ook al werd er nietsvoor betaald?6. Voor welk waardebedrag moet er door de verkopendebedrijven op jaarbasis naderhand eventueel nogeen fiscale verantwoording worden verstrekt in de zinvan artikel 57, 1 o van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992 en dient aan de genietende klant eenduplicaat van het fiche nr. 281.50 te worden uitgereikt?7. Dienen de genietende klanten zowel op het vlakvan de inkomstenbelastingen (personenbelasting envennootschapsbelasting) als op het vlak van de BTWte worden gewezen op de voor hen mogelijke nefastegevolgen van die algemeen verspreide handelsmethoden?8. Welke geschenkwaarde wordt door de beidebetrokken fiscale sectoren aangemerkt als een som vangeringe waarde en waaraan voor de klanten geen verderefiscale gevolgen meer kunnen worden verbonden?9. Kunt u punt per punt uw algemene praktischezienswijze meedelen zowel in het licht van de wettelijkeen reglementaire beschikkingen van het WIB 1992zowel inzake personenbelasting als inzake vennootschapsbelasting,de aanverwante beschikkingen inzakeBTW als van de boekhoud- en handelswetgeving?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 18 februari 2008, op devraag nr. 20 van de heer Carl Devlies van 11 januari2008 (N.):Rekening houdende met de bevoegdheden van mijndepartement inzake boekhoudrecht, heb ik de eer hetgeachte lid het volgende antwoord te geven op devraag 5.5. Er is geen bepaling in het boekhoudrecht die eenspecifieke regeling inhoudt voor de genoemde geschenken.In antwoord op de andere vragen, kan ik hetgeachte lid meedelen dat deze vragen niet behoren totmijn bevoegdheden, maar tot die van mijn collega, deminister van Financiën. (Vraag nr. 160 van 22 februari2008.)de l’entreprise ou dans les comptes annuels des clientset l’entrepreneur indépendant ou la société bénéficiairepeuvent-ils ou doivent-ils amortir ce petit«investissement» (partiellement) professionnel enappliquant un rythme d’amortissement normal etrapide, même s’il n’a fait l’objet d’aucun paiement?6. Pour quel montant les entreprises de ventedoivent-elles éventuellement fournir par la suite surune base annuelle une justification fiscale au sens del’article 57, 1 o du Code des Impôts sur les Revenus1992 et un duplicata de la fiche n o 281.50 doit-il êtrefourni au client bénéficiaire?7. Convient-il d’attirer l’attention des clients bénéficiairessur les conséquences fâcheuses que ces pratiquescommerciales très courantes peuvent avoir poureux, tant en ce qui concerne la TVA qu’en matièred’impôts sur les revenus (impôt des personnes physiqueset impôt des sociétés)?8. Quelle valeur en cadeau les deux secteurs fiscauxconcernés considèrent-ils comme une somme de faiblevaleur et ne pouvant plus entraîner aucune conséquencefiscale ultérieure pour les clients?9. Pouvez-vous indiquer pour chaque point votreconception pratique générale tant à la lueur des dispositionslégales et réglementaires du CIR 1992 aussi bienen matière d’impôt des personnes physiques qued’impôt des sociétés, que des dispositions connexes enmatière de TVA et des législations comptable etcommerciale?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 18 février 2008, à la questionn o 20 de M. Carl Devlies du 11 janvier 2008 (N.):Tenant compte des compétences de mon départementen matière de droit comptable, j’ai l’honneur defournir à l’honorable membre la réponse suivante à laquestion 5.5. Il n’y a pas de disposition de droit comptable instituantun régime spécifique aux dits cadeaux.En réponse aux autres questions de l’honorablemembre, je l’informe que ses questions ne relèvent pasde mes compétences, mais de celles de mon collègue, leministre des Finances. (Question n o 160 du 22 février2008.)DO 2007200801158 DO 2007200801158Vraag nr. 21 van de heer Peter Logghe van 14 januari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Statistieken van de BTW-controles.Dat de overheid diensten aan haar bevolking levert,en hiervoor een beroep moet doen op inkomstenQuestion n o 21 de M. Peter Logghe du 14 janvier 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Statistiques des contrôles TVA.Par définition, l’État moderne fournit des services àsa population et utilise à cette fin des recettes issuesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 137325 - 2 - 2008middels belastingen, BTW, en andere inkomstenbronnen,behoort tot het wezen zelf van de moderne staat.Eens er overeenstemming is bereikt over de te vestigenbelastingsvoet en de categorieën die moeten wordenbelast, is ook de nazorg belangrijk. Worden die eenheden,die om een of andere reden hun belasting niethebben betaald, achteraf gecontroleerd? En watgebeurt er daarna: wordt er gesanctioneerd? Wordt deboete betaald?Geen beleid is mogelijk, als niet kan worden gemeten.Geen beleid is mogelijk, als men de resultaten nietkan verwerken in statistieken en de evolutie van destaatstussenkomsten op die manier kan meten.1. Naar het schijnt, bestaan er op het vlak vanBTW controles bij BTW-plichtigen geen statistieken.Klopt dit, en kan u een verklaring geven waaromhierover geen statistieken worden aangemaakt?2. De opbrengsten van de BTW controles in Vlaanderenwordenalthans volgens mijn informatie —gestort op één rekening in Mechelen, voor Walloniëop één rekening in Namen en in Brussel op één rekeningin Brussel.Kan u deze gegevens bevestigen?3. Kan u een overzicht geven van de gestorte opbrengstenin de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007 (voorzover bekend) op de drie rekeningen?4. Als de bedragen inderdaad op één rekening perGewest worden gestort, waarom is het dan onmogelijkom hierover statistieken op te stellen en vrij te geven?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 18 februari 2008, op devraag nr. 21 van de heer Peter Logghe van 14 januari2008 (N.):In antwoord op zijn vraag, kan ik mee te delen datdeze vraag behoort tot de bevoegdheden van mijncollega, de minister van Financiën, aan wie ik dezevraag heb doorgestuurd. (Vraag nr. 158 van 22 februari2008.)d’impôts, de la TVA et d’autres sources. Une fois qu’ila été convenu du taux d’imposition à appliquer et descatégories à taxer, le suivi à assurer est important. Lesassujettis qui, pour quelque raison que se soit, n’ontpas payé leurs impôts, sont-ils ultérieurement soumis àun contrôle? Et quelle est la suite de la procédure: dessanctions sont-elles infligées? L’amende est-elle payée?Aucune politique ne peut être mise en œuvre s’il estimpossible d’en mesurer les effets et si ces mesures nepeuvent être converties en statistiques qui serviront àsuivre l’évolution de l’action de l’État.1. Il semblerait qu’il n’existe pas de statistiques enmatière de contrôles TVA chez les assujettis à la TVA.Est-ce exact et pouvez-vous me dire pourquoi cesstatistiques ne sont pas disponibles?2. Les recettes issues des contrôles TVA sontversées, du moins selon mes informations, sur uncompte unique à Malines, en région flamande, sur uncompte unique à Namur, en région wallonne, et sur uncompte unique à Bruxelles, en région de Bruxelles-Capitale.Pouvez-vous confirmer ces informations?3. Pouvez-vous me fournir un aperçu des recettesversées en 2004, 2005, 2006 et 2007 (pour autant queles chiffres soient disponibles) sur les trois comptes?4. Si les montants doivent effectivement être verséssur un compte unique par région, pourquoi est-il dèslors impossible d’établir et de publier des statistiquesen la matière?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 18 février 2008, à la questionn o 21 de M. Peter Logghe du 14 janvier 2008(N.):En réponse à sa question, je peux communiquerqu’elle relève des compétences de mon collègue, leministre des Finances, à qui je l’ai transmise. (Questionn o 158 du 22 février 2008.)DO 2007200801328 DO 2007200801328Vraag nr. 30 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Federale kunstpatrimonium.Dat België een cultureel land is, kan je zien aan hetgrote aantal musea, dat zich op ons grondgebiedQuestion n o 30 de M. Guido De Padt du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Patrimoine artistique fédéral.La Belgique est un pays de culture, comme en témoignentles nombreux musées qui constellent notre terri-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1374 QRVA 52 01025 - 2 - 2008bevindt. Toch wordt regelmatig in de pers vermeld dathet budget voor cultuur steeds kleiner wordt, met alsgevolg drastische besparingen, die ook een invloedhebben op ons erfgoed.1. Op welke verschillende plaatsen kan men hetkunstpatrimonium (kunstwerken en andere waardevolleobjecten) van de federale overheid terugvinden?2.a) Bestaat een inventaris van alle kunstpatrimoniumdat eigendom is van de federale overheid?toire. Pourtant, la presse attire régulièrementl’attention sur l’amenuisement progressif du budgetattribué à la culture, une évolution qui force les acteursconcernés à des économies drastiques, dont notrepatrimoine subit également les retombées.1. En quels lieux peut-on retrouver le patrimoineartistique fédéral (œuvres d’art et autres objets devaleur)?2.a) Existe-t-il un inventaire de l’ensemble du patrimoineartistique appartenant à l’État fédéral?b) Om hoeveel stukken gaat het hier? b) De combien de pièces ce patrimoine se compose-til?3.a) Hoeveel van dit patrimonium wordt enkelbewaard en hoeveel wordt effectief tentoongesteld?3.a) Quelle part de ce patrimoine est simplementconservée et quel part est effectivement exposée?b) Waar kan men de bewaarde stukken terugvinden? b) Où lespièces conservées sont-elles stockées?4. Wat wordt ondernomen om te vermijden dat deopgestapelde kunstwerken beschadigd worden?5.a) Wat is het jaarlijkse budget dat wordt besteed aanhet aankopen, bijhouden en restaureren van hetfederale kunstpatrimonium?4. Quelles précautions sont prises pour éviter queles œuvres d’art stockées se détériorent?5.a) Quel budget annuel est prévu pour l’acquisition, laconservation et la restauration du patrimoine artistiquefédéral?b) Wat is het aandeel van de regering in dit budget? b) Quel pourcentage de ce budget le gouvernementfédéral prend-il à sa charge?c) Wat zijn de eventueel andere investeerders? c) Quels sont, le cas échant, les autres investisseurs?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 30 van de heer Guido De Padt van 17 januari2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijnvraag te vinden.1. Het kunstpatrimonium wordt bewaard in defederale wetenschappelijke instellingen (FWI) zoals deKoninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis(KMKG), de Koninklijke Bibliotheek van België (KB),de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België(KMSKB) en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA).Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 30 de M. Guido De Padt du 17 janvier 2008(N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àsa question.1. Le patrimoine artistique est conservé dans lesétablissements scientifiques fédéraux (ESF) tels que lesMusées royaux d’Art et d’Histoire (MRAH), laBibliothèque royale de Belgique (BR), les Muséesroyaux des Beaux-Arts de Belgique (MRBAB) et leMusée royal de l’Afrique centrale (MRAC)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 137525 - 2 - 20082.a) Elke FWI moet een fysische inventaris bijhoudenvan het kunstpatrimonium dat in het kader van hetbeheer van haar collecties in haar bezit is. Ditbeheer stelt problemen en het zoeken naar oplossingenmaakt deel uit van de prioriteiten in demanagementplannen van de directeurs-generaal. Indie context heeft de vorige regering een groots digitaliseringsprojectgoedgekeurd voor, in eerste instantie,bedreigde collecties (boeken, films, ...),unieke verzamelingen (wiegendrukken, manuscripten,...) en vaak geraadpleegde collecties (kaartenen plannen, kranten, ...). Daarvoor werd op debegroting van het federaal wetenschapsbeleidvoorzien een jaarlijks bedrag van 4,3 miljoen eurogedurende 10 jaar.b) Het KMMA bezit een patrimonium van meer dan1 500 000 tweedimensionale stukken en 500 000driedimensionale.Zowat 6 000 000 boeken, 22 000 tijdschriften,45 000 oude drukwerken, 200 000 kaarten,700 000 gegraveerde prenten, 35 000 manuscripten,80 000 muntstukken, 37 000 medailles en50 000 cd-roms maken deel uit van het patrimoniumvan de koninklijk besluit.De collecties van de KMKG bestaan uit ongeveer650 000 zeer gevarieerde stukken, van alle tijden,uit alle werelddelen (behalve noordelijk Afrika) enuit alle artistieke disciplines.Het departement Oude Kunst van de KMSKBherbergt 7 271 kunstwerken (schilderijen, beeldhouwwerken,tekeningen, tapijten, kunstvoorwerpen).De verzamelingen van het Museumvoor Moderne Kunst, met inbegrip van die uit hetMuseum Constantin Meunier en Antoine Wiertz,vertegenwoordigen in totaal 14 316 kunstwerken(schilderijen, beeldhouwwerken, werken oppapier, affiches).3.a) Over het algemeen kan worden gesteld dat detentoongestelde kunstwerken de meest representatieveuit de verzamelingen zijn, zowel op esthetisch,technisch als historisch vlak. Om redeneneigen aan hun samenstelling worden sommigestukken slechts tentoongesteld voor tijdelijke tentoonstellingen,binnen of buiten de FWI. Zokunnen oude stukken textiel, zeer gevoelig voortemperatuurschommelingen en vooral blootstellingaan fel licht, niet permanent in het KMKGtentoongesteld worden.Minder dan 1% van de verzamelingen van hetKMMA wordt tijdens permanente tentoonstellingententoongesteld. 80% van dit patrimonium2.a) Chaque ESF est tenu d’établir l’inventaire physiquedu patrimoine qu’il détient dans le cadre de lagestion de ses collections. Celle-ci constitue unevaste problématique dont l’ébauche de solutionsfigure parmi les axes prioritaires dans les plans demanagement des directeurs généraux. Dans cecontexte, le Gouvernement précédent a approuvéun projet de digitalisation de grande ampleur, concernantdans un premier temps les collectionsmenacées (livres, films, ...), les collections uniques(incunables, manuscrits, ...), et des collectionsfréquemment consultées (carte et plans, journaux,...). Un montant annuel de 4,3 millionsd’euros durant une période de dix ans a été prévu àcet effet dans le budget de la Politique scientifiquefédérale.b) Le MRAC possède un patrimoine de plus de 1/500 000 objets bidimensionnels et 500 000 œuvresà trois dimensions.Environ 6 000 000 de livres, 22 000 périodiques,45 000 imprimés anciens, 200 000 cartes,700 000 estampes, 35 000 manuscrits, 80 000 piècesde monnaie, 37 000 médailles et 50 000 disquescomposent le patrimoine de la BR.Les collections des MRAH englobent environ650 000 pièces différentes permettant un véritabletour du monde, dans le temps et dans l’espace(l’Afrique subsaharienne exceptée), à travers toutesles disciplines artistiques.Le Département Art ancien des MRBAB abrite7 271 œuvres (peintures, sculptures, dessin, tapisseries,objet d’art). Les collections du Musée d’Artmoderne, comprenant également celles des MuséesConstantin Meunier et Antoine Wiertz, représententau total 14 316 œuvres (peintures, sculptures,œuvres sur papier, affiches).3.a) D’une façon générale, on peut affirmer que lesœuvres exposées sont les plus représentatives descollections tant au point de vue esthétique, techniqueou historique. Pour des raisons inhérentes àleur constitution, certains pièces ne sortent desréserves que pour des expositions temporaires,internes ou externes au ESF. Ainsi, les textilesanciens, très sensibles à des changements de températureet surtout à l’exposition à la lumière, nepeuvent être exposées à la lumière que ponctuellementet pendant une durée limitée.Moins d’un 1% des collections du MRAC sontprésentées dans des expositions permanentes.Cependant, 80% de ce patrimoine est régulière-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1376 QRVA 52 01025 - 2 - 2008wordt echter regelmatig bestudeerd in het kadervan wetenschappelijk onderzoek. Er worden ookstukken uitgeleend voor tijdelijke tentoonstellingenwereldwijd (momenteel meer dan 35).Sommige stukken uit dit patrimonium genietenimmers wereldfaam.2 à 3% van het patrimonium van de KMKG istoegankelijk voor het publiek. Dit cijfer schommeltsterk van de ene verzameling tot de andere en vandepartement tot departement. In het departementEuropese Toegepaste Kunst varieert dit percentagevan bijna 100% voor de kunstcollectie uit deMaasvallei tot bijna 0% bij gebrek aan ruimte(verzameling van de Post, telefonie of de fotografie).Bij de KMSKB worden 683 kunstwerken uit verzamelingenvan het departement Moderne kunsttentoongesteld en 442 van het departement OudeKunst, dit is respectievelijk 4,7% en 5,8%.De koninklijk besluit organiseert meerdere kerenper jaar prestigieuze tentoonstellingen met tientallenstukken uit haar verzamelingen. Talrijkeandere stukken uit het patrimonium worden uitgeleendvoor tentoonstellingen van andere instellingen,in België of in het buitenland.b) De verzamelingen van de KB zijn toegankelijk viaverschillende online catalogi te consulteren: http://wwwkbr.be/catalogues/cataloques_nl.html ofhttp://wwwkbr.be/catalogues/catalogues_fr.htmlDe kunstwerken worden tentoongesteld ofbewaard in de KMSKB, Regentschapsstraat 3,1000 Brussel, in het Wiertzmuseum, Vautierstraat62, 1050 Brussel en in het Meuniermuseum, Abdijstraat59, 1050 Brussel. Op aanvraag kan men deniet tentoongestelde kunstwerken bezoeken, voorzover ze niet uitgeleend zijn voor tijdelijke tentoonstellingenin België of in het buitenland, ofondergebracht zijn in openbare gebouwen (Justitiepaleis,Kamer, Senaat, Koninklijk Paleis, ambassades,ministeries, enz.) of kerken in België.De meeste kunstwerken van de KMKG bevindenzich in de opslagplaatsen waar ze bewaard eneventueel gerestaureerd worden. Die verzamelingen,zoals die van het KMMA zijn toegankelijkvoor elke onderzoeker die een aanvraag indient.4. Hoewel de lokalen van de KMKG en die van hetKMMA niet perfect beantwoorden aan de huidigenormen voor de bewaring van kunstvoorwerpen(gebouwen opgericht eind XlXe eeuw), worden constantinspanningen geleverd om de reserves zo goedmogelijk te bewaren. De voorwerpen worden er zorgvuldiggerangschikt en de voorwaarden van bewaring(hygrometrie en temperatuur) worden nauwkeuriggecontroleerd.ment étudié dans le cadre des recherches scientifiques.Il est également prêté pour des expositionstemporaires à travers le monde (plus de 35 àl’heure actuelle). Certaines pièces de ce patrimoinejouissent en effet d’une renommée mondiale.2 à 3% de l’ensemble du patrimoine des MRAHest accessible au public. Notons que cette proportiondiffère très fort d’une collection à l’autre, etd’un département à l’autre. Ainsi dans le DépartementArts décoratifs européens, cette proportionvarie de la quasi-totalité pour la collection d’artmosan à l’absence totale de présentation faute deplace (collection de la Poste, de la téléphonie ou dela photographie.Aux MRBAB, 683 œuvres appartenant aux collectionsdu Département Art moderne et 422 provenantdu Département d’Art ancien sont exposées,soit respectivement 4,7% et 5,8%.La BR organise plusieurs fois par an des expositionsprestigieuses avec quelques dizaines de piècesprovenant des collections. De nombreuses autreséléments de son patrimoine sont prêtés pour desexpositions organisées par d’autres établissements,en Belgique ou à l’étranger.b) Les collections de la BR sont accessibles via différentescatalogues en ligne: http://www.kbr.be/cataloques/cataloques_nl.html ou http://www.kbr.be/cataloques/cataloques_fr.html Lesœuvres sont exposées ou conserves aux MRBAB,rue de la Régence 3, 1000 Bruxelles, au MuséeWiertz, rue Vautier, 62, 1050 Bruxelles et auMusée Meunier, rue de l’Abbaye, 59, 1050 Bruxelles.On peut accéder aux œuvres non exposées surdemande, pour autant qu’elles ne soient pas prêtéesà des expositions temporaires en Belgique ou àl’étranger et qu’elles ne se trouvent pas en dépôtdans des bâtiments publics (Palais de Justice,Chambre, Sénat, Palais royal, Ambassades, ministères,etc.) ou dans les églises en Belgique.La plupart des pièces des collections des MRAH setrouvent dans les réserves où elles sont conservéeset restaurées si nécessaire. Ces collections, commecelles du MRAC, sont accessibles à tout chercheurqui introduit une demande.4. Bien que les locaux des MRAH comme ceux duMRAC ne répondent pas parfaitement aux standardsactuels de conservation (bâtiments construits à la findu XIXème siècle), des efforts sont continuellemententrepris pour veiller à la bonne tenue des réserves. Lesobjets y sont soigneusement rangés et les conditions deconservation (hygrométrie et température) sont minutieusementcontrôlées.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 137725 - 2 - 2008Voor de bewaring van haar documenten heeft dekoninklijk besluit de aankoop gepland van een meergeperfectioneerd systeem, met brandkasten, temperatuur-en lichtcontra Ie, enzovoort. Omwille van hunkwetsbaarheid worden sommige documenten uitvoorzorg ingebonden, zelfs gerestaureerd, op microfilmgezet en geleidelijk gedigitaliseerd.Bij de KMSKB worden de kunstwerken bewaard ingeklimatiseerde zalen of reserves, onder toezicht vanbewakers en in lokalen die beveiligd zijn tegen diefstal(camera’s, bewegingsdetectors, enzovoort) en uitgerustmet brandmelders. Elk jaar wordt de inventarisoverlopen om de plaats en de staat van de kunstwerkente controleren. De tekeningen wordenbewaard in gesloten kasten, beschermd tegen het licht,in kartonnen fardes met neutrale zuurtegraad.5.a) tot c) Bij de KMSKB bedraagt het jaarlijkseaankoopbudget 2 040 000 euro. Het bedragdat gewoonlijk aan restauratie besteedtwordt is 100 000 euro. In 2007 werd slechts63 000 euro aan restauratie uitgegevenvermits de KMSKB externe financieringenkregen via het programma Baillet Latour. In2006, 2007 en 2008 ontving het departementOude Kunst financiële steun van de fondsenInbev-Baillet en Courtin Bouché voor derestauratie van enkele belangrijke schilderijen(104 000 euro in 2006, 85 000 euro in2007 en 20 000 euro in 2008).De koninklijk besluit heeft 1 586 618,05 euro besteedvoor de aankoop van handschriften en vangegevensbestanden, 329 853 euro voor de aankoopvan stukken die ontbreken in het patrimonium en329 700 euro voor restauratiekosten. Die bedragenkomen volledig van overheidsfondsen.In 2006 hebben de KMKG 209 000 euro besteedaan de aankoop van kunstwerken, 101 000 euroaan de conservatie en 108 000 euro aan de restauratie.Deze uitgaven werden voor 53% gefinancierddoor de federale overheid, voor 45% dooreigen fondsen van de instelling en voor 2% doordonaties en sponsoring.Het KMMA besteedt jaarlijks 10 000 euro aan deaankoop, bewaring en restauratie van het federalekunstpatrimonium. Dit bedrag komt uit de dotatievan de federale overheid aan de instelling. HetKMMA geniet bij gelegenheid ook van hetbeschermheerschap van de Koning Boudewijnstichting.Pour la conservation de ses documents, la BR prévoitde se doter d’un système plus perfectionné, avecarmoires résistantes au feu, contrôle de la températureet de la lumière, etc. En raison de leur vulnérabilité,certains documents sont reliés par prévention, voirerestaurés, microfilmés et progressivement digitalisés.Les œuvres d’art sont conservées aux MRBAB dansdes salles ou des réserves climatisées, sous la surveillancede gardiens et dans des locaux protégés contre levol (caméras, détecteurs d’intrusion, etc.) et munis dedétecteurs d’incendie. Un recollement annuel est effectuépour vérifier l’emplacement et l’état des œuvres.Les dessins se trouvent dans des armoires fermées, àl’abri de la lumière, dans des fardes en carton nonacide.5.a) à c) Aux MRBAB, le budget annuel d’acquisitions’élève à 2 040 000 euros. Le budget habituelconsacré à la restauration est de100 000 euros. Il n’a été que de 63 000 eurosen 2007 car les MRBAB ont bénéficié definancements extérieurs, via le programmeBaillet Latour. En 2006, 2007 et 2008, leDépartement d’Art ancien a obtenu leparrainage des Fonds Inbev-Baillet Latour etCourtin Bouché pour la restauration de plusieurstableaux importants (2006:104 000 euros; 2007: 85 000 euros; 2008:20 000 euros).Le budget consacré à la BR à l’acquisition de nouveauxdocuments écrits et de banques de donnéesest de 1 586 618,05 euros; de 329 853 euros pourl’achat de pièces qui manquent à son patrimoine etde 329 700 euros pour les frais de restauration. Cetargent provient entièrement de fonds publics.Aux MRAH, 209 000 euros ont été consacrés en2006 à l’acquisition d’œuvres, 101 000 euros à laconservation et 108 000 euros à la restauration.Ces dépenses sont financées à raison de 53% parl’Autorité fédérale, 45% sur les fonds propres del’établissement et 2% par les donateurs et sponsors.Le budget annuel que le MRAC consacre àl’acquisition, à la conservation et à la restaurationdu patrimoine artistique fédéral est de10 000 euros. Ce montant provient de l’Autoritéfédérale comme partie de la dotation à l’établissement.Le MRAC bénéficie aussi occasionnellementdu parrainage de la Fondation Roi Baudouin.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1378 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801361 DO 2007200801361Vraag nr. 31 van mevrouw Barbara Pas van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Vuurwerkslachtoffers. — Vuurwerkmakers.De afgelopen jaarwisseling zijn in Nederland ongeveer1100 gewonden gevallen door vuurwerk. Rond dejaarwisseling van 2006-2007 vielen in Nederland 960vuurwerkslachtoffers. Het jaar daarvoor waren dat er660. Volgens «Consument en Veiligheid» is de stijgingvan het aantal slachtoffers vooral te wijten aan ongelukkenmet illegaal, professioneel vuurwerk. Blijkbaarontstaan de meeste ongevallen met vuurwerk omdatmensen in de fout gaan bij het afsteken. Mogelijkeoorzaken van de ongevallen zijn: de manier waarophet vuurwerk is afgestoken, het relatief slecht weer, dehoeveelheden illegaal vuurwerk, enzovoort. Het isbelangrijk dat de gebruikers van het vuurwerk degelijkgeïnformeerd worden over het veilig gebruik en degevaren ervan.1. Op welke manier moeten bedrijven (verkopers,producenten van vuurwerk, enzovoort) de gebruikerservan informeren?2. In tegenstelling tot de meeste Europese landenheeft een vuurwerkmaker in België geen diploma ofofficieel attest nodig, zodat iedereen zich vuurwerkmakerkan noemen, met alle gevaren vandien, en met alsgevolg dat de Belgische vuurwerkmakers in het buitenlandgeen vuurwerk kunnen afschieten.a) Zijn reeds maatregelen genomen om het organiserenvan vuurwerk in België strikter te reglementeren?Question n o 31 de M me Barbara Pas du 18 janvier 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Victimes de feux d’artifice. — Artificiers.Durant les dernières fêtes de fin d’année, 1100personnes environ ont été blessées par des feuxd’artifice aux Pays-Bas. Durant les fêtes de fin d’année2006-2007, on avait dénombré 960 victimes et durantles fêtes de fin d’année 2005-2006 660. Selon«Consument en Veiligheid», l’augmentation dunombre de victimes est surtout due à des accidents liésà des feux d’artifice professionnels illégaux. La majoritéde ces accidents seraient dus à une mauvaise manipulationlors de l’allumage. Les causes potentielles deces accidents sont: la manière dont le feu d’artifice estallumé, les conditions atmosphériques, les quantités defeux d’artifice illégaux, etc. Il est important que lesutilisateurs de ces feux d’artifice soient dûment informésdes précautions d’utilisation et des dangers.1. De quelle manière, les entreprises (vendeurs,producteurs de feux d’artifice, etc.) doivent-ellesgarantir une bonne information des utilisateurs de cesfeux d’artifice?2. Contrairement à ce qui est le cas dans la majoritédes pays européens, en Belgique, un artificier ne doitpas être titulaire d’un diplôme ou d’une attestationofficielle pour pouvoir exercer son art de sorte quen’importe qui peut se dire artificier, avec tous lesdangers qui en découlent, et avec également pourconséquence que les artificiers belges ne peuvent tirerde feux d’artifice à l’étranger.a) Des mesures ont-elles déjà été prises pour renforceren Belgique la réglementation sur les feuxd’artifice?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, quelles sont ces mesures?c) Zo neen, wat is uw motivatie? c) Dans la négative, pourquoi?d) Op Europees vlak was er enkele jaren geledensprake van een harmonisatie van de voorwaardenvoor het op de markt brengen van pyrotechnischemiddelen. Worden er momenteel op Europees vlaknog acties ondernomen om de toegang tot de vuurwerkmarktte harmoniseren?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 31 van mevrouw Barbara Pas van 18 januari2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tevinden op haar vragen.d) Au niveau européen, il a été question il y a quelquesannées d’une harmonisation des conditionsde mise sur le marché des moyens pyrotechniques.Des actions sont-elles encore actuellement en coursau niveau européen pour harmoniser l’accès aumarché des feux d’artifice?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 31 de M me Barbara Pas du 18 janvier 2008(N.):L’honorable membre trouvera ci-après la réponse àses questions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 137925 - 2 - 20081. Betreffende feestvuurwerk bepaalt het artikel 264van het koninklijk besluit van 23 september 1958houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren,opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoerenen gebruiken van springstoffen, zoals gewijzigd bij artikel6 van het koninklijk besluit van 1 februari 2000dat feestvuurwerk dat al dan niet tegen betaling, op demarkt wordt gebracht of daartoe bestemd is, moetvoorzien zijn van een markering die minstens opgesteldis in de taal of de talen van het betrokken gebied,overeenkomstig artikel 13 van de wet van 14 juli 1991betreffende de handelspraktijken en de voorlichting enbescherming van de consument, met vermelding van:1. Concernant les artifices de joie, l’article 264 del’arrêté royal du 23 septembre 1958 portant règlementgénéral sur la fabrication, l’emmagasinage, la détention,le débit, le transport et l’emploi des produitsexplosifs, tel que modifié par l’article 6 de l’arrêtéroyal du 1 er février 2000, stipule que tout artifice dejoie, mis sur le marché à titre onéreux ou gratuit, oudestiné à l’être, doit comporter un marquage au moinslibellé dans la langue ou les langues de la région concernée,conformément à l’article 13 de la loi du 14 juillet1991 sur les pratiques du commerce et sur l’informationet la protection du consommateur et comprenant:1 o de handelsbenaming van het vuurwerk; 1 o la dénomination commerciale de l’artifice;2 o de vermelding «Feestvuurwerk»; 2 o la mention «Artifice de joie»;3 o zijn generieke naam, zijn indeling en, in voorkomendgeval, de aanduiding «ontploffendvuurwerk»;4 o de hoeveelheid pyrotechnische sas als ze niet kleineris dan 0,5 g (een halve gram) wanneer het omontploffend vuurwerk gaat en, in de andere gevallen,als die hoeveelheid niet kleiner is dan 2 g (tweegram);5 o de vermelding «niet afgeven aan kinderen jongerdan 16 jaar», tenzij een uitdrukkelijke bepalingvan het ministerieel erkenningsbesluit dit toelaat;6 o de gebruiksaanwijzing als het gaat om nietontploffendvuurwerk met 2 g (twee gram) of meerpyrotechnische sas en altijd als het gaat omontploffend vuurwerk.De verplichte markering kan beperkt worden totde verpakkingseenheid wanneer het vuurwerk zelf,wegens zijn consistentie of zijn kleine afmetingen,niet geschikt is voor het aanbrengen van de markering.Betreffende het spektakelvuurwerk is er momenteelgeen enkele wettelijke verplichting voor bedrijven(verkopers, invoerders of producenten vanspektakelvuurwerk) om de gebruikers (de professionelevuurwerkmakers) in te lichten over deaanstekingsmodaliteiten.2.a) Hoewel er effectief en formeel geen diploma ofofficieel attest nodig is om het beroep van professioneelvuurwerkmaker in België uit te oefenen ishet niet juist om te stellen dat de toegang tot hetberoep volledig vrij is.Spektakelvuurwerk mag immers enkel aan deprofessionelen afgeleverd worden.3 o sa désignation générique, son classement et, s’iléchet, l’indication «artifice explosant»;4 o la quantité de compositions pyrotechniques contenuesi elle n’est pas inférieure à 0,5 g (un demigramme)lorsqu’il s’agit d’artifice explosant et,dans les autres cas, lorsque cette quantité n’est pasinférieure à 2 g (deux grammes);5 o la mention «ne pas délivrer aux enfants âgés demoins de 16 ans», à moins qu’une dispositionexpresse de l’arrêté ministériel de reconnaissancene l’autorise;6 o le mode d’emploi s’il s’agit d’artifices explosant ets’il s’agit d’artifices non explosant renfermant 2 g(deux grammes) ou plus de composition pyrotechnique.L’obligation de marquage peut être limitée àl’unité de conditionnement lorsque l’artifice, dufait de sa consistance ou de ses dimensions réduites,ne peut recevoir lui-même le marquage.Concernant les artifices de spectacle, à l’heureactuelle, il n’y a aucune obligation légale desentreprises (les vendeurs, importateurs ou producteursd’artifices de spectacle) d’informer les utilisateurs(les artificiers professionnels) des modalitésde mise en œuvre.2.a) Bien qu’effectivement et formellement aucundiplôme ni attestation officielle ne soient nécessairespour exercer la profession d’artificier professionnelen Belgique, il n’est pas exact d’affirmerque l’accès à la profession soit totalement libre.En effet, en ce qui concerne les artifices de spectacle,ceux-ci ne peuvent être délivrés qu’aux professionnels.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1380 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Deze moeten beantwoorden aan de volgendevoorwaarden:— beschikken over opslagplaatsen die behoorlijkgemachtigd werden door de bevoegde autoriteiten(de bestendige deputaties van de provincies voor deopslagplaatsen eerste klasse en het College vanburgemeester en schepenen voor de opslagplaatsentweede klasse);— beantwoorden aan de bepalingen van het koninklijkbesluit van 25 april 2004 (Belgisch Staatsbladvan 18 mei 2004) tot wijziging van het koninklijkbesluit van 23 september 1958 houdende algemeenreglement op de springstoffen, waarbij onder meerin artikel 8 opgelegd wordt dat vanaf 28 mei 2004het vervoer van spektakelvuurwerk (internationaalingedeeld onder de nummers UN 0333, cl. 1.1.G —UN 0334, cl. 1.2 G — UN 0335, cl. 1.3 G — UN0336, cl, 1.4 G) onderworpen wordt aan dezelfderegeling als het vervoer van springstoffen.Bijgevolg moeten, wat betreft het vervoer per as, deprofessionele vuurwerkafstekers ervoor zorgen dat:— ze beschikken over een vervoervergunning afgeleverddoor de Dienst Reglementering Springstoffenen Gas (vroegere Dienst der Springstoffen) waaroponder meer het vertrekpunt en de bestemmingen(plaatsen waar het schietwerk georganiseerdwordt) vermeld zijn;— ze gebruik maken van een voertuig met een ADRcertificaatvan minstens het type EX II, bestuurddoor een bestuurder die in het bezit is van eenopleidingscertificaat geldig voor klasse 1, voor hetvervoer van hoeveelheden groter dan 20 kg NECvuurwerk van de klassen 1.1 G, 1.2 G, 1.3 G engroter dan 333 kg NEC voor de klasse 1.4 G;— de aanwezigheid van twee beambten verzekerd iswaarvan een beëdigde begeleider voor hoeveelhedengroter dan 300 kg NEC (erin vervatte pyrotechnischesas), alle klassen samen (zie tweede lidhierboven).De vergunningen voor vervoer per as van hoeveelhedengroter dan 20 kg NEC of 333 kg naargelang hetgeval zullen enkel verleend worden aan de personen offirma’s die het bewijs voorleggen dat ze kunnen beschikkenover een voertuig en een bestuurder die aande voorschriften van het ADR beantwoorden.Aan de hand van deze verplichtingen kunnen onderde vuurwerkafstekers die op de markt aanwezig zijndiegene bepaald worden die over de reglementairemiddelen beschikken om hun beroep uit te oefenen.Aanvullend kan elk College van burgemeester enschepenen het afsteken van vuurwerk op het grondgebiedvan zijn gemeente reglementeren door hetCeux-ci doivent répondre aux conditions suivantes:— disposer de lieux de stockage dûment autorisés parles autorités compétentes (les députations permanentesprovinciales pour les dépôts de premièreclasse et le Collège des bourgmestre et échevinspour les dépôts de deuxième classe);— respecter les dispositions de l’arrêté royal du25 avril 2004 (Moniteur belge du 18 mai 2004)modifiant l’arrêté royal du 23 septembre 1958portant règlement général sur les explosifs, quiimpose notamment par son article 8 qu’à partir du28 mai 2004, le transport des artifices de spectacle(classés internationalement sous les numéros UN0333, cl. 1.1 G — UN 0334, cl. 1.2 G — UN 0335,cl. 1.3 G — UN 0336, cl. 1.4 G) doit suivre le mêmerégime que le transport des explosifs.En conséquence, pour ce qui concerne le transportpar route, les tireurs de feux d’artifices professionnelsdoivent veiller à:— disposer d’une autorisation de transport délivréepar le Service Réglementation Explosifs et Gaz (ex-Service des Explosifs) indiquant notamment lepoint de départ et les lieux de destination (endroitsoù les tirs sont organisés);— utiliser un véhicule avec certificat ADR au moinsdu type EX II, conduit par un chauffeur possédantun certificat de formation ADR valable pour laclasse 1, pour le transport de quantités supérieuresà 20 kg NEC d’artifices des classes 1.1 G, 1.2 G,1.3 G et supérieures à 333 kg NEC pour la classe1.4 G;— assurer la présence de deux agents dont un convoyeurassermenté pour des quantités supérieures à300 kg NEC (compositions pyrotechniques contenues)d’artifices, toutes classes confondues (voiralinéa 2. ci-dessus).Les autorisations de transport par route, pour desquantités supérieures à 20 kg NEC ou 333 kg suivant lecas, ne seront délivrées qu’aux personnes ou firmesfournissant la preuve qu’elles peuvent disposer d’unvéhicule et d’un chauffeur répondant à ces prescriptionsde l’ADR.Ces obligations permettent clairement de définirparmi les tireurs de feux d’artifices présents sur lemarché ceux qui disposent des moyens réglementairespour exercer leur profession.Complémentairement, chaque Collège des bourgmestreet échevins peut réglementer les tirs de feuxd’artifices sur le territoire de sa commune en émettantKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 138125 - 2 - 2008uitbrengen van specifieke regels die door de professionelenmoeten worden nageleefd. De gemeenten mogenop elk ogenblik en omwille van verscheidene veiligheidsredenenhet afsteken van vuurwerk verbieden.des règles spécifiques auxquelles les professionnelsdoivent se soumettre. Les communes peuvent à toutmoment et pour diverses raisons de sécurité ou desûreté interdire les tirs d’artifices.b) Zie punt 2. a) hierboven. b) Voir point 2. a) ci-dessus.c) Nihil. c) Néant.d) Met haar Richtlijn EG 2007/23 van 23 mei 2007heeft de Europese Commissie voorzien in deharmonisering van het op de markt brengen vanvuurwerk, die op 4 januari 2010 effectief moet zijn.In het kader van de omzetting van deze richtlijn inBelgisch recht wordt een indeling van hetvuurwerk in vier categorieën gepland.Elke categorie zal bedoeld zijn voor gebruikers,gaande van de particulier van minstens 12 jaar oudtot de professionelen wiens bevoegdheid door elkelidstaat zal moeten erkend zijn.Daarnaast zal in hetzelfde kader specifieke wettelijkeregels, die op de veiligheid van het afschietenvan het eigenlijke spektakelvuurwerk toepasselijkzijn, opgelegd worden.d) Par sa Directive CE 2007/23 du 23 mai 2007, laCommission européenne a prévu une harmonisationde la mise sur le marché des artifices. Celle-cidevra être effective au 4 janvier 2010.Dans le cadre de la transposition en droit belge decelle-ci, une classification des feux d’artifices enquatre catégories est prévue.Chacune des catégories sera réservée à des utilisateursallant du particulier de 12 ans au moinsjusqu’aux professionnels dont la compétence devraêtre reconnue par chaque État membre.Complémentairement, il sera imposé dans le mêmecadre d’émettre des règles légales spécifiques applicablesà la mise en œuvre et à la sécurité des tirs defeux d’artifices de spectacle proprement dits.DO 2007200801414 DO 2007200801414Vraag nr. 32 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:BLEU. — Prijzen. — Administratieve Commissie.De overeenkomst tot oprichting van de Belgisch-Luxemburgische Economische Unie (BLEU) van 1922,bepaalt dat er tussen België en het GroothertogdomLuxemburg een economische unie bestaat.1. Artikel 24.1. bepaalt dat de Partijen «in nauwgezamenlijk overleg een gecoördineerd beleid nastrevenop economisch, financieel en sociaal gebied en ophet vlak van de prijzen».a) Kan u aangeven in welke mate dit effectief gebeurtof gebeurde?b) Is de bepaling inzake prijzen conform de Europeseregelgeving?2. Artikel 24.1. bepaalt tevens dat de Partijen «dewettelijke, reglementaire en administratieve bepalingenbeogen, welke rechtstreeks van invloed zijn op dewerking van de Unie, nader tot elkaar te brengen».Op welke vlakken is dit effectief gebeurd?3. Artikel 42 richt een «Administratieve Commissie»op.Question n o 32 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:UEBL. — Prix. — Commission administrative.Le traité datant de 1922 et instituant l’Union économiquebelgo-luxembourgeoise (UEBL), dispose qu’ilexiste une union économique entre la Belgique et leGrand-Duché de Luxembourg.1. L’article 24.1. dispose que les parties contractantes«poursuivent, en étroite consultation mutuelle, unepolitique coordonnée en matière économique, financièreet sociale et en matière de prix».a) Pouvez-vous indiquer dans quelle mesure ceci esteffectivement ou a effectivement été le cas?b) La disposition relative aux prix est-elle conforme àla réglementation européenne?2. L’article 24.1. dispose également que les partiescontractantes «tendent au rapprochement des dispositionslégales, réglementaires et administratives qui ontune incidence directe sur le fonctionnement del’Union».Dans quels domaines ceci a-t-il effectivement été lecas?3. L’article 42 institue une «Commission administrative».KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1382 QRVA 52 01025 - 2 - 2008a) Wat is de samenstelling van deze Commissie? a) Quelle est la composition de cette Commission?b) Wat is het reglement van organisatie en orde? b) Quel en est le règlement d’ordre et d’organisation?c) Kan u een overzicht geven van de voorstellen diede Commissie heeft uitgewerkt, en welke hetComité van Ministers aanvaard heeft?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 21 februari 2008, op devraag nr. 32 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari2008 (N.):In antwoord op zijn vraag, kan ik het geachte lidmeedelen dat deze vraag niet behoort tot mijn bevoegdheden,maar tot die van mijn collega, de ministervan Buitenlandse Zaken, aan wie ik de vraag hebdoorgestuurd. (Vraag nr. 44 van 25 februari 2008.)c) Pouvez-vous dresser un inventaire des propositionsformulées par la Commission et qui ont été adoptéespar le Comité des ministres?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 21 février 2008, à la questionn o 32 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier 2008(N.):En réponse à la question de l’honorable membre, jel’informe que sa question ne relève pas de mes compétences,mais de celles de mon collègue, le ministre desAffaires étrangères, à qui je l’ai transmise. (Questionn o 44 du 25 février 2008.)DO 2007200801431 DO 2007200801431Vraag nr. 33 van mevrouw Katrien Partyka van 21 januari2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Prijsverhoging voor rusthuizen bij nieuwbouw of verbouwingvan een bestaand gebouw.Het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdendebijzondere bepalingen inzake prijzen voor desector van de instellingen voor bejaardenopvang,regelt de procedure inzake het aanvragen van prijsverhogingenvoor rusthuizen. Dit besluit bepaalt ook dateen prijsverhoging «die toegepast wordt voor bewonersdie overgebracht worden naar een nieuw gebouw,een nieuwe uitbreiding, een verbouwd bestaandgebouw» moet aangevraagd worden.In de praktijk zal een nieuwbouw of vernieuwingvan een rustoord wellicht vaak tot een prijsverhogingleiden. Het protocol van 13 juni 2005 tussen de federaleoverheid en de gewesten en gemeenschappeninzake de prijzen in bejaardeninstellingen bepaalt hierniets over.1.a) Welke richtlijnen of instructies hanteert de federaleadministratie bij het beoordelen van de gevraagdeprijsverhoging?b) Kan dergelijke — soms forse — prijsverhoging inéén keer doorgevoerd worden, of dient ze gespreidte worden in de tijd, en zo ja, wat is dan het stijgingspercentagedat wordt toegestaan?2. Zijn deze criteria openbaar, met andere woorden,zijn ze ter beschikking van de private of openbareuitbaters van een rusthuis?Question n o 33 de M me Katrien Partyka du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Hausses de prix dans les maisons de repos en cas denouvelle construction ou de transformation d’unbâtiment existant.L’arrêté ministériel du 12 août 2005 portant dispositionsparticulières en matière de prix pour le secteurdes établissements d’accueil pour personnes âgéesrègle la procédure imposée aux maisons de repos poursolliciter une hausse de prix. Cet arrêté dispose égalementqu’une hausse de prix «appliquée aux résidentsqui sont transférés dans un nouveau bâtiment, unenouvelle extension, un bâtiment existant transformé»doit faire l’objet d’une demande.Il est vraisemblable que dans la pratique, la constructiond’un nouveau bâtiment ou la transformationd’une maison de repos entraînera souvent une haussedes prix. Le protocole d’accord du 13 juin 2005 concluentre l’Autorité fédérale et les communautés et régionset portant sur les prix qui sont appliqués en institutionspour personnes âgées est muet à ce sujet.1.a) Sur quelles directives ou instructionsl’administration fédérale se fonde-t-elle lors del’appréciation d’une demande de hausse de prix?b) Cette hausse de prix — qui peut parfois prendredes proportions considérables — peut-elle êtreappliquée en une fois, ou doit-elle être échelonnée?Quel est le cas échéant le pourcentaged’augmentation autorisé?2. Ces critères sont-ils publics, en d’autres termes,sont-ils à la disposition des exploitants privés oupublics de maisons de repos?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 138325 - 2 - 20083. Zijn er ter zake afspraken met de gewesten engemeenschappen?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 33 van mevrouw Katrien Partyka van 21 januari2008 (N.):Artikel 6, § 3 van het ministerieel besluit van12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingeninzake prijzen voor de sector van de instellingen voorbejaardenopvang bepaalt dat «elke prijsverhoging dietoegepast wordt bewoners die overgebracht wordennaar een nieuwe gebouw, een nieuwe uitbreiding, eenverbouwd bestaand gebouw, het voorwerp moetuitmaken van een aanvraag tot prijsverhoging» enverwijst daarbij naar de artikelen 2 en 3, die duidelijkde vereiste informatie opsommen die in de aanvraagtot prijsverhoging moet vervat zijn.1.a) Er zijn geen specifieke richtlijnen of instructies.Elke prijsverhogingsaanvraag wordt individueelbehandeld op grond van de economische elementendie door de instelling voorgelegd worden zoalsde investeringen verwezenlijkt of voorzien voor denieuwbouw, het verschil tussen de dagprijzen inhet «oude» gebouw en de voorgestelde prijzen inde nieuwbouw, de aard van de kamers en de verschillenin comfort ten opzichte van de kamers inhet «oude» gebouw.b) Indien er grote verschillen zijn tussen de prijzen inhet «oude» gebouw en de nieuwbouw legt deministeriële beslissing een overgangsregeling opom het prijsverschil op een sociaal aanvaardbarewijze te overbruggen. Een verhoging van 2,50 euroof 3 euro/dag om de zes maanden is in het algemeenaanvaardbaar maar er kunnen evenwelgevallen zijn waardoor een andere overgangsregelingnodig is.2. Deze criteria zijn gekend zowel door de uitbaters— privé en openbare — van instellingen voor bejaardenopvangals door de betrokken beroepsfederaties.Talrijk zijn de instellingen die in hun prijsverhoginsaanvraagzelf de verhoging in verschillendefasen voorstellen.3. Er werd hierover geen overleg gepleegd met degewesten en gemeenschappen. Het artikel 18bis vanhet gecoördineerde decreet van de Waalse Regeringvan 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats,en de dagcentra voor bejaarden en houdendeoprichting van de «Conseil wallon du troisième âge»,gewijzigd door het decreet van 6 februari 2003,voorziet dat de bewoners die aanwezig waren vóór deaanvang van de werken, het recht op de handhaving3. Des accords ont-ils été conclus dans ce domaineavec les communautés et régions?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 33 de M me Katrien Partyka du 21 janvier 2008(N.):L’article 6, § 3 de l’arrêté ministériel du 12 août2005 portant dispositions particulières en matière deprix pour le secteur des établissements d’accueil pourpersonnes âgées dispose que «toute hausse de prixappliquée aux résidents qui sont transférés dans unnouveau bâtiment, une nouvelle extension, un bâtimentexistant transformé, doit faire l’objet d’unedemande de hausse de prix» et renvoie aux critères desarticle 2 et 3, qui énumèrent de façon claire les informationsrequises que doit contenir la demande dehausse de prix.1.a) II n’y a pas de directives ou d’instructions spécifiques.Chaque demande de hausse de prix est traitéeindividuellement sur la base des éléments économiquescommuniqués par l’institution, commeles investissements réalisés ou à réaliser pour lanouvelle construction, le différentiel entre les prixd’hébergement de l’ancien bâtiment et ceux proposéspour le nouveau bâtiment, le type de chambresd’hébergement et les différences de confort parrapport aux chambres de l’ancien bâtiment.b) S’il y a de grandes différences de prix entre l’ancienet le nouveau bâtiment, la décision ministérielleimpose à titre transitoire des phases d’adaptationdes prix afin de rendre les différences entre les prixd’hébergement de l’ancien et du nouveau bâtimentsocialement acceptables. Une hausse de 2,50 eurosà 3 euros/jour tous les six mois, est généralementacceptée, mais il peut toutefois y avoir des cas oùd’autres phases transitoires de prix sont nécessaires.2. Ces critères sont connus aussi bien des exploitantsd’établissements d’accueil pour personnes âgées,qu’ils soient privés ou publics, que des fédérationsprofessionnelles concernées.De nombreux établissements introduisent leurdemande de hausse de prix en proposant eux-mêmesl’augmentation du prix en plusieurs phases.3. Il n’y a pas eu de concertation à cet égard avec lesrégions et communautés. L’article 18bis du décretcoordonné du 5 juin 1997 relatif aux maisons de repos,résidences-services, et aux centres d’accueil de jourpour personnes âgées et portant création du Conseilwallon du troisième âge, modifié par le décret du6 février 2003, prévoit bien que les résidents présentsavant le début des travaux conservent un droit aumaintien du prix d’hébergement ou d’accueil. TouteKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1384 QRVA 52 01025 - 2 - 2008van de verblijf-of opvangprijs behouden. Elke prijsverhogingmoet dus het voorwerp uitmaken van eenvoorafgaande aanvraag.hausse de ce prix doit donc faire l’objet d’unedemande préalable.DO 2007200801433 DO 2007200801433Vraag nr. 34 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Stijging voedselprijzen. — Grondstofprijzen.De distributiesector heeft de consument gewaarschuwdvoor een gevoelige stijging van de voedselprijzendie kan oplopen tot 30 %. Als reden daarvoorwordt onder meer verwezen naar de gestegen graanprijzeningevolge de productie voor bio-energie. Eenvreemde redenering, want de kostprijs van een broodbijvoorbeeld wordt voor amper 3 à 5 % bepaald doorde graanprijs. Een gelijkaardige redenering zou ookopgaan voor melkproducten.1. Klopt de bewering dat als men alleen de grondstofprijszou doorrekenen, de consument het nauwelijkszou merken aan de prijs van de voedingsproducten?2. Zo ja, waaraan zijn de gevoelige prijsstijgingenvan voedingsproducten dan wel te wijten?3. Wie profiteert dan het meest van de prijsstijgingen?4. Hoeveel procent van deze prijsstijgingen komtnaar schatting ten goede:a) van de producenten; a) aux producteurs;Question n o 34 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Augmentation des prix de l’alimentation. — Prix desmatières premières.Le secteur de la distribution a averti les consommateursque les prix de l’alimentation augmenteraientsensiblement et que cette hausse pourrait atteindre30 %. L’une des raisons invoquées est l’augmentationdu prix des céréales due à la culture céréalière destinéeà la production d’énergie bio. Ce raisonnement estcurieux dans la mesure où le prix de revient d’un pain,par exemple, est déterminé par le prix des céréalesdans une proportion qui ne dépasse pas 3 à 5 %. Onpourrait d’ailleurs tenir le même raisonnement pourles produits laitiers.1. Est-il exact que si l’on répercutait seulement leprix des matières premières, les consommateurs leremarqueraient à peine car le prix des denrées alimentairesresterait quasi inchangé?2. Dans l’affirmative, à quoi sont alors imputablesles hausses sensibles du prix des produits alimentaires?3. Qui profite dans ce cas le plus de ces augmentationsde prix?4. Quel pourcentage de ces augmentations de prixprofite selon les estimations:b) van de distributiesector? b) au secteur de la distribution?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 34 van mevrouw Maggie De Block van 21 januari2008 (N.):De door het geachte lid aangehaalde problematiek isbijzonder actueel en wordt door mijn administratievan nabij opgevolgd.Het effect van een stijging van de grondstofprijzenop een finaal product is in wezen afhankelijk van hetaandeel van een bepaalde grondstof in een eindproducten van de graad van verwerking die tot het eindproducthebben geleid. Het is daarom niet mogelijkom te veralgemenen en om in alle gevallen de prijsstijgingvan de grondstoffen door te trekken naar de prijsvan het voedingsmiddel dat aan de consument wordtverkocht.Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 34 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.):La problématique évoquée par l’honorable membreest très actuelle et est suivie de près par mon administration.L’effet d’une augmentation des prix des matièrespremières sur un produit final, dépend au fond de lapart de la matière première dans le produit final, ainsique du degré de transformation qui a mené jusqu’à ceproduit final. C’est pourquoi il est impossible de généraliseret d’extrapoler dans tous les cas l’augmentationdu prix des matières premières jusqu’au prix du produitalimentaire qui est vendu au consommateur.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 138525 - 2 - 2008Als redenen voor de verhoogde prijzen van de landbouwgrondstoffenwordt er verwezen naar destijgende vraag naar levensmiddelen in bepaalde delenvan de wereld, naar klimatologische omstandighedenin aan aantal productiegebieden en naar de concurrerendeafzetmogelijkheid voor landbouwgrondstoffenin casu de biobrandstoffen.In bijkomende orde spelen onder andere ook degestegen prijzen voor energie een voorname rol bij deprijsbepaling van het finale levensmiddel. Daarnaastmoet ook met diverse andere kostenfactoren rekeninggehouden worden, zoals water.Zoals het geachte lid weet worden er momenteelgeen prijzencontroles voor levensmiddelen meer uitgevoerdingevolge de vrijmaking van deze prijzen. Eenverdeling van de procentuele prijsstijging over dediverse schakels van de keten is op dit ogenblik danook moeilijk correct in te schatten en varieert sterkafhankelijk van de beschouwde sector.Wat mijn departement betreft zal ik er op toeziendat speciale aandacht wordt besteed aan de opvolgingvan de prijsevolutie van de voedingsmiddelen in al zijngeledingen om, zo nodig, adequate maatregelen tenemen.Comme raisons des prix élevés des matières premièresagricoles, on fait référence globalement à lademande croissante d’aliments dans certains endroitsdu monde, aux circonstances climatologiques danscertaines régions de production et à la possibilité dedébouché concurrentiel pour des matières premièresagricoles, en l’occurrence les biocarburants.Par ailleurs, l’augmentation du prix de l’énergiejoue un rôle important dans la fixation du prix duproduit alimentaire final. En outre, il faut tenir comptede plusieurs autres facteurs, comme l’eau.Comme sait l’honorable membre, il n’y a actuellementplus de contrôle des prix sur les denrées alimentaires,suite à la libéralisation de ceux-ci. Une répartitionde l’augmentation des prix en pourcentage sur lesdifférents maillons de la chaîne est actuellement égalementdifficile à évaluer correctement et varie fortementselon le secteur considéré.En ce qui concerne mon département, je veillerai àce qu’il suive attentivement l’évolution des prix desdenrées alimentaires dans toutes ses composantes afinde prendre, si nécessaire, les mesures adéquates.DO 2007200801434 DO 2007200801434Vraag nr. 35 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Restauranthouders. — Grote winstmarges op wijnprijzen.Blijkens een artikel in Knack van 5 september 2007zou een aantal restauranthouders heel erg grote winstmargesop de verkoop van wijnen hanteren. Diekunnen gaan tot het acht- of zelfs tienvoudige van deaankoopprijs. Op die manier trachten de restauranthoudersde lage winstmarges op de gerechten die zeserveren te compenseren. In tegenstelling tot de gerechtenzijn de restauranthouders immers niet verplicht omhun wijnprijzen aan de gevel te afficheren. Her en derwordt nu de idee geopperd om de affichageverplichtingvan wijnprijzen in te voeren.1. Blijkt uit controles van de inspectie effectief datde winstmarges op wijnprijzen dusdanig groot zijn datze de redelijkheid overstijgen?Question n o 35 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Restaurateurs. — Marges bénéficiaires importantesappliquées sur le prix des vins.Selon un article paru dans l’hebdomadaire Knackdu 5 septembre 2007, certains restaurateurs appliqueraientdes marges bénéficiaires exorbitantes sur le prixdes vins qu’ils majorent jusqu’à concurrence de huitou dix fois le prix d’achat. Ils cherchent ainsi àcompenser la faiblesse des marges bénéficiaires sur lesplats servis. Les restaurateurs ne sont pas tenusd’afficher en façade le prix de leurs vins, commel’obligation leur en est faite pour le prix des plats. Desvoix s’élèvent à présent pour instaurer l’obligationd’affichage du prix des vins.1. Les contrôles effectués par l’inspection démontrent-ilseffectivement que les marges bénéficiairesappliquées sur le prix des vins sont déraisonnablementélevées?2. Ontving u reeds klachten in die richting? 2. Avez-vous déjà reçu des plaintes en ce sens?3. Wordt er overwogen om de prijzen van de aangebodenwijnen net als die van de gerechten verplicht teafficheren aan de gevel, zodat ze voor de consumentzichtbaar zijn vooraleer hij of zij de zaak betreedt?3. Envisage-t-on d’instaurer l’obligation d’afficheren façade le prix des vins, comme c’est le cas pour lesplats, de sorte que le consommateur puisse en prendreconnaissance avant d’entrer dans le restaurant?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1386 QRVA 52 01025 - 2 - 20084. Overweegt u misschien andere, minder drastischemaatregelen om dergelijke toestanden te voorkomen?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 35 van mevrouw Maggie De Block van 21 januari2008 (N.):Ik heb de eer de volgende elementen van antwoordte geven op de vraag van het geachte lid.1 en 2. De algemene directie Controle en Bemiddelingvan de Federale Overheidsdienst Economie heefttot op vandaag geen enkele klacht ontvangen metbetrekking tot de winstmarges op de prijzen van wijnin de restaurants. De FOD beschikt over geen relevantegegevens daarover.3 en 4. Ik zal mijn administratie vragen deze vraagte onderzoeken.4. Envisagez-vous éventuellement d’autres mesures,moins draconnienes, pour éviter de telles situations?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 35 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.):En réponse à sa question, je puis fournir à l’honorablemembre les renseignements suivants.1 et 2. La direction Générale du Contrôle et de laMédiation du Service Public Fédéral Économie n’areçu à ce jour aucune plainte concernant les margesbénéficiaires sur les prix des vins dans les restaurants;elle ne dispose d’aucune donnée pertinente en lamatière.3 et 4. Je vais soumettre la question à l’examen demon Administration.DO 2007200801436 DO 2007200801436Vraag nr. 37 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Sociaal statuut van de kunstenaars. — Commissie. —Aanvragen.Met betrekking tot het sociaal statuut van de kunstenaarswerd op 24 maart 2004 een commissie samengestelddie moet oordelen over de aanvragen van kunstenaarsdie het zelfstandigenstatuut wensen aan tenemen.Voor het jaar 2006 en de eerste helft van 2007 kreegik graag een antwoord op volgende vragen:Question n o 37 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Statut social des artistes. — Commission. — Demandes.En ce qui concerne le statut social des artistes, unecommission a été créée le 24 mars 2004 pour évaluerles demandes d’artistes qui souhaitent adopter le statutd’indépendant.Pourriez-vous me fournir à ce sujet les précisionssuivantes pour l’année 2006 et le premier semestre2007:1. Hoe vaak is de commissie samengekomen? 1. Combien de fois la commission s’est-elle réunie?2. Hoeveel aanvragen heeft ze ontvangen vanuit hetVlaamse Gewest, respectievelijk het Brusselse en hetWaalse Gewest?3. Hoeveel dossiers vanuit Vlaanderen, respectievelijkBrussel en Wallonië werden afgewezen en watwaren hiervoor de belangrijkste redenen?4. Hoeveel van de kunstenaars wier aanvraag werdgeweigerd gingen in beroep tegen de negatieve beslissingvan de commissie?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 37 van mevrouw Maggie De Block van 21 januari2008 (N.):1. De commissie is in 2006 elf keer samengekomenen zes keer tijdens het eerste semester 2007.2. Combien de demandes a-t-elle reçues de laRégion flamande, la Région bruxelloise et la Régionwallonne?3. Combien de dossiers en provenance de Flandre,de Bruxelles et de Wallonie ont-ils été refusés etpour[d65] quelles raisons principalement?4. Combien d’artistes dont la demande a été refuséesont-ils allés en appel de la décision négative de lacommission?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 37 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.):1. La commission s’est réunie à onze reprises pourl’année 2006 et six fois au cours du premier semestre2007.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 138725 - 2 - 20082. Voor het hele jaar 2006 heeft de commissie negenenveertigaanvragen ontvangen.Uit het Vlaamse Gewest, zevenendertig aanvragen;uit het Waalse Gewest, zes aanvragen; uit het BrusselsHoofdstedelijk Gewest, vijf aanvragen. Bovendienwerd een aanvraag ingediend door een kunstenaar diein het buitenland woont.Voor het eerste semester van het jaar 2007 heeft decommissie achttien aanvragen ontvangen.Uit het Vlaamse Gewest, zestien aanvragen; uit hetWaalse Gewest, twee aanvragen; uit het BrusselsHoofdstedelijk Gewest, geen aanvraag.3. Voor het hele jaar 2006 werden voor de driegewesten veertien dossiers afgewezen.Uit het Vlaamse Gewest, elf negatieve beslissingen.Uit het Waalse Gewest, drie negatieve beslissingen. Uithet Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geen negatievebeslissingVoor het eerste semester van het jaar 2007 werdentwee dossiers afgewezen Uit het Vlaamse Gewest, éénnegatieve beslissing; het Waalse Gewest, één negatievebeslissing; het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geennegatieve beslissing.Twee redenen hiervoor: in tien gevallen beschiktede Commissie over onvoldoende elementen om eenpositieve beslissing te kunnen nemen en in zes gevallenviel de activiteit buiten het toepassingsgebied van hetsociaal statuut van de kunstenaars overeenkomstig artikel1bis van de wet van 27 juni 1969 (afwezigheidvan artistieke prestaties, afwezigheid van opdrachtgever,artistieke prestaties verricht in de hoedanigheidvan mandataris van een rechtspersoon met winstoogmerk).4. Naar ons weten werd geen beroep ingediendtegen een negatieve beslissing van de commissie.De betrokken personen werden erover ingelicht datze opnieuw een aanvraag bij de commissie kondenindienen zodra hun dossier was afgehandeld.2. Pour l’ensemble de l’année 2006, la commission areçu quarante neuf demandes.Provenant de la Région flamande, trente septdemandes; de la Région wallonne, six demandes; de laRégion de Bruxelles-Capitale, cinq demandes. Enoutre, une demande a été introduite par un artiste résidantà l’étranger.Pour le premier semestre 2007, la commission a reçudix-huit demandes.Venant de la Région flamande, seize demandes; dela Région wallonne, deux demandes; de la Région deBruxelles-Capitale, aucune demande.3. Pour l’ensemble de l’année 2006, quatorzedossiers ont été refusés pour les trois régions.Pour les dossiers provenant de la Région flamande,onze décisions négatives; de la Région wallonne, troisdécisions négatives; de la Région de Bruxelles-Capitale, pas de décision négative.Pour le premier semestre 2007, deux dossiers ont étérefusés: provenant de la Région flamande, une décisionnégative; de la Région wallonne, une décisionnégative; de la Région de Bruxelles-Capitale, pas dedécision négative.Deux raisons à cela: dans dix affaires, la Commissionne disposait pas d’éléments suffisants pourprendre une décision positive et, dans six affaires,l’activité sortait du champ d’application du statutsocial des artistes visé à l’article 1 er bis de la loi du27 juin 1969 (prestations non artistiques, absence dedonneur d’ordre, prestations artistiques réalisées enqualité de mandataire d’une personne morale quipoursuit un but de lucre).4. À notre connaissance, aucun recours n’a étéintroduit contre une décision négative de la commission.Les personnes concernées ont été avisées du faitqu’elles pouvaient saisir à nouveau la commissiond’une nouvelle demande une fois leur dossier précisé etcomplété.DO 2007200801437 DO 2007200801437Vraag nr. 38 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Vrouwelijke zelfstandigen. — Moederschaphulp. —Dienstencheques.Vrouwelijke zelfstandigen die bevallen hebbensedert 1 januari 2006 recht op dienstencheques in hetkader van de moederschaphulp.Question n o 38 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Femmes indépendantes. — Aide à la maternité. —Titres-services.Depuis le 1 er janvier 2006, les femmes indépendantesqui viennent d’accoucher peuvent bénéficier de titresservicesdans le cadre de l’aide à la maternité.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1388 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Hoeveel vrouwelijke zelfstandigen hebben in2006 en tijdens de eerste drie kwartalen van 2007 eenaanvraag voor dienstencheques ingediend?2. Hoeveel vrouwelijke zelfstandigen hadden intheorie tijdens die periodes recht op deze dienstencheques?3. Welk totaal bedrag vertegenwoordigde de tegemoetkomingvan de federale overheid in 2006 entijdens de eerste drie kwartalen van 2007?4. Hoeveel dienstencheques werden in totaal aanvrouwelijke zelfstandigen bezorgd?5. Zijn er problemen gedetecteerd dat het terbeschikking stellen van dienstencheques de vrouwelijkezelfstandigen onvoldoende zou bereiken omwillevan een te geringe bekendheid van de maatregel?