01.05.2013 Views

Thermal manikin 'Newton' Testprotocol

Thermal manikin 'Newton' Testprotocol

Thermal manikin 'Newton' Testprotocol

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

<strong>Thermal</strong> <strong>manikin</strong><br />

‘Newton’<br />

<strong>Testprotocol</strong><br />

Protocol nr. 2 Doc: comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Auteur(s): Tetra projectnummer: 090140<br />

Valérie Ver Eecke<br />

Joris Cools Opmaak: 01/09/2011<br />

Hans Bossaer Laatst bijgewerkt: 09/11/2011<br />

Alexandra De Raeve<br />

Pagina 1


<strong>Testprotocol</strong> voor het meten van de thermische isolatie en<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van kledij.<br />

Abstract<br />

Het vermogen van de mens om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden en zich comfortabel te<br />

voelen in koude, neutrale en warme omgevingen worden beïnvloed door de kledij die hij draagt. Om de<br />

invloed van de kledij na te gaan op deze levensbelangrijke lichaamsfunctie is het nodig om de<br />

thermische eigenschappen van het kledingstuk of – ensemble te kennen, nl. de thermische isolatie (Rct)<br />

en de waterdampdoorlaatbaarheid (Ret). Thermische isolatie (Rct) betekent in welke mate het<br />

kledingstuk bescherming biedt tegen koude. Waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) betekent dan weer in<br />

welke mate het kledingstuk de damp van het transpiratievocht doorlaat van binnenuit naar de<br />

buitenomgeving om zo het lichaam af te koelen. Deze beide factoren (Rct en Ret) hebben zodoende<br />

een grote invloed op het algemene draagcomfort van de kledij.<br />

Het is dus belangrijk om deze waarden te kennen wanneer men thermische stress of een bepaald<br />

comfortgehalte gaat evalueren die wordt veroorzaakt door de lichamelijke omgeving ( kledij + koud,<br />

neutraal of warm milieu). Dus niet enkel het kledingstuk of – ensemble speelt een bepalende factor in<br />

het algemene draagcomfort, maar ook de omgeving (temperatuur, windsnelheid en luchtvochtigheid)<br />

waarin de persoon zich bevindt en welke activiteit (intensieve arbeid, zittende arbeid, … ) hij/zij<br />

uitoefent zullen een meebepalende factor spelen in het algemene draagcomfort.<br />

Om deze Rct - en Ret-waarden te kennen gaat men gebruik maken van een thermal <strong>manikin</strong> om<br />

verschillende kledingstukken of - ensembles te testen. Er worden testen uitgevoerd om de thermische<br />

isoltatie (Rct) en om de waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) van de kledingstukken en – ensembles te<br />

bepalen.<br />

De wijze waarop dergelijke testen dienen te gebeuren staat beschreven in specifieke, internationaal<br />

gestandaardiseerde normen zoals de ISO, EN en ASTM-normen.<br />

In dit rapport wordt nagegaan en in detail beschreven welke normen worden aangewend, wat de<br />

vereisten zijn voor de testomgeving , hoe de testprocedure verloopt en hoe de eigenlijke resultaten<br />

worden berekend.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 2


Inhoud<br />

Abstract ................................................................................................................................................... 2<br />

Inhoud ......................................................................................................................................................... 3<br />

Figurenlijst ................................................................................................................................................... 6<br />

Tabellenlijst ................................................................................................................................................. 6<br />

1. Gebruikte normen ........................................................................................................................... 7<br />

2. Technische vereisten testapparatuur .............................................................................................. 8<br />

2.1. De <strong>manikin</strong> ............................................................................................................................... 8<br />

2.1.1. Lichaamsbouw en maat ................................................................................................... 8<br />

2.1.2. Oppervlaktetemperatuur huid + meetsensoren ............................................................. 9<br />

2.1.3. De verwarmingselementen en meting warmte-energie ................................................. 9<br />

2.1.4. Transpiratiefunctie (enkel belangrijk voor de Ret) ....................................................... 10<br />

2.1.5. Transpiratie – oppervlak (enkel belangrijk voor Ret) ................................................... 10<br />

2.2. De klimaatkamer ................................................................................................................... 11<br />

2.2.1. Algemeen ....................................................................................................................... 11<br />

2.2.2. In de kamer .................................................................................................................... 11<br />

2.2.2.1. Algemeen................................................................................................................... 11<br />

2.2.2.2. Sensor(en) voor het meten van de omgevingstemperatuur..................................... 12<br />

2.2.2.3. Sensor(en) voor het meten van de relatieve luchtvochtigheid ................................. 12<br />

2.2.2.4. Sensor voor het meten van de windsnelheid ............................................................ 12<br />

3. Selectie en voorbereiding testkledij .............................................................................................. 13<br />

3.1. Het kledingstuk/ensemble .................................................................................................... 13<br />

3.2. Betekenis van de gebruikte symbolen en hun eenheid. ....................................................... 14<br />

3.3. Nodige tabellen ..................................................................................................................... 15<br />

4. Testprocedure thermische isolatie - Rct ....................................................................................... 16<br />

4.1. Definitie thermische isolatie ................................................................................................. 16<br />

4.2. Uitvoeren metingen .............................................................................................................. 16<br />

4.2.1. Statische of dynamische test ......................................................................................... 16<br />

4.2.1.1. Meten van de It (totale thermische isolatie kledingstuk = weerstand tegen<br />

warmteverlies tussen het geklede lichaam en de omgeving) ................................................... 16<br />

4.2.1.2. Meten van de Itr (resulterende thermische isolatie kledingstuk = resulterende<br />

weerstand tegen warmteverlies tussen het geklede lichaam en de omgeving) ....................... 16<br />

4.2.1.3. Meten van de Ia of Iar (thermische isolatie van de luchtlaag rondom de naakte<br />

<strong>manikin</strong>) ...................................................................................................................................16<br />

4.2.2. Aankleden van de <strong>manikin</strong> ............................................................................................ 17<br />

4.2.3. Instelling temperatuur <strong>manikin</strong> ..................................................................................... 17<br />

4.2.4. Instelling omgevingsparameters ................................................................................... 17<br />

4.2.5. Bereiken van ‘Steady State’ conditions ......................................................................... 17<br />

4.2.6. Registratie meetresultaten ............................................................................................ 17<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 3


4.3. Kalibratie van de thermal <strong>manikin</strong> ........................................................................................ 18<br />

5. Testprocedure waterdampdoorlaatbaarheid - Ret ....................................................................... 19<br />

5.1. Definitie waterdampdoorlaatbaarheid ................................................................................. 19<br />

5.2. Uitvoeren metingen: ISOTHERMISCHE CONDITIES .............................................................. 19<br />

5.2.1. Statische of dynamische test ......................................................................................... 19<br />

5.2.1.1. Bepalen van de Rct – waarde (isolatiewaarde) ......................................................... 19<br />

5.2.1.2. Meten van de Rea of Rear (waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rondom de<br />

naakte <strong>manikin</strong>) ......................................................................................................................... 20<br />

5.2.1.3. Meten van de Recle (basis waterdampdoorlaatbaarheid van het kledingstuk =<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van het huidoppervlak door de buitenste kledinglaag) ............. 20<br />

5.2.1.4. Meten van de Recler (resulterende basis waterdampdoorlaatbaarheid van het<br />

kledingstuk = waterdampdoorlaatbaarheid van het huidoppervlak door de buitenste<br />

kledinglaag) ............................................................................................................................... 20<br />

5.2.2. Aankleden van de <strong>manikin</strong> ............................................................................................ 20<br />

5.2.3. Instelling temperatuur <strong>manikin</strong> ..................................................................................... 20<br />

5.2.4. Instelling omgevingsparameters ................................................................................... 20<br />

5.2.5. Bereiken van ‘Steady State’ conditions ......................................................................... 21<br />

5.2.6. Registratie meetresultaten ............................................................................................ 21<br />

5.3. Uitvoeren metingen: niet - ISOTHERMISCHE CONDITIES ...................................................... 21<br />

5.3.1. Statische of dynamische test ......................................................................................... 21<br />

5.3.1.1. Bepalen van de Rct – waarde .................................................................................... 21<br />

5.3.1.2. Meten van de ARea + ARear (waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rondom<br />

de naakte <strong>manikin</strong>) .................................................................................................................... 22<br />

5.3.1.3. Meten van de ARecle (basis waterdampdoorlaatbaarheid van het kledingstuk =<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van het huidoppervlak door de buitenste kledinglaag ) ............ 22<br />

5.3.1.4. Meten van de ARecler (resulterende basis waterdampdoorlaatbaarheid kledingstuk =<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van het huidoppervlak door de buitenste kledinglaag) ............. 22<br />

5.3.2. Instelling temperatuur <strong>manikin</strong> ..................................................................................... 22<br />

5.3.3. Instelling omgevingsparameters ................................................................................... 22<br />

5.3.4. Transpiratie.................................................................................................................... 22<br />

5.3.5. Vooraf bevochtigen van de textielhuid ......................................................................... 23<br />

5.3.6. Aankleden van de <strong>manikin</strong> ............................................................................................ 23<br />

5.3.7. De vochtige textielhuid verzadigd houden .................................................................... 23<br />

5.3.8. Bereiken van ‘Steady State’ conditions ......................................................................... 23<br />

5.3.9. Registratie meetresultaten ............................................................................................ 23<br />

5.4. Kalibratie van de thermal <strong>manikin</strong> ........................................................................................ 24<br />

6. Berekeningsmethodes testresultaten ........................................................................................... 25<br />

De berekening van de meetresulaten gebeurt volgens de methode vastgelegd voor een <strong>manikin</strong> die<br />

bestaat uit ≥ 20 segmenten, daar <strong>manikin</strong> ‘Newton’ uit 26 segmenten bestaat. ................................. 25<br />

6.1. Thermische isolatie (Rct) ....................................................................................................... 26<br />

6.1.1. Algemeen ....................................................................................................................... 26<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 4


6.1.2. Berekening van de Ia of Iar (thermische isolatie van de luchtlaag rondom de naakte<br />

<strong>manikin</strong>) 26<br />

6.1.2.1. Seriële rekenmethode Ia of Iar .................................................................................... 26<br />

6.1.2.2. Parallelle rekenmethode Ia of Iar ................................................................................ 26<br />

6.1.3. De eigenlijke thermische isolatie (Rct) .......................................................................... 26<br />

6.1.3.1. Seriële rekenmethode It of Itr = optellen van de thermische isolatie van ieder<br />

afzonderlijk lichaamssegment ................................................................................................... 27<br />

6.1.3.2. Parallelle rekenmethode It of Itr = berekening gemiddelde thermische isolatie<br />

a.d.h.v. de totale huidoppervlakte, dus niet segment per segment. ........................................ 27<br />

6.1.4. Resultaten nodig voor de testen project Comfortex ..................................................... 28<br />

6.1.4.1. Icle = effectieve thermische isolatie met statische <strong>manikin</strong> ....................................... 28<br />

6.1.4.2. Icler = resulterende effectieve thermische isolatie met dynamische <strong>manikin</strong> ............ 28<br />

6.2. Waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) ....................................................................................... 29<br />

6.2.1. Algemeen ....................................................................................................................... 29<br />

6.2.2. Berekening van de Rea of Rear (waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rondom<br />

de naakte <strong>manikin</strong>) ........................................................................................................................ 29<br />

6.2.3. Berekening eigenlijke waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) ............................................ 29<br />

6.2.4. Parallelle rekenmethode = berekening totale waterdampdoorlaatbaarheid kledij en<br />

luchtlaag rondom de <strong>manikin</strong> (Ret) ............................................................................................... 30<br />

6.2.5. Resultaten nodig voor de testen project Comfortex ..................................................... 30<br />

6.2.5.1. Recle = waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk - statische <strong>manikin</strong> 30<br />

6.2.5.2. Recler = effectieve waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk -<br />

dynamische <strong>manikin</strong> .................................................................................................................. 31<br />

7. Opstellen van het testrapport ....................................................................................................... 32<br />

7.1. Thermische isolatie (Rct) ....................................................................................................... 32<br />

7.2. Waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) ....................................................................................... 32<br />

8. Beoordeling testresultaten ............................................................................................................ 33<br />

8.1. Thermische isolatie (Rct) ....................................................................................................... 33<br />

8.1.1.1. Beoordeling volgens EN 342 ...................................................................................... 33<br />

8.1.1.2. Beoordeling volgens EN 14058 .................................................................................. 36<br />

8.2. Waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) ....................................................................................... 38<br />

8.2.1.1. Beoordeling volgens EN 343 ...................................................................................... 38<br />

9. Bijzonderheden testen Comfortex ................................................................................................ 41<br />

9.1.1. Reële omgevingsparameters ......................................................................................... 41<br />

9.1.2. Gebruik van onderkledingsets ....................................................................................... 41<br />

9.1.3. Testopzet ....................................................................................................................... 42<br />

9.1.3.1. Invloed van overwijdte op de pasvorm: Slim fit versus loose fit .............................. 42<br />

9.1.3.2. Invloed fysionomie sekse: Man/vrouw versus unisex ............................................... 43<br />

9.1.3.3. Invloed assemblage techniek: Stikken versus lassen ................................................ 44<br />

9.1.3.4. Invloed van het design: Verschillende detailafwerkingen op eenzelfde kledingstuk 44<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 5


Figurenlijst<br />

Figuur 1: Segmentenverdeling op <strong>manikin</strong> ......................................................................................................... 8<br />

Figuur 2: 'Zwetende <strong>manikin</strong> ............................................................................................................................. 10<br />

Figuur 3 (links): Wicking effect op de textielhuid .............................................................................................. 10<br />

Figuur 4 (rechts): Newton zonder en met textielhuid ....................................................................................... 10<br />

Figuur 5: Voorstelling van een klimaatruimte ................................................................................................... 11<br />

Figuur 6: Voorbeeld visualisatie huidtemperatuur <strong>manikin</strong> per zone .............................................................. 25<br />

Figuur 7: Grafische weergave gemiddelde lichaamstemperatuur en warmtetoevoer ..................................... 25<br />

Figuur 8: Symbool EN 342 ................................................................................................................................. 35<br />

Figuur 9: Symbool EN 14058 ............................................................................................................................. 38<br />

Figuur 10: Symbool EN 343 ............................................................................................................................... 40<br />

Figuur 11: Transparante regenjas (Decca) ........................................................................................................ 42<br />

Figuur 12: Werkoverall (Alsico) ........................................................................................................................ 42<br />

Figuur 13: Omlooppak (Sarco) ........................................................................................................................... 43<br />

Figuur 14: Verschillende afwerkingen mouwboord .......................................................................................... 45<br />

Figuur 15: Verschillende afwerkingen kap ........................................................................................................ 45<br />

Figuur 16: Verschillende afwerkingen sluiting .................................................................................................. 45<br />

Figuur 17: Windbreker (eigen ontwerp + confectie) ......................................................................................... 46<br />

Figuur 18: Verschillende variaties ventilatieopeningen .................................................................................... 46<br />

Figuur 19: Skijas (Sioen) .................................................................................................................................... 47<br />

Tabellenlijst<br />

Tabel 1 - Betekenis gebruikte symbolen met hun eenheid ............................................................................... 14<br />

Tabel 2: Metabolismegraad van menselijke activiteit ....................................................................................... 15<br />

Tabel 3: Verschillende klassen EN 342 .............................................................................................................. 34<br />

Tabel 4: Effectieve thermische isolatie (Icle) van kledij bij verschillende omgevingstemperaturen i.f.v. de<br />

warmtebalans van het lichaam bij verschillende tijden van blootstelling. ....................................................... 35<br />

Tabel 5: Resulterende effectieve thermische isolatie (Icler) van kledij bij verschillende<br />

omgevingstemperaturen i.f.v. de warmtebalans van het lichaam bij verschillende tijden van blootstelling. . 35<br />

