01.03.2013 Views

Untitled

Untitled

Untitled

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Z A A K E N<br />

VAN<br />

STAAT EN OORLOG.


Z A A K E N<br />

V A N<br />

STAAT EN OORLOG,<br />

B E T R E F F E N D E DE<br />

VEREENIGDE NEDERLANDEN;<br />

ZEDERT HET BEGIN VAM HET JAAR<br />

M D C C L X X X .<br />

NEGEN-EN-TWINTIGSTE DEEL.<br />

TE AMSTERDAM, IY<br />

JOHANNES ALLART.<br />

MDCCECIII.


L Y S T<br />

VAN ALLE DE STUKKEN, WELKE IN<br />

DIT NEGEN-EN TWINTIGSTE DEEL<br />

GEPLAATST ZYN.<br />

(Tervelg van No. LXXF. van het XXVIII. Deel.*)<br />

RAPPORT van de Heeren, volgens hun Ed.<br />

Gr Mogende Refolutie, door bun Hoog<br />

Mogende benoemd tot het onderhoek der<br />

redenen van het niet volbrengen der ordres<br />

tot het verzenden van tien Schepen naar<br />

Brest. . • • W. i<br />

LXXVI. ADRES aan de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren<br />

en Regeerders der Stad Wyk<br />

by Duurftede. In dato . . July 1785. bl. 176<br />

LXXVII. MISSIVE van de Staaten van Utrecht aan<br />

de Magiftraat van W-^k by Duurjlede; nevens<br />

het Antwoord op dezelve. In dato<br />

19 en 26 July 1785. • bl. 180<br />

LXXVIII. ADRES van de Geconftitueerdens der<br />

Burgery aan de Edele Groot Achtb. Heeren<br />

Burgermeefteren en Vroedfchappen der<br />

Stad Utrecht. In dato 1 Augustus 1785.<br />

bl. 184<br />

LXXIX. ADRES van Gecommitteerden der Schuttery<br />

aan de Edele Groot Achtb. Heeren<br />

Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad<br />

Utrecht. In dato 1 Augustus 1785. bl. 190<br />

* 3 LXXX.


vi LYST DEfc STUKKEN.<br />

LXXX. RESOLUTIE van de Regeering der Stad<br />

Vollenboven. In dato 15 Augustus 1785.<br />

• • > bl. 195<br />

LXXXI. REQUEST aan de Edele Achtbaare Hee*<br />

ren Burgemeefteren en Vroedfchap der<br />

Stad Wyk by Duurftede; nevens de Refolutie<br />

daarop. In dato 16 Augustus 1785.<br />

bl. 198<br />

LXXXII. REQUEST van Geconftitueerden en Gecommitteerden<br />

aan de Ed. Achtb. Magiftraat<br />

van Wyk by Duurftede. In dato 18<br />

Augustus 1785. . . bl. 203<br />

LXXXIII. EXTRACT uit de Refblutien van deHeeren<br />

van de Vroedfchap der Stad Schoonhoven.<br />

In dato 2a Augustus 1785. bl. 206<br />

LXXXIV. REQUEST aan de Ed. Groot Achtb.<br />

Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der<br />

Stad Utrecht. In dato 23 Augustus 1785.<br />

bl. 207<br />

LXXXV. MISSIVE van de Regeering van Deventer,<br />

aan den Prinfe Erfftadhouder. In dato<br />

26 Augustus 1785. . bl. 216<br />

LXXXVI. RESOLUTIE van hun Ed. Gr. Mogende<br />

op de Memorie van den Generaal DE<br />

MAILLEBOIS, raakende het vastftellen van<br />

een Militair Departement. In dato 26 Augustus<br />

1785. . . bl. 219<br />

LXXXVÏI. EXTRACT uft de Refolntien van de<br />

Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders<br />

der Stad Brielle. In dato 27 Augustus<br />

1785. bl. 225<br />

LXXXVIH.


L Y S T DER. S T U K K E N -<br />

LXXXVIII. RESOLUTIE van hun Ed. Gr. Mogende<br />

op het Request van Amfterdamfche Kooplieden<br />

en Asfuradeurs, om befcherming<br />

van hunnen handel; als mede nopens eene<br />

Commisfie tot 'het Zeeweezen , en eene<br />

Memorie van zyne Hoogheid. In dato 27<br />

Augustus 1785. . . bl. 226<br />

LXXXIX. PROPOSITIE der Gedeputeerden van de<br />

Stad Schoonhoven, nevens een Request van<br />

Burgers, enz. van Heusden, tot de te rug<br />

Marsch der Troepen uit Amersfoort* Ingebragt<br />

ter Vergaderinge van hun Éd. Gr.<br />

Mogende , in 'dato 27 Augustus 1785.<br />

bl. 23t<br />

XC. QUALIFICATIE op den Hoofdofficier Mr.<br />

p. GEVERS, te Rotterdam, tot het hooren<br />

van eenige Perfoonen ter zaake van het<br />

voorgevallene op zeeker Spceltogtje, onder<br />

belofte van impuniteit. In dato %t<br />

Augustus 1785. . . bl. 237<br />

XCI. MISSIVE van de Staaten van Utrecht, omtrent<br />

het voorgevallene te Amersfoort Ingeleverd<br />

ter Vergaderinge van hnn Ed.<br />

Gr. Mogende, in dato 31 Augustus 1785.<br />

bl. 240<br />

XCII. CIRCULAIRE - MISSIVE van Burgemeefteren<br />

en Vroedfchap der Stad Utrecht, aan<br />

de Staaten der andere Provintie. In dato<br />

31 Augustus 1785. . . bl. 248<br />

XCIII. BRIEF aan Zyne Doorl. Hoogheid den<br />

Heer Prins Erfftadhouder, van de gezvvo-<br />

* 4<br />

re<br />

"


vin L Y S T DER S T U K K E N .<br />

rene Gemeente van Hattem. In dato . :<br />

Augustus 1785. . . bl. 250<br />

XCIV. REQUEST van twee Officieren aan de<br />

Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten<br />

's Lands van Utrecht. In dato .. Augustus<br />

1785. . . bl. 253<br />

XCV. MISSIVE van Burgemeefteren en Vroedfchappen<br />

der Stad Utrecht, tot favorable<br />

refleclie op het verzoek daar by vervat,<br />

raakende de Militie , en betreffende het<br />

voorgevallene te Amersfoort. Ingebragt ter<br />

Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende;<br />

in dato 1 September 1785. bl. 254<br />

XCVI. MISSIVE van Zyne Hoogheid, omtrent<br />

de nieuwe Vaandels en Ringkragen der<br />

Officieren van het Regiment Hollandfche<br />

Gardes te Voet. In dato 1 September<br />

1785. . , bl. 258<br />

XCVII. RESOLUTIE der Staaten van Ovgrysfel,<br />

raakende het emploi van Militie. In dato<br />

3 September 1785. . bl. 261<br />

XCVIII. VOORZIENING by Publicatie tegen attroupeeringen,<br />

infolentie en geweld in den<br />

Haag. In dato 8 September 1785. bl. 262<br />

XCIX. REQUEST van Burgers en Ingezeetenen,<br />

aan de Edele Groot Achtbaare Heeren<br />

Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad<br />

Amfterdam; raakende de zaak van Amersfoort.<br />

In dato 8 September 1785. bl. 270<br />

C.


L Y S T DER S T U K K E N .<br />

C. MISSIVE der Regeering van Wyk by Duurftede<br />

, aan de Staaten van Utrecht. In dato<br />

12 September 1785. • bl. 272<br />

Cl. MISSIVE van Burgemeefteren der Stad<br />

Wyk by Duurftede, aan hnn Ed. Gr. Mogende,<br />

tot favorable reflexie op het daar<br />

by gedaan verzoek, raakende de Militie en<br />

het ^voorgevallene te Amersfoort. In dato<br />

12 September 1785. . bl. 275<br />

CII. MISSIVE van Gecommitteerde Raaden<br />

'over de praétycq omtrent het werk der Patenten<br />

, en nopens het afleggen der Eedeh<br />

door de Officieren op Hollandfche repartitie<br />

en in deeze Provincie in Guarmloen<br />

komende. In dato 13 September 1785.<br />

bl. 279<br />

CIII. MISSIVE van Schepenen, Raaden en Gezworens<br />

van 's Hertogenbosch, aan de<br />

Heeren Staaten van Holland en Westfriesland.<br />

In dato 14 September 1785. bl. 285<br />

CIV. VOLKOMENE goedkeuring van de geftelde<br />

ordres by Gecommitteerde Raaden , om'<br />

trent de Attachés op de Patenten , door<br />

hun Ed. Gr. Mog. verleend, in dato 14<br />

September 1785. . BL<br />

- A 8<br />

9<br />

CV. TEN volle geapprobeert en gelaudeert,<br />

door hun Ed. Gr. Mog. de conduites van<br />

Gecommitteerde Raaden en derzelver genoomen<br />

Refolutien met en zeedert 9 deezer,<br />

aangaande de beweegingen den 4 dee-<br />

0<br />

zer


Jt LYST DER STUKKEN.<br />

zer in den Haag. In dato 14 September<br />

1785. . bl. t 9 3<br />

CVT. RESOLUTIE op het beklag van Burgemeefteren<br />

der Stad Leidtn, over het inbrengen<br />

van Geapprehendeerden tot aan de Gevangenis<br />

in het midden dier Stad, met gewapende<br />

Militie, door 'den Subftitut van den ,<br />

Bailliuw van Rhynland, volgens deszelfs '<br />

fchriftelyke order; en op zyn berigt deswegens.<br />

In dato 14 September 1785.<br />

• • • • bl. 508<br />

pVII. MISSIVE van Gecommitteerde Raaden<br />

met hun Reglement: op de begeeving der<br />

Ampten tot dispofitie van het zelve Collegie<br />

en met een Lyst der Dominiaale Ampten<br />

daar toe behoorende. Ingeleverd by<br />

hun Ed. Gr. Mog. in dato 15 September<br />

J<br />

7 8<br />

5* • bl. 3n<br />

CV UI. EXTRACT uit het Register van de Aften<br />

en Refolurierj der Edele Mogende Heeren<br />

Gedeputeerden Staaten van Stad en Lande.<br />

In dato 15 September 1785. bl. 321<br />

CIX. EXTRACT uit de Acten en Refolutien der<br />

Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten<br />

van Stad en Lande. In' dato J 8 September<br />

1785. . . W. 324<br />

CX. MISSIVE van de Regeerders der Stad<br />

Amersfoort aan de Staaten van Holland ,<br />

tot afwyzing der verzoeken omtrent het<br />

voorgevallene aldaar. In dato 26 September<br />

1785. . . bl, 327<br />

CXI.


L Y S T DIK. STUKKEN. X2<br />

r*YT PRSOLUTIE op het maaken van nieuwe;<br />

Vaendels voor de Lyf-Guardes te Voet<br />

van hun Ed. Gr. Mog., en omtrent de<br />

Ringkraagen der Officieren by dat Regiment.<br />

In dato 28 September 1785. bl. 332<br />

CXÏl RETROACTIVE Confideiatien van de Hee-<br />

* 'ren Gecommitteerde Raaden , omtrent de<br />

voorzieninge en het gebruüc der Wapens<br />

boven de Placaaten en de Busfen van de<br />

Bodens, uit kragt der Refolutie Commisforiaal.<br />

In dato 28 September 1705.<br />

bl. 335<br />

CXIII. MISSIVE van den Koning van Pruisfen<br />

zoo aan hun Edele Groot Mog. als hun<br />

H002 Mog. concerneerende de voorregten<br />

van het Erfftadhouderfchap. Ingeleverd<br />

in dato 28 September 1785. bl. 33 8<br />

CXIV. MISSIVE der Admiraliteit op de Maze,<br />

om voorziening tegen de uitlovingen door<br />

WILLIAM CONYNGHAM, Ontfanger Generaal<br />

van Ierland , aan een Schipper te<br />

Vlaardingen gedaan, voor die zig in Ierland<br />

op de Noordwester Kusten van Donegal<br />

ter Commercie, of fpeciaal ter Visofchery<br />

willen nederzetten. Ingebragt ter<br />

Vergaderinge van hun Ed, Gr. Mogende.<br />

In dato 28 September 1785. bl. 344<br />

CXV. EXTRACT uit de Refolutien van de Edele<br />

Achtbaare Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap<br />

der Stad Utrecht. In dato 1 Oéfcober<br />

1785. . . bl<br />

- 351<br />

CXVL


xu L Y S T DER. STUKKEN.'<br />

CXVI. ADVIES van Mr. F. G. BLOK , over de<br />

Praeliminaire Vredes - Artikelen, tusfchen<br />

Hun Hoog Mog. en den Keizer, gefloten<br />

op den 21 September 1785. Ingebragt in<br />

de Vroedfchap der Stad Leiden. In dato<br />

6 Oétober 1785. . , bl. 35a<br />

ZAA-


Z A A K E N<br />

V A N<br />

S T A A T EN O O R L O G .<br />

M D C C L X X X V .<br />

{Vervolg van Ne. LXXV. van het XXVIII. Deel)<br />

Rapport van de Heeren, volgens hun<br />

Ed. Gr. Mogende Refolutie , door<br />

hun Hoog Mogende benoemd tot het<br />

onderzoek der redenen van het niet<br />

volbrengen der ordres tot het verzenden<br />

van tien Schepen naar Brest.<br />

TPXat uit het zoo even verhandelde gebieeken<br />

JL/ zynde, dat de V. A» Hartfinck niets naders,<br />

wegens de intentie van Z. H., uit den V.<br />

A van Byland vernomen hebbende, da2r door<br />

zich het begrip bad geformeerd, dat by nadere<br />

ordres dienaangaande moest afwagten; verder bevonden<br />

was, dat dezelve, desniettegenfraande,<br />

oogenbükkelyk daar op, en zonder tusfchenkouist<br />

van nieuwe orders, die hy evenwel zelf te vooren<br />

getoond had noodig te oordeelen, had gotd.<br />

gevonden, de bekende Conferentie met de Vlag»<br />

Officieren over de reis naar Brest aanteleggen ;<br />

. en zulks, volgens zyn opgaaf, op iiiftigaüe (/)<br />

of<br />

(») Verhoor V. A. Hartfinck, No. 19. Art. 2.<br />

XXIX. DEEL. A


2 JULY, ZA A K E N VAN I 78J.<br />

of aanraading van den V. A. van Byland en<br />

S. b. N. van Kinsbergen, mat welken laacsrgemclden<br />

hy Commandant we! geene bepaalde<br />

confultatien over deze zaak gehouden, maar<br />

wel in 'c algemeen daar over gefproken zoude<br />

hebben, en denzelven voor den 7 October onderrigt<br />

, hoe de orders van den Heer Admiraal<br />

Generaal én de Refolutien van H. H. Mog.,<br />

waar uit dezelven gefprooccn waren , lagen ;<br />

fchoon hy zeide zich niet te herinneren, weike<br />

confideraiien de gemelde Schout by Nagt aan<br />

hem, mat betrekking tot dien To^t, vóór de<br />

Conferentie van den 7 October gefuppeaueerd<br />

had: terwyl deze inltigatie of aanraading der<br />

bei :e zoo evengenoemde Officieren , ingevolge<br />

de elucidatien van den V. A. Hartfinck, alleen<br />

li. een bloote raadgeeving lcheen beftaan te hebben<br />

, op dit motif gegrond, om, zoo de begripy<br />

11 der Vlag-Olficieren met die van hem V. A.<br />

overeenkwamen, langs dezen weg eene meerdere<br />

verft rkiug toe te brengen aan 't geen by wegens<br />

deze zaak gedacht, en aan Z. H. gefchreeven<br />

had. — Düt ook dienaangaande verder was<br />

opgegeeven, dat hy V. A. met de gezegde Officieieti<br />

begrepen had, (/) rot meerdere opheldering<br />

noodzaakelyk te zyn, de Rapporten van<br />

de Capiteioen met de praefeut zyn de Vlag-Offi*<br />

eieren te txantineeren ; als mede de doenlyk.<br />

heü, of niet wel doenlykheid, om de reis naar<br />

Brest te onderneemen in dien tyd van 't jaar ,<br />

en met zoo weinig Victualie, behoeften üc:<br />

gelyk ook wyders in het byzonder, dat de gezegde<br />

meerdere ophelderingen dienen moeften<br />

(m) voor H. H, Mog. en Z. H. : dan dat,<br />

met betrekking tot dit laatfte , hy Commandant<br />

evenwel tevens had moeten erkennen, dat, daar<br />

de<br />

(k) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 20. Art. I, s,<br />

3 , 4- en 5.<br />

(/) Idem No. 19. Art. 3.<br />

{tn) Idem No. 20. Art. 6, 7, 8 en 9.


JotYi STAAT EN OORLOG. 1785. 3<br />

de orders tot de voorzeide Expeditie, proflaeerende<br />

uit de Refolutien van H. H. Mog., met<br />

den 8 October vervielen, derhalven deze meerdere<br />

ophelderingen van geene influentie ter wae.<br />

reld zyn konden op bet arresteeren van zoodanige<br />

nadere ordres by Koogstdezelven , als hy<br />

V. A. gezegd had, nog vóór of op den 8 Oo<br />

tober, op zyne Misfive van den 5 te vooren,<br />

te hebben kunnen ontvangen en verwachten.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden derhalven hieruit<br />

moeften afleiden , of dat de evengem. zoogenaamde<br />

meerdere ophelderingen volilrekt niets<br />

betekenden, of wel, zoo ze eenig effect zouden<br />

hebben kunnen produceeren , dat dan derzelver<br />

eigenlyke bedoeling zou hebben moeten geweest<br />

zyn, om, door het opperen en aandringen van<br />

nieuwe zwarigheden tegen den Togt naar Brest,<br />

de ordres, die op of vóór den 8 Ottober nog<br />

zouden mogen zyn ingekomen , buiten effecte<br />

houden. Immers, dat niet wel lcheen te<br />

kunnen worden gedefereerd aan de verklaaring<br />

van den V. A. Hartfinck , op de voorfz.<br />

laatfte tegenwerping gefuppediteerd , dat naamenlyk<br />

de gezegde ophelderingen zouden hebben<br />

moeten dienen, om , ingeval 'er geene nadere<br />

ordres mogten inkomen, dan daar door te<br />

doen zien , dat de geopperde zwaarigherien tegen<br />

den gemelden Togt niet gepratexeerd, maar<br />

direct gegrond geweest zouden zyn op het eenpaarig<br />

begrip der Vlag-OfScieren, of om, ingeval<br />

'er nadere ordres waren ingekomen ('t geen<br />

gebleeken is voor den 8 October niet wel mogelyk<br />

te zyn geweest) als dan de daadelyke<br />

voortzetting van de revs meerder buiten verantwoording<br />

te houden wegens de gevolgen , die<br />

uit de nakoming van zoodanige ordres mogten<br />

zyn voortgevloeid.<br />

Dat zoodanige uitvlucht tog te minder kon<br />

worden geadmitteerd, *iaar het kennelyk was,<br />

dat commandeerende .Officieren, welker pli?t ze*<br />

ker medebrengt om de ordres van H. H. Mog.,<br />

A 2 voor


4 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

voor alles te moeten gehoorzaamen, daar mede<br />

dan ook voor alle gevolgen en verantwoordelykbeid<br />

zyn gedekt, en dat alle andere conduite<br />

fteeds in een' meerderen of minderen graad ,<br />

naar maate van de omftandigheden , een begrip<br />

ann den dag legt, dat gem. commandeerende<br />

Officieren zich zouden kunnen aanmaatigen de<br />

beoordeeling van het al of niet raadzaamt van<br />

pofitive bevélen van hunnen Souverain.<br />

Dat zy Heeren Gecommitteerden niet ontveinzen<br />

konden , dusdanige geneigdheid, zoo zy<br />

meenden, by den V. A. Hartfinck in 't byzonder<br />

ook te hebben ontdekt ; en in dit begrip,<br />

'L welk uit het gantsch beloop van alles ontleend<br />

was, nog verfterkt waren geworden, wanneer<br />

zy denzelven uicdrukkelyk hadden hooren<br />

declareeren, dat by de meergem. Conferentie van<br />

den 7 Oöober onder anderen ook had aangelegd,<br />

om te examineeren de doenlykheid, of<br />

riet wel doenlykheid (»_) om de reis naar Brest<br />

te onderneemen in dien tyd van 'c jaar en met<br />

zoo weinig Vi&ualie en Behoeften,<br />

Dat het derhalven blykbaar was, dat, inditn<br />

deze Conferentie al niet was aangelegd om een<br />

nieuw middel tot vertraaging by der hand te<br />

hebben, ingevalle 'er nadere orders tot het daadelyk<br />

onderneemen der Expeditie mogten inkomen<br />

, dezelve ten minften alleenlyk heeft moeten<br />

dienen , of om den V. A. Hartfinck, ten<br />

aanzien zyner vertraagde handelingen , en het<br />

niet doen uitvoeren van H. H. Mog. orders,<br />

te dekken; of om de executie dier orders van<br />

het begrip der Vlag-Officieren afhangelyk te maa*<br />

ken : eene handelwyze , welke , in beide opzichten<br />

, alle orders en Refolutien van den Souverain<br />

ondermynende, tegen s Hoogstdeszelfs wettig<br />

gezag, en de zoo noodzaakelyke fubordinatie<br />

in den dienst regelregt, naar de gedachten<br />

van hun Heeren Gecommitteerden, aanloopt.<br />

Dat<br />

(«) Verhoor V. A. Hartfinck, N


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 5<br />

Dat men uit hoofde van dit alles dan ook<br />

geenszins zich had te verwonderen, dat de uitïiag<br />

dier Conferentie zoo volkomen aan de gezegde<br />

beginfelen had beantwoord, als zynde in<br />

de meegedachte Conferentie , na eene lefture<br />

van H. H. Mog. Refolutien (0) en der Orders<br />

van den Heer Admiraal Generaal van den 3 Oc<br />

tober, mitsgaders na eene fpeciale examinatie der<br />

ingeleverde Rapporten van de Capiteinen, en<br />

dus in 't generaal van alles, wat tot den Togt<br />

naar Brest betrekking had, de Scheepen, daartoe<br />

gedestineerd, (ƒ>) volkomen buiten ftaat verklaard<br />

, om de voorgeftelde Expeditie ter uitvoer<br />

te brengen.<br />

Dat ondertusfchen het gegronde of ongegronde<br />

dezer decifie hier niet nader zoude worden<br />

onderzocht, alzoo bereids , by de behandeling<br />

van hei eerfte HoofdpoincT:, opzettelyk was opgegeeven<br />

niet alleen alles, wat, met relatie tot<br />

de volftrekte mogelykheid of onmogelykheid,<br />

om met de Scheepen in den ftaat, waar in dezelven<br />

waren of nog konden gefteld worden, de<br />

reis te onderneemen, in aanmerking kon komen,<br />

- maar ook hoedanig een befluit daaromtrent behoorde<br />

te worden gemaakt: gelyk ook, en uit<br />

het zoo even aangeroerde , en uit het te vooren<br />

gedaan onderzoek over het al of niet exiteeren<br />

van wettige redenen om den geordonneerden<br />

Togt naar Brest, ingevolge den teneur van H.<br />

H. Mog. Refolutien, natelaaten , genoegzaam<br />

zoude zyn afteleiden, hoe men over de bevoegdheid<br />

der Vlag-Officieren, om op zulke politive<br />

ordres, als de V. A. Hartfinck dezen aangaande<br />

ontvangen had, zoodanig befluit te neemen, als<br />

zy gedaan hebben, zoude moeten oordeelen.<br />

Dat evenwel op dit ftuk in 't voorbygaan<br />

moest worden aangemerkt, dat, ter nadere ophel-<br />

(#) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 19. Art. 3.<br />

(/>) Zie Byligen van Verbaal V. A. Hartfinck, Litt.<br />

U, pag. 33*.<br />

A3


6 JULY, ZAAKEN VAN 1735.<br />

heldering van het geen door de Officieren, we.<br />

gens de zwaarigheden der reis naar Brest, was<br />

bygebragt , dezelve reis in het neemen der infoi<br />

manen by een Kruistogt in de Noord-Zee (?)<br />

begrepen was vergeleken te moeten worden, ten<br />

einde hier uit te doen zien, in hoe verre de bygebragte<br />

zwaarigheden tegen zulk een Togt,<br />

waartoe de Scheepen door de Officieren gefchikt<br />

verklaard waren, en welke ook door zommigen<br />

derzelven kort daarna ondernomen is , mede in<br />

aar.meiking kwamen; of waar in het onderfcheid<br />

tUÊfchen het een en ander gelegen was, — Gelyk<br />

mede had moeten- onderzocht worden zekere<br />

door den V. A. Haitfinck opgegeven regel,<br />

behelzende, (r) aat 'er nooit Scheepen naar buitenlandfche<br />

Plaatfen of Havens worden gezonden,<br />

dan na dat zy van alle de behoeften voorzien<br />

zyn, welken zy voor zoodanig eene abfentie<br />

noodig hebben , en beiaaden met zoo veel<br />

Victualie, als zy bergen kunnen, en de dienst<br />

der Scheepen in Oorlog's of Vrede's-tyd permitteert.<br />

Ten opzichte van welken opgegeeven regel,<br />

echter de onbeftaanbaarheid , ten minften.<br />

in Oorlogstyd, aan voorn. Vice-Admiraal onder<br />

het oog gebragt was: omtrent welk poinct, ter<br />

betrachting van alle mogeiyke kortheid, wederom<br />

tot het geen dien aangaande by 't gedaan<br />

onderzoek is ter nedergefteld , zal worden gere.<br />

feretrd: (O zvnde het genoeg ter dezer plaatfe<br />

daarop te reiL fteeren , dat in allen gevalle de<br />

zwaarigheid, uit dien regel afgeleid , nimmer<br />

met eenigeu fchyn onder de by H. H. Mog.<br />

Refolutie vermelde onvoorziene toevallen zoude<br />

kuru.en gerangeerd worden.<br />

Dat eindelyk aan den voorfz. V. A. Hartfinck<br />

ook<br />

(?) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22. Art. 6.<br />

tot 11.<br />

(O Idem No. 26. Art. 4.<br />

(s) Idem No. 56. Art. 1. tot 7,


JULY, STAAT EN OORLOG. 178J. 7<br />

ook nog gelegenheid was gegeeven, om , (/)<br />

het zy uit'de Refolutien van H. H' Mog., of<br />

uit d» Ordre van den Heer Admiraal Generaal,<br />

of wel uit den aart der zaak iets bytebrërtgen ,<br />

waarom de abfolute en Heilige orders van H H.<br />

Mog. niet volttrektelyk zouden hebben uitgevoerd<br />

behoeven te worden ; dan dat dit door<br />

denzelven niet anders, dan met eene herhaaling<br />

van dikwyls bygebragte en even dikwyls geresteerde<br />

voorwendzelen, was beantwoord.<br />

Dat nu uit al het geen in de hier voorenge.<br />

melde Conferentie der Vlag-Officieren is verhandeld,<br />

als mede uit de wvze, op welke de Commandanten<br />

en verdere Officieren zich beitendig,<br />

raakende de Expeditie naar Brest, hebben geëxpliceerd,<br />

gebleeken zynde, dat dezelven wch<br />

daar van een gantsch ander denkbeeld gevormd,<br />

en de orders van H, H. Mog. nopens dien Togt<br />

niet in dien zin opgevat fchynen te hebben, als<br />

onder het eerfte Hoofdpoint, by het aldaar opzettelvk<br />

gedaan onderzoek nopens den waaren<br />

zin en meening der gezegde Refolutien, teu duidelvklten,<br />

zoo vertrouwd wordt, getoomt is,<br />

dat dezelven moeiten geënvifageerd worden; dierhalven<br />

by Heeren Gecommitteerden noodig was<br />

geoordeeld , nopens de gezegde opvatting eenig<br />

rader onderzoek te doen, ten einde dus te ontdekken<br />

, of dezelve ook op de verklaarirg der<br />

Officieren , dat de Scheepen tot het volvoeren<br />

dier orders buiten ftaat waren , en dus op de<br />

bepaaling van het fait , naar welk s reeele exiftentie<br />

byzonder moest worden geioquireerd, eenigen<br />

invloed mogt gehad hebben. _ . . .<br />

Dat zy Heeren Gecommitteerden m het denkbeeld<br />

, dat zy zich nopens het verkeerd begrip<br />

der vóorfz. Officieren omtrent den Togt naar<br />

Brest en H. H. Mog. dien aangaande gegeeven<br />

ordres. hadden gemeend te moeten vormen, te<br />

' meer<br />

(/>) Verhoor V. A. Hartfinck, Ne. ac". Art. 8 tot 10.<br />

A 4


8 JULY, ZAAKEN VAN<br />

meer verderkt waren geworden, wanneer zy dezelve<br />

Officieren telkens van de reis naar Br-sr<br />

met zoo veel emphafe, als van zulk een Reis '<br />

hadden hooren gewag maaken, waartoe zoo veel<br />

meer prajparatien zouden vereischt worden en<br />

waar in vry meerder zwarigheden , dan in an.<br />

dere Togten welken mogten geordonneerd zvn<br />

zouden zyn geleegen geweest. '<br />

Dat by het gedaan onderzoek hier omtrent de<br />

V. A. Hartfinck expresfelyk verklaard had, begreepen<br />

te hebben, r» dat, alzoo Brest geleegen<br />

is aan de andere zyde van den Vyand 'er<br />

ous meer zwarigheid in was , om de Scheepen<br />

derwaards te zenden, dan wel naar andere Plfat.<br />

ren, welker legging aan 't gemelde bezwaar niet<br />

onderhevig was ; en wel voornamelyk , dat de<br />

bcheepen, te Brest gekomen zynde, dan, zoo<br />

hy meende , volgens de Refolutie van H. H<br />

Mog., werkzaam zouden hebben moeten zvn iii<br />

het doen van gecombineerde Expeditien met de<br />

Franfche Scheepen , of het dekken van de Colomenj<br />

tot welk een en ander zy, zonder eene<br />

r e e n<br />

^frf t<br />

t e i<br />

u^<br />

volftrekt buiten ftaat waren.<br />

0 o r z i e n i n<br />

V S» naar zyn oordeel<br />

Dat, naar de gedachten van Heeren Gecommitteerden<br />

, uit deeze opgave al aanfionds te<br />

«en was, dat de gemelde Commandant de Re.<br />

folutien van H. H. Mog. niet naar derzefver<br />

wezenlyk en by dit Rapport te vooren geëxpliceerd<br />

oogmerk had opgevat, maar daar aan een<br />

zin gehegt, die, misfchien wel vorens de Dra:<br />

paratoire informatie van Z. H, doch , in allen<br />

gevalle geenszins, na de bekomene vifie en<br />

leclure der Refolutien zeiven, aan dezelven toegefchreeven<br />

konde worden. In welke gedachten<br />

zy Heeren Gecommitteerden nog nader waren<br />

bevestigd, wanneer hy V. A. vervolgens erkend<br />

had, dat, O) ,„dien de Scheepen, naar Brest<br />

g &<br />

00 Verhoor V. A. Hartfinck, No. 27. Art. 1. '<br />

7 U<br />

{ij Idem No, 8 7. Art. 2. '


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 9<br />

gedestineerd, door H. H. Mog. aan Zyne Majefteit<br />

den Koning van Frankryk waren overgedaan<br />

geweest , onder voorwaarde , van alleen<br />

naar Brest bezorgd te moeten worden ; hy dan<br />

ook geen zwarigheid zou gevondeu hebben, om<br />

de orders daartoe te doen executeeren, wanneer<br />

hy die op den 5 üctober had ontvangen , met<br />

byvoeging , om de Scheepen , den wind goed<br />

zynde , 'vóór of op den 8 te doen zeilen , zoo<br />

zy maar van meerder Victualie waren voorzien<br />

geweest.<br />

Dat, wanneer na deeze erkentenis de inhoud<br />

der Refolutien van H. H. Mog. aan den V. A.<br />

nader was onder't oog gebragt, en hem aangetoond,<br />

dat, ingevolge derzelver duidelyken in«<br />

houd, even eens als in 't geval dat de Scheepen<br />

aan den Koning van Frankryk zouden zyn overgedaan<br />

geweest, de gegeeven last zich ook hier<br />

voor eerst bepaalde tot het doen eener reis uit<br />

Texel na Brest, zonder meer; hy V. A. nu weder<br />

zyn voorig gezegde had veranderd , met<br />

daarby te voegen , dat ook , (w) ingeval van<br />

overdoening der Scheepen aan den Koning van<br />

Frankryk, het transporteeren derzelven alken<br />

kon gelchieden op bepaalde en wel onderzochte<br />

orders van den Staat: verklaarer.de voorts al wederom,<br />

dat, wanneer de Capiteiaen hem hunne<br />

zwarigheden voordroegen, hy begreep, dat dezelven<br />

van zoo veel aangeleegenheid waren, dat<br />

ze bepaaldelyk moeiten worden onderzocht; en<br />

dat hy het voor zich onverantwoordelyk zou<br />

hebben gevonden , die Scheepen op die wyze<br />

derwaards te zenden, dewyl het weinig eer aan<br />

den Staat zou gedaan hebben, Scheepen in dien<br />

ftaat naar Frankryk te zenden , waar door het<br />

alternative oogmerk van die Refolutie, het doen<br />

van Expeditien in de Europeefche Zeeën , immediaat<br />

geheel verviel ; en dat het dus voor<br />

(«») yerhoor V. A. Hartfinck, Ko. 28. Art. 1.<br />

A 5<br />

zy-


io JULY T Z A A K E N V A N I78J.<br />

zyne verantwoording noodig was , dat H, H»<br />

Móg. zeiven bepaalden , dat de Scheepen in<br />

dien ftaat zouden worden gezonden ; en zulks<br />

te meer (*) wyl 'er maanden zouden zyn verhopen<br />

, eer dat aan het tweede oogmerk van<br />

voorfz. Refolutie , om Expadiuen in de Europeefche<br />

Zeeën te doen , zoude hebben kunnen<br />

voldaan worden : voegende hy daar verder by,<br />

dat, indien de Franfchè Commandant eenig versoek<br />

tot dierge'yke Expeditien gedaan had, het<br />

dan zeer onaangenaam zou zyn geweest , daarop<br />

te antwoorden, dat de Scheepen daarroe buiten<br />

ftaat waren; indien zulks niet bepaaldelyk<br />

door de kennis van IJ. H. Mog. en de Refolutie<br />

, daarop genomen, was gewettigd.<br />

Dat uit deeze gezegdens derhalven nader de<br />

waare redenen , welken het obftacul tegen de<br />

uitvoering der geordonneerde Expeditie wd voornatnélyk<br />

hebben uitgeleverd , fcheenen te kun«<br />

r,en worden opgemaakt, en teffens vry klaar gezien<br />

, da: by dat alles het belang van den Staat<br />

en de groore aangeleegenheid , dat in tyd van<br />

Oorlog pofitive orders promptelyk worden ter<br />

uitvoer gebragt , meer dan waaifchynlyk, vry<br />

mir-er in aanmerking waren gekomen , dan wel<br />

de byzondere confideratien, welken meer onmiddelyk<br />

op de Officieren zeiven haare betrekking<br />

hadden: terwyl hier uit althans zeker was, tot<br />

hoedanige en hoe meenigvuldige voorwerpen ,<br />

weiken in der daad eenig en aüeen tot de overweeging<br />

van H. H. Mog. behoorden, de Officieren,<br />

die niet de voor en tegen in aanmerking<br />

komende redenenen , omftandigheden en toekomende<br />

gebeurtenisfen, maar fpeciaal de eenvoudige<br />

uitvoering hunner ontvangen' orders-, moesten<br />

in 't oog houden, hun eigen overleg hebben<br />

uirgeltrekr; daar by alryd, Ichoon zonder eenigen<br />

grond of waa,fcbynlykneid, H. ti. Mog.<br />

(*) Verhoor V. A. Hartfinck, Art. s.<br />

aan-


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. H<br />

aanmerkende, als waren die niet behoorlyk onderrigt<br />

geweest.<br />

Dat al verder, met betrekking tot den langduurigen<br />

tyd van verfcheiden maanden , weike<br />

»er naar de opgaaf van gezegden V. A. noodig<br />

zoude geweest zyn, om de Scbeepen, te B est<br />

gearriveerd zvnde, tot het voldoen aan den verderen<br />

inhoud van H. HL Mog. Refolutie, in<br />

ftaat te (tellen (over welk point al we krom de<br />

Officieren niet behoefden te oordeelen) moest<br />

worden aangemerkt, dat het uitdrukkelyk bevel,<br />

in de gem. Refolutie vervat, om namelyk de<br />

Scheepen te Brest te doen overwinteren , en aldaar<br />

nadere orders af te wagten , uit deszelfs<br />

eigen aart een' zeer gepasten tyd tot dat voorzien<br />

en in ftaat (tellen overliet en aan de hand<br />

gaf.<br />

Dat dit dan ook aan den V. A. Hartfinck<br />

voorgehouden zynde , dezelve daarop als nog,<br />

volgens zyn geliefkoosd Syttema, gefultineerd<br />

had , (y) dat het tweeledig bevel van H. H.<br />

Mog., om te Brest te overwinteren , of Expeditien<br />

in de Europeefche Zeeën te doen , niet<br />

wel van den anderen kon gefcheiden worden j<br />

(hoe zeer dit door den duicielyken inhoud deezer,<br />

en naar den aart van alle akernative Refolutien,<br />

ten klaarften wederfprooken wordt, daar<br />

by dezelven of het eene of het andere gefteld<br />

wordt plaats te zullen hebben, en hier fpectaal<br />

het eerfte alternatif direct: geordonneerd , maar<br />

het laatlte daar en tegen aan het goedvinden van<br />

den Commandant geheel en al overgelaaten<br />

wierd) beroepende zich den gem. V. A. voorts<br />

weder op het voorwendzel , dat hy van de bewustheid<br />

hunner H. Mog. nopens den ftaat,<br />

waar in .de Scheepen te Brest zouden komen,<br />

zeker moest zyn , en dat de Officieren bepaaldelyk<br />

moeften weeten , dat H. H. Mog. den<br />

tyd<br />

(y) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 28. Art. 4.


ia JULY, Z A A K E N V A N 178^.<br />

tyd daar toe hadden gefchikt, en goedgevonden,<br />

de Scheepen in die Haven van 't noodige te<br />

voorzien en in ftaat te (tellen: gelyk hy 'er mede<br />

bad bygevoegd, dat voorts wel moest worden<br />

opgelet, dat, volgens den ftaat der zaaken<br />

des tyds , het tweede alternatif der Refolutie<br />

wel het voornaamfte was, dewyl niets natuurly.<br />

ker en apparenter zoude zyn geweest, dan dat<br />

door de Franfche Officieren gevraagd was , om<br />

oit Esquader op het retourneerend Esquader van<br />

den Admiraal Howe te employeeren ; gelyk dit<br />

ook, uit 't geen daaromtrent wezenlyk gebeurd<br />

was, kon worden opgehelderd ; en dat het dan<br />

zeer haatelyk en zelfs van afFreufe gevolgen had<br />

kunnen zyn, indien de commandeerende Officier<br />

had moeten zeggen, dat zyne Scheepen daartoe<br />

buiten ftaat waren : ten minften , dat zoodanig<br />

!? tV<br />

P e e n b e<br />

ï?°». °<br />

a a I d e<br />

P<br />

kennis en order van<br />

«• Mog. moest zyn gewettigd.<br />

Dat de meergem. V. A. by dit fyftema dan<br />

ook verder beftendig was blyven volharden,<br />

mettegenfhande hem , volgens het hier vooren<br />

gereflecteerde, was onder het oog gebragt dat<br />

het uoen van Expeditien in de Europeefche Zeeën<br />

by de Refolutie van H. H. Mog. geenszins<br />

als een last, maar als een permisjie , voorkwam,<br />

en dus als iets, waartoe de Commandant , in'<br />

dien hy het raadzaam , en de Scheepen daartoe<br />

gelchikt keurde , zich zou mogen , doch niet<br />

moeten, laaten employeeren , zonder dat hy,<br />

wegens de ongefchiktheid van zyne onderheb.<br />

bende Scheepen , verantwoordelyk was, of dat<br />

door de Franfche Officieren eenige aanfpraak op<br />

hem gemaakt zoude hebben kunnen worden.<br />

Dat ondertusfchen uit deeze zoo even op


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. U<br />

ven hebben willen weeten en beoordeelen , en<br />

dat zy aan hunne onderlfellingen en vooruitzichten<br />

geoordeeld hebben , de voorkeur te moeten<br />

geeven -boven de gemanifesteerde intentie van<br />

H. H. Mog., vvelke zigtbaar was , ten einde<br />

van het tegenwoordig gunftig tydftip te profiteeren<br />

, om de Scheepen naar den anderen kant<br />

van het Canaal overtebrengen.<br />

Een Syftema en handelwyze, welke, indien<br />

dezelven in den Zeedienst mogten geadopteerd<br />

blyven , aan H. H, Mog. de vrye befchikking<br />

over 't employ der Scheepen van den Staat, althans<br />

de uitvoering hunner befluiten daaromtrent<br />

, geheel en al zouden' ontneemen en precair<br />

maaken, mitsgaders de gereedfte aanleiding<br />

geeven, dat een geval, 't welk by Hoogstdezelven<br />

en de geheele Natie eene zoo billyke verwondering<br />

en misnoegen verwekt heeft, telkens<br />

wederom plaats konde hebben.<br />

Dat het meergemelde fyftema vervolgens een<br />

onderzoek van diverfe byzondere details noodzaakelyk<br />

gemaakt hebbende , ten einde dus onder<br />

anderen in het byzonder volleediger te ftaaven<br />

H. H. Mog. oogmerk, dat het genoeg was,<br />

de Scheepen naar Brest overrebrengen; geïnquireerd<br />

had moeten worden, of de gezegde Schepen<br />

, in die Haven gekomen zynde , niet zouden<br />

hebben kunnen in ftaat geiïeld en van het<br />

nodige tot hunnen dienst voorzien worden, dan<br />

dat dit wederom door den V. A. Hartfinck,<br />

(z) als bezwaarlyk was aangemerkt, dewyl<br />

Frankryk zelve in Oorlog was; fchoon hy niet<br />

fupponeeren kon , dat de Scheepen aldaar in 'c<br />

aanftaande faizoen niet zouden hebben kunnen<br />

worden gekield , en van de noodige reparatie<br />

voorzien; echter zulks niet zeker kunnende be- ><br />

paaien, als nooit te Brest geweest zynde: gelyk<br />

hy<br />

(2) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 28. Art. 5, 6,<br />

7 en 9.


14 JDLY, Z A A K ü N V A N<br />

1785-<br />

hy ook rwyrt'elde, of 'er aldaar, zelfs in 's Koriügs<br />

Magazynea., voorraad genoeg van Ankers,<br />

louwen, Zeilen &c. zou geweest zyn: hebbende<br />

hy daar eindelyk nog bygevoeftd , dai hy,<br />

fchoon zulks niet wel weetenue, echter wd geloofde^,<br />

dat 'er te Brest genoegzaamen voorraad<br />

van Victualie zou zyn te bekoomen geweest<br />

tot onderhoud van de Equipage; maar dat dee*<br />

ze Viclualie van een geheel andere natuur en<br />

foort zou zyn geweest, dan die, waar aan ons<br />

Scheeps-Volk gewoon is : en dac hy ook wel<br />

durfde verzekeren, dat het Volk daar mede zich<br />

op den duur niet zou hebben iaateu vergenoegen;<br />

terwyl ook in dat geval, daar de fchafting<br />

by H. H. Mog. gereguk.id is, hier aan mee<br />

zulke vreemde Victualie niet zou heoben kunnen<br />

worden voldaan , zonder Hoogstderzelver<br />

nader order.<br />

Dan dat hier op te remarqueeren valt, dat<br />

zodanige nadere order ligtelyk van H. H. Mog.<br />

had kunnen zyn gevraag.!, én, zonder dat daar*<br />

om de reis behoefde rmgeiaaten te worden, aan<br />

den Commandant over Land nagezonden; zynde<br />

het, wanneer nage.;aan wordt, wat eigenlyk<br />

volgens de opgaaf der Capiteïnen, aan Scheepsbehoeftens<br />

ontbrak , gansch niet waarfchynlyk,<br />

dat , (zonder hier de mogelykheid tot het 11azenuen<br />

derzdven in aanmeikiug te neemen) het<br />

zelve in eene Haven , waar zulke importante<br />

uitrustingen plaats hadden, niet zou kunnen ver- •<br />

zorgd zyn: gelyk ook de voorn. V. A. reeds te<br />

vooren zelf had erkend, dat de iituatie der Schepen<br />

niet zoodanig was, of zy zouden, zonder<br />

tegenlpoed («) te Brest gearriveerd zynde, na<br />

het ïnnecmen van eenige Victualie, nog wel, 'c<br />

zy alleen , 'c zy gecombineerd met Franfche<br />

Scheepen, de een of andere Kruistogt hebben<br />

kunnen doen; waar in zy echter, na zyn oordeel,<br />

O») Verhoor V. A, Hartfinck, No. 28, Art. 10.


JULY, STAAT EN OORLOG» 1785. ïj<br />

deel, alleen door hunne vuilheid , en dus niet<br />

door gebrek aan behaieftens, van minder nut<br />

hadden kunnen wezen.<br />

Dat nu verder zullende worden onderzocht,<br />

wat door den Commandant der Vloot had kunnen<br />

of behooren te worden verrigt , om, zoo<br />

veel de omftaidigheden en tyd's gelegenheid toelieten<br />

, in het plaats hebbende gebrek te voorzien<br />

• het geenszins te ontkennen was, dat men<br />

van denzelven met het hoogfte recht had mogen<br />

verwagten, dat hy, immediaat na het bekomen<br />

van eenige kennis nopens de ophanden zynde<br />

Expeditie, reeds in voorraad, ten minden zeker<br />

na den daadelyken ontvangst der finaale orders<br />

tot dezelve, alles wat mogelyk was , zou<br />

hebben in 't werk gefteld, om derzelver uitvoering<br />

te faciliteeren: hebbende dan ook den gezegden<br />

Commandant niet kunnen tegenfpreeken,<br />

fb') wanneer, in cas van eene opkoomende Expeditie,<br />

de Commandant van een Vloot vreest,<br />

dat de voorraad van de Scheepen, tot dezelvs<br />

gefchikt, het niet zal uithouden, 'er als dan<br />

wel eene overneeming van Victualie uit de andere<br />

Scheepen geordonneerd, en als het gereedfte<br />

middel van verzorging in het werk gefteld<br />

wordt, en dat zoodanig een overneeming, by<br />

voorbeeld, om tien Scheepen voor veertien dagen<br />

te voorzien, in één of twee dagen, na dat<br />

weêr en wind het permitteeren, kan geleideden.<br />

Dat nu wel, volgens eene met den V. A.<br />

Hartfinck gemaakte bereekening (O nopens den<br />

voorraad, welke uit deinTexei blyvende Schee»<br />

pen zou te bekomen geweest zyn , fcheen te<br />

volgen , dat op deze wyze de Victualie der<br />

Scheeptn naar Brest gedestineerd, voor ten minften<br />

anderhalve week konde zyn vermeerderd;<br />

dan dat naderhand, gelyk by het eerfte Hoofdpoint,<br />

(£) Verhoor V. A. Hartfinck No. M. Art. 7. en 8.<br />

(c) Ibidem Art, o.


i6 JULY, Z A A K E ï! V A N i 78 5,<br />

point, ter gekegeflheid der opgave van den ftast<br />

der Victualie in fa&o getoond is, gebleeken zynde<br />

, dat die voorraad niet zoodanig was , als<br />

men billyk had moeten verwagten , derhalven<br />

ook deze beteekening ten deele was vervallen.<br />

Dat, dien onverminderd evenwel ter even gezegde<br />

gelegenheid met grond geremarqueerd zynde<br />

, dat 'er 'eenige fuppletie van Victualie "by<br />

overneeming had kunnen gefchieden, dierhalven<br />

alroos billyk mogt worden gevraagd, waarom,<br />

met betrekking tot de Scheepen naar Biest gedestineerd<br />

, dit middel van fuppletie in het geheel<br />

niet in het werk gefield, en minder in confideratie<br />

gekoomen was , dan ten aanzien der<br />

Scheepen van het klein Esquader, op den 10<br />

October onder den S. b. N. van Kinsbergen<br />

uitgeloopen: doch waar voor door V. A, Hartfinck<br />

geene andere reden was opgegeeven, dan<br />

dat hy , (rf) ren aanzien der Scheepen, naar<br />

Brest gedestilleerd niet wel aan eene verzorging<br />

van een klein gedeelte der Victualie had<br />

kunnen deuken, om dat het daarmede alleen niet<br />

te doen was; alzoo die Scheepen, buiten dat,<br />

aan zoo veel' andere dingen gebrek hadden, door<br />

welker gemis, gevoegd by den ftaat der Scheepen<br />

zeiven , hy de reis niet wel doenlyk keurde;<br />

dan oat het echter, gelyk te meermaalen is<br />

aangetoond, gebleeken zynde, dat, ten ergften<br />

genomen, her Articul der Victualie in der daad<br />

de voornaamfte en eenige weezenlyke hinderpaal<br />

tegen deze reis opleverde, gelyk de V. A.<br />

Hartfinck , volgens de kennis, welke hy van deri<br />

ftaat der Scheepen had, wel voorzien kon; en<br />

voorts mede zynde gebleeken, dat het volvoeren<br />

der reis naar Brest, vooral met eene zelfs<br />

zeer geringe fuppletie der Victualie, zeer mogelyk<br />

en zelfs zeer waarfchynlyk was; het dus<br />

volgens een onpartydig oordeel, niet kon worden<br />

00 Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22. Art.. 10.


jfLY, STAAT EN OORLOG. i 7?£ } ?<br />

den ontkend, dat hy V. A. wet degelyk tot het<br />

doen in t werk Hellen van dit middel verplat<br />

was geweest, en dat daar toe, vooral op den<br />

j Udrober, by het ontvargen der préparatoire<br />

mformatien van Z. H., eene ruims geleepenbeH<br />

voor handen was; ten minf», dat, indien al de<br />

wyze, üp welke die informatien ingerigt waren<br />

hem, gelyk zeker Iigtelyk kon gebeurd zyn, in<br />

«nander denkbeeld had gebragt , het voorlz<br />

middel van overneeming dan nog zeer wel na<br />

den y Oclober, wanneer het gezegde excus r.in<br />

meer geallegueerd kon worden, kon in het werk<br />

gefield, immers beproefd zyn.<br />

Dat evenwel, behalven het zoo even realK<br />

gueerde, de V. A. Hanlïnck nog als een reden<br />

voor het nalaaten van het middel der overneeming<br />

gevoegd had, O) dat hy van alles aan<br />

den Heer Admiraal Gsneraal had kennis gegeeven,<br />

en deszelfs nadere orders moest verwag.<br />

ten; hoedanig iets, met betrekking tot het uittezeilen<br />

Esquader onder den S. b N. van Kinsbergen,<br />

geen plaats had; behalven ook, dat in<br />

dat geval hem V. A. door Z. H. expresfelvk<br />

was geordonneerd, om Viétualië uit de andere<br />

Scheepen overreneemen. Dan dat het onbesrvpelyk<br />

en met den in der daad gewigtigen post<br />

van Commandant eener Vloot , die men veroni<br />

derftellen moet , iets meerder dan een blootmachine<br />

re zyn, niet wel overeenkomftig moest<br />

voorkomen, dac zulk een Commandant in gevallen<br />

van de grootiïe aangelegenheid , en daade<br />

tyd zoodanig presfeert , zich niet bevoegd<br />

zou cordeelen , om zulk een overneem-nsr, op<br />

eigen gezag te mogen ordonneeren: zyode het<br />

ook by de even voorgaande en diverle andere<br />

geleegenheden gebleeken, dat niet zoo zeer de.<br />

ze voorgewende onbevoegdheid, maar altyd het<br />

verkeerdeljk geimagineerd denkbeeld van eene<br />

W T ^ ^ Verhoor V. A, Hartfinck, No. sa. Art, i«,<br />

AAlX. UKEI,. B<br />

ge.


i8 JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

gewaande ondoenlykheid der reis , de oorzaak<br />

geweest was, waarom alle poogingen, ten einde<br />

zoo veel de tyd en omltandigheden toelieten, in<br />

de plaats hebbende defecten te voorzien, geheel<br />

en al waren nagelaaten : welk verzuim ondertusfehen<br />

, wanneer men de zaak uit het eigen<br />

oor/punt met den V. A. Hartfinck zelfs befchouwt,<br />

des te minder verfchoonlyk kan worden<br />

gekeurd, wyl daardoor noodwendig te weeg<br />

moest gebragt worden, dat, ingevalle 'er, volgens<br />

zyne gedeclareerde verwachting, nadere orders<br />

mogten ingekomen zyn, om de Scheepen<br />

als nog te doen uitloopen , die orders door de<br />

voorfz. nalaatigheid niet dan met des te meer<br />

zwaarigheid en gevaar zouden hebben kunnen<br />

uitgevoerd worden.<br />

Dat al verder was gebleeken , dat, met betrekking<br />

tot de Scheepsbehoeften, door den V.<br />

A. Hartfink mede geene voorziening gedaan, en<br />

zelfs geene informatie genomen, of daar omtrent<br />

iets in het werk gefield was; als hebbende<br />

hy , zoo hy zeide , gemeend , zulks op de<br />

Officieren zelven , en fpeciaal op den S. b. N.<br />

van Braam, te hebben moeten laaten aankomen:<br />

(f) dan waar op weder te reflecteren valt,<br />

dat, hoe zeer de zorg over de Scheepsbehoeften<br />

wel aan den gezegden S. b. N. was gedemandeerd<br />

(waar van ter zyner plaats nader zal<br />

worden gewaagd) hier mede tchrer de üpperdireclie<br />

en toezicht van hem Commandant geenszins<br />

was uitgefloten; waarom dan ook deeze<br />

handelwyze met zyn pligt in die hoedanigheid<br />

niet wel kon worden overeen gebragt: het welk<br />

aan hem V. A. ten dttidelyklten (g) onder het<br />

oog gebragt zynde, niets anders dan eeDfi lang»<br />

wylige op onderfcheidene reeds te meermaalen<br />

wederlegde politiven gefundeerde , en in eflècte<br />

(ƒ) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 34. Art. |.<br />

(j) Idem Ne. 30. Art. 1 en s.<br />

niets


jOLY, S T A A T E N OORLOG. 1785. 12<br />

niets ter zaak doende rescontra , ten gevolge<br />

had gehad.<br />

Dat, wat de vuilheid der Scheepen aangaat,<br />

hoewel 'er tot redres daar van, 'na den 5, en<br />

zelfs na de praeparatoire informatie van den eerfteti<br />

October, zeker geen tyd genoeg was overgefchooten,<br />

echter billyk dien aangaande in confideratie<br />

moest komen , of dan evenwel hier in<br />

by een tyd van Oorlog, wanneer men nooit veronderftellen<br />

kon, dat de Scheepen tot geen andere<br />

employen, als alleen tot het figureeren op<br />

de Rheede zouden gebruikt worden, niet reeds<br />

vroeger had kunnen en behooren te worden voorzien<br />

; en tot wiens departement de zorg hier<br />

voor moest worden gebragt: op welke confideratie,<br />

na dat die aan den V. A. Hartfinck voorgefield<br />

was, door denzelven was geantwoord<br />

d a t d e<br />

en opgegeevèu , (JO Commandant der<br />

Vloot, dien aangaande opgaaf van de Scheeps-<br />

Capiteinen krygende , alsdan, zoo ras hy de<br />

Scheepen maar misten kan, hier van kennis moet<br />

geeven aan de Admiraliteiten, aan welken het<br />

dan ftaat om order tot het kielen te geeven ;<br />

doch dat hy vóór Oétober de Scheepen, welker<br />

getal niet te groot was, volftrekt niet kon ontbeeren:<br />

gelyk 'er ook wel Scheepen naar de<br />

Vloot waren gezonden , welken nodig hadden<br />

gekield te worden; zonder dat zulks gedaan<br />

was, om dat het kielen, by gebrek van Dokken,<br />

veel tyd wegneemt, en men in het gebrek<br />

van Scheepen wilde voorzien. Een antwoord,<br />

waar uit, naar de gedagten van Heeren Gecommitteerden<br />

, niet zonder grond zoude zyn af te<br />

leiden, dat men in den jaare 178a, ten einde<br />

alleen de vertooning te maaken van een meerder<br />

aantal Scheepen in gereedheid te hebben , 's<br />

Lands Vloot, ten minden geduurende een groot<br />

gedeelte van den Zomer, had doen beftaan uit<br />

(i) Zit Elucidatiea op de eerfte Bedenking.<br />

B 2<br />

Schee-


so JULY, ZAAK EN VAN 1785.<br />

Scheepen, welken buiten een behoorlyken ftaat<br />

waren om , anders dan met veel nadeel, tegen<br />

den Vyand te kannen worden gebruikt; en dat<br />

men dus fcheen voorzien te hebben, dat, niettegenftaande<br />

alle de enorme depenfes, hier toe<br />

gemaakt, het voornaamfte employ der Scheepen<br />

in het blyven liggen op de Rheede beftaan zoude.<br />

Terwyl voor het overige, wat den V. A.<br />

Hartfinck betreft , ut het verhandelde genoeg<br />

kon worden opgemaakt, dat dezelve zyne verpligting<br />

in dezen, als Commandant, uit hoofde<br />

van het zoo fiandvastig als gevaarlyk denkbeeld<br />

(/) eener aafiaande oplegging der Scheepen, niet<br />

verder geoordeeld had in acht te moeten neemen<br />

, maar zyn gedrag naar dat denkbeeld meest<br />

al te moeten regelen.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden, in aanmerking<br />

genomen hebbende , (zonder alsnu op de abfolure<br />

en onwederfpreekelyke verpligting in den<br />

dienst te letten , om fiellige orders, zoo ras<br />

daar toe eene beweeze mogelykheid is, hoe gevnmlyk<br />

zulks anders zyn moge , te moeten uitvoeren<br />

,) of ook niet het gewigt, het welk men<br />

aan de zwaarigheid, uit het gebrek aan Victualie<br />

ontleend, gehecht had (danr het zelve, gelyk<br />

te vooren gezien is , in allen gevalle niet,<br />

dan by een zamenloop van diverfe omitandigheden,<br />

tegens den overtogt naar Brest of het retour<br />

naar herwaards eene effectif plaats grypende<br />

zwaarigheid worden kon) eenigzins behoor*<br />

de te zyn verminderd , door het vooruitzicht,<br />

dat, des noods, tot het middel van vermindering<br />

der ordinaire uitdeeling en rantfoenen toevlugt<br />

kon worden genomen, zonder dat daarom<br />

evenwel , het Esquader , by zulk een onwaarfchynlyk<br />

geval , direct in gevaar van hongersnqod<br />

en gebrek zou zyn gebragt; zulks door<br />

den V. A. Hartfinck (£) wel dadelyk was ge.<br />

(i) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 30. Art. 3.<br />

(k) Idem No. 22. Art. 11,<br />

ad*


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 21<br />

advoneerd, doch dat dezelve echter naderhand<br />

hier had bygevoegd , dat (/) hy het voor zich<br />

zeiven of zyn Vaderland niet konde verantwoorden,<br />

om Scheepen van haar eigen Rheede naar<br />

Zee te zenden, met een vooruitzicht, van gebrek<br />

; vraagende wyders , wat men met het Volk,<br />

indien zulks eens had geëxteerd, zoude uitgerecht<br />

hebben. Dan dat de gemelde V. A. hai<br />

behooren te befeffen , dat hy zyn gedrag voor<br />

zich zelf en voor het Vaderland nooit beter ,<br />

dan met het uitvoeren der pofitive orders vaa<br />

den Souverain, konde verantwoorden ; en dat<br />

het gevaar, van tot eene behoorlyke verantwoording<br />

buiten (laat te zyn, voor een Officier veel<br />

eer byzonder daar in gelegen was, daar hy, eigener<br />

authorïteit, goedvond, zoodanige ordres<br />

onuitgevoerd te laaten.<br />

Dat eindelyk nog een tweede middel ter vermindering<br />

der zwaarigheeden , uit het gebrek<br />

aan Victualie voorspruitend», had toegefcheenen<br />

over te fchieten ; te weeten het nazenden van<br />

Victualie aan het Esquader, na dat het zelve<br />

zoude zyn uitgeloopen : dan dat dit expediënt<br />

door den V. A. Hartfinck , wel (m~) met betrekking<br />

tot het nazenden naar Biest, maar niet<br />

in Zee , Jmogelyk gekeurd zynde , uit hoofde<br />

der onzekerheid , op welke hoogte een Esquader<br />

, het welk een bepaalden cours te houden<br />

heeft, en niet alleen maar aan het kruisfen is,<br />

moet gezocht worden ; Heeren Gecommirteerdens,<br />

by gebrek van kennis dienaangaande, de<br />

beflisfing daar van aan des kundigen moeiten<br />

overlaateu. Hebbende hy V. A, vervolgens bet<br />

nazenden van Scheepsbehoeftens naar Brest wel<br />

als mogelvk, maar teffens als allergevaarlykst,<br />

befchouwd , daar die Artictüen door de Engelfchen<br />

voor Contrabande wierden aangemerkt.<br />

Dat uit al het voorenftaanie, gebleeken zynde,<br />

(/) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22, Art. 13.<br />

(m) Ibidem, Art. 12.<br />

B 3


82 JULY, ZAAKEN VAN if8j.<br />

de, dat de difficulteit om de Scheepen vóór den<br />

bepaalden termyn , en zelfs in het geheel te<br />

d ien uitloopen, in geenerlei opzicht verminderd<br />

wierd, indien men den tyd, welke 'er na den<br />

5 October overfchoot, vrugteloos liet verloopen,<br />

zonder iets, hoe genaamd, tot wegruiming dier<br />

d fficulteiten in het werk te ftellen , en maar alleen<br />

de orders, welken men veronderftelde, nog<br />

te kunnen ontvangen , geheel ftil zitten de bleef<br />

rf.vagten : het vervolgens alzins vreemd moest<br />

vo >rkomen, dat de V. A. Hartfinck, daar hy,<br />

am den eenen kant, uit de Refolurie van H.<br />

H. Mog, zig de pofitive orders om naar B r<br />

esc<br />

te gaan , als mede de abfolute en gemotiveerde<br />

tyds bepaahng van die reis, en aan de andere<br />

zyde wist, dat alle uitfiel de gemaakte zwaarig*<br />

heden nog eerder vermeerderde ; in die zamenloop<br />

van zaaken niet gezorgd hebbe, dat,<br />

terwyl hy V. A. de zwaarigbeeden, welken<br />

'er waren (zoo hy die al gewigtig genoeg<br />

keurde , om 'er eene nadere overweeging<br />

van te begeeren) naar den Haag overfchreef,<br />

het Esquarler inmiddels zich niet alleen tot de<br />

reis prepareerde, maar ook dadelyk uitliep. Een<br />

denkbeeld zeker te natuurlyker, om dat, ingevalle<br />

H. H. Mog. op de gemelde bekomen informatien<br />

al mogten goedgevonden hebben , de<br />

reis te contramandeeren (waar toe dan, als men<br />

pit een Brief, door hem V. A., tot zoodanig<br />

einde gefchreeven, gezien had, dat het Esquader<br />

, ter obediëntie aan de gegeeven ordres ,<br />

zich gereed maakte, of bereids vertrokken was,<br />

wel fpoedig gerefolveerd zoude zyn) niets anders<br />

noodig was geweest , dan om deze contraorder<br />

aan het Ësquader, des noods door het<br />

na/enden van een ligt Vaartuig , te doen weeten:<br />

dan welk natuurlyk en eenvoudig raifonnement<br />

eehter by den gezegden Commandant niet<br />

fcheen te zyn opgekoomen ; hebbende hy veel<br />

ei.r begrepen niet alleen, dat deze Uider (»_) en<br />

dit<br />

O) Verhoor V. A. Hartfanck, No. 30. Art. u.


JULY, S T A A T E N O O R L O G . 1785.* 25<br />

dit uitzenden der Scheepen onnoodig was , om<br />

dat H. H. Mog. de faculteit hadden , om het<br />

Esquader, zoo als het was, nog op den 7 of<br />

8 in Zee te zenden; maar dat boven dien, door<br />

het doen uitloopen van het gemelde Esquader,<br />

naar zyn oordeel, aan H. H. Mog. de faculteit<br />

zou zyn benomen geweest om den termyn van<br />

den S Oclober eenige dagen te verlengen , tot<br />

dat de Viétualie , die op den eenlen Oétober<br />

geordonneerd was, zoude zyn ontfangen.<br />

Dan dat daartegen moest werden geremarqueerd,<br />

dat reeds is gebleeken, hoe weinig H.<br />

H. Mog. in de mogelykheid gefield waren, om<br />

van de eerstgem. faculteit gebruik te maaken:<br />

terwyl het dan nog, in dien gevalle, zeker was,<br />

dat het praepareeren en uitloopen van | Esquader<br />

juist met de intentie van H. H. Mog. zou<br />

zyn overeengekomen: behoevende mede niet nader<br />

gededuceerd te worden, met hoe weinig<br />

recht hy V. A., na een behoorlyk examen van<br />

het waare oogmerk hunner H. Mog., in Hoogstderzelver<br />

Refolutien, zoo duidelyk te kennen<br />

gegeeven , een uitftel van dén bepaalden termyn,<br />

en dat wel tot na het volbrengen der geordonneerde<br />

revictualieering, verwachten kon:<br />

zynde het ten minnen niet te ontkennen (vooral<br />

daar de V. A. Hartfinck zich fteeds eene mo.<br />

gelykheid voorftelde, om zulk een allerfpoedigfte<br />

order van H. H. Mog. te hebben kunnen<br />

ontvangen) dat, indien het Esqualer op devoorengem.<br />

wyze was uitgeloopen, het daardoor vry<br />

meerder van H. H. Mog. welbehaagen zou hebben<br />

afgehangen , om de reis' naar Brest al of<br />

niet te doen voortgaan, dan nu, daar men het<br />

alleen by het opperen van zwaarigheden liet berusten,<br />

zonder verder iets te doen. Dat dit ook<br />

door den gezegden V. A. niet had kunnen worden<br />

tegengefproken, maar dat hy nu weder daar<br />

d a<br />

in zyne verantwoording had gezocht (0)» t<br />

na-<br />

(0) VtrUor V. A. Hartfinck, No. 30. Art. ia.<br />

B 4


H JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

narnelyk hy het niet over zich had durven nee*<br />

men, om de Scheepen uittezendeh, zoo lang hy<br />

'er geen nader orJer toe had; welke order hy,<br />

om het gejvigt der meergem. zwaarigheden, nu<br />

weder niet verondei (telde , dat getendeerd zou<br />

hebben, om uitteloopen.<br />

Dat daar uit dan wederom blyken kon , wat<br />

men van den aart der te vooren door denV.A<br />

Hartfinck geallegueerde verwachting, om nadere<br />

ordres te ontvangen, te denken hebbe; en met<br />

hoe weinig grond die verwachting door denzelyen,<br />

als een voornaamfte excus wegens het niet<br />

daadelyk uitvoeren der orders van H. H. Mog.,<br />

en zelts wegens het nalaaten van alle middelen<br />

tot herftel der zwarigheden , kon worden bygebragt:<br />

daar alle omftandigheden genoegzaam aan.<br />

du:d ien, dat hy waarlyk, van 't begin af, nimmer<br />

met eenigen ernst aan het voortzetten der<br />

reis naar Brest gedacht hebbe ; zich vleijende,<br />

dat de voorgewende onmogelykheid als een voldoende<br />

reden daar van zou mogen worden aangemerkt.<br />

Dat , bnp zeer nu d'e gefuftineerde onmoge-<br />

Jykheii gebleeken is , nimmer in een eigently.<br />

ken zin geëxteerd te heoben, en dat dezelve<br />

dus geenszins, als een wettige grond om ae<br />

executie der fteliige bevetlen van H. H. Mof.<br />

natelaaten, kon worden bygebragt; Heeren Gecommitteerden<br />

echter daar uit gelegenheid hadden<br />

moeten neemen, om te onderzoeken, waarom<br />

de Commandant der Vloot, iugevalle hy dan<br />

in der daad de reis naar Brest volltrekt ondoen,<br />

lyk , en dierhalven de orders van H. H. Mog.<br />

daar toe voor vervallen, oordeelde, geen order<br />

geitel J , of ten munten aanltalte gemaakt had<br />

tot executie der ordres, in de tweede Refolutie<br />

van H. H. Mog. van den 3 Odtober vervat,<br />

even poficif en buiten exceptie didteerende, dat'<br />

zoo de reis naar Brest niet kon worden volvoerd,<br />

als dan met bet Esquader moest worden<br />

gezeild naar de Kusten van Engeland , tot op-<br />

lig.


JULY, S T A A T E N OORLOG. 178;. 25<br />

ligting, ware her mogelyk, van de Convoyen,<br />

in die Refolutie vermeld.<br />

Dan dat bv dit onderzoek gebleeken was, dat<br />

de gezegde Commandant zich ook hiertoe niet<br />

verpligt had geoordeeld ; niet alleen , (>) om<br />

dat, indien hy die order gegeeven had , daar<br />

door geheel zoude zyn vervallen de mogelykheid,<br />

om een klein Esquader naar Brest te zenden;<br />

maar ook ten tweeden, om dat die order<br />

fubordinaat was voor den commandeerenden Officier<br />

van het voorzeide Esquader, en niet voor<br />

hem V. A.; en ten derden, om dat geen' der<br />

b-paalde gevallen, in welken zulks plaats moest<br />

hebben, exceerde.<br />

Dat echter geenszins kan worden tegengefprooken,<br />

dat de gantfche teneur der laatstgemelde<br />

Refolutie van H. H. Mog. eene volftrekte<br />

wil en begeerte aanduidde , dat ten minflen<br />

iets met de Scheepen ondernomen, en daardoor<br />

aan het Hof van Frankryk eenige blyk van bereidwilligheid<br />

gegeeven zou worden, om , ingevolge<br />

deszétfs aanmaanlilgi tot afbreuk van den<br />

Vyand medetewerken ; en dat H. H. Mog, daarom<br />

in de voorn. R-efojutie ordonneerden , dat,<br />

ingevahe de reis naar Biest geen voottgang mogt<br />

hebben , door zoodanige beletzelen , dewelken<br />

door H. H. Mog. by diezelfde Refolutie , als<br />

j;ebeurlyk, waren onderftdd, a:s dan een Togt<br />

jiaar de Kusten van E' geland zou moeten worden<br />

ondernomen: waar uit dus te belluiten was,<br />

cat, wat 'er ook gebeuren mogte , het een of<br />

het ander moest worden in 'c werk gefield. Dat,<br />

in allen gevalle, zoodanig eene explicatie vry<br />

meer met het blikbaar oogmerk van H. H. Mog,<br />

zou hebben gettrookt, dan een gepranexeerd be.<br />

grip van niets te moeten doen, om dat het geval,<br />

in de Refolutie vermeld, niet letterlyk ex><br />

teerde; h welk ondertusfehen bleek, alleen daarom<br />

{» Verhoor V, A. Hartfinck, No. sr, Art. 1.<br />

B 5


£3 JULY , Z A A K E N V A N iy% 5.<br />

om niet fpecisal te wezen uitgedrukt, dewyl H.<br />

H. Mog-. niets diergelyks hadden kunnen voorzien.<br />

Dat hier nog bykomt, dat ook deeze fubordinate<br />

order niet, volgens de aüegatie van den<br />

V. A. Hartfinck , aan den commandeerenden<br />

Officier; maar aan de commandeerende Officieren<br />

iii het meervoud, gegeeven was; en dat hy Commandant<br />

derhalve geenszins kon veronderftellen,<br />

dat dezelve hem niet zoude aangaan: te minder,<br />

dewyl het geval tot de uitvoering van deeze<br />

sweede Refolutie van H. H. Mog. ook volgens<br />

derzelver klaare intentie moest geoordeeld worden<br />

plaats te kunnen vinden , zelfs dan , wanr.eer<br />

het Esquader nog niet daadelyk uit Texel<br />

zou zyn uitgekropen , met den wil om naar<br />

Brest te zeilen.<br />

Dat gem. Vicr-Admiraal Hartfinck, in de zoo<br />

evengemelde onderftelling, ($) nogtans volfiandig<br />

was blyven volharden, niettegenftaande hem<br />

de onbeftaanbaarheid daar van op het nadrukkelykfte<br />

was onder het oog gebragt, en te gelyk<br />

aangetoond, dat, daar de gem. Refolutie door<br />

Z. H. ook aan hem V. A. was toegezonden,<br />

met last , om zich daar na praecifelyk te reguleeren<br />

, en daar dezelve nieti anders dan het<br />

fnbordinaat bevel inhield, aangaande het geene,<br />

by oiitfientenis van de ordres, in de eerfie Refolutie<br />

vervat, met het Esquader gedaan moett<br />

worden ; mitsdien ook deeze tweede Refolutie<br />

rem V. A. mede we] deegelyk moest geraakt<br />

hebben; althans voor zoo veel die gevallen betrof,<br />

welken, nog vóór het uitloopen uit Tex?l,<br />

konden exteeren: wyl anders de toezending dier<br />

Refolutie aan hem V. A. geheel inutil zoude<br />

geweest zyn.<br />

Behoevende eindelyk nauwelyks geremarquserd<br />

te worden , met hoe weinig grond de gezegde<br />

V. A. het niet uitvoeren dezer fubordiuate order<br />

Verhoor V. A. Hartfinck, No. 3». Art. 1.


JUW, STAAT EN OORLOG. 1785. 2?<br />

der nu weder met eene gefupponeerde mogelykheid<br />

om de reis naar Biest als nog te onderneemen,<br />

had getragt te wettigen; na zich zoo<br />

dikwyls op eene volftrekte onmtgelykheid. daar<br />

toe te hebben beroepen : waaromtrent het verdar<br />

genoeg zoude zyn aantemerken, dat zooda­<br />

nig gedrag van den Vice- Admir Bal<br />

Hartfinck<br />

maar al te zeer bleek een oate^enfpreeklyk bewvs<br />

opreleveren , dat dezelve in het (tellen eener<br />

mogelykheid of onmogdykheid tot de reis<br />

naar Bresr, telkens gevarieerd, en nu eens het<br />

eene , dan weder het andere dier zoo (trydige<br />

begrippen, naar convenië.itie, afgenomen heelt:<br />

mksgadets, dat, in allen geval e, geer.reden<br />

kan worden gegeeven, waarom hy V. A., \J)<br />

uit H. Ha Mog. Refolutie gezien hebbende, dat<br />

de meergem. fubordinate oraer den Togt naar<br />

Brest, zoo dezelve geen plaats had, moest vervangen;<br />

dan ten minfien, by het wstftfllen der<br />

onmogelykheid van den gezegden Togt geen<br />

pofitiven last omtrent de uitvoering dier fubor.<br />

dinate order heeft gevraagd: even w^ung als er<br />

eene reden is uittedenken , waarom hy V. A.,<br />

goedgevonden hebbende , de orders van H. H.<br />

Mog , tot het do.»n der reis naar B/est, te maken<br />

"tor een object: van ovetweegiog voor de<br />

Vlag-OQicieren, den evengenotmde fuDordinate<br />

last daar by niet mede in deliberatie heeft gebragt:<br />

daar echter het eerst^em. object;, waarmede<br />

deeze fubordinata ordres waren geconnecteerd<br />

, door hem V. A. begreepea was aan het<br />

oordeel der gem. Viag-Officieren te moeren worden<br />

voorgefteld: — Dan dat dit een en ander<br />

den gem. Vice-Admiraai onder het oog zynde<br />

. gebragt , daar omtrent geene andere oplosfing,<br />

dan een gebrek van herinnering, door hem ha*<br />

kunnen worden bygebragt.<br />

Dat<br />

(r) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 38. Art. 4» 5<br />

en 7.


0 JULY, Z A A K E N V A N i 7g y.<br />

Dat als nu , by de voortzetting van het onderzoek,<br />

nopens 't gedrag der Officieren, wei-<br />

Ken, zoo uit hoofde hunner verpügting, betrekkelyk<br />

het generaal voorzien houden der Scheepen<br />

, als wegens eene directe betrekking tor den<br />

geordonneerden Togt na» Brest, by deeze zaak<br />

geconcerneerd moeten worden aangemerkt tot<br />

de verrichtingen van den Schout by Nacht van<br />

Braam die in het jaar 1782 het commando op<br />

de Rheede van Texel gevoerd had, zullende<br />

worden overgegaan; voor alles, noodig was te<br />

mqtureeren , waar in eigenlyk bet Departement<br />

van gezegden S. b. N. beftaan hebbe.<br />

Dat de bevinding van Heeren Gecommitteerden<br />

op dit refpefl hier in had btftaaïi, dat dezelve,<br />

in de maand Maart, van het evengeniride<br />

|aar , door Zyne Hoogheid tot dit commando<br />

was beroemd op eene Inftructie, (s) in dato<br />

19 dier maand ; en dar hy voorts erkend<br />

had, (?) uit krachte dier Infhuche, tot zyn byzonder<br />

Departement gehad te hebben , om zorg<br />

te draagen, dat alle 's Lands Scheepen van Oorlog,<br />

ter Rheede van Texel zynde of komende,<br />

door derzelver commandeerend*Officieren in £oe.<br />

de order wierderi gehouden ; en dat in het by»<br />

zonder die, welken gefch'kt waren om naar Zee<br />

te kunnen zeilen , altoos in dien ftaat waren<br />

flat zy, op het eerfte aanfcbryven , direct kon'<br />

den zeilen , en allen vereischten dienst doen:<br />

Dan waar onder het Artïcül der Victualie , als<br />

niet ter zyner besorgimr itaande , of eenigzins<br />

van atyne orders afhangende , aiét begieepen<br />

was.<br />

Dat wydeis de gezegde order om de Scheepen<br />

altons tot den noodisren dienst in ftaat te<br />

moeten houden gebleeken was, over den dienst<br />

van<br />

(s) Zie Bytaagen to: de Memorie van Z. H. pag.<br />

156. en Verhoor S. b. N. van Braam, No<br />

r ï- Art. 1 -en 2.<br />

'ƒ) Ibidem, Art. 3.


JÜLÏ, STAAT EN OORLOG. 1785. 29<br />

van het gebeele jaar 1782 te hebben gegaan;<br />

immers dat 'er nog byzondere order, («) noar<br />

iets anders geweest was , waarom hy J>. b. JN.<br />

zoude hebben moeten denken, dat het voorzien<br />

houden der Scheepen voor korter tyd zouda<br />

hebben moeten gefchieden: Zynde voorts door<br />

den voorn. S. b. N. opgegeeven, dat de Schee*<br />

pen. wanneer ze in dienst gefield worden, O)<br />

f't geen op ongelyke tyden, en naar dat dezelven<br />

klaar zyn , gefchiedt) doorgaans volgens een<br />

Schippersboek van Scheeps-behoeften worden<br />

voorzien, voor veertien maanden; terwyl de naderhand<br />

daaraan komende defecten gefuppleerd<br />

worden. ,,<br />

Dat, daar nu deeze pofiuven aldus waren ter<br />

nedergefteld ; maar , daar en tegen , door den<br />

V. A. Hartfinck, en anderen, als een regel was<br />

opgegeeven, dat de tvd van den dienst en> voorziening<br />

der Scheepen naar de orders tot Viftualieering<br />

moest gerigt worden ; en liy i b. JN.<br />

naderhand mede die calculatie, r » als iets, t<br />

welk, zoo in Oorlog's, als Vredes tyd, plaats<br />

heeft, had doen voorkomen; met by voeging,<br />

dat, by prolongatie der viftualieering, ook doordans<br />

by fpecifique lyften opgaaf gedaan wordt<br />

van het geen tot fuppletie der Scheepsoehoeften<br />

wordt vereischt: Heeren Gecommitteerden, van<br />

hunne zyde, hadden geoordeeld, te moeten onderzoeken,<br />

(x) of, dewyl de meelte Scheepen,<br />

aUhans die van het Collagie te Amfterdam , in<br />

het jaar 1782 maar order gehad hebben om te<br />

victualieeren tot ultimo September, (welke vic<br />

tualieering eerst in het laatst van Augustus door<br />

den V. A. Hartfinck met nog ééne maand was<br />

verlengd) de gezegde Scheepen, voor het bekomen<br />

dier laatlte order , ook maar tot ulumo<br />

(«) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 2. Art. 1.<br />

O) IbUem Art. 2.<br />

(w) Idem No. 4. Art. 1.<br />

(x) Idem No. 6. Art. 1 en 2.


30 JULY, Z A A K E N V A N 1785,<br />

September, van Scheepsbehoe r<br />

ten voorzien geweest<br />

waren ; en of , ter zei ver tyd , de fup.<br />

pletie dier behoeften , dan ook maar wederom<br />

voor ééne maand, by fchriftelyke Lyiten ge.<br />

vraagd was: dan dat gem. S, b. N. op de voorfz,<br />

vraag niet prjeciflyk h-bbende kunnen antwoorden<br />

; süeerlyk had gezegd , Schcepsbehoeften<br />

voor de Scheepen gevraagd te hebben, als hem<br />

daar van opgaaf gedaan wierd; en dat, zoodanige<br />

opgaaf niet gefchiedende , dit dan een bewys<br />

was, dat de Scheepen niets noodig hadden:<br />

als mede dat hem ook daar van , ter dier tyd,<br />

in \ algemeen geene lylfen waren opgegeeven'<br />

rog dat zelfs, by 't omvangen der order van de<br />

Admiraliteit op (ie M-taze, om de Scheepen (yj<br />

van dar Resfott tot Mey 1783 te reviftualieeren,<br />

byzondere zorg was gedraagen, dat dezelve Schepen<br />

van eenige meerdere behoeften wierden voorzien<br />

, alzoo ook van wegens die Scheepen geene<br />

opgaaf van eenige meerdere benodigdheden<br />

gedaan was.<br />

Dat dit alles van wegen Heeren Gecommitteerden<br />

geremarqueerd zynde niet overeentekomen<br />

met het geen door hem S. b. N. hier vooren<br />

, wegens den regel van voorziening der<br />

Scheepsbehoeftens , in tyden van Oorlog , zoo<br />

wel als "an Vrede , plaats hebbende , was gezegd<br />

; zulks door denzelven was geëlucideerd<br />

door te declareeren , (z) dat zyn oogmerk met<br />

het opgeeven van den aangehaalden regel niet<br />

geweest was, om vasttelteilen, dat de Schepen<br />

altoos maar zoo veel Scheepsbehoeften zouden<br />

inh>bben , als de geordonneerde Viftualietyd<br />

duurt, alzoo dit zou aanloopen tegen zyne voorige<br />

opgaaf, namelyk , dat de Scbeepen, als ze<br />

in dienst gefield worden, teffeus voor 14 maaiden<br />

behoeften krygen, fchoon het zeker was,<br />

f31) Verhoor S. b. N. »an Braam, No. 7. Art. 2.<br />

(z) Idem No. 6. Art. 3.<br />

dat


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 3*<br />

dat zy voor zoo langen tyd te gelyk geen Victualieinreemen;<br />

doch dat hy alleen had willen<br />

te kennen geeven, dat, by prolongatie van een<br />

Vicïualietyd, doorgaans ook de Scheepen, dooe<br />

derzelver cornmandeerende Officieren, worden<br />

nagezien, of hunne behoeften het zoo lang, als<br />

die nadele vidtualieering zich uuftrekt , zoudeti<br />

kunnen goedmaaken; en dat, wanneer de Capitetnen<br />

dan bevinden, dat zy eene fuppletie nodig<br />

hebben , (het geen , tiaar maate de Scheepen<br />

al of niet hebben geleeden , fomtyds plaats<br />

heeft, en fomtyds niet) dan eerst by fpecfique<br />

lyften opgaaf gedaan wordt van *t geen er no-<br />

dia is. .<br />

'Dat uit deze zogenaamde elucidatie van gem.<br />

S b N Heeren Gecommitteerden wel konden<br />

opm'aaken, dat eene prolongatie van Vicïualietyd,<br />

in fommige byzondere gevallen, en voor.l<br />

in tyd van Vrede, de refpefttve commandeerde<br />

Officieren wel moest herinneren, om te gelyk<br />

nategaan en te zorgen , dar hunne bcuïepen,<br />

geduurende dien tyd van prolongatie, geene<br />

Scheepsbehoeften moeten ombreeken ; hec<br />

geen ook van zelve fpreekt, wyl anders ae vic<br />

tualieering geheel onnut zoude zyn ; maar aai<br />

daar uit geenszins volgde, dat, wanneer de Victualietyd<br />

korter gelïeld was , dan den gepro.ecteerden<br />

dienst der Scheepen, de commanderende<br />

Officieren niet verpligt zouden zyn, in alleit<br />

gevalle, te zorgen , dat hunne Scheepen, gedurende<br />

den geheelen tyd van hunnen geprojecteerden<br />

dienst , met Scheepsbehoeften voorzie»<br />

blvven • terwyl de daadelyke inneeming van Victualie<br />

g'ewoonlyk maar voor korter tyd geordonneerd<br />

, en daartoe telkens nieuwe orders gegeeven<br />

worden , ten einde de Scheepen in hunnen<br />

dienst niet te belemmeres, het welk omtrent de<br />

Scheepsbehoefien geen plaats heeft. En dat net<br />

dierhalven , naar de gedachten van Heeren decommitteerden<br />

, zoo wel van het departement:<br />

des voorn. S. b. N., ais van de overige comuiasi-


3* ItJfiY» ZAA KEN VAN 1 ? 8 f t<br />

mandeerende Officieren, bleef, te z o r f ï e n<br />

Dat Heeren Gecornmmeerden dm ari h. I<br />

weekelvt* r*„> D gebleeken was, dat bv.<br />

tS^S^S^W^ van &<br />

de defecten «ii? 1<br />

C b v z o n d<br />

er ook van<br />

had gezonden aan ffg er A & i g ^<br />

en aan de AdmiraHteie te Arnft^/m 7 "f 1<br />

aan den V. A. Martfinct S > ' a<br />

8 racde<br />

'<br />

de Scheepsbehoeften IvL f'^" T<br />

«fpeftive A.lmirahtei's Co^g en?wm'ondï<br />

d« naar dezelven «oudV ^ " . ^ f f i F ^<br />

^ï.eE^^^ar^^l,,^^<br />

l y d h e C<br />

va e n T a ^ J «^«k °P •<br />

e n a n d e r e<br />

C 1 w e l k e den om w'iV u omüandighe.<br />

dus'bS dac V h<br />

f/- oorbv<br />

^ , aanmerken,<br />

uus DteeK, dac het doen der bovengemelde Rap!<br />

W Verhoor S. b. N. v a n ^ ^ f <<br />

(b) Ibidem t. e.<br />

(0 Ibidem Art. 7'


JULY 5 STAAT EN OÖRLÖG, 1785. 33<br />

porten aart den Commant der Vloot, juist niet<br />

altyd, ten naauwkeurigften was geobferveerd}<br />

en eindelyk , (d) dat by S. b. N. in den loop<br />

van het gemelde jaar 178a van de Admiraliteits<br />

Collegien alles, wat hy Van dezelven , ter vervulling<br />

van de defecten aan Scheepsbehoeften ,<br />

gevraagd had, ook daadelyk had bekoooien.<br />

Dat ondertusfchen uit dit onderzoek van Heeren<br />

Gecommitteerden, en vervolgens ook uit de<br />

voorenftaande door den S. b. N. van Braam gedaane<br />

opgaaf zyner verrigtingen , eene twyffeling<br />

was ontltaan ; of dan het geheele departement<br />

(V) van hem Si b. N. ^ als Commandant<br />

in Texel , zich alleenlyk tot het ontvangen der<br />

Rapporten van de Capiteinen ; het opmaaken<br />

Van een generaal Rapport uit dezelven ; en het<br />

requireeren van die behoeften , welken door de<br />

Capiteinen by fchriftelyke Lyften opgegec/en<br />

waren, bepaald had, ten dien effect; in 'r byzonder,<br />

dat by in geene bezorging van behoeften<br />

voor de Scheepen , naar zyne opinie, te<br />

voorzien, of daar omtrent iets in 't Werk te Hellen<br />

bad , ten zy hem door de Capiteinen by<br />

fchriftelyke Lyften daar toe requiütie gedaan<br />

Was, zodanig, dat alles derhalven op dit refpeéï<br />

van deeze opgaaf der Capiteinen geheel en alleen<br />

afhing: op welk voorftel de gezegde S. b.<br />

N. dan ook zyn departement alleen in diervoegen<br />

, als gemeld is, had begreepen , en telTens<br />

vermeend, niet anders in dezen te nebben moeten<br />

doen , dan de opgaven der Capiteinen aftewagten,<br />

en alsdan , conform die opgaven , dé<br />

nodige requifitie te doen : oordeelende verder<br />

het onderzoek zelve, wat de Schelpen al, dan<br />

niet, nodig hadden, aan de examinatie der Capiteinen<br />

te hebben moeten overlaaten , als dié<br />

de beste kennis hadden van den Haat der Sche~<br />

pen, aan hunne particuliere zorg toebetrouwd.<br />

(d) Verhoor S. b. N. van Braam, No. ïl Art.<br />

(


24 JULY , Z A A K E N V A N i 78y;<br />

Dat op deeze gegeeven explicatie niet kon nagclaaten<br />

worden te reflecleeren , dat , volgens<br />

dezelve , het departement van den voornoemde<br />

S. b, Ni. in dezen waarlyk binnen een zeer engen<br />

kring zou beperkt geweest , en Hechts bepaald<br />

zyn tot verrigungen , waar toe veel eer<br />

een der minlte Bediendens , dan een Vlag-Officier<br />

en Commandant der RheeJe, fcheen geëmployeerd<br />

te kunnen worden ; terwyl ook deeze<br />

zuo zeer gereftringeerde uitlegging weinig kon<br />

worden overeengebragt met de hier vooren gedaane<br />

opgaaf ( ƒ) van het geen tot het departement<br />

van hem S. b. N., uit krachte zyner ontvangen<br />

Inftruclie, en volgens den aart derzelve,<br />

geoordeeld moest worden te behooren.<br />

Dat, daar nu ook, niettegenftaande al het te<br />

vooren opgegeevene , de Scheepen , in *t jaar<br />

1782 tot de Expeditie naar Brest gedestineerd,<br />

ingevolge de bekende Rapporten , door derzelver<br />

commandeerende Officieren aan den V. A,<br />

Hanfinck ingeleverd, aan verfcheidene Scheepsbekceftens<br />

gebrek hadden gehad, welke gebreeken<br />

de S. b. N. van Braam in 't generaal gedeclareerd<br />

had, hem, voor het doen der gemelde<br />

opgaaven, (g~) onbekend te zyn geweest; deeze<br />

byzonderheid een meer fpeciaal onderzoek had<br />

noodzaakelyk gemaakt, of dan namelyk (/*) deze<br />

onkunde van hem S. b. N. op het gemelde<br />

fubjecl zich tot allen de in diervoegen opgegeeven<br />

Articuien , dan alleen tot fommigen derzelven<br />

, had uirgeftrekt; eu welken der gezegde<br />

defecten hem, in 'c laatlïe geval, bekend of onbekend<br />

waren geweest : Dat daar op door den<br />

S« b. N. van Braam informatie was gegeeven,<br />

dat hem, zoo veel hy zich kon te binnen brengen<br />

, geenen van de voorzeide defecten, voor<br />

de<br />

(ƒ) Verhoor S. b. N. van Braam No. I. Art. 3.<br />

(g) Idem No. 2. Art. 9.<br />

{/!) Idem No. 3, Art. 1.


JULY, S T A A T EN O O R L O G . 1785. 35'<br />

de opgave, waren bekend geweest; zynde ook<br />

geenen derzelven door de Capiteinen in hunne<br />

Rapporten van den 29 September 1782 gefield<br />

of opgegeeven: dat hy dus van geenen had ge.<br />

weeten, dan alleen van de Ankers en Touwen,<br />

•welken hy alle dagen had verwagt, zoo het weê;<br />

zulks toeliet, dat gevischt zouden worden,<br />

waarom hy in eene Misfive aan de Admiraliteit<br />

te Amfterdam verzocht had , geene anderen te<br />

willen zenden.<br />

Dat verder geinquireerd zynde , of de defeo<br />

ten, (O welken hy, S. b. N., niet eerder, dan<br />

uit de opgaaf der Capiteinen aan den V. A. Hartfinck,<br />

geweeten had, van dien aart waren, dat<br />

daar door de gemelde Scheepen eenigzins wier"<br />

den verhinderd , om den dienst, welke in een<br />

tyd van Oorlog van dezelven kon worden ver«.<br />

eischt, te vervullen; hier op door den gezegden<br />

S. b, N- verklaard was , dat de Scheepen door<br />

die defecten niet buiten ftaat gefield waren, om<br />

nog eenigen dienst te doen; gelyk daadelyk ook<br />

gebleeken was, daar fommigen derzelven in dal;<br />

zelfde faifoen nog waren gfëmployeerd; dan dat<br />

zich dit niet tot alle dieniten zonder onderfcheid<br />

kon uitftrekken, vooral tot zulken, die een veel<br />

langer tyd , dan voor welken de Scheepen ge« 0<br />

victualieerd waren, zouden hebben moeten duu»<br />

duuren : tot ftaaving hier van bybrengende den<br />

reeds meermaalen onderzochten regel, raakende<br />

de voorziening der Scheepsbehoeften ingevolge<br />

den Victualietyd; en voor het overige erkennende,<br />

dat, (£) indien de Capiteinen eenigzins verhinderd<br />

geweest waren, otn de dienden, die van<br />

hunne Scheepen konden vereischt worden , te<br />

vervullen , zy dan die defecten aan hem S. b. N.,<br />

als Commandant op de Rheede van Texel, en<br />

aan wien in die qualiteit de defecten moeftsn<br />

wor-<br />

(/) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 4. Art. 1.<br />

(A) Ibidem, Art. 2.<br />

C a


36 JULY, Z A A K E N V A N ' ^85.<br />

worden bekend gemaakt , hadden behooren optegeeven<br />

, ten einde dus in de vervulling daar<br />

van langs de gewoone wegen zoude kunnen zyn<br />

voorzien : als mede dat hy ook , by zyn generaal<br />

Rapport van den 33 September 1782 (/)<br />

met betrekking tot de Scheepen, naar Brest ge.<br />

destineerd, doorgaans gezegd hebbende, dat die<br />

Scheepen en hun Tuig in goeden ftaat waren,<br />

zulks gedaan had , cvereenkomftig de Rapporten<br />

, welken hem van die Scheepen door derzeiver<br />

commandeerende Officieren, volgens weekelykfche<br />

gewoonte , gefuppediteerd waren : dat<br />

dus deeze Rapporten, f» aan hem overgegeeven<br />

, wel niet konden worden overeengebragt<br />

met de fchriftelyke opgaven, door dezelfde Capiteinen<br />

op den y Oftober aan den V. A. Hart.<br />

linck gedaan, volgens welken die zelfde Schee,<br />

pen en hun Tuig op diverfe refpeeïen defeétueus<br />

zonden geweest zyn; en dat hy zulks ter<br />

dier tyd ook wel zoo begreepen had: doch dat<br />

hy Schout by Nacht echter moest remarqueeren,<br />

dat de defecten , door de Capiteinen aan<br />

den V. A. Hartfinck opgegeeven , niet betrekkelyk<br />

gemaakt waren in het generaal tot alle<br />

dienften, maar bepaaldelyk tot zodanige Expe.<br />

ditie , als hun door denzelven V. A. was voorgefield.<br />

Dat hem S. b. N. daar op voorgehouden zynde<br />

, O) of hy, daar hy, uit krachte zyner Inftructie,<br />

te zorgen had, dat de Scheepen op de<br />

Rheede van Texel in goeden ftaat wierden gehonden<br />

, en met Scheepsbehoeftens voorzien<br />

ten welken byzonderen einde hy dan ook wee.<br />

kelykfche Rapporten van de Capiteinen moet<br />

begreepen worden ontvangen te hebben ; dan<br />

ook niet tellens van zyn departement had geoor-<br />

(1) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 4. Art. 3.<br />

(in) Ibidem , Art. 4.<br />

(n) Idem Wo, 5. Art. f.


JULY, STAAT EN OORLOG. 17S5. 37<br />

oordeeld, om toetezien en zorg te draagen, dat<br />

de fchriftelyke Rapporten , welken de Capiteinen<br />

weekelyks gaven, met de waarheid en effecïiven<br />

ftaat hunner Scheepen overeenkwamen:<br />

hy S. b. N. daarop gedeclareerd had, dat, offchoon<br />

hy niet wel anders had kunnen doen,<br />

- dan aan de Rapporten , welken hy van de Capiteinen<br />

ontving, geloof te geeven; echter, indien<br />

hy naderhand in 't een of ander opzicht<br />

mogt bevonden hebben , dat by eenig Rapport<br />

de waarheid was te kort gedaan, het dan zeker<br />

van zyn departement zou geweest zyn om daaromtrent<br />

te vigileeren.<br />

Dat hier omtrent ook geen ander begrip kunnende<br />

geadmitteerd woeden, en evenwel daarby<br />

gelet zynde , dat de S. b. N, van Braam eene<br />

ftrydigheid in de Rapporten , eerst aan hem, en<br />

naderhand aan den V. A. Hartfinck gegeeven,<br />

erkend had , met byjzevoegde uitdrukkelyke verklaaring<br />

van dezelven nier te hebben kunnen<br />

overeenbrengen ; Heeren Gecommitteerden derhalven,<br />

ratuurlyker wyze, niet wel anders hadden<br />

kunnen verwagten, dan dat hy S. b. N.,<br />

verre van in de by hem alzoo ontvangen en nu<br />

onvoïleedig bevondene Rapporten te berusten,<br />

volgens zyne zoo even ei kende verpligting , als<br />

nu daaromtrent gevigileerd, en dat geene in 't<br />

werk gefield zoude hebben, het geen by nodig<br />

oordeelde, om of het laatfte weekelykfche Rapport<br />

van de Capiteinen, 't welk hy zelf ontvangen<br />

had, te doen ophelderen , of wel de motiven<br />

der aan hem verkeerdelyk gedaane opgaven<br />

natefpooren :• dan dat daarentegen aan Heeren<br />

Gecommitteerden was gebleeken, (0) dat door<br />

denzelven S. b. N. niets dienaangaande was gedaan<br />

, of geoordeeld te kunnen gedaan worden,<br />

op praetens fundament , dat de nadere Rapporten<br />

niet aan hem (aan wicn ze eerst, in de<br />

Con-<br />

(0) Verhoor S. b.N. van Braim N». 5 . Art. 2 en 3.<br />

C 3


33 JULY, Z A A K E N V A N i 7 Sg,<br />

Conferentie san Boord van den Commandant der<br />

Vioot vertoond waren) maar aan den V. A. Hartfinck<br />

waren overgegeeven ; en dar het mitsdien<br />

aan denzelven V. A., welke ook Copie van het<br />

generaal Rapport van den 30 September had,<br />

als die Commandant der Vloot, en dus boven<br />

hem S. b. N. was , had gedaan , om , indien<br />

hier over ieis zou hebben moeten gedaan worden,<br />

hetzelve werkftellig te maaken ; hebbende<br />

hy S. b. N. volgens zyn gegeeven antwoorden<br />

ook niet begreepen , (/>) als toen verder iets,<br />

tot redres of fuppletie van deeze hem nadeihand<br />

bekend gewordéne defecten, in 'c werk te moeten<br />

dellen,^ om dat de zaak in han.len van den<br />

Chef dtr Vloot was , en deeze hiervan kennis<br />

gegeeven had, daar hy meende zulks te behooren;<br />

200 dac daaromtrent nu nadere orlres zouden<br />

hebben moeten worden afgewagt; behalveu<br />

ook , dat volgens diezelfde opgave verfcheiden<br />

defecten eigenlyk niet zouden hebben kunnen<br />

worden herdeld, ten zy fummige Scheepen teffens<br />

gekield wierden.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden echter wederom<br />

niet konden nalaaten hierop te remarqueeren,<br />

dat , oiTchoon niet alle de defecten konden<br />

worden weggenomen zonder de Seheepen<br />

teffens te kielen, het evenwel niet te ontkennen<br />

was, dat veelen derzelven hadden kunnen worden<br />

f-ereiresfeerd of vervuld ; en dat , hoezeer<br />

de Commandant der Vloot mogt kunnen goedvinden<br />

, alles te verzuimen , en niets daar toe<br />

in 'c werk re 'laaten dellen , zulks daarom een<br />

ander Officier, met een byzoneier departement<br />

beldS', geenszins van de verpligting ontfloeg ,<br />

081 ia zyn departement, zoo veel aiogelyk, te<br />

vi^ileereri: daar die verpligting , volgens zyn<br />

eigen Sylteina voor handen was , zoo ras de<br />

zaak, op weike wyze zulks dan ook zyn mogr,<br />

tot<br />

(p"j Verhoor S. b, N. van Braam, No. 5. Art. 4.


