Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
S C H E T S<br />
V A N E E N<br />
GROOT TAFEREEL'<br />
O E<br />
B Y D R A G E N<br />
TOT DE HISTORIE DER VEREENIG-<br />
D E N E D E R L A N D s C H E<br />
' P R . O V I N . C I E N<br />
EN BYZONDER TOT DIE VAN<br />
WI JL JL JE M DEN V.<br />
STADHOUDER, KAPITEIN- EN ADMIRAAL-GE*<br />
NERAAL VAN DIE PROVINCXE N, MITS<br />
GADERS KAPITEIN- EN ADMIRAAL-<br />
GENERAAL DER UNIE,<br />
fiedert het Jaar ifj6. Ut op diztn dag,<br />
DOOJL DEN SCHUTTER<br />
DER XXX. ARTYKELEN,<br />
CF NIEUWE BEDENKINGEN OVE R DE MISLUK"<br />
- " ~ ' M J<br />
^ ?<br />
E X P E J 3 I T Z S<br />
NAAR B REST.<br />
D I E R S T E S T U K<br />
$ N H O L L A N D ,<br />
Ben 4. September 1786,
De volgende Letteren zyn tot aantvyzing der twee ender-<br />
Jcheiden Stukken , en der- drie verjcbillende Drukken , die ,<br />
ik aangehaald beh van de M E M O R I E ,
A A N D E N<br />
JL E Z E JR,<br />
J)e befchouwing van allerleije foort van<br />
rampen, welke ons deerniswaardig Vaderland<br />
zedert veele jaaren geteiflerd<br />
hebben, en voor al de befchouwing van<br />
den fchrikbaarenden aanwas dier rampspoeden,<br />
zedert den jaare 1776 hebben<br />
my aangefpoort, ter naarvorfching van<br />
derzelver waare oorzaaken. Daar toe<br />
heb ik alle de befcheiden, welke ter uitvoering<br />
van myn Bewerp noodzaaklyk waren,<br />
by den anderen verzameld; ik heb<br />
de waarheid der gewis;tigfie gebeurtenisfin,<br />
zedert 40 *Jaaren in onze Republiek<br />
voorgevallen, daar gefield, en haare<br />
regte waarde naargegaan ; daar in<br />
hen ik tot den huidigen dag voortgevaaren,<br />
en met eene overmaat van arbeid<br />
en onvermoeiden vlyt heb ik 'my in ftaat<br />
fcevQnden, den aart der voorgedachte oor-<br />
* Z(t4'
ii A A N D E N L E Z E R .<br />
zaaken grondig te kennen, en om te wangen<br />
een getrouw en vry omflagtig TA<br />
FEREEL van ha are uitwerk/els der waereld<br />
mede te deel en.<br />
Eene onderneming, welker uitgeftrektheid<br />
en langen duur my terftond deeden<br />
voorzien, dat een Werk van omtrent<br />
12 dikke Boekdeelen in o\ zouden kunnen<br />
uitleveren; de tegenheden , de onaangenaamheden<br />
, my reeds in den aanvang<br />
mynsr naarvorfchingen bejegend,<br />
de hinderpaaien, die my in 't vervolg<br />
voorkwamen, en al het geen ik nog te<br />
verwagten had, niets van dat alles kon<br />
my affchrikken. Bezield met het enkel<br />
inzien van het nut , het welk in<br />
mynen arbeid, en voor myne Tydgenooten,<br />
en voor de Nakomelingfchap opgejloten<br />
lag, befloot ik tyd en rust, ter<br />
volvoering van myn bejlek ten beste te<br />
geeven.<br />
. Dan, naauwlyks had ik de drie eerjle<br />
Stukken van dit ÏAFERE E L eene fchetswyze<br />
geftalte verleend, of onze rampfpoeden<br />
wierden door noodlottige onlusten<br />
vermeerdert. Onze zieltogende Vryheid
AAN DEN L E Z E R , IÏI<br />
heid wierd met nieuwe /lagen gedrukt,,<br />
de Grondvesten onzer Conftitutie onder- ,<br />
gingen nieuwe daveringen; die ysfelyke<br />
rampfpoeden, in plaats van. af te nemen,<br />
groeiden aan, en moeten zy nog eenigen<br />
tyd aanhouden, vaarwel da» ons<br />
Gemeenebest!<br />
Op deeze deerniswaardige vertooning<br />
gevoelde ik de noodzaaklykhcid, das- zo»'<br />
wel de Oorzaaken, als de Bewerkers van<br />
zoo veele rampen, ten fpoedigften bekend<br />
-wierden; ik gevoelde van welken<br />
aanbelang het was, de oogen te openen<br />
van zulken onder onze -Dtledeburgcren,<br />
welke zich door de Voorftqnders eener<br />
onder ons alles vermogende verfocilyke<br />
Cabaal, die onzen ondergang gezworen<br />
heeft, hebben laaten misleiden; — ik<br />
zag van welken aanbelang het was, de,<br />
Sourermne Vergaderingen en alle braare<br />
Lieden onzes Lands te wreeken over deonwaardige<br />
lasteringen en fchen'deryen,<br />
die zy van de Broodfchryyers dier Cabaal<br />
moeften dulden; >— ik zag eindelyk,<br />
dat het meer dan tyd was Europa,<br />
te ontheffen van de valfche denkbeelden,<br />
** 2 die
iv A A N D E N L E Z E R .<br />
die het bedrog en de fchurkachtigheid<br />
aan hetzelve hadden kunnen inboezemen,<br />
over den dadelyken toe/land van ons gefolterd<br />
Vaderland , en de oorzaaken,<br />
welken het in dien flaat gedompeld hebben.<br />
Om deeze nodige uitwerkingen te erlangen,<br />
nam ik het bejluit om, zonder<br />
eenigevertraaging,^SCHETS van myn<br />
TAFEREEL ten voorfchyn te brengen,<br />
dat is, namelyk de verkorting van een<br />
Werk, welks aanbelang en uitgebreidheid<br />
nog eenige jaaren arbeids vordert;<br />
en het welk boven dien door den dood of<br />
andere toevallen, waar aan het menschlyk<br />
leven onderhevig is, deszeifs voltooijing<br />
zou kunnen verhinderen.<br />
De beide Stukken van deeze SCHETS,<br />
welke ik thans uitgeeve, bevatten byzonderlyk<br />
een getrouwen voordragt van het<br />
geen by ons zedert den jaar e 1776. tot<br />
op het einde van 1781. is omgegaan, betreklyk<br />
tot den flaat , waarin het beftuur<br />
onzer Provinciën in 't byzonder,<br />
en dat van ons Gemeenebest in 't algemeen<br />
, geduurende dat tydvak, zig bevonden<br />
hebben; - betreklyk tot onze eerfte<br />
ver-
A A N D E N L E Z E R . V<br />
verfchillen met Engeland; betreklyk<br />
tot de hinderpaalen, door de Engelschgezinde<br />
Cabaal aan de herftelling<br />
onzer Zeemagt gefield; betreklyk,<br />
eindelyk, tot het noodlottig befiuur dier<br />
Zeemagt, en tot de fchandelyke bedryveloosheid<br />
onzer Scheepen, geduurende<br />
het eerfte jaar des Oorlogs die wy tegen<br />
Engeland te voeren hadden. Door deezen<br />
voordragt zal men ontwaaren, tot<br />
hoe verre de Stellers der berugte ME<br />
MORIE , die onzen Admiraal-Generaal,<br />
op den 7. Oclober 1782. aan de<br />
Staaten Generaal heeft overgegeeven,<br />
Hunne Hoog Mog., de Natie, en geheel<br />
Europa hebben misleid. Or.getwyffeld<br />
zullen die Stellers my van vermetelheid<br />
en bedrog befchuldigen; ongetwyffeld zullen<br />
de Broodfchryvers en andere Voorvechters<br />
der Cabaal dezelfde woorden nabaauwen,<br />
en wel haast zal dat gefchreeuw<br />
van het eene einde van Europa tot het<br />
ander weergalmen; maar raazen ep fchelden<br />
zyn geen redenen: Om my te befchaamen,<br />
moest men my wederleggen „<br />
en juist daflr toe tart ik hen. Bloote re-<br />
* 3 de-
\i A A N D E N L E Z E R .<br />
dekavelingen, hoe rechtmaatig ook, /lam:<br />
'dikwerf ten doel voor kibbelingcn en tegen<br />
Ipraak; maar gebeurde zaaken, en<br />
zoo beweezen als ik gedaan heb, zyn<br />
'fchootvry voor alle betwisting. — Dit is<br />
't niet al: By dien Voordragt voeg ik<br />
het verhaal van verfcheide gewigtige zaaken,<br />
en die zeer eigenaartig zyn om de<br />
/linksheid der voornemens, en de fchandelykheid<br />
der kunstgreepen dier Cabaal<br />
meer en meer te doen kennen; en het<br />
geen men in deeze twee Stukjes van haar<br />
zal aantreffen , is genoegzaam ten betooge,<br />
dat zy al de verfoeijing waardig is,<br />
met welke de braave en kundige Lieden,<br />
die haar kennen, haar bejegenen.<br />
Het derde Stuk van deeze SCHETS<br />
(laat eerlang mede het licht te zien, en<br />
'zal een ver/lag behelzen van de Staatkundige<br />
Gebeurtenisfen , die, geduurende<br />
het jaar 1782. eene rechtflreekfche<br />
betrekking tot onze Republiek hebben.<br />
Ook zal in dat Stuk gevonden worden<br />
, al het geen kan dienen, ter aanwyzing<br />
der oorzaaken van de voortduuring<br />
der werkeloosheid onzer Zeemagt<br />
;
A A N D E N L E Z E R , VU<br />
magt ; en dienvolgen de zal zulks het<br />
overige der Wederlegging van ZYNER<br />
HOOGHEIDS MEMORIE uitleveren.<br />
Dit nieuwe Stuk zal des te belangryker<br />
zyn, daar men in het zelve zal bevinden,<br />
op welk eene wyze het ongerechtig<br />
Syfiema onzer inwendige vyanden zich<br />
ontwikkeld heeft; — Hoe de oogen der<br />
Natie over de naderende en afgelegene<br />
oorzaaken van al die rampfpoeden zyn<br />
geopend; — met welke gegrondheid,<br />
met welken nadruk zy haare femme verheven<br />
heeft;— en hoe die zelfde vyanden,<br />
hun trouwloos geweefzel meer of min bekend<br />
ziende, ter fmooring onzer rechtvaardige<br />
klagten, en om onzen volledigen<br />
ondergang te voltpoijen, heeft begonnen<br />
het geweld te baat te neemen.<br />
De .vierde en vyfde Stukken zullen niét<br />
vertoeven het derde te volgen. Daar in<br />
zal men kunnen aantreffen, de onlusten,<br />
zedert den 5. December 1782. tot op<br />
deezen dag in onze Republiek gereezen; —<br />
de onderscheidene op/landen, door de Cabaal,<br />
geduurende dat zelfde tydvak verwekt,<br />
—- de middelen, door .dezelve ter<br />
* A aan-
VIII AAN DEN L E ZJR R.<br />
aonhitzing dier onlusten, dier op/landen<br />
, gebezigt, — derzelver. bedoelingen<br />
met deeze aanhitzing, • de dwarspaaien,<br />
door haar opgericht, om onze<br />
Alliantie met Vrankryk te beletten, —<br />
het ver/lag van onze verfchillen met den<br />
Keizer, — de onwaardige rol, door dié<br />
Cabaal, by deeze gelegenheid ook gefpeeld,<br />
—* haare listen om ons weder<br />
onder 't juk van Engeland te brengen<br />
derzelver werkingen om ons in de ketenen,<br />
met welke zy ons geklonken heeft,<br />
te blyven houden, — de bedriegeryen,<br />
welke zy tegen ons by- zyne Pruisfifehe<br />
Majefteit heeft uitgevoerd,— de uitwerking<br />
en gevolgen dier bedriegeryen; —den<br />
oorfprong een er tweede, en voor onze<br />
vryheid niet minder gevaarlyke Cabaal,<br />
—• de middelen, door die beide<br />
Cabaalen aangewend, om zich onderling<br />
uit den zadel te ligten, derzelver<br />
yuurigheid, om uitfluitend over ons te<br />
heerfchen, — de flaverny, die ons in de<br />
zegepraal der eene of andere te wagten<br />
flaat, — denzelfden ramp, die uit haare<br />
famenmenging flaat voort te vloeijen, —<br />
deh
A A N D E N L E Z E R . IX<br />
den akeligen toeft and, tot welken wy<br />
door dat alles zyn gebragt, —• de poogingen<br />
, die wy aanwenden, om uit dien toeft<br />
and te geraaken,—• den fchok, welke<br />
tusfchen die poogingen en de daar aan<br />
gebodenen wederftand ontftaat, — en vee-<br />
Ie andere zaaken, welker opgave alhier<br />
te langwylig vallen zoude.<br />
Daar nu ongetwyffeld, onder het afdrukken<br />
dier Deelen, onder ons voorvallen<br />
zullen opkomen, die het lot van ons<br />
elendig Vaderland zullen beflisfchen,<br />
dat is, dat binnen korten tyd zal blyken,<br />
of wy nog vrye Mannen zullen zyn,<br />
dan wel laage Slaaven der Anglo - Stadhouderiaanfclie<br />
Cabaal, of van wien het<br />
ook zyn moge, welke verlangen heeft ons<br />
onder zyn willekeur te doen buigen, zal<br />
ik zorgen die voorvallen by den anderen<br />
te verzamelen, en daar uit de ftoffen<br />
putten voor het zesde en laatfte Stuk van<br />
myne SCHETS.<br />
Dat ik de vryheid heb genomen deeze<br />
SCHETS op te dragen aan onzen<br />
Stadhouder, Kapitein- en Admiraal-<br />
Generaal, is, om dat het voor niemant<br />
* 5 in
x A A N D E N L E Z E R .<br />
in de ganfche Republiek van meerder<br />
aanbelang is, dan voor ZYNE DOOR<br />
LUCHTIGE HOOGHEID, om eene<br />
waare en volledige kennis te hebben van<br />
de zaaken, die ik heb aangevoerd, en<br />
van die ik nog aanvoeren zal; — het is,<br />
om dat 'er dien Forst aan gelegen legt,<br />
te weten, wat Hy van zynen kant had<br />
kunnen doen, ter voorkoming der ons<br />
over ft elpen de rampen, ten min ft en, om<br />
af te zien van langer het blinde werktuig<br />
te zyn der Cabaal, die Hem beft uur d,<br />
en onzen ondergang gezworen heeft; het<br />
is eindelyk, om dat het voor ZYNE<br />
HOOGHEID van oneindig veel aanbelang<br />
is te kennen, het geene Hy, nog<br />
heden, zou kunnen doen, om zich van<br />
het juk dier Cabaal te ontflaan, om onze<br />
poogingen tegen hen, die ons iragten<br />
te onderdrukken, kracht by te zetten,<br />
en om mede te werken, ter her/lelling<br />
van orde, eendragt en vryheid in deeze:;,<br />
Lande.<br />
A A N
A A N<br />
ZYNE DOORUCHTIGE HOOGHEID<br />
WXJLJLEM DEN F.<br />
PRINS V A N ORANGE EN NASSAU,<br />
STADHOUDER,<br />
KAPITEIN EN ADMIRAAL-GENERAAL<br />
D E R<br />
VEREEN IGDE NEDERLAND SC HE<br />
PIOVINCIEN,<br />
KAPITEIN EN ADMIRAAL-GENERAAL<br />
D E R<br />
U N I E ,<br />
E N Z . E N Z . E N Z.<br />
DOORLUCHT IGSTK VoRSTi<br />
Aangezien onze Republiek is faamgefteld uit<br />
zeven Souveraine en Onafhanglyke Gewesten,<br />
en die elk eene Conilitutie, Wetten en byzondere<br />
Gewoontens, ja dikwerf belangens hebben<br />
, meer of min aangekant tegen het algeineen
XII V o O K A F S P R A A K.<br />
meen Belang, en daar uit in den Staat kunnen<br />
geboren worden, lastige kibbelingen, twisten<br />
, verdeeltheden, langwyligheden, beletzelen,<br />
en andere het algemeen welzyn benadeelende<br />
ongemakken, fcbynt bei niet alleen noodraaklyk<br />
te zyn, dat dezelve een Hooft der uitvoerende<br />
magt nebbe , maar dat ook dit Hooft,<br />
of eenig ander in Waardigheid gefteld perfcon<br />
van genoegzaamen invloed op het innerlyk<br />
bewind van den Staat zy voorzien, om aldaar<br />
de banden naauwer te (brikken, welke de Leden<br />
des Bondsgenootfchaps vereenigen; —<br />
om daar in de verdeeldheden voor te komen; —•<br />
om in dringende nooden de Deliberatien te befpoedigen;—•<br />
om vastigheid by te zetten aan<br />
de Refolutien , kragt aan de maatregelen , en<br />
werkzaamheid aan de Operatien,— 1<br />
en tot dirigeering<br />
van alle infpanningen ter verdediging en<br />
behoudenisvan de vvaare belangen , van den kuiter<br />
en van de welvaart der Republiek in 't algemeen<br />
, en van elke Provincie in het byzonder.<br />
Aangezien een elk onzer Provinciën een byzonder<br />
verbondfchappelyk lichaam vormt, en<br />
dat de Leden , welke de refpedtive Staaten<br />
dier Provinciën uitmaaken, oftchoon meer of<br />
min afhanglyk, ook eene Conilitutie, Wetten,<br />
verfchillende Gewoonten en dikwyls ftrydige belangens<br />
hebben; dat het boven dien mogelyk<br />
zv, dat daar in deze' of geenen de rechten en<br />
Vryheid der Burgeren verweldigt, en daar uit<br />
de
V O O R A F S P R A A K , xm<br />
de uitwerkzels kunnen voortvloeijen, die even<br />
zo goed de welvaart der eene of andere dier<br />
Provinciën fchadelyk zyn , als aan die haarer<br />
Burgeren, ja zelf aan die van het algemeen<br />
Bondgenootfchap, fihynt het insgelyks noodzaaklyk,<br />
dat 'er in elke Provincie een Hooft der<br />
uitvoerende magtzy, of zodanig ander iemand<br />
met Waardighe ;<br />
d bekleed , wiens waakzaamheid<br />
, raadgeevingen, invloed en gezag even<br />
zodanige 'heilzame uitwerkingen kunnen hebben<br />
als die ik zo even heb aangeftipt.<br />
Dit waren zekerlyk , D O O R L U C H T I G E<br />
VORST, de uitwerkzelen, die onze Voorvaderen<br />
op het oog hadden met de zig agtervolgende<br />
verheffingen van verfcheide Vorften<br />
UWES Huizes tot de Eminente Waardigheden,<br />
die thans in den Perfoon van UWE HOOGHEID<br />
vereenigt zyn. Dan, indien de uitkomst de<br />
verwagting onzer braave Voorouderen eenigermaate<br />
beantwoordde, fcheelde het veel dat<br />
die zulks in andere opzigten vervulde. Zy ondervonden<br />
in verfcheide gevallen hoe gevaarlyk<br />
het was den Stadhouderen een al te uitgeftrekt,<br />
of een niet genoegzaam bepaald vermogen<br />
te vergunnen ; dat is, namelyk met zig te<br />
bepaalen hun eene Commisfie te verleenen, die<br />
in atgemeenen zin, wel aanwyst welk goed zy<br />
doen moeten, maar geenzins voorkomt, dat<br />
zy doen kunnen door het verzuimen hunner<br />
jpligten, en het. overfchryden der natuurlyke<br />
grens-
Str V O O R. A F S P E A A K.<br />
grenspaalen van hun gezag. Ook deed het gebeurde<br />
onder Prins Maurits, en het geen vervolgens<br />
onder Willem den II. gefchledde , oordeelen,<br />
hoe gevaarlyk het voor de rust, eendragt<br />
en vryheid van den Staat was, zo wel<br />
als voor de veiligheid van derzelver Ingezetenen<br />
^zy, dat in denzelven één Mensch zulk<br />
een"uitgéftxekt, en zo onbegrenst vermogen<br />
bezat, als dat geen , van welke die twee Vorften<br />
een misbruik gemaakt hadden; en wanneer<br />
Willem den II. in het jaar 1650. overleed,<br />
nam het aanweezen van het Stadhouderfchap in<br />
vyf Provinciën («) een einde. De Atle van<br />
Seclufie door de Staaten van Holland in 165-4.<br />
geformeerd , en het eeuwig Edicl in den Jaare<br />
1667. door dezelve uitgevaardigt, beweezen,<br />
dat men geenzins de eigendunklyke bedryven,<br />
in de gemelde Provinciën, onder het Stadhouderfchap<br />
dier twee Vorften, gepleegt, vergeeten<br />
was; en hoe zeer die zelfde Staaten bekommerd<br />
waren, die haatlyke daaden te zien<br />
hernieuwen , indien men 'er eene Waardigheid<br />
herftelde, die in verfcheide opzigten zoo<br />
nut-<br />
(a) Die vyf Provinciën waren Gelderland, Holland,<br />
Zeeland, Utrecht en Overysfel. Wat die van Friesland en<br />
Groningen aangaat , dezen hadden hunnen byzonderen<br />
Stadhouder in de Afstammelingen van Jan van Nas/au,<br />
broeder van Wi'.Uw dtn I.
VOORAFSPRAAK.' XT<br />
nuttig, maar zo gevaarlyk is, als die niet befloten<br />
word binnen die paaien, welke de voorzigtigheid<br />
daar aan op de allerftiptfte en plegtigfte<br />
wyze moest voorfehryven.<br />
De ondervinding dierhalven had doen zien<br />
wat 'er noodzaaklyk zou moeten verrijt worden,<br />
indien men immer overging ter herftelling<br />
van het Stadhouderfchap in die vyf Provinciën:<br />
Edoch, de magt, ei de kunst^reepen der<br />
A-mhangers van Wdlem den III., — de verdeeldheden,<br />
en onlusten, die zy op onderfcheidea<br />
tyden ten vcordeele van dien Vorst zaaiden, —•<br />
de Oorlog, met welken Engeland en Vrankrykin<br />
hetjaar 1672,. deRepubliekophetlyf kwamen,—het<br />
wantrouwen, de verachting, de haat, welke<br />
die Aanhangers, derzelver Huurpennen, en de<br />
dweepzieke Predikanten aan het Graauw tegen<br />
de meefteRegenten inboezemden, — de<br />
Oproeren, geweldige be dry ven , aan welke dat<br />
Graauw, byzonder in Holland en Zeeland ter<br />
verwerving van de herftelling des Stadhouderfchaps,zig<br />
overgaf, •— de kuiperyen en poogingen<br />
van Willem zelve, met veele andere zaaken,<br />
welker verhaal hier te lang zoude vallen,<br />
dwongen toen die beide Provinciën deze Waardigheid<br />
in den Perfoon van dien Vorst te herftellen,<br />
op eene Commisfie die even onbepaald<br />
was, als die zyne Voorgangeren hadden gehad;<br />
en wierd de waardigheid van Kapitein-<br />
Generaal tevens op eene niet minder onbepaalde<br />
Com-
XVI V O O R A F S P R A A K .<br />
Commisfie opgedragen. Indien men nu, DOOR<br />
LUCHTIGE VORST daar by voege , dat men<br />
na de Franfchen de Provinciën van Gelderland*,<br />
Utrecht en Overysfel hadden ontruimt, en om die<br />
Provinciën te ftraffen dat zy ongelukkig genoeg<br />
waren geweest, om door krygsmagt overheerd<br />
te worden , een byna volftrekte heerfchappy<br />
over dezelve aan dien eigen Vorst opdroeg, —<br />
indien men 'er ook by voege dat JVükm een<br />
der greetigfte haakers naar een onbegrenst gezag<br />
was, blyft 'er geen verwondering over<br />
^ dat hy , geduurende zynen ganfchen levensloop,<br />
de Republiek heeft beftuurd, even ofhy<br />
'er Oppermagtig Heer en Meester van geweest<br />
was. Kenners onzer gefchiedenisfen weeten,<br />
dat 'zo de Republiek veel verfchuldigt was aan<br />
de Staats- en Krygskundige vermogens van<br />
dien Vorst, zy oneindig meerder grond had<br />
om zig te beklagen over deszelfs onverzadelyke<br />
heerschzugt, en het fchreeuwend misbruik<br />
dat hy dikwyls van het hem toebetrouwd gezag<br />
maakte.<br />
By het overlyden van Willem den III. m 't<br />
jaar 170a. was de Stam van Willem den I. uitgeftorven,<br />
en de vyf voren gemelde Provinciën ,<br />
waren dus zonder Stadhouder, gelyk ook de<br />
Unie zonder Kapitein en Admiraal Generaal (a).<br />
Maar<br />
(a) De Provinciën FrUsland en Groningtn hadden altoos<br />
hunnen byionderen Stadhouder
VOORAFSPRAAK. XVH<br />
Maar de droevige ervarenis, die men nogmaals<br />
had bekomen, deed duchten , dat de heiM<br />
ftelling dier Waardigheid nog ten eènigen' da*<br />
ge aan de Vryheid- der Natie den doodfteek<br />
zou toebrengen, en 'er verliepen- vyf en veertig<br />
jaaren zonder dat die herftelling plaats had.'<br />
Sommigen der misbruiken ,. onder het laatfte<br />
Stadhouderfchap in de on&erfcheidene gedeeltens<br />
van den Staat ingeilbopen bleeven geduu*<br />
rende dat tyd vak voortduuren ; en daar by voeg-><br />
den zich anderen van een verfchillenden aart,<br />
welke de droevigfte gevolgen na zich fleepten:<br />
by voorbeeld-; in veele van onze Steden, be-<<br />
krimpten het regeeren en de uitvoerende magt<br />
zich in eenige Familien;-— daar door trokken<br />
die Familien tot zich het uitfluitend recht tef<br />
dagvaart in de Stiaten hunner Provincie , engevolglyk<br />
ook naar de Staaten Generaal;— alle<br />
bedieningen , ampten , commisfien , enz", welke<br />
met hunne belangens ftrookten of hunne<br />
neerschzugt vergenoegen konden', zagen zy aan'<br />
als een vaderlyk erfgoed, en gingen daar naar<br />
re werk. Hier doorgeraakten devoornoemde<br />
Steden , ja geheele Provinciën , onder het believen<br />
van een gering aantal Burgers, die derechten<br />
en den buit, welken men het Volkont-'<br />
trok, onder zich verdeelende, en alles marhun.-nen<br />
wil en wenk draaijende, ftrafloös de klagten'<br />
Van even dat'zelve Volk konden verydelen of het'<br />
doenz-wygen. Indten men nu daar by voege' alle'
xvni VOORAFSPRAAK.<br />
de rampfpoeden, die voortvloeijen moesten, en<br />
ook daadlyk voortkwamen uit het alvermogen<br />
eener menigte Regenten, wier eigen-zucht,<br />
hoogmoed, gebrek van oeflening, onkunde, verwaarloozing<br />
en onbekommerdheid voor het gemeene<br />
welzyn, en verachting voor de geheiligde<br />
rechten der Burgeren niet konden beteuge.d<br />
worden, Indien me» daar nogbyvoege de<br />
hindernisfen, welke uit de faamgefteldheid en<br />
gebreklykheid onzer algemeene Conftitutie,<br />
en van onze byzondere Conftitutien, voortfproten,<br />
of uit de daar in ongevoelig ingeflopene<br />
misbruiken geboren wierden, — indien eindelyk<br />
men daarby voege de ongemakken, voortkomende<br />
uit het gemis van een Hooft over onze<br />
Land- en Zeemagt, zal het geene verwondering<br />
baaren, dat men, geduurende de vorengemelde<br />
45 Jaar en , in een groot aantal onzer<br />
Steden een oneindig aantal van eigendunklyke<br />
bedryven, een oneindig aantal van onrechtvaardigheden,<br />
kwellingen en ft affelooze rooveryen<br />
heeft gezien , en de geheiligfte rechten der<br />
Burgeren fchandelyk met voeten getreden, —*<br />
het zal, zeg ik, geene verwondering baaren,<br />
dat men op het laats" ook nog de Zeemagt totaal<br />
vervallen, de Trouppes zonder krygstugt, den<br />
Krygsdienst zonder achting, de Grenzen verwaarioost,<br />
ons aloud Vermogen in zwym, en<br />
den algemeenen nood tot eene fchrikbaarende<br />
hoogte gezien heeft : in diervoege dat<br />
wy
V o O X A ï S ï l A A f t XIX,<br />
wy enkel van onder het juk van Willem den III.<br />
uitkwaamen, om van Cbarybdis op Scylla te vervallen.—<br />
Het geen ik hier aanvoere, DOORLUCH-<br />
TIGSTEVORST,is eenieder bekend, en alle betaamlykheid,<br />
welke ik kan verfcluüdigd zyn aan<br />
de nagedagtenis van zodanige Regenten , die<br />
meer ofmin oorzaak van zo veele rampen waren,<br />
kan my geenszins tot het zwygen of het verraaden<br />
der waarheid verpligten; ik weet dat onze<br />
Stedelyke Regeerings- Collegien en Souveraine<br />
Vergaderingen voorwerpen voor den diepften<br />
eerbied der Burgers zyn, dan het welder.kendfte<br />
gedeelte dier Collegien en Vergaderingen isalte<br />
rechtmaatig öm te vergen dat iemant, wie het<br />
ookzy, niet moge herinneren de misbruiken en<br />
kwaaien, die fomtyds in het publiek beduur zyn<br />
ingeflopen, door het overwigt eener meerder-;<br />
heid, die of verblind, of achteloos was, of zich<br />
leiden liet door beweegredenen, die voor de<br />
burgerlyke vryheid, of het algemeene welzyn<br />
nadeelig waren.<br />
Eindelyk, was (byzonderlyk omftreeks het<br />
jaar 1740.) ons elendig Vaderland tct dien<br />
ftaat gebragt, door de handelwyze van Re-»<br />
genten welke dien naam onwaardig waren,<br />
?<br />
er was tevens een groot getal andere Regenten<br />
, d ;<br />
e , hunne pryswaardige poogingen vrugteloos<br />
zien le , derzelve r<br />
zugtingen met die der<br />
Natie vermen 'den over de gedugte kwaaien, van<br />
weiken zy getuigen waren. Hun was geenszins<br />
** 2 OUz
XX V O O R A F S P R A A K .<br />
onbewust dat 'er een H ULPMIDDEL was voor<br />
die kwaaien, maar wat kon hunne kunde,<br />
hunne yver en hun wenfchen baaten tegen<br />
alvermogende Menfchen , die hunne rekening<br />
vonden met de dingen in derzelver daadiyken<br />
•toelland te laaten , en tegen anderen , wier<br />
bevordering, fortuin en verheffing alleenlyk<br />
gegrond was op de hcrltelling van het Stadhouderfchap,<br />
zodanig als het bevorens was gew eest.<br />
Volgens een gefchreven MEMORIE in den<br />
jaare 1740. door een zeer kundig Man opgefteld,<br />
en waar van een Extract thans voor my<br />
ligt, moest het HULPMIDDEL, dat die braave Regenten<br />
wilden zien bezigen , beftaan in de Hervorming<br />
van dat geene, het welk zo wel de Algemeene<br />
Conflitutie , als die der byzondere<br />
Provinciën en Steden gebreklyks hadden, en<br />
in de uitroeijing der daar in gellopen misbruiken.<br />
De Steden konden zulks voor eerst in<br />
hunnen eigen boezem onderneemen ; vervolgens<br />
kon elke Provincieeven eens handelen;<br />
en eene Algemeene Vergadering van Gedeputeerden<br />
uit alle Provinciën zoude geregeld<br />
hebbenallej wat de Unie aanging. „ Indien<br />
„men zodanig eene Hervorming uitvoerde,<br />
„ vervolgt die MEMORIE, ZOU men onze Natie<br />
„ in haare Rechten en Vryheid herfteld zien,<br />
„ de Nominaüen van Regenten algemeen door<br />
„ het Volk gedaan , de bedieningen , ampten<br />
„ en commisfien gelykmaatig verdee:d, en<br />
„ waar-
VOORAFSPRAAK. XXI<br />
„ waardiglyk uitgevoerd; — by de Grooten<br />
„ zou men het ftuurfehe van den hoogmoed en<br />
„ de verachting plaats zien maaken voor eene<br />
„ zagtaartige gemeenzaamheid; •— het Volk<br />
„ zou men aan zyne Beftuurderen verkleeft<br />
„ zien als aan hun eigen werk; en deezen aan<br />
„ het Volk verknogt door alle gevoelens van<br />
„ achting en erkentenis; —> het gezag der<br />
„ Regenten zou heilzamer, en dien volgende<br />
„ behendiger en eerwaardiger worden; — in<br />
„ de onderfcheidene rangen van den Staat,<br />
„ zou men die verftandhouding , die hartelyk-<br />
„ heid,dat vertrouwen, en die algemeene aan-<br />
„ fpooring, zonder welke de geregeltheid en<br />
„ famenftemming in eene Republiek als de on-<br />
„ ze nimmer kunnen beftaan,herboren zien; —•<br />
„ met één woord, als dan zou het algemeene<br />
„ welzyn het eenig voorwerp aller wenfchen, en<br />
„ het doelwit aller poogingen zyn. —En na aldus<br />
„ alle oorzaak van misbruiken , onrechtvaar-<br />
„ dighedea en wanorde, in ons BurgerlykBe-<br />
„ wind ingcflopen, vernietigd , en aldus uit<br />
„ den weg gcruimt te hebben alle hindernis-<br />
„ fen, bekwaam om den loop van onsStaatkun-<br />
„ dig Werktuig in wanorder te brengen , te ver-<br />
„ traagen of te ftremmen, zou elke Stad, iedere.<br />
„ Provincie zich verlast zien van de wreede<br />
„ beurtver wisfeling om of te zuchten onder het<br />
„ juk eenerhaatlyke Olygarchie, of onder deniet<br />
minder noodlottige willekeur van een vol?<br />
** 3 „ itrekc
XXii VOORAFSPRAAK.<br />
„ ftrekt Sradhouderfchap. Maar, ge-<br />
„ lyk de handhaving van order, krygstugt, en<br />
„ van aanfpooring in onze Land- en Zeemagt<br />
insgelyks noodzaaklyk is, zou het nuttig zyn<br />
„ de bediening van Kapitein en Admiraal Gef<br />
i neraai te herftellen, deszelfs gezag in dier<br />
„ voegen daar te ftellen, en te bepaalen dat men<br />
„ niet dan het meefte goed van de uitoeflèning<br />
„ dier bediening kon verwagten, en geene dier<br />
„ ongemakken, geen dier gevaaren welke zou-<br />
„ den kunnen voortvloeiden uit het misbruik,<br />
„ dat dit Militair Opperhooft 'er van zou kun-<br />
„ nen maaken. Wat betreft de herftellmg van<br />
het Stadhouderfchap, dat is van eene Waar-<br />
„ digheid , welker uitoeffening beftaat in het<br />
„ toezicht houden over het bedienen van Jufti-<br />
„ tie en Politie, mitsgaders op de bewaaring<br />
„ der geregeldheid en overeenftemming in elk<br />
„ onzer Provinciën , en welke tevens beftaat<br />
„ in zekeren invloed in het algemeen Bewind<br />
„ der Republiek, zulks fchynt na de vorenge-<br />
„ melde Hervorming noodeloos te worden.<br />
„ Edoch, indien na verloop eener ervarenheid<br />
„ van eenige jaaren, de herftelling dier Waar-<br />
„ digheid noodzaaklyk fcheen, zou het Ver-<br />
„ mogen des geenen, die daar mede bekleed<br />
„ wierd, niet minder duidlyk bepaald, noch<br />
„ minder voorzigtiglyk begrenst dienen te wor-<br />
, e den , dan het gezag van den Kapitein en<br />
f, Admiraal-Generaal. Eindelyk, gemerkt een<br />
» groot
V O O R A F S P R A A K . xxm<br />
„ groot burgerlyk Vermogen , met eene Militaire<br />
kragt vereenigt , een werktuig van<br />
„ verdrukking kan worden , zoo zouden die<br />
„ Waardigheid en bovengemelde Bediening<br />
„ nimmer in een Perfoon behooren veree-<br />
„ nigt te zyn , en nog nrnder erffelyk, al was<br />
„ 'er ten opzigte van dit laatfte geval geen an-<br />
„ dere zwaarigheid , dan die van Minderjaa-<br />
„ righeden,enz. enz." Zie daar, DOOR<br />
LUCHTIGE VORST, hoedanig zig iemam: uitdrukte<br />
wien onze Conftitutie, ons burgerhyken<br />
ftaatkundig beftuur, mitsgaders de daar in gellopene<br />
misbruiken bekend waren; zie daar hoe<br />
een groot getal waare Vaderlandlievende Regenten<br />
darten; zie daar, kortom het geen de verlichtte<br />
Burgers der Republiek verlangden te zien.<br />
Deeze, ten minften in derzelver wezenlykfte<br />
punten, zoo noodwendige Hervorming<br />
was door zig zelve niet onmogelyk; maar was<br />
ook het werk niet van een oogenblik of van<br />
eenige overhaafle Refolutien : Zy vorderde uitgebreide<br />
naarvorfchingen, een bedaard onderzoek,<br />
voorzigdge Deliberatien, en boven al de<br />
opoffering van alle heerschzugt, van alle eigenbelang,<br />
en een eensgezinden yver voor het heil<br />
van den Staat. Dan , daar men zulk eene edelmoedige<br />
belangeloosheid , zulk eenen edelen<br />
yver van de meerderheid der Regenten onzer<br />
meefte Steden, zelfs van de meerderheid der<br />
Leden van de onderfcheidene Ridderfchappen,<br />
** 4 niet
Jfflï V O O R A F S P R A A K ,<br />
Btet kon hoepen, €n het Volk, onder het gewigt<br />
zyner ketenen gebukt, toen de Hem by<br />
de welgezinde Regenten niet zou hebben durven<br />
veegen., had de Hervorming geen plaats:<br />
de zaaken .bleven hunnen gang gaan , dat is van<br />
erger .toterger, terwyl de Party, die naar eene<br />
herftelling van het Stadhouderfchap in de volle<br />
uitgeftrekrheid van Gezag, waar van de Stadhouders<br />
voormaals bezitters geweest waren, haakte,<br />
middelen wyl niets verzuimde, om dat herftel by<br />
de eerst voorkomende gelegenheid te bekomen.<br />
Die gelegenheid kwam eindelyk. Het zydelings<br />
aandeel, door ons in den Oorlog van<br />
1741. genomen , haalde ons terftond netelige<br />
gefchillen met Vrankryk op den hals: het Oorlogsvuur<br />
breidde zig ongevoelig tot aan onze<br />
Frontieren uit: en in 1746. zagen wy die Frontieren<br />
door de Legers dier Mogendheid aangetast.<br />
Die aanval, en het zich voordoen der verdere<br />
voortgangen, welke die Legers by eenen volgenden<br />
Veldtoet zouden kunnen manken,<br />
bragten de ganfche Republiek in ontileltenis.<br />
Het morren, het klaagen, het gefchreeuw,<br />
en de vervloekingen van allerleijen aart verhieven<br />
zich; eene menigte van Schotfchriften,<br />
en oproerige Predikatiën voltooiden de aanhitzïng<br />
der -gemoederen ; de Voorftanders<br />
van het Stadhouderfchap, zich van deeze gelegenheid<br />
bedienende, -verfpreidden, dat, ver-<br />
.«nats de Republiek zich in gelyk gevaar bevond<br />
als
XXV<br />
e e n i<br />
als in .het Jaar J,6>-> S bvJpmVdel voot<br />
onze rampen beltond in de herfteliing dier<br />
Waardigheid, op zoodaanige wyze aU dezelve bevorens<br />
in weezen was geweest; veele Lieden, en byzonder<br />
het gepeupel, onbekwaam om te bedenken<br />
, dat zoo eene d-ergejyke herfteliing een hulpmiddel<br />
was voor veele kwaaien, het 'er wel geen<br />
kon zyn voor vry wat andere kwaaien , — dat<br />
hetfommigen wel zou kunnen verfiimmeren, of<br />
ook wel nieuwe te weeg brengen, • die<br />
Lieden, zeg ik, en dat gepeupel verbeeldden<br />
zich, dat dit hulpmiddel inderdaad algemeen was,<br />
en begonnen overluid.te roepen, dat men eenen<br />
Stadhouder moest hebben, en dat Wnlem deW.<br />
de Doorluchtige Vader van UWE HOOGHEID,<br />
DOORLUCHTIGE VORST! moest herfteld worden<br />
in alle Waard ;<br />
gheden en Bedieningen ,<br />
welke de voorgaandePrinsfenvan Oranje inde<br />
Republiek bekleed hadden. Dus was het dat,<br />
daar de mynen, die men in een groot aantal<br />
plaatzen onzer Provinciën vooraf had aangelegd,<br />
door onderfcheidene takken met malkander<br />
gemeenfchap hadden , 'er nu niets meer<br />
ontbrak dan de lont te ontfteeken, om dezelven<br />
de plotslyke en algemeene uitbarfting te verschaffen,<br />
die men verwagtte. En dat alles gebeurde<br />
gelyk men het vooruit overdagt had:<br />
dat is, namelyk , dat ettelyke wagthebbende<br />
Burgers van Ter Veere, in den nacht van den<br />
5.4. $ot den April 1747., befloten van de<br />
*•*' ^ Re-
xxvr VOORAFSPRAAK.<br />
Regeering dier Stad de herfteliing van het<br />
Stadhouderfchap te eisfchen, en zulks ook op<br />
dat oogenblik uitvoerden, en vermits'deeze Regeering<br />
ongetvvyffeld van dien eiscb voor af verwittigd<br />
was, bewilligde zy des ogtents daar in<br />
zonder eenige zwarigheid (c).<br />
De brand floeg binnc-n weinig uuren over<br />
naar Middelburg en Vlisfmgen, alwaar opdien eigen<br />
dag het Stadhouderfchap herfteld vvierd:<br />
en de Staaten van Zeeland volgden drie daagen<br />
daarna het zelfde voorbeeld, in weerwil der<br />
tegenkantingen in derzelver Vergadering. De<br />
ryd Was daar, dat de Bewerkers deczer Staatsomwenteling,<br />
onderfteund door het Graauw,<br />
en door de Aanhangelingen , die zy z ;<br />
chinde<br />
verdere Clasfen der Birgercn hadden verzórgt,<br />
roemen mogten dat zyde Wet konden ftefen.<br />
Ongelukkig die géenén , welke zich daar tegen<br />
•zouden verzethebben. Menoordeele dieswegen<br />
uit het geen toen de Regeering van Zierikzee<br />
bejegende, met zich niet gehaast te hebben,<br />
om het voorbeeld der verdere Stcden :<br />
van de<br />
Provincie te volgen.<br />
Het nieuws van het geen 'erin Zeeland om<br />
(o) Het is juist of die zelfde wyze, dot in deze Stad de<br />
Staats • omwenteling Itgon , die Willem den III. tot bet<br />
Stadhouderfchap verhief, in den jaare 16J2. En bet is te<br />
denken, dat zo bet tin itnigen tyden te doen was om een Sou.<br />
verain aan de Republiek te gteven, men in dat zelfde Wtgtvertrek<br />
dtn eerftsn flap deen zbudt.
