You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Z A A K E N<br />
VAN<br />
STAAT EN OORLOG.
Z A A K E N<br />
V A N<br />
STAAT EN OORLOG,<br />
B E T R E F F E N D E DE<br />
VEREENIGDE NEDERLANDEN;<br />
ZEDERT HET BEGIN VAM HET JAAR<br />
M D C C L X X X .<br />
NEGEN-EN-TWINTIGSTE DEEL.<br />
TE AMSTERDAM, IY<br />
JOHANNES ALLART.<br />
MDCCECIII.
L Y S T<br />
VAN ALLE DE STUKKEN, WELKE IN<br />
DIT NEGEN-EN TWINTIGSTE DEEL<br />
GEPLAATST ZYN.<br />
(Tervelg van No. LXXF. van het XXVIII. Deel.*)<br />
RAPPORT van de Heeren, volgens hun Ed.<br />
Gr Mogende Refolutie, door bun Hoog<br />
Mogende benoemd tot het onderhoek der<br />
redenen van het niet volbrengen der ordres<br />
tot het verzenden van tien Schepen naar<br />
Brest. . • • W. i<br />
LXXVI. ADRES aan de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren<br />
en Regeerders der Stad Wyk<br />
by Duurftede. In dato . . July 1785. bl. 176<br />
LXXVII. MISSIVE van de Staaten van Utrecht aan<br />
de Magiftraat van W-^k by Duurjlede; nevens<br />
het Antwoord op dezelve. In dato<br />
19 en 26 July 1785. • bl. 180<br />
LXXVIII. ADRES van de Geconftitueerdens der<br />
Burgery aan de Edele Groot Achtb. Heeren<br />
Burgermeefteren en Vroedfchappen der<br />
Stad Utrecht. In dato 1 Augustus 1785.<br />
bl. 184<br />
LXXIX. ADRES van Gecommitteerden der Schuttery<br />
aan de Edele Groot Achtb. Heeren<br />
Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad<br />
Utrecht. In dato 1 Augustus 1785. bl. 190<br />
* 3 LXXX.
vi LYST DEfc STUKKEN.<br />
LXXX. RESOLUTIE van de Regeering der Stad<br />
Vollenboven. In dato 15 Augustus 1785.<br />
• • > bl. 195<br />
LXXXI. REQUEST aan de Edele Achtbaare Hee*<br />
ren Burgemeefteren en Vroedfchap der<br />
Stad Wyk by Duurftede; nevens de Refolutie<br />
daarop. In dato 16 Augustus 1785.<br />
bl. 198<br />
LXXXII. REQUEST van Geconftitueerden en Gecommitteerden<br />
aan de Ed. Achtb. Magiftraat<br />
van Wyk by Duurftede. In dato 18<br />
Augustus 1785. . . bl. 203<br />
LXXXIII. EXTRACT uit de Refblutien van deHeeren<br />
van de Vroedfchap der Stad Schoonhoven.<br />
In dato 2a Augustus 1785. bl. 206<br />
LXXXIV. REQUEST aan de Ed. Groot Achtb.<br />
Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der<br />
Stad Utrecht. In dato 23 Augustus 1785.<br />
bl. 207<br />
LXXXV. MISSIVE van de Regeering van Deventer,<br />
aan den Prinfe Erfftadhouder. In dato<br />
26 Augustus 1785. . bl. 216<br />
LXXXVI. RESOLUTIE van hun Ed. Gr. Mogende<br />
op de Memorie van den Generaal DE<br />
MAILLEBOIS, raakende het vastftellen van<br />
een Militair Departement. In dato 26 Augustus<br />
1785. . . bl. 219<br />
LXXXVÏI. EXTRACT uft de Refolntien van de<br />
Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders<br />
der Stad Brielle. In dato 27 Augustus<br />
1785. bl. 225<br />
LXXXVIH.
L Y S T DER. S T U K K E N -<br />
LXXXVIII. RESOLUTIE van hun Ed. Gr. Mogende<br />
op het Request van Amfterdamfche Kooplieden<br />
en Asfuradeurs, om befcherming<br />
van hunnen handel; als mede nopens eene<br />
Commisfie tot 'het Zeeweezen , en eene<br />
Memorie van zyne Hoogheid. In dato 27<br />
Augustus 1785. . . bl. 226<br />
LXXXIX. PROPOSITIE der Gedeputeerden van de<br />
Stad Schoonhoven, nevens een Request van<br />
Burgers, enz. van Heusden, tot de te rug<br />
Marsch der Troepen uit Amersfoort* Ingebragt<br />
ter Vergaderinge van hun Éd. Gr.<br />
Mogende , in 'dato 27 Augustus 1785.<br />
bl. 23t<br />
XC. QUALIFICATIE op den Hoofdofficier Mr.<br />
p. GEVERS, te Rotterdam, tot het hooren<br />
van eenige Perfoonen ter zaake van het<br />
voorgevallene op zeeker Spceltogtje, onder<br />
belofte van impuniteit. In dato %t<br />
Augustus 1785. . . bl. 237<br />
XCI. MISSIVE van de Staaten van Utrecht, omtrent<br />
het voorgevallene te Amersfoort Ingeleverd<br />
ter Vergaderinge van hnn Ed.<br />
Gr. Mogende, in dato 31 Augustus 1785.<br />
bl. 240<br />
XCII. CIRCULAIRE - MISSIVE van Burgemeefteren<br />
en Vroedfchap der Stad Utrecht, aan<br />
de Staaten der andere Provintie. In dato<br />
31 Augustus 1785. . . bl. 248<br />
XCIII. BRIEF aan Zyne Doorl. Hoogheid den<br />
Heer Prins Erfftadhouder, van de gezvvo-<br />
* 4<br />
re<br />
"
vin L Y S T DER S T U K K E N .<br />
rene Gemeente van Hattem. In dato . :<br />
Augustus 1785. . . bl. 250<br />
XCIV. REQUEST van twee Officieren aan de<br />
Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten<br />
's Lands van Utrecht. In dato .. Augustus<br />
1785. . . bl. 253<br />
XCV. MISSIVE van Burgemeefteren en Vroedfchappen<br />
der Stad Utrecht, tot favorable<br />
refleclie op het verzoek daar by vervat,<br />
raakende de Militie , en betreffende het<br />
voorgevallene te Amersfoort. Ingebragt ter<br />
Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende;<br />
in dato 1 September 1785. bl. 254<br />
XCVI. MISSIVE van Zyne Hoogheid, omtrent<br />
de nieuwe Vaandels en Ringkragen der<br />
Officieren van het Regiment Hollandfche<br />
Gardes te Voet. In dato 1 September<br />
1785. . , bl. 258<br />
XCVII. RESOLUTIE der Staaten van Ovgrysfel,<br />
raakende het emploi van Militie. In dato<br />
3 September 1785. . bl. 261<br />
XCVIII. VOORZIENING by Publicatie tegen attroupeeringen,<br />
infolentie en geweld in den<br />
Haag. In dato 8 September 1785. bl. 262<br />
XCIX. REQUEST van Burgers en Ingezeetenen,<br />
aan de Edele Groot Achtbaare Heeren<br />
Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad<br />
Amfterdam; raakende de zaak van Amersfoort.<br />
In dato 8 September 1785. bl. 270<br />
C.
L Y S T DER S T U K K E N .<br />
C. MISSIVE der Regeering van Wyk by Duurftede<br />
, aan de Staaten van Utrecht. In dato<br />
12 September 1785. • bl. 272<br />
Cl. MISSIVE van Burgemeefteren der Stad<br />
Wyk by Duurftede, aan hnn Ed. Gr. Mogende,<br />
tot favorable reflexie op het daar<br />
by gedaan verzoek, raakende de Militie en<br />
het ^voorgevallene te Amersfoort. In dato<br />
12 September 1785. . bl. 275<br />
CII. MISSIVE van Gecommitteerde Raaden<br />
'over de praétycq omtrent het werk der Patenten<br />
, en nopens het afleggen der Eedeh<br />
door de Officieren op Hollandfche repartitie<br />
en in deeze Provincie in Guarmloen<br />
komende. In dato 13 September 1785.<br />
bl. 279<br />
CIII. MISSIVE van Schepenen, Raaden en Gezworens<br />
van 's Hertogenbosch, aan de<br />
Heeren Staaten van Holland en Westfriesland.<br />
In dato 14 September 1785. bl. 285<br />
CIV. VOLKOMENE goedkeuring van de geftelde<br />
ordres by Gecommitteerde Raaden , om'<br />
trent de Attachés op de Patenten , door<br />
hun Ed. Gr. Mog. verleend, in dato 14<br />
September 1785. . BL<br />
- A 8<br />
9<br />
CV. TEN volle geapprobeert en gelaudeert,<br />
door hun Ed. Gr. Mog. de conduites van<br />
Gecommitteerde Raaden en derzelver genoomen<br />
Refolutien met en zeedert 9 deezer,<br />
aangaande de beweegingen den 4 dee-<br />
0<br />
zer
Jt LYST DER STUKKEN.<br />
zer in den Haag. In dato 14 September<br />
1785. . bl. t 9 3<br />
CVT. RESOLUTIE op het beklag van Burgemeefteren<br />
der Stad Leidtn, over het inbrengen<br />
van Geapprehendeerden tot aan de Gevangenis<br />
in het midden dier Stad, met gewapende<br />
Militie, door 'den Subftitut van den ,<br />
Bailliuw van Rhynland, volgens deszelfs '<br />
fchriftelyke order; en op zyn berigt deswegens.<br />
In dato 14 September 1785.<br />
• • • • bl. 508<br />
pVII. MISSIVE van Gecommitteerde Raaden<br />
met hun Reglement: op de begeeving der<br />
Ampten tot dispofitie van het zelve Collegie<br />
en met een Lyst der Dominiaale Ampten<br />
daar toe behoorende. Ingeleverd by<br />
hun Ed. Gr. Mog. in dato 15 September<br />
J<br />
7 8<br />
5* • bl. 3n<br />
CV UI. EXTRACT uit het Register van de Aften<br />
en Refolurierj der Edele Mogende Heeren<br />
Gedeputeerden Staaten van Stad en Lande.<br />
In dato 15 September 1785. bl. 321<br />
CIX. EXTRACT uit de Acten en Refolutien der<br />
Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten<br />
van Stad en Lande. In' dato J 8 September<br />
1785. . . W. 324<br />
CX. MISSIVE van de Regeerders der Stad<br />
Amersfoort aan de Staaten van Holland ,<br />
tot afwyzing der verzoeken omtrent het<br />
voorgevallene aldaar. In dato 26 September<br />
1785. . . bl, 327<br />
CXI.
L Y S T DIK. STUKKEN. X2<br />
r*YT PRSOLUTIE op het maaken van nieuwe;<br />
Vaendels voor de Lyf-Guardes te Voet<br />
van hun Ed. Gr. Mog., en omtrent de<br />
Ringkraagen der Officieren by dat Regiment.<br />
In dato 28 September 1785. bl. 332<br />
CXÏl RETROACTIVE Confideiatien van de Hee-<br />
* 'ren Gecommitteerde Raaden , omtrent de<br />
voorzieninge en het gebruüc der Wapens<br />
boven de Placaaten en de Busfen van de<br />
Bodens, uit kragt der Refolutie Commisforiaal.<br />
In dato 28 September 1705.<br />
bl. 335<br />
CXIII. MISSIVE van den Koning van Pruisfen<br />
zoo aan hun Edele Groot Mog. als hun<br />
H002 Mog. concerneerende de voorregten<br />
van het Erfftadhouderfchap. Ingeleverd<br />
in dato 28 September 1785. bl. 33 8<br />
CXIV. MISSIVE der Admiraliteit op de Maze,<br />
om voorziening tegen de uitlovingen door<br />
WILLIAM CONYNGHAM, Ontfanger Generaal<br />
van Ierland , aan een Schipper te<br />
Vlaardingen gedaan, voor die zig in Ierland<br />
op de Noordwester Kusten van Donegal<br />
ter Commercie, of fpeciaal ter Visofchery<br />
willen nederzetten. Ingebragt ter<br />
Vergaderinge van hun Ed, Gr. Mogende.<br />
In dato 28 September 1785. bl. 344<br />
CXV. EXTRACT uit de Refolutien van de Edele<br />
Achtbaare Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap<br />
der Stad Utrecht. In dato 1 Oéfcober<br />
1785. . . bl<br />
- 351<br />
CXVL
xu L Y S T DER. STUKKEN.'<br />
CXVI. ADVIES van Mr. F. G. BLOK , over de<br />
Praeliminaire Vredes - Artikelen, tusfchen<br />
Hun Hoog Mog. en den Keizer, gefloten<br />
op den 21 September 1785. Ingebragt in<br />
de Vroedfchap der Stad Leiden. In dato<br />
6 Oétober 1785. . , bl. 35a<br />
ZAA-
Z A A K E N<br />
V A N<br />
S T A A T EN O O R L O G .<br />
M D C C L X X X V .<br />
{Vervolg van Ne. LXXV. van het XXVIII. Deel)<br />
Rapport van de Heeren, volgens hun<br />
Ed. Gr. Mogende Refolutie , door<br />
hun Hoog Mogende benoemd tot het<br />
onderzoek der redenen van het niet<br />
volbrengen der ordres tot het verzenden<br />
van tien Schepen naar Brest.<br />
TPXat uit het zoo even verhandelde gebieeken<br />
JL/ zynde, dat de V. A» Hartfinck niets naders,<br />
wegens de intentie van Z. H., uit den V.<br />
A van Byland vernomen hebbende, da2r door<br />
zich het begrip bad geformeerd, dat by nadere<br />
ordres dienaangaande moest afwagten; verder bevonden<br />
was, dat dezelve, desniettegenfraande,<br />
oogenbükkelyk daar op, en zonder tusfchenkouist<br />
van nieuwe orders, die hy evenwel zelf te vooren<br />
getoond had noodig te oordeelen, had gotd.<br />
gevonden, de bekende Conferentie met de Vlag»<br />
Officieren over de reis naar Brest aanteleggen ;<br />
. en zulks, volgens zyn opgaaf, op iiiftigaüe (/)<br />
of<br />
(») Verhoor V. A. Hartfinck, No. 19. Art. 2.<br />
XXIX. DEEL. A
2 JULY, ZA A K E N VAN I 78J.<br />
of aanraading van den V. A. van Byland en<br />
S. b. N. van Kinsbergen, mat welken laacsrgemclden<br />
hy Commandant we! geene bepaalde<br />
confultatien over deze zaak gehouden, maar<br />
wel in 'c algemeen daar over gefproken zoude<br />
hebben, en denzelven voor den 7 October onderrigt<br />
, hoe de orders van den Heer Admiraal<br />
Generaal én de Refolutien van H. H. Mog.,<br />
waar uit dezelven gefprooccn waren , lagen ;<br />
fchoon hy zeide zich niet te herinneren, weike<br />
confideraiien de gemelde Schout by Nagt aan<br />
hem, mat betrekking tot dien To^t, vóór de<br />
Conferentie van den 7 October gefuppeaueerd<br />
had: terwyl deze inltigatie of aanraading der<br />
bei :e zoo evengenoemde Officieren , ingevolge<br />
de elucidatien van den V. A. Hartfinck, alleen<br />
li. een bloote raadgeeving lcheen beftaan te hebben<br />
, op dit motif gegrond, om, zoo de begripy<br />
11 der Vlag-Olficieren met die van hem V. A.<br />
overeenkwamen, langs dezen weg eene meerdere<br />
verft rkiug toe te brengen aan 't geen by wegens<br />
deze zaak gedacht, en aan Z. H. gefchreeven<br />
had. — Düt ook dienaangaande verder was<br />
opgegeeven, dat hy V. A. met de gezegde Officieieti<br />
begrepen had, (/) rot meerdere opheldering<br />
noodzaakelyk te zyn, de Rapporten van<br />
de Capiteioen met de praefeut zyn de Vlag-Offi*<br />
eieren te txantineeren ; als mede de doenlyk.<br />
heü, of niet wel doenlykheid, om de reis naar<br />
Brest te onderneemen in dien tyd van 't jaar ,<br />
en met zoo weinig Victualie, behoeften üc:<br />
gelyk ook wyders in het byzonder, dat de gezegde<br />
meerdere ophelderingen dienen moeften<br />
(m) voor H. H, Mog. en Z. H. : dan dat,<br />
met betrekking tot dit laatfte , hy Commandant<br />
evenwel tevens had moeten erkennen, dat, daar<br />
de<br />
(k) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 20. Art. I, s,<br />
3 , 4- en 5.<br />
(/) Idem No. 19. Art. 3.<br />
{tn) Idem No. 20. Art. 6, 7, 8 en 9.
JotYi STAAT EN OORLOG. 1785. 3<br />
de orders tot de voorzeide Expeditie, proflaeerende<br />
uit de Refolutien van H. H. Mog., met<br />
den 8 October vervielen, derhalven deze meerdere<br />
ophelderingen van geene influentie ter wae.<br />
reld zyn konden op bet arresteeren van zoodanige<br />
nadere ordres by Koogstdezelven , als hy<br />
V. A. gezegd had, nog vóór of op den 8 Oo<br />
tober, op zyne Misfive van den 5 te vooren,<br />
te hebben kunnen ontvangen en verwachten.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden derhalven hieruit<br />
moeften afleiden , of dat de evengem. zoogenaamde<br />
meerdere ophelderingen volilrekt niets<br />
betekenden, of wel, zoo ze eenig effect zouden<br />
hebben kunnen produceeren , dat dan derzelver<br />
eigenlyke bedoeling zou hebben moeten geweest<br />
zyn, om, door het opperen en aandringen van<br />
nieuwe zwarigheden tegen den Togt naar Brest,<br />
de ordres, die op of vóór den 8 Ottober nog<br />
zouden mogen zyn ingekomen , buiten effecte<br />
houden. Immers, dat niet wel lcheen te<br />
kunnen worden gedefereerd aan de verklaaring<br />
van den V. A. Hartfinck , op de voorfz.<br />
laatfte tegenwerping gefuppediteerd , dat naamenlyk<br />
de gezegde ophelderingen zouden hebben<br />
moeten dienen, om , ingeval 'er geene nadere<br />
ordres mogten inkomen, dan daar door te<br />
doen zien , dat de geopperde zwaarigherien tegen<br />
den gemelden Togt niet gepratexeerd, maar<br />
direct gegrond geweest zouden zyn op het eenpaarig<br />
begrip der Vlag-OfScieren, of om, ingeval<br />
'er nadere ordres waren ingekomen ('t geen<br />
gebleeken is voor den 8 October niet wel mogelyk<br />
te zyn geweest) als dan de daadelyke<br />
voortzetting van de revs meerder buiten verantwoording<br />
te houden wegens de gevolgen , die<br />
uit de nakoming van zoodanige ordres mogten<br />
zyn voortgevloeid.<br />
Dat zoodanige uitvlucht tog te minder kon<br />
worden geadmitteerd, *iaar het kennelyk was,<br />
dat commandeerende .Officieren, welker pli?t ze*<br />
ker medebrengt om de ordres van H. H. Mog.,<br />
A 2 voor
4 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
voor alles te moeten gehoorzaamen, daar mede<br />
dan ook voor alle gevolgen en verantwoordelykbeid<br />
zyn gedekt, en dat alle andere conduite<br />
fteeds in een' meerderen of minderen graad ,<br />
naar maate van de omftandigheden , een begrip<br />
ann den dag legt, dat gem. commandeerende<br />
Officieren zich zouden kunnen aanmaatigen de<br />
beoordeeling van het al of niet raadzaamt van<br />
pofitive bevélen van hunnen Souverain.<br />
Dat zy Heeren Gecommitteerden niet ontveinzen<br />
konden , dusdanige geneigdheid, zoo zy<br />
meenden, by den V. A. Hartfinck in 't byzonder<br />
ook te hebben ontdekt ; en in dit begrip,<br />
'L welk uit het gantsch beloop van alles ontleend<br />
was, nog verfterkt waren geworden, wanneer<br />
zy denzelven uicdrukkelyk hadden hooren<br />
declareeren, dat by de meergem. Conferentie van<br />
den 7 Oöober onder anderen ook had aangelegd,<br />
om te examineeren de doenlykheid, of<br />
riet wel doenlykheid (»_) om de reis naar Brest<br />
te onderneemen in dien tyd van 'c jaar en met<br />
zoo weinig Vi&ualie en Behoeften,<br />
Dat het derhalven blykbaar was, dat, inditn<br />
deze Conferentie al niet was aangelegd om een<br />
nieuw middel tot vertraaging by der hand te<br />
hebben, ingevalle 'er nadere orders tot het daadelyk<br />
onderneemen der Expeditie mogten inkomen<br />
, dezelve ten minften alleenlyk heeft moeten<br />
dienen , of om den V. A. Hartfinck, ten<br />
aanzien zyner vertraagde handelingen , en het<br />
niet doen uitvoeren van H. H. Mog. orders,<br />
te dekken; of om de executie dier orders van<br />
het begrip der Vlag-Officieren afhangelyk te maa*<br />
ken : eene handelwyze , welke , in beide opzichten<br />
, alle orders en Refolutien van den Souverain<br />
ondermynende, tegen s Hoogstdeszelfs wettig<br />
gezag, en de zoo noodzaakelyke fubordinatie<br />
in den dienst regelregt, naar de gedachten<br />
van hun Heeren Gecommitteerden, aanloopt.<br />
Dat<br />
(«) Verhoor V. A. Hartfinck, N
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 5<br />
Dat men uit hoofde van dit alles dan ook<br />
geenszins zich had te verwonderen, dat de uitïiag<br />
dier Conferentie zoo volkomen aan de gezegde<br />
beginfelen had beantwoord, als zynde in<br />
de meegedachte Conferentie , na eene lefture<br />
van H. H. Mog. Refolutien (0) en der Orders<br />
van den Heer Admiraal Generaal van den 3 Oc<br />
tober, mitsgaders na eene fpeciale examinatie der<br />
ingeleverde Rapporten van de Capiteinen, en<br />
dus in 't generaal van alles, wat tot den Togt<br />
naar Brest betrekking had, de Scheepen, daartoe<br />
gedestineerd, (ƒ>) volkomen buiten ftaat verklaard<br />
, om de voorgeftelde Expeditie ter uitvoer<br />
te brengen.<br />
Dat ondertusfchen het gegronde of ongegronde<br />
dezer decifie hier niet nader zoude worden<br />
onderzocht, alzoo bereids , by de behandeling<br />
van hei eerfte HoofdpoincT:, opzettelyk was opgegeeven<br />
niet alleen alles, wat, met relatie tot<br />
de volftrekte mogelykheid of onmogelykheid,<br />
om met de Scheepen in den ftaat, waar in dezelven<br />
waren of nog konden gefteld worden, de<br />
reis te onderneemen, in aanmerking kon komen,<br />
- maar ook hoedanig een befluit daaromtrent behoorde<br />
te worden gemaakt: gelyk ook, en uit<br />
het zoo even aangeroerde , en uit het te vooren<br />
gedaan onderzoek over het al of niet exiteeren<br />
van wettige redenen om den geordonneerden<br />
Togt naar Brest, ingevolge den teneur van H.<br />
H. Mog. Refolutien, natelaaten , genoegzaam<br />
zoude zyn afteleiden, hoe men over de bevoegdheid<br />
der Vlag-Officieren, om op zulke politive<br />
ordres, als de V. A. Hartfinck dezen aangaande<br />
ontvangen had, zoodanig befluit te neemen, als<br />
zy gedaan hebben, zoude moeten oordeelen.<br />
Dat evenwel op dit ftuk in 't voorbygaan<br />
moest worden aangemerkt, dat, ter nadere ophel-<br />
(#) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 19. Art. 3.<br />
(/>) Zie Byligen van Verbaal V. A. Hartfinck, Litt.<br />
U, pag. 33*.<br />
A3
6 JULY, ZAAKEN VAN 1735.<br />
heldering van het geen door de Officieren, we.<br />
gens de zwaarigheden der reis naar Brest, was<br />
bygebragt , dezelve reis in het neemen der infoi<br />
manen by een Kruistogt in de Noord-Zee (?)<br />
begrepen was vergeleken te moeten worden, ten<br />
einde hier uit te doen zien, in hoe verre de bygebragte<br />
zwaarigheden tegen zulk een Togt,<br />
waartoe de Scheepen door de Officieren gefchikt<br />
verklaard waren, en welke ook door zommigen<br />
derzelven kort daarna ondernomen is , mede in<br />
aar.meiking kwamen; of waar in het onderfcheid<br />
tUÊfchen het een en ander gelegen was, — Gelyk<br />
mede had moeten- onderzocht worden zekere<br />
door den V. A. Haitfinck opgegeven regel,<br />
behelzende, (r) aat 'er nooit Scheepen naar buitenlandfche<br />
Plaatfen of Havens worden gezonden,<br />
dan na dat zy van alle de behoeften voorzien<br />
zyn, welken zy voor zoodanig eene abfentie<br />
noodig hebben , en beiaaden met zoo veel<br />
Victualie, als zy bergen kunnen, en de dienst<br />
der Scheepen in Oorlog's of Vrede's-tyd permitteert.<br />
Ten opzichte van welken opgegeeven regel,<br />
echter de onbeftaanbaarheid , ten minften.<br />
in Oorlogstyd, aan voorn. Vice-Admiraal onder<br />
het oog gebragt was: omtrent welk poinct, ter<br />
betrachting van alle mogeiyke kortheid, wederom<br />
tot het geen dien aangaande by 't gedaan<br />
onderzoek is ter nedergefteld , zal worden gere.<br />
feretrd: (O zvnde het genoeg ter dezer plaatfe<br />
daarop te reiL fteeren , dat in allen gevalle de<br />
zwaarigheid, uit dien regel afgeleid , nimmer<br />
met eenigeu fchyn onder de by H. H. Mog.<br />
Refolutie vermelde onvoorziene toevallen zoude<br />
kuru.en gerangeerd worden.<br />
Dat eindelyk aan den voorfz. V. A. Hartfinck<br />
ook<br />
(?) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22. Art. 6.<br />
tot 11.<br />
(O Idem No. 26. Art. 4.<br />
(s) Idem No. 56. Art. 1. tot 7,
JULY, STAAT EN OORLOG. 178J. 7<br />
ook nog gelegenheid was gegeeven, om , (/)<br />
het zy uit'de Refolutien van H. H' Mog., of<br />
uit d» Ordre van den Heer Admiraal Generaal,<br />
of wel uit den aart der zaak iets bytebrërtgen ,<br />
waarom de abfolute en Heilige orders van H H.<br />
Mog. niet volttrektelyk zouden hebben uitgevoerd<br />
behoeven te worden ; dan dat dit door<br />
denzelven niet anders, dan met eene herhaaling<br />
van dikwyls bygebragte en even dikwyls geresteerde<br />
voorwendzelen, was beantwoord.<br />
Dat nu uit al het geen in de hier voorenge.<br />
melde Conferentie der Vlag-Officieren is verhandeld,<br />
als mede uit de wvze, op welke de Commandanten<br />
en verdere Officieren zich beitendig,<br />
raakende de Expeditie naar Brest, hebben geëxpliceerd,<br />
gebleeken zynde, dat dezelven wch<br />
daar van een gantsch ander denkbeeld gevormd,<br />
en de orders van H, H. Mog. nopens dien Togt<br />
niet in dien zin opgevat fchynen te hebben, als<br />
onder het eerfte Hoofdpoint, by het aldaar opzettelvk<br />
gedaan onderzoek nopens den waaren<br />
zin en meening der gezegde Refolutien, teu duidelvklten,<br />
zoo vertrouwd wordt, getoomt is,<br />
dat dezelven moeiten geënvifageerd worden; dierhalven<br />
by Heeren Gecommitteerden noodig was<br />
geoordeeld , nopens de gezegde opvatting eenig<br />
rader onderzoek te doen, ten einde dus te ontdekken<br />
, of dezelve ook op de verklaarirg der<br />
Officieren , dat de Scheepen tot het volvoeren<br />
dier orders buiten ftaat waren , en dus op de<br />
bepaaling van het fait , naar welk s reeele exiftentie<br />
byzonder moest worden geioquireerd, eenigen<br />
invloed mogt gehad hebben. _ . . .<br />
Dat zy Heeren Gecommitteerden m het denkbeeld<br />
, dat zy zich nopens het verkeerd begrip<br />
der vóorfz. Officieren omtrent den Togt naar<br />
Brest en H. H. Mog. dien aangaande gegeeven<br />
ordres. hadden gemeend te moeten vormen, te<br />
' meer<br />
(/>) Verhoor V. A. Hartfinck, Ne. ac". Art. 8 tot 10.<br />
A 4
8 JULY, ZAAKEN VAN<br />
meer verderkt waren geworden, wanneer zy dezelve<br />
Officieren telkens van de reis naar Br-sr<br />
met zoo veel emphafe, als van zulk een Reis '<br />
hadden hooren gewag maaken, waartoe zoo veel<br />
meer prajparatien zouden vereischt worden en<br />
waar in vry meerder zwarigheden , dan in an.<br />
dere Togten welken mogten geordonneerd zvn<br />
zouden zyn geleegen geweest. '<br />
Dat by het gedaan onderzoek hier omtrent de<br />
V. A. Hartfinck expresfelyk verklaard had, begreepen<br />
te hebben, r» dat, alzoo Brest geleegen<br />
is aan de andere zyde van den Vyand 'er<br />
ous meer zwarigheid in was , om de Scheepen<br />
derwaards te zenden, dan wel naar andere Plfat.<br />
ren, welker legging aan 't gemelde bezwaar niet<br />
onderhevig was ; en wel voornamelyk , dat de<br />
bcheepen, te Brest gekomen zynde, dan, zoo<br />
hy meende , volgens de Refolutie van H. H<br />
Mog., werkzaam zouden hebben moeten zvn iii<br />
het doen van gecombineerde Expeditien met de<br />
Franfche Scheepen , of het dekken van de Colomenj<br />
tot welk een en ander zy, zonder eene<br />
r e e n<br />
^frf t<br />
t e i<br />
u^<br />
volftrekt buiten ftaat waren.<br />
0 o r z i e n i n<br />
V S» naar zyn oordeel<br />
Dat, naar de gedachten van Heeren Gecommitteerden<br />
, uit deeze opgave al aanfionds te<br />
«en was, dat de gemelde Commandant de Re.<br />
folutien van H. H. Mog. niet naar derzefver<br />
wezenlyk en by dit Rapport te vooren geëxpliceerd<br />
oogmerk had opgevat, maar daar aan een<br />
zin gehegt, die, misfchien wel vorens de Dra:<br />
paratoire informatie van Z. H, doch , in allen<br />
gevalle geenszins, na de bekomene vifie en<br />
leclure der Refolutien zeiven, aan dezelven toegefchreeven<br />
konde worden. In welke gedachten<br />
zy Heeren Gecommitteerden nog nader waren<br />
bevestigd, wanneer hy V. A. vervolgens erkend<br />
had, dat, O) ,„dien de Scheepen, naar Brest<br />
g &<br />
00 Verhoor V. A. Hartfinck, No. 27. Art. 1. '<br />
7 U<br />
{ij Idem No, 8 7. Art. 2. '
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 9<br />
gedestineerd, door H. H. Mog. aan Zyne Majefteit<br />
den Koning van Frankryk waren overgedaan<br />
geweest , onder voorwaarde , van alleen<br />
naar Brest bezorgd te moeten worden ; hy dan<br />
ook geen zwarigheid zou gevondeu hebben, om<br />
de orders daartoe te doen executeeren, wanneer<br />
hy die op den 5 üctober had ontvangen , met<br />
byvoeging , om de Scheepen , den wind goed<br />
zynde , 'vóór of op den 8 te doen zeilen , zoo<br />
zy maar van meerder Victualie waren voorzien<br />
geweest.<br />
Dat, wanneer na deeze erkentenis de inhoud<br />
der Refolutien van H. H. Mog. aan den V. A.<br />
nader was onder't oog gebragt, en hem aangetoond,<br />
dat, ingevolge derzelver duidelyken in«<br />
houd, even eens als in 't geval dat de Scheepen<br />
aan den Koning van Frankryk zouden zyn overgedaan<br />
geweest, de gegeeven last zich ook hier<br />
voor eerst bepaalde tot het doen eener reis uit<br />
Texel na Brest, zonder meer; hy V. A. nu weder<br />
zyn voorig gezegde had veranderd , met<br />
daarby te voegen , dat ook , (w) ingeval van<br />
overdoening der Scheepen aan den Koning van<br />
Frankryk, het transporteeren derzelven alken<br />
kon gelchieden op bepaalde en wel onderzochte<br />
orders van den Staat: verklaarer.de voorts al wederom,<br />
dat, wanneer de Capiteiaen hem hunne<br />
zwarigheden voordroegen, hy begreep, dat dezelven<br />
van zoo veel aangeleegenheid waren, dat<br />
ze bepaaldelyk moeiten worden onderzocht; en<br />
dat hy het voor zich onverantwoordelyk zou<br />
hebben gevonden , die Scheepen op die wyze<br />
derwaards te zenden, dewyl het weinig eer aan<br />
den Staat zou gedaan hebben, Scheepen in dien<br />
ftaat naar Frankryk te zenden , waar door het<br />
alternative oogmerk van die Refolutie, het doen<br />
van Expeditien in de Europeefche Zeeën , immediaat<br />
geheel verviel ; en dat het dus voor<br />
(«») yerhoor V. A. Hartfinck, Ko. 28. Art. 1.<br />
A 5<br />
zy-
io JULY T Z A A K E N V A N I78J.<br />
zyne verantwoording noodig was , dat H, H»<br />
Móg. zeiven bepaalden , dat de Scheepen in<br />
dien ftaat zouden worden gezonden ; en zulks<br />
te meer (*) wyl 'er maanden zouden zyn verhopen<br />
, eer dat aan het tweede oogmerk van<br />
voorfz. Refolutie , om Expadiuen in de Europeefche<br />
Zeeën te doen , zoude hebben kunnen<br />
voldaan worden : voegende hy daar verder by,<br />
dat, indien de Franfchè Commandant eenig versoek<br />
tot dierge'yke Expeditien gedaan had, het<br />
dan zeer onaangenaam zou zyn geweest , daarop<br />
te antwoorden, dat de Scheepen daarroe buiten<br />
ftaat waren; indien zulks niet bepaaldelyk<br />
door de kennis van IJ. H. Mog. en de Refolutie<br />
, daarop genomen, was gewettigd.<br />
Dat uit deeze gezegdens derhalven nader de<br />
waare redenen , welken het obftacul tegen de<br />
uitvoering der geordonneerde Expeditie wd voornatnélyk<br />
hebben uitgeleverd , fcheenen te kun«<br />
r,en worden opgemaakt, en teffens vry klaar gezien<br />
, da: by dat alles het belang van den Staat<br />
en de groore aangeleegenheid , dat in tyd van<br />
Oorlog pofitive orders promptelyk worden ter<br />
uitvoer gebragt , meer dan waaifchynlyk, vry<br />
mir-er in aanmerking waren gekomen , dan wel<br />
de byzondere confideratien, welken meer onmiddelyk<br />
op de Officieren zeiven haare betrekking<br />
hadden: terwyl hier uit althans zeker was, tot<br />
hoedanige en hoe meenigvuldige voorwerpen ,<br />
weiken in der daad eenig en aüeen tot de overweeging<br />
van H. H. Mog. behoorden, de Officieren,<br />
die niet de voor en tegen in aanmerking<br />
komende redenenen , omftandigheden en toekomende<br />
gebeurtenisfen, maar fpeciaal de eenvoudige<br />
uitvoering hunner ontvangen' orders-, moesten<br />
in 't oog houden, hun eigen overleg hebben<br />
uirgeltrekr; daar by alryd, Ichoon zonder eenigen<br />
grond of waa,fcbynlykneid, H. ti. Mog.<br />
(*) Verhoor V. A. Hartfinck, Art. s.<br />
aan-
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. H<br />
aanmerkende, als waren die niet behoorlyk onderrigt<br />
geweest.<br />
Dat al verder, met betrekking tot den langduurigen<br />
tyd van verfcheiden maanden , weike<br />
»er naar de opgaaf van gezegden V. A. noodig<br />
zoude geweest zyn, om de Scbeepen, te B est<br />
gearriveerd zvnde, tot het voldoen aan den verderen<br />
inhoud van H. HL Mog. Refolutie, in<br />
ftaat te (tellen (over welk point al we krom de<br />
Officieren niet behoefden te oordeelen) moest<br />
worden aangemerkt, dat het uitdrukkelyk bevel,<br />
in de gem. Refolutie vervat, om namelyk de<br />
Scheepen te Brest te doen overwinteren , en aldaar<br />
nadere orders af te wagten , uit deszelfs<br />
eigen aart een' zeer gepasten tyd tot dat voorzien<br />
en in ftaat (tellen overliet en aan de hand<br />
gaf.<br />
Dat dit dan ook aan den V. A. Hartfinck<br />
voorgehouden zynde , dezelve daarop als nog,<br />
volgens zyn geliefkoosd Syttema, gefultineerd<br />
had , (y) dat het tweeledig bevel van H. H.<br />
Mog., om te Brest te overwinteren , of Expeditien<br />
in de Europeefche Zeeën te doen , niet<br />
wel van den anderen kon gefcheiden worden j<br />
(hoe zeer dit door den duicielyken inhoud deezer,<br />
en naar den aart van alle akernative Refolutien,<br />
ten klaarften wederfprooken wordt, daar<br />
by dezelven of het eene of het andere gefteld<br />
wordt plaats te zullen hebben, en hier fpectaal<br />
het eerfte alternatif direct: geordonneerd , maar<br />
het laatlte daar en tegen aan het goedvinden van<br />
den Commandant geheel en al overgelaaten<br />
wierd) beroepende zich den gem. V. A. voorts<br />
weder op het voorwendzel , dat hy van de bewustheid<br />
hunner H. Mog. nopens den ftaat,<br />
waar in .de Scheepen te Brest zouden komen,<br />
zeker moest zyn , en dat de Officieren bepaaldelyk<br />
moeften weeten , dat H. H. Mog. den<br />
tyd<br />
(y) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 28. Art. 4.
ia JULY, Z A A K E N V A N 178^.<br />
tyd daar toe hadden gefchikt, en goedgevonden,<br />
de Scheepen in die Haven van 't noodige te<br />
voorzien en in ftaat te (tellen: gelyk hy 'er mede<br />
bad bygevoegd, dat voorts wel moest worden<br />
opgelet, dat, volgens den ftaat der zaaken<br />
des tyds , het tweede alternatif der Refolutie<br />
wel het voornaamfte was, dewyl niets natuurly.<br />
ker en apparenter zoude zyn geweest, dan dat<br />
door de Franfche Officieren gevraagd was , om<br />
oit Esquader op het retourneerend Esquader van<br />
den Admiraal Howe te employeeren ; gelyk dit<br />
ook, uit 't geen daaromtrent wezenlyk gebeurd<br />
was, kon worden opgehelderd ; en dat het dan<br />
zeer haatelyk en zelfs van afFreufe gevolgen had<br />
kunnen zyn, indien de commandeerende Officier<br />
had moeten zeggen, dat zyne Scheepen daartoe<br />
buiten ftaat waren : ten minften , dat zoodanig<br />
!? tV<br />
P e e n b e<br />
ï?°». °<br />
a a I d e<br />
P<br />
kennis en order van<br />
«• Mog. moest zyn gewettigd.<br />
Dat de meergem. V. A. by dit fyftema dan<br />
ook verder beftendig was blyven volharden,<br />
mettegenfhande hem , volgens het hier vooren<br />
gereflecteerde, was onder het oog gebragt dat<br />
het uoen van Expeditien in de Europeefche Zeeën<br />
by de Refolutie van H. H. Mog. geenszins<br />
als een last, maar als een permisjie , voorkwam,<br />
en dus als iets, waartoe de Commandant , in'<br />
dien hy het raadzaam , en de Scheepen daartoe<br />
gelchikt keurde , zich zou mogen , doch niet<br />
moeten, laaten employeeren , zonder dat hy,<br />
wegens de ongefchiktheid van zyne onderheb.<br />
bende Scheepen , verantwoordelyk was, of dat<br />
door de Franfche Officieren eenige aanfpraak op<br />
hem gemaakt zoude hebben kunnen worden.<br />
Dat ondertusfchen uit deeze zoo even op
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. U<br />
ven hebben willen weeten en beoordeelen , en<br />
dat zy aan hunne onderlfellingen en vooruitzichten<br />
geoordeeld hebben , de voorkeur te moeten<br />
geeven -boven de gemanifesteerde intentie van<br />
H. H. Mog., vvelke zigtbaar was , ten einde<br />
van het tegenwoordig gunftig tydftip te profiteeren<br />
, om de Scheepen naar den anderen kant<br />
van het Canaal overtebrengen.<br />
Een Syftema en handelwyze, welke, indien<br />
dezelven in den Zeedienst mogten geadopteerd<br />
blyven , aan H. H, Mog. de vrye befchikking<br />
over 't employ der Scheepen van den Staat, althans<br />
de uitvoering hunner befluiten daaromtrent<br />
, geheel en al zouden' ontneemen en precair<br />
maaken, mitsgaders de gereedfte aanleiding<br />
geeven, dat een geval, 't welk by Hoogstdezelven<br />
en de geheele Natie eene zoo billyke verwondering<br />
en misnoegen verwekt heeft, telkens<br />
wederom plaats konde hebben.<br />
Dat het meergemelde fyftema vervolgens een<br />
onderzoek van diverfe byzondere details noodzaakelyk<br />
gemaakt hebbende , ten einde dus onder<br />
anderen in het byzonder volleediger te ftaaven<br />
H. H. Mog. oogmerk, dat het genoeg was,<br />
de Scheepen naar Brest overrebrengen; geïnquireerd<br />
had moeten worden, of de gezegde Schepen<br />
, in die Haven gekomen zynde , niet zouden<br />
hebben kunnen in ftaat geiïeld en van het<br />
nodige tot hunnen dienst voorzien worden, dan<br />
dat dit wederom door den V. A. Hartfinck,<br />
(z) als bezwaarlyk was aangemerkt, dewyl<br />
Frankryk zelve in Oorlog was; fchoon hy niet<br />
fupponeeren kon , dat de Scheepen aldaar in 'c<br />
aanftaande faizoen niet zouden hebben kunnen<br />
worden gekield , en van de noodige reparatie<br />
voorzien; echter zulks niet zeker kunnende be- ><br />
paaien, als nooit te Brest geweest zynde: gelyk<br />
hy<br />
(2) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 28. Art. 5, 6,<br />
7 en 9.
14 JDLY, Z A A K ü N V A N<br />
1785-<br />
hy ook rwyrt'elde, of 'er aldaar, zelfs in 's Koriügs<br />
Magazynea., voorraad genoeg van Ankers,<br />
louwen, Zeilen &c. zou geweest zyn: hebbende<br />
hy daar eindelyk nog bygevoeftd , dai hy,<br />
fchoon zulks niet wel weetenue, echter wd geloofde^,<br />
dat 'er te Brest genoegzaamen voorraad<br />
van Victualie zou zyn te bekoomen geweest<br />
tot onderhoud van de Equipage; maar dat dee*<br />
ze Viclualie van een geheel andere natuur en<br />
foort zou zyn geweest, dan die, waar aan ons<br />
Scheeps-Volk gewoon is : en dac hy ook wel<br />
durfde verzekeren, dat het Volk daar mede zich<br />
op den duur niet zou hebben iaateu vergenoegen;<br />
terwyl ook in dat geval, daar de fchafting<br />
by H. H. Mog. gereguk.id is, hier aan mee<br />
zulke vreemde Victualie niet zou heoben kunnen<br />
worden voldaan , zonder Hoogstderzelver<br />
nader order.<br />
Dan dat hier op te remarqueeren valt, dat<br />
zodanige nadere order ligtelyk van H. H. Mog.<br />
had kunnen zyn gevraag.!, én, zonder dat daar*<br />
om de reis behoefde rmgeiaaten te worden, aan<br />
den Commandant over Land nagezonden; zynde<br />
het, wanneer nage.;aan wordt, wat eigenlyk<br />
volgens de opgaaf der Capiteïnen, aan Scheepsbehoeftens<br />
ontbrak , gansch niet waarfchynlyk,<br />
dat , (zonder hier de mogelykheid tot het 11azenuen<br />
derzdven in aanmeikiug te neemen) het<br />
zelve in eene Haven , waar zulke importante<br />
uitrustingen plaats hadden, niet zou kunnen ver- •<br />
zorgd zyn: gelyk ook de voorn. V. A. reeds te<br />
vooren zelf had erkend, dat de iituatie der Schepen<br />
niet zoodanig was, of zy zouden, zonder<br />
tegenlpoed («) te Brest gearriveerd zynde, na<br />
het ïnnecmen van eenige Victualie, nog wel, 'c<br />
zy alleen , 'c zy gecombineerd met Franfche<br />
Scheepen, de een of andere Kruistogt hebben<br />
kunnen doen; waar in zy echter, na zyn oordeel,<br />
O») Verhoor V. A, Hartfinck, No. 28, Art. 10.
JULY, STAAT EN OORLOG» 1785. ïj<br />
deel, alleen door hunne vuilheid , en dus niet<br />
door gebrek aan behaieftens, van minder nut<br />
hadden kunnen wezen.<br />
Dat nu verder zullende worden onderzocht,<br />
wat door den Commandant der Vloot had kunnen<br />
of behooren te worden verrigt , om, zoo<br />
veel de omftaidigheden en tyd's gelegenheid toelieten<br />
, in het plaats hebbende gebrek te voorzien<br />
• het geenszins te ontkennen was, dat men<br />
van denzelven met het hoogfte recht had mogen<br />
verwagten, dat hy, immediaat na het bekomen<br />
van eenige kennis nopens de ophanden zynde<br />
Expeditie, reeds in voorraad, ten minden zeker<br />
na den daadelyken ontvangst der finaale orders<br />
tot dezelve, alles wat mogelyk was , zou<br />
hebben in 't werk gefteld, om derzelver uitvoering<br />
te faciliteeren: hebbende dan ook den gezegden<br />
Commandant niet kunnen tegenfpreeken,<br />
fb') wanneer, in cas van eene opkoomende Expeditie,<br />
de Commandant van een Vloot vreest,<br />
dat de voorraad van de Scheepen, tot dezelvs<br />
gefchikt, het niet zal uithouden, 'er als dan<br />
wel eene overneeming van Victualie uit de andere<br />
Scheepen geordonneerd, en als het gereedfte<br />
middel van verzorging in het werk gefteld<br />
wordt, en dat zoodanig een overneeming, by<br />
voorbeeld, om tien Scheepen voor veertien dagen<br />
te voorzien, in één of twee dagen, na dat<br />
weêr en wind het permitteeren, kan geleideden.<br />
Dat nu wel, volgens eene met den V. A.<br />
Hartfinck gemaakte bereekening (O nopens den<br />
voorraad, welke uit deinTexei blyvende Schee»<br />
pen zou te bekomen geweest zyn , fcheen te<br />
volgen , dat op deze wyze de Victualie der<br />
Scheeptn naar Brest gedestineerd, voor ten minften<br />
anderhalve week konde zyn vermeerderd;<br />
dan dat naderhand, gelyk by het eerfte Hoofdpoint,<br />
(£) Verhoor V. A. Hartfinck No. M. Art. 7. en 8.<br />
(c) Ibidem Art, o.
i6 JULY, Z A A K E ï! V A N i 78 5,<br />
point, ter gekegeflheid der opgave van den ftast<br />
der Victualie in fa&o getoond is, gebleeken zynde<br />
, dat die voorraad niet zoodanig was , als<br />
men billyk had moeten verwagten , derhalven<br />
ook deze beteekening ten deele was vervallen.<br />
Dat, dien onverminderd evenwel ter even gezegde<br />
gelegenheid met grond geremarqueerd zynde<br />
, dat 'er 'eenige fuppletie van Victualie "by<br />
overneeming had kunnen gefchieden, dierhalven<br />
alroos billyk mogt worden gevraagd, waarom,<br />
met betrekking tot de Scheepen naar Biest gedestineerd<br />
, dit middel van fuppletie in het geheel<br />
niet in het werk gefield, en minder in confideratie<br />
gekoomen was , dan ten aanzien der<br />
Scheepen van het klein Esquader, op den 10<br />
October onder den S. b. N. van Kinsbergen<br />
uitgeloopen: doch waar voor door V. A, Hartfinck<br />
geene andere reden was opgegeeven, dan<br />
dat hy , (rf) ren aanzien der Scheepen, naar<br />
Brest gedestilleerd niet wel aan eene verzorging<br />
van een klein gedeelte der Victualie had<br />
kunnen deuken, om dat het daarmede alleen niet<br />
te doen was; alzoo die Scheepen, buiten dat,<br />
aan zoo veel' andere dingen gebrek hadden, door<br />
welker gemis, gevoegd by den ftaat der Scheepen<br />
zeiven , hy de reis niet wel doenlyk keurde;<br />
dan oat het echter, gelyk te meermaalen is<br />
aangetoond, gebleeken zynde, dat, ten ergften<br />
genomen, her Articul der Victualie in der daad<br />
de voornaamfte en eenige weezenlyke hinderpaal<br />
tegen deze reis opleverde, gelyk de V. A.<br />
Hartfinck , volgens de kennis, welke hy van deri<br />
ftaat der Scheepen had, wel voorzien kon; en<br />
voorts mede zynde gebleeken, dat het volvoeren<br />
der reis naar Brest, vooral met eene zelfs<br />
zeer geringe fuppletie der Victualie, zeer mogelyk<br />
en zelfs zeer waarfchynlyk was; het dus<br />
volgens een onpartydig oordeel, niet kon worden<br />
00 Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22. Art.. 10.
jfLY, STAAT EN OORLOG. i 7?£ } ?<br />
den ontkend, dat hy V. A. wet degelyk tot het<br />
doen in t werk Hellen van dit middel verplat<br />
was geweest, en dat daar toe, vooral op den<br />
j Udrober, by het ontvargen der préparatoire<br />
mformatien van Z. H., eene ruims geleepenbeH<br />
voor handen was; ten minf», dat, indien al de<br />
wyze, üp welke die informatien ingerigt waren<br />
hem, gelyk zeker Iigtelyk kon gebeurd zyn, in<br />
«nander denkbeeld had gebragt , het voorlz<br />
middel van overneeming dan nog zeer wel na<br />
den y Oclober, wanneer het gezegde excus r.in<br />
meer geallegueerd kon worden, kon in het werk<br />
gefield, immers beproefd zyn.<br />
Dat evenwel, behalven het zoo even realK<br />
gueerde, de V. A. Hanlïnck nog als een reden<br />
voor het nalaaten van het middel der overneeming<br />
gevoegd had, O) dat hy van alles aan<br />
den Heer Admiraal Gsneraal had kennis gegeeven,<br />
en deszelfs nadere orders moest verwag.<br />
ten; hoedanig iets, met betrekking tot het uittezeilen<br />
Esquader onder den S. b N. van Kinsbergen,<br />
geen plaats had; behalven ook, dat in<br />
dat geval hem V. A. door Z. H. expresfelvk<br />
was geordonneerd, om Viétualië uit de andere<br />
Scheepen overreneemen. Dan dat het onbesrvpelyk<br />
en met den in der daad gewigtigen post<br />
van Commandant eener Vloot , die men veroni<br />
derftellen moet , iets meerder dan een blootmachine<br />
re zyn, niet wel overeenkomftig moest<br />
voorkomen, dac zulk een Commandant in gevallen<br />
van de grootiïe aangelegenheid , en daade<br />
tyd zoodanig presfeert , zich niet bevoegd<br />
zou cordeelen , om zulk een overneem-nsr, op<br />
eigen gezag te mogen ordonneeren: zyode het<br />
ook by de even voorgaande en diverle andere<br />
geleegenheden gebleeken, dat niet zoo zeer de.<br />
ze voorgewende onbevoegdheid, maar altyd het<br />
verkeerdeljk geimagineerd denkbeeld van eene<br />
W T ^ ^ Verhoor V. A, Hartfinck, No. sa. Art, i«,<br />
AAlX. UKEI,. B<br />
ge.
i8 JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
gewaande ondoenlykheid der reis , de oorzaak<br />
geweest was, waarom alle poogingen, ten einde<br />
zoo veel de tyd en omltandigheden toelieten, in<br />
de plaats hebbende defecten te voorzien, geheel<br />
en al waren nagelaaten : welk verzuim ondertusfehen<br />
, wanneer men de zaak uit het eigen<br />
oor/punt met den V. A. Hartfinck zelfs befchouwt,<br />
des te minder verfchoonlyk kan worden<br />
gekeurd, wyl daardoor noodwendig te weeg<br />
moest gebragt worden, dat, ingevalle 'er, volgens<br />
zyne gedeclareerde verwachting, nadere orders<br />
mogten ingekomen zyn, om de Scheepen<br />
als nog te doen uitloopen , die orders door de<br />
voorfz. nalaatigheid niet dan met des te meer<br />
zwaarigheid en gevaar zouden hebben kunnen<br />
uitgevoerd worden.<br />
Dat al verder was gebleeken , dat, met betrekking<br />
tot de Scheepsbehoeften, door den V.<br />
A. Hartfink mede geene voorziening gedaan, en<br />
zelfs geene informatie genomen, of daar omtrent<br />
iets in het werk gefield was; als hebbende<br />
hy , zoo hy zeide , gemeend , zulks op de<br />
Officieren zelven , en fpeciaal op den S. b. N.<br />
van Braam, te hebben moeten laaten aankomen:<br />
(f) dan waar op weder te reflecteren valt,<br />
dat, hoe zeer de zorg over de Scheepsbehoeften<br />
wel aan den gezegden S. b. N. was gedemandeerd<br />
(waar van ter zyner plaats nader zal<br />
worden gewaagd) hier mede tchrer de üpperdireclie<br />
en toezicht van hem Commandant geenszins<br />
was uitgefloten; waarom dan ook deeze<br />
handelwyze met zyn pligt in die hoedanigheid<br />
niet wel kon worden overeen gebragt: het welk<br />
aan hem V. A. ten dttidelyklten (g) onder het<br />
oog gebragt zynde, niets anders dan eeDfi lang»<br />
wylige op onderfcheidene reeds te meermaalen<br />
wederlegde politiven gefundeerde , en in eflècte<br />
(ƒ) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 34. Art. |.<br />
(j) Idem Ne. 30. Art. 1 en s.<br />
niets
jOLY, S T A A T E N OORLOG. 1785. 12<br />
niets ter zaak doende rescontra , ten gevolge<br />
had gehad.<br />
Dat, wat de vuilheid der Scheepen aangaat,<br />
hoewel 'er tot redres daar van, 'na den 5, en<br />
zelfs na de praeparatoire informatie van den eerfteti<br />
October, zeker geen tyd genoeg was overgefchooten,<br />
echter billyk dien aangaande in confideratie<br />
moest komen , of dan evenwel hier in<br />
by een tyd van Oorlog, wanneer men nooit veronderftellen<br />
kon, dat de Scheepen tot geen andere<br />
employen, als alleen tot het figureeren op<br />
de Rheede zouden gebruikt worden, niet reeds<br />
vroeger had kunnen en behooren te worden voorzien<br />
; en tot wiens departement de zorg hier<br />
voor moest worden gebragt: op welke confideratie,<br />
na dat die aan den V. A. Hartfinck voorgefield<br />
was, door denzelven was geantwoord<br />
d a t d e<br />
en opgegeevèu , (JO Commandant der<br />
Vloot, dien aangaande opgaaf van de Scheeps-<br />
Capiteinen krygende , alsdan, zoo ras hy de<br />
Scheepen maar misten kan, hier van kennis moet<br />
geeven aan de Admiraliteiten, aan welken het<br />
dan ftaat om order tot het kielen te geeven ;<br />
doch dat hy vóór Oétober de Scheepen, welker<br />
getal niet te groot was, volftrekt niet kon ontbeeren:<br />
gelyk 'er ook wel Scheepen naar de<br />
Vloot waren gezonden , welken nodig hadden<br />
gekield te worden; zonder dat zulks gedaan<br />
was, om dat het kielen, by gebrek van Dokken,<br />
veel tyd wegneemt, en men in het gebrek<br />
van Scheepen wilde voorzien. Een antwoord,<br />
waar uit, naar de gedagten van Heeren Gecommitteerden<br />
, niet zonder grond zoude zyn af te<br />
leiden, dat men in den jaare 178a, ten einde<br />
alleen de vertooning te maaken van een meerder<br />
aantal Scheepen in gereedheid te hebben , 's<br />
Lands Vloot, ten minden geduurende een groot<br />
gedeelte van den Zomer, had doen beftaan uit<br />
(i) Zit Elucidatiea op de eerfte Bedenking.<br />
B 2<br />
Schee-
so JULY, ZAAK EN VAN 1785.<br />
Scheepen, welken buiten een behoorlyken ftaat<br />
waren om , anders dan met veel nadeel, tegen<br />
den Vyand te kannen worden gebruikt; en dat<br />
men dus fcheen voorzien te hebben, dat, niettegenftaande<br />
alle de enorme depenfes, hier toe<br />
gemaakt, het voornaamfte employ der Scheepen<br />
in het blyven liggen op de Rheede beftaan zoude.<br />
Terwyl voor het overige, wat den V. A.<br />
Hartfinck betreft , ut het verhandelde genoeg<br />
kon worden opgemaakt, dat dezelve zyne verpligting<br />
in dezen, als Commandant, uit hoofde<br />
van het zoo fiandvastig als gevaarlyk denkbeeld<br />
(/) eener aafiaande oplegging der Scheepen, niet<br />
verder geoordeeld had in acht te moeten neemen<br />
, maar zyn gedrag naar dat denkbeeld meest<br />
al te moeten regelen.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden, in aanmerking<br />
genomen hebbende , (zonder alsnu op de abfolure<br />
en onwederfpreekelyke verpligting in den<br />
dienst te letten , om fiellige orders, zoo ras<br />
daar toe eene beweeze mogelykheid is, hoe gevnmlyk<br />
zulks anders zyn moge , te moeten uitvoeren<br />
,) of ook niet het gewigt, het welk men<br />
aan de zwaarigheid, uit het gebrek aan Victualie<br />
ontleend, gehecht had (danr het zelve, gelyk<br />
te vooren gezien is , in allen gevalle niet,<br />
dan by een zamenloop van diverfe omitandigheden,<br />
tegens den overtogt naar Brest of het retour<br />
naar herwaards eene effectif plaats grypende<br />
zwaarigheid worden kon) eenigzins behoor*<br />
de te zyn verminderd , door het vooruitzicht,<br />
dat, des noods, tot het middel van vermindering<br />
der ordinaire uitdeeling en rantfoenen toevlugt<br />
kon worden genomen, zonder dat daarom<br />
evenwel , het Esquader , by zulk een onwaarfchynlyk<br />
geval , direct in gevaar van hongersnqod<br />
en gebrek zou zyn gebragt; zulks door<br />
den V. A. Hartfinck (£) wel dadelyk was ge.<br />
(i) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 30. Art. 3.<br />
(k) Idem No. 22. Art. 11,<br />
ad*
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 21<br />
advoneerd, doch dat dezelve echter naderhand<br />
hier had bygevoegd , dat (/) hy het voor zich<br />
zeiven of zyn Vaderland niet konde verantwoorden,<br />
om Scheepen van haar eigen Rheede naar<br />
Zee te zenden, met een vooruitzicht, van gebrek<br />
; vraagende wyders , wat men met het Volk,<br />
indien zulks eens had geëxteerd, zoude uitgerecht<br />
hebben. Dan dat de gemelde V. A. hai<br />
behooren te befeffen , dat hy zyn gedrag voor<br />
zich zelf en voor het Vaderland nooit beter ,<br />
dan met het uitvoeren der pofitive orders vaa<br />
den Souverain, konde verantwoorden ; en dat<br />
het gevaar, van tot eene behoorlyke verantwoording<br />
buiten (laat te zyn, voor een Officier veel<br />
eer byzonder daar in gelegen was, daar hy, eigener<br />
authorïteit, goedvond, zoodanige ordres<br />
onuitgevoerd te laaten.<br />
Dat eindelyk nog een tweede middel ter vermindering<br />
der zwaarigheeden , uit het gebrek<br />
aan Victualie voorspruitend», had toegefcheenen<br />
over te fchieten ; te weeten het nazenden van<br />
Victualie aan het Esquader, na dat het zelve<br />
zoude zyn uitgeloopen : dan dat dit expediënt<br />
door den V. A. Hartfinck , wel (m~) met betrekking<br />
tot het nazenden naar Biest, maar niet<br />
in Zee , Jmogelyk gekeurd zynde , uit hoofde<br />
der onzekerheid , op welke hoogte een Esquader<br />
, het welk een bepaalden cours te houden<br />
heeft, en niet alleen maar aan het kruisfen is,<br />
moet gezocht worden ; Heeren Gecommirteerdens,<br />
by gebrek van kennis dienaangaande, de<br />
beflisfing daar van aan des kundigen moeiten<br />
overlaateu. Hebbende hy V. A, vervolgens bet<br />
nazenden van Scheepsbehoeftens naar Brest wel<br />
als mogelvk, maar teffens als allergevaarlykst,<br />
befchouwd , daar die Artictüen door de Engelfchen<br />
voor Contrabande wierden aangemerkt.<br />
Dat uit al het voorenftaanie, gebleeken zynde,<br />
(/) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22, Art. 13.<br />
(m) Ibidem, Art. 12.<br />
B 3
82 JULY, ZAAKEN VAN if8j.<br />
de, dat de difficulteit om de Scheepen vóór den<br />
bepaalden termyn , en zelfs in het geheel te<br />
d ien uitloopen, in geenerlei opzicht verminderd<br />
wierd, indien men den tyd, welke 'er na den<br />
5 October overfchoot, vrugteloos liet verloopen,<br />
zonder iets, hoe genaamd, tot wegruiming dier<br />
d fficulteiten in het werk te ftellen , en maar alleen<br />
de orders, welken men veronderftelde, nog<br />
te kunnen ontvangen , geheel ftil zitten de bleef<br />
rf.vagten : het vervolgens alzins vreemd moest<br />
vo >rkomen, dat de V. A. Hartfinck, daar hy,<br />
am den eenen kant, uit de Refolurie van H.<br />
H. Mog, zig de pofitive orders om naar B r<br />
esc<br />
te gaan , als mede de abfolute en gemotiveerde<br />
tyds bepaahng van die reis, en aan de andere<br />
zyde wist, dat alle uitfiel de gemaakte zwaarig*<br />
heden nog eerder vermeerderde ; in die zamenloop<br />
van zaaken niet gezorgd hebbe, dat,<br />
terwyl hy V. A. de zwaarigbeeden, welken<br />
'er waren (zoo hy die al gewigtig genoeg<br />
keurde , om 'er eene nadere overweeging<br />
van te begeeren) naar den Haag overfchreef,<br />
het Esquarler inmiddels zich niet alleen tot de<br />
reis prepareerde, maar ook dadelyk uitliep. Een<br />
denkbeeld zeker te natuurlyker, om dat, ingevalle<br />
H. H. Mog. op de gemelde bekomen informatien<br />
al mogten goedgevonden hebben , de<br />
reis te contramandeeren (waar toe dan, als men<br />
pit een Brief, door hem V. A., tot zoodanig<br />
einde gefchreeven, gezien had, dat het Esquader<br />
, ter obediëntie aan de gegeeven ordres ,<br />
zich gereed maakte, of bereids vertrokken was,<br />
wel fpoedig gerefolveerd zoude zyn) niets anders<br />
noodig was geweest , dan om deze contraorder<br />
aan het Ësquader, des noods door het<br />
na/enden van een ligt Vaartuig , te doen weeten:<br />
dan welk natuurlyk en eenvoudig raifonnement<br />
eehter by den gezegden Commandant niet<br />
fcheen te zyn opgekoomen ; hebbende hy veel<br />
ei.r begrepen niet alleen, dat deze Uider (»_) en<br />
dit<br />
O) Verhoor V. A. Hartfanck, No. 30. Art. u.
JULY, S T A A T E N O O R L O G . 1785.* 25<br />
dit uitzenden der Scheepen onnoodig was , om<br />
dat H. H. Mog. de faculteit hadden , om het<br />
Esquader, zoo als het was, nog op den 7 of<br />
8 in Zee te zenden; maar dat boven dien, door<br />
het doen uitloopen van het gemelde Esquader,<br />
naar zyn oordeel, aan H. H. Mog. de faculteit<br />
zou zyn benomen geweest om den termyn van<br />
den S Oclober eenige dagen te verlengen , tot<br />
dat de Viétualie , die op den eenlen Oétober<br />
geordonneerd was, zoude zyn ontfangen.<br />
Dan dat daartegen moest werden geremarqueerd,<br />
dat reeds is gebleeken, hoe weinig H.<br />
H. Mog. in de mogelykheid gefield waren, om<br />
van de eerstgem. faculteit gebruik te maaken:<br />
terwyl het dan nog, in dien gevalle, zeker was,<br />
dat het praepareeren en uitloopen van | Esquader<br />
juist met de intentie van H. H. Mog. zou<br />
zyn overeengekomen: behoevende mede niet nader<br />
gededuceerd te worden, met hoe weinig<br />
recht hy V. A., na een behoorlyk examen van<br />
het waare oogmerk hunner H. Mog., in Hoogstderzelver<br />
Refolutien, zoo duidelyk te kennen<br />
gegeeven , een uitftel van dén bepaalden termyn,<br />
en dat wel tot na het volbrengen der geordonneerde<br />
revictualieering, verwachten kon:<br />
zynde het ten minnen niet te ontkennen (vooral<br />
daar de V. A. Hartfinck zich fteeds eene mo.<br />
gelykheid voorftelde, om zulk een allerfpoedigfte<br />
order van H. H. Mog. te hebben kunnen<br />
ontvangen) dat, indien het Esqualer op devoorengem.<br />
wyze was uitgeloopen, het daardoor vry<br />
meerder van H. H. Mog. welbehaagen zou hebben<br />
afgehangen , om de reis' naar Brest al of<br />
niet te doen voortgaan, dan nu, daar men het<br />
alleen by het opperen van zwaarigheden liet berusten,<br />
zonder verder iets te doen. Dat dit ook<br />
door den gezegden V. A. niet had kunnen worden<br />
tegengefproken, maar dat hy nu weder daar<br />
d a<br />
in zyne verantwoording had gezocht (0)» t<br />
na-<br />
(0) VtrUor V. A. Hartfinck, No. 30. Art. ia.<br />
B 4
H JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
narnelyk hy het niet over zich had durven nee*<br />
men, om de Scheepen uittezendeh, zoo lang hy<br />
'er geen nader orJer toe had; welke order hy,<br />
om het gejvigt der meergem. zwaarigheden, nu<br />
weder niet verondei (telde , dat getendeerd zou<br />
hebben, om uitteloopen.<br />
Dat daar uit dan wederom blyken kon , wat<br />
men van den aart der te vooren door denV.A<br />
Hartfinck geallegueerde verwachting, om nadere<br />
ordres te ontvangen, te denken hebbe; en met<br />
hoe weinig grond die verwachting door denzelyen,<br />
als een voornaamfte excus wegens het niet<br />
daadelyk uitvoeren der orders van H. H. Mog.,<br />
en zelts wegens het nalaaten van alle middelen<br />
tot herftel der zwarigheden , kon worden bygebragt:<br />
daar alle omftandigheden genoegzaam aan.<br />
du:d ien, dat hy waarlyk, van 't begin af, nimmer<br />
met eenigen ernst aan het voortzetten der<br />
reis naar Brest gedacht hebbe ; zich vleijende,<br />
dat de voorgewende onmogelykheid als een voldoende<br />
reden daar van zou mogen worden aangemerkt.<br />
Dat , bnp zeer nu d'e gefuftineerde onmoge-<br />
Jykheii gebleeken is , nimmer in een eigently.<br />
ken zin geëxteerd te heoben, en dat dezelve<br />
dus geenszins, als een wettige grond om ae<br />
executie der fteliige bevetlen van H. H. Mof.<br />
natelaaten, kon worden bygebragt; Heeren Gecommitteerden<br />
echter daar uit gelegenheid hadden<br />
moeten neemen, om te onderzoeken, waarom<br />
de Commandant der Vloot, iugevalle hy dan<br />
in der daad de reis naar Brest volltrekt ondoen,<br />
lyk , en dierhalven de orders van H. H. Mog.<br />
daar toe voor vervallen, oordeelde, geen order<br />
geitel J , of ten munten aanltalte gemaakt had<br />
tot executie der ordres, in de tweede Refolutie<br />
van H. H. Mog. van den 3 Odtober vervat,<br />
even poficif en buiten exceptie didteerende, dat'<br />
zoo de reis naar Brest niet kon worden volvoerd,<br />
als dan met bet Esquader moest worden<br />
gezeild naar de Kusten van Engeland , tot op-<br />
lig.
JULY, S T A A T E N OORLOG. 178;. 25<br />
ligting, ware her mogelyk, van de Convoyen,<br />
in die Refolutie vermeld.<br />
Dan dat bv dit onderzoek gebleeken was, dat<br />
de gezegde Commandant zich ook hiertoe niet<br />
verpligt had geoordeeld ; niet alleen , (>) om<br />
dat, indien hy die order gegeeven had , daar<br />
door geheel zoude zyn vervallen de mogelykheid,<br />
om een klein Esquader naar Brest te zenden;<br />
maar ook ten tweeden, om dat die order<br />
fubordinaat was voor den commandeerenden Officier<br />
van het voorzeide Esquader, en niet voor<br />
hem V. A.; en ten derden, om dat geen' der<br />
b-paalde gevallen, in welken zulks plaats moest<br />
hebben, exceerde.<br />
Dat echter geenszins kan worden tegengefprooken,<br />
dat de gantfche teneur der laatstgemelde<br />
Refolutie van H. H. Mog. eene volftrekte<br />
wil en begeerte aanduidde , dat ten minflen<br />
iets met de Scheepen ondernomen, en daardoor<br />
aan het Hof van Frankryk eenige blyk van bereidwilligheid<br />
gegeeven zou worden, om , ingevolge<br />
deszétfs aanmaanlilgi tot afbreuk van den<br />
Vyand medetewerken ; en dat H. H. Mog, daarom<br />
in de voorn. R-efojutie ordonneerden , dat,<br />
ingevahe de reis naar Biest geen voottgang mogt<br />
hebben , door zoodanige beletzelen , dewelken<br />
door H. H. Mog. by diezelfde Refolutie , als<br />
j;ebeurlyk, waren onderftdd, a:s dan een Togt<br />
jiaar de Kusten van E' geland zou moeten worden<br />
ondernomen: waar uit dus te belluiten was,<br />
cat, wat 'er ook gebeuren mogte , het een of<br />
het ander moest worden in 'c werk gefield. Dat,<br />
in allen gevalle, zoodanig eene explicatie vry<br />
meer met het blikbaar oogmerk van H. H. Mog,<br />
zou hebben gettrookt, dan een gepranexeerd be.<br />
grip van niets te moeten doen, om dat het geval,<br />
in de Refolutie vermeld, niet letterlyk ex><br />
teerde; h welk ondertusfehen bleek, alleen daarom<br />
{» Verhoor V, A. Hartfinck, No. sr, Art. 1.<br />
B 5
£3 JULY , Z A A K E N V A N iy% 5.<br />
om niet fpecisal te wezen uitgedrukt, dewyl H.<br />
H. Mog-. niets diergelyks hadden kunnen voorzien.<br />
Dat hier nog bykomt, dat ook deeze fubordinate<br />
order niet, volgens de aüegatie van den<br />
V. A. Hartfinck , aan den commandeerenden<br />
Officier; maar aan de commandeerende Officieren<br />
iii het meervoud, gegeeven was; en dat hy Commandant<br />
derhalve geenszins kon veronderftellen,<br />
dat dezelve hem niet zoude aangaan: te minder,<br />
dewyl het geval tot de uitvoering van deeze<br />
sweede Refolutie van H. H. Mog. ook volgens<br />
derzelver klaare intentie moest geoordeeld worden<br />
plaats te kunnen vinden , zelfs dan , wanr.eer<br />
het Esquader nog niet daadelyk uit Texel<br />
zou zyn uitgekropen , met den wil om naar<br />
Brest te zeilen.<br />
Dat gem. Vicr-Admiraal Hartfinck, in de zoo<br />
evengemelde onderftelling, ($) nogtans volfiandig<br />
was blyven volharden, niettegenftaande hem<br />
de onbeftaanbaarheid daar van op het nadrukkelykfte<br />
was onder het oog gebragt, en te gelyk<br />
aangetoond, dat, daar de gem. Refolutie door<br />
Z. H. ook aan hem V. A. was toegezonden,<br />
met last , om zich daar na praecifelyk te reguleeren<br />
, en daar dezelve nieti anders dan het<br />
fnbordinaat bevel inhield, aangaande het geene,<br />
by oiitfientenis van de ordres, in de eerfie Refolutie<br />
vervat, met het Esquader gedaan moett<br />
worden ; mitsdien ook deeze tweede Refolutie<br />
rem V. A. mede we] deegelyk moest geraakt<br />
hebben; althans voor zoo veel die gevallen betrof,<br />
welken, nog vóór het uitloopen uit Tex?l,<br />
konden exteeren: wyl anders de toezending dier<br />
Refolutie aan hem V. A. geheel inutil zoude<br />
geweest zyn.<br />
Behoevende eindelyk nauwelyks geremarquserd<br />
te worden , met hoe weinig grond de gezegde<br />
V. A. het niet uitvoeren dezer fubordiuate order<br />
Verhoor V. A. Hartfinck, No. 3». Art. 1.
JUW, STAAT EN OORLOG. 1785. 2?<br />
der nu weder met eene gefupponeerde mogelykheid<br />
om de reis naar Biest als nog te onderneemen,<br />
had getragt te wettigen; na zich zoo<br />
dikwyls op eene volftrekte onmtgelykheid. daar<br />
toe te hebben beroepen : waaromtrent het verdar<br />
genoeg zoude zyn aantemerken, dat zooda<br />
nig gedrag van den Vice- Admir Bal<br />
Hartfinck<br />
maar al te zeer bleek een oate^enfpreeklyk bewvs<br />
opreleveren , dat dezelve in het (tellen eener<br />
mogelykheid of onmogdykheid tot de reis<br />
naar Bresr, telkens gevarieerd, en nu eens het<br />
eene , dan weder het andere dier zoo (trydige<br />
begrippen, naar convenië.itie, afgenomen heelt:<br />
mksgadets, dat, in allen geval e, geer.reden<br />
kan worden gegeeven, waarom hy V. A., \J)<br />
uit H. Ha Mog. Refolutie gezien hebbende, dat<br />
de meergem. fubordinate oraer den Togt naar<br />
Brest, zoo dezelve geen plaats had, moest vervangen;<br />
dan ten minfien, by het wstftfllen der<br />
onmogelykheid van den gezegden Togt geen<br />
pofitiven last omtrent de uitvoering dier fubor.<br />
dinate order heeft gevraagd: even w^ung als er<br />
eene reden is uittedenken , waarom hy V. A.,<br />
goedgevonden hebbende , de orders van H. H.<br />
Mog , tot het do.»n der reis naar B/est, te maken<br />
"tor een object: van ovetweegiog voor de<br />
Vlag-OQicieren, den evengenotmde fuDordinate<br />
last daar by niet mede in deliberatie heeft gebragt:<br />
daar echter het eerst^em. object;, waarmede<br />
deeze fubordinata ordres waren geconnecteerd<br />
, door hem V. A. begreepea was aan het<br />
oordeel der gem. Viag-Officieren te moeren worden<br />
voorgefteld: — Dan dat dit een en ander<br />
den gem. Vice-Admiraai onder het oog zynde<br />
. gebragt , daar omtrent geene andere oplosfing,<br />
dan een gebrek van herinnering, door hem ha*<br />
kunnen worden bygebragt.<br />
Dat<br />
(r) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 38. Art. 4» 5<br />
en 7.
0 JULY, Z A A K E N V A N i 7g y.<br />
Dat als nu , by de voortzetting van het onderzoek,<br />
nopens 't gedrag der Officieren, wei-<br />
Ken, zoo uit hoofde hunner verpügting, betrekkelyk<br />
het generaal voorzien houden der Scheepen<br />
, als wegens eene directe betrekking tor den<br />
geordonneerden Togt na» Brest, by deeze zaak<br />
geconcerneerd moeten worden aangemerkt tot<br />
de verrichtingen van den Schout by Nacht van<br />
Braam die in het jaar 1782 het commando op<br />
de Rheede van Texel gevoerd had, zullende<br />
worden overgegaan; voor alles, noodig was te<br />
mqtureeren , waar in eigenlyk bet Departement<br />
van gezegden S. b. N. beftaan hebbe.<br />
Dat de bevinding van Heeren Gecommitteerden<br />
op dit refpefl hier in had btftaaïi, dat dezelve,<br />
in de maand Maart, van het evengeniride<br />
|aar , door Zyne Hoogheid tot dit commando<br />
was beroemd op eene Inftructie, (s) in dato<br />
19 dier maand ; en dar hy voorts erkend<br />
had, (?) uit krachte dier Infhuche, tot zyn byzonder<br />
Departement gehad te hebben , om zorg<br />
te draagen, dat alle 's Lands Scheepen van Oorlog,<br />
ter Rheede van Texel zynde of komende,<br />
door derzelver commandeerend*Officieren in £oe.<br />
de order wierderi gehouden ; en dat in het by»<br />
zonder die, welken gefch'kt waren om naar Zee<br />
te kunnen zeilen , altoos in dien ftaat waren<br />
flat zy, op het eerfte aanfcbryven , direct kon'<br />
den zeilen , en allen vereischten dienst doen:<br />
Dan waar onder het Artïcül der Victualie , als<br />
niet ter zyner besorgimr itaande , of eenigzins<br />
van atyne orders afhangende , aiét begieepen<br />
was.<br />
Dat wydeis de gezegde order om de Scheepen<br />
altons tot den noodisren dienst in ftaat te<br />
moeten houden gebleeken was, over den dienst<br />
van<br />
(s) Zie Bytaagen to: de Memorie van Z. H. pag.<br />
156. en Verhoor S. b. N. van Braam, No<br />
r ï- Art. 1 -en 2.<br />
'ƒ) Ibidem, Art. 3.
JÜLÏ, STAAT EN OORLOG. 1785. 29<br />
van het gebeele jaar 1782 te hebben gegaan;<br />
immers dat 'er nog byzondere order, («) noar<br />
iets anders geweest was , waarom hy J>. b. JN.<br />
zoude hebben moeten denken, dat het voorzien<br />
houden der Scheepen voor korter tyd zouda<br />
hebben moeten gefchieden: Zynde voorts door<br />
den voorn. S. b. N. opgegeeven, dat de Schee*<br />
pen. wanneer ze in dienst gefield worden, O)<br />
f't geen op ongelyke tyden, en naar dat dezelven<br />
klaar zyn , gefchiedt) doorgaans volgens een<br />
Schippersboek van Scheeps-behoeften worden<br />
voorzien, voor veertien maanden; terwyl de naderhand<br />
daaraan komende defecten gefuppleerd<br />
worden. ,,<br />
Dat, daar nu deeze pofiuven aldus waren ter<br />
nedergefteld ; maar , daar en tegen , door den<br />
V. A. Hartfinck, en anderen, als een regel was<br />
opgegeeven, dat de tvd van den dienst en> voorziening<br />
der Scheepen naar de orders tot Viftualieering<br />
moest gerigt worden ; en liy i b. JN.<br />
naderhand mede die calculatie, r » als iets, t<br />
welk, zoo in Oorlog's, als Vredes tyd, plaats<br />
heeft, had doen voorkomen; met by voeging,<br />
dat, by prolongatie der viftualieering, ook doordans<br />
by fpecifique lyften opgaaf gedaan wordt<br />
van het geen tot fuppletie der Scheepsoehoeften<br />
wordt vereischt: Heeren Gecommitteerden, van<br />
hunne zyde, hadden geoordeeld, te moeten onderzoeken,<br />
(x) of, dewyl de meelte Scheepen,<br />
aUhans die van het Collagie te Amfterdam , in<br />
het jaar 1782 maar order gehad hebben om te<br />
victualieeren tot ultimo September, (welke vic<br />
tualieering eerst in het laatst van Augustus door<br />
den V. A. Hartfinck met nog ééne maand was<br />
verlengd) de gezegde Scheepen, voor het bekomen<br />
dier laatlte order , ook maar tot ulumo<br />
(«) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 2. Art. 1.<br />
O) IbUem Art. 2.<br />
(w) Idem No. 4. Art. 1.<br />
(x) Idem No. 6. Art. 1 en 2.
30 JULY, Z A A K E N V A N 1785,<br />
September, van Scheepsbehoe r<br />
ten voorzien geweest<br />
waren ; en of , ter zei ver tyd , de fup.<br />
pletie dier behoeften , dan ook maar wederom<br />
voor ééne maand, by fchriftelyke Lyiten ge.<br />
vraagd was: dan dat gem. S, b. N. op de voorfz,<br />
vraag niet prjeciflyk h-bbende kunnen antwoorden<br />
; süeerlyk had gezegd , Schcepsbehoeften<br />
voor de Scheepen gevraagd te hebben, als hem<br />
daar van opgaaf gedaan wierd; en dat, zoodanige<br />
opgaaf niet gefchiedende , dit dan een bewys<br />
was, dat de Scheepen niets noodig hadden:<br />
als mede dat hem ook daar van , ter dier tyd,<br />
in \ algemeen geene lylfen waren opgegeeven'<br />
rog dat zelfs, by 't omvangen der order van de<br />
Admiraliteit op (ie M-taze, om de Scheepen (yj<br />
van dar Resfott tot Mey 1783 te reviftualieeren,<br />
byzondere zorg was gedraagen, dat dezelve Schepen<br />
van eenige meerdere behoeften wierden voorzien<br />
, alzoo ook van wegens die Scheepen geene<br />
opgaaf van eenige meerdere benodigdheden<br />
gedaan was.<br />
Dat dit alles van wegen Heeren Gecommitteerden<br />
geremarqueerd zynde niet overeentekomen<br />
met het geen door hem S. b. N. hier vooren<br />
, wegens den regel van voorziening der<br />
Scheepsbehoeftens , in tyden van Oorlog , zoo<br />
wel als "an Vrede , plaats hebbende , was gezegd<br />
; zulks door denzelven was geëlucideerd<br />
door te declareeren , (z) dat zyn oogmerk met<br />
het opgeeven van den aangehaalden regel niet<br />
geweest was, om vasttelteilen, dat de Schepen<br />
altoos maar zoo veel Scheepsbehoeften zouden<br />
inh>bben , als de geordonneerde Viftualietyd<br />
duurt, alzoo dit zou aanloopen tegen zyne voorige<br />
opgaaf, namelyk , dat de Scbeepen, als ze<br />
in dienst gefield worden, teffeus voor 14 maaiden<br />
behoeften krygen, fchoon het zeker was,<br />
f31) Verhoor S. b. N. »an Braam, No. 7. Art. 2.<br />
(z) Idem No. 6. Art. 3.<br />
dat
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 3*<br />
dat zy voor zoo langen tyd te gelyk geen Victualieinreemen;<br />
doch dat hy alleen had willen<br />
te kennen geeven, dat, by prolongatie van een<br />
Vicïualietyd, doorgaans ook de Scheepen, dooe<br />
derzelver cornmandeerende Officieren, worden<br />
nagezien, of hunne behoeften het zoo lang, als<br />
die nadele vidtualieering zich uuftrekt , zoudeti<br />
kunnen goedmaaken; en dat, wanneer de Capitetnen<br />
dan bevinden, dat zy eene fuppletie nodig<br />
hebben , (het geen , tiaar maate de Scheepen<br />
al of niet hebben geleeden , fomtyds plaats<br />
heeft, en fomtyds niet) dan eerst by fpecfique<br />
lyften opgaaf gedaan wordt van *t geen er no-<br />
dia is. .<br />
'Dat uit deze zogenaamde elucidatie van gem.<br />
S b N Heeren Gecommitteerden wel konden<br />
opm'aaken, dat eene prolongatie van Vicïualietyd,<br />
in fommige byzondere gevallen, en voor.l<br />
in tyd van Vrede, de refpefttve commandeerde<br />
Officieren wel moest herinneren, om te gelyk<br />
nategaan en te zorgen , dar hunne bcuïepen,<br />
geduurende dien tyd van prolongatie, geene<br />
Scheepsbehoeften moeten ombreeken ; hec<br />
geen ook van zelve fpreekt, wyl anders ae vic<br />
tualieering geheel onnut zoude zyn ; maar aai<br />
daar uit geenszins volgde, dat, wanneer de Victualietyd<br />
korter gelïeld was , dan den gepro.ecteerden<br />
dienst der Scheepen, de commanderende<br />
Officieren niet verpligt zouden zyn, in alleit<br />
gevalle, te zorgen , dat hunne Scheepen, gedurende<br />
den geheelen tyd van hunnen geprojecteerden<br />
dienst , met Scheepsbehoeften voorzie»<br />
blvven • terwyl de daadelyke inneeming van Victualie<br />
g'ewoonlyk maar voor korter tyd geordonneerd<br />
, en daartoe telkens nieuwe orders gegeeven<br />
worden , ten einde de Scheepen in hunnen<br />
dienst niet te belemmeres, het welk omtrent de<br />
Scheepsbehoefien geen plaats heeft. En dat net<br />
dierhalven , naar de gedachten van Heeren decommitteerden<br />
, zoo wel van het departement:<br />
des voorn. S. b. N., ais van de overige comuiasi-
3* ItJfiY» ZAA KEN VAN 1 ? 8 f t<br />
mandeerende Officieren, bleef, te z o r f ï e n<br />
Dat Heeren Gecornmmeerden dm ari h. I<br />
weekelvt* r*„> D gebleeken was, dat bv.<br />
tS^S^S^W^ van &<br />
de defecten «ii? 1<br />
C b v z o n d<br />
er ook van<br />
had gezonden aan ffg er A & i g ^<br />
en aan de AdmiraHteie te Arnft^/m 7 "f 1<br />
aan den V. A. Martfinct S > ' a<br />
8 racde<br />
'<br />
de Scheepsbehoeften IvL f'^" T<br />
«fpeftive A.lmirahtei's Co^g en?wm'ondï<br />
d« naar dezelven «oudV ^ " . ^ f f i F ^<br />
^ï.eE^^^ar^^l,,^^<br />
l y d h e C<br />
va e n T a ^ J «^«k °P •<br />
e n a n d e r e<br />
C 1 w e l k e den om w'iV u omüandighe.<br />
dus'bS dac V h<br />
f/- oorbv<br />
^ , aanmerken,<br />
uus DteeK, dac het doen der bovengemelde Rap!<br />
W Verhoor S. b. N. v a n ^ ^ f <<br />
(b) Ibidem t. e.<br />
(0 Ibidem Art. 7'
JULY 5 STAAT EN OÖRLÖG, 1785. 33<br />
porten aart den Commant der Vloot, juist niet<br />
altyd, ten naauwkeurigften was geobferveerd}<br />
en eindelyk , (d) dat by S. b. N. in den loop<br />
van het gemelde jaar 178a van de Admiraliteits<br />
Collegien alles, wat hy Van dezelven , ter vervulling<br />
van de defecten aan Scheepsbehoeften ,<br />
gevraagd had, ook daadelyk had bekoooien.<br />
Dat ondertusfchen uit dit onderzoek van Heeren<br />
Gecommitteerden, en vervolgens ook uit de<br />
voorenftaande door den S. b. N. van Braam gedaane<br />
opgaaf zyner verrigtingen , eene twyffeling<br />
was ontltaan ; of dan het geheele departement<br />
(V) van hem Si b. N. ^ als Commandant<br />
in Texel , zich alleenlyk tot het ontvangen der<br />
Rapporten van de Capiteinen ; het opmaaken<br />
Van een generaal Rapport uit dezelven ; en het<br />
requireeren van die behoeften , welken door de<br />
Capiteinen by fchriftelyke Lyften opgegec/en<br />
waren, bepaald had, ten dien effect; in 'r byzonder,<br />
dat by in geene bezorging van behoeften<br />
voor de Scheepen , naar zyne opinie, te<br />
voorzien, of daar omtrent iets in 't Werk te Hellen<br />
bad , ten zy hem door de Capiteinen by<br />
fchriftelyke Lyften daar toe requiütie gedaan<br />
Was, zodanig, dat alles derhalven op dit refpeéï<br />
van deeze opgaaf der Capiteinen geheel en alleen<br />
afhing: op welk voorftel de gezegde S. b.<br />
N. dan ook zyn departement alleen in diervoegen<br />
, als gemeld is, had begreepen , en telTens<br />
vermeend, niet anders in dezen te nebben moeten<br />
doen , dan de opgaven der Capiteinen aftewagten,<br />
en alsdan , conform die opgaven , dé<br />
nodige requifitie te doen : oordeelende verder<br />
het onderzoek zelve, wat de Schelpen al, dan<br />
niet, nodig hadden, aan de examinatie der Capiteinen<br />
te hebben moeten overlaaten , als dié<br />
de beste kennis hadden van den Haat der Sche~<br />
pen, aan hunne particuliere zorg toebetrouwd.<br />
(d) Verhoor S. b. N. van Braam, No. ïl Art.<br />
(
24 JULY , Z A A K E N V A N i 78y;<br />
Dat op deeze gegeeven explicatie niet kon nagclaaten<br />
worden te reflecleeren , dat , volgens<br />
dezelve , het departement van den voornoemde<br />
S. b, Ni. in dezen waarlyk binnen een zeer engen<br />
kring zou beperkt geweest , en Hechts bepaald<br />
zyn tot verrigungen , waar toe veel eer<br />
een der minlte Bediendens , dan een Vlag-Officier<br />
en Commandant der RheeJe, fcheen geëmployeerd<br />
te kunnen worden ; terwyl ook deeze<br />
zuo zeer gereftringeerde uitlegging weinig kon<br />
worden overeengebragt met de hier vooren gedaane<br />
opgaaf ( ƒ) van het geen tot het departement<br />
van hem S. b. N., uit krachte zyner ontvangen<br />
Inftruclie, en volgens den aart derzelve,<br />
geoordeeld moest worden te behooren.<br />
Dat, daar nu ook, niettegenftaande al het te<br />
vooren opgegeevene , de Scheepen , in *t jaar<br />
1782 tot de Expeditie naar Brest gedestineerd,<br />
ingevolge de bekende Rapporten , door derzelver<br />
commandeerende Officieren aan den V. A,<br />
Hanfinck ingeleverd, aan verfcheidene Scheepsbekceftens<br />
gebrek hadden gehad, welke gebreeken<br />
de S. b. N. van Braam in 't generaal gedeclareerd<br />
had, hem, voor het doen der gemelde<br />
opgaaven, (g~) onbekend te zyn geweest; deeze<br />
byzonderheid een meer fpeciaal onderzoek had<br />
noodzaakelyk gemaakt, of dan namelyk (/*) deze<br />
onkunde van hem S. b. N. op het gemelde<br />
fubjecl zich tot allen de in diervoegen opgegeeven<br />
Articuien , dan alleen tot fommigen derzelven<br />
, had uirgeftrekt; eu welken der gezegde<br />
defecten hem, in 'c laatlïe geval, bekend of onbekend<br />
waren geweest : Dat daar op door den<br />
S« b. N. van Braam informatie was gegeeven,<br />
dat hem, zoo veel hy zich kon te binnen brengen<br />
, geenen van de voorzeide defecten, voor<br />
de<br />
(ƒ) Verhoor S. b. N. van Braam No. I. Art. 3.<br />
(g) Idem No. 2. Art. 9.<br />
{/!) Idem No. 3, Art. 1.
JULY, S T A A T EN O O R L O G . 1785. 35'<br />
de opgave, waren bekend geweest; zynde ook<br />
geenen derzelven door de Capiteinen in hunne<br />
Rapporten van den 29 September 1782 gefield<br />
of opgegeeven: dat hy dus van geenen had ge.<br />
weeten, dan alleen van de Ankers en Touwen,<br />
•welken hy alle dagen had verwagt, zoo het weê;<br />
zulks toeliet, dat gevischt zouden worden,<br />
waarom hy in eene Misfive aan de Admiraliteit<br />
te Amfterdam verzocht had , geene anderen te<br />
willen zenden.<br />
Dat verder geinquireerd zynde , of de defeo<br />
ten, (O welken hy, S. b. N., niet eerder, dan<br />
uit de opgaaf der Capiteinen aan den V. A. Hartfinck,<br />
geweeten had, van dien aart waren, dat<br />
daar door de gemelde Scheepen eenigzins wier"<br />
den verhinderd , om den dienst, welke in een<br />
tyd van Oorlog van dezelven kon worden ver«.<br />
eischt, te vervullen; hier op door den gezegden<br />
S. b, N- verklaard was , dat de Scheepen door<br />
die defecten niet buiten ftaat gefield waren, om<br />
nog eenigen dienst te doen; gelyk daadelyk ook<br />
gebleeken was, daar fommigen derzelven in dal;<br />
zelfde faifoen nog waren gfëmployeerd; dan dat<br />
zich dit niet tot alle dieniten zonder onderfcheid<br />
kon uitftrekken, vooral tot zulken, die een veel<br />
langer tyd , dan voor welken de Scheepen ge« 0<br />
victualieerd waren, zouden hebben moeten duu»<br />
duuren : tot ftaaving hier van bybrengende den<br />
reeds meermaalen onderzochten regel, raakende<br />
de voorziening der Scheepsbehoeften ingevolge<br />
den Victualietyd; en voor het overige erkennende,<br />
dat, (£) indien de Capiteinen eenigzins verhinderd<br />
geweest waren, otn de dienden, die van<br />
hunne Scheepen konden vereischt worden , te<br />
vervullen , zy dan die defecten aan hem S. b. N.,<br />
als Commandant op de Rheede van Texel, en<br />
aan wien in die qualiteit de defecten moeftsn<br />
wor-<br />
(/) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 4. Art. 1.<br />
(A) Ibidem, Art. 2.<br />
C a
36 JULY, Z A A K E N V A N ' ^85.<br />
worden bekend gemaakt , hadden behooren optegeeven<br />
, ten einde dus in de vervulling daar<br />
van langs de gewoone wegen zoude kunnen zyn<br />
voorzien : als mede dat hy ook , by zyn generaal<br />
Rapport van den 33 September 1782 (/)<br />
met betrekking tot de Scheepen, naar Brest ge.<br />
destineerd, doorgaans gezegd hebbende, dat die<br />
Scheepen en hun Tuig in goeden ftaat waren,<br />
zulks gedaan had , cvereenkomftig de Rapporten<br />
, welken hem van die Scheepen door derzeiver<br />
commandeerende Officieren, volgens weekelykfche<br />
gewoonte , gefuppediteerd waren : dat<br />
dus deeze Rapporten, f» aan hem overgegeeven<br />
, wel niet konden worden overeengebragt<br />
met de fchriftelyke opgaven, door dezelfde Capiteinen<br />
op den y Oftober aan den V. A. Hart.<br />
linck gedaan, volgens welken die zelfde Schee,<br />
pen en hun Tuig op diverfe refpeeïen defeétueus<br />
zonden geweest zyn; en dat hy zulks ter<br />
dier tyd ook wel zoo begreepen had: doch dat<br />
hy Schout by Nacht echter moest remarqueeren,<br />
dat de defecten , door de Capiteinen aan<br />
den V. A. Hartfinck opgegeeven , niet betrekkelyk<br />
gemaakt waren in het generaal tot alle<br />
dienften, maar bepaaldelyk tot zodanige Expe.<br />
ditie , als hun door denzelven V. A. was voorgefield.<br />
Dat hem S. b. N. daar op voorgehouden zynde<br />
, O) of hy, daar hy, uit krachte zyner Inftructie,<br />
te zorgen had, dat de Scheepen op de<br />
Rheede van Texel in goeden ftaat wierden gehonden<br />
, en met Scheepsbehoeftens voorzien<br />
ten welken byzonderen einde hy dan ook wee.<br />
kelykfche Rapporten van de Capiteinen moet<br />
begreepen worden ontvangen te hebben ; dan<br />
ook niet tellens van zyn departement had geoor-<br />
(1) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 4. Art. 3.<br />
(in) Ibidem , Art. 4.<br />
(n) Idem Wo, 5. Art. f.
JULY, STAAT EN OORLOG. 17S5. 37<br />
oordeeld, om toetezien en zorg te draagen, dat<br />
de fchriftelyke Rapporten , welken de Capiteinen<br />
weekelyks gaven, met de waarheid en effecïiven<br />
ftaat hunner Scheepen overeenkwamen:<br />
hy S. b. N. daarop gedeclareerd had, dat, offchoon<br />
hy niet wel anders had kunnen doen,<br />
- dan aan de Rapporten , welken hy van de Capiteinen<br />
ontving, geloof te geeven; echter, indien<br />
hy naderhand in 't een of ander opzicht<br />
mogt bevonden hebben , dat by eenig Rapport<br />
de waarheid was te kort gedaan, het dan zeker<br />
van zyn departement zou geweest zyn om daaromtrent<br />
te vigileeren.<br />
Dat hier omtrent ook geen ander begrip kunnende<br />
geadmitteerd woeden, en evenwel daarby<br />
gelet zynde , dat de S. b. N, van Braam eene<br />
ftrydigheid in de Rapporten , eerst aan hem, en<br />
naderhand aan den V. A. Hartfinck gegeeven,<br />
erkend had , met byjzevoegde uitdrukkelyke verklaaring<br />
van dezelven nier te hebben kunnen<br />
overeenbrengen ; Heeren Gecommitteerden derhalven,<br />
ratuurlyker wyze, niet wel anders hadden<br />
kunnen verwagten, dan dat hy S. b. N.,<br />
verre van in de by hem alzoo ontvangen en nu<br />
onvoïleedig bevondene Rapporten te berusten,<br />
volgens zyne zoo even ei kende verpligting , als<br />
nu daaromtrent gevigileerd, en dat geene in 't<br />
werk gefield zoude hebben, het geen by nodig<br />
oordeelde, om of het laatfte weekelykfche Rapport<br />
van de Capiteinen, 't welk hy zelf ontvangen<br />
had, te doen ophelderen , of wel de motiven<br />
der aan hem verkeerdelyk gedaane opgaven<br />
natefpooren :• dan dat daarentegen aan Heeren<br />
Gecommitteerden was gebleeken, (0) dat door<br />
denzelven S. b. N. niets dienaangaande was gedaan<br />
, of geoordeeld te kunnen gedaan worden,<br />
op praetens fundament , dat de nadere Rapporten<br />
niet aan hem (aan wicn ze eerst, in de<br />
Con-<br />
(0) Verhoor S. b.N. van Braim N». 5 . Art. 2 en 3.<br />
C 3
33 JULY, Z A A K E N V A N i 7 Sg,<br />
Conferentie san Boord van den Commandant der<br />
Vioot vertoond waren) maar aan den V. A. Hartfinck<br />
waren overgegeeven ; en dar het mitsdien<br />
aan denzelven V. A., welke ook Copie van het<br />
generaal Rapport van den 30 September had,<br />
als die Commandant der Vloot, en dus boven<br />
hem S. b. N. was , had gedaan , om , indien<br />
hier over ieis zou hebben moeten gedaan worden,<br />
hetzelve werkftellig te maaken ; hebbende<br />
hy S. b. N. volgens zyn gegeeven antwoorden<br />
ook niet begreepen , (/>) als toen verder iets,<br />
tot redres of fuppletie van deeze hem nadeihand<br />
bekend gewordéne defecten, in 'c werk te moeten<br />
dellen,^ om dat de zaak in han.len van den<br />
Chef dtr Vloot was , en deeze hiervan kennis<br />
gegeeven had, daar hy meende zulks te behooren;<br />
200 dac daaromtrent nu nadere orlres zouden<br />
hebben moeten worden afgewagt; behalveu<br />
ook , dat volgens diezelfde opgave verfcheiden<br />
defecten eigenlyk niet zouden hebben kunnen<br />
worden herdeld, ten zy fummige Scheepen teffens<br />
gekield wierden.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden echter wederom<br />
niet konden nalaaten hierop te remarqueeren,<br />
dat , oiTchoon niet alle de defecten konden<br />
worden weggenomen zonder de Seheepen<br />
teffens te kielen, het evenwel niet te ontkennen<br />
was, dat veelen derzelven hadden kunnen worden<br />
f-ereiresfeerd of vervuld ; en dat , hoezeer<br />
de Commandant der Vloot mogt kunnen goedvinden<br />
, alles te verzuimen , en niets daar toe<br />
in 'c werk re 'laaten dellen , zulks daarom een<br />
ander Officier, met een byzoneier departement<br />
beldS', geenszins van de verpligting ontfloeg ,<br />
081 ia zyn departement, zoo veel aiogelyk, te<br />
vi^ileereri: daar die verpligting , volgens zyn<br />
eigen Sylteina voor handen was , zoo ras de<br />
zaak, op weike wyze zulks dan ook zyn mogr,<br />
tot<br />
(p"j Verhoor S. b, N. van Braam, No. 5. Art. 4.