JVLY, S T A A T E N OORLOG. 1785. 3°<br />

tot zyne kennis was gekomen: terwyl het departement<br />

van hem Schout by Nacht,' als voerende<br />

het .opzicht over den ftaat der Scheepen<br />

in Texel, te dier tyd niet verftaan konde worden<br />

, een einde genomen te hebben: ten minften<br />

niet zoodanig, dat hy den Commandant der<br />

Vloot niet zoude hebben behooren te herinneren<br />

en onder het oog te brengen , hoe zy beiden,<br />

ieder in hunne qualiteit verpligt waren , om 'c<br />

gedrag der Capiteinen in dezen te onderzoeken;<br />

en , in allen gevalle natelpooren en te overleggen,<br />

of, en wat 'er, ter geheeld of immers<br />

gedeeltelyke vervuiling der plaats hebbmde gs«<br />

breken, kon worden verrigt.<br />

Dat nu uit het voorenltaande gebleeken zynde,<br />

waarin, met relatie tot het generaal voorzien<br />

houden der Scheepen, het departement van<br />

den S. b. N. van Braam beltaatï hebbe ; wat<br />

daaromtrent door denzelven is verrigt; en op<br />

welke gronden hy zyne voorfz. verrigtingen ge.<br />

bouwd hebbe ; nog kortelyk moest worden ge.<br />

remarqueerd; voor eerst, dat de dikwyls gebleekene<br />

fituatie der Scheepen , zelfs met uitzondering<br />

van het artieul-der Victualie, weinig fcay.<br />

nende voldaan te hebben aan de beken.1e recommandatie<br />

, door Z, H. in den Krygsraad van<br />

den o September gegeeven, (ten minlten 111 den<br />

zin, welke daar aan, zonder nadere explicatie,<br />

natuurlyk moest worden gehegt) Heeren Gecommitteerden<br />

, na derzelver hiervooren gedeclareerde,<br />

en by den loop van dit onderzoek geappliceerde<br />

opvatting dezer recommandatie, dan<br />

ook geoordeeld hadden, den S. b. N. van Braam<br />

by dezelve te moeten bepaalen: en dat by die<br />

gelegenheid gebleeken was , dat hy S. b. N.<br />

medewerkende, (?) begrepen te hebben, dat de.<br />

ze recommandatie ook byzonder het voorzien<br />

houden der Sclieepen met de noodige Sch^eps-<br />

(q) Verhoor S. b. N. van Braaai, No. 6. Art. 4.<br />

C 4<br />

be-


4° JULY» Z A A K E N VAN , 7 8 J h<br />

t ;<br />

SSSe'? T° i W f t * Commandant der<br />

Kneede van Texel , (>) het best den ftaat der<br />

jcheepen kennende, nochtans (zoo vee 1 hy 7? CJ<br />

kon herinneren) op de gezegde recomrna JaÏÏ<br />

pen en derzelver voorziening met Scheenshe<br />

Sn^T t,<br />

o e<br />

r e<br />

d n<br />

e d<br />

h a<br />

rS• * , waS d "<br />

zeiven de orders om dienst te doen, welken<br />

men uit die recommandatie te verwL'en had<br />

met zouden hebben kunnen nakomen en da?<br />

hy ook niet gemeend had, dat daartegen zwaa<br />

s h<br />

t n<br />

s:t b<br />

wa<br />

NS00 ; ) n Ld mits<br />

r E <br />

«"


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 4ï<br />

van iets anders of meerder te doen, dan waar.<br />

toe zy buiten die recommandatie reeds per Je<br />

gehouden waren, fcheen te doen vervallen.<br />

Dat, in de tweede plaats , by Heeren Gecommitteerden<br />

eenige informatien genomen waren<br />

, met betrekking tot het gedrag , dat de S,<br />

b. N. van Braam, ter gelegenheid van de meergemelde<br />

Conferentie der Vlag-Ofiïcieren, in zyne<br />

relatie als Medelid van dezelve had gehouden<br />

, en dat hun by dit onderzoek uit de gegeeven<br />

antwoorden van den gemelde S. b. N.<br />

het navolgende was voorgekomen, namenlyk:<br />

dat de préparatoire informatie, («) door Z. H.<br />

aan den V. A. Hartfinck nopens de Expeditie<br />

naar Brest gegeeven, aan hem S. b. N. vóór<br />

de Conferentie niet was gecommuniceerd, maar<br />

dat hy eerst op den 7 October , fV) toen hy<br />

aan Boord van den V. A. gekomen was , OTI<br />

de gemelde Conferentie by te woonen , kennis<br />

had gekreegen (zonder zich te herinneren, door<br />

wien) dat H. H. Mog. tot het zenden van tien<br />

Scheepen naar Brest hadden gercfolveerd : —<br />

dat hy S. b. N. dus , (w) vóór die Conferentie<br />

deswegens geenerhande byzonder entretien<br />

met den V. A. Hartfinck had gehad, noch hem<br />

(x) door denzelven communicatie was gegeeven<br />

van zyn voorneemen tot het doen houden eener<br />

zoodanige Conferentie, of van het oogmerk derz<br />

e l v e : __ dat in die Conferentie , fjy) waarby<br />

hy S. b. N. mede had geadfilteerd , geleezeu<br />

waren de Refolutien van H. H. Mog. van den<br />

o bevoorens , en ook teffens vertoond fz) de<br />

fchriftelyke Rapporten , welken de Capiteinen<br />

der meeite naar Brest gedestilleerde Scheepeu op .<br />

den<br />

(«) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 7. Art. 4.<br />

(VJ) Ibidem Art. 6.<br />

(u>) Ibidem Ar. 7.<br />

(x) Ibidem Art. 9.<br />

(y) Idem No. 8. Art. I.<br />

(z) Ibid. Art. a.<br />

S<br />

C 5


4* JULY, Z A A K E N V A N 1?8j.<br />

den j Oflober aan den V. A. Hartfinck had.<br />

den ter hand gefield: — dat hy S. b. N. zich<br />

echter niet konde rappdleeren , of die Rapporten<br />

aldaar waren voorgeleezen , noch ook of<br />

door den V. A. van Byland eenig verflag 'was<br />

gedaan O) van de gefprekken, weiken dezelve,<br />

by geleegenheid zyner onlangs gedaane reis naar<br />

den Haag , met Z. H. had genouden , of van<br />

de affpraak, met Hoogdenzelven wegens de Expeditie<br />

naar Brest gemaakt: — dat hy S. by<br />

N. zich mede niet konde herinneren , hoe'langen<br />

tyd (b) die Conferentie wel omtrent had<br />

geduurd; noch ook, waarom (c) in het Declaratoir<br />

, door de Vlag-Officieren gegeeven en<br />

door hem mede ondertekend, gezegd wasdat<br />

onder anderen de Rapporten, door de Capireinen<br />

Tulhngh en Meurer , wegens de Scheepen<br />

de Prins Frederik en Amfterdam overgegeeven<br />

in rype overweging genomen waren ; fchoon hy<br />

5. bt N. zich nu wel meende te herinneren,<br />

dat er, nopens het eerstgemelde Schip, geen<br />

fchriftelyk rapport van deszelfs Capitein was ingediend<br />

, maar alleen door den S, b. N. van<br />

Hoey mondeling verilag gedaan : — wyders, dat<br />

io de gezegde Conferentie (d) het oordeel en<br />

alvis der aanweezende Vlag-Officieren gevraagd<br />

was, of zy de Scheepen in ftaat oordeelden,<br />

om de geordonneerde reis naar Brest te doen •<br />

— en eindelyk, dat hy S. b. N. zich wederom<br />

(e) niet kon herinneren , of aldaar ook gedelibereerd<br />

was over de middelen , door welken de<br />

zwaarigheeden, die zich tegen de reis naar Brest<br />

opdeeden, zouden kunnen worden uit den weg<br />

geruimd, noch ook, of alle (f) de in voorzeide<br />

(a) Verltoor S. b. N. van Braam, No. 8. Art. %<br />

O) Ibidem Art. 5.<br />

(c, Idem No. 10. Art. 1 en 2.<br />

Cd) Idem No. 8. Art. 6.<br />

(«) Ibidem, Art. 7.<br />

(j) lbid. Art. o.


juxr, STAAT EN OORLOG. 1785- 43<br />

de Conferentie aanweezende Vlag - Officieren geoordeeld<br />

hadden, dat niets, hoe genaamd , tot<br />

wegruiming van de gezegde zwaarigheden kon<br />

worden verricht. . -<br />

Dat op deze gegeeven informatien aanttonds<br />

moest worden gereflecteerd , dat het_ daar by<br />

zoo dikwyls herhaald gebrek van herinnering ,<br />

door voorn. S. b. N. op diverfe refpeélen geallegueerd,<br />

niet anders, dan zeer fingulier kon<br />

voorkomen , daar het zelve door hem tot verfcheidene<br />

zoo weezenlyke pointen wierd ur.g><br />

ftrekt, welken hem, geconfidereerd het gewigt<br />

der zaak en de zekerheid, welke hy in avans<br />

wel had kunnen opmaaken , dat hier op onderzoek<br />

zoude vallen, zeer naauwkeung behoorden<br />

bekend , zoo al niet zelfs aangeteckend te wezen,<br />

dewyl daar uit het rechtmaatige of onrechtmaatige<br />

van zyn gehouden gedrag , ook m<br />

't bv/onder zoude moeten worden beoordeeld ,<br />

al het welk dan ook , hoewel zonder vrucht ,<br />

aan hem S. b. N. was onder het oog gebragt. (g)<br />

Dat intutfchen hier uit wederom niet anders<br />

kon worden afgeleid , dan dar in de meergedacbte<br />

Conferentie der Vlag-Officieren aan de<br />

middelen ter wegruiming van de geopperde zwaarigheden<br />

weinig fcbynt gedacht te zyn : en dat<br />

daar door dan wederom wordt bevestigd , dat<br />

men aldaar zich veel meer met het opperen en<br />

billvken van zwaarigheden, dan met het uitdenken<br />

vaa maatregelen, om, door dezelven de orders<br />

van H. H. Mog. ter uitvoer te brengen,<br />

bezie: gehouden hebbe.<br />

Dat zy Heeren Gecommitteerden de zwaarigheeden<br />

zeiven , waarop in de gem. Conferentie<br />

de beflisfing der volftrekte onmogelykheid van<br />

den Togt naar Brest gefundeerd geweest was ,<br />

reeds te vooren opgegeeven hebbende, dezelven,<br />

met relatie tot den S. b. N. van Braam, hier<br />

(g) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 8. Art. 9.


44 jutr, ZAAKEN VAN , 7gji<br />

!o e<br />

i t<br />

e r<br />

n d e n<br />

aende .liï° r<br />

h e r b a a I e n<br />

' ^ch dien-<br />

volgende alleen refereeren tot hetgeen doorhem<br />

a. b. IN. hier omtrent was bygebragt, m waar<br />

uit onder anderen zoude blyken, da het gebrek<br />

tnZf a<br />

l elke<br />

y a<br />

, n d e<br />

hv


JULY, STAAT EN OORLOG, 1785. 4?<br />

den inneemen , alvoorens zich finaal te bcpaalen<br />

maar dat hy , volgens zyne opgave , het<br />

daar voor houdende, dat hy niet geroepen was<br />

om zyne gedachten over gemelde point te uitten<br />

, maar wel over het gewigt en de validiteit<br />

der zwaarigheden, tegen de volvoering der Expeditie<br />

ingebragt, dan ook fpeciaal geoordeeld<br />

had, zich daartoe te moeten bepaalen; als begrypende<br />

, dat hy de verdere overweeging aan<br />

die geenen moest overlaaten , welken met de<br />

uitvoering der ordres belast waren: hebbende by<br />

S. b. N. evenwel, met relatie tot de gezegde<br />

ingebragte zwaarigheeden , moeten erkennen, dat<br />

hy dezelven ten minften nu (m) niet konde confidereeren<br />

als onvoorziene toevallen, waar van<br />

H. H, Mog. volftrekt onkundig geweest zouden<br />

zyn.<br />

Dat de gemelde S. b. N. al verder aan Heeren<br />

Gecommitteerden had te kennen gegeeven ,<br />

dat hem ook geene (») particuliere orders of<br />

onderrigtingen gecommuniceerd waren , waarom<br />

hy zou gemeend hebben , zich in zyn advis<br />

niet tot de beletzelen van tegenwind en onvoorziene<br />

toevallen, welken alleen by H. H. Mog.<br />

Refolutie vermeld ftonden, te moeten bepaalen,<br />

maar ook zyn byzonder oordeel over het al ©f<br />

niet raadzaame der Expeditie te mogen raadpleegen<br />

: dan dat hier uit wederom eene nadere<br />

vraag zynde geproflueerd, om dat geene , 't<br />

welk evenwel daadelyk in de voorfz. Conferen.<br />

tie gefchied is, meerder te doen ophelderen, by<br />

Heeren Gecommitteerden bevonden was, dat<br />

voor eene diergelyke beoordeeling (0) van het<br />

al of niet raadzaame in de uitvoering van een<br />

duidelyk en pofuif bevel van den Souverain niet<br />

kon worden opgegeeven eenige regel of gewoon.<br />

te,<br />

(«) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 9. Art. 3,<br />

(») Ibid. Art. 4.<br />

(0) Ibid. Art. 5.


46 JULY, Z A A K E N V A N i 7 5g,<br />

£'Jn de<br />

Z e e d i e n s t<br />

"u . gebraikelyk, dan alleen in<br />

gevallen, hier geenszins te pas komende; weghalven<br />

wederom niet anders daar uit had kunnen<br />

worden opgemaakt, dan dat dezelve beoore<br />

e n e w i l l e k e u r i<br />

JL°£ g aangemaatigde en<br />

met alle begrippen van fubordinatie en onderwerping<br />

aan het wettig gezag van den Souveram<br />

ftrydende vryheid berust nad.<br />

Dat , laatftelyk, de meergedagte S. b. N<br />

met betrekking tot de mogelykheid, om de'<br />

Scheepen naar Brest gedestineerd , door middel<br />

V r z i e n S ZZZl^ï °° ' S ede<br />


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 47<br />

met goedvinden van H. H. Mog., was opgedragen,<br />

zullende worden overgegaan, ten einde,<br />

volaens het geen Heeren Gecommitteerden<br />

zich by da behandeling van dit tweede Hoofdpoint<br />

hadden voorgefteld , te kunnen beflisfen ,<br />

in hoe verre de gezegde V. A. kon geoordeeld<br />

worden , door zyn gedrag tot de non-executie<br />

der orders van H. H. Mog. in dezen al of niet<br />

te hebben medegewerkt: het noodig zoude zyn,<br />

ter dezer geleegenheid, vooraf melding te maaken<br />

van het gepasfeerde in diverfe Krygsraaden,<br />

kort voor de geordonneerde Expeditie naar Brest<br />

gehouden en te onderzoeken, hoedanige begrip,<br />

en hy V A. en de verdere Leden derzelve Krysraaden<br />

als toen, ten aanzien van de gereedheid<br />

of ongereedheid der Scheepen, gevormd, or ten<br />

minften gemanifesteerd hadden; en in hoe verre<br />

de doenmaalige denkenswyze van dezelve Utficieren<br />

in 't gemeen, en van den Commandant<br />

dezer Expeditie in het byzonder , nopens den<br />

ftaat en bekwaamheid der Scheepen, met de daar<br />

na, by het opkomen van dezen Togt, geopperde<br />

zwaarigheden en gedeclareerde onmogelykheid<br />

derzelve, kan worden overeengebragt.<br />

Dat in de eerfte plaats, met relatie tot den<br />

Krvesraad, op den 4 September des jaars 1782<br />

in Texel gehouden, het uit de refpecTdve Notulen<br />

gebleeken was, (a) dat, de Commandant<br />

der Vloot het advis der aanweezende Leden,<br />

nopens het doen uitloopen der Scheepen , gevraagd<br />

hebbende; de V. A. van Byland, in de<br />

eerfte plaats , en vervolgens ook alle de verdere<br />

Leden, na diverfe betuigingen van verlangen,<br />

om gelegenheid te vinden tot het doen van ope.<br />

ratieii tegen den Vyand , en daar door de reflexen<br />

van Lasterlchnften &c. te doen ophouden<br />

, eenpaarig verklaard haddeti, het uitloopen<br />

' der<br />

(?) Zie Bylaagen tot het vervolg der Memorie vaa<br />

Z. H. No. 1. Pag. 3.


4* JULY, Z A A K E N V A N<br />

der Scheepen ongeraaden te oordeelen, alleen op<br />

grond der iuperioriteit van de vyandelyke maat.<br />

welke zich destyds op de Kusten vertoonde!<br />

zonder by die gedegenheid van eenige zwarigheden<br />

, uit den (laat der Scheepen ontleend , het<br />

alierminfle gewag te maaken ; zoo dat hier in<br />

derhalven gefupponeerd moest worden , geene<br />

de rrnnfte zwarigheid gefield te zyn : hebbende<br />

den V. A. van Byland dan ook als nu verklaard<br />

met te weeten (r) dat 'er, behalven de gemelde<br />

fuperionteit van den Vyand, by hem eenta andere<br />

redenen tegen het doen uitloopen der Schepen<br />

toen ter tyd hadden plaats gehad, en dat<br />

zoo er die geweest waren , dezelven zekerlvk<br />

zouden zyn genoteerd. '<br />

Dat, vervolgens, in den Krygsraad, op den<br />

9 September, tg praefentie van Z. H. gehouden,<br />

(x) over het uitzenden der Scheepen andermaal<br />

gedehoereert zynde; zulks, volgens het eeupaang<br />

advis der Officieren, daar piaefent, wederom<br />

om geene andere redenen Cgelyk andermaal door<br />

den V. A. van Byland (t) was bevestigd) dan<br />

de gezegde fuperioriteit van den Vyand! ongeraaden<br />

was geoordeeld, zonder dat die ongeraadenheid<br />

, al wederom in dezen Krygsraad , 0p<br />

den georekkigen ftaat der Scheepen , of derzelver<br />

geringe voorziening van Vidualie en Behoef*<br />

tens, gefundeerd was geworden: niettegenftaande<br />

Z. H. , _m dezen zelfden Krygsraad betuigd<br />

hebbende, oat het Hoogdenzelven byzonder aangenaam<br />

zoude zyn, indien door een der Leden<br />

eenig middel aan de hand kon gegeeven worden<br />

, het zy tot meerder beveiliging v a n het<br />

Conyoy van Drontheim, het zy tot afbreuk van<br />

den Vyand; dan ook te gelyk aan de Gapitei.<br />

nen,<br />

(r) Verhoor V. A. van Byland, No. i. Art. %<br />

Z i e<br />

(O Bylaagen tot het V. der M. van z' H<br />

pag. 6. ' -<br />

(/) Verhoor V. A. van Byland, No. i. Art. 7.


JULY, S T A A T E N OORLOG. 178* 4$<br />

nen, welken de Scheepen van 's Lands Esqua»<br />

der commandeerden, de reeds meermaalen ge«<br />

melde en in de ferieufte termen voorgeftelde recommandatie<br />

, nopens het voorzien houden hunner<br />

Scheepen, gegeeven, en dezelven daar door<br />

dus te meer uitgenoodigd, immers volkomen geleegenheid<br />

gegeeven had, om, ingevalle 'er, naar<br />

hun oordeel , waarlyk zwarigheden in den ftaat<br />

of voorziening der Scheepen plaats hadden, waar<br />

door zy tot de gemelde afbreuk van den Vy*<br />

and geheel of ten deele buiten ftaat waren, dezelven<br />

, wanneer het al niet in hunne magt<br />

ftond , die te verbeeteren , als nu ten miaften<br />

op te geeven.<br />

Dat, wat deeze recommandatie nu in het by»<br />

zonder betreft ; het genoeg zoude zyn , ondef<br />

inhsefie, van het geen, zoo ten aanzien der natuurlykfte<br />

explicatie derzelve, en het daar naar<br />

ingerigte onderzoek, als nopens de daar uit ge.<br />

proflueerde verpligting der Officieren bereids is<br />

bygebragt; voor het tegenwoordige nog te remarqueeren,<br />

dat de V. A. van Byland, na door<br />

die recommandatie mede niets meerder of an«<br />

ders, zoo hy zegt, begreepen te hebben , dan<br />

eene aanbeveeling van iets, waar toe de Officieren<br />

, ook zonder deeze recommandatie , even<br />

zeer verpligt en volftrekt gehouden waren , te<br />

weeten, om zorg te draagen, dat zy alles, volgens<br />

de laatfte orders, aan boord hadden; onder<br />

anderen gedeclareerd had, dat zyn particulier<br />

begrip («) omtrent het verftand dezer recommandatie<br />

hier niec te pas kwam , akoo hy<br />

het Commando in Texel niet had.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden uit dit fingulier<br />

raifonnement van den Vice-Admiraal van Byland<br />

vervolgens hadden gemeend te kunnen en te moe»<br />

I ten afleiden, dat, hoe zeer hy V. A. aan d;eze<br />

recommandatie een uitgeftrekter betekenis moge<br />

ge-<br />

(«) Verhoor V. A. van Byland, No. \. Ais. IQ,


50 JULY. Z A A K E N V A N 1785.<br />

geattribueerd hebben; mitsgaders , offchoon hy<br />

ook in aanmerking genomen had, dat de Schee»<br />

pen met den Voorraad , welke zy volgens de<br />

laatffe order moeiten inhebben, naauwlyks in<br />

ftaat zouden zyn , om een' kleinen Kruistogt<br />

van weinige weeken te doen; en dat bygevolg,<br />

indien de Scheepen, het zy door een* fuperieure<br />

vyandelyke magt, het zy door tegenwinden,<br />

nog eenigen tyd in Texel wierden opgehouden,<br />

dezelven dan al ras tot alle dienften onbekwaam<br />

zouden geraaken ; hy echter in den gemelden<br />

Krygsraad , volgens zyn eigen opgave, zoude<br />

hebben geoordeeld te kunnen volftaan, met zig,<br />

zonder van dit alles iets te opperen, ilechts aan<br />

de laatlte order te houden; en dat het de zaak<br />

van den Commandant alleen zoude zyn geweest,<br />

by deeze gelegenheid , die bedenkingen in te<br />

brengen of elucidatien te verzoeken.<br />

Een denkbeeld , het welk nogtans geenszins<br />

kon worden gebülykt, wanneer men zich herinnert,<br />

dat, hier, door Z. H. een Krygsraad was<br />

re zamen geroepen , ten einde , niet met den<br />

Commandant der Vloot alleen, maar met alle'<br />

de Officieren, over het employ der Scheepen te<br />

raadpleegen; van welke Krygsraad de V. A.<br />

vaa Byland, niet alleen een Medelid, maar daarenboven,<br />

na den Commandant, de eerfte Vlagofficier<br />

zynde, dus niet lkchts bevoegd, maar<br />

ook wel deegelyk verpligt was, zyne confideratien<br />

over het point in qujeltie mede te deelenj<br />

en zodanige zwarigheden voor te draagen, als<br />

hy oordeelde , uit den aart der zaak te proflueeren.<br />

Dat nogtans dit ongegrond denkbeeld by hem<br />

V. A. beltendig was geinhjereerd (V) en bovendien<br />

gefuftineerd, cac de gefchiktheid der Schepen,<br />

om iets anders, (w) dan een kleinen Kruistogt,<br />

(v) Verhoor V. A. van Byland, No. I. Art. **•<br />

(w) Idem, No. 4. Art. 5.


jDLy, STAAT EN OORLOG. 17S5W 5*<br />

1<br />

togt , te doen , in dien Krygsraad niet te pas<br />

kwam, terwyl 'er alleen gedelibereerd zoude zyn<br />

over een kleinen Kruistogt , ter beveiliging der<br />

Scheepen, welken van Drontheim verwagt wierden;<br />

en dat, de ftaat der Scheepen , en de quan.<br />

titeit van derzelver Victualie aan Z. H. bekend<br />

zynde; Hoogdezelve daar uit zelve kon opmaa-<br />

ken , dat geene andere dan kleine Kruistogten<br />

konden gedaan worden: dan dat van deeze lustenue<br />

(V) hem V, A. het abufive, hoewel vruchteloos,<br />

was onder het oog gebragt, en aangetoond<br />

, dat by de Notulen dier Krygsraad evidentelyk<br />

bleek, dat de deliberatien, in dezelve,<br />

zich geenszins alleen tot het gemelde point bepaald<br />

hadden ; maar ook in het generaal door<br />

Z. H. tot het doen van afbreuk aan den Fyand t<br />

het welk in een tyd van Oorlog volftrekt allerlei<br />

foort van expeditien ii.fiuit , geëxtendeerd<br />

waren: terwyle, op dit fubj\c"t, nog kon worden<br />

geremarqueerd, dat, ingevalle hy V. A. in<br />

der daad had vermeend , dat Z. H. nopens de<br />

voorziening der Seheepen genoegzaame bewustheid<br />

droeg, en dus wel weeten konde, dat dezelven<br />

tot geene andere , dan kleine Kruistogten,<br />

bekwaam waren; zulks voor hem V. A.<br />

eene reden te meer had moeten opleveren, om,<br />

daar Z. H. niettemin hem en de verdere Officieren<br />

over de middelen tot het deen van onbepaalde<br />

afbreuk aan den Vyand raadpleegde, en<br />

daar op eene ferieufe recommandatie liet volgen,<br />

om de Scheepen in ftaat te houden , ten einde<br />

op de eerfte order, behöorlyk toegerust, te kunnen<br />

uitzeilen ; by die geleegenheid aan Hoogdenzelven<br />

den ftaat en geringen voorraad der<br />

Scheepen te herinneren , en de onmogelykheid,<br />

om met dezelven aan zulke onbepaalde oogmerken<br />

te voldoen, onder het oog te brengen.<br />

Dat eindelyk op den 15 derzelve maand Sep-<br />

tem-<br />

(») Vfthdor V. A. vaa Byland, No. 4. Art. 5*<br />

D 2


gi JULY, Z A A K E N V A N 1785,<br />

rember wederom door den Commandant der<br />

Vloot een Krygsraad belegd zynde , ten einde<br />

te delibereeren fjy) over den inbond eener M>sfive<br />

van Z. H., by dewelke het al of n et uitzenden<br />

der Schelpen aan de directie en bet oordeel<br />

der Vi-g-Officieren wierd ov.rgelaaten, dit<br />

voorftel, door ahe dezelven Officieren , ter dezer<br />

geleegenheid , nogmaals a.hen var> wegens<br />

de gevreesde aanweezigheid eener fupericure vy<br />

andehke magt, zonder in den Haat of voorraad<br />

der Scheepen de allermii.fte zwaarigheid te ftelkn,<br />

immers daar van gewag te maaken , ongeraaden<br />

was geoordeeld: nie tegenltaande de gemelde<br />

M'sfive eene fpeciaie order behelsde, om<br />

's Lands Vloot , ingevaile 'er geene fuperieure<br />

magt van den Vyand in de Noordzee was, niet<br />

langer binnen te houden , en den Commandant<br />

daar by gemjungeerd wierd, om , met overleg<br />

der by zich hebbende Vlag-Officeren, zoodanige<br />

maatrcgulen te neemen, als best gelchikt wa«<br />

ren tot protectie der Commerc' -erende Ingezeetenen<br />

; en byzonder van de Scheepen , weiken<br />

va'i D'onthei n verwagt wierden; als mede tot<br />

afbreuk van den f^yand, het zy door htt inteicipieeren<br />

der Convoyeeren uit de Oostzee s<br />

bet zv door zoodanige andere Expe/litien , als<br />

hy Commandant, roe' overleg df;r Vag-Officieren,<br />

raadzaam zou oordeden: tot hri uitvoeren<br />

van welke onbepaahe orders dus de V. A. van<br />

Byland , met de overige Vlag-Officieren , de<br />

Seheepen toen ter tyd bekwaam en voorzien<br />

feneen te hebben aangemerkt, terwvl ook deze<br />

gevolgirekking door denzelven niet had kunrtrn<br />

woroen tegengefprooken, (z) als hebbenoe zich<br />

alleenlyk oaarop beroepen , da' het geeven van<br />

de nodige orders tot voorziening der Scheepen<br />

iets<br />

(y) Zie Bylaagen tot het Vervolg der Memorie van<br />

Z. H. pag. 10.<br />

(s) Verhoor V. A, van Byland, No. 1. Art. 15.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 53<br />

iets was , het geen van den G>rnman 'ant der<br />

V'Oor dtpendeerde. Dan waar op , behalven<br />

het geen zoo even de?.en ?a ga is is aange*<br />

merkt, nog moest worden geren. dleerd , dar het<br />

hier eigenlyk de vraag nier. was , wie v >or de<br />

voorziening der Scheepen te zorgen had ; maar<br />

alleen , of r iet wederom de Viag-Officieren, en<br />

in het by*nnder ook de V. A. van Byland, ab«<br />

folut verphgr waren, om, ingevaüe zy, ten tyde<br />

dezes Krygsraad's, tegen het uitloopen der<br />

Scheepen in het generaal eenige andere zwaarigheden,<br />

dan die by de Notulen vermeld Haan,<br />

gevonden hadden, dezelven dan ook fpeciaal op<br />

te geeven; en of, daar zy zulks niet ge-aan<br />

hebben, dan hier uit niet wettig de evengemelde<br />

cnfeqnentie moet worden getrokken , dat,<br />

namen yk hy V. A., en de verdere Le ;<br />

en van<br />

dezen Krygsraad getoond hadden, van begrip


J4 JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

pen volgens de gemelde Misfive van Zyne Hoogheid,<br />

bleek te zyn het verkenen van protectie<br />

aan de Commercie, en bet doen van afbreuk<br />

aan den Vyand; dat dus in 't generaal het oogmerk<br />

, waar toe de Scheepen moeiten geëropioveerd<br />

worden, vooral, wanneer men zich<br />

wilde herinneren, dat het in een tyd van Oorlog<br />

was, niemand der Officieren, en dus in 'c<br />

byzonder den V. A, van Byland, onbekend kon<br />

zyn: waarom derhalve de nu geopperde bedenking<br />

om eerst van de fpeciale deftinatie der<br />

Scheepen onderrigt ie willen zyn , alvooren te<br />

kunnen bepaalen, of zy daartoe gtfchikt waren,<br />

in allen gevalle des tyds had moeten zyn<br />

geopperd; in plaats van ftilzwygende de Schee,<br />

pen , tot alle de als toen in algemeeae termen<br />

voorgcftelde eindens, gefchikt te erkennen; mee<br />

daaromtrent niets by te brengen , noch zelfs<br />

eenige Elucidatien nopens de gedaane aanbeveeling<br />

te verzoeken.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden, wyders , in<br />

achting genomen hebbende , dat de V. A. van<br />

Byland zelf had gedeclareerd, reeds op den 9<br />

S ptember de Scheepen fiechts gefchikt gekeurd<br />

te hebben tot het doen van een' kleinen Krujs-<br />

- togt; en voorts hebbende geconfidereerd , niet<br />

alleen , dat 'er thans wederom een week meerder<br />

was verloopen, en dus de voorraad zoo veel<br />

verminderd ; maar dat hy V. A. ook in 't byzonder,<br />

met betrekking (b) tot zyn Schip gezegd<br />

had, dat de conftituiie van hetzelve, en<br />

de quantiteit van Behoeftens en Viclualie , andere<br />

dau kleine Kruistogten verhinderden , tot<br />

redres van welke defecten hy geoordeeld had,<br />

(c) niets in 't werk te moeten Hellen, om dat<br />

flezelven bekend en van dien aart waren , dat<br />

ze niet, zonder het Schip buiten ftaat van dienst<br />

e» Verhoor V. A. vaa Byland, No. 4: Arr, 2.<br />

(O Ibidem Art, 3.<br />

te


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 55<br />

te (tellen, gerepareerd konden worden: dan ook<br />

uit dit alles hadden moeten beflatten, dat hy<br />

V. A., als Lid van den gem. Krygsraad, by de<br />

deliberatie over het al of niet employeeren der<br />

Scheepen tot oogmerken , waaraan zulk eene generaale<br />

explicatie kon en moest gegeeven worden<br />

, zich geenszins had behooren te dispenfee.<br />

ren, van iets te gewaagen van defecten, waardoor<br />

ondertusfchen naar zyn eigen begrip , alle<br />

Expeditien van eenige aangelegenheid verhinderd<br />

moeiten werden, en dat hy teffens had moeten<br />

begrypen, dat, door dit ftilzwygen niet alleen ,<br />

maar zelfs door het niet requireeren van eenige<br />

nadere Elucidatien, nopens de voorgedekte deftinatien<br />

(ingevalle hy al mogt oordeelen , dat<br />

dezelven niet dutdelyk genoeg waren opgegeeven)<br />

eene direfte aanleiding en gelegenheid zou<br />

worden gegeeven rot geheel verkeerde denkbeelden<br />

nopens den ftaat en gefchiktheid der Scheepen<br />

zeiven. Eene refkxie , welke niet weinig<br />

zoude worden verfterkt, wanneer men hem V.<br />

A met de overige Officieren op het krachtigfte<br />

hoorde betuigen, (d) dat zy met den oprechtften<br />

yver na het oogenhlik verlangden, om finale,<br />

orders te mogen ontvangen tot zoodanige einden*<br />

als, ten nutte van den Lande, noodig<br />

peotrdeeld zouden worden : alzoo nu , na het<br />

onderzoek van alle de gem. voorgeevens van<br />

den voorn. Graave van Byland, deze hoogklinkende<br />

betuigingen op niet anders zouden nederkomen,<br />

dan op een verlongen tot het doen van<br />

een kleine en weinig beduidende Kruistogt; waartoe<br />

de mogelykheid , naar der Officieren eigen<br />

begrip, dag by dag minder wierd.<br />

Dat uit al het zelve dan ook zou kunnen<br />

worden opgemaakt, in hoe verre het uiterlyk<br />

gedrag van den V. A. van Byland, en der «ve-<br />

(/) Zie föylaagen tot het V. der M. van Z. H.<br />

pag. ia.<br />

D 4


jfl JULY, ZAAKEtJ VAN 1785.<br />

rige Officieren, by gelegenheid der opgenoemde<br />

Krygsraaden gehouden, met derzelver reeds Czo<br />

het fchynt) doenmaalig, doch in der daad eerst<br />

naderhand gedeclareerd begrip omtrent de gefteldheid<br />

der Scheepen, kon worden overeenlebragt;<br />

mitsgaders in hoe verre door 't verzwv.<br />

gen of verbergen van den gebrekkelyken ftaat<br />

der Scheepen , zoo die ten tyde der Krygsraaden<br />

effiftivelyk reeds plaats had, eene toen nog<br />

tydige voorziening dienaangaande was agtergebleeven;<br />

en emdelyk, wat men in die gefteldheid<br />

van zaaken 'er van te denken hebbe, wanneer<br />

men den voorn. V. A. t na by alle de<br />

voorfz. onderfcheiden gelegenheeden nimmer te<br />

hebben geloond eenige zwaarigheid hoegenaamd<br />

111 den ftaat, noch bekommering omtrent de<br />

voorziening der Scheepen te ftelieu , evenwel<br />

Kort daarop , z o 0 dra hy maar van den Toet<br />

naar Brest en van zyne beftemming tot het<br />

commando kennis krygt, alle die zwaarigheeden<br />

gewichtig genoeg ziet keuren , om , op grond<br />

derzelven fteihg te declareeren, dat hy, in qua.<br />

liteit als benoemde Commandant tot deze Expeditie,<br />

( e) dezelvé wel /pedaal gantsch infaifabel<br />

aoraeelde.<br />

J<br />

Dat Heeren Gecommitteerden, na dit geprai,<br />

muteerde , zouden overgaan tot het onderzoek<br />

den 3 Octoher, Cden dag, op welke by H, H.<br />

Mog. tot de Expeditie naar Brest belloten wierd)<br />

naar s Haage ondernomen ; en vervolgens al<br />

aanltoncis moeften remarqueeren, dat hy V A<br />

in het eerst, gefustineerd hebbende volftrekt on.'<br />

, gehouden te zyn, om, ten aanzien van zvn»<br />

verrichtingen ter dezer gelegenheid , de gerequireerde<br />

mformaaen te fuppediteeren ; f> e n fuftenue,<br />

die uoor denzelven ook bereids nopens<br />

het<br />

0) Zie Memorie of Verbaal van den V. A. Hart-<br />

UiiCK, pag. 338.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 47<br />

het zoo even afgehandelde point was gevoerd)<br />

Heeren Gecommitteerden , na diverfe vruchtelooze<br />

poogingen , om hem V. A. van de onge><br />

grondheid zyner tergiverfatien te overreeden ,<br />

zich genoodzaakt hadden gevonden, om, wilden<br />

zy zich , in het behoorlyk volvoeren hunner<br />

Commisfie, niet geheel zien te leur gelteld, dit<br />

gedrag van gem. Vice-Admiraal van Byland, by<br />

eene fpeciaale propofitie , op den 15 July des<br />

afgeloopen jaars, ter kennis van H. H. Mog.<br />

te brengen. Dat daarop ten zeiven dage by<br />

Hoogstdezelven eene Refolutie genomen zynde j<br />

vervolgens de tot dien tyd toe aan" den V. A.<br />

van Byland voorgeftelde, doch met een declaratoir<br />

van ongehondenheid bejeegende vraagpointen<br />

, ten grootten deele , nader, hoewel niet<br />

met zoodanig elfecl, als billyk kon worden verwagt,<br />

aan denzelven hadden moeten worden<br />

voorgedrajen; en dat hier van dan eindelyk het<br />

gevolg was geweest, dat, op het voorfz. refprcl:,<br />

uit de antwoorden van den gem. V. A.<br />

gebleeken was: — dat hy V. A., op den hier<br />

vooren gsm. tyd, naar 's Haage was vertrokken,<br />

(/) ten einde aan Z. H., den Heer Admiraal<br />

Generaal, eene Sententie ter approbatie<br />

overtebrengen, als mede, om, naar zyn zeggen,<br />

orders te (lellen omtrent het viclualieeren<br />

van zyn Schip, 'c welk op den 1 Qctober geordonneerd<br />

was; en ook om Z. H. over het<br />

een. en ander te fpreeken: — dat hy V. A.<br />

reeds (g) voor zyn gem. vertrek , kennis had<br />

bekoomen van de apparentie, dat 'er by H. H.<br />

Mog. mogeiyk tot een Togt naar Brest zou<br />

worden belloten; en dat onder de Scheepen,<br />

daar toe in aanmerking komende , ook het 011derhebbend<br />

Schip van hem V. A., als insgelyks<br />

order gekreegen hebbende, om voor vier<br />

maan*<br />

(ƒ) Verhoor V. A. van Byland, No. 2. Art. 1 en 2,'<br />

(-£) Ibidem Art. 3.


5* JÜLY, Z A A K E N V A N J73j,<br />

maanden te reviclualieeren, moest behooren: —<br />

en dat hy hier uit vervolgens gefupponeerd had,<br />

m dat, ingevaile de gem, Togt voortging, hy<br />

i J -<br />

DEN H O O<br />

S<br />

F T E N r a n<br />

g bekleedende on­<br />

der de Officieren , wier Scheepen onder de ge.<br />

zegde order tot reviéhialieering behoorden , die<br />

Expeditie zou commandeeren.<br />

Dit, wyders door Heeren Gecommitteerden<br />

van hem V. A. informatie gevorderd zynde, of<br />

hy dan over dien apparenten Togt (0 niet toen<br />

reeds zyne crmfiderarien aan den V. A. Hartfinck<br />

gecommuniceerd had; en of door laatstgem-,<br />

by die gelegenheid, deswegens niet eenige<br />

bedenkelykheeden waren geopperd: hy V A.<br />

van Byland daar op had gedeclareerd, dat hem"<br />

zulks zoude ontgaan zyn; dan dat hy echter het<br />

een en ander als apparent had opgegeeven, en<br />

teffens ook volmondig geadvoueerd, (T) dat hv<br />

met den V. A. Hartfinck een affpraak gemaakt<br />

nad, om over de bedenkelykheeden tegen het<br />

doen eener reis naar Brest met Z. H., by wien<br />

hy tog gaan zou, te ipreeken: hoe zeer dit gezegde<br />

door hem naderhand , wanneer bepaaldelyk<br />

naar den inhoud dezer affpraak (/) geïnformeerd<br />

wierd, weder geretracreerd was geworden,<br />

met te verklaaren , dat hy eigenlyk geen'<br />

directe affpraak met den V. A. Hartfinck had<br />

gemaakt, maar dat het wel zyn kon , dat hy<br />

op zich genomen had , om de zwaarigheden<br />

weiken hy den gezegden V. A. tegen die reis<br />

des tyds gemoveerd had, doch die hy zich nu<br />

niet meer kon te binnen brengen , ook aan Z.<br />

H. te communiceeren ; zoo dat dan zyn zoo<br />

evengemelde affirmatif antwoord niet verder moest<br />

worden geëxtendeerd.<br />

Dat,<br />

(?) Verboor V. A. van Byland, No. 2. Art. li.<br />

(O Ibidem, Art. 5 en 7.<br />

(k) Ibidem, Art. ï.<br />

(/) Ibidem, Art. o.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. $9<br />

Dat zonder nu fpeciaal te onderzoeken , ïn<br />

hoe ve'rre een zoo fingulier gebrek aan geheugen<br />

en de op dien grond, zoo by deze, als<br />

andere gelegenheden, door hem V. A. geëviteerde<br />

ftellige beantwoording der Vraag-pointen<br />

nopens diverfe anderszins genoeg remarquable<br />

voorvallen , al, of niet waarfchynlyk moet voorkomen<br />

; het ondertusfchen zeer apparent bleef,<br />

dat 'er daadelyk tusfchen de V. V. A. A. Hartfinck<br />

en van Byland hier omtrent wel eene affpraak<br />

plaats zal gehad hebben: daar de apparentie<br />

der Expeditie naar Brest niet duirter was<br />

gebleeken , het voornaamfle motif der reis van<br />

laatstgem. naar den Haag geweest te zyn; alzoo<br />

hv V» A. van Byland niet alleen had erkend,<br />

Cm) dat hy tot het in perfoon overbrengen der<br />

bpwu?te Sententie geene expresfe order van den<br />

Commandant der Vloot ontvangen bad ; maar<br />

ook dit denkbeeld nader bevestigd had , wanneer<br />

aan hem V. A. was voorgetteld , waarom<br />

(») hy, de apparentie van den Togt naar Brest<br />

weetende, en fupponeerende, dat hy de Expeditie<br />

ingevalle die voortging , eommandeeren<br />

zou, dan ook niet in de Vloot gebleeven was,<br />

om te helpen bezorgen en toezien , dat alles,<br />

tot die Expeditie betrekkelyk, zoo veel mogelvk<br />

geprepareerd en gereed gemaakt wierd, Hever<br />

dan naar den Haag te gaan , tot overbrenging<br />

eener Sententie, die, zonder aan eenigen<br />

regel van dienst of noodzaakelyk vereischte te<br />

kort te doen, door een mindere Officier ten miu-<br />

Iten door den S. b. N. van Hoey, alleen konde<br />

zyn overgtbragt: als hebbende hy Vice-Admiraal<br />

van Cyland daaiop verklaard, juist om<br />

die zelfde reden, wyl hy vernomen had, dat 'er<br />

gedelibereerd wierd , om eenige Scheepen naar<br />

Brest te zenden, en na dat hy, uit hoofde der<br />

reeds<br />

(tn) Verboor V. A. van Byjand, No. 2. Art. 14.<br />

(»; Ibidem, Art. 15.


*» jucv, ZA A K E N V A N w <<br />

reeds gemelde re lenen, befhmen moesc dat<br />

SEf Ji 8<br />

i u ?<br />

* °°' ^«or leeld te he>ben raar<br />

den daag re gaan, z ö 0 om deze en geen re"<br />

fl-x.en tot de reis beirekkelvk. aan deHeer<br />

Admjaal Generaal re comnmniceeren, l"om<br />

de afzending der Victualie voor zyn Sc ,p S<br />

presfecren ; ten welke n einde hy zy S 2 te, r<br />

in 's Hage omboden had: dat wyderi zV e D ó<br />

' sX'LTn "In iü r t 0 t<br />

°d<br />

d e<br />

a , £<br />

noVol e<br />

e ! t i n e e H<br />

was'°"/ hVTaaf i ' ^<br />

0 n<br />

'<br />

gaan prafenteeren.<br />

Z<br />

'<br />

t e<br />

Da' , n a hier alleen in 't voorbygaan te heb-<br />

? V r a l w a , , n e e r<br />

ïert K °° ' zich herin-<br />

1 8<br />

r e<br />

Sch,?! ' ° »! by het onderzoek Jer<br />

'err entingen van den V. A fi q rfi,.r-ir L "><br />

aT r<br />

i S<br />

Se<br />

e h 3 n d e l d<br />

b<br />

d *<br />

nood«?fe7JT-7 Sm<br />

L„ r, "' "•« r<br />

' ^^rSeu wl ; ï<br />

e e z o <<br />

S * t a<br />

reden der<br />

"y v. A,, indien hv 7uiir«<br />

had ku,per. goedvinden, zypen SoJhcjten?, door<br />

htt fchtyyen eener Müfiw aan dezelven vn,<br />

wat vroeeer zyne orders tot het ïpoe U IkJJ<br />

den dei Vctualie had kunnen doen to k me,<br />

Heeren Gecommitteerden niet konder \.<br />

te «floeren, dat de V.T. van^ and zelf"<br />

by ne voorenjlaande opgaaf , het owÏÏeSen<br />

der Sententie Hechts ais een bykoraS Ï S<br />

zyner re. s had doen vorkomen; erwy het voor"<br />

paame fclgPnlvk ffiotjf » V he voor- -<br />

ne .eflexien nopens oen Tornaar fiS/taan dï<br />

Heer


juxvi STAAT EN OORLOG. 178?. «<br />

Heer Admiraal Generaal te opperen; en de voordragt<br />

van dezelve retlexien by hem V. A zoo<br />

noodzaakelyk lcheen gekeurd te zyn , dat hy<br />

daarom de meergem. reis oordeelde te moeten<br />

doen , offchoon hy zelf wel begreep . dat hy,<br />

dus doende , (0) de verwagt wordende orders<br />

tot de Expeditie naar B est ligtolyk zou croileeren:<br />

zoo dat hy dan zekerlyk niet by der hand<br />

zou zyn, wanneer de gemelde orders in de V.oot<br />

zoSdén arnveeren , en het dus op de executie<br />

derzelven aankomen zou: dan dat het laatlte gedeelte<br />

van deeze gevolgtrekking door hern V. A.<br />

niet was geadvoueerd; om dat hy, zoo hy zeide<br />

met zoude hebben kunnen denken, dat,<br />

daar de order tot reviétualieering voor vier maanden<br />

op den eerften Oftober gegeeven was ; de<br />

order tot het ubzeilen , binnen de agt dagen uaar<br />

na, zoude bepaald worden.<br />

Dat hier mede, wel is waar, wederom bevestigd<br />

wierd, dat de wyze der préparatoire infortnarie,<br />

en van de ter zeiver tyd gegeeven ordeï<br />

tot rev'ctualieering voor vier maanden , verre van<br />

de zaak te bevorderen , veel eer geknikt was,<br />

om de Officieren in een geheel verkeerd begrip<br />

te brengeü nopens den tyd , tot het ondernee.<br />

men der Expeditie te bepaalen , en bereids by<br />

btt ter Vergadering van H. H. Mog. uitgebragt<br />

Rrpp irt voorgetlaagen, mitsgaders dus de b.x.<br />

pe titie zelve meer moest benadeelen: — dan<br />

dat de V. A. van Byland, in allen gevalle, hierom<br />

, zoo IHUg nier had behoeven te befluiten,<br />

dat eene order to: het eerder onderneemen der<br />

Espeditie volftrekt onmogelyk zoude zyn : daar<br />

hv f>efte!d, dat hy voor zich zelt al reden<br />

ha l'om op te maaken, dat, ten tyde van de<br />

door L. H. atgezondene order tot resnctualieerinjr<br />

de iutenue van Hun Hoog Mog. nog met<br />

zou geweest zyu, net gem. Esquader zoo fpoe-<br />

0<br />

dig<br />

(e) Verhoor V. A. van Byland, No. a. Art. 16.


JULY, Z A A K E N V A N 1 ? f} 5,<br />

dig te haten vertrekkeD) ten minften niet weeten<br />

kon, of Hoogstdezelven dan nog kort daar<br />

na, door zoodanige opkomende omihadMieden<br />

als in Uorlogs tyd elk oogenblik kunnen voor'<br />

komen, met zouden hebben gerefoiveerd, deeze<br />

Expeditie ten allerfpoe.iigfte te doen voortgaan<br />

en op ailerlei wyze te verhaaten : in hoedanig<br />

geenszins onmogelyk geval, de abfentie van hem<br />

V. A. wel degelyk niet alleen het in 'c werk<br />

Hellen der noodige mefures tot deeze Expeditie<br />

maar zelfs het onderneemen van dezelve binnen<br />

den bepaalden tyd, had kunnen verhinderen;<br />

tot welk een en ander in allen gevalle door hem<br />

V. A. geene geleegenheid had behooren gegeven<br />

te zyn alleen door aan eene begeerte" te<br />

willen voldoen, om zyne reflexien over den<br />

Togt naar Brest aan Z. H. te gaan voortellen :<br />

een zaai, waartoe hy geenszins geroepen wierd,<br />

en welke ook waarlyk weinig van het departe'<br />

ment was van een Officier, die, een ander, als<br />

Commandant, boven zich hebbende, vry meerder<br />

gefchikt was, om, zoo 'er over het een of<br />

ander gewigtige en aan den Heer Admiraal Ge.<br />

neraal onbekend geoordeelde reflexien moeten<br />

voorgefteld worden ; dit aan dien Commandant<br />

zelf overtelaateu ; en zich alleeulyk tot het uitvoeren<br />

der orders, welken hy door denzelven<br />

van hoogerhand zoude mogen ontvangen re bepaalen.<br />

— Maar dat, boven dien , ingevalle<br />

v i a n d i n d e r d a a d<br />

2 £ begreepeu<br />

had , dat de etedtive uitvoering der Expeditie<br />

naar Brest geen voortgang zou hebben , voor<br />

dat oe Victualie, op den eerften Ücluber geordonneerd,<br />

ingenomen was; en dat evenwel de<br />

ontvangst der orders tot dien Togt zoo aanitaande<br />

was : het des te onbegiypelyker mo=st<br />

voorkomen dat hy V. A. zyne reis naar ten<br />

Haag (welke hy zelf veronderftelde, dat het nemen<br />

der Refolutie tot den 'logt naar Brest niet<br />

meer konde voorkomen , alzoo hy 't niet onwaarfchyniyk<br />

ftelde, die Refolutie te zuilen croi.<br />

fee.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 63<br />

feeren) evenwel met zoo veel o whaaftlng ondernomen<br />

had; daar het dan , naar zyn eigen<br />

denkbeeld, immers beeter zou geweest zyn, dat<br />

hv alvoorens die orders had afgewagt, ten einde<br />

dezelven eerst intezieu, en dan zoodanige<br />

reflexien, als *er tegen mogten vallen, met den<br />

Commandant der Vloot te overweegen, om dus<br />

gemeenfcbappelyk te bepaalen, wat als dan nodig<br />

mogt zyn, deswegens nader aan Z. H. voorteftellen.<br />

. -<br />

Dat wyders ook niet gemakkelyk zoude worden<br />

begreepen, welke tog de gewigtige reflexien<br />

mogen geweest zyn, die hy V. A. te dier tyd<br />

voor had, aan Z. H. nopens den logt naar<br />

Brest onder het oog te brengen ; en waar van<br />

hy nu de geheugenis geheel en ai fcheen te hebben<br />

verlooren: fj>) daar immers de naderhand<br />

geopperde zwarigheden van gebrek aan Victua.<br />

lie en Scheepsbehoeftens geen plaats zouden gehad<br />

hebben, ingevalle de reis, gelyk hy V. A.<br />

zeide , abfolut verwagt te hebben, tot na de<br />

nieuwe voorziening veor vier maanden was uitgerteld:<br />

zoo dat hy althans dat gebrek met geen<br />

mogelykheid kon bedoeld or daar aan gedacht<br />

hebben , wanneer hy zyne zwarigheden (q) tegen<br />

die reis aan dien V. A. Hartfinck moveer,<br />

de: Terwyle Heeren Gecommitteerden ook niet<br />

konden begrypen , dat de voorfz. gewigtige reflexien<br />

, die meergemelde Graave van Byland<br />

aan Zyne Hoogheid zoude voorftellen, zouden<br />

moeten werden gezocht in de door Hoogdenzelven<br />

gementioneerde bedenkingen, raakende eene<br />

gevreesde verzwakking van 's Lands even opkomende<br />

Zeemagt; het ten einde loopen van<br />

het concert met Fiaukryk, en diergelyke: daar,<br />

ingevalle de overweeging van foortgelyke pointen<br />

moest worden overgeiaaten, aan de voorftelling<br />

(p) Verhoor V. A. van Byland, No. 2. Art. 9.<br />

{q) Ibidem.


U JÜLY, Z A A K E N V A N 1785,<br />

hng van Officieren , welken alleen tot de uit><br />

voenng der orders van den Souverain gefchikt<br />

zyn, en die wel eens nu en dan , indien zulks<br />

noodig rnogt wezen, over de wyze dier uitvoering<br />

, maar nimmer over de motiven geconfu.<br />

leerd worden; alle gezonde begrippen van goede<br />

Orde en Regeering ten eenemaale zouden<br />

worden geren verfeerd; zoo als dit zelfs door<br />

den V. A. van Byland , offchoon erkennende,<br />

daar over wel in den Haag gefprooken te hebben<br />

, uit dit oogpunt fcheen befchouwd te zyn<br />

(r\ — Na de overweeging van welk een en<br />

ander , Heeren Gecommitteerden dan ook niet<br />

verwonderd waren geweest, dat de gemelde V.<br />

A. van Byland, verlegen zynde om de voornoemde<br />

zogenaamde gewigtige reflexien te fuppediteeren,<br />

zyn toevlugt tot het zoo gelukkig te<br />

ilade komend gebrek aan geheugen genoomen<br />

Dat, wat nu het verder gedrag van hem V„<br />

A., ten aanzien dezer reis, betreft, uit de verhooren<br />

gebleeken was, (Y) dat hy, op den 4.<br />

Oftober, en dus daags na zyn vertrek uitTexe]<br />

in 's Hage aangekomen zynde, nog dienzelfden<br />

dag (O met Z, H. gefprooken hac :<br />

dat<br />

hy, naar zyne beste herinnering. («) alvoorens<br />

Z. H., die des tyds op de Oranjezaal was, te<br />

zien , met den Fiscaal van der Hoop had gefprooken<br />

en van denzelven kennis bekomen,dat<br />

by H. H. Mog. finaal tot den Togt naar Brest<br />

gerefolveerd was; en dat hy, (v) waarfchynlyk<br />

by diezelfde gelegenheid , van zyne benoeming<br />

om het Esquader, naar Brest gedestilleerd te<br />

commandeeren, geïnformeerd was geworden,<br />

hebfV)<br />

Verboor V. A. van Byland, No. 24. Art. 2.<br />

3 en 4. *<br />

(i) Idem No. 2. Art. 17.<br />

(r) Ibidem Art. 18.<br />

(*) Ibidem Art. 19.<br />

(y) Ibidem Art. 23.


JULY, STAAT EN O ORLOG. 1785. 65<br />

hebbende hy daar op door Z. H. van de beide<br />

Refolutien, (w) by H. H. Mog, op den 3 Oc •<br />

tober genomen, vifie ontvangen. Dan dat, wanneer<br />

Heeren Gecommitteerden hem V. A. balden<br />

voorgehouden , of hy (x) met Z H. over<br />

de uitvoering van gemelde Refolutien, ofte wel,<br />

in het generaal, over de geordonneerde reis raar<br />

Brest, niet gefprooken en daar tegen zyne Bedenkingen<br />

geallegueerd had; als mede waar in<br />

dezelven als dan hadden beftaan; hy V. A. eerst<br />

wederom gedeclareerd had, zulks niemaud aan»<br />

tegaan, en dus daar op niet te zullen antwoorden<br />

; want dat dit alles de exiftentie van het<br />

fait, waar omtrent hy, na een daar van by hem<br />

gevormd denkbeeld , Heeren Gecommitteerden<br />

alleen bevoegd oordeelde onderzoek te doen ,<br />

niet raakte; en dat, zoo 'er in zyne verrichtingen,<br />

gcduurende zyn verblyf in den Haag, iets<br />

gelegen mogt weezen, hy zich deswegens alleen<br />

voor zyn' competenten Rechter, maar geenszins<br />

voor dit Befogne, kon verantwoorden: Dat nogtans,<br />

na dat by H. H. Mog. op dit refpect de<br />

voorfz. Refolutie van den 15 July 1784 genomen<br />

was , gemelde V. A. zich wel niet ianger<br />

tegen het beanrwoorden der voorgetelde Vraagpointen<br />

had durven oppofeeren ; doch zich toen<br />

weder veel al op een gebrek aan geheugen beroepen<br />

had , evenwel erkennende , dat hy , in<br />

's Hage vernomen hebbende,, dat 'er op den 3<br />

October gerefolveerd was, om de reis naar Brest<br />

voortgang te doen hebben, en dat hy, als Commandant<br />

van dat Esquader met hetzelve voor<br />

den 8 dier maand in Zee zou moeten loopen;<br />

zekerlyk met den Heer Admiraal Generaal daar<br />

over gefprooken, en ook zyne bedenkingen daar<br />

omtrent aan Hoogdenzelven gecommuniceerd had;<br />

doch dat het hem onmogelyk was , na verloop<br />

van<br />

Cw) Verhoor V. A. v»n Byland No. 3. Art. 1 en 2.<br />

(V) Ibidem Art. 3 en 4.<br />

XXIX. D8KL. E


66 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

van byna 22 maanden , zyne converfatie , met<br />

den Heer Admiraal Generaal op dien tyd gehouden<br />

, par le memu op te geeven; maar dat<br />

dezelve zeekerlyk zou beftaan hebben in eene<br />

opgaave van zoodanige zwarigheden, als onder<br />

anderen ook uit den ftaat van fommige Scheepen<br />

en de qnantiteit van Victualie, waar van<br />

dezelven te dier tyd voorzien waren, noodwendig<br />

voortvloeiden: — dat hy ook, (y) geconfidereerd<br />

de omftandigheden der zaak , de volvoering<br />

eener reis naar Brest, conform de Refolutien<br />

van H. H. Mog. te doen , aan Z. H.<br />

(fchoon zich niet rappelleerende , of zulks op<br />

dien zelfden dag geweest was) had gedeclareerd,<br />

volftrekt infaifabel te zyn: — dat welgedachte<br />

Z. H. (V) de redenen van hem V. A. van bedenkelykheid<br />

wegens den Togt naar Brest, of<br />

van onmogelykheid , om de Refolutien van H.<br />

H. Mog. te executeeren, toen wel eenigermaaten,<br />

voor zoo veel hem bewust was , had ge.<br />

billykt, doch zonder dat evenwel («) Z. H.<br />

(gelyk hy V. A. ftellig declareerde) by die geleegenheid<br />

eenigerhande expresfien had gebruikt,<br />

waar uit hy V. A. met mogelykheid eene vryheid,<br />

hoe ook genaamd, konde afleiden, om in<br />

de executie der gegeeven' ftricte beveelen, omtrent<br />

de reis naar Brest, eenige verandering te<br />

maaken , of zich minder aan de uitvoering daar<br />

van verbonden te reekenen; als hebbende Hoogdenzelven,<br />

integendeel, (7>) de obfervantie der<br />

reeds gegeeven orders aan hem V. A. nogmaals<br />

geïnjungeerd , en hem geene meerdere orders,<br />

relatif tot de reis naar Brest, gegeeven: ——<br />

doch dat, (c) met betrekking tot het geen Z.<br />

H. aan hem V. A. in het byzonder nopens zy«<br />

(y) Verhoor V. A. van Byland, No. 3. Art. 5.<br />

Ibidem Art. 6.<br />

Ca) Ibidem Art. 7.<br />

(b) Ibidem Art. 8 en p.<br />

(


ÏOLY, STAAT EN OORLOG. I 78J. 6j<br />

ne gemaakte bedenkingen en zwarigheden gedeclareerd<br />

of gezegd had , hy zich niet anders<br />

konde herinneren , dan dat Hoogdezelve aan<br />

hem gerecommandeerd had , zich ten ipoedigften<br />

weder naar Texel te begeeven , en aldaar<br />

den (laat der Scheepen naauwkeurig te onderzoeken,<br />

en te zien, of de Scheepen nog tot de<br />

gemelde reis zouden kunnen geëmployeerd worden.<br />

Dat dit laatlte met het even te vooren opgegeevene<br />

niet hebbende kunnen worden overeengebragt,<br />

daar uit de eerstgemelde informatien<br />

niets minder fcheen te moeten worden afgeleid,<br />

dan dat Z. H., zoo als uit deze laatlte opgaaf<br />

fcheen te volgen, den voortgang van de reis<br />

naar Brest van een ander onderzoek , het welk<br />

hy V. A. nog in Texel zoude moeten inftitu»<br />

eeren, volftrekt afhangelyk zou hebben gemaakts<br />

deze zichtbaare tegenltrydigheid, dan ook, aan<br />

hem V. A. in het breede was onder het oog<br />

gebragt, (


68 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

woording, zoo veel mogelyk , hunner daaden,<br />

alle gepaste geleegenheici te verfchafFen.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden , zonder meer-<br />

- dere reflexien hier op te maaken , zich nu verder<br />

tot de lectuur van het voorfz. voortel en<br />

daar op gegeeven antwoord zelve, kortheidshalven,<br />

zouden refereeren, en ter beflisfing overlaaten,<br />

in hoe verre door de elucüatien, by<br />

den V. A. van Byland op dit refpedr. gefuppediteerd,<br />

genoegzaam kon gezegd worden te zyn<br />

opgelost of vereffend, dat Z. H. eerst, zonder<br />

hem V, A. de allerminfte geleegenheid te geeven,<br />

om te kunnen denken , dat Hoogdezelve<br />

in de volftrekte beveelen van H. H. Mog. de<br />

allerminfte verandering wilde gemaakt hebben,<br />

hem V. A. zelfs nog ten overvloede de obfervantie<br />

daar van zou hebben geïnjungeerd ; en<br />

dat Z. H. evenwel naderhand aan het onderzoek<br />

van hem V. A. gedemandeerd, en dus aan<br />

zyne beflisfing overgelaaten zou hebben , of de<br />

Scheepen nog tot de reis naar Brest geëmploijeerd<br />

zouden kunnen worden.<br />

Dat wyders , met relatie tot de verrichtingen<br />

van den V. A. van Byland, na zyn retour in<br />

de Vloot, gebleeken was: — dat hy, benevens<br />

den Schout by Nacht van Hoey, (die, volgens<br />

opgaaf van hem V. A,, by zyne converfatie met<br />

Z. H. (O<br />

w a<br />

s pra;fent geweest, doch waarvan<br />

de omftandigheden ter zyner plaats nader zullen<br />

worden opgegeeven) op den 5 Oétober (ƒ) uit<br />

's Haage vertrokken zynde , des anderen daags<br />

aan de Helder gearriveerd was; doch dat hy,<br />

wegens het flegte Weêr, op dien dag niet kunnende<br />

aan Boord koomen , eerst den 7 *s morgens<br />

aan het Schip van den Commandant der<br />

Vloot was aangekomen : — dat, hoe zeer natuurlyker<br />

wyze, na dit zyn retour in Texel,<br />

nu<br />

O) Verhoor V. A. van Byland, No. 3. Art. ia.<br />

(ƒ) Idem No. 5. Art. 2.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 69<br />

nu zou moeten worden veronderfteld, dat, daar<br />

hy V. A., als de voornaamfte reden zyner reis,<br />

had opgegeeven het oogmerk , om met Z. H.<br />

over de zwarigheden tegen den Togt naar Brest<br />

te fpreeken , en daar hy, vóór zyn vertrek,<br />

zulks met den V. A. Hanfinck verhandeld, en,<br />

zoo het fcheen, een affpraak gemaakt had, over<br />

het geen hy dienaangaande aan Z. H. zou voor-<br />

Hellen; mitsgaders, daar hy dit dan ook daadelyk,<br />

zoo als zoo even is gebleeken , had ge.<br />

daan: hy dus, immediaat na zyn gem. retour,<br />

aan den Commandant een omflandig verfteg zou<br />

gegeeven hebben van zyn wedervaaren in '»Hage,<br />

en fpcciaal van bet geen hem, met betrekking<br />

tot den Togt naar Brest, by den Heer<br />

Admiraal Generaal was voorgekomen, gelyk het<br />

dan ook nog waarfchynelyk moest zyn , dat hy<br />

Vice-Admiraal nopens een zoo esfer.rieel point,<br />

ten einde zyn zwak geheugen te hulp te koomen<br />

, wel eenige nanteekening zou hebben gehouden,<br />

om zich dienaangaande in tyd en wylen<br />

te kunnen verantwoorden: dan dat hy V. A.<br />

op de gerequireerde informatie hier omtrent in<br />

tegendeel gedeclareerd had, onmogelyk al hetzelve<br />

zich te kunnen herinneren, (g) maar dat<br />

by den Commandant verzocht ha t , ten fpoedigften<br />

alle de in Texel zynde Vlag-Officieren<br />

byeen te roepen , om over die zaak met elk3n«<br />

deren te oordeelen; evenwel naderhand daar by<br />

voegende , dat hy zeer waarfchynlyk aan den<br />

Commandant gerapporteerd had, dat hy aan Z.<br />

H. de zwarigheden had voorgefleld, die hy nu<br />

door alle de Vlag-Officieren verzocht te doen<br />

onderzoeken, om te weeten, of zy oordeelden,<br />

dat die reis door hem in den ftaat, waar in de<br />

Scheepen waren , binnen den korten tyd , by<br />

zyne Inftruótie van den 3 Oétober van dat jaar<br />

(g) Verhoor V. A. van ByknJ, No. 5. Att. 3..<br />

£ 3<br />

be-


70 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

bepaald, met zekerheid voor het Esquader kon.<br />

de ondernomen worden.<br />

Dat verder hy V, A., gelyk hy nog aan Heeren<br />

Gecommitteerden had gefuppediteerd , het<br />

evengem. zoogenaamd , en nog maar als een<br />

waarichynlyk opgegeeven rapport (waarin van<br />

de onderhandelingen en affpraaken met Z. H.,<br />

noch van de wyze , waarop Hoogdezelve de<br />

voorgeftelde zwaarigheeden van hem V. A. had<br />

befchouwd en beantwoord, geen woord gemeld<br />

wierd) op deszelfs aankomst (h) aan Boord van<br />

den Commandant gedaan had , zonder te weeten,<br />

of eerst de Vlag-Officieren by elkander waren<br />

geweest, dan niet; en dat hy zich ook niet<br />

kon herinneren , (/) aan den V. A. Hartfinck,<br />

nopens diezelfde reis mondeling eenige orders<br />

van Z. H. te hebben overgebragt: — en dat,<br />

hier op wyders de bewuste Conferentie der Vlag-<br />

Officieren gevolgd zynde , dezelve op den gem.<br />

7 October (k) voor den middag was gehouden,<br />

zónder dat hy V. A, van Byland zich konde<br />

herinneren, hoe lang dezelve wel geduurd had.<br />

Door welk laatfte Heeren Gecommitteerden dan<br />

ook verhinderd waten geworden , om uit den<br />

tyd, welke tot die Conferentie was befteed, te<br />

kunnen nagaan, of de zaak met eene behoorlyke<br />

applicatie, dan wel oppervlakkig , behandeld<br />

was.<br />

Dat, daar het verzoek van hem V. A. om de<br />

voorfz. Conferentie der Vlag-Officieren aanteleggen<br />

, dan gebleeken was, het allereerfie geweest<br />

te zyn. 't geen hy by zyn retour uit 's Haage<br />

had in 't werk gefield; Heeren Gecommitteerden<br />

hadden gemeend , dat deze demarche van<br />

gemelde Graave van Byland nu moest worden<br />

geconfidereerd als een gevolg der affpraaken ,<br />

door<br />

(h) Verhoor V. A. van Byland, No. 5. Art, 4.<br />

(/*) Ibidem Art. 5.<br />

(k) Idem No. 6. Art. 1 tn 2.


jüLY, STAAT EN OORLOG. 178j. ft<br />

door hem V. A. met Z. H. gemaakt; te meer,<br />

wanneer men In acht nam, het geen hy by de<br />

hier voorengem. opgaaf nopens de recommandatie<br />

van Z. H. tot het doen van een nader onderzoek<br />

omtrent den ftaat der Scheepen en de<br />

mogelykheid van den Togt, had gezegd , dan<br />

dat Heeren Gecommitteerden zich daarinne hadden<br />

bedrogen gevonden, want dat uit de informatien<br />

van hem V. A., fchoon wederom alleen<br />

gegeeven , voor zoo veel hem voorltond, (/)<br />

wederom was gebleeken, dat de voorfz. demarche<br />

van hem V. A. geenszins uit dien hoofde<br />

gedaan was. —— Dat het ook aan Heeren Gecommitteerden<br />

niet minder vreemd was voorge*<br />

komen, dat, niettegenltaande deze Conferentie,<br />

volgens de eigen opgaaf van hem V. A., was<br />

aangelegd , om te weeten, of de Vlag-Oflicieren<br />

oordeelden , dat hy met de Scheepen in den<br />

ftaat, waar in ze waren, de reis, geconfidereerd<br />

zyne Inftruflie, en den korten tyd , binnen welken<br />

die ondernomen moest worden , kon aanvangen<br />

; hy V. A. echter niet meer pofitif kon<br />

opgeeven, of de (m) ontvangene orders uit den<br />

Haag (welken zyne evengenoenide Inftrudtie evenwel<br />

inhielden) mitsgaders de gegeevene Rapporten<br />

van de Capiteinen (uit welken echter alleen<br />

de juilte ftaat der Scheepen moest worden opgemaakt)<br />

in deze Conferentie geleezen waren:<br />

terwyl hy mede niet ftellig had opgegeeven, of<br />

hy zyne gefprekken, f» met den Heer Admiraal<br />

Generaal over de reis naar Brest gehouden,<br />

ter kennis van de Leden der gemelde Conferentie<br />

gebragt hsd; zulks Hechts zeggende te gelooven<br />

, terwyl over die materie de Conferentie<br />

W<br />

Dat echter, met meer zekerheid, het bepaalde<br />

point<br />

(/) Verhoor V. A. van Byland, No. 6. Art. 3.<br />

{m) Ibidem Art. 4.<br />

(«) Ibidem Art. 6.<br />

E 4


7* JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

point van onderzoek en overweeging in die Conferentie<br />

door den V. A. van Byland was opgegeeven,<br />

daarin beftaan te hebben, (0) namelyk,<br />

dat hy begeerde te weeten, of de Vlag-Officieren,<br />

even als hy V. A., van opinie waren, dat<br />

in den (laat, waar in zy wisten, dat de Schee»<br />

pen, tot deze Expediiie gedefinieerd , zich bevonden<br />

, hy, volgens zyne Inftru&ie , de reis<br />

zou kunnen onderneemen, zonder het Esquader<br />

in «.ogenfchynlyk gevaar te brengen: Dar, offchoon<br />

deze opgaaf reeds, op zich zeWe genomen,<br />

niet zeer duidelyk was, uit dezelve ech«<br />

ter fcheen te blyken, dat hy V. A. hier de redenen<br />

, waarom hy het aanleggen der Conference<br />

verzocht had, met het point van onderzoek<br />

in dezelve confundeerde ; dan dat hy V,<br />

A., zich hier over in het vervolg eenigzins duidelyker<br />

expheeerende , pofitif gezegd had, dat<br />

bepaaldelyk (f>) gedelibereerd was over de middelen,<br />

waar door de zwaar'gheeden , die m?u<br />

meende, in de executie der orders tot de reis<br />

naar Brest aantetr^ffen, zouden kunnen overwonnen<br />

worden: doch dat Heeren Gee mmitteerden<br />

echter , immediatelyk daarop , door denzelven<br />

Graave van Byland hadden vernomen, dat men<br />

zich, in de gemelde Conferentie niet lang met<br />

dat onderwerp moet hebben geoccupeerd; want<br />

dat, volgers nadere opgaaf van hem V*. A.,<br />

geene mi i ielen (q) hiertoe in confi ieratie genomen<br />

of voorgeflagen waren , vermits de tyd,<br />

om ze werkheilig te maaken, ontbrak, daar de<br />

Expeiirie nog op dien eigen dag zou hebben<br />

moeten voortgaan.<br />

Dat al verder de V. A. van Byland de bygebragt<br />

zwaarigheeden als van die natuur had<br />

geoordeeld te moeten aanmerken , dat zy (V)<br />

O) Verhoor V, K. van Byland, No. 6. Art. 5.<br />

f/0 Ib: en Art. 7.<br />

Cf) I >-l


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785-. 73<br />

volftrekt het doen eener reis uit Texel naar<br />

Bresr moeften verhinderen ; zonder dat daar tegen<br />

eenige hulpmiddelen, door welken de reis<br />

op den beftemden tyd nog ondernomen had kunnen<br />

worden, naar zyn begrip, te employeeren<br />

waren: dan dat, wanneer Hoeren Gecommitteerden<br />

bepaaldelyk een opgaaf dezer zwaarigheeden<br />

verlangd, en hem V A. gelegenheid gegeeven<br />

ha den, om zich des wegens nogmaals te beraaden,<br />

en dezdven gedetailleerd te Ipecificeeren ,<br />

als mede wel byzonder te betoogen , dat die<br />

zwaarigheeden de reis uit Texel naar Brest volftrekt<br />

ondoenlyk hadden gemaakt, en noch geheel<br />

, noch ten deele te verhelpen waren geweest;<br />

hy nogtans niet anders, dan in generaale<br />

termen, (/) had opgegeeven de weinige Victualie<br />

, flegte ftaat der Scheepen en gebrek aan<br />

Behoefrens ; 't welk alles, zoo hy zeide , in<br />

dien tyd niet te overwinnen was.<br />

Dat hy Vicr-Admiraal, hoe zeer in geen verder<br />

detail dezer zwaarigheeden treedende , echter<br />

, met relatie tot de exiftentje van dezelven ,<br />

aan Heeren Gecommitteerden had te kennen gegeeven<br />

, (O dat hy hier van niet alleen , ten<br />

tyde der gehoudene Conferentie, volkomene zekerheid<br />

had ; daar hem de voorhanden zynde<br />

V.cfualie van alle de Scheepen bekend was; en<br />

hy ook , wat derzelver verdere fituatie betrof,<br />

de gelleldheid van zyn onderhebbend Schip ten<br />

vollen kende , en die van de overige Scheepen<br />

wel byzonder wist uit de Rapporten, die hy op<br />

dien zelfden dag aan Boord van den V. A.<br />

Hartfinck gezien had ; (zonder echter zich te<br />

herinneren, of dit vóór, dan wel in de Couferentie<br />

geweest was) maar dat dezelve zwaarigheeden<br />

daar en boven aan hem genoegzaam<br />

kennelyk waren, daar uit namelytt, dat hy, als<br />

Vlag.<br />

(s) Verhoor V. A. van Byland, No. 6. Art. 12.<br />

(t) Ibidem Art. 13, 14, 15 en 16.<br />

E S


ü L y<br />

ftl J '<br />

z<br />

A A K E N V A N I 78y.<br />

Vlag-Officier in de Vloot zynde , den generalen<br />

fta«, waarin de Scheepen, die dat geheele<br />

jaar in dienst geweest waren, zich moeften bevinden,<br />

genoegzaam, en dus ook vóór het kezen<br />

van de Rapporten der Capiteinen , weeten<br />

kon<br />

Dat Heeren Gecommitteerden hier uit, mitsgaders<br />

uit het verder aveu van gem. Graave van<br />

Byland, (V) met volle zekerheid hadden moeten<br />

opmaaken , dat de redenen, waarom het<br />

werkftellig maaken van middelen tot wegruiming<br />

van de gemaakte zwaarigheeden tegen de reis<br />

naar Brest, naar zyn oordeel, niet meer in confidentie<br />

konde komen, reeds , geduurende zyn<br />

verblyf in den Haag, plaats hadden , en aan<br />

hem V. A. volkomen bekend moeften zyn geweest;<br />

en dat het vervolgens zeer vreemd moest<br />

voorkomen, waarom hy dan, door het aanneemen<br />

der recommandatie van Z. H., om te onderzoeken<br />

, of de zwaarigheeden tegen de Expeditie<br />

naar Brest nog wegteruiroen waren , Hoog-<br />

.denzelven in den waan had gebragt , of gelaaten<br />

, dat 'er nog tyd tot opruiming dier zwaarigheeden<br />

zoude zyn geweest; mitsgaders , dat<br />

fpeciaal over de opruiming van dezelven, en wel<br />

byzonder over de middelen , daartoe dienende,<br />

in Texel zoude worden gedelibereerd.<br />

Dat deze confequentie , uit de gezegdens van<br />

hem Graave van Byland , zoo evidentelyk gededuceerd<br />

, aan hem voorgehouden zynde, hy<br />

V, A. daar tegen had ingebragt, dat hy, (v)<br />

by het aanneemen der voorfz. recommanaaue,<br />

vermeende, na zyne gedaane declaratie omtrent<br />

de onmogelykheid der Expeditie naar Brest, blotelyk<br />

te moeten obediëeren aan de orders van<br />

Z. H. ; en dat hy toen ter tyd niet dacht,<br />

Hoogdenzelven in eenige andere gedachten ge.<br />

bragt<br />

(.«) Verhoor V. A. van Byland, No. 7. Art. r.<br />

(vj Ibidem Art. 3,


JOLT, STAAT EN OORLOG. 1785. 7S<br />

brast te hebben, als alleenlyk, dat over de wegneeming<br />

der gem. zwaarigheeden voor zeker in<br />

Texel zou worden gedelibereerd; maar da', by<br />

zvn retour in Texel, de zaak nader, ingevolge<br />

de recommandatie van Z. H., in overweeging<br />

genomen zynde, zoodanige deliberatie aldaar notoir<br />

wierd gehouden voor vervallen, vermus,m<br />

• zyn afweezigheid door de Rapporten van de Otficieren<br />

omtrent den ftaat der Scheepen, tot de<br />

Expeditie gedeftineerd, en welke Rapporten, by<br />

zyn vertrek uit 's Haage, aldaar nog met waren<br />

gearriveerd, de onmogelykheid van die Lxpeditie<br />

volkomen gebleeken was.<br />

Dan dat Heeren Gecommitteerden hier op<br />

moeften remarqueeren, dat hoe zeer hy V. A.<br />

mogte oordeelen verpligt te zyn, aan de gem.<br />

recommandatie van Zyne Hoogheid te obedieeren<br />

: de bedenking echter daarmede met wierd<br />

weggenomen , waarom hy, des niettegenftaan.<br />

de daar hy de Togt voor ondoenlyk hield, in<br />

, allen gevalle, aan Zyne Hoogheid, by gelegenheid<br />

dezer recommandatie , niet heeft gereprsefenteerd<br />

het weinig effect., dat van dezelve , naar zyne<br />

gedachten, was te wagten: — te meer, daar<br />

hy V. A., naderhand uit hoofde der Rapporten<br />

welken intusfchen overgezonden waren, en<br />

die hy V. A. niet eens zeker wist, vóór de<br />

Conferentie gezien te hebben, en die in alle gevalle<br />

, niets tot de mogelykheid of onmogelykheid,<br />

om zwaarigheeden uit den weg te ruimen<br />

, konden toebrengen ; dacht gelegenheid te<br />

mogen neemen , om aan de gezegde recommandatie<br />

wed.rom niet te obediëeren : zoo dat het<br />

na dit alles volftrekt onzeker blyft, waarom hy<br />

V. A., in plaats van de Conferentie der Vlag-<br />

Officieren te doen dienen, om te weeten, of zy<br />

met hem van dezelfde opiuie waren omtrent het<br />

ondoenlyke der reis naar Brest, met liever zyne<br />

eigene en hunne overweeging bepaald had tot<br />

een onderzoek Da de middelen, om de zwaarighfeden<br />

te overwinnen: waarmede hy tevens aan<br />

de


75 JCLY, Z A A K E N V A N i*8y.<br />

de recommandatie van Z. H., zoo als hy V.<br />

A. die had opgegeeven, completelyk zou hebben<br />

voldaan.<br />

Dat deze confideratien dan al wederom aan<br />

gem. Graave van Byland voorgehouden; doch daarop<br />

door denzelven niet» anders gerepliceerd ?ynde,<br />

dan dat het in Texel (M>) in de Conferentie<br />

gebleeken was, dat geene middelen, wegens<br />

de kortheid des tyds, konden worden in 't werk<br />

gefield ; en dus alle verdere dcliberarien daardoor<br />

waren afgefneeden : Heeren Gecommitteerden van<br />

begrip waren, dat deze zoogenaamde oplosfing<br />

op de voorgeflelde bedenking , welke zich tot<br />

het oogmerk, en niet tot den uit/lag der Conferentie<br />

van den 7 Oclober bepaalde, geenszins<br />

toepasfelyk was: terwyl uit het hier en even te<br />

vooren gedeclareerde van hem V. A. niet anders<br />

kon worden opgemaakt, dan of dat Z. H.<br />

berust had in het doen eener recommandatie,<br />

welke volftrekt infaifabel was, om geëxecuteerd<br />

te worden (iets , 't geen nimmer kon worden<br />

gefupponeenO of wel, dat hy V. A., Zyne<br />

Hoogheid nog laatende blyven in een denkbeeld<br />

van de mogelykheid der Expeditie (alzoo Hoog.<br />

dezelve het anders daarby alleen niet zou hebben<br />

kunnen laaten) verder, zonder eenigzins acht<br />

te flaan op de aan hem gedaane recommandatie,<br />

dermaaten was ingenomen geweest met zyn<br />

denkbeeld omtrent de onmogdykheid van de Expeditie<br />

, dat hy maar alleen had gezocht te zorgen<br />

, om dit zyn begrip door de Vlag-Officieren<br />

bevestigd te zien; zonder zich aan het beraamen<br />

van middelen tot wegneeming der zwaarigheeden<br />

gelegen te laaten zyn. — Al het welk dan<br />

o>:k aan hem V. A., ten einde hem alle mogelyke<br />

gelegenheid tot het elucideeren zyner ge«<br />

zegdens te verfchaffen, nader, hoewel vrugte.<br />

loos was onder 't oog gebragt. (x)<br />

Dat<br />

O) Verboor V. A. van Byland, No. ?. Art. 4.<br />

(*) Ibidem.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 77<br />

Dat het wyders mede zeer vreemd moest voorkomen,<br />

hoe de V. A. van Byland voo veel gewigt<br />

kon ftellen in de nadere onderricht ing,<br />

welke Z. H. door de toegezondene fchriftelyke<br />

Rapporten der Capiteinen ontving, dat hy daar.<br />

om alleen zich niet meer verpligt had geoordeeld<br />

, om aan de te meermaalen gemelde recommandatie<br />

van Z. H. te voldoen; alzoo noodwendig<br />

moest worden veronderfteld, en de V.<br />

A. van Byland ook overtuigd moest zyn, gelyk<br />

hv zulks niet direct had kunnen tegenfpreekeu,<br />

O") dat Hoogdezelve door de laatlte weekelyk-<br />

Iche Rapporten van den ftaat der Scheepen,<br />

vóór den 4 Oftober ontvangen , als mede door<br />

de mondelinge informatien van hem. V. A. ,<br />

reeds genoegzaam onderricht was , om te kunnen<br />

oordeelen over den dienst, welke van de<br />

Scheepen kon worden gevorderd.<br />

Dat, daarom , van den gezegden V. A. nadere<br />

opgaaf gerequireerd zynde, van wat natuur<br />

(z) het naauwkeurig onderzoek naar den ftaat<br />

der Scheepen , 't welke Z. H. hem V. A. geiniungeerd<br />

had , om in Texel te doen, wezen<br />

moest, en welke meerdere onderrichting , die<br />

met recht den naam van wezetiiyk en esfentieel,<br />

omtrent de geordonneerde reis naar Brest, zou.<br />

de mogen verdienen , door het aanteleggen onderzoek<br />

in Texel, zou hebben kunnen en moeten<br />

te weeg gebragt worden, boven die, welke<br />

Z. H., by 't geeven van voorzeide recommandatie^<br />

reeds had, en ook byzonder van hem V.<br />

A. had bekoomen: de V. A. van Byland daarop<br />

niets anders bericht had, dan dat Z. H. door<br />

hem niet nauwkeurig onderricht kon worden van<br />

den pr*cifen ftaat der Scheepen , tot zulk eene<br />

wyduitgeltrekte Expeditie gedeftineerd, alzoo de<br />

lysten van die gebreken nog niet aangekomen<br />

wa-<br />

(y) Verhoor V. A. van Byland, No. 8. Art. 3.<br />

(s; Idem, No. 10. Art. 1 en 2.


78 JÜLV, Z A A K E N V A N ï 7g J %<br />

waren; dat Z. H. hem dus had geinjungeerd<br />

om te onderzoeken , hoe zich die Scheepen in<br />

der daad bevonden, om zoo een wyduitgeftrekte<br />

Expeditie , daar mede te kunnen of mogen<br />

onderneemen; en dat de meerdere onderrichting<br />

welke Z. H. daarin beoogd zou hebben, en die<br />

met recht den naam van wtzenlyk verdiende<br />

omtrent de geordonneerde reis naar Brest (bt*<br />

halven de Victualie, die Z. H. bekend was<br />

dat niet verder dan tot ultimo Oftober ftrekte^<br />

en den ftaat van zyn eigen Schip) was de ftaat<br />

van het eafco der andere Scheepen ; mitsgaders<br />

van de behoeften, als Ankers, Touwen, het<br />

Tuig van het Schip, Zeilen, Zieken en diergelyke<br />

gebreken, in het laatst der Campagne<br />

meeftentyds voorkomende; welke allen door<br />

den Commandant der Vloot inmiddels aan Z.<br />

H. gezonden waren.<br />

Dan dat Heeren Gecommitteerden , by deze<br />

opgaave , niet hadden nagelaaten , den V. A.<br />

van Byland onder het oog te brengen , dat de<br />

intentie van het Befogne by deze gelegenheid<br />

geweest was , om geinformeerd te worden, welke<br />

reëele defecten aan de Scheepen, die op zich<br />

zeiven de reis naar Brest infaifabel maakten, en<br />

die Z. H. niet zoude geweeten hebben , noch<br />

door hem V. A. met mogelykheid weeten kon •<br />

daadelyk exteerden : en dat het derhalven aan<br />

een ieder geaffecteerd zou moeten voorkomen<br />

dat de opgaaven, die hy V. A. nu deed, door<br />

hem gefuppediteerd wierden , als een antwoord<br />

op vraagen, met zoodanig duidelyk en gedeclareerd<br />

oogmerk ingericht.<br />

Moetende hier by nog geremarqueerd worden,<br />

dat de voorn. V. A. , fchoon Haderhand ftellig<br />

gedeclareerd hebbende, dat het gebrek aan Victualie<br />

Qa) alleen zoo een wezentlyk impediment<br />

ge-<br />

(«) Verhoor V. A. van Byland, No. ia. Art. Ï<br />

en 2.


JUXT, STAAT EN OORLOG. 1785. 79<br />

geoordeeld was tegen de reis naar Brest, dat<br />

daarom niet eens onderzocht of nagegaan was,<br />

of de defeften van de Scheepen al, dan niet,<br />

permitteerden , om enkel en alleen een reis uit<br />

Texel naar Brest te doen; en dat over het verdere<br />

de deliberatien nutteloos waren , alzoo 'er<br />

in dien korten tyd niets aan kou verbeterd worden:<br />

des niettegenftaande had blyven fuftineeren<br />

, dat Z. H. de Rapporten van de Capiteinen<br />

daar by evenwel noodig had , om te zien,<br />

of het mogelyk was , dat door verlenging van<br />

tyd, of diergelyke, de reis mogt kunnen voortgang<br />

hebben; hoewel hem wederom was aangetoond<br />

, dat hy V. A., verre van door zodanige<br />

voorgeevens de geopperde bedenking optelosfen;<br />

in tegendeel dezelve niet eens toucheerde;<br />

maar veel eer het getal der objedien , uit zyne<br />

gezegdens voortvloeyende, vermeerderde , met<br />

nu van eene verlenging des bepaalden tyds te<br />

gewaagen ; welke niet alleen by de Refolutie<br />

van H. H. Mog. zelve was afgefneeden door de<br />

gedaane volftrekte en duidelyk gemotiveerde verklaaring,<br />

dat namelyk de reis , op den beftemden<br />

tyd geen voortgang hebbende, moest gerekend<br />

worden voor geheel vervallen; maar dat<br />

hy V. A. ook daarenboven, indien hy waarlyk<br />

toen reeds aan deze uitvlugt gedacht had , dan<br />

den Heer Admiraal Generaal had moeten verzoeken<br />

, of ten minften in confideratie geeven<br />

(iets 't geen hy echter niet had durven voorwenden<br />

gedaan te hebben , en 't geen ook by<br />

de uitkomst gebleeken was, niet gefchied te<br />

zyn om het noodige uitflel der reis , gefield<br />

zynde , dat daartoe eene mogelykheid gefupponeerd<br />

kon worden , by H. H. Mog. te bewerken,<br />

waardoor de zaak dan van zelve een anderen<br />

keer zou genomen hebben.<br />

Dat de voorn. V. A. al verder, ten einde zyne<br />

gedaane opgaaf, dat 'er in Texel niets anders<br />

beoordeeld was , dan de ftaat der Victualie,<br />

zonder de verdere defecten der Scheepen in<br />

aan-


8°-2fjm.Y, 2 A A K E N V A N i 7 Sj.<br />

t e n e<br />

eZS?/ T"' teiuftificwren, e n overeentebrengen<br />

met de recommandatie van Z H<br />

ÏS H? c X A<br />

' gedaan<br />

2 vo<br />

ens welke de<br />

's<br />

' fit*<br />

atie der Scheepen nauwkeurig moest worden nagegaan,<br />

en te gelyk onderzocht, of de zwarigheden<br />

nog uit den Weg te ruimen waren ; «al.<br />

egueerd had, dat.OJ) wanneer hy in''Axel<br />

Hg<br />

,en w de defeften<br />

der Scheepen<br />

ïL r<br />

P<br />

, gek<br />

V^nffi,-<br />

??<br />

"'<br />

C O m m a n d a H t d e r V l o o c e n<br />

verdere<br />

Vlag-Officieren daar zynde, reede onderzocht,<br />

en de lyften daarvan aan Z. H. gezonden waren,<br />

en dat bevonden was, dat de zwaiigheden<br />

riet uit den weg te ruimen waren. Dan dat<br />

Heeren Gecommitteerden hem V. A. niet alleen<br />

hadden getoond , dat dit veronderfteld onderzoek<br />

nimmer had plaats gehad ; maar ook dat,<br />

nem V A. by zyn retour in Texel zulks niet<br />

geheel gratis allegueerde: nadien 'er geen Conferentie<br />

van Vlag-Officieren tot dit onderzoek<br />

toen nog had plaats gehad : zoo dat hy dus ,<br />

tot zyne decharge , wegens het niet voldoen<br />

aan eene recommandatie van Z, H., waar van<br />

hy zich abfolut en in allen gevalle had behoo-<br />

TL tS a<br />

u i<br />

f (? . t e e r e n<br />

. 2<br />

>ch beriep op een fait, het<br />

welk volltrekt niet had geëxteerd.<br />

Dat , ten einde eens eindelyk van alle deeze<br />

menigvuldige tegenflrydigheden , en zoo zigtbaar<br />

gezochte uitvlugten afteftappen, het «.<br />

noeg zoude zyn nog kortelyk te refkfteeren ,<br />

aat L. ti., by Hoogdeszelfs fchriftelyke Elucidatien<br />

van eene zodanige recommandatie, welke<br />

Hoogdezelve aan den V. A. van Byland zoude<br />

gegeeven hebben, geene de minfte melding makende<br />

, alleenlyk had opgegeeven, (V) dat in<br />

zekere Conferentie, door Hoogdenzelven met<br />

vertrouwde Peifoonen gehouden, beflooten was,<br />

den<br />

(i) Verhoor V A. van Byland, No. 13. Art. r.<br />

Cc) Zie Elucidatien van Z. H. o P de 7 Bedenking.


jo«, STAAT EN OORLOG. 178J. Si<br />

den V. A. van Byland en S. b. N. van Hoey ,<br />

hos eerder, zoo beter , naar Boord ,te doen<br />

gaan , óm aldaar de orders van • H. H. MogL<br />

te leezen , en hun gedrag te bepaalen : wauc<br />

dat het meer dan waaifc-ynlyk zynde, dat Zy-r ne Hoogheid van gemelde recommandatie , by<br />

aldien dezelve waarlyk gedaan, ware, by deze<br />

gelegenheid, melding zoude hebbn gemaakt;<br />

Heeren Gecommitteerden , daar uit, dan ook<br />

niet anders hadden kunnen opmaaken , dan dat<br />

Z. H zodanige recommandatie, ten minlten zo<br />

als die door den V. A. van Byland . was, voorgefit<br />

ld, aan denzelven 8<br />

nimmer hebbe kunnen<br />

geeven; mitsgaders, dat de gemelde V. A. ook<br />

nimmer, by zyn vertrek uit 's Hage,.het voor»<br />

neemen kan gehad hebben, om, wanneer hy in<br />

ÏJexèl zou gekomen zyn , zodanig een onder-,<br />

zoek nog te doen aanlegden.; maar dat veel eer<br />

de Co. feréniie der Vh^-ülTicteren, volgens alle<br />

omftandigheden , gepiasfumeerd moest worden,'<br />

alle n door hem V. A. voorgefia^en en aangelegd<br />

te zyn, om van de Vla^-Ouicieren een expres<br />

declaratoir te verkryeen, dat de uitvoering<br />

der orders van H. H. Mog. onmogelyk. zoude<br />

zyn ppweest; ten einde aldus het gedrag van<br />

hem V. A., wegens het niet onderneemen van<br />

den Togt naar Brest, daar mede, zoo veel mogelyk,<br />

te kunnen verantwoorden. .. . . ..<br />

Een derkbeeld, 't geen nog .meerder wierd<br />

bevestigd, wanneer de gezegde V. A,, nopet s<br />

de mogelykheid om de Scheepen, tot dezen Togt<br />

geordonneerd , door bet middel van overneming<br />

u't de andere Scheepen , welken ter Rheede van<br />

T xel lagen , in beteren ftaat te ftelien , wel<br />

erkend had, dat het voornoemde middel, (//)<br />

by opkoomende Expeditien , en wanneer men<br />

vreest dat de Scheepen , daartoe gefchikt , het<br />

met<br />

{d) Verboor V. A. van Byland, No. 17. Art. 3<br />

tot 6.<br />

XXIX. DE BI.. F


8a JULY, ZAAKEN VAN 1785.<br />

met den voorraad van Victualie mogelyk niet<br />

zouden uithouden, wel gebruikelyk is, wanneer<br />

zulks geordonneerd wordt ; en ook Diet had<br />

kunnen ontkennen, dat 'er, ten tyde van de<br />

geordonneerde reis naar Brest, behalven de daar<br />

toe gedestineerde Scheepen , nog anderen in<br />

Texel lagen , welken ten minden met een' gelyken<br />

voorraad van Victualie'waren voorzien:<br />

doch zich echter niet had kunnen herinneren,<br />

dat in de Conferentie der Vlag-Officieren dit zo<br />

bekend en gewoon middel fpeciaal was onder»<br />

zocht en overwopgen. Daar het nogtans aan<br />

Heeren Gecommitteerden was voorgekoomen ,<br />

dat hy V. A., indien het zyn ernftig voornee.<br />

men geweest ware, om aan zyne ontvangen' orders,<br />

zoo het eenigzins mogelyk was, te obediaeren;<br />

hier op, in het byzonder, zou hebben<br />

aangedrongen: Nademaal hy in de gefteldheid<br />

der Victualie, naar zyn zeggen, zoo veel zwarigheid<br />

had gevonden , dat hy daarom het onderzoek<br />

der andere defecten niet eens noodig<br />

had gekeurd: zoo dat hy voornamelyk omtrent<br />

deze difficulteit de nakoming der opgegeevene<br />

recommandatie van Z. H., om de zwarigheden,<br />

indien mogelyk, uit den weg te ruimen, vooral<br />

had behcoren in 't werk te ftellen. Want dat<br />

het door hem V. A. op dit refpect geallegueerde<br />

gebrek aan tyd , om dit middefin 't werk<br />

te ftellen , althans niet kon dienen om te jufli.<br />

ficeeren , dat daar over in 't geheel niet gedelibereerd<br />

was; daar hy V. A., vooraf geweeten<br />

hebbende, hoe veel tyd 'er tot die overneeming<br />

zou overfchieten , echter Z. H. in den waan<br />

gelasten had dat over de wegneeming der zwarigheid<br />

omtrent de Victualie, als welke by hem<br />

V, A. vooral in confidentie kwam, ernftig gedelibereerd<br />

zou worden. En dat hy V. A. integendeel<br />

, nu het geheel nalaaten dezer deliberatie<br />

met een gebrek aan tyd, trachtende te verichoonen;<br />

meer en meer grond gaf, om, gelyk<br />

zoo even reeds gezegd is, te vermoeden , dat<br />

hy,


JOLT-, STAAT EN OORLOG. 1785. H<br />

hy Ï reeds by zyn retour naar Tt-xel , een vast<br />

voorneemen heeft gehad, om de reis naar Brest<br />

niet te onderneemen: te meer, daar de geallegueerde<br />

kortheid van tyd ganttch niet als een<br />

reden van oumogeiykheid kon worden aangemerkt,<br />

na dat hy het vertrek van het Esquader<br />

onder den S. b. N. van Kusber^en, zoo weinig<br />

tyd daarna , gebleeken was , dat het zelvï, op<br />

den 9 October i 78a order krygende , om Victualie<br />

uit de andere Scbeepen overteneemen $<br />

deze overneeming reeds dien 2elfden dag prompt<br />

en volkoimen had verricht.<br />

Kunnende al wyders her door den V. A. van<br />

Byland geallegueerde voorwendzel, van geen order<br />

tot overneeming van Victualie gehad te hebben<br />

, even weinig een grond van verfchooning<br />

opleveren , waarom hy dat point ten mmften<br />

niet in ernftige deliberatie had gebragt; vooral,<br />

daar zulk een omneemr-g her eenig middel tot<br />

verbetering van 't gebrek der Victualie inhield;<br />

en de propofitie daarvan dus van zelve in de<br />

recommandatie, die hy V. A. zeirte, van Z. H»<br />

ontvangen en aangenomen te hebben, lag opgefloten<br />

: zoo als dit alles , onder meerder , aan<br />

den voorn. V. A., hoewel zonder vrucht, ferifnfelyk<br />

onder 't oog was gebragt.<br />

Dir Heereu Gecommirteerden daar uit dan<br />

ook hadden moeten beduiten, dat, in de Conferentie<br />

der Vlag-Officieren, noch het onderzoek<br />

naar den ftaat der Scheepen , noch het overwegen<br />

van middelen om de zwaarigheden uit den<br />

weg te ruimen , in deliberatie genomen zynde;<br />

het den Vice-Admiraal alleen te doen was geweest,<br />

om, op grond der gezegde zwarigheden,<br />

een declaratoir van onmogelykheid, zo als reed»<br />

geremarqueerd is, te verkrygen.<br />

Dat cok niet zonder reflexie had kunnen worden<br />

gepasfeerd, dat de V. A. van Byland zich<br />

boven de andere Leden der meergedachte Conferentie<br />

gefignaleerd had ,' door afzonderlyk te<br />

F 2 de*


J4 JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

declareeren, f» dat hy, als gefield zynde, tot<br />

het commandeeren der Scheepen, tot deze Expeditie<br />

gedestineerd , zulks wel fpeciaal gansch<br />

infaifabel oordeelde : doch voor welk gedeclareerde<br />

hy V. A. geen byzondere redenen had<br />

weeten bytebrengen, dan de daar by zynde<br />

expresfien zeiven aanduidden , te weeten ,<br />

dat hy, dit Esquader moetende commandeeren ,<br />

dus voor 't behoud van 't zelve alleen verantwoordelyk<br />

was.<br />

Dat, zonder hier omtrent eenige , misfchien<br />

niet ongegronde , gistingen bytebrengen , of te<br />

onderzoeken , in hoe verre hier ter plaats de<br />

qualiteit van Commandant tot zulk een afzonderlyk<br />

declaratoir eenig recht of verpligting opleverde<br />

; vervolgens, ook niet dan met een<br />

woord, behoefde te worden aangemerkt, dat de<br />

V. A. van Byland, op dezelfde gronden, waar<br />

op hy zich van het in 't werk Hellen of in deliberatie<br />

brengen van middelen , ter wegruiming<br />

van de geopperde zwaarigheeden , omtrent de<br />

Scheepen in V algemeen, had geoordeeld te mogen<br />

dispenfeeren; zulks dan ook, met betrekking<br />

tot de ter zyner plaats opgegeevene defecten<br />

van zyn eigen Schip, van applicatie gemaakt<br />

en tot redres daarvan niets, hoe genaamd, verricht<br />

had.<br />

Dat voorts , daar de V. A. van Byland telkens<br />

, van de geordonneerde reis naar Brest<br />

fpreekende , dezelve als eene bezwaarlyke en<br />

zeer wyd uitgeftrekte expeditie getoond had te<br />

willen doen vooikoomen , onderzocht zynde,<br />

hoedanig een denkbeeld de voorn. V. A. zich<br />

dan omtrent de orders van H. H. Mog., uit<br />

welken alleen de aart der expeditie was te ontdekken,<br />

gevormd had; door den gezegde V, A.<br />

op de deswegens aan hem voorgeltelde vraag<br />

ge-<br />

CO Zie Verbaal vin den V. A. Hartfinck, j>ag. 338.<br />

(f) Verhoor V. A. van BylaodNo. 22. Art. 5.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785: «5<br />

gedeclareerd was , dat hy O) zekerlyk de geordonneerde<br />

reis naar Brest voor eene zeer bezwaarlyke<br />

en wyduitgeftrekte expeditie gehouden<br />

had , wanneer hem dezelve geordonneerd<br />

wierd»', om te onderneemen met een Esquader<br />

van zwaare Oorlogfcheepen, twee dagen na den<br />

ontvangst der order en inftrucYie van H. H. Mog.,<br />

in een tyd , dat de Campagne en de voorraad<br />

van Vivres en Behoeftens ten einde liep; en de<br />

fchikkingen in kort gemaakt zouden worden,<br />

om fommigen in veiligheid te doen plaatfen ,<br />

tbt behoud derzelven , tegen het wintetfaifoen;<br />

en dat hy , overeenkomflig die gedachten , de<br />

zwaarigheid in de uitvoering der Refolutie van<br />

H H. Mog. gemaakt, en het denkbeeld van<br />

die Expeditie gevormd had.<br />

Dan dat op dit gedeclareerde, aanftonds, ver.<br />

fcheidene aanmerkingen zouden kunnen worden<br />

gemaakr, als onder anderen; •— dat de V. A.<br />

van Byland , bereids den eerden Oöober , en<br />

dus een week , vóór dat de reis naar Brest uiterlyk<br />

moest ondernomen worden, van de apparentie<br />

derzelve kennis gehad hebbende; desniettegenfhande<br />

zich , gelyk gebleeken is , zonder<br />

wettipe oorzaak , tot het doen zyner reis naar<br />

den Haag, uit de Vloot geabfenteerd, en daardoor<br />

zelf gelegenheid gegeeven had, dat hy de<br />

finale order van H, H. Mog. niet vroeger, dan<br />

twee dagen na derzelver aankomst, had bekomen<br />

: —. dat zyn denkbeeld, omtrent het ten<br />

einde loopen der Campagne, en zyne vaste veronderftelüng,<br />

dat de Scheepen (tonden opgelegd<br />

te worden, zoo als mede breedvoerig is aangetoond,<br />

in een tyd van Oorlog zeer ongegrond<br />

was: — gelyk ook, dat het gebrek van Vivres<br />

door het bekende , maar, in dit geval alleen,<br />

over het hoofd geziene middel van overneeming<br />

. . uit de andere Scheepen , volgens zyn eisen<br />

aveu,<br />

£>) Verboor V. A. van Byland, No. 10. Art. 3.<br />

E 3


m JULY, Z A A K E N V A N 1785;<br />

aveu, (h) had kunnen worden geredresfeerd ;<br />

van welk middel by eene andere gelegenheid<br />

gebleeken was , in zeer korten tyd gebruik te<br />

kunnen worden gemaakt, en *t geen zelfs oiede<br />

volgens zyn eig :në eerfte opgaaf, binnen den<br />

bepaalden tyd (/') ligtelyk nad kunnen worden<br />

in 't werk gefield ; vioral , indien hy by der<br />

hand geweest was , ten tyde der in de Vjoot<br />

omvangene orders van H. H. Mog., oficioon<br />

by naderhand, misfehien befcffetide, dat hier<br />

uit deeze wettige gevolgtrekking zou kunnen<br />

worden afgcle'd, ttgens alle waarfcbynlykheid<br />

aan , een vry langer tyd tot zulk een' overneeming<br />

gefixeerd had (k).<br />

Dat inxgelyks op het voorfz. in het generaal<br />

gedeclareerde van den voornoemden V. A. moest<br />

Worden perefl-cVer.1 : dat, by de gezegde opgaaf<br />

van htm V. A. het oogmerk der voorgeïlelde<br />

vraas: geheel was uit het oog verlooren;<br />

als by welke vraag eenvoudig onderzoek was<br />

fieriaan naar het denkbeeld van hem V. A. omtrent<br />

het geen eigenlyk by de Refolutien van<br />

H H. Mog. wierd bedoeld; maar niet naar zyne<br />

zwaaiigheden tegen een reis , waar van nog<br />

niet bleek, hoedanig hy dezelve befchouwd had;<br />

en die veelal , door de explicatie van het waa-<br />

|e oogmerk der orders van H. H. Mog., al of<br />

niet gegrond konden verklaard worden : waarom<br />

deihalve ook alsnog aan den gezegden V. A.<br />

had moeten worden afgevraagd, wat hy fpeciaal<br />

begreepen had, (/) dat, by de R folutien van<br />

ïi. H. Mog. omtrent de Expeditie naar Brest,<br />

van hem was gevorderd ; en dat dezelve daar<br />

op had verklaard , dat daar by geordonneerd<br />

wierd , naar Brest te gaan; en, aldaar gekomen<br />

zyn-<br />

(A) Verboor V. A. van Byland, No. 17. Art. ?,<br />

(i) Ibi.tem Art, 7.<br />

(i) lbi lem.<br />

(0 Idem No. ïi, Art. 1.


jutr, STAAT EN OORLOG, 1785. 8?<br />

zynde, den inhoud derzelve Refolutien verder<br />

na te komen: mitsgaders, zoo hy niet zoo ver.<br />

re als Brest, konde komen, naar de Noordzee<br />

te zeilen, om te kruisfen; erkennende hy V.A.<br />

voorts dat de voornoemde Refolutien vau H.<br />

H. Mog. O) hem, in de eerfte plaats, en volftrekt<br />

it jungeerden , om met het Esquader naar<br />

Brest te zeilen , onder de bepaalingen , in die<br />

Refolutien vervat ; en dat hy , by het ontvangen<br />

van H. H. Mog. Refolutien, («) den inhoud<br />

derzelven, eerst in het generaal , geheel<br />

had overwoogen; doch, nader in het byzonder,<br />

bepaaldelyk de reis uit Texel naar Brest: terwyl<br />

hy de overweeging der verdere pointen re.<br />

ferveerde tot de komst aldaar, of wel op de<br />

reis, naar maate de gevallen, in de voonz. Refolutien<br />

uitgedrukt , zich kwamen op te doen :<br />

Dat hy V. A. evenwel deeze duidelyke opgaat<br />

naderhand weder had gecontradiceerd , door te<br />

verklaaren, f» dat, volgens de natuur of eigenichap<br />

der orders voor Zee-Officieren, vooral<br />

voor Commandanten van Esquaders, het geen<br />

in de door hun ontvangen' orders ftaat, niet<br />

fuccesfive, maar alles in zyn zamenhang, wordt<br />

ingezien , om zich daar na te kunnen ricnten,<br />

wegens alle veranderingen , waar aan een Zee.<br />

man onderhevig is; 't welk hy zeirie mede in<br />

de woorden van Soldaat- en Zeemanfchap te be*<br />

grvpen.<br />

Dat de voornoemde V. A. wyders, naar zyn<br />

begrip, omtrent het geen hy, na zyn aankomst<br />

te Brest , ingevolge de Refolutien van H. H.<br />

Mog., zoude hebben moeten doen, gevraagd<br />

zynde, (ƒ>) eerst gezegd had, begreepen te heb.<br />

ben, dat *y aldaar moest ovai winteren en nadere<br />

(«) Verhoor V. A. van Byland, Ni. 11. Art. a.<br />

(«) Ibidem Art. 3.<br />

{«) Ibidem.<br />

(>; Ibidem, Art. 4.<br />

F 4


8S jrjtv, Z A A K E N V A N ' I 78J.<br />

j-e ordres afwagten, doch met vryheid, om in.<br />

tusfchen, gecombineerd mee deFranfchen, eeni«<br />

ge Expeduien te onderneemen, zoo hy zyn Esquader<br />

daar toe in ftaat bevond; dan welke uitdrukkelyke<br />

en met den waaren inhoud der Refolutïen<br />

juist ovéreenkomftige opgaaf, hy V A.<br />

weder naderhand, apparent begrypende, dat hier<br />

door de gepretendeerde onmogelykheid der Expeditie<br />

te veel zoude worden tegengefproken<br />

gealtereerd had , met daar by te vo gen, (q j<br />

dat hy ook Coricert-operatieri'met de Franfchen<br />

zou moeten onderneemen ; en dat hy nu oordeelde,<br />

de klaarblykelyke intentie van H. H.<br />

Mog. te zyn , dat dit Esquader voor de Franfchen<br />

, van dienst zoude wezen , (zoo als hy<br />

uit den zamenhang der order meende te bevinden)<br />

en niet om blootelyk te overwinteren •<br />

Waar op hy öok te letten 'had: Dan dat by deeze<br />

nadere, met de eerfte natuurlyke opgaaf van<br />

hem V. A. zelve zoo weinig ovéreenkomftige<br />

en alleszins gewrongene explicatie , den voornoemde<br />

V. A. uil Hun Hoog Mog. Refolutie<br />

was aangetoond , en op de convincantfte wyze<br />

door Heeren Gecommitteerden beweezen dat<br />

hët opleggen eener verpligting op hem V.' A.<br />

om, by zyne komst te Btesr, en vóór het ontvangen<br />

van nadere orders , gecombineerd met de<br />

Frar.fcie Scheepen , operatien te doen; geenszins<br />

in de bedoeling van H. H. M. was; maar<br />

dat, integendeel, de eers geueeven explicatie van<br />

|iem- V. A. , waar aan deze nadere uitlegging<br />

volftrtkt contrarieerde , met dui teneur van H.<br />

H. Mog,* Refóiutieh eff-ctivelyk infteinde; Nal<br />

demaai het doen der gecombineerde operatien<br />

by die Refolutie afhanaelyk gemaakt was van<br />

de overtuiging des C mmandant's van her Esquader,<br />

dat namelyk zyne Scheepen tot zoodaalge<br />

opeiatien gefchikt waren: dat men die Re-<br />

(?) Verhoor V, A, yan Byland, No. ö. Art. 4.<br />

fo.