VOORAFSPRAAK. XXVÏÏ<br />
ging, verfpreidie zich zoo ihelals de weerfcht •<br />
in de verdere Provinciën van de Republiek:<br />
En van die oogenblik, was het dat de verdubbelde<br />
poogingen der Stadhoudersgezinde Party,<br />
derzelver lchielyke aamvus, de geestvervoering<br />
en de toejuichingen der menigte, de naam van<br />
Oranje overal weergalmende , de Vaandels van<br />
die Couleur allerwegen u'tgeftjken, de vervloekingen<br />
tegen de oude Regeering uitgebraakt,<br />
de bedreigingen , da toomeloosheid van<br />
het gepeupel, en derzelver ge weldaadigheden<br />
in een groot getal plaatzen , kortom , dit<br />
alles in de Provinciën van Holland , Urecht<br />
en Overysfel aankondigde , dat men geen andere<br />
keuze te doen had ilah het voorbeeld van<br />
Zeeland te volgen. De Regenten zelfs, die het<br />
meest verlicht, het meêst mét yver voor het<br />
algemeene welzyn bez'eld waren, en die<br />
meenden, dat de aauftalling van eenen Kapitein<br />
Generaal voldoende zou geweest zyn in<br />
den netelige.i Rand, waar toe de vyandlyke<br />
Progresfen ons Land óebragt hadden , die Regenten,<br />
zeg ik , dienen IJ dat men toch eenen<br />
Stadhouder wilde hebben, gewenscht zouden<br />
hebben dat men üie verkiezing had verfchoven<br />
tot een tyd, in welken de bedaardheid van geest<br />
en hartstogten hadden toegelaaten, deCommisfien<br />
en Init-ucrien, die men hem zou kunnen geven<br />
, op de vooragtigfte wyze in orde te brengen<br />
en te beperken, die waardige Regenten, kortom,<br />
wier-
zxvin V O O R A F S P R A A K .<br />
wierden door den dvvarlwind mede gefleept,<br />
en bewilligden, gelyk de overigen , in alles wat<br />
de zegevierende Party vorderde. Halftarrige<br />
wederftand van hunne zyde zou geene andere<br />
uitwerking gehad hebben, dan hen bloot te<br />
ftellen aan de woede van het gepeupel, of hen<br />
ten minften hunne Bedieningen te doen verliezen,<br />
en hen in dier voegen buitenftaat te ftellen<br />
, om zich in het vervolg , zoo veel hun mo gelyk<br />
zyn zoude, te verzetten tegendegevolgen van<br />
een kwaad dat zy niet hadden kunnen beletten.<br />
Zie daar, DOORLUCHTIGE VORST, hoedanig<br />
de herfteliing van het Stadhouderfchap minder<br />
de uitwerking was van noodzaaklykheid en<br />
voorzigtigheid , dan het werk van eigenbaat<br />
en heerschzugt, van list en verleiding, van verblindheid<br />
en geweld. —• Zie daar, zeg ik , op<br />
wat wyze die w aardigheid op den 3. Mey<br />
door de Staaten van Holland wierd heriield, —<br />
dien eigen dag door de Staaten van Utrecht, en<br />
den 10. door de Staaten van Overysfel. Reeds<br />
op den 4. herftelden de Staaten Generaal insgelyks<br />
de waardigheid van Kapitein- en Admiraal-Generaal<br />
der Unie. En dat alles zoo<br />
wel aan de eene als andere zyde, op den ouden<br />
voet; dat is, zonder eenigerlei Inftructien, die<br />
klaar en duidlyk bepaalden en beperkten het al<br />
te uitgeftrekt, of al te algemeen uitgedrukt vermogen<br />
, by de particuliere Commisfien der bovengemelde<br />
Waardigheid en Bediening. 1<br />
Eh>
VOORAFSPRAAK. XXIX<br />
Eindelyk, aangezien Willem de IV. bereids zedert<br />
langen tyd Stadhouder was van Friesland,<br />
Groningen en Gelderland, bevond zich het<br />
Stadhouderfchap van alle onze Provinciën in<br />
zyn Perfoon verëenigt, dat aan geen zyn er<br />
Voorzaatente beurt was gevallen (a).<br />
I- On-<br />
(a) De beide volgende Gommisfien , die volgens de<br />
oude in denjaare 1747 zyn geftefci, en zedert, voor Willm<br />
den V. thans levende , in den Jaare 1766. zyn vernieuwd,<br />
zullen voldoende zyn om mynen Lezeren eenig<br />
denkbeeld te geeven, waar in vuormaals beftaan hebben,<br />
en nog beftaan het vermogen van den Stadhouder, Kapitein<br />
en Admiraal Generaal van onzebyzondere Provinciën,<br />
en het vermogen van den Kapitein en Admiraal Generaal<br />
der Unie. Uit die twee Stukken op te maaken, dat daar<br />
in die vc-rmogens genoegzaam bepaald en beperkt zyn,<br />
is een bewys dat men geene kennis heeft van de byzondere<br />
Cwftitutie onzer Steeden en Provinciën , noch van<br />
onze algemeene Conilitutie; het is een blyk dat men onwetend<br />
is van de misbruiken en nadeelen, zedert twee<br />
honderd Jaaren voortgevloeid, uit het gebrek van zoodaanige<br />
bepaaling en beperking. Boven dien weeten<br />
de Vreemdelingen niet, dat buiten die middelen, welke<br />
dit gebrek den Stadhouderen heeft overgelaaten, om hun<br />
gezag in veele opzichten uit te breiden , de onvoorzichtigheid<br />
of vleyerye hun noginonderfcheiden tyden heeft ingewilligt<br />
of toegelaten zich mettter te maaken van verfcheiden •<br />
rechten en voorrechten , in de voorfchreeven Commisfien niet<br />
uitgedrukt. Dit, gevoegt by den alvermogenden invloed ,<br />
welken deeze Hoofden der uitvoerende Magt middel hebben<br />
gevonden , zich in alle deeleii van het burgerlyk en<br />
fiaatkundig beftuur onzer Piovincien tn der geheele Re-<br />
pu-
V O O R A F S P R A A K .<br />
Onmiddelyk nu deeze verrichting gaven de<br />
Staaten Generaal, cn de vier bovengemelde<br />
Pro-<br />
publ'ek te bezorgen, lu:eft hen dikwerf fouveraine beflisfers<br />
van dit Bewind gemaakt: En daar uit is het, dat de<br />
droevige gevolgen 7.yn voortgevloeid, waar over de Natie<br />
zich zno billyk beklaagt, en van welken ik breedvoerig in<br />
*t i eloop van dit Werk fj reeken 7a!,<br />
De Cyffcilctters, welken men in deeze Commisfien zal<br />
aanrrt-fFen, Haan niet in de origineelen. Ik heb die alleerlyk<br />
daar in geplaatst, om de bvzondere poinclen te<br />
onderf-htidin, over welke ik gelegenheid zal hebben iü<br />
*f vervolg ie fpreeken.<br />
Commisfie voor ZYNE HOOGHEID , den Heere<br />
Prinfc van Oranje cn Nasfi u , Wil'em Carel<br />
Hendrik Frifö, als Stadhouder, Kapitein Ge~<br />
nercal en Admiraal van de Provincie van<br />
Holland cn We: frkslmd,<br />
„ De Staaten van Holland en Westfiiesland, doen te<br />
„ wecten, dat wy, uit confideiat'e van de bckommerly-<br />
;, ke Conlli utie van tyden en z'aken, en om, onder<br />
„ Gods zegen, den S'aa*- deezer Landen des te bettr te<br />
„ redden uit den zorgcKken en gevaarlyken toci.and,<br />
„ waar in zy zich bevind; als meede u t aanmeikinge van<br />
„ de goede , ge.rouwe, notabele en aangename d'. nf;en,<br />
,, die uit zonderüngtn affectie ! y vorige Heere Prii fea<br />
„ vaü Oranje, hoogloffehker Memorie, als fuccesfive-<br />
„ lyk Stadhouders, Gouverneurs, en K..pi'ej'en Gene-<br />
raili en Admiraals der voorfz, Landen, veele Jaaien
Provinciën daar van berigt aan Willem dm IV.<br />
die te Leeuwaarden zyn vcrblyf hield, en ZY<br />
NE<br />
„ lang, in veele en menigvuldige zwaare tyden, gelegentheden<br />
en periculen, tot Godes eere, bevrydingc<br />
en welvaarcn van denzdvsn Landen zyn beweezen,<br />
en daar omme vastelyk betrouwende, dat by Z Y N E<br />
" HOOGHEID den Doorluchtigen Vorst en Heere, Wilkm<br />
Karei Hendrik F,ifo, Prinfe van Oranje en Nas.<br />
fau, Graave van Catzenellebogen, Vianden, Dietz,<br />
" &c.' &c &c , in navolginge van de exempelen en voet-<br />
" ftappen van voorige Heeren Printen van Oranje, ZY-<br />
Nt HOOGHEIDS Voorzaten, den voorfz. onzen Landen<br />
uit ge'ykc affeclïe, en meede tot voorftand van de<br />
waare Christelyke Religie, zeo die tegenwoordig by<br />
„ publieke authoriteit in den voorfz. Lande geëxerce'ert<br />
„ word, insgelyks goede dienden zullen mogen bewezea<br />
„ worden, • i°. hebben met goede kennisfe van zaa-<br />
„ ken, en met deliberatie yan Raaden, den hoog^e-<br />
„ melden Heere Prinfe van Oranje en Nasfau , Willem<br />
Karei Hendrik Frifi, onthouden, gecommitteerc,<br />
„ oelleld en geordo-.neert, onthouden, committeeren,<br />
„ Hellen en ordonneeren mits deezen jegenwoordige<br />
„ als Gouverneur, Capitetn Generaal en Admiraal vaa<br />
„ den voorfchreeven onzen Lande vanHolhnd en Wesc-<br />
„ friesland, met den Brielle en Voorne, wezende geleer>en<br />
en behoorende aan den voorfz onzen Lande van<br />
„ Holland; gevende den hoo^gemelden Heere Prinfe'<br />
„ Willem Karei Hendrik Frifo vo'komen macht, authori-<br />
, teit, en fpcciaal bevel, den voorfz. (laat van Gouver-<br />
„ neur, Kapitein Generaal en Admiraal voortaan te<br />
„ houden, eyereceren en bediensn. —— 2 0. daa- inne<br />
„ voor te ftsan, re vorderen , en ts bewaaren de Hoogheid,<br />
Cftrechti^heid, Privilegiën, en welvaren van<br />
„ dea
SCXXIt V o O R A F S T l i A A K .<br />
NE .HOOGHEID vertrok terftond naar 'sHage,<br />
alwaar hy den t-ft. Mey aankwam': — zo wel<br />
by<br />
„ den voorfr. onzen Landen, Leden, Steden en Inge-<br />
„ zetenen van dien, mitsgaders het gebruik van de voorfz.<br />
„ Christelyke Religie; 30. dezelve te conferveeren<br />
„ en te befchermen vin alle overlast en foulen, desor-<br />
„ dre, onëenigheid, afbreuk en fchaade: — 4°. Voorts<br />
„ in den voorfz. Lande te doen gebruiken eii »dmini-<br />
„ flreeren, Recht en Juftitie, de proviflen van Juflitie be.<br />
,', hoorlyk te doen verleenen, allen den geenen die zulk*<br />
„ verzoeken zullen, en dezelve te doen executeeren;<br />
„ alles aangaande de zaaken van Jnftitie, met advys van<br />
„ den Prefident en Raadcn over onzen Lande van Hol-<br />
„ land en Westfriesland: • 5°- vorders na genomen<br />
Advys van den gemelden onzen Hoven të verleenen,<br />
"Brieven van gratie, remisfien, pardon en aboliticn,<br />
" des dat de voorfz. refpedtive Brieven zullen moeten<br />
" worden geinterineeit al» na behooren; wel verftaande<br />
" nochtans, dat van gequahficeerde éoodilagen, en enor-<br />
',' men deliaen, geconmitteert met geleider laage en op-<br />
" zette wille, geen remisfie of pardon zal worden ver-<br />
" leent of gegeeven: 60. en aangaande de zaaketf<br />
" van Oorlog en Politie van den voorrz. onzen Lande,<br />
" by goeddunken van ons , en met Advys van onze Ge-<br />
"committeerde Raaden, in conformiteit van derzelven<br />
Inftruftie: 70. de Bürgemeefteren, Schepenen en<br />
" Wetten te veranderen na behooren, en achtervolgen-<br />
", de de Privilegiën van de refpeftive Steden en Plaat-<br />
" f e n. . 8>. te doen houden goede opzichte, ordre'<br />
" en 'wachte in de Steden en Sterkten aldaar-, zoo te'<br />
Water als te Lande daar het zelve van nooden wezen<br />
" Z l\ po. en voorts in het generaal cn particulier<br />
!! alles te doen dat een goed en getrouw Gouverneur,<br />
„ Ka-
V O O R A F S P R A A K . XXXIÏI<br />
by zyn aankomst, al» by zyne Infiallatie in de<br />
hooge Bedieningen, welke Hunne Hoog Mogen<br />
„ Kapitein, Generaal en Admiraal van den voorfz. ofizen<br />
Lande vermag en behoord te doen; waar op deti<br />
,, hooogemelden Heere Prinfe van Oranje en Nasfau, \<br />
„ Willem Karei Hendrik Frift gehouden word te doen den<br />
„ behoorlyken eed aan onzen landen. "<br />
,, Lasten en beveelcn daar omme de» Prafident en<br />
„ Raaden van den voorfz. onzen Hove, eri alle andere<br />
„ Jufticieren en Officieren van meergemelde anzen Lan.<br />
„ de van Holland en Westfriesland, dat zy den hoog.<br />
„ gemelde Heere Prinfe Willem Karei Hendrik Frifo hou-<br />
„ den en refpefteeren als Gouverneur 1<br />
, Kapitein Gene-<br />
„ raai en Admiraal voornoemt, denzelve bewyzen alle<br />
„ eere en reverentie , én ih alle het gunt, het beleid en<br />
„ gebruik van den voorfz. Staat, aangaan mag, en het<br />
„ gunc daar aan kleeft, Hem te bbedieeren, en te doen<br />
„ alle redres en asfiftentïe. "<br />
„ Gegeven in den Hage onder onzen grooten Zegele<br />
hier aan gehangen, op den 3. Mey dés Jaars Onze»<br />
•s, Heere eii Zaligmaaker Jefu Caristi 1747. "<br />
'Commisfie van Kapitein en Admiraal Generaal van<br />
'de Unie, gefield den 4. Mey 1747- en vervolgens<br />
door de Staaten Generaal overgegeeven aan<br />
"Willem den IV. Prins van Oran<br />
je eri Nasfan.<br />
De Staaten Generaal der Veröenigde Nederlanden ;<br />
y, allen den geene», die deezen jegenswoordigen zuilen<br />
* * * „ zieii<br />
de
xxxiv V O O R A F S P R A A K .<br />
de en de Staaten van Holland hem opgedragen<br />
hadden, ontfing dien Prins zo veel eer ei; dezelfde<br />
bly-<br />
zien ofte hooren leezen, Sahtt, doen te weten, al<br />
„ zoo het nodig is tot maintenement van den Staat en<br />
„ Regeering van den Landen, confervatie van de ware<br />
„ Gereformeerde Religie, en tot direflie en beleid van<br />
„ den Oorloge, een bekwaam en gtqualificeerd Perfo-<br />
„ nage tot Kapitein en Admiraal Generaal over het Volk<br />
van Oorloge te Water cn te Lande, in onzen dienst<br />
„ wezende, Werde aangefteld en getuihorrfeerd: Z-io is<br />
,, het, dat wy, om de goede qualitef en en bekwaamheid<br />
„ van den Doorlu.htigen en Hooggeboren Vorst, Willem<br />
„ Karei Hendrik Frlfo, van Cods genade Prinfe van Oranje<br />
en " asfau, Graave van Catzenellebogen, Vianden,<br />
„ Dietz, &c. &c. &c. ons betrouwende zyner kloek-<br />
„ luid , dapperheid en geaegentheid tot het Welvaren<br />
van den Lande, • i°. Denzelven Prinfe WilUm Ka,<br />
„ rel Hendrik FHfo gefield en geauthorifeerd hebben, ftel-<br />
„ len en authonfeeren ZYNE HOOGHEID bydeezen,<br />
„ tot Kapitein en Admiraal Generaal over het Volk van<br />
Oorloge in onze» diende te Water en te Lande we-<br />
„ zeude, 20. gevende denzelven ZYNE HOOG-<br />
„ HEID volkomen last, macht en authoriteit, om, in<br />
„ krachte van deezen , over het voorfchreve Volk van<br />
„ Oorloge te-commandeeren en ordonnecren, gelyk tot<br />
„ maintenement van de Unie en defenfie, bewaarnisfe en<br />
„ verzekering van den Staat, rusten, Rechten en Pri-<br />
„ vilsgien van den Landen, zoo in het generaal als vau<br />
„ elke Provincie in het particulier, en tot befcherminge<br />
„ van de Inwoonderen van dien, • 30. mitsgaders<br />
„ confervatie van de waare Gereformeerde Religie, zoc*<br />
„ die jegenwoordig in de Provinciën , geasfofieerde Lan-<br />
„ den, en de Steden by publieke authoiiteic vrordgeëxn<br />
«•
VOORAFSPRAAK. XXXV<br />
blyken van eerbied, als of hy de volftrekte<br />
Souverain der Republiek was geworden.. Toen<br />
zag men tot welk een overmaat van pluimftrykerye<br />
en vernedering , de gemoederen, door<br />
val-<br />
erceerd » 4°- en tot de handhonding van de te-<br />
«enswoordige Regeering zal behooren, en dit alles<br />
op de Hoogheden, Rechten , Eeren en Praéminen-<br />
'„' tien, daar toe behoorcnde, 5°- hebben voorts<br />
", aan Hooggemelde Heer Prinfe geconfereerd, en con-<br />
" fereeren by deeze, tot ons kennelyk wcderzeggen toe,<br />
" zoodaanigen vrye ma Dt om de Patenten (*) en andere<br />
zaaken, tot de Militie fpefterende, als de voorge-<br />
* noemde Heeren Pri'nfen van Oranje, ZÏN HOOG-<br />
" HEIDS loffelyke Voorzaaten, als Stadhouders en Ka-<br />
"„ piteinen Generaals ten refpefte van voorfchreve Müi'ie<br />
'i liebben geëxerceerd, 6: beveelen en ordonnee-<br />
„ ren dair omrae wel expresfelyk allen en een iegelyk,<br />
|' ende namentlyk alle Krygs - Officieren , Overflen,<br />
, Ritmeefteren Kapiteinen, en allen anderen Volk van<br />
Oorloge in onzen dienst en bezoldiig wezende, Zr-<br />
„ NE HOOGHEID in den voorfchreeven ftaat te erkeni,<br />
nen, refpefteeren en gehoorzaatnen in het volbrengen<br />
„ van deezenzynen last, en te doen alle hulp, faveur en<br />
adfiftcntie:— Jo. dies zal Zyne Uoo,,gemelde H o o 0-<br />
" HEID den voorfchreven Staat, als Kapitein Gene*<br />
" raai, bedienen op den Eed, daar toe geordonneerd ;<br />
„ te<br />
(*) Door bet woord Patenten worden hier yerjleian de ordres,<br />
die aan de Trouppen getemde» worden om op marscb te gaan, of<br />
XXXTI V O O R A F S P R A A K ;<br />
valfche vooroordeelen , verleiding , of oogeri-<br />
Wiklyke vervoering fteigeren konden omtrent<br />
een Man, die alleenlyk het Hooft der uitvoerende<br />
Magt moest zyn; als toen zag men tot<br />
welk een overmaat van dien aart jegens den<br />
zelfden Man konden komen zodanige zielen,<br />
welke, door den gouddorst verteerd , met de<br />
Woede om zig te verheffen, of in vermogen en<br />
aanzien te handhaven, bezield waren; daar zag<br />
men die Regenten, Voormaals zo opgeblazen<br />
en zo oppermagtig, op hun beurt voor de voeten<br />
van dien Man kruipen, ter behoudenis<br />
der bedieningen, door hun onwaardig gedrag<br />
onteerd; daar, eindelyk zag men dat 'er in<br />
het meerder gedeelte der Grooten en Regenten<br />
van ons ongelukkig Vaderland geenerlei<br />
gevoel van eer en vaderlandliefde meer<br />
te vinden was. 'Er waren flegts eenige eerlyke<br />
en verlichte Burgers, en de waare Vaderlandlievende<br />
Regenten , by wien de luifter en<br />
het heil des Vaderlands, alle perfoneele eigenbaat<br />
overtroffen, die in hunnen boezem het<br />
droevig lot van dat Vaderland beweenden, zien-<br />
„ te doen in onze handen, of de geenen, die wy zullen<br />
f, ordonneeren, en op zulke Infiruftie, als by ons daar<br />
„ op zal werden gemaakt en gedresfeert. Gedaan in on-<br />
„ ze Vergadering in 'sHage onder onzen grooten Ze.<br />
gel, Paraphe en de Signature van onzen eerften Grif.<br />
„ fier, op den 4. Mey 17474 "
VOORAFSPRAAK.<br />
xxxyn<br />
do datmen zig eerder eenen Meefter dan eenen<br />
eerften Dienaar van Juttirie en Militair Hooft<br />
had gegeeven, wiens dienden algemeen nuttig<br />
zouden hebben kunnen zyn, mdien zyn gezag<br />
binnen behoorlyke perken was betloten geworden.<br />
Met één woord, even als ik ge^.egt<br />
heb dat wy, na onze halzen van onder het<br />
juk, van mam den III. opgebeurd te hebben<br />
van Charybdis op Scylla vervallen waren, zoo<br />
durf ik hier beweeren dat door deze omwenteling<br />
wy wederom vervielen van Scylla op CjwrybdU:<br />
'Er was voor onze kwaaien geen ander<br />
hulpmiddel, dan eene Grondwettige Herfteliing<br />
, op die wyze volvoerd als hier boven u<br />
aangeweezen, - en zodanige Herfteliing<br />
gefchiedde niet! ;<br />
. ,<br />
Het was dan ook van dat ogenblik, dat is,<br />
van het tydpunt af, wanneer zoo een onbepaald,<br />
zoo een ui tgeftrekt gezag geplaatst wierd<br />
tusfchen de oogen der meenigte en de Souvereine<br />
Magt, dat deeze Magt zig verduisterd<br />
vond. mUem de IV. begon wel ras met de<br />
daad te regeeren , en alle zyne Afhangehngen<br />
heerschtenmethem of door hem. Aller oogen<br />
waren op zynPerfoon gevestigd: Hy wierdtheteenig<br />
voorwerp van het vertrouwen , en den<br />
hoop van een oneindig aantal Lieden: —. Aan<br />
hem wierden alle klagten, alle Requesten gegrond<br />
of ongegrond geadresfeerd: • Het<br />
_ .1 Wv aanftelde welke daar<br />
was iiv , -1/ ,
xxxvm VOORAFSPRAAK.<br />
recht opdeed of dezelve affloeg:— Uit kragtvan<br />
zyn vermogen ftelde hy de Regeeringen, der<br />
meeste-Steden af, en -herftelde dezelve naar,<br />
believen : -— Een groot aantal, die -zig tegen<br />
zyne'verheTing hadden aangekant, of aan zyne.<br />
Creatuur-en mishaagden, wierden van ampten<br />
en bedieningen uitgefloten: —. Zoo dat, indien<br />
in dat ades daaden. van noodzaaklykheid en<br />
billykheid verrigt wierden, 'er ook andere van<br />
onrechtvaerdigheid, wraak en willekeurgepleegt<br />
wierden, welke der Natie aankondigden, datzy<br />
ten eenigen dage onder haar een niet minder,<br />
voltrekt Dcspo'ismus zou herboren zien , dan<br />
dat van Wlem den III. — De Gefchiedboeken<br />
van de jaaren 1747. tot 1750. verfchaffen<br />
ons voorbeelden genoeg van het geen ik nu<br />
maar even aanroere.<br />
Daar nu de zulken, die het meest hadden<br />
toégebragt ter herfteliing van het Stadhouderfchap,<br />
in de ganfche uitgebreidheid van<br />
zodanig vermogen, wel fchieiyk de vrugr.en<br />
van hunnen yver en moeke fmaakten , fpaarden<br />
zy niets om al meer en meer de erkentenis<br />
van Wükm te verdienen , en dienvolgens<br />
om het verzadigen hunner fchraap - en heerschzugt,<br />
die hen verteerden, te voltooijen; zy. namen<br />
toevlugt tot dezelfde middelen , welke zy<br />
in hunne eerfte onderneeming hadden gebezigt,<br />
en Haagden 'er in om het Stadhouderfchap ten<br />
voordeele der manlyke en vrouwelyke Afftam-<br />
I ' me-
V O O R A F S P R A A K . XXXIX<br />
melingenvan ZYNE HOOGHEID erflykte doen<br />
verklaaren.—,En, of deze nieuwe gebeurtenis<br />
het bewind der Republiek met afhanglyk<br />
o-enoes van den wil of de grilligheden van eenen<br />
Stadhouder fcad gemaakt, vormde eene maatfchappy<br />
van laage' Slaaven, verzekerd zynde<br />
van den goeden uitflag, welke verleiding of &e-.<br />
weid in de Provinciën Utrecht, Overysfel en<br />
Gelderland, zouden kunnen hebben, hethaatlyk<br />
ontwerp om al daar dezelfde Regeeringsvorm<br />
te herfteilen, welke de fchreeuwendfte<br />
onrechtvaardigheid , door geweld onderfteund,<br />
in den Jaare 1674. in de twee eerfte en in<br />
l 6 7r in de laatfte dier Provinciën had ingevoerd.<br />
En dit ontwerp de heerschzugtvleijende<br />
van Willem, zoo bewilligde dien Befchermer,<br />
aangefleld ^beeedigd om de rechten, privilegiën<br />
en vryheden onzer Steden en Provinciën te handhaven<br />
• die Vorst, in wien men voorgaf, dat alle<br />
sedelyke deugden vereenigt huisvesteden, om<br />
die drie ongelukkige Provinciën te ontzetten,<br />
van het geen zy allerheiligst hadden, en eindigde<br />
door het verdeelen van dcezen roof met.<br />
hen die hem hunnen medeplichtigen gemaakt,<br />
hadden. Kortom, heden nog, DOORLUCH-<br />
TI'GE VORST, is 'er niet alleen m diezelfde<br />
Provinciën eene meerderheid , ondeugend en<br />
ontaart genoeg om eene al zoo onrechtvaar-,<br />
dip- al s tyrannisch ingevoerde Regeermgsform .<br />
te: willen hahdhaaven , maar UWE HOOGHEID
XI. VOORAFSPRAAK.<br />
^elve houd fta.and.e, dat die Regeeringsform weth<br />
tig en eene heilige voorwerp is, waar aan men"<br />
niet raaken mag!.... En op deezen al z 0o onbilg-k'én<br />
als ongerym.den grond, worden zoodaanige.<br />
Regenten en Ingezetenen dier Provinciën die,'<br />
tóoeds genoeg hebben om tegen die afTchnuwlykheden<br />
op te komen , aangezien als dwaazen,of,<br />
vervolgt als oproermaakers! — Maar na alles,<br />
•wat onder ons zedert zoo veele Jaaren, en<br />
voor al in de laathre tyden van het bewind UWER<br />
POQRLUCHTIGE HOOGHEID , gebeurd i s, kan'er<br />
niets meer voorvallen dat ons zou verwonderen.<br />
Buiten en behalven de haatlyke RegeerW*<br />
form, ten yoordeele van Willem den IV. in de.<br />
bovengemelde Provinciën ingevoerd, verkreeg<br />
die Vorst nog m de Provinciën Friesland een<br />
veel uitgeftrekter magt, dan de voorgaande<br />
Stadhouders daar in ooit'hadden. Boven dien<br />
vereenigde hy in zyn Perfpon eene menigte'<br />
Tytels, Waardigheden en Voordeden, welke'<br />
de laatstgemelde niet hadden/bezeten; want Hy<br />
wierd verklaard Erfftadhouder en Kapitein-<br />
.Generaal der Landen en Steden van Brabant en<br />
Vlaanderen en Overquartier van Gelderland •<br />
Na dat men gearrefteerd had aan ZYNE HOOG<br />
HEID te defereeren, eene jouisfance van een<br />
drie en dertigfte part in alle. de afgiften by de<br />
Qost-Indifche Compagnie te doen, wierd die'<br />
Vorst benoemd tot Opper-Bewindhebber en'<br />
Gouverneur, Generaal van dezelve Compagnie,<br />
met
VOORAFSPRAAK* xij<br />
met de uitgeftrektfte magt, welke iemant daar in.<br />
kan uitoeffenen. Hy wierd insgelyks benoemt<br />
tot Opper-Bewindhebber van de West-Indifche<br />
Compagnie., met de inwilliging van vier<br />
ten honderd in de uitdeelingen of afgiften, welke<br />
die Compagnie zoude doen. Men voege<br />
nu daar by alle byzondere Bedieningen, Rechten<br />
en Privilegiën, die elke Provincie zich in<br />
den haare beyverde om hem op ce dragen;<br />
men voege daar by alleappointementen, emolumenten,<br />
retributien en exemprien van allerleijen<br />
aart, welke dat alles hem verfchafte; es men<br />
oordeele dan, daar uit, of Willem de IV. niet<br />
een overftelpend gezag in zynen boezem heeft<br />
vereenigt, met alle middelen om. zich Creatuurea<br />
te maaken, en eenen onweerftaanbaren invloed<br />
op alle rangen van den .Staat te verkrygen ; men<br />
oordeele eindelyk of het niet te duchten zy,<br />
dat deezen of geenen zyner Aframmelingen<br />
eens eenig gebruik van dit erflyk gezag, van<br />
die middelen en van dien invloed maakenzal,<br />
om voor eeuwig onder het juk eener volftrekte<br />
Oppermagt te brengen, die Natie, op welker<br />
kosten de lafhartigheid en onzinnigheid zulke<br />
grooteopofferingen hebben gedaan.<br />
Eindelyk, in het Jaar 1751. overleed Withm<br />
, zonder dat goed, ofliever de wonderwerken<br />
gedaan te, hebben, die de Bewerker* zyner<br />
verheffing hadden belooft, en welke de blinde<br />
lichtgelovigheid, 'er van verwagtte. — Voor.<br />
* * * g eerst
VOORAFSPRAAK?'<br />
eerst bleef die Vorst , welke, volgens die Rewerkers,<br />
de fchrik van Vrankryk zyn zou, en<br />
onze grenzen voor alïe verdere onderneemingen<br />
der Legers van die Mogendheid beveiligen<br />
, zich in den Hage ophouden , terwyl Eergen<br />
op Zoom, en andere gewigtige Piaatzen aan<br />
ons ontrukt wierden: —' Zyn crediet verhaastte<br />
even weinig als zyne krygsverrientingen den<br />
Vreede.dieindenjaare 1748. gefloten wièrd:—•<br />
Het grootfte gedeelte der Regenten , Magiftraaten<br />
en andere hooge Amptenaaren, geheel<br />
en al aan zyn Perfoon overgegeven, en<br />
gevoHyk zeker, dat zy in hunne posten zouden<br />
gehandhaaft worden , of door zyn gezag of<br />
imdoed gewigtiger verkrygen zouden , bleeven,<br />
geduurende den loop van zyn Stadhouderfchap,<br />
even vadzig, even achteloos, even eigenbaatig,<br />
even trotsch als te voren: — anderen,<br />
verzekerd door het zelfde, middel hun geluk te<br />
zullen uitwerken, vergenoegden zich aan die<br />
Lieden te evenaaren:— de vermindering van.<br />
Imposten, waar mede het Volk gewiegt was,<br />
kwam niet tot ftand: — de Finantien van den<br />
Staat wierden niet beter geadminiftreerd : —<br />
de algemeene elende bleef in den lande heerfchen<br />
, — onze Zeemagt, en onze-Frontieren,<br />
bleeven gelyk zy waren: — 'er kwamen nieuwe<br />
abuizen by die, welke reeds in de algemeene<br />
Conftitutie, en in de byzondere Conftitutien'ingekropen<br />
waren: — het zelfde had.-<br />
•• .' * * * ook
Vo, OR.AFSPJS.AAIC. XLIII<br />
ook plaats in alle takken van het burgerlyk en ;<br />
ftaatkundig bewind:— de last van onderdrukking<br />
, m plaats van ligter te worden, wierd allervvege<br />
verzwaard: — en de oorzaaken van<br />
zoo veele rampen, tot den huidigen dag voortgeduurd<br />
hebbende, is het geen wonder dat wy<br />
'er nog dezelfde uitwerkzelen van ondervinden.<br />
Onmidlyk na den dood van JVillem, trad de<br />
Princes zyne Gemaalin, Moeder van UWE<br />
DOORLUCHTIGE HOOGHEID, in hoedanigheid<br />
Van Gouvernante, in de uitoeflening van alle.<br />
Charges en Waardigheden, met welke haar<br />
Gemaal was bekleed geweest, en de Hertog<br />
Lodewyk van Brunsivyk, Bloedverwant dier Vorftin<br />
, ten onzen ongelukke, in den Jaare<br />
1750. in dienst der Republiek getreden, had<br />
het algemeen Opperbevel over de Trouppes,<br />
voor den tyd,' welke nog tot UWES. HOOG<br />
HEIDS meerder]aarigheid "moest verloopen.<br />
Hier is het geenszins de plaats my uit te<br />
breiden over den loop der zaaken , onder de regeering<br />
van die Voritin: doch kan ik niet nllaaten<br />
te zeggen', dat zy ons" dikwyls deed<br />
gevoelen hoe ftyf zy in haare- gevoelens ftond;<br />
tot welk'eene uitgeftrektheid zy gehoorzaamd<br />
wilde zyn ; en hoe Izeer -Haare verknogtheid<br />
aan de belangen Haar er Natie bovendreef, over<br />
die, welke Haare pligt haar ten opzigte der<br />
belangen', en het welvaaren der Republiek<br />
Haar voorfchreef. Een iéder' :<br />
weet-, de onw
xiiv VOORAFSPRAAK, .<br />
billykeen eigendunklyke handel wyze, welke zy<br />
omtrent eenige Regeeringen oeffende, inz.jnderheid<br />
met die van Haarlem, in gevallen, waar<br />
in dezelve meenden haare wettige rechten te<br />
handhaaven. Insgelyks zyn bekend de wegen<br />
door Haar, den Hertog en andere Hiarer<br />
Aanhangers, in den beginne des. jaars. 1756. in-,<br />
geflagen, om de Staaten Genera d over te haaien<br />
tot het verleenen van
V00E.AFSPB.AAK. XLY<br />
welke door hunne Zee - fchuimers van dat<br />
oogenblik tot der Gouvernantes dood op onzen'<br />
Koophandel pleegden. Men weet eindelyk<br />
datdiePrincesfe, ondanks alle haare betuigingen<br />
van het tegendeel,zig weinig bekommerde met<br />
de aanfehuffing der middelen die men, ter beteugeling<br />
dier geweldenaaryen, Van haar verzogt.<br />
In de daad, noch het gezicht van den<br />
Verwoesten en verdorven Koophandel, noch<br />
het gezicht onzer vernietigde Fabrieken, nock<br />
de óverweeging van zo veele familien door<br />
die uitwerkzelen geruineerd , noch de klagten,<br />
noch de herhaalde aandrangen van de voornaamfte<br />
geintresfeerden waren in ftaat om haar<br />
, te treffen i alle befchermihg wierd afgeflagen,<br />
onder voonvendftt, dat onze Zeemagt te zwak<br />
was, én niet herfteld konden worden, zonder<br />
tefTeni de Landmagt te vermeerderen ; aangezien<br />
, volgens Haar en Haare Aanhangers, het<br />
mogelyk was, dat, daar het Oorlogs-Toneel<br />
zig in de nabuurfehap onzer grenzen uitbreidde,<br />
deze konden beledigt of ten minften ons<br />
grondgebied , door de Legers der eéne of andere<br />
van de Oorlogende Mogendheid gefchonden<br />
worden. — En wie toch waren de<br />
Staats-Leden, welke dit zo haath/k als ongerymi<br />
voorwendzd ftyfden ? . . . Het was eene alvermogende<br />
Meerderheid in de Staaten van Gelderland,<br />
Utrecht, Overysfel en Groningen,<br />
mitsgaders aadere van der Cabaal overgegee-<br />
re-
XLT1 V O O R A F S P R A A I C .<br />
vene Regenten, die, bewust dat nimmer onze<br />
drie Zee-Provinciën in eene zo kostbaare en<br />
nodelooze Augmentatie, zouden bewilligen ,<br />
daar mede hunne weigering tot het Herftel der<br />
Zeemagt wettigden, cn dus de Gouvernante<br />
eenen dienst deeden in Haare gekozen partyom<br />
onzen Koophandel geenerki belcherming<br />
te vergunnen. Kortom het was toen even als<br />
het geweest is in de drie laatfte iaaren voor den<br />
jongften Oorlog: Onze dierbaarfte belangen,<br />
en de eer der Republiek wierden onwaardiglyk<br />
aan onze natuurlyke Vyanden opgeofferd ,<br />
en dat op zoo zichtbaare wyze, dat 'er geen<br />
redelyk mensch aan kan twyffelen.<br />
Ten betooge tot welk eene overmaat van<br />
verdrukking onze Koophandel óp het einde<br />
des jaars 1758. was gebragt, en den geringen<br />
aandacht, welke de Gouvernante op de Vertoogen<br />
onzer voornaamfte Kooplieden bevorens<br />
had geflagen, en toen nog Jloeg, zal ik<br />
hier de wezenlyken inhoud plaatzen van die,<br />
welke door eene Deputatie dier Heeren deö<br />
.7. December van dat jaar op nieuw aan die<br />
Vorftin wierden geprefenteerd. Zynde reeds<br />
de vierde, die Haar, zedert het begin des Oorlogs<br />
was overgegeeven.<br />
De Gedeputeerden Audiëntie by HAARE<br />
H OOGHEID bekomen hebbende, herinnerden<br />
Haar zoo cordaat als eerbiedig, al derampfpoeden<br />
die voortgevloeid waren, en nog fpruiten<br />
kön-
VOORAFSPRAAK. xtv-i<br />
kondén uit de voortduuring der gewelddaadigheden<br />
en rooveryen, zoo door de Engelfciie<br />
Oorlogfchepcn, als door de Kaapers dier Natie<br />
begaan i zy beklaagden zig vervolgens over<br />
de menigerleije knibbelaarïjen, van welke het<br />
Engelsen Ministerie zich bediende om zich te<br />
wettigen in het nalaaten van alle recht-oeffenjng<br />
op de ingeleverde klagten onzer Kooplieden;<br />
— om te llooren den natuurlyken en<br />
wettigen loop onzes Koophandels; — en om<br />
te verwylen alle billyke fehikking ten opziffte<br />
onzer Scheepvaart, enz. Daar na<br />
vervolgde de Spreeker dezer Deputatie zyn<br />
Vertoog in deze bewoordingen : „ Laat het<br />
„ Uwe \oninklyke Hoogheid dan niet vervelen,<br />
„ dat de Commercie, door alle deze redenen<br />
' geperst en tot het uiterfte gebragt, zichwe-<br />
H derom tot hoogstdezelve keere, met reïte-<br />
, reerend verzoek, en eerbiedige inftantie, dat<br />
l het Uwe Koningïyke Hoogheid behage haar te<br />
helpen uit haren dringenden nood.<br />
„ Laatcn dc Kooplieden daarom de vryheid<br />
„ nemen Uwe Koningïyke Hoogheid deze twee mid-<br />
I, delen voor te ftellen , die de Commercie<br />
„ met reden mag denken van de uiterfte nut-<br />
„ tigheid te zullen zyn.<br />
Het aanwenden, namelyk, van de allerkra
ta,Viï! V Ó O R A F S P R A A K.<br />
„ En het verleenen van fuffifante Protectie<br />
„ voor de Navigatie door de geheele Waereld.<br />
„ Deze twee zaken meenen de Kooplieden,<br />
„ onder reverentie, ten uiterften en op het<br />
„ allerfpoedigften nodig te zyn, dm dien impor-<br />
„ tanten fchat van de Commercie, die in En-<br />
„ geland legteri daaglyks aanwast, te recupere-<br />
„ ren; op dat, met hulpe van God Almagtig,<br />
„ voorgekomen worde de ruïne van zoo veele<br />
„ brave en eerlyke lieden, de fteunen van de<br />
„ Commercie , wien haar eér zoo lief is, als<br />
„ hun leven. Welkers val immediaat naar<br />
„ zich zal flepen het verderf van alle Handwer-<br />
„ ken, Manufacturen en Ambachten; en aan<br />
„ min Vermogenden den allerbitterflen honger<br />
„ en kommer, in dén op handen zynde winf,<br />
ter zal doen gevoelen.<br />
„ De eerfte bewyzen daar van komen niet<br />
j,, aan het Hof van Uwe Koninglyke Hoogheid;<br />
„ wy ondervinden het reeds; wat zal het<br />
„ in het vervolg zyn ? Uwe 'Koninglyke Hoogheid<br />
„ geloove ons, het water is aan de lippen;<br />
w de elende word dagelyks grooter, en men<br />
f, zal in het kort buiten ftaat zyri, hoe gene-<br />
„ gen anderzints, aan de Armen handreiking<br />
5, te doen.<br />
„ Hoe noodzakelyk en important de goede<br />
\, uitflag van dit eerfte poinét voor de Commer-<br />
„ cie is, niet min dreigende is de nood om de<br />
>, Kooplieden het tweede poinét van hun ver-<br />
„ zoek
VOORAFSPRAAK. 2LIX<br />
•„ zoek toe te ftaan, namelyk fuffifante Prctecliè<br />
„ door de geheele Waereld.<br />
Oorlogfchepen, Mevrouw! zyn 'er nodig<br />
„ om hen te beveiligen; op dat men hier te<br />
„ Lande niet verder geruineerd rake; op dat,<br />
wanneer de minzame handelingen , en de<br />
„ groote beloften , niet beantwoorden aan de<br />
" verwagtinge , die men nog ten goede voed,<br />
" de Republiek in ftaat moge zyn op haare<br />
" ei o-en macht te vertrouwen ; en dat, wanneer<br />
" al°het onze, het welk in Engeland is, verlo-<br />
" ren zal zyn, wy ons zelf kunnen helpen, en<br />
" in ftaat zyn het geleden ongelyk te wreeken.<br />
Laten de Kooplieden voor hun zeiven, en<br />
voor allen, die van den Koophandel moeten<br />
'* leven, deze voorzorg van Urne Koninglyke Hoog-<br />
Z heid mogen affmeken ; ftel hen in ftaat, door<br />
Oorlogfchepen, haare Vaart en Handel gerust.<br />
te kunnen voeren; laten zy daar op<br />
' ftaat mogen maaken, en van Uwe Koninklyke<br />
l Hoogheid" die de voornaamlte diredie m de<br />
Staatsfchikkingen van de Republiek heeft, met<br />
. weder gerenvoieerd werden naar anderen,<br />
Het dependeert, vertrouwen ze , alleen van Uwe<br />
" Koninklyke Hoogheid ben te helpen; het behoeft<br />
Uwe Koninklyke Hoogheid maar één woord<br />
' te kosten, om tot de modi ge formidabele Equipagie<br />
„ te doen bef uiten. Niemand,, aie dezelve tegemvoor-<br />
4ig aan de Augmentatie of iets anders accrockert,<br />
„ zal zié daar verder tegens feilen. Te minder, om<br />
7f<br />
# * * * „ dat
t V O O R A F S P R A A K .<br />
„ dat mch wel mag vast fielten, dat niemand van<br />
„ de Leden van de Hooge Regeringe aan de Noodza*<br />
„ ketykheid van de Proteclie ter Zee twyffett<br />
„ 'tls 'er ver van daan, dat zy de Republiek<br />
„ in een twyfelachtigen Oorlog tegens een<br />
„ magtig Koninkryk zouden willen inwikke-<br />
„ len; neen, zy verlangen niets, als een ze-<br />
„ kere Neutraliteit en gelukkigen Vrede te<br />
„ mogen genieten En, om te too-<br />
„ nen, DOORLUCHTIGE VORSTIN, hoe ver<br />
„ de Kooplieden, aan den eenen kant, afzyn<br />
„ van Oorlog tegens hunne Onderdrukkers te<br />
„ willen; maar, aan den anderen kant, wensch-<br />
„ ten dat de Republiek, door haare eige magt<br />
„ en nieuwe Alliantien, zich in postuur ffcelde<br />
om haren verderen ondergang te voorko-<br />
,„ men, zoo neemen zy de vryheid, nogmaals,<br />
„ te herhaalen, 't geen zy zoo menigmaal<br />
„ voorgedragen hebben; dat, namelyk, eene<br />
„ aanzienlyke Deputatie, uit het midden van<br />
„ hunner Hoog Mog. IUuftre Vergaderinge,<br />
„ naar Engeland gedaan worde , om by den<br />
„ Koning van Groot - Brittannien een fpoedig<br />
„ en voldoenend redres te befolliciteren, en<br />
„ daar op ten fterkften aan te dringen, om ein-<br />
„ delyk een volkomen genoegdoening van de<br />
„ geleden fchade te erlangen.<br />
„ En , zoo zy niet dachten dat het zoude<br />
„'gelyken als ofzy de deliberatien van hunne<br />
w wettige Regeringe wilden voor uit loopen,<br />
n zou<br />
"
V O O R A F S P R A A K , "iï<br />
„ zouden zy tevens voordellen , dat 'er ; gelykelyk<br />
met de Deputatie naar Engeland, ver-<br />
„ fcheide Commisfien, naar Rusland, Spanje ;,<br />
Zweden en Denemarken, gedecerneertwier-<br />
„ den; om, by een weigerend antwoord van<br />
„ het Engelfche Hof, zieh te kunnen verzeke-<br />
; ren van de Alliantie, hulp en byftand der<br />
„ gemelde Hoven, om de alleenheerfching der<br />
„ Ëngelfchen ter Zee met ons te helpen te-<br />
„ gengaan, Sic." .<br />
Op deeze zoo hartroerende, zoo nadruklyke,'<br />
zbo gegronde Vertoogen antwoordde<br />
Haare Koninglyke Hoogheid koeltjes. „ Dat<br />
„ zy met leedwezen den tegenwoordigen ftaat<br />
„ van den Koophandel aanzag , en over<br />
„ den zeiven niet minder aangedaan was, dan<br />
„ iemand der Kooplieden; doch dat het ü A A-<br />
„RE SCHULD niet was. dat dezelve niet -meer<br />
„ bejchermd wierd; dat aan de Magiftraten<br />
„ der Steden Dordrecht , Haarlem , Amfter-<br />
„ dam, Gouda, Rotterdam en Brielle, de reden.<br />
„ moest toegefchreven worden, waarom de<br />
„ LAND- en ZEEMAGT in geen beteren ftaat<br />
„ zyn; dat zy Gouvernante niet had opgehou-<br />
„ den te werken om aan de Kooplieden ge-<br />
„ noegen te geven, waar van ten getuigen<br />
,', ftrekte zekeren Brief, door den Koning van<br />
H Engeland, haren Heere Vader aan haar ge-<br />
„ fchreven (waar van Haare Koninglyke Hoogheid<br />
„ hun copie gaf, en die niets ftelUgs betekende); - dat zy<br />
#### 3 on-
ttr VodH.AFSPR.AAK.<br />
>, onderricht was dat de Kollonel Yorke ver»<br />
„ zogt had dien zelfden morgen een mondge-<br />
„ fprek met Hunne HoogMog. te houden, om in<br />
„ Onderhandeling te treden over deze zaak;<br />
„ en dat zy hoopte, dat zulks van een ge-<br />
„ wenschte uitwerking zoude wezen."<br />
Na dit antwoord begaf Haare Koninglyke Hoog'<br />
Md zig in een ander vertrek, die Heeren aanzeggende,<br />
dat dezelve, des goedvindende, breeder<br />
met Haaren Geheimraad den Heer de Larrey<br />
konden fpreken.<br />
Den toon, op welken dit antwoord wierd uitgefproken,<br />
het verwyt door Haare Koninglyke<br />
Hoogheid aan de bovengemelde Steden gedaan,<br />
van oorzaak te zyn, dat de Land- en Zeemagt<br />
in geen beteren ftaat waren, en de zekerheid,<br />
welke die Gedeputeerden hadden van de geringe<br />
vrugten, die 'er uit de gevolgen der Conferentie<br />
des Heeren Yorke te fpruiten ftonden,<br />
deeden die Kooplieden genoeg zien dat zy wederom<br />
vergeeffche moeiten hadden gedaan. —<br />
des onaangezien begaven zy zich by den Heer<br />
de Larrey, waar in, na vrije hevige debatten<br />
over het onderwerp hunner komst, die Man ,<br />
de zaak fchielyk afdeed, en hun rond uit zeide:<br />
„ Dat het voor de Vrouwe Gouvernante<br />
„ was geworden een pointl d'bonncur, om in<br />
„ geene Equipagie ter Zee te bewilligen, zon-<br />
„ der eene vermeerdering van Trouppen te<br />
9) Land; en dat hy de Kooplieden niet dorst<br />
„ vlei*
VOORAFSPRAAK. tm<br />
-„ vleien met de teruggave der Schepen en Goe-<br />
„ deren, die door de Engelfchen genomen zyn' *<br />
Ik zal hier niet blyven ftaan op de nieuwe<br />
Propofitie, door Mevrouwe de Gouvernante,<br />
altoos door de voorgemelde 4 Provinciën onderfteund,<br />
den 11. daar aan volgende ter Generaliteit<br />
deed, om gelyktydig de vermeerdering<br />
der Landmagt met de Equipage ter Zee<br />
te verkrygen, terwyl Haare Koninglyke Hoogheid,<br />
in den grond Haarer ziel overtuigt was, dat<br />
onze drie Zee - Provinciën nooit in het eerfte<br />
point bewilligen zouden. Ik zal my even min<br />
uitbreiden over deRequesten, door de Amflerdamfche<br />
en Rotterdamfcbe Kooplieden onmiddelyk<br />
daarop aan hunne refpe&ive Regeeringen, en<br />
de Staaten van Holland geprefenteerd, ten einde<br />
de nodige befcherming van den Koophandel<br />
te verkrygen, en aan te toonen, de geringe<br />
hoop, die hun het antwoord der Princesfe<br />
had overgelaten, ter verwerving van die befcherming.<br />
Ik zal kortom niet herinneren, dat,<br />
volgens eenige expresfien, hier boven in het<br />
vertoog van Gedeputeerden aangetekend, Haare<br />
Koninglyke Hoogheid, door Haare alvermogende<br />
n invloed in de Vergadering der Staaten Generaal,<br />
gemaklyk aan de billyke vordering voldoen<br />
kon, — ik zal alleenlyk hier aanmerken,<br />
dat het antwoord van den Geheimraad de Larrry<br />
de ganfche Natie met verontwaardiging ver-><br />
vulde, Het was dan geenzins genoeg hua<br />
# * # Ut g o p
xiv V O O R A F S P R A A K .<br />
op eene onbepaalde wyze te hebben doen voelen,<br />
dat zy niets te hoopenhadden; men moest<br />
'er nog de onbefchaamdheid, den hoon , of<br />
liever de wreedaartigheid byvoegen. — Hoe!<br />
rond uit te declareeren, „ dat het voor Haare<br />
„ Koninglyke Hoogheid een poinct d'honneur was<br />
„ geworden in geen Equipage ter Zee te hewilli-<br />
„ gen, zonder eene vermeerdering van Troupen te<br />
„ Land! .... Dat was regt den Dolk zo diep in<br />
„ 't harte booren, als maar gefchieden kon. "<br />
Ware dit zoo, DOORLUCHTIGE VORST,<br />
wat is het dan niet een droevig poincl; d'honneur,<br />
het welk de rechtvaardigheid, de allerheiligfte<br />
pligten, de plechtige eeden aan elke Provincie<br />
in 'tbyzonder, en aan de Staaten Generaal gedaan,<br />
te boven gaat!-— Ik kan geenzins gelooven ,<br />
dat zulk eene haatlyke beweegreeden de Vorftinne,<br />
UWER HOOGHEIDS Moeder,heeftbeftuurd<br />
in haare weigering der zo dringend gevraagde<br />
Protectie voor den Koophandel: Veel liever<br />
geloofik, dat HAARE KONINGLYKE HOOG<br />
HEID , met valfche vooroordeelen bezet, verblind<br />
door de verkleefdheid voor Haare Natie,<br />
bedrogen door trouwlooze Raadgeevers ,<br />
den ftaat der zaaken verkeerdelyk befchouwende<br />
, en verftout door de onderfteuning<br />
eener menigte ontaarde Regenten, die H A A R E<br />
HOOGHEID behagen wilde, en vry wat beter<br />
dan ZY zelve, wisten wat die Vorftin<br />
in dergelyk geval te doen had , zodanig is<br />
te
V O O R A F S P R A A K . T.V<br />
te werk gegaan als in deeze omftandigheden<br />
is gefchied.<br />
Kortom , koe het ook zy , zeker is het<br />
dat de halftarrigheid der Princes-Gouvernante<br />
om de billyke klagten der Kooplieden geen gehoor<br />
te geeven, mitsgaders de gevolgen , welke<br />
die halftarrigheid nog heeft gehad na den<br />
dood van HAARB KONINGLYKE HOOGHEID,<br />
onzen Koophandel eene fchade van byna ao<br />
millioenen, en aan de Eer onzer Republiek<br />
een onuitwisbaare vlek hebben toegebragt. •<br />
Daar door ook leerde men , dat indien de voorzigtigheid,byhet<br />
erfiyk verklaaren der Charges<br />
en Waardigheden, tot welken Willem de IV.<br />
wierd verheven, zulken zyner Aframmelingen<br />
had uitgefloten, welke met Koninglyke of Keurvorftelyke<br />
Waardigheden zouden bekleed zyn,<br />
die zelfde voorzigtigheid insgelyks had behooren<br />
uit te fluiten, die van zyne Aframmelingen,<br />
welke zouden kunnen huwen met Konings Kinderen,<br />
of van alle andere Souverainen, welker<br />
belangens met die van de Republiek ftrydig zouden<br />
zyn of worden kunnen : En mogelyk had<br />
men by ons niet kwalyk gedaan om in de ongemakken<br />
te voorzien, die altoos onder ons zullen<br />
voortfpruiten uit de Regeering eener uitheemfche<br />
Vrouw, welke daar toekan geraaken zonder<br />
tyd gehad of moeite genomen te hebben<br />
onze Conilitutie, onze Wetten, den aart onzer<br />
Regeering, en verfcheide andere zaaken te<br />
*&** . door-
liYï V o O R A F S P R A A K.<br />
doorgronden, welker kennis onvernrydelyk is<br />
om met vrugt uitte oeffenen, de Bedieningen<br />
en Waardigheden van Stadhouder enz., welke<br />
een minder;aarig Kind by zyne meerderjaa-.<br />
rigbéid vervullen moet.<br />
Na de dood van Mevrouw de Gouvernante<br />
(a),kwam 'er voor het oog der Natie een<br />
ander Toneel ten voorfchyn. — HAARE KO<br />
NINGLYKE HOOGHEID, had, door eene byzondere<br />
dispofitie, den al te befaamden Hertog<br />
van Brun.'vjyk belast met de waarneeming<br />
der Voogdyfehap van UWE DOORLUCHTI<br />
GE HOOGHEID, gevolglyk met de zorg van<br />
UWE Opvoeding: welk vertrouwen, alzo ongelukkig<br />
voor UWE HOOGHEID, als voor ons<br />
Gemeenebest, niet erger kon geplaatst zyn.<br />
Dit listig, behendig, geveinsd en allerheerschztlgtigst<br />
mensch , boven dien aan de belangens<br />
van Engeland overgegeeven, en bezield<br />
met verachting voor de Natie, welker brood<br />
hy at, verzuimde niets , om in de uitoefièning<br />
van zynen post, geduurende U W E R<br />
HOOGHEIDS minderjaarigeid, en na UWE<br />
meerderjaarigheid , oppermagtig over U W E N<br />
geest te heerfchen. De kunst gehad hebbende<br />
UwEganfche liefde en vertrouwen te gewinnen,<br />
viel<br />
(a) Deze Vorftin overleed den 12. January 1759. •—-<br />
En de jonge Stadhouder wai toen nog geen II jaaren oud*
V O O E . A F S P R A A K . iVÖ<br />
viel het hem ligt UWE HOOGHEID, die vooroordeelen,<br />
die grondbeginfelen, die fteiregelen<br />
in te boezemen, welke met zyne voorneemens<br />
ftrookten. Hy verbergde voor UWE HOOG<br />
HEID niets dan het geen Gs, zo voor het welzyn<br />
van den Staat als voor U zeiven noodzaaklyk<br />
weeten moest. Hem ontbrak met ée'n<br />
woord niets dan het gelukken in de bederving<br />
der uitmuntende hoedanigheden, met welke<br />
de natuur Uw hart had begaaft. Maar waar<br />
toe dienen die hoedanigheden, zonder waare<br />
verlichtingen des verftands ! — Wanneer een<br />
jongen Vorst word opgevoed in grondbeginfelen<br />
&<br />
die gunftiger zyn aan de byzondere inzichten<br />
der geenen , die voor zyne opvoedingmoeten<br />
waaken, dan heilzaam voor den Staat, welke<br />
hy of zelve moet beftuuren, of in welken<br />
hy flegts het Hooft der uitvoerende magt moet<br />
worden, wanneer teffens de vleijery der Hovelingen,<br />
en de toejuichingen eener blinde menigtecüen<br />
Vorst ftyven in het vertrouwen dat hy<br />
ïn^zynen Beftuurderen fteld, mitsgaders in de<br />
valfche denkbeelden, welke deezen hem inboezemen<br />
van zyne rechten, zyn toekomftig gezag<br />
, en van de gezande ftaatkunde , is zodanig<br />
een Vorst waarlyk te beklaagen; hy ia<br />
niets door zich zeiven: hy is en zal nimmer<br />
iets anders zvn, dan het geen men zal gewild,<br />
hebben, dat hy zoude zyn, namelyk een<br />
EtreMke. Zyn ganfche leven door omgeeven,<br />
**** « van<br />
9
ivm V O O R A F S P R A A K .<br />
van eene wolk van vooroordeelen, en dwaalingen,<br />
weggefleept in eenen draaikring, door<br />
bedrog en pluimftrykery geformeerd, zal hy<br />
alleenlyk zien door de oogen van hun, welke<br />
hem dus gevormt hebben, of die hem omringen;<br />
hy zal niets doen dan door de aandryving die<br />
zy hem zullen weeten te geeven, en zal nooit<br />
in 't vermoeden geraaken , dat hy flegts den<br />
ellendigen kaatsbal van het welbehagen, of<br />
der grilligheden van anderen is : Eindelyk het<br />
zal een Avonderwerk zyn, indien ooit de waarheid<br />
tot hem doorbreeke; en dit in de daad<br />
eens gelukkende, zal het nog grooter wonderwerk<br />
zyn , zo hy die erkent. Zodanig,<br />
DOORLUCHTIGE VORST , is het waare en<br />
droevige denkbeeld, dat men zig moet vormen<br />
van de Opvoeding , die UWE HOOGHEID heeft<br />
genoten, en van de uitwerkingen welke die<br />
Opvoeding in U vervolgens heeft voortgebragt,<br />
en nog dagelyks voortbrengt.<br />
Op het eigen oogenblik, dat de Hertog de<br />
waarneeming der Voogdyfchap over U W E<br />
HOOGHEID aanvaardde, verklaarden de Staaten<br />
Generaal hem tot UWEN Reprefentant<br />
als Kapitein-Generaal van de Unie. Het<br />
fchynt dat Hunne Hoog Mog. reeds van toen af<br />
voorzagen, het misbruik dat die man zou kunnen<br />
maaken van het credit en den invloed,<br />
welke hy de kunst had gehad, zich geduurende<br />
het leven van Mevrouw UWER HOOG<br />
HEIDS
V O O R A F S P R A A K .<br />
HEIDS Moeder in de Republiek te verfchaffen;<br />
want het VIL Artykel der Inftru&ien, welke<br />
zy hem in voornoemde qualiteit gaven, behelst<br />
woordelyk: „ De Heer Hertog zal zich geen-<br />
„ zins bemoeijen met eenige zaaken, de Religie,<br />
„ Politie, Finantie of Juftitie rakende; noch<br />
„ ook met eenige andere zaaken, privativelyk<br />
„ {taande tot onze dispofitie , of die van de<br />
", Bondgenooten, of wel eenige Leden van<br />
„ dezelven concerneerende , hoedanig en van<br />
„ wat nature die zouden mogen zyn; noch<br />
„ ook met zaaken van de Unie en verbmdte-<br />
„ nisfe, tusfchen de Bondgenooten opgerecht;<br />
„ en veel min zich immisceeren, diredtelyk of<br />
„ indire&elyk, in de questien of gefchillen, die<br />
„ tusfchen de Bondgenooten, of eenigen van<br />
., dezelven, of ook wel tusfchen de Leden en<br />
„ Kwartieren van de eene of andere Provintien,<br />
mogten komen te ontftaan, ten ware<br />
„ by allerzyds Partyen mogte worden ver-<br />
„ zocht zynde goede Ofïicien van Intercesfie<br />
„ enMediatiete willen interponeeren, ol ook<br />
„ wel dat de zaak aan zyne Uitfpraak en De-<br />
„ cifie by aüerzyds Geinteresfeerden, wierde<br />
„ gefubmitteerd. "<br />
Evenwel, in weerwil der wyze voorzorgen<br />
in dit Artykel genomen , in weerwil der dmdlykheid,<br />
en ernsthaftigheid met welke Hunne Hoog<br />
Mog. daar in hunnen opperden wil hadden<br />
verklaard, vond de Hertog middel om het hem<br />
ge-
ïJt V O O R A F S P R A A K .<br />
gedaan verbod te verydelen. Eene menigte laf<br />
hartigen deuitgeftrektheid van zyn creaictken-,<br />
nende, en voorziende den alvermogenden invloed<br />
, die hy op den geest UWER HOOGHEID, by<br />
het bereiken der Meerderjaarigheid hebben zoude,<br />
verraadden de belangen en de eer van den<br />
Staat, met hem in zyne zoo openbaare als geheime<br />
kunftenaryen ten dienst te zyn; en zulks<br />
om door zyn middel hun fchraap en heerschzugt<br />
te voldoen:— En zonder dat zulks te veel<br />
m'toog liep, regeerde hy zoo oppermagtig*<br />
dat al die hem dienden , zeker konden zyn van<br />
beloond te worden; terwyl zy, die het ongeluk<br />
hadden van hem te mishaagen, of rechtftreeksofzydelings,<br />
de zwaarfte uitwerkzels van<br />
zyne gevoeligheid ondervonden. Met één<br />
woord, de onrechtvaardigheden en daden van<br />
eigendunklyk gezag kosteden hem niets, om<br />
dat niemand 'er zich tegen ftelde. Maar 4<br />
wat ook, was 'er te doen tegen een Man die<br />
met de eene hand gunden firooide, en in de<br />
andere de blikzemen hield om zynen vyanden<br />
te verpletten?—- Als Reprefentant van den<br />
Kapitein-Generaal gedroeg hyzich niet beter.<br />
Hy vervulde onze Trouppes met een zwerm<br />
Vreemdelingen, van welk een gedeelte niet<br />
waardig was der Staaten brood te eeten: onze<br />
ingeboren Officieren moeiten de onrechtvaardig^<br />
voorbyfprongen gedoogen: hy bragt in,<br />
den Krygsdienst gevaarlyke ftelregelen, onverdraag-
V O O R A F S P R A A K . txi<br />
draaglyke gewoontens en fchreeuwende misbruiken;<br />
en wy zyn nog ver af van derzelver<br />
fpooren te zien verdwynen. • Was hier de<br />
plaats om over dat alles breder uit te weiden,<br />
ik zou dingen aanvoeren, van welke men beeven<br />
zoude. Maar ik bewaare dit voor eenen<br />
anderen tyd.<br />
Eindelyk gaf de 8. Maart 1766. aan Uws<br />
HOOGHEID den Meerderjaarigen ouderdom,<br />
en de Hertog hield op UWEN Reprefentant te<br />
zyn als Kapitein-Generaal, maar hy hield niet<br />
op met het genieten van do duizend Gulden,<br />
welke de Staat hem Jaarlyks gaf, buiten eri<br />
behalven het Gouvernement van 's Hertogenbosch,<br />
en het Commandement over het<br />
Regiment Hollandfche Gardes. Boven de<br />
plechtige en allervleijendfte dankbetuigingen,<br />
die hy van Hunne Hoog Mog. en van elke<br />
Provincie in 't byzonder ontfing , voor de<br />
waarneming der Voogdyfchap over, en het<br />
waaken voor de Opvoeding van UWE HOOG<br />
HEID, verkreeg hy nog eene erkentenis van<br />
éi 1,000 Guldens, zoo van UWE HOOGHEI»<br />
als van de byzondere Provinciën («).<br />
• . . Maar,<br />
(a) Gelderland gaf voor zyn aandeel ; ƒ 50000.<br />
Holland . . . . . 30000c».<br />
Zeeland . . . . . 30000.<br />
Utrecht , . f . 35000.<br />
Friej.