Tabel 6: Verschillende klasen EN 14058 ............................................................................................................ 37<br />

Tabel 7: Verschillende klassen EN 343 .............................................................................................................. 39<br />

Tabel 8: Aanbevolen maximum draagtijd van een regenpak (broek + jas) zonder thermische voering. .......... 40<br />

Tabel 9: Te testen ensembles met de verschillende omgevingsparameters .................................................... 41<br />

Tabel 10: Onderkledingsets per testensemble .................................................................................................. 41<br />

Formules<br />

Vergelijking 1 - Formule seriële rekenmethode Ia ............................................................................................ 26<br />

Vergelijking 2 - Formule parallelle rekenmethode Iar........................................................................................ 26<br />

Vergelijking 3 - Formule seriële rekenmethode (Rct) ....................................................................................... 27<br />

Vergelijking 4 – Formule parallelle rekenmethode (Rct) .................................................................................. 27<br />

Vergelijking 5 - Rekenmethode Icle .................................................................................................................... 28<br />

Vergelijking 6 - Rekenmethode Icle .................................................................................................................... 28<br />

Vergelijking 7 - Formule waterdampdoorlaatbaarheid luchtlaag rondom naakte <strong>manikin</strong> ............................. 29<br />

Vergelijking 8 - Formule parallelle methode (Ret) ............................................................................................ 30<br />

Vergelijking 9 – Rekenmethode Recler ................................................................................................................ 30<br />

Vergelijking 10 – Rekenmethode Recler .............................................................................................................. 31<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 6


1. Gebruikte normen<br />

Voor het testen van de thermische isolatie (Rct) en de waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) wordt voor de<br />

testprocedure volgende normen gebruikt:<br />

- ISO 15831: Kleding – Fysiologische effecten – Meting van thermische isolatie d.m.v. een thermische<br />

beproevingspop.<br />

- ASTM F2370-10: Standard Test Method for Measuring the Evaporative Resistance (=<br />

waterdampdoorlaatbaarheid) of Clothing using a Sweating Manikin.<br />

Voor de beoordeling van de testresultaten kunnen volgende normen worden gebruikt:<br />

- EN 14058: Beschermkledij – Kledingstukken voor bescherming tegen koude (temperaturen boven<br />

de -5°C). → Beoordeling thermische isolatie (Rct)<br />

- ISO 342: Beschermende kledij – Pakken en kledingstukken voor bescherming tegen kou.<br />

(temperaturen tussen de 10°C en onder de -5°C). → Beoordeling thermische isolatie (Rct)<br />

- EN 343: Beschermende kledij – Bescherming tegen regen.<br />

→ Beoordeling waterdampdoorlaatbaarheid (Ret)<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 7


2. Technische vereisten testapparatuur<br />

2.1. De <strong>manikin</strong><br />

2.1.1. Lichaamsbouw en maat<br />

- De <strong>manikin</strong> moet vervaardigd zijn uit kunststof of metaal.<br />

- De <strong>manikin</strong> moet de lichaamsbouw van een volwassen man anatomisch voorstellen met:<br />

hoofd<br />

borstkas<br />

abdomen<br />

rug<br />

billen<br />

benen<br />

voeten<br />

armen<br />

handen (bijvoorkeur met afzonderlijke vingers om ook handschoenen te kunnen testen)<br />

- De <strong>manikin</strong> moet minimum uit 15 afzonderlijk controleerbare ( huidtemperatuur en<br />

warmtetoevoer) lichaamssegmenten bestaan.<br />

- De lichaamssegmenten zijn bijvoorkeur geplaatst zoals op deze figuur :<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Figuur 1: Segmentenverdeling op <strong>manikin</strong><br />

- Bestaat de <strong>manikin</strong> uit meer dan 20 segmenten wordt de evaluatie van de meetresultaten<br />

volgens een andere methode berekend dan wanneer er maar 15 segmenten zijn. (zie punt 6,<br />

pagina 26). Berekeningsmethodes testresultaten.<br />

- De <strong>manikin</strong> heeft een lichaamslengte van 1,70 m groot (afwijking ± 15 cm):<br />

ISO 15831 (Rct) vereist een lengte van 1m70 (afwijking ± 15 cm).<br />

ASTM F2370 (Ret) vereist een lengte van 1m70 (afwijking ± 10 cm).<br />

Manikin ‘Newton’ is 1m75 groot en voldoet dus aan de vereisten van beide normen.<br />

- De <strong>manikin</strong> heeft een totale huidoppervlakte van 1,7 m 2 groot (afwijking ± 0,3 m 2 ):<br />

ISO 15831 (Rct) vereist een totale huidoppervlakte 1, 7 m 2 (afwijking ± 0,3 m 2 ).<br />

Pagina 8


comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

ASTM F2370 (Ret) vereist een totale huidoppervlakte van 1, 8 m 2 (afwijking ± 0,3 m 2 ).<br />

Manikin ‘Newton’ heeft een huidoppervlakte van 1, 8 m 2 en voldoet dus aan ASTM F2370..<br />

*Op norm ISO 15831 is er dus een afwijking van ± 0,1 m 2<br />

- Het te testen kledingstuk/ensemble correspondeert met de lichaamsmaat (bv. M ) van de<br />

<strong>manikin</strong>. Indien dit niet het geval is, kunnen afwijkende maten, vertekende resultaten<br />

opleveren.<br />

2.1.2. Oppervlaktetemperatuur huid + meetsensoren<br />

De <strong>manikin</strong> moet zo zijn gebouwd dat deze een constante en uniforme huidtemperatuur blijft<br />

behouden in alle lichaamssegmenten:<br />

ISO 15831 vereist 34°C (afwijking ± 0,2°C)<br />

ASTM F2370 vereist 35°C (afwijking ± 0,5°C)<br />

Testen uitgevoerd op <strong>manikin</strong> ‘Newton’ gebeuren steeds met een huidtemperatuur van 35°C.<br />

*Op norm ISO 15831 is er dus een afwijking van 1°C.<br />

De huidtemperatuur wordt op z’n minst door één puntsensor per lichaamssegment gemeten. Een<br />

minimum aan 15 puntsensoren is een vereiste. De sensoren zijn van het type thermokoppel,<br />

thermistors of RTD’s .<br />

De puntsensor mag niet meer dan 2 mm dik zijn en moet mechanisch en thermisch goed verbonden zijn<br />

met het lichaamsoppervlak. De geleidende bedrading moet goed verbonden zijn met de oppervlakte<br />

en/of door de binnenzijde van het lichaam passeren.<br />

De sensor mag ook niet meer dan 0,5 mm boven het lichaamsoppervlak uitsteken.<br />

Bij het berekenen van de gemiddelde huidtemperatuur moet de oppervlakte van elke<br />

temperatuursensor worden afgetrokken van de huidoppervlakte per segment.<br />

2.1.3. De verwarmingselementen en meting warmte-energie<br />

Elk lichaamssegment van de <strong>manikin</strong> moet uitgerust zijn met een individueel controleerbaar<br />

verwarmingssysteem die de capaciteit heeft om een constante huidtemperatuur in stand te houden.<br />

De afgifte van de hoeveelheid droge hitte doorheen de kledij wordt bepaald door het meten van de<br />

warmte - energie (aantal Watt) die nodig is om de constante huidtemperatuur per segment in stand te<br />

houden gedurende de testperiode.<br />

De apparatuur om de toevoer van warmte-energie te meten, is in staat om een nauwkeurig totaal<br />

gemiddelde te geven van de volledige testperiode. Deze waarde mag niet meer dan 2% afwijken van de<br />

gemiddelde warmte-energie nodig om één lichaamssegment te voorzien van warmte gedurende de<br />

testperiode.<br />

Pagina 9


2.1.4. Transpiratiefunctie (enkel belangrijk voor de Ret)<br />

De <strong>manikin</strong> moet de mogelijkheid bezitten om water te verdampen aan het huidoppervlak om zo het<br />

menselijk transpireren na te bootsen.<br />

Bij de <strong>manikin</strong> ‘Newton’(gebruikt in het project Comfortex) wordt het zweten gesimuleerd door water<br />

die binnenin de <strong>manikin</strong> wordt opgewarmd, waarna het warme water via buisjes naar de<br />

openingen in het huidoppervlak wordt gebracht.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Figuur 2: 'Zwetende <strong>manikin</strong><br />

De <strong>manikin</strong> is hierbij voorzien van een capillaire textielhuid (bodysuit), dit om het wicking effect en dus<br />

het verdampen te bevorderen.<br />

Ter info<br />

Figuur 3 (links): Wicking effect op de textielhuid<br />

Figuur 4 (rechts): Newton zonder en met textielhuid<br />

- Zweten kan ook worden gesimuleerd door de <strong>manikin</strong> een vochtige bodysuit aan te trekken. De bodysuit moet<br />

vervaardigd zijn uit textiel met een capillaire structuur om zo voldoende vochtopname te garanderen. Dit systeem is<br />

van toepassing bij een ander type <strong>manikin</strong>.<br />

- Een derde mogelijkheid om het transpireren te simuleren is via een ventielsysteem. Waterdamp wordt hierbij via een<br />

buissysteem naar de ventielen aan het huidoppervlak gebracht.<br />

2.1.5. Transpiratie – oppervlak (enkel belangrijk voor Ret)<br />

Het transpiratie-oppervlak van de <strong>manikin</strong> is de volledige huidoppervlakte met zijn verschillende<br />

segmenten. Het volledige huidoppervlak wordt verwarmd en gaat transpireren.<br />

Pagina 10


2.2. De klimaatkamer<br />

2.2.1. Algemeen<br />

Om relevante metingen te kunnen uitvoeren met de <strong>manikin</strong> moet deze binnenin een gecontroleerde<br />

klimaatruimte (klimaatkamer) worden geplaatst.<br />

Deze moet:<br />

- Een horizontale of verticale luchtstroming hebben (ISO 15831 en ASTM F2370).<br />

De luchtstroming in de klimaatkamer van <strong>manikin</strong> ‘Newton’ gebeurt horizontaal.<br />

Voldoet dus aan beide normen.<br />

- ISO 15831 : moet minstens (2 m lang x 2m breed x 2m hoog ) groot zijn.<br />

- ASTM F2370: moet minstens (1,5 lang m x 1,5m breed x 2,5m hoog) groot zijn<br />

De klimaatkamer van <strong>manikin</strong> ‘Newton’ bedraagt 3m lengte x 2m breed x 2,5 m hoog .<br />

Deze afmetingen voldoen aan beide normen.<br />

2.2.2. In de kamer<br />

2.2.2.1. Algemeen<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Figuur 5: Voorstelling van een klimaatruimte<br />

Ruimtelijke variaties binnen een straal 0,5 m van de <strong>manikin</strong> (het huidoppervlak) mogen<br />

volgende zaken niet overschrijden:<br />

- Omgevingstemperatuur ± 1°C<br />

- Relatieve vochtigheidsgraad :<br />

ISO 15831: ± 10%<br />

ASTM F2370: ± 5%<br />

- Windsnelheid ± 50 % van de gemiddelde waarde<br />

- De temperatuur van de vloer, wanden en plafond mag niet meer dan 1°C verschillen met de<br />

omgevingstemperatuur.<br />

Variaties van tijdelijke aard (gedurende de testperiode) mogen volgende zaken niet<br />

overschrijden:<br />

- Omgevingstemperatuur ± 0,5°C<br />

- Relatieve vochtigheidsgraad:<br />

ISO 15831: ± 10%<br />

ASTM F2370: ± 5%<br />

Pagina 11


- Windsnelheid:<br />

ISO 15831 ± 20 % van de gemiddelde waarde gemeten over een periode van 3<br />

min.<br />

ASTM F2370 ± 20 % van de gemiddelde waarde gemeten over een periode van<br />

5 min.<br />

- De temperatuur van de vloer, wanden en plafond mag niet meer dan 0,5°C verschillen<br />

met de omgevingstemperatuur (enkel aangegeven in ASTM 2370).<br />

De klimaatkamer van <strong>manikin</strong> ‘Newton’ voldoet aan deze voorwaarden.<br />

2.2.2.2. Sensor(en) voor het meten van de omgevingstemperatuur<br />

Gedurende de test moet de omgevingstemperatuur worden gemeten door één sensor met:<br />

- 0,15°C nauwkeurigheid<br />

- Een tijdsconstante die 1 minuut niet overschrijdt.<br />

- Plaatsing op een afstand van 0,5 m (afwijking ± 0,1 m) van de <strong>manikin</strong> en minstens 1 m boven<br />

de vloer van de klimaatkamer.<br />

De klimaatkamer van <strong>manikin</strong> ‘Newton’ voldoet aan deze voorwaarden.<br />

Opmerking<br />

Meerdere meetsensoren zijn aan te raden. Indien meerdere sensoren worden gebruikt moeten deze op gelijke<br />

afstand (hoogte) van elkaar worden geplaatst. Het bepalen van de correcte omgevingstemperatuur wordt bepaald<br />

door het berekenen van de gemiddelde waarde van deze verschillende sensoren.<br />

2.2.2.3. Sensor(en) voor het meten van de relatieve luchtvochtigheid<br />

Gedurende de test moet de relatieve vochtigheidsgraad worden gemeten door één sensor met:<br />

- een nauwkeurigheid van 5%<br />

- een meetrepetitiviteit van 3%<br />

De relatieve luchtvochtigheid dient slechts op één plaats in de klimaatkamer te worden opgemeten om<br />

de algemene vereisten te verzekeren.<br />

De klimaatkamer van <strong>manikin</strong> ‘Newton’ voldoet aan deze voorwaarden.<br />

2.2.2.4. Sensor voor het meten van de windsnelheid<br />

De windsnelheid wordt gedurende de test gemeten door een omnidirectorale sensor (anemometer)<br />

die:<br />

- Een nauwkeurigheid heeft van 0,05 m/s.<br />

- Die een meeting uitvoert van gemiddeld 1 minuut per locatie.<br />

- Die om de 3 minuten metingen uitvoert.<br />

- Plaatsing heeft frontaal voor de <strong>manikin</strong> op een afstand van 0,5 m (afwijking ± 0,1 m).<br />

ISO 15831 stelt vast dat indien de tijdelijke windsnelheid de grens van 0,1 m/s niet overschrijdt,<br />

het niet nodig is om de windsnelheid gedurende de test te meten. Volgens ASTM F2370<br />

bedraagt deze grens 0,05m/s.<br />

De klimaatkamer van <strong>manikin</strong> ‘Newton’ voldoet aan deze voorwaarden.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 12


3. Selectie en voorbereiding testkledij<br />

De norm ISO 15831 (Rct) raadt aan om minstens 2 maal hetzelfde kledingstuk – of ensemble te<br />

testen. Bij voorkeur 2 stuks van hetzelfde ensemble.<br />

De norm ASTM F2370 (Ret) raadt aan om 3 maal hetzelfde kledingstuk – of ensemble te<br />

testen. Bij voorkeur 3 stuks van hetzelfde stuk of ensemble.<br />

Het meermaals testen van hetzelfde kledingstuk of – ensemble is belangrijk om betrouwbare<br />

meetresultaten te verkrijgen en mogelijke grote variatieverschillen tegen te gaan.<br />

3.1. Het kledingstuk/ensemble<br />

- Heeft een confectiemaat in overeenstemming met de maat van de <strong>manikin</strong>. Dus bij voorkeur<br />

maat medium.<br />

- De kledij zal worden getest in de staat zoals deze werd ontvangen.<br />

- De kledij zal bij voorkeur niet worden gewassen of chemisch gereinigd voorafgaand op de test.<br />