JULY, S T A A T E N O O R L O G . 178j. U<br />

folutie ook maar had intezien , en met derz 1ver<br />

permisfen te vergelykrn, om overtuigd te<br />

2 vn dat H. H. Mog-. hunne dehberatien, over<br />

het voorlid van den Heer Ambasfadeur van<br />

F'-mkryk, zoo als dat ingericht was , nog niet<br />

geëindigd hadden'; maar met ryp overleg wilden<br />

vér.vólgèh: doch alleen, om , door dit uitflel<br />

geen' prsjuditie aan de zaak toerebrengen,<br />

de 'nu plaats grypende gunftige gelegenheid ,<br />

waar inne de gevraagde Scheepen veilig net Ciaaal<br />

pasferen konden, begeerden té arnpiCeren,<br />

én de Scheepén , by provifie, naar Brest verkozen<br />

te zend.n, om aldaar de nadere orders at<br />

te wagteni terwyl aan den Commandant van het<br />

' Esquader wierd overgelaaten, om, in jtfwagring<br />

dezer orders, inmiddels zoodanig gebruik van<br />

de Scheepen, tot het doen van afbreuk aan den<br />

Vyand te maaken, als, naar de gelteldheid derzeiven,<br />

g-fchieden kon, mits echter, by der<br />

hand en in de Europeefché Z^ën blyvende, ten<br />

einde de nader, in conformiteit van het verzoek<br />

van welgemelde Ambasfadeur, te geeven<br />

orders niet iaffB£beüs gemaakt zouden worden.<br />

Doch dat , mee dit alleszim) gefundeerd betoog,<br />

de V. A. van Byland zich echter niet<br />

had willen laaten overtuigen, dac de voorenltaande<br />

opgaaf de waare intentie van H. H.<br />

Moer zoude bevatten; alhoewel dezelve daar tegen<br />

geenerhande, redenen had Weeten by te<br />

brengen. . , , , .<br />

Du vervolgens, ten einde het begrip van :iem<br />

V A. omtrent de mogelykheid van den overtogt<br />

naar Brest, des te duidelyker te-bevatten 5<br />

bede aan denzelven, by tegenoverllelling , zyu<br />

denkbeeld, met relatie tot de mogelykheid, om<br />

met de Scheepen een Kruisrogt in de Noordzee<br />

te doen gevraagd zynde: hy dezelven daartoe,<br />

nkttegenltaande (r) de nu zoo onoverwinneiyk<br />

(r) Verhoor V. A. van Bylaad, No. 7. Art. 5.<br />

ff 5


9^ JCLY, Z A A K E N V A N<br />

1733.<br />

gekeurde zwaarigheeden, op dien tyd niet ongefchikt<br />

had aangemerkt, offchoon hy, de reis<br />

naar Brest ("niet anders evenwel dan op grond<br />

van een veronderltelden zamenloop yan op elkanderen<br />

volgende fataliteiten) op een tyd van<br />

zes weeken (r) gecalculeerd hebbende, ter zeiver<br />

tyd, niet had kunnen ontkennen, dat, een<br />

Esquaaer Oorlogfcheepen, (t) in October uit-<br />

Joopende, om een Kruistogt in de Noordzee te<br />

doen; tot zoodanigen Ktuistogt mede , by een<br />

zamenloop van tegenfpoeden , wel zes weeken<br />

dienden gecalculeerd te worden : by confrontatie<br />

van weike beide opgaven , het voor Heeren<br />

Gecommitteerden niet we! te begrypen was ,<br />

waarom, by die zelfde omSlandigheeden, de eene<br />

Expeditie voor volftrekt onmogejyk ; en de andere,<br />

daarentegen, als zeer faifabei gtfteld wierd.<br />

Dat, wel is waar, de V. A. van Byland, na<br />

zich hier op expresfelyk beraaden te hebben ,<br />

een reden van onderfcheid («) in den verren afftand,<br />

en fuuatie van de Haven van Brest, had<br />

getragt te vinden ; (eene opgaaf, die ook wel,<br />

zonder voorafgaand overlegd, had kunnen gefchieden)<br />

welk ondeifcheid hy, naderhand , met<br />

eene omlhndige opgaaf van alle de zwaarigheeden<br />

, (v) weiken, naar zyn voorftel, meerder<br />

by de reis naar Brest, dan by een Ktuistogt in<br />

de Noordzee ie verwagten waren , had uitgebreid:<br />

Doch dat het , in alle gevalle , eene<br />

waarheid bleef, dat beide gezegde Togten , by<br />

een zamenloop van tegenipoeden , en ook in<br />

zulk een geval alleen, naar de opgave van den<br />

V. A. van Byland zelf, een tyd van zes weeken<br />

konden aanloopen; mitsgaders dat, offchoon<br />

de apparentie tot het eene geval meerder moge<br />

CO Verhoor V. A. van Byland, No. 16. Art. 1.<br />

(/) Ibidem Art. 2.<br />

(u) Idem No. 7. Art. 6.<br />

C» Idem No. 13. Art. a.<br />

ge-


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. ?*<br />

geweest zyn, dan tot het andere, het geen d 0or<br />

Lieden, ces kundig zou moeten worden beilist;<br />

echter dit onderlcheid ruim zoo veel in de wyze<br />

van denken en vooiftellen, dan wel m de<br />

zaak zelve fcheen te zyn gelegen geweest ; en<br />

in allen gevalle zoo groot niet kon zyn , om,<br />

uit 'hen hoofle alleen , zonder eenzydigheid, de<br />

eene Expeditie, als zeer faifabel ; en de andere<br />

daarentegen als volftrekt onuitvoerlyk optegee.<br />

Dat wyders aan den V. A. vsn Byland, met<br />

betrekking tot zyne denkbeelden n.opens den<br />

Togt naar Brest, was voorgefteld. of de fituatie<br />

der Scheepen , (w) tot dien Tost geordonneerd<br />

ten aanzien van derzelver Cascos (den<br />

ftaat der Viftualieering hier voor een oogenbhk<br />

ter zyde gefteld zvnde) zoodanig geweest was,<br />

dat het doen van die reis , en dus bepaaldelyk<br />

een Togt van de Rheede van Texel tot in de<br />

ILven van Brest, zonder hiermede te combineeren<br />

eenige verdere uitzigten omtrent het employ<br />

of verblyf der Scheepen te B'est, infaifabel<br />

wierd; en wat 'er in de gemelde fituatie der<br />

Scheepen dan byzonders plaats had, 't welk,<br />

als een reden van onmogelykheid voor het doen<br />

eener zoo bepaalde reis uit Texel tot Brest,<br />

kon geailegueerd worden. Dat op dit voorftel<br />

de voorn. V. A., na genomen beraad, en zonder<br />

zulks direft te beantwoorden, zich ai wederom<br />

op het gebrek aan Victualie , als het<br />

voornaarae point, waarom hy de reis naar Brest<br />

infaifabel oordeelde, beroepen had; declareerende<br />

verder , dat , ingevalle het gezegde gebrek<br />

niet gtëxteerd had, hy ter dier tyd zou hebben<br />

moeten nagaan, of hy de reis, volgens den inhoud<br />

en de bepaaling, in de meergem. Refolutien<br />

vervat, zou hebben kunnen onderneemen,<br />

en of hy het Esquader aan de gevaaren , op<br />

wel-<br />

(w) Verhoor V.A. van Byland, No. 11. Art.5en6.


5* Jt'Lr, Z A A K E N V A N I ? 8 5;<br />

welken liy , volgens de Refolutien van H- H.<br />

Mog., zei.ie te moeten letten, bloot ftelde: dat<br />

by dan ook nader en rypelyk zou hebben overwoogen,<br />

en met den Commandant der Vloot en<br />

verdere Vlag - Officieren overlegd de uitvoerlyk.<br />

heid van de bewuste Expeditie, over welke,<br />

noch hy, noch de commandeerende Officier, ge.<br />

raadpleegd was: terwyl dezelve V. A. voorts,<br />

na het doen eener ipecilique opgave der ondericheidene<br />

defedten, aan de Scheepen plaats gehad<br />

hebbende, daar had by^evoegd, dat het,<br />

in 't generaal, omtrent de behoeften der Scheepen,<br />

gantsch niet onverfchillig was, tot wdken<br />

dienst en_ werwaards de Scheepen gezonden worden,<br />

en in het byzonder, of dezelven tot eene<br />

bepaalde abfeptie worden weggezonden: dat toch<br />

in zoodanig gevat de menigvuldige Articulen ,<br />

die de Schippersboeken bevatten, noodzaakelyk<br />

uit de Magazynen, daar dezelven gemaakt worden<br />

en haare bepaalde maat hebben, dienen aangevuld<br />

te worden , en dat by dus niet bepaaldelyk<br />

decideeren kon (daar het geval , dat de<br />

Scheepen van de noodige Vivres voorzien waren,<br />

niet gcëxteerd had) of de overige defedten<br />

der daartoe gedefinieerde Scheepen, volgens het<br />

begrip, zoo van hem Commandant van liet Esquader,<br />

en des Commrindaht's van de Vloot,<br />

als van de verdere Vlag-Officieren , de reis op<br />

z ch zelve infailabel maakten ; doch dat by zekerlyk,<br />

ten aanzien van zyn onderhebbend Schip,<br />

zonder viilraiie van zyn Fokkemast en het Roer,<br />

die order niet had durven executeeren: dat mede,<br />

zoo hy zeide, gebleeken zou zyn, dot zoodanige<br />

executie dcor de gemelde "fituatie van<br />

zyn Schip voor hem infaifabel wierd ; fchoon<br />

by evenwel niet had opgegeeven , wanneer en<br />

aan wien zulks gebleeken was , en fchoon (gelyk<br />

ter zyner plaats is aangetoond) die zelfde<br />

defedten reeds, (*) by zyn aan weezen te Lis-<br />

fa-<br />

(*) Verhoor V. A. van Byland, No. 15. Art. 6,<br />

7> 8, p en 10.


JULY, STAAT E N O O R L O G . 1785. 93<br />

• fabon, ontdekt zyn'e, hy V. A. daarmede echter<br />

in December i;8l was geretourneerd: ge.<br />

]vk hy V. A. ter zeiver tyd had erkend , dat<br />

hy noch by zyn gemelde reiour van Lisfabon,<br />

noch vervolgens noodi^ geoordeeld had , iet»<br />

tot herftel van de voorfz. defecten van zyn Sc'cup<br />

•antewenden , geevende voor reden hier van,<br />

dat het Roer te dier tyd in zoo verre herfteht<br />

was, dat het wierd goedgekeurd, en aan het<br />

zelve geene nieuwe defedten befp.urd wierden ,<br />

hebbende hy daarmede in 1782 den vereischten<br />

dienst dan ook gedaan : zoo ook aangaande de<br />

Fokkemast: terwyl hy V. A. hier nog had bygevoegd,<br />

dat, zoo veel hy wist, de voorfz. defedten<br />

van zyn particulier Schip in de weekelykfche<br />

rapporten niet waren opgegeeven , om<br />

reden, dat dezelven , gelyk hy zelf erkende,<br />

het Schip niet actueel buiten ftaat fielden, om<br />

dienst te doen , hoedanige defedten gewoonlyk<br />

niet opgegeeven worden.<br />

Dat de voorn. V. A. wyders , fchoon niet<br />

kunnende tegenfpreken , dat, by een Kruistogc<br />

in de Noordzee, de Scheepen dikwyls met<br />

zwaare ftormen te worftelen hebben, echter de<br />

opgemelde defecten by zulk een Togt minder<br />

gevaarlyk had willen doen voorkomen , (y) om<br />

dat men in de Zoordzee veel eerder, volgens<br />

zyn opgaaf, weder in Texel of in ten andere<br />

Haven kon komen , dan wanneer men eens de<br />

Hoofden gepasfeert, en dus in het Canaal is,<br />

van waar men , indien aan de Scheepen iets<br />

overkomt, zoo gemnkkelyk niet te rug kan, of<br />

eenige andere Haven bereiken: Dan dat hier op<br />

moest worden gereflecteerd, dat, wat ook van<br />

de gezegde allegatie wezen moge, uit het vcorenftaande<br />

ten micften afteneemen is , dat deze<br />

eebrtken aan het Schip van den V. A. van Bya<br />

land.<br />

(y) Verboor V. A. van Bjland, No. 15. Art. is<br />

«n 13.


H Juw, Z A A K E N V A N m f S t<br />

c o n f i d e r e e<br />

Jn 1 h ^ [ d<br />

"ad, om dienst te doen;<br />

en die by daarom ook niet had opteeeeven of<br />

d<br />

InT/nP fT,° nder<br />

f- 0eken:<br />

Cwaartoe hy ai'der.<br />

indispenfabel verpl.gc geweest was , en waar<br />

door ook zyn Scnip tot een Kruistogr in de<br />

Noordzee niet onbekwaam gemaakt wierd) met<br />

weinig grond als zoodanige " beletzelen, geconfidereerd<br />

konden worden, om daarom den overtogt<br />

meL dat Schip nir Texel naar Brest volltrekt<br />

onmogelyk aantemerken.<br />

b e t r e f t d e<br />

«2"' 7**2" worengemelde op.<br />

gaaf, raakende her gewigt der beletselen, door<br />

Sn 5" U S<br />

. C h e e P e<br />

Z e l V e<br />

" r " > n<br />

»«* h<br />

" bi P<br />

van den V. A van Byland (zon er den ft.at<br />

hunner Victualie m aanmerking te neemer.) al,<br />

of niet, tot de reis naar Brest bukén «aar konden<br />

gerekend worden; de gezegde V. A hoewe<br />

daaromtrent hier ter plaatP declareerde ,<br />

niets te kunnen beflufen , en tëffet s uitdrukke*<br />

lyk erkennende, dat de ftaat der Schiepen ten<br />

aanzien van derzelver Cascos en B'boefrens,<br />

by de verklaaring der onmogelykheid van de Expeditie<br />

, niet in overweeging genomen was •<br />

evenwel naderhand vol uft Ld* geXreerïI»,<br />

dat, (z) indien aan hem eenvoudig en alleen<br />

doch niettemin , by wege van abfoiut bevel<br />

gelast was, om met het Esquader naar Brest te'<br />

zeilen, t e n einde aldaar de Scheepen te doen<br />

kielen , repareeren en van de nodige Behoeften<br />

voorzien; hy m dat geval ook (gefield, dat de<br />

e e<br />

^" genoeg Victualie tot die reis hadden)<br />

ontwyffelbaar , op grond van de fituatie der<br />

S ?T. , de r £ i S n a a r B r e s t i l ) f a i f a b e<br />

u ' zo" gekeurd<br />

hebben: voegende verder by dit zyn zeegen,<br />

dat, hoe pofitif eene order van H H<br />

Mog. ook zoude kunnen zyn, dezelve noPtans<br />

met uitfloot, dat een Officier, 'die met het Com.<br />

man-<br />

(2; Verhoor V. A. van Byland, No. 13. Art. j.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 95<br />

xnando van een Esquader belast wordt, te letten<br />

had op zyn pügt, om het zelve, door het<br />

opvolgen van die order , niet in oogenfchyniyk<br />

gevaar te brengen ; en dat dit zekerlyk ook de<br />

intentie van H. H. Mog. niet zyn kon. _ Dan<br />

dat , zonder hier wederom de abfurditeit der<br />

voorfz. verklaaring van den V. A. van Byland,<br />

als of de Scheepen , niet alleen door hun gebrek<br />

aan Victualie , maar ook door hunne verdere<br />

fituatie , tot den Togt r.aar Brest binten<br />

ftaat zouden moeten geoordeeld zyn, op nieuw<br />

te betoogen, als reeds te vooren, zoo uit de<br />

waare opgaaf van den ftaat der Scheepen , als<br />

uit alle de verdere omftandigheeden, mitsgaders<br />

uit de erkentenis der Officieren zeiven, volledig<br />

genoeg behandeld zynde ; evenwel met relatie<br />

tot den voorfz. ftelregel, welke de V. A. van<br />

Byland, ten richtfnoer van het gedrag eens commandeerenden<br />

Officier's, had opgegeeven, niet<br />

kou nagelaaten worden te remarqueeren ; dat ,<br />

ingevalle zoodanig een Officier, by het ontvaagen<br />

van ftellige bevelen , waar by geene , dm<br />

fpcciaal opgenoemde , uitzonderingen geadmitteerd<br />

worden , tot zulk eene nadere overweeging,<br />

waar door de uitvoering dier bevelen van<br />

zyn begrip afhanglyk zoude gemaakt worden,<br />

bevoegd zou kunnen worden gereekend, als dan<br />

te gelyk alle denkbeelden van fubordinatie den<br />

bodem ingeilagen , en de Oppermagt niet meer<br />

by den Souverain (die wel deegelyk om gewichtig<br />

oorzaaken een min of meer gevaarlyke<br />

onderneeming, ter bereiking van groote oogmerken,<br />

bevelen kan) maar alleen by de perfoo.<br />

nen tot de uitvoering van Hoogstderzelver orders<br />

gefchikt, gezocht zoude moeten worden.<br />

Dat de V. A. van Byland, naderhand, misfchien<br />

befeffeude, dat hy, met den gezegden<br />

ftelregel te willen vasthouden , zich zelf daade-<br />

Jyk aan disobediëntie jegens de Souverain fchuldig<br />

zou verklaaren, zyn gedrag uit de meening<br />

van H. H. Mog. zelve had gezocht afteleiden;<br />

wan-


9


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785.<br />

fuperieure magt opgevangen te zullen worden ,<br />

en dat hy, ten dien opzigte, zyn E quader in<br />

een oogenfchyniyk gevaar brengen zou : dat,<br />

mitsdien, het antwoord, door hem V ft. ontworpen<br />

, een' geheel anderen zin aan de Refolutie<br />

van H. H. Mog. geevende', dan dezelve<br />

manifestelyk had; hy V. A. derhalven, zoo hy<br />

daarby perfifteerde , of aan den dag zou leggen<br />

eene ongepermitteerde, en voor een Commandant<br />

geenszins honorable onkunde wegens den<br />

duidelyken letter en intentie van H. H. Mog.<br />

Refolutie; ofwel, met zodanig antwoord, wederom<br />

verraaden zou een fyltema, zoo verkeerd<br />

en inadmisfibel, als beledigend voor den Souverain<br />

, namelyk , dat de uitvoering van Hoogstdeszelfs<br />

gegeeven orders omtrent eene Expeditie<br />

ter Zee , hoe ftellig en volftrekt ook , van de<br />

overweeging des Commandant's afhangelyk gemaakt<br />

zou moeten worden : en dat, uit dezen<br />

hoofde, en, na al het geen hem V. A. hier by<br />

nu op het ernftigfte was onder het oog gebragt,<br />

waarvan, in cas van perfeverance, pertinente<br />

aantekening gehouden zou moeten worden, men<br />

hem dus in confidentie moest geeven, of hy<br />

V. A. niet liever hulde zou doen aan de waarheid,<br />

en van zich afweeren alle verdenkingen<br />

van verkeerd opzet, met het doen van zodanige<br />

manifestelyk verkeerde en tegen alle overtuiging<br />

inloopende opgaven van den inhoud der<br />

Refolutie van H. H. Mog. Doch dat al het<br />

zelve, hoe fterk ook aangedrongen, niets anders<br />

geproduceerd had, dan dat de V. A. van Byland<br />

by zyn opgegeeven antwoord was blyven<br />

volharden, fteeds fufiineerende, dat de gereclameerde<br />

(doch, zoo als bleek, zeer verkeerdelyk<br />

famengevoegde) pasfages uit H. H. Mog. Refolutie<br />

hem eene expresfe vryheid lieten, om alles<br />

te beoordeelen, wat maar eenigzins hem zoude<br />

mogen voorkoomen, tegen het onderneemen van<br />

die reis in aanmerking te kunnen gebragt worden;<br />

en waar uit by zou meenen, een daadelyk<br />

DEEL G ge-


?8 JULY; Z A A K E N V A N 1785.<br />

gevaar voor het Esquader te kunnen fpruiten:<br />

weshalven dan zyn voorfz. gegeeven antwoord,<br />

zoo als hetzelve lag, had moeten worden opgetekend.<br />

Dat de V. A. van Byland verder nog erketd<br />

had, dat de eerfte exceptie, (è) in de Refolutien<br />

van H. H. Mog. voorkomende , namelyk<br />

die van tegenwind, geen plaats had gehad: als<br />

mede dat de gefteldheid der Victualie, CO welke<br />

alleen de reden had uitgemaakt: waarom,<br />

zonder de andere defecten der Scheepen in aanmerking<br />

te neemen, het onderneemen der reis<br />

naar Brest geoordeeld waj, achterwegen te moe.<br />

ten blyven , niet in de termen van onvoorziene<br />

toevallen kon begreepen worden, alzo de tyd<br />

der Viétualieering bekend was; en dat hy V. A.<br />

Cd) door de onvoorziene toevallen , in H. H.<br />

Mog. Refolutie van den 3 Octob;r vermeld ,<br />

niets anders begreep, dan zulke omftandigheden,<br />

die H. H. Mog. op dien tyd niet wisten, en<br />

met geen mogelykheid konden voorzien of fupponeeren,<br />

maar welken echter gebeurlyk waren:<br />

dan dat de voorn. V. A. vervolgens wederom<br />

de expresfie van (e) onvoorziene toevallen rela*<br />

tif had willen maaken tot de eifective gefteldheid<br />

der Scheepen, zoo ten aanzien hunner cascos,<br />

als behoeften ; (welk een en ander echter<br />

hier boven , by de verklaarisg der onmogelykheid<br />

tot den Togt naar Brest, gebleeken is niet<br />

eens in aanmerking gekomen te zyn) en wyders<br />

gefuftineerd, dat hy niet onderfteilea kon, Cf)<br />

dat aan de Gecommitteerden van de Admiraliteiten<br />

(welker confideratien en advis H. H. Mog.<br />

hadden ingenomen) alle de defecten van de Schepen<br />

bekend waren ; en dat hy dus niet kon<br />

weefa)<br />

Verkoor V« A. van Byland, No. 19. Art. 5.<br />

(c~) Idem No. 20. Art. 1.<br />

(d) Idem No. si. Art. 1,<br />

(«) Ibidem Art. a.<br />

(f) Ibidem Att. 3.


JULY, STAAT EN OOR LOC, 1785. 99<br />

weeten, wat, en in hoe verre de ftant der Serie»<br />

pen overwoogen was , of had kunnen worden;<br />

meenende, zoo hy zeide, daarom te moeten veronderftellen<br />

, dat om die reden in de Refolutie<br />

van onvoorziene toevallen gelprooken wierd : en<br />

dat , wat 2. H. aanging , het aan hem V. A.<br />

uit de woorden der Refolutie niet gebleeken<br />

was , dat Hoogdeszelfs confideratkn en advis<br />

dien aangaande by H. H. Mog, ingenomen waren.<br />

Dat aan denzelven hierop voorgehouden zynde<br />

, (g) of hy dan ten minden niet bad moeten<br />

veronderftellen , dat Z. H. , die de voordragi<br />

, welke de aanleiding tot de deliberatien<br />

over deze zaak gegeeven had, had gedaan, daar<br />

over zyne confideratien wel zou gegeeven hebben<br />

; hy V. A. gezegd had, dit zeker te veronderltellen<br />

, ingevolge het Caracler van Z. H.,<br />

als Admiraal Generaal; maar dat hy tevens veronderftelde,<br />

dat aan Z. H. alle de defecten niet<br />

bekend waren. Eene veronderftelling echter,<br />

welke weinig gegrond moest voorkomen , wanneer<br />

men zich rappelleert, dat hy V. A, zeer<br />

wel wist, dat Z. H. de weekelykfche Rapporten<br />

ontvangen had, en dat Hoogdezelve dus<br />

volftrekt niet anders kon worden gt-fupponeerd,<br />

dan van dit alles zeer wel onderrichr te zyn.<br />

Dat hy V. A. evenwel daarna weder erkend<br />

had, dat de generaale fituatie der Scheepen, f?)<br />

zoo als die kennelyk was uit de weekelykfche<br />

Rapporten , uit de gevolgen van den dienst,<br />

die zy hadden gedaan , en uit het geen , 'naar<br />

Zeemanfchap, uit de gevorderdheid van het jaarfaifoen<br />

afgeleid kon worden ; even weinig, als<br />

de bekende gefteldheid der Victualie, onder de<br />

benaaming van onvoorziene toevallen begrecpen<br />

kon zyn ; en dat hy V. A. derhalven móest<br />

avou-<br />

(g) Verhoor V. A. vaa Byland, No. ai. Art. 3.<br />

\h) Ibid. Art. 4.<br />

G 3


ico jux*, Z A A K E N V A N 1785»<br />

avouëeren, (/) dat H. H. Mog. , by Hoogstderzelver<br />

Refolutie van den 3 Odlober, de Schepen,<br />

naar Brest gedestineerd , gefchikt hadden<br />

gekeurd, om die reis te doen: ten minden, dat<br />

daarby klaar bleek een begrip van H. H. Mog.,<br />

dat de Scheepen in den ftaat, waar in ze waren,<br />

de reis onderneemen moeiten, ten ware 'er iets<br />

anders, en 't geen geheel onvoorzien was, mogt<br />

bykomen: mitsgaders, dat 'er, zo veel hy wist,<br />

ten aanzien van de naar Brest gedestineerde Schepen<br />

, tegen den tyd , dat de reis ondernomen<br />

had moeten worden , geene onverwagte evenementen<br />

gebeurd waren, die H. H. Mog., noch<br />

van Z H., noch van de Gecommitteerdens uit<br />

de Admiraliteits Collegien wisten of konden weeten;<br />

en die ondertusfchen op zich zeiven reëele<br />

beletzelen zouden hebben opgeleverd, waardoor<br />

de reis infaifabel zou geworden zyn; alhoewel<br />

hy, des niettegenltaande, en in weerwil van het<br />

even te vooren zoo manifestelyk en diïtinct betoogde<br />

, was blyven beweeren, dat H. H. Mog.<br />

zekerlyk de informatien van den ltaat der Schepen<br />

niet gehad zouden hebben.<br />

Dat hier op eene fpeciaale opgave gevorderd<br />

zynde van de defecten , welken hy V. A. veronderftelde,<br />

dat aan H. H. Mog., bv't nemen<br />

der Refolutie tot de Expeditie naar B r<br />

est , onbekend<br />

geweest waren; zulks door hem betrekkelyk<br />

was gemaakt tot de meermaalen gemelde<br />

gebreeken aan zyn Schip, (£) en voorrs, ten<br />

aanzien der andere Scheepen, tot het verlies van<br />

Ankers , Touwen , de verbruikte Behoeften ,<br />

Zeilen, dcc, en al wat hun niet verder dan den<br />

Viétualie-tyd noodig was : al het welk hy V.<br />

A. veronderflelde, dat aan de Admiraliteits Gecommitteerden<br />

niet bekend was geweest, alzoo<br />

de gebreeken, welken by de weekelykfche Rappor­<br />

ti*) Verhoor V, A. van Byland, No. si. Att.5 en 6.<br />

(&) Idem No. 22. Art. 1.


JULY, STAAT EN OORLOG. 178?. iol<br />

porten opgegeeven wierden , naar zyn wedren,<br />

niet inhielden de defecten, waardoor ce S;heepen<br />

in hunnen actueelen dienst niet vcrhin.ierd<br />

wierden.<br />

Dat, zonder te onderzoeken , in hoe verre<br />

deze opgegeeven cynofure omtrent de weekelykfche<br />

Rapporten daadelyk in diervoegen plaais<br />

hebbe; en in hoe verre zulks in dat geval goed<br />

te keuren zy: nogtans, zonder reflex ;<br />

e niet kon<br />

gepasfeerd worden , dat , daar de V, A. van<br />

Byland zelf erkende, dat deze defeften de Schepen<br />

tot hunnen actueelen dienst niet buiten lbat<br />

ftelden; (onder welken actueelen dienst te voo<br />

ren gezien is, dat ook genoegzaam even gevaarlyke<br />

Togten , als die naar Brest, konden begrepen<br />

zyn) hy echter daarin nu , met relatie<br />

tot den laaistgemelden Togt, zoo veel gewigt<br />

had willen (tellen, om daar uit alleen (indien<br />

by al zeker was , dat die defecten aan H. H.<br />

Mog. onbekend mogten geweest zyn) zyne bavoegdheid<br />

tot het niet uitvoeren van H.H.Mog.<br />

bepaalde orders afteleiden: zoo als ook boven,<br />

dien te vooren in het breede is aangetoond, dat<br />

de bygebragte defecten, uit den ftaat der Schepen<br />

en derzei ver behoeften in 't generaal ontleend,<br />

buiten alle fpeculatie, nimmer als wettige<br />

verhinderingen regen den Togr naar Brest,<br />

overëenkomltig de R-folutien van H. H. Mog.,<br />

te onderneemen , konden aangemerkt worden.<br />

Dan dat evenwel op dit point nog diende te<br />

worden ge-emarqueerd, dat het ten uiterlten finguüer<br />

moest voorkomen, hoe de V. A van B .<br />

land de verbruikte behoeften en Zeilen kon opnoemen<br />

onder de defedten , welken aan de Gecommitteerden<br />

der Admiraliteiten niet bekend<br />

konden zyn; immers, indien hy hierdoor, gelyk<br />

het hier voorkwam , en ook alleen van applicatie<br />

was, de gewoone flytagie, welke, geduurende<br />

dit jaar, ten aanzien van die articulen,<br />

had plaats gehad, wilde begrepen hebben;<br />

daar dit toch , volgens den aart der zaak, aan<br />

G 3 de


IQ2 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

de Admiraliteiten, welken wisten, hoe lang da<br />

Scheepen gediend hadden , niet onbekend kon<br />

zyn.<br />

Dat u :<br />

t dit alles gebleeken zynde, dat de V.<br />

A. van Byland den Togt naar Brest, overëenkomflig<br />

de orders van H. H. Mog. te doens geenszins als infaifabel had kunnen aanmerken ,<br />

zoo als dezelve dan ook waarlyk geenszins in- ,<br />

füfabel was; noch ook, dat de gezegde V. A.<br />

uit - den teneur van H. H. Mog. Refolutien eenige<br />

de allerminfte vryheid had mogen afleiden,<br />

om het al, of niet raadzaame dier onderneeming<br />

aan de overweeging en beflisfing van hem of<br />

anderen te fubmitteeren ; dewyl het bevel , by<br />

die Refolutien, na rype overweeging, gegeeven,<br />

abfolut en Itricl was: derhalven aan denzelven<br />

V. A. was onder het oog gebragt en afgevraagd,<br />

hoe het met de regels van dienst, (7) dicleerende<br />

, dat ftticte beveelen fliptelyk gehoorzaamd i<br />

moeten worden , kon worden overëengebragt, |<br />

dat een Officier, die zulke ftiiele beveelen ontvangt<br />

, dezelven niet uitvoert; maar nog eens<br />

van zyn eigen overweeging dependent maakt;<br />

fchoon de exceprien, waarom alleen, hy, ingevolge<br />

de duidelyke letter en intentie der orders,<br />

de zaak ongedaan niogt laaten , niet exteeren.<br />

Dat hiercp , den voorfz. regel ook by hem V,<br />

A. volkomen geavoueerd zynde , echter , dien<br />

onverminderd, volftrekt door denzelven gefufti-. \<br />

neerd was, dat een commandeereud Officier bevoegd<br />

en verpligt zoude zyn, by het ontvangen<br />

van orders te overweegen, in hoe verre dezel. J<br />

ven , volgens de regels van voorzichtigheid en<br />

zeemarfchap, moeten uitgevoerd worden: hier- j<br />

mede , derhalven , als nu openlyk een Syftema j<br />

aan den dag leggende , 't geen reeds te vooren<br />

by diverfe gelegenheden meer ingewikkeld was<br />

opceoeeven en behandeld ; zoo dat men zich j<br />

D 0<br />

mits-<br />

(0 Verhoor V. A. van Byland, No. 22. Art. 3.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 2<br />

mitsdien , na dat dusdanige gevaarlyke en de<br />

wettige Oppermagt ondermynende begrippen ,<br />

door een der voornaamfte Officieren, openlyk<br />

wierden gefouteneerd, welken hy bovendien erkende<br />

, als Commandant van het Esquader naar<br />

Brest , op de beveelen van den Souverain tot<br />

die Expeditie van applicatie gemaakt te hebben;<br />

in der daad , niet langer had te verwonderen<br />

over alles , wat , zoo-by die gelegenheid , als<br />

geduuren'le dezen geheelen merkwaardigen Oorlog,<br />

heeft plaats gehad.<br />

Dat het d?arentegen, naar 't oordeel van Heeren<br />

Gecommitteerden, vry meerder in het voor<br />

handen zynde geval met de regels van den dienst<br />

zoule zyn overeengekomen, indien de V. A.<br />

van Byland zyne bedekkingen tegen den Togt<br />

naar Brest aan H. H. Mog, direct had gefttppeditaerd;<br />

en voorts, regen den 3 Otober, met<br />

het Esquader was in Zee gelopen; daar, ingevalle<br />

H. H. Mog. de gem. bedenkingen dan zoo<br />

esféntieel mogten gevonden hebben, hem V. A.<br />

met een ligt 'Vaartuig contraordres hadden kunnen<br />

nazenden : met hoedanig een gedrag, hy<br />

V. A. zich altyd buiten verantwoording wegens<br />

disobediëntie zoude gefield hebben: terwyl hy<br />

nu, tegen de itricle bevelen van H H. Mog.<br />

direct aan , zelf de zaak decideerde, en alle verdere<br />

deliberatien van H. H. Mog. omtrent den<br />

voo ff gang der reis afftieed.<br />

Dat al het zelve ook door den V. A. van<br />

Byland niet had kunnen worden ontkend; maar<br />

daartegen door denzelven alleen was bygebragt:<br />

— dat hy, (m) in den Haag zynde, en verneemende,<br />

dat de Refolutien van H. H. Mog.<br />

van den 3 Oüober reeds verzonden waren, van<br />

Z. H. order had ontvangen, om, gelyk gezegd<br />

is, naar Texel te retourneeren , en de zaaken<br />

nader te onderzoeken: — dat hy, daar komende,<br />

(m\ Verkeer V. A.vae Byland, Ne. 22. Art. 4.<br />

G 4


to4 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

de , bevonden had, dat de Commandant der<br />

Vloot de Lysten der defecten reeds aan Z. H.<br />

had overgezonden: — dat hier op alle oogenblikken<br />

nadere orders konden komen, die afgewagt<br />

moeiten worden, alzoo deze opgegeevene<br />

defecten geoordeeld wierden, de Expeditie, naar<br />

Zeemanfchap , onuitvoerlyk te maaken, zonder<br />

het Esquader in oogenfchyniyk gevaar te brengen:<br />

— en dat dus het in Zee loopen vóór<br />

dien tyd, geen plaats konde hebben; dewyl de<br />

wind . waarmede hy met het Esquader konde<br />

naar Zee gaan, hem ook in 't Canaal zou hebben<br />

doen geraken, en in 't geval gebragt, om<br />

de reis , tegen de regelen van Zeemanfchap te<br />

moeten vervolgen: zonder dat hem door een<br />

fnelzeilend Vaartuig contraorders konden nagezonden<br />

worden. Al welk bygebragte, op fautive<br />

en bereids in 'c breede door Heeren Gecommitteerden<br />

onderzochte gronden berustende,<br />

derhalven niet nader behoefde te worden gediscutieerd.<br />

Dst de voorn. V. A. zich vervolgens ook fpeciaal<br />

op eene daadelyke verwagting der voorzeide<br />

nadere orders wederom had' beroepen ; wanneer<br />

hem door Heeren Gecommitteerden was<br />

voorgefteld, waarom hy , (»_) fustineerende, niet<br />

verpligt geweest te ,zyn , om de ordres van H.<br />

H. M. tot het doen van een Togt uit Texel<br />

naar de Haven van Brest, te executeeren ; alleenlyk,<br />

om dat de Scheepen, hier toe gedefttneerd,<br />

naar zyne gedachten , fpeciaal tot dien<br />

Togt niet in ftaat zouden geweest zyn; en dat<br />

even dit een der onvoorziene toevallen , by de<br />

Refolutie bedoeld, zou hebben doen exteeren;<br />

nsar deze interpretatie , welke hy aan H. H.<br />

Mog. Refolutie zocht te geever , zich daarentegen<br />

dan niet verpligt gerekend had, om aan het<br />

fubordinaat gedeelte van diezelfde Refolutie te<br />

vol-<br />

00 Vethoor V. A. van "Byland, No. 33. Art. *.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 10J<br />

voldcen, en z :<br />

ch met het Esquader te begesven<br />

naar de Kusten »an Engeland, om den Vyand<br />

aldaar afortuk te doen; hoedanigen Togt hy,<br />

door de Scheepen gefchikt te verklaaren tot het<br />

doen eener Kruistogt in de Noordzee, wel faifabel<br />

gekeurd had: Dan dat de gemelde V. A.<br />

op het evengemelde voorftel van Heeren Gecommitteerden<br />

nader hid re kennen gegeeven,<br />

van meeriing te zyn , dat het rdultaat der nadere<br />

deliberatien van H. H- fvLa moest worden<br />

afgewagt; want dat, ingevalle mogt geordonneerd<br />

zyn , om als nog de reis naar Brest<br />

te onderneemen , door dit uitloopen van hem<br />

Commandant met het Esquader, die nadere orders<br />

niet hadden kunnen worden uitgevoerd.<br />

Dat nogtans al ras zou kunnen blyken , wat<br />

•er van de realiteit dier verwagting van nadere<br />

orders , waar op de gezegde V. A. zich, by<br />

dit en het even voorgaande geval , expresfelyk<br />

benepen had, geweest zy; en in hoe verre dezelve<br />

daadelyk by hem plaats gehad hebbe :<br />

wanneer maar in aanmerking genomen wierd ,<br />

dat hy V. A. niet alleen niets , hoe genaamd ,<br />

had in het werk gefWd, om dan de executie<br />

dier nadere orders ca/u quo te faciliteeren, \<br />

geen in allen gevalle (^elyk by de behandeling<br />

der verrichtingen van den V. A. Hartfinck getoond<br />

is) nimmer zou gefchaad hebben ; maar<br />

dat hy V. A. van Byland ook , na zich op de<br />

gezegde verwagting beroepen, en daarop zyn<br />

gedrag in dezen quafl gefutideerd te hebbtn,<br />

immediaat hier op erkend had , (0) dat hy V.<br />

A. zoodanige nadere orders nimmer had gevraagd;<br />

en ook nier wist, dat zulks door den<br />

Commandant der Vloot gevraagd was: gelyk hy<br />

zich ook niet eens kon herinneren, of zich deswegens<br />

by den voornoemden Commandant had<br />

geinformeerd. Behalven dat ook, by het zoo<br />

even-<br />

Co) Verhoor V. A. van Byland, No. 23. Art. 2.<br />

G 5


IOS JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

evengemelde onderzoek der verrichtingen v?n<br />

den V. A. Hartfinck, ten duidelykiten was gedemonftreerd,<br />

dat niets minder, dan zoodanige<br />

nadere orders , te verwasten waren : gelyk de<br />

V. A. van Byland naderhand mede volmondig<br />

had moeten erkennen, (/>) dat hy nu uit de<br />

Misfive, door den Commandant der Vloot den<br />

5 October aan Z. H. gelchreeven , gezien hebbende,<br />

dat dezelve (daar in de Expeditie naar<br />

Brest voor vervallen reebenende) om nadere orders<br />

wegens de Scheepen gevraagd had; het dus<br />

niet te verwagten was, dat 'er nadere orders<br />

wegens de reis naar Brest zouden komen ; maar<br />

dat , in tegendeel, andere orders van Z. H.<br />

door den Commandant der Vloot moeiten worden<br />

vcrwagt. Eene erkentenis derhalve, direct<br />

ftrydig met de even te vooren door hem V. A.<br />

opgeseevene verwagting , om nopens de reis<br />

naar Brest nog nadere orders te zullen ontvangen.<br />

Dat d?ze volfirekte contradictie aan den voornoemde<br />

V. A. ook was onder het oog gebragt;<br />

doch dat, gelyk hier op door denzelven geenerhar<br />

de oplosfing was gegeeven, even daar door,<br />

en door bet gemelde gedaan aveu , naar 't begrip<br />

vau Heeren Gecommitteerden , geheel en<br />

al was vervallen de eenige grond , waarop hy<br />

V. A, zyn gedrag, wegens het riet uitloopen<br />

met het Esquader, het zy naar Brest, het zy<br />

tot uitvoering der fubordinate orders, te vooren<br />

gebouwd had: Terwyl dan even hier door wederom<br />

deszelfs gedecideerd voorneemen, otn<br />

nimmer aan zyne bekomene orders te voldoen;<br />

en de zwakheid der uitvluchten, waarmede hy,<br />

nu het op eene verantwoording aankwam , zyn<br />

gedrag had gezocht te wettigen, ten klaarften<br />

wierd aan den datr gelegd; en te gelyk direct<br />

wederfpruken het Declaratoir , het geen hy V.<br />

A.,<br />

O) Verhoor V. A. van Byland, No. 22. Art. 4.


JOLT, STAAT EN OORLOG. 1785. ;o?<br />

A., na dit alles, nog had ondernomen te doen»<br />

dat' hy , namelyk , (?) by zyn vertrek uit den<br />

Haag"naar Texel in het begin van Odtober 178a,<br />

nog intentie zou gehad hebben, om de reis naar<br />

Brest te onderneemen , en dezelve, door het<br />

wegruimen der zwaarigheden, die 'er mogten<br />

zyn (en waar aan ondertusfehen gebleeken was ,<br />

nimmer gedacht te wezen) te facilireeren.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden zich hier niet<br />

zouden inlaatsn in een onderzoek nnar de waare<br />

redenen en beginfelen, welken het gedrag van<br />

den V. A. van Byland in dezen mogten geregeld<br />

hebben ; en zich derhalven zouden vergenoegen<br />

met nog maar alleen kortelyk op te geeven<br />

: dat de gezegde V. A, gevraagd zynde,<br />

(r) of niet in 't byzonder, als een reden tegen<br />

de reis naar Brest, hy hem geopereerd had,<br />

dat, dus doende, de pas opkomende Marine<br />

van den Staat merkelyk zoude worden verzwakt,<br />

en dat op deze wyze tien van 's Lands beste<br />

Scheepen in het vermogen en den dienst der<br />

Franfchen zouden gelteld worden ; gedeclareerd<br />

had, dat hy die zwaarigheeden daar in wel had<br />

gevonden, en ook gereflecteerd, dat de Marine<br />

zeer verzwakt wierd, door tien Scheepen naar<br />

Brest te zenden ; doch dat hy niet wist, dat<br />

zulks by hem als een reden , ten aanzien der<br />

Expeditie, zou gewerkt, of hem verhinderd<br />

hebben , om dezelve, indien zulks, naar Zeemanfchap,<br />

mogelyk geweest ware, uittevoeren.<br />

Dat, wat van dit laatlte ook zoude mogen<br />

wezen, de voornoemde V. A. althans niet had<br />

kunnen ontkennen , (O dat hy, refiecleerende<br />

op het nadeel voor de nauwlyks opkoomende<br />

Marine ; van de gemelde omftandigheeden , by<br />

zyn verblyf in den Haag in Oétober 1782, wel<br />

ge-<br />

(q) Verhoor V. A. van Byland, No. 24. Art. 1.<br />

(r) Ibidem Art. 2 en 3.<br />

(i) Ibidem Art. 4.


loS JCLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

gefproken had , als redenen , waarom hy tot<br />

geen prys zoo een facrifice van de gemelde Scheepen<br />

aan de Franfchen doen wilde.<br />

l t , e i<br />

?, J , n d e , y k<br />

J '<br />

d e V<br />

' A<br />

- v a n<br />

Byland, no?<br />

verklaard had, (,) de in folio gedrukte Memone<br />

wegens de geordonneerde , maar niet ui-ge.<br />

voerde, reis naar Brest, op deszelfs naam uitgegeeven<br />

, voor de zyne te erkennen: welk<br />

«uk, algemeen bekend zynde, derhalven hier<br />

niet nader behoefde te worden opgegeeven 0f<br />

onderzocht: vergenoegende zich Heeien G.-com.<br />

muteerden met op dat refpect alleen te remarqueeren,<br />

dat, by examinatie van hetzelve (luk,<br />

daar uit omtrent het gedrag en de oigmeikea<br />

van hem V. A. wel ligt diverfe nadere elucida.<br />

tien zonden kunnen bekoomen worden<br />

Dat evenwel, met betrekking tot dit verhandelde,<br />

door Heeren Gecommitteerden nog mo-st<br />

worden aangemerkt, dat alles, wat by dit R ip.<br />

port, ten aanzien van het gedrag van den V<br />

A. van Byland, was geconfhteerd, zo > wel ten<br />

zynen opzichte, als met betrekking tot de ove.<br />

rige Officieren , by deze zaak geconcerneerd •<br />

geenzins uit informatien, van elders bekoomen!<br />

maar alleen uit de eigen opgaaven en gezegdens<br />

van denzelven V. A. afgeleid was: en daf derhalven<br />

, daar hy, V. A., verre van g fupponeerd<br />

te kunnen worden, zyne eigene verrichtingen<br />

by een zoodanig onderzoek te hebben<br />

willen condemneeren; in tegendeel, by de gant.<br />

fche behandeling duidelyk eetoond had, ? Vn gedrag<br />

door allerlei frivole en gezochte uitvlugten<br />

te willen wettigen; mitsgaders de eenvoudige,<br />

en naar den aart der zaak gemaakte, gevolgi<br />

trekkingen dienaangaande op allerlei wyzen fe<br />

ontduiken: even hier door alles, wat ook. ten<br />

opzichte van hem V. A. by dit onderzoek was<br />

aan den dag gelegd, des met te meerder grond,<br />

(O Verhoor V. A. van Byland, No. 24. Art. 5.<br />

als


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. »°»<br />

als volkomen bewezene en onwederfpreekelyke<br />

waarheeden , moest worden aangemerkt.<br />

Dat als nu tot het onderzoek der verrichtingen<br />

ran den Schout by Nacht van Hoey, die,<br />

(u) geduurende het jaar 1782, *s Lan ;<br />

s Oorlogfchip<br />

de Frim Frederik gecommandeerd had,<br />

zullende worden overgegaan, in de eerfte plaats<br />

in aanmerking kwam deszelfs gedrag , ter gelegenheid<br />

van de reis, welke hy, op den 3 October<br />

(t>) van het evengemelde jaar , met den<br />

V. A. van Byland naar 's Haage had onderno.<br />

men, ten einde, met voorkennis van den Commandant<br />

der Vloot, en op verzoek der voornaamfte<br />

Officieren : aan Z. H, zeker Request<br />

overtebrengen.<br />

Dat in dit opzicht by de informatien van gezegden<br />

S. b. N. gebleeken was, dat hy, vóór<br />

zyn gemelde vertrek uit de Vloot, door des<br />

Commandants gegeeven order (u>) van deo eerften<br />

Ociober wel geweeten had , dat de Scheepen<br />

voor vier maanden moeften revi&ualieeren ;<br />

doch dat hy, de order van Z. H., die dezelve<br />

Commandant daar toe had ontvangen , en de<br />

reden , welke daarvoor in die order gegeeven<br />

wierd , toen niet gezien hebbende, alleen naderhand<br />

, hoewel nog even voor zyn vertrek<br />

naar den Haag , toen hy , volgens zyne beste<br />

herinnering by den V. A. Hartfinck aan Boord<br />

was , by geruchte , zonder meer te weeten ,<br />

door wien, had vernomen, dat 'er mogelyk eene<br />

Expeditie naar Brest zoude plaats heboen: —wyders<br />

dat hy des tyds , laater dan de V. A.<br />

van Byland, (V) aan Boord van den V. A.<br />

Hartfinck gekomen zynde , voor zoo veel hy<br />

zich rappelleeren kon , niet tegenwoordig geweest<br />

was, of iets wist van de converfatie tus-<br />

fchen<br />

(u) Verboor S. b. N. van Hoey, No. 1. Art. I.<br />

f » Ibidem, Art. Art. *, 3 en 13.<br />

(w) Ibidem, Art. 4 en 5.<br />

(#) Ibidem, Art. 6.


II* JÜXY, Z A A K E N V A N I78y.<br />

fchen gemelde V. V. A. A., over de apparentie<br />

tet het decerneeren van een Togt naar Brest<br />

gehouden: — en dat hy insgelyks niet wist van<br />

eenige aifpraak, (oO dat de V. A. van Byland<br />

over die Expeditie mat Z. H. fpreeken zou;<br />

omtrent welk laatlte (z) ook geenerlei affpraak<br />

tusfchen den V. A. Hartfinck en hem S, b. N.<br />

gemaakt was.<br />

Dat vervolgens door Heeren Gecommitteerden<br />

onderzocht zynde, waarom hy S. b. N in de<br />

des tyds plaats hebbende omftandigbeeden niet<br />

liever in de Vloot was gebkeven, om de nodige<br />

arrangementen, met betrekking tot zyn Schip<br />

te maaken ; dezelve gedeclareerd had , («) dat<br />

de nodige arrangementen tot de reviclualieering<br />

gemaakt waren ; dat zyn Schip tot het zeilen<br />

gereed lag, en dat hy dus aan Boord niets te<br />

doen had , alzoo hy de aankomst der Victualie<br />

toch moest afwagten, en verlof had van zyn<br />

Commandant. Na hoedanig eene verklaaring,<br />

door hem S. b. N. nopens de volkomene gereedheid<br />

van zyn onderhebbend Schip gedaan ,<br />

men zeker (om dit in 't voorbygaan hier te re»<br />

marqueeren) weinig fcheen te "kunnen verwag.<br />

ten, dat diezelfde S. b. N. naderhand zulke<br />

gewigtige zwaarigheden tegen den Togt naar<br />

Brest, ook uit den ftaat van zyn Schip in 't<br />

byzonder ontleend, zou hebben gevonden , dat<br />

daar door, naar zyn oordeel, die reis mede voor<br />

zyn Schip zeer gevaarlyk gemaakt wierd.<br />

Dat wyders de S. b. N. van Hoey, met be.<br />

trekking tot zyne gem. reis naar den Haag, aan<br />

Heeren Gecommitteerden had te kennen gegeeven<br />

: — dat hy, zonder van den V. A, van<br />

Byland eenigzins vernomen te hebben, (b) dat<br />

laatstgemelde de Scheepen tot een Togt naar<br />

Brest<br />

(j) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. i. Art. 8.<br />

(a) Ibidem, Art. n.<br />

(«) Ibidem Art. 14.<br />

(*) Ibidem Art. 15 tot ao.


JUL7, STAAT EN OORLOG. 1785. m<br />

Brest onbekwaam keurde, den drg na z n vertrek<br />

uit Texel, te weeten op den 4 Qétober,<br />

in den Haag gearriveerd was, en zie 1 nog dienzelfden<br />

dag met den V. A. van Byland naar<br />

Z. H. op de Oranjezsal begeeven had, na even<br />

te vooren door den Fiscaal vander Hoep , die<br />

hy S. b, N. en de V. A. van Byland , vóór<br />

hunne opwagting by Z. H., waren gaan fpreeken,<br />

te hebben verftaan , dat by H. H. Mog.<br />

tot de expeditie naar Brest gerefolveerd was,<br />

zonder dat hy echter den verdci inhoud dier<br />

Refolutie als toen vernomen had: —- voorts,<br />

dat Z. H. niet met hem S. b. N. (c) over de<br />

voorzeide Expeditie had gefproken , fchoon hy<br />

wel gezien had, dat de V. A. van Byland met<br />

Z. H. had gefproken, dan van welken , dan<br />

van welke converfatie hy niets wist: dat zelfs<br />

de V. A. van Byland, (d) na het afloopen dier<br />

converfatie, hem S. b. N. niets gecommuniceerd<br />

had van 't geen tusfchen Z. H. en hem over de<br />

voorn. Expeditie was verhandeld, noch ook van<br />

de recommandatie, (e) door Hoogdenzelven aan<br />

voorfz. V. A. gedaan, om fpoedig weder naar<br />

Texel te keeren, den ftaat der Scheepen naanwkeurig<br />

te examineeren en nategaan, of de zwaarigheeden<br />

tegen den Togt naar Brest nog uit den<br />

weg geruimd konden worden: — en eindelyk ,<br />

dat genoemde V. A. aan hem S. b. N. niets<br />

anders had gezegd, dan dat zy weder naar Boord<br />

zouden vertrekken, en wel ten fpoedigften.<br />

Dat uit dit alles, zoo Heeren Gecommitteerden<br />

vermeenden, duidelyk opcemaaken was, welk<br />

een niets beduidend figuur de S. b. N. van<br />

Hoey by deze gelegenöeid had gemaakt; wat<br />

men , indien aan deze opgaaf geloof gegeeven<br />

wordt, door het te vooren gedeclareerde van den<br />

V.<br />

0) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 1. Art. 21.<br />

(V) Idem No. 2. Art. 1.<br />

(e) Ibidem Art. 3.


xia JULY, ZA AKEN VAN 1785.<br />

V. A. van Byland, (f) dat gezegde S. b. N.<br />

by de converfatie, tusjcnen Z. H. en hem F. A.<br />

gehouden, prafent was geweest, te verftaan hebbe<br />

; en wat 'er als dan zy van de veele repr


JULY, STAAT EN OORLOG» 1785. "3<br />

tie naar Bres', veel min over zyne converfine,<br />

deswegens met Z. H. gehouden; gelyk dezelve<br />

hem S. b. N. ook niet eens had medege leel'd,<br />

hoedanig hy voorneemens was , om , in Texel<br />

gekoomen zyn ie, de zaak, met betrekking tot<br />

de voorzeide Expeditie, te behandelen.<br />

Dat de voorgemelde Haa^fche reize alzoo in<br />

haare byzonderheden nagegaan wordende , het<br />

in de daad «als een gantscli zondering veTfcnynzel<br />

moest voorkomen, dat twee Vlag-Officieren,<br />

die beiden, ingevolge een pofkif en ablblut bevel<br />

van den S mverain , tot het ui r voeren van<br />

eene zeer gewigtige Expeditie bedemd waren,<br />

doch waar regen, naar hun oordeel, zoo veele<br />

zwaarigheden plaats hadden, zulk een geruimen<br />

tyd zich by elkanderen bevonden hadden , zonder<br />

over eene zaak, waarin zy beiden zoo veel<br />

belang moeften ftellen, en waaromtrent zoo veel<br />

in aanmeiking kwsm, noch ook over het gedrag<br />

, 't welk zy beiden in zulk eene delicate<br />

omftandigheid te houden hadden, een enkel<br />

woord te rsppen; at het welk voorzeker een<br />

zeer groot mistrouwen , aan de eene zyde , en<br />

eene niet mindere onverfchdligheid, aan den anderen<br />

kant, Iciieen aanteduiden : terwyl het verder<br />

te kennen geeven van. den voorn. S. b. N.<br />

van Hoey, dat hy namenlvk , fc^.ooi tegenwoordig<br />

geweest zynde, (£) toen de V. A. van<br />

Byland aan den Commanaant der Vloot van zyne<br />

reis naar den Haag rapport dee l , echter<br />

niets daar van verdaan had, tot een bewys kon<br />

verdrekken, dat hy zich zelf dus tot den einue<br />

toe volkomen gelyk was sebleeven.<br />

Dat, gelyk nopens het veranrwoordelyke eener<br />

zodanige handelwyze van den gezegden<br />

S. b. N.,>en de g/vo" Strekkingen , welken, misfchien<br />

niet zonder grond , uit zulk een ten zynen<br />

(*) Verhoor S. b. N. van Hoey, No, 3. Art. 7<br />

en 8.<br />

XXIX. DfiEL. H


H4 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

nen opzichte betoond gering vertrouwen zouden<br />

kunnen worden afgeleid, hier niet breeder be«<br />

hoefde te worden gehandeld; alzoo by eene onbevooroordeelde<br />

befchouwing ligtelyk daaromtrent<br />

het befluit optemaaken was : derhalven,<br />

daar, met relatie tot het voorenflaande point,<br />

gebleeken was , dat uit de informatien van den<br />

S. b. N. van Hoey hieromtrent weinig elucidatien<br />

te bekomen waren ; zou worden overgegaan<br />

tot de bewuste Conferentie, door de Vlag-ufBcieren<br />

op den 7 October gehouden, waarby hy<br />

S. b. N. mede had geadfifteerd.<br />

Dat dien aangaande aan Heeren Gecommitteerden<br />

door den S. b. N. van Hoey in 't byzonder<br />

het navolgende was opgegeeven:<br />

dat, offchoon hy ("zeker door het zoo algemeen<br />

plaats gehad hebbende en ook by hem S. b. N.<br />

geallegueerde gebrek aan geheugen) niet wist,<br />

(/) of aldaar ook de Refolutien van H. H. Mog.<br />

van den 3 te vooren , raakende de reis naar<br />

Brest , welken hem te vooren («) niet waren<br />

gefuppediteerd , geleezen waren, hy echter, zonder<br />

zich dit al mede bepaald te kunnen herinneren,<br />

meende, ("«) dat in die Conferentie waren<br />

geleezen de fchriftelyke Rapporten , welken<br />

de Capiteinen der meefte naar Brest gedestineerde<br />

Scheepen op den 5 Odrober aan den V. A.<br />

Hartfinck hadden ter hand gefield ; en dat hy<br />

ook geloofde, dat (0) door den V. A. van Byland<br />

verflag was gedaan van de gefprekken , welken<br />

dezelve wegens de Expeditie naar Brest met<br />

Z. H. had gehouden, en van de affpraak, met<br />

Hoogdenzelven deswegens gemaakt ; doch dat<br />

hy nopens 'den inhoud van het een en ander<br />

zich wederom niets meer konde herinneren: —<br />

wyders, dat het poinct, van onderzoek in deeze<br />

Con.<br />

(/") Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 3. Art. 9,<br />

(») Ibidem, Art. 10.<br />

(») Ibidem, Art. 11.<br />

(s>) Ibidem. Art, 13.


JDLY, STAAT EN OORLOG. 2785. lij<br />

Conferentie (ƒ>) (welke hy niet eens meer wist,<br />

of lang, dan kort, geduurd had) voor zoo veel<br />

hy S. b. N. zich rappelleerde , beftaan had in<br />

de Rapporten van den (laat der Scheepen, en<br />

de zwaarigheden, welken zich daar in tegen de<br />

reis ppdeeden: — dat voorts in de Conferen;<br />

tje, (?) zoo hy meende , wel gefprooken was<br />

van de middelen , door welken de zwaarigheden<br />

, die zich tegen de reis naar B^est opdeeden<br />

, zouden kunnen worden uit den weg ge-;<br />

ruimd, fchoon hy niet wist, of daar toe iets<br />

bepaaldelyk in aanmetking genomen was , als<br />

zynde den tyd te kort geweest, om eenige middelen<br />

in het werk te (tellen ; gelyk ook alle de<br />

aanweezende Vlag-Officieren hadden geoordeeld,<br />

dat niets, hoe genaamd , tot de gezegde wegruiming<br />

der zwaarigheden kon worden verricht:<br />

dat, wat betrof de zwaarigheden, (^waarom<br />

hy S. b. N. bad geoordeeld, dat de execu*<br />

tie van H. H. Mog. uitdrukkelyke orders bittnen<br />

den bepaalden tyd infaifabel was , dezen<br />

beftaan hadden in het gebrek aan Victualie in<br />

het generaal van de Scheepen, het manqueeren<br />

van fommige behoeftens, in zoo een faiiöen be«<br />

noodigd, en fpeciaal tot zoo een extraordinair<br />

opkomende reis naar Brest, als zynde de moeijelykfte<br />

Haven om imekomen , welke hem by<br />

ondervinding bekend was ; weshalven 'er wet<br />

Ankers en Touwen , naar de gemelde opgave,<br />

nodig zouden zyn, alzo hier aan fommige Schepen<br />

mede gebrek hadden j dat al verder de<br />

voorftelling der zaak, Qs) tot welker onderzoek<br />

en overweeging de bewuste Conferentie was aangelegd,<br />

zoo veel hem S. b. N. voorftond, doof<br />

den V, A. Hartfinck gedaan en bepaald was tot<br />

eene<br />

(p) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 3. Art. 14<br />

en 15.<br />

• (jf) Idem, No. 4. Art. 1, 2 en 3.<br />

M Ibidem, Art. 4.<br />

(i) Ibidem, Mo. 6. Art. 1, a en 3,<br />

H a


«6 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

eere beoordeeling , of de by de Rapporten der<br />

Capiteinen opgegeeven zwaarigheden tegen den<br />

Togt naar Brest daadelyk gegrond of ongegrond<br />

waren , fchoon hem niet voorftond , dat eene<br />

bepaalde decifie, of de orders geëxecuteerd moeften<br />

worden, in overweeging was gebragt; terwyl<br />

hy voor zich zelf wel kon declareeren, enkel<br />

over het gewigt der zwaarigheden te hebben<br />

geoordeeld , maar de executie der orders gelaaten<br />

te hebben voor Rekening van den Commandant:<br />

•—- dat al verder dien aangaande in de<br />

Conferentie niets was beflooten, gelyk hy ook,<br />

raar zyn Schip te rug gaande , in het onzeker<br />

was gebleeven, of de Expeditie, al dan niet,<br />

zoude voortgaan ; waaromtrent hy maar ordres<br />

afwagtte: — declareerende hy S. b. N. by dit<br />

alles, (t) dat hy, niettegenftaande de gemaakte<br />

zwaarigheden, op het eerfte fein van den Commandant<br />

gereed geweest zou zyn , om het Anker<br />

te ligten , en den Togt naar Brest mede te<br />

onderneemen; zonder, uit hoofde van den ftaat<br />

•van zyn Schip, het welk, zoo lang de Victualie<br />

duurde, ook wel dienen kon, eenige weigering<br />

te gronden:— gelyk hy S. b. N. wyders<br />

ook nog verklaard had," («) de zwaarigheden,<br />

wegens de gefteldheid van zyn Schip , in de<br />

Conferentie der Vlag-Officieren te hebben opgegeeven<br />

als orriftandigheden , die , naar zyn gedagten<br />

, het doeu, alleen van een overtogt naar<br />

Brest met zoo een Schip zeer gevaarlyk, fchoon<br />

niet volftrekt ottmogelyk , maakten , terwyl, zo<br />

het Schip, te Brest gekomen zynde, direct tot<br />

verdere Expeditien had - moeten geëmployeerd<br />

worden, dan vooral eene voorziening in de voorzeide<br />

zwaarigheden abfolut onontbeerlyk zou geweest<br />

zyn.<br />

Dat derhalven, volgens deze opgaaf, zou moeten<br />

(t) Verhoor S. b. N. van Hoey, No, 6. Art. 4.<br />

(u) Idem, No. li. Aró 6 en 7.


JULY, STAAT EN OORLOG. 178J. 117<br />

ten worden befloqten , dat 'er in de te meermalen<br />

gemelde Conferentie, raakende het al of niet<br />

executeeren der orders yan H. H. Mog. , niets<br />

finaals zou geconcludeerd , maar de zaak aan<br />

den Commandant overgelaaten zyn, indien niet<br />

het Declaratoir, door de gezamentlyke Vlag-Officieren<br />

gegeeven , en door den S. b. N. van<br />

Hoey mede ondertekend , het tegeudeel fcheen<br />

aan te duiden, als zynde by hetzelve de Scheepen<br />

op eene ftellige wyze volkomen buiten ftaat<br />

verklaard, om d: n Togt naar Brest ter uitvoer<br />

te brengen ; tu fchen welk een en ander dus<br />

gantsch geen naauwkeurige overeenkomst te vinden<br />

was.<br />

Dat de S- b. N. van Hoey hier op naar zyn<br />

denkbeeld/nopens het, geen eigenlyk by de Refolutien<br />

van H. H. Mog., met betrekking tot<br />

de reis naar Brest , geordonneerd wierd , ge.<br />

vraagd zynde , gedeclareerd had , (v) van die<br />

Refolutien , welken hy zelf niet had geleezen ,<br />

zich niet anders te herinneren , dan de daar in<br />

vervatte order, om vóór den 8 Oef ober met het<br />

Esquader uittezeilen en naar Bresr te gaan:<br />

dat hy echter uit de gezegde Refolutien niet<br />

bad opgemaakt, (w) dat H. H. Mog. de coniideratien<br />

en het Advis van de Vlag-Officieren<br />

nog vooraf begeerden te weeten, en dus die<br />

Refolutien als een volftrekt bevel geconfidereerd<br />

hai: —. dat, niettegenftaande dit gedeclareerd<br />

begrip, hy echter, (x) om het gewigt der zwarigheden<br />

, die zich tegen het doen cUr reis opdêeden,<br />

ook geoordeeld had, dat dezelven od.<br />

der het oog van H. H. Mog. moeften worden<br />

gebragt, offchoon hy nogtans niet konde ontkennen<br />

, dat 'er in die zwaarigheden (j) niets<br />

ge-<br />

(V) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 4. Art. 6.<br />

(w) Idem No. 5. Art. 1.<br />

(x) Ibidem Art. a.<br />

fj) Ibidem Art. 5, 6 en 7.<br />

H 3


?|8 jtri.Y, ZAAKEN VAN<br />

gevonden wierd , het geea als een onverwagt<br />

toeval , het welk vooraf niet te voorzien zou<br />

geweest zyn, kon worden aangemerkt: — dat<br />

hy erkende , dat onvoorziene toevallen of tegen<br />

wind alleen , volgens de Refolutien van H. H.<br />

Mog. , de uitvoering der reis naar Brest excufeeren<br />

mogten: en wyders, dat aan hem<br />

S. b. N. ook geene particuliere orders of onderrigtingen<br />

gecommuniceerd waren, waarom hy<br />

zou gemeend hebben , zich in zyn Advis niet<br />

tot die beletfelen alleen, welken in H. H. Mog.<br />

Refolutien vermeld ftonden, te moeten bepaalen,<br />

maar ook zyn particulier oordeel over het<br />

al of niet raadzaame van de reis te mogen raadpleegen.<br />

Dat, hier in dus wederom, naar het oordeel<br />

van Heeren Gecommitteerden , eene volftrekte<br />

tegenllrydigheid geleegen zynde, 'er, tot vereffening<br />

van het een en ander, niets anders had<br />

toegefpheenen, over te fchieten, dan eene diergelyke<br />

beoordeeling van het al of niet raadzame<br />

in de uitvoering der duidelyke en pofitive be«<br />

veelen van den Souverain re zoeken in den een<br />

of anderen , hoewel onweuigen , regel of gewoonte,<br />

die in den Zeedienst gebruikelyk zou*<br />

de zyn: dan dat de S. b, N. van Hoey, niets<br />

d'erguyks hebbende kunnen opgeeven , het ge?<br />

volg van de voorfz. gedaane vraag had gezogt<br />

te ontgaan, dior by te brengen, dat hy vermeende,<br />

(z) in de Conferentie der Vlag-Officit -<br />

ren geroepen zynde , om ook zyn Advis over<br />

de zaak te zeggen , geen zwaarigheid te hebben<br />

moeten msnker;, om de diffkultelten, welken 'er<br />

teger.s de reis naar Brest geopperd wierden, en<br />

hem S. b. N. ook gewigtig voorkwamen, voor<br />

zodanig te ckennen, en dat hy voorts begreep,<br />

dat het gebruik , het welk van zodanig Advis<br />

gemaakt was, bleef voor reekening van den gee-<br />

nen s<br />

(z) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 5. Art. a.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 119<br />

nen, aan wien de orders van den Souverain direct:<br />

waren gezonden.<br />

Eene explicatie nogtans , waar door, naar hec<br />

begrip van ,Heeren Gecommitteerden , het gedrag<br />

van den voornoemden S. b. N., ter dezer<br />

gelegenheid gehouden, even weinig, als dat der<br />

overige Leden van deze Conferentie , volledig<br />

kon worden verantwoord; dewyl, offchoon de<br />

uitvoering der orders van H. H. Mog. wel fpeciaal<br />

aan de Commandanten incumbeerde , en<br />

dezen derhalven moeften weeten , in hoe verre<br />

zy , volgens den inhoud van Hoogstderzelver<br />

Refolutien, bevoegd waren, om die uitvoering,<br />

op grond der geopperde zwaarigheden , na te<br />

laaten; nogtans de S. b. N. van Hoey, zo wel<br />

als de overige Vlag-Officieren notoirlyk refponfabel<br />

bleeven voor hun eigen gehouden gedrag<br />

in de meergemelde Conferentie; als importeerei;de<br />

eene directe verklaaring, dat de gezegde uitvoering<br />

ondoenlyk was, en zulks, niettegenliaande<br />

zy, noch door eenigen regel van den dienst,<br />

noch door den inhoud der Refolutien van H. H.<br />

Mog. zelve , noch door eenige naderhand ontvangen<br />

orders of onderrichtingen , noch door<br />

de allerminlte requifitie van H. H. Mog., om<br />

dien aangaande het oordeel der Vlag-Officieren<br />

te willen inneemen, noch eindelyk ook door eene<br />

volltrekte onmogelykheid dier uitvoering zelve<br />

, eenigzins gerekend konden worden tot het<br />

doen der voorfz. verklaaring gewettigd te zyn<br />

geweest; zulks men reden had om vast te Hellen<br />

, dat zy by dit alles niet alleen hunne be- ,<br />

voegdheid waren te buiten gegaan, maar ook de<br />

gezegde Commandanten daar door min of meer<br />

in hun opgevat begrip verfterkt en derzelver<br />

handelwyze, als het ware, gebillykt hadden.<br />

Dat eindelyk , met betrekking tot het gedrag<br />

van den S. h. N. van Hoey in deze Conferentie,<br />

nog moest worden geremarqueerd, dat hy,<br />

by onderfcheidene zyner opgaaven gedeclareerd<br />

hebbende, den Overtogt, naar Brest, noch voor<br />

H 4 de


iao JULY, Z A A K E N V A N 17S5.<br />

de Scheepen in 't gemeen, noch voor zyn Schip<br />

in 'r hy-onder, als volftrekt onmogelyk, maar<br />

wel als zeer gevaarlyk, te hebben aangemerkt,<br />

z'ch dan ook 1<br />

in d en zin (V) daarover in de<br />

Conference gezegd had, gèëxp'iceerd te hebben;<br />

doch dat hy S b. N., des niette?enftaatide,<br />

by het D-claratoir, uit diezelfde Conferenrie<br />

voortgevloeid , en door hem mede ondertekend<br />

, ftïihg en onbepaald had verklaard , dat<br />

alle de Scbeepen , naar Bnst gedestineer t, volkoomen<br />

buiten /laat waren , om de voor gefielde<br />

Expeditie ter uitvoer te brengen : gelyk hy S,<br />

b. N. ook , op de aan hem deswegens" voorgefte.ds<br />

be enkingett , den eersrgeiiielden zin<br />

nogmaals hal *eïfjha;reerd, en zien daarop alleen<br />

beroepen, dat hy op de ex enfie of pirrcifa<br />

bewoordingen van het Djdaraioir zoo zeer niet<br />

gekt had. Een uitvlucht zeker van te minder<br />

waardy, wanneer gec >nfi tereerd wordt, dat het<br />

op de extenfiè van een zoo gewigrig Declaratoir,<br />

waarby niet minder, dan eene volledige<br />

beflisfing , gegeeven wierd , dat de (tellige orders<br />

van den S 'uverain voltrekt niet konden<br />

worden uitgevoerd , vooral aa^wam : en dat<br />

men dus nau^rlyks van een Vlait-Qilicier Z Ou<br />

kennen of mogen verwanten, dat hy zu.k een<br />

important (tuk, zouder eene benoorlyke en nauwkeurige<br />

exammane van deszelfs waaren inhoud,<br />

zou hebben ondertekend.<br />

Dat al verder onderzocht hebbende moeten<br />

worden, ho- tanig de S. b. N. zich, als con><br />

mandeerena Ohcier van een der Scbeepen , tot<br />

den 1'rgt na.ir B est gedestilleerd. , gedraagea<br />

had coor denzelven was opgegeeven : —- dat,<br />

met betrekking tot de Victualie, \c) zyn onderheboeud<br />

Scnip daarvan voorzien was tot primo<br />

Né-<br />

(a) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 11. Art, 7,<br />

(b) iA m No. IJ. Art. 1.<br />

(cj Idem No. 7. Art. 1.


JUXY, STAAT EN OORLOG. 1735. m<br />

November: — dat hy, (d) op den 26 Augustus<br />

ontt/Knsen hebbende de R lmu ie van de<br />

Admiraliteit op de Mdaze, in ciato den 12. Aug.<br />

178a waa-b • alle de Scheepen er; Uitleggers<br />

van dat Resfort tot den iaathVn A. ril 1783 in<br />

dienst gecontinueerd , en de Officieren , dezelven<br />

commandeerende , aangefcbreeven waren<br />

zich tot dien tyd toe van de noo Jige Victualie*<br />

te voorzien, daar op den 28 dier maand , e lysr<br />

inhoudende alles , wat hy van Victualie tot uU<br />

timo April 1783 nooiig had, aan zyn Sollicireut<br />

had gezonden, met last, om .Hes, zoo<br />

fpoedig mogelyk, in gereedheid te brengen, en<br />

hetzelve , zoo veel hem voorllond , tegen of<br />

met primo Oétober te zenden: — dat, ten tyde<br />

van het afzenden dezer order, het onderheb.<br />

bend Schip van hem S. b. N., ingevolge de<br />

orders van den Raad, tot primo November geviétualieerd<br />

was: — dat hy, voor zoo veel hem<br />

voorftond, deze geordonneerde Victualie ten deele<br />

op den 12 Oftober, en het overige weinig<br />

dagen daarna, werkelyk ontvangen had: — en<br />

eindelyk, dat hy, zich wederom (e) niet kunnende<br />

herinneren, of hy, by het ontvangen der<br />

cvengem. order van de Admiraliteit, daar van<br />

aan den Commandant der Vloot kennis gegeven<br />

had, zich ook geene particuliere orders rappelleerde,<br />

welken, na den 26 Augustus, door den<br />

gezegden Commandant omtrent dit revictualieeren<br />

zouden gegeeven zyn, dan alleen die van<br />

den eerlten O&ober , volgens welke het Schip<br />

ten fpoedigllen voor vier maanden gerevidualteerd<br />

moest worden.<br />

Dat uit deze gedaane opgaaf van den S. b. N<br />

van Hoey dus gebleeken was, dar hy S. b. N "<br />

fchoon door het Admiraliteits Collegie , ónder<br />

het<br />

Cd) Verhoor S. b. N. van Hoey, Ne. 7. Art 2<br />

3, 4» 5, 6. 7 en 8. '<br />

(e) Ibidem Art. o en 10.<br />

H 5


222 jDXY, ZAAKEN VAN 1785.<br />

het welk hy resforteerde, uitdrukkelyk gelast<br />

zynde, zyn onderhebbend Schip tot een' bepaalden<br />

tyd te revictualieeren, zonder dat in dit bevel<br />

eenige aanleiding, veel min eene vryheid tot<br />

eenig uitftel gegeeven was, echter, eigener auctoriteit,<br />

en zonder ook daartoe met eene ipeciaale<br />

order van den Commandant der Vloot te<br />

wezen gemunieerd, had kunnen goedvinden, de<br />

daadelyke uitvoering der gezegde orders op byna<br />

vyf weeken laater te hepaalen , terwyl ook<br />

hieraan , omtrent eerst zeven weeken daarna,<br />

zonder dat hy S. b. N. hetzelve immer fcheen<br />

te hebben gepresfeerd, voldaan was.<br />

Dat de voorn. S. b. N. deze handelwyze wel<br />

had getragt te verantwoorden, met de order der<br />

Admiraliteit op de Maaze, alleen a;s een continuatie<br />

van dienst, (ƒ) te doen voorkomen, en<br />

te zeggen, dat by hierom, alzoo hy conform<br />

de order van den Commandant der Vloot , tot<br />

primo November was gevictuaÜeerd , begreepen<br />

had, dat hy zich nu voor den Winter voorzien<br />

moest; en dat hy uit dien hoofde het afzenden<br />

der Victualie met of tegen het begin van Oftober<br />

bepaald had, dewyl 'er dan nieuwe Victualie<br />

was , en 's Lands Scheepen om deze reden<br />

gewoon waren, in die maand hunne Victualie<br />

op te doen. Dan dat niet kon nagelaaten worden<br />

hier op wederom aantemerken, dat de gem.<br />

S. b. N. tot dusdanige eigendunkelyke Explicatie<br />

van het by hem ontvangen bevel , door den<br />

inhoud van hetzelve, geenszins kon worden gerekend<br />

gequalificeerd te zyn; te miBder, daar<br />

hy uit de Refolutie van diezelfde Admiraliteit,<br />

mede by hem ontvangen, (g) had gezien, dac<br />

bet de ferieufe intentie van dat Collegie was,<br />

dat de Officieren zonden bezorgen, dat de Schepen<br />

van hun Resfort door geenerlei gebrek verhin«<br />

(ƒ") Verhoor S. b. N. van Hoiy, No. 8. Art. 1»<br />

(?) Ibidem Art. 2.


Tuwr, STAAT EN OORLOG. 1785. 123<br />

hinderd zouden worden, den Lande alle mogelyke<br />

dienden te bewyzen : terwyl hy S. b. N.<br />

daarenboven had erkend , uit krachte van de<br />

gem. Refolutie niets byzonders (h) gedaan te<br />

hebben, om dat zyn Schip, zoo hy zeide, in<br />

ftaat en van al bet noodige voorzien was voor<br />

den tyd, dat de Commandant der Vloot, wiens<br />

orders hem, ten aanzien van het innamen der<br />

B;hoeftens en Victualie, by de gem. Refolutien<br />

der Admiralite it ge last was te gehoorzaamen,<br />

de generaale order aan de Scheepen, onder zyn<br />

bevel ftaande , om zich re voorzien , gegeeven<br />

had, namelyk tot primo Novsmber.<br />

Vol2*ms welk laatfte gezegde van den voorn.<br />

S. b. N., het dus toefcheen, dat dezelve, uit<br />

hoofde der Orders van den Commandant, niet<br />

noodig gekeurd had, om aan den teneur der<br />

orders van de Admiraliteit ten fpoedigften te<br />

voldoen offchoon het ondertusfehen niet bleek,<br />

dat hy §. b. N. van deze laatstgem. orders aan<br />

den Commandant eenige legaale kennis gegeeven<br />

, of, gelyk hem, volgens zyne eigene uit»<br />

legging , door de Admiraliteit bevolen wierd,<br />

deszelfs goedvinden dienaangaande gevraagd had;<br />

maar dat dezelve S- b. N. integendeel, zonder<br />

zich aan dat gedeelte zyner orders te laaten gelegen<br />

leggen, naar zyne eigene idéés, de geordonneerde<br />

revictualieering had bepaald op een<br />

tyd , welke hem , noch door de Admiraliteit ,<br />

noch door den Commandant voorgefchreeven<br />

was.<br />

Dat ondertusfehen by 't vervolg nog was gebleeken<br />

, dat zelfs de voorraad der Victualie,<br />

welke de S. b. N. van Hoey des tyds inhad,<br />

niet dan zeer gebrekkig was, om tot primo November<br />

, en dus tot den tyd , door den Commandant<br />

der Vloot geordonneerd , te ftrekken,<br />

alzoo de Confumtie-lyst, door hem S. b. N.<br />

ge-<br />

(A) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. t. Art. 3.


ïê 4<br />

J* 11<br />

*» ZAAKEN VAN i78y, geëxhibeerd, (7) had doen zien, dat op den<br />

20 September, ten opzichte van fommige articulen<br />

van V'&ualie, byzonder • van Stokvisch<br />

en Brood, alleen voor éin week, en ten aanzien<br />

van het Spek, ook maar een geringe voorraad<br />

voorbanden geweest was: het welk de gezegde<br />

S. b. N. wel had getragt te verantwoorden<br />

door optegeeven, (£) dat de cpneeming der<br />

byzondére articulen rreerendeels by calculatie<br />

gefchiedt, zynde 'er a! yd, volgers zyn zeggen,<br />

meer aan boord, dan tp de lysten gespecificeerd<br />

wordt, 't welk voornanelyk omtrent het Brood<br />

zou plaats hebben (op welken grond hy dan<br />

ook veronderftelde , (/) dat de Victualie voor<br />

zyn onderhebbend Sclrp aan geene articulen zou<br />

zyn te kort gefchoten) doch dat hierop weder<br />

van zelf te reflecteeren viel, dat, ingeval de<br />

voorfz. opgaaf en veronderftelling doorging, het<br />

niet gemakkelyk zou zyn, zich een denkbeeld<br />

te vormen van den aart der cakulatien, by zoodanige<br />

Confumtie-Lysten voorkomende, of waartoe<br />

dezelven eigeniyk moeren dienen ; alzoo ,<br />

dus doende, geen de minfte fiaat zou kunnen<br />

worden gemaakt op eene calculatie, volgens<br />

welke verfcheiden' der esfentieeifte articulen worden<br />

opgegeeven , als flechts voor ééne week<br />

kunnende ftrekken, da2r dezelven in eliécte voor<br />

meer dan vier weeken voldoende zouden zyn;<br />

hoedanig eene gansch fautive opgaaf de abfurditeit<br />

zelve zoude zyn: zoo dat men dan hierom,<br />

naar 't oordeel van Heeren Gecommitteerden,<br />

met betrekking tot de waare gefteldheid van de<br />

Leevensmiddelen aan boord van den S. b. N.<br />

van Hoey, vry zeker zou mogen ftellen , dat<br />

hetzelve Schip in het laatst vau September zelfs<br />

nog geenszins zoodanig van Victualie was voorzien<br />

f7) Verboor S. b. N. van Hoey, No. 8. Art. 4,<br />

(*) Ibidem Art. 5.<br />

'/) Idem No. 9. Art. 1.


jutv, S T A A T E N OORLOG. 1785. ras<br />

zien geweest , als het had moeten zvn volgens<br />

de orders van den Commandant der Vloot, - en<br />

dus nog veel minder, volgens die der Admiraliteit<br />

van de Maaze.<br />

Dat, betreffende de gefieldheid van het Schip<br />

en de Scheeps-Behoeften, hy S. b. N. verklaard<br />

had, in de Conferentie te kennen gegeeven te<br />

hebben , f» dat zyn Schip , niet gekooperd ,<br />

en in anderhalf jaar niet van de Kiel geweest<br />

zynde, dus vuil moest zyn, en mede, tot het<br />

doen van de reis naar Brest, Zeilen en loopend<br />

Touwwerk benoodigd had: — Eene verklaaring<br />

wederom, welke met de te vooren gemelde opgaaf<br />

van hem S. b. N. nopens de volkomene<br />

gereedheid van zyn onderhebbend Schip, (») en<br />

daarop gebouwde vryheid , om zich gerustelyk<br />

tot de reis naar den Haag te mogen abfenteeren,<br />

in der daad weinig fcheen overeentekomen.<br />

Dat hem S. b. N. , op dit refpeér. evenwel<br />

nog Voorgehouden was, of hy, uit de bovengem.<br />

Refolutien der Admiraliteit op de Maaze<br />

van den 12 Augustus en 2 September 1782 gezien<br />

hebbende , dat zyn onderhebbend Schip tot<br />

primo Mei 1783 in dienst was gecontinueerd ,<br />

Sï en dat de Officieren , wilden zy aan de ferieufe<br />

intentie van dat Collegie voldoen, moeften zorgen<br />

, dat de Scheepen van 't gemelde Resfort<br />

door geenerlei gebrek verhinderd wierden, den<br />

Lande alle mogeiyke dienften te doen, zich dan,"<br />

uit dien hoofde, niet verpligt had geoordeeld,<br />

om zyn onderhebbend Schip , voor den tyd van<br />

deszeïfs gecontinueerden dienst , onder anderen<br />

ook van de noodige Scheeps-Bahoeften voorzien<br />

te houden , en waarom hy S. b. N. dan niet<br />

• immediaat van dezelve Admiraliteit had verzocht,<br />

dat aan hfm, volgens eene bytevoegene opgaaf,<br />

alle de Scheeps - Behoeften mogten worden ge-<br />

zon-<br />

(«O Verhoor S. b. N, van Hoey, No. 3. Art. 16.<br />

(») Idem, No. 1. Art. 14.


I2ö juxï, ZAAKEN VAN 1785»<br />

zonden, welken zyn Schip tot primo Mei 1783,<br />

benoodigd zou hebben, en fpeciaal ook nieuwe<br />

Zeilen en loopend Touwwerk : dan op welke<br />

vraagen hy S. b. N., voor het nalaaten van de.<br />

ze zyne indispenfable verpligting, geene andere<br />

redenen had bygebragt, (0) dan dat men doorgaans<br />

Scheeps - Behoeftens inneemt in den voortyd,<br />

om dat men in het najaar de Schetpen kielen<br />

moet, 't welk voor zyn Schip vooral noodzaakelyk<br />

was , en dat hy vóór dien tyd met<br />

nieuwe Scheeps-Behoeftens maar zon geobrueerd<br />

geweest zyn; dat hy dezelven daarom niet had<br />

gevraagd, alzoo zyn Schip het met den voorraad<br />

van Behoeftens zeer wel doen kon , zoo<br />

lang de Viftualie-tyd , door den Commandant<br />

der Vloot geordonneerd, zich uitftrekte, namelyk<br />

tot November: — hoedanig antwoord we*<br />

derom niet kon nalaaten het denkbeeld te ver-<br />

Berken, dat de gezegde S. b. N. in alles minder<br />

naar den duidelyken letter zyner ontvangen<br />

orders, dan volgens zyne eigene gemaakte begrippen<br />

en veronderftellingen , had gemeend te<br />

moeten handelen, eene meening, zeker zoo inadmisfibel<br />

in een welgereguleerden dienst , als<br />

nadeelig fteeds in zyne gevolgen.<br />

Dat hy S. b. N. wyders den Togt naar Brest<br />

onder anderen ook gezegd hebbende voor zyn<br />

onderhebbend Schip, Ichoon niet volftrekt onmogelyk,<br />

maar echter als zeer gevaarlyk aantemerken;<br />

het met deze als nu geüelde gevaar»<br />

lykheid niet wel had kunnen worden overeengebragt,<br />

hoe hy , nog korten tyd te vooren, te<br />

weeten in den Krygsraad, op den 9 September<br />

in prsefentie van Z. H. gehouden, ter gelegenheid<br />

der recommandatie, door Hoogdenzelven<br />

als toen gedaan, had kunnen verklaaren , met<br />

zyn onderhebbend Schip naar Zee te kunnen<br />

gaan, zonder eenige defecten, hoe genaamd,<br />

by.<br />

(o) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. ia. Art. 3,


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785," sa?<br />

bytebrengen, en zonder eenige uitzondering te<br />

maaken , tot hoedanige dienlten hetzelve mogt<br />

gerequireerd worden; terwyl hy ook naderhand<br />

in den Krygsraad van den 15 September, zonder<br />

allegatiè van eenige defecten of bepaalingen,<br />

mede betuigd had , met den oprechtften yver<br />

naar het oogenblik te verlangen, om finaale orders<br />

te mogen ontvangen tot zoodanige eindens,<br />

als ten nutte van den Lande noodig geoordeeld<br />

zouden worden.<br />

Dat, deze ~ bedenking aan den S. b. N. van<br />

Hoey onder 't oog gebragt zynde, dezelve, ter<br />

oplosfing van de tegenftrydigheid in die handelwyze<br />

, zyn gem. onbepaald Declaratoir van gereedheid,<br />

in de evengenoemde Krygsraaden gegeeven<br />

, nu alleen tot een Kruistogt in de Noord-<br />

Zee, en wel niet langer dan tot primo November,<br />

had gereltringeerd, en verder verklaard,<br />

daarmede niets anders begrepen te hebben. (ƒ>)<br />

Dat echter aan Heeren Gecommitteerden geenszins<br />

gebleeken was, welken wettigen grond hy<br />

S. b. N. raogte gehad hebben om te veronderftellen<br />

, dat in de voorn, Krygsraaden abfolut<br />

niet anders dan eene gereedheid tot kleine Kruistogten<br />

bedoeld wierd, in zoo verre, dat alle<br />

andere denkbeelden van employ van zyn Schip<br />

ten eenemaale zouden wezen uitgefloten, daar<br />

immers in een tyd van Oorlog allerlei foorten<br />

van Expeditien konden opkoomen , waartoe de<br />

Scheepen altoos gereed moeiten gehouden worden:<br />

gelyk de voorn. S. b. N. zich dan ook<br />

vergenoeg'd had met zyne voorn, fuppofnie, volgens<br />

nader gedaane opgaaf, alleen daarop te<br />

bouwen, (q) dat hy, te vooren gekruist hebbende,<br />

aanttonds wederom order had gekreegen,<br />

om zich fpoedig gereed te maaken, en daar uit<br />

te hebben opgemaakt, dat hy niet anders zou<br />

moe-<br />

(/>) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 12. Art. 3.<br />

(q) Ibidem.