LXIC T O O X A I S P R A A I J<br />
Maar, DOORLUCHTIGSTE VORST, wat<br />
deed ie Hertog tot dankbaarheid voor zoo veele<br />
blyken van achting, en voor zoo veele weldaden<br />
van wegens Hunne Hoog Mog. van wegens elke<br />
Provincie in 't byzonder, en van wegens UWE<br />
DOORLUCHTIGE HOOGHEID genoten ?<br />
Hy was bedagt op het neemen zyner maatregelen,<br />
om zich eene volkome en duurzaame<br />
heerfchappy over Uw Perfoon te verzekeren,<br />
om, zonder zich in de waagfchaal te Hellen, de<br />
eer en de belangen van den Staat te verraaden.<br />
Ten dien einde UWE jeugd, UWE onervaarenheid,<br />
en het onbegrensde vertrouwen,<br />
dat UWE HOOGHEID in hem ftelde, misbruikende,<br />
noopte hy UWE HOOGHEID tot het<br />
aangaan der berugte Aclc van Confukntfihap,<br />
welke tusfchen UWE HO O G HEID en hem wierd<br />
getekend, op den 3. Mey 1766., en welke 18<br />
Jaaren lang in duifternis is gebleeven, namelyk<br />
tot in 1784. wanneer het der Voorzienigheid<br />
behaagde, dat dezelve ten voorfchyn<br />
kwa-<br />
Frieslaud . . . . ƒ 40000.<br />
Overysfel . , . ; ; 36000.<br />
Groningen . . , , . 25000.<br />
Het Land van Drenthe . . . 5000.<br />
Totaal . . ƒ 411000.<br />
De Prins Stadhouder . . ƒ 200000.<br />
Totaal .". ƒ tfllooo.
V O O R A F S P R A A K . ixva<br />
kwame. — En ofwel veel van deeze Me gefproken<br />
is, en daar van veele Copyen door gansch<br />
Europa verfpreid ' zyn, kan ik niet_ nalaaten<br />
hier derzelver voornaamfte gedeelte in te lasfchen,<br />
ter rechtvaardiging van UWE DOOR<br />
LUCHTIGE HOOGHEID, wegens het zonderlino-<br />
gedrag , dat UWE HOOGHEID gehouden<br />
heeft, in de waarneming harer Bedieningen<br />
en Waardigheden, zedert hare Meerderjaarioheid<br />
tot het vertrek van den Hertog; een<br />
gedrag nog heden ten dage door UWE HOOG<br />
HEID wordende gehouden, het zy door de<br />
raadgeevingen, welk dit gevaarlyk mensch<br />
UWE HOOGHEID doet geworden, het zy m<br />
gevolge de noodlottige grondbeginzelen, die<br />
hy UWE HOOGHEID heeft weten in te planten,<br />
het zy eindelyk door de aanhitsingen der<br />
Cabaal, van welke hy zoo lang het Opperhoofd<br />
is geweest.<br />
Na eene vry lange inleiding, bevattende<br />
eene herinnering van de komst des Hertogs hier<br />
te lande, van de achting en het vertrouwen,<br />
welke hy genoten heeft by de Doorluchtige<br />
Vader en Moeder van UWE HOOGHEID en<br />
by de Staaten Generaal, na een verilag der<br />
zorgen, die hy voor UWER HOOGHEIBS opvoeding<br />
heeft gedragen , enz. doet de gemelde<br />
Acle UWE HOOGHEID aldus fpreeken:<br />
„ Zoo IS >T, dat wy met Hooggemelden<br />
„ Heere :Prince van .Brmswyk wederzyds en<br />
» „ on-
LXÏV V 0 0 R A F S P K. A A K.<br />
„ onderling zyn geconvenieert en verdraagen<br />
„ over de poinéten en in de maniere hier na<br />
,, volgende.<br />
„ i. Dat Hooggemelde Heere Prince van<br />
„ Brunswyk , zig aan ons zal engageeren en<br />
„ verbinden, zoo als Hoogstdezelve zig enga-<br />
„ geert en verbind by deezen, omme ons in<br />
„ het beleid der zaaken, zoo wel van het Militaire<br />
Departement-, als van allen de verdere en andere<br />
Departementen onder ons gezag behoorende, met<br />
„ raad en daad te zullen asfifteeren, en byftaan<br />
„ in alles, ten allen tyden , en zoo meenigmaal wy<br />
zulks van Hoogstdenzelven zullen requiree-<br />
„ ren, en voor ons dienftig en noodig zullen<br />
„ oordeelem<br />
„ 2. Dat Hooggemelde Heere Prince ver-<br />
„ pligt zal zyn, om , in alle zaken, welke door<br />
ons in zyne handen zullen worden gefield, ons<br />
„ getrouvvelyk te dienen van Hoogstdeszelfs<br />
„ Raad en Advies, daarin advifeerende en<br />
„handelende, zoo als in goede confcientie,<br />
„ tot bewaring van onze Hoogheid , Prasro-<br />
„ gativen en Geregtigheden; mitsgaders ten<br />
„ meeften dienfte en welvaart van den Staat<br />
„ der Verëenigde Nederlanden zal vermee-<br />
„ nen te behooren, zonder daar van af te wy-<br />
' „ ken door gunst of ongunst, voor eenige by-<br />
„ zondere Provintien, Steden, Collegien of<br />
Leden van dien, of voor eenige particuliere<br />
„ Perfoonen, 't zy buiten of binnen de Regee-<br />
» ring.
VOORAFSPRAAK, txv<br />
g ring, ofce uit eerïigerley andere oorzaaken,<br />
,, hoedanig dezelve ook zouden mogen zyn,<br />
„ in alles anders niet voor oogen houdende,<br />
„ dan het geen dat tot Voorftand van onze<br />
„ waare en rechtmaatige belangens, en ten<br />
„ gemeenen beste en tot bevordering van het<br />
„ meefte wekyn deezér Landen op de effica-<br />
„ cieufte wyze zalkonnen en mogen (trekken.<br />
„ 3. Dat Hooggemelde Heere Prince van<br />
„ Brünswyk zich ten voorfchreven eynde gefta-<br />
„ dig by en omtrent onzen Pérfoonzal onthou-<br />
„ den, en in het byzonder verpligt zyn, ons<br />
„ te accompagneeren op de reize, die wy eer-<br />
„ lang in en door de Provintien, Steden, en<br />
„ Plaatzen, onder or.sEif-Stadhouderfchap res-<br />
,) forteerende, ftian te ondernemen.<br />
„ 4. Waar tegens wy ons, voor en ten be-<br />
„ hoeven van Hooggemelden Heere Prince, op<br />
„ het kragtigfte engagceren en verbinden, om<br />
„ Hoogstdenzelven ter zaaken van al 't geen<br />
„ hy, tot preftatie van dit Engagement, en in<br />
„ het geeven van de gerequireerde Raad en<br />
„ Adfifténtie, zal hebben gedaan en verricht,<br />
, s van alle aanfpradk , namaning en refponfabiliteit<br />
„ ten vollen en vo'komentlyk te zullen indem-<br />
„ neeren en bevryden, zoo als wy HoogstdenzeU<br />
„ ven daar van indemneeren en bevrvdsn by dee-<br />
„zen, NIET WILLENDE, dat Hooggemelde<br />
„ Heere Prince ter dier zaake aan IEMAND<br />
ANDERS dan AAN ONS IN EIGENEN PER-<br />
** #* * „ SOON,
ixvi V O O R A F S P R A A K .<br />
„ SOON, eenige Rekenfchap of Verantwoordinge<br />
„ verfchuldigt zal zyn. Ende in cas aan ons<br />
„ geduurende dit Engagement iets menfche-<br />
„ lyks mogte overkomen, willen en begeeren wy,<br />
„ dat Hooggemelde Heere Prince van Bruns-<br />
„ wykzal konnen volftaan, met op on^e gehei-<br />
„ me Secretarie over te leveren, en te doen<br />
„ depofiteeren, de ftukken en papieren, tot<br />
„ ons Bewind fpecteerende, welke als dan on-<br />
„ der Hoogstdenzelven berustende zouden mo-<br />
„ gen zyn,zonder datHoogstdezelveaan iemand<br />
y) van onze Erven, Succesfeuren ofRechtver-<br />
„ krygenden, tot het geeven van eenige opening,<br />
„ veel min tot het doen van eenige verantwoor-<br />
„ dinge, verpligt zal zyn, ofte daar toe op eenigerley<br />
„ wyze genecesftteerd zal konnen of mogen worden.<br />
„ Ende dit alles, al zoo by provifie'en tot ons<br />
„ beider zyds , kennelyk wederzeggen toe.<br />
„ Aldus tusfchen ons ondergefchreven on-<br />
„ derling geconvenieert en gearrefteert, en<br />
„ met onze wederzydfche Signature, en Ze-<br />
„ gels onzer Wapenen bekragtigt. "<br />
Gedaan in'sGravenhage dea 3. Mey 176Ö.<br />
(was geteckent.)<br />
W. PR. VAN ORANGE (L. S.)<br />
L. HERTOG VAN BRÜNSWYK (L. S.)<br />
Ziedaar, DOORLUCHTIGE VORST, op welke<br />
wyze het aan een valsch en listig Man,<br />
naar
V O O R A F S P R A A K . ' LXVII<br />
naar overheerfching in die land haakende, gelukte<br />
een misbruik te maaken van U W E toegeevenheid,<br />
van U W E verkleefdheid aan hem op<br />
het oogenblikdat GE deMinderjaarigheidverliet.<br />
Zie daar, hoe het hem gelukte, meer<br />
dan ooit gefehied was, zich te fteeken in de<br />
zaaken van alle Departementen , welke tot<br />
UWE Adminiftratie behoorden , ja zelfs in de<br />
geheimfte zaaken van den Staat; aangezien die<br />
voor UWE HOOGHEID niet verborgen zyn.<br />
En dat tegen zynen plechtigen Eed aan de<br />
Staaten Generaal gedaan, van zich te zullen<br />
houden aan het verbod van het hief voren by<br />
gebragte VII. Artykel zyner Inftruétien; en<br />
dat in weerwil van alle gevoel van eer en van<br />
billykheid; en in weerwil van het medelyden,<br />
welke uit het bloote denkbeeld van op die wyze<br />
een jongen Vorst, vol oprechtheid en zonder<br />
ondervinding te verleiden. Met één woord,<br />
wanneer men het, eerfte Artykel van deeze<br />
noodlottige ASe vergelykt met UWER HOOG<br />
HEIDS Commisfie van Kapitein en Admiraal<br />
Generaal, met de Commisfien, die G E van<br />
elke Pro vin de, in hoedanigheid van haaren byzonderen<br />
Stadhouder, Kapitein en Admiraal<br />
Generaal hebt, en dan gelyktydig overweegt<br />
het onverwinlyk gezag van den Hertog op den<br />
geest van UWE HOOGHEID, kan men .met<br />
grond zege en, dat hy, door deeze Acle; het<br />
genige Hoofd wierd der uitvoerende Magt, en<br />
* * * * * « UwS
tXYIU V O O R A F S P R A A K .<br />
UWE HOOGHEID van dat oogenblik zelve<br />
niet anders wierd dan zyn Reprefentant, en het<br />
blinde werktuig van al de rampen, die hy ons<br />
tot op den huidigen dag heeft veroorzaakt. —<br />
Wanneer men eindelyk deeze gebeurtenis overweegt<br />
, is het niet meer te verwonderen , dat<br />
UWE HOOGHEID zoo ongunftig heeft ontfangen<br />
, de Propofitie der Gedeputeerden van Amflerdam,<br />
in de Maand Mey van 1781. gedaan,<br />
om UWE HOOGHEID een COMMITTC toe<br />
te voegen , betraande uit Regenten van de refpective<br />
Provin tien, om U met raad en daad<br />
by te ftaan en mede te werken tot heil des Vaderlands:<br />
UWE HOOGHEID had een Man by<br />
zich, die niet belust was om op die wyze uit<br />
den zadel geligt te worden; en om die reden<br />
UWE HOOGHEID wel wist in te boezemen,<br />
wat 'er op zodanige Propcfitien te antwoorden<br />
was.<br />
Vermits nu de boosaardigheid niet buiten<br />
fluit eene zekere voorzigtigheid, voorzag de<br />
Hertog wel aan hoedaanige onaangenaamheden<br />
, aan welke vervolgingen zelve hy zou<br />
blootfraan, zo die Acle ten eenigen dage eens<br />
in 't licht kwam; en daarom droeg hy, gelyk<br />
boven gezegt is, wel zorg om in het 4de Artykel<br />
te doen bepaalen, dat UWE HOOGHEID hem tenvollen<br />
inaemneerde en bevrydde van alle aan/praat, namaaning<br />
en refponfabiliteit; dat GE niet wilde dat hy<br />
AAN IEMAND ANDKRS , dm aan UWE HOOGHEID<br />
m
VooursrsAit LXIX<br />
IN EI GEN EN PERSOON eenige Rekenfchap of<br />
Verantwoording zou doen; en , ingeval van affterven,<br />
vMde en begeerde dat hy zou kunnen vofaan,<br />
met op UWE geheime Secretarie over te leveren, en<br />
te doen depofiteeren de Stukken en Papieren, tot UWER<br />
HOOGHEIDS Bewind fpefteerende ,... zonder dat<br />
hy verf ligt zou zyn eenige opening te geeven aan iemand<br />
der Erven, Succesfeuren , of Recht-verkrygendm van<br />
UWE HOOGHEID; veel min hun eenige Rekekening<br />
te doen ; en dat, zonder dat hy daar toe<br />
in eenigerlei wyze genccesfitcerd konde worden. Maar<br />
DOORLUCTIGE VORST, de uitkomst toonde<br />
dat die voorzorg nodeloos was geweest.<br />
Zo dra was de Acle niet bekend, of de reeds<br />
opgereezene Verontwaardiging tegen dien man<br />
fteigerde ten hoogften top; van alle oorden<br />
verhieven zich het gekrysch en de bittere klagten<br />
op. Noch de Verantwoording van zyn<br />
«•edrag, door UWE HOOGHEID ondernomen,<br />
in eenen Brief op den a aften derzelve maand<br />
Mey aan de Staaten Generaal gefchreeven,<br />
noch de juftificatoire Memorie, door hem zelfs<br />
daar na in 't licht gegeeven , noch de ontelbaare<br />
Gefchriften, ten zynen voordeele door<br />
de kladders der Cabaal voortgebragt, waren<br />
niet magtig om die klagtcn te verdooven. Het<br />
Verflag°daar in gedaan van de genegenheid,<br />
welke hy ran Wdlem den IV. en de Princesfe<br />
Gouvernante had genoten, het Verflag van de<br />
goedkeuring, met welke de Staaten hem voor-<br />
***** ^ maals
IXX V O O R A F S P R A A K , '<br />
maals vereerd hadden, bewezen, op zyn hoogst,<br />
dat hy dit alles kon verdiend hebben, of liever<br />
dat men zich heeft kunnen bedriegen, met<br />
hem die te vereeren. Doch geen dier beide gevallen<br />
konden zyn werklyk bekendgedrag, zo<br />
min als zyne meineedigheid, en de haatlyke<br />
overrompeling waar aan hy door deze Acle zig<br />
had fchuldig gemaakt, verfchoonen. Eindelyk<br />
vorderden geheele Provinciën zyne verwydering<br />
van de Republiek; alle braave Vaderlanders<br />
verlangden 'er na als een gunst van den<br />
Hemel; en in de maand Oótober daar aan volgende,<br />
vond hy goed dit Land te ontruimen,<br />
om te ontvvyken dat hem zulks wierd geordonneerd,<br />
of dat hem nog het een of ander<br />
ergers bejegende.<br />
Zie daar,D OOR LUCHTIGE VORST, hoe'er<br />
Wezens worden gevonden, welke door de<br />
fchandelykheid hunner bedryven, den Naam<br />
dien zy voeren bezwalken, tervvyl anderen<br />
dien zelfden Naam door den glans hunnerDeugden<br />
doen uitblinken. Het was in den jongst<br />
verloopen winter, dat een Prins uit den Huize<br />
Brunswyck, door menschliefde bezield zig<br />
onverfchrokken aan de golven eener onltuimige<br />
en overvlietende rivier bloot gaf, ter hulp van<br />
zynen Natuurgenoten; dan, helaas! hy wierd<br />
door de wateren verzwolgen, alvorens den anderen<br />
oever bereikt te hebben! Gansch Europa<br />
beweende het noodlot van dien edelmoedi-<br />
gen
VOORAFSPRAAK. rxxt<br />
gen Prins, ter naauwernood den bloem zynes<br />
ouderdoms genakende; zyne nagedagtenis f<br />
zal even lang geëerbiedigt worden , als 'er<br />
braave en aandoenlyke zielen het ondermaan- .<br />
fche bewoonen. — En zynen gryzen Oom, in<br />
zich alle ondeugden van een verdraaiden geest<br />
en verdorven hart vereenigende, maakte 34<br />
jaaren lang het ongeluk uit eener vrije Natie,<br />
aan welke hy ten laatfte een voorwerp van verfoeijing<br />
wierd! ... De Voorzienigheid haalde<br />
eenen jongen Vorst uit deze waereld, wiens<br />
deugden de menschheid vereerden, terwyl zy<br />
nog de dagen rekt van eenen Grysaard, onwaardig<br />
een aanweezen bezeten te hebben ! ....<br />
Mislchien wil zy ons vertroosten door het<br />
fchouwfpel, dat hy vertoond met zyne fchande<br />
van fchuilhoek tot fchuilhoek over te<br />
dragen.<br />
Ik zal hier geenzins hervoor brengen ,<br />
DOORLUCHTIGSTE VORST, de ongehoorde<br />
eerbewyzingen, welke UWE HOOGHEID, by<br />
het bereiken UWER Meerderjaarïgheid ontfing,<br />
het zy van wegens Hunne Hoog Mogende,<br />
het zy van de Staaten van elke Provintie , het<br />
zy eindelyk van wegen de onderfcheidene Collegien<br />
der uitvoerende magt, zo in het Ceremonieel<br />
der gelukwenfchingen , als by UWER<br />
HOOGHEIDS inleiding in de byzondere Vergaderingen<br />
dier Collegien; ik zal ook niet<br />
herinneren met welke ftaatfie, met welken<br />
***** ^ glans
Lxxn V O O R A F S P R A A K . '<br />
glans die gebeurtenis wierd gevierd; noch aan<br />
weiken overmaat van vreu;de en vlejjery een<br />
gedeelte der Natie zig by die gelegenheid weder<br />
over gaf ; De Gefehied - vernaaien van<br />
dien tyd bewyzen genoeg , welke Party 'er<br />
nog heerschte , en dat de yling en begoocheling<br />
van .747. nog rokt verdweejien waren uit<br />
den geest van het gepeupel, zo min ais uit den<br />
geest van die Burgeren, welke, noch door vermogen<br />
, noch door eenigen meer of min verheven<br />
rang, ontheven zyn van de bezitting aller<br />
vooroordeclen , van al de onkunde of de laagheden<br />
van gevoelens van het uitvaagzei des Volks.<br />
Ik zal my derhaiven vergenoegen.met in weinig<br />
woorden af te fchetzen, hoe van dien tyd<br />
af aan de zaaken der Republiek hoe langer hoe<br />
erger liepen, en op wat wyze zy tot dienfchrikbaarenden<br />
crifis gèfteigerd zyn, in welke wy ons<br />
tegenwoordig bevinden. Waar toe het volgende<br />
verdiend met aandagt overwoogen te worden.<br />
Even of de Magt, met welke UWE HOOG<br />
HEID by derzelver rVfeerderjaarigheid zig bekleed<br />
zag, niet groot genoeg geweest ware, bediende<br />
men zig nog van deze gelegenheid om<br />
die te vergrooten ; dat is te zéggen, dat dwaasheid<br />
of vlejjery UWE HOOGHEID nieuwe opofferingen<br />
deed, en dat zelf Menfehen , den<br />
Burgernaam onwaardig, U toen opdroegen,<br />
een gedeelte van het geen zy niet anders van<br />
den Souverain hielden, dan als een toevertrouwd<br />
pand,
V O O R A F S P R A A K . LXXIH<br />
pand, waar aan zy geen eigendom hadden:<br />
getuigen hier van zyn de Leden, welke<br />
toenmaals uitmaakten het Collegie van Gecommitteerde<br />
Raaden der Staaten van Holland-, en<br />
die, op de pro politie les Graaven van Bentink,<br />
Heer van Rhoon, en zonder eenigzins door die<br />
Staaten, daar toe gewet'igd te zyn , aan UWE<br />
HOOGHEID overlieten de dispoftiie overde politiqueen<br />
Militaire Ampten, ("taande ter begeeving en<br />
Collatie van Hun Ed. Mog. Ziedaar hoe<br />
men, na alle gevoel van eer opgeofferd te hebben<br />
, nog opofferde het geen men zelf niet<br />
eens bezat. — Zie daar, hoe in de Vergadering<br />
dier zelfde Staaten, eene meerderheid,<br />
aan den oogenbliklyken Afgod overgegeeven,<br />
gedoogde dat een hun ondergefchikt Collegie<br />
dusdanig eene opoffering in haar aanzien deed! —><br />
Zou niet elk beter beraaden Stadhouder deze<br />
Lafhartigen hebben toegeroepen : ik ben gefield<br />
tot handhaaver en verdeediger der Rechten, Privilegiën<br />
en Vryheden dezes Lanas, deszrffs Leden, Collegien<br />
Steden en Ingezetenen.- ik befchouwe dus als een misdaad<br />
jegens den Staat en het volk., ik befchouive dus<br />
als een hoon aan myn perjoon gedaan, niet alleen alle<br />
onrechtvaerdige opoffering , maar ook allen aanbod<br />
, het welk die rechten, die privilegiën, die vryheden<br />
kan fch.aden , en byzonderlyk eenigerlei aanbod<br />
, gedaan door Luiden, die geen recht hebben om<br />
'ereenigerlei-te doen? .— Maar, verre van zo edelmoedige<br />
taal te voeren, nam UWEHOOGHEID,<br />
***** £ even
txny V O O R A F S P R A A K ,<br />
evenals hoogstderzelver Vader alles aan, het zy<br />
men zulks wettig aanbood of niet. Zodanig geraaden<br />
en verblind als UWE HOOGHEID zig bevond,<br />
zou, geloof ik, den Scepter der Souverainiteit<br />
aangenomen zyn, indien de Vleijers<br />
dien hadden durven aanbieden : En in dat geval<br />
zou met een enkelen fprong het doelwit bereikt<br />
hebben, waar op Uwen Mentor wierd geacht<br />
te boogen, want als men gadeflaat al wat<br />
hy heeft gedaan en doen uitvoeren, tot zyne<br />
verdwyning uit ons midden, is 'er grond om<br />
te befluiten, dat zyn Plan geweest is om de<br />
wezenlyke Souverainiteit over dit Land ongevoelig<br />
in Uw Huis over te brengen.<br />
Maar het was dien gevaarlyken Man niet<br />
genoeg, dat UWE HOOGHEID in zig eene<br />
Magt vereenigde , welke zo zonderling de fouveraine'Magt<br />
van elke Provincie, en gevolglyk<br />
die der Staaten Generaal verbysterde; het<br />
was dien zelfden Man ten uiterften noodzaaklyk,<br />
dat UWE HOOGHEID die magt gebruiken,<br />
ja zelfs vermeerderen kon naar believen,<br />
zonder eenige belemmering , ja zelf zonder<br />
eenige tegenfpraak te ontmoeten. Daar toe<br />
moeflen in de Regeeringen der meefte Steden<br />
van onze Republiek, in de onderfcheidene Collegien<br />
der uitvoerende magt, Vertrouwelingen geplaatst<br />
worden, die voor de belangens van UWE<br />
HOOGHEID , waakten, terwyl zy die van denStaaf<br />
verraadden ; men moest zeg ik daar in Vtrtrou-
V O O R A F S P R A A K , LXXV<br />
trouwetingen plaatzen, die den flinger der Deliberatien<br />
beftuurden,— welke daarin de Refolutien<br />
en Operaden, volgens UWER. HOOG<br />
HEID s inzigten , of volgens die van U WEN Raadedirigeerden,—<br />
welke daarin alles reguleerden<br />
naar hunne geheime inftrucfien, en welke<br />
die Regeeringen , en Collegien, ten mmften<br />
de meerderheid in eene volurékte onafhangelykheid<br />
hielden : En in dat a:les flaagde men<br />
boven verwagting. In een Land , waar in de<br />
zugt tot weelde, en de heerschzugt om, door<br />
wat middelen het ook zyn moge, zig te verheffen,<br />
waar in de onverfchil igheid voor het algemeen<br />
welzyn, de verguizing van ziel, de<br />
verdorvenheid van verhand en hart, tot zulk<br />
eene hoogte zyn geklommen, als onder ons<br />
bevonden word, viel het niet zwaar menfchen<br />
te vinden, die zig zeer vereerd hielden met<br />
het vervullen van zulk eene fchandelyke bediening,<br />
en aadere die meenden zeer gelukkig te<br />
zyn, met te mogen kruipen voor de voeten van<br />
deze plaatshoudende dwingelanden, in fommige<br />
Steden bekend onder den naam van Lieutenant-Stadhouders,<br />
in andere plaatzen onder die van Premiers,<br />
en dus elders, enkel door het gezag dat<br />
zy zig aanmaatigden , en door de eigendunklykedaaden,<br />
die men hun zag verrigten. Aangefteld<br />
om een ieders gedrag te befpieden of<br />
te doen befpieden, — aangeilöld om heerschzugtige<br />
en eigenbaatige zielen door het lokaas<br />
van
LXXVI V O O R A F S P R A A K .<br />
van belooningen te verleiden , —• om de zwakken<br />
door vrees voor wraak te bedwingen, —•<br />
en om cordaate Lieden door eene zegepraalende<br />
tegenkanting te weerhaan, is het niet te<br />
verwonderen , dat zy alles naar hunnen wenk<br />
deeden draaijen, in de Departementen, die<br />
men hun had toevertrouwd. Die de gunst<br />
deezer laage Werktuigen van het despotismus<br />
bezat, had ook uwe gunst, DOORLUCHTIGE<br />
VORST, het was eene zekerheid om fortuin te<br />
maaken: hun mistrouwen of hunnen haat te<br />
ondergaan, was het ondergaan van den haat en<br />
het wantrouwen van UWE HOOGHEID, of van<br />
deszelfs Raad , en het was by gevolg een bloot<br />
ftaan aan voorbyfprongen, aan onrechtvaardigheden<br />
en vervolgingen van allerlei foort.<br />
Uit deeze haatlyke en tyrannifche Injlefling<br />
in onderfcheidene plaatzen, en uit hetaanweezen<br />
van een talryken Aanhang, blindeling overgegeven<br />
aan UWE HOOGHEID, en welke<br />
men gezorgt had in byna alle ftedelyke Collegien<br />
, in byna alle Collegien van Juftitie en Politie<br />
, en andere zoo burgerlyke als militaire Collegien<br />
, alwaar zodanig eene Infeiïing geen plaats<br />
greep, voort te kweeken, kwamen de RECOM-<br />
MANDATIEN voort, welke men aan UWE HOOGHEID<br />
deed, of die GE zelf deed aan wie men goeddacht,<br />
omzodanigen te plaatzen of te begunftigen,<br />
welke mengefchikt oordeelde voor de bedoelde<br />
inzichten: — Uit deeze zelfde Infielling,<br />
en
V O O R A F S P R A A K . LXXVII<br />
en uit het aanwezen van zodanige Partyen,<br />
fproten insgelyks de IMPROB ATIËN voort, op<br />
de zelfde wyze gedaan, en tot eene gansch<br />
ftrydige uitwerking met de RECOMMANDA<br />
TIE N: Hier van zoo veele onwaardige Perfoonen<br />
in Regeerïng gefteld, en gebragt in<br />
de onderfcheidene Collegien der Steden, in<br />
de onderfcheidene Departementen van den<br />
Staat, mitsgaders in de honorable en profitable<br />
Ampten, Bedieningen en Commisfien;— hier<br />
van de uitiluiüng zoo veeier braave Burgers<br />
buiten de voornoemde Regeeringen, Collegien<br />
en Departementen; mitsgaders uit alle<br />
Ampten en Bedieningen , hoe genaamd; —<br />
hier van het middel om in alle gelegenheid<br />
de ftem te fmooren van den geenen, welke<br />
zich had durven aankanten tegen de misbruiken,<br />
die hy zag, of tegen de Refolutien<br />
en Ondernemingen, welke men formeerde ten<br />
nadeele der belangens van den Staat en der<br />
Nationale Vryheid; hier van eindelyk,<br />
die overmaat ,van middelen en magt, welke<br />
UWE HOOGHEID verkreeg om fouverain<br />
te regeeren , door zich zelf of door anderen, in<br />
de meefte Regeeringen, in de meefte Rechtbanken<br />
, en andere burgerlyke of militaire Departementen<br />
van den ^taat, en dien volgens<br />
over de ganfche Republiek. Ja, DOORLUCH<br />
TIGE VORST, ik durf zeggen over de ganfcbe<br />
Republiek. Dat alles getuige hier van draage het<br />
geen
1XXVIII V O O R A F S P R A A K .<br />
geen 'er zedert UWER HOOGHEIDS Meerder]<br />
aarigheid omgegaan is , in de Departementen<br />
van Houtvestery en Jagtgericht, — in dat<br />
der Posteryen,— in verfcheide kerklyke zaaken,<br />
in onze Univerfiteiten, •— in de Vergaderingen<br />
van onze beide lndifche Compagnien,—<br />
in de Regeeringen onzer Steden,—.<br />
in de Schepens banken,—. in de Rekenkameren,<br />
— in de Provinciale Hoven, — in UWER<br />
HOOGHEIDS militair bewind, — in den Hoogen<br />
Krygsraad, — in de Admiraliteks-Collegien,—<br />
inde Provinciale Vergaderingen,—*<br />
in de particuliere Commisfien,— in de fecrete<br />
Befoignes,— in den Raad van Staate,—<br />
in de Vergadering der Staaten Generaal, ——<br />
ik beroepe my, zeg ik, op alles wat 'er is omgegaan,<br />
in die deelen, en in vry wat andere,<br />
die ik hier niet aanroere, zedert UWER<br />
HOOGHEIDS Meerderjaarigheid, en ik befluit<br />
'er rondborftig uit, dat UWE HOOGHEID al<br />
daarliet meefte fouverain heeft geregeert, het<br />
zy door derzelver Aanhangelingen, het zy door<br />
het rechtftreeks en alvermogend gezag, het welk<br />
Zr daar in verkregen had: gezag, dat niet<br />
minder kon zyn; nademaal (gelyk reeds gezegt<br />
is) na het zelve by deszelfs inftelling al<br />
te zeer was uitgebreid, of al te onbepaald<br />
gelaaten, en na vervolgens tot eenen ongehoorden<br />
trap gefteigerd te zyn, door honderderlei<br />
achtervolgende en onbillyke toegeef-
V00E.AF6Pa.AAE:. EXXIX<br />
geeflykheden, door allerlei ufurpatien, bevond<br />
het zich over al onderfteund en gevestigd door<br />
dezelfde middelen,welke tot deszelfs inrichting<br />
en vergrooting hadden gediend; dat is, door<br />
kuipery, door verleiding, door het overwigt<br />
eener Party, faamgefteld uit vleyers en lafhartigen,<br />
en andere flegte Burgers, meer verkleeft<br />
aan UWE verheffing, DOORLUCHTIGE VORST,<br />
dan aan de belangens en den roem des Vaderlands.<br />
Ik zal in de vier Deekn, welke de twee,<br />
die ik thans uitgeeve ftaan te volgen, gelegenheid<br />
hebben om in 't breede te bewyzen, het<br />
geen ik hier flechts aanftippe, en daar omtrent<br />
zaaken te berde brengen, welke den Lezer<br />
van verbaazing zullen verftommen.<br />
De Oorlog, die tusfchen de Engelfchen en een<br />
gedeelte hunner Americaanfche Colonien ontftond,<br />
veroorzaakte in ons ongelukkig land een'<br />
ysfelyke vergrooting van vernederingen en rampen.<br />
Deeze listige Eilanders, betrouwende op<br />
de Party, welke onder ons heerschte, en hun<br />
geheel en al toegewyd was, poogden ten eerften<br />
ons in hunnen twist mede te fleepen , door<br />
het vraagen der Schotfe Regimenten, in dienst<br />
der Republiek, en alle Provinciën ftemden<br />
blindelings dien eisch toe. Een eenig man, de<br />
braave Baron van de Gavellen tot den Poll, Lid<br />
van de Overysfelfche Ridderfchap , had moeds<br />
genoeg om zich tegen den ftroom te verzetten<br />
i hy ontwikkelde ten klaarden de beweeg-
LXXX V O O R A F S P R A A K .<br />
weegredenen die Engeland in die geval had s<br />
en de byzondere inzigten, welke onze Engelschgezinde<br />
Cabaal aan haaren kant had met<br />
die Mogendheid ten dienst teftaan; Amflerdam<br />
opende vervolgens de oogen, en voorts verfcheide<br />
anderen Steden, en de toeftemmmü; van het<br />
verzoek had geen gevolg.— Maar, DOORLUCH<br />
TIGE VORST, wat kwam 'eruit voort?— 'Er<br />
kwam uit voort, dat de Baron, de achtbaarfte<br />
en waardigfte Patriot, we ke toen in de Republiek<br />
was, zich UWE verontwaardiging op<br />
den hals haalde, en dat hy, zoo van den kant<br />
van UWE HOOGHEID, als van UWE Aanhangers,<br />
en van zyne Overysfelfche Mede-Regenten<br />
, de uitwerksels der lafhartigfte en onwaardigfte<br />
wraak moest voelen. — Wat kwam<br />
"er nog uit voort? — 'Er kwam uit voort, dat<br />
de Engelfehen van fpyt opgezwollen , zwoeren<br />
om zich over de weigering van ditbikyk verzoek<br />
op eene wreedaartige wyze te wreeken; en ten<br />
dien einde begonnen zy van toen af hunne bekende<br />
geweldenarijen over onzen Koophandel,<br />
en toen Vrankryk met hen rot eene vredebreuk<br />
gekomen was, oeffende zy die geweldenarijen<br />
tot eene fchrikbaarende hoogte.<br />
Een eenig middel was 'er ter beteugeling van<br />
den trots, de fchenddaaden en de affchuuwlykheden<br />
deezer zoo wreedaartige als onverzadelyke<br />
Zeefchuimers; en dit beftond met onze Zeemagt<br />
op eenen refpeciabelen voet te brengen,<br />
en
V O O R A F S P R A A K , LXXXI<br />
jfeti oiizen Scheepvaart en Koophandel kragfdaadig<br />
te befchermen. Maar, DOORLUCH<br />
TIGE VORST, UWE HOOGHEID, of liever<br />
de haatlyke Cabaal, die U omringde, die U beftuurde,<br />
droeg wel zorg om tot dat heilzaam<br />
middel niet te komen; zy in tegendeel wendde<br />
alle haare poogingen aan om de herfteliing dier<br />
Zeemagt te beletten, en gevolglyk om het vefleenen<br />
der benoodigde protectie te ontwykeri.<br />
De bedoeling dier Cabaal was onze Zeemagt<br />
altoos in dien zwakken ftaat te laaten l in welken<br />
het belarig van Engeland vorderde dat zy<br />
•bleef; haar doelwit was ons te zien dwingen<br />
om eenen wettigen Koophandel te laaten vaaren<br />
, waar uit de Vyanden van Engeland eenig<br />
voordeel konden trekken, enwy een'groot deel<br />
van ons beftaan haalden; haare bedoeling was ons<br />
tot zo verre te vernederen, dat wy niét zouden<br />
durven weigeren de nieuwe onderftanden,<br />
welke dieMogenheidons zonder eenigen grond<br />
afvroeg; haare bedoeling was om zig te wredken<br />
over zulke van onze commercieerende<br />
Steden, welke in dit alles zig het fterkfté hadden<br />
aangekant tegen haare aanflagen; metéén<br />
•Woord, haare bedoeling was onze natmirlyke<br />
vyanden op allerleije wyze te begunftigen, onder<br />
eene opoffering der belangen van onze Republiek.<br />
— 'Er is geen eerlyk maft , DOOR<br />
LUCHTIGE VORST, welke niet van verontwaardiging<br />
vervuld is, wanneer hy zig defchan-
IXXXII VOORAFSPRAAK.<br />
delyke rol herinnerd, die de Heer Yorke, de<br />
Hertog, en de rest der Engelschgezinde Cabaal<br />
U in dit alles hebben doen fpeelen, mitsgaders<br />
alles wat men aangewend heeft, om te<br />
beletten dat de Republiek in tyds deel nam aan<br />
de gewapende Neutraliteit.<br />
Zo veele vernederingen , zo veele fmaadheden,<br />
deeden eindelyk een gedeelte der Natie"<br />
uit den fiaap opryzen, in welken de gewoonte<br />
van onder een haatlyk juk te leeven, haar gedompeld<br />
had ; Regenten, voorheen verblind<br />
of befchroomd, voegden zig by zulken hunner<br />
Mede-Regenten, die alleenlyk na onderfteuning<br />
wagtten, om te durven fpreeken; Provinciën<br />
zelve verhieven hunne ftem tegen alles<br />
wat'er omging, en eischten dat men eindelyk<br />
gebruik maakte van de middelen , ons<br />
door God en de Natuur gefchonken, om onze<br />
goederen te verdeedigen, ea onze eertehandhaaven;<br />
men maakte zelfs fchyn óf men die<br />
ftem zou hooren; maar men wendde teffens<br />
alle middelen aan om 'er de uitwerkzels van te<br />
beletten, en de zaaken bleeven gelyk zy waren.<br />
Eindelyk de Engelfchen , altoos zeker dat<br />
zy onder ons naar wensch zouden bediend<br />
worden , kwamen tot eene openbaare Vredebreuk<br />
met de Republiek; en de eerfte vn;gten,<br />
welke zy daar uit haalden was het fchielyk<br />
wegneemen van een verbaazend getal onzer<br />
Koopvaarders, eenige van onze Oorlogfchepen,.