JVLY, S T A A T E N OORLOG. 1785. 3°<br />
tot zyne kennis was gekomen: terwyl het departement<br />
van hem Schout by Nacht,' als voerende<br />
het .opzicht over den ftaat der Scheepen<br />
in Texel, te dier tyd niet verftaan konde worden<br />
, een einde genomen te hebben: ten minften<br />
niet zoodanig, dat hy den Commandant der<br />
Vloot niet zoude hebben behooren te herinneren<br />
en onder het oog te brengen , hoe zy beiden,<br />
ieder in hunne qualiteit verpligt waren , om 'c<br />
gedrag der Capiteinen in dezen te onderzoeken;<br />
en , in allen gevalle natelpooren en te overleggen,<br />
of, en wat 'er, ter geheeld of immers<br />
gedeeltelyke vervuiling der plaats hebbmde gs«<br />
breken, kon worden verrigt.<br />
Dat nu uit het voorenltaande gebleeken zynde,<br />
waarin, met relatie tot het generaal voorzien<br />
houden der Scheepen, het departement van<br />
den S. b. N. van Braam beltaatï hebbe ; wat<br />
daaromtrent door denzelven is verrigt; en op<br />
welke gronden hy zyne voorfz. verrigtingen ge.<br />
bouwd hebbe ; nog kortelyk moest worden ge.<br />
remarqueerd; voor eerst, dat de dikwyls gebleekene<br />
fituatie der Scheepen , zelfs met uitzondering<br />
van het artieul-der Victualie, weinig fcay.<br />
nende voldaan te hebben aan de beken.1e recommandatie<br />
, door Z, H. in den Krygsraad van<br />
den o September gegeeven, (ten minlten 111 den<br />
zin, welke daar aan, zonder nadere explicatie,<br />
natuurlyk moest worden gehegt) Heeren Gecommitteerden<br />
, na derzelver hiervooren gedeclareerde,<br />
en by den loop van dit onderzoek geappliceerde<br />
opvatting dezer recommandatie, dan<br />
ook geoordeeld hadden, den S. b. N. van Braam<br />
by dezelve te moeten bepaalen: en dat by die<br />
gelegenheid gebleeken was , dat hy S. b. N.<br />
medewerkende, (?) begrepen te hebben, dat de.<br />
ze recommandatie ook byzonder het voorzien<br />
houden der Sclieepen met de noodige Sch^eps-<br />
(q) Verhoor S. b. N. van Braaai, No. 6. Art. 4.<br />
C 4<br />
be-
4° JULY» Z A A K E N VAN , 7 8 J h<br />
t ;<br />
SSSe'? T° i W f t * Commandant der<br />
Kneede van Texel , (>) het best den ftaat der<br />
jcheepen kennende, nochtans (zoo vee 1 hy 7? CJ<br />
kon herinneren) op de gezegde recomrna JaÏÏ<br />
pen en derzelver voorziening met Scheenshe<br />
Sn^T t,<br />
o e<br />
r e<br />
d n<br />
e d<br />
h a<br />
rS• * , waS d "<br />
zeiven de orders om dienst te doen, welken<br />
men uit die recommandatie te verwL'en had<br />
met zouden hebben kunnen nakomen en da?<br />
hy ook niet gemeend had, dat daartegen zwaa<br />
s h<br />
t n<br />
s:t b<br />
wa<br />
NS00 ; ) n Ld mits<br />
r E <br />
«"
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 4ï<br />
van iets anders of meerder te doen, dan waar.<br />
toe zy buiten die recommandatie reeds per Je<br />
gehouden waren, fcheen te doen vervallen.<br />
Dat, in de tweede plaats , by Heeren Gecommitteerden<br />
eenige informatien genomen waren<br />
, met betrekking tot het gedrag , dat de S,<br />
b. N. van Braam, ter gelegenheid van de meergemelde<br />
Conferentie der Vlag-Ofiïcieren, in zyne<br />
relatie als Medelid van dezelve had gehouden<br />
, en dat hun by dit onderzoek uit de gegeeven<br />
antwoorden van den gemelde S. b. N.<br />
het navolgende was voorgekomen, namenlyk:<br />
dat de préparatoire informatie, («) door Z. H.<br />
aan den V. A. Hartfinck nopens de Expeditie<br />
naar Brest gegeeven, aan hem S. b. N. vóór<br />
de Conferentie niet was gecommuniceerd, maar<br />
dat hy eerst op den 7 October , fV) toen hy<br />
aan Boord van den V. A. gekomen was , OTI<br />
de gemelde Conferentie by te woonen , kennis<br />
had gekreegen (zonder zich te herinneren, door<br />
wien) dat H. H. Mog. tot het zenden van tien<br />
Scheepen naar Brest hadden gercfolveerd : —<br />
dat hy S. b. N. dus , (w) vóór die Conferentie<br />
deswegens geenerhande byzonder entretien<br />
met den V. A. Hartfinck had gehad, noch hem<br />
(x) door denzelven communicatie was gegeeven<br />
van zyn voorneemen tot het doen houden eener<br />
zoodanige Conferentie, of van het oogmerk derz<br />
e l v e : __ dat in die Conferentie , fjy) waarby<br />
hy S. b. N. mede had geadfilteerd , geleezeu<br />
waren de Refolutien van H. H. Mog. van den<br />
o bevoorens , en ook teffens vertoond fz) de<br />
fchriftelyke Rapporten , welken de Capiteinen<br />
der meeite naar Brest gedestilleerde Scheepeu op .<br />
den<br />
(«) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 7. Art. 4.<br />
(VJ) Ibidem Art. 6.<br />
(u>) Ibidem Ar. 7.<br />
(x) Ibidem Art. 9.<br />
(y) Idem No. 8. Art. I.<br />
(z) Ibid. Art. a.<br />
S<br />
C 5
4* JULY, Z A A K E N V A N 1?8j.<br />
den j Oflober aan den V. A. Hartfinck had.<br />
den ter hand gefield: — dat hy S. b. N. zich<br />
echter niet konde rappdleeren , of die Rapporten<br />
aldaar waren voorgeleezen , noch ook of<br />
door den V. A. van Byland eenig verflag 'was<br />
gedaan O) van de gefprekken, weiken dezelve,<br />
by geleegenheid zyner onlangs gedaane reis naar<br />
den Haag , met Z. H. had genouden , of van<br />
de affpraak, met Hoogdenzelven wegens de Expeditie<br />
naar Brest gemaakt: — dat hy S. by<br />
N. zich mede niet konde herinneren , hoe'langen<br />
tyd (b) die Conferentie wel omtrent had<br />
geduurd; noch ook, waarom (c) in het Declaratoir<br />
, door de Vlag-Officieren gegeeven en<br />
door hem mede ondertekend, gezegd wasdat<br />
onder anderen de Rapporten, door de Capireinen<br />
Tulhngh en Meurer , wegens de Scheepen<br />
de Prins Frederik en Amfterdam overgegeeven<br />
in rype overweging genomen waren ; fchoon hy<br />
5. bt N. zich nu wel meende te herinneren,<br />
dat er, nopens het eerstgemelde Schip, geen<br />
fchriftelyk rapport van deszelfs Capitein was ingediend<br />
, maar alleen door den S, b. N. van<br />
Hoey mondeling verilag gedaan : — wyders, dat<br />
io de gezegde Conferentie (d) het oordeel en<br />
alvis der aanweezende Vlag-Officieren gevraagd<br />
was, of zy de Scheepen in ftaat oordeelden,<br />
om de geordonneerde reis naar Brest te doen •<br />
— en eindelyk, dat hy S. b. N. zich wederom<br />
(e) niet kon herinneren , of aldaar ook gedelibereerd<br />
was over de middelen , door welken de<br />
zwaarigheeden, die zich tegen de reis naar Brest<br />
opdeeden, zouden kunnen worden uit den weg<br />
geruimd, noch ook, of alle (f) de in voorzeide<br />
(a) Verltoor S. b. N. van Braam, No. 8. Art. %<br />
O) Ibidem Art. 5.<br />
(c, Idem No. 10. Art. 1 en 2.<br />
Cd) Idem No. 8. Art. 6.<br />
(«) Ibidem, Art. 7.<br />
(j) lbid. Art. o.
juxr, STAAT EN OORLOG. 1785- 43<br />
de Conferentie aanweezende Vlag - Officieren geoordeeld<br />
hadden, dat niets, hoe genaamd , tot<br />
wegruiming van de gezegde zwaarigheden kon<br />
worden verricht. . -<br />
Dat op deze gegeeven informatien aanttonds<br />
moest worden gereflecteerd , dat het_ daar by<br />
zoo dikwyls herhaald gebrek van herinnering ,<br />
door voorn. S. b. N. op diverfe refpeélen geallegueerd,<br />
niet anders, dan zeer fingulier kon<br />
voorkomen , daar het zelve door hem tot verfcheidene<br />
zoo weezenlyke pointen wierd ur.g><br />
ftrekt, welken hem, geconfidereerd het gewigt<br />
der zaak en de zekerheid, welke hy in avans<br />
wel had kunnen opmaaken , dat hier op onderzoek<br />
zoude vallen, zeer naauwkeung behoorden<br />
bekend , zoo al niet zelfs aangeteckend te wezen,<br />
dewyl daar uit het rechtmaatige of onrechtmaatige<br />
van zyn gehouden gedrag , ook m<br />
't bv/onder zoude moeten worden beoordeeld ,<br />
al het welk dan ook , hoewel zonder vrucht ,<br />
aan hem S. b. N. was onder het oog gebragt. (g)<br />
Dat intutfchen hier uit wederom niet anders<br />
kon worden afgeleid , dan dar in de meergedacbte<br />
Conferentie der Vlag-Officieren aan de<br />
middelen ter wegruiming van de geopperde zwaarigheden<br />
weinig fcbynt gedacht te zyn : en dat<br />
daar door dan wederom wordt bevestigd , dat<br />
men aldaar zich veel meer met het opperen en<br />
billvken van zwaarigheden, dan met het uitdenken<br />
vaa maatregelen, om, door dezelven de orders<br />
van H. H. Mog. ter uitvoer te brengen,<br />
bezie: gehouden hebbe.<br />
Dat zy Heeren Gecommitteerden de zwaarigheeden<br />
zeiven , waarop in de gem. Conferentie<br />
de beflisfing der volftrekte onmogelykheid van<br />
den Togt naar Brest gefundeerd geweest was ,<br />
reeds te vooren opgegeeven hebbende, dezelven,<br />
met relatie tot den S. b. N. van Braam, hier<br />
(g) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 8. Art. 9.
44 jutr, ZAAKEN VAN , 7gji<br />
!o e<br />
i t<br />
e r<br />
n d e n<br />
aende .liï° r<br />
h e r b a a I e n<br />
' ^ch dien-<br />
volgende alleen refereeren tot hetgeen doorhem<br />
a. b. IN. hier omtrent was bygebragt, m waar<br />
uit onder anderen zoude blyken, da het gebrek<br />
tnZf a<br />
l elke<br />
y a<br />
, n d e<br />
hv
JULY, STAAT EN OORLOG, 1785. 4?<br />
den inneemen , alvoorens zich finaal te bcpaalen<br />
maar dat hy , volgens zyne opgave , het<br />
daar voor houdende, dat hy niet geroepen was<br />
om zyne gedachten over gemelde point te uitten<br />
, maar wel over het gewigt en de validiteit<br />
der zwaarigheden, tegen de volvoering der Expeditie<br />
ingebragt, dan ook fpeciaal geoordeeld<br />
had, zich daartoe te moeten bepaalen; als begrypende<br />
, dat hy de verdere overweeging aan<br />
die geenen moest overlaaten , welken met de<br />
uitvoering der ordres belast waren: hebbende by<br />
S. b. N. evenwel, met relatie tot de gezegde<br />
ingebragte zwaarigheeden , moeten erkennen, dat<br />
hy dezelven ten minften nu (m) niet konde confidereeren<br />
als onvoorziene toevallen, waar van<br />
H. H, Mog. volftrekt onkundig geweest zouden<br />
zyn.<br />
Dat de gemelde S. b. N. al verder aan Heeren<br />
Gecommitteerden had te kennen gegeeven ,<br />
dat hem ook geene (») particuliere orders of<br />
onderrigtingen gecommuniceerd waren , waarom<br />
hy zou gemeend hebben , zich in zyn advis<br />
niet tot de beletzelen van tegenwind en onvoorziene<br />
toevallen, welken alleen by H. H. Mog.<br />
Refolutie vermeld ftonden, te moeten bepaalen,<br />
maar ook zyn byzonder oordeel over het al ©f<br />
niet raadzaame der Expeditie te mogen raadpleegen<br />
: dan dat hier uit wederom eene nadere<br />
vraag zynde geproflueerd, om dat geene , 't<br />
welk evenwel daadelyk in de voorfz. Conferen.<br />
tie gefchied is, meerder te doen ophelderen, by<br />
Heeren Gecommitteerden bevonden was, dat<br />
voor eene diergelyke beoordeeling (0) van het<br />
al of niet raadzaame in de uitvoering van een<br />
duidelyk en pofuif bevel van den Souverain niet<br />
kon worden opgegeeven eenige regel of gewoon.<br />
te,<br />
(«) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 9. Art. 3,<br />
(») Ibid. Art. 4.<br />
(0) Ibid. Art. 5.
46 JULY, Z A A K E N V A N i 7 5g,<br />
£'Jn de<br />
Z e e d i e n s t<br />
"u . gebraikelyk, dan alleen in<br />
gevallen, hier geenszins te pas komende; weghalven<br />
wederom niet anders daar uit had kunnen<br />
worden opgemaakt, dan dat dezelve beoore<br />
e n e w i l l e k e u r i<br />
JL°£ g aangemaatigde en<br />
met alle begrippen van fubordinatie en onderwerping<br />
aan het wettig gezag van den Souveram<br />
ftrydende vryheid berust nad.<br />
Dat , laatftelyk, de meergedagte S. b. N<br />
met betrekking tot de mogelykheid, om de'<br />
Scheepen naar Brest gedestineerd , door middel<br />
V r z i e n S ZZZl^ï °° ' S ede<br />
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 47<br />
met goedvinden van H. H. Mog., was opgedragen,<br />
zullende worden overgegaan, ten einde,<br />
volaens het geen Heeren Gecommitteerden<br />
zich by da behandeling van dit tweede Hoofdpoint<br />
hadden voorgefteld , te kunnen beflisfen ,<br />
in hoe verre de gezegde V. A. kon geoordeeld<br />
worden , door zyn gedrag tot de non-executie<br />
der orders van H. H. Mog. in dezen al of niet<br />
te hebben medegewerkt: het noodig zoude zyn,<br />
ter dezer geleegenheid, vooraf melding te maaken<br />
van het gepasfeerde in diverfe Krygsraaden,<br />
kort voor de geordonneerde Expeditie naar Brest<br />
gehouden en te onderzoeken, hoedanige begrip,<br />
en hy V A. en de verdere Leden derzelve Krysraaden<br />
als toen, ten aanzien van de gereedheid<br />
of ongereedheid der Scheepen, gevormd, or ten<br />
minften gemanifesteerd hadden; en in hoe verre<br />
de doenmaalige denkenswyze van dezelve Utficieren<br />
in 't gemeen, en van den Commandant<br />
dezer Expeditie in het byzonder , nopens den<br />
ftaat en bekwaamheid der Scheepen, met de daar<br />
na, by het opkomen van dezen Togt, geopperde<br />
zwaarigheden en gedeclareerde onmogelykheid<br />
derzelve, kan worden overeengebragt.<br />
Dat in de eerfte plaats, met relatie tot den<br />
Krvesraad, op den 4 September des jaars 1782<br />
in Texel gehouden, het uit de refpecTdve Notulen<br />
gebleeken was, (a) dat, de Commandant<br />
der Vloot het advis der aanweezende Leden,<br />
nopens het doen uitloopen der Scheepen , gevraagd<br />
hebbende; de V. A. van Byland, in de<br />
eerfte plaats , en vervolgens ook alle de verdere<br />
Leden, na diverfe betuigingen van verlangen,<br />
om gelegenheid te vinden tot het doen van ope.<br />
ratieii tegen den Vyand , en daar door de reflexen<br />
van Lasterlchnften &c. te doen ophouden<br />
, eenpaarig verklaard haddeti, het uitloopen<br />
' der<br />
(?) Zie Bylaagen tot het vervolg der Memorie vaa<br />
Z. H. No. 1. Pag. 3.
4* JULY, Z A A K E N V A N<br />
der Scheepen ongeraaden te oordeelen, alleen op<br />
grond der iuperioriteit van de vyandelyke maat.<br />
welke zich destyds op de Kusten vertoonde!<br />
zonder by die gedegenheid van eenige zwarigheden<br />
, uit den (laat der Scheepen ontleend , het<br />
alierminfle gewag te maaken ; zoo dat hier in<br />
derhalven gefupponeerd moest worden , geene<br />
de rrnnfte zwarigheid gefield te zyn : hebbende<br />
den V. A. van Byland dan ook als nu verklaard<br />
met te weeten (r) dat 'er, behalven de gemelde<br />
fuperionteit van den Vyand, by hem eenta andere<br />
redenen tegen het doen uitloopen der Schepen<br />
toen ter tyd hadden plaats gehad, en dat<br />
zoo er die geweest waren , dezelven zekerlvk<br />
zouden zyn genoteerd. '<br />
Dat, vervolgens, in den Krygsraad, op den<br />
9 September, tg praefentie van Z. H. gehouden,<br />
(x) over het uitzenden der Scheepen andermaal<br />
gedehoereert zynde; zulks, volgens het eeupaang<br />
advis der Officieren, daar piaefent, wederom<br />
om geene andere redenen Cgelyk andermaal door<br />
den V. A. van Byland (t) was bevestigd) dan<br />
de gezegde fuperioriteit van den Vyand! ongeraaden<br />
was geoordeeld, zonder dat die ongeraadenheid<br />
, al wederom in dezen Krygsraad , 0p<br />
den georekkigen ftaat der Scheepen , of derzelver<br />
geringe voorziening van Vidualie en Behoef*<br />
tens, gefundeerd was geworden: niettegenftaande<br />
Z. H. , _m dezen zelfden Krygsraad betuigd<br />
hebbende, oat het Hoogdenzelven byzonder aangenaam<br />
zoude zyn, indien door een der Leden<br />
eenig middel aan de hand kon gegeeven worden<br />
, het zy tot meerder beveiliging v a n het<br />
Conyoy van Drontheim, het zy tot afbreuk van<br />
den Vyand; dan ook te gelyk aan de Gapitei.<br />
nen,<br />
(r) Verhoor V. A. van Byland, No. i. Art. %<br />
Z i e<br />
(O Bylaagen tot het V. der M. van z' H<br />
pag. 6. ' -<br />
(/) Verhoor V. A. van Byland, No. i. Art. 7.
JULY, S T A A T E N OORLOG. 178* 4$<br />
nen, welken de Scheepen van 's Lands Esqua»<br />
der commandeerden, de reeds meermaalen ge«<br />
melde en in de ferieufte termen voorgeftelde recommandatie<br />
, nopens het voorzien houden hunner<br />
Scheepen, gegeeven, en dezelven daar door<br />
dus te meer uitgenoodigd, immers volkomen geleegenheid<br />
gegeeven had, om, ingevalle 'er, naar<br />
hun oordeel , waarlyk zwarigheden in den ftaat<br />
of voorziening der Scheepen plaats hadden, waar<br />
door zy tot de gemelde afbreuk van den Vy*<br />
and geheel of ten deele buiten ftaat waren, dezelven<br />
, wanneer het al niet in hunne magt<br />
ftond , die te verbeeteren , als nu ten miaften<br />
op te geeven.<br />
Dat, wat deeze recommandatie nu in het by»<br />
zonder betreft ; het genoeg zoude zyn , ondef<br />
inhsefie, van het geen, zoo ten aanzien der natuurlykfte<br />
explicatie derzelve, en het daar naar<br />
ingerigte onderzoek, als nopens de daar uit ge.<br />
proflueerde verpligting der Officieren bereids is<br />
bygebragt; voor het tegenwoordige nog te remarqueeren,<br />
dat de V. A. van Byland, na door<br />
die recommandatie mede niets meerder of an«<br />
ders, zoo hy zegt, begreepen te hebben , dan<br />
eene aanbeveeling van iets, waar toe de Officieren<br />
, ook zonder deeze recommandatie , even<br />
zeer verpligt en volftrekt gehouden waren , te<br />
weeten, om zorg te draagen, dat zy alles, volgens<br />
de laatfte orders, aan boord hadden; onder<br />
anderen gedeclareerd had, dat zyn particulier<br />
begrip («) omtrent het verftand dezer recommandatie<br />
hier niec te pas kwam , akoo hy<br />
het Commando in Texel niet had.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden uit dit fingulier<br />
raifonnement van den Vice-Admiraal van Byland<br />
vervolgens hadden gemeend te kunnen en te moe»<br />
I ten afleiden, dat, hoe zeer hy V. A. aan d;eze<br />
recommandatie een uitgeftrekter betekenis moge<br />
ge-<br />
(«) Verhoor V. A. van Byland, No. \. Ais. IQ,
50 JULY. Z A A K E N V A N 1785.<br />
geattribueerd hebben; mitsgaders , offchoon hy<br />
ook in aanmerking genomen had, dat de Schee»<br />
pen met den Voorraad , welke zy volgens de<br />
laatffe order moeiten inhebben, naauwlyks in<br />
ftaat zouden zyn , om een' kleinen Kruistogt<br />
van weinige weeken te doen; en dat bygevolg,<br />
indien de Scheepen, het zy door een* fuperieure<br />
vyandelyke magt, het zy door tegenwinden,<br />
nog eenigen tyd in Texel wierden opgehouden,<br />
dezelven dan al ras tot alle dienften onbekwaam<br />
zouden geraaken ; hy echter in den gemelden<br />
Krygsraad , volgens zyn eigen opgave, zoude<br />
hebben geoordeeld te kunnen volftaan, met zig,<br />
zonder van dit alles iets te opperen, ilechts aan<br />
de laatlte order te houden; en dat het de zaak<br />
van den Commandant alleen zoude zyn geweest,<br />
by deeze gelegenheid , die bedenkingen in te<br />
brengen of elucidatien te verzoeken.<br />
Een denkbeeld , het welk nogtans geenszins<br />
kon worden gebülykt, wanneer men zich herinnert,<br />
dat, hier, door Z. H. een Krygsraad was<br />
re zamen geroepen , ten einde , niet met den<br />
Commandant der Vloot alleen, maar met alle'<br />
de Officieren, over het employ der Scheepen te<br />
raadpleegen; van welke Krygsraad de V. A.<br />
vaa Byland, niet alleen een Medelid, maar daarenboven,<br />
na den Commandant, de eerfte Vlagofficier<br />
zynde, dus niet lkchts bevoegd, maar<br />
ook wel deegelyk verpligt was, zyne confideratien<br />
over het point in qujeltie mede te deelenj<br />
en zodanige zwarigheden voor te draagen, als<br />
hy oordeelde , uit den aart der zaak te proflueeren.<br />
Dat nogtans dit ongegrond denkbeeld by hem<br />
V. A. beltendig was geinhjereerd (V) en bovendien<br />
gefuftineerd, cac de gefchiktheid der Schepen,<br />
om iets anders, (w) dan een kleinen Kruistogt,<br />
(v) Verhoor V. A. van Byland, No. I. Art. **•<br />
(w) Idem, No. 4. Art. 5.
jDLy, STAAT EN OORLOG. 17S5W 5*<br />
1<br />
togt , te doen , in dien Krygsraad niet te pas<br />
kwam, terwyl 'er alleen gedelibereerd zoude zyn<br />
over een kleinen Kruistogt , ter beveiliging der<br />
Scheepen, welken van Drontheim verwagt wierden;<br />
en dat, de ftaat der Scheepen , en de quan.<br />
titeit van derzelver Victualie aan Z. H. bekend<br />
zynde; Hoogdezelve daar uit zelve kon opmaa-<br />
ken , dat geene andere dan kleine Kruistogten<br />
konden gedaan worden: dan dat van deeze lustenue<br />
(V) hem V, A. het abufive, hoewel vruchteloos,<br />
was onder het oog gebragt, en aangetoond<br />
, dat by de Notulen dier Krygsraad evidentelyk<br />
bleek, dat de deliberatien, in dezelve,<br />
zich geenszins alleen tot het gemelde point bepaald<br />
hadden ; maar ook in het generaal door<br />
Z. H. tot het doen van afbreuk aan den Fyand t<br />
het welk in een tyd van Oorlog volftrekt allerlei<br />
foort van expeditien ii.fiuit , geëxtendeerd<br />
waren: terwyle, op dit fubj\c"t, nog kon worden<br />
geremarqueerd, dat, ingevalle hy V. A. in<br />
der daad had vermeend , dat Z. H. nopens de<br />
voorziening der Seheepen genoegzaame bewustheid<br />
droeg, en dus wel weeten konde, dat dezelven<br />
tot geene andere , dan kleine Kruistogten,<br />
bekwaam waren; zulks voor hem V. A.<br />
eene reden te meer had moeten opleveren, om,<br />
daar Z. H. niettemin hem en de verdere Officieren<br />
over de middelen tot het deen van onbepaalde<br />
afbreuk aan den Vyand raadpleegde, en<br />
daar op eene ferieufe recommandatie liet volgen,<br />
om de Scheepen in ftaat te houden , ten einde<br />
op de eerfte order, behöorlyk toegerust, te kunnen<br />
uitzeilen ; by die geleegenheid aan Hoogdenzelven<br />
den ftaat en geringen voorraad der<br />
Scheepen te herinneren , en de onmogelykheid,<br />
om met dezelven aan zulke onbepaalde oogmerken<br />
te voldoen, onder het oog te brengen.<br />
Dat eindelyk op den 15 derzelve maand Sep-<br />
tem-<br />
(») Vfthdor V. A. vaa Byland, No. 4. Art. 5*<br />
D 2
gi JULY, Z A A K E N V A N 1785,<br />
rember wederom door den Commandant der<br />
Vloot een Krygsraad belegd zynde , ten einde<br />
te delibereeren fjy) over den inbond eener M>sfive<br />
van Z. H., by dewelke het al of n et uitzenden<br />
der Schelpen aan de directie en bet oordeel<br />
der Vi-g-Officieren wierd ov.rgelaaten, dit<br />
voorftel, door ahe dezelven Officieren , ter dezer<br />
geleegenheid , nogmaals a.hen var> wegens<br />
de gevreesde aanweezigheid eener fupericure vy<br />
andehke magt, zonder in den Haat of voorraad<br />
der Scheepen de allermii.fte zwaarigheid te ftelkn,<br />
immers daar van gewag te maaken , ongeraaden<br />
was geoordeeld: nie tegenltaande de gemelde<br />
M'sfive eene fpeciaie order behelsde, om<br />
's Lands Vloot , ingevaile 'er geene fuperieure<br />
magt van den Vyand in de Noordzee was, niet<br />
langer binnen te houden , en den Commandant<br />
daar by gemjungeerd wierd, om , met overleg<br />
der by zich hebbende Vlag-Officeren, zoodanige<br />
maatrcgulen te neemen, als best gelchikt wa«<br />
ren tot protectie der Commerc' -erende Ingezeetenen<br />
; en byzonder van de Scheepen , weiken<br />
va'i D'onthei n verwagt wierden; als mede tot<br />
afbreuk van den f^yand, het zy door htt inteicipieeren<br />
der Convoyeeren uit de Oostzee s<br />
bet zv door zoodanige andere Expe/litien , als<br />
hy Commandant, roe' overleg df;r Vag-Officieren,<br />
raadzaam zou oordeden: tot hri uitvoeren<br />
van welke onbepaahe orders dus de V. A. van<br />
Byland , met de overige Vlag-Officieren , de<br />
Seheepen toen ter tyd bekwaam en voorzien<br />
feneen te hebben aangemerkt, terwvl ook deze<br />
gevolgirekking door denzelven niet had kunrtrn<br />
woroen tegengefprooken, (z) als hebbenoe zich<br />
alleenlyk oaarop beroepen , da' het geeven van<br />
de nodige orders tot voorziening der Scheepen<br />
iets<br />
(y) Zie Bylaagen tot het Vervolg der Memorie van<br />
Z. H. pag. 10.<br />
(s) Verhoor V. A, van Byland, No. 1. Art. 15.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 53<br />
iets was , het geen van den G>rnman 'ant der<br />
V'Oor dtpendeerde. Dan waar op , behalven<br />
het geen zoo even de?.en ?a ga is is aange*<br />
merkt, nog moest worden geren. dleerd , dar het<br />
hier eigenlyk de vraag nier. was , wie v >or de<br />
voorziening der Scheepen te zorgen had ; maar<br />
alleen , of r iet wederom de Viag-Officieren, en<br />
in het by*nnder ook de V. A. van Byland, ab«<br />
folut verphgr waren, om, ingevaüe zy, ten tyde<br />
dezes Krygsraad's, tegen het uitloopen der<br />
Scheepen in het generaal eenige andere zwaarigheden,<br />
dan die by de Notulen vermeld Haan,<br />
gevonden hadden, dezelven dan ook fpeciaal op<br />
te geeven; en of, daar zy zulks niet ge-aan<br />
hebben, dan hier uit niet wettig de evengemelde<br />
cnfeqnentie moet worden getrokken , dat,<br />
namen yk hy V. A., en de verdere Le ;<br />
en van<br />
dezen Krygsraad getoond hadden, van begrip
J4 JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
pen volgens de gemelde Misfive van Zyne Hoogheid,<br />
bleek te zyn het verkenen van protectie<br />
aan de Commercie, en bet doen van afbreuk<br />
aan den Vyand; dat dus in 't generaal het oogmerk<br />
, waar toe de Scheepen moeiten geëropioveerd<br />
worden, vooral, wanneer men zich<br />
wilde herinneren, dat het in een tyd van Oorlog<br />
was, niemand der Officieren, en dus in 'c<br />
byzonder den V. A, van Byland, onbekend kon<br />
zyn: waarom derhalve de nu geopperde bedenking<br />
om eerst van de fpeciale deftinatie der<br />
Scheepen onderrigt ie willen zyn , alvooren te<br />
kunnen bepaalen, of zy daartoe gtfchikt waren,<br />
in allen gevalle des tyds had moeten zyn<br />
geopperd; in plaats van ftilzwygende de Schee,<br />
pen , tot alle de als toen in algemeeae termen<br />
voorgcftelde eindens, gefchikt te erkennen; mee<br />
daaromtrent niets by te brengen , noch zelfs<br />
eenige Elucidatien nopens de gedaane aanbeveeling<br />
te verzoeken.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden, wyders , in<br />
achting genomen hebbende , dat de V. A. van<br />
Byland zelf had gedeclareerd, reeds op den 9<br />
S ptember de Scheepen fiechts gefchikt gekeurd<br />
te hebben tot het doen van een' kleinen Krujs-<br />
- togt; en voorts hebbende geconfidereerd , niet<br />
alleen , dat 'er thans wederom een week meerder<br />
was verloopen, en dus de voorraad zoo veel<br />
verminderd ; maar dat hy V. A. ook in 't byzonder,<br />
met betrekking (b) tot zyn Schip gezegd<br />
had, dat de conftituiie van hetzelve, en<br />
de quantiteit van Behoeftens en Viclualie , andere<br />
dau kleine Kruistogten verhinderden , tot<br />
redres van welke defecten hy geoordeeld had,<br />
(c) niets in 't werk te moeten Hellen, om dat<br />
flezelven bekend en van dien aart waren , dat<br />
ze niet, zonder het Schip buiten ftaat van dienst<br />
e» Verhoor V. A. vaa Byland, No. 4: Arr, 2.<br />
(O Ibidem Art, 3.<br />
te
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 55<br />
te (tellen, gerepareerd konden worden: dan ook<br />
uit dit alles hadden moeten beflatten, dat hy<br />
V. A., als Lid van den gem. Krygsraad, by de<br />
deliberatie over het al of niet employeeren der<br />
Scheepen tot oogmerken , waaraan zulk eene generaale<br />
explicatie kon en moest gegeeven worden<br />
, zich geenszins had behooren te dispenfee.<br />
ren, van iets te gewaagen van defecten, waardoor<br />
ondertusfchen naar zyn eigen begrip , alle<br />
Expeditien van eenige aangelegenheid verhinderd<br />
moeiten werden, en dat hy teffens had moeten<br />
begrypen, dat, door dit ftilzwygen niet alleen ,<br />
maar zelfs door het niet requireeren van eenige<br />
nadere Elucidatien, nopens de voorgedekte deftinatien<br />
(ingevalle hy al mogt oordeelen , dat<br />
dezelven niet dutdelyk genoeg waren opgegeeven)<br />
eene direfte aanleiding en gelegenheid zou<br />
worden gegeeven rot geheel verkeerde denkbeelden<br />
nopens den ftaat en gefchiktheid der Scheepen<br />
zeiven. Eene refkxie , welke niet weinig<br />
zoude worden verfterkt, wanneer men hem V.<br />
A met de overige Officieren op het krachtigfte<br />
hoorde betuigen, (d) dat zy met den oprechtften<br />
yver na het oogenhlik verlangden, om finale,<br />
orders te mogen ontvangen tot zoodanige einden*<br />
als, ten nutte van den Lande, noodig<br />
peotrdeeld zouden worden : alzoo nu , na het<br />
onderzoek van alle de gem. voorgeevens van<br />
den voorn. Graave van Byland, deze hoogklinkende<br />
betuigingen op niet anders zouden nederkomen,<br />
dan op een verlongen tot het doen van<br />
een kleine en weinig beduidende Kruistogt; waartoe<br />
de mogelykheid , naar der Officieren eigen<br />
begrip, dag by dag minder wierd.<br />
Dat uit al het zelve dan ook zou kunnen<br />
worden opgemaakt, in hoe verre het uiterlyk<br />
gedrag van den V. A. van Byland, en der «ve-<br />
(/) Zie föylaagen tot het V. der M. van Z. H.<br />
pag. ia.<br />
D 4
jfl JULY, ZAAKEtJ VAN 1785.<br />
rige Officieren, by gelegenheid der opgenoemde<br />
Krygsraaden gehouden, met derzelver reeds Czo<br />
het fchynt) doenmaalig, doch in der daad eerst<br />
naderhand gedeclareerd begrip omtrent de gefteldheid<br />
der Scheepen, kon worden overeenlebragt;<br />
mitsgaders in hoe verre door 't verzwv.<br />
gen of verbergen van den gebrekkelyken ftaat<br />
der Scheepen , zoo die ten tyde der Krygsraaden<br />
effiftivelyk reeds plaats had, eene toen nog<br />
tydige voorziening dienaangaande was agtergebleeven;<br />
en emdelyk, wat men in die gefteldheid<br />
van zaaken 'er van te denken hebbe, wanneer<br />
men den voorn. V. A. t na by alle de<br />
voorfz. onderfcheiden gelegenheeden nimmer te<br />
hebben geloond eenige zwaarigheid hoegenaamd<br />
111 den ftaat, noch bekommering omtrent de<br />
voorziening der Scheepen te ftelieu , evenwel<br />
Kort daarop , z o 0 dra hy maar van den Toet<br />
naar Brest en van zyne beftemming tot het<br />
commando kennis krygt, alle die zwaarigheeden<br />
gewichtig genoeg ziet keuren , om , op grond<br />
derzelven fteihg te declareeren, dat hy, in qua.<br />
liteit als benoemde Commandant tot deze Expeditie,<br />
( e) dezelvé wel /pedaal gantsch infaifabel<br />
aoraeelde.<br />
J<br />
Dat Heeren Gecommitteerden, na dit geprai,<br />
muteerde , zouden overgaan tot het onderzoek<br />
den 3 Octoher, Cden dag, op welke by H, H.<br />
Mog. tot de Expeditie naar Brest belloten wierd)<br />
naar s Haage ondernomen ; en vervolgens al<br />
aanltoncis moeften remarqueeren, dat hy V A<br />
in het eerst, gefustineerd hebbende volftrekt on.'<br />
, gehouden te zyn, om, ten aanzien van zvn»<br />
verrichtingen ter dezer gelegenheid , de gerequireerde<br />
mformaaen te fuppediteeren ; f> e n fuftenue,<br />
die uoor denzelven ook bereids nopens<br />
het<br />
0) Zie Memorie of Verbaal van den V. A. Hart-<br />
UiiCK, pag. 338.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 47<br />
het zoo even afgehandelde point was gevoerd)<br />
Heeren Gecommitteerden , na diverfe vruchtelooze<br />
poogingen , om hem V. A. van de onge><br />
grondheid zyner tergiverfatien te overreeden ,<br />
zich genoodzaakt hadden gevonden, om, wilden<br />
zy zich , in het behoorlyk volvoeren hunner<br />
Commisfie, niet geheel zien te leur gelteld, dit<br />
gedrag van gem. Vice-Admiraal van Byland, by<br />
eene fpeciaale propofitie , op den 15 July des<br />
afgeloopen jaars, ter kennis van H. H. Mog.<br />
te brengen. Dat daarop ten zeiven dage by<br />
Hoogstdezelven eene Refolutie genomen zynde j<br />
vervolgens de tot dien tyd toe aan" den V. A.<br />
van Byland voorgeftelde, doch met een declaratoir<br />
van ongehondenheid bejeegende vraagpointen<br />
, ten grootten deele , nader, hoewel niet<br />
met zoodanig elfecl, als billyk kon worden verwagt,<br />
aan denzelven hadden moeten worden<br />
voorgedrajen; en dat hier van dan eindelyk het<br />
gevolg was geweest, dat, op het voorfz. refprcl:,<br />
uit de antwoorden van den gem. V. A.<br />
gebleeken was: — dat hy V. A., op den hier<br />
vooren gsm. tyd, naar 's Haage was vertrokken,<br />
(/) ten einde aan Z. H., den Heer Admiraal<br />
Generaal, eene Sententie ter approbatie<br />
overtebrengen, als mede, om, naar zyn zeggen,<br />
orders te (lellen omtrent het viclualieeren<br />
van zyn Schip, 'c welk op den 1 Qctober geordonneerd<br />
was; en ook om Z. H. over het<br />
een. en ander te fpreeken: — dat hy V. A.<br />
reeds (g) voor zyn gem. vertrek , kennis had<br />
bekoomen van de apparentie, dat 'er by H. H.<br />
Mog. mogeiyk tot een Togt naar Brest zou<br />
worden belloten; en dat onder de Scheepen,<br />
daar toe in aanmerking komende , ook het 011derhebbend<br />
Schip van hem V. A., als insgelyks<br />
order gekreegen hebbende, om voor vier<br />
maan*<br />
(ƒ) Verhoor V. A. van Byland, No. 2. Art. 1 en 2,'<br />
(-£) Ibidem Art. 3.
5* JÜLY, Z A A K E N V A N J73j,<br />
maanden te reviclualieeren, moest behooren: —<br />
en dat hy hier uit vervolgens gefupponeerd had,<br />
m dat, ingevaile de gem, Togt voortging, hy<br />
i J -<br />
DEN H O O<br />
S<br />
F T E N r a n<br />
g bekleedende on<br />
der de Officieren , wier Scheepen onder de ge.<br />
zegde order tot reviéhialieering behoorden , die<br />
Expeditie zou commandeeren.<br />
Dit, wyders door Heeren Gecommitteerden<br />
van hem V. A. informatie gevorderd zynde, of<br />
hy dan over dien apparenten Togt (0 niet toen<br />
reeds zyne crmfiderarien aan den V. A. Hartfinck<br />
gecommuniceerd had; en of door laatstgem-,<br />
by die gelegenheid, deswegens niet eenige<br />
bedenkelykheeden waren geopperd: hy V A.<br />
van Byland daar op had gedeclareerd, dat hem"<br />
zulks zoude ontgaan zyn; dan dat hy echter het<br />
een en ander als apparent had opgegeeven, en<br />
teffens ook volmondig geadvoueerd, (T) dat hv<br />
met den V. A. Hartfinck een affpraak gemaakt<br />
nad, om over de bedenkelykheeden tegen het<br />
doen eener reis naar Brest met Z. H., by wien<br />
hy tog gaan zou, te ipreeken: hoe zeer dit gezegde<br />
door hem naderhand , wanneer bepaaldelyk<br />
naar den inhoud dezer affpraak (/) geïnformeerd<br />
wierd, weder geretracreerd was geworden,<br />
met te verklaaren , dat hy eigenlyk geen'<br />
directe affpraak met den V. A. Hartfinck had<br />
gemaakt, maar dat het wel zyn kon , dat hy<br />
op zich genomen had , om de zwaarigheden<br />
weiken hy den gezegden V. A. tegen die reis<br />
des tyds gemoveerd had, doch die hy zich nu<br />
niet meer kon te binnen brengen , ook aan Z.<br />
H. te communiceeren ; zoo dat dan zyn zoo<br />
evengemelde affirmatif antwoord niet verder moest<br />
worden geëxtendeerd.<br />
Dat,<br />
(?) Verboor V. A. van Byland, No. 2. Art. li.<br />
(O Ibidem, Art. 5 en 7.<br />
(k) Ibidem, Art. ï.<br />
(/) Ibidem, Art. o.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. $9<br />
Dat zonder nu fpeciaal te onderzoeken , ïn<br />
hoe ve'rre een zoo fingulier gebrek aan geheugen<br />
en de op dien grond, zoo by deze, als<br />
andere gelegenheden, door hem V. A. geëviteerde<br />
ftellige beantwoording der Vraag-pointen<br />
nopens diverfe anderszins genoeg remarquable<br />
voorvallen , al, of niet waarfchynlyk moet voorkomen<br />
; het ondertusfchen zeer apparent bleef,<br />
dat 'er daadelyk tusfchen de V. V. A. A. Hartfinck<br />
en van Byland hier omtrent wel eene affpraak<br />
plaats zal gehad hebben: daar de apparentie<br />
der Expeditie naar Brest niet duirter was<br />
gebleeken , het voornaamfle motif der reis van<br />
laatstgem. naar den Haag geweest te zyn; alzoo<br />
hv V» A. van Byland niet alleen had erkend,<br />
Cm) dat hy tot het in perfoon overbrengen der<br />
bpwu?te Sententie geene expresfe order van den<br />
Commandant der Vloot ontvangen bad ; maar<br />
ook dit denkbeeld nader bevestigd had , wanneer<br />
aan hem V. A. was voorgetteld , waarom<br />
(») hy, de apparentie van den Togt naar Brest<br />
weetende, en fupponeerende, dat hy de Expeditie<br />
ingevalle die voortging , eommandeeren<br />
zou, dan ook niet in de Vloot gebleeven was,<br />
om te helpen bezorgen en toezien , dat alles,<br />
tot die Expeditie betrekkelyk, zoo veel mogelvk<br />
geprepareerd en gereed gemaakt wierd, Hever<br />
dan naar den Haag te gaan , tot overbrenging<br />
eener Sententie, die, zonder aan eenigen<br />
regel van dienst of noodzaakelyk vereischte te<br />
kort te doen, door een mindere Officier ten miu-<br />
Iten door den S. b. N. van Hoey, alleen konde<br />
zyn overgtbragt: als hebbende hy Vice-Admiraal<br />
van Cyland daaiop verklaard, juist om<br />
die zelfde reden, wyl hy vernomen had, dat 'er<br />
gedelibereerd wierd , om eenige Scheepen naar<br />
Brest te zenden, en na dat hy, uit hoofde der<br />
reeds<br />
(tn) Verboor V. A. van Byjand, No. 2. Art. 14.<br />
(»; Ibidem, Art. 15.
*» jucv, ZA A K E N V A N w <<br />
reeds gemelde re lenen, befhmen moesc dat<br />
SEf Ji 8<br />
i u ?<br />
* °°' ^«or leeld te he>ben raar<br />
den daag re gaan, z ö 0 om deze en geen re"<br />
fl-x.en tot de reis beirekkelvk. aan deHeer<br />
Admjaal Generaal re comnmniceeren, l"om<br />
de afzending der Victualie voor zyn Sc ,p S<br />
presfecren ; ten welke n einde hy zy S 2 te, r<br />
in 's Hage omboden had: dat wyderi zV e D ó<br />
' sX'LTn "In iü r t 0 t<br />
°d<br />
d e<br />
a , £<br />
noVol e<br />
e ! t i n e e H<br />
was'°"/ hVTaaf i ' ^<br />
0 n<br />
'<br />
gaan prafenteeren.<br />
Z<br />
'<br />
t e<br />
Da' , n a hier alleen in 't voorbygaan te heb-<br />
? V r a l w a , , n e e r<br />
ïert K °° ' zich herin-<br />
1 8<br />
r e<br />
Sch,?! ' ° »! by het onderzoek Jer<br />
'err entingen van den V. A fi q rfi,.r-ir L "><br />
aT r<br />
i S<br />
Se<br />
e h 3 n d e l d<br />
b<br />
d *<br />
nood«?fe7JT-7 Sm<br />
L„ r, "' "•« r<br />
' ^^rSeu wl ; ï<br />
e e z o <<br />
S * t a<br />
reden der<br />
"y v. A,, indien hv 7uiir«<br />
had ku,per. goedvinden, zypen SoJhcjten?, door<br />
htt fchtyyen eener Müfiw aan dezelven vn,<br />
wat vroeeer zyne orders tot het ïpoe U IkJJ<br />
den dei Vctualie had kunnen doen to k me,<br />
Heeren Gecommitteerden niet konder \.<br />
te «floeren, dat de V.T. van^ and zelf"<br />
by ne voorenjlaande opgaaf , het owÏÏeSen<br />
der Sententie Hechts ais een bykoraS Ï S<br />
zyner re. s had doen vorkomen; erwy het voor"<br />
paame fclgPnlvk ffiotjf » V he voor- -<br />
ne .eflexien nopens oen Tornaar fiS/taan dï<br />
Heer
juxvi STAAT EN OORLOG. 178?. «<br />
Heer Admiraal Generaal te opperen; en de voordragt<br />
van dezelve retlexien by hem V. A zoo<br />
noodzaakelyk lcheen gekeurd te zyn , dat hy<br />
daarom de meergem. reis oordeelde te moeten<br />
doen , offchoon hy zelf wel begreep . dat hy,<br />
dus doende , (0) de verwagt wordende orders<br />
tot de Expeditie naar B est ligtolyk zou croileeren:<br />
zoo dat hy dan zekerlyk niet by der hand<br />
zou zyn, wanneer de gemelde orders in de V.oot<br />
zoSdén arnveeren , en het dus op de executie<br />
derzelven aankomen zou: dan dat het laatlte gedeelte<br />
van deeze gevolgtrekking door hern V. A.<br />
niet was geadvoueerd; om dat hy, zoo hy zeide<br />
met zoude hebben kunnen denken, dat,<br />
daar de order tot reviétualieering voor vier maanden<br />
op den eerften Oftober gegeeven was ; de<br />
order tot het ubzeilen , binnen de agt dagen uaar<br />
na, zoude bepaald worden.<br />
Dat hier mede, wel is waar, wederom bevestigd<br />
wierd, dat de wyze der préparatoire infortnarie,<br />
en van de ter zeiver tyd gegeeven ordeï<br />
tot rev'ctualieering voor vier maanden , verre van<br />
de zaak te bevorderen , veel eer geknikt was,<br />
om de Officieren in een geheel verkeerd begrip<br />
te brengeü nopens den tyd , tot het ondernee.<br />
men der Expeditie te bepaalen , en bereids by<br />
btt ter Vergadering van H. H. Mog. uitgebragt<br />
Rrpp irt voorgetlaagen, mitsgaders dus de b.x.<br />
pe titie zelve meer moest benadeelen: — dan<br />
dat de V. A. van Byland, in allen gevalle, hierom<br />
, zoo IHUg nier had behoeven te befluiten,<br />
dat eene order to: het eerder onderneemen der<br />
Espeditie volftrekt onmogelyk zoude zyn : daar<br />
hv f>efte!d, dat hy voor zich zelt al reden<br />
ha l'om op te maaken, dat, ten tyde van de<br />
door L. H. atgezondene order tot resnctualieerinjr<br />
de iutenue van Hun Hoog Mog. nog met<br />
zou geweest zyu, net gem. Esquader zoo fpoe-<br />
0<br />
dig<br />
(e) Verhoor V. A. van Byland, No. a. Art. 16.
JULY, Z A A K E N V A N 1 ? f} 5,<br />
dig te haten vertrekkeD) ten minften niet weeten<br />
kon, of Hoogstdezelven dan nog kort daar<br />
na, door zoodanige opkomende omihadMieden<br />
als in Uorlogs tyd elk oogenblik kunnen voor'<br />
komen, met zouden hebben gerefoiveerd, deeze<br />
Expeditie ten allerfpoe.iigfte te doen voortgaan<br />
en op ailerlei wyze te verhaaten : in hoedanig<br />
geenszins onmogelyk geval, de abfentie van hem<br />
V. A. wel degelyk niet alleen het in 'c werk<br />
Hellen der noodige mefures tot deeze Expeditie<br />
maar zelfs het onderneemen van dezelve binnen<br />
den bepaalden tyd, had kunnen verhinderen;<br />
tot welk een en ander in allen gevalle door hem<br />
V. A. geene geleegenheid had behooren gegeven<br />
te zyn alleen door aan eene begeerte" te<br />
willen voldoen, om zyne reflexien over den<br />
Togt naar Brest aan Z. H. te gaan voortellen :<br />
een zaai, waartoe hy geenszins geroepen wierd,<br />
en welke ook waarlyk weinig van het departe'<br />
ment was van een Officier, die, een ander, als<br />
Commandant, boven zich hebbende, vry meerder<br />
gefchikt was, om, zoo 'er over het een of<br />
ander gewigtige en aan den Heer Admiraal Ge.<br />
neraal onbekend geoordeelde reflexien moeten<br />
voorgefteld worden ; dit aan dien Commandant<br />
zelf overtelaateu ; en zich alleeulyk tot het uitvoeren<br />
der orders, welken hy door denzelven<br />
van hoogerhand zoude mogen ontvangen re bepaalen.<br />
— Maar dat, boven dien , ingevalle<br />
v i a n d i n d e r d a a d<br />
2 £ begreepeu<br />
had , dat de etedtive uitvoering der Expeditie<br />
naar Brest geen voortgang zou hebben , voor<br />
dat oe Victualie, op den eerften Ücluber geordonneerd,<br />
ingenomen was; en dat evenwel de<br />
ontvangst der orders tot dien Togt zoo aanitaande<br />
was : het des te onbegiypelyker mo=st<br />
voorkomen dat hy V. A. zyne reis naar ten<br />
Haag (welke hy zelf veronderftelde, dat het nemen<br />
der Refolutie tot den 'logt naar Brest niet<br />
meer konde voorkomen , alzoo hy 't niet onwaarfchyniyk<br />
ftelde, die Refolutie te zuilen croi.<br />
fee.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 63<br />
feeren) evenwel met zoo veel o whaaftlng ondernomen<br />
had; daar het dan , naar zyn eigen<br />
denkbeeld, immers beeter zou geweest zyn, dat<br />
hv alvoorens die orders had afgewagt, ten einde<br />
dezelven eerst intezieu, en dan zoodanige<br />
reflexien, als *er tegen mogten vallen, met den<br />
Commandant der Vloot te overweegen, om dus<br />
gemeenfcbappelyk te bepaalen, wat als dan nodig<br />
mogt zyn, deswegens nader aan Z. H. voorteftellen.<br />
. -<br />
Dat wyders ook niet gemakkelyk zoude worden<br />
begreepen, welke tog de gewigtige reflexien<br />
mogen geweest zyn, die hy V. A. te dier tyd<br />
voor had, aan Z. H. nopens den logt naar<br />
Brest onder het oog te brengen ; en waar van<br />
hy nu de geheugenis geheel en ai fcheen te hebben<br />
verlooren: fj>) daar immers de naderhand<br />
geopperde zwarigheden van gebrek aan Victua.<br />
lie en Scheepsbehoeftens geen plaats zouden gehad<br />
hebben, ingevalle de reis, gelyk hy V. A.<br />
zeide , abfolut verwagt te hebben, tot na de<br />
nieuwe voorziening veor vier maanden was uitgerteld:<br />
zoo dat hy althans dat gebrek met geen<br />
mogelykheid kon bedoeld or daar aan gedacht<br />
hebben , wanneer hy zyne zwarigheden (q) tegen<br />
die reis aan dien V. A. Hartfinck moveer,<br />
de: Terwyle Heeren Gecommitteerden ook niet<br />
konden begrypen , dat de voorfz. gewigtige reflexien<br />
, die meergemelde Graave van Byland<br />
aan Zyne Hoogheid zoude voorftellen, zouden<br />
moeten werden gezocht in de door Hoogdenzelven<br />
gementioneerde bedenkingen, raakende eene<br />
gevreesde verzwakking van 's Lands even opkomende<br />
Zeemagt; het ten einde loopen van<br />
het concert met Fiaukryk, en diergelyke: daar,<br />
ingevalle de overweeging van foortgelyke pointen<br />
moest worden overgeiaaten, aan de voorftelling<br />
(p) Verhoor V. A. van Byland, No. 2. Art. 9.<br />
{q) Ibidem.
U JÜLY, Z A A K E N V A N 1785,<br />
hng van Officieren , welken alleen tot de uit><br />
voenng der orders van den Souverain gefchikt<br />
zyn, en die wel eens nu en dan , indien zulks<br />
noodig rnogt wezen, over de wyze dier uitvoering<br />
, maar nimmer over de motiven geconfu.<br />
leerd worden; alle gezonde begrippen van goede<br />
Orde en Regeering ten eenemaale zouden<br />
worden geren verfeerd; zoo als dit zelfs door<br />
den V. A. van Byland , offchoon erkennende,<br />
daar over wel in den Haag gefprooken te hebben<br />
, uit dit oogpunt fcheen befchouwd te zyn<br />
(r\ — Na de overweeging van welk een en<br />
ander , Heeren Gecommitteerden dan ook niet<br />
verwonderd waren geweest, dat de gemelde V.<br />
A. van Byland, verlegen zynde om de voornoemde<br />
zogenaamde gewigtige reflexien te fuppediteeren,<br />
zyn toevlugt tot het zoo gelukkig te<br />
ilade komend gebrek aan geheugen genoomen<br />
Dat, wat nu het verder gedrag van hem V„<br />
A., ten aanzien dezer reis, betreft, uit de verhooren<br />
gebleeken was, (Y) dat hy, op den 4.<br />
Oftober, en dus daags na zyn vertrek uitTexe]<br />
in 's Hage aangekomen zynde, nog dienzelfden<br />
dag (O met Z, H. gefprooken hac :<br />
dat<br />
hy, naar zyne beste herinnering. («) alvoorens<br />
Z. H., die des tyds op de Oranjezaal was, te<br />
zien , met den Fiscaal van der Hoop had gefprooken<br />
en van denzelven kennis bekomen,dat<br />
by H. H. Mog. finaal tot den Togt naar Brest<br />
gerefolveerd was; en dat hy, (v) waarfchynlyk<br />
by diezelfde gelegenheid , van zyne benoeming<br />
om het Esquader, naar Brest gedestilleerd te<br />
commandeeren, geïnformeerd was geworden,<br />
hebfV)<br />
Verboor V. A. van Byland, No. 24. Art. 2.<br />
3 en 4. *<br />
(i) Idem No. 2. Art. 17.<br />
(r) Ibidem Art. 18.<br />
(*) Ibidem Art. 19.<br />
(y) Ibidem Art. 23.
JULY, STAAT EN O ORLOG. 1785. 65<br />
hebbende hy daar op door Z. H. van de beide<br />
Refolutien, (w) by H. H. Mog, op den 3 Oc •<br />
tober genomen, vifie ontvangen. Dan dat, wanneer<br />
Heeren Gecommitteerden hem V. A. balden<br />
voorgehouden , of hy (x) met Z H. over<br />
de uitvoering van gemelde Refolutien, ofte wel,<br />
in het generaal, over de geordonneerde reis raar<br />
Brest, niet gefprooken en daar tegen zyne Bedenkingen<br />
geallegueerd had; als mede waar in<br />
dezelven als dan hadden beftaan; hy V. A. eerst<br />
wederom gedeclareerd had, zulks niemaud aan»<br />
tegaan, en dus daar op niet te zullen antwoorden<br />
; want dat dit alles de exiftentie van het<br />
fait, waar omtrent hy, na een daar van by hem<br />
gevormd denkbeeld , Heeren Gecommitteerden<br />
alleen bevoegd oordeelde onderzoek te doen ,<br />
niet raakte; en dat, zoo 'er in zyne verrichtingen,<br />
gcduurende zyn verblyf in den Haag, iets<br />
gelegen mogt weezen, hy zich deswegens alleen<br />
voor zyn' competenten Rechter, maar geenszins<br />
voor dit Befogne, kon verantwoorden: Dat nogtans,<br />
na dat by H. H. Mog. op dit refpect de<br />
voorfz. Refolutie van den 15 July 1784 genomen<br />
was , gemelde V. A. zich wel niet ianger<br />
tegen het beanrwoorden der voorgetelde Vraagpointen<br />
had durven oppofeeren ; doch zich toen<br />
weder veel al op een gebrek aan geheugen beroepen<br />
had , evenwel erkennende , dat hy , in<br />
's Hage vernomen hebbende,, dat 'er op den 3<br />
October gerefolveerd was, om de reis naar Brest<br />
voortgang te doen hebben, en dat hy, als Commandant<br />
van dat Esquader met hetzelve voor<br />
den 8 dier maand in Zee zou moeten loopen;<br />
zekerlyk met den Heer Admiraal Generaal daar<br />
over gefprooken, en ook zyne bedenkingen daar<br />
omtrent aan Hoogdenzelven gecommuniceerd had;<br />
doch dat het hem onmogelyk was , na verloop<br />
van<br />
Cw) Verhoor V. A. v»n Byland No. 3. Art. 1 en 2.<br />
(V) Ibidem Art. 3 en 4.<br />
XXIX. D8KL. E
66 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
van byna 22 maanden , zyne converfatie , met<br />
den Heer Admiraal Generaal op dien tyd gehouden<br />
, par le memu op te geeven; maar dat<br />
dezelve zeekerlyk zou beftaan hebben in eene<br />
opgaave van zoodanige zwarigheden, als onder<br />
anderen ook uit den ftaat van fommige Scheepen<br />
en de qnantiteit van Victualie, waar van<br />
dezelven te dier tyd voorzien waren, noodwendig<br />
voortvloeiden: — dat hy ook, (y) geconfidereerd<br />
de omftandigheden der zaak , de volvoering<br />
eener reis naar Brest, conform de Refolutien<br />
van H. H. Mog. te doen , aan Z. H.<br />
(fchoon zich niet rappelleerende , of zulks op<br />
dien zelfden dag geweest was) had gedeclareerd,<br />
volftrekt infaifabel te zyn: — dat welgedachte<br />
Z. H. (V) de redenen van hem V. A. van bedenkelykheid<br />
wegens den Togt naar Brest, of<br />
van onmogelykheid , om de Refolutien van H.<br />
H. Mog. te executeeren, toen wel eenigermaaten,<br />
voor zoo veel hem bewust was , had ge.<br />
billykt, doch zonder dat evenwel («) Z. H.<br />
(gelyk hy V. A. ftellig declareerde) by die geleegenheid<br />
eenigerhande expresfien had gebruikt,<br />
waar uit hy V. A. met mogelykheid eene vryheid,<br />
hoe ook genaamd, konde afleiden, om in<br />
de executie der gegeeven' ftricte beveelen, omtrent<br />
de reis naar Brest, eenige verandering te<br />
maaken , of zich minder aan de uitvoering daar<br />
van verbonden te reekenen; als hebbende Hoogdenzelven,<br />
integendeel, (7>) de obfervantie der<br />
reeds gegeeven orders aan hem V. A. nogmaals<br />
geïnjungeerd , en hem geene meerdere orders,<br />
relatif tot de reis naar Brest, gegeeven: ——<br />
doch dat, (c) met betrekking tot het geen Z.<br />
H. aan hem V. A. in het byzonder nopens zy«<br />
(y) Verhoor V. A. van Byland, No. 3. Art. 5.<br />
Ibidem Art. 6.<br />
Ca) Ibidem Art. 7.<br />
(b) Ibidem Art. 8 en p.<br />
(
ÏOLY, STAAT EN OORLOG. I 78J. 6j<br />
ne gemaakte bedenkingen en zwarigheden gedeclareerd<br />
of gezegd had , hy zich niet anders<br />
konde herinneren , dan dat Hoogdezelve aan<br />
hem gerecommandeerd had , zich ten ipoedigften<br />
weder naar Texel te begeeven , en aldaar<br />
den (laat der Scheepen naauwkeurig te onderzoeken,<br />
en te zien, of de Scheepen nog tot de<br />
gemelde reis zouden kunnen geëmployeerd worden.<br />
Dat dit laatlte met het even te vooren opgegeevene<br />
niet hebbende kunnen worden overeengebragt,<br />
daar uit de eerstgemelde informatien<br />
niets minder fcheen te moeten worden afgeleid,<br />
dan dat Z. H., zoo als uit deze laatlte opgaaf<br />
fcheen te volgen, den voortgang van de reis<br />
naar Brest van een ander onderzoek , het welk<br />
hy V. A. nog in Texel zoude moeten inftitu»<br />
eeren, volftrekt afhangelyk zou hebben gemaakts<br />
deze zichtbaare tegenltrydigheid, dan ook, aan<br />
hem V. A. in het breede was onder het oog<br />
gebragt, (
68 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
woording, zoo veel mogelyk , hunner daaden,<br />
alle gepaste geleegenheici te verfchafFen.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden , zonder meer-<br />
- dere reflexien hier op te maaken , zich nu verder<br />
tot de lectuur van het voorfz. voortel en<br />
daar op gegeeven antwoord zelve, kortheidshalven,<br />
zouden refereeren, en ter beflisfing overlaaten,<br />
in hoe verre door de elucüatien, by<br />
den V. A. van Byland op dit refpedr. gefuppediteerd,<br />
genoegzaam kon gezegd worden te zyn<br />
opgelost of vereffend, dat Z. H. eerst, zonder<br />
hem V, A. de allerminfte geleegenheid te geeven,<br />
om te kunnen denken , dat Hoogdezelve<br />
in de volftrekte beveelen van H. H. Mog. de<br />
allerminfte verandering wilde gemaakt hebben,<br />
hem V. A. zelfs nog ten overvloede de obfervantie<br />
daar van zou hebben geïnjungeerd ; en<br />
dat Z. H. evenwel naderhand aan het onderzoek<br />
van hem V. A. gedemandeerd, en dus aan<br />
zyne beflisfing overgelaaten zou hebben , of de<br />
Scheepen nog tot de reis naar Brest geëmploijeerd<br />
zouden kunnen worden.<br />
Dat wyders , met relatie tot de verrichtingen<br />
van den V. A. van Byland, na zyn retour in<br />
de Vloot, gebleeken was: — dat hy, benevens<br />
den Schout by Nacht van Hoey, (die, volgens<br />
opgaaf van hem V. A,, by zyne converfatie met<br />
Z. H. (O<br />
w a<br />
s pra;fent geweest, doch waarvan<br />
de omftandigheden ter zyner plaats nader zullen<br />
worden opgegeeven) op den 5 Oétober (ƒ) uit<br />
's Haage vertrokken zynde , des anderen daags<br />
aan de Helder gearriveerd was; doch dat hy,<br />
wegens het flegte Weêr, op dien dag niet kunnende<br />
aan Boord koomen , eerst den 7 *s morgens<br />
aan het Schip van den Commandant der<br />
Vloot was aangekomen : — dat, hoe zeer natuurlyker<br />
wyze, na dit zyn retour in Texel,<br />
nu<br />
O) Verhoor V. A. van Byland, No. 3. Art. ia.<br />
(ƒ) Idem No. 5. Art. 2.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 69<br />
nu zou moeten worden veronderfteld, dat, daar<br />
hy V. A., als de voornaamfte reden zyner reis,<br />
had opgegeeven het oogmerk , om met Z. H.<br />
over de zwarigheden tegen den Togt naar Brest<br />
te fpreeken , en daar hy, vóór zyn vertrek,<br />
zulks met den V. A. Hanfinck verhandeld, en,<br />
zoo het fcheen, een affpraak gemaakt had, over<br />
het geen hy dienaangaande aan Z. H. zou voor-<br />
Hellen; mitsgaders, daar hy dit dan ook daadelyk,<br />
zoo als zoo even is gebleeken , had ge.<br />
daan: hy dus, immediaat na zyn gem. retour,<br />
aan den Commandant een omflandig verfteg zou<br />
gegeeven hebben van zyn wedervaaren in '»Hage,<br />
en fpcciaal van bet geen hem, met betrekking<br />
tot den Togt naar Brest, by den Heer<br />
Admiraal Generaal was voorgekomen, gelyk het<br />
dan ook nog waarfchynelyk moest zyn , dat hy<br />
Vice-Admiraal nopens een zoo esfer.rieel point,<br />
ten einde zyn zwak geheugen te hulp te koomen<br />
, wel eenige nanteekening zou hebben gehouden,<br />
om zich dienaangaande in tyd en wylen<br />
te kunnen verantwoorden: dan dat hy V. A.<br />
op de gerequireerde informatie hier omtrent in<br />
tegendeel gedeclareerd had, onmogelyk al hetzelve<br />
zich te kunnen herinneren, (g) maar dat<br />
by den Commandant verzocht ha t , ten fpoedigften<br />
alle de in Texel zynde Vlag-Officieren<br />
byeen te roepen , om over die zaak met elk3n«<br />
deren te oordeelen; evenwel naderhand daar by<br />
voegende , dat hy zeer waarfchynlyk aan den<br />
Commandant gerapporteerd had, dat hy aan Z.<br />
H. de zwarigheden had voorgefleld, die hy nu<br />
door alle de Vlag-Officieren verzocht te doen<br />
onderzoeken, om te weeten, of zy oordeelden,<br />
dat die reis door hem in den ftaat, waar in de<br />
Scheepen waren , binnen den korten tyd , by<br />
zyne Inftruótie van den 3 Oétober van dat jaar<br />
(g) Verhoor V. A. van ByknJ, No. 5. Att. 3..<br />
£ 3<br />
be-
70 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
bepaald, met zekerheid voor het Esquader kon.<br />
de ondernomen worden.<br />
Dat verder hy V, A., gelyk hy nog aan Heeren<br />
Gecommitteerden had gefuppediteerd , het<br />
evengem. zoogenaamd , en nog maar als een<br />
waarichynlyk opgegeeven rapport (waarin van<br />
de onderhandelingen en affpraaken met Z. H.,<br />
noch van de wyze , waarop Hoogdezelve de<br />
voorgeftelde zwaarigheeden van hem V. A. had<br />
befchouwd en beantwoord, geen woord gemeld<br />
wierd) op deszelfs aankomst (h) aan Boord van<br />
den Commandant gedaan had , zonder te weeten,<br />
of eerst de Vlag-Officieren by elkander waren<br />
geweest, dan niet; en dat hy zich ook niet<br />
kon herinneren , (/) aan den V. A. Hartfinck,<br />
nopens diezelfde reis mondeling eenige orders<br />
van Z. H. te hebben overgebragt: — en dat,<br />
hier op wyders de bewuste Conferentie der Vlag-<br />
Officieren gevolgd zynde , dezelve op den gem.<br />
7 October (k) voor den middag was gehouden,<br />
zónder dat hy V. A, van Byland zich konde<br />
herinneren, hoe lang dezelve wel geduurd had.<br />
Door welk laatfte Heeren Gecommitteerden dan<br />
ook verhinderd waten geworden , om uit den<br />
tyd, welke tot die Conferentie was befteed, te<br />
kunnen nagaan, of de zaak met eene behoorlyke<br />
applicatie, dan wel oppervlakkig , behandeld<br />
was.<br />
Dat, daar het verzoek van hem V. A. om de<br />
voorfz. Conferentie der Vlag-Officieren aanteleggen<br />
, dan gebleeken was, het allereerfie geweest<br />
te zyn. 't geen hy by zyn retour uit 's Haage<br />
had in 't werk gefield; Heeren Gecommitteerden<br />
hadden gemeend , dat deze demarche van<br />
gemelde Graave van Byland nu moest worden<br />
geconfidereerd als een gevolg der affpraaken ,<br />
door<br />
(h) Verhoor V. A. van Byland, No. 5. Art, 4.<br />
(/*) Ibidem Art. 5.<br />
(k) Idem No. 6. Art. 1 tn 2.
jüLY, STAAT EN OORLOG. 178j. ft<br />
door hem V. A. met Z. H. gemaakt; te meer,<br />
wanneer men In acht nam, het geen hy by de<br />
hier voorengem. opgaaf nopens de recommandatie<br />
van Z. H. tot het doen van een nader onderzoek<br />
omtrent den ftaat der Scheepen en de<br />
mogelykheid van den Togt, had gezegd , dan<br />
dat Heeren Gecommitteerden zich daarinne hadden<br />
bedrogen gevonden, want dat uit de informatien<br />
van hem V. A., fchoon wederom alleen<br />
gegeeven , voor zoo veel hem voorltond, (/)<br />
wederom was gebleeken, dat de voorfz. demarche<br />
van hem V. A. geenszins uit dien hoofde<br />
gedaan was. —— Dat het ook aan Heeren Gecommitteerden<br />
niet minder vreemd was voorge*<br />
komen, dat, niettegenltaande deze Conferentie,<br />
volgens de eigen opgaaf van hem V. A., was<br />
aangelegd , om te weeten, of de Vlag-Oflicieren<br />
oordeelden , dat hy met de Scheepen in den<br />
ftaat, waar in ze waren, de reis, geconfidereerd<br />
zyne Inftruflie, en den korten tyd , binnen welken<br />
die ondernomen moest worden , kon aanvangen<br />
; hy V. A. echter niet meer pofitif kon<br />
opgeeven, of de (m) ontvangene orders uit den<br />
Haag (welken zyne evengenoenide Inftrudtie evenwel<br />
inhielden) mitsgaders de gegeevene Rapporten<br />
van de Capiteinen (uit welken echter alleen<br />
de juilte ftaat der Scheepen moest worden opgemaakt)<br />
in deze Conferentie geleezen waren:<br />
terwyl hy mede niet ftellig had opgegeeven, of<br />
hy zyne gefprekken, f» met den Heer Admiraal<br />
Generaal over de reis naar Brest gehouden,<br />
ter kennis van de Leden der gemelde Conferentie<br />
gebragt hsd; zulks Hechts zeggende te gelooven<br />
, terwyl over die materie de Conferentie<br />
W<br />
Dat echter, met meer zekerheid, het bepaalde<br />
point<br />
(/) Verhoor V. A. van Byland, No. 6. Art. 3.<br />
{m) Ibidem Art. 4.<br />
(«) Ibidem Art. 6.<br />
E 4
7* JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
point van onderzoek en overweeging in die Conferentie<br />
door den V. A. van Byland was opgegeeven,<br />
daarin beftaan te hebben, (0) namelyk,<br />
dat hy begeerde te weeten, of de Vlag-Officieren,<br />
even als hy V. A., van opinie waren, dat<br />
in den (laat, waar in zy wisten, dat de Schee»<br />
pen, tot deze Expediiie gedefinieerd , zich bevonden<br />
, hy, volgens zyne Inftru&ie , de reis<br />
zou kunnen onderneemen, zonder het Esquader<br />
in «.ogenfchynlyk gevaar te brengen: Dar, offchoon<br />
deze opgaaf reeds, op zich zeWe genomen,<br />
niet zeer duidelyk was, uit dezelve ech«<br />
ter fcheen te blyken, dat hy V. A. hier de redenen<br />
, waarom hy het aanleggen der Conference<br />
verzocht had, met het point van onderzoek<br />
in dezelve confundeerde ; dan dat hy V,<br />
A., zich hier over in het vervolg eenigzins duidelyker<br />
expheeerende , pofitif gezegd had, dat<br />
bepaaldelyk (f>) gedelibereerd was over de middelen,<br />
waar door de zwaar'gheeden , die m?u<br />
meende, in de executie der orders tot de reis<br />
naar Brest aantetr^ffen, zouden kunnen overwonnen<br />
worden: doch dat Heeren Gee mmitteerden<br />
echter , immediatelyk daarop , door denzelven<br />
Graave van Byland hadden vernomen, dat men<br />
zich, in de gemelde Conferentie niet lang met<br />
dat onderwerp moet hebben geoccupeerd; want<br />
dat, volgers nadere opgaaf van hem V*. A.,<br />
geene mi i ielen (q) hiertoe in confi ieratie genomen<br />
of voorgeflagen waren , vermits de tyd,<br />
om ze werkheilig te maaken, ontbrak, daar de<br />
Expeiirie nog op dien eigen dag zou hebben<br />
moeten voortgaan.<br />
Dat al verder de V. A. van Byland de bygebragt<br />
zwaarigheeden als van die natuur had<br />
geoordeeld te moeten aanmerken , dat zy (V)<br />
O) Verhoor V, K. van Byland, No. 6. Art. 5.<br />
f/0 Ib: en Art. 7.<br />
Cf) I >-l
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785-. 73<br />
volftrekt het doen eener reis uit Texel naar<br />
Bresr moeften verhinderen ; zonder dat daar tegen<br />
eenige hulpmiddelen, door welken de reis<br />
op den beftemden tyd nog ondernomen had kunnen<br />
worden, naar zyn begrip, te employeeren<br />
waren: dan dat, wanneer Hoeren Gecommitteerden<br />
bepaaldelyk een opgaaf dezer zwaarigheeden<br />
verlangd, en hem V A. gelegenheid gegeeven<br />
ha den, om zich des wegens nogmaals te beraaden,<br />
en dezdven gedetailleerd te Ipecificeeren ,<br />
als mede wel byzonder te betoogen , dat die<br />
zwaarigheeden de reis uit Texel naar Brest volftrekt<br />
ondoenlyk hadden gemaakt, en noch geheel<br />
, noch ten deele te verhelpen waren geweest;<br />
hy nogtans niet anders, dan in generaale<br />
termen, (/) had opgegeeven de weinige Victualie<br />
, flegte ftaat der Scheepen en gebrek aan<br />
Behoefrens ; 't welk alles, zoo hy zeide , in<br />
dien tyd niet te overwinnen was.<br />
Dat hy Vicr-Admiraal, hoe zeer in geen verder<br />
detail dezer zwaarigheeden treedende , echter<br />
, met relatie tot de exiftentje van dezelven ,<br />
aan Heeren Gecommitteerden had te kennen gegeeven<br />
, (O dat hy hier van niet alleen , ten<br />
tyde der gehoudene Conferentie, volkomene zekerheid<br />
had ; daar hem de voorhanden zynde<br />
V.cfualie van alle de Scheepen bekend was; en<br />
hy ook , wat derzelver verdere fituatie betrof,<br />
de gelleldheid van zyn onderhebbend Schip ten<br />
vollen kende , en die van de overige Scheepen<br />
wel byzonder wist uit de Rapporten, die hy op<br />
dien zelfden dag aan Boord van den V. A.<br />
Hartfinck gezien had ; (zonder echter zich te<br />
herinneren, of dit vóór, dan wel in de Couferentie<br />
geweest was) maar dat dezelve zwaarigheeden<br />
daar en boven aan hem genoegzaam<br />
kennelyk waren, daar uit namelytt, dat hy, als<br />
Vlag.<br />
(s) Verhoor V. A. van Byland, No. 6. Art. 12.<br />
(t) Ibidem Art. 13, 14, 15 en 16.<br />
E S
ü L y<br />
ftl J '<br />
z<br />
A A K E N V A N I 78y.<br />
Vlag-Officier in de Vloot zynde , den generalen<br />
fta«, waarin de Scheepen, die dat geheele<br />
jaar in dienst geweest waren, zich moeften bevinden,<br />
genoegzaam, en dus ook vóór het kezen<br />
van de Rapporten der Capiteinen , weeten<br />
kon<br />
Dat Heeren Gecommitteerden hier uit, mitsgaders<br />
uit het verder aveu van gem. Graave van<br />
Byland, (V) met volle zekerheid hadden moeten<br />
opmaaken , dat de redenen, waarom het<br />
werkftellig maaken van middelen tot wegruiming<br />
van de gemaakte zwaarigheeden tegen de reis<br />
naar Brest, naar zyn oordeel, niet meer in confidentie<br />
konde komen, reeds , geduurende zyn<br />
verblyf in den Haag, plaats hadden , en aan<br />
hem V. A. volkomen bekend moeften zyn geweest;<br />
en dat het vervolgens zeer vreemd moest<br />
voorkomen, waarom hy dan, door het aanneemen<br />
der recommandatie van Z. H., om te onderzoeken<br />
, of de zwaarigheeden tegen de Expeditie<br />
naar Brest nog wegteruiroen waren , Hoog-<br />
.denzelven in den waan had gebragt , of gelaaten<br />
, dat 'er nog tyd tot opruiming dier zwaarigheeden<br />
zoude zyn geweest; mitsgaders , dat<br />
fpeciaal over de opruiming van dezelven, en wel<br />
byzonder over de middelen , daartoe dienende,<br />
in Texel zoude worden gedelibereerd.<br />
Dat deze confequentie , uit de gezegdens van<br />
hem Graave van Byland , zoo evidentelyk gededuceerd<br />
, aan hem voorgehouden zynde, hy<br />
V, A. daar tegen had ingebragt, dat hy, (v)<br />
by het aanneemen der voorfz. recommanaaue,<br />
vermeende, na zyne gedaane declaratie omtrent<br />
de onmogelykheid der Expeditie naar Brest, blotelyk<br />
te moeten obediëeren aan de orders van<br />
Z. H. ; en dat hy toen ter tyd niet dacht,<br />
Hoogdenzelven in eenige andere gedachten ge.<br />
bragt<br />
(.«) Verhoor V. A. van Byland, No. 7. Art. r.<br />
(vj Ibidem Art. 3,
JOLT, STAAT EN OORLOG. 1785. 7S<br />
brast te hebben, als alleenlyk, dat over de wegneeming<br />
der gem. zwaarigheeden voor zeker in<br />
Texel zou worden gedelibereerd; maar da', by<br />
zvn retour in Texel, de zaak nader, ingevolge<br />
de recommandatie van Z. H., in overweeging<br />
genomen zynde, zoodanige deliberatie aldaar notoir<br />
wierd gehouden voor vervallen, vermus,m<br />
• zyn afweezigheid door de Rapporten van de Otficieren<br />
omtrent den ftaat der Scheepen, tot de<br />
Expeditie gedeftineerd, en welke Rapporten, by<br />
zyn vertrek uit 's Haage, aldaar nog met waren<br />
gearriveerd, de onmogelykheid van die Lxpeditie<br />
volkomen gebleeken was.<br />
Dan dat Heeren Gecommitteerden hier op<br />
moeften remarqueeren, dat hoe zeer hy V. A.<br />
mogte oordeelen verpligt te zyn, aan de gem.<br />
recommandatie van Zyne Hoogheid te obedieeren<br />
: de bedenking echter daarmede met wierd<br />
weggenomen , waarom hy, des niettegenftaan.<br />
de daar hy de Togt voor ondoenlyk hield, in<br />
, allen gevalle, aan Zyne Hoogheid, by gelegenheid<br />
dezer recommandatie , niet heeft gereprsefenteerd<br />
het weinig effect., dat van dezelve , naar zyne<br />
gedachten, was te wagten: — te meer, daar<br />
hy V. A., naderhand uit hoofde der Rapporten<br />
welken intusfchen overgezonden waren, en<br />
die hy V. A. niet eens zeker wist, vóór de<br />
Conferentie gezien te hebben, en die in alle gevalle<br />
, niets tot de mogelykheid of onmogelykheid,<br />
om zwaarigheeden uit den weg te ruimen<br />
, konden toebrengen ; dacht gelegenheid te<br />
mogen neemen , om aan de gezegde recommandatie<br />
wed.rom niet te obediëeren : zoo dat het<br />
na dit alles volftrekt onzeker blyft, waarom hy<br />
V. A., in plaats van de Conferentie der Vlag-<br />
Officieren te doen dienen, om te weeten, of zy<br />
met hem van dezelfde opiuie waren omtrent het<br />
ondoenlyke der reis naar Brest, met liever zyne<br />
eigene en hunne overweeging bepaald had tot<br />
een onderzoek Da de middelen, om de zwaarighfeden<br />
te overwinnen: waarmede hy tevens aan<br />
de
75 JCLY, Z A A K E N V A N i*8y.<br />
de recommandatie van Z. H., zoo als hy V.<br />
A. die had opgegeeven, completelyk zou hebben<br />
voldaan.<br />
Dat deze confideratien dan al wederom aan<br />
gem. Graave van Byland voorgehouden; doch daarop<br />
door denzelven niet» anders gerepliceerd ?ynde,<br />
dan dat het in Texel (M>) in de Conferentie<br />
gebleeken was, dat geene middelen, wegens<br />
de kortheid des tyds, konden worden in 't werk<br />
gefield ; en dus alle verdere dcliberarien daardoor<br />
waren afgefneeden : Heeren Gecommitteerden van<br />
begrip waren, dat deze zoogenaamde oplosfing<br />
op de voorgeflelde bedenking , welke zich tot<br />
het oogmerk, en niet tot den uit/lag der Conferentie<br />
van den 7 Oclober bepaalde, geenszins<br />
toepasfelyk was: terwyl uit het hier en even te<br />
vooren gedeclareerde van hem V. A. niet anders<br />
kon worden opgemaakt, dan of dat Z. H.<br />
berust had in het doen eener recommandatie,<br />
welke volftrekt infaifabel was, om geëxecuteerd<br />
te worden (iets , 't geen nimmer kon worden<br />
gefupponeenO of wel, dat hy V. A., Zyne<br />
Hoogheid nog laatende blyven in een denkbeeld<br />
van de mogelykheid der Expeditie (alzoo Hoog.<br />
dezelve het anders daarby alleen niet zou hebben<br />
kunnen laaten) verder, zonder eenigzins acht<br />
te flaan op de aan hem gedaane recommandatie,<br />
dermaaten was ingenomen geweest met zyn<br />
denkbeeld omtrent de onmogdykheid van de Expeditie<br />
, dat hy maar alleen had gezocht te zorgen<br />
, om dit zyn begrip door de Vlag-Officieren<br />
bevestigd te zien; zonder zich aan het beraamen<br />
van middelen tot wegneeming der zwaarigheeden<br />
gelegen te laaten zyn. — Al het welk dan<br />
o>:k aan hem V. A., ten einde hem alle mogelyke<br />
gelegenheid tot het elucideeren zyner ge«<br />
zegdens te verfchaffen, nader, hoewel vrugte.<br />
loos was onder 't oog gebragt. (x)<br />
Dat<br />
O) Verboor V. A. van Byland, No. ?. Art. 4.<br />
(*) Ibidem.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 77<br />
Dat het wyders mede zeer vreemd moest voorkomen,<br />
hoe de V. A. van Byland voo veel gewigt<br />
kon ftellen in de nadere onderricht ing,<br />
welke Z. H. door de toegezondene fchriftelyke<br />
Rapporten der Capiteinen ontving, dat hy daar.<br />
om alleen zich niet meer verpligt had geoordeeld<br />
, om aan de te meermaalen gemelde recommandatie<br />
van Z. H. te voldoen; alzoo noodwendig<br />
moest worden veronderfteld, en de V.<br />
A. van Byland ook overtuigd moest zyn, gelyk<br />
hv zulks niet direct had kunnen tegenfpreekeu,<br />
O") dat Hoogdezelve door de laatlte weekelyk-<br />
Iche Rapporten van den ftaat der Scheepen,<br />
vóór den 4 Oftober ontvangen , als mede door<br />
de mondelinge informatien van hem. V. A. ,<br />
reeds genoegzaam onderricht was , om te kunnen<br />
oordeelen over den dienst, welke van de<br />
Scheepen kon worden gevorderd.<br />
Dat, daarom , van den gezegden V. A. nadere<br />
opgaaf gerequireerd zynde, van wat natuur<br />
(z) het naauwkeurig onderzoek naar den ftaat<br />
der Scheepen , 't welke Z. H. hem V. A. geiniungeerd<br />
had , om in Texel te doen, wezen<br />
moest, en welke meerdere onderrichting , die<br />
met recht den naam van wezetiiyk en esfentieel,<br />
omtrent de geordonneerde reis naar Brest, zou.<br />
de mogen verdienen , door het aanteleggen onderzoek<br />
in Texel, zou hebben kunnen en moeten<br />
te weeg gebragt worden, boven die, welke<br />
Z. H., by 't geeven van voorzeide recommandatie^<br />
reeds had, en ook byzonder van hem V.<br />
A. had bekoomen: de V. A. van Byland daarop<br />
niets anders bericht had, dan dat Z. H. door<br />
hem niet nauwkeurig onderricht kon worden van<br />
den pr*cifen ftaat der Scheepen , tot zulk eene<br />
wyduitgeltrekte Expeditie gedeftineerd, alzoo de<br />
lysten van die gebreken nog niet aangekomen<br />
wa-<br />
(y) Verhoor V. A. van Byland, No. 8. Art. 3.<br />
(s; Idem, No. 10. Art. 1 en 2.
78 JÜLV, Z A A K E N V A N ï 7g J %<br />
waren; dat Z. H. hem dus had geinjungeerd<br />
om te onderzoeken , hoe zich die Scheepen in<br />
der daad bevonden, om zoo een wyduitgeftrekte<br />
Expeditie , daar mede te kunnen of mogen<br />
onderneemen; en dat de meerdere onderrichting<br />
welke Z. H. daarin beoogd zou hebben, en die<br />
met recht den naam van wtzenlyk verdiende<br />
omtrent de geordonneerde reis naar Brest (bt*<br />
halven de Victualie, die Z. H. bekend was<br />
dat niet verder dan tot ultimo Oftober ftrekte^<br />
en den ftaat van zyn eigen Schip) was de ftaat<br />
van het eafco der andere Scheepen ; mitsgaders<br />
van de behoeften, als Ankers, Touwen, het<br />
Tuig van het Schip, Zeilen, Zieken en diergelyke<br />
gebreken, in het laatst der Campagne<br />
meeftentyds voorkomende; welke allen door<br />
den Commandant der Vloot inmiddels aan Z.<br />
H. gezonden waren.<br />
Dan dat Heeren Gecommitteerden , by deze<br />
opgaave , niet hadden nagelaaten , den V. A.<br />
van Byland onder het oog te brengen , dat de<br />
intentie van het Befogne by deze gelegenheid<br />
geweest was , om geinformeerd te worden, welke<br />
reëele defecten aan de Scheepen, die op zich<br />
zeiven de reis naar Brest infaifabel maakten, en<br />
die Z. H. niet zoude geweeten hebben , noch<br />
door hem V. A. met mogelykheid weeten kon •<br />
daadelyk exteerden : en dat het derhalven aan<br />
een ieder geaffecteerd zou moeten voorkomen<br />
dat de opgaaven, die hy V. A. nu deed, door<br />
hem gefuppediteerd wierden , als een antwoord<br />
op vraagen, met zoodanig duidelyk en gedeclareerd<br />
oogmerk ingericht.<br />
Moetende hier by nog geremarqueerd worden,<br />
dat de voorn. V. A. , fchoon Haderhand ftellig<br />
gedeclareerd hebbende, dat het gebrek aan Victualie<br />
Qa) alleen zoo een wezentlyk impediment<br />
ge-<br />
(«) Verhoor V. A. van Byland, No. ia. Art. Ï<br />
en 2.
JUXT, STAAT EN OORLOG. 1785. 79<br />
geoordeeld was tegen de reis naar Brest, dat<br />
daarom niet eens onderzocht of nagegaan was,<br />
of de defeften van de Scheepen al, dan niet,<br />
permitteerden , om enkel en alleen een reis uit<br />
Texel naar Brest te doen; en dat over het verdere<br />
de deliberatien nutteloos waren , alzoo 'er<br />
in dien korten tyd niets aan kou verbeterd worden:<br />
des niettegenftaande had blyven fuftineeren<br />
, dat Z. H. de Rapporten van de Capiteinen<br />
daar by evenwel noodig had , om te zien,<br />
of het mogelyk was , dat door verlenging van<br />
tyd, of diergelyke, de reis mogt kunnen voortgang<br />
hebben; hoewel hem wederom was aangetoond<br />
, dat hy V. A., verre van door zodanige<br />
voorgeevens de geopperde bedenking optelosfen;<br />
in tegendeel dezelve niet eens toucheerde;<br />
maar veel eer het getal der objedien , uit zyne<br />
gezegdens voortvloeyende, vermeerderde , met<br />
nu van eene verlenging des bepaalden tyds te<br />
gewaagen ; welke niet alleen by de Refolutie<br />
van H. H. Mog. zelve was afgefneeden door de<br />
gedaane volftrekte en duidelyk gemotiveerde verklaaring,<br />
dat namelyk de reis , op den beftemden<br />
tyd geen voortgang hebbende, moest gerekend<br />
worden voor geheel vervallen; maar dat<br />
hy V. A. ook daarenboven, indien hy waarlyk<br />
toen reeds aan deze uitvlugt gedacht had , dan<br />
den Heer Admiraal Generaal had moeten verzoeken<br />
, of ten minften in confideratie geeven<br />
(iets 't geen hy echter niet had durven voorwenden<br />
gedaan te hebben , en 't geen ook by<br />
de uitkomst gebleeken was, niet gefchied te<br />
zyn om het noodige uitflel der reis , gefield<br />
zynde , dat daartoe eene mogelykheid gefupponeerd<br />
kon worden , by H. H. Mog. te bewerken,<br />
waardoor de zaak dan van zelve een anderen<br />
keer zou genomen hebben.<br />
Dat de voorn. V. A. al verder, ten einde zyne<br />
gedaane opgaaf, dat 'er in Texel niets anders<br />
beoordeeld was , dan de ftaat der Victualie,<br />
zonder de verdere defecten der Scheepen in<br />
aan-
8°-2fjm.Y, 2 A A K E N V A N i 7 Sj.<br />
t e n e<br />
eZS?/ T"' teiuftificwren, e n overeentebrengen<br />
met de recommandatie van Z H<br />
ÏS H? c X A<br />
' gedaan<br />
2 vo<br />
ens welke de<br />
's<br />
' fit*<br />
atie der Scheepen nauwkeurig moest worden nagegaan,<br />
en te gelyk onderzocht, of de zwarigheden<br />
nog uit den Weg te ruimen waren ; «al.<br />
egueerd had, dat.OJ) wanneer hy in''Axel<br />
Hg<br />
,en w de defeften<br />
der Scheepen<br />
ïL r<br />
P<br />
, gek<br />
V^nffi,-<br />
??<br />
"'<br />
C O m m a n d a H t d e r V l o o c e n<br />
verdere<br />
Vlag-Officieren daar zynde, reede onderzocht,<br />
en de lyften daarvan aan Z. H. gezonden waren,<br />
en dat bevonden was, dat de zwaiigheden<br />
riet uit den weg te ruimen waren. Dan dat<br />
Heeren Gecommitteerden hem V. A. niet alleen<br />
hadden getoond , dat dit veronderfteld onderzoek<br />
nimmer had plaats gehad ; maar ook dat,<br />
nem V A. by zyn retour in Texel zulks niet<br />
geheel gratis allegueerde: nadien 'er geen Conferentie<br />
van Vlag-Officieren tot dit onderzoek<br />
toen nog had plaats gehad : zoo dat hy dus ,<br />
tot zyne decharge , wegens het niet voldoen<br />
aan eene recommandatie van Z, H., waar van<br />
hy zich abfolut en in allen gevalle had behoo-<br />
TL tS a<br />
u i<br />
f (? . t e e r e n<br />
. 2<br />
>ch beriep op een fait, het<br />
welk volltrekt niet had geëxteerd.<br />
Dat , ten einde eens eindelyk van alle deeze<br />
menigvuldige tegenflrydigheden , en zoo zigtbaar<br />
gezochte uitvlugten afteftappen, het «.<br />
noeg zoude zyn nog kortelyk te refkfteeren ,<br />
aat L. ti., by Hoogdeszelfs fchriftelyke Elucidatien<br />
van eene zodanige recommandatie, welke<br />
Hoogdezelve aan den V. A. van Byland zoude<br />
gegeeven hebben, geene de minfte melding makende<br />
, alleenlyk had opgegeeven, (V) dat in<br />
zekere Conferentie, door Hoogdenzelven met<br />
vertrouwde Peifoonen gehouden, beflooten was,<br />
den<br />
(i) Verhoor V A. van Byland, No. 13. Art. r.<br />
Cc) Zie Elucidatien van Z. H. o P de 7 Bedenking.
jo«, STAAT EN OORLOG. 178J. Si<br />
den V. A. van Byland en S. b. N. van Hoey ,<br />
hos eerder, zoo beter , naar Boord ,te doen<br />
gaan , óm aldaar de orders van • H. H. MogL<br />
te leezen , en hun gedrag te bepaalen : wauc<br />
dat het meer dan waaifc-ynlyk zynde, dat Zy-r ne Hoogheid van gemelde recommandatie , by<br />
aldien dezelve waarlyk gedaan, ware, by deze<br />
gelegenheid, melding zoude hebbn gemaakt;<br />
Heeren Gecommitteerden , daar uit, dan ook<br />
niet anders hadden kunnen opmaaken , dan dat<br />
Z. H zodanige recommandatie, ten minlten zo<br />
als die door den V. A. van Byland . was, voorgefit<br />
ld, aan denzelven 8<br />
nimmer hebbe kunnen<br />
geeven; mitsgaders, dat de gemelde V. A. ook<br />
nimmer, by zyn vertrek uit 's Hage,.het voor»<br />
neemen kan gehad hebben, om, wanneer hy in<br />
ÏJexèl zou gekomen zyn , zodanig een onder-,<br />
zoek nog te doen aanlegden.; maar dat veel eer<br />
de Co. feréniie der Vh^-ülTicteren, volgens alle<br />
omftandigheden , gepiasfumeerd moest worden,'<br />
alle n door hem V. A. voorgefia^en en aangelegd<br />
te zyn, om van de Vla^-Ouicieren een expres<br />
declaratoir te verkryeen, dat de uitvoering<br />
der orders van H. H. Mog. onmogelyk. zoude<br />
zyn ppweest; ten einde aldus het gedrag van<br />
hem V. A., wegens het niet onderneemen van<br />
den Togt naar Brest, daar mede, zoo veel mogelyk,<br />
te kunnen verantwoorden. .. . . ..<br />
Een derkbeeld, 't geen nog .meerder wierd<br />
bevestigd, wanneer de gezegde V. A,, nopet s<br />
de mogelykheid om de Scheepen, tot dezen Togt<br />
geordonneerd , door bet middel van overneming<br />
u't de andere Scheepen , welken ter Rheede van<br />
T xel lagen , in beteren ftaat te ftelien , wel<br />
erkend had, dat het voornoemde middel, (//)<br />
by opkoomende Expeditien , en wanneer men<br />
vreest dat de Scheepen , daartoe gefchikt , het<br />
met<br />
{d) Verboor V. A. van Byland, No. 17. Art. 3<br />
tot 6.<br />
XXIX. DE BI.. F
8a JULY, ZAAKEN VAN 1785.<br />
met den voorraad van Victualie mogelyk niet<br />
zouden uithouden, wel gebruikelyk is, wanneer<br />
zulks geordonneerd wordt ; en ook Diet had<br />
kunnen ontkennen, dat 'er, ten tyde van de<br />
geordonneerde reis naar Brest, behalven de daar<br />
toe gedestineerde Scheepen , nog anderen in<br />
Texel lagen , welken ten minden met een' gelyken<br />
voorraad van Victualie'waren voorzien:<br />
doch zich echter niet had kunnen herinneren,<br />
dat in de Conferentie der Vlag-Officieren dit zo<br />
bekend en gewoon middel fpeciaal was onder»<br />
zocht en overwopgen. Daar het nogtans aan<br />
Heeren Gecommitteerden was voorgekoomen ,<br />
dat hy V. A., indien het zyn ernftig voornee.<br />
men geweest ware, om aan zyne ontvangen' orders,<br />
zoo het eenigzins mogelyk was, te obediaeren;<br />
hier op, in het byzonder, zou hebben<br />
aangedrongen: Nademaal hy in de gefteldheid<br />
der Victualie, naar zyn zeggen, zoo veel zwarigheid<br />
had gevonden , dat hy daarom het onderzoek<br />
der andere defecten niet eens noodig<br />
had gekeurd: zoo dat hy voornamelyk omtrent<br />
deze difficulteit de nakoming der opgegeevene<br />
recommandatie van Z. H., om de zwarigheden,<br />
indien mogelyk, uit den weg te ruimen, vooral<br />
had behcoren in 't werk te ftellen. Want dat<br />
het door hem V. A. op dit refpect geallegueerde<br />
gebrek aan tyd , om dit middefin 't werk<br />
te ftellen , althans niet kon dienen om te jufli.<br />
ficeeren , dat daar over in 't geheel niet gedelibereerd<br />
was; daar hy V. A., vooraf geweeten<br />
hebbende, hoe veel tyd 'er tot die overneeming<br />
zou overfchieten , echter Z. H. in den waan<br />
gelasten had dat over de wegneeming der zwarigheid<br />
omtrent de Victualie, als welke by hem<br />
V, A. vooral in confidentie kwam, ernftig gedelibereerd<br />
zou worden. En dat hy V. A. integendeel<br />
, nu het geheel nalaaten dezer deliberatie<br />
met een gebrek aan tyd, trachtende te verichoonen;<br />
meer en meer grond gaf, om, gelyk<br />
zoo even reeds gezegd is, te vermoeden , dat<br />
hy,
JOLT-, STAAT EN OORLOG. 1785. H<br />
hy Ï reeds by zyn retour naar Tt-xel , een vast<br />
voorneemen heeft gehad, om de reis naar Brest<br />
niet te onderneemen: te meer, daar de geallegueerde<br />
kortheid van tyd ganttch niet als een<br />
reden van oumogeiykheid kon worden aangemerkt,<br />
na dat hy het vertrek van het Esquader<br />
onder den S. b. N. van Kusber^en, zoo weinig<br />
tyd daarna , gebleeken was , dat het zelvï, op<br />
den 9 October i 78a order krygende , om Victualie<br />
uit de andere Scbeepen overteneemen $<br />
deze overneeming reeds dien 2elfden dag prompt<br />
en volkoimen had verricht.<br />
Kunnende al wyders her door den V. A. van<br />
Byland geallegueerde voorwendzel, van geen order<br />
tot overneeming van Victualie gehad te hebben<br />
, even weinig een grond van verfchooning<br />
opleveren , waarom hy dat point ten mmften<br />
niet in ernftige deliberatie had gebragt; vooral,<br />
daar zulk een omneemr-g her eenig middel tot<br />
verbetering van 't gebrek der Victualie inhield;<br />
en de propofitie daarvan dus van zelve in de<br />
recommandatie, die hy V. A. zeirte, van Z. H»<br />
ontvangen en aangenomen te hebben, lag opgefloten<br />
: zoo als dit alles , onder meerder , aan<br />
den voorn. V. A., hoewel zonder vrucht, ferifnfelyk<br />
onder 't oog was gebragt.<br />
Dir Heereu Gecommirteerden daar uit dan<br />
ook hadden moeten beduiten, dat, in de Conferentie<br />
der Vlag-Officieren, noch het onderzoek<br />
naar den ftaat der Scheepen , noch het overwegen<br />
van middelen om de zwaarigheden uit den<br />
weg te ruimen , in deliberatie genomen zynde;<br />
het den Vice-Admiraal alleen te doen was geweest,<br />
om, op grond der gezegde zwarigheden,<br />
een declaratoir van onmogelykheid, zo als reed»<br />
geremarqueerd is, te verkrygen.<br />
Dat cok niet zonder reflexie had kunnen worden<br />
gepasfeerd, dat de V. A. van Byland zich<br />
boven de andere Leden der meergedachte Conferentie<br />
gefignaleerd had ,' door afzonderlyk te<br />
F 2 de*
J4 JÜLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
declareeren, f» dat hy, als gefield zynde, tot<br />
het commandeeren der Scheepen, tot deze Expeditie<br />
gedestineerd , zulks wel fpeciaal gansch<br />
infaifabel oordeelde : doch voor welk gedeclareerde<br />
hy V. A. geen byzondere redenen had<br />
weeten bytebrengen, dan de daar by zynde<br />
expresfien zeiven aanduidden , te weeten ,<br />
dat hy, dit Esquader moetende commandeeren ,<br />
dus voor 't behoud van 't zelve alleen verantwoordelyk<br />
was.<br />
Dat, zonder hier omtrent eenige , misfchien<br />
niet ongegronde , gistingen bytebrengen , of te<br />
onderzoeken , in hoe verre hier ter plaats de<br />
qualiteit van Commandant tot zulk een afzonderlyk<br />
declaratoir eenig recht of verpligting opleverde<br />
; vervolgens, ook niet dan met een<br />
woord, behoefde te worden aangemerkt, dat de<br />
V. A. van Byland, op dezelfde gronden, waar<br />
op hy zich van het in 't werk Hellen of in deliberatie<br />
brengen van middelen , ter wegruiming<br />
van de geopperde zwaarigheeden , omtrent de<br />
Scheepen in V algemeen, had geoordeeld te mogen<br />
dispenfeeren; zulks dan ook, met betrekking<br />
tot de ter zyner plaats opgegeevene defecten<br />
van zyn eigen Schip, van applicatie gemaakt<br />
en tot redres daarvan niets, hoe genaamd, verricht<br />
had.<br />
Dat voorts , daar de V. A. van Byland telkens<br />
, van de geordonneerde reis naar Brest<br />
fpreekende , dezelve als eene bezwaarlyke en<br />
zeer wyd uitgeftrekte expeditie getoond had te<br />
willen doen vooikoomen , onderzocht zynde,<br />
hoedanig een denkbeeld de voorn. V. A. zich<br />
dan omtrent de orders van H. H. Mog., uit<br />
welken alleen de aart der expeditie was te ontdekken,<br />
gevormd had; door den gezegde V, A.<br />
op de deswegens aan hem voorgeltelde vraag<br />
ge-<br />
CO Zie Verbaal vin den V. A. Hartfinck, j>ag. 338.<br />
(f) Verhoor V. A. van BylaodNo. 22. Art. 5.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785: «5<br />
gedeclareerd was , dat hy O) zekerlyk de geordonneerde<br />
reis naar Brest voor eene zeer bezwaarlyke<br />
en wyduitgeftrekte expeditie gehouden<br />
had , wanneer hem dezelve geordonneerd<br />
wierd»', om te onderneemen met een Esquader<br />
van zwaare Oorlogfcheepen, twee dagen na den<br />
ontvangst der order en inftrucYie van H. H. Mog.,<br />
in een tyd , dat de Campagne en de voorraad<br />
van Vivres en Behoeftens ten einde liep; en de<br />
fchikkingen in kort gemaakt zouden worden,<br />
om fommigen in veiligheid te doen plaatfen ,<br />
tbt behoud derzelven , tegen het wintetfaifoen;<br />
en dat hy , overeenkomflig die gedachten , de<br />
zwaarigheid in de uitvoering der Refolutie van<br />
H H. Mog. gemaakt, en het denkbeeld van<br />
die Expeditie gevormd had.<br />
Dan dat op dit gedeclareerde, aanftonds, ver.<br />
fcheidene aanmerkingen zouden kunnen worden<br />
gemaakr, als onder anderen; •— dat de V. A.<br />
van Byland , bereids den eerden Oöober , en<br />
dus een week , vóór dat de reis naar Brest uiterlyk<br />
moest ondernomen worden, van de apparentie<br />
derzelve kennis gehad hebbende; desniettegenfhande<br />
zich , gelyk gebleeken is , zonder<br />
wettipe oorzaak , tot het doen zyner reis naar<br />
den Haag, uit de Vloot geabfenteerd, en daardoor<br />
zelf gelegenheid gegeeven had, dat hy de<br />
finale order van H, H. Mog. niet vroeger, dan<br />
twee dagen na derzelver aankomst, had bekomen<br />
: —. dat zyn denkbeeld, omtrent het ten<br />
einde loopen der Campagne, en zyne vaste veronderftelüng,<br />
dat de Scheepen (tonden opgelegd<br />
te worden, zoo als mede breedvoerig is aangetoond,<br />
in een tyd van Oorlog zeer ongegrond<br />
was: — gelyk ook, dat het gebrek van Vivres<br />
door het bekende , maar, in dit geval alleen,<br />
over het hoofd geziene middel van overneeming<br />
. . uit de andere Scheepen , volgens zyn eisen<br />
aveu,<br />
£>) Verboor V. A. van Byland, No. 10. Art. 3.<br />
E 3
m JULY, Z A A K E N V A N 1785;<br />
aveu, (h) had kunnen worden geredresfeerd ;<br />
van welk middel by eene andere gelegenheid<br />
gebleeken was , in zeer korten tyd gebruik te<br />
kunnen worden gemaakt, en *t geen zelfs oiede<br />
volgens zyn eig :në eerfte opgaaf, binnen den<br />
bepaalden tyd (/') ligtelyk nad kunnen worden<br />
in 't werk gefield ; vioral , indien hy by der<br />
hand geweest was , ten tyde der in de Vjoot<br />
omvangene orders van H. H. Mog., oficioon<br />
by naderhand, misfehien befcffetide, dat hier<br />
uit deeze wettige gevolgtrekking zou kunnen<br />
worden afgcle'd, ttgens alle waarfcbynlykheid<br />
aan , een vry langer tyd tot zulk een' overneeming<br />
gefixeerd had (k).<br />
Dat inxgelyks op het voorfz. in het generaal<br />
gedeclareerde van den voornoemden V. A. moest<br />
Worden perefl-cVer.1 : dat, by de gezegde opgaaf<br />
van htm V. A. het oogmerk der voorgeïlelde<br />
vraas: geheel was uit het oog verlooren;<br />
als by welke vraag eenvoudig onderzoek was<br />
fieriaan naar het denkbeeld van hem V. A. omtrent<br />
het geen eigenlyk by de Refolutien van<br />
H H. Mog. wierd bedoeld; maar niet naar zyne<br />
zwaaiigheden tegen een reis , waar van nog<br />
niet bleek, hoedanig hy dezelve befchouwd had;<br />
en die veelal , door de explicatie van het waa-<br />
|e oogmerk der orders van H. H. Mog., al of<br />
niet gegrond konden verklaard worden : waarom<br />
deihalve ook alsnog aan den gezegden V. A.<br />
had moeten worden afgevraagd, wat hy fpeciaal<br />
begreepen had, (/) dat, by de R folutien van<br />
ïi. H. Mog. omtrent de Expeditie naar Brest,<br />
van hem was gevorderd ; en dat dezelve daar<br />
op had verklaard , dat daar by geordonneerd<br />
wierd , naar Brest te gaan; en, aldaar gekomen<br />
zyn-<br />
(A) Verboor V. A. van Byland, No. 17. Art. ?,<br />
(i) Ibi.tem Art, 7.<br />
(i) lbi lem.<br />
(0 Idem No. ïi, Art. 1.
jutr, STAAT EN OORLOG, 1785. 8?<br />
zynde, den inhoud derzelve Refolutien verder<br />
na te komen: mitsgaders, zoo hy niet zoo ver.<br />
re als Brest, konde komen, naar de Noordzee<br />
te zeilen, om te kruisfen; erkennende hy V.A.<br />
voorts dat de voornoemde Refolutien vau H.<br />
H. Mog. O) hem, in de eerfte plaats, en volftrekt<br />
it jungeerden , om met het Esquader naar<br />
Brest te zeilen , onder de bepaalingen , in die<br />
Refolutien vervat ; en dat hy , by het ontvangen<br />
van H. H. Mog. Refolutien, («) den inhoud<br />
derzelven, eerst in het generaal , geheel<br />
had overwoogen; doch, nader in het byzonder,<br />
bepaaldelyk de reis uit Texel naar Brest: terwyl<br />
hy de overweeging der verdere pointen re.<br />
ferveerde tot de komst aldaar, of wel op de<br />
reis, naar maate de gevallen, in de voonz. Refolutien<br />
uitgedrukt , zich kwamen op te doen :<br />
Dat hy V. A. evenwel deeze duidelyke opgaat<br />
naderhand weder had gecontradiceerd , door te<br />
verklaaren, f» dat, volgens de natuur of eigenichap<br />
der orders voor Zee-Officieren, vooral<br />
voor Commandanten van Esquaders, het geen<br />
in de door hun ontvangen' orders ftaat, niet<br />
fuccesfive, maar alles in zyn zamenhang, wordt<br />
ingezien , om zich daar na te kunnen ricnten,<br />
wegens alle veranderingen , waar aan een Zee.<br />
man onderhevig is; 't welk hy zeirie mede in<br />
de woorden van Soldaat- en Zeemanfchap te be*<br />
grvpen.<br />
Dat de voornoemde V. A. wyders, naar zyn<br />
begrip, omtrent het geen hy, na zyn aankomst<br />
te Brest , ingevolge de Refolutien van H. H.<br />
Mog., zoude hebben moeten doen, gevraagd<br />
zynde, (ƒ>) eerst gezegd had, begreepen te heb.<br />
ben, dat *y aldaar moest ovai winteren en nadere<br />
(«) Verhoor V. A. van Byland, Ni. 11. Art. a.<br />
(«) Ibidem Art. 3.<br />
{«) Ibidem.<br />
(>; Ibidem, Art. 4.<br />
F 4
8S jrjtv, Z A A K E N V A N ' I 78J.<br />
j-e ordres afwagten, doch met vryheid, om in.<br />
tusfchen, gecombineerd mee deFranfchen, eeni«<br />
ge Expeduien te onderneemen, zoo hy zyn Esquader<br />
daar toe in ftaat bevond; dan welke uitdrukkelyke<br />
en met den waaren inhoud der Refolutïen<br />
juist ovéreenkomftige opgaaf, hy V A.<br />
weder naderhand, apparent begrypende, dat hier<br />
door de gepretendeerde onmogelykheid der Expeditie<br />
te veel zoude worden tegengefproken<br />
gealtereerd had , met daar by te vo gen, (q j<br />
dat hy ook Coricert-operatieri'met de Franfchen<br />
zou moeten onderneemen ; en dat hy nu oordeelde,<br />
de klaarblykelyke intentie van H. H.<br />
Mog. te zyn , dat dit Esquader voor de Franfchen<br />
, van dienst zoude wezen , (zoo als hy<br />
uit den zamenhang der order meende te bevinden)<br />
en niet om blootelyk te overwinteren •<br />
Waar op hy öok te letten 'had: Dan dat by deeze<br />
nadere, met de eerfte natuurlyke opgaaf van<br />
hem V. A. zelve zoo weinig ovéreenkomftige<br />
en alleszins gewrongene explicatie , den voornoemde<br />
V. A. uil Hun Hoog Mog. Refolutie<br />
was aangetoond , en op de convincantfte wyze<br />
door Heeren Gecommitteerden beweezen dat<br />
hët opleggen eener verpligting op hem V.' A.<br />
om, by zyne komst te Btesr, en vóór het ontvangen<br />
van nadere orders , gecombineerd met de<br />
Frar.fcie Scheepen , operatien te doen; geenszins<br />
in de bedoeling van H. H. M. was; maar<br />
dat, integendeel, de eers geueeven explicatie van<br />
|iem- V. A. , waar aan deze nadere uitlegging<br />
volftrtkt contrarieerde , met dui teneur van H.<br />
H. Mog,* Refóiutieh eff-ctivelyk infteinde; Nal<br />
demaai het doen der gecombineerde operatien<br />
by die Refolutie afhanaelyk gemaakt was van<br />
de overtuiging des C mmandant's van her Esquader,<br />
dat namelyk zyne Scheepen tot zoodaalge<br />
opeiatien gefchikt waren: dat men die Re-<br />
(?) Verhoor V, A, yan Byland, No. ö. Art. 4.<br />
fo.