"8 juxy, Z A A K E N V A N 178*<br />

moeten doen, dan weder te gaan kruisfen: eene<br />

gevolg rekking, welke nauwelyks als een ernftig<br />

gezegde kunnende worden aangezien, geene reflexie<br />

waardig was. Terwyl Heeren G.commit.<br />

teerden evenwel niet konden nalaaten hier ter<br />

plaatze te reflecteeren, dat men zich zeker over<br />

al het voorgevallene niet meerder had te verwonderen,<br />

vanneer men zag, op welke gronden en<br />

veronderfteliingen de commandeerende Officieren<br />

hunne daaden gebouwd hadden.<br />

Dat ook, ten aanzien der Rappouen betrekkelyk<br />

den (raat van her Sch p van den S. b. N.<br />

van Hoey, niet zeer naauwkeung fcheen te werk<br />

gegaan te zyn, terwyl hy S. b. N., eerst vol<br />

Uit gedeclareerd hebben 'e , zich met meer te<br />

kunnen herinneren, (r) dat in zyre abfentie<br />

door den Capirein Tullmgh eene opgaaf was ge»<br />

daan van de beletzelen, welken zyi, Schip tot<br />

het doen der reis naar Brest, buiten ttaat belden<br />

, evenwel naderhand erkend had , ( sj by<br />

zyn terugkomst aan Boord op den 7 October,<br />

van den gezegden Capitein rapport van het voor.<br />

gevallene te hebben ontvangen , bomende fpeciaal,<br />

dnt hy Capitein op den 5 te voo>en gefeind<br />

was , om aan Boord vsn het Admiraal-<br />

Schip te koomen; — wat a'daar door den V.<br />

A. Hartfi. ck aan de zamengekoomen Officieren<br />

was voorgehouden; — en wat hy', Capitein,<br />

ingevolge die voordragr, had vrHcht: — omtrent<br />

welk alles door hem S. b. N., eene breedvoerige<br />

opgave gedaan zyrde, daartoe Kortheid*,<br />

halven zal worden gerefereerd. Dat de voorn.<br />

S. b. N., dus eerst eene geheele onkunde voorgewend<br />

hebbende , dan waarvan hy naderhand<br />

door de opgave van het evergem. gebeurde was<br />

te rug gekomen,, zich echter van die verfchillendheid<br />

van handel had getragt te excufeeren,<br />

(O Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 0, Art.<br />


JPLY, STAAT EN OORLOG. 1735. \i*<br />

9<br />

door als een reden van het gein. voörwendzel<br />

bytebrengen zyn verlangen, ten einde wylen<br />

den Capitein Tullingh te fauveeren , én eené<br />

fpecifique opgaaf van deszejfs in dezen verkeerdelyk<br />

gehouden gedrag te eviteeren.<br />

Dat hy S. b. N. verder nopens het géén van<br />

dit alles in het journaal van zyn Schip mogt<br />

wezen aangetekend, alzoo hy wegens zyne doen.<br />

p maahge abfentie zelf geen journaal des tyds gehouden<br />

had , weinig of geen elucidane (O had<br />

kunnen geeven: doch niettemin, wanneer hem ,<br />

na het doen der voorenflaande opgaaf van het<br />

gepasfeerde nopens het geeven van een Rapport<br />

door den Capitein TuUingh, zulks fpeciaal door<br />

Heeren Gecommitteerden was afgevraagd , aan<br />

dezelven had gedeclareerd, niet gezien te habben<br />

, O) dat 'er in de Conferentie der Vlag.<br />

Officieren van den 7 Oétober een Rapport, doof<br />

den gezegden Capitein nopens zyn onderhebbend<br />

Schip gegeeven j te gelyk met de Rapporten<br />

der overige Capiteinen , in deliberatie was<br />

gelegd ; hoedanig Rapport, 't welk door den<br />

Capitein Meurer wegens 'r Schip Amfterdam gegeeven<br />

zou zyn , hy inegelyks nu verklaard bad<br />

z^ch niet te herinneren, (»-) dat in die zelfde<br />

Conferentie overgelegd zoude wezen: — welke<br />

refpective opgaaven dus al wederom met het<br />

meergedagte Declaratoir, door hem S. b; N. zoo<br />

wel, als door de overige V;ag-Officieren gegeeven<br />

en ondertekend , bevonden waren direct ftrydig<br />

te wezen; als wordende by hetzelve D claratoir<br />

uitdrukkelyk gezegd, dac in de Conferentie<br />

onderen anderen ook de Rapporten der Capiteinen<br />

Meurer en Tullingh wegens de fituat<br />

i e<br />

der Scheepen Amfterdam en Prins Fredrik M<br />

r<br />

y<br />

(/) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. lö. AiU fs<br />

. tot ra.<br />

O) Idem, No. 11. Art. 1.<br />

(y) Ibidem, Are, 3.<br />

SCXIX. PEEL, |


i3o JULY, Z A ARE N VAN 178 j.<br />

rype overweeging genoomen waren: dan dar hy,<br />

S. b. N,, fchoon nader advoueerende, (w) wel<br />

te wee'en , dat 'er van den Capitein Tullingh<br />

geen Rapport in de Conferentie geweest was ,<br />

dit alles wederom met een gebrek aan oplettendheid<br />

op de ex'enlie had willen excufeeren;<br />

zeggende, alleen bedoeld te hebben de zwaarigheeden<br />

, die geopperd waren tegen de reis naar<br />

Brest, welken hy gegrond oordeelde. Waar uit<br />

dus moest worden opgemaakt, dat het by hem<br />

S. b. N. 'er minder op fcheen aamekoomen,<br />

om behoorlyk te examineeren, wat hy eigentlylc<br />

declareerde en tekende , indien hy maar hielp<br />

zorg draagen, dat aan de zwaarigheeden, tegen<br />

de zoo zeer gevreesde reis geopperd,. alle mogelyk<br />

gewigt wierd bysezet.<br />

Dat, laattelyk, de S. b. N. van Hoey, ter<br />

gelegenheid van den hier vooren verhandel ien<br />

rêëelen ftaat zyner inhebbende Vctualie, en wat<br />

uit de Confumtielyst deswegens bleek plaats te<br />

hebben gehad, als een geüfireerd middel, waardoor,<br />

ingevalle destyds een' Kruistogt voor een<br />

week of vier was geordonneerd geweest, de ont'<br />

brekende articulen konden zyn geluppieerd, had<br />

opgegeeven het middel van overneeming uit de<br />

andere ter Rheede leggende Scheepen (x) en<br />

dat hier uit aanleiding genomen zynde , om by<br />

hem S. b. N. te onderzoeken, of, en in hoe<br />

verre, van dit zelfde middel, naar zyn' opinie,<br />

zou kunnen gebruik gemaakt zyn, om den Togt<br />

naar Brest, door zoodanige by hem zelf aan de<br />

hand gegeevene fuppletie te faciliteeren 5 hier<br />

op door denzelven was geantwoord, dat hy S.<br />

b. N., (veronderfleld zynde, (y) dat *er aan<br />

eenige articulen van zyn Victualie by het ontvangen<br />

van ordres tot een Kruistogt te kort geweest<br />

(w) Verhoor S. b, N. van Hoey, No. 11. Art. 3.<br />

(x) Idem No. 8. Art. 6.<br />

(y) Idem No. 9. Art. i.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. .3.<br />

weest mogt zyn) geene calculatie konde maaken,<br />

hoe veel tyds tot zulk een overneeming in<br />

dat geval noodig zou zyn geweest, als dependeerende<br />

dit van wéér en wind ; doch dar, ingevalle<br />

de ontbrekende articulen aan de Helder<br />

bf Texel te bekomen geweest waren , 'c geen<br />

by eene geringe fuppletie ligtelyk kon gebeuren s'<br />

die inneeming in weinige uuren gefchieden kon,<br />

gelyk ook dat, wanneer de gelegenheid (z) goed<br />

was , die fuppletie uit de overige Scheepen ^<br />

welken ter Rheede bleeven leggen , in korte<br />

uuren gedaan konde wordeni — doch dat, om<br />

voor één a één en een halve week Victualie uit<br />

de overige Scheepen (a) inteneemen (veronderfteld<br />

zynde , dat dezelven daartoe genoegzaam<br />

voorzien waren, en dat hem S b. N. zulks geordonneerd<br />

was) meerder tyd verehcht zou zyn<br />

geworden , wyl de quantiteit dan veèl grooter<br />

zou geweest zyn, maar dat hy deswegens met<br />

geen' mogelykheid eene calculatie maaken kon.,<br />

Dat hier op door Heeren Gecommitteerden<br />

wel was aangemerkt , dat, hoe zeer zoodanig<br />

een opgaaf, als Waarvan hier melding gemaakt<br />

wierd , wel met geene volftrekte zekerheid nau wkeurig<br />

gefchieden kon; het echter vreemd moest<br />

voorkomen, dat een Officier, die een geruimeh<br />

tyd in dienst van den Lande geweest was , en<br />

zoodanige overneemingen te meeraiaalen byge.<br />

woond had, niet by calculatie zou kunnen opgeeven<br />

, hoe veel tyds daartoe by eene goede<br />

gelegenheid omtrent zou moeten gefteid worden?<br />

dan dat op deze aanmerking, offchoon die aan<br />

den S. b. N. van Hoey nader was


13» JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

Dat van de Vlag - Officieren , welken de te<br />

meermaalen gemelde Conferentie van den 7 Oc»<br />

tober 1782 bygewoond, de beoordeeling van H.<br />

H. Mog. Refolutien tot de Expeditie naar Brest<br />

op zich genomen, en by het bewuste Declaratoir<br />

de uitvoering daarvan voor infaifabel verklaard<br />

hadden, nu verder nog alleen refleerde<br />

de Schout by Nagt van Kinsbergen, welke derhalven<br />

mede geconfidereerd had moeten worden,<br />

onder de Officieren, by deze zaak geconcerneerd,<br />

te behooren.<br />

Dat ondertusfehen , wanneer de gezegde S.<br />

b. N. in het jaar 1784 gereed was, om met een<br />

Esquader , waarover hem het Commando was<br />

opgedragen, tot het doen van een Togt naar de<br />

Middelandfche Zee uitteloopen; Heeren Gecommitteerden<br />

toen bereids met het onderzoek dezer<br />

zaak een aanvang gemaakt hebbende, verkoozen<br />

hadden, ten einde aan den dienst van don Lande<br />

geen beletzei toeiebrengen, het vertrek van<br />

voornoemde S. b. N , door hem in perfoon<br />

voor hun te requireeren , niet te vertraagen of<br />

te verhinderen ; dan dat zy niettemin noodzaakelyk<br />

geoordeeld hadden, aan gemelde S. b. N.<br />

(even gelyk, ten aanzien der overige Officieren,<br />

hierby gtconcerneerd, voor zoo verre de mogelykheid<br />

zulks heeft toegelaaten, gepraélizeerd<br />

is) de gelegenheid niet te moeten beneemen,<br />

om zich nopens zyn gehouden gedrag te kunnen<br />

verantwoorden , en verder zoodanige informatien<br />

te fuppediteeren, als waartoe hy, ter<br />

faciliteering van dit onderzoek, in ftaat mogte<br />

zyn.<br />

Dat zy Heeren Gecommitteerden dienvolgens<br />

befloten hadden , om aan den meergemelden S.<br />

b. N. eenige fchriftelyke Vraagpointen te doen<br />

toekomen, betrekkelyk, voor eerst, tot den tyd,<br />

wanneer hy nopens de Refolutien van hun Hoog<br />

Mog. van den 3 October 178a de, eerfte kennis<br />

gekreegen had, en het geen by die gelegenheid<br />

tusfchen den V. A. Hartfinck en hem daar om?<br />

trenc


JULY, STAAT EN OORLOG. 178J. 133<br />

trent mogt voorgevallen zyn; ten tweeden, nopens<br />

de redenen, die by S. b. N. mogt gehad<br />

hebben, om den V. A. Hartfinck tot het aanleggen<br />

der Conferentie van den 7 Oétober aan<br />

te fpooren, waaromtrent de gezegde V. A. zich<br />

mede fpeciaal op hem S. b. N., als zulks ook,<br />

op zyne infiigatie gedaan hebbende, beroepen<br />

had; ten derden, over den aart der voorfz, Conferentie<br />

, en 't geen daarin byzonder geleezen en<br />

verhandeld was; ten vierden, raakende de redenen,<br />

op grond van welken hy S. b. N. den<br />

Togt naar Brest mede voor infaifabel had verklaard<br />

, en het begrip, 't geen hy zich van den<br />

aart der orders van H. H. Mog. gevormd had;<br />

met bygevoegde requifitie, ten vyfden, om,<br />

daar hy S. b. N., door zyne abfentie niet fpeciaal<br />

kon worden ondervraagd, alle zoodanige<br />

verdere informatien, betrekkelyk deze zaak, sis<br />

tot derzelver opheldering zouden kunnen dienen,<br />

te fuppediteeren.<br />

Dat de voorfz. Vraagpointen op den 18 September<br />

1784 gearrefteerd en vervolgens aan den<br />

S. b. N. van Kinsbergen toegezonden zynde,<br />

dezelve zyne fchriftelyke antwoorden daarop,<br />

gedateerd uit de Baai van Toulon, den 17 November<br />

1784, ter behoorlyker tyd had overgezonden.<br />

,<br />

Dat Heeren Gecommitteerden, zonder zich<br />

met eene gedetailleerde opgaave dier Refponliven<br />

optehouden , Hechts in het algemeen zouden<br />

remarqueeren, dat de voornoemde S. h« N.,<br />

nf door zich, even als de meefte andere Officieren,<br />

veelal op een gebrek aan geheugen te<br />

beroepen, of door de voorgefiaUe Vraagpointen<br />

meer met ongevergde raifonnemeriten, dan met<br />

beflisfende antwoorden te bejeegenen , maar zeer<br />

weinigen derzelven direct en pofitif beantwoord<br />

had; terwyl de vry finguliere wyze, waarop die<br />

antwoorden waren ingericht, zeer weinig kenmerken<br />

droeg van dien eerbied en egards, welken<br />

hy S. b, N., als een Officier in den dienst<br />

18 .


f34 JVir, ZAAKEN VAN 1785.<br />

van H. H. Mog., aan Hoogstdezelven, of die<br />

Hen in dezen vertegenwoordigden, verfchuldigd<br />

was.<br />

Dar Heeren Gecommitteerden zich, voor het<br />

overige, tot de voorfz. Vraagpointen en Refponfiven<br />

, nevens dit hun Rapport overgelegd, refereerende,<br />

maar kortelyk zouden remarqueeren,<br />

dat, daar de $. b. N. van Kinsbergen by dit<br />

onderzoek alleen als Medelid van de meergemelde<br />

Conferentie in aanmerking gekomen was, en<br />

'er uit zyne gezegde opgaaven , waartoe hem<br />

mits dezen gelegenheid was gegeeven, geeneriét<br />

meerdere of andere informatien of elucidatien<br />

daaromtrent waren voortgefprooten , waardoor<br />

pf aan de zaak zelve eenig meerder licht<br />

bygezet was , of het gedrag van hem S. b. N.<br />

uit een ander oogpunt» als dac van alle de overige<br />

Leden der voorfü. Conferentie , zou moeten<br />

worden befchouwd ; derhalve alles, wat<br />

dienaangaande hier van breedvoeriger was behandeld<br />

en aangemerkt, fpeciaal omtrent den S.<br />

b. N. van Kinsbergen van eene volledige applicatie<br />

moest gerekend worden te zyn.<br />

L<br />

Dat thans nog overig zynde onderzoek te doen<br />

nopens de verrichtingen der Capiteinen, welker<br />

Scheepen tot den geordonneerden Togt naar Brest<br />

gédespicieerd geweest zyn; daaromtrent alleen<br />

verflaj zoude kunnen worden gedaan van de informatiera,<br />

door de Capiteiuen Thooft, Staringh<br />

én Bosch gefuppediteerd; als zynde den Capitein<br />

van Welderen in den Kruistogt, daadelyk,<br />

ha dat de Expeditie naar Brest voor vervallen<br />

verklaard was, onder Commando van den S. b.<br />

N. van Kinsbergen ondernomen, met het Schip<br />

de Urne in de Noordzee vergaan ; en den Capitein<br />

Tullingn, die op het Schip van den §.<br />

b. N« van Hoey geplaatst was, inmiddels overleedén:<br />

terwyl de overige Capiteinen, door verre<br />

afgelegene reizen buiten Baat gefield zvnde ,<br />

öm zich voor dit Befogne te fifteeren ; Heeren<br />

Gecommitteerden vermeend hadden, tot het uit-<br />

bren-


JVLY, STAAT EN OORLOG. 1785. 135.<br />

brengen van dit hun Rapport den als nog onzekeren<br />

tyd van derzelver terugkomst niet te<br />

moeten afwagten; te. minder , daar, naar alle<br />

apparentie, uit derzelver informatien weinig nader<br />

licht te verwagten was, en de beoordeeling<br />

van derzelver gedrag veel al uit hunne ingedien.<br />

de Rapporten en de handelingen der eersrgemelde<br />

Capiteinen zoude kunnen worden afgeleid:<br />

gelyk ook boven dien , by de abfentie van den<br />

S. b, N. van Braam was gebleeken , dat omtrent<br />

den tyd van het retour dier Officieren<br />

gantsch geen precife bepaaling kon worden gemaakt.<br />

Dat, wat dan in de eerfte plaats den Capitein<br />

Thooft betrof, by dit onderzoek gebleeken<br />

was: —- dat dezelve gecommandeerd had (c)<br />

her Oorlogfchip de Kortenaar van 60 (lukken,<br />

behoorende, zoo wel als dat van den S b. N.<br />

van Hoey, onder het Collegie ter Aimiraiiteit<br />

op de Maaze, en mede begrepen onder de Schee,<br />

pen, welken door Z. H., ingevolge de Refolutie<br />

van H. H. Mog, van den 3 October 1782,<br />

tot de Expeditie naar Brest gedespicieerd waren:<br />

— dat de voorn. Capitein op den 5 Oftober<br />

(d), van dat zelfde jaar met de overige Capiteins<br />

der Scheepen , tot den evengem. Togt<br />

ge leftineerd, by den V. A Hartfinck aan Boord<br />

gefeind, en aldaar gekomen zynde , verwittigd<br />

was van de order , by gezegden V. A. ontvangen<br />

tot het verzenden van tien Scheepen naar<br />

Brest * — dat deze communicatie eenter niet<br />

aan alle de Capiteinen te gelyk, maar, zoo het<br />

fcheen, naar maate zy by den V. A. Hartfinck<br />

aan Boord gekomen waren, was gefchied, zynde<br />

de Capitein Thooft, (e) als met zyn onderhebbend<br />

Schip zeer naby dat van den Com-<br />

man- •<br />

(e) Verhoor Capitein Thooft, Ne. 1. Art. 1 en *.<br />

(f) Ibidem, Art. 3 en 4.<br />

(«) Ibidem, Art. 5.<br />

I 4


?36 JULY, Z A A K E N V A N ï?gy.<br />

mandant liggende, een van de eerfte daar aan<br />

Boord geweest; gelyk hy zich ook niet herinnerde,<br />

dat, toen de gem. V. A. hem de voorzeide<br />

communicatie gaf, 'er reeds andere Capiteinen<br />

aangekomen waren: — dat vervolgens de<br />

V., A, Hartfinck.hem Capitein gezegd had, (Y)<br />

Tdat, volgens een ingekomen order, tien Scheepen<br />

naar Brest moeften zeilen, en dat zyn Schip<br />

daar onder begreepen zynde, hy derhalven zich<br />

hiertoe gereed moest houden: — dat hy Capitein<br />

zich echter niet praecis konde herinneren<br />

of hem by die gelegenheid door den V. A*.<br />

Hartfinck gevraagd was, of zyn onderhebbend<br />

Sch p tot het noen van die reis in ftaat was •<br />

fchoon hy zulks, by nadere overdenking, wel<br />

geloofde: — en dat bv ook wel wist op het<br />

voorftel van gemelden V. A. gezegd te hebben<br />

dat zyn Schip op dat oogenblik niet in ftaat<br />

Was om de reis te doen.<br />

Dat wyders fteciaal geinquireerd zynde naar<br />

de wyze, op welke de gezegde Expeditie door<br />

den V. A. Hartfinck was voorgefteld, namelyk<br />

of zulks gelchied was , alleen met relatie tot<br />

den overiogt uit Texel tot in de Haven van<br />

Brest, dan ook betrekkelyk tot den dienst, welke<br />

door de Scheepen te Brest gekomen zvnde<br />

verder zoude worden gepraefteerd ; en in 't byzonder,<br />

of uit dat voorftel vernomen kon worden,<br />

dat het H. H. Mog. intentie was, dat<br />

de ï-cneepen te Brest gearriveerd zynde, aldaar<br />

zouden overwinteren , en nadere ordres afwagten<br />

, ten ware men mogt goedvinden , van dezelven,<br />

gecombineerd met een Fransch Esquader,<br />

nog vóór den winter in de Kuropeefche<br />

Zeeën eenig employ te maaken, echter nier dan<br />

met overleg en goedvinden van derzelver Commandant:<br />

— op de hier omtrent gedaane vraagen.door<br />

den Capitein Thooft verklaard was, fë)<br />

(ƒ) Verhoor Capitein Thooft, No. i. Art. € en 7<br />

(f) Ibidem, Art, ?, 10 en 13.<br />

das


jut*, STAAT [EN OORLOG. 1785. 13?<br />

dat het voordel van'den V. A. Hartfinck zich<br />

alleen had bepaald tot een reis naar Brest, zonder<br />

zich over de verdere deftinatie in 't byzonder<br />

uittelaaten ; en dat hy uit gezegde voordel<br />

niets diergelyks , als hiervooren nopens de intentie<br />

van H. H. Mog. gemeld is, had kunnen<br />

opmaaken : maar dat hy integendeel zeer wel<br />

wist, dat hy het voordel om naar Brest te<br />

gaan, op dien tyd bad aangemerkt, als teffens<br />

een oogmerk behelzende, om van de Scheepen,<br />

zoo dra ze daar gekomen waren, daadelyk employ<br />

te maaken, het zy meer naby, het zy tot<br />

eene Expeditie naar de Oost- en West-Indien;<br />

en dat hy zyn rapport, 't welk hem door dert<br />

V. A. Hartfinck vervolgens mondeling geordonneerd<br />

was, by gefchnfte optegeeven , alleen in<br />

dat denkbeeld had opgedeld en zyn Schip, 't<br />

geen zeer wel nog voor eenigen tyd een Kruistogt<br />

doen kon , buiten ftaat verklaard had tót<br />

een reis naar Brest, die hy zich moest voorftel»<br />

len, dat oogenblikkelyk door andere Expeditien<br />

agtervolgd zoude geworden zyn.<br />

Dat uit deze opgaaf derhalven , naar 't oordeel<br />

van Heeren Gecommitteerden, confteerde,<br />

dat de communicatie en het voorftel der orders<br />

van H. H. Mog. door den V. A. Hartfinck<br />

onvolleedig , en geenszins overeenkomftig derzelver<br />

weezenlyken inhoud en waare oogmerk,<br />

was gedaan ; en dat dus deze wyze van voorftelling<br />

juist gefchikt was, om de refpective Officieren<br />

geheel verfchillende en verkeerde denkbeelden<br />

daar omtrent te doen opvatten; dan het<br />

welk evenwel, dien onverminderd, aan den Capitein<br />

Thooft geene vryheid gaf, om by eene<br />

enkele veronderltelling aan de gezegde orders<br />

een veel grooter uitgeftrektheid te attribueeren,<br />

dan dezelven waarlyk behelsden; en om op zulk<br />

een' fuppofitie alleen zyne generaaie verkiaaring<br />

van ongereedheid te gronden : — terwyl veel<br />

eer de voorzichtigheid, zoo 't fchynt, had gevorderd<br />

, dat hy, vóór de beantwoording van<br />

I j het


W JÜXÏ, Z A A K E N V A N 1785.<br />

het aan hem gedaan voorftel, en ten minften,<br />

vóór dat Hy zyn fchriftelyk Rapport inleverde,<br />

van den V. A. Hartfinck , nopens dezen in algemeene<br />

bewoordingen voorgeftelden Togt , de<br />

noodige exphcatie verzocht had ; en lpeciaal,<br />

of hy by het Rapport nopens de gereedheid of<br />

ongereedheid van zyn Schip , alleen een overtogt<br />

naar Brest, dan ook verdere deftinatien, in<br />

t oog te houden had; waaromtrent hy Capitein<br />

in allen gevalle zich niet had behooren te<br />

difpenfeeren, by zyn evengem. Rapport de verejschte<br />

diftin&ie te maaken. Dat aan Heeren<br />

Gecommitteerden hier omtrent door denzelven<br />

Capitein ter zyner verantwoording was geallegueérd,<br />

dat by, (Ji) uit hoofde van het onbepaald<br />

voorftel der order, en onbewust zynde,<br />

met wat intentie de expeditie geordonneerd wierd,<br />

niet anders vermeende te hebben moeten belluiten,<br />

dan dat hy verpligt was, by zyn Rapport<br />

alles optegeeveu , wat zou vereischt worden ,<br />

ook ingevalle zyn Schip, te B r<br />

est gekomen zynde,<br />

verder mogt worden geëmployeerd.<br />

Dat ondertusfehen, na deze opgaaf, de verklaaring<br />

van ongereedheid , door gezegden Capitein<br />

by het voorftel der orders van H. H, Mog,<br />

gedaan, ligtelyk zuude kunnen worden overeengebragt<br />

met het geen dezelve hoofdzaakelyk,<br />

zo by zyn Verhoor voor de Admiraliteit op de<br />

M-az , op den 11 February 178?, als voor<br />

H eren Gecommitteerden, dienaai gaande nader<br />

had gedeclareerd, (7) namelyk, dat, indien de<br />

reis zx 1 enkel tot een overtoar uit Texel tot<br />

in de Haven van Brest moest bc-paaien, de deftéten<br />

, by zyn Rapport opgegeeven , zodanig<br />

een reis niet onmogelyk zouden gemaakt hebben,<br />

(h) Verhoor Capitein Thooft, No. a. Art. 12.<br />

CO tdem, No. i. Art. ao. vergel. met No 12. der<br />

Bylragen van 't Berichr der Admiraliteit op<br />

de Maaze, Art. 6, io,' 14, 15, 19, 37<br />

en 30.


JUXY, STAAT EN OORLOG. 178J. 159<br />

ben, offchoon, uit hoofde van de gefteldheid<br />

der Victualie, misfchien rjaafmede z-vasrigheid<br />

zou gemengd geweest zyn; en dat in al hetzelve<br />

(het geen misfeh en mede ter gedeehelyke<br />

verontfchuldiging van den Capitein Thooft,'nopens<br />

zyne gererade ongereedverklaaring zou<br />

kunnen (trekken} met zoo veel fpoed was te<br />

werk gegaan , dat de Capiteinen Thooft , Staringh<br />

en Bosch (en ook, zoo de eerstgem. vermeende<br />

, (£) alle de overige CapiteinenJ oogenblikkelyk,<br />

en dus zonder verder beraad, alvoorens<br />

van het Schip des V. A. Hartfinck te vertrekken<br />

, nog daar aan boord hunne Rapporten<br />

gefchreeven en overgegeeven hadden ; hoewel<br />

dezelven allen , als aan Boord hunner eigene<br />

Scheepen gefchreeven zynde, gedateerd waren;<br />

't welk de Capitein Thooft gezegd had gedaan<br />

te hebben, (7) om te doen blyken , dat het<br />

Rapport, 'c welk maar tot fpoediger expeditie<br />

aan Boord van 't Admiraalfchip gefchreeven<br />

was , eigenlyk het Schip Kortenaar aanging;<br />

dan het welk echter buiten dien uit het hoofd<br />

en den inhoud van het Rapport zelve ook wel<br />

zou gebleeken hebben.<br />

Dat voorts de drie meergem. Capiteinen eenpaarig<br />

verklaard hadden, hunne voorfz. Rapporten,<br />

zoo als hun dezelven nader waren voorgehouden,<br />

(m) in diervoegen gegeeven te hebben<br />

uit eigen beweeging, en zonder eenige voorafgegaane<br />

affpraak met andere Officieren; en dat<br />

zy, na het indienen dier Rapporten, (n) geene<br />

na-<br />

(k) Verhoor Capitein Thooft, No. 1. Art. 14 en<br />

16. Verhoor Capitein Staringh , No. 1. Art.<br />

15. Verhoor Capkein Bosch, No. ï. Art. 15.<br />

(/) Verhoor Capitein Thooft, No. 1. Art. 15.<br />

\tn) Ibidem, Art. 16 en 17. Verhoor Capitein Staringh,<br />

No. 1. Art. 16, 17 en 18. Verhoor<br />

Capitein Bosch, No. 1. Art. 16, 17 en 18.<br />

(n) Verhoor Capitein Thooft, No. 1. Art. 18. Verhoor<br />

Capiteio Stariisgh, No. 1. Art. 19. Ver.<br />

hoor Capitein Bosch, No. 1. Art. 19.


14© JULY, Z A A K E N V A N i 7Sj:<br />

nadere orders, zoo veel hun voorftond, ontvangen<br />

hadden, om hunne onderhebbende Scheepen<br />

tor de voorn, reis in gereedheid te brengen.<br />

Dat, wat verder den Capitein Thooft in het<br />

byzonder betreft , niet wel had kunnen worden<br />

overeengebragt, hoe by, na door middel van<br />

zyn voorengemeld Rapport aan den V, A. Hartfinck<br />

de des tyds inhebbende Victualie v?n zyn<br />

onderhebbend Schip bepaald te hebben tot pri.<br />

mo November, daar en tegen by zyn Antwoord<br />

op het 7. Arijcul der bovengemelde Vraagpointen<br />

, hem op den 11 Februaty 1783 door het<br />

Collegie ter Admiraliteit op de Maaze voorgehouden,<br />

verklaard had , van Victualie voorzien<br />

geweest te zyn tot den 15 November , uitgezinderd<br />

van Kaas en Zout , waar van hy maar<br />

alleen tot in den beginne van November voorzien<br />

was, en van fommige andere fpecien ,<br />

voornamelyk van Erwten , te zyn voorzien geweest<br />

voor eetiige dagen ook na den 15 November.<br />

Dat, dit aan den voornoemden Capitein<br />

onder het oog gebragt zynde, dezelve tot vereffening<br />

van de voorfz. ftrydige opgaaven gezegd<br />

had, (0) dat hy zyne opgaaf van gevk'tu- .<br />

aüeerd te zyn tot primo November, by zyn<br />

Rapport aan den V. A. Hartfinck, gedaan had,<br />

om dat hy niet ten vollen voor 14 dagen langer<br />

voorzien was , als misfende de twee voornaame<br />

articulen van Kaas en Z-mt; doch dat<br />

hy, buiten die, het tot den 15 November met<br />

de Victualie zou hebben kunnen uithouden:<br />

dat ook, in het generaal, de aanleg der Victualieering<br />

van zyn Schip , even gelyk dat van<br />

den S. b. N. van Hoey , volgens de generaale<br />

order, maar was tot primo November, doch<br />

dat toevallig, zoo als nu en dan wel gebeurt t<br />

vooral als ,een Schip van de directie van den<br />

-> eenen<br />

(*j Verhoor Capitein Thooft, No. a. Art. 1.


JULT, STAAT EN OORLOG. 141<br />

eenen Capitein onder die van een ander overgir,t<br />

, wat meerder van verfeheiden' dingen ingenomen<br />

was , waar door het grootfte gedeelte<br />

der Victualie tot den 15 November zou hebben<br />

kunnen (trekken.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden zich echter niet<br />

hadden kunnen overtuigd houden, .dat door de<br />

evengezegde elucidatie de vooren geremarqueerde<br />

ftrydigheid der opgaaven eenïgzins zoude zyn<br />

gewettigd : terwyl ook niet wel te begrypen<br />

was, dat de generaale aanleg der Victualieering<br />

van dit Schip maar tot primo November zou<br />

geweest zyn; immers , daar het zelve by het<br />

laatfte weekelykfche Rapport van den 30 Ssptember<br />

was opgegeeven, als tot halt November<br />

gevictualieerd te "zyn : waarom in allen gevalle<br />

het bewuste fchriftelyk Rapport, aan den V. A.<br />

Hartfinck op den 5 Oftober overgegeeven , weinig<br />

aan het oogmerk gereekend kon woiden te<br />

voldoen, indien het zelve met met die naauwkeurigheid<br />

ingericht was dat de Commandant<br />

der Vloot daar door in (fiat geheld wierd , om<br />

met volle zekerheid te kunnen beoordeelen, welk<br />

employ, des nowds, en ten ftrióHten genomen ,<br />

van dit Schip kon worden gemaakt : eene beoordeeling<br />

, waar toe zeker eene allerexaélfte<br />

opgaaf vereischt wierd, en had behouren te gefchieden.<br />

—. Gelyk ook niet mogt worden veronderlteld,<br />

dat de Capitein Thooft, om het ontbreeken<br />

der twee articulen van Kaas en Zout,<br />

bevoegd zou zyn geweest, om by dit zyn Rapport<br />

den meerderen voorraad der andere fpecien<br />

geheel te -verzwygen ; te minder, daar deszelfs<br />

onderhebbend Schip , om het. gebrek der twee<br />

voornoemde articulen alleen , niet geheel en al<br />

tot alle employ na den eerlten November behoefde<br />

buiten fiaat gereekend te worden , als<br />

hebbende hy Capitein zelf erkend, dat die beide<br />

articulen O) uit de andeie Scheepen, inge-<br />

val-<br />

(/) Verhoor Capiteia Thooft, No« 3. Art. 13,


I4a JULY, Z A A K E N VAN 1785.<br />

valle dezelven daar van voorzien waren (waar<br />

van hy het tegendeel met geen grond kon veronderftellen)<br />

hadden kunnen geluppleerd worden.<br />

Dat ondertusfehen hier uit, zoo als Heeren<br />

Gecommitteerden geoordeeld hadden, bleek,<br />

dat de te voren reeds gementioneerde Refolutie<br />

der Admiraliteit van de Maaze, in dato ia Augustus<br />

1782, welke de Capitein Thooft, gelyk<br />

hy vermeende , den 26 of 27 dier maand<br />

had ontvangen, ten zynen opzichte even weinig<br />

, als omtrent den S. b. N. van Hoey, van<br />

dat effect geweest was, dat daar door daadelyk<br />

eene vernieuwde voorziening der Victualie voor<br />

zyn onderhebbend Schip was te weeg gebragt,<br />

als hebbende by Capitein, volgens zyn eigen<br />

opgaave , ter obediëntie aan de order , by die<br />

Refolutie vervat, ten aanzien van de Victualie,<br />

(O niet anders gedaan, dan aan zyn Solliciteur<br />

te fchryven, om de geordonneerde Victualie intekoopen,<br />

en hem toe te zenden, ge yk hy dezelve<br />

ook, na zyn Kruistogt in November, ontvangen<br />

had; terwyl hy by deeze order het dan<br />

ook had laaten berusten, zonder fpeciaal te zorgen,<br />

dat de voornoemde Victualie, overeenkomftig<br />

het blykbaare oogmerk der Admiraliteit ,<br />

ten allerfpoedigften toegezonden wierd: waar uit<br />

moest volgen , dat, door dit gebrek van voorzorg,<br />

het onderhebbend Schip van hem Capitein<br />

tegens het laatst der loopende Victualietyd<br />

buiten (laat van employ moest geraaken, en dat<br />

even hier door dus de voorfz. tvdige prtecautie<br />

der Admiraliteit geheel en ai gefruftreerd zoude<br />

worden; iets, het welk althans met den inhoud<br />

der by hem Capitein mede ontvangen Refolutie<br />

(s) van dat Collegie, in dato 2 September deszelven<br />

jaars, volftrekt ftrydig was, als waarby<br />

hem was gebleeken de ferieuze intentie van den<br />

Raad<br />

(*) Verhoor Capitein Thooft, No. 2. Art. 2 en 3.<br />

O) Ibidem, Art. 4.<br />

(O Ibidem, Art. j>.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 143<br />

Raad te zyn, dat de Officieren'zouden bezorgen<br />

, dac de Scheepen van hun Resfort door<br />

geenerles gebrek verhinderd zouden worden,den<br />

Lmde alle moaelyke dienden te bewyzen, wesha;ven<br />

hy Capitein , ten minden op den ontvangst<br />

, en uit hoofde dier tweede Refolutie,<br />

zich niet anders dan verpligt had kunnen oordeelen<br />

, om immediaat te zorgen, dat zyn onderhebbend<br />

Schip, zoo ten aanzien der Victualie<br />

, als verdere Behoeftens en noodwendigheden,<br />

Volledig in ftaat gefteld wierd, om tot den tyd,<br />

waar voor deszelfs dienst by de eerstgemelde<br />

Refolutie was gecontinueerd, te weeten tot primo<br />

Mey 1783, behoorlyk, en dus zonder interruptie',<br />

dienst te kunnen doen.<br />

Dat, dit alles dan ook hoofdzaakelyk aan den<br />

Capitein Thooft onder het oog gebragt zynde,<br />

door denzelven daar op was gedeciareerd, (?)<br />

dat hy voor de fpoedige voorziening der Vi&u.<br />

alie , by de eerstgenoemde Refolutie geordon.<br />

neerd, vermeende gezorgd te hebben, door het<br />

fchryven aan zyn Solliciteur, wan-wien hy ook,<br />

zoo by zeide, wel verzeekerd was,'dat die,<br />

zoo fpoedig, als by kon, daaraan voldoen zou;<br />

doch dat de bezorging van Victualie in dien tyd<br />

natuurlyk véél embarras aan den Sol'icireur zou<br />

gegeeven hebben, alzoo de oude Victualie fchaars<br />

te krygen , en de nieuwe op dat lydftip nog<br />

niet voorhanden was : — en dat ook, by den<br />

ontvangst der laatstgenoemde Refolutie , zyn<br />

Schip, («) van Victualie voorzien zynde, conform<br />

de te vooren gegééven orders, boven welken<br />

hy nu den voorraad , waarom hy aan zyn'<br />

Sollicneur gefchreeven had , moest afwagten ,<br />

hy alleen had zorg gedraagen , om zyn Schip,<br />

het'welk in 't generaal tot Mey 1783 voorzien<br />

was, fteeds gereed te houden; gelyk hy "er ook<br />

. na-<br />

(?) Verhoor Capitein Thooft, No. 2. Art. 8.<br />

%u) ftude», Art, 19.


144 JÜXY, Z A A K E N V A N ' 178$.<br />

naderhand, op bekomen' ordre, mede uirgeloo*<br />

pen was, om te kruisfen.<br />

Dat uit deeze opgaaf derhalven conlteerde,<br />

dat de voorn. Capitein op de eerstgenoemde<br />

Refolutie der Admiraliteit, het alleen by het<br />

geeven van een order aan zyn' Solliciteur , tot<br />

verzorging der Victualie , zonder bepaaling van<br />

tyd (als waaromtrent hy het op deszelfs goedvinden<br />

en veronderltelde vigilantie vermeende te<br />

moeten laaten aankoomer) had laaten berusten ;<br />

offchoon hy zich echter op deze vigilantie naderhand<br />

weinig fcheen te hebben verbaten , alzoo<br />

hy , op den 1 October van den V. A.<br />

Hartfinck de generaale order tot reviétualieering<br />

voor vier maanden ontvangen hebbende, (op<br />

welken tyd de gezegde Solliciteur de Victualie,<br />

door hem Capitein zoo lang te vooren geordonneerd<br />

, nog niet had gezonden ) volgens z) n<br />

Rapport ten fpoedigften daarom naar Rotterdam<br />

gefchreeven bad: zynde het eindelyk ook nmar.<br />

quabel, dat hy, van het geen hy aan zyn Solliciteur,<br />

weinige dagen te vooren, gefchreeven<br />

had, by zyn Rapport verflag dce.de, by die<br />

gelegenheid niet tcffens van de voorige aanfchryving,<br />

aan detizelven gedaan , eenige mentie<br />

maakte.<br />

Dat dus uit dit een en ander, naar 't oordeel<br />

van Heeren Gecommitteerden , wederom zoude<br />

kunnen worden opgemaakt , hoe weinig politif<br />

en dringende die eerstgedaane aanfchryving toe<br />

bezorging der Victualie geweest ware ; en dat<br />

hy Capitein , by den ontvangst der tweede<br />

hoewel zoo ernltige, Refolutie van de Admiraliteit<br />

, eigenlyfc niets gedaan had ; alhoewel hy<br />

Capitein ondertusfehen niet geftipponeerd kon<br />

worden, zich des tyds eenige andere orders<br />

dan die van de Admiraliteit , ten richtfnoer tê<br />

hebben voorgefteld, naardien hy ten minden<br />

doof<br />

•: '1 t iioodT •-• ja i MO*-.V • ><br />

(y) Verhoor Capitein 1 hooft, No. a. Ars. ö en ? 4


JÏILV, STAAT* EN OOR LOCS. 1785. *4j<br />

door geene ahtlere of ftrydige orders van den<br />

Commandant der Vloot daarin was verhinderd:<br />

iets, 't geen althans moest worden befloten uit<br />

de erkentenis van hem Capitein, dat.hy, namelyk,<br />

naar zyn beste geheugen, daadelyk (V)<br />

iia het ontvangen der Refolutie van de Admiraliteit,<br />

om tot ultimo April 1783 te revictualieeren,<br />

daarvan aan den gem. Commandant kennis<br />

gegeeven, doch, voor zoo veel hy zich herihnerde<br />

, van denzelven geene byzondere orders<br />

nopens den tyd, voor welken hy Victualie moest<br />

inneemen, ontvangen had.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden derhalven in dit<br />

beleid en gehouden Conduite hadden gemeend<br />

een niet onduidelyk bewys aantetreffen , dat de<br />

gezegde Capitein mede in het by de Officieren<br />

der Marine zoo algemeen plaats gehad hebbende<br />

wanbegrip , nopens de zekerheid eener aanftaande<br />

oplegging der Scheepen, (hoewel het in<br />

Oorlogstyd was) fcheen geverfeerd te hebben,<br />

en zich te gelyk voorgefteld, dat, daar de Cam.<br />

pagne met November moest vastgefteld worden,*<br />

ten einde te zyn, 'er dus op zyn best niets<br />

meerder, dan een kleine Kruistogt in de Noordzee,<br />

zou voorvallen; mitsgaders, dat hy de executie<br />

der ftrifle en met opgaave van redenen<br />

bekleede Refolutien van zyn Admiraliteits Collegie<br />

mede naar dat denkbeeld konde en vermogt<br />

interichten; 1<br />

Dat, met betrekking tot de voorziening der<br />

Scheepsbehoeften, het mede niet te begrypen<br />

was , hoe de Capitein Thooft by zyn meergedachte<br />

Rapport van den 5 October aan den V .<br />

A. Hartfinck had kunnen verklaaren , dat zyn<br />

medegegeeven' Behoeftens volgens den geftipu.<br />

leerden tyd het meefte verbruikt waren; zich<br />

verder op een gebrek aan Zeilen en veele Behoeftens<br />

, te breed j om daar te melden, beroet<br />

pen*<br />

(j') Verhoor Captn. Thooft, No. 2. Art. ff en 7.<br />

XXIX. DEEL. K


146 JULY, ZAA KEN VAN 1785;<br />

pende, en hoe dezelve dit alles mede als eene<br />

reden had geallegueerd, waarom hy buiten ftaat<br />

was, om aan de gegeeven orders (welken hy<br />

zelf by dat Rapport alleen bepaalde tot het zeilen<br />

naar de Haven van Brest) te kunnen voldoen<br />

: daar hy Capitein, gelyk zoo even geallegueerd<br />

is , nu by zyn Verhoor voor dit Befogne,<br />

als eene teden, waarom hy op de tweede<br />

Refolutie der Admiraliteit op de Maaze niets<br />

nader, noch omtrent de verzorging der Victualie,<br />

noch van meerdere Scheepsbehoeften , verricht<br />

had , had gepofeerd, dat zyn Schip (V)<br />

in 't generaal voorzien was tot Mey 1783 ; en<br />

daar hy ook voor de evengsmelde Admiraliteit<br />

gedeclareerd had, dat zyn Schip, (#) ten tyde,<br />

dat hetzelve in de maand Mey 1782 uit de Goeree<br />

was vertrokken ,> ten vollen van alle Scheepsbehoeften,<br />

hoe genaamd, voorzien geweest zynde,<br />

voor den tyd van len minften twaalf maanden<br />

, gereekend van de maand Maart, wanneer<br />

hetzelve op ftroom was gebragt; hy dan ook ,<br />

ten tyde van 't geeven van dit zyn Rapport,<br />

nog voorzien was van de noooige Scheepsbehoefien<br />

, ten minften voor een reis van vier k<br />

vyf weeken, uitgezonderd alleen het gemis van<br />

één Anker en drie Touwen; dat mede, zonder<br />

juist een derde ftel Zeilen , noodig te hebben ,<br />

zyne Zeilen tot zodanige reis genoegzaam in<br />

ftaat waren, blykens zyn Rapport , als 'c welk<br />

inhield , dat zyn Schip in ftaat was tot een*<br />

reis naar de Noordzee of Kruistogt; en einde,<br />

lyk dat ook zelfs het gemelde defect van één<br />

Anker en drie Touwen hem geen difficulteit zou<br />

hebben doen maaken , om , zonder dezelven,<br />

bepaaldelyk alken naar Brest te zeilen; welk<br />

de-<br />

(w) Verhoor Captn. Thooft, No. 2. Art. 10.<br />

(*) Zie bovengem. No. 12. der Byln. van het Be»<br />

richt der Admt. op de Maaze, Art. 15, 14,<br />

15» 19 en 23.


jvLYi STAAT EN OORLOG. 1785. ui<br />

defect boven dien; zoo 'er Scheepen van örj<br />

Stukken op de Rheede bleeven leggen , die niet<br />

mede de reis naar Brest moeften onderneemen,<br />

uit dezelven had kunnen worden gefuppleerd:<br />

vvaarby hy Capitein verder nog had gevoegd,<br />

en aan Heeren Gecommitteerden opgegeeven,<br />

dat de by zyn Rapport van den y October geëmployeerde<br />

uitdrukking van veele Behoeftens ,<br />

te breed om hier te melden, alleen tot verbruikte<br />

trosfen (y) e<br />

" verder loopend Touwwerk,<br />

relatif gemaakt moest worden.<br />

Dat mitsdien, naar 't oordeel van Heeren Gecommitteerden<br />

, tot vereffening van 't geen de<br />

Capitein Thooft, by zyn Rapport aan den Vi<br />

A. Hartfinck en by zyne gem. Verhooren, dezen<br />

aangaande, verklaard en opgegeeven had,<br />

niets anders refteerde , dan deszelfs eerstgem.<br />

opgaaf aan het uitgeftrekte denkbeeld te attribu*<br />

eeren , 't welk hy Capitein goedgevonden had,<br />

zich van den Togt naar Brest te vormen; hoewel<br />

men zulks , gelyk zo even geremarqueerd<br />

is, uit de introductie van deszelfs te meermaalen<br />

gemelde Rapport anders fcheen te moeten<br />

opvatten , en hy Capitein in allen gevalle geen<br />

recht had, om zich op dit opgevatte begrip zodanig<br />

te gronden , dat hy, zonder zich deswegens<br />

eenigzins nader te informeeren, of by zyn<br />

Rapport de allerminfte diftinctie te maaken;<br />

Hechts om die reden alleen , zyn onderhebbend<br />

Schip tot den gezegden Togt onbepaaldelyk<br />

buiten ftaat had behooren te verklaaren.<br />

Dat evenwel de meergemelde Capitein na dit<br />

alles eindelyk ook nog volmondig had gedeclareerd,<br />

(2) dat, ingevalle door den Commandanë<br />

van het Esquader, naar Brest gedestineerd, order<br />

gegeeven was , om nittezeilen , hy geene<br />

difficulteit zou gemaakt hebben, om aan die order<br />

daadelyk te obedieeren. Dat 4<br />

(31) Verhoor Captn. Thooft, No. a. Art. 14.<br />

(z) Ibidem, Art. 18.<br />

K 2


I4ï: JVLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

Dat, met relatie tot den Capitein Staringh,<br />

in den jaare 1782 gecommandeerd hebbende het<br />

Oorlog-Schip de Admiraal de Ruyter (aj van<br />

zestig Stukken , behoorende onder het Collegie<br />

ter Admiraliteit te Amfterdam; by het onderzoek<br />

gebleeken was , dat de gezegde Capitein,<br />

wiens onderhebbend Schip (Z>) mede begreepen<br />

geweest was onder die, welken door Z. H.,<br />

ingevolge de Refolutie van H. H- Mog. van<br />

den 3 October 1782 , tot de Expeditie naar<br />

Brest waren gedespicieerd , insgelyks op den 5<br />

dier maand, by den V. A. Hartfinck aan Boord<br />

gefeind zynde, door denzelven in prasfentie van<br />

eenige andere Capiteinen , (zonder praecis te<br />

kunnen opgeeven, welken) verwittigd was van<br />

de by gemelden V. A. ontvangen order tot het<br />

verzenden van tien Seheepen naar Brest; zonder<br />

dat de onderfcheidene Refolutien (ej van<br />

H. H. Mog. van den 3 October hem door den<br />

V. A. Hartfinck , of van zynentwegs , waren<br />

voorgeleezen.<br />

Dat, nopens de wyze, waarop aan hem Capitein<br />

de orders , in de voorfz. Refolutien vervat,<br />

waren voorgefteld, dezelve verklaard had:<br />

— dat (J) hem , in 't generaal, en ordonneerender<br />

wyze, gezegd was, dat hy met de eerfte<br />

goede gelegenheid, onder commando van den<br />

V. A. van Byland, moest zeilen naar Brest; en<br />

dat hem -die'reis zeer eenvoudig was voorgefteld,<br />

als een reis, die gedaan zou moeten worden<br />

, uit Texel naar Brest, zonder meer; en<br />

zonder dat hem het oogmerk derzelve , of wac<br />

de Scheepen , te Brest gekoomen zynde, zouden<br />

moeten doen , was opengelegd; hebbende<br />

hy dan ook, (


fütv, STAAT EN OORLOG. 1785. 145<br />

Refolutie van H. H. Mog-, 't zy by mondelitge<br />

informatie van den V. A. Hartfinck , niet<br />

vernomen, wat H. H. Mog. intentie was, no«<br />

pens bet geen door de Scheepen , te Brest gearriveerd<br />

zynde , zou moeten worden verricht;<br />

gelyk hem ook, (ƒ) althans voor zoo veel hy<br />

zich herinnerde, by die gelegenheid door den<br />

V. A. Hartfinck niet was gevraagd, of zyn onderhebbend<br />

Schip tot het doen van die reis in<br />

ftaat was: •— doch dat hy Capitein niettemin<br />

op het evengemelde voorftel geantwoord had,<br />

(g) daartoe op dat oogenblik niet in ftaat te<br />

zyn.<br />

Dat Heeren Gecommitteerden niet hadden kunnen<br />

nalaaten, hier op te reflecteeren, dat zodanige<br />

verklaaring , indien 't zich met het gedaane<br />

voorftel in alles, volgens de bovengem. opgaaf<br />

, had toegedraagen , ('t geen echter , uit<br />

-het geen deswegens gebleeken is, nauwlykskafl<br />

worden veronderfteld) met den aart van den<br />

dienst niet wel zou overeentebrengen zyn , alzo<br />

hy Capitein zich dus doende dan bevoegd fcheen<br />

geoordeeld te hebben, om, ongevergd, zwaarigheden<br />

tegen de hem gecommuniceerde orders<br />

te opperen , die hy uit haaren aart niet veronderftellen<br />

kon, aan den Commandant der Vloot<br />

onbekend te wezen : en dat, deze bedenking<br />

vervolgens ook aan den gezegden Capitein voorgehouden<br />

zynde, dezelve zich daaromtrent op<br />

een conftant gebruik (70 beroepan had, volgens<br />

't welk hy vermeend zou hebben, tot zyne verantwoording<br />

de zwaarigheden , uit de defecten<br />

van zyn Schip ontleend, te hebben moeten opgeeven;<br />

en dat het, voor het overige, zoo hy .<br />

dacht, aan den Commandant ftond , om daarvan<br />

zodanig gebruik te maaken , als hy zou<br />

(ƒ) Verhoor Capitein Staringh, No. 1. Art. 8.<br />

(g) Ibidem Art. 12.<br />

(A) Idem No, a. Art. 1.<br />

K 3<br />

mee-


?5« JULY, ZAAKEN VAN ijgj;<br />

meenen te behooren , en zyne verdere beveelen<br />

dien conform interichten . dan met welk byge»<br />

bragt conftant gebruik , gelyk Heeren Gecommitteerden<br />

vermeenden, bet geeven van zodanig<br />

een generaal weigerend antwoord in een geval,<br />

als dit, uiet volkomen fcheen gewettigd te kunnen<br />

worden ; daar hy , Capitein , volgens zyne<br />

eigene explicatie, ook zonder 't geeven van zo.<br />

danig antwoord, en zelfs onder aanneeming der<br />

ontvangene orders, de defecten, welken hy oordeelde<br />

, tegens de executie dier orders in aanmerking<br />

te koomen , zeer wel aan den Commandant<br />

had kunnen herinneren , en zulks dan<br />

voorts aan deszelfs verder goedvinden overlaa»<br />

ten.<br />

Dat, gelyk ondertusfehen al '«t geen verder,<br />

met betrekking tot het van voornoemde Capitein<br />

door den V. A. Hartfinck gerequireerd, en door<br />

eerstgem. ingeleverd Rapport, was voorgevallen<br />

, zaakelyk overeen kwam met het geen de?vvegens<br />

by de opgaave van den Capi ein Thooft<br />

gebleeken is; Heeren Gecommitteerden zich in<br />

de details hier van niet zouden inlaaten , maar<br />

kortheidshalve zich daartoe refereeren. (i)<br />

Dat, wat den inhoud van het zelve Rapport<br />

aangaat, de Capitein Staiingh eerst had gedeclareerd,<br />

Qk) dat hy de daar by opsjegeevene<br />

defe&en als zodanige zwaarigheden geconfidereerd<br />

had, waardoor de overtogt uit Texel nasr<br />

de Haven van Brest voor zyn onderhebbend<br />

Schip volftrekt onmogelyk wierd gemaakt ; dan<br />

't welk door hem vervolgens nader was geëxpliceerd<br />

, met te verklaaren , (/) dat hy het<br />

woord onmogelyk niet gebruikt had in eenen<br />

volftrekten zin, maar alleen in de beteekerds<br />

van<br />

(«) Verhoor Capitein Staringb, Ka. i. Art. 13 tot<br />

19, eu Art. E3 tot 25.<br />

(k) Ibidem Art. 21.<br />

(;) Idem No. 2. Art» as.*


JUTLV, STAAT EN OORLOG» 1785. 151<br />

van ten hoogften moeyelyk, en, ingeval van opkoomende<br />

tegenfpoeden , ten uiterfien gevaar,<br />

ïyk; en dat, in dezen alzoo naderhand door<br />

hem opgegeeven zin , hy de defecten van zyn<br />

Schip (jri) van die natuur geconfidereerd had,<br />

dat hy ze als zeer weezenlyke zwaarigheden tegen<br />

de reis moest opgeeven, ten einde zich<br />

buiten verantwoording te houden ; alzoo hy begreep<br />

, dat dezelven, te zamen genomen zynde,<br />

voor hem , als daar aan niet kunnende remedieeren<br />

, uitleverden zeer groote en gewigtige beletzelen<br />

, die de reis niet wel doenlyk maakten:<br />

doch dat in 't byzender en wel voornamelyk<br />

dit beletzei door hem gefteld was in het articul<br />

der Victualie.<br />

Dat, hem Capitein hier op afgevraagd zynde<br />

, waarom hy dan, het beletzel tegen den<br />

overtogt naar Brest byzonder en wel voornamelyk<br />

in het articul der Victualie gefteld hebbende,<br />

by zyn fchriftelyk Rapport zulks mede niet<br />

in diervoegen had gediftingueerd ; in • plaats van<br />

de voorfz. onmogelykheid op alle de opgegeevene<br />

defecten, te zaamen en in 't generaal, te<br />

gronden; hy daarop geremarqueerd had, dat,<br />

(n) irtdien hem zoo onderfcheidenlyk, als nu de<br />

vraag gefchiedde, geordonneerd geweest was ,<br />

om het meerder of minder gewigt der opgegeeven<br />

zwaarigheden te diftingueeren, hy hetzelve<br />

zou gedaan hebben , met vermelding van het<br />

articul der Victualie, als, naar zyne gedachten,<br />

het voornaamfte beletzel zynde; doch dat hy in<br />

den haast, waarin hy zyn rapport opftelde, op<br />

die diftinctie niet zoo punctueel gelet had; waartoe<br />

hy te minder reden had gemeend te hebben<br />

, "dewyl hy zyn Rapport overgaf aan iemand,<br />

des kundig, die zeer wel het meerder gewigt,<br />

'c welk in het articul der Victualie , boven dat<br />

(?«) Verhoor Capitein Staringh, Ne. 1. Art. 22.<br />

(,») Idem No. 2. Art. 17.<br />

K 4<br />

der


ij* jiiLYj) Z A A K EN V A N 1785;<br />

der Scheepsbehoeften gelegen was, konde on«<br />

derfcheiden en beoordeelen, en, des noods, na=<br />

dere explicatie van 't Rapport had kunnen vraagen<br />

: by al het welk , naar de gedachten van<br />

Heeren Gecommitteerden, nog de praecipitance<br />

en weinige orde, waarmede het omtrent het geeven<br />

der Rapporten is toegegaan, als eene reden<br />

ter verontfchuldiging, zoo van den Capitein Staringh',<br />

als van de andere Capiteinen , in dezen<br />

zou kunnen worden gevoegd.<br />

Dat de gemelde Capitein al verder had gedeclareerd,<br />

dat de laatlte order, (e) welke hy,<br />

vóór die van den eerden October 1782, van<br />

den Commandant der Vloot, nopens het victualieeren<br />

ontvangen had , zich alleen tot primo.<br />

November had uitgeltrekt, hebbende hy van het<br />

Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam, deswegens,<br />

ook geene andere of nadere orders bekomen<br />

; en dat dus dit Schip alleen tot dien tyd<br />

(7>) geviclualieerd was geweest: terwyl de Victualie<br />

wel, ten aanzien van fommige articulen,<br />

misfebien voor twee a drie dagen na ultimo October<br />

zou hebben kunnen (trekken, maar, met<br />

betrekking tot andere articulen, niet; waarom<br />

hy Capitein ook , alvoorens naderhand uitteloopen,<br />

uit de andere Scheepen Victualie had overgenomen.<br />

Dat dezelve Capitein dit laatfte middel<br />

ook, met relatie tot den Togt naar Brest,<br />

(q) indien zulks door den Commandant geordonneerd<br />

was, als wel mogelyk zynde, had opgegeeven<br />

, voor zoo verre de andere Scheepen<br />

het misfen konden , (fchoon hy den hier toe<br />

benoodigden tyd, als van we£r en wind af han«<br />

gende, niet zeker konde bepaalen) teffeus allegueerende<br />

, dat , by zyn evengemelde vertrek<br />

onder Commando van den S. b. If. van Kins-<br />

ber-<br />

(0) Verhoor Capitein Staringh, No. 2. Art. 2 en 3.<br />

(j>) Ibidem, Art. 4.<br />

(?) Ibidem, Art. 9 en io„


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 153<br />

bergen, dit met goed wéér in één dag gefchied<br />

was , waar toe onder anderen ook destyds van<br />

de Sloepen der Oorlogfcheepen gebruik was gemaakt.<br />

Dat, voor zoo veel de Behoeftens betreft,<br />

het onderhebbend Schip van hem Capitein, volgens<br />

zyn gedeclareerde , (V) wel in ftaat zou<br />

geweest zyn, om, zonder de fuppletie van het<br />

geen dienaangaande by zyn Rapport was opgegeeven<br />

, tot het einde der geordonneerde Victualietyd<br />

, en, des noods , eenige weeken langer,<br />

behoorlyk dienst te doen ; terwyl het opgegeeven<br />

gebrek (x) van één Anker en drie<br />

zwaare Touwen by hem niet geconfidereerd was,<br />

als zoodanig , dat, zonder fuppletie daarvan,<br />

de overtogt uit Texel naar Brest door zyn onderhebbend<br />

Schip niet had kunnen gedaan worden:<br />

By al 'c welk de gemelde Capitein nog<br />

had gevoegd, dat het laatstgemelde gebrek alleen<br />

als eene zwaarigheid door hem geconfidereerd<br />

en opgegeeven was; en van het Anker en<br />

Touw , (?) 't geen hy verlooren had, dat^hy<br />

daarvan opgave had gedaan aan den Commandant<br />

, zonder de fuppletie van hetzelve te be.<br />

komen, alzoo 'er nog hoop was, dat het zelve<br />

weder gevischt zou zyn geworden; dat ook het<br />

voorfz. Anker en drie Touwen («) uit een der<br />

overige Scheepen, indien 'er een Schip van 6®<br />

Stukken op dien tyd in Texel was gebleeven,<br />

't welk daarvan voorzien was, had kunnen overgenomen<br />

worden; terwyl al mede de voorengemelde<br />

overtogt naar Brest voor zyn onderhebbend<br />

Schip (V) niet volftrekt onmogelyk gemaakt<br />

wierd door het gemis van een nieuw ftel<br />

(r) Verhoor Capitein Staringh, N». a. Art, II,.<br />

(s) Ibidem, Art. 12. -<br />

(?) Ibidem, Art- 18.<br />

(u) Ibidem, Art. 13.<br />

(v) Ibidem, Art. 15 en 16.<br />

K 5<br />

Zei-


m JULY, Z A A K E N V A N 1785,<br />

Zeilen, noch door het gebrek aan Plunjes voor<br />

het Volk; en eiridelyfc, dat hy door de by zyn<br />

Rapport vermelde uitdrukking (u>) van verfcheide<br />

Behoeftens, te lang om hier op te tellen,<br />

ook niet anders had begrepen , dan verfcheiden<br />

foorten van loopend Touwwerk: waar van hy<br />

zoo hy zeide, zich verpligt gevonden had, vóór<br />

dat hy zyne eigen' Rheede verliet, en naar een<br />

vreemde Haven vertrok, zoo wel als van de<br />

andere gefpecificeerde zwaarigheeden, opgaaf te<br />

doen , alzoo hy niet wist, welk voorneemen<br />

men , ten aanzien van het gebruik van zyn<br />

Schip , indien het te Brest gekomen was, zou<br />

hebben gehad.<br />

Dac de gezegde Capitein mede (*) verklaard<br />

had , na het indienen van zyn vooriz. Rapport<br />

aan den V. A.' Hartfinck , van denzelven geene<br />

nadere order ontvangen te hebben, om zyn onderhebbend<br />

Schip tot de voornoemde reis, zoo<br />

veel mogelyk in gereedheid te brengen; waartoe<br />

hy Capitein, alzoo zyn Schip in ftaat was, om<br />

tot November , wanneer de te vooren bepaalde<br />

Viftualietyd geëindigd zou zyn, te dienen, dan<br />

ook niets anders gedaan had, dan, ingevolge<br />

.de order, dienzelfden dag ontvangen, om nog<br />

voor twee maanden langer, dan op den eerften<br />

October geordonneerd was, te victualieeren, daa«<br />

delyk aan zyn Solliciteur om die meerdere Victualie<br />

te fchryven.<br />

Dat laatftelyk de Capitein' Staringh nog rondelyk<br />

aan Heeren Gecommitteerden had gedeclareerd,<br />

dat, (y) ingevalle door den Commandant<br />

van het Esquader, naar Brest gedeftineerd,<br />

order gegeeven was om uictezeilen , hy geen<br />

oogenblik geuifficulteerd zoude hebben, om aan<br />

die order daadelyk te obedieeren.<br />

Dat<br />

(») Verhoor Capitein Staringh, No. 2. Art. 14.<br />

(x) Idem, No. 1. Art. 19 en 20.<br />

(j) Idem, No. 2. Art. 24.


jptT, S T A A T E N OORLOG. 1785, 155<br />

Dat Heeren Gecommitteerden nu in de laatfte<br />

plaats nog verflag zouden doen van hun geinftitueerd<br />

onderzoek by den Capitein Bosch s<br />

die, (2) geduurenae het meergemelde jaar 1782,<br />

het Oorlogfchip de Batavier van 50 Stukken,<br />

mede behoorende onder de Admiraliteit te Amfterdam<br />

had gecommandeerd; welk Schip insgelyks<br />

onder die, tot de Expeditie naar Brest gedespicieerd,<br />

begrepen was geweest.<br />

Dat dezelve aan Heeren Gecommitteerden had<br />

opgegeeven, dat hy op den 5 October 1782,<br />

even als de twee voorengemelde Capiteinen, op<br />

het gegeeven Sein (Y) aan Boord van den V.<br />

A. Hartfinck gekomen zynde, doch laater, dan<br />

de andere Capiteinen, en na dat de converfatie<br />

tusfchen den V. A. Hartfinck en dezelve Capiteinen<br />

reeds , ten minften voor *c grootfte gedeelte<br />

was afgeloopen, (alzoo hy Capite n, op<br />

de Brandwagt liggende, het verfte afwas) echter<br />

nog in prjefentie van fommigen derzelve Capiteinen<br />

, kennis bek.men had van de order,<br />

by den V. A. Hartfi ck ontvangen , tot het verzenden<br />

van tien Scheepen naar Brest: terwyl de<br />

gemelde V. A. zich over deze order met hem<br />

breedvoeriger, dan met de twee voorengenoemde<br />

Capiteinen , fcheen te hebben uitgelaaten;<br />

alzoo hem Capitein, volgens zyne opgaaf, door<br />

denzelven Commant niet alleen mondeling (i)<br />

gecomuniceerd was, dat hy zich tot de reis naar<br />

Brest gereed moest maaken, en by die gelegenheid<br />

gevraagd, of zyn onderhebbend Schip tot<br />

die reis, en hy om te zeilen, in ftaat was,<br />

(welke vraag hy Capitein alleen als betrekkelyk<br />

tot den overtogt uit Texel tot in de Haven van<br />

Brest aangemerkt had) maar zynde hem ook tevens<br />

door den V. A. Hartfinck, hoewel niet by<br />

prje-<br />

(z) Verhoor Capitein Bosch, No. i> Art. i en 2.<br />

(a) Ibidem, Art. 3 tor 5.<br />

(b) Idem, No. 1. Art. 6 tot n. en No. 3. Art, 14.


155 JULÏ, Z A A K E N V A N 1785;<br />

prjelefture der Refolutien van H. H. Mog., informatie<br />

gegeeven, dat de intentie van H. H.<br />

Mog., met het ordonneeren der reis naar Brest,<br />

was, dat de Scheepen aldaar gearriveerd zynde,<br />

in die Haven zouden overwinteren en nadere<br />

ordres afwagten; ten ware men mogt goedvinden<br />

, van dezelven, gecombineerd met een Fransch<br />

Esquader, nog vóór den Winter, in de Euro»<br />

peelche Zeeën eeuig employ te maaken , echter<br />

niet dan met overleg en goedvinden van den<br />

Commandant. Dat hy Capitein, verder op de<br />

voorgettelde vraag van den V. A. Hartfinck geantwoord<br />

hebbende, (c) dat zyn Schip buiten<br />

ftaat was, om de geordonneerde reis naar Brest<br />

te doen, en dat hy de redenen daarvan by een<br />

fchriftelyk rapport zou geeven, ('t geen hem<br />

door den V. A. Hartfinck niet fpeciaal geordonneerd<br />

was) reeds fcheen onderricht te zyn geweest<br />

van 't gebruik, 't geen de gemelde V. A,<br />

voorneemens was, daarvan te maaken; alzoo hy<br />

Capitein als een reden, waarom hy zyn voorfz.<br />

Rapport, ('t geen hy had gezegd, onmiddelyk,<br />

(d) na dat hy uit eigen beweeging aan den V.<br />

A. Hartfinck verklaard had, een fchriftelyk rapport<br />

te zullen overgeeven , in de Hut van den<br />

Secretaris te hebben opgefteld en vervolgens overhandigd)<br />

aan Boord van 's Lands Oorlogfchip<br />

de Batavier gedateerd had, aan Heeren Gecommitteerden<br />

had opgegeeven, dat hy, namelyk,<br />

zulks gedaan had (e) niet alleen om het Rapport<br />

dus in de vereischte order te hebben; maar<br />

ook , om dat , ingevalle hy vooraf naar zyn<br />

Schip had moeten roeyen, 'c geen verre van het<br />

Admiraalfchip lag, en dan nog het Rapport gezonden<br />

had, hier door onnuttelyk veel tyd zou<br />

verloopen zyn: en dat het hierop echter te meer<br />

aan-<br />

(c) Verhoer Capitein Staringh, No, 1. Art. 13 en IA.<br />

(O Ibidem, Art. 15.<br />

(i) Idem, No, 2. Art. 2.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. IJ7<br />

aankwam, dewyl het Rapport nog dien eigen<br />

avond door den V. A. Hartfinck verzonden zou<br />

worden. Waaruit derhalven, om dit in 't voorhygaan<br />

te remarqueeren, wederom kon worden<br />

opgemaakt, dat de V. A. Hartfinck, zonder<br />

zich veel met de overweeging dier Rapporten<br />

bezig te houden, reeds immediaat over dat gewigtig<br />

onderwerp het befluit fcheen genomen te<br />

hebben, om de gemelde Rapporten, ten betoog<br />

van de onmogelykheid, om den Togt naar Brest<br />

uittevoeren, ten fpoedigften aan Z. H-te zenden<br />

; en dat dit befluit, volgens de gezegde op.<br />

gaaf, bereids door den voorn. V. A. moest genomen<br />

, en aan den Capitein Boseh gecommuniceerd<br />

zyn, zelfs nog vóór dat hy alle de<br />

Rapporten in handen had, en de Capiteinen van<br />

zyn Boord vertrokken waren.<br />

Dat de Capitein Bosch verder aan het Befogne<br />

had verklaard, dat de door hem opgegee.<br />

ven' defecten, (ƒ) als zoodanige zwaarigheeden<br />

by hem geconfidereerd waren, waar door<br />

de overtogt uit Texel naar de Haven van Brest<br />

voor zyn onderhebbend Schip volftrekt onmoge-<br />

!yk wierd gemaakt; fchoon zulks naderhand niet<br />

op alle de gemelde defecten, (g) maar alleen<br />

op dat der Victualie, grondende: terwyl hy dit<br />

Declaratoir van volftrekte onmogelykheid wyders<br />

had geëxpliceerd, met te verklaaren, dat hy (h")<br />

in de calculatie der reis gemeend had, zichhec<br />

zwaarfte te moeten voorftellen ; dewyl het altoos<br />

mogelyk bleef, om daar aan geëxponeerd<br />

te worden; en dat hy alleen in dien zin de reis<br />

voor volftrekt onmogelyk verklaard had.<br />

Dat evenwel dit gedeclareerde, zoo als Heeren<br />

Gecommitteerden niet konden nalaaten by<br />

dezen aan te merken, bleek vry gehazardeerd te<br />

zyn<br />

i<br />

(ƒ) Verhoor Capitein Bosch, No, 1. Art. aj.<br />

1 (g) Ibidem, Arï. 22.<br />

(Ji) Idem, No. 3. Art. 16*.


158 JULY, ZA AKEN VAN j 7g Ja<br />

zyn geweest, daar het geenszins zeker was, dat<br />

dit zwaarlle , het Welk hy Caoitein goedvond<br />

zich voor te Hellen (eene fuppofitie , volgens<br />

welke byna allerlei oaderneemingen ter Zee voor<br />

volftrekt onmogelyk zouden moeten aangemerk»wordenj<br />

juist zou plaats hebben ; en daar ook<br />

zeer mogelyk het tegendeel kon exteeren; in<br />

welk geval de Togt, volgens dit zelfde denkbeeld<br />

yan den Capitein Bosch, dus gantsch niet<br />

volitrekt onmogelyk zou geweest zyn: zoo dat<br />

hy Capitein dan in allen gevalle hier omtrent<br />

by zyn Rapport wel eene duidelyke diftinctie<br />

had behooren te maaken.<br />

Dat van den gezegden Capitein de reden gevraagd<br />

zynde, waarom hy, het voorfz, gefufti- '<br />

neerd volftrekt beletzel, om met zyn onderhebbend<br />

Schip de reis uit Texel naar Brest te doen,<br />

alleen m het gebrek van Victualie gefteld hebbende,<br />

dan, by zyn Rapport, zulks meede niet<br />

in dier voegen gediftingueerd had,, in plaats van<br />

de voorfz. onmogelykheid op alle de opgegeven<br />

defecten , te zaamen en in het generaal te<br />

gronden; dezelve daar op had erkend, dat zoodanig<br />

eene onderfcheiding (ƒ) wel meer overeenkomltig<br />

de waare geftddheid der zaak zou ge- '<br />

weest zyn; maar dat hy vertrouwde, dat men<br />

de omitfie hier van wel zou willen toefchryven<br />

aan den haast, met welken hv aan Boord van<br />

P Z y<br />

ftellen " R a p o r t h a d m o £ t e n<br />

P °P-<br />

^? a<br />

. C<br />

u Ve<br />

!. d<br />

e voorr]<br />

o ^ oemde Capitein zyn ondethebbend<br />

Sch,p, (*) ten ryde der geordonneerde<br />

Expeditie naar Bres*, volledig in ftaat<br />

verklaard had , tot het doen van een Kruistogt<br />

in de Noordzee zoo lang, als de Victualie<br />

itrekte ; en zulks, niettegenftaande hv , fvol.<br />

gens de laatlte order, coor den S. b. N. van<br />

Braam ,<br />

(0 Verhoor Capitein Bosch, No. 3. Art. 10.<br />

(k) Idem, No. 2, Art. 1,


juxï, STAAT EN OORLOG. 1585. 15»<br />

Braam, CO naam van den Commandant der<br />

Vloot , vóór die van den eerften October gegeeven<br />

, geviclualieerd moetende zyn tot den<br />

laatften October) dezelve Victualie, byzonder,<br />

zoo hy zeide, uit hoofde van de by hem ingenomen<br />

Landtroupes , op dien tyd, maar voor<br />

veertien dagen zou hebben kunnen doen ftrekken<br />

; na verlóóp van welken tyd hy reeds aan<br />

diverfe articulen zou te kort gekomen zyn. Dan<br />

op welk laatsrgezegde weder te remarqueeren<br />

valt, dat deze Landtroupes, door welker inneeming<br />

hy Capitein voorgaf, deze fchaa'rshei 1 van<br />

Victualie veroorzaakt te zyn geweest , by hem<br />

echter, alleen tot fuppletie van zyne eigene aan<br />

de Rol mataqueerende Manfchappen , ingevolge<br />

het aanbod , door Z. H. in den Krygsraad van<br />

den 9 September gedaan , waren overgenomen :<br />

zoo dat derhalve hier mede de gemelde voorziening<br />

met minderen voorraad van Victualie ,<br />

dan hy Capitein, volgens de laatlte order, des<br />

tyds had moeten inhebben (en welken voorraad<br />

hy ook , al was zelfs door dit inneemen van<br />

Landtroupes het getal zyner manfchappen buitengewoon<br />

vermeerderd, in evenredigheid tydig<br />

had behooren te doen fuppleeren) met weinig<br />

grond kon gewettigd worden. Dat, wel is waar,<br />

de gezegde Capitein gedeclareerd had, (»?) dat<br />

hy, om dezen aangaande buiten reproclie te blyven,<br />

zeer wel zou gezorgd hebben, dat hy het<br />

geen ontbreeken mogt, het zy van de Helder<br />

of Texel, het zy by leening van de andere Capiteinen<br />

, gekreegen had; waarop hy zich dan<br />

ook telkens hieromtrent had beroepen , in het<br />

byzonder onder anderen, wanneer hem voorgefteld<br />

was , («) of hy niet fpeciaal wegens de<br />

bewuste ernltige recommandatie, door Z. H. in<br />

den<br />

(/) Verhoor Capitein Bosch, No. 2. Art. 3 en 5.<br />

(oO Tbidem, Art. 5.<br />

((») Idem, No. 3. Art. 11. vergeleken me; A1.2,<br />

en 4 ibidem.


ï«o jotx, Z A A K E N VAN 178$.<br />

den Krygsraad van den 5 September gedaan,<br />

bet van zyn pligt geoordeeld had, van dien tyd<br />

af te zorgen , dat zyn onderhebbend Schip ten<br />

minften tot het einde der Victualie-tyd van alles<br />

behoorlyk was voorzien: dan dat niet wel kon<br />

Worden ontkend, dat hy Capitein het geenszins<br />

op dit middel had behooren te laaten aankomen,<br />

daar hy hier geene® diergelyke fuppofitien,<br />

maar zyne bepaalde ordres, in het oog te houden<br />

en op te volgen had , en ook van hetzelve<br />

middel nimmer volkomen zeker was; terwyl de.<br />

andere Capiteinen, indien zulk' een handèlwyzé<br />

hun vryftond, zich ligtelyk in het zelfde geval<br />

konden bevinden, en dus, den een het op den<br />

anderen laatende aankomen, geenenen der Scheepen<br />

, wanneer 'er noodzaak mogt zyn , om dezelven<br />

te employeeren, zoodanig voorzien konden<br />

bevonden worden , als behoorde; en, ingevolge<br />

de gegeevene orders, vastelyk moest<br />

worden veronderfteld.<br />

Dat; volgens opgaaf van den Capitein Bosch,<br />

'er, wanneer het wéér zulks permitteert, (o)<br />

doorgaans wel geleegènheid is, om van de Heider<br />

en Texel Boter, Kaas en ook Erwten en<br />

Stokvisch te bekomen , doch niet in groote<br />

quantiteiten, als mede wel voor één week versch<br />

Brood; welke bepaalingen van goed wéér en<br />

goede gelegenheid dus het employ van dit middel,<br />

hoe ligt hy Capitein hetzelve ook had mogen<br />

ftellen, geheel onzeker maakten, gelyk ook<br />

de weinige bevoegdheid, om daar op, by het<br />

bekomen van een order , ten einde immediaat<br />

tot de eene of andere Expeditie uittezeilen, vastelyk<br />

ftaat te maaken , even hier door des te<br />

meer bevestigd wierd ; daar evenwel zoodanig<br />

een order, Qt>) ten minften zoo lang de Victualietyd<br />

duurde , elk oogenblik konde en moest<br />

verwagt worden.<br />

O) Verhoor Capt. Bosch, No. 3. Alt. 1 en 3.<br />

{p) Ibidem, Art. 2.<br />

DaS


JULY, S T A A T E N OORLOG. 1785. lót<br />

Dat de meergemelde Capitein wyders mede<br />

gedeclareerd had, dat hy, («7) althans voor zoo<br />

veel hem voorltond , na het in rienen van zyn<br />

Rapport aan den V. A. Hartfinck , geene nadere<br />

orders tot het dien onverminderd in gereedheid<br />

brengen van zyn Schip had ontvangen ;<br />

en dat hy daar toe ook niets anders gedaan had,<br />

dan, ingevolge de nader bekomen order, om tot<br />

primo Mey te victualieeren (welke order (r)<br />

hem te gelyk met die tot het zeilen naar Breit<br />

was ter hand gefteld) aan zyn Solliciteur gefchreeven<br />

, en van denzelven de gemelde Victualie<br />

gerequiieerd te hebben: offchoon, hem<br />

naderhand voorgeffeld zynde, of hy het dan niet<br />

van zyn pligt geoordeeld had, na de bekomene<br />

informatien van de apparentie eener Expeditie<br />

naar Brest, daadelyk de door hem gefuppediteerde<br />

middelen van bet ontbieden eeniger Victualie<br />

van de Helder of Texel, of wel het leenen<br />

van de andere Capiteins, in het werk te<br />

ftellen, ten einde, ingevalle by fchielyk order<br />

tot het uitzeilen gekreegen had, (het geen hv<br />

moest veronderftellen, dat alsnog gebeuren kon)<br />

zvn onderhebbend Schip ten minften tot primo<br />

November van genoegzaame Victualie voorzien<br />

ware; hy Capitein daar op, tegen de even te<br />

vooren vermelde opgaaf aan, gezegd had, Q)<br />

dat hy direct: op dien tyd had gezorgd, otn zyn<br />

Schip door de opgegeevene middelen zoodanig<br />

te voorzien, dat het de nodige Victualie tot het<br />

einde van den Viótualietyd inhad : terwyl hy,<br />

wanneer hem daar op de volftrekte tegenftrydigheid<br />

deezer twee laatstgemelde opgaaven, ten<br />

aanzien van zyn verrichte ter dezer gelegenheid,<br />

was onder het oog gebragt, zulks had getragt<br />

te vereffenen, met ais toen te verklagen, dat<br />

(?) Verhoor Capt. Bosch, No, 1. Art. 10^22.<br />

(r) Ibidem, Art. 10.<br />

- m W Idem, No. 3. Art. 4.<br />

XXIX. ÜEKJU L<br />

hy,


162 JULY, ZA A K E N VAN 1785.<br />

hy, by"


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. ifjj<br />

Dat , ten aanzien van 't gebrek der Behoeftens,<br />

de Capitein Bosch, even als de voorigen,<br />

verklaard had , dat zyn onderhebbend Schip,<br />

(t~) zonder fuppletie derzelven, wel in flaat zou<br />

geweest zyn , tot het einde van den Victualietyd,<br />

en zelfs eenige weeken langer, behoorlyk<br />

dienst te doen; en dat de vuilheid van het Schip<br />

daaromtrent ook geen volürekt beletzel, maar<br />

wel een groote belemmering, zou hebben opgeleverd;<br />

terwyl hy door de by zyn Rapport gebezigde<br />

uitdrukking («) van verfcheide dingen,<br />

welken hy de eer zou hebben, aan den Heer<br />

Hartfinck nader te kunnen fpecificeeren , bt*<br />

greepen had het loopend touwwerk, en de verdere<br />

behoeftens, welken zyn onderhebbend Schip<br />

tot primo Mey 1783 zou benoodigd hebben;<br />

en welken hy niet Ipeciiicq kon opgeeven , dan<br />

na dat hy zulks aan boord van zyn Schip zelve<br />

had opgenomen : hebbende hy, zoo hy zeide,<br />

vermeend, deze opgaaf tot zyne decharge te<br />

moeten doen, ten einde hem naderhand niet zou<br />

kunnen worden geobjicieerd, dat de order tot<br />

reviétualieering voor zes maanden ook van zeiven<br />

een order tot het inneemen der Scheepsbehoeften<br />

, voor dien zelfden tyd benoodigd , inhield:<br />

terwyl hy Capitein, laatftelyk, even als<br />

de voorigen , ook nog aan Heeren Gecommitteerden<br />

zyne bereidwilligheid had betuigd, (v)<br />

om den Togt naar Brest, aan de orders tot<br />

welke Expeditie hy , zoo hy zeide , nooit geweigerd<br />

had te obedteeren; daadelyk, ingevalle<br />

daartoe door den Commandant van het Esqua*<br />

der bevel gegeeven was, te onderneemen.<br />

Dat zy Heeren Gecommitteerden alle de particuliere<br />

details van hunne bevii.d.ngen de confide-<br />

O) Verhoor C«pt. Bosch, No. 3. Art. 8 en 9.<br />

(v) Ibidem, Art. 7.<br />

(y) Ibidem, Art. 18.<br />

L 2


ï64 JULY, Z A A K E N VAN 1785.<br />

fideratien op de aan hen eeluppediteerde informatien<br />

hier by zouien laaten berusten ; zicht<br />

buiten ftaat bevonden hebbende . om dezelven<br />

tot meerdere of vollediger klaarheid te brenaen,<br />

alzo de aart van het aan hen gedemandeerd politiek<br />

onderzoek , en de bepaaling , by H. H.<br />

Mog. Refolutie Commisforiaal gemanifes'eerd,<br />

geen middel van conftrainte tot onbéwimpelda<br />

openbaaring der waarheid gedoogde , en zulks<br />

dus gereférveerd moet blyven voor die geenen,<br />

welken by verder onderzoek in deze zullen worden<br />

gfqualiflceerd of competent verklaard: doch<br />

dat zy nogtans meenden, zich verzekerd te mogen<br />

houden, dat, offchoon zy breedvoeriger,<br />

dan de gewoone termen van een Rapport doorgaans<br />

medebrengen, bier in waren u r<br />

geweid;<br />

het oplettend onderzoek van H. H. Mog. echter<br />

de nood«aake!ykheid hiervan ras zoude ontdekken,<br />

zoo in het gewigt van deze Commisfie,<br />

'c welk, naar maate van de zich developpeerende<br />

omllandigheden, meer en meer was toegenomen<br />

; als in de menigvuldige en Iteeds onderling<br />

verfchillende uitvlugten, waarmede men by<br />

her neemen der informatien veelal getragt had,<br />

de attentie van het Befpgne van den waaren<br />

flaat der zaaken aftetrekken, en in een zee van<br />

opgegeeven tegendrydigh^den zich te doen verliezen<br />

; ten einde dus (juant hier in alleen kan<br />

het oogmerk daarvan beltaan hebben) dit onderzoek<br />

zelve ten eenemaal infructueus te maaken.<br />

Terwyl Heeren Gecommitteerden , na al het<br />

tot dus verre verhandelde , gemeend hadden,<br />

daar uit, by wege van famentrekking der gedetailleerde<br />

poinren , te kunnen en te moeteu afleiden<br />

de navolgende Conduite;<br />

Voor eerst , dat de Schelpen , in het jaar<br />

178a door H. H, Mog. naar fjrest gedestineenl,<br />

niet van al het nooHige, 't welk tot die reize,<br />

zoo als het oogmerk daarvan by H. H. Mog.<br />

Refolutien van den 3 October omfchreeven was,<br />

in den volden en ruimden zin wierd gerequireerd,<br />

zyn voorzien geweest: Ten


JVLY, S T A A T E N OORLOG. 1785. IÖJ<br />

Ten tweede , dat het alzo plasts gehad hebbende<br />

gebuk , in eenen verfchillenden graad,<br />

gedeeltelyk moet worden toegefchreeven aan de<br />

generaale by de Marine p'aats gehad hebbende<br />

directie , en aan de particuliere behandeling van<br />

het Collegie ter Admiraliteit te Amlterdam, met<br />

opzicht tot het doen viftualieertn der Scheepen;<br />

en gr-deeltelyk, aan de befchikkingen, zoo van<br />

den Commandant der Vloo f<br />

en dien van de<br />

Rheid- van Ttxel , a's van fommigen der byzonrtere<br />

Bevelhebbers van de Scheepen , tot de<br />

voorfz. reize gedestineerd geweest:<br />

Ten derde, dat het gebrek of mindere voorziening<br />

der Scheepen , zoo als dat een en ander<br />

tffuétivelyk plaats gehad heeft, evenwel niet<br />

heeft uitgeleverd zulk etn impediment, waardoor<br />

het doen der rtize naar Brest , op den<br />

voet van de daartoe gegeeven abfolute ordres,<br />

voltTrekt infaifabel moest verklaard worden ; eu<br />

dus, wanreer het v


ï66 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

denkbeeld de meefte inrichtingen dan ook vry<br />

arbitrair gemaakt waren; en eindelyk, in de finguliere<br />

en alleszins bedenkelyke wyze, op welke<br />

men zich de beoordeeling van H. H. Mog.<br />

volftrekte , en geenerhande willekeurige uitzon,<br />

deringen permitteerende , ordres , veroorloofd<br />

heeft:<br />

En laatftelyk ten vyfde , dat alles te zamen<br />

genomen de betoonde gevoeligheid der refpedtive<br />

Bondgenaoten , over dit eclatant geval, ten<br />

hoogften moet billyken; zoo wel als Hoogstderzeiver<br />

gedeclareerd verlangen, ten einde daaromtrenc<br />

eene gepaste voorziening gedaan zoude<br />

worden.<br />

Dan dar, wat de voorziening zelve betreft,<br />

die in deze geffeldheid van zaaken nu het convenabelfte<br />

zoude kunnen worden gerekend ; zy<br />

Heeren Gecommitteerden, zich by H. H. Mog.<br />

Refolutie vara den 23 December 1783 niet gei<br />

roepen of gequalificeerd gevonden hebbende,<br />

om dienaangaande onderzoek te doen ; of een<br />

advis te fuppediteeren: derhalven, de bepaaling<br />

daarvan , als niet onduidelyk by die Refolutie<br />

voor H. H. Mog. zeiven gereferveerd zynde;<br />

aan Hoo^stdezeiven eerbiedig zouden overlaaten<br />

, in 't vertrouwen , dat de gefuppediceerde<br />

ouvertures materie genoeg aan de hand zouden<br />

geeven, om in deze eene gepaste en naar 't ge»<br />

wigt der zaak geevenredigde bepaaling te maaken.<br />

Dat , offchoon nu hier mede de task , aan<br />

Heeren Gecommitteerden opgelegd , gerekend<br />

zoude kunnen worden volkomen afgehandeld te<br />

zyn ; zy echter niet konden nalaaten , by het<br />

flot van dit hun Rapport nog te voegen de opgaave<br />

van eenfee hec werk der Marine meer in<br />

't generaal betreffende omflandigheden: welken,<br />

daar zy aan 't Befogne waren voorgekomen uit<br />

haar aart altoos aanleiding te kunnen geeven,<br />

zoo tot eene nëele, als tot eene voorgewende,<br />

ongereedheid der Scheepen; mitsdien, begrepen<br />

wa«


JVJLY, STAAT E N OORLOG. 178J. 10?<br />

waren, in zoo verre en in dien zin, ook onder<br />

de medewerkende redenen, waarom de Expeditie<br />

naar Brest niet uitgevoerd is , geteld te kunnen<br />

worden.<br />

Dat zy derhalven de vryheid moeiten nemen,<br />

de attentie van H. H. Mog, nog eenige oogeablikken<br />

bezig te houden met de overweeging<br />

van de navolgende pointen:<br />

Voor eerst, dat een zeer voornaam defect,<br />

dat den grooiften invloed gehad heeft op hec<br />

niet uitvoeren der Expeditie naar Brest; en dat,<br />

zo lang daar in geen verandering gemaakt wordr,<br />

fteeds een gelyke influentie zal behou.len op de<br />

execu'ie van alle andere Kxpe.iitier,; gs'cgen is,<br />

in de wyze , op welke de Scheepen van dezen<br />

Staat worden geviclualieerd, door, en \oor byzondere<br />

reekening van de refpective Capiteinen:<br />

waarvan de inconveniênten ra.s te ontdekken zyn,<br />

zoo dra men (om van andere zwarigheden,<br />

hieruit voortforuitende , nu niet byzonder ce<br />

melden) alleen in 't oog houdt, hoe hac hiermede,<br />

ingevolge 't geen aan 't Befogpe opgegeven<br />

is, doorgaans toegaat.<br />

Immers dat, volgens die opgaive , in 'c a gemeen<br />

tegen het einde vau een Victualk-tyd, door<br />

de Admiraliteiten geordonneerd, by de Capiteinen<br />

zorg wordt gedraagen, om geen meer Victualie<br />

aan B iord te hebben , dan juist tot den<br />

laatften dag van zodanigen beftem ten Victuaiietyd<br />

toe ; en dat wel om deze reden , alzo by<br />

het afdanken of buiten dienst ftellen der Scheepen<br />

, aan de Capiteinen niets meerder wordt<br />

goedgedaan ; zoo dat derhalven zodanig overfchot<br />

fteeds tot hunne fchade ftrekt.<br />

Dat , in 't byzonder, deze maxime angstvallig<br />

door de Capiteinen wordt geobferveerd tegen<br />

het najaar, wanneer de tyd der nieuwe Victualie<br />

aankomt; om dat dezelve in quahleit (waarby<br />

mogelyk ook wel derzelver prys in aanmerking<br />

zal koomen) boven de oude te praeferee.<br />

ren is s hoedanige preferentie, om dit in c<br />

L 4 voor-


168 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />

voorbygaan daaromtrent aantemerken, fchoon op<br />

zich zelve niet ongegrond, evenwel niet zoo<br />

verre behoorde te worden geëxtendeerd, dat 's<br />

Lands dienst daar door zoude moeten lyden;<br />

iets, 't geen echter (leeds gefchieden moet, zo<br />

dikwyls door eenig toeval de dienst der Scheepen,<br />

even voor het aankomen der nieuwe Victualie<br />

, voor een tyd van eenig aanbelang , onverwngt<br />

gereqnireerd mogt worden.<br />

Dat by dit alles nog komt, dat, offchoon in<br />

tyd van Oorlog om de menigvuldige en meer<br />

dringende opkomende gelegenheden tot het vorderen<br />

van dm dienst der Scheepen, de Victualie<br />

altoos vVel ruimer behoorde te worden genomen<br />

dan in Vredes-tyd ; nogtans de tegenwoordige<br />

inrichting op dat (luk juist het contrarie<br />

doet piaats hebben : als zyude , daaromtr-nr,<br />

aan 't Befogne opgegeeven, dat men in<br />

O irlogwyd gewoon zoude zyn , de Victualie<br />

zoo nauw mogelyk te bereekenen, en wel pra><br />

cis tot het einde van den geordonneerden Victualie-tyd,<br />

en langer niet; mitsgaders die bereekening<br />

zelfs te bepaalen over het getal der Manfchappen<br />

, niet zoo als die tot de compleete rol<br />

zouden behooren; maar, zoo als dezelven, ren<br />

tyde der geordonneerde Victualie , efft&ivelyk<br />

zich aan Boord mogten bevinden : van welke<br />

befchikking tor eene reden was gegeeven , dat<br />

anderszins de Capiteinen te veel gevaar van fcha»<br />

de zouden loopen , alzo de Admiraliteiten, ingeval<br />

een Schip genomen wordt, aan de Capi.<br />

teinen voor de daar by verlooren gaande Victualie<br />

niet meerder goed doen , dan naar evenredigheid<br />

der effective aan Boord geweest zynde<br />

Manfchappen; en züks alleen, tot den laatften<br />

dag van den geordonneeideu Victualie-tyd toe<br />

OO.<br />

Uit<br />

(w) Verhoor Capitein Bosch, No. a. Art. 6. Verhoor<br />

Capitein Staringh, No. a. Art. 5. &c.


JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. I


37o JÜLY, Z A A K E N V A N 173^<br />

opgaaven gebleeken is, rykelyk rufficierit zoude<br />

zyn geweest , om de reis naar Brest te onderneemen<br />

, zonder aan eenig voorwendzel op dat<br />

ftuk de minde plaats overtelaaten.<br />

Dat, in de tweede plaats, als eene generaals<br />

medewerkende reden van de non-executie der<br />

peditie naar Brest, byzonder voor zoo ved daar<br />

uit tot eene fpaarzaamer voorziening der Scheepen<br />

met Victualie aanleiding genomen i


JULT, STAAT EN OORLOG. 178*. 171<br />

ften noodzaakelyk kon worden geconfidereerd,<br />

om, of door fpoediger Confenten, alle zoo reëele<br />

als gepranexeerde onzekerheeden te prsevenieeren;<br />

of, ten minften, fteeds zulke provifioneele<br />

voorzieningen te doen , die de werkzaamheid<br />

der refpe&ive Departementen , in het ftuk<br />

van de Marine, konden gaande houden en opwekken;<br />

ten einde alle uitvlugten, anders uit<br />

het niet finaal concludeeren der geprojecteerde<br />

Equipage afgeleid kunnende worden, ten eenemaal<br />

aftefnyden.<br />

Eene zaak van nog te meer invloed en weezenlykheid<br />

, wanneer men confidereert, dat,<br />

doorgaans , in de Verhooren van de refpective<br />

Officieren, voor dit Befogne gehouden , een<br />

denkbeeld fchyrit te heerfchen, dat, wanneer 'er<br />

tot een bepaalden tyd ordre gegeeven is om te<br />

victurdieeren, 'er dan ook niet meer Scheepsbehoeften<br />

bezorgd behoeven te worden, dan in<br />

evenredigheid van den gem. Vicliualieertyd: offchoon<br />

die tyd dan ook korter moge zyn, dan<br />

voor welken de dienst der Scheepen in 't geheel<br />

zoude kunnen worden bereekend: gelyk<br />

ook , daar veele Officieren den geordonneerden<br />

Victualieertyd fchynen te neemen tot een bafis<br />

van de Expeditien en Operatien, tot welken zy<br />

zich gereed te houden hebben, even daar uit<br />

moet volgen, dat niets tot de compleetfte gereedheid<br />

van alles gefebikter, en tot voorkoming<br />

van gebrekkige verzorging dienfiiger kan zyn ,<br />

dan om den Officieren door eene vroegtydige<br />

communicatie van den dienst hunner Scheepen,<br />

niet voor een gelimiteerden Victualietyd van weinige<br />

maanden , maar voor volle twaalf maanden,<br />

ook dit praïtexc te beneemen, en de pernicieufe<br />

gevolgen van hetzelve met wortel en tak<br />

uitteroeyen; te meer, daar het, hun fyftema gevolgd<br />

wordende, dan ten minften altoos eene<br />

dubbele belemmering zoude veroorzaaken , wanneer,<br />

by iedere ordre tot reviétualieering, tef-<br />

fent


«72 jvir, Z A A K E N V A N 178$<br />

fens ook nieuwe Scheepsbehoeften bezorgd zouden<br />

moeten worden.<br />

Dn, ten .derde, onder de medewerkende redenen<br />

voor het niet uitvoeren der Expeditie naar<br />

Brest, was voorgekomen hec fublideerend gei/rek<br />

van Magazynen of Voorraadsplaatfen van<br />

ViStualie en Ammunitie ; gelyk mede van een<br />

genoegzaam getal Waterputten op Texel: als<br />

I waardoor (leeds een groote vertraaging in 'r re»<br />

viéhialieeren der Scheepen en 'r voorzien of fuppleeren<br />

derzelven met Scheeps-Behoefen wordt<br />

veroorzaakt; wanneer, met veel verlies van tyd ,<br />

alles van Amfterdam of nog verder moet worden<br />

aangebragt: terwyl men volkomen zeker kan<br />

ftellen, dar, indien 'er zoodanige Magazynen in<br />

Texel geweest warpn, alle voorwendzel van gebrek,<br />

of van onm< ge'ykheid om hetzelve in den<br />

voorhanden zynde msfchentyd te vervullen, dan<br />

geheel en al afjefneeden, en dus eene gelegenheid<br />

daar gefteld zou zyn geweest , om , met<br />

gemak, en volkomen, te doen, 't geen nu niet<br />

dan, met moeite, en meer onvolkomen, gefchieden<br />

kon.<br />

Gelyk ook, met betrekking tot de dikwerf ge.<br />

objicieerde vuilheid van de Scheepen, het gebrek<br />

in Texel van de noodige plaatzen om de.<br />

zeiven te kielen de genoeg bekende oorzaak heeft<br />

opgeleverd van 't gem. defecT: ; en van de onmogelykheid<br />

, om daar in fuccesfivelyk te hebben<br />

kunnen remedieeren.<br />

Dat, in de vierde plaats, als eene reien van<br />

het defeétueufe omtrent de naar Brest geieftineerd<br />

geweest zynde Scheepen, aan Heeren Gecommitteerden<br />

was voorgekomen het gebrek van<br />

- correspondentie tusfchen de verfchillende departement<br />

en en commandementen in 't beft uur der Marine<br />

; althans , dat men zoodanig gebrek aan<br />

Correspondentie daar uit had moeten opmaaken,<br />

dat men ten duidelykften had gezien , dat hec<br />

eene Admiraliteits-Collegie andere orders tot re-<br />

vic-


JULY, S T A A T E N OORLOG. 1785. 17$<br />

viftualieering, en ook voor tenger of kon er tyd<br />

pesieeveit had, dan het andere; en cfit zelfs aan<br />

Scheepen, die, op dezelfde Rheede liggende,<br />

tot één Esquader behoorden.<br />

Waar uit op zich al aaiiflonds noodwendig<br />

moest fpruiten eene ongelykheid in den dienst,<br />

welke van deze Scheepen kon worden gevorderd<br />

; en eene gevaarlyke verzwakking van 'c<br />

Esquader, indien men by eene fchielyke opkomende<br />

Expeditie genoodzaakt mogt zyn geweest,<br />

zulke Scheepen t'huis te laaten, die voor minder<br />

tyd dan de overigen voorzien waren, (y)<br />

Zoo als mede op gelyke wyze «en defecl aan<br />

Correspondentie zichtbaar was tusfchen de Commandanten<br />

der Floot en Esquaders, en zulke<br />

Admiraliteits-Collegien , waar onder zy zeiven<br />

niet perfoneel behooren; offchoon, ten minften<br />

voor zoo veel den Commandant der Vloot betreft<br />

, deze in die qualiteit gerekend moet worden<br />

met alle de Admiraliteits-Collegien in eene<br />

gelyke betrekking te ftaan.<br />

Dat , als een vyfde reden, die tot de nonexecutie<br />

der Expeditie naar Brest gecontribueerd<br />

heeft, moest worden bygebragt het denkbeeld,<br />

't welk uit de behandeling dezer geheele zaak<br />

aan 't Befogne gebleeken is, doorgaans by de<br />

Officieren plaats gehad te hebben, namenlyk,<br />

dat zy, offchoon pofitive orders van H. H. Mogontvangende,<br />

die, na gehouden Befognes met de<br />

Admiraliteiten, en met voorkennis van den Heer<br />

Admiraal Generaal (en dus met communicatie<br />

van dezulken, in welken eene genoegzaame<br />

kundigheid wegens den ftaat der Scheepen niet<br />

kan of mag worden gefupponeerd ontbrooken te<br />

hebben) zyn gearrejïeerd, evenwel de uitvoering<br />

van zoodanige orders afhavgelyk mogen maaken<br />

van hun byzonder oordeel, of iets diergelyks raadzaam<br />

(y) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 8. Art. 7 en 8.<br />

Ne. 10. Art. 1.


174 JULT, Z A A K E N V A N i 7$s.<br />

zaam zy, dan niets, (z) Een Syftema, 't welk,<br />

indien der Officieren gezag tegen over den Souverain<br />

tot die hoogte moet gereekend worden<br />

gefteegen te zyn ; dan misfchien wel de groot-<br />

He en voornaamlte reden yan de non-executie<br />

der Expeditie naar Brest in zich zal bevatten.<br />

Dan hoedanig Syftema Heeren Gecommitteerden<br />

teffens hadden moeten confidereeren, als niet<br />

alleen in 't generaal flrydig tegen de auétoriteit<br />

yan den Souverain, en de zoo hooguoodige<br />

fubordmatie m den dienst; maar teffens ten uiterflen<br />

temerair in de applicatie: alzoo het van<br />

zeJve fpreekt, dat de Souverain redenen kan<br />

hebben van het uiterfte aanbelang voor den Staat,<br />

fchoon aan de commandeerende Officieren van<br />

een Vloot of Esquader geheel onbekend, om<br />

zekere Expeditien abfolutelyk te ordonneeren,<br />

en derzelver executie volftrektelyk te begeeren;<br />

offchoon ook eenige Hem wel bekende, maar<br />

niet onoverkomelyk toefchynende zwaarigheeden,<br />

dewelken 's Lands welzyn Hem noodzaakt voor<br />

dien tyd over 't hoofd te zien , daartegen in<br />

andere gevallen, als bedenkelykheeden van eenig<br />

gewigt, zouden kunnen worden gemoveerd. Gelyk<br />

het ook handtastelyk was , dat het Vaderland<br />

meenigmaal aan onherftelbaare nadeelen<br />

zoude zyn blootgefteld, indien de Commandanten<br />

van een Vloot of Esquader wien de zwaarigheeden,<br />

welken zekere Expeditie, in »t afeetrokkenene<br />

befchouwd , moeiten afraaden wel<br />

bekend zyn ; maar die daarentegen de redenen<br />

van Staat, om welken de Expeditie evenwel<br />

noodzaakelyk gekeurd is, geheel ignoreeren dezelve,<br />

op hun eigen oordeel en begrippen zouden<br />

agterlaaten. Van welk een en ander zon<br />

der nader betoog, de toepasfing op het'voorban-<br />

(*) Verhoor V. A. Hartfinck, No. IJ. Art 4. en<br />

5- No. tl. Art. 13. Verhoor V. A. van<br />

Byland, No. xa. Art. 3.


jrjLT, S T A A T E N O O R L O G . l??5« ^5<br />

handen zynde geval genoeg zal kunnen worden<br />

• opgemaakt.<br />

Dat, eindelyk, in de zesde plaats, onder de<br />

hier verhandeld wordende medewerkende redenen<br />

nog-verdiende geteld te worden de wyze der gewoone<br />

inrichting van de weekelykfche Rapporten<br />

omtrent den ftaat der refpellive Scheepen, welken<br />

aan de Admiraliteiten, den Heere Admiraal<br />

Generaal en den Commandant der Floot moeten<br />

•worden gefuppediteerd; alzoo het beloop van dit<br />

onderzoek te meermaalen bewyzen had opgeleverd<br />

, dat de gem. Rapporten doorgaans op zulk<br />

een voet ingelteld worden , dat dezelven zeer<br />

weinig beteekenen; en dat men (gelyk uit eene<br />

vergelyking der Rapporten van September 1782,<br />

met die, welken op den 5 October daar aan<br />

overgeleverd zyn, kan blyken) met niet veel<br />

zekerheid daar uit kan calculeeren , of de Scheepen<br />

in der daad tot alle de dienden , welken<br />

men anders zou vermeenen van dezelven te kunnen<br />

vorderen, genoegzaam in ftaat mogten zyn.<br />

LXXVI.


176 JULY, Z A A K E N V A N<br />

1785.<br />

LXXVI. Adres aan de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren<br />

en Regeerders der Stad<br />

Wyk by Duurftede. In dato , .<br />

>>'y 1785.<br />

Geven met fchuldigen eerbied te kennen de Geconfticueerden<br />

en Gecommitteerden , uit naam der<br />

Burgery dezer Stad, hoe zy, zedert korten tyd, d»or<br />

zoo veele duidelyke blykeu des beJanggelozen yvers van<br />

UEd. Achtb. voor het welzyn derzelve, zoo geheel en<br />

al aan UEd. Achtb. en derzelve belangen» verknogt,<br />

dat zy deze van hunne eigene onaflcheidbaar keuren ,<br />

thans, tot hunne onnitdrukkelyke iinarte, gedrongen<br />

worden, hun zielsverdriet, en met hetzelve de opregte<br />

gevoelens hunnes harten, in den boezem van UEd.<br />

Achtb. uitteftorten.<br />

Dat het UEd. Achtb. niet voorkome, als of dezer<br />

Stads Burgeiy, en in derzelver naam Gecoullitueerden<br />

en Gecommitteerden, in dit ogenblik eenig misnoenen<br />

voeden , eenige klagte inbrengen wilden tegens UEd.<br />

Achtb.! De Ondergetekenden vinden zig, Gode zy<br />

dank! niet m dit geval S Verfchillende denkwyzen moge<br />

ééns verfchilleude begrippen te voorfchyn gebragt,<br />

en (taande hebben doen houden. Geconftitueerden en<br />

Gecommitteerden hebben het genoegen, de betuigingen<br />

der vurigfte dankbaarheid van hun eu hunne Mede-<br />

Burgers te vernieuwen ; en de grond van deze hunne<br />

dankbaarheid is de grond van deze hunne fchuldpligtige<br />

eerbiedige demarche.<br />

Met ontroering — met verbaasiheid —. en een byna<br />

onbedwingelyk misnoegen , het welk reeds zoude<br />

zyn losgebarften, waren Geconltitueerdm en Gecommuteerden<br />

niet overtuigd, dat UEd. Achtb. gedrag in<br />

alles hunne goedkeuring verdiende, en den geftrengften<br />

toets des Regts doorftaan konde, — vertrouwden zy<br />

niet op UEd. Achtb. cordate ftandvastigheid, zoo dra<br />

„ en zoo lang zy op de onderlteuning eener tot alles gereede<br />

Burgery ftaat konden maken , met zulke fterke<br />

telkens verwisfelende gewaarwordingen, alken door het<br />

be.


JULY, STAAT EN OORLOG. i ?tj. t 7 7<br />

bezef, hoe noodzakelyk de bedaardheid ware, in dit<br />

allergewigtigs' tydftip; getemperd, vernamen Geconi<br />

ftjrueerden en Gpcmmitteerden, dat Hun Ed. Mog.<br />

de Staaten dezer Provfouie hadden kunnen goedvinden,<br />

den Heer Gedepu' erden dezer Stad de fesfie in de<br />

Staatsvergadering en vergadering van Heeren GedeputeeMen<br />

te ontzeggen.<br />

Zirting té ontzeggen aan de Gedeputeerden dezer<br />

Stad in de'Staatsvergadering en Gederuteerde Staaten,<br />

is 1<br />

een inbreuk op de voorregten van UEd. Aëhtb., en<br />

zulks te doen, omdat UEd. Achtb. de domestique Bezwaren<br />

afgedaan , en zig, in zoo verre van den eed<br />

op 'c Reglement van 1674 omflagen hadden, gelyk zy<br />

bevoegd en verpligt waren , is tevens een inbreuk gedaan<br />

op Stads, en Burgerregtcn, welke UEd. Achtb.<br />

voor een Alwetend God bezworen hebben te zullen<br />

handhaven, in welker handhaving elk Burger volgens<br />

zynen Burgereed UEd. Achtb. verpligt is tot zynen<br />

jonrrften levénsfnik te onderfteunen.<br />

Geconftitueerden'en Gecommitteerden zien te duidelyk<br />

de angstbarende gevolgen, welke voor deze Stad,<br />

voor der Ingezetenen Vrybeden en Reg-.en zoudtn zyn<br />

te dugten, indien Hun Ed. Mog. zoo willekeurig, dat, .<br />

'er geen tweede voorbeeld, zoo lang de Republiek ga-'<br />

ftaan heeft, is aantewyzen, dezelve zouden kunnen<br />

verminderen, apfchonen, vermengen , om niet te bevroeden,<br />

dat UEd. Achtb. zig verpligt moeten vinden,<br />

cm zig regens zulke eene arbitraire Refolutie"te handhaven,<br />

maar bezeilen tevens, dat 't voor UEd. Achtb.<br />

van aanbelang is, der Burgeren gevoelens en voorne.<br />

mens kundig re worden , en uit dien hoofie is het<br />

dat Geconftitueerden en Gecommitteerden UEJ. Ach.b!<br />

by dezen verwittigen, dat deze Stads Burgery nimmer<br />

zal dulden, dat hunne Achtbare en waardise Burgervaderen<br />

in hunne Regten verkort, in hunne Perfoonen<br />

in hunne goederen , in de voordeelen, met de Posten<br />

of Commisfien, welke zy bekleeden, verknögr, benadeeld<br />

zullen worden, »t zy onder fchyn van regt of<br />

door openlyk geweld, maar dat zy alles zal opzetten<br />

om UEd. Achtb. by het vol genot van dit alles tékens<br />

elk<br />

v e<br />

^, e<br />

4 n l<br />

^ el<br />

V k<br />

> m e t<br />

e d e<br />

g° " bloed te handhaven.<br />

XJUA. DEEL. M Ên


« 78 JULV, Z A A K E N V A N<br />

En even ernftig denken Geconftitueerden en Gecommitteerden<br />

over hunne eigene , over hunner Mede»<br />

Burgeren belangens, en even volkomen houden zy zig<br />

van UEd, Achtb. handhaving van het geen hun dier»<br />

barer is, dan hun leven verzekerd. Hunne Belangens,<br />

hunne Voorregter, hangen aan een zyde draad. Hun»<br />

ne Voorregten zyn in die hunner Repraefentanten gele<br />

dom* n. Hunne Belangens hangen van den willekeur<br />

af. Hu'me Vryheid, hunne Veiligheid is te gelyk met<br />

die van UEd. Achtb. op losfe fchroeven gefteld , en<br />

derzelve vernietiging kunnen, mogen, zy niet onver»<br />

fc> i \u aanfchouwen.<br />

Geconttitueercten en Gecommitteerden weten , wat<br />

zy zig zeUen , wat zy hunne Vrouwen en Kinderen,<br />

hunne N komelingfchap, wat zy aan UEd. Achtb. en<br />

"flerzeiver Familien, wat zy aan deze hunne Geboorte-<br />

Stad, aan gantsch Nederland zyn verfchuldigd; en<br />

hierom wenden zig Geconftitueerden en Gecommitteerden,<br />

uit naam hunner Mede-Burgers, tot UEd. Achtb.<br />

met het eerbiedig dog ernftig verzoek: ,, Dat het UEd.<br />

,, Achtb. behagen mogen, zoo lange die Refolutie in<br />

t, de Vergadering der Staaten zoo wel, als in die der<br />

„ Hoeren Gedeputeerden Staaten, niet zal zyn ingetrokken,<br />

— zoo lang aan deze Stad hieromtrent geen<br />

„ genoegen gegeeven, en den Heeren Gedeputeerden<br />

,, zyne agierftallen , indien zulks door deze feitelyke<br />

„ ontzegging der Verga lering plaats mogte vinden,<br />

,, niet tfergoed worden, om hoe eer hoe beter een<br />

t, plegtig en bondig Protest over deze handelwys van<br />

„ Hu,' Ed. Mog. ter S aacen Vergadering te doen in-<br />

„ weren , mee declaratie van alles, het geen intus-<br />

,, fchen ter Staaïs-Vergadering gerefolveerd mogte wori,<br />

den, voor informeel, kragteloos, nul, en van gee-<br />

,, ner waarde te zullen houden. Vervolgens gelykty-<br />

„ dig te declareren, van zoo lange geene Provintiale<br />

„ lasten ten Comptoire der Provintie te zullen inbren-<br />

„ gen, maar deze daje'yk intehouden, en ter goed-<br />

„ making van alles te zullen aanwenden, 'c welk Hun<br />

,, Ed. Mog. mogten goedvinden terug te houden; met<br />

„ byvoeging van alle de gevolgen, uit dezan ongehoor-<br />

„ den flap van Hun Ed. Mog. te dugten, ter verant-<br />

„ vvoor»


juLY, STAAT EN OORLOG. 1785. 179<br />

woording van Hun Ed. Mog. overtelaten, — van<br />

„ alles, indien dit niet bate, aan de integreerende Le-<br />

„ den van 't Bondgenootfchap door eene circulaire<br />

,, Misfiwe, met den geheelen toedragt van zaken , en<br />

,, verzoek om hunne goede Officien by Hun Ed. Mog.;<br />

„ om hunne bemiddeling, in zoo verre deze zaake voor<br />

't arbitrage kan fufceptibel gemaakt worden, en by<br />

„ derzelver mislukking, kragtdadige hulpe, of ten min»<br />

„ ften verhoeding, dat de Militaire magt, op hunne<br />

„ repartitie ftaande, herwaarts geleid worde, volgens<br />

„ de Art. der Unie van Utrecht, kennis te geven ,<br />

„ zoo en in diervoegen , als UEd. Achtb. 't voor bet<br />

„ welzyn van deze Stad, ter handhaving van der Bur-<br />

„ geren Vryheid en Regteu, ter verdediging der ge-<br />

,, fchouden Achtbaarheid van deze Stad - Regeering,<br />

het gefchiktfte zullen keuren; — verzoekende alleen<br />

„ nog Geconftitueerden en Gecommitteerden, dat het<br />

UEd. Achtb. verder moge behagen, om deze Vroed-<br />

„ fchaps - Vergadering te continueeren, tot 'er finaal<br />

„ door UEd. Achtb. een belluit zal zyn genomen, en<br />

5, dan hetzelve, door het oproepen der geheele Bur-<br />

„ gery , op last van UEd!. Achtb. , aan hun bekend<br />

,, te maken , ten einde UEd. Achtb. in ftaat te ftel»<br />

„ len, om te kunnen oordeelen, in hoe verre zy, in<br />

den nood , op eene Burgery ftaat kunnen maken ,<br />

,, in welker naam Geconftitueerden en Gecommitteer-<br />

,, den UEd. Achtb. verzekerd hebben, dat deze goed<br />

,, en bloed wil opzetten zoo ter befcherming hunner<br />

,, Vryheid en Regten , als ter verdediging van UEd,<br />

Achtb. en derzelver handhaving."<br />

't Welk dtende enz.<br />

M i LXXVII.