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 38 van mevrouw Maggie De Block van 21 januari2008 (N.):1. De Dienst Statistiek van het RSVZ bezorgde devolgende cijfers:In 2006 werden er 3 064 aanvragen voor moederschapshulpingediend. Voor 2007 (1e en 2de kwartaal)gaat het om 1 518 aanvragen. Voor het 3de kwartaal2007 zijn nog geen gegevens beschikbaar.In 2006 zijn er volgens de gegevens van het RSVZ inhet totaal 2 574 vrouwelijke begunstigden van dezemaatregel.Voor de 4 kwartalen 2007 zijn er 3 563 vrouwelijkebegunstigden.2. Hierover zijn er geen nauwkeurige gegevens beschikbaar.Een eerste referentiecijfer is niettemin hetaantal geboortepremies die in het stelsel van de zelfstandigentoegekend werden: 5 765 in 2006 en 2 464voor de twee eerste kwartalen van 2007. Een anderereferentiecijfer is het aantal periodes van moederschapsrust:5 056 zelfstandige vrouwen en 330meewerkende echtgenoten in 2006. Voor 2007 zijn noggeen gegevens beschikbaar.3. Het RSVZ krijgt een deel van de ontvangsten vande jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen methet oog op het financieren van de dienstencheques dietoegekend worden aan de vrouwelijke zelfstandigenals moederschapshulpuitkering.De ontvangsten die worden verkregen in het kadervan de alternatieve financiering, zijn de volgende:1. Combien de femmes indépendantes ont introduitune demande de titres-services en 2006 et au cours destrois premiers trimestres de 2007?2. Combien de femmes indépendantes avaient théoriquementdroit aux titres-services pendant ces périodes?3. À combien s’est chiffrée l’intervention totale del’État fédéral en 2006 et pendant les trois premierstrimestres de 2007?4. Quel est le nombre total de titres-services distribuésà des femmes indépendantes?5. A-t-on connaissance de problèmes au niveau dela mise à disposition des titres-services, parce que lesfemmes indépendantes seraient trop peu informées dela mesure?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 38 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.):1. Le service statistiques de l’INASTI relève leschiffres suivants:En 2006, 3 064 demandes d’aide à la maternité ontété introduites. En 2007 (1 er et 2e trimestres), 1 518 demandesont été introduites. Les chiffres relatifs au 3etrimestre 2007 ne sont pas encore disponibles.Selon les données de l’INASTI, 2 574 femmes ontbénéficié de cette mesure en 2006.Au cours des 4 trimestres de 2007, il y a 3 563 bénéficiaires.2. Il n’y a pas de données précises disponibles à cesujet. Un premier chiffre de référence est cependant lenombre de primes de naissance attribuées en régimeindépendant: 5 765 en 2006 et 2 464 pour les deuxpremiers trimestres de 2007. Un autre chiffre de référenceest le nombre de congés de maternité: 5 056indépendantes et 330 conjointes aidantes en 2006. Iln’y a pas encore de données disponibles pour 2007.3. L’INASTI reçoit une partie des recettes provenantde la taxe annuelle sur les opérations d’assurancesen vue de financer les titres-service qui sontoctroyés aux travailleuses indépendantes à titre deprestations d’aide à la maternité.Ces recettes qui sont perçues dans le cadre du financementalternatif sont les suivantes:— in 2006: 1 500 000 euro; — en 2006: 1 500 000 euros;— in 2007: 2 100 000 euro. — en 2007: 2 100 000 euros.Bovendien heeft de RVA van zijn kant een aanvullendealternatieve financiering van 2 400 000 euro in2006 ontvangen en 2 490 000 euro in 2007.En outre l’ONEm a reçu pour sa part un financementalternatif supplémentaire de 2 400 000 euros en2006 et 2 490 000 euros en 2007.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 138925 - 2 - 20084. Volgens de gegevens van het RSVZ gaat het in2006 om 180 180 dienstencheques en in 2007 om282 241 dienstencheques, zijnde een totaal van 462 421dienstencheques vanaf januari 2006 tot en met december2007.5. Uit de ingezamelde reacties van de sociale verzekeringsfondsenblijkt dat de maatregel nu goed gekendis. De meeste sociale verzekeringsfondsen vermeldende maatregel in hun nieuwsbrieven die wordenmeegestuurd met de vervaldagberichten of in deaanvragen voor kinderbijslag en geboortepremiesSommige sociale verzekeringsfondsen hebben bijvoorbeeldook folders rondgestuurd naar de gynaecologen.Bovendien blijken de mutualiteiten ook vlothun aangesloten zelfstandige vrouwen te wijzen op hetbestaan van de dienstencheques.4. Selon les données de l’INASTI, 180 180 titresserviceont été délivrés en 2006 et 282 241 en 2007. Soitun total de 462 421 titres-service de janvier 2006 àdécembre 2007.5. Il ressort des réactions des Caisses d’assurancessociales que la mesure est maintenant bien connue. Laplupart des Caisses la mentionnent dans leurs foldersd’information joints aux avis d’échéance ou dans lesdemandes d’allocations familiales et de primes de naissance.Certaines caisses par exemple ont égalementadressé des folders d’information aux gynécologues.En outre, il apparaît que les Mutualités attirent égalementl’attention de leurs affiliées indépendantes surl’existence des titres-service.DO 2007200801438 DO 2007200801438Vraag nr. 39 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Beginnende zelfstandigen. — Sociale bijdragen. —Kwartalen.Een beginnende zelfstandige moet per kwartaalminimaal 497 euro sociale bijdragen betalen. Onafgezienof betrokkene aan het begin of aan het einde vanhet kwartaal begint, blijft de som dezelfde. Het maaktdat iemand die bijvoorbeeld eind september als zelfstandigebegint ook nog deze som voor het voorbijekwartaal moet neertellen. Indien betrokkene na enkeleweken besluit te stoppen, bijvoorbeeld in geval het omfree lance journalisten gaat die een andere, vaste baankrijgen aangeboden, komt het er dus op neer datiemand die de pech heeft zijn activiteiten te starten ophet einde van het kwartaal x ermee ophoudt tijdens hetkwartaal x + 1 liefst 994 euro moet ophoesten aansociale bijdragen en dat terwijl de verdiensten vanbeginnende zelfstandigen in de regel laag tot onbestaandezijn.1. Waarom moet een beginnende zelfstandige 497euro neertellen, ook als hij pas op het eind van eenkwartaal begint te werken?2. Waarom moet een zelfstandige die zijn activiteitstopzet ook nog bijdragen betalen voor het gansekwartaal?3. Kunnen maatregelen genomen worden om dezebijdragen in de toekomst pro rata te laten berekenen infunctie van het tijdstip dat men gedurende een welbepaaldkwartaal begonnen, respectievelijk gestopt ismet werken?Question n o 39 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Indépendants débutants. — Cotisations sociales. —Trimestres.Un indépendant débutant doit acquitter trimestriellementdes cotisations sociales d’au moins 497 euros etcette somme reste identique, que l’intéressé démarreses activités au début ou à la fin du trimestre. Ainsi,une personne qui démarre une activité d’indépendantfin septembre devra également acquitter cette sommepour le trimestre écoulé. Cette personne pourraitégalement décider de cesser son activité après quelquessemaines, par exemple parce qu’il s’agit d’un journalistefree-lance qui se voit proposer un autre emploi,fixe. Bref, les personnes qui ont le malheur de démarrerleur activité à la fin du trimestre x et d’y mettre finau cours du trimestre x + 1 doivent débourser nonmoins de 994 euros de cotisations sociales, et cela alorsque les revenus des indépendants débutants sont généralementbas voire inexistants.1. Pourquoi un indépendant débutant doit-ildébourser 497 euros, même s’il ne démarre ses activitésqu’à la fin d’un trimestre?2. Pourquoi un indépendant qui cesse ses activitésdoit-il encore acquitter des cotisations pour l’ensembledu trimestre?3. Pourrait-on prendre des mesures pour qu’àl’avenir, ces cotisations soient calculées proportionnellement,c’est-à-dire en fonction du moment, aucours d’un trimestre déterminé, où la personne arespectivement démarré et cessé ses activités?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1390 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 39 van mevrouw Maggie De Block van 21 januari2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoordop de door haar gestelde vraag te bezorgen.De zelfstandige is jaarlijkse bijdragen verschuldigddie hem bij vierden in de loop van iedere kalenderkwartaalworden opgevorderd door het socialeverzekeringsfondswaarbij hij aangesloten is.De driemaandelijkse bijdrage is aldus verschuldigdvoor de vier kwartalen van het kalenderjaar waarin deberoepsactiviteit die de onderwerping aan het sociaalstatuut der zelfstandigen met zich meebrengt, plaatsvindt.Bovendien is de bijdrage in zijn geheel verschuldigden kan deze dus niet worden gesplitst ingeval van begin of stopzetting van de beroepsactiviteitin de loop van een kwartaal.Dit laatste werd verkozen boven een jaarlijkse ofzesmaandelijkse inning van de bijdragen: voor de kleinerezelfstandigen zijn gespreide betalingen inderdaaddraaglijker.Maandelijkse betalingen zorgen dan weer voor eenaanzienlijke administratieve last bij zowel de zelfstandigenals de socialeverzekeringsfondsen.De driemaandelijkse betalingen van de bijdragenzijn met andere woorden een compromis tussen eenjaarlijkse betaling (lage administratieve last, maarzwaardere financiële last) en een maandelijkse betaling(minder zware financiële last, maar zwaardere administratievelast).Bovendien is het zo dat verscheidene sociale uitkeringenen hun toekenningsvoorwaarden geënt zijn opdeze driemaandelijkse bijdragebetalingen. De invoeringvan een maandelijkse bijdragebetaling kan metandere woorden de toekenning van bepaalde uitkeringenin het gedrang brengen wanneer in een bepaaldkalenderkwartaal een maand onbetaald blijft.De zelfstandige wordt bij het begin van zijn activiteitingelicht betreffende zijn rechten en verplichtingenin het kader van het sociaal statuut der zelfstandigenen omtrent de vaststelling en de berekening van zijnbijdragen, waarbij hem het bedrag van de socialebijdrage wordt meegedeeld.De zelfstandigen kunnen met andere woorden metdeze regeling rekening houden bij het bepalen van destart of de stopzetting van hun zelfstandige activiteit.Voor één bepaalde groep zelfstandigen heb ik reedseen maatregel genomen die voor hen de wel zeerkwalijke gevolgen van de ondeelbaarheid van dekwartaalbij dragen wegwerkt.Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 39 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.):J’ai l’honneur de répondre ce qui suit à la questionde l’honorable membre.Le travailleur indépendant est redevable de cotisationsannuelles qui lui sont réclamées par quart, dansle courant de chaque trimestre civil, par la caissed’assurances sociales à laquelle l’assujetti est affilié.La cotisation trimestrielle est dès lors due pour lesquatre trimestres de l’année civile au cours de laquelleest exercée l’activité professionnelle qui donne lieu àl’assujettissement au statut social des travailleurs indépendants.De plus, la cotisation est due dans son intégralité,ce qui signifie qu’elle ne peut pas être réduiteproportionnellement en cas de début ou de cessationde l’activité professionnelle en cours de trimestre.Ce système a été préféré à une perception annuelleou semestrielle des cotisations: pour les petits indépendants,les paiements échelonnés sont en effet plussupportables.Par ailleurs, les paiements mensuels alourdissentsensiblement les charges administratives, tant pour lestravailleurs indépendants que pour les caissesd’assurance sociales.En d’autres termes, les paiements trimestriels représententun compromis entre un paiement annuel(charge administrative allégée, mais charge financièreplus lourde) et un paiement mensuel (charge financièremoindre mais charge administrative plus lourde).De plus, il faut préciser que différentes prestationssociales et leurs conditions d’octroi se greffent sur cespaiements trimestriels des cotisations. L’instaurationde la mensualité en matière de paiements de cotisationspeut, en d’autres termes, mettre en péril l’octroide certaines prestations en cas de non-paiement d’unmois d’un certain trimestre civil.En début d’activité, le travailleur indépendant reçoitdes informations sur ses droits et obligations dans lecadre du statut social des travailleurs indépendants eten ce qui concerne la détermination et le calcul de sescotisations; le montant de sa cotisation sociale lui estcommuniqué en même temps.Les indépendants peuvent dès lors tenir compte dece règlement en déterminant le début ou la cessation deleur activité indépendante.Pour un certain groupe d’indépendant, j’ai déjà prisune mesure qui élimine les conséquences très néfastesde l’indivisibilité des cotisations trimestrielles.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 139125 - 2 - 2008Sinds 1 juli 2006 is het zo dat een arbeidsongeschiktezelfstandige die de zogenaamde gelijkstellingwegens ziekte geniet, niet langer bijdragen verschuldigdis voor het kwartaal waarin hij zijn zelfstandigeactiviteit heeft stopgezet op voorwaarde dat dearbeidsongeschiktheid ingetreden is in de loop van deeerste maand van het kwartaal in kwestie.Hetzelfde geldt mutatis mutandis in geval van eenhervatting van de zelfstandige activiteit na een periodevan arbeidsongeschiktheid met gelijkstelling wegensziekte. De sociale bijdrage van het kwartaal waarin dezelfstandige activiteit wordt hervat is niet verschuldigdwanneer deze hervatting plaatsvindt in de laatstemaand van het kwartaal in kwestie.En effet, depuis le 1 er juillet 2006 l’indépendant setrouvant en incapacité de travail qui a obtenul’assimilation pour cause de maladie, ne doit pluspayer de cotisations pour le trimestre dans lequel il acessé son activité indépendante à condition quel’incapacité de travail a pris cours dans le courant dupremier mois du trimestre concerné.Il en va de même, mutatis mutandis, en cas dereprise de l’activité indépendante après une périoded’incapacité de travail avec assimilation pour cause demaladie. La cotisation sociale n’est pas due pour letrimestre dans lequel l’activité indépendante est repriselorsque cette reprise a lieu dans le dernier mois dutrimestre concerné.DO 2007200801497 DO 2007200801497Vraag nr. 42 van de heer Peter Logghe van 23 januari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Toename van betalingsachterstand bij niet-hypothecairekredieten.Volgens berichten van de kredietcentrale van deNationale Bank van België steeg het aantal wanbetalersvan kredieten vorig jaar licht. Ongeveer 4 % vande Belgische bevolking zou met kredietschuldenkampen. Inwoners van dit land nemen blijkbaar steedsvaker hun toevlucht tot kredieten, ook voor de zogenaamde«kleine» aankopen. Om ons een duidelijkidee te vormen van de juiste omvang van het probleemrijzen volgende vragen, met als duidelijke specificatiedat mijn vragen alleen betrekking hebben op niethypothecairekredieten.1. Hoeveel kredietovereenkomsten werden in 2005,2006 en 2007 gesloten? Graag afzonderlijke cijfersvoor Vlaanderen, Wallonië en Brussel.2. Hoeveel mensen hebben in 2005, 2006 en 2007een niet-hypothecair krediet opgenomen? Graag ookde afzonderlijke cijfers voor Vlaanderen, Wallonië enBrussel.3. Wat is de gemiddelde waarde van het afgeslotenkredietbedrag in 2005, 2006 en 2007? Graag het afzonderlijkgemiddelde voor Vlaanderen, Wallonië enBrussel.4. Kan u de cijfers van de betalingsachterstand in2005, 2006 en 2007 meedelen? Graag cijfers voorVlaanderen, Wallonië en Brussel.5. Hoeveel mensen zijn in 2005, 2006 en 2007 in decollectieve schuldenregeling beland? Graag ook hierQuestion n o 42 de M. Peter Logghe du 23 janvier 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Augmentation des arriéres de paiement pour les créditsnon hypothécaires.Selon des communiqués de la Centrale des crédits dela Banque Nationale de Belgique, le nombre demauvais payeurs a légèrement augmenté l’annéedernière. Environ 4 % de la population belge seraitconfrontée à des problèmes de dettes de crédit. Ilsemblerait que les Belges ont de plus en plus souventrecours au crédit, même pour ce que l’on appelle les«petits» achats. Afin d’avoir une idée plus précise del’importance du problème, pourriez-vous me fournirles précisions suivantes, pour les crédits non hypothécairesexclusivement:1. À combien s’élève le nombre de contrats decrédit conclus en 2005, 2006 et 2007? Pourriez-vous mefournir ces chiffres séparément pour la Flandre, laWallonie et Bruxelles;2. Combien de personnes ont-elles pris un créditnon hypothécaire en 2005, 2006 et 2007? Pourriez-vousme fournir ces chiffres séparément pour la Flandre, laWallonie et Bruxelles;3. Quelle est la montant moyen des contrats decrédit conclus en 2005, 2006 et 2007? Pourriez-vous mefournir ces chiffres séparément pour la Flandre, laWallonie et Bruxelles;4. À combien s’élève le montant des arriérés depaiement en 2005, 2006 et 2007? Pourriez-vous mefournir ces chiffres séparément pour la Flandre, laWallonie et Bruxelles;5. Combien de personnes ont eu recours à la procédurede règlement collectif de dettes en 2005, 2006 etKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1392 QRVA 52 01025 - 2 - 2008afzonderlijke aantallen in Vlaanderen, Brussel enWallonië.Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 42 van de heer Peter Logghe van 23 januari2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoordte geven op de gestelde vragen.Gezien de Centrale voor kredieten aan particulierenvan de Nationale Bank van België niet beschikt over degevraagde statistieken voor de jaren voorafgaand aan2006, worden enkel de cijfers van 2006 en 2007 weergegeven:1. 1.2007? Pourriez-vous me fournir ces chiffres séparémentpour la Flandre, la Wallonie et Bruxelles?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 42 de M. Peter Logghe du 23 janvier 2008(N.):J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre laréponse suivante aux questions posées.Comme la Centrale des crédits aux particuliers de laBanque Nationale de Belgique ne dispose pas des statistiquesdemandées pour les années antérieures à2006, seuls les chiffres de 2006 et 2007 sont reproduits:2006 2007Aantal nieuwe consumentenkredietovereenkomsten met minstens één kredietnemer met residentiein het Vlaamse Gewest. — Nombre de nouveaux contrats de crédit à la consommation avec aumoins un emprunteur domicilié en Région flamande .................................................................. 532 532 542 728Aantal nieuwe consumentenkredietovereenkomsten met minstens één kredietnemer met residentiein het Waalse Gewest. — Nombre de nouveaux contrats de crédit à la consommation avec aumoins un emprunteur domicilié en Région wallonne .................................................................. 517 106 533 656Aantal nieuwe consumentenkredietovereenkomsten met minstens één kredietnemer met residentiein het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. — Nombre de nouveaux contrats de crédit à la consommationavec au moins un emprunteur domicilié en Région de Bruxelles-Capitale ....................... 130 942 137 2332. 2.2006 2007Aantal kredietnemers met residentie in het Vlaamse Gewest waarvoor een nieuwe consumentenkredietovereenkomstis geregistreerd. — Nombre d’emprunteurs domiciliés en Région flamandepour lesquels un nouveau contrat de crédit à la consommation est enregistré ............................ 736 464 748 302Aantal kredietnemers met residentie in het Waalse Gewest waarvoor een nieuwe consumentenkredietovereenkomstis geregistreerd. — Nombre d’emprunteurs domiciliés en Région wallonnepour lesquels un nouveau contrat de crédit à la consommation est enregistré ............................ 686 953 707 648Aantal kredietnemers met residentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest waarvoor een nieuweconsumentenkredietovereenkomst is geregistreerd. — Nombre d’emprunteurs domiciliés en Régionde Bruxelles-Capitale pour lesquels un nouveau contrat de crédit à la consommation est enregistré 159 380 166 0883. 3.2006 2007Gemiddeld kredietbedrag van de nieuwe consumentenkredietovereenkomsten met minstens éénkredietnemer met residentie in het Vlaamse Gewest. — Montant moyen des nouveaux contrats decrédit à la consommation avec au moins un emprunteur domicilié en Région flamande ............ 9 712 10 334Gemiddeld kredietbedrag van de nieuwe consumentenkredietovereenkomsten met minstens éénkredietnemer met residentie in het Waalse Gewest. — Montant moyen des nouveaux contrats decrédit à la consommation avec au moins un emprunteur domicilié en Région wallonne ............. 8 455 8 823KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 139325 - 2 - 20082006 2007Gemiddeld kredietbedrag van de nieuwe consumentenkredietovereenkomsten met minstens éénkredietnemer met residentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. — Montant moyen desnouveaux contrats de crédit à la consommation avec au moins un emprunteur domicilié en Régionde Bruxelles- Capitale ................................................................................................................. 9 001 9 6434. 4.2006 2007Aantal nieuwe betalingsachterstanden bij consumentenkredietovereenkomsten met minstens éénkredietnemer met residentie in het Vlaamse Gewest. — Nombre de nouveaux retards de paiementpour les contrats de crédit à la consommation avec au moins un emprunteur domicilié en Régionflamande ..................................................................................................................................... 32 478 37 305Aantal nieuwe betalingsachterstanden bij consumentenkredietovereenkomsten met minstens éénkredietnemer met residentie in het Waalse Gewest. — Nombre de nouveaux retards de paiementpour les contrats de crédit à la consommation avec au moins un emprunteur domicilié en Régionwallonne ..................................................................................................................................... 41 061 45 470Aantal nieuwe betalingsachterstanden bij consumentenkredietovereenkomsten met minstens éénkredietnemer met residentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. — Nombre de nouveauxretards de paiement pour les contrats de crédit à la consommation avec au moins un emprunteurdomicilié en Région de Bruxelles-Capitale .................................................................................. 11 705 13 3935. 5.2006 2007Aantal nieuwe registraties van toelaatbaar verklaarde aanvragen tot collectieve schuldenregelingdoor personen met residentie in het Vlaamse Gewest. — Nombre de nouveaux enregistrements dedemandes, déclarées admissibles, de règlement collectif de dettes par des personnes domiciliées enRégion flamande ......................................................................................................................... 5 461 6 016Aantal nieuwe registraties van toelaatbaar verklaarde aanvragen tot collectieve schuldenregelingdoor personen met residentie in het Waalse Gewest. — Nombre de nouveaux enregistrements dedemandes, déclarées admissibles, de règlement collectif de dettes par des personnes domiciliées enRégion wallonne ......................................................................................................................... 4 848 5 058Aantal nieuwe registraties van toelaatbaar verklaarde aanvragen tot collectieve schuldenregelingdoor personen met residentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. — Nombre de nouveauxenregistrements de demandes, déclarées admissibles, de règlement collectif de dettes par des personnesdomiciliées en Région de Bruxelles-Capitale ......................................................................... 1 289 1 370DO 2007200801507 DO 2007200801507Vraag nr. 43 van de heer Peter Logghe van 23 januari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Toename van betalingsachterstand bij hypothecairekredieten.Volgens berichten van de kredietcentrale van deNationale Bank van België steeg het aantal wanbeta-Question n o 43 de M. Peter Logghe du 23 janvier 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Aggravation des retards de paiement de créditshypothécaires.Des informations de la Centrale des crédits de laBanque Nationale font état d’une légère augmentationKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1394 QRVA 52 01025 - 2 - 2008lers van niet-hypothecaire kredieten vorig jaar licht.Ongeveer 4 % van de Belgische bevolking zou metkredietschulden kampen. Inwoners van dit land nemenblijkbaar steeds vaker hun toevlucht tot kredieten, ookvoor de zogenaamde «kleine» aankopen. Nochtans ishet belangrijk ook aandacht te hebben voor de hypothecairekredieten en de evolutie op deze markt:immers, onze burgers hebben nog steeds een baksteenin de maag en proberen zich een onroerend goed ineigendom te verweren.1. Hoeveel hypothecaire kredietovereenkomstenwerden in 2005, 2006 en 2007 gesloten? Graag afzonderlijkecijfers voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel.2. Hoeveel mensen hebben in 2005, 2006 en 2007een hypothecair krediet opgenomen? Graag ook deafzonderlijke cijfers voor Vlaanderen, Wallonië enBrussel.3. Wat is de gemiddelde waarde van het afgeslotenkredietbedrag in 2005, 2006 en 2007? Graag het afzonderlijkgemiddelde voor Vlaanderen, Wallonië enBrussel.4. Kan u de cijfers meedelen van de betalingsachterstandin 2005, 2006 en 2007 voor hypothecaire kredieten?Graag cijfers voor Vlaanderen, Wallonië enBrussel.5. Hoeveel mensen zijn in 2005, 2006 en 2007 in decollectieve schuldenregeling beland? Graag ook hierafzonderlijke aantallen in Vlaanderen, Brussel enWallonië.Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 43 van de heer Peter Logghe van 23 januari2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoordte geven op de gestelde vragen.Gezien de Centrale voor kredieten aan particulierenvan de Nationale Bank van België niet beschikt over degevraagde statistieken voor de jaren voorafgaand aan2006, worden enkel de cijfers van 2006 en 2007 weergegeven.1. 1.du nombre de débiteurs défaillants de crédits nonhypothécaires l’an passé. Environ 4 % de la populationbelge aurait des dettes de crédit. Les habitants denotre pays recourent semble-t-il de plus en plussouvent à des crédits, même pour des achats de moindreimportance. Il n’est cependant pas inutile de sepencher sur les crédits hypothécaires et sur l’évolutionde ce marché. Le Belge continue en effet d’avoir unebrique dans le ventre, aussi son ambition consiste-telleà devenir propriétaire d’un immeuble.1. Combien de contrats de crédit hypothécaire ontété conclus en 2005, 2006 et 2007 (données distinctespour la Flandre, la Wallonie et Bruxelles)??2. Combien de personnes ont contracté un crédithypothécaire en 2005, 2006 et 2007 (données distinctespour la Flandre, la Wallonie et Bruxelles)?3. Quel est le montant moyen des crédits contractésen 2005, 2006 et 2007 (moyennes distinctes pour laFlandre, la Wallonie et Bruxelles)?4. À quels montants se sont chiffrés les retards depaiement relatifs à des crédits hypothécaires en 2005,2006 et 2007 (données distinctes pour la Flandre, laWallonie et Bruxelles)?5. Combien de personnes ont initié une procédurede règlement collectif de dettes en 2005, 2006 et 2007(données distinctes pour la Flandre, la Wallonie etBruxelles)?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 43 de M. Peter Logghe du 23 janvier 2008(N.):J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre laréponse suivante aux questions posées.Comme la Centrale des crédits aux particuliers de laBanque Nationale de Belgique ne dispose pas des statistiquesdemandées pour les années antérieures à2006, seuls les chiffres de 2006 et 2007 sont reproduits.2006 2007Aantal nieuwe hypothecaire kredietovereenkomsten met minstens één kredietnemer met residentiein het Vlaamse Gewest. — Nombre de nouveaux contrats de crédit hypothécaire avec au moins unemprunteur domicilié en Région flamande .................................................................................. 192 382 157 579Aantal nieuwe hypothecaire kredietovereenkomsten met minstens één kredietnemer met residentiein het Waalse Gewest. — Nombre de nouveaux contrats de crédit hypothécaire avec au moins unemprunteur domicilié en Région wallonne .................................................................................. 97 065 81 548KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 139525 - 2 - 20082006 2007Aantal nieuwe hypothecaire kredietovereenkomsten met minstens één kredietnemer met residentiein het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. — Nombre de nouveaux contrats de crédit hypothécaireavec au moins un emprunteur domicilié en Région de Bruxelles-Capitale ................................... 29 131 25 1972. 2.2006 2007Aantal kredietnemers met residentie in het Vlaamse Gewest waarvoor een nieuw hypothecairkrediet is geregistreerd. — Nombre d’emprunteurs domiciliés en Région flamande pour lesquels unnouveau contrat de crédit hypothécaire est enregistré ................................................................. 332 861 272 288Aantal kredietnemers met residentie in het Waalse Gewest waarvoor een nieuw hypothecair kredietis geregistreerd. — Nombre d’emprunteurs domiciliés en Région wallonne pour lesquels unnouveau contrat de crédit hypothécaire est enregistré ................................................................. 162 624 136 244Aantal kredietnemers met residentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest waarvoor een nieuwhypothecair krediet is geregistreerd. — Nombre d’emprunteurs domiciliés en Région de Bruxelles-Capitale pour lesquels un nouveau contrat de crédit hypothécaire est enregistré ........................ 47 306 40 9273. 3.2006 2007Gemiddeld kredietbedrag van de nieuwe hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemermet residentie in het Vlaamse Gewest. — Montant moyen des nouveaux contrats de crédithypothécaire avec au moins un emprunteur domicilié en Région flamande ................................ 90 467 96 288Gemiddeld kredietbedrag van de nieuwe hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemermet residentie in het Waalse Gewest. — Montant moyen des nouveaux contrats de crédit hypothécaireavec au moins un emprunteur domicilié en Région wallonne ............................................. 84 191 91 095Gemiddeld kredietbedrag van de nieuwe hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemermet residentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. — Montant moyen des nouveaux contratsde crédit hypothécaire avec au moins un emprunteur domicilié en Région de Bruxelles-Capitale 142 607 151 3344. 4.2006 2007Aantal nieuwe betalingsachterstanden bij hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemermet residentie in het Vlaamse Gewest. — Nombre de nouveaux retards de paiement pour lescontrats de crédit hypothécaire avec au moins un emprunteur domicilié en Région flamande .... 6 334 6 172Aantal nieuwe betalingsachterstanden bij hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemermet residentie in het Waalse Gewest. — Nombre de nouveaux retards de paiement pour lescontrats de crédit hypothécaire avec au moins un emprunteur domicilié en Région wallonne .... 6 147 6 092Aantal nieuwe betalingsachterstanden bij hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemermet residentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. — Nombre de nouveaux retards de paiementpour les contrats de crédit hypothécaire avec au moins un emprunteur domicilié en Région deBruxelles-Capitale ....................................................................................................................... 1 243 1 3525. 5.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1396 QRVA 52 01025 - 2 - 20082006 2007Aantal nieuwe registraties van toelaatbaar verklaarde aanvragen tot collectieve schuldenregelingdoor personen met residentie in het Vlaamse Gewest. — Nombre de nouveaux enregistrements dedemandes, déclarées admissibles, de règlement collectif de dettes par des personnes domiciliées enRégion flamande ......................................................................................................................... 5 461 6 016Aantal nieuwe registraties van toelaatbaar verklaarde aanvragen tot collectieve schuldenregelingdoor personen met residentie in het Waalse Gewest. — Nombre de nouveaux enregistrements dedemandes, déclarées admissibles, de règlement collectif de dettes par des personnes domiciliées enRégion wallonne ......................................................................................................................... 4 848 5 058Aantal nieuwe registraties van toelaatbaar verklaarde aanvragen tot collectieve schuldenregelingdoor personen met residentie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. — Nombre de nouveauxenregistrements de demandes, déclarées admissibles, de règlement collectif de dettes par des personnesdomiciliées en Région de Bruxelles-Capitale ......................................................................... 1 289 1 370DO 2007200801629 DO 2007200801629Vraag nr. 45 van de heer Bert Schoofs van 29 januari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Controle en de inspectie op de nachtwinkels.1. Kan u meedelen hoeveel nachtwinkels er zich ophet grondgebied van elke gemeente van het Rijk bevinden?2. Hoeveel controles werden er respectievelijk inhet jaar 2005, 2006 en 2007 op deze nachtwinkels uitgevoerd?Question n o 45 de M. Bert Schoofs du 29 janvier 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Contrôle et inspection des magasins de nuit.1. Pourriez-vous communiquer le nombre de magasinsde nuit établis sur le territoire de chaquecommune du Royaume?2. Combien de contrôles de ces magasins de nuitont été effectués respectivement en 2005, en 2006 et en2007?3. Wat waren de meest vastgestelde overtredingen? 3. Quelles infractions ont été le plus fréquemmentconstatées?4. Hoeveel nachtwinkels werden er tijdelijk of definitiefgesloten op last van een van de overheden of inspectiedienstenin de respectievelijke voornoemdejaren?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 45 van de heer Bert Schoofs van 29 januari2008 (N.):Zie hier mijn antwoord op de vragen van hetgeachte lid.1. Nachtwinkels moeten zich inschrijven in deKruispuntbank van Ondernemingen onder de rubriek«verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijkeartikelen», zonder enige verwijzing naar hunhoedanigheid als nachtwinkel. Er bestaan dan ookgeen officiële cijfers over het aantal nachtwinkels.2. De laatste 3 jaar heeft de algemene directieControle en Bemiddeling het volgende aantalonderzoeken ingesteld en het volgende aantal proces-4. Combien de magasins de nuit ont été ferméstemporairement ou définitivement sur ordre d’uneautorité ou d’un service d’inspection respectivementau cours des années précitées?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 45 de M. Bert Schoofs du 29 janvier 2008 (N.):Voici ma réponse aux questions de l’honorablemembre.1. Les magasins de nuit doivent s’inscrire à laBanque Carrefour des Entreprise sous la rubrique«vente de produits d’alimentation générale et d’articlesménagers», sans aucune référence à leur qualité demagasin de nuit. Il n’existe donc pas de chiffres officielssur le nombre de magasins de nuit.2. Au cours des trois dernières années, la directionGénérale du Contrôle et de la Médiation a effectué lenombre suivant d’enquêtes et a établi les nombresKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 139725 - 2 - 2008sen-verbaal van waarschuwing en processen-verbaalopgesteld:suivants de procès-verbaux d’avertissement et deprocès-verbaux:AantalOnderzoekenAantalPVW’sAantalPV’sNombred’enquêtesNombrede PVAvNombrede PV2005 309 10 147 2005 309 10 1472006 139 2 50 2006 139 2 502007 198 2 37 2007 198 2 373. De overtredingen die door de algemene directieControle en Bemiddeling werden vastgesteld, haddenvoornamelijk betrekking op het niet respecteren vande openingsuren (bijvoorbeeld: nachtwinkels die voor18 uur open zijn of die 24 uur op 24 uur open zijn) enin mindere mate op een gebrekkige prijsaanduiding.4. Volgens de wet van 10 november 2006 betreffendede openingsuren in handel, ambacht en dienstverleningkan enkel de burgemeester en de rechter desluiting van een nachtwinkel bevelen. De algemenedirectie Controle en Bemiddeling is niet bevoegd omop eigen initiatief een nachtwinkel te sluiten.Artikel 18, § 3, van de wet bepaalt dat een burgemeesterde sluiting kan bevelen van de nachtwinkelsdie worden uitgebaat in overtreding op het gemeentelijkreglement of de beslissing van het college vanburgemeester en schepenen genomen in uitvoering vanartikel 18, §§ 1 en 2. De wet voorziet echter niet dat degemeenten de sluiting van een nachtwinkel moetenmeedelen aan de Federale Overheidsdienst Economie,KMO, Middenstand en Energie.Naast de burgemeester kan overeenkomstig artikel22, § 2, ook de rechtbank de sluiting bevelen vaneen nachtwinkel die in overtreding is met de verbodsbepalingenvan deze wet. Ook hier wordt de algemenedirectie Controle en Bemiddeling niet systematisch opde hoogte gebracht van het vonnis van de rechter.De algemene directie Controle en Bemiddeling beschiktbijgevolg niet over gegevens aangaande hetaantal nachtwinkels dat de voorbije drie jaar tijdelijkof definitief werden gesloten door een burgemeester ofrechtbank.3. Les infractions constatées par la direction Généraledu Contrôle et de la Médiation concernent surtoutle non respect des heures d’ouverture (par exemple:magasins de nuit ouverts avant 18 heures ou qui sontouverts 24 heures sur 24) et, dans une moindre mesure,une indication fautive des prix.4. Selon la loi du 10 novembre 2006 relative auxheures d’ouverture dans le commerce, l’artisanat et lesservices, seuls le bourgmestre et le juge peuvent ordonnerla fermeture d’un magasin de nuit. La directiongénérale du Contrôle et de la Médiation n’est pas habilitéeà fermer un magasin de nuit de sa propre initiative.L’article 18, § 3, de la loi détermine qu’un bourgmestrepeut ordonner la fermeture des magasins denuit exploités en contravention avec le règlementcommunal ou avec la décision du collège des bourgmestreet échevins prise en exécution de l’article 18,§§ 1 er et 2. La loi ne prévoit cependant aucune obligationde la part des communes de communiquer lafermeture d’un magasin de nuit au Service Public FédéralÉconomie, PME, Classes moyennes et Énergie.Conformément à la l’article 22, § 2, outre le bourgmestre,le tribunal peut lui aussi ordonner la fermetured’un magasin de nuit qui enfreint les dispositionsprohibitives de cette loi. Ici encore, la direction généraledu Contrôle et de la Médiation n’est pas systématiquementinformée de la décision du juge.La direction générale du Contrôle et de la Médiationne dispose dès lors d’aucune donnée concernant lenombre de magasins de nuit temporairement ou définitivementfermés par un bourgmestre ou par un jugeces trois dernières années.DO 2007200801744 DO 2007200801744Vraag nr. 53 van mevrouw Barbara Pas van 4 februari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Import van Chinese producten.Niettegenstaande vooral de import van Chinesetextielproducten naar ons land en Europa in de actua-Question n o 53 de M me Barbara Pas du 4 février 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Importation de produits chinois.L’importation de produits chinois, essentiellementtextiles, vers notre pays et vers l’Europe en général estKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1398 QRVA 52 01025 - 2 - 2008liteit staat, had ik graag een volledige beeld gekregenvan de Chinese import naar ons land voor de voorbijejaren.1. Hoeveel bedroeg de totale Chinese import naarons land voor respectievelijk 2005, 2006 en 2007?2. Wat was het aandeel hierin van de verschillendeproductcategorieën, zowel nominaal als procentueel?3. Hoeveel bedroeg de totale export van ons landnaar China voor respectievelijk 2005, 2006 en 2007?4. Wat was het aandeel hierin van de verschillendeproductcategorieën, zowel nominaal als procentueel?5. Vallen uit de cijfers gevolgen te trekken zoals hetopleggen van invoerbeperkingen voor bepaalde productcategorieën?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 53 van mevrouw Barbara Pas van 4 februari2008 (N.):In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat deverschillende erkende certificatie-instellingen de gegevensomtrent de uitgevoerde audits volgens vastgelegdeprocedures moeten meedelen aan het FAVV. Opdit ogenblik zijn de ontvangen gegevens nog niet helemaalvolledig. Een eerste inschatting toont aan dat ophet einde van 2007 er ongeveer 1,7% van de bedrijvenin de voedselketen beschikken over een gevalideerdautocontrolesysteem. Ter verduidelijking, het betreftuitsluitend de bedrijven waar alle activiteiten afgedektzijn door een gevalideerd autocontrolesysteem.Daarbovenop zijn er nog eens een groot aantalandere bedrijven die op dit ogenblik reeds gecertificeerdzijn op basis van een lastenboek en die met eenkleine inspanning bijgevolg eveneens gecertificeerdzouden kunnen worden voor de door het FAVV goedgekeurdegidsen.19 sectoren beschikken reeds over een goedgekeurdesectorgids:au cœur de l’actualité. Pouvez-vous me fournir une vued’ensemble des importations chinoises vers notre paysau cours des dernières années?1. À combien s’est élevé le total des importationschinoises vers notre pays en 2005, en 2006 et en 2007?2. Quelle part de ces imprtations ont représenté lesdifférentes catégories de produits, en chiffres nominauxet en pourcentage?3. Quel a été le montant total des exportations denotre pays vers la Chine en 2005, en 2006 et en 2007?4. Quelle part de ces exportations ont représenté lesdifférentes catégories de produits, en chiffres nominauxet en pourcentage?5. L’examen des chiffres amène-t-il à conclure qu’ily a lieu de prendre des mesures telle que la limitationdes importations pour certaines catégories deproduits?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 53 de M me Barbara Pas du 4 février 2008 (N.):En réponse à votre question, je vous rappelle que lesdifférents organismes de certification agréés doiventcommuniquer à l’AFSCA, selon des procédures établies,les données concernant les audits effectués. Pourl’instant, les données reçues ne sont pas encore tout àfait complètes. Une première estimation indique quefin 2007, environ 1,7% des établissements dans lachaîne alimentaire disposent d’un système d’autocontrôlevalidé. À titre de précision, il s’agit uniquementdes établissements où toutes les activités sontcouvertes par le système d’autocontrôle validé.Par ailleurs, un grand nombre d’autres établissementsqui, à ce jour, sont déjà certifiés sur la base ded’un bon cahier de charge, et qui par conséquent,pourraient moyennant un petit effort également êtrecertifiés pour les guides validés par l’AFSCA.19 secteurs disposent déjà d’un guide sectoriel validé:— dierenvoeders; — aliments pour animaux;— zuivelindustrie; — industrie laitière;— slagerijen; — abattoirs;— brouwerijsector; — secteur brassicole;— pluimveeslachthuis en -uitsnijderij; — abattoirs et ateliers de découpe de volailles;— detailhandel levensmiddelen; — commerce de détail en denrées alimentaires;— primaire productie van rauwe melk; — production primaire de lait cru;— ophaling en transport van rauwe melk; — collecte et transport de lait cru;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 139925 - 2 - 2008— productie en distributie van bestrijdingsmiddelenvoor landbouwkundig gebruik;— production et distribution de pesticides à usageagricole;— voedingssupplementen; — compléments alimentaires;— primaire plantaardige productie; — production primaire végétale;— braadkippenkolom; — filière des poulets de chair;— aardappelen-, groenten- en fruitverwerkendeindustrie en handel;— slachthuizen, uitsnijderijen en inrichtingen voor devervaardiging van gehakt vlees, vleesbereidingenen separatorvlees voor als landbouwhuisdiergehouden hoefdieren;— vleesproducten — kant-en-klaargerechten — salades-natuurdarmen;— maalderijen; — meunerie;— biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie;— industrie transformatrice et négoce des pommes deterre, fruits et légumes;— abattoirs, ateliers de découpe et établissements deproduction de viande hachée, de préparations deviandes et de viandes séparées mécaniquementd’ongulés domestiques;— produits de viande — plats préparés — salades —boyaux naturels;— secteur du biscuit, du chocolat, de la praline et dela confiserie;— horecasector; — secteur horeca;— grootkeukens en verzorgingsinstellingen. — préparation des repas dans les collectivités et lesmaisons de soins.Voor 16 andere sectoren werd reeds een gids ingediendbij het FAVV, maar deze is op dit moment nogniet goedgekeurd:Pour 16 autres secteurs, un guide a déjà été introduitauprès de l’AFSCA, mais n’a pas encore été validé et ilconcerne:— consumptie-ijsindustrie; — industrie de la glace de consommation;— wegtransport en opslag in de voedselketen; — transport routier et entreposage dans la chaînealimentaire;— margarine-industrie; — industrie de la margarine;— brood bakkerij — banketbakkerij; — boulangerie — pâtisserie;— koffiebranderijen; — entreprises de torréfaction de café;— organische meststoffen; — engrais organiques;— water, frisdranken en vruchtensappen en nectars; — eaux embouteillées, boissons rafraîchissantes, etjus de fruits et nectars;— bijenteelt; — apiculture;— frituren; — friteries;— vissector; — secteur du poisson;— aannemers van Land- en Tuinbouwwerken voorde Primaire Plantaardige Productie;— entrepreneurs de travaux agricoles et horticolespour la production primaire végétale;— hoevezuivel; — produits laitiers fermiers;— minerale meststoffen voor beroepsmatig gebruik in — fertilisants minéraux à usages agricole et horticole;de land- en tuinbouw;— potgronden; — terreaux;— primaire dierlijke productie; — production primaire animale;— handel in granen en agro-toelevering. — négoce de céréales et de produits d’agrofourniture.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1400 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Een groot aantal hiervan zal wellicht in de loop vandit jaar worden goedgekeurd.In het businessplan van het FAVV worden voor debegroting van 2008 twee scenario’s geschetst: éénwaarbij ervan wordt uitgegaan dat 100% van de autocontrolesystemenvan de operatoren is gevalideerd, eneen ander waarbij ervan wordt uitgegaan dat 50% vande autocontrolesystemen is gevalideerd. Gelet op hetbeperkt aantal operatoren dat reeds over een gevalideerdautocontrolesysteem beschikt, zijn bovenstaandescenario’s echter niet van toepassing.Het FAVV is op dit ogenblik dus niet van plan hetaantal controleurs in 2008 te verminderen, onder voorbehouduiteraard van de begrotingsreserve waaroverhet agentschap voor dit jaar zal beschikken.Un grand nombre de ces guides pourront probablementêtre validés dans le courant de cette année.Dans le business plan de l’AFSCA, deux scénariisont esquissés pour le budget de 2008: l’un partant del’hypothèse que 100% des systèmes d’autocontrôle desopérateurs sont validés, et un autre partant del’hypothèse que 50% des systèmes d’autocontrôle sontvalidés. Vu le nombre restreint d’opérateurs disposantd’ores et déjà d’un système d’autocontrôle validé, lesscénarios précités ne sont toutefois actuellement pasd’application.L’AFSCA n’a donc pas l’intention de réduire lenombre de ses contrôleurs en 2008, sous réserve dubudget dont l’AFSCA disposera pour 2008.DO 2007200801752 DO 2007200801752Vraag nr. 55 van de heer Carl Devlies van 5 februari2008 (N.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.1.a) Wat was het bedrag van de binnengekomen facturenwaarvoor op 31 december 2007 nog geenordonnancering gebeurde bij de administraties ende andere instellingen die onder uw toezicht staan?b) Om hoeveel facturen gaat het precies en op welkedatum werden ze opgemaakt?2.a) Wat is de reden voor het feit dat desgevallend geenordonnancering gebeurde?b) Had dit te maken met de zogenaamde onderbenuttingvan kredieten zoals opgelegd door het ankerprincipeof waren de in de begroting 2007 vooropgesteldeordonnanceringskredieten ontoereikend?Question n o 55 de M. Carl Devlies du 5 février 2008(N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.1.a) Quel était le montant des factures entrantes pourlesquelles les administrations et les autres institutionsrelevant de votre tutelle n’avaient encoreeffectué aucun ordonnancement au 31 décembre2007?b) De combien de factures s’agit-il exactement et dequand datent-elles?2.a) Le cas échéant, pour quelle raison aucun ordonnancementn’a-t-il été effectué?b) Est-ce lié à la sous-utilisation de crédits, tellequ’imposée par le principe de l’ancre, ou certainscrédits d’ordonnancement prévus au budget 2007étaient-ils insuffisants?c) In het laatste geval, wat is hiervan de oorzaak? c) Dans le dernier cas, quelle en est la cause?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 21 februari 2008, op devraag nr. 55 van de heer Carl Devlies van 5 februari2008 (N.):Het geachte lid vindt hierbij volgende elementen vanantwoord op zijn vraag.1. Meer dan 240 facturen van november tot decembervoor een totaal van 5 270 307,65 euro2. De facturen konden niet onmiddellijk betaaldworden wegens de uitbreiding van het «ankerprincipe»door de regering begin november 2007.Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 21 février 2008, à la questionn o 55 de M. Carl Devlies du 5 février 2008 (N.):Je prie l’honorable membre de trouver ci-dessous leséléments de réponse à sa question.1. Plus de 240 factures de novembre à décembre2007 pour un montant total de 5 270 307,65 euros2. Ces factures n’ont pas pu être directement payéesvu l’extension du «principe de l’ancre» par le gouvernementau début novembre 2007.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 140125 - 2 - 2008DO 2007200801872 DO 2007200801872Vraag nr. 65 van de heer Yvan Mayeur van 13 februari2008 (Fr.) aan de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw:Weigering om wisselgeld van maaltijdcheques terug tegeven.Onlangs viel in de pers te lezen dat de 1,3 miljoenmensen die dagelijks gebruik maken van maaltijdcheques,niet zelden moeten vaststellen dat handelaarsweigeren hun wisselgeld van die cheques terug tegeven.Totaal ongegeneerd verdedigde de woordvoerdervan Sodexho die praktijken van de handelaars enstelde dat deze, als ze zouden verplicht worden wisselgeldterug te geven, in feite voor «bank» zoudenmoeten spelen.[d65]We mogen evenwel niet uit het oog verliezen dat diecheques voor de gebruikers ervan een belangrijke aanvullingop het inkomen vormen.1. Hoe vaak gebeurt het volgens uw schatting dathandelaars weigeren wisselgeld terug te geven?2. Zijn de handelaars wettelijk verplicht om hetwisselgeld terug te geven, als ze maaltijdcheques aanvaarden?3.a) Zo ja, in welke sanctie voorziet de wet, indien dehandelaar weigert aan die verplichting te voldoen?Question n o 65 de M. Yvan Mayeur du 13 février 2008(Fr.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Monnaie non-rendue des chèques-repas.Dernièrement la presse a relaté l’information selonlaquelle il ne serait pas rare que les 1 300 000 utilisateursquotidiens des chèques-repas soient confrontés àun refus des commerçants de rendre la monnaie sur cesdits titres.Avec la plus grande désinvolture, la porte-parole deSodexho justifiait la pratique des commerçants sousprétexte que ces derniers deviendraient, s’ils étaientcontraints de rendre le change, de véritables«banques».Précisons toutefois que ces chèques représententpour le bénéficiaire un complément de revenu nonnégligeable.1. À quelle fréquence estimez-vous ce genre de refusde la part des commerçants?2. Ces derniers sont-ils légalement tenus de rendrele change lorsqu’ils acceptent les chèques-repas?3.a) Si oui, que prévoit la législation en cas de refus ducommerçant à obtempérer?b) Worden er ter zake soms controles uitgevoerd? b) Des contrôles sont-ils parfois menés en la matière?4. Zo niet, waarom zijn de handelaars niet verplichtom terug te geven van maaltijdcheques?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 65 van de heer Yvan Mayeur van 13 februari2008 (Fr.):De regelgeving voor maaltijdcheques is terug tevinden in de sociale en fiscale wetgeving. Volgens mijninlichtingen bevat de huidige regelgeving echter nietsdat een handelaar belet om het saldo van één enkelemaaltijdcheque terug te betalen, behalve in de gevallenvan een bedrijfsrestaurant dat maaltijden aanbiedt aaneen lagere prijs dan de kostprijs.In de praktijk aanvaarden de meeste handelaars dusmaaltijdcheques en ze betalen de restwaarde op éénenkele maaltijdcheque zonder enig probleem terug. Ikzie ook niet in, op grond van de wet op de handelspraktijken,hoe het anders kan.Vermits de maaltijdcheques geen wettelijk betaalmiddelzijn is een handelaar ook helemaal niet4. Si non, quels arguments justifient cette absenced’obligation?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 65 de M. Yvan Mayeur du 13 février 2008(Fr.):Le cadre réglementaire des chèques-repas se trouvedans les législations sociale et fiscale. Selon mes informations,rien cependant dans la réglementationactuelle n’empêche un commerçant de rembourser lamonnaie sur un seul titre-repas, à l’exception des casoù un restaurant d’entreprise délivre des repas à unprix inférieur à son coût de revient.Dans la pratique, la toute grande majorité descommerçants acceptent ainsi les titre-repas et rendentla monnaie sans aucune difficulté sur un seul titrerepas.On voit en effet difficilement comment il pourraiten être autrement, et ce, sur la base de la loi sur lespratiques du commerce.Les titres-repas ne constituant pas un moyen légal depaiement, un commerçant n’est en effet nullementKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1402 QRVA 52 01025 - 2 - 2008verplicht om ze te aanvaarden. Natuurlijk kunnencommerciële overwegingen hem daartoe aanzetten.Dit betekent dat de verkoper zelf kan beslissen overhet aantal maaltijdcheques dat hij wil aanvaarden enonder welke voorwaarden. In het kader van zijn informatieplichtnaar de klanten toe moet hij hen echtervóór de aankoop op duidelijke en ondubbelzinnigewijze inlichten over deze voorwaarden en beperkingen.Dit kan bijvoorbeeld door middel van duidelijkzichtbare affiches.Deze problematiek heeft niet geleid tot recenteklachten of vragen om inlichtingen bij mijn departementen er werden geen controles uitgevoerd door dediensten van de algemene directie Controle en Bemiddeling.Hoe dan ook, ik ben van plan om de ondernemingendie maaltijdcheques uitgeven te interpelleren in ditdossier. In een breder kader overweeg ik ook, aan devooravond van de lancering van de elektronischemaaltijdcheques, om alle actoren samen te brengen diebetrokken zijn bij de uitgifte van de cheques en bij hetgebruik en de terugbetaling ervan bij de handelaars.obligé de les accepter. Des raisons commerciales peuventévidemment l’y inciter. Ceci implique que levendeur peut conditionner ou limiter l’acceptation destitres-repas. Dans le cadre de son devoir d’informationau consommateur, il doit cependant communiquer, defaçon claire et non équivoque, à la clientèle et avantl’achat, ces conditions et limitations. Ceci peut parexemple se faire au moyen d’affiches bien visibles.Cette problématique n’a récemment pas fait l’objetde plaintes ou de demande d’information auprès demon département et des contrôles n’ont pas été menéspar les services de la direction générale Contrôle etMédiation.Quoi qu’il en soit je compte interpeller les émetteursde titres-repas dans ce dossier. Plus largement, à l’aubedu lancement des titres-repas électroniques, je compteégalement réunir l’ensemble des intervenants impliquéstant dans l’émission, que dans l’usage ou leremboursement des titres auprès des commerçants.DO 2007200800949 DO 2007200800949Vraag nr. 70 van de heer Flor Van Noppen van14 februari 2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Operatoren in de voedselketen. — Validering vanautocontrolesystemen.Operatoren in de voedselketen kunnen hun autocontrolesysteemlaten certificeren door het FederaalAgentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen(FAVV) of door een onafhankelijke certificeringsinstelling(OCI). Deze validering biedt een aantal voordelenaan de operatoren en wordt gestimuleerd doorhet FAVV. Nu blijkt echter dat de procedure voor valideringvertraging oploopt, waardoor verschillendeoperatoren lang moeten wachten alvorens hun autocontrolesysteemis gecertificeerd.1. Bij hoeveel operatoren is het autocontrolesysteemreeds gevalideerd en welk percentage van hettotale aantal operatoren in de voedselketen vertegenwoordigtdit?2. Bij hoeveel operatoren gebeurde deze valideringdoor het FAVV zelf en bij hoeveel door een OCI?3. Hoeveel operatoren hebben op dit moment reedsde procedure tot validering opgestart, maar wachtennog op goedkeuring?Question n o 70 de M. Flor Van Noppen du 14 février2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Operateurs de la chaîne alimentaire. — Validation dessystèmes d’autocontrôle.Les opérateurs de la chaîne alimentaire peuventfaire certifier leurs systèmes d’autocontrôle parl’Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire(AFSCA) ou par un organisme indépendant decertification (OIC). Cette validation offre certainsavantages aux opérateurs et est encouragée parl’AFSCA. Or, il apparaît à présent que la procédure devalidation accuse un certain retard, ce qui a pourconséquence que plusieurs opérateurs doivent attendrelongtemps la certification de leur système d’autocontrôle.1. Pour combien d’opérateurs le systèmed’autocontrôle a-t-il déjà été validé et quel pourcentagedu nombre total d’opérateurs de la chaîne celareprésente-t-il?2. Pour combien d’opérateurs cette validation a-telleété effectuée par l’AFSCA elle-même et pourcombien par un organisme indépendant de certification?3. Combien d’opérateurs ont déjà initié la procédurede validation, mais attendent encorel’approbation de celle-ci?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 140325 - 2 - 20084. Wat zijn de redenen voor de vertraging bij hetvalideren van deze autocontrolesystemen?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 70 van de heer Flor Van Noppen van14 februari 2008 (N.):De vorige vaststellingsmethode was gebaseerd op dejaarlijkse kostenpercentages zoals toegepast op demarkt en driemaandelijks meegedeeld door de betreffendekredietgevers.Zowel de kredietsector als de consumentenorganisatieswaren voorstander van een nieuwemethode. De Raad voor het Verbruik streefde een drievoudigdoel na:1. De vereenvoudiging van het geldende systeemdoor een vermindering van het aantal maximumtarieven;2. De invoering van een objectief automatischaanpassingssysteem, dat aansluit bij de evolutie van dereferentie-indexen op de financiële markten;3. Het bereiken van een redelijk evenwicht dat dooralle partijen als aanvaardbaar kan worden beschouwd.De huidige vaststellingsmethode beantwoordt aanbovengenoemd drievoudig doel.Wat vraag 2 betreft, bestaan er hierover geen statistischegegevens.Wat vraag 3 betreft, werkt het systeem zelf uiteraardook in de andere richting: indien de rentevoeten op definanciële markten (de referentie-indexen) dalen,zullen ook de maximale JKP’s dalen en moeten dekredietgevers hun JKP’s — voor zover het gaat omcontracten met variabele rentevoet of om nieuwecontracten — desgevallend ook laten dalen.Wat de hoogte van de maxima betreft, moeten eraltijd twee tegengestelde belangen in acht genomenworden: te hoge maxima kunnen leiden tot overmatigeschuldenlast, maar te lage maxima kunnen leidentot uitsluiting van kredietnemers en kredietproducten.Beide hebben negatieve gevolgen voor de economie.Wat vraag 4 betreft, is een evaluatie zeker nietuitgesloten maar lijkt op dit moment nog te vroeg. Ikverwijs naar een antwoord van de toenmalige ministervan Economie Verwilghen op 17 januari 2007 op eenvraag van mevrouw Simonne Creyf over «de tariefstijgingenvan het jaarlijks kostenpercentage inzake hetconsumentenkrediet».4. Quelles sont les raisons du retard dans la validationde ces systèmes d’autocontrôle?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 70 de M. Flor Van Noppen du 14 février 2008(N.):La méthode de fixation précédente était basée sur lestaux annuels globaux tels qu’appliqués sur le marchéet communiqués trimestriellement par les fournisseursde crédit concernés.Tant le secteur des crédits que les organisations deconsommateurs étaient partisans d’une nouvelleméthode. Le Conseil de la Consommation visait untriple objectif:1. La simplification du système en vigueur en réduisantle nombre de taux maxima;2. L’introduction d’un système d’adaptation automatiqueobjectif qui s’inscrit dans l’évolution desindex de référence valables sur les marchés financiers;3. L’atteinte d’un équilibre raisonnable pouvantêtre accepté par toutes les parties.La méthode de fixation actuelle répond à ce tripleobjectif.En ce qui concerne la question n o 2, il n’existe pasde données statistiques en la matière.Quant à la question n o 3, le système fonctionne,bien évidemment, aussi dans l’autre sens: si les tauxd’intérêt régissant les marchés financiers (les index deréférence) baissent, les taux annuels effectifs globauxmaxima diminueront également, obligeant les fournisseursde crédit à réduire, le cas échéant, leurs tauxannuels effectifs globaux, pour autant qu’il s’agisse decontrats avec un taux d’intérêt variable ou de nouveauxcontrats.En ce qui concerne le niveau des taux maxima, ilfaut toujours tenir compte de deux intérêts opposés:alors que des taux maximums trop élevés peuventmener à un surendettement, des taux maximums tropbas peuvent mener à l’exclusion d’emprunteurs et deproduits à crédit, tous deux ayant des conséquencesnégatives pour l’économie.Quant à la question n o 4, une évaluation n’estcertainement pas exclue mais semble en ce momentprématurée. Je me réfère à ce propos à une réponseque l’ancien ministre de l’Économie, Marc Verwilghen,a formulée le 17 janvier 2007 à une question deMme Simonne Creyf sur l’augmentation des tarifs destaux annuels effectifs globaux en matière de crédit à laconsommation.