V O O R A F S P R A A K , LXXXIIÏ<br />
pêrt i en vervolgens de verovering van een gedeelte<br />
onzer bezittingen in Oost- en West-<br />
Indiën. —- En ten overmaat van ramp hadden<br />
wy de fmert om de allerberispelykfte directie<br />
in onze Zeemagt te ontwaaren, en onze<br />
Schepen in de fchandelykfte inactiviteit<br />
te zien verrotten ; en zulks alles iten fpyte<br />
der hartroerendfte en herhaalde klagten onzer<br />
Kooplieden, ten fpyte der herhaalde Vertoogen<br />
onzer voornaamfte Steden, en de meefte<br />
onzer Provinciën , en in weerwil van het gefchrei<br />
van het weldenkendfte gedeelte der Natie.<br />
De beide Deelen, die ik thans ten voorfchyrt<br />
brenge, en dat het welk 'er onmiddelyk op ftaat<br />
te volgen, leveren een ysfelyke fchets op van<br />
al die zaaken, welke ongelukkig niet dan al<br />
te waar is.<br />
Om nu zo ftraffeloos de belangens van Engeland<br />
te kunnen voorftaan met de onze te verzaaken,<br />
om zo ftraffeloos in den wind te kunnen<br />
flaan de klagten van een gedeelte onzer<br />
Steden en Provinciën, en om op gelyke wyze<br />
te kunnen verachten het fmertelyk en wanhoopig<br />
geroep, tot het welk eene uiterfte benaauwdheid<br />
het achtingwaardigst gedeelte onzer<br />
Medeburgeren aandrong, was het voor de<br />
Anglomaanfche Cabaal niet genoeg, dat UWE<br />
HOOGHEID algemeen genot had van het overmaatig<br />
gezag en den invloed, van welke ik zo<br />
veel gefproken heb, maar die Cabaal moest nood-<br />
****** a zaak-
1XXXIV V o O H A F - Ï S i l i t<br />
zaaklyk nog ten haaren dienfte hebben PrecH-'<br />
kanten , die onwaardig waren de heilige bediening<br />
te verrichten, enSchryvers, die alle'<br />
gevoel van eer en fchaamte kwyt waren , welke<br />
de zwakke geesten misleidden, en een mag-,<br />
tigen Aanhang, vooral onder het gemeene Volk,<br />
formeerden, welke in ftaat was haar wegens alles<br />
en tegen alles, al ware het zelf tegen den Souverain,<br />
te verdeedigen, indien de gelegenheid zig<br />
opdeed. Wanneer men in eenen Staat op zyne<br />
zyde'heeft het gezag en geweld, kan men het<br />
kwaad met de meefte vermetelheid en de<br />
meeste zekerheid uitoeffenen.<br />
Het is ook geenzins te verwonderen , DOOR<br />
LUCHTIGE VORST, dat geduurende dezen<br />
Oorlog , 'er luiden onder ons gevonden zyn,<br />
die zig uit fmaak of interest overgaven aan het<br />
onwaardig ambagt van bedriegers en faamrovers,<br />
en welke zig haasteden om de Cabaal naar<br />
begeerte te dienen; maar het geen het meefte<br />
verwonderd en verwonderen moet, is, dat de<br />
fchuldigften derzelven algemeen bekend waren<br />
onder de onmiddelyke begunftiging van<br />
•UWE HOOGHEID, often minften onder die van<br />
den Hertog vanBrunswyk, te werken. De Schry vers<br />
van het Politiek Vertoog, de Zeven dorpen in brand, Reinier<br />
Vryaarts Brieven, en zo veel andere derge-<br />
Jyke fchriften , onder welke vooral uitmuntte<br />
de berugte Ouderwetfche Patriot, waar van ik op<br />
bladz. 345. cn volg. yan myn ade Deel zeer<br />
am-
V O O R A F S P R A A K , LXXXV<br />
ampel heb gefproken; die Schryvers zeg ik,<br />
zig zofterk befchermdvoelende, waren vermetel<br />
genoeg om onvermomd ftraffeloos in de Republiek<br />
alles te verfpreiden, wat de onbefchaamtfte<br />
lafhartigheid en de dolheid van liegen, lasteren<br />
en fchenden hun konden inboezemen; dat<br />
is namelyk,, dat in hunne fchandelyke Voortbrengzels,<br />
men dan eens de loftuitingen van<br />
Uw Perfoon , DOORLUCHTIGE VORST, of de<br />
loftuitingen over Uw bewind, faamgevoegt by<br />
den lof des Vyands, die onzen ondergang had<br />
gezworen; en dan eens zag men die loftuitingen<br />
vermengt met de misdaadigfte en menigvuidigfte<br />
verantwoordingen der onrechtvaardigheden,<br />
geweldenaarijen, en fchenddaaden, welke<br />
de Vyand oeflënde, of nog jegens ons beging:<br />
En dat alles, even of UWE HOOGHEID<br />
een gemeene zaak met hem gemaakt had; en<br />
zulks terwyl men in die zelfde fchriften hetonberispeiyk<br />
gedrag der Natie, en die van den<br />
Souverain zelve tegens dezen Vyand, met de<br />
zwartfte verwen afmaalde; — terwyl men daar<br />
in de Steunpilaaren van het waare Patriotismus,<br />
de Verdedigers onzer Rechten, de Colommen<br />
onzer Conftitutie, met fcheld- en fchimpredenen<br />
overlaadde; -— terwyl men daar in op<br />
eene dolle wyze tegen Vrankryk, dat eene gemeene<br />
zaak met ons maakte, uitvoer; — terwyl<br />
eindelyk men daar in onbefchaamdelyk het ontzag<br />
voor zyne Majelteit Lodewyk den XVI. fchen-<br />
****** ^ d en
LXXXVI VOORAFSPRAAK.<br />
den dorst, de vcrfoeilykfte fchimpredenen tenen<br />
de Ministers van dien Vorst uitbraakte, de waardije<br />
der dienden, welke hy ons bewees, verkleinde<br />
, en zyne goede trouw jegens ons in verdenking<br />
bragt, zyn oogmerken met laster bezwalkte,<br />
zig bedroefde over den voorfpoed zyner wapenen<br />
, en zig over zynen tegenfpoed verheugde.<br />
En even of het niet genoeg geweest ware,<br />
óm voor de Cabaal eenen magiigen Aanhang onder<br />
onwetende en het dom gemeen te maaken,<br />
methetzelve eene misdadige verachting voor den<br />
Souvérain in te boezemen, zoo wel als een onzinnig<br />
wantrouwen en onverzoenlyken haat tegen<br />
Vrankryk, tegen onze waardigde Regenten<br />
, en tegen de braaffte Burgers deezes<br />
Lands, —< even of om dit doelwit te bereiken<br />
, het niet genoeg ware geweest de wreedaartige<br />
handelwyze van Engeland jegens ons te<br />
rechtvaardigen, en de verantwoording te maaken<br />
van het flecht beduur en gebruik der Zeemagt,<br />
moeden nog die Schryvers, die dweepzieke<br />
of door de party gehuurde Predikanten, dat<br />
Gemeen, die onwetende, en zelfs braave, maar<br />
eenvoudige Lieden ontrusten ea opzetten, met<br />
te publiceeren, dat de Godsdienst van den<br />
Staat in gevaar was-, — dat eene onder ons<br />
aanweezige en aan Vrankryk verkogte factie,<br />
voornemens was deezen Godsdienst den bodem<br />
in te flaan, en den Remondrantfchen in<br />
den zetel te zetten:,—, dat de Catholyken en<br />
Men-
V O O R A F S P R A A K , LXXXVII<br />
Mennoniten hier te Lande, die onderneming<br />
moeften onderfteunen, onder voorwaarde, dat<br />
zy voortaan deel zouden hebben aan de Stedelyke<br />
en Provinciale Ampten en Bedieningen;—<br />
Zy, met één woord, verfpreidden dat men het<br />
Stadhouderfchap zogt af tefchaffen, om dat de<br />
Stadhouder den voornaamften Steun en Befcherrner<br />
van den Gereformeerden Godsdienst was.<br />
Maar, DOORLUCHTIGE-VORST, zodanige<br />
afgrysfelyke famenzweering was'er, ofzywas<br />
'er niet. Indien zy 'er ware, gelyk die Predikanten<br />
en die Schryvers voorgaven, wist<br />
U W E HOOGHEID zulks al zoo wel als die Luiden,<br />
en in dit geval behoorde UW.E HOOG<br />
HEID in gevolge den eed aan elk onzer Provinciën<br />
gedaan van te zullen verdcedigen, bevorderen<br />
en befebermen de ivaare Gereformeerde Cbristelyke<br />
Godsdienst, zodanig a!s dezelve'in de publieke Kerken<br />
deezer Landen geleerd word, die aan Hunne<br />
Heog Mog. op te geeven, en alle poogingen<br />
aan te wenden om die te fmooren: Indien in<br />
tegendeel UWE HOOGHEID wist dat zodanige<br />
fimenzweering niet aanwezig was, waarom<br />
dan, in UWE hoedanigheid van eerfteMagiftraat<br />
van elke Provincie, zonder een enkel woord<br />
tegenfpraak te gedoogea, dat men openbaarlyk<br />
een bedrog verfpreidde, het welk zoo bekwaam<br />
was om Burgers tegen Burgers in het harnas<br />
te jaagen , en dat men daar uit een der voornaamftebeweegreden<br />
haalde, om het Volk aan<br />
****** ^ r^e
ixxxvm V O O R A F S P R A A K .<br />
te zetten, ter verdediging UWER waardigheid,<br />
die men onderfteldc in gevaar te zyn?<br />
Helaas! de blinddoek, die men U op'de oogen<br />
hield, en de ketenen, in welken UWE HOOG<br />
HEID geklonken was , hinderden U te zien en<br />
te werken ! . . .<br />
Geduurende dat ons rampzalig Vaderland<br />
overgeleverd was aan de roovenjen en geweldenarijen<br />
onzer buitenlandlche, — aan de<br />
hccrschzugt, aan de dwingelandy, en aan het<br />
verraad van onze hinnenlandfche vyanden, —<br />
aan de verdeeldheden, aan de onlusten, welke<br />
Schryvers en Predikanten, door die onderfcheidene<br />
vyanden gewonnen of gehuurd, berokkenden,<br />
— ontbrak het nog maar aan de Cabaal<br />
om eenigen Courantier te vinden, die in eene<br />
taal, welke over al verdaan wierd, fchryven,<br />
en dus gansch Europa zodanig misleiden" kon,,<br />
gelyk men ons binnen 'sLands bedroog; namelyk<br />
een Courantier, die deeze affchuuwlyke<br />
ongelooflykheden kon ontkennen of rcgtvaardigen,<br />
en op allerleije wyze kon fchenden en<br />
lasteren, al wie zich des wegens beklaagden.<br />
Zekere Manzon, Samendeller der Courant,<br />
ten ty tel voerende: k Courier du Bas-Rhyn, in<br />
't Fransch gefchreven, en gedrukt wordende<br />
te Cleef, was recht de man die 'er goed voor<br />
was; want men weet hoe zeer hy zich beyverd,<br />
wanneer hy door eenige party is gewonnen.<br />
Maar, het zy hy zynen. dienst, te<br />
kost-
VOORAFSPRAAK. LXX.XI*<br />
kostbaar maakte , of dat hem deswegens nog<br />
geenerlei voorftel gedaan was , hy bezigde<br />
de eerfte acht maanden van den voornoemden<br />
Oorlog , om de zaaken , die 'er by ons<br />
omgingen , m hun waar oogpunt te befchouwen,<br />
en 'er over te oordeeien, zoo als zulks<br />
behoorde. Eenige trekken uit zvnc Courant in<br />
myn eerfte Deel aangevoerd draagen 'er be.wys<br />
van. Nu, wie zou ooit geloofd hebben, dat zulk<br />
een geldzugtig man eensklaps de onvertzaagtfte<br />
Verdediger van onze Anti - Patriotfche Cabaal<br />
wierd, zonder dat het toeneen enkelde ftuiver<br />
aan die Cabaal koste? De zaak gebeurde<br />
evenwel, en zie hier op welke wyze:<br />
In't begin van 't Jaar 1781. gebruikte deeze<br />
Schurk, die in zyn leeven nooit eenigen<br />
fchroom had over de middelen, die hem geld<br />
konden verfchaffen, de list om aan den Secretaris<br />
des Hertogs van Brünswyk eenen Brief te<br />
fchryven, in welken hy met vermomden ftyl en<br />
hand voorgaf een Boekverkooper te zyn, die<br />
van een Hollandsen. Particulier, mits pasfeerende<br />
eene Obligatie van 400 Ducaaten , een<br />
zeer hevig Manufcript tegen den Hertog en<br />
andere eerwaardige Perfoonen , magtig geworden<br />
was , en waar uit hy gemeend had een<br />
groot voordeel te trekken, doch na zes bladen<br />
te hebben afgedrukt, hadden de hevigheid<br />
van het werk , en de wroegingen van zyn geweeten<br />
hem. aangefpoord, de onderneming te<br />
****** ^ laa-
xc VOORAFSPRAAK,<br />
laaten vaaren; en om nu te verhoeden van daar<br />
door geruineerd te worden, verzogt hy den<br />
Hertog om hem aan het Post-Comptoir te Nymegen<br />
te bezorgen de 400 Ducaaten, die hy<br />
zich verphgthad te betaalen, en belovende vervolgenshet<br />
(pretenfe) gefchrift te zullen verbranden<br />
; enz. zoo als men alles kan zien in den Brief<br />
zelfs, die ik aan het einde van myn tweede<br />
Deel heb doen drukken volgens eene authentieke<br />
Copie, getrokken uit de Secretarye van<br />
het Hof vanjuftitie van Gelderland.<br />
Daar nu zulke Gauwdiefs-kunsjes al te dikwyls<br />
gebeuren , om 'er zich door te laaten bedotten<br />
, en dat 400 Ducaaten zoo gemaklyk<br />
niet worden weggegeven, liet myn Heer de<br />
Hertog door het voornoemde Hof een begin<br />
maaken, met de nodige Nafpooringen te doen,<br />
om den Auteur van dien Brief uit te vinden<br />
en het leed niet lang, of men vernam dat Sinjeur<br />
Manzon de Man was. Dit kan men insgelyks<br />
zien uit de autentieke Stukken der<br />
Procedures ten deezen opzigte gehouden, en<br />
die ik ook aan het einde van het voornoemde<br />
Deel heb doen drukken.<br />
Een ander als deezen Schelm zou zyne vermetelheid<br />
duur bekogt hebben. Een enkel<br />
woord van den Hertog aan het Pruisfisch Miniserie<br />
gefchreven, of enkel aan den Magiftraat<br />
van Cleef, zou genoeg zyn geweest om hem<br />
te verpletteren: Maar in plaats van hem te<br />
ver-
VOORAFSPRAAK. xci<br />
vervolgen, en de ftrafte doen ondergaan, die<br />
hy verdiende, was men in den Haag over die<br />
ontdekking zeer in zyn fchik; men gaf in Gelderland<br />
ordre om de procedures'te ftaaken,<br />
en men was blyde om ten pryzevan een edelmoedig<br />
pardon een pen meer te kunnen winnen,<br />
ter verdeediging der Cabaal. — Dat deeze<br />
Schelm dan nu nog.fchryve, zo als hy gedaan<br />
heeft, en zo als men hem kan bewyzen, dat om<br />
het huichelachtig Patriotismus der Verdedigers<br />
van onze zaak te ontmaskeren, hyzyne Zending alleen<br />
heeft van zyne Pruisftfehe Majefteit, en dat hy fcbryft<br />
onder de Sanclie van een Koningtyken Cenfor.<br />
Eindelyk, vermits die zaak toen eenig gerugc<br />
in het publiek maakte en zedert nog gemaakt<br />
heeft, zou ik my hier kunnen uitbreiden over<br />
de leugens van allerley foort, de ontelbaare<br />
teoenftrydigheden, en over de verbaazende onbefchaamtheid,<br />
door welke hy getragt heeft de<br />
fchelmachtigheid van zyne daad te verkleinen,<br />
tegen de geenen die hem dezelve hebben verweeten;<br />
ik zou my ook kunnen uitbreiden over<br />
zyn gezegde dat de Hertog is voldaan geweest<br />
over het geen hy tot zyne verfchooning heeft<br />
bygebragt, (dat niet moeilyk te gelooven valt<br />
als°men de beide perfonagien kent,) maar vermits<br />
dat alles tot myn werk niet behoord, zal<br />
ik my voorbehouden om, zo de Sinjeur Manfon<br />
fny daar toe noodzaakt, in een afzonderlyk<br />
Werk ampelerna te gaan, alles wat daar toe be-<br />
* trek-
keil V 0 O B . A F S F E . A A ft<br />
treklyk is, en van deze gewigtige nafpooring<br />
aan gansch Europa kennis te geeven. Daar in<br />
zal men daaden zien zo grondig beweezen als<br />
die waar van ik gefproken heb, mitsgaders<br />
feemge andere autentique ftukken, welke dar.<br />
Heertje niet vermoeden zal in myne magt te<br />
zyn. — Ik zal thans laaten zien op welke wyze<br />
by zyn misdaad geboet heeft, en daar door zo<br />
verre is gekomen, van het hoofd zyner fpitsbroeders<br />
te zyn, ruim zo vet als immer een<br />
van hun is bezoldigt geworden , en zig boven<br />
dien de v&rfoeijng aller braave Ingezetenen<br />
dezes Lands waardig te maaken.<br />
Zo dikwyls deze kwant zig bezig hield met<br />
bp zyne wyze onze beste Patriotten belachlyk te<br />
maaken, daarmede te fpotten, met dezelve den<br />
eenen of anderen bynaamop den hals te werpen,<br />
hebben verftandige Lieden hem geen gehoor<br />
verleend: zo dikwyls hyzyn werk maakte, om,<br />
zig te vertoonen als een der Martelaars van<br />
de zaak die hy federt 5. jaaren verdeedigt,<br />
en ons is komen optellen het getal kalanten'<br />
welke zyn yver voor die zaak hem heeft doen<br />
verliezen, en dat hy, van dreigende Brieven<br />
•fpreekende, die hy ontfangen, of liever zelfs<br />
verzonnen had, ons heeft afgefchilderd het gevaar<br />
waarin hyzig dagelyks bevond om de Ribben<br />
aan ftukken te krygen ofdoor eenig voorvechter<br />
van de patriotfche party den hals gebroken te<br />
worden, heeft men tot zig zeiven gezegt, mmkenf<br />
è
V o e s. A F s P k A X tó. *cï«<br />
ge knaap en hy doet zyn werk t zö dikwyls hy zig<br />
een Jonas maakte en over ons Land uitriep nog<br />
•veertig dagen en NiniveZfll vergaan, of dathy, een<br />
Jeremia vertoonende, heeft gaanzugten over her.<br />
geen hy de rampen der Republiek noemde en<br />
uitriep, 'er is eene 'godlyke rechtvaardigheid en beeft,<br />
myne Gebuuren, dat zy zig niet eens over u uitlaaie! gy<br />
hebt de maat uwer ongerechtigheid vervuld of byna volgemaakt<br />
O), heeft men met de Profeetfyen<br />
van dien ingeblazenen en met de waarfchuwingen<br />
des huichelaars den fpöt gedreven. —i<br />
Maar toen zyne verbitterde galle hem aanfpoorde<br />
om leugentaal te preeken of de waarheid te<br />
bevegten ? deugd en rechtvaardigheid te lasteren,<br />
:Onbefchaamdelyk alle welvoeglykheid en<br />
achting jegens aanzienlyke Burgers en achtbaareMagiftraaten<br />
uit het oog te verliezen, of eindelyk<br />
met eene tomelooze vermeetelheid Souveraine<br />
Vergaderingen, zo als die der Staaten<br />
van Holland, van Friesland, van Utrecht, van<br />
andere, of wel gantfche Natiën gelyk de onze,<br />
enz. aan te randen, — toen, zeg ik, hy zo<br />
verre kwam öm'ftouüyk tc beweeren, onwraak-<br />
baare bewyzen te hebben dat hier. een wezeniyk<br />
Project is om de Uonftitutie te veranderen<br />
• • en<br />
(o) Dit zyn de Woorden, welke deze Schurk, die God<br />
noch menfchen vreest, gebruikt heeft in zyn Courant vau<br />
J4. September 1785.
xenr VOORAFSPRAAK<br />
cn het Stadhouderfchap, of ten minften deszelfö<br />
gezag, den bodem in te flaan, enz. (a) — Toen<br />
hy listiglyk begon te beduiden dat eene haatlyke<br />
Factie het Vaderland aan Vrankryk had verkogt<br />
om zig van de magt dier Mogendheid ter<br />
uitvoering van dat Project te verzekeren, (é) —toen<br />
hy te kennen gaf dat Vrankryk zelfs zulk<br />
een Plan met de Roervinken van ons Land fefmeed<br />
had, om de Republiek van Engeland afte trekken<br />
, (c) — toen hy verzekerde dat dit Vrankryk<br />
in de Republiek een Party berokkend had,<br />
welke, volgens hem, den Engelfchen Oorlog'<br />
ever de 7 Provinciën had verwekt, een Party,<br />
welke alle de rampen des Hertogs van Brünswyk<br />
had veroorzaakt en dit Land van kuil in<br />
kuil heeft doen vallen tot op die laagte, waarin<br />
men het nu ziet, (
VOORAFSPRAAK. XCY<br />
gen,(
xcvi V O O R A F S P R A A K .<br />
brengen (a) dat is om zig te wreeken over getrouwe<br />
Burgers, over waardige Magiftraaten,<br />
die het yverigfte en kragtdaadigfte onze Rechten<br />
en de handhaaving van onze waare Conilitutie<br />
eifchen, — wanneer hy, door opgaaf van<br />
hunne eerfte naamletters (6) aanwees deflagtoffers<br />
die hy ontzield, de ingewanden uitgerukt<br />
en het hart van een gefcheurd wilde hebben om<br />
daarin het laatfte Vryheidszaad uit te roeijen,<br />
toen was'er geen eerlyk mensch, welke niet met<br />
afgryzen en fchrik bevangen uitriep, dat de zie!<br />
van dit Mcnfter geen andere zyn kon, dan die van<br />
tenen TICHELAAR, van eenen VERHOEF, of<br />
eenig ander doemwaardig Verrader, eenig anderenwoeflen<br />
Moordenaar, die zveteer hunne eeuw en onze Natte<br />
onteerd hebben! Geen braaf man, was 'er, die<br />
niet van verbaazing verftomd was, door te overwegen<br />
, dat een Papier met zo veel vermetel-<br />
"heid, met zo veel fchandelykheden opgevuld,<br />
een Papier, dat men den fakkel van Tifphone,<br />
de moordklok kan noemen, 'en waar uit men<br />
zo langen tyd onder ons de oproerigfte gedeelten<br />
s vertaald heeft, den aandacht niet verwekte<br />
van de Bewaarders der publieke veiligheid,<br />
4e gramfchap van deWreekers der wetten, van<br />
(a) Idem van 30. July 1783,<br />
{i) Iiidtm,<br />
de
V O O R A F S P R A A K . xcris<br />
de Verdeedigers def rust, der goederen en van<br />
het leeven der Burgers niet gaande maakte ,• |<br />
en het zelve niet deed verbieden öf verbranden<br />
, zo als het waarlyk verdiende en blyft<br />
verdienen.<br />
Zie daar, DOORLUCHTIGSTE VORST, zie<br />
daar van welke Luiden, zulke, die den ondergang<br />
van ons Land gezworen hebberi , zich<br />
bedienden en nog bedienen om tot hun oogmerken<br />
te komen ! •— Zie daar inzonderheid<br />
de Afbeelding van een Man, die zig honderdmaal<br />
ift zyne Co'urant voordeed, als de Verdeediger<br />
van waarheid, rechtvaerdigheid, en<br />
menschlievendheid , als de wreeker van de onnov<br />
zeiheid en vryheid, de geesfel der onverdraagzaamheid<br />
, der vervolging en der dwingelandyel<br />
— Zie daar de beeltenis van een Man,<br />
die, in weerwil van al die fraaije betuigingen<br />
alles heeft uitgevoerd wat ik heb voorgedragen,<br />
en die zig blindeling heeft opgeofferd aan<br />
eene Cabaal, welke' zig durft beroemen U<br />
tot hoofd te hebben ! — Zie daar eindelyk dd<br />
beeltenis van een Man, of liever verfoeilyke'<br />
Schurk, welke dm des te ftraffelooz'er die Cabaal<br />
te kunnen dienen, en om gansch Éuropa<br />
te beter M kunnen misleiden, zig zedert vyf<br />
jaaren opwerpt, als de Advocaat UWER Zaak<br />
en de BefchermerUWER Rechten, als del<br />
Raadsman onzer Natie, en de' Verdeedrger<br />
©nzer Conftitutie !<br />
******* jj S|.
xcvin V O O R A F S P R A A K .<br />
Het waren geenzins, DOORLUCHTIGE.<br />
VORST, eenige Schotfchriften , toegekend aan<br />
den Schryver der Patriottifche Party, in welke<br />
men U befchuldigt heeft, de eerfte en voornaamde<br />
oorzaak te zyn, van alle onze rampipoeden,<br />
en van voor U zeiven eenen troon<br />
te hebben, willen vestigen op de puinhoopen<br />
onzer Vryheid; het waren geenzins die zelfde<br />
Schotfchriften, in welke men poogde uwe<br />
deugden te ontluisteren, met U gebreken aan<br />
beleid toe te fchryven , het zy dan waar of<br />
veronderfteld, maar die een Grooten Vorst,<br />
zo als GE zyt, onwaardig zyn ; het waren<br />
geenzins, zeg ik , die fchimpfehriften.(tegen<br />
welken GE zeer zorgvuldig de ftrengheid<br />
der wetten verzegt) welke Uwe eer'in de<br />
oogen der Natie konden bezwalken. De pylen<br />
, welke daar in tegens Uw Perfoon wierden<br />
afgefchoten, zyn op hunne Opfteller wederom<br />
neergekomen; en deeze Opflellers zyn verpletterd<br />
geworden , onder den haat en de fchande,<br />
waar meede zy getragt hadden U te overftelpen.<br />
Maar, DOORLUCHTIGE VORST, was<br />
'er iets in ftaat om waarlyk een vlek op UWE<br />
reputatie te brengen, dan is het dat, in hoedanigheid,<br />
van eerfte Magiftraat van elke Provincie,—<br />
in hoedanigheid van een eerlykman,<br />
die de behoudenis van zynen roem aan zich<br />
zeiven, en aan eene Natie verfchuldigt is,<br />
welke hem tot de hoogde waardigheid, die on-<br />
»*.*«»«« ' der
V O O K. A F S P K. A A IC. XCIX<br />
der haar is, verheven heeft, — dat, in hoedanigheid<br />
van Vader des Huisgezins, die aan zyne<br />
Kinderen verfchuldigt is, het voorbeeld te<br />
geeven van een aandoenlyk, rechtvaardig ëti<br />
edel hart, en boven al van dien edelmoedigen<br />
moéd, welke eindelyk de ketenen weet te<br />
verbreeken, in welken trouwlooze en listige<br />
Raadgeevers dé al te lichtgelovige, en alie<br />
vertrouwende Vorften, maar al te dikwyls gekluifterd<br />
houden, — het is dat Ge in alle die<br />
hoedanigheden nimmer aan eenige Rechtbank<br />
verzogt hebt, om geftreng te zyn tegen ce<br />
Courant van eenen Schryver, welke voorwend<br />
UWE zaak te wreeken met het lasteren of<br />
fchenden, van al wat onder ons het achtingwaardigst<br />
is, en het Volk onzer Provinciën aanhitsende<br />
tot oproer en alle de ysfelykheden van<br />
eenen ophand. Indien, zeg ik, iets UWE reputatie<br />
heeft kunnen bezwalken, is het dit,<br />
dat GE noch formeel, noch direB, den arm der<br />
Juftitie hebt ingeroepen, tegen zoo veele andere<br />
gefchriften , van welken ons Land van het<br />
begin des Oörlogs tot op den huldigen dag overftroomt<br />
is geworden ,' en in welken, onder<br />
voorwendsel van UWE rechten op te geeven,<br />
en Uw Beftuur te rechtvaardigen;- men het<br />
loffelykst gedeelte der Natie, de getrouwde<br />
Regenten, en onze edelmoedige Bondgenoten<br />
onwaardiglyk gehoond' en 'gefchonden<br />
heeft, H» Gefchriften-, 'wa^r' in men openbaar-<br />
******* 2 lyk
e V O O R A F S P R A A K . -<br />
lyk heeft goedgekeurd , de fchandelykfte mid*<br />
delen , door de Cabaal, geduurende den Oorlog,<br />
in het werk geheld, om de Engelfchen<br />
ten dienst te zyn, en ons in den poel van<br />
rampfpoeden te dompelen, — Gefchriften,<br />
waar in men duizende maaien de verantwoording<br />
heeft gemaakt van de poogingen, door die<br />
Cabaal aangewend, en die zy voortgaat aan tewenden,<br />
om onze Conftitutie om te keeren,<br />
onze klagten, onze verzoeken, onze zuchten<br />
zelfs te fmooren, en om het gewigt der kluifters<br />
te verzwaaren, onder welker knelling wy<br />
gebukt gaan.<br />
Ja, DOORLUCHTIGE VORST, wel verre van .<br />
ALLES aangewend te hebben, wat in Uw vervlogen<br />
was, om tegen zulken Schryver of die<br />
doemwaardige Gefchriften recht te vorderen;<br />
wel verre van alle middelen gebezigt te hebben,.<br />
welke UWE pligt U behoorde in te boezemen<br />
om den loop dezer laatfte te (tuiten, heeft Uw E<br />
HOOGHEID zelfs geenerlei aanhoudende en-<br />
UWER waardige poogingen te werk gefteld<br />
om de droevige gevolgen, die'er zedert byna vier<br />
jaaren tot heden toe uit voortgevloeid zyn,<br />
voor te komen of te beletten, dat is namelyk,<br />
om: voor te komen of te beletten de wanopdres,<br />
en de oproeren,, aan welke een blind<br />
Graauw zig op verfcheide plaatzen fchuldig<br />
gemaakt heeft, aangevuurd zyn de door het leezen<br />
dier Schandfcliriften, of door hun die de-<br />
5 • ' ' • zei-
V O O R A F S P R A A K . •<br />
zelve voorlazen, of'door een hoop zo dweepzieke<br />
als fchurkachtige Predikanten: Een bhnd<br />
Graauw, zeg ik , om dat het zelve waand UWE<br />
zaak te wreeken die zy niet kent, en U te<br />
herftellen in UWE wettige rechten, waarvan<br />
zy even weinig kennis draagt en welke niemand<br />
ooit gedacht heeft U te ontrooven. i<br />
Met één woord, DOORLUCHTIGE VORST,<br />
wel verre dat UWE HOOGHEID in dat alles<br />
had gedaan, het geen derzelver pligt, waare<br />
belangens, en eige eer vorderden dat Ge daar<br />
in deed , befchouwde U WE HOOGHEID zulke<br />
van onze Schryvers als deszelfs gedeclareerde<br />
Vyanden, welken tegen deKladders en de Predikanten<br />
der Cabaal, en tegen alle andere lasteraars<br />
en ftookebranden van die zelfde party den<br />
ftryd dorften aanvangen. By UWE HOOGHEID<br />
wierd hetvoor eene ftrafbaare vermetelheid aangezien,<br />
wanneer men de oogen opfloeg over<br />
de Rechten, waar van wy ontzet waren geworden,<br />
over de ketenen met welke wy bekaden<br />
waren, over den ftaat van benaauwdheid<br />
waar toe wy waren gebragt, en wanneer men<br />
de Natie zuiverde van de lasteringen, die men<br />
tegen haar door gantsch Europa verfpreidde:<br />
UWE HOOGHEID hield onze regtmaatige bekommeringen<br />
voor ydele fchimmen, onze klagten<br />
voor ydel gefchreeuw, onze vorderingen<br />
voor het uitwerkzel van een muitzuchtigen<br />
geest: Uw E HOOGHEID geloofde, om dat men<br />
******* ^ TJ
cn .VooursHiA K.<br />
Ü zulks diets maakte, dat de poogingen ónzer<br />
achtmgwaardigfte Regenten om de ftervende<br />
Vryhcid te herftellen, om eenige dealen van<br />
UWE Adminiftratic naar te gaan, om het gedrag<br />
UWER Creaturen te onderzoeken, om de<br />
misbruiken, waar van ik zo dikmaal gefproken<br />
heb, te beteugelen , zo veele aanflagen waren<br />
om de orde van het Gemecnebest te ftoorenzo<br />
veele uitwerkzels waren van een gefmeed voorneemen<br />
om Ute vervolgen en uw wetttiggezag te<br />
ontrooven, Uwe waardigheid te vernietigen, en<br />
om de Confhtutie om te keeren , ten einde op<br />
derzelver puinhoopen eenen nieuwen Staat te<br />
vestigen , in welken de al zo heerschzugtige als<br />
listige Demagoogen, op hun gemak een Despotismus<br />
zouden kunnen uitoeffenen , het welk<br />
door niets geftoord zou kunnen worden. — Zodanige<br />
vooringenomenheden, DOORLUCHTI<br />
GE VO RST, waren weinig gefchikt óm Uaan te<br />
fpooren , tot het doen verbieden hier te landevan<br />
eenen Courier du Bas-Rbyn, of van eenen<br />
Ouderwet fchen Patriot , en van zo veel andere<br />
fchandelvke als oproerige Gefchriften, met welke<br />
deze Provinciën overftelpt zyn geweest, en<br />
nog zyn : En het is ongetwyffeld in de zekerheid<br />
dat zodanige vooringenomenheden in Uw gemoed<br />
, en in die van de Haagfche Politie nog huisvesten<br />
, dat de Courantier Gosfe nog heden in vergetelheid<br />
en fchurkachtighcid allezyns gelyken,<br />
die hem voorgegaan zyn, of die zig nóg in den<br />
zehv
" V O O R A F S P R A A K . cm<br />
«elfden loopbaan bevinden, te boven gaat. —<br />
Maar het word tyd , dat ik van dezen uitflap<br />
over de Anti-patrio tfche Schandfchiiften afga,<br />
en tot myn Hoofdzaak keere.<br />
De Klagten en Vorderingen , welke geduurende<br />
den Oorlog zig van alle kanten bleeven .<br />
verheffen tegen de noodlottige Directie van<br />
onze Zeemagt, en tegen de fchandelyke werkeloosheid,<br />
die 'er uit voortvloeide, vergram<br />
den UWE H OOGHETO, en G E meende m eemo-<br />
e dier Stukken, mitsgaders in het gefchrei<br />
der benaauwdheid, dat van het een uiterfte<br />
der 7 Provinciën tot het ander weergalmde, te<br />
zien dat UWE eer en de verfchuldigde trouw<br />
aan den Staat zwaarlyk gefchonden wierden.<br />
En daar om gaf UWE II OOGIIEID , nadesweaens<br />
zig ten fterkften beklaagt te hebben, m<br />
het frcreet'Béfoigne Hunner Hoog Mog. op den<br />
IA Augustus des jaars, 1782. te kennen , dat<br />
om alle verdenkingen en lasterlyke gerugten<br />
te doen ophouden, UWE HOOGHEID befloten<br />
had eene gedetailleerde Opening te geeven<br />
van Uw gedrag, geduurende dien Oorlog<br />
in qualiteit van Admiraal-Generaal der Unie<br />
-ehouden. En eindelyk kwam deeze Opening<br />
opdaagen: dat is namelyk, dat, op op den 7<br />
Oftober daar aan volgende UWE HOOGHEID<br />
aan de Staaten-Generaal overgaf het eerfte<br />
ftukvan derzelver befaamde juMcatiw MEMO-<br />
##**#** ^ RIS
V O O R A F S P R A A K .<br />
m e t e e n e n B r i e F j ^ v m .<br />
gmin deze bewoordingen vervac was:<br />
HOOG MOGENDE HEEREN!<br />
» Thans vinden w y Ons in ftaat gefield<br />
m<br />
- L° e n' ; e<br />
; v o I d o e n i n s e<br />
**" ^êüSXt<br />
d e<br />
" T'u e<br />
" ] a n<br />
/ S d i e n w e<br />
S' ook onder dat van<br />
» de hooge Bondgenooten te brengen een<br />
„ AANEENGESCHAKELD TAFEREEL van onze poo-<br />
„ gmgen en verrigtingen, voor- en geduurende<br />
„de bmnen-en buitenlandse onlusten, die<br />
* V a d e r ]<br />
f d<br />
< eenen onherftelbaaren<br />
«ondergang bedreigen; en daar door in de<br />
„ Regtsters der deliberatien, zoo van Uwe Hoog<br />
„ Mog., als van de Heeren Staaten, van alle de<br />
0 V ! N C I E N<br />
* J;<br />
' °P<br />
c e ri<br />
gten een altoos DUUREND<br />
„ MONUMENT van onze waare bedoelingen en<br />
„ zmvere liefde tot het Vaderland, zoo wel<br />
" en *L ° n<br />
g e r o<br />
S " d h e i d<br />
^r vermoedens,<br />
» en diffidentien, welke men, federt een ge-<br />
^ » rui-<br />
^ * - » « * - * . ; M » die
V O O R A F S P R A A K . ev<br />
„ ruimen tyd, (met al te veel fucces voor de<br />
„ belangen van de Republycq) getragt heeft,<br />
„ tegen ons in te boezemen aan eene Natie,<br />
„ onder welke wy geboren en opgevoed zyn,<br />
„ welker belangen onze belangen zyn, en wier<br />
„ voorfpoed en welvaart itceds met de onzen,<br />
,. en die van ons Huii, onaffcheidbaar verknogt<br />
„ zyn, en dus een wezenlyk, ja zelfs het<br />
„ grootfte gedeelte van ons geluk uitmaaken.<br />
Ik laat, DOORLUCHTIGE VORST, de verdenkingen<br />
en het wantrouwen, welke UWE HOOG<br />
HEID zegt, dat men getragt heeft tegen U in<br />
te boezemen voor het geen zy zyn. Geen<br />
onzer Negocianten, geen onzer Steden of Provinciën,<br />
geen onzer goede Burgeren heeft zich<br />
in zoo verre vergeeten; en ik heb bereids gezegt,<br />
dat U W E HOOGHEID meerder beklaagt<br />
dan verdagt behoorde te worden; en dat men<br />
aan de trouwloosheid van UWEN Raad, de<br />
misflagen en dwaalingen moest toefchryven,<br />
die men in Uw bewind, betreklyk onze Zeemagt<br />
heeft opgemerkt.— Maar, wat aanbelangt,<br />
dit AANEENGESCHAKELD TAFEREEL van UWE poogingen,<br />
van U W E daaden, voor engeduurende de<br />
oalusten, welke toen plaats greepen, wat<br />
aanbelangt, het DUURZAAM MONUMENT<br />
van U W E waare bedoelingen, en van U W E<br />
zuivere Hefde voor bet Vaderland, namelyk j wat<br />
belangt de MEMORIE, die GE aan Hunne Hoog<br />
fdas- hebt overhandigt, ik durf hier bewee-<br />
******* g ren,
EVI V O O R A F S F R A A IC.<br />
ren, en ik zal het in de drie eerfte deelen<br />
van myn Werk betoogen, dat deeze MEM--fciE<br />
niets anders is dan een kunftig famenweefzel,meer<br />
gefchikt om het rechte denkbeeld,<br />
dat men zich van den ftaat der zaaken zou kunnen<br />
formeeren, te verduifteren , dan om het zelve op<br />
te helderen. Waar is de Man, die in ftaat is de<br />
waarheid te ontdekken, in een GESCHRIFT,vol<br />
van verzwygingen en vermommingen, van duiftere<br />
, van twyflelachtige of valfche aanvoeringen?—<br />
In een GESCHRIFT, in het welk<br />
waarachtige zaaken verzwolgen worden, in<br />
eene zee van beuzelachtige uitweidingen, of<br />
verward zyn onder het verhaal van een onophoudelyk<br />
gaan en komen, van onnodige raadsvergaderingen<br />
, van nuttelooze formaliteiten,<br />
van gemaakte vertrouwlykheden , afgegeven<br />
ordertjes, ontfangen berichtjes, en honderd<br />
andere kleinigheden, welke byna zouden doen<br />
gelooven, dat een Admiraal-Generaal van de<br />
Republiek, meerder werks en omflags gehad<br />
heeft, om een hand vol Schepen geftadig werkzaam<br />
te houden , dan een eerfte Admiraliteits<br />
Lord van Engeland, dat is van een<br />
Minister, wiens aandagt en zorgen zich moe- '<br />
ften uitfpreiden over het gebruik en de werking<br />
van 500 Oorlogfchepen in de vier waerelddeelen<br />
verfpreid. De Stellers van deeze<br />
MEMORIE, DOORLUCHTIGSTE VORST, of<br />
liever van dit wanfchapen famenftel hebben geweest,
V O O R A F S P R A A K , eva<br />
Veest, offchurken, ofweetnieten, welke Uws •<br />
HOOGHEID hebben bedroggen, als wiens waar<br />
oogmerk zekerlyk is geweest zich te rechtvaardigen,<br />
van alles wat men kon verdenken tegen<br />
zyne eigene inzichten en gedrag, en niet<br />
om Hunne Hoog Mog. en de Natie in het geval<br />
te Hellen van niette kunnen ontwikkelen, de<br />
fchandelyke middelen en kunscgreepen, welke<br />
Uwen Raad en derzelver Suppoosten voor<br />
en in den Oorlog hebben gebezigt om hun<br />
doemwaardig oogwit te bereiken en om U<br />
onbemerkt ter onderfteuning hunner aanflagen<br />
mede te üeepen- Indien UWE HOOG<br />
HEID die MEMORIE met eene aanhoudende,<br />
aandagt en met minder begoochelde oogen dan<br />
de UWEN waren, had geleezen , zoud GE de zelve<br />
op haare rechte waarde hebben gefchat; en<br />
in plaats van dezelve op te vyzelen, als een M o-<br />
NuMENT , zo roemwaardig voor UWER<br />
Ho o G HEID s Adminiftratie, als fchandelykvoor.<br />
de praïtenle lasteraars van dat Bewind , zoud<br />
GE het aangemerkt hebben als een eeuwig MO<br />
NUMENT van de fchelmachtigheid en der<br />
fchande van de Cabaal, welke U aangezet heeft<br />
U op die wyze te rechtvaardigen, om dug<br />
doende zich zelve te zuiveren. — GY zoud,<br />
zee ik, met verontwaardiging die MEMORIE<br />
hebben verworpen en UWE HOOGHEID ZOU<br />
-zig gehaast hebben, in de volle Vergadering<br />
der Staaten Generaal te gaan, en te bekennen
cyin VOORAFSPRAAK.<br />
. eindelyk ontdekt te hebben dat het tot daar toe<br />
gehouden gedrag van UWE HOOGHEID, zo<br />
m derzelver qualiteit van Admiraal Generaal,<br />
als mderzelver andere qualiteiten, betreklyk tot<br />
dehooge Charges, welke GE in de Republiek<br />
bekleed, ongelukkiglyk alleenlyk beftuurd waren<br />
door een Raadsvergadering van Verleiders en<br />
Verraders, bygeftaan door eene menigte Suppooften:<br />
UWE HOOGHEID ZOU gezugt hebben<br />
over het ongelukkig lot, waar toe GE ZO veele<br />
jaaren gebragt was geweest; en Hunne Hoog<br />
Mog. aangezogt hebben, om zonder eeni* vertoeven<br />
eenen Raad van rechtfehapen Mannen<br />
te benoemen, die in ftaat waren U te beftuuren<br />
en te onderfleunen, in de poogingen die Ge voortaanzoud<br />
aanwenden om op eene UWERHOOGHEID<br />
waardige wyze het belang en de eer des Vaderlands<br />
te handhaaven en te verdeedigen. De<br />
ganfche Natie DOORLUCHTIGEVORST, ZOU<br />
het gelukkig oogenblik gezegend hebben, op<br />
welke UWE Oogen de fchillen ontvallen waren,<br />
mitsgaders dat geene, waarin GE moeds<br />
genoeg zou gehad hebben, om de zo even gemelde<br />
bekentenis en eisch aan Hunne Hoomog.<br />
te doen. Kortom dusdanige gebeur*<br />
tems zou alles voorgekomen zyn, wat 'er onder<br />
ons zedert dien tyd is voorgevallen, en de<br />
•Republiek zou zig thans in den naaren ftaat niet<br />
vinden waarin men haar thans ziet.<br />
Maar wel verre van zulks te doen, meende<br />
'UWE
VOORAFSPRAAK. Ctx<br />
UWE HOOGHEID dat die MEMORIE een mee*<br />
fterftuk wasvanredeneering engoede trouw ; en<br />
alvorens dat Hunne Hoog Mog. U betuigd hadden<br />
of zy al of niet voldaan waren, liet GE toe- dat<br />
een gedeelte der Haagfehe Schuttery, U een<br />
DANK-ADRFS ten dezen aanzien prefenteerde;<br />
dat is een ADRES ingerigt door Lieden,<br />
wier verkleeftheid aan de Hoofden der Cabaal<br />
bekend was, een ADRES, vervat iit«i de allerberispelykfte<br />
bewoordingen, en waarlyk uitgedagt<br />
om het Publiek wys te maaken, dat de<br />
klagten, voormaals door de Regeeringen van<br />
verfcheide Steden en door geheele Provinciën<br />
tegen de flegte directie, en de noodlottige inactiviteit<br />
van onze Zeemagt gedaan, de alleronregtvaardigfte<br />
waren , — en om de Voorftanders<br />
van de Cabaal aan te zetten om dergelyke<br />
Adresfen in de andere Steden te ontwerpen<br />
, om door dezen weg te üaagen in het<br />
dwingen van den Souverain , om zelve de M E <br />
MORIE goed te keuren, en U te bedanken,<br />
DOORLUCHTIGE VORST , zonder de kragt of<br />
waardigheid der redenen , welke daar in vervat<br />
waren naar te gaan. De misdaadige wanorders<br />
, door eenen hoop dolzinnigen flraffeloos in<br />
's Hage , by die gelegenheid Qa) aangerecht, ora<br />
raö jsb rifiv rt! S tb ;der<br />
C») Het was den 5. December 1782. dat deze wanorden<br />
plaats hadden: en zy zyn hier bekend onder deat<br />
niatn van Si. Nicokas Oproep.