180 JULY, Z A A K E N V A N 1785,<br />

LXXVII. Mlsfive van de Staaten van Utrecht<br />

aan de Magiflraat van Wyk by<br />

Duurftede; nevens het Antwoord op<br />

dezelve. In dato 19 en aö Juiy<br />

1785.<br />

EDELE, ER.EW1FETJÏ, VROME !<br />

Ter Vergaderinge der Heeren Staaten zynde voorgekomen,<br />

dit de Ma^jftraat tier Stad Wyk by<br />

Duurttede had kunnen goedvinden, by ipeciale Refolutie<br />

door de Minderheid van dien genomen , en aan<br />

de Burgeren dier Stad, of aan derzelver Geconftiiueerden<br />

gecommuniceerd , aile de Leden der Regeeringe<br />

aldaar van den eed op het Reglement der Provmtiale<br />

Reaeeringe van den jaare 1674, immers voor een gedeelte<br />

te oiitllaan, en voor ontQagen te houden, en<br />

ter gelvker tyd een nieuwe R -geerings orde binnen<br />

hunne S ad te arresteeren en vastteltelitn; heboe» Hun<br />

Ei. Mog. no.iig geoordeeld re comrnitteeren de Hoeren<br />

van Cockengen , van Wolphaartsdyk, Pesters, van<br />

Schonauwen, van Zuylen, van Schalkwyk , twee Heejen<br />

Burgemeefteren der S ad Utrecht', en eerften Burgemeefter<br />

van Amersfoou, ten einde met Uw Eet. deswegens<br />

te cor.'fereeren , en dezelve te tragten van de<br />

irreguliere handelwyze , in de?.en aanlopende tegen de<br />

Regteu dezer Provintie te convinceeren, en ter vermetiginge<br />

van deze allezints irreguliere en onwettige Refolutie<br />

te adhorteren, en voorts ons geauthorifeerd, om<br />

Uw Ed. van deze benoemde Commisfie te informeeren,<br />

en teffens te verzoeken , zoodanige Heeren ter<br />

Vergaderinge van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten,<br />

gelyk ook ter onzer Vergaderinge te willen c< mmitteeren,<br />

welke zig voor als nog niet hebben ontffgen van<br />

den eed bovengemeld, alzoo de Heer van Osfenherg,<br />

en andere .Heeren , welke zig met de Refblune, breder<br />

hier boven gealh-geerd, geconformeerd , en alzulks<br />

zig ontflagen hebben van meergenoemden eed , even<br />

hierdoor onbekwaam zyn geworden, om ter Vergade.<br />

rir>


JÜXY, STAAT EN OORLOG. 1785. 181<br />

ringe der Heeren Staaten , of derzelver ordinaris Gedeputeerden<br />

, te compareeren, zoo lange dezelve zig<br />

in dat cas zouden mogen bevinden, dat van den ee 1,<br />

by hunne admisfie gedaan, zouden moeten geoordeeld<br />

ontfla i<br />

gen te zyn.<br />

Hier meede<br />

EDELE, ERENTFESTE, VROMEJ<br />

Beveelen wy UEd. in de befcherming van God Almagtig.<br />

Gefchreeven te Utrecht den 19 July 1785,<br />

(Was get.)<br />

A T H L O V<br />

E , V\<br />

Uwe Ed. goede Vrienden, de Gedeputeerden<br />

yan de ötaaten 's Lands van Utrechr.<br />

Ter Ordonnantie van dezelve.<br />

(Was get.)<br />

EDELE MOGENDE HEEREN !<br />

H. A. LAAN.<br />

W y hebben wel ontfangen eene Misfive van den<br />

19 Juny jongstleden , waatby de Heeren UEd.<br />

Mog. Gedeputeerden aan ons te kennen geven , enz.<br />

Wy willen niet ontveinzen, Ed. Mog. Heeren , dat<br />

wy die Misfive tot onze verwondering ontvangen hebben,<br />

als wy reflefteeren „ dat het point, rakende de<br />

,*,' Magiftraats-beftellingen van Stad en Steden, behoord<br />

„ onder die byzohdere pointen , waarmeede Geëligeer-<br />

„ de en Ridderfchap zig niet vermogen te bemoeijen,<br />

„ maar vèrbleeven is aan S;ad en Steden," dermaten,<br />

M 3 dat


jg 2 JULY, 2AAREN VAN<br />

dat UEd. Mog. Gecommitteerden by derzelver uitgebragte<br />

rapport van den eerften September 1784, op dat<br />

fujet aan UEd. Mog. hebben geadvifeert , dat die arrangementen<br />

en preqmtien , door de Stedelyke Regeeringen<br />

met derzelver Burgeryen gereguleerd en geapplaneerd<br />

kunnen worden , en daarom die aan dezelve<br />

Regeerders hebben overgelaten, NB. zonder in het Re-<br />

{ lement daarvan te mentioneeren, ten welken einde<br />

JEd. Mog. aan ons, dat rapport, om ons daaraan te<br />

gedragen, hebben toegezonden. Wy hebben dus ingevolge<br />

het Regt aan ons competeerende, bepaald hec<br />

aandeel , dat onze Burgery in de aanftelling hunner<br />

Regenten , voortaan zouden en behoorden te hebben,<br />

op zoodanig een wyze als overeenkomende is met het<br />

voorgemelte aan ons toegezonden Rapport, namentlyic<br />

als ter voorkoming van kuiperyen, cabalen en andere<br />

disordres, meest gefchikt geoordeeld is; en geconüdereert<br />

dit, op het Regt, onze Stad competeerende,<br />

ook aan ons is overgelaten, zonder dat daarvan in het<br />

voorgefchreven Reglement is gementioneert, en dienvolgende<br />

ook nimmer een objecl; worden kan, om in<br />

dat Reglement te infereeren, hebben wy by het applaneren<br />

van hetzelve geoordeelc, dat, daar wy met onze<br />

Burgèry het Regt en de Magt hadden , om hetzelve<br />

te reguleeren en te applaneren, en dat de voorftem»<br />

mende Leden, even weinig als de andere Steden , zig<br />

daar mede konden of vermogen te bemoeijen, dat wy<br />

dan ook volkomen bevoegd waren om, voor zoo verre<br />

die arrangementen en vastjiellingen betreffen, het Reglement<br />

van den jaare 1674 buiten werking te ftellen,<br />

en onze Burgers dadelyk te ftellen in dat genot der<br />

aanftelling van hunne Regenten , op zoodanig eene wyze<br />

als UEd. Mog. door het voorfchreven aan ons toegezonden<br />

Rapport avoueeren, dat wy geregtigd en be°.<br />

voegd waren. Wy hebben ons wel gewagt, eenen<br />

ftap, hoe gering ook, verder gegaan te zyn, als het<br />

Regt, dat UEd. Mog. uitdrukkelyk aan Stad en Steden<br />

toegekent hebben. Wy hebben daarin geenzints<br />

op eene irireguliere of onwettige wyze geprocedeert,<br />

ten ware UEd. Mog. dit zouden gelieven te vinden,<br />

daarin dat onze Refolutie met meerderheid van Hemmen


jtxY, S T A A T E N OORLOG. 178$. 183<br />

men zoude genomen zyn, — dog dan, het zy ons ge.<br />

permitteerd het reguliere van die conclufie te mogen<br />

adftrueeren, uit alle zoodanige befiuiten, als ter Vergadering<br />

van UEd Mog. met eene disfentieerende<br />

Meerderheid , genoegzaam zedert een reeks van tyien<br />

zyn genomen, zonder dat men immer het ft beweerd,<br />

dat de Leden van de fuccumbeerende Minderheid ,<br />

daarom de competentie en gefchiktfte Leden, om ter<br />

Vergadering van UEd. Mog. by preferentie van de<br />

prevaleerende Meerderheid behoorden gecommitteerd t»<br />

worden, UEd. Mog. zullen ons gelieven te excufeeren,<br />

dat daar wy, als integreerende Leden van de Souveraine<br />

Vergadering dezer Provintie , in onze alleen<br />

pure en zuivere domestike Stads Regeering befteiling,<br />

niets anders gedaan hebben , dan het geene regulier,<br />

wettig, en aan ons toekomt, zonder daardoor eenige<br />

de allerminfte atteinte te hebben toegebragt aan het<br />

fubfisteerend Provintiaal Reglement , waarover de befchryving<br />

tegens den tienden Augustus eerstkomende is<br />

uitgegaan, zoo zullen UEd Mog. ons wel gelieven te<br />

excufeeren , om daarover met een Commisfie, op de gronden<br />

by voorgemelte Misfive van UEd Mog Gedeputeerden<br />

ter nedergefield, in eenige conferentie te kontien<br />

komen, als zoodanig een conferentie op die gronden<br />

by ons van geene vrugt zoude konnen zyo, na tien<br />

wy, wel verre van oordeel te zyn, dat onze handelwyze<br />

in dezen zoude aanlopen tegen de Regten van deze<br />

Provintie, wy vertrouwen, van geen ander Regt gebruik<br />

gemaakt te hebben , dan van dat Stedelyke Regt ,<br />

waarby wy en onze Burgers, door UEd. M >g., uit<br />

hoofden van den eed op het Reglement van 1674, behooren<br />

gehandhaafd te worden. Wy verfeeren dus in<br />

dat vertrouwen, dat Ulid. Mog. ons en onze Burgeren<br />

by dat regt wel zullen gelieven te conferveeren, en dus<br />

onaangezien hetzelve, en het gebruik, dat wy daarvan<br />

op de begeerte van onze goede Burgery gemaakt hebben<br />

, gelet hetzelve alieen van het nog lubfisteerende<br />

Provintiale Regeerings beftel is, onze Stad ook wel zullen<br />

gelieven te bewaren by dat Regt, het welk falva<br />

emni reverentia, in het vermogen van UEd. Mog. niet<br />

zoude zyn, om, als een Lid van UEd. Mog. Souve-<br />

M 4 rai-


184 AUG. Z A A K E N V A N . 1 ? 8 s.<br />

Mine Vergadering, haar daarvan te ontzetten, of palen<br />

te ftel'en, en dus, dat UEd. Mo?, in de Vergadering<br />

van fctaate 2Uucn gei!even te on fm»en zoodanige Gecommitteerden<br />

, als, in den PröüntiaJen Eed ftaan ie<br />

door ons zal worden afgezonden , terwvl wv in "en<br />

co--arte geval ons verpligt ooMeelen, voor onze Stad<br />

en Burgerye ter behoud van onze Repten en Voorrog.<br />

ten te protesteeren, zoo tegens de Ref )lutïe by UEd.<br />

Mog. ter laatfter Staaien Vergadering genomen, als die<br />

M<br />

n d e z e n<br />

°K- ' "ader zuilen neemen, tin eir.de<br />

om en onze Burgerye daartegen te maintineeren, zoo-<br />

tZ tZlolrZ h<br />

° 0fden<br />

T ° m<br />

Hier medtf Ed, Mog. Heeren! Beveelen wy UEd.<br />

Mo?, in de befcf-ermmg van God Aimagtig.<br />

G-lchreeven te Wyk den zó July 1785.<br />

LXXVIII. Adres van de Qecon/Tiiueerdsns der<br />

Burgery aan ik Edele Grut Jchth<br />

Heeren Burgermee/leren en Vroed.<br />

Jchappen der Stad Utrecht. In dato<br />

X Augustus 1785.<br />

even met fcbuldjgen eerbied te kennen de Gecon-<br />

G fhtueerden van IM 5 Burgers en Inwoonders dezer<br />

Stad; dat zy Ondergetekende by het overleveren<br />

der curfideratien op her Staars-raport, den 30 Sepiem-<br />

1 7<br />

0 V e r j J e b i a g t l n h a n d e<br />

TfL H' » van de tien Heeren<br />

UEd. Groot Achtb. Gecommitteerde,*, hetzelve w\<br />

bewys van hunne qualiteit hadden gedaan, met een<br />

geannexeerde Copta authentiek van de Acte van Vol<br />

magt en Autbonfatie, den ,6 September ,784 en<br />

volgende dagen tot den 30 derzelver maand, voor Didericus<br />

Johannes van Olst en Daniël Röther, Notan-<br />

£ ,<br />

e n<br />

'd f n G t U g e<br />

H ' r n<br />

, b ! n n e e z e S : a > 1<br />

V «epasfeerd, waVr-<br />

Y<br />

8 e f c h r e e V e f p e c i a I v k 2 V n<br />

.i mP Vauthorifeerd ,<br />

„ omme in naam en van wegens de Comparanten all<br />

„ Ondertekenaren der* pointen tot redres der bezwa-<br />

,, ren , zco votgens een overgeleverd gedrukt Plan ,<br />

»> als


AUO. STAAT EN OORLOG. 1785. 1%<br />

„ als anders , der Comparanten Resten en Voorreg-<br />

„ ten , als Burgeren en Inwoonders dezer Stad, daar<br />

en zoo hét behoord , te fustineeren, voorftaan, 'en<br />

he'pen maintineéren; ten dien einde óver dezelve<br />

,', pointen rot redres der" bezwaren' zoo 't zelve zai<br />

3, wórden gereqüireerd, mer S aais-LedeSn dezer Provintie<br />

in befoigne en conferentie te komen, zoo wef<br />

,, als met Gecommitteerden uit de Magiflraat dezer<br />

,, Stad, tot het reguleeren en .vastitel'en van 3e huis»<br />

„ fioudelyke poin'en , welke tot S'ads R.egeerings-be-<br />

,, Helling alleen behooren, en het object van een Staauwyze<br />

deliberatie en concltifie niet konnen worden,<br />

daaromtrent met Heeren , zoo rakende het Staats-<br />

,, als Stads - bellier, ('ie zaken tot eene conclufie tn<br />

afdoeninge te brengen, en daartoe, des gerequi»<br />

reerd, in naam v'an de Comparanten, als Burgeren<br />

en Inwoonders dezer Stad en'Provintie, derzef/er<br />

confent en inflemminge te dragen; of wel by onver-<br />

,, hoopte ontllentenis , die voordragten , waartoe de<br />

„ Comparauten niet zouden konnen of behooren te<br />

„ komen, te declineeren; en daartoe, mitsgaders hy<br />

„ alle vereischt wordende gelegenheden, der Cpmpa-<br />

,, ranten regt, als Burgeren en Inwoonders dezer Stad,<br />

j, zoo by Requesten, Adresfen , Betoogichriften , Confideratien<br />

en Deductien, voortedragen, voorteftellen<br />

,, en te fouteneeren, enz." Zynde deze Authonfatie<br />

gepasfeerd uit confiderafie, dat het groot aanbelang en<br />

gewigt der zake volllrekt vorderde, dat zulks door<br />

een Commisfie uit de Burgery dezer Stad , voorzien<br />

met die magt en amhorilatie , wierde verrigt; alles<br />

conform aan dezelve Acte, dewelke op den 14 Fe-<br />

Bruary dezes jaars nader ter tafele van UEd. Gro)t<br />

Achtb. overgebragt, en in den Raad gelezen , gere»<br />

fumeerd, en in de Notule van dien dag geinfereerd<br />

zynde, overeenkomll'g aan het toen uitgebragre rapport,<br />

van de tien Heeren UEd. Groot Acntb. G committeerdens,<br />

ten gevolge, dat conform aan dat rap»<br />

port UEl. Groot Achtb. by Refolutie van den 21 derzelver<br />

maand February dezes jaars , hebben gedeclafeeid,<br />

„ de Ondergefchreeven, of die by hun nader-<br />

3, hand gefurrogeerd-mogten zyn, te houden voor Ge°<br />

M 5 „ con-


lU AUC. Z A A K EN VAN t?8j;<br />

„ conftiruraeerden en Gequalificeerden van 1115 Bur-<br />

,, geren en Ingezetenen dezer Stad , omme derzelver<br />

,, Perzonen te reprefènteeren, en haare belangen als<br />

3, Burgeren en Ingezetenen dezer Stad , omme derzei»<br />

,, ver P^iv.onen te reprefenteeren , en haare belangen<br />

„ als- Burgeren en Ingezerenen dezer Stad, in V main-<br />

3, tineeren van derzelver Burger- Privilegiën en Reg*<br />

ten waartenemen"<br />

En is'aar de Ondergefchreven ten blyken van bo»<br />

ver.gemelte UKd. Groot Achtb. declaratie, een Ex«<br />

traét zonder reft;mptie uirgeleverd. Ingevolge van welke<br />

Vohnagt, hebben de ün'ergefchreven met de tien<br />

Heeren, UEd. Groot Achtb G committeerdens, over<br />

de pointen tot redres der bezwaren, zonderling, zoo<br />

dezelve Artikelen, vervat by de derde en vierde Hoofd-<br />

Bukken, en dus het Domestteke Regeerings-beftier dezer<br />

Stad betroffen , te meermalen in conferentie geweest.<br />

En aan dezelve Heeren de Coniideratien , dies<br />

betreffende, niet alleen ia gefcnriften hebben overgelever<br />

; maar zyn dezelve ook ter communicatie voor<br />

de Burgery met den publieken druk gemeen gemaakt,<br />

ten geyolge , dat de Ondergefchreven tot hiertoe de<br />

goedkeuringe en ratificatie van dat hun verngtte van<br />

hunne voornoemde Principalen niet alleen hebben mogen<br />

ontwaren ; maar hebben zy het genoegen gehad,<br />

hun verrigtte geapprobeerd te zien door nog één honderd<br />

drie en vyftig Burgers en Inwoonders , welke<br />

door een gelyke volmagt voor bovengenoemde Notarisfen,<br />

den 3 tot den 7 Maart dezes jaars gepaslèerd „<br />

de O idergefchreve mede ten voren gemelte fine hebben<br />

geauthonfeerd en gequalificeerd.<br />

Dat de Ondergefchreven in die hunne qualiteit zig<br />

dan ook bezig bevonden hebben, om, ingevolge van<br />

UEd. Groot Achtb. voorfchreve erkentenis, tenderende,<br />

osi, als Geconftitueerdens en Gequalificeerdens<br />

van 1*15 Burgeren en Ingezetenen dezer Stad, derzelver<br />

Perzonen te reprafenteeren, en haare belangens ,<br />

als Burgers en Ingezetenen dezer Stad , in het maintineéren<br />

van derzelver Burgerregten en Privilegiën waartenemen,<br />

in gereedheidheid te brengen, zoodanige bedenkingen,<br />

als zy vertrouwen, dat allergegrondst, tegen


A Ü G. STAAT EN OORLOG. 1785. 187<br />

«en de eerfte, tweede en derde Hoofdftukken van het<br />

uitgebragte rapport der tien Heeren UEd Groot Achtb.<br />

Gecommitteerdens , concerneerende de beftellingt dezer<br />

Stads Regeering, en het nomineeren en eligeeren van<br />

Kaden in de Vroedfchap, Burgermee/leren en Schepenen<br />

zyn voorgedragen, zoo wel, als concerneerende de<br />

erectie en introductie van een gequalificeerd Collegie van<br />

Gecommitteerden uit de Burgery , in aanmerkinge dienen<br />

te komen ,• zoo als de Artikelen daartoe by de<br />

extraordinaire befchryving van UEd. Groot Achtb,<br />

zédert den 26 May jongstleden, en fuccesfive, by<br />

provihe zyn beraamd, en voorts by Publicatie den ag<br />

Tuly dezes jaars afgekondigt.<br />

Dat de Onckrgefchreve die gemelte be'denkelykheden<br />

in gereedheid hebben gebragt , omme o&k oogenblikkelyk,<br />

of wel binnen veertien dagen , aan UEd. Groot<br />

Achtb. te werden overgeleverd. Dan, dat de Onder-gefchréve<br />

by evengemelte UEd. Groot Achtb. Publica»<br />

tie of wel in de prtemisie derzelve hebben gelezen,<br />

dat in deze geen procuratie of quaiifiqatie voor of van<br />

iemand zal worden geadmitteerd , de Ondergefchreven<br />

niet konnen bevroeden , dat UEd. Groot Achtb. daar<br />

mede zouden beoogd hebben, hun in hunne erkende<br />

qualiteit ftilzwygende te hebben willen ontzetten van<br />

dac legt, waartoe UEd. Groot Achtb de Ondergefchreven<br />

gequalificeerd en bevoegd hebben erkend, en<br />

dus, dat UEd. Groot Achtb. by de voorfchreve Publicatie<br />

alleenlyk beoogd hebben zodanige Procuratien<br />

of Qualificatien , waar over de erkentenis van UEd.<br />

Groot Achtb. niet is gegaan, en mitsdien, dat aan de<br />

Ondergefchreven in hunne qualiteit , ingevolge van U<br />

Ed, Groot Achtb. erkentenis, de vryheid gelaaten zy,<br />

om voor hunne Principalen derzelver bedenkingen binnen<br />

veertien dagen na de Publicatie ter Secretarye van<br />

dezer Stads Politie verzegeld overtebrengen.<br />

En verzekeren de Ondergetekende in hunne qualiteit<br />

op het allerplegtigtle , dat zy ten allen tyden , en in<br />

alle oroftandigheden , voor het oog van de gantfche<br />

waereld tonnen zullen , zeer wel te weeten, en in hec<br />

oog te blyven behouden, hun pligt als Burgers omtrent<br />

een? wettige Kegeering; zoodanige Regeering namenclyk,


188 AUG. Z A A K E N V A N ijig.<br />

iyk , welke den Burger by deszelfs verkregen en pti.<br />

bliek erkend Regt, bewaard en handhaaft, gelyk zulke<br />

verkregen en erkende Regten ook zyn voorgedaan<br />

en beweerd , door de by elk Btirg-r en Ingezeten dezer<br />

Stad zeer gereflecteerde én geëerbiedigde Regenten<br />

den Heer Oud Burgemeester Cypriaan Berger*<br />

en Heeren Raden Adriaan Hendrik Ryck, Mr fohan<br />

Fre&erik van Senden , Mr. Jan' Pieter de Ridder<br />

Mr. Jan Qar el Smisfaert, Mr. Ja$ob van H.e/teni<br />

Mr, Pieter Care/ Burman de la Bas/eceur , en Mr<br />

Willem van Dam , Heer van Lfelt , welker van tyd*<br />

tot tyd zoo mondeling als fchriftelyke gegeven A-vifen,<br />

Vota, en. Protesten , kiaarlyk den Burger hebben<br />

overreed, en allezinrs overtuigd, van hunne duure verpligting,<br />

en daaruit noodzakelyk en van zelfs geboren<br />

wordende erfcentenisfe, welke zy zoo levendig gevoelen<br />

, dat zy geene zwarigheid maaken te veïklasren,<br />

dezelve hoog gerefpeéteerde Regenten te eerbiedigen!<br />

te gehoorzamen, en te zullen blyven eerbiedigen en<br />

gehoorzamen ; zoodanig , dat zy derzelver Advifen<br />

Vota , en publiek gemaakte Protesten aannemen , zig<br />

daarby houden, en dezelve erkennen zullen, als voortgevloeid<br />

uit den mond en penne van Reprsefentanten<br />

waardig de liefde van een Volk, dat onderfcheid weec<br />

te ma;.k.n tusfchen de Regten van een Volk, én die<br />

welke de wettige Regeering competeeren! Waardig dè<br />

heide van een Volk, het welk te zeer verli-n is , om<br />

niet te kennen , en wel te kennen hun, die zig, als<br />

waaragtige Burger-Vaderen, elk oogenblik zoo roemwaardig<br />

in den Raad dezer Stad gedistingueerd hebben<br />

, en nog blyven distingueeren 3 Uit welke plegtig<br />

ten dezen gedaane verklaaring en verzekering dan allenzins<br />

evident is, en voorde gantfche waereld b'ykt,<br />

dat de Ondergefchreven, even min als derzelver Principalen<br />

met voljlrekte Democratifche Principes bezield<br />

zyn, welke zy integendeel zoo zeef verfoeien en abommeeren,<br />

als zy met mogelykheid een afkeer kunnen<br />

hebben yan alles, wat na voljlrekte Aristecratifche ge- I<br />

voelei s immer zwpemen zal of gelyken.<br />

En hebben de O; iergefchreven zig genoodzaakt gevonden,<br />

deze plegtige verklaaring te doen, als zy heden


üüc» S T A A T E N O O R L O G . 1785. 189<br />

den begrypen , van hoedanige groot: en gewigtige uiportance<br />

het is, een propt te maaken , en zoo veel<br />

meer het arresteereu van eene verandering, verbetering,<br />

en gedeeltelyke affchaffing van een tot hiertoe gefubfi-<br />

Iteprd hebbende Regeerings Reglement.<br />

En het is om alle deze kprteiyk gededuceerde redenen<br />

en motiven , dat de Qndergefchreve , in hunne<br />

qualiteit, eerbiediglyk verklaaren , dit ter voldoening<br />

van de hen opgedraagen, en by UEd. Gr. Achtb. erkende<br />

qualificatie, hun voornemen te zyn ; in dat vertrouwen<br />

, dat U Ed. Gr. Achtb. , ingevolge de meer<br />

bovengemelde erkende qualiteit, derz'elverCo.dideratien<br />

en Bedenkingen op het geprojecteerd Regeerings Reglement<br />

zullen gelieven te ontfai>gen. Dan , dat by<br />

onverhoopt contrarie begrip van ÜE l. Gr. Achtb., de<br />

Ondergfcfc'ireveu daar van mo&en geïnformeerd worden,<br />

om hetzelve ter kennisle van hunne Principalen te brengen,<br />

ten einde dezelve door een anderzints beruste 1 in<br />

de Ondergefchreven, geen tyd verliezen, om in dezen<br />

te doen , het geene zy zulien oordeelen te behooren.<br />

En dai UEd. Gr. Achtb., zoo voor de Ondergefchreven,<br />

als voor hunne Principalen, ten einde zig daarna<br />

te kunnen reguleeren, op het ontfangen va:i de roorfc'ireve.Con(ideratien<br />

en Ikdenkingen , UEd. Gr Achtb.<br />

gelieven te verklaaren; en dat UEd. Gr. Achtb. declaratoir,<br />

op het Tegenwoordig ingediende, aan de Oidergefchreven,<br />

vermits de zoo. zeer kort op bannen zynde<br />

tyd, nog op heden zonder refumptie aan hen moge<br />

werden uitgeleverd.<br />

't Welk doende enz.<br />

(en was ondert.) Door alle de Geconltnueerdens.<br />

LXXIX.


Tpo AÜO> Z A A K E N V A N 1785,<br />

LXXIX. Adres van Gecommitteerden der Schuttery<br />

aan de Edele Groot Jchtb. Heeren<br />

Burgemeefteren en Vroedfchap.<br />

pen der Stad Utrecht. In dato 1<br />

Augustus 178J.<br />

G ecommitteerden van de Burgers uit de agt Schutters<br />

Compagnien dezer Stad , met het uiterlte<br />

leedwezen vernomen hebbende de telkens door de<br />

Meerderheid der Vroedfchap na den 11 Maart genomene<br />

Refolutien, door welke de brave Burgeren en Ingezetenen,<br />

in het maintineeren hunner Regten en Privilegiën,<br />

merkelyk geprajudiceerd worden, en wel<br />

voornaamtlyk de thans gearresteerde en geaffigeerde Puphcatie,<br />

ten geleide van het provifioneel beraamde Regeerings-Reglement,<br />

s, behelzende, dat, indien de goecie<br />

Burgers en Ingezetenen eenige gegronde beden-<br />

,, kingen op het voorn, provifioneel gearresteerde en<br />

„ geaffigeerde Reglement mogten hebben, zy vermaand<br />

„ worden, dezelve, met reden bekleed, in gefchriften<br />

„ gelteld, en onderteekend enz. binnen veertien dagen<br />

„ na het doen van gemelde Publicatie, ter Secretary<br />

„ van dezer Stads Poliiie verzegeld overtebrengen ,<br />

,, zonder dat daarby eenige Procuratie of Öualificatie<br />

„ word geadmitteerd , om quafi een yder vryheid te<br />

„ geven, om de Vroedfchap van zyne byzondere be-<br />

„ grippen te informeeren; wordende teffens een iege-<br />

„ lyk gewaarfchouwd, zyne Confideratien binnen den<br />

„ tyd van veertien dagen eptegeven , zullende hy an-<br />

„ ders gerekend worden , in het voorfchreven provi-<br />

„ iioneel beraamde , omtrent het Regeerings - Regie.<br />

„ ment, genoegen te neemen, en ftilzwygende te con-<br />

„ lenteeren." — Vinden zig onvermydelyk verpligt,<br />

gebruik te maken van de hen gedemandeerde Commislie,<br />

welke voornaamtlyk is ftrekkende, „ om op de<br />

„ belangens der Burgery agt te geven, en alles uitte-<br />

„ voeren, wat de tyd, of de omftandigheden omtrent<br />

}> dezelve vereisfchen."<br />

De Ondergetekende overwogen hebbende, hoe het<br />

Volk


A üe. STAAT EN OORLOG. 1785. 19%<br />

Volk voor eenige jaaren kennis kreeg van de publieke<br />

zaken, van de waare gefleldheid zyns Vaderlands, zyne<br />

eigen waardy begon te gevoelen , de ryranny zogt<br />

te vernietigen , en aan het Vaderland eene waare Republikainfche<br />

gedaante te geven. — Hoe hetzelve zig<br />

daarop wapende , en de handen in een floeg, om in<br />

Raat te zyn, van de wettige Regeeringen te behoeden,<br />

en de Burgerregten en Vryheid tegen alle inbreuken<br />

met goed en bloed te beveiligen. — Hoe de harmonie<br />

en onderling vertrouwen plaats hadden tusfchen de<br />

Regeering en het Volk. Welke onderhandelingen<br />

men in derzelve byeenkomften zag maken, — hoe men<br />

in dezelve over het welzyn van het Vaderland fprak,<br />

— welke ontwerpen men ondeiling maakte, om de Regeering,<br />

en daardoor her Volk van de kluisters te ontlasten,<br />

met welke zy door de Stadhouders willekeurig<br />

gebonden waren. — Welke Remonftrantien men voorfloeg,<br />

welke door het beste gedeelte van het Volk<br />

moeiten gedaan worden , om daardoor vooreerst de<br />

Regeering van de ilaaffche banden te ontheffen, en<br />

daaina verder hunne eigen Vryheid te herftellen. —<br />

Hoe dit alles door de Regeering als de Volkftem wierd<br />

aangemerkt, al waren die remonftrantien door niet meer<br />

dan 304 Burgeren ondertekend. —— Hoe de Burgery,<br />

en maar de Burgery alléén , daardoor de Regeering in<br />

haar wettig gezag herfteld heeft.<br />

De Ondergetekende verder overwegende , wat het<br />

gevolg geweest is van alle deze nuttige en heilzame<br />

pogingen. — Hoe de Burgers alleen fchynen , veranderd<br />

te zyn van Meefiets, welke hen nog harder drukken<br />

, dan zy onder het juk der Stadhouders gedrukt<br />

zyn. — Hoe het V,lk , nalat het alles had aangewend,<br />

om de Reyeering te bevryden, nu het op zyn<br />

eigen Regten en Vryheden aankwam, alle wegen zyn<br />

benomen, om tot dezelve te geraken. — Hoe deszelfs<br />

verzoek, om geenen Regent te hebben , die zig tegen<br />

of niet voor der Burgeren Regten had gedeclareerd ,<br />

zonder te bepalen , wien de Regeering moest verkk-,<br />

zen , op eene hoonende wyze wi'erd van de hand gewezen,<br />

daar het regt van de electie onmiddelyk by de<br />

Burgery zelve refideerd, en alleen op derzelver naam,<br />

door


AUC, Z A AKEN VAN t 7 8 j,<br />

door de Regeering word uitgeoeffend, zoo als UEd<br />

Gr. Achtb. met her gcqotft* regt zelve hebben geueld<br />

in den "brief, aan Zyne Hoogheid gezonden. — Hie<br />

niertegerftaande dit verzoek, tot Regent wierd v^rkoren<br />

een Heer, die opentlyk ftreed tegen het verzog e<br />

en hec ongenoegen der Buigtry op zig had. ~ Hol<br />

vervolgens die zelve brave Burgeiy , «oor eene zoo<br />

laeiive Publicatie voor het oog van de gati.fche Waereld<br />

als Oproermakers wierd ten toon gefteld en zulks<br />

omdat zy haare Regten had voorgeftaan. — Hoe eene"<br />

Refolutie is genomen , by welke het Volk, w'aarby de<br />

Mag! van alles refideert, wierd verboden, om met zvne<br />

Reprtefentanten in de Raadkamer te fpreeken —<br />

Hoe het verzoek by Request gedaan, om door de'Regeering<br />

van den hoon van de gem. Publicatie om heft<br />

te worden, en voldoening te erlangen voor de belediging,<br />

der Burgeren door eeneii Tvoy aangecaa;, op<br />

eene ailerimadelyklle wyze is verworpen. — Hoe'vervolgens<br />

de Meerderheid der Vroedfchap baare fbia<br />

heeft gegeven tot het emaneeren van een Publicatie<br />

door welke het praefenieere» van fchriftelyke verzoeken<br />

jelfs, ten iterkfte gellremd is, waardoor derhalven<br />

de .Volkitem is gefmoord geworden. — Hoe men nu<br />

eindelyk, daar het direct op des Volks Regten aankomt,<br />

een provifioneel Regeerings Reglement heeft<br />

beraamd, t welk in zornrnige der voornaamfie poii •ft°n<br />

re; e.regt tegen ae opgegeven bezwaren der Burgery is<br />

ftrydende, waaiby een Publicatie is gevoegd, welke<br />

alle procuratien en qualifkatien van de hand wyst, en<br />

daarenboven hen, die zig binnen den tyd van 11'dagen<br />

na het emarei-ren van dezelve niet an J<br />

ers d!clareeren,<br />

als coi.fen.eerende in het gez. Concept-Reglement<br />

wil aangemerkt hebben.<br />

De Ondergetekende verder in overweging nemende<br />

den inhoud van de Misfive van' UEd. Gr, Achtb. ter<br />

beantwoording van den Brief van Zyn Hoogheid'van<br />

den 24 Febr. 1784, vervaardigd en verzonden den 21<br />

• Maart 1785. Hoe dezelve ftryd tegen de hierboven<br />

aangetoonde handelwyze van de Meerderheid der<br />

Vroedfchap Hoe daarin is gededuceerd, „ dat<br />

„ niet de Regenten zyn aangefteld voor zig zelfs ,<br />

„ maar


AU*. S T A A T E N O O R L O G . i?S£. 19.3<br />

„ maar wel om IiPt Volk. Dat daarenboven een<br />

„ Tacitus Confenfus van de Burgeren en Ingezetenen<br />

„ voldoende is , om eene ongeinterrumpeerde ufrntie .<br />

„ te wettigen in zodanige gemeene gevallen en zaakeri,<br />

welker befchikking en invoering muéren verllaan<br />

„ worden, aan het beleid en de beftiering der Regen-<br />

„ ten te zyn overgelaatens, Dan , wanneer men han-<br />

5, delt over een geval, dat buiten den gemeenen regel<br />

„ gaat, over een Privilegie ea Regc der Burgery, een<br />

„ volkomen eigendom van dezelve , van 'c welk de<br />

„ Regenten, als Reprsefentanten, maar alleen bewaa *<br />

„ ders zyn , en waar toe uit ho d'dc van den aan de-<br />

„ zelve Burgeren gedanen eed , van derzelver Regteii<br />

en Privilegiën te zullen helpen coi>f;rveeren en handi<br />

haven, een Expres/as Confenfus van de Burgery no-<br />

„ dig isb"<br />

Dit alles de Gecommitteerden overwogen hebbende,<br />

hebben zy zig verpligt gevdnden , uit hoofde van hec<br />

geen aan hen door hunne Quaüficatie is gedemandeerdj<br />

te protefteeren , niet alleen tegen al het geen dat na<br />

den elfde Maart door de Meerderheid van ÜEd. Gr*<br />

Achtb. is geconcludeerd, maar wel voornaamtlyk, tegen<br />

het geen in de Publicatie, ten geleide van het pro*<br />

vifioneel beraamd Reglement, omtrent de beltèlling der<br />

-Stads Regeering, door dezelve Meerderheid is gerefolveerd<br />

geworden, van namentlyk geene Procurstien of<br />

Qualificatien te admitteeren ; v^mks dit niet alleen<br />

ftryd regen het Regt, dat zelfs Onderdanen onder een<br />

Monarchie of despotieke Regeering competeert , maar<br />

veel meer tegen het Regt van vrye en onafhangelyke<br />

Volken, by welke alleen de Magt van alles is te vin*<br />

den.<br />

2. Dat zy, die niet binnen den bepaalden tyd antwoorden<br />

, of hunne refletiieu inbrengen , hoofd voor<br />

hoofd zullen gerekend worden te conftnteertn: Gecoat<br />

mitteerden protefteeren daar tegen, om de volgende reden<br />

: — - ï. Om dat , wanneer alle Burgeren opgeroepen<br />

worden, om hunne bezwaren inteleveren, zy,<br />

die dezelve niet hebben ingeleverd., en dus itü hebben<br />

gezwegen , gerekend worden , of geene bezwaren té<br />

hebben, of zig te voegen by beu , die met hunne be-<br />

XXIX. DEEL. N zwa-.


194 AÜG. Z A A K E N V A N I78S.<br />

zwaren opkomen, welk laatlte in dit geval (ingevalle<br />

van oproeping nameritlyk ) het meesr aanneemlyk is.<br />

Men heeft zig dus alleen geregeld naar hen, die hunne<br />

bezwaren hebben opgegeven, om dezelve zoo veel<br />

mogelyk uit den weg te ruimen. Hoe kan derhalve<br />

de Meerderheid der Vroedfchap refolutien nemen, om<br />

quafi die bezwaren uit den weg te ruimen op eene<br />

wyze, welke voKtrekr aanloopt tegen den zin van hen,<br />

die dezelve hebben opgegeven, „ zoo maar die geene,<br />

die van te voren hebben gezweegen, zig nu ook<br />

,, niet declareeren; zullende hetzelve nu worden gere-<br />

„ kend als een confent van hen, die van te voren zig<br />

,, omtrent de opgegeven bezwaren niet hebben geuit,<br />

„ indien zy nu ook zwygen," het tegendeel is<br />

waar; want zy, die hebben Uitgezwegen, worden gerekend<br />

, of in de door de meeste Ondertekenaren opgegeven<br />

bezwaren te hebben geconfenteerd , of geene<br />

bezwaren te hebben gehad. Wanneer zy in die opgegeven<br />

bezwaren hebbea geconfenteerd, dan moeten zy<br />

ook gerekend worden zwygende te confenteeren in die<br />

conlideratien , welke op het provjüoneel beraamde Reglement<br />

noodzaaklyk moeten opgegeven worden; doch,<br />

indien zy gerekend worden, geene bezwaren gehad te<br />

hebben , om dat zy zig niet hebben gedeclareerd, dan<br />

kunnen zy ook niet geiteld worden, in het Reglement<br />

te confenteeren , wanneer zy geene conlideratien inleveren.<br />

2. Om dat hier een exbresfus confenfus<br />

moet plaats hebben, volgens het geltelde door UEi.<br />

Groot Achtb. zelve in voorgem. Mislive; waarom men<br />

zig dient te regelen naar hen, die opentlyk hun gevoelen<br />

, het zy by Procuratie , het zy in Perfoon, te kennen<br />

geeven.<br />

Waarom de Ondergetekende, uit hoofde van de aan<br />

hen gedemandeerde Commislie, zig genoodzaakt vinden<br />

, uit naam van hunne Committenten niet alleen te<br />

protefteereu tegen het gebeurde na den elfde Maart dezes<br />

jaars, maar voornaamtlyk tegen de laatst uitgebragte<br />

Publicatie, ten geleide van het providoneel gearresteerde<br />

Regeerings Reglement, met uitdruklyk verzoek,<br />

dat hetzelve als een Protest der Burgery worde gtïnfereerd<br />

in de Notulen van de Vroedfchaps Vergadering,<br />

ten


AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. m<br />

ten einde de Nakoomlingfchap niet in het onregte begrip<br />

verfeeren, dat, wanneer onverhoopt eene Condufie omtrent<br />

het nieuw te introduceëren Reglement , conforni<br />

het provifioneel gearrelleerde , en dus. tegen den zin<br />

en het genoegen hunner Committenten j mogt genomeri<br />

worden , zulks niet legaal , maar wet tegen den uit.<br />

druklyke Wil hunner Committenten ftrydende is.<br />

'c Welk doende enz.<br />

(Was get.)<br />

W. VAN DYK. J. C. DES TOMBEi<br />

D. VAN BENTHEM. A. VAN ELDVK»<br />

ANZ. DE VRY. J. VAN DER VKN.<br />

ft. KRULE. K. 'T H.iBN.<br />

G. HEETVELDT, AZ. C. VAN HENGELAAR.<br />

J. CAARLS. W. OVERWYN.<br />

C. VAN DER MOOLEN. J» LUBBïRDINGÏ.<br />

G. VAN DE VOORN. G. RUGGEVEEN.<br />

LXXXi Refolutie van de Regeering der Stad<br />

Vollenhoven. In dato I J jugustut<br />

1735.<br />

Raad en Meente, na voorgaande Wettige Convocatie<br />

vergaderd, overwoogen hebbende, dac het welzyn<br />

deezer Stad vereischt, dat de Vryheid ónzer Burgery<br />

behoorlyk worde gehandhaafd, en niet aan vier<br />

Perfoonen opgeofferd , die eenmaal Schepenen zynde,<br />

zelfs Schepenen en Gemeents-Lieden verkiezen, en dus"<br />

het Recht Van keur der Schepenen en Gemeents-Lieden<br />

, als waare het een Recht van den Raad en niet<br />

van de Burgery, oeffenen, waar door de Vryheid en<br />

welzyn der Burgery aan het belang en iufluentie van<br />

zommigen zyn overgegeëven, en onze Burgery in de<br />

betamelyke vrymoedigheid omtrent billyke begeerten,<br />

welken door zodaane Schepenen en Gemeents-Liederi<br />

willekeurig kunnen afgeweezen worden , wordt verhin­<br />

derd : als ook dat het haarelyke decser Stads Ariftocra»<br />

?<br />

N i « ie


o6 AUG. Z A A K E N V A N 1785.<br />

tie te meer doorftraalt , ru daar door eene welgegronde<br />

vrees wordt veroorzaakt in het reclameeren van het<br />

gebruik der Stads aloude Rechten en Vryheden , met<br />

en nevpns die andere kleine Steden deezer Provincie,<br />

welke Rechten en Vryheden door deeze eigendunkelyke<br />

Verkiezing van Schepenen en G'tneents-Lieden, door<br />

Schepenen gedaan wordende , buiten het bereik der<br />

Burgery, het Genoorfciaap van Stads Rechten en Vryheden<br />

, zouden verblyven, en Hechts tot vermeerdering<br />

van flaaffche onderwerping , onder de Magt van vier<br />

Perfoonen zouden worden gefield en van dezelven afhanglyk<br />

gemaakt , dus eene onderwerping , die zelfs<br />

voor eene billyke en pligtmatige Reclame van het geb<br />

r<br />

uik der voorfz. Stads Rechten en Vryheden zou doen<br />

duchten; als zullende daar door het Juk der S ads Ariflocratie<br />

noch dies te ondraaglyker worden: Zoo is<br />

door ons Raad en Meente, welken geen Recht van<br />

den Raad kennen dan het zfelve zy waarlyk het Recht<br />

der Stad , en waar van op zulk eene wyze , als ten<br />

meesten dienfte van de Stad en derzelver Rechten en<br />

Vryheden flrekt, gebruik gemaakt behoort te worden,<br />

gerefolveerd en vastgefleld , dat op het aanltaande Reces<br />

van den Landdag aan Hun Ed. Mog. Ridderfchap<br />

en Steden zal worden verzocht, dat van het R cht van<br />

Keur der Schepenen en Gezwooren Gemeente , aan<br />

deeze Stad competeerende, in het toekomende zodanig<br />

gebiuik moge worden gemaakt, als mee;>t overeenkomt<br />

met de Vryheid en Welzyn deezer Stad, zonder aanzien<br />

van voorgaande Disputten &c., hier over voorgevallen<br />

, welken noch de Lands- Vaderlyke zorg van Ridderfchap<br />

en Steden voor de Rechten, Vryheden en<br />

Welzyn onzer Stad-, noch onzen pligt, om dezelven<br />

naar ons vermogen te behartigen, kunnen verhinderen;<br />

noch door alle die geventileerde Gefchillen veroorzaakt<br />

worden , dat geene behoorlyke favorabele Dispofitie<br />

hier omtrent van Hun Ed. Mog. te erlangen zoude<br />

zyn , zoo als de Rechten , Vryheden en welzyn der<br />

Stad vereisfehen. Terwyl tegens de Rechten, Vryheid<br />

en welzyn deezer Stad geen bizonder belang van<br />

den Raad , als welks belang geen ander dan het welzyn<br />

der Stad en derzelyer Vryheid en Rechten behoort<br />

te


AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. «97<br />

te zyn, in aanmerking komen kan, waar door de Vry.<br />

heid deezer Stad door vier Pjrfoonen zou worden beheerd<br />

; neen maar dat het Recht van Verkiezing van<br />

Raad en Meente door de geheele gequahficeerde Burgery<br />

behoort te worden geoiff.nl: en dat ten dien einde<br />

de jaariykfche Keur van Gemeents-Lieden door een<br />

zeker by Looting bepaald getal Burgeren behoort te<br />

gefchieden, en dat door deeze Verkooren Gemeents-<br />

Lieden 's jaarlyks de Schepenen behooren Verkooren te<br />

worden.<br />

Voorrs is gerefolveerd, dat ook mede over alle Rechten<br />

en Vryheden, dengdtrlyk aan deeze. S ad competerende<br />

, ten einde dezelve en haare Burgery in het gibruik<br />

derzelven hertteld en geha"dbaafd worden , aan<br />

Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden , by een eerbiedig<br />

betoog van wegen deeze Stad, op het voorkeide<br />

aanftaande Reces van den Landdag , verzoek zal<br />

worden gedaan.<br />

Actum op den Raadhuize binnen Vollenhoven , datum<br />

ut fupra.<br />

v. BOERS, Burgemeester.<br />

j. c. VAN SER LINDE, Burgemeester.<br />

Gezwooren Gemeente.<br />

AR ENT H0LTCAMP. JACOB HOOFT.<br />

JAN GROÜNEWOUT. RF.TNDERT J. KUYLART.<br />

J. H. FRANTZKS. GERR1T VAN BAAK ,%tlï<br />

JAN BOS. ANDRIES MOL, Voerman,<br />

H. J. PINGEL. abfent, hoe wel van het<br />

EYNBERTS MOLEMANS. zelfde gevoelen.<br />

N 3 LXXXI.


198 AUG. Z A A K E N V A N 2783.<br />

LXXXI. Request aan de Edele Achtbaar e Heeren<br />

Burgemeefteren en Vroedfchap.<br />

der Stad Wyk by Duurftede; nevens<br />

de Refolutie daarop, In dato<br />

16 Augustus 1785.<br />

rf^even t»et eerbied te kennen , de Geconftitueerden<br />

\JT en Gecommitteerden deezer Siads Burgerye, dat<br />

de teeden waarom zy deeze Extraordinaire Vergadering<br />

hebben verzocht te doen beleggen, is, dat zy met de<br />

uiterfta v^rbaazing in 't zekere"vermeenen geïnformeert<br />

te zyn , dat op Zondag den 14 deezer Maand Augusr<br />

tus, des avonds ten 6 uuren, mer de grootfte acceleratie<br />

is afgezonden een Patent naar Nymegeu, ten einde<br />

van daar eenige Infanterie en Cavallene naar deeze<br />

Provincie te doen trekken, — zoo als ook bereids de<br />

Generaal van der Hoop tusfchen Zondag en Maandag<br />

nacht derwaards is vertrokken.<br />

Dat deeze zoo verregaande Demarche zoude gefchied<br />

zyn , op 't fchryven van eenige tier Heeren Gedeputeerden<br />

van Hun Ed. Mog. de S aaren deezer Provincie<br />

, die daar toe hebben kunnen goedvinden in eene<br />

Extraordinaire Vergadering op jongstleeden Zaturdag<br />

ten half tien uuren by den anderen te koomen.<br />

Daar nu zodanige nandelwyze van de fchroomelykfte<br />

gevolgen voor deeze Provincie , en byzonder de Steeden<br />

van dien , kan zyn, als welke alleen tot een figment<br />

heeft (zoo de Ondergertkeude al mede in 't zeker<br />

geïnformeerd zyn,) een zogenaamd Burgei-Gefcbil<br />

dat in eene Stad dezir Provincie zoude plaats hebben,<br />

en het geen daar by voorgegeeven word tor die hoog!<br />

te gefteegen te zyn, dat men het zelve door den fierken<br />

arm van Militaire Magt zoude moeten bedwingen,<br />

waar van de OndergeteKende even zoo min als aan<br />

UEd. Achtb. zoo zy vertrouwen, ietwes bekend is,<br />

buiten het volgens de Nieuwspapieren vermeld uitfpoorig<br />

gedrag van zommige Onrustige en Misleide Opgezetenen<br />

binnen deeze Provincie te Renswoude gepleegd<br />

tn in alle gevallen, gefteld eens voer een oogenblik*<br />

'er


MJO. STAAT EN OORLOG. 1785. *99<br />

'er exteerde een daadelyk Burger-Oefcbil, UEd. Achtb.<br />

met de Ondergetekenden zich als dan nog volkomen<br />

zullen geconvinceerd houden, dat dezelve van wat aart<br />

en natuur die ook mogen zyn, nimmer beter dan door<br />

Burgers kunnen bedwongen en ten einde gebragt worden<br />

, en overzulks alle verkeerd Emplooi van de Militie<br />

daar omtrent ten ernftiglte moet tegengegaan worden<br />

, en inmiddels zodanige voorzieninge dient te gefchieden,<br />

als tot Stads en der Burgeren veiligheid maar<br />

eenigzints kan bevorderlyk zyn, *<br />

Waarom de Ondergetekenden de vryheid nemen nan<br />

UEd. Achtb, voor te ftellen, om by Misfive aan Hun<br />

Ed. Mog. Gedepureerdens dezer Provincie , omtrend<br />

deeze by eenige derzelver allezints onregelmatige gehouden<br />

nandelwyze , UEd. Achtb. Surprife , hoog te<br />

gevoeligheid en billyke afkeuring te betuigen, en opening<br />

mitsgaders opgaave te vraagen van die Heeren,<br />

welke uit Hun Ef. Mog. Gedeputeerdens tot deeze<br />

zoo verregaande Itao hebben durven refolveeren , met<br />

verdere aanlchryving aan Hun Ed. Mog. Gedeputeerdens<br />

, da UEd. Achtb. namens deeze Stad in geenen<br />

deelen willen begreepen worden, op eenigerlei wyze<br />

dit gedrag van ophemelde Heeren Gedepureerdens goed<br />

te keuren, neen! maar daar tegen ten fterkften te protefteeren,<br />

en daar van ter naafte Vergadering te referve.ren<br />

, zodanig te handelen als UEd. Achtb. zullen<br />

bevinden te behooren, en omme wyders intusfcben tegen<br />

alle verrasfcbifg, zoo veel mogelyk zeker te zyn,<br />

zou'en de Ondergetekenden van oordeel zyn, dat alle<br />

de Poorten dezer Stad oogenblikkeiyk dienen bezet en<br />

bewaard te worden door een bekwaam aantal Bu-gers,<br />

by -ag en by nagt , en daar toe aan den Kolonel-Kapitein<br />

en Officieren van de Burger-Schuttery , de nodige<br />

ordres, zittens Vergadering, dienen te worden uitaevaardigt,<br />

en immediaat aan de geheele Burgery een<br />

dubbel getal fcherpe Patroonen mooge worden uitgereikt<br />

, en verder by deeze Vergadering gerefolveerd<br />

worde om niet alleen nu , maar zoo lang het Poincb<br />

der Bezwaaren niet zal zyn afgedaan, van wegens datze<br />

Stad , geen Content te gedraagen in eenig verzoek<br />

tot Militie, als mede tot hec verkenen vau attaché op<br />

N 4 P*T


as» AUS. Z A A K E N V A N 1785^<br />

Patent voor Militie na deeze Provincie geiefpicieerd ,<br />

en wel zorge te draagen , dac hoe bet ook mooge ko^.<br />

men geen gewanpende Militie in de Vryheid of op hec<br />

Territoir dezer Stad te laaren naderen , en dat die<br />

geen welke zulks onverhi optelyk rrochte inwilligen,<br />

pf daar toe voordel zal doen, als Vyand van Stad en<br />

Burgery , ja van de geheele Provincie zal befchouwd<br />

worden , tegen wien men mee geweld en ten kosten<br />

van Goed èn Bloed zieh zal mogen verzetten , terwyl<br />

by die zodaanige geweldadigheid mogte onderllaan of<br />

daar toe Concureeren-, zyn leven zal verbeuren , ten<br />

minften van alle R.egeerings-B;Ituur en Ambten vervallen<br />

zyn.<br />

't Welk doende &c<br />

&DRIAAN DE NY*. COtlNFLIS VA N VLIET.<br />

HfcNDRlK SCHiLGR. CORNEUS JAN KKOHN.<br />

ALBERTUS VAN KESTEREN. JAN KRANCIS VERKERK.<br />

JOHAMSlS RYNBOUT. WILLEM VAN BENWEKOM*<br />

ANTONY VEHNOOY. UEYNIER TERSTEEG. '<br />

OE-RARDUS WAGENAAR. ANDRIES GttEGER.<br />

HERRIT VAN OORSCHOT.<br />

Op bovengemelde Requeste is aanltcnds de volgende<br />

j^efoiatie gevallen.<br />

Extract uit de Refolutie van de Ed. Achtb.<br />

fleer en Rurgemeelie.ren en Regeerders der<br />

Stad Wyk by Duurftede.<br />

Mart is 16 Augustus 1785.<br />

Ter Vergaderinge zynde Gedelibereerd over deezen.<br />

aangaande, namens de Burger-Krygsraad deezer-<br />

S.tad voorgebraïre , gelyk ook over de Reqtieste bet-rekkelyk<br />

dit fuj.ee heerien door Gecommitteerden en<br />

geconftitueerden uic de Bargerye geprefenteerr, inhou».<br />

dgnde dac men vermeende in het zeekere geinrbrmeere<br />

te zyn, dat 'er eenige Militaire Troepen na deeze.<br />

$Jtad; op, Patent vfn-Zyne Doorl. Hoogheid en Attaqhe.%<br />

yan de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden van do<br />

Staan.


A U S. STAAT EN OORLOG. 178J. 201<br />

Staaten deezer Provincie, op ronrsch waren, heeft de<br />

Vroedfchap goedgevonden den Burger-Krygsraad deezer<br />

Stad te Authorifeeren, gelyk denzelve Geauthonfcerd<br />

word by deeze , om door een bekwaam aantal<br />

Burgers, de Stads Poorten zoo by dag als by nagt te<br />

doen bezetren , ten einde regens alle onverhoedfe aanval<br />

van Militie bedagt te zyn; gelyk ook dat er een<br />

bekwaam aantal fcherpe Patroonen onder de Krygsraad<br />

zullen worden gedeporeert, om daar van met rader<br />

Advis van de Vroedfchap, zodanig emploi te maaken,<br />

als nodig zal worden geoordeek: — en eindelyk beflooten<br />

geene Militie binnen deeze Stad, zo nu als by<br />

vervolg te accepteeren , tot zo lange de Pointen van<br />

Burge -Bszwaareu niet zullen zyn getermineerr. -- En<br />

dat daar van aan de Ed. Mog. Heeren Ordinans Gedeputeerden<br />

van de Staaten deezer Provincie, door de<br />

volgende Misfive zal worden kennisfe gegeeven , met<br />

Protest tegens het geene in deeze door Hun Ed. Mog.<br />

mogte zyn verrigt, luidende die Misfive aldus.<br />

EDELE MOGENDE HEEREN (<br />

Door een Request van Gecommitteerdens en Geconftitueerdens<br />

deezer S'ads Burgery , ter onzer<br />

Extraordinaire Vergaderinge zynde voorgebragt,<br />

dat zy in 't zeekere vermeende geïnformeerd te zyn,<br />

dat Zondag den 14 deezer maand Augus'us, des avonds<br />

ten zes uuren, met de gromde acceleratie was afgezonden<br />

, één Patent na Nymegen , ten einde van daar<br />

eenige Infanterie en Cavallerie na deexe Provincie zoude<br />

trekken, zo als ook bereids de Generaal van der<br />

Hoop, tusfchen Zondag en Maandag nagt derwaards<br />

was vertrokken. t<br />

Dat deeze Demarche zoude gefchied zyn op het<br />

fchryven van eenige Heeren Leeden van U Ed. Mog.<br />

Vergaderinge, welke hadden kunnen goedvinden daar<br />

toe in eene Exrraordinaire Vergadering op jongstleaden<br />

Saturdag avond te Concludeeren. Wy kunnen, Ed.<br />

Mogende Heeren! zonder eenigzints in te treeden, de<br />

reede, welke U Ed. Mog., of eenige Leeden van U<br />

£d. Mog. Vergaderinge, tot het doen deezer Demar-


202 AUG. Z A A K E N V A N<br />

178J.<br />

che mogte hebben gemoveert, niet ontveinzen, onze<br />

uiterfte Surprife over deeze handelwyze , en te betuigen<br />

onze hoogde gevoeligheid en afkeurinee over die<br />

handelwyze, en teffens U Ed. Mog. te verzoeken ons<br />

te willen voikomene openinge te geeven van de'zelv»<br />

in deeze gerefolveerde, met opgave van de Heeren \<br />

uit: U Ed. Mog. Vergaderinge, welke tot deeze ftap<br />

nebben durven belluiten.<br />

En declareeren wy namens onze Stad , in geenen<br />

deele begreepen te willen worden, op eenigerlei wvze<br />

dit gedrag van ü Ed. Mog. goed te keuren , neen !<br />

maar daar regens als buiten onze Commun catie gefchied,<br />

ten fterklte te protelteeren, met réferve om ter<br />

naafte Staaten Vergaderinge, daar tegens zodanige Reanonltrantie<br />

te doen, als wy zullen vermeenen met hec<br />

gewigt der zake te quadreeren.<br />

Vindende wy ons verder verpligt, U Ed. Mog. te<br />

berigten, dat wy h-bben gerefolveert, om , z o lange<br />

de Poindten van Burger-Bezwaaren niet finaal zullen<br />

zyn argedaan, geen Confent zullen dragen tot bet Ac<br />

cep.eeren van eenige Militie binnen onze S.ad, waar-<br />

5 m<br />

* y<br />

^X\<br />

d e e z e a l s n o<br />

8 Inh<br />

«'eerende onze Misfive<br />

den 6 October 1783, aan UEd. Mog. gefchreeven,<br />

verzoeken dat U Ed. Mog. op den inhoud dier Mi


Auc. STAAT EN OORLOG. 17*5» «°3<br />

LXXXII. Request van Geconftitueerden en Gecommitteerden<br />

aan de Ed. Achtb.<br />

Magiftraat yan Wyk by Duurftede.<br />

In dat» 18 Augustus 1785.<br />

Geven met fchuWigen eerbied te kennen Geconftitueerden<br />

en Gecommitteerden dezer Burgery, dac<br />

zy onderricht zyn geworden van het arresteeren eener<br />

Publicatie tegens het requestreeren der Burgers en Ingezetenen<br />

, door de Meerderheid der Vergadering van<br />

Haar Ed. Mog., — en van de Oppoiitie van UEd.<br />

Achtb. tegens deze Publicatie. .<br />

Dat zy Geconftitueerden en Gecommitteerden, die<br />

zoo veele treffende blyken der belanggelooze en cordate<br />

Burger- en Vaderlandsliefde van UEd. Achtb. hebben<br />

ontvangen, uit naam husiner Principalen, met een<br />

levendig genoegen hunne dankbaarheid voor dit nieuw<br />

blyk van UEd. Achtb. behartiging hunner belangens ,<br />

en handhaving hunner Regten betuigen.<br />

Dat zy echter door het arresteeren dezer Publicatie,<br />

fchoon zy peer en grond hebben van mistrouwen op<br />

UEd. Aci tb., zig in de noodzakelykheid gebragt zien,<br />

van 'hunne verlangens ten dezen opzigte aan UEd.<br />

Achtb. te kennen te geven ; daar zy met geene woorden<br />

kunnen uitdrukken, hoe onaangenaam hun het bloote<br />

denkbeeld der aflezing van zulk eene Publicatie m<br />

deze Stad valle.<br />

Dat zy Geconftitueerden en Gecommitteerden met<br />

meer vrymoedigheids tot dit Adres aan UEd. Achtb.<br />

zyn overgegaan, als die weten, met welke eerbiedige<br />

liefde deze Burgery jegens UEd. Achtb. is doordrongen<br />

die overtuigd zyn , dat het voorbeeldig befcheiden<br />

gedrag ;an derzelve onbedwingelyke moed is geëvenredigd.<br />

,<br />

Dat de onleiaalde Vryheid der Burgeren, om te re.<br />

questreeren, hec groote bolwerk is der Burgerlyke Vryheid:<br />

— Wordt deze weggenomen, of in eene fchaduwê<br />

veranderd , wordt de Drukpers beteugeld , dan<br />

zoude de Burgery eerlang gelegenheid hebben, om haareu


204 AUO. ZAAKEN VAN<br />

178J.<br />

ren vorigenveragtelyken ftaat van ongevoeligheid te<br />

rug te wenfchen, en haar billyk ongenoegen den zul.<br />

ken , welken haar uit denzelven , ter bevordering alleer.<br />

van eigene grootheid, opgewekt hadden, te doen<br />

blylten.<br />

7<br />

Da; Geconftitueerden en Gecommitteerden de Burgery<br />

zouden verraden , en zelfs te kort doen aan den<br />

verfchuldigden pl, g t jegens UEd. Achtb. , indien zy<br />

verzwegen, hoe de aanvallen op de Vryheid der Drukpers,<br />

en de Vryheid van het requestreeren, hunnen<br />

argwaan wekten; dat ook deze Publicatie tot beider<br />

befnoeipng c zy met eerbied gezegd voor hun Ed.<br />

Mog Vergadering moefte dienen, — en dat deze ar*.<br />

g e f t e r k C<br />

pofi"ie'<br />

^ d<br />

r U E d<br />

°°<br />

'<br />

A c h<br />

b<br />

'<br />

'<br />

2 0 0 l o f f e ] v k e<br />

oP-<br />

Dat Geconftitueerden en Gecommitteerden zig buiten<br />

verantwoordinge voor de Burgery, hunne Committenten<br />

moeten ftellen, welke haare regten en pijlen<br />

kent, en derzelver verwaarloozing niet zoude dulden<br />

Dat, volgens hec oordeel van Geconftitueerden en<br />

Gecommitteerden, door deze Publicatie, indien deze've<br />

in deze Sad kragt van Wee kreeg, meer zoude<br />

worden afgebroken, dan tot dus verre opgebouwd was<br />

en de weg gebaand zoude wezen, om de gevolgen d^zer<br />

Publicatie, ook in opzigt tot dezer Stads Burgciv<br />

& J<br />

te do! n werken. '<br />

Dat de moedige befluiten van UEd. Achtb., ter beperkir<br />

g der misbruiken der magt van den Heere Stadhouder,<br />

door welke het aanzien en de magt van UEd<br />

Achtb. zoo wel geklommen, als hec welzyn der Bur-<br />

fwi "* b<br />

, e T O r d e r d<br />

» h e t<br />

vertrouwen inboezemen, dat<br />

UEd. Achtb. , nu bet geen bezwaar tegens den Stadhouder<br />

geldt, deze Burgery met dienzelfden belangelozei<br />

moed zulien maimineeren by hunne Rechten.<br />

Dat zy voor UEd. Achtb. niet willen nog durven<br />

ontveinzen, dat deze Stads Burgery zulken inbreuk op<br />

hunne heiligde Regten met geen onverfchillig oge zonde<br />

kunnen aanichouwen.<br />

Om alle welke redenen Geconftitueerden. en Gecommitteerden<br />

(uie deze gelegenheid aangrypen, om UEd.<br />

Achtb. op nieuw te verzekeren., dat zy, daj: hunne<br />

Gom»


AUG. S T A A T E N OORLOG. 1785. *°5<br />

Committenten, hun goed en bloed fteeds veil hebben,<br />

om UEd. Achib. in alles, wat tot handhaving van<br />

Burgerregten en Privilegiën door UEd. Acnib. wordt<br />

ondernomen, te (teunen en te rtygcn, op denzelven<br />

voet, a's zy zig van dezen pligt jegens Haar Ed. Mog,,<br />

zoo dikwerf zulks door Haar Ed. Mog. ter handhaving<br />

der Vryheid , en bewaring van eene gezuiverde Republicainfche<br />

Regeeringsvorm werdt gevorderd, jegens<br />

zig zeiven zouden wenfchen te kwyten,) zoo ernftig<br />

als eerbiedig verzoeken:<br />

Dat het UEd. Aehtb. behage , gunftig agt te liaan<br />

or> het verzoek der Burgery, en op gronden, welke<br />

Uiïd. Achtb. bewogen , zig tegens deze Publicatie in<br />

de Staatsvergaderinge te verzetten, te gemoet komen,<br />

daar en in zulker voegen, als UEd. Achib., volgens<br />

derzelver bekende Burgerliefde, ten welzyn van Stad<br />

en Burgery het gefchiktfte zullen keuren.<br />

't Welk doende.<br />

Edele Achtb. Heer Pmfident Eurgemeefler !<br />

Geconftitueerden en Gecommitteerden van deze Stads<br />

Burgery , verzoeken UEd. Achib., dat, wanneer 'er<br />

een Pander van Hun Ed. Mog. binnen deze Stad mogte<br />

kfflmen , met intentie om van hunnentwegen eene<br />

Publicatie, waarby verboden word het reques'reren van<br />

Burgers en Ingezetenen te publiceeren, zulks niet te<br />

gedogen, voorenaleer 'er een volle Raad over is gehouden,<br />

en gebruiken Geconftitueerden en Gecommitteerden<br />

de vryheid , zulks per Memorie aan UEd.<br />

Achtb. te overhandigen , en met onze ondertekening<br />

te bikragtigen.<br />

(Was get.)<br />

HENDRIK SCHILGE. CERARD WAGENAAR.<br />

CORNELIS VAN VLIET." JO^ANNIS RYNBDUTT.<br />

REYNIER TEUSTEEG. ANDRIS GREGER.<br />

A. VERNOOY. JAN FRANCIS VBRKERKïL^<br />

ALBERTOS VAK RESTEREN. GER1UT VAN OORSCHOT. ..<br />

CORNEUS JAN KROON. WILLEM VAN BENNEKUM.<br />

LXXX1I!.


2ó5 AVO. Z A A K E N V A N ' 1785.<br />

LXXXIII.' ExtraB uit de Refolutien yan de Reeren<br />

van de Vroedfchap der Stad<br />

Schoonhoven. Jn dato 22 Augustus<br />

Gelezen een Request van een groot en aanzienlyk<br />

getal Burgers en Inwooners dezer Stad, daar by<br />

om geallegeerde redenen met zoo veel eerbied als ernst<br />

verzoekende, zonder tyd verlies zoodanige befluiten te<br />

neemen, om ter Provintiale Staatsvergadering het daar<br />

heen te helpen dingeeren, dat ten allerfpoediglten de<br />

Troepen , thans in Amersfoort zynde binnen geruktof<br />

die dervvaards nog in aantocht mogten zyn , voor<br />

zoo veel zy ter repartitie ftaan dezer Provintie worden<br />

te rug geroepen: ten tweeden: dat Hunne<br />

Ü,d. Groot Mog. zouden gelieven zoodanige voorzorgen<br />

te neemen , waar door wordt voorgekomen , dat<br />

verder geene Troepes, ter hunner repartitie , of tot<br />

die der Generaliteit ftaande, nog ook geene hulptroepes<br />

van dezen Staat , gebruikt worden teren eenige<br />

Provintie, Steden, Burgeryen of Leden van^dien: —L<br />

en ten derden : dat Hoogstdezelven in deeze critique<br />

tydsomftandigheid zoodanige nadere bepalingen omtrent<br />

de Patenten zouden gelieven te maaken, waar door dezelve<br />

Troepes met dan op uitdruklyk bevel van Hunne<br />

Ed. Groot Mog. tot binnenlandfche expeditien worden<br />

geëmploieert.<br />

Waarop gedelibereerd zynde, is eenparig goedgevonden<br />

en verltaan, het verzoek van de Supplianten volledig<br />

te accordeeren, en tevens te verklaaren, dat Haar.<br />

Ed. Groot Achtb. op de best mooglyke wyze ter Staatsvergaderinge<br />

zullen trachten te effectueeren, dat aan<br />

den inhoud van het vooifz. Request worde voldaanterwyl<br />

Haar Ed. Groot Achtb. niet kunnen verbergen!<br />

aan de goede Burgery dezer Stad te kennen te geeven<br />

dat het aan Hun niet dan zeer aangenaam is geweest"<br />

en tot groot genoegen beeft verftrekt, op nieuw we'<br />

derom m de Supplianten te befpeuren een fchitterende<br />

blyk van Vaderlandsliefde en goede trouw, gebooren<br />

uit


AUC. STAAT EN OORLOG. i?Sy. 207<br />

uit een waar grondbeginzel, en met alle befcheidenheid<br />

voorgedraagen, ter herftelling van de gemeene zekerheid<br />

voor de goede Burgery en Ingezetenen der Stad<br />

Amersfoort, en ter bevordering van de loffelyke pogingen<br />

, aangewend tot inftandhouding van de oude<br />

Rechten, welherbraete Coscumen, en Praaëminentien ,<br />

en tot beteugeling van eene geweldige heerschzugt van<br />

die geenen, die derzelver verheffing en grootheid trachten<br />

te vesügen op den ondergang van de zoo duur gekochte<br />

Vryheid van dit gezegend Vaderland , hei welk<br />

Haar Ed. Groot Achtb. op goede gronden vertrouwen,<br />

en zeker ftellen , dat in dezer Stads Burgery onafgebroken<br />

zal bevinden en befchouwen kloekmoedige, welberaden<br />

, en itandvastige Beminnaars en Voorftanders<br />

van al, wat in hetzelve dierbaar is.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien, voor<br />

zoo veel het geëxtraheerde aangaat.<br />

By my Secretaris<br />

(Was get.)<br />

G. V. OVERVELDT.<br />

LXXXIV. Request aan de Ed. Groot Achtb. Heeren<br />

Burgemeelteren en Vroedfchap<br />

der Stad Utrecht. In dato 23 Augustus<br />

1785.<br />

/^even reverentelyk te kennen de Geconftitueerdens<br />

Vj van 1368 Burgers en Inwoonders , als mede de<br />

Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien: Dat<br />

hoe zeer de Ondergefchrevenen alle vertrouwen ftellen,<br />

en geen oogeablik twylfelen aan de zekeik-id , welke<br />

UEd. Groot Achtb. hebben gelieven te geven , by ü<br />

Ed. Groot Achtb. Declaratoir, vervat by Refolutie van<br />

16 dezer Maand Augustus , dat UEd Groot Achtb.<br />

ten eenenmaale onbewust zyn geweest van de Extraer»


208 AÜG. Z A A K E N V A N I 7g s.<br />

ordinaire Vergadering der Heeren Gedeputeerden, op<br />

Zaturdag avond den 13 dezer gehouden , veelmin van<br />

het geen in gemeke Vergader ng is gerefolveerd , als<br />

T\VH °£<br />

H U<br />

» d a a r b y v e r d e r<br />

S^oegd Declaratoir van<br />

UKd. Groot Achtb. tot wegneminge van de daar door<br />

ontftaane vreeze dezer Burgery : — Dat UEd, Groot<br />

Achtb. de minfte intentie niet gehad hebben , of nog<br />

hebben, om, hangende de deliberatien over de ingele»<br />

verde poinclen van bezwaren , eenig Guarnizoen binnen<br />

deze Stad of derzelver Vryheid inteneemen' -—<br />

als ook de vernieuwde last, aan Heeren Burgemeester<br />

ren gegeven, om voordaan geen conlènt te draagen in<br />

het verleenen van eenige attachés op Patenten tot het<br />

guarnizoen houden van "eenige Militie, het zy'in deze<br />

Stad of Provintie, zonder alvorens fpeciaal door de<br />

Vroedfchap daartoe te zvn geauthorifeerd; — en de<br />

verdere dispofitie van UEd. Groot Achtb., zco tot het<br />

fluiten en bewaaren der Poorten, en verdere precautien<br />

tot verzekering dezer Stad geconfenteerd: — Dat desniettegenltaande<br />

de Burgery dezer Stad zig niet kan<br />

gerust «ellen , als zy by aanhoudenheid word gunfo*<br />

tneerd van het uitgeven van Patenten aan Militie in<br />

guarmzoenen van naby gelegen Provintien en Steden;<br />

— dat zy daaruit met redenen vermeenen vast te (tel*<br />

len, dat er op de een of andere wyze een geheim voof» -<br />

nemen en toeleg moet fubfifteeren, om deze Provintie,<br />

en ook byzonder deze Stad , zoo wel als de verdere<br />

Steden, na het voorbeeld van Amersfoort, met Mii«<br />

tiere invadeeren, en alzoo de refpeclive Burgeryen Inen<br />

Opgezetenen dezer Provintie , ten aanzien tot de<br />

poincten hunner bezwaren , en ter afdoening van dezelve,<br />

onderworpen te doen maaken, aan het bedwang<br />

van eene interoepen Nationale Militiê, ter onderfteuninge<br />

van hen, die er het op fcpynen toegelegd ie<br />

hebben , de regtmatige ftemmen der refpeclive Burgeryen,<br />

mitsgaders die van alle In- en Opgezetenen, met<br />

geweld te mogen , en agter bet fcherm van eenen gewapenden<br />

arm op de allerongehoordfte wyze te verkragten<br />

; zoo als men daar van een tot den Hemel<br />

fchreeuwend voorbeeld heeft zien daarftellen , in de<br />

naast-aangelegenile Stad onzer Piovkcie, als het meerder-


AUC. STAAT EN OORLOG. 1785. 209<br />

derdeel der Regenten geen gehoor gevende aan de allerbillykfte<br />

verzoeken en voordragten van hunne Burgeren<br />

en In- en Opgezetenen, door het by aanhouden,<br />

heid afwyzen van dezelve , en het zamenfpannen van<br />

die zelve Regenten, heeft moeten zien, dat zy tegens<br />

het Protest van andere hunuer Mede-Regenten en tegens<br />

de uitdrtikkelyke begeerte der Burgeren., die Stad<br />

en derzelver Inwoonders als het ware, onder militaire<br />

executie, en het bedwang van den Herken arm hebben<br />

gebragt ; en dit , niettegenftaande die zelve Regenten<br />

hen door eene eenparig genomen Refolutie in de Maand<br />

April van den voorleden jaare 1784 , ter gerustftellinge<br />

van hunne Burgeren, hebben verpligr, om zoo lange<br />

de bezwaren niet zouden zyn afgedaan , ook geen<br />

Militie in hunne Stad te zullen inneemen, — en ten<br />

effecte van die Refolutie , en dat de Heeren Staaten<br />

dezer Provintie niet menigwerf anderzints mogten disponeeren<br />

dezelve ter daar eerst op volgende Staaten<br />

Vergadering,-in die Maand gehouden, by Extract authenticq<br />

gecommuniceerd, zoo als hetzelve als toen<br />

voor notificatie is aangenomen; mitsdien de dryyer of<br />

dryvers van de voorfchreve onwettige onderneming te<br />

meer daarin moeten gedesavoueerd worden, als zy deze<br />

hunne verpligting kennende , hebben beftaan op<br />

de illegaalfte wyze doortedringen , en vervolgens van<br />

eenige weinige Heeren , welke zig gequalificeerd hebben<br />

, het Collegie van Heeren Gedeputeerden te com*<br />

pofeeren , te verkrygen een brief van voorfchryving<br />

aan Zyn Hoogheid, tot het geven van Patenten voor<br />

Militie naar deze Provintie, zoo als dan op Woensdag<br />

middag, geweest zynde den 17 Augustus 1785» aldaar<br />

in guarnifoen is getrokicen een Esquadron Cavallerye<br />

van den Generaal van der Hoop, en een Battaillon Ir,«<br />

fanterye van den Prince van Hesfen Darmfiad, ftaande<br />

ter repartitie , als de Cavallerye (welke men geïnformeerd<br />

is uit de vier Esquadrons genomen te zyn)<br />

van Holland en Overysfel, en de Infanterye, van Vriesland.<br />

Dat de voorfz. daad , na deszelfs aart en oogmerk<br />

wel ingezien zynde , niet anders kan befchouwd worden<br />

te zyn, als een daad van openbaar geweld, in al-<br />

XXIX. DEEL. O len


aio AUH, Z A A K E N V A N 1785.<br />

len opzigten ondernomen en uitgevoerd op de onwettigde,<br />

illegaalfte, en onbevoegde wyze, als men nimmer<br />

zal konnen aantoonen, dar de beide belegde by*<br />

eenkomden van die Heeren Gedeputeerden ten competenten<br />

getale zyn geweest; zoo Hun Eds. anderziuts<br />

daartoe gequalificeerd waren, als wy alhier vertrouwen<br />

van neen! tot het expedieeren van een Misfive aan de<br />

Heer Stadhouder, ten fine van Patenten voor Militie<br />

naar deze Provintie; waarom er de Burgery dezer Stad<br />

ten hoogden aan gelegen is, en er allererndigst op<br />

blyft indeeren, geïnformeerd te mogen , en te moeten<br />

worden, van de namen van die Heeren, welke daartoe<br />

op den 13 Augustus laatstleden , eerst des avonds ten<br />

half agt uuren, zyn gecompareerd, en welke de Heeren<br />

zyn geweest, die ten half tien uuren in de tweede<br />

belegde byeenkomst dadelyk en in perfoon ter Vergaderplaats<br />

van Heeren Gedeputeerden zyn verfcheenen,<br />

en op die tyd , namentlyk in die tweede belegde Vergadering<br />

aanwezig, de conclufie ter expeditie der meervoorgemelde<br />

Misfive hebben geformeerd; en de afvaardiging<br />

van dezelve geordonneerd, en waarvan door den<br />

Heer Burgemeester yan Musfchenbroek , in zyn quali<br />

teit van reprefentative Gecommitteerde dezer Stad, ter<br />

dier Vergadering geene fecretesfe vermag gemaakt te<br />

worden , als zoortgelyke en andere te imploreeren fecretesfen,<br />

regelregt aanloopen tegen het oogmerk en den<br />

aart van die Commisfie , en er boven dien aan onza<br />

Stad en derzelver Burgery , in een zoo hoogst importante<br />

zaak als deze is, te zeer aangelegen is, dat zy,<br />

die uitmaaken het derde Lid van Staat dezer Provintie,<br />

op geene wyze, hoe ook, zouden geprasjudicieerd worden<br />

in die regten en hooge pra:ëminentien, als hun uit<br />

dien hoofde volftrekt toekomt, dat eenige weinige Heeren<br />

, tegens de Uitdrtikkelyke letter van hunne inftructie<br />

aan, zouden kunnen goedvinden, alzo met vertreeding<br />

van het regt dezer Stad, als derde Lid van Staat,<br />

een zoo geweldige onderneeming op zig te neemen,<br />

en uittevoeren.<br />

Als bovendien daarby in aanmerking komt , dat uit<br />

hoofde van het zoo overgroot en hoogst aanbelang dezer<br />

zaake , offchoon Gedeputeerden al eens ten compe-


AÜGo• S T A A T E N O O R L O G . 1785. uil<br />

petenten getaüe megten vergaderd geweest zyn , als<br />

nogtans, volgens der Ondergefchreven berfgten, het te«<br />

gendeel zoude plaats gehad hebben, dezelve Heeren als<br />

dan nog ongequalificeerd en onbevoegd zyn geweest,<br />

om, na inhoude van hunne Inflructie, eene zoodanige<br />

expeditie te hebben mogen doen, als die (zoo dezelve<br />

voiitrekt nodig ware geweest) in allen gevalle van de<br />

Staaten Staarsgewyze , na kennifrieeming van zaaken,<br />

en niet van Heerén Gedeputeerden, konden afhangen;<br />

En heeft dus hetzelve te minder door die Heerer>kun.<br />

nen worden uitgevoerd, zoo de publicque berigten naar<br />

waarheid zyn, namentlyk, dat des avonds van voorfz.<br />

13 Augustus, ten half tien uuren, geene andere Heeren<br />

in de ordinaris Vergader-kamer van Heeren Gedeputeerden<br />

zyn verfcheenen geweest, als de Heer Perponcher,<br />

de Graaf van Athlcne, de Heer van Zuylen t<br />

en de Heer Burgemeester van Musfchenbroek; zonder<br />

andere of meerdere , en dus geenzints in competenten<br />

getalle \ waarby ten aanzien van den Burgemeester van<br />

Musfchenbroek wel degelyk in aanmerking komt , dat<br />

hy Burgemeester , uit kragte van de Refolutie van ü<br />

Ed. Groot Achtb. van den 5 April 1784, ten eenemale<br />

onbevoegd en buiten last is geweest, om op eenige<br />

wyze, hoe ook, te hebben mogen concurreren tot het<br />

doen van verzoek van Patenten , of tot het verleenen<br />

van attachés op Parenten voor Militie naar deze Provintie<br />

gedispicieerd, en dus wel verre, dat hy Burgemeester<br />

van Musfchenbroek kan geagt worden, zig in<br />

dezen van zyne Commtsfie géacqujteerd te hebben , met<br />

enkelyk van die weinige Heeren re hebben gedisfentieerd<br />

, en voorts alleen een ttriI aanziendér van die expeditie<br />

te zyn gebleven , als Hy Heer Burgemeester<br />

daartegens uitdrukkelyk had behooren geprotefteerd te<br />

hebben, en wel verre van zig ten dien opzigte onder<br />

fecretesfe te hebben doen leggen, daar van zonder uitftel<br />

aan den Raad kennisfe moeste gegeven hebben, en<br />

dus, in plaatze van die expeditie door het nog doen<br />

openhouden van de Poort, ter afvaardiging van den<br />

Expresfe, te faciliteeren; integendeel de Poorten zoodanig<br />

had behooren geflooten gehouden te hebben, rot<br />

dat hy op die expeditie bevorens het goedvinden en<br />

O a , be»


ais AUG. ZAAKEN VAN 1785.<br />

befluit van UEd. Groot Achtb., ingevolge van de voorfchreve<br />

Refolutie , hadde vernomen. Mitsdien hy Burgemeester<br />

yan Musfchenbroek teu zynen opzigten, zoo<br />

min als de andere Heeren , zal kunnen onfchuldig gehouden<br />

worden, te hebben gecoöpereerd, en te zamen<br />

gefpannen tot een daad van geweld, en dat wel in eene<br />

pure Burgerlyke zaak, en dus in eene zaake van de<br />

hoogde aangelegenheid, waarin bovendien geene zoodanige<br />

omflandigheden vau perykel , hoe ook , geëxteerd<br />

hebben, welke die Heeren konden qualificeeren,<br />

om zoo een extravaganten flap, buiten fpeciaal confent<br />

van UE1. Groot Achtb. , (tot her obtineeren van het<br />

welk Hy Burgemeester van Musfchenbroek gehouden<br />

wrjs,) te hebben konnen of mogen doen; en dit te<br />

minder , als de Meerderheid van die Regenten van<br />

Amersfoort, en welke met hen de dryvers en doorzetters<br />

van dat geweldig verzoek zyn geweest, niet eens<br />

aangetoond hebben, dat zy ingevolge van hunnen eed<br />

en pligt, de minfte ordres of beveelen hebben gegeven,<br />

om zoo er al eens eene beweeging onder hunne Burgery<br />

eenige dagen te vooren ontdaan mogte zyn geweest<br />

, (als ons nogtans verzekerd is van neen!) de.<br />

zelve door de Burgers te (lillen , of dat de Burgery<br />

van hunne Stad aan hen eenige oorzaake of redenen<br />

heeft gegeven, dat die Meerderheid niet zoude hebben<br />

moeten verftaan worden, onder de gehoudenheid en<br />

verpligting gebleven te zyn , om aan hunne Burgers te<br />

hebben moeten blyven praedeeren het effect van de ter<br />

hunner zekerheid hier bovengemelte eenparig genomen<br />

Refolutie, en op welke gronden de overige negen Heeren<br />

van den Raad zig dan ook, als Lieden van eer,<br />

tegen die voorgenome geweldige handelwyze van 'hunne<br />

Mede-Leden, tot het buiten noodzake inroepen van<br />

de fterke en gewapende hand, allernadrukkelykst hebben<br />

geprotefteerd , zoo wel als zy zig ter zeiver tyd<br />

op gelyke wyze hebben gedraagen, tegen het door die<br />

Meerderheid daarftellen en doordringen van eene Regeeringloosheid,<br />

om door dat middel op een onverantwoordelyke<br />

wyze , ten effeéle van het voorgenomen<br />

geweld , de regtmatige verzoeken hunner Burgeren te<br />

fmo»


AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. . S13<br />

ftnoren, en door het voorfz. zeer onwettig beftaan onder<br />

een Militair bedwang te verkragten.<br />

Van welk geweld de Burgery dezer Stad vermeend<br />

heeft t geene onverfchillige aanfchouwers te kunnen of<br />

mogen zyn, als het geen die Stad heden geweldadig,<br />

en niet buiten vermoeden van een geheime verraderlyke<br />

toeleg, tegen de refpective Burgeryen van deze Provintie<br />

, overkomen is, aan ons als een gevolg van het<br />

zelve verderflyk geheim oogmerk morgen en alle oogenblikken<br />

zoude kunnen te beurt vallen; waar tegen<br />

in allen opzigten en op de allernadrukkelykfte en efficacieufte<br />

wyze behoord gewaakt te worden niet alleen,<br />

maar tot zekerheid en gerustftellinge van deze S r<br />

ad en<br />

Burgery, zoo wel als voor die van de geheele Provintie',<br />

met den eerften geheeld en gebeterd te worden.<br />

Het is om alle deze redenen , dat de Ondergefchrevenen<br />

zig keeren tot UEd. Groot Achtb., reverentelyk<br />

verzoekende , dat UEd. Groot Achtb. in overweging<br />

gelieven te nemen , daar de Burgery dezer Stad oordeelt<br />

, niet te konnen berusten in het Declaratoir van<br />

den Heer Burgemeester yan Musfchenbroek , en dien.<br />

volgende als nog verzoekt , dat UEd. Groot Achtb.<br />

aan zyn Ed. ernftig zullen gelieven te infteeren op het<br />

noemen der Namen van die Heeren, welke op dert 13<br />

Augustus jongstleden, des avonds ten half tien uuren,<br />

op den naam van Heeren Gedeputeerden, het hier bovengemelte<br />

verzoek tot het verleenen van Patenten voor<br />

Militie naar deze Provintie gedaan, en aan Zyne Hoogheid<br />

hebben afgevaardigd , onder betuiging , ingevalle<br />

de Heer Burgemeester van Musfchenbroek blyft difficulteeren<br />

, die Heeren by namen te noemen , dat de<br />

Burgery het houden zal voor een aveu en confesfie,<br />

dat het de Heeren Perponcher , Grave van Athlone,<br />

en Heer van Zuylen, nevens hem Heer Burgemeester<br />

van-Musfchenbroek , en geene andere, geweest zyn,<br />

welke zig ter hunner verantwoording aan de bovengemelte<br />

onwettige, onbevoegde, en geweldige daad hebben<br />

fchuldig gemaakt, met hen, die uit Amersfoort<br />

daartoe bewerkers geweest zyn.<br />

Als mede, dat UEd. Groot Achtb. aan Hoeren Burgemeesteren<br />

zullen injungeeren en gelasten , te vorde.<br />

O 3 ren,


814 AÜG. Z A A K E N V A N 1785;<br />

ren , en met den eerflen overtebrengen Copia Autenticq<br />

van den Brief van die van Amersfoort, van geiyke van<br />

den aan Zyne Hoogheid afgevaardigden Brief tot het verzoeken<br />

van Patenten voor de Militie naar deze Provintie,<br />

beide van den 13 Augustus laatstleden , zoo wel<br />

als de Authenticque Copia van het Patent, en het daar<br />

op verleend attaché , waarop die Militie binnen deze<br />

Provintie is getrokken; nevens expresfie van hem, Oie<br />

rot het in Oen eed nemen van die Militie is afgezonden,<br />

wie daqr by als Secretaris gefungeerd heelt, waar<br />

en wanneer die Militie is in den"eed genomen; aan alle<br />

het welk te wetra in dezen hoogst aangelegen legt.<br />

En voorts, dat UEd. Groot Achib. de He-eren Gecommitteerdens<br />

ter befchryving van de Staaten dezer<br />

Provinrie zullen gelieven te authorifeeren, en te gelasten<br />

, om ter eerïte Vergadering van Staaten te inftee.<br />

ren , dat de hier bovengemelte alzoo informclyk , en<br />

onwettig , en geweldig , binnen deze Provintie ingebragte<br />

Militie ordres werden gegeven , imtnediaat daar<br />

weder uitterivkke» , en ook tot dat einde aan de Heeren<br />

Staaten van Holland , Qveryifel , en Vriesland,<br />

wegenis deze Stad aanteichryven en te it fteeren , dat<br />

dezelve aan hunne hier bovengemelte Militie zuilen ordonUeeren,<br />

en gelasten, deze Provintie te ruimen binnen<br />

den tyd van driemaal vierentwintig uuren, endaar<br />

toe , voor zoo veel nodig zal zyn , de beveelen door<br />

den Heer Stadhouder hunner Provintie te doen expedieeren<br />

aan de commandeerende Officieren.<br />

En wyders, dat UEd. Groot Achtb. aan de S aaten<br />

van alle de refpeftive Provintien en Leden van 't Bond»<br />

genootfchap by circulaire Mislive zullen gelieven aantefchtyven<br />

en te verzoeken, den Heer Stadhouder en<br />

Kapitein Generaal hunner Provintie te beveelen, voor<br />

hunne Militie, of die ter hunner repartitie gebragt zyn,<br />

en betaald worden,'. eenig Patent te geven , of te doen<br />

toekomen, om te marcheeren naar deze Provintie, om<br />

daarin , het zy ten platten Lande , of in eenige Stad<br />

of Steden guarnifoen te nemen, alles , by onverhoopt<br />

contrarie, op zoodanige pcene , als ingevalle van disobedientie<br />

tegens de Hooge Overigheid zal worden geoordeeld<br />

te. behooren.<br />

En


AUG. STAAT EN OORLOG. 178* 215<br />

En nadien in deze tyds omftandigheden alle Leden<br />

van Regeering, welke het er op toeleggen, om de regtmatige<br />

verzoeken van hunne Burgeryen door het geweid<br />

van Militie tegentegaan , voor vyanden van den<br />

Burgerftaat moeten gehouden worden, en het daarom<br />

nodig is, dat dezelve openlyk bekend; worden , dat U<br />

Ed.'Groot Achtb. aan de Leden van dezen Raad, waar<br />

dezelve ook in Commislie mogen zyn , en wat Comrnislïen,<br />

het zy Provintiaal, ter Generaliteit, of hoedanig<br />

ook door hen mogen bekleed worden, aantefchryven,<br />

geene fecretesfe aantenemen op verzoeken of voor-<br />

Hagen van het innemen van Militie , of het vragen van<br />

Patenten voor Militie naar deze Provintie , Stad , of<br />

Sleden , maar dat zy , dergelyke verzoeken hoorende<br />

voordellen , daarin niet alleen niet zuilen accordeeren<br />

of concnrreeren , maar dat zy gehouden zullen zyn,<br />

daar van immediaat opening en kennisfe aan UEd. Gr.<br />

Achtb. te moeten geven , met expresfie va'u de namen<br />

van hen, die hetzelve voorgefteld, en hen, die daarin<br />

confent of bewilliging gedraagen hebben , en dat alle<br />

de Leden van den Raad onder dezelve gehoudenheid<br />

en verpligting zullen leggen, hoedanig zy ook daarvan<br />

zelve, in hun particulier, van dergelyke voornemens,<br />

voordragten en inftemminge mogten berigt worden, en<br />

voor zoo verre eenig Lid van Regeering daarin nalatig<br />

mogte gebleven zyn, en daar van komt te blyken, dat<br />

hy even als de Voorftellers en Inwilligers van hetzelve<br />

zal en zullen gehouden worden te zyn openbaare<br />

Vyanden en Verraders van den Burgerftaat, om tegen<br />

dezelve , als zoodanig ten exempele van de geheele<br />

Waereld te procedeeren.<br />

't Welk doende, enz,<br />

(Was get.)<br />

Door alle de Geconftitueerdens<br />

en Gecommitteerdens.<br />

0.4 LXXXV.


aio" Ayc. Z A A R E N VAN 1185.<br />

LXXXV. Misfive van de Regeering van Deventer,<br />

aan den Prinfe Erfftadhouder.<br />

In dato aö Augustus I785.<br />

De Kwartiermeefier- Generaal Bentinck al wederom<br />

verzuimt hebbende, zich naar behooren van zy.<br />

nen pligt te kwyten , heeft de Magiftraat dezer Stad<br />

daar over de navolgende Misfive aan den Kapitein-<br />

Géneraal afgevaardigd:<br />

DOORLUGTIGSTE H00GCEBO0REN FURST E£J HEER ï<br />

Alfchoon wy, uit hoofde der herhaalde Adresfen,<br />

door ons over- het plichtverzuim van den Kwartiermeefter-Generaal,<br />

in het kennis geeven van het marcheeren<br />

van de Militie van den Staat, door deeze Stad s<br />

aan uwe Hoogheid in den jaare 1783, zo mondeling<br />

door den Heer de Schepper , namens deeze Stad ter<br />

Vergadering van Hun Hoog Mog. gecommitteerd , als<br />

by eene Misfive van den 15 November gemaakt, met<br />

het grootfte recht hadden moeten verwagten , dat de<br />

orders, die wy veronderftellen door Uwe Hoogheid<br />

ten dien opzichte te zullen zyn gegeeven, van dat gevolg<br />

zouden zyn geweest, dat de Kwartiermeefter-Generaal<br />

dezelve zouden hebben agtervolgd, en ons niet<br />

wederom in de noodzaakelykheid gebragt, om Uwer<br />

Hoogheids gewigtige bezigheeden met dit onderwerp<br />

op nieuws te moeten komen fiooren, — vinden wy<br />

ons echter, tot ons leedweezen verpligt, het tegendeel<br />

aan Uwe Hoogheid by deezen te moeten berigten ,<br />

daar aan ons op laastleeden Woensdag middag den 24.<br />

deezer is vertoond Patent van Uwe Hoogheid , geteekend<br />

in 's Hage den 20 deezer, houdende order voor<br />

drie Compagnien ligte Paarden van het Legioen van<br />

den Generaal Graaf de Mallebois, te Campen Guarnizoen<br />

houdende, om op den 26 daar aan volgende van<br />

daar naar deeze Stad te marcheeren, alhier te overnagten,<br />

en 's anderen daags den marsch, volgens de voorfchreveue<br />

route, naar 's Hertogenbosch te vervolgen,<br />

1 yan


AUGf STAAT EN OORLOG. 1785. 217<br />

yan welk marcheeren wy op die tyd, toen aan ons het<br />

Patent wierd vertoond, geene de minde kennisfe droegen<br />

, en waar van de noodige Advertentie van wegens<br />

den Kwartiermeefter-Generaal, die ten minften te gelyker<br />

tyd, zo niet eerder, met het Patent hadde kunnen<br />

worden geëxpedieerd, eerst op laatstleeden Woensdag<br />

avond by eene Misfive, gedateerd 's Hage den aa<br />

deezer, door ons is ontvangen , waar door de reeden<br />

van dit kennis geeven door den Kwartiermeefter- Generaal<br />

elufoir is gemaakt, en wy buiten fiaat zyn gefteld,<br />

om vooraf eenige arrangementen te kunnen maaken. '<br />

Uwe Hoogheid , die hgtelyk zal begrypen , dat wy<br />

over deeze handelwyze niet dan ten uiterften moeiten<br />

zyn gefurpreneerd, zal ook zekerlyk met ons lafléaii<br />

men, dat, daar de nood, onzes bedunkens, thans deeze<br />

overhaaste marsch niet koomt te vereislchen, en<br />

de Kwartiermeefter-Generaal buiten dien in ftaat wa$<br />

geweest, om ons van dezelve in tyds te kunnen infor.<br />

meeren , wy billyke redenen zouden hebben gehad ,<br />

om geen attaché op het vertoonde Patent tè verleenen;<br />

dan, om al wederom in deeze onze tdegeeflykheid te<br />

doen blyken, hebben wy goedgevonden, om den marsch<br />

der gemelde Compagnien niet te vertraagen, maar dezelve<br />

op den bepaalden dag binnen deeze Stad te laaten<br />

marcheeren, en voor hunne Inkwartiering zorge te<br />

draagen; doch teffens is de nalaatigheid van den Kwartiermeefier-Generaal<br />

door ons als eene zaak aan dat<br />

aanbelang befchouwd, dat wy dezelve met geen ftilzwygen<br />

konden pa.-feeren ; maar ten fpoedigften ter<br />

kennisfe van Uwe Hoogheid moeften brengen, en ons<br />

regtmaatig oogenoef en daar over te kennen geeven, zo<br />

als wy by deezen de eer hebben te doen, vastelyk ver.<br />

ttouwende, dat Uwe Hoogheid, die over het niet nakomen<br />

van gegeevene orders voorzeker niet minder ge.<br />

voelig kan zyn aangedaan, zulks aan den Kwartiermeefter-Generaal<br />

voornoemd op het ferieulte zal doen geblyken<br />

, en zodaane orders ftellen , die in ftaat zyn ,<br />

om denzelven tot zynen pligt te houden.<br />

Terwyl wy, ter onzer decharge, niet kunnen nalaaten<br />

, hier noch by te voegen , dat de omftandigheden<br />

van tyden en zaaken zulke gewigtige redenen opleve-<br />

Oj ren,


si8 AUC. ZAAKÈN VAN 1785.<br />

ren, die ons hebben doen befluiten, om geéne Militie,<br />

hoe genaamd, dan na vooraf daar over rypelyk te hebben<br />

gedelibereerd, binnen onzen Stad te laaten marcheeren,<br />

en dat, indien dit ons Adres het gewenscht<br />

elf- £1 niet mogt forteeren , en men door eene overhaaste<br />

marsch der Militie, zonder voorgaande kennis'geeving<br />

van den Kwartiermeefter-Generaal, hieraan,<br />

het geen wy liefst niet willen fupponeeren, eenige atteinte<br />

zoude trachten toe te brengen, wy ons als dan<br />

plichtshalven genoodzaakt zullen vinden , om zodaane<br />

'maatregelen te neemen, 'die deeze onze Refolutie de<br />

vereischte kragt zullen kunnen byzetten, en welke door<br />

ons niet dan ongaarn in het werk zullen worden gefteld,<br />

het geen Uwe Hoogheid, zo als wy verhoopen,<br />

wel zal gelieven te pravenieeren.<br />

Hier nude beveelen wy Uwe Hoogheid in Godes<br />

heilige protectie, en verblyven<br />

DOORLUCHTIGE HOOGGEBOREM FUEST EN HEER l<br />

Uwe Hoogheids zeer Dienstwillige Vrienden en<br />

Ootmoedige Dienaaren,<br />

Burgemeefteren, Schepenen en Raaden der<br />

Stad Deventer.<br />

Ter Ordonnantie van dezelve,<br />

A. H. CRAMER.<br />

Secr. 1785.<br />

LXXXVI,


AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. £19<br />

. i . •<br />

LXXXVI. Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende<br />

op de Memorie van den Generaal DE<br />

MAILLEBOIS, raakende het vastffeU<br />

len^yan een Militair Departement,<br />

In dato 26 Augustus 1785.<br />

y reiumptie gedelibereert zynde op liet rapport deti<br />

B 29 July dezes jaars rer Vergadering uitgebragt<br />

tioor de Heeren van de. R'tdd'erfchap en verdere hun<br />

E leje Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne,<br />

hebbende, tot voldoening aan hun Edele Groot<br />

Mog. Rtfolu;ien commisforiaal van 'den 9 Juny en 6<br />

July te vooren, geëxamineert de Memorie door den<br />

Heer Grave de Maillebois, Generaal van de Infanterie<br />

van den Staat den 8 Juny ter Generaliteir gepraïfen»<br />

teert, daar by ter kennis van hun Hoog Mog. gebragt<br />

hebben Je een fummier refumé van de Objecten over<br />

welke hy zedert zyn aankomst hier te Lande van tyd<br />

tot tyd zyne confideratien had gegeeven; als meede de<br />

confideratien door hem aan Zyn Hoogheid geprasfenteert<br />

tot het vastftellen van een Mditair departement;<br />

als mede het rapport van de conferentie met den Raad<br />

van Staate den 5 Juty, uit kragt der Refolutie commisforiaal<br />

van den 8 Juny op de voorfz. Memorie en<br />

confideratien, ter Generaliteit uitgebragt; breder onder<br />

de Notulen van den voorn. 9 Juny en 6 July.<br />

En geconfidereert zynde , dat het een onbetwistbaars<br />

waarheid is, dat, by de erectie van de Staatst-Regeering<br />

in den jaare 1588 , wanneer het accord met<br />

den Grave van Leicester, te voren gefloten, is komen<br />

te cesfeeren , cn de Staaten niet goedgevonden<br />

hebben, om het Oppergezag over de zaaken, dienende<br />

tot befcherming van de Fereenigdc Nederlanden , in<br />

vreemde handen , of in die van een enkeld Perfoon,<br />

wederom te ftellen ; vervolgens deeze dire&ie , de defevfie<br />

, Confervatie en Unie yan de voorfz. Landen<br />

aangaande, die te voren in vreemde handen was ge.<br />

fteld geweest, aan den Raad van Staaten, by deszelfs<br />

Inftruöie van het voorfz. jaar, door de gezament-


aao ADC. Z A A K E N V A N 1785.<br />

mentlyke Bondgenooten gedemandeerd is geworden:<br />

dat men daar by, in den jaare 1651, wanneer de Republiek<br />

, by de Munfterfche Vreede tot eene vrye en<br />

onafhankelyke Staaf gekomen, en door alle Mogendheedén<br />

daar voor erkend is geworden , geperlifteere<br />

hebbende; het dus evident is, dat zo wel by de eerfte<br />

erectie der Staaten Regeering, als by de nadere bevestiging<br />

van dezelve , de zo evengemelde waart en oorfprongelyke<br />

conlïitutie van de dire&ie van alle de zaaken<br />

de befcherming van deeze Landen aangaande, in<br />

de voorfz. Inflruétien van 1588 en 1651, waarin door<br />

de Bondgenooten tot hier toé geen verandering is gemaakt<br />

9 ontworpen en gearresteert is ; en derhalve<br />

aldaar ook alleenlyk, gevonden kan worden.<br />

Dat de Bondgenooten, in den jaare 1672, hebbende<br />

goedgevonden de bepaalde magt en Inftruétie aan<br />

Prins Willem den derden, als Capitein Generaal; voor<br />

den doenmaaligen Veldtogt gegeeven , te amplieeren,<br />

tot itennelyk wederzeggens toe, zodanige vrye magt en<br />

authoriteic over de Patenten en andere zaaken de Militie<br />

fpeéteerende als de voorgaande Heeren Princen van<br />

Orange als Stadhouders en Capitainen Generaal, ten<br />

refpeéte van de voorfz. Militie hébben geëxerceerc, aan<br />

Zyne Hoogheid meede hebben geconfereert.<br />

En dat , alzo , deeze uitdrtikkelyke relatie tot de<br />

voorgaande Heeren Stadhouders en Capitainen Generaal<br />

, voor zo verre dezelve den Lande als Capitainert<br />

Generaal van de Unie zeedert het voorn, jaar 1588<br />

en dus zedert het arresteeren, en geduurende het ftandhouden<br />

der voorfz. Inftruélien van den Raad van Staaten,<br />

hadden gediend, ten klaarften te kennen geeft<br />

dat de Bondgenooten geen de minfte intentie hebben<br />

gehad, om, met het amplieeren van de magt, by de<br />

voorfz. Inftruétie van Zyne Hoogheid, in tegenftelling<br />

van die van zyne Prasdecesfeurs, zo zeer bepaald,<br />

eenige verandering in de bovengemelde Inllruélien van<br />

den Raad van Staaten zelve, of in de Conflitutie daar<br />

by geintroduceert en vastgetteld, te maaken.<br />

Dat, laaftelyk, dezelfde magt, als aan welgemelde<br />

Zyne Hoogheid Prins Willem de derde alzo was gegeeven<br />

, ook aan de Princen Willem den vierden en<br />

vyf?