Dit kan de nauwkeurigheid van de testresultaten beïnvloeden.<br />

- Indien dit toch het geval is, zal de reiniging gebeuren zoals aangegeven volgens de<br />

onderhoudsinstructies van de fabrikant. De onderhoudsprocedure en het aantal cycli die het<br />

kledingstuk of – ensemble heeft ondergaan, moet vooraf worden meegedeeld.<br />

Voorafgaand de testen zal het kledingstuk/ensemble worden geconditioneerd gedurende minstens 12<br />

uur:<br />

- In een daartoe voorziene ruimte bij 20°C (afwijking ± 5°C) en de relatieve vochtigheidsgraad van<br />

50 % (afwijking ± 20%).<br />

- Of in de klimaatkamer met de ingestelde omgevingsparameters voor de test.<br />

Belangrijke opmerkingen:<br />

- Bij testen met een statische <strong>manikin</strong> kunnen grote luchtlagen in de kledij bijdragen tot een grotere<br />

waterdampdoorlaatbaarheid (Ret = ademend vermogen), i.v.m. kleinere luchtlagen. Daarom kan kledij die niet de<br />

correcte pasvorm heeft (te strak of te los) foutieve metingen veroorzaken.<br />

- Wanneer de meetresultaten worden aangewend om verschillende materialen gebruikt in kledij te vergelijken, is het<br />

van uiterst belang dat het kledingstuk wordt vervaardigd volgens hetzelfde patroon. Dit is om design - en<br />

pasvormvariabelen zo constant mogelijk te houden.<br />

- Wanneer de meetresultaten worden aangewend om een variatie van kledij (verschillende stukken) te vergelijken, moet<br />

dezelfde maataanduiding van een bepaald type kledingstuk worden gebruikt.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 13


3.2. Betekenis van de gebruikte symbolen en hun eenheid.<br />

Tabel 1 - Betekenis gebruikte symbolen met hun eenheid<br />

Betekenis Eenheid<br />

A totale oppervlakte van de naakte <strong>manikin</strong> m 2<br />

fi fractie van de totale lichaamsoppervlakte voorgesteld door de oppervlakte van lichaamssegment i fi<br />

ai oppervlakte lichaamssegment i m 2<br />

Rct totale thermische isolatie van het kledingstuk en luchtlaag m 2 /W<br />

It totale thermische isolatie van het kledingstuk/ensemble met de <strong>manikin</strong> in statische toestand m 2 K/W<br />

Itr<br />

resulterende totale thermische isolatie van het kledingstuk/ensemble met de <strong>manikin</strong> in dynamische<br />

toestand<br />

It,i thermische isolatie kledingstuk per lichaamszone i<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

m 2 K/W<br />

Ia thermische isolatie van de luchtlaag met de <strong>manikin</strong> in statische toestand m 2 K/W<br />

Iar thermische isolatie van de luchtlaag met de <strong>manikin</strong> in dynamische toestand m 2 K/W<br />

Icle effectieve thermische isolatie van het kledingstuk met de <strong>manikin</strong> in statische toestand m 2 K/W<br />

Icler resulterende effectieve thermische isolatie van het kledingstuk met de <strong>manikin</strong> in dynamische toestand m 2 K/W<br />

Ret totale waterdampdoorlaatbaarheid van het kledingstuk en luchtlaag kPa.m 2 /W<br />

Recle<br />

basis waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk met <strong>manikin</strong> in statische toestand onder<br />

isothermische condities<br />

kPa.m 2 /W<br />

Recler<br />

resulterende waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk met <strong>manikin</strong> in dynamische<br />

toestand onder isothermische condities<br />

kPa.m 2 /W<br />

ARecle<br />

basis waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk met <strong>manikin</strong> in statische toestand onder<br />

niet -isothermische condities<br />

kPa.m 2 /W<br />

ARecler<br />

resulterende waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk met <strong>manikin</strong> in dynamische<br />

toestand onder niet -isothermische condities<br />

kPa.m 2 /W<br />

Rea<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rond de naakte <strong>manikin</strong> onder isothermische condities met<br />

<strong>manikin</strong> in statische toestand<br />

kPa.m 2 /W<br />

Rear<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rond de naakte <strong>manikin</strong> onder isothermische condities met<br />

<strong>manikin</strong> in dynamische toestand<br />

kPa.m 2 /W<br />

ARea<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rond de naakte <strong>manikin</strong> onder niet -isothermische<br />

condities met <strong>manikin</strong> in statische toestand<br />

kPa.m 2 /W<br />

ARear<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rond de naakte <strong>manikin</strong> onder niet -isothermische<br />

condities met <strong>manikin</strong> in dynamische toestand<br />

kPa.m 2 /W<br />

Res waterdampdoorlaatbaarheid van de textielhuid <strong>manikin</strong> kPa.m 2 /W<br />

Ps waterdampdruk aan het huidoppervlak <strong>manikin</strong> kPa<br />

Pa waterdampdruk aan de luchtlaag (stroming) over het kledingstuk kPa<br />

Pss druk van verzadigde waterdamp aan huidtemperatuur kPa<br />

Psa druk van verzadigde waterdamp aan de omgevingstemperatuur kPa<br />

RH relatieve vochtigheidsgraad van de lucht in de klimaatruimte %<br />

Hc totale toevoer warmte-energie naar de <strong>manikin</strong> W<br />

Hci toevoer warmte-energie naar lichaamssegment i van de <strong>manikin</strong> W<br />

He warmteverlies via evaporatie aan de omgeving W<br />

Ta luchttemperatuur binnenin de klimaatruimte (luchtstroming over de kledij) C°<br />

Ts oppervlaktetemperatuur van het huidoppervlak van de <strong>manikin</strong> C°<br />

Tsi lokale huidtemperatuur van lichaamssegment i van de naakte <strong>manikin</strong> C°<br />

va windsnelheid binnenin de klimaatruimte m/s<br />

De resultaten Icle en Icler zijn de beoogde testresultaten voor de thermische isolatie (Rct) bij de <strong>manikin</strong>testen project<br />

Comfortex. De resultaten(A)Recle en (A)Recler zijn de beoogde testresultaten voor de waterdampdoorlaatbaarheid<br />

(Ret) bij de <strong>manikin</strong>testen project Comfortex.<br />

Pagina 14


3.3. Nodige tabellen<br />

Tabel 2: Metabolismegraad van menselijke activiteit<br />

Activiteit<br />

RUSTEN<br />

Energie<br />

[Watt/m²]<br />

slapen 40<br />

liggen 45<br />

relaxed zitten 60<br />

1relaxed staan<br />

WANDELEN & LOPEN<br />

70<br />

2wandelen 3,2 km/uur (0,9 m/s) 115<br />

wandelen 4,3 km/uur (1,2 m/s) 150<br />

wandelen 6,4 km/uur (1,8 m/s) 220<br />

lopen 8 km/uur (2,2 m/s)<br />

KANTOORACTIVITEITEN<br />

380<br />

lezen (zittend) 55<br />

schrijven (zittend) 60<br />

typen (zittend) 65<br />

rondwandelen (ijsberen)<br />

HUISHOUDELIJKE TAKEN<br />

100<br />

koken 100<br />

huis poetsen (vb. stof afnemen met stofdoek) 115<br />

huis poetsen (vb. ramen poetsen)<br />

ARBEID<br />

200<br />

bedienen zaagtafel 105<br />

bedienen drilboor 235<br />

verplaatsen 50 kg gewicht (vb. zakken zand) 235<br />

werken met spade (vb. zand in kruiwagen<br />

scheppen) VRIJE TIJD & SPORT<br />

280<br />

fietsen 16 km/uur 220<br />

dansen (meebewegen op muziek) 140<br />

dansen (intensief, vb. rock-and-roll) 255<br />

gymnastiek (licht) 175<br />

gymnastiek (intensief) 235<br />

tennis (vrije tijd) 210<br />

tennis (competitie) 270<br />

basketbal (vrije tijd) 290<br />

basketbal (competitie) 440<br />

worstelen (competitie) 505<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 15


4. Testprocedure thermische isolatie - Rct<br />

De Rct (thermische isolatie) kan op een statische als op een dynamische <strong>manikin</strong> worden<br />

gemeten.<br />

ISO 15831 raadt aan om minstens 2 maal hetzelfde kledingstuk – of ensemble te testen. Bij<br />

voorkeur 2 stuks van hetzelfde ensemble. Enkel indien er tussen de 2 resultaten<br />

een verschil van > 4% blijkt, wordt er een 3 e test uitgevoerd. Indien er zich dan nog een afwijking<br />

van > 4% voordoet, is herkaliberatie van de <strong>manikin</strong> aan te raden (zie verder punt 4.3, pagina 19)<br />

Indien er slechts één kledingstuk – of ensemble beschikbaar is, dient dit stuk tussen de testen door,<br />

van de <strong>manikin</strong> te worden verwijderd en moet het vervolgens opnieuw worden geconditioneerd. Het is<br />

uiterst belangrijk dat de <strong>manikin</strong> opnieuw op identiek dezelfde wijze zal worden aangekleed en dit<br />

terug om variatieverschillen tegen te gaan.<br />

In kader van het project Comfortex wordt slechts één test per kledingstuk – of ensemble uitgevoerd.<br />

Hierdoor wordt afgeweken van de norm ISO 15831.<br />

4.1. Definitie thermische isolatie<br />

Thermische isolatie = de weerstand tegen warmteverlies tussen 2 verschillende<br />

oppervlaktes/milieus.<br />

4.2. Uitvoeren metingen<br />

4.2.1. Statische of dynamische test<br />

4.2.1.1. Meten van de It (totale thermische isolatie kledingstuk = weerstand tegen warmteverlies<br />

tussen het geklede lichaam en de omgeving)<br />

De <strong>manikin</strong> blijft in statische toestand:<br />

- Armen hangen los naast het lichaam en de <strong>manikin</strong> staat rechtop.<br />

4.2.1.2. Meten van de Itr (resulterende thermische isolatie kledingstuk = resulterende weerstand<br />

tegen warmteverlies tussen het geklede lichaam en de omgeving)<br />

De <strong>manikin</strong> wordt aangewend in dynamische toestand :<br />

- Armen en benen kunnen bewegen, de schouders, heupen en knieën werken scharnierend.<br />

- De <strong>manikin</strong> wordt motorisch aangedreven en zal een wandelende beweging uitvoeren met:<br />

Per minuut 45 dubbele stappen (afwijking ± 2 stappen) met een paslengte (gemeten<br />

van teen tot teen) van 63 cm (afwijking 10 cm).<br />

Per minuut 45 dubbele armbewegingen (afwijking ± 2 bewegingen) met een lengte<br />

(gemeten van pols tot duim) van 53 cm (afwijking 10 cm).<br />

4.2.1.3. Meten van de Ia of Iar (thermische isolatie van de luchtlaag rondom de naakte <strong>manikin</strong>)<br />

Aan het begin van iedere nieuwe serie testen is het noodzakelijk om de thermische isolatie van de<br />

luchtlaag rondom de naakte <strong>manikin</strong> vast te stellen.<br />

Dit kan statisch (Ia) als dynamisch (Iar) gebeuren, afhankelijk van de daaropvolgende test.<br />

Belangrijk hierbij is dat de test wordt uitgevoerd onder dezelfde omgevingsparameters en hetzij<br />

statisch of dynamisch als de daarna uit te voeren Rct –test. De gemiddelde testduur bedraagt 2 à 3 uur.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 16


4.2.2. Aankleden van de <strong>manikin</strong><br />

Het kledingstuk of - ensemble wordt aangetrokken in overeenstemming met het gebruik in de praktijk.<br />

M.a.w. zoals een volwassen man dit in een reële situatie zou dragen.<br />

4.2.3. Instelling temperatuur <strong>manikin</strong><br />

- Huidtemperatuur wordt ingesteld op 35°C (afwijking ± 0,2°C).<br />

Hier wordt afgeweken van de norm ISO 15831 die 34° C aanraadt.<br />

- Deze temperatuur dient gedurende de volledige testperiode constant te blijven.<br />

4.2.4. Instelling omgevingsparameters<br />

- De omgevingstemperatuur (Ta) binnenin de klimaatkamer wordt minstens 12 °C lager gezet dan<br />

de huidtemperatuur (Ts) van de <strong>manikin</strong> .<br />

en/of<br />

- De omgevingstemperatuur wordt zo ingesteld dat deze een aanvoer van warmte-energie (heat<br />

flux) garandeert van minstens 20 W/m 2 per lichaamssegment van de <strong>manikin</strong>.<br />

- De relatieve vochtigheid (RH) wordt tussen de 30% en 70% gezet. Bij voorkeur op 50%.<br />

- Windsnelheid (va) wordt ingesteld op 0,4 m/s (afwijking ± 0,1m/s).<br />

4.2.5. Bereiken van ‘Steady State’ conditions<br />

Na het starten van de test (vooraleer er resultaten worden geregistreerd) moet het systeem de tijd<br />

krijgen om ‘Steady State’ conditions te bereiken.<br />

D.w.z. de huidtemperatuur van de verschillende lichaamssegmenten (Tsi) van de <strong>manikin</strong> en de<br />

warmte-energie (heat flux) (Hci) naar de segmenten, moet na een periode van gemiddeld 10 min.<br />

constant blijven (afwijking ±0,2°C en ±2%). Na het bereiken van deze ‘Steady State’ conditions kunnen<br />

de eigenlijke metingen beginnen.<br />

4.2.6. Registratie meetresultaten<br />

Na het bereiken van de steady-state condities kunnen de eigenlijke metingen plaatsvinden. De nodige<br />

waarden worden door de PC geregistreerd.<br />

De waarden worden iedere minuut bijgehouden gedurende de volledige testperiode. Het gemiddelde<br />

van deze waarden gemeten over een periode van minstens 20 minuten is voldoende om de thermische<br />

isolatie van het kledingstuk – of ensemble te bepalen. Deze 20 minuten is echter een zeer beperkt<br />

minimum.<br />

Belangrijke opmerking<br />

De testduur is echter afhankelijk van het te testen kledingstuk of – ensemble. Kledingstukken met een hogere<br />

isolatieweerstand vereisen een langere testduur dan kledingstukken met een lagere isolatiewaarde. Gemiddeld kunnen we<br />

stellen dat de test voor één kledingstuk of – ensemble ongeveer 4 à 5 uur duurt.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 17


4.3. Kalibratie van de thermal <strong>manikin</strong><br />

Om na te gaan of de <strong>manikin</strong> correct functioneert, moet deze op regelmatige basis worden<br />

gekalibreerd.<br />

Om goede en betrouwbare resultaten te bekomen moet een kledingstuk of kledingensemble 2 maal<br />

worden getest. Indien de variatie (het verschil) tussen de verschillende resultaten > 4% bedraagt,<br />

betekent dit dat de variatie te groot is en wijst dit op een meetfout. De oorzaak van deze meetfout kan<br />

zowel bij de <strong>manikin</strong> liggen als bij het kledingensemble. Om dit na te gaan moet de <strong>manikin</strong> opnieuw<br />

worden gekalibreerd.<br />

Herkalibreren betekent dat er wordt gecontroleerd of de metingen die de <strong>manikin</strong> uitvoert nog<br />

conform zijn om correcte waarden te garanderen.<br />

Herkalibreren gebeurt door het testen van een vastgelegde referentieset van 2 verschillende<br />

kledingsets (beschermkledij tegen koude) op de <strong>manikin</strong>. De referentieset werd volgens de norm ISO<br />

15831 vastgelegd en is verkrijgbaar bij de erkende instituten: Hohensteiner Institute, Duitsland en VTT<br />

Tampere University of Technology, Finland.<br />

De referentieset bestaat uit een ensemble A en B. Ensemble A kan enkel worden gebruikt bij de<br />

dynamische (bewegende) <strong>manikin</strong>, ensemble B kan gebruikt worden bij zowel een statische als een<br />

dynamische <strong>manikin</strong>.<br />

De test gebeurt volgens de testprocedure zoals eerder beschreven en de evaluatie kan gebeuren<br />

volgens de seriële, parallelle of globale methode. De gemiddelde totale thermische isolatie (Itr) zal<br />

worden berekend. De resultaten verkregen na de test moeten overeenkomen met volgende<br />

referentiewaarden:<br />

- Ensemble A = 0,299 m 2 K/W (± 3% afwijking)<br />

- Ensemble B = 0,395 m 2 K/W (± 3% afwijking)<br />

Wanneer volgende waarden worden verkregen betekent dit dat de <strong>manikin</strong> optimaal functioneert.<br />