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1404 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Wat vraag 5 betreft, lijkt het mij nog wat vroeg omdaarop te antwoorden. De referentie-index voor dekredietopening (de Euribor op drie maanden) van demaand december 2007 (deze van januari is nog nietgekend), is licht gestegen (+0,11) in vergelijking metdeze van september 2007, maar de referentie-indexenvoor de overige kredietovereenkomsten van januari2008 tonen een lichte daling in vergelijking met dezevan september 2007.Finalement, il me semble un peu tôt pour répondre àla question n o 5. L’index de référence pour l’ouverturede crédit (l’Euribor à trois mois) du mois de décembre2007 (celui du mois de janvier n’étant pas encoreconnu) a connu une hausse légère (+0,11) par rapportà celui de septembre 2007, alors que les index de référencepour les autres contrats de crédit de janvier 2008ont légèrement baissés par rapport à ceux deseptembre 2007.DO 2007200801920 DO 2007200801920Vraag nr. 71 van mevrouw Leen Dierick van14 februari 2008 (N.) aan de minister van Economie,Zelfstandigen en Landbouw:Consumentenkredieten. — Wijziging van de maximalejaarlijkse kostenpercentages.Sinds 1 februari 2007 is er een nieuwe methode totvaststelling van de maximale jaarlijkse kostenpercentagesvan consumentenkredieten. Het gaat hier omleningen op afbetaling, kredietopeningen met kaartverspreid door grootwarenhuizen, postorderbedrijven,enzovoort. Deze nieuwe methode, ingevoerd bij hetkoninklijk besluit van 19 oktober 2006, zorgde ervoordat op 1 december 2007 de maximale jaarlijkse kostenpercentagesmet 1 % zijn gestegen. Dit kwam doordatde nieuwe «Euribor referte-index op 3 maanden» wasoverschreden en dit zou dan weer een gevolg zijn vande malaise op de Amerikaanse hypotheekmarkt. DeFOD Economie verwachtte vooral een invloed bijkredietopeningen met kaart vermits deze kredietenvaak tegen het maximale krediet worden gesloten.1.a) Wat is de reden waarom een nieuwe methode totvaststelling van de maximale jaarlijkse kostenpercentageswordt toegepast?Question n o 71 de M me Leen Dierick du 14 février2008 (N.) à la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture:Crédit à la consommation. — Modification des tauxannuels effectifs globaux maxima.Depuis le 1 er février 2007, une nouvelle méthode estd’application pour la fixation des taux annuels effectifsglobaux dans le cadre des crédits à la consommation.Sont concernés en l’occurrence les prêts à tempérament,les ouvertures de crédit liées à une carte distribuéepar des grandes surfaces, des entreprises de ventepar correspondance, etc. Cette nouvelle méthode decalcul, introduite par l’arrêté royal du 19 octobre2006, a entraîné une augmentation des taux annuelseffectifs globaux maxima de 1 % au 1 er décembre2007. Cette augmentation résulte du dépassement dunouvel indice de référence Euribor à 3 mois, dépassementqui serait à son tour dû au malaise sur le marchéhypothécaire américain. Le SPF Economie s’attendaitsurtout à une incidence de cette augmentation auniveau des ouvertures de crédit avec carte, étant donnéque ces crédits sont souvent conclus au taux maximum.1.a) Quels sont les motifs de l’application d’unenouvelle méthode pour la fixation des tauxannuels effectifs globaux maxima?b) Wat is het verschil met het vorige systeem? b) Quelle est la différence par rapport à l’anciensystème?2. Zijn er al signalen, gegevens dat grootwarenhuizen,postorderbedrijven, banken, enzovoort hun jaarlijksekostenpercentages van kredietopneming metkaart hebben verhoogd ten gevolgde van de stijgingvan de maximale jaarlijkse kostenpercentages?3. Vreest u niet dat dit systeem de schuldenlast bijveel mensen nog zal verzwaren, vermits deze stijgingonmiddellijk van invloed kan zijn op lopende contrac-2. Dispose-t-on de signaux et de données indiquantque les grandes surfaces, les entreprises de vente parcorrespondance, les banques, etc. ont augmenté letaux appliqué aux ouvertures de crédit avec carte à lasuite de l’augmentation des taux annuels effectifsglobaux maxima?3. Ne craignez-vous pas que ce système pourraitaggraver encore le problème de l’endettement d’ungrand nombre de personnes, étant donné que cetteKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 140525 - 2 - 2008ten die gebruik maken van een variabele rentevoet enop de debetrente op zichtrekeningen voor wie tijdelijkin het rood gaat?4. Is er voorzien in een evaluatie van het systeem oflijkt dit systeem te voldoen?5. Is er al zicht op een mogelijke nieuwe aanpassingvan het maximale JKP, vermits er tweejaarlijkse, devolgende keer in maart, een vergelijking wordtgemaakt met de referte-index?Antwoord van de minister van Economie, Zelfstandigenen Landbouw van 22 februari 2008, op devraag nr. 71 van mevrouw Leen Dierick van14 februari 2008 (N.):De vorige vaststellingsmethode was gebaseerd op dejaarlijkse kostenpercentages zoals toegepast op demarkt en driemaandelijks meegedeeld door de betreffendekredietgevers.Zowel de kredietsector als de consumentenorganisatieswaren voorstander van een nieuwemethode. De Raad voor het Verbruik streefde een drievoudigdoel na:1. De vereenvoudiging van het geldende systeemdoor een vermindering van het aantal maximumtarieven;2. De invoering van een objectief automatischaanpassingssysteem, dat aansluit bij de evolutie van dereferentie-indexen op de financiële markten;3. Het bereiken van een redelijk evenwicht dat dooralle partijen als aanvaardbaar kan worden beschouwd.De huidige vaststellingsmethode beantwoordt aanbovengenoemd drievoudig doel.Wat vraag 2 betreft, bestaan er hierover geen statistischegegevens.Wat vraag 3 betreft, werkt het systeem zelf uiteraardook in de andere richting: indien de rentevoeten op definanciële markten (de referentie-indexen) dalen,zullen ook de maximale JKP’s dalen en moeten dekredietgevers hun JKP’s — voor zover het gaat omcontracten met variabele rentevoet of om nieuwecontracten — desgevallend ook laten dalen.Wat de hoogte van de maxima betreft, moeten eraltijd twee tegengestelde belangen in acht genomenworden: te hoge maxima kunnen leiden tot overmatigeschuldenlast, maar te lage maxima kunnen leidenaugmentation peut avoir une incidence immédiate surles contrats en cours établis sur la base d’un tauxd’intérêt variable et sur les intérêts débiteurs des comptesà vue de ceux qui sont temporairement dans lerouge?4. Une évaluation du système est-elle prévue oucelui-ci semble-t-il donner satisfaction?5. Sait-on déjà quand pourrait intervenir unenouvelle adapation du TAEG maximum, compte tenudu fait qu’une comparaison avec l’indice de référence alieu tous les six mois, la prochaine étant prévue pour lemois de mars?Réponse de la ministre de l’Économie, des Indépendantset de l’Agriculture du 22 février 2008, à la questionn o 71 de M me Leen Dierick du 14 février 2008(N.):La méthode de fixation précédente était basée sur lestaux annuels globaux tels qu’appliqués sur le marchéet communiqués trimestriellement par les fournisseursde crédit concernés.Tant le secteur des crédits que les organisations deconsommateurs étaient partisans d’une nouvelleméthode. Le Conseil de la Consommation visait untriple objectif:1. La simplification du système en vigueur en réduisantle nombre de taux maxima;2. L’introduction d’un système d’adaptation automatiqueobjectif qui s’inscrit dans l’évolution desindex de référence valables sur les marchés financiers;3. L’atteinte d’un équilibre raisonnable pouvantêtre accepté par toutes les parties.La méthode de fixation actuelle répond à ce tripleobjectif.En ce qui concerne la question n o 2, il n’existe pasde données statistiques en la matière.Quant à la question n o 3, le système fonctionne,bien évidemment, aussi dans l’autre sens: si les tauxd’intérêt régissant les marchés financiers (les index deréférence) baissent, les taux annuels effectifs globauxmaxima diminueront également, obligeant les fournisseursde crédit à réduire, le cas échéant, leurs tauxannuels effectifs globaux, pour autant qu’il s’agisse decontrats avec un taux d’intérêt variable ou de nouveauxcontrats.En ce qui concerne le niveau des taux maxima, ilfaut toujours tenir compte de deux intérêts opposés:alors que des taux maximums trop élevés peuventmener à un surendettement, des taux maximums tropKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1406 QRVA 52 01025 - 2 - 2008tot uitsluiting van kredietnemers en kredietproducten.Beide hebben negatieve gevolgen voor de economie.Wat vraag 4 betreft, is een evaluatie zeker nietuitgesloten maar lijkt op dit moment nog te vroeg. Ikverwijs naar een antwoord van de toenmalige ministervan Economie Verwilghen op 17 januari 2007 op eenvraag van mevrouw Simonne Creyf over «de tariefstijgingenvan het jaarlijks kostenpercentage inzake hetconsumentenkrediet».Wat vraag 5 betreft, lijkt het mij nog wat vroeg omdaarop te antwoorden. De referentie-index voor dekredietopening (de Euribor op drie maanden) van demaand december 2007 (deze van januari is nog nietgekend), is licht gestegen (+ 0,11) in vergelijking metdeze van september 2007, maar de referentie-indexenvoor de overige kredietovereenkomsten van januari2008 tonen een lichte daling in vergelijking met dezevan september 2007.bas peuvent mener à l’exclusion d’emprunteurs et deproduits à crédit, tous deux ayant des conséquencesnégatives pour l’économie.Quant à la question n o 4, une évaluation n’estcertainement pas exclue mais semble en ce momentprématurée. Je me réfère à ce propos à une réponseque l’ancien ministre de l’Économie, Marc Verwilghen,a formulée le 17 janvier 2007 à une question deMme Simonne Creyf sur l’augmentation des tarifs destaux annuels effectifs globaux en matière de crédit à laconsommation.Finalement, il me semble un peu tôt pour répondre àla question n o 5. L’index de référence pour l’ouverturede crédit (l’Euribor à trois mois) du mois de décembre2007 (celui du mois de janvier n’étant pas encoreconnu) a connu une hausse légère (+ 0,11) par rapportà celui de septembre 2007, alors que les index de référencepour les autres contrats de crédit de janvier 2008ont légèrement baissés par rapport à ceux de septembre2007.Minister van WerkMinistre de l’EmploiDO 2007200800972 DO 2007200800972Vraag nr. 4 van de heer Bruno Stevenheydens van10 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Verlaging aantal uren betaald educatief verlof.Op 1 september 2006 werden er belangrijke wijzigingenaangebracht in de regelgeving van het betaaldeducatief verlof. Zowat voor alle opleidingen werd hetaantal uren betaald educatief verlof verminderd totzeer fors verminderd.Voor een beroepsopleiding (eveneens voor beroepsopleidingplus algemene opleiding) werd het aantaluren van 120 naar 100 verminderd; voor universitaireopleiding van 180 naar 120. Voor taalopleidingenwerd het aantal uren behouden. Behalve wanneer hetgaat om taalopleiding plus beroepsopleiding werd hetaantal uren verminderd van 102 naar 100 uren.De groep die door deze verminderingen met degrootste problemen worden geconfronteerd zijn demensen die in shiften werken. In tegenstelling metandere avondstudenten hebben zij een deel van de ureneducatief verlof nodig om de lessen te kunnen bijwo-Question n o 4 de M. Bruno Stevenheydens du 10 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Réduction du nombre d’heures de congé-éducationpayé.Des modifications importantes ont été apportées le1 er septembre 2006 à la législation en matière de congééducationpayé. En effet, le nombre d’heures de congééducationpayé a été réduit, parfois dans une très largemesure, pour presque toutes les formations.Pour une formation professionnelle (ou une formationprofessionnelle en plus d’une générale), le nombred’heures est passé de 120 à 100; pour une formationuniversitaire, le total a été réduit de 180 à 120 heures.Pour les formations linguistiques, un même nombred’heures a été maintenu. À l’exception des combinaisonsentre des formations linguistiques et professionnelles,le nombre d’heures a été réduit de 102 à100 heures.Les travailleurs postés constituent la catégorie laplus touchée par ces réductions. Contrairement auxautres étudiants en cours du soir, les personnes quitravaillent en équipes ont besoin d’une partie desheures de congé-éducation pour assister aux cours. LesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 140725 - 2 - 2008nen. Avondstudenten met een gewone dagtaak gebruikenhun educatief verlof als studeeruren.De inkrimping van de uren educatief verlof houdtgeen rekening met mensen die in shiften werken.Behalve het recht op het volgen van een opleiding,hebben zij uiteraard ook nog recht op een sociaal levenwat door de inkrimping van het aantal uren educatiefverlof wel wordt aangetast.1. Werd de regeling na de wijzigingen van september2006 geëvalueerd?2. Heeft men rekening gehouden met de shiftarbeiders?étudiants qui fréquentent les cours du soir tout enayant un horaire professionnel de jour utilisent leurcongé-éducation comme temps d’étude.L’abaissement du nombre d’heures de congééducationne tient nullement compte des travailleurspostés. Outre un droit à la formation, ces personnesont également le droit d’entretenir une vie sociale. Orce dernier élément se trouve entravé par la réductiondu nombre d’heures de congé-éducation payé.1. Ce régime a-t-il fait l’objet d’une évalutationaprès les modifications intervenues en septembre2006?2. A-t-on tenu compte des travailleurs postés?3. Zijn er recentelijk nog wijzigingen aangebracht? 3. A-t-on apporté récemment de nouvelles modificationsà la législation?4. Heeft u cijfers ter beschikking hoeveel arbeidersen bedienden beroep deden op educatief verlof voor dejaren 2004, 2005, 2006 en 2007?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 4 van de heer BrunoStevenheydens van 10 januari 2008 (N.):De wijzigingen op 1 september 2006 in de regelgevingbetaald educatief verlof waren noodzakelijk omde structurele problemen van het betaald educatiefverlof aan te pakken. De budgettaire middelen warenimmers ruim onvoldoende om de jaarlijkse kost vanhet betaald educatief verlof te dekken.De sociale partners zijn in het Interprofessioneelakkoord 2007-2008 overeen gekomen deze problemenvia een dubbele benadering aan te pakken. In eeneerste fase wilden ze het stelsel voor het schooljaar2007-2008 veilig stellen; in een tweede fase zullen zijvoorstellen formuleren voor een meer diepgaandehervorming.Deze tweede fase was voorzien voor juni 2007 maarde eerste gesprekken in de Nationale Arbeidsraadzullen pas in januari 2008 van start gaan. Om dewetgeving te kunnen aanpassen is het bovendien nodigdat er een definitieve regering is.1. De aanvragen om terugbetaling van betaaldeducatief verlof voor het schooljaar 2006-2007 kunneningediend worden tot 30 juni 2008. Op dit ogenblik ishet dus te vroeg om reeds een evaluatie van dit schooljaarte maken.2. De wijzigingen zijn louter ingegeven door definanciële problemen. De vermindering van het maximumaantal uren per schooljaar is een lineaire maatregeldie geldt voor alle werknemers.3. Sindsdien zijn er verschillende wijzigingenaangebracht in de reglementering.4. Disposez-vous de chiffres sur le nombred’ouvriers et d’employés qui ont fait appel au congééducationau cours des années 2004, 2005, 2006 et2007?Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 4 de M. Bruno Stevenheydens du10 janvier 2008 (N.):Les modifications de la réglementation relative aucongé-éducation payé du 1 er septembre 2006 étaientindispensables pour résoudre les problèmes structurelsdu congé-éducation payé. Les moyens budgétairesétaient en effet largement insuffisants pour couvrir lecoût annuel du congé-éducation payé.Dans l’Accord interprofessionnel 2007-2008 lespartenaires sociaux ont décidé de résoudre ces problèmesau moyen d’une double approche. Dans unepremière phase, ils entendaient sécuriser le régimepour l’année scolaire 2007-2008; dans une deuxièmephase, ils formuleront des propositions en vue d’uneréforme plus profonde.Cette deuxième phase était prévue pour juin 2007,mais les premières négociations au sein du ConseilNational du Travail ne débuteront qu’en janvier 2008.En plus, afin de pouvoir adapter la réglementation ilest nécessaire d’avoir un gouvernement définitif.1. Les demandes de remboursement du congééducationpayé pour l’année scolaire 2006-2007 peuventêtre introduites jusqu’au 30 juin 2008. En cemoment, il est donc trop tôt pour faire une évaluationde cette année scolaire.2. Les modifications sont uniquement justifiées pardes problèmes financiers. La réduction des quotasmaxima par année scolaire est une mesure linéaire quitouche tous les travailleurs.3. Depuis lors, il y a eu plusieurs modifications dela réglementation.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1408 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Bij koninklijk besluit van 4 december 2006 werd eenovergangsregeling uitgewerkt waarbij, onder bepaaldevoorwaarden, voor opleidingen die ten laatste gestartwerden in 2006-2007 nog de vroegere regeling blijftgelden.De wet van 27 december 2006 houdende diversebepalingen verleent de Koning de mogelijkheid om opbasis van een voorstel van de sociale gesprekspartnershet aantal uren betaald educatief verlof te vermeerderenof verminderen, om de lijst van erkende opleidingente wijzigen en om het bedrag te bepalen waartoehet normale loon begrensd wordt. De terugbetalingaan de werkgever kan door de Koning ook beperktworden tot een forfaitair bedrag vanaf het schooljaar2005-2006. Voor het dragen van de kosten verbondenaan de terugbetaling aan de werkgevers wordennieuwe regels vastgelegd.De wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering vanhet interprofessioneel akkoord 2007-2008 voorziet demogelijkheid om voor beroepsopleidingen die samenvallenmet de voorziene arbeidstijd van de betrokkenwerknemer 120 uren betaald educatief verlof op tenemen in plaats van 105 uren. Deze wijziging komtook de shiftarbeiders ten goede.Bij koninklijk besluit van 3 augustus 2007 werd hetbedrag van het normale loon zoals vastgesteld op1 september 2006 behouden voor de periode 1 september2007 tot 31 augustus 2009.4. Voor de statistieken van 2004 en 2005 kan ikverwijzen naar de website van ons departement waarhalfjaarlijks nieuwe cijfers worden gepubliceerd. Voorhet schooljaar 2005-2006 zijn er nog geen cijfers beschikbaarvermits de werkgevers nog tot 31 december2007 een aanvraag tot terugbetaling kunnen indienen.Par arrêté royal du 4 décembre 2006 une dispositiontransitoire a été élaborée par laquelle, dans certainesconditions, l’ancienne réglementation reste applicablepour les formations entamées au plus tard en 2006-2007.La loi du 27 décembre 2006 portant des dispositionsdiverses habilite le Roi, sur la base de d’une propositiondes partenaires sociaux, à diminuer ou augmenterle nombre d’heures de congé-éducation payé, à modifierla liste des formations et à déterminer le montantdu plafond de la rémunération normale. Le remboursementà l’employeur peut aussi être limité par le Roi àun montant forfaitaire à partir de l’année scolaire2005-2006. Pour la charge des coûts liés au remboursementaux employeurs, de nouvelles règles seront déterminées.La loi du 17 mai 2007 portant exécution de l’accordinterprofessionnel 2007-2008 prévoit la possibilité deprendre 120 heures de congé-éducation payé au lieu de105 heures pour les formations professionnelles quicoïncident avec le temps de travail du travailleur concerné.Cette modification bénéficie aussi aux travailleursen équipe.Par arrête royal du 3 août 2007, le montant de larémunération normale tel que fixé le 1 er septembre2006 reste maintenu pour la période du 1 er septembre2007 jusqu’au 31 août 2009.4. Pour les statistiques de 2004 et 2005, je vous conseillede consulter le site de notre département où l’onpublie des chiffres récents tous les six mois. Pourl’année scolaire 2005-2006, les chiffres ne sont pasencore disponibles puisque les employeurs peuventencore introduire une demande de remboursementjusqu’au 31 décembre 2007.DO 2007200800994 DO 2007200800994Vraag nr. 5 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 januari2008 (Fr.) aan de minister van Werk:Stijging van het aantal uitzendbanen.In de pers van dinsdag 13 november 2007 staat telezen dat meer dan 125 000 studenten deze zomer alsuitzendkracht gewerkt hebben (bron: «125 000 intérimairescet été», «La Dernière Heure» van 13 november2007, blz. 8).Het aantal gewerkte uren zou met bijna 10% toegenomenzijn in vergelijking met 2006.De studie bevat de cijfergegevens voor de zomerperiode(juli-augustus-september).Question n o 5 de M. Jean-Marc Nollet du 10 janvier2008 (Fr.) au ministre de l’Emploi:Augmentation des emplois intérimaires.On peut lire dans la presse de mardi 13 novembre2007 que plus de 125 000 étudiants intérimaires onttravaillé cet été (source: «125 000 intérimaires cetété», La Dernière Heure du 13 novembre 2007, p. 8).Il semblerait qu’il y ait une augmentation de près de10% par rapport à l’année 2006 en ce qui concerne lesheures prestées.À la lecture des chiffres, je remarque que l’étude aété menée sur la période estivale (juillet-août-septembre).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 140925 - 2 - 20081. Zou het mogelijk zijn cijfers voor het jaar 2007,ten minste voor de periode van januari tot oktober,mee te delen?2. Voorts blijkt uit het artikel dat het aantal studentendat dit jaar als arbeider gewerkt heeft met bijna13,55% gestegen is, terwijl die stijging slechts 4,96%bedraagt voor het bediendenwerk.Kunt u de cijfers per sector meedelen?3. Hoe zijn die 12 500 uitzendbanen verdeeld overde gewesten?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 5 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 januari 2008 (Fr.):De aangehaalde cijfers komen van Federgon, defederatie van interim kantoren. De officiële administratievegegevens waarover wij beschikken laten niettoe om de gevraagde analyse te maken.1. Serait-il possible d’avoir des chiffres pour l’année2007, tout au moins pour la période s’étalant dejanvier à octobre?2. D’autre part, l’article démontre que la part detravail en tant qu’ouvrier a augmenté de près de13,55% cette année pour 4,96% au travail d’employés.Pourriez-vous communiquer les chiffres secteur parsecteur?3. Dans quelles proportions se répartissent ces12 500 emplois intérimaires au sein des différentesrégions?Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 5 de M. Jean-Marc Nollet du 10 janvier2008 (Fr.):Les chiffres cités proviennent de Federgon Interim,la fédération des entreprises de travail intérimaire. Lesdonnées administratives officielles dont nous disposonsne permettent pas de fournir l’analyse demandée.DO 2007200801049 DO 2007200801049Vraag nr. 7 van de heer Guy D’haeseleer van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:Bedrijven. — Vorming en opleiding van werknemers.De bedrijven in ons land halen zeker niet doelstellingeninzake opleiding en vorming. Zeker ten aanzienvan andere Europese landen loopt ons land hopeloosachterop. Ook in de interprofessionele akkoordenwerden steevast doelstellingen naar voor geschoven,doch deze werden nog nooit gehaald.Er was ook steeds kritiek op de manier waarop mende vormingsinspanningen inventariseerde. Hiervoorwerd een nieuw meetinstrument in het leven geroependat een concreter beeld zou moeten geven van de effectieveinspanningen.1. Kan u meedelen hoe de vormingsinspanningenevolueerden, en dit voor de jongste drie jaar waarvoorer gegevens beschikbaar zijn, en opgesplitst per Gewest?2.a) In hoeverre geeft het nieuwe meetinstrument eencorrecter beeld van de geleverde inspanningen?Question n o 7 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Entreprises. — Formation et apprentissage des salariés.Les entreprises belges sont loin d’atteindre les objectifsfixés en matière d’apprentissage et de formationdes travailleurs salariés. La Belgique est dans cedomaine en queue de peloton des pays européens. Parailleurs, les objectifs définis à ce sujet dans les accordsinterprofessionnels ne sont jamais atteints.Par ailleurs, l’inventorisation des efforts fournisdans le secteur de la formation a été la cible de critiquessystématiques. Un nouvel instrument de mesure,qui devrait donner une image plus concrète de cesefforts, a donc été mis au point.1. Pourriez-vous faire savoir comment ont évoluéles efforts de formation dans notre pays au cours destrois années les plus récentes pour lesquelles desdonnées sont disponibles, en les ventilant par région?2.a) Dans quelle mesure ce nouvel instrument demesure donne-t-il une image plus précise desefforts fournis?b) Welke factoren spelen hierin een rol? b) Quels facteurs jouent un rôle à cet égard?3.a) Bent u van oordeel dat de opgelegde doelstellingenworden gehaald?3.a) Estimez-vous que notre pays atteint les objectifsimposés?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1410 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Zo neen, wat is hiervan de oorzaak? b) Dans la négative, pour quelle raison?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 7 van de heer GuyD’haeseleer van 10 januari 2008 (N.):Het nieuwe meetinstrument inzake de opleidings- envormingsinspanningen is een verantwoordelijkheidvan de sociale partners, waarover jaarlijks door deCentrale Raad voor het Bedrijfsleven wordt gerapporteerdin het Technisch verslag van het secretariaat overde maximale beschikbare marges voor deloonontwikkeling.Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 7 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.):La mise au point du nouvel instrument de mesuredes efforts en matière d’éducation et de formation enentreprise est de la responsabilité des partenairessociaux. Cette question est traitée par le conseil centralde l’économie dans le cadre du rapport technique dusecrétariat sur les marges maximales disponibles pourl’évolution du coût salarial.DO 2007200801054 DO 2007200801054Vraag nr. 12 van de heer Guy D’haeseleer van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:Werklozen. — Werkhervattingstoeslagen.Sommige werklozen die minstens 50 jaar oud zijn en20 jaar beroepsverleden hebben kan een werkhervattingstoeslagvan 172,31 euro per maand worden toegekendin geval van werkhervatting.Als gevolg van het generatiepact is de regelgevingversoepeld. Voortaan moet men niet langer één jaarwerkloos zijn en kan men ook de toeslag verkrijgen alsmen zich vestigt als zelfstandige.1. Kan u meedelen hoeveel mensen er in 2006 en2007, opgesplitst per Gewest, een werkhervattingstoeslagkregen toegekend tot voor de inwerkingtredingvan het nieuwe besluit die de voorwaarden versoepelt(1 april 2006)?2. Hoeveel werklozen kregen deze toeslag omdat zezich vestigden als zelfstandige?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 12 van de heer GuyD’haeseleer van 10 januari 2008 (N.):Gelieve in de tabellen hieronder de gevraagdeinlichtingen aangaande de werkhervattingstoeslag tewillen vinden.Werkhervattingstoeslag WerknemerQuestion n o 12 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Chômeurs. — Allocation pour reprise du travail.Certains chômeurs âgés d’au moins 50 ans et justifiantd’un passé professionnel de 20 années, peuventprétendre à une allocation de 172,31 euros par moiss’ils reprennent le travail.À la suite du pacte de solidarité entre les générations,la réglementation a été assouplie. Dorénavant,les chômeurs peuvent également bénéficier de cetteallocation lorsqu’ils ne sont pas au chômage depuisplus d’un an et lorsqu’ils s’établissent comme indépendants.1. Pourriez-vous me faire savoir combien dechômeurs, par région, ont reçu en 2006 et 2007 uneallocation pour avoir repris le travail avant l’entrée envigueur du nouvel arrêté assouplissant les conditions(avant le 1 er avril 2006)?2. Combien de chômeurs ont obtenu cette allocationà la suite de leur établissement comme indépendant?Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 12 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.):Veuillez trouver dans les tableaux ci-dessous lesrenseignements concernant le complément reprise detravail.Complément reprise de travail SalariéJaar/Maand—Année/MoisVlaams Gewest—Région flamandeWaals Gewest—Région wallonneBrussels HoofdstedelijkGewest—Région Bruxelles-CapitaleLand—Pays200601 957 405 133 1 495200602 1 002 425 110 1 537KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 141125 - 2 - 2008Jaar/Maand—Année/MoisVlaams Gewest—Région flamandeWaals Gewest—Région wallonneBrussels HoofdstedelijkGewest—Région Bruxelles-CapitaleLand—Pays200603 1 013 435 112 1 560200604 1 141 501 102 1 744200605 1 279 508 106 1 893200606 1 462 530 123 2 115200607 1 600 526 127 2 253200608 1 609 510 108 2 227200609 2 025 619 137 2 781200610 2 073 726 138 2 937200611 2 212 694 148 3 054200612 2 268 742 144 3 154200701 2 425 761 149 3 335200702 2 611 754 145 3 510200703 2 874 800 145 3 819200704 3 026 833 180 4 039200705 3 205 846 177 4 228200706 3 579 913 180 4 672200707 3 657 903 170 4 730200708 3 568 843 167 4 578200709 4 068 1 038 170 5 276200710 4 059 942 164 5 165200711 4 282 1 086 176 5 544Werkhervattingstoeslag Zelfstandige arbeidComplément reprise de travail Travail indépendantJaar/Maand—Année/MoisVlaams Gewest—Région flamandeWaals Gewest—Région wallonneBrussels HoofdstedelijkGewest—Région Bruxelles-CapitaleLand—Pays200601200602200603200604 1 1200605 4 3 7200606 4 1200607 13 2 15200608 11 11200609 21 1 22200610 17 3 20200611 24 4 28200612 28 6 4 38200701 33 9 42200702 42 5 2 49200703 43 9 1 5c200704 36 9 1 46200705 45 9 1 55200706 50 9 1 6CKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1412 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Jaar/Maand—Année/MoisVlaams Gewest—Région flamandeWaals Gewest—Région wallonneBrussels HoofdstedelijkGewest—Région Bruxelles-CapitaleLand—Pays200707 54 9 1 64200708 49 11 1 61200709 58 24 1 83200710 54 15 69200711 61 16 2 79DO 2007200801055 DO 2007200801055Vraag nr. 13 van de heer Guy D’haeseleer van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:Gebruik van dienstencheques.Het systeem van de dienstencheques draait op volletoeren.1. Hoeveel dienstencheques werden er door het uitgiftebedrijfACCOR in 2006 en 2007 verkocht aangebruikers, opgesplitst per gewest?2. Hoeveel van deze cheques werden er effectiefaangewend om een uurprestatie te vergoeden, opgesplitstper gewest?2.1. Hoeveel van deze cheques werden aangewendvoor activiteiten ten huize van de gebruiker?a) Hoeveel werden er aangewend voor het schoonmakenvan de woning?b) Hoeveel werden er aangewend voor wassen enstrijken?c) Hoeveel werden er aangewend voor kleine occasionelenaaiwerken?d) Hoeveel werden er aangewend voor bereiden vanmaaltijden?2.2. Hoeveel van deze cheques werden aangewendvoor activiteiten buiten het huis van de gebruiker?a) Hoeveel werden er aangewend voor een boodschappendienst?b) Hoeveel werden er aangewend voor een mindermobielencentrale?c) Hoeveel werden er aangewend voor strijken metinbegrip van kleine occasionele herstelwerken?Question n o 13 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Utilisation des titres-services.Le système des titres-services fonctionne à pleinrégime.1. Combien de titres-services, par région, la sociétéémettrice ACCOR a-t-elle vendus en 2006 et en 2007aux utilisateurs?2. Combien de ces titres, par région, ont effectivementété utilisés pour rémunérer une prestationhoraire?2.1. Combien de ces titres ont été utilisés pour desactivités au domicile de l’utilisateur?a) Combien ont été utilisés pour le nettoyage del’habitation?b) Combien ont été utilisés pour la lessive et le repassage?c) Combien ont été utilisés pour d’occasionnels petitstravaux de couture?d) Combien ont été utilisés pour la préparation desrepas?2.2. Combien de ces titres ont été utilisés pour desactivités en dehors du domicile de l’utilisateur?a) Combien ont été utilisés pour un service de livraison?b) Combien ont été utilisés pour une centrale pour lespersonnes moins mobiles?c) Combien ont été utilisés pour le repassage, ycompris d’occasionnels petits travaux de couture?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 141325 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 13 van de heer GuyD’haeseleer van 10 januari 2008 (N.):Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 13 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.):1. Door gebruikers aangekochte dienstencheques: 1. Titres-services achetés par des utilisateurs:Vlaanderen—FlandreWallonië—WallonieBrussel—BruxellesLand—Pays2006 24 938 905 9 331 546 1 659 061 35 929 5122007 (jan.-nov.) 31 599 061 13 432 815 2 997 405 48 029 2812. Door erkende ondernemingen ingediende dienstencheques(verdeling volgens sociale zetel van deonderneming):2. Titres-services introduits par des entreprisesagréées (répartition selon le siège social de l’entreprise):Vlaanderen—FlandreWallonië—WallonieBrussel—BruxellesLand—Pays2006 17 517 818 6 419 532 8 186 648 32 123 9982007 (jan.-nov.) 23 111 083 9 177 695 11 042 290 43 331 0682.1. Terugbetaalde dienstencheques voor activiteitenten huize van gebruiker. Er zijn geen gegevens beschikbaarvoor wat betreft het type van huishoudelijkehulp waarvoor de dienstencheques worden aangewend:2.1. Titres-services remboursés pour des activitésau domicile de l’utilisateur. Il n’y a pas de données disponiblesconcernant le type d’aide ménagère pourlequel les titres sont utilisés:Vlaanderen—FlandreWallonië—WallonieBrussel—BruxellesLand—Pays2006 2 035 698 1 258 773 1 947 043 5 241 5142007 (jan.-nov.) 2 090 765 1 476 292 2 376 877 5 943 9342.2. Terugbetaalde dienstencheques voor activiteitenbuiten het huis van gebruiker:2.2. Titres-services remboursés pour des activités endehors du domicile de l’utilisateur.a) Boodschappen: a) Courses ménagères:Vlaanderen—FlandreWallonië—WallonieBrussel—BruxellesLand—Pays2006 0 374 48 4222007 (jan.-nov.) 0 422 0 422KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1414 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit:b) Transport accompagné de personnes à mobilitéréduite:Vlaanderen—FlandreWallonië—WallonieBrussel—BruxellesLand—Pays2006 27 981 8 631 554 37 1662007 (jan.-nov.) 30 283 9 929 342 40 554c) Strijken: c) Repassage:Vlaanderen—FlandreWallonië—WallonieBrussel—BruxellesLand—Pays2006 371 569 21 616 11 471 404 6562007 (jan.-nov.) 465 536 59 590 28 318 553 444Voor de ondernemingen die erkend zijn voor meerderetypes activiteiten vermelden de beschikbaregegevens niet voor welke specifieke activiteit eendienstencheque werd gebruikt.Gemengde activiteiten:Pour les entreprises qui sont agréées pour plusieursactivités, les données disponibles ne mentionnentpas pour quelle activité spécifique le titre-service aété utilisé.Activités mixtes:Vlaanderen—FlandreWallonië—WallonieBrussel—BruxellesLand—Pays2006 15 082 570 5 130 138 6 227 532 26 440 2402007 (jan.-nov.) 20 524 499 7 631 462 8 636 753 36 792 714DO 2007200801060 DO 2007200801060Vraag nr. 18 van de heer Guy D’haeseleer van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:Effecten van de wijzigingen aan de anti-pestwet.De «anti-pestwet» (wet van 11 juni 2002) legt, sindsde aanpassingen die er begin 2007 aan zijn doorgevoerd,meer de nadruk op preventie en de integratievan het anti-pestgedrag in het algemeen welzijnsbeleid.1. Kan u de laatste beschikbare cijfers geven inzakehet aantal aangiften van geweld, pesterijen en ongewenstseksueel gedrag op het werk, opgesplitst perQuestion n o 18 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Effets des modifications apportées à la loi contre leharcèlement au travail.Depuis les modifications apportées début 2007 à laloi du 11 juin 2002 relative à la protection contre laviolence et le harcèlement moral ou sexuel au travail,le texte met davantage l’accent sur la prévention etl’intégration d’un comportement anti-harcèlementdans la politique générale en matière de bien-être.1. Pouvez-vous me communiquer les dernièresstatistiques disponibles concernant les déclarations deviolences et de harcèlement moral ou sexuel au travail,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 141525 - 2 - 2008Gewest en opgesplitst al naargelang het gaat overgeweld, dan wel, pesterijen of ongewenst seksueelgedrag?2.a) Hoeveel met reden omklede klachten leiden uiteindelijktot een rechtszaak?b) In hoeveel gevallen werd er een veroordeling uitgesproken,opgesplitst per gewest?3.a) Wat zijn de effecten sinds de aanpassingen aan dewet?réparties par région ainsi que par catégorie (violenceou harcèlement moral ou sexuel)?2.a) Combien de plaintes motivées ont finalementdonné lieu à une procédure judiciaire?b) Dans combien de cas a-t-on prononcé unecondamnation (répartition par région)?3.a) Quels effets observe-t-on depuis les modificationsapportées à la loi?b) Hoe evalueert u de aanpassingen? b) Quelle est votre évaluation par rapport à ces modifications?c) Voldoen de wetswijzigingen aan de kritieken die erop de oorspronkelijke wet waren?c) Les modifications répondent-elles aux critiquesémises à l’égard de la loi dans sa forme initiale?4. Zijn er nog verdere aanpassingen nodig? 4. D’autres adaptations sont-elles nécessaires?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 18 van de heer GuyD’haeseleer van 10 januari 2008 (N.):Gelieve hieronder het antwoord te vinden op dedoor u gestelde vragen.1. Deze vraag heeft onlangs het voorwerp uitgemaaktvan een antwoord op de parlementaire vraagnr. 47 van 13 november 2007 van mevrouw Maggie DeBlock. Ik veroorloof me dan ook u hiernaar te verwijzen.2.— Tussen de 176 definitieve vonnissen van de Hovenen arbeidsrechtbanken (meegedeeld aan de FODWerkgelegenheid) die vóór 16 juni 2006 werdenuitgesproken over de toepassing van de wettelijkebepalingen inzake de bescherming tegen geweld enongewenst seksueel gedrag op het werk, hebben 52eisers een gemotiveerde klacht ingediend bij depreventieadviseur vooraleer een rechtsvordering inte dienen en 29 hebben een klacht ingediend bij deinspectiediensten.— De resultaten van de burgerlijke rechtsvorderingeningediend bij de arbeidsrechtbanken zijn devolgende:• 17 vonnissen hebben een beschermingsvergoedingtoegekend gebaseerd op artikel 32tredecies van de wet van 4 augustus 1996 (4Antwerpen, 7 Brussel, 1 Charleroi, 1 Luik, 1Namen, 3 Doornik);• 4 vonnissen veroordelen de werkgever tot hetbetalen van schadevergoeding aan de werknemer(2 Brussel, 1 Luik, 1 Namen);• 2 vonnissen leggen de werkgever maatregelenop (Brussel, Huy).Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 18 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.):Veuillez trouver ci-dessous la réponse à vos questions.1. Cette question a récemment fait l’objet d’uneréponse à la question parlementaire n o 47 du13 novembre 2007 de Mme Maggie De Block. Je mepermets donc de vous y renvoyer.2.— Parmi les 176 jugements définitifs des Cours ettribunaux du travail (communiqués au SPFEmploi) qui ont statué avant le 16 juin 2006 surl’application des dispositions légales en matière deprotection contre la violence et le harcèlement autravail, 52 demandeurs ont introduit une plaintemotivée auprès du conseiller en prévention avantl’introduction de l’action en justice et 29 ontdéposé une plainte auprès des servicesd’inspection.— Les résultats des actions civiles introduites auprèsdes tribunaux du travail sont les suivants:• 17 jugements ont accordé l’indemnité de protectionfondée sur l’article 32 tredecies de la loidu 4 août 1996 (4 Anvers, 7 Bruxelles, 1 Charleroi,1 Liège, 1 Namur, 3 Tournai);• 4 jugements condamnent l’employeur a payédes dommages et intérêts au travailleur (2Bruxelles, 1 Liège, 1 Namur);• 2 jugements imposent des mesures àl’employeur (Bruxelles, Huy).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1416 QRVA 52 01025 - 2 - 2008In drie vonnissen heeft de rechter het bestaan vangeweld erkend (of van feiten die het mogelijk maaktenhet te veronderstellen) maar heeft geen schadevergoedingtoegekend. Hij heeft geoordeeld dat dewerkgever geen enkele fout had begaan want hij hadde maatregelen getroffen die in zijn macht waren om tetrachten ervoor te zorgen de gedragingen te doenophouden.Gelet op het beperkt aantal vonnissen is het nietrelevant om een verdeling per Gewest op te maken.3 en 4. De nieuwe wettelijke bepalingen zijn invoege getreden op 16 juni 2007. Het is nu nog te vroegom de gevolgen ervan te evalueren zowel op het vlakvan de ondernemingen als in het kader van de rechtsvorderingen.Men kan echter vaststellen dat de wettelijke wijzigingenpositief onthaald werden door de preventieadviseursgespecialiseerd in de psychosociale aspectenvan het werk en de vertrouwenspersonen, want zijhebben bepaalde punten opgehelderd die hun moeilijkhedenbezorgden bij de uitvoering van hun taken.De partijen die betrokken zijn bij de interne procedure,kennen wat hen betreft voortaan nauwkeurighun rechten en verplichtingen in het kader van dezeprocedure die hen op gelijke voet plaatst. Bovendienworden de verplichtingen van de werkgever metbetrekking tot de preventie van de psychosociale lastdie door het werk wordt veroorzaakt, expliciet wettelijkuiteengezet. Het gebied van de psychosociale lastmaakt deel uit van het welzijn op het werk in navolgingvan de andere gebieden en moet dus in hetpreventie beleid van de onderneming geïntegreerdworden.Op het niveau van deze gerechtelijke procedures,zijn in de meerderheid van de gevallen deze vorderingeningediend door ontslagen werknemers. De wettelijkewijzigingen die aan de gerechtelijke procedureszijn aangebracht, maken het voortaan mogelijk omsneller een beslissing ten gronde te bekomen inverband met het beëindigen van de handeling of omhet nemen van maatregelen door de werkgever te verkrijgen.Men zal dus de gevolgen van deze wijzigingen voorhet profiel van de vragen moeten analyseren. De belangrijkstemoeilijkheid van de aanvrager blijft echteraltijd het aanbrengen van een begin van bewijs van defeiten die het mogelijk maken om het bestaan vanpesten te vermoeden. Het blijft dus verkieslijk om viade interne weg te gaan (zelfs vóór een eventuelerechtszaak) niet alleen omdat dit het mogelijk maaktom een onderhandelde oplossing voor de situatie tevinden, omdat het de verhoudingen versoepelt, enpositieve gevolgen heeft voor de preventie in de onderneming,maar ook omdat het verslag van de preventieadviseurde rechtszaak kan ondersteunen.Dans trois jugements, le juge a reconnu l’existencede harcèlement (ou de faits qui permettaient de le présumer)mais n’a pas accordé de dommages et intérêts.Il a jugé que l’employeur n’avait commis aucune fautecar il avait pris les mesures qui étaient en son pouvoirpour tenter de faire en sorte que les comportementscessent.Vu le nombre limité de jugements, il n’est pas relevantde faire une répartition par régions.3 et 4. Les nouvelles dispositions légales sont entréesen vigueur le 16 juin 2007. Il est à ce jour trop tôt pourévaluer leurs répercussions tant dans la sphère desentreprises que dans le cadre des actions judiciaires.On peut toutefois constater que les modificationslégales ont été accueillies positivement par les conseillersen prévention spécialisés dans les aspects psychosociauxdu travail et les personnes de confiance carelles ont clarifié certains points qui leur posaient desdifficultés dans l’exécution de leurs missions. Lesparties engagées dans la procédure interne connaissentquant à elles désormais précisément leurs droits etobligations dans le cadre de cette procédure qui lesplace sur un pied d’égalité. En outre, les obligations del’employeur en terme de prévention de la charge psychosocialeoccasionnée par le travail sont explicitementlégalement exposées. Le domaine de la chargepsychosociale fait partie du bien-être au travail àl’instar des autres domaines et doit donc être intégrédans la politique de prévention de l’entreprise.Au niveau de ces procédures en justice, dans lamajorité des cas, les demandes en justice sont introduitespar des travailleurs licenciés. Les modificationslégales apportées aux procédures judiciaires permettentdésormais d’obtenir plus rapidement une décisionau fond dans le cadre de l’action en cessation ou del’action pour obtenir la prise de mesures parl’employeur. Il faudra donc analyser les répercussionsde ces modifications sur le profil des demandes.Toutefois la difficulté principale du demandeurrestera toujours d’apporter un commencement depreuve des faits qui permettent de présumer l’existencede harcèlement. Il reste donc préférable de passer parla voie interne (même avant une éventuelle action enjustice) non seulement parce qu’elle permet de trouverune issue négociée à la situation, elle rigidifie moins lesrelations, elle a des répercussions positives sur la préventiondans l’entreprise mais aussi parce que lerapport du conseiller en prévention peut soutenir lademande en justice.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 141725 - 2 - 2008Om aan deze doelstellingen te beantwoorden laat dewet voortaan de rechter toe om de werknemer naar deinterne procedure terug te sturen alvorens zich uit tespreken.Deze verbeteringen beantwoorden effectief aan deopmerkingen die naar aanleiding van de evaluatie vandeze specifieke wetgeving gegeven werden, en die hetonderwerp van een verslag is geweest dat in juli 2004aan de commissie van de Sociale Zaken werd voorgelegd.Ik blijf natuurlijk oplettend voor de eventuele moeilijkhedenvoor toepassing of interpretatie die zich in detoekomst zouden voordoen, om de noodzaak teevalueren om deze wetgeving te vervolmaken.Pour répondre à ces objectifs la loi permet désormaisau juge de renvoyer le travailleur vers la procédureinterne avant de statuer.Ces améliorations répondent effectivement auxremarques dégagées suite à l’évaluation de cette législationspécifique qui a fait l’objet d’un rapport qui aété présenté à la commission des Affaires sociales enjuillet 2004.Je reste bien évidemment attentif aux éventuellesdifficultés d’application ou d’interprétation qui sedégageraient dans le futur pour évaluer la nécessité deparfaire cette législation.DO 2007200801063 DO 2007200801063Vraag nr. 20 van de heer Guy D’haeseleer van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:Dienstencheques. — Kostprijs.De federale regering heeft het systeem van dienstenchequesversterkt, vereenvoudigd en versoepeld.1.a) Wat is de totale bruto-kostprijs van het systeemvan dienstencheques in 2006 en 2007, opgesplitstper Gewest?b) Is men binnen de voorziene budgettaire enveloppegebleven?c) Wat is het aandeel hierin van de verschillende gewesten?2. Bij het opstellen van de budgetten voor hetnieuwe systeem van dienstencheques is men uitgegaanvan terugverdieneffecten (belastingen, sociale bijdragen,minder werkloosheidsuitkeringen, enzovoort).Kan u mij meedelen wat de netto-kost was voor hetsysteem opgesplitst per Gewest?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 20 van de heer GuyD’haeseleer van 10 januari 2008 (N.):1. De bruto-kostprijs van het jaar 2006 vergelekenmet de budgettaire enveloppe (werkelijke cijfers):Question n o 20 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Titres-services. — Coût.Le gouvernement fédéral a renforcé, simplifié etassoupli le système des titres-services.1.a) Quel a été par région le coût brut total du systèmedes titres-services en 2006 et 2007?b) L’enveloppe budgétaire prévue a-t-elle été dépassée?c) Quelle part représente chacune des régions?2. Lors de la confection des budgets pour lenouveau système des titres-services, il a été tenucompte d’un effet de rentabilisation (impôts, cotisationssociales, moins d’allocations de chômage àverser, etc.).Quel a été le coût net du système par région?Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 20 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.):1. Le coût brut de l’année 2006 comparé àl’enveloppe budgétaire (chiffres effectifs):Jaar—AnnéeVlaanderen—FlandreWallonië—WallonieBrussel—BruxellesTotaal—TotalDefinitieve Begroting—Budget définitif2006 316 318 111 380 17 821 445 518 442 079Bron: RVA.Source: ONEm.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1418 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Voor 2007 zijn de resultaten nog niet beschikbaar.Ze zullen gepubliceerd worden in het jaarverslag vande RVA over 2007.2. Bruto-kostprijs en geraamde netto-kostprijs vanhet stelsel van de dienstencheques in 2006:Les résultats de 2007 ne sont pas encore disponibles.Ils seront publiés dans le rapport annuel 2007 del’ONEm.2. Coût brut et coût net estimé du système destitres-services en 2006:Bruto-kostprijs—Coût brutDirecte terugverdieneffecten—Effets de retourGeraamde netto-kostprijs—Coût net estimé507 830 979 199 680 983 308 149 995Vermindering uitkeringen. — Diminution des allocations95 026 971Meerontvangsten sociale bijdragen. — Recettessupplémentaires cotisations sociales 76 985 924Meerontvangsten personenbelasting. — Recettessupplémentaires impôt des personnes physiques 27 668 088Bron: IDEA Consult.Source: IDEA Consult.Voor 2007 zijn de resultaten nog niet beschikbaar.Het evaluatierapport zal eind april afgewerkt zijn enzal de verschillende terugverdieneffecten trachten inkaart te brengen.Les résultats de 2007 ne sont pas encore disponibles.Le rapport d’évaluation sera terminé fin avril etessayera de dresser les différents effets de retour.DO 2007200801066 DO 2007200801066Vraag nr. 23 van de heer Guy D’haeseleer van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:«Anti-pestwet». — Bescherming werknemers. — Aangiften.De zogenaamde «anti-pestwet» (wet van 11 juni2002) beschermt de werknemers ook tegen geweld,pesterijen en ongewenst seksueel gedrag, gepleegddoor derden.1. Hoeveel aangiften hebben tot dusver hieropbetrekking?2. Hebben dergelijke aangiften al geleid tot rechtszaken?Question n o 23 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Loi contre le harcèlement. — Protection des travailleurs.— Plaintes.La loi du 11 juin 2002 contre le harcèlement vise àproteger les travailleurs contre la violence et le harcèlementmoral ou sexuel commis par des tiers.1. Combien de plaintes ont été à ce jour introduitesdans le cadre de cette loi?2. De telles plaintes ont-elles déjà abouti à desprocédures judiciaires?3. Zo ja, hoeveel? 3. Dans l’affirmative, de combien de procéduress’agit-il?4. In hoeveel gevallen werd de dader ook effectiefveroordeeld?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 23 van de heer GuyD’haeseleer van 10 januari 2008 (N.):Gelieve hieronder het antwoord te vinden op dedoor u gestelde vragen.4. Dans combien de cas l’auteur a-t-il effectivementété condamné ?Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 23 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.):Veuillez trouver ci-dessous la réponse à vos questions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 141925 - 2 - 2008Het Toezicht op het Welzijn op het Werk ontvangtjaarlijks ongeveer 800 klachten voor geweld, pesten enongewenst seksueel gedrag op het werk. Op het geheelvan deze klachten heeft minder dan één op honderdbetrekking op feiten begaan door personen van buitende onderneming.Dit bijzonder laag aantal is te wijten aan verschillendefactoren.— Wanneer er agressie plaatsvindt door een persoonvan buiten de onderneming, wordt de klachtmeestal eerder ingediend bij de politie of het parketvan de procureur des Konings, dan bij hetToezicht Welzijn op het Werk;— Het Toezicht op het Welzijn op het Werk isbevoegd voor de overtredingen die aan de werkgeverten laste worden gelegd, en niet aan eenpersoon van buiten de onderneming. De werkgeverkan aansprakelijk gesteld worden voor een gebrekaan voorzorg, of het ontbreken van de risicoanalyse, maar niet voor de feiten op zich.Het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffendede voorkoming van psychosociale belasting veroorzaaktdoor het werk, waaronder geweld, pesten enongewenst seksueel gedrag op het werk, voert deverplichting in voor de interne diensten voor preventieen bescherming op het werk, om in hun jaarverslag hetaantal incidenten van psychosociale aard te vermeldendie aan de vertrouwenspersoon of de preventieadviseurvoor psychosociale aspecten worden gemeld, enmet name het aantal incidenten, tussenkomsten ofgemotiveerde klachten die betrekking hebben op eenpersoon van buiten de onderneming.Wanneer de diensten van het Toezicht op hetWelzijn op het Werk, in het bezit zullen zijn van dejaarverslagen 2007 (in het tweede trimester 2008) zaleen nauwkeuriger overzicht kunnen gegeven wordenvan het aantal en het percentage incidenten, tussenkomstenen gemotiveerde klachten die door derdenveroorzaakt werden.De vragen 2, 3 en 4 maken het voorwerp uit van eenantwoord op de parlementaire vraag nr. 93 van 29 november2007. Ik veroorloof me dan ook u hiernaar teverwijzen (zie ook: vraag 23 van 10 januari 2008,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 10).Le Contrôle du Bien-être au Travail reçoit chaqueannée environ 800 plaintes pour violence, harcèlementmoral ou sexuel au travail. Sur l’ensemble de celles-ci,moins de un pour cent concernent des faits commis pardes personnes extérieures à l’entreprise.Ce nombre particulièrement réduit est dû à plusieursfacteurs.— Lorsqu’une agression a lieu par une personne extérieureà l’entreprise, une plainte est le plus souventdéposée devant la police ou le parquet du procureurdu Roi plutôt qu’au Contrôle du Bien-être;— Le Contrôle du Bien-être est compétent pour ce quiconcerne les infractions mises à charge d’unemployeur, pas d’une personne externe à l’entreprise.L’employeur pourra être mis en cause pourdéfaut de prévoyance ou absence d’analyse desrisques, pas pour les faits eux-mêmes.L’arrêté royal du 17 mai 2007 relatif à la préventionde la charge psycho-sociale occasionnée par le travaildont la violence, le harcèlement moral ou sexuel instituel’obligation pour les services internes de préventionet de protection de reprendre dans leur rapportannuel le nombre d’incidents de nature psycho-socialecommuniqués à la personne de confiance ou au Conseilleren prévention psychosocial, et notamment lenombre d’incidents, d’interventions ou de plaintesmotivées relatives à une personne extérieure à l’entreprise.Quand les services de Contrôle du Bien-être seronten possession de ces rapports annuels 2007 (donc au2 ème trimestre 2008), un aperçu plus précis sur lenombre et le pourcentage d’incidents, d’interventionset de plaintes motivées causées par des tiers, pourraêtre constitué.Les questions 2, 3 et 4 font l’objet d’une réponse àvotre question parlementaire n o 93 du 29 novembre2007. Je me permets donc de vous y renvoyer (voirégalement: question n o 23 du 10 janvier 2008, Questionset Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 10).DO 2007200801068 DO 2007200801068Vraag nr. 25 van de heer Guy D’haeseleer van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:Erkenning van stakingen door de RVA.Sommige stakingen worden door het beheerscomitévan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA)Question n o 25 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Reconnaissance des grèves par l’ONEm.Certaines grèves sont reconnues par le comité degestion de l’Office national de l’emploi (ONEm),KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1420 QRVA 52 01025 - 2 - 2008erkend, andere niet, waardoor er geen werkloosheidsvergoedingenwerden uitbetaald aan werknemers dieniet aan het werk konden wegens de staking en diegeen gewaarborgd loon ontvingen van hun werkgever.tandis que d’autres ne le sont pas. Lorsqu’elles ne lesont pas, les travailleurs qui ont été empêchés detravailler en raison de la grève et qui n’ont pas bénéficiéd’un salaire garanti de leur employeur n’ont pasdroit aux allocations de chômage.1. Kan u meedelen welke stakingen er de jongstevijf jaar erkend werden door het beheerscomité van deRVA?1. Pouvez-vous me dire quelles grèves ont été reconnuespar le comité de gestion de l’ONEm au cours descinq dernières années?2. Aan hoeveel werknemers werd er een werkloosheidsvergoedinguitbetaald, opgesplitst per staking enper gewest?2. Combien de travailleurs par grève et par régionont-ils bénéficié d’une allocation de chômage?3. Wat was het totale bedrag aan werkloosheidsvergoedingenper staking?3. Quel a été le montant total payé en allocations dechômage par grève?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 25 van de heer GuyD’haeseleer van 10 januari 2008 (N.):Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 25 de M. Guy D’haeseleer du 10 janvier2008 (N.):1. Het Beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening(RVA) «erkent» geen stakingen enspreekt zich dus niet uit over de geldigheid van eenstaking. Dit Beheerscomité bepaalt wél of werknemersdie werkloos waren ingevolge een staking rechthebben op uitkeringen tijdelijke werkloosheid.1. Le Comité de gestion de l’Office national del’emploi (ONEm) ne «reconnaît» pas les grèves et nese prononce donc pas sur la validité d’une grève. Parcontre, ce Comité de gestion détermine si des travailleursqui étaient au chômage à la suite d’une grève ontdroit aux allocations de chômage temporaire.Overeenkomstig artikel 73, tweede lid van hetkoninklijk besluit van 25 november 1991 houdende dewerkloosheidsreglementering houdt het Beheerscomitébij het verlenen van zijn toestemming inzonderheidrekening met het feit of de werknemers niet behorentot de arbeidseenheid waarin zich stakende werknemersbevinden, én of zij geen belang kunnen hebbenbij de inwilliging van de eisen van de stakers.Conformément à l’article 73, alinéa 2, de l’arrêté du25 novembre 1991 portant réglementation du chômage,le Comité de gestion tient notamment compte,pour l’octroi de son autorisation, du fait que les travailleursn’appartiennent pas à l’unité de travail danslaquelle se trouvent des travailleurs en grève et qu’ilsne peuvent avoir un intérêt à l’aboutissement desrevendications des grévistes.De concrete toepassing van deze bepaling kan totgevolg hebben dat naar aanleiding van een stakingbepaalde werknemers vergoedbaar zijn, anderen niet.De werknemers kunnen tot verschillende bedrijvenbehoren, maar ook tot hetzelfde bedrijf. Het is bijvoorbeeldmogelijk dat het Beheerscomité oordeelt datde arbeiders van het stakende bedrijf niet vergoedbaarzijn maar de bedienden wel (of omgekeerd), dat deuitzendkrachten niet vergoedbaar zijn terwijl dewerknemers van andere externe bedrijven wel, enzovoort.L’application concrète de cette disposition peutavoir comme conséquence que certains travailleurssont indemnisables à la suite d’une grève et d’autrespas. Il peut s’agir de travailleurs de différentes entreprisesmais également de la même entreprise. Il est, parexemple, possible que le Comité de gestion estime queles ouvriers de l’entreprise en grève ne sont pas indemnisableset que, par contre, les employés le sont (oul’inverse), que les intérimaires ne sont pas indemnisablestandis que les travailleurs d’autres entreprisesexternes le sont, etc.2 en 3. De RVA heeft geen cijfergegevens perstaking.2 et 3. L’ONEm n’a pas de données chiffrées pargrève.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 142125 - 2 - 2008De RVA beschikt wel over cijfergegevens (aantaluitbetaalde werknemers en bedragen) inzake tijdelijkewerkloosheid ingevolge staking voor het land en pergewest (zie tabel hieronder met de cijfers voor de jaren2002 tot en met 2006).Tijdelijke werkloosheid ingevolge stakingUitbetaalde werknemers—Travailleurs payésL’ONEm dispose, par contre, de données chiffrées(nombre de travailleurs payés et montants) en matièrede chômage temporaire à la suite d’une grève pour lepays et par région (voir tableau ci-dessous avec leschiffres des années 2002 à 2006 inclus).Chômage temporaire à la suite d’une grèveUitbetaalde bedragen—Montants payésJaar—AnnéeVlaamsGewest—RégionflamandeWaalsGewest—RégionwallonneBrusselsHoofdstedelijkGewest—RégionBruxelles-CapitaleLand—PaysVlaamsGewest—RégionflamandeWaalsGewest—RégionwallonneBrusselsHoofdstedelijkGewest—RégionBruxelles-CapitaleLand—Pays2002 3 539 260 33 3 832 140 471 18 446 1 682 160 5992003 3 020 474 161 3 655 349 237 68 869 6 211 424 3182004 2 852 77 3 2 932 346 470 23 562 440 370 4722005 498 223 12 733 77 042 119 461 538 197 0412006 4 292 603 465 5 360 425 403 160 088 246 291 831 783DO 2007200801105 DO 2007200801105Vraag nr. 28 van de heer Guy D’haeseleer van 11 januari2008 (N.) aan de minister van Werk:Fondsen voor Bestaanszekerheid. — Uitgekeerdepremies en vergoedingen. — Illegale inhoudingen.Ik ondervroeg u reeds verschillende malen over deillegale praktijken die toegepast worden binnen veleFondsen voor Bestaanszekerheid. Hierbij worden opeen onwettelijke manier administratieve inhoudingenverricht op de uitkeringen die oplopen tot 12% van deuitkering of premie.Op 26 april 2007 zei u dat u de voorzitter van deNationale Arbeidsraad (NAR) en de sociale partnersop interprofessioneel niveau had gevraagd om stelselmatigalle cao’s te bekijken en te onderzoeken of erzich inderdaad onregelmatigheden voordoen binnende Fondsen voor Bestaanszekerheid.De NAR is over de zaak samengekomen op 24 april2007 en zou een specifieke zitting wijden op 9 mei 2007over deze problematiek.1. Wat zijn de resultaten van de besprekingen in deschoot van de NAR?2. Er zou ook een lijst opgemaakt worden van deFondsen waar zich onregelmatigheden voordoen.Question n o 28 de M. Guy D’haeseleer du 11 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Fonds de sécurité d’existence. — Versement de primeset d’indemnisations. — Retenues illégales.Je vous ai déjà interrogé à plusieurs reprises au sujetdes pratiques illégales d’application au sein denombreux Fonds de sécurité d’existence. Les prélèvementsadministratifs illégaux sur les allocationspeuvent atteindre 12% de l’indemnisation ou de laprime.Le 26 avril 2007, vous avez déclaré que vous aviezdemandé au président du Conseil national du travail(CNT) ainsi qu’aux partenaires sociaux au niveauinterprofessionnel d’examiner systématiquementtoutes les CCT et de vérifier si des irrégularités sonteffectivement à déplorer au sein des Fonds de sécuritéd’existence.Le 24 avril 2007, le CNT s’est réuni pour examinercette problématique et une réunion spéciale devrait yêtre consacrée le 9 mai 2007.1. Quels sont les résultats des discussions au sein duCNT?2. Par ailleurs, une liste des Fonds présentant desirrégularités aurait été établie.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1422 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Welke Fondsen zijn in overtreding met de wet?Quels Fonds enfreignent-ils la loi?3. Hoeveel werknemers zijn hierbij betrokken? 3. Combien de travailleurs sont-ils concernés?4. Wat is het totale bedrag van de ten onrechte ingehoudenadministratieve en andere kosten?5. Hoeveel cao’s en andere teksten werden reedsaangepast?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 28 van de heer GuyD’haeseleer van 11 januari 2008 (N.):Aangezien de huidige vraag al eerder werd gesteld,trouwens door uzelf, verwijs ik naar het antwoord vanmijn voorganger op uw parlementaire vaag nr. 22 van3 oktober 2007.Dit antwoord werd gepubliceerd in het «BeknoptVerslag» van de Commissie voor de Sociale Zaken,CRABV 52 COM 002 van 3 oktober 2007, Kamer,zitting 2006-2007, blz. 3.Bij mijn weten bestaat er ook momenteel geenenkele collectieve arbeidsovereenkomst, huishoudelijkreglement of beslissing van een raad van bestuur vaneen Fonds voor bestaanszekerheid die verboden inhoudingenten laste van een rechthebbende werknemerzou mogelijk maken.4. À combien s’élève le montant total des fraisadministratifs et autres indûment retenus?5. Combien de CCT et d’autres réglementationsont-elles déjà été adaptées?Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 28 de M. Guy D’haeseleer du 11 janvier2008 (N.):Vu que la présente question a déjà été posée précédemment,d’ailleurs par vous-même, je renvoie à laréponse de mon prédécesseur à votre question parlementairen o 22 du 3 octobre 2007.Cette réponse a été publiée dans le «Compte renduanalytique» de la Commission des Affaires Sociales,CRABV 52 COM 002 du 3 octobre 2007, Chambre,session 2006-2007, p. 3.Pour autant que je sache, il n’existe pour l’instantaucune convention collective de travail, règlementinterne ou décision d’un conseil d’administration d’unFonds de sécurité d’existence permettant des retenuesinterdites à charge d’un travailleur bénéficiaire.DO 2007200801393 DO 2007200801393Vraag nr. 37 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Werknemers met periodieke psychische storingen. —Artikel 34 van de arbeidsovereenkomstenwet.In antwoord op mijn schriftelijke vraag met betrekkingtot werknemers met periodieke psychische storingenmaakt de minister melding van het nieuwe artikel34 van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli1978 dat voorziet in een procedure tot reïntegratie vande werknemer. Evenwel blijkt dat er nog nadere procedureregels,evenals een datum van inwerkingtredingvoor dit artikel moeten worden bepaald (vraag nr. 80van 20 november 2007, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2007-2008, nr. 7, blz. 469-471).1. Welke concrete (overleg-)procedure moet nogworden doorlopen vooraleer de procedureregelskunnen worden vastgelegd?2. Op welke termijn kan het nieuwe artikel 34 vande arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 in werkingtreden en volledig ten uitvoer worden gelegd?Question n o 37 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Travailleurs présentant des troubles psychiques périodiques.— Article 34 de la loi relative aux contratsde travail.En réponse à ma question écrite concernant lestravailleurs présentant des troubles psychiques périodiques,le ministre fait mention du nouvel article 34 dela loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travailqui prévoit une procédure de réintégration du travailleur.Il s’avère toutefois que des règles de procédure etune date d’entrée en vigueur doivent encore être fixéespour cet article (question n o 80 du 20 novembre 2007,Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 7,pp. 469-471).1. Quelle procédure (de concertation) concrète doitencore être suivie avant de pouvoir fixer ces règles deprocédure?2. Quand le nouvel article 34 de la loi du 3 juillet1978 relative aux contrats de travail pourra-t-il entreren vigueur et être intégralement exécuté?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 142325 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 37 van mevrouwMaggie De Block van 18 januari 2008 (N.):Gelieve hieronder het antwoord te vinden op dedoor u gestelde vragen.Het ontwerp van koninklijk besluit dat nadereprocedureregels, evenals een datum van inwerkingtredingmoet vastleggen voor artikel 34 van de arbeidsovereenkomstenwetvan 3 juli 1978 werd op 6 februari2008 voorgelegd aan de Hoge Raad voor preventieen bescherming op het werk voor een advies binneneen termijn van twee maanden. Na ontvangst van ditadvies en na eventuele aanpassing van het ontwerp aande opmerkingen van de sociale partners, en nadat hetontwerp aan een administratieve en begrotingscontroleis onderworpen, zal het worden voorgelegdvoor advies aan de Ministerraad, gelet op zijn vereistewettelijke tussenkomst. Na eventuele aanpassing vanhet ontwerp aan dit advies, zal, zoals dit voor elkreglementair ontwerp van besluit vereist is, het adviesvan de afdeling wetgeving van de Raad van Stateworden ingewonnen.Pas nadat al deze adviesorganen werden geraadpleegd,kan het ontwerp ter ondertekening aan deKoning worden voorgelegd met het oog op de publicatievan het besluit in het Belgisch Staatsblad.De datum van inwerkingtreding van dit besluit,evenals van artikel 34 van de arbeidsovereenkomstenwetis voorzien op de datum van de bekendmaking vanhet besluit in het Belgisch Staatsblad.Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 37 de M me Maggie De Block du18 janvier 2008 (N.):Veuillez trouver ci-dessous la réponse à la questionposée.Le projet d’arrêté royal qui doit fixer des règlesprécises de procédure ainsi qu’une date d’entrée envigueur pour l’article 34 de la loi sur les contrats detravail, a été soumis au Conseil supérieur pour la préventionet la protection au travail le 6 février 2008,pour avis dans un délai de deux mois. Après réceptionde cet avis et après adaptation éventuelle du projetsuite aux remarques des partenaires sociaux, et aprèsla soumission du projet à un contrôle administratif etbudgétaire, ce projet sera soumis pour avis au Conseildes ministres, vu son intervention légalement requise.Après adaptation éventuelle du projet à cet avis, l’avisde la section de législation du Conseil d’État sera sollicité,comme cela est exigé pour chaque projet d’arrêtéréglementaire.C’est seulement après la consultation de tous cesorganes d’avis, que le projet peut être soumis à lasignature du Roi en vue de la publication de l’arrêtédans le Moniteur belge.La date d’entrée en vigueur de cet arrêté, ainsi quede l’article 34 de la loi sur les contrats de travail, estprévue le jour de la publication de l’arrêté dans leMoniteur belge.DO 2007200801449 DO 2007200801449Vraag nr. 41 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Werk:Thuisstrijkster. — Proefprojecten.In 2005 werd bij de vzw Landelijke Thuiszorg eenproefproject met thuisstrijksters opgestart.1. Hoever staat het met dit project en welke evaluatieheeft het gekregen?2.a) Zijn er intussen andere projecten opgestart?Question n o 41 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de l’Emploi:Repasseuse à domicile. — Projets pilotes.En 2005, l’ASBL Landelijke Thuiszorg a démarré unprojet pilote de repasseuses à domicile.1. Où en est ce projet et quel est le résultat de sonévaluation?2.a) D’autres projets ont-ils entre-temps été mis enplace?b) Zo ja, welke? b) Dans l’affirmative, lesquels?3.a) Hebben de inspectiediensten van de AlgemeneDirectie toezicht op het welzijn op het werk controlesuitgevoerd bij de thuisstrijksters?3.a) Les services d’inspection de la direction généraleContrôle du bien-être au travail ont-ils déjà effectuédes contrôles auprès des repasseuses à domicile?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1424 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Zo ja: b) Dans l’affirmative:— hoeveel; — combien;— welke overtredingen werden vastgesteld; — quelles infractions ont été constatées;— hoeveel processen-verbaal werden opgesteld; — combien de procès-verbaux ont été dressés;— welke sancties werden uitgesproken? — quelles sanctions ont été prononcées?Antwoord van de minister van Werk van22 februari 2008, op de vraag nr. 41 van mevrouwMaggie De Block van 21 januari 2008 (N.):1. Er is slechts één proefproject met thuisstrijkstersopgestart, namelijk dat van de VZW LandelijkeThuiszorg. Sinds 1 april 2005 heeft LandelijkeThuiszorg al zijn dienstencheque-activiteiten gegroepeerdin het Landelijk Dienstencoöperatief.In het Landelijk Dienstencoöperatief werken eenvijftigtal thuisstrijksters, verspreid over heel Vlaanderen.Niet elke woning is evenwel geschikt voor thuisstrijkenen er kunnen zich ook problemen stellen in gevalvan ziekte. Bovendien moeten de thuisstrijksters vaakklanten weigeren. Momenteel opteert Landelijk Dienstencoöperatiefdus eerder voor de oprichting vankleinschalige strijkateliers, zoveel mogelijk in samenwerkingmet het lokale bestuur. Vooral in landelijkegebieden lijkt dit een groot succes te zijn.2. Er zijn ook nog in andere erkende ondernemingendienstencheque-werknemers die strijken alshuisarbeid verrichten.Voor deze ondernemingen zijn hierover geen cijfersbeschikbaar.3. De inspectiediensten van de algemene directieToezicht Welzijn op het Werk hebben geen controlesuitgevoerd bij de thuisstrijksters.Réponse du ministre de l’Emploi du 22 février 2008,à la question n o 41 de M me Maggie De Block du21 janvier 2008 (N.):1. Un seul projet-pilote a été mis en œuvre avec lesrepasseuses à domicile, à savoir celui de l’ASBLLandelijke Thuiszorg. Depuis le 1 er avril 2005, LandelijkeThuiszorg a regroupé toutes ses activités titresservicesau sein de Landelijk Dienstencoöperatief.Au sein de Landelijk Dienstencoöperatief, travaillentune cinquantaine de repasseuses à domicile, disperséessur toute la Flandre.Cependant, toutes les habitations ne conviennentpas pour le repassage à domicile et il pourrait aussi seposer des problèmes en cas de maladie. En outre, lesrepasseuses à domicile doivent souvent refuser desclients. Actuellement, Landelijk Dienstencoöperatiefopte donc plutôt pour la création d’ateliers de repassagesur une petite échelle, le plus possible en collaborationavec l’administration locale. Principalementdans des régions rurales, cela semble être un grandsuccès.2. Dans d’autres entreprises agréées encore, il y aégalement des travailleurs titres-services qui font durepassage en tant que travail à domicile.Pour ces entreprises, il n’y a pas de chiffres disponiblesà ce sujet.3. Les services d’inspection de la direction généraleContrôle du Bien-être au Travail n’ont pas effectué descontrôles auprès des repasseuses à domicile.Minister van LandsverdedigingMinistre de la DéfenseDO 2007200800941 DO 2007200800941Vraag nr. 2 van de heer Flor Van Noppen van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:Militaire kazernes. — Leegstand. — Herbestemming.In het kader van het herbestemmen van militairekazernes rijzen volgende vragen:1.a) Hoeveel legerkazernes staan er op dit momentleeg?Question n o 2 de M. Flor Van Noppen du 10 janvier2008 (N.) au ministre de la Défense:Casernes militaires. — Inoccupation. — Réaffectation.Les questions suivantes se posent dans le cadre de laréaffectation de casernes militaires:1.a) Combien de casernes militaires sont actuellementinoccupées ?