AÜG. STAAT EN OORLOGE 1785-<br />

vvfden naderhand is geconfereert: Zo dat de Bondgenooten<br />

aan de laatere' Heeren Capttawen Generaal,<br />

nimmer eenige meerdere magt als aan de eerdere, zeedert<br />

de ereftie van de Staats-Regeenng , en het arresteeren<br />

der voorfz. InftruQien van de jaaren 1588 en<br />

l6«, hebben geconfereert: Ja zelfs, dat de uitdrukkelykè<br />

referve M kennelyk wederzeggens toe, ten bewvze<br />

ftrekt, dat de Bondgenooten al in den voorfz.<br />

iaare 1672, en zeedert altoos , by continuatie aan zig<br />

hebben gehouden het vermogen , om als de dienst van<br />

den Lande zulks kwame te vereisfchen, de voorjz. vrye<br />

magt en authoriteit over de fatenten, en andere zaaken<br />

tot de Militie fpeBeerende, te brengen tot _de hornes<br />

, die de voorfz. oorfpronkelyke conftitutie , met<br />

bet èkking tot de nodige befcherming van deeze Landen<br />

, zoude komen te vereisfchen.<br />

Dat deeze inconteftable principes aldus geetabhsfeert<br />

zynde, het, al wyders van zelfs fpreekt , dat de gefteldheid<br />

van het Leger van den Staat ,- de goede in<br />

ftandhouding van het zelve, en de verdere directie van<br />

zaaken de Militie en het employ van dezelve, tot befcherming<br />

van den Lande, met de meefte menage van<br />

's Lands Financie, concerneerende ; alle zaaken zyn<br />

van het uiterfte gewigt voor het Bondgenootschap; en<br />

waar omtrent de Grondleggers van de Conftitutie van<br />

deezen Staat getoond hebben van begrip te zyn, dat,<br />

zo als reeds geremarqueert is, de direóhe dien aangaande<br />

niet in handen van een enkeld Perfoon geheel<br />

en alleen gefteld, maar aan een Raad behoord gedemandeerd<br />

te werden; zo als dan ook effeétivelyk deeze<br />

direüie aan den Raad van Staaten, by de voorfz.<br />

Inftructien, zo by de eerfte erectie van de Staars-Regeering,<br />

als by de confirmatie van deze ve, na de<br />

Munfterfche Vreede, en dus by het vastfiellen van de<br />

Conftitutie van de Regeering deezer Landen, is aanbevolen<br />

: Zo dat, by aldien al eene meerdere of mindere<br />

afwyking van deeze Conftitutie, in den jaare 1672,<br />

en vervolgens, dog niet anders dan tot kennelyk wederzeggens<br />

toe; en dus onder expresfe referve van het<br />

vermogen , om de primitive Conftftutie wederom te<br />

doen herleven, zoude mogen hebben plaats gehad, en,<br />

be«<br />

a 8 S


222 Aire. ZAAIEN VAN i 7gj,<br />

bevonden wierd, fchadelyb voor her Bondgenootschap<br />

te zyn; het dan ook , niet alleen , niet ftrydiV tegen<br />

de voorfz. oorfpronkelyke Conftitutie, en fuccesfivelyk<br />

gedaane referves, kan voorkomen, by aldien de zaa.<br />

ken wederom op den ouden voet wierden webragt •<br />

maar dat men boven dien, in gemoede, niet "kan na'<br />

laaten daar voor volftrekt te advifeeren, dat namelyk<br />

de gebreeken, die in de directie 'van de zaaken de Militie<br />

concerneerende , zig opdoen , werden weggenomen<br />

, het zy dan met de zaakèn alzoo wederom te<br />

brengen op den voet der voorfz. Inftructien van den<br />

Raad van Staaten ; het zy anders , door middel van<br />

het etablisfeeren van een departement Militair, zo als<br />

de Graaf de Maillebois by zyne bovengemelde Memorie<br />

heeft voorgeflagen, of zo als het zelve nader zoude<br />

kunnen en behooren te worden gereguleert • terwyl<br />

men zig wel verzeekert kan houden, dat, aangezien<br />

de menigvuldigheid der occupatien, het voor den Heer<br />

Capitein Generaal niet mooglyk is, zig met de voorfz<br />

directie van zaaken, alleen te chargeeren: en op alles<br />

de nodige ordres, met de meejle menage voor 's Lands<br />

Financie, te ftellen.<br />

Dat deeze confideratien niet alleen niet fchynen te<br />

ftryden tegen het geen by het bovengemeld Generaliteitf-Rapport,<br />

het welk benevens de voornoemde Memorie<br />

van den Grave de Maillebois het onderwerp van<br />

examen van dit Befogne is geweest; maar dat dezelve<br />

door den inhoud van dien daarenboven volkomen fchvnen<br />

te werden gejuftificeert; want dat daar uit is gebleeken<br />

, voor eerst, dat men uit het geavanceerde bv<br />

het voorfr. rapport, zig geen denkbeeld kan formeeren,<br />

welke fuuctien , tegenwoordig , door den Raad<br />

van Staaieo, ingevolge van de meergemelde InfiruBien<br />

met betrekking tot het generaale toeverzigt, en de op.<br />

perdireSie ovtr de Militie , en het gantfche defenfie wezen<br />

van den Lande, welk een en ander de Raad van<br />

Staaten zelve oordeeld, haar by de voorn. Inftructien<br />

gedemandeerd te zyn, werden geëxerceert: En dat'<br />

daar en tegen , in de tweede plaats , by het voorfz'<br />

Rapport, uitdrukkelyk word erkend , dat, ten nutte<br />

yan de Kepubltcq, en inzonderheid ter bevordering der<br />

z$


AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. 223<br />

zo nodige expeditie. eene precifere bepaalmg zoude behooren<br />

te werden gemaakt, van het geen verftaan moet<br />

werden, eigentlyk aan den Raad van Staaten afzonderlyk;<br />

of aan den Raad met en benevens de Vergadering<br />

van de Ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit;<br />

of ook aan den Capitain Generaal van de Unie,<br />

gedemandeerd te zyn: en dat, ingeval de omflandigheeden<br />

mogten vorderen een Leger te Velde te brengen,<br />

niet ondienftig zou zyn, dat als dan, in navolging van<br />

het geen in vorige tyden te meer maaien is gefchied ,<br />

door ofby den Capitein Generaal wierden geasfumeerd,<br />

of gecommitteerd eenige permanente Heeren Gedeputeerden<br />

, tot het prcepareeren, • beleiden en refolveeren van<br />

het geen nopens het formeeren van dusdanig een goed<br />

Veldleger, en het employ van dien, nodig mogte zyn.,<br />

Dat wyders , wat aangaat de periode, daar op in<br />

het vcorfz. Rapport volgende, betreffende de uitgefirektheid<br />

van de funclien van den Capitein Generaal,<br />

waar omtrent meergedagte Grave de Maillebois, het<br />

recht denkbeeld niet zonde hebben gehad: Heeren Gecommitteerden<br />

wel willen advoueeren zig voor het tegenwoordige<br />

in het zelve geval te bevinden; nademaal<br />

reeds is geremarqueerd , dat, by dat zelfde Rapport,<br />

niets werd opgegeeven , waar uit zoude kunnen werden<br />

opgemaakt, waar toe de functien van den Raad<br />

van Staaten, met relatie tot de directie van de zaaken<br />

tot de Militie fpeéteerende, zig bepaald hebben; mitsp-aders<br />

hoe verre die van den Capitein Generaal dien<br />

aangaande, zig in der daad, tot nu toe hebben geëxtendeert:<br />

maar dat Heeren Gecommitteerden prtecifelyk<br />

om alle deeze duiflerheeden, geen zwarigheid maaken<br />

om te declareeren , dat naar hunne gedagten, in den<br />

ftaat waar in het directie weezen van de Militie zig<br />

aQueelyk bevind, eene nadere voorzieninge, ten nutte<br />

van den Lande, volftrekt noodzakelyk is: het zy dan<br />

de zaaken op den oorfprongelyken voet wederom werden<br />

gebragt ; of dat anders een departement Militair<br />

werde opgerigt; mits dat het zelve , als dan door de<br />

Bondgenooten zoodanig werde geauthorifeerd en gemagtigd<br />

, dat zoodanig nieuw établisfement aan het<br />

oogmerk van deszelfs inftelling , wezentlyk kan voldoen<br />

:


224 AUG„ Z A A K E N V A N i?l s.<br />

doen: dan dat Heeien Gecoromiti eerden, deezen aangaande<br />

, geene nadere bepaalingen oordeelen aan de<br />

hand te moeten geven, voor een aleer de confideratien<br />

van den Heer Capitein Generaal van de Unie op den<br />

gemelden vomflag van den Grave de Maillebois van<br />

wegen hun Hoog Mog. zullen zyn gerequireerd,<br />

Is vervolgens goedgevonden en verdaan, dat de zaake<br />

ter Generaliteit daar heen zal werden gedirigeerd,<br />

dat van de boven (taande confideratien van wegen hun<br />

Ed. Gr. Mog. aldaar, opening gegeeven; en de nood»<br />

zakelykheid eener prompte voorzieninge aangaande de<br />

directie van zaaken tot de Militie fpefteerende, voorgehouden<br />

en aangedrongen .zynde; de Heer Capitein<br />

Generaal van de Unie, van wegens hun Hoog Mog.<br />

moge werden verzogt, ten fpoedigfte, aan Hoogstdezelve<br />

zyne confideratien, op den meergemelden voor-<br />

Uag van den Grave de Maillebois , te commuuiceeren s<br />

nademaal de dienst van den Lande, en de omltandigheeden<br />

, waar in de zaaken zig bevinden , volfirekt<br />

vorderen, dat de deliberatien van hun Hoog Mog. over<br />

dit onderwerp, zonder uitftel werden getermineerd.<br />

En voorts in agting genoomen zynde , dat de Heer<br />

Grave de Maillebois by deszelfs Memorie te kennen<br />

geeft, byzondere Confideiatien te hebben over de inngtmg<br />

en verbeetering van de Armée, is wyders goedgevonden<br />

en verdaan , dat de zaake ter Generaliteit<br />

daar heen zal worden gedirigeert, dat aan gemelden<br />

Grave de Maillebois zal worden verzogt , om deswegens<br />

zyne Confideratien, hoe eer zoo beter, aan hun<br />

Hoog Mog. te commuuiceeren.<br />

T~\e Heeren van de Ridderfchap en Edelen<br />

JL«/ hebben , zonder eenigzints te advoueeren<br />

de gronden by de prremisfen van de voorenftaande<br />

Refolucte gelegt , tot dezelve Refolutie<br />

niet verder of anders geconcurreert, dan bepaaldelyk,<br />

en voor zoo verre de gemelde Refolutie<br />

tendeert, om Zyne Hoogheid als Capitain Generaal<br />

te verzoeken , deszelfs confideratien op<br />

de Memorie van den Grave de Maillebois tot<br />

in«


AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. 225<br />

jnrigting van een Militair Departement , aan<br />

hun Hoog Mog. te fuppediieeren.<br />

Accordeert met de voorfz.<br />

Refolutien,<br />

LXXXVII. Extradt uit de Refolutien van de Ed.<br />

Achtb. Heeren Burgemeefteren en<br />

Regeerders der Stadftvitïïe, In data<br />

27 Augustus 1785.<br />

s. goedgevonden en verdaan , de Heeren Kapiteinen<br />

I van'de Burgery dezer Stad te gelasten, zoo als ge-<br />

Jast worden by dezen , om , na ouder en onafgebroofcen<br />

gewoonte, haare refp.clive Manfchappen, tegen de<br />

aanftaande VVapenfchouw, nader te laaten aanfpreeken,<br />

van te compareerenmet Oranje Cocardes, op de Boete<br />

van Vier Zilveren Ducatons , by ieder Burger te verbeuren<br />

, die zonder Oranje Cocarden op de Wapen*<br />

fchouw zal verfchynen ; en zal Extract dezes gegeeven<br />

worden aan. ieder Heer Kapitein der Burgery dezer Stad,<br />

om zich daar na te reguleeren.<br />

Waar tegen door de Minderheid van de Régeering<br />

der Stad Brielle aan Hun Ed. Groot Mog. een Request<br />

overgegeeven is , inhoudende klagten; dat de Meerderheid<br />

van dezelfde Regeering heeft kunnen goedvinden,<br />

aan hunne Burgers te ordonneeren , Vrydag op de gewoone<br />

Jaarlykfche Wapenfchouwing te moeten komen<br />

met Oranje S.ukken of Cocardes op de Hoedtn , op<br />

eene boete van Vier Ducatons, in plaats van één Dueaton<br />

, zoo als gewoon is, voor die weg blyft, te verbeuren:<br />

waar op Hun Ed. Groot Mog. bellooten hebben<br />

, provifioneel op her Request te appomteeren S'urcheance<br />

van de Waperfchouwing voor de Burgery van<br />

den Briel; en \ Reqnesr gefteld in handen van de<br />

Meerderheid, der zelfde Stad, om te dienen van Bericht<br />

, en daar na vérder te disponeeren, zoo als het<br />

behoord.<br />

XXIX. DEEL» F v<br />

LXXXVIIL


2s6 AUG. Z A A K E N V A N 1785.<br />

LXXXVIII. Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende<br />

op het Request van Amfterdamfche<br />

Kooplieden en Asfuradeurs, om befcherming<br />

van hunnen handel; als<br />

mede nopens eene Commisjie tot het<br />

Zeeweezen , en eene Memorie van<br />

zyne Hoogheid. In dato 27 Augustus<br />

175*5.<br />

By refumptie gedelibereerd zynde op het Rapport,<br />

den 29 July dezes jaars ter Vergadering uitgebragt,<br />

door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun<br />

Ed, Gr, Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de<br />

Commercie en Navigatie,, hebbende, tot voldoening<br />

aan hun Ed. Gr, Mog.'Refolutien Commisforiaal van<br />

den EO April en 25 Mey te vooren , met eenige van<br />

de Hoilandfche Raaden en Miniflers van de Collegien<br />

ter Admiraliteit in deeze Pfovincie refideerende, geëxamineert<br />

de Requeste van verfcheide Kooplieden , Asfuradeurs<br />

en Ingezetenen der S.ai Amiteroam , zig in<br />

het breede beklaagende over het gebrek aan de hoogstnodige<br />

befcherming van den Koophandel en Navigatie<br />

dezer Landen ; tendeerende lot nader aandrang by de<br />

Bondgenooten , om zonder verder tydverzuim hunne<br />

voortrollen , byzonder dat van den 31 Maart 1783,<br />

behoorlyk te overweegen, en tot fpoedig , vrugtbaar ;<br />

en voldoend befluit te brengen ; als meede om imtisfchen<br />

een Commislie te benoemen met een zeker getal<br />

Gecommitteerden uir de Generaliteit der Commercianten<br />

, tot het formeeren van een Plan van een zekere<br />

en reguliere protectie der Koophandel en Scheepvaart<br />

voor het vervolg; als mede de Requeste tot appui daar<br />

toe aan hun Ed. Gr. Mog. geprelènte'erd, en nog het<br />

Rapport , den 23 Mey uit kaagt der Refolutie Cornmisforiaal<br />

van den 19 April te vooren op de voorn. „<br />

Requeste ter Generaliteit uitgebragt ; in welk Befogne<br />

aan hun Hoog Mog. was overgebragt een Memorie,<br />

door zyn Hoogheid aan de Admiraliteits Gecommitteerden<br />

gefuppediteerd, tot opheldering der twee gevallen<br />

hy


AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. 227<br />

by der Supplianten' Request, die bewyzen zouden ,<br />

dat de befcherming van den Handel en Zeevaart geenszins<br />

met dien yver, beleid en zorg was behartigd en<br />

voortgezer, als men met reden had mogen verwagten;<br />

breeder onder de Notulen van den voorfz. 20 April en<br />

05 Mey-<br />

Is goedgevonden en verdaan, dat de zaaken ter Generaliteit<br />

daar heenen zullen worden gedirigeerd, dat<br />

hun Hoog Mog., voor het tegenwoordige daar laatende<br />

het geen door de Supplianten by het voorfz. Request<br />

, ten opzigte der directie in den jongst gevoerden<br />

Oorlog met het Ryk van Groot-Brittannien in het<br />

algemeen gehouden: mitsgaders het geen omtrent zeket<br />

in October 1784 toegezegd Convoy zoude mogen hebben<br />

plaats gehad, alzoo al het zelve , hoe gegrond de<br />

Supplianten dezelve klagten dien aangaande ook zouden<br />

mogen oordeelen , met relatie tot het belang dfr<br />

Supplianten thans niet meer zoude kunnen worden ge»<br />

repareerd , conform het verzoek der Supplianten , by<br />

de refpective Bondgenooten ten erndigften gelieven aan<br />

te dringen , dat eenmaal voor *s Lands Zeeweezen,<br />

zonder het welk aan den Koophandel en Navigatie van<br />

alle de 's Lands Commercieerende Ingezetenen geenerlei<br />

befcherming kan worden verleend , een vaste en bepaalde<br />

fom op den Staat van Oorlog werde gebragt r<br />

en dat dienvoigende zonder* verder tydverzuim de voordellen<br />

ten dezen einde bereids gedaan, en byzonder<br />

dat van den 31 Maart 1783 in behoorlyke overweging<br />

werde genomen , en daar op zoo fpoedig doenlyk een<br />

vrugtbaar en voldoend befluir werde uitgebragt, ten<br />

einde van de daar over reeds hangen ie Befbgnes ten<br />

fpoedigden eene hoogst noodzaakelyke afkomst te maaken.<br />

Dat daar by wyders aan de Bondgenooten door hun<br />

Hoog Mog. werde te kennen gegeven, en by hoogstdezelve<br />

op de kragtigde wy/.e aangedrongen, dat, zonder<br />

zoodanige vasren post voor de Marine op den Staat<br />

van Oorlog her altyd onmogelyk zal worden bevonden<br />

aan 's Lands Commercie eo Navigatie te bezorgen die<br />

protectie en beveiliging , waar op dezelve billyk aanipraak<br />

zou ,1e kunnen maaken.<br />

Pa Dat


228 AUC. Z A A K E N V A N 1785»<br />

Dat dit van zelfs moet in het oog valleu , waaneer<br />

men fbgts in confideratie gelieft te neemen de wyze,<br />

waar op de refpective Collegien ter Admiraliteit dezer<br />

Landen gewoon zyn de benodigde Gelden , tot goedmaaking<br />

van de kosten voor 's Lands Zeemagt te be><br />

komen ; als welke aan dezelve telkens moeten worden<br />

verftrekt uit de extraordinaris daar toe expresfelyk ge«<br />

daane Petitiën , dan waar op dezelve nimmer eenige<br />

vaste reekening maaken kunnen , dan na dat daar in,<br />

zoo niet door alle , ten minftfen door meest alle de<br />

Provinciën dadelyk is geconfenteert; het welk dan dat<br />

gevolg heeft, dat de Collegien ter Admiraliteit niet<br />

zelden verpligt zyn, om de Wintermaanden, tot zelfs<br />

ver in het voorjaar van ieder jaar , te moeten laaten<br />

veiloopen , al eer dezelve in ftaat zyn , of eenige zekerheid<br />

hebben, om, conform aan dezelve Petitiën, de<br />

Equipagien van Schepen te kunnen beginnen , en alzo<br />

in tyds te nemen die maatregulen, welke nodig zyn,<br />

om telkens vroegtydig in het Voorjaar met de te doene<br />

Equipage gereed te weezen , om niet te zeggen,<br />

dat het niet zelden gebeurt, dat dezelve petitiën nimmer<br />

tot conclufie gebragt en het volle montant derzelven<br />

aan de refpective Admiraliteits Collegien alzoo<br />

nimmer verftrekt word.<br />

Dat aan deeze inconvenienten, uit het defect van een<br />

vasten post voor het Zeewezen dezer Republiek op den<br />

©rdinar's Staat van Oorlog dan ook veelal toe te fchryven<br />

is , dat gebrek aan eene kragtdadige en prompte<br />

protectie yan 's Lands Commercie en Navigatie , waar<br />

over de Supplianten gemeend hebben zig te moeten befclaagen<br />

; en dat het volftrekt onmogelyk is , dezelve<br />

klagten voor het vervolg in allen opzigten te doen op»<br />

houden, zoo niet daar in eindelyk door de Bondgeno*<br />

ten op eene genoegzsame wyze zal werden voorzien;<br />

en de Admiraliteits Collegien dezer Landen alzeo in de<br />

inogelykheid zullen werden gefteld, om aan de regtmatige<br />

verwagting der Ingezetenen, ten minften zoo veel<br />

als van derzelver Departement zal kunnen werden ge-<br />

Teekent, te voldoen.<br />

Dat met relatie tot het tweede verzoek van de Slip.<br />

plianten, dat^ namentlyk de Commercie intusfchen, en<br />

han-


AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. «5<br />

hangende de im^^^^^SS^iSSL<br />

het voorfz. werk ten principaale niet langer verltooken<br />

te doen blyven , van de haar verfchuldigde en hoog*<br />

nodige proïeftie', door de «edewerking van haar Hoog<br />

Mogt zoude mogen werden ««ff^^'/^Jj/S. •<br />

pective Bondgenooten eemge.uit den h » " " ^ , " ^ .<br />

lieven te committeeren om met een ^eker jamal gre<br />

committeerden uit de Generaliteit der Commerc a. en<br />

dezer Republiek te befogneeren, ten e<br />

inde geame. ulyk<br />

te formeeren een Plan , waar na de Koophandel en<br />

Scheepvaart dezer Landen voor het vervolg op eene<br />

fetïr'reguliere protectie zouden kunnen^hoopej;<br />

hun Hoog Mog, gaarne erkennen , dat de Uaat en m<br />

reétie van^'s Lands algemeene defenfiezoo wel te Water<br />

als te Lande , behoort onderzogt en | « e<br />

^ e<br />

<br />

te werden ; dat tot zoodanig onderzoek by hun Hoog<br />

Mog. ook reeds effieélivelyk is bellooten, en he: zJve<br />

gedemandeerd aan een Commisfie, door de Bondgenoten<br />

ieder in den haaren daar toe te benoemen1, en1 dat<br />

het zelve onderzoek natuurlyk involveerende<br />

en bedoeling van het geene door de Supplianten by<br />

het voorfz. tweede point van derzelver Rtq ests aan<br />

hun Hoog Mog. is verzogt , het zelve twe.de_pomt<br />

dienvolgeade door hun Hoog Mog. behoort e werden<br />

.gerenvoyeerd aan het onderzoek van we geroeUe Commisfie;<br />

met vrylaating aan de Supplianten onl1, eaju<br />

auo, tér dier zaake aan dezelve Commisfie verder zoc<br />

Lige confideratien te fuppedneeren , ala dezvetot<br />

eene prompte en folide befcherming van s Lands üom-<br />

.mercie en Navigatie zullen meenen te behooren<br />

En dat inmiddels door hun Hoog Mog. , harigende<br />

hoogstderzeWér deliberatien over deew impwtante materie<br />

zoo veel maar eenigzints mogelyk is ,* a<br />

l. w<br />

f£<br />

d e<br />

e T<br />

n e<br />

zorg 0<br />

e° gedraagen, datV ^^S^^<br />

der Ingezetenen dezer Landen op de effirawo twyze<br />

zal worden geprotegeert ; dat tot dat «nde met zo zeer<br />

telkens eenige bepaalde Convoyen _ zullen werden vereend<br />

; maar dat dezelve Commercie door het houden<br />

ïan b'ekwaame Esquaders in de Noord- en Middeland.<br />

fche Zeeën , mitsgaders in de Westindien in ha ver<br />

' volg, SSWs ook bereids in dezen loopenden jaa-


230 AUG. Z A A K E N V A N i?85><br />

re heeft plaats gehad, zal werden gedekt, en daar door<br />

ten minften tegens alle onverwagte overrompeling worden<br />

beveiligd.<br />

Dat verder door hijin Hoog Mog. voor het vervolg<br />

zal worden zorg gedraagen, dat van deeze dispofitien<br />

in het begin van ieder jaar aan de Comraercieerende<br />

Ingezetenen behoorlyke Notificatie zal werden gedaan,<br />

ten einde zig daar na te kunnen reguleeren , als mede<br />

om aan dezelve gelegendheid te geeven, om, wanneer<br />

zy ten besren der Commercie en Navigatie dezer Landen<br />

daar omtrent iets mogten voor te draagen hebben,<br />

in dat geval daar van aan het Admiraliteits Collegie,<br />

waar onder dezelve resforteeren, ofte aan de Magiftraat<br />

van derzelver Stad, ofte ook wel aan hun Hoog Mog*<br />

directelyk, de nodige gepaste ouverture te geeven, om<br />

dien aangaande te worden gerefolveerd, zoo als bevonden<br />

zal worden te behooren. .<br />

En dat hun Hoog Mog. in dat geval vertrouwen,<br />

dat de Supplianten aan de Admiraliteits Collegien de°<br />

zer Landen in het generaal, en aan dat van Amllerdam,<br />

waar onder dezelve resforteeren , in het byzonder<br />

, voortaan niet zullen weigeren dat vertrouwen en<br />

die correfpondentie, welke zoo nodig is om 's Lands><br />

zaaken op een heilzaame en gemakkelyke wyze te behandelen:<br />

in confideratie nemende, dat de oorzaak van<br />

het geene, waar over de Supplianten gemeend hebben<br />

hun Hoog Mog. te moeten adieeren , is toe te fchryven<br />

aan een zamenloop van zaaken en omltandigheden,<br />

die zedert eenigen tyd ongelukktglyk hebben plaats gehad<br />

, en waar door tot de voorfz. klagten alzoo aanleiding<br />

is gegeeven.<br />

En eindelyk , dat Extract van deeze Refolutie aan<br />

de Supplianten zal worden gezonden tot derzelver informatie.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />

LXXXIX.


Aüc. STAAT EN OORLOG. 1785. 231<br />

LXXXIX. Propofitie der Gedeputeerden van de<br />

Stad Schoonhoven, nevens een Request<br />

van Burgers, enz. van Heusden,<br />

tot de terug Marsch der Troepen<br />

uit Amersfoort. Ingebragt ter<br />

Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mo •<br />

gende, in dato aj Augustus 1785.<br />

l""\e Heeren Gedeputeerden der Stad Schoonhoven<br />

JL/ hebben , op last van de Heeren hunne Principaalen,<br />

ter Vergadering gedaan , en vervolgens in gefchrifte<br />

overgegeeven de navolgende Propofitie.<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />

T"vaar 't inroepen van Troupes door de meer-<br />

JL/ derheid der Regeering van Amersfoort, by<br />

gelegentheid dat de Burgery dier Stad wettig<br />

aandrong op afdoening der bezwaaren , welken<br />

zy op expresfe uitnodiging van den Souverein<br />

haarer Provincie had ingelevert; en de omftandigheeden<br />

, welke daar by plaats hebben gehad,<br />

van eene zoo publieke notoiriteit zyn; zal<br />

tt niet nodig zyn, in een detail daar van te<br />

treden.<br />

Het zal genoeg zyn , aan U Edele Groot<br />

Mogende te verklaaren , dat de Heeren onze<br />

Principalen 't voorzeide inroepen van Troupes<br />

befchouwen als een opentlyk attentaat op de<br />

Burgerlyke vryheid, waar van de gevolgen niet<br />

alleen voor de Provincie van Utrecht ; maar ook<br />

voor deeze en andere-Provinciën ten uiterfte.nadeelig<br />

zouden kunnen worden ; en dit, Edele<br />

Groot Mogende Heeren.' is niet alleen 'c perfooneele<br />

gevoelen van de Heere onze Principalen;<br />

neen, 't is ook 't gevoelen van zoo veele<br />

p 4 wel-


%$* AÜO. Z A A K E N V A N<br />

weldenkende door de gamfche-Republiek; van.<br />

allen, welke de innerlyke waarde van een Burger<br />

van dit G meene-Best kennen ; van alle ,<br />

welke begrypen , dat niet Wolk om de Regenten<br />

; maar de Regenten om 't Volk zyn;<br />

yan allen , die durven erkennen, dat 't geweldadig<br />

fmooren der Volks- Stem te Amersfoort,<br />

in der daad is, een fchending van de hoogheid<br />

van 't gantfche Volk van Nederland , in wier<br />

boezem de radicale Souvereiniteit berusr, en op<br />

welks naam de refpective Staaten alleen, by reprefentatie<br />

hun hoog gezag uitoefenen ; 't is 't<br />

opent lyk verklaarde gevoelen , van zoo veele notabele<br />

Burgeryen in Nederland; inzonderheid in<br />

deeze Provincie; en aller byzonderst van een<br />

notabel aantal uit die Burgery, welke de Heeren<br />

onze Principalen ter Vergadering van U<br />

Edele Groot Mogende vertegenwoordigen; op<br />

grond van welke gevoelens, de Heeren onze<br />

Principalen ons bv herhaling gelast hebben, ter<br />

V rgadering van ü Edele Groor Mogende voor<br />

te dragen, of ü Edele Groot Mogende, met de<br />

Heeren onze Principalen niet ten uiterfte noodzakelyk<br />

zouden oordeelen.<br />

i« Dat door de Troupes, welke thans zig<br />

in'Amersfoort bevinden, voor zoo ver<br />

dezelve op de Repartitie deezer Provincie<br />

ftaan, en nog niet weder mogten zyn<br />

uitgetrokken , ordres wierde gegeeven , om<br />

te rug te marcheren.<br />

*. Dat door U Edele Groot Mogende zoodanige<br />

voorzorge wierde genomen , waar<br />

door wiert voorgekomen, dat verder geene<br />

Troupes ter repartititie deezer Provincie<br />

of die der Generaliteit Baande, of<br />

Hulp-Troepen van deezen Staat, gebruikt'<br />

worden teegen eenige Provincie, Steden,<br />

Burgeryen of Leeden van dien.<br />

3. Dat door Ü Edele Groot Mogende in<br />

deeze critieke tyds omftandigheeden zoodanige<br />

nadere bepalingen omtrent de Paten.


Aoo. STAAT EN OORLOG. 1785. 233<br />

tenten wierden gemaakt, waar door de<br />

Troupes niet-, dan op uitdrukkelyk'be.rel<br />

van ü Edele Groot Mogende tot Binnelandfe<br />

Expeditien werden geëmployeert.<br />

En is daar benevens ontfangen een Misfive van Cns<<br />

telein Drosfaart, Burgemeelteren en Scheepenen Regeerders<br />

der Stad Heusden, gefehreeven aldaar den<br />

23 dezer, waar by, ter kennis van hun Ed. Groot<br />

Mog. brengen de .Requeste aan hun te dien dage ge»<br />

prrefenceert door een aanzienlyk getal hunner Burgeren<br />

en Ingezeetenen over het aanrukken der Staats- Militie<br />

tegens Amersfoort en om de voorzieningen daar by<br />

vervat; dienende gemelde Misfive tot appui van dee<br />

zelve Requeste, hier pa geinfereerf.<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN,<br />

Door een aanzienelyk getal van onze Borgeren<br />

en Ingezeetenen, aan ons huiden geprefenteert<br />

zynde, het hier inne geilootene Requeste,<br />

hebben wy niet geaarfeld uit hoofde van<br />

het belang der zaake daar in voorkomende, aan<br />

derzelver verzoek en billyk verlangen te voldoen,<br />

en het zelve verzoek zoo veel in ons is,<br />

aan Uw Edele Groot Mog. te appuieeren , zo<br />

als wy de vryheid neemen, boven gemelte Requeste<br />

op de eerbiedigde wyze met onze appuie<br />

en voordragt, ter Tafel van Uw Edele<br />

Groot Mogende te brengen;<br />

Met alle den eerbied die wy Uw Ed, Groot<br />

Mog. verfchuldigt zyn, dog teffens ook met alle<br />

den ernst welke vrye Volkeren betaamd, fM*<br />

liciteeren wy , dat Uw Ed. Gr. Mog. aan de<br />

begeerte der Requeftranten dermaate Eflïcatieus<br />

gelieven te voldoen, als met de hooge wysheid<br />

van Uw Ed. Groot Mog. en de Souveraiuiteit<br />

deezer Provintie het meest befiaanbaar zal zyn;<br />

Waar meede wy Uw Ed. Groot Mog. beveelen<br />

in Gods Heilige befcherming, en onder<br />

, P 5 toe-


234 AÜG. Z A A K E N VAN ' I 78J.<br />

toebeede van een gelukkige Regeering de eer<br />

hebben ons te noemen.<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN !<br />

(Onder Rond)<br />

Üw Edele Groot Mogende ootmoedige<br />

en gehoorzaamde Dienaaren.<br />

Castelein Drosfaart , Burgemeelteren<br />

en Scheepenen, Regeerders der Stad<br />

Heusden.<br />

(Lager ftond}<br />

Heusden den Ter Ordonnantie van de-<br />

23 Aug. zelve.<br />

1785.<br />

(Was get.)<br />

F. C. TROMBR. •<br />

Aan de Edele Achtbaare Heeren<br />

Castelein Dros/aard, Burgemeefteren<br />

en Scheepen, Regeerders<br />

der Stad Heusden.<br />

^""leven met fchuldige eerbied te ken-<br />

VJ" nen, deOndergeteekenden, alle Burgers<br />

en Inwoonders, deezer Stad, dat zy<br />

met ontroeringe, fchrik en niet minder<br />

verontwaardiging gezien hebben, de geweldige<br />

Refolutie, om Militie van deeze»<br />

Staat te doen aanrukken tegens Amersfoort<br />

, wier brave Burgery, wel verre van<br />

zig aan eenig Oproer fchuldig te maken,<br />

in tegendeel, enkel en alleen bezig was,<br />

om haare onvervreemdbaare Rechten, op<br />

eene wettige wyze te reclameeren , waar<br />

toe


AUÖ. STAAT EN OORLOG. 1785. »|j<br />

toe zy door hunne Souverain zelve uitgelokt<br />

en ongeroepen was.<br />

Dat- deeze aandoeningen by de Ondergeteekenden<br />

nog zeer veel toeneemen, nu<br />

zy ontwaar worden, dat een gedeelte diet<br />

Troupen liaan op repartitie deezer Provincie.<br />

Dat, het gebruik maken van Militairen<br />

tegens Burgers, in een tyd als tegenwoordig,<br />

waar in de Republiek zoo zeer verdeeld<br />

is, weinig anders kafi befchouwd<br />

worden, dan als eena daad van geweld s<br />

door welke de eene parthy boven den<br />

anderen tracht te triumpheeren, en dus<br />

de aangevallen parthy gewettigd word ,<br />

om van die middelen tot tegenltand gebruik<br />

te maken, die de Voorzienigheid<br />

aan elk Schepfel tot zelfs verdediging gefchonken<br />

heeft; 'c welk niets, dan de<br />

fchroorrHykfte gevolgen , niets minder<br />

dan een Burger-Oorlog kan ten gevolge<br />

hebben.<br />

Dat da Ondergeteekende boven dien ,<br />

hun gemoed en geweeten bezwaard vinden<br />

, het hunne op te brengen' en dus<br />

meede te contribueeren , rot het onderhoud<br />

van Troupen, die gebruikt worden,<br />

tot onderdrukking hunner brave Land- en<br />

Bondgenooten , welke zig onledig hou»<br />

den , hunne voorvaderlyke Vryheeden,<br />

en voorrechten op eene wettige wyze ,<br />

uit de vergetelheid op te delven, en van<br />

hun , die dezelve onrechtmatig bezitten,<br />

te rug te vorderen:<br />

Daar de G r<br />

ondwet van deezen S'aat,<br />

de Unie van Utrecht, van hun vorderd;<br />

Een iegelyk Provincie en de particuliere<br />

Steden, Leden enIngezeetenen<br />

van dien met alle behoorlyke<br />

en mogelyke middelen, ja met Lyf<br />

en Goed (is het nood) te helpen<br />

hand-


AUG, Z A A K E N V A N 1785.<br />

handhouden, ftyven en fterken, befchutten<br />

en ook befchermen, jegens<br />

allen en een iegelyk, wie en hoedanig<br />

die zcude mogen weezen , die<br />

eenige dadelyke ihbreuke zoude willen<br />

doen op hun luider fpeciale en<br />

particuliere Privilegiën , Vryheden ,<br />

Exemptien, Rechten, Statuten, loffelyke<br />

en wel herbragte Colturnen,<br />

Ufantien, en allen anderen haar Luider<br />

Gerechtigheden.<br />

Redenen waarom de Supplianten zig<br />

keeren tot U Edele Achtbaare, met zoo<br />

veel eerbied als ernst verzoekende, dat<br />

ü Ed. Achtbaare als vertegenwoordigers<br />

van de Ondergeteekende , dit alles by<br />

eene Misfive aan de EL Gr. Mog. Heeren<br />

Staaten dezer Provincie, in naam van<br />

de Supplianten gelieven voor te dragen,<br />

en voorts aan hun Ed. Gr. Mog. te verzoeken<br />

, dat Hoogstdezelve zonder tyd<br />

verlies het daar heen gelieven te dirigeeren,<br />

dat ten aller fpoedigften de Troupen<br />

', of die derwaards nog in aantocht<br />

mogten zyn, voor zoo veel zy ter repartitie<br />

.ftaan deezer Provincie , worden te<br />

rug geroepen.<br />

Ten tweeden, dat hun Ed. Gr. Mog.<br />

gelieven zoodanige voorzorgen te neemen<br />

, waar door word voorgekomen, dat<br />

verder geen Troupes ter hunner repartitie,<br />

of tot die, der Generaliteit ftaande,<br />

nog ook geen Hulp-Troupês van deezeri<br />

Staat, gebruikt worden, tegen eenige Provincie,<br />

Steden, Burgeryen, of Leden van<br />

dien. En<br />

Ten derden , dat Hoogstdezelve in deeze<br />

critique tyds omfiandigheden , zoodanige<br />

nadere bepalingen omtrent de Patenten<br />

gelieven te maken , waar door deselve<br />

Troupes, niet dan op ütdrukkelyk<br />

be-


am;, STAAT EN OORLOG. 1785. 237<br />

bevel van hun Ed. Gr. Mog; onzen wet ?<br />

tigen Souverain tot binnenlandfche Expe»<br />

ditien worden geömployeerd.<br />

(Onder ftond)<br />

't Welk doende &c.<br />

Waarop gedelibereert en Copie van het voorfz. ge»<br />

proponeerde, mitsgaders der Misfive en bygevoegde Requeste<br />

verzogt zynde door de Heeren van de Ridderichip<br />

en Edelen , om het zelve in de Ordre nader te<br />

examineeren , en door de Heeren Gedeputeerden der<br />

Steden Haarlem, Delft, Amfterdam, Rotterdam, Gorinchem,<br />

Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam,<br />

Monnikendam en Medenbhk , om daar op te verftaan<br />

de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de<br />

finaale Refolutie uitgefteld tot nadere Deliberatie, en is<br />

dien onverminderd goedgevonden en verftaan, dat het<br />

voorfz. geproponeerde, mitsgaders de gemelde Misfive<br />

en Requeste ten fpoedigften zullen worden geëxamineert<br />

door de Heeren van de Ridderfcbap en verdere<br />

hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Beibgne,<br />

en de Vergadering daar op gediend van derzelver<br />

confideratien en advis.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />

XC. Qttaliftcatie ep den Hoofdofficier Mr.<br />

p. OEVERS , te Rotterdam, tot het<br />

i hooren van eenige Perfoonen te'r zaake<br />

van het voorgevallene op zeeker<br />

Speeltogtje , onaer belofte van im •<br />

puniteit. In dato 31 Augustus 1785,<br />

By refumtie , en tot finaale afkomst op heden volgens<br />

hun Ed Gr. Mog. Refolutie van den 24 dezei,<br />

gedelibereert zynde op de Requeste den 17 te voren<br />

door Mr. Paulus Gevers , Hoofdofficier der Si.ad<br />

Rot-


23S AUG. Z A A K E N ' V A BT<br />

Rotterdam R. O. aan hun Edele Groot Mog. geprafenteert<br />

, om de daar by geallegueerde redenen , tendeerende<br />

rot het obtineeren van hun Edele Groot Mogende<br />

authorifatie , om drie of vier der Perfoonen geduurende<br />

het zogenaamde Speekogtje, by de Requeste<br />

gemeld, den 22 July 1785 met een Jagt op de Maaze<br />

geweest , ter zaake van het aldaar voorgevallene , onder<br />

belofte van impuniteit, voor Scheepenen der St"d<br />

Rotterdam, ter praefentie van hun Edele Groot Mog.<br />

Gecommitteerden aldaar, als Getuigen onder eede te<br />

haoren; breeder onder de Notulen van den voorfz. 17<br />

Augusty.<br />

Is goedgevonden en verdaan , den Suppliant K. O.<br />

in dit finguliere gevat by deeze te authorifeeren, om,<br />

onder belofte van impuniteit uit naam van hun Edele<br />

Groot Mogende, drie of vier van de Perfoonen, welke<br />

geduurende het zogenaamde Speekogtje met een<br />

Jagt op de Maaze , den 22 July 1785 , in het zelve<br />

Jagt geweest zyn , wegens het geen zy lieden ter gelegentheid<br />

van dat zogenaamde Speekogtje tegen den<br />

inhoud van hun Edele Groot Mogende Publicatie van<br />

den 23 February 1785 begaan mogten hebben, en die<br />

ten dien einde door den Suppliant de gefchiktfte zullen<br />

geoorrieelt worden, ter zaake van het geen op dat<br />

zogenaamde Speekogtje voorgevallen is, voor Scheepenen<br />

der Stad Rotterdam , ter praefentie van de Heeren<br />

Gecornmirreerden, van hun Edele Gr. Mog. binnen dezelve<br />

Stad, als Getuigen onder eede te hooren.<br />

En zal Extraét dezer gegeeven worden aan den Suppliant<br />

om zig daar na te reguleeren , en gelyk Extract<br />

gezonder) aan de Heeren hun Edele Groot Mogende<br />

Gecommitteerden te Rotterdam , als mede aan Scheepenen<br />

derzelve Stad, tot hun informatie en narigt.<br />

De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft,<br />

hebben gedeclareert, dat de Heeren hunne<br />

Principaalen van gedagten waren, dat dezelve<br />

Requeste, voor zoo veel concerneerde het<br />

verzoek em authorifatie op den Suppliant , als<br />

Hoofdofficier der Stad Rotterdam , tot het verkenen<br />

van Acte van impuniteit aan drie of vier<br />

Per-


AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. 230<br />

Perfoonen , dewelke door hem het gefchiktfte<br />

zouden geoordeelt worden , en het hooren van<br />

dezelve als Getuigen onder eede, uit hoofde van<br />

de bedenkingen en reflexien, welke door hun<br />

daar omtrent by de deli beraden over gemelde<br />

Requeste geoppsrt , en door de Heeren Gedeputeerden<br />

der Stad Rotterdam nader bekragtigt<br />

waren, behoorde te werden gemaakt commisforiaal,<br />

immers en in allen gevalle geftelt in handen<br />

Van Praefident en Raaden van den Hove,<br />

om hun Edele Gr. Mog. daar op binnen den<br />

tyd van agt dagen te dienen van derzelver confiieratien<br />

en advis, hebbende wyders de gemelde<br />

Heeren Gedeputeerden zig ten aanzien van<br />

het verzoek , om dezelve Perfoonen te hooren<br />

voor Scheepenen der Stad Rotterdam , ter praefentie<br />

van de Heeren Gecommitteerden van hun<br />

Edele Gr. Mog. gerefereert tot derzelver Aantekening<br />

op de Refolutie van den 22 December<br />

1784 , en voorts aan de Heeren hunne Principaalen<br />

gereferveert het doen van zoodanige nadere<br />

Aanteekening, als dezelve zouden te raden<br />

worden.<br />

De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam<br />

hebben , ingevolge den Last van de<br />

Heeren hunne Principalen, tegen de voorfz. conclufie<br />

geprotefteert, en als nog geïnhereert hunne<br />

vorige Aauteekeningen, Protesten en Inferrien,<br />

tegen de Refolutien, op den 10 Augusty en a2<br />

December laatstleeden, met opzigt tot het voorgevallene<br />

binnen de voorfchreeve Stad genomen,<br />

met referve van zoodanige nadere Aanteekening,<br />

als de Heeren hunne Principalen zouden mogen<br />

te raade worden.<br />

De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle<br />

hebben up expreüfe Last van de Heeren<br />

hunne Principaalen gedeclareert, de voorfz. Refolvtie<br />

te coijtradiceeren , met referve van zoodanige<br />

Aanteekening als dezelve te raade zullen<br />

worden. De


84Q ÈUtt. Z A A K E N V A N 1785,<br />

Dè Heeren Gedeputeerden der Steden Enk.<br />

huyfen , Edam en Medemblik, hebben de<br />

conclufie der voorfchreeve Refolutie aangezien,'<br />

als zig in de deliberatie daar over niet ingelaac<br />

ten hebbande.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien,<br />

XCI. Misfive van de Staaten van Utrecht,<br />

omtrent het voorgevallene te Amersfoort<br />

Ingeleverd ter Vergaderinge<br />

van hun Ed. Gr. Mogende , in date<br />

31 Augustus 1785.<br />

Is geïee'sen een Misfive van de Heeren Staaten van<br />

Utrecht aan hun Edele Groot M-">g. , gefchreeven<br />

binnen de Stad Utrecht, den dezer, op laatstleeden<br />

Zondag om half elf uuren door een Boode van gemel-v'<br />

de Provincie aan den Raadpenfionaris ter hand gefteld;<br />

hier na volgende geinfereerd.<br />

Fiat infer tic.<br />

Waar op gedelibereert en Copïe van de voorfz. Misfive<br />

verzoet zynde door de Heeren van de Ridderfchap<br />

en Edelen", om dezelve in de ordre te esamjneereu,<br />

en door de Heeren Gedeputeerden, der Steden Haarlem,<br />

Delft Amfterdam, Rotterdam, Gorh civem,.Schiedam,<br />

Briellé, Hoorn, Enkhuyfen, Edam, Monnikendam en<br />

Medembhk, om daar op te verftaan de intei-te van<br />

de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Rtfolutie<br />

uitgellelt tot nadere deliberatie , en is dien oavermin.<br />

derci goedgevonden en verftaan, dat de voo*fz. Misfive<br />

zal worden geëxamineerd door de Heeren van de<br />

Ridderfchap , en verdere hun Edele Groot M"»g. Gecommitteerden<br />

tot het groot Befogne, en de Vergadering<br />

daar op gediend van derzelver confideratien en<br />

Accordeert met de voorfz. Refo'urien.<br />

Edele


Aüo, STAAT EN OORLOG. 1785. 241<br />

Edele Groot Mog. Heeren l Byzondere<br />

Goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten<br />

l<br />

T \e Heeren Onze * ordinaris Gedeputeerden<br />

ontfangen hebbende eene Misfive, gefchreven<br />

by de Heeren Regeerders van Amersfoort,<br />

houdende verzoek dat ter bewaaringe van de rust<br />

en goede order binnen haare Stad, als mede ter<br />

beveiliginge van derzelver perfoonen en die van<br />

anderen, 'en fpoedigfien zoodanige voorzieninge<br />

mogte gefchieden als meest gefchikt fcheen - om<br />

dezelven by hun wettig gezag te helpen maintineeren<br />

, en omme derzelver Deliberatien onverhinderd<br />

re konnen vervolgen , hebben dezelve<br />

Oize ordinaris Gedeputeerden zig in de onvertnydelyke<br />

noodzake gevonden, om, alzoo geene<br />

toereikende middelen in deeze Provincie ten fine<br />

voorfz. by der hand waren, Zyne Doorluchtige<br />

Hoogheid den Heere Erfitadhouder te verzoeken,<br />

eenige Militie ten fpoedigften derwaards te<br />

willen zenden, aan welk verzoek dan ook is<br />

voldaan geworden: En alhoewel ten dézen niets<br />

is verrigt, dan het geene voorkwam van de piigt<br />

der He*ren Gedeputeerden te zyn, en altyd by<br />

hun Ed. Mog, in zoodanige gevallen is gedaan<br />

geworden ; heeft deeze zaak niet te min zoo<br />

veel gerugts gemaakt , dat men heeft kunnen<br />

goedvinden vooifz. verrigte in het pubücq niet<br />

alleen te denigreeren , en rot een pretext te gebruiken<br />

, om de goede In- en Opgezetenen alomme<br />

te ontrusten, en het alzoo te doen voorkomen<br />

, even als of Wy voornemens waren 's<br />

Lands Militie te gebruiken tot onderdrukking<br />

der goede Burgeryen, ofte tot afwyzing van derzelver<br />

regtmatige klagten en bezwaaren, en op<br />

dien grond addresfen zoo in deeze als andere<br />

Provircien aan de Regeeringen te maaken , ten<br />

einde de voorfz. Militie wederom uit Amersfoort<br />

mogte vertrekken , en alzoo dia Stad aan haar<br />

eigen noodlot over te laaten.<br />

XXIX. DEEL. Q En


ft 42 AÜG. Z A A K E N V A N 1785.<br />

En of fchoon , Ed. Gr." Mog. Heeren, Wy<br />

vastelyk vertrouwen , dat de refptctive Hooge<br />

Bondgenoten nimmer aan zoodanige verzoeken<br />

zullen defereeren, immers niet voor dat dezelve<br />

van alle omüandigheden der zaaken volkomen<br />

geïnformeerd zullen zyn, en dit te minder, wanneer<br />

dezelve daar benevens zullen confidereeren,<br />

hoe zodanige geprecipiteerde Refoluden weinig<br />

zouden konnen verftrekken rot aankweeliing van<br />

de vriendnabuurlyke correfpondentie en eeuigheid<br />

tusfchen de Bondgenoten, zoo hoogstnoodzakelyk<br />

in deeze donkere en veruitzieftde tyden.<br />

Dan alhoewel Wy van den yver van UEd.<br />

Gr. Mog. voor het geraeeue welzyn in de banden<br />

van Vriendfchap en Bondgeno^tfchap, des<br />

noods, in dezen gerustelyk alle hulpe zyn yerwagtende,<br />

hebben niet te mm de zoo finguliere<br />

en 'verkeerde ii.fimulatien , waarmede het gedrag<br />

van Onze Heeren ordinaris Gedeputeerden ten<br />

dezen aan het publicq is voorge.iraagen , Ons<br />

verplicht UEd. Gr. Mog. de waare gefchapenheid<br />

dezer zaake , en wel byzonder het geene<br />

aanleiding tot de gedaane voorzieninge , volgens<br />

bericht der Heeren Regeerders van Amersfoort,<br />

heef gegeven, te moeren voordraagen.<br />

Het'kan dan aan UEd. Gr. Mog. niet onbekend<br />

zyn, dat zedert eeoigen tyd différente bewegingen<br />

binnen Onze Provincie omftaan zyn,<br />

veroorzaakt, (zoo het Ons toefebynt) door de<br />

donkerheid der tyden en de defaltres , met welke<br />

deeze Staat zedert een gtruimen tyd heeft te<br />

worftelen- gehad.<br />

Dat de voornoemde bewegingen vervolgens<br />

aanleiding hebben gegeven tot het prefenteeren<br />

van addresfen , byzonder aan de Magifbraaten<br />

der refpective Steden , houdende verzoek tot |<br />

verbeteriug van diverfe abuifen, welke zoodanige<br />

Requestranten waren voorgekomen redres nodig<br />

te hebben : Al het welke dan ook op zig<br />

zelve is voorgekomen , van veel nurrigheid te<br />

kunnen zyn, en hier omme de opmerkzaamheid<br />

der


AVG. STAAT EN OORLOG. 1785. 243<br />

der refpective Regeeringen , en ook van Ons,<br />

zedert lange heeft bezig gehouden; zoo als dan<br />

onder anderen ook, gelyk in dergelyke tydsomftaudighedeh<br />

wel meerder plaats heeft gehad ,<br />

fommige perfoonen binnen de Stad Amersfoort,<br />

onder voorwendzel eener algemeene Volksftemme,<br />

hoe zeer hun gedrag ook by een voornaam<br />

gedeelte des Volks mogt worden afgekeurd,<br />

hunne byzondere opinien , zy mogen dan recht<br />

of onrecht zyn, tragten door te dringen door<br />

het attroupeeren van eene misleide menigte,<br />

(waarvan de Heeren Regeerders aan Ons te kennen<br />

hebben gegeven, meer, dan een voorbeeld,<br />

te moeten zien daar ftellen,) in zoo verre zelfs,<br />

dat men tot bewerking daar van verfcheide Ingezetenen<br />

der gemelde Stad , onder bedreiging<br />

jvan boeten voor de terug blyvende-, heeft gedwongen<br />

by een te komen, terwyl men inmiddels<br />

zelfs avoueerde van deeze gaande gemaakte<br />

Gemeint-2 ongelukkige beiryven te vreezen, indien<br />

de Heeren Regeerders op derzelver verzoeken<br />

in hunne ordinaris Vergadering mogten delibereeren<br />

, invoege dezelven dit als toen in eene<br />

extraordinaire Vergadering hebben moeten<br />

verrigten, en hunne ordinaris Vergadering niet<br />

hebben konnen houden.<br />

• Dac men fteeds al verder gegaan zynde, eindelyk<br />

by monde van eenen Vreemdeling, welke<br />

, zedert eenige weinige maanden Burger geworden,<br />

en als een Comptoir Bediende, zonder<br />

eenig huishouden te hebben, binnen Amersfoort<br />

zig had nedergezet , had goedgevonden , openhk<br />

in den Raad der Stad Amersfoort aan te<br />

kondigen , dat men zoodanige Heeren , welke<br />

aan hec gedaan verzoek om deezen en andere<br />

perfoonen als Geconftitueeiden van de gantfche<br />

Burgery te erkennen, niet kwamen te voldoen,<br />

voor geen Reprefentanten der Burgerye meer erkende,<br />

zig aeswegens beroepende óp eene menigte<br />

ten voorfz. einde voor het Raadhuis vergaderd<br />

, en welke die perfoon goedvond zyne<br />

Q 2 Com-


244 AUG. Z A A K E N VAN<br />

Committenten te roemen , voo ts de'meerderheid<br />

des Raads , die een contrarie beiluit op<br />

deszeifo verzoek had u :<br />

tgebragt, en walker namen<br />

hy verzogt te weeten, alle gehoor/.aamheid<br />

en trouwe , tegens eed en pl.igt opzeggende ,<br />

buiten nog v ele andere bedreigt! gen , van welke<br />

gemelde Regeerders van ter zyde wierdeti<br />

gewaarfciouwd ; hebbende men de G'meinte,<br />

ten einde die dezen ftap te konnen laaten ooen,<br />

al van den beginne diets gemaakt , d;n het inlee^eren<br />

van hunne bezwaaren een verzoek behelsde<br />

ter vermindering van Accynfen , door<br />

w.lke me


AUO. STAAT EN OORLOG. 1785. 245<br />

zyn, en het herftel met het ware belang hunner<br />

Stad en Burgerye ever een komende zou Jen<br />

wórden bevo' d n<br />

Zie daar, Edele Groot Mr.fr. Heeren, de ware<br />

toedragt der zake aan U Edele Groot M >g.,<br />

als een O izer Mede-B mdgenooten opengelegd.<br />

Wy laaten nu U Edele Groot Mog. zeiven oordeelen<br />

, in hoe v:rre de handelwyze van de<br />

meergemelde Magiftraat en het gedrag der Heeren<br />

Oize ordinaris Gedepa'eerden verdient op<br />

zodanige hsterlyke en alle bornes van decentie<br />

excedeerende wyze by publieke Couranten, Reniesten<br />

en andere Papieren en S ukken te worden<br />

getanxeerd, en als ongehoord voor de geheele<br />

Natie uitgefchreeuwd, daar wy in tegendeel<br />

vermeenen , dat het zelve gedrag de goedkeuring<br />

van alle Ingezeetenen moet verdienen;<br />

zo wanneer dezelven maar met bedaartheid zullen<br />

hebben overwoogen, of 'er een Land in de<br />

Wereld is het welke kan bsttaan (men laate<br />

ftaah gelukkig zyn) in het welke de Magülaat<br />

en Overheid niet meer als Verzorgers en Befchers<br />

van de publieke rust , veiligheid en welvaaren<br />

hunner Ingezeetenen worden aangemerkt,<br />

of tot voorfz. einde met een genoegzaame veiligheid<br />

en vryheid konnen delibereeren, maar in<br />

tegendeel genoodzaakt worden , om zonder tyd<br />

verzuim al het geen fommige Perfoonen goedvinden<br />

en ovsreen gedemd hebben, als de verzoeken<br />

van de ganfche Burgerye voor te dragen,<br />

dadelyk toe te Hemmen, en te arresteeren,<br />

en dit onderwyl een goed gedeelte van dezelve<br />

Burgerye, en fimryds niet van de minft; geluel<br />

geen kennisfë dragen van dusdanige verzoeken,<br />

veel minder dezelve approbeeren en andere<br />

Ingezeetenen misleid , geheel iets anders<br />

vermeinden verzogt te worden , als waarlyk is<br />

gefchied. Wy voor Ons , Edele Groot Mog.<br />

Heeren, zien zooJanig eene manier van handelen<br />

op zyn best genomen , te zullen moeten<br />

uitkomen op een totaal verval der Ingezeetenen<br />

Q 3 en


246 AUG. Z A A K E N V A N 1785-<br />

en de goede Burgerve te moeten aftrekken van<br />

haar beroep en welvaart, en niets anders intusfchen<br />

te konnen opleeveren, dan Refolutien ,<br />

welke , met geweld opgedrongen, ook dadelyk<br />

roet het ware nut der Maatfchappy ftrydig zyn,<br />

en aan niemand bevorderlyk, ten ware mogelyk<br />

alleen aan de byzondere oogmerken van eenige<br />

weinige Bcftierders van zoodanige goede maar<br />

misleide en opgezette meenigte der Ingezeetenen ,<br />

zulks dat het Ons toefcbynt, dat de vryheid de<br />

ziel van alle deliberatien , en byzonder in een<br />

vry Gemeenebest in de Collegien der refpeilive<br />

Overheeden op de ruimde wyze behoord p!aa;fe<br />

te hebben, en alle hindernisfe daar aan weggenomen<br />

te worden, terwyl anderzins de differente<br />

Leden niet in Haat zyn, volgens hun eed en<br />

pligt, het ware wehyn hunner Ingezeetenen te<br />

bevorderen; ja begrypt men het anders, dan zal<br />

in elke Stad een Perfoon genoeg zyn, om, met<br />

authoriteit bekleed , alle de aan hem gedaane<br />

verzoeken, zondw onderfcheid te konnen legalifeeren,<br />

geheel ftrydig met den geest eener Republiek<br />

en vrve Staats Regeeringe.<br />

Wy twyfftlen dus ook geenzins, of U Edele<br />

Groot Mog. de gevolgen hier van , welke wy<br />

llegts even hebben aangeftipt, in alle haare kragt<br />

beieffende, zullen wel verre, om eenige aanleiding<br />

te geeven tot verbanning der goede ordre<br />

binnen de S ad, Amersfoort en deeze Provincie,<br />

in tegendeel allezins bereid zyn, om met Ons<br />

voor te komen, dar door onrustige Geeften ook<br />

binnen Uwer Ed. Gr. Mog. Provincie, de vrye<br />

deliberatien der refpeétive Regeeringen nier werden<br />

gehoond ofte gehoord , ten einde dezelve<br />

niet woiden gedwongen om het roer der Regeeringe<br />

te laaten varen en alles ten besten te geeven<br />

, mitsgaders aan het geval over te laaten,<br />

zoo als de Heeren Regeerders van Amersfoort<br />

in het byzonder hebben verklaard te zullen moeten<br />

doen, by aldien dezelve, van de noodige<br />

authoriteit, ontzet, huntse deliberatien niet meer<br />

vrye-


AUG. STAAT EN OORLOG. 178*. «4?<br />

vryelyk zouden kunnen vervolgen. Voorrs,<br />

Edele Groot MOR. Heeren, betuigen wy nimmer<br />

in gebreeke te znlien bevonden worden , om,<br />

ingevolge de plicht van het Boiidgenootfchap,<br />

naar Ons vermogen tot het welvaaren Onzer<br />

Mede-Bondgenooten , mitsgaders de bewaaring<br />

van derzelver wettig gezag meede te werken.<br />

Hier meede,<br />

Ed Groot Mog. Heeren , byzondere goede Vrienden<br />

, Nagebuuren en Bondgenooten , beveelen<br />

wy U Ed. Groot Mog. in de protectie van God<br />

Almagtig, dien wy bidden dezelven te conferveeren<br />

in goede en voorfpoediye Regeeringe.<br />

Gefchreeven te Utrecht den 24 Augusty 1785-<br />

Was geparapheert,<br />

A. F. GODIN J Vt.<br />

(Onder ftond)<br />

Uwer Elele Groot Mog. goede<br />

Vrienden,<br />

De Staaten van den Lande<br />

van Utrecht.<br />

(Lager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van<br />

dezelve.<br />

Q4<br />

(Was get.)<br />

H. At LAAN.<br />

XCli


»48 AUG. Z A A K E N V A N 1785.<br />

XCII» Circulaire-Misftve van Burgemeefteren<br />

en Vroedfchappen der Stad U\recht,<br />

aan de Staaten der andere Provintie.<br />

In dato 31 Augustus 1785.<br />

EDELE MOGENDE HEEREN !<br />

T"Xe Geconftitueerden van een zeer notabel aantal van<br />

\_JF 136S Burgers en Ingezeetenen iézpr S al , als<br />

mede de G> committeerden uit de ag Schutters Compagnien<br />

, hebben zig by Requ ste aan ons geadresseerd,<br />

en te kennen gegeeven, dat het gebeurde, omtrent<br />

het midden dezer maand Augustus, door het inroepen<br />

van Militie op her verlangen van de Meerderheid<br />

der Leeden van de Mapiftraar der Stad Amersfoort,<br />

en door het Collegie van de 'Heeren Hunner<br />

Edele Mog. ordinaris Gedeputeerden onzer Provintie<br />

gifecundeerd en geëff étueerd, niet anders kunnen befchouwen<br />

dan als ftrydig met de voorrechten, zoo wel<br />

als roet het belang van de Ir- en Opg^zetenen dezer<br />

Provintie, en dat voorfchreven ftap zoo eene zeer gmote<br />

verlegendhnd onder onze Burgeren heeft gecaufeerd,<br />

uit vreeze dat mogelyk een meerder aantal Troupes<br />

naar onze Provintie zoude kunnen marcheren , dar zy<br />

zig in de noodz, ak hebben bevonden, zig een en andermaal<br />

aan ons re adresf-eren, met verzoek, dat wy<br />

ons by eene circulaire Misfive san de Ho-'ge Bondge*.<br />

nooten zouden vervoegen, en op bet ernltigfte te verzoeken<br />

en te infieren , dat Hoogstdezelve, ieder zoo<br />

veel haare Provintie aangaa , wel zullen gelieven zorge<br />

te dragen , en de nodige middelen beramen, dat<br />

voortaan, immers hangende de deliberatien over de ingeleverde<br />

bezwaren, geene meerdere Müirie naar onze<br />

Provintie, veel min naar onze Stad ol Vryheid werde<br />

verzonden.<br />

Wy hebben in aanmerkinge nemende de groote confternatie,<br />

en herhaalde inftantien onzer Burgerye, ons<br />

verplicht geacht, aan het verzoek van dezelve te defereren:<br />

en neemen de vrybeid van UEd. Mog., ter gerust-


AUG. STAAT EN OORLOG. 17*5-. 24.9<br />

rustftelling van onze Burgerye , or> het vrienddykfte<br />

by dezen te imploreeren, dat het UEd. Mog. be'i^en<br />

mag, om den Heere Stadhouder en Kapitein Genera»!<br />

van UEd. Mog. Provintie aantefchryven, geene Pirenten<br />

te geven aan Militie , die ter repartitie van Hoogstdezelve<br />

gebracht zyn, en betaald worden, om te marcheeren<br />

naar deze Provintie , om daarin , het zy ten<br />

plagen Lande of in eenigen Stad of Steden , Guarnizoen<br />

te neemen of te houden , ten einde daardoor geprajvenieerd<br />

worde, dat aeene Troupes meer naar het<br />

territoir of naar de grenzen van onze P'ovintie, veel<br />

min naar onze Stad of derzelver Vryheid, marcheren.<br />

Alsmede, dat het UE s<br />

. Mog, v rder gelieven zal,<br />

met ons te coöpereeren , dat over 's Lands K'yesvoik<br />

nier willekeurig worde gedisponeerd, en hetzelve althans<br />

nimmer worde gebruikt tot intimineering, en gcvolglyk<br />

tot fmoringe van de tedelyke Volksftem der<br />

goede Burgeren, In- en Opgezetenen dezer Republiek.<br />

Wy mogen niet nalaten, UEd. Mog. te doen rernarqueren<br />

: dat wy ten eenemrale ignorant zyn geweest<br />

van de convocatie van het C>Hegie der Heeren ordnaris<br />

Gedeputeerden op Zaturdag den 13 dezer des<br />

avonds laat, en van het geene aldaar voorgevallen en<br />

beflooten is geworden , en dat wy derhalven geen deel<br />

hebben in 't verzoek van Patenten aan Zyne DJOH.<br />

Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder, om eenige<br />

Militie naar Amersfoort te zenden, gedaan; ja, dat<br />

onze Heeren Burgemeefteren finaal geprotesteerd hebben<br />

tegens het verleenen van attachés, terwyl wy van<br />

begrip zyn, dat de tegenwoordige tydsomftandigheden<br />

geene inneeminge van Krygsvolk aanraden.<br />

Gelyk wy ook voor UEd. M ig. niet willen verbergen<br />

, dat wy in geene deelen ons confent gedragen hebben<br />

in het arresteeren der Misfives, welke aan UEd.<br />

Mog. in naam der Heeren Staaten onzer Provintie gedepecheerd,<br />

en by UEd. Mog. mogten ontvangen zyn;<br />

integendeel, dat onze Gecommitteerden de Conclufïe,<br />

des aangaande ter Staatsvergaderinge genomen, geo'doqueerd<br />

, en onze aantekening tegen dezelve gerefereerd<br />

hebben; vertrouwende derhalven, dat UEd. Mog. den<br />

voorflag dier Misfive, mer het geene verder by dezelve<br />

Q J mog-


*50 AH*. ZAAKE'N V A N 1785.<br />

jnos^e zyn geavanceerd, aan ons niet zullen toekennen,<br />

maar integendeel eene favorable reflectie liaan, op<br />

het geene wy by deze de eere hebben UEd. Mog. op<br />

hnt vriendelykst en ernftigst te verzo-ken.<br />

En hiermede deze b-fluitende, beveelen wy UEd.<br />

Mog, in de befcherminge des Allerhoogllen en blyven<br />

EDEL MOGENDE "HEEREN!<br />

UEd. Mog. zeer goede Vrienden.<br />

Burgemeefteren en Raaden in de Vroedfchap<br />

der Stad Utrecht.<br />

Ter Ordonnantie van dezelve.<br />

Utrecht den (Was get.)<br />

3» VS»<br />

I785. J. W. DE RUEVER.<br />

XCIIf. Brief aan Zyne Doorl. Hoogheid den<br />

Heer Prins Erfftadhouder, van de<br />

gezworene Gemeente van Hattem. In<br />

dato . . Augustus 1785.<br />

BOORLUGTIGSTE EN HO0GGEBO0REN FURST EN<br />

HEERE!<br />

y hebben ons zeer vereerd gevonden met het ant­<br />

W woord van Uwe Doorl. Hoogheid aan onze ge*<br />

eerbiedigde Magiflraat , in dato den eerften Maan dezes<br />

jaars , op onze remonftrantie van den 29 January<br />

deszei ven jaars, en welker inhoud door Haar Wel Ed.<br />

en Achtb. ons is gecommuniceerd geworden ; niet kunnende<br />

nalaaten by dezen onze verpligting ten hoogften<br />

te betuigen voor de goede attentie, welke Uwe Doorl.<br />

Hoogheid gunïtig hierop hebt gelieven te flaan. ——<br />

Wy hebben ons van tyd tot tyd gevleid , dat , wanneer<br />

de berigten der abfente Magiltraats-Leden zouden<br />

zyn


AUC. STAAT EN OORLOG. 17^ 2 J I<br />

zyn ingekomen, Uwe Doorl. Hoogheid alsdan 00. v<br />

der de nodige voorzieninge naar Hoogstdeszelfs<br />

raad zoude in het werk gefteld hebben , om aan dv<br />

billyke en op wetten fteunende begeerte onzer Burgerye<br />

te voldoen , en twyfelen nog geen oogenblik aan de<br />

goede geneigtheid van Uwe Doorl. Hoogheid desaangjande<br />

5 maar blyven alsnog in die verwagting , van<br />

deze onze gegronde bezwaren eerstdaags door Uwe<br />

Doorl. Hoogheids wyze voorzieninge ten beste en tot<br />

genoegen der Burgerye beftierd te zien: — Dan vinden<br />

ons thans in de dringende noodzake[ykheid in 'c<br />

tegenwoordige geval, met alle verfchuldigde eerbied en<br />

hoogagring , ons weder tor Uwe Doorl. Hoogheid te<br />

wenden , daar het de Goddelyke Voorzienigheid behaagd<br />

heeft , onzen zeer geagten Burgervader , den<br />

Heer Borchard Johan Daendels, Schepen dezer Stad,<br />

ti t onze innige zielen fmerte op den 14 dezer door den<br />

dood van ons weg te rukken, waar door een Schepens<br />

plrats is komen te vaceeren , van welke Uwe Doorl.<br />

Hoogheid , volgens het Reglement op de Regeering<br />

dezer Provincie van 1750, de electie competerende is.<br />

— Zoo zy het ons vergund nogmaals aan Uwe Doorl.<br />

Hoogheid allereerbiedigst te verzoeken, Hoogstdeszelfs<br />

attencie op de by gevoegde (lukken van onze vorige re«<br />

monftrantie (beltaande in een Extract-Refolutie van<br />

Raad en Meente , in dato 13 February 1659, en een<br />

dito van 7 Maart 1710 , en de daarop gevolgde bekragtiging<br />

van die laarstgemelde Refolutie door de<br />

Landfchap , in dato 26 April 1723.) gelieve te vesti»<br />

gen, en in dit tegenswoordige geval, geen ander Perfoon<br />

in deze vacature te ftellen, dan die volgens Lands<br />

en Siacis Wetten , couform gemelde Reglement van<br />

Regeering, daartoe is gequalificeerd, die vereischte Re*<br />

quifnen bezit , en onze Burgerye aangenaam is, ——-<br />

Ja, fchoon wy niet zouden kunnen of mogen fustineren<br />

, eenig regt tot nominatien of recom mandaden te<br />

hebben: zoo kunnen wy egter onze vierige wensch en<br />

begeerte , zoo uit hoogagting voor onzen overledenen<br />

Regent, als voor deszelfs Nakroost, geenzints voor<br />

Uwe Doorl. Hoogheid verbergen, maar, daar ons de.<br />

zelve fterk ter harte gaau , verichaft zulks vrymoedigheid


2 5 2 A-ö. Z A A K E N V A N i 78y.<br />

. e5^ ons te uiten , dat niets onze fmerte en verlies<br />

,.erder zoude kunnen verzagren, ^an dat wy den ouditen<br />

Zoon des Overledenen, den Heer en Herman<br />

Willem Daendehy zyn Vaders voertlappen mog en zien<br />

drukken, en deszelfs plaats vervullen, en durven vryelyk<br />

reponderen, dat dit dezelve wensch van byna onze<br />

gantfche Burgerye is. — Te meer hierop hoopen<br />

wy, daar onze Burgerye zig nog misnoegt bevind wagens<br />

de bezwaren tegen drie in onze vorige Remonftrantie<br />

gemelde Heeren, waarvan het egter verre zy,<br />

dat wy de directe oorzaak aan Uw: Doorl Hooghe d<br />

zouden willen toekennen , dan wel aan de abuüve ii><br />

formatien , welke Uwe Doorl. Hoogheid by het do^n<br />

der electie van twee derzelver zyn te voren gekomen.<br />

— Wy zyn dan in een vast vertrouwen , dat Uwe<br />

Dood. Hoogheid aan deze billyke begeerte van ons,<br />

en de gantfche Burgerye , wel zal gelieven te defereeyen,<br />

waartoe wy Uwe Dood. Hoogheid nedrig bidden.<br />

— Hierdoor zouden alle onlusten, welke zomtydg uit<br />

het misnoegen der Burgerye zouden kunnen ontdaan ,<br />

voorgekomen worden. — Wy hebben 't ook van onzen<br />

phgt geagt, van den inhoud dezes aan de Magiftraat<br />

dezer Siad kennis te geven , gelyk nog voor de<br />

afzendinge dezes (laat te gefchieden. ——- Terwjl wy<br />

verders Uwe Doorl. Hoogheid in Gods Heilig: protectie<br />

aanbevelen, en verbiyven<br />

DOOR LUC TIGSTE HOOGGEBOREN FORST EN HEERE !<br />

Uwe Doorl. Hoogheids onderdanige<br />

en gehoorzame. Dienaren.<br />

De gezworen Gemeente der Stad<br />

Hattem.<br />

Ter ordonnantie van dezelve.<br />

(Was get.)<br />

BAR ENT ENGELENBERG,<br />

oudfte Verordent, by abfentie<br />

van den Prefident.<br />

j. H. VAN DYK, Scriba.<br />

XCIV.


AUG» S T A A T E N O O R L O G . i?8y. ajj<br />

XCIV. Request van twee Officieren aan de<br />

Eaeie Mogende Heeren Gedeputeerde<br />

Staaten 's Lands van Utrecht.<br />

In dato . . Augustus 1785.<br />

Geeven met verfchuldigde eerbied te kennen , de Ondergeteekenden<br />

Ritmeefter Titulair en Cornet Effectief,<br />

en de Lieutenant Titulair en Cornet Efftftief,<br />

dienende beide by de Compagnien Cavallerié, in dienst<br />

van UEd. Mog., thans in Guamizoen alhier, hoe zy<br />

Ondergeteekenden door publieke geruchten zyn gein-,<br />

formeert., dat ter vereffening van gefchillen tusfchen de<br />

Reg ering en Bu-gery der Stad Amersfoort , aan eenige<br />

Regimenten ordre zoude gegeeven zvn, naar voorio<br />

ende S ad te marcheeren; dat zy Stippliau :en als<br />

% Lands Dienaaren , onbevoegd zyn over de waarheid<br />

of' onwaarheid deezer geruchten, zo wel als over den<br />

aart des gefchils , tusfchen Regenten en Burgery der<br />

voornoemoe Stad, eenig oordeel te vellen: dah dat zy<br />

Supplianten de vryheid neemen rondborltig aan UEd.<br />

Mo}, te declareereti, dat het met hun geweeten zoude<br />

itryden,, zich in Burgertwisten te moeten mengen;<br />

weshal 'en zy zich reipectueufelyk tot UEd. Mog. wenden,<br />

fmeekende, dat het UEd. Mog. mooge behaagt<br />

n, hen dadelyk hunne demisfie te accordeeren en<br />

buiten dienst te ftellen ; dat door de zo haas.iniyk en<br />

van uur tot uur vermeerderende geruchten , de Supplianten<br />

in de onmogelykheid zyn , 'zich communi firma<br />

aan Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Kapitein-<br />

Generaal te kunnen adiesfeeien, om welke redenen zy<br />

de vryheid genomen hebben, zich aan UEd. Mog. direct<br />

te adresfeeren; doch indien onverhoopt UEd. Mog.<br />

het accor.ee en van du hun verzoek mogten aifïïculteeren<br />

, het aan UE I. Mog. gunftig moje behagen, de<br />

Supplianten van den d enst te dispenf.-ereu , LOC dac<br />

hunne demisüé communi forma door Zyne Doorlucntige<br />

H'O^heiJ den H:=re K puein-G;neraal moge geaccordeert<br />

zy; 1<br />

. t W-Ik doende enz.<br />

(WaS gU.) J. A. D AVERHOULT.<br />

B. H. VAN DER WïCK.<br />

XCV.


254 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

XCV. Misfive van Burgemeefteren en Vroedfchappen<br />

der Stad Utrecht, tot fa-<br />

Vorable reflectie op hit verzoek daar<br />

hy vervat, raakende de Militie, en<br />

betreffende het voorgevallene teA mers •<br />

loort. Ingebragt ter Vergaderi ge<br />

van hun Ed. Gr. Mogende; in dato<br />

1 September 1783.<br />

y~%r!tfangen een Misfive van Burgemeefteren en Raaden<br />

in de Vroedfchap der Stad Utrecru, gefchreeven<br />

aldaar den 31 der voorleede maand, tot lavorable<br />

reflectie op het verzoek daar in vervat, en hier na geiniereer'.<br />

Fiat infcrtio.<br />

Waar op gedelibeert, en Copie van de voorfz. Misfive<br />

verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap<br />

en Edelen , om dezelve in de Ordre te examtneeren,<br />

en door de Heeren Gedeputeerden der Steden , Haarlem<br />

, Delft, Amfterdam, Rotterdam, Gorinchem , Schiedam,<br />

Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam , Monnikendam<br />

en Medembiik, om daar op te verftaan de intentie<br />

van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale<br />

Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie ; en is .dien<br />

onverminderd goedgevonden en verftaan, dat de voorfchreeve<br />

Misfive zal worden geëxamineerd door de<br />

Heeren van de Ridderfchap, en verdere hun E iele Gr.<br />

Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de<br />

Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien<br />

en advis , en zyn voorts by de voorfz. geleegentheid<br />

~de Heeren Gecommitteerde Raaden verzogt, om in gevolge<br />

hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 11<br />

Augustus 1784, Hoogstdezelven ten fpoedigften te berigten<br />

nopens de praétycq, die omtrent het werk van<br />

de Patenten in deeze Provincie plaats heeft.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />

EDE-


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 255<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />

De Geconftitueerden van een zeer notabel<br />

aantal van 1368 Burgers en Ingezeetenen<br />

deezer Stad, als meede de Gecommitteerden uit<br />

de agt Schutters Compagnien htbben zig by Requeste<br />

aan ons geaddusfeerd en te kennen gegeeven<br />

dat het gebeurde omtrent het midden<br />

deezer maand Augustus door, het inroepen van<br />

Militie op het verlangen van de meerderheid der<br />

Leden van de Magiftraat der Stad Amersfoort<br />

door het CoJlegie van de Heeren hunner Ede'e<br />

Mog. ordinaris Gedeputeerden onzer Provincie<br />

gekcundeert en geëffeCtueert, niet anders kunnen<br />

b-fchouwen dan als lfrydig met de voorreg'en<br />

zoo wel als met het belang van de Inen<br />

Op^ezeetenen deezer Provincie, en dir voorfz.<br />

Pap zoo eene zeer gruote verleegenheid onder<br />

O! ze Burgerye he ft gecaufeerr, uit vreeze, dac<br />

mogelyk een meerder aantal Troupes naar onze<br />

Provincie zou'e kunnen marcheeren. Dat zy *<br />

zig in de noodzaak hebben gevonden een en ander<br />

maal aan ons te addresfeeren, met verzoek,<br />

dat wy ons by eene circulaire Misfive aan de<br />

hooge Bondgenooten zouden vervoegen , en op<br />

hei eruftigfie te verzoeken en te infieeien , dat<br />

Hoogstdezelve ieder zoo veel haare Provincie<br />

aangaat , wel zullen gelieven zorge ie draagen ,<br />

en de nodige middelen beraamen, dat voortaan,<br />

immers, hangende de deliberatien over de ingekeverde<br />

bezwraren geene meerdere Militie naar<br />

onze Provf.cie veel min naar onze Stad of' vryheid<br />

werde verzonden.<br />

Wy hebben in aanmerkinge neemende de groote<br />

coufternaiie en herhaalde 11 ftamnn onzer Burg<br />

r>e , ons verpligt geagt aan het veiz.iek van V '<br />

dezelve te dsfereeren , en neemen de vryheid<br />

1<br />

van U Edele Gr. Mog., ter gerustileiiing van<br />

on^e Burgerye op her vriendelykfte by dteze te<br />

imploreeren, dat het U Edele Gr. Mog. behaageu<br />

mag om den Heere Stadhouder en Capitein<br />

Ge-


256 sarr. Z A A K E N V A N 1785.<br />

Generaal van U E^ele Groot Mog. Provincie<br />

aan te fchryveu , geene Patenten te geeven aan<br />

Militie , die ter repartitie van Hoogstdezelve<br />

gebragt zyn en beraald worden , om te marcheeren<br />

naar deeze Provincie , om daar in het<br />

zy ten platten Lande of in eenige Stad of Steden<br />

, Guarnifoen te oeemen of te houden , ten<br />

einde daar door gepraevenieert werde , dat geen<br />

Troupes meer naar het Territoir of na de Grenzen<br />

van onze Provincie , veel min naar onze<br />

Stad of derzelver vryheid marcheeren: als meede<br />

dat het U Edele Groot Mog. verder gelieven<br />

zal met ons te c öpereeren dat over's Lands<br />

Krygsvolk niet willekeurig werde gedisponeert<br />

en het zelve althans nimmer worde gebruikt tot<br />

intimdeering en gevolgelyk tot fmooringe van de<br />

reedelyke Volksftem der goede Burgeren , Inert<br />

Opgezeetenen deezer Republicq.<br />

Wy mogen nier nalaaten U Edele Groot Mogende<br />

te doen remafqueeren j dat wy ten eenemaal<br />

ignorant zyn geweest van de Convocatie<br />

van het Collegie der Heeren oidinaris Gedeputeerden,<br />

op Zaturdag den 13 deezer des avonds<br />

laat, en van het geene aldaar voorgevallen en<br />

bellooten is geworden , en dat wy derhalven<br />

j


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 257<br />

mitteerden de Conclufie des aangaande ter Staatsvergadering<br />

genoomen , geob^queert en onze<br />

Aanteekeningen tegen dezelve gereferveert hebben,<br />

vertrouwende derhalven, dat ÜE.fele Gr.<br />

Mog. den voorllag dier Misfives met het geen<br />

verder by dezelve mogte zyn geavanceert , aan<br />

ons niet zullen tóe kennen , maar in tegendeel<br />

eene favorable reflexie liaan op het geen wy by<br />

deeze de eèr hebben ü Edele Groot Mog. op<br />

het vriendelykfte en ernftigst te verzoeken.<br />

En hier meede deeze benuttende, beveelen<br />

wy U Edele Groot Mogende in de befcherminü<br />

der Allerhoogüte en blyve.<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN]<br />

(Onder ftond)<br />

U Edele Groot Mog. zeer goede<br />

Vrienden, •<br />

Burgemeefterérï en Raaden in de<br />

Vroedfchap der Stad Utrecht.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van<br />

dezelve.<br />

Utrecht den (Was get,)<br />

31 Aug.<br />

17 8<br />

5' J. W. DE UüEVER.<br />

XXIX. DEEL. R XCVTI.


s 58 SEPT. Z A A K E N V A N 1785;<br />

XCVI. Misfive van Zyne Hoogheid, omtrent<br />

de nieuwe Vaandels en Ringkragen<br />

dér Officieren van het Regiment<br />

Hollandfche Gardes te Voet.<br />

In dato I September'i?$S'<br />

ntfansen een Misfive van Zyne Hoogheid den<br />

Se Priuce van Orange , gefchreeven m den<br />

Olaaoe OP heedèn; verzoekend! geinformeert te worden<br />

van g<br />

han Edele Gr. Mog. Intentie , nopens het geen<br />

roosstdeX gelieven dat op de nieuwe Vaandels van<br />

het Sm nt Hollandfche Gardes te Voet zal werden<br />

ïefchiK; en concernerende mede de Ringkragen der<br />

OfficSfwn het voorfchreeve Regiment; hier na breder<br />

geinfereert.<br />

Fiat infertio.<br />

Waar op gedelibereert zynde , ingoed gevonden en<br />

verftaan dat Copie van de voorlz. Mishve zal worden<br />

l Le ven' a n de Leden, die zig op de Mishve van de<br />

Hferen Gecommitteerde Raaden over Je Vedels<br />

voor de Lyfgardes van hun Edele Groot Mog. van<br />

de^ 29Juny iLtstleeden, nog niet hebben geexpli eert<br />

om daar op zoodanige reflexie te maaken als bevinden<br />

zullen te behooren.<br />

Accordeert met de vooifz.<br />

Refolutien.<br />

EDE-


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 259 ,<br />

EBEI.E GROOT MOGENDE HEEREN, BYZON-<br />

DERE GOEDE VRIENDEN.<br />

Zoo ras wy geinformeert zyn geweest, dat<br />

ter Vergadering van Uwe Edele Gr. Mog.<br />

was yoorgedraagen, om het Regiment Hollandfche<br />

Gardes te Voet van nieuwe Vaandels op<br />

*s Lands kosten te voorzien , hebben wy order<br />

gefield om met het maaken van nieuwe Vaan»<br />

deïs, welke reeds voor dat Regiment befteld<br />

waren , te fuperfedeeren; Wy hebben zedert vernomen<br />

dat by meest alle de Leden van Uwe<br />

Edele Gr. Mog. Vergadering confent is gedraagen<br />

in het beraalen van die Vaandels, doch teffens<br />

dat by dezelve bedenking was gevallen omtrent<br />

de wyze, op welke dezelve gefchildert zyn<br />

geweest zedert den jaare 1750 , namentlyk dat<br />

op dezelve ftaat, aan de eene zyde ons Wapen<br />

en aan de andere ons Cy'ffer.<br />

Wyl niets ons meer ter harte gaat, dan aan<br />

de intentie van Uwe Edele Gr. Mog. te voldoen<br />

, zoo hebben wy nodig geagt, Uwe Edele<br />

Gr. Mog. te informeeren, dat ook op de<br />

Ringkragen der Officieren van het voorfz. Regiment<br />

ons Wapen geftaan heeft, mede zedert den<br />

jaare 1750, zoö als ook te dier tyd ons Wapen<br />

heeft gedaan op de Grenadiers Mutfen, de Patroontasfen<br />

en de Trommels, doch dezelve zyn<br />

op onze ordre daar van afgenomen zedert den<br />

jaare 177a , ingevolge van ons Reglement voor<br />

de Infanterie van den 28 February 1772, waar<br />

by bepaald is, dat de Mutfen van Beerevellen<br />

zonder Plaaten , de Ringkraagen van glad Zilver,<br />

de Patroontasfen en Trommels mede ellen<br />

moeten zyn volgens het model dat wy toen gegeven<br />

hebben ; Wy zouden ook de Ringkragen<br />

van het Regiment Hollandfche Gardes te Voet.<br />

op die tyd hebben doen veranderen , ware het<br />

niet dat wy tot menagement van kosten voor<br />

de Officieren gepermitteerd hebben , dat zy by<br />

continuatie gebruik maakten Van de Ringkragen<br />

Ra<br />

1<br />

dis


26o SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

die zy hadden; Wy waren van intentie om thans<br />

ordres te geven tot verandering der Ringkragen,<br />

en om dezelve te laaten maaken volgens het model<br />

, door ons aan de Infanterie van den Staat<br />

gC<br />

Doch vernemende de deliberatien byUwe Edele<br />

Groot Mogende omtrent de Vaandels van het<br />

meergemelde Regiment, hebben wy met willen<br />

afzyn Uwe Edele Groot Mogende daar van kennisfe<br />

te geeven , en dezelve te verzoeken , om<br />

ons wel te willen informeeren van derzelver intentie<br />

, nopens het geene dezelve geheven dat<br />

op de nieuwe Vaandels van het Regiment Hollandfche<br />

Gardes te Voet zal werden gefchildert;<br />

zullende wy de Ringkragen, volgens het model<br />

aan alle de Regimenten Infanterie gegeven, laaten<br />

maaken, in verwachting, dat zulks contorm<br />

de intentie van Uwe Edele Groot Mogende zal<br />

zyn doch indien het zelve niet volgens Uwe<br />

Édele Groot Mogende intentie zoude zyn, verzoeken<br />

wy daar van te worden geïnformeerd,<br />

op dat wy dien conform de nodige ordres aan<br />

het voorfchreève Regiment kunnen doen toekoo-<br />

m e n<br />

* Waar meede,<br />

Edele Groot Mogende Heeren, byzonder e goede<br />

Vrienden, Wy Uwe Edele Groot Mog. beveelen<br />

in Gods heilige protectie.<br />

(Onder ftond")<br />

Uwer Ed. Gr. Mog. Dienstwillige<br />

Dienaar,<br />

(Was get.)<br />

W. FR. V. ORANGE.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van Zyne<br />

Hoogheid.<br />

In 's Hage den Gecontrafigneert,<br />

I Sept. 1785. T. J.DE LARREV.<br />

XCVII,


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 261<br />

XCVII. Refolutien dar Staaten van Overysfel,<br />

raakende het emploi van Militie. In<br />

dato 3 September 1785.<br />

Gerefolveerd, om provifioneel aan de commanderende<br />

Officieren van de Militie, (taande ter repartitie<br />

van deze Provintie , thans in Amersfoort guarnifoen<br />

houdende , te gelasten , zig in de verfchillen ter dier<br />

Stede, tegenwoordig tusfchen de Leden van Regeeringe<br />

onderling , als mede tusfchen een gedeelte der Regeeringe<br />

en het lighaam der Burgery fubfifteerende,<br />

niet te laaten emploieeren, en om aan die der verdere<br />

Militie, ter repartitie als boven , aan te fchryyen , om,<br />

ingevalle zy eenige ordres mogten ontvangen hebben,<br />

om zig mede naar die Stad te begeven, zig mede in<br />

de voorfchreven gefchillen niet te laaten gebruiken, met<br />

last om hier van aan hunne onderhebbende Officieren,<br />

ipeciaal aan die geenen , welke eenige detachementen<br />

mogten commandeeren, daar van kennis te geven, om<br />

zig hierna re reguleeren , en voorts om van deze Refolutie<br />

by Misfive kennis te geven aan den Heer Kapitein<br />

Generaal, met bygevoegde requifitie, om voortaan<br />

naar gemelde Stad Amersfoort, of andere Plaatfen<br />

van de Republiek , waar dergelyke gefchillen mogten<br />

plaats hebben of ontftaan, geen troepen, ter repartitie<br />

van deze Provintie (taande , te doen maicheeren , of<br />

ook aan zoodanige Militie, als biunen de voorfchreven<br />

Stad Amersfoorr, of zoodanige andere Plaatfen, als boven<br />

vermeld, guarnifoen houden, geenerhande ordres,<br />

betrekkelyk tot zulke verfchillen, te geven buiten voorgaande<br />

deliberatie en confent van Ridderfchap en Steden<br />

; als mede eindelyk , om van al het voorfchreven<br />

by extract aan de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit<br />

kennis te geven, tot derzelver narigt en informatie.<br />

By de tweede Refolutie zyn de Heeren ordinaris Gedeputeerden<br />

gelast, om, wanneer Patenten mogten ontvangen<br />

, op eene der drie Steden houdende , dezelve<br />

niet te tekenen , alvorens aan de Magiftraat van zoodanige<br />

Stad daar van kennis hebaen gegeven ,j,en_van<br />

R 3 de-


262 SEPT. Z A A K E N V A N 1785,<br />

dezelve antwoord ontvangen , dat de Militie , in dat<br />

Patent vermeld, daar ter plaatze aangenaam zal zyn.<br />

XCVIII. Voorziening by Publicatie tegen attroupeeringen,<br />

infolentie en geweld<br />

in den Haag. In dato 8 September<br />

1785.<br />

T\e Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, heb-<br />

\_Jf ben ter Vergadering voorgedraagen , dat zy met<br />

leedweezen en verontwaardiging vernoomen haaden cle<br />

geweldaadige oploop, en verregaande zaamenrotungen,<br />

die 'er op laatstleeden Zondag den 4 deezer, alhier in<br />

den Haag, by herhaaling hebben plaats gehad;<br />

Dat, offchoon zy niet konden bepaalen , wat daar<br />

van de waare oorzaak mogt geweest zyn, het nogtans<br />

van alle kanten bleek , notoir en zeeker te weezen,<br />

dat niet alleen de veiligheid en rust deezer Plaats, op<br />

eene ftrafbaare wyze gedoord, en 'er by dte geleegenheid<br />

met 'er daad publicq geweld gepleegd is, maar<br />

dat ook het gemelde Oproer een en andermaal herhaald<br />

zynde , verfcheidene uuren agter ecu geduurd heeft,<br />

eer hec zelve volkomen is gecesfeerd.<br />

Dat zy Heeren Gedeputeerden meenden, dat, om<br />

de dangereufe gevolgen, die hier uit- zouden kunnen<br />

nrcflueeren, by tyds voor te komen, en de pubucojue<br />

veiligheid deezer Plaats voor allen en een legelyk te<br />

herftellen en te conferveeren ; en om in het byzonder<br />

de reüdentie van hun Edele Gr. Mog. tegen alle geweld<br />

eu overlast te fecureeren, het van de uitrerlta<br />

noodzaakelykheid zoude zyn, dat hun Edele Groot<br />

Mo


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 2Q3<br />

En dat zy Heeren Gedeputeerden zig mits dien indispenfabel<br />

verpligt gevonden hadden , aan hun Edele<br />

Groot Mog. in conlideratie te geven, of Hoogstdezelve<br />

niet zouden kunnen goedvinden, eene Publicatie te<br />

arresteeren en te emaneeren, waar by alhier in den.<br />

Hage alle attroupeeringen op zwaare pcenaüteit worden<br />

verbooden, en geftatueerd, dat alle infolentien en<br />

geweld , aan wien het ook zyn mooge, in zyn Perfoon,<br />

Huizen, of Goederen alhier gepleegd wordende,<br />

ten ltrengften aan den Lyve en zelfs, naar bevind<br />

van zaaken, met de Galg zullen worden geftrafr;<br />

Voorts Heeren Gecommitteerde Raaden te qualificeeren<br />

en te gelasten , om naauwkeurig onderzoek te<br />

doen , wat de oorzaak mooge geweest zyn , dat het<br />

gemelde Oproer hier ter Piaatze zo lang ongeftoord<br />

heeft kunnen aanhouden, op wat wyze de Justitie<br />

werkzaam is geweest, om de rust te herftellen , en<br />

welke middelen tot confervatie van de veiligheid alhier,<br />

verder zouden kunnen werkftellig gemaakt worden<br />

; en om van dit alles aan hun Edele Groot Mogende<br />

Rapport te doen , ten einde zoodanig nader te<br />

kunnen refolveeren , als bevonden zal worden te behooren,<br />

En eindelyk nog by provifie dezelve Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden, te qualificeeren en te gelasten, om,<br />

hangende de deliberatien van hun Edele Groot Mog.,<br />

van tyd tot tyd alhier door den Hage de nodige Patrouilles<br />

te laaten doen, om alle onbehoorlyke zamenrottingen<br />

te beletten , mitsgaders de overtreeders van<br />

gemelde Publicatie op te ligten, eri onder bewaaring<br />

van Gecommitteerde Raaden te ftellen.<br />

Waar op gedelibereert en de Heeren Gedeputeerden<br />

der Stad Haarlém voor derzelver attentie en iever voor<br />

de hoognoodige herftelling en mainten der rust, bedankt<br />

zynde, is, conform het voorfz. geproponeerde<br />

goedgevonden en verftaan, eene Publicatie te arresteeren<br />

en te emaneeren, waar by alhier in den Hage alle<br />

attroupeeringen op zwaare pcenaliteit worden verboden,<br />

en geftatueert, dat alle infolentien en geweld, aan<br />

wie het ook zyn moge , in zyn Perfoon, Huizen of<br />

Goederen alhier gepleegt wordende ten ftrengften aan<br />

R 4 den


a6* SEPT. Z A A K E N V A N<br />

'den Lyve, en zelfs , naar bevind van zaken met de<br />

Galg zullen worden geftrafr.<br />

En is voorts goedgevonden en verftaan de Heeren<br />

Gecommitteerde Raaden by deeze te qualificeeren en<br />

te gelasten, om naauwkeudg onderzoek te doen , wat<br />

de oorzaak moge geweest zyn, dat het gemelde Oproer<br />

hier ter Plaatze zoo lang ongeftoort heeft kunnen<br />

aanhoud;n j op wat wyze de juflitie werkzaam, is geweest<br />

om de rust te herftellen; en welke middelen tot<br />

confervatie van de veiligheid alhier verder zouden kunnen<br />

werklteilig gemaakt worden ; en om van dit alles<br />

aan hun Edele Groot Mog. Rapport te doen, ten einde<br />

zodanig nader te kuunen refolveeren , als bevonden<br />

zal worden te behooren.<br />

En worden eindelyk nog by provifie de voorfz. Heeren<br />

Gecommitteerde Raaden by deeze geqnalificeert en<br />

gelast, om hangende de deltoeratien van hun Edele<br />

Groot Mog. van tyd tot tyd alhier door den Hage<br />

de nodige Patrouilles te laaten doen , om alle onbehoorlyke<br />

zaamenrottingen te beletten, mitsgaders de<br />

overtreeders van gemelde Publicatie op te ligteti , en<br />

onder bewaring van de Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

te ftellen.<br />

De Heeren van de Ridderfchap en Edelen,<br />

hebben het Point der voorfz. Refolutie,<br />

nopens het laaten doen van Patrouilles, zoo als<br />

die is leggende, aangezien.<br />

Donderdag den 8 September 1785.<br />

Des avonds ten acht uuren.<br />

De Raadpenfionaris heeft leclure gedaan van een<br />

Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden,<br />

gefchreeven in den Haage op heeden, en die aanleiding<br />

tot deeze extraordinaire byeenkomst van hun Edele<br />

Groot Mog. heeft g-geeven, concerneerende het<br />

voorgevallene in het Collegie van dezelve Heeren ter<br />

geleegentheid der geftelde ordres omtrent het uitzenden<br />

van Patrouilles, uit kragte der Refolutie heeden daar<br />

omtrent by hun Edele Groot Mog. genoomen , breeder<br />

in de navolgende Misfive vervat.<br />

EDE-


SEPT» STAAT EN OORLOG. I?8J. t öj<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />

Ingevolge en ter voldoeninge van de Refolutie<br />

door U Edele Groot Mog. op de propofitie<br />

van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlenij<br />

heeden, zonder refumtie, genoomen, hebben<br />

wy aanftonds, na het fcheiden van U Edele<br />

Groot Mog. Vergadering, den Officier, commandeerende<br />

de Hoofdwagt, voor ons ontbooden,<br />

en van denzelven dè fubfifteerende ordres<br />

omtrent het uitzenden der Patrouilles , afgevraagd<br />

, waar omtrent wy van denzelven zyn<br />

ooderrigt geworden, dat alle avonden, en twee<br />

maal des nagts, Patrouilles, op ordre van zyne<br />

Hoogheid, worden uitgezonden , en dat dezelve<br />

by extraordinaire omfiandigheeden, meede<br />

op Hoogstdeszelfs ordres, worden vermeerderd!<br />

Wy hebben, daar op, de gemelde Officier *<br />

conform aan het fpeciaal goedvinden van U Ed.<br />

Groot Mog. gelast, dagelyks tegen hec vallen<br />

van den avond, Patrouilles uit te zenden, en<br />

daar meede van uur tot uur te contiKuee'ren,<br />

tot 's morgens ten zes uu^en, en daar van aan<br />

den Generaal Sindoz kennis re geven, ten einde<br />

des noods , daar toe de Wagc te verdubbelen,<br />

mitsgaders, om, by aldien attroupementen<br />

van menfchen , of molestdoende lieden moeten<br />

worden gevonden, de daar aan fchuldigen in de<br />

Hoofdwagt op te brengen, en ons daar van kennis<br />

te geeven; het welk door denzelven Officier<br />

is aangenomen ; waarmeede wy ons verbeelden<br />

aan ü Edele Groot Mog. intentie te zullen hebben<br />

voldaan.<br />

Dan heeft zyn Hoogheid de Heer Prins Erf.<br />

Itadhouder, kort daar na verzogt, dat ons Collegie,<br />

het welk , na het geven der gemelde ordres<br />

gefcheiden was , wederom mogt vergade.<br />

ren, en, in het zelve gecompareerd zynde heeft<br />

aan ons te kennen gegeeven, dat over het flei.<br />

Jen van die ordres zeer was gefurpreneerd , na.<br />

dien door Hoogstzelve , als Erf-Gouverneur en<br />

R<br />

5 Ca-


s6ö" SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

Capitein-Generaal deezer Provincie , alle de' ordres<br />

voor de Militie, zoo wel als door Hoogstdeszelfs<br />

Ptcedecesfeuren, ook gefchied was, altoos<br />

waren gefteld ga worden, gelyk b?reid was<br />

dadelyk zodanige ordres te geeven als U Edele<br />

Groot Mogende, of wy, in het prefente geval,<br />

mogten nodig oordeelen ; teffens infteerenie,<br />

dat, ingeval wy meenden van ons verrigtte niet<br />

te kunnen afgaan, wy de Vergadering van U<br />

Edele Groot Mogende, nog deezen avond, by<br />

den anderen geliefden te convoceeren, ren ein«<br />

• de Hoogstdeszelfs belang in deeze aan U Edele<br />

Groot Mogende te kunnen voorftellen; aan welk<br />

verzoek wy hebben gemeend te moeten defereeren,<br />

gelyk wy ons verpligt hebben gevonden U<br />

Edele Groot Mogende van het gunt voorfz. by<br />

deeze kennis te moaten geeven.<br />

Waar meede,<br />

Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig<br />

bidden U Edele Gr. Mogende te willen<br />

houden in Zyne heilige protectie. Gefchreeven<br />

in den Hage den 8 September 1785.<br />

(Onder ftond)<br />

v<br />

U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige,<br />

De Gecommitteerde Raaden van de<br />

Staaten van Holland en West-<br />

vriesland.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van dezelven.<br />

(Was get.)<br />

A. j. ROYER.<br />

En heeft zyn Hoogheid, ter Vergadering praefent<br />

zynde, gedaan de navolgende Propofitie.<br />

EDE"


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 267<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN !<br />

De Capitein van de Hoofdwagt my Rapport<br />

gedaan hebbende , dat hem door Heeren<br />

Gecommitteerde Kaaden uit naam van U Edele<br />

Groot Mog. belast was deeze nagt Patrouilles<br />

door alle de Wyken en Straaten te zenden van<br />

de fcheemeravond tot des morgens om zes uuren<br />

, en zoo deszelfs Wagt daar toe niet fufficiant<br />

zoude zyn dezelve te doen verdubbelen,<br />

hebbe ik gemeent te moeten verzoeken, dat hec<br />

Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

wederom geliefde te vergaderen en aan hunne<br />

Edele Mogende voor te moeten, draagen myne<br />

verwondering over deeze nieuwigheid , en dat<br />

het hunne Edele Mog. behaagd hadde diergelyke<br />

orders , in een tyd dat Ik alhier Pracfent<br />

was, direrft en buiten my aan den Capitein van<br />

de Hoofdwagt te geven , daar ik van begrip<br />

was , dat de eer hebbende van Gouverneur en<br />

Capitein Generaal deezer Provincie te zyn , Ik<br />

die geene was door wien de Orders aan het<br />

Guarnizoen behoorden gegeven te worden , en<br />

dat dus hunne Edele Mog. volgens het gewoone<br />

gebruik my hadden behooren kennisfe te geven<br />

van de intentie van ö Edele Gr. Mog. wanneer<br />

Ik niet zoude nalaatig weezen om alle mogelyke<br />

pracautien te doen nemen en alle de no«<br />

dige orders aan het Guarnizoen te geven , ten<br />

einde alle desorders, voor te komen en alle ar><br />

troupementen te beletten ; dat ik my aan het<br />

getuigenis van alle de Leden van het Collegie<br />

gedroeg of ik niet altyd bereid was geweest om<br />

op verzoek van hunne Edele Mog. de nodige<br />

mefures te nemen, tot iluiring van alle moedwil<br />

en desorders > zoo alhier als in andere Plaatzen<br />

binnen deeze Provincie , doch Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden begrypende , dat zy volgens<br />

het voorfchrift van de Refolutie van U fidele<br />

Groot Mog. op heden genomen , verpligc<br />

waren die orders met voorbygaan van den Gouver-


a68 SÏPT. Z A A K E N V A N 1785:<br />

verneur en Capitein Generaal dezer Provincie<br />

direct aan den Capitein van de Hoofdwagt te<br />

geeven , hebbe Ik niet kunnen afzyn hunne Edele<br />

Mog. te verzoeken, de Vergadering van U<br />

Edele Groot Mog. nog heden by elkander te<br />

convoceeren, om my gelegenheid te geeven van<br />

myne bezwaaren aan U Edele Groot Mog. met<br />

alle eerbied voor te draagen , hebbende Ik inmiddels<br />

order gefteld dat de Hoofdwagt verfterkt<br />

is en de Patrouilles uitgezonden zyn , volgens<br />

de intentie van U Ed. Groot Mog.<br />

Ik vinde my verpligt, zoo tot voorkominge<br />

van alle confufie, welke uit het geven van Orders<br />

buiten kennisfe en communicatie van den<br />

Gouverneur en Capitein Generaal dezer Provincie<br />

, Commandeerende het Guarnizoen alhier,<br />

als tot maintien van de Rechten, my in bovengemelde<br />

qualiteiten by U Edele Groot Mog. go<br />

defereert, hoogstdezelve te verzoeken om wanneer<br />

U Edele Groot Mog. eenige voorzieninge<br />

gelieven te doen, waar toe de asfiftentie der Militie<br />

nodig is , my als Gouverneur en Capitein<br />

Generaal dezer Provincie van derzelver intentie<br />

te verwittigen , op dat Ik dan dien conform de<br />

nodige Orders geven kan om dezelve exactelyk<br />

te doen uitvoeren en naarkomen , terwyl U fidele<br />

Groot Mog, my altyd volvaardig zullen<br />

vinden om aan derzelver gemanifesteerde intentie,<br />

volgens myn pligt, in myne qualiteiten te<br />

voldoen , gelyk ik in het byzonder nimmer en<br />

in geen geval gehrcüteert hebbe of in gebreke<br />

gebleeven ben, om ook zoo dikwils als de Justitie<br />

ter bewaaring van de goede Order fpeciaal<br />

gelast en gequalificeert eenige asfiftentie heeft<br />

verzogt of verlangt, dezelve oogenblikkelyk te<br />

verleenen of te doen verleenen.<br />

Ik houde my verzeekert dat de intentie van<br />

TJ Edele Groot Mog. niet kan zyn om my te<br />

deposüdeeren van het Commando der Militie,<br />

my als Gouverneur en Capitein Generaal dezer<br />

Provincie door ü Üdele Groot Mog. gedefereerr,<br />

en


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 2Ö9<br />

en vleije my dus dat hoogstdezelve my daar by<br />

zullen maintineeren en van my requireeren , om<br />

door de Militie , alhier Guarnizoen houdende,<br />

de behulpzaame hand te doen bieden , tot (luiting<br />

van alle moedwil en desorders, wanneer<br />

hoogstdezelve deeze asfiflentie zullen nodig oor«<br />

deelen. 's Hage den 8 September 1785..<br />

(Was get.)<br />

W. PR, V, ORANGE»<br />

Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />

verftaan , by deeze te periifteeren by de Refolutie,<br />

heeden namiddag op het geproponeerde van de Heeren<br />

Gedeputeerden der Stad Haarlem genomen ; als mede<br />

te approbeeren en laudeeren het geen door de Heeren<br />

Gecommitteerde Raaden ter executie van het voorfz.<br />

gerefolveerde is verrigt; en is verder goedgevonden de<br />

voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden fpeciaal te<br />

authorifeeren , om den Commandeerenden Officier van<br />

de Hoofdwagt nog deezen avond voor zig te ontbieden<br />

en ferieus te recommandeeren de ordres, hem dezen<br />

namiddag uit naam van hun Edele Gr. Mog. ge.<br />

geeven, ftiptelyk en met alle accuratesfe na te komen,<br />

zonder aan eenige Ordres dien contrarie, van wien ook<br />

dezelve aan hem zouden mogen worden gegeeven, eenigzints<br />

te obtempereeren ; met verdere volkomene<br />

qualificatie en authorifatie op de voornoemde Heeren<br />

Gecommitteerde Raaden , om ten opzigte van de verdere<br />

voorzieningen, die tot confervatie van de rust alhier<br />

zouden worden gerequireert , zoodanig te disponeeren<br />

als oordeelen zullen te behooren.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />

XCIX.