«fc VOORAFSPRAAK.<br />
de rest des volks van deze plaats mede te nee-<br />
£en in de voltooijing van het ontwerp dat mert<br />
inboog had, by de Vreemdelingen niet genoeg<br />
bekend zynde, zal ik aan het einde van myn<br />
derde Deel 'er de geheele Hiftorie Van opgeeven;<br />
en daar aantoonen dat deze wanorders de<br />
bron en oorzaak geweest zyn van alle volgende<br />
Oproeren , die wy zedert in ons land gezien<br />
hebben; Oproeren, welke de Républiek<br />
tot in haare fundamenten hebben doen daveren,<br />
en die evenwel UWB HOOGHEID gelooft<br />
heeft, en heeft willen doen gelooven,<br />
dat alleenJyk vrolykheden en betuigingen van<br />
verknogtheid voor Uw Perfoon waren!<br />
- Het geen een gedeelte van hetGepeupel, niet •<br />
alleen in.'sHage, maar in verfcheide-andere<br />
plaatfen had aangefpoord om te gelooven, dat de<br />
inhoud der Memorie van UWÉ HOOGHEID<br />
door den Souverain formeel behoorde goedgekeurd<br />
te worden, was niet alleen de opinie,<br />
welke men dat Gepeupel had ingeboezemd,<br />
dat UWER HOOGHEIDS Bewind, met betrekking<br />
tot het gebruiken onzer Zeemagt, onber-ispelyk<br />
was, maar ook die, dat men het onbepaaldfte<br />
vertrouwen moest nellen in Uw Perjoon<br />
Niets evenwel was valfcher: de uitwerkingen<br />
van dat Bewind hadden voldoende<br />
beweezen, hoe gebreklyk, bekommerend, en<br />
nadeehg het voor de belangens van den Koophandel,<br />
e n die van den Staat was, en by gevolg
V O O R A F S P R A A K » CXÏ .<br />
volg hoe min het de goedkeuring verdiende.<br />
Was'er ietsin U , DOORLUCHTIGSTE Vo i ST,„<br />
welk' men met zo veel grond niet berispen kon,<br />
het waren de beweegredenen, welke U bezuurden,<br />
en de intentie die G E had om welte<br />
doen, terwyl G E kwalyk deed. Een ander<br />
bewys dat dit Bewind niets minder dan goedkeuring<br />
waardig was, vertoonde zig in het wettig<br />
geroep, door de ganfche Republiek opgereezen,<br />
tegen den Hertog, tegen Uwen Mentor,<br />
tege'n het Hoofd der Engelschgezinde en Antipatriotfche<br />
Cabaal, tegen een Man, kortom,<br />
door wiens raadgeevingen UWE HOOGHEID<br />
zig zo byfter verdwaalde in de uitoeffening aller<br />
waardigheden en bedieningen, met welken Ga<br />
bekleed zyt. Een ander bewys , eindelyk.„<br />
dat dit Bewind geenerlei goedkeuring verdiende,<br />
is dat de meefte Provinciën hunne ftem<br />
hebben doen hooren, om dien Man niet alleen<br />
van Uw Perfoonte verwyderen, maar uit<br />
de ganfche Republiek van welkers rampen hy de<br />
oorzaak was: Deze daad alleen DOORLUCH<br />
TIGE VORST , vergruist UWE berugte MEMO<br />
RIE, en betoond met hoe weinig grond.G.E ia<br />
' Uwen Brief aan de Staaten Generaal., in dato i.<br />
November 1.7 84. hebt kunnen en mogen het ftuV<br />
zwygen, van Hunne HoogMog. over Uw E M EMO-<br />
RIE in dier' voegen interpreteeren :/öf Hoogstdezelve<br />
in Uw gedrag , als Admiraal Generaal,,<br />
geduurmde den Oorlog gehouden, niets had&n given-
CXII VOORAFSPRAAK,<br />
den dat derzelver misnoegen of disapprobatie verdiend<br />
Voor 't overige, zoo het waar was, dat Hunne<br />
Hoog Mog. voldaan hadden geweest, over het<br />
verflag by die MEMORIE gedaan, zouden<br />
Hoogstdezelve ten minnen U het recht gedaan<br />
hebben zulks te betuigen, het geen Hunne Hoog<br />
Mog. nooit gedaan hebbes, noch nooit doen<br />
zullen. •— Daar van een formeel onderzoek te<br />
ordonneeren, (het welk men wel gezorgt heeft<br />
U niet te raaden van Hunne Hoog Mog. te<br />
vraagen) zal ook niet gefchiedert; want zoodat<br />
voorftel in Hunne Vergadering wierd gedaan,<br />
zou de Cabaal wel middel vinden om de<br />
uitwerking te ftremmen. Het blykt nog heden<br />
wat al dwarspaalen zy blyft hellen in het definitief<br />
examen der zaak van Brest. — Maar gefield<br />
eens dat men tot het onderzoek der M E <br />
MORIE van U W E HOOGHEID overging, én<br />
men vond daarin UWE Adminiftratie fchuldig...<br />
Zou men, zoo als thans hier de ftaat van zaalten<br />
is durven ondferneemen om U te ftraffen ?<br />
zou men zelfU' durven berispen? . ... DOOR<br />
LUCHTIGE VORST , 'eris geenbefchaafd Land,<br />
waar in de Souverain zelve aan de grondwetten<br />
van den Staat niet onderworpen is; ....<br />
Evenwel, 'er zyn Landen al waar vermogende<br />
byzondere Perfoonen, zich boven alle wetten<br />
oordeelert te' weezen, en het in der*<br />
daad zyn?<br />
Wat het onbepaald vertrouwen aangaat, het<br />
** welk
V ö O R A F S ? R A A K . nüïi<br />
Welk dat gepeupel meende en nog meend, dat<br />
de Natie, (en by gevolg ook de Souverain)<br />
inUwPerfbon hebben moet, DOORLUCH<br />
TIGE VORST, is een jlehegel, welke de Cabaal<br />
reeds by verfcheide gelegenheden had voorge<br />
wend (a), reeds voor het publiceeren van UWE<br />
MEMORIE; en het is een Jlelregel, welke de Sa<br />
men {tellers vari dat Gefchrift U in deeze be<br />
woordingen hebben doen herhaalen: „ geplaatst<br />
„ aan het hooft der Regeeringe deezer Lan-<br />
„ den , hébben wy een inconteflabel recht op het on-<br />
•„ bepaald vertrouwen eener Natie, op welke wy<br />
» de<br />
Cd) By voorbeeld, by gelegenheid van het vigoureus Advis,<br />
dat de Zeeuwfche Steden in de Maanden juny en Ju!y<br />
1782. ter Staats-vergadering dier Provincie inbnagten, over<br />
de onvermydelyke noodwendigheid om de oorzaaken vnrc<br />
de flegte directie en de fataale inactiviteit onzer Zeemagt<br />
naar te gaan; by gelegenheid van den vermaar*<br />
den Brief door de Staaten van die Provincie aan Hunne<br />
Hoog Mog. op deil 29. July o>rer die zelfde noodwendigheid<br />
gefchreveu: — hy gelegenheid der Leydfebe Propofitie<br />
op den gr. dier zelfde Maand gedaan? - by gelegenheid<br />
der Conferentie, welke de Staaten van Holland aan hunne<br />
Cominisfarisfen met UWE HOOGHEID deswegens ordonneerden<br />
te houden: en eindelyk by gelegenheid der zwaars<br />
Klagten, wélke de Staaten vanfWw/andgeduurendeden zo.<br />
mer van dat jaar gedaan hebben, — en byzonderlyk de<br />
. vermaarde' Propofitie , door het Quartier van Ooitergó itj<br />
de Vergadering der Staaten van die Provincie óp den<br />
§. July van,dat zelfde jaar gedaan.
cxrr V O O R A F S P R A A K .<br />
de naauwfte en tederfte betrekking hebben,<br />
„ enz.(a) " — Zoo dat waar was, DOOR<br />
LUCHTIGE VORST, dan zou men wel by ons<br />
kunnen zeggen , het geen de Voorftanders der<br />
Pauslyke onfeilbaarheid zeggen :<br />
Succmibat ratio fidei, & captiva qukjeat.<br />
Edoch, zulks is volftrekt valsch: want men<br />
onderftelle al eens, dat een Stadhouder van dit<br />
Land beftendiglyk in zich vereenigcle, de liefde<br />
tot rechtvaardigheid, de beste intentien, en<br />
de heilzaamfte oogmerken, zou het dan niet<br />
mogelyk zyn dat hy in zyne Adminiftratie<br />
dwaalde, of door onkunde, of door onbekwaamheid,<br />
of door verzuim, of door kwaade raadgeevingen,<br />
enz.? i—• De goede hoedanigheden<br />
des harten zyn niet altoos verzeld van den benoodigden<br />
yver om te ageeren, noch van de<br />
verlichting des verftands, en noch minder van<br />
het voorrecht om door niemand bedrogen te<br />
worden. Dus, gelyk een Stadhouder even als<br />
een ander mensch feilbaar is, en dat hy, behalven<br />
deeze feilbaarheid , alle ondeugden<br />
kan hebben , die uit eene onmaatige heerschzugt,<br />
of van elders, afvloeijen, heeft ook de Natie,<br />
00 A. M. 125. — B. U' 18$. — C. hl. 07.
V O O R A F S P R A A K . CXY<br />
tie, mitsgaders de Souverain, het recht een<br />
geopend oog over zyn gedrag te houden, en<br />
het zelve des verdienende te berispen. Had<br />
den wy, DOORLUCHTIGE VORST, altoos van<br />
dit recht gebruik gemaakt, wy zouden niet;<br />
weezen zoo als wy tegenwoordig zyn.<br />
Was deeze Voorafjpraak niet reeds te uitgebreid<br />
geworden, zo zou ik alhier in een hoofdzaaklyk<br />
onderzoek treden der voorwerpen, r<br />
die ik in myn Berigt aan den Lezer alleenlyk aangevoerd<br />
heb: Ik zou daar in opgeeven het Plan<br />
van myn GROOT TAFEREEL: ik zou daar uit<br />
betoogen de beweegredenen welke my thans<br />
deeze SCHETS doenuitgeeven: En ik zou daar in<br />
te binnen brengen de zonderlinge zaaken, die<br />
zedert den oorlog in ons ongelukkig land nog<br />
gebeurd zyn. — Dat is , namelyk, dat ik zou<br />
voordraagen , boe de Cabaal is voortgegaan in<br />
het bezigen van verleiding , lastering , geweld<br />
en alle andere middelen, welke derzelver<br />
fchelmachtigheid haar kon inboezemen, om<br />
zig op den Throon te handhaaven: — teUwe<br />
HOOGHEID,meer dan ooit, door de betooveringen<br />
dier Cabaal verblind, zich vergeeten<br />
heeft tot zelf aan de Staaten van Holland de duidelykfte<br />
Rechten Hunner Souverainiteit te betwistende,<br />
ingevolge Hunne weigering van UWE<br />
illegaale pretenfien, UWE HOOGHEID den Haag<br />
•yerlaaten, en met UWE Huisgezin, :onze Pro-<br />
******** 2 yin*
CXVT V O O R A F S P R A A K .<br />
vinden doorloopen heeft, en U over al hebt<br />
vertoond als een ongelukkig en onregtvaerdig<br />
vervolgden PRINS; — hoe GE vervolgens UW<br />
verblyf gevestigd hebt op het Kasteel hetLoo,<br />
alwaar UWE HOOGHEID eenen kostbaarentyd<br />
verliest in het midden eener menigte lafhartige<br />
Pluimftrykers en van eenige Verraders, wier<br />
Bacchus-Feesten de ganfche Republiek ergeren ,<br />
en welker raadgeevingen en aanftookerijen de<br />
verguizing van UWE HOOGHEID met ons<br />
voltooijen zullen. Ik zou ook voordragen hoe<br />
het gezigt van alle de elenden, van welke<br />
wy reeds zo langen tyd overftelpt geworden<br />
zyn, als mede het vooruitzigt van nog zwaarder<br />
rampen, en die ons dreigen, een groot<br />
gedeelte onzer Burgeren de wapenen hebben<br />
doen aangrypen om het overfchot onzer Rechten<br />
en van onze Vryheid te verdedigen, en<br />
wederom te bekomen het geen ons ontroofd is<br />
geweest: — Ik zou doen zien met welk eene<br />
uitneemende voorzigtigheid en gematigheid die<br />
gewapende Burgers zig hier omtrent hebben<br />
gedragen, hoe verbolgen hun edel befluit de Cabaal<br />
gemaakt heeft: hoe veele tegenheden en<br />
dwarsboomingen die Burgers, ja ganfche Schutteryen,<br />
in hunne wettige poogingen hebben moeten<br />
ondergaan, niet alleen van wegens die Cabaal,<br />
maar ook van den kant eener affchuwelyke<br />
Ariftocratie, die gemeend heeft haar ryk<br />
op de puinhoopen van het UWE, DOOREU enig»
V O O R A F S P R A A K . CXVII<br />
TIGE VORST, te-kunnen vestigen, en welker<br />
fchurkachtige huurpennen die pretenfien<br />
hebben geftaaft, door byna tot niets te brengen<br />
de Rechten, welke een Vry Volk bezit<br />
om Vertoogen te doen over de rampen of onrechtvaardigheden<br />
, die het zelve ondergaat ,<br />
dat is, met daar te fcellen dat de eerfte piigt van<br />
een Volle zyn zou lyden en zwygen: Leerftelzel<br />
alleen pasfende in de fchoolen van Algiers en<br />
Tripoli, en welke de tyrannifche Publicatie heeil<br />
voortgebragt, die eene Meerderheid der Staaten<br />
van Gelderland, in denjongften Meymaand<br />
heeft uitgevaardigd, en die de oorzaak is der<br />
elende,welke.de StadMurg ondergaat, door het<br />
weigeren dat die Publicatie by haar wierd afgekondigt.<br />
Met een woord DOORLUCH<br />
TIGE VORST, was deze VOORAFSPRAAK met<br />
reeds te lang, dan zou ik 'er byvoegen boe eindelyk<br />
tusfchen de Ariftocraaten en de Cabaal<br />
eene haadyke Coalitie is geformeerd, door welke<br />
zy, trots op deze verfterking, haare verachting<br />
voor de Natie zo verre heeft uitgeftrekt om U te<br />
noopen tot hetbehoemen van een UWER Gardes<br />
du Corps tot Schepen der Stad Haiiem, een kwant,<br />
welke géén anderen rang had dan van een bloot<br />
Soldaat, en welke in die hoedaanigheden zig<br />
op het Raadhuis heeft durven aangeeven, om<br />
den Schepens-eed af te leggen.. .Haatlykc benoeming!<br />
welke de braave Hattemers niet erkend<br />
hebben, en het welke UWE HOOGHEID,/erg<br />
grimd
CXVHI V 00RAFSPK.AAK.<br />
grimd Zynde, naar men zegt, gezworen heeft,<br />
door geweld te doen erkennen. • Gelukt<br />
deze zaak, DOORLUCHTIGE VORST, naar den<br />
wensch der Cabaal, dan zullen wy eerlang de<br />
ftalknegts van UWE HOOGHEI» in de Stedelyke<br />
Collegien zien zitten. Dit zal vry wat anders<br />
wezen dan te zien, gelyk wy dikwyls zien,<br />
dat UWE Kamerlingen in de Vergadering der<br />
Staaten Generaal gaan preiideeren, na het verrigten<br />
van UWEN dienstin de Antichambre..<br />
In weerwil nogtans van zoo veele verbazende<br />
zaaken, als ik in myne Vooraffyraak, mitsgaders<br />
in het beloop van myn Werk aangevoerd<br />
hcbbe, heeft men (vóór al zedert vierjaaren;)<br />
onze ongelukkige Natie by wylen ZynePruisfifche<br />
Majeftèit durven belasteren: verfcheide keeren<br />
heeft men den Grooten Frederik voorgedraagen<br />
, dat men alhier werkte om Uw wettig ge-<br />
Zag te'vernietigen, en misfrhien, dat men U wilde<br />
ontzetten van de eminente Charges, die de<br />
Natie in Uw Huis erflyk gemaakt heeft. Deverknogtheid,<br />
met welke die Monarch aan dat Huis<br />
gehegt was, het aandeel dat hy nam in de Confervatie<br />
onzer tegenwoordige Conftitutie, hebben<br />
•dikwyls zyn rechtvaardig en edelmoedig hart bekommerd:<br />
Zyne Majeftèit heeft ten dien einde<br />
verfcheide Reprefentatien laaten doen,zoo by de<br />
Staaten van Holland als by de Staaten Generaal:<br />
Maar wie het ook ware, is niet in ftaat geweest<br />
"eenedaad, dievolftrektvalsch en alleen uitgedagt<br />
was
V O O R A F S P R A A K . CXIX<br />
was door de verfoeilykftelastering, te be wyzen. -<br />
Ook hoopt de Natie, DOORLUCHTIGE VORST , dat<br />
de waardige Opvolger van Frederik doof zyn zal<br />
voor dergelyke bedriegeryen; en dat Zyne Majeftèit,<br />
van den toedragt der zaaken onderricht<br />
, met medelyden over het lot deezer Natie,<br />
zal aangedaan zyn, medelyden hebben zal<br />
met UWE HOOGHEID, met. U W E Gemaalin<br />
zyne Doorluchtige Zuster, en met U W E Kinderen;<br />
en dienvolgens' zich verwaardigen zal<br />
om UWE HOOGHEID te raaden, om de Schelmen<br />
, die U omringen van U te verwyderen,<br />
en Uwe poogingeri te doen om de liefde en het<br />
vertrouwen weder te winnen van eene Natie<br />
, die U zoo hartelyk heeft bemind, en welke<br />
ten deezen de billykfte erkentenis verdiend.<br />
De vryheid, die ik neeme, DOORLUCHTIGE<br />
VORST, om ook deeze SCHETS aan UWE HOOG<br />
HEID op te draagen, na voorheen aan U opgedragen<br />
te hebben de X X X . ARTYKELEN, of<br />
Nieuwe bedenkingen over de mislukking 'der Expeditie<br />
naar BREST (a) moet minder aangemerkt worden<br />
als eene lastigheid van myne zyde, dan<br />
wel<br />
(n) Indien ik op bJadz. 305. van myn tweede Deel<br />
Van den Schryver der XXX. ARTYKELEN heb gefehreeven<br />
als van iemand anders dan my zeiven. is zulks omdat<br />
ik het vry nodeloos oordeelde my dat werkje toe te<br />
****#### ^ fchry-
exx V O O X A F S P * . A A I C I<br />
w-el-als een nieuw getuigenis myner eerbiedige<br />
verknagtheid aan Uw Perfoon. Heeft het in de<br />
famenftelling dezerSCHETS myn doel geweest de<br />
oorzaaken en de bewerkers der ysfelykfte ram<br />
pen , die onze Republiek overftelpen, aan te wy-<br />
zen, —. heeft dat het doel uitgeleverd om voor<br />
het oog van geheel Europa en voor die van<br />
het Nageflacht te rechtvaardigen onze Acht-<br />
baare en ysfelyk gelasterde Regenten, — en<br />
de meefte onzer Stedelyke, zelfs Söuveraine<br />
Vergaderingen,insgelyks gelasterd,gehoond,en<br />
gefcholden,zo dikwyls de Antipatriotfche Cabaal<br />
in dezelve geene Meerderheid konde vinden wel<br />
ke haare inzichten was toegedaan , indien<br />
het doelwit, zeg ik, geweest heeft onze ge-<br />
heele Natie te rechtvaardigen, zo was het ook<br />
het doel om tevens UWE HOOGHEID te zuiveren<br />
van alle hoonende verdenking, en van alle val-<br />
fche.aantyging. Ik heb getragt aan. te toonen<br />
dat de zwaarfte fouten van Uw Bewind, dat de<br />
buitenfpoorigfte misbruiken van Uw gezag, niet<br />
anders geweest zyn, dan de uitwerkfels van<br />
de flegte grondbeginfels,-;-die men U in de jeugd<br />
heeft ingeboefemd, van de verblindheid, waar<br />
isv7 ; £••»• in<br />
fcliryven: Maar vermits myne Vrienden fcbyfieri te bet'.eeren<br />
dat ik my by het Publiek voor deszelfi Schryver erkende<br />
20 wel als van deeze SCHETS, heb ik my as»<br />
«unveiiangen overgegeeven.
V- O O R A F S F R A A K. CXXt<br />
in raenU, uw garïiche leven door,heeft gehouden<br />
, van de groote toegeeflykheid van uw<br />
Caracter, en niet die van een natuurlyk liegt<br />
of fuceesfivelyk bedorven hart. Indien U W E<br />
HOOGHEID verwaardigt dit myn Werk te leezen,<br />
zult G E zien , dat fchoon ik met eene edele<br />
ernsthaftigheid, die zo wel aan een waaren Republikein<br />
past, heb gefproken, ik daar in nooit heb<br />
doen blyken , dat ik ten U W E N opzigte anders<br />
dagt. —Maar, DOORLUCHTIGE VORST, hoelang<br />
zal deeze verblindheid dan nog duuren? —• Zal<br />
nooit de blinkende waarheid die haaüyke<br />
begoocheling doen verdwynen? zal dan de man<br />
die in de Republiek het beste de gelegenheid<br />
heeft om zyn aandagt te vestigen op de oorzaaken<br />
zyner afdwalingen en de bron onzer rampfpoeden,<br />
de laatfte zyn om die oorzaaken en<br />
deze bron te kennen ?.,.<br />
Maar, wat hoor ik?.... dit fchryf ik op den<br />
4. September 1786. — Van alle kanten verfpreid<br />
zig het gerugt, dat, op de requifitie van twee<br />
Quartieren der Provincie Gelderland, eenCorps<br />
Troupes, op Uw ORDRE by een trekt, om de<br />
ftem der Steden Elburg en Hattem te fmooren,<br />
welke haare wettige Rechten durven eisfchen<br />
of handhaaven, om die Steden te dwingen<br />
zig weder te begeevert in de haatlyke ketenen,<br />
die zy wilden affchudden, • of om de ongelukkige<br />
Ingezetenen om hals te brengen, indien zy<br />
•Weigeren zig te onderwérpen.—- Die tyding,<br />
mm <br />
DOOR
cxxu V O O R A F S P R A A K .<br />
DOORLUCHTIGEVORST, verwekt in alle harten eene<br />
onuitdruklyke verontwaardiging; men herinnert<br />
zig openbaarlyk het gedrag reeds eenige jaaren<br />
door U gehouden, men berispt, men mispryst,<br />
men verfoeid het : Dat is dan, roept men uit,<br />
die Vorst, welke noch het klagen, noch de benaauwtheid<br />
der Natie, noch de belangen, noch de eer des Vaderlands,<br />
noch zynepligt, noch zyne eed van getrouwheid niet hebben<br />
kunnen overhaalen, om onze Zeemacht tegen den Vyand,<br />
die ons verderf had gezworen, aan te wenden! dat ishy dan,<br />
die ter requifitie van eenige dwingelanden, en om de<br />
wraak van zyne trouwlooze en lafhartige ziel te verzaaden,<br />
oïliever de voltooijing te bewerken van ons onder zyn<br />
baatlykjuk te doen buigen, zig thans baast, om in vuur<br />
en bloed te zetten , Steden van een vry Volk, in welkers<br />
midden hy geboren is, aan 't welk hy alles vcrfclmldigt is,<br />
wat hy is , en welkers voornaamfte Befchermer hy<br />
moestzyn!—• Het was dan om dit verfoeilyk oogwit te bereiken,<br />
dat by en de zynen zo lang op eene vermeerdering<br />
van Landmagt aangedrongen bebben? . . .<br />
Burgers! Wy zyn verraaden : — het is gedaan met het<br />
overfcbot onzer vrjhcid, zo wy die niet verdeedh<br />
gen: — de famenzweering tegen haar is zedert langen<br />
tyd gefmeed.- — de Oproer-blaazers, en de Opflanden<br />
van het Gepeupel, hebben dus zulks reeds vier jaaren<br />
lang aangekondigt , en het gebruik van Militaire<br />
Magt tegen ons toond 'er ons het aamvezen van. —•<br />
Zie daar, DOORLUCHTIGE VORST, het geen<br />
ik hoore, en het geen men overal nagalmt.<br />
Thans zal U geenen Vriend onder onze goede
y o O R A F S U A i t CXXTK<br />
de Burgers meer overblyven : de meefte monden<br />
, die U voorheen beklaagden, openen zig<br />
niet meer dan om UWEN geboortedag te vervloeken<br />
, om de Cabaal te vervloeken, die<br />
UWEN ondergang bewerkt, en om derzelver zo<br />
hooge als laage Voorftanders te vervloeken.<br />
— Bereids maakt men zig gereed tot<br />
eene wanhoopige' tegenweer; bereids vliegt een<br />
gedeelte onzer gewapende Corpfen ter hulpe<br />
onzer gedreigde Broeders , en zo men aan<br />
de hand komt, zal 'er een ysfelyke Burger-<br />
Oorlog uit voortvloeijen . . . ftroomen Bloeds<br />
zullen'er geftort worden en, waarom??....<br />
Ik beef om meer te zeggen, DOORLUCH<br />
TIGE VORST, om dat ik nog in de opinie ben,<br />
dat het bloote denkbeeld der ysfelyke tooneelen,<br />
die zich daar ftaan te openen, U tot inkeer<br />
brengen, en in Udie gelukkige herfchepping<br />
bewerken zullen, welke de Natie zedert<br />
zoo langen tyd verlangt. — Evenwel, in»<br />
dien tegen alle hoop aan, het tegendeel gebeurde,<br />
indien GE dus het gezag misbruikte,<br />
het welk Uwe Commisfie van Kapitein - Generaal<br />
U over onze Trouppes verleend, dan zou<br />
ik niet meer zeggen, dat het zwakheid van caradter,<br />
dat het verblindheid van verftand is;<br />
maar ik zou zeggen, dat Uw hart, even bedorven<br />
, even ontaard, even barbaars was, als dat<br />
der Schelmen, die U met hunnen raad zoo<br />
lang hebben gediend; —« ik zou meer zeggen.
gxxnr V O O R A F S P R A A K .<br />
gen, DOORLUCHTIGE VORST, ik zou zeggen,<br />
dat Gy honderd maal Hechter waart dan<br />
•zy , vermits, by UWB flegtheid , G KE eene<br />
trouwlooze geveinstheid zoud gebruikt hebben,<br />
die zy niet hadden: Kortom, ik zou my zelve<br />
eeuwig verwyten in Uwe goede trouw<br />
gelooft, U zo bemind en zo beklaagt te hebben,<br />
gelyk ik in myne XXX. Anykelen, mitsgaders<br />
in deeze twee Deelen , die ik nu uitgeeve,<br />
gedaan heb. Eindelyk, ik zou het<br />
oogenblik zegenen , waar in eene te recht<br />
vergrimde Natie U eene Magt ontrukte, van<br />
welke GE U alleen ter onderdrukking zoud bediend<br />
hebben. — Maar, nog eens, ik kan<br />
riet gelooven, dat GE in ftaat zyt tot dat uiterfte<br />
te komen.<br />
#<br />
Braave en onzydige Lezer, Burger of Vreemdeling!<br />
. . . lees met aandagt dit Werk, het<br />
.geen, gelyk ge wel gelooft, is faamgefteld<br />
voor de Vooraffpraak. Vergelyk het geen ik<br />
daar in aangevoerd heb, met het geen onder<br />
-ons ftaat te gebeuren: , . . . Vergelyk, en<br />
•oordeeld. Zie daar alles wat ik aan U<br />
verge.<br />
V A N
VAN HET<br />
V E R. V A E<br />
D E R<br />
EN DE O O R Z A A K E N DER V E R T R A A <br />
GING V A N D E R Z E L V E R HER<br />
S T E L L I N G .<br />
Tydvak van de Jaaren 1766, tot 1778.<br />
DoORLUCIITIGSTE<br />
D<br />
VORST!<br />
e Samenftelleren van UWER HOOGHEIDS<br />
verantwoordende Memorie (a) beginnen dat werk<br />
met het Verflag der zorgen, door UWE HOOG<br />
HEID» zedert denjaare 1766. tot op den aanvang<br />
des Oorlogs, van welken wy kortling ontheven<br />
zyn, aangewend om van Hunne Hoog<br />
;<br />
* Mog.<br />
(a) Zvne Hoogheid- heeft het eerfte gedeelte van deze<br />
Memorie aan Hunne Hoog-Mog overhandigd den j-. Oc- ;<br />
tob. 1782 en het tweede Stuk wierd den 13. Febr, 1783.<br />
•vefgelëverdi<br />
A
2' SCHETS VAÏT E E si<br />
Mog. te verkrygen de herfteliing der Zeemagt<br />
en de vermeerdering der -Krygsmagt van de<br />
Republiek; en, na op onderfcheidene plaatzen<br />
valfehlyk te hebben ingeboezemd dat Holland,<br />
en wel byzonder de Stad Amfterdam, alleen de<br />
oorzaak der mislukking dier twee voorwerpen<br />
geweestzyn, waanen zy UWE HOOGHEID volledig<br />
vrygepleit te hebben van de vooringenomenheid,<br />
die men U verwyt voor het tweede<br />
der beide genoemde voorwerpen, ten nadeele<br />
van het eerfte béftendig getoond te hebben (a ).<br />
Het zoude te lang vallen alhier in eene naarvorfching<br />
te treden, welke zoude toonen hoe<br />
gebrekkig dat Vér/lag in verfcheide opzigten is ,<br />
voor aldoor het Rapport, of liever oppervlakkige<br />
en verwarde aanwyzing, welke de Opftelleren<br />
daar in doen van verfcheide gebeurtenisfen<br />
die gefchakeld zyn aan andere gebeurtenisfen,<br />
welke men zig wel gewagt heeft te meb<br />
den;door een valsch verflag,of door verzwyging<br />
veeier omftandigheden en byzonderheden, aan<br />
het onderwerp noodwendig verknogt, welker<br />
getrouwe en regelmaatige daarfteiling het Publiek<br />
zoude in ftaat hebben gefield om een gevestigd<br />
oordeel, over de zaak in gefchil, te vellen.<br />
&<br />
Maar die Heeren hebben wel zorg gedragen<br />
om de naauwkeurigheid dus verre te gebrui-<br />
(«) A. ?, 9. 4 2». ~ B- h h i 24. — C, f« h i *•*
G R O O T T A F E R E E L . j<br />
bruiken: 'er zyn verborgenheden , welke het<br />
onvoorzigtig zou zyn, voor het oog des Volks<br />
open te leggen : het was de zaak om de dingen<br />
dwars door eenen wonderbaarenden fluijer te<br />
doen befchöuwen * en het weefzel van deeze<br />
fluijer kon hethanden-werk nietzyn der oprechtheid<br />
en goede trouw.—Meer zegik daar nietvan,<br />
en ftap over tot de volgende Gebeurtenis/en (a);<br />
Het is bekend, dat, zedert den afloop der<br />
voorige eeuwe , een onbegryplyk verzuim<br />
eerfte oorzaak gewee.t is van de doorgaande<br />
en totaale verderving onzer Zeemagt; Voor<br />
meer dan 60 Jaaren hebben de Admiraliteits-<br />
Collegien zig daar over beklaagd. Zy vernieuwden<br />
derzelver vertoogen deswegens in 1745. (£)<br />
in 1747. en in 1753. (O , verklaarende rond-<br />
bor-<br />
(«) in afwagting dat de gelegenheid my toelaate weder tp<br />
dit ftfik te komen en omjlagtiger, in een byztnder werk , te<br />
betoogen, de onnauwkeurigheid en andere gebreken van bit<br />
gezegde Verflag, hét voornoemen dat daartoe aanleiding beeft<br />
gigeevcn , mitsgaders bet doelwit, dat men 'er mede beoogd<br />
beeft, verzoek ik den Lezer zelve hit Verilag te examinee-<br />
rer.i deszelfs aart te vatten, en het vervolgens te vergelyken<br />
net bet geen ik hier zal aanvoeren, als mede met eenige on-<br />
locbenbaare documenten, die men in de Maand December 1782.<br />
des voorigen jaarsbeeftuitgegeeven, ond,r dm Tytel van Verzameling<br />
van Stukken , betreffende de Alimentatie iet<br />
Land- en Zeemagï.<br />
(&) 1. Juny.<br />
(s) 28, September,<br />
A %
4 S C H E T S v A EEUF<br />
borftïg dat eene der oorzaaken van de vermindering<br />
des Rykdoms, en van het vermogen<br />
der Republiek, haaren oorfprong nam nit het<br />
verval van het Zee-weezen, en uit de geringe<br />
befcherming, aan den Koophandel verleend.<br />
•<br />
Even zo bekend is hét dat UWE HOOG<br />
HEID en de Raad van Staat, zedert den Jaare<br />
'1766. tot op den aanvang der jongfte -onlusten<br />
tusfchen Vrankryk en Engeland, verfcheide<br />
Voorftellen tot herftel der Zeemagt hebben<br />
gedaan ; maar ook hebben zig verfcheide belemmeringen<br />
tegen dat herftel aangekant. En<br />
die belemmeringen waren j<br />
i°. Het gebrek eener vaste geldfomme voor<br />
de Zeemagt bepaald , en die jaarlyki op den<br />
Staat van Oorlog wierde gebragt.<br />
1°. De vermindering van het inkomen der<br />
'Admiraliteiten, veroorzaakt door het verval<br />
des handels, en de fchulden , die zy hebben<br />
aangegaan ter vervulling van het aandeel fommiger<br />
Provinciën, die zulks verzuimden in de<br />
geconcludeerde Petitiën te fourneeren : waar<br />
door voorn. Collegien in een lhort van onmogelykheid<br />
wierden gefteld, niet alleen om van<br />
hunne eigene mi delen Schepen te bouwen,<br />
maar ook om uit die zelfde Fondfen de oude<br />
Schepen te onderhouden, ende benodigde uitrustingen<br />
voor den jaarlykfchen, of toevalligea<br />
dienst te verfchaffen,
G R O O T T A F E R E E Ï» S<br />
30. De vertraagingen, zelf van ettelyke jaaren,<br />
aan de finale conclufie van zekere Petitiën<br />
, voor den Zeedienst gedaan , toegebragt.<br />
40. Het byzonder belang en andere redenen<br />
der Land-Provin cien, om de Vermeerdering der*<br />
trouppes den voorrang boven het Herftel der<br />
zeemagt te doen hebben.<br />
50. De kunfttge en geheime Rol, door den<br />
Engelfchen Ambasfadeur gefpeeld in dusdaanige<br />
omftandigheden, in welke het voor dat Ryk<br />
van belang was dat onze Zeemagt buiten ftaat<br />
bleef eenen Koophandel te befchermen , die<br />
de kunstgreepen van deszelfs Voorftanders, ea<br />
de geweldenaaryen zyner onderdaanen bereids<br />
gedeeltelyk hadden vernield, en dien men ganscU<br />
en al ten gronde zogt neer te ploffen,<br />
De beweegreden der eerfte aanzoeken<br />
UWERHOOGHEID, terVermeedering der Landmagt<br />
van denRepubliek, kon op niets anders rusten,<br />
dan opdenfmaak der geenen, welken het<br />
beftuur uwer jeugd hebben gehad, U hadden<br />
ingeboezemd, om UWE HOOGHEID oneindig<br />
meerder op te houden met de Krygstugt en<br />
Exercitiën der Trouppes , dan met Smtszaaken.<br />
En in de daad die bezigheid, die aanvalligheden<br />
heeft, voor welke de zwaarmoedige<br />
en arbeidzaame beyvering van de wetenfchap<br />
der Regeering, en der belangen van<br />
de Republiek , niet vatbaar is, werd uwe geliefkoosde<br />
hartstogt. Toen was het dat de ara-<br />
A 3 bitie
é S C H E T S V A N EEN*<br />
bitie om Opperhoofd van een talryk Leger te<br />
zyn, by UWE HOOGHEID te boven ftreeven<br />
moest die van eene gedugte Zeemagt herboren<br />
te zien, als welke GE niet zoud kunnen doen<br />
exerceeren , noch immer in perfoon zelve<br />
commandeeren. Ook hebben zy, wier belang<br />
het was zig van die neiging te bevoordeelen,<br />
niet naargelaaten U te overreeden , dat een<br />
Leger van 50 a 6*0 duizend man binnen de<br />
Republiek meer gefchikt is om-zenuw en luifter<br />
aan Uw gezag by te zetten, dan 100 Schepen<br />
van Linie, cntwapendin de Havenen, of de Zeeën<br />
doorkruisfende; en dat Ge, met zulken legermagt,<br />
van buiten ten eenigen dage gelegenheid<br />
zoud kunnen aantreffen, om eenen roem te<br />
verwerven» welke dien der Princenuwe Voorgangeren<br />
in de hooge waardigheid, welke Uw E<br />
HOOGHEID bekleed, mogt evenaaren.<br />
De redenen, welke de meefte Provinciën<br />
konden hebben, of voorwenden, om op eene<br />
Vermeerdering vanLandmagt, by voorrang boven<br />
de Herfteliing dér Zeemagt, aan te dringen,<br />
waren de gefteldheid hunner Finantien, welke<br />
zy gevoelden niet dan bezwaarlyk tot die beide<br />
voorwerpen te gelyk te kunnen bekostigen;<br />
het was de begeerte om hunne garnifoenen vergroot,<br />
de verteering vermeerderd en de circulatie<br />
van gelden overvloediger te zien; alsmede,<br />
migfchien, die dwaazejaloersheid, die minder ryke<br />
Gewesten gemeenlyk tegen de meerder ver-<br />
mo-
GROOT TAFEHEII»' 7<br />
mogende bezielen: het was, met één woord,<br />
meerder een byzonder, dan een algemeen en<br />
vaderlandlievend belang. Doch dat noch redenen<br />
noch voorwendzels waren, was de ïnnerlyke<br />
greetigheid, die veele Perfoonen dier Provinciën<br />
hadden om UWE HOOGHEID te behagen<br />
, in het begunftigen der byzondere begeerte,<br />
welke zy onderftelden dezelve in dat<br />
geval te bezielen; het was die vreemde en<br />
vervloekte invloed , van welken de zetel in -<br />
>s Gravenhage was gevestigd, en UWE HOOG<br />
HEID niet onbewust moest zyn; invloed, welke<br />
een gedeelte onzer Burgeren over de waare<br />
belangen des Vaderlands verblindde,_ die<br />
«nze gefchülen aanftookte en aanhitfte, en die zo<br />
verre gevorderd was, dat by verfcheide Perfoonen<br />
der Republiek alle gevoelens van eer en<br />
vaderlandsliefde werd gefmoord.<br />
Holland, en vooral Amfterdam, welker byzonder<br />
belang alhier niet dan het algemeen be :<br />
lang zyn kon, drongen voornamelyk aan op<br />
Herftel van de Zeemagt; om dat, zonder Zeemagt,<br />
den Koophandel en de Scheepvaart onbefchermd<br />
blyven, en zonder bescherming,<br />
die twee groote voorwerpen moeten vervallen,<br />
Evenwel, 'er wierd, in den loop der langduurige<br />
en aanhoudende debatten, uit die tegenitrydigheid<br />
van gevoelens en belangen voortvlo<br />
eijen de , eindelyk', en wel op den 18 April<br />
ï77i,, eene Petitie geformeerd tot den aanbouw<br />
1 1<br />
V A N<br />
A 4
5<br />
SCHETS VAN E E N<br />
van 24 Oorlogfchepen; dan het was niet voor<br />
den 2 I Mey van 't jaar i 7 78. dat zy wierd<br />
geconcludeerd. • Nog wierd, door Holland,<br />
op onderfcheidene tyden voorgeflagen en<br />
meer of mm geconvenieerd, dat men zo wel<br />
ter Herfteliing der Zeemagt, als ter Vermeerdering<br />
der Landmagt op gelyken voet (pari<br />
PllTu) zou toetreeden; maar den voorrang,<br />
welke de meefte Provinciën aan het laatstgenoemde<br />
voorwerp halftarrig bleven geeven,<br />
20 wel als de gewoone kunftenaryen , maakten<br />
wel dat deze fchikking niet doorging. Wat<br />
meer is, de Provinciën Gelderland, Friesland,<br />
Groningen en Overysfel oordeelden in den Jaare<br />
i 7 7 i 5-, cat zy wel eene groote opoffering<br />
deeden met te confenteeren, dat de fomma<br />
van meer dan vyfticn Tonnen Gouds, welke benodigd<br />
waren ter volvoering van het door Uwi<br />
HOOGHEID en den Raad van Staaten in 'tjaar<br />
J<br />
773- geformeerd Plan van Augmentatie der<br />
Trouppes, verminderd wierd tot op negen Tonnen<br />
Gouds en het overfchot, als een vasten<br />
post voor de Zeemagt geaffecteerd, en jaar- '<br />
lyks op den Staat van Oorlog gebragt wierd.<br />
Dat is dan, dat de fomme , gefchikt voor het<br />
fterkst en minst dringend voorwerp, een derde<br />
meerder moest blyven, dan de fomma, die men<br />
wel aan het zwakfte en alleen noodzaaklyke<br />
voorwerp wilde vergunnen. Maar, vermits<br />
Holland bleef volharden in den eisch, bereids<br />
in
G R O O T TAF-SREEI. *><br />
in 1774. gedaan, dat, namelyk, het Fonds<br />
voor den Zeedienst te affedteeren zou gebragt<br />
worden op 780 duizend Guldens, zo deed<br />
deeze geringe meerderheid van nog geen twee<br />
Tonnen Gouds, en waar in die Provincie alleen<br />
meer dan vyf negende parten moest dragen,<br />
het ontwerp in duigen vallen. Hierom is het,<br />
DOORLUGTIGE VORST, dat de Samenftellers<br />
Uwer Memorie, de onbefchaamdheid hebben<br />
gehad om het mislukken dezer zaak aan die<br />
Provincie te wvten O); doch een behoorlyk<br />
examen der hier onder geciteerde ftukken (6)<br />
zal den onpartydigen gelegenheid verfchaffen<br />
om<br />
(a) A. p. 10 en n.—B. p.10. en 11. —C. p. 2. en 3«<br />
(b) Zie toConfenti«r Heeren Staaten van Holland, Ut<br />
den Staat des Oorlegs van 31 Mtart 1770. — De Declaratie<br />
door Hun E& Groot Mog. Gedeputeerden der Generaliteit'gedaan<br />
den H April mi- - De Refolutie van<br />
Hooggemelde Heeren Staaten in dato itApnl 1774. Het Rapport<br />
der Generaliteit wegens die Refolutie, geinjereerd m de<br />
S t a a t<br />
•jSotulen van Holland den 25 January 1J75- - De<br />
ier Deliberatien van de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van<br />
Holland en West - Friesland , in datis 8 July en 4 September<br />
1778 — De Refolutie van de Vroedjcbap der Stad Am-<br />
Rerdam, 'van den eerflen dier zelfde maand September en aan<br />
de Provinciale Vergadering gecommuniceerd den& drto, alles<br />
in de bier vooren gemelde Verzameling van Authentyke<br />
Stukken , betreffende de Augmentatie der Land- en Zeemagt<br />
Vin de Republiek.<br />
A 5
5ö SCHETS VAN EEN<br />
om de naauwkeurigheid en oprechtheid dier<br />
Heeren te beoordeelen.<br />
Het was eindelyk op den n Mey 1777, dat<br />
*er eene Petitie tot reparatie der oude Schepen<br />
"en tot aankoop van materiaalen wierd geformeerd,<br />
maar het liep omtrent vier jaaren aan<br />
namelyk tot den 23 April 1781. al v o r ens<br />
dezelve wierd geconcludeerd. Zo dat geduurende<br />
hetTydvak van i 766. tot 1778. over de<br />
twee voorwerpen in questie niets formeel beiïoten<br />
werd: twaalf jaar debatten, kuiperyen<br />
en kibbelingen bragten geen enkelen bout<br />
te onze Schepen ; onze verdeeldheden , onze<br />
twyffehngen vermeerderden, onze Engelschgezinde<br />
Vaderlanders verheugden zig daarin,<br />
en Engeland deed 'er zyn voordeel mede.<br />
'Des onaangezien waren de Land-Provinciën<br />
geenzins onkundig, dat, gemerkt de omftandigheden<br />
in welken wy verfeerden, de herfteliing<br />
van den Zeedienst, het voornaamfte onderwerp<br />
der zorgen van de Republiek moest uitmaaken,<br />
aangezien de Zeemagt de Steun -Pylaar van<br />
. Koophandel en Scheepvaart is, en deeze twee<br />
zaaken de zuilen van den Staat zyn. Het was<br />
die Provinciën even min onbewust, dat zy<br />
mets waren zonder de Zee-Provinciën en voor,<br />
al zonder Holland • en dat wederom deeze<br />
Provincie ook zelve niets was, zonder Scheepvaart<br />
en Koophandel. Zy wisten dat de Ryk-<br />
dom-
G i o o T T A Ï U Ï Ï I . Ü<br />
dommen, welke die twee hoofdzaaken byzonderlyk<br />
in Holland lokken , zig over hen verfpreiddcn<br />
, zo doo, het aandeel dat fommigen<br />
haarer Burgeren in den Koophandel zelve neemen,<br />
als door de bezigheid, die een groot aantal<br />
haarerInwooneren in de Steden , in de Velden<br />
en op de Schepen der voorn. Provincie<br />
vinden, mitsgaders door het vertier der waaien<br />
en Produ&en, die zy daar m ter markt<br />
'brengen Zy wisten dat de armoede, tot welke<br />
düizende Huisgezinnen , door het kwynen<br />
van Koophandel en Scheepvaart gebragt waren<br />
niet kon nalaaten ten uiterften toppe te<br />
fteigeren, zo men zig niet in ftaat (telde om<br />
dat o-eene, wat ons van die twee bronnen van<br />
onze welvaart, vermogen en gelukftaat nog<br />
overicr bleef, tegen der Britten onderneemingen<br />
te befchermen. Zy wisten , dat eene aanzienlyke<br />
Zeemagt in den Oorlog van 1756, ons<br />
behoed zoude hebben voor de onwaardeerbaar<br />
fchaden en fchandelyke vernederingen, die wy<br />
toen hebben moeten ondergaan. Zy wisten<br />
dat wy op het punt ftonden om ons wederom<br />
in het zelfde geval te bevinden, en dat een Leger<br />
van honderd ddzend man buiten ftaat was<br />
den roof, of het neemen eener onnozele Visfchers-Pink<br />
te beletten. Zy wisten, met een<br />
woord, dat eenen kragtdaadig befchermden en<br />
eenmaal herftelden Koophandel niet zou vertoeven<br />
middelen te verfchaffen om de Iroup-
12 S C H E T S V A N E E U<br />
pes te vermeerderen, en de Frontieren in dien<br />
-ftaat van tegenweer te ftellen, in weken zy<br />
dienden te zyn, wanneer ten eenigen dage eene<br />
Mogendheid van het vaste land mogt onderneemen,<br />
die aan te randen. Waarom dan<br />
hebben die Provinciën alle deeze dingen niet<br />
overwogen? omdat de Reden nimmer gehoord<br />
wordt ter plaatfe alwaar belang, heerschzugt,<br />
jaloersheid, haat, zwakheid en vleijery, het<br />
woord voeren: om dat de vergiftigende invloed<br />
, van welken boven gefproken is , den<br />
geest en de gangen beftuurde van hun , die zig<br />
het gezag hadden aangemaatigd, om den toon<br />
aan de Deiiberatien te ftellen, en de Refolutien<br />
op te geeven, welke de meefte onzer Steden<br />
en Provinciën namen. Het ware derhalven<br />
U zaak geweest, DOOBXUGTIGE VORST,<br />
om te trachten alle die driften . te verdooven,<br />
de gevoelens over een te brengen , dien invloed<br />
te iinooren, door het gebruiken van Uw vermogen<br />
en gezag; door, ten minften voor een<br />
tyd , den aandrang op de Vermeerdering der<br />
Landmagt te laaten vaaren , en ten fterkften<br />
het Herftel der Zeemagt te vraagen. Ik durve<br />
verzekeren dat Uwe poogingen met gewenscht<br />
gevolg bekroond zouden zyn geweest.<br />
. . Edoch dit hebt GE niet gedaan...<br />
waarom? .... Om dat, ter opoffering eener<br />
getroetelde hartstogt, ter verfcheuring van den<br />
Sluijer, door vleijery en bedrog over Uwe<br />
oogen
GROOT TAFEREEL? 13<br />
oogen gefpreid, UWE HOOGHEID eene fterkte<br />
van geest en eene kragt van ziel benodigd<br />
bad, die GE wel bad kunnen hebben, maar<br />
niet gèhad hebt.<br />
VER-
?4 SCHETS VA*T E B<br />
V E R. V O 3L O<br />
DER OORZAAKEN, WELKE HET HERSTEL<br />
DER ZEEMAGT VERTRAAGD HEBBEN.<br />
Tydvak van den i January 1778. /o; -51 December<br />
1780.<br />
M et den aanvang des Jaars 1778. verdubbeiaen<br />
de drangredenen voor het. uitfluitend<br />
Herftel der Zeemagt. De befaamde Declaratie,<br />
coor den Ambasfadeur van Vrankryk, aan<br />
het Hof van Londen den 13 Maart aan Lord<br />
Weymouth, Secretaris van Staat, overgeleverdde<br />
gevoeligheid, die Engeland over dien ftap<br />
opvatte; de onmaatig groote toebereidzelen<br />
van weêrzyden, lieten geen twyffel over, of<br />
'er zou eenen openbaaren en bloedigen Oorlog<br />
tusfchen de beide Natiën ontftaan \ zelf nog<br />
aleer zy hunne wederkeerige grieven voor het<br />
•og van Europa hadden bloot gele°t. Het gisfen<br />
werd met het gevolg bewaarheid, en re^ds<br />
w de maand Juny namen de vyandlykheden<br />
eenen aanvang,<br />
Dee>
G R O O T T A F E R E E L * 13<br />
Deeze omftandigheden, DOORLUCHTIGE<br />
VORST, maakten onzen toeftand aan den Zeekant<br />
zeer netelig: zy verfchaften den Engelfchen<br />
de voorwendzeïs om onze Schepen te berooren,<br />
onze goederen te confisqueeren, of zig<br />
dezelve op geheel andere wyze toe te eigenen;<br />
zy deeden een voorgevoel in ons opkomen van de<br />
gegronde of ongegronde Vraag, welke onze OrH<br />
derdrukkers ten eenigen tyde ons konden doen,<br />
om het Secours, door de Traétaaten, die onsten<br />
hunnen believen Helden, bepaald. 'Er bleef<br />
dienvolgens geene andere keuze overig dan onze<br />
Zeemagt te herftellen; 'tzy ter beteugeling<br />
hunner gewelddaadigheden , hunne rooveryen;.<br />
't zy om ten hunnen byftand te komen, zo het<br />
gev«l daar was; 't zy om ons in ftaat te ftellen<br />
ter verweigering van allen onderftand , indien<br />
zy goedvonden te onderneemen om ons tedwingen<br />
tot het verleenen van hulp tegen alle<br />
billykheid.<br />
Het was evenwel of eindelyk onze akelige<br />
toeftand eenigen indruk op de gemoederen<br />
maaken zoude. Men concludeerde den 2t<br />
Mey, (ongetwyffeld om den naam, want menza«:in<br />
't vervolg weinig meerder werkzaamheid<br />
©p Ö<br />
onze Timmerwerven,), men concludeerde,<br />
zeg ik, de Petitie, bereids geformeerd in den.<br />
jaare 1771. tot den aanbouw van 24 Oorlogfchepen;<br />
dan men droeg wel zorg omniet tevens totconclufie<br />
te komen over de Petitie, in het voor-,<br />
gaan-
*ÏC SCHETS VAN ÉEN<br />
gaande jaar 1777. geformeerd, tot reparatie der<br />
oude Schepen en aankoop van materiaalen : in<br />
tegendeel, op den eigen dag dier conclufie<br />
wierden UWE HOOGHHEID enden Raad van<br />
Staaten , ingevolge eene Propofitie der Provinciën<br />
Gelderland en Groningen, door Hunne<br />
Hoog Mog. verzogt een Plan ter Vermeerdering<br />
der Landmagt te formeeren. Zy, wien<br />
de beweegredenen en de dryfvederen, welke<br />
die Provinciën deeden ageeren, mitsgaders het<br />
verlangen van de meefte deroverige voor de geliefkoosde<br />
Vermeerdering bewust zyn, ftonden<br />
gansch niet vreemd op te zien van dat verzoek,<br />
zo min als zy verwonderd zyn geweest over<br />
den yver, met welken UWE HOOGHEID en de<br />
Raad van Staaten, zig daar mede conformeerden:<br />
'er was hier een kreits van oorzaaken en<br />
uitwerkfelen, die by aanhoudenheid, dan het een<br />
dan het andere waren, en welke in eenen geduurigen<br />
voortgang op malkanderen werkten.<br />
Dit Plan wierd den 2.9 Juny daar aan volgende<br />
ter Tafel Hunner Hoog Mog. gebragt, door<br />
UWE HOOGHEID en de Raad van Staaten.<br />
De daar in voorgeflagene Vermeerdering van<br />
Landmagt, moest beloopen 13797 Koppen en<br />
1312 Paarden ; doch van onze ongelukkige Zeemagt<br />
wierd daarin niets gerept, ande r<br />
s dan om<br />
te zeggen, dat, aangez ;<br />
en de toenmaalige omftandigheden<br />
, het allervolürekst nodig wa^e de<br />
Landmagt in een beteren ftaat van tegenweer<br />
• -'^S te
G R O O T T A F U E H ' t$<br />
te ftellen, even zo als zedert weinige jaaren^ ten<br />
aanzien van .derzelver Zeemagt uit noodzaaklykbeid<br />
MET VEEL VRUGT is gefchied (a). Dit voor gee<br />
ven alleen is in ftaat om het alleronverfchiliigfte<br />
hart over onze rampen van verontwaardiging<br />
te doen yzen. —• Ik keere weder tot het voorn.<br />
Plan.<br />
De voornaamfte reden, welke men te berde<br />
bragt ter verwerving van Conient tot uitvoering<br />
van 't voorn. Plan, van die geenen,<br />
welke begeerden dat men.zig eeniglyk zoude<br />
ophouden met de Zeemagt, was, c at vermits<br />
het fcheen als of den oorlog, tusfchen Vrankryk<br />
en Engeland ontftaan , apparentelyk ter<br />
zee beflist Mond te worden, het voorzigtig<br />
ware voor te komen, het gevaar dat onze<br />
'Erontieren konden loOpen, in gevalle de Oorlog<br />
, over de Beijerf he Succesfie in Duitfch"<br />
.land, uitgebarften , tot dezelve kwame over te<br />
flaan. (£) — Dat is te zeggen: men oordeelde<br />
tin. n .... . v/ -ftfv jjfiyiO'.'f'e . f::.'"7<br />
(_a~) Zie de meergemelde Verzarh. van Auth. Stukken<br />
iladz. 57<br />
(b) Misfivé van cfe Snaten Ger.ëraal aan dé Staarea<br />
van Holland in dato 30 January 1-78. •— Zie wegens d»<br />
verschillende gevoelens , door de Propofitie van dit Plan, on*<br />
der de Leien dier Provincie veroorzaakt, den Staat hunnêf<br />
Delibera'ien van den 8, Jttiy tn 4. Septtmb. daar aan volgende<br />
, mitsgaders d'e Refolutie van de Vroedfchap dët<br />
Stad Amflerdarft van den ï. Sept. en aan de Provinciale Ver*<br />
B t*-
1§ S CII ETS V A N 'E E U<br />
,de liet noodzaaklyk zig in flaat te Hellen, ter<br />
afweering van gevolgen eener ver af zynde moge'ykbcid,<br />
en van een ingebeeld gevaar, ten zelve<br />
tvde dat men verwaarloosde zig te verzetten<br />
tegen de uitwerkzelen van een reeds nypend<br />
onheil: uitwerkzels, welker zwaarte ons begon<br />
te drukken, en welker gevolgen ysfc£<br />
lyk moeiten zyn ; want elke dag leverde het<br />
bcrigt op van ccnigerleije gewelddaadigheid of<br />
rooverye door de Britten jegens onze Koopvaarders<br />
gepleegd: de klagten ' onzer Kooplieden<br />
en hunne dringende aanzoeken om' zodaanige<br />
pefcherming van den Koophandel, als<br />
men 'onvermydelyk moest vergunnen , weer-<br />
'galmden in alle" hoeken onzer Republiek, en<br />
zelf in de Raadzaal hunner 'Hoog Mogenden,<br />
"Kortom onze ftaatkundige toeftand , onze natuurlyke<br />
geftèldheid en die van onze bezittingen<br />
, de behoudenis onzer rechten , onzer<br />
goederen , onzer waardigheid, dc nabuurigö<br />
vlam, eindelyk, van welke de vonken den ons<br />
dekienden dampkring vervulden, vereifchtendat<br />
men eeniglyk, en zo. rafch mogelyk, het<br />
gezigt keerde en zyne zorgen wendde op heg<br />
daadelyk gevaar, ! waar méde wy bedreigd<br />
< ' nl wief 1<br />
-<br />
• — . , ir<br />
— r<br />
gadering gecommuniceerd den 8. dito , 'als meds de Contra-<br />
Infertie van de Ridderfchap tegen de Infertïe van Jmjttr*<br />
dam geproduceerd din 17 Sept. 1778.