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 142525 - 2 - 2008b) Welke oppervlakte omvatten al deze leegstaandegebouwen en aan hoeveel militairen zouden zijplaats kunnen bieden?2.a) Wat overweegt u te doen met elk van deze leegstaandekazernes?b) Welke kazernes gaan opnieuw voor militairedoeleinden worden gebruikt?b) Quelle est la superficie totale de l’ensemble desbâtiments inoccupés et combien de militaires pourraienty être casernés?2.a) Quelle destination envisagez-vous de donner àchacune des ces casernes inoccupées?b) Quelles casernes seront réutilisées à des fins militaires?c) Welke kazernes krijgen een herbestemming? c) Quelles casernes seront réaffectées?d) Welke kazernes blijven in de toekomst gewoonleeg staan?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 20 februari 2008, op de vraag nr. 2 van de heerFlor Van Noppen van 10 januari 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door hem gestelde vragen.1.a) Defensie beschikt over heel wat diverse onroerendegoederen die afgestoten werden ten gevolge vaneen herstructureringsplan of een rationalisatiemaatregel.Op dit ogenblik staan zeven kazernesvolledig leeg, namelijk te Zedelgem (KwartierStevens), Dinant (Kwartier Bisman), Poelkapelle(Kwartier de Wouters), Herentals (KwartierWolfstee), Goetsenhoven (Kwartier de Bersacques),Brasschaat (Kwartier Oost) en Aarlen(Kwartier Molitor).b) Elke kazerne beschikt dan weer over een aantalgebouwen bestemd voor diverse )ctiviteiten zoalsadministratie, keuken, logement, sport, ontspanning,werkplaatsen en opslagcapaciteit. Hiernavindt u voor elke site respectievelijk de oppervlakte(ha) van het domein, de vloeroppervlakte (m 2 ) vanhet totaal van de diverse gebouwen en ten slottehet aantal militairen, inclusief het aantal leerlingenin geval van een opleidingscentrum, die daar in hetverleden waren tewerkgesteld: Zedelgem (2,86 —16 043 — 405) — Dinant (1,14 — 14 426 -356) —Poelkapelle (2,21 — 5 117 — 60 ) — Herentals (1,3— 4 062 — 75) — Goetsenhoven (6,77 — 9 713 —onbekend) — Brasschaat (8,32 — 16 487 — 150)— Aarlen (0,6 — 1 792 -28).2.a) en b) Elke infrastructuur die niet meer nodig is voormilitaire doeleinden wordt in principe zo vlugmogelijk overgedragen aan FOD Financiënvoor vervreemdingd) Quelles casernes resteront tout simplement inoccupéesà l’avenir?Réponse du ministre de la Défense du 20 février2008, à la question n o 2 de M. Flor Van Noppen du10 janvier 2008 (N.):Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouverci-après la réponse à ses questions.1.a) La Défense dispose d’une quantité importante debiens immobiliers divers dont elle s’est départiesuite à un plan de restructuration ou une mesure derationalisation. À l’heure actuelle, sept casernessont entièrement vides, à savoir Zedelgem (QuartierStevens), Dinant (Quartier Bisman), Poelkapelle(Quartier de Wouters), Herentals (QuartierWolfstee), Goetsenhoven (Quartier de Bersacques),Brasschaat (Quartier Est) et Arlon (QuartierMolitor).b) Chaque caserne regroupe un certain nombre debâtiments pour l’exercice d’activités diverses, tellesque l’administration, la cuisine, le logement, lesport, la détente, les ateliers et les zones de stockage.Vous trouverez ci-dessous pour chaque site,la superficie du domaine (ha), la surface au sol(m 2 ) de l’ensemble des bâtiments et enfin lenombre de militaires, y compris les élèves dans lecas de centres de formation, qui ont travaillé dansces quartiers: Zedelgem (2,86 — 16 043 — 405) —Dinant (1,14 — 14 426 — 356) — Poelkapelle (2,21— 5 117 — 60 ) — Herentals (1,3 — 4 062 — 75)— Goetsenhoven (6,77 — 9 713 — inconnu) —Brasschaat (8,32 — 16 487 — 150) — Arlon (0,6 —1 792 — 28).2.a) et b) Chaque infrastructure qui ne présente plusd’utilité en termes d’objectifs militaires est enprincipe cédée dans les plus brefs délais auSPF Finances en vue d’être aliénée.c) Defensie voert een pro-actief verkoopbeleid, en ditin samenwerking met FOD Financiën, opdat elkekazerne zo vlug mogelijk een nieuwe eigenaarkrijgt. Zo kan Zedelgem rekenen op de concreteinteresse van het Provinciebestuur voor de vestic)La Défense mène une politique de vente proactive,en collaboration avec le SPF Finances, afin quechaque caserne reçoive au plus vite un nouvelacquéreur. C’est ainsi que Zedelgem peut comptersur l’intérêt concret de l’Administration Provin-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1426 QRVA 52 01025 - 2 - 2008ging van haar provinciale opleidingsinstituten ophet vlak van veiligheid (politie, brandweer, ...).Herentals zal worden verkocht aan de Regie derGebouwen om omgevormd te worden tot eencentrum voor jeugddelinquenten. De site te Brasschaatzal worden aangekocht door de gemeente.De stad Aarlen heeft interresse getoond voor hetKwartier Molitor, maar zonder formeel engagementtot op heden.Voor de drie resterende sites te Goetsenhoven,Poelkapelle en Dinant, werd nog geen nieuwe bestemminggevonden. Wat Goetsenhoven betreft,vormt overigens de actuele inkleuring op hetGewestplan tot zone voor dagrecreatie hierbij eenbijkomend obstakel om een potentiële koper tevinden.d) Defensie stelt alles in het werk om deze legerkazernesen de andere types van onroerende goederen zosnel mogelijk te kunnen verkopen via FOD Financiënom zo leegstand gedurende lange tijd en mogelijkeverloedering te vermijden.ciale pour y établir ses instituts de formation provincialessur le plan de la sécurité (la police, lespompiers, ...). Herentals sera vendu à la Régie desBâtiments et transformé en un centre pour délinquantsjuvéniles. Le site de Brasschaat sera achetépar la commune. La ville d’Arlon a marqué del’intérêt pour le Quartier Molitor, mais sans engagementformel à ce jour.Aucune destination n’a encore été trouvée pour lestrois sites restants, à savoir Gossoncourt, Poelkapelleet Dinant En ce qui concerne Gossoncourt, lacoloration actuelle au Plan de Secteur comme zonerécréative constitue un obstacle supplémentaire auniveau de la recherche d’un acquéreur potentiel.d) La Défense met tout en ouvre pour vendre au plusvite ces casernes militaires et les autres types debiens immobiliers par le biais du SPF Finances,dans le but d’éviter que ces bâtiments ne restentinoccupés trop longtemps et ne se dégradent.DO 2007200801264 DO 2007200801264Vraag nr. 8 van de heer Robert Van de Velde van16 januari 2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:FOD. — Organisatie en werking. — Peiling naarmening belastingplichtigen.De FOD Financiën heeft niet de beste reputatie vanalle federale overheidsdiensten (FODs). Alvast de30 000 ambtenaren zijn niet onverdeeld gelukkig metde werking van de dienst. Ambtenaren protesteerdenal meermaals omdat de modernisering van de overheidsdienstFinanciën niet slaagt, met andere woorden,ze willen dat hun dienst beter, efficiënter werkt. Het«Copernicus plan» is duidelijk dode letter gebleven.Terwijl we voor het niveau van de belastingen duidelijkaan de top van de wereldwijde rankings vertoeven,bevinden we ons qua efficiëntie helemaal onderaan.Dat bleek al uit cijfers van het World EconomicForum. Misschien hangen deze twee rankings welsamen.Voor de ambtenaren is de belastingwetgeving veel tecomplex. Er zijn bovendien teveel politieke benoemingen.Het departement is geplaagd geweest door groteblunders en fouten. Het computerprogramma faaldemeermaals. Sommige belastingplichtigen kregen eenaanslag van ettelijke miljoenen in de bus. Het «lottoformulier»dat de belastingaangifte is geworden leiddeen leidt tot problemen bij de invulling en bij het inscannen.Question n o 8 de M. Robert Van de Velde du 16 janvier2008 (N.) au ministre de la Défense:SPF. — Organisation et fonctionnement. — Sondagesur l’avis des contribuables.Le SPF Finance n’est pas le service public fédéral(SPF) qui jouit de la meilleure réputation. Ses30 000 fonctionnaires, qui ne sont pas non plus toussatisfaits du fonctionnement de leur service, ont déjàdénoncé à plusieurs reprises l’échec de la modernisationdu service public des Finances. En d’autrestermes, ils veulent un service plus efficace. Le «PlanCopernic» est manifestement resté lettre morte.Tandis nous nous situons clairement dans le haut duclassement mondial en ce qui concerne le niiveaud’imposition, nous occupons plutôt eune place en finde classement sur le plan de l’efficacité. C’est du moinsce qui ressort des chiffres du World Economic Forum.Mais ces deux classements sont peut-être liés.Les fonctionnaires jugent la législation sur lesimpôts beaucoup trop compliquée. Ils dénoncentégalement le trop grand nombre de nominations politiques.Le département n’a pas non plus été épargné parles bévues et les erreurs. Le programme informatiques’étant plusieurs fois révélé défaillant, il est arrivé quedes contribuables reçoivent dans leur boîte aux lettresdes impositions de plusieurs millions. La déclarationfiscale, qui prend aujourd’hui des allures de formulaireLotto, a été et reste source de difficultés, qu’il s’agissede la remplir ou de la soumettre à la lecture optique.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 142725 - 2 - 2008Maar hoe zit het met de belastingplichtigen? Particulierebelastingplichtigen en ondernemers blijken ookniet zo tevreden te zijn met de werking van de FOD.Maar naar hun mening wordt niet gevraagd.In Nederland bijvoorbeeld is er jaarlijks een«Fiscale Monitor». In dit jaarlijks onderzoek vraagtde belastingdienst naar de mening van belastingplichtigen.De uitkomsten worden onder andere gebruiktvoor de verbetering van de organisatie en de werkingvan de belastingdienst.Wat de FOD onder uw bevoegdheid betreft, rijzende volgende vragen.1. Wat zijn de jaarlijkse administratieve kosten omde FOD te runnen?2. Wat is het aantal ambtenaren en evolutie ervangedurende de jongste vijf jaar?3. Wat is het precieze bedrag dat is besteed voor deautomatisering gedurende de jongste vijf jaar?4. Wat werd er recentelijk ondernomen om de werkingen de organisatie van de FOD te verbeteren?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 20 februari 2008, op de vraag nr. 8 van de heerRobert Van de Velde van 16 januari 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door hem gestelde vragen.1. De administratieve kosten bedroegen197 935 000 Euro in 2007. Aankoop van nietduurzamegoederen en diensten, werkingsuitgaven metbetrekking tot de informatica, onderhoud van deinstallaties.2. Het aantal personeelsleden van Defensie was delaatste vijf jaren:Mais qu’en est-il des contribuables? Il semble queles particuliers et les entrepreneurs ne soient pas nonplus vraiment satisfaits du fonctionnement du SPFmais on ne leur demande pas leur avis.Aux Pays-Bas, il est procédé chaque année à un«Fiscale Monitor», une enquête dans le cadre delaquelle le service des impôts recueille l’avis des contribuables.Les résultats de cette enquête servent, entreautres, à améliorer l’organisation et le fonctionnementdu service des impôts.Les questions suivantes se posent donc à propos duSPF qui ressortit à votre compétence.1. À combien s’élèvent, sur une base annuelle, lesfrais administratifs pour la gestion du SPF?2. Quel est le nombre de fonctionnaires et commenta-t-il évolué au cours des cinq dernières années?3. Quel montant a été consacré exactement àl’automatisation au cours des cinq dernières années?4. Quelles mesures ont été prises récemment pouraméliorer le fonctionnement et l’organisation du SPF?Réponse du ministre de la Défense du 20 février2008, à la question n o 8 de M. Robert Van de Velde du16 janvier 2008 (N.):L’honorable membre est prié de trouver ci-après laréponse à ses questions.1. Les coûts administratifs étaient de197 935 000 euros en 2007. Achats de biens non durableset de services, dépenses de fonctionnement relativesà l’informatique, entretien des installations.2. Le nombre de personnel de la Défense au coursdes cinq dernières années, était de:2003 2004 2005 2006 2007Militairen. — Militaires .................................... 40 508 40 553 39 952 39 407 38 875Burgers. — StatutairesStatutair. — Civils ..................................... 2 064 1 991 1 992 1 923 1 858Contractueel. — Contractuels .................... 338 342 330 302 353Totaal burgers. — Total civils .......................... 2 402 2 333 2 322 2 225 2 211Totaal Defensie. — Total Défense .................... 42 910 42 886 42 274 41 632 41 0863. Het bedrag besteed aan automatisering gedurendede laatste vijf jaren bedraagt:3. Le montant alloué à l’automatisation pendant lescinq dernières années équivaut à:a) 19 722 327,00 euro in 2003. a) 19 722 327,00 euros en 2003.b) 24 081 860,00 euro in 2004. b) 24 081 860,00 euros en 2004.c) 9 706 004,00 euro in 2005. c) 19 706 004,00 euros en 2005.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1428 QRVA 52 01025 - 2 - 2008d) 21 237 345,00 euro in 2006. d) 21 237 345,00 euros en 2006.e) 11 923 108,00 euro in 2007. e) 11 923 108,00 euros en 2007.In de loop van de jongste jaren heeft Defensie eeningrijpende verandering gekend, de voornaamstemaatregel is de invoering van de eenheidsstructuur.Deze streeft onder andere naar het verminderen vanhet aantal hiërarchische echelons, om de transversalesamenwerking te bevorderen, om de redundanties inde organisatie van de verschillende machten (nucomponenten genoemd) te doen verdwijnen en om depersoneels- en materieelbehoeften beter op elkaar af testemmen.4. Au cours de ces dernières années, une refontecomplète de la Défense a été réalisée, la mesure principaleconcerne l’introduction de la structure unique.Celle-ci vise entre autre à réduire le nombre de niveauxhiérarchiques, pour favoriser les collaborations transversales,pour éliminer les redondances dans l’organisationdes différentes forces (rebaptisées composantes)et pour mieux harmoniser la satisfaction des besoinsen personnel et en matériel.DO 2007200801403 DO 2007200801403Vraag nr. 14 van mevrouw Hilde Vautmans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:Buitenlandse missies. — De CIMIC-operaties.Bij buitenlandse missies winnen CIMIC-operaties(Civil Military Cooperation) toenemend aan belang.Dit is een win-win situatie voor zowel militairen alsvoor de burgerbevolking.De militairen winnen het vertrouwen van de plaatselijkebevolking én kunnen door allerlei projectenmensen overtuigen van de noodzaak van hun aanwezigheid.De burgerbevolking ziet op het terrein daadwerkelijkeen aantal verbeteringen.In dit verband had ik graag een overzicht bekomenen rijzen een aantal concrete vragen met betrekking totdeze Civiel-Militaire Samenwerking.1. Bij hoeveel CIMIC-operaties was de BelgischeKrijgsmacht effectief betrokken sinds 2004?2. Hoeveel militairen werden hierbij voltijds endeeltijds ingezet?3. Wat is de totale budgettaire kost van CIMICvoor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007 en welke departementendragen hiervan de financiële lasten?4. Welke vooruitzichten kunnen worden gekoppeldaan CIMIC-operaties voor het jaar 2008?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 14 van mevrouwHilde Vautmans van 18 januari 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haarvragen te vinden.1. De voorbije vier jaar werden door CIMICploegenaan 10 operaties deelgenomen, namelijk:— KFOR (Kosovo), — KFOR (Kosovo),Question n o 14 de M me Hilde Vautmans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Défense:Missions à l’étranger. — Opérations CIMIC.Dans le cadre des missions à l’étranger,l’importance des opérations CIMIC (de coopérationcivile et militaire) ne cesse de croître. Il s’agit-là d’unesituation qui profite à la fois aux militaires et à lapopulation civile.Les militaires gagnent la confiance de la populationlocale et parviennent à convaincre les citoyens, par lebiais de projets divers, de la nécessité de leur présence.La population civile constate des améliorationsconcrètes sur le terrain.J’aurais souhaité obtenir un aperçu de la situation etune réponse à un certain nombre de questions concrètesconcernant la Coopération civile et militaire.1. À combien d’opérations CIMIC les forces arméesbelges ont-elles effectivement participé depuis 2004?2. Combien de militaires ont été déployés à tempsplein et à temps partiel lors de ces opérations?3. Quel a été le coût budgétaire total de la CIMICen 2004, 2005, 2006 et 2007 et quels départements ontsupporté les charges financières?4. Quelles sont les perspectives liées aux opérationsCIMIC pour 2008?Réponse du ministre de la Défense du 21 février2008, à la question n o 14 de M me Hilde Vautmans du18 janvier 2008 (N.):Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouverci-après la réponse à ses questions.1. Les quatre dernières années, des équipes CIMICont participé à 10 opérations, à savoir:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 142925 - 2 - 2008— Tsunami (Sri Lanka), — Tsunami (Sri Lanka),— ISAF (Afghanistan), — ISAF (Afghanistan),— Formation Continuée des Cadres Kamina (RDC), — Formation Continuée des Cadres Kamina (RDC),— Formation Matériel de Pontage Kalemie (RDC), — Formation Matériel de Pontage Kalemie (RDC),— Formation Technique de Base Kinshasa (RDC), — Formation Technique de Base Kinshasa (RDC),— Formation Technique de Base Kalemie (RDC), — Formation Technique de Base Kalemie (RDC),— Formation Génie Polyvalent Kalemie (RDC), — Formation Génie Polyvalent Kalemie (RDC),— UNIFIL (Libanon), — UNIFIL (Libanon),— Formation Continuée du Génie Kananga (RDC). — Formation Continuée du Génie Kananga (RDC).2. Hiertoe werden 41 voltijdse militaire functies en4 deeltijdse militaire functies geteld.3. De totale budgettaire kost bedroeg 525 141 euro,waarvan 184 043 euro gedragen werd door de FODBuitenlandse Zaken en de rest door Defensie.4. In Libanon loopt de CIMIC-opdracht verder totde terugtrekking van het Belgische contingent. InKosovo zijn er geen vaste teams, maar kunnen kleineprojecten uitgevoerd worden door CIMIC «Contactteams». Voor Afghanistan is er een studie lopendevoor de inzet van CIMIC-ploegen.2. Pour cela, 41 fonctions militaires à temps plein et4 fonctions militaires à temps partiel ont été comptabilisées.3. Le coût budgétaire total était de 525 141 euro,dont 184 043 euro à charge du SPF Affaires Etrangèreset le reste à charge de la Défense.4. Au Liban, la mission CIMIC continue jusqu’auretrait du contingent belge. Au Kosovo, il n’y a pasd’équipes permanentes, mais des «Contact teams»CIMIC peuvent réaliser de petits projets. Pourl’Afghanistan, une étude est en cours pour l’engagementd’équipes CIMIC.DO 2007200801405 DO 2007200801405Vraag nr. 15 van mevrouw Katia Della Faille deLeverghem van 18 januari 2008 (N.) aan deminister van Landsverdediging:Buitenlandse operaties. — Cijfergegevens.Tijdens de gedachtewisseling met betrekking tot debuitenlandse operaties in 2008 in de gemeenschappelijkevergadering van de commissie voor de Landsverdedigingen de commissie voor de BuitenlandseBetrekkingen op 5 december 2007 heeft u en uw staftoelichting gegeven bij de operaties van het Belgischeleger in Kosovo, Afghanistan, Libanon en Congo.De huidige veiligheidssituatie, de mogelijke dreigingenen gevaren, de operationele uitdagingen, alsook debudgettaire aspecten kwamen daarbij uitgebreid aanbod. Het was dan ook zeer nuttig dat de bevoegdeKamercommissies hierover op de hoogte gebrachtwerden.In de notulen van de ministerraad van 23 november2007 lezen we over de buitenlandse operaties hetvolgende: «In het verlengde van de reeds aangevattebuitenlandse operaties in 2007, en rekening houdendmet het Regeerakkoord van 2003 dat het budget voorbehoudenvoor deze operaties verdubbelt (van 25 mil-Question n o 15 de M me Katia Della Faille de Leverghemdu 18 janvier 2008 (N.) au ministre de laDéfense:Opérations à l’étranger. — Données chiffrées.Lors de l’échange de vues concernant les opérationsà l’étranger en 2008 qui a eu lieu lors de la réunioncommune de la commission de la Défense nationale etde la commission des Relations extérieures le 5 décembre2007, vous et votre état-major avez présenté lesopérations de l’armée belge au Kosovo, en Afghanistan,au Liban et au Congo.La situation actuelle en matière de sécurité, lesmenaces et les risques possibles, les défis opérationnelsainsi que les aspects budgétaires ont été longuementabordés. Il était dès lors très utile de fournir ces informationsaux commissions compétentes de la Chambre.S’agissant des opérations à l’étranger, nous lisonsdans le procès-verbal du conseil des ministres du23 novembre 2007 que dans le prolongement desopérations déjà entamées en 2007 et compte tenu del’Accord de gouvernement de 2003 qui double lebudget réservé à ces opérations (le faisant passer deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1430 QRVA 52 01025 - 2 - 2008joen euro naar 50 miljoen euro, geïnflateerd) en inafwachting van de directieven ter zake van de nieuweRegering, beslist de Raad om, in de huidige omstandighedenen als bewarende maatregel, de kosten voorbuitenlandse operaties in 2008 te beperken tot 58 miljoeneuro.».In een kranteninterview met stafchef generaalAugust Van Daele in De Standaard van 1 december2007 én ook tijdens de bovenvermelde vergadering waser sprake van een geraamde bruto kost van 116 miljoeneuro.Kan u meedelen welk cijfer nu precies een afspiegelingis van de op dit moment lopende operaties in hetbuitenland?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 19 februari 2008, op de vraag nr. 15 van mevrouwKatia Della Faille de Leverghem van 18 januari 2008(N.):Het bedrag vermeld door de Chef Defensie in hetinterview met De Morgen op 1 december en tijdens devergadering van de verenigde commissies buitenlandsebetrekkingen — Landsverdediging van 5 decemberjongstleden stemt overeen met de brutokosten van deoperaties in het buitenland die in 2007 wel degelijk 116miljoen euro bedroegen. Met brutokosten bedoelt menalle met de operaties verbonden kosten, onder anderedeze die het voorwerp uitmaken van terugbetalingendoor derden of die in elk geval bestaan zelfs als operatiesniet plaatsvinden (training van de troepen, vliegplannenen zeedagen, ...). Door deze van de brutokostenaf te trekken bekomt men de nettokosten die in2007 opliepen tot 66 miljoen euro.De beslissing van de Ministerraad van 23 november2007 beoogde als bewarende maatregel een geïndexeerdbedrag van 50 miljoen euro. Dus 58 miljoenvoor 2008, te vergelijken met 66 miljoen voor 2007.De globale kosten voor de huidige lopende operatieshangen af van hun verdere verlenging na de data diedoor de Ministerraad van 23 november 2007 bepaaldwerden. Voor de operaties in Afghanistan werden dekosten in de Ministerraad van 1 februari 2008 bekendgemaakt.De verlenging van de andere operaties werdnog niet aan de Ministerraad voorgelegd.25 millions d’euros à 50 millions d’euros, inflationcomprise), le Conseil décide, en attendant les directivesen la matière du nouveau Gouvernement, de limiterdans les circonstances actuelles et à titre de mesureconservatoire, le coût des opérations à l’étranger pour2008 à 58 millions d’euros.Dans une interview du chef de l’état-major généralAugust Van Daele dans «De Standaard» du 1 er décembre2007 ainsi que lors de la réunion susmentionnée, ila été question d’un coût brut estimé à 116 millionsd’euros.Pourriez-vous dire quel chiffre reflète exactement lecoût des opérations actuellement en cours à l’étranger?Réponse du ministre de la Défense du 19 février2008, à la question n o 15 de M me Katia Della Faille deLeverghem du 18 janvier 2008 (N.):Le montant mentionné par le Chef de la Défensedans son interview du 1 décembre au «De Morgen» etlors de la réunion des commissions réunies relationsextérieures — Défense du 5 décembre dernier, correspondaux coûts bruts des opérations à l’étranger quiétaient bien de 116 millions d’euros en 2007. Par coûtsbruts, il faut entendre tous les coûts liés aux opérations,entre autres ceux faisant l’objet de remboursementspar des tiers et ceux qui auraient de toutesfaçons été exposés même si des opérations n’avaientpas eu lieu (entraînement des troupes, plans de vol etjours de mer, ...). En retranchant ces derniers des coûtsbruts, on obtient les coûts nets qui se montent à66 millions d’euros pour 2007.La décision du Conseil des ministres du 23 novembre2007 visait, à titre conservatoire, un montant de50 millions d’euros indexés. Soit pour 2008, 58millions, à comparer avec les 66 millions de 2007.Le coût global des opérations actuellement en coursest fonction de leur prolongation éventuelle au-delàdes échéances arrêtées en Conseil des ministres, le23 novembre 2007. Pour les opérations en Afghanistan,le coût a été communiqué au Conseil des ministresdu 1 février 2008. La prolongation des autres opérationsn’a pas encore été présentée au Conseil desministres.DO 2007200801432 DO 2007200801432Vraag nr. 16 van mevrouw Maggie De Block van 21 januari 2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:Blokkering van holebi-websites.Het leger zou holebi-websites als «gaylive», «talkof the town» en «gaybelgium» blokkeren. OfficieelQuestion n o 16 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) au ministre de la Défense:Blocage de sites web holebi.Il semblerait que l’armée bloque l’accès à des sitesweb holebi, comme «gaylive», «talk of the town» ouKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 143125 - 2 - 2008heet het dat het niet de bedoeling is dat mensen deganse dag surfen en dat de sites met een loutere entertainmentwaardeworden geblokkeerd. Opmerkelijkhierbij is echter dat informatieve website als «gaylive»wel geblokkeerd worden, terwijl «Mannenseks.be»wel bereikbaar blijven.1. Wat zijn de exacte selectiecriteria die bepalen dateen holebi-website wordt geblokkeerd door Defensie?2. Welke holebi-websites zijn effectief geblokkeerd?3. Waarom worden ook websites die actuelenieuwsberichten brengen geblokkeerd?encore «gaybelgium». Officiellement, il s’agit d’éviterque le personnel passe ses journées à surfer surl’internet, aussi l’accès aux sites purement récréatifsest-il bloqué. Curieusement, alors que l’accès àcertains sites informatifs comme «gaylive» est bloqué,des sites comme «Mannenseks.be» restent par contreaccessibles.1. En fonction de quels critères de sélection précisun site web holebi est-il bloqué par la Défense?2. Quels sites web holebi sont effectivementbloqués?3. Pourquoi des sites web consacrés à des informationsd’actualité sont-ils aussi bloqués?4. Overweegt u het beleid ter zake bij te sturen? 4. Envisagez-vous d’adapter la politique menée enla matière?5. Zullen de informatieve holebi-websites in detoekomst wel bereikbaar zijn voor het personeel vanDefensie?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 16 van mevrouwMaggie De Block van 21 januari 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door haar gestelde vragen.5. Le personnel de la Défense aura-t-il accès, àl’avenir, aux sites web holebi informatifs?Réponse du ministre de la Défense du 22 février2008, à la question n o 16 de M me Maggie De Block du21 janvier 2008 (N.):L’honorable membre est priée de trouver ci-après laréponse à ses questions.1. Algemeen 1. Généralitésa) In februari 2004 heeft Defensie het reglement a) En février 2004, la Défense a publié le règlementDGMR-REG-COMPOL-CNWN-001 uitgevaardigdDGMR-REG-COMPOL-CNWN-001 dans lequelwaarbij bepaald werd dat het personeel vanDefensie het Corporate netwerk van Defensieuitsluitend mag gebruiken als steun bij zijn beroepsbezigheden.il est spécifié que le personnel de la Défense ne peututiliser le réseau Corporate de la Défense qu’enappui de ses activités professionnelles.b) Naar analogie met bedrijven in de burgersector,alsook in uitvoering van bovenvermeld reglementwerd door Defensie een internetfiltering softwarevan de firma Websense geïnstalleerd. Deze toepassingcategoriseert de websites op het internet opbasis van hun inhoud volgens selectiecriteria diedoor de betrokken firma bepaald werden. Op basisvan deze categorieën laat deze software toe omwebsites al dan niet ter beschikking te stellen vanhet personeel van Defensie.c) Begin 2004 werd, op basis van de aangeboden categorieën,een standaard internetfilteringspolitiek ophet Corporate netwerk van Defensie geïmplementeerd.Hierbij werden onder andere websites in decategorie «gay or Lesbian or Bisexual interest»geblokkeerd voor het personeel van Defensie. Dezecategorie bevatte informatieve sites in het vermeldedomein.d) In het kader van de diversiteit werd in oktober2007 dan ook beslist om de internetfilteringspolitiekvan Defensie aan te passen waarbijb) Par analogie avec les sociétés du secteur civil, ainsiqu’en exécution du règlement susmentionné, laDéfense a installé un logiciel de filtrage d’Internetde la firme Websense. Cette application catégoriseles sites Web sur l’internet sur la base de leurcontenu selon les critères de sélection qui ont étédéterminés par la firme concernée. Sur la base deces catégories ce logiciel autorise ou non la mise àdisposition des sites Web au personnel de laDéfense.c) Début 2004, une politique de filtrage standard duréseau Corporate de la Défense a été implémentéesur la base des catégories offertes. Suite à cela, dessites Web, notamment de la catégorie «Gay orLesbian or Bisexual interest», ont été bloqués pourle personnel de la Défense. Cette catégorie comprenaitdes sites informatifs dans le domainementionné.d) Dans le cadre de la diversité, il fut décidé enoctobre 2007 d’adapter cette politique de filtrage,suite à quoi les sites Web appartenant à la caté-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1432 QRVA 52 01025 - 2 - 2008de websites behorende tot de categorie «Gay orLesbian or Bisexual interest» beschikbaar gesteldwerden van het personeel.gorie «Gay or Lesbian or Bisexual interest» ont étémis à disposition du personnel.2. Antwoord op de vragen 1 en 3 2. Réponse aux questions 1 et 3De selectiecriteria die Defensie hanteert om websitesal dan niet te blokkeren zijn gebaseerd op:— de website categorieën die door de firma Websensein hun filteringstoepassing gedefinieerd werden;— de internetfilteringspolitiek die door Defensiebepaald werd.Voor holebi-websites betekent dit dat:— de toegang tot holebi-websites die behoren tot decategorie «Gay or Lesbian or Bisexual interest»sinds oktober 2007 door Defensie niet meergeblokkeerd is;— websites die behoren tot de categorieën «Sex»,«Adult content», «Advertisements» en «Dating»worden door Defensie geblokkeerd.Les critères de sélection que la Défense utilise pourbloquer ou non les sites Web sont basés sur— les catégories qui ont été déterminées par la firmeWebsense dans leur application de filtrage;— la politique de filtrage d’Internet qui a été déterminéepar la Défense.Pour les sites web holebi, ceci signifie que:— l’accès aux sites web holebi qui appartiennent à lacatégorie «Gay or Lesbian or Bisexual interest»n’est plus bloqué par la Défense depuis octobre2007;— les sites Web qui appartiennent aux catégories«sex», «Adult content», «Advertisements» et«Dating» sont bloqués par la Défense.3. Antwoord op vraag 2 3. Réponse à la question 2Een nominatieve opsomming van de geblokkeerdeholebi-websites kan niet gegeven worden, enerzijdsomwille van de omvang van deze dynamische lijst enanderzijds omdat deze lijst niet beschikbaar gesteldwordt via de filteringstoepassing. De websites zoals«Gaylive», «Gaybelgium» worden in tegenstelling totde vraagstelling NIET geblokkeerd door Defensie. Desite «Talk of the town» wordt geblokkeerd omdatdeze tot de categorie «Personals and Dating» behoort.De website «Mannenseks.be» is wel geblokkeerdna onderzoek blijkt dat deze site behoort tot de categorie«Sex».Une énumération nominative des sites web holebibloqués ne peut être donnée, d’une part à cause del’étendue de cette liste dynamique et d’autre part parceque cette liste n’est pas mise à disposition via l’applicationde filtrage. Les sites Web comme «Gaylive»,«Gaybelgium» NE sont PAS — contrairement à ce quiest affirmé dans la question- bloqués par la Défense.Quant au site «Talk of the town», il est bloqué carappartenant à la catégorie «Personals and Dating».Le site Web «Mannenseks.be» est bloqué, aprèsrecherche, il apparaît que ce site appartient à la catégorie«Sex».4. Antwoord op de vragen 4 en 5 4. Réponse aux questions 4 et 5Defensie evalueert zijn filteringsbeleid continu enheeft, zoals in punt 1.d beschreven, in het kader van dediversiteit zijn internetfilteringspolitiek reeds bijgestuurddoor de toegang tot informatieve holebiwebsitesbeschikbaar te stellen voor het personeel vanDefensie.La Défense évalue continuellement sa politique defiltrage et l’a, comme décrit au point 1.d, déjà adaptéedans le cadre de la diversité en autorisant l’accès auxsites web holebi informatifs pour le personnel de laDéfense.DO 2007200801521 DO 2007200801521Vraag nr. 17 van de heer Bruno Stevenheydens van25 januari 2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:Acties van Defensie voor de minstbedeelden.In het tijdschrift «Direct» staat een artikel datDefensie reeds voor de zesde maal tijdens de winter deQuestion n o 17 de M. Bruno Stevenheydens du 25 janvier2008 (N.) au ministre de la Défense:Actions menées par le département de la Défense enfaveur des plus démunis.Il ressort d’un article publié dans le magazine«Direct» que depuis six ans maintenant le départe-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 143325 - 2 - 2008minstbedeelden hulp heeft geboden. De hulp zou eruitbestaan om in elke provincie sinds 10 november 2007de kazernes de deuren te laten openen zodat daklozener terecht kunnen. Daarnaast werd er kledij, dekens enhanddoeken uitgedeeld.1.a) Kan u meer uitleg verschaffen rond deze acties?ment de la Défense prête assistance aux plus démunisdurant l’hiver. Ainsi, depuis le 10 novembre 2007, ladéfense œuvre les portes de l’une de ses casernes danschaque province pour y accueillir des sans abri. Desvêtements, des couvertures et des serviettes sont égalementdistribués à cette occasion.1.a) Pouvez-vous me fournir davantage d’informationsconcernant ces actions?b) Op welke manier zijn ze tot stand gekomen? b) Comment l’idée est-elle née?c) Waar werd destijds het eerste initiatief genomen? c) Où la première initiative de ce genre a-t-elle étéprise?d) Met welke organisaties wordt er samengewerkt? d) Avec quelles organisations collabore-t-on?2.a) Heeft elke provincie aan deze acties meegewerkt?b) Hoeveel en welke kazernes openen effectief hundeuren ’s nachts voor de opvang van daklozen?3.a) Hoeveel daklozen werden er opgevangen (per jaaren per kazerne indien hiervan cijfers bestaan)?b) Wordt deze actie geëvalueerd en wordt er overleggepleegd met de erkende steunpunten die zich ontfermenover de opvang van daklozen?4. Op welke manier wordt er rekening gehoudenmet de veiligheidsmaatregelen in de kazernes?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 19 februari 2008, op de vraag nr. 17 van de heerBruno Stevenheydens van 25 januari 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door hem gestelde vragen.2.a) Chaque province a-t-elle participé à ces actions?b) Combien de casernes ouvrent effectivement leursportes la nuit pour accueillir des personnes sansabri et de quelles casernes s’agit-il?3.a) Combien de personnes sans abri ont ainsi étéaccueillies (si possible, chiffres par an et parcaserne)?b) Cette action fait-elle l’objet d’une évaluation et uneconcertation a-t-elle lieu avec les structures reconnuesd’accueil des sans abri?4. De quelle manière est-il tenu compte des mesuresde sécurité en vigueur dans les casernes?Réponse du ministre de la Défense du 19 février2008, à la question n o 17 de M. Bruno Stevenheydensdu 25 janvier 2008 (N.):L’honorable membre est prié de trouver ci-après laréponse à ses questions.1. Acties van Defensie 1. Actions de la Défensea) De steun van Defensie bestaat uit drie vormen: a) L’appui fourni par la Défense comprend troisaspects:(1) De opvang van daklozen (één militair kwartierper provincie).(2) De verdeling van buiten gebruik gesteldeuitrustingsartikelen aan de minstbedeelden.(3) Organisatie van beperkte en punctuele medischeconsultaties dichtbij de Restos du Cœur.b) Van 2001 tot 2004 was deze actie beperkt tot hetverdelen van uitrusting. Vanaf de winter 2004/2005 werd ze uitgebreid met het openstellen vanmilitaire kwartieren en het organiseren van medischeconsultaties, op aanvraag van sociale organisaties.(1) L’accueil de sans-abris (un quartier militairepar province).(2) La distribution d’articles d’équipement retirésd’emploi aux plus démunis.(3) Organisation de consultations médicales limitéeset ponctuelles à proximité des Restos duCour.b) De 2001 à 2004, l’action s’est limitée à la distributiond’équipement. À partir de l’hiver 2004/2005,elle a été étendue à l’ouverture de quartiers militaireset à l’organisation de consultations médicalessuite à la demande d’organisations sociales.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1434 QRVA 52 01025 - 2 - 2008c) Het initiatief werd genomen door het kabinet vande minister van Landsverdediging.d) Defensie werkt samen met de OCMW’s en VZW’smet sociale doelstellingen.2. Er wordt één kazerne per provincie terbeschikking gesteld. Voor de winter 2007/2008 hebbentwee kazernes tot nu toe daklozen opgevangen: hetKwartier Luitenant Joncker te Luik en het KwartierDewispelaere te Jambes.3. Het aantal opgevangen daklozen per winter enper kazerne bevindt zich in de tabel hieronder. Elk jaarcoördineren de provinciecommandanten de actie metde sociale organisaties van hun provincie, in samenwerkingmet de diensten van de gouverneur, om lessenvan het afgelopen jaar te trekken en de behoeften voorde volgende winter te bepalen.Lijst der kazernes die daklozen hebben opgevangenc) L’initiative fut prise par le cabinet du ministre de laDéfense.d) La Défense collabore avec les CPAS et ASBL àvocation sociale.2. Une caserne par province a été mise à disposition.Pour l’hiver 2007/2008, deux casernes ont jusqu’àprésent accueilli des sans abris: le Quartier LieutenantJoncker à Liège et le Quartier Dewispelaere à Jambes.3. Le nombre de sans-abris accueillis par hiver etpar caserne est repris dans le tableau ci-dessous.Chaque année, les commandants de province coordonnentl’action avec les organisations sociales de leurprovince, en collaboration avec les services du gouverneur,afin de tirer des leçons de l’année précédente etde déterminer les besoins pour l’hiver suivant.Liste des casernes avant accueilli des sans-abriKazerne—Caserne2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008Totaal—TotalKwartier Koningin Elisabeth (Evere). — QuartierReine Elisabeth (Evere) ..................................... 0 3 036 0 0 3 036Kwartier Dewispelaere (Jambes). — QuartierDewispelaere (Jambes) ...................................... 0 0 0 2 2Kwartier Luitenant Joncker (Luik). — QuartierLieutenant Joncker (Liège) ................................ 433 1 376 2 682 1 576 6 067Totaal. — Total ............................................... 433 4 412 2 682 1 578 9 1054. De wachtdiensten voeren regelmatig rondes uit.Bovendien is de sociale organisatie verplicht een begeleiderte leveren die zorgt voor de psychosociale begeleidingvan de daklozen en het respecteren van demaatregelen van de militaire veiligheid.4. Les services de garde effectuent des rondes régulières.De plus, l’organisation sociale est obligée defournir un accompagnateur, qui veille à l’accompagnementpsychosocial des sans-abris et au respect desmesures de sécurité militaire.DO 2007200801609 DO 2007200801609Vraag nr. 20 van de heer Jan Mortelmans van 28 januari2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:Oefeningen met F-16’s. — Kempen. — Geluidsoverlast.Naar verluidt zouden nogal wat bewoners in deKempen klagen over geluidsoverlast veroorzaakt doorde oefeningen van de F-16’s.Question n o 20 de M. Jan Mortelmans du 28 janvier2008 (N.) au ministre de la Défense:Exercices avec des F-16. — Campine. — Nuisancessonores.Il me revient que de nombreux Campinois se plaignentde nuisances sonores générés par les volsd’entraînement des avions F-16.1. Bent u van deze problematiek op de hoogte? 1. Etes-vous informé de ce problème?2. Werden er klachten/processen-verbaal opgetekend?2. Des plaintes ont-elles été déposées et des procèsverbauxdressés?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 143525 - 2 - 20083. Welke maatregelen heeft u desgevallend getroffenom deze toestand te verhelpen?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 20 februari 2008, op de vraag nr. 20 van de heerJan Mortelmans van 28 januari 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door hem gestelde vragen.1. Ik ben mij bewust van deze problematiek. Ik hebaan mijn departement gevraagd om me een volledigdossier te leveren.2. In de vijf laatste jaren, heeft mijn departement60 klachten of processen-verbaal ontvangen en ditbetreffende alle gebieden van de Kempen.3. Defensie is steeds op zoek naar mogelijkhedenom de nefaste effecten van geluidsoverlast ten opzichtevan de bevolking te beperken.Meerdere operaties, trainingen en oefeningen gebeurensinds jaren in het buitenland.Alle militaire vluchten worden verspreid in de huntoegekende zones, 6 in het Zuiden en 3 in het Noordenvan het land teneinde, wegens evidente veiligheidsredenen,niet te interfereren met het burgervliegverkeer.3. Quelles mesures avez-vous prises le cas échéantpour remédier à cette situation?Réponse du ministre de la Défense du 20 février2008, à la question n o 20 de M. Jan Mortelmans du28 janvier 2008 (N.):L’honorable membre est prié de trouver ci-après laréponse à ses questions.1. Je suis conscient de cette problématique. J’aidemandé à mon département de me fournir un dossiercomplet.2. Depuis ces cinq dernières années, mon départementa reçu 60 plaintes ou procès-verbaux et ce concernanttoutes les régions de la Campine.3. La Défense est sans cesse à la recherched’opportunités pour minimiser les effets néfastes desnuisances sonores vis-à-vis de la population.Plusieurs opérations, entraînements et exercices sedéroulent depuis de nombreuses années à l’étranger.Tous les vols militaires au-dessus du territoire nationalsont répartis entre les 6 zones du sud et les 3 zonesdu nord du pays leurs étant attribués de manière à nepas interférer dans le trafic civil pour raisons de sécuritéévidentes.DO 2007200801615 DO 2007200801615Vraag nr. 21 van de heer Francis Van den Eynde van28 januari 2008 (N.) aan de minister van Landsverdediging:Verlies F16-vliegtuig. Perte d’un F16.In een interview vertelde een officier van de luchtmachtdat België statistisch gezien om de twee jaar eenF16 verliest ten gevolge van het neervallen van de toestellen.Dit zou een normaal gemiddelde zijn.1. Kan u bevestigen of dit een normaal gemiddeldeis?2. Overweegt u bijkomende maatregelen te treffenom dit te vermijden?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 21 februari 2008, op de vraag nr. 21 van de heerFrancis Van den Eynde van 28 januari 2008 (N.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door hem gestelde vragen.1. Wat de gevechtsvliegtuigen F16 betreft is hetgemiddelde verliespercentage sinds het begin van hunindienstneming binnen de Belgische Defensie voortdurendverminderd en is op heden 0,80 vliegtuigen per10 000 vlieguren (periode 1979-2007). In de loop derQuestion n o 21 de M. Francis Van den Eynde du28 janvier 2008 (N.) au ministre de la Défense:Un officier de la force aérienne a déclaré dans uneinterview que selon les statistiques, la Belgique perd unF16 tous les deux ans à la suite d’un écrasement au sol.Il s’agirait d’une moyenne normale.1. Pouvez-vous confirmer qu’il s’agit d’unemoyenne normale?2. Envisagez-vous de prendre des mesures complémentairespour remédier à cette situation?Réponse du ministre de la Défense du 21 février2008, à la question n o 21 de M. Francis Van denEynde du 28 janvier 2008 (N.):L’honorable membre est prié de trouver ci-après laréponse à ses questions.1. En ce qui concerne l’utilisation des avions decombat F16, le taux d’attrition moyen depuis le débutde sa mise en œuvre au sein de la Défense belge n’acessé de diminuer et est aujourd’hui de 0,80 avion par10 000 heures de vol (période 1979-2007). Au cours desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1436 QRVA 52 01025 - 2 - 2008jaren is, door het belang gehecht aan de vliegveiligheiden dank zij het in plaats gestelde preventieprogramma,het aantal ongevallen heel duidelijk gedaald. Zo heeftDefensie gedurende de tien eerste jaren van gebruik 19jachtvliegtuigen F16 verloren (gemiddelde verliespercentageover deze periode is 1,85 vliegtuigen per10 000 vlieguren), terwijl 6 vliegtuigen verloren gingengedurende de tien laatste jaar (laatste ongeval in 2005,gemiddelde verliespercentage tussen 1998 en 2007 is0,37 vliegtuigen per 10 000 vlieguren)2. De statistieken van de Belgische Defensie zijnvergelijkbaar met deze van de andere landen die jachtvliegtuigenF16 gebruiken.3. Er is geen reden om bijzondere maatregelen tetreffen. De vliegveiligheid van de jachtvliegtuigen F16,net zoals deze van de andere toestellen van Defensie,wordt van dichtbij gevolgd en maakt het onderwerpuit van voortdurende verbeteringsmaatregelen. Dezemaatregelen moet men natuurlijk met dezelfde wil enaandacht voortzetten teneinde het aantal ongevallentot een absoluut minimum te beperken.années, avec l’importance accordée à la sécuritéaérienne et grâce au programme de prévention mis enplace, le nombre d’accidents a très significativementdiminué. Ainsi, la Défense a perdu 19 chasseurs F16pendant les dix premières années d’utilisation (tauxd’attrition moyen sur cette période de 1,85 avion par10 000 heures de vol), tandis que 6 avions ont étéperdus lors des dix dernières années (dernier accidenten 2005, taux d’attrition moyen entre 1998 et 2007 de0,37 avion par 10 000 heures de vol)2. Les statistiques de la Défense belge sont comparablesà celles des autres pays utilisateurs de chasseursF16.3. Il n’y a pas lieu de prendre des mesures particulières.La sécurité aérienne des chasseurs F16, commecelle des autres appareils de la Défense, est suivie deprès et fait l’objet de mesures continuesd’amélioration, mesures qu’il faut bien sûr poursuivreavec la même attention et volonté, afin de limiter lenombre d’accidents à un minimum absolu.DO 2007200801689 DO 2007200801689Vraag nr. 24 van de heer Pierre-Yves Jeholet van1 februari 2008 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging:Ministerie van Defensie. — Absenteïsme.1. Kan u me voor 2006 en 2007 meedelen hoe groothet absenteïsme was bij de vastbenoemde en contractuelepersoneelsleden van het ministerie van Defensie?2. Welke verschillende redenen werden er terrechtvaardiging van de afwezigheid op het werk aangevoerd?Om hoeveel procent gaat het telkens? Hoeveelcontroles werden er uitgevoerd en hoeveel enwelke sancties werden er opgelegd?3.a) Beschikt u nog over andere noemenswaardige vaststellingenof statistische gegevens met betrekkingtot het absenteïsme (veschillen volgens personeelscategorieën,leeftijd of geslacht en tussen de departementen;regionale of subregionale verschillen,enz.)?Question n o 24 de M. Pierre-Yves Jeholet du 1 er février2008 (Fr.) au ministre de la Défense:Ministère de la Défense. — Absentéisme.1. Pouvez-vous communiquer le taux d’absentéismedes fonctionnaires et contractuels constaté pour lesannées 2006 et 2007 au sein du Ministère de laDéfense?2. Pouvez-vous aussi communiquer le pourcentageet la ventilation des différents motifs retenusd’absentéisme de même que le nombre de contrôleseffectués ainsi que le nombre et la nature des sanctionsprises?3.a) D’autres observations ou faits statistiques méritent-ilsd’être relevés (différences selon les catégoriesde personnel, selon l’âge, selon le sexe; différencesentre départements; différences régionalesou sous-régionales, etc.) dans l’absentéisme?b) Volgt u die vaststellingen nauwlettend op? b) Ces observations font-elles l’objet d’une attentionparticulière de votre part?4. Hoeveel kost dat absenteïsme de overheid? 4. Quel est le coût de l’absentéisme?Antwoord van de minister van Landsverdedigingvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 24 van de heerPierre-Yves Jeholet van 1 februari 2008 (Fr.):Het geachte lid gelieve hierna het antwoord tewillen vinden op de door hem gestelde vragen.Réponse du ministre de la Défense du 22 février2008, à la question n o 24 de M. Pierre-Yves Jeholet du1 er février 2008 (Fr.):L’honorable membre est prié de trouver ci -dessousla réponse à ses questions.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 143725 - 2 - 2008Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord geleverddoor mevrouw de minister van Ambtenarenzaken.(Vraag nr. 245 van 25 februari 2008.)Je renvoie l’honorable membre à la réponse fourniepar Mme la ministre de la Fonction publique. (Questionn o 245 du 25 février 2008.)Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l’ÉnergieDO 2007200800937 DO 2007200800937Vraag nr. 2 van de heer Guido De Padt van 9 januari2008 (N.) aan de minister van Klimaat en Energie:Fileproblematiek. — Ambtenaren. — Pendelactiviteitvan en naar Brussel.De fileproblematiek is meer dan ooit een actueelthema. Een pasklaar antwoord om deze problematiekte bestrijden bestaat niet, laat staan dat er over de verschillendevoorstellen steeds eensgezindheid bestaat.Een aspect van deze problematiek, waarover bredeconsensus bestaat, is het absolute belang van het terugdringenvan de verplaatsingsbehoeften. In dat opzichtkan ook de overheid een belangrijke rol spelen.Momenteel brengt de overheid namelijk dagelijksgrote verplaatsingsstromen tot stand: het woonwerkverkeervan ambtenaren.1. Kan u een overzicht geven van het aantal ambtenarentewerkgesteld in de overheidsdiensten die onderuw bevoegdheid vallen en gevestigd zijn in Brussel?2. Werden in het verleden reeds initiatieven genomenom ambtenaren die in eenzelfde regio tewerkgesteldzijn, onder te brengen in een gebouw dat dichteraansluit bij hun woonplaats?3. Welke inspanningen werden op andere vlakkenreeds genomen om de pendelactiviteit van en naarBrussel te vermijden of te verminderen?4.a) Welke onderzoeksverrichtingen werden reedsdoorgevoerd om ervoor te zorgen dat de verplaatsingsbehoeftenvan de ambtenaren worden verminderd?Question n o 2 de M. Guido De Padt du 9 janvier 2008(N.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Problème des embouteillages. — Fonctionnaires. —Navette vers Bruxelles.Le problème des embouteillages se trouve plus quejamais au centre de l’actualité. Il n’existe pas de solutionmiracle au problème et les différentes propositionsde solution qui sont émises ne font pas toujoursl’unanimité.Il existe par contre un large consensus à propos del’un des aspects du problème, à savoir la nécessitéabsolue de réduire les besoins de déplacement. Lespouvoirs publics ont également un rôle important àjouer dans ce cadre, dans la mesure où ils sont àl’origine d’un important flux de déplacement quotidien,à savoir celui des fonctionnaires se rendant à leurtravail.1. Pouvez-vous fournir un aperçu du nombre defonctionnaires occupés par les services publics ressortissantà votre compétence et établis à Bruxelles?2. Des initiatives ont-elles déjà été prises par lepassé pour regrouper les fonctionnaires, occupés dansune même région, dans un bâtiment plus proche deleur domicile?3. Quels efforts ont déjà été fournis dans d’autresdomaines pour éviter ou réduire les déplacementsquotidiens vers la capitale?4.a) Quelles récherches ont déjà été menées pour tenterde réduire les besoins de déplacement des fonctionnaires?b) Wat waren de resultaten daarvan? b) Quels ont été les résultats de ces recherches?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 18 februari 2008, op de vraag nr. 2 van de heerGuido De Padt van 9 januari 2008 (N.):Als antwoord op zijn vraag deel ik het geachte lidmede dat ik verwijs naar het antwoord dat door mijnRéponse du ministre du Climat et de l’Énergie du18 février 2008, à la question n o 2 de M. Guido DePadt du 9 janvier 2008 (N.):En réponse à sa question, j’informe l’honorablemembre que je me réfère à la réponse apportée par maKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1438 QRVA 52 01025 - 2 - 2008collega van Economie op de vraag nr. 10 van 9 januari2008 werd gegeven. (Vragen en Antwoorden, Kamer,2007-2008, nr. 10, blz. 1368.)collègue de l’économie à la question n o 10 du 9 janvier2008. (Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008,n o 10, p. 1368.)DO 2007200801231 DO 2007200801231Vraag nr. 8 van mevrouw Linda Vissers van 15 januari2008 (N.) aan de minister van Klimaat en Energie:Luchtvaart. — Onderzoek naar de invloed van lagekostenmaatschappijenop de regionale economie.Onlangs verscheen een rapport van de organisatiesvan Europese regio’s (AER), van de lagekostenmaatschappijen(ELFAA) en van de regionale Europeseluchthavens (FARE). Uit het rapport blijkt dat de lagekostenmaatschappijeneen positieve invloed hebben opde economie omdat zij zorgen voor extra banen, nietalleen in de luchtvaartsector maar ook in het verblijfstoerisme.1. Welke positieve economische invloed hebben delagekostenmaatschappijen uitgesplitst op onze regio’swat extra banen betreft en wat aangroei van het verblijfstoerismebetreft?2. Zijn er ook studies bekend over het effect vanlagekostenmaatschappijen op:a) het milieu; a) de l’environnement;b) geluidsoverlast? b) des nuisances sonores?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 18 februari 2008, op de vraag nr. 8 van mevrouwLinda Vissers van 15 januari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.Ik wens het geachte lid erop te wijzen dat de gewestenbevoegd zijn voor de vragen betreffende economie.Wat de milieu-impact van de lagekostenmaatschappijenbetreft, tonen de impactevaluaties vande Europese Commissie aan dat de toename van deuitstoot in de luchtvaartsector aanhoudt omwille vande sterke toename van het verkeer. Zo is de CO 2-uitstoot van het luchtverkeer in Europa gedurende delaatste 15 jaar bijna verdubbeld.België ondersteunt de opname van de luchtvaart ende lagekostenmaatschappijen zijn reeds opgenomen inhet Europees systeem voor CO 2-emissiehandel, waarvoorde richtlijn weldra zal worden goedgekeurd.Wat de geluidsoverlast betreft, verwijs ik u doornaar mijn collega, de minister van Mobiliteit. (Vraagnr. 62 van 19 februari 2008.)Question n o 8 de M me Linda Vissers du 15 janvier2008 (N.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Aviation. — Étude relative à l’influence des compagniesaériennes à bas prix sur l’économie régionale.Selon un rapport publié récemment par l’Assembléedes régions d’Europe (ARE), l’Association des compagniesaériennes à bas prix (ELFAA) et le Forum européendes aéroports régionaux (FARE), les compagniesà bas prix exercent une influence positive surl’économie étant donné qu’elles contribuent à la créationd’emplois supplémentaires, non seulement dans lesecteur aérien mais aussi dans le tourisme résidentiel.1. Quelles sont, pour les différentes régions dupays, les retombées économiques positives des compagniesaériennes à bas prix en matière de créationd’emplois et de croissance du tourisme résidentiel?2. Existe-t-il également des études relatives àl’incidence des compagnies à bas prix sur le plan:Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du18 février 2008, à la question n o 8 de M me LindaVissers du 15 janvier 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à laquestion de l’honorable membre.Je me permets de signaler à l’honorable membre queles questions d’économie auxquelles elle se réfèredépendent des régions.En ce qui concerne l’incidences des compagnies àbas prix sur l’environnement, les évaluationsd’impacts de la Commission européenne démontrentque la croissance des émissions du secteur aérien estcontinue en raison de la forte croissance du trafic. Lesémissions de CO 2du transport aérien ont ainsi pratiquementdoublé en Europe au cours des 15 dernièresannées.La Belgique soutient l’inclusion de l’aviation, et lescompagnies à bas prix sont inclues, dans le systèmeeuropéen d’échange de quotas d’émission de CO 2dontla directive est en cours d’adoption.En ce qui concerne le bruit, je vous renvoie vers moncollègue, le ministre de la Mobilité. (Question n o 62 du19 février 2008.)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 143925 - 2 - 2008DO 2007200801264 DO 2007200801264Vraag nr. 12 van de heer Robert Van de Velde van16 januari 2008 (N.) aan de minister van Klimaaten Energie:FOD. — Organisatie en werking. — Peiling naarmening belastingplichtigen.De FOD Financiën heeft niet de beste reputatie vanalle federale overheidsdiensten (FODs). Alvast de30 000 ambtenaren zijn niet onverdeeld gelukkig metde werking van de dienst. Ambtenaren protesteerdenal meermaals omdat de modernisering van de overheidsdienstFinanciën niet slaagt, met andere woorden,ze willen dat hun dienst beter, efficiënter werkt. Het«Copernicus plan» is duidelijk dode letter gebleven.Terwijl we voor het niveau van de belastingen duidelijkaan de top van de wereldwijde rankings vertoeven,bevinden we ons qua efficiëntie helemaal onderaan.Dat bleek al uit cijfers van het World EconomicForum. Misschien hangen deze twee rankings welsamen.Voor de ambtenaren is de belastingwetgeving veel tecomplex. Er zijn bovendien teveel politieke benoemingen.Het departement is geplaagd geweest door groteblunders en fouten. Het computerprogramma faaldemeermaals. Sommige belastingplichtigen kregen eenaanslag van ettelijke miljoenen in de bus. Het «lottoformulier»dat de belastingaangifte is geworden leiddeen leidt tot problemen bij de invulling en bij het inscannen.Maar hoe zit het met de belastingplichtigen? Particulierebelastingplichtigen en ondernemers blijken ookniet zo tevreden te zijn met de werking van de FOD.Maar naar hun mening wordt niet gevraagd.In Nederland bijvoorbeeld is er jaarlijks een«Fiscale Monitor». In dit jaarlijks onderzoek vraagtde belastingdienst naar de mening van belastingplichtigen.De uitkomsten worden onder andere gebruiktvoor de verbetering van de organisatie en de werkingvan de belastingdienst.Wat de FOD onder uw bevoegdheid betreft, rijzende volgende vragen.1. Wat zijn de jaarlijkse administratieve kosten omde FOD te runnen?2. Wat is het aantal ambtenaren en evolutie ervangedurende de jongste vijf jaar?3. Wat is het precieze bedrag dat is besteed voor deautomatisering gedurende de jongste vijf jaar?4. Wat werd er recentelijk ondernomen om de werkingen de organisatie van de FOD te verbeteren?Question n o 12 de M. Robert Van de Velde du 16 janvier2008 (N.) au ministre du Climat et del’Énergie:SPF. — Organisation et fonctionnement. — Sondagesur l’avis des contribuables.Le SPF Finance n’est pas le service public fédéral(SPF) qui jouit de la meilleure réputation. Ses30 000 fonctionnaires, qui ne sont pas non plus toussatisfaits du fonctionnement de leur service, ont déjàdénoncé à plusieurs reprises l’échec de la modernisationdu service public des Finances. En d’autrestermes, ils veulent un service plus efficace. Le «PlanCopernic» est manifestement resté lettre morte.Tandis nous nous situons clairement dans le haut duclassement mondial en ce qui concerne le niiveaud’imposition, nous occupons plutôt eune place en finde classement sur le plan de l’efficacité. C’est du moinsce qui ressort des chiffres du World Economic Forum.Mais ces deux classements sont peut-être liés.Les fonctionnaires jugent la législation sur lesimpôts beaucoup trop compliquée. Ils dénoncentégalement le trop grand nombre de nominations politiques.Le département n’a pas non plus été épargné parles bévues et les erreurs. Le programme informatiques’étant plusieurs fois révélé défaillant, il est arrivé quedes contribuables reçoivent dans leur boîte aux lettresdes impositions de plusieurs millions. La déclarationfiscale, qui prend aujourd’hui des allures de formulaireLotto, a été et reste source de difficultés, qu’il s’agissede la remplir ou de la soumettre à la lecture optique.Mais qu’en est-il des contribuables? Il semble queles particuliers et les entrepreneurs ne soient pas nonplus vraiment satisfaits du fonctionnement du SPFmais on ne leur demande pas leur avis.Aux Pays-Bas, il est procédé chaque année à un«Fiscale Monitor», une enquête dans le cadre delaquelle le service des impôts recueille l’avis des contribuables.Les résultats de cette enquête servent, entreautres, à améliorer l’organisation et le fonctionnementdu service des impôts.Les questions suivantes se posent donc à propos duSPF qui ressortit à votre compétence.1. À combien s’élèvent, sur une base annuelle, lesfrais administratifs pour la gestion du SPF?2. Quel est le nombre de fonctionnaires et commenta-t-il évolué au cours des cinq dernières années?3. Quel montant a été consacré exactement àl’automatisation au cours des cinq dernières années?4. Quelles mesures ont été prises récemment pouraméliorer le fonctionnement et l’organisation du SPF?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1440 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 18 februari 2008, op de vraag nr. 12 van de heerRobert Van de Velde van 16 januari 2008 (N.):Als antwoord op zijn vraag deel ik het geachte lidmede dat ik verwijs naar het antwoord dat door mijncollega de minister van Economie op de vraag nr. 28,Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 9 werdgegeven.Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du18 février 2008, à la question n o 12 de M. Robert Vande Velde du 16 janvier 2008 (N.):En réponse à sa question, j’informe l’honorablemembre que je me réfère à la réponse apportée par macollègue la ministre de l’Économie à la question n o 28,Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n o 9.DO 2007200801752 DO 2007200801752Vraag nr. 18 van de heer Carl Devlies van 5 februari2008 (N.) aan de minister van Klimaat en Energie:Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.1.a) Wat was het bedrag van de binnengekomen facturenwaarvoor op 31 december 2007 nog geenordonnancering gebeurde bij de administraties ende andere instellingen die onder uw toezicht staan?b) Om hoeveel facturen gaat het precies en op welkedatum werden ze opgemaakt?2.a) Wat is de reden voor het feit dat desgevallend geenordonnancering gebeurde?b) Had dit te maken met de zogenaamde onderbenuttingvan kredieten zoals opgelegd door het ankerprincipeof waren de in de begroting 2007 vooropgesteldeordonnanceringskredieten ontoereikend?Question n o 18 de M. Carl Devlies du 5 février 2008(N.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.1.a) Quel était le montant des factures entrantes pourlesquelles les administrations et les autres institutionsrelevant de votre tutelle n’avaient encoreeffectué aucun ordonnancement au 31 décembre2007?b) De combien de factures s’agit-il exactement et dequand datent-elles?2.a) Le cas échéant, pour quelle raison aucun ordonnancementn’a-t-il été effectué?b) Est-ce lié à la sous-utilisation de crédits, tellequ’imposée par le principe de l’ancre, ou certainscrédits d’ordonnancement prévus au budget 2007étaient-ils insuffisants?c) In het laatste geval, wat is hiervan de oorzaak? c) Dans le dernier cas, quelle en est la cause?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 18 februari 2008, op de vraag nr. 18 van de heerCarl Devlies van 5 februari 2008 (N.):Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.Wat de FOD Economie, KMO, Middenstand enEnergie betreft, heb ik de eer te verwijzen naar hetantwoord dat door mijn collega de minister vanEconomie zal verstrekt worden. (Vraag nr. 55 van 5 februari2008.)Wat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van deVoedselketen en Leefmilieu, heb ik de eer te verwijzennaar het antwoord dat door mijn collega de ministervan Volksgezondheid verstrekt zal worden. (Vraagnr. 121 van 5 februari 2008.)Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du18 février 2008, à la question n o 18 de M. Carl Devliesdu 5 février 2008 (N.):J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à laquestion de l’honorable membre.Pour ce qui concerne le SPF Économie, PME, Classesmoyennes et Énergie, j’ai l’honneur de référer à laréponse qui sera donnée par ma collègue la ministre del’Économie. (Question n o 55 du 5 février 2008.Pour ce qui concerne le SPF Santé publique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement, j’ail’honneur de me référer à la réponse qui sera donnéepar ma collègue la ministre de la Santé publique.(Question n o 121 du 5 février 2008.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 144125 - 2 - 2008DO 2007200801873 DO 2007200801873Vraag nr. 21 van de heer André Perpète van13 februari 2008 (Fr.) aan de minister van Klimaaten Energie:Door de banken voorgestelde beleggingsproducten.Mijn vraag betreft de nieuwe beleggingsproductendie de banken in ons land aan hun klanten voorstellen.Sinds enkele jaren proberen de banken in het beginen in het midden van het jaar (omstreeks juni, wanneerde berekening van de getrouwheidspremie op despaarrekening wordt afgesloten) elkaar met de meestaanlokkelijke beleggingsvoorstellen de loef af testeken.Naast de basisproducten, aandelen, fixfondsen,beveks, enzovoort worden er almaar meer beleggingsproductenaangeboden.Hoewel het aanbod meer verscheiden is dan enkelejaren geleden en de concurrentie tussen de banken inhet voordeel van de consument zou moeten spelen,moeten we helaas vaststellen dat diezelfde bankensteeds meer ingewikkelde producten voorstellen, waarde consument nog nauwelijks wijs uit geraakt.Om nog wegwijs te worden in de hoge of minderhoge rentevoeten over een korte periode, de veranderlijkerentevoeten over een andere periode, de instapkosten,het brutorendement, enz. zal de klant binnenkortniet meer genoeg hebben aan de algemene voorwaardenvoor een bepaald type product; de bankenzullen hem een handboek economie moeten bezorgen,wil hij nog begrijpen op welk product hij nu eigenlijkinschrijft.Sinds kort worden de banken nochtans door eenEuropese norm verplicht om het beleggersprofiel op temaken van de klanten die interesse zouden betonenvoor beleggingen.1. Hoe staat het met de controles op de steeds ingewikkelderproducten die de banken voorstellen?2. Op grond van welke elementen wordt vastgesteldwelk beleggersprofiel overeenstemt met een bepaaldbeleggingsproduct?3. Zou een wetgeving die het aanbod van beleggingsproducteninperkt geen goede zaak zijn?4. Meent u niet dat dergelijke door de banken voorgesteldeproducten als gezamenlijke aanbiedingenkunnen worden aangemerkt, wat in het Belgischerecht, meer bepaald in de wet op de handelspraktijken,strikt is gereglementeerd?Question n o 21 de M. André Perpète du 13 février 2008(Fr.