JULY, S T A A T E N O O R L O G . 178j. U<br />
folutie ook maar had intezien , en met derz 1ver<br />
permisfen te vergelykrn, om overtuigd te<br />
2 vn dat H. H. Mog-. hunne dehberatien, over<br />
het voorlid van den Heer Ambasfadeur van<br />
F'-mkryk, zoo als dat ingericht was , nog niet<br />
geëindigd hadden'; maar met ryp overleg wilden<br />
vér.vólgèh: doch alleen, om , door dit uitflel<br />
geen' prsjuditie aan de zaak toerebrengen,<br />
de 'nu plaats grypende gunftige gelegenheid ,<br />
waar inne de gevraagde Scheepen veilig net Ciaaal<br />
pasferen konden, begeerden té arnpiCeren,<br />
én de Scheepén , by provifie, naar Brest verkozen<br />
te zend.n, om aldaar de nadere orders at<br />
te wagteni terwyl aan den Commandant van het<br />
' Esquader wierd overgelaaten, om, in jtfwagring<br />
dezer orders, inmiddels zoodanig gebruik van<br />
de Scheepen, tot het doen van afbreuk aan den<br />
Vyand te maaken, als, naar de gelteldheid derzeiven,<br />
g-fchieden kon, mits echter, by der<br />
hand en in de Europeefché Z^ën blyvende, ten<br />
einde de nader, in conformiteit van het verzoek<br />
van welgemelde Ambasfadeur, te geeven<br />
orders niet iaffB£beüs gemaakt zouden worden.<br />
Doch dat , mee dit alleszim) gefundeerd betoog,<br />
de V. A. van Byland zich echter niet<br />
had willen laaten overtuigen, dac de voorenltaande<br />
opgaaf de waare intentie van H. H.<br />
Moer zoude bevatten; alhoewel dezelve daar tegen<br />
geenerhande, redenen had Weeten by te<br />
brengen. . , , , .<br />
Du vervolgens, ten einde het begrip van :iem<br />
V A. omtrent de mogelykheid van den overtogt<br />
naar Brest, des te duidelyker te-bevatten 5<br />
bede aan denzelven, by tegenoverllelling , zyu<br />
denkbeeld, met relatie tot de mogelykheid, om<br />
met de Scheepen een Kruisrogt in de Noordzee<br />
te doen gevraagd zynde: hy dezelven daartoe,<br />
nkttegenltaande (r) de nu zoo onoverwinneiyk<br />
(r) Verhoor V. A. van Bylaad, No. 7. Art. 5.<br />
ff 5
9^ JCLY, Z A A K E N V A N<br />
1733.<br />
gekeurde zwaarigheeden, op dien tyd niet ongefchikt<br />
had aangemerkt, offchoon hy, de reis<br />
naar Brest ("niet anders evenwel dan op grond<br />
van een veronderltelden zamenloop yan op elkanderen<br />
volgende fataliteiten) op een tyd van<br />
zes weeken (r) gecalculeerd hebbende, ter zeiver<br />
tyd, niet had kunnen ontkennen, dat, een<br />
Esquaaer Oorlogfcheepen, (t) in October uit-<br />
Joopende, om een Kruistogt in de Noordzee te<br />
doen; tot zoodanigen Ktuistogt mede , by een<br />
zamenloop van tegenfpoeden , wel zes weeken<br />
dienden gecalculeerd te worden : by confrontatie<br />
van weike beide opgaven , het voor Heeren<br />
Gecommitteerden niet we! te begrypen was ,<br />
waarom, by die zelfde omSlandigheeden, de eene<br />
Expeditie voor volftrekt onmogejyk ; en de andere,<br />
daarentegen, als zeer faifabei gtfteld wierd.<br />
Dat, wel is waar, de V. A. van Byland, na<br />
zich hier op expresfelyk beraaden te hebben ,<br />
een reden van onderfcheid («) in den verren afftand,<br />
en fuuatie van de Haven van Brest, had<br />
getragt te vinden ; (eene opgaaf, die ook wel,<br />
zonder voorafgaand overlegd, had kunnen gefchieden)<br />
welk ondeifcheid hy, naderhand , met<br />
eene omlhndige opgaaf van alle de zwaarigheeden<br />
, (v) weiken, naar zyn voorftel, meerder<br />
by de reis naar Brest, dan by een Ktuistogt in<br />
de Noordzee ie verwagten waren , had uitgebreid:<br />
Doch dat het , in alle gevalle , eene<br />
waarheid bleef, dat beide gezegde Togten , by<br />
een zamenloop van tegenipoeden , en ook in<br />
zulk een geval alleen, naar de opgave van den<br />
V. A. van Byland zelf, een tyd van zes weeken<br />
konden aanloopen; mitsgaders dat, offchoon<br />
de apparentie tot het eene geval meerder moge<br />
CO Verhoor V. A. van Byland, No. 16. Art. 1.<br />
(/) Ibidem Art. 2.<br />
(u) Idem No. 7. Art. 6.<br />
C» Idem No. 13. Art. a.<br />
ge-
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. ?*<br />
geweest zyn, dan tot het andere, het geen d 0or<br />
Lieden, ces kundig zou moeten worden beilist;<br />
echter dit onderlcheid ruim zoo veel in de wyze<br />
van denken en vooiftellen, dan wel m de<br />
zaak zelve fcheen te zyn gelegen geweest ; en<br />
in allen gevalle zoo groot niet kon zyn , om,<br />
uit 'hen hoofle alleen , zonder eenzydigheid, de<br />
eene Expeditie, als zeer faifabel ; en de andere<br />
daarentegen als volftrekt onuitvoerlyk optegee.<br />
Dat wyders aan den V. A. vsn Byland, met<br />
betrekking tot zyne denkbeelden n.opens den<br />
Togt naar Brest, was voorgefteld. of de fituatie<br />
der Scheepen , (w) tot dien Tost geordonneerd<br />
ten aanzien van derzelver Cascos (den<br />
ftaat der Viftualieering hier voor een oogenbhk<br />
ter zyde gefteld zvnde) zoodanig geweest was,<br />
dat het doen van die reis , en dus bepaaldelyk<br />
een Togt van de Rheede van Texel tot in de<br />
ILven van Brest, zonder hiermede te combineeren<br />
eenige verdere uitzigten omtrent het employ<br />
of verblyf der Scheepen te B'est, infaifabel<br />
wierd; en wat 'er in de gemelde fituatie der<br />
Scheepen dan byzonders plaats had, 't welk,<br />
als een reden van onmogelykheid voor het doen<br />
eener zoo bepaalde reis uit Texel tot Brest,<br />
kon geailegueerd worden. Dat op dit voorftel<br />
de voorn. V. A., na genomen beraad, en zonder<br />
zulks direft te beantwoorden, zich ai wederom<br />
op het gebrek aan Victualie , als het<br />
voornaarae point, waarom hy de reis naar Brest<br />
infaifabel oordeelde, beroepen had; declareerende<br />
verder , dat , ingevalle het gezegde gebrek<br />
niet gtëxteerd had, hy ter dier tyd zou hebben<br />
moeten nagaan, of hy de reis, volgens den inhoud<br />
en de bepaaling, in de meergem. Refolutien<br />
vervat, zou hebben kunnen onderneemen,<br />
en of hy het Esquader aan de gevaaren , op<br />
wel-<br />
(w) Verhoor V.A. van Byland, No. 11. Art.5en6.
5* Jt'Lr, Z A A K E N V A N I ? 8 5;<br />
welken liy , volgens de Refolutien van H- H.<br />
Mog., zei.ie te moeten letten, bloot ftelde: dat<br />
by dan ook nader en rypelyk zou hebben overwoogen,<br />
en met den Commandant der Vloot en<br />
verdere Vlag - Officieren overlegd de uitvoerlyk.<br />
heid van de bewuste Expeditie, over welke,<br />
noch hy, noch de commandeerende Officier, ge.<br />
raadpleegd was: terwyl dezelve V. A. voorts,<br />
na het doen eener ipecilique opgave der ondericheidene<br />
defedten, aan de Scheepen plaats gehad<br />
hebbende, daar had by^evoegd, dat het,<br />
in 't generaal, omtrent de behoeften der Scheepen,<br />
gantsch niet onverfchillig was, tot wdken<br />
dienst en_ werwaards de Scheepen gezonden worden,<br />
en in het byzonder, of dezelven tot eene<br />
bepaalde abfeptie worden weggezonden: dat toch<br />
in zoodanig gevat de menigvuldige Articulen ,<br />
die de Schippersboeken bevatten, noodzaakelyk<br />
uit de Magazynen, daar dezelven gemaakt worden<br />
en haare bepaalde maat hebben, dienen aangevuld<br />
te worden , en dat by dus niet bepaaldelyk<br />
decideeren kon (daar het geval , dat de<br />
Scheepen van de noodige Vivres voorzien waren,<br />
niet gcëxteerd had) of de overige defedten<br />
der daartoe gedefinieerde Scheepen, volgens het<br />
begrip, zoo van hem Commandant van liet Esquader,<br />
en des Commrindaht's van de Vloot,<br />
als van de verdere Vlag-Officieren , de reis op<br />
z ch zelve infailabel maakten ; doch dat by zekerlyk,<br />
ten aanzien van zyn onderhebbend Schip,<br />
zonder viilraiie van zyn Fokkemast en het Roer,<br />
die order niet had durven executeeren: dat mede,<br />
zoo hy zeide, gebleeken zou zyn, dot zoodanige<br />
executie dcor de gemelde "fituatie van<br />
zyn Schip voor hem infaifabel wierd ; fchoon<br />
by evenwel niet had opgegeeven , wanneer en<br />
aan wien zulks gebleeken was , en fchoon (gelyk<br />
ter zyner plaats is aangetoond) die zelfde<br />
defedten reeds, (*) by zyn aan weezen te Lis-<br />
fa-<br />
(*) Verhoor V. A. van Byland, No. 15. Art. 6,<br />
7> 8, p en 10.
JULY, STAAT E N O O R L O G . 1785. 93<br />
• fabon, ontdekt zyn'e, hy V. A. daarmede echter<br />
in December i;8l was geretourneerd: ge.<br />
]vk hy V. A. ter zeiver tyd had erkend , dat<br />
hy noch by zyn gemelde reiour van Lisfabon,<br />
noch vervolgens noodi^ geoordeeld had , iet»<br />
tot herftel van de voorfz. defecten van zyn Sc'cup<br />
•antewenden , geevende voor reden hier van,<br />
dat het Roer te dier tyd in zoo verre herfteht<br />
was, dat het wierd goedgekeurd, en aan het<br />
zelve geene nieuwe defedten befp.urd wierden ,<br />
hebbende hy daarmede in 1782 den vereischten<br />
dienst dan ook gedaan : zoo ook aangaande de<br />
Fokkemast: terwyl hy V. A. hier nog had bygevoegd,<br />
dat, zoo veel hy wist, de voorfz. defedten<br />
van zyn particulier Schip in de weekelykfche<br />
rapporten niet waren opgegeeven , om<br />
reden, dat dezelven , gelyk hy zelf erkende,<br />
het Schip niet actueel buiten ftaat fielden, om<br />
dienst te doen , hoedanige defedten gewoonlyk<br />
niet opgegeeven worden.<br />
Dat de voorn. V. A. wyders , fchoon niet<br />
kunnende tegenfpreken , dat, by een Kruistogc<br />
in de Noordzee, de Scheepen dikwyls met<br />
zwaare ftormen te worftelen hebben, echter de<br />
opgemelde defecten by zulk een Togt minder<br />
gevaarlyk had willen doen voorkomen , (y) om<br />
dat men in de Zoordzee veel eerder, volgens<br />
zyn opgaaf, weder in Texel of in ten andere<br />
Haven kon komen , dan wanneer men eens de<br />
Hoofden gepasfeert, en dus in het Canaal is,<br />
van waar men , indien aan de Scheepen iets<br />
overkomt, zoo gemnkkelyk niet te rug kan, of<br />
eenige andere Haven bereiken: Dan dat hier op<br />
moest worden gereflecteerd, dat, wat ook van<br />
de gezegde allegatie wezen moge, uit het vcorenftaande<br />
ten micften afteneemen is , dat deze<br />
eebrtken aan het Schip van den V. A. van Bya<br />
land.<br />
(y) Verboor V. A. van Bjland, No. 15. Art. is<br />
«n 13.
H Juw, Z A A K E N V A N m f S t<br />
c o n f i d e r e e<br />
Jn 1 h ^ [ d<br />
"ad, om dienst te doen;<br />
en die by daarom ook niet had opteeeeven of<br />
d<br />
InT/nP fT,° nder<br />
f- 0eken:<br />
Cwaartoe hy ai'der.<br />
indispenfabel verpl.gc geweest was , en waar<br />
door ook zyn Scnip tot een Kruistogr in de<br />
Noordzee niet onbekwaam gemaakt wierd) met<br />
weinig grond als zoodanige " beletzelen, geconfidereerd<br />
konden worden, om daarom den overtogt<br />
meL dat Schip nir Texel naar Brest volltrekt<br />
onmogelyk aantemerken.<br />
b e t r e f t d e<br />
«2"' 7**2" worengemelde op.<br />
gaaf, raakende her gewigt der beletselen, door<br />
Sn 5" U S<br />
. C h e e P e<br />
Z e l V e<br />
" r " > n<br />
»«* h<br />
" bi P<br />
van den V. A van Byland (zon er den ft.at<br />
hunner Victualie m aanmerking te neemer.) al,<br />
of niet, tot de reis naar Brest bukén «aar konden<br />
gerekend worden; de gezegde V. A hoewe<br />
daaromtrent hier ter plaatP declareerde ,<br />
niets te kunnen beflufen , en tëffet s uitdrukke*<br />
lyk erkennende, dat de ftaat der Schiepen ten<br />
aanzien van derzelver Cascos en B'boefrens,<br />
by de verklaaring der onmogelykheid van de Expeditie<br />
, niet in overweeging genomen was •<br />
evenwel naderhand vol uft Ld* geXreerïI»,<br />
dat, (z) indien aan hem eenvoudig en alleen<br />
doch niettemin , by wege van abfoiut bevel<br />
gelast was, om met het Esquader naar Brest te'<br />
zeilen, t e n einde aldaar de Scheepen te doen<br />
kielen , repareeren en van de nodige Behoeften<br />
voorzien; hy m dat geval ook (gefield, dat de<br />
e e<br />
^" genoeg Victualie tot die reis hadden)<br />
ontwyffelbaar , op grond van de fituatie der<br />
S ?T. , de r £ i S n a a r B r e s t i l ) f a i f a b e<br />
u ' zo" gekeurd<br />
hebben: voegende verder by dit zyn zeegen,<br />
dat, hoe pofitif eene order van H H<br />
Mog. ook zoude kunnen zyn, dezelve noPtans<br />
met uitfloot, dat een Officier, 'die met het Com.<br />
man-<br />
(2; Verhoor V. A. van Byland, No. 13. Art. j.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 95<br />
xnando van een Esquader belast wordt, te letten<br />
had op zyn pügt, om het zelve, door het<br />
opvolgen van die order , niet in oogenfchyniyk<br />
gevaar te brengen ; en dat dit zekerlyk ook de<br />
intentie van H. H. Mog. niet zyn kon. _ Dan<br />
dat , zonder hier wederom de abfurditeit der<br />
voorfz. verklaaring van den V. A. van Byland,<br />
als of de Scheepen , niet alleen door hun gebrek<br />
aan Victualie , maar ook door hunne verdere<br />
fituatie , tot den Togt r.aar Brest binten<br />
ftaat zouden moeten geoordeeld zyn, op nieuw<br />
te betoogen, als reeds te vooren, zoo uit de<br />
waare opgaaf van den ftaat der Scheepen , als<br />
uit alle de verdere omftandigheeden, mitsgaders<br />
uit de erkentenis der Officieren zeiven, volledig<br />
genoeg behandeld zynde ; evenwel met relatie<br />
tot den voorfz. ftelregel, welke de V. A. van<br />
Byland, ten richtfnoer van het gedrag eens commandeerenden<br />
Officier's, had opgegeeven, niet<br />
kou nagelaaten worden te remarqueeren ; dat ,<br />
ingevalle zoodanig een Officier, by het ontvaagen<br />
van ftellige bevelen , waar by geene , dm<br />
fpcciaal opgenoemde , uitzonderingen geadmitteerd<br />
worden , tot zulk eene nadere overweeging,<br />
waar door de uitvoering dier bevelen van<br />
zyn begrip afhanglyk zoude gemaakt worden,<br />
bevoegd zou kunnen worden gereekend, als dan<br />
te gelyk alle denkbeelden van fubordinatie den<br />
bodem ingeilagen , en de Oppermagt niet meer<br />
by den Souverain (die wel deegelyk om gewichtig<br />
oorzaaken een min of meer gevaarlyke<br />
onderneeming, ter bereiking van groote oogmerken,<br />
bevelen kan) maar alleen by de perfoo.<br />
nen tot de uitvoering van Hoogstderzelver orders<br />
gefchikt, gezocht zoude moeten worden.<br />
Dat de V. A. van Byland, naderhand, misfchien<br />
befeffeude, dat hy, met den gezegden<br />
ftelregel te willen vasthouden , zich zelf daade-<br />
Jyk aan disobediëntie jegens de Souverain fchuldig<br />
zou verklaaren, zyn gedrag uit de meening<br />
van H. H. Mog. zelve had gezocht afteleiden;<br />
wan-
9
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785.<br />
fuperieure magt opgevangen te zullen worden ,<br />
en dat hy, ten dien opzigte, zyn E quader in<br />
een oogenfchyniyk gevaar brengen zou : dat,<br />
mitsdien, het antwoord, door hem V ft. ontworpen<br />
, een' geheel anderen zin aan de Refolutie<br />
van H. H. Mog. geevende', dan dezelve<br />
manifestelyk had; hy V. A. derhalven, zoo hy<br />
daarby perfifteerde , of aan den dag zou leggen<br />
eene ongepermitteerde, en voor een Commandant<br />
geenszins honorable onkunde wegens den<br />
duidelyken letter en intentie van H. H. Mog.<br />
Refolutie; ofwel, met zodanig antwoord, wederom<br />
verraaden zou een fyltema, zoo verkeerd<br />
en inadmisfibel, als beledigend voor den Souverain<br />
, namelyk , dat de uitvoering van Hoogstdeszelfs<br />
gegeeven orders omtrent eene Expeditie<br />
ter Zee , hoe ftellig en volftrekt ook , van de<br />
overweeging des Commandant's afhangelyk gemaakt<br />
zou moeten worden : en dat, uit dezen<br />
hoofde, en, na al het geen hem V. A. hier by<br />
nu op het ernftigfte was onder het oog gebragt,<br />
waarvan, in cas van perfeverance, pertinente<br />
aantekening gehouden zou moeten worden, men<br />
hem dus in confidentie moest geeven, of hy<br />
V. A. niet liever hulde zou doen aan de waarheid,<br />
en van zich afweeren alle verdenkingen<br />
van verkeerd opzet, met het doen van zodanige<br />
manifestelyk verkeerde en tegen alle overtuiging<br />
inloopende opgaven van den inhoud der<br />
Refolutie van H. H. Mog. Doch dat al het<br />
zelve, hoe fterk ook aangedrongen, niets anders<br />
geproduceerd had, dan dat de V. A. van Byland<br />
by zyn opgegeeven antwoord was blyven<br />
volharden, fteeds fufiineerende, dat de gereclameerde<br />
(doch, zoo als bleek, zeer verkeerdelyk<br />
famengevoegde) pasfages uit H. H. Mog. Refolutie<br />
hem eene expresfe vryheid lieten, om alles<br />
te beoordeelen, wat maar eenigzins hem zoude<br />
mogen voorkoomen, tegen het onderneemen van<br />
die reis in aanmerking te kunnen gebragt worden;<br />
en waar uit by zou meenen, een daadelyk<br />
DEEL G ge-
?8 JULY; Z A A K E N V A N 1785.<br />
gevaar voor het Esquader te kunnen fpruiten:<br />
weshalven dan zyn voorfz. gegeeven antwoord,<br />
zoo als hetzelve lag, had moeten worden opgetekend.<br />
Dat de V. A. van Byland verder nog erketd<br />
had, dat de eerfte exceptie, (è) in de Refolutien<br />
van H. H. Mog. voorkomende , namelyk<br />
die van tegenwind, geen plaats had gehad: als<br />
mede dat de gefteldheid der Victualie, CO welke<br />
alleen de reden had uitgemaakt: waarom,<br />
zonder de andere defecten der Scheepen in aanmerking<br />
te neemen, het onderneemen der reis<br />
naar Brest geoordeeld waj, achterwegen te moe.<br />
ten blyven , niet in de termen van onvoorziene<br />
toevallen kon begreepen worden, alzo de tyd<br />
der Viétualieering bekend was; en dat hy V. A.<br />
Cd) door de onvoorziene toevallen , in H. H.<br />
Mog. Refolutie van den 3 Octob;r vermeld ,<br />
niets anders begreep, dan zulke omftandigheden,<br />
die H. H. Mog. op dien tyd niet wisten, en<br />
met geen mogelykheid konden voorzien of fupponeeren,<br />
maar welken echter gebeurlyk waren:<br />
dan dat de voorn. V. A. vervolgens wederom<br />
de expresfie van (e) onvoorziene toevallen rela*<br />
tif had willen maaken tot de eifective gefteldheid<br />
der Scheepen, zoo ten aanzien hunner cascos,<br />
als behoeften ; (welk een en ander echter<br />
hier boven , by de verklaarisg der onmogelykheid<br />
tot den Togt naar Brest, gebleeken is niet<br />
eens in aanmerking gekomen te zyn) en wyders<br />
gefuftineerd, dat hy niet onderfteilea kon, Cf)<br />
dat aan de Gecommitteerden van de Admiraliteiten<br />
(welker confideratien en advis H. H. Mog.<br />
hadden ingenomen) alle de defecten van de Schepen<br />
bekend waren ; en dat hy dus niet kon<br />
weefa)<br />
Verkoor V« A. van Byland, No. 19. Art. 5.<br />
(c~) Idem No. 20. Art. 1.<br />
(d) Idem No. si. Art. 1,<br />
(«) Ibidem Art. a.<br />
(f) Ibidem Att. 3.
JULY, STAAT EN OOR LOC, 1785. 99<br />
weeten, wat, en in hoe verre de ftant der Serie»<br />
pen overwoogen was , of had kunnen worden;<br />
meenende, zoo hy zeide, daarom te moeten veronderftellen<br />
, dat om die reden in de Refolutie<br />
van onvoorziene toevallen gelprooken wierd : en<br />
dat , wat 2. H. aanging , het aan hem V. A.<br />
uit de woorden der Refolutie niet gebleeken<br />
was , dat Hoogdeszelfs confideratkn en advis<br />
dien aangaande by H. H. Mog, ingenomen waren.<br />
Dat aan denzelven hierop voorgehouden zynde<br />
, (g) of hy dan ten minden niet bad moeten<br />
veronderftellen , dat Z. H. , die de voordragi<br />
, welke de aanleiding tot de deliberatien<br />
over deze zaak gegeeven had, had gedaan, daar<br />
over zyne confideratien wel zou gegeeven hebben<br />
; hy V. A. gezegd had, dit zeker te veronderltellen<br />
, ingevolge het Caracler van Z. H.,<br />
als Admiraal Generaal; maar dat hy tevens veronderftelde,<br />
dat aan Z. H. alle de defecten niet<br />
bekend waren. Eene veronderftelling echter,<br />
welke weinig gegrond moest voorkomen , wanneer<br />
men zich rappelleert, dat hy V. A, zeer<br />
wel wist, dat Z. H. de weekelykfche Rapporten<br />
ontvangen had, en dat Hoogdezelve dus<br />
volftrekt niet anders kon worden gt-fupponeerd,<br />
dan van dit alles zeer wel onderrichr te zyn.<br />
Dat hy V. A. evenwel daarna weder erkend<br />
had, dat de generaale fituatie der Scheepen, f?)<br />
zoo als die kennelyk was uit de weekelykfche<br />
Rapporten , uit de gevolgen van den dienst,<br />
die zy hadden gedaan , en uit het geen , 'naar<br />
Zeemanfchap, uit de gevorderdheid van het jaarfaifoen<br />
afgeleid kon worden ; even weinig, als<br />
de bekende gefteldheid der Victualie, onder de<br />
benaaming van onvoorziene toevallen begrecpen<br />
kon zyn ; en dat hy V. A. derhalven móest<br />
avou-<br />
(g) Verhoor V. A. vaa Byland, No. ai. Art. 3.<br />
\h) Ibid. Art. 4.<br />
G 3
ico jux*, Z A A K E N V A N 1785»<br />
avouëeren, (/) dat H. H. Mog. , by Hoogstderzelver<br />
Refolutie van den 3 Odlober, de Schepen,<br />
naar Brest gedestineerd , gefchikt hadden<br />
gekeurd, om die reis te doen: ten minden, dat<br />
daarby klaar bleek een begrip van H. H. Mog.,<br />
dat de Scheepen in den ftaat, waar in ze waren,<br />
de reis onderneemen moeiten, ten ware 'er iets<br />
anders, en 't geen geheel onvoorzien was, mogt<br />
bykomen: mitsgaders, dat 'er, zo veel hy wist,<br />
ten aanzien van de naar Brest gedestineerde Schepen<br />
, tegen den tyd , dat de reis ondernomen<br />
had moeten worden , geene onverwagte evenementen<br />
gebeurd waren, die H. H. Mog., noch<br />
van Z H., noch van de Gecommitteerdens uit<br />
de Admiraliteits Collegien wisten of konden weeten;<br />
en die ondertusfchen op zich zeiven reëele<br />
beletzelen zouden hebben opgeleverd, waardoor<br />
de reis infaifabel zou geworden zyn; alhoewel<br />
hy, des niettegenltaande, en in weerwil van het<br />
even te vooren zoo manifestelyk en diïtinct betoogde<br />
, was blyven beweeren, dat H. H. Mog.<br />
zekerlyk de informatien van den ltaat der Schepen<br />
niet gehad zouden hebben.<br />
Dat hier op eene fpeciaale opgave gevorderd<br />
zynde van de defecten , welken hy V. A. veronderftelde,<br />
dat aan H. H. Mog., bv't nemen<br />
der Refolutie tot de Expeditie naar B r<br />
est , onbekend<br />
geweest waren; zulks door hem betrekkelyk<br />
was gemaakt tot de meermaalen gemelde<br />
gebreeken aan zyn Schip, (£) en voorrs, ten<br />
aanzien der andere Scheepen, tot het verlies van<br />
Ankers , Touwen , de verbruikte Behoeften ,<br />
Zeilen, dcc, en al wat hun niet verder dan den<br />
Viétualie-tyd noodig was : al het welk hy V.<br />
A. veronderflelde, dat aan de Admiraliteits Gecommitteerden<br />
niet bekend was geweest, alzoo<br />
de gebreeken, welken by de weekelykfche Rappor<br />
ti*) Verhoor V, A. van Byland, No. si. Att.5 en 6.<br />
(&) Idem No. 22. Art. 1.
JULY, STAAT EN OORLOG. 178?. iol<br />
porten opgegeeven wierden , naar zyn wedren,<br />
niet inhielden de defecten, waardoor ce S;heepen<br />
in hunnen actueelen dienst niet vcrhin.ierd<br />
wierden.<br />
Dat, zonder te onderzoeken , in hoe verre<br />
deze opgegeeven cynofure omtrent de weekelykfche<br />
Rapporten daadelyk in diervoegen plaais<br />
hebbe; en in hoe verre zulks in dat geval goed<br />
te keuren zy: nogtans, zonder reflex ;<br />
e niet kon<br />
gepasfeerd worden , dat , daar de V, A. van<br />
Byland zelf erkende, dat deze defeften de Schepen<br />
tot hunnen actueelen dienst niet buiten lbat<br />
ftelden; (onder welken actueelen dienst te voo<br />
ren gezien is, dat ook genoegzaam even gevaarlyke<br />
Togten , als die naar Brest, konden begrepen<br />
zyn) hy echter daarin nu , met relatie<br />
tot den laaistgemelden Togt, zoo veel gewigt<br />
had willen (tellen, om daar uit alleen (indien<br />
by al zeker was , dat die defecten aan H. H.<br />
Mog. onbekend mogten geweest zyn) zyne bavoegdheid<br />
tot het niet uitvoeren van H.H.Mog.<br />
bepaalde orders afteleiden: zoo als ook boven,<br />
dien te vooren in het breede is aangetoond, dat<br />
de bygebragte defecten, uit den ftaat der Schepen<br />
en derzei ver behoeften in 't generaal ontleend,<br />
buiten alle fpeculatie, nimmer als wettige<br />
verhinderingen regen den Togr naar Brest,<br />
overëenkomltig de R-folutien van H. H. Mog.,<br />
te onderneemen , konden aangemerkt worden.<br />
Dan dat evenwel op dit point nog diende te<br />
worden ge-emarqueerd, dat het ten uiterlten finguüer<br />
moest voorkomen, hoe de V. A van B .<br />
land de verbruikte behoeften en Zeilen kon opnoemen<br />
onder de defedten , welken aan de Gecommitteerden<br />
der Admiraliteiten niet bekend<br />
konden zyn; immers, indien hy hierdoor, gelyk<br />
het hier voorkwam , en ook alleen van applicatie<br />
was, de gewoone flytagie, welke, geduurende<br />
dit jaar, ten aanzien van die articulen,<br />
had plaats gehad, wilde begrepen hebben;<br />
daar dit toch , volgens den aart der zaak, aan<br />
G 3 de
IQ2 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
de Admiraliteiten, welken wisten, hoe lang da<br />
Scheepen gediend hadden , niet onbekend kon<br />
zyn.<br />
Dat u :<br />
t dit alles gebleeken zynde, dat de V.<br />
A. van Byland den Togt naar Brest, overëenkomflig<br />
de orders van H. H. Mog. te doens geenszins als infaifabel had kunnen aanmerken ,<br />
zoo als dezelve dan ook waarlyk geenszins in- ,<br />
füfabel was; noch ook, dat de gezegde V. A.<br />
uit - den teneur van H. H. Mog. Refolutien eenige<br />
de allerminfte vryheid had mogen afleiden,<br />
om het al, of niet raadzaame dier onderneeming<br />
aan de overweeging en beflisfing van hem of<br />
anderen te fubmitteeren ; dewyl het bevel , by<br />
die Refolutien, na rype overweeging, gegeeven,<br />
abfolut en Itricl was: derhalven aan denzelven<br />
V. A. was onder het oog gebragt en afgevraagd,<br />
hoe het met de regels van dienst, (7) dicleerende<br />
, dat ftticte beveelen fliptelyk gehoorzaamd i<br />
moeten worden , kon worden overëengebragt, |<br />
dat een Officier, die zulke ftiiele beveelen ontvangt<br />
, dezelven niet uitvoert; maar nog eens<br />
van zyn eigen overweeging dependent maakt;<br />
fchoon de exceprien, waarom alleen, hy, ingevolge<br />
de duidelyke letter en intentie der orders,<br />
de zaak ongedaan niogt laaten , niet exteeren.<br />
Dat hiercp , den voorfz. regel ook by hem V,<br />
A. volkomen geavoueerd zynde , echter , dien<br />
onverminderd, volftrekt door denzelven gefufti-. \<br />
neerd was, dat een commandeereud Officier bevoegd<br />
en verpligt zoude zyn, by het ontvangen<br />
van orders te overweegen, in hoe verre dezel. J<br />
ven , volgens de regels van voorzichtigheid en<br />
zeemarfchap, moeten uitgevoerd worden: hier- j<br />
mede , derhalven , als nu openlyk een Syftema j<br />
aan den dag leggende , 't geen reeds te vooren<br />
by diverfe gelegenheden meer ingewikkeld was<br />
opceoeeven en behandeld ; zoo dat men zich j<br />
D 0<br />
mits-<br />
(0 Verhoor V. A. van Byland, No. 22. Art. 3.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 2<br />
mitsdien , na dat dusdanige gevaarlyke en de<br />
wettige Oppermagt ondermynende begrippen ,<br />
door een der voornaamfte Officieren, openlyk<br />
wierden gefouteneerd, welken hy bovendien erkende<br />
, als Commandant van het Esquader naar<br />
Brest , op de beveelen van den Souverain tot<br />
die Expeditie van applicatie gemaakt te hebben;<br />
in der daad , niet langer had te verwonderen<br />
over alles , wat , zoo-by die gelegenheid , als<br />
geduuren'le dezen geheelen merkwaardigen Oorlog,<br />
heeft plaats gehad.<br />
Dat het d?arentegen, naar 't oordeel van Heeren<br />
Gecommitteerden, vry meerder in het voor<br />
handen zynde geval met de regels van den dienst<br />
zoule zyn overeengekomen, indien de V. A.<br />
van Byland zyne bedekkingen tegen den Togt<br />
naar Brest aan H. H. Mog, direct had gefttppeditaerd;<br />
en voorts, regen den 3 Otober, met<br />
het Esquader was in Zee gelopen; daar, ingevalle<br />
H. H. Mog. de gem. bedenkingen dan zoo<br />
esféntieel mogten gevonden hebben, hem V. A.<br />
met een ligt 'Vaartuig contraordres hadden kunnen<br />
nazenden : met hoedanig een gedrag, hy<br />
V. A. zich altyd buiten verantwoording wegens<br />
disobediëntie zoude gefield hebben: terwyl hy<br />
nu, tegen de itricle bevelen van H H. Mog.<br />
direct aan , zelf de zaak decideerde, en alle verdere<br />
deliberatien van H. H. Mog. omtrent den<br />
voo ff gang der reis afftieed.<br />
Dat al het zelve ook door den V. A. van<br />
Byland niet had kunnen worden ontkend; maar<br />
daartegen door denzelven alleen was bygebragt:<br />
— dat hy, (m) in den Haag zynde, en verneemende,<br />
dat de Refolutien van H. H. Mog.<br />
van den 3 Oüober reeds verzonden waren, van<br />
Z. H. order had ontvangen, om, gelyk gezegd<br />
is, naar Texel te retourneeren , en de zaaken<br />
nader te onderzoeken: — dat hy, daar komende,<br />
(m\ Verkeer V. A.vae Byland, Ne. 22. Art. 4.<br />
G 4
to4 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
de , bevonden had, dat de Commandant der<br />
Vloot de Lysten der defecten reeds aan Z. H.<br />
had overgezonden: — dat hier op alle oogenblikken<br />
nadere orders konden komen, die afgewagt<br />
moeiten worden, alzoo deze opgegeevene<br />
defecten geoordeeld wierden, de Expeditie, naar<br />
Zeemanfchap , onuitvoerlyk te maaken, zonder<br />
het Esquader in oogenfchyniyk gevaar te brengen:<br />
— en dat dus het in Zee loopen vóór<br />
dien tyd, geen plaats konde hebben; dewyl de<br />
wind . waarmede hy met het Esquader konde<br />
naar Zee gaan, hem ook in 't Canaal zou hebben<br />
doen geraken, en in 't geval gebragt, om<br />
de reis , tegen de regelen van Zeemanfchap te<br />
moeten vervolgen: zonder dat hem door een<br />
fnelzeilend Vaartuig contraorders konden nagezonden<br />
worden. Al welk bygebragte, op fautive<br />
en bereids in 'c breede door Heeren Gecommitteerden<br />
onderzochte gronden berustende,<br />
derhalven niet nader behoefde te worden gediscutieerd.<br />
Dst de voorn. V. A. zich vervolgens ook fpeciaal<br />
op eene daadelyke verwagting der voorzeide<br />
nadere orders wederom had' beroepen ; wanneer<br />
hem door Heeren Gecommitteerden was<br />
voorgefteld, waarom hy , (»_) fustineerende, niet<br />
verpligt geweest te ,zyn , om de ordres van H.<br />
H. M. tot het doen van een Togt uit Texel<br />
naar de Haven van Brest, te executeeren ; alleenlyk,<br />
om dat de Scheepen, hier toe gedefttneerd,<br />
naar zyne gedachten , fpeciaal tot dien<br />
Togt niet in ftaat zouden geweest zyn; en dat<br />
even dit een der onvoorziene toevallen , by de<br />
Refolutie bedoeld, zou hebben doen exteeren;<br />
nsar deze interpretatie , welke hy aan H. H.<br />
Mog. Refolutie zocht te geever , zich daarentegen<br />
dan niet verpligt gerekend had, om aan het<br />
fubordinaat gedeelte van diezelfde Refolutie te<br />
vol-<br />
00 Vethoor V. A. van "Byland, No. 33. Art. *.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 10J<br />
voldcen, en z :<br />
ch met het Esquader te begesven<br />
naar de Kusten »an Engeland, om den Vyand<br />
aldaar afortuk te doen; hoedanigen Togt hy,<br />
door de Scheepen gefchikt te verklaaren tot het<br />
doen eener Kruistogt in de Noordzee, wel faifabel<br />
gekeurd had: Dan dat de gemelde V. A.<br />
op het evengemelde voorftel van Heeren Gecommitteerden<br />
nader hid re kennen gegeeven,<br />
van meeriing te zyn , dat het rdultaat der nadere<br />
deliberatien van H. H- fvLa moest worden<br />
afgewagt; want dat, ingevalle mogt geordonneerd<br />
zyn , om als nog de reis naar Brest<br />
te onderneemen , door dit uitloopen van hem<br />
Commandant met het Esquader, die nadere orders<br />
niet hadden kunnen worden uitgevoerd.<br />
Dat nogtans al ras zou kunnen blyken , wat<br />
•er van de realiteit dier verwagting van nadere<br />
orders , waar op de gezegde V. A. zich, by<br />
dit en het even voorgaande geval , expresfelyk<br />
benepen had, geweest zy; en in hoe verre dezelve<br />
daadelyk by hem plaats gehad hebbe :<br />
wanneer maar in aanmerking genomen wierd ,<br />
dat hy V. A. niet alleen niets , hoe genaamd ,<br />
had in het werk gefWd, om dan de executie<br />
dier nadere orders ca/u quo te faciliteeren, \<br />
geen in allen gevalle (^elyk by de behandeling<br />
der verrichtingen van den V. A. Hartfinck getoond<br />
is) nimmer zou gefchaad hebben ; maar<br />
dat hy V. A. van Byland ook , na zich op de<br />
gezegde verwagting beroepen, en daarop zyn<br />
gedrag in dezen quafl gefutideerd te hebbtn,<br />
immediaat hier op erkend had , (0) dat hy V.<br />
A. zoodanige nadere orders nimmer had gevraagd;<br />
en ook nier wist, dat zulks door den<br />
Commandant der Vloot gevraagd was: gelyk hy<br />
zich ook niet eens kon herinneren, of zich deswegens<br />
by den voornoemden Commandant had<br />
geinformeerd. Behalven dat ook, by het zoo<br />
even-<br />
Co) Verhoor V. A. van Byland, No. 23. Art. 2.<br />
G 5
IOS JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
evengemelde onderzoek der verrichtingen v?n<br />
den V. A. Hartfinck, ten duidelykiten was gedemonftreerd,<br />
dat niets minder, dan zoodanige<br />
nadere orders , te verwasten waren : gelyk de<br />
V. A. van Byland naderhand mede volmondig<br />
had moeten erkennen, (/>) dat hy nu uit de<br />
Misfive, door den Commandant der Vloot den<br />
5 October aan Z. H. gelchreeven , gezien hebbende,<br />
dat dezelve (daar in de Expeditie naar<br />
Brest voor vervallen reebenende) om nadere orders<br />
wegens de Scheepen gevraagd had; het dus<br />
niet te verwagten was, dat 'er nadere orders<br />
wegens de reis naar Brest zouden komen ; maar<br />
dat , in tegendeel, andere orders van Z. H.<br />
door den Commandant der Vloot moeiten worden<br />
vcrwagt. Eene erkentenis derhalve, direct<br />
ftrydig met de even te vooren door hem V. A.<br />
opgeseevene verwagting , om nopens de reis<br />
naar Brest nog nadere orders te zullen ontvangen.<br />
Dat d?ze volfirekte contradictie aan den voornoemde<br />
V. A. ook was onder het oog gebragt;<br />
doch dat, gelyk hier op door denzelven geenerhar<br />
de oplosfing was gegeeven, even daar door,<br />
en door bet gemelde gedaan aveu , naar 't begrip<br />
vau Heeren Gecommitteerden , geheel en<br />
al was vervallen de eenige grond , waarop hy<br />
V. A, zyn gedrag, wegens het riet uitloopen<br />
met het Esquader, het zy naar Brest, het zy<br />
tot uitvoering der fubordinate orders, te vooren<br />
gebouwd had: Terwyl dan even hier door wederom<br />
deszelfs gedecideerd voorneemen, otn<br />
nimmer aan zyne bekomene orders te voldoen;<br />
en de zwakheid der uitvluchten, waarmede hy,<br />
nu het op eene verantwoording aankwam , zyn<br />
gedrag had gezocht te wettigen, ten klaarften<br />
wierd aan den datr gelegd; en te gelyk direct<br />
wederfpruken het Declaratoir , het geen hy V.<br />
A.,<br />
O) Verhoor V. A. van Byland, No. 22. Art. 4.
JOLT, STAAT EN OORLOG. 1785. ;o?<br />
A., na dit alles, nog had ondernomen te doen»<br />
dat' hy , namelyk , (?) by zyn vertrek uit den<br />
Haag"naar Texel in het begin van Odtober 178a,<br />
nog intentie zou gehad hebben, om de reis naar<br />
Brest te onderneemen , en dezelve, door het<br />
wegruimen der zwaarigheden, die 'er mogten<br />
zyn (en waar aan ondertusfehen gebleeken was ,<br />
nimmer gedacht te wezen) te facilireeren.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden zich hier niet<br />
zouden inlaatsn in een onderzoek nnar de waare<br />
redenen en beginfelen, welken het gedrag van<br />
den V. A. van Byland in dezen mogten geregeld<br />
hebben ; en zich derhalven zouden vergenoegen<br />
met nog maar alleen kortelyk op te geeven<br />
: dat de gezegde V. A, gevraagd zynde,<br />
(r) of niet in 't byzonder, als een reden tegen<br />
de reis naar Brest, hy hem geopereerd had,<br />
dat, dus doende, de pas opkomende Marine<br />
van den Staat merkelyk zoude worden verzwakt,<br />
en dat op deze wyze tien van 's Lands beste<br />
Scheepen in het vermogen en den dienst der<br />
Franfchen zouden gelteld worden ; gedeclareerd<br />
had, dat hy die zwaarigheeden daar in wel had<br />
gevonden, en ook gereflecteerd, dat de Marine<br />
zeer verzwakt wierd, door tien Scheepen naar<br />
Brest te zenden ; doch dat hy niet wist, dat<br />
zulks by hem als een reden , ten aanzien der<br />
Expeditie, zou gewerkt, of hem verhinderd<br />
hebben , om dezelve, indien zulks, naar Zeemanfchap,<br />
mogelyk geweest ware, uittevoeren.<br />
Dat, wat van dit laatlte ook zoude mogen<br />
wezen, de voornoemde V. A. althans niet had<br />
kunnen ontkennen , (O dat hy, refiecleerende<br />
op het nadeel voor de nauwlyks opkoomende<br />
Marine ; van de gemelde omftandigheeden , by<br />
zyn verblyf in den Haag in Oétober 1782, wel<br />
ge-<br />
(q) Verhoor V. A. van Byland, No. 24. Art. 1.<br />
(r) Ibidem Art. 2 en 3.<br />
(i) Ibidem Art. 4.
loS JCLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
gefproken had , als redenen , waarom hy tot<br />
geen prys zoo een facrifice van de gemelde Scheepen<br />
aan de Franfchen doen wilde.<br />
l t , e i<br />
?, J , n d e , y k<br />
J '<br />
d e V<br />
' A<br />
- v a n<br />
Byland, no?<br />
verklaard had, (,) de in folio gedrukte Memone<br />
wegens de geordonneerde , maar niet ui-ge.<br />
voerde, reis naar Brest, op deszelfs naam uitgegeeven<br />
, voor de zyne te erkennen: welk<br />
«uk, algemeen bekend zynde, derhalven hier<br />
niet nader behoefde te worden opgegeeven 0f<br />
onderzocht: vergenoegende zich Heeien G.-com.<br />
muteerden met op dat refpect alleen te remarqueeren,<br />
dat, by examinatie van hetzelve (luk,<br />
daar uit omtrent het gedrag en de oigmeikea<br />
van hem V. A. wel ligt diverfe nadere elucida.<br />
tien zonden kunnen bekoomen worden<br />
Dat evenwel, met betrekking tot dit verhandelde,<br />
door Heeren Gecommitteerden nog mo-st<br />
worden aangemerkt, dat alles, wat by dit R ip.<br />
port, ten aanzien van het gedrag van den V<br />
A. van Byland, was geconfhteerd, zo > wel ten<br />
zynen opzichte, als met betrekking tot de ove.<br />
rige Officieren , by deze zaak geconcerneerd •<br />
geenzins uit informatien, van elders bekoomen!<br />
maar alleen uit de eigen opgaaven en gezegdens<br />
van denzelven V. A. afgeleid was: en daf derhalven<br />
, daar hy, V. A., verre van g fupponeerd<br />
te kunnen worden, zyne eigene verrichtingen<br />
by een zoodanig onderzoek te hebben<br />
willen condemneeren; in tegendeel, by de gant.<br />
fche behandeling duidelyk eetoond had, ? Vn gedrag<br />
door allerlei frivole en gezochte uitvlugten<br />
te willen wettigen; mitsgaders de eenvoudige,<br />
en naar den aart der zaak gemaakte, gevolgi<br />
trekkingen dienaangaande op allerlei wyzen fe<br />
ontduiken: even hier door alles, wat ook. ten<br />
opzichte van hem V. A. by dit onderzoek was<br />
aan den dag gelegd, des met te meerder grond,<br />
(O Verhoor V. A. van Byland, No. 24. Art. 5.<br />
als
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. »°»<br />
als volkomen bewezene en onwederfpreekelyke<br />
waarheeden , moest worden aangemerkt.<br />
Dat als nu tot het onderzoek der verrichtingen<br />
ran den Schout by Nacht van Hoey, die,<br />
(u) geduurende het jaar 1782, *s Lan ;<br />
s Oorlogfchip<br />
de Frim Frederik gecommandeerd had,<br />
zullende worden overgegaan, in de eerfte plaats<br />
in aanmerking kwam deszelfs gedrag , ter gelegenheid<br />
van de reis, welke hy, op den 3 October<br />
(t>) van het evengemelde jaar , met den<br />
V. A. van Byland naar 's Haage had onderno.<br />
men, ten einde, met voorkennis van den Commandant<br />
der Vloot, en op verzoek der voornaamfte<br />
Officieren : aan Z. H, zeker Request<br />
overtebrengen.<br />
Dat in dit opzicht by de informatien van gezegden<br />
S. b. N. gebleeken was, dat hy, vóór<br />
zyn gemelde vertrek uit de Vloot, door des<br />
Commandants gegeeven order (u>) van deo eerften<br />
Ociober wel geweeten had , dat de Scheepen<br />
voor vier maanden moeften revi&ualieeren ;<br />
doch dat hy, de order van Z. H., die dezelve<br />
Commandant daar toe had ontvangen , en de<br />
reden , welke daarvoor in die order gegeeven<br />
wierd , toen niet gezien hebbende, alleen naderhand<br />
, hoewel nog even voor zyn vertrek<br />
naar den Haag , toen hy , volgens zyne beste<br />
herinnering by den V. A. Hartfinck aan Boord<br />
was , by geruchte , zonder meer te weeten ,<br />
door wien, had vernomen, dat 'er mogelyk eene<br />
Expeditie naar Brest zoude plaats heboen: —wyders<br />
dat hy des tyds , laater dan de V. A.<br />
van Byland, (V) aan Boord van den V. A.<br />
Hartfinck gekomen zynde , voor zoo veel hy<br />
zich rappelleeren kon , niet tegenwoordig geweest<br />
was, of iets wist van de converfatie tus-<br />
fchen<br />
(u) Verboor S. b. N. van Hoey, No. 1. Art. I.<br />
f » Ibidem, Art. Art. *, 3 en 13.<br />
(w) Ibidem, Art. 4 en 5.<br />
(#) Ibidem, Art. 6.
II* JÜXY, Z A A K E N V A N I78y.<br />
fchen gemelde V. V. A. A., over de apparentie<br />
tet het decerneeren van een Togt naar Brest<br />
gehouden: — en dat hy insgelyks niet wist van<br />
eenige aifpraak, (oO dat de V. A. van Byland<br />
over die Expeditie mat Z. H. fpreeken zou;<br />
omtrent welk laatlte (z) ook geenerlei affpraak<br />
tusfchen den V. A. Hartfinck en hem S, b. N.<br />
gemaakt was.<br />
Dat vervolgens door Heeren Gecommitteerden<br />
onderzocht zynde, waarom hy S. b. N in de<br />
des tyds plaats hebbende omftandigbeeden niet<br />
liever in de Vloot was gebkeven, om de nodige<br />
arrangementen, met betrekking tot zyn Schip<br />
te maaken ; dezelve gedeclareerd had , («) dat<br />
de nodige arrangementen tot de reviclualieering<br />
gemaakt waren ; dat zyn Schip tot het zeilen<br />
gereed lag, en dat hy dus aan Boord niets te<br />
doen had , alzoo hy de aankomst der Victualie<br />
toch moest afwagten, en verlof had van zyn<br />
Commandant. Na hoedanig eene verklaaring,<br />
door hem S. b. N. nopens de volkomene gereedheid<br />
van zyn onderhebbend Schip gedaan ,<br />
men zeker (om dit in 't voorbygaan hier te re»<br />
marqueeren) weinig fcheen te "kunnen verwag.<br />
ten, dat diezelfde S. b. N. naderhand zulke<br />
gewigtige zwaarigheden tegen den Togt naar<br />
Brest, ook uit den ftaat van zyn Schip in 't<br />
byzonder ontleend, zou hebben gevonden , dat<br />
daar door, naar zyn oordeel, die reis mede voor<br />
zyn Schip zeer gevaarlyk gemaakt wierd.<br />
Dat wyders de S. b. N. van Hoey, met be.<br />
trekking tot zyne gem. reis naar den Haag, aan<br />
Heeren Gecommitteerden had te kennen gegeeven<br />
: — dat hy, zonder van den V. A, van<br />
Byland eenigzins vernomen te hebben, (b) dat<br />
laatstgemelde de Scheepen tot een Togt naar<br />
Brest<br />
(j) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. i. Art. 8.<br />
(a) Ibidem, Art. n.<br />
(«) Ibidem Art. 14.<br />
(*) Ibidem Art. 15 tot ao.
JUL7, STAAT EN OORLOG. 1785. m<br />
Brest onbekwaam keurde, den drg na z n vertrek<br />
uit Texel, te weeten op den 4 Qétober,<br />
in den Haag gearriveerd was, en zie 1 nog dienzelfden<br />
dag met den V. A. van Byland naar<br />
Z. H. op de Oranjezsal begeeven had, na even<br />
te vooren door den Fiscaal vander Hoep , die<br />
hy S. b, N. en de V. A. van Byland , vóór<br />
hunne opwagting by Z. H., waren gaan fpreeken,<br />
te hebben verftaan , dat by H. H. Mog.<br />
tot de expeditie naar Brest gerefolveerd was,<br />
zonder dat hy echter den verdci inhoud dier<br />
Refolutie als toen vernomen had: —- voorts,<br />
dat Z. H. niet met hem S. b. N. (c) over de<br />
voorzeide Expeditie had gefproken , fchoon hy<br />
wel gezien had, dat de V. A. van Byland met<br />
Z. H. had gefproken, dan van welken , dan<br />
van welke converfatie hy niets wist: dat zelfs<br />
de V. A. van Byland, (d) na het afloopen dier<br />
converfatie, hem S. b. N. niets gecommuniceerd<br />
had van 't geen tusfchen Z. H. en hem over de<br />
voorn. Expeditie was verhandeld, noch ook van<br />
de recommandatie, (e) door Hoogdenzelven aan<br />
voorfz. V. A. gedaan, om fpoedig weder naar<br />
Texel te keeren, den ftaat der Scheepen naanwkeurig<br />
te examineeren en nategaan, of de zwaarigheeden<br />
tegen den Togt naar Brest nog uit den<br />
weg geruimd konden worden: — en eindelyk ,<br />
dat genoemde V. A. aan hem S. b. N. niets<br />
anders had gezegd, dan dat zy weder naar Boord<br />
zouden vertrekken, en wel ten fpoedigften.<br />
Dat uit dit alles, zoo Heeren Gecommitteerden<br />
vermeenden, duidelyk opcemaaken was, welk<br />
een niets beduidend figuur de S. b. N. van<br />
Hoey by deze gelegenöeid had gemaakt; wat<br />
men , indien aan deze opgaaf geloof gegeeven<br />
wordt, door het te vooren gedeclareerde van den<br />
V.<br />
0) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 1. Art. 21.<br />
(V) Idem No. 2. Art. 1.<br />
(e) Ibidem Art. 3.
xia JULY, ZA AKEN VAN 1785.<br />
V. A. van Byland, (f) dat gezegde S. b. N.<br />
by de converfatie, tusjcnen Z. H. en hem F. A.<br />
gehouden, prafent was geweest, te verftaan hebbe<br />
; en wat 'er als dan zy van de veele repr
JULY, STAAT EN OORLOG» 1785. "3<br />
tie naar Bres', veel min over zyne converfine,<br />
deswegens met Z. H. gehouden; gelyk dezelve<br />
hem S. b. N. ook niet eens had medege leel'd,<br />
hoedanig hy voorneemens was , om , in Texel<br />
gekoomen zyn ie, de zaak, met betrekking tot<br />
de voorzeide Expeditie, te behandelen.<br />
Dat de voorgemelde Haa^fche reize alzoo in<br />
haare byzonderheden nagegaan wordende , het<br />
in de daad «als een gantscli zondering veTfcnynzel<br />
moest voorkomen, dat twee Vlag-Officieren,<br />
die beiden, ingevolge een pofkif en ablblut bevel<br />
van den S mverain , tot het ui r voeren van<br />
eene zeer gewigtige Expeditie bedemd waren,<br />
doch waar regen, naar hun oordeel, zoo veele<br />
zwaarigheden plaats hadden, zulk een geruimen<br />
tyd zich by elkanderen bevonden hadden , zonder<br />
over eene zaak, waarin zy beiden zoo veel<br />
belang moeften ftellen, en waaromtrent zoo veel<br />
in aanmeiking kwsm, noch ook over het gedrag<br />
, 't welk zy beiden in zulk eene delicate<br />
omftandigheid te houden hadden, een enkel<br />
woord te rsppen; at het welk voorzeker een<br />
zeer groot mistrouwen , aan de eene zyde , en<br />
eene niet mindere onverfchdligheid, aan den anderen<br />
kant, Iciieen aanteduiden : terwyl het verder<br />
te kennen geeven van. den voorn. S. b. N.<br />
van Hoey, dat hy namenlvk , fc^.ooi tegenwoordig<br />
geweest zynde, (£) toen de V. A. van<br />
Byland aan den Commanaant der Vloot van zyne<br />
reis naar den Haag rapport dee l , echter<br />
niets daar van verdaan had, tot een bewys kon<br />
verdrekken, dat hy zich zelf dus tot den einue<br />
toe volkomen gelyk was sebleeven.<br />
Dat, gelyk nopens het veranrwoordelyke eener<br />
zodanige handelwyze van den gezegden<br />
S. b. N.,>en de g/vo" Strekkingen , welken, misfchien<br />
niet zonder grond , uit zulk een ten zynen<br />
(*) Verhoor S. b. N. van Hoey, No, 3. Art. 7<br />
en 8.<br />
XXIX. DfiEL. H
H4 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
nen opzichte betoond gering vertrouwen zouden<br />
kunnen worden afgeleid, hier niet breeder be«<br />
hoefde te worden gehandeld; alzoo by eene onbevooroordeelde<br />
befchouwing ligtelyk daaromtrent<br />
het befluit optemaaken was : derhalven,<br />
daar, met relatie tot het voorenflaande point,<br />
gebleeken was , dat uit de informatien van den<br />
S. b. N. van Hoey hieromtrent weinig elucidatien<br />
te bekomen waren ; zou worden overgegaan<br />
tot de bewuste Conferentie, door de Vlag-ufBcieren<br />
op den 7 October gehouden, waarby hy<br />
S. b. N. mede had geadfifteerd.<br />
Dat dien aangaande aan Heeren Gecommitteerden<br />
door den S. b. N. van Hoey in 't byzonder<br />
het navolgende was opgegeeven:<br />
dat, offchoon hy ("zeker door het zoo algemeen<br />
plaats gehad hebbende en ook by hem S. b. N.<br />
geallegueerde gebrek aan geheugen) niet wist,<br />
(/) of aldaar ook de Refolutien van H. H. Mog.<br />
van den 3 te vooren , raakende de reis naar<br />
Brest , welken hem te vooren («) niet waren<br />
gefuppediteerd , geleezen waren, hy echter, zonder<br />
zich dit al mede bepaald te kunnen herinneren,<br />
meende, ("«) dat in die Conferentie waren<br />
geleezen de fchriftelyke Rapporten , welken<br />
de Capiteinen der meefte naar Brest gedestineerde<br />
Scheepen op den 5 Odrober aan den V. A.<br />
Hartfinck hadden ter hand gefield ; en dat hy<br />
ook geloofde, dat (0) door den V. A. van Byland<br />
verflag was gedaan van de gefprekken , welken<br />
dezelve wegens de Expeditie naar Brest met<br />
Z. H. had gehouden, en van de affpraak, met<br />
Hoogdenzelven deswegens gemaakt ; doch dat<br />
hy nopens 'den inhoud van het een en ander<br />
zich wederom niets meer konde herinneren: —<br />
wyders, dat het poinct, van onderzoek in deeze<br />
Con.<br />
(/") Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 3. Art. 9,<br />
(») Ibidem, Art. 10.<br />
(») Ibidem, Art. 11.<br />
(s>) Ibidem. Art, 13.
JDLY, STAAT EN OORLOG. 2785. lij<br />
Conferentie (ƒ>) (welke hy niet eens meer wist,<br />
of lang, dan kort, geduurd had) voor zoo veel<br />
hy S. b. N. zich rappelleerde , beftaan had in<br />
de Rapporten van den (laat der Scheepen, en<br />
de zwaarigheden, welken zich daar in tegen de<br />
reis ppdeeden: — dat voorts in de Conferen;<br />
tje, (?) zoo hy meende , wel gefprooken was<br />
van de middelen , door welken de zwaarigheden<br />
, die zich tegen de reis naar B^est opdeeden<br />
, zouden kunnen worden uit den weg ge-;<br />
ruimd, fchoon hy niet wist, of daar toe iets<br />
bepaaldelyk in aanmetking genomen was , als<br />
zynde den tyd te kort geweest, om eenige middelen<br />
in het werk te (tellen ; gelyk ook alle de<br />
aanweezende Vlag-Officieren hadden geoordeeld,<br />
dat niets, hoe genaamd , tot de gezegde wegruiming<br />
der zwaarigheden kon worden verricht:<br />
dat, wat betrof de zwaarigheden, (^waarom<br />
hy S. b. N. bad geoordeeld, dat de execu*<br />
tie van H. H. Mog. uitdrukkelyke orders bittnen<br />
den bepaalden tyd infaifabel was , dezen<br />
beftaan hadden in het gebrek aan Victualie in<br />
het generaal van de Scheepen, het manqueeren<br />
van fommige behoeftens, in zoo een faiiöen be«<br />
noodigd, en fpeciaal tot zoo een extraordinair<br />
opkomende reis naar Brest, als zynde de moeijelykfte<br />
Haven om imekomen , welke hem by<br />
ondervinding bekend was ; weshalven 'er wet<br />
Ankers en Touwen , naar de gemelde opgave,<br />
nodig zouden zyn, alzo hier aan fommige Schepen<br />
mede gebrek hadden j dat al verder de<br />
voorftelling der zaak, Qs) tot welker onderzoek<br />
en overweeging de bewuste Conferentie was aangelegd,<br />
zoo veel hem S. b. N. voorftond, doof<br />
den V, A. Hartfinck gedaan en bepaald was tot<br />
eene<br />
(p) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 3. Art. 14<br />
en 15.<br />
• (jf) Idem, No. 4. Art. 1, 2 en 3.<br />
M Ibidem, Art. 4.<br />
(i) Ibidem, Mo. 6. Art. 1, a en 3,<br />
H a
«6 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
eere beoordeeling , of de by de Rapporten der<br />
Capiteinen opgegeeven zwaarigheden tegen den<br />
Togt naar Brest daadelyk gegrond of ongegrond<br />
waren , fchoon hem niet voorftond , dat eene<br />
bepaalde decifie, of de orders geëxecuteerd moeften<br />
worden, in overweeging was gebragt; terwyl<br />
hy voor zich zelf wel kon declareeren, enkel<br />
over het gewigt der zwaarigheden te hebben<br />
geoordeeld , maar de executie der orders gelaaten<br />
te hebben voor Rekening van den Commandant:<br />
•—- dat al verder dien aangaande in de<br />
Conferentie niets was beflooten, gelyk hy ook,<br />
raar zyn Schip te rug gaande , in het onzeker<br />
was gebleeven, of de Expeditie, al dan niet,<br />
zoude voortgaan ; waaromtrent hy maar ordres<br />
afwagtte: — declareerende hy S. b. N. by dit<br />
alles, (t) dat hy, niettegenftaande de gemaakte<br />
zwaarigheden, op het eerfte fein van den Commandant<br />
gereed geweest zou zyn , om het Anker<br />
te ligten , en den Togt naar Brest mede te<br />
onderneemen; zonder, uit hoofde van den ftaat<br />
•van zyn Schip, het welk, zoo lang de Victualie<br />
duurde, ook wel dienen kon, eenige weigering<br />
te gronden:— gelyk hy S. b. N. wyders<br />
ook nog verklaard had," («) de zwaarigheden,<br />
wegens de gefteldheid van zyn Schip , in de<br />
Conferentie der Vlag-Officieren te hebben opgegeeven<br />
als orriftandigheden , die , naar zyn gedagten<br />
, het doeu, alleen van een overtogt naar<br />
Brest met zoo een Schip zeer gevaarlyk, fchoon<br />
niet volftrekt ottmogelyk , maakten , terwyl, zo<br />
het Schip, te Brest gekomen zynde, direct tot<br />
verdere Expeditien had - moeten geëmployeerd<br />
worden, dan vooral eene voorziening in de voorzeide<br />
zwaarigheden abfolut onontbeerlyk zou geweest<br />
zyn.<br />
Dat derhalven, volgens deze opgaaf, zou moeten<br />
(t) Verhoor S. b. N. van Hoey, No, 6. Art. 4.<br />
(u) Idem, No. li. Aró 6 en 7.
JULY, STAAT EN OORLOG. 178J. 117<br />
ten worden befloqten , dat 'er in de te meermalen<br />
gemelde Conferentie, raakende het al of niet<br />
executeeren der orders yan H. H. Mog. , niets<br />
finaals zou geconcludeerd , maar de zaak aan<br />
den Commandant overgelaaten zyn, indien niet<br />
het Declaratoir, door de gezamentlyke Vlag-Officieren<br />
gegeeven , en door den S. b. N. van<br />
Hoey mede ondertekend , het tegeudeel fcheen<br />
aan te duiden, als zynde by hetzelve de Scheepen<br />
op eene ftellige wyze volkomen buiten ftaat<br />
verklaard, om d: n Togt naar Brest ter uitvoer<br />
te brengen ; tu fchen welk een en ander dus<br />
gantsch geen naauwkeurige overeenkomst te vinden<br />
was.<br />
Dat de S- b. N. van Hoey hier op naar zyn<br />
denkbeeld/nopens het, geen eigenlyk by de Refolutien<br />
van H. H. Mog., met betrekking tot<br />
de reis naar Brest , geordonneerd wierd , ge.<br />
vraagd zynde , gedeclareerd had , (v) van die<br />
Refolutien , welken hy zelf niet had geleezen ,<br />
zich niet anders te herinneren , dan de daar in<br />
vervatte order, om vóór den 8 Oef ober met het<br />
Esquader uittezeilen en naar Bresr te gaan:<br />
dat hy echter uit de gezegde Refolutien niet<br />
bad opgemaakt, (w) dat H. H. Mog. de coniideratien<br />
en het Advis van de Vlag-Officieren<br />
nog vooraf begeerden te weeten, en dus die<br />
Refolutien als een volftrekt bevel geconfidereerd<br />
hai: —. dat, niettegenftaande dit gedeclareerd<br />
begrip, hy echter, (x) om het gewigt der zwarigheden<br />
, die zich tegen het doen cUr reis opdêeden,<br />
ook geoordeeld had, dat dezelven od.<br />
der het oog van H. H. Mog. moeften worden<br />
gebragt, offchoon hy nogtans niet konde ontkennen<br />
, dat 'er in die zwaarigheden (j) niets<br />
ge-<br />
(V) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 4. Art. 6.<br />
(w) Idem No. 5. Art. 1.<br />
(x) Ibidem Art. a.<br />
fj) Ibidem Art. 5, 6 en 7.<br />
H 3
?|8 jtri.Y, ZAAKEN VAN<br />
gevonden wierd , het geea als een onverwagt<br />
toeval , het welk vooraf niet te voorzien zou<br />
geweest zyn, kon worden aangemerkt: — dat<br />
hy erkende , dat onvoorziene toevallen of tegen<br />
wind alleen , volgens de Refolutien van H. H.<br />
Mog. , de uitvoering der reis naar Brest excufeeren<br />
mogten: en wyders, dat aan hem<br />
S. b. N. ook geene particuliere orders of onderrigtingen<br />
gecommuniceerd waren, waarom hy<br />
zou gemeend hebben , zich in zyn Advis niet<br />
tot die beletfelen alleen, welken in H. H. Mog.<br />
Refolutien vermeld ftonden, te moeten bepaalen,<br />
maar ook zyn particulier oordeel over het<br />
al of niet raadzaame van de reis te mogen raadpleegen.<br />
Dat, hier in dus wederom, naar het oordeel<br />
van Heeren Gecommitteerden , eene volftrekte<br />
tegenllrydigheid geleegen zynde, 'er, tot vereffening<br />
van het een en ander, niets anders had<br />
toegefpheenen, over te fchieten, dan eene diergelyke<br />
beoordeeling van het al of niet raadzame<br />
in de uitvoering der duidelyke en pofitive be«<br />
veelen van den Souverain re zoeken in den een<br />
of anderen , hoewel onweuigen , regel of gewoonte,<br />
die in den Zeedienst gebruikelyk zou*<br />
de zyn: dan dat de S. b, N. van Hoey, niets<br />
d'erguyks hebbende kunnen opgeeven , het ge?<br />
volg van de voorfz. gedaane vraag had gezogt<br />
te ontgaan, dior by te brengen, dat hy vermeende,<br />
(z) in de Conferentie der Vlag-Officit -<br />
ren geroepen zynde , om ook zyn Advis over<br />
de zaak te zeggen , geen zwaarigheid te hebben<br />
moeten msnker;, om de diffkultelten, welken 'er<br />
teger.s de reis naar Brest geopperd wierden, en<br />
hem S. b. N. ook gewigtig voorkwamen, voor<br />
zodanig te ckennen, en dat hy voorts begreep,<br />
dat het gebruik , het welk van zodanig Advis<br />
gemaakt was, bleef voor reekening van den gee-<br />
nen s<br />
(z) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 5. Art. a.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 119<br />
nen, aan wien de orders van den Souverain direct:<br />
waren gezonden.<br />
Eene explicatie nogtans , waar door, naar hec<br />
begrip van ,Heeren Gecommitteerden , het gedrag<br />
van den voornoemden S. b. N., ter dezer<br />
gelegenheid gehouden, even weinig, als dat der<br />
overige Leden van deze Conferentie , volledig<br />
kon worden verantwoord; dewyl, offchoon de<br />
uitvoering der orders van H. H. Mog. wel fpeciaal<br />
aan de Commandanten incumbeerde , en<br />
dezen derhalven moeften weeten , in hoe verre<br />
zy , volgens den inhoud van Hoogstderzelver<br />
Refolutien, bevoegd waren, om die uitvoering,<br />
op grond der geopperde zwaarigheden , na te<br />
laaten; nogtans de S. b. N. van Hoey, zo wel<br />
als de overige Vlag-Officieren notoirlyk refponfabel<br />
bleeven voor hun eigen gehouden gedrag<br />
in de meergemelde Conferentie; als importeerei;de<br />
eene directe verklaaring, dat de gezegde uitvoering<br />
ondoenlyk was, en zulks, niettegenliaande<br />
zy, noch door eenigen regel van den dienst,<br />
noch door den inhoud der Refolutien van H. H.<br />
Mog. zelve , noch door eenige naderhand ontvangen<br />
orders of onderrichtingen , noch door<br />
de allerminlte requifitie van H. H. Mog., om<br />
dien aangaande het oordeel der Vlag-Officieren<br />
te willen inneemen, noch eindelyk ook door eene<br />
volltrekte onmogelykheid dier uitvoering zelve<br />
, eenigzins gerekend konden worden tot het<br />
doen der voorfz. verklaaring gewettigd te zyn<br />
geweest; zulks men reden had om vast te Hellen<br />
, dat zy by dit alles niet alleen hunne be- ,<br />
voegdheid waren te buiten gegaan, maar ook de<br />
gezegde Commandanten daar door min of meer<br />
in hun opgevat begrip verfterkt en derzelver<br />
handelwyze, als het ware, gebillykt hadden.<br />
Dat eindelyk , met betrekking tot het gedrag<br />
van den S. h. N. van Hoey in deze Conferentie,<br />
nog moest worden geremarqueerd, dat hy,<br />
by onderfcheidene zyner opgaaven gedeclareerd<br />
hebbende, den Overtogt, naar Brest, noch voor<br />
H 4 de
iao JULY, Z A A K E N V A N 17S5.<br />
de Scheepen in 't gemeen, noch voor zyn Schip<br />
in 'r hy-onder, als volftrekt onmogelyk, maar<br />
wel als zeer gevaarlyk, te hebben aangemerkt,<br />
z'ch dan ook 1<br />
in d en zin (V) daarover in de<br />
Conference gezegd had, gèëxp'iceerd te hebben;<br />
doch dat hy S b. N., des niette?enftaatide,<br />
by het D-claratoir, uit diezelfde Conferenrie<br />
voortgevloeid , en door hem mede ondertekend<br />
, ftïihg en onbepaald had verklaard , dat<br />
alle de Scbeepen , naar Bnst gedestineer t, volkoomen<br />
buiten /laat waren , om de voor gefielde<br />
Expeditie ter uitvoer te brengen : gelyk hy S,<br />
b. N. ook , op de aan hem deswegens" voorgefte.ds<br />
be enkingett , den eersrgeiiielden zin<br />
nogmaals hal *eïfjha;reerd, en zien daarop alleen<br />
beroepen, dat hy op de ex enfie of pirrcifa<br />
bewoordingen van het Djdaraioir zoo zeer niet<br />
gekt had. Een uitvlucht zeker van te minder<br />
waardy, wanneer gec >nfi tereerd wordt, dat het<br />
op de extenfiè van een zoo gewigrig Declaratoir,<br />
waarby niet minder, dan eene volledige<br />
beflisfing , gegeeven wierd , dat de (tellige orders<br />
van den S 'uverain voltrekt niet konden<br />
worden uitgevoerd , vooral aa^wam : en dat<br />
men dus nau^rlyks van een Vlait-Qilicier Z Ou<br />
kennen of mogen verwanten, dat hy zu.k een<br />
important (tuk, zouder eene benoorlyke en nauwkeurige<br />
exammane van deszelfs waaren inhoud,<br />
zou hebben ondertekend.<br />
Dat al verder onderzocht hebbende moeten<br />
worden, ho- tanig de S. b. N. zich, als con><br />
mandeerena Ohcier van een der Scbeepen , tot<br />
den 1'rgt na.ir B est gedestilleerd. , gedraagea<br />
had coor denzelven was opgegeeven : —- dat,<br />
met betrekking tot de Victualie, \c) zyn onderheboeud<br />
Scnip daarvan voorzien was tot primo<br />
Né-<br />
(a) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 11. Art, 7,<br />
(b) iA m No. IJ. Art. 1.<br />
(cj Idem No. 7. Art. 1.
JUXY, STAAT EN OORLOG. 1735. m<br />
November: — dat hy, (d) op den 26 Augustus<br />
ontt/Knsen hebbende de R lmu ie van de<br />
Admiraliteit op de Mdaze, in ciato den 12. Aug.<br />
178a waa-b • alle de Scheepen er; Uitleggers<br />
van dat Resfort tot den iaathVn A. ril 1783 in<br />
dienst gecontinueerd , en de Officieren , dezelven<br />
commandeerende , aangefcbreeven waren<br />
zich tot dien tyd toe van de noo Jige Victualie*<br />
te voorzien, daar op den 28 dier maand , e lysr<br />
inhoudende alles , wat hy van Victualie tot uU<br />
timo April 1783 nooiig had, aan zyn Sollicireut<br />
had gezonden, met last, om .Hes, zoo<br />
fpoedig mogelyk, in gereedheid te brengen, en<br />
hetzelve , zoo veel hem voorllond , tegen of<br />
met primo Oétober te zenden: — dat, ten tyde<br />
van het afzenden dezer order, het onderheb.<br />
bend Schip van hem S. b. N., ingevolge de<br />
orders van den Raad, tot primo November geviétualieerd<br />
was: — dat hy, voor zoo veel hem<br />
voorftond, deze geordonneerde Victualie ten deele<br />
op den 12 Oftober, en het overige weinig<br />
dagen daarna, werkelyk ontvangen had: — en<br />
eindelyk, dat hy, zich wederom (e) niet kunnende<br />
herinneren, of hy, by het ontvangen der<br />
cvengem. order van de Admiraliteit, daar van<br />
aan den Commandant der Vloot kennis gegeven<br />
had, zich ook geene particuliere orders rappelleerde,<br />
welken, na den 26 Augustus, door den<br />
gezegden Commandant omtrent dit revictualieeren<br />
zouden gegeeven zyn, dan alleen die van<br />
den eerlten O&ober , volgens welke het Schip<br />
ten fpoedigllen voor vier maanden gerevidualteerd<br />
moest worden.<br />
Dat uit deze gedaane opgaaf van den S. b. N<br />
van Hoey dus gebleeken was, dar hy S. b. N "<br />
fchoon door het Admiraliteits Collegie , ónder<br />
het<br />
Cd) Verhoor S. b. N. van Hoey, Ne. 7. Art 2<br />
3, 4» 5, 6. 7 en 8. '<br />
(e) Ibidem Art. o en 10.<br />
H 5
222 jDXY, ZAAKEN VAN 1785.<br />
het welk hy resforteerde, uitdrukkelyk gelast<br />
zynde, zyn onderhebbend Schip tot een' bepaalden<br />
tyd te revictualieeren, zonder dat in dit bevel<br />
eenige aanleiding, veel min eene vryheid tot<br />
eenig uitftel gegeeven was, echter, eigener auctoriteit,<br />
en zonder ook daartoe met eene ipeciaale<br />
order van den Commandant der Vloot te<br />
wezen gemunieerd, had kunnen goedvinden, de<br />
daadelyke uitvoering der gezegde orders op byna<br />
vyf weeken laater te hepaalen , terwyl ook<br />
hieraan , omtrent eerst zeven weeken daarna,<br />
zonder dat hy S. b. N. hetzelve immer fcheen<br />
te hebben gepresfeerd, voldaan was.<br />
Dat de voorn. S. b. N. deze handelwyze wel<br />
had getragt te verantwoorden, met de order der<br />
Admiraliteit op de Maaze, alleen a;s een continuatie<br />
van dienst, (ƒ) te doen voorkomen, en<br />
te zeggen, dat by hierom, alzoo hy conform<br />
de order van den Commandant der Vloot , tot<br />
primo November was gevictuaÜeerd , begreepen<br />
had, dat hy zich nu voor den Winter voorzien<br />
moest; en dat hy uit dien hoofde het afzenden<br />
der Victualie met of tegen het begin van Oftober<br />
bepaald had, dewyl 'er dan nieuwe Victualie<br />
was , en 's Lands Scheepen om deze reden<br />
gewoon waren, in die maand hunne Victualie<br />
op te doen. Dan dat niet kon nagelaaten worden<br />
hier op wederom aantemerken, dat de gem.<br />
S. b. N. tot dusdanige eigendunkelyke Explicatie<br />
van het by hem ontvangen bevel , door den<br />
inhoud van hetzelve, geenszins kon worden gerekend<br />
gequalificeerd te zyn; te miBder, daar<br />
hy uit de Refolutie van diezelfde Admiraliteit,<br />
mede by hem ontvangen, (g) had gezien, dac<br />
bet de ferieufe intentie van dat Collegie was,<br />
dat de Officieren zonden bezorgen, dat de Schepen<br />
van hun Resfort door geenerlei gebrek verhin«<br />
(ƒ") Verhoor S. b. N. van Hoiy, No. 8. Art. 1»<br />
(?) Ibidem Art. 2.
Tuwr, STAAT EN OORLOG. 1785. 123<br />
hinderd zouden worden, den Lande alle mogelyke<br />
dienden te bewyzen : terwyl hy S. b. N.<br />
daarenboven had erkend , uit krachte van de<br />
gem. Refolutie niets byzonders (h) gedaan te<br />
hebben, om dat zyn Schip, zoo hy zeide, in<br />
ftaat en van al bet noodige voorzien was voor<br />
den tyd, dat de Commandant der Vloot, wiens<br />
orders hem, ten aanzien van het innamen der<br />
B;hoeftens en Victualie, by de gem. Refolutien<br />
der Admiralite it ge last was te gehoorzaamen,<br />
de generaale order aan de Scheepen, onder zyn<br />
bevel ftaande , om zich re voorzien , gegeeven<br />
had, namelyk tot primo Novsmber.<br />
Vol2*ms welk laatfte gezegde van den voorn.<br />
S. b. N., het dus toefcheen, dat dezelve, uit<br />
hoofde der Orders van den Commandant, niet<br />
noodig gekeurd had, om aan den teneur der<br />
orders van de Admiraliteit ten fpoedigften te<br />
voldoen offchoon het ondertusfehen niet bleek,<br />
dat hy §. b. N. van deze laatstgem. orders aan<br />
den Commandant eenige legaale kennis gegeeven<br />
, of, gelyk hem, volgens zyne eigene uit»<br />
legging , door de Admiraliteit bevolen wierd,<br />
deszelfs goedvinden dienaangaande gevraagd had;<br />
maar dat dezelve S- b. N. integendeel, zonder<br />
zich aan dat gedeelte zyner orders te laaten gelegen<br />
leggen, naar zyne eigene idéés, de geordonneerde<br />
revictualieering had bepaald op een<br />
tyd , welke hem , noch door de Admiraliteit ,<br />
noch door den Commandant voorgefchreeven<br />
was.<br />
Dat ondertusfehen by 't vervolg nog was gebleeken<br />
, dat zelfs de voorraad der Victualie,<br />
welke de S. b. N. van Hoey des tyds inhad,<br />
niet dan zeer gebrekkig was, om tot primo November<br />
, en dus tot den tyd , door den Commandant<br />
der Vloot geordonneerd , te ftrekken,<br />
alzoo de Confumtie-lyst, door hem S. b. N.<br />
ge-<br />
(A) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. t. Art. 3.
ïê 4<br />
J* 11<br />
*» ZAAKEN VAN i78y, geëxhibeerd, (7) had doen zien, dat op den<br />
20 September, ten opzichte van fommige articulen<br />
van V'&ualie, byzonder • van Stokvisch<br />
en Brood, alleen voor éin week, en ten aanzien<br />
van het Spek, ook maar een geringe voorraad<br />
voorbanden geweest was: het welk de gezegde<br />
S. b. N. wel had getragt te verantwoorden<br />
door optegeeven, (£) dat de cpneeming der<br />
byzondére articulen rreerendeels by calculatie<br />
gefchiedt, zynde 'er a! yd, volgers zyn zeggen,<br />
meer aan boord, dan tp de lysten gespecificeerd<br />
wordt, 't welk voornanelyk omtrent het Brood<br />
zou plaats hebben (op welken grond hy dan<br />
ook veronderftelde , (/) dat de Victualie voor<br />
zyn onderhebbend Sclrp aan geene articulen zou<br />
zyn te kort gefchoten) doch dat hierop weder<br />
van zelf te reflecteeren viel, dat, ingeval de<br />
voorfz. opgaaf en veronderftelling doorging, het<br />
niet gemakkelyk zou zyn, zich een denkbeeld<br />
te vormen van den aart der cakulatien, by zoodanige<br />
Confumtie-Lysten voorkomende, of waartoe<br />
dezelven eigeniyk moeren dienen ; alzoo ,<br />
dus doende, geen de minfte fiaat zou kunnen<br />
worden gemaakt op eene calculatie, volgens<br />
welke verfcheiden' der esfentieeifte articulen worden<br />
opgegeeven , als flechts voor ééne week<br />
kunnende ftrekken, da2r dezelven in eliécte voor<br />
meer dan vier weeken voldoende zouden zyn;<br />
hoedanig eene gansch fautive opgaaf de abfurditeit<br />
zelve zoude zyn: zoo dat men dan hierom,<br />
naar 't oordeel van Heeren Gecommitteerden,<br />
met betrekking tot de waare gefteldheid van de<br />
Leevensmiddelen aan boord van den S. b. N.<br />
van Hoey, vry zeker zou mogen ftellen , dat<br />
hetzelve Schip in het laatst vau September zelfs<br />
nog geenszins zoodanig van Victualie was voorzien<br />
f7) Verboor S. b. N. van Hoey, No. 8. Art. 4,<br />
(*) Ibidem Art. 5.<br />
'/) Idem No. 9. Art. 1.
jutv, S T A A T E N OORLOG. 1785. ras<br />
zien geweest , als het had moeten zvn volgens<br />
de orders van den Commandant der Vloot, - en<br />
dus nog veel minder, volgens die der Admiraliteit<br />
van de Maaze.<br />
Dat, betreffende de gefieldheid van het Schip<br />
en de Scheeps-Behoeften, hy S. b. N. verklaard<br />
had, in de Conferentie te kennen gegeeven te<br />
hebben , f» dat zyn Schip , niet gekooperd ,<br />
en in anderhalf jaar niet van de Kiel geweest<br />
zynde, dus vuil moest zyn, en mede, tot het<br />
doen van de reis naar Brest, Zeilen en loopend<br />
Touwwerk benoodigd had: — Eene verklaaring<br />
wederom, welke met de te vooren gemelde opgaaf<br />
van hem S. b. N. nopens de volkomene<br />
gereedheid van zyn onderhebbend Schip, (») en<br />
daarop gebouwde vryheid , om zich gerustelyk<br />
tot de reis naar den Haag te mogen abfenteeren,<br />
in der daad weinig fcheen overeentekomen.<br />
Dat hem S. b. N. , op dit refpeér. evenwel<br />
nog Voorgehouden was, of hy, uit de bovengem.<br />
Refolutien der Admiraliteit op de Maaze<br />
van den 12 Augustus en 2 September 1782 gezien<br />
hebbende , dat zyn onderhebbend Schip tot<br />
primo Mei 1783 in dienst was gecontinueerd ,<br />
Sï en dat de Officieren , wilden zy aan de ferieufe<br />
intentie van dat Collegie voldoen, moeften zorgen<br />
, dat de Scheepen van 't gemelde Resfort<br />
door geenerlei gebrek verhinderd wierden, den<br />
Lande alle mogeiyke dienften te doen, zich dan,"<br />
uit dien hoofde, niet verpligt had geoordeeld,<br />
om zyn onderhebbend Schip , voor den tyd van<br />
deszeïfs gecontinueerden dienst , onder anderen<br />
ook van de noodige Scheeps-Bahoeften voorzien<br />
te houden , en waarom hy S. b. N. dan niet<br />
• immediaat van dezelve Admiraliteit had verzocht,<br />
dat aan hfm, volgens eene bytevoegene opgaaf,<br />
alle de Scheeps - Behoeften mogten worden ge-<br />
zon-<br />
(«O Verhoor S. b. N, van Hoey, No. 3. Art. 16.<br />
(») Idem, No. 1. Art. 14.
I2ö juxï, ZAAKEN VAN 1785»<br />
zonden, welken zyn Schip tot primo Mei 1783,<br />
benoodigd zou hebben, en fpeciaal ook nieuwe<br />
Zeilen en loopend Touwwerk : dan op welke<br />
vraagen hy S. b. N., voor het nalaaten van de.<br />
ze zyne indispenfable verpligting, geene andere<br />
redenen had bygebragt, (0) dan dat men doorgaans<br />
Scheeps - Behoeftens inneemt in den voortyd,<br />
om dat men in het najaar de Schetpen kielen<br />
moet, 't welk voor zyn Schip vooral noodzaakelyk<br />
was , en dat hy vóór dien tyd met<br />
nieuwe Scheeps-Behoeftens maar zon geobrueerd<br />
geweest zyn; dat hy dezelven daarom niet had<br />
gevraagd, alzoo zyn Schip het met den voorraad<br />
van Behoeftens zeer wel doen kon , zoo<br />
lang de Viftualie-tyd , door den Commandant<br />
der Vloot geordonneerd, zich uitftrekte, namelyk<br />
tot November: — hoedanig antwoord we*<br />
derom niet kon nalaaten het denkbeeld te ver-<br />
Berken, dat de gezegde S. b. N. in alles minder<br />
naar den duidelyken letter zyner ontvangen<br />
orders, dan volgens zyne eigene gemaakte begrippen<br />
en veronderftellingen , had gemeend te<br />
moeten handelen, eene meening, zeker zoo inadmisfibel<br />
in een welgereguleerden dienst , als<br />
nadeelig fteeds in zyne gevolgen.<br />
Dat hy S. b. N. wyders den Togt naar Brest<br />
onder anderen ook gezegd hebbende voor zyn<br />
onderhebbend Schip, Ichoon niet volftrekt onmogelyk,<br />
maar echter als zeer gevaarlyk aantemerken;<br />
het met deze als nu geüelde gevaar»<br />
lykheid niet wel had kunnen worden overeengebragt,<br />
hoe hy , nog korten tyd te vooren, te<br />
weeten in den Krygsraad, op den 9 September<br />
in prsefentie van Z. H. gehouden, ter gelegenheid<br />
der recommandatie, door Hoogdenzelven<br />
als toen gedaan, had kunnen verklaaren , met<br />
zyn onderhebbend Schip naar Zee te kunnen<br />
gaan, zonder eenige defecten, hoe genaamd,<br />
by.<br />
(o) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. ia. Art. 3,
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785," sa?<br />
bytebrengen, en zonder eenige uitzondering te<br />
maaken , tot hoedanige dienlten hetzelve mogt<br />
gerequireerd worden; terwyl hy ook naderhand<br />
in den Krygsraad van den 15 September, zonder<br />
allegatiè van eenige defecten of bepaalingen,<br />
mede betuigd had , met den oprechtften yver<br />
naar het oogenblik te verlangen, om finaale orders<br />
te mogen ontvangen tot zoodanige eindens,<br />
als ten nutte van den Lande noodig geoordeeld<br />
zouden worden.<br />
Dat, deze ~ bedenking aan den S. b. N. van<br />
Hoey onder 't oog gebragt zynde, dezelve, ter<br />
oplosfing van de tegenftrydigheid in die handelwyze<br />
, zyn gem. onbepaald Declaratoir van gereedheid,<br />
in de evengenoemde Krygsraaden gegeeven<br />
, nu alleen tot een Kruistogt in de Noord-<br />
Zee, en wel niet langer dan tot primo November,<br />
had gereltringeerd, en verder verklaard,<br />
daarmede niets anders begrepen te hebben. (ƒ>)<br />
Dat echter aan Heeren Gecommitteerden geenszins<br />
gebleeken was, welken wettigen grond hy<br />
S. b. N. raogte gehad hebben om te veronderftellen<br />
, dat in de voorn, Krygsraaden abfolut<br />
niet anders dan eene gereedheid tot kleine Kruistogten<br />
bedoeld wierd, in zoo verre, dat alle<br />
andere denkbeelden van employ van zyn Schip<br />
ten eenemaale zouden wezen uitgefloten, daar<br />
immers in een tyd van Oorlog allerlei foorten<br />
van Expeditien konden opkoomen , waartoe de<br />
Scheepen altoos gereed moeiten gehouden worden:<br />
gelyk de voorn. S. b. N. zich dan ook<br />
vergenoeg'd had met zyne voorn, fuppofnie, volgens<br />
nader gedaane opgaaf, alleen daarop te<br />
bouwen, (q) dat hy, te vooren gekruist hebbende,<br />
aanttonds wederom order had gekreegen,<br />
om zich fpoedig gereed te maaken, en daar uit<br />
te hebben opgemaakt, dat hy niet anders zou<br />
moe-<br />
(/>) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 12. Art. 3.<br />
(q) Ibidem.