Belangrijke opmerkingen<br />

- Wanneer na het testen met de respectievelijke referentieset A of B de resultaten niet overeenstemmen met of sterk<br />

afwijken van de referentiewaarde, betekent dit dat de <strong>manikin</strong> niet meer optimaal functioneert. Dit betekent dat er<br />

zich een technisch probleem voordoet en dat de <strong>manikin</strong> zal moeten worden nagezien door een daartoe opgeleide<br />

technicus.<br />

- Centexbel gebruikt zijn eigen referentieset voor kalibratie. Deze referentieset is een gelijkaardige set als de<br />

referentieset beschreven in ISO 15381.<br />

- Om een optimale werking van de <strong>manikin</strong> te garanderen, is het aangewezen om iedere 6 maanden een kalibratie uit te<br />

voeren.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 18


5. Testprocedure waterdampdoorlaatbaarheid - Ret<br />

De Ret (waterdampdoorlaatbaar) kan zowel op een statische als op een dynamische <strong>manikin</strong> worden<br />

gemeten.<br />

De norm ASTM F2370 raadt aan om 3 maal hetzelfde kledingstuk – of ensemble te<br />

testen. Bij voorkeur 3 stuks van hetzelfde stuk of ensemble.<br />

Indien er slechts één kledingstuk – of ensemble beschikbaar is, dient dit stuk tussen de testen door,<br />

van de <strong>manikin</strong> te worden verwijderd en moet het opnieuw worden geconditioneerd. Het is uiterst<br />

belangrijk dat de <strong>manikin</strong> opnieuw op identiek dezelfde wijze zal worden aangekleed en dit terug<br />

om variatieverschillen tegen te gaan.<br />

Indien de resultaten van 1 van deze stukken of ensembles ± 10 % verschilt met de<br />

gemiddelde waarde van deze 3, moet het stuk(ken) of ensemble(s) dat boven deze ±10% grens valt,<br />

opnieuw worden getest. Indien de nieuwe test een waarde(n) oplevert binnen deze ±10% grens, moet<br />

deze nieuwe waarde(n) worden gebruikt. Indien de nieuwe test terug een waarde(n) oplevert boven<br />

deze ±10% grens, dan moeten 3 extra kledingstukken of – ensembles worden getest.<br />

Indien er zich dan nog afwijkingen boven de 10% grens voordoen,is herkalibratie van de <strong>manikin</strong> aan<br />

te raden (zie verder punt 5.4, pagina 25).<br />

In kader van het project Comfortex wordt slechts één test per kledingstuk – of ensemble uitgevoerd.<br />

Hierdoor wordt afgeweken van de norm ASTM F2370.<br />

5.1. Definitie waterdampdoorlaatbaarheid<br />

Waterdampdoorlaatbaarheid = de weerstand tegen het doorlaten van waterdamp tussen 2<br />

oppervlaktes/milieus.<br />

5.2. Uitvoeren metingen: ISOTHERMISCHE CONDITIES<br />

Isothermische condities betekent dat de lichaamstemperatuur van de <strong>manikin</strong> en de<br />

omgevingstemperatuur gelijk worden ingesteld. Op deze manier kan uitwisseling van droge hitte niet<br />

plaatsvinden. Deze testcondities om waterdampdoorlaatbaarheid te bepalen worden beschreven<br />

in ASTM F2730.<br />

5.2.1. Statische of dynamische test<br />

5.2.1.1. Bepalen van de Rct – waarde (isolatiewaarde)<br />

Om de Ret-waarde van het kledingstuk – of ensemble te kunnen berekenen is het noodzakelijk om<br />

eerst de Rct-waarde (isolatiewaarde) te kennen. Deze test dient vooraf te worden uitgevoerd.<br />

Belangrijk hierbij is dat de test wordt uitgevoerd onder dezelfde omgevingsparameters en hetzij<br />

statisch of dynamisch als de daarna uit te voeren Ret –test.<br />

Belangrijke opmerking<br />

Indien er vooraf reeds een test werd uitgevoerd om de isolatiewaarde van hetzelfde kledingstuk –of ensemble te bepalen bij<br />

gelijke omgevingsparameters met de <strong>manikin</strong> in de juiste lichamelijke toestand kan deze Rct-waarde gewoon worden<br />

overgenomen. Het is dan niet meer nodig om een aanvullende Rct-test uit te voeren.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 19


5.2.1.2. Meten van de Rea of Rear (waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rondom de<br />

naakte <strong>manikin</strong>)<br />

Aan het begin van iedere nieuwe serie testen is het noodzakelijk om de waterdampdoorlaatbaarheid<br />

van de luchtlaag rondom de naakte <strong>manikin</strong> vast te stellen.<br />

Deze kan statisch (Rea) als dynamisch (Raer) gebeuren, afhankelijk van de daaropvolgende test.<br />

Belangrijk hierbij is dat de test wordt uitgevoerd onder dezelfde omgevingsparameters en hetzij<br />

statisch of dynamisch als de daarna uit te voeren Ret –test.<br />

De gemiddelde testduur bedraagt 2 à 3 uur.<br />

5.2.1.3. Meten van de Recle (basis waterdampdoorlaatbaarheid van het kledingstuk =<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van het huidoppervlak door de buitenste kledinglaag)<br />

Statische toestand<br />

- Armen hangen los naast het lichaam en de <strong>manikin</strong> staat rechtop.<br />

5.2.1.4. Meten van de Recler (resulterende basis waterdampdoorlaatbaarheid van het kledingstuk<br />

= waterdampdoorlaatbaarheid van het huidoppervlak door de buitenste kledinglaag)<br />

Dynamische toestand:<br />

- Armen en benen kunnen bewegen, de schouders, heup en knieën werken scharnierend.<br />

- De <strong>manikin</strong> wordt motorisch aangedreven en zal een wandelende beweging uitvoeren met:<br />

Per minuut 45 dubbele stappen (afwijking ± 2 stappen) met een paslengte (gemeten<br />

van teen tot teen) van 63 cm (afwijking 10 cm).<br />

Per minuut 45 dubbele armbewegingen (afwijking ± 2 bewegingen) met een lengte<br />

(gemeten van pols tot duim) van 53 cm (afwijking 10 cm).<br />

5.2.2. Aankleden van de <strong>manikin</strong><br />

Het kledingstuk of - ensemble wordt aangetrokken in overeenstemming met het gebruik in de praktijk.<br />

M.a.w. zoals een volwassen man dit in een reële situatie zou dragen.<br />

5.2.3. Instelling temperatuur <strong>manikin</strong><br />

- Huidtemperatuur wordt ingesteld op 35°C (afwijking ± 0,5°C).<br />

- Deze temperatuur dient gedurende de volledige testperiode constant te blijven.<br />

5.2.4. Instelling omgevingsparameters<br />

- De omgevingstemperatuur (Ta) binnenin de klimaatkamer wordt gelijk ingesteld als de<br />

huidtemperatuur (Ts) van de <strong>manikin</strong> . Dus ook op 35°C (afwijking ± 0,5°C)..<br />

- De relatieve vochtigheid (RH) wordt ingesteld op 40% (afwijking ± 0,5%).<br />

- Windsnelheid (va) wordt ingesteld op 0,4 m/s (afwijking ± 0,1m/s).<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 20


5.2.5. Bereiken van ‘Steady State’ conditions<br />

Na het starten van de test (vooraleer er resultaten worden geregistreerd) moet het systeem de tijd<br />

krijgen om ‘Steady State’ conditions te bereiken.<br />

D.w.z. de huidtemperatuur van de verschillende lichaamssegmenten (Tsi) van de <strong>manikin</strong> en de<br />

warmte-energie (heat flux) (Hci) naar de segmenten, moet na een periode van gemiddeld 10 min.<br />

constant blijven (afwijking ±3%). Na het bereiken van deze ‘Steady State’ conditions kunnen de<br />

eigenlijke metingen beginnen.<br />

5.2.6. Registratie meetresultaten<br />

Na het bereiken van de steady-state condities kunnen de eigenlijke metingen plaatsvinden. De nodige<br />

waarden worden geregistreerd door de PC.<br />

De gemiddelde testduur bedraagt 2 à 3 uur.<br />

Belangrijke opmerking<br />

De testduur is echter afhankelijk van het te testen kledingstuk of – ensemble. Kledingstukken met een hogere weerstand<br />

tegen waterdamp vereisen een langere testduur dan kledingstukken met een lagere weerstand.<br />

5.3. Uitvoeren metingen: niet - ISOTHERMISCHE CONDITIES<br />

Niet – isothermische condities betekent dat het kledingstuk – of ensemble op de <strong>manikin</strong> wordt getest<br />

in reële condities. M.a.w. onder condities die werkelijke weers - en werkomstandigheden<br />

simuleren.<br />

De huidtemperatuur van de <strong>manikin</strong> wordt bij niet –isothermische condities lager ingesteld dan de<br />

omgevingstemperatuur en dit om uitwisseling van droge hitte mogelijk te maken. De uitwisseling van<br />

droge hitte gebeurt hier simultaan met de afgifte van hitte via evaporatie (vochtige warmte) waardoor<br />

condens in de kledinglagen kan optreden.<br />

Deze testcondities om waterdampdoorlaatbaarheid te bepalen worden beschreven in ASTM F2730.<br />

5.3.1. Statische of dynamische test<br />

5.3.1.1. Bepalen van de Rct – waarde<br />

Om de Ret-waarde van het kledingstuk – of ensemble te kunnen berekenen is het noodzakelijk om<br />

eerste de Rct-waarde (isolatiewaarde) te kennen. Deze test dient vooraf te worden uitgevoerd.<br />

Belangrijk hierbij is dat de test wordt uitgevoerd onder dezelfde omgevingsparameters en hetzij<br />

statisch of dynamisch als de daarna uit te voeren Ret –test.<br />

Belangrijke opmerking<br />

Indien er vooraf reeds een test werd uitgevoerd om de isolatiewaarde van hetzelfde kledingstuk –of ensemble te bepalen bij<br />

gelijke omgevingsparameters met de <strong>manikin</strong> in de juiste lichamelijke toestand kan deze Rct-waarde gewoon worden<br />

overgenomen. Het is dan niet meer nodig om een aanvullende Rct-test uit te voeren.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 21


5.3.1.2. Meten van de ARea + ARear (waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rondom de<br />

naakte <strong>manikin</strong>)<br />

Aan het begin van iedere nieuwe serie testen is het noodzakelijk om de waterdampdoorlaatbaarheid<br />

van de luchtlaag rondom de naakte <strong>manikin</strong> vast te stellen.<br />

Deze kan statisch (ARea) als dynamisch (ARaer) gebeuren, afhankelijk van de daaropvolgende test.<br />

Belangrijk hierbij is dat de test wordt uitgevoerd onder dezelfde omgevingsparameters en hetzij<br />

statisch of dynamisch als de daarna uit te voeren Ret –test.<br />

De gemiddelde testduur bedraagt 2 à 3 uur.<br />

5.3.1.3. Meten van de ARecle (basis waterdampdoorlaatbaarheid van het kledingstuk =<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van het huidoppervlak door de buitenste kledinglaag )<br />

Statische toestand:<br />

- Armen hangen los naast het lichaam en de <strong>manikin</strong> staat rechtop.<br />

5.3.1.4. Meten van de ARecler (resulterende basis waterdampdoorlaatbaarheid kledingstuk =<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van het huidoppervlak door de buitenste kledinglaag)<br />

Dynamische toestand:<br />

- Armen en benen kunnen bewegen, de schouders, heup en knieën werken scharnierend.<br />

- De <strong>manikin</strong> wordt motorisch aangedreven en zal een wandelende beweging uitvoeren met:<br />

Per minuut 45 dubbele stappen (afwijking ± 2 stappen) met een paslengte (gemeten<br />

van teen tot teen) van 63 cm (afwijking 10 cm).<br />

Per minuut 45 dubbele armbewegingen (afwijking ± 2 bewegingen) met een lengte<br />

(gemeten van pols tot duim) van 53 cm (afwijking 10 cm).<br />

5.3.2. Instelling temperatuur <strong>manikin</strong><br />

- Huidtemperatuur wordt ingesteld op 35°C (afwijking ± 0,5°C).<br />

- Deze temperatuur dient gedurende een test van 30 minuten constant te blijven en mag niet<br />

meer dan 0,2°C afwijken.<br />

5.3.3. Instelling omgevingsparameters<br />

- De omgevingstemperatuur (Ta) in de klimaatkamer wordt ingesteld < 23°C.<br />

- De relatieve vochtigheid (RH) wordt ingesteld tussen de 30% en 70% . 50% wordt aanbevolen.<br />

- Windsnelheid (va) wordt ingesteld op 0,4 m/s (afwijking ± 0,1m/s).<br />

Bij de <strong>manikin</strong>testen die uitgevoerd zullen worden in kader van project Comfortex wordt soms<br />

afgeweken bij de instelling van de windsnelheid. Bij bepaalde testen wordt een windsnelheid<br />

van 0,2 m/s of 0,6 m/s gebruikt.<br />

5.3.4. Transpiratie<br />

Het zweten wordt gesimuleerd door water die binnenin de <strong>manikin</strong> wordt opgewarmd, waarna het<br />

warme water via buisjes naar de openingen in het huidoppervlak wordt gebracht. De <strong>manikin</strong> is hierbij<br />

voorzien van een capillaire textielhuid (bodysuit), dit om het wickingeffect en dus het verdampen te<br />

bevorderen.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 22


5.3.5. Vooraf bevochtigen van de textielhuid<br />

Voor het aankleden dient de huid van de <strong>manikin</strong> bevochtigd te worden. Dit gebeurt d.m.v. een spray.<br />

De huid moet worden bevochtigd tot deze volledig is verzadigd. De verzadiging zal merkbaar worden<br />

door kleurverandering van de huid. De kleur zal donkerder worden. Pas hierna kan de test worden<br />

gestart.<br />

Belangrijke opmerkingen<br />

- Het is aan te raden de <strong>manikin</strong> reeds te laten opwarmen vooraleer men de textielhuid bevochtigt. Op deze manier zal<br />

de <strong>manikin</strong> achteraf sneller zijn ‘stady state conditie’ bereiken.<br />

- Met een IR (infrarood camera) is het makkelijk om na te gaan of de huid volledig is verzadigd.<br />

5.3.6. Aankleden van de <strong>manikin</strong><br />

Het kledingstuk of - ensemble wordt aangetrokken in overeenstemming met het gebruik in de praktijk.<br />

M.a.w. zoals een volwassen man dit in een reële situatie zou dragen. Neem notitie van de wijze van het<br />

aankleden en neem eventueel een foto van de aangeklede <strong>manikin</strong> voor het rapport achteraf.<br />

5.3.7. De vochtige textielhuid verzadigd houden<br />

Gedurende de test moet de vochtige textielhuid verzadigd blijven. Dit gebeurt door van binnenuit de<br />