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Produits de placements proposés par les banques.Ma question concerne les «nouveaux placements»que proposent les banques de notre pays à leursclients.Depuis quelques années maintenant, on assiste, endébut et en milieu d’année (vers le mois de juin quivoit la fin des primes fidélités sur compte épargne), àune véritable «guerre des offres» entre les différentsinstitutions financières.À l’heure actuelle, il existe de plus en plus d’offresde placement à côté des produits de base, actions,fonds fix, Sicav, etc.Malheureusement, il faut bien constater que sil’offre est plus variée qu’il y a quelques années et quela concurrence entre les banques devrait être àl’avantage du consommateur, ces mêmes banquesproposent de plus en plus de produits compliqués àcomprendre et à décrypter pour le consommateur.Entre les taux d’intérêts plus ou moins élevés surune courte période, les taux aléatoires sur une autrepériode, les frais d’entrée, les rendements bruts, etc., ilsera bientôt nécessaire que les banques fournissent nonplus des conditions générales pour ce type de produit,mais plutôt un manuel d’économie afin que le clientpuisse vraiment se rendre compte du produit auquel ilsouscrit.Pourtant, depuis peu, une norme européenne obligeles banques à réaliser le profil investisseur du client quiserait tenté par des placements.1. Qu’en est-il des contrôles sur les produits bancairesde plus en plus compliqués proposés par lesbanques?2. Via quels éléments sont choisis les profils investisseursdestinés à certains produits de placement?3. Ne pensez-vous pas qu’une législation quirestreindrait les offres de placement, que pourraientoffrir les banques à leurs clients, serait une bonnechose?4. Ne pensez-vous pas que ce type de produits,proposés par les banques, fait partie de ce que l’onappelle des offres conjointes qui sont très réglementéesen droit belge, notamment dans la loi sur les pratiquesde commerce?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1442 QRVA 52 01025 - 2 - 20085. Meent u niet dat klanten er op die manier toekunnen worden aangezet in te tekenen op een productdat ze niet noodzakelijk begrijpen?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 22 februari 2008, op de vraag nr. 21 van de heerAndré Perpète van 13 februari 2008 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.Wat de eerste drie vragen betreft, met betrekking totde controle van de aangeboden bankproducten, degekozen elementen om het profiel van investeerdersvast te stellen en de mogelijkheid om beleggingsofferteste beperken, wil ik u graag doorverwijzen naarde minister van Financiën. Het gaat hier namelijk omkwesties waarvoor de Commissie voor het Bank-Financie- en Assurantiewezen (CBFA) bevoegd is.Inzake reclame, daarentegen, wordt de wet inzakehandelspraktijken wél toegepast op financiële instrumenten.Het koninklijk besluit van 5 december 2000heeft sommige bepalingen van deze wet, onder anderediegene met betrekking tot reclame, van toepassinggemaakt op financiële instrumenten.Wat de reclame voor beleggingsproducten betreftdie op grote schaal wordt verspreid: deze vormde eind2005 het voorwerp van een enquête die door de FODEconomie werd gehouden, in samenwerking met deCBFA. De enquête was gericht op twee soorten financiëleproducten: levensverzekeringen en spaarboekjes.Deze enquête heeft een gebrek aan informatie en eengebrek aan transparantie aan het licht gebracht, zowelin verband met de aard van het product, de wijzewaarop het rendement wordt berekend, de essentiëlevoorwaarden en de kosten verbonden aan de belegging.De betrokken beroepsverenigingen, met name deBelgische Vereniging van Banken, Febelfin en Assuraliahebben toen voorgesteld om een gedragscode op testellen.Zo zijn er in 2007 twee gedragscodes inzake financiëlereclame van kracht geworden: een gedragscodemet betrekking tot informatie en reclameboodschappenover spaarboekjes en een gedragscode metbetrekking tot reclame en informatie over individuelelevensverzekeringen.Deze gedragscodes vormen natuurlijk een aanvullingop de bestaande wetgeving inzake reclame enhandelspraktijken. Het niet naleven ervan kan wordengesanctioneerd als oneerlijke handelspraktijk, zoalsbeschreven in de wet inzake handelspraktijken.In de loop van dit jaar zal de algemene directieControle en Bemiddeling van de FOD Economie een5. Ne peut-on pas estimer que ce type de produitfinancier s’apparente à des offres conjointes, qui sonttrès réglementées dans notre droit national et qui, ici,peuvent pousser les consommateurs à contracter pourun produit qu’ils ne comprennent pas forcément?Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du22 février 2008, à la question n o 21 de M. AndréPerpète du 13 février 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à laquestion de l’honorable membre.Tout d’abord, en ce qui concerne les trois premièresquestions relatives au contrôle des produits bancairesofferts, des éléments choisis pour établir le profil desinvestisseurs et de l’opportunité de restreindre lesoffres de placement, je me permets de vous renvoyervers le ministre des Finances. Il s’agit en effet de questionsrelevant de la compétence de la Commissionbancaire, financière et des assurances (CBFA).Par contre, en matière de publicité, la loi sur lespratiques du commerce trouve bien à s’appliquer auxinstruments financiers. L’arrêté royal du 5 décembre2000 a en effet rendu applicables aux instrumentsfinanciers certaines dispositions de la loi dont cellesrelatives à la publicité.En ce qui concerne les publicités pour les produitsde placement, diffusées à grande échelle, celles-ci ontfait l’objet d’une enquête fin 2005, réalisée par le SPFEconomie en collaboration avec la CBFA. L’enquêtes’est axée sur deux sortes de produits financiers: lesassurances-vie et les dépôts d’épargne.Cette enquête a révélé un manque d’information etun manque de transparence sur divers éléments telsque la nature du produit, la manière de calculer lerendement, les conditions essentielles ou les coûts liésau placement.Les organisations professionnelles concernées, àsavoir l’Association belge des banques, Febelfin etAssuralia, ont alors proposé d’élaborer un code deconduite.En 2007, deux codes de conduite en matière depublicité financière sont ainsi entrès en vigueur: uncode de conduite relatif à l’information et aux messagespublicitaires concernant le dépôt d’épargne et uncode de conduite relatif à la publicité et à l’informationsur les assurances-vie individuelles.Ces codes constituent bien sûr un complément à lalégislation existante en matière de publicité et de pratiquescommerciales. Leur non-respect pourra être sanctionnéen tant que pratique commerciale déloyale, telleque visée dans la loi sur les pratiques du commerce.Au cours de cette année, la direction générale Contrôleet Médiation du SPF Economie effectuera uneKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 144325 - 2 - 2008algemene enquête uitvoeren met betrekking tot hetnaleven en toepassen van deze gedragscodes. Na dezeenquête zal er een evaluatie plaatsvinden.In verband met de kwestie van het gezamenlijkaanbod: in principe en in het algemeen vormt eenbeleggingsproduct op zich geen gezamenlijk aanbodzoals bepaald in de wet inzake handelspraktijken.Opdat het om een gezamenlijk aanbod zou gaan, moetde consument die een financieel product wenst tevensverplicht worden om een ander product of anderedienst aan te schaffen.enquête générale sur le respect et l’application de cescodes. À l’issue de cette enquête, une évaluation seraréalisée.En ce qui concerne la question de l’offre conjointe,en principe et de manière générale, un produit de placementne constitue pas en soi une offre conjointe telleque définie par la loi sur les pratiques du commerce.En effet, pour qu’il y ait offre conjointe, il faut que leconsommateur qui souhaite un produit financier soitégalement contraint d’acquérir un autre service ouproduit.DO 2007200801874 DO 2007200801874Vraag nr. 22 van de heer Melchior Wathelet van13 februari 2008 (Fr.) aan de minister van Klimaaten Energie:Elektriciteit. — Nacht- en weekendtarief.Sinds 1 januari 2007 geldt het nachttarief ooktijdens het weekend. Het is immers mogelijk de tarievente verlagen tijdens periodes waarin er minderelektriciteit wordt verbruikt, namelijk ’s nachts entijdens het weekend.Op feestdagen is deze maatregel echter niet vantoepassing.Zou het niet logisch en aangewezen zijn om hetnacht- en weekendtarief ook toe te passen op feestdagen,om dezelfde redenen als die welke de regeringertoe hebben aangezet het nachttarief tot het weekenduit te breiden?Daardoor zou de consument ook op feestdagenminder voor zijn elektriciteitsverbruik moeten betalen.Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 20 februari 2008, op de vraag nr. 22 van de heerMelchior Wathelet van 13 februari 2008 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.Het elektriciteitsverbruik van alle eindgebruikersdie aangesloten zijn op het distributienetwerk en diebeschikken over een tweevoudige uurteller wordt sinds1 januari 2007 tijdens het weekend geregistreerd op denachtteller van de tweevoudige uurteller, en wordtbijgevolg gefactureerd in overeenstemming met hetnachttarief.De eventuele uitbreiding van dit tarief tot hetverbruik dat wordt geregistreerd op feestdagen dientdiepgaand te worden onderzocht, voornamelijk methet oog op de invloed op zowel de eindgebruikers alsde leveranciers en de distributienetbeheerders.Question n o 22 de M. Melchior Wathelet du 13 février2008 (Fr.) au ministre du Climat et de l’Énergie:Electricité. — Tarif de nuit et de week-end.Depuis le 1 er janvier 2007, le tarif de nuit a étéétendu au tarif week-end. Cette initiative est la conséquencedu fait que les tarifs peuvent être diminuéslorsque la consommation d’électricité est plus faible,c’est-à-dire pendant la période de nuit et pendant lapériode de week-end.Cependant, pour les jours fériés, rien n’a été fait.Ne serait-il pas logique et opportun d’étendre letarif de nuit et de week-end également aux jours fériéspour les mêmes raisons qui ont amené le gouvernementà étendre le tarif de nuit au tarif de week-end?Cette possibilité permettrait aux citoyens de payermoins chère leur facture d’électricité pendant les joursfériés.Réponse du ministre du Climat et de l’Énergie du20 février 2008, à la question n o 22 de M. MelchiorWathelet du 13 février 2008 (Fr.):J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à laquestion de l’honorable membre.La consommation d’électricité de tout client finalraccordé au réseau de distribution qui dispose d’uncompteur bi-horaire, est enregistrée, depuis le 1 er janvier2007, le week-end sur le compteur-nuit du compteurbi-horaire et, par conséquent, est facturée conformémentau tarif applicable à la période de nuit.L’éventuelle extension de ce tarif à la consommationenregistrée les jours fériés mérite d’être examinée enprofondeur, notamment quant à son impact pour lesclients finaux ainsi que pour les fournisseurs et lesgestionnaires de réseau de distribution d’électricité.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1444 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Ook zal ik de CREG vragen om over te gaan tot eenuitvoerige analyse van dit voorstel, alsook om mijhierover een advies te verstrekken, desgevallend samenmet een voorstel tot aanpassing van de reglementairetariefbepalingen daaromtrent.Aussi, je vais demander à la CREG qu’il soit procédéà une analyse circonstanciée de la suggestion etqu’un avis me soit communiqué à ce sujet, enl’accompagnant le cas échéant d’une propositiond’adaptation des dispositions réglementaires tarifairesen la matière.Minister van OntwikkelingssamenwerkingMinistre de la Coopération au DéveloppementDO 2007200801404 DO 2007200801404Vraag nr. 4 van mevrouw Hilde Vautmans van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking:Openbaarheid van bestuur. — Do(n)ordacht. —DGOS.Do(n)ordacht is een pluralistisch platform dat ijvertvoor een open en transparante houding bij NGO’s.Herhaaldelijk vroegen zij inzage in en afschrift vande evaluaties van de actieplannen van de volgende ontwikkelings-ngo’s:11.11.11, Damiaanactie, Triasngo,Vredeseilanden, Broederlijk Delen, Oxfam Solidariteit,Protos, Caritas, Volens. Dit voor de jaren 2004-2005-2006.DGOS (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking)weigert deze evaluaties vrij te geven.Volgens de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheidvan bestuur heeft iedere burger evenwel ditrecht. Het advies van de «Commissie voor de toegangtot bestuursdocumenten» geeft een positief advieszodat Do(n)ordacht toegang zou moeten krijgen totdeze documenten. DGOS blijft echter weigeren omdeze documenten vrij te geven, in strijd met de wetbetreffende de openbaarheid van bestuur.1. Waarom blijft DGOS, tegen het advies van deCommissie voor de toegang tot bestuursdocumentenin, weigeren om de evaluaties van de actieplannen vrijte geven?2.a) Is het mogelijk een aftschrift te bekomen van deevaluaties van de actieplannen voor de jaren 2004-2005-2006 van volgende ontwikkelings-ngo’s:11.11.11, Damiaanactie, Triasngo, Vredeseilanden,Broederlijk Delen, Oxfam Solidariteit, Protos,Caritas en Volens te ontvangen?Question n o 4 de M me Hilde Vautmans du 18 janvier2008 (N.) au ministre de la Coopération au développement:Publicité de l’administration. — Do(n)ordacht. —DGCD.Do(n)ordacht est une plate-forme pluraliste dontl’objectif est d’amener les ONG à adopter une attitudeouverte et transparente.Elle a demandé à plusieurs reprises à pouvoirconsulter et recevoir une copie des évaluations desplans d’action des ONG suivantes, actives dans ledomaine de la coopération au développement, pour lesannées 2004-2005-2006: 11.11.11, Fondation Damien,Trias, Îles de Paix, Broederlijk Delen, Oxfam Solidarité,Protos, Carita et Volens.La DGCD (Direction générale de la Coopération audéveloppement) refuse de rendre publiques ces évaluations.En vertu de la loi du 11 avril 1994 relative à lapublicité de l’administration, tout citoyen bénéficiepourtant de ce droit. La Commission d’accès auxdocuments administratifs a rendu un avis positif etDo(n)ordacht devrait dès lors avoir accès à ces documents.La DGCD refuse cependant toujours de rendrepublics les documents en question, ce qui est contraireà la loi relative à la publicité de l’administration.1. Pourquoi la DGCD continue-t-elle à refuser,contre l’avis de la Commission d’accès aux documentsadministratifs, de rendre publiques les évaluations desplans d’action?2.a) Est-il possible, pour les années 2004-2005-2006,d’obtenir une copie des évaluations des plansd’action des ONG suivantes, actives dans ledomaine de la coopération au développement:11.11.11, Fondation Damien, Trias, Îles de Paix,Broederlijk Delen, Oxfam Solidarité, Protos, Caritaset Volens?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 144525 - 2 - 2008b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerkingvan 22 februari 2008, op de vraag nr. 4van mevrouw Hilde Vautmans van 18 januari 2008(N.):1. Ik kan het geachte lid verzekeren dat transparantieen openbaarheid van bestuur twee zaken zijn waarik belang aan hecht.2. De documenten waarvan echter inzage wordtgevraagd bevatten gegevens die «ondernemingsgegevens»zijn in de zin van artikel 6, § 1, 7 o van de wetvan 11 april 1994 betreffende de openbaarheid vanbestuur. Het vigerende standpunt tot op heden is dathet belang van de openbaarheid niet opweegt tegen debescherming van het uit de aard van de zaak vertrouwelijkkarakter van de ondernemingsgegevens die aande federale overheid zijn meegedeeld. Bovendienkunnen een aantal documenten die betrekking hebbenop de actieplannen wel degelijk ter beschikkingworden gesteld. Het betreft onder andere de ministeriëlebesluiten die de subsidies toekennen. Dit is danook het standpunt dat, ondanks het advies van deCommissie voor de toegang tot bestuursdocumenten,gecommuniceerd werd aan het College van de Federaleombudsmannen.3. Gelet op het belang van openbaarheid en transparantievan bestuur ben ik evenwel bereid teonderzoeken of dit standpunt niet kan worden bijgestelden inzage kan verleend worden in de beoordelingvan de actieplannen van de NGO’s. Ik vestig er uwaandacht op dat in afwachting van mijn finaal standpuntsowieso de mogelijkheid blijft bestaan om zichrechtstreeks te richten tot de betrokken NGO’s.4. Naar aanleiding van uw gelijkaardige mondelingevraag van 28 januari 2008 kan ik u meedelen datik in tussentijd aan mijn administratie heb gevraagdom dit binnen de korst mogelijke termijn opnieuw tebekijken. Ik verwacht dan ook binnenkort een adviesvan mijn administratie.Réponse du ministre de la Coopération au développementdu 22 février 2008, à la question n o 4 de M me -Hilde Vautmans du 18 janvier 2008 (N.):1. Je peux assurer l’honorable membre que la transparenceet la publicité de l’administration sont deuxchoses auxquelles j’attache de l’importance.2. Les documents dont la consultation est demandée,contiennent des données contenant des informationsd’entreprise dans le sens de l’article 6, § 1 er , 7 o dela loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration.Jusqu’à présent la position en vigueur préciseque la protection de ces informations prime surl’importance de la publicité, vu le caractère par natureconfidentiel des informations communiquées à l’autoritéadministrative fédérale. En outre un certainnombre de documents relatifs aux plans d’action peuventbien être mis à disposition. Cela concerne entreautre les arrêtés ministériels accordant les subsides.Ceci est le point de vue qui, nonobstant l’avis de laCommission pour l’accès aux documents administratifs,fut communiqué au Collège des Médiateurs fédéraux.3. Néanmoins, vu l’importance de la publicité et dela transparence de l’administration, je suis disposé àexaminer si cette position ne peut pas être adaptée,afin d’autoriser la consultation des évaluations desplans d’actions des ONG. Dans l’attente de ma positionfinale, je tiens à vous préciser qu’il vous est loisiblede contacter directement les ONG concernées.4. En réponse à votre question orale semblable du28 janvier 2008, je peux vous informer qu’entretempsj’ai demandé à mon administration de réexaminer laquestion dans les meilleurs délais. J’attends donc prochainementson avis.Minister van Ambtenarenzakenen OverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiquesDO 2007200800944 DO 2007200800944Vraag nr. 12 van mevrouw Barbara Pas van 10 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Vereiste tweetaligheid van de postmeesterte Beersel.Als autonome openbare dienst dient De Post zich tehouden aan het gebruik der talen in bestuurszaken. ZoQuestion n o 12 de M me Barbara Pas du 10 janvier 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:La Poste. — Bilinguisme requis du percepteur à Beersel.En tant que service public autonome, La Poste esttenue de respecter la législation sur l’emploi desKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1446 QRVA 52 01025 - 2 - 2008zijn personeelsleden die in contact komen met hetpubliek (vooral postmannen-uitreikers, loketbedienden)tweetalig in de rand- en taalgrensgemeenten en inde Brusselse agglomeratie.De uitreiking van de gemeenten 1620 Drogenbos en1630 Linkebeek gebeurde tot nog toe vanuit hetkantoor Linkebeek Mail. Aangezien beide randgemeententaalfaciliteiten voor Franstaligen, stelde ditgeen probleem voor de personeelsleden die er, in principe,tweetalig moeten zijn. Om organisatorischereden werd het uitreikingskantoor 1630 LinkebeekMail samengevoegd met het uitreikingskantoor 1650Beersel Mail. Door deze maatregel valt het kantoorBeersel Mail in een hogere klasse en moest er eenandere postmeester aangesteld worden.Tot onze verwondering werd de jobomschrijvingvoor deze vacante betrekking van «Postmeester Mail»te Beersel aangevuld met een erratum: «Voor dezefunctie is een wettelijke tweetaligheid vereist». Degemeente Beersel is nochtans eentalig Nederlands.1. Om welke redenen heeft De Post beslist dat devacante betrekking van «Postmeester Mail» in Beerseltweetaligheid vereist?2. Deelt u onze mening dat deze beslissing een overtredingvan de taalwetgeving is?3. Werden desgevallend maatregelen genomen omzulke situaties recht te zetten en in de toekomst tevoorkomen?4. Wat met gelijkaardige situaties met mailkantorendie een tweetalige (taalgrens-) gemeente bedienen(Herne en Bever, Avelgem en Spiere-Helkijn, Heuvellanden Mesen, Tongeren en Herstappe)?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 12 van mevrouw Barbara Pas van 10 januari 2008(Fr.):1. De Post deelt mij mee dat in de oorspronkelijkejobomschrijving van «Postmeester Mail» in Beerselenkel was voorzien dat de kennis van het Frans eenpluspunt was. Pas later werd, ten gevolge van eenadministratieve vergissing, voor deze functie een erratumingevoegd waarin de wettelijke tweetaligheidwerd geëist.2. Het invoegen van een dergelijk erratum hieldinderdaad een overtreding van de taalwetgeving in.Dergelijke kantoren, waarvan het werkingsgebied zichuitstrekt over meerdere gemeenten, dienen in termenvan de taalwetgeving immers niet als plaatselijke maarlangues en matière administrative. C’est ainsi que lesmembres du personnel qui entrent en contact avec lepublic (il s’agit essentiellement des agents des postesdistributeurset des guichetiers) sont bilingues dans lescommunes de la périphérie et de la frontière linguistique,de même que dans l’agglomération bruxelloise.Jusqu’à ce jour, la distribution dans les communesde Drogenbos (1620) et de Linkebeek (1630) s’effectuaità partir du bureau Linkebeek Mail. Ces deuxcommunes de la périphérie de Bruxelles étant descommunes à facilités pour les francophones, cela neposait aucun problème pour les membres du personnelqui doivent être en principe bilingues. Pour des raisonsorganisationnelles, le bureau de distribution LinkebeekMail (1630) a été fusionné avec le bureau dedistribution Beersel Mail (1650), fusion qui a eu poureffet que le bureau Beersel Mail relève d’une classesupérieure et qu’un autre percepteur a dû être désigné.Nous nous étonnons que le descriptif de cette fonctionà pourvoir de «Percepteur Mail» à Beersel ait étécomplété par un erratum libellé comme suit: «Cettefonction requiert un bilinguisme légal». Or lacommune de Beersel est unilingue néerlandophone.1. Pour quelles raisons La Poste a-t-elle décidé quel’emploi vacant de «Percepteur Mail» à Beersel requéraitle bilinguisme?2. Pensez-vous comme nous que cette décision estconstitutive d’une violation de la législation linguistique?3. Des mesures ont-elles été prises le cas échéantafin de remédier à ce type de situations et d’empêcherqu’elles ne se représentent?4. Quid de situations similaires avec des bureauxmail qui desservent une commune bilingue (de la frontièrelinguistique) telle que Herne et Bever, Avelgem etSpiere-Helkijn, Heuvelland et Mesines, Tongres etHerstappe?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 12 de M me Barbara Pas du 10 janvier 2008(Fr.):1. La Poste me fait savoir que la description defonction initiale du «Percepteur Mail» à Beerselmentionnait la connaissance du français uniquementcomme un atout. Ce n’est que plus tard, à la suited’une erreur administrative, qu’on a ajouté pour cettefonction un addendum requérant le bilinguisme légal.2. L’ajout d’un tel addendum enfreignait effectivementla législation régissant l’emploi des langues. Detels bureaux, dont le rayon d’action s’étend sur plusieurscommunes, doivent en effet être considérés, auregard de la législation sur l’emploi des langues,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 144725 - 2 - 2008als gewestelijke diensten beschouwd te worden. Dithoudt in dat in het betrokken kantoor, waarin zoweleen gemeente wordt bediend die gelegen is in homogeenNederlands taalgebied als een randgemeente mettaaifaciliteiten die eveneens behoort tot hetNederlandse taalgebied, geen wettelijke tweetaligheidvan het personeel kan worden geëist.3. De nodige instructies werden intussen reeds gegeventeneinde dergelijke handelwijze te voorkomen.4. Er wordt over gewaakt dat ook in deze kantorende taalwetgeving correct wordt toegepast. Ik zal hiervooreen advies vragen aan de Vaste Commissie voorTaaltoezicht vragen om de exacte verplichtingen indeze gevallen te kennen en te laten toepassen door DePost.comme des services régionaux et non locaux. Celasignifie qu’au sein du bureau concerné, qui dessertaussi bien une commune située sur un territoire homogènede langue néerlandaise qu’une commune de lapériphérie prévoyant des facilités linguistiques etappartenant elle aussi au territoire néerlandophone,on ne peut exiger un bilinguisme légal de la part dupersonnel.3. Entre-temps, les instructions utiles ont étécommuniquées afin d’éviter de tels agissements àl’avenir.4. L’on veillera à ce que la législation régissantl’emploi des langues soit également appliquée correctementdans ces bureaux. Je vais demander un avis à laCommission permanente de Contrôle linguistique afinde connaître les obligations exactes dans ces cas particulierset les faire appliquer par La Poste.DO 2007200800969 DO 2007200800969Vraag nr. 16 van de heer Bruno Stevenheydens van10 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Veiligheid aan spooroverwegen in hethavengebied van Antwerpen.In de haven van Antwerpen zijn de meeste spooroverwegenuitgerust zonder slagbomen. Nochtans is dehaven een druk gebied. Aan sommige overwegen zijnzelfs geen lichten geïnstalleerd. Goederentreinenworden dan vergezeld van een arbeider die met eenzwaailicht achteraan aangeeft hoe lang de trein is. Uitvoorbeelden blijkt dat in sommige gevallen er zichmaar aan één zijde iemand met een licht bevindt. Bijslecht weer of bij mist zorgt dit voor gevaarlijke situaties.1. Hoeveel spooroverwegen zijn er in de haven vanAntwerpen en dit uitgesplitst tussen de haven op rechteroeveren de Waaslandhaven?2. In welke categorieën zijn deze overwegen uitgesplitst?3. Wordt er bij nieuwe overwegen onmiddellijkgekozen voor seinlichten en/of slagbomen?Question n o 16 de M. Bruno Stevenheydens du 10 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:SNCB. — Sécurité de passages à niveau dans la zoneportuaire d’Anvers.La plupart des passages à niveau que compte le portd’Anvers ne sont pas équipés de barrières. Le portconstitue pourtant une zone à forte densité de trafic.Certains passages à niveau sont même dépourvus designaux lumineux. Dans ces cas, les trains de marchandisessont accompagnés d’un agent muni d’un gyrophareà l’arrière pour indiquer la longueur du convoi.Des exemples montrent que dans certains cas, on neprévoit un agent avec un signal lumineux que d’un seulcôté. Par mauvais temps ou en cas de brouillard, cettesolution provoque des situations dangereuses.1. Combien de passages à niveau dénombre-t-ondans le port d’Anvers (répartition entre ceux de la rivedroite et ceux du Waaslandhaven)?2. En fonction de quelles catégories ces passages àniveau sont-ils subdivisés?3. Opte-t-on, lors de l’aménagement de nouveauxpassages à niveau, pour l’installation de signaux lumineuxet/ou de barrières?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1448 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 16 van de heer Bruno Stevenheydens van 10 januari2008 (N.):1 en 2. Het aantal overwegen en categorieën zijn alsvolgt ingedeeld:Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 16 de M. Bruno Stevenheydens du 10 janvier2008 (N.):1 et 2. Le nombre de passages à niveau et leurs catégoriessont répartis comme suit:Categorie(1)—Catégorie(1)Openbaar—PublicRechteroever—Rive droitePrivaat—PrivéTotaal—TotalOpenbaar—PublicLinkeroever—Rive gauchePrivaat—PrivéTotaal—TotalHaven vanAntwerpen—Port d’Anvers2 o 6 0 6 0 0 0 63 o 63 27 90 27 6 33 1234 o 8 20 28 6(4) 21 27 555 o 6(2) 12(3) 18 0 0 0 18Totaal. — Total 83 59 142 33 27 60 202(1) Voor meer informatie verwijs ik u naar de website http://www.uitweg.be/nummer-58/uitweg58 107.html.(2) Deze 6 overwegen zijn uitgerust met driekleurige verkeerslichtendie met het spoorverkeer gekoppeld zijn.(3) Waarvan 9 overwegen zijn uitgerust met driekleurigeverkeerslichten die met het spoorverkeer gekoppeld zijn.(4) Waarvan 2 overwegen uitsluitend voor fietsers en voetgangers.(1) Pour de plus amples informations, je vous renvoie au sitewebhttp://www.uitweg.be/nummer-58/uitweg58œ107.html.(2) Ces 6 passages à niveau sont équipés de feux de signalisationtricolores couplés au trafic ferroviaire.(3) Dont 9 passages à niveau sont équipés de feux de signalisationtricolores couplés au trafic ferroviaire.(4) Dont 2 passages à niveau exclusivement pour les cyclisteset les piétons.3. De signalisatie van de overwegen wordt door deFOD Mobiliteit en Vervoer bepaald, rekeninghoudend met het belang van het spoor- en wegverkeer.In havengebieden zijn de overwegen zelden uitgerustmet slagbomen wegens het grote risico van aanrijding.Bij de uitbouw van de linkeroever worden de nieuweoverwegen meestal met weglichtseinen uitgerust, maarzonder slagboom.3. La signalisation des passages à niveau est définiepar le SPF Mobilité et Transport en tenant compte del’importance du trafic ferroviaire et routier. Dans leszones portuaires, les passages à niveau sont rarementéquipés de barrières en raison du risque élevé de collision.Dans le cadre du développement de la rivegauche, les nouveaux passages à niveau sont généralementéquipés de signaux routiers lumineux, maissans barrière.DO 2007200800970 DO 2007200800970Vraag nr. 17 van de heer Bruno Stevenheydens van10 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinregeling Zuidstation Antwerpen.Met de nieuwe treinregeling van 9 december 2007rijden er tussen Sint-Niklaas en Antwerpen-Zuid, uitgezonderdde spitsuren, twee treinen per uur. TussenBeveren en Antwerpen-Zuid is dit buiten de spitsslechts één trein per uur.Question n o 17 de M. Bruno Stevenheydens du 10 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:SNCB. — Horaire en gare d’Anvers-Sud.Le nouvel horaire du 9 décembre 2007 prévoit, endehors des heures de pointe, deux trains par heureentre Sint-Niklaas et Anvers-Sud. Entre Beveren etAnvers-Sud, il n’y a qu’un seul train par heure endehors des heures de pointe.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 144925 - 2 - 2008Tijdens de boekenbeurs heeft men meer treinenlaten stoppen in Antwerpen-Zuid. Voor de reizigersdie van Oost of West-Vlaanderen komen, is Antwerpen-Zuidhet eerste station in Antwerpen. Via dit stationheeft men goede aansluitingen op het openbaarvervoer richting Antwerpen-centrum, Hoboken enWilrijk. Eveneens is dit station dicht bij het gerechtshof,het Provinciaal Instituut VoedingsbedrijvenAntwerpen, de Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappijder Provincie Antwerpen en deInternationale Kunstcampus de Singel gelegen.Kan u er bij de NMBS op aandringen om de dienstregelingte optimaliseren en meer treinen in het ZuidstationAntwerpen te laten stoppen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 17 van de heer Bruno Stevenheydens van 10 januari2008 (N.):Sinds 7 januari 2008 hebben 4 IC-treinen van derelatie IC G Oostende-Brugge-Gent-Antwerpen eenbijkomende stop in Antwerpen-Zuid gekregen:’s Morgens stoppen de treinen vanuit Oostende-Gent in Antwerpen-Zuid om 7.30 uur en 8.28 uur en’savonds stoppen ze om 16.32 uur en 17.32 uur richtingGent en verder.Pendant la Foire du livre, le nombre de trainss’arrêtant en gare d’Anvers-Sud a été augmenté. Pourles voyageurs en provenance des Flandres orientale ouoccidentale, Anvers-Sud est le premier arrêt en régionanversoise. Cette gare propose de bonnes correspondancesavec les transports en commun en direction ducentre d’Anvers, de Hoboken et de Wilrijk. Elle sesitue par ailleurs à proximité du palais de justice, duProvinciaal Instituut Voedingsbedrijven Antwerpen,de la Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappijder Provincie Antwerpen) et du campusartistique international de Singel.Pourriez-vous demander instamment à la SNCBd’optimiser son horaire et de faire s’arrêter davantagede trains en gare d’Anvers-Sud?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 17 de M. Bruno Stevenheydens du 10 janvier2008 (N.):Depuis le 7 janvier 2008, 4 trains IC de la relation ICG Ostende — Bruges — Gand — Anvers effectuent unarrêt supplémentaire à Anvers-Sud:Le matin, les trains en provenance d’Ostende-Gandfont arrêt à Anvers-Sud à 7 h 30 et 8 h 28 et le soir, lestrains en direction de Gand et au-delà font arrêt àAnvers-Sud à 16 h 32 et 17 h 32.DO 2007200800993 DO 2007200800993Vraag nr. 24 van de heer Georges Gilkinet van 10 januari2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Lijn Namen-Dinant. — Verdeling van derijtuigen tijdens de spitsuren.Het lijkt erop dat de NMBS het aantal treinreizigersop sommige trajecten steevast te laag inschat, in hetbijzonder tijdens de spitsuren, met alle gevolgen vandien op het gebied van comfort en veiligheid, maarook wat de vraag betreft.Zo telt de trein van 16.51 uur in het station vanNamen, die naar Dinant en Bertrix spoort, stelselmatigslechts twee rijtuigen, die dan ook overvol zitten enwaarin de reizigers als vee opgepropt zitten. Wie in hetstation van Jambes wil opstappen, heeft daar dan ookbijna geen kans toe.1.a) Welke criteria hanteert de NMBS voor de verdelingvan de rijtuigen, inzonderheid tijdens de spitsuren?Question n o 24 de M. Georges Gilkinet du 10 janvier2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Ligne Namur-Dinant. — Répartition desvoitures aux heures de pointe.Il semble que la SNCB ait tendance à sous-évaluer lenombre d’usagers du train pour certains trajets, particulièrementaux heures de pointe, avec les conséquencesque cela peut avoir en terme de confort, de sécuritémais aussi de demande.Ainsi, le train de 16h51 en gare de Namur, reliantDinant et Bertrix ne compte systématiquement quedeux voitures, qui sont de ce fait bondées et danslesquelles les passagers sont pressés comme du bétail.Les passagers qui souhaitent prendre le train en garede Jambes sont dès lors quasiment empêchés de lefaire.1.a) Quels sont les critères utilisés pour la répartitiondes voitures de la SNCB, principalement pendantles heures de pointe?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1450 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Wordt er uitsluitend rekening gehouden met hetaantal reizigers?Net zoals wellicht ook op andere lijnen en opandere uren, moet het treinaanbod op deze lijn en ronddit uur aangepast worden, en moet de capaciteitworden opgetrokken.c) Worden die criteria geregeld opnieuw geëvalueerd?2. Wanneer werden de rijtuigen op de lijn Namen-Dinant tijdens de spitsuren voor het laatst herschikt?3. Zal de NMBS op korte termijn de treincapaciteitop dit baanvak tijdens de spitsuren verhogen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 24 van de heer Georges Gilkinet van 10 januari2008 (Fr.):Trein P 8682 (vertrek 16.51 uur uit Namen) bestaatnormaal uit 2 motorwagens 41 die zowat 310 zitplaatsenbieden.Uit de tellingen van de treinbegeleiders (IBIS) blijktdat gemiddeld 265 reizigers deze P-trein nemen.Bijgevolg is de samenstelling waarin de NMBSvoorziet toereikend en beantwoordt ze aan de vraagvan het cliënteel.Het is evenwel juist dat deze trein, ingevolge tijdelijketechnische problemen, op bepaalde dagen inverminderde samenstelling heeft gereden en daardoorop dat moment met overbezettingsproblemen tekampen heeft gehad.1. De NMBS organiseert en regelt haar treinaanbodop basis van de reizigerstellingen die door de treinbegeleidersworden uitgevoerd en die in het IBIS-systeemworden opgeslagen. Als haar diensten dus eenprobleem inzake bezetting opmerken of als een klanteen klacht heeft ingediend, wordt de mogelijkheid totuitbreiding van de treinsamenstelling onderzocht, infunctie van de beschikbare middelen. directie Reizigersvolgt in alle gevallen van overbezetting voortdurend deevolutie van de dossiers en tracht constructieve oplossingente vinden voor de opgetreden problemen.2. De laatste aanpassing dateert van 9 december2007.3. De NMBS voorziet geen onmiddellijke aanpassingvan de capaciteit binnen de piekuren, aangeziendie theoretisch volstaat om de reizigers te vervoeren.Zij werkt toch aan maatregelen om de beschikbaarheidvan het materieel te verbeteren.b) Tiennent-ils uniquement compte du nombre depassagers?Il y aurait lieu d’adapter, sur cette ligne et à cetteheures, comme sans doute sur d’autres lignes àd’autres heures, l’offre de train en augmentant leurcapacité.c) Sont-ils régulièrement réévalués?2. De quand date la dernière réorganisation desvoitures sur la ligne Namur-Dinant aux heures depointe?3. Est-il envisagé dans le court terme d’augmenterla capacité des trains aux heures de pointe sur ce tronçon?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 24 de M. Georges Gilkinet du 10 janvier 2008(Fr.):Le train P 8682 (16 h 51 au départ de Namur) estcomposé normalement de 2 autorails 41, offrant quelques310 places assises.Les relevés enregistrès par les accompagnateurs detrain (IBIS) montrent, qu’en moyenne, 265 voyageursempruntent ce train P.La composition telle que prévue par la SNCB est dèslors suffisante et répond à la demande de la clientèle.Toutefois, il est vrai qu’en raison de problèmes techniquestemporaires, ce train a été déforcé certains jourset a, dès lors, connu à ce moment des problèmes desuroccupation.1. La SNCB organise et régule son offre de trainssur la base des comptages voyageurs effectués par lesaccompagnateurs de trains et enregistrès dans lesystème IBIS. Ainsi lorsqu’un problème d’occupationest repéré par ses services ou suite à une plainte devoyageurs, la possibilité de renforcement du train estexaminé, en fonction des moyens disponibles. Danstous les cas de suroccupation, la direction Voyageurssuit de manière constante l’évolution des dossiers ettente de trouver des solutions constructives aux problèmesrencontrès.2. La dernière adaptation date du 9 décembre 2007.3. La SNCB n’envisage pas d’adaptation dansl’immédiat de la capacité aux heures de pointe vu quecelle-ci est théoriquement suffisante pour le transportdes voyageurs.Ses services veilleront toutefois à prendre des mesuresafin d’assurer une meilleure disponibilité du matériel.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 145125 - 2 - 2008DO 2007200800996 DO 2007200800996Vraag nr. 25 van de heer Bruno Stevenheydens van10 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Spoorlijn 10. — Brug of tunnel aan spooroverwegin Melsele.Eind 2006 werd bekendgemaakt dat het VlaamsGewest een brug zal bouwen over de spoorlijn 10 opde gewestweg N70 in Melsele. Het plan om op dezelocatie een tunnel aan te leggen is uitgesteld todat detram wordt doorgetrokken naar Beveren. Een tunnel isdan noodzakelijk omdat de tram de steile helling vaneen brug niet zou kunnen nemen. De aanleg van eenbrug is momenteel noodzakelijk omwille van de steedstoenemende trafiek op goederenlijn 10 van en naar deWaaslandhaven.1. In hoeverre werden het federale niveau en Infrabelbetrokken bij deze beslissingen?2. Welke verantwoordelijkheid heeft het federaleniveau in gans de procedure tot aanleg van een brug oftunnel op de N70?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 25 van de heer Bruno Stevenheydens van 10 januari2008 (N.):1. Infrabel, als federaal overheidsbedrijf, heeft sinds2000 deelgenomen aan de besprekingen aangaande deafschaffing van overweg nr. 4 (gelijkvloerse kruisingmet gewestweg N70) op de spoorlijn 10.Deze besprekingen werden opgestart op initiatiefvan het Vlaamse Gewest (Agentschap Wegen enVerkeer Oost-Vlaanderen en De Lijn) dat in het kadervan hun project «herinrichting van de gewestwegN70» ondermeer een ongelijkvloerse kruising tervervanging van de bestaande overweg wenste te realiseren.2. Infrabel, als federaal overheidsbedrijf, heeft zichbereid verklaard enkel voor de realisatie van de afschaffingvan overweg 10 haar rechtmatig deel van dekosten op zich te nemen en dit volgens de bepalingenvan een ontwerp van bijzondere overeenkomst tussenvijf partijen (Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn,gemeente Beveren, gemeente Zwijndrecht en Infrabel).Deze ontwerpovereenkomst is sinds 2005 in hetbezit van het Vlaamse Gewest, de toekomstige uitvoerdervan het ganse project. Het Vlaamse Gewest staat invoor de verdere afhandeling van zaken die los staanvan de afschaffing van de overweg en waarbij Infrabelaldus geen betrokken partij is.Question n o 25 de M. Bruno Stevenheydens du 10 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:SNCB. — Ligne 10. — Pont ou tunnel à la hauteur dupassage à niveau à Melsele.Fin 2006, la région flamande a fait part de son intentionde construire un pont au-dessus de la ligne ferroviaire10, sur la route régionale N70 à Melsele. Leprojet de construction d’un tunnel à cet endroit a étéreporté dans l’attente du prolongement de la ligne detram jusqu’à Beveren. La construction d’un tunneldeviendra alors une nécessité, la pente du pont étanttrop importante pour permettre le passage du tram.L’aménagement d’un pont s’impose aujourd’hui enraison de l’augmentation du trafic sur la ligne demarchandises 10 assurant la liaison avec le port dupays de Waas.1. Dans quelle mesure le niveau fédéral et Infrabelont-ils été associés à ces décisions?2. Quelle est la part de responsabilité du niveaufédéral dans la procédure de construction d’un pont oud’un tunnel sur la N70?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 25 de M. Bruno Stevenheydens du 10 janvier2008 (N.):1. Depuis 2000, Infrabel prend part, en tant qu’entreprisepublique fédérale, aux discussions relatives àla suppression du passage à niveau n o 4 (croisement àniveau avec la route nationale N70) situé sur la lignede chemin de fer 10.Ces discussions ont été entamées à l’initiative de laRégion Flamande (Agence des Routes et de la CirculationFlandre orientale et De Lijn) qui, dans le cadre deson projet «réaménagement de la route nationaleN70», souhaitait notamment réaliser un croisementdénivelé pour remplacer le passage à niveau existant.2. Infrabel, en tant qu’entreprise publique fédérale,s’est déclarée disposée, pour la seule suppression dupassage à niveau 10, à assumer sa part légitime desfrais, et ce en vertu des dispositions d’un projet de conventionparticulière entre cinq parties (Agence desRoutes et de la Circulation, De Lijn, commune deBeveren, commune de Zwijndrecht et Infrabel).Ce projet de convention est, depuis 2005, en possessionde la Région Flamande, qui intervient en tant quefutur exécutant de l’ensemble du projet, pour le suivides éléments qui ne sont pas liés à la suppression dupassage à niveau et pour lesquels Infrabel n’est doncpas partie prenante.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1452 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801000 DO 2007200801000Vraag nr. 28 van de heer Georges Gilkinet van 10 januari2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Lijn Aarlen-Brussel. — Verdeling van derijtuigen op de piekuren en -dagen.Het lijkt erop dat de NMBS het aantal treinreizigersop bepaalde trajecten steevast te laag inschat, in hetbijzonder op de piekuren en op zondagavond, met allegevolgen van dien voor het comfort en de veiligheid,maar ook wat de vraag betreft.Zo zit de trein naar Brussel van 20.45 uur (die maaruit een treinstel bestaat) in Aarlen al steevast eivol opzondagavond. Wie dan opstapt is gedoemd de helelange rit te blijven staan. Met het studentencliënteelwordt op die lijn klaarblijkelijk niet echt naar behorenrekening gehouden.Het treinaanbod zou dus op die lijn en op dat uur,zoals wellicht ook op andere lijnen en op andere tijdstippen,moeten worden aangepast, en de capaciteitmoeten worden opgetrokken.1.a) Werd er voor die lijn recentelijk een behoeftenramingopgesteld?b) Werden de treinbegeleiders daar desgevallend bijbetrokken? Wat waren de belangrijkste besluiten?2. Zal de NMBS op korte termijn de treincapaciteitop dat baanvak tijdens de piekuren, en in het bijzonderop zondagavond, optrekken?3. Hoe wordt het treinaanbod berekend en dedienstregeling opgesteld voor de zondag- en vrijdagavond,wanneer de studenten het gewone reizigersaantalsterk doen aangroeien?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 28 van de heer Georges Gilkinet van 10 januari2008 (Fr.):Naast de technische en veiligheidscriteria waaraande NMBS onderworpen is, is het criterium dat hetaantal rijtuigen op de lijnen bepaalt, de bezettingsgraadvan de trein. Die bezettingsgraad wordt bepaaldop basis van de gegevens die dagelijks door de treinbegeleidersworden meegedeeld.Wat in het bijzonder trein ICJ 2143 betreft (vertrekin Aarlen op zondag om 20.46 uur), is de maximalebezettingsgraad gemiddeld 180 reizigers voor eenaanbod van 212 zitplaatsen (een motorstel van het typeMR 96).Question n o 28 de M. Georges Gilkinet du 10 janvier2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Ligne Arlon-Bruxelles. — Répartition desvoitures aux heures et jour de pointe.Il semble que la SNCB ait tendance à sous-évaluer lenombre d’usagers du train pour certains trajets, particulièrementaux heures de pointe et le dimanche soir,avec les conséquences que cela peut avoir en terme deconfort, de sécurité mais aussi de demande.Ainsi à Arlon, le train de 20 h 45 pour Bruxelles (quine compte qu’une seule rame) est-il systématiquementbondé le dimanche soir; les navetteurs qui montentdans le train n’ont d’autre choix que de rester deboutpour le reste de leur long trajet. La clientèle desétudiants ne semble pas tout-à-fait adéquatement priseen compte sur cette ligne particulière.Il y aurait lieu d’adapter, sur cette ligne et à cetteheure, comme sans doute sur d’autres lignes à d’autresheures, l’offre de train en augmentant leur capacité.1.a) Une évaluation des besoins a-t-elle été réaliséerécemment sur cette ligne?b) Pourriez-vous communiquer le cas échéant si lesaccompagnateurs de trains y ont été associés etquelles en ont été les conclusions principales?2. La SNCB envisage-t-elle dans le court termed’augmenter la capacité des trains aux heures depointe et particulièrement le dimanche soir sur ce tronçon?3. Comment est calculée l’offre en quantité et leshoraires, pour les périodes particulières que sont lesdimanches soir et vendredi soir, où les étudiantsaugmentent fortement le nombre d’usagers des trains?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 28 de M. Georges Gilkinet du 10 janvier 2008(Fr.):Outre les critères techniques et de sécurité auxquelsla SNCB est soumise, le critère définissant le nombrede voitures en ligne est le taux d’occupation du train.Ce taux d’occupation est établi sur la base des donnéesqui sont communiquées quotidiennement par lesaccompagnateurs de train.Pour ce qui concerne plus particulièrement le trainICJ 2143 (départ d’Arlon le dimanche à 20 h 46), sonoccupation maximale est en moyenne évaluée à180 voyageurs pour une offre de 212 places assises(une automotrice de type AM 96).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 145325 - 2 - 2008De NMBS ondervindt dus geen problemen metoverbezetting van die trein. Haar diensten volgenevenwel aandachtig de evolutie van de bezetting vandie trein.La SNCB ne relève dès lors pas de problème desuroccupation pour ce train. Ses services suivront toutefoisl’évolution de l’occupation de ce train avecattention.DO 2007200801087 DO 2007200801087Vraag nr. 36 van de heer Guy D’haeseleer van 11 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Aantal overvallen op postkantoren.1. Kan u mij meedelen hoeveel overvallen er in 2006en 2007 plaatsvonden op postkantoren, opgesplitst pergerechtelijk arrondissement?2. In hoeveel gevallen wisten de overvallers aan dehaal te gaan met een buit?Question n o 36 de M. Guy D’haeseleer du 11 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:Nombre d’attaques de bureaux de poste.1. Combien d’attaques de bureaux de poste ont étécommises en 2006, par arrondissement judiciaire?2. Dans combien de cas les agresseurs ont-ils réussià s’emparer d’un butin?3. Hoeveel overvallen mislukten? 3. Combien d’attaques ont échoué?4. Hoeveel overvallen leidden tot fysieke letsels bijhet personeel?5. In hoeveel gevallen moest er psychologische bijstandverleend worden aan de betrokken postbodes?6. Wat is het totaal aantal ziektedagen dat door deslachtoffers werd opgenomen om te herstellen van deoverval?4. Dans combien de cas des postiers ont-ils été blessés?5. Dans combien de cas a-t-il fallu offrir une assistancepsychologique aux postiers agressés?6. Quel est le nombre total de jours de congés demaladie pris par les victimes pour se remettre del’attaque?7. In hoeveel gevallen werden de daders gevat? 7. Dans combien de cas les agresseurs ont-ils étéarrêtés?8. Wat is de totale kost van de schade die deze overvallenmet zich meebrachten, zowel financieel (debuit), als op het vlak van infrastructuur?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 20 februari 2008, op de vraagnr. 36 van de heer Guy D’haeseleer van 11 januari2008 (N.):1. Bij De Post wordt de opsplitsing niet pergerechtelijk arrondissement gemaakt, maar per postregio.8. Quelle est l’ampleur des dommages causés parces attaques, tant sur le plan financier (le butinemporté par les voleurs) que sur le plan des infrastructures?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 20 février 2008, à la questionn o 36 de M. Guy D’haeseleer du 11 janvier 2008(N.):1. La Poste ne fait pas de répartition par arrondissementjudiciaire, mais bien par région postale.2006 2007Regio Brussel/Brabant. — Région Bruxelles/Brabant .................................... 13 10Regio Oost-West-Vlaanderen. — Région Flandre Orientale et Occidentale ... 3 2Regio Henegouwen/Namen. — Région Hainaut/Namur ............................... 17 16Regio Antwerpen/Limburg. — Région Hainaut/Namur ................................ 3 6Regio Luik/Luxemburg. — Région Liège/Luxembourg ................................. 2 4Totaal. — Total ............................................................................................ 38 38KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1454 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. 2006: in 18 van de 38 overvallen werd er buitgemaakt;2007: in 17 van de 38 overvallen werd er buitgemaakt.3. 2006: 20; 3. 2006: 20;2007: 21. 2007: 21.4. 2006: 8; 4. 2006: 8;2007: 4. 2007: 4.5. Kantoorbedienden 5. Employés de bureau2006: 139; 2006: 139;2007: 152. 2007: 152.6. Er zijn geen afzonderlijke cijfers beschikbaarvoor postbodes of kantoorbedienden — er zijn enkelglobale cijfers voor beide categorieën beschikbaar.2. 2006: dans 18 des 38 agressions, il y a eu unbutin;2007: dans 17 des 38 agressions, il y a eu un butin.6. Il n’y a pas de chiffres disponibles distincts pourles agents des postes ou les employés de bureau —seuls sont disponibles des chiffres globaux pour lesdeux catégories.2006: 2006:— kalenderdagen: 5 889; — journées calendrier: 5 889;— werkdagen: 4 193. — journées de travail: 4 193.2007: 2007:— kalenderdagen: 2 075; — journées calendrier: 2 075;— werkdagen: 1 401. — journées de travail: 1 401.7. Deze info is enkel beschikbaar bij het FederaalParket en de ordediensten.8. Gezien het vertrouwelijke karakter van de gegevensworden ze niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar liggen ze ter inzage bijde griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers(dienst Parlementaire Vragen).7. Cette information est disponible uniquementauprès du Parquet Fédéral et des services d’ordres.8. Vu le caractère confidentiel des données, celles-cine sont pas reprises dans le bulletin des Questions etRéponses. Ces données sont à consulter au greffe de lachambre des représentants (service questions parlementaires).DO 2007200801120 DO 2007200801120Vraag nr. 45 van de heer Jef Van den Bergh van 11 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinen die te vroeg vertrekken.Recentelijk is er in de pers heel wat commotiegeweest omtrent de nieuwe dienstregeling van deNMBS en de stiptheid van de treinen. De talrijke vertragingenbrachten heel wat heisa teweeg. Maar somsworden reizigers ook geconfronteerd met treinen die tevroeg vertrekken. De gevolgen hiervan zijn minstenseven belangrijk als die van een vertraging: reizigers diehierdoor de te vroege trein missen, dienen eenvolgende te nemen waardoor ze een half uur tot eenuur later dan normaal op hun bestemming komen.Question n o 45 de M. Jef Van den Bergh du 11 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Départ prématuré de certains trains.Récemment, les nouveaux horaires de la SNCB et laponctualité des trains ont été souvent évoqués dans lapresse. Les retards fréquents ont suscité de nombreusesréactions. Il arrive néanmoins également que les voyageurssoient confrontés au départ prématuré d’untrain, ce qui est tout aussi désagréable qu’un retard:les voyageurs qui ratent un train parti en avance surl’horaire sont obligés de prendre le train suivant etarrivent dès lors de 30 à 60 minutes plus tard queprévu à destination. La pression subie par le personnelKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 145525 - 2 - 2008Misschien is de druk om vertragingen te vermijdenonder het personeel zo groot dat men liever wat tevroeg dan op tijd vertrekt.1.a) Worden er gegevens bijgehouden over het aantal tevroeg vertrekkende treinen?pour éviter les retards est peut-être telle que certainsmembres du personnel donnent un peu précipitemmentle signal de départ.1.a) Dispose-t-on de chiffres concernant les trains quipartent en avance sur l’horaire?b) Zo ja, wat zijn de cijfers voor 2007? b) Dans l’affirmative, quels sont les chiffres pour2007?2. Wat zijn de richtlijnen ter zake voor het personeel?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 45 van de heer Jef Van den Bergh van 11 januari2008 (N.):Het is nooit de bedoeling een trein te vroeg te latenvertrekken en, indien het zou gebeuren, moet het alshoogst uitzonderlijk worden beschouwd. Er wordenhierover bijgevolg ook geen cijfers bijgehouden.Het begeleidingspersoneel is in het bezit van eendienstfiche. Op deze dienstfiche zijn de te bedienentreinen, alsook hun respectieve vertrek- en aankomsttijdenopgenomen. Het begeleidingspersoneel weet dusexact wanneer de trein moet vertrekken.Om te vermijden dat de trein met vertraging zouvertrekken, start de boordchef 20 seconden vóór hetvertrekuur met het sluiten van de deuren. Nadien moethij opnieuw op het perron afstappen om de sluitingvan de deuren te controleren. Wanneer alle deurengesloten geeft hij de mededeling «verrichtingengedaan» aan de bestuurder.Om te vermijden dat treinen te vroeg zoudenvertrekken mag deze mededeling «verrichtingengedaan» maar gegeven worden als «het vertrekuuraangebroken of voorbij is».Op die manier wordt voorkomen dat een trein vóórhet voorziene vertrekuur vertrekt.Om te weten of «het vertrekuur aangebroken ofvoorbij is», zijn in de meeste grote stations op deperrons uurwerken opgesteld waarop de klanten enhet begeleidingspersoneel kunnen nagaan of het uurvan vertrek is aangebroken. In stations of stopplaatsenwaar er geen uurwerken op de perrons aanwezig zijngebruikt het begeleidingspersoneel het eigen uurwerk.Het begeleidingspersoneel is namelijk ook verplichtom zelf in het bezit te zijn van een precies afgestelduurwerk.2. Quelles sont les directives données en la matièreau personnel ?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 45 de M. Jef Van den Bergh du 11 janvier 2008(N.):Le but n’est jamais de faire partir un train trop tôt,et si ce devait être le cas, cette situation doit être considéréecomme tout à fait exceptionnelle. Aucun chiffren’est de ce fait disponible à ce sujet.Le personnel d’accompagnement dispose d’unefiche de service qui mentionne les trains à desservir,ainsi que leurs heures de départ et d’arrivée respectives.Le personnel d’accompagnement a dès lors connaissancede l’heure exacte du départ du train.Afin d’éviter que le train parte avec du retard, lechef de bord entame la fermeture des portes 20 secondesavant l’heure de départ. Ensuite, il doit à nouveaudescendre sur le quai pour contrôler la fermeture desportes. Une fois que toutes les portes sont fermées, iltransmet l’information «opérations terminées» auconducteur.Pour empêcher que les trains partent trop tôt, cetteinformation «opérations terminées» ne peut êtredonnée que si «l’heure de départ est atteinte ou dépassée».On évite de cette manière qu’un train parte avantl’heure prévue.Pour savoir si «l’heure de départ est atteinte oudépassée», les quais de la plupart des grandes garessont dotés d’horloges sur lesquelles les clients et lepersonnel d’accompagnement peuvent vérifier sil’heure de départ est atteinte. Dans les gares ou lespoints d’arrêt dépourvus d’horloges sur les quais, lepersonnel d’accompagnement utilise sa montrepersonnelle. En effet, le personnel d’accompagnementdoit être en possession d’une montre réglée avec précision.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1456 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801153 DO 2007200801153Vraag nr. 47 van de heer Eric Thiébaut van 14 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Nieuwe dienstregeling.De NMBS past haar dienstregeling jaarlijks aan,afhankelijk van de nieuwe infrastructuur en de evolutievan het aantal reizigers.Die aanpassing is niet alleen nodig door moderniseringswerkenop het spoornet, maar past ook in hetstreven om alle reizigers stiptere treinen en meercomfort te bieden.In haar geheel genomen zou de nieuwe dienstregeling,die op maandag 9 december 2007 van krachtwerd en slechts enkele lijnen betreft, een verbeteringmoeten betekenen. Voor sommige pendelaars valt zeechter duidelijk ook ongunstig uit.Naar verluidt heeft de NMBS naar aanleiding vande nieuwe dienstregeling al talrijke klachten van ontevredenpendelaars en andere treinreizigers ontvangen.De pendelaars doen hoofdzakelijk hun beklag overvier punten:— de afschaffing van de halte van de trein Quévy-Bergen in het station van Brussel-Kapellekerk;— de aanpassing van de dienstregeling van de treindie om 16.03 uur (in plaats van 16.10 uur) vanuitBrussel-Noord naar Charleroi-Châtelet vertrekt;— de afschaffing van de halte van sommige treinen inhet station van Etterbeek;— de afschaffing van de halte van sommige treinen inhet station van Schaarbeek.Begin 2008 werd de nieuwe dienstregeling ingevolgede vele klachten van pendelaars aangepast.1. Kan u meedelen of die recentste aanpassing eenoplossing biedt voor de voornoemde problemen?2. Ik wil tevens uw aandacht vestigen op de problemendie de afschaffing van de verbinding Godarville-La Louvière meebrengt.Tal van studenten gebruiken die lijn om zich naarde hogescholen in La Louvière en Bergen te begeven.De afschaffing van die verbinding heeft verstrekkendegevolgen: deze studenten zijn nu bijna dubbel zo langonderweg, want er is geen optimale aansluiting.Het lijkt me dan ook aangewezen dat de hinder tengevolge van die aanpassingen snel wordt geëvalueerden dat de dienstregeling eventueel opnieuw wordtbijgestuurd.Question n o 47 de M. Eric Thiébaut du 14 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Nouvel horaire.Chaque année, la SNCB adapte ses horaires en fonctiondes nouvelles infrastructures et de l’évolution dunombre d’usagers.Des changements qui s’expliquent par les travaux demodernisation du réseau ferroviaire mais aussi par lavolonté d’offrir à tous les clients une régularité et unconfort accrus.Dans l’ensemble, le nouvel horaire, qui est entré envigueur le lundi 9 décembre 2007 et ne concerne quequelques lignes, devait se traduire par une amélioration.Mais pour certains navetteurs, il présenteraitmanifestement aussi des inconvénients.Ainsi, il me revient que de nombreuses plaintes ontété formulées de la part de navetteurs et usagers delaSNCB mécontents suite à l’adaptation des horaires.Les problèmes soulevés par les navetteurs concernentmajoritairement quatre points:— la suppression de l’arrêt en gare de Bruxelles-Chapelle pour le train de Quévy-Mons;— la modification de l’horaire du train de 16h03 (aulieu de 16h10) en gare du Nord vers Charleroi-Châtelet;— la suppression de l’arrêt pour certains trains engare d’Etterbeek;— la suppression de l’arrêt pour certains trains à lagare de Schaerbeek.Je sais que suite aux nombreuses doléances desnavetteurs, le nouvel horaire a été adapté en ce débutd’année 2008.1. Pouvez-vous communiquer si ces dernières adaptationsrèglent les problèmes précités?2. Par ailleurs, je voudrais également attirer votreattention sur les problèmes qu’engendre la suppressionde la ligne Godarville-La Louvière.En effet, de nombreux étudiants utilisent cette lignepour se rendre aux écoles supérieurs de La Louvière etde Mons. Sa suppression est lourde de conséquencespuisqu’elle double pratiquement leur temps de voyagevu l’absence d’une correspondance idéale.Aussi, il me semble qu’une évaluation rapide desinconvénients causés par ces changements s’impose,accompagnée d’une éventuelle réadaptation des horaires.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 145725 - 2 - 2008a) Is de NMBS voornemens de dienstregeling opnieuwte evalueren?b) Zo ja, binnen welke termijn kan het treinaanbodworden herschikt?c) Zo niet, hoe zal de NMBS dan wel reageren op deklachten van de vele misnoegde pendelaars?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 47 van de heer Eric Thiébaut van 14 januari 2008(Fr.):1. De nieuwe treindienst die van start ging op 9 december2007, werd opgesteld volgens de groteverplaatsingsstromen en de potentiële ontwikkelingen,rekening houdend met de bestaande infrastructuur, deaan de gang zijnde grote werken (in het bijzonder inhet raam van het GEN), het verzadigingsniveau van deNoord-Zuidverbinding en de rationele inzet van materieelen personeel.Zodoende diende de NMBS de cadans van sommigerelaties te wijzigen:— afschaffing van de halte in Brussel-Kapellekerk(voor de treinen van de relatie IR j «Quévy-Brussel-Nationaal-Luchthaven») en in Schaarbeek(in het bijzonder voor de relatie IR d«Geraardsbergen-Antwerpen-Centraal» vanwegehet verzadigingsniveau van de Noord-Zuidverbindingen het gebrek aan beschikbare treinpaden;— wijziging van de dienstregeling van trein P 8719(volgens de GEN-werken op lijn 124, de verlengingvan de rittijden die eruit voortvloeien en het gebrekaan beschikbare treinpaden).De lopende werken op lijn 26 maar vooral de grotewerkzaamheden in de driehoek lijn 26 Watermaal-Etterbeek in het raam van het toekomstige GEN, hetop vier sporen brengen van lijn 161 en de tunnel Josaphat,verhinderen de huidige bediening van het stationEtterbeek vanaf lijn 26 (maar 1 spoor beschikbaar). Eris maar een bediening per uur mogelijk vanuit Hallemet behoud van de bediening van de relatie CR Eigenbrakel-Aalst,d.i. nog twee bedieningen per uur vanEtterbeek. De kans bestaat dat die toestand nog verscheidenejaren zal aanhouden.Er zijn volgende vervangingsoplossingen:— Gebruik van de treinen van de relatie Mechelen-Halle (reeks 33XX) die nog altijd Etterbeek bedienen,hetzij het gebruik van de treinen van de relatieVilvoorde-Halle (reeks 34XX) en Mechelen-Halle(reeks 35XX) met bediening van «DELTA», datniet ver van de universiteitscampus ULB-VUB ligt.a) La SNCB envisage-t-elle une telle réévaluation?b) Si oui, dans quel délai un réajustement de l’offreest-il envisageable?c) Sinon, quelle sera la réponse de la SNCB auxplaintes formulées par les nombreux navetteursmécontents?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 47 de M. Eric Thiébaut du 14 janvier 2008(Fr.):1. Le nouveau service des trains qui a pris cours le9 décembre 2007 a été établi en fonction des grandscourants de déplacements et des développementspotentiels, tout en tenant compte de l’infrastructureexistante, des grands travaux en cours (notammentdans le cadre du RER) du niveau de saturation de lajonction Nord-Midi et d’une utilisation rationnelle dumatériel et du personnel.La SNCB a ainsi été amenée à modifier les cadencesde certaines relations:— suppression de l’arrêt de Bruxelles-Chapelle (pourles trains de la relation IR j «Quévy-Bruxelles-National-Aéroport») et de Schaerbeek (notammentpour la relation IR d «Geraardsbergen-Antwerpen-Centraal») pour cause du niveau desaturation de la jonction Nord-Midi et du manquede sillons disponibles;— modification de l’horaire du train P 8719 (en fonctiondes travaux RER sur la ligne 124, de l’augmentationdes temps de parcours qui en découlentet du manque de sillons disponibles).Les travaux en cours sur la ligne 26 mais surtout lestravaux importants dans le triangle ligne 26 Watermael-Etterbeek dans le cadre du futur RER, la mise à4 voies de la ligne 161 et le tunnel Josaphat ne permettentplus les dessertes actuelles de la gare d’Etterbeekau départ de la ligne 26 (1 seule voie disponible). Seuleune desserte par heure au départ de Halle est possibleavec le maintien de la desserte de la relation CRBraine-l’Alleud-Alost, soit encore deux dessertes parheure d’Etterbeek. Cette situation risque de perdurerplusieurs années.Les solutions de remplacement sont les suivantes:— Utilisation des trains de la relation Mechelen-Halle(série 33XX) assurant toujours la desserted’Etterbeek, soit utilisation des trains des relationsVilvoorde-Halle (série 34XX) et Mechelen-Halle(série 35XX) avec desserte de «DELTA», qui sesitue non loin du site universitaire de l’ULB-VUB;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1458 QRVA 52 01025 - 2 - 2008— Aansluiting in St.-Job (u. 33) of Boondaal (u. 36)met treinen van de relatie CR Eigenbrakel-Aalstvan de treinen van de relatie Vilvoorde-Halle(u. 21 in St.