"8 juxy, Z A A K E N V A N 178*<br />
moeten doen, dan weder te gaan kruisfen: eene<br />
gevolg rekking, welke nauwelyks als een ernftig<br />
gezegde kunnende worden aangezien, geene reflexie<br />
waardig was. Terwyl Heeren G.commit.<br />
teerden evenwel niet konden nalaaten hier ter<br />
plaatze te reflecteeren, dat men zich zeker over<br />
al het voorgevallene niet meerder had te verwonderen,<br />
vanneer men zag, op welke gronden en<br />
veronderfteliingen de commandeerende Officieren<br />
hunne daaden gebouwd hadden.<br />
Dat ook, ten aanzien der Rappouen betrekkelyk<br />
den (raat van her Sch p van den S. b. N.<br />
van Hoey, niet zeer naauwkeung fcheen te werk<br />
gegaan te zyn, terwyl hy S. b. N., eerst vol<br />
Uit gedeclareerd hebben 'e , zich met meer te<br />
kunnen herinneren, (r) dat in zyre abfentie<br />
door den Capirein Tullmgh eene opgaaf was ge»<br />
daan van de beletzelen, welken zyi, Schip tot<br />
het doen der reis naar Brest, buiten ttaat belden<br />
, evenwel naderhand erkend had , ( sj by<br />
zyn terugkomst aan Boord op den 7 October,<br />
van den gezegden Capitein rapport van het voor.<br />
gevallene te hebben ontvangen , bomende fpeciaal,<br />
dnt hy Capitein op den 5 te voo>en gefeind<br />
was , om aan Boord vsn het Admiraal-<br />
Schip te koomen; — wat a'daar door den V.<br />
A. Hartfi. ck aan de zamengekoomen Officieren<br />
was voorgehouden; — en wat hy', Capitein,<br />
ingevolge die voordragr, had vrHcht: — omtrent<br />
welk alles door hem S. b. N., eene breedvoerige<br />
opgave gedaan zyrde, daartoe Kortheid*,<br />
halven zal worden gerefereerd. Dat de voorn.<br />
S. b. N., dus eerst eene geheele onkunde voorgewend<br />
hebbende , dan waarvan hy naderhand<br />
door de opgave van het evergem. gebeurde was<br />
te rug gekomen,, zich echter van die verfchillendheid<br />
van handel had getragt te excufeeren,<br />
(O Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 0, Art.<br />
JPLY, STAAT EN OORLOG. 1735. \i*<br />
9<br />
door als een reden van het gein. voörwendzel<br />
bytebrengen zyn verlangen, ten einde wylen<br />
den Capitein Tullingh te fauveeren , én eené<br />
fpecifique opgaaf van deszejfs in dezen verkeerdelyk<br />
gehouden gedrag te eviteeren.<br />
Dat hy S. b. N. verder nopens het géén van<br />
dit alles in het journaal van zyn Schip mogt<br />
wezen aangetekend, alzoo hy wegens zyne doen.<br />
p maahge abfentie zelf geen journaal des tyds gehouden<br />
had , weinig of geen elucidane (O had<br />
kunnen geeven: doch niettemin, wanneer hem ,<br />
na het doen der voorenflaande opgaaf van het<br />
gepasfeerde nopens het geeven van een Rapport<br />
door den Capitein TuUingh, zulks fpeciaal door<br />
Heeren Gecommitteerden was afgevraagd , aan<br />
dezelven had gedeclareerd, niet gezien te habben<br />
, O) dat 'er in de Conferentie der Vlag.<br />
Officieren van den 7 Oétober een Rapport, doof<br />
den gezegden Capitein nopens zyn onderhebbend<br />
Schip gegeeven j te gelyk met de Rapporten<br />
der overige Capiteinen , in deliberatie was<br />
gelegd ; hoedanig Rapport, 't welk door den<br />
Capitein Meurer wegens 'r Schip Amfterdam gegeeven<br />
zou zyn , hy inegelyks nu verklaard bad<br />
z^ch niet te herinneren, (»-) dat in die zelfde<br />
Conferentie overgelegd zoude wezen: — welke<br />
refpective opgaaven dus al wederom met het<br />
meergedagte Declaratoir, door hem S. b; N. zoo<br />
wel, als door de overige V;ag-Officieren gegeeven<br />
en ondertekend , bevonden waren direct ftrydig<br />
te wezen; als wordende by hetzelve D claratoir<br />
uitdrukkelyk gezegd, dac in de Conferentie<br />
onderen anderen ook de Rapporten der Capiteinen<br />
Meurer en Tullingh wegens de fituat<br />
i e<br />
der Scheepen Amfterdam en Prins Fredrik M<br />
r<br />
y<br />
(/) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. lö. AiU fs<br />
. tot ra.<br />
O) Idem, No. 11. Art. 1.<br />
(y) Ibidem, Are, 3.<br />
SCXIX. PEEL, |
i3o JULY, Z A ARE N VAN 178 j.<br />
rype overweeging genoomen waren: dan dar hy,<br />
S. b. N,, fchoon nader advoueerende, (w) wel<br />
te wee'en , dat 'er van den Capitein Tullingh<br />
geen Rapport in de Conferentie geweest was ,<br />
dit alles wederom met een gebrek aan oplettendheid<br />
op de ex'enlie had willen excufeeren;<br />
zeggende, alleen bedoeld te hebben de zwaarigheeden<br />
, die geopperd waren tegen de reis naar<br />
Brest, welken hy gegrond oordeelde. Waar uit<br />
dus moest worden opgemaakt, dat het by hem<br />
S. b. N. 'er minder op fcheen aamekoomen,<br />
om behoorlyk te examineeren, wat hy eigentlylc<br />
declareerde en tekende , indien hy maar hielp<br />
zorg draagen, dat aan de zwaarigheeden, tegen<br />
de zoo zeer gevreesde reis geopperd,. alle mogelyk<br />
gewigt wierd bysezet.<br />
Dat, laattelyk, de S. b. N. van Hoey, ter<br />
gelegenheid van den hier vooren verhandel ien<br />
rêëelen ftaat zyner inhebbende Vctualie, en wat<br />
uit de Confumtielyst deswegens bleek plaats te<br />
hebben gehad, als een geüfireerd middel, waardoor,<br />
ingevalle destyds een' Kruistogt voor een<br />
week of vier was geordonneerd geweest, de ont'<br />
brekende articulen konden zyn geluppieerd, had<br />
opgegeeven het middel van overneeming uit de<br />
andere ter Rheede leggende Scheepen (x) en<br />
dat hier uit aanleiding genomen zynde , om by<br />
hem S. b. N. te onderzoeken, of, en in hoe<br />
verre, van dit zelfde middel, naar zyn' opinie,<br />
zou kunnen gebruik gemaakt zyn, om den Togt<br />
naar Brest, door zoodanige by hem zelf aan de<br />
hand gegeevene fuppletie te faciliteeren 5 hier<br />
op door denzelven was geantwoord, dat hy S.<br />
b. N., (veronderfleld zynde, (y) dat *er aan<br />
eenige articulen van zyn Victualie by het ontvangen<br />
van ordres tot een Kruistogt te kort geweest<br />
(w) Verhoor S. b, N. van Hoey, No. 11. Art. 3.<br />
(x) Idem No. 8. Art. 6.<br />
(y) Idem No. 9. Art. i.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. .3.<br />
weest mogt zyn) geene calculatie konde maaken,<br />
hoe veel tyds tot zulk een overneeming in<br />
dat geval noodig zou zyn geweest, als dependeerende<br />
dit van wéér en wind ; doch dar, ingevalle<br />
de ontbrekende articulen aan de Helder<br />
bf Texel te bekomen geweest waren , 'c geen<br />
by eene geringe fuppletie ligtelyk kon gebeuren s'<br />
die inneeming in weinige uuren gefchieden kon,<br />
gelyk ook dat, wanneer de gelegenheid (z) goed<br />
was , die fuppletie uit de overige Scheepen ^<br />
welken ter Rheede bleeven leggen , in korte<br />
uuren gedaan konde wordeni — doch dat, om<br />
voor één a één en een halve week Victualie uit<br />
de overige Scheepen (a) inteneemen (veronderfteld<br />
zynde , dat dezelven daartoe genoegzaam<br />
voorzien waren, en dat hem S b. N. zulks geordonneerd<br />
was) meerder tyd verehcht zou zyn<br />
geworden , wyl de quantiteit dan veèl grooter<br />
zou geweest zyn, maar dat hy deswegens met<br />
geen' mogelykheid eene calculatie maaken kon.,<br />
Dat hier op door Heeren Gecommitteerden<br />
wel was aangemerkt , dat, hoe zeer zoodanig<br />
een opgaaf, als Waarvan hier melding gemaakt<br />
wierd , wel met geene volftrekte zekerheid nau wkeurig<br />
gefchieden kon; het echter vreemd moest<br />
voorkomen, dat een Officier, die een geruimeh<br />
tyd in dienst van den Lande geweest was , en<br />
zoodanige overneemingen te meeraiaalen byge.<br />
woond had, niet by calculatie zou kunnen opgeeven<br />
, hoe veel tyds daartoe by eene goede<br />
gelegenheid omtrent zou moeten gefteid worden?<br />
dan dat op deze aanmerking, offchoon die aan<br />
den S. b. N. van Hoey nader was
13» JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
Dat van de Vlag - Officieren , welken de te<br />
meermaalen gemelde Conferentie van den 7 Oc»<br />
tober 1782 bygewoond, de beoordeeling van H.<br />
H. Mog. Refolutien tot de Expeditie naar Brest<br />
op zich genomen, en by het bewuste Declaratoir<br />
de uitvoering daarvan voor infaifabel verklaard<br />
hadden, nu verder nog alleen refleerde<br />
de Schout by Nagt van Kinsbergen, welke derhalven<br />
mede geconfidereerd had moeten worden,<br />
onder de Officieren, by deze zaak geconcerneerd,<br />
te behooren.<br />
Dat ondertusfehen , wanneer de gezegde S.<br />
b. N. in het jaar 1784 gereed was, om met een<br />
Esquader , waarover hem het Commando was<br />
opgedragen, tot het doen van een Togt naar de<br />
Middelandfche Zee uitteloopen; Heeren Gecommitteerden<br />
toen bereids met het onderzoek dezer<br />
zaak een aanvang gemaakt hebbende, verkoozen<br />
hadden, ten einde aan den dienst van don Lande<br />
geen beletzei toeiebrengen, het vertrek van<br />
voornoemde S. b. N , door hem in perfoon<br />
voor hun te requireeren , niet te vertraagen of<br />
te verhinderen ; dan dat zy niettemin noodzaakelyk<br />
geoordeeld hadden, aan gemelde S. b. N.<br />
(even gelyk, ten aanzien der overige Officieren,<br />
hierby gtconcerneerd, voor zoo verre de mogelykheid<br />
zulks heeft toegelaaten, gepraélizeerd<br />
is) de gelegenheid niet te moeten beneemen,<br />
om zich nopens zyn gehouden gedrag te kunnen<br />
verantwoorden , en verder zoodanige informatien<br />
te fuppediteeren, als waartoe hy, ter<br />
faciliteering van dit onderzoek, in ftaat mogte<br />
zyn.<br />
Dat zy Heeren Gecommitteerden dienvolgens<br />
befloten hadden , om aan den meergemelden S.<br />
b. N. eenige fchriftelyke Vraagpointen te doen<br />
toekomen, betrekkelyk, voor eerst, tot den tyd,<br />
wanneer hy nopens de Refolutien van hun Hoog<br />
Mog. van den 3 October 178a de, eerfte kennis<br />
gekreegen had, en het geen by die gelegenheid<br />
tusfchen den V. A. Hartfinck en hem daar om?<br />
trenc
JULY, STAAT EN OORLOG. 178J. 133<br />
trent mogt voorgevallen zyn; ten tweeden, nopens<br />
de redenen, die by S. b. N. mogt gehad<br />
hebben, om den V. A. Hartfinck tot het aanleggen<br />
der Conferentie van den 7 Oétober aan<br />
te fpooren, waaromtrent de gezegde V. A. zich<br />
mede fpeciaal op hem S. b. N., als zulks ook,<br />
op zyne infiigatie gedaan hebbende, beroepen<br />
had; ten derden, over den aart der voorfz, Conferentie<br />
, en 't geen daarin byzonder geleezen en<br />
verhandeld was; ten vierden, raakende de redenen,<br />
op grond van welken hy S. b. N. den<br />
Togt naar Brest mede voor infaifabel had verklaard<br />
, en het begrip, 't geen hy zich van den<br />
aart der orders van H. H. Mog. gevormd had;<br />
met bygevoegde requifitie, ten vyfden, om,<br />
daar hy S. b. N., door zyne abfentie niet fpeciaal<br />
kon worden ondervraagd, alle zoodanige<br />
verdere informatien, betrekkelyk deze zaak, sis<br />
tot derzelver opheldering zouden kunnen dienen,<br />
te fuppediteeren.<br />
Dat de voorfz. Vraagpointen op den 18 September<br />
1784 gearrefteerd en vervolgens aan den<br />
S. b. N. van Kinsbergen toegezonden zynde,<br />
dezelve zyne fchriftelyke antwoorden daarop,<br />
gedateerd uit de Baai van Toulon, den 17 November<br />
1784, ter behoorlyker tyd had overgezonden.<br />
,<br />
Dat Heeren Gecommitteerden, zonder zich<br />
met eene gedetailleerde opgaave dier Refponliven<br />
optehouden , Hechts in het algemeen zouden<br />
remarqueeren, dat de voornoemde S. h« N.,<br />
nf door zich, even als de meefte andere Officieren,<br />
veelal op een gebrek aan geheugen te<br />
beroepen, of door de voorgefiaUe Vraagpointen<br />
meer met ongevergde raifonnemeriten, dan met<br />
beflisfende antwoorden te bejeegenen , maar zeer<br />
weinigen derzelven direct en pofitif beantwoord<br />
had; terwyl de vry finguliere wyze, waarop die<br />
antwoorden waren ingericht, zeer weinig kenmerken<br />
droeg van dien eerbied en egards, welken<br />
hy S. b, N., als een Officier in den dienst<br />
18 .
f34 JVir, ZAAKEN VAN 1785.<br />
van H. H. Mog., aan Hoogstdezelven, of die<br />
Hen in dezen vertegenwoordigden, verfchuldigd<br />
was.<br />
Dar Heeren Gecommitteerden zich, voor het<br />
overige, tot de voorfz. Vraagpointen en Refponfiven<br />
, nevens dit hun Rapport overgelegd, refereerende,<br />
maar kortelyk zouden remarqueeren,<br />
dat, daar de $. b. N. van Kinsbergen by dit<br />
onderzoek alleen als Medelid van de meergemelde<br />
Conferentie in aanmerking gekomen was, en<br />
'er uit zyne gezegde opgaaven , waartoe hem<br />
mits dezen gelegenheid was gegeeven, geeneriét<br />
meerdere of andere informatien of elucidatien<br />
daaromtrent waren voortgefprooten , waardoor<br />
pf aan de zaak zelve eenig meerder licht<br />
bygezet was , of het gedrag van hem S. b. N.<br />
uit een ander oogpunt» als dac van alle de overige<br />
Leden der voorfü. Conferentie , zou moeten<br />
worden befchouwd ; derhalve alles, wat<br />
dienaangaande hier van breedvoeriger was behandeld<br />
en aangemerkt, fpeciaal omtrent den S.<br />
b. N. van Kinsbergen van eene volledige applicatie<br />
moest gerekend worden te zyn.<br />
L<br />
Dat thans nog overig zynde onderzoek te doen<br />
nopens de verrichtingen der Capiteinen, welker<br />
Scheepen tot den geordonneerden Togt naar Brest<br />
gédespicieerd geweest zyn; daaromtrent alleen<br />
verflaj zoude kunnen worden gedaan van de informatiera,<br />
door de Capiteiuen Thooft, Staringh<br />
én Bosch gefuppediteerd; als zynde den Capitein<br />
van Welderen in den Kruistogt, daadelyk,<br />
ha dat de Expeditie naar Brest voor vervallen<br />
verklaard was, onder Commando van den S. b.<br />
N. van Kinsbergen ondernomen, met het Schip<br />
de Urne in de Noordzee vergaan ; en den Capitein<br />
Tullingn, die op het Schip van den §.<br />
b. N« van Hoey geplaatst was, inmiddels overleedén:<br />
terwyl de overige Capiteinen, door verre<br />
afgelegene reizen buiten Baat gefield zvnde ,<br />
öm zich voor dit Befogne te fifteeren ; Heeren<br />
Gecommitteerden vermeend hadden, tot het uit-<br />
bren-
JVLY, STAAT EN OORLOG. 1785. 135.<br />
brengen van dit hun Rapport den als nog onzekeren<br />
tyd van derzelver terugkomst niet te<br />
moeten afwagten; te. minder , daar, naar alle<br />
apparentie, uit derzelver informatien weinig nader<br />
licht te verwagten was, en de beoordeeling<br />
van derzelver gedrag veel al uit hunne ingedien.<br />
de Rapporten en de handelingen der eersrgemelde<br />
Capiteinen zoude kunnen worden afgeleid:<br />
gelyk ook boven dien , by de abfentie van den<br />
S. b, N. van Braam was gebleeken , dat omtrent<br />
den tyd van het retour dier Officieren<br />
gantsch geen precife bepaaling kon worden gemaakt.<br />
Dat, wat dan in de eerfte plaats den Capitein<br />
Thooft betrof, by dit onderzoek gebleeken<br />
was: —- dat dezelve gecommandeerd had (c)<br />
her Oorlogfchip de Kortenaar van 60 (lukken,<br />
behoorende, zoo wel als dat van den S b. N.<br />
van Hoey, onder het Collegie ter Aimiraiiteit<br />
op de Maaze, en mede begrepen onder de Schee,<br />
pen, welken door Z. H., ingevolge de Refolutie<br />
van H. H. Mog, van den 3 October 1782,<br />
tot de Expeditie naar Brest gedespicieerd waren:<br />
— dat de voorn. Capitein op den 5 Oftober<br />
(d), van dat zelfde jaar met de overige Capiteins<br />
der Scheepen , tot den evengem. Togt<br />
ge leftineerd, by den V. A Hartfinck aan Boord<br />
gefeind, en aldaar gekomen zynde , verwittigd<br />
was van de order , by gezegden V. A. ontvangen<br />
tot het verzenden van tien Scheepen naar<br />
Brest * — dat deze communicatie eenter niet<br />
aan alle de Capiteinen te gelyk, maar, zoo het<br />
fcheen, naar maate zy by den V. A. Hartfinck<br />
aan Boord gekomen waren, was gefchied, zynde<br />
de Capitein Thooft, (e) als met zyn onderhebbend<br />
Schip zeer naby dat van den Com-<br />
man- •<br />
(e) Verhoor Capitein Thooft, Ne. 1. Art. 1 en *.<br />
(f) Ibidem, Art. 3 en 4.<br />
(«) Ibidem, Art. 5.<br />
I 4
?36 JULY, Z A A K E N V A N ï?gy.<br />
mandant liggende, een van de eerfte daar aan<br />
Boord geweest; gelyk hy zich ook niet herinnerde,<br />
dat, toen de gem. V. A. hem de voorzeide<br />
communicatie gaf, 'er reeds andere Capiteinen<br />
aangekomen waren: — dat vervolgens de<br />
V., A, Hartfinck.hem Capitein gezegd had, (Y)<br />
Tdat, volgens een ingekomen order, tien Scheepen<br />
naar Brest moeften zeilen, en dat zyn Schip<br />
daar onder begreepen zynde, hy derhalven zich<br />
hiertoe gereed moest houden: — dat hy Capitein<br />
zich echter niet praecis konde herinneren<br />
of hem by die gelegenheid door den V. A*.<br />
Hartfinck gevraagd was, of zyn onderhebbend<br />
Sch p tot het noen van die reis in ftaat was •<br />
fchoon hy zulks, by nadere overdenking, wel<br />
geloofde: — en dat bv ook wel wist op het<br />
voorftel van gemelden V. A. gezegd te hebben<br />
dat zyn Schip op dat oogenblik niet in ftaat<br />
Was om de reis te doen.<br />
Dat wyders fteciaal geinquireerd zynde naar<br />
de wyze, op welke de gezegde Expeditie door<br />
den V. A. Hartfinck was voorgefteld, namelyk<br />
of zulks gelchied was , alleen met relatie tot<br />
den overiogt uit Texel tot in de Haven van<br />
Brest, dan ook betrekkelyk tot den dienst, welke<br />
door de Scheepen te Brest gekomen zvnde<br />
verder zoude worden gepraefteerd ; en in 't byzonder,<br />
of uit dat voorftel vernomen kon worden,<br />
dat het H. H. Mog. intentie was, dat<br />
de ï-cneepen te Brest gearriveerd zynde, aldaar<br />
zouden overwinteren , en nadere ordres afwagten<br />
, ten ware men mogt goedvinden , van dezelven,<br />
gecombineerd met een Fransch Esquader,<br />
nog vóór den winter in de Kuropeefche<br />
Zeeën eenig employ te maaken, echter nier dan<br />
met overleg en goedvinden van derzelver Commandant:<br />
— op de hier omtrent gedaane vraagen.door<br />
den Capitein Thooft verklaard was, fë)<br />
(ƒ) Verhoor Capitein Thooft, No. i. Art. € en 7<br />
(f) Ibidem, Art, ?, 10 en 13.<br />
das
jut*, STAAT [EN OORLOG. 1785. 13?<br />
dat het voordel van'den V. A. Hartfinck zich<br />
alleen had bepaald tot een reis naar Brest, zonder<br />
zich over de verdere deftinatie in 't byzonder<br />
uittelaaten ; en dat hy uit gezegde voordel<br />
niets diergelyks , als hiervooren nopens de intentie<br />
van H. H. Mog. gemeld is, had kunnen<br />
opmaaken : maar dat hy integendeel zeer wel<br />
wist, dat hy het voordel om naar Brest te<br />
gaan, op dien tyd bad aangemerkt, als teffens<br />
een oogmerk behelzende, om van de Scheepen,<br />
zoo dra ze daar gekomen waren, daadelyk employ<br />
te maaken, het zy meer naby, het zy tot<br />
eene Expeditie naar de Oost- en West-Indien;<br />
en dat hy zyn rapport, 't welk hem door dert<br />
V. A. Hartfinck vervolgens mondeling geordonneerd<br />
was, by gefchnfte optegeeven , alleen in<br />
dat denkbeeld had opgedeld en zyn Schip, 't<br />
geen zeer wel nog voor eenigen tyd een Kruistogt<br />
doen kon , buiten ftaat verklaard had tót<br />
een reis naar Brest, die hy zich moest voorftel»<br />
len, dat oogenblikkelyk door andere Expeditien<br />
agtervolgd zoude geworden zyn.<br />
Dat uit deze opgaaf derhalven , naar 't oordeel<br />
van Heeren Gecommitteerden, confteerde,<br />
dat de communicatie en het voorftel der orders<br />
van H. H. Mog. door den V. A. Hartfinck<br />
onvolleedig , en geenszins overeenkomftig derzelver<br />
weezenlyken inhoud en waare oogmerk,<br />
was gedaan ; en dat dus deze wyze van voorftelling<br />
juist gefchikt was, om de refpective Officieren<br />
geheel verfchillende en verkeerde denkbeelden<br />
daar omtrent te doen opvatten; dan het<br />
welk evenwel, dien onverminderd, aan den Capitein<br />
Thooft geene vryheid gaf, om by eene<br />
enkele veronderltelling aan de gezegde orders<br />
een veel grooter uitgeftrektheid te attribueeren,<br />
dan dezelven waarlyk behelsden; en om op zulk<br />
een' fuppofitie alleen zyne generaaie verkiaaring<br />
van ongereedheid te gronden : — terwyl veel<br />
eer de voorzichtigheid, zoo 't fchynt, had gevorderd<br />
, dat hy, vóór de beantwoording van<br />
I j het
W JÜXÏ, Z A A K E N V A N 1785.<br />
het aan hem gedaan voorftel, en ten minften,<br />
vóór dat Hy zyn fchriftelyk Rapport inleverde,<br />
van den V. A. Hartfinck , nopens dezen in algemeene<br />
bewoordingen voorgeftelden Togt , de<br />
noodige exphcatie verzocht had ; en lpeciaal,<br />
of hy by het Rapport nopens de gereedheid of<br />
ongereedheid van zyn Schip , alleen een overtogt<br />
naar Brest, dan ook verdere deftinatien, in<br />
t oog te houden had; waaromtrent hy Capitein<br />
in allen gevalle zich niet had behooren te<br />
difpenfeeren, by zyn evengem. Rapport de verejschte<br />
diftin&ie te maaken. Dat aan Heeren<br />
Gecommitteerden hier omtrent door denzelven<br />
Capitein ter zyner verantwoording was geallegueérd,<br />
dat by, (Ji) uit hoofde van het onbepaald<br />
voorftel der order, en onbewust zynde,<br />
met wat intentie de expeditie geordonneerd wierd,<br />
niet anders vermeende te hebben moeten belluiten,<br />
dan dat hy verpligt was, by zyn Rapport<br />
alles optegeeveu , wat zou vereischt worden ,<br />
ook ingevalle zyn Schip, te B r<br />
est gekomen zynde,<br />
verder mogt worden geëmployeerd.<br />
Dat ondertusfehen, na deze opgaaf, de verklaaring<br />
van ongereedheid , door gezegden Capitein<br />
by het voorftel der orders van H. H, Mog,<br />
gedaan, ligtelyk zuude kunnen worden overeengebragt<br />
met het geen dezelve hoofdzaakelyk,<br />
zo by zyn Verhoor voor de Admiraliteit op de<br />
M-az , op den 11 February 178?, als voor<br />
H eren Gecommitteerden, dienaai gaande nader<br />
had gedeclareerd, (7) namelyk, dat, indien de<br />
reis zx 1 enkel tot een overtoar uit Texel tot<br />
in de Haven van Brest moest bc-paaien, de deftéten<br />
, by zyn Rapport opgegeeven , zodanig<br />
een reis niet onmogelyk zouden gemaakt hebben,<br />
(h) Verhoor Capitein Thooft, No. a. Art. 12.<br />
CO tdem, No. i. Art. ao. vergel. met No 12. der<br />
Bylragen van 't Berichr der Admiraliteit op<br />
de Maaze, Art. 6, io,' 14, 15, 19, 37<br />
en 30.
JUXY, STAAT EN OORLOG. 178J. 159<br />
ben, offchoon, uit hoofde van de gefteldheid<br />
der Victualie, misfchien rjaafmede z-vasrigheid<br />
zou gemengd geweest zyn; en dat in al hetzelve<br />
(het geen misfeh en mede ter gedeehelyke<br />
verontfchuldiging van den Capitein Thooft,'nopens<br />
zyne gererade ongereedverklaaring zou<br />
kunnen (trekken} met zoo veel fpoed was te<br />
werk gegaan , dat de Capiteinen Thooft , Staringh<br />
en Bosch (en ook, zoo de eerstgem. vermeende<br />
, (£) alle de overige CapiteinenJ oogenblikkelyk,<br />
en dus zonder verder beraad, alvoorens<br />
van het Schip des V. A. Hartfinck te vertrekken<br />
, nog daar aan boord hunne Rapporten<br />
gefchreeven en overgegeeven hadden ; hoewel<br />
dezelven allen , als aan Boord hunner eigene<br />
Scheepen gefchreeven zynde, gedateerd waren;<br />
't welk de Capitein Thooft gezegd had gedaan<br />
te hebben, (7) om te doen blyken , dat het<br />
Rapport, 'c welk maar tot fpoediger expeditie<br />
aan Boord van 't Admiraalfchip gefchreeven<br />
was , eigenlyk het Schip Kortenaar aanging;<br />
dan het welk echter buiten dien uit het hoofd<br />
en den inhoud van het Rapport zelve ook wel<br />
zou gebleeken hebben.<br />
Dat voorts de drie meergem. Capiteinen eenpaarig<br />
verklaard hadden, hunne voorfz. Rapporten,<br />
zoo als hun dezelven nader waren voorgehouden,<br />
(m) in diervoegen gegeeven te hebben<br />
uit eigen beweeging, en zonder eenige voorafgegaane<br />
affpraak met andere Officieren; en dat<br />
zy, na het indienen dier Rapporten, (n) geene<br />
na-<br />
(k) Verhoor Capitein Thooft, No. 1. Art. 14 en<br />
16. Verhoor Capitein Staringh , No. 1. Art.<br />
15. Verhoor Capkein Bosch, No. ï. Art. 15.<br />
(/) Verhoor Capitein Thooft, No. 1. Art. 15.<br />
\tn) Ibidem, Art. 16 en 17. Verhoor Capitein Staringh,<br />
No. 1. Art. 16, 17 en 18. Verhoor<br />
Capitein Bosch, No. 1. Art. 16, 17 en 18.<br />
(n) Verhoor Capitein Thooft, No. 1. Art. 18. Verhoor<br />
Capiteio Stariisgh, No. 1. Art. 19. Ver.<br />
hoor Capitein Bosch, No. 1. Art. 19.
14© JULY, Z A A K E N V A N i 7Sj:<br />
nadere orders, zoo veel hun voorftond, ontvangen<br />
hadden, om hunne onderhebbende Scheepen<br />
tor de voorn, reis in gereedheid te brengen.<br />
Dat, wat verder den Capitein Thooft in het<br />
byzonder betreft , niet wel had kunnen worden<br />
overeengebragt, hoe by, na door middel van<br />
zyn voorengemeld Rapport aan den V, A. Hartfinck<br />
de des tyds inhebbende Victualie v?n zyn<br />
onderhebbend Schip bepaald te hebben tot pri.<br />
mo November, daar en tegen by zyn Antwoord<br />
op het 7. Arijcul der bovengemelde Vraagpointen<br />
, hem op den 11 Februaty 1783 door het<br />
Collegie ter Admiraliteit op de Maaze voorgehouden,<br />
verklaard had , van Victualie voorzien<br />
geweest te zyn tot den 15 November , uitgezinderd<br />
van Kaas en Zout , waar van hy maar<br />
alleen tot in den beginne van November voorzien<br />
was, en van fommige andere fpecien ,<br />
voornamelyk van Erwten , te zyn voorzien geweest<br />
voor eetiige dagen ook na den 15 November.<br />
Dat, dit aan den voornoemden Capitein<br />
onder het oog gebragt zynde, dezelve tot vereffening<br />
van de voorfz. ftrydige opgaaven gezegd<br />
had, (0) dat hy zyne opgaaf van gevk'tu- .<br />
aüeerd te zyn tot primo November, by zyn<br />
Rapport aan den V. A. Hartfinck, gedaan had,<br />
om dat hy niet ten vollen voor 14 dagen langer<br />
voorzien was , als misfende de twee voornaame<br />
articulen van Kaas en Z-mt; doch dat<br />
hy, buiten die, het tot den 15 November met<br />
de Victualie zou hebben kunnen uithouden:<br />
dat ook, in het generaal, de aanleg der Victualieering<br />
van zyn Schip , even gelyk dat van<br />
den S. b. N. van Hoey , volgens de generaale<br />
order, maar was tot primo November, doch<br />
dat toevallig, zoo als nu en dan wel gebeurt t<br />
vooral als ,een Schip van de directie van den<br />
-> eenen<br />
(*j Verhoor Capitein Thooft, No. a. Art. 1.
JULT, STAAT EN OORLOG. 141<br />
eenen Capitein onder die van een ander overgir,t<br />
, wat meerder van verfeheiden' dingen ingenomen<br />
was , waar door het grootfte gedeelte<br />
der Victualie tot den 15 November zou hebben<br />
kunnen (trekken.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden zich echter niet<br />
hadden kunnen overtuigd houden, .dat door de<br />
evengezegde elucidatie de vooren geremarqueerde<br />
ftrydigheid der opgaaven eenïgzins zoude zyn<br />
gewettigd : terwyl ook niet wel te begrypen<br />
was, dat de generaale aanleg der Victualieering<br />
van dit Schip maar tot primo November zou<br />
geweest zyn; immers , daar het zelve by het<br />
laatfte weekelykfche Rapport van den 30 Ssptember<br />
was opgegeeven, als tot halt November<br />
gevictualieerd te "zyn : waarom in allen gevalle<br />
het bewuste fchriftelyk Rapport, aan den V. A.<br />
Hartfinck op den 5 Oftober overgegeeven , weinig<br />
aan het oogmerk gereekend kon woiden te<br />
voldoen, indien het zelve met met die naauwkeurigheid<br />
ingericht was dat de Commandant<br />
der Vloot daar door in (fiat geheld wierd , om<br />
met volle zekerheid te kunnen beoordeelen, welk<br />
employ, des nowds, en ten ftrióHten genomen ,<br />
van dit Schip kon worden gemaakt : eene beoordeeling<br />
, waar toe zeker eene allerexaélfte<br />
opgaaf vereischt wierd, en had behouren te gefchieden.<br />
—. Gelyk ook niet mogt worden veronderlteld,<br />
dat de Capitein Thooft, om het ontbreeken<br />
der twee articulen van Kaas en Zout,<br />
bevoegd zou zyn geweest, om by dit zyn Rapport<br />
den meerderen voorraad der andere fpecien<br />
geheel te -verzwygen ; te minder, daar deszelfs<br />
onderhebbend Schip , om het. gebrek der twee<br />
voornoemde articulen alleen , niet geheel en al<br />
tot alle employ na den eerlten November behoefde<br />
buiten fiaat gereekend te worden , als<br />
hebbende hy Capitein zelf erkend, dat die beide<br />
articulen O) uit de andeie Scheepen, inge-<br />
val-<br />
(/) Verhoor Capiteia Thooft, No« 3. Art. 13,
I4a JULY, Z A A K E N VAN 1785.<br />
valle dezelven daar van voorzien waren (waar<br />
van hy het tegendeel met geen grond kon veronderftellen)<br />
hadden kunnen geluppleerd worden.<br />
Dat ondertusfehen hier uit, zoo als Heeren<br />
Gecommitteerden geoordeeld hadden, bleek,<br />
dat de te voren reeds gementioneerde Refolutie<br />
der Admiraliteit van de Maaze, in dato ia Augustus<br />
1782, welke de Capitein Thooft, gelyk<br />
hy vermeende , den 26 of 27 dier maand<br />
had ontvangen, ten zynen opzichte even weinig<br />
, als omtrent den S. b. N. van Hoey, van<br />
dat effect geweest was, dat daar door daadelyk<br />
eene vernieuwde voorziening der Victualie voor<br />
zyn onderhebbend Schip was te weeg gebragt,<br />
als hebbende by Capitein, volgens zyn eigen<br />
opgaave , ter obediëntie aan de order , by die<br />
Refolutie vervat, ten aanzien van de Victualie,<br />
(O niet anders gedaan, dan aan zyn Solliciteur<br />
te fchryven, om de geordonneerde Victualie intekoopen,<br />
en hem toe te zenden, ge yk hy dezelve<br />
ook, na zyn Kruistogt in November, ontvangen<br />
had; terwyl hy by deeze order het dan<br />
ook had laaten berusten, zonder fpeciaal te zorgen,<br />
dat de voornoemde Victualie, overeenkomftig<br />
het blykbaare oogmerk der Admiraliteit ,<br />
ten allerfpoedigften toegezonden wierd: waar uit<br />
moest volgen , dat, door dit gebrek van voorzorg,<br />
het onderhebbend Schip van hem Capitein<br />
tegens het laatst der loopende Victualietyd<br />
buiten (laat van employ moest geraaken, en dat<br />
even hier door dus de voorfz. tvdige prtecautie<br />
der Admiraliteit geheel en ai gefruftreerd zoude<br />
worden; iets, het welk althans met den inhoud<br />
der by hem Capitein mede ontvangen Refolutie<br />
(s) van dat Collegie, in dato 2 September deszelven<br />
jaars, volftrekt ftrydig was, als waarby<br />
hem was gebleeken de ferieuze intentie van den<br />
Raad<br />
(*) Verhoor Capitein Thooft, No. 2. Art. 2 en 3.<br />
O) Ibidem, Art. 4.<br />
(O Ibidem, Art. j>.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 143<br />
Raad te zyn, dat de Officieren'zouden bezorgen<br />
, dac de Scheepen van hun Resfort door<br />
geenerles gebrek verhinderd zouden worden,den<br />
Lmde alle moaelyke dienden te bewyzen, wesha;ven<br />
hy Capitein , ten minden op den ontvangst<br />
, en uit hoofde dier tweede Refolutie,<br />
zich niet anders dan verpligt had kunnen oordeelen<br />
, om immediaat te zorgen, dat zyn onderhebbend<br />
Schip, zoo ten aanzien der Victualie<br />
, als verdere Behoeftens en noodwendigheden,<br />
Volledig in ftaat gefteld wierd, om tot den tyd,<br />
waar voor deszelfs dienst by de eerstgemelde<br />
Refolutie was gecontinueerd, te weeten tot primo<br />
Mey 1783, behoorlyk, en dus zonder interruptie',<br />
dienst te kunnen doen.<br />
Dat, dit alles dan ook hoofdzaakelyk aan den<br />
Capitein Thooft onder het oog gebragt zynde,<br />
door denzelven daar op was gedeciareerd, (?)<br />
dat hy voor de fpoedige voorziening der Vi&u.<br />
alie , by de eerstgenoemde Refolutie geordon.<br />
neerd, vermeende gezorgd te hebben, door het<br />
fchryven aan zyn Solliciteur, wan-wien hy ook,<br />
zoo by zeide, wel verzeekerd was,'dat die,<br />
zoo fpoedig, als by kon, daaraan voldoen zou;<br />
doch dat de bezorging van Victualie in dien tyd<br />
natuurlyk véél embarras aan den Sol'icireur zou<br />
gegeeven hebben, alzoo de oude Victualie fchaars<br />
te krygen , en de nieuwe op dat lydftip nog<br />
niet voorhanden was : — en dat ook, by den<br />
ontvangst der laatstgenoemde Refolutie , zyn<br />
Schip, («) van Victualie voorzien zynde, conform<br />
de te vooren gegééven orders, boven welken<br />
hy nu den voorraad , waarom hy aan zyn'<br />
Sollicneur gefchreeven had , moest afwagten ,<br />
hy alleen had zorg gedraagen , om zyn Schip,<br />
het'welk in 't generaal tot Mey 1783 voorzien<br />
was, fteeds gereed te houden; gelyk hy "er ook<br />
. na-<br />
(?) Verhoor Capitein Thooft, No. 2. Art. 8.<br />
%u) ftude», Art, 19.
144 JÜXY, Z A A K E N V A N ' 178$.<br />
naderhand, op bekomen' ordre, mede uirgeloo*<br />
pen was, om te kruisfen.<br />
Dat uit deeze opgaaf derhalven conlteerde,<br />
dat de voorn. Capitein op de eerstgenoemde<br />
Refolutie der Admiraliteit, het alleen by het<br />
geeven van een order aan zyn' Solliciteur , tot<br />
verzorging der Victualie , zonder bepaaling van<br />
tyd (als waaromtrent hy het op deszelfs goedvinden<br />
en veronderltelde vigilantie vermeende te<br />
moeten laaten aankoomer) had laaten berusten ;<br />
offchoon hy zich echter op deze vigilantie naderhand<br />
weinig fcheen te hebben verbaten , alzoo<br />
hy , op den 1 October van den V. A.<br />
Hartfinck de generaale order tot reviétualieering<br />
voor vier maanden ontvangen hebbende, (op<br />
welken tyd de gezegde Solliciteur de Victualie,<br />
door hem Capitein zoo lang te vooren geordonneerd<br />
, nog niet had gezonden ) volgens z) n<br />
Rapport ten fpoedigften daarom naar Rotterdam<br />
gefchreeven bad: zynde het eindelyk ook nmar.<br />
quabel, dat hy, van het geen hy aan zyn Solliciteur,<br />
weinige dagen te vooren, gefchreeven<br />
had, by zyn Rapport verflag dce.de, by die<br />
gelegenheid niet tcffens van de voorige aanfchryving,<br />
aan detizelven gedaan , eenige mentie<br />
maakte.<br />
Dat dus uit dit een en ander, naar 't oordeel<br />
van Heeren Gecommitteerden , wederom zoude<br />
kunnen worden opgemaakt , hoe weinig politif<br />
en dringende die eerstgedaane aanfchryving toe<br />
bezorging der Victualie geweest ware ; en dat<br />
hy Capitein , by den ontvangst der tweede<br />
hoewel zoo ernltige, Refolutie van de Admiraliteit<br />
, eigenlyfc niets gedaan had ; alhoewel hy<br />
Capitein ondertusfehen niet geftipponeerd kon<br />
worden, zich des tyds eenige andere orders<br />
dan die van de Admiraliteit , ten richtfnoer tê<br />
hebben voorgefteld, naardien hy ten minden<br />
doof<br />
•: '1 t iioodT •-• ja i MO*-.V • ><br />
(y) Verhoor Capitein 1 hooft, No. a. Ars. ö en ? 4
JÏILV, STAAT* EN OOR LOCS. 1785. *4j<br />
door geene ahtlere of ftrydige orders van den<br />
Commandant der Vloot daarin was verhinderd:<br />
iets, 't geen althans moest worden befloten uit<br />
de erkentenis van hem Capitein, dat.hy, namelyk,<br />
naar zyn beste geheugen, daadelyk (V)<br />
iia het ontvangen der Refolutie van de Admiraliteit,<br />
om tot ultimo April 1783 te revictualieeren,<br />
daarvan aan den gem. Commandant kennis<br />
gegeeven, doch, voor zoo veel hy zich herihnerde<br />
, van denzelven geene byzondere orders<br />
nopens den tyd, voor welken hy Victualie moest<br />
inneemen, ontvangen had.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden derhalven in dit<br />
beleid en gehouden Conduite hadden gemeend<br />
een niet onduidelyk bewys aantetreffen , dat de<br />
gezegde Capitein mede in het by de Officieren<br />
der Marine zoo algemeen plaats gehad hebbende<br />
wanbegrip , nopens de zekerheid eener aanftaande<br />
oplegging der Scheepen, (hoewel het in<br />
Oorlogstyd was) fcheen geverfeerd te hebben,<br />
en zich te gelyk voorgefteld, dat, daar de Cam.<br />
pagne met November moest vastgefteld worden,*<br />
ten einde te zyn, 'er dus op zyn best niets<br />
meerder, dan een kleine Kruistogt in de Noordzee,<br />
zou voorvallen; mitsgaders, dat hy de executie<br />
der ftrifle en met opgaave van redenen<br />
bekleede Refolutien van zyn Admiraliteits Collegie<br />
mede naar dat denkbeeld konde en vermogt<br />
interichten; 1<br />
Dat, met betrekking tot de voorziening der<br />
Scheepsbehoeften, het mede niet te begrypen<br />
was , hoe de Capitein Thooft by zyn meergedachte<br />
Rapport van den 5 October aan den V .<br />
A. Hartfinck had kunnen verklaaren , dat zyn<br />
medegegeeven' Behoeftens volgens den geftipu.<br />
leerden tyd het meefte verbruikt waren; zich<br />
verder op een gebrek aan Zeilen en veele Behoeftens<br />
, te breed j om daar te melden, beroet<br />
pen*<br />
(j') Verhoor Captn. Thooft, No. 2. Art. ff en 7.<br />
XXIX. DEEL. K
146 JULY, ZAA KEN VAN 1785;<br />
pende, en hoe dezelve dit alles mede als eene<br />
reden had geallegueerd, waarom hy buiten ftaat<br />
was, om aan de gegeeven orders (welken hy<br />
zelf by dat Rapport alleen bepaalde tot het zeilen<br />
naar de Haven van Brest) te kunnen voldoen<br />
: daar hy Capitein, gelyk zoo even geallegueerd<br />
is , nu by zyn Verhoor voor dit Befogne,<br />
als eene teden, waarom hy op de tweede<br />
Refolutie der Admiraliteit op de Maaze niets<br />
nader, noch omtrent de verzorging der Victualie,<br />
noch van meerdere Scheepsbehoeften , verricht<br />
had , had gepofeerd, dat zyn Schip (V)<br />
in 't generaal voorzien was tot Mey 1783 ; en<br />
daar hy ook voor de evengsmelde Admiraliteit<br />
gedeclareerd had, dat zyn Schip, (#) ten tyde,<br />
dat hetzelve in de maand Mey 1782 uit de Goeree<br />
was vertrokken ,> ten vollen van alle Scheepsbehoeften,<br />
hoe genaamd, voorzien geweest zynde,<br />
voor den tyd van len minften twaalf maanden<br />
, gereekend van de maand Maart, wanneer<br />
hetzelve op ftroom was gebragt; hy dan ook ,<br />
ten tyde van 't geeven van dit zyn Rapport,<br />
nog voorzien was van de noooige Scheepsbehoefien<br />
, ten minften voor een reis van vier k<br />
vyf weeken, uitgezonderd alleen het gemis van<br />
één Anker en drie Touwen; dat mede, zonder<br />
juist een derde ftel Zeilen , noodig te hebben ,<br />
zyne Zeilen tot zodanige reis genoegzaam in<br />
ftaat waren, blykens zyn Rapport , als 'c welk<br />
inhield , dat zyn Schip in ftaat was tot een*<br />
reis naar de Noordzee of Kruistogt; en einde,<br />
lyk dat ook zelfs het gemelde defect van één<br />
Anker en drie Touwen hem geen difficulteit zou<br />
hebben doen maaken , om , zonder dezelven,<br />
bepaaldelyk alken naar Brest te zeilen; welk<br />
de-<br />
(w) Verhoor Captn. Thooft, No. 2. Art. 10.<br />
(*) Zie bovengem. No. 12. der Byln. van het Be»<br />
richt der Admt. op de Maaze, Art. 15, 14,<br />
15» 19 en 23.
jvLYi STAAT EN OORLOG. 1785. ui<br />
defect boven dien; zoo 'er Scheepen van örj<br />
Stukken op de Rheede bleeven leggen , die niet<br />
mede de reis naar Brest moeften onderneemen,<br />
uit dezelven had kunnen worden gefuppleerd:<br />
vvaarby hy Capitein verder nog had gevoegd,<br />
en aan Heeren Gecommitteerden opgegeeven,<br />
dat de by zyn Rapport van den y October geëmployeerde<br />
uitdrukking van veele Behoeftens ,<br />
te breed om hier te melden, alleen tot verbruikte<br />
trosfen (y) e<br />
" verder loopend Touwwerk,<br />
relatif gemaakt moest worden.<br />
Dat mitsdien, naar 't oordeel van Heeren Gecommitteerden<br />
, tot vereffening van 't geen de<br />
Capitein Thooft, by zyn Rapport aan den Vi<br />
A. Hartfinck en by zyne gem. Verhooren, dezen<br />
aangaande, verklaard en opgegeeven had,<br />
niets anders refteerde , dan deszelfs eerstgem.<br />
opgaaf aan het uitgeftrekte denkbeeld te attribu*<br />
eeren , 't welk hy Capitein goedgevonden had,<br />
zich van den Togt naar Brest te vormen; hoewel<br />
men zulks , gelyk zo even geremarqueerd<br />
is, uit de introductie van deszelfs te meermaalen<br />
gemelde Rapport anders fcheen te moeten<br />
opvatten , en hy Capitein in allen gevalle geen<br />
recht had, om zich op dit opgevatte begrip zodanig<br />
te gronden , dat hy, zonder zich deswegens<br />
eenigzins nader te informeeren, of by zyn<br />
Rapport de allerminfte diftinctie te maaken;<br />
Hechts om die reden alleen , zyn onderhebbend<br />
Schip tot den gezegden Togt onbepaaldelyk<br />
buiten ftaat had behooren te verklaaren.<br />
Dat evenwel de meergemelde Capitein na dit<br />
alles eindelyk ook nog volmondig had gedeclareerd,<br />
(2) dat, ingevalle door den Commandanë<br />
van het Esquader, naar Brest gedestineerd, order<br />
gegeeven was , om nittezeilen , hy geene<br />
difficulteit zou gemaakt hebben, om aan die order<br />
daadelyk te obedieeren. Dat 4<br />
(31) Verhoor Captn. Thooft, No. a. Art. 14.<br />
(z) Ibidem, Art. 18.<br />
K 2
I4ï: JVLY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
Dat, met relatie tot den Capitein Staringh,<br />
in den jaare 1782 gecommandeerd hebbende het<br />
Oorlog-Schip de Admiraal de Ruyter (aj van<br />
zestig Stukken , behoorende onder het Collegie<br />
ter Admiraliteit te Amfterdam; by het onderzoek<br />
gebleeken was , dat de gezegde Capitein,<br />
wiens onderhebbend Schip (Z>) mede begreepen<br />
geweest was onder die, welken door Z. H.,<br />
ingevolge de Refolutie van H. H- Mog. van<br />
den 3 October 1782 , tot de Expeditie naar<br />
Brest waren gedespicieerd , insgelyks op den 5<br />
dier maand, by den V. A. Hartfinck aan Boord<br />
gefeind zynde, door denzelven in prasfentie van<br />
eenige andere Capiteinen , (zonder praecis te<br />
kunnen opgeeven, welken) verwittigd was van<br />
de by gemelden V. A. ontvangen order tot het<br />
verzenden van tien Seheepen naar Brest; zonder<br />
dat de onderfcheidene Refolutien (ej van<br />
H. H. Mog. van den 3 October hem door den<br />
V. A. Hartfinck , of van zynentwegs , waren<br />
voorgeleezen.<br />
Dat, nopens de wyze, waarop aan hem Capitein<br />
de orders , in de voorfz. Refolutien vervat,<br />
waren voorgefteld, dezelve verklaard had:<br />
— dat (J) hem , in 't generaal, en ordonneerender<br />
wyze, gezegd was, dat hy met de eerfte<br />
goede gelegenheid, onder commando van den<br />
V. A. van Byland, moest zeilen naar Brest; en<br />
dat hem -die'reis zeer eenvoudig was voorgefteld,<br />
als een reis, die gedaan zou moeten worden<br />
, uit Texel naar Brest, zonder meer; en<br />
zonder dat hem het oogmerk derzelve , of wac<br />
de Scheepen , te Brest gekoomen zynde, zouden<br />
moeten doen , was opengelegd; hebbende<br />
hy dan ook, (
fütv, STAAT EN OORLOG. 1785. 145<br />
Refolutie van H. H. Mog-, 't zy by mondelitge<br />
informatie van den V. A. Hartfinck , niet<br />
vernomen, wat H. H. Mog. intentie was, no«<br />
pens bet geen door de Scheepen , te Brest gearriveerd<br />
zynde , zou moeten worden verricht;<br />
gelyk hem ook, (ƒ) althans voor zoo veel hy<br />
zich herinnerde, by die gelegenheid door den<br />
V. A. Hartfinck niet was gevraagd, of zyn onderhebbend<br />
Schip tot het doen van die reis in<br />
ftaat was: •— doch dat hy Capitein niettemin<br />
op het evengemelde voorftel geantwoord had,<br />
(g) daartoe op dat oogenblik niet in ftaat te<br />
zyn.<br />
Dat Heeren Gecommitteerden niet hadden kunnen<br />
nalaaten, hier op te reflecteeren, dat zodanige<br />
verklaaring , indien 't zich met het gedaane<br />
voorftel in alles, volgens de bovengem. opgaaf<br />
, had toegedraagen , ('t geen echter , uit<br />
-het geen deswegens gebleeken is, nauwlykskafl<br />
worden veronderfteld) met den aart van den<br />
dienst niet wel zou overeentebrengen zyn , alzo<br />
hy Capitein zich dus doende dan bevoegd fcheen<br />
geoordeeld te hebben, om, ongevergd, zwaarigheden<br />
tegen de hem gecommuniceerde orders<br />
te opperen , die hy uit haaren aart niet veronderftellen<br />
kon, aan den Commandant der Vloot<br />
onbekend te wezen : en dat, deze bedenking<br />
vervolgens ook aan den gezegden Capitein voorgehouden<br />
zynde, dezelve zich daaromtrent op<br />
een conftant gebruik (70 beroepan had, volgens<br />
't welk hy vermeend zou hebben, tot zyne verantwoording<br />
de zwaarigheden , uit de defecten<br />
van zyn Schip ontleend, te hebben moeten opgeeven;<br />
en dat het, voor het overige, zoo hy .<br />
dacht, aan den Commandant ftond , om daarvan<br />
zodanig gebruik te maaken , als hy zou<br />
(ƒ) Verhoor Capitein Staringh, No. 1. Art. 8.<br />
(g) Ibidem Art. 12.<br />
(A) Idem No, a. Art. 1.<br />
K 3<br />
mee-
?5« JULY, ZAAKEN VAN ijgj;<br />
meenen te behooren , en zyne verdere beveelen<br />
dien conform interichten . dan met welk byge»<br />
bragt conftant gebruik , gelyk Heeren Gecommitteerden<br />
vermeenden, bet geeven van zodanig<br />
een generaal weigerend antwoord in een geval,<br />
als dit, uiet volkomen fcheen gewettigd te kunnen<br />
worden ; daar hy , Capitein , volgens zyne<br />
eigene explicatie, ook zonder 't geeven van zo.<br />
danig antwoord, en zelfs onder aanneeming der<br />
ontvangene orders, de defecten, welken hy oordeelde<br />
, tegens de executie dier orders in aanmerking<br />
te koomen , zeer wel aan den Commandant<br />
had kunnen herinneren , en zulks dan<br />
voorts aan deszelfs verder goedvinden overlaa»<br />
ten.<br />
Dat, gelyk ondertusfehen al '«t geen verder,<br />
met betrekking tot het van voornoemde Capitein<br />
door den V. A. Hartfinck gerequireerd, en door<br />
eerstgem. ingeleverd Rapport, was voorgevallen<br />
, zaakelyk overeen kwam met het geen de?vvegens<br />
by de opgaave van den Capi ein Thooft<br />
gebleeken is; Heeren Gecommitteerden zich in<br />
de details hier van niet zouden inlaaten , maar<br />
kortheidshalve zich daartoe refereeren. (i)<br />
Dat, wat den inhoud van het zelve Rapport<br />
aangaat, de Capitein Staiingh eerst had gedeclareerd,<br />
Qk) dat hy de daar by opsjegeevene<br />
defe&en als zodanige zwaarigheden geconfidereerd<br />
had, waardoor de overtogt uit Texel nasr<br />
de Haven van Brest voor zyn onderhebbend<br />
Schip volftrekt onmogelyk wierd gemaakt ; dan<br />
't welk door hem vervolgens nader was geëxpliceerd<br />
, met te verklaaren , (/) dat hy het<br />
woord onmogelyk niet gebruikt had in eenen<br />
volftrekten zin, maar alleen in de beteekerds<br />
van<br />
(«) Verhoor Capitein Staringb, Ka. i. Art. 13 tot<br />
19, eu Art. E3 tot 25.<br />
(k) Ibidem Art. 21.<br />
(;) Idem No. 2. Art» as.*
JUTLV, STAAT EN OORLOG» 1785. 151<br />
van ten hoogften moeyelyk, en, ingeval van opkoomende<br />
tegenfpoeden , ten uiterfien gevaar,<br />
ïyk; en dat, in dezen alzoo naderhand door<br />
hem opgegeeven zin , hy de defecten van zyn<br />
Schip (jri) van die natuur geconfidereerd had,<br />
dat hy ze als zeer weezenlyke zwaarigheden tegen<br />
de reis moest opgeeven, ten einde zich<br />
buiten verantwoording te houden ; alzoo hy begreep<br />
, dat dezelven, te zamen genomen zynde,<br />
voor hem , als daar aan niet kunnende remedieeren<br />
, uitleverden zeer groote en gewigtige beletzelen<br />
, die de reis niet wel doenlyk maakten:<br />
doch dat in 't byzender en wel voornamelyk<br />
dit beletzei door hem gefteld was in het articul<br />
der Victualie.<br />
Dat, hem Capitein hier op afgevraagd zynde<br />
, waarom hy dan, het beletzel tegen den<br />
overtogt naar Brest byzonder en wel voornamelyk<br />
in het articul der Victualie gefteld hebbende,<br />
by zyn fchriftelyk Rapport zulks mede niet<br />
in diervoegen had gediftingueerd ; in • plaats van<br />
de voorfz. onmogelykheid op alle de opgegeevene<br />
defecten, te zaamen en in 't generaal, te<br />
gronden; hy daarop geremarqueerd had, dat,<br />
(n) irtdien hem zoo onderfcheidenlyk, als nu de<br />
vraag gefchiedde, geordonneerd geweest was ,<br />
om het meerder of minder gewigt der opgegeeven<br />
zwaarigheden te diftingueeren, hy hetzelve<br />
zou gedaan hebben , met vermelding van het<br />
articul der Victualie, als, naar zyne gedachten,<br />
het voornaamfte beletzel zynde; doch dat hy in<br />
den haast, waarin hy zyn rapport opftelde, op<br />
die diftinctie niet zoo punctueel gelet had; waartoe<br />
hy te minder reden had gemeend te hebben<br />
, "dewyl hy zyn Rapport overgaf aan iemand,<br />
des kundig, die zeer wel het meerder gewigt,<br />
'c welk in het articul der Victualie , boven dat<br />
(?«) Verhoor Capitein Staringh, Ne. 1. Art. 22.<br />
(,») Idem No. 2. Art. 17.<br />
K 4<br />
der
ij* jiiLYj) Z A A K EN V A N 1785;<br />
der Scheepsbehoeften gelegen was, konde on«<br />
derfcheiden en beoordeelen, en, des noods, na=<br />
dere explicatie van 't Rapport had kunnen vraagen<br />
: by al het welk , naar de gedachten van<br />
Heeren Gecommitteerden, nog de praecipitance<br />
en weinige orde, waarmede het omtrent het geeven<br />
der Rapporten is toegegaan, als eene reden<br />
ter verontfchuldiging, zoo van den Capitein Staringh',<br />
als van de andere Capiteinen , in dezen<br />
zou kunnen worden gevoegd.<br />
Dat de gemelde Capitein al verder had gedeclareerd,<br />
dat de laatlte order, (e) welke hy,<br />
vóór die van den eerden October 1782, van<br />
den Commandant der Vloot, nopens het victualieeren<br />
ontvangen had , zich alleen tot primo.<br />
November had uitgeltrekt, hebbende hy van het<br />
Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam, deswegens,<br />
ook geene andere of nadere orders bekomen<br />
; en dat dus dit Schip alleen tot dien tyd<br />
(7>) geviclualieerd was geweest: terwyl de Victualie<br />
wel, ten aanzien van fommige articulen,<br />
misfebien voor twee a drie dagen na ultimo October<br />
zou hebben kunnen (trekken, maar, met<br />
betrekking tot andere articulen, niet; waarom<br />
hy Capitein ook , alvoorens naderhand uitteloopen,<br />
uit de andere Scheepen Victualie had overgenomen.<br />
Dat dezelve Capitein dit laatfte middel<br />
ook, met relatie tot den Togt naar Brest,<br />
(q) indien zulks door den Commandant geordonneerd<br />
was, als wel mogelyk zynde, had opgegeeven<br />
, voor zoo verre de andere Scheepen<br />
het misfen konden , (fchoon hy den hier toe<br />
benoodigden tyd, als van we£r en wind af han«<br />
gende, niet zeker konde bepaalen) teffeus allegueerende<br />
, dat , by zyn evengemelde vertrek<br />
onder Commando van den S. b. If. van Kins-<br />
ber-<br />
(0) Verhoor Capitein Staringh, No. 2. Art. 2 en 3.<br />
(j>) Ibidem, Art. 4.<br />
(?) Ibidem, Art. 9 en io„
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. 153<br />
bergen, dit met goed wéér in één dag gefchied<br />
was , waar toe onder anderen ook destyds van<br />
de Sloepen der Oorlogfcheepen gebruik was gemaakt.<br />
Dat, voor zoo veel de Behoeftens betreft,<br />
het onderhebbend Schip van hem Capitein, volgens<br />
zyn gedeclareerde , (V) wel in ftaat zou<br />
geweest zyn, om, zonder de fuppletie van het<br />
geen dienaangaande by zyn Rapport was opgegeeven<br />
, tot het einde der geordonneerde Victualietyd<br />
, en, des noods , eenige weeken langer,<br />
behoorlyk dienst te doen ; terwyl het opgegeeven<br />
gebrek (x) van één Anker en drie<br />
zwaare Touwen by hem niet geconfidereerd was,<br />
als zoodanig , dat, zonder fuppletie daarvan,<br />
de overtogt uit Texel naar Brest door zyn onderhebbend<br />
Schip niet had kunnen gedaan worden:<br />
By al 'c welk de gemelde Capitein nog<br />
had gevoegd, dat het laatstgemelde gebrek alleen<br />
als eene zwaarigheid door hem geconfidereerd<br />
en opgegeeven was; en van het Anker en<br />
Touw , (?) 't geen hy verlooren had, dat^hy<br />
daarvan opgave had gedaan aan den Commandant<br />
, zonder de fuppletie van hetzelve te be.<br />
komen, alzoo 'er nog hoop was, dat het zelve<br />
weder gevischt zou zyn geworden; dat ook het<br />
voorfz. Anker en drie Touwen («) uit een der<br />
overige Scheepen, indien 'er een Schip van 6®<br />
Stukken op dien tyd in Texel was gebleeven,<br />
't welk daarvan voorzien was, had kunnen overgenomen<br />
worden; terwyl al mede de voorengemelde<br />
overtogt naar Brest voor zyn onderhebbend<br />
Schip (V) niet volftrekt onmogelyk gemaakt<br />
wierd door het gemis van een nieuw ftel<br />
(r) Verhoor Capitein Staringh, N». a. Art, II,.<br />
(s) Ibidem, Art. 12. -<br />
(?) Ibidem, Art- 18.<br />
(u) Ibidem, Art. 13.<br />
(v) Ibidem, Art. 15 en 16.<br />
K 5<br />
Zei-
m JULY, Z A A K E N V A N 1785,<br />
Zeilen, noch door het gebrek aan Plunjes voor<br />
het Volk; en eiridelyfc, dat hy door de by zyn<br />
Rapport vermelde uitdrukking (u>) van verfcheide<br />
Behoeftens, te lang om hier op te tellen,<br />
ook niet anders had begrepen , dan verfcheiden<br />
foorten van loopend Touwwerk: waar van hy<br />
zoo hy zeide, zich verpligt gevonden had, vóór<br />
dat hy zyne eigen' Rheede verliet, en naar een<br />
vreemde Haven vertrok, zoo wel als van de<br />
andere gefpecificeerde zwaarigheeden, opgaaf te<br />
doen , alzoo hy niet wist, welk voorneemen<br />
men , ten aanzien van het gebruik van zyn<br />
Schip , indien het te Brest gekomen was, zou<br />
hebben gehad.<br />
Dac de gezegde Capitein mede (*) verklaard<br />
had , na het indienen van zyn vooriz. Rapport<br />
aan den V. A.' Hartfinck , van denzelven geene<br />
nadere order ontvangen te hebben, om zyn onderhebbend<br />
Schip tot de voornoemde reis, zoo<br />
veel mogelyk in gereedheid te brengen; waartoe<br />
hy Capitein, alzoo zyn Schip in ftaat was, om<br />
tot November , wanneer de te vooren bepaalde<br />
Viftualietyd geëindigd zou zyn, te dienen, dan<br />
ook niets anders gedaan had, dan, ingevolge<br />
.de order, dienzelfden dag ontvangen, om nog<br />
voor twee maanden langer, dan op den eerften<br />
October geordonneerd was, te victualieeren, daa«<br />
delyk aan zyn Solliciteur om die meerdere Victualie<br />
te fchryven.<br />
Dat laatftelyk de Capitein' Staringh nog rondelyk<br />
aan Heeren Gecommitteerden had gedeclareerd,<br />
dat, (y) ingevalle door den Commandant<br />
van het Esquader, naar Brest gedeftineerd,<br />
order gegeeven was om uictezeilen , hy geen<br />
oogenblik geuifficulteerd zoude hebben, om aan<br />
die order daadelyk te obedieeren.<br />
Dat<br />
(») Verhoor Capitein Staringh, No. 2. Art. 14.<br />
(x) Idem, No. 1. Art. 19 en 20.<br />
(j) Idem, No. 2. Art. 24.
jptT, S T A A T E N OORLOG. 1785, 155<br />
Dat Heeren Gecommitteerden nu in de laatfte<br />
plaats nog verflag zouden doen van hun geinftitueerd<br />
onderzoek by den Capitein Bosch s<br />
die, (2) geduurenae het meergemelde jaar 1782,<br />
het Oorlogfchip de Batavier van 50 Stukken,<br />
mede behoorende onder de Admiraliteit te Amfterdam<br />
had gecommandeerd; welk Schip insgelyks<br />
onder die, tot de Expeditie naar Brest gedespicieerd,<br />
begrepen was geweest.<br />
Dat dezelve aan Heeren Gecommitteerden had<br />
opgegeeven, dat hy op den 5 October 1782,<br />
even als de twee voorengemelde Capiteinen, op<br />
het gegeeven Sein (Y) aan Boord van den V.<br />
A. Hartfinck gekomen zynde, doch laater, dan<br />
de andere Capiteinen, en na dat de converfatie<br />
tusfchen den V. A. Hartfinck en dezelve Capiteinen<br />
reeds , ten minften voor *c grootfte gedeelte<br />
was afgeloopen, (alzoo hy Capite n, op<br />
de Brandwagt liggende, het verfte afwas) echter<br />
nog in prjefentie van fommigen derzelve Capiteinen<br />
, kennis bek.men had van de order,<br />
by den V. A. Hartfi ck ontvangen , tot het verzenden<br />
van tien Scheepen naar Brest: terwyl de<br />
gemelde V. A. zich over deze order met hem<br />
breedvoeriger, dan met de twee voorengenoemde<br />
Capiteinen , fcheen te hebben uitgelaaten;<br />
alzoo hem Capitein, volgens zyne opgaaf, door<br />
denzelven Commant niet alleen mondeling (i)<br />
gecomuniceerd was, dat hy zich tot de reis naar<br />
Brest gereed moest maaken, en by die gelegenheid<br />
gevraagd, of zyn onderhebbend Schip tot<br />
die reis, en hy om te zeilen, in ftaat was,<br />
(welke vraag hy Capitein alleen als betrekkelyk<br />
tot den overtogt uit Texel tot in de Haven van<br />
Brest aangemerkt had) maar zynde hem ook tevens<br />
door den V. A. Hartfinck, hoewel niet by<br />
prje-<br />
(z) Verhoor Capitein Bosch, No. i> Art. i en 2.<br />
(a) Ibidem, Art. 3 tor 5.<br />
(b) Idem, No. 1. Art. 6 tot n. en No. 3. Art, 14.
155 JULÏ, Z A A K E N V A N 1785;<br />
prjelefture der Refolutien van H. H. Mog., informatie<br />
gegeeven, dat de intentie van H. H.<br />
Mog., met het ordonneeren der reis naar Brest,<br />
was, dat de Scheepen aldaar gearriveerd zynde,<br />
in die Haven zouden overwinteren en nadere<br />
ordres afwagten; ten ware men mogt goedvinden<br />
, van dezelven, gecombineerd met een Fransch<br />
Esquader, nog vóór den Winter, in de Euro»<br />
peelche Zeeën eeuig employ te maaken , echter<br />
niet dan met overleg en goedvinden van den<br />
Commandant. Dat hy Capitein, verder op de<br />
voorgettelde vraag van den V. A. Hartfinck geantwoord<br />
hebbende, (c) dat zyn Schip buiten<br />
ftaat was, om de geordonneerde reis naar Brest<br />
te doen, en dat hy de redenen daarvan by een<br />
fchriftelyk rapport zou geeven, ('t geen hem<br />
door den V. A. Hartfinck niet fpeciaal geordonneerd<br />
was) reeds fcheen onderricht te zyn geweest<br />
van 't gebruik, 't geen de gemelde V. A,<br />
voorneemens was, daarvan te maaken; alzoo hy<br />
Capitein als een reden, waarom hy zyn voorfz.<br />
Rapport, ('t geen hy had gezegd, onmiddelyk,<br />
(d) na dat hy uit eigen beweeging aan den V.<br />
A. Hartfinck verklaard had, een fchriftelyk rapport<br />
te zullen overgeeven , in de Hut van den<br />
Secretaris te hebben opgefteld en vervolgens overhandigd)<br />
aan Boord van 's Lands Oorlogfchip<br />
de Batavier gedateerd had, aan Heeren Gecommitteerden<br />
had opgegeeven, dat hy, namelyk,<br />
zulks gedaan had (e) niet alleen om het Rapport<br />
dus in de vereischte order te hebben; maar<br />
ook , om dat , ingevalle hy vooraf naar zyn<br />
Schip had moeten roeyen, 'c geen verre van het<br />
Admiraalfchip lag, en dan nog het Rapport gezonden<br />
had, hier door onnuttelyk veel tyd zou<br />
verloopen zyn: en dat het hierop echter te meer<br />
aan-<br />
(c) Verhoer Capitein Staringh, No, 1. Art. 13 en IA.<br />
(O Ibidem, Art. 15.<br />
(i) Idem, No, 2. Art. 2.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. IJ7<br />
aankwam, dewyl het Rapport nog dien eigen<br />
avond door den V. A. Hartfinck verzonden zou<br />
worden. Waaruit derhalven, om dit in 't voorhygaan<br />
te remarqueeren, wederom kon worden<br />
opgemaakt, dat de V. A. Hartfinck, zonder<br />
zich veel met de overweeging dier Rapporten<br />
bezig te houden, reeds immediaat over dat gewigtig<br />
onderwerp het befluit fcheen genomen te<br />
hebben, om de gemelde Rapporten, ten betoog<br />
van de onmogelykheid, om den Togt naar Brest<br />
uittevoeren, ten fpoedigften aan Z. H-te zenden<br />
; en dat dit befluit, volgens de gezegde op.<br />
gaaf, bereids door den voorn. V. A. moest genomen<br />
, en aan den Capitein Boseh gecommuniceerd<br />
zyn, zelfs nog vóór dat hy alle de<br />
Rapporten in handen had, en de Capiteinen van<br />
zyn Boord vertrokken waren.<br />
Dat de Capitein Bosch verder aan het Befogne<br />
had verklaard, dat de door hem opgegee.<br />
ven' defecten, (ƒ) als zoodanige zwaarigheeden<br />
by hem geconfidereerd waren, waar door<br />
de overtogt uit Texel naar de Haven van Brest<br />
voor zyn onderhebbend Schip volftrekt onmoge-<br />
!yk wierd gemaakt; fchoon zulks naderhand niet<br />
op alle de gemelde defecten, (g) maar alleen<br />
op dat der Victualie, grondende: terwyl hy dit<br />
Declaratoir van volftrekte onmogelykheid wyders<br />
had geëxpliceerd, met te verklaaren, dat hy (h")<br />
in de calculatie der reis gemeend had, zichhec<br />
zwaarfte te moeten voorftellen ; dewyl het altoos<br />
mogelyk bleef, om daar aan geëxponeerd<br />
te worden; en dat hy alleen in dien zin de reis<br />
voor volftrekt onmogelyk verklaard had.<br />
Dat evenwel dit gedeclareerde, zoo als Heeren<br />
Gecommitteerden niet konden nalaaten by<br />
dezen aan te merken, bleek vry gehazardeerd te<br />
zyn<br />
i<br />
(ƒ) Verhoor Capitein Bosch, No, 1. Art. aj.<br />
1 (g) Ibidem, Arï. 22.<br />
(Ji) Idem, No. 3. Art. 16*.
158 JULY, ZA AKEN VAN j 7g Ja<br />
zyn geweest, daar het geenszins zeker was, dat<br />
dit zwaarlle , het Welk hy Caoitein goedvond<br />
zich voor te Hellen (eene fuppofitie , volgens<br />
welke byna allerlei oaderneemingen ter Zee voor<br />
volftrekt onmogelyk zouden moeten aangemerk»wordenj<br />
juist zou plaats hebben ; en daar ook<br />
zeer mogelyk het tegendeel kon exteeren; in<br />
welk geval de Togt, volgens dit zelfde denkbeeld<br />
yan den Capitein Bosch, dus gantsch niet<br />
volitrekt onmogelyk zou geweest zyn: zoo dat<br />
hy Capitein dan in allen gevalle hier omtrent<br />
by zyn Rapport wel eene duidelyke diftinctie<br />
had behooren te maaken.<br />
Dat van den gezegden Capitein de reden gevraagd<br />
zynde, waarom hy, het voorfz, gefufti- '<br />
neerd volftrekt beletzel, om met zyn onderhebbend<br />
Schip de reis uit Texel naar Brest te doen,<br />
alleen m het gebrek van Victualie gefteld hebbende,<br />
dan, by zyn Rapport, zulks meede niet<br />
in dier voegen gediftingueerd had,, in plaats van<br />
de voorfz. onmogelykheid op alle de opgegeven<br />
defecten , te zaamen en in het generaal te<br />
gronden; dezelve daar op had erkend, dat zoodanig<br />
eene onderfcheiding (ƒ) wel meer overeenkomltig<br />
de waare geftddheid der zaak zou ge- '<br />
weest zyn; maar dat hy vertrouwde, dat men<br />
de omitfie hier van wel zou willen toefchryven<br />
aan den haast, met welken hv aan Boord van<br />
P Z y<br />
ftellen " R a p o r t h a d m o £ t e n<br />
P °P-<br />
^? a<br />
. C<br />
u Ve<br />
!. d<br />
e voorr]<br />
o ^ oemde Capitein zyn ondethebbend<br />
Sch,p, (*) ten ryde der geordonneerde<br />
Expeditie naar Bres*, volledig in ftaat<br />
verklaard had , tot het doen van een Kruistogt<br />
in de Noordzee zoo lang, als de Victualie<br />
itrekte ; en zulks, niettegenftaande hv , fvol.<br />
gens de laatlte order, coor den S. b. N. van<br />
Braam ,<br />
(0 Verhoor Capitein Bosch, No. 3. Art. 10.<br />
(k) Idem, No. 2, Art. 1,
juxï, STAAT EN OORLOG. 1585. 15»<br />
Braam, CO naam van den Commandant der<br />
Vloot , vóór die van den eerften October gegeeven<br />
, geviclualieerd moetende zyn tot den<br />
laatften October) dezelve Victualie, byzonder,<br />
zoo hy zeide, uit hoofde van de by hem ingenomen<br />
Landtroupes , op dien tyd, maar voor<br />
veertien dagen zou hebben kunnen doen ftrekken<br />
; na verlóóp van welken tyd hy reeds aan<br />
diverfe articulen zou te kort gekomen zyn. Dan<br />
op welk laatsrgezegde weder te remarqueeren<br />
valt, dat deze Landtroupes, door welker inneeming<br />
hy Capitein voorgaf, deze fchaa'rshei 1 van<br />
Victualie veroorzaakt te zyn geweest , by hem<br />
echter, alleen tot fuppletie van zyne eigene aan<br />
de Rol mataqueerende Manfchappen , ingevolge<br />
het aanbod , door Z. H. in den Krygsraad van<br />
den 9 September gedaan , waren overgenomen :<br />
zoo dat derhalve hier mede de gemelde voorziening<br />
met minderen voorraad van Victualie ,<br />
dan hy Capitein, volgens de laatlte order, des<br />
tyds had moeten inhebben (en welken voorraad<br />
hy ook , al was zelfs door dit inneemen van<br />
Landtroupes het getal zyner manfchappen buitengewoon<br />
vermeerderd, in evenredigheid tydig<br />
had behooren te doen fuppleeren) met weinig<br />
grond kon gewettigd worden. Dat, wel is waar,<br />
de gezegde Capitein gedeclareerd had, (»?) dat<br />
hy, om dezen aangaande buiten reproclie te blyven,<br />
zeer wel zou gezorgd hebben, dat hy het<br />
geen ontbreeken mogt, het zy van de Helder<br />
of Texel, het zy by leening van de andere Capiteinen<br />
, gekreegen had; waarop hy zich dan<br />
ook telkens hieromtrent had beroepen , in het<br />
byzonder onder anderen, wanneer hem voorgefteld<br />
was , («) of hy niet fpeciaal wegens de<br />
bewuste ernltige recommandatie, door Z. H. in<br />
den<br />
(/) Verhoor Capitein Bosch, No. 2. Art. 3 en 5.<br />
(oO Tbidem, Art. 5.<br />
((») Idem, No. 3. Art. 11. vergeleken me; A1.2,<br />
en 4 ibidem.
ï«o jotx, Z A A K E N VAN 178$.<br />
den Krygsraad van den 5 September gedaan,<br />
bet van zyn pligt geoordeeld had, van dien tyd<br />
af te zorgen , dat zyn onderhebbend Schip ten<br />
minften tot het einde der Victualie-tyd van alles<br />
behoorlyk was voorzien: dan dat niet wel kon<br />
Worden ontkend, dat hy Capitein het geenszins<br />
op dit middel had behooren te laaten aankomen,<br />
daar hy hier geene® diergelyke fuppofitien,<br />
maar zyne bepaalde ordres, in het oog te houden<br />
en op te volgen had , en ook van hetzelve<br />
middel nimmer volkomen zeker was; terwyl de.<br />
andere Capiteinen, indien zulk' een handèlwyzé<br />
hun vryftond, zich ligtelyk in het zelfde geval<br />
konden bevinden, en dus, den een het op den<br />
anderen laatende aankomen, geenenen der Scheepen<br />
, wanneer 'er noodzaak mogt zyn , om dezelven<br />
te employeeren, zoodanig voorzien konden<br />
bevonden worden , als behoorde; en, ingevolge<br />
de gegeevene orders, vastelyk moest<br />
worden veronderfteld.<br />
Dat; volgens opgaaf van den Capitein Bosch,<br />
'er, wanneer het wéér zulks permitteert, (o)<br />
doorgaans wel geleegènheid is, om van de Heider<br />
en Texel Boter, Kaas en ook Erwten en<br />
Stokvisch te bekomen , doch niet in groote<br />
quantiteiten, als mede wel voor één week versch<br />
Brood; welke bepaalingen van goed wéér en<br />
goede gelegenheid dus het employ van dit middel,<br />
hoe ligt hy Capitein hetzelve ook had mogen<br />
ftellen, geheel onzeker maakten, gelyk ook<br />
de weinige bevoegdheid, om daar op, by het<br />
bekomen van een order , ten einde immediaat<br />
tot de eene of andere Expeditie uittezeilen, vastelyk<br />
ftaat te maaken , even hier door des te<br />
meer bevestigd wierd ; daar evenwel zoodanig<br />
een order, Qt>) ten minften zoo lang de Victualietyd<br />
duurde , elk oogenblik konde en moest<br />
verwagt worden.<br />
O) Verhoor Capt. Bosch, No. 3. Alt. 1 en 3.<br />
{p) Ibidem, Art. 2.<br />
DaS
JULY, S T A A T E N OORLOG. 1785. lót<br />
Dat de meergemelde Capitein wyders mede<br />
gedeclareerd had, dat hy, («7) althans voor zoo<br />
veel hem voorltond , na het in rienen van zyn<br />
Rapport aan den V. A. Hartfinck , geene nadere<br />
orders tot het dien onverminderd in gereedheid<br />
brengen van zyn Schip had ontvangen ;<br />
en dat hy daar toe ook niets anders gedaan had,<br />
dan, ingevolge de nader bekomen order, om tot<br />
primo Mey te victualieeren (welke order (r)<br />
hem te gelyk met die tot het zeilen naar Breit<br />
was ter hand gefteld) aan zyn Solliciteur gefchreeven<br />
, en van denzelven de gemelde Victualie<br />
gerequiieerd te hebben: offchoon, hem<br />
naderhand voorgeffeld zynde, of hy het dan niet<br />
van zyn pligt geoordeeld had, na de bekomene<br />
informatien van de apparentie eener Expeditie<br />
naar Brest, daadelyk de door hem gefuppediteerde<br />
middelen van bet ontbieden eeniger Victualie<br />
van de Helder of Texel, of wel het leenen<br />
van de andere Capiteins, in het werk te<br />
ftellen, ten einde, ingevalle by fchielyk order<br />
tot het uitzeilen gekreegen had, (het geen hv<br />
moest veronderftellen, dat alsnog gebeuren kon)<br />
zvn onderhebbend Schip ten minften tot primo<br />
November van genoegzaame Victualie voorzien<br />
ware; hy Capitein daar op, tegen de even te<br />
vooren vermelde opgaaf aan, gezegd had, Q)<br />
dat hy direct: op dien tyd had gezorgd, otn zyn<br />
Schip door de opgegeevene middelen zoodanig<br />
te voorzien, dat het de nodige Victualie tot het<br />
einde van den Viótualietyd inhad : terwyl hy,<br />
wanneer hem daar op de volftrekte tegenftrydigheid<br />
deezer twee laatstgemelde opgaaven, ten<br />
aanzien van zyn verrichte ter dezer gelegenheid,<br />
was onder het oog gebragt, zulks had getragt<br />
te vereffenen, met ais toen te verklagen, dat<br />
(?) Verhoor Capt. Bosch, No, 1. Art. 10^22.<br />
(r) Ibidem, Art. 10.<br />
- m W Idem, No. 3. Art. 4.<br />
XXIX. ÜEKJU L<br />
hy,
162 JULY, ZA A K E N VAN 1785.<br />
hy, by"
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. ifjj<br />
Dat , ten aanzien van 't gebrek der Behoeftens,<br />
de Capitein Bosch, even als de voorigen,<br />
verklaard had , dat zyn onderhebbend Schip,<br />
(t~) zonder fuppletie derzelven, wel in flaat zou<br />
geweest zyn , tot het einde van den Victualietyd,<br />
en zelfs eenige weeken langer, behoorlyk<br />
dienst te doen; en dat de vuilheid van het Schip<br />
daaromtrent ook geen volürekt beletzel, maar<br />
wel een groote belemmering, zou hebben opgeleverd;<br />
terwyl hy door de by zyn Rapport gebezigde<br />
uitdrukking («) van verfcheide dingen,<br />
welken hy de eer zou hebben, aan den Heer<br />
Hartfinck nader te kunnen fpecificeeren , bt*<br />
greepen had het loopend touwwerk, en de verdere<br />
behoeftens, welken zyn onderhebbend Schip<br />
tot primo Mey 1783 zou benoodigd hebben;<br />
en welken hy niet Ipeciiicq kon opgeeven , dan<br />
na dat hy zulks aan boord van zyn Schip zelve<br />
had opgenomen : hebbende hy, zoo hy zeide,<br />
vermeend, deze opgaaf tot zyne decharge te<br />
moeten doen, ten einde hem naderhand niet zou<br />
kunnen worden geobjicieerd, dat de order tot<br />
reviétualieering voor zes maanden ook van zeiven<br />
een order tot het inneemen der Scheepsbehoeften<br />
, voor dien zelfden tyd benoodigd , inhield:<br />
terwyl hy Capitein, laatftelyk, even als<br />
de voorigen , ook nog aan Heeren Gecommitteerden<br />
zyne bereidwilligheid had betuigd, (v)<br />
om den Togt naar Brest, aan de orders tot<br />
welke Expeditie hy , zoo hy zeide , nooit geweigerd<br />
had te obedteeren; daadelyk, ingevalle<br />
daartoe door den Commandant van het Esqua*<br />
der bevel gegeeven was, te onderneemen.<br />
Dat zy Heeren Gecommitteerden alle de particuliere<br />
details van hunne bevii.d.ngen de confide-<br />
O) Verhoor C«pt. Bosch, No. 3. Art. 8 en 9.<br />
(v) Ibidem, Art. 7.<br />
(y) Ibidem, Art. 18.<br />
L 2
ï64 JULY, Z A A K E N VAN 1785.<br />
fideratien op de aan hen eeluppediteerde informatien<br />
hier by zouien laaten berusten ; zicht<br />
buiten ftaat bevonden hebbende . om dezelven<br />
tot meerdere of vollediger klaarheid te brenaen,<br />
alzo de aart van het aan hen gedemandeerd politiek<br />
onderzoek , en de bepaaling , by H. H.<br />
Mog. Refolutie Commisforiaal gemanifes'eerd,<br />
geen middel van conftrainte tot onbéwimpelda<br />
openbaaring der waarheid gedoogde , en zulks<br />
dus gereférveerd moet blyven voor die geenen,<br />
welken by verder onderzoek in deze zullen worden<br />
gfqualiflceerd of competent verklaard: doch<br />
dat zy nogtans meenden, zich verzekerd te mogen<br />
houden, dat, offchoon zy breedvoeriger,<br />
dan de gewoone termen van een Rapport doorgaans<br />
medebrengen, bier in waren u r<br />
geweid;<br />
het oplettend onderzoek van H. H. Mog. echter<br />
de nood«aake!ykheid hiervan ras zoude ontdekken,<br />
zoo in het gewigt van deze Commisfie,<br />
'c welk, naar maate van de zich developpeerende<br />
omllandigheden, meer en meer was toegenomen<br />
; als in de menigvuldige en Iteeds onderling<br />
verfchillende uitvlugten, waarmede men by<br />
her neemen der informatien veelal getragt had,<br />
de attentie van het Befpgne van den waaren<br />
flaat der zaaken aftetrekken, en in een zee van<br />
opgegeeven tegendrydigh^den zich te doen verliezen<br />
; ten einde dus (juant hier in alleen kan<br />
het oogmerk daarvan beltaan hebben) dit onderzoek<br />
zelve ten eenemaal infructueus te maaken.<br />
Terwyl Heeren Gecommitteerden , na al het<br />
tot dus verre verhandelde , gemeend hadden,<br />
daar uit, by wege van famentrekking der gedetailleerde<br />
poinren , te kunnen en te moeteu afleiden<br />
de navolgende Conduite;<br />
Voor eerst , dat de Schelpen , in het jaar<br />
178a door H. H, Mog. naar fjrest gedestineenl,<br />
niet van al het nooHige, 't welk tot die reize,<br />
zoo als het oogmerk daarvan by H. H. Mog.<br />
Refolutien van den 3 October omfchreeven was,<br />
in den volden en ruimden zin wierd gerequireerd,<br />
zyn voorzien geweest: Ten
JVLY, S T A A T E N OORLOG. 1785. IÖJ<br />
Ten tweede , dat het alzo plasts gehad hebbende<br />
gebuk , in eenen verfchillenden graad,<br />
gedeeltelyk moet worden toegefchreeven aan de<br />
generaale by de Marine p'aats gehad hebbende<br />
directie , en aan de particuliere behandeling van<br />
het Collegie ter Admiraliteit te Amlterdam, met<br />
opzicht tot het doen viftualieertn der Scheepen;<br />
en gr-deeltelyk, aan de befchikkingen, zoo van<br />
den Commandant der Vloo f<br />
en dien van de<br />
Rheid- van Ttxel , a's van fommigen der byzonrtere<br />
Bevelhebbers van de Scheepen , tot de<br />
voorfz. reize gedestineerd geweest:<br />
Ten derde, dat het gebrek of mindere voorziening<br />
der Scheepen , zoo als dat een en ander<br />
tffuétivelyk plaats gehad heeft, evenwel niet<br />
heeft uitgeleverd zulk etn impediment, waardoor<br />
het doen der rtize naar Brest , op den<br />
voet van de daartoe gegeeven abfolute ordres,<br />
voltTrekt infaifabel moest verklaard worden ; eu<br />
dus, wanreer het v
ï66 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
denkbeeld de meefte inrichtingen dan ook vry<br />
arbitrair gemaakt waren; en eindelyk, in de finguliere<br />
en alleszins bedenkelyke wyze, op welke<br />
men zich de beoordeeling van H. H. Mog.<br />
volftrekte , en geenerhande willekeurige uitzon,<br />
deringen permitteerende , ordres , veroorloofd<br />
heeft:<br />
En laatftelyk ten vyfde , dat alles te zamen<br />
genomen de betoonde gevoeligheid der refpedtive<br />
Bondgenaoten , over dit eclatant geval, ten<br />
hoogften moet billyken; zoo wel als Hoogstderzeiver<br />
gedeclareerd verlangen, ten einde daaromtrenc<br />
eene gepaste voorziening gedaan zoude<br />
worden.<br />
Dan dar, wat de voorziening zelve betreft,<br />
die in deze geffeldheid van zaaken nu het convenabelfte<br />
zoude kunnen worden gerekend ; zy<br />
Heeren Gecommitteerden, zich by H. H. Mog.<br />
Refolutie vara den 23 December 1783 niet gei<br />
roepen of gequalificeerd gevonden hebbende,<br />
om dienaangaande onderzoek te doen ; of een<br />
advis te fuppediteeren: derhalven, de bepaaling<br />
daarvan , als niet onduidelyk by die Refolutie<br />
voor H. H. Mog. zeiven gereferveerd zynde;<br />
aan Hoo^stdezeiven eerbiedig zouden overlaaten<br />
, in 't vertrouwen , dat de gefuppediceerde<br />
ouvertures materie genoeg aan de hand zouden<br />
geeven, om in deze eene gepaste en naar 't ge»<br />
wigt der zaak geevenredigde bepaaling te maaken.<br />
Dat , offchoon nu hier mede de task , aan<br />
Heeren Gecommitteerden opgelegd , gerekend<br />
zoude kunnen worden volkomen afgehandeld te<br />
zyn ; zy echter niet konden nalaaten , by het<br />
flot van dit hun Rapport nog te voegen de opgaave<br />
van eenfee hec werk der Marine meer in<br />
't generaal betreffende omflandigheden: welken,<br />
daar zy aan 't Befogne waren voorgekomen uit<br />
haar aart altoos aanleiding te kunnen geeven,<br />
zoo tot eene nëele, als tot eene voorgewende,<br />
ongereedheid der Scheepen; mitsdien, begrepen<br />
wa«
JVJLY, STAAT E N OORLOG. 178J. 10?<br />
waren, in zoo verre en in dien zin, ook onder<br />
de medewerkende redenen, waarom de Expeditie<br />
naar Brest niet uitgevoerd is , geteld te kunnen<br />
worden.<br />
Dat zy derhalven de vryheid moeiten nemen,<br />
de attentie van H. H. Mog, nog eenige oogeablikken<br />
bezig te houden met de overweeging<br />
van de navolgende pointen:<br />
Voor eerst, dat een zeer voornaam defect,<br />
dat den grooiften invloed gehad heeft op hec<br />
niet uitvoeren der Expeditie naar Brest; en dat,<br />
zo lang daar in geen verandering gemaakt wordr,<br />
fteeds een gelyke influentie zal behou.len op de<br />
execu'ie van alle andere Kxpe.iitier,; gs'cgen is,<br />
in de wyze , op welke de Scheepen van dezen<br />
Staat worden geviclualieerd, door, en \oor byzondere<br />
reekening van de refpective Capiteinen:<br />
waarvan de inconveniênten ra.s te ontdekken zyn,<br />
zoo dra men (om van andere zwarigheden,<br />
hieruit voortforuitende , nu niet byzonder ce<br />
melden) alleen in 't oog houdt, hoe hac hiermede,<br />
ingevolge 't geen aan 't Befogpe opgegeven<br />
is, doorgaans toegaat.<br />
Immers dat, volgens die opgaive , in 'c a gemeen<br />
tegen het einde vau een Victualk-tyd, door<br />
de Admiraliteiten geordonneerd, by de Capiteinen<br />
zorg wordt gedraagen, om geen meer Victualie<br />
aan B iord te hebben , dan juist tot den<br />
laatften dag van zodanigen beftem ten Victuaiietyd<br />
toe ; en dat wel om deze reden , alzo by<br />
het afdanken of buiten dienst ftellen der Scheepen<br />
, aan de Capiteinen niets meerder wordt<br />
goedgedaan ; zoo dat derhalven zodanig overfchot<br />
fteeds tot hunne fchade ftrekt.<br />
Dat , in 't byzonder, deze maxime angstvallig<br />
door de Capiteinen wordt geobferveerd tegen<br />
het najaar, wanneer de tyd der nieuwe Victualie<br />
aankomt; om dat dezelve in quahleit (waarby<br />
mogelyk ook wel derzelver prys in aanmerking<br />
zal koomen) boven de oude te praeferee.<br />
ren is s hoedanige preferentie, om dit in c<br />
L 4 voor-
168 JULY, Z A A K E N V A N 1785.<br />
voorbygaan daaromtrent aantemerken, fchoon op<br />
zich zelve niet ongegrond, evenwel niet zoo<br />
verre behoorde te worden geëxtendeerd, dat 's<br />
Lands dienst daar door zoude moeten lyden;<br />
iets, 't geen echter (leeds gefchieden moet, zo<br />
dikwyls door eenig toeval de dienst der Scheepen,<br />
even voor het aankomen der nieuwe Victualie<br />
, voor een tyd van eenig aanbelang , onverwngt<br />
gereqnireerd mogt worden.<br />
Dat by dit alles nog komt, dat, offchoon in<br />
tyd van Oorlog om de menigvuldige en meer<br />
dringende opkomende gelegenheden tot het vorderen<br />
van dm dienst der Scheepen, de Victualie<br />
altoos vVel ruimer behoorde te worden genomen<br />
dan in Vredes-tyd ; nogtans de tegenwoordige<br />
inrichting op dat (luk juist het contrarie<br />
doet piaats hebben : als zyude , daaromtr-nr,<br />
aan 't Befogne opgegeeven, dat men in<br />
O irlogwyd gewoon zoude zyn , de Victualie<br />
zoo nauw mogelyk te bereekenen, en wel pra><br />
cis tot het einde van den geordonneerden Victualie-tyd,<br />
en langer niet; mitsgaders die bereekening<br />
zelfs te bepaalen over het getal der Manfchappen<br />
, niet zoo als die tot de compleete rol<br />
zouden behooren; maar, zoo als dezelven, ren<br />
tyde der geordonneerde Victualie , efft&ivelyk<br />
zich aan Boord mogten bevinden : van welke<br />
befchikking tor eene reden was gegeeven , dat<br />
anderszins de Capiteinen te veel gevaar van fcha»<br />
de zouden loopen , alzo de Admiraliteiten, ingeval<br />
een Schip genomen wordt, aan de Capi.<br />
teinen voor de daar by verlooren gaande Victualie<br />
niet meerder goed doen , dan naar evenredigheid<br />
der effective aan Boord geweest zynde<br />
Manfchappen; en züks alleen, tot den laatften<br />
dag van den geordonneeideu Victualie-tyd toe<br />
OO.<br />
Uit<br />
(w) Verhoor Capitein Bosch, No. a. Art. 6. Verhoor<br />
Capitein Staringh, No. a. Art. 5. &c.
JULY, STAAT EN OORLOG. 1785. I
37o JÜLY, Z A A K E N V A N 173^<br />
opgaaven gebleeken is, rykelyk rufficierit zoude<br />
zyn geweest , om de reis naar Brest te onderneemen<br />
, zonder aan eenig voorwendzel op dat<br />
ftuk de minde plaats overtelaaten.<br />
Dat, in de tweede plaats, als eene generaals<br />
medewerkende reden van de non-executie der<br />
peditie naar Brest, byzonder voor zoo ved daar<br />
uit tot eene fpaarzaamer voorziening der Scheepen<br />
met Victualie aanleiding genomen i
JULT, STAAT EN OORLOG. 178*. 171<br />
ften noodzaakelyk kon worden geconfidereerd,<br />
om, of door fpoediger Confenten, alle zoo reëele<br />
als gepranexeerde onzekerheeden te prsevenieeren;<br />
of, ten minften, fteeds zulke provifioneele<br />
voorzieningen te doen , die de werkzaamheid<br />
der refpe&ive Departementen , in het ftuk<br />
van de Marine, konden gaande houden en opwekken;<br />
ten einde alle uitvlugten, anders uit<br />
het niet finaal concludeeren der geprojecteerde<br />
Equipage afgeleid kunnende worden, ten eenemaal<br />
aftefnyden.<br />
Eene zaak van nog te meer invloed en weezenlykheid<br />
, wanneer men confidereert, dat,<br />
doorgaans , in de Verhooren van de refpective<br />
Officieren, voor dit Befogne gehouden , een<br />
denkbeeld fchyrit te heerfchen, dat, wanneer 'er<br />
tot een bepaalden tyd ordre gegeeven is om te<br />
victurdieeren, 'er dan ook niet meer Scheepsbehoeften<br />
bezorgd behoeven te worden, dan in<br />
evenredigheid van den gem. Vicliualieertyd: offchoon<br />
die tyd dan ook korter moge zyn, dan<br />
voor welken de dienst der Scheepen in 't geheel<br />
zoude kunnen worden bereekend: gelyk<br />
ook , daar veele Officieren den geordonneerden<br />
Victualieertyd fchynen te neemen tot een bafis<br />
van de Expeditien en Operatien, tot welken zy<br />
zich gereed te houden hebben, even daar uit<br />
moet volgen, dat niets tot de compleetfte gereedheid<br />
van alles gefebikter, en tot voorkoming<br />
van gebrekkige verzorging dienfiiger kan zyn ,<br />
dan om den Officieren door eene vroegtydige<br />
communicatie van den dienst hunner Scheepen,<br />
niet voor een gelimiteerden Victualietyd van weinige<br />
maanden , maar voor volle twaalf maanden,<br />
ook dit praïtexc te beneemen, en de pernicieufe<br />
gevolgen van hetzelve met wortel en tak<br />
uitteroeyen; te meer, daar het, hun fyftema gevolgd<br />
wordende, dan ten minften altoos eene<br />
dubbele belemmering zoude veroorzaaken , wanneer,<br />
by iedere ordre tot reviétualieering, tef-<br />
fent
«72 jvir, Z A A K E N V A N 178$<br />
fens ook nieuwe Scheepsbehoeften bezorgd zouden<br />
moeten worden.<br />
Dn, ten .derde, onder de medewerkende redenen<br />
voor het niet uitvoeren der Expeditie naar<br />
Brest, was voorgekomen hec fublideerend gei/rek<br />
van Magazynen of Voorraadsplaatfen van<br />
ViStualie en Ammunitie ; gelyk mede van een<br />
genoegzaam getal Waterputten op Texel: als<br />
I waardoor (leeds een groote vertraaging in 'r re»<br />
viéhialieeren der Scheepen en 'r voorzien of fuppleeren<br />
derzelven met Scheeps-Behoefen wordt<br />
veroorzaakt; wanneer, met veel verlies van tyd ,<br />
alles van Amfterdam of nog verder moet worden<br />
aangebragt: terwyl men volkomen zeker kan<br />
ftellen, dar, indien 'er zoodanige Magazynen in<br />
Texel geweest warpn, alle voorwendzel van gebrek,<br />
of van onm< ge'ykheid om hetzelve in den<br />
voorhanden zynde msfchentyd te vervullen, dan<br />
geheel en al afjefneeden, en dus eene gelegenheid<br />
daar gefteld zou zyn geweest , om , met<br />
gemak, en volkomen, te doen, 't geen nu niet<br />
dan, met moeite, en meer onvolkomen, gefchieden<br />
kon.<br />
Gelyk ook, met betrekking tot de dikwerf ge.<br />
objicieerde vuilheid van de Scheepen, het gebrek<br />
in Texel van de noodige plaatzen om de.<br />
zeiven te kielen de genoeg bekende oorzaak heeft<br />
opgeleverd van 't gem. defecT: ; en van de onmogelykheid<br />
, om daar in fuccesfivelyk te hebben<br />
kunnen remedieeren.<br />
Dat, in de vierde plaats, als eene reien van<br />
het defeétueufe omtrent de naar Brest geieftineerd<br />
geweest zynde Scheepen, aan Heeren Gecommitteerden<br />
was voorgekomen het gebrek van<br />
- correspondentie tusfchen de verfchillende departement<br />
en en commandementen in 't beft uur der Marine<br />
; althans , dat men zoodanig gebrek aan<br />
Correspondentie daar uit had moeten opmaaken,<br />
dat men ten duidelykften had gezien , dat hec<br />
eene Admiraliteits-Collegie andere orders tot re-<br />
vic-
JULY, S T A A T E N OORLOG. 1785. 17$<br />
viftualieering, en ook voor tenger of kon er tyd<br />
pesieeveit had, dan het andere; en cfit zelfs aan<br />
Scheepen, die, op dezelfde Rheede liggende,<br />
tot één Esquader behoorden.<br />
Waar uit op zich al aaiiflonds noodwendig<br />
moest fpruiten eene ongelykheid in den dienst,<br />
welke van deze Scheepen kon worden gevorderd<br />
; en eene gevaarlyke verzwakking van 'c<br />
Esquader, indien men by eene fchielyke opkomende<br />
Expeditie genoodzaakt mogt zyn geweest,<br />
zulke Scheepen t'huis te laaten, die voor minder<br />
tyd dan de overigen voorzien waren, (y)<br />
Zoo als mede op gelyke wyze «en defecl aan<br />
Correspondentie zichtbaar was tusfchen de Commandanten<br />
der Floot en Esquaders, en zulke<br />
Admiraliteits-Collegien , waar onder zy zeiven<br />
niet perfoneel behooren; offchoon, ten minften<br />
voor zoo veel den Commandant der Vloot betreft<br />
, deze in die qualiteit gerekend moet worden<br />
met alle de Admiraliteits-Collegien in eene<br />
gelyke betrekking te ftaan.<br />
Dat , als een vyfde reden, die tot de nonexecutie<br />
der Expeditie naar Brest gecontribueerd<br />
heeft, moest worden bygebragt het denkbeeld,<br />
't welk uit de behandeling dezer geheele zaak<br />
aan 't Befogne gebleeken is, doorgaans by de<br />
Officieren plaats gehad te hebben, namenlyk,<br />
dat zy, offchoon pofitive orders van H. H. Mogontvangende,<br />
die, na gehouden Befognes met de<br />
Admiraliteiten, en met voorkennis van den Heer<br />
Admiraal Generaal (en dus met communicatie<br />
van dezulken, in welken eene genoegzaame<br />
kundigheid wegens den ftaat der Scheepen niet<br />
kan of mag worden gefupponeerd ontbrooken te<br />
hebben) zyn gearrejïeerd, evenwel de uitvoering<br />
van zoodanige orders afhavgelyk mogen maaken<br />
van hun byzonder oordeel, of iets diergelyks raadzaam<br />
(y) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 8. Art. 7 en 8.<br />
Ne. 10. Art. 1.
174 JULT, Z A A K E N V A N i 7$s.<br />
zaam zy, dan niets, (z) Een Syftema, 't welk,<br />
indien der Officieren gezag tegen over den Souverain<br />
tot die hoogte moet gereekend worden<br />
gefteegen te zyn ; dan misfchien wel de groot-<br />
He en voornaamlte reden yan de non-executie<br />
der Expeditie naar Brest in zich zal bevatten.<br />
Dan hoedanig Syftema Heeren Gecommitteerden<br />
teffens hadden moeten confidereeren, als niet<br />
alleen in 't generaal flrydig tegen de auétoriteit<br />
yan den Souverain, en de zoo hooguoodige<br />
fubordmatie m den dienst; maar teffens ten uiterflen<br />
temerair in de applicatie: alzoo het van<br />
zeJve fpreekt, dat de Souverain redenen kan<br />
hebben van het uiterfte aanbelang voor den Staat,<br />
fchoon aan de commandeerende Officieren van<br />
een Vloot of Esquader geheel onbekend, om<br />
zekere Expeditien abfolutelyk te ordonneeren,<br />
en derzelver executie volftrektelyk te begeeren;<br />
offchoon ook eenige Hem wel bekende, maar<br />
niet onoverkomelyk toefchynende zwaarigheeden,<br />
dewelken 's Lands welzyn Hem noodzaakt voor<br />
dien tyd over 't hoofd te zien , daartegen in<br />
andere gevallen, als bedenkelykheeden van eenig<br />
gewigt, zouden kunnen worden gemoveerd. Gelyk<br />
het ook handtastelyk was , dat het Vaderland<br />
meenigmaal aan onherftelbaare nadeelen<br />
zoude zyn blootgefteld, indien de Commandanten<br />
van een Vloot of Esquader wien de zwaarigheeden,<br />
welken zekere Expeditie, in »t afeetrokkenene<br />
befchouwd , moeiten afraaden wel<br />
bekend zyn ; maar die daarentegen de redenen<br />
van Staat, om welken de Expeditie evenwel<br />
noodzaakelyk gekeurd is, geheel ignoreeren dezelve,<br />
op hun eigen oordeel en begrippen zouden<br />
agterlaaten. Van welk een en ander zon<br />
der nader betoog, de toepasfing op het'voorban-<br />
(*) Verhoor V. A. Hartfinck, No. IJ. Art 4. en<br />
5- No. tl. Art. 13. Verhoor V. A. van<br />
Byland, No. xa. Art. 3.
jrjLT, S T A A T E N O O R L O G . l??5« ^5<br />
handen zynde geval genoeg zal kunnen worden<br />
• opgemaakt.<br />
Dat, eindelyk, in de zesde plaats, onder de<br />
hier verhandeld wordende medewerkende redenen<br />
nog-verdiende geteld te worden de wyze der gewoone<br />
inrichting van de weekelykfche Rapporten<br />
omtrent den ftaat der refpellive Scheepen, welken<br />
aan de Admiraliteiten, den Heere Admiraal<br />
Generaal en den Commandant der Floot moeten<br />
•worden gefuppediteerd; alzoo het beloop van dit<br />
onderzoek te meermaalen bewyzen had opgeleverd<br />
, dat de gem. Rapporten doorgaans op zulk<br />
een voet ingelteld worden , dat dezelven zeer<br />
weinig beteekenen; en dat men (gelyk uit eene<br />
vergelyking der Rapporten van September 1782,<br />
met die, welken op den 5 October daar aan<br />
overgeleverd zyn, kan blyken) met niet veel<br />
zekerheid daar uit kan calculeeren , of de Scheepen<br />
in der daad tot alle de dienden , welken<br />
men anders zou vermeenen van dezelven te kunnen<br />
vorderen, genoegzaam in ftaat mogten zyn.<br />
LXXVI.
176 JULY, Z A A K E N V A N<br />
1785.<br />
LXXVI. Adres aan de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren<br />
en Regeerders der Stad<br />
Wyk by Duurftede. In dato , .<br />
>>'y 1785.<br />
Geven met fchuldigen eerbied te kennen de Geconfticueerden<br />
en Gecommitteerden , uit naam der<br />
Burgery dezer Stad, hoe zy, zedert korten tyd, d»or<br />
zoo veele duidelyke blykeu des beJanggelozen yvers van<br />
UEd. Achtb. voor het welzyn derzelve, zoo geheel en<br />
al aan UEd. Achtb. en derzelve belangen» verknogt,<br />
dat zy deze van hunne eigene onaflcheidbaar keuren ,<br />
thans, tot hunne onnitdrukkelyke iinarte, gedrongen<br />
worden, hun zielsverdriet, en met hetzelve de opregte<br />
gevoelens hunnes harten, in den boezem van UEd.<br />
Achtb. uitteftorten.<br />
Dat het UEd. Achtb. niet voorkome, als of dezer<br />
Stads Burgeiy, en in derzelver naam Gecoullitueerden<br />
en Gecommitteerden, in dit ogenblik eenig misnoenen<br />
voeden , eenige klagte inbrengen wilden tegens UEd.<br />
Achtb.! De Ondergetekenden vinden zig, Gode zy<br />
dank! niet m dit geval S Verfchillende denkwyzen moge<br />
ééns verfchilleude begrippen te voorfchyn gebragt,<br />
en (taande hebben doen houden. Geconftitueerden en<br />
Gecommitteerden hebben het genoegen, de betuigingen<br />
der vurigfte dankbaarheid van hun eu hunne Mede-<br />
Burgers te vernieuwen ; en de grond van deze hunne<br />
dankbaarheid is de grond van deze hunne fchuldpligtige<br />
eerbiedige demarche.<br />
Met ontroering — met verbaasiheid —. en een byna<br />
onbedwingelyk misnoegen , het welk reeds zoude<br />
zyn losgebarften, waren Geconltitueerdm en Gecommuteerden<br />
niet overtuigd, dat UEd. Achtb. gedrag in<br />
alles hunne goedkeuring verdiende, en den geftrengften<br />
toets des Regts doorftaan konde, — vertrouwden zy<br />
niet op UEd. Achtb. cordate ftandvastigheid, zoo dra<br />
„ en zoo lang zy op de onderlteuning eener tot alles gereede<br />
Burgery ftaat konden maken , met zulke fterke<br />
telkens verwisfelende gewaarwordingen, alken door het<br />
be.
JULY, STAAT EN OORLOG. i ?tj. t 7 7<br />
bezef, hoe noodzakelyk de bedaardheid ware, in dit<br />
allergewigtigs' tydftip; getemperd, vernamen Geconi<br />
ftjrueerden en Gpcmmitteerden, dat Hun Ed. Mog.<br />
de Staaten dezer Provfouie hadden kunnen goedvinden,<br />
den Heer Gedepu' erden dezer Stad de fesfie in de<br />
Staatsvergadering en vergadering van Heeren GedeputeeMen<br />
te ontzeggen.<br />
Zirting té ontzeggen aan de Gedeputeerden dezer<br />
Stad in de'Staatsvergadering en Gederuteerde Staaten,<br />
is 1<br />
een inbreuk op de voorregten van UEd. Aëhtb., en<br />
zulks te doen, omdat UEd. Achtb. de domestique Bezwaren<br />
afgedaan , en zig, in zoo verre van den eed<br />
op 'c Reglement van 1674 omflagen hadden, gelyk zy<br />
bevoegd en verpligt waren , is tevens een inbreuk gedaan<br />
op Stads, en Burgerregtcn, welke UEd. Achtb.<br />
voor een Alwetend God bezworen hebben te zullen<br />
handhaven, in welker handhaving elk Burger volgens<br />
zynen Burgereed UEd. Achtb. verpligt is tot zynen<br />
jonrrften levénsfnik te onderfteunen.<br />
Geconftitueerden'en Gecommitteerden zien te duidelyk<br />
de angstbarende gevolgen, welke voor deze Stad,<br />
voor der Ingezetenen Vrybeden en Reg-.en zoudtn zyn<br />
te dugten, indien Hun Ed. Mog. zoo willekeurig, dat, .<br />
'er geen tweede voorbeeld, zoo lang de Republiek ga-'<br />
ftaan heeft, is aantewyzen, dezelve zouden kunnen<br />
verminderen, apfchonen, vermengen , om niet te bevroeden,<br />
dat UEd. Achtb. zig verpligt moeten vinden,<br />
cm zig regens zulke eene arbitraire Refolutie"te handhaven,<br />
maar bezeilen tevens, dat 't voor UEd. Achtb.<br />
van aanbelang is, der Burgeren gevoelens en voorne.<br />
mens kundig re worden , en uit dien hoofie is het<br />
dat Geconftitueerden en Gecommitteerden UEJ. Ach.b!<br />
by dezen verwittigen, dat deze Stads Burgery nimmer<br />
zal dulden, dat hunne Achtbare en waardise Burgervaderen<br />
in hunne Regten verkort, in hunne Perfoonen<br />
in hunne goederen , in de voordeelen, met de Posten<br />
of Commisfien, welke zy bekleeden, verknögr, benadeeld<br />
zullen worden, »t zy onder fchyn van regt of<br />
door openlyk geweld, maar dat zy alles zal opzetten<br />
om UEd. Achtb. by het vol genot van dit alles tékens<br />
elk<br />
v e<br />
^, e<br />
4 n l<br />
^ el<br />
V k<br />
> m e t<br />
e d e<br />
g° " bloed te handhaven.<br />
XJUA. DEEL. M Ên
« 78 JULV, Z A A K E N V A N<br />
En even ernftig denken Geconftitueerden en Gecommitteerden<br />
over hunne eigene , over hunner Mede»<br />
Burgeren belangens, en even volkomen houden zy zig<br />
van UEd, Achtb. handhaving van het geen hun dier»<br />
barer is, dan hun leven verzekerd. Hunne Belangens,<br />
hunne Voorregter, hangen aan een zyde draad. Hun»<br />
ne Voorregten zyn in die hunner Repraefentanten gele<br />
dom* n. Hunne Belangens hangen van den willekeur<br />
af. Hu'me Vryheid, hunne Veiligheid is te gelyk met<br />
die van UEd. Achtb. op losfe fchroeven gefteld , en<br />
derzelve vernietiging kunnen, mogen, zy niet onver»<br />
fc> i \u aanfchouwen.<br />
Geconttitueercten en Gecommitteerden weten , wat<br />
zy zig zeUen , wat zy hunne Vrouwen en Kinderen,<br />
hunne N komelingfchap, wat zy aan UEd. Achtb. en<br />
"flerzeiver Familien, wat zy aan deze hunne Geboorte-<br />
Stad, aan gantsch Nederland zyn verfchuldigd; en<br />
hierom wenden zig Geconftitueerden en Gecommitteerden,<br />
uit naam hunner Mede-Burgers, tot UEd. Achtb.<br />
met het eerbiedig dog ernftig verzoek: ,, Dat het UEd.<br />
,, Achtb. behagen mogen, zoo lange die Refolutie in<br />
t, de Vergadering der Staaten zoo wel, als in die der<br />
„ Hoeren Gedeputeerden Staaten, niet zal zyn ingetrokken,<br />
— zoo lang aan deze Stad hieromtrent geen<br />
„ genoegen gegeeven, en den Heeren Gedeputeerden<br />
,, zyne agierftallen , indien zulks door deze feitelyke<br />
„ ontzegging der Verga lering plaats mogte vinden,<br />
,, niet tfergoed worden, om hoe eer hoe beter een<br />
t, plegtig en bondig Protest over deze handelwys van<br />
„ Hu,' Ed. Mog. ter S aacen Vergadering te doen in-<br />
„ weren , mee declaratie van alles, het geen intus-<br />
,, fchen ter Staaïs-Vergadering gerefolveerd mogte wori,<br />
den, voor informeel, kragteloos, nul, en van gee-<br />
,, ner waarde te zullen houden. Vervolgens gelykty-<br />
„ dig te declareren, van zoo lange geene Provintiale<br />
„ lasten ten Comptoire der Provintie te zullen inbren-<br />
„ gen, maar deze daje'yk intehouden, en ter goed-<br />
„ making van alles te zullen aanwenden, 'c welk Hun<br />
,, Ed. Mog. mogten goedvinden terug te houden; met<br />
„ byvoeging van alle de gevolgen, uit dezan ongehoor-<br />
„ den flap van Hun Ed. Mog. te dugten, ter verant-<br />
„ vvoor»
juLY, STAAT EN OORLOG. 1785. 179<br />
woording van Hun Ed. Mog. overtelaten, — van<br />
„ alles, indien dit niet bate, aan de integreerende Le-<br />
„ den van 't Bondgenootfchap door eene circulaire<br />
,, Misfiwe, met den geheelen toedragt van zaken , en<br />
,, verzoek om hunne goede Officien by Hun Ed. Mog.;<br />
„ om hunne bemiddeling, in zoo verre deze zaake voor<br />
't arbitrage kan fufceptibel gemaakt worden, en by<br />
„ derzelver mislukking, kragtdadige hulpe, of ten min»<br />
„ ften verhoeding, dat de Militaire magt, op hunne<br />
„ repartitie ftaande, herwaarts geleid worde, volgens<br />
„ de Art. der Unie van Utrecht, kennis te geven ,<br />
„ zoo en in diervoegen , als UEd. Achtb. 't voor bet<br />
„ welzyn van deze Stad, ter handhaving van der Bur-<br />
„ geren Vryheid en Regteu, ter verdediging der ge-<br />
,, fchouden Achtbaarheid van deze Stad - Regeering,<br />
het gefchiktfte zullen keuren; — verzoekende alleen<br />
„ nog Geconftitueerden en Gecommitteerden, dat het<br />
UEd. Achtb. verder moge behagen, om deze Vroed-<br />
„ fchaps - Vergadering te continueeren, tot 'er finaal<br />
„ door UEd. Achtb. een belluit zal zyn genomen, en<br />
5, dan hetzelve, door het oproepen der geheele Bur-<br />
„ gery , op last van UEd!. Achtb. , aan hun bekend<br />
,, te maken , ten einde UEd. Achtb. in ftaat te ftel»<br />
„ len, om te kunnen oordeelen, in hoe verre zy, in<br />
den nood , op eene Burgery ftaat kunnen maken ,<br />
,, in welker naam Geconftitueerden en Gecommitteer-<br />
,, den UEd. Achtb. verzekerd hebben, dat deze goed<br />
,, en bloed wil opzetten zoo ter befcherming hunner<br />
,, Vryheid en Regten , als ter verdediging van UEd,<br />
Achtb. en derzelver handhaving."<br />
't Welk dtende enz.<br />
M i LXXVII.