<strong>manikin</strong> water te transporteren naar de textielhuid. Dit wordt via openingen in de lichaamssegmenten<br />

naar de binnenzijde van de textielhuid gebracht (idem principe zoals de functie van poriën bij het<br />

zweten).<br />

5.3.8. Bereiken van ‘Steady State’ conditions<br />

Na het starten van de test (vooraleer er resultaten worden geregistreerd) moet het systeem de tijd<br />

krijgen om ‘Steady State’ conditions te bereiken.<br />

D.w.z. de huidtemperatuur van de verschillende lichaamssegmenten (Tsi) van de <strong>manikin</strong> en de<br />

warmte-energie (heat flux) (Hci) naar de segmenten, moet na een periode van gemiddeld 10 min.<br />

constant blijven (afwijking ±3%). Na het bereiken van deze ‘Steady State condition’ kunnen de<br />

eigenlijke metingen beginnen.<br />

5.3.9. Registratie meetresultaten<br />

Na het bereiken van de steady-state condities kunnen de eigenlijke metingen plaatsvinden. De nodige<br />

waarden worden geregistreerd door de PC.<br />

Deze waarden worden iedere minuut bijgehouden gedurende de volledige testperiode. Het gemiddelde<br />

van deze waarden gemeten over een periode van minstens 30 minuten is voldoende om de<br />

waterdampdoorlaatbaarheid van het kledingstuk – of ensemble te bepalen. Deze 20 minuten is echter<br />

een minimum. De gemiddelde testduur bedraagt 2 à 3 uur.<br />

Belangrijke opmerking<br />

De testduur is echter afhankelijk van het te testen kledingstuk of – ensemble. Kledingstukken met een hogere weerstand<br />

tegen waterdamp vereisen een langere testduur dan kledingstukken met een lagere weerstand. De gemiddelde testduur<br />

bedraagt 2 à 3 uur.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 23


5.4. Kalibratie van de thermal <strong>manikin</strong><br />

Om na te gaan of de <strong>manikin</strong> correct functioneert, moet deze op regelmatige basis worden<br />

gekalibreerd. Herkalibratie voor Ret gebeurt altijd met een statische <strong>manikin</strong>.<br />

Om goede en betrouwbare resultaten te bekomen moet een kledingstuk of kledingensemble 3 maal<br />

worden getest. Indien de resultaten van 1 van deze stukken of ensembles ± 10 % verschilt met de<br />

gemiddelde waarde van deze 3, moet het stuk(ken) of ensemble(s) dat boven deze ±10% grens valt,<br />

opnieuw worden getest. Indien de nieuwe test een waarde(n) oplevert binnen deze ±10% grens, moet<br />

deze nieuwe waarde(n) worden gebruikt. Indien de nieuwe test terug een waarde(n) oplevert boven<br />

deze ±10% grens, dan moeten 3 extra kledingstukken of – ensembles worden getest. Indien er zich dan<br />

nog afwijkingen boven de 10% grens voordoen, wijst dit op een meetfout. De oorzaak van deze<br />

meetfout kan liggen bij de <strong>manikin</strong> als bij het kledingensemble. Om dit na te gaan moet de <strong>manikin</strong><br />

opnieuw worden gekalibreerd.<br />

Herkalibreren betekent dat er wordt gecontroleerd of de metingen die de <strong>manikin</strong> uitvoert nog<br />

conform zijn om zo correcte waarden te garanderen.<br />

Herkalibreren gebeurt door het testen van een vastgelegde referentieset (kledingset) op de <strong>manikin</strong>. De<br />

maat van deze kledij moet corresponderen met de lichaamsmaten van de <strong>manikin</strong>.<br />

De referentieset werd volgens de norm ASTM 2370 vastgelegd en bestaat uit:<br />

- Beschermend Nomex III A hemd (203g/m 2 ) in platbinding met een knoopsluiting en 2<br />

borstzakken. Het hemd wordt over de broek gedragen en het bovenste knoopje van de sluiting<br />

wordt niet dichtgeknoopt.<br />

- Beschermende Nomex IIIA broek (203g/m 2 ) in platbinding met 2 zijzakken en 2 achterzakken.<br />

- Ondergoed:<br />

T-shirt uit 100% katoen jersey (140g/m 2 ± 10%) met korte mouwen en een ronde hals.<br />

Slip uit 100% katoen jersey (180g/m2 ± 10%) die goed de taille en de bovenbenen omsluit.<br />

- Sokken uit een basis breisel die de voeten en de kuit omsluiten tot max. 25,4 cm vertrekkende<br />

vanaf de hiel. De sokken zijn vervaardigd uit minstens 75% katoen met een gewicht van 33g ±<br />

5g per sok.<br />

- Sportschoenen vervaardigd uit een weefsel of zacht leder met een zachte zool.<br />

De test gebeurt volgens de testprocedure zoals eerder beschreven en de evaluatie kan gebeuren<br />

volgens de seriële, parallelle of globale methode. De basis waterdampdoorlaatbaarheid van het<br />

kledingstuk (Recle) wordt berekend. De resultaten verkregen na de test moeten ongeveer de volgende<br />

waarden weergeven :<br />

- Recle = 0,016 (kPa.m 2 /W) in de veronderstelling dat de Clo-waarde 1,22 is.<br />

Wanneer volgende waarden worden verkregen betekent dit dat de <strong>manikin</strong> optimaal functioneert.<br />

Belangrijke opmerkingen<br />

- Wanneer na het testen met de respectievelijke referentieset de resultaten niet overeenstemmen met of sterk afwijken<br />

van de referentiewaarde, betekent dit dat de <strong>manikin</strong> niet meer optimaal functioneert. Dit betekent dat er zich een<br />

technisch probleem voordoet en dat de <strong>manikin</strong> zal moeten worden nagezien door een daartoe opgeleide technicus.<br />

- Om een optimale werking van de <strong>manikin</strong> te garanderen, is het aangewezen om iedere 6 maanden een kalibratie uit te<br />

voeren.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 24


6. Berekeningsmethodes testresultaten<br />

Alle meetresultaten worden via PC met de eigen ‘Newton’ software verwerkt. Deze software registreert<br />

niet alleen de resultaten maar visualiseert deze ook.<br />

De resultaten worden achteraf in een Excel-bestand gegoten, hetzij tabel en/of grafiek.<br />

De berekening van de meetresulaten gebeurt volgens de methode vastgelegd voor een <strong>manikin</strong> die<br />

bestaat uit ≥ 20 segmenten, daar <strong>manikin</strong> ‘Newton’ uit 26 segmenten bestaat.<br />

Figuur 6: Voorbeeld visualisatie huidtemperatuur <strong>manikin</strong> per zone<br />

Figuur 7: Grafische weergave gemiddelde lichaamstemperatuur en warmtetoevoer<br />

Om toch een duidelijk inzicht te krijgen in hoe de testresultaten tot stand komen worden de<br />

verschillende rekenkundige formules ter informatie weergegeven.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 25


6.1. Thermische isolatie (Rct)<br />

6.1.1. Algemeen<br />

De thermische isolatiewaarden (Rct) gemeten met een thermal <strong>manikin</strong> worden gebruikt om de<br />

fysiologische invloed van kledij op zijn drager na te gaan. Afhankelijk van het einddoel van de kledij zal<br />

er een bepaalde evaluatie aan de opgemeten waarden worden toegekend.<br />

6.1.2. Berekening van de Ia of Iar (thermische isolatie van de luchtlaag rondom de naakte<br />

<strong>manikin</strong>)<br />

Aan het begin van iedere nieuwe serie testen is het noodzakelijk om de thermische weerstand van de<br />

luchtlaag rondom de naakte <strong>manikin</strong> vast te stellen.<br />

De berekening van de isolatie van de luchtlaag rondom de <strong>manikin</strong> kan eveneens gebeuren volgens de<br />

seriële als de parallelle rekenmethode. Het is belangrijk dat je hierbij dezelfde rekenmethode gebruikt<br />

als voor It of Itr (hetzij serie of parallel).<br />

De test moet worden uitgevoerd onder dezelfde omgevingsparameters en hetzij statisch of dynamisch<br />

als de daarna uit te voeren Rct –test.<br />

6.1.2.1. Seriële rekenmethode Ia of Iar<br />

Ø i<br />

Vergelijking 1 - Formule seriële rekenmethode I a<br />

6.1.2.2. Parallelle rekenmethode Ia of Iar<br />

Vergelijking 2 - Formule parallelle rekenmethode I ar<br />

6.1.3. De eigenlijke thermische isolatie (Rct)<br />

De thermische isolatie (Rct) van een kledingstuk of kledingsensemble kan op verschillende manieren<br />

worden berekend:<br />

- Seriële methode: hier wordt gebruik gemaakt van de huidtemperatuur en de warmte –energie van<br />

elk segment. Alle segmenten worden opgeteld.<br />

- Parallelle methode: hier wordt gebruik gemaakt van de totale huidoppervlakte en de totale<br />

warmte –energie die nodig is.<br />

Voor project Comfortex zal zowel de seriële als de parallelle berekening gebeuren.<br />

Voor éénzelfde kledingsstuk of – ensemble kunnen beide rekenmethodes een aanzienlijk verschil<br />

opleveren.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Berekend in m 2 .K/W<br />

Waar<br />

Berekend in m 2 .K/W<br />

Waar<br />

Pagina 26


Het type kledingstuk of - ensemble en de omgevingsomstandigheden + activiteiten waaronder ze in een<br />

reële situatie worden gedragen, zal de rekenmethode bepalen om de fysiologische invloed van het<br />

kledingstuk te bekomen op zijn drager.<br />

In normen die van toepassing zijn voor het testen van kledij op een thermal <strong>manikin</strong> om een bepaalde<br />

fysiologische invloed te onderzoeken, wordt vermeld of de toepassing beter aansluit bij de seriële of<br />

parallele methode om zo de correcte thermische isolatie te bekomen.<br />

6.1.3.1. Seriële rekenmethode It of Itr = optellen van de thermische isolatie van ieder<br />

afzonderlijk lichaamssegment<br />

De totale thermische isolatie (It) wordt verkregen via een statische <strong>manikin</strong>. De gemiddelde totale<br />

isolatie (Itr) van het kledingstuk wordt verkregen via een dynamische <strong>manikin</strong>.<br />

Formule:<br />

Van ieder stuk of ensemble wordt de It of Itr waarde bepaald. Daarna wordt van de 2 uitgevoerde testen<br />

het gemiddelde genomen en genoteerd.<br />

Hci = Hc = constante warmtetoevoer<br />

It of Itr = ∑ ai . It,i<br />

Vergelijking 3 - Formule seriële rekenmethode (Rct)<br />

Belangrijke opmerkingen<br />

- In kader van het project Comfortex wordt slechts één test per kledingstuk – of ensemble uitgevoerd.<br />

* Hierdoor wordt afgeweken van de norm ISO 15831.<br />

- Bij oneven verdeling isolatie (bv. 3 lagen op het onderlichaam + 1 laag op bovenlichaam of blote handen en bloot<br />

hoofd) levert het seriële model hogere waarden op dan het parallelle model.<br />

6.1.3.2. Parallelle rekenmethode It of Itr = berekening gemiddelde thermische isolatie a.d.h.v. de<br />

totale huidoppervlakte, dus niet segment per segment.<br />

De totale thermische isolatie (It) wordt verkregen via een statische <strong>manikin</strong>. De gemiddelde totale<br />

isolatie (Itr) van het kledingstuk wordt verkregen via een dynamische <strong>manikin</strong>.<br />

Formule:<br />

Van ieder stuk of ensemble wordt de It of Itr waarde bepaald. Daarna wordt van de 2 uitgevoerde testen<br />

het gemiddelde genomen en genoteerd.<br />

Tsi = Ts = constante huidtemperatuur<br />

1 of 1<br />

It Itr<br />

= ∑ ai . 1<br />

It,i<br />

Vergelijking Belangrijke opmerking 4 – Formule parallelle rekenmethode (Rct)<br />

In kader van het project Comfortex wordt slechts één test per kledingstuk – of ensemble uitgevoerd.<br />

* Hierdoor wordt afgeweken van de norm ISO 15831<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Berekend in m 2 K/ W<br />

Waarvan<br />

It,i = Tsi – Ta<br />

Hci<br />

Berekend in m 2 K/ W<br />

Waarvan<br />

It,i = Tsi – Ta<br />

Hci<br />

Pagina 27


6.1.4. Resultaten nodig voor de testen project Comfortex<br />

Voor de <strong>manikin</strong>testen uitgevoerd in kader van het project Comfortex zullen we volgende resultaten<br />

nodig hebben, nl. de effectieve thermische isolatie (Icle) of resulterende effectieve thermische isolatie<br />

(Icler). Afhankelijk of het om een statische of dynamische test gaat.<br />

Deze resultaten worden als volgt berekend:<br />

- Eerst wordt de totale thermische isolatie berekend a.d.h.v. de seriële of parallelle methode. (zie<br />

punt 6.1.3.1 en 6.1.3.2. pagina 28)<br />

- Met de totale thermische isolatie wordt daarna de effectieve thermische isolatie berekend.<br />

6.1.4.1. Icle = effectieve thermische isolatie met statische <strong>manikin</strong><br />

Vergelijking 5 - Rekenmethode Icle<br />

(totale thermische isolatie kledingstuk – de totale thermische isolatie luchtlaag)<br />

6.1.4.2. Icler = resulterende effectieve thermische isolatie met dynamische <strong>manikin</strong><br />

Vergelijking 6 - Rekenmethode Icler<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Berekend in m 2 K/ W<br />

Berekend in m 2 K/ W<br />

(totale thermische isolatie kledingstuk – de totale thermische isolatie luchtlaag)<br />

Pagina 28


6.2. Waterdampdoorlaatbaarheid (Ret)<br />

6.2.1. Algemeen<br />

De waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) gemeten met een thermal <strong>manikin</strong> wordt gebruikt om de<br />

fysiologische invloed van kledij op zijn drager na te gaan. Afhankelijk van het einddoel van de kledij<br />

(isothermische condities of niet-isothermische condities) zal er een bepaalde evaluatie aan de<br />

opgemeten waarden worden toegekend<br />

6.2.2. Berekening van de Rea of Rear (waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag<br />

rondom de naakte <strong>manikin</strong>)<br />

De berekening van de waterdampdoorlaatbaarheid van de luchtlaag rondom de <strong>manikin</strong> kan eveneens<br />

gebeuren volgens de parallelle rekenmethode. Het is belangrijk dat je hierbij dezelfde rekenmethode<br />

gebruikt als voor Ret.<br />

De test moet worden uitgevoerd onder dezelfde omgevingsparameters en hetzij statisch of dynamisch<br />

als de daarna uit te voeren Ret –test.<br />

Rea of Rear = (pss – psa . RH) . A - Res<br />

6.2.3. Berekening eigenlijke waterdampdoorlaatbaarheid (Ret)<br />

Zowel de totale waterdampdoorlaatbaarheid van het kledingstuk + omringende luchtlaag (Ret =<br />

statisch) en (Retr = dynamisch) als de waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk (Recle =<br />

statisch) en (Recler = dynamisch) kan met de thermal <strong>manikin</strong> worden gemeten.<br />

De waterdampdoorlaatbaarheid van een kledingstuk of kledingensemble wordt volgens ASTM F2730<br />

berekend met de heat loss methode (warmteverlies):<br />

- Parallelle methode: de totale toevoer warmte –energie die de <strong>manikin</strong> nodig heeft om de<br />

huidtemperatuur constant te houden wordt aangewend.<br />

Belangrijke opmerking<br />

He<br />

Vergelijking 7 - Formule waterdampdoorlaatbaarheid luchtlaag rondom naakte <strong>manikin</strong><br />

Er bestaat ook een seriële methode om de waterdampdoorlaatbaarheid te berekenen waarbij de waterdampdruk wordt<br />

aangewend. Deze methode staat echter niet beschreven in norm ASTM F2370 en is veel minder betrouwbaar dan de<br />

parallelle methode. Berekeningen verkregen met de seriële methode leveren waarden op die ongeveer het dubbele<br />

bedragen als deze berekend met de parallelle methode. Hierdoor is de seriële methode onbetrouwbaar, daar ze een<br />

vertekend resultaat oplevert. Het is aan te raden om de parallelle rekenmethode te gebruiken.<br />