2 7o SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

XCIX. Request van Burgers en Ingezeetenen^<br />

aan de Edele Groot Achtbaare Heeren<br />

Burgemeesteren en Vroedfchap<br />

der Stad Amfterdam; raakende de<br />

zaak van Amersfoort. In dato 8<br />

September 1785.<br />

Geeven met fchuldigen eerbied te kennen de Ondergetekenden<br />

, alle Burgers en Inwooners dezer<br />

Stad, dat zy met ontroeringe , fchnk, en niet minder<br />

verontwaardiging gezien hebben de geweldige Refolutie,<br />

om Militie van dezen Staat te doen aanrukken tegens<br />

Amersfoort, wier braave Burgery, wel verre van<br />

zich aan eenig Oproer fchuldig te maaken, integendeel<br />

enkel en alleen bezig was, om haare onvervreemdbaare<br />

Rechten, op eene wettige wyze te reclairfeeren, waar<br />

toe zy door hunnen Souverain zelve uitgelokt of op.<br />

geroepen was.<br />

Dat deeze aandoeningen by de Ondergetekenden nog<br />

zeer veel toeneemen, nu zy ontwaar worden , dat een<br />

gedeelte der Troepen fraaii op repartitie dezer Provincie.<br />

Dat het gebruik maaken van Militairen tegens Burgers,<br />

in een tyd als tegenwoordig, waar in de Republiek<br />

zoo zeer verdeeld Is, weinig anders kan befchouwd<br />

worden , dan als eene daad van geweld ; door welke<br />

de eene party boven den anderen tracht te triumfeeren,<br />

en dat de aangevallen party gewettigd word-, om van<br />

die middelen tot tegenftand gebruik te maaken, die de<br />

Voorzienigheid aan elk Schepfel tot zelfsverdediging<br />

gefchonken heeft; 't welk niets dan de fchroomelykfte<br />

gevolgen, niets minder dan een Burger-Oorlog kan ten<br />

gevolge hebben.<br />

Dat de Ondergetekenden boven dien, hun gemoed en<br />

geweeten bezwaard vinden , het hunne op te brengen<br />

en dus mede te contribueeren tot het onderhoud van<br />

Troepen, die gebruikt worden , tot onderdrukking hunner<br />

braave Land- en Bondgenooten , welke zich onleedig<br />

houden, hunne voorvaderlyke Vryheden en Voorrech-


SEPT. STAAT EN OORLOG, 1785. 271<br />

rechten op eene wettige wyze , uit de vergetelheid op<br />

te delven , en van hun , die dezelve onrechtmaatig<br />

mogten bezitten, te xug te vorderen:<br />

Daar de grondwet van dezen Staat, de Unie van<br />

Utrecht, van hun vorderd, ,, een iegelyk Provincie en<br />

3, de particuliere Steden , Ledèn en Ingezetenen van<br />

„ dien , met alle behoorlyke en mogelyke middelen,<br />

ja met Lyf en Goed ^is 't nood) te helpen handhouden<br />

, ftyven en fterken , belchutten en ook be«<br />

„ fchermen, jegens allen en een iegelyk, wie en hoe-<br />

„ danig die zoude mogen weezen, die eenige dadelyke<br />

inbreuke zoude willen doen op hun luider fpeci-<br />

„ aale en particuliere Privilegiën, Vryheden, Exemrien,<br />

„ Rechten, Statuten, loffelyke en wel herbragte Cos-<br />

„ turnen, Ufantien en alle anderen haar luider gerech-<br />

„ tigheden."<br />

Redenen , waarom de Supplianten zich kefren tot<br />

UEd. Groot Achtb. , met zoo veel eerbied als ernst<br />

Verzoekende, zonder tydverlies, zoodanige befluiten te<br />

nemen, om ter Provinciaale Staatsvergadering het daar<br />

heen te helpen, dirigeeren , dat ten alterfpoedigfle de<br />

Troepen , thans m Amersfoort zynde binnen gerukt,<br />

of die derwaarts nog in aantocht mögten zyn , voor<br />

zoo veel zy ter Repartitie ftaan dezer Provincie, worden<br />

te rug geroepen.<br />

Ten tweeden , dat Hun Ed. Groot Mog. gelieven<br />

zoodanige vborzorgen te nemen , waar door word voorgekomen,<br />

dat verder geène Troepen ter hunner Repartitie<br />

of tot dié der Generaliteit ffoande, nog ook geen<br />

Hulptroepen van dezen Staat, gebruikt worden , tegen<br />

eenige Provincie , Steden , Burgeryen of Laden van<br />

dien. En<br />

Ten derden , dat Hoogstdezelve in deeze critique<br />

tydsomftandigheid , zoodanige nadere bepaalingen omtrent<br />

de Patenten gelieven te maaken , waar door dezelve<br />

Troepen , niet dan op uitdrukkelyk bevel van<br />

Hun Ed. Groot Mog, onzen wettigen Souverain , tot<br />

binnenlanrifche Expeditien worden geëmploieert.<br />

Het welk doende.


27a SEPT. Z A A K E N V A N 1785;<br />

1<br />

C. Misfive der Regeering van Wyck by<br />

Duurftede , aan de Staaten van<br />

Utrecht. In dato 12 September<br />

1785.<br />

EDELE MOGENDE HEEREN1<br />

TTet gebeurde omtrent het midden der Maand Aü-<br />

X l gustus , door het inroepen van Militie , op het<br />

verlangen van de Meerderheid der Leden van de Magiftraat<br />

der Stad Amersfoort, onderfteund door eenige<br />

Heeren van het College der Heeren Hunner Ed. Mog,<br />

Gedeputeerden dezer Provintie, niet anders kunnende<br />

befchuuwd worden , dan als ftrydig met de Voorregten,<br />

zoo wel als het belang van alle de In- en Opgezetenen<br />

dezer Provintie, en welke voorfchreve ftap alhier<br />

niet min , als in de andere Steden onzer Provintie,<br />

eene zeer groote verlegenheid onder onze Burgery<br />

heeft veroorzaakt, uit vreeze dat daar zoo veele gerugten<br />

van gegeven Patenten en Orders tot het marcheeren<br />

van Troepen zyn afgevaardigd, dat mogelyk een meerder<br />

aantal Troepen naar onze Provintie , en veelligt<br />

ook naar onze Stad zouden kunnen marcheeren, en<br />

wel in een tydpunft, dat de hooge deliberatien over<br />

de ingeleverde bezwaaren, ter afdoening van dezelven,<br />

ftaan aangevangen te worden,, overzulks wy ons in de<br />

noodzake bevinden, geconfidereerd de confternatie en<br />

de inftantien onzer Burgery, en ter gerustftelling van<br />

dezelve, de vryheid te moeten nemen, van UEd. Mog.<br />

op het vrieiidejykfte by dezen te imploreeren en te verzoeken<br />

, dat bet UEd, Mog. behagen matr, om den<br />

Heer Stadhouder en Kapitein Generaal van UEd. Mog.<br />

Provintie aantefchryven , geene Patenten te geven aan<br />

Militie, die ter repartitie van Hoogstdezelven gebragt<br />

zyn, en betaald worden, om te marcheeren naar deze<br />

Provintie5 om daarin, het zy ten platten Lande, of in<br />

eeni-


SÈPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 273<br />

eenige Stad of,Steden guarnifoen te nemen , of te houden<br />

; ten einde daardoor geprseveniëerd worde , dat<br />

geene Troepen naar het Territoir of naar de grenzen<br />

van onze Provintie, veelmin naar onze Stad of derzelver<br />

Vryheid marcheereü; als mede, dat het UEd. Mog.<br />

gelieven zal , met ons en de verdere Bondgenooten te<br />

ccöpereeren , dat over 's Lsnds K'Vgsvolk niet Willekeurig<br />

worde gedisponeerd, en hetzelve althans nimmer<br />

worde gebruikt tot intimideering, en gevolgelyk tot<br />

fmooring van de redelyke Volksftem der goede Burgeren,<br />

In- en Opgezetenen dezer Republiek.<br />

Wy mogen niet nalaaten, UEd. Mog. te doen remarqueren,<br />

dat wy even als de drie andere Steden ten<br />

eenemale ignorant zyn geweest van de Convocatie van<br />

het Collegie der Heeren ordinaris Gedeputeerden , op<br />

Zaturdag den 13 Augustus laatstleden des avonds laar,<br />

en van het geene daar voorgevallen en bedoren is geworden,<br />

en dat wy derhalven insgelyks geen deel he')»<br />

ben in het verzoek van Patenten aan Zyn Doorl. Hoogheid<br />

deu Heere S f<br />

adhotider, om eenige Militie naar<br />

Amersfoort te zendeD, gedaan, —- integendeel hebben<br />

wy, zoo ras wy daar van kennisfe bekomen hebben,<br />

den ftap van die Heeren , welke de Vergadering der<br />

Heeren ordinaris Gedeputeerden op dien avond gecom.<br />

pofeerd hebben, ten fterkften gedesavoueerd, en daar<br />

van aan gemelte Haar Ed. Mog. by Misfive aanfchryvinge<br />

gedaan; terwyl wy van begrip zyn , dat thans,<br />

en hangende de deliberatien over de ingeleverde bezwaren<br />

, geen Krygsvolk naar onze Proviniie , veel min<br />

naar onze Stad of Vryheid , en de verdere Steden behoord<br />

verzonden te worden, en dus, dat de tegenswoordige<br />

tydsomfiandigheden alhier het innemen van<br />

Militie niet kunnen aanraden.<br />

Gelyk wy ook voor UEd. Mog. niet kunnen verbergen,<br />

dat wy uit hoofden van dezelve, om fuhfiflerende<br />

disfentie ter Staaten Vergadering, vermits de abfentie<br />

van onze Gecommitteerden, ook in geene deelen<br />

ons confent gedraagen hebben in her arresteeren der<br />

Misfivens, welke aan UEd. Mog., in naam der Heeren<br />

Staaten onzer Provincie gedepecheerd , en by U<br />

XXIX. MEI.. S Ed.


274 SBPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

Ed. Mog. mogten ontfangen zyn , in zoo verre, dat<br />

men ons daar van tot hiertoe geene kennisfe heeft gegeven<br />

, vertrouwende derhalven , dat UE I. Mog. den<br />

voorflag dier Misfivens , met het geene verder by dezeiven<br />

mogte zyn geavanceerd , al mede aan ons niet<br />

zullen toekomen, maar integendeel eene favorabele reflectie<br />

liaan, op het geen wy by dezen de eer hebben<br />

UEd, Mog. op het ernftige en vriendelykfte te verzoeken.<br />

,<br />

En hier mede dezen befluitende, bevelen wy UB.a.<br />

Mog. in de befcherming des Allerhooglten, en blyven<br />

EDELE MOGENDE HEEREN !<br />

Wyck by Duurftede<br />

den ia September<br />

1785.<br />

UEd. Mog. zeer goede Vrienden,<br />

Burgemeesteren en Raden in de Vroedfchap<br />

der Stad Wyck by Duurftede.<br />

Ter ordonnantie van dezelven.<br />

L* VAN SCHAIK.<br />

CII.


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 275<br />

Cf, Misfive van Burgemeefteren der Stad<br />

Wyk by Duurftede , aan hun Ed.<br />

Gr. Mogende, tot favorahle reflexie<br />

op het daar by gedaan verzoek ,<br />

raakende de Militie en het voorgevallene<br />

te Amersfoort. In dato ia<br />

September 1785.<br />

ntfangen een Misfive van Burgemeelteren en Re­<br />

O geerders der Stad Wyk by Duurftede, gefchreeven<br />

aldaar den ia dezer , over het gebeurde door het<br />

inroepen van Militie, op het verlangen van-de meerderheid<br />

dsr Magiftraat van Amersfoort, en tendeerende<br />

tot favorable reflectie op het daar by verzogte ,<br />

breder in de volgende Misfive vervat.<br />

Fiat infertig.<br />

Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />

verftaan, dat dï voorfz. Misfive zal worden geëxamineert<br />

door de Heeren van de Ridderfchep en verdere<br />

hun Ed. Gr. Mog. Geeoromitteet ten tot het gróót BJfogne,<br />

en de Vergadering daar op gediend van ierzelver<br />

confideratien en advis ; eu is, dien onvermtnctert,<br />

Copie van de voorfchreeve Misfive verzogt door de<br />

Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in<br />

de order nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden<br />

der Steden Haarlem , Deifr , Amfterdam ,<br />

Rotteriam, Gorinchem, Schiedam, Brielle, Hwra,<br />

Enkhuyfen, Edam', Monnikendam en Medemblik, om<br />

daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne<br />

Principaalen.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />

S 3 EDELE


276 £EPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />

TTet gebeurde omtrent het midden der maand<br />

X l Augustus; door het inroepen van Militie,<br />

op het verlangen van de meerderheid der Leden<br />

van de Magiftraat der Stad Amersfoort, onder<br />

fteund door eenige Heeren van het Collegie der<br />

Iteeren hunner Edele Mog. Gedeputeerden dezer<br />

Provincie, niet anders kunnende befchouwd<br />

worden, dan als ftrydig met de voorregten, zoo<br />

wel als het belang van alle de In- en Opgeze.<br />

tenen dezer Provincie, en welke voorfz, ftap alhier<br />

niet min als in de andere Steden onzer Provincie<br />

eene zeer groote verleegenhetd onder onze<br />

Burgery heeft veroorzaakt , uit vreeze dat,<br />

daar zoo veele gerugten van gegeeven Patenten<br />

en ordres tot het Marcheeren van Troupes zyn<br />

afgevaardigt, dat mogelyk een meerder aantal<br />

Troupen naar onze Provincie en veel ligt ook<br />

naar onze Stad zoude kunnen Marcheeren , en<br />

wel in een tydpunt, dat de hooge deliberatien<br />

over de ingeleverde bezwaaren, ter afdoening<br />

van dezelve , ftaaa aangevangen te worden ;<br />

overzulks wy ons in de noodzake bevinden ,<br />

geconfidereert de confternatie en de inftaBtien<br />

onzer Burgery , en ter gerustflelling van dezelve,<br />

de vryheid te moeten nemen van U Eiele<br />

Gr. Mog. op het vriendelykfte by deeze te imploreeren<br />

en te verzoeken , dat het U Ed. Gr.<br />

Mog. behagen mag om den Heer Stadhouder en<br />

Capitein Generaal van U Edele Gr. Mog. Pro»<br />

vincie aan te fchryven , geene Patenten te geeven<br />

aan Militie , die ter repartitie van hoogstdezelve<br />

gebragt zyn en betaald worden, om te<br />

Marcheeren naar deeze Provincie, om daar in,<br />

het zy ten Platten Lande, of in eenige Stad of<br />

Steden Guarnizoen te nemen of te houden, ten<br />

einde daar door geprzevenieerd worde , dat 'geene<br />

Troupes meer naar het Territoir of naar de<br />

Grenzen van onze Provincie, veel min na onze<br />

Stad of derzelver vryheid Marcheeren, als mede<br />

dat


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 27?<br />

dat het U Edele Gr. Mog. gelieven zal , met<br />

ons en de verdere Bondgenooten te ccöpereeren<br />

, dat over 's Lands Krygsvolk niet willekeurig<br />

worde gedisponeerd, en het zelve althans<br />

nimmer worde gebruikt tot intimideering en gevolglyk<br />

tot fmooring van de redelyke VolkPtem<br />

der goede Burgeren , In- en Opgezetenen dezer<br />

Republiek.<br />

« Wy mogen niet nalaaten U Edele Gr. Mog.<br />

te doen remarqueeren, dat wy, even als de drie<br />

andere Steden ten eenemaale ignordnt zyn geweest<br />

van de convocatie van het Collegie der<br />

Heeren ordinaris Gedeputeerden , op Ziturdag<br />

den 13 Augustus laatstleeden des avonds laat,<br />

en van het geene daar voorgevallen en bellooten<br />

is geworden , en dat wy derhalven insgelyks<br />

geen deel hebben in het verzoek van Patenten<br />

, aan zyne Doorlugtigfte Hoogheid den<br />

Heere Stadhouder, om eenige Militie nacr Amersfoort<br />

te zenden , gedaan ; integendeel hebben<br />

wy, zoo ras wy daar van kennisfe bekoomen<br />

hebben , de ftap van die Heeren , welke<br />

de Vergadering der Heeren ordinaris Gedeputeerden<br />

op . dien avond gecompofeerd hebben,<br />

ten fterkften gedisavoueerd, en daar van aan gemelde<br />

hun Edele Mog. by Misfive aanfehryvin.<br />

ge gedaan , terwyl wy van begrip zyn , dat<br />

thans , en hangende de deliberatien over de ingeleeverde<br />

bezwaaren, geen Krygsvolk naar onze<br />

Provincie , veel min na onze Stad of Vryheid<br />

en de verdere Steden behoord verzonden<br />

te worden, en dus dat de tegenwoordige tydsomftandigheden<br />

alhier het inneemen van Militie<br />

niet kunnen aanraaden.<br />

Gelyk wy ook voor U Edele Groot Mog.<br />

niet kunnen verbergen , dat wy uit hoofde van<br />

de met ons fubfifteerende disfentie , vermits de<br />

abfentie van onzen Gecommitteerden ter Staaten<br />

Vergadering, in geenen deeien ons confent gedraagen<br />

hebben in het arrefteeren der Misfives,<br />

S 3 wel-


&78 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

welke aan U Edele Gr. Mog. in naam der Heeren<br />

Staaten onzer Provincie gedepecheerd en by<br />

U Edele Gr. Mog. mogten ontfangen zyn , in<br />

zoo verre dat men ons daar van tot hier toe<br />

geene kennisfe heeft gegeeven , vertrouwende<br />

derhalven dat U Edele Gr. Mog. de voorüag<br />

dier Misfives, met het geene verder by dezelve<br />

mogte zyn geavanceerd, al mede aan ons niet<br />

zullen toekennen, maar integendeel eene favorabele<br />

reflectie flaan op het geene wy by deezen<br />

de eer hebben U Edele Gr. Mog. op het ernftigfte<br />

en vriendelykfte te verzoeken.<br />

En hier mede deeze befluitende, beveelen wy<br />

ü Edele Groot Mog. in de befcherming des Allerhooglten,<br />

en blyven ,<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />

(Onder ftond)<br />

Uwer Edele Gr. Mog. goede<br />

Vrienden,<br />

Burgemeefteren en Regeer,<br />

ders def Stad Wyk by<br />

Duurfteede.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter ordonnantie van<br />

dezelve.<br />

Wyk by Duurftede (Was get.)<br />

den 12 September<br />

1785. L, VAN SCHAIK.<br />

CIII.


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 279<br />

CII. Misfive van Gecommitteerde Raaden<br />

over de praSlycq omtrent het werk<br />

der Patenten, en nopens het afleggen<br />

der Eeden door de Officieren<br />

op Hollandfche repartitie en in deeze<br />

Provincie in Guarnifoen komende.<br />

In dato 13 September 17Ü5.<br />

f~Vntfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden, gefchreeven in den Hage den 13<br />

deezer, waar by, tot voldoening aan hun Edele Groot<br />

Mog. Refolutien van den 11 Auguetus 1784 , den I<br />

en 8 deezer, aan Hoogstdezelve laaten toekomen een<br />

Memorie , inhoudende het geen ten aanzien van de<br />

praclycq omtrent het werk der Patenten tot hier toe<br />

binnen deeze Provincie heeft plaats gehad; en voorts<br />

tot informatie, volgens de eerstgemelde Refniutie, nopens<br />

het afleggen van de Eeden door de Officieren op<br />

deeze Provincie gerepartieert, en in dezelve in Guarnifoen<br />

komende, breeder hier na geinfereert.<br />

Fiat infertio.<br />

Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en<br />

verftaan, dat de voorfz. Misfive en bygevoegde Memorie<br />

zullen worden geëxamineert door de Heeren van<br />

de Ridderfchap , en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerde<br />

Raaden , en de Vergadering daar op gedient<br />

van derzelver confideratien en advis.<br />

Accordeert met de voorfz, Refolutien..<br />

S 4 EDE-


a8o SEPT. Z A A K E N " V A N<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN !<br />

Ter voldoening aan U Edele Gr. Mog. Re»<br />

folutien van den 11 Augustus 1784, den<br />

l en 8 ceezer, waar by U Edele Gr. Mog.<br />

ons Berigt hebben gelieven te requireeren nopens<br />

de practycq die omtrent het werk der Pa»<br />

tenten in deeze Provincie plaats heeft, als meede<br />

nopens het afleggen van de Eeden door de<br />

Officieren op deeze Provincie gerepartitieert, en<br />

in dezelve in Guarnifoen komende, hebben wy<br />

de eere U Edele Gr. Mog. by deezen te laaten<br />

toekomen een Memorie , inhoudende het geene<br />

ten aanzien van de voorfz. practycq tot hier toe<br />

binnen deeze Provincie heeft plaats gehad.<br />

Voorts moeten wy, met opzigt tot het afleggen<br />

der Eeden, in de voorfz. O Edele Gr. Mog.<br />

Refolutien vermeld, de eere he'bben U Ed. Gr.<br />

Mog. te informeeren , dat door alle de Officieren<br />

, komende ter repartitie van deeze Provincie,<br />

word afgelegt, boven en behalven den Eed<br />

van zuivering, in gevolge U Ed. Gr. Mog. Refolutie<br />

van ded 26 Maart 1675 , den Eed van<br />

getrouwheid , volgens het Formulier by U Ed.<br />

Gr. Mog. Refolutie van den 25 Augustus 1747<br />

gearresteert, dog dat by ons, aangaande het<br />

prsesteeren van den Eed door Troupes binnen<br />

dezelve Provincie komende, geené Retroadta zyn<br />

gevonden , het welk wy daar aan meenen te<br />

mogen toefchryven, dat zedert zeer lange tyden<br />

geene Militie , als die geene; welke ter repartitie<br />

van deeze Provincie was (taande, alhier in<br />

den Hage in Garnizoen is gekomen , en dat de<br />

gewoone Eeden van getrouwheid door de binnen<br />

gekomen Troupes ter repartitie van andere<br />

Provinciën ftaande, zyn afgelegd by de Regeeringen<br />

van die Steden deezer Provincie, alwaar<br />

dezelve in Garnizoen zyn gelegd geworden.<br />

Waar meede verhoopende aan U Ed. Groot<br />

Mog, intentie te zullen hebben voldaan.<br />

Ede.


s#T. STAAT EN OORLOG. Ï-8J. 281<br />

Edele Groot Meg. Heeren . zullen wy God<br />

Almagtig bidden U Edele Groot Mog. te willen<br />

houden in zyn heilige protexie. Gefchreeven<br />

in den Hage den 13 September 1785.<br />

(Onder ftond)<br />

U Edele Groot Mog. Dienstwillige<br />

,<br />

De Gecommitteerde Raaden van<br />

de Staaten van Holland en<br />

Westvriesland.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van dezelve.<br />

(Was get.)<br />

A» J. KOTER.<br />

S 5 Mu


282 SEPT. Z A A K E N V A N ifl s.<br />

Memorie concerneerende het werk<br />

der Patenten in Holland.<br />

Ter Secretarie van Holland worden<br />

drir Patentboeken gevonden, waar<br />

van het eerfte tot Opfcbrift heeft , Patenten<br />

voor het Krygsvolk, zoo t& Water<br />

als te Lande, anno 1651. Het tweede,<br />

Patenten voor het Krygsvolk, beginnende<br />

met den jaare \666. En het derde, Pa~<br />

tenten beginnende met den jaare 1702.<br />

In alle deeze Boeken zyn geregistreerd<br />

of aangeteekend de Patenten en Contra-<br />

Patenten door de Staaten en Gecommitteerde<br />

Raaden verleend , tor verlegging<br />

en doortogt van Militie op het Territoir<br />

deezer Provincie , en is het eerfte Patent<br />

in het eerstgemelde Boek gevonden<br />

wordende, in dato 4 Oftober 1651 , en<br />

het laatfte in dit zelve Boek geregisrreerd<br />

van den ao, January 1665. "<br />

Het eerite Patent waar van Aanteekening<br />

in het tweede der gemelde Boeken<br />

word gevonden is van den 1 January<br />

166Ó , en het laatfte van den 3 Mey<br />

1670.<br />

H;t derde der gemelde Boeken begint<br />

met de Aanteekening van een Patent in<br />

dato 24 April 1702, en contineerd voorts<br />

gelyke Aanteekeningen en Pacenten van<br />

de Staaten en Gecommitteerde Raaden,<br />

van verfcheide datums tot 8 Mey 1747<br />

inc'ufive , na welken dag geene Aanteekeningen<br />

of Registratien van Patenten in<br />

het zelve gevonden worden, tot op den<br />

19 Mey 1751 , wanneer daar in is geregistreerd<br />

een Patent door de Gecommitteerde<br />

Raaden' gegeeven , zyn Hoogheid<br />

den Were Prince van Qrange en Nas/au ,<br />

Erfftadhouder, 'Jouverneeur en Capitein*<br />

Generaal der Pereenigde Nederlanden ab'<br />

fent


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 283<br />

fent en buiten deeze Provincie zynde, en<br />

waar by asfiftentie uit het Garnjfoen van<br />

Geertruydenberg aan Bewindhebberen van<br />

de Oostindifehe Compagnie, by zeeker<br />

Schip aan het Sreyenfe Sas word bezorgt,<br />

in gevolge hun Ed. Mog. Refolutie<br />

van den 19 Mey 1751.<br />

En vind men in het gemelde Boek nog<br />

fab dato 26 Juny 1756 geregistreerd een<br />

Patent van Gecommitteerde Raaden, haare<br />

Koninglyke Koogheid de Vrouwe Gouvernante<br />

abfent en buiten deeze Provincie<br />

zynde, waar by eenige Militie uit den<br />

Brielle , tot asfiftentie van de Admiraliteit<br />

op de Maaze, is geordonneerr, tot<br />

beteugeling van onwillig Scheepsvolk, in<br />

gevolgen en ut kragre van hun Edele<br />

Mogende Refolutie van den 26 Juny 1756;<br />

Voorts zyn in het meergemelds Boek aangeteekeni<br />

alle Patenten ten tyde van de<br />

minderjaarigheid van zyn Hoogheid, conform<br />

de daar toe vastgeltelde ordres , verleend,<br />

beginnende met 5 Mey 1759, en<br />

eindigende met den 19 Augustus 1765.<br />

Alles zonder dat in de voorfz. drie<br />

Boeken tot op den 4 Juny 17Ö8 eenige<br />

de minfte Aanteekening van de vertooning<br />

der Patenten is gefchied,<br />

Doch word daar in onder den gemelden<br />

datum voor het eerst aangeteekend<br />

gevonden.<br />

Op het Patent van zyne Hoogheid voorde<br />

Gardes du Corps, om te marcheeren<br />

naar het Loo, in dato 'i Gravenhage 22<br />

Mey 3768, is door de Secretaris Royer ,<br />

in navolging van het daar op genoteerde<br />

in andere Provinciën, gefield het navolgende<br />

: Vertoond in het Collegie van de<br />

Heeren Gecommitteerde Raaden van de<br />

Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van<br />

Hol-


234 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

Holland en Westvriesland den 4 Juny<br />

1768. (Geteekeni) A. J Royer.<br />

Wyders worden in het zelve Boek ,<br />

onder verfcheide datums, gevonden de<br />

Annotatien der Vertooningen van Patenten<br />

door zyne Hoogheid, binnen en buiten<br />

deeze Provincie zynde verleend, welke<br />

Verrooningen zomryds aan het Collegie,<br />

doch voor het groot fte gedeelte aan<br />

het eerfte prtefent zynde Lid van het zelve<br />

zyn gedaan, in welke-laatfte gevallen,<br />

op de vertoonde Patenten , in navolging<br />

van het geene op dezelven in andere Provinciën<br />

was genoteerd , is gefteld geworden<br />

, vertoond aan my als prafent zynde<br />

Lid van het Collegie der Heeren Gecomtnitteerde<br />

Raaden , met byvoeging van<br />

den datum en de haam van den Heer aan<br />

welke de vertooning is gefchied; en worden<br />

'er meede in geregistreerd gevonden<br />

drie Patenten , in datis 3 en 53 September<br />

1777, door de Gecommitteerde Raaden<br />

, by abfentie van zyne Hoogheid,<br />

verleend', van gelyke extenfie als de hier<br />

voor gemelde, ten tyde van zyne Hoogheid<br />

, glor. ged., en haare Koninglyke<br />

Hoogheid de Vrouwe Gouvernante geëxpedieerd.<br />

Voorts gaan deeze Aanteekeningen der<br />

Vertooningen van de Patenten, door zyn<br />

Hoogheid verleend aan de Troupes welke,<br />

zo geduurehde de geëindigde Oorlog<br />

tégen Engeland, tot de defenfie van deeze<br />

Provincie als anderzints zyn geëmployeerd<br />

geworden , zedert den voorfzo<br />

S2 Mey 1768, tet den 10 dezer loopende<br />

maand incluis.<br />

CM.


SEPT. STAAT EN OORLOG. J785. a8y<br />

CI'I. Misfive van Schepenen , Raaden en<br />

Gezworens van 's Hertogenbosch,<br />

aan de Heeren Staaten van Hel'<br />

land en Westfriesland. In dato 14<br />

September 1785.<br />

EDELE GRQOT MOGENDE HEEREN!<br />

Wy hebben, in navolging van onze Voorzaaten in<br />

de voorgaande Eeuw, ons Eed- en Ambtshalven<br />

verpligt gevonden by eene ampele Misfive aan Hun<br />

Hoog Mog., waar van wy de vryheid gebruiken een<br />

Affchrif'r, hier nevens aan UEd. G'Oot Mog. te laaten<br />

toekomen , te klageu over de desobfervantie van die<br />

Privilegiën, welke mede brengen, „ dat in den Raade<br />

„ van Braband, of tot Adminifiratie der Jufiicie, gee-<br />

„ ne'" Raadsheeren, of andere Beambten mogen worden<br />

aangefteld , dan die niet alleen in de Provincie van<br />

Braband gebooren , maar die ook aldaar woonagtig<br />

„ en gegoed zyn, mitsgaders, dat de Hoogfcbouten,<br />

,, Quartiêrfchappen en andere Officiers in Braband ,<br />

„ mede aldaar moeten zyn gebooren, en derzelver Officien<br />

van Juftitie niet mogen bedienen in Pagt,<br />

Pandfchap of Beleeninge , op pcene van nulliteit,<br />

,, maar dat zy integendeel dezelve in perfoon moeten<br />

„ waarnemen, met gansch ootmoedig verzoek aan Hun<br />

„ Hoog Mog. om daar omtrent eenmaal redres voor<br />

,, het toekomende te mogen erlangen."<br />

Hun Hoog Mog. hebben wel, by het erigeeren van<br />

den Raad van Braband, in 's Hage op den 26 Septem»<br />

ber IJQI, mitsgaders op de klagte van denzelven Raade<br />

van Braband, by Refolutie van den 20 Miy IÉ05,<br />

Copielyk hier nevens gevoegd, en de Capirularie deezer<br />

Stad van den 14 September 1629 , die Privilegiën<br />

en blyde inkomften der Hertogen van Braband op het<br />

plegtigst erkend, en de Obfervance daar van op de aui-<br />

de-


*86 SEPT» Z A A K E N V A N ï?8j;<br />

delykfte en kragtigfte wyze toegezegd, ja zelf, by nadere<br />

Refolutie van den f5 July 16Ö9, op ue remonftrantie<br />

van de Regeerders en andere Ingezetenen der Steden<br />

en Quartieren van Staa


SEFT. STAAT EN OORLOG. 1785. 287<br />

de Herkomen en Privilegiën , aandringen , maar veel<br />

eer, zoo niet alleen , om die Conftitutie nader gecon.<br />

firmeert te zien.<br />

Het kan immers UEd. Groot Mog. niet geheel onbekend<br />

zyn , dat daar van omtrent deeze en anlere<br />

Steden van Staats-Braband in veele opzichten is afgegaan<br />

, en hoedanig in het byzonder deeze S:ad , van<br />

tyd tot tyd, in haare Rechten is verkort en daar tegen<br />

Doleantien zonder vrugc heeft moeten doen, gelyk dezelve<br />

nog fteeds onder een aantal van Bezwaaren gaat<br />

gebukt.<br />

UEd. Groot Mog. zullen daarom des te eer konnen<br />

apprehe'ndeeren het treffende hier van voor deeze Stad<br />

en andere Steden van Staats-Braband, die, door de<br />

O'iderteekening der Pacificatie van Gent , daar van<br />

mee alle de Nederlandfche Provinciën , en dus met U<br />

Ed. Groot Mog-, voorheen Medeleden zyn geweesr,<br />

gelyk ook , door het aannemen en publiceeren van de<br />

Ucrechtfche Unie > daar aan hebben deel gehad en hier<br />

om naar recht en reden niet de Geconquesteerdens<br />

konnen worden genaamt , maar , volgens de publieke<br />

Schriften van Hun Hoog Mog. als Geasfocieerdens zyn<br />

gerekend , zoo als aan de verlosfingen en reftauratien<br />

der afgerukte Steden even daarom by Caphulatien als<br />

ander ins den naam Van ReduBitn zyn gegeven.<br />

Maar hoe men ons ook mag befchouwen, dit is alrtians<br />

zeker, dat wy by Verdrag of Accoord onder de<br />

gehoorzaamheid van Hun Hoog Mog., als Reprefentanten<br />

van de gezamenlyke Bondgenooten , zyu gereduceert;<br />

en dat wy dus, het zy in alle eerbied gezegd<br />

, met alle recht en reden ons op dat Verdrag of<br />

die Capitulatie mogen beroepen. Onverfchillig toch<br />

mogen wy op dit point niet zyn , of wy volgens of<br />

tegens die Capitulatie worden behandeld , en om het<br />

in eens te zeggen , niets verzoeken , niets verlangen<br />

wy meer of anders , dan eenmaal herfteld te woraen<br />

in die Rechten en Privilegiën , die ons by de meergemelde<br />

Capitulatie zoo plechtig zyn beloofd en toege*<br />

ftaan.<br />

Het word dan hoog tyd, Ed. Groot Mog. Heeren!<br />

dat


288 SEPT* Z A A K E N V A N 1785.<br />

dat eens eenmaal aan die herllellingen met ernst Werde<br />

gedagt en gewerkt. Het zy echter verre van ons, dat<br />

L TJEd. Groot Mog. met een aantal van herftelltngen<br />

teffens, in den tegenwoordigen tyd, zouden obrueeren<br />

en lastig vallen. Wy zullen daarom, onder het welnemen<br />

van UEd. Groot Mog., dit van tyd tot tyd<br />

trachten te doen, en al zagtkens voortgaan , zoo lang<br />

ons de moed en gelegenheden niet worden benomen.,<br />

Wv vergenoegen ons dan voor het tegenwoordige,<br />

met het nu gedaan Adres en Verzoek aan Hun Hoog<br />

Mos het geen wy hebben laaten voorafgaan, als een<br />

zaak,'waar in niet alleen deeze Stad, maar ook de andere<br />

Steden van Staats-Braband een allergrootst aanbe-<br />

lan<br />

En h<br />

wv e<br />

mogen derhalven met allen grond ftaat maa.<br />

ken selvk wy ook by deezen gantsch ootmoedig verzoeken<br />

dat UEd. Groot Mog. naar derzelver gewoond<br />

equïteit en cordaatheid, ons het effö der wel verlueesen<br />

Privilegiën in eene ruimere maate zullen doen<br />

Bemeten, gelyk wy onlangs op UEd. Groot Mog.edelmoedige<br />

intercesfie, in een zaak van minder belang,<br />

provifioneel hebben mogen ondervinden , en daar toe<br />

UEd. Groot Mog. Heeren Gedeputeerden ter Vergadering<br />

van Hun Hoog Mog. authorifeeren , om met<br />

alleen voor ons verzoek, by opgemelde Misfive aan<br />

Hun Hoog Mog. gedaan , te advifeeren; maar ook by<br />

voorkomende gevallen dien conform te handelen. .<br />

Waar mede enz.<br />

CIV,


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 289<br />

CIV. Volkomene goedkeuring van de gefielde<br />

ordres by Gecommitteerde Raaden<br />

, omtrent de Attachés op dé<br />

Patenten, door hun Ed. Gr. Mogi<br />

verleend, in dato \\September 178J.<br />

ntfangen een Misfive van de Heeren Gecommit­<br />

O teerde Raaden, gefchreeven in den Hage den 13<br />

deezer, daar beneevens aan hun Edele G oot Mog.<br />

toezendende de Refolutie by hun ten zeiven dage ge»<br />

nomen, aangaande den inhoud van een Billet door zyn<br />

Hoogheid den zeiven morgeit aan den Raadpenllmarijt<br />

gezonden, en in hun Collegie gecommuniceert, vervat<br />

in de gemelde Refolutie met de Mishve hier na geinfêteert,<br />

Fiat infertio.<br />

Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden ëri<br />

verltaan, de ordres by de Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

omtrent de Attachés op Patenten gelteld, by dee»<br />

ze volkomen te approbeeren.<br />

XXIX. DEEL,<br />

Accordeert mét de voorfz;<br />

Refolutien.


*oo SBPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN,<br />

Wy hebben de eere hier meede ter kennisfe<br />

van ü Ed. Groot Mog. te brengen<br />

ons gerefolveerde van heeden , aangaande den<br />

inhoud van een B'Uet door zyn Hoogheid den<br />

Heere Prince Erf-Stadhouder den zeiven morgen<br />

aan den Heer RiadpenGonaris toegezonden,<br />

en door den zeiven in ons Collegie gecommuniceerd,<br />

breeder vermeld in onze Refolutie die<br />

wy de eere hebben hier nevens aan U Edele<br />

Groot Mog. te doen toekomen.<br />

Daar meede,<br />

Edele Groot Mog. Heeren, zullen wy God AU<br />

magtig bidden 6* Edele Groot Mog. te wilku<br />

houden in zyn heilige protexie. Gefchreeven in<br />

• den Hage den 13 September 1785»<br />

(Onder ftond)<br />

U Edele Groot Mog. Dienstwillige<br />

,<br />

De Gecommitteerde Raaden van<br />

de Staaten van Holland en<br />

West vriesland.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van<br />

dezelve.<br />

(Was get.)<br />

A, j. ROÏER.<br />

Ex-


43EPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 29I<br />

Extraèl uit het Register der Re-<br />

Jolutien *van de Edele Mog.<br />

Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland, genoomen<br />

op<br />

Den 13 September 1785.<br />

De Heer Raadpenfionaris heeft aan<br />

hun Ed. Mog. gecommuniceert, dac<br />

heeden morgen, even voor dat ftond uit<br />

te gaan , een Billet had ontfangen van<br />

zyn Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder,<br />

hot.'^nde, dat Hoogstdezelve,<br />

vermits de tydmgen van den aanmarsch<br />

der Oofterryklche Troupes zich van allé<br />

kanten confirmeerden , van intentie was<br />

van hier te doen marcheeren het Esquadron<br />

Gardes du Corps en het Regiment<br />

Gardes Dragonders , agterlaatende die<br />

Manfchappen en Paarden , die niet iri<br />

ftaat waren om in Campagne te gaan^<br />

met de nodige Officieren en Onderofficieren<br />

, om dezelve te commandeeren , op<br />

dat de voet van die Corpfen hier mogt<br />

blyven , en dat naderhand daar uit konden<br />

worden gellippleerc de Manfchappen<br />

die zouden kunnen vermist of gefneuveld<br />

Worden; dat Huogstgemelde zyne Hoogheid<br />

zulks niet had willen doen zonder<br />

hem Heer Raadpenfionaris daar van te<br />

prasvenieeren ; dat zoo de tydingcn zich<br />

naderhand ongegrond bevonden, de bei.<br />

de Regimenten wederom naar herwaards<br />

konden vertrekken ; dat zyne Hoogheid<br />

provilioneel geen Infanterie van hier wilde<br />

trekken , om den Haag niet te veel<br />

te dègaineeren van Troupes, doch gaarne<br />

zoude verneemen , of het Battaillon<br />

van Onderwater niet uit Rotterdam zou-<br />

T a di


2*2 SEPT. Z A A K E N V A N i 73j.<br />

de kunnen trekken , blyvende aldaar het<br />

Deracberoent van het Regiment Gardes<br />

te Paard ; alles met by voeging, dat hy<br />

Heer Raadpenfionaris hier op aan hoogstgedagte<br />

zyne Hoogheid had geantwoord ,<br />

dat op het ernftiafte verzogt , dat voor<br />

alsnog geene ordres mogten worden gegeven,<br />

om eenige Militie uit den Haag<br />

te doen trekken.<br />

En heeft de Heer de Roo van Westmaas<br />

, hun Ed. Mog. Meedebroeder in<br />

Raade , aan bun Ed. Mog. voorgefteld ,<br />

of hun Ed. Mog. niet zouden kunnen<br />

goedvinden vast te ftellen , dat voortaan<br />

geene Attachés op Patenten nopens de<br />

Militie elders als in den Hage in Guarnizoen<br />

leggende, door een der Leden<br />

van het Collegie geteekend, nog door<br />

den Secretaris geëxpedieert zullen mogen<br />

worden , dan na voorafgaande deliberatie<br />

en confent van ten minften vyf Leden,<br />

en voor zoo veel het Garnizoen alhier<br />

betreft , niet anders dan met vootkennis<br />

en aggreatie van hun Edele Groot Mog.,<br />

mitsgaders daar van aan Hoogstdezelven<br />

op morgen by Misfive kennis te geeven.<br />

Wa3r op gedelibereert, en de conlideratien<br />

van den Heere Raadpenfionaris<br />

vernoomen zynde, is, conform deszelfs<br />

advis, overeenkomftig het voorfz. geproponeerde,<br />

goedgevonden en verftaan, dat<br />

voortaan geene Attachés op Patenten nopens<br />

Militie elders als in den Hage Guarnizoen<br />

houdende, door een der Leden<br />

van het Collegie zullen geteekend, nog<br />

door den Secretaris geëspedieert mogen<br />

worden, dan na voorafgaande deliberatie<br />

en confent van ten minften vyf L^den ,<br />

en voor zoo veel het Guarnizoen alhier<br />

betreft , niet anders dan met voorkennis<br />

en aggreatie van hun Edele Groot Mog.;<br />

en


SEPT. S T A A T E N OORLOG. 1785. 293<br />

en dat hier van op morgen aan Hoogsrdezelve<br />

by Misfive kennis zal worden gegeevem<br />

(Onder ftond)<br />

Accordeert met voorf/. Register.<br />

(Was get.)<br />

CV. Te"! volh geapprobeert en gelaudeert,<br />

door hun Ed. Gr. Mog. de cnnduites<br />

van Gecommitteerde Raaden en<br />

derzelver genoomen Re/olutien met<br />

en zeedert 9 deezer, aangaande de<br />

beweegingen den 4 deezer in den<br />

Haag. In dato 14 September 1785.<br />

ntfangen een Misfive van de Heeren Gecommit­<br />

O teerde Raaden, gefchreeven in den Haage op<br />

heeden, waar by aan hun Edele Groot Mog. doen<br />

toekomen de Refolutien en dispofitien, by hun de>.' 9,<br />

12 en 13 deezer en heden genomen, vervagende hun<br />

verrigte met en zedert den 9 deezer aangaande de be.<br />

weegingen welke op Zondag aen 4 deezer alhier in den<br />

Haage hebben plaats gehad, breder hier na geinfereert.<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN !<br />

y hebben ons verplicht gevonden hier me­<br />

W de ter kennisfe van U Edele Gr. Mog,<br />

te moeten brengen het geene by ons is verricht<br />

met en zeden den 9 deezer maand aangande<br />

de beweegingen welke op Zondag den 4 deezer<br />

alhier in den Haage hebben plaats gehad : alles<br />

vervat in de Refolutien en dispofitien die wy de<br />

T 3 eere


594 SEPT. Z A A K E N V A N Ï785.<br />

eere hebben hier nevens aan U Edele Groot Mogende<br />

te doen toekomen.<br />

Waar meede,<br />

Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig<br />

bidden U Edele Gr. Mogende te willen<br />

houdeD in Zyne heilige protectie. Gefchreeven<br />

in den Hage den 14 September 1785.<br />

(Onder ftond)<br />

V Ed. Gr. Mog. Dienstwillige,<br />

De Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van<br />

dezelven.<br />

(Was get.)<br />

A. J. ROYER.<br />

ExtraB uit het Register der Re-<br />

Jolutien van de Edele Mogen*<br />

de Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland , genoamen<br />

op<br />

Dtn 8 September 1785.<br />

Ter executie van hun Edele Groot<br />

Mogende Relolutie van heeden ,<br />

waar by hun Edele Mog. zyn geauthori»<br />

feert geworden tot het doen van een Publicatie,<br />

ter ontdekking van die geenen,<br />

weike, in de gepasfeerde nagt, aan drie<br />

Hui-


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 295<br />

Huizen alhier de Glaazen hebben ingeflaagen<br />

; is, na voorgaande deliberatie<br />

goedgevonden en verftaan by deeze te arre^teeren<br />

de Publicatie, hier na volgende<br />

geinfereerd, welke door den Advocaat<br />

Fiscaal Luyken, op last van hun Edele<br />

Mogende, is geconcipieerd geworden.<br />

P U B L I C A T I E .<br />

T\£ Gecommitteerde Raaden van<br />

de Staaten van Holland en<br />

Westvriesland, op authorifatie van<br />

hoogstgemelde Heeren Staaten,<br />

Allen den geenen, die deezen zullen<br />

zien of hooren leezen , falur;<br />

Doen te weeten: Alzoo hun Edele<br />

Groot Mogende met de hoogde<br />

verontwaardiging vernoomen hebben<br />

, dat in den gepasfeerden nagt<br />

alhier in den Hage de Glaazen aan<br />

drie ondeifcheidene Huizen op eene<br />

geweldadige wyze zyn ingefmeeten<br />

of ingeflagen, en 'er de Juftitie<br />

, vooral in de tegenwoordige<br />

omftandigheeden van zaaken , ten<br />

hoogden aan geleegen legt, dat de<br />

Daader of Daaders van het voorfz.<br />

fait, en van het geen verders ter<br />

occafie van dien in den afgelopen<br />

nagt is voorgevallen, ten fpoedigften<br />

doenlyk ontdekt , en met<br />

alle rigeur tot affchrik van allen<br />

anderen geftraft werden.<br />

SOO IS 'T , dat Wy aan den<br />

geenen, welke den Daader of Daaders<br />

van het voorfz. fait zal komen<br />

te ontdekken , zodanig , dat<br />

dezelven, in handen van de Juftitie<br />

zynde geraakt, daar van worden<br />

overtuigt, of ten minften op<br />

T 4 eene


flQS SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

eene overtuigende wyze bekent worden,<br />

beloven een Premie van een<br />

duizend goude halve Ryders , en<br />

daarenboven aan zooaanigen Ontdekker<br />

, die, zonder zelfs de voorname<br />

Aanlegger te zyn geweest,<br />

zig als Medehelper tot het plegen<br />

van het voorfz. fait zoude mogen<br />

hebben laten gebruiken , eene volkomene<br />

impuniteit, of bevryding<br />

van alle ftrsffen , welke hy met<br />

betrekking tot het voorfz, fait, en<br />

het geen verder by geleegenheid<br />

van het zelve in den afgeloopen<br />

ragt is voorgevallen, zoude mogen<br />

verdient hebben; zullende den naam<br />

van den Aanbrenger , des begeerende,<br />

geftcreteert blyven.<br />

En op dat niemand hier van<br />

ignorantie praetendeere , begeeren<br />

Wy in naam van hoogstgemel !e<br />

Heeren Staaten, dat deeze alomme<br />

in den H a e z a<br />

S ' worden gepubliceert<br />

en gcaffigeert, ter plaat-<br />

Ie , daar her gehoord en te gefchieden<br />

gebruikelyk is.<br />

(Onder ftond)<br />

Accordeert met het voorfz.<br />

Register.<br />

(Was get.)<br />

A. J. ROYER.<br />

Ex.


JEPT, STAAT EN OORLOG. 1785. '397<br />

Extract uit het Register der Re.<br />

folutien van de Ed. Mog. Heeren<br />

Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland, genomen op<br />

Den 9 September Ï78J.<br />

Zyn geleezen de confideratien door den<br />

Lc Generaal Sandoz, ter voldoeninge<br />

aan hun Edele Mog. Refolutie van<br />

heeden, aan hun Edele Mcg. overgegeeven,<br />

concerneerende da w^s op welke,<br />

eenige Piqueiten Cavalle-y en Infantery,<br />

pp de plaatfen by dezelve Refolutie gameid<br />

tot weering van alle desnrdres en<br />

fettelykheeden, met het meefte fucces geënployeerd<br />

zouden kunnen worden , als<br />

meede het getal Manfchappen waar uit<br />

ieder der voorfz. Piqnetten , zoude be.<br />

hooren te beftaan.<br />

Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden<br />

en verftaan , by deeze te approbeeren<br />

het Plan daar toe by de voorfz.<br />

confideratien voorgefteld, zodanig als het<br />

zelve aan het einde deezer is geinfereert,<br />

en dien volgende de gemeUe Lt, Gene-'<br />

raai te gelasten, dezelve :Piquetten dien<br />

conform tot hun Ed. Mog. nadere ordre<br />

daagelyks te laaten uitzetten, dog ten<br />

aanzien van de Patroui'les, in phat* van<br />

twee by hec zelve Plan geproponeerr,<br />

jedere nagt, mede tot hun Ed. Mog. nadere<br />

ordre drie Patrouilles van de Hoofdwagt<br />

te doen uitzenden.<br />

Èn zal extract deezer gegeeven worden<br />

aan den gemelde Generaal Sandoz.<br />

zoo tot narigt, als om zig daar na te<br />

regoleeren.<br />

Ter obediëntie van U Edele Mig. heeft<br />

$en Ondergefchreeven de eere TJ Edele<br />

T 5 Mog.


ÏQS SEPT. Z A A K E N V A N 1785;<br />

Mog. zyne conlideratien hier meede op<br />

te geeven: Namentlyk dat.<br />

Op de Vischmarkr<br />

wierde geplaatst- iSerg. iCorp. 8Man<br />

In de Wagen- en<br />

Boekhorstltraat<br />

te zaamen - t t 12<br />

Vyverberg en<br />

Voorhout -I 1 12<br />

OpdeVeerkaay - — t 6<br />

Prince Gragt - I I 10<br />

Nobelftraai. - 1 1 10<br />

Tezamen Infanterie<br />

. - jSerg.lóCorp. jSMan<br />

Infanterie.<br />

Dat op yder der voorfz. Posten wierde<br />

geplaatst 4. Ruiters of Dragonders te<br />

Paard.<br />

Dat de Manfchappen zig vergaaren zouden<br />

onder Commando van de ordinaire<br />

Officieren van het Piquet ten 9 uuren ,<br />

de Infanterie op de Hoofd' en de Caval.<br />

lerie op de Ruiter Wagt.<br />

Dat vervolgens de eene helft, wierde<br />

gedetacheert na de voorfz. Posten , om<br />

aldaar Wagt te houder, van 9 tor 1 uuren<br />

, en de weederbelft van 1 tot 5 uuren<br />

des morgens of zoo veel langer als U<br />

Edele Mogende zullen gelieven te beveelen.<br />

Dat de Officieren van het Piquet alternatif<br />

van uur tot uur alle die Posten zouden<br />

vifiteeren.<br />

Den Ondergefchreeven geeft reverentelyk<br />

U Ed. Mog. in confideratie of de<br />

Mtmfchappen in dier voegen geplaatst de<br />

extra Patrouilles die tot dat zelfde einde<br />

en plaatzen gedeftineert zyn, niet zeuden


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785*. 2»<br />

den kunnen afgaan om tot die voorfz.<br />

Wagten geëmployeert te worden.<br />

Waar meede aan U Edele Mog. intentie<br />

vermeenen voldaan te hebben de<br />

eere heb te zyn met diepften eerbied. t<br />

Edele Mogende Heere» «<br />

(Onder ftond)<br />

U Edele Mog. onderdanigfte ett<br />

zeer ootmoedige Dienaar.<br />

(Was get.)<br />

C. F. SANDOZ,<br />

Lr. Generaal.<br />

(Laager ftond)<br />

Accordeert met het<br />

voorfz. Register.<br />

's Haee den<br />

oSeptemb. (Was get.)<br />

1785.<br />

A. J* ROVER.


joo SEPT. ZAAKEN VAN 1785.<br />

ExtraB uit het Register der Refolutien<br />

van de Edele Mogende<br />

Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland, genomen<br />

op<br />

Den 9 September 1785.<br />

De Wel-Edele Heer van der Dtvs ,<br />

Heer van de Noord wyken , heeft<br />

aan hun Eiele Mog. gecommu:dceert ,<br />

dat hy geïnformeerd was , dat in de gepasfeerde<br />

nagt aan twee Huifen de Glaazen<br />

waren ingeflaagen, zoo als kwam.te<br />

blyken uit het Rapport van de Rurgerwagt<br />

door hem overgegeven, zonder dat<br />

men de Daaders had kunnen faifeeren,<br />

doch dat alle devoiren wierden aangewend<br />

om dezelve te ontdekken, en heeft<br />

de Majoor van het Hof aan nun Ed. Mog.<br />

van het in deeze nagt gepasfeerde, ingevolge<br />

de ordres op gister van hun Edele<br />

Mog. ontfangen mede van de voorfz. disordres<br />

fchriftelyk kennis gegeven , mee<br />

byvoeging , dat de uitgezonden Patrouilles<br />

die geenen welke dezelve hadden ge«<br />

pleegd niet hadden kunnen ontdekken.<br />

Waar op gedelibereerd en de Wei-Edele<br />

Heer van der Does voor de gegeven<br />

communicatie bedankt zynde , en door<br />

den Heer P


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 301<br />

cieufelyk te voorzien ; is goedgevonden<br />

en verhaan, dat het voorfz. gecommuniceerde<br />

en geptoponeerde nog op heeden<br />

morgen ter Vergadering van hun Edele<br />

Gr. Mog. met het doen van Rapport omtrent<br />

het geen op gister avond door hun<br />

Ed. Mog. is verrigt, kennis zal worden<br />

gegeven, en dat voorts aan den Lr. Generaal<br />

Sandoz, het Guarnifoen alhier tans<br />

Commandeerende, zal worden ter hand<br />

gefteld Extract van de Refolutie, door<br />

hun Edele Mogende gister in de nademiddag<br />

genomen, en Copie van de ordre<br />

gister avond aan den Capitein van de<br />

Hoofdwagt gegeeven , met last om de<br />

fchikkingen in het een en ander vervat,<br />

tot hun Edele Mogende nader ordre ftip.<br />

telyk te doen naakoomen en dagelyks de<br />

gewoone Rapporten van den Hoofdwagt<br />

mede te doen bezorgen aan hun Edele<br />

Mogende Collegie , of aan den eerften<br />

prteient zynde Heer van het zelve,'wanneer<br />

hun Edele Mog. niet zullen wezen<br />

vergadert; dat voorts de gemelde Lt. Generaal<br />

zal worden gelast , gelyk gelast<br />

word by deeze, aan hun Edele Mogende<br />

zoo fpoe lig doenlyk in gefchrifte te doen<br />

toekomen deszelfs gedagten , nopens de<br />

wys op welke eenige Piquetten Cavallerie<br />

en Infanterie , tot weering van alle<br />

desordres en feitelykheden, met de meeste<br />

vrugt 'zullen kunnen worden geëmplóijeerd<br />

en geplaatst, op de Vischmarkt, in<br />

de Wagenftraat , op de Vyverberg , ia<br />

het Voorhout, op de Veeikaay , in de<br />

Bnekhorstllraat, op de Princegragt en in<br />

de Nobelftraat, als mede ten aanzien van<br />

het getn] Manfchappen , waar uit de gemelde<br />

P quetten zouden behooreri te beftaan<br />

, ten einde zyne confideratie gezien<br />

zynde, daaromtrent zoodanig gerefolveert<br />

te


3o2 SB*T. Z A A K E N V A N 1785;<br />

te worden, als hun Ed. Mog. zullen be.<br />

vitoden te behosren.<br />

En zal Extract dezer gegeven worden<br />

aan den gemelden Lt. Generaal Sandoz,<br />

zoo tot narigt als óm zig daar na te reguleeren.<br />

(Onder ftond)<br />

Accordeert met voorfz;<br />

Register.<br />

(Was get.)<br />

A. j. ROYER.<br />

Exiraft uit het Register der Refolutien<br />

van de Edele Mog.<br />

Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en fVestvriesland, genomen<br />

op<br />

Den ia September 1785.<br />

Zyn geleezen twee verklaaringen door<br />

de Wel-Ed. Heer van der Does,<br />

Heere van de Noordwyken, aan haar Edele<br />

Mog. overgegeven, concerneerende<br />

het gedrag door den Sergeant onder het<br />

Regiment Zwitferfe Gardes , Daniël<br />

Schmoltz, in het doen van een Patrouille,<br />

den 8 deezer gehouden, en is mede<br />

geleezen het fchriftelyk Rapport door<br />

den Lieutenant Generaal Sandoz, nopens<br />

de voorfz. zaak aan haar Edele Mog. gedaan<br />

, en ter voldpeninge van haar Edele<br />

Mog. mondelinge ordres aan den Heere<br />

de Roo van Westmaas, haare Edele<br />

Mog. Medebroeder in Raade ter hand<br />

ge«


SEPT. STAAT.EN OORLOG. 1785. 3ó 3<br />

gefteld, met voorftel, of haar Ed. Mog.<br />

door het voorfz. Rapport overtuigd wordende<br />

, dat geene kwaade trouw by de<br />

gemelde Sergeant heeft plaats gehad, niet<br />

zoude kunnen goedvinden genoegen te<br />

neemen met de ftraf, welke hy door deszelfs<br />

arrest geduurende drie dagen, reeds<br />

heeft ondergaan.<br />

Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden<br />

en verftaan, dat de Lieutenant<br />

Generaal Sandoz voor deszelfs attentie in<br />

deezen betoond Zal worden bedankt, en<br />

dat voorts met het verrigte genoegen zal<br />

worden genomen.<br />

En zal Extract deezer aan gemelde<br />

Lieutenant Generaal Smdoz worden ter<br />

hand gefteld, ten einde te ftrekken tot<br />

deszelfs narigr.<br />

(Onder ftond)<br />

Accordeert met het voorfz.<br />

Register.<br />

(Was get.)<br />

A. J. ROYER.<br />

ExtraB uit het Register der Refolutien<br />

van de Edele Mog.<br />

User en Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland, genomen<br />

op<br />

Den 13 September I/85.<br />

p hec geproponeerde van den Heer<br />

O de Roo van Westmaas, hun Edele<br />

Mog. Medebroeder in Raade, is na voorgaan-


304 SEPT, Z A A K E N V A N 1785*<br />

gaande deliberatie goedgevonden en verftaan,<br />

dat de Piquetten Cavallerie en Infanterie<br />

, by hun Edele Mog. Refolutie<br />

van den 9 dezer geordonneerd , vermits<br />

het korten der dagen , tot hun Ed. Mog.<br />

nader ordre zullen worden uitgezet van<br />

6 tot 9 en van 9 tot 12 , van 12 tot 3<br />

en van 3 tot 6 uuren , en dac aan alle<br />

de Manfchappen, tot deeze Piquetten ge*<br />

employeerd wordende, aanvang nemende<br />

met den 8 dezer , tot een extraordinaris<br />

douceur voor het doen van ieder Piquet<br />

zal worden betaald aan een Sergeant ia<br />

ftuivers , aan een Corporaal 9 ftuivers,<br />

en aan een gemeene 6 ftuivers , welke<br />

door den Majoor van het Hof zullen worden<br />

voldaan , en waar van de restitutie<br />

dffior denzelve op deszelfs declaratie zal<br />

worden bekomen : worden de Commifen<br />

van de Einantie by deeze geauthorifeert<br />

en gelast, ten einde de nodige ordonnan*<br />

tien op te maaken en te depecheeren.<br />

Dat voorts de Generaal Sandoz zal<br />

worden gelast, gelyk gelast word by dee«<br />

ze , om , zoo van de ordres reeds door<br />

hun Edele Mog. ten opzigte van de confervatie<br />

der rust alhier gefteld , als van<br />

deeze en de bovenftaande gracieufe dispofitie<br />

van hun Edele Mog. aan het Guarnifoen<br />

alhier op de Parade volgens gebruik<br />

kennis te geven, met exhortatie.<br />

om van de voorfz. hun Edele Mog. ex*<br />

traordinaris toeleg een goed gebruik te<br />

maaken, en zig in het generaal voor het<br />

misbruik van drank zorgvuldig te wagten.<br />

Dat eindelyk, aan de Capiteinen de<br />

Wagt hebbende , zal worden gepermitteert<br />

, gelyk gepermitteert word by deeze<br />

, om 's avonds, na de vifitatie na elf<br />

UB'


SKPT. STAAT EN OORLOG, 1785. 305<br />

uuren gedaan te hebben, zig naar derzelver<br />

wooning te mogen retireeren.<br />

En zal Extraft dezer, gegeven worden<br />

aan den Lieutenant Generaal Sandoz, als<br />

mede aan de Commifen van de Finantie<br />

en den Majoor van het Hof, voor zoo<br />

veel hun ieder betreft, zoo tot narigt als<br />

om zig daar na te reguleeren.<br />

(Onder ftond)<br />

Accordeert met het voorfz.<br />

Register,<br />

(Was get.)<br />

A. J. ROYER.'<br />

Extracl uit het Register der Refolutien<br />

van de Edele Mog.<br />

Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland, genomen<br />

op<br />

Den 13 September 1785.<br />

p het geproponeerde van de Heer de<br />

O Roo van Westmaas, hunEdeleMog.<br />

Medebroeder in Raade , is na voorgaande<br />

deliberatie goedgevonden by deeze te<br />

arrefteeren de Misfive , hier na volgende<br />

geinfereert , en dat dezelve nog. op heeden<br />

aan. het Hof van Holland en de Magiftraat<br />

van 's Hage zal worden afgezonden.<br />

XXIX. DEEL. KOE-


%o6 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

EDELE MOG. HEEREN , &C<br />

By Refolutie van bun Edele Gr.<br />

Mog., genomen op Donder*<br />

dag den 8 dezer, gequalificeert en<br />

gelast zynde om naauwkeurig onderzoek<br />

te doen , wat de oorzaak<br />

moge geweest zyn dat het Oproer,<br />

op Zondag den 4 dezer alhier in<br />

's Hage ontftaan, zoo lang ongeltoord<br />

heeft kunnen aa^houden,<br />

als by den uitkomst is gebleeken ,<br />

mitsgaders óp wat wyze de Juftitie<br />

werkzaam is geweest om de<br />

rust te herftellen, hebben wy, na<br />

deliberatie, goedgevonden en verftaan<br />

U Edele Mog. van wegens<br />

den Souverain aan te fchryven en<br />

te gelasten, om ons zoo fpoedig<br />

doenlyk en met alle mooglyke<br />

naauwkeurigheid omtrent beide de<br />

voornoemde Point'en , voor zoo<br />

veel de verrigtingen van U Edele<br />

Mog. en den Procureur Generaal<br />

aangaat, te informeeren, en teffens<br />

Copien te zenden van alle z< "danige<br />

informatien, Ordres en Refolutien<br />

, als by UEdele Mog. ter zaake<br />

voornoemd bereids zyn ingewonnen,<br />

gefteld en genomen: alles<br />

ten einde ons in ftaat te ftellen<br />

van naar behooren aan de door<br />

hun Edele Gr. Mog. aan ons gegeevene<br />

qualificatie en last te kunnen<br />

beantwoorden.<br />

Waar mede &c. Edele Mogende<br />

Heeren, den 13 September 1785.<br />

G R<br />

(Onder* ftond)<br />

Accordeert met voorfz. Register.<br />

(Was get.) A. j. ROVER.<br />

Ex-


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785; 307<br />

ExtraSl uit het Register der Re.<br />

folutien van ds Ed. Mog. Hee*<br />

ren Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland, genomen op<br />

Den 14 September 1785.<br />

/"\P het geproponeerde van de Heer de<br />

K^J Roo van Westmaas , is na voorgaande<br />

deliberatie goedgevbnden en verdaan,<br />

de Lt. Generaal Sandoz by deeze<br />

te gelasten , om dertig Man C)vallede<br />

met een Officier en twee Onder-Officieren •<br />

zoo fpoedig doenlyk naar Sctievemng te<br />

detaclieeren, en 20 Man van dezelve met<br />

een Officier en Onder-Officier aldaar te<br />

laaten, ten einde aldaar tot deezen avond<br />

ten zes uuren te verblyven en tegen alle<br />

ongeregeldheden, welke by het uitzeilen<br />

der Haringfchuitjes , op heeden vastge.<br />

fteld , zouden kunnen plaats hebhen, te<br />

vigileeren, en dés noods geweld met geweld<br />

te keeren, mitsgaders, om de overige<br />

der gemelde Manfchappen te verdee»<br />

kn en van diftantie tot diltantie te plaatzen<br />

, van Scheveninge tot aan het Tol.<br />

hek en aan het zelve een der Onder-Offi.<br />

eieren te laaren, met last, om door de geposteerde<br />

Ma 'fchappen van eenige ongeregeldheden<br />

geinformeerd wordende, daar<br />

van aandonds aan hun Edele Mog, kennis<br />

te geeveu.<br />

Eu zal Extract dezer gegeven worden<br />

aan den Lt Generaal Sandoz,


308 SEPT. Z A A K E N V A N 178J.<br />

Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />

verftaan , de Conduires van de Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden ;er zaake voorfz. gehouden , en derzelver<br />

Refolutien ten dien opzigte genomen, by deeze ten<br />

volle te approbeeren en laudeeren.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />

CVI. Refolutie op het beklag van Burgemeefteren<br />

der Stad Leyden , ovir<br />

het inbrengen van Geapprehendeerden<br />

tot aan de Gevangenis in het<br />

midden dier Stad , met gewapende<br />

Militie, door den Subftitut van den<br />

Bailliuw van Rhynland, volgens<br />

deszelfs fchriftelyke order ; en op<br />

zyn berigt deswegens. In dato 14<br />

September 1785.<br />

By refumtie, en tot finaale afkomst op heden, volgens<br />

hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den 7<br />

dezer, gedelibereert zynde op het Rapport den 19 der<br />

voorleede maand ter Vergadering uitgebragt door de<br />

Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gr.<br />

Mog Gecommitteerden tot het groot Befogne, hebbende,<br />

ingevolge en ter voldoening aan hun Ed. Gr. Mog.<br />

Refolutie commisforiaal van den 22 Maart dezes jaars,<br />

geëxamineert de Misfive van W. van der Does van<br />

Noordwyk . als Bailliuw van Rhynland , ten zeiven<br />

dage alhier gefchreeven, houdende zyn berigt, by hun<br />

Edele Groot Mog. Refolutie van den 15 te voren van<br />

hem gerequireert , op de Misfive van Heeren Burgemeefteren<br />

en Regeerders der Stad Leyden, van den<br />

14 dier maand , waar by zig beklaagd hebben , zoo<br />

over hem Bailliuw van Rhynland, als over zyn Stedehouder<br />

, ter zaake dat op den 25 February de Subfti- •<br />

tut of Stedehouder van gemelden Bailliuw , ingevolge<br />

des-


nrr. STAAT EN OORLOG. 1785:. 309<br />

deszelfs fdririftelyke order, des morgens even na het<br />

openen der Stads-Poorten , met eenige gewapende Manfchap<br />

van de Militie van den Staat, binnen die Stad,<br />

GEHEEL BUITEN HUNNE KENNIS , VEEL MIN MET HUvi-<br />

NE TOESTEMMING, was komen inryden, en door hem<br />

geapprehendeerde Perfoonen te geleiden tot aan de Gevangenis<br />

, byna in het midden hunner Stad (taande;<br />

met inftantie, op de gronden by die Misfive, op. voorziening<br />

tegens deeze verregaande ongeregeltheid ; zoo<br />

als breeder by de voorfz. Misfive, en het Berigt daar<br />

op, onder de Notulen van den 15 en 22 Maart is vermeld.<br />

En daar gelaaten werdende wat in de conferentie<br />

tusfchen den Heer Capitein Generaal en Heeren Gecomtnitteerdens<br />

van G committeerde Raaden , over de<br />

verzogte Militaire Asfiftentie door den Stedehouder van<br />

den Bailliuw van Rhynland , zoude mogen zyn voorgevallen<br />

, uit den inhoud van het Berigt en de daar nevens<br />

gevoegde Misfives van den Bailliuw van Rhynland<br />

, mitsgaders uit de Misfive van den 24 Pebruary<br />

dezes jaars, door gemelden Bailliuw aan den Stedehouder<br />

voorn, gefchreeven , en door de Heeren Gedeputeerden<br />

der Stad Leyden in het Befogne gec&mmuniceert,<br />

zeer duidelyk befpeurd zynde , dat het intrekken<br />

van 't Militaire Detachement binnen de Stad Leyden<br />

buiten eenige voorkennis van de Regeering der gemelde<br />

Stad, alleen is veroorzaakt door de eigendunkelyke<br />

aanfchryving van gemelden Bailliuw aan deszelfs<br />

Stedehouder, om namentlyk de Gevangenen tot 's Graveftein<br />

binnen de Stad Leyden te doen escorteeren; en<br />

voorts gecorifidereert, dat daar door niet alleen gemelde<br />

Regeering grootelyks is gelaedeert, maar boven dien<br />

gecommitteert een direct attentaat op de burgerlyke vryheid<br />

, het welk van de verstuitziende gevolgen zoude<br />

zyn , by aldien de Souverain zig deswegens onverfchillig<br />

betoonde;<br />

Is dienvolgens góedgevonden en verftaan, den Bailliuw<br />

van Rhynland by deeze te Ordonneeren, om binnen<br />

den tyd van agt dagen , na deeze Refolutie , de<br />

Regeering der gemelde Stad Leyden by Misfive te moe.<br />

V 3 ten


31© SEPT. Z A A K E N V A N i?8y.<br />

ten betuigen zyn leedweezen over het. voorgevallene op<br />

den »5 February dezes jaars, by het inbrengen van<br />

geapprehendeerdïn op Graveftein binnen Leyden, en<br />

tevens te verzoeken , dat dezelve Regeering voor ditmaal<br />

met deeze zyne betuiging gelieve genoegen te nemen<br />

, en hem over de daar toe gegeevene ordres in<br />

geene verdere ongelegenheid te brengen , met verzettermg<br />

van zig voor het vervolg daar van te zullen wagten,<br />

en zulks wel met dien verftande , dat, wanneer<br />

gemelde Bailliuw van Rhynland z'g aan deeze duidelvke<br />

gemanifesteerde wil van hun E.'. Gr. Kfog. komt<br />

te onttrekken, of daar aan niet behooriyk komt te voldoen,<br />

hy alsdan dadelyk in zyne bediening, als Bailliuw<br />

Wn Rhynland, zal werden gefufpendeerd ; met<br />

verderen last aan den meergemelden Bailiiuw van Rhynland,<br />

om zig van diergelyke voor het vervolg foigneuslyk<br />

te wagten. . n<br />

En zal van deeze Refohrtie Copie aan Heeren Burgemeefteren<br />

en Regeerders der Stad Leyden worden<br />

toegezonden rot derzelver inf>rmatie; en gelyke Copie<br />

aan gemellen Bailliuw worden ter hand gefteld, ten<br />

einde zig naar. jden inhoude van dien ftiptelyk te gedraagen.<br />

De Heeren van de Ridderfchap en Edelen,<br />

hebben tot her neemen van de voorlz.<br />

Reiolutie niet geconcurreerd.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />

CVIL


JIPT. STAAT EN OORLOG. I?8J. .311<br />

CVII. Misfive van Gecommitteerde Raaden<br />

met hun Reglement op de begeeving<br />

der Amptem tot dispofitie van het<br />

zelve Collegie en met een Lyst der<br />

Dominiaale Ampten daar toe behoor<br />

ende. Ingeleverd by hun Ed<br />

Gr. Mog. in dato 15 September<br />

1785.<br />

ntfangen een Misfive van de Heeren Gecommit­<br />

O teerde Raaden , gefchreeven in den Haage den 8<br />

deezer, waar nevens aan hun Edele Groot .Mogende<br />

toezenden, het Reglement by hun gearresteert op de<br />

begeeving der Ampten, ftaande ter dispofitie van hun<br />

Collegie ; met een Lyst der Dominiaale Ampten daar<br />

toe behoorende; breeder hier na geinfereert.<br />

Fiat infertio.<br />

Waar op gedelibereert, en Copie van.de voorfz.<br />

Misfive en Bylaagen verzogt zynde door de Heeren<br />

Gedeputeerden der Steden Delft, Leiden, Rotterdam,<br />

Schiedam , Schoonhoven en Brielle, om daar op te<br />

verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen,<br />

is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie.<br />

Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />

V 4 EDI*'


%n SEPT* ZAAKEN VAN 1785.<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN,<br />

y. hebben de eere U Edele Groot Mog.<br />

W hier meede kermis te geven van ons gerefolveerde<br />

van heeden, nopens de begeeving<br />

der Ampten, ftaande ter dispofitie van ons Collegie<br />

, waar by wy , na voorgaande deliberatie<br />

by refumtie op het Concept-Reglement daar toe<br />

geformeert, en, na dat door zyne Hoogheid,<br />

den Heere Prince Erfftadhouder, by Hoogstdeszelfs<br />

advis over deeze materie, onder anderen<br />

was gedeclareerd van begrip te zyn dat over<br />

de voorfchreeve Ampten , niet by tourbeurten,<br />

maar by het volle Collegie behoorde gedisponeerd<br />

te worden , en dat dienvolgende van de<br />

tourbeurt, aan Hoogstdenzelve competeerende,<br />

renuncieerde, hebben gearresteert het Reglement<br />

het welke wy , in conformiteit van het zelve,<br />

de eere hebben hier nevens aan U Edele Groot<br />

Mogende te doen toekomen, met de Lyst der<br />

Dominiale Ampten daar toe behoorende.<br />

Waar meede ,<br />

Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig<br />

bidden U Edele Gr. Mogende te willen<br />

houden in Zyne heilige protectie. Gefchree*<br />

ven'in den Hage den 8 September 1785.<br />

(Onder ftond)<br />

ü Ed. Gr. Mog. Dienstwillige.<br />

De Gecommitteerde Raaden<br />

van de Staaten van Holland<br />

en Westvriesland.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van<br />

dezelven.<br />

(Was get.)<br />

A. J. ROYER.<br />

Re-


IEPT. STAAT EN OORLOG. i?8j. 313<br />

Rtglement op de begevinge der<br />

Ampten, ftaande te dispofitie<br />

van het Collegie van H. H.<br />

Gecommitteerde Raaden van<br />

de Edele Groot Mogende Heeren<br />

Staaten van Holland en<br />

Westvriesland , ingevolge en<br />

ter voldoeninge van hun Edele<br />

Groot Mogende Refolutie van<br />

den 4 Maart 1785.<br />

De Ampten te verdelen in vierClasfen*<br />

fferfle Clasfe, van zoodanige groote<br />

Ampten, waar toe bepaalde kundigbeeden<br />

en ondervinding vereischt worden<br />

, en aan welkers vervulling de belangens<br />

der Provincie zoo in het Financieele<br />

als in andere opzigten ten naauwften<br />

verknogt zyn, namenlyk de voordragt van<br />

de Commifen van de Financie deezer Provincie<br />

aan hun Edele Gr. Mog.<br />

De aanftelling van den Boekhouder aldaar.<br />

.De Commis en Boekhouder van het<br />

Comptoir der gemeene Lands middelen.<br />

Infpeéleurs over de Comptoiren van<br />

's Lands gemeene middelen.<br />

De Premier Clercquen ter Secretarye<br />

van hun Ed. Gr. Mog. en Griffie van<br />

haar Hoog Mogende.<br />

Contrarolleur van 's Lands Fortifica.<br />

tien.<br />

's Lands Advocaaten.<br />

Solliciteurs Militair,<br />

's Lands Procureurs.<br />

Auditeurs Militair,<br />

's Lands Drukker.<br />

De Capitainen van 's Lands Jagten,<br />

deeze zullen ftaan ter begeevinge van hét<br />

geheele Collegie.<br />

V J Twee-


3*4 SEPT. ZAAKEN VAN 1785.<br />

Tweede Clasfe, van groote Ampten,<br />

namentlyk Clercquen ter Finantie , ter<br />

Secretary, ten Comptoire des gemeene<br />

Lands middelen en ter Griffie van hun<br />

Hoog Mogende , Commis ter Correctie<br />

van gedrukte depêches.<br />

Commisfaris en Contrarolleur van het<br />

klein Zegel.<br />

Commifen van 's Lands Magazynen in<br />

de Steden en Forten.<br />

Commis tot aankoop van Turf en Kaarsfen<br />

te Gouda.<br />

Majors in de gefortificeerde Steden en<br />

Plaatzen, geene Militairen zynde.<br />

Serviesmeefters in de Guarnifoen Steden.<br />

Renrmeefters van de Geeftelyke goederen<br />

en Kerken , uitgenoomen de Rentmeefter<br />

Van de Kloofter Kerk.<br />

Opzigter van het huuren der Scheepen<br />

van de Ammunitie te Delfr.<br />

Deeze zullen ftaan ter begeeving van<br />

ieder Lid op zyn beurte volgens de nadere<br />

te bepaalene tour.<br />

Derde Clasfe , van kleine Ampten als<br />

Kamerbewaarders van hun Ed. Gr. Mog.<br />

en van de Financie,<br />

Brandmeefter en Contrarolleurs van de<br />

Bodens Kloppers van het klein Zegel.<br />

De Bodens.<br />

Ykmeefier van de Turftonnen.<br />

Conducteur van 's Lands Magazynen<br />

te Delft.<br />

Commis van Turf en Kaarsfen van het<br />

Guarnifoen te Amfterdam.<br />

Provooften in de Guarnifoen Steden.<br />

Poortiers Ut fupra.<br />

Boomfluiters en Sluiswagters Ut fupra.<br />

Hofmeefters op 's Lands Jagten.<br />

Kok en Trompetter.<br />

Knegts op het binnen Jagt.<br />

Ont-


SEPT. S T A A T E N OORLOG. 1785. 315<br />

Omfantrer, Contrarolleur en Cotnmifen<br />

van de C n voyen en Licenten in Zeeland<br />

en in Vlaanderen»<br />

Yitmeefter en Balan?maaker.<br />

G>lii:cteur van de Verponding op de<br />

Zandberg , deeze zullen meede ftaan ter<br />

begevinge van ieder Lid op zyn tourbeurt.<br />

Vierde Clasfe, van Leveranciers en<br />

anderen,<br />

Warenfnyder van het klein Zegel.<br />

Pennenfnyder.<br />

Kosters en Voorleezers in de Frontier<br />

Steden. '<br />

Leveranciers en Baazen voor 's Landswerken.<br />

Turfkruyers.<br />

Metzelaar en Doodgraver van de Kerk<br />

te Loosduynen deeze zullen benoemt en<br />

aangefteld worden by het geheele Collegie.<br />

Als dan zal voor de eerfte reize by looting<br />

worden bepaald, welke Heer of Stad<br />

de eerfte begeeving van de groote Ampten<br />

volgens de tweede Clasfe, en welke<br />

Heer of Stad de eerfte begeeving van de<br />

kleine Ampten volgens de derde Clasfe,<br />

zal doen; evenwel zoo, dat by de looting<br />

over de eerfte begeeving van de kleine<br />

Ampten volgens de derde Clasfe die<br />

Heer' welke de eerfte begeeving van de<br />

groote Ampten volgens de tweede Clasfe<br />

heeft getrokken , daar in niet meede<br />

zal looten op dat de eerfte begeeving in<br />

de beide Clasfen niet voor het eerfte op<br />

één Heer zoude komen te vallen.<br />

Dan zal vervolgens by nieuwe vaca-<br />

' tuure zoo van de tweede als derde Clasfen<br />

volgen de Heer of Stad , die op de<br />

Heer of Stad die de eerfte begeeving zo<br />

van de tweede als van de derde Clasfe<br />

te beurt gevallen is , en alzoo vervolgens<br />

, tot dat ieder Heer of Stad zyn<br />

beurt


3iS SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

beurt heeft gehad in beide Clasfen, en<br />

dan wederom van elke Clasfe op nieuws<br />

beginnen van die Heer of Stad, die de<br />

eerfte begeeving daar in heeft gehad.<br />

Voorts wanneer een Heer fesfie'hebbende<br />

in het Collegie van Gecommitteerde<br />

Raaden een vaceerend Ampt voor zig<br />

zelve begeerde , zal die begeeving voor<br />

geen tourbeurt gereekent worden , maar<br />

die vervulling daar van gefchieden by het<br />

geheele Collegie, het zelve zal meede<br />

plaats hebben omtrent de dispofitie over<br />

zoodanige post van welke de Ampténaar<br />

vfywillig afftand doet.<br />

Zoo 'er intusfchen een Heer uit het<br />

Collegie zal zyn gegaan voor dat de tour<br />

van begeeving aan een Heer of zyn Stad<br />

is gekomen, zal daar in volgen de Heer<br />

die in plaats van dezelve daar in fesfie<br />

zal nemen, of heeft genoomen. Ingeval<br />

'er by vervolg van tyd Ampten of Officien<br />

mogten komen te vaceeren, die ter<br />

begeeving van het Collegie ftaan , en<br />

niet op deeze Lyst of Rooster bekend<br />

of genoemd zyn, zullen dezelve voor de<br />

eerfte reize by het volle Collegie begeeven,<br />

en a|s dan tevens bepaald worden,<br />

onder welke Clasfe die Ampten behooren,<br />

om by volgende vacatuure op den<br />

voet van zodanige Clasfe vervult te werden.<br />

De Heeren die een tourbeurt zullen<br />

hebben in de tweede en derde Clasfen<br />

• zyn de volgende.<br />

De Heer weegens de Ridderfchap.<br />

De Heeren weegens de refpective Steden.<br />

En de Heer Raadpenfionaris.<br />

En omtrent de Ampten van de eerfte<br />

Clasfe als daar is.<br />

Da voordragt van de Commifen van de<br />

Financie deezer Provincie.<br />

De


IÏPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 317<br />

De aanftelling van den Boekhouder al»<br />

daar.<br />

De Commis en Boekhouder van het<br />

Comptoir der gemeene Lands'middelen.<br />

De Premier Clercquen ter Secretary<br />

van hun Ed. Gr. Mog. en Griffie van<br />

haar Hoog Mogende.<br />

Zal het advis van de Heer Raadpen.<br />

fionaris in der tyd verzogt en ingenoomen<br />

worden, en zullen gelyk als die van<br />

de vierde Clasfe begeeven worden by de<br />

prefente Leden niet minder dan ten getalie<br />

van zeven. Van deeze Rooster,<br />

. Lyst en Refolutie by het Collegie, zoo<br />

voor nu als voor het vervolg te arresteeren<br />

, zal kennis gegeeven worden aan<br />

hun Ed. Gr. Mog. ten blyke dat hun<br />

Edele Mog. voortaan zullen voldoen aan<br />

de intentie en Refolutie van hun Edele<br />

Gr. Mog. nopens de begeeving dier Ampten,<br />

ftaande ter dispofitie van hun Edele<br />

Mogende.<br />

? T<br />

Ampten en Bedieningen fpeciterende<br />

tot hun Edele Groot Mog.<br />

Domeinen en ftaande ter begeeving<br />

van H. H. Gecommitteerde<br />

Raaden, meede gebragt<br />

tot vier Clasfen, en wordende<br />

dus gehouden als of in het nevensgaande<br />

Concept-Reglement<br />

ieder onder de daar by ver-<br />

meld zynde Clasfe gefteld was.<br />

T ot de eerfte Clasfe, behooren de volgende,<br />

als<br />

Dykgraaf van 's Graveland.<br />

Bailliuw van Absregt.<br />

Secretaris van hec Bailliuwfchap van<br />

Rhynland.<br />

Se.


318 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

Secretaris van de Bailluage van Voshol.<br />

Secretaris van de Badiuage van Wateringen.<br />

Secretaris van de Bailluage van Delfhnd.<br />

Scnout en Boode van Sparwoude.<br />

Secretaris van Sparwoude.<br />

Schout van Sparendam.<br />

Secretaris van de Bajlluage van Kennemerland.<br />

Secretaris van de Bailluage van Brederoode.<br />

Secretaris van de Houtvestery en het<br />

Jagt gerigr. van het Gooyland.<br />

Griffier van de Leenen en Secretaris<br />

van de Houtvestery van Brederooie.<br />

Dykgraaf van de groote Waard van de<br />

Dusfen.<br />

Secretaris van de Bailliuws Vierichaar<br />

van Zuidholland.<br />

Secretaris binnen de Steede Goedereede.<br />

Onder de tweede Clasfe, de volgende als<br />

De drie ordinaris Clercquen tot de zaaken<br />

rakende hun Edele Groot Mogende<br />

Domeinen.<br />

De Coutrarolleur van de Werken ten<br />

Hove.<br />

Schout der Steede Woerden.<br />

Schout van Alsmeer.<br />

Secretaris en Boode van Alsmeer.<br />

Secretaris der Steede Naarden.<br />

Setretaris of Clercq van Huylten.<br />

Secretaris van Laren eu Blaricum.<br />

Secretaris of Clercq van '« Gravenland.<br />

Secretaris van het Dykgraaflchap van<br />

's Graveland.<br />

Secretaris van Weefp, Weesper Carfpel<br />

en Hoog Rvlmer.<br />

| Secretaris van Muyden en Mtiyderberg.<br />

Secretaris of Clercq van Hilverfum.<br />

Secretaris van Woudrichem.<br />

Pen*


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 319<br />

f Penningmeefter van de Dykagie 's Lands<br />

| van Altena.<br />

•< Penningmeefter van de nieuwe Alte-<br />

I naafche Polder.<br />

LClercq en Boekhouder van Altena.<br />

Secretaris van Heusden.<br />

Secretaris of Clercq van de Hooge<br />

Maasdyk.<br />

Tot de derde Clasfe.<br />

Collecteur van de Graaflykheids Tollen<br />

te Weefp, en elders ftaande ter dilpofitie<br />

{<br />

van hun Edele Mog.<br />

Koster van de Capelle ten Hove of<br />

Franfche Kerk in den Hage.<br />

Orgelblaazer aldaar.<br />

Tolknegt van de Tolle te Gorinchem. .<br />

Een dito van de<br />

Tolknegt te Schoonhoven.<br />

Tot de vierde Clasfe.<br />

{<br />

Opzigter van de in en uitlevering van<br />

de Hofbrand.<br />

Bewaarder van de Hofbrand.<br />

Catter van de Turf tot de Hofbrand.<br />

Turfkruijer van den Hove.<br />

Turftonfter van de Hofbrand.<br />

Aschkruyer van den Hove.<br />

Een dito.<br />

Organist in de Franfche Kerk.<br />

Klokkeftelder van de Hof en Kloofter<br />

Kerk klokken.<br />

Boekhouder van de Auctien op de Zaal.<br />

Collecteur van hec Asch en Straatgeld<br />

in ;het Diftriót van de Graaflykheid in 's<br />

Hage.<br />

Boetefeu van de Graaflykheids Reekenkamer.<br />

Leenkamer &c.<br />

Deurwaarder van het Comptoir der Domeinen<br />

vanNoordholland.Kennemerland &c.<br />

Boo-


S2o SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

Boode provifioneel van de Bailluage van<br />

Wateringen Lier en Zouteveen.<br />

Boode Ampt van Weefp.<br />

Boode Ampt van Muyden.<br />

Boode Ampt van Voshol.<br />

Deurwaarder van het Comptoir van<br />

Zuidholland.<br />

{ Fabryck van het zelve Comptoir.<br />

Opzigter van de Munt.<br />

Landmeeter by het Comptoir van Zuidholland.<br />

«Boode van Schoonhoven.<br />

Boode van de Dykagie van het Land<br />

van Altena.<br />

Stempelfnyder der Munt te Dordrecht.<br />

Opziender en onderhouder van het Pietwerk<br />

der Munte aldaar.<br />

Landmeeter der Domeinen 's Lands van<br />

Voorne en de Beyerlanden.<br />

Collecteur van de Heusdenfche Watertol<br />

te Veen.<br />

Collecteur in het Spuye.<br />

Collecteur te Delfshaven.<br />

Collecteur in den Brielle.<br />

Collecteur te Maaslluis.<br />

Nota in confideratie te geven of men<br />

de post van diftribueerder van de .<br />

Hof Conynen by overlyden van den<br />

tegenwoordigen Posfesfeur niet zoude<br />

mortificeeren.<br />

CVIII.


SEPT» STAAT EN OORLOG. 1785. 3*1<br />

CVIIÏ. ExtraSt uit het Register van de Ac<br />

ten en. Refolutien der Edele Mogende<br />

Heeren Gedeputeerde Staten<br />

van Stad en Lande. In dato 15<br />

September 1.785.<br />

het geproponeerde ter Vergadering door den<br />

V/ Heer Pjaafiderende Alberda van Ekenflein, dat<br />

ne Lt. Col!. Bentink, commandeerende de rwee laatfte<br />

Escadrons Cavallerie van den Lt. Generaal Stavemsfe<br />

Pous, thans volgens Patent van Zyne Hoogheid,<br />

t welk alhier bevorens is geprefenteerd , op marsch<br />

naar herwaarts, op gisteren avond zig by zyn Ed, had<br />

vervoegt, en op het fterkfte aangedrongen de noodzakelykheid,<br />

dat aan de voorfchr. twee Escadrons mogten<br />

worden gepermitteert in deze Stad binnen te marcheeren<br />

, en guarnifoen te houden , zoo wel als hec<br />

uitmarcheeren van de alhier guarnifoen houdende twee<br />

Escadrons van gemelde Regiment, vermits beide alhier<br />

niet zouden kunnen werden geplaatst, en bovendien<br />

ook niec zouden harmoniëren , met byvoeginge<br />

van verdere discoursfen, daartoe door denzelven Lt.<br />

Coll. Bentink voortgebragt; waarop door den Heer<br />

prafideerende was gerepliceert, dat, vermits deze zaak<br />

op aanftaande Vrydag ftond gebragt te worden ter deliberatie<br />

der Ed. Mog. Heeren Staaten dezer Provintie,<br />

overzulks de orders vau Hun Ed. Mog. hieromtrent<br />

moesten worden afgewagt. —— Waarop gedeli.<br />

bereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden den<br />

Heer Pitelideerende voor de communicatie dezes bedankt<br />

, en het zelve voor Notificatie aangenomen. —<br />

Coll. Conc.<br />

D<br />

DOURLUGT1GSTE PRINS EN HEERE!<br />

e Heeren onze Gedeputeerden ons tegens heden<br />

hebbende befchreeven , om ter onzer deliberatie<br />

te brengen de Patenten, door uw Doorl.' Hoogh den<br />

7<br />

° e z<br />

v f^ af<br />

" egeven a a n d e l w e e<br />

laactte Escadrons van<br />

-XXIX. DEEL. X den


3*2 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

den Lieutenant Generaal Stavenisfe Pous, om reeds<br />

heden in deze Stad te marcheeren , en binnen dezelve<br />

Garnifoen te houden; en de tweö eerfte Escadrons aftelosfm,<br />

hebben die verhaaste ordres, waarvan wy de<br />

reden niet konden penetreren, aan ons niet weinig verwondering<br />

veroorzaakt , en zulks te meerder , als ten<br />

zei ven tyd kennis ontvingen , dat Uw Doorl. Hooghei<br />

l ook Patenten had gelieven aftegeven aan het Regiment<br />

Orange Stad en Lande, om van hier naar JNy-<br />

Diegen te maicheeren; en om drie Detachementen van<br />

de Compagnie Artillerie van den Kapitein van #y*«-ftein<br />

hier uit te doen marcheeren naar de Lange Akker-Schans<br />

, de Bourtange en Coeverden, gelyk ook<br />

aan de Sraf en drie Compagnien van den Generaal Maioor<br />

Dopf, om in deze Stad garnifoen te houden, uit<br />

welke twee Escadrons Cavallerie, en drie Compagnien<br />

I f.. 'trie, dus ons geheel guarnifoen zoude beftaan.<br />

Wy hebben by onze Misfive van den 4 November<br />

1784, ter gelegenheid dat uw Doorl. Hoogheid Patenren<br />

tot den uitmarsch van ons garnifoen had gegeven ,<br />

( [t cli waarop tot nu toe geen antwoord hebben bekomen<br />

,) aan uw Doorl. Hoogheid onze wettige vrees te<br />

kennen gegeven , indien de oorlog met den Keizer<br />

voortgang mogt hebben: dezelve redenen exteeren met<br />

alleen als nog , maar uw Doorl. Hoogheid is met onkundig<br />

van de inwendige onlusten , die m den Uldambte<br />

hebben plaats gehad, en die met dan door een<br />

aanzienlyk Detachement, zoo Cavallerie als Inianterie<br />

hebben kunnen werden geftuit, en het te dugten itaat,<br />

dat dezelve misfehien ten eerften zouden kunnen worden<br />

hervat, indien ons Garnifoen zoodanig wierde ver.<br />

mindert; terwyl deze Stad door de beste harmonie tusfchen<br />

onze Burgers en 't Garnifoen thans een alleman*<br />

genaamfte eendragt geniet , welke met reden gevreest<br />

word te zullen ophouden, of verminderen , by verandering<br />

van Garnifoen, ten waare door Troupes, ter<br />

Repartitie dezer Provintie ftaande, wierde geremplaceert.<br />

Belangende de Detachementen Artillerie, moeten wy<br />

uwe Doorl. Hoogheid informeeren, dat die Compagnie,<br />

hier wordende opgerigt, niet alleen nog met compleet


SEPT. STAAT EN OORLOG. i 7ss. s & 3<br />

is, maar bovendien de modellen van hunne Geweeren<br />

laat ftaan de Geweeren en Wapens , zelve nog biet<br />

heeft bekomen; en, als een nieuws geworven Corps<br />

ais nog geene genoegzame kunde heeft , om in de uiterfte<br />

Froniieren met hoop van eenige vrugt te kunnen<br />

worden geëmployeert , rerwyl wy geoordeeit hebben<br />

"de brontieren van Westerwolde voor als nog niet re<br />

moeten ontblooten van Garnifoen, om hec onze te vermeerderen.<br />

Wy hebben deze en meer andere redenen in ernftige<br />

overweging genomen, en tot behoudenis van onze<br />

veiligheid , en bewaaring der inwendige rust ons in<br />

de onvermydelyke noodaakelykheid bevonden geene<br />

attaché op eenige der afgegevene Patenten van uwe<br />

Doorl. HoogheiJ re verleenen, waarvan wy uwe Doorl.<br />

Hoogheid by dezen kennis geven , in dat billyk vertrouwen,<br />

dar uwe Doorl. Hoogheid, onze omltandigheden<br />

overwegende, ten vollen overreed zal moeten<br />

zyn, dat wy niet anders hebben kunnen doen, willen<br />

Wy ons en orizé goede Ingezetenen niet aan een oogenfchyniyk<br />

gevaar bloot ftellen.<br />

Voorts moeien wy uw Doorl. Hoogheid vriendelvk<br />

verzoeken , dac, indien de Artilleristen van de Compagnie<br />

van den Kapirein Muller uit Coeverden de<br />

Bourtange en Lang Akker-Schans, mogten marcheren<br />

dat dezelve door een genoegzaam getal gedresféerde<br />

Artilleristen mogen worden geremplaceert ten einde<br />

Frontierplaatzen van zoo veel importantie niet van de<br />

nodige defenfie blyven ontbloot. — Waar mede enz.<br />

De Staaten van Stad en Lande.<br />

Ter ordonnantie van Hun Ed. Mog.<br />

Groningen . °<br />

den 17 September (Was get.)<br />

1785.<br />

, R. n. GOCKINGA.<br />

x a<br />

CIX.


3a 4 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

CIX. E%tra£t uit de Aften en Refolutien<br />

der Edele Mogende Heeren Gedeput<br />

eerde Staaten van Stad en Lande.<br />

In dato 18 September 1785.<br />

ï~Vor den Collonel Commandant Ketnpe , ter vol-<br />

1J doeninge aan het gerequireerde van gisteren, op<br />

rrniden morgen aan den Heer praefideerende Alberda<br />

van Ekenftein , benevens den Secretaris Lewe,. zynde<br />

geiapporteerd , dat op de twee buiten de A Poort^gearriveerde<br />

Bagage Scheepen van de twee laatfte Esquadrors<br />

Cavallerye van den Lt. Generaal Stavemsfe Pous,<br />

Zig bevinden een Wagtmeester, vier Ruiters, agt vrouwen,<br />

en zestien Kinderen. — Waarop gedelibereerd<br />

zvnde, hebben de Heeren Gedeputeerden, om de gemelde<br />

vyt Manfchappen, en agt Vrouwen in dit byzonder<br />

geval na redelykheid te foulageren, aan ieder<br />

van dezelve dertien Pe.foonen, twaalf Stuivers, en boven<br />

dien nog zes Sulvers voor ieder Kind, in de vierentwintig<br />

uuren, toegelegt, te beginnen met -den dag<br />

hunner aankomst op gisteren, en by proviüe te contj<br />

„ueeren , heen en ter tyd omtrent derzelver /«unatie<br />

nader orders zullen zyn ingekomen, wordende de Ka-<br />

Eerbewaarder Gout gelast, de voorfchr. penningen tydelyk<br />

op fchriftelyke order, en quitantte van den Collonel<br />

Commandant Kempe, die provifioneel heeft aangenomen<br />

, mede voor de Bagage te zullen zorgen, te<br />

Koen, ten einde dezelve ten behoeve als vooren werdTgedistribueett;<br />

en zal voorts na het afloopen van<br />

deze betalinge, door den Commys Prov. Wernink, ordonnantie<br />

van betalinge wegens de gedebourfeerde penringen<br />

worden verzogt, en daar _ van vervolgens aan<br />

den Kamerbewaarder Gout restitutie<br />

WEL EDELE GESTRENGE HEER!<br />

Hebbe Uw Edele Geftr. Misfive, door den Ruiter<br />

n e t<br />

Hendrik Machiels toegezonden , zoo op g°°;


ÊEPT. STAAT EN OORLOG. i?8y. 325<br />

genblik circa 6 uur ontfangen ; waarop tot refcriptie<br />

diend , dat 't my eene byzondere fatisfactie is , onze<br />

Lieden in de Schepen , beneffens Vrouwen en Kinderen,<br />

wel zyn. Wat gebrek aangaat, zullen zy zo lange<br />

de Ritmeesters, of een der Officieren er in ftaat toe<br />

zyn, daar aan niet blootgefteld worden. Wat nu aangaat<br />

het gerelblveerde, om aan ieder man twee Schellingen<br />

daags toe te leggen, daar omtrent maak ik veel<br />

zwarigheid : die Lieden hebben hun Traétement, zoo<br />

als deze Ruiters ook, en behoeven zoo veel niet te<br />

verteeren, nog te fouffreren, als deze: wanneer zy gezond<br />

waren geweest, zouden zy niet op de Bagage»<br />

fchepen zyn gekomen, en dewyl nu herftelt zyn, moeten<br />

en kunnen zig met haar Traétement redden , en<br />

zoude dus maar jaloufie veroorzaaken. Dan wat Vrouwen<br />

en Kinders aangaat , die mag ik gaarne lyden,<br />

dat men geeft zoo veel, als goedgevonden word: ook<br />

heb ik daarover niet te zeggen ; maar 't volk moet zo<br />

veel mogelyk egaal worden gehandelt, en zoude ik dus<br />

verpligt zyn, die Ruiters terftond op te ontbieden, om<br />

voortekomen , dat dat Volk zulks hoorende niet met<br />

reden misnoegt wierde , en ligt een ander reden van<br />

haar ongelukkig fort uit dasten , als het wezentlyk is.<br />

— Waar zoude dat naatoe , 14 Schellingen 's weeks<br />

per Man boven hun Traétement, en niets te lyden;<br />

en deze op zoo eene verregaande wyze geproftitueert.<br />

en mishandelt te worden! Zonder dat de Heeren Staaten<br />

van Groningen of van een eenige Provintie iets.<br />

kunnen ten laste van een der Officieren of Ruiters van<br />

dit Corps inbrengen. Laster en valfe uitftroyfels zyn<br />

wy ten boven , konde ik myn zieken 'van hier ergens<br />

elders transporteeren, om ten minften die dubbelde ongelukkige<br />

haar herflel te bezorgen, weinig zouden my<br />

de kosten bekommeren, dan, haar dood zal nooit ter<br />

myner verantwoordiging zvn. Toen ik te Groningen<br />

was, verzogt ik alleen de Syndicus Tiddens, dat onze<br />

zieke Vrouwen en Kinders , wanneer mogten arriveeren<br />

, met de Schepen , en onwetend in 't geval wa*<br />

ren , niet van de wal mogten gebannen worden , om<br />

eenige ververfching te haaien, maar nimmer om ze eenige<br />

onderfteuning te bezorgen. De Heeren Staaten<br />

X 3 van


326 SBPT. Z A A K E N V A N 1785*<br />

Holland, enze Betaals-Heeren, die dit Corps altoos,<br />

waar zy in die Provintie geleegen hebben , genoegen<br />

hebben kunnen geeven, zullen ons ook nu niet, wanneer<br />

wy/door anderen mishandelt worden, gebrek doen<br />

lyden. Wat het uitfchepen betreft, dat kan en moet<br />

niet gefchieden, die Schepen moeten wagten tot nader<br />

order , wy zullen die lieden naar redeiykheid voldoen.<br />

Hebben de Staaten van Groningen door haar refolutie<br />

dit Corps geacbeveert om te ruineeren , zoo in haar<br />

Einantieri', Equipagie, als gezondheid, die kleine kosten<br />

zullen wy dan ook nog lyden. Wy reizen thands<br />

al met drie wagens zieken , war.rvan er geen een overdekte<br />

te bekomen Ts, en altoos op het vel nat. _ God<br />

weet, wat er nog komt, en hoe bet einde van die ongelukkigen<br />

zal zyi\ Meld my zoo dra mogelyk, wat<br />

of* en by continuatie na ontvangst dezes plaats heeft.<br />

'Zes Ruiters rykelyk te geeven , en hondert negentig<br />

ongelukkig te maaken, doet weinig by my. Had men,<br />

indien er redens waren , om dit Corps te weigeren,<br />

dezelve in haare ongelukkige omtlandigheden willen<br />

o^derfteunen en te gemoed komen , dat was iets anders,<br />

maar zoo ik dit noodig oordeelde, konde ik zelfs<br />

het nog doen. — Overmorgen gaan wy na Roon, en<br />

verder zal de tyd leeren. Wy genieten hier alle beleefiheid<br />

, die men van brave Ingezetenen verwagten<br />

kan. Het medelyden der Boeren met ons ongelukkig<br />

Volk is zeer groot.— A Dieu dit zal meer als genoeg<br />

zyn , om U myn meening te hebben ontdekt. Zoo<br />

verzoek myn compliment aan Mevrouw , en ben in<br />

haast met alle agting.<br />

WEL EDELE GESTRENGE HEER.<br />

Peyfel den Uw Ed, Geltrenges onderdanige<br />

18 September Dienaar<br />

1785. (Was get.)<br />

X. H. BENTINCK.<br />

(Opfchrift was)<br />

Omme<br />

den Beer Adjudant<br />

Oester<br />

tot<br />

Groningen.<br />

CX.