180 JULY, Z A A K E N V A N 1785,<br />
LXXVII. Mlsfive van de Staaten van Utrecht<br />
aan de Magiflraat van Wyk by<br />
Duurftede; nevens het Antwoord op<br />
dezelve. In dato 19 en aö Juiy<br />
1785.<br />
EDELE, ER.EW1FETJÏ, VROME !<br />
Ter Vergaderinge der Heeren Staaten zynde voorgekomen,<br />
dit de Ma^jftraat tier Stad Wyk by<br />
Duurttede had kunnen goedvinden, by ipeciale Refolutie<br />
door de Minderheid van dien genomen , en aan<br />
de Burgeren dier Stad, of aan derzelver Geconftiiueerden<br />
gecommuniceerd , aile de Leden der Regeeringe<br />
aldaar van den eed op het Reglement der Provmtiale<br />
Reaeeringe van den jaare 1674, immers voor een gedeelte<br />
te oiitllaan, en voor ontQagen te houden, en<br />
ter gelvker tyd een nieuwe R -geerings orde binnen<br />
hunne S ad te arresteeren en vastteltelitn; heboe» Hun<br />
Ei. Mog. no.iig geoordeeld re comrnitteeren de Hoeren<br />
van Cockengen , van Wolphaartsdyk, Pesters, van<br />
Schonauwen, van Zuylen, van Schalkwyk , twee Heejen<br />
Burgemeefteren der S ad Utrecht', en eerften Burgemeefter<br />
van Amersfoou, ten einde met Uw Eet. deswegens<br />
te cor.'fereeren , en dezelve te tragten van de<br />
irreguliere handelwyze , in de?.en aanlopende tegen de<br />
Regteu dezer Provintie te convinceeren, en ter vermetiginge<br />
van deze allezints irreguliere en onwettige Refolutie<br />
te adhorteren, en voorts ons geauthorifeerd, om<br />
Uw Ed. van deze benoemde Commisfie te informeeren,<br />
en teffens te verzoeken , zoodanige Heeren ter<br />
Vergaderinge van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten,<br />
gelyk ook ter onzer Vergaderinge te willen c< mmitteeren,<br />
welke zig voor als nog niet hebben ontffgen van<br />
den eed bovengemeld, alzoo de Heer van Osfenherg,<br />
en andere .Heeren , welke zig met de Refblune, breder<br />
hier boven gealh-geerd, geconformeerd , en alzulks<br />
zig ontflagen hebben van meergenoemden eed , even<br />
hierdoor onbekwaam zyn geworden, om ter Vergade.<br />
rir>
JÜXY, STAAT EN OORLOG. 1785. 181<br />
ringe der Heeren Staaten , of derzelver ordinaris Gedeputeerden<br />
, te compareeren, zoo lange dezelve zig<br />
in dat cas zouden mogen bevinden, dat van den ee 1,<br />
by hunne admisfie gedaan, zouden moeten geoordeeld<br />
ontfla i<br />
gen te zyn.<br />
Hier meede<br />
EDELE, ERENTFESTE, VROMEJ<br />
Beveelen wy UEd. in de befcherming van God Almagtig.<br />
Gefchreeven te Utrecht den 19 July 1785,<br />
(Was get.)<br />
A T H L O V<br />
E , V\<br />
Uwe Ed. goede Vrienden, de Gedeputeerden<br />
yan de ötaaten 's Lands van Utrechr.<br />
Ter Ordonnantie van dezelve.<br />
(Was get.)<br />
EDELE MOGENDE HEEREN !<br />
H. A. LAAN.<br />
W y hebben wel ontfangen eene Misfive van den<br />
19 Juny jongstleden , waatby de Heeren UEd.<br />
Mog. Gedeputeerden aan ons te kennen geven , enz.<br />
Wy willen niet ontveinzen, Ed. Mog. Heeren , dat<br />
wy die Misfive tot onze verwondering ontvangen hebben,<br />
als wy reflefteeren „ dat het point, rakende de<br />
,*,' Magiftraats-beftellingen van Stad en Steden, behoord<br />
„ onder die byzohdere pointen , waarmeede Geëligeer-<br />
„ de en Ridderfchap zig niet vermogen te bemoeijen,<br />
„ maar vèrbleeven is aan S;ad en Steden," dermaten,<br />
M 3 dat
jg 2 JULY, 2AAREN VAN<br />
dat UEd. Mog. Gecommitteerden by derzelver uitgebragte<br />
rapport van den eerften September 1784, op dat<br />
fujet aan UEd. Mog. hebben geadvifeert , dat die arrangementen<br />
en preqmtien , door de Stedelyke Regeeringen<br />
met derzelver Burgeryen gereguleerd en geapplaneerd<br />
kunnen worden , en daarom die aan dezelve<br />
Regeerders hebben overgelaten, NB. zonder in het Re-<br />
{ lement daarvan te mentioneeren, ten welken einde<br />
JEd. Mog. aan ons, dat rapport, om ons daaraan te<br />
gedragen, hebben toegezonden. Wy hebben dus ingevolge<br />
het Regt aan ons competeerende, bepaald hec<br />
aandeel , dat onze Burgery in de aanftelling hunner<br />
Regenten , voortaan zouden en behoorden te hebben,<br />
op zoodanig een wyze als overeenkomende is met het<br />
voorgemelte aan ons toegezonden Rapport, namentlyic<br />
als ter voorkoming van kuiperyen, cabalen en andere<br />
disordres, meest gefchikt geoordeeld is; en geconüdereert<br />
dit, op het Regt, onze Stad competeerende,<br />
ook aan ons is overgelaten, zonder dat daarvan in het<br />
voorgefchreven Reglement is gementioneert, en dienvolgende<br />
ook nimmer een objecl; worden kan, om in<br />
dat Reglement te infereeren, hebben wy by het applaneren<br />
van hetzelve geoordeelc, dat, daar wy met onze<br />
Burgèry het Regt en de Magt hadden , om hetzelve<br />
te reguleeren en te applaneren, en dat de voorftem»<br />
mende Leden, even weinig als de andere Steden , zig<br />
daar mede konden of vermogen te bemoeijen, dat wy<br />
dan ook volkomen bevoegd waren om, voor zoo verre<br />
die arrangementen en vastjiellingen betreffen, het Reglement<br />
van den jaare 1674 buiten werking te ftellen,<br />
en onze Burgers dadelyk te ftellen in dat genot der<br />
aanftelling van hunne Regenten , op zoodanig eene wyze<br />
als UEd. Mog. door het voorfchreven aan ons toegezonden<br />
Rapport avoueeren, dat wy geregtigd en be°.<br />
voegd waren. Wy hebben ons wel gewagt, eenen<br />
ftap, hoe gering ook, verder gegaan te zyn, als het<br />
Regt, dat UEd. Mog. uitdrukkelyk aan Stad en Steden<br />
toegekent hebben. Wy hebben daarin geenzints<br />
op eene irireguliere of onwettige wyze geprocedeert,<br />
ten ware UEd. Mog. dit zouden gelieven te vinden,<br />
daarin dat onze Refolutie met meerderheid van Hemmen
jtxY, S T A A T E N OORLOG. 178$. 183<br />
men zoude genomen zyn, — dog dan, het zy ons ge.<br />
permitteerd het reguliere van die conclufie te mogen<br />
adftrueeren, uit alle zoodanige befiuiten, als ter Vergadering<br />
van UEd Mog. met eene disfentieerende<br />
Meerderheid , genoegzaam zedert een reeks van tyien<br />
zyn genomen, zonder dat men immer het ft beweerd,<br />
dat de Leden van de fuccumbeerende Minderheid ,<br />
daarom de competentie en gefchiktfte Leden, om ter<br />
Vergadering van UEd. Mog. by preferentie van de<br />
prevaleerende Meerderheid behoorden gecommitteerd t»<br />
worden, UEd. Mog. zullen ons gelieven te excufeeren,<br />
dat daar wy, als integreerende Leden van de Souveraine<br />
Vergadering dezer Provintie , in onze alleen<br />
pure en zuivere domestike Stads Regeering befteiling,<br />
niets anders gedaan hebben , dan het geene regulier,<br />
wettig, en aan ons toekomt, zonder daardoor eenige<br />
de allerminfte atteinte te hebben toegebragt aan het<br />
fubfisteerend Provintiaal Reglement , waarover de befchryving<br />
tegens den tienden Augustus eerstkomende is<br />
uitgegaan, zoo zullen UEd Mog. ons wel gelieven te<br />
excufeeren , om daarover met een Commisfie, op de gronden<br />
by voorgemelte Misfive van UEd Mog Gedeputeerden<br />
ter nedergefield, in eenige conferentie te kontien<br />
komen, als zoodanig een conferentie op die gronden<br />
by ons van geene vrugt zoude konnen zyo, na tien<br />
wy, wel verre van oordeel te zyn, dat onze handelwyze<br />
in dezen zoude aanlopen tegen de Regten van deze<br />
Provintie, wy vertrouwen, van geen ander Regt gebruik<br />
gemaakt te hebben , dan van dat Stedelyke Regt ,<br />
waarby wy en onze Burgers, door UEd. M >g., uit<br />
hoofden van den eed op het Reglement van 1674, behooren<br />
gehandhaafd te worden. Wy verfeeren dus in<br />
dat vertrouwen, dat Ulid. Mog. ons en onze Burgeren<br />
by dat regt wel zullen gelieven te conferveeren, en dus<br />
onaangezien hetzelve, en het gebruik, dat wy daarvan<br />
op de begeerte van onze goede Burgery gemaakt hebben<br />
, gelet hetzelve alieen van het nog lubfisteerende<br />
Provintiale Regeerings beftel is, onze Stad ook wel zullen<br />
gelieven te bewaren by dat Regt, het welk falva<br />
emni reverentia, in het vermogen van UEd. Mog. niet<br />
zoude zyn, om, als een Lid van UEd. Mog. Souve-<br />
M 4 rai-
184 AUG. Z A A K E N V A N . 1 ? 8 s.<br />
Mine Vergadering, haar daarvan te ontzetten, of palen<br />
te ftel'en, en dus, dat UEd. Mo?, in de Vergadering<br />
van fctaate 2Uucn gei!even te on fm»en zoodanige Gecommitteerden<br />
, als, in den PröüntiaJen Eed ftaan ie<br />
door ons zal worden afgezonden , terwvl wv in "en<br />
co--arte geval ons verpligt ooMeelen, voor onze Stad<br />
en Burgerye ter behoud van onze Repten en Voorrog.<br />
ten te protesteeren, zoo tegens de Ref )lutïe by UEd.<br />
Mog. ter laatfter Staaien Vergadering genomen, als die<br />
M<br />
n d e z e n<br />
°K- ' "ader zuilen neemen, tin eir.de<br />
om en onze Burgerye daartegen te maintineeren, zoo-<br />
tZ tZlolrZ h<br />
° 0fden<br />
T ° m<br />
Hier medtf Ed, Mog. Heeren! Beveelen wy UEd.<br />
Mo?, in de befcf-ermmg van God Aimagtig.<br />
G-lchreeven te Wyk den zó July 1785.<br />
LXXVIII. Adres van de Qecon/Tiiueerdsns der<br />
Burgery aan ik Edele Grut Jchth<br />
Heeren Burgermee/leren en Vroed.<br />
Jchappen der Stad Utrecht. In dato<br />
X Augustus 1785.<br />
even met fcbuldjgen eerbied te kennen de Gecon-<br />
G fhtueerden van IM 5 Burgers en Inwoonders dezer<br />
Stad; dat zy Ondergetekende by het overleveren<br />
der curfideratien op her Staars-raport, den 30 Sepiem-<br />
1 7<br />
0 V e r j J e b i a g t l n h a n d e<br />
TfL H' » van de tien Heeren<br />
UEd. Groot Achtb. Gecommitteerde,*, hetzelve w\<br />
bewys van hunne qualiteit hadden gedaan, met een<br />
geannexeerde Copta authentiek van de Acte van Vol<br />
magt en Autbonfatie, den ,6 September ,784 en<br />
volgende dagen tot den 30 derzelver maand, voor Didericus<br />
Johannes van Olst en Daniël Röther, Notan-<br />
£ ,<br />
e n<br />
'd f n G t U g e<br />
H ' r n<br />
, b ! n n e e z e S : a > 1<br />
V «epasfeerd, waVr-<br />
Y<br />
8 e f c h r e e V e f p e c i a I v k 2 V n<br />
.i mP Vauthorifeerd ,<br />
„ omme in naam en van wegens de Comparanten all<br />
„ Ondertekenaren der* pointen tot redres der bezwa-<br />
,, ren , zco votgens een overgeleverd gedrukt Plan ,<br />
»> als
AUO. STAAT EN OORLOG. 1785. 1%<br />
„ als anders , der Comparanten Resten en Voorreg-<br />
„ ten , als Burgeren en Inwoonders dezer Stad, daar<br />
en zoo hét behoord , te fustineeren, voorftaan, 'en<br />
he'pen maintineéren; ten dien einde óver dezelve<br />
,', pointen rot redres der" bezwaren' zoo 't zelve zai<br />
3, wórden gereqüireerd, mer S aais-LedeSn dezer Provintie<br />
in befoigne en conferentie te komen, zoo wef<br />
,, als met Gecommitteerden uit de Magiflraat dezer<br />
,, Stad, tot het reguleeren en .vastitel'en van 3e huis»<br />
„ fioudelyke poin'en , welke tot S'ads R.egeerings-be-<br />
,, Helling alleen behooren, en het object van een Staauwyze<br />
deliberatie en concltifie niet konnen worden,<br />
daaromtrent met Heeren , zoo rakende het Staats-<br />
,, als Stads - bellier, ('ie zaken tot eene conclufie tn<br />
afdoeninge te brengen, en daartoe, des gerequi»<br />
reerd, in naam v'an de Comparanten, als Burgeren<br />
en Inwoonders dezer Stad en'Provintie, derzef/er<br />
confent en inflemminge te dragen; of wel by onver-<br />
,, hoopte ontllentenis , die voordragten , waartoe de<br />
„ Comparauten niet zouden konnen of behooren te<br />
„ komen, te declineeren; en daartoe, mitsgaders hy<br />
„ alle vereischt wordende gelegenheden, der Cpmpa-<br />
,, ranten regt, als Burgeren en Inwoonders dezer Stad,<br />
j, zoo by Requesten, Adresfen , Betoogichriften , Confideratien<br />
en Deductien, voortedragen, voorteftellen<br />
,, en te fouteneeren, enz." Zynde deze Authonfatie<br />
gepasfeerd uit confiderafie, dat het groot aanbelang en<br />
gewigt der zake volllrekt vorderde, dat zulks door<br />
een Commisfie uit de Burgery dezer Stad , voorzien<br />
met die magt en amhorilatie , wierde verrigt; alles<br />
conform aan dezelve Acte, dewelke op den 14 Fe-<br />
Bruary dezes jaars nader ter tafele van UEd. Gro)t<br />
Achtb. overgebragt, en in den Raad gelezen , gere»<br />
fumeerd, en in de Notule van dien dag geinfereerd<br />
zynde, overeenkomll'g aan het toen uitgebragre rapport,<br />
van de tien Heeren UEd. Groot Acntb. G committeerdens,<br />
ten gevolge, dat conform aan dat rap»<br />
port UEl. Groot Achtb. by Refolutie van den 21 derzelver<br />
maand February dezes jaars , hebben gedeclafeeid,<br />
„ de Ondergefchreeven, of die by hun nader-<br />
3, hand gefurrogeerd-mogten zyn, te houden voor Ge°<br />
M 5 „ con-
lU AUC. Z A A K EN VAN t?8j;<br />
„ conftiruraeerden en Gequalificeerden van 1115 Bur-<br />
,, geren en Ingezetenen dezer Stad , omme derzelver<br />
,, Perzonen te reprefènteeren, en haare belangen als<br />
3, Burgeren en Ingezetenen dezer Stad , omme derzei»<br />
,, ver P^iv.onen te reprefenteeren , en haare belangen<br />
„ als- Burgeren en Ingezerenen dezer Stad, in V main-<br />
3, tineeren van derzelver Burger- Privilegiën en Reg*<br />
ten waartenemen"<br />
En is'aar de Ondergefchreven ten blyken van bo»<br />
ver.gemelte UKd. Groot Achtb. declaratie, een Ex«<br />
traét zonder reft;mptie uirgeleverd. Ingevolge van welke<br />
Vohnagt, hebben de ün'ergefchreven met de tien<br />
Heeren, UEd. Groot Achtb G committeerdens, over<br />
de pointen tot redres der bezwaren, zonderling, zoo<br />
dezelve Artikelen, vervat by de derde en vierde Hoofd-<br />
Bukken, en dus het Domestteke Regeerings-beftier dezer<br />
Stad betroffen , te meermalen in conferentie geweest.<br />
En aan dezelve Heeren de Coniideratien , dies<br />
betreffende, niet alleen ia gefcnriften hebben overgelever<br />
; maar zyn dezelve ook ter communicatie voor<br />
de Burgery met den publieken druk gemeen gemaakt,<br />
ten geyolge , dat de Ondergefchreven tot hiertoe de<br />
goedkeuringe en ratificatie van dat hun verngtte van<br />
hunne voornoemde Principalen niet alleen hebben mogen<br />
ontwaren ; maar hebben zy het genoegen gehad,<br />
hun verrigtte geapprobeerd te zien door nog één honderd<br />
drie en vyftig Burgers en Inwoonders , welke<br />
door een gelyke volmagt voor bovengenoemde Notarisfen,<br />
den 3 tot den 7 Maart dezes jaars gepaslèerd „<br />
de O idergefchreve mede ten voren gemelte fine hebben<br />
geauthonfeerd en gequalificeerd.<br />
Dat de Ondergefchreven in die hunne qualiteit zig<br />
dan ook bezig bevonden hebben, om, ingevolge van<br />
UEd. Groot Achtb. voorfchreve erkentenis, tenderende,<br />
osi, als Geconftitueerdens en Gequalificeerdens<br />
van 1*15 Burgeren en Ingezetenen dezer Stad, derzelver<br />
Perzonen te reprafenteeren, en haare belangens ,<br />
als Burgers en Ingezetenen dezer Stad , in het maintineéren<br />
van derzelver Burgerregten en Privilegiën waartenemen,<br />
in gereedheidheid te brengen, zoodanige bedenkingen,<br />
als zy vertrouwen, dat allergegrondst, tegen
A Ü G. STAAT EN OORLOG. 1785. 187<br />
«en de eerfte, tweede en derde Hoofdftukken van het<br />
uitgebragte rapport der tien Heeren UEd Groot Achtb.<br />
Gecommitteerdens , concerneerende de beftellingt dezer<br />
Stads Regeering, en het nomineeren en eligeeren van<br />
Kaden in de Vroedfchap, Burgermee/leren en Schepenen<br />
zyn voorgedragen, zoo wel, als concerneerende de<br />
erectie en introductie van een gequalificeerd Collegie van<br />
Gecommitteerden uit de Burgery , in aanmerkinge dienen<br />
te komen ,• zoo als de Artikelen daartoe by de<br />
extraordinaire befchryving van UEd. Groot Achtb,<br />
zédert den 26 May jongstleden, en fuccesfive, by<br />
provihe zyn beraamd, en voorts by Publicatie den ag<br />
Tuly dezes jaars afgekondigt.<br />
Dat de Onckrgefchreve die gemelte be'denkelykheden<br />
in gereedheid hebben gebragt , omme o&k oogenblikkelyk,<br />
of wel binnen veertien dagen , aan UEd. Groot<br />
Achtb. te werden overgeleverd. Dan, dat de Onder-gefchréve<br />
by evengemelte UEd. Groot Achtb. Publica»<br />
tie of wel in de prtemisie derzelve hebben gelezen,<br />
dat in deze geen procuratie of quaiifiqatie voor of van<br />
iemand zal worden geadmitteerd , de Ondergefchreven<br />
niet konnen bevroeden , dat UEd. Groot Achtb. daar<br />
mede zouden beoogd hebben, hun in hunne erkende<br />
qualiteit ftilzwygende te hebben willen ontzetten van<br />
dac legt, waartoe UEd. Groot Achtb de Ondergefchreven<br />
gequalificeerd en bevoegd hebben erkend, en<br />
dus, dat UEd. Groot Achtb. by de voorfchreve Publicatie<br />
alleenlyk beoogd hebben zodanige Procuratien<br />
of Qualificatien , waar over de erkentenis van UEd.<br />
Groot Achtb. niet is gegaan, en mitsdien, dat aan de<br />
Ondergefchreven in hunne qualiteit , ingevolge van U<br />
Ed, Groot Achtb. erkentenis, de vryheid gelaaten zy,<br />
om voor hunne Principalen derzelver bedenkingen binnen<br />
veertien dagen na de Publicatie ter Secretarye van<br />
dezer Stads Politie verzegeld overtebrengen.<br />
En verzekeren de Ondergetekende in hunne qualiteit<br />
op het allerplegtigtle , dat zy ten allen tyden , en in<br />
alle oroftandigheden , voor het oog van de gantfche<br />
waereld tonnen zullen , zeer wel te weeten, en in hec<br />
oog te blyven behouden, hun pligt als Burgers omtrent<br />
een? wettige Kegeering; zoodanige Regeering namenclyk,
188 AUG. Z A A K E N V A N ijig.<br />
iyk , welke den Burger by deszelfs verkregen en pti.<br />
bliek erkend Regt, bewaard en handhaaft, gelyk zulke<br />
verkregen en erkende Regten ook zyn voorgedaan<br />
en beweerd , door de by elk Btirg-r en Ingezeten dezer<br />
Stad zeer gereflecteerde én geëerbiedigde Regenten<br />
den Heer Oud Burgemeester Cypriaan Berger*<br />
en Heeren Raden Adriaan Hendrik Ryck, Mr fohan<br />
Fre&erik van Senden , Mr. Jan' Pieter de Ridder<br />
Mr. Jan Qar el Smisfaert, Mr. Ja$ob van H.e/teni<br />
Mr, Pieter Care/ Burman de la Bas/eceur , en Mr<br />
Willem van Dam , Heer van Lfelt , welker van tyd*<br />
tot tyd zoo mondeling als fchriftelyke gegeven A-vifen,<br />
Vota, en. Protesten , kiaarlyk den Burger hebben<br />
overreed, en allezinrs overtuigd, van hunne duure verpligting,<br />
en daaruit noodzakelyk en van zelfs geboren<br />
wordende erfcentenisfe, welke zy zoo levendig gevoelen<br />
, dat zy geene zwarigheid maaken te veïklasren,<br />
dezelve hoog gerefpeéteerde Regenten te eerbiedigen!<br />
te gehoorzamen, en te zullen blyven eerbiedigen en<br />
gehoorzamen ; zoodanig , dat zy derzelver Advifen<br />
Vota , en publiek gemaakte Protesten aannemen , zig<br />
daarby houden, en dezelve erkennen zullen, als voortgevloeid<br />
uit den mond en penne van Reprsefentanten<br />
waardig de liefde van een Volk, dat onderfcheid weec<br />
te ma;.k.n tusfchen de Regten van een Volk, én die<br />
welke de wettige Regeering competeeren! Waardig dè<br />
heide van een Volk, het welk te zeer verli-n is , om<br />
niet te kennen , en wel te kennen hun, die zig, als<br />
waaragtige Burger-Vaderen, elk oogenblik zoo roemwaardig<br />
in den Raad dezer Stad gedistingueerd hebben<br />
, en nog blyven distingueeren 3 Uit welke plegtig<br />
ten dezen gedaane verklaaring en verzekering dan allenzins<br />
evident is, en voorde gantfche waereld b'ykt,<br />
dat de Ondergefchreven, even min als derzelver Principalen<br />
met voljlrekte Democratifche Principes bezield<br />
zyn, welke zy integendeel zoo zeef verfoeien en abommeeren,<br />
als zy met mogelykheid een afkeer kunnen<br />
hebben yan alles, wat na voljlrekte Aristecratifche ge- I<br />
voelei s immer zwpemen zal of gelyken.<br />
En hebben de O; iergefchreven zig genoodzaakt gevonden,<br />
deze plegtige verklaaring te doen, als zy heden
üüc» S T A A T E N O O R L O G . 1785. 189<br />
den begrypen , van hoedanige groot: en gewigtige uiportance<br />
het is, een propt te maaken , en zoo veel<br />
meer het arresteereu van eene verandering, verbetering,<br />
en gedeeltelyke affchaffing van een tot hiertoe gefubfi-<br />
Iteprd hebbende Regeerings Reglement.<br />
En het is om alle deze kprteiyk gededuceerde redenen<br />
en motiven , dat de Qndergefchreve , in hunne<br />
qualiteit, eerbiediglyk verklaaren , dit ter voldoening<br />
van de hen opgedraagen, en by UEd. Gr. Achtb. erkende<br />
qualificatie, hun voornemen te zyn ; in dat vertrouwen<br />
, dat U Ed. Gr. Achtb. , ingevolge de meer<br />
bovengemelde erkende qualiteit, derz'elverCo.dideratien<br />
en Bedenkingen op het geprojecteerd Regeerings Reglement<br />
zullen gelieven te ontfai>gen. Dan , dat by<br />
onverhoopt contrarie begrip van ÜE l. Gr. Achtb., de<br />
Ondergfcfc'ireveu daar van mo&en geïnformeerd worden,<br />
om hetzelve ter kennisle van hunne Principalen te brengen,<br />
ten einde dezelve door een anderzints beruste 1 in<br />
de Ondergefchreven, geen tyd verliezen, om in dezen<br />
te doen , het geene zy zulien oordeelen te behooren.<br />
En dai UEd. Gr. Achtb., zoo voor de Ondergefchreven,<br />
als voor hunne Principalen, ten einde zig daarna<br />
te kunnen reguleeren, op het ontfangen va:i de roorfc'ireve.Con(ideratien<br />
en Ikdenkingen , UEd. Gr Achtb.<br />
gelieven te verklaaren; en dat UEd. Gr. Achtb. declaratoir,<br />
op het Tegenwoordig ingediende, aan de Oidergefchreven,<br />
vermits de zoo. zeer kort op bannen zynde<br />
tyd, nog op heden zonder refumptie aan hen moge<br />
werden uitgeleverd.<br />
't Welk doende enz.<br />
(en was ondert.) Door alle de Geconltnueerdens.<br />
LXXIX.
Tpo AÜO> Z A A K E N V A N 1785,<br />
LXXIX. Adres van Gecommitteerden der Schuttery<br />
aan de Edele Groot Jchtb. Heeren<br />
Burgemeefteren en Vroedfchap.<br />
pen der Stad Utrecht. In dato 1<br />
Augustus 178J.<br />
G ecommitteerden van de Burgers uit de agt Schutters<br />
Compagnien dezer Stad , met het uiterlte<br />
leedwezen vernomen hebbende de telkens door de<br />
Meerderheid der Vroedfchap na den 11 Maart genomene<br />
Refolutien, door welke de brave Burgeren en Ingezetenen,<br />
in het maintineeren hunner Regten en Privilegiën,<br />
merkelyk geprajudiceerd worden, en wel<br />
voornaamtlyk de thans gearresteerde en geaffigeerde Puphcatie,<br />
ten geleide van het provifioneel beraamde Regeerings-Reglement,<br />
s, behelzende, dat, indien de goecie<br />
Burgers en Ingezetenen eenige gegronde beden-<br />
,, kingen op het voorn, provifioneel gearresteerde en<br />
„ geaffigeerde Reglement mogten hebben, zy vermaand<br />
„ worden, dezelve, met reden bekleed, in gefchriften<br />
„ gelteld, en onderteekend enz. binnen veertien dagen<br />
„ na het doen van gemelde Publicatie, ter Secretary<br />
„ van dezer Stads Poliiie verzegeld overtebrengen ,<br />
,, zonder dat daarby eenige Procuratie of Öualificatie<br />
„ word geadmitteerd , om quafi een yder vryheid te<br />
„ geven, om de Vroedfchap van zyne byzondere be-<br />
„ grippen te informeeren; wordende teffens een iege-<br />
„ lyk gewaarfchouwd, zyne Confideratien binnen den<br />
„ tyd van veertien dagen eptegeven , zullende hy an-<br />
„ ders gerekend worden , in het voorfchreven provi-<br />
„ iioneel beraamde , omtrent het Regeerings - Regie.<br />
„ ment, genoegen te neemen, en ftilzwygende te con-<br />
„ lenteeren." — Vinden zig onvermydelyk verpligt,<br />
gebruik te maken van de hen gedemandeerde Commislie,<br />
welke voornaamtlyk is ftrekkende, „ om op de<br />
„ belangens der Burgery agt te geven, en alles uitte-<br />
„ voeren, wat de tyd, of de omftandigheden omtrent<br />
}> dezelve vereisfchen."<br />
De Ondergetekende overwogen hebbende, hoe het<br />
Volk
A üe. STAAT EN OORLOG. 1785. 19%<br />
Volk voor eenige jaaren kennis kreeg van de publieke<br />
zaken, van de waare gefleldheid zyns Vaderlands, zyne<br />
eigen waardy begon te gevoelen , de ryranny zogt<br />
te vernietigen , en aan het Vaderland eene waare Republikainfche<br />
gedaante te geven. — Hoe hetzelve zig<br />
daarop wapende , en de handen in een floeg, om in<br />
Raat te zyn, van de wettige Regeeringen te behoeden,<br />
en de Burgerregten en Vryheid tegen alle inbreuken<br />
met goed en bloed te beveiligen. — Hoe de harmonie<br />
en onderling vertrouwen plaats hadden tusfchen de<br />
Regeering en het Volk. Welke onderhandelingen<br />
men in derzelve byeenkomften zag maken, — hoe men<br />
in dezelve over het welzyn van het Vaderland fprak,<br />
— welke ontwerpen men ondeiling maakte, om de Regeering,<br />
en daardoor her Volk van de kluisters te ontlasten,<br />
met welke zy door de Stadhouders willekeurig<br />
gebonden waren. — Welke Remonftrantien men voorfloeg,<br />
welke door het beste gedeelte van het Volk<br />
moeiten gedaan worden , om daardoor vooreerst de<br />
Regeering van de ilaaffche banden te ontheffen, en<br />
daaina verder hunne eigen Vryheid te herftellen. —<br />
Hoe dit alles door de Regeering als de Volkftem wierd<br />
aangemerkt, al waren die remonftrantien door niet meer<br />
dan 304 Burgeren ondertekend. —— Hoe de Burgery,<br />
en maar de Burgery alléén , daardoor de Regeering in<br />
haar wettig gezag herfteld heeft.<br />
De Ondergetekende verder overwegende , wat het<br />
gevolg geweest is van alle deze nuttige en heilzame<br />
pogingen. — Hoe de Burgers alleen fchynen , veranderd<br />
te zyn van Meefiets, welke hen nog harder drukken<br />
, dan zy onder het juk der Stadhouders gedrukt<br />
zyn. — Hoe het V,lk , nalat het alles had aangewend,<br />
om de Reyeering te bevryden, nu het op zyn<br />
eigen Regten en Vryheden aankwam, alle wegen zyn<br />
benomen, om tot dezelve te geraken. — Hoe deszelfs<br />
verzoek, om geenen Regent te hebben , die zig tegen<br />
of niet voor der Burgeren Regten had gedeclareerd ,<br />
zonder te bepalen , wien de Regeering moest verkk-,<br />
zen , op eene hoonende wyze wi'erd van de hand gewezen,<br />
daar het regt van de electie onmiddelyk by de<br />
Burgery zelve refideerd, en alleen op derzelver naam,<br />
door
AUC, Z A AKEN VAN t 7 8 j,<br />
door de Regeering word uitgeoeffend, zoo als UEd<br />
Gr. Achtb. met her gcqotft* regt zelve hebben geueld<br />
in den "brief, aan Zyne Hoogheid gezonden. — Hie<br />
niertegerftaande dit verzoek, tot Regent wierd v^rkoren<br />
een Heer, die opentlyk ftreed tegen het verzog e<br />
en hec ongenoegen der Buigtry op zig had. ~ Hol<br />
vervolgens die zelve brave Burgeiy , «oor eene zoo<br />
laeiive Publicatie voor het oog van de gati.fche Waereld<br />
als Oproermakers wierd ten toon gefteld en zulks<br />
omdat zy haare Regten had voorgeftaan. — Hoe eene"<br />
Refolutie is genomen , by welke het Volk, w'aarby de<br />
Mag! van alles refideert, wierd verboden, om met zvne<br />
Reprtefentanten in de Raadkamer te fpreeken —<br />
Hoe het verzoek by Request gedaan, om door de'Regeering<br />
van den hoon van de gem. Publicatie om heft<br />
te worden, en voldoening te erlangen voor de belediging,<br />
der Burgeren door eeneii Tvoy aangecaa;, op<br />
eene ailerimadelyklle wyze is verworpen. — Hoe'vervolgens<br />
de Meerderheid der Vroedfchap baare fbia<br />
heeft gegeven tot het emaneeren van een Publicatie<br />
door welke het praefenieere» van fchriftelyke verzoeken<br />
jelfs, ten iterkfte gellremd is, waardoor derhalven<br />
de .Volkitem is gefmoord geworden. — Hoe men nu<br />
eindelyk, daar het direct op des Volks Regten aankomt,<br />
een provifioneel Regeerings Reglement heeft<br />
beraamd, t welk in zornrnige der voornaamfie poii •ft°n<br />
re; e.regt tegen ae opgegeven bezwaren der Burgery is<br />
ftrydende, waaiby een Publicatie is gevoegd, welke<br />
alle procuratien en qualifkatien van de hand wyst, en<br />
daarenboven hen, die zig binnen den tyd van 11'dagen<br />
na het emarei-ren van dezelve niet an J<br />
ers d!clareeren,<br />
als coi.fen.eerende in het gez. Concept-Reglement<br />
wil aangemerkt hebben.<br />
De Ondergetekende verder in overweging nemende<br />
den inhoud van de Misfive van' UEd. Gr, Achtb. ter<br />
beantwoording van den Brief van Zyn Hoogheid'van<br />
den 24 Febr. 1784, vervaardigd en verzonden den 21<br />
• Maart 1785. Hoe dezelve ftryd tegen de hierboven<br />
aangetoonde handelwyze van de Meerderheid der<br />
Vroedfchap Hoe daarin is gededuceerd, „ dat<br />
„ niet de Regenten zyn aangefteld voor zig zelfs ,<br />
„ maar
AU*. S T A A T E N O O R L O G . i?S£. 19.3<br />
„ maar wel om IiPt Volk. Dat daarenboven een<br />
„ Tacitus Confenfus van de Burgeren en Ingezetenen<br />
„ voldoende is , om eene ongeinterrumpeerde ufrntie .<br />
„ te wettigen in zodanige gemeene gevallen en zaakeri,<br />
welker befchikking en invoering muéren verllaan<br />
„ worden, aan het beleid en de beftiering der Regen-<br />
„ ten te zyn overgelaatens, Dan , wanneer men han-<br />
5, delt over een geval, dat buiten den gemeenen regel<br />
„ gaat, over een Privilegie ea Regc der Burgery, een<br />
„ volkomen eigendom van dezelve , van 'c welk de<br />
„ Regenten, als Reprsefentanten, maar alleen bewaa *<br />
„ ders zyn , en waar toe uit ho d'dc van den aan de-<br />
„ zelve Burgeren gedanen eed , van derzelver Regteii<br />
en Privilegiën te zullen helpen coi>f;rveeren en handi<br />
haven, een Expres/as Confenfus van de Burgery no-<br />
„ dig isb"<br />
Dit alles de Gecommitteerden overwogen hebbende,<br />
hebben zy zig verpligt gevdnden , uit hoofde van hec<br />
geen aan hen door hunne Quaüficatie is gedemandeerdj<br />
te protefteeren , niet alleen tegen al het geen dat na<br />
den elfde Maart door de Meerderheid van ÜEd. Gr*<br />
Achtb. is geconcludeerd, maar wel voornaamtlyk, tegen<br />
het geen in de Publicatie, ten geleide van het pro*<br />
vifioneel beraamd Reglement, omtrent de beltèlling der<br />
-Stads Regeering, door dezelve Meerderheid is gerefolveerd<br />
geworden, van namentlyk geene Procurstien of<br />
Qualificatien te admitteeren ; v^mks dit niet alleen<br />
ftryd regen het Regt, dat zelfs Onderdanen onder een<br />
Monarchie of despotieke Regeering competeert , maar<br />
veel meer tegen het Regt van vrye en onafhangelyke<br />
Volken, by welke alleen de Magt van alles is te vin*<br />
den.<br />
2. Dat zy, die niet binnen den bepaalden tyd antwoorden<br />
, of hunne refletiieu inbrengen , hoofd voor<br />
hoofd zullen gerekend worden te conftnteertn: Gecoat<br />
mitteerden protefteeren daar tegen, om de volgende reden<br />
: — - ï. Om dat , wanneer alle Burgeren opgeroepen<br />
worden, om hunne bezwaren inteleveren, zy,<br />
die dezelve niet hebben ingeleverd., en dus itü hebben<br />
gezwegen , gerekend worden , of geene bezwaren té<br />
hebben, of zig te voegen by beu , die met hunne be-<br />
XXIX. DEEL. N zwa-.
194 AÜG. Z A A K E N V A N I78S.<br />
zwaren opkomen, welk laatlte in dit geval (ingevalle<br />
van oproeping nameritlyk ) het meesr aanneemlyk is.<br />
Men heeft zig dus alleen geregeld naar hen, die hunne<br />
bezwaren hebben opgegeven, om dezelve zoo veel<br />
mogelyk uit den weg te ruimen. Hoe kan derhalve<br />
de Meerderheid der Vroedfchap refolutien nemen, om<br />
quafi die bezwaren uit den weg te ruimen op eene<br />
wyze, welke voKtrekr aanloopt tegen den zin van hen,<br />
die dezelve hebben opgegeven, „ zoo maar die geene,<br />
die van te voren hebben gezweegen, zig nu ook<br />
,, niet declareeren; zullende hetzelve nu worden gere-<br />
„ kend als een confent van hen, die van te voren zig<br />
,, omtrent de opgegeven bezwaren niet hebben geuit,<br />
„ indien zy nu ook zwygen," het tegendeel is<br />
waar; want zy, die hebben Uitgezwegen, worden gerekend<br />
, of in de door de meeste Ondertekenaren opgegeven<br />
bezwaren te hebben geconfenteerd , of geene<br />
bezwaren te hebben gehad. Wanneer zy in die opgegeven<br />
bezwaren hebbea geconfenteerd, dan moeten zy<br />
ook gerekend worden zwygende te confenteeren in die<br />
conlideratien , welke op het provjüoneel beraamde Reglement<br />
noodzaaklyk moeten opgegeven worden; doch,<br />
indien zy gerekend worden, geene bezwaren gehad te<br />
hebben , om dat zy zig niet hebben gedeclareerd, dan<br />
kunnen zy ook niet geiteld worden, in het Reglement<br />
te confenteeren , wanneer zy geene conlideratien inleveren.<br />
2. Om dat hier een exbresfus confenfus<br />
moet plaats hebben, volgens het geltelde door UEi.<br />
Groot Achtb. zelve in voorgem. Mislive; waarom men<br />
zig dient te regelen naar hen, die opentlyk hun gevoelen<br />
, het zy by Procuratie , het zy in Perfoon, te kennen<br />
geeven.<br />
Waarom de Ondergetekende, uit hoofde van de aan<br />
hen gedemandeerde Commislie, zig genoodzaakt vinden<br />
, uit naam van hunne Committenten niet alleen te<br />
protefteereu tegen het gebeurde na den elfde Maart dezes<br />
jaars, maar voornaamtlyk tegen de laatst uitgebragte<br />
Publicatie, ten geleide van het providoneel gearresteerde<br />
Regeerings Reglement, met uitdruklyk verzoek,<br />
dat hetzelve als een Protest der Burgery worde gtïnfereerd<br />
in de Notulen van de Vroedfchaps Vergadering,<br />
ten
AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. m<br />
ten einde de Nakoomlingfchap niet in het onregte begrip<br />
verfeeren, dat, wanneer onverhoopt eene Condufie omtrent<br />
het nieuw te introduceëren Reglement , conforni<br />
het provifioneel gearrelleerde , en dus. tegen den zin<br />
en het genoegen hunner Committenten j mogt genomeri<br />
worden , zulks niet legaal , maar wet tegen den uit.<br />
druklyke Wil hunner Committenten ftrydende is.<br />
'c Welk doende enz.<br />
(Was get.)<br />
W. VAN DYK. J. C. DES TOMBEi<br />
D. VAN BENTHEM. A. VAN ELDVK»<br />
ANZ. DE VRY. J. VAN DER VKN.<br />
ft. KRULE. K. 'T H.iBN.<br />
G. HEETVELDT, AZ. C. VAN HENGELAAR.<br />
J. CAARLS. W. OVERWYN.<br />
C. VAN DER MOOLEN. J» LUBBïRDINGÏ.<br />
G. VAN DE VOORN. G. RUGGEVEEN.<br />
LXXXi Refolutie van de Regeering der Stad<br />
Vollenhoven. In dato I J jugustut<br />
1735.<br />
Raad en Meente, na voorgaande Wettige Convocatie<br />
vergaderd, overwoogen hebbende, dac het welzyn<br />
deezer Stad vereischt, dat de Vryheid ónzer Burgery<br />
behoorlyk worde gehandhaafd, en niet aan vier<br />
Perfoonen opgeofferd , die eenmaal Schepenen zynde,<br />
zelfs Schepenen en Gemeents-Lieden verkiezen, en dus"<br />
het Recht Van keur der Schepenen en Gemeents-Lieden<br />
, als waare het een Recht van den Raad en niet<br />
van de Burgery, oeffenen, waar door de Vryheid en<br />
welzyn der Burgery aan het belang en iufluentie van<br />
zommigen zyn overgegeëven, en onze Burgery in de<br />
betamelyke vrymoedigheid omtrent billyke begeerten,<br />
welken door zodaane Schepenen en Gemeents-Liederi<br />
willekeurig kunnen afgeweezen worden , wordt verhin<br />
derd : als ook dat het haarelyke decser Stads Ariftocra»<br />
?<br />
N i « ie
o6 AUG. Z A A K E N V A N 1785.<br />
tie te meer doorftraalt , ru daar door eene welgegronde<br />
vrees wordt veroorzaakt in het reclameeren van het<br />
gebruik der Stads aloude Rechten en Vryheden , met<br />
en nevpns die andere kleine Steden deezer Provincie,<br />
welke Rechten en Vryheden door deeze eigendunkelyke<br />
Verkiezing van Schepenen en G'tneents-Lieden, door<br />
Schepenen gedaan wordende , buiten het bereik der<br />
Burgery, het Genoorfciaap van Stads Rechten en Vryheden<br />
, zouden verblyven, en Hechts tot vermeerdering<br />
van flaaffche onderwerping , onder de Magt van vier<br />
Perfoonen zouden worden gefield en van dezelven afhanglyk<br />
gemaakt , dus eene onderwerping , die zelfs<br />
voor eene billyke en pligtmatige Reclame van het geb<br />
r<br />
uik der voorfz. Stads Rechten en Vryheden zou doen<br />
duchten; als zullende daar door het Juk der S ads Ariflocratie<br />
noch dies te ondraaglyker worden: Zoo is<br />
door ons Raad en Meente, welken geen Recht van<br />
den Raad kennen dan het zfelve zy waarlyk het Recht<br />
der Stad , en waar van op zulk eene wyze , als ten<br />
meesten dienfte van de Stad en derzelver Rechten en<br />
Vryheden flrekt, gebruik gemaakt behoort te worden,<br />
gerefolveerd en vastgefleld , dat op het aanltaande Reces<br />
van den Landdag aan Hun Ed. Mog. Ridderfchap<br />
en Steden zal worden verzocht, dat van het R cht van<br />
Keur der Schepenen en Gezwooren Gemeente , aan<br />
deeze Stad competeerende, in het toekomende zodanig<br />
gebiuik moge worden gemaakt, als mee;>t overeenkomt<br />
met de Vryheid en Welzyn deezer Stad, zonder aanzien<br />
van voorgaande Disputten &c., hier over voorgevallen<br />
, welken noch de Lands- Vaderlyke zorg van Ridderfchap<br />
en Steden voor de Rechten, Vryheden en<br />
Welzyn onzer Stad-, noch onzen pligt, om dezelven<br />
naar ons vermogen te behartigen, kunnen verhinderen;<br />
noch door alle die geventileerde Gefchillen veroorzaakt<br />
worden , dat geene behoorlyke favorabele Dispofitie<br />
hier omtrent van Hun Ed. Mog. te erlangen zoude<br />
zyn , zoo als de Rechten , Vryheden en welzyn der<br />
Stad vereisfehen. Terwyl tegens de Rechten, Vryheid<br />
en welzyn deezer Stad geen bizonder belang van<br />
den Raad , als welks belang geen ander dan het welzyn<br />
der Stad en derzelyer Vryheid en Rechten behoort<br />
te
AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. «97<br />
te zyn, in aanmerking komen kan, waar door de Vry.<br />
heid deezer Stad door vier Pjrfoonen zou worden beheerd<br />
; neen maar dat het Recht van Verkiezing van<br />
Raad en Meente door de geheele gequahficeerde Burgery<br />
behoort te worden geoiff.nl: en dat ten dien einde<br />
de jaariykfche Keur van Gemeents-Lieden door een<br />
zeker by Looting bepaald getal Burgeren behoort te<br />
gefchieden, en dat door deeze Verkooren Gemeents-<br />
Lieden 's jaarlyks de Schepenen behooren Verkooren te<br />
worden.<br />
Voorrs is gerefolveerd, dat ook mede over alle Rechten<br />
en Vryheden, dengdtrlyk aan deeze. S ad competerende<br />
, ten einde dezelve en haare Burgery in het gibruik<br />
derzelven hertteld en geha"dbaafd worden , aan<br />
Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden , by een eerbiedig<br />
betoog van wegen deeze Stad, op het voorkeide<br />
aanftaande Reces van den Landdag , verzoek zal<br />
worden gedaan.<br />
Actum op den Raadhuize binnen Vollenhoven , datum<br />
ut fupra.<br />
v. BOERS, Burgemeester.<br />
j. c. VAN SER LINDE, Burgemeester.<br />
Gezwooren Gemeente.<br />
AR ENT H0LTCAMP. JACOB HOOFT.<br />
JAN GROÜNEWOUT. RF.TNDERT J. KUYLART.<br />
J. H. FRANTZKS. GERR1T VAN BAAK ,%tlï<br />
JAN BOS. ANDRIES MOL, Voerman,<br />
H. J. PINGEL. abfent, hoe wel van het<br />
EYNBERTS MOLEMANS. zelfde gevoelen.<br />
N 3 LXXXI.
198 AUG. Z A A K E N V A N 2783.<br />
LXXXI. Request aan de Edele Achtbaar e Heeren<br />
Burgemeefteren en Vroedfchap.<br />
der Stad Wyk by Duurftede; nevens<br />
de Refolutie daarop, In dato<br />
16 Augustus 1785.<br />
rf^even t»et eerbied te kennen , de Geconftitueerden<br />
\JT en Gecommitteerden deezer Siads Burgerye, dat<br />
de teeden waarom zy deeze Extraordinaire Vergadering<br />
hebben verzocht te doen beleggen, is, dat zy met de<br />
uiterfta v^rbaazing in 't zekere"vermeenen geïnformeert<br />
te zyn , dat op Zondag den 14 deezer Maand Augusr<br />
tus, des avonds ten 6 uuren, mer de grootfte acceleratie<br />
is afgezonden een Patent naar Nymegeu, ten einde<br />
van daar eenige Infanterie en Cavallene naar deeze<br />
Provincie te doen trekken, — zoo als ook bereids de<br />
Generaal van der Hoop tusfchen Zondag en Maandag<br />
nacht derwaards is vertrokken.<br />
Dat deeze zoo verregaande Demarche zoude gefchied<br />
zyn , op 't fchryven van eenige tier Heeren Gedeputeerden<br />
van Hun Ed. Mog. de S aaren deezer Provincie<br />
, die daar toe hebben kunnen goedvinden in eene<br />
Extraordinaire Vergadering op jongstleeden Zaturdag<br />
ten half tien uuren by den anderen te koomen.<br />
Daar nu zodanige nandelwyze van de fchroomelykfte<br />
gevolgen voor deeze Provincie , en byzonder de Steeden<br />
van dien , kan zyn, als welke alleen tot een figment<br />
heeft (zoo de Ondergertkeude al mede in 't zeker<br />
geïnformeerd zyn,) een zogenaamd Burgei-Gefcbil<br />
dat in eene Stad dezir Provincie zoude plaats hebben,<br />
en het geen daar by voorgegeeven word tor die hoog!<br />
te gefteegen te zyn, dat men het zelve door den fierken<br />
arm van Militaire Magt zoude moeten bedwingen,<br />
waar van de OndergeteKende even zoo min als aan<br />
UEd. Achtb. zoo zy vertrouwen, ietwes bekend is,<br />
buiten het volgens de Nieuwspapieren vermeld uitfpoorig<br />
gedrag van zommige Onrustige en Misleide Opgezetenen<br />
binnen deeze Provincie te Renswoude gepleegd<br />
tn in alle gevallen, gefteld eens voer een oogenblik*<br />
'er
MJO. STAAT EN OORLOG. 1785. *99<br />
'er exteerde een daadelyk Burger-Oefcbil, UEd. Achtb.<br />
met de Ondergetekenden zich als dan nog volkomen<br />
zullen geconvinceerd houden, dat dezelve van wat aart<br />
en natuur die ook mogen zyn, nimmer beter dan door<br />
Burgers kunnen bedwongen en ten einde gebragt worden<br />
, en overzulks alle verkeerd Emplooi van de Militie<br />
daar omtrent ten ernftiglte moet tegengegaan worden<br />
, en inmiddels zodanige voorzieninge dient te gefchieden,<br />
als tot Stads en der Burgeren veiligheid maar<br />
eenigzints kan bevorderlyk zyn, *<br />
Waarom de Ondergetekenden de vryheid nemen nan<br />
UEd. Achtb, voor te ftellen, om by Misfive aan Hun<br />
Ed. Mog. Gedepureerdens dezer Provincie , omtrend<br />
deeze by eenige derzelver allezints onregelmatige gehouden<br />
nandelwyze , UEd. Achtb. Surprife , hoog te<br />
gevoeligheid en billyke afkeuring te betuigen, en opening<br />
mitsgaders opgaave te vraagen van die Heeren,<br />
welke uit Hun Ef. Mog. Gedeputeerdens tot deeze<br />
zoo verregaande Itao hebben durven refolveeren , met<br />
verdere aanlchryving aan Hun Ed. Mog. Gedeputeerdens<br />
, da UEd. Achtb. namens deeze Stad in geenen<br />
deelen willen begreepen worden, op eenigerlei wyze<br />
dit gedrag van ophemelde Heeren Gedepureerdens goed<br />
te keuren, neen! maar daar tegen ten fterkften te protefteeren,<br />
en daar van ter naafte Vergadering te referve.ren<br />
, zodanig te handelen als UEd. Achtb. zullen<br />
bevinden te behooren, en omme wyders intusfcben tegen<br />
alle verrasfcbifg, zoo veel mogelyk zeker te zyn,<br />
zou'en de Ondergetekenden van oordeel zyn, dat alle<br />
de Poorten dezer Stad oogenblikkeiyk dienen bezet en<br />
bewaard te worden door een bekwaam aantal Bu-gers,<br />
by -ag en by nagt , en daar toe aan den Kolonel-Kapitein<br />
en Officieren van de Burger-Schuttery , de nodige<br />
ordres, zittens Vergadering, dienen te worden uitaevaardigt,<br />
en immediaat aan de geheele Burgery een<br />
dubbel getal fcherpe Patroonen mooge worden uitgereikt<br />
, en verder by deeze Vergadering gerefolveerd<br />
worde om niet alleen nu , maar zoo lang het Poincb<br />
der Bezwaaren niet zal zyn afgedaan, van wegens datze<br />
Stad , geen Content te gedraagen in eenig verzoek<br />
tot Militie, als mede tot hec verkenen vau attaché op<br />
N 4 P*T
as» AUS. Z A A K E N V A N 1785^<br />
Patent voor Militie na deeze Provincie geiefpicieerd ,<br />
en wel zorge te draagen , dac hoe bet ook mooge ko^.<br />
men geen gewanpende Militie in de Vryheid of op hec<br />
Territoir dezer Stad te laaren naderen , en dat die<br />
geen welke zulks onverhi optelyk rrochte inwilligen,<br />
pf daar toe voordel zal doen, als Vyand van Stad en<br />
Burgery , ja van de geheele Provincie zal befchouwd<br />
worden , tegen wien men mee geweld en ten kosten<br />
van Goed èn Bloed zieh zal mogen verzetten , terwyl<br />
by die zodaanige geweldadigheid mogte onderllaan of<br />
daar toe Concureeren-, zyn leven zal verbeuren , ten<br />
minften van alle R.egeerings-B;Ituur en Ambten vervallen<br />
zyn.<br />
't Welk doende &c<br />
&DRIAAN DE NY*. COtlNFLIS VA N VLIET.<br />
HfcNDRlK SCHiLGR. CORNEUS JAN KKOHN.<br />
ALBERTUS VAN KESTEREN. JAN KRANCIS VERKERK.<br />
JOHAMSlS RYNBOUT. WILLEM VAN BENWEKOM*<br />
ANTONY VEHNOOY. UEYNIER TERSTEEG. '<br />
OE-RARDUS WAGENAAR. ANDRIES GttEGER.<br />
HERRIT VAN OORSCHOT.<br />
Op bovengemelde Requeste is aanltcnds de volgende<br />
j^efoiatie gevallen.<br />
Extract uit de Refolutie van de Ed. Achtb.<br />
fleer en Rurgemeelie.ren en Regeerders der<br />
Stad Wyk by Duurftede.<br />
Mart is 16 Augustus 1785.<br />
Ter Vergaderinge zynde Gedelibereerd over deezen.<br />
aangaande, namens de Burger-Krygsraad deezer-<br />
S.tad voorgebraïre , gelyk ook over de Reqtieste bet-rekkelyk<br />
dit fuj.ee heerien door Gecommitteerden en<br />
geconftitueerden uic de Bargerye geprefenteerr, inhou».<br />
dgnde dac men vermeende in het zeekere geinrbrmeere<br />
te zyn, dat 'er eenige Militaire Troepen na deeze.<br />
$Jtad; op, Patent vfn-Zyne Doorl. Hoogheid en Attaqhe.%<br />
yan de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden van do<br />
Staan.
A U S. STAAT EN OORLOG. 178J. 201<br />
Staaten deezer Provincie, op ronrsch waren, heeft de<br />
Vroedfchap goedgevonden den Burger-Krygsraad deezer<br />
Stad te Authorifeeren, gelyk denzelve Geauthonfcerd<br />
word by deeze , om door een bekwaam aantal<br />
Burgers, de Stads Poorten zoo by dag als by nagt te<br />
doen bezetren , ten einde regens alle onverhoedfe aanval<br />
van Militie bedagt te zyn; gelyk ook dat er een<br />
bekwaam aantal fcherpe Patroonen onder de Krygsraad<br />
zullen worden gedeporeert, om daar van met rader<br />
Advis van de Vroedfchap, zodanig emploi te maaken,<br />
als nodig zal worden geoordeek: — en eindelyk beflooten<br />
geene Militie binnen deeze Stad, zo nu als by<br />
vervolg te accepteeren , tot zo lange de Pointen van<br />
Burge -Bszwaareu niet zullen zyn getermineerr. -- En<br />
dat daar van aan de Ed. Mog. Heeren Ordinans Gedeputeerden<br />
van de Staaten deezer Provincie, door de<br />
volgende Misfive zal worden kennisfe gegeeven , met<br />
Protest tegens het geene in deeze door Hun Ed. Mog.<br />
mogte zyn verrigt, luidende die Misfive aldus.<br />
EDELE MOGENDE HEEREN (<br />
Door een Request van Gecommitteerdens en Geconftitueerdens<br />
deezer S'ads Burgery , ter onzer<br />
Extraordinaire Vergaderinge zynde voorgebragt,<br />
dat zy in 't zeekere vermeende geïnformeerd te zyn,<br />
dat Zondag den 14 deezer maand Augus'us, des avonds<br />
ten zes uuren, met de gromde acceleratie was afgezonden<br />
, één Patent na Nymegen , ten einde van daar<br />
eenige Infanterie en Cavallerie na deexe Provincie zoude<br />
trekken, zo als ook bereids de Generaal van der<br />
Hoop, tusfchen Zondag en Maandag nagt derwaards<br />
was vertrokken. t<br />
Dat deeze Demarche zoude gefchied zyn op het<br />
fchryven van eenige Heeren Leeden van U Ed. Mog.<br />
Vergaderinge, welke hadden kunnen goedvinden daar<br />
toe in eene Exrraordinaire Vergadering op jongstleaden<br />
Saturdag avond te Concludeeren. Wy kunnen, Ed.<br />
Mogende Heeren! zonder eenigzints in te treeden, de<br />
reede, welke U Ed. Mog., of eenige Leeden van U<br />
£d. Mog. Vergaderinge, tot het doen deezer Demar-
202 AUG. Z A A K E N V A N<br />
178J.<br />
che mogte hebben gemoveert, niet ontveinzen, onze<br />
uiterfte Surprife over deeze handelwyze , en te betuigen<br />
onze hoogde gevoeligheid en afkeurinee over die<br />
handelwyze, en teffens U Ed. Mog. te verzoeken ons<br />
te willen voikomene openinge te geeven van de'zelv»<br />
in deeze gerefolveerde, met opgave van de Heeren \<br />
uit: U Ed. Mog. Vergaderinge, welke tot deeze ftap<br />
nebben durven belluiten.<br />
En declareeren wy namens onze Stad , in geenen<br />
deele begreepen te willen worden, op eenigerlei wvze<br />
dit gedrag van ü Ed. Mog. goed te keuren , neen !<br />
maar daar regens als buiten onze Commun catie gefchied,<br />
ten fterklte te protelteeren, met réferve om ter<br />
naafte Staaten Vergaderinge, daar tegens zodanige Reanonltrantie<br />
te doen, als wy zullen vermeenen met hec<br />
gewigt der zake te quadreeren.<br />
Vindende wy ons verder verpligt, U Ed. Mog. te<br />
berigten, dat wy h-bben gerefolveert, om , z o lange<br />
de Poindten van Burger-Bezwaaren niet finaal zullen<br />
zyn argedaan, geen Confent zullen dragen tot bet Ac<br />
cep.eeren van eenige Militie binnen onze S.ad, waar-<br />
5 m<br />
* y<br />
^X\<br />
d e e z e a l s n o<br />
8 Inh<br />
«'eerende onze Misfive<br />
den 6 October 1783, aan UEd. Mog. gefchreeven,<br />
verzoeken dat U Ed. Mog. op den inhoud dier Mi
Auc. STAAT EN OORLOG. 17*5» «°3<br />
LXXXII. Request van Geconftitueerden en Gecommitteerden<br />
aan de Ed. Achtb.<br />
Magiftraat yan Wyk by Duurftede.<br />
In dat» 18 Augustus 1785.<br />
Geven met fchuWigen eerbied te kennen Geconftitueerden<br />
en Gecommitteerden dezer Burgery, dac<br />
zy onderricht zyn geworden van het arresteeren eener<br />
Publicatie tegens het requestreeren der Burgers en Ingezetenen<br />
, door de Meerderheid der Vergadering van<br />
Haar Ed. Mog., — en van de Oppoiitie van UEd.<br />
Achtb. tegens deze Publicatie. .<br />
Dat zy Geconftitueerden en Gecommitteerden, die<br />
zoo veele treffende blyken der belanggelooze en cordate<br />
Burger- en Vaderlandsliefde van UEd. Achtb. hebben<br />
ontvangen, uit naam husiner Principalen, met een<br />
levendig genoegen hunne dankbaarheid voor dit nieuw<br />
blyk van UEd. Achtb. behartiging hunner belangens ,<br />
en handhaving hunner Regten betuigen.<br />
Dat zy echter door het arresteeren dezer Publicatie,<br />
fchoon zy peer en grond hebben van mistrouwen op<br />
UEd. Aci tb., zig in de noodzakelykheid gebragt zien,<br />
van 'hunne verlangens ten dezen opzigte aan UEd.<br />
Achtb. te kennen te geven ; daar zy met geene woorden<br />
kunnen uitdrukken, hoe onaangenaam hun het bloote<br />
denkbeeld der aflezing van zulk eene Publicatie m<br />
deze Stad valle.<br />
Dat zy Geconftitueerden en Gecommitteerden met<br />
meer vrymoedigheids tot dit Adres aan UEd. Achtb.<br />
zyn overgegaan, als die weten, met welke eerbiedige<br />
liefde deze Burgery jegens UEd. Achtb. is doordrongen<br />
die overtuigd zyn , dat het voorbeeldig befcheiden<br />
gedrag ;an derzelve onbedwingelyke moed is geëvenredigd.<br />
,<br />
Dat de onleiaalde Vryheid der Burgeren, om te re.<br />
questreeren, hec groote bolwerk is der Burgerlyke Vryheid:<br />
— Wordt deze weggenomen, of in eene fchaduwê<br />
veranderd , wordt de Drukpers beteugeld , dan<br />
zoude de Burgery eerlang gelegenheid hebben, om haareu
204 AUO. ZAAKEN VAN<br />
178J.<br />
ren vorigenveragtelyken ftaat van ongevoeligheid te<br />
rug te wenfchen, en haar billyk ongenoegen den zul.<br />
ken , welken haar uit denzelven , ter bevordering alleer.<br />
van eigene grootheid, opgewekt hadden, te doen<br />
blylten.<br />
7<br />
Da; Geconftitueerden en Gecommitteerden de Burgery<br />
zouden verraden , en zelfs te kort doen aan den<br />
verfchuldigden pl, g t jegens UEd. Achtb. , indien zy<br />
verzwegen, hoe de aanvallen op de Vryheid der Drukpers,<br />
en de Vryheid van het requestreeren, hunnen<br />
argwaan wekten; dat ook deze Publicatie tot beider<br />
befnoeipng c zy met eerbied gezegd voor hun Ed.<br />
Mog Vergadering moefte dienen, — en dat deze ar*.<br />
g e f t e r k C<br />
pofi"ie'<br />
^ d<br />
r U E d<br />
°°<br />
'<br />
A c h<br />
b<br />
'<br />
'<br />
2 0 0 l o f f e ] v k e<br />
oP-<br />
Dat Geconftitueerden en Gecommitteerden zig buiten<br />
verantwoordinge voor de Burgery, hunne Committenten<br />
moeten ftellen, welke haare regten en pijlen<br />
kent, en derzelver verwaarloozing niet zoude dulden<br />
Dat, volgens hec oordeel van Geconftitueerden en<br />
Gecommitteerden, door deze Publicatie, indien deze've<br />
in deze Sad kragt van Wee kreeg, meer zoude<br />
worden afgebroken, dan tot dus verre opgebouwd was<br />
en de weg gebaand zoude wezen, om de gevolgen d^zer<br />
Publicatie, ook in opzigt tot dezer Stads Burgciv<br />
& J<br />
te do! n werken. '<br />
Dat de moedige befluiten van UEd. Achtb., ter beperkir<br />
g der misbruiken der magt van den Heere Stadhouder,<br />
door welke het aanzien en de magt van UEd<br />
Achtb. zoo wel geklommen, als hec welzyn der Bur-<br />
fwi "* b<br />
, e T O r d e r d<br />
» h e t<br />
vertrouwen inboezemen, dat<br />
UEd. Achtb. , nu bet geen bezwaar tegens den Stadhouder<br />
geldt, deze Burgery met dienzelfden belangelozei<br />
moed zulien maimineeren by hunne Rechten.<br />
Dat zy voor UEd. Achtb. niet willen nog durven<br />
ontveinzen, dat deze Stads Burgery zulken inbreuk op<br />
hunne heiligde Regten met geen onverfchillig oge zonde<br />
kunnen aanichouwen.<br />
Om alle welke redenen Geconftitueerden. en Gecommitteerden<br />
(uie deze gelegenheid aangrypen, om UEd.<br />
Achtb. op nieuw te verzekeren., dat zy, daj: hunne<br />
Gom»
AUG. S T A A T E N OORLOG. 1785. *°5<br />
Committenten, hun goed en bloed fteeds veil hebben,<br />
om UEd. Achib. in alles, wat tot handhaving van<br />
Burgerregten en Privilegiën door UEd. Acnib. wordt<br />
ondernomen, te (teunen en te rtygcn, op denzelven<br />
voet, a's zy zig van dezen pligt jegens Haar Ed. Mog,,<br />
zoo dikwerf zulks door Haar Ed. Mog. ter handhaving<br />
der Vryheid , en bewaring van eene gezuiverde Republicainfche<br />
Regeeringsvorm werdt gevorderd, jegens<br />
zig zeiven zouden wenfchen te kwyten,) zoo ernftig<br />
als eerbiedig verzoeken:<br />
Dat het UEd. Aehtb. behage , gunftig agt te liaan<br />
or> het verzoek der Burgery, en op gronden, welke<br />
Uiïd. Achtb. bewogen , zig tegens deze Publicatie in<br />
de Staatsvergaderinge te verzetten, te gemoet komen,<br />
daar en in zulker voegen, als UEd. Achib., volgens<br />
derzelver bekende Burgerliefde, ten welzyn van Stad<br />
en Burgery het gefchiktfte zullen keuren.<br />
't Welk doende.<br />
Edele Achtb. Heer Pmfident Eurgemeefler !<br />
Geconftitueerden en Gecommitteerden van deze Stads<br />
Burgery , verzoeken UEd. Achib., dat, wanneer 'er<br />
een Pander van Hun Ed. Mog. binnen deze Stad mogte<br />
kfflmen , met intentie om van hunnentwegen eene<br />
Publicatie, waarby verboden word het reques'reren van<br />
Burgers en Ingezetenen te publiceeren, zulks niet te<br />
gedogen, voorenaleer 'er een volle Raad over is gehouden,<br />
en gebruiken Geconftitueerden en Gecommitteerden<br />
de vryheid , zulks per Memorie aan UEd.<br />
Achtb. te overhandigen , en met onze ondertekening<br />
te bikragtigen.<br />
(Was get.)<br />
HENDRIK SCHILGE. CERARD WAGENAAR.<br />
CORNELIS VAN VLIET." JO^ANNIS RYNBDUTT.<br />
REYNIER TEUSTEEG. ANDRIS GREGER.<br />
A. VERNOOY. JAN FRANCIS VBRKERKïL^<br />
ALBERTOS VAK RESTEREN. GER1UT VAN OORSCHOT. ..<br />
CORNEUS JAN KROON. WILLEM VAN BENNEKUM.<br />
LXXX1I!.
2ó5 AVO. Z A A K E N V A N ' 1785.<br />
LXXXIII.' ExtraB uit de Refolutien yan de Reeren<br />
van de Vroedfchap der Stad<br />
Schoonhoven. Jn dato 22 Augustus<br />
Gelezen een Request van een groot en aanzienlyk<br />
getal Burgers en Inwooners dezer Stad, daar by<br />
om geallegeerde redenen met zoo veel eerbied als ernst<br />
verzoekende, zonder tyd verlies zoodanige befluiten te<br />
neemen, om ter Provintiale Staatsvergadering het daar<br />
heen te helpen dingeeren, dat ten allerfpoediglten de<br />
Troepen , thans in Amersfoort zynde binnen geruktof<br />
die dervvaards nog in aantocht mogten zyn , voor<br />
zoo veel zy ter repartitie ftaan dezer Provintie worden<br />
te rug geroepen: ten tweeden: dat Hunne<br />
Ü,d. Groot Mog. zouden gelieven zoodanige voorzorgen<br />
te neemen , waar door wordt voorgekomen , dat<br />
verder geene Troepes, ter hunner repartitie , of tot<br />
die der Generaliteit ftaande, nog ook geene hulptroepes<br />
van dezen Staat , gebruikt worden teren eenige<br />
Provintie, Steden, Burgeryen of Leden van^dien: —L<br />
en ten derden : dat Hoogstdezelven in deeze critique<br />
tydsomftandigheid zoodanige nadere bepalingen omtrent<br />
de Patenten zouden gelieven te maaken, waar door dezelve<br />
Troepes met dan op uitdruklyk bevel van Hunne<br />
Ed. Groot Mog. tot binnenlandfche expeditien worden<br />
geëmploieert.<br />
Waarop gedelibereerd zynde, is eenparig goedgevonden<br />
en verltaan, het verzoek van de Supplianten volledig<br />
te accordeeren, en tevens te verklaaren, dat Haar.<br />
Ed. Groot Achtb. op de best mooglyke wyze ter Staatsvergaderinge<br />
zullen trachten te effectueeren, dat aan<br />
den inhoud van het vooifz. Request worde voldaanterwyl<br />
Haar Ed. Groot Achtb. niet kunnen verbergen!<br />
aan de goede Burgery dezer Stad te kennen te geeven<br />
dat het aan Hun niet dan zeer aangenaam is geweest"<br />
en tot groot genoegen beeft verftrekt, op nieuw we'<br />
derom m de Supplianten te befpeuren een fchitterende<br />
blyk van Vaderlandsliefde en goede trouw, gebooren<br />
uit
AUC. STAAT EN OORLOG. i?Sy. 207<br />
uit een waar grondbeginzel, en met alle befcheidenheid<br />
voorgedraagen, ter herftelling van de gemeene zekerheid<br />
voor de goede Burgery en Ingezetenen der Stad<br />
Amersfoort, en ter bevordering van de loffelyke pogingen<br />
, aangewend tot inftandhouding van de oude<br />
Rechten, welherbraete Coscumen, en Praaëminentien ,<br />
en tot beteugeling van eene geweldige heerschzugt van<br />
die geenen, die derzelver verheffing en grootheid trachten<br />
te vesügen op den ondergang van de zoo duur gekochte<br />
Vryheid van dit gezegend Vaderland , hei welk<br />
Haar Ed. Groot Achtb. op goede gronden vertrouwen,<br />
en zeker ftellen , dat in dezer Stads Burgery onafgebroken<br />
zal bevinden en befchouwen kloekmoedige, welberaden<br />
, en itandvastige Beminnaars en Voorftanders<br />
van al, wat in hetzelve dierbaar is.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien, voor<br />
zoo veel het geëxtraheerde aangaat.<br />
By my Secretaris<br />
(Was get.)<br />
G. V. OVERVELDT.<br />
LXXXIV. Request aan de Ed. Groot Achtb. Heeren<br />
Burgemeelteren en Vroedfchap<br />
der Stad Utrecht. In dato 23 Augustus<br />
1785.<br />
/^even reverentelyk te kennen de Geconftitueerdens<br />
Vj van 1368 Burgers en Inwoonders , als mede de<br />
Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien: Dat<br />
hoe zeer de Ondergefchrevenen alle vertrouwen ftellen,<br />
en geen oogeablik twylfelen aan de zekeik-id , welke<br />
UEd. Groot Achtb. hebben gelieven te geven , by ü<br />
Ed. Groot Achtb. Declaratoir, vervat by Refolutie van<br />
16 dezer Maand Augustus , dat UEd Groot Achtb.<br />
ten eenenmaale onbewust zyn geweest van de Extraer»
208 AÜG. Z A A K E N V A N I 7g s.<br />
ordinaire Vergadering der Heeren Gedeputeerden, op<br />
Zaturdag avond den 13 dezer gehouden , veelmin van<br />
het geen in gemeke Vergader ng is gerefolveerd , als<br />
T\VH °£<br />
H U<br />
» d a a r b y v e r d e r<br />
S^oegd Declaratoir van<br />
UKd. Groot Achtb. tot wegneminge van de daar door<br />
ontftaane vreeze dezer Burgery : — Dat UEd, Groot<br />
Achtb. de minfte intentie niet gehad hebben , of nog<br />
hebben, om, hangende de deliberatien over de ingele»<br />
verde poinclen van bezwaren , eenig Guarnizoen binnen<br />
deze Stad of derzelver Vryheid inteneemen' -—<br />
als ook de vernieuwde last, aan Heeren Burgemeester<br />
ren gegeven, om voordaan geen conlènt te draagen in<br />
het verleenen van eenige attachés op Patenten tot het<br />
guarnizoen houden van "eenige Militie, het zy'in deze<br />
Stad of Provintie, zonder alvorens fpeciaal door de<br />
Vroedfchap daartoe te zvn geauthorifeerd; — en de<br />
verdere dispofitie van UEd. Groot Achtb., zco tot het<br />
fluiten en bewaaren der Poorten, en verdere precautien<br />
tot verzekering dezer Stad geconfenteerd: — Dat desniettegenltaande<br />
de Burgery dezer Stad zig niet kan<br />
gerust «ellen , als zy by aanhoudenheid word gunfo*<br />
tneerd van het uitgeven van Patenten aan Militie in<br />
guarmzoenen van naby gelegen Provintien en Steden;<br />
— dat zy daaruit met redenen vermeenen vast te (tel*<br />
len, dat er op de een of andere wyze een geheim voof» -<br />
nemen en toeleg moet fubfifteeren, om deze Provintie,<br />
en ook byzonder deze Stad , zoo wel als de verdere<br />
Steden, na het voorbeeld van Amersfoort, met Mii«<br />
tiere invadeeren, en alzoo de refpeclive Burgeryen Inen<br />
Opgezetenen dezer Provintie , ten aanzien tot de<br />
poincten hunner bezwaren , en ter afdoening van dezelve,<br />
onderworpen te doen maaken, aan het bedwang<br />
van eene interoepen Nationale Militiê, ter onderfteuninge<br />
van hen, die er het op fcpynen toegelegd ie<br />
hebben , de regtmatige ftemmen der refpeclive Burgeryen,<br />
mitsgaders die van alle In- en Opgezetenen, met<br />
geweld te mogen , en agter bet fcherm van eenen gewapenden<br />
arm op de allerongehoordfte wyze te verkragten<br />
; zoo als men daar van een tot den Hemel<br />
fchreeuwend voorbeeld heeft zien daarftellen , in de<br />
naast-aangelegenile Stad onzer Piovkcie, als het meerder-
AUC. STAAT EN OORLOG. 1785. 209<br />
derdeel der Regenten geen gehoor gevende aan de allerbillykfte<br />
verzoeken en voordragten van hunne Burgeren<br />
en In- en Opgezetenen, door het by aanhouden,<br />
heid afwyzen van dezelve , en het zamenfpannen van<br />
die zelve Regenten, heeft moeten zien, dat zy tegens<br />
het Protest van andere hunuer Mede-Regenten en tegens<br />
de uitdrtikkelyke begeerte der Burgeren., die Stad<br />
en derzelver Inwoonders als het ware, onder militaire<br />
executie, en het bedwang van den Herken arm hebben<br />
gebragt ; en dit , niettegenftaande die zelve Regenten<br />
hen door eene eenparig genomen Refolutie in de Maand<br />
April van den voorleden jaare 1784 , ter gerustftellinge<br />
van hunne Burgeren, hebben verpligr, om zoo lange<br />
de bezwaren niet zouden zyn afgedaan , ook geen<br />
Militie in hunne Stad te zullen inneemen, — en ten<br />
effecte van die Refolutie , en dat de Heeren Staaten<br />
dezer Provintie niet menigwerf anderzints mogten disponeeren<br />
dezelve ter daar eerst op volgende Staaten<br />
Vergadering,-in die Maand gehouden, by Extract authenticq<br />
gecommuniceerd, zoo als hetzelve als toen<br />
voor notificatie is aangenomen; mitsdien de dryyer of<br />
dryvers van de voorfchreve onwettige onderneming te<br />
meer daarin moeten gedesavoueerd worden, als zy deze<br />
hunne verpligting kennende , hebben beftaan op<br />
de illegaalfte wyze doortedringen , en vervolgens van<br />
eenige weinige Heeren , welke zig gequalificeerd hebben<br />
, het Collegie van Heeren Gedeputeerden te com*<br />
pofeeren , te verkrygen een brief van voorfchryving<br />
aan Zyn Hoogheid, tot het geven van Patenten voor<br />
Militie naar deze Provintie, zoo als dan op Woensdag<br />
middag, geweest zynde den 17 Augustus 1785» aldaar<br />
in guarnifoen is getrokicen een Esquadron Cavallerye<br />
van den Generaal van der Hoop, en een Battaillon Ir,«<br />
fanterye van den Prince van Hesfen Darmfiad, ftaande<br />
ter repartitie , als de Cavallerye (welke men geïnformeerd<br />
is uit de vier Esquadrons genomen te zyn)<br />
van Holland en Overysfel, en de Infanterye, van Vriesland.<br />
Dat de voorfz. daad , na deszelfs aart en oogmerk<br />
wel ingezien zynde , niet anders kan befchouwd worden<br />
te zyn, als een daad van openbaar geweld, in al-<br />
XXIX. DEEL. O len
aio AUH, Z A A K E N V A N 1785.<br />
len opzigten ondernomen en uitgevoerd op de onwettigde,<br />
illegaalfte, en onbevoegde wyze, als men nimmer<br />
zal konnen aantoonen, dar de beide belegde by*<br />
eenkomden van die Heeren Gedeputeerden ten competenten<br />
getale zyn geweest; zoo Hun Eds. anderziuts<br />
daartoe gequalificeerd waren, als wy alhier vertrouwen<br />
van neen! tot het expedieeren van een Misfive aan de<br />
Heer Stadhouder, ten fine van Patenten voor Militie<br />
naar deze Provintie; waarom er de Burgery dezer Stad<br />
ten hoogden aan gelegen is, en er allererndigst op<br />
blyft indeeren, geïnformeerd te mogen , en te moeten<br />
worden, van de namen van die Heeren, welke daartoe<br />
op den 13 Augustus laatstleden , eerst des avonds ten<br />
half agt uuren, zyn gecompareerd, en welke de Heeren<br />
zyn geweest, die ten half tien uuren in de tweede<br />
belegde byeenkomst dadelyk en in perfoon ter Vergaderplaats<br />
van Heeren Gedeputeerden zyn verfcheenen,<br />
en op die tyd , namentlyk in die tweede belegde Vergadering<br />
aanwezig, de conclufie ter expeditie der meervoorgemelde<br />
Misfive hebben geformeerd; en de afvaardiging<br />
van dezelve geordonneerd, en waarvan door den<br />
Heer Burgemeester yan Musfchenbroek , in zyn quali<br />
teit van reprefentative Gecommitteerde dezer Stad, ter<br />
dier Vergadering geene fecretesfe vermag gemaakt te<br />
worden , als zoortgelyke en andere te imploreeren fecretesfen,<br />
regelregt aanloopen tegen het oogmerk en den<br />
aart van die Commisfie , en er boven dien aan onza<br />
Stad en derzelver Burgery , in een zoo hoogst importante<br />
zaak als deze is, te zeer aangelegen is, dat zy,<br />
die uitmaaken het derde Lid van Staat dezer Provintie,<br />
op geene wyze, hoe ook, zouden geprasjudicieerd worden<br />
in die regten en hooge pra:ëminentien, als hun uit<br />
dien hoofde volftrekt toekomt, dat eenige weinige Heeren<br />
, tegens de Uitdrtikkelyke letter van hunne inftructie<br />
aan, zouden kunnen goedvinden, alzo met vertreeding<br />
van het regt dezer Stad, als derde Lid van Staat,<br />
een zoo geweldige onderneeming op zig te neemen,<br />
en uittevoeren.<br />
Als bovendien daarby in aanmerking komt , dat uit<br />
hoofde van het zoo overgroot en hoogst aanbelang dezer<br />
zaake , offchoon Gedeputeerden al eens ten compe-
AÜGo• S T A A T E N O O R L O G . 1785. uil<br />
petenten getaüe megten vergaderd geweest zyn , als<br />
nogtans, volgens der Ondergefchreven berfgten, het te«<br />
gendeel zoude plaats gehad hebben, dezelve Heeren als<br />
dan nog ongequalificeerd en onbevoegd zyn geweest,<br />
om, na inhoude van hunne Inflructie, eene zoodanige<br />
expeditie te hebben mogen doen, als die (zoo dezelve<br />
voiitrekt nodig ware geweest) in allen gevalle van de<br />
Staaten Staarsgewyze , na kennifrieeming van zaaken,<br />
en niet van Heerén Gedeputeerden, konden afhangen;<br />
En heeft dus hetzelve te minder door die Heerer>kun.<br />
nen worden uitgevoerd, zoo de publicque berigten naar<br />
waarheid zyn, namentlyk, dat des avonds van voorfz.<br />
13 Augustus, ten half tien uuren, geene andere Heeren<br />
in de ordinaris Vergader-kamer van Heeren Gedeputeerden<br />
zyn verfcheenen geweest, als de Heer Perponcher,<br />
de Graaf van Athlcne, de Heer van Zuylen t<br />
en de Heer Burgemeester van Musfchenbroek; zonder<br />
andere of meerdere , en dus geenzints in competenten<br />
getalle \ waarby ten aanzien van den Burgemeester van<br />
Musfchenbroek wel degelyk in aanmerking komt , dat<br />
hy Burgemeester , uit kragte van de Refolutie van ü<br />
Ed. Groot Achtb. van den 5 April 1784, ten eenemale<br />
onbevoegd en buiten last is geweest, om op eenige<br />
wyze, hoe ook, te hebben mogen concurreren tot het<br />
doen van verzoek van Patenten , of tot het verleenen<br />
van attachés op Parenten voor Militie naar deze Provintie<br />
gedispicieerd, en dus wel verre, dat hy Burgemeester<br />
van Musfchenbroek kan geagt worden, zig in<br />
dezen van zyne Commtsfie géacqujteerd te hebben , met<br />
enkelyk van die weinige Heeren re hebben gedisfentieerd<br />
, en voorts alleen een ttriI aanziendér van die expeditie<br />
te zyn gebleven , als Hy Heer Burgemeester<br />
daartegens uitdrukkelyk had behooren geprotefteerd te<br />
hebben, en wel verre van zig ten dien opzigte onder<br />
fecretesfe te hebben doen leggen, daar van zonder uitftel<br />
aan den Raad kennisfe moeste gegeven hebben, en<br />
dus, in plaatze van die expeditie door het nog doen<br />
openhouden van de Poort, ter afvaardiging van den<br />
Expresfe, te faciliteeren; integendeel de Poorten zoodanig<br />
had behooren geflooten gehouden te hebben, rot<br />
dat hy op die expeditie bevorens het goedvinden en<br />
O a , be»
ais AUG. ZAAKEN VAN 1785.<br />
befluit van UEd. Groot Achtb., ingevolge van de voorfchreve<br />
Refolutie , hadde vernomen. Mitsdien hy Burgemeester<br />
yan Musfchenbroek teu zynen opzigten, zoo<br />
min als de andere Heeren , zal kunnen onfchuldig gehouden<br />
worden, te hebben gecoöpereerd, en te zamen<br />
gefpannen tot een daad van geweld, en dat wel in eene<br />
pure Burgerlyke zaak, en dus in eene zaake van de<br />
hoogde aangelegenheid, waarin bovendien geene zoodanige<br />
omflandigheden vau perykel , hoe ook , geëxteerd<br />
hebben, welke die Heeren konden qualificeeren,<br />
om zoo een extravaganten flap, buiten fpeciaal confent<br />
van UE1. Groot Achtb. , (tot her obtineeren van het<br />
welk Hy Burgemeester van Musfchenbroek gehouden<br />
wrjs,) te hebben konnen of mogen doen; en dit te<br />
minder , als de Meerderheid van die Regenten van<br />
Amersfoort, en welke met hen de dryvers en doorzetters<br />
van dat geweldig verzoek zyn geweest, niet eens<br />
aangetoond hebben, dat zy ingevolge van hunnen eed<br />
en pligt, de minfte ordres of beveelen hebben gegeven,<br />
om zoo er al eens eene beweeging onder hunne Burgery<br />
eenige dagen te vooren ontdaan mogte zyn geweest<br />
, (als ons nogtans verzekerd is van neen!) de.<br />
zelve door de Burgers te (lillen , of dat de Burgery<br />
van hunne Stad aan hen eenige oorzaake of redenen<br />
heeft gegeven, dat die Meerderheid niet zoude hebben<br />
moeten verftaan worden, onder de gehoudenheid en<br />
verpligting gebleven te zyn , om aan hunne Burgers te<br />
hebben moeten blyven praedeeren het effect van de ter<br />
hunner zekerheid hier bovengemelte eenparig genomen<br />
Refolutie, en op welke gronden de overige negen Heeren<br />
van den Raad zig dan ook, als Lieden van eer,<br />
tegen die voorgenome geweldige handelwyze van 'hunne<br />
Mede-Leden, tot het buiten noodzake inroepen van<br />
de fterke en gewapende hand, allernadrukkelykst hebben<br />
geprotefteerd , zoo wel als zy zig ter zeiver tyd<br />
op gelyke wyze hebben gedraagen, tegen het door die<br />
Meerderheid daarftellen en doordringen van eene Regeeringloosheid,<br />
om door dat middel op een onverantwoordelyke<br />
wyze , ten effeéle van het voorgenomen<br />
geweld , de regtmatige verzoeken hunner Burgeren te<br />
fmo»
AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. . S13<br />
ftnoren, en door het voorfz. zeer onwettig beftaan onder<br />
een Militair bedwang te verkragten.<br />
Van welk geweld de Burgery dezer Stad vermeend<br />
heeft t geene onverfchillige aanfchouwers te kunnen of<br />
mogen zyn, als het geen die Stad heden geweldadig,<br />
en niet buiten vermoeden van een geheime verraderlyke<br />
toeleg, tegen de refpective Burgeryen van deze Provintie<br />
, overkomen is, aan ons als een gevolg van het<br />
zelve verderflyk geheim oogmerk morgen en alle oogenblikken<br />
zoude kunnen te beurt vallen; waar tegen<br />
in allen opzigten en op de allernadrukkelykfte en efficacieufte<br />
wyze behoord gewaakt te worden niet alleen,<br />
maar tot zekerheid en gerustftellinge van deze S r<br />
ad en<br />
Burgery, zoo wel als voor die van de geheele Provintie',<br />
met den eerften geheeld en gebeterd te worden.<br />
Het is om alle deze redenen , dat de Ondergefchrevenen<br />
zig keeren tot UEd. Groot Achtb., reverentelyk<br />
verzoekende , dat UEd. Groot Achtb. in overweging<br />
gelieven te nemen , daar de Burgery dezer Stad oordeelt<br />
, niet te konnen berusten in het Declaratoir van<br />
den Heer Burgemeester yan Musfchenbroek , en dien.<br />
volgende als nog verzoekt , dat UEd. Groot Achtb.<br />
aan zyn Ed. ernftig zullen gelieven te infteeren op het<br />
noemen der Namen van die Heeren, welke op dert 13<br />
Augustus jongstleden, des avonds ten half tien uuren,<br />
op den naam van Heeren Gedeputeerden, het hier bovengemelte<br />
verzoek tot het verleenen van Patenten voor<br />
Militie naar deze Provintie gedaan, en aan Zyne Hoogheid<br />
hebben afgevaardigd , onder betuiging , ingevalle<br />
de Heer Burgemeester van Musfchenbroek blyft difficulteeren<br />
, die Heeren by namen te noemen , dat de<br />
Burgery het houden zal voor een aveu en confesfie,<br />
dat het de Heeren Perponcher , Grave van Athlone,<br />
en Heer van Zuylen, nevens hem Heer Burgemeester<br />
van-Musfchenbroek , en geene andere, geweest zyn,<br />
welke zig ter hunner verantwoording aan de bovengemelte<br />
onwettige, onbevoegde, en geweldige daad hebben<br />
fchuldig gemaakt, met hen, die uit Amersfoort<br />
daartoe bewerkers geweest zyn.<br />
Als mede, dat UEd. Groot Achtb. aan Hoeren Burgemeesteren<br />
zullen injungeeren en gelasten , te vorde.<br />
O 3 ren,
814 AÜG. Z A A K E N V A N 1785;<br />
ren , en met den eerflen overtebrengen Copia Autenticq<br />
van den Brief van die van Amersfoort, van geiyke van<br />
den aan Zyne Hoogheid afgevaardigden Brief tot het verzoeken<br />
van Patenten voor de Militie naar deze Provintie,<br />
beide van den 13 Augustus laatstleden , zoo wel<br />
als de Authenticque Copia van het Patent, en het daar<br />
op verleend attaché , waarop die Militie binnen deze<br />
Provintie is getrokken; nevens expresfie van hem, Oie<br />
rot het in Oen eed nemen van die Militie is afgezonden,<br />
wie daqr by als Secretaris gefungeerd heelt, waar<br />
en wanneer die Militie is in den"eed genomen; aan alle<br />
het welk te wetra in dezen hoogst aangelegen legt.<br />
En voorts, dat UEd. Groot Achib. de He-eren Gecommitteerdens<br />
ter befchryving van de Staaten dezer<br />
Provinrie zullen gelieven te authorifeeren, en te gelasten<br />
, om ter eerïte Vergadering van Staaten te inftee.<br />
ren , dat de hier bovengemelte alzoo informclyk , en<br />
onwettig , en geweldig , binnen deze Provintie ingebragte<br />
Militie ordres werden gegeven , imtnediaat daar<br />
weder uitterivkke» , en ook tot dat einde aan de Heeren<br />
Staaten van Holland , Qveryifel , en Vriesland,<br />
wegenis deze Stad aanteichryven en te it fteeren , dat<br />
dezelve aan hunne hier bovengemelte Militie zuilen ordonUeeren,<br />
en gelasten, deze Provintie te ruimen binnen<br />
den tyd van driemaal vierentwintig uuren, endaar<br />
toe , voor zoo veel nodig zal zyn , de beveelen door<br />
den Heer Stadhouder hunner Provintie te doen expedieeren<br />
aan de commandeerende Officieren.<br />
En wyders, dat UEd. Groot Achtb. aan de S aaten<br />
van alle de refpeftive Provintien en Leden van 't Bond»<br />
genootfchap by circulaire Mislive zullen gelieven aantefchtyven<br />
en te verzoeken, den Heer Stadhouder en<br />
Kapitein Generaal hunner Provintie te beveelen, voor<br />
hunne Militie, of die ter hunner repartitie gebragt zyn,<br />
en betaald worden,'. eenig Patent te geven , of te doen<br />
toekomen, om te marcheeren naar deze Provintie, om<br />
daarin , het zy ten platten Lande , of in eenige Stad<br />
of Steden guarnifoen te nemen, alles , by onverhoopt<br />
contrarie, op zoodanige pcene , als ingevalle van disobedientie<br />
tegens de Hooge Overigheid zal worden geoordeeld<br />
te. behooren.<br />
En
AUG. STAAT EN OORLOG. 178* 215<br />
En nadien in deze tyds omftandigheden alle Leden<br />
van Regeering, welke het er op toeleggen, om de regtmatige<br />
verzoeken van hunne Burgeryen door het geweid<br />
van Militie tegentegaan , voor vyanden van den<br />
Burgerftaat moeten gehouden worden, en het daarom<br />
nodig is, dat dezelve openlyk bekend; worden , dat U<br />
Ed.'Groot Achtb. aan de Leden van dezen Raad, waar<br />
dezelve ook in Commislie mogen zyn , en wat Comrnislïen,<br />
het zy Provintiaal, ter Generaliteit, of hoedanig<br />
ook door hen mogen bekleed worden, aantefchryven,<br />
geene fecretesfe aantenemen op verzoeken of voor-<br />
Hagen van het innemen van Militie , of het vragen van<br />
Patenten voor Militie naar deze Provintie , Stad , of<br />
Sleden , maar dat zy , dergelyke verzoeken hoorende<br />
voordellen , daarin niet alleen niet zuilen accordeeren<br />
of concnrreeren , maar dat zy gehouden zullen zyn,<br />
daar van immediaat opening en kennisfe aan UEd. Gr.<br />
Achtb. te moeten geven , met expresfie va'u de namen<br />
van hen, die hetzelve voorgefteld, en hen, die daarin<br />
confent of bewilliging gedraagen hebben , en dat alle<br />
de Leden van den Raad onder dezelve gehoudenheid<br />
en verpligting zullen leggen, hoedanig zy ook daarvan<br />
zelve, in hun particulier, van dergelyke voornemens,<br />
voordragten en inftemminge mogten berigt worden, en<br />
voor zoo verre eenig Lid van Regeering daarin nalatig<br />
mogte gebleven zyn, en daar van komt te blyken, dat<br />
hy even als de Voorftellers en Inwilligers van hetzelve<br />
zal en zullen gehouden worden te zyn openbaare<br />
Vyanden en Verraders van den Burgerftaat, om tegen<br />
dezelve , als zoodanig ten exempele van de geheele<br />
Waereld te procedeeren.<br />
't Welk doende, enz,<br />
(Was get.)<br />
Door alle de Geconftitueerdens<br />
en Gecommitteerdens.<br />
0.4 LXXXV.
aio" Ayc. Z A A R E N VAN 1185.<br />
LXXXV. Misfive van de Regeering van Deventer,<br />
aan den Prinfe Erfftadhouder.<br />
In dato aö Augustus I785.<br />
De Kwartiermeefier- Generaal Bentinck al wederom<br />
verzuimt hebbende, zich naar behooren van zy.<br />
nen pligt te kwyten , heeft de Magiftraat dezer Stad<br />
daar over de navolgende Misfive aan den Kapitein-<br />
Géneraal afgevaardigd:<br />
DOORLUGTIGSTE H00GCEBO0REN FURST E£J HEER ï<br />
Alfchoon wy, uit hoofde der herhaalde Adresfen,<br />
door ons over- het plichtverzuim van den Kwartiermeefter-Generaal,<br />
in het kennis geeven van het marcheeren<br />
van de Militie van den Staat, door deeze Stad s<br />
aan uwe Hoogheid in den jaare 1783, zo mondeling<br />
door den Heer de Schepper , namens deeze Stad ter<br />
Vergadering van Hun Hoog Mog. gecommitteerd , als<br />
by eene Misfive van den 15 November gemaakt, met<br />
het grootfte recht hadden moeten verwagten , dat de<br />
orders, die wy veronderftellen door Uwe Hoogheid<br />
ten dien opzichte te zullen zyn gegeeven, van dat gevolg<br />
zouden zyn geweest, dat de Kwartiermeefter-Generaal<br />
dezelve zouden hebben agtervolgd, en ons niet<br />
wederom in de noodzaakelykheid gebragt, om Uwer<br />
Hoogheids gewigtige bezigheeden met dit onderwerp<br />
op nieuws te moeten komen fiooren, — vinden wy<br />
ons echter, tot ons leedweezen verpligt, het tegendeel<br />
aan Uwe Hoogheid by deezen te moeten berigten ,<br />
daar aan ons op laastleeden Woensdag middag den 24.<br />
deezer is vertoond Patent van Uwe Hoogheid , geteekend<br />
in 's Hage den 20 deezer, houdende order voor<br />
drie Compagnien ligte Paarden van het Legioen van<br />
den Generaal Graaf de Mallebois, te Campen Guarnizoen<br />
houdende, om op den 26 daar aan volgende van<br />
daar naar deeze Stad te marcheeren, alhier te overnagten,<br />
en 's anderen daags den marsch, volgens de voorfchreveue<br />
route, naar 's Hertogenbosch te vervolgen,<br />
1 yan
AUGf STAAT EN OORLOG. 1785. 217<br />
yan welk marcheeren wy op die tyd, toen aan ons het<br />
Patent wierd vertoond, geene de minde kennisfe droegen<br />
, en waar van de noodige Advertentie van wegens<br />
den Kwartiermeefter-Generaal, die ten minften te gelyker<br />
tyd, zo niet eerder, met het Patent hadde kunnen<br />
worden geëxpedieerd, eerst op laatstleeden Woensdag<br />
avond by eene Misfive, gedateerd 's Hage den aa<br />
deezer, door ons is ontvangen , waar door de reeden<br />
van dit kennis geeven door den Kwartiermeefter- Generaal<br />
elufoir is gemaakt, en wy buiten fiaat zyn gefteld,<br />
om vooraf eenige arrangementen te kunnen maaken. '<br />
Uwe Hoogheid , die hgtelyk zal begrypen , dat wy<br />
over deeze handelwyze niet dan ten uiterften moeiten<br />
zyn gefurpreneerd, zal ook zekerlyk met ons lafléaii<br />
men, dat, daar de nood, onzes bedunkens, thans deeze<br />
overhaaste marsch niet koomt te vereislchen, en<br />
de Kwartiermeefter-Generaal buiten dien in ftaat wa$<br />
geweest, om ons van dezelve in tyds te kunnen infor.<br />
meeren , wy billyke redenen zouden hebben gehad ,<br />
om geen attaché op het vertoonde Patent tè verleenen;<br />
dan, om al wederom in deeze onze tdegeeflykheid te<br />
doen blyken, hebben wy goedgevonden, om den marsch<br />
der gemelde Compagnien niet te vertraagen, maar dezelve<br />
op den bepaalden dag binnen deeze Stad te laaten<br />
marcheeren, en voor hunne Inkwartiering zorge te<br />
draagen; doch teffens is de nalaatigheid van den Kwartiermeefier-Generaal<br />
door ons als eene zaak aan dat<br />
aanbelang befchouwd, dat wy dezelve met geen ftilzwygen<br />
konden pa.-feeren ; maar ten fpoedigften ter<br />
kennisfe van Uwe Hoogheid moeften brengen, en ons<br />
regtmaatig oogenoef en daar over te kennen geeven, zo<br />
als wy by deezen de eer hebben te doen, vastelyk ver.<br />
ttouwende, dat Uwe Hoogheid, die over het niet nakomen<br />
van gegeevene orders voorzeker niet minder ge.<br />
voelig kan zyn aangedaan, zulks aan den Kwartiermeefter-Generaal<br />
voornoemd op het ferieulte zal doen geblyken<br />
, en zodaane orders ftellen , die in ftaat zyn ,<br />
om denzelven tot zynen pligt te houden.<br />
Terwyl wy, ter onzer decharge, niet kunnen nalaaten<br />
, hier noch by te voegen , dat de omftandigheden<br />
van tyden en zaaken zulke gewigtige redenen opleve-<br />
Oj ren,
si8 AUC. ZAAKÈN VAN 1785.<br />
ren, die ons hebben doen befluiten, om geéne Militie,<br />
hoe genaamd, dan na vooraf daar over rypelyk te hebben<br />
gedelibereerd, binnen onzen Stad te laaten marcheeren,<br />
en dat, indien dit ons Adres het gewenscht<br />
elf- £1 niet mogt forteeren , en men door eene overhaaste<br />
marsch der Militie, zonder voorgaande kennis'geeving<br />
van den Kwartiermeefter-Generaal, hieraan,<br />
het geen wy liefst niet willen fupponeeren, eenige atteinte<br />
zoude trachten toe te brengen, wy ons als dan<br />
plichtshalven genoodzaakt zullen vinden , om zodaane<br />
'maatregelen te neemen, 'die deeze onze Refolutie de<br />
vereischte kragt zullen kunnen byzetten, en welke door<br />
ons niet dan ongaarn in het werk zullen worden gefteld,<br />
het geen Uwe Hoogheid, zo als wy verhoopen,<br />
wel zal gelieven te pravenieeren.<br />
Hier nude beveelen wy Uwe Hoogheid in Godes<br />
heilige protectie, en verblyven<br />
DOORLUCHTIGE HOOGGEBOREM FUEST EN HEER l<br />
Uwe Hoogheids zeer Dienstwillige Vrienden en<br />
Ootmoedige Dienaaren,<br />
Burgemeefteren, Schepenen en Raaden der<br />
Stad Deventer.<br />
Ter Ordonnantie van dezelve,<br />
A. H. CRAMER.<br />
Secr. 1785.<br />
LXXXVI,
AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. £19<br />
. i . •<br />
LXXXVI. Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende<br />
op de Memorie van den Generaal DE<br />
MAILLEBOIS, raakende het vastffeU<br />
len^yan een Militair Departement,<br />
In dato 26 Augustus 1785.<br />
y reiumptie gedelibereert zynde op liet rapport deti<br />
B 29 July dezes jaars rer Vergadering uitgebragt<br />
tioor de Heeren van de. R'tdd'erfchap en verdere hun<br />
E leje Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne,<br />
hebbende, tot voldoening aan hun Edele Groot<br />
Mog. Rtfolu;ien commisforiaal van 'den 9 Juny en 6<br />
July te vooren, geëxamineert de Memorie door den<br />
Heer Grave de Maillebois, Generaal van de Infanterie<br />
van den Staat den 8 Juny ter Generaliteir gepraïfen»<br />
teert, daar by ter kennis van hun Hoog Mog. gebragt<br />
hebben Je een fummier refumé van de Objecten over<br />
welke hy zedert zyn aankomst hier te Lande van tyd<br />
tot tyd zyne confideratien had gegeeven; als meede de<br />
confideratien door hem aan Zyn Hoogheid geprasfenteert<br />
tot het vastftellen van een Mditair departement;<br />
als mede het rapport van de conferentie met den Raad<br />
van Staate den 5 Juty, uit kragt der Refolutie commisforiaal<br />
van den 8 Juny op de voorfz. Memorie en<br />
confideratien, ter Generaliteit uitgebragt; breder onder<br />
de Notulen van den voorn. 9 Juny en 6 July.<br />
En geconfidereert zynde , dat het een onbetwistbaars<br />
waarheid is, dat, by de erectie van de Staatst-Regeering<br />
in den jaare 1588 , wanneer het accord met<br />
den Grave van Leicester, te voren gefloten, is komen<br />
te cesfeeren , cn de Staaten niet goedgevonden<br />
hebben, om het Oppergezag over de zaaken, dienende<br />
tot befcherming van de Fereenigdc Nederlanden , in<br />
vreemde handen , of in die van een enkeld Perfoon,<br />
wederom te ftellen ; vervolgens deeze dire&ie , de defevfie<br />
, Confervatie en Unie yan de voorfz. Landen<br />
aangaande, die te voren in vreemde handen was ge.<br />
fteld geweest, aan den Raad van Staaten, by deszelfs<br />
Inftruöie van het voorfz. jaar, door de gezament-
aao ADC. Z A A K E N V A N 1785.<br />
mentlyke Bondgenooten gedemandeerd is geworden:<br />
dat men daar by, in den jaare 1651, wanneer de Republiek<br />
, by de Munfterfche Vreede tot eene vrye en<br />
onafhankelyke Staaf gekomen, en door alle Mogendheedén<br />
daar voor erkend is geworden , geperlifteere<br />
hebbende; het dus evident is, dat zo wel by de eerfte<br />
erectie der Staaten Regeering, als by de nadere bevestiging<br />
van dezelve , de zo evengemelde waart en oorfprongelyke<br />
conlïitutie van de dire&ie van alle de zaaken<br />
de befcherming van deeze Landen aangaande, in<br />
de voorfz. Inflruétien van 1588 en 1651, waarin door<br />
de Bondgenooten tot hier toé geen verandering is gemaakt<br />
9 ontworpen en gearresteert is ; en derhalve<br />
aldaar ook alleenlyk, gevonden kan worden.<br />
Dat de Bondgenooten, in den jaare 1672, hebbende<br />
goedgevonden de bepaalde magt en Inftruétie aan<br />
Prins Willem den derden, als Capitein Generaal; voor<br />
den doenmaaligen Veldtogt gegeeven , te amplieeren,<br />
tot itennelyk wederzeggens toe, zodanige vrye magt en<br />
authoriteic over de Patenten en andere zaaken de Militie<br />
fpeéteerende als de voorgaande Heeren Princen van<br />
Orange als Stadhouders en Capitainen Generaal, ten<br />
refpeéte van de voorfz. Militie hébben geëxerceerc, aan<br />
Zyne Hoogheid meede hebben geconfereert.<br />
En dat , alzo , deeze uitdrtikkelyke relatie tot de<br />
voorgaande Heeren Stadhouders en Capitainen Generaal<br />
, voor zo verre dezelve den Lande als Capitainert<br />
Generaal van de Unie zeedert het voorn, jaar 1588<br />
en dus zedert het arresteeren, en geduurende het ftandhouden<br />
der voorfz. Inftruélien van den Raad van Staaten,<br />
hadden gediend, ten klaarften te kennen geeft<br />
dat de Bondgenooten geen de minfte intentie hebben<br />
gehad, om, met het amplieeren van de magt, by de<br />
voorfz. Inftruétie van Zyne Hoogheid, in tegenftelling<br />
van die van zyne Prasdecesfeurs, zo zeer bepaald,<br />
eenige verandering in de bovengemelde Inllruélien van<br />
den Raad van Staaten zelve, of in de Conflitutie daar<br />
by geintroduceert en vastgetteld, te maaken.<br />
Dat, laaftelyk, dezelfde magt, als aan welgemelde<br />
Zyne Hoogheid Prins Willem de derde alzo was gegeeven<br />
, ook aan de Princen Willem den vierden en<br />
vyf?