G R O O T T A F E R E E L , jg><br />
wierden. Niemand derhalVen , DOORLUCH<br />
TIGE VORST,'behoorde, beter dan UWEHOOG-<br />
HEID, te weeten, dat dusdaanig een Plan enkel<br />
gefchikt was oni knibbelaaryen en debatten<br />
in den Staat te veröorzaaken, die onze belangen<br />
moeften benadeelen ; dat dit Plan flégts<br />
dienen kon om den aandagt af te wenden van<br />
het eenige voorwerp, van't welk het welvaa^<br />
ren en het heil des Vaderlands afhingen. Dus<br />
men dan ook geenszins in dat geval zeggen kan,<br />
dat UWE H0 0 G H EI tr alles gedaan heeft, wat<br />
GE had kunnen doen ter Herfteliing der Zeemagt.<br />
Het'zoude vry wat te langw'ylig vallen alhiér<br />
ëenê ürtweiding te ma-ak'èrV over alles Wat<br />
géduurende dït"zelfde jaar in de Republiek<br />
omgegaan is, betreffende de zo vuurig begeerde<br />
en zo dringend géëifchte Vermeerdering<br />
der Landmagt, zo wel als ten aanzien van het<br />
zo fchandelyk verwaarloosde Herftel der Zee- .<br />
magt,' waar toe men , als 't wa-e enkel voor de<br />
leus bewilli-de , terwyl al wat oris in 't vervolg<br />
is wede^Vfaarètl j ons daar van zo wel de vófflreku<br />
nooézf^khtid 1<br />
, als de nuïietvbsbeid tan het gc-<br />
Üefkbosdi i'K'Wf? beweezen beeft.<br />
Het fcrikel PfiÉ; waar van wy fpreeken ver^<br />
'öor/'.-.kto in iè Provincie Holland zelve, knibbelaaryen<br />
i die geheelë Maanden hebben aerjvj<br />
W Ri.Üe-fchap -ftond-fterk .öp dèa?.é&<br />
"üÜVofrringj en eene der voornaamfté drangredenen<br />
daar toe door dit Lid aangevoerd was
ao S C H E T S V A N E E N<br />
de vraag „ of men zig hieromtrent zou moe-<br />
„ ten verwonderen , in eene eeuw, in welke<br />
„ \ recht van Convenientie in de Staatkunde<br />
„ zo fterk is doorgedrongen, dat men zelf, by<br />
9, wege van Partage heeft zien disponeeren over<br />
„ de Landen der Nabuuren , by wege van<br />
„ vriendfchap-, en zo zou ook de Oorlog over de<br />
„ Beijcrfche Succcsfie kunnen cesfeeren , door<br />
„ middel van een arrangement omtrent de Lan-<br />
„ den, op de welke de Staat een geacquireerd<br />
„ Recht heeft, en die haar tot een voormuur<br />
„ ftrekken" O).<br />
Wel! Heeren Ridders! ten zeiven dage dat Ge<br />
zulk een fraai advis inleverde, zette bet zelfde recht<br />
van Convenientie den Engelfchen aan om de Traclaaten,<br />
tusfchen hen en ons fubfifteerende, te fchcnden, onze<br />
vlag te affronteeren , onze goederen te vermeefieren ,<br />
en zig gereed te maaken om ons nog iets ergers<br />
te doen lyden : die wreede daadlykheden , troffen<br />
ons wat dringender, dan de belachlyke mogelyklieid,<br />
van een arrangement, omtrent ik weet niet<br />
wat voor Landen , op welke de Staat een geacquireerd<br />
recht heeft. Gy bad u derhalven enkel behooren<br />
op te houden met die daadlykheden, en de mogelykheid<br />
daar te laaten, althans tot die eenigen fchijn<br />
bad bekomen van iets wezendlyks te worden; doch<br />
bet gaat met U als elders; bet grootjle getal evenaard<br />
de SATELLITES van JUPITER, en volgt on<br />
veria)<br />
Zie Staat der Deliberatien der Heeren Staaten va<br />
Holland tn West-Fricsl. m 4ato 8 July 1778,
G 5. o 0 T T A F E R E E L . ÜI<br />
verandcrtyk het ftelzel van die Planeet aan welke men<br />
verknogtis. Kortom, wanneer men al de fpreuk-<br />
jes der voorftanders van de Vermeerdering der<br />
Landmagt hoort, zou men zig bykans inbeel<br />
den , dat 'er reeds een Meijeryfchen Boer was.<br />
komen klagen, dat de Ooftenrykfche Pan-<br />
douren of de Prui^fifche Husfaaren zyne kui<br />
kens en aardappels hadden befehaard; men<br />
zou , zeg ik, fchier gelooven dat 'er reeds de<br />
een of ander fchraale Gelderfchen Jonker was<br />
komen aanrennen om te verkondigen , dat de<br />
een of ander Sous-Lieutenant dierïouppes op<br />
zyne duiven gefchoten en zyn Freuletje ge<br />
zoend had.<br />
Men nam op den 19 November van dat<br />
zelfde jaar 1778. eene Refolutie die den En-<br />
gelfchen vry wat genoegen gaf, en niet minder<br />
aan onze Anglomanen ; namelyk om geen Con-<br />
voy te verkenen aan fchepen , die met tim<br />
merhout en andere Scheepsmateriaalen gelaa-<br />
den waren , en welke dingen wy recht had<br />
den om onverfchillig aan ieder te yerkoopen<br />
en te vervoeren ; een recht dat gegrond was<br />
op het boven aangehaalde Traftaat van 1674.<br />
het welk door het Britfche Hof naar den En-<br />
gelfchen trant wierd uitgelegt, en hier mede<br />
is alles gezegt (a). Laaten we nu eens zien.<br />
DOOR-<br />
(a) ART. IV. vetr Contrabande Waar en worden nitt ge-<br />
B 3<br />
btH<br />
Z
G R O O T T A F E R E E L . I%<br />
de , waar in de Republiek zig, zoo ter Zee<br />
„ als TE LAND, bevond, en uit welken wy<br />
„ te vergeefs getragt hadden, haar te redden,,<br />
„ overtuigd waren, dat het raadzamer was de,<br />
„ exercitie van ccn gedeelte van dat recht,<br />
voor een .tyd te furcheeren, ten einde al<br />
het overige te behouden, dan zig , door het<br />
„ fouteneeren van dat gedeelte, (het welkbo-,<br />
ven dien voor de generaale Commercieele<br />
„ belangen van niet veel confüeratte was), te<br />
exponeeren aan de importante verliezen, die<br />
de Republiek zedert geleden heeft; cn dat<br />
„ men derhalven het verleenen van protectie<br />
aan dien betwisten tak van Commercie behoorde<br />
uit te ftellen, tot dat de Republliek zig be-<br />
„ hoorlyk gewapend, en in ftaat geheld zoude.<br />
„ hebben, om zig ter Zee en TE L A N D te de-<br />
„ fendeeren: ter Zee om dat Engeland, federt<br />
, jaaren eene vaste Marine in dienst hebbenl<br />
de, en^thans meer dan ooit gewapend zyn-<br />
„ de, onze geheele Commercie en onze beste.<br />
„ Bezittingen in Oost- en West-Indien kon<br />
„ ruïneeren of overmeefteren, indien wy bui-<br />
„ ten ftaat waren, dezelve door genoegfaame<br />
„ befcherming te beveiligen; en TE LAND<br />
„ om dat wy voorzagen , dat, wanneer het<br />
„ tot eene ruptuure met Engeland zoude mo-.<br />
„ gen komen,' het aan dat Ryk mogelyk niet<br />
„ aan de middelen ontbreeken zoude , om ons<br />
„ ook aan deLandzyde te attaqueeren, of we}<br />
B 4 „ an-
£4 S C H E T S V A N E E N<br />
„ andere vyanden te berokkenen. " •— Men<br />
had dan, volgens de regt openhartige bekentenis<br />
van UVVE HOOGHEID, alhier afgelegd , meerder<br />
te dugten van de frinde en paalloze gramfchap<br />
der Britten, dan voor de billyke gevoeligheid<br />
van Vrankryk! dat is: wy liepen minder<br />
gevaar door, ter CONTEMPLATIE der<br />
eerstgemclden te doen ftaaken den loop van<br />
een wezenlyk en veroorlooft gedeelte van onzen<br />
Koophandel, en met de daad, af te gaan,<br />
van de grondregelen der door ons aangenome<br />
onzydigheid , dan door voort te vaaren met<br />
dien tak van handeldryving, waar toe, naar 5<br />
t<br />
Recht der volkeren en Tractaten , wy gerechtigd<br />
waren, en door te blyven binnen die bepaalingen<br />
, weke ons en rechtvaardigheid en<br />
onzydigheid voorfchreeven! Zeker UWEIIOOG-<br />
HEID, kon ons geen rechtmaatige* -<br />
denkbeeld<br />
geeven van de onrechtvaerdigheid van de eene<br />
Natie, en van de befcheidenheid éer andere.<br />
Het is dus zeer wonderlyk, dat, na zulke<br />
voorbeelden men zig onder ons in 't vervolg<br />
meerder toegelegt heeft den Oorlog te begunftigen<br />
, die ons door onzen Drod-vyand is aangedaan,<br />
dan om te beantwoorden aan de heilzaame<br />
oogmerken eener vrLmdfchappelyke Natie<br />
, die alles infpande om ons te befchermen.-—<br />
Maar wy ïhyden dien draad af, en keeren tot<br />
het examen der zo even aangevoerde pasfage<br />
van UWER. HOOGHEIDS fllcmorie.<br />
Zon-
G R O O T T A F E R E E L . iÉf<br />
Zonder uit te pluizen of het UWE HOOG<br />
HEID is geweest, die met de meerderheid heeft ge<br />
concurreerd tot het opfchorten der bewuste Con-<br />
voijen, dan.of die meerderheid zig hy UWE HOOG<br />
HEID heeft gevoegd, houde ik eerfteiys ftaande,<br />
dat , zo eenige onmagt de beweegreden dier<br />
opfehorting geweest is , het althans niet was<br />
het onvermogen, waar in de Republiek zig ge-<br />
lyktydig, en ter Zee en TE L A N D bevond, maar<br />
wel eeniglyk de onmagt ter Zee , waar in zy<br />
was; en deze onmagt kwam voort uit de halftarrigheid<br />
door UWE HOOGHEID , en derzelver<br />
Aanhangelingen , behendig getoond in het<br />
begeeren eener Augmentatie van Trouppes; zy<br />
kwam voort uit de innerlyke afkeer, die andere<br />
hadden om ter Herfteliing der Zeemagt<br />
het hunne toe te brengen. De aart van het<br />
onderzoek, waar toe ik my verledige , verpligt<br />
my elk oogenblik weder op d't kapttel te komen<br />
, en onophoudelyk het zelfde te zeggen,<br />
doch het kan nie: anders. Maar , ten anderen,<br />
de tak van Koophandel, welke wy , door het<br />
opfchorten der Convoijen aan de Convenientie<br />
der Britten moeften opofferen, was van vry<br />
wat grooter aanbelang voor de algemeene handeldryving,<br />
als UWE HOOGHEID zig verbeeld:<br />
alle Houtwaaren en andere Scheersbehoeften<br />
en Materialen, waren ruim zo wel<br />
ten gebruike der Franfche Koopvciardye, als voor<br />
de Koninglyke Ooriogsvlooten. Deze opfehorting<br />
B s<br />
der<br />
*
%6 S C H E T S V A N E E vt \<br />
derhalven , ftremde. voor een groot- gedeelte<br />
de koopen en ruilingen , die wy gewoonlyk<br />
met de Franfche Waaren en Producten doen,<br />
zo om die herwaards in of elders heen te voeren;<br />
zy dwarsboomde onze Handelaarsin derzelver<br />
Befpiegelingen ; zy ftaakte hunne Correspondentien,<br />
zo in Vrankryk als in 't Noorden<br />
en elders; zy dwong hen, eindelyk, om<br />
andere handeltakken te laatera vaaren, die zelve<br />
al w x<br />
ederom verknogt waren met andere,<br />
welke men ook de bons moest geeven : Ik<br />
zwyge nog van veele andere hindernisfen, die<br />
uit dat alles moeften voortvloeijen. Indien UWE<br />
HOOGHEID voorliet overige nog eenige twyffel<br />
heeft, over het geene alhier word aangevoerd,<br />
heeft men enkel maar een oog te flaan op<br />
de hier onderftaande woorden van het Contra-<br />
Manifest door Hunne Hoog Mog., ter wederlegging<br />
van hetBritfeh Manifest, den 11 Maart<br />
1781. uitgevaardigd O); my althans komt het<br />
:•. \k .V • , ' voor.<br />
(
G R O O T J T A F E R E E L. 2,7<br />
voor dat het geene,in. Maart 1781, waar was,,<br />
pok zodanig zyn moest in de maand No<br />
vember 1778.<br />
Des onaangezien was, zo als men hierboven<br />
heeft gezien, het gevoelen UWER HOOGHEID,<br />
„ dat men het verkenen van befeherming , aan dien<br />
„ betwisten tak van Commercie, moest uirjlellen tot<br />
dat de Republiek zig behoorlyk gewapend en in ftaat<br />
, gefield zag, om zig ter Zee en te L A N D te verli<br />
dedigen.» — Dat zo veel is als te zeggen,<br />
dat die befeherming niet gereed was om te komen,<br />
zo als ook het oogmerk was, dat vry<br />
Wat Lieden bedoelden. „ Ter Zee, om dat<br />
„ Engeland, federt jaar en, eene vaste Marine in dienst<br />
„ hebbende, en thans meer dan ooit gewapend zyiide,<br />
„ onze geheele Commercie, en onze beste bezittingen<br />
„ in Oost- en West-Indien kon ruïneeren, of ovcr-<br />
„ meefteren, indien wy buiten ftaat waren dezelve door<br />
„ genoegzame befeherming te beveiligen. " Dat is wel<br />
deugdelyk waar , want als het op een ruïneeren<br />
van Commercie, en op eene overrompeling<br />
van bezittingen aankomt, hebben de Engelfchen<br />
nooit met eenigen fchroom ingenomen<br />
geweest, en voo~al niet ten aanzien van<br />
zulken, die, even als wy , onophoudelyk hebben<br />
zeer voornaam en Tak, de noodwendige wrdrooging en het<br />
verval van alle en dus van het ganfche lichaam, moest<br />
veroorzaaken.
28 S C H E T S V A N EENT<br />
ben gepraat van de Herfteliing der Zeemagt,<br />
en ondertusichen juist altoos het tegendeel hebben<br />
uitgevoerd om daar tpe te geraaken.<br />
„ T E LAND, om dat ivy voorzagen , dat wan-<br />
„ neer het tot eene ruptuur met Engeland zoude mo-<br />
„ gen komen, het aan dat Ryk mogelyk niet aan de<br />
„ middelen ontbreeken zoude, om ons ook aan de Land-<br />
„ zyde te attaqueeren, of ivel andere vyanden te be-<br />
,. rokkenen. " (Nopens dit laatfte hebben de<br />
OpfteUers van UWER HOOGHEIDS Memorie<br />
aangevoerd den inval, door den Bisfchop van<br />
Munfter in 1666. in deze Landen gedaan) —•<br />
Maar, DOORLUCHTIGE VORST, 'er zat op<br />
den Munfterfchen zetel geen Bisfchop van Gaten<br />
meer: onze twee magtige Gebuuren , de<br />
Keizerin-Koningin cn de Koning van Pruisfên<br />
waren met malkander in Oorlog, en dagten<br />
niet eens aan ons; en wegens de verdere Mogendheden<br />
van 't vaste Land, waren wy niet<br />
minder in veiligheid. Wat belangt eenen aanval<br />
op onze Frontieren door de Engelfchen zelve<br />
, zo weet men dat hunne Trouppen maar al<br />
te veel bezigheid elders hadden, en dat eenige<br />
gepaste fchikkingen van onze zyde, zo te<br />
land als ter zee, langs onze Kusten, voldoende<br />
zouden zyn geweest om eene Landing te beletten.<br />
Het is dan geenzins geweest onze zwakheid<br />
aan de Landzyde, die UWE HOOGHEID<br />
tot dryfveder gediend heeft, om met de meerderheid<br />
van Jkmmen te concurreeren, tot het<br />
op.
G R O O T T A F E R E E L » a#<br />
opfchorten der Convoijen aan de Houtfchepen , enz.<br />
Derhalven konden UWER HOOGHEIDS vernieuwde<br />
aanzoeken, om Augmentatie van<br />
Trouppes, niet anders doen, dan de Herfteliing<br />
der Zeemagt verydelen , en gevolglyk ons<br />
in de onmagt laaten om zo wel herfteliing ,<br />
als protectie te verleenen aan dien tak van<br />
Koophandel, welke G E oordeelde, dat men<br />
voor een tyd, ter contemplatie der Engelfchen,<br />
moest laaten vaaren, en om onze rechten te<br />
handhaven tegen een ieder, welke zig tegen<br />
zodaanige Protectie wilden verzetten. , Kortom<br />
DOORLUGTIGE VORST , men kan UWER<br />
HOOGHEIDS inzigten, met dit alles niet billyken,<br />
zonder zig een zeer gering denkbeeld van,<br />
uwe kundigheden in de gezonde ftaatkunde te<br />
vormen. . •^.>' r<br />
W'töï'n i :<br />
aj<br />
Dan, hetzy my vergund hier eens een weinig<br />
uit te weiden. Ik ftel eens voor een<br />
oogenblik als waar, dat de Republiek, in geval<br />
van Oorlog met Engeland, gevaar liep van<br />
aan de landzyde te worden aangetast, niet alleen<br />
door de Engelfchen, maar ook door die<br />
vyanden, welken zy ons kon de berokkenen;<br />
als dan zouden onze Trouppes, alleen, en tot het<br />
begeerde aantal geaugmenteerd, niet genoegzaam<br />
zyn geweest, om ons tegen een talryk<br />
Leger te befchermen : daar" "toe hadden wy<br />
Frontieren benodigd, die in ftaat waren dat<br />
Leaer.te ftuiten . en de zodanige misten wja<br />
On-
S C H E T S ' V A N È E fr<br />
Onze Grens-ftcden waren volmaakt Weerloos i<br />
en in zo bidaaglyken' toeftand, dat de vyand,vari<br />
wat kant hy zig ook vertoonde,, onwecrftaanbaar<br />
was ; kortom men wist geenerlei plaats,<br />
welke toen tot eene Verzekerde legging of<br />
Wyk-plaats voor liet Leger van dén Staat kon<br />
dienen O). Daar nu eerie Republiek als dé<br />
Onze geene matige Legers ten velde kan voeren<br />
, met gëehe' zugt naar veroveringen is bezield,<br />
die in geeneh Oorlog moet treden , dan<br />
öra zig te verwéeren , en welker veiligheid<br />
niet minder in den goeden.ftaat haarer Grèns ;<br />
-<br />
beden is gelegen, dan in het' aantal haarer<br />
Trouppes, waarom hebben dan zulkeri , die ,<br />
Onder voorwendzcl eener uiterfte noodzaaklykbeid,<br />
om ons aan de Landzyde in weerbaaren ftaat<br />
te ftellen, met zo veel yver , en zo veele heeren<br />
de Vermeerdering van Trouppes eischten,<br />
Ook niet eveneens, ten minften op de reparat':è<br />
der Frontieren , en de verzorging der Ma'>;azynen<br />
en Arfenaalen aangedrongen ? Of Was<br />
bun de deerniswaardige gefteldheid dier Frontieren<br />
en Magazynen onbewust? Was hun de<br />
noodzaaklyheid van derzelver verzorging onbekend<br />
? *# Neen: — Maar' 'de ïnvlo'edmaa-<br />
-y ,J<br />
y- •-• n<br />
GROOT TAFEREEL, §Ï<br />
kende Cabaal, bad even 'zo wel haare rédenen<br />
om die voorwerpen te verwaarloozen,<br />
of te doen verwaarloozen , als zy redenen had<br />
om op de Vermeerdering van Landmagt té bly-<br />
Ven ftaan ; en dat gedeelte, het welk onder dien<br />
invloed lag , had geen moeds genoeg om zig<br />
tegen die verwaarloozing aan te kanten ; want,<br />
in weerwil van het algemeen Plan om onzè<br />
Frontieren in Vlaanderen ie'herftellen, en ia<br />
ftaat van tegenweer te brengen, door den Generaal<br />
Major du Moulin, op den 12. October<br />
1775. aan den Raad van Staat geprefenteerd,—•<br />
in weerwil van de onderfcheidene Berigten,<br />
bereids door dien Officier in den Jaare 1778.<br />
üitgcbragt, en die hy nog in' het vervolg heeft<br />
opgemaakt, wegens het elendig geftel onzer<br />
andere Froritieren , en de dringende nookzaakbykheid<br />
önt'die te verbeteren, -—> in weerwil<br />
van alle de ontwerpen van verbetering, voltooijirig'én'vermeerdering,<br />
bereids ten dien tyde<br />
door 'dieh uitmuntenden Ingenieur vervaardigd,<br />
en :<br />
die, Welke hy nog vervolgens opmaakte,<br />
ten aanzien van de Verfterkingen der Steden,<br />
Forten , Dyken, Sluizen en andere middelen<br />
van ver weering, gefchikt om ons aan de<br />
landz^de te befchermen, in weerwil, zeg<br />
ik, der.zo dringende als baarblyklykéredenen ,<br />
door hem tot dien tyd toé bygebragt, en daar<br />
na zo menigwerf herhaald om zyn ontwerpen<br />
'krast brte zetten, » in weerwil der ihnéi 4<br />
• lyke
£ 2 S C H E T S V A N E E N<br />
lyke overtuiging, waar in ieder weldenkend<br />
jnenfch z ;<br />
g van zelve bevinden moest, dat de<br />
uitvoering ciier Fans, aier Ontwerpen ,volftrekt<br />
behoo-de plaats te hebben; dat het veronacht-<br />
famen der Verbeteringen een algemeen Ver<br />
val zouden veroorzaaken , dat de minfte ver<br />
traaging in het beginnen van het geen verbe<br />
terd, voltooid, of nieuw aangelegt moest wor<br />
den , de volkome uitvoering veele jaaren ag-<br />
ter uitftellen, en inmiddels onze Frontieren<br />
bloot geheld blyven zouden aan den inval des<br />
eerften vyands, die dezelve zou aanranden;<br />
in weerwil, eindelyk der weetenfchap , welke<br />
de Raad van Staat van deze dingen droeg, mits<br />
gaders van zynen pligt, van zynen eed aan den<br />
Lande gedaan, als mede van het uiterfte be<br />
lang der voorwerpen aan deszelfs bewind toe<br />
vertrouwd, hebben het gezag en de invloed<br />
der zo even opgenoemde Cabaal, ten dien op-<br />
zigte tot op den huidigen dag gezegepraald ;<br />
ter naauwernood heeft men op fbmmigc der<br />
minst wezenlyke punéten der Vertqogen van<br />
den Heer Du Moulin, eenigen aandagt gevestigd,<br />
en wel zorg gedragen om zich met. het overi<br />
ge niet te bekommeren.<br />
Die zelfde Onachtzaamheid, DooaLUCH<br />
TIGE VORST, had ook plaats ten opzigte van<br />
den ftaat der voltooijing van het Corps eter Ge<br />
nie te verzorgen : dezelve zorgloosheid regeer<br />
de omtrent de onderhouding en verzorging<br />
der
G n o o T T A F E R E Ï ti g3<br />
•der Magazynen en Arfenaalen. —- En waarom<br />
toch? Om dat, na het hart eener gedeelte<br />
onzer Burgeren bedorven, én de ovc^rigen<br />
onderworpen, verblind of verftompt te<br />
hebben, het voegzaam was de Zeemagt en<br />
de Frontieren in den elendigften ftaat te doen<br />
vervallen, op dat zo eenigé cordaate handen<br />
den doek kwamen afteligten , welke de oogen<br />
der Natie bedekte, dit deerniswaardig fchouwfpcl<br />
dezelve zou baloorig en wanhoopig maaken;<br />
op dat de fchrik der bedreigingen van den<br />
centen uitlandfchen Vyand die deeden verfty-<br />
vcn , en dat, daardoor, men de Natie in<br />
die ketenen bield, waarin de ilinkfche invloed<br />
, en openbaar vermogen i haarer Dwingelanden<br />
haar gedompeld hadden;<br />
Uit dit alles, DOORLUCHTIGE VORST,<br />
vloeid voort dat veelen wel zorgdroegen, om<br />
op geene herfteliing en verfterking der Frontieren<br />
aan te dringen, met zo veel vuur en<br />
hardnekkigheid,. als wel op de vermeerdering der<br />
Trouppes: die zelfde lieden wisten wel, dat,<br />
door middel van eenige pogingen der Provinciën<br />
, die herfteliing zyn beflag zoude bekomen,<br />
zonder die .dér Zeemagt te fchaden, en<br />
dat was, de vraag niet: zy wisten, met één<br />
woord, dat om een zeker doel te befchieten,<br />
men dat zelfde gebruik van welverfterkte, maar<br />
onbeweeglyke, Fort'ficatien niet maaken kan,<br />
sis van vyftig duizend wandelende Janitzaaren,<br />
C al-
g4 S C H E T S V A N E E N<br />
altoos gereed ftaande, om ten believen hunner<br />
Gebieders, alle ordres, hoe die ook zyn mogen,<br />
uit te voeren.<br />
Hier geld de tegenwerping niet, dat men<br />
evenwel altoos en op onderfcheidene tyden<br />
heeft aangedrongen om de Grenzen in ftaat<br />
van tegenweer te- ftellen, en byzonder by de<br />
Petitie , door den Raad van Staat den 3. July<br />
1778. en zelf nog na dien tyd gedaan; want<br />
ik zou antwoorden, . dat, indien die aandrangen<br />
met zo veel yver en volharding werkftellig<br />
gemaakt waren, als door den Generaal du<br />
Moulin by dien Raad gebezigd zyn , dat, indien<br />
men met zo veel volkomenheid, met dezelfde<br />
kracht, en met dezelfde baarblyklykbeid, als hy,<br />
verflag had gedaan van het treffend gebrek en<br />
de verfchriklyke ontramponeerdheid dier Frontieren,<br />
mitsgaders van de onvermydlyke noodzaaklykheid,<br />
om daarin, zonder uitftel, te<br />
voorzien, dat, indien men, en ZONDBR<br />
EENIGE UITZONDERING, onder het oog der<br />
Staaten Generaal, de Plans, Projeften, Redenen,<br />
de dringende Sollicitatien van dien Generaal gebragt<br />
had, het zeker is, dat, ondanks de poogingen<br />
van de Cabaal, Hunne Hoog Mög. de middelen<br />
zouden hebben aangefchaft, om dat groote<br />
•werk te beginnen, en zelf te achtervolgen.<br />
Daar toe zouden tien a elf millioenen Giddens,<br />
en even zo veel jaaren arbeids, genoegzaam<br />
zyn geweest; «n indien men in het Jaar 1775",<br />
toen
G R O O T 'TAFEREEL. 3 5-<br />
toen de Heer dm Moulin zyn groot ontwerp<br />
over onze Vlaamfche Frontiëren inleverde,<br />
hand aan 't werk had geilagen, zou alles thans<br />
byna voltooid zyn geweest, en wy behoefden<br />
in geenen deele de flagen te vreezen, met welke<br />
wy thans door eene geduchte Mogendheid<br />
worden bedreigd, (a). a<br />
Men brenge ter ontzenuwing der. zo even<br />
aangevoerde redenen niet te berde, die, welke<br />
worden bygebragt in den Brief, op den<br />
16. February 1784. door den R
3'S S C H E T S V A N BEI*<br />
van de Generaals du Moulin en Martfelt, gevoegd'<br />
by datRaport, by die vermaarde Verzameling,<br />
van welke ieder Artykel alle verfcboonirigen, tot op<br />
den huldigen dag aangevoerd, om zig van allen<br />
blaam ten dien opzigte te zuiveren, tot pulver vergruist,<br />
en ook tot ftof verkeeren zal, alle de<br />
zulke, welke men nog met dat oogmerk, het<br />
zy dan van wegens den Raad van Staat, of<br />
van UWE HOOGHEID bybrengen zal; ik<br />
zou, zeg. ik, die Redenkavelaars terug zenden<br />
naar die Verzameling, naar dit eeuwig getuigenis<br />
van ftrafbaare verwaarloozing,- en haatlyke<br />
ongerechtigheid,-waar van het'verflag de<br />
Natie in den hoogden graad verontwaardigd<br />
heeft, en UWE HOOGHEID had moeten verontwaardigen<br />
; want ik wel gelooven wil, dat,<br />
ingevalle UWE HOOGHEID eenig aandeel in<br />
dat gedrag gehad heeft, zulks enkel geweest<br />
is door de raadgeevingen UWER trouwlooze<br />
Raadslieden; dat het enkel geweest is als het<br />
werktuig van de listige en duiftere ftrecken.der<br />
verfoeilyke Cabaal, van welke zy Aanvoerders<br />
waren en' nog zyn. Kortom, ik durf hier<br />
beweeren, dat de VERWAARLOOZING van<br />
aandrang., zo ALS NODIG GEWEEST WARE,,<br />
op het herftel der Frontieren, ALLEEN, EN ONTE<br />
GEN ZEGLYK, BEwYST de misdaadige bedoelingen<br />
en de fchelmachtigheid der voornaamftc Aanftookeren<br />
van alle die hardnekkige vorderingen ter ver-,<br />
meerdering der Landmagt.. En, dat ik hier met<br />
by-
G R O O T T A F E R E E L . 37<br />
byzondere letteren dit aangevoerde ter neder-<br />
Ételle, is ten einde zy, die dat zullen leezen,<br />
het nog herleezen, en het in eeuwigheid niet<br />
vergeeten. Ik zou op dit ft.uk honderd<br />
andere fchrikbaarende dingen te zeggen hebben,<br />
maar deeze uitftap reeds al te lang zynde,<br />
keere ik weder tot myne hoofdzaak.<br />
Zyne Aller chrinilykfe Majeftèit, misfchien minder<br />
aangedaan over de opfehorting der onbepaalde<br />
Convoijen, dan over de geaffecteerde achteloosheid,<br />
die wy oeffenden, in het neemen van gepaste<br />
en rustige maatregelen, om ons de Handels-Vryheid,<br />
ons by 't recht der Volken en Tractaaten toegeftaan<br />
te doen verzorgen , herriep, ten aanzien<br />
der Onderdaanen van de Republiek, op den<br />
14. January 1779. de voordeden, verrrield in<br />
het eerfte Artykel van het Reglement van den<br />
16. July daar te voren , raakende den-Koophandel<br />
en Scheepvaart der Neutrale Natiën ; ordonneerende<br />
by het zelfde Arrest dat- provifioneel, wegens<br />
de Vaartuigen dezer Landen, zouden ter<br />
uitvoer gebragt worden de vyf eerfte Artykelen van<br />
het Reglement van den 21. October 1744;<br />
mitsgaders dat, van den voornoemden 16. January<br />
af, die Vaartuigen de Vragt-Rechten zouden<br />
betaalen, zo als by de Ordonnantiën, Reglementen,<br />
en inzonderheid by de .Declaratie<br />
van den 24. November 175.0, mitsgaders by<br />
het Arrest van zynen Staats-Raad van den<br />
C 3 16.
3".fr' S C H E T S V A N E E N<br />
ÏÖ. July 1757, enz. bepaald was. Dan, vermits<br />
de Stad A;nfterdam alle haare poogingen<br />
had ingefpannen, om de Republiek te beweegen<br />
zig van wegen Engeland te doen verzorgen<br />
, die onbepaalde vrijheid, welke onzer Vlagge<br />
wettelyk toekwam , wilde Zyne Majeftèit de<br />
Schepen der Ingezetenen dier Stad onder dit<br />
nieuw Arrest niet begreepen hebben , en ftrekte<br />
deze gunst vervolgens om dezelfde reuen<br />
ook uit tot de Stad Haarlem. (0)<br />
Dit nu was geen aanhouden van onze Schepen,<br />
ofberoovingen van derzelver laadingen, of dezelve,<br />
onder de belachlykfte voorwendfelen,<br />
voor zig te houden; daar door wierden ook<br />
onze Schepelingen niet mishandeld, noch verminkt<br />
, noch om hals gebragt , zo als de<br />
Engelfchen zedert eenigen tyd , op de onreghtvaardigfte<br />
beweegredenen, ftraffeloos deeden:<br />
het was blootlyk eene zeer befcheidene ivaarfchouwing<br />
van Vrankryk, om ons gebruik te<br />
doen maaken van onze Rechten die weder<br />
• op te eisfchen, en op dat wy ons , zonder uithel,<br />
in ftaat zouden ftellen, om dezelve te handhaven;<br />
het was eene uitnoodiging van ons, om<br />
te zorgen dat wy ons niet lieten noodzaaken tot<br />
het<br />
(a> Ik gaa bier met Hilzwygtn voorby drie andere Arresten<br />
van den Staats • Raad zyner Allerchristelykfte Majeftèit,<br />
van de maanden Af ril, Juny en September, daar aan<br />
•volgende, over bet zelfde onderwerp.
G R O Q T T A F E R E E L . ' 39<br />
het laaten vaaren der grondregelen van de<br />
Neutraliteit, die wy hadden aangencmen; terwyl<br />
het, voor het overige, enkel was een gebruik<br />
maaken van het onbetwistbaar Recht dat<br />
elke Souverain bezit, om in zyne Staaten zodanige<br />
fchikkingen, ten aanzien zyner frnantien,<br />
zyner inkomften, of der commercie zyner<br />
Havenen, te maaken, als hem zal goeddunken,<br />
en welk recht Hunne Hoog Mog. zelve uitdruklyk<br />
hebben gereclameerd in derzelver Manifest,<br />
tegen het Hof van Londen, zo als men<br />
kan zien uit de hier onder bygebragte aanhaaling.<br />
(A)<br />
Dit Arrest van Zyne Allerchristelykfte Majeftèit,<br />
deed evenwel het luidruchtigst gekrysch<br />
in den Lande opgaan. Den 2,4. der voornoemde<br />
maand January fchreef UWE HOOGHEID ten<br />
dien opzigte aan de Staaten van Friesland eenen<br />
Brief,<br />
(a) '( Is wyders te vergeefs en geheel abufivclyk, da*<br />
men by het Manifest hit getal der bezwaaren getragt heef*<br />
te vermeerderen, door de alleguatie van bet opheffen dei<br />
uitgaande Rechten, als een Jlap> ftrekkende tot facilitei\<br />
ring van den toevoer van Scheefs - Munitiën naar Vrankryk t<br />
want, hebalven dat zulks de interieure direfïie van de Com><br />
menie raakt, waartoe alle Souverainen ontegenzeggelyk<br />
recht hebben, en wes aangaande zy aan niemant reken'<br />
fchap verfchuldigd zyn, zo is dit Point wel in deliberatü<br />
gelegt, maar tot bier toe luiten conclufie gelaattn. Zie hel<br />
cemelde MANIFEST, omtrent m 't midden.<br />
C 4
4-? S C H E T S V A N E E N<br />
Brief, waarin GE deeze gunst, door Lode-<br />
WF;k-XVI. aan Amfierdam betoond, affchetfie,<br />
als eene ODIEUSE DISTINCTIE, of ONRECHT-<br />
VAERDIGHEID, omtrent de overige Steden<br />
der Republiek (a). UWE Afhangelingen riepen<br />
uit, en zulks wierd door hunne Suppooften<br />
nagebaauwt, dat de Franfehe Monarch de alleronrechtvaerdigfte<br />
en fchreeuwendfte zaak<br />
vorderde: onze Engelfche Vrienden vernieuwden<br />
met der haa^t de zo menigwcrf gedaane<br />
en verlieten verwytingen van kwaadaartigheid,valschheid,<br />
verraad, geweld, barbaarschheid<br />
en verfoeilykheid der Franfehe Natie,<br />
ó! Wat zou men een lustig fpel beleeft hebben,<br />
zo Hunne Hoog Mog. ten dien tyde hadden<br />
goedgevonden onze Engelfche Doggen tegen<br />
die Mogenheid op te jagen! Wat zouden wy<br />
Luidjes onder OHS gevonden hebben, die yry<br />
gc-<br />
(a) Wy houden ons verzekerd (zeide ZYNE HOOG<br />
HEID in dien Brief), dat Uwe Edele Mogende niet zonder<br />
bevreemding zullen liebben vernomen deeze ODIEUSE DI<br />
STINCTIE; «n dat dezelve zullen hegrypen, dat bet aan<br />
geene vreemde Mogendheid , boe groot , boe aanzienlyk,<br />
en boe formidabel zy tok moge zyn , vry ftaat , om die<br />
ODIEUSE DISTINCTIE te maaken, ten aanzien van eenen<br />
independenten en vryen Staat, die niet anders gedaan heeft,<br />
dan het geene aan Haar volkomen vry flaat, enz. —• Men behoeft<br />
gegn overvliegende Geest re zyn , om te gevoelen ,<br />
dat in deiepasfage meer gemelykhcid dan reden doordraait I
G R O O T T A F E R E E L , 41<br />
gereeder zouden geweest zyn, om hunne begunftigde<br />
Party te wreekcn over eene geringe<br />
beet van eene Natie , die zy verfoeijen, dan<br />
zy zyn geweest om hun Vaderland te wreekcn<br />
over de doodlykfte Hagen, en de fchreeuwendfte<br />
beledigingen, van eene geliefkoosde,<br />
Nare ontfangen.<br />
Indien men zig dan, DOORLUCHTIGE<br />
VORST, gedragen kan aan uwen gedagten<br />
Brief, aan de Staaten van Friesland, en aan<br />
den zin der Voor affpr aak van het nieuwe voorftel<br />
den 10.Maart des zelfden Jaars 1779. door<br />
UWE HOOGHEID, aan alle de Bondgenooten<br />
in >t byzonder, gedaan, ter uitrusting van 50<br />
a 60 oorlogfchepen, en ter vermeerdering der<br />
Trouppes tot vyftig a zestig duizend Man,<br />
waart Gr ZELVE, niet weinig geraakt over<br />
het zo even gemeld Arrest, zo wel als over<br />
de poogingen, welke de Ambasfadeur van<br />
Vrankryk beftendig bleef aanwenden, om de<br />
herroeping van de opfehorting der Convoijen<br />
te erlangen; en het fchynt dat de uitflag der<br />
Deliberatie n , welke wegens dat Point by ons<br />
voortduurden, UWE HOOGHEID ook vry wat<br />
bekommerde. Wat hier ook van zy, zie hier<br />
de gemelde Vooraffpraak:<br />
" „ Ik ach te my verpligt Uw Ed. Gr. Mog.<br />
„ myne fentimenten, over het gewigtig on-<br />
, derwerp van derzelver Deliberatien, te open-<br />
, baaren; namelyk dat ik verre gcëloigneerd<br />
b e n<br />
C 5 »
4$ .Sc-11 ETS V A N EEN<br />
„ ben van te oordeelen, dat dit Gemeenebest,<br />
o m e e n<br />
a g Oorlog te waagen , behoorde te re-<br />
„ nuntieeren, van de wettige Rechten, aan<br />
„ derzelver Ingezetenen. volgens folemneele<br />
„ Traótaaten competeerende: in tegendeel be-<br />
„ grype ik dat dezelve moeten worden gemain-<br />
„ tineerd door alle middelen, • die de Voor-<br />
„ zienigheid in handen van deeze Republiek<br />
„ heeft gefield; maar daar het aan niemand dm<br />
„ aan Uw Ed. Groot Mog., en aan de Ed.<br />
„ Mog. Heeren Staaten der andere Provinciën,<br />
„ competeerd om te decideeren, wanneer het tydfiip<br />
„ daar is, dat Hunne Hoog Mog. behooren te<br />
refolveeren, om eene ongelimiteerde Proteclie aan<br />
„ derzelver commercieerende Ingezetenen te verkenen : •<br />
„ dat Hunne Hoog Mog. door geen Traüaat, hoe<br />
„ genaamd, met eene VREEMDE MOGENDHEID<br />
„ zig verbonden hebbende, om alle Takken van Com-<br />
„ mercie, zonder diftinclie, te protegeer en, niemand<br />
„ het recht heeft om van dezelve te vorderen, dat<br />
„ zy, Protectie verleenende, zulks aan alk fche-<br />
pen, zonder diftinclie, moeten verkenen, zonder aan<br />
„ derzelver voorzichtigheid over te laaten om te deci-<br />
deeren, of zy in ftaat zyn alle Takken van<br />
„ Commercie te protegeeren, en of zy in dit<br />
„ tydftip het konnen doen, zonder gewigti-<br />
„ gere belangen in de waagfchaal te ftellen, en<br />
„ zig aan het grootfte gevaar te exponeeren.<br />
„ Ik ben dan van begrip, dat, in deezen op<br />
„ niets behoorde te worden gelet, dan op de<br />
waa-
G R O O T T A F E R E E L . 4$<br />
„ waare Belangéns van de Republiek; en der-<br />
„ halven, dat, alvorens eene finaale Refolutia<br />
„ genomen werde, omtrent het Convoijeereri<br />
„ der Houtfchepen, geëxamineerd werde de<br />
„ ftaat, waar in dit Gemeenebest zig bevind,<br />
„ zo te Water als te LANDE.<br />
„ Myns bedunkens convenieerd niets meer<br />
„ aan deeze Republiek, dan eene ftipte en<br />
" exadte Neutraliteit, onverminderd de Trac-<br />
" taaten, die zy met Buitenlandfche Mogend-<br />
„ heden heeft, maar ik denk, dat, om dezel-<br />
" ve met effect, en niet alleen tot zo lange dat bet,<br />
"„ aan EENE Ar belligereerende Mogendheden behaagd,,<br />
"„om van de Republiek op eene DWINGENDE en<br />
„DREIGENDE WYZE te eisfeben, dat zy Party<br />
"„ kieze, te maintineeren en te handhavenen in<br />
„ eenen gewapenden ftaat behoorde te wor-t<br />
„ den gebragt. "<br />
Deeze Voorafspraak, opengelegd, zo als men<br />
dezelve hier ziet, heeft geenerleijen uitleg nodig:<br />
de gedeeltens, die ik met curcyffche Letteren<br />
hebbe uitgedrukt , bewyzen genoeg,<br />
welke Mogendheid zy bedoelen. Ik zal 'er alleen,<br />
byvoegen, dat, zo dezelve niet aan 't licht gekomen<br />
ware vóór de berugte Memorie, door.'<br />
Sir Jofeph Yorke, den 9. April daar aan volgende<br />
tegen Vrankryk aan Hunne Hoog Mog.<br />
ingeleverd, ik fchier zou denken dat zy gc:deeltelyk<br />
op de Memorie geformeerd was,<br />
zozeer hebben die beide ftukken, in veel opzig-
'44 SCHETS VAN EEN<br />
tigt n, betrekking tot malkander. Men heeft<br />
zelf verfpreid, dat deze Vooraffpraak was gedresfeerd<br />
onder het diflamen van Sir Jofeph,<br />
dat is van dien Onder-Koning, welke deRepubliek<br />
toen had, en die , gelyk men weet,<br />
met behulp van den U bekenden gryzen Men*<br />
tor, de zaaken met meer vrugt, dan onze waare<br />
belangen en het heil van den Staat vorder-,<br />
den, wist te bcfturen. Wat hier van zy, indien<br />
Sir Jofepb het denkbeeld dezer Vooraffpraak<br />
niet heeft opgegeeven , heeft hy ten minfte dezelve<br />
op verfcheide plaatfen nagebootst, om zyne<br />
zo even gemelde Memorie te formeeren.<br />
De beide ftukken, in ieders handen zynde,<br />
kunnen vergeleken worden.<br />
Kortom, naar dit begin deed UWE HOOG-,<br />
MEID verflag van de oorzaaken, waarom meende<br />
die Propofitie te moeten doen, en befloot<br />
met aan de Bondgenooten te dcclareeren van<br />
Advife te zyn, dat men refolveerde de Sche-*<br />
pen, gelaaden met masten, krommers, knieën<br />
en ander timmerhout, tot, het bouwen van<br />
Oorlogfchepen benodigd, niet onder convoy te<br />
neemen, alvorens gereed te zyn met eene uitrusting<br />
van 5-0 a 60 Oorlogfchepen, waar van<br />
ten minften 10 a 30 van Linie, en de Landmagt<br />
vermeerderd te hebben tot ,50 d 60 duizend Man.<br />
Wanneer Ge, DOORLUCHTIGE VORST,<br />
in de voorgaande maand November met de meerderheïd<br />
der Stemmen concurreerde, tot de op^<br />
fchor-
GROOT T A F U S U , 4$<br />
ffchort'mg der Convoijen, was men flegts verwonderd;<br />
maar nu (en uit hoofde der innerlyke<br />
overtuiging, in welke UWE HOOGHEID<br />
eindelyk moest verfeerert , dat eene augmentatie<br />
van Trouppes het herftel der Marine volftrekt<br />
moest beletten ) Zo de fentimenten van<br />
eer en Vaderlandsliefde , waarmede UwB<br />
HOOGHEID bezield is, niet bekend waren,<br />
zou men fchier gezegt hebben dat dit DUBBEL<br />
VOORSTEL enkel gedaan was met voorneemen<br />
om onze twisten en debatten over die twee<br />
voorwerpen te vermeerderen en aan te zetten,<br />
mitsgaders om den Oorlog van Engeland<br />
tegen Vrankryk te begunftigen , ten fpyte der<br />
rechtvaerdigheid, en van onze Neutraliteir,<br />
ten nadeele onzer onbetwistbaarfte Rechten,<br />
ten ondergang van eenen zeer voornaamen<br />
tak onzes Handels, onzer Scheepvaart, onzer<br />
Imposten, en ten kosten van den Noordfchen<br />
Handel. — Want om 50 a 60 Oorlogfchepen,<br />
waar van ten minflen 10 a 30 van Linie, uit te<br />
rusten, moest men die hebben; om die te<br />
hebben moest men beginnen met het concludeeren<br />
der 1800 duizend Guldens der Petitie<br />
in 1771 , tot reparatie der oude Schepen, en<br />
aankoop van bouw-materiaalen gedaan; als dan<br />
moest men gaan denken om het formeeren<br />
êener'Petitie :<br />
van eenige millioenen, om de<br />
yoorgeflagen toerusting te bekostigen; dan behoorde<br />
'er aan het werk gegaan te worden»<br />
aan
A5 S C H E T S V A N E E N<br />
aan den eenen kant om te repareeren , en aaft<br />
de andere zyde om te bouwen; daar na moest<br />
'er manfchap weezen om al die ichepen te<br />
equipeeren; en dewyl, volgens UWER HOOG<br />
HEIDS Memorie zelve («), en volgens de Raforten<br />
der Admiraliteiten, in de maanden van<br />
Augustus en September 1781 O), de fondfen<br />
alleen voor het onderhoud en den ordinairen<br />
zeedienst, zeer moeilyk te vinden waren; dewyl<br />
eenige non-equipeerende Provinciën, en<br />
lïvelke het meefte gerugt maakten, jaaren lang<br />
ten agteren bleeven, in het formeeren van het<br />
aandeel, dat zy wegens dit onderwerp verfchuldigd<br />
waren; en dewyl eindelyk het zeevolk<br />
bereids zeer fchaars was, moest de augmentatie<br />
der Trouppes, welke niet minder dan<br />
twee a drie millioenen zou gekost, en de manfchap<br />
nog vry wat fchaarsfer gemaakt hebben,<br />
noodwendig de voorgeflage uitrusting zeer verre<br />
ten achteren zetten, of liever geheel teniet<br />
doen loopen : en onder afwagting dat. de Hemel<br />
ons genadig geliefde te zyn, hadden wy<br />
gerustelyk den brand kunnen fteeken in die<br />
fchepen, waarmede wy eenen tak van-Koopna<br />
, nsc^i'-.f. ubEc iob aijrfïMsi . ivrhaar<br />
Ca) A. p. 32, 36 en volg. B. p. 41 , 46 en volg.—<br />
C. p. 21, 25 en volg.<br />
(b) Bylaagen, eerfte fiuk in fol. p. 8, 33, 44, 64. ai<br />
Volg. -n I4em in S 9<br />
, p. S, 38, 52 * 55, 71 «" 75 « 77.