-Job of u. 26 in Boondaal).Er dient te worden aangestipt dat de site van Etterbeekgoed wordt bediend door de MIVB (metro L1,tram op de grote ring en bus).Deze aanpassingen die begin januari aan het treinaanbodwerden aangebracht, vloeien voort uit deinfrastructuurvereisten.2. Het is juist dat een aanzienlijke wijziging van debediening werd uitgevoerd voor de halten van Pont-à-Celles-Godarville en Gouy-lez-Piéton.In het raam van de moderniseringswerken van deWaalse hoofdas (optrekken van de snelheid tot120 km/u van lijn 130) en het viersporig maken vanlijn 124 (GEN), dienden de rittijden op die 2 lijnen teworden verlengd, wat het technisch niet langer mogelijkmaakte de aansluitingen in Luttre en La Louvièrete waarborgen van de treinen van de vroegere relatie LCharleroi-Zuid-La-Louvière-Sud.De NMBS diende het aanbod te herzien in de regioLuttre-Manage -’s Gravenbrakel-La Louvière waarbijde voorkeur wordt geven aan de grootste verkeersstromen.Aldus werden de volgende wijzigingen aan de treindienstaangebracht:— creëren van een relatie’s Gravenbrakel-Manage-Luttre (bediening L tussen Manage en Luttre) metaansluitingen in’s Gravenbrakel (van en naarBergen en Brussel) en in Luttre (van en naarCharleroi en Brussel);— creëren van een relatie La Louvière-Sud-Manage-Luttre (rechtstreeks tussen Manage en Luttre) metaansluitingen in La Louvière-Sud (van en naarCharleroi en Bergen) en in Luttre (van en naarCharleroi en Brussel);— voor de inwoners van Pont-à-Celles, Godarville enGouy-lez-Piéton kon de aansluiting naar LaLouvière niet worden gehandhaafd want de rittijdenmaken aansluitingen van de tweede relatieniet langer mogelijk wanneer de aangegeven haltesdaarop moeten worden gerespecteerd;— er werd dus gekozen voor de oplossing waarmeede aansluitingen voor de meeste reizigers van dedrie voornoemde entiteiten kunnen wordengewaarborgd-richting Brussel en/of Charleroi viaLuttre (2/3 van de reizigers).Het overige derde van de klanten kan als volgtreizen:• Godarville-Bergen: • Godarville-Mons:— Nog altijd mogelijk maar het traject via’sGravenbrakel duurt iets langer;— Correspondance à St-JOB (h 33) ou Bondael (h 36)avec les trains de la relation CR Braine-l’Alleud-Alost au départ des trains de la relation Vilvoorde-Halle (h 21 à St-Job-ou h 26 à Bondael).À noter que le site d’Etterbeek est bien desservi parla STIB (métro L1, tram sur la grande ceinture et bus).Ces adaptations apportées début janvier à l’offre detrains découlent des contraintes de l’infrastructure.2. Il est exact qu’une modification 2 sensible de ladesserte a été apportée pour les points d’arrêts de Pontà-Celles-Godarvilleet Gouy-lez-Piéton.Dans le cadre des travaux de modernisation de ladorsale wallonne (augmentation de la vitesse à120 km/h de la ligne 130) et de la mise à 4 voies de laligne 124 (RER), les temps de parcours sur ces 2 lignesont dû être augmentés, ce qui ne permettait plus, techniquement,d’assurer les correspondances à Luttre et àLa Louvière des trains de l’ex relation L Charleroi-Sud-La Louvière Sud.La SNCB a été amenée à revoir l’offre dans la régionde Luttre-Manage-Braine-le-Comte-La Louvière, enfavorisant les flux de trafic les plus importants.Les modifications suivantes ont donc été apportéesau service des trains:— création d’une relation Braine-le-Comte-Manage-Luttre (desserte L entre Manage et Luttre ) aveccorrespondances à Braine-le-Comte (de et versMons et Bruxelles) et à Luttre (de et vers Charleroiet Bruxelles);— création d’une relation La Louvière-Sud-Manage-Luttre (directe entre Manage et Luttre) avec correspondancesà La Louvière-Sud (de et vers Charleroiet Mons) et à Luttre (de et vers Charleroi et Bruxelles);— pour les habitants de Pont-à-Celles, Godarville etGouy-lez-Piéton, la correspondance vers La Louvièren’a pu être maintenue, car les temps deparcours ne permettent plus les correspondancesde la seconde relation si cette relation doit marquerles arrêts indiqués;— il a donc été opté pour la solution permettantd’assurer les correspondances pour la majorité desvoyageurs des 3 entités ci-dessus-direction Bruxelleset/ou Charleroi via Luttre (2/3 des voyageurs).Les trajets pour le 1/3 restant de la clientèle peuvents’effectuer comme suit:— Toujours possible, mais le trajet via Braine-le-Comte est légèrement allongé;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 145925 - 2 - 2008— Aansluiting binnen 6 minuten tussen beiderelaties;— De rittijd tussen Manage en Bergen bedraagtaldus 44 minuten.— Correspondance en 6 minutes entre les 2 relations;— Le temps de parcours entre Manage et Monsest ainsi de 44 minutes.• Godarville-La Louvière: • Godarville-La Louvière:— Dit traject biedt inderdaad een nadeligeaansluiting, zelfs met de bus.TEC Henegouwen wordt gecontacteerd om de mogelijkheidte onderzoeken hun dienstregelingen aan tepassen voor een betere aansluiting in Manage van/naar lijn 117.Bovendien moet de aandacht worden gevestigd ophet vrij kleine aantal dagelijkse verplaatsingen voordie relaties, namelijk:— Godarville-La Louvière: treinkaarten: 26 reizigersen biljetten: ongeveer 4 reizigers— Godarville-Bergen: treinkaarten: 17 reizigers enbiljetten: ongeveer 1 reizigerDe NMBS is dus altijd schatplichtig aan de infrastructuurvereisten.Ze waakt erover de grote verkeersstromente bevoordelen en kan trouwens haar productiemiddelenniet boven het huidige niveau opdrijvenaangezien alle beschikbare middelen (rollend materieelen personeel) al ingezet zijn.— Le trajet nécessite effectivement une correspondancepénalisante, même avec les bus.Les TEC Hainaut seront contactés pour qu’ilsexaminent la possibilité d’adapter leurs horaires envue de permettre une meilleure correspondance àManage de/vers la ligne 117.Il faut souligner par ailleurs le nombre assezrestreint de déplacements quotidiens pour ces relations,à savoir:— Godarville-La Louvière: cartes-trains: 26 voyageurset billets: environ 4 voyageurs— Godarville-Mons: cartes-trains: 17 voyageurs etbillets: environ 1 voyageurLa SNCB est donc toujours tributaire des contraintesd’infrastructure. Elle veille à privilégier les courantsde trafic majoritaires et ne peut par ailleurs augmenterses moyens de production au-delà du niveau actuel, latotalité des disponibilités (matériel roulant et personnel)étant déjà engagée.DO 2007200801162 DO 2007200801162Vraag nr. 49 van de heer François Bellot van 14 januari2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Veiligheid op de belangrijkste lijnen en inde stations.1. Wat zijn, in afnemende volgorde, de tien grootsteprobleemlijnen van de NMBS, waarop zich de meesteincidenten voordoen met reizigers die zich misdragen:verzet tegen de treinbegeleiders, agressie tegen medepassagiers,enzovoort?2. Hoeveel incidenten zijn dat per duizend reizigerskilometersop die lijnen?3. Hoeveel incidenten, in afnemende volgorde,werden er geconstateerd in stations?Question n o 49 de M. François Bellot du 14 janvier2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Sécurité sur les principales lignes et dans lesgares.1. Quelles sont dans l’ordre décroissant les dixlignes SNCB sur lesquelles on constate le plusd’incidents liés au comportement des voyageurs telsque rébellions à l’égard des contrôleurs, à l’encontredes autres passagers, etc.?2. Quel est le taux d’incidents sur ces lignes ramenésau millier de voyageurs/kilomètre?3. Quel est dans l’ordre décroissant, le nombred’incidents constatés dans des gares?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1460 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 20 februari 2008, op de vraagnr. 49 van de heer François Bellot van 14 januari 2008(Fr.):1. De onderstaande overzichtstabel geeft de10 NMBS-lijnen waarop de meeste incidenten wordenvastgesteld die verband houden met het gedrag van dereizigers gedurende de eerste 10 maanden van 2007(Cijfers meldkamer NMBS-Groep).Formulieren agressie voor het personeel:Aantal gevallen van agressie per LijnRéponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 20 février 2008, à la questionn o 49 de M. François Bellot du 14 janvier 2008(Fr.):1. Le tableau récapitulatif ci-après reprend les 10lignes SNCB sur lesquelles on constate le plusd’incidents liés au comportement des voyageursdurant les 10 premiers mois de l’année 2007 (Chiffrescentral d’appel Groupe SNCB).Formulaires d’agressions pour le personnel:Nombre d’agressions par LigneNr. — N o Lijn — Ligne Totaal — Total25 Brussel-Noord/Bruxelles-Nord — Mechelen/Malines ................................... 60124 Brussel-Zuid/Bruxelles-Midi — Nijvel/Nivelles ............................................ 580 Brussel-Zuid/Bruxelles-Midi — Brussel-Noord/Bruxelles-Nord .................... 3959 Gent-Sint-Pieters — Antwerpen-Centraal ..................................................... 3996 Brussel-Zuid/Bruxelles-Midi — Halle .......................................................... 3525 Mechelen — Antwerpen-Centraal ................................................................ 30161 Schaarbeek/Schaerbeek — Ottignies ............................................................ 2550 Brussel-Noord/Bruxelles-Nord — -Denderleeuw .......................................... 2236 Brussel-Noord/Bruxelles-Nord — Schaerbeek/Schaarbeek ........................... 20130 Namur — Charleroi-Sud .............................................................................. 172. Deze gegevens zijn momenteel niet beschikbaar. 2. Ces données ne sont pas disponibles actuellement.Formulieren agressie voor het personeel:Aantal gevallen van agressie per StationFormulaires d’agressions pour le personnel:Nombre d’agressions par GareNr. — N o Station — Gare Totaal — Total1 Bergen. — Mons .......................................................................................... 82 Mol .............................................................................................................. 53 Moeskroen. — Mouscron ............................................................................ 54 Kortrijk. — Courtrai .................................................................................... 45 Leuven. — Louvain ...................................................................................... 46 Marloie ........................................................................................................ 47 Luik-Guillemins. — Liège-Guillemins .......................................................... 38 Sint-Niklaas. — Saint Nicolas ...................................................................... 39 Welkenraedt ................................................................................................. 310 Brugge. — Bruges ........................................................................................ 211 Charleroi-Sud ............................................................................................... 212 Dendermonde. — Termonde ........................................................................ 213 Leuze ............................................................................................................ 214 Luik-Paleis. — Liège-Palais .......................................................................... 215 Lokeren ........................................................................................................ 216 Oostende. — Ostende .................................................................................. 217 Sint-Truiden. — Saint Trond ....................................................................... 218 Soignies ........................................................................................................ 219 Tienen. — Tirlemont ................................................................................... 220 Verviers-Central ........................................................................................... 2KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 146125 - 2 - 20083. De onderstaande overzichtstabel geeft de 10NMBS-stations waar de meeste incidenten wordenvastgesteld gedurende de eerste 10 maanden van 2007(Cijfers meldkamer NMBS-Groep).3. Le tableau récapitulatif ci-après reprend les 10gares SNCB dans lesquelles on constate le plusd’incidents durant les 10 premiers mois de l’année2007 (Chiffres central d’appel groupe SNCB).DO 2007200801180 DO 2007200801180Vraag nr. 56 van mevrouw Kattrin Jadin van 15 januari2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Nieuwe dienstregeling.Op 9 december 2007 heeft de NMBS haar dienstregelinggewijzigd.In het licht van die aanpassing riep de OVS (OnafhankelijkeVakbond voor Spoorwegpersoneel) op toteen staking die het treinverkeer een aantal opeenvolgendeweekends in de war stuurde. De vakbond protesteerdedaarmee tegen de nieuwe dienstregeling enstelde onder meer de zware werklast aan de kaak.We weten wat die stakingsacties, die het treinverkeerhebben verstoord, inhouden. Het leek er zelfs opdat de reizigers op kerst- en oudejaarsavond niet ophun bestemming zouden kunnen geraken.De NMBS heeft een dubbel probleem:— de dreiging met stakingsacties zorgt voor onzekerheidbij de pendelaars, en effectieve werkonderbrekingenkunnen het treinverkeer volledig lamleggen;— heel wat reizigers zijn erg ontevreden over dehinder ten gevolge van de gewijzigde dienstregeling,vooral over de langere rijtijden.Een en ander ondermijnt de opdracht van openbaredienst die de NMBS geacht wordt te vervullen en ookhet vertrouwen van de reizigers kalft zienderogen af.1. Welke maatregelen neemt de NMBS om met despoorvakbonden tot een vergelijk te komen?2. Wat is de huidige stand van zaken en hoe zal deNMBS de problemen ten gevolge van de nieuwedienstregeling verhelpen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 56 van mevrouw Kattrin Jadin van 15 januari 2008(Fr.):1. Om tot een vergelijk te kunnen komen, haddende vertegenwoordigers van de NMBS-Groep eenonderhoud met de vertegenwoordigers van de erkendevakbondsorganisaties.Question n o 56 de M me Kattrin Jadin du 15 janvier2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Changements d’horaires.Le 9 décembre 2007 a modifié ses horaires de trains.En prévision de ces changements, le Syndicat Indépendantdes Cheminots (SIC) a appelé à une grève quia perturbé le trafic au cours du week-end. Le syndicatprotestait contre ces modifications, notamment pourdénoncer une charge de travail élevée.Nous connaissons les mouvements de grève qui ontperturbé le trafic ferroviaire, allant jusqu’à menacer deprendre en otage les utilisateurs lors des réveillons defin d’année.Cette crise est double pour la SNCB:— les menaces d’arrêts de travail plongent les navetteursdans le doute et risquent, s’ils ont réellementlieu, de paralyser tout le réseau;— les perturbations engendrées par les changementsd’horaires ont pour effet de mécontenter grandementde très nombreux utilisateurs, notammentpar l’allongement de la durée des trajets.Par conséquent, la mission d’utilité publique quidoit être assumée par la SNCB est mise à mal et laconfiance des utilisateurs diminue de jours en jours.1. Quelles sont les mesures prises par la SNCB afinde trouver un terrain d’entente avec les syndicatscheminots?2. Quelle est la situation actuelle et quelles sont lespistes envisagées par la SNCB pour remédier auxproblèmes causés par ces changements d’horaire?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 56 de M me Kattrin Jadin du 15 janvier 2008(Fr.):1. Afin de trouver un terrain d’entente, les représentantsdu Groupe SNCB ont rencontré les représentantsdes organisations syndicales reconnues.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1462 QRVA 52 01025 - 2 - 2008De NMBS-Groep is zich bewust van het feit dat dewijzigingen van de dienstregelingen van 9 december2007. een aanpassing vergen van de reizigers alsookvan zijn personeel. Die wijzigingen van de dienstregelingendie voortvloeien uit internationale akkoorden,vinden weliswaar plaats in een gevoeligere periodevanwege de nakende eindejaarsfeesten. Om die toestandte verhelpen, werd er ook onder andere overeengekomenmet de vakbonden die het personeelvertegenwoordigen, dat de NMBS-Groep zou pogenop formele en informele wijze, de buurnetten te overtuigende dienstregelingen te wijzigen in januari terwijldit volgens de Europese bepalingen altijd in decemberplaatsvindt.2. Huidige toestand en denkpistes om de ongemakkente verhelpen die veroorzaakt worden door dewijzigingen van de dienstregelingen:— De uitvoerige dagelijkse opvolging van de klachtenen suggesties van de reizigers sinds eind novemberheeft geleid tot een evaluatie van de nieuwe dienstregelingen.— De voornaamste onderwerpen van de klachtenwaren de freçuentie en de capaciteit van de treinenin de piekuren, de verschuiving van de vertrektijden de aansluitingen. 83% van de klachten betrof12 lijnen waarvan 32% voor lijn 15 Turnhout —Antwerpen/Brussel en 17% voor lijn 25 Antwerpen— Brussel.— Alle aanpassingen die sinds 7 januari zijn doorgevoerd,werden beslist in het kader van de hiervoorvermelde evaluatie. Er werd een inventaris opgesteldvan de problemen betreffende de 12 meestbetrokken lijnen en in totaal werd een dertigtalmaatregelen beslist.De voornaamste aanpassingen zijn de volgende:Le Groupe SNCB a conscience que les modificationsdes horaires des trains du 9 décembre 2007 demandentune adaptation de la part des voyageurs ainsi que de lapart de son personnel. Ces modifications d’horairesqui résultent d’accords internationaux ont lieu, il estvrai, durant une période plus sensible puisque prochedes fêtes de fin d’année. Pour remédier à cette situation,il a ainsi, entre autres, été convenu avec les syndicatsreprésentatifs du personnel, que le Groupe SNCBallait tenter, de manière formelle et informelle, de convaincreles réseaux voisins de procéder au changementd’horaires en janvier, alors que selon des dispositionseuropéennes, il a toujours lieu en décembre.2. Situation actuelle et pistes pour remédier auxdésagréments causés par les changements d’horaires:— Le suivi détaillé quotidien des plaintes et suggestionsdes voyageurs depuis fin novembre a donnélieu à une évaluation des nouveaux horaires.— Les principaux sujets des plaintes étaient la fréquenceet la capacité des trains en heure de pointe,le glissement de l’heure de départ et les correspondances.83% des plaintes concernaient 12 lignesdont 32% pour la ligne 15 Turnhout — Anvers/Bruxelles et 17% pour la ligne 25 Anvers —Bruxelles.— Toutes les adaptations mises en ouvre depuis celundi 7 janvier ont été décidées dans le cadre del’évaluation dont question ci-dessus. Un inventairedes problèmes concernant les 12 lignes les plussouvent concernées a été dressé et au total, unetrentaine de mesures ont été décidées.Les principales adaptations sont les suivantes:— inleggen van extra P-treinen; — mise en route de trains P supplémentaires;— versterking van overbezette treinen onder andere — renforcement de trains suroccupés, dont entreop lijn 124 Charleroi-Brussel en op de relatie IC O autres sur la ligne 124 Charleroi-Bruxelles et sur laLuik-Brussel;relation IC O Liège-Bruxelles;— bijkomende haltes voor sommige treinen; — haltes supplémentaires pour certains trains;— aanpassing van de dienstregeling van sommigetreinen om de aansluitingen te verbeteren.DO 2007200801215 DO 2007200801215— adaptation de l’horaire de certains trains en vued’améliorer les correspondances.Vraag nr. 62 van de heer Jean-Jacques Flahaux van15 januari 2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Capaciteit van de treinen op de lijn Brussel-Bergen tijdens de spitsuren.De laatste jaren kent het aantal treinreizigers eengestage groei, wat op zich zeer positief is voor de duurzameontwikkeling van onze samenleving.Question n o 62 de M. Jean-Jacques Flahaux du 15 janvier2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:SNCB. — Capacité des voitures de train aux heures depointe sur la ligne Bruxelles-Mons.On assiste ces dernières années à une augmentationdu nombre de voyageurs sur les lignes de la SNCB, cequi, en soi, est très positif sur le plan du développementdurable de notre société.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 146325 - 2 - 2008Met de langverwachte komst van het GEN (gewestelijkexpresnet) zal het succes van de trein dekomende jaren wellicht nog toenemen.Op de lijn Brussel-Bergen echter wordt de toestandzorgelijk. Tijdens de spits (tussen 6.30 en 8.30 en tussen16.00 en 19.00 uur) zitten de tweedeklasserijtuigenovervol. De treinen kunnen de reizigerstoevloed nietmeer slikken, zodat het reizigerscomfort in hetgedrang komt en de treinbegeleiders en controleurshun werk niet meer naar behoren kunnen doen, aangezienze zich niet meer van het ene naar het andererijtuig kunnen begeven.1. Kan u meedelen uit hoeveel rijtuigen elk van detreinen die op de spitsuren tussen Brussel en Bergenrijden (rechtstreekse en boemeltreinen) bestaat?2. Op grond van welke criteria bepaalt de NMBShoeveel rijtuigen op een bepaalde lijn moeten wordeningezet?3.a) Kan u laten onderzoeken of het aantal rijtuigen opde spitsuren kan worden opgetrokken, om zo decapaciteit van de treinen te vergroten? Met hunlange perrons zou zulks in de stations van Halle,’s Gravenbrakel en Bergen alvast geen probleemvormen.Le succès du chemin de fer risque d’ailleurs des’accroître encore plus dans les années à venir avecl’arrivée tant attendue du RER (réseau express régional).Cependant, la situation devient problématique surla ligne «Bruxelles-Mons». En effet, aux heures depointe (entre 6 h 30 et 8 h 30 ainsi qu’entre 16 h 00 et19 h 00), les wagons sont bondés en deuxième classe.Les trains sont saturés, ce qui amoindrit d’une part leconfort des navetteurs et ce qui empêche d’autre part letravail correct des accompagnateurs de train et contrôleursqui ne savent plus passer d’une voiture à l’autre.1. Pourriez-vous communiquer le nombre de voituresdisponibles sur tous les trains reliant Bruxelles àMons (avec arrêts ou non) aux heures de pointe?2. Pourriez-vous communiquer sur la base de quelscritères la SNCB définit le nombre de voitures sur leslignes?3.a) Pourriez-vous mener une étude pour augmenter lenombre de voitures aux heures de pointe afind’augmenter la capacité? Les gares de Hal, Brainele-Compteet Mons peuvent, avec leurs longsquais, supporter de tels aménagements.b) Zo niet, is het mogelijk extra treinen in te leggen? b) Si cela n’est pas possible, pourriez-vous rajouter denouveaux trains?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 62 van de heer Jean-Jacques Flahaux van 15 januari2008 (Fr.):De relatie Brussel — Bergen wordt in de piekurenvoornamelijk gereden met de IRj, de ICF en P-treinen.De samenstelling van die treinen bestaat respectievelijkuit MR96 (4), MR80 (4) of rijtuigen M4 of M6 (van 6tot 10). De gemiddelde capaciteit van die treinen is 850tot 1 000 zitplaatsen.Naast de technische en veiligheidscriteria die inaanmerking worden genomen, is het criterium dat hetaantal rijtuigen op de lijnen bepaalt, de bezettingsgraadvan de trein, welke wordt vastgelegd door deNMBS-directie reizigers op basis van de verslagen vande treinbegeleiders.Vervolgens hangt het aantal rijtuigen af van dekenmerken van de Infrabelinstallaties. Immers, hoewelde perrons lang genoeg zijn in het station Halle ofBergen, dienen ze dat ook te zijn op elke plek waar detrein stopt.Wat de indienststelling van nieuw materieel betreft,worden momenteel dubbeldeksrijtuigen M6 geleverd.Bovendien werd er eind 2007 een nieuwe bestelling vanRéponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 62 de M. Jean-Jacques Flahaux du 15 janvier2008 (Fr.):La relation Bruxelles-Mons en heure de pointe estassurée essentiellement par des IRj, des ICF et destrains P. La composition de ces trains comporte,respectivement, des AM96 (4), des AM80 (4) ou desvoitures M4 ou M6 (de 6 à 10). En moyenne, la capacitéde ces trains est de 850 à 1 000 places assises.Outre les critères techniques et de sécurité entrant enligne de compte, le critère définissant le nombre devoitures en ligne est le taux d’occupation du train quiest déterminé par la direction voyageurs de la SNCB,sur la base des rapports des accompagnateurs de train.Ensuite, le nombre de voitures dépend des caractéristiquesdes installations d’Infrabel. En effet, si lesquais sont suffisamment longs en gare de Hal ouMons, il est nécessaire qu’ils le soient à tout endroit oùle train s’arrête.Pour ce qui concerne la mise en service de nouveaumatériel, des voitures M6-double étage sont en coursde livraison. De plus, une nouvelle commande deKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1464 QRVA 52 01025 - 2 - 200850 dubbeldeksrijtuigen geplaatst. De leveringen vandat nieuwe materieel zullen het mogelijk maken hethoofd te bieden aan de verwachte stijging van hetaantal reizigers in de komende jaren.50 voitures double étage vient d’avoir lieu fin 2007.Ces livraisons de nouveau matériel permettront defaire face à la croissance attendue du nombre de voyageursau cours des prochaines années.DO 2007200801223 DO 2007200801223Vraag nr. 64 van mevrouw Linda Vissers van 15 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Verminderingskaarten. — Statuut vannationale erkenning.De houders van een statuut van nationale erkenningen hun rechthebbenden kunnen gratis reizen in eersteen tweede klasse op vertoon van hun kaart voor vaderlandslievenderedenen.1. Kan u meedelen hoeveel personen gebruikgemaakt hebben van de verminderingsmogelijkhedenen dit voor de jaren 2004, 2005 en 2006 voor devolgende rechthebbenden:— oud-strijders van de oorlog 1914-18, ten minste éénjaar in de strijdende eenheid;— oud-strijders van de oorlog 1914-18, verdedigersvan forten die op eervolle wijze gevangen werdengenomen;— oud-strijders van de oorlog 1914-18, dragers vaneen kwetsuurstreep;— oud-strijders van de oorlog 1914-18, houders vanhet IJzerkruis;— oud-strijders van de oorlog 1914-18, houders vanhet Vuurkruis;— oud-strijders van de oorlog 1914-18, houders vande Medaille van de Strijder-Vrijwilliger;— oud-strijders van de oorlog 1914-18, onderscheidenmilitairen;— oud-strijders van de oorlog 1914-18, Russischeoorlogsinvaliden;Question n o 64 de M me Linda Vissers du 15 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Cartes de réduction. — Statut de reconnaissancenationale.Les titulaires d’un statut de reconnaissance nationaleet leurs ayants droit peuvent voyager gratuitementen première et seconde classe, sur présentation de leurcarte de réduction pour raisons patriotiques.1. Pourriez-vous préciser combien de personnes,parmi les ayants droit suivants, ont recouru aux possibilitésde réduction en 2004, en 2005 et en 2006:— les anciens combattants de la guerre 1914-18 ayantservi dans une unité combattante pendant un an aumoins;— les anciens combattants de la guerre 1914-18,défenseurs de forts capturés honorablement;— les anciens combattants de la guerre 1914-18,porteurs d’un chevron de blessure;— les anciens combattants de la guerre 1914-18, titulairesde la Croix de l’Yser;— les anciens combattants de la guerre 1914-18, titulairesde la Croix de Feu;— les anciens combattants de la guerre 1914-18, titulairesde la Médaille du Volontaire combattant;— les anciens combattants décorés de la guerre 1914-18;— les anciens combattants de la guerre 1914-18, invalidesde guerre russes;— oud-strijders van de oorlog 1914-18, overige; — les anciens combattants de la guerre 1914-18appartenant à une autre catégorie;— burgers van de oorlog 1914-18? — les civils de la guerre 1914-18.2. Kan u informatie geven over het aantal aanvragersper categorie en dit voor de jaren 2004, 2005 en2006?2. Pourriez-vous fournir des informations sur lenombre de demandeurs par catégorie pour les années2004, 2005 et 2006?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 146525 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 20 februari 2008, op de vraagnr. 64 van mevrouw Linda Vissers van 15 januari 2008(N.):1 en 2. De NMBS kent aan de houders van eenstatuut van nationale erkenning en hun rechthebbendeneen gratis vrijkaart toe, en dit voor vaderlandslievenderedenen. Deze vrijkaart, waarvan de uitgiftestartte in 2007, geeft recht op gratis vervoer bij deNMBS in 1e en 2e klas, maar ook bij de regionalevervoersmaatschappijen De Lijn, TEC en MIVB.Tijdens de jaren 2004, 2005 en 2006 beschikten diezelfdecategorie personen over verschillendekortingskaarten met een daaraan gekoppeld voordeelnaargelang hun specifiek statuut. Deze kaarten werdenechter niet uitgegeven door de NMBS maar doorLandsverdediging, de Pensioendienst van de Overheidssectorof de Federale Overheidsdienst SocialeZekerheid.Voor het jaar 2007 werden 10 428 vrijkaarten(moederkaarten) en 10 241 valideringen bij de NMBSaangevraagd. Voor de jaren 2004, 2005, 2006 kan deNMBS geen gegevens overmaken daar deze laatste inde bovenvermelde jaren geen uitgever was van dezekaarten.Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 20 février 2008, à la questionn o 64 de M me Linda Vissers du 15 janvier 2008(N.):1 et 2. La SNCB octroie aux détenteurs d’un statutde reconnaissance nationale et à leurs ayants droit unlibre-parcours gratuit, et cela pour raison patriotique.Ce libre-parcours, qui est délivré depuis 2007, donnedroit au transport gratuit à la SNCB en lère et 2 e classe,mais également auprès des sociétés régionales detransport De Lijn, TEC et STIB.Au cours des années 2004, 2005 et 2006, cette mêmecatégorie de personnes disposaient de diverses cartesde réduction donnant droit à un avantage lié à leurstatut spécifique. Ces cartes n’ont toutefois pas étéémises par la SNCB, mais par le ministère de laDéfense Nationale, le Service des Pensions du secteurpublic, ou le Service Public Fédéral Sécurité Sociale.Pour l’année 2007, la SNCB a reçu 10 428 demandesde libre-parcours (cartes mères) et 10 241 demandes devalidations. Pour les années 2004, 2005 et 2006, laSNCB n’est pas en mesure de communiquer desdonnées vu qu’elle n’était pas émettrice de ces cartes.DO 2007200801234 DO 2007200801234Vraag nr. 68 van mevrouw Linda Vissers van 15 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Speciale kortingen. — Vaderlandslievenderedenen.De NMBS biedt een grote waaier aan van mogelijkekortingstarieven.Één daarvan is de verminderingskaart omwille vanvaderlandslievende redenen. Vooraleer een begunstigdedie kan krijgen, moet de aanvrager een attestaanvragen bij één van de volgende instanties:— Landsverdediging; — la Défense nationale;Question n o 68 de M me Linda Vissers du 15 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Réductions spéciales. — Motifs patriotiques.La SNCB offre un large éventail de réductionsspéciales à ses clients.Ainsi, les titulaires d’une carte pour motifs patriotiquespeuvent voyager gratuitement. Pour obtenir cettecarte, il convient d’abord de se procurer une attestationauprès de l’une des instances suivantes:— de pensioendienst voor de overheidssector; — le Service des Pensions du Secteur public;— of de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. — le Service public fédéral Sécurité Sociale.Het maakloon van het attest bedraagt 4,30 euro.Kan u meedelen hoeveel treinreizigers een verminderingskaartvoor vaderlandslievende redenen hebbenaangevraagd in het jaar 2004, 2005, 2006 en 2007?Le droit de confection de la carte s’élève à4,30 euros. Pourriez-vous me préciser combien devoyageurs ont demandé une carte pour motifs patriotiquesen 2004, 2005, 2006 et 2007?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1466 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 20 februari 2008, op de vraagnr. 68 van mevrouw Linda Vissers van 15 januari 2008(N.):De NMBS kent aan de houders van een statuut vannationale erkenning en hun rechthebbenden een gratisvrijkaart toe, en dit voor vaderlandslievende redenen.Deze vrijkaart, waarvan de uitgifte startte in 2007,geeft recht op gratis vervoer bij de NMBS in 1e en2de klas, maar ook bij de regionale vervoersmaatschappijenDe Lijn, TEC en MIVB.Tijdens de jaren 2004, 2005 en 2006 beschikten diezelfdecategorie personen over verschillendekortingskaarten met een daaraan gekoppeld voordeelnaargelang hun specifiek statuut. Deze kaarten werdenechter niet uitgegeven door de NMBS maar doorLandsverdediging, de Pensioendienst van de Overheidssectorof de Federale Overheidsdienst SocialeZekerheid.Voor het jaar 2007 werden 10 428 vrijkaarten(moederkaarten) en 10 241 valideringen bij de NMBSaangevraagd. Voor de jaren 2004, 2005, 2006 kan deNMBS geen gegevens overmaken daar deze laatste inde bovenvermelde jaren geen uitgever was van dezekaarten.Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 20 février 2008, à la questionn o 68 de M me Linda Vissers du 15 janvier 2008(N.):La SNCB octroie aux détenteurs d’un statut dereconnaissance nationale et à leurs ayants droit unlibre-parcours gratuit, et cela pour raison patriotique.Ce libre-parcours, qui est délivré depuis 2007, donnedroit au transport gratuit à la SNCB en 1 ère et 2 e classe,mais également auprès des sociétés régionales de transportDe Lijn, TEC et STIB.Au cours des années 2004, 2005 et 2006, cette mêmecatégorie de personnes disposaient de diverses cartesde réduction donnant droit à un avantage lié à leurstatut spécifique. Ces cartes n’ont toutefois pas étéémises par la SNCB, mais par le ministère de laDéfense Nationale, le Service des Pensions du secteurpublic, ou le Service Public Fédéral Sécurité Sociale.Pour l’année 2007, la SNCB a reçu 10 428 demandesde libre-parcours (cartes mères) et 10 241 demandes devalidations. Pour les années 2004, 2005 et 2006, laSNCB n’est pas en mesure de communiquer des donnéesvu qu’elle n’était pas émettrice de ces cartes.DO 2007200801244 DO 2007200801244Vraag nr. 71 van mevrouw Linda Vissers van 16 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Registratie van eigendom. — Versnelde procedure.Uit het rapport «Doing Business 2008», een uitgavevan de Wereldbank, blijkt dat er voor de registratievan een huis of appartement in België zeven administratievestappen gezet dienen te worden. De tijd diedaarvoor nodig is, loopt op tot meer dan vier en eenhalve maand, meer bepaald tussen de 125 en135 dagen. Dit heeft als direct gevolg dat de aankoopprocedureduur en buitenmatig langdradig is. Opeen ranglijst van 178 onderzochte landen in verbandmet de duurtijd van registratie van eigendom zakteBelgië weg naar plaats 161.1. Kunnen uit de verslagen van de Wereldbank«Doing Business» bepaalde tendensen vastgesteldworden over de duurtijd van de administratieve stappendie gezet dienen te worden en dit over de jaren2001-2006?2. Welke knelpuntzones kunnen aangeduid wordendie de registratie van een verkoopakte in België vertragen?Question n o 71 de M me Linda Vissers du 16 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:Enregistrement d’une propriété. — Procédure accélérée.Il ressort du rapport «Doing Business 2008», publiépar la Banque mondiale, que l’enregistrement d’unemaison ou d’un appartement en Belgique nécessite septdémarches administratives. La procédure entière dureplus de quatre mois et demi, plus exactement entre 125et 135 jours. Il en résulte que la procédure d’achat estonéreuse et extrêmement fastidieuse. Dans le classementde 178 pays ayant fait l’objet d’une étude relativeà la durée de la procédure d’enregistrement d’unepropriété, la Belgique a été reléguée à la 161ième place.1. Les rapports «Doing Business» de la Banquemondiale permettent-ils de dégager certaines tendancesquant à l’évolution de la durée des démarchesadministratives au cours de la période 2001-2006?2. Quels sont les écueils qui freinent la procédured’enregistrement d’un acte de vente en Belgique?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 146725 - 2 - 20083. Welke voorstellen overweegt u te doen om dezeperiode in te korten?4. Hoever staat het met de inwerkingtreding vaneen soort elektronisch depot voor gewone verkoopakteszodat notarissen met één druk op de knop de verkoopaktedigitaal kunnen doorsturen naar het registratiekantoor?5. Wanneer kan het project «administratieve vereenvoudiging»in deze afgerond worden?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 71 van mevrouw Linda Vissers van 16 januari 2008(N.):1. De indicator «Registering property» wordt passedert het jaar 2005 gebruikt in de verslagen van deWereldbank. Er zijn dus geen gegevens beschikbaarvoor de periode 2001-2004.In de periode waarover de Wereldbank wel gegevensheeft gepubliceerd (2005-2007) zijn de waardenvoor België niet gewijzigd. Voor het opstellen van derangschikking inzake de verkoop van onroerend goedbaseert de Wereldbank zich op drie subindicatoren,namelijk: het aantal vereiste procedures, de globalegemiddelde doorlooptijd en de aangerekende kosten(registratierechten en algemene kosten).De tabel hierna geeft een overzicht voor de jaren2005 — 2007:3. Quelles propositions comptez-vous formulerpour raccourcir la durée de la procédure?4. Qu’en est-il de l’entrée en vigueur d’une sorte dedépôt numérique pour des actes de vente ordinaires,qui permettrait aux notaires de transmettre électroniquement,par un simple clic, l’acte de vente au bureaud’enregistrement?5. Quand les projets de simplification administrativeseront-ils mis en œuvre dans ce domaine?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 71 de M me Linda Vissers du 16 janvier 2008(N.):1. L’indicateur «Registering property» est employéque depuis l’année 2005 dans les rapports de la Banquemondiale. Il n’y a donc pas de données disponiblespour la période 2001-2004.Dans la période dans laquelle la Banque mondiale apublié des données, les valeurs de la Belgique restentinchangées. Pour élaborer une classification concernantla vente de biens, la Banque mondiale se base surtrois sous indicateurs, c’est-à-dire le nombre de procéduresexigées, le parcours global nécessaire enmoyenne et les dépenses calculées (droit de registrationet frais généraux).Le tableau ci-dessous donne une vue générale desannées 2005-2007:Jaar—AnnéeRangschikking—Classement«Reg. property"Aantal procedures—ProcéduresTijd (dagen)—Temps (jours)Kost (%)—Dépense(%)2005 — 7 132 12,82006 159 7 132 12,72007 161 7 132 12,7OESO-gemiddelde. —Moyene OCDE ............... 4,7 31,8 4,30Rangschikking per indicator.— Classement parindicateur ....................... 116 140 148In de vorige legislatuur heeft de federale overheideen aantal deelprocedures vereenvoudigd. Zo gebeurtde verplichte mededeling van een vastgoedtransactieaan de fiscus en de sociale zekerheid sinds maart 2007elektronisch en is de hypotheeklichting, de procedurevoor het schrappen van de hypotheek, drastischvereenvoudigd en versneld. Met deze wijzigingen werddoor de Wereldbank nog geen rekening gehouden,gezien ze slechts in de loop van het jaar 2007 werdengerealiseerd.Dans la législature précédente, l’État fédéral a simplifiéun nombre de procédures. Ainsi la notificationobligatoire d’une transaction de biens au fisc et depuismars 2007 la sécurité sociale, se font par moyen électroniqueet ainsi la levé de l’hypothèque, la procédurede la suppression de l’hypothèque est radicalementsimplifiée et accélérée. La Banque mondiale ne tientpas encore compte de ces changements car ils ont eulieu que dans l’année 2007.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1468 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. De registratie van een verkoopakte wordthoofdzakelijk vertraagd door twee belangrijke knelpunten.Ten eerste dient de notaris, vooraleer de verkoopaktekan worden verleden, diverse inlichtingen in tewinnen bij verschillende overheidsdiensten.Hieronder kunnen we als belangrijkste onderandere vermelden:— de stedebouwkundige informatie (gemeentenschriftelijk);— de fiscale notificatie bij federale, regionale, provincialeen lokale overheden om na te gaan of deverkoper geen schulden heeft bij de overheid (federaleinformatie wordt elektronisch ingewonnen,anderen nog bij aangetekende brief);2. L’enregistrement d’un acte de vente est ralentiprincipalement à cause de deux goulotsd’étranglement.Premièrement, un notaire doit avant d’effectuerl’acte de vente, s’informer chez les différents servicespublics.Entre autres, les plus importants sont:— information concernant l’urbanisation (communes— par écrit);— notification fiscale chez les autorités fédérales,régionales, provinciales et locales. Ceci pour vérifierque le vendeur n’a pas de dettes chez l’État(l’information fédérale est collectée par moyenélectronique, autres informations par lettre recommandée);— het kadastraal uittreksel (FOD Financiën); — l’extrait du cadastre (SPF Finances);— een overzicht van de inschrijvingen met betrekkingtot het betrokken onroerend goed van hetbevoegde hypotheekkantoor;— un sommaire des inscriptions de l’agence hypothécaireautorisée par rapport au bien concerné;— de controle of er geen voorkooprechten zijn; — contrôler s’il n’y a pas de droits de préemption;— een bodemattest (Vlaamse Gewest-OVAM). — le Certificat d’Assainissement du sol (Région Flamande-OVAM).Het inzamelen van al deze informatie gebeurt nogvoor 90% volledig manueel en neemt meerdere wekenin beslag. De Wereldbank rekent hier gemiddeld47 dagen voor.Het registratieproces bij de verschillende dienstenvan de FOD Financiën vormt het tweede belangrijkknelpunt. Dit proces neemt, volgens de Wereldbank,gemiddeld 84 dagen in beslag.3. De vereenvoudiging van de formaliteiten bij deverkoop van een onroerend goed werd, op mijn vraag,opgenomen in het actieplan 2008 van de Dienst vooradministratieve Vereenvoudiging. Doelstelling van ditproject is de doorlooptijd voor de registratie van deverkoop van een onroerend goed te verkorten totmaximaal 3 maanden in plaats van het huidige gemiddeldevan 132 dagen. Hierbij zal het accent voornamelijkliggen op enerzijds het verbeteren en versnellenvan de informatieuitwisseling tussen de notarissen ende overheidsdiensten van de verschillende beleidsniveausen anderzijds de modernisering van het registratieprocesbij de FOD Financiën.4. De mogelijkheid om akten elektronisch ter registratieneer te leggen wordt vandaag onderzocht envormt het voorwerp van besprekingen tussen de KoninklijkeFederatie Belgische Notarissen en de FODFinanciën. Hierbij is het uiteraard de bedoeling, waarmogelijk, hergebruik te maken van de componentenL’assemblement de toutes ces informations se produitencore à 90% manuellement et ceci prend plusieurssemaines. La Banque mondiale compte 47 joursen moyenne.La procédure de régistration dans les différentsservices de la SPF Finances, forment le deuxièmegoulot d’étranglement. Selon la Banque mondiale,cette procédure prend 84 jours en moyenne.3. La simplification des formalités pour l’achatd’un bien est reprise à ma demande dans le Pland’Action 2008 de l’Agence pour la SimplificationAdministrative. Le but de ce projet est d’agir en phaseset ainsi, en première instance, de réduire le tempsnécessaire pour effectuer l’enregistrement du bien aumaximum à 3 mois au lieu de la moyenne actuelle de132 jours. De cette façon l’accent sera mis principalementsur l’amélioration et l’accélération de l’échanged’informations entre les notaires et les autorités publiquesaux différents niveaux. En ce qui concerne lesmoyens d’optimalisation du procès d’enregistrementchez le SPF Finances, je vais contacter mon collège deFinances pour considérer un calendrier réaliste.4. La possibilité d’enregistrer des actes par moyenélectronique est le sujet de discussion entre la FédérationRoyale du Notariat Belge et le SPF Finances. Ici lebut est sans aucun doute, là où il est possible,d’employer à nouveau les composants qui ont déjà étédéposés dans le cadre d’e-Depot. Cette application,KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 146925 - 2 - 2008die reeds werden ontwikkeld in het kader van e-Depot.Deze toepassing, die ontwikkeld werd in opdracht vande DAV, laat notarissen immers toe deoprichtingsaktes van vennootschappen elektronischneer te leggen bij de FOD Justitie.5. Het door u aangebracht dossier is zeer complexen bevat meerdere deelprojecten. Ook zijn er verschillendediensten van verschillende beleidsniveausbij betrokken. Dit maakt dat een realistische datumvoor de afronding van het globaal project niet binnenminder dan één jaar kan worden gesitueerd. In die zinook zal ik mijn collega van Financiën vatten met devraag of hij zich wil inschrijven in deze ambitieuzekalender en zijn verschillende diensten de opdracht wilgeven werk te maken van de vereenvoudiging van hetregistratieproces.qui a été mise au point pour le compte de l’ASA,donne la possibilité aux notaires de déposer l’acte constitutifdes sociétés par moyen électronique chez le SPFJustice.5. Le dossier que vous avez présenté est très complexeet contient de nombreux sous-projets. En outreplusieurs services à des niveaux politiques différentssont impliqués. De ceci, il résulte qu’un délai réalistepour conclure le projet global, ne peut pas être envisagéendéans moins d’un an. Dans ce sens je vaism’adresser à mon collègue des Finances et lui demanderde s’inscrire dans ce calendrier ambitieux et deconfier, à ses services, la mission de simplifier la procédurede régistration.DO 2007200801246 DO 2007200801246Vraag nr. 73 van de heer Roel Deseyn van 16 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Personeel. — Tewerkstellingskader.De Post heeft steeds gesteld dat de hervorming vanhaar kantorennetwerk niet gepaard zou gaan metnaakte ontslagen.1. Naar verluidt brengt de sluiting van postkantorenvaak mee dat voltijdse arbeidsovereenkomsten vervangenworden door deeltijdse arbeidsovereenkomsten.a) Klopt dit? a) Est-ce exact?b) Kan u de totale cijfers meedelen betreffende de veranderingin het arbeidsstatuut vóór en na de sluitingvan een postkantoor betreffende het postpersoneeldat actief was in deze (nu gesloten) postkantoren:Question n o 73 de M. Roel Deseyn du 16 janvier 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:La Poste. — Personnel. — Cadre d’emploi.La Poste a toujours soutenu que la restructurationde son réseau de bureaux n’entraînerait pas de licenciementssecs.1. Il semblerait que la fermeture de bureaux deposte entraîne souvent le remplacement de contrats detravail à temps plein par des contrats de travail àtemps partiel.b) Pourriez-vous communiquer le nombre total demembres du personnel précédemment actifs dansun bureau de poste (aujourd’hui fermé) qui ontchangé de statut après la fermeture de ce bureau:— voltijds — deeltijds; — temps plein — temps partiel;— ambtenaar — contractueel; — fonctionnaire — contractuel;— actief gebleven bij De Post — andere werkgever; — resté actif à La Poste — autre employeur;— actief gebleven bij De Post — onmiddellijk toegetredentot een of andere vorm van vervroegdpensioen?2.a) Klopt het dat personeel van nu gesloten postkantorentewerk gesteld wordt in de postpunten en vredemoeten nemen met een nieuwe contractuele arbeidsovereenkomstaan lagere sociale voorwaarden(dan hun voormalig ambtenarenstatuut)?— resté actif à La Poste — mise à la retraite anticipée?2.a) Est-il exact que le personnel de bureaux de posteaujourd’hui fermés est employé dans les PointsPoste et doit se contenter d’un nouveau contrat detravail assorti de conditions sociales moins avantageuses(par comparaison avec son précédent statutde fonctionnaire)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1470 QRVA 52 01025 - 2 - 2008b) Of worden deze personeelsleden enkel gedetacheerdonder eenzelfde statuut bij De Post?3. Kan u per jaar aangeven wat het percentage isaan postbodes aangeworven sinds 1 januari 2002 dienog voor het einde van hun stageperiode van18 maanden ontslagen worden?4.a) Kan u het gemiddeld aantal uren opleiding meedelendat een personeelslid van De Post geniet en ditgedurende de afgelopen vijf jaar (indien mogelijktien jaar)?b) Kan u ook de projecties op dit vlak van De Postvoor de komende legislatuur meedelen?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 20 februari 2008, op de vraagnr. 73 van de heer Roel Deseyn van 16 januari 2008(N.):1. Het is (a) niet zo dat de sluiting van postkantorenmet zich meebrengt dat voltijdse arbeidsovereenkomstendoor deeltijdse arbeidsovereenkomstenworden vervangen. Evenmin wordt aan het personeelvoorgesteld om (b) het statuut van ambtenaar op tegeven ten gunste van een contractuele arbeidsovereenkomst.De Post heeft geen weet van (c) personeelsledendie omwille van de sluiting van eenpostkantoor overstappen naar een andere werkgever.(d) De mogelijkheid om toe te treden tot één of anderevorm van vervroegd pensioen werd voorzien in hetkader van de eindeloopbaanproblematiek die deeluitmaakt van de 2007-2008. De eindeloopbaanmaatregelenbinnen deze Collectieve Arbeidsovereenkomstoverstijgen de problematiek van de kantoorsluitingen.2. Het klopt niet dat personeel van geslotenpostkantoren na de sluiting van hun kantoor in Postpuntenbij derde partijen worden tewerkgesteld. Hetpersoneel wiens kantoor sluit, wordt een anderebetrekking aangeboden binnen het netwerk of anderediensten van De Post. Dit proces wordt gevoerd inoverleg tussen het lokale management, een lokaleverantwoordelijke voor human resources en hetbetrokken personeelslid. Deze personeelsleden behoudenhun statuut. Er bestaan ook afspraken met deOverheid die de aanwerving van personeel van DePost mogelijk maken in overheidinstellingen.3. Er worden geen contracten van 18 maand enaangeboden bij «Retail» (verkoopsnetwerk). Aannieuwe personeelsleden in het kantorennetwerk wordteen tijdelijk contract van 6 maand aangeboden. Infunctie van de personeelsbehoefte van een bepaaldeb) Ou ces membres du personnel ne sont-ils détachésque sous un même statut au sein de La Poste?3. Pourriez-vous communiquer, par an, le pourcentagede facteurs recrutés depuis le 1 er janvier 2002 quiont encore été licenciés avant la fin de leur période destage de 18 mois?4.a) Pourriez-vous communiquer le nombre moyend’heures de formation dont ont bénéficié lesmembres du personnel de La Poste au cours descinq (et si possible dix) dernières années?b) Pourriez-vous également communiquer les projectionsde La Poste en la matière pour la prochainelégislature?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 20 février 2008, à la questionn o 73 de M. Roel Deseyn du 16 janvier 2008 (N.):1. Il n’est pas exact que (a) la fermeture de bureauxde Poste amène à transformer des contrats de travail àtemps plein en contrats à temps partiel. Il est encoremoins proposé au personnel de (b) abandonner lestatut de fonctionnaire au profit d’un emploi contractuel.La Poste n’a pas connaissance de membre depersonnel (c) qui, en raison de la fermeture d’unbureau de Poste, seraient transférés vers un autreemployeur. La possibilité (d) de bénéficier de l’une oul’autre forme de prépension a été abordée dans le cadrede la problématique de la fin de carrière, incluse dansla Convention Collective de Travail 2007-2008. Lesmesures liées à la fin de carrière dans cette ConventionCollective de Travail dépassent la problématique de lafermeture de bureaux de Poste.2. Il n’est pas exact que des membres du personnelappartenant à des bureaux de Poste fermés, soientemployés dans des PointsPoste après la fermeture dubureau au sein duquel ils étaient actifs. Les membresdu personnel dont le bureau ferme, se voient proposerd’autres fonctions dans d’autres bureaux de Poste oud’autres services de l’entreprise. Ce processus est menéen concertation entre le management local, un responsablelocal des ressources humaines et le membre dupersonnel concerné. De plus, ces personnes conserventleur statut. Il existe également des accords avec l’Étatqui permettent l’engagement de membres du personnelde La Poste dans des administrations.3. La division «Retail» (réseau de vente) ne proposepas de contrats de 18 mois. Un contrat à duréedéterminée de 6 mois est proposé aux nouveauxmembres du personnel dans le réseau des points devente. En fonction des besoins en personnel des zonesKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 147125 - 2 - 2008zone en in functie van de kwaliteit van de geleverdeprestatie, kan dergelijk contract tot drie maalhernieuwd worden voor een periode van 6 maand.concernées et de la qualité des prestations, un tel contratpeut être prolongé jusqu’à trois fois.4. Het gemiddelde aantal dagen vorming per medewerkervan het kantorennetwerk van De Post bedroegvoor 2006 4,2 dagen en voor 2007 6,3 dagen. Deprojectie voor 2008 bedraagt 5,3 opleidingsdagen perpersoon. De gegevens van voor 2005 zijn niet vergelijkbaarvanwege de sterk verschillende organisatiestructuur.4. Le nombre moyen annuel de jours de formationpar collaborateur du réseau des bureaux de Postes’élevait à 4,2 jours en 2006 et à 6,3 jours en 2007. Lesestimations pour 2008 s’élèvent à 5,3 jours. Lesdonnées pour 2005 ne sont pas comparables en raisond’une importante différence de structure organisationnelle.DO 2007200801258 DO 2007200801258Vraag nr. 77 van de heer Michel Doomst van 16 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Question n o 77 de M. Michel Doomst du 16 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:NMBS. — Infrastructuurinvesteringen tussen 2004 en2007.SNCB. — Travaux d’infrastructure entre 2004 et 2007.Het akkoord over de spoorinvesteringen 2004-2007reserveerde 601 miljoen euro voor het GewestelijkExpressnet (GEN). Men voorzag werken in de tunnelSchuman — Josaphat, de bocht Nossegem-Luchthaven,de lijn 161 Watermaal-Bosvoorde — Louvain-la-Neuve, de lijn 124 Eigenbrakel — Ukkel en Eigenbrakel— Nijvel en de lijn 50a Brussel — Denderleeuw.Verder zouden ook een aantal stations en parkingsvoor bijna 40 miljoen euro aangepast worden.L’accord sur les investissements ferroviaires 2004-2007 prévoyait d’affecter 601 millions d’euros à laconstruction du Réseau express régional (RER). Leschantiers prévus concernaient le tunnel Schuman —Josaphat, la courbe de Nossegem (raccordement avecl’aéroport), la ligne 161 Watermael-Boitsfort —Louvain-la-Neuve, la ligne 124 Braine-l’Alleud —Uccle et Braine-l’Alleud — Nivelles et la ligne 50aBruxelles — Denderleeuw. En outre, un budget deprès de 40 millions d’euros était prévu pourl’aménagement d’un certain nombre de gares et deparkings.1. Hoever staan deze werken? Graag een detaillistischoverzicht per werf (aanvangsdatum, einddatum,kostprijs, enzovoort).1. Où en sont ces travaux? Pouvez-vous donner unaperçu détaillé par chantier (date de début et de fin,coût, etc.)?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1472 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. Hoeveel is er in totaliteit aan deze werken uitgegeven?2. Quel est le coût total des travaux?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 77 van de heer Michel Doomst van 16 januari 2008(N.):Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 77 de M. Michel Doomst du 16 janvier 2008(N.):1. De gevraagde gegevens betreffende de GENwerkenworden in de hierna volgende tabel samengevat:1. Les données demandées concernant les travauxRER sont résumées dans le tableau suivant:Werf—ChantierAanvangwerken—Débutdes travauxVoorzieneeinde werken—Fin prévuedes travauxUitgaven per lijn vanaf01/2001 tot en met09/2007 in mio eurocourant—Dépenses par ligne àpartir de 01/2001jusqu’en09/2007 y compris enmio euro courantOpmerking—RemarqueWatermael-Schuman-Josaphat(B)L161 Watermael-Bosvoorde(B). — Watermael-BoitsfortL161 Groenendaal — Hoeilaart(VL)L161 Ter Hulpen. — La Hulpe-Ottignies (W)29/03/2004 12/2013 63,9* 12/2015* 46,2 Aflevering bouwvergunning:7 januari 2008. — Délivrancedu permis de bâtir: 7 janvier200828/08/2006 12/201501/08/2006 12/2015L124 Moensberg (B) * 12/2016* 43,9 Aflevering bouwvergunningvoorzien in augustus 2008. —Délivrance du permis de bâtirprévue en août 2008L124 Linkebeek-St-Genesius-Rode. — Rhode-Saint-Genèse(VL)L124 Waterloo-Nivelles (W) 23/04/2007 12/2016 (technisch).— (techniquement)* 12/2016* Aflevering bouwvergunningvoorzien in januari 2008. —Délivrance du permis de bâtirprévue en janvier 2008L50A Anderlecht(B) * 12/2015* 18,8 Aflevering bouwvergunningvoorzien in oktober 2008. —Délivrance du permis de bâtirprévue en octobre 2008L50A Dilbeek-Denderleeuw 02/2008 12/2015(VL)L36 Bocht. — Courbe Nossegem(VL)19/01/2004 11/12/2005 24,7KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 147325 - 2 - 2008Werf—ChantierAanvangwerken—Débutdes travauxVoorzieneeinde werken—Fin prévuedes travauxUitgaven per lijn vanaf01/2001 tot en met09/2007 in mio eurocourant—Dépenses par ligne àpartir de 01/2001jusqu’en09/2007 y compris enmio euro courantOpmerking—RemarqueUitrusting van de perrons op de4 lijnen. — Equipement desquais des 4 lignes01/2008 (L36) 08/2009 (L36) 8,5 Op de lijnen 161, 124 en 50A:uitvoering van de werken gaatsamen met aanleg van desporen. — Sur les lignes 161,124 et 50A: l’exécution destravaux va de pair avec la posedes voies.(*) Te actualiseren in functie van de afleveringsdatum van deafleveringsdatum van de stedenbouwkundige vergunning eneinddatum van de beroepsprocedures.(*) À actualiser en fonction de la date de délivrance dupermis d’urbanisme et de la date de fin des procédures d’appel.De totale enveloppe voor de GEN-werken (infrastructuuren onthaal) bedraagt 1 556 miljoen euro.Hieraan moet voor Infrabel nog een bedrag van88,4 miljoen euro (laatste inschatting) buiten hetGEN-fonds toegevoegd worden voor de opwaarderingvan een 80-tal bestaande stations en stopplaatsen gelegenlangs de betreffende lijnen, exclusief het bedragHolding-PA voor aanpassing van stationsgebouwen,parkings en omgeving van de stations.2. Vanaf 2001 en tot en met september 2007 werd intotaal 206 miljoen eurocourant uit het GEN-fondsuitgegeven voor bovenvermelde werken.L’enveloppe totale pour les travaux RER (infrastructureet accueil) s’élève à 1 556 millions d’euros.Il faut encore y ajouter pour Infrabel un montant de88,4 millions d’euros (dernière estimation) hors fondsRER pour la revalorisation de 80 gares et pointsd’arrêt existants situés le long des lignes concernées,sans tenir compte du montant Holding-PA destiné àl’adaptation des bâtiments de gare, des parkings et desabords des gares.2. À partir de 2001 et jusqu’à septembre 2007 ycompris, 206 millions d’euroscourant provenant dufonds RER ont été déboursés pour les travaux précités.DO 2007200801264 DO 2007200801264Vraag nr. 80 van de heer Robert Van de Velde van16 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:FOD. — Organisatie en werking. — Peiling naarmening belastingplichtigen.De FOD Financiën heeft niet de beste reputatie vanalle federale overheidsdiensten (FODs). Alvast de30 000 ambtenaren zijn niet onverdeeld gelukkig metde werking van de dienst. Ambtenaren protesteerdenal meermaals omdat de modernisering van de overheidsdienstFinanciën niet slaagt, met andere woorden,ze willen dat hun dienst beter, efficiënter werkt. Het«Copernicus plan» is duidelijk dode letter gebleven.Terwijl we voor het niveau van de belastingen duide-Question n o 80 de M. Robert Van de Velde du 16 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:SPF. — Organisation et fonctionnement. — Sondagesur l’avis des contribuables.Le SPF Finance n’est pas le service public fédéral(SPF) qui jouit de la meilleure réputation. Ses 30 000fonctionnaires, qui ne sont pas non plus tous satisfaitsdu fonctionnement de leur service, ont déjà dénoncé àplusieurs reprises l’échec de la modernisation duservice public des Finances. En d’autres termes, ilsveulent un service plus efficace. Le «Plan Copernic»est manifestement resté lettre morte. Tandis nous noussituons clairement dans le haut du classement mondialKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1474 QRVA 52 01025 - 2 - 2008lijk aan de top van de wereldwijde rankings vertoeven,bevinden we ons qua efficiëntie helemaal onderaan.Dat bleek al uit cijfers van het World EconomicForum. Misschien hangen deze twee rankings welsamen.Voor de ambtenaren is de belastingwetgeving veel tecomplex. Er zijn bovendien teveel politieke benoemingen.Het departement is geplaagd geweest door groteblunders en fouten. Het computerprogramma faaldemeermaals. Sommige belastingplichtigen kregen eenaanslag van ettelijke miljoenen in de bus. Het «lottoformulier»dat de belastingaangifte is geworden leiddeen leidt tot problemen bij de invulling en bij het inscannen.Maar hoe zit het met de belastingplichtigen? Particulierebelastingplichtigen en ondernemers blijken ookniet zo tevreden te zijn met de werking van de FOD.Maar naar hun mening wordt niet gevraagd.In Nederland bijvoorbeeld is er jaarlijks een«Fiscale Monitor». In dit jaarlijks onderzoek vraagtde belastingdienst naar de mening van belastingplichtigen.De uitkomsten worden onder andere gebruiktvoor de verbetering van de organisatie en de werkingvan de belastingdienst.Wat de FOD onder uw bevoegdheid betreft, rijzende volgende vragen.1. Wat zijn de jaarlijkse administratieve kosten omde FOD te runnen?2. Wat is het aantal ambtenaren en evolutie ervangedurende de jongste vijf jaar?3. Wat is het precieze bedrag dat is besteed voor deautomatisering gedurende de jongste vijf jaar?4. Wat werd er recentelijk ondernomen om de werkingen de organisatie van de FOD te verbeteren?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 20 februari 2008, op de vraagnr. 80 van de heer Robert Van de Velde van 16 januari2008 (N.):Ik stel vast dat het geachte lid in zijn vraag meldingmaakt van de organisatie en de werking van de FODFinanciën. Het komt de minister van Financiën toe eenantwoord te verstrekken op vragen die betrekkinghebben op de FOD Financiën. Hieronder geef ik u deantwoorden die gelden voor de FOD P&O.1. In 2007 heeft de FOD Personeel en Organisatieheeft over een krediet van 8 905 000 euro kunnen beschikkenvoor zijn administratieve kosten, waarvan7 202 000 euro aan personeelskosten werd besteed. Derest stemt overeen met de werkingskosten van debeheersorganen van de FOD.en ce qui concerne le niiveau d’imposition, nous occuponsplutôt eune place en fin de classement sur le plande l’efficacité. C’est du moins ce qui ressort des chiffresdu World Economic Forum. Mais ces deux classementssont peut-être liés.Les fonctionnaires jugent la législation sur lesimpôts beaucoup trop compliquée. Ils dénoncentégalement le trop grand nombre de nominations politiques.Le département n’a pas non plus été épargné parles bévues et les erreurs. Le programme informatiques’étant plusieurs fois révélé défaillant, il est arrivé quedes contribuables reçoivent dans leur boîte aux lettresdes impositions de plusieurs millions. La déclarationfiscale, qui prend aujourd’hui des allures de formulaireLotto, a été et reste source de difficultés, qu’il s’agissede la remplir ou de la soumettre à la lecture optique.Mais qu’en est-il des contribuables? Il semble queles particuliers et les entrepreneurs ne soient pas nonplus vraiment satisfaits du fonctionnement du SPFmais on ne leur demande pas leur avis.Aux Pays-Bas, il est procédé chaque année à un«Fiscale Monitor», une enquête dans le cadre delaquelle le service des impôts recueille l’avis des contribuables.Les résultats de cette enquête servent, entreautres, à améliorer l’organisation et le fonctionnementdu service des impôts.Les questions suivantes se posent donc à propos duSPF qui ressortit à votre compétence.1. À combien s’élèvent, sur une base annuelle, lesfrais administratifs pour la gestion du SPF?2. Quel est le nombre de fonctionnaires et commenta-t-il évolué au cours des cinq dernières années?3. Quel montant a été consacré exactement àl’automatisation au cours des cinq dernières années?4. Quelles mesures ont été prises récemment pouraméliorer le fonctionnement et l’organisation du SPF?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 20 février 2008, à la questionn o 80 de M. Robert Van de Velde du 16 janvier2008 (N.):Je constate que l’honorable membre évoque dans saquestion l’organisation et le fonctionnement du SPFFinances. Il appartient dès lors au ministre des Financesd’apporter une réponse aux questions qui portentsur le SPF Finances. Ci-après je vous fournis les réponsesqui portent sur le SPF P&O.1. En 2007 le SPF Personnel et Organisation a disposéd’un crédit de 8 905 000 euros pour ses coûtsadministratifs dont 7 202 000 euros consacrés auxfrais de personnel, le reste correspondant aux frais defonctionnement des organes de gestion du SPF.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 147525 - 2 - 2008Deze administratieve kosten maken deel uit van hettotaalbudget van 86 088 000 euro dat in 2007 aan deFOD werd toegekend. De onderstaande tabel geeft deevolutie van 2003 tot 2007 van de kredieten (in duizendeneuro’s) die aan de administratieve kosten van deFOD werden besteed.Ces coûts administratifs font partie du budget totalde 86 088 000 euros alloué en 2007 au SPF. Le tableauci-après donne l’évolution des crédits consacrés auxcoûts administratifs du SPF de 2003 à 2007 (en milliersd’euros).2003 2004 2005 2006 2007Totaalkrediet. — Crédit total ........................... 56 508 60 825 63 336 86 627 85 558Adm. Kosten. — Coûts administratifs .............. 1 227 8 907 8 488 8 727 8 9052. Overzicht van de personeelsevolutie van de FODP&O (inclusief Selor).2. Aperçu de l’évolution du personnel du SPF P&O(y compris Selor).Jaar Fysieke eenheden Année Unités physiques1 december 2003 537 1 er décembre 2003 53731 december 2004 513 31 décembre 2004 51331 december 2005 538 31 décembre 2005 53831 december 2006 547 31 décembre 2006 5471 december 2007 535 1 er décembre 2007 5353. De onderstaande tabel geeft de evolutie van debedragen (in duizenden euro’s) die de laatste vijf jaaraan automatisering werden besteed:3. Le tableau ci-après donne l’évolution desmontants (en milliers d’euros) consacrés àl’automatisation durant les cinq dernières années:2003 2004 2005 2006 2007Totaal—Total967 2 321 1 275 1 250 31 447 37 260Hier moet worden opgemerkt dat het verschil tussenhet krediet dat in 2007 en in de andere jaren aan automatiseringwerd besteed een gevolg is van de implementatievan het programma e-HRM, dat een kredietkreeg toegewezen van 30 000 000 euro over 7 jaar.4. De FOD P&O heeft zijn missie, visie, strategischedoelstellingen en waarden bepaald. Hij heeftzijn processen geanalyseerd en de vakprocessen deondersteuningsprocessen onderscheiden. Er wordt eenconstante inspanning geleverd om voortdurend de kostvan de ondersteuning te verminderen om de klantorganisatiesbeter ten dienste te zijn. De projectmatigeaanpak maakt het tevens mogelijk de middelen optimaalaan te wenden. Er worden tevredenheidsenquêtesuitgevoerd en in het algemeen meet de FOD constantzijn resultaten. Er wordt veel belang gehecht aancompetentieontwikkeling, aan de betrokkenheid vande medewerkers en aan de interne en externe communicatie.Il convient de noter que la différence entre le créditconsacré à l’automatisation en 2007 et les autresannées résulte de la mise en œuvre du programme e-HRM, doté d’un crédit de 30 000 000 euros sur 7 ans.4. Le SPF P&O a défini sa mission, sa vision, sesobjectifs stratégiques, ses valeurs. Il a analysé ses processuset distingué les processus de métiers et les processusde soutien. Un effort constant est réalisé pourdiminuer sans cesse le coût du soutien de manière àdégager davantage de ressources pour mieux servir lesorganisations clientes. L’approche par projet permetégalement d’utiliser les ressources de manière optimale.Des enquêtes de satisfaction sont réalisées et demanière générale le SPF mesure constamment sesrésultats. Une grande importance est accordée au développementdes compétences, à l’implication des collaborateurset à la communication interne et externe.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1476 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801295 DO 2007200801295Vraag nr. 85 van de heer Geert Versnick van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Internationale verzendingen. — Douanekosten.Uit het jaarverslag van de ombudsdienst bij De Postblijkt dat men heel wat klachten ontvangt over willekeurbij het aanrekenen van douanekosten bij internationaleverzendingen. Het betreft onder meer vaststellingenvan problemen over minutiekosten, aanbiedingskosten,over de gehanteerde tarieven en overvrijstellingen.1. Erkent u de problemen bij het vaststellen vandouanekosten bij de internationale verzending vanpakjes?2. Welke maatregelen stelt De Post voor om dezeproblematiek aan te pakken?