De eigenlijke registratie van de meetwaarden en berekening gebeurt via een ‘speciaal software<br />

programma’ eigen aan thermal <strong>manikin</strong> ‘Newton’. De uiteindelijke resultaten worden weergegeven in<br />

tabel – en/of grafiekvorm via een Excel-bestand.<br />

Het type kledingstuk (ken) en de omgevingsomstandigheden + activiteiten waaronder ze in een reële<br />

situatie worden gedragen, zal de rekenmethode bepalen om de fysiologische invloed van het<br />

kledingstuk te bekomen op zijn drager.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 29


6.2.4. Parallelle rekenmethode = berekening totale waterdampdoorlaatbaarheid kledij en<br />

luchtlaag rondom de <strong>manikin</strong> (Ret)<br />

De totale waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) van het kledingstuk wordt berekend a.d.h.v. de<br />

testresultaten verkregen met een statische <strong>manikin</strong> of een dynamische <strong>manikin</strong>.<br />

Formule:<br />

Van ieder stuk of ensemble wordt de Ret waarde bepaald. Daarna wordt van deze drie het gemiddelde<br />

genomen en genoteerd.<br />

Ret = [(Ps - Pa ). A]/[He- (Ts – Ta). A/Rct ]<br />

Vergelijking 8 - Formule parallelle methode (Ret)<br />

Belangrijke opmerkingen<br />

- Om de R et te berekenen is nood aan de waarde van de thermische isolatie van het kledingstuk. Deze test moet bijgevolg<br />

eerst worden uitgevoerd. Indien dit reeds is gebeurd kan deze waarde gewoon worden aangewend.<br />

- Het gedeelte van de formule in het rood zal bij isothermische condities altijd de waarde nul bedragen.<br />

- In kader van het project Comfortex wordt slechts één test per kledingstuk – of ensemble uitgevoerd.<br />

* Hierdoor wordt afgeweken van de norm ISO 15831.<br />

6.2.5. Resultaten nodig voor de testen project Comfortex<br />

Voor de <strong>manikin</strong>testen uitgevoerd in kader van het project Comfortex zullen we volgende resultaten<br />

nodig hebben, nl. de waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk (Recle) of (Recler).<br />

Afhankelijk of het om een statische of dynamische test gaat in isothermische of niet – isothermische<br />

condities.<br />

Deze resultaten worden als volgt berekend:<br />

- Eerst wordt de totale waterdampdoorlaatbaarheid berekend a.d.h.v. parallelle rekenmethode (zie<br />

6.2.4., pagina 30)<br />

- Met de totale waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) wordt daarna de waterdampdoorlaatbaarheid van<br />

enkel het kledingstuk (Recle) of (Recler). berekend. Dit gebeurt als volgt:<br />

6.2.5.1. Recle = waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk - statische <strong>manikin</strong><br />

Formule:<br />

Van ieder stuk of ensemble wordt de Reclewaarde bepaald. Daarna wordt van deze drie het<br />

gemiddelde genomen en genoteerd.<br />

Recle = Ret - Rea<br />

Vergelijking 9 – Rekenmethode R ecler<br />

(totale waterdampdoorlaatbaarheid kledij en luchtlaag –waterdampdoorlaatbaarheid luchtlaag rondom de naakte<br />

<strong>manikin</strong>)<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Berekend in kPa.m 2 / W<br />

Berekend in kPa.m 2 / W<br />

Pagina 30


6.2.5.2. Recler = effectieve waterdampdoorlaatbaarheid van enkel het kledingstuk - dynamische<br />

<strong>manikin</strong><br />

Formule:<br />

Van ieder stuk of ensemble wordt de Reclerwaarde bepaald. Daarna wordt van deze drie het<br />

gemiddelde genomen en genoteerd.<br />

Recler = Ret - Rear<br />

Vergelijking 10 – Rekenmethode R ecler<br />

(totale waterdampdoorlaatbaarheid kledij en luchtlaag min waterdampdoorlaatbaarheid luchtlaag rondom de<br />

naakte <strong>manikin</strong>)<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Berekend in kPa.m 2 / W<br />

Pagina 31


7. Opstellen van het testrapport<br />

7.1. Thermische isolatie (Rct)<br />

Het testrapport moet volgende zaken bevatten:<br />

- Referentie naar de gebruikte norm (bv. ISO 15831)<br />

- Omschrijving van het te testen proefstaal (het kledingstuk/ensemble), inclusief vermelding van de<br />

onderhoudsprocedures (wassen/chemisch reinigen) als deze worden toegepast.<br />

- Schikking van de kledingstukken op de <strong>manikin</strong> = dresscode. Bv.rits dicht, T-shirt instoppen in<br />

broek, … .<br />

- Aantal verschillende proefstukken (bv. hemd, onderhemd en broek) per kledingensemble en aantal<br />

individuele metingen uitgevoerd op deze kledingstukken.<br />

- Vermelding van de omgevingstemperatuur(Ta), relatieve vochtigheidsgraad (RH) en de<br />

windsnelheid (va) in de klimaatruimte gedurende de testperiode.<br />

- Het rekenkundig gemiddelde van de totale thermische isolatie (It) van het kledingensemble<br />

- en/of de einduitkomst van de totale thermische isolatie (Itr) met vermelding van de gebruikte<br />

berekeningsmethode (serie of parallel).<br />

- Vermelding van eventuele afwijkingen op de gebruikte norm.<br />

- Testdatum<br />

7.2. Waterdampdoorlaatbaarheid (Ret)<br />

Het testrapport moet volgende zaken bevatten:<br />

- Vermelding dat de test werd uitgevoerd in overeenstemming met norm (bv. ASTM F2370).<br />

- Aantal en positie van de temperatuursensoren.<br />

- Vermelding van de testmethode: isothermisch of niet –isothermisch.<br />

- Vermelding van de omgevingsparameters.<br />

- Calculatiemethode (afhankelijk van het type <strong>manikin</strong>)<br />

- Aantal verschillende proefstukken (bv. hemd, onderhemd en broek) per kledingensemble en hun<br />

details( bv. vezel.samenstelling, structuur van de stof, kenmerken,… )<br />

- Schikking van de kledingstukken op de <strong>manikin</strong> = dresscode. Bv. rits gesloten, T-shirt instoppen in<br />

broek, …<br />

- Omschrijving van het te testen proefstaal (het kledingstuk/ensemble), inclusief vermelding van de<br />

onderhoudsprocedures (wassen/chemisch reinigen) als deze worden toegepast.<br />

- Vermelding van de gemiddelde Ret of ARet waarde (van de 3 verschillende stalen).<br />

- Vermelding van de gemiddelde Recle of ARecler waarde (van de 3 verschillende stalen).<br />

- Vermelding van de gemiddelde Rea of ARea waarde<br />

- Vermelding van mogelijke afwijkingen op de norm.<br />

- Testdatum<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 32


8. Beoordeling testresultaten<br />

Na de berekening van de verschillende resultaten (Rct en Ret) is het belangrijk om na te gaan hoe goed<br />

of slecht de verkregen testresultaten nu wel zijn.<br />

Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van specifieke normen die verschillende klassen toeschrijven aan<br />

bepaalde testresultaten. De klassen gaan van klasse 1 (slecht) tot klasse 3 (zeer goed).<br />

In project Comfortex worden deze normen niet als dusdanig gehanteerd, maar kunnen ze een<br />

leidraad betekenen voor het beoordelen van sommige materialen en kledingstukken uit de testopzet<br />

! Onder staande informatie dient louter als extra achtergrondinformatie.<br />

8.1. Thermische isolatie (Rct)<br />

Kledij die bescherming biedt tegen koude moet aan bepaalde eisen voldoen om het verlies aan<br />

lichaamswarmte te voorkomen. Het is daarom zeer belangrijk om dit vermogen (mate waarin het<br />

kledingstuk isoleert en het verlies aan lichaamswarmte tegen gaat) te bepalen. Dit vermogen is de<br />

thermische weerstand (Rct).<br />

Hoe hoger deze Rct-waarde, hoe groter het warmte-isolerend vermogen van het kledingstuk (materiaal<br />

waaruit het is vervaardigd) en hoe groter het vermogen is om het verlies aan lichaamswarmte te<br />

voorkomen.<br />

Voor de beoordeling van de thermische isolatie kan gebruik worden gemaakt van volgende normen:<br />

- EN 342: Beschermende kledij – Pakken en kledingstukken voor bescherming tegen kou<br />

(temperaturen tussen de 10°C en onder de -5°C).<br />

- EN 14058: Beschermkledij – Kledingstukken voor bescherming tegen koude (temperaturen boven<br />

de -5°C).<br />

8.1.1.1. Beoordeling volgens EN 342<br />

EN 342 wordt gebruikt om zowel kledingensembles als afzonderlijke kledingstukken die bescherming<br />

bieden tegen koude te testen en te beoordelen.. Het kledingstuk of ensemble wordt met aangepaste<br />

onderkledij getest om de resulterende effectieve warmte-isolatie (Icler) te meten. Dit duidt op een<br />

isolatietest met een dynamische <strong>manikin</strong>. Hoe hoger deze Icler –waarde, hoe beter de isolatie van het<br />

kledingstuk is. EN 342 stelt een minimale Icler -waarde van 0,310 m 2 . K/W voorop. Deze waarde is<br />

afkomstig uit ISO 11079 waar de vereisten voor thermische bescherming van het lichaam in een koude omgeving<br />

worden nagegaan. D.w.z. de thermische isolatie van het kledingstuk die noodzakelijk is om de<br />

lichaamstemperatuur op peil te houden in een bepaalde koude omgeving.<br />

EN 342 stelt ook eisen aan de luchtdoorlaatbaarheid van het materiaal waaruit het kledingstuk<br />

vervaardigd is. Luchtdoorlaatbaarheid (AP) van de buitenste materiaallaag is van groot belang in de<br />

bescherming tegen de kou. Hoe groter de luchtdoorlaatbaarheid is, hoe nefaster dit zal zijn voor het<br />

isolerend vermogen. We kunnen stellen dat hoe lager deze AP-waarde is, hoe minder lucht van<br />

buitenuit wordt doorgelaten, dus hoe beter dit zal zijn voor het isolerend vermogen. Er worden drie<br />

klassen vastgelegd naar beoordeling toe. De luchtdoorlaatbaarheid van het materiaal wordt bepaald<br />

volgens ISO 9237 (Textiel - Bepaling van de luchtdoorlaatbaarheid van weefsels).<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 33


Optionele testen<br />

De luchtdoorlaatbaarheidstesten worden uitgevoerd voor alle gebruikte materialen<br />

opgenomen in project Comfortex.<br />

- De aanwezigheid van vocht vermindert eveneens het isolerend vermogen. Daarom kan het<br />

interessant zijn om de weerstand tegen het binnendringen van water (WP) van het materiaal<br />

waaruit het kledingstuk vervaardigd is te bepalen. We kunnen dus stellen dat hoe hoger de WPwaarde<br />

is, hoe meer waterdicht het materiaal is, dus hoe beter dit zal zijn voor het isolerend<br />

vermogen. Er worden twee klassen vastgelegd naar beoordeling toe. De weerstand tegen het<br />

binnendringen van water van het materiaal wordt bepaald volgens EN 20811 (Weefsels - Bepaling van<br />

de waterdichtheidsgraad - Hydrostatische drukproef ). Indien het kledingstuk enkel voor indoor<br />

toepassingen wordt gebruikt, is deze test minder interessant.<br />

Deze testen worden niet uitgevoerd in kader van project Comfortex.<br />

Belangrijke opmerking<br />

Indien de weerstand tegen het doordringen van water noodzakelijk is, mag de Ret- waarde<br />

(waterdampdoorlaatbaarheid) niet hoger zijn dan 55 m².Pa/W en dit voor alle lagen samen van het kledingstuk,<br />

zonder het referentieondergoed. Het doel van deze vereiste is om het transpiratievocht zo goed mogelijk door te laten<br />

en zo de vorming van ijs in het kledingstuk te minimaliseren. Het vocht dat in het kledingstuk teveel wordt opgehouden,<br />

zou de werking van de thermische isolatie van de voering kunnen doen afnemen.<br />

- De effectieve warmte-isolatie (Icle) kan ook worden opgemeten. Dit duidt op een isolatietest met<br />

een statische <strong>manikin</strong>. Hoe hoger deze Icle –waarde, hoe beter de isolatie het kledingstuk is. EN 342<br />

minimale Icle- waarde bedraagt eveneens 0,310 m 2 K/W.<br />

Deze testen worden uitgevoerd in kader van project Comfortex.<br />

Aanduiding van de verschillende klassen<br />

In de onderstaande tabel staan alle eisen van EN 342 vermeld:<br />

Tabel 3: Verschillende klassen EN 342<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3<br />

Icler (m 2 K/W) Icler


gedurende 1u, waarna afkoeling (thermische stress) zich inzet. Dit werd zowel voor een statische (Icle)<br />

en dynamische (Icler) drager bepaald die een lichte tot matige activiteit uitvoert.<br />

In onderstaande tabellen staan de verschillende isolatiegraden vermeld in combinatie met de<br />

omgevingstemperatuur en activiteitsduur.<br />

Tabel 4: Effectieve thermische isolatie (Icle) van kledij bij verschillende omgevingstemperaturen i.f.v. de warmtebalans van<br />

het lichaam bij verschillende tijden van blootstelling.<br />

Icle (m 2 .K/W)<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Statische (staande) activiteit (metabolismewaarde = 75 W/m 2 )<br />

8 u 1 u<br />

0,310 11°C -2°C<br />

0,390 7°C -10°C<br />

0,470 3°C -17°C<br />

0,540 -3°C -25°C<br />

0,620 -7°C -32°C<br />

Tabel 5: Resulterende effectieve thermische isolatie (Icler) van kledij bij verschillende omgevingstemperaturen i.f.v. de<br />

warmtebalans van het lichaam bij verschillende tijden van blootstelling.<br />

Icle (m 2 .K/W)<br />

Ter info<br />

Dynamische (bewegende) activiteit<br />

Licht (metabolismewaarde = 115 W/m 2 ) Matig (metabolismewaarde = 170 W/m 2 )<br />

8 u 1 u 8 u 1 u<br />

0,310 -1°C -15°C -19°C -32°C<br />

0,390 -8°C -25°C -28°C -45°C<br />

0,470 -15°C -35°C -38°C -58°C<br />

0,540 -22°C -44°C -49°C -70°C<br />

0,620 -29°C -54°C -60°C -83°C<br />

Deze waarden werden vastgelegd op basis van volgende testparameters:<br />

- Omgevingstemperatuur: (zie tabellen)<br />

- Luchtvochtigheid: 50%<br />

- Windsnelheid: tussen 0,3 à 0,5 m/s<br />

- Wandelsnelheid <strong>manikin</strong> (ingeval van een dynamische test): 1 m/s<br />

Meer info betreffende de metabolismewaarde van verschillende activiteiten zijn terug te vinden in tabel 2 op pagina<br />

14. Het metabolisme bepaalt de warmteafgifte van een persoon bij bepaalde activiteiten en zal dus variëren<br />

naargelang de activiteit. De geproduceerde warmte wordt uitgedrukt in W/per m 2 . De gemiddelde persoon heeft een<br />

oppervlakte van 1,8m 2 . De gemiddelde warmteproductie van een persoon in rust ligt op ± 105Watt.<br />

Symbool EN 342<br />

Kledingstukken getest volgens EN 342 worden met volgend symbool aangeduid:<br />

Figuur 8: Symbool EN 342<br />

a = Icler<br />

b = Icle (optie)<br />

c = Luchtdoorlaatbaarheid<br />

d = Weerstand tegen het binnendringen van water (optie)<br />

Pagina 35


8.1.1.2. Beoordeling volgens EN 14058<br />

En 14058 heeft veel overeenkomsten met EN 342. EN 14058 wordt enkel gebruikt om afzonderlijke<br />

kledingstukken die bescherming bieden tegen koude te testen en te beoordelen.<br />