GROOT? T A F E R E E Ï » . 43<br />
handel moeiten dryven, welken wy met recht<br />
konden doen, die daar en boven ten naauwften<br />
met andere handeltakken verbonden was,<br />
maar die evenwel UWE HOOGHEID , en de<br />
vyf Provintien, die zulks in deezen goedgekeurd<br />
hadden, van advife waren, dat dezelve<br />
opgefchort wierd , tot onze Zeemagt tot de<br />
voorgeftelde begrooting was gebragt, en wy<br />
tevens 50 a 60 duizend Man op de been hadden.<br />
Eindelyk,DooREUCHTiGEVoRST, wie 2014<br />
het ooit .elooven! om dit DUBBELD VOORSTEI,<br />
tan de Bondgenooten te doen, naamt GE juist<br />
waar dien zelfden dag, op welken de Gedeputeerden<br />
der Admiraliteits - Collegien , by Hunne<br />
Hoog Mog. inbragten het gevraagd Advis van die<br />
Collegien, over de meest gepaste en kragtdaadigfte miiïdeJen,<br />
om de Zeemagt in zoodaanigen behoorlyken<br />
ftaat te ftellen, als nodig was om de vryheid van tm-.<br />
ze Commercie en Navigatie te bejehermen, de ter m<br />
onafhanglykheid van den Staal O) te handhaven,<br />
deszelfs Rechten te verdeedigen, en zo veel mogelyk de<br />
gedreigde onheilen af te weeren (f); Advis, het<br />
welk, ingevolge eene Confultatie van de Admiraliteiten,<br />
met drie Vlag-Officieren gehouden,<br />
in fubftantie medebragt! „ dat de Zeemagt der<br />
„ Republiek behoorde gebragt te worden tot<br />
„5 4Sche-<br />
(a) A. p. 19. — B. p. 23- — C. p. 9 en 10.<br />
(6) Refolutie van Hunne Hoog Mog, van 3i.Z?«.I77&<br />
ie) Refolutie yan ttuw &»£ M°g> Mn J?7- J«M7J>
'Ao* S 'C II E T S V A N EEN.<br />
)i 54 Schepen van Linie, 30 Fregatten, en 11 min-<br />
„ dere Vaartuigen; dat men derhalven, zodra<br />
j. mogelyk, moest gaan bouwen de Schepen,<br />
'„ welke ter vervulling van 't voornoemde ge-<br />
„ tal manqueerden; en Hunne Hoog Mog.<br />
„ verzogt wierden aan de refpe&iveBondgenoo-<br />
„ ten te doen zenden de Petitie van 7,4,56,504<br />
„ Guldens, welke fomme, gevoegd by die<br />
„ van ƒ 4,178,508 der Petitie van 1771, ge»<br />
„ concmdeerd den 2,1. Mey 1778, voldoende<br />
.,, zou geweest, zyn, ter aflegging van deezen<br />
„ nieuwen aanbouw. " («) Zo dat, DOOR-<br />
•LUCHTIGE VORST, indien het noodzaaklyk<br />
was, gelyk het inderdaad ook geweest is, dat<br />
de Zeemagt, zo dra mogelyk, tot die fterkte gebragt<br />
wierde, de vermeerdering yan Landmagt<br />
hier nog vry wat nadeeliger wierd, dan<br />
zy nog geweest zou zyn aan UWER HOOG<br />
HEIDS voorgeflagene toerusting,<br />
Maar wat toch waren de oorzaaken, die<br />
U W E HOOGHEID in deeze omftandigheden<br />
konden aanfpooren, tot het voorflaan eener vermeerdering<br />
van Landmagt, nog grooter dan<br />
zulke, die GE bereids voorheen had voorge-<br />
-fteld? Het was nu • niet meer de ingebeelde<br />
: vrees voor eenen Oorlog in Duitschland, want<br />
» 'er<br />
C«) Bylaagen, eerfte Jluk, in ftl.-p.S «» ~°' *~* ï dm<br />
tf» 80. p, 6 en 22. . }
G R O O T T A F E R E E L . 49<br />
}<br />
er wierd te Tefchen een Congres gehouden om<br />
de Vreedes-Artykelen te reguleeren, welke<br />
den 13 Mey daar aan volgende, in een formeel<br />
Vreedes -Tra&aat geconverteerd v. ierden<br />
; en-ik heb reeds gezegt, dat de Keizerin<br />
Koningin en de Koning van Pruisfeu aan ons<br />
niet eens dagten. Het was ook geenzins de<br />
vrees., dat Vrankryk onze Frontieren zou wegneemen,<br />
want de geringde Land-Oorlog zou<br />
dat- R.vk buiten ftaat hebben geheld, om den<br />
Oorlog'door te zetten, die ter Zee gevoerd<br />
wierd. p Was het ook nog de vrees, dat de<br />
Engelfchen ons op het vaste Land zouden komen<br />
opnestelen , of eene landing op onze kusten<br />
ondern-eemen ? Op die twee zaaken heb<br />
ik bereids geantwoord. Wat was het dan, D o 0 R-<br />
LUCHTIGE VORST! wat was het dan, het welk<br />
by UWE HOOGHEID, en de meerderheid der<br />
Bondgenooten die halftarrigheid . vereeuwigde?<br />
.'. . Niets anders, helaas! dan de zwakke<br />
redenen, de beuzelacht'ge voorwendzels, en de<br />
publieke of verborgene beweegredenen van welke<br />
ik zo menigwerf gefproken heb. Dus kon<br />
hetDUBBEL VOORSTEL van UWE HOOGHEID,<br />
door het ftellen van een dwarspaal in de toerusting<br />
van de Schepen, welke ter befeherming<br />
der Commercie vereiseht worden , tot niets<br />
anders ft-ekken, dan ter begunftiging van het<br />
voornoemen der Engelfchen , om ons te ruïneeren<br />
, en hun verlangen om onze zeemagt te<br />
D ' doen
go SCHETS VAN EEN'<br />
doen blyveri in dien beklaaglyken ftaat, in welken<br />
dezelve zig bevond. Met/één woord, zo<br />
het wettig Tranfport van Timmerhout naar<br />
Vrankryk, een fterk Convoy nodig had, zo als<br />
UWE HOOGHEID zeide , en ook een ieder toeftemde,<br />
ware het zeer nodig geweest de toerusting<br />
van datConvoy gemaklykte maaken, ja, dat zelfs<br />
aan te dringen,en daar toe geen hinderpaalen in<br />
den weg te brengen. Derhalvenkan mennietzeggen,<br />
dat GE ook hier in gedaan hebt, „wat GE<br />
had kunnen doen ter herfteliing van de Zeemagt.<br />
Aangezien, evenwel, in 't vervolg van het<br />
reeds gemeld DUBBEL VOORSTEL, UVE<br />
HOOGHEID aan de Bondgenooten vertoonde,<br />
dat, om niet alle takken van Commercie zonder<br />
protectie te laaten, Convoy behoorde verleend<br />
te worden aan Schepen, met geene contrabande<br />
gelaaden, geduurende de Deliberatien<br />
over de Protectie aan de Schepen, met Tim <br />
merhout bevragt, teaccordeeren, zo concludeerden<br />
de Staaten Generaal op den 26 April, de<br />
Petitie van 3,999,680 Guldens, 'den 3 November<br />
des voorigen jaars geformeerd : Hunne<br />
Hoog Mog. ordonneerden teffens, dat voor<br />
den dienst- van denjaare 1779. zouden worden<br />
geëquipeerd 32 Oorlogfchepen, als 14 van Linie,<br />
17 Fregatten en eeneSnaauw; en dat ten<br />
dien einde „ de refpective Admiraliteits-Col-<br />
» legien gehouden zouden zyn , op den eed aan<br />
„ den Lande gedaan, zig ftiptelyk te gedragen<br />
n na
G R O O T T A F E R E E L . 51<br />
w na de poincten in de Refolutien vermeld; en<br />
„ dat zy zouden werden aangefchreeven zorg<br />
„ te dragen , dat de werving van Matroo-<br />
„ zen onmiddelyk geopend, en de Schepen<br />
„ zelf in ftaat gebragt wierden om fuccesfivelyk<br />
„ gereed te zyn Zee te kiezen, zo dra nodig<br />
„ zou bevonden worden om ze te gebruiken<br />
„ tot de Convoijen, die men voorneemens<br />
* zyn mogt tot Protectie der Commercie en<br />
„ Navigatie van de Republiek te accordeeren:<br />
Dat daar en boven hier van kennis zou ge-<br />
„ geeven worden aan ZYNE HOOGHEID den<br />
„ Heere Prince van Orangeen Nas/au,met ver-<br />
„ zoek om daar aan de hand te houden, dat de<br />
„ voorgemelde Equipagien op eene reguliere<br />
„ wyze wierden gedaan, de Ofiicieren tot hec<br />
„ Commando der Schepen fuccesfivelyk te defpi-<br />
„ cieeren, en op de diflributie der Convoijen<br />
„ en van de Schepen , om de zelve te leiden,<br />
„ ordre te willen ftellen, en te willen bezor-<br />
„ gen , dat, zoo veel doehlyk, alle maanden<br />
een Convoy wierde verleend naar de Ën-<br />
„ gelfche en Franfehe Havenen, en voorts, zoo<br />
„ dikwyls als het vereischt werd, naar Lisfa-<br />
„ bon en de Middelandfche Zee, en ten min-<br />
„ ften tweemaal in het jaar naar de Colonieii.<br />
„ van den Staat in de West-Indien.<br />
De Samenftellers Uwer Memorie, DOOR-_<br />
LUCHTIGSTE VORST , van deeze voorzigtige<br />
en noodzaaklek! Refolutie fpreekende, vertel-<br />
D a
52 SCHETS VAN E E IT<br />
len ons: „Dat UWE HOOGHEID vohaardig<br />
„ aan de. bovengemelde intentien Hunner Hoog<br />
„ Mogenden zoude voldaan hebben, indien<br />
„ de (op nieuws) opgekomene difficulteiten<br />
,, over het verlecnen van Convoy aan de Sche-<br />
„ pen met Hout gelaadcn, en de daar uit rc-<br />
„ fuiteerende Staats-Deliberatien , zulks niet<br />
„ verhinderd hadden." (
G R O O T T A F E R E E L . gï<br />
mecnebest, over de rampen, die hetzelve reeds<br />
drukten, zo wel als over dc zo naderende gevaaren,<br />
waar mede het bedreigd wierd, zoud<br />
GE ongetw•ffdd den gecnen , die den toon gaven<br />
aan de Deliberatien dier Provinciën, of derzelver<br />
Refolütien beftuurden , dus hebben aahgefproken:<br />
In Gods naam, M Y N HEEREN! iaat<br />
ons, terwyl men bezig is met raadplcegen, op vjaj<br />
wyze de onbepaalde Convoijen te "verkenen, als riem<br />
over mync Propofitie, om 50 et 60 Oorlogfchepen uittcruften<br />
, en de Landmagt tot 50 a 60 duizend Man<br />
te Vermeerderen, geen oogenblik verzuimen met de geordonneerde<br />
Equipage te formeeren. De tyd drir.gt, cn zet<br />
ons het mes op de keel; het is gedaan met ons, zo ivy<br />
niet beginnen met de volvoering der dringendjïe zaaken'.<br />
Twee en dertig welgewapende Oorlogfchepen, het vast<br />
befluit om 'er meerder uit te rusten , met dat om ons op<br />
eene voorbceldelyke wyze te wrecken over allen, die voortaan<br />
onze vlag zullen durven hoóhen, onze rechten<br />
fchenden, of onderneemen ons te divingen de paaien te<br />
overfchryden , die de rechivaerdigheid en aangenomens<br />
Neutraliteit ons voorfchryven , zullen ontzag verweer<br />
ken in hun die thans fraffeloos onze zwakheidfmaaden,<br />
en met onze twisten of twyffelingen bun voordeel<br />
doen. Laat' ons ophouden met het voorwerp der béfchimping<br />
aller Vreemdelingen te' zyn, laai ons afzien<br />
van de dwaasheid óm twee ontwerpen te willen uitvoeren<br />
, welker uitwerkingen onmogelyk worden , zo<br />
'wy die te gelyk willen volbrengen. Mifchien zyn 'er<br />
'mder U Lieden } Menfchen, die dcór byzondere belan-<br />
D 3 gen
54 S C H E T S V A N E E N<br />
gen weigeren zullen gehoor te geeven aan het geen ik,<br />
of liever de nood, alhier voorfielle; doch ik , in hoeclaawgheid<br />
van Kapitein en Admiraal-Generaal der Repubhek<br />
, heb geene andere belangen, dan die tót het heil<br />
en welzyn des Vaderlands medewerken. Ik wil wel<br />
bekennen , dat de vermeerdering der Landmagt my aan<br />
U hart legt, maar ik bemerk eindelyk, dat, door daarop<br />
te veel aan te dringen, de geordonneerde uitrusting<br />
belet word: En zo my reeds met morgen blykt, dat<br />
gemelde vermeerdering eene volfirekte hinderpaal word<br />
aan de volledige en onvermydelyke herfteliing der Zee*<br />
•magt, en gevolglyk aan de publieke veiligheid, zo als<br />
veelen ftaande houden, laat ik die oogenbliklyk vaaren,<br />
en zal Uallen, by al wat dierbaar is, bidden myn voorbeeld<br />
naar te volgen. ——.<br />
Dusdaanige Vertoogen, DOORLUCIITIGSTE<br />
VORST, zouden het allerovertuigendst bewys<br />
hebben opgeleverd van die groote volvaardigheid,<br />
om de intentien Hunner Hoog Mog.,<br />
ten aanzien der voorgemelde Equipeering;<br />
de weldenkendfte onder de Ridderfchappen<br />
en Steden der vyf gedagte Provinciën,<br />
zouden zig naar U W E redenen gedragen hebben<br />
; zy, die eeniglyk om U te believen, op<br />
eene vermeerdering van Trouppes aandrongen<br />
, hadden zig bevlytigd UWER HOOGHEIDS<br />
Advis te volgen, en de duiftere vyanden van<br />
onzen roem en gelukftand, die haadyke monfters,<br />
met één woord, zouden, verfchrikt, ter<br />
neergeflagen, en befchaamd, niet meerder den<br />
mond
GROOT TAFEREEL. 5$<br />
mond hebben durven openen, noch de oogen<br />
opheffen. Edoch, wel verre van zodaanig een<br />
vóórhel te doen, volhardde UWE HOOGHEID<br />
in 't verlangen naar, en het aandringen op de<br />
vermeerdering der Landmagt, niet ophoudende<br />
met te gelooven, dat het met de welvaart<br />
van den Staat zou gedaan zyn, zo die vermeerdering<br />
niet vastgeknoopt wierd aan het herftel<br />
der Zeemagt. Dus bleeven onze twisten en<br />
debatten over die twee zaaken, als voorheen ,<br />
voortduuren , en de Equipeering van 32 Schepen,<br />
door Hunne Hoog Mog. zo wysfelyk geordonneerd,<br />
zo nadruklyk gerecommandeerd, en gedestineerd<br />
voor den dienst van h jaar 1779. liep<br />
te niet. In het vervolg zullen we zien, dat die<br />
van 52 Schepen, door Hooggemelde Hunne<br />
Hoog Mog. voor den dienst van het jaar 1780.<br />
geordonneerd, om dezelve redenen op niet uitliep.<br />
Het is dan geenzins te verwonderen, dat<br />
wy ontbloot waren, toen de Engelfchen ons<br />
den Oorlog verklaarden. Men oordeele dan<br />
ook, na dit alles, wat denkbeeld men te vormen<br />
hebbe van het voorgeeven, zo meniigwerf<br />
in UWER HOOGHEIDS Memorie .en elders aangevoerd,<br />
dat zo wy eene Equipage van go a 60<br />
Schepen hadden gehad, en tevens onze Trouppes tot go<br />
a 60 duizend Man gebragt waren geworden, men<br />
ons ontzien en wy ontgaan zouden hebben de rampen<br />
die ons zyn overgekomen] . . . Honderdmaalen heb<br />
ik reeds aangetoond, dat de bl^te onmogelyk-<br />
D 4 beid
g6 SCHETS VAN É E N<br />
heid om in tydr Manfehap genoeg, cn voor die<br />
Augmentatie en voor de Equipage te-'vinden,<br />
beide die voorwerpen moest doen vervallen,<br />
en inzonderheid de Jaatiic Ik fchaame<br />
my byna zo dikwyl hétzeüde te zeggen : Sed<br />
minquam nimium dicitur, quod vunquam fatis iïifrttur,<br />
zegt SENEOA-C-a); en SENECA heeft g'dyk.<br />
- Thans manqueerde aan on/en toeftan d nog<br />
maar eene foortvan overlast, van welke de Engelfchen<br />
ons nog.tot dien tyd hadden vrygelaaten,<br />
maar die eindelyk ook te berdé kwam. Den<br />
22.Julycn «6. November , wierd ons door'den<br />
Ridder Yorke formeel afgevorderd het Secours ,<br />
by de Tractaaten , tusfchen Engeland en 'onze<br />
Republiek, bepaald ; en om' aah !<br />
ëfcn eisch<br />
meerder gewigt te geeven, voeren de Scheden<br />
dier Mogendheid voort mer de onzen te berooven,<br />
of haare Admiraliteit, met naar goeddunken<br />
onze Goederen' te vermeefteren. In dit<br />
alles bedoelde Engeland enkel zyn belang cn<br />
ons verderf. „ Zo het my gelukt, z-vde die Mo-<br />
,, gendbeid tot zig zelve, om de Hollanders te doen<br />
„ befluiten, om my zonder reden het gevraagd<br />
„ Secours te geeven breng ik hen in de w ar<br />
„ met Vrankryk en Spanjen ; en al het voor-<br />
„ deel, daar uit roortVloeijende_, is voor my.<br />
„ Blyven zy hardnekkig rrrj* dat'Secours wei-'<br />
(a) Epijl. LXXIÏ.<br />
• ii '• "->::cn Ofcrawra v-'? tr* r-,a«;oJUio
G >R * O T * T F "E % * E E. 57<br />
ccrcn om'dat het Cafus'Ffkderis geen'plaats<br />
; hel-tr, dan hunnen myne wakkere zeelieden<br />
„ voartvaaren met het bcrooven hunner fche-<br />
., pen , het'beftcclen, mishandelen, verminken'<br />
3 ofam halsbrcngen vahhun volk; en myne Ad-<br />
„ rniraliteitz-.d niet ophouden om, mits eene wil-<br />
,,'le-eurige vergoeding, of anderzins , zig toé<br />
,'^te eigenen alle timmerhout, ankers, 'zeilen^<br />
„ touwwcfk enz. het geen :<br />
'zy 1<br />
meenen , uit<br />
" hoofdewan algemeene billykheid en uitdruk-<br />
„lvké bcpaaling van het vierde Artykel van-<br />
„ het Tractaat, zo'plcgtig in''t Jaar 1674. ge-<br />
„ floten Jnak? goeddunken "aan een elk te morgen''verkopen.<br />
En zo zy in de harsfens<br />
„ krva-c:i , 'om' my over' die twee zaaken;<br />
* met,ReprcfcntarJen aan boord te komen,<br />
„ zal ik, ten aanzien van de eerfte, myne SR3£<br />
Ve ooren leencn, en nopens de tweede hun<br />
" } doen zien, dat, zö ras-ch maar myn belang<br />
,, zulë vorderd, den formeelen en letterlykcn<br />
,; zin van' f ra&aaten geen plaats meer heb-<br />
„ ben mag. "<br />
Eh'dus'zyii'd'e banden , voormaals tusfchen 1<br />
Engeland' en de Republiek geformeerd tot onderlinge,<br />
veiligheid, en het wederkecrig welzyn<br />
der' beidé .Mogendheden', ten onzen aan-'<br />
zien veranderd in bo'cijcn ".eener fchandelykfte^<br />
flaavernye. ' Om, nu ;<br />
'die ha'tclyke ketenen te'<br />
•verbryzêlen, was 'er eene''Zeemagt nodig; cn,<br />
om die te hebbm" moeften de liefde en het m<br />
D 5
£8 S . C H E T S V A N E E N<br />
gemeen belang des Vaderlands haare eer en<br />
waardigheid, by onze Aterlingen den voorrang<br />
gehad hebben, boven de byzondere belangen,<br />
boven de laage heerschzugt, boven<br />
de laffe begeerte om te believen, boven de<br />
yuige jaloersheid, boven de valfche ftaatkunde,<br />
en boven de verfbeilyke Engelschgezindheid,<br />
met welke veelen befmet waren: kort om,<br />
U W E HOOGHEID moest gedagt en gedaan<br />
hebben, zo als hier; boven in de op een na<br />
laatfle Paragraaf is gezegr.<br />
De zaaken bleeven in dien ftaat tot op den<br />
31. December van hetzelve jaar, op welken<br />
de ontmoeting des Graaven van, By'and, en den<br />
Commodore FïtUing voorviel: de fchandelyke<br />
hoon aan de Vlag van den Staat, by deze gelegenheid,<br />
bejegend, leverde een nieuw bewys<br />
op, dat de Engelfchen meenen het recht te<br />
hebben over ons dezelfde eigendunklyke beheerfching<br />
temogen oeffenen, mét welke een<br />
Afiatifchen Dcfpoot zynen flaaven beteugeld.<br />
Door deeze aanranding der publieke vryheid,<br />
heleedigde die vermetele Eilanders alle Europifche<br />
Zee-Mogendheden: onze zaak werd<br />
daar door die van deze Mogendheden en hun<br />
belang en waardigheid riepen haar toe om<br />
wraak te neemen. —— Wy, evenwel lieten<br />
aan 'tHof van Londen, over deze fchennis,'<br />
eenige Vertoogen doen; maar veragting was<br />
het eenig antwoord; de misdaadige fterken,<br />
voer
GROOT TAIÏIKII» £9<br />
voer uit in tegenbefchuldigen van den onfcbuldigen<br />
zwakken, en van dezen was flilzwygen de<br />
eenigfte toevlugt. Ten overmaat van vernedering<br />
vond de Ridder Yorke goed, om den<br />
21. Maart 1780. aan de Staaten Generaal eene<br />
Memorie over te leveren, waarin, na een langwyiig<br />
verflag van de bezwaaren, die Zyne<br />
Britfche Majeftèit ten laste der Republiek voorgaf<br />
te hebben, wierd gezegt: „dat, indien,<br />
„ tegen de billyke verwagting des Konings,<br />
Hunne Hoog Mog. hem niet binnen drie wee-<br />
" ken, te reekenen van den dag der overgaave<br />
„ van de Memorie , een voldoend antwoord<br />
gaven, wegens het Secours, zedert agt maanl<br />
den gereclameerd, Zyne Majeftèit dit gedrag<br />
„ zoude aanmerken als eene verlaating van de<br />
„ Alliantie, van. den kant Hunner Hoog Mog.,<br />
„ en dus de Vereenigde Provinciën niet an-<br />
„ ders als op den voet van de andere onzy-<br />
,. dige, en niet by Traétaaten gepriviligeerdc<br />
„ Mogendheden, befchouwen; en dienvolgens<br />
„ zonder andere vertraaging, by voorraad, en<br />
„ tot nader bevel, met opzigt tot hunne On-<br />
" derdaanen, doen opfchorten alle byzondere<br />
,• bepaalingen der Trattaaten , tusfchen de beide<br />
Natiën, naamlyk die van het Traftaat<br />
", van 1674, en zig alleen houden aan de alge-<br />
„ meene gronden van het Recht der Volken,<br />
„ het welk dienen moet ten rigtfnoer, tus-<br />
„ fchen onzydige en gepriviligeerde Mogend-<br />
., he-
G R Q o T TAFEREEL.''<br />
over het zelfde onderwérp, en communiceerde<br />
die aan Mylord Stormont, met verzoek om<br />
dezelve aan Zyne Majeftèit te remitteeren,<br />
doch Zyn Lordfchap gaf, naar bekomen ordres<br />
yan Zynen Souverain, ten antwoord: „dat,<br />
„ aangezien de Memorie van den 11. Maart<br />
, niets anders behelsde dan het befluit des Ko-<br />
„ nings, vervat in de mondelinge declaratie,<br />
„ die hy zelve op den a8.January aan den<br />
„ Graaf had gedaan, Z/ne Majeftèit geene ver-<br />
' „ andering'in het bepaald uitftel kon maaken."<br />
Zie daar, op welk eene wyze onze Bondgenooten<br />
met ons omfprongen; zie daar op welken<br />
toon zy den onderftand vorderden, welken<br />
zy voorgaven dat wy hun verfchuldigt waren<br />
en nog hadden wy onder ons eene<br />
Cabaal, die blindeling aan dusdanige Lieden<br />
overgegeeven was Kortom , men hoor<br />
de weldra dat men niet ftraffeloos verzuimt te<br />
gehoorzaamen aan het welbehagen, of liever<br />
aan de ordresvan het Hof van Londen: George<br />
de III. ordonneerde den 17. April, dat de bedreigingen<br />
van den 21. Maart in volle uitger,<br />
ftrektheid ter uitvoer zouden gebragt werden, t<br />
Zo veele beleedigingen , en zo veele zonder-linge<br />
pretenfien van den kant van Engeland,<br />
zo veele fchandelyke vernederingen, dwongen<br />
eindelyk de Staaten Generaal eene party te<br />
kiezen, die hunner waardig was. Hunne Hoog<br />
Mog. refolveerden den 25. April > ° a a n h e ï<br />
Hof
62 S C H E T S Y A N K E U<br />
Hof van Londen te doen declareeren (zo als<br />
indedaad door den Graaf van Weideren den<br />
4. Mey daar aan volgenden wierd gedaan)<br />
dat vermits het Cafus Foederis op den tegenwoordigen<br />
Oorlog niet toepasfelyk was, Hunne<br />
Hoog Mog. hadden gerefolveerd het gevraagde<br />
Secours niet te accordeeren; tevens<br />
befluitende Convoy te verkenen aan alle Koopvaarders,<br />
die niet geiaaden waren, met Goederen<br />
, by de Tractaaten uitdruklyk als contrabande<br />
geftipuleerd; mitsgaders het toerusten<br />
van 21 Schepen van Linie en 31 Fregatten<br />
, om gemelde Convoyen te kunnen verleenen,<br />
en onze Kusten te bewaaren.<br />
He eerfte dier Refolutien deed de ontftooken<br />
gramfchap der Engelfchen ten toppunt<br />
fteigeren, terwyl door de tweede den neêrgeflagen<br />
moed onzer Handelaars wierd opgebeurd;<br />
en Europa, verfteld van onze langduurige<br />
en fchandelyke onverfchilligheid over onzen<br />
Koophandel en,Scheepvaart, verwagtte dat<br />
wy het een en ander ter Zee kragtdaadig zouden<br />
befchermen , en binnen, 's Lands in ftaat<br />
ftellen om het effect der beide Refolutien kragr<br />
by te zetten. Doch Europa zag zig in die<br />
V€~wagting bedrogen, en onze ongelukkige<br />
Kooplieden wierden van het hunne beroofd,<br />
in weerwil van het duhbeld Last- en Vèilgeld,<br />
hetwelk zy betaalen moeften, tot goedmaaking<br />
der kosten van uitrustingen, die tot befeherming
G R O O T T A F E R E E L . tfg<br />
ming hunner Commercie dienen möeften, in<br />
weerwil hunner eerbiedige en dringende Requesten<br />
, aan de Staaten Generaal, en itj we érwil<br />
van hun aanbod, om zelfde manqueerende<br />
Manfchap op de Oorlogfchepen te bezorgen (a><br />
De magtige en haatlyke Factie, welke de Convoijen<br />
had weten te doen opfchorten, vond<br />
ook wel middel om 'er de uitwerking van te<br />
verhinderen, na dc opfehorting herroepen was;<br />
dat is: de uitrusting van gi Schepen , raakte<br />
in duigen, door dezelve kunftenaryen, welke<br />
de in 't vorige jaar geordonneerde uitrusting<br />
van 32 Schepen den bodem ingellagen hadden.<br />
De Engelfchen gingen dan hunnen gang:<br />
verftout door de kragteloosheid der Refolutie,<br />
om Convoyen te verleenen; aangemoedigd<br />
door de halftarrigheid, met welke UWE<br />
HOOGHEID en de meefte Provinciën bleeven<br />
daan op de vermeerdering der Landmagt, ten<br />
fpyte van gezonde reden, en in weerwil der<br />
noodwendigheid , om de Marine te herftellen:<br />
gehandhaafd door eene Party, welke in den<br />
boezem der Republiek zelve hen openlyk durfde<br />
begunftigen , namen zy een Franfchen Kaper<br />
weg, niet onder 't bereik, maar voor den<br />
mond<br />
(a) Men zie wegens dit alles het Rejitest van Km?*<br />
iaden, Asfuradeurs en Rbeders, omtrent den Zo.Jwy<br />
17S0. aan Hunne Hoog Mog. geprefinttcri.
6"4 . S C H E T S V A N E E N<br />
morrd van 't Canon van ons.Eiland Goedercede<br />
(fl); zy namen verfcheide Americaanfche<br />
Schepen in • beflag , i in onze Haven van het<br />
Eiland St. Martin O); zy voeren, voort met<br />
onze Schepen te berooven; hunne geweldenaryen,<br />
hunne wreedheden omtrent onze Zeelieden,<br />
verdubbelden; cn de braave cr, ongelukge<br />
Ingezetene» .van dit Land, mets anders<br />
kunnende dan ons noodlot befvhrejjen, mocften<br />
nog de zegevierende Cabaal die wanbedryven<br />
zien toejuichen; zy moeiten nog hooren,<br />
dat wy zulke behandelingen verdienden;<br />
dat onze trotfeke, onze wreecie Verdruk!" ers,<br />
onze VRIENDEN, onze •BROEDERS "waren,<br />
die wy rechtmaatig hadden vertcornd<br />
Die Vrienden, DOORLUCHTIGE VORST:, die<br />
Broeders, waren verfo.eilyke Vrienden-moorders<br />
CO '• en zy, die deze geheugde naamen<br />
van Vrienden cn Broeders, zo ichaamteloos ontheiligden,<br />
waren de- ia" na- tigfte uer menfehen<br />
kinderen; het waren Vo;reders,.die. de Lucht<br />
des Lands, j$ wdkzy heeievcnshjht onenngen,<br />
onwaardig ware.:.<br />
ca&'rc:' ï*xfv&'ti
O R O O T • T' A ff E R E E l>. Ö#<br />
Tot, dus verre waren de zaaken gevorderd,<br />
toen de Heer Laurens, Oud-Prefident van het<br />
Americaansch Congres in de magt der Engelfchen<br />
viel. Onder de Papieren, by hem genomen,<br />
vond men het berugt Eventueel Traclaat, met vier<br />
andere Stukken , welke het Hof van Londen<br />
aan den Ridder Yorke overzond,, en die Uwï<br />
HOOGHEID wel.geliefde zelfs op den 20 Oétober<br />
ter Vergadering der Staaten van Holland<br />
in te brengen. By die gelegenheid heeft Uws<br />
LIOOGHEID zig wonder wel gekweeten van<br />
het ampt van Advocaat - Generaal: UWE HOOG<br />
HEID betoonde zulk een drift en yver in Uwen<br />
eisch , dat'er verfpreid wierd, dat GE nimmer<br />
zulk eene vlyt deed uitblinken, dan wanneerGE<br />
ondernaamt debélangensvanEngeland té<br />
.onderfteunen, of de Vermeerdering der Trouppes<br />
voor te ftellen 5 het geen gelegenheid gaf<br />
.ter herinnering der zaake van de Schotfe Brigade,<br />
de hifcorie der Convoijen, en veel andere,<br />
die ik de moeite niet zal neemen op te<br />
noemen. rdq<br />
De Engelfchen waren niet weinig in hunnen<br />
fchik, met de ontdekking van dit Eventueel Traktaat<br />
; vermits, het zelve hun het laatfte vöor-<br />
•wendfel verfchafte, om openlyk met ons. tot<br />
eene vredebreuk te komen, onze bezittingen<br />
ftraffeloos te overweldigen , en-alle onze Koopvaardy-fchepen<br />
onverfchillig te neemen; mitsgaders<br />
den laatften genade-flag aan onze Zee-<br />
E ^ma$
€6 S C H E T S V A N E K H<br />
magt toe te brengen, door het wegneemen<br />
van zodanige onzer Oorlogfchepen , welken zy<br />
op Zee mogten ontmoeten ... En dit alles<br />
wenschte onze Anglomaanfche Kliek nog har-<br />
telyk, dat toch mogt gebeuren!<br />
Men weet, eindelyk, den inhoud der bei<br />
de Memorien, door den Ridder Yorke, we<br />
gens het voornoemde Traétaat, op den 10<br />
November en 12 December, aan de Staaten<br />
Generaal overhandigd: men weet teffens wel<br />
ke wyze, voorzigtige en rechtmaatige antwoor<br />
den Hunne Hoog Mog. op die Memorien ge-<br />
geeven hebben , mitsgaders de verdere vreed-<br />
zaame maatregelen, door hun by der hand ge<br />
nomen ; maar de heerschzugtige, eigendunk-<br />
lyke en onredelyke wyze , op welke het Hof<br />
van Londen zig in die zaak gedroeg, laatgee-<br />
nen twyffel over of dat Hof had volftrekt beflo-<br />
-ten ons openbaarlyk aan te tasten. En in de<br />
-daad het was op den 20 December, dat zyne<br />
Britfche Majeftèit zyn berugt MANIFEST te<br />
kende , als mede de ordre om Brieven van<br />
fchaaverhaaling te verleenen tegen de Schepen,<br />
•Goederen, en Onderdaanen der Republiek.<br />
Welnu, DOORLUCHTIGE VÓRST! Gelooft<br />
GE dat 50 a 60 duizend Man in ftaat hadden<br />
geweest, om dat MANIFEST te refuteeren en<br />
de ordre te doen intrekken? Daar toe was<br />
eene goede Zeemagt nodig ; en die hadden<br />
wy niet.<br />
Nd
G R O O T * T A F E R E E i. 6><br />
' Nu althans, was het riatuurlyk, dat, in het;<br />
eogeribiïk, op het welk wy op Zee openlyk aan-<br />
-getast wierden , zonder dat men te land voor<br />
het een of ander te vreezen had , men van allen<br />
verderen aandrang op de Vermeerdering<br />
Van Landmagt zou afzien: het was te denken,<br />
dat men nü zig zou beyveren, om de Petitie iri<br />
1777 geformeerd, ter reparatie van oude fchepen<br />
en tot aankoop van Bouw-Materiaalen vastteftellen,<br />
en dat men tevens ter conclufie brengen<br />
zou de Petitie, op den 19 April 1779. geformeerd<br />
tot voorziening der Magazynen.<br />
Edoch een geliefd voorwerp word zo fcnielyk<br />
uit den zin niet gefield; ook was het reeds op<br />
den 16 December, zynde flegts twee dagen na<br />
dat de tyding van het MANIFEST, en de ordre<br />
des Konings van Engeland in 's Hage was<br />
aangekomen, dat UWE HOOGHEID, by de<br />
voordragt aan Hunne Hoog Mog. van de noodzaaklykheid<br />
om den voorgeltelden aanbouw<br />
Van Schepen , mitsgaders' de toerusting voor<br />
den dienst van 1781. gefchikt, rustig door<br />
te zetten, eene nieuwe afichildering maakte<br />
van het gewaande gevaar, waarin men was,<br />
om te land aangetast te worden, en tevens<br />
op nieuws vuurig aandrong, op eene<br />
vermeerdering van Landmagt, ten minftenjuzo<br />
fterk,<br />
§<br />
als waar van in den jaare i77<br />
h e t<br />
<br />
was overgeleverd. En uit hoofde der aanbeveeling<br />
van dit voorftel^ door de Staaten Gene-
6% S C H E T S V A N EEN"<br />
raai aan de refpeftive Provinciën gedaan, alg<br />
mede, wegens demogelykeid, die onderfteld wierd,<br />
dar de ftorm, welke deezen Staat ter Zee naderde<br />
, op het vaste Land mogt komen uit te<br />
barften (a), bragt Gelderland op den 2, January,<br />
deszelfs Confent, tot vermeerdering der Landmagt,<br />
ter vergadering der Staaten Generaal in;<br />
en niet enkel om dezelve te brengen tot 50 a<br />
60 duizend man, zo als UWE HOOGHEID op<br />
den 10 Maart des voorigen jaars had gevraagd,<br />
maar, desnoods, zelftot een grooter getal. De<br />
Gedeputeerden dier Provincie wierden gelast,<br />
de flerkfte injlantien ie doen om de verdere Bondgenooten,<br />
inzonderheid die, welke het meefte belang hadde<br />
by de verjlerking der Zeemagt, voor welke de Land<br />
provinciën bereids AANMERKLTKE SOMMEN hadden<br />
moeten furneeren , te beweegen, om geenerleije<br />
zwaarigheid meer te maaken in het eenpaarig<br />
confenteeren tot de vermeerdering der<br />
Trouppes van den Staat. — Ik zal hier niet naarvorfchen<br />
of het der Provincie Gelderland hier<br />
wel voegde, die AANMERKLYKE SOMMEN,<br />
door de Land-Provinciën tot de Zeemagt gefurneerd,<br />
zo hoog te doen klinken; vermits<br />
bekend is hoe weinig dat zy tot dien tyd van<br />
hunne quote hadden gefurneerd, en hoeveel<br />
(«) Cinulalre Misfive van Hunne Hoog Mog. aan i*<br />
tefieftht Provinciën, in data 26 December 1780.<br />
zy
GROOT TAFEREEL 69<br />
«y ten dien opzigte nog ten agteren waren,<br />
tenminften in vergelyking met Holland; en ten<br />
an 'eren weet men, dat het aandeel dezer vier<br />
Provinciën gezamenlyk, in de Generaliteits lasten<br />
, nog het derde deel niet uitmaakt van 't<br />
geen de Provincie Holland alléén daar in moet<br />
opbrengen. Ik zal my bepaalen by het eenvoudig<br />
zeggen, dat, aangezien'er geen twyffel<br />
was of de meefte Provinciën zouden Gelderland<br />
volgen, Holland, welke men het mes op<br />
de keel hield, zig gedwongen zag den 11 January<br />
te confenteeren in de Vermeerdering<br />
der Landmagt, in weerwil der bewustheid,<br />
waarin zy was, en waar in een ieder had behooren<br />
te zyn, dat het van eene onvermydelyke<br />
noodwendigheid was zig alleenlyk met het<br />
Zeeweezen op te houden?<br />
Uit alles [ wat door my over deeze zaak tot<br />
hier toe is' aangevoerd, hlykt dan klaar, dat<br />
de eeuwigduurende en noodlottige halftarrigheid,<br />
die men getoond heeft om de Trouppes<br />
te willen vermeerderen , de voornaamfte oorzaak<br />
is geweest van den zwakken ftaat onzer<br />
ongelukkige Zeemagt, ten tyde de Britten ons<br />
openlyk den oorlog aandeeden. Het Herftel<br />
dier zeemagt was tot aan den jaare 1776 toe<br />
noodzaaklyk; van 1776 tot 1778, wierd die<br />
herfteliing dringender; en van 1778 tot 1781,<br />
wierd ze ten uiterften noodwendig.; daar, op<br />
»
S C E E T S V A N £ E \<br />
zyn best, maar gevoeglyk, en in betrekking<br />
tot de v.eemagt fchadelyk was. — Het ftond<br />
dan aan U, DOORLUCHTIGE VORST, die bet<br />
Oog zytvan den Souverain , en het voornaamfte<br />
Beweegrad van ons ftaatkundig Werktuig, die<br />
geene andere belangen heeft, noch hebben<br />
moet, dan die van den Staat in 't algemeen,<br />
het ftond aan U , die redenen naar te denken;<br />
en, na daarvan de baarblyklykheid gezien, en 't<br />
gewigt gevoeld te hebben, na. edelmoedig gezegepraald<br />
te hebben over alle daar tegen aandnhsfchende<br />
neigingen, na, met verachting<br />
verworpen te hebben alle raadgeevingen en inboezemingen<br />
, die U konden beletten een vast<br />
en heilzaam be
G R O O T TAFEREKX»<br />
teerd hebben; zy zouden de vermetelheid niet<br />
gehad hebben van ons aan te randen , en wy<br />
hadden eenen Oorlog ontweeken,die onze ruïne<br />
en- ontëering voltooid heeft. Maar, van dit<br />
alleshebt GE, DOORLU CHTIGSTE VORST, niets<br />
o-edaan! Wel verre dan dat men zoude kunnen<br />
zeggen, dat GE alles, wat mogelyk wasr ter herfteliing der Zeemagt gedaan hebt, kan<br />
men ftaandehouden, dat de halftarrigheid, waar<br />
in Uwevooroordeelen, Uwe gezindheid, Uwe<br />
genegenheden en Uwe onwaardige 'Raadslieden<br />
b<br />
UwE HOOGHEID hebben onderhouden,<br />
om 'eene vermeerdering van Trouppes te bekomen<br />
een der voornaamfte hinderpaalen is geweest<br />
aanhetherftelder Zeemagt, engevolglyk,<br />
eene van de voornaamfte oorzaaken der rampfpoeden<br />
, ons zedert dien tyd overgekomen.<br />
t'4 ' B<br />
*
7? -SCHETS' VAN EEN<br />
'BESTUUR EN GE.IBH.UIK .<br />
O N Z E R<br />
Z JE JE 'M M G T><br />
"TC2V rit* '{•*•—t-Wrrl mh. -n • I<br />
ZEDERT HET BEGIN DER VYANDEYKHE-<br />
DEN TUSS.CHEN , ENGELAND EN<br />
PE . R E P U BL IE K.<br />
Tydvak van 'iv December 1780. tot i.January 1782.'<br />
DOORLUCHTIGSTE VORST!.<br />
j[k had wel, ten gevolge van het voorlghoofdftuk,<br />
kunnen opgeeven, de zo menigwerf bepaalde<br />
, en , .onder zo vcelerleije couleuren,<br />
voorgeftelde vraagen, om de vermeerdering der<br />
Landmagt; maar, na ten klaarften , zo ik meene,<br />
aangetoond te hebben, de ongerymdheid<br />
dier vraagen, den aart van derzelver beweegoorzaaken,<br />
en de noodlottige gevolgen, daar uit<br />
voortgefproren, zal het genoeg zyn deeze ftoffe<br />
tot het verder beloop van dit werk te bejpaaren,<br />
en 'er enkel ,by gelegenheid van te<br />
fpree-
G R O O T T A I I U I I . 73.<br />
Tpreeken : zullende middelerwyl onderneemen<br />
een denkbeeld te geeven, op hoedaanige.Wyze<br />
onze Zeemagt beftuurd en aangelegt is,<br />
geduurende den Oorlog, dien wy zo fchandelyk<br />
hebben doorgezet; en alvoorens ter zaake<br />
te treden, zal ik hier laaten volgen de LYST<br />
der Zeemagt, welke de Republiek bezat in de<br />
maand van December 1780, en zodanig als die<br />
oevonden word in het eerfte Stuk der Bylaagen<br />
tot de MEMORIE van UWE HOOGHEID,<br />
A L G E M E E N E LYST<br />
D E R Z E E M A G T<br />
VAN DE REPUBLIEK, IN DE MAAND<br />
DECEMBER 1780.<br />
NB. Ik heb Qaarvan afgelaattn de Princes Royaal<br />
van 70 jlukken Kanon, om dat dit Sehip bereids<br />
mt afgekeurt, en heb 'er by gevoegd de Zeebaars,<br />
• van 11 jlukken , die men had overgeslagen.<br />
r, c,..u, Wanneer ge-<br />
Rejort. ; Schepen.- Stukk.<br />
Maafê . . De Masze . . 7° ^<br />
Prins Willem . 174».<br />
Amilcrdam . OcAdm.Generaal i/63-<br />
Maaze . . Mars . . . . 60 1763.<br />
Prins Fredenk. I77«.<br />
, Kortenaer . . - Ï7 8<br />
°-<br />
Amfterdam . Naffau . « • **Hr* • l<br />
759-<br />
E 5<br />
A m<br />
*
74 S C B I T S ' T A N EEU<br />
Reffort. Schepen. Stukk. Wanneer gebouwd.<br />
Amfbrdam bolland . . 6c 1761.<br />
• •—1 Ymfterdam . . 1763.<br />
OeAdm.dvRuir r 1780.<br />
fxètknÓ . . Zierikzee . . 1/33-<br />
*— . Zuid-Beveland. m— 1746.<br />
Maaze . . Schiedam . . 5c 1745.<br />
• Princes Carolina —— 1748.<br />
G R O O T T A F E R E E L , 75,<br />
n, ut Wanneer ge-<br />
Rejort. Schepen. Stukk. fc
G R O O T T A E E R E B £ . fff<br />
J^ar zi^ ftfoperj. Sfufefc. ' Bevelhebbers,<br />
bevonden. |<br />
Amfterdam.. Landskroon . . 40 Mauregntuk.<br />
Zephir . . . 36 Wierts.<br />
Bellonjt . . . ! Jekker,<br />
Amphitrite . . —1—' Braak.<br />
Jafon . . . Seis.<br />
bolphyn . . 24 Muldar.<br />
Waakzaamheid. Overmcer.<br />
h Texel . . . Alarm . . . Mulder.<br />
In 't Veer . Adm. Generaal. 70 Vice - Admiraal<br />
* Hartflnck.<br />
Bataviïr . . 5° Bentink.<br />
Zwieren . . 40 Nauwman.<br />
Medenblik . • 36 Ryneveld.<br />
Hoorn . . . 24 Hekkers.<br />
Enkhuifen . . Frykemus.<br />
In de Balg te Princes Fr. Loui-<br />
Wieringen . fa Wilhelmina. . 50 Idiinga.<br />
In 't Vlie . . \ Eensgezindheid. 36 Bouritiüs.<br />
w<br />
Rechteren.<br />
In Zeeland . . Zuidbcveland. . 60 Van Kinkel.<br />
St.Maarfcnsdyk. 24 Stavonnus.<br />
Walcheren . . Hanngsmaii.<br />
Brünswyk . . 36 Pruyst.<br />
Middelandfche Princes Louifa.<br />
7<br />
5° Schout by nagt<br />
Bmkes.<br />
' " pastor Castor ï . - * 36 \<br />
MdvilL
?8 • S C H S T S V A N EEN<br />
Waar zich Aepen. Smkk. Bevelhebbers,<br />
bevonden.<br />
Middelandfche Briel . . . 36 Oorthuis.<br />
Zee . ,<br />
In de West-In- Beverwyk . , Boot,<br />
dien . . De Arend ... 24 Delvos.<br />
Te St. Eufta- Mars O) . . 60 Crull.<br />
chius . . ; Mars Qb) . . . 36 F. Si. Graaf van<br />
I Bylancl.<br />
Te Surinamen. Thetis . I . 24 Spenglcr.<br />
De Valk . . Silv'ester.<br />
S C H E P E K<br />
uit onze Havens<br />
vertrokkcnjHt):<br />
den 19. tot den<br />
26. derzelfdi<br />
maand Decem-<br />
• her.<br />
Naar Lisbon. Amfterdam , . 60 L. Graaf van<br />
Bylam'.<br />
Dieren . . . 36 Coerman.<br />
Eendragt . . 24 De Roock.<br />
Pr. Carolina (c) 50 Satink.<br />
Naar de West- Nasfau , . L. 60 Rietveld.<br />
Indien . . NaffauWeilbufg. 50 Cras.<br />
Rotterdam (^) —— Volbergen.<br />
Naar Curagao. Pr. Maria Louifa. Berghuis.<br />
Zie<br />
(a) Door de Engelfchen by St. Euftachius genomen den<br />
4. Febr. 1781.<br />
(£>) Mede aldaar op den. 3. derzelfde maand cenomen.<br />
(O Genomen in hetCanaal, den 31. December 1780.<br />
{d) Mede daar orutrent geaom.cn, den 5,January 1781.