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 85 van de heer Geert Versnick van 17 januari 2008(N.):1. De Post erkent dat er soms onduidelijkheid konzijn in verband met de communicatie over de te betalenkosten. Hieraan werd inmiddels, door intensieveopleiding van het personeel dat de contacten met hetcliënteel verzorgt, verholpen.De inklaring van internationale zendingen door dedouanediensten gebeurt volgens het volgende principe:Voor de volgende zendingen moeten er kostenbetaald worden:— zending uit een land buiten de Europese Unie enwaarvan de waarde meer dan 22 euro is, alsookalcoholische producten, parfum en reukwater,tabak en tabaksproducten (artikel 18 van koninklijkbesluit nr. 7 van de BTW Code);— niet-commerciële zendingen uit een land buiten deEuropese Unie en waarvan de waarde meer dan45 euro bedraagt (artikel 44 van koninklijk besluitnr. 7 van de BTW Code);— brievenpostzendingen die goederen bevatten vanbuiten de EU.De kosten omvatten:a) douanerechten berekend op basis van de waardevan de zending;b) 20 euro douanekosten voor het uitvoeren van deformaliteiten;Question n o 85 de M. Geert Versnick du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Envois internationaux. — Frais dedouane.Dans son rapport annuel, le Service de Médiationpour le Secteur Postal fait état de nombreuses plaintesrelatives à l’imputation arbitraire des frais de douanepour les envois internationaux. L’on constate notammentdes problèmes concernant les frais de minutie etde présentation, les tarifs et les exonérations.1. Reconnaissez-vous l’existence de problèmes liésà la fixation des frais de douane en matière d’envoisinternationaux de colis?2. Quelles mesures La Poste envisage-t-elle de prendreafin de remédier à ces problèmes?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 85 de M. Geert Versnick du 17 janvier 2008(N.):1. La Poste reconnaît que la communication relativeaux frais à payer n’a pas toujours été précise.Entretemps, La Poste a rectifié cette imprécision endonnant au personnel en contact avec les clients uneformation intensive.Le dédouanement des envois internationaux estappliqué selon les principes suivants:Des frais sont appliqués aux envois suivants.— envois en provenance d’un pays en dehors del’Union européenne et dont la valeur excède22 euros, ainsi que les produits alcoolisés, parfumet eaux de toilette, tabac et produits de tabac,(article 18 de l’arrêté royal n o 7 du Code de laTVA);— envois non commerciaux en provenance d’un paysen dehors de l’Union européenne et dont la valeurexcède 45 euros (article 44 de l’arrêté royal n o 7 duCode de la TVA);— des envois de la poste aux lettres qui contiennentdes marchandises hors de l’Union européenne.Les frais se composent:a) des droits de douane calculés sur la base de lavaleur de l’envoi;b) des frais d’accomplissement des formalités douanièresde 20 euros;KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 147725 - 2 - 2008c) BTW op de invoer van de zending. De BTW isberekend op de waarde bij de douane van dezending, douanerechten, verpakkingskosten,vervoer- en verzekeringskosten alsook douanekostenvoor het uitvoeren van de formaliteiten (artikel34 van de BTW Code);d) de eventuele accijnzen. Wanneer de kosten voorhet uitvoeren van de formaliteiten hoger zijn dande taksen, rechten en verschuldigde voorheffingen,dan moet enkel een forfaitair bedrag van 10 eurobetaald worden voor aanbiedingskosten aan dedouane. Dit forfaitaire bedrag is niet onderhevigaan BTW (artikel 41, § 1, 6 o van de BTW Code).In dit geval wordt er geen uniek administratiefdocument opgemaakt.2. In de brochure «Praktische gids voor uwbriefwisseling» werd onder de afdeling «Internationaletarieven» meer informatie betreffende de aanrekeningvan kosten en taksen toegevoegd. Deze brochureis gratis voor het publiek verkrijgbaar in iederpostkantoor en raadpleegbaar op de website van DePost.c) de la TVA due à l’importation de l’envoi. La TVAest calculée sur la valeur en douane de l’envoi, lesdroits de douane, les frais d’emballage, les frais detransport et d’assurance ainsi que les frais deformalités douanières (article 34 du Code de laTVA);d) des accises éventuelles. Lorsque les frais d’accomplissementdes formalités douanières sont plusélevés que les taxes, droits et prélèvement dus, seulun montant forfaitaire de 10 euros pour les frais deprésentation aux formalités douanières est dû. Cemontant forfaitaire n’est pas soumis à la TVA(article 41, § 1, 6 o du Code de la TVA). Dans cecas, un document administratif unique qui n’estpas établi.2. Dans la rubrique «Tarif International» de labrochure de La Poste «Guide pratique de votre courrier»une information plus complète relative au calculdes frais et taxes a été ajoutée. Cette brochure est gratuiteet est disponible au grand public dans tous lesbureaux de poste et peut être consultée sur le site de LaPoste.DO 2007200801314 DO 2007200801314Vraag nr. 86 van de heer Michel Doomst van 17 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Aantal diefstallen van zendingen doorpostbodes.Jaarlijks worden er in België een aantal postbodesbetrapt op het stelen van zendingen. De voorbije jarenwerden hier een aantal sensibiliseringsacties tegengevoerd. Ook werd er eind 2005 een werkgroep opgerichtdie zich uitsluitend bezig zou houden met diefstalpreventie.1. Hoeveel postbodes werden in de jaren 2006 en2007 betrapt op diefstal van zendingen? Graag eenoverzicht per provincie.2. Zijn de sensibiliseringsacties reeds geëvalueerden zo ja, wat zijn de bevindingen?3.Is de werkgroep reeds geëvalueerd en zo ja, watzijn de bevindingen?Question n o 86 de M. Michel Doomst du 17 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Le nombre de vols d’envois postauxcommis par des facteurs.Chaque année, un certain nombre de facteurs serendent coupables de vols d’envois postaux. Cesdernières années, des campagnes de sensibilisation ontété menées pour combattre ce phénomène. Par ailleurs,un groupe de travail créé fin 2005 est chargé des’occuper uniquement de la prévention des vols.1. En 2006 et 2007, combien de facteurs ont-étéconvaincus d’avoir volé des envois postaux? Pouvezmedonner un aperçu de la situation par province?2. A-t-on déjà procédé à une évaluation des campagnesde sensibilisation et si oui, quelles en sont lesconclusions?3. A-t-on déjà procédé à une évaluation des activitésdu groupe de travail et si oui, quelles en sont lesconclusions?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1478 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 86 van de heer Michel Doomst van 17 januari 2008(N.):1. Het aantal meldingen van achterhouding vanbriefwisseling geregistreerd in 2006 en 2007 perprovincie is weergegeven in onderstaande tabel.Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 86 de M. Michel Doomst du 17 janvier 2008(N.):1. Le tableau ci-dessous reprend le nombre derétention de courrier dénoncé en 2006 et 2007 parprovince.Provincie—Province2006 2007Antwerpen. — Anvers ................................................................................... 12 11Brussel Stad. — Bruxelles Ville ..................................................................... 10 13Henegouwen. — Hainaut .............................................................................. 8 8Limburg. — Limbourg .................................................................................. 3 2Luik. — Liège ............................................................................................... 6 3Namen. — Namur ........................................................................................ 2 3Luxemburg. — Luxembourg ......................................................................... 0 0Oost-Vlaanderen. — Flandre Orientale ......................................................... 8 15Vlaams-Brabant. — Brabant flamand ............................................................ 4 7Waals-Brabant. — Brabant-wallon ................................................................ 2 1West-Vlaanderen. — Flandre Occidentale ..................................................... 4 42. De tot nog toe gevoerde sensibiliseringsactieshebben nog geen significante daling van het aantalmeldingen met zich mee gebracht. Ook in 2008 zullende inspanningen verder worden opgedreven.3. Gezien het feit dat het aantal meldingen nietsignificant is gedaald, zullen de activiteiten van dewerkgroep worden verder gezet en wordt voor 2008een jaaractieplan opgesteld dat de actieve rol van alleactoren betreffende diefstalpreventie verder benadrukt.2. Jusqu’à présent, les actions de sensibilisationmenées n’ont pas fait diminuer de façon significative lenombre dénoncé. En 2008 les efforts seront poursuivisen ce sens.3. Compte tenu du fait que le nombre dénoncé n’apas diminué de façon significative, les activités dugroupe de travail seront poursuivies et en 2008 un pland’actions est établi afin que le rôle actif de tous lesacteurs concernés par la prévention de vols ou desfraudes soit plus important.DO 2007200801355 DO 2007200801355Vraag nr. 91 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Treinbestuurders. — Voorbijrijden treinhalteplaatsen.Persoonlijk maakte ik het op 26 november 2007 meedat een trein plots remde, omdat de treinbestuurderblijkbaar uit het oog verloren was dat hij moest stoppenaan een bepaalde halte. Daar waar de trein zichnog in de treinsectie van de halteplaats bevond, volstondhet om wat terug te keren.Het gebeurt geregeld dat een treinbestuurder eenhalteplaats voorbijrijdt, waar hij normaal had moetenQuestion n o 91 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Conducteurs de trains. — Dépassementd’arrêts.Le 29 novembre 2007, le train dans lequel je metrouvais a freiné soudainement parce que le conducteuravait manifestement oublié de stopper à un arrêt.Comme le train n’avait pas encore quitté l’aire d’arrêt,il a suffi de reculer de quelques mètres.Il arrive régulièrement qu’un conducteur oublie unarrêt. En réponse à une précédente question, vous avezKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 147925 - 2 - 2008stoppen. Op een eerder gestelde vraag gaf u de volledigecijfers tot en met 2005 (vraag nr. 964 van 4 mei2006 van mevrouw Hilde Dierickx, Vragen en Antwoorden,Kamer, 2006-2007, nr. 139 van 16 oktober2006, blz. 27357).1. Hoeveel treinen reden in 2006, en de eerste helftvan 2007, een treinhalte voorbij?2. Krijgt de treinbestuurder een of ander signaal dater op wijst dat hij moet stoppen, bij het naderen vaneen halte?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 91 van de heer Guido De Padt van 18 januari 2008(N.):1. Aantal treinen die een voorziene halte voorbijredenin:2006: 61. 2006: 61.2007: 65. 2007: 65.De NMBS-Groep benadrukt hierbij dat in geenenkele van deze gevallen de veiligheid in het gedrangkwam.2. Een treinbestuurder ontvangt voor elke prestatie,die hij moet verzekeren een dienstfiche, waarop eengedetailleerde beschrijving staat van alle uit te voerenverrichtingen. Voor elke trein vermeldt de dienstficheonder meer al de stations met uren van aankomst envertrek.Langs het spoor staan aankondigingsborden opgesteldmet hierop de afkorting van de naam van destations. De borden bevinden zich op minimum 800 mvoor de stations en dienen als positiebepaling van deperrons langs de lijnen.communiqué l’ensemble des statistiques jusqu’en 2005(question n o 964 du 4 mai 2006 de Mme HildeDierickx, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, n o 139 du 16 octobre 2006, p. 27357).1. Combien de trains ont dépassé un arrêt en 2006et durant le premier semestre 2007?2. À l’approche d’un arrêt, le conducteur reçoit-ilun signal quelconque lui indiquant qu’il doit s’arrêter?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 91 de M. Guido De Padt du 18 janvier 2008(N.):1. Nombre de trains ayant dépassé un arrêt prévu:Le Groupe SNCB tient ici à souligner que la sécuritén’a été compromise dans aucun de ces cas.2. Pour chaque prestation qu’il doit assurer, unconducteur de train reçoit une fiche de service reprenantune description détaillée de toutes les opérationsà effectuer. Pour chaque train, la fiche de servicementionne notamment toutes les gares, avec les heuresd’arrivée et de départ.Sur le terrain, des panneaux d’annonce indiquantl’abréviation du nom des gares sont installés le long dela voie. Les panneaux se trouvent à minimum 800 men amont des gares et servent à localiser les quais lelong des lignes.DO 2007200801357 DO 2007200801357Vraag nr. 93 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Achtergehouden post.De Post bezorgt soms brieven aan de klanten met devermelding: «De post die bij deze brief gevoegd is,heeft helaas grote vertraging opgelopen door omstandighedenbuiten de wil van De Post. Onze dienstenhebben deze feiten enkele dagen geleden ontdekt, enhebben onmiddellijk klacht ingediend bij de lokalepolitie». Blijkbaar betreft het hier dus achtergehoudenpost.1. Hoeveel feiten van achtergehouden post (opgesplitstnaargelang de taalrol van de dader) en betrek-Question n o 93 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Rétention de courrier.Il arrive que La Poste distribue du courrier à sesclients en y apposant la mention suivante: «L’acheminementdu courrier joint à cette lettre a malheureusementété beaucoup retardé en raison de circonstancesindépendantes de la volonté de La Poste. Nos servicesont découvert ces faits il y a quelques jours et ilsont immédiatement déposé plainte à la police locale.»Il s’agit visiblement, en l’occurrence, d’un cas de rétentionde courrier.1. Combien de faits de rétention de courrier (répartisen fonction du rôle linguistique de leur auteur) ont-KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1480 QRVA 52 01025 - 2 - 2008king hebben op hoeveel aantal brieven/pakjes, werdenin 2005, 2006 en 2007 vastgesteld?2. In hoeveel van die gevallen werd klacht neergelegdbij de politie?3. Welk gevolg werd door de parketten voorbehoudenaan die strafklachten?4. Welke initiatieven/procedures zijn er opgezet ofvan toepassing om het achterhouden van post tegen tegaan?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 93 van de heer Guido De Padt van 18 januari 2008(N.):ils été constatés en 2005, 2006 et 2007? À combien delettres/colis se rapportent-ils ?2. Dans combien de ces cas une plainte a-t-elle étédéposée à la police?3. Quelle suite les parquets ont-ils réservée à cesplaintes au pénal?4. Quelles initiatives/procédures ont été lancées ousont d’application afin de lutter contre la rétention decourrier?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 93 de M. Guido De Padt du 18 janvier 2008(N.):1. Vaststellingen achterhouding van briefwisseling: 1. Constatations de rétention de courrier:2005 2006 2007Antwerpen — Anvers ............................................ 13 12 11Vlaams-Brabant — Brabant flamand ..................... 1 4 7Waals-Brabant — Brabant wallon ......................... 0 2 1Brussel — Bruxelles ............................................... 5 10 13Henegouwen — Hainaut ....................................... 9 8 8Limburg — Limbourg ............................................ 0 3 2Luik — Liège ......................................................... 1 6 3Luxemburg — Luxembourg ................................... 2 0 0Namen — Namur .................................................. 3 2 3Oost-Vlaanderen — Flandre Orientale ................... 4 8 15West-Vlaanderen — Flandre Occidentale ............... 2 4 4De Post beschikt niet over gedetailleerde informatieover het aantal zendingen.2. Alle feiten die door de interne recherchedienstwerden vastgesteld, werden overgemaakt aan deprocureur des Konings.3. Het gevolg dat door de parketten wordt gegevenzal afhangen van verschillende elementen.De Post beschikt niet over concrete gegevens hieromtrent.4. Om het achterhouden van ingeschreven zendingenen pakjes tegen te gaan, werden er procedures metbarcodes ingevoerd.Voor gewone zendingen zijn er geen specifiekemaatregelen mogelijk.De volgende maatregelen dragen bij tot het opsporenvan eventuele achterhouding van briefwisseling:— Bij de aanwerving moet ieder personeelslid eenverklaring op eer ondertekenen.— Er is een klachtenrapportage, die het mogelijkmaakt om pieken in het aantal klachten voor eenbepaald kantoor te detecteren.La Poste ne dispose pas d’information détaillée concernantle nombre d’envois.2. Tous les faits qui ont été constatés par le serviceinterne de recherche ont été transmis au procureur duRoi.3. La suite donnée par les parquets dépend toujoursde plusieurs éléments.La Poste ne dispose pas de données concrêtes à cesujet.4. Afin de lutter contre la rétention d’envois enregistréset de colis, des procédures sur la base de codes àbarres ont été mises en place.Pour les envois normaux, il n’est pas possible deprendre des mesures spécifiques.Les mesures suivantes contribuent à la préventionde rétention éventuelle de courrier:— Lors de l’engagement, chaque membre du personneldoit signer une déclaration sur l’honneur.— Un système d’enregistrement de plaintes a été misen place, qui permet de détecter des pics de plaintespour un bureau déterminé.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 148125 - 2 - 2008— Er worden kwaliteitscontroles uitgevoerd metgetraceerde brieven.— Des contrôles de qualité sont effectués à l’aide delettres tracées.DO 2007200801359 DO 2007200801359Vraag nr. 95 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:NMBS. — Actuele treininformatie «op locatie».De Nederlandse Spoorwegen zijn gestart met eenactuele treininformatie «op locatie». In hotels, bijgrote bedrijven, op scholen of in congrescentraworden schermen geplaatst die aan de reizigers latenweten of ze zich moeten haasten om hun trein te halen.De informatie die op die manier wordt verschaft is veelactueler dan deze bekomen via het internet, gezien hetreal-time is.1. Zijn de Belgische spoorwegen op de hoogte vandit initiatief?2. Zijn er in de toekomst plannen om een geljikaardigsysteem ook in België te gebruiken?Question n o 95 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:SNCB. — Système d’information local relatif audépart des trains.Les chemins de fer néerlandais viennent de lancer unsystème d’information local relatif au départ destrains. Des hôtels, de grandes entreprises, des écoles ouencore des centres de congrès sont équipés d’écransinformant les voyageurs de l’imminence du départ deleur train. Les informations ainsi diffusées sont beaucoupplus à jour que celles obtenues par l’internet,étant donné qu’elles sont actualisées en temps réel.1. Les chemins de fer belges ont-ils connaissance decette initiative?2. L’instauration d’un système similaire en Belgiqueest-elle envisageable?3. Aan welke locaties wordt hier gedacht? 3. Quels sites entreraient en ligne de compte pourl’installation d’un tel système?4. Wat zou de kost zijn van een dergelijke systeem? 4. À combien s’élèverait le coût de la mise en placed’un tel système?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 95 van de heer Guido De Padt van 18 januari 2008(N.):1. De NMBS-Groep is wel op de hoogte van hetproefproject dat momenteel bij de NS loopt om actueletreininformatie «op locatie» te voorzien. Dit projectwordt van nabij opgevolgd.2 en 3. De NMBS-Groep heeft geen directe plannenom schermen met de eerste treinen bij vertrek op locatiete installeren. Aankondigingsschermen wordenenkel op locatie geplaatst indien een derde de kostenvan de installatie en het onderhoud ten laste neemt.Tot nu toe is er in België één dergelijke aanvraag. HetEuropese Parlement zal binnen zijn gebouwen deplaatsing financieren van een aankondiger met deeerste treinen bij vertrek uit het station Brussel-Luxemburg.4. De kostprijs is afhankelijk van de omvang van degevraagde installatie.Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 95 de M. Guido De Padt du 18 janvier 2008(N.):1. Le Groupe SNCB est bien au courant du projetpiloteen cours aux NS afin de fournir des informationsferroviaires actuelles «sur site». Ce projet estsuivi de près.2 et 3. Le Groupe SNCB n’envisage pas dansl’immédiat d’installer «sur site» des écrans affichantles premiers trains au départ. Des écrans d’annoncesont uniquement placés sur site si un tiers prend encharge les frais d’installation et d’entretien. Jusqu’àprésent, il n’y a pas eu de demande dans ce sens enBelgique. Le Parlement européen financera l’installationdans ses bâtiments d’un annonceur indiquant lespremiers trains au départ de de la gare de Bruxelles-Luxembourg.4. Le coût dépend de l’importance de l’installationdemandée.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1482 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801368 DO 2007200801368Vraag nr. 103 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Postbodes. — Uitbetaling cash pensioengeld.Maandelijks ontvangen heel wat gepensioneerdennog steeds hun pensioen via een uitbetaling in cash,uitgevoerd door de postbode. Deze transacties hebbenin het verleden ervoor gezorgd dat postbodes regelmatighet slachtoffer werden van overvallen.1. Hoeveel mensen krijgen momenteel hunpensioen in cash uitbetaald door de postbode?2. Hoeveel postbodes werden tijdens het uitvoerenvan hun ronde overvallen in 2005, 2006 en 2007?3. Wat was de omvang van de buit in elk van dezejaren?4. Hoeveel overvallen vonden plaats in postkantorenzelf in 2005, 2006 en 2007 en hoe was de geografischeverspreiding van de overvallen?5. Wat was de totale buit van de overvallen in postkantorenin elk van deze jaren?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 103 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.):1. In september 2007 werden er door de Rijksdienstvoor pensioenen 147 000 assignaties aan huis te betalenuitgeschreven. In september 2006 waren dat er nog163 000 en in 2005 183 000.Question n o 103 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Facteurs. — Versement en espèces de lapension.Chaque mois, de nombreux retraités perçoiventencore leur pension en espèces, à domicile. Par lepassé, ces transactions ont eu pour effet que lesfacteurs étaient régulièrement victimes d’attaques.1. Combien de personnes perçoivent actuellementleur pension en espèces à domicile?2. Combien de facteurs ont été victimes d’attaquespendant leur tournée en 2005, en 2006 et en 2007?3. Quelle était l’ampleur du butin chacune de cesannées?4. Combien d’attaques ont eu lieu au sein même debureaux de poste en 2005, en 2006 et en 2007 etcomment ces attaques se répartissaient-elles géographiquement?5. Quel était le butin total des attaques commisesdans des bureaux de poste chacune de ces années?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 103 de M. Guido De Padt du 18 janvier 2008(N.):1. En septembre 2007 l’Office national des pensionsa établi 147 000 assignations payables à domicile. Enseptembre 2006 ce chiffre était de 163 000 et en 2005 de183 000.2. Zie tabel hieronder. 2. Voir tableau ci-dessous.Nombre de hold-upsPostmannen—Postiers2005 2006 2007Brussel, Vlaams- en Waals-Brabant. — Bruxelles,Brabant flamand et wallonGeslaagd. — Réussi 3 2 1Niet geslaagd. — Pas réussi 2 1 0Oost- en West-Vlaanderen. — Flandre Oriental etOccidentalGeslaagd. — Réussi 0 0 0Niet geslaagd. — Pas réussi 0 0 0Henegouwen en Namen. — Hainaut et NamurGeslaagd. — Réussi 6 5 8Niet geslaagd. — Pas réussi 5 2 1KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 148325 - 2 - 2008Postmannen—Postiers2005 2006 2007Antwerpen en Limburg. — Anvers et LimbourgGeslaagd. — Réussi 0 0 0Niet geslaagd. — Pas réussi 1 0 0Luik en Luxemburg. — Liège et LuxembourgGeslaagd. — Réussi 2 1 1Niet geslaagd. — Pas réussi 6 0 03. Zie antwoord op vraag 5. 3. Voir réponse à la 5ième question.4. Zie tabel hieronder. 4. Voir tableau ci-dessous.Postkantoren—Bureaux de Poste2005 2006 2007Brussel, Vlaams- en Waals-Brabant. — Bruxelles,Brabant flamand et wallonGeslaagd. — Réussi 5 5 6Niet geslaagd. — Pas réussi 6 8 4Oost- en West-Vlaanderen. — Flandre Oriental etOccidentalGeslaagd. — Réussi 2 3 0Niet geslaagd. — Pas réussi 1 0 2Henegouwen en Namen. — Hainaut et NamurGeslaagd. — Réussi 8 7 7Niet geslaagd. — Pas réussi 4 10 9Antwerpen en Limburg. — Anvers et LimbourgGeslaagd. — Réussi 2 2 2Niet geslaagd. — Pas réussi 2 1 4Luik en Luxemburg. — Liège et LuxembourgGeslaagd. — Réussi 2 1 2Niet geslaagd. — Pas réussi 2 1 25. Gezien het vertrouwelijke karakter van de gegevensworden ze niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar liggen ze ter inzage bijde griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers(dienst Parlementaire Vragen).5. Vu le caractère confidentiel des données, celles-cine sont pas reprises dans le bulletin des Questions etRéponses. Ces données sont à consulter au greffe de laChambre des représentants (service questions parlementaires).KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1484 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801369 DO 2007200801369Vraag nr. 104 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Verloren stukken.Wanneer we iets naar De Post brengen, stellen we erons vertrouwen in dat dit pakje of deze brief zijnbestemming zal bereiken.1. Hoeveel pakjes werden in 2004, 2005, 2006 en2007 bij De Post als vermist opgegeven?Question n o 104 de M. Guido De Padt du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Envois perdus.Lorsque nous remettons un pli ou un colis à LaPoste, nous avons confiance dans le fait que ce pli ouce colis atteindra bel et bien son destinataire.1. Combien de colis ont été déclarés perdus auprèsde La Poste en 2004, 2005, 2006 et 2007?2. Hoeveel werden hiervan teruggevonden? 2. Combien de ces colis ont-ils été retrouvés?3. Welke maatregelen neemt De Post om de verlorenstukken op te sporen?4. Welke maatregelen neemt De Post om het aantalverloren stukken in de toekomst te beperken?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 104 van de heer Guido De Padt van 18 januari2008 (N.):1 en 2. Het aantal aanvragen om opzoekingen,ingediend bij De Post voor pakjes en het aantal datwerd teruggevonden bedraagt:3. Quelles mesures sont prises par La Poste pourretrouver les envois perdus?4. Quelles mesures sont prises par La Poste pourlimiter à l’avenir le nombre d’envois perdus?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 104 de M. Guido De Padt du 18 janvier 2008(N.):1 et 2. Le nombre de demandes de recherches introduitesà La Poste pour les paquets et le nombre retrouvéssont:Jaar—AnnéeVerlorenManquant—Ontbrekende inhoudContenu manquantTeruggevonden—Retrouvés%2004 5 107 1 227 242005 5 786 1 571 27,12006 7 998 2 840 35,52007 8 417 3 370 40,03. Alle aanvragen om opzoekingen naar een niettoegekomenzending maken altijd het voorwerp uitvan een grondig onderzoek.3. Toutes les demandes de recherche d’envois nonparvenus font toujours l’objet d’une enquête approfondie.4. 4.— Via «Postinfo» (een huis aan huis folder) wijst De — Par le biais du «Postinfo» (un dépliant touteboites),Post zijn klanten op het belang van de duidelijkeLa Poste informe ses clients devermelding van het retouradres op de zending.Indien de zending toch onbestelbaar blijkt te zijn,l’importance de mentionner clairement l’adresseretour sur tous les envois. Lorsque l’envoi ne peutwordt ze terug aan de afzender gestuurd.être distribué, ce dernier est retourné àl’expéditeur.— Kilopost heeft een opvolgsysteem, consulteerbaarvia de site van De Post op internet.— Een machinale codering zorgt ervoor dat de kansop miszendingen beperkt wordt.— Kilopost a un système de traçabilité, consultablevia le site de La Poste sur l’internet.— Un encodage automatique permet de limiter lenombre d’envois dévoyés.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 148525 - 2 - 2008DO 2007200801415 DO 2007200801415Vraag nr. 114 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Postbodes. — Arbeidsongevallen.Naar verluidt worden postbodes geacht om’s ochtends vanaf 5 uur te beginnen met het sorteerwerkvoor hun ronde. De eigenlijke brievenbestellingstart vanaf 9 uur en wordt volgens het Georoutesysteema rato van een 600-tal bussen per postbodebeëindigd om 13 uur. Naar wij vernemen slaagt eenbelangrijk aantal postbodes er niet in om alle brievenbinnen de vooropgestelde tijdspanne te bestellen.Bijgevolg zijn velen genoodzaakt om elke dag een uurof meer langer te werken.1. Indien een postbode een arbeidsongeval krijgtnadat zijn voorziene diensttijd erop zit, maar hij nogsteeds brieven aan het bestellen is, wordt dat ongevaldan als een arbeidsongeval beschouwd en valt debetrokkene onder de voorziene bepalingen van de arbeidsongevallenverzekering?2. Zo neen, welke regeling is dan wel van toepassing?3. Hoeveel van dergelijke arbeidsongevallenhebben zich sinds de invoering van Georoute voorgedaanbij postbodes, terwijl ze nog aan het werk warennadat het vooropgestelde einduur van hun dienst verstrekenwas?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 114 van mevrouw Maggie De Block van 18 januari2008 (N.):1 tot 3. De dagelijkse organisatie van de uitreikingvan de briefwisseling is gebaseerd op gemiddelden. Ditbetekent dat de diensten van de postbodes gemiddeldelke dag dezelfde tijdsduur hebben. Anders gezegd:een postbode die voltijds werkt, heeft een dagelijksegemiddelde benuttiging van 7.36 uur, en dus gemiddeld38 uur per week.Volumes en statistische gegevensreeksen wordengedurende langere periodes verzameld teneinde degemiddelde dagelijkse tijdsduur te berekenen, waarinook rekening gehouden wordt met seizoensgebondenelementen. Zo worden extra kalme periodes — zoalsde zomervakantie — en extra drukke periodes — zoalsde eindejaarsperiode — uitgevlakt.Het hanteren van deze organisatiemethode houdt deimpliciete erkenning in van de sterkere en zwakkeredagen, die elkaar compenseren via het systeem van degemiddelde werklast. Dit betekent concreet dat op dedagen waar de werkelijke werklast minder groot isQuestion n o 114 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:La Poste. — Facteurs. — Accidents de travail.Il me revient que les facteurs sont censés commencerle tri pour leur tournée dès 5 heures du matin. Ladistribution proprement dite commence à 9 heures etdevrait se terminer, selon le système Georoute, àraison d’environ 600 boîtes par facteur, à 13 heures.Nous avons par ailleurs appris que bon nombre defacteurs ne parviennent pas à distribuer l’ensemble ducourrier dans le délai prévu et sont donc condamnés àfaire tous les jours une ou plusieurs heures supplémentaires.1. Si un facteur est victime d’un accident après lesheures de travail prévues alors qu’il est toujours entrain de distribuer le courrier, cet accident sera-t-ilconsidéré comme un accident de travail et l’intéressérelèvera-t-il des dispositions de l’assurance contre lesaccidents de travail?2. Dans la négative, quel système s’applique enl’occurrence?3. Depuis l’instauration de Georoute, combien defacteurs ont été victimes d’accidents de travail de cetype, alors qu’ils poursuivaient leur tournée après lesheures de travail prévues?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 114 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.):1 à 3. L’organisation quotidienne de la distributiondu courrier repose sur des moyennes. Il en résulte queles services des facteurs présentent chaque jour lamême durée moyenne. Autrement dit, l’utilisationmoyenne d’un facteur, qui accomplit des prestationscomplètes, s’élève à 7 h 36 par jour ou 38 heures parsemaine.Des séries statistiques et des données relatives auxvolumes sont recueillies pendant de longues périodesafin de calculer la durée journalière moyenne de travail,compte tenu des variations saisonnières. Ainsi, lespériodes d’activité fortement réduite, comme lesvacances d’été, sont compensées par les périodesd’activité très intense comme celles de fin d’année.L’utilisation de cette méthode d’organisationsuppose la reconnaissance implicite de jours à forteactivité et de jours à faible activité qui se neutralisentmutuellement par le système de la charge de travailmoyenne. Concrètement, cela signifie que les jours oùKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1486 QRVA 52 01025 - 2 - 2008dan de gemiddelde werklast, de voltijds werkendepostbode hoe dan ook 7.36 uur per dag (of 38 uur perweek) wordt betaald. Omgekeerd: ook op zwaarderedagen blijft de postbode op dezelfde manier vergoed.Ditzelfde mechanisme speelt ook bij de regelingvoor arbeidsongevallen zodat het probleem zoalsgeformuleerd in de vraag zich niet stelt.la charge réelle de travail est inférieure à la moyenne,le facteur travaillant à temps plein sera de toute façonpayé 7 h 36 par jour (ou 38 heures par semaine). Inversement,le facteur continue à être rémunéré de la mêmemanière pour les jours d’activité plus importante.Ce même mécanisme intervient également lors durèglement des accidents du travail, de sorte que leproblème, tel qu’il a été formulé dans la question, ne sepose pas.DO 2007200801418 DO 2007200801418Vraag nr. 115 van mevrouw Maggie De Block van18 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Postbodes. — Ziekteverzuim.Naar verluidt worden postbodes geacht om’s ochtends vanaf 5 uur te beginnen met het sorteerwerkvoor hun ronde. De eigenlijke brievenbestellingstart vanaf 9 uur en wordt volgens het Georoutesysteema rato van een 600-tal bussen per postbodebeëindigd om 13 uur. Naar wij vernemen slaagt eenbelangrijk aantal postbodes er niet in om alle brievenbinnen de vooropgestelde tijdspanne te bestellen.Bijgevolg zijn velen genoodzaakt om elke dag een uurof meer langer te werken. Indien dit klopt, lijkt ons ditniet bevorderlijk voor het welzijn op het werk enwordt de kans op werkverzuim ingevolge ziekte danook groter.1. Hoeveel postbodes, woonachtig in het Vlaamse,respectievelijk Waalse Gewest en Brussel, waren in deperiode 2005-2007 jaarlijks ziek (exclusief bevallingsverloven)?2. Hoeveel van deze ziekten waren van fysieke,respectievelijk psychische aard?3. Hoeveel van deze ziekten waren het gevolg vanongevallen?4. Hoeveel bedroeg het gemiddeld aantal ziektedagenper jaar van de postbodes, woonachtig in hetVlaamse, respectievelijk Waalse Gewest en Brussel, inde periode 2005-2007?5. Hoeveel controles liet De Post jaarlijks verrichtenbij postbodes die zich ziek hadden gemeld in deperiode 2005-2007?6. In hoeveel gevallen van die controles bleek dathet ziekteverzuim onterecht was?Question n o 115 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:La Poste. — Facteurs. — Absentéisme pour cause demaladie.Il me revient que les facteurs sont censés commencerà 5 heures du matin par le tri du courrier de leur tournée.La distribution du courrier à proprement parlercommence à 9 heures et selon le système Georoutecette distribution dure jusque 13 heures et couvre 600boîtes environ par facteur et par jour. Il me revientqu’un grand nombre de facteurs n’arrivent pas à distribuertout leur courrier dans le délai prévu. Il en résulteque beaucoup d’entre eux sont obligés de travaillertous les jours une heure ou davangage de plus. Si cesinformations sont exactes, cette situation ne noussemble pas favorable au bien-être au travail etaugmente le risque d’absentéisme pour cause de maladie.1. Combien de facteurs, domiciliés respectivementen région flamande, wallonne et bruxelloise, ont été encongé de maladie, par an, au cours des années 2005 à2007 (en dehors des congés de maternité)?2. Combien de ces maladies étaient respectivementde nature physique et psychique?3. Combien de ces maladies étaient la conséquenced’un accident?4. Quel était le nombre moyen de jours de congé demaladie des facteurs domiciliés respectivement enrégion flamande, wallonne et bruxelloise, par an aucours des années 2005 à 2007?5. À combien de contrôles, par an, La Poste a-t-ellefait procéder chaque année auprès de facteurs quiétaient en congé de maladie au cours des années 2005 à2007?6. Dans combien de cas ces contrôles ont-ilsdémontré que le congé de maladie était injustifié?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 148725 - 2 - 20087. Is er een stijging van het aantal ziektedagenmerkbaar ingevolge verhoogde stress na de invoeringvan het Georoute-systeem?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 115 van mevrouw Maggie De Block van 18 januari2008 (N.):Het absenteïsme bij De Post ligt nog altijd hoog.Dat er regelmatig zieken zijn valt te verklaren door deaard van het werk dat voor een belangrijk deel buitenwordt uitgevoerd.De reorganisatie van de rondes van de postmannenwas een belangrijke stap voor De Post. Deze reorganisatieis gebeurd:7. Peut-on constater une augmentation du nombrede jours de congé de maladie en raison du stress lié àl’introduction du système Georoute?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 115 de M me Maggie De Block du 18 janvier2008 (N.):Le taux d’absentéisme à La Poste reste élevé. Lesfréquents cas de maladie sont à imputer à la nature dutravail, exécuté en grande partie à l’extérieur.La réorganisation des tournées des agents des postesa constitué une étape importante pour La Poste. Cetteréorganisation a été menée:— in overleg met het personeel; — en concertation avec le personnel;— in meerdere stappen; — en plusieurs phases;— met de geschikte aanpassingen zoals: — en réalisant des adaptations nécessaires, parrapport notamment:— de aard van het gebruikte vervoermiddel; — au type de moyen de transport utilisé;— rekening houdend met de individuele eigenschappenvan de personeelsleden, bijvoorbeeldhun leeftijd.1. (aantal postbodes tenminste 1 dag afwezigwegens ziekte of arbeidsongeval)— en tenant compte des caractéristiques individuellesdes membres du personnel, parexemple l’âge.1. (nombre de facteurs ayant été absents au moins1 jour pour cause de maladie ou d’accident du travail)2005 2006 2007Vlaamse Gewest. — Région flamande .................................. 9 596 9 918 9 092Waalse Gewest. — Région wallonne .................................... 7 187 7 303 6 622Brussel. — Bruxelles ............................................................. 640 551 455Opgelet: percentsgewijze verdeling in 2007 van depostbodes:Attention: ventilation des facteurs en pourcentagepour 2007:— 58% in het Vlaamse Gewest; — 39% en Région wallonne;— 39% in het Waalse Gewest; — 58% en Région flamande;— 3% in Brussel. — 3% à Bruxelles.2. In overeenstemming met de wet houdend hetmedisch geheim, beschikt De Post als werkgever nooitover de gegevens met betrekking tot de medische redenenvan de afwezigheid. Om deze reden kan geenexacte cijfer worden gegeven. Maar het is geweten datongeveer 80% van de ziekten van fysieke aard zijn en20% van psychische of andere aard zijn. Met fysiekeaard wordt bedoeld alle ziekten in verband met hetbewegingsapparaat, gastrointestinaal, infecties,cardiovasculair, enzovoort.De laatste jaren blijft dit cijfer stabiel. De Post iszich ervan bewust dat de postmannen vooral ziekten in2. Conformément à la loi relative au secret médical,La Poste, en tant qu’employeur, ne dispose pas desdonnées relatives aux raisons médicales de l’absence.C’est pourquoi aucun chiffre exact ne peut êtreavancé. Mais nous savons qu’environ 80% des maladiessont de nature physique tandis que 20% ont uneorigine psychique ou autre. Par «nature physique», ilfaut entendre toutes les maladies qui affectentl’appareil locomoteur, le système gastrique, les infections,le système cardiovasculaire, etc.Ces dernières années, ce chiffre est resté stable. LaPoste est consciente que les agents des postes souffrentKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1488 QRVA 52 01025 - 2 - 2008verband met het bewegingsapparaat hebben. De Postheeft een ergonomieactieplan geïntroduceerd omhieraan preventief te verhelpen.3. (percentage van het totale aantal zieken tengevolge van ongevallen per regio)Percentage arbeidsongevallenvan totale ziektenprincipalement de maladies liées à l’appareil locomoteur.La Poste a mis en place un plan d’action préventif«ergonomie» visant à améliorer cette situation.3. (pourcentage du nombre total de malades pourcause d’accidents par région)Pourcentage d’accidents du travailsur le nombre total de maladesVlaamse Gewest ............... 10% Région Flamande ............. 10%Waalse Gewest ................. 14% Région wallonne .............. 14%Brussel ............................. 9% Bruxelles .......................... 9%4. (gemiddeld aantal ziektedagen per postbode, inkalenderdagen)4. (nombre moyen de jours de maladie par facteur,en jours calendrier)2006 2007 2006 2007Vlaamse Gewest ........................ 17,42 18,86 Région Wallonne ....................... 28,18 29,23Waalse Gewest .......................... 28,18 29,23 Région flamande ........................ 17,42 18,86Brussel ....................................... 18,91 17,41 Bruxelles .................................... 18,91 17,41De lichte stijging in de duur van afwezigheid valt teverklaren door stijging van de gemiddelde leeftijd.De Post benadrukt het belang van de opvolging enondersteuning van langdurige zieken. Er is een psychosocialedienst ter beschikking van iedereen die dezeondersteuning wenst.5. De Post controleert ongeveer 30% van alle afwezighedenzonder verschil te maken tussen functie,statuut, enzovoort.6. De Post beschikt niet over deze gegevens.Dankzij de controles is het aantal afwezigheidsdagenmet 5% verminderd.7. Het absenteïsme blijft onveranderd sinds 2005.Er is dus geen stijging merkbaar.La légère hausse de la durée des absences est à imputerà l’augmentation l’âge moyen.La Poste insiste sur l’importance que revêtent lesuivi et l’accompagnement des malades de longuedurée. Un service psychosocial est à la disposition detous ceux qui veulent obtenir une aide.5. La Poste contrôle environ 30% de toutes lesabsences, indépendamment de la fonction, du statut,etc.6. La Poste ne dispose pas de statistique à ce sujetprévis. Néanmoins, grâce aux contrôles, le nombre dejours d’absence a diminué de 5%.7. Le taux d’absentéisme est inchangé depuis 2005.Aucune augmentation n’est donc perceptible.DO 2007200801440 DO 2007200801440Vraag nr. 116 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:FOD Personeel en Organisatie. — Contractuelen. —Uitzondelijke en tijdelijke behoeften.1.a) Hoeveel contractuelen heeft de FOD Personeel enOrganisatie in 2006 als «uitzonderlijke en tijdelijkebehoeften» aangeworven?b) Met hoeveel voltijdse equivalenten stemt dit aantalovereen?Question n o 116 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:SPF Personnel et Organisation. — Contractuels. —Besoins exceptionnels et temporaires.1.a) Combien de contractuels le SPF Personnel et Organisationa-t-il recrutés en 2006 pour répondre à des«besoins exceptionnels et temporaires»?b) À combien d’équivalents temps plein ce chiffrecorrespond-il?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 148925 - 2 - 20082. Voor welke taken werden deze mensen hoofdzakelijkingezet?3. Hoeveel van deze mensen kregen een verlengingvan hun aanvankelijke contract?4. Er wordt steevast beweerd dat de aanwervingvan contractuelen goedkoper is dan het engageren vanuitzendkrachten.Kan deze bewering hard gemaakt worden aan dehand van concrete cijfers?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 20 februari 2008, op de vraagnr. 116 van mevrouw Maggie De Block van 21 januari2008 (N.):1.a) De FOD Personeel en Organisatie heeft in 2006negen contractuelen in dienst genomen om tevoldoen aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften.2. À quelles missions ces personnes ont-elles principalementété affectées?3. Combien de personnes ont vu leur contrat initialprolongé?4. On ne cesse d’affirmer que le recrutement decontractuels est moins onéreux que le recours à desintérimaires.Des chiffres concrets viennent-ils étayer cette affirmation?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 20 février 2008, à la questionn o 116 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.):1.a) Le SPF Personnel et Organisation a engagé en 2006neuf contractuels en vue de répondre à des besoinsexceptionnels et temporaires.b) Dit stemt overeen met 8,8 VTE. b) Ceci équivaut à 8,8 ETP.2. De taken die werden uitgevoerd door deze personenwaren:2. Les tâches effectuées par ces personnes consistaientà:— vertaalopdrachten; — effectuer des traductions;— opleidingen voorbereiden en geven; — préparer et donner des formations;— aanspreekpunt helpdesk gebruikers e-Procurement;— être le point de contact «helpdesk» pour les utilisateurse-Procurement;— administratieve ondersteuning; — procurer un soutien administratif;— selectiecorrespondent. — exercer les fonctions de correspondant de sélection.3. Zes personen hebben een verlenging van hunaanvankelijk contract verkregen.4. Aangezien de overheid geen uitzendkrachtenmag tewerkstellen, is de vergelijking qua kosten tussentewerkstelling van contractuelen en uitzendkrachtenniet gemaakt.3. Six personnes ont obtenu une prolongation deleur contrat initial.4. Comme les pouvoirs publics ne peuvent faireappel à des travailleurs intérimaires, la comparaisonau niveau du coût entre l’engagement de contractuelset celui de travailleurs intérimaires n’est pas faite.DO 2007200801441 DO 2007200801441Vraag nr. 117 van mevrouw Maggie De Block van21 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Ambtenaren. — FOD Personeel en Organisatie. —Ervaring in de privésector.1. Hoeveel van de Nederlandstalige, respectievelijkFranstalige nieuwe personeelsleden die op de FODPersoneel en Organisatie aan de slag zijn gegaan in2006 hadden voordien ervaring opgedaan in de privésector?Question n o 117 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques:Fonctionnaires. — SPF Personnel et Organisation. —Expérience dans le secteur privé.1. Parmi les nouveaux membres néerlandophoneset francophones engagés en 2006 au SPF Personnel etOrganisation, combien avaient antérieurement acquisde l’expérience dans le secteur privé?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1490 QRVA 52 01025 - 2 - 20082. Hoeveel ambtenaren van de Nederlandse, respectievelijkFranse taalrol namen in 2006:a) verlof om aan de slag te kunnen gaan in de privésector;2. En 2006, combien de fonctionnaires des rôlesnéerlandophone et francophone ont pris congé:a) pour pouvoir aller travailler dans le secteur privé;b) verlof om hun kans te wagen als zelfstandige? b) pour tenter leur chance comme travailleur indépendant?3. Hoeveel ambtenaren van de Nederlandse, respectievelijkFranse taalrol liepen in 2006 stage in een privéondernemingin het kader van een opleiding inpublic management?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 20 februari 2008, op de vraagnr. 117 van mevrouw Maggie De Block van 21 januari2008 (N.):1. Drie Nederlandstalige en zes Franstalige personeelsledendie in 2006 bij de FOD Personeel en Organisatiein dienst zijn getreden, hadden voordien ervaringopgedaan in de privésector.2.a) en b) Vóór juli 2007, wanneer personeelsleden een«afwezigheid van lange duur wegens persoonlijkeaangelegenheid» aanvroegen, wasde reden hiervan niet gekend en zodoende kaner geen antwoord worden gegeven op dezevraag.3. In 2006 heeft één Franstalig personeelslid stagegelopen in een privéonderneming in het kader van deopleiding in public management.3. En 2006, combien de fonctionnaires des rôlesnéerlandophone et francophone ont suivi un stagedans une entreprise privée dans le cadre d’une formationen management public?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 20 février 2008, à la questionn o 117 de M me Maggie De Block du 21 janvier2008 (N.):1. Trois agents néerlandophones et six agents francophonesqui sont entrès en service au SPF Personnelet Organisation en 2006 avaient acquis précédemmentune expérience dans le secteur privé.2.a) et b) Avant juillet 2007, lorsque des agents sollicitaientune «absence de longue durée pourraisons personnelles», la nature de celles-cin’était pas connue de sorte qu’il ne peut êtrerépondu à cette question.3. En 2006 un agent francophone a effectué un stagedans une entreprise privée dans le cadre de la formationen management public.DO 2007200801495 DO 2007200801495Vraag nr. 120 van de heer Herman De Croo van23 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — PostPunten. — E-shop.In de tweede jaarhelft van 2007 sloten 150 postkantoren.Om de financiële uitgaven te beperken, werdeen reeks kleine kantoren waar vaak slechts éénbediende deeltijds werkt, gesloten. De sluiting van eendergelijk kantoor gebeurt pas na de opening van eennaburig PostPunt.Één van de grote voordelen voor de consument vaneen PostPunt is de verlengde openingstijd, een Post-Punt is immers open zolang het warenhuis of het stationwaarin het gelegen is open is.Naast de traditionele kantoren en de eerdergenoemde PostPunten beschikt De Post ook over circaQuestion n o 120 de M. Herman De Croo du 23 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Points Poste. — E-shop.Au cours de la deuxième moitié de l’année 2007,150 bureaux de poste ont fermé. Pour limiter lesdépenses financières, une série de petits bureaux où netravaillait souvent qu’un agent à temps partiel ont étéfermés. La fermeture de ces bureaux n’est intervenuequ’après l’ouverture d’un Point Poste à proximité.Les plages d’ouverture plus longues constituent undes grands avantages des Points Poste pour lesconsommateurs. Les Points Poste restent en effetouverts aussi longtemps que la grande surface ou lastation d’essence dans lesquels ils sont installés.Outre les bureaux traditionnels et les Points Postedéjà cités, la Poste dispose aussi d’environ 4000 pointsKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 149125 - 2 - 20084000 plaatsen waar postzegels verkocht worden. Tenslotteverkoopt De Post ook onder andere postzegelsvia internet.1.a) Over hoeveel PostPunten beschikte De Post op heteinde van 2007?b) Over hoeveel traditionele postkantoren beschikteDe Post op ditzelfde ogenblik?c) Overweegt u in 2008 nieuwe sluitingen van postkantorenen/of de opening van nieuwe PostPunten?2.a) Wat was het totale aantal openingstijden van dePostPunten op het einde van 2007?de vente de timbres. Enfin, La Poste vend notammentaussi des timbres par Internet.1.a) Combien y avait-il de Points Poste fin 2007?b) Combien y avait-il, à la même date, de bureaux deposte?c) Envisagez-vous de fermer d’autres bureaux deposte et/ou d’ouvrir de nouveaux Points Poste en2008?2.a) À combien s’est élevé au total le nombre d’heuresd’ouverture des Points Poste fin 2007?b) Wat was dit in 2006? b) À combien s’est élevé ce nombre en 2006?3.a) Hoeveel aankopen werden in 2007 via de e-shopvan De Post verricht?3.a) Combien d’achats ont été effectués par l’e-shop deLa Poste en 2007?b) Hoeveel brachten deze digitale aankopen op? b) Combien ont rapporté ces achats numériques?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 120 van de heer Herman De Croo van 23 januari2008 (N.):1.a) Op 31 december 2007 waren er 350 Postpuntenactief.Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 120 de M. Herman De Croo du 23 janvier2008 (N.):1.a) 350 points poste étaient en activité à la date du31 décembre 2007.b) 1 008 kantoren. b) 1 008 bureaux.c) Ja, de reorganisatie van het netwerk wordt verderuitgerold in 2008. De Post voorziet de opening van275 Postpunten en de sluiting van 300 kantoren.2.a) 22 118 uur per week.c) Oui. Le plan de transformation du réseau despoints de La Poste va continuer en 2008. Il estprévu d’ouvrir 275 nouveaux Points Poste et defermer 300 autres bureaux de poste.2.a) 22 118 heures par semaine.b) 5 776 uur per week. b) 5 776 heures par semaine.3.a) 46 090 bestellingen.3.a) 46 090 commandes.b) 6,78 miljoen euro. b) 6,78 million d’euros.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1492 QRVA 52 01025 - 2 - 2008DO 2007200801585 DO 2007200801585Vraag nr. 133 van de heer Francis Van den Eynde van28 januari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Douanekosten. — Klachten.In het jaarverslag 2006 en januari 2007 van de ombudsdienstbij De Post staat te lezen dat wat de douanekostenbetreft de door De Post, Taxipost en ABXgebruikte procedures in het kader van de inklaring vansommige internationale zendingen, maar vooral hetgebrek aan transparantie, in 2006 opnieuw heel watklachten veroorzaakten. Er wordt aan toegevoegd dat,zowel De Post als Taxipost bereid bleken te zijn om opbasis van de conclusies van de ombudsdienst onterechtaangerekende kosten terug te betalen maar dat er nogsteeds geen antwoord kwam op de als volgt geformuleerdevragen:«Blijft het mysterie van de minutiekosten en desoms arbitraire tarieven die worden aangerekend, ...Dekken zij, zoals sommige van onze gesprekspartnerszeggen en schrijven een forfaitaire inklaring? ... Is hierovereen akkoord met Financiën? ... Is er een wettelijkebasis voor deze kosten?».De ombudsdienst zegt ook nog dat het nagaan vande regelgeving en informatie (dit zowel op nationaalals op internationaal vlak) geen afdoende verklaringbracht voor de vastgestelde problemen. Er wordt danook aangedrongen op een correcte toepassing van deregelgeving zodat dit tot duidelijke richtlijnen voor hetpersoneel en duidelijke informatie voor de klanten zouleiden.Question n o 133 de M. Francis Van den Eynde du28 janvier 2008 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:La Poste. — Frais de douane. — Plaintes.Le rapport annuel de 2006 et de janvier 2007 duservice de médiation de La Poste mentionne qu’enmatière de frais de douane, les procédures appliquéespar La Poste, Taxipost et ABX dans le cadre dudédouanement de certains envois internationaux maissurtout le manque de transparence, ont à nouveaususcité de nombreuses plaintes en 2006. Il est égalementsouligné que La Poste et Taxipost se sont déclarésprêts à rembourser des frais indûment réclamésmais qu’aucune réponse n’a encore été apportée auxquestions suivantes:«Le mystère des frais afférents aux minutes et destarifs parfois arbitraires facturés reste entier. Portentils,comme certains de nos interlocuteurs le prétendent,sur un dédouanement forfaitaire? ... Un accord a-t-ilété conclu avec le ministère des Finances?... Quel est lefondement légal de ces frais?»Le service de médiation indique également quel’examen de la réglementation et de l’information (àl’échelle nationale et internationale) n’a pas fournid’explication convaincante aux problèmes constatés. Ildemande dès lors instamment d’appliquer correctementla réglementation afin que les directives soientclaires pour le personnel et les informations transparentespour les clients.1. Bent u van een en ander op de hoogte? 1. Êtes-vous informé de la situation?2. Welke maatregelen werden er getroffen? 2. Quelles mesures ont été prises?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 133 van de heer Francis Van den Eynde van 28 januari2008 (N.):1. De Post erkent dat er soms onduidelijkheid konzijn in verband met de communicatie over de te betalenkosten. Hieraan werd inmiddels — door intensieveopleiding van het personeel dat de contacten met hetcliënteel verzorgt — verholpen.De inklaring van internationale zendingen door dedouanediensten gebeurt volgens het volgende principe:Voor de volgende zendingen moeten er kostenbetaald worden:— Zending uit een land buiten de Europese Unie enwaarvan de waarde meer dan 22 euro is, alsookalcoholische producten, parfum en reukwater,Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 133 de M. Francis Van den Eynde du 28 janvier2008 (N.):1. La Poste reconnaît que la communication relativeaux frais à payer n’a pas toujours été précise.Entretemps, La Poste a rectifié cette imprécision endonnant au personnel en contact avec les clients uneformation intensive.Le dédouanement des envois internationaux estappliqué selon les principes suivants:Des frais sont appliqués aux envois suivants:— Envois en provenance d’un pays en dehors del’Union européenne et dont la valeur excède22 euros, ainsi que les produits alcoolisés, parfumKAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 149325 - 2 - 2008tabak en tabaksproducten, (artikel 18 van koninkluikbesluit nr. 7 van de BTW Code);— Niet-commerciële zendingen uit een land buiten deEuropese Unie en waarvan de waarde meer dan45 euro bedraagt (artikel 44 van koninkluik besluitnr. 7 van de BTW Code);— brievenpostzendingen die goederen bevatten vanbuiten de EU.De kosten omvatten:a) douanerechten berekend op basis van de waardevan de zending;b) 20 euro douanekosten voor het uitvoeren van deformaliteiten;c) BTW op de invoer van de zending. De BTW isberekend op de waarde bij de douane van dezending, douanerechten, verpakkingskosten,vervoer- en verzekeringskosten alsook douanekostenvoor het uitvoeren van de formaliteiten (artikel34 van de BTW Code);d) de eventuele accijnzen. Wanneer de kosten voorhet uitvoeren van de formaliteiten hoger zijn dande taksen, rechten en verschuldigde voorheffingen,dan moet enkel een forfaitair bedrag van 10 eurobetaald worden voor aanbiedingskosten aan dedouane. Dit forfaitaire bedrag is niet onderhevigaan BTW (artikel 41, § 1, 6 o van de BTW Code).In dit geval wordt er geen uniek administratiefdocument opgemaakt.2. In de brochure «Praktische gids voor uwbriefwisseling» werd onder de afdeling «Internationaletarieven» meer informatie betreffende deaanrekening van kosten en taksen toegevoegd. Dezebrochure is gratis voor het publiek verkrijgbaar inieder postkantoor en raadpleegbaar op de website vanDe Post.et eaux de toilette, tabac et produits de tabac, (article18 de l’arrêté royal n o 7 du Code de la TVA);— Envois non commerciaux en provenance d’un paysen dehors de l’Union européenne et dont la valeurexcède 45 euros (article 44 de l’arrêté royal n o 7 duCode de la TVA);— des envois de la poste aux lettres qui contiennentdes marchandises hors de l’Union européenne.Les frais se composent:a) des droits de douane calculés sur la base de lavaleur de l’envoi;b) des frais d’accomplissement des formalités douanièresde 20 euros;c) de la TVA due à l’importation de l’envoi. La TVAest calculée sur la valeur en douane de l’envoi, lesdroits de douane, les frais d’emballage, les frais detransport et d’assurance ainsi que les frais deformalités douanières (article 34 du Code de laTVA);d) des accises éventuelles. Lorsque les frais d’accomplissementdes formalités douanières sont plusélevés que les taxes, droits et prélèvement dus, seulun montant forfaitaire de 10 euros pour les frais deprésentation aux formalités douanières est dû. Cemontant forfaitaire n’est pas soumis à la TVA(article 41, § 1 er , 6 o du Code de la TVA). Dans cecas, un document administratif unique qui n’estpas établi.2. Dans la rubrique «Tarif International» de labrochure de La Poste «Guide pratique de votre courrier»une information plus complète relative au calculdes frais et taxes a été ajoutée. Cette brochure est gratuiteet est disponible au grand public dans tous lesbureaux de poste et peut être consultée sur le site de LaPoste.DO 2007200801594 DO 2007200801594Vraag nr. 139 van de heer Jan Mortelmans van 28 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:Oprichting van «business corners».Tijdens de hoorzitting in het parlement in 2005werd met enige fierheid de nieuwe Business Corneraan het Brouckèreplein in Brussel voorgesteld. Dit centrumis speciaal gericht op een betere dienstverleningvoor kmo’s.Klanten van deze Business Corner klagen nochtansover de bijzonder slechte bereikbaarheid, amateurismeen het gebrek aan organisatie.Question n o 139 de M. Jan Mortelmans du 28 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:Création de «business corners».Ce n’est pas sans une certaine fierté qu’avait étéprésenté le nouveau Business Corner de Bruxelles DeBrouckère à l’occasion de l’audition au Parlement en2005. Cet espace a été spécialement créé pour pouvoiroffrir un meilleur service aux PME.Or, les clients fréquentant ce Business Corner seplaignent du fait que son accès est extrêmement difficileet qu’y règnent amateurisme et manqued’organisation.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1494 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Hoeveel «business corners» werden er ondertussenopgericht?2. Bent u het eens met de kritiek op de BusinessCorner aan het Brouckèreplein in Brussel?3. Welke maatregelen werden er desgevallendgetroffen om deze situatie te verhelpen?4.a) Bestaan er nog plannen om deze vorm van dienstverleninguit te breiden?1. Combien de «business corners» ont entre-tempsété créés?2. Partagez-vous les critiques sur le Business Cornerde Bruxelles De Brouckère?3. Quelles mesures a-t-on prises le cas échéant pourremédier à cette situation?4.a) Envisage-t-on d’élargir encore ce type de service?b) Zo ja, waar, hoeveel en wanneer? b) Dans l’affirmative, à quels endroits, dans quelsdélais et à quelle échelle?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 139 van de heer Jan Mortelmans van 28 januari2008 (N.):1. Op dit moment beschikt enkel het bureau aan hetDe Brouckereplein over een «Business corner». Begin2007 werd een pilootstudie gelanceerd om na te gaanof het interessant zou zijn dit initiatief uit te breidennaar andere postkantoren. In het kader hiervan, zijn erdus enkele voorlopige «Business Corners» geopend.Deze piloot wordt momenteel geanalyseerd.2. Eenmaal de pilootanalyse beëindigd, kunnen wegefundeerde conclusies trekken over de sterke puntenvan de «Business Corner» en de aspecten die voorverbetering vatbaar zijn.3. Dit initiatief maakt deel uit van een overkoepelendprogramma binnen De Post, die zich ten vollebewust is van de specifieke noden van KMO’s en zelfstandigen,en recent een departement oprichtte om henin hun noden te kunnen voorzien.4. Na het analyseren van de testfase zal de Postbeslissen over de toekomst van de «BusinessCorners».Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 139 de M. Jan Mortelmans du 28 janvier 2008(N.):1. Actuellement, seul le bureau de la place DeBrouckère possède un «business corner». Une phasepilote a été lancée début 2007 afin d’étudierl’opportunité d’élargir ce concept à d’autres bureaux.Dans ce cadre, d’autres «business corners» ont ététemporairement ouverts. L’analyse de ce pilote estactuellement en cours.2. Une fois l’analyse du pilote terminée, nous pourronsdégager les points forts et les pistesd’amélioration des «business corners».3. Cette évaluation fait partie d’un programme plusglobal de La Poste, qui consciente des besoins spécifiquesdes PME et des indépendants, a décidé de mettreen place un département qui sera entièrement dédié àleurs besoins.4. À la suite de l’analyse de la phase de test, LaPoste décidera de l’avenir des «business corners».DO 2007200801595 DO 2007200801595Vraag nr. 140 van de heer Jan Mortelmans van 28 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Verdeling propaganda en magazines vanhet Vlaams Belang.1. Worden de propaganda en magazines van hetVlaams Belang die De Post ronddraagt, door De Postnog steeds eerst aan het Centrum voor gelijkheid vankansen en voor racismebestrijding voorgelegd alvorensdeze verdeeld worden?2. In hoeveel gevallen heeft dit in 2005, 2006 en2007 geleid tot het niet verspreiden van de publicaties?Question n o 140 de M. Jan Mortelmans du 28 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Distribution de la propagande et desmagazines du Vlaams Belang.1. La Poste soumet-elle toujours la propagande etles magazines du Vlaams Belang qu’elle distribue pouravis au Centre pour l’égalité des chances et la luttecontre le racisme avant leur distribution?2. Dans combien de cas cette démarche a-t-elledonné lieu, en 2005, 2006 et 2007, à la non-diffusion deces publications?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 149525 - 2 - 20083. In hoeveel gevallen werd een met gerechtelijkonderzoek gestart?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 140 van de heer Jan Mortelmans van 28 januari2008 (N.):1. De Post en het Centrum voor gelijkheid vankansen en voor racismebestrijding werken samen voorwat de beoordeling betreft van bepaalde documentenin de vorm van ongeadresseerde en geadresseerdezendingen die aan De Post worden bezorgd met hetoog op de uitreiking ervan (hierna «Document»). Debeoordeling slaat op de conformiteit met de wet van30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racismeof xenofobie ingegeven daden, de wet van 23 maart1995 tot bestraffing van het ontkennen, onderschatten,rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide dietijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistischregime is gepleegd en de wet van25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie entot wijziging van de wet van 15 februari 1993 totoprichting van een Centrum voor gelijkheid vankansen en voor racismebestrijding. De Post kan hetCentrum vragen advies te verlenen over het feit of dezichtbare elementen van een Document dat toevertrouwdwerd aan De Post met het oog op de uitreikingervan, conform de bovenvermelde wetten is.Het advies wordt verleend op de eerste werkdagvolgend op de dag dat het Centrum de aanvraag vanDe Post ontvangt. De ontvangst wordt bevestigd meteen ontvangstbewijs. Het advies wordt vóór 18 uurnaar De Post gestuurd. Mits één van de partijen eengemotiveerde aanvraag indient, kan de termijn metvierentwintig uur verlengd worden. Op vraag van éénvan de partijen kan mondeling van gedachten gewisseldworden.Het Centrum vermeldt ondubbelzinnig in het adviesof het van oordeel is dat het Document in strijd is metde voorvermelde. Het advies mag enkel op het doorDe Post voorgelegde Document slaan.2. In de jaren 2005, 2006 en 2007 werd één maaladvies gevraagd aan het Centrum. Het Centrum steldegeen inbreuk vast op de antiracisme en/of antidiscriminatiewetgeving.3. Dans combien de cas une enquête judiciaire a-telleété ouverte?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 140 de M. Jan Mortelmans du 28 janvier 2008(N.):1. Une collaboration est établie entre La Poste et leCentre pour l’égalité des chances et la lutte contre leracisme au sujet de l’appréciation de certains écritssous forme d’envois non-adressés ou adressés remis àLa Poste en vue de leur distribution (ci-après «Écrit»),quant à leur conformité avec la loi du 30 juillet 1981tendant à réprimer certains actes inspirés par leracisme et la xénophobie, la loi du 23 mars 1995tendant a réprimer la négation, la minimisation, lajustification ou l’approbation du génocide commis parle régime national-socialiste allemand pendant laseconde guerre mondiale, ainsi que la loi du 25 février2003 tendant à lutter contre la discrimination et modifiantla loi du 15 février 1993 créant un Centre pourl’égalité des chances et la lutte contre le racisme. LaPoste peut solliciter l’avis du Centre quant à la conformitédes éléments visibles d’un Écrit confié à La Posteen vue de sa distribution avec les législations susmentionnées.L’avis est remis le premier jour ouvrable suivantcelui de la réception, confirmée par accusé de réception,par le Centre de la saisine par La Poste. L’avis esttransmis à La poste avant 18 heures. À la demandemotivée de l’une des parties, le délai peut être prorogéde vingt-quatre heures. Un échange de vue oral peutavoir lieu à la demande de l’une des parties.L’avis rendu est formulé en des termes tranchés nenécessitant aucune interprétation par La Poste. LeCentre y indique de manière non équivoque s’il conclutà la contrariété de l’écrit aux législations précitées.L’avis ne porte que sur l’Ecrit soumis par La Poste.2. Pour les années 2005, 2006 et 2007, un seul avis aété demandé au Centre. Le Centre n’a pas constatéd’infraction sur la législation de la lutte contre leracisme et la discrimination.3. De Post beschikt niet over deze gegevens. 