AÜG. STAAT EN OORLOGE 1785-<br />
vvfden naderhand is geconfereert: Zo dat de Bondgenooten<br />
aan de laatere' Heeren Capttawen Generaal,<br />
nimmer eenige meerdere magt als aan de eerdere, zeedert<br />
de ereftie van de Staats-Regeenng , en het arresteeren<br />
der voorfz. InftruQien van de jaaren 1588 en<br />
l6«, hebben geconfereert: Ja zelfs, dat de uitdrukkelykè<br />
referve M kennelyk wederzeggens toe, ten bewvze<br />
ftrekt, dat de Bondgenooten al in den voorfz.<br />
iaare 1672, en zeedert altoos , by continuatie aan zig<br />
hebben gehouden het vermogen , om als de dienst van<br />
den Lande zulks kwame te vereisfchen, de voorjz. vrye<br />
magt en authoriteit over de fatenten, en andere zaaken<br />
tot de Militie fpeBeerende, te brengen tot _de hornes<br />
, die de voorfz. oorfpronkelyke conftitutie , met<br />
bet èkking tot de nodige befcherming van deeze Landen<br />
, zoude komen te vereisfchen.<br />
Dat deeze inconteftable principes aldus geetabhsfeert<br />
zynde, het, al wyders van zelfs fpreekt , dat de gefteldheid<br />
van het Leger van den Staat ,- de goede in<br />
ftandhouding van het zelve, en de verdere directie van<br />
zaaken de Militie en het employ van dezelve, tot befcherming<br />
van den Lande, met de meefte menage van<br />
's Lands Financie, concerneerende ; alle zaaken zyn<br />
van het uiterfte gewigt voor het Bondgenootschap; en<br />
waar omtrent de Grondleggers van de Conftitutie van<br />
deezen Staat getoond hebben van begrip te zyn, dat,<br />
zo als reeds geremarqueert is, de direóhe dien aangaande<br />
niet in handen van een enkeld Perfoon geheel<br />
en alleen gefteld, maar aan een Raad behoord gedemandeerd<br />
te werden; zo als dan ook effeétivelyk deeze<br />
direüie aan den Raad van Staaten, by de voorfz.<br />
Inftructien, zo by de eerfte erectie van de Staars-Regeering,<br />
als by de confirmatie van deze ve, na de<br />
Munfterfche Vreede, en dus by het vastfiellen van de<br />
Conftitutie van de Regeering deezer Landen, is aanbevolen<br />
: Zo dat, by aldien al eene meerdere of mindere<br />
afwyking van deeze Conftitutie, in den jaare 1672,<br />
en vervolgens, dog niet anders dan tot kennelyk wederzeggens<br />
toe; en dus onder expresfe referve van het<br />
vermogen , om de primitive Conftftutie wederom te<br />
doen herleven, zoude mogen hebben plaats gehad, en,<br />
be«<br />
a 8 S
222 Aire. ZAAIEN VAN i 7gj,<br />
bevonden wierd, fchadelyb voor her Bondgenootschap<br />
te zyn; het dan ook , niet alleen , niet ftrydiV tegen<br />
de voorfz. oorfpronkelyke Conftitutie, en fuccesfivelyk<br />
gedaane referves, kan voorkomen, by aldien de zaa.<br />
ken wederom op den ouden voet wierden webragt •<br />
maar dat men boven dien, in gemoede, niet "kan na'<br />
laaten daar voor volftrekt te advifeeren, dat namelyk<br />
de gebreeken, die in de directie 'van de zaaken de Militie<br />
concerneerende , zig opdoen , werden weggenomen<br />
, het zy dan met de zaakèn alzoo wederom te<br />
brengen op den voet der voorfz. Inftructien van den<br />
Raad van Staaten ; het zy anders , door middel van<br />
het etablisfeeren van een departement Militair, zo als<br />
de Graaf de Maillebois by zyne bovengemelde Memorie<br />
heeft voorgeflagen, of zo als het zelve nader zoude<br />
kunnen en behooren te worden gereguleert • terwyl<br />
men zig wel verzeekert kan houden, dat, aangezien<br />
de menigvuldigheid der occupatien, het voor den Heer<br />
Capitein Generaal niet mooglyk is, zig met de voorfz<br />
directie van zaaken, alleen te chargeeren: en op alles<br />
de nodige ordres, met de meejle menage voor 's Lands<br />
Financie, te ftellen.<br />
Dat deeze confideratien niet alleen niet fchynen te<br />
ftryden tegen het geen by het bovengemeld Generaliteitf-Rapport,<br />
het welk benevens de voornoemde Memorie<br />
van den Grave de Maillebois het onderwerp van<br />
examen van dit Befogne is geweest; maar dat dezelve<br />
door den inhoud van dien daarenboven volkomen fchvnen<br />
te werden gejuftificeert; want dat daar uit is gebleeken<br />
, voor eerst, dat men uit het geavanceerde bv<br />
het voorfr. rapport, zig geen denkbeeld kan formeeren,<br />
welke fuuctien , tegenwoordig , door den Raad<br />
van Staaieo, ingevolge van de meergemelde InfiruBien<br />
met betrekking tot het generaale toeverzigt, en de op.<br />
perdireSie ovtr de Militie , en het gantfche defenfie wezen<br />
van den Lande, welk een en ander de Raad van<br />
Staaten zelve oordeeld, haar by de voorn. Inftructien<br />
gedemandeerd te zyn, werden geëxerceert: En dat'<br />
daar en tegen , in de tweede plaats , by het voorfz'<br />
Rapport, uitdrukkelyk word erkend , dat, ten nutte<br />
yan de Kepubltcq, en inzonderheid ter bevordering der<br />
z$
AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. 223<br />
zo nodige expeditie. eene precifere bepaalmg zoude behooren<br />
te werden gemaakt, van het geen verftaan moet<br />
werden, eigentlyk aan den Raad van Staaten afzonderlyk;<br />
of aan den Raad met en benevens de Vergadering<br />
van de Ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit;<br />
of ook aan den Capitain Generaal van de Unie,<br />
gedemandeerd te zyn: en dat, ingeval de omflandigheeden<br />
mogten vorderen een Leger te Velde te brengen,<br />
niet ondienftig zou zyn, dat als dan, in navolging van<br />
het geen in vorige tyden te meer maaien is gefchied ,<br />
door ofby den Capitein Generaal wierden geasfumeerd,<br />
of gecommitteerd eenige permanente Heeren Gedeputeerden<br />
, tot het prcepareeren, • beleiden en refolveeren van<br />
het geen nopens het formeeren van dusdanig een goed<br />
Veldleger, en het employ van dien, nodig mogte zyn.,<br />
Dat wyders , wat aangaat de periode, daar op in<br />
het vcorfz. Rapport volgende, betreffende de uitgefirektheid<br />
van de funclien van den Capitein Generaal,<br />
waar omtrent meergedagte Grave de Maillebois, het<br />
recht denkbeeld niet zonde hebben gehad: Heeren Gecommitteerden<br />
wel willen advoueeren zig voor het tegenwoordige<br />
in het zelve geval te bevinden; nademaal<br />
reeds is geremarqueerd , dat, by dat zelfde Rapport,<br />
niets werd opgegeeven , waar uit zoude kunnen werden<br />
opgemaakt, waar toe de functien van den Raad<br />
van Staaten, met relatie tot de directie van de zaaken<br />
tot de Militie fpeéteerende, zig bepaald hebben; mitsp-aders<br />
hoe verre die van den Capitein Generaal dien<br />
aangaande, zig in der daad, tot nu toe hebben geëxtendeert:<br />
maar dat Heeren Gecommitteerden prtecifelyk<br />
om alle deeze duiflerheeden, geen zwarigheid maaken<br />
om te declareeren , dat naar hunne gedagten, in den<br />
ftaat waar in het directie weezen van de Militie zig<br />
aQueelyk bevind, eene nadere voorzieninge, ten nutte<br />
van den Lande, volftrekt noodzakelyk is: het zy dan<br />
de zaaken op den oorfprongelyken voet wederom werden<br />
gebragt ; of dat anders een departement Militair<br />
werde opgerigt; mits dat het zelve , als dan door de<br />
Bondgenooten zoodanig werde geauthorifeerd en gemagtigd<br />
, dat zoodanig nieuw établisfement aan het<br />
oogmerk van deszelfs inftelling , wezentlyk kan voldoen<br />
:
224 AUG„ Z A A K E N V A N i?l s.<br />
doen: dan dat Heeien Gecoromiti eerden, deezen aangaande<br />
, geene nadere bepaalingen oordeelen aan de<br />
hand te moeten geven, voor een aleer de confideratien<br />
van den Heer Capitein Generaal van de Unie op den<br />
gemelden vomflag van den Grave de Maillebois van<br />
wegen hun Hoog Mog. zullen zyn gerequireerd,<br />
Is vervolgens goedgevonden en verdaan, dat de zaake<br />
ter Generaliteit daar heen zal werden gedirigeerd,<br />
dat van de boven (taande confideratien van wegen hun<br />
Ed. Gr. Mog. aldaar, opening gegeeven; en de nood»<br />
zakelykheid eener prompte voorzieninge aangaande de<br />
directie van zaaken tot de Militie fpefteerende, voorgehouden<br />
en aangedrongen .zynde; de Heer Capitein<br />
Generaal van de Unie, van wegens hun Hoog Mog.<br />
moge werden verzogt, ten fpoedigfte, aan Hoogstdezelve<br />
zyne confideratien, op den meergemelden voor-<br />
Uag van den Grave de Maillebois , te commuuiceeren s<br />
nademaal de dienst van den Lande, en de omltandigheeden<br />
, waar in de zaaken zig bevinden , volfirekt<br />
vorderen, dat de deliberatien van hun Hoog Mog. over<br />
dit onderwerp, zonder uitftel werden getermineerd.<br />
En voorts in agting genoomen zynde , dat de Heer<br />
Grave de Maillebois by deszelfs Memorie te kennen<br />
geeft, byzondere Confideiatien te hebben over de inngtmg<br />
en verbeetering van de Armée, is wyders goedgevonden<br />
en verdaan , dat de zaake ter Generaliteit<br />
daar heen zal worden gedirigeert, dat aan gemelden<br />
Grave de Maillebois zal worden verzogt , om deswegens<br />
zyne Confideratien, hoe eer zoo beter, aan hun<br />
Hoog Mog. te commuuiceeren.<br />
T~\e Heeren van de Ridderfchap en Edelen<br />
JL«/ hebben , zonder eenigzints te advoueeren<br />
de gronden by de prremisfen van de voorenftaande<br />
Refolucte gelegt , tot dezelve Refolutie<br />
niet verder of anders geconcurreert, dan bepaaldelyk,<br />
en voor zoo verre de gemelde Refolutie<br />
tendeert, om Zyne Hoogheid als Capitain Generaal<br />
te verzoeken , deszelfs confideratien op<br />
de Memorie van den Grave de Maillebois tot<br />
in«
AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. 225<br />
jnrigting van een Militair Departement , aan<br />
hun Hoog Mog. te fuppediieeren.<br />
Accordeert met de voorfz.<br />
Refolutien,<br />
LXXXVII. Extradt uit de Refolutien van de Ed.<br />
Achtb. Heeren Burgemeefteren en<br />
Regeerders der Stadftvitïïe, In data<br />
27 Augustus 1785.<br />
s. goedgevonden en verdaan , de Heeren Kapiteinen<br />
I van'de Burgery dezer Stad te gelasten, zoo als ge-<br />
Jast worden by dezen , om , na ouder en onafgebroofcen<br />
gewoonte, haare refp.clive Manfchappen, tegen de<br />
aanftaande VVapenfchouw, nader te laaten aanfpreeken,<br />
van te compareerenmet Oranje Cocardes, op de Boete<br />
van Vier Zilveren Ducatons , by ieder Burger te verbeuren<br />
, die zonder Oranje Cocarden op de Wapen*<br />
fchouw zal verfchynen ; en zal Extract dezes gegeeven<br />
worden aan. ieder Heer Kapitein der Burgery dezer Stad,<br />
om zich daar na te reguleeren.<br />
Waar tegen door de Minderheid van de Régeering<br />
der Stad Brielle aan Hun Ed. Groot Mog. een Request<br />
overgegeeven is , inhoudende klagten; dat de Meerderheid<br />
van dezelfde Regeering heeft kunnen goedvinden,<br />
aan hunne Burgers te ordonneeren , Vrydag op de gewoone<br />
Jaarlykfche Wapenfchouwing te moeten komen<br />
met Oranje S.ukken of Cocardes op de Hoedtn , op<br />
eene boete van Vier Ducatons, in plaats van één Dueaton<br />
, zoo als gewoon is, voor die weg blyft, te verbeuren:<br />
waar op Hun Ed. Groot Mog. bellooten hebben<br />
, provifioneel op her Request te appomteeren S'urcheance<br />
van de Waperfchouwing voor de Burgery van<br />
den Briel; en \ Reqnesr gefteld in handen van de<br />
Meerderheid, der zelfde Stad, om te dienen van Bericht<br />
, en daar na vérder te disponeeren, zoo als het<br />
behoord.<br />
XXIX. DEEL» F v<br />
LXXXVIIL
2s6 AUG. Z A A K E N V A N 1785.<br />
LXXXVIII. Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende<br />
op het Request van Amfterdamfche<br />
Kooplieden en Asfuradeurs, om befcherming<br />
van hunnen handel; als<br />
mede nopens eene Commisjie tot het<br />
Zeeweezen , en eene Memorie van<br />
zyne Hoogheid. In dato 27 Augustus<br />
175*5.<br />
By refumptie gedelibereerd zynde op het Rapport,<br />
den 29 July dezes jaars ter Vergadering uitgebragt,<br />
door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun<br />
Ed, Gr, Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de<br />
Commercie en Navigatie,, hebbende, tot voldoening<br />
aan hun Ed. Gr, Mog.'Refolutien Commisforiaal van<br />
den EO April en 25 Mey te vooren , met eenige van<br />
de Hoilandfche Raaden en Miniflers van de Collegien<br />
ter Admiraliteit in deeze Pfovincie refideerende, geëxamineert<br />
de Requeste van verfcheide Kooplieden , Asfuradeurs<br />
en Ingezetenen der S.ai Amiteroam , zig in<br />
het breede beklaagende over het gebrek aan de hoogstnodige<br />
befcherming van den Koophandel en Navigatie<br />
dezer Landen ; tendeerende lot nader aandrang by de<br />
Bondgenooten , om zonder verder tydverzuim hunne<br />
voortrollen , byzonder dat van den 31 Maart 1783,<br />
behoorlyk te overweegen, en tot fpoedig , vrugtbaar ;<br />
en voldoend befluit te brengen ; als meede om imtisfchen<br />
een Commislie te benoemen met een zeker getal<br />
Gecommitteerden uir de Generaliteit der Commercianten<br />
, tot het formeeren van een Plan van een zekere<br />
en reguliere protectie der Koophandel en Scheepvaart<br />
voor het vervolg; als mede de Requeste tot appui daar<br />
toe aan hun Ed. Gr. Mog. geprelènte'erd, en nog het<br />
Rapport , den 23 Mey uit kaagt der Refolutie Cornmisforiaal<br />
van den 19 April te vooren op de voorn. „<br />
Requeste ter Generaliteit uitgebragt ; in welk Befogne<br />
aan hun Hoog Mog. was overgebragt een Memorie,<br />
door zyn Hoogheid aan de Admiraliteits Gecommitteerden<br />
gefuppediteerd, tot opheldering der twee gevallen<br />
hy
AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. 227<br />
by der Supplianten' Request, die bewyzen zouden ,<br />
dat de befcherming van den Handel en Zeevaart geenszins<br />
met dien yver, beleid en zorg was behartigd en<br />
voortgezer, als men met reden had mogen verwagten;<br />
breeder onder de Notulen van den voorfz. 20 April en<br />
05 Mey-<br />
Is goedgevonden en verdaan, dat de zaaken ter Generaliteit<br />
daar heenen zullen worden gedirigeerd, dat<br />
hun Hoog Mog., voor het tegenwoordige daar laatende<br />
het geen door de Supplianten by het voorfz. Request<br />
, ten opzigte der directie in den jongst gevoerden<br />
Oorlog met het Ryk van Groot-Brittannien in het<br />
algemeen gehouden: mitsgaders het geen omtrent zeket<br />
in October 1784 toegezegd Convoy zoude mogen hebben<br />
plaats gehad, alzoo al het zelve , hoe gegrond de<br />
Supplianten dezelve klagten dien aangaande ook zouden<br />
mogen oordeelen , met relatie tot het belang dfr<br />
Supplianten thans niet meer zoude kunnen worden ge»<br />
repareerd , conform het verzoek der Supplianten , by<br />
de refpective Bondgenooten ten erndigften gelieven aan<br />
te dringen , dat eenmaal voor *s Lands Zeeweezen,<br />
zonder het welk aan den Koophandel en Navigatie van<br />
alle de 's Lands Commercieerende Ingezetenen geenerlei<br />
befcherming kan worden verleend , een vaste en bepaalde<br />
fom op den Staat van Oorlog werde gebragt r<br />
en dat dienvoigende zonder* verder tydverzuim de voordellen<br />
ten dezen einde bereids gedaan, en byzonder<br />
dat van den 31 Maart 1783 in behoorlyke overweging<br />
werde genomen , en daar op zoo fpoedig doenlyk een<br />
vrugtbaar en voldoend befluir werde uitgebragt, ten<br />
einde van de daar over reeds hangen ie Befbgnes ten<br />
fpoedigden eene hoogst noodzaakelyke afkomst te maaken.<br />
Dat daar by wyders aan de Bondgenooten door hun<br />
Hoog Mog. werde te kennen gegeven, en by hoogstdezelve<br />
op de kragtigde wy/.e aangedrongen, dat, zonder<br />
zoodanige vasren post voor de Marine op den Staat<br />
van Oorlog her altyd onmogelyk zal worden bevonden<br />
aan 's Lands Commercie eo Navigatie te bezorgen die<br />
protectie en beveiliging , waar op dezelve billyk aanipraak<br />
zou ,1e kunnen maaken.<br />
Pa Dat
228 AUC. Z A A K E N V A N 1785»<br />
Dat dit van zelfs moet in het oog valleu , waaneer<br />
men fbgts in confideratie gelieft te neemen de wyze,<br />
waar op de refpective Collegien ter Admiraliteit dezer<br />
Landen gewoon zyn de benodigde Gelden , tot goedmaaking<br />
van de kosten voor 's Lands Zeemagt te be><br />
komen ; als welke aan dezelve telkens moeten worden<br />
verftrekt uit de extraordinaris daar toe expresfelyk ge«<br />
daane Petitiën , dan waar op dezelve nimmer eenige<br />
vaste reekening maaken kunnen , dan na dat daar in,<br />
zoo niet door alle , ten minftfen door meest alle de<br />
Provinciën dadelyk is geconfenteert; het welk dan dat<br />
gevolg heeft, dat de Collegien ter Admiraliteit niet<br />
zelden verpligt zyn, om de Wintermaanden, tot zelfs<br />
ver in het voorjaar van ieder jaar , te moeten laaten<br />
veiloopen , al eer dezelve in ftaat zyn , of eenige zekerheid<br />
hebben, om, conform aan dezelve Petitiën, de<br />
Equipagien van Schepen te kunnen beginnen , en alzo<br />
in tyds te nemen die maatregulen, welke nodig zyn,<br />
om telkens vroegtydig in het Voorjaar met de te doene<br />
Equipage gereed te weezen , om niet te zeggen,<br />
dat het niet zelden gebeurt, dat dezelve petitiën nimmer<br />
tot conclufie gebragt en het volle montant derzelven<br />
aan de refpective Admiraliteits Collegien alzoo<br />
nimmer verftrekt word.<br />
Dat aan deeze inconvenienten, uit het defect van een<br />
vasten post voor het Zeewezen dezer Republiek op den<br />
©rdinar's Staat van Oorlog dan ook veelal toe te fchryven<br />
is , dat gebrek aan eene kragtdadige en prompte<br />
protectie yan 's Lands Commercie en Navigatie , waar<br />
over de Supplianten gemeend hebben zig te moeten befclaagen<br />
; en dat het volftrekt onmogelyk is , dezelve<br />
klagten voor het vervolg in allen opzigten te doen op»<br />
houden, zoo niet daar in eindelyk door de Bondgeno*<br />
ten op eene genoegzsame wyze zal werden voorzien;<br />
en de Admiraliteits Collegien dezer Landen alzeo in de<br />
inogelykheid zullen werden gefteld, om aan de regtmatige<br />
verwagting der Ingezetenen, ten minften zoo veel<br />
als van derzelver Departement zal kunnen werden ge-<br />
Teekent, te voldoen.<br />
Dat met relatie tot het tweede verzoek van de Slip.<br />
plianten, dat^ namentlyk de Commercie intusfchen, en<br />
han-
AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. «5<br />
hangende de im^^^^^SS^iSSL<br />
het voorfz. werk ten principaale niet langer verltooken<br />
te doen blyven , van de haar verfchuldigde en hoog*<br />
nodige proïeftie', door de «edewerking van haar Hoog<br />
Mogt zoude mogen werden ««ff^^'/^Jj/S. •<br />
pective Bondgenooten eemge.uit den h » " " ^ , " ^ .<br />
lieven te committeeren om met een ^eker jamal gre<br />
committeerden uit de Generaliteit der Commerc a. en<br />
dezer Republiek te befogneeren, ten e<br />
inde geame. ulyk<br />
te formeeren een Plan , waar na de Koophandel en<br />
Scheepvaart dezer Landen voor het vervolg op eene<br />
fetïr'reguliere protectie zouden kunnen^hoopej;<br />
hun Hoog Mog, gaarne erkennen , dat de Uaat en m<br />
reétie van^'s Lands algemeene defenfiezoo wel te Water<br />
als te Lande , behoort onderzogt en | « e<br />
^ e<br />
<br />
te werden ; dat tot zoodanig onderzoek by hun Hoog<br />
Mog. ook reeds effieélivelyk is bellooten, en he: zJve<br />
gedemandeerd aan een Commisfie, door de Bondgenoten<br />
ieder in den haaren daar toe te benoemen1, en1 dat<br />
het zelve onderzoek natuurlyk involveerende<br />
en bedoeling van het geene door de Supplianten by<br />
het voorfz. tweede point van derzelver Rtq ests aan<br />
hun Hoog Mog. is verzogt , het zelve twe.de_pomt<br />
dienvolgeade door hun Hoog Mog. behoort e werden<br />
.gerenvoyeerd aan het onderzoek van we geroeUe Commisfie;<br />
met vrylaating aan de Supplianten onl1, eaju<br />
auo, tér dier zaake aan dezelve Commisfie verder zoc<br />
Lige confideratien te fuppedneeren , ala dezvetot<br />
eene prompte en folide befcherming van s Lands üom-<br />
.mercie en Navigatie zullen meenen te behooren<br />
En dat inmiddels door hun Hoog Mog. , harigende<br />
hoogstderzeWér deliberatien over deew impwtante materie<br />
zoo veel maar eenigzints mogelyk is ,* a<br />
l. w<br />
f£<br />
d e<br />
e T<br />
n e<br />
zorg 0<br />
e° gedraagen, datV ^^S^^<br />
der Ingezetenen dezer Landen op de effirawo twyze<br />
zal worden geprotegeert ; dat tot dat «nde met zo zeer<br />
telkens eenige bepaalde Convoyen _ zullen werden vereend<br />
; maar dat dezelve Commercie door het houden<br />
ïan b'ekwaame Esquaders in de Noord- en Middeland.<br />
fche Zeeën , mitsgaders in de Westindien in ha ver<br />
' volg, SSWs ook bereids in dezen loopenden jaa-
230 AUG. Z A A K E N V A N i?85><br />
re heeft plaats gehad, zal werden gedekt, en daar door<br />
ten minften tegens alle onverwagte overrompeling worden<br />
beveiligd.<br />
Dat verder door hijin Hoog Mog. voor het vervolg<br />
zal worden zorg gedraagen, dat van deeze dispofitien<br />
in het begin van ieder jaar aan de Comraercieerende<br />
Ingezetenen behoorlyke Notificatie zal werden gedaan,<br />
ten einde zig daar na te kunnen reguleeren , als mede<br />
om aan dezelve gelegendheid te geeven, om, wanneer<br />
zy ten besren der Commercie en Navigatie dezer Landen<br />
daar omtrent iets mogten voor te draagen hebben,<br />
in dat geval daar van aan het Admiraliteits Collegie,<br />
waar onder dezelve resforteeren, ofte aan de Magiftraat<br />
van derzelver Stad, ofte ook wel aan hun Hoog Mog*<br />
directelyk, de nodige gepaste ouverture te geeven, om<br />
dien aangaande te worden gerefolveerd, zoo als bevonden<br />
zal worden te behooren. .<br />
En dat hun Hoog Mog. in dat geval vertrouwen,<br />
dat de Supplianten aan de Admiraliteits Collegien de°<br />
zer Landen in het generaal, en aan dat van Amllerdam,<br />
waar onder dezelve resforteeren , in het byzonder<br />
, voortaan niet zullen weigeren dat vertrouwen en<br />
die correfpondentie, welke zoo nodig is om 's Lands><br />
zaaken op een heilzaame en gemakkelyke wyze te behandelen:<br />
in confideratie nemende, dat de oorzaak van<br />
het geene, waar over de Supplianten gemeend hebben<br />
hun Hoog Mog. te moeten adieeren , is toe te fchryven<br />
aan een zamenloop van zaaken en omltandigheden,<br />
die zedert eenigen tyd ongelukktglyk hebben plaats gehad<br />
, en waar door tot de voorfz. klagten alzoo aanleiding<br />
is gegeeven.<br />
En eindelyk , dat Extract van deeze Refolutie aan<br />
de Supplianten zal worden gezonden tot derzelver informatie.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />
LXXXIX.
Aüc. STAAT EN OORLOG. 1785. 231<br />
LXXXIX. Propofitie der Gedeputeerden van de<br />
Stad Schoonhoven, nevens een Request<br />
van Burgers, enz. van Heusden,<br />
tot de terug Marsch der Troepen<br />
uit Amersfoort. Ingebragt ter<br />
Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mo •<br />
gende, in dato aj Augustus 1785.<br />
l""\e Heeren Gedeputeerden der Stad Schoonhoven<br />
JL/ hebben , op last van de Heeren hunne Principaalen,<br />
ter Vergadering gedaan , en vervolgens in gefchrifte<br />
overgegeeven de navolgende Propofitie.<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />
T"vaar 't inroepen van Troupes door de meer-<br />
JL/ derheid der Regeering van Amersfoort, by<br />
gelegentheid dat de Burgery dier Stad wettig<br />
aandrong op afdoening der bezwaaren , welken<br />
zy op expresfe uitnodiging van den Souverein<br />
haarer Provincie had ingelevert; en de omftandigheeden<br />
, welke daar by plaats hebben gehad,<br />
van eene zoo publieke notoiriteit zyn; zal<br />
tt niet nodig zyn, in een detail daar van te<br />
treden.<br />
Het zal genoeg zyn , aan U Edele Groot<br />
Mogende te verklaaren , dat de Heeren onze<br />
Principalen 't voorzeide inroepen van Troupes<br />
befchouwen als een opentlyk attentaat op de<br />
Burgerlyke vryheid, waar van de gevolgen niet<br />
alleen voor de Provincie van Utrecht ; maar ook<br />
voor deeze en andere-Provinciën ten uiterfte.nadeelig<br />
zouden kunnen worden ; en dit, Edele<br />
Groot Mogende Heeren.' is niet alleen 'c perfooneele<br />
gevoelen van de Heere onze Principalen;<br />
neen, 't is ook 't gevoelen van zoo veele<br />
p 4 wel-
%$* AÜO. Z A A K E N V A N<br />
weldenkende door de gamfche-Republiek; van.<br />
allen, welke de innerlyke waarde van een Burger<br />
van dit G meene-Best kennen ; van alle ,<br />
welke begrypen , dat niet Wolk om de Regenten<br />
; maar de Regenten om 't Volk zyn;<br />
yan allen , die durven erkennen, dat 't geweldadig<br />
fmooren der Volks- Stem te Amersfoort,<br />
in der daad is, een fchending van de hoogheid<br />
van 't gantfche Volk van Nederland , in wier<br />
boezem de radicale Souvereiniteit berusr, en op<br />
welks naam de refpective Staaten alleen, by reprefentatie<br />
hun hoog gezag uitoefenen ; 't is 't<br />
opent lyk verklaarde gevoelen , van zoo veele notabele<br />
Burgeryen in Nederland; inzonderheid in<br />
deeze Provincie; en aller byzonderst van een<br />
notabel aantal uit die Burgery, welke de Heeren<br />
onze Principalen ter Vergadering van U<br />
Edele Groot Mogende vertegenwoordigen; op<br />
grond van welke gevoelens, de Heeren onze<br />
Principalen ons bv herhaling gelast hebben, ter<br />
V rgadering van ü Edele Groor Mogende voor<br />
te dragen, of ü Edele Groot Mogende, met de<br />
Heeren onze Principalen niet ten uiterfte noodzakelyk<br />
zouden oordeelen.<br />
i« Dat door de Troupes, welke thans zig<br />
in'Amersfoort bevinden, voor zoo ver<br />
dezelve op de Repartitie deezer Provincie<br />
ftaan, en nog niet weder mogten zyn<br />
uitgetrokken , ordres wierde gegeeven , om<br />
te rug te marcheren.<br />
*. Dat door U Edele Groot Mogende zoodanige<br />
voorzorge wierde genomen , waar<br />
door wiert voorgekomen, dat verder geene<br />
Troupes ter repartititie deezer Provincie<br />
of die der Generaliteit Baande, of<br />
Hulp-Troepen van deezen Staat, gebruikt'<br />
worden teegen eenige Provincie, Steden,<br />
Burgeryen of Leeden van dien.<br />
3. Dat door Ü Edele Groot Mogende in<br />
deeze critieke tyds omftandigheeden zoodanige<br />
nadere bepalingen omtrent de Paten.
Aoo. STAAT EN OORLOG. 1785. 233<br />
tenten wierden gemaakt, waar door de<br />
Troupes niet-, dan op uitdrukkelyk'be.rel<br />
van ü Edele Groot Mogende tot Binnelandfe<br />
Expeditien werden geëmployeert.<br />
En is daar benevens ontfangen een Misfive van Cns<<br />
telein Drosfaart, Burgemeelteren en Scheepenen Regeerders<br />
der Stad Heusden, gefehreeven aldaar den<br />
23 dezer, waar by, ter kennis van hun Ed. Groot<br />
Mog. brengen de .Requeste aan hun te dien dage ge»<br />
prrefenceert door een aanzienlyk getal hunner Burgeren<br />
en Ingezeetenen over het aanrukken der Staats- Militie<br />
tegens Amersfoort en om de voorzieningen daar by<br />
vervat; dienende gemelde Misfive tot appui van dee<br />
zelve Requeste, hier pa geinfereerf.<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN,<br />
Door een aanzienelyk getal van onze Borgeren<br />
en Ingezeetenen, aan ons huiden geprefenteert<br />
zynde, het hier inne geilootene Requeste,<br />
hebben wy niet geaarfeld uit hoofde van<br />
het belang der zaake daar in voorkomende, aan<br />
derzelver verzoek en billyk verlangen te voldoen,<br />
en het zelve verzoek zoo veel in ons is,<br />
aan Uw Edele Groot Mog. te appuieeren , zo<br />
als wy de vryheid neemen, boven gemelte Requeste<br />
op de eerbiedigde wyze met onze appuie<br />
en voordragt, ter Tafel van Uw Edele<br />
Groot Mogende te brengen;<br />
Met alle den eerbied die wy Uw Ed, Groot<br />
Mog. verfchuldigt zyn, dog teffens ook met alle<br />
den ernst welke vrye Volkeren betaamd, fM*<br />
liciteeren wy , dat Uw Ed. Gr. Mog. aan de<br />
begeerte der Requeftranten dermaate Eflïcatieus<br />
gelieven te voldoen, als met de hooge wysheid<br />
van Uw Ed. Groot Mog. en de Souveraiuiteit<br />
deezer Provintie het meest befiaanbaar zal zyn;<br />
Waar meede wy Uw Ed. Groot Mog. beveelen<br />
in Gods Heilige befcherming, en onder<br />
, P 5 toe-
234 AÜG. Z A A K E N VAN ' I 78J.<br />
toebeede van een gelukkige Regeering de eer<br />
hebben ons te noemen.<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN !<br />
(Onder Rond)<br />
Üw Edele Groot Mogende ootmoedige<br />
en gehoorzaamde Dienaaren.<br />
Castelein Drosfaart , Burgemeelteren<br />
en Scheepenen, Regeerders der Stad<br />
Heusden.<br />
(Lager ftond}<br />
Heusden den Ter Ordonnantie van de-<br />
23 Aug. zelve.<br />
1785.<br />
(Was get.)<br />
F. C. TROMBR. •<br />
Aan de Edele Achtbaare Heeren<br />
Castelein Dros/aard, Burgemeefteren<br />
en Scheepen, Regeerders<br />
der Stad Heusden.<br />
^""leven met fchuldige eerbied te ken-<br />
VJ" nen, deOndergeteekenden, alle Burgers<br />
en Inwoonders, deezer Stad, dat zy<br />
met ontroeringe, fchrik en niet minder<br />
verontwaardiging gezien hebben, de geweldige<br />
Refolutie, om Militie van deeze»<br />
Staat te doen aanrukken tegens Amersfoort<br />
, wier brave Burgery, wel verre van<br />
zig aan eenig Oproer fchuldig te maken,<br />
in tegendeel, enkel en alleen bezig was,<br />
om haare onvervreemdbaare Rechten, op<br />
eene wettige wyze te reclameeren , waar<br />
toe
AUÖ. STAAT EN OORLOG. 1785. »|j<br />
toe zy door hunne Souverain zelve uitgelokt<br />
en ongeroepen was.<br />
Dat- deeze aandoeningen by de Ondergeteekenden<br />
nog zeer veel toeneemen, nu<br />
zy ontwaar worden, dat een gedeelte diet<br />
Troupen liaan op repartitie deezer Provincie.<br />
Dat, het gebruik maken van Militairen<br />
tegens Burgers, in een tyd als tegenwoordig,<br />
waar in de Republiek zoo zeer verdeeld<br />
is, weinig anders kafi befchouwd<br />
worden, dan als eena daad van geweld s<br />
door welke de eene parthy boven den<br />
anderen tracht te triumpheeren, en dus<br />
de aangevallen parthy gewettigd word ,<br />
om van die middelen tot tegenltand gebruik<br />
te maken, die de Voorzienigheid<br />
aan elk Schepfel tot zelfs verdediging gefchonken<br />
heeft; 'c welk niets, dan de<br />
fchroorrHykfte gevolgen , niets minder<br />
dan een Burger-Oorlog kan ten gevolge<br />
hebben.<br />
Dat da Ondergeteekende boven dien ,<br />
hun gemoed en geweeten bezwaard vinden<br />
, het hunne op te brengen' en dus<br />
meede te contribueeren , rot het onderhoud<br />
van Troupen, die gebruikt worden,<br />
tot onderdrukking hunner brave Land- en<br />
Bondgenooten , welke zig onledig hou»<br />
den , hunne voorvaderlyke Vryheeden,<br />
en voorrechten op eene wettige wyze ,<br />
uit de vergetelheid op te delven, en van<br />
hun , die dezelve onrechtmatig bezitten,<br />
te rug te vorderen:<br />
Daar de G r<br />
ondwet van deezen S'aat,<br />
de Unie van Utrecht, van hun vorderd;<br />
Een iegelyk Provincie en de particuliere<br />
Steden, Leden enIngezeetenen<br />
van dien met alle behoorlyke<br />
en mogelyke middelen, ja met Lyf<br />
en Goed (is het nood) te helpen<br />
hand-
AUG, Z A A K E N V A N 1785.<br />
handhouden, ftyven en fterken, befchutten<br />
en ook befchermen, jegens<br />
allen en een iegelyk, wie en hoedanig<br />
die zcude mogen weezen , die<br />
eenige dadelyke ihbreuke zoude willen<br />
doen op hun luider fpeciale en<br />
particuliere Privilegiën , Vryheden ,<br />
Exemptien, Rechten, Statuten, loffelyke<br />
en wel herbragte Colturnen,<br />
Ufantien, en allen anderen haar Luider<br />
Gerechtigheden.<br />
Redenen waarom de Supplianten zig<br />
keeren tot U Edele Achtbaare, met zoo<br />
veel eerbied als ernst verzoekende, dat<br />
ü Ed. Achtbaare als vertegenwoordigers<br />
van de Ondergeteekende , dit alles by<br />
eene Misfive aan de EL Gr. Mog. Heeren<br />
Staaten dezer Provincie, in naam van<br />
de Supplianten gelieven voor te dragen,<br />
en voorts aan hun Ed. Gr. Mog. te verzoeken<br />
, dat Hoogstdezelve zonder tyd<br />
verlies het daar heen gelieven te dirigeeren,<br />
dat ten aller fpoedigften de Troupen<br />
', of die derwaards nog in aantocht<br />
mogten zyn, voor zoo veel zy ter repartitie<br />
.ftaan deezer Provincie , worden te<br />
rug geroepen.<br />
Ten tweeden, dat hun Ed. Gr. Mog.<br />
gelieven zoodanige voorzorgen te neemen<br />
, waar door word voorgekomen, dat<br />
verder geen Troupes ter hunner repartitie,<br />
of tot die, der Generaliteit ftaande,<br />
nog ook geen Hulp-Troupês van deezeri<br />
Staat, gebruikt worden, tegen eenige Provincie,<br />
Steden, Burgeryen, of Leden van<br />
dien. En<br />
Ten derden , dat Hoogstdezelve in deeze<br />
critique tyds omfiandigheden , zoodanige<br />
nadere bepalingen omtrent de Patenten<br />
gelieven te maken , waar door deselve<br />
Troupes, niet dan op ütdrukkelyk<br />
be-
am;, STAAT EN OORLOG. 1785. 237<br />
bevel van hun Ed. Gr. Mog; onzen wet ?<br />
tigen Souverain tot binnenlandfche Expe»<br />
ditien worden geömployeerd.<br />
(Onder ftond)<br />
't Welk doende &c.<br />
Waarop gedelibereert en Copie van het voorfz. ge»<br />
proponeerde, mitsgaders der Misfive en bygevoegde Requeste<br />
verzogt zynde door de Heeren van de Ridderichip<br />
en Edelen , om het zelve in de Ordre nader te<br />
examineeren , en door de Heeren Gedeputeerden der<br />
Steden Haarlem, Delft, Amfterdam, Rotterdam, Gorinchem,<br />
Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam,<br />
Monnikendam en Medenbhk , om daar op te verftaan<br />
de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de<br />
finaale Refolutie uitgefteld tot nadere Deliberatie, en is<br />
dien onverminderd goedgevonden en verftaan, dat het<br />
voorfz. geproponeerde, mitsgaders de gemelde Misfive<br />
en Requeste ten fpoedigften zullen worden geëxamineert<br />
door de Heeren van de Ridderfcbap en verdere<br />
hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Beibgne,<br />
en de Vergadering daar op gediend van derzelver<br />
confideratien en advis.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />
XC. Qttaliftcatie ep den Hoofdofficier Mr.<br />
p. OEVERS , te Rotterdam, tot het<br />
i hooren van eenige Perfoonen te'r zaake<br />
van het voorgevallene op zeeker<br />
Speeltogtje , onaer belofte van im •<br />
puniteit. In dato 31 Augustus 1785,<br />
By refumtie , en tot finaale afkomst op heden volgens<br />
hun Ed Gr. Mog. Refolutie van den 24 dezei,<br />
gedelibereert zynde op de Requeste den 17 te voren<br />
door Mr. Paulus Gevers , Hoofdofficier der Si.ad<br />
Rot-
23S AUG. Z A A K E N ' V A BT<br />
Rotterdam R. O. aan hun Edele Groot Mog. geprafenteert<br />
, om de daar by geallegueerde redenen , tendeerende<br />
rot het obtineeren van hun Edele Groot Mogende<br />
authorifatie , om drie of vier der Perfoonen geduurende<br />
het zogenaamde Speekogtje, by de Requeste<br />
gemeld, den 22 July 1785 met een Jagt op de Maaze<br />
geweest , ter zaake van het aldaar voorgevallene , onder<br />
belofte van impuniteit, voor Scheepenen der St"d<br />
Rotterdam, ter praefentie van hun Edele Groot Mog.<br />
Gecommitteerden aldaar, als Getuigen onder eede te<br />
haoren; breeder onder de Notulen van den voorfz. 17<br />
Augusty.<br />
Is goedgevonden en verdaan , den Suppliant K. O.<br />
in dit finguliere gevat by deeze te authorifeeren, om,<br />
onder belofte van impuniteit uit naam van hun Edele<br />
Groot Mogende, drie of vier van de Perfoonen, welke<br />
geduurende het zogenaamde Speekogtje met een<br />
Jagt op de Maaze , den 22 July 1785 , in het zelve<br />
Jagt geweest zyn , wegens het geen zy lieden ter gelegentheid<br />
van dat zogenaamde Speekogtje tegen den<br />
inhoud van hun Edele Groot Mogende Publicatie van<br />
den 23 February 1785 begaan mogten hebben, en die<br />
ten dien einde door den Suppliant de gefchiktfte zullen<br />
geoorrieelt worden, ter zaake van het geen op dat<br />
zogenaamde Speekogtje voorgevallen is, voor Scheepenen<br />
der Stad Rotterdam , ter praefentie van de Heeren<br />
Gecornmirreerden, van hun Edele Gr. Mog. binnen dezelve<br />
Stad, als Getuigen onder eede te hooren.<br />
En zal Extraét dezer gegeeven worden aan den Suppliant<br />
om zig daar na te reguleeren , en gelyk Extract<br />
gezonder) aan de Heeren hun Edele Groot Mogende<br />
Gecommitteerden te Rotterdam , als mede aan Scheepenen<br />
derzelve Stad, tot hun informatie en narigt.<br />
De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft,<br />
hebben gedeclareert, dat de Heeren hunne<br />
Principaalen van gedagten waren, dat dezelve<br />
Requeste, voor zoo veel concerneerde het<br />
verzoek em authorifatie op den Suppliant , als<br />
Hoofdofficier der Stad Rotterdam , tot het verkenen<br />
van Acte van impuniteit aan drie of vier<br />
Per-
AUG. STAAT EN OORLOG. 1785. 230<br />
Perfoonen , dewelke door hem het gefchiktfte<br />
zouden geoordeelt worden , en het hooren van<br />
dezelve als Getuigen onder eede, uit hoofde van<br />
de bedenkingen en reflexien, welke door hun<br />
daar omtrent by de deli beraden over gemelde<br />
Requeste geoppsrt , en door de Heeren Gedeputeerden<br />
der Stad Rotterdam nader bekragtigt<br />
waren, behoorde te werden gemaakt commisforiaal,<br />
immers en in allen gevalle geftelt in handen<br />
Van Praefident en Raaden van den Hove,<br />
om hun Edele Gr. Mog. daar op binnen den<br />
tyd van agt dagen te dienen van derzelver confiieratien<br />
en advis, hebbende wyders de gemelde<br />
Heeren Gedeputeerden zig ten aanzien van<br />
het verzoek , om dezelve Perfoonen te hooren<br />
voor Scheepenen der Stad Rotterdam , ter praefentie<br />
van de Heeren Gecommitteerden van hun<br />
Edele Gr. Mog. gerefereert tot derzelver Aantekening<br />
op de Refolutie van den 22 December<br />
1784 , en voorts aan de Heeren hunne Principaalen<br />
gereferveert het doen van zoodanige nadere<br />
Aanteekening, als dezelve zouden te raden<br />
worden.<br />
De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam<br />
hebben , ingevolge den Last van de<br />
Heeren hunne Principalen, tegen de voorfz. conclufie<br />
geprotefteert, en als nog geïnhereert hunne<br />
vorige Aauteekeningen, Protesten en Inferrien,<br />
tegen de Refolutien, op den 10 Augusty en a2<br />
December laatstleeden, met opzigt tot het voorgevallene<br />
binnen de voorfchreeve Stad genomen,<br />
met referve van zoodanige nadere Aanteekening,<br />
als de Heeren hunne Principalen zouden mogen<br />
te raade worden.<br />
De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle<br />
hebben up expreüfe Last van de Heeren<br />
hunne Principaalen gedeclareert, de voorfz. Refolvtie<br />
te coijtradiceeren , met referve van zoodanige<br />
Aanteekening als dezelve te raade zullen<br />
worden. De
84Q ÈUtt. Z A A K E N V A N 1785,<br />
Dè Heeren Gedeputeerden der Steden Enk.<br />
huyfen , Edam en Medemblik, hebben de<br />
conclufie der voorfchreeve Refolutie aangezien,'<br />
als zig in de deliberatie daar over niet ingelaac<br />
ten hebbande.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien,<br />
XCI. Misfive van de Staaten van Utrecht,<br />
omtrent het voorgevallene te Amersfoort<br />
Ingeleverd ter Vergaderinge<br />
van hun Ed. Gr. Mogende , in date<br />
31 Augustus 1785.<br />
Is geïee'sen een Misfive van de Heeren Staaten van<br />
Utrecht aan hun Edele Groot M-">g. , gefchreeven<br />
binnen de Stad Utrecht, den dezer, op laatstleeden<br />
Zondag om half elf uuren door een Boode van gemel-v'<br />
de Provincie aan den Raadpenfionaris ter hand gefteld;<br />
hier na volgende geinfereerd.<br />
Fiat infer tic.<br />
Waar op gedelibereert en Copïe van de voorfz. Misfive<br />
verzoet zynde door de Heeren van de Ridderfchap<br />
en Edelen", om dezelve in de ordre te esamjneereu,<br />
en door de Heeren Gedeputeerden, der Steden Haarlem,<br />
Delft Amfterdam, Rotterdam, Gorh civem,.Schiedam,<br />
Briellé, Hoorn, Enkhuyfen, Edam, Monnikendam en<br />
Medembhk, om daar op te verftaan de intei-te van<br />
de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Rtfolutie<br />
uitgellelt tot nadere deliberatie , en is dien oavermin.<br />
derci goedgevonden en verftaan, dat de voo*fz. Misfive<br />
zal worden geëxamineerd door de Heeren van de<br />
Ridderfchap , en verdere hun Edele Groot M"»g. Gecommitteerden<br />
tot het groot Befogne, en de Vergadering<br />
daar op gediend van derzelver confideratien en<br />
Accordeert met de voorfz. Refo'urien.<br />
Edele
Aüo, STAAT EN OORLOG. 1785. 241<br />
Edele Groot Mog. Heeren l Byzondere<br />
Goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten<br />
l<br />
T \e Heeren Onze * ordinaris Gedeputeerden<br />
ontfangen hebbende eene Misfive, gefchreven<br />
by de Heeren Regeerders van Amersfoort,<br />
houdende verzoek dat ter bewaaringe van de rust<br />
en goede order binnen haare Stad, als mede ter<br />
beveiliginge van derzelver perfoonen en die van<br />
anderen, 'en fpoedigfien zoodanige voorzieninge<br />
mogte gefchieden als meest gefchikt fcheen - om<br />
dezelven by hun wettig gezag te helpen maintineeren<br />
, en omme derzelver Deliberatien onverhinderd<br />
re konnen vervolgen , hebben dezelve<br />
Oize ordinaris Gedeputeerden zig in de onvertnydelyke<br />
noodzake gevonden, om, alzoo geene<br />
toereikende middelen in deeze Provincie ten fine<br />
voorfz. by der hand waren, Zyne Doorluchtige<br />
Hoogheid den Heere Erfitadhouder te verzoeken,<br />
eenige Militie ten fpoedigften derwaards te<br />
willen zenden, aan welk verzoek dan ook is<br />
voldaan geworden: En alhoewel ten dézen niets<br />
is verrigt, dan het geene voorkwam van de piigt<br />
der He*ren Gedeputeerden te zyn, en altyd by<br />
hun Ed. Mog, in zoodanige gevallen is gedaan<br />
geworden ; heeft deeze zaak niet te min zoo<br />
veel gerugts gemaakt , dat men heeft kunnen<br />
goedvinden vooifz. verrigte in het pubücq niet<br />
alleen te denigreeren , en rot een pretext te gebruiken<br />
, om de goede In- en Opgezetenen alomme<br />
te ontrusten, en het alzoo te doen voorkomen<br />
, even als of Wy voornemens waren 's<br />
Lands Militie te gebruiken tot onderdrukking<br />
der goede Burgeryen, ofte tot afwyzing van derzelver<br />
regtmatige klagten en bezwaaren, en op<br />
dien grond addresfen zoo in deeze als andere<br />
Provircien aan de Regeeringen te maaken , ten<br />
einde de voorfz. Militie wederom uit Amersfoort<br />
mogte vertrekken , en alzoo dia Stad aan haar<br />
eigen noodlot over te laaten.<br />
XXIX. DEEL. Q En
ft 42 AÜG. Z A A K E N V A N 1785.<br />
En of fchoon , Ed. Gr." Mog. Heeren, Wy<br />
vastelyk vertrouwen , dat de refptctive Hooge<br />
Bondgenoten nimmer aan zoodanige verzoeken<br />
zullen defereeren, immers niet voor dat dezelve<br />
van alle omüandigheden der zaaken volkomen<br />
geïnformeerd zullen zyn, en dit te minder, wanneer<br />
dezelve daar benevens zullen confidereeren,<br />
hoe zodanige geprecipiteerde Refoluden weinig<br />
zouden konnen verftrekken rot aankweeliing van<br />
de vriendnabuurlyke correfpondentie en eeuigheid<br />
tusfchen de Bondgenoten, zoo hoogstnoodzakelyk<br />
in deeze donkere en veruitzieftde tyden.<br />
Dan alhoewel Wy van den yver van UEd.<br />
Gr. Mog. voor het geraeeue welzyn in de banden<br />
van Vriendfchap en Bondgeno^tfchap, des<br />
noods, in dezen gerustelyk alle hulpe zyn yerwagtende,<br />
hebben niet te mm de zoo finguliere<br />
en 'verkeerde ii.fimulatien , waarmede het gedrag<br />
van Onze Heeren ordinaris Gedeputeerden ten<br />
dezen aan het publicq is voorge.iraagen , Ons<br />
verplicht UEd. Gr. Mog. de waare gefchapenheid<br />
dezer zaake , en wel byzonder het geene<br />
aanleiding tot de gedaane voorzieninge , volgens<br />
bericht der Heeren Regeerders van Amersfoort,<br />
heef gegeven, te moeren voordraagen.<br />
Het'kan dan aan UEd. Gr. Mog. niet onbekend<br />
zyn, dat zedert eeoigen tyd différente bewegingen<br />
binnen Onze Provincie omftaan zyn,<br />
veroorzaakt, (zoo het Ons toefebynt) door de<br />
donkerheid der tyden en de defaltres , met welke<br />
deeze Staat zedert een gtruimen tyd heeft te<br />
worftelen- gehad.<br />
Dat de voornoemde bewegingen vervolgens<br />
aanleiding hebben gegeven tot het prefenteeren<br />
van addresfen , byzonder aan de Magifbraaten<br />
der refpective Steden , houdende verzoek tot |<br />
verbeteriug van diverfe abuifen, welke zoodanige<br />
Requestranten waren voorgekomen redres nodig<br />
te hebben : Al het welke dan ook op zig<br />
zelve is voorgekomen , van veel nurrigheid te<br />
kunnen zyn, en hier omme de opmerkzaamheid<br />
der
AVG. STAAT EN OORLOG. 1785. 243<br />
der refpective Regeeringen , en ook van Ons,<br />
zedert lange heeft bezig gehouden; zoo als dan<br />
onder anderen ook, gelyk in dergelyke tydsomftaudighedeh<br />
wel meerder plaats heeft gehad ,<br />
fommige perfoonen binnen de Stad Amersfoort,<br />
onder voorwendzel eener algemeene Volksftemme,<br />
hoe zeer hun gedrag ook by een voornaam<br />
gedeelte des Volks mogt worden afgekeurd,<br />
hunne byzondere opinien , zy mogen dan recht<br />
of onrecht zyn, tragten door te dringen door<br />
het attroupeeren van eene misleide menigte,<br />
(waarvan de Heeren Regeerders aan Ons te kennen<br />
hebben gegeven, meer, dan een voorbeeld,<br />
te moeten zien daar ftellen,) in zoo verre zelfs,<br />
dat men tot bewerking daar van verfcheide Ingezetenen<br />
der gemelde Stad , onder bedreiging<br />
jvan boeten voor de terug blyvende-, heeft gedwongen<br />
by een te komen, terwyl men inmiddels<br />
zelfs avoueerde van deeze gaande gemaakte<br />
Gemeint-2 ongelukkige beiryven te vreezen, indien<br />
de Heeren Regeerders op derzelver verzoeken<br />
in hunne ordinaris Vergadering mogten delibereeren<br />
, invoege dezelven dit als toen in eene<br />
extraordinaire Vergadering hebben moeten<br />
verrigten, en hunne ordinaris Vergadering niet<br />
hebben konnen houden.<br />
• Dac men fteeds al verder gegaan zynde, eindelyk<br />
by monde van eenen Vreemdeling, welke<br />
, zedert eenige weinige maanden Burger geworden,<br />
en als een Comptoir Bediende, zonder<br />
eenig huishouden te hebben, binnen Amersfoort<br />
zig had nedergezet , had goedgevonden , openhk<br />
in den Raad der Stad Amersfoort aan te<br />
kondigen , dat men zoodanige Heeren , welke<br />
aan hec gedaan verzoek om deezen en andere<br />
perfoonen als Geconftitueeiden van de gantfche<br />
Burgery te erkennen, niet kwamen te voldoen,<br />
voor geen Reprefentanten der Burgerye meer erkende,<br />
zig aeswegens beroepende óp eene menigte<br />
ten voorfz. einde voor het Raadhuis vergaderd<br />
, en welke die perfoon goedvond zyne<br />
Q 2 Com-
244 AUG. Z A A K E N VAN<br />
Committenten te roemen , voo ts de'meerderheid<br />
des Raads , die een contrarie beiluit op<br />
deszeifo verzoek had u :<br />
tgebragt, en walker namen<br />
hy verzogt te weeten, alle gehoor/.aamheid<br />
en trouwe , tegens eed en pl.igt opzeggende ,<br />
buiten nog v ele andere bedreigt! gen , van welke<br />
gemelde Regeerders van ter zyde wierdeti<br />
gewaarfciouwd ; hebbende men de G'meinte,<br />
ten einde die dezen ftap te konnen laaten ooen,<br />
al van den beginne diets gemaakt , d;n het inlee^eren<br />
van hunne bezwaaren een verzoek behelsde<br />
ter vermindering van Accynfen , door<br />
w.lke me
AUO. STAAT EN OORLOG. 1785. 245<br />
zyn, en het herftel met het ware belang hunner<br />
Stad en Burgerye ever een komende zou Jen<br />
wórden bevo' d n<br />
Zie daar, Edele Groot Mr.fr. Heeren, de ware<br />
toedragt der zake aan U Edele Groot M >g.,<br />
als een O izer Mede-B mdgenooten opengelegd.<br />
Wy laaten nu U Edele Groot Mog. zeiven oordeelen<br />
, in hoe v:rre de handelwyze van de<br />
meergemelde Magiftraat en het gedrag der Heeren<br />
Oize ordinaris Gedepa'eerden verdient op<br />
zodanige hsterlyke en alle bornes van decentie<br />
excedeerende wyze by publieke Couranten, Reniesten<br />
en andere Papieren en S ukken te worden<br />
getanxeerd, en als ongehoord voor de geheele<br />
Natie uitgefchreeuwd, daar wy in tegendeel<br />
vermeenen , dat het zelve gedrag de goedkeuring<br />
van alle Ingezeetenen moet verdienen;<br />
zo wanneer dezelven maar met bedaartheid zullen<br />
hebben overwoogen, of 'er een Land in de<br />
Wereld is het welke kan bsttaan (men laate<br />
ftaah gelukkig zyn) in het welke de Magülaat<br />
en Overheid niet meer als Verzorgers en Befchers<br />
van de publieke rust , veiligheid en welvaaren<br />
hunner Ingezeetenen worden aangemerkt,<br />
of tot voorfz. einde met een genoegzaame veiligheid<br />
en vryheid konnen delibereeren, maar in<br />
tegendeel genoodzaakt worden , om zonder tyd<br />
verzuim al het geen fommige Perfoonen goedvinden<br />
en ovsreen gedemd hebben, als de verzoeken<br />
van de ganfche Burgerye voor te dragen,<br />
dadelyk toe te Hemmen, en te arresteeren,<br />
en dit onderwyl een goed gedeelte van dezelve<br />
Burgerye, en fimryds niet van de minft; geluel<br />
geen kennisfë dragen van dusdanige verzoeken,<br />
veel minder dezelve approbeeren en andere<br />
Ingezeetenen misleid , geheel iets anders<br />
vermeinden verzogt te worden , als waarlyk is<br />
gefchied. Wy voor Ons , Edele Groot Mog.<br />
Heeren, zien zooJanig eene manier van handelen<br />
op zyn best genomen , te zullen moeten<br />
uitkomen op een totaal verval der Ingezeetenen<br />
Q 3 en
246 AUG. Z A A K E N V A N 1785-<br />
en de goede Burgerve te moeten aftrekken van<br />
haar beroep en welvaart, en niets anders intusfchen<br />
te konnen opleeveren, dan Refolutien ,<br />
welke , met geweld opgedrongen, ook dadelyk<br />
roet het ware nut der Maatfchappy ftrydig zyn,<br />
en aan niemand bevorderlyk, ten ware mogelyk<br />
alleen aan de byzondere oogmerken van eenige<br />
weinige Bcftierders van zoodanige goede maar<br />
misleide en opgezette meenigte der Ingezeetenen ,<br />
zulks dat het Ons toefcbynt, dat de vryheid de<br />
ziel van alle deliberatien , en byzonder in een<br />
vry Gemeenebest in de Collegien der refpeilive<br />
Overheeden op de ruimde wyze behoord p!aa;fe<br />
te hebben, en alle hindernisfe daar aan weggenomen<br />
te worden, terwyl anderzins de differente<br />
Leden niet in Haat zyn, volgens hun eed en<br />
pligt, het ware wehyn hunner Ingezeetenen te<br />
bevorderen; ja begrypt men het anders, dan zal<br />
in elke Stad een Perfoon genoeg zyn, om, met<br />
authoriteit bekleed , alle de aan hem gedaane<br />
verzoeken, zondw onderfcheid te konnen legalifeeren,<br />
geheel ftrydig met den geest eener Republiek<br />
en vrve Staats Regeeringe.<br />
Wy twyfftlen dus ook geenzins, of U Edele<br />
Groot Mog. de gevolgen hier van , welke wy<br />
llegts even hebben aangeftipt, in alle haare kragt<br />
beieffende, zullen wel verre, om eenige aanleiding<br />
te geeven tot verbanning der goede ordre<br />
binnen de S ad, Amersfoort en deeze Provincie,<br />
in tegendeel allezins bereid zyn, om met Ons<br />
voor te komen, dar door onrustige Geeften ook<br />
binnen Uwer Ed. Gr. Mog. Provincie, de vrye<br />
deliberatien der refpeétive Regeeringen nier werden<br />
gehoond ofte gehoord , ten einde dezelve<br />
niet woiden gedwongen om het roer der Regeeringe<br />
te laaten varen en alles ten besten te geeven<br />
, mitsgaders aan het geval over te laaten,<br />
zoo als de Heeren Regeerders van Amersfoort<br />
in het byzonder hebben verklaard te zullen moeten<br />
doen, by aldien dezelve, van de noodige<br />
authoriteit, ontzet, huntse deliberatien niet meer<br />
vrye-
AUG. STAAT EN OORLOG. 178*. «4?<br />
vryelyk zouden kunnen vervolgen. Voorrs,<br />
Edele Groot MOR. Heeren, betuigen wy nimmer<br />
in gebreeke te znlien bevonden worden , om,<br />
ingevolge de plicht van het Boiidgenootfchap,<br />
naar Ons vermogen tot het welvaaren Onzer<br />
Mede-Bondgenooten , mitsgaders de bewaaring<br />
van derzelver wettig gezag meede te werken.<br />
Hier meede,<br />
Ed Groot Mog. Heeren , byzondere goede Vrienden<br />
, Nagebuuren en Bondgenooten , beveelen<br />
wy U Ed. Groot Mog. in de protectie van God<br />
Almagtig, dien wy bidden dezelven te conferveeren<br />
in goede en voorfpoediye Regeeringe.<br />
Gefchreeven te Utrecht den 24 Augusty 1785-<br />
Was geparapheert,<br />
A. F. GODIN J Vt.<br />
(Onder ftond)<br />
Uwer Elele Groot Mog. goede<br />
Vrienden,<br />
De Staaten van den Lande<br />
van Utrecht.<br />
(Lager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van<br />
dezelve.<br />
Q4<br />
(Was get.)<br />
H. At LAAN.<br />
XCli
»48 AUG. Z A A K E N V A N 1785.<br />
XCII» Circulaire-Misftve van Burgemeefteren<br />
en Vroedfchappen der Stad U\recht,<br />
aan de Staaten der andere Provintie.<br />
In dato 31 Augustus 1785.<br />
EDELE MOGENDE HEEREN !<br />
T"Xe Geconftitueerden van een zeer notabel aantal van<br />
\_JF 136S Burgers en Ingezeetenen iézpr S al , als<br />
mede de G> committeerden uit de ag Schutters Compagnien<br />
, hebben zig by Requ ste aan ons geadresseerd,<br />
en te kennen gegeeven, dat het gebeurde, omtrent<br />
het midden dezer maand Augustus, door het inroepen<br />
van Militie op her verlangen van de Meerderheid<br />
der Leeden van de Mapiftraar der Stad Amersfoort,<br />
en door het Collegie van de 'Heeren Hunner<br />
Edele Mog. ordinaris Gedeputeerden onzer Provintie<br />
gifecundeerd en geëff étueerd, niet anders kunnen befchouwen<br />
dan als ftrydig met de voorrechten, zoo wel<br />
als roet het belang van de Ir- en Opg^zetenen dezer<br />
Provintie, en dat voorfchreven ftap zoo eene zeer gmote<br />
verlegendhnd onder onze Burgeren heeft gecaufeerd,<br />
uit vreeze dat mogelyk een meerder aantal Troupes<br />
naar onze Provintie zoude kunnen marcheren , dar zy<br />
zig in de noodz, ak hebben bevonden, zig een en andermaal<br />
aan ons re adresf-eren, met verzoek, dat wy<br />
ons by eene circulaire Misfive san de Ho-'ge Bondge*.<br />
nooten zouden vervoegen, en op bet ernltigfte te verzoeken<br />
en te infieren , dat Hoogstdezelve, ieder zoo<br />
veel haare Provintie aangaa , wel zullen gelieven zorge<br />
te dragen , en de nodige middelen beramen, dat<br />
voortaan, immers hangende de deliberatien over de ingeleverde<br />
bezwaren, geene meerdere Müirie naar onze<br />
Provintie, veel min naar onze Stad ol Vryheid werde<br />
verzonden.<br />
Wy hebben in aanmerkinge nemende de groote confternatie,<br />
en herhaalde inftantien onzer Burgerye, ons<br />
verplicht geacht, aan het verzoek van dezelve te defereren:<br />
en neemen de vrybeid van UEd. Mog., ter gerust-
AUG. STAAT EN OORLOG. 17*5-. 24.9<br />
rustftelling van onze Burgerye , or> het vrienddykfte<br />
by dezen te imploreeren, dat het UEd. Mog. be'i^en<br />
mag, om den Heere Stadhouder en Kapitein Genera»!<br />
van UEd. Mog. Provintie aantefchryven, geene Pirenten<br />
te geven aan Militie , die ter repartitie van Hoogstdezelve<br />
gebracht zyn, en betaald worden, om te marcheeren<br />
naar deze Provintie , om daarin , het zy ten<br />
plagen Lande of in eenigen Stad of Steden , Guarnizoen<br />
te neemen of te houden , ten einde daardoor geprajvenieerd<br />
worde, dat aeene Troupes meer naar het<br />
territoir of naar de grenzen van onze P'ovintie, veel<br />
min naar onze Stad of derzelver Vryheid, marcheren.<br />
Alsmede, dat het UE s<br />
. Mog, v rder gelieven zal,<br />
met ons te coöpereeren , dat over 's Lands K'yesvoik<br />
nier willekeurig worde gedisponeerd, en hetzelve althans<br />
nimmer worde gebruikt tot intimineering, en gcvolglyk<br />
tot fmoringe van de tedelyke Volksftem der<br />
goede Burgeren, In- en Opgezetenen dezer Republiek.<br />
Wy mogen niet nalaten, UEd. Mog. te doen rernarqueren<br />
: dat wy ten eenemrale ignorant zyn geweest<br />
van de convocatie van het C>Hegie der Heeren ordnaris<br />
Gedeputeerden op Zaturdag den 13 dezer des<br />
avonds laat, en van het geene aldaar voorgevallen en<br />
beflooten is geworden , en dat wy derhalven geen deel<br />
hebben in 't verzoek van Patenten aan Zyne DJOH.<br />
Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder, om eenige<br />
Militie naar Amersfoort te zenden, gedaan; ja, dat<br />
onze Heeren Burgemeefteren finaal geprotesteerd hebben<br />
tegens het verleenen van attachés, terwyl wy van<br />
begrip zyn, dat de tegenwoordige tydsomftandigheden<br />
geene inneeminge van Krygsvolk aanraden.<br />
Gelyk wy ook voor UEd. M ig. niet willen verbergen<br />
, dat wy in geene deelen ons confent gedragen hebben<br />
in het arresteeren der Misfives, welke aan UEd.<br />
Mog. in naam der Heeren Staaten onzer Provintie gedepecheerd,<br />
en by UEd. Mog. mogten ontvangen zyn;<br />
integendeel, dat onze Gecommitteerden de Conclufïe,<br />
des aangaande ter Staatsvergaderinge genomen, geo'doqueerd<br />
, en onze aantekening tegen dezelve gerefereerd<br />
hebben; vertrouwende derhalven, dat UEd. Mog. den<br />
voorflag dier Misfive, mer het geene verder by dezelve<br />
Q J mog-
*50 AH*. ZAAKE'N V A N 1785.<br />
jnos^e zyn geavanceerd, aan ons niet zullen toekennen,<br />
maar integendeel eene favorable reflectie liaan, op<br />
het geene wy by deze de eere hebben UEd. Mog. op<br />
hnt vriendelykst en ernftigst te verzo-ken.<br />
En hiermede deze b-fluitende, beveelen wy UEd.<br />
Mog, in de befcherminge des Allerhoogllen en blyven<br />
EDEL MOGENDE "HEEREN!<br />
UEd. Mog. zeer goede Vrienden.<br />
Burgemeefteren en Raaden in de Vroedfchap<br />
der Stad Utrecht.<br />
Ter Ordonnantie van dezelve.<br />
Utrecht den (Was get.)<br />
3» VS»<br />
I785. J. W. DE RUEVER.<br />
XCIIf. Brief aan Zyne Doorl. Hoogheid den<br />
Heer Prins Erfftadhouder, van de<br />
gezworene Gemeente van Hattem. In<br />
dato . . Augustus 1785.<br />
BOORLUGTIGSTE EN HO0GGEBO0REN FURST EN<br />
HEERE!<br />
y hebben ons zeer vereerd gevonden met het ant<br />
W woord van Uwe Doorl. Hoogheid aan onze ge*<br />
eerbiedigde Magiflraat , in dato den eerften Maan dezes<br />
jaars , op onze remonftrantie van den 29 January<br />
deszei ven jaars, en welker inhoud door Haar Wel Ed.<br />
en Achtb. ons is gecommuniceerd geworden ; niet kunnende<br />
nalaaten by dezen onze verpligting ten hoogften<br />
te betuigen voor de goede attentie, welke Uwe Doorl.<br />
Hoogheid gunïtig hierop hebt gelieven te flaan. ——<br />
Wy hebben ons van tyd tot tyd gevleid , dat , wanneer<br />
de berigten der abfente Magiltraats-Leden zouden<br />
zyn
AUC. STAAT EN OORLOG. 17^ 2 J I<br />
zyn ingekomen, Uwe Doorl. Hoogheid alsdan 00. v<br />
der de nodige voorzieninge naar Hoogstdeszelfs<br />
raad zoude in het werk gefteld hebben , om aan dv<br />
billyke en op wetten fteunende begeerte onzer Burgerye<br />
te voldoen , en twyfelen nog geen oogenblik aan de<br />
goede geneigtheid van Uwe Doorl. Hoogheid desaangjande<br />
5 maar blyven alsnog in die verwagting , van<br />
deze onze gegronde bezwaren eerstdaags door Uwe<br />
Doorl. Hoogheids wyze voorzieninge ten beste en tot<br />
genoegen der Burgerye beftierd te zien: — Dan vinden<br />
ons thans in de dringende noodzake[ykheid in 'c<br />
tegenwoordige geval, met alle verfchuldigde eerbied en<br />
hoogagring , ons weder tor Uwe Doorl. Hoogheid te<br />
wenden , daar het de Goddelyke Voorzienigheid behaagd<br />
heeft , onzen zeer geagten Burgervader , den<br />
Heer Borchard Johan Daendels, Schepen dezer Stad,<br />
ti t onze innige zielen fmerte op den 14 dezer door den<br />
dood van ons weg te rukken, waar door een Schepens<br />
plrats is komen te vaceeren , van welke Uwe Doorl.<br />
Hoogheid , volgens het Reglement op de Regeering<br />
dezer Provincie van 1750, de electie competerende is.<br />
— Zoo zy het ons vergund nogmaals aan Uwe Doorl.<br />
Hoogheid allereerbiedigst te verzoeken, Hoogstdeszelfs<br />
attencie op de by gevoegde (lukken van onze vorige re«<br />
monftrantie (beltaande in een Extract-Refolutie van<br />
Raad en Meente , in dato 13 February 1659, en een<br />
dito van 7 Maart 1710 , en de daarop gevolgde bekragtiging<br />
van die laarstgemelde Refolutie door de<br />
Landfchap , in dato 26 April 1723.) gelieve te vesti»<br />
gen, en in dit tegenswoordige geval, geen ander Perfoon<br />
in deze vacature te ftellen, dan die volgens Lands<br />
en Siacis Wetten , couform gemelde Reglement van<br />
Regeering, daartoe is gequalificeerd, die vereischte Re*<br />
quifnen bezit , en onze Burgerye aangenaam is, ——-<br />
Ja, fchoon wy niet zouden kunnen of mogen fustineren<br />
, eenig regt tot nominatien of recom mandaden te<br />
hebben: zoo kunnen wy egter onze vierige wensch en<br />
begeerte , zoo uit hoogagting voor onzen overledenen<br />
Regent, als voor deszelfs Nakroost, geenzints voor<br />
Uwe Doorl. Hoogheid verbergen, maar, daar ons de.<br />
zelve fterk ter harte gaau , verichaft zulks vrymoedigheid
2 5 2 A-ö. Z A A K E N V A N i 78y.<br />
. e5^ ons te uiten , dat niets onze fmerte en verlies<br />
,.erder zoude kunnen verzagren, ^an dat wy den ouditen<br />
Zoon des Overledenen, den Heer en Herman<br />
Willem Daendehy zyn Vaders voertlappen mog en zien<br />
drukken, en deszelfs plaats vervullen, en durven vryelyk<br />
reponderen, dat dit dezelve wensch van byna onze<br />
gantfche Burgerye is. — Te meer hierop hoopen<br />
wy, daar onze Burgerye zig nog misnoegt bevind wagens<br />
de bezwaren tegen drie in onze vorige Remonftrantie<br />
gemelde Heeren, waarvan het egter verre zy,<br />
dat wy de directe oorzaak aan Uw: Doorl Hooghe d<br />
zouden willen toekennen , dan wel aan de abuüve ii><br />
formatien , welke Uwe Doorl. Hoogheid by het do^n<br />
der electie van twee derzelver zyn te voren gekomen.<br />
— Wy zyn dan in een vast vertrouwen , dat Uwe<br />
Dood. Hoogheid aan deze billyke begeerte van ons,<br />
en de gantfche Burgerye , wel zal gelieven te defereeyen,<br />
waartoe wy Uwe Dood. Hoogheid nedrig bidden.<br />
— Hierdoor zouden alle onlusten, welke zomtydg uit<br />
het misnoegen der Burgerye zouden kunnen ontdaan ,<br />
voorgekomen worden. — Wy hebben 't ook van onzen<br />
phgt geagt, van den inhoud dezes aan de Magiftraat<br />
dezer Siad kennis te geven , gelyk nog voor de<br />
afzendinge dezes (laat te gefchieden. ——- Terwjl wy<br />
verders Uwe Doorl. Hoogheid in Gods Heilig: protectie<br />
aanbevelen, en verbiyven<br />
DOOR LUC TIGSTE HOOGGEBOREN FORST EN HEERE !<br />
Uwe Doorl. Hoogheids onderdanige<br />
en gehoorzame. Dienaren.<br />
De gezworen Gemeente der Stad<br />
Hattem.<br />
Ter ordonnantie van dezelve.<br />
(Was get.)<br />
BAR ENT ENGELENBERG,<br />
oudfte Verordent, by abfentie<br />
van den Prefident.<br />
j. H. VAN DYK, Scriba.<br />
XCIV.
AUG» S T A A T E N O O R L O G . i?8y. ajj<br />
XCIV. Request van twee Officieren aan de<br />
Eaeie Mogende Heeren Gedeputeerde<br />
Staaten 's Lands van Utrecht.<br />
In dato . . Augustus 1785.<br />
Geeven met verfchuldigde eerbied te kennen , de Ondergeteekenden<br />
Ritmeefter Titulair en Cornet Effectief,<br />
en de Lieutenant Titulair en Cornet Efftftief,<br />
dienende beide by de Compagnien Cavallerié, in dienst<br />
van UEd. Mog., thans in Guamizoen alhier, hoe zy<br />
Ondergeteekenden door publieke geruchten zyn gein-,<br />
formeert., dat ter vereffening van gefchillen tusfchen de<br />
Reg ering en Bu-gery der Stad Amersfoort , aan eenige<br />
Regimenten ordre zoude gegeeven zvn, naar voorio<br />
ende S ad te marcheeren; dat zy Stippliau :en als<br />
% Lands Dienaaren , onbevoegd zyn over de waarheid<br />
of' onwaarheid deezer geruchten, zo wel als over den<br />
aart des gefchils , tusfchen Regenten en Burgery der<br />
voornoemoe Stad, eenig oordeel te vellen: dah dat zy<br />
Supplianten de vryheid neemen rondborltig aan UEd.<br />
Mo}, te declareereti, dat het met hun geweeten zoude<br />
itryden,, zich in Burgertwisten te moeten mengen;<br />
weshal 'en zy zich reipectueufelyk tot UEd. Mog. wenden,<br />
fmeekende, dat het UEd. Mog. mooge behaagt<br />
n, hen dadelyk hunne demisfie te accordeeren en<br />
buiten dienst te ftellen ; dat door de zo haas.iniyk en<br />
van uur tot uur vermeerderende geruchten , de Supplianten<br />
in de onmogelykheid zyn , 'zich communi firma<br />
aan Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Kapitein-<br />
Generaal te kunnen adiesfeeien, om welke redenen zy<br />
de vryheid genomen hebben, zich aan UEd. Mog. direct<br />
te adresfeeren; doch indien onverhoopt UEd. Mog.<br />
het accor.ee en van du hun verzoek mogten aifïïculteeren<br />
, het aan UE I. Mog. gunftig moje behagen, de<br />
Supplianten van den d enst te dispenf.-ereu , LOC dac<br />
hunne demisüé communi forma door Zyne Doorlucntige<br />
H'O^heiJ den H:=re K puein-G;neraal moge geaccordeert<br />
zy; 1<br />
. t W-Ik doende enz.<br />
(WaS gU.) J. A. D AVERHOULT.<br />
B. H. VAN DER WïCK.<br />
XCV.
254 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
XCV. Misfive van Burgemeefteren en Vroedfchappen<br />
der Stad Utrecht, tot fa-<br />
Vorable reflectie op hit verzoek daar<br />
hy vervat, raakende de Militie, en<br />
betreffende het voorgevallene teA mers •<br />
loort. Ingebragt ter Vergaderi ge<br />
van hun Ed. Gr. Mogende; in dato<br />
1 September 1783.<br />
y~%r!tfangen een Misfive van Burgemeefteren en Raaden<br />
in de Vroedfchap der Stad Utrecru, gefchreeven<br />
aldaar den 31 der voorleede maand, tot lavorable<br />
reflectie op het verzoek daar in vervat, en hier na geiniereer'.<br />
Fiat infcrtio.<br />
Waar op gedelibeert, en Copie van de voorfz. Misfive<br />
verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap<br />
en Edelen , om dezelve in de Ordre te examtneeren,<br />
en door de Heeren Gedeputeerden der Steden , Haarlem<br />
, Delft, Amfterdam, Rotterdam, Gorinchem , Schiedam,<br />
Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam , Monnikendam<br />
en Medembiik, om daar op te verftaan de intentie<br />
van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale<br />
Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie ; en is .dien<br />
onverminderd goedgevonden en verftaan, dat de voorfchreeve<br />
Misfive zal worden geëxamineerd door de<br />
Heeren van de Ridderfchap, en verdere hun E iele Gr.<br />
Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de<br />
Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien<br />
en advis , en zyn voorts by de voorfz. geleegentheid<br />
~de Heeren Gecommitteerde Raaden verzogt, om in gevolge<br />
hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 11<br />
Augustus 1784, Hoogstdezelven ten fpoedigften te berigten<br />
nopens de praétycq, die omtrent het werk van<br />
de Patenten in deeze Provincie plaats heeft.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />
EDE-
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 255<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />
De Geconftitueerden van een zeer notabel<br />
aantal van 1368 Burgers en Ingezeetenen<br />
deezer Stad, als meede de Gecommitteerden uit<br />
de agt Schutters Compagnien htbben zig by Requeste<br />
aan ons geaddusfeerd en te kennen gegeeven<br />
dat het gebeurde omtrent het midden<br />
deezer maand Augustus door, het inroepen van<br />
Militie op het verlangen van de meerderheid der<br />
Leden van de Magiftraat der Stad Amersfoort<br />
door het CoJlegie van de Heeren hunner Ede'e<br />
Mog. ordinaris Gedeputeerden onzer Provincie<br />
gekcundeert en geëffeCtueert, niet anders kunnen<br />
b-fchouwen dan als lfrydig met de voorreg'en<br />
zoo wel als met het belang van de Inen<br />
Op^ezeetenen deezer Provincie, en dir voorfz.<br />
Pap zoo eene zeer gruote verleegenheid onder<br />
O! ze Burgerye he ft gecaufeerr, uit vreeze, dac<br />
mogelyk een meerder aantal Troupes naar onze<br />
Provincie zou'e kunnen marcheeren. Dat zy *<br />
zig in de noodzaak hebben gevonden een en ander<br />
maal aan ons te addresfeeren, met verzoek,<br />
dat wy ons by eene circulaire Misfive aan de<br />
hooge Bondgenooten zouden vervoegen , en op<br />
hei eruftigfie te verzoeken en te infieeien , dat<br />
Hoogstdezelve ieder zoo veel haare Provincie<br />
aangaat , wel zullen gelieven zorge ie draagen ,<br />
en de nodige middelen beraamen, dat voortaan,<br />
immers, hangende de deliberatien over de ingekeverde<br />
bezwraren geene meerdere Militie naar<br />
onze Provf.cie veel min naar onze Stad of' vryheid<br />
werde verzonden.<br />
Wy hebben in aanmerkinge neemende de groote<br />
coufternaiie en herhaalde 11 ftamnn onzer Burg<br />
r>e , ons verpligt geagt aan het veiz.iek van V '<br />
dezelve te dsfereeren , en neemen de vryheid<br />
1<br />
van U Edele Gr. Mog., ter gerustileiiing van<br />
on^e Burgerye op her vriendelykfte by dteze te<br />
imploreeren, dat het U Edele Gr. Mog. behaageu<br />
mag om den Heere Stadhouder en Capitein<br />
Ge-
256 sarr. Z A A K E N V A N 1785.<br />
Generaal van U E^ele Groot Mog. Provincie<br />
aan te fchryveu , geene Patenten te geeven aan<br />
Militie , die ter repartitie van Hoogstdezelve<br />
gebragt zyn en beraald worden , om te marcheeren<br />
naar deeze Provincie , om daar in het<br />
zy ten platten Lande of in eenige Stad of Steden<br />
, Guarnifoen te oeemen of te houden , ten<br />
einde daar door gepraevenieert werde , dat geen<br />
Troupes meer naar het Territoir of na de Grenzen<br />
van onze Provincie , veel min naar onze<br />
Stad of derzelver vryheid marcheeren: als meede<br />
dat het U Edele Groot Mog. verder gelieven<br />
zal met ons te c öpereeren dat over's Lands<br />
Krygsvolk niet willekeurig werde gedisponeert<br />
en het zelve althans nimmer worde gebruikt tot<br />
intimdeering en gevolgelyk tot fmooringe van de<br />
reedelyke Volksftem der goede Burgeren , Inert<br />
Opgezeetenen deezer Republicq.<br />
Wy mogen nier nalaaten U Edele Groot Mogende<br />
te doen remafqueeren j dat wy ten eenemaal<br />
ignorant zyn geweest van de Convocatie<br />
van het Collegie der Heeren oidinaris Gedeputeerden,<br />
op Zaturdag den 13 deezer des avonds<br />
laat, en van het geene aldaar voorgevallen en<br />
bellooten is geworden , en dat wy derhalven<br />
j
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 257<br />
mitteerden de Conclufie des aangaande ter Staatsvergadering<br />
genoomen , geob^queert en onze<br />
Aanteekeningen tegen dezelve gereferveert hebben,<br />
vertrouwende derhalven, dat ÜE.fele Gr.<br />
Mog. den voorllag dier Misfives met het geen<br />
verder by dezelve mogte zyn geavanceert , aan<br />
ons niet zullen tóe kennen , maar in tegendeel<br />
eene favorable reflexie liaan op het geen wy by<br />
deeze de eèr hebben ü Edele Groot Mog. op<br />
het vriendelykfte en ernftigst te verzoeken.<br />
En hier meede deeze benuttende, beveelen<br />
wy U Edele Groot Mogende in de befcherminü<br />
der Allerhoogüte en blyve.<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN]<br />
(Onder ftond)<br />
U Edele Groot Mog. zeer goede<br />
Vrienden, •<br />
Burgemeefterérï en Raaden in de<br />
Vroedfchap der Stad Utrecht.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van<br />
dezelve.<br />
Utrecht den (Was get,)<br />
31 Aug.<br />
17 8<br />
5' J. W. DE UüEVER.<br />
XXIX. DEEL. R XCVTI.
s 58 SEPT. Z A A K E N V A N 1785;<br />
XCVI. Misfive van Zyne Hoogheid, omtrent<br />
de nieuwe Vaandels en Ringkragen<br />
dér Officieren van het Regiment<br />
Hollandfche Gardes te Voet.<br />
In dato I September'i?$S'<br />
ntfansen een Misfive van Zyne Hoogheid den<br />
Se Priuce van Orange , gefchreeven m den<br />
Olaaoe OP heedèn; verzoekend! geinformeert te worden<br />
van g<br />
han Edele Gr. Mog. Intentie , nopens het geen<br />
roosstdeX gelieven dat op de nieuwe Vaandels van<br />
het Sm nt Hollandfche Gardes te Voet zal werden<br />
ïefchiK; en concernerende mede de Ringkragen der<br />
OfficSfwn het voorfchreeve Regiment; hier na breder<br />
geinfereert.<br />
Fiat infertio.<br />
Waar op gedelibereert zynde , ingoed gevonden en<br />
verftaan dat Copie van de voorlz. Mishve zal worden<br />
l Le ven' a n de Leden, die zig op de Mishve van de<br />
Hferen Gecommitteerde Raaden over Je Vedels<br />
voor de Lyfgardes van hun Edele Groot Mog. van<br />
de^ 29Juny iLtstleeden, nog niet hebben geexpli eert<br />
om daar op zoodanige reflexie te maaken als bevinden<br />
zullen te behooren.<br />
Accordeert met de vooifz.<br />
Refolutien.<br />
EDE-
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 259 ,<br />
EBEI.E GROOT MOGENDE HEEREN, BYZON-<br />
DERE GOEDE VRIENDEN.<br />
Zoo ras wy geinformeert zyn geweest, dat<br />
ter Vergadering van Uwe Edele Gr. Mog.<br />
was yoorgedraagen, om het Regiment Hollandfche<br />
Gardes te Voet van nieuwe Vaandels op<br />
*s Lands kosten te voorzien , hebben wy order<br />
gefield om met het maaken van nieuwe Vaan»<br />
deïs, welke reeds voor dat Regiment befteld<br />
waren , te fuperfedeeren; Wy hebben zedert vernomen<br />
dat by meest alle de Leden van Uwe<br />
Edele Gr. Mog. Vergadering confent is gedraagen<br />
in het beraalen van die Vaandels, doch teffens<br />
dat by dezelve bedenking was gevallen omtrent<br />
de wyze, op welke dezelve gefchildert zyn<br />
geweest zedert den jaare 1750 , namentlyk dat<br />
op dezelve ftaat, aan de eene zyde ons Wapen<br />
en aan de andere ons Cy'ffer.<br />
Wyl niets ons meer ter harte gaat, dan aan<br />
de intentie van Uwe Edele Gr. Mog. te voldoen<br />
, zoo hebben wy nodig geagt, Uwe Edele<br />
Gr. Mog. te informeeren, dat ook op de<br />
Ringkragen der Officieren van het voorfz. Regiment<br />
ons Wapen geftaan heeft, mede zedert den<br />
jaare 1750, zoö als ook te dier tyd ons Wapen<br />
heeft gedaan op de Grenadiers Mutfen, de Patroontasfen<br />
en de Trommels, doch dezelve zyn<br />
op onze ordre daar van afgenomen zedert den<br />
jaare 177a , ingevolge van ons Reglement voor<br />
de Infanterie van den 28 February 1772, waar<br />
by bepaald is, dat de Mutfen van Beerevellen<br />
zonder Plaaten , de Ringkraagen van glad Zilver,<br />
de Patroontasfen en Trommels mede ellen<br />
moeten zyn volgens het model dat wy toen gegeven<br />
hebben ; Wy zouden ook de Ringkragen<br />
van het Regiment Hollandfche Gardes te Voet.<br />
op die tyd hebben doen veranderen , ware het<br />
niet dat wy tot menagement van kosten voor<br />
de Officieren gepermitteerd hebben , dat zy by<br />
continuatie gebruik maakten Van de Ringkragen<br />
Ra<br />
1<br />
dis
26o SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
die zy hadden; Wy waren van intentie om thans<br />
ordres te geven tot verandering der Ringkragen,<br />
en om dezelve te laaten maaken volgens het model<br />
, door ons aan de Infanterie van den Staat<br />
gC<br />
Doch vernemende de deliberatien byUwe Edele<br />
Groot Mogende omtrent de Vaandels van het<br />
meergemelde Regiment, hebben wy met willen<br />
afzyn Uwe Edele Groot Mogende daar van kennisfe<br />
te geeven , en dezelve te verzoeken , om<br />
ons wel te willen informeeren van derzelver intentie<br />
, nopens het geene dezelve geheven dat<br />
op de nieuwe Vaandels van het Regiment Hollandfche<br />
Gardes te Voet zal werden gefchildert;<br />
zullende wy de Ringkragen, volgens het model<br />
aan alle de Regimenten Infanterie gegeven, laaten<br />
maaken, in verwachting, dat zulks contorm<br />
de intentie van Uwe Edele Groot Mogende zal<br />
zyn doch indien het zelve niet volgens Uwe<br />
Édele Groot Mogende intentie zoude zyn, verzoeken<br />
wy daar van te worden geïnformeerd,<br />
op dat wy dien conform de nodige ordres aan<br />
het voorfchreève Regiment kunnen doen toekoo-<br />
m e n<br />
* Waar meede,<br />
Edele Groot Mogende Heeren, byzonder e goede<br />
Vrienden, Wy Uwe Edele Groot Mog. beveelen<br />
in Gods heilige protectie.<br />
(Onder ftond")<br />
Uwer Ed. Gr. Mog. Dienstwillige<br />
Dienaar,<br />
(Was get.)<br />
W. FR. V. ORANGE.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van Zyne<br />
Hoogheid.<br />
In 's Hage den Gecontrafigneert,<br />
I Sept. 1785. T. J.DE LARREV.<br />
XCVII,
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 261<br />
XCVII. Refolutien dar Staaten van Overysfel,<br />
raakende het emploi van Militie. In<br />
dato 3 September 1785.<br />
Gerefolveerd, om provifioneel aan de commanderende<br />
Officieren van de Militie, (taande ter repartitie<br />
van deze Provintie , thans in Amersfoort guarnifoen<br />
houdende , te gelasten , zig in de verfchillen ter dier<br />
Stede, tegenwoordig tusfchen de Leden van Regeeringe<br />
onderling , als mede tusfchen een gedeelte der Regeeringe<br />
en het lighaam der Burgery fubfifteerende,<br />
niet te laaten emploieeren, en om aan die der verdere<br />
Militie, ter repartitie als boven , aan te fchryyen , om,<br />
ingevalle zy eenige ordres mogten ontvangen hebben,<br />
om zig mede naar die Stad te begeven, zig mede in<br />
de voorfchreven gefchillen niet te laaten gebruiken, met<br />
last om hier van aan hunne onderhebbende Officieren,<br />
ipeciaal aan die geenen , welke eenige detachementen<br />
mogten commandeeren, daar van kennis te geven, om<br />
zig hierna re reguleeren , en voorts om van deze Refolutie<br />
by Misfive kennis te geven aan den Heer Kapitein<br />
Generaal, met bygevoegde requifitie, om voortaan<br />
naar gemelde Stad Amersfoort, of andere Plaatfen<br />
van de Republiek , waar dergelyke gefchillen mogten<br />
plaats hebben of ontftaan, geen troepen, ter repartitie<br />
van deze Provintie (taande , te doen maicheeren , of<br />
ook aan zoodanige Militie, als biunen de voorfchreven<br />
Stad Amersfoorr, of zoodanige andere Plaatfen, als boven<br />
vermeld, guarnifoen houden, geenerhande ordres,<br />
betrekkelyk tot zulke verfchillen, te geven buiten voorgaande<br />
deliberatie en confent van Ridderfchap en Steden<br />
; als mede eindelyk , om van al het voorfchreven<br />
by extract aan de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit<br />
kennis te geven, tot derzelver narigt en informatie.<br />
By de tweede Refolutie zyn de Heeren ordinaris Gedeputeerden<br />
gelast, om, wanneer Patenten mogten ontvangen<br />
, op eene der drie Steden houdende , dezelve<br />
niet te tekenen , alvorens aan de Magiftraat van zoodanige<br />
Stad daar van kennis hebaen gegeven ,j,en_van<br />
R 3 de-
262 SEPT. Z A A K E N V A N 1785,<br />
dezelve antwoord ontvangen , dat de Militie , in dat<br />
Patent vermeld, daar ter plaatze aangenaam zal zyn.<br />
XCVIII. Voorziening by Publicatie tegen attroupeeringen,<br />
infolentie en geweld<br />
in den Haag. In dato 8 September<br />
1785.<br />
T\e Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, heb-<br />
\_Jf ben ter Vergadering voorgedraagen , dat zy met<br />
leedweezen en verontwaardiging vernoomen haaden cle<br />
geweldaadige oploop, en verregaande zaamenrotungen,<br />
die 'er op laatstleeden Zondag den 4 deezer, alhier in<br />
den Haag, by herhaaling hebben plaats gehad;<br />
Dat, offchoon zy niet konden bepaalen , wat daar<br />
van de waare oorzaak mogt geweest zyn, het nogtans<br />
van alle kanten bleek , notoir en zeeker te weezen,<br />
dat niet alleen de veiligheid en rust deezer Plaats, op<br />
eene ftrafbaare wyze gedoord, en 'er by dte geleegenheid<br />
met 'er daad publicq geweld gepleegd is, maar<br />
dat ook het gemelde Oproer een en andermaal herhaald<br />
zynde , verfcheidene uuren agter ecu geduurd heeft,<br />
eer hec zelve volkomen is gecesfeerd.<br />
Dat zy Heeren Gedeputeerden meenden, dat, om<br />
de dangereufe gevolgen, die hier uit- zouden kunnen<br />
nrcflueeren, by tyds voor te komen, en de pubucojue<br />
veiligheid deezer Plaats voor allen en een legelyk te<br />
herftellen en te conferveeren ; en om in het byzonder<br />
de reüdentie van hun Edele Gr. Mog. tegen alle geweld<br />
eu overlast te fecureeren, het van de uitrerlta<br />
noodzaakelykheid zoude zyn, dat hun Edele Groot<br />
Mo
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 2Q3<br />
En dat zy Heeren Gedeputeerden zig mits dien indispenfabel<br />
verpligt gevonden hadden , aan hun Edele<br />
Groot Mog. in conlideratie te geven, of Hoogstdezelve<br />
niet zouden kunnen goedvinden, eene Publicatie te<br />
arresteeren en te emaneeren, waar by alhier in den.<br />
Hage alle attroupeeringen op zwaare pcenaüteit worden<br />
verbooden, en geftatueerd, dat alle infolentien en<br />
geweld , aan wien het ook zyn mooge, in zyn Perfoon,<br />
Huizen, of Goederen alhier gepleegd wordende,<br />
ten ltrengften aan den Lyve en zelfs, naar bevind<br />
van zaaken, met de Galg zullen worden geftrafr;<br />
Voorts Heeren Gecommitteerde Raaden te qualificeeren<br />
en te gelasten , om naauwkeurig onderzoek te<br />
doen , wat de oorzaak mooge geweest zyn , dat het<br />
gemelde Oproer hier ter Piaatze zo lang ongeftoord<br />
heeft kunnen aanhouden, op wat wyze de Justitie<br />
werkzaam is geweest, om de rust te herftellen , en<br />
welke middelen tot confervatie van de veiligheid alhier,<br />
verder zouden kunnen werkftellig gemaakt worden<br />
; en om van dit alles aan hun Edele Groot Mogende<br />
Rapport te doen , ten einde zoodanig nader te<br />
kunnen refolveeren , als bevonden zal worden te behooren,<br />
En eindelyk nog by provifie dezelve Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden, te qualificeeren en te gelasten, om,<br />
hangende de deliberatien van hun Edele Groot Mog.,<br />
van tyd tot tyd alhier door den Hage de nodige Patrouilles<br />
te laaten doen, om alle onbehoorlyke zamenrottingen<br />
te beletten , mitsgaders de overtreeders van<br />
gemelde Publicatie op te ligten, eri onder bewaaring<br />
van Gecommitteerde Raaden te ftellen.<br />
Waar op gedelibereert en de Heeren Gedeputeerden<br />
der Stad Haarlém voor derzelver attentie en iever voor<br />
de hoognoodige herftelling en mainten der rust, bedankt<br />
zynde, is, conform het voorfz. geproponeerde<br />
goedgevonden en verftaan, eene Publicatie te arresteeren<br />
en te emaneeren, waar by alhier in den Hage alle<br />
attroupeeringen op zwaare pcenaliteit worden verboden,<br />
en geftatueert, dat alle infolentien en geweld, aan<br />
wie het ook zyn moge , in zyn Perfoon, Huizen of<br />
Goederen alhier gepleegt wordende ten ftrengften aan<br />
R 4 den
a6* SEPT. Z A A K E N V A N<br />
'den Lyve, en zelfs , naar bevind van zaken met de<br />
Galg zullen worden geftrafr.<br />
En is voorts goedgevonden en verftaan de Heeren<br />
Gecommitteerde Raaden by deeze te qualificeeren en<br />
te gelasten, om naauwkeudg onderzoek te doen , wat<br />
de oorzaak moge geweest zyn, dat het gemelde Oproer<br />
hier ter Plaatze zoo lang ongeftoort heeft kunnen<br />
aanhoud;n j op wat wyze de juflitie werkzaam, is geweest<br />
om de rust te herftellen; en welke middelen tot<br />
confervatie van de veiligheid alhier verder zouden kunnen<br />
werklteilig gemaakt worden ; en om van dit alles<br />
aan hun Edele Groot Mog. Rapport te doen, ten einde<br />
zodanig nader te kuunen refolveeren , als bevonden<br />
zal worden te behooren.<br />
En worden eindelyk nog by provifie de voorfz. Heeren<br />
Gecommitteerde Raaden by deeze geqnalificeert en<br />
gelast, om hangende de deltoeratien van hun Edele<br />
Groot Mog. van tyd tot tyd alhier door den Hage<br />
de nodige Patrouilles te laaten doen , om alle onbehoorlyke<br />
zaamenrottingen te beletten, mitsgaders de<br />
overtreeders van gemelde Publicatie op te ligteti , en<br />
onder bewaring van de Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
te ftellen.<br />
De Heeren van de Ridderfchap en Edelen,<br />
hebben het Point der voorfz. Refolutie,<br />
nopens het laaten doen van Patrouilles, zoo als<br />
die is leggende, aangezien.<br />
Donderdag den 8 September 1785.<br />
Des avonds ten acht uuren.<br />
De Raadpenfionaris heeft leclure gedaan van een<br />
Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden,<br />
gefchreeven in den Haage op heeden, en die aanleiding<br />
tot deeze extraordinaire byeenkomst van hun Edele<br />
Groot Mog. heeft g-geeven, concerneerende het<br />
voorgevallene in het Collegie van dezelve Heeren ter<br />
geleegentheid der geftelde ordres omtrent het uitzenden<br />
van Patrouilles, uit kragte der Refolutie heeden daar<br />
omtrent by hun Edele Groot Mog. genoomen , breeder<br />
in de navolgende Misfive vervat.<br />
EDE-
SEPT» STAAT EN OORLOG. I?8J. t öj<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />
Ingevolge en ter voldoeninge van de Refolutie<br />
door U Edele Groot Mog. op de propofitie<br />
van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlenij<br />
heeden, zonder refumtie, genoomen, hebben<br />
wy aanftonds, na het fcheiden van U Edele<br />
Groot Mog. Vergadering, den Officier, commandeerende<br />
de Hoofdwagt, voor ons ontbooden,<br />
en van denzelven dè fubfifteerende ordres<br />
omtrent het uitzenden der Patrouilles , afgevraagd<br />
, waar omtrent wy van denzelven zyn<br />
ooderrigt geworden, dat alle avonden, en twee<br />
maal des nagts, Patrouilles, op ordre van zyne<br />
Hoogheid, worden uitgezonden , en dat dezelve<br />
by extraordinaire omfiandigheeden, meede<br />
op Hoogstdeszelfs ordres, worden vermeerderd!<br />
Wy hebben, daar op, de gemelde Officier *<br />
conform aan het fpeciaal goedvinden van U Ed.<br />
Groot Mog. gelast, dagelyks tegen hec vallen<br />
van den avond, Patrouilles uit te zenden, en<br />
daar meede van uur tot uur te contiKuee'ren,<br />
tot 's morgens ten zes uu^en, en daar van aan<br />
den Generaal Sindoz kennis re geven, ten einde<br />
des noods , daar toe de Wagc te verdubbelen,<br />
mitsgaders, om, by aldien attroupementen<br />
van menfchen , of molestdoende lieden moeten<br />
worden gevonden, de daar aan fchuldigen in de<br />
Hoofdwagt op te brengen, en ons daar van kennis<br />
te geeven; het welk door denzelven Officier<br />
is aangenomen ; waarmeede wy ons verbeelden<br />
aan ü Edele Groot Mog. intentie te zullen hebben<br />
voldaan.<br />
Dan heeft zyn Hoogheid de Heer Prins Erf.<br />
Itadhouder, kort daar na verzogt, dat ons Collegie,<br />
het welk , na het geven der gemelde ordres<br />
gefcheiden was , wederom mogt vergade.<br />
ren, en, in het zelve gecompareerd zynde heeft<br />
aan ons te kennen gegeeven, dat over het flei.<br />
Jen van die ordres zeer was gefurpreneerd , na.<br />
dien door Hoogstzelve , als Erf-Gouverneur en<br />
R<br />
5 Ca-
s6ö" SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
Capitein-Generaal deezer Provincie , alle de' ordres<br />
voor de Militie, zoo wel als door Hoogstdeszelfs<br />
Ptcedecesfeuren, ook gefchied was, altoos<br />
waren gefteld ga worden, gelyk b?reid was<br />
dadelyk zodanige ordres te geeven als U Edele<br />
Groot Mogende, of wy, in het prefente geval,<br />
mogten nodig oordeelen ; teffens infteerenie,<br />
dat, ingeval wy meenden van ons verrigtte niet<br />
te kunnen afgaan, wy de Vergadering van U<br />
Edele Groot Mogende, nog deezen avond, by<br />
den anderen geliefden te convoceeren, ren ein«<br />
• de Hoogstdeszelfs belang in deeze aan U Edele<br />
Groot Mogende te kunnen voorftellen; aan welk<br />
verzoek wy hebben gemeend te moeten defereeren,<br />
gelyk wy ons verpligt hebben gevonden U<br />
Edele Groot Mogende van het gunt voorfz. by<br />
deeze kennis te moaten geeven.<br />
Waar meede,<br />
Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig<br />
bidden U Edele Gr. Mogende te willen<br />
houden in Zyne heilige protectie. Gefchreeven<br />
in den Hage den 8 September 1785.<br />
(Onder ftond)<br />
v<br />
U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige,<br />
De Gecommitteerde Raaden van de<br />
Staaten van Holland en West-<br />
vriesland.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van dezelven.<br />
(Was get.)<br />
A. j. ROYER.<br />
En heeft zyn Hoogheid, ter Vergadering praefent<br />
zynde, gedaan de navolgende Propofitie.<br />
EDE"
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 267<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN !<br />
De Capitein van de Hoofdwagt my Rapport<br />
gedaan hebbende , dat hem door Heeren<br />
Gecommitteerde Kaaden uit naam van U Edele<br />
Groot Mog. belast was deeze nagt Patrouilles<br />
door alle de Wyken en Straaten te zenden van<br />
de fcheemeravond tot des morgens om zes uuren<br />
, en zoo deszelfs Wagt daar toe niet fufficiant<br />
zoude zyn dezelve te doen verdubbelen,<br />
hebbe ik gemeent te moeten verzoeken, dat hec<br />
Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
wederom geliefde te vergaderen en aan hunne<br />
Edele Mogende voor te moeten, draagen myne<br />
verwondering over deeze nieuwigheid , en dat<br />
het hunne Edele Mog. behaagd hadde diergelyke<br />
orders , in een tyd dat Ik alhier Pracfent<br />
was, direrft en buiten my aan den Capitein van<br />
de Hoofdwagt te geven , daar ik van begrip<br />
was , dat de eer hebbende van Gouverneur en<br />
Capitein Generaal deezer Provincie te zyn , Ik<br />
die geene was door wien de Orders aan het<br />
Guarnizoen behoorden gegeven te worden , en<br />
dat dus hunne Edele Mog. volgens het gewoone<br />
gebruik my hadden behooren kennisfe te geven<br />
van de intentie van ö Edele Gr. Mog. wanneer<br />
Ik niet zoude nalaatig weezen om alle mogelyke<br />
pracautien te doen nemen en alle de no«<br />
dige orders aan het Guarnizoen te geven , ten<br />
einde alle desorders, voor te komen en alle ar><br />
troupementen te beletten ; dat ik my aan het<br />
getuigenis van alle de Leden van het Collegie<br />
gedroeg of ik niet altyd bereid was geweest om<br />
op verzoek van hunne Edele Mog. de nodige<br />
mefures te nemen, tot iluiring van alle moedwil<br />
en desorders > zoo alhier als in andere Plaatzen<br />
binnen deeze Provincie , doch Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden begrypende , dat zy volgens<br />
het voorfchrift van de Refolutie van U fidele<br />
Groot Mog. op heden genomen , verpligc<br />
waren die orders met voorbygaan van den Gouver-
a68 SÏPT. Z A A K E N V A N 1785:<br />
verneur en Capitein Generaal dezer Provincie<br />
direct aan den Capitein van de Hoofdwagt te<br />
geeven , hebbe Ik niet kunnen afzyn hunne Edele<br />
Mog. te verzoeken, de Vergadering van U<br />
Edele Groot Mog. nog heden by elkander te<br />
convoceeren, om my gelegenheid te geeven van<br />
myne bezwaaren aan U Edele Groot Mog. met<br />
alle eerbied voor te draagen , hebbende Ik inmiddels<br />
order gefteld dat de Hoofdwagt verfterkt<br />
is en de Patrouilles uitgezonden zyn , volgens<br />
de intentie van U Ed. Groot Mog.<br />
Ik vinde my verpligt, zoo tot voorkominge<br />
van alle confufie, welke uit het geven van Orders<br />
buiten kennisfe en communicatie van den<br />
Gouverneur en Capitein Generaal dezer Provincie<br />
, Commandeerende het Guarnizoen alhier,<br />
als tot maintien van de Rechten, my in bovengemelde<br />
qualiteiten by U Edele Groot Mog. go<br />
defereert, hoogstdezelve te verzoeken om wanneer<br />
U Edele Groot Mog. eenige voorzieninge<br />
gelieven te doen, waar toe de asfiftentie der Militie<br />
nodig is , my als Gouverneur en Capitein<br />
Generaal dezer Provincie van derzelver intentie<br />
te verwittigen , op dat Ik dan dien conform de<br />
nodige Orders geven kan om dezelve exactelyk<br />
te doen uitvoeren en naarkomen , terwyl U fidele<br />
Groot Mog, my altyd volvaardig zullen<br />
vinden om aan derzelver gemanifesteerde intentie,<br />
volgens myn pligt, in myne qualiteiten te<br />
voldoen , gelyk ik in het byzonder nimmer en<br />
in geen geval gehrcüteert hebbe of in gebreke<br />
gebleeven ben, om ook zoo dikwils als de Justitie<br />
ter bewaaring van de goede Order fpeciaal<br />
gelast en gequalificeert eenige asfiftentie heeft<br />
verzogt of verlangt, dezelve oogenblikkelyk te<br />
verleenen of te doen verleenen.<br />
Ik houde my verzeekert dat de intentie van<br />
TJ Edele Groot Mog. niet kan zyn om my te<br />
deposüdeeren van het Commando der Militie,<br />
my als Gouverneur en Capitein Generaal dezer<br />
Provincie door ü Üdele Groot Mog. gedefereerr,<br />
en
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 2Ö9<br />
en vleije my dus dat hoogstdezelve my daar by<br />
zullen maintineeren en van my requireeren , om<br />
door de Militie , alhier Guarnizoen houdende,<br />
de behulpzaame hand te doen bieden , tot (luiting<br />
van alle moedwil en desorders, wanneer<br />
hoogstdezelve deeze asfiflentie zullen nodig oor«<br />
deelen. 's Hage den 8 September 1785..<br />
(Was get.)<br />
W. PR, V, ORANGE»<br />
Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />
verftaan , by deeze te periifteeren by de Refolutie,<br />
heeden namiddag op het geproponeerde van de Heeren<br />
Gedeputeerden der Stad Haarlem genomen ; als mede<br />
te approbeeren en laudeeren het geen door de Heeren<br />
Gecommitteerde Raaden ter executie van het voorfz.<br />
gerefolveerde is verrigt; en is verder goedgevonden de<br />
voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden fpeciaal te<br />
authorifeeren , om den Commandeerenden Officier van<br />
de Hoofdwagt nog deezen avond voor zig te ontbieden<br />
en ferieus te recommandeeren de ordres, hem dezen<br />
namiddag uit naam van hun Edele Gr. Mog. ge.<br />
geeven, ftiptelyk en met alle accuratesfe na te komen,<br />
zonder aan eenige Ordres dien contrarie, van wien ook<br />
dezelve aan hem zouden mogen worden gegeeven, eenigzints<br />
te obtempereeren ; met verdere volkomene<br />
qualificatie en authorifatie op de voornoemde Heeren<br />
Gecommitteerde Raaden , om ten opzigte van de verdere<br />
voorzieningen, die tot confervatie van de rust alhier<br />
zouden worden gerequireert , zoodanig te disponeeren<br />
als oordeelen zullen te behooren.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />
XCIX.