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 337<br />

CX. Misfive van de Regeerders der Stad<br />

Amersfoort aan de Staaten van<br />

Holland, tot afwyzing der verzoeken<br />

omtrent het voorgevallene aldaar.<br />

In dato 26 September 1785.<br />

ntvangen een Misfive van de Regeerders der Stad<br />

O Amersfoort, gefchreeven aldaar den 26 deezer,<br />

op de voordragte daarby vervat, /vertiouwende , dat<br />

hun Ed. Gr. Mog. met verontwaardiging van de hand<br />

zullen wyzen verzoeken van Ingezeetenen , ftrekkende<br />

tot verkorting van het wettig gezag van den Souverain;<br />

breeder hier na geinfereert.<br />

Fiat infertio.<br />

Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />

verftaan , dat de voorfz. Misfive by de voorige (tukken<br />

tot dezelve zaak betrekkelyk by diverfe Refolutien<br />

Commisforiaal gemaakt, mede zal worden geëxamineert<br />

door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun<br />

Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot bet groot Befogne<br />

, en de Vergadering daar op gediend van derzelver<br />

confideratien en advis; en is dien onvermindert Copie<br />

van de voorfz. Misfive verzogt door de Heeren van<br />

de Ridderfchsp om dezelve in de ordre nader te examineeren,<br />

en door de Heeren Gedeputeerden der Steden<br />

Haarlem, Delft, Amftérdam, Rotterdam, Gorincbern,<br />

Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuyzen, Edam, Monnikendam<br />

en Medemblik, om daar op te verftaan de<br />

intentie van de Heeren hunne Principaalen.<br />

Accordeert met voorfz. Refolutien.<br />

X 4 EDE»


328 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

EDEIE GROOT MCCÏNDE HEEREN!<br />

W/v zyn geïnformeerd, dat eenige Leeden<br />

W van onzen Raad hebben kunnen goedvinden<br />

, ten geleide van zeeker fautif Berigt van<br />

het geene alhier op den 8 , 9 en 13 des afgeloopen<br />

maands zoude weezen voorgevallen, dogdat<br />

wy thans niet zullen intreeden, zig by Misfive<br />

aan U Ed. Gr. Mog. te addresfeeren , en<br />

zo uit naam van hun zelve , als quafi van een<br />

voornaam gedeelte ,van de Burgery deezer Stad,<br />

te verzoeken, dat het U Ed. Gr. Mog. behagen<br />

mogte , dat gedeelte van de Militie, het<br />

welke ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. Haat,<br />

te doen beveelen, van uit onze Stad en Provintie<br />

te vertrekken naar elders , zo mooglyk<br />

met dien fpoed, als waar meede zy zoude gekomen<br />

zyn, en dat het aan U Ed. Gr. Mog.<br />

mede gnnftiglyk believen mogte , om met de<br />

verdere Bondgenooten te concurreeren , dat zo<br />

lange de Pointen tot redres der bezwaaren alhier<br />

niet zyn afgedaan , onze Stad en Provintie<br />

van alle inkwartieringe van Militie mogen blyven<br />

bevryd.<br />

Wy houden ons ten vollen verzeekerd , dat<br />

by U Ed. Gr. Mog. geene de minfte twyffe-<br />

Imge plaats hebben kan , omtrent het regt van<br />

Souverainiteit, de refpeftive Provinciën, en alzo<br />

ook aan de Heeren Staaten deezer Provincie<br />

competeerende, om zodanige middelen , tot bewaringe<br />

van binnenlandfche rust en order te<br />

employeeren, als dezelve nodig oordeelen mogten<br />

: en dat ü Ed. Gr. Mog. het met ons zouden<br />

aanzien, als een zaak van de allerpemicieufte<br />

gevolgen, indien byzondere Ingezeetenen zouden<br />

mogen onderftaan , middelen in het werk te<br />

{lellen , om de befluiten hunner wettige Overheid<br />

, tot het voorfz. einde {trekkende, of die<br />

dezelve daar toe in het vervolg zoude kunnen<br />

van noden agten te verydelen , ende wel lpeciaal,<br />

om daar toe de fouveraine Magt van an-,<br />

dere Gewesten te folliciteeren.<br />

Dan


SEPT» STAAT EN OORLOG. i ? 8 ? . 3 2 0<br />

Dan vleyen wy ons, die behooren tot eene<br />

vergadering, welke gezwooren heeft de Hoon.<br />

he,d en Heerlykheid van de Ed. Mog. H-eren<br />

Staaten deezer Provincie te bewaaren , e n wel-<br />

.kers Rust en Veiligheid by deeze zaak zo zeer<br />

is geconcerneerd; dat U Ed. Gr. Mog. ons wel<br />

U D<br />

d e zu<br />

^ > len<br />

gelieven te duiden, dat wv hoe<br />

overtollig zulks zyn moge, echter om' den waa.<br />

ren aart der demarche van de gedagte Leeden<br />

onzer Vergaderinge in deezen des te kennelyker<br />

d e v r h e i d<br />

van ÜFTC M y " e e<br />

^n, ter kennisfe<br />

van u h.d. Gr. Mog. te brenger.<br />

Dat het is gewéést by. een wetttig befluit van<br />

onze Raadsvergadering, by eene groote meerderheid<br />

van dezelve genomen, dat wy in onze<br />

vrye deliberatien geftremd, en terwyl eene wet.<br />

telooze Vergadering zig het gezag dat ons toevertrouwd<br />

was arrogeerde, de asfiftentie van de<br />

Heeren Staaten deezer Provincie, ofte van de<br />

Heeren Hoogstderzelver ordinaris Gedeputeerden,<br />

hebben verzogt, met dat gevolg, dat aan<br />

ons eenig Guarnifoen, op aanfchr|vinge vaS<br />

Heeren Gedeputeerden toegezonden is , welke<br />

fchikkmge naderhand by de Vergaderinge van<br />

de PLeren Staaten, onder protest van de Stad<br />

Utrecht a leen, goedgekeurd is, ende mitsdien<br />

. dat het leggen yan Guarnifoen binnen deeze Stad'<br />

is een middel by den Souverain deezer Provin-<br />

WaariDSe R U S C e<br />

eld^ " 0 r d<br />

" nodig ge.<br />

Ü0;de 0<br />

Dat de Regeeringsform van onze Stad mede<br />

brengt, dat de Leeden des Magiftraats, op eene<br />

wettige wyze by den andere vergadert, repr".<br />

fenteeren het gantfche, Lighaam van de Bur<br />

gers en Inwooners, en alsdan by pluraliteit van<br />

liemmen uitgezonden in zaaken, waar bv gee<br />

ne overftemming plaats heeft, derzelver befiut '<br />

X<br />

^ gen


130 SÏPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

gen aanbetrouwd zyn, niet anders dan alle andere<br />

particuliere Burgers met opzigt tot het publrcqüe<br />

beftuur kunnen aangemerkt worden, en<br />

daar aan ook even zo onderworpen zyn; en<br />

dat derhalven de Leeden onzer Vergaderinge ,<br />

die zig by Misfive aan U Ed. Gr. Mog. hebben<br />

geaddreifeerd > niet anders zyn geweest, of<br />

geconfi lereerd worden kunnen , dan als byzondere<br />

Perfoonen, Burgers en Ingezeetenen deezer<br />

Stad , de fchikkingen der hooge Overheid dee.<br />

zer Provincie , zo wel als die van den Raad<br />

deezer Stad, tot bewaringe van Rust en Order<br />

nodig geoordeeld, pogende te verydelen.<br />

Wy meenden dit alleen aan U Eet. Gr. Mog.<br />

te moeten voordragen , om Hoogstdezelve te<br />

meer te overtuigen , dat het verzoek by de gedagte<br />

Misfive gedaan , tot niets minder tendeert,<br />

dan om de allergevoeligfle atteinte aan de Souverainireit<br />

van deeze Provincie , en in dezelve<br />

aan die van alle de hooge Bondgenooten, toe<br />

te brengen, en de gronden van vereenigiag van<br />

dit Gemeenebest geheel en al te ondermynen.<br />

Ons by ü Ed. Gr. Mog. te disculpeeren, wegens<br />

de Tyrannicque Oogmerken , die men ons<br />

fchaamteloos genoeg heeft durven attribueeren,<br />

als of wy namentlyk door den militairen Arm<br />

de b'liykè klagten onzer Inwooneren tragten te<br />

fluiten, of het wettig gezag van zommige Leeden<br />

der Magiftrature zochten te onderdrukken,<br />

en alzo het geweld de plaatfe des regts zouden<br />

willen doen bekleeden, zouden wy agten , dat<br />

by U Es. Gr. Mog. zoude worden aangezien,<br />

als of wy eenigzints konden twyffelen , dat U<br />

Ed, Gr. Mog. niet alleen orrs van zulke verfoeyelyke<br />

misdragingen , maar ook de Heeren<br />

Staaten deezer Provincie, van de begunftiging<br />

daar van verdenken konden.<br />

Dan even zo zeer als wy betuigen een affehrik<br />

van zodanige Sentimenten te hebben, en<br />

tot wegneeming van die lasterlyke inboezemingen<br />

, niet verzuimd hebben onze Inwooneren<br />

pent»


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 331<br />

opentlyke verzekeringen te doen: even zoo vertrouwen<br />

wy, dat U Ed. Gr. Mog. met verontwaardiainge<br />

van de hand zullen wyzen, de verzoeken<br />

van Ingezeetenen , {trekkende tot verkortinge<br />

van het wettig gezag van den Souverain,<br />

in plaatfe van zig by vermeende redenen<br />

van klagten aan dezelve te addresfeeren : En<br />

dus,<br />

Edele Groot Mogende Heeren! U Ed. Gr.<br />

Mog. beveelende in de beicherminge des Allerhoogften,<br />

blyven wy,<br />

(Onder' ftond)<br />

U Ed. Gr. Mog. Dienstwilligen<br />

de Regeerders der Stad Amers»<br />

foort.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter Ordonnantie van dezelve.<br />

Amersfoor (Was get.)<br />

den 26 Sepr.<br />

J<br />

7 8<br />

5' JAN 10TT HKNDRIKSEN.<br />

CXI.


332 SBPT. Z A A K E N V A N I?8J.<br />

CXI. Refolutie op het maaken van nieuwe<br />

Vaendels voor de Lyf' Guardes te<br />

Voet van hun Ed. Gr. Mog., en<br />

omtrent de Ringkraagen der Officieren<br />

hy dat Regiment. In dato<br />

28 September 1785.<br />

By reftimtie gedelibereert zynde op de Misfive van<br />

de Heeren Gecommitteerde Raaden , gefchreeven<br />

in den Hage den 29 Juny dezes jaars , en ten zeiven<br />

dage ter Vergadering ingekomen , waar by ter kennis<br />

van hun Ed. Gr. Mog. hebben gebragt, dat de Heer<br />

de Roo van Westmaas aan hun in confideratie had<br />

gegeven aan hun Ed. Gr. Mog. te proponeeren , om<br />

de nieuwe Vaendels van de Lyf-Guardes van hun Ed.<br />

Gr. Mog. tot foulagement der kosten , by de Misfive<br />

onder de Notulen van voorfz. 29 Juny breeder vermeld<br />

, aan hoogstderzelver gemelde Lyf-Guarde ditmaal<br />

uit naam van hun Ed. Gr. Mog. te vereeren,<br />

en hun Heeren Gecommitteerde Raaden ten voorfz.<br />

einde de nodige qualificatie te verleenen.<br />

Als mede op de Misfive van zyn Hoogheid den<br />

Heere P/ince van Orange, den 1 September alhier gefchreeven<br />

en ten zeiven dage by Copie aan de Leden<br />

tot refieétie daar op by de eerstgemelde Misfive gegeven<br />

, waar by zyn Hoogheid heeft verzogt geinformeert<br />

te worden van hun Ed. Gr. Mog. intentie nopens het<br />

geen hoogstdezelve gelieven dat op de nieuwe Vaendels<br />

voor het Regiment Hollandfche Guardes te Voet<br />

zal werden gefchilderc, en concerneerende mede de<br />

Ringkraagen der Officieren van het voorfz. Regiment,<br />

de Patroontasfen en Trommels, breeder onder den<br />

voorfz. 1 September geinfereert.<br />

En particulierlyk in achting zynde genomen, dat,<br />

gelyk in het generaal alle inkruipingen , die of direct,<br />

of ten minften voor het oog der Natie, ftrekken kunnen<br />

om het wettig gezag van den Souverain te verminderen<br />

, nimmer kunnen werden gelegitimeert , zoo<br />

opk in het byzonder in de tegenwoordige gefteldheid<br />

van


SETT. STAAT EN OORLOG. 1785. 333<br />

van tyden eene verdubbelde attentie vereischt word<br />

om alles , wat daar toe maar aanleiding zoude kunnen<br />

geeven zorgvuldig te vermyden, ten einde dus zo veel<br />

te beter de authoriteit van den Souverain te handhaaven<br />

, en alle denkbeelden , als of de opperde magt<br />

maar gedeeltelyk by 's Lands Staaten berustte, by een<br />

ieder af te fnyden; en dat fpeciaal met betrekking tot<br />

de Lyf-Guarde van hun Ed. Gr. Mog. fuccesfivelyk<br />

zaaken zyn voorgevallen , en dispofitien over dezelven<br />

gemaakt , niet overeenkomende met hunne waare bedemming,<br />

zoodanig , dat hier in verder toegegeeven<br />

wordende , hun Ed. Gr. Mog. zig al ligtelvk zouden<br />

bloot gefteld zien , dat hunne eigen Lyf-Guarde zig<br />

niet meer voor de zoodanige zoude confidereeren , en<br />

dus de zekeiheid, welke de Souverein met regt reekenen<br />

moet daar in voor zig en tot dekking zyner deliberatien<br />

te kunnen ftellen, aanmerkelyk los en wankelbaar<br />

zoude maaken; terwyl het daarom, en in confidentie<br />

van de fludtueerende denkbeelden, waar in de<br />

gemelde Lyf-Guardes door diverfe uitwendigheden fchynen<br />

geraakt te zyn , niet anders , dan het veiligst en<br />

het meest overeenkomftig met den aart hunner destinatie<br />

kan gerekend worden, dat de Vaendels, die zy te<br />

volgen hebben, zoo wel, als de Ringkraagen der Officieren<br />

, voortaan alleen met zulke Wapens worden<br />

voorzien , die hun geftadig het waare oogmerk hunner<br />

indelling konnen herinneren, zonder dat by hetzelve<br />

Regiment eenige andere Wapens tot uitwendige teekenen<br />

gebruikt worden.<br />

Is goedgevonden en verdaan de Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden alhier in den Haage by deeze te quali.<br />

ficeeren , om voor het Regiment Lyf-Guardes te Voat<br />

van hun Ed. Gr. Mog.' nieuwe Vaendels te laaten maken<br />

, voorzien aan de eene zyde met het Wapen van<br />

deeze Provincie , en aan den anderen kant met een<br />

gewapenden Arm met een Zwaard, en het Devies;<br />

Pugno pro Patria , en de gemelde Vaendels aan de<br />

voorfz. Lyf-Guardes voor ditmaal uit naam van hun<br />

Ed. Gr. Mog. te vereeren: wordende welgemelde Heeren<br />

Gecommitteerde Raaden boven dien ook verzogt,<br />

de nodige zorge te draagen , dat de Ringkraagen dec


334 SEPT. Z A A K - E N V A N<br />

Officieren by 't gemelde Regiment insgelyks met het<br />

Wapen van hun Ed. Gr. Mog. voorzien worden , en<br />

dat in 't geueraal by het zelve geene andere Wapens,<br />

dan die van deeze Provincie, voortaan tot uitwendige<br />

teekenen worden gebruikt.<br />

En zal Copie van deeze Refolutie by Misfive aan<br />

Zyne Hoogheid den Heere Prhtce ven Ürange worden<br />

gezonden, to f<br />

hoogdeszeifs informatie.<br />

En is wyders nog goedgevonden en verftaan , dat<br />

door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Ed.<br />

Gr. Mogende Gecommitteerden tot het groot Befogne,<br />

met Heeren Gecommitteerde Raaden zal worden geëxamineert,<br />

op hoedanige wyze, overeenkomfiig de Gronden<br />

en Principes, in de bovenftaande Refolutie vervat,<br />

zal dienen geremedieerd ie worden in verdere abuizen,<br />

zoo die by de refpective Regimenten Lyf-Guardes van<br />

hun Ed. Gr. Mog. en in 't genetóal by 'c Guarnifoen<br />

van den Haage zyn ingefloopen, als die ook in 'c byzonder<br />

ten aanzien van het bewyzer> der verfchuldigde<br />

honneurs , aan hun E h Gr. Mog. Vergadering by de<br />

alhier in Guarnifoen zynde Militie plaats hebben; gelyk<br />

mede, welke nadere voorziening zal dienen te gefchieden<br />

omtrent het gebruik der Wapens boven de<br />

Placaaten en Publicaiien van hun E l. Gr. Mog. en derzelver<br />

Gecommitteerde Raaden , mitsgaders ten aanzien<br />

van de Busfen, die door de Bodens van deeze Provincie<br />

doorgaans gedraagen worden, en de Vergadering op<br />

dat alles gediend van derzelver confideratien en advis.<br />

inxe Heeren van de Ridderfchap en Edelen<br />

\_J hebben tot de voorzeide Refolutie , zoo<br />

als dezelve is leggende, niet geconcurreert.<br />

| "ve Heeren Gïdeputeerden der Steden Dord-<br />

WJ recht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda,<br />

Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven,<br />

Alkmaar, Hoorn, Monnikendam en Purmerende,<br />

hebben de Heeren van de Ridderfchap<br />

gefommeert, om aan den dag te leggen de gronden<br />

en reedenen, waarom hun Edelheden tot de<br />

voorfz. Refolutie niet hebben geconcurreert.<br />

Accordeert met de voorfz, Refolutien.<br />

CXII.


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 3 3y<br />

CXII. Retroaclive Confideratien van de Hee- '<br />

ren Gecommitteerde Raaden tomtr ent<br />

de voorzieninge . en het gebruik der<br />

Wapens boven de Placaaten en de<br />

Busfen van de Bodens, uit kragt<br />

der Refolutie Comrnisfhiaal. In dato<br />

28 September 1785<br />

Dat ten aanzien van het gebruik der Wapens boven<br />

de Placaaten door de Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

aan de Leden van het Befoïgne was gefuppedheerd.<br />

„ Dat boven de oudfte Placaaten en Pubücarien,<br />

„ waar van nog eenige Origineele Drukken voor handen<br />

zyn, ten minften van den Jaare 159, af, {zyn-<br />

,, de 'er tot hier toe van de verdere geen Exemplaaren<br />

„ kunnen worden bekomen) gevonden word, een Leeuw,<br />

„ houdende in zyn' regter Klaauw een Zwaard , en rns-<br />

„ tende met zyn linker Klaauw op hee Wapen van Zy-<br />

„ ne Hoogheid , den Prins van Orange , verbeeld al<br />

j, ftaande in de Hollandfche Thuyfi , rondsomme be-<br />

„ hangen met de Wapens der Steden , waar van da<br />

„ Gedeptueerdeos ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr.<br />

„ Mog. compareeren, en dat dit zelfde Wapen op die<br />

„ wyze gebruikt is geweest tot in het Jaar 1650, naar<br />

„ het welke en wel tot in den Jaare 1672, aan her<br />

,, zelve Wapen die verandering is gemaakt , dat de<br />

„ gemelde Leeuw, geduurende dezen tusfcbentyd is<br />

„ verbeeld met zyn linker Klaauw te rusten op het<br />

„ Wapen van Holland, in plaats van op dat van Zy-<br />

,, ne Hoogheid, dat in en na den Jaare 1672 het meer-<br />

„ gemelde Wapen wederom is veranderd , e;e!yk het<br />

„ zelve is geweest van den Jaare 1651, waar van het<br />

„ gebruik geduurd heeft tot in het Jaar 1702, wan.<br />

„ neer het zelve nogmaals is verandert , en mgerigt,<br />

„ gelyk in den Jaare 1651 was geffltóed : dac het ge-<br />

„ bruik van het zelve dus veranderde Wapen, weder-<br />

„ om , heeft plaats gehad tot in den Jaar 1747 , na<br />

„ weiken tyd boven de Placaaten en Publicniien, zoo<br />

„ van Hun Ed. Groot Mog. als van dè Geeommitteer-<br />

„ de


33ö SEFT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

„ de Raaden tot hier is geplaatst geworden, een Wa-<br />

„ pen, waar in de Leeuw met zyn linker Klaauw rust<br />

„ op het Wapen van Zyne Hoogheid, en op deszelfs<br />

„ linker fchouder heeft hec Wapen van Holland , het<br />

s, welk in de hier voorgemelde Wapens , met welke<br />

„ het zeker voor het overige in alles overeenkomt,<br />

„ niet word gevonden ; dat de Gecommitteerde Raaden<br />

ter. aanzien van de origine van het voorfchreeve<br />

W?pen, en van de voorfchreeven fuccesfive ver-<br />

„ andetitigen daar aan gemaakt , niet anders hebben<br />

„ kunnen ontdekken, als twee Refolutien, beide door<br />

„ de Gecommitteerde Raaden genomen, de eerde van<br />

den 13 September 1672 , waar by de toenmaalige<br />

,» 's Lands Drukker Scheltus is gelast voor het gene-<br />

„ raai Placaat op het ftuk van den ophef van de Ge-<br />

„ meene Middelen , en van toen voords aan te doen<br />

„ ftellen en te drukken het zélfde Wapen, dat in den<br />

„ Jaare 16,8, en zoo voords terugwaards, geduuren-<br />

„ de den tyd , dat Zyne Hoogheid Doorl. Voorvade-<br />

„ ren otifterflelyke gedagtenis zyn geweest Stadhouders<br />

„ en Gouverneurs van de Provincie , voor het voor-<br />

„ fchreeve Placaat is gedrukt, en gefteld geweest, in<br />

„ de tweede Refolutie, genomen op den 27 Maart<br />

„ 1702, waar by denzelven Drukker of peszelfs Suc-<br />

„ cesfcur is gelast geworden voor het Generaal Placaat,<br />

„ ten aanzien van het heffen der Gemeene Middeleu,<br />

„ geëmaneerd, en boven aan de Placaaten, Publicatien<br />

„ en Ordonnantiën , die in het vervolg gearresteerd<br />

:, zouden worden , "te doen drukken het Wapen van<br />

,,. Hun Ed. Groot Mog., zynde de Thuin met de<br />

„ Wapens van de Steden omzet , en houdende de<br />

„ Leeuw het fimpele Wapen van Hun Ed. Groot Mog.<br />

in deszelfs linker Klaauw zoodanig, als gemelde<br />

„ Wapen voor den Jaare 1072 is gebruikt geweest."<br />

Dat met opzicht tot de Busfen van de Bodens door<br />

dezelve Heeren opening was gegeeven.<br />

„ Dat omtrent de inrichting der Busfen. welke door<br />

„ de Bodens van deeze Provincie doorgaans gedraagen<br />

„ worden , niet anders in de retroada is gevonden,<br />

„ als dat by Refolutie door de Gecommitteerde Raa-<br />

„ den op den 18 April 1652 genomen, is goedgevon-<br />

„ den


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 33?<br />

„ den dat de refpeétive Bodens, de Busfen, welke zy<br />

„ als toen nog droegen, alle houdende het Wapen van<br />

„ Zyne Hoogheid onftervelyke gedachtenis, boven<br />

„ dat van de Hove van Holland , Zeeland en West-<br />

„ Friesland , daar onder zouden overgeeven om in<br />

plaats van dien andere te worden gemaakt, met het<br />

Wafien van Holland in plaats van Zyne Hoogheid,<br />

„ gehangen aan Snoeren van roode Zyde en Goud,<br />

„ zynde nog by. eene nadere Deliberatie in achting ge-<br />

„ nomen, dat onder alle de voorfchreeve Busfen was<br />

„ hangende , het Wapen van Holland , Zeeland en<br />

,, West-Friesland, deiigneerende in effe&e het Wapen<br />

„ van den Hove; by Refolutie van den 14 May daar<br />

„ aan volgende was gelteld , dat aan de Bodens zott-<br />

„ de worden gegeeven alleen 'c Wapen van Holland,<br />

gehangen aan een Snoer van roode Zyde ende Goud,<br />

5, zonder meer, in dier voege, als de gemelde Bodens<br />

„ hunne Busfen tot in de Jaare 1747 volgens informa-<br />

„ tie hebben gedraagen.<br />

„ En dat voords op den 3 Juny 1747 , door de Hee.<br />

,, ren Edelen en D. van Bkiswyk, in het Collegie van<br />

„ de Gecommitteerde Raaden is gerapporteerd, dat zy<br />

Heeren Commisfarisfenf ingevolge van Hun Ed. Mo-<br />

„ gende goedvinden , hadden doen maaken een model<br />

„ van een zilver vergulde Busfe voor de 27 Bodens<br />

„ van Holland , met het Wapen van Zyne Hoogheid<br />

„ den Heere Prince van Oranje en Nasfau, zoo als in<br />

„ voorige tyd van de Heeren Stadhouders van deeze<br />

„ Provincie by de gemelde Bodens waren gedraagen<br />

geworden; op welk raport is goedgevonden het mo-<br />

„ del door welgemelde Heeren geëxhibeerd te appro-<br />

„ beeren , alleen met die verandering in plaats van<br />

Zilvere Kettingen , welke zich daar aan bevonden,<br />

„ de Busfen zouden worden vast gemaakt met roode<br />

„ Zyde Koorden doorwerkt met Gouddraad , alles op<br />

„ die wyze , als by de Bodens dier Provinciën zedert<br />

„ dien tyd in gebruik is geweest."<br />

XXIX. DE El. Y CXIII.


338 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

CXI1I. Misfive van den Koning van Pruisfen<br />

zoo aan hun Edele Groot Mog.<br />

als hun Hoog Mog. concerneerende<br />

de voorregten van hst Erfjladhouderfchap.<br />

Ingeleverd in Sato 28<br />

September 1785.<br />

De Raadpenfionaris heefc ter Vergadering gecommuniceeit,<br />

dat de Heer de Thulemeyer, extraordinaris<br />

Envoyé van zyne Majefteit den Koning van<br />

Pruisfen 'hem op gisteren had ter hand gefteld een<br />

gecachetteerde Misfive van fioogstgemelde zyne Majefteit<br />

, geadresfeert aan hun Ed. Gr. Mog. , en by<br />

Translaat uit het Hoogduitsch bevonden gefchreeven<br />

te zyn te Berlyn den 18 deezer , en concerneerende<br />

de voorregten van het Erfftadhouderfchap, van den<br />

navolgenden inhoud.<br />

Fiat infertio.<br />

Welke Misfive aan hun Ed. Groot Mog. ook by<br />

een Misfive van zyne Pruisfifche Majefteit, aan hun<br />

Hoog Mog. geadresfeert , op heden ter Generaliteit<br />

betrekkelyk tot het voorfz. fubjedt is voorgebragt; en<br />

by de refpeéhve Provinciën overgenomen, breeder hier<br />

na geinfereert.<br />

Fiat infertio.<br />

Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en<br />

verftaan, dat de voorfz. Mislives zullen worden geexamineert<br />

door de Heeren van de Ridderfchap en<br />

verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot<br />

het groot Befogne, en de Vergadering daar opgediend<br />

van derzelver confideratien en advis.<br />

Accordeert met voorfz. Refolutien.<br />

Mis-


SEPT. STA AT. E N OORLOG. 1785. 339<br />

31isfive van den Koning van Pruis/en. Dat,<br />

18. Ree. ES Sept. 1785.<br />

Wy FREDERIK door Gods genade Koning<br />

van Pruisfen, &c. Qfc, &c. bieden<br />

den Hoog Mogende Heeren Staaten<br />

der Vereenigde Nederlanden , onze<br />

byzondere lieve Vrienden en Nabuuren,<br />

onze vriendfehap en wat Wy<br />

verder lief en goed hebben, aan.<br />

HOOG MOGENDE HEEREN, BYZONDERE<br />

LIEVE VRIENDEN EN NABUUREN.<br />

"^Ta dat Wy, by de door Ons op den 29<br />

February des voorleeden jaars aan U Hoog<br />

Mog. afgezondene ample Misfive, Onze bekommering<br />

en meeninge, met opzigt to: de onaangenaame<br />

om Handigheden, waarinne de Heer Erfftadhouder<br />

Prince van Orange en Nasfau, zig<br />

zedert eenigen lyd bevind, aan Hoogstdezelven<br />

hadden open gelegd , en Wy van U<br />

Hoog Mog. daar op , by derzelver antwoord<br />

van den 30 Augustus deszelven jaars , zulke<br />

aangenaam'e verzeekeringen dien aangaande ontfingen,<br />

zoo hadden Wy gehoopt, dat dezelve<br />

niet verder zouden hebben plaats gehad , néemaar<br />

dat welgedagte Heer Erfftadhouder in de<br />

rustige uitotffening van de aan zyn Sradhouderfchap<br />

gehoorende regtmaatige voorregten was<br />

gelaaten geworden. Dan daar Wy het tegendeel<br />

en zelfs zeer nadeelige berigten uit eenige<br />

van Uwer Hoog Mog. Provinciën verneemen;<br />

zoo heeft Ons zulks aanleiding gegeeven, 1 om<br />

aan de Heeren Scaaten der Provincie Holland<br />

en Westvriesland te doen afgaan de Misfive ,<br />

by Copie Bylage hier inne gefloten. Daar Wy<br />

nu zoo wel van de liefde tot biilykheid , als<br />

van de geneegentheid van U Hoog Mogende<br />

voor het Huis van Orange en Nasfau, het welk<br />

zig dezelve in den gantfehen Staat der Vereenig-<br />

Y 2 de


340 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

de Nederlanden zoo zeer verdiend gemaakt heeft,<br />

overtuigd zyn , zoo verzoeken Wy U Hoog<br />

Mog. by deeze zeer inftantelyk en Vriend-na»<br />

buurlyk, dat Hoogstdezelve, by de jegenwoordige<br />

onaangenaame voorvallen , gelieven tusfchen<br />

te treeden, en zig zoo wel by de Heeren Staaten<br />

der Provinciën Holland en Westvriesland,<br />

als by de Staaten der verdere Provinciën , daar<br />

het nodig mogte zyn, op het yveriglte aan te<br />

melden, ten einde de Heer Erfftadhouder by de<br />

aan hem eenmal erffelyk geconcedeerde voorreg»<br />

ten rustig gelaaten , het aan Hem ontnomene<br />

weder gegeeven en eene volkomene goede eensgezindheid<br />

weder daar gefteld werde- Wy beveelen<br />

U Hoog Mog. dan by deeze op het ferieufte<br />

het welzyn en de belangen van den Heer<br />

Erfftadhouder , van Onze waardige Nigte , en<br />

van hunne zoo veel hoop gevende Familie, als<br />

meede dat Hoogstdezelve wel in overweeging<br />

gelieven te neemen, en de gezamentlyke Heeren<br />

Staaten gelieven te doen opmerken, dat Wy<br />

omtrent het harde en zoo onverdiende noodlot,<br />

't welk bovengem. Ons zoo nabeftaande Per»<br />

foonen bejeegend , niet onverfchillig kunnen<br />

zyn , réemaar voor de behoudenis van derzelver<br />

verfchuldigt welvaaren zorgen , en alles ,<br />

wat mogelyk is , doen moeten ; waar toe Wy<br />

teffens Onze onpartydige en Vriend-nabuurlyke<br />

bemiddeling, met de beste welmeenendheid ,<br />

aanbieden. Wy hoopen Onzen wensch des wegens<br />

in het vervolg vervuld te zien, en in die<br />

verwagting , blyven Wy U Hoog Mog. met<br />

Vriend-nabuurlyke vriendfchap en geneegenheid,<br />

ten allen tyden toegedaan.<br />

Berlin den 18 September 1785.<br />

(Onder ftond)<br />

Uwer Hoog Mogende goedwillige<br />

Vriend en Nabuur.<br />

(Was get.) FREDRIK.<br />

Gecontrafigneerd,<br />

FINKENSTEIN. A. V. HERTZBERG.<br />

Vafi


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 341<br />

Van Gods genade FREDRIK Koning van<br />

Pruis/en, Markgraaf tot Brandenburg<br />

grV. &c<br />

Edele Groot Mogende Heeren, byzondere<br />

lieve Vrienden en Nabuuren,<br />

die Wy onze vriendfchap,<br />

en wat Wy meer lief en<br />

goed overig hebben , aanbieden,<br />

Na de verzeekeringen, door de Heeren Staaten<br />

Generaal der Vereenigde Nederlanden,<br />

by hoogstderzelver antwoord van den 30<br />

Augustus des voorleeden jaars Ons meede gedeeld<br />

, hebben Wy Ons ook verzeekerd gehouden,<br />

dat men in geene der Vereenigde Provinciën<br />

meer daar aan gedenken zoude, om den<br />

Heere Erfftadhouder Prince van Orange en Nasfau<br />

in het genot en bezit der hem eenmaal opgedragene<br />

regtmatige voorregten eenjgen inbreuk<br />

toe te brengen.<br />

Onze verwondering en leedweezen is derhalven<br />

des te grooter, daar Wy , tegens alle verwagting<br />

, moeten verneemen, dat men Hem<br />

Heer Erfftadhouder dadelyk het Commando van<br />

het Guarnifoen in den Hage heeft afgenomen ,<br />

't welk dog indifputabel tot de charge van eenen<br />

Erfftadhouder en Erf-Capitein Generaal is gehoorende<br />

; en dat het zig al verder laat aanzien<br />

, als of men hem van de wezentlykfte en<br />

gewigtigfte voorregten van het Erfftadhouderfchap<br />

het eene voor, het andere na, tragt te<br />

ontzetten, en niets anders als den blooten Naam<br />

en een Schynbeeld daar van overlaaten. Daar<br />

Wy nu niet gezind zvn Ons in de interieure<br />

omftandigheden van Uwen vryen Staat in te<br />

laaten, nog ü Ed. Groot.Mog. in de uitoefening<br />

van derzelver Souveraine Regten te prrevenieeren,<br />

maar van derzelver billykheid en liefde<br />

tot geregtigheid zyn ovejtuigd, zoo zullen<br />

U Ed. Gtoot Mog. Ons niet verdenken, wan-<br />

Y 3 neer


342 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

neer Wy omtrent feet Noodlot van een aan Ons<br />

zoo nabeftannde Vorst, en deszelfs Huis, niet<br />

indifferent kunnen zyn; te meer daar Wy Ons<br />

verzekerd houden , dat de Heer Erfftadhouder<br />

geene de minfte geleegenheid rog oorzaak tot<br />

eene zoo harde en onverdiende behandeling zal<br />

gegeeven hebben, némaar al wat mogelyk is in<br />

het werk (leid, om zyne hooge Charge na waarde<br />

te bekleeden, het welzyn van den gantfchen<br />

Staat te bevorderen , en het vertrouwen en de<br />

geneegenheid van de gezamentlyke Heeren Staaten<br />

te verdienen en zig toe te eigenen , waar<br />

toe Wy Hem by iedere geleegenheid, befiendig<br />

aanmaanen. En gelyk Wy boven dien aan den<br />

welftand en tranquiliteit van eene zoo aanzienlyke,<br />

en Ons zoo naby geleegene Republiek,<br />

een zoo groot en waar aandeel neemen , zoo<br />

verzoeken en vermaanen Wy U Ed. Groot Mog.<br />

by deeze nogmaals infiantelyk , en met inhrelie<br />

van den gantfchen inhoud van de ample Misfive<br />

, door Ons den 29 February des vaorleeden<br />

jaars aan de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde<br />

Nederlanden afgezonden , dat zy met<br />

voorbygaan van al het geen tot hier toe , uit<br />

misverüand of overhaafting , mogte zyn voorgevallen,<br />

zig met den Heer Eifltadhouder cp<br />

eenen beteren en vriendfchaplyker voet gelieven<br />

te zetten , de voormalige gelukkige eensgezindheid<br />

en het wederzyds vertrouwen te herftellen<br />

, den Heere Erfftadhouder in de rustige uitoeffenihg<br />

van de aan Hem en zyn Huis eenmaal<br />

erfielvK geconcedeerde regten en prsrogativen<br />

van Erfftadhouder, Capitein en Admiraaf Generaal<br />

te laaten, Hem niet verder daar in te ftooren<br />

, maar in tegendeel het geene hem ontnomen<br />

is, te rug te geven. Mogten U Ed. Gr.<br />

Mog. van voorneemen zyn, ten beste van derzelver<br />

Provincie in het beftuur der openbaare of<br />

interieure zaaken, eenige daar toe gefebikte veranderingen<br />

te maaken , zoo zal het hoogstdezelve<br />

niét moeijelyk vallen zig deswegens met<br />

den-


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 343<br />

den Heer Erfftadhouder, zonder verkorting van<br />

zyne regten, te vereenigen; terwyl hij zig gewis<br />

tot al wat billyk en den Staat het meest<br />

voordeelig is, gewillig zal betoonen, wanneer U<br />

Ed. Gr. Mog. zig daaromtrent maar met Hem<br />

zullen gelieven te verftaan.<br />

En konden Wy, door Onze bemiddeling daar<br />

toe contribueeren, en wilden U Ed. Gr, Mog.<br />

Ons daar toe derzelver vertrouwen gunnen, zoo<br />

kunnen zy verzekerd zyn , dat Wy zulks niet<br />

alleen als een Aan ver wand van het Huis van<br />

Orange en Nasfau, maar ook als een waar en<br />

opregt Vriend en Nabuur van den Staat der<br />

Vereenigde Nederlanden, met zoo veel yver,<br />

als opregte onpartydigheid en vereeniging verrigten<br />

zullen. Wy raaden U Ed. Gr. Mog.<br />

derhalven nogmaals op het ferieufte aan, al het<br />

voorenftaande, zonder vooroordeel, ter herte te<br />

willen neemen, en Ons met een aangenaam antwoord<br />

te begunftigen ; waar jeegens Wy U Ed.<br />

Groot Mog; verzeekeren, dat Wy, by voldoening<br />

aan deeze Onze verwagting, hoogstdezelve<br />

met de allerzuiverlte nabuurlyke vriendfchap en<br />

agting zullen zyn en blyven toegedaan.<br />

Berlin den 18 September 1785.<br />

(Onder Hond)<br />

Uwer Edele Groot Mogende goedwillige<br />

Vriend en Nabuur.<br />

(Was get.)<br />

FREDRIK.<br />

Gecontrafigneerd.<br />

FINK.ENSTF.IN. HERTSBERG.<br />

Aan de Staaten der Provincie<br />

Holland en Westvriesland.<br />

De Superfcriptie was.<br />

Edele Groot Mog. Heeren ,<br />

Onze byzondere lieve Vrienden<br />

en Nabuuren de Staaten<br />

der Provinciën Holland en<br />

Westvriesland.<br />

Y 4 Mis-


344 SKPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

CXIV. Misfive der Admiraliteit op de Maze<br />

, om voorziening tegen de uitlo*<br />

vingen door WILUAM CONYNGHAM,<br />

Ontfanger Generaal van Ierland,<br />

aan een Schipper te Vlaardingen<br />

gedaan, voor die zig in Ierland op<br />

de Noordwester Kusten van Done~<br />

gal ter Commercie, of fpeciaal ter<br />

Vtsfchery willen nederzetten. Ingehragt<br />

ter Vergaderinge van hun<br />

Ed* Gr. Mogende. In dato 28<br />

September i?8j.<br />

ntfangen een Misfive van de Raaden ter Admira­<br />

O liteit op de Maze, gefchreeven te Rotterdam den<br />

so dezer , waar by ter kennis en deliberatie van hun<br />

Edele .Groot Mog. brengen een Copie-Misfive , door<br />

den Contrarolleur Pielat, uit Vlaardingen, aan hnn den<br />

5 gefchreeven met de Bylage , concerneerende de gedaane<br />

uitlovingen van William Conyngliam, Ontfanger<br />

Generaal van Ierland,, aan Schipper Claas Wesrerdyk,<br />

voor die zig aldaar op de Noordwester Kusten van<br />

Donegal , het zy ter Commercie , het zy fpeciaal tot<br />

de Visfcherye zouden willen nederzetten, met verzoek<br />

van daar omtrent- de nodige voorziening te doen; bree.<br />

der hier na geinfereert.<br />

Fiat infertio.<br />

Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />

verftaan , dat de voorfz. Misfive en Bylaagen zullen<br />

worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap<br />

en verdere hun Ed. Groot Mog. Gecommitteer,<br />

den tot de zaaken van de Commercie en Navigatie,<br />

met eenige van de Hollandfche Raaden en Minifters<br />

van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie<br />

refideerende , en de Vergadering daar op gediend van<br />

derselver confideratien en advis.<br />

Accordeert met voorfi:. Refolutien.<br />

ÏDE-


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 345<br />

EDELE GROOT MOGENDE HEEREN1<br />

D e Commis Contrarolleur Pielat, te Vlaardingen<br />

geposteert , heeft aan ons kennis<br />

gegeven van een tentamen in Ierland , om de<br />

Visfcheryen uit deeze Landen derwaards over te<br />

brengen, en ten bewyze daar van overgezonden<br />

een gedrukte Misfive uit Dublin , van den 9<br />

Augusty deezes jaars , onderteekent door William<br />

Conyngham , Ontfanger Generaal van' Ierland,<br />

en geadresfeert aan Schipper Klaas Westerdyk<br />

te Vlaardingen; inhoudende diverfe aanmoedigingen<br />

en uitlovingen voor de geene welke<br />

zig aldaar op de N. Westerkusten van Donegal,<br />

het zy ter Commercie , het zy fpeciaal<br />

tot de Visfcherye zouden willen nederzetten.<br />

Daar wy weeten , hoe zeer U. Edele Groot<br />

Mog. het welzyn der Visfcheryen ter harte gaat,<br />

en hoe ernftig by diverfe Placaaten tegen het<br />

overbrengen derzelve is gewaakt, hebben wy<br />

deeze zaak van dat belang geoordeelt, dat wy<br />

dezelve ter kennisfe en deliberatie van U Edele<br />

Groot Mog. behoorden te brengen: en wy hebben<br />

daarom de eer U Edele Groot Mog. hier<br />

nevens de Copie authenticq van de Mitfive, door<br />

den Contrarolleur Pielat aan ons den 5 dezer loopende<br />

maand gefchreeven, benevens deszelfs Bylage<br />

te doen toekomen , ten einde omtrent de<br />

gedaane uitlovingen van den voornoemde Conyngham<br />

zoodanige voorzieninge zoude kunnen<br />

worden gedaan , als U Edele Groot Mog. ten<br />

diende van den Lande in het gemeen , en der<br />

Visfcheryen in het byzonder zullen vinden te<br />

behooren.<br />

Waar mede,<br />

Edele Groot Mog. Heeren, zullen wy God almagtig<br />

bidden U Edele Groot Mog. te willen<br />

houden in zyne heilige befcherminge.<br />

Y 5 Ge-


346 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

Gefchreeven in Rotterdam den 20 September<br />

1785.<br />

(Onder ftond)<br />

U Ed. Groot Mog. zeer dienstwilhgen,<br />

de Raaden ter Admiraliteit<br />

op de Maze.<br />

(Was get,)<br />

JEAN BICHON VAN Y£SEMONDE.<br />

(Laager ftond)<br />

Ter ordonnantie van de«<br />

1 zelve.<br />

(Was get.)<br />

P. VAN DER HEIM.<br />

EDELE MOGENDE HEEREN!<br />

ï~"\eeze morgen, door myne correfpon-<br />

_L/ dentie magtig geworden zynde, ze.<br />

kere Misfive ten deezen geannexeert, gefchreeven<br />

te Dublin den 9 Augusty 1785,<br />

en ondergeteekent door William Conyngham,<br />

heb ik na lectuure van dezelve my<br />

verpligt gevonden, dezelve te moeten ftellen<br />

in handen van U Edele Mog., op<br />

dat door U Edele Mogende wyze voorziening<br />

een zoodanig middel zou kunnen<br />

beraamt worden , waar door de Visfcheryen<br />

deezer Lande, fchoon nu fterk kwynende,<br />

niet geheel zouden ondermynt en<br />

totaal geruïneert worden, als ook, op dat<br />

door U Edele Mog. zoodanige prfecautien


SEPT. STAAT EN OORLOG, 1785. 347<br />

tien ad interim zouden kunnen genome»<br />

worden, als door welke den uitvoer van<br />

Bisyfen, Visfcheepen, en Vaarendsgezellen<br />

, en wat iets meer van dien aart is,<br />

zouden mogen worden op het ftrengfte<br />

tegengegaan, en baatzugtige Rheeders in<br />

httrme oogmerken te leur gefteld worden.<br />

Ende verrrieenen my döor deeze denuntiatie,<br />

aan myn eed en pligt aan den Lande<br />

fchuldig te hebben voldaan, neeme ik<br />

de eere my in U Edele Mog. protectie<br />

aan te beveelen en in alle gehoorzaamheid<br />

met hoogagting te noemen,<br />

EDELE MOGENDE HEEREN !<br />

(Onder ftond)<br />

U Edele Mog. zeer gehoor*<br />

zaame Dienaar.<br />

Vlaardingen (Was get.)<br />

den 5 Sept.<br />

Ï7 8<br />

5' JACOE CHRIST. PIELAT.<br />

Na gedaane Collatie is deeze met<br />

zyn Origineel, berustende ter<br />

Secretarye van den Raad ter Admiraliteit<br />

op de Maze, by my<br />

Secretaris van het welgemelde<br />

Collegie, accordeerende b.von»<br />

den.<br />

(Was get.)<br />

T. VAN DER HEIM.<br />

De


343 SEPT. Z A A K E N V A N 1785;<br />

T"Xe natuur der Wetten onlangs gemaakt<br />

in Ierland, om Vreemdelingen aan<br />

te moedigen, om zig in dat Koningryk<br />

neder te zetten, en hun na een jaars verblyf<br />

alle de Privilegiën van gebooren Ingezeetenen<br />

te vergunnen, moet een fterke<br />

fpoor voor Hollanders zyn , om zig te<br />

begeeven naar een Land, zoo wel gezeaten<br />

om alle foorten van Visfcheryen te<br />

vervolgen, voornamentlyk op de N. Westen<br />

Kusten van Donegal, alwaar de grootfte<br />

vergadering van Haring in de Wintermaanden<br />

is, wanneer het visfchen op<br />

de Kusten van Schotland over is; en in<br />

de Lente ziet men daar een menigte Wallevisfchen,<br />

Sonnevisfchen en andere Olyvisfchen<br />

, en de Banke voor tien mylen<br />

langs de Kust fwermen in de Zoomer<br />

met Cabelyau, Lenge en Haak, zoo dat<br />

men het heele jaar mag beezig zyn.<br />

De Heer Conyngham , Ontfanger Generaal<br />

van Ierland , is Éigenaar van een<br />

groot gedeelte van Land , het welke langs<br />

de Kusten zig tien mylen uitflrekc in het<br />

Westergedeelte van het Graaffchap van<br />

Donegal, en bouwd thans in een van de<br />

Eilanden van Arran voor Visfchers; en<br />

is van voorneemen een Duitfche Volkplanting<br />

aan te moedigen, om zig aldaar<br />

neder te zetten, ten welken einde hy de<br />

volgende voorltellingen maakt.<br />

Elk Schipsgefelfchap die zig aldaar zal<br />

nederzetten met een Haaring Buys , zal<br />

een Huis en vyf morgen Land gegeeven<br />

v;orden, vry van huur voor of gedurende<br />

het leeven van de Eigenaar van de<br />

Bqys ; en vyf morgen Lands voor een<br />

fchejling 's jaars het morgen, en de helft<br />

van de onkosten, welke ieder Familie zal<br />

maaken om een Huis te bouwen.<br />

Indien een Genootfc ap van Koopluiden


SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785:. 34?<br />

den geneegen was om zig aldaar neder<br />

te zetten niet een groot Capital en Huifen<br />

wilde bouwen. De Heer Conyngbam<br />

zal alsdan de helft van de onkosten betalen<br />

, ter oploop van ƒ icoooo -0-0.<br />

en niet meer aan zyn kant , en ten dien<br />

einde zal hy hun zoo zy het vereifchen,<br />

een Eiland apart voor dat voorneemen<br />

geeven, vry voor eeuwig van huur voor<br />

de Grond waar op zy bouwen, met 'zoo<br />

veel Moeras als zy zullen verkiezen, voor<br />

een fchelling 's jaars het morgen.<br />

Een iegelyk die zig daar zal nederzetten<br />

en de Haaring Visfcherye zal aanvoeren<br />

, zal regt hebben tot den ontfangst<br />

van alle Premiums , die het Ierfche Parlement<br />

ten dien einde vergunt heefr.<br />

En ten eerften zullen alzulke Buyfen<br />

als te Rutland gebouwd zullen worden,<br />

fes L. Sterling genieten voor ieder Last.<br />

zoo dra als zy van de Timmerwerf afgeloopen<br />

zyn , en alle andere Scheepen<br />

gebruikt in den Haringvangst zullen 's<br />

jaarlyks drie L. Sterling per Last genieten<br />

, daar en boven zal voor elke Last<br />

Vis op den uitvoer derzelver 1 L. 15 S.<br />

Sterling betaald wordeu den Impost op<br />

Zout, beloopt maar elf Schellingen per<br />

Ton, en is te rug gegeeven op den uitvoer<br />

van de Vis.<br />

Het voordeel van deeze oprigting is<br />

openbaar , en de geenen die dë aanbiedingen<br />

van de Heer Conyngham zullen<br />

aanneemen , zullen van het verband met<br />

hunne Vrienden in Holland daar by niet<br />

berooft worden , maar integendeel zal het<br />

voor hun en haaren Vrienden een onderling<br />

voordeel zyn, nadien zy de Vis die<br />

zy vangen naar Holland mogen uitvoeren<br />

; en de vrugten van hun vernuft in<br />

haar eigen Land zullen mogen genieten,<br />

in-


35Q SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />

indien zy van zints zyn daar weder te<br />

keeren. In dat gaval mogen zy zoo zy<br />

het goed dunken . wie zy willen van hunne<br />

Familie in Ierland laaten , om hunne<br />

zaaken daar te bellieren als andere Koopluiden<br />

doen, in Vrankryk, Spanje, Portugal<br />

en andere Gewesten in Europa,<br />

met dit verfchil, dat in geen ander Land<br />

uitgezonden Ierland Premiums gegeeven<br />

worden aan Vreemdelingen, om dit foort<br />

van Negotie aan te voeren.<br />

De geenen die zig geneegen vinden om<br />

de aanbiedingen van de Heer Conyngham<br />

aan te neemen , worden verzogt om zig<br />

te addresfeeren aan the Right Honoura»<br />

ble Wiiliam Conyngham, Dublin, en indien<br />

eenige Duitl'che Visfchers vin zints<br />

waren om een proef te neemen voor dat<br />

zy zig in Ierland voor goed neder zetten,<br />

in dit geval zal de Heer Conyngham hun<br />

met Huifen en Pakhuifen vry van huur<br />

voorzien, duurende den tyd van de Visfcherye<br />

, dewelke begint in November.<br />

De geen die houte Huifen met hun brengen<br />

, zullen voor de waarde derzelven<br />

betaald worden, en dezelve voor niets<br />

bewoonen.<br />

Dublin den -(Was get.".<br />

9 Augllsty WILLIASU GONYNGHAM.<br />

1735.<br />

Na gedaane Collatie is deeze met<br />

zyn Origineel berustende ter<br />

Secretarye van den Raad ter<br />

Admiraliteit op de Maze, by<br />

my Secretaris van het welgemelde<br />

Collegie, accordeerende<br />

bevonden. Rotterdam den 27<br />

September 1785.<br />

(Geteekent)<br />

P. VAN DER HEIM.<br />

CXV.


oer. STAAT EN OORLOG. 1785. 351<br />

CXV. Extract uit de Refolutien van de Edele<br />

Achtbaare Heeren Burgemeejie.<br />

ren en Vroedfchap der Stad Utrecht.<br />

In dato 1 Otlobober 1785»<br />

"Ingevolge het gerefolveerde op Woensdag den 21 der<br />

J. afgelopen maand September, de Vroedfchap op een<br />

volledige befchryvinge van alle Leden van den Raad,<br />

ook met couvocatie der Leden , welke wegens hunne<br />

Commisfien anderzins geene fesfie hebben, of niet gewoon<br />

zyn te cotnpareeren, geconvoceert, en vergaderd<br />

zynde , en zulks om te delibereeren en te refolveeren<br />

nopens het eerfte Point van het Addres , door Geconititueerden<br />

van 1368 Burgers en Inwoonderen deezer<br />

Stad, als meede door Gecommitteerden uit de agt<br />

Schutters-Compagnien alhier op voorichreeven 21 September<br />

aan de Vroedfchap geprrefenteerd , en in de<br />

Notulen ten zeiven dage geinfereerd, en vervolgens gedagte<br />

eerlte Point gelezen zynde , is door den Heer<br />

eerften Burgemeelter van Musfchenbroek omvrage gedaan,<br />

en heeft de Vroedfchap na rype Deliberatie geoordeeld<br />

en verftaan, dat in 'c verzoek van de Requestranteu<br />

niet kan worden getreeden , het zelve by<br />

deeze wyzende van de hand»<br />

Accordeert met voorfz. Refolutie.<br />

(Was get.)<br />

IZAAK FALCK.<br />

cxvr.


352 OCT. Z A A K E N VAN 17ss.<br />

CXVI. Advies van Mr. F. G. BLCK, ever de<br />

Praeliminaire Vredes - Artikelen ,<br />

tusfchen Hun Hoog Mog. en den<br />

Keizer, gefloten op den 21 Septemtember<br />

1785. Ingebragt in de Vroedfchap<br />

der Stad L,eiden. In dato 6<br />

Oclober 1785.<br />

EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN!<br />

"f/^an 'er ooit een zaak worden uitgedacht, die in<br />

deszelfs aard, omftandigheden en gevolgen al de<br />

oplettendheid, al de omzichtigheid, en al de voorzorg<br />

van elk Regent vorderd, en waar over niet te ernftig,<br />

nog met te veel zorgvuldigheid kan geraadpleegd worden<br />

, het is voorzeker de onderhandeling over het fluiten<br />

van eenen vreede, als waarin niet alleen het tegenwoordig,<br />

maar ook het toekomend lot van eenen<br />

geheelen Staat, met alle de belangen, welken het welwezen,<br />

het geluk, en het behoud zo van het gantfche<br />

volk, als van eiken Ingezeten betreffen, op de<br />

uitgeftrektfte wyze betrokken is- Het gevoel van deze<br />

onbetwistbaare waarheid is dan ook oorzaak ge.<br />

weest, dat de Ondergetekende van het eerfte begin der<br />

gerezene gefchillen tusfchen dezen Staat en den Keizer<br />

van het Duitfche Ryk, als Opperheer der Ooftenrykfche<br />

Nederlanden, tot op dit ogenblik toe, zo dikwyls<br />

'er in dezen Raad over dat gewigtig Onderwerp geraadpleegd<br />

is, zig altyd het waar belang van deze Republiek<br />

, by het uiten van zyn Advies , op eene byzondere<br />

wyze voorgefteld, en wel aan den eenen kant<br />

begreepen heeft, dat hec meer bepaald vermogen van<br />

deezen Staat, betreklyk tot dat van dsn Keizer, en de<br />

byzondere omftandigheden , waar in dezen Siaat zig<br />

zederd eenigen tyd bevonden heeft, niet toelieten, om<br />

in die Onderhandelingen een toon aan te neemen, welken<br />

de onlochenbaare rechtvaardigheid van onze zaak,<br />

en de verwagting van het onpartydig gedeelte van iiuropa<br />

op zig zeiven fcheenen te vorderen, doch teffens<br />

voor


ÓCT; STAAT Ê N OORLOG. 1785. 353<br />

voor niet minder zeker gehouden heeft, dat het vervolgen<br />

der al te groote toegevendheid , welke wy ih<br />

het jaar 178a omtrent de willekeurige vordering des<br />

Keizers tot ontruiming der Bardere. Steden gebruikt<br />

hadden, wel verre van deszelfs edelmoedigheid tot eene<br />

wederkeerige faciliteit op te wekken , of onze Republiek<br />

eenig dadelyk blyk te doen erlangen van het geen<br />

die Vorst ons by die ontruiming verzekerde, dat zyne<br />

Vriendfchap het fierftjie Frontier was voor dezen Staat,<br />

in tegendeel niets dan van tyd tot tyd toeneemende<br />

vorderingen van dien kant zoude na zig liepen.<br />

Immers had men, toen het den Keizer goeddagt, orh<br />

reeds in het laatst van het jaar 1783 Satisfactie te vorderen<br />

wegens het gebeurde op het Dorp den Doel<br />

met eenige Hollandfche Soldaten, ter gelegenheid der<br />

begravenis van een dood Lichaam, en daar over te<br />

klagen , als over eene fchending van zyn territoriaal<br />

recht, fchoon door dezen Staat met reden ontkend,<br />

kunnen befluiten, om in bewoordingen, naar den aard<br />

der zaak gefchikt, van onze zyde de fterkfte voldoening<br />

te eisfchen over den tegen alle trouw verzogten<br />

doortogt voor eenige honderd Ooftenrykbe Manfchappen<br />

door een onzer Frontier-Plaatfen, en het ongehoord<br />

weder opgraven , en geweldadig nederftorten van het<br />

reeds begraven dood Lichaam in de gragt van die plaats<br />

onder geleide van zulk een aantal Trouppen; wel licht<br />

had men het niet gewaagd, om zedert dien tyd door<br />

verfcheidene kort op eikanderen gevolgde Memorien<br />

dezen vreedzaamen Staat op de honendfte wyze te behandelen,<br />

en tegen alle waarheid aan te verwyten, als<br />

of men van onze zyde de goede verftandhouding met<br />

den Keizer zogt te verbreken. Dan het ontveinzen<br />

en opkroppen hier van en het al te ras gedaan Voorftel<br />

tot het benoemen van wederzydfche Commisfarisfen<br />

tot het vereffenen van gefchillen, die tot dien tyd<br />

toe naauwlyks verdienden genoemd te worden, en ten<br />

minften door de wederzydfche Ministers zeer gemaklyk<br />

hadden kunnen worden uit den weg geruimd,<br />

heeft , (gelyk de Ondergetekende toen reeds meende<br />

te voorzien, en gewaarfchouwd heeft,) den moed des<br />

XXIX. DEEL. Z Kei-


354 OCT. Z A A K E N V A N 17*5;<br />

Keizers om ons te bederven van tyd tot tyd zo zeer<br />

doen aanwakkeren, dat een aanzienlyk en kostbaar gezandfchap,<br />

zedert naar het Ooftenryksch Ministerie te<br />

Brusfel afgezonden , mag men niet zeggen? ons op<br />

den hals gehaald heeft, ten minften gevolgd is door<br />

zulke fchrikbarende, en uitgeftrekte eisfchen , dat elk<br />

doorzichtig mensch van toen af geen ogenblik behoefde<br />

in beraad te ftaan , om een van beide deze onaangenaame<br />

vooruitzichten te vormen , dat of de Republiek<br />

zig, zonder uitftel, en zonder eenige toegevendheid,<br />

met allen mogelyken nadruk tegen die eisfchen<br />

verzetten moest, of, door zig in onderhandelingen deswegens<br />

in te laten met een Ministerie, wiens duidelyke<br />

taal , en geflepen redeneringen de zekerde merken<br />

gaven van de allerveruitziendfte en gevaarlykfte<br />

ontwerpen , van ftap tot ftap zoude worden ingewikkeld<br />

in opofferingen, die zy zelve nimmer in het begin<br />

zou geloofd hebben , behoudens de eerfte regels van<br />

poede Staatkunde, behoudens de onafhanglykheid der<br />

Republiek , en de voortduuring van haar gewicht op<br />

de fclwal van Europa, te zullen kunnen toeftaan.<br />

Schoon de uitgeftrekte Oorlogsmacht van den Keizer,<br />

fchoon de indruk in het hart der meest welmeenende<br />

Regenten , veroorzaakt door de vernederende<br />

laagheid , waar mede wy den Engelfchen Oorlog gevoerd<br />

en geëindigd hebben, fchoon de verkeerde directie<br />

en ftrafbaare ontrouw in onzen eigen boezem „<br />

en de langzamerhand verminderde kragten van dit Gemeenebest,<br />

maar al te gegronde redenen gaven om te<br />

vreezen, dat het meer te wenfchen was , dan te hoopen,<br />

dat de voorouderlyke kloekmoedigheid de beraadilagingen<br />

over dit gewigtig onderwerp altyd verzeilen<br />

zouden; fcheen echter de Voorzienigheid de veege eer<br />

van den Staat, als tegen deszelfs wil en dank, te wiU<br />

len ftaande houden door eene gebeurtenis, zo min overeenkomende<br />

met de trouw , als den aard van vreedzaame<br />

Onderhandelingen, toen het naamlyk, den Keizer<br />

goeddagt, om, te midden van dezelven, den ftaat<br />

van het gefchil geheel van natuur te veranderen, openlyk<br />

tegen den allerduidelykften letter van het 14 Artikel


et. STAAT EN OORLOG. 1785. 355<br />

kei des Munflerfchen Traetaats van het jaar 1648 te<br />

verklaaren , dat hy de Schelde van de Öoftenrykfche<br />

gyde voor geopend hield, en uitdruklyken last te geeven<br />

, om een Koopvaardy Schip , onder zyne Vlag,<br />

en met zyn Paspoort voorzien , zelfs zonder eenige<br />

vifitatie, of betaaling van onze Tollen, waar aan zelfs<br />

onze eigen Schepen gehouden zyn, en dus zo wel tegen<br />

het ontzag van een geheiligd Tradlaat, als tegen<br />

het recht der Volkeren , de paaien te doen overfchreiden<br />

, welke door de dapperheid van onze roemrugtige<br />

Voorvaderen gevestigd, door de Guarantie der magtigïie<br />

Mogenheden, door verfcheide opgevolgde Tractaaten<br />

, en de wezenlykfte dienften aan het Huis van<br />

Ooftenryk te meermaalen met gevaar van eigen behoud<br />

bewezen, aan ons verzekerd, niet dan met de grootfte<br />

ontrouw gefchonden, en niet dan met het geheel verlies<br />

onzer onafhanglykheid , en het verloop van den<br />

Koophandel, dat eenig middel van ons beftaan, fcheelieu<br />

te kunnen overfchreden worden. Toen, op dat<br />

hachlyk tydftip , het in fuortgelyke gelegenheden gebruiklyk<br />

middel van het doen van een fchot op het<br />

doorvarent Schip , (tot welks ophouden de gegeeven<br />

order gelukkig te laat kwam,) door H. H. Mog. werd<br />

goedgekeurd , manmoedig verdedigd, en alles aangewend<br />

, wat tot afweering van eenen onwettigen aanval<br />

dienen konde, van toen af aan vatte de Ondergeteekende<br />

de hoop op , dat het innig gevoel van de<br />

rechtvaardigheid onzer zaak, de overgroote moeilykheid<br />

van eenen onverhoedfehen aanval op onze Bezittingen,<br />

en de gewichtige betrekkingen, welken het belang<br />

ons doed. hebben op andere machtige Mogendheden<br />

van Europa , ons eindelyk door een meer ftandvastig<br />

gedrag over alle de lagen en vorderingen van<br />

onzen Vyand zouden doen zegepraalen , en hem van<br />

het verder voortzetten zyner ondernemingen affchrikken.<br />

En in de daad alles liep, geduurende een reeks van<br />

verfcheide Maanden, te zamen, om den besten uitflag<br />

van eene manlyke verdediging onzer geheiligde rechten<br />

te hoopen, daar wy niet alleen van de maand October<br />

Z 2 des


356 OCT. Z A A K E N VAN 1785.<br />

des voorleden tot die van Maart des loopenden jaars alle<br />

pogingen to r<br />

onze verdediging zagen aanwenden, daar<br />

niet alleen het Hof van Frankryk nier naliet, ons alie<br />

mogelyke verzekeringen van haare toegenegenheid , en<br />

de behait'ging van ons welzyn in dit netelig gefchil te<br />

geeven, maar zelfs de moed'der gantfche Natie, wel<br />

verre van op het hooren der geruchten van eenen aannaderenden<br />

Vyand , met al den ontmenschten toeftel<br />

van Oorlogstuig en Moordgeweer, verbylterd te worden<br />

, integendeel gelukkig zagen opwakkeren , in zo<br />

verre, dat men hier en daar eerlang de plegtigfte Verbintenisfen<br />

en aanbiedingen van zig zeiven en zynen<br />

gewapenden arm door den braven Burger zag plaats<br />

grypen, en zig alles tot eenen geweldigen en langduurigen<br />

tegenftand fcheen voor te bereiden, terwyl deze<br />

orverwagte kloekmoedigheid en de veelvuldige moeilykheden,<br />

die d^n Keizer in het maaken van eene Oorlogzuchtige<br />

vertoning , en nog veel meer in het met<br />

eenig goed gevolg voeren van eenen Oorlog, allerweege<br />

in den weg ftonden , hem wel ras, hoe zeer hy<br />

den toon van eenen beledigden Monarch aannam, veel<br />

zachrer taal deden voeren, alles nalaaten, hetwelk naar<br />

Vyandlykheden zwetmde , en eindelyk gretig de aangebodene<br />

mediatie van het Franfche Hof tot het voortzetten<br />

der Onderhandelingen aanarypen.<br />

Maar hoe Itond de ondergetekend verbaasd, toen hy<br />

op den 21 Maart laatstleden , na het vooraf beloven<br />

eener (lipte geheimhouding, verftond , dat de Heeren<br />

Gedeputeerden dezer Stad ter Vergadering van Hun<br />

Ed. Gr. Mog., op inftantien, en met concurrentie van<br />

de verdere Leden van die Vergadering , doch zonder<br />

eenige voorkennis en medeweten, veel min last en<br />

goedvinden hunner refpeclive principalen, (welken(men<br />

binnen deze Provincie fteeds gewoon is over zaaken<br />

van oneindig minder aanbelang in te wachten , en althans<br />

in zulk een gewichtig poinct, waar in men zo<br />

handtastelyk was afgeweken van derzelver tot dus ver<br />

gemanifesteerd Systhema, niet had behooren te preoccuperen,)<br />

hadden helpen concludeeren een Rapport,<br />

kort te vooren ter Generaliteit uitgebragt, volgens het<br />

welk


OCT. STAAT E N OORLOG. 1785. 357<br />

welk de twee Forten aan de Schelde, Frederik Hendrik<br />

en de Kruisfchans , en zelfs ook, zo zulks vol»<br />

ftrekt gereqnireerd wierd, Lllo en Liefkenshoek, zouden<br />

worden aedemolieerd , ,of geëvacueerd, als mede<br />

de vrye, en onafhanglyke Souveraïniteit over het gantfche<br />

ge leelte van de Schelde van Antwerpen af tot<br />

aan het ein Ie van het Land van Saeftingen aan den<br />

Keizer afgedaan, mits overecnkomftig het 14 Artikel<br />

van het Traéhat v>n Munfter de Schelde aan de zyde<br />

van H. H M gtflnen, en de Souv^rdniteit over dezelve<br />

van Saeftingen af tot aan de Zee toe voor dezelven<br />

geconferveerd bleve, en mi s de Vaart van de<br />

Ooftenrykfche Nederlanden naar en uit de Üost-Indiën,<br />

conform het j Artikel van het Weener Tractaat zoude<br />

worden belet; m volgens welk rapport wyders, in afwachting,<br />

dat ook eerlang een geaccrediteerd Perfoon<br />

van wege den Keizer met de waarneming der zaaken<br />

alhier zoude worden belast, ten fpoedigften uit het<br />

midden van H. H- M. twee Heeren zouden worden<br />

benoemd, ten einde, door het geeven van behoorlyke<br />

informatien, en anderzints, de Vreles-Negotiatien op<br />

alle gefchikte wyze vorderlyk te zyn , en boven al ook<br />

den Keizer te verzekeren van de al tyd üiurende egards<br />

van H. H. M. voor Hoogstdeszelfs Perfoon , en te<br />

co vinceeren, dat H. H. M. nooit hebben gehad eenige<br />

de allerminlïe intentie, om Hoogstdenzelven te beledigen<br />

, of deszelfs Vlag te doen infulteeren; en bo'<br />

ven dat alls nog eene convenabele fomme Gelds voor<br />

de S:ad en Fortresfe van Maaftricht, mitsgaders het<br />

Graaffchap Vroenhoven, en her Land va^ O^ermaze,<br />

zoude worden aangeboden; en dat deze Refolutie van<br />

onze Provincie , ter Generaliteit ingebragt, door de<br />

Gedeputeerden «'er overige Provircien geampleéteerd ,<br />

en aan onze An ba.-fadeurs te Parys was afgezonden,<br />

terwyl men re gelyker tyd ter Generaliteit had com-<br />

Eiisforiaal gemaakt een onderzoek naar de middelen,<br />

waar door de Schelde, na dien afltand, op eene voldoende<br />

wyze van onze zyde zoude kunnen gefloten<br />

worden.<br />

U Ed. Gr. Achtb. zullen zig kunnen herinneren,<br />

Z 3 hoe


358 OCT. ZAAKEN VAN<br />

hoe zeer de Ondergeteekende met alle de toen prefent<br />

zynde Leden dezer Vroedfchap in dat oogenbhk<br />

getroffen was door het gevoel dezer onbegrypelyke toegevendheid<br />

, en hoe zeer hy in het byzonder met eenige<br />

andere Leden hebbe aangedrongen, dat men, alvorens<br />

tot zulk eenen wanhoopigen (tap te komen, alle<br />

hoop tot betere Voorwaarden moest verboren, en liever<br />

alles beproefd hebben, dan tot zulke vernederende<br />

demarches over te gaan; dat men alvoorens het Eran»<br />

fche Hof openlyk behoorde gefommeerd te hebben, om<br />

zig duidelyk te verklaaren, of hetzelve eene diergelyke<br />

voorbeeldelooze laasheid, en eenen zo fchadelyken atltand<br />

van duurgekochte voorrechten, waat dopt de<br />

Republiek zo wel voor de belangen van dat Hot, als<br />

voor zig zelve in onoverkoomelyke zwarigheden ingewikkeld<br />

zoude worden, met onverfchiilige oogen konde<br />

aanzien; dat men alvorens behoorde overwogen te<br />

hebbeu, of het immer waarfchynlyk was, dat het Hor<br />

van Berlin, fteeds zo naarieverig over den aanwas yan<br />

het Huis van Oostenryk , zoude dulden, dat dit Huis,<br />

door eenen dadelyken aanval op deze Republiek , haar<br />

reeds zo aanmerklyke macht en invloed op dtt gedeelte<br />

van Europa zo zichtbaar zoude vergrooten , en dat<br />

in alle gevallen, wanneer dat alles niets baaten konde,<br />

de bewustheid van het geen wy ons zeiven verïchüldigd<br />

waren, ons veel eer behoorde aan te zetten, om<br />

de begeerte der Natie alvorens over dit hoogst aange»<br />

leegen ftuk te verneemen , eer men een ltap waagde,<br />

die niet nalaaten zoude den weg tot verdere, en verdere<br />

opofferingen te baanen, en aan de Natie , wanneer<br />

dezelven eens ter haarer kennisfe kwamen, de<br />

rechtmaatigfte redenen geeven om zig te beklagen, dac<br />

,y haar zweet en moeite te vergeefs , zo wel tegen<br />

buitenlandsch, als binnenlandsch geweld had hefteed:<br />

Dat, fchoon de toeltand van ons Gemeenebest wel<br />

niet toeliet om alle Onderhandelingen af te fnyden, en<br />

de eer, en belangen van het lieve Vaderland des noods<br />

met de Wapenen te verdeedigen, die aangeboden Voorwaarden<br />

echter van dien aard waren, dat ze, zelfs na<br />

\ voeren van eeuen ongelukkigen Oorlog, niet lichtelyk


ocx. STAAT EN OORLOG. 1785; 35»<br />

lyk op eene meer onereuze wyze zouden kunnen worden<br />

voorgefchreeven, en dat men in zulk een geval<br />

door eene onvermydelyke noodzaaklykheid daar toe zoude<br />

gedrongen worden, daar men zig thans met eenige<br />

waarfchynlykheid vry wat beter fucces van eenen dapperen<br />

tegen (tand , dan van Vredes-onderhandalingen ,<br />

welken eensklaps op zulk eenen fchadelyken voet van<br />

onze zyde begonnen wierden, konde voordellen; dat,<br />

hoe ongelyk onze Landmagt ook weezen mocht aan<br />

die van den Keizer, wy echter het voorrecht hadden,<br />

dat de geldmiddelen, die voornaame zenuw van den<br />

Oorlog, aan deze zyde ruim zoo gun (lig waren, en er<br />

niet' aan te twyfelen was, of het beste en gegoedde<br />

deel der Ingezetenen zouden gelyk in vorige Oorlogen,<br />

zoo ook nu , ten uiterlten bereidwillig bevonden worden<br />

, om, in geval van noodzaaklykheid, 's Lands Finantieweezen<br />

met buitengewoone toelagen krachtdadig<br />

te onderlteunen; dat de kosten, welken de Keizer gehouden<br />

zoude zyn te maaken tot het voeren van eenen<br />

Oorlog, zoo ver verwyderd van het middelpunt zyner<br />

Erf-Landen, de onzen zeer aanmerkelyk zouden te boven<br />

gaan; dat de inwendige Onlusten irt lommige gedeeltens<br />

van zyne eige Staaten hem verhinderen zouden<br />

om zyne geheele Macht tegen ons te wenden; en dat<br />

de zweevende Verfchillen tusfchen denzelven en het<br />

Ottomannifche Ryk, en de onderhandiche informatien,<br />

van wege het Miniderie van het laatstgem. Ryk aan<br />

dezen Staat gegeeven, omtrent de desfeinen , welken<br />

aldaar, in geval van rupture tusfchen den Keizer en<br />

dezen Staat, fcheenen geformeerd te worden, eene nog<br />

veel grootere diverfie ten onzen voordeele fcheenen te<br />

voorfpellen i dat om alle deze redenen de vraag niet<br />

zoo zeer behoorde te zyn, of wy eenige opofferingen<br />

tot behoud van den Vrede moesten doen, als wel, of<br />

wy, door het vertoonen van eene gepaste fermiteit,<br />

niet hetzelfde hoofdbut, het voorkomen van eenen Oorlog<br />

, zouden kunnen bereiken , en of wy ten minden<br />

ons niet behoorden te wagten voor het doen van zulke<br />

opofferingen , waar van wy, zoo het voorneemen<br />

niet was onbepaald alles toe te geeven, nimmer met<br />

Z 4 eeni«


3f5o OCT. Z A A K E N V A N<br />

eenige zekerheid het gewenschte fucces verwagren kon»<br />

den, te meer, d.iar wy, het geen wy dus fchandelyk<br />

verlooren, nimmer by eene andere gelegenheid zouden<br />

kunnen weder krygen: dat men uit dien hoofde niet<br />

dan zeer fpaarzaam behoorde te werk te gaan met het<br />

doen van aanbiedingen , en zig vooral zorgvuldig te<br />

wagten voor zulke afftanden, die, naar maate fommigen<br />

derzelver in den eerften opllag geringer mogten<br />

voork©men , men echter moest vastftellen , dat door<br />

den K izer met des te gevaarlyker vooruitzigten begeerd<br />

wierden ; dat het onder anderen niet mogelyk<br />

was, dat de erkentenis van des Keizers volftrekten eigendom<br />

over het gedeelte der Schelde van Antwerpen<br />

af tot aan het einde van het Land van Saeftingen, en<br />

de afftand der vier Forten aan de Schelde, met eenig<br />

ander oogmerk konde gevorderd worden , dan om ons<br />

het dadelyk ft uiten van de Schelde beneden Saeftingen<br />

te beletten; daar het bekend was , dat , volgens<br />

bet gerecipieerd gebruik onder alle Europeaanfche Volkeren,<br />

geen eigendom op eenige Rivier of Zee kan gefuftineerd<br />

worden , dan welks doortocht men in ftaat<br />

is van wederzyde met Gefchut te beletten, en juist dit<br />

de reden geweest was , waarom men aan onze zyde<br />

te vooren zoo voorzigtiglyk den eigendom van dat eng<br />

Riviervak , en de gem. Forten bedongen had ; en dat<br />

derhalven, zoo het den Keizer niet te doen was , om<br />

waarlyk de Schelde voor den Koophandel zyner Onderdaanen<br />

te openen, het volftrekt onbegryplyk moest<br />

voorkc men , dat 'er van zyne zyde zoo fterk op den<br />

afftand van dat gedeelte der Schelde , en de ceslie der<br />

vier Forten wierd geinfteerd:<br />

Dat hetzelfde behoorde in confidentie komen, eerst<br />

omtrent den gedaanen eisch van de Stad Maaftricht,<br />

als welke Scad , van hoe veel gewigt ook voor onze<br />

Republiek , op zig zelve van weinig aangelegenheid<br />

konde gereekend worden voor zoo een magtig Vorst,<br />

Wiens Bezittingen zoo uitgeftrekt waren; en dat hetzelfde<br />

ook in overweging komen moest omtrent den<br />

afftand van het Graafcbap Vroenhoven en het Land<br />

van Overmaze, waar op de Keizer, zelfs in geval der<br />

re-.


OCT. S T A A T E N OORLOG. 1785» 361<br />

redemptie van de Stad Maaftricht door eene Geldfomme<br />

, evenwel nog bleef aanhouden , nademaal er nog<br />

voor den afftand van Maaftricht , nog voor dien van<br />

eenig ander Territoir in Staats-Braband, eenige andere<br />

reden kon worden uitgedagt, dan alleen, om djrjor deszelfs<br />

afftand ons Frontier in Braband merkelyk in te<br />

korten, en te verzwakken, of wel om ons het bezit<br />

van die gewichtige Vesting, fchoon voor eeue ontzaglyke<br />

geldfomme ingekocht, in tyd van nood, dat is,<br />

in het eenige geval , waar in wy van hetzelve eenig<br />

nut zouden kunnen trekken, nutloos te maaken ; met<br />

één woord , dat, wanneer de weg van onderhandeling<br />

boven die der wapenen geprefereerd wierd , en men<br />

al redenen meende te hebben om te vertrouwen , dat<br />

men van de zyde van eenen Vorst, die, by eene gezoete<br />

gelegenheid van een gefchil over eene niet noemenswaardige<br />

zaak, de exorbitantfte vorderingen tegen<br />

den uitgedrukten letter van een allerplechtigst Tractaat<br />

gedaan had, voor het vervolg meerdere billykheid, en<br />

meerder ontzag voor de heiligheid van een nieuwh'ngs<br />

gefloten verbond, te verwachten had, men ten minden<br />

behoorde te zorgen, dal het op nieuw te maaken Tractaat<br />

immers in zulke dutdelyke termen wierd ingerichr,<br />

als het menschlyk vernuft maar eenigzints kon Je uitd.nken<br />

, min dan op zulk eenen voet, en op zulke<br />

voorwaarden , die men in den eerften opdag, zonder<br />

zelfs op vergezochte redeneringen te denken , met vry<br />

wat waarfchynlykheM , uit den letter, en he: beloop<br />

van zulk een nieuw Tractaat, op eene ongunftige wyze<br />

voor dezen Staat zoude kunnen uitleggen ; en dat<br />

derhalve om alle die redenen het eenig expediënt,<br />

(waar voor de ondergetekende in gemoede zoude kunnen<br />

advifeeren,) om zig onder de mediatie van het<br />

Franfche Hof, met eer, en behoudens het waar belang<br />

van de Republiek , van de zwevende gefchillen<br />

met den Keizer te ontdaan, alleenlyk zoude beftaan in<br />

de offerte van een aequivalent in geld, tot geheele verttietiging<br />

van alle hoe ook genaamde pretenfien des<br />

Keizers ten laste der Republiek zonder eenige verdere<br />

fesfie j of andere opoffering van onze zyde, en dat zelfs<br />

Z 5 in


36*2 SEPT. Z A A K E N V A N ' !<br />

178$,<br />

in de bepaling van de hoegrootheid van dat aequiva»<br />

lent, zoo wel de onrechtmatigheid van des Keizers<br />

pretenfien , als de reeds gemaakte groote kosten tot<br />

eige verdediging, en de daar door, en door andere<br />

omftandigheden zoo geweldig gedelabreerde ftaat onzer<br />

Financien , aan het Hof van Frankryk met den meesten<br />

nadruk behoorden te worden gereprefenteerd , en<br />

by hetzelve aangedrongen, om, in geval van hec vruchtloos<br />

afloopen der onderhandelingen, met de Republiek<br />

tegen den Keizer eene lyu te trekken , en dezelve op<br />

de krachtigfte wyze met haare Wapenen te onderfteunen.<br />

Dan U El. Gr. Achtb. zullen zig tevens herinneren<br />

, dat, zoo min als tegen de gegrondheid dezer<br />

confideratien van den Ondergetekenden iets anders is<br />

aangevoerd , dan alleenlyfc de nadeelige en gevaarlyke<br />

omftandigheden der Republiek van binnen , (waar te.<br />

gen echter door den Ondergetekenden wederom is aangemerkt<br />

, dat deze omftandigheden niet zoo wanhoopig<br />

moesten befchonwd worden , dat men , om derzelver<br />

gevolgen te vermyden , den Staat aan eenen afftand<br />

van zyne dierbaarfte bezittingen , waar van deszelfs<br />

voortduuring ten eenemaal afhing, aan een geheel verlies<br />

van al zyn aanzien by andere Mogenheden, en<br />

aan het gevaar om van eene andere zyde op gelyke<br />

willekeurige wyze te worden aangevallen , blootftelde,<br />

terwyl aan den eenen kant. de fteeds waakzame zorg<br />

van den Souverain en der Juftitie, gefterkt door den<br />

gewapenden arm der kloekmoedigfte Ingezetenen , genoegzaam<br />

in ftaat was , om de heilloze pogingen van<br />

een verraderlyk rot oproermaakers te beteugelen en<br />

veriedelen , en aan den anderen kant de mogelykheid<br />

voor betere voorwaarden na het voeren van eenen niet<br />

geheel ongelukkigen Oorlog , immers ruim konde opweegen<br />

tegen de zekerheid der nadeelen van zulk ee-nen<br />

noodlottigen afftand,) zoo min ook , als iemand<br />

van U Ed. Gr. Achtb., anders dan met de uiterfte<br />

aandoening en verontwaardiging de gevorderde en aangeboden<br />

voorwaarden heeft aangehoord; echter die<br />

confideratien van den Ondergetekenden, even min die<br />

uit


OCT. STAAT EN OORLOG. 1785.<br />

uitwerking hebben mogen hebben, dat de groote meerderheid<br />

van U Ed. Gr. Achtb. de bovengem. by H,<br />

E G. M. genomen Refolutie , met concurrentie van<br />

dezer Stads Gedeputeerden ter dagvaard genomen, van<br />

haaren wege heeft gedesadvoueerd , en derzelver Protest<br />

daar tegen in de Notulen van höógstderzeiver Vergadering<br />

doen infereeren, maar dat de meerderheid van<br />

U Ed. Gr. Achtb. in tegendeel het verrigtte van haare<br />

Gedeputeerden geapprobeerd , en dus die Refolutie<br />

mede voor haare reekeuing genomen heeft.<br />

De Ondergetekende had nochtans gehoopt, dat de<br />

evengemelde conlideratien, en zoo veele anderen, welken<br />

allerwege den minstoplettenden in het oog loopen,<br />

mer den tyd eenig meerder ell'eét op de denkwyze van<br />

U Ed. Gr. Achtb. over dit hoogstaangelegen ftuk zouden<br />

gedaan hebben; immers dat de nieuwe eisfchen,<br />

welken van wege den Keizer, na het bekomen dec<br />

opening van dezen Staat, volgens de meergemelde Re.,<br />

folutie van den 17 Maart, gedaan wierden, UEd.Gr.<br />

Achtb. eenig meerder wantrouwen over des Keizers<br />

waaie inzichten zouden hebben ingeboezemd , toen U<br />

Ed. Gr. Achtb. op den 28 April vernamen, dat, behalve<br />

de eerstgem. eisfchen , van wege den Keizer daar<br />

en boven nog gevorderd wierd de cesfie van de Forten<br />

Lillo en Liefkenshoek, in den ftaat waar in dezelven<br />

zig thans bevinden, dat is ongeflecht, en daar uit<br />

lichtelyk konden afnemen , dat hoe zeer die vordering<br />

wierd 'bemanteld met het voorgeeven, dat dezelven alzoo<br />

begeerd wierden ter bevordering van het politiek<br />

beftuur van het omliggend Land , dit echter uit een<br />

gantsch ander oog , en als gefchied mee een veel verder<br />

uitzigt, van onzen kant behoorde befchouwd te<br />

worden; en dat daarenboven van 's Keizers zyde geeischt<br />

wierd, dat de Sluizen, zoo noodzaaklyk tot verdediging<br />

onzer Frontieren in Staats-Vlaanderen , zouden<br />

ftaan onder de gemeene directie zoo van den Keizer<br />

als van H. H. M.. waar uit immers ten duidelykften<br />

konde worden opgemaakt, dat er redelyker wyze<br />

geen geval uitgedagt konde worden , waarom hy daar<br />

op aanhield, ten zy alleen, om het gebruik dier Sluif<br />

' zen,


364 r<br />

ocT. Z A A R E N V A N ï ?8f.<br />

zen , ter inundatie der omliggende Landen ,<br />

net te pas kwam, voor ons te veriedelen.<br />

wanneer<br />

Dan de droevige uitkomst heeft geleerd , dat nog<br />

deze zeer bederkelyke pas van den Keizer, nog zoo<br />

veele andere opgevolgde alleronredelykfte vergingen ,<br />

aan onzen S r<br />

aat gedurende den verdere loon der Onderhall<br />

klingen tedann, die 'c onderwerp der Deliberatien<br />

van deze Vroedfchap , geduuren de den geruimen<br />

tyd vnn meer dan vyf Maanden, in zeven onderfcheidere<br />

Vergaderingen , van tyd tot tyd hebben uitgemaakt,<br />

in (laat zvn geweest , om het oordeel van ü<br />

Ld. Gr. Achtb. re bepaalen rot beflui'en, men zal niet<br />

zeggen , die de eer, waardigheid , en het helm g der<br />

Reiubliek fchenen te vereifchen, maar die zelfs in ne:<br />

ten d.zen aangenomen Sydhema van ü Ed. Gr. Achtb.<br />

derzelver eenig, en wezenlyk doelwit, de beveiliging<br />

nam lyk van onzen Staat voor vernieuwde Pretenfien<br />

en ufurpatien, konden doen bereiken<br />

Inzonderheid had de Ondergereekende gewenscht,<br />

dat, toen U Ed. Gr. Achtb. genoegzaam eenparig ,<br />

op den 5 Mey begreepen hadden, dat over de verdere<br />

Pretenfien des Keizers niet behoorde gehandeld te<br />

worden , ten Zy vooraf door eene uitdruklyke verklaaring<br />

van zyne zyde was erkend de eigendom van deze<br />

Republiek op het ovetig gedeelte der Schelde tot aan<br />

de Zee toe, en dat het haar zoude vryflaan, door alle<br />

middelen, die de fituatie van de plaats, het gewoon<br />

gebruik , en de kunst aan de hand geven , die Rivier<br />

op de bekwaamfte wyze te Uniren , ten einde uit de<br />

co teuarce des Keizers op dit (luk van deszelfs waare<br />

hut in het vorderen van het bepaalde rivier-vak der<br />

Schelde , en de overgave der vier Forten te kunnen<br />

oordeelen , en toen U Ed. Gr. Achtb. daar benevens<br />

derzelver Gedeputeerden rer dagvaard hadden gelast,<br />

om ter Verga ieringe van H E G. M. te hifteeren<br />

tot het doen hou.ien van het Befoigne over de Middelen<br />

, waar door de Schelde van onze zyde alzoo zoude<br />

kunnen geflooten worden ; U Ed. Gr. Achtb. by<br />

derzelver welberaden befluit zouden geperfifteerd hebben<br />

, en geenzius daar van zyn afgegaan door het<br />

voor-


OCT. S T A A T E N OORLOG. 1785. 365<br />

voorftel van eene bedenklykheid , dat, hec Artykel van<br />

het fluiten der Schelde door den Keizer zynde toegeftaan,<br />

het vorderen van eene diergelyke verklaaring die<br />

concesfie veel eer zoude verzwakken, dan aan dezelve<br />

kracht byzetten, als of eensdeels het vorderen van zulk<br />

eene verklaaring, indien des Keizers oogmerken waarlyk<br />

zuiver waren , eenige nadeelige verandering daar<br />

'omtrent zoude kunnen te weeg brengen, en als of andersdeels<br />

het weigeren van zulk eene vei klaaring, niet<br />

het eenigst middel was, om ons in tyds tegen deszelfs<br />

waare desfeinen te doen op onze hoede zyn, terwyl<br />

het nalaaten van een diergelyk uitdiuklyk en voorafgaand<br />

beding naderhand een fchoonfchynend voorwendzei<br />

zoude kunnen uitleeveren om zulks te verhinderen,<br />

en ons dus van het voornaamst effect der te maaken<br />

conventie voor altyd te verfteeken , of tot het voeren<br />

van eenen Oorlog, na de grootlte opofferingen te vergeefs<br />

gedaan te hebben, te noodzaaken.<br />

Dan ook dit gewigtig argument heeft niet kunnen<br />

verhinderen , dat U Ed. Goot Achtb, van derzelver<br />

voormaals zoo voorzichtig befluit in dat opzicht zyn<br />

afgegaan , even gelyk U Edele Groot Achtbaarheden<br />

naderhand op den 14 Juny niet hebben kunnen goedvinden<br />

te desadvoueren de concurrentie van derzelver<br />

Gedeputeerden ter dagvaard , zonder voorgaanden last<br />

dezer Vroedfchap , in het zenden van twea Gedeputeerden<br />

naar Weenen, het welk door den Keizer by<br />

aanhoudendheid gevorderd , en waar aan het al , of<br />

niet voortzetten der onderhandelingen willekeurig verbonden<br />

wierd; eene demarche, zoo vernederend voor<br />

de Republiek, dat, welke voorwendzels men ook moge<br />

uitdenken om die te coloreeren, dezelve nochtans<br />

niet anders kan worden geconfidereerd , dan als een<br />

daad, waar door deze Staat getoond heeft zig aan den<br />

wil des Keizers te fubmitteeren , en hem op de de«<br />

moedigfte wyze de voortduuring van zyn vriendfchap,<br />

en het toeftaan van eenen draaglyken vreede af te fineken;<br />

eene demarche, die nog te vernederender was<br />

vermits nimmer een diergelyk gebruik onder onafhanglyke<br />

Mogenheden plaats gehad heeft, gelyk naderhand<br />

on-


365 OCT. Z A A K E N V A N if%$ 0<br />

ontrent die Gedeputeerden ook niet is geobferveerrj<br />

het gewoon management der Goederen van Afgezaiiteat<br />

aan dï Tollen , en zelfs alle fchyn, als of hunne afzending<br />

ook ter voortzetting der directe Onderhandelingen<br />

met den Keizer gediend had, is weggenomen<br />

door hun werkloos verblyf te Weenen , hetwelk nog •<br />

duurd , en onze Staat daarenboven töt nog toe niet<br />

verwaardigd is met eenig wederkeerig G ezan<br />

dlchap. ,<br />

En , had de vorige ondervinding van des Keizers<br />

handelwyze U Ed. Gr. Achib. na zoo veele herhaalde<br />

bewyzen , nog niet genoeg kunnen overtuigen, dat desze'fs<br />

hoofdbut was , om dezen vryen Staat in alles voor<br />

zyne willekeurige handelwyze te doen bukken ; dit<br />

wierd ren minden onlocheiibiar bevestigd, toen dezelve<br />

, nog niet te vreede roet die verachtelyke bezending,<br />

den Staat eenen korten Termyn durfde voorfchryven,<br />

binnen welken de voornaamlle nog overige verfchillen<br />

zouden moeten zyn afgedaan , niettegendaande en het<br />

gewigt dier verfchillen, en de langwylige aard onzer<br />

Deliberatien, en de waardigheid eener onderhandelende<br />

Mogénbefd j voor zulk een Voorfchrift, ik had byna<br />

bevel gezegt, ten eenenmaal ongcfchikt waren; en het<br />

was daar uit ligtelyk af te meeten, hoe men zig al wederom<br />

te vergeefs gevleid had, dat uit die bezending<br />

eenige rekiykheid ten opzigts der gevorderde Geldfomme,<br />

en der overige onafgedaane Poincten zoude zyn<br />

voon gevloeid.<br />

Als of eere onereuze , en drukkende fomme van 5<br />

Mülioenen Hollandfche Guldens, welke door H, H. M.<br />

als her uiterde bod bepaald was, niet konde voldaari,<br />

om daar voor te koopen het vreedzaam genot van onze<br />

wettige bezittingen, wat zeg ik ? om den onrecht»<br />

vaardigden Oorlog op de allerfchadelykfte Voorwaarden<br />

van zig re verwyderen, of nog liever, om den geheelen<br />

Ondergang van het wel eer bloeiendst Volk des<br />

Aardbodems voor eenen tyd uit te ftellen, moesten wy<br />

nog daarenboven , niettegenftaande de mediatie van eenen<br />

magtigen Koning, in het midden der Onderhandelingen<br />

, als bedreigd worden om door de Wapenen tot<br />

het uitlooven van nog veel grootere Somme gedwongen


OCT. STAAT EN OORLOG. 1785. 36?<br />

geu te zullen worden; en, terwyl men goedvond van<br />

*s Keizers Ambasfadeur een uitftel van nog flechts acht<br />

dagen te verzoeken , de arbitrage van de Franfche<br />

Kroon over het important different tusfchen 5 en 10<br />

Millioenen Hollandfche Guldens inroepen, aie, wel is<br />

waar, door eene edelmoedige offerte om het exctdent<br />

voor haare reekening te willen neemen, ons op nieuw<br />

ten uiterften verplicht, maar echter in de noodzaaklykheid<br />

gebragt heeft, om, tegen alle gebruik aan, eenen<br />

mediateur met de vervulling van een gedeelte der vredesvoorwaarden<br />

te befasten , of, gelyk billykst is , door<br />

het geheel betaalen van die fomme den Staat met eenen<br />

overzwaren last als te overladen , gelyk dan op deeze<br />

zoo onereuze conditiën de Praeliminaire Artikelen tusfchen<br />

de Ambasfadeurs van H. H. M. en die van den<br />

Keizer op den 20 'Sept. laatstleden te Parys, ook met<br />

toeftemraing van deeze Vroedfchap , geteekend zyn ,<br />

fchoon de nakomelingfchap naauwlyks zal kunnen geloven,<br />

dat zodanig een vernederend Tradtaat, hoedanig<br />

wy nimmer na den bloedigften Oorlog geflooten<br />

hebben , voornamelyk met goedvinden van deeze Provincie<br />

, en met concurrentie van de Gedeputeerden van<br />

Hechts drie andere Provintien ter Generaliteit, tegen<br />

de uitdruklyke intentie van drie andere Provintien , is<br />

tot ftand gebragt.<br />

De Ondergetekende zal na dit alles niet verder uitwyden<br />

over zulk eene wyze van afdoening der geformeerde<br />

differenten , daar hy geduurende zynen geheelen<br />

levensloop, welken dan ook de gevolgen wezen<br />

mogen, zig troosten zal met de volkomen bewustheid,<br />

dat hy, wel verre van door zyne aiviefen daar toe iets<br />

te hebben toegebragt, in tegendeel zyne Mederegenten,<br />

by alle gelegenheden, het gevaar van diergelyke beiluiten<br />

heeft trachten voor te ftellen , en tot de nodige<br />

fermiteit, en circumfpeétie te exhorteeren: dan hy zoude<br />

echter meenen ontrouw te zyn aan zyne verplichting<br />

, indien hy U Ed. Gr. Achtb. als nog niet deed<br />

obferveeren, dat alle zyne bovengem. foupcons en gisftngen<br />

maar al te zeer zyn gewettigd geworden , zoo<br />

door het ampel detail der onderfcheidene discusfien,<br />

wel-


3öS OCT. Z A A K E N V A N 178^<br />

welken er tusfchen onze Ambasfadeurs en dien des<br />

Keizers , over het bepaalen der Preliminaire Vredes-<br />

Artikelen op den dag van derzelver teekening hebben<br />

plaats gehad , en waar van U Ed. Gr. Achtb. uit den<br />

Brief van onze Ambasfadeurs zyn geinformeerd , als<br />

door den duidelyken letter van die Praeliminairen zeiven<br />

, en door het openen der Vaart van de Ooftenrykfche<br />

zyde door het Swyn , en het oprechten van een<br />

nieuw Fort op het Hazengras, ftaande de onderhandelingen<br />

, hoe zeer reeds by het 14 Artikel van het Trao*<br />

taat van Munfter uitdruklyk bepaald is, dat de Rivier<br />

de Schelde, als mede de Kanalen van het Sas, Swyn,<br />

en andere Zeegaaten, daar op respondeerende, van de<br />

zyde van de Heeren Staaten zullen geflooten worden<br />

gehouden; en dat daar uit niet dan maar al te klaar<br />

gebleeken is , dat het groot oogmerk des Keizers medebtengd,<br />

om ons, door den icbyn van eene corvei.tie<br />

, welke hy thans om redenen boven eenen Oorlog<br />

prafereerd, van het radicale fundament van het Tractaat<br />

van Munfter, en van het wezenlyk effect van het<br />

bezit van Maaftricht te beroven, om naderhand des te<br />

gemaklyker, wanneer eene bekwaame gelegenheid zig<br />

aanbied, zyn heimelyk but te bereiken, en ons alsdan<br />

te noodzaaken , of om zyne ufurpatien ftilzittend aan<br />

te zien , of om door eenen ge hazardeerden aanval van<br />

onze zyde die ufurpatien tegen te gaan, wel voorziende,<br />

dat dit laatfte door de Republiek, na zig zei ven<br />

van de wezenlykfte middelen van defenfie gedeposftdeerd<br />

re hebben, niet lichtelyk zal gekozen worden.<br />

De Ondergetekende, hoe zeer als nog volkomen perfifteerende<br />

by zyne voormaals by herhaaling aangevoerde<br />

gronden, is echter van oordeel, dat, daar de zaak<br />

zoo ver gekomen is, van wege dezen Staat, met den<br />

meeften ernst behoord te worden geïnfteerd , dat ten<br />

minften volledig, en zonder eenige uitzondering, voldaan<br />

worde aan de reële en gewigtige confideratien,<br />

vervat in het Generaliteits-Rapport, over de getekende<br />

Prteliminairen uitgebragt, by welken des Ondergetekenden<br />

opgem. remarques nader ten vollen bekrachtigd<br />

worden ; en dat, zouder eene flipte voldoening aan<br />

de-


OCT. STAAT EN OORLOG. 1785. 36i<br />

dezelven, de ratificatie op de getekende Prjelimïnairen<br />

(ongeprejudicieerd nochtans de Approbatie der gehouden<br />

conduites van onze Ambasfadeurs te Parys)<br />

vo'ftrekt behoord gedeclineerd te worden, als zullende<br />

het, naar des Ondergetekendens inzien , in geval van<br />

des Keizers weigering om daar toe te komen, beter<br />

zyn, om van alle middelen, welken God, en de na.<br />

tuur ons hebben overgelaaten, in tyds gebruik te maken<br />

, om des noods door de Wapenen onze wettige<br />

rechten voor te ftaan, dan naderhand, wanneer het<br />

te laat mocht zyn , waarfchynlyk te vergeefs zig te<br />

verzetten tegen zodanige demarches, die men, naar alle<br />

de regelen van waarfchynlykheid , aan des Keizers<br />

tegenwoordig gedrag kan , en moet toefchryven, indien<br />

hy weigerd de gevorderde ophelderingen , en byvoegzels<br />

aan de onderfcheidene Artikelen der Prasliminairen<br />

te admitteeren; en dat wyders, wanneer, onder<br />

die behoorlyke ophelderingen en byvoegzels, de Pratliminairen<br />

mogten worden geratificeerd, de Kroon van<br />

Vrankryk op de meest verpligtende wyze behoord te<br />

worden bedankt voor deszelfs gedaane offerte tot vol*<br />

doenirg van het excedent van vyf en een half Mil=<br />

lioenen Guldens , kunnende de Ondergeteekende niet<br />

gelooven , dat het aanneemen van de gedaane offerte<br />

mer de billykheid, en regels van goede politie en voorzigtigheid,<br />

min nog met de eer van dezen Staat, hoe<br />

enorm en bezwarend de geconvenieerde fomme ook<br />

zyn moge, zoude overeenkomen.<br />

En. daar de Ondergetekende, geduutende den loop<br />

der Deliberatien over deze importante materie, zig te<br />

meerenaalen heeft bezwaard getoond over het onder«<br />

houden der eens aangenomen fecretesfe , niet zo zeer<br />

over de onderfcheidene discusfien, waar toe de onderhandelingen<br />

aanleiding gegeeven hebben, als wel over<br />

het generaal beloop van de harde en ongehoorde voorwaarden<br />

, die door den. Keizer van deze Republiek<br />

wierden afgeperst, als meenende , dat, zo immer de<br />

Volkflem te pas kwam , dezelve in zulk een ver uitziend<br />

geval vooraf in het algemeen daar orer behoorde<br />

geraadpleegd te worden, en fchoon hy aan de ge-<br />

XXIX. DEEL. Aa dach-


3Ó2 OCT. ZAAK. VAN STAAT EN OORL. 1785.<br />

dachten van U Ed. Gr. Achtb., dat hy geduurende<br />

de onderhandelingen aan die fecretesfe gehouden bleef,<br />

heeft moeten defereren , echter altyd aan zig gereferveerd<br />

heeft het recht, om, wanneer deze verdrietige<br />

onderhandelingen eenmaal voltooid waren, zig wegens<br />

zyn gedrag, daar omtrent gehouden, openlyk voor de<br />

Natie te verantwoorden; rekend de Ondergetekende<br />

thans het tydftip daar te zyn , waar op , zelfs naar<br />

het oordeel van U Ed. Gr. Achtb. , die gedetailleerde<br />

verantwoording aan den loop der onderhandelingen niet<br />

meer fchaden kan, en waar op dus de onvermydelyke<br />

verplichting van den Ondergetekende behoord te werken<br />

, terwyl hy verzoekt, dat dit zyn Advies tot zyne<br />

decharge in de Notulen dezer Vroedfchap mag worden<br />

geinfereerd.<br />

Overgegeeven den 6 October 1785.<br />

(Was get.)<br />

F. G« BLOK.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!