Het materiaal waaruit het kledingstuk vervaardigd is, wordt getest om de thermische weerstand (Rct)<br />

te meten. Dit gebeurt volgens norm ISO 11092 (Bepaling van de fysiologische eigenschappen - Meting van de<br />

weerstand tegen doordringen van warmte en waterdamp onder stationaire omstandigheden (= "sweating<br />

guarded – hot plate test") . EN 14058 stelt 3 klassen thermische weerstand voorop . De hoogste Rctwaarde<br />

en bijgevolg beste isolatie bedraagt 0,25 m 2 K/W.<br />

Deze Rct-waarden geven slechts een eenzijdig beeld. Enkel het materiaal wordt hier getest op een<br />

statische ‘hot plate’, wat enkel resulteert in een statische waarde. We kunnen hierbij niet nagaan wat<br />

de uiteindelijke invloed van het kledingstuk en zijn drager zelf zal zijn.<br />

Het kledingstuk (design) met zijn onderliggende en omliggende luchtlagen, de luchtdoorlaatbaarheid<br />

van het materiaal, … zullen een grote invloed uitoefenen op de uiteindelijke thermische isolatie. De<br />

drager zelf, meer bepaald zijn activiteiten (rusttoestand of zeer dynamisch), zullen eveneens een<br />

bepaalde invloed uitoefenen op de uiteindelijke thermische isolatie van het kledingstuk. Meer bepaald:<br />

de meeste kledingstukken hebben openingen (bv. aan de hals, aan de polsen) die een zekere<br />

uitwisseling/aan –en afvoer van lucht toelaten met de omgeving. Wanneer we bewegen (arbeid, sport,<br />

… ) kan deze uitwisseling van lucht toenemen en de isolatie van de kledij wijzigen. Dit wordt het<br />

‘pumping effect’ genoemd. Daarbij komt ook dat de kledij kan worden samengedrukt door de wind<br />

waardoor de dikte van het materiaal wordt gereduceerd, de wind kan door het materiaal en/of<br />

openingen dringen waardoor de luchtuitwisseling van het microklimaat (intern) met de omgeving kan<br />

toenemen. Dit kan warmteweerstand en het transport van vocht doorheen de kledij beïnvloeden.<br />

In rapport 4, 5, 6 en 7 wordt dieper ingegaan op dergelijke invloeden.<br />

Het is daarom zeer interessant om naast de ‘hot plate’ test ook een <strong>manikin</strong>test (hetzij statisch of<br />

dynamisch) te ondernemen met het uiteindelijke kledingstuk om de bovengenoemde invloeden na te<br />

gaan. Hierbij kunnen beide isolatiewaarden naast elkaar worden gelegd, waaruit de invloed van het<br />

kledingstuk zelf, zijn drager met zijn bewegingen, … zal blijken. Hieruit kunnen bijgevolg, indien nodig,<br />

lessen worden getrokken ter optimalisatie van de thermische isolatie van het kledingstuk naar bv.<br />

design toe.<br />

Optionele testen<br />

De luchtdoorlaatbaarheid van het materiaal waaruit het kledingstuk vervaardigd is kan volgens EN<br />

14058 ook getest worden. Luchtdoorlaatbaarheid (AP) van de buitenste materiaallaag is van groot<br />

belang in de bescherming tegen de kou. Hoe groter de luchtdoorlaatbaarheid is, hoe nefaster dit zal zijn<br />

voor het isolerend vermogen. . We kunnen stellen dat hoe lager deze AP-waarde is, hoe minder lucht<br />

van buitenuit wordt doorgelaten, dus hoe beter dit zal zijn voor het isolerend vermogen. Er worden<br />

drie klassen vastgelegd naar beoordeling toe. De luchtdoorlaatbaarheid van het materiaal wordt<br />

bepaald volgens ISO 9237 (Textiel - Bepaling van de luchtdoorlatendheid van weefsels).<br />

De luchtdoorlaatbaarheidstesten worden uitgevoerd voor alle gebruikte materialen<br />

opgenomen in project Comfortex.<br />

Belangrijke opmerking<br />

Indien getest, worden dezelfde klassen en waarden uit EN 342 aangenomen.<br />

- De aanwezigheid van vocht vermindert eveneens het isolerend vermogen. Daarom kan het<br />

interessant zijn om de weerstand tegen het binnendringen van water (WP) van het materiaal<br />

waaruit het kledingstuk vervaardigd is te bepalen. We kunnen dus stellen dat hoe hoger de WP-<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 36


waarde is, hoe meer waterdicht het materiaal is, dus hoe beter dit zal zijn voor het isolerend<br />

vermogen. Er worden twee klassen vastgelegd naar beoordeling toe. De weerstand tegen het<br />

binnendringen van water van het materiaal wordt bepaald volgens EN 20811 (Weefsels - Bepaling van<br />

de waterdichtheidsgraad - Hydrostatische drukproef ). Indien het kledingstuk enkel voor<br />

indoortoepassingen wordt gebruikt, is deze test minder interessant.<br />

Deze testen worden niet uitgevoerd in kader van project Comfortex.<br />

Belangrijke opmerking<br />

- Indien getest, worden dezelfde klassen en waarden uit EN 342 aangenomen.<br />

- Indien de weerstand tegen het doordringen van water noodzakelijk is, mag de Ret- waarde<br />

(waterdampdoorlaatbaarheid) niet hoger zijn dan 55 m².Pa/W en dit voor alle lagen samen van het kledingstuk,<br />

zonder het referentieondergoed. Het doel van deze vereiste is om het transpiratievocht zo goed mogelijk door te<br />

laten en zo de vorming van ijs in het kledingstuk te minimaliseren. Het vocht dat in het kledingstuk teveel wordt<br />

opgehouden, zou de werking van de thermische isolatie van de voering kunnen doen afnemen.<br />

- De resulterende effectieve warmte-isolatie (Icler) van het kledingstuk kan eventueel ook worden<br />

gemeten. Deze testen dienen te gebeuren met een thermal <strong>manikin</strong> volgens ISO 15831 (Kleding -<br />

Fysiologische effecten - Meting van thermische isolatie door middel van een thermische beproevingspop) met<br />

de daartoe aangepaste onderkledij (uitz. bivakmuts en bottines). Een Icler –test duidt op een<br />

isolatietest met een dynamische <strong>manikin</strong>. Hoe hoger deze Icler –waarde, hoe beter de isolatie van<br />

het kledingstuk is. Indien opgemeten stelt EN 14058 een minimale Icler -waarde van 0,17 m 2 K/W<br />

voorop.<br />

Deze testen worden uitgevoerd voor alle gebruikte materialen opgenomen in project<br />

Comfortex.<br />

- De effectieve warmte-isolatie (Icle) van het kledingstuk kan eventueel ook worden gemeten. Deze<br />

testen dienen te gebeuren met een thermal <strong>manikin</strong> volgens ISO 15831 (Kleding - Fysiologische<br />

effecten - Meting van thermische isolatie door middel van een thermische beproevingspop ) ) met de<br />

daartoe aangepaste onderkledij (uitz. bivakmuts en bottines).. Een Icle –test duidt op een<br />

isolatietest met een statische <strong>manikin</strong>. Hoe hoger deze Icler –waarde, hoe beter de isolatie van het<br />

kledingstuk is. Indien opgemeten stelt EN 14058 een minimale Icler -waarde van 0,19 m 2 K/W<br />

voorop.<br />

Deze testen worden uitgevoerd voor alle gebruikte materialen opgenomen in project<br />

Comfortex.<br />

Aanduiding van de verschillende klassen<br />

In de volgende tabel staan alle eisen van EN 14058 set nog eens samengevat:<br />

Tabel 6: Verschillende klasen EN 14058<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3<br />

Rct (m 2 K/W) 0,06


Symbool EN 14058<br />

Kledingstukken getest volgens EN 14058 worden met volgend symbool aangeduid:<br />

Figuur 9: Symbool EN 14058<br />

8.2. Waterdampdoorlaatbaarheid (Ret)<br />

Kledij die bescherming biedt tegen regen moet aan bepaalde eisen voldoen om het binnendringen van<br />

water te voorkomen. Daarnaast moet de kledij wel toelaten om het teveel aan zweet (lichaamswarmte)<br />

onder de vorm van transpiratiedamp van binnenuit af te voeren. De kledij moet m.a.w. ademend zijn en<br />

dit om te voorkomen dat de drager gaat afkoelen en dat er thermische stress optreedt. Indien zich te<br />

veel vocht opstapelt aan de binnenzijde van het kledingstuk ontstaat er condensatie, waardoor er<br />

sneller een klam gevoel ontstaat met afkoeling tot gevolg.<br />

Het ademend vermogen van kledij wordt uitgedrukt in een bepaalde Ret –waarde. We kunnen stellen<br />

hoe lager deze Ret-waarde is , hoe groter het ademend - of waterdampdoorlaatbaar vermogen van het<br />

kledingstuk (materiaal waaruit het is vervaardigd) is en hoe groter het vermogen dus is om het te veel<br />

aan lichaamswarmte af te voeren.<br />

Voor de beoordeling van de waterdampdoorlaatbaarheid kan gebruik worden gemaakt van volgende<br />

normen:<br />

- EN 343: Beschermende kleding - Bescherming tegen regen.<br />

8.2.1.1. Beoordeling volgens EN 343<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

a = Rct-waarde<br />

b = Luchtdoorlaatbaarheid (optie)<br />

c = Weerstand tegen het binnendringen van water (optie)<br />

d = Icler (optie)<br />

e = Icle (optie)<br />

EN 343 wordt gebruikt om kledingstukken die bescherming bieden tegen regen (ook mist, nevel en<br />

sneeuwvlokken) te testen en te beoordelen.<br />

Enkel het materiaal waaruit het kledingstuk vervaardigd is, wordt getest om de<br />

waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) te meten. Dit gebeurt volgens norm ISO 11092 (Bepaling van de<br />

fysiologische eigenschappen - Meting van de weerstand tegen doordringen van warmte en waterdamp onder<br />

stationaire omstandigheden (= "sweating guarded – hot plate test") . EN 343 stelt 3 klassen<br />

waterdampdoorlaatbaarheid voorop . De laagste Ret-waarde en bijgevolg beste<br />

waterdampdoorlaatbaarheid (ademend vermogen) bedraagt ≤ 0,20 m 2 .Pa/W.<br />

Deze Ret-waarden geven slechts een eenzijdig beeld. Enkel het materiaal wordt hier getest op een<br />

statische ‘hot plate’, wat enkel resulteert in een statische waarde. We kunnen hierbij niet nagaan wat<br />

de uiteindelijke invloed van het kledingstuk en zijn drager zelf zal zijn.<br />

Pagina 38


Het kledingstuk (design) met zijn onderliggende en omliggende luchtlagen, de luchtdoorlaatbaarheid<br />

van het materiaal, … zullen een grote invloed uitoefenen op de uiteindelijke thermische isolatie. De<br />

drager zelf, meer bepaald zijn activiteiten (rusttoestand of zeer dynamisch), zullen eveneens een<br />

bepaalde invloed uitoefenen op de uiteindelijke thermische isolatie van het kledingstuk. Meer bepaald:<br />

de meeste kledingstukken hebben openingen (bv. aan de hals, aan de polsen) die een zekere<br />

uitwisseling/aan –en afvoer van lucht toelaten met de omgeving. Wanneer we bewegen (arbeid, sport,<br />

… ) kan deze uitwisseling van lucht toenemen en de waterdampdoorlaatbaarheid van de kledij wijzigen.<br />

Dit wordt het ‘pumping effect’ genoemd. Daarbij komt ook dat de kledij kan worden samengedrukt door<br />

de wind waardoor de dikte van het materiaal wordt gereduceerd, de wind kan door het materiaal en/of<br />

openingen dringen waardoor de luchtuitwisseling van het microklimaat (intern) met de omgeving kan<br />

toenemen. Dit kan warmteweerstand en het transport van vocht doorheen de kledij beïnvloeden.<br />

In rapport 4, 5, 6 en 7 wordt dieper ingegaan op dergelijke invloeden.<br />

Het is daarom zeer interessant om naast de ‘hot plate’ test ook een <strong>manikin</strong> test (hetzij statisch of<br />

dynamisch) te ondernemen met het uiteindelijke kledingstuk om de bovengenoemde invloeden na te<br />

gaan. Hierbij kunnen beide waterdampdoorlaatbaarheidswaarden naast elkaar worden gelegd, waaruit<br />

de invloed van het kledingstuk zelf, zijn drager met zijn bewegingen, … zal blijken. Hieruit kunnen<br />

bijgevolg, indien nodig, lessen worden getrokken ter optimalisatie van de thermische isolatie van het<br />

kledingstuk naar bv. design toe.<br />

EN 343 stelt ook eisen aan de waterdichtheid van de kledij, aangezien het hier om regenkledij gaat. De<br />

aanwezigheid van vocht in de kledij zal op zijn beurt het ademend vermogen negatief beïnvloeden.<br />

Daarom is het noodzakelijk om de weerstand tegen het binnendringen van water (WP) van het<br />

materiaal waaruit het kledingstuk vervaardigd is te bepalen. Dit geldt niet alleen voor het materiaal zelf,<br />

maar ook voor de naadverbindingen in dit materiaal. Niet enkel het materiaal maar ook de<br />

naadverbindingen in dit materiaal zullen een test moeten ondergaan.<br />

We kunnen dus stellen dat hoe hoger de WP-waarde is, hoe beter dit zal zijn voor het isolerend<br />

vermogen. Er worden twee klassen vastgelegd naar beoordeling toe. De weerstand tegen het<br />

binnendringen van water van het materiaal wordt bepaald volgens EN 20811. Indien het kledingstuk<br />

enkel voor indoor toepassingen wordt gebruikt, is deze test minder interessant.<br />

Aanduiding van de verschillende klassen<br />

Tabel 7: Verschillende klassen EN 343<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3<br />

Ret (m 2 Pa/W) Ret > 40 20 < Ret ≤ 40 Ret ≤ 20<br />

WP (Pa) Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3<br />

Materiaal voor nabehandeling Wp ≥ 8 000 Pa Test niet van toepassing Test niet van toepassing<br />

Materiaal na nabehandeling Test niet van toepassing Wp ≥ 8 000 Pa Wp ≥ 13 000 Pa<br />

Naden na nabehandeling Wp ≥ 8 000 Pa Wp ≥ 8 000 Pa Wp ≥ 13 000 Pa<br />

Opmerkingen:<br />

- De nabehandeling aangeven voor de testen betekent dat de stof een onderhoudsproces (was – of chemisch reinigingsproces) moet<br />

ondergaan overeenkomstig met de aanduidingen op het onderhoudslabel. De stof moet een onderhoudsproces van 5 cycli ondergaan.<br />

- Kledingstukken die vallen onder klasse 1 hebben een beperkte draagduur. Zie tabel 8.<br />

Pagina 39


Tabel 8: Aanbevolen maximum draagtijd van een regenpak (broek + jas) zonder thermische voering.<br />

Omgevingstemperatuur °C Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3<br />

- Symbool EN 343<br />

Figuur 10: Symbool EN 343<br />

25 °C 60 min 105 min 205 min<br />

20 °C 75 min 250 min -<br />

15 °C 100 min - -<br />

10 °C 240 min - -<br />

5 °C - - -<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

X = Weerstand tegen het binnendringen van water<br />

Y = Ret-waarde waterdampdoorlaatbaarheid<br />

Pagina 40


9. Bijzonderheden testen Comfortex<br />

9.1.1. Reële omgevingsparameters<br />

Om de verschillende testen te laten resulteren in relevante en bruikbare testresultaten worden de<br />

omgevingsparameters waaronder de verschillende kledingensembles worden getest zo reëel mogelijk<br />

gehouden.<br />

D.w.z. de normale omstandigheden waaronder een desbetreffend kledingensemble zal worden<br />

gedragen door een persoon in zijn werkomgeving afhankelijk van het seizoen. Bv. Een werkoverall wordt<br />

zowel in de winter als in de zomer gedragen, waardoor de persoon die het werkoverall draagt onderhevig zal zijn<br />

aan verschillende , soms sterk uiteenlopende temperaturen, windsnelheden en luchtvochtigheid.<br />