2 7o SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
XCIX. Request van Burgers en Ingezeetenen^<br />
aan de Edele Groot Achtbaare Heeren<br />
Burgemeesteren en Vroedfchap<br />
der Stad Amfterdam; raakende de<br />
zaak van Amersfoort. In dato 8<br />
September 1785.<br />
Geeven met fchuldigen eerbied te kennen de Ondergetekenden<br />
, alle Burgers en Inwooners dezer<br />
Stad, dat zy met ontroeringe , fchnk, en niet minder<br />
verontwaardiging gezien hebben de geweldige Refolutie,<br />
om Militie van dezen Staat te doen aanrukken tegens<br />
Amersfoort, wier braave Burgery, wel verre van<br />
zich aan eenig Oproer fchuldig te maaken, integendeel<br />
enkel en alleen bezig was, om haare onvervreemdbaare<br />
Rechten, op eene wettige wyze te reclairfeeren, waar<br />
toe zy door hunnen Souverain zelve uitgelokt of op.<br />
geroepen was.<br />
Dat deeze aandoeningen by de Ondergetekenden nog<br />
zeer veel toeneemen, nu zy ontwaar worden , dat een<br />
gedeelte der Troepen fraaii op repartitie dezer Provincie.<br />
Dat het gebruik maaken van Militairen tegens Burgers,<br />
in een tyd als tegenwoordig, waar in de Republiek<br />
zoo zeer verdeeld Is, weinig anders kan befchouwd<br />
worden , dan als eene daad van geweld ; door welke<br />
de eene party boven den anderen tracht te triumfeeren,<br />
en dat de aangevallen party gewettigd word-, om van<br />
die middelen tot tegenftand gebruik te maaken, die de<br />
Voorzienigheid aan elk Schepfel tot zelfsverdediging<br />
gefchonken heeft; 't welk niets dan de fchroomelykfte<br />
gevolgen, niets minder dan een Burger-Oorlog kan ten<br />
gevolge hebben.<br />
Dat de Ondergetekenden boven dien, hun gemoed en<br />
geweeten bezwaard vinden , het hunne op te brengen<br />
en dus mede te contribueeren tot het onderhoud van<br />
Troepen, die gebruikt worden , tot onderdrukking hunner<br />
braave Land- en Bondgenooten , welke zich onleedig<br />
houden, hunne voorvaderlyke Vryheden en Voorrech-
SEPT. STAAT EN OORLOG, 1785. 271<br />
rechten op eene wettige wyze , uit de vergetelheid op<br />
te delven , en van hun , die dezelve onrechtmaatig<br />
mogten bezitten, te xug te vorderen:<br />
Daar de grondwet van dezen Staat, de Unie van<br />
Utrecht, van hun vorderd, ,, een iegelyk Provincie en<br />
3, de particuliere Steden , Ledèn en Ingezetenen van<br />
„ dien , met alle behoorlyke en mogelyke middelen,<br />
ja met Lyf en Goed ^is 't nood) te helpen handhouden<br />
, ftyven en fterken , belchutten en ook be«<br />
„ fchermen, jegens allen en een iegelyk, wie en hoe-<br />
„ danig die zoude mogen weezen, die eenige dadelyke<br />
inbreuke zoude willen doen op hun luider fpeci-<br />
„ aale en particuliere Privilegiën, Vryheden, Exemrien,<br />
„ Rechten, Statuten, loffelyke en wel herbragte Cos-<br />
„ turnen, Ufantien en alle anderen haar luider gerech-<br />
„ tigheden."<br />
Redenen , waarom de Supplianten zich kefren tot<br />
UEd. Groot Achtb. , met zoo veel eerbied als ernst<br />
Verzoekende, zonder tydverlies, zoodanige befluiten te<br />
nemen, om ter Provinciaale Staatsvergadering het daar<br />
heen te helpen, dirigeeren , dat ten alterfpoedigfle de<br />
Troepen , thans m Amersfoort zynde binnen gerukt,<br />
of die derwaarts nog in aantocht mögten zyn , voor<br />
zoo veel zy ter Repartitie ftaan dezer Provincie, worden<br />
te rug geroepen.<br />
Ten tweeden , dat Hun Ed. Groot Mog. gelieven<br />
zoodanige vborzorgen te nemen , waar door word voorgekomen,<br />
dat verder geène Troepen ter hunner Repartitie<br />
of tot dié der Generaliteit ffoande, nog ook geen<br />
Hulptroepen van dezen Staat, gebruikt worden , tegen<br />
eenige Provincie , Steden , Burgeryen of Laden van<br />
dien. En<br />
Ten derden , dat Hoogstdezelve in deeze critique<br />
tydsomftandigheid , zoodanige nadere bepaalingen omtrent<br />
de Patenten gelieven te maaken , waar door dezelve<br />
Troepen , niet dan op uitdrukkelyk bevel van<br />
Hun Ed. Groot Mog, onzen wettigen Souverain , tot<br />
binnenlanrifche Expeditien worden geëmploieert.<br />
Het welk doende.
27a SEPT. Z A A K E N V A N 1785;<br />
1<br />
C. Misfive der Regeering van Wyck by<br />
Duurftede , aan de Staaten van<br />
Utrecht. In dato 12 September<br />
1785.<br />
EDELE MOGENDE HEEREN1<br />
TTet gebeurde omtrent het midden der Maand Aü-<br />
X l gustus , door het inroepen van Militie , op het<br />
verlangen van de Meerderheid der Leden van de Magiftraat<br />
der Stad Amersfoort, onderfteund door eenige<br />
Heeren van het College der Heeren Hunner Ed. Mog,<br />
Gedeputeerden dezer Provintie, niet anders kunnende<br />
befchuuwd worden , dan als ftrydig met de Voorregten,<br />
zoo wel als het belang van alle de In- en Opgezetenen<br />
dezer Provintie, en welke voorfchreve ftap alhier<br />
niet min , als in de andere Steden onzer Provintie,<br />
eene zeer groote verlegenheid onder onze Burgery<br />
heeft veroorzaakt, uit vreeze dat daar zoo veele gerugten<br />
van gegeven Patenten en Orders tot het marcheeren<br />
van Troepen zyn afgevaardigd, dat mogelyk een meerder<br />
aantal Troepen naar onze Provintie , en veelligt<br />
ook naar onze Stad zouden kunnen marcheeren, en<br />
wel in een tydpunft, dat de hooge deliberatien over<br />
de ingeleverde bezwaaren, ter afdoening van dezelven,<br />
ftaan aangevangen te worden,, overzulks wy ons in de<br />
noodzake bevinden, geconfidereerd de confternatie en<br />
de inftantien onzer Burgery, en ter gerustftelling van<br />
dezelve, de vryheid te moeten nemen, van UEd. Mog.<br />
op het vrieiidejykfte by dezen te imploreeren en te verzoeken<br />
, dat bet UEd, Mog. behagen matr, om den<br />
Heer Stadhouder en Kapitein Generaal van UEd. Mog.<br />
Provintie aantefchryven , geene Patenten te geven aan<br />
Militie, die ter repartitie van Hoogstdezelven gebragt<br />
zyn, en betaald worden, om te marcheeren naar deze<br />
Provintie5 om daarin, het zy ten platten Lande, of in<br />
eeni-
SÈPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 273<br />
eenige Stad of,Steden guarnifoen te nemen , of te houden<br />
; ten einde daardoor geprseveniëerd worde , dat<br />
geene Troepen naar het Territoir of naar de grenzen<br />
van onze Provintie, veelmin naar onze Stad of derzelver<br />
Vryheid marcheereü; als mede, dat het UEd. Mog.<br />
gelieven zal , met ons en de verdere Bondgenooten te<br />
ccöpereeren , dat over 's Lsnds K'Vgsvolk niet Willekeurig<br />
worde gedisponeerd, en hetzelve althans nimmer<br />
worde gebruikt tot intimideering, en gevolgelyk tot<br />
fmooring van de redelyke Volksftem der goede Burgeren,<br />
In- en Opgezetenen dezer Republiek.<br />
Wy mogen niet nalaaten, UEd. Mog. te doen remarqueren,<br />
dat wy even als de drie andere Steden ten<br />
eenemale ignorant zyn geweest van de Convocatie van<br />
het Collegie der Heeren ordinaris Gedeputeerden , op<br />
Zaturdag den 13 Augustus laatstleden des avonds laar,<br />
en van het geene daar voorgevallen en bedoren is geworden,<br />
en dat wy derhalven insgelyks geen deel he')»<br />
ben in het verzoek van Patenten aan Zyn Doorl. Hoogheid<br />
deu Heere S f<br />
adhotider, om eenige Militie naar<br />
Amersfoort te zendeD, gedaan, —- integendeel hebben<br />
wy, zoo ras wy daar van kennisfe bekomen hebben,<br />
den ftap van die Heeren , welke de Vergadering der<br />
Heeren ordinaris Gedeputeerden op dien avond gecom.<br />
pofeerd hebben, ten fterkften gedesavoueerd, en daar<br />
van aan gemelte Haar Ed. Mog. by Misfive aanfchryvinge<br />
gedaan; terwyl wy van begrip zyn , dat thans,<br />
en hangende de deliberatien over de ingeleverde bezwaren<br />
, geen Krygsvolk naar onze Proviniie , veel min<br />
naar onze Stad of Vryheid , en de verdere Steden behoord<br />
verzonden te worden, en dus, dat de tegenswoordige<br />
tydsomfiandigheden alhier het innemen van<br />
Militie niet kunnen aanraden.<br />
Gelyk wy ook voor UEd. Mog. niet kunnen verbergen,<br />
dat wy uit hoofden van dezelve, om fuhfiflerende<br />
disfentie ter Staaten Vergadering, vermits de abfentie<br />
van onze Gecommitteerden, ook in geene deelen<br />
ons confent gedraagen hebben in her arresteeren der<br />
Misfivens, welke aan UEd. Mog., in naam der Heeren<br />
Staaten onzer Provincie gedepecheerd , en by U<br />
XXIX. MEI.. S Ed.
274 SBPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
Ed. Mog. mogten ontfangen zyn , in zoo verre, dat<br />
men ons daar van tot hiertoe geene kennisfe heeft gegeven<br />
, vertrouwende derhalven , dat UE I. Mog. den<br />
voorflag dier Misfivens , met het geene verder by dezeiven<br />
mogte zyn geavanceerd , al mede aan ons niet<br />
zullen toekomen, maar integendeel eene favorabele reflectie<br />
liaan, op het geen wy by dezen de eer hebben<br />
UEd, Mog. op het ernftige en vriendelykfte te verzoeken.<br />
,<br />
En hier mede dezen befluitende, bevelen wy UB.a.<br />
Mog. in de befcherming des Allerhooglten, en blyven<br />
EDELE MOGENDE HEEREN !<br />
Wyck by Duurftede<br />
den ia September<br />
1785.<br />
UEd. Mog. zeer goede Vrienden,<br />
Burgemeesteren en Raden in de Vroedfchap<br />
der Stad Wyck by Duurftede.<br />
Ter ordonnantie van dezelven.<br />
L* VAN SCHAIK.<br />
CII.
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 275<br />
Cf, Misfive van Burgemeefteren der Stad<br />
Wyk by Duurftede , aan hun Ed.<br />
Gr. Mogende, tot favorahle reflexie<br />
op het daar by gedaan verzoek ,<br />
raakende de Militie en het voorgevallene<br />
te Amersfoort. In dato ia<br />
September 1785.<br />
ntfangen een Misfive van Burgemeelteren en Re<br />
O geerders der Stad Wyk by Duurftede, gefchreeven<br />
aldaar den ia dezer , over het gebeurde door het<br />
inroepen van Militie, op het verlangen van-de meerderheid<br />
dsr Magiftraat van Amersfoort, en tendeerende<br />
tot favorable reflectie op het daar by verzogte ,<br />
breder in de volgende Misfive vervat.<br />
Fiat infertig.<br />
Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />
verftaan, dat dï voorfz. Misfive zal worden geëxamineert<br />
door de Heeren van de Ridderfchep en verdere<br />
hun Ed. Gr. Mog. Geeoromitteet ten tot het gróót BJfogne,<br />
en de Vergadering daar op gediend van ierzelver<br />
confideratien en advis ; eu is, dien onvermtnctert,<br />
Copie van de voorfchreeve Misfive verzogt door de<br />
Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in<br />
de order nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden<br />
der Steden Haarlem , Deifr , Amfterdam ,<br />
Rotteriam, Gorinchem, Schiedam, Brielle, Hwra,<br />
Enkhuyfen, Edam', Monnikendam en Medemblik, om<br />
daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne<br />
Principaalen.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />
S 3 EDELE
276 £EPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />
TTet gebeurde omtrent het midden der maand<br />
X l Augustus; door het inroepen van Militie,<br />
op het verlangen van de meerderheid der Leden<br />
van de Magiftraat der Stad Amersfoort, onder<br />
fteund door eenige Heeren van het Collegie der<br />
Iteeren hunner Edele Mog. Gedeputeerden dezer<br />
Provincie, niet anders kunnende befchouwd<br />
worden, dan als ftrydig met de voorregten, zoo<br />
wel als het belang van alle de In- en Opgeze.<br />
tenen dezer Provincie, en welke voorfz, ftap alhier<br />
niet min als in de andere Steden onzer Provincie<br />
eene zeer groote verleegenhetd onder onze<br />
Burgery heeft veroorzaakt , uit vreeze dat,<br />
daar zoo veele gerugten van gegeeven Patenten<br />
en ordres tot het Marcheeren van Troupes zyn<br />
afgevaardigt, dat mogelyk een meerder aantal<br />
Troupen naar onze Provincie en veel ligt ook<br />
naar onze Stad zoude kunnen Marcheeren , en<br />
wel in een tydpunt, dat de hooge deliberatien<br />
over de ingeleverde bezwaaren, ter afdoening<br />
van dezelve , ftaaa aangevangen te worden ;<br />
overzulks wy ons in de noodzake bevinden ,<br />
geconfidereert de confternatie en de inftaBtien<br />
onzer Burgery , en ter gerustflelling van dezelve,<br />
de vryheid te moeten nemen van U Eiele<br />
Gr. Mog. op het vriendelykfte by deeze te imploreeren<br />
en te verzoeken , dat het U Ed. Gr.<br />
Mog. behagen mag om den Heer Stadhouder en<br />
Capitein Generaal van U Edele Gr. Mog. Pro»<br />
vincie aan te fchryven , geene Patenten te geeven<br />
aan Militie , die ter repartitie van hoogstdezelve<br />
gebragt zyn en betaald worden, om te<br />
Marcheeren naar deeze Provincie, om daar in,<br />
het zy ten Platten Lande, of in eenige Stad of<br />
Steden Guarnizoen te nemen of te houden, ten<br />
einde daar door geprzevenieerd worde , dat 'geene<br />
Troupes meer naar het Territoir of naar de<br />
Grenzen van onze Provincie, veel min na onze<br />
Stad of derzelver vryheid Marcheeren, als mede<br />
dat
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 27?<br />
dat het U Edele Gr. Mog. gelieven zal , met<br />
ons en de verdere Bondgenooten te ccöpereeren<br />
, dat over 's Lands Krygsvolk niet willekeurig<br />
worde gedisponeerd, en het zelve althans<br />
nimmer worde gebruikt tot intimideering en gevolglyk<br />
tot fmooring van de redelyke VolkPtem<br />
der goede Burgeren , In- en Opgezetenen dezer<br />
Republiek.<br />
« Wy mogen niet nalaaten U Edele Gr. Mog.<br />
te doen remarqueeren, dat wy, even als de drie<br />
andere Steden ten eenemaale ignordnt zyn geweest<br />
van de convocatie van het Collegie der<br />
Heeren ordinaris Gedeputeerden , op Ziturdag<br />
den 13 Augustus laatstleeden des avonds laat,<br />
en van het geene daar voorgevallen en bellooten<br />
is geworden , en dat wy derhalven insgelyks<br />
geen deel hebben in het verzoek van Patenten<br />
, aan zyne Doorlugtigfte Hoogheid den<br />
Heere Stadhouder, om eenige Militie nacr Amersfoort<br />
te zenden , gedaan ; integendeel hebben<br />
wy, zoo ras wy daar van kennisfe bekoomen<br />
hebben , de ftap van die Heeren , welke<br />
de Vergadering der Heeren ordinaris Gedeputeerden<br />
op . dien avond gecompofeerd hebben,<br />
ten fterkften gedisavoueerd, en daar van aan gemelde<br />
hun Edele Mog. by Misfive aanfehryvin.<br />
ge gedaan , terwyl wy van begrip zyn , dat<br />
thans , en hangende de deliberatien over de ingeleeverde<br />
bezwaaren, geen Krygsvolk naar onze<br />
Provincie , veel min na onze Stad of Vryheid<br />
en de verdere Steden behoord verzonden<br />
te worden, en dus dat de tegenwoordige tydsomftandigheden<br />
alhier het inneemen van Militie<br />
niet kunnen aanraaden.<br />
Gelyk wy ook voor U Edele Groot Mog.<br />
niet kunnen verbergen , dat wy uit hoofde van<br />
de met ons fubfifteerende disfentie , vermits de<br />
abfentie van onzen Gecommitteerden ter Staaten<br />
Vergadering, in geenen deeien ons confent gedraagen<br />
hebben in het arrefteeren der Misfives,<br />
S 3 wel-
&78 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
welke aan U Edele Gr. Mog. in naam der Heeren<br />
Staaten onzer Provincie gedepecheerd en by<br />
U Edele Gr. Mog. mogten ontfangen zyn , in<br />
zoo verre dat men ons daar van tot hier toe<br />
geene kennisfe heeft gegeeven , vertrouwende<br />
derhalven dat U Edele Gr. Mog. de voorüag<br />
dier Misfives, met het geene verder by dezelve<br />
mogte zyn geavanceerd, al mede aan ons niet<br />
zullen toekennen, maar integendeel eene favorabele<br />
reflectie flaan op het geene wy by deezen<br />
de eer hebben U Edele Gr. Mog. op het ernftigfte<br />
en vriendelykfte te verzoeken.<br />
En hier mede deeze befluitende, beveelen wy<br />
ü Edele Groot Mog. in de befcherming des Allerhooglten,<br />
en blyven ,<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN!<br />
(Onder ftond)<br />
Uwer Edele Gr. Mog. goede<br />
Vrienden,<br />
Burgemeefteren en Regeer,<br />
ders def Stad Wyk by<br />
Duurfteede.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter ordonnantie van<br />
dezelve.<br />
Wyk by Duurftede (Was get.)<br />
den 12 September<br />
1785. L, VAN SCHAIK.<br />
CIII.
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 279<br />
CII. Misfive van Gecommitteerde Raaden<br />
over de praSlycq omtrent het werk<br />
der Patenten, en nopens het afleggen<br />
der Eeden door de Officieren<br />
op Hollandfche repartitie en in deeze<br />
Provincie in Guarnifoen komende.<br />
In dato 13 September 17Ü5.<br />
f~Vntfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden, gefchreeven in den Hage den 13<br />
deezer, waar by, tot voldoening aan hun Edele Groot<br />
Mog. Refolutien van den 11 Auguetus 1784 , den I<br />
en 8 deezer, aan Hoogstdezelve laaten toekomen een<br />
Memorie , inhoudende het geen ten aanzien van de<br />
praclycq omtrent het werk der Patenten tot hier toe<br />
binnen deeze Provincie heeft plaats gehad; en voorts<br />
tot informatie, volgens de eerstgemelde Refniutie, nopens<br />
het afleggen van de Eeden door de Officieren op<br />
deeze Provincie gerepartieert, en in dezelve in Guarnifoen<br />
komende, breeder hier na geinfereert.<br />
Fiat infertio.<br />
Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en<br />
verftaan, dat de voorfz. Misfive en bygevoegde Memorie<br />
zullen worden geëxamineert door de Heeren van<br />
de Ridderfchap , en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerde<br />
Raaden , en de Vergadering daar op gedient<br />
van derzelver confideratien en advis.<br />
Accordeert met de voorfz, Refolutien..<br />
S 4 EDE-
a8o SEPT. Z A A K E N " V A N<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN !<br />
Ter voldoening aan U Edele Gr. Mog. Re»<br />
folutien van den 11 Augustus 1784, den<br />
l en 8 ceezer, waar by U Edele Gr. Mog.<br />
ons Berigt hebben gelieven te requireeren nopens<br />
de practycq die omtrent het werk der Pa»<br />
tenten in deeze Provincie plaats heeft, als meede<br />
nopens het afleggen van de Eeden door de<br />
Officieren op deeze Provincie gerepartitieert, en<br />
in dezelve in Guarnifoen komende, hebben wy<br />
de eere U Edele Gr. Mog. by deezen te laaten<br />
toekomen een Memorie , inhoudende het geene<br />
ten aanzien van de voorfz. practycq tot hier toe<br />
binnen deeze Provincie heeft plaats gehad.<br />
Voorts moeten wy, met opzigt tot het afleggen<br />
der Eeden, in de voorfz. O Edele Gr. Mog.<br />
Refolutien vermeld, de eere he'bben U Ed. Gr.<br />
Mog. te informeeren , dat door alle de Officieren<br />
, komende ter repartitie van deeze Provincie,<br />
word afgelegt, boven en behalven den Eed<br />
van zuivering, in gevolge U Ed. Gr. Mog. Refolutie<br />
van ded 26 Maart 1675 , den Eed van<br />
getrouwheid , volgens het Formulier by U Ed.<br />
Gr. Mog. Refolutie van den 25 Augustus 1747<br />
gearresteert, dog dat by ons, aangaande het<br />
prsesteeren van den Eed door Troupes binnen<br />
dezelve Provincie komende, geené Retroadta zyn<br />
gevonden , het welk wy daar aan meenen te<br />
mogen toefchryven, dat zedert zeer lange tyden<br />
geene Militie , als die geene; welke ter repartitie<br />
van deeze Provincie was (taande, alhier in<br />
den Hage in Garnizoen is gekomen , en dat de<br />
gewoone Eeden van getrouwheid door de binnen<br />
gekomen Troupes ter repartitie van andere<br />
Provinciën ftaande, zyn afgelegd by de Regeeringen<br />
van die Steden deezer Provincie, alwaar<br />
dezelve in Garnizoen zyn gelegd geworden.<br />
Waar meede verhoopende aan U Ed. Groot<br />
Mog, intentie te zullen hebben voldaan.<br />
Ede.
s#T. STAAT EN OORLOG. Ï-8J. 281<br />
Edele Groot Meg. Heeren . zullen wy God<br />
Almagtig bidden U Edele Groot Mog. te willen<br />
houden in zyn heilige protexie. Gefchreeven<br />
in den Hage den 13 September 1785.<br />
(Onder ftond)<br />
U Edele Groot Mog. Dienstwillige<br />
,<br />
De Gecommitteerde Raaden van<br />
de Staaten van Holland en<br />
Westvriesland.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van dezelve.<br />
(Was get.)<br />
A» J. KOTER.<br />
S 5 Mu
282 SEPT. Z A A K E N V A N ifl s.<br />
Memorie concerneerende het werk<br />
der Patenten in Holland.<br />
Ter Secretarie van Holland worden<br />
drir Patentboeken gevonden, waar<br />
van het eerfte tot Opfcbrift heeft , Patenten<br />
voor het Krygsvolk, zoo t& Water<br />
als te Lande, anno 1651. Het tweede,<br />
Patenten voor het Krygsvolk, beginnende<br />
met den jaare \666. En het derde, Pa~<br />
tenten beginnende met den jaare 1702.<br />
In alle deeze Boeken zyn geregistreerd<br />
of aangeteekend de Patenten en Contra-<br />
Patenten door de Staaten en Gecommitteerde<br />
Raaden verleend , tor verlegging<br />
en doortogt van Militie op het Territoir<br />
deezer Provincie , en is het eerfte Patent<br />
in het eerstgemelde Boek gevonden<br />
wordende, in dato 4 Oftober 1651 , en<br />
het laatfte in dit zelve Boek geregisrreerd<br />
van den ao, January 1665. "<br />
Het eerite Patent waar van Aanteekening<br />
in het tweede der gemelde Boeken<br />
word gevonden is van den 1 January<br />
166Ó , en het laatfte van den 3 Mey<br />
1670.<br />
H;t derde der gemelde Boeken begint<br />
met de Aanteekening van een Patent in<br />
dato 24 April 1702, en contineerd voorts<br />
gelyke Aanteekeningen en Pacenten van<br />
de Staaten en Gecommitteerde Raaden,<br />
van verfcheide datums tot 8 Mey 1747<br />
inc'ufive , na welken dag geene Aanteekeningen<br />
of Registratien van Patenten in<br />
het zelve gevonden worden, tot op den<br />
19 Mey 1751 , wanneer daar in is geregistreerd<br />
een Patent door de Gecommitteerde<br />
Raaden' gegeeven , zyn Hoogheid<br />
den Were Prince van Qrange en Nas/au ,<br />
Erfftadhouder, 'Jouverneeur en Capitein*<br />
Generaal der Pereenigde Nederlanden ab'<br />
fent
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 283<br />
fent en buiten deeze Provincie zynde, en<br />
waar by asfiftentie uit het Garnjfoen van<br />
Geertruydenberg aan Bewindhebberen van<br />
de Oostindifehe Compagnie, by zeeker<br />
Schip aan het Sreyenfe Sas word bezorgt,<br />
in gevolge hun Ed. Mog. Refolutie<br />
van den 19 Mey 1751.<br />
En vind men in het gemelde Boek nog<br />
fab dato 26 Juny 1756 geregistreerd een<br />
Patent van Gecommitteerde Raaden, haare<br />
Koninglyke Koogheid de Vrouwe Gouvernante<br />
abfent en buiten deeze Provincie<br />
zynde, waar by eenige Militie uit den<br />
Brielle , tot asfiftentie van de Admiraliteit<br />
op de Maaze, is geordonneerr, tot<br />
beteugeling van onwillig Scheepsvolk, in<br />
gevolgen en ut kragre van hun Edele<br />
Mogende Refolutie van den 26 Juny 1756;<br />
Voorts zyn in het meergemelds Boek aangeteekeni<br />
alle Patenten ten tyde van de<br />
minderjaarigheid van zyn Hoogheid, conform<br />
de daar toe vastgeltelde ordres , verleend,<br />
beginnende met 5 Mey 1759, en<br />
eindigende met den 19 Augustus 1765.<br />
Alles zonder dat in de voorfz. drie<br />
Boeken tot op den 4 Juny 17Ö8 eenige<br />
de minfte Aanteekening van de vertooning<br />
der Patenten is gefchied,<br />
Doch word daar in onder den gemelden<br />
datum voor het eerst aangeteekend<br />
gevonden.<br />
Op het Patent van zyne Hoogheid voorde<br />
Gardes du Corps, om te marcheeren<br />
naar het Loo, in dato 'i Gravenhage 22<br />
Mey 3768, is door de Secretaris Royer ,<br />
in navolging van het daar op genoteerde<br />
in andere Provinciën, gefield het navolgende<br />
: Vertoond in het Collegie van de<br />
Heeren Gecommitteerde Raaden van de<br />
Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van<br />
Hol-
234 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
Holland en Westvriesland den 4 Juny<br />
1768. (Geteekeni) A. J Royer.<br />
Wyders worden in het zelve Boek ,<br />
onder verfcheide datums, gevonden de<br />
Annotatien der Vertooningen van Patenten<br />
door zyne Hoogheid, binnen en buiten<br />
deeze Provincie zynde verleend, welke<br />
Verrooningen zomryds aan het Collegie,<br />
doch voor het groot fte gedeelte aan<br />
het eerfte prtefent zynde Lid van het zelve<br />
zyn gedaan, in welke-laatfte gevallen,<br />
op de vertoonde Patenten , in navolging<br />
van het geene op dezelven in andere Provinciën<br />
was genoteerd , is gefteld geworden<br />
, vertoond aan my als prafent zynde<br />
Lid van het Collegie der Heeren Gecomtnitteerde<br />
Raaden , met byvoeging van<br />
den datum en de haam van den Heer aan<br />
welke de vertooning is gefchied; en worden<br />
'er meede in geregistreerd gevonden<br />
drie Patenten , in datis 3 en 53 September<br />
1777, door de Gecommitteerde Raaden<br />
, by abfentie van zyne Hoogheid,<br />
verleend', van gelyke extenfie als de hier<br />
voor gemelde, ten tyde van zyne Hoogheid<br />
, glor. ged., en haare Koninglyke<br />
Hoogheid de Vrouwe Gouvernante geëxpedieerd.<br />
Voorts gaan deeze Aanteekeningen der<br />
Vertooningen van de Patenten, door zyn<br />
Hoogheid verleend aan de Troupes welke,<br />
zo geduurehde de geëindigde Oorlog<br />
tégen Engeland, tot de defenfie van deeze<br />
Provincie als anderzints zyn geëmployeerd<br />
geworden , zedert den voorfzo<br />
S2 Mey 1768, tet den 10 dezer loopende<br />
maand incluis.<br />
CM.
SEPT. STAAT EN OORLOG. J785. a8y<br />
CI'I. Misfive van Schepenen , Raaden en<br />
Gezworens van 's Hertogenbosch,<br />
aan de Heeren Staaten van Hel'<br />
land en Westfriesland. In dato 14<br />
September 1785.<br />
EDELE GRQOT MOGENDE HEEREN!<br />
Wy hebben, in navolging van onze Voorzaaten in<br />
de voorgaande Eeuw, ons Eed- en Ambtshalven<br />
verpligt gevonden by eene ampele Misfive aan Hun<br />
Hoog Mog., waar van wy de vryheid gebruiken een<br />
Affchrif'r, hier nevens aan UEd. G'Oot Mog. te laaten<br />
toekomen , te klageu over de desobfervantie van die<br />
Privilegiën, welke mede brengen, „ dat in den Raade<br />
„ van Braband, of tot Adminifiratie der Jufiicie, gee-<br />
„ ne'" Raadsheeren, of andere Beambten mogen worden<br />
aangefteld , dan die niet alleen in de Provincie van<br />
Braband gebooren , maar die ook aldaar woonagtig<br />
„ en gegoed zyn, mitsgaders, dat de Hoogfcbouten,<br />
,, Quartiêrfchappen en andere Officiers in Braband ,<br />
„ mede aldaar moeten zyn gebooren, en derzelver Officien<br />
van Juftitie niet mogen bedienen in Pagt,<br />
Pandfchap of Beleeninge , op pcene van nulliteit,<br />
,, maar dat zy integendeel dezelve in perfoon moeten<br />
„ waarnemen, met gansch ootmoedig verzoek aan Hun<br />
„ Hoog Mog. om daar omtrent eenmaal redres voor<br />
,, het toekomende te mogen erlangen."<br />
Hun Hoog Mog. hebben wel, by het erigeeren van<br />
den Raad van Braband, in 's Hage op den 26 Septem»<br />
ber IJQI, mitsgaders op de klagte van denzelven Raade<br />
van Braband, by Refolutie van den 20 Miy IÉ05,<br />
Copielyk hier nevens gevoegd, en de Capirularie deezer<br />
Stad van den 14 September 1629 , die Privilegiën<br />
en blyde inkomften der Hertogen van Braband op het<br />
plegtigst erkend, en de Obfervance daar van op de aui-<br />
de-
*86 SEPT» Z A A K E N V A N ï?8j;<br />
delykfte en kragtigfte wyze toegezegd, ja zelf, by nadere<br />
Refolutie van den f5 July 16Ö9, op ue remonftrantie<br />
van de Regeerders en andere Ingezetenen der Steden<br />
en Quartieren van Staa
SEFT. STAAT EN OORLOG. 1785. 287<br />
de Herkomen en Privilegiën , aandringen , maar veel<br />
eer, zoo niet alleen , om die Conftitutie nader gecon.<br />
firmeert te zien.<br />
Het kan immers UEd. Groot Mog. niet geheel onbekend<br />
zyn , dat daar van omtrent deeze en anlere<br />
Steden van Staats-Braband in veele opzichten is afgegaan<br />
, en hoedanig in het byzonder deeze S:ad , van<br />
tyd tot tyd, in haare Rechten is verkort en daar tegen<br />
Doleantien zonder vrugc heeft moeten doen, gelyk dezelve<br />
nog fteeds onder een aantal van Bezwaaren gaat<br />
gebukt.<br />
UEd. Groot Mog. zullen daarom des te eer konnen<br />
apprehe'ndeeren het treffende hier van voor deeze Stad<br />
en andere Steden van Staats-Braband, die, door de<br />
O'iderteekening der Pacificatie van Gent , daar van<br />
mee alle de Nederlandfche Provinciën , en dus met U<br />
Ed. Groot Mog-, voorheen Medeleden zyn geweesr,<br />
gelyk ook , door het aannemen en publiceeren van de<br />
Ucrechtfche Unie > daar aan hebben deel gehad en hier<br />
om naar recht en reden niet de Geconquesteerdens<br />
konnen worden genaamt , maar , volgens de publieke<br />
Schriften van Hun Hoog Mog. als Geasfocieerdens zyn<br />
gerekend , zoo als aan de verlosfingen en reftauratien<br />
der afgerukte Steden even daarom by Caphulatien als<br />
ander ins den naam Van ReduBitn zyn gegeven.<br />
Maar hoe men ons ook mag befchouwen, dit is alrtians<br />
zeker, dat wy by Verdrag of Accoord onder de<br />
gehoorzaamheid van Hun Hoog Mog., als Reprefentanten<br />
van de gezamenlyke Bondgenooten , zyu gereduceert;<br />
en dat wy dus, het zy in alle eerbied gezegd<br />
, met alle recht en reden ons op dat Verdrag of<br />
die Capitulatie mogen beroepen. Onverfchillig toch<br />
mogen wy op dit point niet zyn , of wy volgens of<br />
tegens die Capitulatie worden behandeld , en om het<br />
in eens te zeggen , niets verzoeken , niets verlangen<br />
wy meer of anders , dan eenmaal herfteld te woraen<br />
in die Rechten en Privilegiën , die ons by de meergemelde<br />
Capitulatie zoo plechtig zyn beloofd en toege*<br />
ftaan.<br />
Het word dan hoog tyd, Ed. Groot Mog. Heeren!<br />
dat
288 SEPT* Z A A K E N V A N 1785.<br />
dat eens eenmaal aan die herllellingen met ernst Werde<br />
gedagt en gewerkt. Het zy echter verre van ons, dat<br />
L TJEd. Groot Mog. met een aantal van herftelltngen<br />
teffens, in den tegenwoordigen tyd, zouden obrueeren<br />
en lastig vallen. Wy zullen daarom, onder het welnemen<br />
van UEd. Groot Mog., dit van tyd tot tyd<br />
trachten te doen, en al zagtkens voortgaan , zoo lang<br />
ons de moed en gelegenheden niet worden benomen.,<br />
Wv vergenoegen ons dan voor het tegenwoordige,<br />
met het nu gedaan Adres en Verzoek aan Hun Hoog<br />
Mos het geen wy hebben laaten voorafgaan, als een<br />
zaak,'waar in niet alleen deeze Stad, maar ook de andere<br />
Steden van Staats-Braband een allergrootst aanbe-<br />
lan<br />
En h<br />
wv e<br />
mogen derhalven met allen grond ftaat maa.<br />
ken selvk wy ook by deezen gantsch ootmoedig verzoeken<br />
dat UEd. Groot Mog. naar derzelver gewoond<br />
equïteit en cordaatheid, ons het effö der wel verlueesen<br />
Privilegiën in eene ruimere maate zullen doen<br />
Bemeten, gelyk wy onlangs op UEd. Groot Mog.edelmoedige<br />
intercesfie, in een zaak van minder belang,<br />
provifioneel hebben mogen ondervinden , en daar toe<br />
UEd. Groot Mog. Heeren Gedeputeerden ter Vergadering<br />
van Hun Hoog Mog. authorifeeren , om met<br />
alleen voor ons verzoek, by opgemelde Misfive aan<br />
Hun Hoog Mog. gedaan , te advifeeren; maar ook by<br />
voorkomende gevallen dien conform te handelen. .<br />
Waar mede enz.<br />
CIV,
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 289<br />
CIV. Volkomene goedkeuring van de gefielde<br />
ordres by Gecommitteerde Raaden<br />
, omtrent de Attachés op dé<br />
Patenten, door hun Ed. Gr. Mogi<br />
verleend, in dato \\September 178J.<br />
ntfangen een Misfive van de Heeren Gecommit<br />
O teerde Raaden, gefchreeven in den Hage den 13<br />
deezer, daar beneevens aan hun Edele G oot Mog.<br />
toezendende de Refolutie by hun ten zeiven dage ge»<br />
nomen, aangaande den inhoud van een Billet door zyn<br />
Hoogheid den zeiven morgeit aan den Raadpenllmarijt<br />
gezonden, en in hun Collegie gecommuniceert, vervat<br />
in de gemelde Refolutie met de Mishve hier na geinfêteert,<br />
Fiat infertio.<br />
Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden ëri<br />
verltaan, de ordres by de Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
omtrent de Attachés op Patenten gelteld, by dee»<br />
ze volkomen te approbeeren.<br />
XXIX. DEEL,<br />
Accordeert mét de voorfz;<br />
Refolutien.
*oo SBPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN,<br />
Wy hebben de eere hier meede ter kennisfe<br />
van ü Ed. Groot Mog. te brengen<br />
ons gerefolveerde van heeden , aangaande den<br />
inhoud van een B'Uet door zyn Hoogheid den<br />
Heere Prince Erf-Stadhouder den zeiven morgen<br />
aan den Heer RiadpenGonaris toegezonden,<br />
en door den zeiven in ons Collegie gecommuniceerd,<br />
breeder vermeld in onze Refolutie die<br />
wy de eere hebben hier nevens aan U Edele<br />
Groot Mog. te doen toekomen.<br />
Daar meede,<br />
Edele Groot Mog. Heeren, zullen wy God AU<br />
magtig bidden 6* Edele Groot Mog. te wilku<br />
houden in zyn heilige protexie. Gefchreeven in<br />
• den Hage den 13 September 1785»<br />
(Onder ftond)<br />
U Edele Groot Mog. Dienstwillige<br />
,<br />
De Gecommitteerde Raaden van<br />
de Staaten van Holland en<br />
West vriesland.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van<br />
dezelve.<br />
(Was get.)<br />
A, j. ROÏER.<br />
Ex-
43EPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 29I<br />
Extraèl uit het Register der Re-<br />
Jolutien *van de Edele Mog.<br />
Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland, genoomen<br />
op<br />
Den 13 September 1785.<br />
De Heer Raadpenfionaris heeft aan<br />
hun Ed. Mog. gecommuniceert, dac<br />
heeden morgen, even voor dat ftond uit<br />
te gaan , een Billet had ontfangen van<br />
zyn Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder,<br />
hot.'^nde, dat Hoogstdezelve,<br />
vermits de tydmgen van den aanmarsch<br />
der Oofterryklche Troupes zich van allé<br />
kanten confirmeerden , van intentie was<br />
van hier te doen marcheeren het Esquadron<br />
Gardes du Corps en het Regiment<br />
Gardes Dragonders , agterlaatende die<br />
Manfchappen en Paarden , die niet iri<br />
ftaat waren om in Campagne te gaan^<br />
met de nodige Officieren en Onderofficieren<br />
, om dezelve te commandeeren , op<br />
dat de voet van die Corpfen hier mogt<br />
blyven , en dat naderhand daar uit konden<br />
worden gellippleerc de Manfchappen<br />
die zouden kunnen vermist of gefneuveld<br />
Worden; dat Huogstgemelde zyne Hoogheid<br />
zulks niet had willen doen zonder<br />
hem Heer Raadpenfionaris daar van te<br />
prasvenieeren ; dat zoo de tydingcn zich<br />
naderhand ongegrond bevonden, de bei.<br />
de Regimenten wederom naar herwaards<br />
konden vertrekken ; dat zyne Hoogheid<br />
provilioneel geen Infanterie van hier wilde<br />
trekken , om den Haag niet te veel<br />
te dègaineeren van Troupes, doch gaarne<br />
zoude verneemen , of het Battaillon<br />
van Onderwater niet uit Rotterdam zou-<br />
T a di
2*2 SEPT. Z A A K E N V A N i 73j.<br />
de kunnen trekken , blyvende aldaar het<br />
Deracberoent van het Regiment Gardes<br />
te Paard ; alles met by voeging, dat hy<br />
Heer Raadpenfionaris hier op aan hoogstgedagte<br />
zyne Hoogheid had geantwoord ,<br />
dat op het ernftiafte verzogt , dat voor<br />
alsnog geene ordres mogten worden gegeven,<br />
om eenige Militie uit den Haag<br />
te doen trekken.<br />
En heeft de Heer de Roo van Westmaas<br />
, hun Ed. Mog. Meedebroeder in<br />
Raade , aan bun Ed. Mog. voorgefteld ,<br />
of hun Ed. Mog. niet zouden kunnen<br />
goedvinden vast te ftellen , dat voortaan<br />
geene Attachés op Patenten nopens de<br />
Militie elders als in den Hage in Guarnizoen<br />
leggende, door een der Leden<br />
van het Collegie geteekend, nog door<br />
den Secretaris geëxpedieert zullen mogen<br />
worden , dan na voorafgaande deliberatie<br />
en confent van ten minften vyf Leden,<br />
en voor zoo veel het Garnizoen alhier<br />
betreft , niet anders dan met vootkennis<br />
en aggreatie van hun Edele Groot Mog.,<br />
mitsgaders daar van aan Hoogstdezelven<br />
op morgen by Misfive kennis te geeven.<br />
Wa3r op gedelibereert, en de conlideratien<br />
van den Heere Raadpenfionaris<br />
vernoomen zynde, is, conform deszelfs<br />
advis, overeenkomftig het voorfz. geproponeerde,<br />
goedgevonden en verftaan, dat<br />
voortaan geene Attachés op Patenten nopens<br />
Militie elders als in den Hage Guarnizoen<br />
houdende, door een der Leden<br />
van het Collegie zullen geteekend, nog<br />
door den Secretaris geëspedieert mogen<br />
worden, dan na voorafgaande deliberatie<br />
en confent van ten minften vyf L^den ,<br />
en voor zoo veel het Guarnizoen alhier<br />
betreft , niet anders dan met voorkennis<br />
en aggreatie van hun Edele Groot Mog.;<br />
en
SEPT. S T A A T E N OORLOG. 1785. 293<br />
en dat hier van op morgen aan Hoogsrdezelve<br />
by Misfive kennis zal worden gegeevem<br />
(Onder ftond)<br />
Accordeert met voorf/. Register.<br />
(Was get.)<br />
CV. Te"! volh geapprobeert en gelaudeert,<br />
door hun Ed. Gr. Mog. de cnnduites<br />
van Gecommitteerde Raaden en<br />
derzelver genoomen Re/olutien met<br />
en zeedert 9 deezer, aangaande de<br />
beweegingen den 4 deezer in den<br />
Haag. In dato 14 September 1785.<br />
ntfangen een Misfive van de Heeren Gecommit<br />
O teerde Raaden, gefchreeven in den Haage op<br />
heeden, waar by aan hun Edele Groot Mog. doen<br />
toekomen de Refolutien en dispofitien, by hun de>.' 9,<br />
12 en 13 deezer en heden genomen, vervagende hun<br />
verrigte met en zedert den 9 deezer aangaande de be.<br />
weegingen welke op Zondag aen 4 deezer alhier in den<br />
Haage hebben plaats gehad, breder hier na geinfereert.<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN !<br />
y hebben ons verplicht gevonden hier me<br />
W de ter kennisfe van U Edele Gr. Mog,<br />
te moeten brengen het geene by ons is verricht<br />
met en zeden den 9 deezer maand aangande<br />
de beweegingen welke op Zondag den 4 deezer<br />
alhier in den Haage hebben plaats gehad : alles<br />
vervat in de Refolutien en dispofitien die wy de<br />
T 3 eere
594 SEPT. Z A A K E N V A N Ï785.<br />
eere hebben hier nevens aan U Edele Groot Mogende<br />
te doen toekomen.<br />
Waar meede,<br />
Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig<br />
bidden U Edele Gr. Mogende te willen<br />
houdeD in Zyne heilige protectie. Gefchreeven<br />
in den Hage den 14 September 1785.<br />
(Onder ftond)<br />
V Ed. Gr. Mog. Dienstwillige,<br />
De Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van<br />
dezelven.<br />
(Was get.)<br />
A. J. ROYER.<br />
ExtraB uit het Register der Re-<br />
Jolutien van de Edele Mogen*<br />
de Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland , genoamen<br />
op<br />
Dtn 8 September 1785.<br />
Ter executie van hun Edele Groot<br />
Mogende Relolutie van heeden ,<br />
waar by hun Edele Mog. zyn geauthori»<br />
feert geworden tot het doen van een Publicatie,<br />
ter ontdekking van die geenen,<br />
weike, in de gepasfeerde nagt, aan drie<br />
Hui-
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 295<br />
Huizen alhier de Glaazen hebben ingeflaagen<br />
; is, na voorgaande deliberatie<br />
goedgevonden en verftaan by deeze te arre^teeren<br />
de Publicatie, hier na volgende<br />
geinfereerd, welke door den Advocaat<br />
Fiscaal Luyken, op last van hun Edele<br />
Mogende, is geconcipieerd geworden.<br />
P U B L I C A T I E .<br />
T\£ Gecommitteerde Raaden van<br />
de Staaten van Holland en<br />
Westvriesland, op authorifatie van<br />
hoogstgemelde Heeren Staaten,<br />
Allen den geenen, die deezen zullen<br />
zien of hooren leezen , falur;<br />
Doen te weeten: Alzoo hun Edele<br />
Groot Mogende met de hoogde<br />
verontwaardiging vernoomen hebben<br />
, dat in den gepasfeerden nagt<br />
alhier in den Hage de Glaazen aan<br />
drie ondeifcheidene Huizen op eene<br />
geweldadige wyze zyn ingefmeeten<br />
of ingeflagen, en 'er de Juftitie<br />
, vooral in de tegenwoordige<br />
omftandigheeden van zaaken , ten<br />
hoogden aan geleegen legt, dat de<br />
Daader of Daaders van het voorfz.<br />
fait, en van het geen verders ter<br />
occafie van dien in den afgelopen<br />
nagt is voorgevallen, ten fpoedigften<br />
doenlyk ontdekt , en met<br />
alle rigeur tot affchrik van allen<br />
anderen geftraft werden.<br />
SOO IS 'T , dat Wy aan den<br />
geenen, welke den Daader of Daaders<br />
van het voorfz. fait zal komen<br />
te ontdekken , zodanig , dat<br />
dezelven, in handen van de Juftitie<br />
zynde geraakt, daar van worden<br />
overtuigt, of ten minften op<br />
T 4 eene
flQS SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
eene overtuigende wyze bekent worden,<br />
beloven een Premie van een<br />
duizend goude halve Ryders , en<br />
daarenboven aan zooaanigen Ontdekker<br />
, die, zonder zelfs de voorname<br />
Aanlegger te zyn geweest,<br />
zig als Medehelper tot het plegen<br />
van het voorfz. fait zoude mogen<br />
hebben laten gebruiken , eene volkomene<br />
impuniteit, of bevryding<br />
van alle ftrsffen , welke hy met<br />
betrekking tot het voorfz, fait, en<br />
het geen verder by geleegenheid<br />
van het zelve in den afgeloopen<br />
ragt is voorgevallen, zoude mogen<br />
verdient hebben; zullende den naam<br />
van den Aanbrenger , des begeerende,<br />
geftcreteert blyven.<br />
En op dat niemand hier van<br />
ignorantie praetendeere , begeeren<br />
Wy in naam van hoogstgemel !e<br />
Heeren Staaten, dat deeze alomme<br />
in den H a e z a<br />
S ' worden gepubliceert<br />
en gcaffigeert, ter plaat-<br />
Ie , daar her gehoord en te gefchieden<br />
gebruikelyk is.<br />
(Onder ftond)<br />
Accordeert met het voorfz.<br />
Register.<br />
(Was get.)<br />
A. J. ROYER.<br />
Ex.
JEPT, STAAT EN OORLOG. 1785. '397<br />
Extract uit het Register der Re.<br />
folutien van de Ed. Mog. Heeren<br />
Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland, genomen op<br />
Den 9 September Ï78J.<br />
Zyn geleezen de confideratien door den<br />
Lc Generaal Sandoz, ter voldoeninge<br />
aan hun Edele Mog. Refolutie van<br />
heeden, aan hun Edele Mcg. overgegeeven,<br />
concerneerende da w^s op welke,<br />
eenige Piqueiten Cavalle-y en Infantery,<br />
pp de plaatfen by dezelve Refolutie gameid<br />
tot weering van alle desnrdres en<br />
fettelykheeden, met het meefte fucces geënployeerd<br />
zouden kunnen worden , als<br />
meede het getal Manfchappen waar uit<br />
ieder der voorfz. Piqnetten , zoude be.<br />
hooren te beftaan.<br />
Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden<br />
en verftaan , by deeze te approbeeren<br />
het Plan daar toe by de voorfz.<br />
confideratien voorgefteld, zodanig als het<br />
zelve aan het einde deezer is geinfereert,<br />
en dien volgende de gemeUe Lt, Gene-'<br />
raai te gelasten, dezelve :Piquetten dien<br />
conform tot hun Ed. Mog. nadere ordre<br />
daagelyks te laaten uitzetten, dog ten<br />
aanzien van de Patroui'les, in phat* van<br />
twee by hec zelve Plan geproponeerr,<br />
jedere nagt, mede tot hun Ed. Mog. nadere<br />
ordre drie Patrouilles van de Hoofdwagt<br />
te doen uitzenden.<br />
Èn zal extract deezer gegeeven worden<br />
aan den gemelde Generaal Sandoz.<br />
zoo tot narigt, als om zig daar na te<br />
regoleeren.<br />
Ter obediëntie van U Edele Mig. heeft<br />
$en Ondergefchreeven de eere TJ Edele<br />
T 5 Mog.
ÏQS SEPT. Z A A K E N V A N 1785;<br />
Mog. zyne conlideratien hier meede op<br />
te geeven: Namentlyk dat.<br />
Op de Vischmarkr<br />
wierde geplaatst- iSerg. iCorp. 8Man<br />
In de Wagen- en<br />
Boekhorstltraat<br />
te zaamen - t t 12<br />
Vyverberg en<br />
Voorhout -I 1 12<br />
OpdeVeerkaay - — t 6<br />
Prince Gragt - I I 10<br />
Nobelftraai. - 1 1 10<br />
Tezamen Infanterie<br />
. - jSerg.lóCorp. jSMan<br />
Infanterie.<br />
Dat op yder der voorfz. Posten wierde<br />
geplaatst 4. Ruiters of Dragonders te<br />
Paard.<br />
Dat de Manfchappen zig vergaaren zouden<br />
onder Commando van de ordinaire<br />
Officieren van het Piquet ten 9 uuren ,<br />
de Infanterie op de Hoofd' en de Caval.<br />
lerie op de Ruiter Wagt.<br />
Dat vervolgens de eene helft, wierde<br />
gedetacheert na de voorfz. Posten , om<br />
aldaar Wagt te houder, van 9 tor 1 uuren<br />
, en de weederbelft van 1 tot 5 uuren<br />
des morgens of zoo veel langer als U<br />
Edele Mogende zullen gelieven te beveelen.<br />
Dat de Officieren van het Piquet alternatif<br />
van uur tot uur alle die Posten zouden<br />
vifiteeren.<br />
Den Ondergefchreeven geeft reverentelyk<br />
U Ed. Mog. in confideratie of de<br />
Mtmfchappen in dier voegen geplaatst de<br />
extra Patrouilles die tot dat zelfde einde<br />
en plaatzen gedeftineert zyn, niet zeuden
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785*. 2»<br />
den kunnen afgaan om tot die voorfz.<br />
Wagten geëmployeert te worden.<br />
Waar meede aan U Edele Mog. intentie<br />
vermeenen voldaan te hebben de<br />
eere heb te zyn met diepften eerbied. t<br />
Edele Mogende Heere» «<br />
(Onder ftond)<br />
U Edele Mog. onderdanigfte ett<br />
zeer ootmoedige Dienaar.<br />
(Was get.)<br />
C. F. SANDOZ,<br />
Lr. Generaal.<br />
(Laager ftond)<br />
Accordeert met het<br />
voorfz. Register.<br />
's Haee den<br />
oSeptemb. (Was get.)<br />
1785.<br />
A. J* ROVER.
joo SEPT. ZAAKEN VAN 1785.<br />
ExtraB uit het Register der Refolutien<br />
van de Edele Mogende<br />
Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland, genomen<br />
op<br />
Den 9 September 1785.<br />
De Wel-Edele Heer van der Dtvs ,<br />
Heer van de Noord wyken , heeft<br />
aan hun Eiele Mog. gecommu:dceert ,<br />
dat hy geïnformeerd was , dat in de gepasfeerde<br />
nagt aan twee Huifen de Glaazen<br />
waren ingeflaagen, zoo als kwam.te<br />
blyken uit het Rapport van de Rurgerwagt<br />
door hem overgegeven, zonder dat<br />
men de Daaders had kunnen faifeeren,<br />
doch dat alle devoiren wierden aangewend<br />
om dezelve te ontdekken, en heeft<br />
de Majoor van het Hof aan nun Ed. Mog.<br />
van het in deeze nagt gepasfeerde, ingevolge<br />
de ordres op gister van hun Edele<br />
Mog. ontfangen mede van de voorfz. disordres<br />
fchriftelyk kennis gegeven , mee<br />
byvoeging , dat de uitgezonden Patrouilles<br />
die geenen welke dezelve hadden ge«<br />
pleegd niet hadden kunnen ontdekken.<br />
Waar op gedelibereerd en de Wei-Edele<br />
Heer van der Does voor de gegeven<br />
communicatie bedankt zynde , en door<br />
den Heer P
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 301<br />
cieufelyk te voorzien ; is goedgevonden<br />
en verhaan, dat het voorfz. gecommuniceerde<br />
en geptoponeerde nog op heeden<br />
morgen ter Vergadering van hun Edele<br />
Gr. Mog. met het doen van Rapport omtrent<br />
het geen op gister avond door hun<br />
Ed. Mog. is verrigt, kennis zal worden<br />
gegeven, en dat voorts aan den Lr. Generaal<br />
Sandoz, het Guarnifoen alhier tans<br />
Commandeerende, zal worden ter hand<br />
gefteld Extract van de Refolutie, door<br />
hun Edele Mogende gister in de nademiddag<br />
genomen, en Copie van de ordre<br />
gister avond aan den Capitein van de<br />
Hoofdwagt gegeeven , met last om de<br />
fchikkingen in het een en ander vervat,<br />
tot hun Edele Mogende nader ordre ftip.<br />
telyk te doen naakoomen en dagelyks de<br />
gewoone Rapporten van den Hoofdwagt<br />
mede te doen bezorgen aan hun Edele<br />
Mogende Collegie , of aan den eerften<br />
prteient zynde Heer van het zelve,'wanneer<br />
hun Edele Mog. niet zullen wezen<br />
vergadert; dat voorts de gemelde Lt. Generaal<br />
zal worden gelast , gelyk gelast<br />
word by deeze, aan hun Edele Mogende<br />
zoo fpoe lig doenlyk in gefchrifte te doen<br />
toekomen deszelfs gedagten , nopens de<br />
wys op welke eenige Piquetten Cavallerie<br />
en Infanterie , tot weering van alle<br />
desordres en feitelykheden, met de meeste<br />
vrugt 'zullen kunnen worden geëmplóijeerd<br />
en geplaatst, op de Vischmarkt, in<br />
de Wagenftraat , op de Vyverberg , ia<br />
het Voorhout, op de Veeikaay , in de<br />
Bnekhorstllraat, op de Princegragt en in<br />
de Nobelftraat, als mede ten aanzien van<br />
het getn] Manfchappen , waar uit de gemelde<br />
P quetten zouden behooreri te beftaan<br />
, ten einde zyne confideratie gezien<br />
zynde, daaromtrent zoodanig gerefolveert<br />
te
3o2 SB*T. Z A A K E N V A N 1785;<br />
te worden, als hun Ed. Mog. zullen be.<br />
vitoden te behosren.<br />
En zal Extract dezer gegeven worden<br />
aan den gemelden Lt. Generaal Sandoz,<br />
zoo tot narigt als óm zig daar na te reguleeren.<br />
(Onder ftond)<br />
Accordeert met voorfz;<br />
Register.<br />
(Was get.)<br />
A. j. ROYER.<br />
Exiraft uit het Register der Refolutien<br />
van de Edele Mog.<br />
Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en fVestvriesland, genomen<br />
op<br />
Den ia September 1785.<br />
Zyn geleezen twee verklaaringen door<br />
de Wel-Ed. Heer van der Does,<br />
Heere van de Noordwyken, aan haar Edele<br />
Mog. overgegeven, concerneerende<br />
het gedrag door den Sergeant onder het<br />
Regiment Zwitferfe Gardes , Daniël<br />
Schmoltz, in het doen van een Patrouille,<br />
den 8 deezer gehouden, en is mede<br />
geleezen het fchriftelyk Rapport door<br />
den Lieutenant Generaal Sandoz, nopens<br />
de voorfz. zaak aan haar Edele Mog. gedaan<br />
, en ter voldpeninge van haar Edele<br />
Mog. mondelinge ordres aan den Heere<br />
de Roo van Westmaas, haare Edele<br />
Mog. Medebroeder in Raade ter hand<br />
ge«
SEPT. STAAT.EN OORLOG. 1785. 3ó 3<br />
gefteld, met voorftel, of haar Ed. Mog.<br />
door het voorfz. Rapport overtuigd wordende<br />
, dat geene kwaade trouw by de<br />
gemelde Sergeant heeft plaats gehad, niet<br />
zoude kunnen goedvinden genoegen te<br />
neemen met de ftraf, welke hy door deszelfs<br />
arrest geduurende drie dagen, reeds<br />
heeft ondergaan.<br />
Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden<br />
en verftaan, dat de Lieutenant<br />
Generaal Sandoz voor deszelfs attentie in<br />
deezen betoond Zal worden bedankt, en<br />
dat voorts met het verrigte genoegen zal<br />
worden genomen.<br />
En zal Extract deezer aan gemelde<br />
Lieutenant Generaal Smdoz worden ter<br />
hand gefteld, ten einde te ftrekken tot<br />
deszelfs narigr.<br />
(Onder ftond)<br />
Accordeert met het voorfz.<br />
Register.<br />
(Was get.)<br />
A. J. ROYER.<br />
ExtraB uit het Register der Refolutien<br />
van de Edele Mog.<br />
User en Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland, genomen<br />
op<br />
Den 13 September I/85.<br />
p hec geproponeerde van den Heer<br />
O de Roo van Westmaas, hun Edele<br />
Mog. Medebroeder in Raade, is na voorgaan-
304 SEPT, Z A A K E N V A N 1785*<br />
gaande deliberatie goedgevonden en verftaan,<br />
dat de Piquetten Cavallerie en Infanterie<br />
, by hun Edele Mog. Refolutie<br />
van den 9 dezer geordonneerd , vermits<br />
het korten der dagen , tot hun Ed. Mog.<br />
nader ordre zullen worden uitgezet van<br />
6 tot 9 en van 9 tot 12 , van 12 tot 3<br />
en van 3 tot 6 uuren , en dac aan alle<br />
de Manfchappen, tot deeze Piquetten ge*<br />
employeerd wordende, aanvang nemende<br />
met den 8 dezer , tot een extraordinaris<br />
douceur voor het doen van ieder Piquet<br />
zal worden betaald aan een Sergeant ia<br />
ftuivers , aan een Corporaal 9 ftuivers,<br />
en aan een gemeene 6 ftuivers , welke<br />
door den Majoor van het Hof zullen worden<br />
voldaan , en waar van de restitutie<br />
dffior denzelve op deszelfs declaratie zal<br />
worden bekomen : worden de Commifen<br />
van de Einantie by deeze geauthorifeert<br />
en gelast, ten einde de nodige ordonnan*<br />
tien op te maaken en te depecheeren.<br />
Dat voorts de Generaal Sandoz zal<br />
worden gelast, gelyk gelast word by dee«<br />
ze , om , zoo van de ordres reeds door<br />
hun Edele Mog. ten opzigte van de confervatie<br />
der rust alhier gefteld , als van<br />
deeze en de bovenftaande gracieufe dispofitie<br />
van hun Edele Mog. aan het Guarnifoen<br />
alhier op de Parade volgens gebruik<br />
kennis te geven, met exhortatie.<br />
om van de voorfz. hun Edele Mog. ex*<br />
traordinaris toeleg een goed gebruik te<br />
maaken, en zig in het generaal voor het<br />
misbruik van drank zorgvuldig te wagten.<br />
Dat eindelyk, aan de Capiteinen de<br />
Wagt hebbende , zal worden gepermitteert<br />
, gelyk gepermitteert word by deeze<br />
, om 's avonds, na de vifitatie na elf<br />
UB'
SKPT. STAAT EN OORLOG, 1785. 305<br />
uuren gedaan te hebben, zig naar derzelver<br />
wooning te mogen retireeren.<br />
En zal Extraft dezer, gegeven worden<br />
aan den Lieutenant Generaal Sandoz, als<br />
mede aan de Commifen van de Finantie<br />
en den Majoor van het Hof, voor zoo<br />
veel hun ieder betreft, zoo tot narigt als<br />
om zig daar na te reguleeren.<br />
(Onder ftond)<br />
Accordeert met het voorfz.<br />
Register,<br />
(Was get.)<br />
A. J. ROYER.'<br />
Extracl uit het Register der Refolutien<br />
van de Edele Mog.<br />
Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland, genomen<br />
op<br />
Den 13 September 1785.<br />
p het geproponeerde van de Heer de<br />
O Roo van Westmaas, hunEdeleMog.<br />
Medebroeder in Raade , is na voorgaande<br />
deliberatie goedgevonden by deeze te<br />
arrefteeren de Misfive , hier na volgende<br />
geinfereert , en dat dezelve nog. op heeden<br />
aan. het Hof van Holland en de Magiftraat<br />
van 's Hage zal worden afgezonden.<br />
XXIX. DEEL. KOE-
%o6 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
EDELE MOG. HEEREN , &C<br />
By Refolutie van bun Edele Gr.<br />
Mog., genomen op Donder*<br />
dag den 8 dezer, gequalificeert en<br />
gelast zynde om naauwkeurig onderzoek<br />
te doen , wat de oorzaak<br />
moge geweest zyn dat het Oproer,<br />
op Zondag den 4 dezer alhier in<br />
's Hage ontftaan, zoo lang ongeltoord<br />
heeft kunnen aa^houden,<br />
als by den uitkomst is gebleeken ,<br />
mitsgaders óp wat wyze de Juftitie<br />
werkzaam is geweest om de<br />
rust te herftellen, hebben wy, na<br />
deliberatie, goedgevonden en verftaan<br />
U Edele Mog. van wegens<br />
den Souverain aan te fchryven en<br />
te gelasten, om ons zoo fpoedig<br />
doenlyk en met alle mooglyke<br />
naauwkeurigheid omtrent beide de<br />
voornoemde Point'en , voor zoo<br />
veel de verrigtingen van U Edele<br />
Mog. en den Procureur Generaal<br />
aangaat, te informeeren, en teffens<br />
Copien te zenden van alle z< "danige<br />
informatien, Ordres en Refolutien<br />
, als by UEdele Mog. ter zaake<br />
voornoemd bereids zyn ingewonnen,<br />
gefteld en genomen: alles<br />
ten einde ons in ftaat te ftellen<br />
van naar behooren aan de door<br />
hun Edele Gr. Mog. aan ons gegeevene<br />
qualificatie en last te kunnen<br />
beantwoorden.<br />
Waar mede &c. Edele Mogende<br />
Heeren, den 13 September 1785.<br />
G R<br />
(Onder* ftond)<br />
Accordeert met voorfz. Register.<br />
(Was get.) A. j. ROVER.<br />
Ex-
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785; 307<br />
ExtraSl uit het Register der Re.<br />
folutien van ds Ed. Mog. Hee*<br />
ren Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland, genomen op<br />
Den 14 September 1785.<br />
/"\P het geproponeerde van de Heer de<br />
K^J Roo van Westmaas , is na voorgaande<br />
deliberatie goedgevbnden en verdaan,<br />
de Lt. Generaal Sandoz by deeze<br />
te gelasten , om dertig Man C)vallede<br />
met een Officier en twee Onder-Officieren •<br />
zoo fpoedig doenlyk naar Sctievemng te<br />
detaclieeren, en 20 Man van dezelve met<br />
een Officier en Onder-Officier aldaar te<br />
laaten, ten einde aldaar tot deezen avond<br />
ten zes uuren te verblyven en tegen alle<br />
ongeregeldheden, welke by het uitzeilen<br />
der Haringfchuitjes , op heeden vastge.<br />
fteld , zouden kunnen plaats hebhen, te<br />
vigileeren, en dés noods geweld met geweld<br />
te keeren, mitsgaders, om de overige<br />
der gemelde Manfchappen te verdee»<br />
kn en van diftantie tot diltantie te plaatzen<br />
, van Scheveninge tot aan het Tol.<br />
hek en aan het zelve een der Onder-Offi.<br />
eieren te laaren, met last, om door de geposteerde<br />
Ma 'fchappen van eenige ongeregeldheden<br />
geinformeerd wordende, daar<br />
van aandonds aan hun Edele Mog, kennis<br />
te geeveu.<br />
Eu zal Extract dezer gegeven worden<br />
aan den Lt Generaal Sandoz,
308 SEPT. Z A A K E N V A N 178J.<br />
Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />
verftaan , de Conduires van de Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden ;er zaake voorfz. gehouden , en derzelver<br />
Refolutien ten dien opzigte genomen, by deeze ten<br />
volle te approbeeren en laudeeren.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />
CVI. Refolutie op het beklag van Burgemeefteren<br />
der Stad Leyden , ovir<br />
het inbrengen van Geapprehendeerden<br />
tot aan de Gevangenis in het<br />
midden dier Stad , met gewapende<br />
Militie, door den Subftitut van den<br />
Bailliuw van Rhynland, volgens<br />
deszelfs fchriftelyke order ; en op<br />
zyn berigt deswegens. In dato 14<br />
September 1785.<br />
By refumtie, en tot finaale afkomst op heden, volgens<br />
hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den 7<br />
dezer, gedelibereert zynde op het Rapport den 19 der<br />
voorleede maand ter Vergadering uitgebragt door de<br />
Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gr.<br />
Mog Gecommitteerden tot het groot Befogne, hebbende,<br />
ingevolge en ter voldoening aan hun Ed. Gr. Mog.<br />
Refolutie commisforiaal van den 22 Maart dezes jaars,<br />
geëxamineert de Misfive van W. van der Does van<br />
Noordwyk . als Bailliuw van Rhynland , ten zeiven<br />
dage alhier gefchreeven, houdende zyn berigt, by hun<br />
Edele Groot Mog. Refolutie van den 15 te voren van<br />
hem gerequireert , op de Misfive van Heeren Burgemeefteren<br />
en Regeerders der Stad Leyden, van den<br />
14 dier maand , waar by zig beklaagd hebben , zoo<br />
over hem Bailliuw van Rhynland, als over zyn Stedehouder<br />
, ter zaake dat op den 25 February de Subfti- •<br />
tut of Stedehouder van gemelden Bailliuw , ingevolge<br />
des-
nrr. STAAT EN OORLOG. 1785:. 309<br />
deszelfs fdririftelyke order, des morgens even na het<br />
openen der Stads-Poorten , met eenige gewapende Manfchap<br />
van de Militie van den Staat, binnen die Stad,<br />
GEHEEL BUITEN HUNNE KENNIS , VEEL MIN MET HUvi-<br />
NE TOESTEMMING, was komen inryden, en door hem<br />
geapprehendeerde Perfoonen te geleiden tot aan de Gevangenis<br />
, byna in het midden hunner Stad (taande;<br />
met inftantie, op de gronden by die Misfive, op. voorziening<br />
tegens deeze verregaande ongeregeltheid ; zoo<br />
als breeder by de voorfz. Misfive, en het Berigt daar<br />
op, onder de Notulen van den 15 en 22 Maart is vermeld.<br />
En daar gelaaten werdende wat in de conferentie<br />
tusfchen den Heer Capitein Generaal en Heeren Gecomtnitteerdens<br />
van G committeerde Raaden , over de<br />
verzogte Militaire Asfiftentie door den Stedehouder van<br />
den Bailliuw van Rhynland , zoude mogen zyn voorgevallen<br />
, uit den inhoud van het Berigt en de daar nevens<br />
gevoegde Misfives van den Bailliuw van Rhynland<br />
, mitsgaders uit de Misfive van den 24 Pebruary<br />
dezes jaars, door gemelden Bailliuw aan den Stedehouder<br />
voorn, gefchreeven , en door de Heeren Gedeputeerden<br />
der Stad Leyden in het Befogne gec&mmuniceert,<br />
zeer duidelyk befpeurd zynde , dat het intrekken<br />
van 't Militaire Detachement binnen de Stad Leyden<br />
buiten eenige voorkennis van de Regeering der gemelde<br />
Stad, alleen is veroorzaakt door de eigendunkelyke<br />
aanfchryving van gemelden Bailliuw aan deszelfs<br />
Stedehouder, om namentlyk de Gevangenen tot 's Graveftein<br />
binnen de Stad Leyden te doen escorteeren; en<br />
voorts gecorifidereert, dat daar door niet alleen gemelde<br />
Regeering grootelyks is gelaedeert, maar boven dien<br />
gecommitteert een direct attentaat op de burgerlyke vryheid<br />
, het welk van de verstuitziende gevolgen zoude<br />
zyn , by aldien de Souverain zig deswegens onverfchillig<br />
betoonde;<br />
Is dienvolgens góedgevonden en verftaan, den Bailliuw<br />
van Rhynland by deeze te Ordonneeren, om binnen<br />
den tyd van agt dagen , na deeze Refolutie , de<br />
Regeering der gemelde Stad Leyden by Misfive te moe.<br />
V 3 ten
31© SEPT. Z A A K E N V A N i?8y.<br />
ten betuigen zyn leedweezen over het. voorgevallene op<br />
den »5 February dezes jaars, by het inbrengen van<br />
geapprehendeerdïn op Graveftein binnen Leyden, en<br />
tevens te verzoeken , dat dezelve Regeering voor ditmaal<br />
met deeze zyne betuiging gelieve genoegen te nemen<br />
, en hem over de daar toe gegeevene ordres in<br />
geene verdere ongelegenheid te brengen , met verzettermg<br />
van zig voor het vervolg daar van te zullen wagten,<br />
en zulks wel met dien verftande , dat, wanneer<br />
gemelde Bailliuw van Rhynland z'g aan deeze duidelvke<br />
gemanifesteerde wil van hun E.'. Gr. Kfog. komt<br />
te onttrekken, of daar aan niet behooriyk komt te voldoen,<br />
hy alsdan dadelyk in zyne bediening, als Bailliuw<br />
Wn Rhynland, zal werden gefufpendeerd ; met<br />
verderen last aan den meergemelden Bailiiuw van Rhynland,<br />
om zig van diergelyke voor het vervolg foigneuslyk<br />
te wagten. . n<br />
En zal van deeze Refohrtie Copie aan Heeren Burgemeefteren<br />
en Regeerders der Stad Leyden worden<br />
toegezonden rot derzelver inf>rmatie; en gelyke Copie<br />
aan gemellen Bailliuw worden ter hand gefteld, ten<br />
einde zig naar. jden inhoude van dien ftiptelyk te gedraagen.<br />
De Heeren van de Ridderfchap en Edelen,<br />
hebben tot her neemen van de voorlz.<br />
Reiolutie niet geconcurreerd.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />
CVIL
JIPT. STAAT EN OORLOG. I?8J. .311<br />
CVII. Misfive van Gecommitteerde Raaden<br />
met hun Reglement op de begeeving<br />
der Amptem tot dispofitie van het<br />
zelve Collegie en met een Lyst der<br />
Dominiaale Ampten daar toe behoor<br />
ende. Ingeleverd by hun Ed<br />
Gr. Mog. in dato 15 September<br />
1785.<br />
ntfangen een Misfive van de Heeren Gecommit<br />
O teerde Raaden , gefchreeven in den Haage den 8<br />
deezer, waar nevens aan hun Edele Groot .Mogende<br />
toezenden, het Reglement by hun gearresteert op de<br />
begeeving der Ampten, ftaande ter dispofitie van hun<br />
Collegie ; met een Lyst der Dominiaale Ampten daar<br />
toe behoorende; breeder hier na geinfereert.<br />
Fiat infertio.<br />
Waar op gedelibereert, en Copie van.de voorfz.<br />
Misfive en Bylaagen verzogt zynde door de Heeren<br />
Gedeputeerden der Steden Delft, Leiden, Rotterdam,<br />
Schiedam , Schoonhoven en Brielle, om daar op te<br />
verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen,<br />
is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie.<br />
Accordeert met de voorfz. Refolutien.<br />
V 4 EDI*'
%n SEPT* ZAAKEN VAN 1785.<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN,<br />
y. hebben de eere U Edele Groot Mog.<br />
W hier meede kermis te geven van ons gerefolveerde<br />
van heeden, nopens de begeeving<br />
der Ampten, ftaande ter dispofitie van ons Collegie<br />
, waar by wy , na voorgaande deliberatie<br />
by refumtie op het Concept-Reglement daar toe<br />
geformeert, en, na dat door zyne Hoogheid,<br />
den Heere Prince Erfftadhouder, by Hoogstdeszelfs<br />
advis over deeze materie, onder anderen<br />
was gedeclareerd van begrip te zyn dat over<br />
de voorfchreeve Ampten , niet by tourbeurten,<br />
maar by het volle Collegie behoorde gedisponeerd<br />
te worden , en dat dienvolgende van de<br />
tourbeurt, aan Hoogstdenzelve competeerende,<br />
renuncieerde, hebben gearresteert het Reglement<br />
het welke wy , in conformiteit van het zelve,<br />
de eere hebben hier nevens aan U Edele Groot<br />
Mogende te doen toekomen, met de Lyst der<br />
Dominiale Ampten daar toe behoorende.<br />
Waar meede ,<br />
Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig<br />
bidden U Edele Gr. Mogende te willen<br />
houden in Zyne heilige protectie. Gefchree*<br />
ven'in den Hage den 8 September 1785.<br />
(Onder ftond)<br />
ü Ed. Gr. Mog. Dienstwillige.<br />
De Gecommitteerde Raaden<br />
van de Staaten van Holland<br />
en Westvriesland.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van<br />
dezelven.<br />
(Was get.)<br />
A. J. ROYER.<br />
Re-
IEPT. STAAT EN OORLOG. i?8j. 313<br />
Rtglement op de begevinge der<br />
Ampten, ftaande te dispofitie<br />
van het Collegie van H. H.<br />
Gecommitteerde Raaden van<br />
de Edele Groot Mogende Heeren<br />
Staaten van Holland en<br />
Westvriesland , ingevolge en<br />
ter voldoeninge van hun Edele<br />
Groot Mogende Refolutie van<br />
den 4 Maart 1785.<br />
De Ampten te verdelen in vierClasfen*<br />
fferfle Clasfe, van zoodanige groote<br />
Ampten, waar toe bepaalde kundigbeeden<br />
en ondervinding vereischt worden<br />
, en aan welkers vervulling de belangens<br />
der Provincie zoo in het Financieele<br />
als in andere opzigten ten naauwften<br />
verknogt zyn, namenlyk de voordragt van<br />
de Commifen van de Financie deezer Provincie<br />
aan hun Edele Gr. Mog.<br />
De aanftelling van den Boekhouder aldaar.<br />
.De Commis en Boekhouder van het<br />
Comptoir der gemeene Lands middelen.<br />
Infpeéleurs over de Comptoiren van<br />
's Lands gemeene middelen.<br />
De Premier Clercquen ter Secretarye<br />
van hun Ed. Gr. Mog. en Griffie van<br />
haar Hoog Mogende.<br />
Contrarolleur van 's Lands Fortifica.<br />
tien.<br />
's Lands Advocaaten.<br />
Solliciteurs Militair,<br />
's Lands Procureurs.<br />
Auditeurs Militair,<br />
's Lands Drukker.<br />
De Capitainen van 's Lands Jagten,<br />
deeze zullen ftaan ter begeevinge van hét<br />
geheele Collegie.<br />
V J Twee-
3*4 SEPT. ZAAKEN VAN 1785.<br />
Tweede Clasfe, van groote Ampten,<br />
namentlyk Clercquen ter Finantie , ter<br />
Secretary, ten Comptoire des gemeene<br />
Lands middelen en ter Griffie van hun<br />
Hoog Mogende , Commis ter Correctie<br />
van gedrukte depêches.<br />
Commisfaris en Contrarolleur van het<br />
klein Zegel.<br />
Commifen van 's Lands Magazynen in<br />
de Steden en Forten.<br />
Commis tot aankoop van Turf en Kaarsfen<br />
te Gouda.<br />
Majors in de gefortificeerde Steden en<br />
Plaatzen, geene Militairen zynde.<br />
Serviesmeefters in de Guarnifoen Steden.<br />
Renrmeefters van de Geeftelyke goederen<br />
en Kerken , uitgenoomen de Rentmeefter<br />
Van de Kloofter Kerk.<br />
Opzigter van het huuren der Scheepen<br />
van de Ammunitie te Delfr.<br />
Deeze zullen ftaan ter begeeving van<br />
ieder Lid op zyn beurte volgens de nadere<br />
te bepaalene tour.<br />
Derde Clasfe , van kleine Ampten als<br />
Kamerbewaarders van hun Ed. Gr. Mog.<br />
en van de Financie,<br />
Brandmeefter en Contrarolleurs van de<br />
Bodens Kloppers van het klein Zegel.<br />
De Bodens.<br />
Ykmeefier van de Turftonnen.<br />
Conducteur van 's Lands Magazynen<br />
te Delft.<br />
Commis van Turf en Kaarsfen van het<br />
Guarnifoen te Amfterdam.<br />
Provooften in de Guarnifoen Steden.<br />
Poortiers Ut fupra.<br />
Boomfluiters en Sluiswagters Ut fupra.<br />
Hofmeefters op 's Lands Jagten.<br />
Kok en Trompetter.<br />
Knegts op het binnen Jagt.<br />
Ont-
SEPT. S T A A T E N OORLOG. 1785. 315<br />
Omfantrer, Contrarolleur en Cotnmifen<br />
van de C n voyen en Licenten in Zeeland<br />
en in Vlaanderen»<br />
Yitmeefter en Balan?maaker.<br />
G>lii:cteur van de Verponding op de<br />
Zandberg , deeze zullen meede ftaan ter<br />
begevinge van ieder Lid op zyn tourbeurt.<br />
Vierde Clasfe, van Leveranciers en<br />
anderen,<br />
Warenfnyder van het klein Zegel.<br />
Pennenfnyder.<br />
Kosters en Voorleezers in de Frontier<br />
Steden. '<br />
Leveranciers en Baazen voor 's Landswerken.<br />
Turfkruyers.<br />
Metzelaar en Doodgraver van de Kerk<br />
te Loosduynen deeze zullen benoemt en<br />
aangefteld worden by het geheele Collegie.<br />
Als dan zal voor de eerfte reize by looting<br />
worden bepaald, welke Heer of Stad<br />
de eerfte begeeving van de groote Ampten<br />
volgens de tweede Clasfe, en welke<br />
Heer of Stad de eerfte begeeving van de<br />
kleine Ampten volgens de derde Clasfe,<br />
zal doen; evenwel zoo, dat by de looting<br />
over de eerfte begeeving van de kleine<br />
Ampten volgens de derde Clasfe die<br />
Heer' welke de eerfte begeeving van de<br />
groote Ampten volgens de tweede Clasfe<br />
heeft getrokken , daar in niet meede<br />
zal looten op dat de eerfte begeeving in<br />
de beide Clasfen niet voor het eerfte op<br />
één Heer zoude komen te vallen.<br />
Dan zal vervolgens by nieuwe vaca-<br />
' tuure zoo van de tweede als derde Clasfen<br />
volgen de Heer of Stad , die op de<br />
Heer of Stad die de eerfte begeeving zo<br />
van de tweede als van de derde Clasfe<br />
te beurt gevallen is , en alzoo vervolgens<br />
, tot dat ieder Heer of Stad zyn<br />
beurt
3iS SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
beurt heeft gehad in beide Clasfen, en<br />
dan wederom van elke Clasfe op nieuws<br />
beginnen van die Heer of Stad, die de<br />
eerfte begeeving daar in heeft gehad.<br />
Voorts wanneer een Heer fesfie'hebbende<br />
in het Collegie van Gecommitteerde<br />
Raaden een vaceerend Ampt voor zig<br />
zelve begeerde , zal die begeeving voor<br />
geen tourbeurt gereekent worden , maar<br />
die vervulling daar van gefchieden by het<br />
geheele Collegie, het zelve zal meede<br />
plaats hebben omtrent de dispofitie over<br />
zoodanige post van welke de Ampténaar<br />
vfywillig afftand doet.<br />
Zoo 'er intusfchen een Heer uit het<br />
Collegie zal zyn gegaan voor dat de tour<br />
van begeeving aan een Heer of zyn Stad<br />
is gekomen, zal daar in volgen de Heer<br />
die in plaats van dezelve daar in fesfie<br />
zal nemen, of heeft genoomen. Ingeval<br />
'er by vervolg van tyd Ampten of Officien<br />
mogten komen te vaceeren, die ter<br />
begeeving van het Collegie ftaan , en<br />
niet op deeze Lyst of Rooster bekend<br />
of genoemd zyn, zullen dezelve voor de<br />
eerfte reize by het volle Collegie begeeven,<br />
en a|s dan tevens bepaald worden,<br />
onder welke Clasfe die Ampten behooren,<br />
om by volgende vacatuure op den<br />
voet van zodanige Clasfe vervult te werden.<br />
De Heeren die een tourbeurt zullen<br />
hebben in de tweede en derde Clasfen<br />
• zyn de volgende.<br />
De Heer weegens de Ridderfchap.<br />
De Heeren weegens de refpective Steden.<br />
En de Heer Raadpenfionaris.<br />
En omtrent de Ampten van de eerfte<br />
Clasfe als daar is.<br />
Da voordragt van de Commifen van de<br />
Financie deezer Provincie.<br />
De
IÏPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 317<br />
De aanftelling van den Boekhouder al»<br />
daar.<br />
De Commis en Boekhouder van het<br />
Comptoir der gemeene Lands'middelen.<br />
De Premier Clercquen ter Secretary<br />
van hun Ed. Gr. Mog. en Griffie van<br />
haar Hoog Mogende.<br />
Zal het advis van de Heer Raadpen.<br />
fionaris in der tyd verzogt en ingenoomen<br />
worden, en zullen gelyk als die van<br />
de vierde Clasfe begeeven worden by de<br />
prefente Leden niet minder dan ten getalie<br />
van zeven. Van deeze Rooster,<br />
. Lyst en Refolutie by het Collegie, zoo<br />
voor nu als voor het vervolg te arresteeren<br />
, zal kennis gegeeven worden aan<br />
hun Ed. Gr. Mog. ten blyke dat hun<br />
Edele Mog. voortaan zullen voldoen aan<br />
de intentie en Refolutie van hun Edele<br />
Gr. Mog. nopens de begeeving dier Ampten,<br />
ftaande ter dispofitie van hun Edele<br />
Mogende.<br />
? T<br />
Ampten en Bedieningen fpeciterende<br />
tot hun Edele Groot Mog.<br />
Domeinen en ftaande ter begeeving<br />
van H. H. Gecommitteerde<br />
Raaden, meede gebragt<br />
tot vier Clasfen, en wordende<br />
dus gehouden als of in het nevensgaande<br />
Concept-Reglement<br />
ieder onder de daar by ver-<br />
meld zynde Clasfe gefteld was.<br />
T ot de eerfte Clasfe, behooren de volgende,<br />
als<br />
Dykgraaf van 's Graveland.<br />
Bailliuw van Absregt.<br />
Secretaris van hec Bailliuwfchap van<br />
Rhynland.<br />
Se.
318 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
Secretaris van de Bailluage van Voshol.<br />
Secretaris van de Badiuage van Wateringen.<br />
Secretaris van de Bailluage van Delfhnd.<br />
Scnout en Boode van Sparwoude.<br />
Secretaris van Sparwoude.<br />
Schout van Sparendam.<br />
Secretaris van de Bajlluage van Kennemerland.<br />
Secretaris van de Bailluage van Brederoode.<br />
Secretaris van de Houtvestery en het<br />
Jagt gerigr. van het Gooyland.<br />
Griffier van de Leenen en Secretaris<br />
van de Houtvestery van Brederooie.<br />
Dykgraaf van de groote Waard van de<br />
Dusfen.<br />
Secretaris van de Bailliuws Vierichaar<br />
van Zuidholland.<br />
Secretaris binnen de Steede Goedereede.<br />
Onder de tweede Clasfe, de volgende als<br />
De drie ordinaris Clercquen tot de zaaken<br />
rakende hun Edele Groot Mogende<br />
Domeinen.<br />
De Coutrarolleur van de Werken ten<br />
Hove.<br />
Schout der Steede Woerden.<br />
Schout van Alsmeer.<br />
Secretaris en Boode van Alsmeer.<br />
Secretaris der Steede Naarden.<br />
Setretaris of Clercq van Huylten.<br />
Secretaris van Laren eu Blaricum.<br />
Secretaris of Clercq van '« Gravenland.<br />
Secretaris van het Dykgraaflchap van<br />
's Graveland.<br />
Secretaris van Weefp, Weesper Carfpel<br />
en Hoog Rvlmer.<br />
| Secretaris van Muyden en Mtiyderberg.<br />
Secretaris of Clercq van Hilverfum.<br />
Secretaris van Woudrichem.<br />
Pen*
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 319<br />
f Penningmeefter van de Dykagie 's Lands<br />
| van Altena.<br />
•< Penningmeefter van de nieuwe Alte-<br />
I naafche Polder.<br />
LClercq en Boekhouder van Altena.<br />
Secretaris van Heusden.<br />
Secretaris of Clercq van de Hooge<br />
Maasdyk.<br />
Tot de derde Clasfe.<br />
Collecteur van de Graaflykheids Tollen<br />
te Weefp, en elders ftaande ter dilpofitie<br />
{<br />
van hun Edele Mog.<br />
Koster van de Capelle ten Hove of<br />
Franfche Kerk in den Hage.<br />
Orgelblaazer aldaar.<br />
Tolknegt van de Tolle te Gorinchem. .<br />
Een dito van de<br />
Tolknegt te Schoonhoven.<br />
Tot de vierde Clasfe.<br />
{<br />
Opzigter van de in en uitlevering van<br />
de Hofbrand.<br />
Bewaarder van de Hofbrand.<br />
Catter van de Turf tot de Hofbrand.<br />
Turfkruijer van den Hove.<br />
Turftonfter van de Hofbrand.<br />
Aschkruyer van den Hove.<br />
Een dito.<br />
Organist in de Franfche Kerk.<br />
Klokkeftelder van de Hof en Kloofter<br />
Kerk klokken.<br />
Boekhouder van de Auctien op de Zaal.<br />
Collecteur van hec Asch en Straatgeld<br />
in ;het Diftriót van de Graaflykheid in 's<br />
Hage.<br />
Boetefeu van de Graaflykheids Reekenkamer.<br />
Leenkamer &c.<br />
Deurwaarder van het Comptoir der Domeinen<br />
vanNoordholland.Kennemerland &c.<br />
Boo-
S2o SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
Boode provifioneel van de Bailluage van<br />
Wateringen Lier en Zouteveen.<br />
Boode Ampt van Weefp.<br />
Boode Ampt van Muyden.<br />
Boode Ampt van Voshol.<br />
Deurwaarder van het Comptoir van<br />
Zuidholland.<br />
{ Fabryck van het zelve Comptoir.<br />
Opzigter van de Munt.<br />
Landmeeter by het Comptoir van Zuidholland.<br />
«Boode van Schoonhoven.<br />
Boode van de Dykagie van het Land<br />
van Altena.<br />
Stempelfnyder der Munt te Dordrecht.<br />
Opziender en onderhouder van het Pietwerk<br />
der Munte aldaar.<br />
Landmeeter der Domeinen 's Lands van<br />
Voorne en de Beyerlanden.<br />
Collecteur van de Heusdenfche Watertol<br />
te Veen.<br />
Collecteur in het Spuye.<br />
Collecteur te Delfshaven.<br />
Collecteur in den Brielle.<br />
Collecteur te Maaslluis.<br />
Nota in confideratie te geven of men<br />
de post van diftribueerder van de .<br />
Hof Conynen by overlyden van den<br />
tegenwoordigen Posfesfeur niet zoude<br />
mortificeeren.<br />
CVIII.
SEPT» STAAT EN OORLOG. 1785. 3*1<br />
CVIIÏ. ExtraSt uit het Register van de Ac<br />
ten en. Refolutien der Edele Mogende<br />
Heeren Gedeputeerde Staten<br />
van Stad en Lande. In dato 15<br />
September 1.785.<br />
het geproponeerde ter Vergadering door den<br />
V/ Heer Pjaafiderende Alberda van Ekenflein, dat<br />
ne Lt. Col!. Bentink, commandeerende de rwee laatfte<br />
Escadrons Cavallerie van den Lt. Generaal Stavemsfe<br />
Pous, thans volgens Patent van Zyne Hoogheid,<br />
t welk alhier bevorens is geprefenteerd , op marsch<br />
naar herwaarts, op gisteren avond zig by zyn Ed, had<br />
vervoegt, en op het fterkfte aangedrongen de noodzakelykheid,<br />
dat aan de voorfchr. twee Escadrons mogten<br />
worden gepermitteert in deze Stad binnen te marcheeren<br />
, en guarnifoen te houden , zoo wel als hec<br />
uitmarcheeren van de alhier guarnifoen houdende twee<br />
Escadrons van gemelde Regiment, vermits beide alhier<br />
niet zouden kunnen werden geplaatst, en bovendien<br />
ook niec zouden harmoniëren , met byvoeginge<br />
van verdere discoursfen, daartoe door denzelven Lt.<br />
Coll. Bentink voortgebragt; waarop door den Heer<br />
prafideerende was gerepliceert, dat, vermits deze zaak<br />
op aanftaande Vrydag ftond gebragt te worden ter deliberatie<br />
der Ed. Mog. Heeren Staaten dezer Provintie,<br />
overzulks de orders vau Hun Ed. Mog. hieromtrent<br />
moesten worden afgewagt. —— Waarop gedeli.<br />
bereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden den<br />
Heer Pitelideerende voor de communicatie dezes bedankt<br />
, en het zelve voor Notificatie aangenomen. —<br />
Coll. Conc.<br />
D<br />
DOURLUGT1GSTE PRINS EN HEERE!<br />
e Heeren onze Gedeputeerden ons tegens heden<br />
hebbende befchreeven , om ter onzer deliberatie<br />
te brengen de Patenten, door uw Doorl.' Hoogh den<br />
7<br />
° e z<br />
v f^ af<br />
" egeven a a n d e l w e e<br />
laactte Escadrons van<br />
-XXIX. DEEL. X den
3*2 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
den Lieutenant Generaal Stavenisfe Pous, om reeds<br />
heden in deze Stad te marcheeren , en binnen dezelve<br />
Garnifoen te houden; en de tweö eerfte Escadrons aftelosfm,<br />
hebben die verhaaste ordres, waarvan wy de<br />
reden niet konden penetreren, aan ons niet weinig verwondering<br />
veroorzaakt , en zulks te meerder , als ten<br />
zei ven tyd kennis ontvingen , dat Uw Doorl. Hooghei<br />
l ook Patenten had gelieven aftegeven aan het Regiment<br />
Orange Stad en Lande, om van hier naar JNy-<br />
Diegen te maicheeren; en om drie Detachementen van<br />
de Compagnie Artillerie van den Kapitein van #y*«-ftein<br />
hier uit te doen marcheeren naar de Lange Akker-Schans<br />
, de Bourtange en Coeverden, gelyk ook<br />
aan de Sraf en drie Compagnien van den Generaal Maioor<br />
Dopf, om in deze Stad garnifoen te houden, uit<br />
welke twee Escadrons Cavallerie, en drie Compagnien<br />
I f.. 'trie, dus ons geheel guarnifoen zoude beftaan.<br />
Wy hebben by onze Misfive van den 4 November<br />
1784, ter gelegenheid dat uw Doorl. Hoogheid Patenren<br />
tot den uitmarsch van ons garnifoen had gegeven ,<br />
( [t cli waarop tot nu toe geen antwoord hebben bekomen<br />
,) aan uw Doorl. Hoogheid onze wettige vrees te<br />
kennen gegeven , indien de oorlog met den Keizer<br />
voortgang mogt hebben: dezelve redenen exteeren met<br />
alleen als nog , maar uw Doorl. Hoogheid is met onkundig<br />
van de inwendige onlusten , die m den Uldambte<br />
hebben plaats gehad, en die met dan door een<br />
aanzienlyk Detachement, zoo Cavallerie als Inianterie<br />
hebben kunnen werden geftuit, en het te dugten itaat,<br />
dat dezelve misfehien ten eerften zouden kunnen worden<br />
hervat, indien ons Garnifoen zoodanig wierde ver.<br />
mindert; terwyl deze Stad door de beste harmonie tusfchen<br />
onze Burgers en 't Garnifoen thans een alleman*<br />
genaamfte eendragt geniet , welke met reden gevreest<br />
word te zullen ophouden, of verminderen , by verandering<br />
van Garnifoen, ten waare door Troupes, ter<br />
Repartitie dezer Provintie ftaande, wierde geremplaceert.<br />
Belangende de Detachementen Artillerie, moeten wy<br />
uwe Doorl. Hoogheid informeeren, dat die Compagnie,<br />
hier wordende opgerigt, niet alleen nog met compleet
SEPT. STAAT EN OORLOG. i 7ss. s & 3<br />
is, maar bovendien de modellen van hunne Geweeren<br />
laat ftaan de Geweeren en Wapens , zelve nog biet<br />
heeft bekomen; en, als een nieuws geworven Corps<br />
ais nog geene genoegzame kunde heeft , om in de uiterfte<br />
Froniieren met hoop van eenige vrugt te kunnen<br />
worden geëmployeert , rerwyl wy geoordeeit hebben<br />
"de brontieren van Westerwolde voor als nog niet re<br />
moeten ontblooten van Garnifoen, om hec onze te vermeerderen.<br />
Wy hebben deze en meer andere redenen in ernftige<br />
overweging genomen, en tot behoudenis van onze<br />
veiligheid , en bewaaring der inwendige rust ons in<br />
de onvermydelyke noodaakelykheid bevonden geene<br />
attaché op eenige der afgegevene Patenten van uwe<br />
Doorl. HoogheiJ re verleenen, waarvan wy uwe Doorl.<br />
Hoogheid by dezen kennis geven , in dat billyk vertrouwen,<br />
dar uwe Doorl. Hoogheid, onze omltandigheden<br />
overwegende, ten vollen overreed zal moeten<br />
zyn, dat wy niet anders hebben kunnen doen, willen<br />
Wy ons en orizé goede Ingezetenen niet aan een oogenfchyniyk<br />
gevaar bloot ftellen.<br />
Voorts moeien wy uw Doorl. Hoogheid vriendelvk<br />
verzoeken , dac, indien de Artilleristen van de Compagnie<br />
van den Kapirein Muller uit Coeverden de<br />
Bourtange en Lang Akker-Schans, mogten marcheren<br />
dat dezelve door een genoegzaam getal gedresféerde<br />
Artilleristen mogen worden geremplaceert ten einde<br />
Frontierplaatzen van zoo veel importantie niet van de<br />
nodige defenfie blyven ontbloot. — Waar mede enz.<br />
De Staaten van Stad en Lande.<br />
Ter ordonnantie van Hun Ed. Mog.<br />
Groningen . °<br />
den 17 September (Was get.)<br />
1785.<br />
, R. n. GOCKINGA.<br />
x a<br />
CIX.
3a 4 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
CIX. E%tra£t uit de Aften en Refolutien<br />
der Edele Mogende Heeren Gedeput<br />
eerde Staaten van Stad en Lande.<br />
In dato 18 September 1785.<br />
ï~Vor den Collonel Commandant Ketnpe , ter vol-<br />
1J doeninge aan het gerequireerde van gisteren, op<br />
rrniden morgen aan den Heer praefideerende Alberda<br />
van Ekenftein , benevens den Secretaris Lewe,. zynde<br />
geiapporteerd , dat op de twee buiten de A Poort^gearriveerde<br />
Bagage Scheepen van de twee laatfte Esquadrors<br />
Cavallerye van den Lt. Generaal Stavemsfe Pous,<br />
Zig bevinden een Wagtmeester, vier Ruiters, agt vrouwen,<br />
en zestien Kinderen. — Waarop gedelibereerd<br />
zvnde, hebben de Heeren Gedeputeerden, om de gemelde<br />
vyt Manfchappen, en agt Vrouwen in dit byzonder<br />
geval na redelykheid te foulageren, aan ieder<br />
van dezelve dertien Pe.foonen, twaalf Stuivers, en boven<br />
dien nog zes Sulvers voor ieder Kind, in de vierentwintig<br />
uuren, toegelegt, te beginnen met -den dag<br />
hunner aankomst op gisteren, en by proviüe te contj<br />
„ueeren , heen en ter tyd omtrent derzelver /«unatie<br />
nader orders zullen zyn ingekomen, wordende de Ka-<br />
Eerbewaarder Gout gelast, de voorfchr. penningen tydelyk<br />
op fchriftelyke order, en quitantte van den Collonel<br />
Commandant Kempe, die provifioneel heeft aangenomen<br />
, mede voor de Bagage te zullen zorgen, te<br />
Koen, ten einde dezelve ten behoeve als vooren werdTgedistribueett;<br />
en zal voorts na het afloopen van<br />
deze betalinge, door den Commys Prov. Wernink, ordonnantie<br />
van betalinge wegens de gedebourfeerde penringen<br />
worden verzogt, en daar _ van vervolgens aan<br />
den Kamerbewaarder Gout restitutie<br />
WEL EDELE GESTRENGE HEER!<br />
Hebbe Uw Edele Geftr. Misfive, door den Ruiter<br />
n e t<br />
Hendrik Machiels toegezonden , zoo op g°°;
ÊEPT. STAAT EN OORLOG. i?8y. 325<br />
genblik circa 6 uur ontfangen ; waarop tot refcriptie<br />
diend , dat 't my eene byzondere fatisfactie is , onze<br />
Lieden in de Schepen , beneffens Vrouwen en Kinderen,<br />
wel zyn. Wat gebrek aangaat, zullen zy zo lange<br />
de Ritmeesters, of een der Officieren er in ftaat toe<br />
zyn, daar aan niet blootgefteld worden. Wat nu aangaat<br />
het gerelblveerde, om aan ieder man twee Schellingen<br />
daags toe te leggen, daar omtrent maak ik veel<br />
zwarigheid : die Lieden hebben hun Traétement, zoo<br />
als deze Ruiters ook, en behoeven zoo veel niet te<br />
verteeren, nog te fouffreren, als deze: wanneer zy gezond<br />
waren geweest, zouden zy niet op de Bagage»<br />
fchepen zyn gekomen, en dewyl nu herftelt zyn, moeten<br />
en kunnen zig met haar Traétement redden , en<br />
zoude dus maar jaloufie veroorzaaken. Dan wat Vrouwen<br />
en Kinders aangaat , die mag ik gaarne lyden,<br />
dat men geeft zoo veel, als goedgevonden word: ook<br />
heb ik daarover niet te zeggen ; maar 't volk moet zo<br />
veel mogelyk egaal worden gehandelt, en zoude ik dus<br />
verpligt zyn, die Ruiters terftond op te ontbieden, om<br />
voortekomen , dat dat Volk zulks hoorende niet met<br />
reden misnoegt wierde , en ligt een ander reden van<br />
haar ongelukkig fort uit dasten , als het wezentlyk is.<br />
— Waar zoude dat naatoe , 14 Schellingen 's weeks<br />
per Man boven hun Traétement, en niets te lyden;<br />
en deze op zoo eene verregaande wyze geproftitueert.<br />
en mishandelt te worden! Zonder dat de Heeren Staaten<br />
van Groningen of van een eenige Provintie iets.<br />
kunnen ten laste van een der Officieren of Ruiters van<br />
dit Corps inbrengen. Laster en valfe uitftroyfels zyn<br />
wy ten boven , konde ik myn zieken 'van hier ergens<br />
elders transporteeren, om ten minften die dubbelde ongelukkige<br />
haar herflel te bezorgen, weinig zouden my<br />
de kosten bekommeren, dan, haar dood zal nooit ter<br />
myner verantwoordiging zvn. Toen ik te Groningen<br />
was, verzogt ik alleen de Syndicus Tiddens, dat onze<br />
zieke Vrouwen en Kinders , wanneer mogten arriveeren<br />
, met de Schepen , en onwetend in 't geval wa*<br />
ren , niet van de wal mogten gebannen worden , om<br />
eenige ververfching te haaien, maar nimmer om ze eenige<br />
onderfteuning te bezorgen. De Heeren Staaten<br />
X 3 van
326 SBPT. Z A A K E N V A N 1785*<br />
Holland, enze Betaals-Heeren, die dit Corps altoos,<br />
waar zy in die Provintie geleegen hebben , genoegen<br />
hebben kunnen geeven, zullen ons ook nu niet, wanneer<br />
wy/door anderen mishandelt worden, gebrek doen<br />
lyden. Wat het uitfchepen betreft, dat kan en moet<br />
niet gefchieden, die Schepen moeten wagten tot nader<br />
order , wy zullen die lieden naar redeiykheid voldoen.<br />
Hebben de Staaten van Groningen door haar refolutie<br />
dit Corps geacbeveert om te ruineeren , zoo in haar<br />
Einantieri', Equipagie, als gezondheid, die kleine kosten<br />
zullen wy dan ook nog lyden. Wy reizen thands<br />
al met drie wagens zieken , war.rvan er geen een overdekte<br />
te bekomen Ts, en altoos op het vel nat. _ God<br />
weet, wat er nog komt, en hoe bet einde van die ongelukkigen<br />
zal zyi\ Meld my zoo dra mogelyk, wat<br />
of* en by continuatie na ontvangst dezes plaats heeft.<br />
'Zes Ruiters rykelyk te geeven , en hondert negentig<br />
ongelukkig te maaken, doet weinig by my. Had men,<br />
indien er redens waren , om dit Corps te weigeren,<br />
dezelve in haare ongelukkige omtlandigheden willen<br />
o^derfteunen en te gemoed komen , dat was iets anders,<br />
maar zoo ik dit noodig oordeelde, konde ik zelfs<br />
het nog doen. — Overmorgen gaan wy na Roon, en<br />
verder zal de tyd leeren. Wy genieten hier alle beleefiheid<br />
, die men van brave Ingezetenen verwagten<br />
kan. Het medelyden der Boeren met ons ongelukkig<br />
Volk is zeer groot.— A Dieu dit zal meer als genoeg<br />
zyn , om U myn meening te hebben ontdekt. Zoo<br />
verzoek myn compliment aan Mevrouw , en ben in<br />
haast met alle agting.<br />
WEL EDELE GESTRENGE HEER.<br />
Peyfel den Uw Ed, Geltrenges onderdanige<br />
18 September Dienaar<br />
1785. (Was get.)<br />
X. H. BENTINCK.<br />
(Opfchrift was)<br />
Omme<br />
den Beer Adjudant<br />
Oester<br />
tot<br />
Groningen.<br />
CX.