3. La Poste ne dispose pas de statistique à cet égard.DO 2007200801597 DO 2007200801597Vraag nr. 142 van de heer Jan Mortelmans van 28 januari2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Postsorteercentra.Met betrekking tot de postsorteercentra rijzenvolgende vragen.Question n o 142 de M. Jan Mortelmans du 28 janvier2008 (N.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Centres de tri.En ce qui concerne les centres de tri, les questionssuivantes se posent.KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1496 QRVA 52 01025 - 2 - 20081. Voor welke regio’s sorteren de verschillendepostsorteercentra de post?2. Klopt het dat post bestemd voor de regio Gent inCharleroi wordt gesorteerd?3. Wat is het percentage dat de verschillendesorteercentra behandelen?4. Hoeveel werknemers werken er op dit ogenblikin de onderscheiden sorteercentra?5. Hoeveel werknemers zullen er in de onderscheidennieuwe sorteercentra werkzaam zijn?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 142 van de heer Jan Mortelmans van 28 januari2008 (N.):1. Er zijn vijf sorteercentra en ze verwerken de postdie zij ontvangen van de volgende regio’s:— Antwerpen X werkt voor de provincies Antwerpenen Limburg.— Brussel X werkt voor het Hoofdstedelijk gebiedBrussel en de provincies Vlaams- en Waals-Brabant.— Charleroi X werkt voor de provincies Henegouwenen Namen.— Gent X werkt voor de provincies West- en Oost-Vlaanderen.— Luik X werkt voor de provincies Luik en Luxemburg.Indien een sorteercentrum post ontvangt van binnenzijn eigen regio maar bestemd voor een andere regiodan wordt deze post een eerste maal verwerkt in hetontvangende sorteercentrum om daarna naar hetsorteercentrum van bestemming gestuurd te worden.Daar wordt deze post dan een tweede maal gesorteerdom het klaar te maken om naar het distributiekantoorvan bestemming te sturen.2. Enkel in uitzonderlijke gevallen worden deontvangen volumes uitgewisseld tussen sorteercentra.Dit is bijvoorbeeld het geval gedurende de nieuwjaarsperiodeomdat de te sorteren volumes dan zeer hoogzijn en ze niet altijd in het ontvangende sorteercentrumop tijd verwerkt kunnen worden.3. De volumes verwerkt per sorteercentrum uitgedruktin percenten, zijn de volgende:— Antwerpen X 22,1 — Anvers X 22,1.— Brussel X 30,6 — Bruxelles X 30,6.— Charleroi X 15,1 — Charleroi X 15,1.— Gent X 19,9 — Gent X 19,9.— Luik X 12,3 — Liège X 12,3.1. Pour quelles régions les différents centres de tritraitent-ils le courrier?2. Est-il vrai que le courrier destiné à la région deGand est trié à Charleroi?3. Quel pourcentage du courrier les différentscentres de tri traitent-ils?4. Quels sont, en ce moment, les effectifs des différentscentres de tri?5. Combien d’agents les nouveaux centres de trioccuperont-ils respectivement?Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 142 de M. Jan Mortelmans du 28 janvier 2008(N.):1. Cinq centres de tri traitent le courrier qu’ilsreçoivent des régions suivantes:— Anvers X travaille pour les provinces d’Anvers etdu Limbourg.— Bruxelles X travaille pour la région de Bruxelles-Capitale et pour les provinces du Brabant Flamandet du Brabant Wallon.— Charleroi X travaille pour les provinces du Hainautet de Namur.— Gand X travaille pour les provinces de FlandreOccidentale et de Flandre Orientale.— Liège X travaille pour les provinces de Liège et duLuxembourg.Quand un centre de tri reçoit du courrier de sapropre région mais destiné à une autre région, ce courrierest alors traité une première fois dans le centre detri de réception pour être ensuite envoyé au centre detri de destination. Dans celui-ci, le courrier est alorstraité une deuxième fois afin d’être préparé pour transmissionau bureau de distribution de destination.2. Les volumes reçus ne sont échangés entre lescentres de tri que dans des circonstances exceptionnelles.Cela est par exemple le cas pendant la période defin d’année parce que les volumes à trier sont alors trèsimportants et qu’ils ne peuvent pas toujours être traitésà temps dans le centre de tri de réception.3. Les volumes traités par centre de tri sont exprimésci-après en pourcentage:KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 149725 - 2 - 20084 en 5. Sinds eind 2007 is de migratie naar de nieuwesorteercentra afgewerkt en dus is het antwoord op devragen 4 en 5 identiek.Het gemiddelde aantal voltijds equivalentenwerkzaam in de sorteercentra, voorzien op jaarbasis in2008, zijn de volgende:— Antwerpen X 648. — Antwerpen X 648.— Brussel X 783. — Brussel X 783.— Charleroi 416. — Charleroi 416.— Gent X 537. — Gent X 537.— Luik X 425. — Luik X 425.Het verschil in aantal personeelsleden per sorteercentrumis het gevolg van verschillen in te verwerkenvolumes, de mix van de te verwerken producten (brieven,grote brieven, pakjes) en de graad van automatiseringvan de sorteringactiviteit.4 et 5. La migration vers les nouveaux centres de triest terminée depuis fin 2007. Par conséquent, laréponse aux questions 4 et 5 est identique.Le nombre moyen d’équivalents temps plein utilisésdans les centres de tri prévu sur la base de annuelle en2008 est le suivant:La différence en nombre d’agents par centre de triest la conséquence des différences en volumes à traiter,le mix des produits à traiter (lettres, grandes lettres,paquets) et le degré d’automatisation de l’activité detri.DO 2007200801645 DO 2007200801645Vraag nr. 156 van de heer Georges Gilkinet van 30 januari2008 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:De Post. — Openingsuren.De Post speelt een belangrijke rol in de menselijkerelaties en meer in het bijzonder in de ontwikkelingvan bepaalde economische activiteiten. Naast de particuliereklanten maakt ook een groot aantal bedrijvendagelijks gebruik van de diensten van De Post. Zij zijnvoor hun economische overleven voor een deel afhankelijkvan de goede werking van het postbedrijf.Elke klant zou een optimale dienstverlening moetenkunnen genieten; ik heb dan ook vragen bij de openingsurenvan de postkantoren, meer bepaald metbetrekking tot het laat openblijven van de kantoren,voor klanten die later op de avond nog pakjes of aangetekendezendingen willen afgeven. Naar verluidt iser sinds kort in ons land geen enkel postkantoor meerdat 24 uur per dag open is. Volgens mijn informatiewas de post in het station van Brussel-Zuid vroegerwél dag en nacht open.1. Bestaat er een verplichting om ten minste éénpostkantoor te hebben dat permanent open is?2.a) Is er effectief een kantoor in ons land dat aan datcriterium voldoet?b) Zo ja, welk postkantoor? b) Si oui, lequel?3. Welke faciliteiten worden de bedrijven verleendopdat zij ook voor of na de gewone uren gebruikkunnen maken van de diensten van De Post?Question n o 156 de M. Georges Gilkinet du 30 janvier2008 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques:La Poste. — Horaires d’ouverture.La Poste joue un rôle important dans les relationshumaines et plus particulièrement dans le développementde certaines activités économiques. En effet,outre les usagers individuels, il existe un nombreimportant d’entreprises qui utilisent quotidiennementLa Poste, et dont la survie économique dépend pourpartie du bon fonctionnement de La Poste.Pour chaque usager, le service devrait être optimal;je m’interroge dès lors sur les horaires d’ouvertures desbureaux pour ce qui concerne les horaires et usagestardifs, notamment dans le cadre de dépôt de colis oude recommandés. Il me revient que depuis peu, plusaucun bureau de poste n’est ouvert 24 heures sur 24dans le territoire belge, ce qui était pourtant le cas,d’après mes informations, notamment de celui de lagare du midi à Bruxelles.1. Existe-t-il une obligation de disposer d’au moinsun bureau postal ouvert en permanence?2.a) Existe-t-il effectivement un bureau qui répond à cecritère dans notre pays?3. Quelles facilités sont octroyées aux entreprisespour disposer du service de La Poste à des horairesatypiques?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1498 QRVA 52 01025 - 2 - 2008Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 22 februari 2008, op de vraagnr. 156 van de heer Georges Gilkinet van 30 januari2008 (Fr.):1. Er bestaat geen wettelijke verplichting om eenpostkantoor ononderbroken open te houden.Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 22 février 2008, à la questionn o 156 de M. Georges Gilkinet du 30 janvier 2008(Fr.):1. Il n’existe aucune obligation légale pour La Postede maintenir un bureau ouvert sans interruption.2. Het huidige Beheerscontract bepaalt: 2. Le Contrat de Gestion actuel spécifie que:«De Post ziet erop toe dat de postkantorentenminste gedurende enkele uren per week open zijnbuiten de kantooruren.» (Artikel 22) «Bij de bepalingvan de bezettingsgraad en de openingsuren vanpostkantoren en posthaltes zal DE POST zich baserenop objectieve parameters waaronder volume (metinbegrip van het volume inzake openbare diensten),transacties, aantal klanten en kwaliteit.» (Artikel 20§ 4.1.).Het kantoor Brussel-Zuid beschikt over de ruimsteopeningsuren. Vanaf 3 maart 2008 zal dit kantoortoegankelijk zijn voor de klanten van maandag totvrijdag van 7.00 tot 20.00 uur en op zaterdag van 10.30tot 16.30 uur.3. Sinds 6 juni 2006 gelden nieuwe openingsuren inde postkantoren. De Post wil haar diensten toegankelijkermaken door haar deuren te openen op tijdstippendie de klanten beter uitkomen.Bovendien kunnen 90% van de diensten, waarvoorde klanten naar een postkantoor gaan, ook in eenPostPunt worden verricht. Zo kunnen de klanten inhun nabijheid een postkantoor of een PostPunt vindendat ook na de kantooruren en/of op zaterdag open is.De openingsuren van alle kantoren kunnen wordengeraadpleegd op de website van De Post: http://www.post.befsite/ni/postoffice/address/point/campaign.html«La Poste s’assurera que les bureaux de poste serontouverts au moins quelques heures par semaine endehors des heures de bureau» (Article 22) et qu’«Envue de déterminer le taux d’occupation et les heuresd’ouverture des bureaux de poste, La Poste se baserasur des paramètres objectifs, notamment le volume (ence compris le volume relatif aux services publics), lestransactions, le nombre de clients et la qualité»(Article 20 § 4.1.).Le bureau de poste de Bruxelles Gare du Midi offrela plus large amplitude d’ouverture. À partir du 3 mars2008, ce bureau sera accessible à la clientèle du lundiau vendredi de 7 h 00 à 20 h 00 et le samedi de 10 h 30à 16 h 30.3. Depuis le 6 juin 2006, La Poste a adapté lesheures d’ouverture de ses bureaux. La Poste entendainsi améliorer l’accessibilité de ses services en ouvrantses enseignes à des moments qui correspondent mieuxaux besoins de ses clients.De plus, 90% des activités réalisées par sa clientèleau sein d’un bureau de poste sont accessibles dans unPoint Poste. C’est ainsi que les clients peuvent trouverun bureau de poste ou un Point Poste ouverts après lesheures de bureau et/ou le samedi.Les heures d’ouverture de tous les bureaux peuventêtre consultées sur le site de La Poste à l’adresse: http://www.post.be/site/fr/postoffice/address/p oint/campaign.htmlDO 2007200801761 DO 2007200801761Vraag nr. 178 van mevrouw Barbara Pas van5 februari 2008 (N.) aan de minister van Ambtenarenzakenen Overheidsbedrijven:BIPT. — Aantal klachten in verband met de nabijheidvan gsm-masten.1. Hoeveel klachten van particulieren en hoeveelklachten van niet-particulieren heeft het Belgische Instituutvoor postdiensten en telecommunicatie (BIPT)ontvangen in 2005, 2006 en 2007 in verband met denabijheid van gsm-masten?2. Hoeveel metingen werden uitgevoerd in 2005,2006 en 2007?Question n o 178 de M me Barbara Pas du 5 février 2008(N.) à la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:IBPT. — Nombre de plaintes concernant la proximitéd’antennes relais de téléphonie mobile.1. Combien de plaintes introduites respectivementpar des particuliers et des non-particuliers concernantla proximité d’antennes relais de téléphonie mobilel’Institut belge des services postaux et des télécommunications(IBPT) a-t-il reçues en 2005, 2006 et 2007?2. Combien de mesures ont été effectuées jusqu’àprésent?KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 149925 - 2 - 20083. Hoeveel klachten hebben de plaatsing van eengsm-mast kunnen verhinderen?3. Dans combien de cas les plaignants ont-ils réussià empêcher l’installation d’une antenne relais?4. Hoeveel klachten resulteerden in de afbraak vaneen gsm-mast?4. Dans combien de cas les plaintes ont-elles aboutiau démantèlement d’une antenne relais?5. Kan u deze cijfers per provincie geven? 5. Pourriez-vous communiquer ces chiffres parprovince?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 21 februari 2008, op de vraagnr. 178 van mevrouw Barbara Pas van 5 februari 2008(N.):Réponse de la ministre de la Fonction publique etdes Entreprises publiques du 21 février 2008, à la questionn o 178 de M me Barbara Pas du 5 février 2008(N.):Ik deel het geachte lid mee dat het onderwerp vandeze vraag onder de bevoegdheid van de minister vanEconomie ressorteert, aan wie zij dus dient te wordengesteld. (Vraag nr. 78 van 21 februari 2008.)Je fais savoir à l’honorable membre que l’objet de laquestion relève de la compétence du ministre del’Économie, a qui elle doit dès lors être posée. (Questionn o 78 du 21 février 2008.)KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1500 QRVA 52 01025 - 2 - 2008IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerpIV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objetCADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseVice-eersteministeren minister van Financiënen Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre des Financeset des Réformes institutionnelles1 2007200801208 15- 1-2008 81 Carl Devlies Gelijkmatige spreiding van fiscale onderzoeken overalle belastingplichtigen.Répartition égale des enquêtes fiscales entre tous lescontribuables.8 2007200801276 17- 1-2008 91 Michel Doomst * Verhuring van daken van overheidsgebouwen. —Plaatsen van fotovoltaïsche centrales.Location de toits de bâtiments publics. — Placementde centrales photovoltaïques.8 2007200801277 17- 1-2008 92 Michel Doomst * Dienst Douane en Accijnzen. — Controle van hetinternet op namaakproducten.Service des Douanes et Accises. — Contrôle desmarchandises de contrefaçon vendues surl’internet.8 2007200801308 17- 1-2008 94 Guido De Padt * Spaarrekeningen. — Fiscale vrijstellingen.Comptes d’épargne. — Exonérations fiscales.8 2007200801315 17- 1-2008 96 M me Valérie De Bue * Administratie der Douane en Accijnzen. — Gewestelijkeverificatiecentra.Administration des Douanes et Accises. — Centresrégionaux de Vérification.1 2007200801316 17- 1-2008 97 M me Valérie De Bue Uitbreiding van het gerechtsgebouw van Nijvel.Extension du Palais de Justice de Nivelles.8 2007200801382 18- 1-2008 100 Herman De Croo * Inkomstenbelastingen. — Fietsvergoeding.Impôts sur les revenus. — Indemnité de bicyclette.12661161116211621163126811648 2007200801400 18- 1-2008 102 Dirk Van derMaelen* Engelse vennootschapsvorm «Company Limited byShares».Forme de société de droit anglais «Company Limitedby Shares».11648 2007200801413 18- 1-2008 103 Luk Van Biesen * Aandelenopties. — Herkwalificatie.Options sur action. — Requalification.11658 2007200801425 18- 1-2008 104 Mw. Maggie DeBlock* PWA-cheques. — Dienstencheques. — Fiscaleaftrekbaarheid.Chèques ALE. — Titres-services. — Déductibilitéfiscale.1166KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 150125 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801427 21- 1-2008 106 Mw. Maggie DeBlock* Bedrijven die uitgaven hebben gedaan voor nieuweopvangplaatsen in kinderdagverblijven en minicrèches.Entreprises ayant consenti des dépenses pour sedoter de nouvelles places d’accueil pour lesenfants.1 2007200801676 31- 1-2008 115 Peter Logghe Regie der Gebouwen. — Personeel. — Taalaanhorigheid.Régie des bâtiments. — Personnel. — Appartenancelinguistique.1 2007200801742 4- 2-2008 123 Mw. Barbara Pas Douane en accijnzen. — Aantal ongevallen metprioritaire voertuigen.Douanes et accises. — Nombre d’accidents impliquantdes véhicules prioritaires.116612691272Vice-eersteministeren minister van Begroting,Mobiliteit en Institutionele HervormingenVice-premier ministreet ministre du Budget,de la Mobilité et des Réformes institutionnelles6 2007200801265 16- 1-2008 16 Michel Doomst Federale wegpolitie. — Controles op vrachtvervoer.Police fédérale de la route. — Contrôle du transportde marchandises.1 2007200801335 17- 1-2008 17 Guido De Padt Rijbewijzen. — Vreemdelingen.Permis de conduire. — Étrangers.1 2007200801336 17- 1-2008 18 Guido De Padt Zebrapaden. — Hasselt. — Kunstproject.Passages pour piétons. — Hasselt. — Projet artistique.1 2007200801337 17- 1-2008 19 Guido De Padt Zeevaartpolitie. — Havenstaatscontroles.Police maritime. — Contrôles par l’État du port.1 2007200801338 17- 1-2008 20 Guido De Padt Verkeerslichten met tijdsaanwijzers.Feux de signalisation avec indication du tempsd’attente.1 2007200801339 17- 1-2008 21 Guido De Padt Bussen. — Onregelmatigheden. — Controles.Autocars. — Irrégularités. — Contrôles.1 2007200801340 17- 1-2008 22 Guido De Padt Wegcode. — Artikel 59.12. — Politie.Code de la route. — Article 59.12. — Police.1 2007200801344 17- 1-2008 24 Gerolf Annemans Kickbikes.Trottinettes «kickbike».1 2007200801345 17- 1-2008 25 Guido De Padt Herstel in het recht tot sturen na het afleggen vanexamens en onderzoeken.Réintégration dans le droit de conduire après avoirpassé des examens et subi des tests.1 2007200801346 17- 1-2008 26 Guido De Padt Personenwagens. — Vervalsing van kilometertellers.Voitures particulières. — Fraude au kilométrage.1 2007200801348 17- 1-2008 28 Guido De Padt Rijbewijzen. — Vreemdelingen.Permis de conduire. — Étrangers.12731274127512781280128112821286128812901291KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1502 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200801349 17- 1-2008 29 Guido De Padt Autosnelwegen. — Spookrijders.Autoroutes. — Conducteurs fantômes.1 2007200801350 17- 1-2008 30 Guido De Padt Interministerieel Comité voor de Verkeersveiligheid.Comité interministeriel pour la Sécurité routière.1 2007200801351 18- 1-2008 31 Guido De Padt Transportfirma’s. — Opening van filialen in nieuweEU-lidstaten.Sociétés de transport. — Ouverture de filiales dansles nouveaux États membres de l’UE.6 2007200801397 18- 1-2008 32 Herman De Croo Tariferingsbureau. — Aanvragen.Bureau de tarification. — Demandes.8 2007200801407 18- 1-2008 34 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem1 2007200801408 18- 1-2008 35 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem* NMBS. — Station in Aarschot. — Slecht onderhoudvan de parking.SNCB. — Gare d’Aarschot. — Mauvais entretiendu parking.NMBS. — Treinen. — Station van Aarschot.SNCB. — Trains. — Gare d’Aarschot.1 2007200801498 23- 1-2008 36 Raf Terwingen Verzekering van pleziervaartuigen.Assurance des bateaux de plaisance.1 2007200801503 23- 1-2008 37 Mw. Carina VanCauterVrachtwagens. — ABS-kabels.Poids lourds. — Câbles ABS.8 2007200801505 23- 1-2008 38 Guy D’haeseleer * Valse bommelding in het station van Ninove.Fausse alerte à la bombe à la gare de Ninove.129412971299130211671303130613081168Minister van Sociale Zakenen VolksgezondheidMinistre des Affaires socialeset de la Santé publique1 2007200800886 9- 1-2008 6 Mw. NathalieMuylleEG. — «Braadkippenrichtlijn».CE. — Directive sur les poulets de chair.1 2007200800910 9- 1-2008 11 Georges Gilkinet Prijskaartje van de versnippering van de hulpverleningin het kader van de thuiszorg.Coût généré par le cloisonnement des prestations desoins à domicile.1 2007200800948 10- 1-2008 20 Flor Van Noppen Ontgassing van containers die aankomen in Belgischehavens.Dégazage des conteneurs qui arrivent dans les portsbelges.1 2007200801002 10- 1-2008 28 Georges Gilkinet Plaats van de gezinshelpers binnen de thuishulpdiensten.Place de l’aide familiale dans les services d’aide àdomicile.1 2007200801107 11- 1-2008 47 Carl Devlies Ziekteverlof, controlerecht en terugvorderingsplannen.Congé de maladie, droit de contrôle et plans derecouvrement.1 2007200801185 15- 1-2008 52 Mw. Sonja Becq Parkeerkaarten. — Uitreiking.Cartes de stationnement. — Délivrance.131013111313131513191322KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 150325 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801296 17- 1-2008 60 Geert Versnick * Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. —Werking. — Klachten.Banque Carrefour de la Sécurité Sociale. — Fonctionnement.— Plaintes.8 2007200801376 18- 1-2008 61 Guido De Padt * Landbouwers. — Zware administratieve lasten.Agriculteurs. — Lourdeur des charges administratives.8 2007200801377 18- 1-2008 62 Mw. Maggie DeBlock* Studentenarbeid. — Marktverstoring. — Laaggeschooldewerknemers.Travail des étudiants. — Effet pertubateur dumarché. — Travailleurs peu qualifiés.@ 2007200801378 18- 1-2008 63 Guido De Padt * Mutualiteiten. — Uitvoering en verwerking vanspeciale controles.Mutualités. — Exécution de contrôles spéciaux ettraitement des données.8 2007200801379 18- 1-2008 64 Guido De Padt * PIT-pilootprojecten. — Selectiecriteria.Projets pilotes PIT. — Critères de sélection.8 2007200801380 18- 1-2008 65 Guido De Padt * Ziekenhuizen. — Ombudsdienst. — Klachtenbehandeling.Hôpitaux. — Service de médiation. — Traitementdes plaintes.8 2007200801416 18- 1-2008 68 Luk Van Biesen * Aandelenopties. — Herkwalificatie.Options sur action. — Requalification.8 2007200801500 23- 1-2008 69 Mw. Barbara Pas * Bevallingen. — Thuisbevallingen.Accouchements. — Accouchements à domicile.1 2007200801520 25- 1-2008 73 Bert Schoofs Vaststellingen inzake de naleving van het Offerfeest.Constatations concernant le respect de la Fête dusacrifice.1 2007200801530 28- 1-2008 75 Mw. Maggie DeBlockFederaal Kenniscentrum. — Rapport. — Hadroncentrum.Centre fédéral d’expertise des soins de santé. —Rapport. — Centre d’hadronthérapie.6 2007200801663 30- 1-2008 109 Peter Logghe Fonds voor Arbeidsongevallen. — Personeel. —Taalaanhorigheid.Fonds des accidents du travail. — Personnel. —Appartenance linguistique.1 2007200801848 12- 2-2008 129 Georges Gilkinet Kerncentrale van Chooz. — Mogelijke gezondsheidsrisico’sals gevolg van de verspreiding vanlegionella in het koelwater van kerncentrales.La Centrale de Chooz. — Risques sanitaires liés auxproliférations de légionella dans l’eau de refroidissementdes centrales nucléaires.116911691170117111721172117311751322132313251326Minister van Binnenlandse ZakenMinistre de l’Intérieur1 2007200800872 9- 1-2008 2 Guy D’haeseleer Veiligheidsdiensten. — Personeel. — Arbeidsongevallen.Services de sécurité. — Personnel. — Accidents dutravail.1328KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1504 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200800874 9- 1-2008 4 Jean-Luc Crucke Police-on-web.«Police on web».1 2007200800876 9- 1-2008 5 Guy D’haeseleer Politiediensten. — Bommeldingen.Services de police. — Alertes à la bombe.1 2007200800887 9- 1-2008 9 André Perpète Drugshandel. — Provincie Luxemburg.Trafic de drogue. — Province de Luxembourg.1 2007200800918 9- 1-2008 15 Mw. Sarah Smeyers Begeleiding door politie-escortes op de openbareweg.Accompagnement par des escortes de police sur lavoie publique.1 2007200800938 9- 1-2008 18 Peter Logghe Burgers in dienst van de politie.Civils au service de la police.1 2007200801008 10- 1-2008 23 Jean-Marc Nollet Treinongeval in Ham-sur-Heure/Nalinnes.Accident de train survenu à Ham-sur-Heure/Nalinnes.1 2007200801145 14- 1-2008 41 Pierre-Yves Jeholet Aantal bommeldingen in 2007.Alertes à la bombe en 2007.1 2007200801161 14- 1-2008 45 Pierre-Yves Jeholet Stakingen. — Optreden van de politiediensten.Grèves. — Prestations des services de police.8 2007200801273 17- 1-2008 57 Michel Doomst * Openbaar vervoer. — Vastgestelde inbreuken.Transports en commun. — Infractions constatées.8 2007200801274 17- 1-2008 58 Michel Doomst * Onderzoek naar gekraakte politiewebsite.Enquête sur le piratage d’un site internet de lapolice.1 2007200801275 17- 1-2008 59 Michel Doomst Arbeidsongevallen bij politie. — Opleidingen.Accidents du travail au sein des services de police.— Formations.8 2007200801285 17- 1-2008 60 Guy D’haeseleer * Aantal uitwijzingen van vreemdelingen in 2007.Nombre d’expulsions d’étrangers en 2007.8 2007200801288 17- 1-2008 61 Guy D’haeseleer * Aantal regularisaties.Nombre de régularisations.1 2007200801289 17- 1-2008 62 Geert Versnick Politiediensten. — Verwerking van processenverbaal.Services de police. — Traitement des procèsverbaux.8 2007200801290 17- 1-2008 63 Guy D’haeseleer * Aantal naturalisaties in 2007.Nombre de naturalisations en 2007.8 2007200801311 17- 1-2008 64 Guido De Padt * Ladingdieven. — Internet.Voleurs de chargements. — Internet.8 2007200801312 17- 1-2008 65 Guy D’haeseleer * Aantal regularisaties om humane redenen.Nombre de régularisations pour des raisons humanitaires.8 2007200801313 17- 1-2008 66 Guido De Padt * Bouw van gsm-masten.Implantation d’antennes GSM.8 2007200801318 17- 1-2008 67 Guido De Padt * Fraude met bankkaarten en kredietkaarten.Usage frauduleux de cartes bancaires et de cartes decrédit.1330133213331335133913411342134311751176134411761177134511771177117811781179KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 150525 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801319 17- 1-2008 68 Geert Versnick * Journalisten. — Integratie van de bestaande beroepstatuten.Journalistes. — Intégration des statuts professionnelsexistants.8 2007200801320 17- 1-2008 69 Guido De Padt * Ongevallen met vliegtuigen.Accidents d’avion.8 2007200801321 17- 1-2008 70 Guido De Padt * Politiecellen. — Zelfmoorden.Cellules de police. — Suicides.8 2007200801322 17- 1-2008 71 Geert Versnick * Journalisten. — Integratie van de bestaande beroepsstatuten.Journalistes. — Intégration des statuts professionnelsexistants.8 2007200801323 17- 1-2008 72 Guido De Padt * Politie. — Mobiliteitsprocedure. — Aanwezigheidstermijn.— Afwijkingsregeling om strikt medischeredenen.Police. — Régime de mobilité. — Période deprésence. — Régime dérogatoire pour raisonsmédicales strictes.8 2007200801324 17- 1-2008 73 Guido De Padt * Ongelukken van recreanten in kustwateren.Accidents de vacanciers s’adonnant à des activitésrécréatives dans les eaux côtières.8 2007200801325 17- 1-2008 74 Guido De Padt * Rijden onder invloed van drugs. — Controles.Conduite sous l’influence de drogues. — Contrôles.1 2007200801332 17- 1-2008 75 Bart Laeremans Federale verkiezingen. — Inschrijvingen van Belgenuit het buitenland. — Gemeenten van Brussel-Halle-Vilvoorde.Élections fédérales. — Inscriptions de Belges résidantà l’étranger. — Communes de Bruxelles-Hal-Vilvorde.8 2007200801383 18- 1-2008 77 Herman De Croo * Politie. — Ongevallen. — Meerderjarige niet levensgevaarlijkgekwetste alleenstaande slachtoffers.Police. — Accidents. — Victimes majeures, isoléeset blessées, mais sans risque pour leur vie.8 2007200801386 18- 1-2008 78 Mw. Barbara Pas * Vuurwerkongevallen.Accidents dus à des feux d’artifice.1 2007200801389 18- 1-2008 79 Bart Laeremans Federale politie. — Kledij. — Tweetalige vermeldingen.Police fédérale. — Uniformes. — Mentions bilingues.8 2007200801420 18- 1-2008 80 Guido De Padt * Voetbalwedstrijden. — Agressie. — Politiemensen.Matches de football. — Agressions. — Policiers.8 2007200801429 21- 1-2008 81 Mw. Maggie DeBlock* Identiteitskaarten. — Voornamen.Cartes d’identité. — Prénoms.8 2007200801492 22- 1-2008 82 Luk Van Biesen * Korpschef politiezone Beersel. — Aanvraag van eenaudit.Chef de corps zone de police Beersel. — Demanded’un audit.8 2007200801505 23- 1-2008 83 Guy D’haeseleer * Valse bommelding in het station van Ninove.Fausse alerte à la bombe à la gare de Ninove.117911801180118111811182118313471184118413491185118611861187KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1506 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200801660 30- 1-2008 95 Hagen Goyvaerts Waterschade in 1998. — Uitbetaalde vergoedingen.— Terugvordering door Rampenfonds.Dégâts causés par l’eau en 1998. — Indemnisationsversées. — Récupération par le Fonds des calamités.13501 2007200801909 14- 2-2008 121 M me JacquelineGalantOpleiding van gemotoriseerde superdouaniers.Formation des superdouaniers à moto.1351Minister van Buitenlandse ZakenMinistre des Affaires étrangères1 2007200800937 9- 1-2008 5 Guido De Padt Fileproblematiek. — Ambtenaren. — Pendelactiviteitvan en naar Brussel.Problème des embouteillages. — Fonctionnaires. —Navette vers Bruxelles.1 2007200800961 10- 1-2008 8 Wouter De Vriendt Filippijnen. — Hanteren van een zwarte lijst doorde Filippijnse overheid.Philippines. — Utilisation d’une liste noire par lesautorités philippines.1 2007200801150 14- 1-2008 11 Philippe Henry Buitengebruikstelling van de spoorlijn tussen Monschauen Kalterherberg.Désaffection ligne ferroviaire entre Montjoie etKalterherberg.1 2007200801202 15- 1-2008 15 Dirk Van derMaelenMogelijke inval van Turkije in Iraaks Koerdistan.Possibilité d’incursions turques au Kurdistanirakien.1 2007200801250 16- 1-2008 17 M me Kattrin Jadin Desappropriatie van een stuk Belgisch grondgebiedin het arrondissement Eupen.Amputation du territoire belge dans l’arrondissementd’Eupen.8 2007200801291 17- 1-2008 19 Geert Versnick * Centraal Afrikaanse Republiek. — Conflict. — VNmissie.République centrafricaine. — Conflit. — Missiondes Nations Unies.1 2007200801293 17- 1-2008 20 Geert Versnick Congo. — Rebellen. — Rekrutering van kindsoldaten.Congo. — Rebelles. — Recrutement d’enfantssoldats.8 2007200801326 17- 1-2008 22 Guido De Padt * Operationele politieverbindingsofficieren.Officiers de liaison de la police opérationnels.8 2007200801343 17- 1-2008 23 Gerolf Annemans * Aanhouding parlementsleden. — Excuses aandiplomatieke diensten van de Italiaanse enFranse republiek.Arrestation de parlementaires. — Excuses aux servicesdiplomatiques des républiques italienne etfrançaise.8 2007200801430 21- 1-2008 25 Mw. Maggie DeBlock* Vaticaan. — Schorsingen omwille van iemandsgeaardheid.Vatican. — Suspension de personnes en raison deleur orientation sexuelle.1352135313551357135811871359118811901191KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 150725 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801493 23- 1-2008 26 BrunoStevenheydens* Unesco. — Nationale commissie.Unesco. — Commission nationale.1191Minister van Economie,Zelfstandigen en LandbouwMinistre de l’Économie,des Indépendants et de l’Agriculture1 2007200800902 9- 1-2008 5 Peter Logghe Faillissementen. — Aantal.Faillites. — Chiffres.1 2007200800937 9- 1-2008 10 Guido De Padt Fileproblematiek. — Ambtenaren. — Pendelactiviteitvan en naar Brussel.Problème des embouteillages. — Fonctionnaires. —Navette vers Bruxelles.1 2007200801111 11- 1-2008 20 Carl Devlies Fiscale en boekhoudkundige regimes. — Aankoopvan private en van beroepsmatige goederen eninvesteringen. — Gratis geschenken.Régimes fiscal et comptable. — Achat de biensprivés et à caractère professionnel et investissements.— Cadeaux gratuits.6 2007200801158 14- 1-2008 21 Peter Logghe Statistieken van de BTW-controles.Statistiques des contrôles TVA.8 2007200801309 17- 1-2008 29 Guido De Padt * Consumentenkredieten. — Kredietverlenendeinstellingen. — Problematische kredietnemers.Crédits à la consommation. — Organismes decrédit. — Emprunteurs en difficulté.1 2007200801328 17- 1-2008 30 Guido De Padt Federale kunstpatrimonium.Patrimoine artistique fédéral.1 2007200801361 18- 1-2008 31 Mw. Barbara Pas Vuurwerkslachtoffers. — Vuurwerkmakers.Victimes de feux d’artifice. — Artificiers.6 2007200801414 18- 1-2008 32 Luk Van Biesen BLEU. — Prijzen. — Administratieve Commissie.UEBL. — Prix. — Commission administrative.136313661370137211921373137813811 2007200801431 21- 1-2008 33 Mw. KatrienPartyka1 2007200801433 21- 1-2008 34 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801434 21- 1-2008 35 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801435 21- 1-2008 36 Mw. Maggie DeBlockPrijsverhoging voor rusthuizen bij nieuwbouw ofverbouwing van een bestaand gebouw.Hausses de prix dans les maisons de repos en cas denouvelle construction ou de transformation d’unbâtiment existant.Stijging voedselprijzen. — Grondstofprijzen.Augmentation des prix de l’alimentation. — Prixdes matières premières.Restauranthouders. — Grote winstmarges op wijnprijzen.Restaurateurs. — Marges bénéficiaires importantesappliquées sur le prix des vins.* Arbeidsmarkt. — Tekort aan geschoolde arbeidskrachten.Marché de l’emploi. — Pénurie de main-d’œuvrequalifiée.1382138413851193KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1508 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200801436 21- 1-2008 37 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801437 21- 1-2008 38 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801438 21- 1-2008 39 Mw. Maggie DeBlockSociaal statuut van de kunstenaars. — Commissie.— Aanvragen.Statut social des artistes. — Commission. —Demandes.Vrouwelijke zelfstandigen. — Moederschaphulp. —Dienstencheques.Femmes indépendantes. — Aide à la maternité. —Titres-services.Beginnende zelfstandigen. — Sociale bijdragen. —Kwartalen.Indépendants débutants. — Cotisations sociales. —Trimestres.1 2007200801497 23- 1-2008 42 Peter Logghe Toename van betalingsachterstand bij niet-hypothecairekredieten.Augmentation des arriéres de paiement pour lescrédits non hypothécaires.1 2007200801507 23- 1-2008 43 Peter Logghe Toename van betalingsachterstand bij hypothecairekredieten.Aggravation des retards de paiement de créditshypothécaires.1 2007200801629 29- 1-2008 45 Bert Schoofs Controle en de inspectie op de nachtwinkels.Contrôle et inspection des magasins de nuit.1 2007200801744 4- 2-2008 53 Mw. Barbara Pas Import van Chinese producten.Importation de produits chinois.1 2007200801752 5- 2-2008 55 Carl Devlies Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.1 2007200801872 13- 2-2008 65 Yvan Mayeur Weigering om wisselgeld van maaltijdcheques terugte geven.Monnaie non-rendue des chèques-repas.1 2007200800949 14- 2-2008 70 Flor Van Noppen Operatoren in de voedselketen. — Validering vanautocontrolesystemen.Operateurs de la chaîne alimentaire. — Validationdes systèmes d’autocontrôle.1 2007200801920 14- 2-2008 71 Mw. Leen Dierick Consumentenkredieten. — Wijziging van de maximalejaarlijkse kostenpercentages.Crédit à la consommation. — Modification destaux annuels effectifs globaux maxima.13861387138913911393139613971400140114021404Minister van Pensioenenen Maatschappelijke IntegratieMinistre des Pensions etde l’Intégration sociale8 2007200801329 17- 1-2008 9 Guido De Padt * OCMW’s. — Geschillen. — Uitspraak minister.CPAS. — Contentieux. — Décision du ministre.8 2007200801330 17- 1-2008 10 Guido De Padt * Voorzitters van OCMW’s. — Dringende financiëlesteunverlening.Présidents de CPAS. — Aide financière urgente.11941194KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 150925 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801331 17- 1-2008 11 Guido De Padt * OCMW’s. — Ten onrechte uitbetaalde steun.CPAS. — Aides versées indûment.8 2007200801423 18- 1-2008 13 Guido De Padt * OCMW’s. — Vreemdelingen. — Steunverleningsdossiers.CPAS. — Étrangers. — Dossiers relatifs à l’octroid’aide.8 2007200801442 21- 1-2008 14 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801443 21- 1-2008 15 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801444 21- 1-2008 16 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801445 21- 1-2008 17 Mw. Maggie DeBlock* Opbouw pensioenrechten enkel via werkloosheidsreglementering.Constitution de droits à la pension dans le seulcadre de la réglementation du chômage.* RVP. — Administratie der Pensioenen. — Ambtenaren.— Pensioneringen.ONP. — Administration des pensions. — Agents.— Pensions.* Gemeenten. — Contractuelen. — Einde beroepsloopbaan.— Ambtenarenpensioen.Communes. — Contractuels. — Fin de carrièreprofessionnelle. — Pension de fonctionnaire.* RSZ-PPO. — Jaarrapport. — Studie evolutie aantalpensioenen en pensioenlast lokale besturen.ONSS-APL. — Rapport annuel. — Étude concernantl’évolution du nombre des pensions et lacharge des pensions des administrations locales.119511951196119711971198Minister van WerkMinistre de l’Emploi1 2007200800972 10- 1-2008 4 BrunoStevenheydensVerlaging aantal uren betaald educatief verlof.Réduction du nombre d’heures de congé-éducationpayé.1 2007200800994 10- 1-2008 5 Jean-Marc Nollet Stijging van het aantal uitzendbanen.Augmentation des emplois intérimaires.1 2007200801049 10- 1-2008 7 Guy D’haeseleer Bedrijven. — Vorming en opleiding van werknemers.Entreprises. — Formation et apprentissage des salariés.1 2007200801054 10- 1-2008 12 Guy D’haeseleer Werklozen. — Werkhervattingstoeslagen.Chômeurs. — Allocation pour reprise du travail.1 2007200801055 10- 1-2008 13 Guy D’haeseleer Gebruik van dienstencheques.Utilisation des titres-services.1 2007200801060 10- 1-2008 18 Guy D’haeseleer Effecten van de wijzigingen aan de anti-pestwet.Effets des modifications apportées à la loi contre leharcèlement au travail.1 2007200801063 10- 1-2008 20 Guy D’haeseleer Dienstencheques. — Kostprijs.Titres-services. — Coût.1 2007200801066 10- 1-2008 23 Guy D’haeseleer «Anti-pestwet». — Bescherming werknemers. —Aangiften.Loi contre le harcèlement. — Protection des travailleurs.— Plaintes.14061408140914101412141414171418KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1510 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200801068 10- 1-2008 25 Guy D’haeseleer Erkenning van stakingen door de RVA.Reconnaissance des grèves par l’ONEm.1 2007200801105 11- 1-2008 28 Guy D’haeseleer Fondsen voor Bestaanszekerheid. — Uitgekeerdepremies en vergoedingen. — Illegale inhoudingen.Fonds de sécurité d’existence. — Versement deprimes et d’indemnisations. — Retenues illégales.8 2007200801384 18- 1-2008 34 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801391 18- 1-2008 35 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801392 18- 1-2008 36 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801393 18- 1-2008 37 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801446 21- 1-2008 38 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801447 21- 1-2008 39 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801448 21- 1-2008 40 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801449 21- 1-2008 41 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801450 21- 1-2008 42 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801451 21- 1-2008 43 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801452 21- 1-2008 44 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801453 21- 1-2008 45 Mw. Maggie DeBlock* Verloven ter bevordering van de combinatie vangezins- en beroepsleven. — Bevallingsrust. —Arbeidswet.Congés visant à permettre de concilier vie familialeet vie professionnelle. — Repos d’accouchement.— Loi sur le travail.* Werklozen die ziekte inroepen om een job te weigeren.— Werkgevers. — Onjuiste verklaringen.Chômeurs qui invoquent une maladie pour refuserun emploi. — Employeurs. — Fausses déclarations.* Vakbondsafdelingen. — Statuut van ondernemingin moeilijkheden of herstructurering.Sections syndicales. — Statut d’entreprise en difficultéou en restructuration.Werknemers met periodieke psychische storingen.— Artikel 34 van de arbeidsovereenkomstenwet.Travailleurs présentant des troubles psychiquespériodiques. — Article 34 de la loi relative auxcontrats de travail.* Dienstboden. — Verzekeringsovereenkomsten.Personnel de maison. — Contrats d’assurances.* Werklozen- opstarten van een zelfstandige activiteit.— Toekenning achtergestelde leningen.Chômeurs se lançant dans une activité indépendante.— Octroi de prêts subordonnés.* Studentenarbeid.Travail des étudiants.Thuisstrijkster. — Proefprojecten.Repasseuse à domicile. — Projets pilotes.* PWA’s. — Oprichting van een balansencentralePWA.ALE. — Création d’une centrale des bilans ALE.* Participatiefonds. — Werkzoekenden die als zelfstandigestarten. — Begeleiding.Fonds de participation. — Demandeurs d’emploiqui démarrent une activité d’indépendant. —Accompagnement.* Dienstencheques. — Gemeenten arrondissementHalle-Vilvoorde.Titres-services. — Communes de l’arrondissementde Hal-Vilvorde.* PWA’s. — Werknemers. — Opleiding.ALE. — Travailleurs. — Formation.14191421119911991200142212011201120214231202120312041204KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 151125 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801454 21- 1-2008 46 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801455 21- 1-2008 47 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801456 21- 1-2008 48 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801457 21- 1-2008 49 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801458 21- 1-2008 50 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801459 21- 1-2008 51 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801460 21- 1-2008 52 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801461 21- 1-2008 53 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801463 21- 1-2008 55 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801464 21- 1-2008 56 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801465 21- 1-2008 57 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801466 21- 1-2008 58 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801467 21- 1-2008 59 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801468 21- 1-2008 60 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801469 21- 1-2008 61 Mw. Maggie DeBlock* Uitzendarbeid. — Jaarlijkse groei. — Jongeren.Travail intérimaire. — Croissance annuelle. —Jeunes.* Dienstencheques. — Ondernemingen. — Verbaliseringenen sanctioneringen.Titres-services. — Entreprises. — Verbalisations etsanctions.* Invoering label voor diversiteit. — Pilootproject.Instauration d’un label de diversité. — Projet-pilote.* Werknemers. — Variabel deeltijds uurrooster. —Afwijkingsdocumenten. — Vervangende registratie.Travailleurs. — Horaire variable à temps partiel. —Documents de dérogation. — Horaires deremplacement.* Overuren. — Foutieve informatie. — Processen-verbaal.Heures supplémentaires. — Informations erronées.— Procès-verbaux.* PWA’s. — Controles op zwartwerk van PWA-ers.ALE. — Contrôles du travail au noir effectué pardes travailleurs ALE.* Bedienden van het aanvullend paritair comité. —Opleiding en bijscholing.Employés relevant de la Commission paritaire auxiliaire.— Formation et recyclage.* Culturele diversiteit. — Monitoringsysteem.Diversité culturelle. — Système de surveillance.* Overuren. — Compensatie.Heures supplémentaires. — Compensation.* Landbouworganisaties. — Gelegenheidswerknemers.— Afschaffing gelegenheidsformulieren.Organisations agricoles. — Travailleurs occasionnels.— Suppression des formulaires occasionnels.* Personen met een handicap. — «Begeleid werken».— Arbeidsongevallenwet.Handicapés. — «Travail encadré». — Loi sur lesaccidents du travail.* Bouwwerven. — Veiligheidscoördinatoren.Chantiers. — Coordinateurs de sécurité.* Aanwerving van facilitatoren en coördinatoren.Recrutement de facilitateurs et de coordinateurs.* Zorgvuldigheidsplicht voor werkgevers.Devoir de rigueur des employeurs.* Outplacement. — Oneigenlijk gebruik van dewetgeving.Reclassement professionnel. — Usage impropre dela législation.120512061206120712071208120912091210121112111212121312131214KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1512 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801470 21- 1-2008 62 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801471 21- 1-2008 63 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801472 21- 1-2008 64 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801473 21- 1-2008 65 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801474 21- 1-2008 66 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801475 21- 1-2008 67 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801476 21- 1-2008 68 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801477 21- 1-2008 69 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801478 21- 1-2008 70 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801479 21- 1-2008 71 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801480 21- 1-2008 72 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801481 21- 1-2008 73 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801482 21- 1-2008 74 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801483 21- 1-2008 75 Mw. Maggie DeBlock* RVA. — Werkzoekenden. — Weigering jobaanbod.ONEm. — Demandeurs d’emploi. — Refus d’offresd’emploi.* Werknemers die overstappen van de openbare naarde private sector. — Berekening jaarlijks betaaldverlof.Travailleurs qui passent du secteur public au secteurprivé. — Calcul des congés payés annuels.* RVA. — Thuiscontroles bij werkzoekenden. —Effectieve gezinstoestand.ONEm. — Contrôles au domicile des demandeursd’emploi. — Situation familiale réelle.* Bijsturing «anti-pest». — Klachten. — Rechtzaken.Aménagement de la loi contre le harcèlement. —Plaintes. — Procédures judiciaires.* Oprichting van een aparte databank voor thuis- entelewerkers.Création d’une base de données spécifique pour lestravailleurs à domicile et les télétravailleurs.* RVA. — Vrijwilligerswerk werkzoekenden.ONEm. — Travail de bénévolat effectué par desdemandeurs d’emploi.* Cao’s. — Algemeen verbindendverklaring door deKoning.CCT. — Force obligatoire conférée par le Roi.* RVA. — Kennisgevingen van bruggepensioneerdendie vrijwilligerswerk willen verrichten.ONEm. — Notifications par des prépensionnéssouhaitant exercer une activité bénévole.* Werklozen. — Toegelaten inkomsten uit zelfstandigenevenactiviteiten. — Maximumbarema’s.— Elektronische gegevensuitwisselingen.Chômeurs. — Revenus autorisés provenant d’uneactivité indépendante accessoire. — Plafonds. —Échange de données électronique.* Startbaanovereenkomsten.Conventions de premier emploi.* Tijdelijke uitstapformules.Formules de cessation temporaire de l’activitéprofessionnelle.* PWA’s. — Poetshulp.ALE. — Aide au nettoyage.* PWA-ers. — Doorstroming naar reguliere baan inhet stelsel van de dienstencheques.ALE. — Transition vers un emploi régulier dans lerégime des titres-services.* Inspectiediensten. — Personeel. — Natuurlijkeafvloeiingen.Services d’inspection. — Personnel. — Départsnaturels.12151216121612171218121912201220122112221222122312231224KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 151325 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801484 21- 1-2008 76 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801485 21- 1-2008 77 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801486 21- 1-2008 78 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801488 22- 1-2008 79 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801489 22- 1-2008 80 Mw. Maggie DeBlock* RVA. — Werkloosheidsbureaus. — Controleurs.ONEm. — Bureaux de chômage. — Contrôleurs.* Werklozen. — Schorsing wegens langdurige werkloosheid.— RVA-verwittigingen.Chômeurs. — Suspension pour cause de chômagede longue durée. — Avertissements de l’ONEm.* Monitoring in callcenterbedrijven.Monitoring dans les centres d’appels (call centers).* Misbruiken bij uitzendarbeid.Abus dans le cadre du travail intérimaire.* Werknemers. — Scholingsrekeningen. —Vormingsspaarrekeningen.Travailleurs salariés. — Comptes d’apprentissage.— Comptes d’épargne-formation.8 2007200801506 23- 1-2008 81 Mw. Barbara Pas * Transmissies van de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten.Transmission de données par les services régionauxde l’emploi.122512251226122712271228Minister van JustitieMinistre de la Justice8 2007200801278 17- 1-2008 31 Michel Doomst * Gevangenissen. — Cipiers. — Agressie.Prison. — Gardiens. — Agressions.8 2007200801279 17- 1-2008 32 Michel Doomst * Openbaar vervoer. — Vastgestelde inbreuken.Transports en commun. — Infractions constatées.8 2007200801286 17- 1-2008 33 Mw. Carina VanCauter* Gevangenissen. — Ontsnappingspogingen. — Ontsnappingen.Prisons. — Tentatives d’évasion. — Évasions.8 2007200801297 17- 1-2008 34 Guido De Padt * Ambtenaren van de burgerlijke stand. — Huwelijkskandidaten.— Keuze huwelijksdatum.Officiers de l’état civil. — Candidats au mariage. —Choix de la date de mariage.8 2007200801298 17- 1-2008 35 Guido De Padt * Zware verkeersovertredingen. — Alternatieve straffen.Infractions graves au Code de la route. — Peines desubstitution.8 2007200801299 17- 1-2008 36 Guido De Padt * Strafrechtelijke onderzoeken. — Onrechtmatigeinbeslagnames.Enquêtes pénales. — Saisies abusives.8 2007200801300 17- 1-2008 37 Guido De Padt * Verkeersongevallen. — Gerechtelijke arrondissementen.— Verkeersexperten.Accidents de roulage. — Arrondissements judiciaires.— Experts.8 2007200801301 17- 1-2008 38 Guido De Padt * Verzoeken tot eerherstel.Demandes en réhabilitation.8 2007200801302 17- 1-2008 39 Guido De Padt * Slachtoffers van oplichting via advertenties in kranten,tijdschriften of internet.Victimes d’escroqueries par le biais d’annonces dansles journaux et les magazines ou sur l’internet.122812291230123012311231123212331233KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1514 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801303 17- 1-2008 40 Guido De Padt * Niet respecteren van de verkeersregels betreffendehet gebruik van de vrije busstrook. — Verkeersongevallentussen personenauto’s.Non-respect des règles de circulation relatives àl’utilisation de la bande réservée aux autobus. —Accidents impliquant des voitures.8 2007200801305 17- 1-2008 42 Guido De Padt * Vervolgingsbeleid voor stedenbouwmisdrijven. —Procureurs-generaal. — Algemene richtlijnenvoor gans België.La politique des poursuites d’infractions urbanistiques.— Procureurs généraux. — Directivesgénérales pour l’ensemble de la Belgique.8 2007200801306 17- 1-2008 43 Guido De Padt * Collectieve schuldenregeling. — Beslagrechter. —Gerechtelijke procedure.Règlement collectif de dettes. — Juge des saisies. —Procédure judiciaire.8 2007200801307 17- 1-2008 44 Guido De Padt * Inbeslagname van goederen. — Deurwaarders. —Incidenten.Saisie de biens. — Huissiers. — Incidents.8 2007200801372 18- 1-2008 45 Jan Mortelmans * NMBS. — Enquêteurs. — Privacy.SNCB. — Enquêteurs. — Protection de la vieprivée.8 2007200801388 18- 1-2008 46 Bart Laeremans * Brusselse magistratuur. — Taalexamens. —Slaagpercentages.Magistrature à Bruxelles. — Examens linguistiques.— Pourcentages de réussite.8 2007200801394 18- 1-2008 47 Bart Laeremans * Hof van beroep van Brussel en het arbeidshof. —Naleving taalwetgeving.Cour d’appel et cour du travail de Bruxelles. —Respect de la législation linguistique.8 2007200801395 18- 1-2008 48 Bart Laeremans * Brusselse magistratuur. — Naleving taalwetgeving.Magistrature bruxelloise. — Respect de la législationlinguistique.8 2007200801396 18- 1-2008 49 Bart Laeremans * Parketmagistraten. — Vacatures.Magistrats du parquet. — Emplois vacants.1234123512361237123712381238123912398 2007200801402 18- 1-2008 50 Mw. HildeVautmans* Verkiezingen. — Opkomstplicht. — Inbreuken.Élections. — Obligation de vote. — Infractions.12408 2007200801412 18- 1-2008 51 Luk Van Biesen * Uitvoerend beslag. — Beslagbescherming.Saisie-exécution. — Protection contre la saisie.12408 2007200801417 18- 1-2008 52 Mw. Maggie DeBlock8 2007200801419 18- 1-2008 53 Mw. Maggie DeBlock* Homofobe misdrijven. — Gerechtelijke arrondissementen.— Coördinatoren.Infractions à caractère homophobe. — Arrondissementsjudiciaires. — Coordinateurs.* Websites. — Aanbod jobs voor thuiswerkers. —Mistoestanden.Sites web. — Offres d’emploi pour travailleurs àdomicile. — Abus.12411242KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 151525 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801421 18- 1-2008 54 Mw. Maggie DeBlock* Erkenning en invoering van wettelijke regelingenvoor het samenleven van koppels van gelijkgeslacht. — Initiatieven op EU-vlak.Reconnaissance et instauration de régimes légaux devie commune des couples homosexuels . —Initiatives au niveau européen.8 2007200801422 18- 1-2008 55 Bart Laeremans * Hof van Cassatie. — Taalwetgeving.Cour de cassation. — Législation relative à l’emploides langues.8 2007200801424 18- 1-2008 56 Mw. Maggie DeBlock* Posten van beledigende boodschappen op fora of ingastenboeken van websites in naam van anderen.Publication, au nom d’autrui, de messages injurieuxdans des forums ou des guestbooks de sites web.8 2007200801490 22- 1-2008 57 Bart Laeremans * Rechtbank van koophandel. — Arbeidsrechtbank.— Rechtbank van eerste aanleg. — Nalevingtaalwetgeving.Tribunal du commerce. — Tribunal du travail. —Tribunal de première instance. — Respect de lalégislation relative à l’emploi des langues.8 2007200801499 23- 1-2008 58 Mw. Barbara Pas * Aantal vluchtmisdrijven.Nombre de délits de fuite.8 2007200801504 23- 1-2008 60 Gerolf Annemans * Strafprocessen. — Schadevergoedingen. —Nederlands wetsvoorstel.Procès pénaux. — Indemnités. — Proposition de loinéerlandaise.124312431244124512451246Minister van LandsverdedigingMinistre de la Défense1 2007200800941 10- 1-2008 2 Flor Van Noppen Militaire kazernes. — Leegstand. — Herbestemming.Casernes militaires. — Inoccupation. — Réaffectation.1 2007200801264 16- 1-2008 8 Robert Van deVelde1 2007200801403 18- 1-2008 14 Mw. HildeVautmans1 2007200801405 18- 1-2008 15 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem1 2007200801432 21- 1-2008 16 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801521 25- 1-2008 17 BrunoStevenheydensFOD. — Organisatie en werking. — Peiling naarmening belastingplichtigen.SPF. — Organisation et fonctionnement. —Sondage sur l’avis des contribuables.Buitenlandse missies. — De CIMIC-operaties.Missions à l’étranger. — Opérations CIMIC.Buitenlandse operaties. — Cijfergegevens.Opérations à l’étranger. — Données chiffrées.Blokkering van holebi-websites.Blocage de sites web holebi.Acties van Defensie voor de minstbedeelden.Actions menées par le département de la Défense enfaveur des plus démunis.1 2007200801609 28- 1-2008 20 Jan Mortelmans Oefeningen met F-16’s. — Kempen. — Geluidsoverlast.Exercices avec des F-16. — Campine. — Nuisancessonores.1424142614281429143014321434KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1516 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200801615 28- 1-2008 21 Francis Van denEyndeVerlies F16-vliegtuig.Perte d’un F16.6 2007200801689 1- 2-2008 24 Pierre-Yves Jeholet Ministerie van Defensie. — Absenteïsme.Ministère de la Défense. — Absentéisme.14351436Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l’Énergie2 2007200800937 9- 1-2008 2 Guido De Padt Fileproblematiek. — Ambtenaren. — Pendelactiviteitvan en naar Brussel.Problème des embouteillages. — Fonctionnaires. —Navette vers Bruxelles.1 2007200801231 15- 1-2008 8 Mw. Linda Vissers Luchtvaart. — Onderzoek naar de invloed van lagekostenmaatschappijenop de regionale economie.Aviation. — Étude relative à l’influence des compagniesaériennes à bas prix sur l’économie régionale.1 2007200801264 16- 1-2008 12 Robert Van deVeldeFOD. — Organisatie en werking. — Peiling naarmening belastingplichtigen.SPF. — Organisation et fonctionnement. —Sondage sur l’avis des contribuables.1 2007200801752 5- 2-2008 18 Carl Devlies Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december2007.Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2007.1 2007200801873 13- 2-2008 21 André Perpète Door de banken voorgestelde beleggingsproducten.Produits de placements proposés par les banques.1 2007200801874 13- 2-2008 22 Melchior Wathelet Elektriciteit. — Nacht- en weekendtarief.Electricité. — Tarif de nuit et de week-end.143714381439144014411443Minister van OntwikkelingssamenwerkingMinistre de la Coopération au Développement1 2007200801404 18- 1-2008 4 Mw. HildeVautmansOpenbaarheid van bestuur. — Do(n)ordacht. —DGOS.Publicité de l’administration. — Do(n)ordacht. —DGCD.1444Minister van Ambtenarenzakenen OverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publiqueet des Entreprises publiques1 2007200800944 10- 1-2008 12 Mw. Barbara Pas De Post. — Vereiste tweetaligheid van de postmeesterte Beersel.La Poste. — Bilinguisme requis du percepteur àBeersel.1 2007200800969 10- 1-2008 16 BrunoStevenheydensNMBS. — Veiligheid aan spooroverwegen in hethavengebied van Antwerpen.SNCB. — Sécurité de passages à niveau dans la zoneportuaire d’Anvers.14451447KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 151725 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page1 2007200800970 10- 1-2008 17 BrunoStevenheydensNMBS. — Treinregeling Zuidstation Antwerpen.SNCB. — Horaire en gare d’Anvers-Sud.1 2007200800993 10- 1-2008 24 Georges Gilkinet NMBS. — Lijn Namen-Dinant. — Verdeling van derijtuigen tijdens de spitsuren.SNCB. — Ligne Namur-Dinant. — Répartition desvoitures aux heures de pointe.1 2007200800996 10- 1-2008 25 BrunoStevenheydensNMBS. — Spoorlijn 10. — Brug of tunnel aan spooroverwegin Melsele.SNCB. — Ligne 10. — Pont ou tunnel à la hauteurdu passage à niveau à Melsele.1 2007200801000 10- 1-2008 28 Georges Gilkinet NMBS. — Lijn Aarlen-Brussel. — Verdeling van derijtuigen op de piekuren en -dagen.SNCB. — Ligne Arlon-Bruxelles. — Répartition desvoitures aux heures et jour de pointe.1 2007200801087 11- 1-2008 36 Guy D’haeseleer Aantal overvallen op postkantoren.Nombre d’attaques de bureaux de poste.1 2007200801120 11- 1-2008 45 Jef Van den Bergh NMBS. — Treinen die te vroeg vertrekken.SNCB. — Départ prématuré de certains trains.1 2007200801153 14- 1-2008 47 Eric Thiébaut NMBS. — Nieuwe dienstregeling.SNCB. — Nouvel horaire.1 2007200801162 14- 1-2008 49 François Bellot NMBS. — Veiligheid op de belangrijkste lijnen enin de stations.SNCB. — Sécurité sur les principales lignes et dansles gares.1 2007200801180 15- 1-2008 56 M me Kattrin Jadin NMBS. — Nieuwe dienstregeling.SNCB. — Changements d’horaires.1 2007200801215 15- 1-2008 62 Jean-JacquesFlahauxNMBS. — Capaciteit van de treinen op de lijn Brussel-Bergentijdens de spitsuren.SNCB. — Capacité des voitures de train aux heuresde pointe sur la ligne Bruxelles-Mons.1 2007200801223 15- 1-2008 64 Mw. Linda Vissers NMBS. — Verminderingskaarten. — Statuut vannationale erkenning.SNCB. — Cartes de réduction. — Statut de reconnaissancenationale.1 2007200801234 15- 1-2008 68 Mw. Linda Vissers NMBS. — Speciale kortingen. — Vaderlandslievenderedenen.SNCB. — Réductions spéciales. — Motifs patriotiques.1 2007200801244 16- 1-2008 71 Mw. Linda Vissers Registratie van eigendom. — Versnelde procedure.Enregistrement d’une propriété. — Procédure accélérée.1 2007200801246 16- 1-2008 73 Roel Deseyn De Post. — Personeel. — Tewerkstellingskader.La Poste. — Personnel. — Cadre d’emploi.1 2007200801258 16- 1-2008 77 Michel Doomst NMBS. — Infrastructuurinvesteringen tussen 2004en 2007.SNCB. — Travaux d’infrastructure entre 2004 et2007.1 2007200801264 16- 1-2008 80 Robert Van deVeldeFOD. — Organisatie en werking. — Peiling naarmening belastingplichtigen.SPF. — Organisation et fonctionnement. —Sondage sur l’avis des contribuables.1448144914511452145314541456145914611462146414651466146914711473KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1518 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801280 17- 1-2008 81 Michel Doomst * NMBS. — Infrastructuurinvesteringen tussen 2004en 2007.SNCB. — Travaux d’infrastructure entre 2004 et2007.8 2007200801281 17- 1-2008 82 Michel Doomst * NMBS. — Verkoop van treintickets via het internet.SNCB. — Vente de billets de train par internet.8 2007200801283 17- 1-2008 83 Michel Doomst * NMBS. — Treinreizen. — Vastgestelde inbreuken.— Meldingen van agressie.SNCB. — Voyages en train. — Infractions constatées.— Agressions signalées.8 2007200801284 17- 1-2008 84 Bart Tommelein * NMBS. — Fonds voor Spoorweginfrastructuur. —Activa. — Sites.SNCB. — Fonds de l’infrastructure ferroviaire. —Actifs. — Sites.1 2007200801295 17- 1-2008 85 Geert Versnick De Post. — Internationale verzendingen. — Douanekosten.La Poste. — Envois internationaux. — Frais dedouane.1 2007200801314 17- 1-2008 86 Michel Doomst De Post. — Aantal diefstallen van zendingen doorpostbodes.La Poste. — Le nombre de vols d’envois postauxcommis par des facteurs.8 2007200801317 17- 1-2008 87 Geert Versnick * NMBS. — Personeel. — Boetes.SNCB. — Personnel. — Amendes.8 2007200801352 18- 1-2008 88 Guido De Padt * Overheidsbedrijven. — Studie- en expertiseopdrachtenuitbesteed aan externe consultancybedrijven.Entreprises publiques. — Missions d’étude etd’expertise confiées à des entreprises de consultanceexternes.8 2007200801353 18- 1-2008 89 Guido De Padt * NMBS. — Infrabel. — Nieuwe methode stiptheidsmetingtreinverkeer.SNCB. — Infrabel. — Nouvelle méthode de mesurede la ponctualité du trafic ferroviaire.8 2007200801354 18- 1-2008 90 Guido De Padt * NMBS. — Verwijdering van graffiti. — Kostprijs.SNCB. — Nettoyage de graffitis. — Frais.1 2007200801355 18- 1-2008 91 Guido De Padt NMBS. — Treinbestuurders. — Voorbijrijdentreinhalteplaatsen.SNCB. — Conducteurs de trains. — Dépassementd’arrêts.8 2007200801356 18- 1-2008 92 Guido De Padt * NMBS. — Station van Zottegem.SNCB. — Gare de Zottegem.1 2007200801357 18- 1-2008 93 Guido De Padt De Post. — Achtergehouden post.La Poste. — Rétention de courrier.8 2007200801358 18- 1-2008 94 Guido De Padt * NMBS. — Geweld in treinen en stations.SNCB. — Actes de violence commis à bord destrains et dans les gares.1 2007200801359 18- 1-2008 95 Guido De Padt NMBS. — Actuele treininformatie «op locatie».SNCB. — Système d’information local relatif audépart des trains.124712481248124914761477125112511252125314781253147912541481KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

QRVA 52 010 151925 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801360 18- 1-2008 96 Guido De Padt * NMBS. — OCMW’s. — Tegemoetkoming. —Hulpbehoevenden en leefloners. — Gratis openbaarvervoer.SNCB. — CPAS. — Intervention. — Nécessiteux etbénéficiaires du revenu d’intégration. —Gratuité des transports en commun.8 2007200801362 18- 1-2008 97 Guido De Padt * NMBS. — Geweld en diefstallen op treinen en instations.SNCB. — Vols et violence dans les trains et dans lesgares.8 2007200801363 18- 1-2008 98 Guido De Padt * De Post. — NMBS. — Gebouwen. — Diefstal envandalisme.La Poste. — SNCB. — Bâtiments. — Vol et vandalisme.8 2007200801364 18- 1-2008 99 Guido De Padt * NMBS. — Federale overheid. — Prijzenpolitiek. —Investeringen.SNCB. — État fédéral. — Politique des prix. —Investissements.8 2007200801365 18- 1-2008 100 Jan Mortelmans * NMBS. — Enquêteurs. — Privacy.SNCB. — Enquêteurs. — Protection de la vieprivée.8 2007200801366 18- 1-2008 101 Guido De Padt * NMBS. — Loonkosten spoorwegpersoneel. —Vergelijking in EU-landen.SNCB. — Coûts salariaux du personnel ferroviaire.— Comparaison avec les autres États membresde l’UE.8 2007200801367 18- 1-2008 102 Guido De Padt * NMBS. — Actualisatie «benchmarking».SNCB. — Actualisation du «benchmarking».1 2007200801368 18- 1-2008 103 Guido De Padt De Post. — Postbodes. — Uitbetaling cashpensioengeld.La Poste. — Facteurs. — Versement en espèces de lapension.1 2007200801369 18- 1-2008 104 Guido De Padt De Post. — Verloren stukken.La Poste. — Envois perdus.8 2007200801370 18- 1-2008 105 Guido De Padt * NMBS. — Spoorwegovergangen. — Onderhoudswerken.SNCB. — Passages à niveaux. — Travauxd’entretien.8 2007200801371 18- 1-2008 106 Guido De Padt * NMBS. — Geweld tussen treinreizigers.SNCB. — Violences entre les voyageurs.8 2007200801373 18- 1-2008 107 Guido De Padt * NMBS. — Geldige vervoersbewijzen.SNCB. — Titres de transport valables.8 2007200801375 18- 1-2008 108 Guido De Padt * NMBS. — Vergoedingen in geval van treinvertragingen.SNCB. — Dédommagement en cas de retards detrains.8 2007200801398 18- 1-2008 110 Herman De Croo * NMBS. — Aankoop van nieuwe bijkomende treinen.SNCB. — Acquisition de nouveaux trains supplémentaires.12541255125612561257125812581482148412591260126112611262KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE

1520 QRVA 52 01025 - 2 - 2008CADODatumDateVraag nr.Question n oAuteurVoorwerpObjet* Vraag zonder antwoord * Question sans réponseBlz.Page8 2007200801401 18- 1-2008 111 Herman De Croo * NMBS. — Subsidies voor NMBS-groep.SNCB. — Subventions allouées au Groupe SNCB.8 2007200801409 18- 1-2008 113 Mw. Katia DellaFaille deLeverghem1 2007200801415 18- 1-2008 114 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801418 18- 1-2008 115 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801440 21- 1-2008 116 Mw. Maggie DeBlock1 2007200801441 21- 1-2008 117 Mw. Maggie DeBlock* NMBS. — Snelle treinverbindingen. — Vertragingen.— Gebrek aan communicatie. — Klachten.SNCB. — Liaisons ferroviaires rapides. — Retards.— Manque de communication. — Réclamations.De Post. — Postbodes. — Arbeidsongevallen.La Poste. — Facteurs. — Accidents de travail.De Post. — Postbodes. — Ziekteverzuim.La Poste. — Facteurs. — Absentéisme pour cause demaladie.FOD Personeel en Organisatie. — Contractuelen.— Uitzondelijke en tijdelijke behoeften.SPF Personnel et Organisation. — Contractuels. —Besoins exceptionnels et temporaires.Ambtenaren. — FOD Personeel en Organisatie. —Ervaring in de privésector.Fonctionnaires. — SPF Personnel et Organisation.— Expérience dans le secteur privé.8 2007200801487 22- 1-2008 118 Herman De Croo * NMBS. — Treinstations. — Verkoop vervoerbewijzenvan De Lijn.SNCB. — Gares. — Vente des titres de transport deDe Lijn.8 2007200801491 22- 1-2008 119 Jef Van den Bergh * NMBS. — Station van Geel. — Afschaffing oversteekplaatsen perrontoezicht.SNCB. — Gare de Geel. — Suppression du passagepour piétons et de la surveillance du quai.1 2007200801495 23- 1-2008 120 Herman De Croo De Post. — PostPunten. — E-shop.La Poste. — Points Poste. — E-shop.8 2007200801502 23- 1-2008 121 Jef Van den Bergh * NMBS. — Onaangepaste perrons.SNCB. — Quais inadaptés.1 2007200801585 28- 1-2008 133 Francis Van denEyndeDe Post. — Douanekosten. — Klachten.La Poste. — Frais de douane. — Plaintes.1 2007200801594 28- 1-2008 139 Jan Mortelmans Oprichting van «business corners».Création de «business corners».1 2007200801595 28- 1-2008 140 Jan Mortelmans De Post. — Verdeling propaganda en magazinesvan het Vlaams Belang.La Poste. — Distribution de la propagande et desmagazines du Vlaams Belang.1 2007200801597 28- 1-2008 142 Jan Mortelmans De Post. — Postsorteercentra.La Poste. — Centres de tri.1 2007200801645 30- 1-2008 156 Georges Gilkinet De Post. — Openingsuren.La Poste. — Horaires d’ouverture.6 2007200801761 5- 2-2008 178 Mw. Barbara Pas BIPT. — Aantal klachten in verband met de nabijheidvan gsm-masten.IBPT. — Nombre de plaintes concernant la proximitéd’antennes relais de téléphonie mobile.1262126314851486148814891264126414901265149214931494149514971498KAMER • 2e ZITTING VAN DE 52 ZITTINGSPERIODE 2007 2008 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 52e LÉGISLATUREZetwerk — Composition: IPM N.V. Drukwerk — Impression: Kamer van volksvertegenwoordigers — Chambre des représentants1436