Tabel 9: Te testen ensembles met de verschillende omgevingsparameters<br />

Testensemble<br />

Statisch (S) en/of<br />

Dynamisch (D)<br />

Temperatuur ° C<br />

Luchtvochtigheid<br />

%<br />

Windsnelheid<br />

m/s<br />

Fietskledij (FK) S + D 20° 50 0,4<br />

Imagokledij (IK) S + D 10°/ 20° / 35° 30 / 50 / 40 0,6 / 0,4 / 0,2<br />

Omloop + verpleegkledij (OK) S + D 20° 50 0,4<br />

Werkoverall (WO) S + D 10° / 20° / 35° 30 / 50 / 40 0,6 / 0,4 / 0,2<br />

Skikledij (SK) S + D 20° 50 0,4<br />

Windbrekers S + D 10° / 20° / 35° 30 / 50 / 40 0,6 / 0,4 / 0,2<br />

9.1.2. Gebruik van onderkledingsets<br />

Zoals vermeld in norm EN 342 (Beschermende kledij – Pakken en kledingstukken voor bescherming<br />

tegen kou) is voor het testen van de thermische isolatie (Rct) het gebruik van onderkledingsets<br />

noodzakelijk. Het gebruik van deze onderkledingsets is noodzakelijk voor reële resultaten.<br />

Aangezien we voor de waterdampdoorlaatbaarheidstesten (Ret) ook reële resultaten willen, trekken<br />

we het gebruik van de onderkledingsets ook door naar deze testen.<br />

In EN 342 staat een selectie van onderkledij die aanbevolen wordt voor het testen van beschermkledij<br />

tegen koude. Aangezien we in project Comfortex niet enkel kledij zullen testen die bescherming biedt<br />

tegen koude (bv. fietskledij, overall, maatpak, … ) hebben we zelf verschillende onderkledingsets<br />

samengesteld per categorie van het te testen kledingensemble, rekening houdend met de<br />

aanbevelingen in EN 342. We zijn bij het samenstellen van deze onderkledingsets uitgegaan van de<br />

stelling: ‘ Welke onderkleding wordt in een reële situatie gedragen onder de desbetreffende<br />

kledingset?’ en dit om de testresultaten zo relevant mogelijk te houden.<br />

Tabel 10: Onderkledingsets per testensemble<br />

Onderkledingset Omschrijving Testensemble (code)<br />

Set A speciaal fietsonderhemd korte mouw (Decca) en<br />

sokken<br />

Fietskledij (FK)<br />

Set B onderbroek (slip), katoenen overhemd, pantalon en<br />

sokken<br />

Imagokledij (IK)<br />

Set C onderbroek (slip) Omloopkledij + verpleegkledij (OK)<br />

Set D onderbroek (slip), T-shirt lange mouw, sweater, Ski-kledij (SK)<br />

pantalon en sokken<br />

Windbrekers (WB)<br />

Set E onderbroek (slip), T-shirt korte mouw, en sokken Werkoverall (WO)<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 41


9.1.3. Testopzet<br />

9.1.3.1. Invloed van overwijdte op de pasvorm: Slim fit versus loose fit<br />

Van verschillende kledingstukken zal de invloed van overwijdte op de pasvorm worden nagegaan, nl.<br />

welke invloed heeft een nauwaansluitend kledingstuk (slim fit) en een meer oversized kledingstuk<br />

(loose fit) op het algemeen comfortgevoel. Heeft dit een positieve of negatieve invloed op de<br />

thermische isolatie (Rct) en/of de waterdampdoorlaatbaarheid (Ret) van het kledingstuk? M.a.w.<br />

beschermt het kledingstuk beter/slechter tegen afkoeling en/of gebeurt de afgifte van transpiratievocht<br />

makkelijker/moeilijker?<br />

Eenzelfde kledingstuk zal worden uitgewerkt in een slim fit en een loose fit uitvoering. Elk kledingstuk<br />

zal zowel een Rct-test als een Ret-test ondergaan op de thermal <strong>manikin</strong> bij dezelfde<br />

omgevingsparameters en dit zowel statisch als dynamisch. De uiteindelijke resultaten zullen achteraf<br />

een beeld moeten vormen omtrent de comforteigenschappen van beide modellen.<br />

In de testen project Comfortex worden volgende kledingstukken van fabrikanten uit de<br />

verbruikersgroep opgenomen in de slim fit/loose fit test:<br />

- (FK) Transparante regenjas voor wielrenners (Decca)<br />

- (WO) Werkoverall (Alsico)<br />

Deze testen en hun resultaten worden in detail besproken in rapport 4: ‘ Impact van overwijdte op het<br />

thermofysiologisch comfort.‘<br />

Figuur 11: Transparante regenjas (Decca)<br />

Figuur 12: Werkoverall (Alsico)<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 42


9.1.3.2. Invloed fysionomie sekse: Man/vrouw versus unisex<br />

Veel kledingstukken waaronder werkkledij worden in unisexmaten aangeboden. De bedoeling van deze<br />

unisexkledij is dat ze zowel de mannelijke als vrouwelijke personeelsleden op een makkelijke en<br />

uniforme manier dienen te kleden. Deze unisexkledij levert qua pasvorm veelal problemen op voor<br />

beide sekses, bv. op bepaalde plaatsen zitten ze veel te ruim voor dames en op bepaalde plaatsen zitten<br />

ze te krap voor heren, wat het comfortgevoel nadelig beïnvloedt. Dit kan ook niet anders daar de<br />

fysionomische verschillen tussen man en vrouw zeer divers zijn. Vooral op de schouderbreedte, taille -<br />

en heupomvang zijn de meest bepalende verschillen.<br />

Vertrekkend vanuit deze probleemstelling gaan we bestaande unisexmodellen aanpassen naar een<br />

mannelijke – en vrouwelijke pasvorm. Hierbij worden aanpassingen gemaakt op schouderbreedte, taille<br />

- en heupomvang overeenstemmend met de lichaamsvorm van beide sekses.<br />

Zowel het bestaande unisexmodel, het aangepaste herenmodel als het aangepaste damesmodel zal een<br />

Rct-test als een Ret-test ondergaan op de thermal <strong>manikin</strong> bij dezelfde omgevingsparameters en dit<br />

zowel statisch als dynamisch. Deze uiteindelijke resultaten zullen achteraf een beeld moeten vormen<br />

omtrent het comfortgehalte van deze modellen.<br />

In de testen project Comfortex worden volgende kledingstukken van fabrikanten uit de<br />

verbruikersgroep opgenomen in de fysionomietest:<br />

- (OK) Omlooppak (Sarco)<br />

- (OK) Omlooppak model Sarco uitgevoerd in Teximed clinic van Concordia<br />

- (WO) Werkoverall (Alsico) zie figuur 14<br />

Deze testen en hun resultaten worden in detail besproken in rapport 5: ‘Verschil tussen heren- en<br />

damesmodellen en de impact op het thermofysiologisch comfort.’<br />

Figuur 13: Omlooppak (Sarco)<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 43


9.1.3.3. Invloed assemblage techniek: Stikken versus lassen<br />

Om kledij te confectioneren bestaan er verschillende assemblagetechnieken (stikken, lassen en tapen).<br />

Onze vraagstelling hieromtrent is:‘Speelt de assemblagetechniek een bepaalde factor in de<br />

comforteigenschappen van het kledingstuk, meer bepaald naar thermische isolatie en<br />

waterdampdoorlaatbaarheid ’<br />

Bij conventioneel stikken wordt het textielmateriaal geperforeerd waardoor gaatjes ontstaan,<br />

waarlangs transpiratiedamp en eventueel ook lichaamswarmte kan ontsnappen. Deze<br />

assemblagetechniek garandeert dus geen water – en luchtdichte naden. Bij lassen, meerbepaald<br />

ultrasoon lassen, wordt het textielmateriaal d.m.v. trillingen en warmte aan elkaar bevestigd, wat een<br />

water – en luchtdichte naad oplevert. Deze assemblagetechniek kan dan weer een invloed spelen op<br />

het moeilijker ontsnappen van transpiratiedamp en lichaamswarmte. Als laatste assemblagetechniek<br />

bestaat het tapen. Hierbij worden conventioneel gestikte naden aan de achterzijde voorzien van een<br />

transparante tape/film. Deze tape wordt d.m.v. warmte op de naad bevestigd, wat de naad water – en<br />

luchtdicht maakt. Dit kan dan weer een invloed hebben op het moeilijker ontsnappen van<br />

transpiratiedamp en lichaamswarmte.<br />

Eenzelfde kledingstuk zal worden uitgewerkt volgens volgende assemblagetechnieken: conventioneel<br />

stikken en ultrasoon lassen. Elk kledingstuk zal zowel een Rct-test als een Ret-test ondergaan op de<br />

thermal <strong>manikin</strong> bij dezelfde omgevingsparameters en dit zowel statisch als dynamisch. De uiteindelijke<br />

resultaten zullen achteraf een beeld moeten vormen omtrent de invloed van de assemblagetechniek op<br />

de comforteigenschappen van het kledingstuk.<br />

In de testen project Comfortex wordt volgend kledingstuk van een fabrikant uit de verbruikersgroep<br />

opgenomen in de fysionomietest:<br />

- (FK) Transparante regenjas voor wielrenners (Decca) zie figuur 13<br />

Deze testen en hun resultaten worden in detail besproken in rapport 6: ‘Impact van de<br />

assemblagetechniek op het thermofysiologisch comfort’.<br />

9.1.3.4. Invloed van het design: Verschillende detailafwerkingen op eenzelfde kledingstuk<br />

Een bepaald type kledingstuk (in ons geval een windbreker) kan uit veel verschillende designvariaties<br />

bestaan qua detailafwerkingen (bv. zakken, kap, sluiting, mouwafwerking,ventilatie, … ) en materiaal.<br />

Vooral het design met zijn detailafwerkingen en het materiaal zullen een doorslaggevende factor spelen<br />

in de uiteindelijke kostprijs. Bv. Een windbreker met een 3-delige kap en een onderpat + dubbele bovenpat aan<br />

de sluiting zal een hogere kostprijs hebben dan een windbreker met 2-delige kap en enkele bovenpat aan de<br />

sluiting. Er is voor dergelijk model meer materiaal nodig is, maar er zijn ook meer technische bewerkingen<br />

(stikwerk) noodzakelijk.<br />

Onze vraagstelling hieromtrent is: ‘Hebben deze verschillende en soms meer duurdere<br />

detailafwerkingen een invloed op de comforteigenschappen van de windbreker, hetzij positief of<br />

negatief?<br />

Eenzelfde windbreker zal worden uitgewerkt met de verschillende detailafwerkingen. De<br />

windbrekers zullen worden uitgewerkt in een PA- weefsel met een ademende PU- coating<br />

(Northsea van Concordia) waarin een mesh voering wordt verwerkt. Voor de verschillende<br />

detailafwerkingen spitsen we ons vooral toe op de mouwboord –, kap - , sluitingafwerking. We<br />

stellen een vaste selectie op punt die we onderling gaan combineren. Er worden in totaal 10<br />

verschillende windbrekers (WB) vervaardigd, telkens met een andere combinatie aan<br />

detailafwerkingen. De windbreker wordt volledig door ons ontworpen en vervaardigd.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 44


Variaties op de mouwboord<br />

De mouwboord zal op 3 manieren worden uitgevoerd.<br />

Figuur 14: Verschillende afwerkingen mouwboord<br />

Variaties in vorm van de kap<br />

De kap zal op 4 manieren worden uitgevoerd.<br />

Figuur 15: Verschillende afwerkingen kap<br />

Variaties op de sluiting<br />

De sluiting met 1 type rits (spiraalrits) zal op 6 verschillende manieren worden ingezet.<br />

Figuur 16: Verschillende afwerkingen sluiting<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 45


Figuur 17: Windbreker (eigen ontwerp + confectie)<br />

Naast de bovengenoemde detailafwerkingen zullen we ons ook toespitsen op de invloed van<br />

ventilatieopeningen op de comforteigenschappen van een winterjas, daar het verwerken van open<br />

structuren een turbulente stroom kan veroorzaken waardoor de warmteafgifte door convectie kan<br />

toenemen. Voor deze testen wordt een windbreker genomen van een fabrikant uit de<br />

verbruikersgroep:<br />

- (SK) Winterjas/skijas (Sioen)<br />

Variaties op ventilatiemogelijkheden<br />

Eenzelfde windbreker/regenjas zal worden uitgevoerd in 3 variaties: zonder ventilatieopeningen, met<br />

ventilatieopeningen op de rug + borst en op de bovenarmen, met ventilatieopening op de rug + borst<br />

en onder de oksels.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Geen ventilatie<br />

Ventilatie op de rug, borst en op de bovenarm<br />

Ventilatie op de rug, borst en onder de arm<br />

Figuur 18: Verschillende variaties ventilatieopeningen<br />

Pagina 46


Figuur 19: Skijas (Sioen)<br />

Elke windbreker en skijas zal zowel een Rct-test als een Ret-test ondergaan op de thermal <strong>manikin</strong> bij<br />

dezelfde omgevingsparameters en dit zowel statisch als dynamisch. De uiteindelijke resultaten zullen<br />

achteraf een beeld moeten vormen omtrent de invloed van deze detailafwerkingen op de<br />

comforteigenschappen van de windbreker.<br />

Deze testen en hun resultaten worden in detail besproken in rapport 7: ‘ Invloed van het design op het<br />

thermofysiologisch comfort.’<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 47


Literatuur<br />

[1] norm NBN EN ISO 15831: Kleding – Fysiologische effecten – Meting van thermische isolatie d.m.v.<br />

een thermische beproevingspop (ISO 15831:2004). Belgisch Instituut voor normalisatie (BIN), vereniging<br />

zonder winstoogmerk, Brabançonnelaan 29, 1000 BRUSSEL, mei 2004.<br />

[2] norm ASTM F2370-10: Standard Test Methode for Measurinf the Evaporatieve Resistance of Cloting<br />

Using a Sweating Manikin. ASTM International, 100 Barr Harbor Drive, PO Box C700, West<br />

Conhohocken, Pa 19428-2959, United States. Sold to; Belgian Standards Bureau, 01828868, not for<br />

release, 2010/10/18 13:39:9 GMT.<br />

[3] norm NBN EN ISO 342: Beschermende kleding – Pakken en kledingstukken voor bescherming tegen<br />

kou (+ AC: 2008). Belgisch Instituut voor normalisatie (BIN), vereniging zonder winstoogmerk,<br />

Brabançonnelaan 29, 1000 BRUSSEL, september 2004.<br />

[4] norm NBN EN ISO 343: Beschermende kleding –Bescherming tegen regen(+ AC: 2009). Belgisch<br />

Instituut voor normalisatie (BIN), vereniging zonder winstoogmerk, Brabançonnelaan 29, 1000<br />

BRUSSEL, oktober 2009.<br />

[5] norm NBN EN ISO 9920: Ergonomie van de thermische omgeving - Bepaling van de thermische<br />

isolatie en waterdampweerstand van kleding. Belgisch Instituut voor normalisatie (BIN), vereniging<br />

zonder winstoogmerk, Brabançonnelaan 29, 1000 BRUSSEL, oktober 2007.<br />

[6] Jean Léonard, Evaluation of thermal comfort at Centexbel Academy Gent. 12 th of April 2011.<br />

comfortex-wp2-pr2-thermal-<strong>manikin</strong>-testprotocol<br />

Pagina 48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!