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 337<br />
CX. Misfive van de Regeerders der Stad<br />
Amersfoort aan de Staaten van<br />
Holland, tot afwyzing der verzoeken<br />
omtrent het voorgevallene aldaar.<br />
In dato 26 September 1785.<br />
ntvangen een Misfive van de Regeerders der Stad<br />
O Amersfoort, gefchreeven aldaar den 26 deezer,<br />
op de voordragte daarby vervat, /vertiouwende , dat<br />
hun Ed. Gr. Mog. met verontwaardiging van de hand<br />
zullen wyzen verzoeken van Ingezeetenen , ftrekkende<br />
tot verkorting van het wettig gezag van den Souverain;<br />
breeder hier na geinfereert.<br />
Fiat infertio.<br />
Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />
verftaan , dat de voorfz. Misfive by de voorige (tukken<br />
tot dezelve zaak betrekkelyk by diverfe Refolutien<br />
Commisforiaal gemaakt, mede zal worden geëxamineert<br />
door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun<br />
Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot bet groot Befogne<br />
, en de Vergadering daar op gediend van derzelver<br />
confideratien en advis; en is dien onvermindert Copie<br />
van de voorfz. Misfive verzogt door de Heeren van<br />
de Ridderfchsp om dezelve in de ordre nader te examineeren,<br />
en door de Heeren Gedeputeerden der Steden<br />
Haarlem, Delft, Amftérdam, Rotterdam, Gorincbern,<br />
Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuyzen, Edam, Monnikendam<br />
en Medemblik, om daar op te verftaan de<br />
intentie van de Heeren hunne Principaalen.<br />
Accordeert met voorfz. Refolutien.<br />
X 4 EDE»
328 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
EDEIE GROOT MCCÏNDE HEEREN!<br />
W/v zyn geïnformeerd, dat eenige Leeden<br />
W van onzen Raad hebben kunnen goedvinden<br />
, ten geleide van zeeker fautif Berigt van<br />
het geene alhier op den 8 , 9 en 13 des afgeloopen<br />
maands zoude weezen voorgevallen, dogdat<br />
wy thans niet zullen intreeden, zig by Misfive<br />
aan U Ed. Gr. Mog. te addresfeeren , en<br />
zo uit naam van hun zelve , als quafi van een<br />
voornaam gedeelte ,van de Burgery deezer Stad,<br />
te verzoeken, dat het U Ed. Gr. Mog. behagen<br />
mogte , dat gedeelte van de Militie, het<br />
welke ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. Haat,<br />
te doen beveelen, van uit onze Stad en Provintie<br />
te vertrekken naar elders , zo mooglyk<br />
met dien fpoed, als waar meede zy zoude gekomen<br />
zyn, en dat het aan U Ed. Gr. Mog.<br />
mede gnnftiglyk believen mogte , om met de<br />
verdere Bondgenooten te concurreeren , dat zo<br />
lange de Pointen tot redres der bezwaaren alhier<br />
niet zyn afgedaan , onze Stad en Provintie<br />
van alle inkwartieringe van Militie mogen blyven<br />
bevryd.<br />
Wy houden ons ten vollen verzeekerd , dat<br />
by U Ed. Gr. Mog. geene de minfte twyffe-<br />
Imge plaats hebben kan , omtrent het regt van<br />
Souverainiteit, de refpeftive Provinciën, en alzo<br />
ook aan de Heeren Staaten deezer Provincie<br />
competeerende, om zodanige middelen , tot bewaringe<br />
van binnenlandfche rust en order te<br />
employeeren, als dezelve nodig oordeelen mogten<br />
: en dat ü Ed. Gr. Mog. het met ons zouden<br />
aanzien, als een zaak van de allerpemicieufte<br />
gevolgen, indien byzondere Ingezeetenen zouden<br />
mogen onderftaan , middelen in het werk te<br />
{lellen , om de befluiten hunner wettige Overheid<br />
, tot het voorfz. einde {trekkende, of die<br />
dezelve daar toe in het vervolg zoude kunnen<br />
van noden agten te verydelen , ende wel lpeciaal,<br />
om daar toe de fouveraine Magt van an-,<br />
dere Gewesten te folliciteeren.<br />
Dan
SEPT» STAAT EN OORLOG. i ? 8 ? . 3 2 0<br />
Dan vleyen wy ons, die behooren tot eene<br />
vergadering, welke gezwooren heeft de Hoon.<br />
he,d en Heerlykheid van de Ed. Mog. H-eren<br />
Staaten deezer Provincie te bewaaren , e n wel-<br />
.kers Rust en Veiligheid by deeze zaak zo zeer<br />
is geconcerneerd; dat U Ed. Gr. Mog. ons wel<br />
U D<br />
d e zu<br />
^ > len<br />
gelieven te duiden, dat wv hoe<br />
overtollig zulks zyn moge, echter om' den waa.<br />
ren aart der demarche van de gedagte Leeden<br />
onzer Vergaderinge in deezen des te kennelyker<br />
d e v r h e i d<br />
van ÜFTC M y " e e<br />
^n, ter kennisfe<br />
van u h.d. Gr. Mog. te brenger.<br />
Dat het is gewéést by. een wetttig befluit van<br />
onze Raadsvergadering, by eene groote meerderheid<br />
van dezelve genomen, dat wy in onze<br />
vrye deliberatien geftremd, en terwyl eene wet.<br />
telooze Vergadering zig het gezag dat ons toevertrouwd<br />
was arrogeerde, de asfiftentie van de<br />
Heeren Staaten deezer Provincie, ofte van de<br />
Heeren Hoogstderzelver ordinaris Gedeputeerden,<br />
hebben verzogt, met dat gevolg, dat aan<br />
ons eenig Guarnifoen, op aanfchr|vinge vaS<br />
Heeren Gedeputeerden toegezonden is , welke<br />
fchikkmge naderhand by de Vergaderinge van<br />
de PLeren Staaten, onder protest van de Stad<br />
Utrecht a leen, goedgekeurd is, ende mitsdien<br />
. dat het leggen yan Guarnifoen binnen deeze Stad'<br />
is een middel by den Souverain deezer Provin-<br />
WaariDSe R U S C e<br />
eld^ " 0 r d<br />
" nodig ge.<br />
Ü0;de 0<br />
Dat de Regeeringsform van onze Stad mede<br />
brengt, dat de Leeden des Magiftraats, op eene<br />
wettige wyze by den andere vergadert, repr".<br />
fenteeren het gantfche, Lighaam van de Bur<br />
gers en Inwooners, en alsdan by pluraliteit van<br />
liemmen uitgezonden in zaaken, waar bv gee<br />
ne overftemming plaats heeft, derzelver befiut '<br />
X<br />
^ gen
130 SÏPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
gen aanbetrouwd zyn, niet anders dan alle andere<br />
particuliere Burgers met opzigt tot het publrcqüe<br />
beftuur kunnen aangemerkt worden, en<br />
daar aan ook even zo onderworpen zyn; en<br />
dat derhalven de Leeden onzer Vergaderinge ,<br />
die zig by Misfive aan U Ed. Gr. Mog. hebben<br />
geaddreifeerd > niet anders zyn geweest, of<br />
geconfi lereerd worden kunnen , dan als byzondere<br />
Perfoonen, Burgers en Ingezeetenen deezer<br />
Stad , de fchikkingen der hooge Overheid dee.<br />
zer Provincie , zo wel als die van den Raad<br />
deezer Stad, tot bewaringe van Rust en Order<br />
nodig geoordeeld, pogende te verydelen.<br />
Wy meenden dit alleen aan U Eet. Gr. Mog.<br />
te moeten voordragen , om Hoogstdezelve te<br />
meer te overtuigen , dat het verzoek by de gedagte<br />
Misfive gedaan , tot niets minder tendeert,<br />
dan om de allergevoeligfle atteinte aan de Souverainireit<br />
van deeze Provincie , en in dezelve<br />
aan die van alle de hooge Bondgenooten, toe<br />
te brengen, en de gronden van vereenigiag van<br />
dit Gemeenebest geheel en al te ondermynen.<br />
Ons by ü Ed. Gr. Mog. te disculpeeren, wegens<br />
de Tyrannicque Oogmerken , die men ons<br />
fchaamteloos genoeg heeft durven attribueeren,<br />
als of wy namentlyk door den militairen Arm<br />
de b'liykè klagten onzer Inwooneren tragten te<br />
fluiten, of het wettig gezag van zommige Leeden<br />
der Magiftrature zochten te onderdrukken,<br />
en alzo het geweld de plaatfe des regts zouden<br />
willen doen bekleeden, zouden wy agten , dat<br />
by U Es. Gr. Mog. zoude worden aangezien,<br />
als of wy eenigzints konden twyffelen , dat U<br />
Ed, Gr. Mog. niet alleen orrs van zulke verfoeyelyke<br />
misdragingen , maar ook de Heeren<br />
Staaten deezer Provincie, van de begunftiging<br />
daar van verdenken konden.<br />
Dan even zo zeer als wy betuigen een affehrik<br />
van zodanige Sentimenten te hebben, en<br />
tot wegneeming van die lasterlyke inboezemingen<br />
, niet verzuimd hebben onze Inwooneren<br />
pent»
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 331<br />
opentlyke verzekeringen te doen: even zoo vertrouwen<br />
wy, dat U Ed. Gr. Mog. met verontwaardiainge<br />
van de hand zullen wyzen, de verzoeken<br />
van Ingezeetenen , {trekkende tot verkortinge<br />
van het wettig gezag van den Souverain,<br />
in plaatfe van zig by vermeende redenen<br />
van klagten aan dezelve te addresfeeren : En<br />
dus,<br />
Edele Groot Mogende Heeren! U Ed. Gr.<br />
Mog. beveelende in de beicherminge des Allerhoogften,<br />
blyven wy,<br />
(Onder' ftond)<br />
U Ed. Gr. Mog. Dienstwilligen<br />
de Regeerders der Stad Amers»<br />
foort.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter Ordonnantie van dezelve.<br />
Amersfoor (Was get.)<br />
den 26 Sepr.<br />
J<br />
7 8<br />
5' JAN 10TT HKNDRIKSEN.<br />
CXI.
332 SBPT. Z A A K E N V A N I?8J.<br />
CXI. Refolutie op het maaken van nieuwe<br />
Vaendels voor de Lyf' Guardes te<br />
Voet van hun Ed. Gr. Mog., en<br />
omtrent de Ringkraagen der Officieren<br />
hy dat Regiment. In dato<br />
28 September 1785.<br />
By reftimtie gedelibereert zynde op de Misfive van<br />
de Heeren Gecommitteerde Raaden , gefchreeven<br />
in den Hage den 29 Juny dezes jaars , en ten zeiven<br />
dage ter Vergadering ingekomen , waar by ter kennis<br />
van hun Ed. Gr. Mog. hebben gebragt, dat de Heer<br />
de Roo van Westmaas aan hun in confideratie had<br />
gegeven aan hun Ed. Gr. Mog. te proponeeren , om<br />
de nieuwe Vaendels van de Lyf-Guardes van hun Ed.<br />
Gr. Mog. tot foulagement der kosten , by de Misfive<br />
onder de Notulen van voorfz. 29 Juny breeder vermeld<br />
, aan hoogstderzelver gemelde Lyf-Guarde ditmaal<br />
uit naam van hun Ed. Gr. Mog. te vereeren,<br />
en hun Heeren Gecommitteerde Raaden ten voorfz.<br />
einde de nodige qualificatie te verleenen.<br />
Als mede op de Misfive van zyn Hoogheid den<br />
Heere P/ince van Orange, den 1 September alhier gefchreeven<br />
en ten zeiven dage by Copie aan de Leden<br />
tot refieétie daar op by de eerstgemelde Misfive gegeven<br />
, waar by zyn Hoogheid heeft verzogt geinformeert<br />
te worden van hun Ed. Gr. Mog. intentie nopens het<br />
geen hoogstdezelve gelieven dat op de nieuwe Vaendels<br />
voor het Regiment Hollandfche Guardes te Voet<br />
zal werden gefchilderc, en concerneerende mede de<br />
Ringkraagen der Officieren van het voorfz. Regiment,<br />
de Patroontasfen en Trommels, breeder onder den<br />
voorfz. 1 September geinfereert.<br />
En particulierlyk in achting zynde genomen, dat,<br />
gelyk in het generaal alle inkruipingen , die of direct,<br />
of ten minften voor het oog der Natie, ftrekken kunnen<br />
om het wettig gezag van den Souverain te verminderen<br />
, nimmer kunnen werden gelegitimeert , zoo<br />
opk in het byzonder in de tegenwoordige gefteldheid<br />
van
SETT. STAAT EN OORLOG. 1785. 333<br />
van tyden eene verdubbelde attentie vereischt word<br />
om alles , wat daar toe maar aanleiding zoude kunnen<br />
geeven zorgvuldig te vermyden, ten einde dus zo veel<br />
te beter de authoriteit van den Souverain te handhaaven<br />
, en alle denkbeelden , als of de opperde magt<br />
maar gedeeltelyk by 's Lands Staaten berustte, by een<br />
ieder af te fnyden; en dat fpeciaal met betrekking tot<br />
de Lyf-Guarde van hun Ed. Gr. Mog. fuccesfivelyk<br />
zaaken zyn voorgevallen , en dispofitien over dezelven<br />
gemaakt , niet overeenkomende met hunne waare bedemming,<br />
zoodanig , dat hier in verder toegegeeven<br />
wordende , hun Ed. Gr. Mog. zig al ligtelvk zouden<br />
bloot gefteld zien , dat hunne eigen Lyf-Guarde zig<br />
niet meer voor de zoodanige zoude confidereeren , en<br />
dus de zekeiheid, welke de Souverein met regt reekenen<br />
moet daar in voor zig en tot dekking zyner deliberatien<br />
te kunnen ftellen, aanmerkelyk los en wankelbaar<br />
zoude maaken; terwyl het daarom, en in confidentie<br />
van de fludtueerende denkbeelden, waar in de<br />
gemelde Lyf-Guardes door diverfe uitwendigheden fchynen<br />
geraakt te zyn , niet anders , dan het veiligst en<br />
het meest overeenkomftig met den aart hunner destinatie<br />
kan gerekend worden, dat de Vaendels, die zy te<br />
volgen hebben, zoo wel, als de Ringkraagen der Officieren<br />
, voortaan alleen met zulke Wapens worden<br />
voorzien , die hun geftadig het waare oogmerk hunner<br />
indelling konnen herinneren, zonder dat by hetzelve<br />
Regiment eenige andere Wapens tot uitwendige teekenen<br />
gebruikt worden.<br />
Is goedgevonden en verdaan de Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden alhier in den Haage by deeze te quali.<br />
ficeeren , om voor het Regiment Lyf-Guardes te Voat<br />
van hun Ed. Gr. Mog.' nieuwe Vaendels te laaten maken<br />
, voorzien aan de eene zyde met het Wapen van<br />
deeze Provincie , en aan den anderen kant met een<br />
gewapenden Arm met een Zwaard, en het Devies;<br />
Pugno pro Patria , en de gemelde Vaendels aan de<br />
voorfz. Lyf-Guardes voor ditmaal uit naam van hun<br />
Ed. Gr. Mog. te vereeren: wordende welgemelde Heeren<br />
Gecommitteerde Raaden boven dien ook verzogt,<br />
de nodige zorge te draagen , dat de Ringkraagen dec
334 SEPT. Z A A K - E N V A N<br />
Officieren by 't gemelde Regiment insgelyks met het<br />
Wapen van hun Ed. Gr. Mog. voorzien worden , en<br />
dat in 't geueraal by het zelve geene andere Wapens,<br />
dan die van deeze Provincie, voortaan tot uitwendige<br />
teekenen worden gebruikt.<br />
En zal Copie van deeze Refolutie by Misfive aan<br />
Zyne Hoogheid den Heere Prhtce ven Ürange worden<br />
gezonden, to f<br />
hoogdeszeifs informatie.<br />
En is wyders nog goedgevonden en verftaan , dat<br />
door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Ed.<br />
Gr. Mogende Gecommitteerden tot het groot Befogne,<br />
met Heeren Gecommitteerde Raaden zal worden geëxamineert,<br />
op hoedanige wyze, overeenkomfiig de Gronden<br />
en Principes, in de bovenftaande Refolutie vervat,<br />
zal dienen geremedieerd ie worden in verdere abuizen,<br />
zoo die by de refpective Regimenten Lyf-Guardes van<br />
hun Ed. Gr. Mog. en in 't genetóal by 'c Guarnifoen<br />
van den Haage zyn ingefloopen, als die ook in 'c byzonder<br />
ten aanzien van het bewyzer> der verfchuldigde<br />
honneurs , aan hun E h Gr. Mog. Vergadering by de<br />
alhier in Guarnifoen zynde Militie plaats hebben; gelyk<br />
mede, welke nadere voorziening zal dienen te gefchieden<br />
omtrent het gebruik der Wapens boven de<br />
Placaaten en Publicaiien van hun E l. Gr. Mog. en derzelver<br />
Gecommitteerde Raaden , mitsgaders ten aanzien<br />
van de Busfen, die door de Bodens van deeze Provincie<br />
doorgaans gedraagen worden, en de Vergadering op<br />
dat alles gediend van derzelver confideratien en advis.<br />
inxe Heeren van de Ridderfchap en Edelen<br />
\_J hebben tot de voorzeide Refolutie , zoo<br />
als dezelve is leggende, niet geconcurreert.<br />
| "ve Heeren Gïdeputeerden der Steden Dord-<br />
WJ recht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda,<br />
Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven,<br />
Alkmaar, Hoorn, Monnikendam en Purmerende,<br />
hebben de Heeren van de Ridderfchap<br />
gefommeert, om aan den dag te leggen de gronden<br />
en reedenen, waarom hun Edelheden tot de<br />
voorfz. Refolutie niet hebben geconcurreert.<br />
Accordeert met de voorfz, Refolutien.<br />
CXII.
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 3 3y<br />
CXII. Retroaclive Confideratien van de Hee- '<br />
ren Gecommitteerde Raaden tomtr ent<br />
de voorzieninge . en het gebruik der<br />
Wapens boven de Placaaten en de<br />
Busfen van de Bodens, uit kragt<br />
der Refolutie Comrnisfhiaal. In dato<br />
28 September 1785<br />
Dat ten aanzien van het gebruik der Wapens boven<br />
de Placaaten door de Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
aan de Leden van het Befoïgne was gefuppedheerd.<br />
„ Dat boven de oudfte Placaaten en Pubücarien,<br />
„ waar van nog eenige Origineele Drukken voor handen<br />
zyn, ten minften van den Jaare 159, af, {zyn-<br />
,, de 'er tot hier toe van de verdere geen Exemplaaren<br />
„ kunnen worden bekomen) gevonden word, een Leeuw,<br />
„ houdende in zyn' regter Klaauw een Zwaard , en rns-<br />
„ tende met zyn linker Klaauw op hee Wapen van Zy-<br />
„ ne Hoogheid , den Prins van Orange , verbeeld al<br />
j, ftaande in de Hollandfche Thuyfi , rondsomme be-<br />
„ hangen met de Wapens der Steden , waar van da<br />
„ Gedeptueerdeos ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr.<br />
„ Mog. compareeren, en dat dit zelfde Wapen op die<br />
„ wyze gebruikt is geweest tot in het Jaar 1650, naar<br />
„ het welke en wel tot in den Jaare 1672, aan her<br />
,, zelve Wapen die verandering is gemaakt , dat de<br />
„ gemelde Leeuw, geduurende dezen tusfcbentyd is<br />
„ verbeeld met zyn linker Klaauw te rusten op het<br />
„ Wapen van Holland, in plaats van op dat van Zy-<br />
,, ne Hoogheid, dat in en na den Jaare 1672 het meer-<br />
„ gemelde Wapen wederom is veranderd , e;e!yk het<br />
„ zelve is geweest van den Jaare 1651, waar van het<br />
„ gebruik geduurd heeft tot in het Jaar 1702, wan.<br />
„ neer het zelve nogmaals is verandert , en mgerigt,<br />
„ gelyk in den Jaare 1651 was geffltóed : dac het ge-<br />
„ bruik van het zelve dus veranderde Wapen, weder-<br />
„ om , heeft plaats gehad tot in den Jaar 1747 , na<br />
„ weiken tyd boven de Placaaten en Publicniien, zoo<br />
„ van Hun Ed. Groot Mog. als van dè Geeommitteer-<br />
„ de
33ö SEFT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
„ de Raaden tot hier is geplaatst geworden, een Wa-<br />
„ pen, waar in de Leeuw met zyn linker Klaauw rust<br />
„ op het Wapen van Zyne Hoogheid, en op deszelfs<br />
„ linker fchouder heeft hec Wapen van Holland , het<br />
s, welk in de hier voorgemelde Wapens , met welke<br />
„ het zeker voor het overige in alles overeenkomt,<br />
„ niet word gevonden ; dat de Gecommitteerde Raaden<br />
ter. aanzien van de origine van het voorfchreeve<br />
W?pen, en van de voorfchreeven fuccesfive ver-<br />
„ andetitigen daar aan gemaakt , niet anders hebben<br />
„ kunnen ontdekken, als twee Refolutien, beide door<br />
„ de Gecommitteerde Raaden genomen, de eerde van<br />
den 13 September 1672 , waar by de toenmaalige<br />
,» 's Lands Drukker Scheltus is gelast voor het gene-<br />
„ raai Placaat op het ftuk van den ophef van de Ge-<br />
„ meene Middelen , en van toen voords aan te doen<br />
„ ftellen en te drukken het zélfde Wapen, dat in den<br />
„ Jaare 16,8, en zoo voords terugwaards, geduuren-<br />
„ de den tyd , dat Zyne Hoogheid Doorl. Voorvade-<br />
„ ren otifterflelyke gedagtenis zyn geweest Stadhouders<br />
„ en Gouverneurs van de Provincie , voor het voor-<br />
„ fchreeve Placaat is gedrukt, en gefteld geweest, in<br />
„ de tweede Refolutie, genomen op den 27 Maart<br />
„ 1702, waar by denzelven Drukker of peszelfs Suc-<br />
„ cesfcur is gelast geworden voor het Generaal Placaat,<br />
„ ten aanzien van het heffen der Gemeene Middeleu,<br />
„ geëmaneerd, en boven aan de Placaaten, Publicatien<br />
„ en Ordonnantiën , die in het vervolg gearresteerd<br />
:, zouden worden , "te doen drukken het Wapen van<br />
,,. Hun Ed. Groot Mog., zynde de Thuin met de<br />
„ Wapens van de Steden omzet , en houdende de<br />
„ Leeuw het fimpele Wapen van Hun Ed. Groot Mog.<br />
in deszelfs linker Klaauw zoodanig, als gemelde<br />
„ Wapen voor den Jaare 1072 is gebruikt geweest."<br />
Dat met opzicht tot de Busfen van de Bodens door<br />
dezelve Heeren opening was gegeeven.<br />
„ Dat omtrent de inrichting der Busfen. welke door<br />
„ de Bodens van deeze Provincie doorgaans gedraagen<br />
„ worden , niet anders in de retroada is gevonden,<br />
„ als dat by Refolutie door de Gecommitteerde Raa-<br />
„ den op den 18 April 1652 genomen, is goedgevon-<br />
„ den
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 33?<br />
„ den dat de refpeétive Bodens, de Busfen, welke zy<br />
„ als toen nog droegen, alle houdende het Wapen van<br />
„ Zyne Hoogheid onftervelyke gedachtenis, boven<br />
„ dat van de Hove van Holland , Zeeland en West-<br />
„ Friesland , daar onder zouden overgeeven om in<br />
plaats van dien andere te worden gemaakt, met het<br />
Wafien van Holland in plaats van Zyne Hoogheid,<br />
„ gehangen aan Snoeren van roode Zyde en Goud,<br />
„ zynde nog by. eene nadere Deliberatie in achting ge-<br />
„ nomen, dat onder alle de voorfchreeve Busfen was<br />
„ hangende , het Wapen van Holland , Zeeland en<br />
,, West-Friesland, deiigneerende in effe&e het Wapen<br />
„ van den Hove; by Refolutie van den 14 May daar<br />
„ aan volgende was gelteld , dat aan de Bodens zott-<br />
„ de worden gegeeven alleen 'c Wapen van Holland,<br />
gehangen aan een Snoer van roode Zyde ende Goud,<br />
5, zonder meer, in dier voege, als de gemelde Bodens<br />
„ hunne Busfen tot in de Jaare 1747 volgens informa-<br />
„ tie hebben gedraagen.<br />
„ En dat voords op den 3 Juny 1747 , door de Hee.<br />
,, ren Edelen en D. van Bkiswyk, in het Collegie van<br />
„ de Gecommitteerde Raaden is gerapporteerd, dat zy<br />
Heeren Commisfarisfenf ingevolge van Hun Ed. Mo-<br />
„ gende goedvinden , hadden doen maaken een model<br />
„ van een zilver vergulde Busfe voor de 27 Bodens<br />
„ van Holland , met het Wapen van Zyne Hoogheid<br />
„ den Heere Prince van Oranje en Nasfau, zoo als in<br />
„ voorige tyd van de Heeren Stadhouders van deeze<br />
„ Provincie by de gemelde Bodens waren gedraagen<br />
geworden; op welk raport is goedgevonden het mo-<br />
„ del door welgemelde Heeren geëxhibeerd te appro-<br />
„ beeren , alleen met die verandering in plaats van<br />
Zilvere Kettingen , welke zich daar aan bevonden,<br />
„ de Busfen zouden worden vast gemaakt met roode<br />
„ Zyde Koorden doorwerkt met Gouddraad , alles op<br />
„ die wyze , als by de Bodens dier Provinciën zedert<br />
„ dien tyd in gebruik is geweest."<br />
XXIX. DE El. Y CXIII.
338 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
CXI1I. Misfive van den Koning van Pruisfen<br />
zoo aan hun Edele Groot Mog.<br />
als hun Hoog Mog. concerneerende<br />
de voorregten van hst Erfjladhouderfchap.<br />
Ingeleverd in Sato 28<br />
September 1785.<br />
De Raadpenfionaris heefc ter Vergadering gecommuniceeit,<br />
dat de Heer de Thulemeyer, extraordinaris<br />
Envoyé van zyne Majefteit den Koning van<br />
Pruisfen 'hem op gisteren had ter hand gefteld een<br />
gecachetteerde Misfive van fioogstgemelde zyne Majefteit<br />
, geadresfeert aan hun Ed. Gr. Mog. , en by<br />
Translaat uit het Hoogduitsch bevonden gefchreeven<br />
te zyn te Berlyn den 18 deezer , en concerneerende<br />
de voorregten van het Erfftadhouderfchap, van den<br />
navolgenden inhoud.<br />
Fiat infertio.<br />
Welke Misfive aan hun Ed. Groot Mog. ook by<br />
een Misfive van zyne Pruisfifche Majefteit, aan hun<br />
Hoog Mog. geadresfeert , op heden ter Generaliteit<br />
betrekkelyk tot het voorfz. fubjedt is voorgebragt; en<br />
by de refpeéhve Provinciën overgenomen, breeder hier<br />
na geinfereert.<br />
Fiat infertio.<br />
Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en<br />
verftaan, dat de voorfz. Mislives zullen worden geexamineert<br />
door de Heeren van de Ridderfchap en<br />
verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot<br />
het groot Befogne, en de Vergadering daar opgediend<br />
van derzelver confideratien en advis.<br />
Accordeert met voorfz. Refolutien.<br />
Mis-
SEPT. STA AT. E N OORLOG. 1785. 339<br />
31isfive van den Koning van Pruis/en. Dat,<br />
18. Ree. ES Sept. 1785.<br />
Wy FREDERIK door Gods genade Koning<br />
van Pruisfen, &c. Qfc, &c. bieden<br />
den Hoog Mogende Heeren Staaten<br />
der Vereenigde Nederlanden , onze<br />
byzondere lieve Vrienden en Nabuuren,<br />
onze vriendfehap en wat Wy<br />
verder lief en goed hebben, aan.<br />
HOOG MOGENDE HEEREN, BYZONDERE<br />
LIEVE VRIENDEN EN NABUUREN.<br />
"^Ta dat Wy, by de door Ons op den 29<br />
February des voorleeden jaars aan U Hoog<br />
Mog. afgezondene ample Misfive, Onze bekommering<br />
en meeninge, met opzigt to: de onaangenaame<br />
om Handigheden, waarinne de Heer Erfftadhouder<br />
Prince van Orange en Nasfau, zig<br />
zedert eenigen lyd bevind, aan Hoogstdezelven<br />
hadden open gelegd , en Wy van U<br />
Hoog Mog. daar op , by derzelver antwoord<br />
van den 30 Augustus deszelven jaars , zulke<br />
aangenaam'e verzeekeringen dien aangaande ontfingen,<br />
zoo hadden Wy gehoopt, dat dezelve<br />
niet verder zouden hebben plaats gehad , néemaar<br />
dat welgedagte Heer Erfftadhouder in de<br />
rustige uitotffening van de aan zyn Sradhouderfchap<br />
gehoorende regtmaatige voorregten was<br />
gelaaten geworden. Dan daar Wy het tegendeel<br />
en zelfs zeer nadeelige berigten uit eenige<br />
van Uwer Hoog Mog. Provinciën verneemen;<br />
zoo heeft Ons zulks aanleiding gegeeven, 1 om<br />
aan de Heeren Scaaten der Provincie Holland<br />
en Westvriesland te doen afgaan de Misfive ,<br />
by Copie Bylage hier inne gefloten. Daar Wy<br />
nu zoo wel van de liefde tot biilykheid , als<br />
van de geneegentheid van U Hoog Mogende<br />
voor het Huis van Orange en Nasfau, het welk<br />
zig dezelve in den gantfehen Staat der Vereenig-<br />
Y 2 de
340 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
de Nederlanden zoo zeer verdiend gemaakt heeft,<br />
overtuigd zyn , zoo verzoeken Wy U Hoog<br />
Mog. by deeze zeer inftantelyk en Vriend-na»<br />
buurlyk, dat Hoogstdezelve, by de jegenwoordige<br />
onaangenaame voorvallen , gelieven tusfchen<br />
te treeden, en zig zoo wel by de Heeren Staaten<br />
der Provinciën Holland en Westvriesland,<br />
als by de Staaten der verdere Provinciën , daar<br />
het nodig mogte zyn, op het yveriglte aan te<br />
melden, ten einde de Heer Erfftadhouder by de<br />
aan hem eenmal erffelyk geconcedeerde voorreg»<br />
ten rustig gelaaten , het aan Hem ontnomene<br />
weder gegeeven en eene volkomene goede eensgezindheid<br />
weder daar gefteld werde- Wy beveelen<br />
U Hoog Mog. dan by deeze op het ferieufte<br />
het welzyn en de belangen van den Heer<br />
Erfftadhouder , van Onze waardige Nigte , en<br />
van hunne zoo veel hoop gevende Familie, als<br />
meede dat Hoogstdezelve wel in overweeging<br />
gelieven te neemen, en de gezamentlyke Heeren<br />
Staaten gelieven te doen opmerken, dat Wy<br />
omtrent het harde en zoo onverdiende noodlot,<br />
't welk bovengem. Ons zoo nabeftaande Per»<br />
foonen bejeegend , niet onverfchillig kunnen<br />
zyn , réemaar voor de behoudenis van derzelver<br />
verfchuldigt welvaaren zorgen , en alles ,<br />
wat mogelyk is , doen moeten ; waar toe Wy<br />
teffens Onze onpartydige en Vriend-nabuurlyke<br />
bemiddeling, met de beste welmeenendheid ,<br />
aanbieden. Wy hoopen Onzen wensch des wegens<br />
in het vervolg vervuld te zien, en in die<br />
verwagting , blyven Wy U Hoog Mog. met<br />
Vriend-nabuurlyke vriendfchap en geneegenheid,<br />
ten allen tyden toegedaan.<br />
Berlin den 18 September 1785.<br />
(Onder ftond)<br />
Uwer Hoog Mogende goedwillige<br />
Vriend en Nabuur.<br />
(Was get.) FREDRIK.<br />
Gecontrafigneerd,<br />
FINKENSTEIN. A. V. HERTZBERG.<br />
Vafi
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 341<br />
Van Gods genade FREDRIK Koning van<br />
Pruis/en, Markgraaf tot Brandenburg<br />
grV. &c<br />
Edele Groot Mogende Heeren, byzondere<br />
lieve Vrienden en Nabuuren,<br />
die Wy onze vriendfchap,<br />
en wat Wy meer lief en<br />
goed overig hebben , aanbieden,<br />
Na de verzeekeringen, door de Heeren Staaten<br />
Generaal der Vereenigde Nederlanden,<br />
by hoogstderzelver antwoord van den 30<br />
Augustus des voorleeden jaars Ons meede gedeeld<br />
, hebben Wy Ons ook verzeekerd gehouden,<br />
dat men in geene der Vereenigde Provinciën<br />
meer daar aan gedenken zoude, om den<br />
Heere Erfftadhouder Prince van Orange en Nasfau<br />
in het genot en bezit der hem eenmaal opgedragene<br />
regtmatige voorregten eenjgen inbreuk<br />
toe te brengen.<br />
Onze verwondering en leedweezen is derhalven<br />
des te grooter, daar Wy , tegens alle verwagting<br />
, moeten verneemen, dat men Hem<br />
Heer Erfftadhouder dadelyk het Commando van<br />
het Guarnifoen in den Hage heeft afgenomen ,<br />
't welk dog indifputabel tot de charge van eenen<br />
Erfftadhouder en Erf-Capitein Generaal is gehoorende<br />
; en dat het zig al verder laat aanzien<br />
, als of men hem van de wezentlykfte en<br />
gewigtigfte voorregten van het Erfftadhouderfchap<br />
het eene voor, het andere na, tragt te<br />
ontzetten, en niets anders als den blooten Naam<br />
en een Schynbeeld daar van overlaaten. Daar<br />
Wy nu niet gezind zvn Ons in de interieure<br />
omftandigheden van Uwen vryen Staat in te<br />
laaten, nog ü Ed. Groot.Mog. in de uitoefening<br />
van derzelver Souveraine Regten te prrevenieeren,<br />
maar van derzelver billykheid en liefde<br />
tot geregtigheid zyn ovejtuigd, zoo zullen<br />
U Ed. Gtoot Mog. Ons niet verdenken, wan-<br />
Y 3 neer
342 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
neer Wy omtrent feet Noodlot van een aan Ons<br />
zoo nabeftannde Vorst, en deszelfs Huis, niet<br />
indifferent kunnen zyn; te meer daar Wy Ons<br />
verzekerd houden , dat de Heer Erfftadhouder<br />
geene de minfte geleegenheid rog oorzaak tot<br />
eene zoo harde en onverdiende behandeling zal<br />
gegeeven hebben, némaar al wat mogelyk is in<br />
het werk (leid, om zyne hooge Charge na waarde<br />
te bekleeden, het welzyn van den gantfchen<br />
Staat te bevorderen , en het vertrouwen en de<br />
geneegenheid van de gezamentlyke Heeren Staaten<br />
te verdienen en zig toe te eigenen , waar<br />
toe Wy Hem by iedere geleegenheid, befiendig<br />
aanmaanen. En gelyk Wy boven dien aan den<br />
welftand en tranquiliteit van eene zoo aanzienlyke,<br />
en Ons zoo naby geleegene Republiek,<br />
een zoo groot en waar aandeel neemen , zoo<br />
verzoeken en vermaanen Wy U Ed. Groot Mog.<br />
by deeze nogmaals infiantelyk , en met inhrelie<br />
van den gantfchen inhoud van de ample Misfive<br />
, door Ons den 29 February des vaorleeden<br />
jaars aan de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde<br />
Nederlanden afgezonden , dat zy met<br />
voorbygaan van al het geen tot hier toe , uit<br />
misverüand of overhaafting , mogte zyn voorgevallen,<br />
zig met den Heer Eifltadhouder cp<br />
eenen beteren en vriendfchaplyker voet gelieven<br />
te zetten , de voormalige gelukkige eensgezindheid<br />
en het wederzyds vertrouwen te herftellen<br />
, den Heere Erfftadhouder in de rustige uitoeffenihg<br />
van de aan Hem en zyn Huis eenmaal<br />
erfielvK geconcedeerde regten en prsrogativen<br />
van Erfftadhouder, Capitein en Admiraaf Generaal<br />
te laaten, Hem niet verder daar in te ftooren<br />
, maar in tegendeel het geene hem ontnomen<br />
is, te rug te geven. Mogten U Ed. Gr.<br />
Mog. van voorneemen zyn, ten beste van derzelver<br />
Provincie in het beftuur der openbaare of<br />
interieure zaaken, eenige daar toe gefebikte veranderingen<br />
te maaken , zoo zal het hoogstdezelve<br />
niét moeijelyk vallen zig deswegens met<br />
den-
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 343<br />
den Heer Erfftadhouder, zonder verkorting van<br />
zyne regten, te vereenigen; terwyl hij zig gewis<br />
tot al wat billyk en den Staat het meest<br />
voordeelig is, gewillig zal betoonen, wanneer U<br />
Ed. Gr. Mog. zig daaromtrent maar met Hem<br />
zullen gelieven te verftaan.<br />
En konden Wy, door Onze bemiddeling daar<br />
toe contribueeren, en wilden U Ed. Gr, Mog.<br />
Ons daar toe derzelver vertrouwen gunnen, zoo<br />
kunnen zy verzekerd zyn , dat Wy zulks niet<br />
alleen als een Aan ver wand van het Huis van<br />
Orange en Nasfau, maar ook als een waar en<br />
opregt Vriend en Nabuur van den Staat der<br />
Vereenigde Nederlanden, met zoo veel yver,<br />
als opregte onpartydigheid en vereeniging verrigten<br />
zullen. Wy raaden U Ed. Gr. Mog.<br />
derhalven nogmaals op het ferieufte aan, al het<br />
voorenftaande, zonder vooroordeel, ter herte te<br />
willen neemen, en Ons met een aangenaam antwoord<br />
te begunftigen ; waar jeegens Wy U Ed.<br />
Groot Mog; verzeekeren, dat Wy, by voldoening<br />
aan deeze Onze verwagting, hoogstdezelve<br />
met de allerzuiverlte nabuurlyke vriendfchap en<br />
agting zullen zyn en blyven toegedaan.<br />
Berlin den 18 September 1785.<br />
(Onder Hond)<br />
Uwer Edele Groot Mogende goedwillige<br />
Vriend en Nabuur.<br />
(Was get.)<br />
FREDRIK.<br />
Gecontrafigneerd.<br />
FINK.ENSTF.IN. HERTSBERG.<br />
Aan de Staaten der Provincie<br />
Holland en Westvriesland.<br />
De Superfcriptie was.<br />
Edele Groot Mog. Heeren ,<br />
Onze byzondere lieve Vrienden<br />
en Nabuuren de Staaten<br />
der Provinciën Holland en<br />
Westvriesland.<br />
Y 4 Mis-
344 SKPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
CXIV. Misfive der Admiraliteit op de Maze<br />
, om voorziening tegen de uitlo*<br />
vingen door WILUAM CONYNGHAM,<br />
Ontfanger Generaal van Ierland,<br />
aan een Schipper te Vlaardingen<br />
gedaan, voor die zig in Ierland op<br />
de Noordwester Kusten van Done~<br />
gal ter Commercie, of fpeciaal ter<br />
Vtsfchery willen nederzetten. Ingehragt<br />
ter Vergaderinge van hun<br />
Ed* Gr. Mogende. In dato 28<br />
September i?8j.<br />
ntfangen een Misfive van de Raaden ter Admira<br />
O liteit op de Maze, gefchreeven te Rotterdam den<br />
so dezer , waar by ter kennis en deliberatie van hun<br />
Edele .Groot Mog. brengen een Copie-Misfive , door<br />
den Contrarolleur Pielat, uit Vlaardingen, aan hnn den<br />
5 gefchreeven met de Bylage , concerneerende de gedaane<br />
uitlovingen van William Conyngliam, Ontfanger<br />
Generaal van Ierland,, aan Schipper Claas Wesrerdyk,<br />
voor die zig aldaar op de Noordwester Kusten van<br />
Donegal , het zy ter Commercie , het zy fpeciaal tot<br />
de Visfcherye zouden willen nederzetten, met verzoek<br />
van daar omtrent- de nodige voorziening te doen; bree.<br />
der hier na geinfereert.<br />
Fiat infertio.<br />
Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en<br />
verftaan , dat de voorfz. Misfive en Bylaagen zullen<br />
worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap<br />
en verdere hun Ed. Groot Mog. Gecommitteer,<br />
den tot de zaaken van de Commercie en Navigatie,<br />
met eenige van de Hollandfche Raaden en Minifters<br />
van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie<br />
refideerende , en de Vergadering daar op gediend van<br />
derselver confideratien en advis.<br />
Accordeert met voorfi:. Refolutien.<br />
ÏDE-
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 345<br />
EDELE GROOT MOGENDE HEEREN1<br />
D e Commis Contrarolleur Pielat, te Vlaardingen<br />
geposteert , heeft aan ons kennis<br />
gegeven van een tentamen in Ierland , om de<br />
Visfcheryen uit deeze Landen derwaards over te<br />
brengen, en ten bewyze daar van overgezonden<br />
een gedrukte Misfive uit Dublin , van den 9<br />
Augusty deezes jaars , onderteekent door William<br />
Conyngham , Ontfanger Generaal van' Ierland,<br />
en geadresfeert aan Schipper Klaas Westerdyk<br />
te Vlaardingen; inhoudende diverfe aanmoedigingen<br />
en uitlovingen voor de geene welke<br />
zig aldaar op de N. Westerkusten van Donegal,<br />
het zy ter Commercie , het zy fpeciaal<br />
tot de Visfcherye zouden willen nederzetten.<br />
Daar wy weeten , hoe zeer U. Edele Groot<br />
Mog. het welzyn der Visfcheryen ter harte gaat,<br />
en hoe ernftig by diverfe Placaaten tegen het<br />
overbrengen derzelve is gewaakt, hebben wy<br />
deeze zaak van dat belang geoordeelt, dat wy<br />
dezelve ter kennisfe en deliberatie van U Edele<br />
Groot Mog. behoorden te brengen: en wy hebben<br />
daarom de eer U Edele Groot Mog. hier<br />
nevens de Copie authenticq van de Mitfive, door<br />
den Contrarolleur Pielat aan ons den 5 dezer loopende<br />
maand gefchreeven, benevens deszelfs Bylage<br />
te doen toekomen , ten einde omtrent de<br />
gedaane uitlovingen van den voornoemde Conyngham<br />
zoodanige voorzieninge zoude kunnen<br />
worden gedaan , als U Edele Groot Mog. ten<br />
diende van den Lande in het gemeen , en der<br />
Visfcheryen in het byzonder zullen vinden te<br />
behooren.<br />
Waar mede,<br />
Edele Groot Mog. Heeren, zullen wy God almagtig<br />
bidden U Edele Groot Mog. te willen<br />
houden in zyne heilige befcherminge.<br />
Y 5 Ge-
346 SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
Gefchreeven in Rotterdam den 20 September<br />
1785.<br />
(Onder ftond)<br />
U Ed. Groot Mog. zeer dienstwilhgen,<br />
de Raaden ter Admiraliteit<br />
op de Maze.<br />
(Was get,)<br />
JEAN BICHON VAN Y£SEMONDE.<br />
(Laager ftond)<br />
Ter ordonnantie van de«<br />
1 zelve.<br />
(Was get.)<br />
P. VAN DER HEIM.<br />
EDELE MOGENDE HEEREN!<br />
ï~"\eeze morgen, door myne correfpon-<br />
_L/ dentie magtig geworden zynde, ze.<br />
kere Misfive ten deezen geannexeert, gefchreeven<br />
te Dublin den 9 Augusty 1785,<br />
en ondergeteekent door William Conyngham,<br />
heb ik na lectuure van dezelve my<br />
verpligt gevonden, dezelve te moeten ftellen<br />
in handen van U Edele Mog., op<br />
dat door U Edele Mogende wyze voorziening<br />
een zoodanig middel zou kunnen<br />
beraamt worden , waar door de Visfcheryen<br />
deezer Lande, fchoon nu fterk kwynende,<br />
niet geheel zouden ondermynt en<br />
totaal geruïneert worden, als ook, op dat<br />
door U Edele Mog. zoodanige prfecautien
SEPT. STAAT EN OORLOG, 1785. 347<br />
tien ad interim zouden kunnen genome»<br />
worden, als door welke den uitvoer van<br />
Bisyfen, Visfcheepen, en Vaarendsgezellen<br />
, en wat iets meer van dien aart is,<br />
zouden mogen worden op het ftrengfte<br />
tegengegaan, en baatzugtige Rheeders in<br />
httrme oogmerken te leur gefteld worden.<br />
Ende verrrieenen my döor deeze denuntiatie,<br />
aan myn eed en pligt aan den Lande<br />
fchuldig te hebben voldaan, neeme ik<br />
de eere my in U Edele Mog. protectie<br />
aan te beveelen en in alle gehoorzaamheid<br />
met hoogagting te noemen,<br />
EDELE MOGENDE HEEREN !<br />
(Onder ftond)<br />
U Edele Mog. zeer gehoor*<br />
zaame Dienaar.<br />
Vlaardingen (Was get.)<br />
den 5 Sept.<br />
Ï7 8<br />
5' JACOE CHRIST. PIELAT.<br />
Na gedaane Collatie is deeze met<br />
zyn Origineel, berustende ter<br />
Secretarye van den Raad ter Admiraliteit<br />
op de Maze, by my<br />
Secretaris van het welgemelde<br />
Collegie, accordeerende b.von»<br />
den.<br />
(Was get.)<br />
T. VAN DER HEIM.<br />
De
343 SEPT. Z A A K E N V A N 1785;<br />
T"Xe natuur der Wetten onlangs gemaakt<br />
in Ierland, om Vreemdelingen aan<br />
te moedigen, om zig in dat Koningryk<br />
neder te zetten, en hun na een jaars verblyf<br />
alle de Privilegiën van gebooren Ingezeetenen<br />
te vergunnen, moet een fterke<br />
fpoor voor Hollanders zyn , om zig te<br />
begeeven naar een Land, zoo wel gezeaten<br />
om alle foorten van Visfcheryen te<br />
vervolgen, voornamentlyk op de N. Westen<br />
Kusten van Donegal, alwaar de grootfte<br />
vergadering van Haring in de Wintermaanden<br />
is, wanneer het visfchen op<br />
de Kusten van Schotland over is; en in<br />
de Lente ziet men daar een menigte Wallevisfchen,<br />
Sonnevisfchen en andere Olyvisfchen<br />
, en de Banke voor tien mylen<br />
langs de Kust fwermen in de Zoomer<br />
met Cabelyau, Lenge en Haak, zoo dat<br />
men het heele jaar mag beezig zyn.<br />
De Heer Conyngham , Ontfanger Generaal<br />
van Ierland , is Éigenaar van een<br />
groot gedeelte van Land , het welke langs<br />
de Kusten zig tien mylen uitflrekc in het<br />
Westergedeelte van het Graaffchap van<br />
Donegal, en bouwd thans in een van de<br />
Eilanden van Arran voor Visfchers; en<br />
is van voorneemen een Duitfche Volkplanting<br />
aan te moedigen, om zig aldaar<br />
neder te zetten, ten welken einde hy de<br />
volgende voorltellingen maakt.<br />
Elk Schipsgefelfchap die zig aldaar zal<br />
nederzetten met een Haaring Buys , zal<br />
een Huis en vyf morgen Land gegeeven<br />
v;orden, vry van huur voor of gedurende<br />
het leeven van de Eigenaar van de<br />
Bqys ; en vyf morgen Lands voor een<br />
fchejling 's jaars het morgen, en de helft<br />
van de onkosten, welke ieder Familie zal<br />
maaken om een Huis te bouwen.<br />
Indien een Genootfc ap van Koopluiden
SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785:. 34?<br />
den geneegen was om zig aldaar neder<br />
te zetten niet een groot Capital en Huifen<br />
wilde bouwen. De Heer Conyngbam<br />
zal alsdan de helft van de onkosten betalen<br />
, ter oploop van ƒ icoooo -0-0.<br />
en niet meer aan zyn kant , en ten dien<br />
einde zal hy hun zoo zy het vereifchen,<br />
een Eiland apart voor dat voorneemen<br />
geeven, vry voor eeuwig van huur voor<br />
de Grond waar op zy bouwen, met 'zoo<br />
veel Moeras als zy zullen verkiezen, voor<br />
een fchelling 's jaars het morgen.<br />
Een iegelyk die zig daar zal nederzetten<br />
en de Haaring Visfcherye zal aanvoeren<br />
, zal regt hebben tot den ontfangst<br />
van alle Premiums , die het Ierfche Parlement<br />
ten dien einde vergunt heefr.<br />
En ten eerften zullen alzulke Buyfen<br />
als te Rutland gebouwd zullen worden,<br />
fes L. Sterling genieten voor ieder Last.<br />
zoo dra als zy van de Timmerwerf afgeloopen<br />
zyn , en alle andere Scheepen<br />
gebruikt in den Haringvangst zullen 's<br />
jaarlyks drie L. Sterling per Last genieten<br />
, daar en boven zal voor elke Last<br />
Vis op den uitvoer derzelver 1 L. 15 S.<br />
Sterling betaald wordeu den Impost op<br />
Zout, beloopt maar elf Schellingen per<br />
Ton, en is te rug gegeeven op den uitvoer<br />
van de Vis.<br />
Het voordeel van deeze oprigting is<br />
openbaar , en de geenen die dë aanbiedingen<br />
van de Heer Conyngham zullen<br />
aanneemen , zullen van het verband met<br />
hunne Vrienden in Holland daar by niet<br />
berooft worden , maar integendeel zal het<br />
voor hun en haaren Vrienden een onderling<br />
voordeel zyn, nadien zy de Vis die<br />
zy vangen naar Holland mogen uitvoeren<br />
; en de vrugten van hun vernuft in<br />
haar eigen Land zullen mogen genieten,<br />
in-
35Q SEPT. Z A A K E N V A N 1785.<br />
indien zy van zints zyn daar weder te<br />
keeren. In dat gaval mogen zy zoo zy<br />
het goed dunken . wie zy willen van hunne<br />
Familie in Ierland laaten , om hunne<br />
zaaken daar te bellieren als andere Koopluiden<br />
doen, in Vrankryk, Spanje, Portugal<br />
en andere Gewesten in Europa,<br />
met dit verfchil, dat in geen ander Land<br />
uitgezonden Ierland Premiums gegeeven<br />
worden aan Vreemdelingen, om dit foort<br />
van Negotie aan te voeren.<br />
De geenen die zig geneegen vinden om<br />
de aanbiedingen van de Heer Conyngham<br />
aan te neemen , worden verzogt om zig<br />
te addresfeeren aan the Right Honoura»<br />
ble Wiiliam Conyngham, Dublin, en indien<br />
eenige Duitl'che Visfchers vin zints<br />
waren om een proef te neemen voor dat<br />
zy zig in Ierland voor goed neder zetten,<br />
in dit geval zal de Heer Conyngham hun<br />
met Huifen en Pakhuifen vry van huur<br />
voorzien, duurende den tyd van de Visfcherye<br />
, dewelke begint in November.<br />
De geen die houte Huifen met hun brengen<br />
, zullen voor de waarde derzelven<br />
betaald worden, en dezelve voor niets<br />
bewoonen.<br />
Dublin den -(Was get.".<br />
9 Augllsty WILLIASU GONYNGHAM.<br />
1735.<br />
Na gedaane Collatie is deeze met<br />
zyn Origineel berustende ter<br />
Secretarye van den Raad ter<br />
Admiraliteit op de Maze, by<br />
my Secretaris van het welgemelde<br />
Collegie, accordeerende<br />
bevonden. Rotterdam den 27<br />
September 1785.<br />
(Geteekent)<br />
P. VAN DER HEIM.<br />
CXV.
oer. STAAT EN OORLOG. 1785. 351<br />
CXV. Extract uit de Refolutien van de Edele<br />
Achtbaare Heeren Burgemeejie.<br />
ren en Vroedfchap der Stad Utrecht.<br />
In dato 1 Otlobober 1785»<br />
"Ingevolge het gerefolveerde op Woensdag den 21 der<br />
J. afgelopen maand September, de Vroedfchap op een<br />
volledige befchryvinge van alle Leden van den Raad,<br />
ook met couvocatie der Leden , welke wegens hunne<br />
Commisfien anderzins geene fesfie hebben, of niet gewoon<br />
zyn te cotnpareeren, geconvoceert, en vergaderd<br />
zynde , en zulks om te delibereeren en te refolveeren<br />
nopens het eerfte Point van het Addres , door Geconititueerden<br />
van 1368 Burgers en Inwoonderen deezer<br />
Stad, als meede door Gecommitteerden uit de agt<br />
Schutters-Compagnien alhier op voorichreeven 21 September<br />
aan de Vroedfchap geprrefenteerd , en in de<br />
Notulen ten zeiven dage geinfereerd, en vervolgens gedagte<br />
eerlte Point gelezen zynde , is door den Heer<br />
eerften Burgemeelter van Musfchenbroek omvrage gedaan,<br />
en heeft de Vroedfchap na rype Deliberatie geoordeeld<br />
en verftaan, dat in 'c verzoek van de Requestranteu<br />
niet kan worden getreeden , het zelve by<br />
deeze wyzende van de hand»<br />
Accordeert met voorfz. Refolutie.<br />
(Was get.)<br />
IZAAK FALCK.<br />
cxvr.
352 OCT. Z A A K E N VAN 17ss.<br />
CXVI. Advies van Mr. F. G. BLCK, ever de<br />
Praeliminaire Vredes - Artikelen ,<br />
tusfchen Hun Hoog Mog. en den<br />
Keizer, gefloten op den 21 Septemtember<br />
1785. Ingebragt in de Vroedfchap<br />
der Stad L,eiden. In dato 6<br />
Oclober 1785.<br />
EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN!<br />
"f/^an 'er ooit een zaak worden uitgedacht, die in<br />
deszelfs aard, omftandigheden en gevolgen al de<br />
oplettendheid, al de omzichtigheid, en al de voorzorg<br />
van elk Regent vorderd, en waar over niet te ernftig,<br />
nog met te veel zorgvuldigheid kan geraadpleegd worden<br />
, het is voorzeker de onderhandeling over het fluiten<br />
van eenen vreede, als waarin niet alleen het tegenwoordig,<br />
maar ook het toekomend lot van eenen<br />
geheelen Staat, met alle de belangen, welken het welwezen,<br />
het geluk, en het behoud zo van het gantfche<br />
volk, als van eiken Ingezeten betreffen, op de<br />
uitgeftrektfte wyze betrokken is- Het gevoel van deze<br />
onbetwistbaare waarheid is dan ook oorzaak ge.<br />
weest, dat de Ondergetekende van het eerfte begin der<br />
gerezene gefchillen tusfchen dezen Staat en den Keizer<br />
van het Duitfche Ryk, als Opperheer der Ooftenrykfche<br />
Nederlanden, tot op dit ogenblik toe, zo dikwyls<br />
'er in dezen Raad over dat gewigtig Onderwerp geraadpleegd<br />
is, zig altyd het waar belang van deze Republiek<br />
, by het uiten van zyn Advies , op eene byzondere<br />
wyze voorgefteld, en wel aan den eenen kant<br />
begreepen heeft, dat hec meer bepaald vermogen van<br />
deezen Staat, betreklyk tot dat van dsn Keizer, en de<br />
byzondere omftandigheden , waar in dezen Siaat zig<br />
zederd eenigen tyd bevonden heeft, niet toelieten, om<br />
in die Onderhandelingen een toon aan te neemen, welken<br />
de onlochenbaare rechtvaardigheid van onze zaak,<br />
en de verwagting van het onpartydig gedeelte van iiuropa<br />
op zig zeiven fcheenen te vorderen, doch teffens<br />
voor
ÓCT; STAAT Ê N OORLOG. 1785. 353<br />
voor niet minder zeker gehouden heeft, dat het vervolgen<br />
der al te groote toegevendheid , welke wy ih<br />
het jaar 178a omtrent de willekeurige vordering des<br />
Keizers tot ontruiming der Bardere. Steden gebruikt<br />
hadden, wel verre van deszelfs edelmoedigheid tot eene<br />
wederkeerige faciliteit op te wekken , of onze Republiek<br />
eenig dadelyk blyk te doen erlangen van het geen<br />
die Vorst ons by die ontruiming verzekerde, dat zyne<br />
Vriendfchap het fierftjie Frontier was voor dezen Staat,<br />
in tegendeel niets dan van tyd tot tyd toeneemende<br />
vorderingen van dien kant zoude na zig liepen.<br />
Immers had men, toen het den Keizer goeddagt, orh<br />
reeds in het laatst van het jaar 1783 Satisfactie te vorderen<br />
wegens het gebeurde op het Dorp den Doel<br />
met eenige Hollandfche Soldaten, ter gelegenheid der<br />
begravenis van een dood Lichaam, en daar over te<br />
klagen , als over eene fchending van zyn territoriaal<br />
recht, fchoon door dezen Staat met reden ontkend,<br />
kunnen befluiten, om in bewoordingen, naar den aard<br />
der zaak gefchikt, van onze zyde de fterkfte voldoening<br />
te eisfchen over den tegen alle trouw verzogten<br />
doortogt voor eenige honderd Ooftenrykbe Manfchappen<br />
door een onzer Frontier-Plaatfen, en het ongehoord<br />
weder opgraven , en geweldadig nederftorten van het<br />
reeds begraven dood Lichaam in de gragt van die plaats<br />
onder geleide van zulk een aantal Trouppen; wel licht<br />
had men het niet gewaagd, om zedert dien tyd door<br />
verfcheidene kort op eikanderen gevolgde Memorien<br />
dezen vreedzaamen Staat op de honendfte wyze te behandelen,<br />
en tegen alle waarheid aan te verwyten, als<br />
of men van onze zyde de goede verftandhouding met<br />
den Keizer zogt te verbreken. Dan het ontveinzen<br />
en opkroppen hier van en het al te ras gedaan Voorftel<br />
tot het benoemen van wederzydfche Commisfarisfen<br />
tot het vereffenen van gefchillen, die tot dien tyd<br />
toe naauwlyks verdienden genoemd te worden, en ten<br />
minften door de wederzydfche Ministers zeer gemaklyk<br />
hadden kunnen worden uit den weg geruimd,<br />
heeft , (gelyk de Ondergetekende toen reeds meende<br />
te voorzien, en gewaarfchouwd heeft,) den moed des<br />
XXIX. DEEL. Z Kei-
354 OCT. Z A A K E N V A N 17*5;<br />
Keizers om ons te bederven van tyd tot tyd zo zeer<br />
doen aanwakkeren, dat een aanzienlyk en kostbaar gezandfchap,<br />
zedert naar het Ooftenryksch Ministerie te<br />
Brusfel afgezonden , mag men niet zeggen? ons op<br />
den hals gehaald heeft, ten minften gevolgd is door<br />
zulke fchrikbarende, en uitgeftrekte eisfchen , dat elk<br />
doorzichtig mensch van toen af geen ogenblik behoefde<br />
in beraad te ftaan , om een van beide deze onaangenaame<br />
vooruitzichten te vormen , dat of de Republiek<br />
zig, zonder uitftel, en zonder eenige toegevendheid,<br />
met allen mogelyken nadruk tegen die eisfchen<br />
verzetten moest, of, door zig in onderhandelingen deswegens<br />
in te laten met een Ministerie, wiens duidelyke<br />
taal , en geflepen redeneringen de zekerde merken<br />
gaven van de allerveruitziendfte en gevaarlykfte<br />
ontwerpen , van ftap tot ftap zoude worden ingewikkeld<br />
in opofferingen, die zy zelve nimmer in het begin<br />
zou geloofd hebben , behoudens de eerfte regels van<br />
poede Staatkunde, behoudens de onafhanglykheid der<br />
Republiek , en de voortduuring van haar gewicht op<br />
de fclwal van Europa, te zullen kunnen toeftaan.<br />
Schoon de uitgeftrekte Oorlogsmacht van den Keizer,<br />
fchoon de indruk in het hart der meest welmeenende<br />
Regenten , veroorzaakt door de vernederende<br />
laagheid , waar mede wy den Engelfchen Oorlog gevoerd<br />
en geëindigd hebben, fchoon de verkeerde directie<br />
en ftrafbaare ontrouw in onzen eigen boezem „<br />
en de langzamerhand verminderde kragten van dit Gemeenebest,<br />
maar al te gegronde redenen gaven om te<br />
vreezen, dat het meer te wenfchen was , dan te hoopen,<br />
dat de voorouderlyke kloekmoedigheid de beraadilagingen<br />
over dit gewigtig onderwerp altyd verzeilen<br />
zouden; fcheen echter de Voorzienigheid de veege eer<br />
van den Staat, als tegen deszelfs wil en dank, te wiU<br />
len ftaande houden door eene gebeurtenis, zo min overeenkomende<br />
met de trouw , als den aard van vreedzaame<br />
Onderhandelingen, toen het naamlyk, den Keizer<br />
goeddagt, om, te midden van dezelven, den ftaat<br />
van het gefchil geheel van natuur te veranderen, openlyk<br />
tegen den allerduidelykften letter van het 14 Artikel
et. STAAT EN OORLOG. 1785. 355<br />
kei des Munflerfchen Traetaats van het jaar 1648 te<br />
verklaaren , dat hy de Schelde van de Öoftenrykfche<br />
gyde voor geopend hield, en uitdruklyken last te geeven<br />
, om een Koopvaardy Schip , onder zyne Vlag,<br />
en met zyn Paspoort voorzien , zelfs zonder eenige<br />
vifitatie, of betaaling van onze Tollen, waar aan zelfs<br />
onze eigen Schepen gehouden zyn, en dus zo wel tegen<br />
het ontzag van een geheiligd Tradlaat, als tegen<br />
het recht der Volkeren , de paaien te doen overfchreiden<br />
, welke door de dapperheid van onze roemrugtige<br />
Voorvaderen gevestigd, door de Guarantie der magtigïie<br />
Mogenheden, door verfcheide opgevolgde Tractaaten<br />
, en de wezenlykfte dienften aan het Huis van<br />
Ooftenryk te meermaalen met gevaar van eigen behoud<br />
bewezen, aan ons verzekerd, niet dan met de grootfte<br />
ontrouw gefchonden, en niet dan met het geheel verlies<br />
onzer onafhanglykheid , en het verloop van den<br />
Koophandel, dat eenig middel van ons beftaan, fcheelieu<br />
te kunnen overfchreden worden. Toen, op dat<br />
hachlyk tydftip , het in fuortgelyke gelegenheden gebruiklyk<br />
middel van het doen van een fchot op het<br />
doorvarent Schip , (tot welks ophouden de gegeeven<br />
order gelukkig te laat kwam,) door H. H. Mog. werd<br />
goedgekeurd , manmoedig verdedigd, en alles aangewend<br />
, wat tot afweering van eenen onwettigen aanval<br />
dienen konde, van toen af aan vatte de Ondergeteekende<br />
de hoop op , dat het innig gevoel van de<br />
rechtvaardigheid onzer zaak, de overgroote moeilykheid<br />
van eenen onverhoedfehen aanval op onze Bezittingen,<br />
en de gewichtige betrekkingen, welken het belang<br />
ons doed. hebben op andere machtige Mogendheden<br />
van Europa , ons eindelyk door een meer ftandvastig<br />
gedrag over alle de lagen en vorderingen van<br />
onzen Vyand zouden doen zegepraalen , en hem van<br />
het verder voortzetten zyner ondernemingen affchrikken.<br />
En in de daad alles liep, geduurende een reeks van<br />
verfcheide Maanden, te zamen, om den besten uitflag<br />
van eene manlyke verdediging onzer geheiligde rechten<br />
te hoopen, daar wy niet alleen van de maand October<br />
Z 2 des
356 OCT. Z A A K E N VAN 1785.<br />
des voorleden tot die van Maart des loopenden jaars alle<br />
pogingen to r<br />
onze verdediging zagen aanwenden, daar<br />
niet alleen het Hof van Frankryk nier naliet, ons alie<br />
mogelyke verzekeringen van haare toegenegenheid , en<br />
de behait'ging van ons welzyn in dit netelig gefchil te<br />
geeven, maar zelfs de moed'der gantfche Natie, wel<br />
verre van op het hooren der geruchten van eenen aannaderenden<br />
Vyand , met al den ontmenschten toeftel<br />
van Oorlogstuig en Moordgeweer, verbylterd te worden<br />
, integendeel gelukkig zagen opwakkeren , in zo<br />
verre, dat men hier en daar eerlang de plegtigfte Verbintenisfen<br />
en aanbiedingen van zig zeiven en zynen<br />
gewapenden arm door den braven Burger zag plaats<br />
grypen, en zig alles tot eenen geweldigen en langduurigen<br />
tegenftand fcheen voor te bereiden, terwyl deze<br />
orverwagte kloekmoedigheid en de veelvuldige moeilykheden,<br />
die d^n Keizer in het maaken van eene Oorlogzuchtige<br />
vertoning , en nog veel meer in het met<br />
eenig goed gevolg voeren van eenen Oorlog, allerweege<br />
in den weg ftonden , hem wel ras, hoe zeer hy<br />
den toon van eenen beledigden Monarch aannam, veel<br />
zachrer taal deden voeren, alles nalaaten, hetwelk naar<br />
Vyandlykheden zwetmde , en eindelyk gretig de aangebodene<br />
mediatie van het Franfche Hof tot het voortzetten<br />
der Onderhandelingen aanarypen.<br />
Maar hoe Itond de ondergetekend verbaasd, toen hy<br />
op den 21 Maart laatstleden , na het vooraf beloven<br />
eener (lipte geheimhouding, verftond , dat de Heeren<br />
Gedeputeerden dezer Stad ter Vergadering van Hun<br />
Ed. Gr. Mog., op inftantien, en met concurrentie van<br />
de verdere Leden van die Vergadering , doch zonder<br />
eenige voorkennis en medeweten, veel min last en<br />
goedvinden hunner refpeclive principalen, (welken(men<br />
binnen deze Provincie fteeds gewoon is over zaaken<br />
van oneindig minder aanbelang in te wachten , en althans<br />
in zulk een gewichtig poinct, waar in men zo<br />
handtastelyk was afgeweken van derzelver tot dus ver<br />
gemanifesteerd Systhema, niet had behooren te preoccuperen,)<br />
hadden helpen concludeeren een Rapport,<br />
kort te vooren ter Generaliteit uitgebragt, volgens het<br />
welk
OCT. STAAT E N OORLOG. 1785. 357<br />
welk de twee Forten aan de Schelde, Frederik Hendrik<br />
en de Kruisfchans , en zelfs ook, zo zulks vol»<br />
ftrekt gereqnireerd wierd, Lllo en Liefkenshoek, zouden<br />
worden aedemolieerd , ,of geëvacueerd, als mede<br />
de vrye, en onafhanglyke Souveraïniteit over het gantfche<br />
ge leelte van de Schelde van Antwerpen af tot<br />
aan het ein Ie van het Land van Saeftingen aan den<br />
Keizer afgedaan, mits overecnkomftig het 14 Artikel<br />
van het Traéhat v>n Munfter de Schelde aan de zyde<br />
van H. H M gtflnen, en de Souv^rdniteit over dezelve<br />
van Saeftingen af tot aan de Zee toe voor dezelven<br />
geconferveerd bleve, en mi s de Vaart van de<br />
Ooftenrykfche Nederlanden naar en uit de Üost-Indiën,<br />
conform het j Artikel van het Weener Tractaat zoude<br />
worden belet; m volgens welk rapport wyders, in afwachting,<br />
dat ook eerlang een geaccrediteerd Perfoon<br />
van wege den Keizer met de waarneming der zaaken<br />
alhier zoude worden belast, ten fpoedigften uit het<br />
midden van H. H- M. twee Heeren zouden worden<br />
benoemd, ten einde, door het geeven van behoorlyke<br />
informatien, en anderzints, de Vreles-Negotiatien op<br />
alle gefchikte wyze vorderlyk te zyn , en boven al ook<br />
den Keizer te verzekeren van de al tyd üiurende egards<br />
van H. H. M. voor Hoogstdeszelfs Perfoon , en te<br />
co vinceeren, dat H. H. M. nooit hebben gehad eenige<br />
de allerminlïe intentie, om Hoogstdenzelven te beledigen<br />
, of deszelfs Vlag te doen infulteeren; en bo'<br />
ven dat alls nog eene convenabele fomme Gelds voor<br />
de S:ad en Fortresfe van Maaftricht, mitsgaders het<br />
Graaffchap Vroenhoven, en her Land va^ O^ermaze,<br />
zoude worden aangeboden; en dat deze Refolutie van<br />
onze Provincie , ter Generaliteit ingebragt, door de<br />
Gedeputeerden «'er overige Provircien geampleéteerd ,<br />
en aan onze An ba.-fadeurs te Parys was afgezonden,<br />
terwyl men re gelyker tyd ter Generaliteit had com-<br />
Eiisforiaal gemaakt een onderzoek naar de middelen,<br />
waar door de Schelde, na dien afltand, op eene voldoende<br />
wyze van onze zyde zoude kunnen gefloten<br />
worden.<br />
U Ed. Gr. Achtb. zullen zig kunnen herinneren,<br />
Z 3 hoe
358 OCT. ZAAKEN VAN<br />
hoe zeer de Ondergeteekende met alle de toen prefent<br />
zynde Leden dezer Vroedfchap in dat oogenbhk<br />
getroffen was door het gevoel dezer onbegrypelyke toegevendheid<br />
, en hoe zeer hy in het byzonder met eenige<br />
andere Leden hebbe aangedrongen, dat men, alvorens<br />
tot zulk eenen wanhoopigen (tap te komen, alle<br />
hoop tot betere Voorwaarden moest verboren, en liever<br />
alles beproefd hebben, dan tot zulke vernederende<br />
demarches over te gaan; dat men alvoorens het Eran»<br />
fche Hof openlyk behoorde gefommeerd te hebben, om<br />
zig duidelyk te verklaaren, of hetzelve eene diergelyke<br />
voorbeeldelooze laasheid, en eenen zo fchadelyken atltand<br />
van duurgekochte voorrechten, waat dopt de<br />
Republiek zo wel voor de belangen van dat Hot, als<br />
voor zig zelve in onoverkoomelyke zwarigheden ingewikkeld<br />
zoude worden, met onverfchiilige oogen konde<br />
aanzien; dat men alvorens behoorde overwogen te<br />
hebbeu, of het immer waarfchynlyk was, dat het Hor<br />
van Berlin, fteeds zo naarieverig over den aanwas yan<br />
het Huis van Oostenryk , zoude dulden, dat dit Huis,<br />
door eenen dadelyken aanval op deze Republiek , haar<br />
reeds zo aanmerklyke macht en invloed op dtt gedeelte<br />
van Europa zo zichtbaar zoude vergrooten , en dat<br />
in alle gevallen, wanneer dat alles niets baaten konde,<br />
de bewustheid van het geen wy ons zeiven verïchüldigd<br />
waren, ons veel eer behoorde aan te zetten, om<br />
de begeerte der Natie alvorens over dit hoogst aange»<br />
leegen ftuk te verneemen , eer men een ltap waagde,<br />
die niet nalaaten zoude den weg tot verdere, en verdere<br />
opofferingen te baanen, en aan de Natie , wanneer<br />
dezelven eens ter haarer kennisfe kwamen, de<br />
rechtmaatigfte redenen geeven om zig te beklagen, dac<br />
,y haar zweet en moeite te vergeefs , zo wel tegen<br />
buitenlandsch, als binnenlandsch geweld had hefteed:<br />
Dat, fchoon de toeltand van ons Gemeenebest wel<br />
niet toeliet om alle Onderhandelingen af te fnyden, en<br />
de eer, en belangen van het lieve Vaderland des noods<br />
met de Wapenen te verdeedigen, die aangeboden Voorwaarden<br />
echter van dien aard waren, dat ze, zelfs na<br />
\ voeren van eeuen ongelukkigen Oorlog, niet lichtelyk
ocx. STAAT EN OORLOG. 1785; 35»<br />
lyk op eene meer onereuze wyze zouden kunnen worden<br />
voorgefchreeven, en dat men in zulk een geval<br />
door eene onvermydelyke noodzaaklykheid daar toe zoude<br />
gedrongen worden, daar men zig thans met eenige<br />
waarfchynlykheid vry wat beter fucces van eenen dapperen<br />
tegen (tand , dan van Vredes-onderhandalingen ,<br />
welken eensklaps op zulk eenen fchadelyken voet van<br />
onze zyde begonnen wierden, konde voordellen; dat,<br />
hoe ongelyk onze Landmagt ook weezen mocht aan<br />
die van den Keizer, wy echter het voorrecht hadden,<br />
dat de geldmiddelen, die voornaame zenuw van den<br />
Oorlog, aan deze zyde ruim zoo gun (lig waren, en er<br />
niet' aan te twyfelen was, of het beste en gegoedde<br />
deel der Ingezetenen zouden gelyk in vorige Oorlogen,<br />
zoo ook nu , ten uiterlten bereidwillig bevonden worden<br />
, om, in geval van noodzaaklykheid, 's Lands Finantieweezen<br />
met buitengewoone toelagen krachtdadig<br />
te onderlteunen; dat de kosten, welken de Keizer gehouden<br />
zoude zyn te maaken tot het voeren van eenen<br />
Oorlog, zoo ver verwyderd van het middelpunt zyner<br />
Erf-Landen, de onzen zeer aanmerkelyk zouden te boven<br />
gaan; dat de inwendige Onlusten irt lommige gedeeltens<br />
van zyne eige Staaten hem verhinderen zouden<br />
om zyne geheele Macht tegen ons te wenden; en dat<br />
de zweevende Verfchillen tusfchen denzelven en het<br />
Ottomannifche Ryk, en de onderhandiche informatien,<br />
van wege het Miniderie van het laatstgem. Ryk aan<br />
dezen Staat gegeeven, omtrent de desfeinen , welken<br />
aldaar, in geval van rupture tusfchen den Keizer en<br />
dezen Staat, fcheenen geformeerd te worden, eene nog<br />
veel grootere diverfie ten onzen voordeele fcheenen te<br />
voorfpellen i dat om alle deze redenen de vraag niet<br />
zoo zeer behoorde te zyn, of wy eenige opofferingen<br />
tot behoud van den Vrede moesten doen, als wel, of<br />
wy, door het vertoonen van eene gepaste fermiteit,<br />
niet hetzelfde hoofdbut, het voorkomen van eenen Oorlog<br />
, zouden kunnen bereiken , en of wy ten minden<br />
ons niet behoorden te wagten voor het doen van zulke<br />
opofferingen , waar van wy, zoo het voorneemen<br />
niet was onbepaald alles toe te geeven, nimmer met<br />
Z 4 eeni«
3f5o OCT. Z A A K E N V A N<br />
eenige zekerheid het gewenschte fucces verwagren kon»<br />
den, te meer, d.iar wy, het geen wy dus fchandelyk<br />
verlooren, nimmer by eene andere gelegenheid zouden<br />
kunnen weder krygen: dat men uit dien hoofde niet<br />
dan zeer fpaarzaam behoorde te werk te gaan met het<br />
doen van aanbiedingen , en zig vooral zorgvuldig te<br />
wagten voor zulke afftanden, die, naar maate fommigen<br />
derzelver in den eerften opllag geringer mogten<br />
voork©men , men echter moest vastftellen , dat door<br />
den K izer met des te gevaarlyker vooruitzigten begeerd<br />
wierden ; dat het onder anderen niet mogelyk<br />
was, dat de erkentenis van des Keizers volftrekten eigendom<br />
over het gedeelte der Schelde van Antwerpen<br />
af tot aan het einde van het Land van Saeftingen, en<br />
de afftand der vier Forten aan de Schelde, met eenig<br />
ander oogmerk konde gevorderd worden , dan om ons<br />
het dadelyk ft uiten van de Schelde beneden Saeftingen<br />
te beletten; daar het bekend was , dat , volgens<br />
bet gerecipieerd gebruik onder alle Europeaanfche Volkeren,<br />
geen eigendom op eenige Rivier of Zee kan gefuftineerd<br />
worden , dan welks doortocht men in ftaat<br />
is van wederzyde met Gefchut te beletten, en juist dit<br />
de reden geweest was , waarom men aan onze zyde<br />
te vooren zoo voorzigtiglyk den eigendom van dat eng<br />
Riviervak , en de gem. Forten bedongen had ; en dat<br />
derhalven, zoo het den Keizer niet te doen was , om<br />
waarlyk de Schelde voor den Koophandel zyner Onderdaanen<br />
te openen, het volftrekt onbegryplyk moest<br />
voorkc men , dat 'er van zyne zyde zoo fterk op den<br />
afftand van dat gedeelte der Schelde , en de ceslie der<br />
vier Forten wierd geinfteerd:<br />
Dat hetzelfde behoorde in confidentie komen, eerst<br />
omtrent den gedaanen eisch van de Stad Maaftricht,<br />
als welke Scad , van hoe veel gewigt ook voor onze<br />
Republiek , op zig zelve van weinig aangelegenheid<br />
konde gereekend worden voor zoo een magtig Vorst,<br />
Wiens Bezittingen zoo uitgeftrekt waren; en dat hetzelfde<br />
ook in overweging komen moest omtrent den<br />
afftand van het Graafcbap Vroenhoven en het Land<br />
van Overmaze, waar op de Keizer, zelfs in geval der<br />
re-.
OCT. S T A A T E N OORLOG. 1785» 361<br />
redemptie van de Stad Maaftricht door eene Geldfomme<br />
, evenwel nog bleef aanhouden , nademaal er nog<br />
voor den afftand van Maaftricht , nog voor dien van<br />
eenig ander Territoir in Staats-Braband, eenige andere<br />
reden kon worden uitgedagt, dan alleen, om djrjor deszelfs<br />
afftand ons Frontier in Braband merkelyk in te<br />
korten, en te verzwakken, of wel om ons het bezit<br />
van die gewichtige Vesting, fchoon voor eeue ontzaglyke<br />
geldfomme ingekocht, in tyd van nood, dat is,<br />
in het eenige geval , waar in wy van hetzelve eenig<br />
nut zouden kunnen trekken, nutloos te maaken ; met<br />
één woord , dat, wanneer de weg van onderhandeling<br />
boven die der wapenen geprefereerd wierd , en men<br />
al redenen meende te hebben om te vertrouwen , dat<br />
men van de zyde van eenen Vorst, die, by eene gezoete<br />
gelegenheid van een gefchil over eene niet noemenswaardige<br />
zaak, de exorbitantfte vorderingen tegen<br />
den uitgedrukten letter van een allerplechtigst Tractaat<br />
gedaan had, voor het vervolg meerdere billykheid, en<br />
meerder ontzag voor de heiligheid van een nieuwh'ngs<br />
gefloten verbond, te verwachten had, men ten minden<br />
behoorde te zorgen, dal het op nieuw te maaken Tractaat<br />
immers in zulke dutdelyke termen wierd ingerichr,<br />
als het menschlyk vernuft maar eenigzints kon Je uitd.nken<br />
, min dan op zulk eenen voet, en op zulke<br />
voorwaarden , die men in den eerften opdag, zonder<br />
zelfs op vergezochte redeneringen te denken , met vry<br />
wat waarfchynlykheM , uit den letter, en he: beloop<br />
van zulk een nieuw Tractaat, op eene ongunftige wyze<br />
voor dezen Staat zoude kunnen uitleggen ; en dat<br />
derhalve om alle die redenen het eenig expediënt,<br />
(waar voor de ondergetekende in gemoede zoude kunnen<br />
advifeeren,) om zig onder de mediatie van het<br />
Franfche Hof, met eer, en behoudens het waar belang<br />
van de Republiek , van de zwevende gefchillen<br />
met den Keizer te ontdaan, alleenlyk zoude beftaan in<br />
de offerte van een aequivalent in geld, tot geheele verttietiging<br />
van alle hoe ook genaamde pretenfien des<br />
Keizers ten laste der Republiek zonder eenige verdere<br />
fesfie j of andere opoffering van onze zyde, en dat zelfs<br />
Z 5 in
36*2 SEPT. Z A A K E N V A N ' !<br />
178$,<br />
in de bepaling van de hoegrootheid van dat aequiva»<br />
lent, zoo wel de onrechtmatigheid van des Keizers<br />
pretenfien , als de reeds gemaakte groote kosten tot<br />
eige verdediging, en de daar door, en door andere<br />
omftandigheden zoo geweldig gedelabreerde ftaat onzer<br />
Financien , aan het Hof van Frankryk met den meesten<br />
nadruk behoorden te worden gereprefenteerd , en<br />
by hetzelve aangedrongen, om, in geval van hec vruchtloos<br />
afloopen der onderhandelingen, met de Republiek<br />
tegen den Keizer eene lyu te trekken , en dezelve op<br />
de krachtigfte wyze met haare Wapenen te onderfteunen.<br />
Dan U El. Gr. Achtb. zullen zig tevens herinneren<br />
, dat, zoo min als tegen de gegrondheid dezer<br />
confideratien van den Ondergetekenden iets anders is<br />
aangevoerd , dan alleenlyfc de nadeelige en gevaarlyke<br />
omftandigheden der Republiek van binnen , (waar te.<br />
gen echter door den Ondergetekenden wederom is aangemerkt<br />
, dat deze omftandigheden niet zoo wanhoopig<br />
moesten befchonwd worden , dat men , om derzelver<br />
gevolgen te vermyden , den Staat aan eenen afftand<br />
van zyne dierbaarfte bezittingen , waar van deszelfs<br />
voortduuring ten eenemaal afhing, aan een geheel verlies<br />
van al zyn aanzien by andere Mogenheden, en<br />
aan het gevaar om van eene andere zyde op gelyke<br />
willekeurige wyze te worden aangevallen , blootftelde,<br />
terwyl aan den eenen kant. de fteeds waakzame zorg<br />
van den Souverain en der Juftitie, gefterkt door den<br />
gewapenden arm der kloekmoedigfte Ingezetenen , genoegzaam<br />
in ftaat was , om de heilloze pogingen van<br />
een verraderlyk rot oproermaakers te beteugelen en<br />
veriedelen , en aan den anderen kant de mogelykheid<br />
voor betere voorwaarden na het voeren van eenen niet<br />
geheel ongelukkigen Oorlog , immers ruim konde opweegen<br />
tegen de zekerheid der nadeelen van zulk ee-nen<br />
noodlottigen afftand,) zoo min ook , als iemand<br />
van U Ed. Gr. Achtb., anders dan met de uiterfte<br />
aandoening en verontwaardiging de gevorderde en aangeboden<br />
voorwaarden heeft aangehoord; echter die<br />
confideratien van den Ondergetekenden, even min die<br />
uit
OCT. STAAT EN OORLOG. 1785.<br />
uitwerking hebben mogen hebben, dat de groote meerderheid<br />
van U Ed. Gr. Achtb. de bovengem. by H,<br />
E G. M. genomen Refolutie , met concurrentie van<br />
dezer Stads Gedeputeerden ter dagvaard genomen, van<br />
haaren wege heeft gedesadvoueerd , en derzelver Protest<br />
daar tegen in de Notulen van höógstderzeiver Vergadering<br />
doen infereeren, maar dat de meerderheid van<br />
U Ed. Gr. Achtb. in tegendeel het verrigtte van haare<br />
Gedeputeerden geapprobeerd , en dus die Refolutie<br />
mede voor haare reekeuing genomen heeft.<br />
De Ondergetekende had nochtans gehoopt, dat de<br />
evengemelde conlideratien, en zoo veele anderen, welken<br />
allerwege den minstoplettenden in het oog loopen,<br />
mer den tyd eenig meerder ell'eét op de denkwyze van<br />
U Ed. Gr. Achtb. over dit hoogstaangelegen ftuk zouden<br />
gedaan hebben; immers dat de nieuwe eisfchen,<br />
welken van wege den Keizer, na het bekomen dec<br />
opening van dezen Staat, volgens de meergemelde Re.,<br />
folutie van den 17 Maart, gedaan wierden, UEd.Gr.<br />
Achtb. eenig meerder wantrouwen over des Keizers<br />
waaie inzichten zouden hebben ingeboezemd , toen U<br />
Ed. Gr. Achtb. op den 28 April vernamen, dat, behalve<br />
de eerstgem. eisfchen , van wege den Keizer daar<br />
en boven nog gevorderd wierd de cesfie van de Forten<br />
Lillo en Liefkenshoek, in den ftaat waar in dezelven<br />
zig thans bevinden, dat is ongeflecht, en daar uit<br />
lichtelyk konden afnemen , dat hoe zeer die vordering<br />
wierd 'bemanteld met het voorgeeven, dat dezelven alzoo<br />
begeerd wierden ter bevordering van het politiek<br />
beftuur van het omliggend Land , dit echter uit een<br />
gantsch ander oog , en als gefchied mee een veel verder<br />
uitzigt, van onzen kant behoorde befchouwd te<br />
worden; en dat daarenboven van 's Keizers zyde geeischt<br />
wierd, dat de Sluizen, zoo noodzaaklyk tot verdediging<br />
onzer Frontieren in Staats-Vlaanderen , zouden<br />
ftaan onder de gemeene directie zoo van den Keizer<br />
als van H. H. M.. waar uit immers ten duidelykften<br />
konde worden opgemaakt, dat er redelyker wyze<br />
geen geval uitgedagt konde worden , waarom hy daar<br />
op aanhield, ten zy alleen, om het gebruik dier Sluif<br />
' zen,
364 r<br />
ocT. Z A A R E N V A N ï ?8f.<br />
zen , ter inundatie der omliggende Landen ,<br />
net te pas kwam, voor ons te veriedelen.<br />
wanneer<br />
Dan de droevige uitkomst heeft geleerd , dat nog<br />
deze zeer bederkelyke pas van den Keizer, nog zoo<br />
veele andere opgevolgde alleronredelykfte vergingen ,<br />
aan onzen S r<br />
aat gedurende den verdere loon der Onderhall<br />
klingen tedann, die 'c onderwerp der Deliberatien<br />
van deze Vroedfchap , geduuren de den geruimen<br />
tyd vnn meer dan vyf Maanden, in zeven onderfcheidere<br />
Vergaderingen , van tyd tot tyd hebben uitgemaakt,<br />
in (laat zvn geweest , om het oordeel van ü<br />
Ld. Gr. Achtb. re bepaalen rot beflui'en, men zal niet<br />
zeggen , die de eer, waardigheid , en het helm g der<br />
Reiubliek fchenen te vereifchen, maar die zelfs in ne:<br />
ten d.zen aangenomen Sydhema van ü Ed. Gr. Achtb.<br />
derzelver eenig, en wezenlyk doelwit, de beveiliging<br />
nam lyk van onzen Staat voor vernieuwde Pretenfien<br />
en ufurpatien, konden doen bereiken<br />
Inzonderheid had de Ondergereekende gewenscht,<br />
dat, toen U Ed. Gr. Achtb. genoegzaam eenparig ,<br />
op den 5 Mey begreepen hadden, dat over de verdere<br />
Pretenfien des Keizers niet behoorde gehandeld te<br />
worden , ten Zy vooraf door eene uitdruklyke verklaaring<br />
van zyne zyde was erkend de eigendom van deze<br />
Republiek op het ovetig gedeelte der Schelde tot aan<br />
de Zee toe, en dat het haar zoude vryflaan, door alle<br />
middelen, die de fituatie van de plaats, het gewoon<br />
gebruik , en de kunst aan de hand geven , die Rivier<br />
op de bekwaamfte wyze te Uniren , ten einde uit de<br />
co teuarce des Keizers op dit (luk van deszelfs waare<br />
hut in het vorderen van het bepaalde rivier-vak der<br />
Schelde , en de overgave der vier Forten te kunnen<br />
oordeelen , en toen U Ed. Gr. Achtb. daar benevens<br />
derzelver Gedeputeerden rer dagvaard hadden gelast,<br />
om ter Verga ieringe van H E G. M. te hifteeren<br />
tot het doen hou.ien van het Befoigne over de Middelen<br />
, waar door de Schelde van onze zyde alzoo zoude<br />
kunnen geflooten worden ; U Ed. Gr. Achtb. by<br />
derzelver welberaden befluit zouden geperfifteerd hebben<br />
, en geenzius daar van zyn afgegaan door het<br />
voor-
OCT. S T A A T E N OORLOG. 1785. 365<br />
voorftel van eene bedenklykheid , dat, hec Artykel van<br />
het fluiten der Schelde door den Keizer zynde toegeftaan,<br />
het vorderen van eene diergelyke verklaaring die<br />
concesfie veel eer zoude verzwakken, dan aan dezelve<br />
kracht byzetten, als of eensdeels het vorderen van zulk<br />
eene verklaaring, indien des Keizers oogmerken waarlyk<br />
zuiver waren , eenige nadeelige verandering daar<br />
'omtrent zoude kunnen te weeg brengen, en als of andersdeels<br />
het weigeren van zulk eene vei klaaring, niet<br />
het eenigst middel was, om ons in tyds tegen deszelfs<br />
waare desfeinen te doen op onze hoede zyn, terwyl<br />
het nalaaten van een diergelyk uitdiuklyk en voorafgaand<br />
beding naderhand een fchoonfchynend voorwendzei<br />
zoude kunnen uitleeveren om zulks te verhinderen,<br />
en ons dus van het voornaamst effect der te maaken<br />
conventie voor altyd te verfteeken , of tot het voeren<br />
van eenen Oorlog, na de grootlte opofferingen te vergeefs<br />
gedaan te hebben, te noodzaaken.<br />
Dan ook dit gewigtig argument heeft niet kunnen<br />
verhinderen , dat U Ed. Goot Achtb, van derzelver<br />
voormaals zoo voorzichtig befluit in dat opzicht zyn<br />
afgegaan , even gelyk U Edele Groot Achtbaarheden<br />
naderhand op den 14 Juny niet hebben kunnen goedvinden<br />
te desadvoueren de concurrentie van derzelver<br />
Gedeputeerden ter dagvaard , zonder voorgaanden last<br />
dezer Vroedfchap , in het zenden van twea Gedeputeerden<br />
naar Weenen, het welk door den Keizer by<br />
aanhoudendheid gevorderd , en waar aan het al , of<br />
niet voortzetten der onderhandelingen willekeurig verbonden<br />
wierd; eene demarche, zoo vernederend voor<br />
de Republiek, dat, welke voorwendzels men ook moge<br />
uitdenken om die te coloreeren, dezelve nochtans<br />
niet anders kan worden geconfidereerd , dan als een<br />
daad, waar door deze Staat getoond heeft zig aan den<br />
wil des Keizers te fubmitteeren , en hem op de de«<br />
moedigfte wyze de voortduuring van zyn vriendfchap,<br />
en het toeftaan van eenen draaglyken vreede af te fineken;<br />
eene demarche, die nog te vernederender was<br />
vermits nimmer een diergelyk gebruik onder onafhanglyke<br />
Mogenheden plaats gehad heeft, gelyk naderhand<br />
on-
365 OCT. Z A A K E N V A N if%$ 0<br />
ontrent die Gedeputeerden ook niet is geobferveerrj<br />
het gewoon management der Goederen van Afgezaiiteat<br />
aan dï Tollen , en zelfs alle fchyn, als of hunne afzending<br />
ook ter voortzetting der directe Onderhandelingen<br />
met den Keizer gediend had, is weggenomen<br />
door hun werkloos verblyf te Weenen , hetwelk nog •<br />
duurd , en onze Staat daarenboven töt nog toe niet<br />
verwaardigd is met eenig wederkeerig G ezan<br />
dlchap. ,<br />
En , had de vorige ondervinding van des Keizers<br />
handelwyze U Ed. Gr. Achib. na zoo veele herhaalde<br />
bewyzen , nog niet genoeg kunnen overtuigen, dat desze'fs<br />
hoofdbut was , om dezen vryen Staat in alles voor<br />
zyne willekeurige handelwyze te doen bukken ; dit<br />
wierd ren minden onlocheiibiar bevestigd, toen dezelve<br />
, nog niet te vreede roet die verachtelyke bezending,<br />
den Staat eenen korten Termyn durfde voorfchryven,<br />
binnen welken de voornaamlle nog overige verfchillen<br />
zouden moeten zyn afgedaan , niettegendaande en het<br />
gewigt dier verfchillen, en de langwylige aard onzer<br />
Deliberatien, en de waardigheid eener onderhandelende<br />
Mogénbefd j voor zulk een Voorfchrift, ik had byna<br />
bevel gezegt, ten eenenmaal ongcfchikt waren; en het<br />
was daar uit ligtelyk af te meeten, hoe men zig al wederom<br />
te vergeefs gevleid had, dat uit die bezending<br />
eenige rekiykheid ten opzigts der gevorderde Geldfomme,<br />
en der overige onafgedaane Poincten zoude zyn<br />
voon gevloeid.<br />
Als of eere onereuze , en drukkende fomme van 5<br />
Mülioenen Hollandfche Guldens, welke door H, H. M.<br />
als her uiterde bod bepaald was, niet konde voldaari,<br />
om daar voor te koopen het vreedzaam genot van onze<br />
wettige bezittingen, wat zeg ik ? om den onrecht»<br />
vaardigden Oorlog op de allerfchadelykfte Voorwaarden<br />
van zig re verwyderen, of nog liever, om den geheelen<br />
Ondergang van het wel eer bloeiendst Volk des<br />
Aardbodems voor eenen tyd uit te ftellen, moesten wy<br />
nog daarenboven , niettegenftaande de mediatie van eenen<br />
magtigen Koning, in het midden der Onderhandelingen<br />
, als bedreigd worden om door de Wapenen tot<br />
het uitlooven van nog veel grootere Somme gedwongen
OCT. STAAT EN OORLOG. 1785. 36?<br />
geu te zullen worden; en, terwyl men goedvond van<br />
*s Keizers Ambasfadeur een uitftel van nog flechts acht<br />
dagen te verzoeken , de arbitrage van de Franfche<br />
Kroon over het important different tusfchen 5 en 10<br />
Millioenen Hollandfche Guldens inroepen, aie, wel is<br />
waar, door eene edelmoedige offerte om het exctdent<br />
voor haare reekening te willen neemen, ons op nieuw<br />
ten uiterften verplicht, maar echter in de noodzaaklykheid<br />
gebragt heeft, om, tegen alle gebruik aan, eenen<br />
mediateur met de vervulling van een gedeelte der vredesvoorwaarden<br />
te befasten , of, gelyk billykst is , door<br />
het geheel betaalen van die fomme den Staat met eenen<br />
overzwaren last als te overladen , gelyk dan op deeze<br />
zoo onereuze conditiën de Praeliminaire Artikelen tusfchen<br />
de Ambasfadeurs van H. H. M. en die van den<br />
Keizer op den 20 'Sept. laatstleden te Parys, ook met<br />
toeftemraing van deeze Vroedfchap , geteekend zyn ,<br />
fchoon de nakomelingfchap naauwlyks zal kunnen geloven,<br />
dat zodanig een vernederend Tradtaat, hoedanig<br />
wy nimmer na den bloedigften Oorlog geflooten<br />
hebben , voornamelyk met goedvinden van deeze Provincie<br />
, en met concurrentie van de Gedeputeerden van<br />
Hechts drie andere Provintien ter Generaliteit, tegen<br />
de uitdruklyke intentie van drie andere Provintien , is<br />
tot ftand gebragt.<br />
De Ondergetekende zal na dit alles niet verder uitwyden<br />
over zulk eene wyze van afdoening der geformeerde<br />
differenten , daar hy geduurende zynen geheelen<br />
levensloop, welken dan ook de gevolgen wezen<br />
mogen, zig troosten zal met de volkomen bewustheid,<br />
dat hy, wel verre van door zyne aiviefen daar toe iets<br />
te hebben toegebragt, in tegendeel zyne Mederegenten,<br />
by alle gelegenheden, het gevaar van diergelyke beiluiten<br />
heeft trachten voor te ftellen , en tot de nodige<br />
fermiteit, en circumfpeétie te exhorteeren: dan hy zoude<br />
echter meenen ontrouw te zyn aan zyne verplichting<br />
, indien hy U Ed. Gr. Achtb. als nog niet deed<br />
obferveeren, dat alle zyne bovengem. foupcons en gisftngen<br />
maar al te zeer zyn gewettigd geworden , zoo<br />
door het ampel detail der onderfcheidene discusfien,<br />
wel-
3öS OCT. Z A A K E N V A N 178^<br />
welken er tusfchen onze Ambasfadeurs en dien des<br />
Keizers , over het bepaalen der Preliminaire Vredes-<br />
Artikelen op den dag van derzelver teekening hebben<br />
plaats gehad , en waar van U Ed. Gr. Achtb. uit den<br />
Brief van onze Ambasfadeurs zyn geinformeerd , als<br />
door den duidelyken letter van die Praeliminairen zeiven<br />
, en door het openen der Vaart van de Ooftenrykfche<br />
zyde door het Swyn , en het oprechten van een<br />
nieuw Fort op het Hazengras, ftaande de onderhandelingen<br />
, hoe zeer reeds by het 14 Artikel van het Trao*<br />
taat van Munfter uitdruklyk bepaald is, dat de Rivier<br />
de Schelde, als mede de Kanalen van het Sas, Swyn,<br />
en andere Zeegaaten, daar op respondeerende, van de<br />
zyde van de Heeren Staaten zullen geflooten worden<br />
gehouden; en dat daar uit niet dan maar al te klaar<br />
gebleeken is , dat het groot oogmerk des Keizers medebtengd,<br />
om ons, door den icbyn van eene corvei.tie<br />
, welke hy thans om redenen boven eenen Oorlog<br />
prafereerd, van het radicale fundament van het Tractaat<br />
van Munfter, en van het wezenlyk effect van het<br />
bezit van Maaftricht te beroven, om naderhand des te<br />
gemaklyker, wanneer eene bekwaame gelegenheid zig<br />
aanbied, zyn heimelyk but te bereiken, en ons alsdan<br />
te noodzaaken , of om zyne ufurpatien ftilzittend aan<br />
te zien , of om door eenen ge hazardeerden aanval van<br />
onze zyde die ufurpatien tegen te gaan, wel voorziende,<br />
dat dit laatfte door de Republiek, na zig zei ven<br />
van de wezenlykfte middelen van defenfie gedeposftdeerd<br />
re hebben, niet lichtelyk zal gekozen worden.<br />
De Ondergetekende, hoe zeer als nog volkomen perfifteerende<br />
by zyne voormaals by herhaaling aangevoerde<br />
gronden, is echter van oordeel, dat, daar de zaak<br />
zoo ver gekomen is, van wege dezen Staat, met den<br />
meeften ernst behoord te worden geïnfteerd , dat ten<br />
minften volledig, en zonder eenige uitzondering, voldaan<br />
worde aan de reële en gewigtige confideratien,<br />
vervat in het Generaliteits-Rapport, over de getekende<br />
Prteliminairen uitgebragt, by welken des Ondergetekenden<br />
opgem. remarques nader ten vollen bekrachtigd<br />
worden ; en dat, zouder eene flipte voldoening aan<br />
de-
OCT. STAAT EN OORLOG. 1785. 36i<br />
dezelven, de ratificatie op de getekende Prjelimïnairen<br />
(ongeprejudicieerd nochtans de Approbatie der gehouden<br />
conduites van onze Ambasfadeurs te Parys)<br />
vo'ftrekt behoord gedeclineerd te worden, als zullende<br />
het, naar des Ondergetekendens inzien , in geval van<br />
des Keizers weigering om daar toe te komen, beter<br />
zyn, om van alle middelen, welken God, en de na.<br />
tuur ons hebben overgelaaten, in tyds gebruik te maken<br />
, om des noods door de Wapenen onze wettige<br />
rechten voor te ftaan, dan naderhand, wanneer het<br />
te laat mocht zyn , waarfchynlyk te vergeefs zig te<br />
verzetten tegen zodanige demarches, die men, naar alle<br />
de regelen van waarfchynlykheid , aan des Keizers<br />
tegenwoordig gedrag kan , en moet toefchryven, indien<br />
hy weigerd de gevorderde ophelderingen , en byvoegzels<br />
aan de onderfcheidene Artikelen der Prasliminairen<br />
te admitteeren; en dat wyders, wanneer, onder<br />
die behoorlyke ophelderingen en byvoegzels, de Pratliminairen<br />
mogten worden geratificeerd, de Kroon van<br />
Vrankryk op de meest verpligtende wyze behoord te<br />
worden bedankt voor deszelfs gedaane offerte tot vol*<br />
doenirg van het excedent van vyf en een half Mil=<br />
lioenen Guldens , kunnende de Ondergeteekende niet<br />
gelooven , dat het aanneemen van de gedaane offerte<br />
mer de billykheid, en regels van goede politie en voorzigtigheid,<br />
min nog met de eer van dezen Staat, hoe<br />
enorm en bezwarend de geconvenieerde fomme ook<br />
zyn moge, zoude overeenkomen.<br />
En. daar de Ondergetekende, geduutende den loop<br />
der Deliberatien over deze importante materie, zig te<br />
meerenaalen heeft bezwaard getoond over het onder«<br />
houden der eens aangenomen fecretesfe , niet zo zeer<br />
over de onderfcheidene discusfien, waar toe de onderhandelingen<br />
aanleiding gegeeven hebben, als wel over<br />
het generaal beloop van de harde en ongehoorde voorwaarden<br />
, die door den. Keizer van deze Republiek<br />
wierden afgeperst, als meenende , dat, zo immer de<br />
Volkflem te pas kwam , dezelve in zulk een ver uitziend<br />
geval vooraf in het algemeen daar orer behoorde<br />
geraadpleegd te worden, en fchoon hy aan de ge-<br />
XXIX. DEEL. Aa dach-
3Ó2 OCT. ZAAK. VAN STAAT EN OORL. 1785.<br />
dachten van U Ed. Gr. Achtb., dat hy geduurende<br />
de onderhandelingen aan die fecretesfe gehouden bleef,<br />
heeft moeten defereren , echter altyd aan zig gereferveerd<br />
heeft het recht, om, wanneer deze verdrietige<br />
onderhandelingen eenmaal voltooid waren, zig wegens<br />
zyn gedrag, daar omtrent gehouden, openlyk voor de<br />
Natie te verantwoorden; rekend de Ondergetekende<br />
thans het tydftip daar te zyn , waar op , zelfs naar<br />
het oordeel van U Ed. Gr. Achtb. , die gedetailleerde<br />
verantwoording aan den loop der onderhandelingen niet<br />
meer fchaden kan, en waar op dus de onvermydelyke<br />
verplichting van den Ondergetekende behoord te werken<br />
, terwyl hy verzoekt, dat dit zyn Advies tot zyne<br />
decharge in de Notulen dezer Vroedfchap mag worden<br />
geinfereerd.<br />
Overgegeeven den 6 October 1785.<br />
(Was get.)<br />
F. G« BLOK.