GROOT T A F I U K I , 7
#o S C H E T S V A N E E Ï<<br />
te zeggen ftaat, geeft 'er bewys. -— Ik keet<br />
ter zaake.<br />
Uit hoofde der netelige omftandigheden , in<br />
welken wy omtrent Engeland ons in den Jaare<br />
1779. en boven algeduurende het Jaar 1780<br />
bevonden hadden., leerde het gezond verftand,<br />
dat men geen gedeelte der weinige gewapende<br />
en toegeruste Schepen, welke de Republiek<br />
had, zo zorgeloos waagen moest , als<br />
men deed omftreeks den 20 December van 't<br />
laatstgenoemde jaar; dat is, op het eigen oogenhlik<br />
, dat de Vreedebreuk tusfchen Engeland<br />
buiten twyffel was, en dat de Schepen dier Natie<br />
als een blixem op de onze flonden neer te<br />
vallen. Het eigendunklyk gedrag der Engelfchen<br />
van alle tyden her; hunne gewoonte om de<br />
Vredebreuken, die zy bepeinzen, door daaden<br />
yan geweld en vyandfchap te doen voorgaan,<br />
moeften ons mistrouwen opwekken, en ons<br />
aanzetten om gepaste voorzorgen te neemen.<br />
Zy, DOORLUCHTIGSTE VORST, die het beftuur<br />
onzer Zeemagt in handen hadden, moesten<br />
zig herinneren (want het is fomtyds nutttig<br />
geheugen te bezitten) dat, reeds van het jaar<br />
1651, de geweldenarijen en rooverijen, door<br />
het Britsch Parlement geauthorifeerd ," en begaan<br />
tegen fommige Koopvaarders der Republiek,<br />
het voorfpel waren van de trouwlooze<br />
vermetelheid , welke de Admiraal Blake in den<br />
jaare 1652. betoonde, met in de maand Mey<br />
der
G R O O T T A F E R E E U 8Ï'<br />
«ter Staaten Vlag te hoonen, en den Admiraal<br />
Tromp te attaqueeren , zonder dat 'er tusfchen<br />
Engeland en ons eenen openbaaren Oorlog<br />
plaats had. Zy moesten zig te binnenbrengen,<br />
dat, in 'tbegin van 't jaar i-66 4., met verachting<br />
van het- konlings bezworen Tradaat tusfchen<br />
de beidé Natiën , Robert Holmes, met geheime<br />
last van Karei den tweeden gemunieerd , een<br />
groot getal onzer Schepen wegnam, onze bezittingen<br />
op de Africaanfche Kust vermeesterde,<br />
en van daar naar America (levende, alwaar<br />
hy'voor eerst Nieuw -Nederland ( door hem Nieuw-<br />
York genoemt,) ten onderbragt, zo Wel als vervolgens<br />
de Eilanden Tabaio en St. Eujïachius: Zy<br />
moesten, zeg ik, zig herinneren dat Karei de<br />
tweede, ten overmaate van onrechtvaerdigheid,<br />
de valschheidhad om op de deswegens door den<br />
Staat gedaane klagten te antwoorden , dat hem<br />
die dingen ten volle onbewust waren, en hy<br />
daaromtrent niets geordonneerd had; dat wyders<br />
die Vorst, dreigen by laaghartigheid voegende,<br />
durfde declareeren, dat, zo de Staaten<br />
aan hunne Oost-Indifche Compagnie de gevraagde<br />
befeherming verleende , daar ondertusfehen<br />
dezelve door Zyne Onderdaanen ftraffeloos<br />
beroofd wierd, hy dusdaanigen flap voor<br />
eene Oorlogs -verklaaring zoude houden. Nog<br />
" moesten de Beftuurderen onzer Zeemagt zig<br />
herinneren, dat op den 23 Maart 1672. en<br />
zonder eenige formeele Vredebreuk met En-<br />
F ge'
82 SCHETS VAN EETÏ<br />
geland, die zelfde Robert Holmes, met nieuwen<br />
last van zynen Koning, en aan 't hoofd eener<br />
Overmagt, de t'huiskomende Smirna-Vloot aantaste,<br />
den Admiraal van Nes , die ze convoceerde,<br />
deedfneuvelen, deszelfs Schip in den grond<br />
boorde, eenige Schepen dier Vloot nam, en<br />
dezelve geheel vermeesterd zoude hebben,zonder<br />
de heldhaftige wederftand van het overfchot<br />
der Convoijers en der Koopvaardy-Schepen. —<br />
Dan, waar toe doch de moeite te neemen van<br />
zig zulke verouderde voorbeelden te herinneren?<br />
Waarlyk, alles wat de Republiek fints<br />
eenigen tyd van de Engelfchen had moeten<br />
ondergaan; de bewustheid hunner gevoelens<br />
ten onzen aanzien; het eigenaartig carafter<br />
dier Natie, en den aart der tydsomftandigheden,<br />
toonden aan de Bewindhebbers onze<br />
Zeemagt over genoeg, wat, althans in de laatfte<br />
agt maanden van 't jaar 1780. te doen ftond.<br />
Inderdaad, de fmaad en't geweld, ten aanzien<br />
van het Convoy, onder den Graaf van Byland,<br />
der Staaten Vlag aangedaan O), de fchending<br />
van het recht der Volken en van het Grondgebied<br />
der Republiek op onze Kusten in Europa<br />
(è) en aan het Eiland van St. Martin (O,<br />
(a) Den 31 Dec. 1779.<br />
(6) Den 21 April ,780.<br />
(O Den o Jug. deszelfden jaars,<br />
de
G R O O T T A F E R E E L . 83<br />
defchaamtelooze en voortduurende rooverijen,<br />
omtrent onzen Koophandel gepleegd; de fchenddaaden<br />
, wreedheden , moorderijen, zelfs, jegens<br />
Ingezetenen dezes Lands begaan; de weigering<br />
van recht, wegens alle die voorvallen;<br />
en aan den anderen kant de wettelooze eifchen,<br />
onrechtvaerdige klagten , valfche betigtingen,<br />
en alle andere knibbelaarijen , door deze Zeedwingelanden,<br />
door deze Verftoorders van de<br />
rust der Volken, ons zo menigwerf toegeduuwd ,<br />
zo menigwerf en zonder ophouden herhaald, en<br />
die men'moede wierd; detweedragt, die zy tusfchen<br />
de Leden onzer Regeering aanftookten_,<br />
de dwarspaalen, welke zy aan onze ftaatkundige<br />
vryheid tragtten te ftellen, de ftrikken,<br />
die zy allerwegen voor ons fpanden, den afgrond<br />
van ramfpoeden, die zy voor onze voeten<br />
groeven, en waarin zy ons zogten neer<br />
te dompelen : zo veele famenloopende zaaken,<br />
eindelyk, gaven de klaarfte voorbeduiding eener<br />
uiibarfling van een voorbedagt fchouivfpe! , welk<br />
eenen aanvang neemen moest met de onverwagte<br />
aanranding onzer Oorlogfchepen, die zy<br />
op Zee ontmoeten zouden; het neemen van<br />
alk onze Koopvaarders, die zig in de Engelfche<br />
Havenen of op Zee bevinden mogten, mitsgaders<br />
het verlies van een gedeelte onzer Bezittingen<br />
in America, of elders Waarom<br />
dan die uitbarjïing niet voorgekomen , omftreeks<br />
de maanden Augustus en September, door
$4 SCHETS VAN EEÏ*<br />
middelen, die men zogt aan te wenden op<br />
het einde des jaars, dat is, toen hetgeen tyd<br />
meer was. . ... Wat was nu van den Raad<br />
van Staaten geworden ? waar was de Dire&ie<br />
van 't Zeeweezen ? waar bleef onzen Kapiteinen<br />
Admiraal-Generaal ? waar waren, met één<br />
woord, allen die de Souverain aangefteld had,<br />
om met raad en daad voor de zekerheid van<br />
onze Goederen en Bezittingen te zorgen? ...<br />
Waren dan alle zielen met eene noodlottige gevoelloosheid<br />
bevangen?... of was men in den<br />
flaapvan Epimenides gedompeld? .... Neen : die<br />
bcdryveloozen ftaat was enkel eene verdooving,<br />
door fommige Slaapverzvekkers veroorzaakt,<br />
en deze Slaapver wekkers waren de Ridder Yorke<br />
en zyne Medeftanders, zo grooten, als kleinen.<br />
Geduurende de twee laatfte maanden van<br />
dit zelfde jaar , verdubbelden de redenen van<br />
vrees en wantrouwen; en tevens verdubbelden<br />
de wigtige beweegöorzaaken, en de dringende<br />
redenen die men had, om allen fpoed<br />
en alle mooglyke omzigtigheid aan te wenden,<br />
in den aanleg en uitzending onzer Schepen. Om<br />
zulks niet te gevoelen , moest het aan gezond<br />
verhand mangelen , of men moest met de grootfte<br />
onverfchilligheid aangedaan zyn. —En waarlyk,<br />
de ontdekking van het Praeparatoirlyk Plan,<br />
de bedreigingen , ve-vat in de beide Memorien,<br />
door den Ridder Yorke. op den 10 November<br />
en den iz December ? aan Hunne Hoog Mog,<br />
ge-
G R O O T T A F I R E E E . *3<br />
reprefenteerd, dezelve bedreigingen den 15 dito,<br />
woordelyk door gemelde Amhasfadeur herhaald,<br />
den korten en ongenoegzaamen termyn,<br />
door het Britfche Hof bepaald, om op die Memorien<br />
een onmiddelyk en voldoend antwoord<br />
van den Staat te bekomen, de natuur der berioten,<br />
die men zekerlyk van den Graaf van<br />
Weideren ontfangen MOEST, de particuliere bersten,<br />
die men van elders, en flag op flag, ont-<br />
&,g, het uiterfte toppunt, eindelyk waar toe<br />
de zaaken gefteegen waren , verkondigden<br />
maar al te zeer de zekerheid en aannadcrmg<br />
van het fchrikbaarend oogenblik, in het welk ons<br />
niets zou overblyven, dan het berouw en de<br />
fchande van onze Bezittingen weerloos en onzen<br />
Koophandel zonder befeherming gelaaten<br />
te hebben; van niet een eenig Schip ter gepaster<br />
tyd uit onze Havens te hebben doen vutloopen,<br />
en het zo dra mogelyk , uit- en toerusten van<br />
anderen te hebben verwaarloosd. Het was,<br />
helaas! evenwel dat oogenblik, het welk men<br />
uitkoos om van hier , zo verzekerd, of men in<br />
vollen vreede was, te doen uitzeilen de Schepen,<br />
die veronderftetd wierden , ter befeherming<br />
onzer Commercie en Colonien beftemdte zyn:<br />
ook zeiden de Engelfchen zelf, dat, zo dn fluk<br />
geene daad van zinneloosheid was, het gems tets er-<br />
gers moest zyn. i n - r><br />
De Oorlogfchepen Rotterdam en de Prmces Larolina<br />
, vergezeld van een Oost-Indisch Com-<br />
F 3 pagme-
S C H E T S V A N E E N<br />
pagnie-Schip, vertrokken van de Rheede te<br />
Hellevoet, des ogiens vroeg van den i§ December,<br />
het eerfte naar de West-Indien, en het<br />
tweede naar Lisbon beftemd; en alle drie vielen<br />
zy in de handen der Engelfchen, alvorens<br />
nog het Canaal gepasfeerd te zyn ; om dat de<br />
Expresfe, (die volgens UWER HOOGHEIDS<br />
Memorie, den 14 Dec. met contra-ordre uit<br />
's Hage was vertrokken) niet voor den volgenden<br />
ogtent, tusfchen 10 en 11 Uuren te Helvoet<br />
aankwam : fchoon gebruik van tyd voor<br />
een reisje van 5 uuren ! Deze Schepen , zeg<br />
ik, wierden een prooy der Vyanden, om dat<br />
men de voorzorg niet gebruikt had, de Expresfe<br />
eene Ordre mede te geeven , om hun<br />
een Sloep na te zenden, of een Sein van terugkomst<br />
te maaken , ingevalle zy, reeds vertrokken<br />
zynde op de komst der Expresfe , nog niet<br />
verre af waren. En waarlyk zy waren toen<br />
zo min verwyderd, dat men ze nog zeer gemaklyk<br />
had kunnen terug roepen : dit kan<br />
gansch Helvoet getuigen. Van de overige Schepen,<br />
die eenige dagen bevorens uit onze Havenen<br />
gezeild, en gelukkiglyk den Engelfchen<br />
ontfnapt waren, moest het Schip Amfterdam,<br />
gecommandeerd door den Graaf van Byland,<br />
en bereids ontramponeerd door eenen drie of<br />
vier jaarigen dienst, te Lisbon gerepareerd<br />
worden: de Princes Maria Louifa, van ouderdom<br />
naauwlyks aan malkander hangende, en evenwel
G R O O T T A F E R E E L . 87<br />
wel naCuragao gedestineerd , kon met verder<br />
komen dan Kadix, alwaar het verkogt wierd:<br />
ook zond UWE HOOGHEID ordre aan den<br />
Graaf van Byland, om het Fregat Dieren, dat<br />
hyhad medegebragt, en van geen beter alooi<br />
was, dan de Princes Maria Loulfa te verkoo-<br />
pen (a). Dus, hetfcheen of alle die Schepen,<br />
ter befeherming onzer Commercie beftemd,<br />
alleenlyk vertrokken waren om zig te laaten<br />
neemen , repareeren , of verkoopen. Dit is 't nog<br />
niet alles: de Schepen Nasjau en Nasfau-Weil-<br />
burg, omtrent gelyktydig met den Graaf van<br />
Byland vertrokken , arriveerden in de West-In<br />
dien, alleenlyk om aldaar in eene fchandelyke<br />
bedryveloosheid te verrotten, en buiten ftaat<br />
te raaken, om immer in Europa te komen.<br />
Hetzelfde foort van Bewind heerschte ook in<br />
de maatregelen, die genomen wierden om St.<br />
Euflacbius te redden : In plaats van, ten minften<br />
reeds met den i$ December een Fregat van<br />
hier benoorden Schotland om, derwaards heen<br />
te zenden, om te beproeven of het mogelyk<br />
w are eene tydige waarfehouwing te doen aan<br />
den<br />
w<br />
(.) A. JMI5.-B. t- I7i. - C . p. 90. De Heer<br />
Byland geen kaas gezien hebbende om du tregat te<br />
verkoopen, bragt dat weder in Holland, avmr het ver<br />
oordeeld wierd, om voortaan flegts tot Wagt- of Hos<br />
pitaal - Schip te dienen.<br />
F 4
'8 S C H E T S V A N E E N<br />
den Schout by nagt Crull, die zig aan dat Eiland<br />
bevond meteen Schip van 60, en een van 36 nukken,<br />
mitsgaders met een aaozienlyk getal rykgelaaden<br />
Koopvaarders, zo wagtte UWE HOOG<br />
HEID tot den 20 dier- maand (a), om hem den<br />
ftaat der zaaken over Oftcnde te brengen , alwaar<br />
geen Schip gereed was; en over Lisbon,<br />
van waar het Schip, ten dien einde door een<br />
Heer Smkfaen afgezonden, eerst den 6 February<br />
daaraan volgende vertrok; dat is, «00 dat St.<br />
Euftachius, Saba, St. Martin, en alle onze Schepen,<br />
welke zig aldaar bevonden, reeds in de<br />
magt der Engelfchen waren. _ Maar, zalmen<br />
my toeroepen , op dat tydftip hadden %vy hier geen<br />
Fregat, in flaat om voor zulk eene langduurige reizs<br />
Zee te kiezen. Des te erger: Edoch , toen<br />
in 'c begin dier zelfde maand December, het<br />
Fregat de Arend, van Helvoet naar St. Euftachius<br />
vertrok , had men , aangezien toen reeds de<br />
zaaken ongemeen netelig ftonden , ten minflen<br />
den Heer Crull, kunnen berigten om met<br />
alle de Schepen onmiddelyk naar Curagao te<br />
wyken. En zulks is niet gedaan !... Om dat ons<br />
noodlot medebragt, dat men in dit geval ,<br />
even als in vry wat anderen , juist het tegendeel<br />
zou doen van 't geen gedaan moest worden.<br />
Het<br />
(«) A. p. 25. 26. 113. en 117. — B. p. 32. 33. 168.<br />
?72. en 173. —, C. p. 15. 16. 88. en 9u
G R O O T T A F E R E E L . 80<br />
Het is dan niet te verwonderen, dat dusdanig-<br />
begin geduurende den geheelen Ooriog<br />
agtervolgt is, door eene aaneenfchakeling van<br />
langwyligheden of verzuimen , van valfche maatregelen<br />
of bedryveloosbeden ; Het is niet te<br />
verwonderen, dat deezen Oorlog is befloten<br />
met die fraaije hiftorie van Br en, en met de<br />
heerlyke kruistogt, welke wy met het verlies<br />
der Schepen, de Unie en Zierikzee geboet hebben;<br />
als mede dat alles is bekroond geworden<br />
door eenen Vreede , die, ons met fchande en<br />
vernedering overlaadende, ons gedwongen<br />
heeft opofferingen te doen, welke ons mogelyk<br />
ten eenigen dage nog kosten zullen een gedeelte<br />
van den Koophandel, die ons in Europa nog<br />
overfchiet en onze Bezittingen in Azien.<br />
Evenwel, offchoon Friesland werklyk alle<br />
Vermeerdering van Trouppes de bons gaf, en<br />
begeerde dat men zich eeniglyk met het Herftel<br />
der Zeemagt zou ophouden (a); offchoon<br />
Zeeland en Groningen geenen haast maakten<br />
in die Vermeerdering te ftemmen, byzonderlyk<br />
niet in die, welke den 10 Maart 1779.<br />
voorgefteld, en den 16 December 1780. op<br />
nieuws ingebragt was , liet toch de Anti-Patriotfche<br />
Cabaal dc hoop niet vaaren ,om 'er eene<br />
te<br />
(a) Zie de Refolutie der Staaten van Friesland van 13.<br />
tan. 1781.
$o S C H E T S V A N E E N<br />
te verwerven. En daar toe werd in de maand<br />
January des jaars 1781. een nieuw Plan geformeerd,<br />
het welk UWE HOOGHEID en de<br />
Raad van Staat aan Hunne Hoog Mog. overleverde,<br />
beftaande in eene Augmentatie van niet<br />
minder dan twintig duizend Koppen, waar<br />
van 'er eeniglyk 1200 beftemd waren, om op de<br />
Schepen verdeeld te worden. Vermeerdering,<br />
van welke de Recruutgelden zouden beloopen<br />
hebben 1,460,652. Guld. en 10 Stuivers,<br />
mitsgaders derzelver onderhoud 3,050,138 Guldens<br />
11 Jluiv. 6 pem.l Vervaarlyke fom, nuttelooze,<br />
verderflyke uitgaaf, en welke, wanneer<br />
men nagaat , hoe zeer onze Admiraliteiten<br />
dagelyks het gebrek aan penningen bejammerden<br />
, meer dan ooit het Herftel der<br />
Zeemagt en de Toerusting derSchepen onmogelykmoest<br />
maaken! Onbetwistbaar bewys, eindelyk,<br />
van hetfchrikbaarendvoorneemen, door<br />
de Cabaal gefmeed om de eer 'en belangens<br />
van het Gemeenebest aan den vyand op te<br />
offeren!<br />
Maar dit is nog alles niet: middelerwyl dat<br />
Hunne Hoog Mog. dit zonderling voorftel aan de<br />
verdere Provinciën zouden voordragen (a),<br />
wierd 'er een ander Plan uitgedagt, waar van<br />
de<br />
(a) Htt was op den 2. Febr. dat Hunne Hoog Mog.,<br />
dit voorftel aan elk der Provinciën communiceerden.
G R O O T T A F E R E E L . ot<br />
de uitvoering , zo die bad plaats gegreepen, natuurlyker<br />
wyze de Bondgenooten moest noodzaaken,<br />
zonder eenig uitftel, de voorgeilagene<br />
Vermeerdering in te willigen: Ook twyffelt men<br />
niet, DOORLUCHTIG STE VORST! of dit tweede<br />
Plan was zyne geboorte verfcbuldigd aan het<br />
brein van den Hertog van Brünswyk ; dat is,<br />
• van uwen geftadigeiï Mentor, van uwen aangeftclden<br />
Conflliarius. ~ Hoe het ook zyn moge<br />
, de Raad van Staaten fchreef den 22 January<br />
aan de Staaten Generaal («), dat, aangezien<br />
de Zeekusten , van Vlaanderen af tot aan<br />
Oost-Friesland,- byna geheel open lagen , en<br />
eene INVASIE, in de Provinciën langs de Zee<br />
gelegen , de ruïne van den gebeelen Staat naar<br />
zich moest fleepen, de Raad oirbaar vond<br />
Hunne Hoog Mog. den vooriïag te doen, om alle de<br />
Trouppes van de Republiek in flaat van marschvaardigheid<br />
te brengen, ten einde gebruikt te kunnen<br />
worden om den Staat tegen allen onvoorzienen<br />
aanval te verdeedigen, het zy met hen<br />
in een of meerder Corpfen te doen campeeren, het<br />
zy met hen elders te plaatzen, alwaar zy by de<br />
hand waren, om zig met hoop van goeden<br />
uitflag tegen de onderneemingen des vyands,<br />
(a) Men kan dezen Brief, waar van ik bier Jlegts bet<br />
saaklyke opgeeve, in de publieke Vapititn van dien tyi<br />
nazien.<br />
te
SCHETS VAN EEN<br />
te verzetten. En om de Bundgenooten niet<br />
te verbystcren over de kosten, die dergelyke<br />
toebereidzelen mogten vereifchen, bepaalde<br />
voorn. Raad (om te beginnen) zich tot de<br />
formeering eener Petitie , van maar één Mil-<br />
Uoen Guldens ! in de daad eene maatige fomme,<br />
zo men het oog flaat op al de benoodigde<br />
behoeftens, als Tenten, Magazynen van Leeftogt<br />
en Voeder, — Paarden en Wagens ter<br />
vervoering van Oorlogsbehoeften , Wagens,<br />
Paarden en Schuiten, tot overbrenging der<br />
Bagagie. — Buitengewoone Tractementen, —.<br />
Soldyen der Generaals, derzelver Adjudanten<br />
en andere Officieren. —* Vermeerdering der<br />
Soldye van de Zwitzers, — de huuren van een<br />
menigte Bedienden, .— Hospitaalkosten , —*<br />
eene behoorlyke Veld-Artillery, — Trekwagens<br />
voor 'C Gefchut en Pontons, —> het<br />
loon der Geleiders van den Artillery - Trein, —.<br />
Kortom, al wat nodig is tot den dienst en de<br />
werkzaamheid van een Leger, wanneer het<br />
te velde gaat, en zich in ftaat van uitvoeren<br />
fteld. En uit hoofde der noodzaaklykheid om<br />
de Leveranciers penningen op rekening te<br />
verfchaffen, moest het gevraagd millioen maar<br />
zonder eenig uitftcl in de Generaliteit! Kas gefourneerd<br />
worden , behoudende de gemelde ,<br />
Raad aan zich om, wanneer' het Camp zou geformeerd<br />
zyn, eene Petitie voor de verder<br />
benodigde fommen te formeeren.<br />
' In-
G R O O T T A F E R E E L . 93<br />
Indien, DOORLUCHTIGSTE VORST, dit<br />
Plan zyn beflag had bekomen, zou 'er uit voortgevloeid<br />
zyn, dat alle onze Plaatzen aan de<br />
Landzyde zonder Garnifoen hadden geweest;<br />
en dat, door de zorg, die men zou gedragen<br />
hebben om meer dan ooit het gevaar der Republiek,<br />
om van dien kant aangevallen te worden<br />
, op te vyzelen, men zou geflaagt zyn in<br />
het verkrygen eener fchielyke en algemeene<br />
bewilliging in de Vermeerdering van de Trouppes,<br />
en die waarlyk vermeerderd te zien: men<br />
zou geflaagt zyn in het verzwaaren der algemeene<br />
uitgaaven, en der belasting van den braaven<br />
Ingezetenen, ten kosten van 's Lands veiligheid<br />
en belangen ; men zou, eindelyk, geflaagt<br />
zyn met het in handen UWER HOOG<br />
HEID, of liever in die der Olygarchifche Cabaal,<br />
een overmaat van kragten te Hellen, die flegts<br />
konde dienen tot vergrooting eener magt-,<br />
welke tot zulken hoogte is geklommen, dat<br />
die reeds maar al te veel het fouverain Vermogen<br />
bezwalkt, en de Natie beeven doet.<br />
Maar dit Plan, DOORLUCHTIGSTE VORST,<br />
van het welk de Stelleren UWER Memorie goedvinden<br />
niets te reppen, voltooide het openen<br />
der oogen van vry wat Lieden ; anderen<br />
waren'er over verontwaardigd; en alleen Gelderland<br />
gaf 'er zyne toeftemming aan , egter<br />
nog maar onder zekere voorwaarde.<br />
Onaangezien deze mislukking, verflaauwde<br />
1<br />
even-
pjj S C H E T S V A N E E N<br />
evenwel de yver ter Vermeerdering der Trouppes<br />
niet: Zy kwam onder verfcheidene gedaanten<br />
en verfchillende tyden , tot op het einde<br />
des Oorlogs ten voorfchyn; en, ten deezen<br />
aanzien, zal ik flegts drie Vóórhellen van<br />
dien aart hier aanvoeren, en welke nog geduurende<br />
dit jaar 1781. gedaan wierden, namelyk:<br />
i°. Het nieuwe Plan, door UWE HOOG<br />
HEID en den Raad van Staaten aan Hunne Hoog<br />
Mog. den 18 April overhandigd, tot eene Vermeerdering<br />
van936" Paarden, en i7,686Voetknegten;<br />
doch, (het geen zekerlyk het pilletje<br />
moest vergulden) van welk getal 6 duizend<br />
man zouden afgenomen worden, om daar van<br />
een Corps Mariniers, beftaande uit drie Regimenten,<br />
elk van 16 Compagnien, te formeeren<br />
: een Corps dat waarlyk alléén genoegzaam<br />
zou geweest zyn, mits op een anderen voet<br />
als UWE HOOGHEID zulks begreep; een Corps,<br />
van het welk de Stelleren UWER MEMORIE,<br />
wel gewag maaken (0), maar zondereen enkel<br />
woord te reppen van den Jlaart, die 'er aan<br />
vast was, namelyk van de 936 Paarden, en<br />
11,680, overige Voetknegten, die gelyktydig<br />
moeften geworven worden.<br />
2°. De herhaaling van deze zelfde vordering<br />
(«) A, f, 41, B. p, 55. —• C. p. 23. & 39.<br />
om
G R O O T T A F E R E E L . 95<br />
om 6000 Mariniers, den 22 Oktober gedaan;<br />
wel is waar toen eenigzins gemaatigd, maar<br />
evenwel onder de conditie, dat zulks de voortzetting<br />
der Deliberatien over de geliefdkoosde<br />
Augmentatie niet zou benadeelen.<br />
30. De nieuwe Vertoogen van UWE HOOG<br />
HEID en den Raad van Staaten, (zo ten opzigte<br />
der voornoemde Augmentatie, als betreffende<br />
bet brengen der Trouppes in ftaat van te velde<br />
te trekken) vervat in de Petitie voor den<br />
Staat van Oorlog, den 28 December aan Hunne-<br />
Hoog Mog, overgegeven , en waar by Uws<br />
HOOGHEID en de voornoemde Raad, onder<br />
andere beledigende en berispelyke uitdrukkingen,<br />
durfden beweeren. „ Dat Zy Lieden geen<br />
„ andere fatisfaftie van Hoogstderzelver waar-<br />
„ fchouwingen hebben, dan DAT DAAR UIT<br />
„ZOUDE B L Y K E N , DAT DE PRAESENTEN<br />
„ TOESTAND VAN HET VADERLAND IS BUI-<br />
„ TEN SCHULD VAN Z. D. H. EN DEN RAAD<br />
„ VAN STAATEN. K -—Uitdrukking, die allerongerymdst<br />
is, indien men bedenkt, dat die<br />
WAARSCHOUWINGEN altoos vergezeld gingen ?<br />
met de Vraag om Augmentatie van Trouppes,<br />
en dat Zy, die deze Vraag deeden , beter dan<br />
iemand anders, wisten, dat zulks niet anders dan<br />
een dwarspaal voor het Herftel der Zeemagt<br />
zyn kon: — Eene Uitdrukking, {zeggen de<br />
Staaten van Friesland in derzelver Brief, den 12<br />
April 1782. tan de Staaten Generaal gefcbrtven.~)<br />
„ Eene
t)6 S C H E T S v A N • E E it<br />
„Eene Uitdrukking, welke onzes eragtens<br />
„ nooit, en zeker thans geheel niet kan te pas-<br />
„ fe komen, in de critique omftandigheden,<br />
waar in de Republiek zig bevind: eene Uit-<br />
„ drukking, welke by een minder op hunne<br />
„ Regenten vertrouwend Volk, dan onze In-<br />
„ gezetenen, gebruikt door den mond van het<br />
„ Eminente Hoofd, en een illuster Collegie van<br />
„ deze Republiek, van de allernadeeligfte ge-<br />
„ volgen voor den .ftaat van het Land had kunnen<br />
zyn : eene Uitdrukking,, welke Hun Ed.<br />
„ Mog. derhalven niet kunnen nalaaten , te re-<br />
„marqueeren, en over dezelve, als een ge-<br />
„ vaarlyken ftap , haare uiterfte gevoeligheid<br />
„ te toonen, in verwagting dat Hunne Hoog<br />
„ Mog. wel met Hun Ed. Mog. zullen willen<br />
„ coöpereeren,tcn ei \de zulke verregaande de-<br />
„ marches by vervolg geene plaats, mogen heb-<br />
„ ben; voor al indien Hunne Hoog Mog. zul-<br />
„ len gelieven te reflecteeren; dat de zo.her-<br />
„ haalde voorhagen tot verfterking der Repu-<br />
„ bliek ter Zee (waar zy alleen zich ooit met<br />
„, vrucht kan ftrekken) altyd zyn geannexeert<br />
„ geweest (zelf nog ten tyde, dat de Repu-<br />
„ bliek reeds in haare Scheepvaart, zo wreed<br />
„ als wetteloos door Engeland benadeeld wierd,)<br />
„ aan eene kostbaareen nuttelooze Augmenta-<br />
„ tie der Landmagt, ten welken opzigte Hun<br />
„ Ed. Mog. zig geëxpliceerd, en alle objee-<br />
„ tien gefolveefd hebben f by. Refolutie , de-<br />
„ zcr
G R O O T T A F E R E E L . 97<br />
„ zer Provincie , in dato den 13. January<br />
„ 1781. enz.»<br />
Ware het nu hier de plaats, D OORLUCHTS-<br />
GE VORST, dan zou ik betoogen , dat deze<br />
rechtmaatge klagten UWE HOOGHEID, in<br />
geenen deeie voorzigtiger in UWE uitdrukkingen<br />
gemaakt hebben; ik zou in h breede voordra^<br />
gen, hoe, inden befaamden Brief door UWE<br />
HOOGHEID den 17 January aan de Staaten Generaal<br />
geadresfeerd , GE de onbefcheidenheid<br />
had om bet gedrag derHooge Regeering duidelyk te inculpeeren<br />
(a) ten aanzien der maatregelen, welke<br />
men, volgens U, had verzuimt te neemen, om<br />
de Republiek voor de rampen te behoeden,<br />
welke dezelve eenige jaaren hadden bejegend;<br />
.en van die, met welke den Staat nog bedreigd<br />
wierd, en die onvermydlyk fcheonen; ik zou,<br />
zeg ik», vertoonen, hoe zeer alle waardige Regenten<br />
, alle braave Burgers, verontwaardigd waren<br />
over de opgeworpe .hoonende, of ongegronde<br />
voorgeevensin dien Brief opgefloten; en'er dan<br />
byvoegen, het donderend antwoord, het welk<br />
de Staaten van Friesland niet verzuimden,<br />
onmiddelyk op die voorgeevens te maaken, en<br />
aan<br />
• (a) Dit is de eigé uitdrukking, aangevoerd in den Brief<br />
der Staaten van Friesland den 25 February van dat zelfde<br />
jaar aan Z. D. H. gefebreven.<br />
G
9g SCHETS VAN EEN<br />
aan'U te zenden O). Maar, in afwagfmo- daj<br />
ik my daar over breeder uidaate, keer ik weder<br />
tot die eeuwigduurende Vraagen om Augmentatie<br />
van Landmagt; en durve zeggen,<br />
dat, ( buiten en behalven de oogmerken en de<br />
bedoeling der geenen , die 'er Aanftookers van<br />
waren) die listige Vraagen, onder zo veelerleije<br />
gedaantens voortgebragt, door zich zeiven<br />
in alle Vergaderingen, zo Stedelyke als<br />
Provinciale en Generale, ysfelyke rampen veroorzaakten.<br />
Want terwyl fommige Leden, aan<br />
de Cabaal overgegccven , of deszelfs wraakzucht<br />
duchtende, al wat dezelve vorderde inwilligden,<br />
bleeven andere btfluiteloos of bepaalden<br />
zig by het doen van Vertoogen; en<br />
fommige bewilligden ten halven, of onder ze*<br />
kere voorwaarden; daar wederom anderen<br />
ronduit weigerden iets toe te Haan: En van<br />
deze verfcheidene uitwerkingen van lafhartigheid,<br />
zwakheid, befluiteloosheid, kragtelooze<br />
wil, toegeeflykheid en weigering, kon in elke<br />
Stad, in elke Provincie en vervolgens tusfchen<br />
de Provinciën zelve , niet anders voortvloeijen,<br />
dan eene eeuwigduurende ftrydigheid van gevoelens,<br />
van gezindheden, en, gevolglyk, van<br />
twis-<br />
(a) Dit alles is vervat in ienxelfden Brief der Staatm<br />
van Friesland.
G R O O T T A F E R E E L . 99<br />
twisten , kibbelingen en algemeene oneenig-<br />
heid • daar, alwaar niet anders dan eendiagt<br />
en eenftemmige fkmenloop tot de waare en<br />
eenige middelen ter behoudenis der Republiek<br />
hadden moeten heerfchen. Kortom, die DOL<br />
HEID, om de Landmagt te vergrooten, ten<br />
einde onze Grenzen voor een ingebeeld gevaar te<br />
behoeden , vergeleken met de verborgene ftree^<br />
ken die men in de jaar en 1783. en 1784. m c<br />
werk ftelde , ter vèftraaging van het fluiten<br />
eener Alliantie met Vrankryk, welke ons be-<br />
vrvd zoude hebben van den twist, die men den<br />
Keizer heeft bewoogen ons te berokkenen ,<br />
die ONGEHOORDE DOLHEID, zeg rk, vergele<br />
ken met dergeiyke flreeken op het einde van<br />
1784. en in *t begin van 1785. gebezigd, om<br />
de voorgemelde Augmentatie te dwarsboomen,<br />
en onzen Ingezetenen te beletten, zig te wa<br />
penen in betbaarblyklykst gevaar, waarm diezeüde<br />
Grenzen zig toen bevonden van door geduchte<br />
krvgsmagt aangevallen te worden, BEWYST AL<br />
LEEN EN ONBETWISTBAAR, het voorneemen<br />
door eene maatfehappy van Schelmen alhier ge<br />
formeerd, om hunne heersch- of wraakzucht te<br />
verzadigen met den ondergang van haar eigen<br />
Vaderland. ~ Ik keere weder tot het ver<br />
haal van onze rampfpoeden en der weinige<br />
zorg, die men aanwendde om die voor te ko<br />
men, of te verbeteren.<br />
Maar, hadden het langduurig verzuim van<br />
Ga<br />
d e
i co S C H E T S V A N E E N<br />
de herfteliing der Zeemagt en de bovenmaatïge<br />
kngwyligheden in de uitrustingen , gegronde<br />
bekommeringen en algemeen morren gebaard,<br />
het neemen van twee Schepen van Linie , en<br />
een Oost-Indifch Schip, waar van hier voren<br />
gefproken is, mitsgaders van alle onze Koopvaarders<br />
, welke de Engelfchen op Zee ontmoetten<br />
, of op het oogenblik der Vredebreuk<br />
zig in hunne Havenen bevonden; het gezigt eindelyk<br />
van de onbeweeglyke hardnekkigheid om<br />
de Landmagt te vermeerderen, ten kosten der<br />
belangens en het heil van den Staat, dompelden<br />
de Natie in eene droefheid die bezwaarlyk was<br />
uit te drukken. 'Er was dus niets beter, om derzelver<br />
moed en hoop op te beuren, dan een<br />
voljïrekt afzien van die Vermeerdering • dan eene<br />
meerdere werkzaamheid in onze Havens ; dan<br />
een fpoedig en welbeftuurd GEBRUIK der WEI NIGE<br />
MAGT, die ivy in handen hadden; dan voorzigtige en<br />
rustige poogingen , om , zo veel mogelyk , den<br />
trots onzer vyanden te fnuiken, hunne rooverijen<br />
te beteugelen, onze Convoijen te befchermen,<br />
en om, zo niet alle, ten minften<br />
een gedeelte der flagen, welke die<br />
Vyanden ons zouden kunnen toebrengen, af<br />
te weeren. Edoch, zo als ik reeds gezegt<br />
heb,''er gebeurde niets dan juist al het<br />
tegendeel.<br />
Bereids in de maand December 1780. wa<br />
ren 'er, volgens de Lyst, door UWE HOOG<br />
HEI©
G R O O T T A F E R E E L . IOI<br />
HEID zelfs overgegeevenCO, en hier voren<br />
aangevoerd, in Commisfie te Amfterdam, m<br />
Texel en andere ftroomen van de Zuidex-Zee,<br />
alleen 8 Schepen van Linie en 18 Fregatten; en<br />
in de daaraanvolgende maand van Maart begon<br />
men met te declareeren buiten ftaat te zyn<br />
een Engelsch Convoy op te lïgten, het welk,<br />
onder 'bedekking van een onnozel Fregat en<br />
een Kotter, de Elbe was uitgezeild. Het<br />
Convoy, op den % S dier maand, door Directeuren<br />
van den handel op de Oost-Zee gevraagd,<br />
deRequifitie Hunner Hoog Mog. den aö dito,<br />
om dat te verzorgen, aan UWE HOOG HEID gedaan,<br />
en, eindelyk, de vervvagtingen van alle<br />
Kooplieden, wierden verfchoven , onder het<br />
-fraaije voorwendzel van gebrek aan genoegzaame<br />
magt, om de minfte befeherming te verkenen<br />
, en van het gevaar dat 'er ftak in de<br />
.verwyderingvan onze Kusten. Waarlyk, men<br />
zou, door de rondborflige en oprechte toon,<br />
met welke de Samenftellers van Uw ER HOOG<br />
HEIDS Memorie, al dievoorwendzels opdisfehen,<br />
fchier in verzoeking gebragt wierden om hen<br />
te oelooven (£). Sed credat Judaeus Apella.<br />
Even-<br />
105, S C H E T S V A N E E N<br />
Evenwel de Vice-Admiraal Hanftnck begaf<br />
zich omtrent den 5. April van 's Gravenhage<br />
naar boord, om aldaar - eenen aanvang te maaken<br />
van dien luifterryken loop, welke hy den<br />
ganfchen Oorlog door gehouden heeft; en de<br />
lieer Manzon, Schryver van den berugten Courier<br />
du Bas-Rhin, die toen nimmer eene gelegenheid<br />
liet flippen om den Jpot te dryven, met de<br />
Beftuurders cn het Beftuur onzer Zeemagt, en<br />
die, uit het beloop dat de zaaken toen reeds<br />
hadden, wel vooruit zag hoe zy in 't vervolg<br />
•zouden blyven loopen, gaf ten opzigte van dit<br />
vertrek, in zyn Courant van den t%. April<br />
daaraan volgende, dit berigt: „ De Vice-Ad-<br />
„ rniraal Hartftnck is evcnzvcl vertrokken om zich<br />
„ aan zyn Scheepsboord te begecven, na af-<br />
„ fèheid van den Prins genomen te hebben,<br />
„ alsmede de Heer van Kinsbergen zyn Vlag-<br />
„ Kapitein: De Secretaris van de Vloot heeft<br />
„ ook de reis aangenomen, om aan boord van<br />
„ het Admiraal-Schip te gaan; zo dat, v:an-<br />
„ neer nu maar DE DOMINEE is aangekomen, de<br />
„ Vloot compleet zal zyn, en op bet eerfte fein kunnen<br />
„ Zee kiezen." Het geen ik hier zal bybrengen,<br />
billykt volkomen defpotterny van den<br />
Nieuws-Schryver,<br />
Omftreeks het einde der maand April, was<br />
'er op til om een Engelsch Convoy te gaan on-<br />
.derfcheppen, hetwelk gereed ftond om met<br />
Recruten, voor America beftemd, de<br />
We :
G R O O T T A F E R E E L . 103<br />
Wezer uit te komen (a), blootlyk onder bet<br />
zwakke geleide van een Fregat van 32 Stukfcen,<br />
twee Sloepjes en twee -gewapende Vaartuigen<br />
(fr): Daartoe gelastte de Vice-Admiraal<br />
ïiartfmck, op den 16 dier maand den S:hout<br />
by, nagt Zoutman met 4 Schepen van Lmie,<br />
4 Fregatten en een. Kotter,, uit Texel m Zee<br />
te 'fteeken, en zyn Krui stogt te-gaan vestigen<br />
op zodanige wyze, dat hy niet. .bhv flond om<br />
door ovcrmagt aangetast of van Texel afgefneden te.<br />
worden. Maar, DOORLUCHTIGE VORST,<br />
vermits, volgens de Samenftellers Uwer ME<br />
MORIE, UWE HOOGHEID toen berigt kreeg,<br />
dat de Commodore Stuart (of liever StewarO<br />
met een fterk Esquader Schepen van Linie uit<br />
Engeland was vertrokken,, mm het voorn. Convoy<br />
te befchermen, hielden de Heeren Hartjlnck<br />
en Zoutman daarover den 2.7. eene zeer"<br />
ernftige Conferentie, waar van men U het extrad<br />
liet toekomen (e) ; den 29. dito wierd<br />
des-<br />
(a) A. p. 51. — B. p. 63. — C. f. 37-<br />
('6) Het Fregat was de Amphion van 32.; de Sloepen,<br />
Waren de Ostricb, en de Fortuin, elk van 14 ; en de gewapende<br />
Vaartuigen, waren de Brittannia en de Molly,<br />
dat vry wat fcheeld van 4 Fregatten, als twee van 36 ,<br />
een van 26.. en een van 24. Stukken, zo als in de Memotie<br />
van ZYNE HOOGHEID wordt gezegt.<br />
(O Zie deze Conferentie in 't Verbaal van den Heer<br />
HAR.ÏSINC£,'j?. ioS.<br />
G 4
I°4 S C H E T S V A N E E N '<br />
deswegens nog een grooten Krygsraad op<br />
Texel beleid en ter gelylcer tvd befpeurde<br />
men, dat twee Schepen, die den Heer Zoutman<br />
moeften vergezellen, geen behoeften*. haMen;<br />
dat, voor het overige 5<br />
er gebrek was aan bedreven<br />
Officieren, aan bevaaren Matroozen, mitsgaders<br />
aan ligte Vaartuigen, om op den üit><br />
kyk te gaan. •— En wat was het gevolg van<br />
d a t aI1<br />
es. ?<br />
Het gevolg was, dat de Heer<br />
Zoutman en zyne Schepen in Texel bleven.<br />
Geen fterveling, evenwel, had het Esquader<br />
van den Commodore Stezvan gezien: Edoch<br />
de Engelfche Papieren hadden zyn vertrek<br />
verteld; en dat was genoeg voor het Beftuur<br />
onzer Zeemagt: zulks was genoeg voor dat<br />
Beftuur, hetwelk, den geheelen Oorlog door,<br />
behendig gebruik maakte om die Papieren,<br />
als onfeilbaare Godfpraaken, aan te voeren , en<br />
als de eenige en zekere cofrefpondenrie, wanneer<br />
men voorwendsels nodig had om te verzuimen,<br />
hetgeen moest gedaan worden, en het<br />
. geen men veilig had kunnen doen. Men moet •<br />
eens zien met wat. eene zorg, met welk een<br />
vertrouwen, de berigten, in die Papieren geflanst,<br />
en in de MEMORIE van UWE HOOGHEID,-<br />
CJJ in het VERBAAL van den Vice-Admiraal Hdrt-<br />
1<br />
(a) Pyhagcn tot da Memorie van Z. H. N«. 9.<br />
fmek
G R O O T T A F E R E E L 105<br />
finck, worden aangevoerd. Dan, omtot myn proest<br />
te-g te keeren: kundige Lieden wjsten<br />
dat de Engelfchen op het einde van April niet<br />
luidden , noch gereed waren om in deNoordzce<br />
een Esquader Schepen van Linie te hebben,<br />
z y wisten dat de geheele magt onder den<br />
Commodore Stewart, ten dien tyde, alleenlyk:<br />
heftond in het Schip the Benvick en een ot twee<br />
Fregatten, met welke hy ten noorden van<br />
SclJand én Engeland tegen de Franfehe Kapers<br />
Liften, die deze wateren zeer onveilig maakten<br />
en den roof zelf tot binnen 'sLands zouden'gevoerd<br />
hebben, zo Stewart had goed gevonden,<br />
hun den vrijen teugel te laaten : kundige<br />
Lieden, zeg ik, wisten dit alles, de Dixeftie<br />
van ons Zeeweezen was'er met onkundig<br />
van, en ik herhaale het hier opdat een<br />
ièo-elyk het ook weete. '<br />
In weerwil, nochtans, van den fchnk, welke<br />
dat gewaand Esquader aan de Direftie onzer<br />
Zeemagt fcheen ingeboezemd te hebben,<br />
zeilde de Heer van Kinsbergen den 9. Mey uit<br />
Texel met een Schip van 50 Stukken, drie Fregatten<br />
en een Kotter, waarby zich nog een<br />
vierde Fregat voegde (a). Zyne Inftruftien, ge-<br />
( a) Het Fregat DE DOLPHYN, va» bet ittUl in deze<br />
Iv'rlL Jrdt gef^en, » niet « * op die<br />
gewest. Q
io6 S C H E T S V A N E E N<br />
dateerd den 6. van die maand, waren van der<br />
zen inhoud:<br />
„De Kapitein J. H. van Kinsbergen, wordt<br />
» m i t s d e z e n<br />
gelast, om zich aan Boord van<br />
„ 'sLands Schip van Oorlog DE BATAVIER,<br />
„ gevoerd by Kapitein Wolter Jan Baron van<br />
„ Bentinck te begeeven, en aldaar op zich te<br />
„ neemen het commando over hetzelve Schip,<br />
„benevens de Fregatten ARGO, AMBHITJU-<br />
* T E<br />
> EENSGEZINDHEID, DOLPHYN en VE-<br />
Slrnxn, en de Kotter de AJAX, gecommandeerd<br />
door de Kapiteinen Staring., Braak,<br />
0 Bouritius, Mulder, Grave ,van Rechteren, met<br />
last, om met het voornoemde Esquader by<br />
* d e e e r f t e<br />
gelegenheid Zee te kiezen, in de<br />
„ Noordzee te kruisfen, en aldaar den Vyand<br />
Ó alle mogefyke afbreuk te doen.<br />
„ De voornoemde Kapitein zal zich echter<br />
„ niet verre van Texel éloigneeren , maar in-<br />
.» tegendeel zorgen, om, by aldien hy bevond,<br />
„ dat 'er eene over magt van Engelfche Schepen,<br />
„ waar voor hy genoodzaakt zoude zyn te wyken<br />
» m d e<br />
Noordzee kruide, zich eene retraite<br />
* na de Rheede van Texel te behouden.<br />
, By aldien gemelde Kapitein bevond, dat<br />
n de Vyandlyke Overmagt, in de Noordzee<br />
„ kruisfende, van die force was, dat dezelve<br />
» wel te fterk voor zyn Esquader was, maar<br />
» door de hier GEREEDLEGGENDE SCHEPEN<br />
ë met fucces konde geattaqueerd worden, zab<br />
•»hy
G R O O T<br />
1 0<br />
?<br />
h y onmiddelyk daar van aan de Ondergetekende<br />
kennis geeven, ten einde by denzel-<br />
: ven daar over te handelen, zoo als hy onder-<br />
" nefchreeve noJig zal oordeeten. •<br />
Ingevalle hy Kapitein kondfchap mogte be-<br />
„ k'omen, waarop hy vertrouwde ftaat te kun-<br />
De» maaken, dat 'er geene overmagt van<br />
" vyandlyke Schepen te vreezen was , zal hy<br />
vermogen zich verder van Texel te éloignee-<br />
" ren- om des te eerder vyandlyke Koopvaar-<br />
" dye-of andere Schepen te kunnen onderfeheppen.<br />
" Voorts zal hy Kapitein, na bevinding van<br />
„zaaken, agt a veertien dagen kunnen continuëeren,<br />
waarna hy met zyn Esquader weder<br />
in Texel zal moeten binnen vaken, en<br />
aan den Ondergefchreven zyn wedervaren<br />
" ""EmdelyTzal hy in alles obferveeren be-<br />
„ lïoorlyke Soldaat- en Zeemanfchap :<br />
„ Gedaan aan Boord van 'sLands Schip van<br />
Oorlog, den ADMIRAAL GENERAAL, ge-<br />
\ ankert op de Rheede van Texel, den 6.<br />
?>ey i 7§i."<br />
(geteekent)<br />
ANDRIES HARTSINCIC<br />
Indien, DOORLUCHTIGE VORST, in plaats<br />
van den Kapitein van Kinsbergen, te doen uit<br />
kopen met één Schip van Linie , en 4 Fregatten,
ïo8 S C H E T S V A N E E N<br />
ten, men de GEREEDT.EOGENDE SCHEPEN,<br />
waar van hier gefproken wordt, by zyn Es^<br />
minder had gevoegd; en indien, in de zekerheid,<br />
waar in men WAARLTK was, dat 'er<br />
niets te vreezen ftond in de Noordzee, voor<br />
zodanige overmagt, de bovengemelde Schepen<br />
ten fpoedigften waren opgezeild, had men onfeilbaar<br />
het Convoy van de Wezer bémagrjgd<br />
Maar in plaats van dit, bleef de Heer vanKinsbergen;<br />
wiens Inhructien NIETS HET MINSTE<br />
GEWAG van dat Convoy maakten, voor Texel<br />
kmisfen, en de Vice-Admiraal- Hartfmck hield<br />
-zich op met aan UWE HOOGHEID nieuwe<br />
ördres te vraagen tot de voorgeflagene Expeditie.<br />
— Wat wonderbaarlyker 'fchikkino-<br />
HOORLUCHTIGSTE VORST! Hoe veele -nuttclooze<br />
omhandigheden! Hoe veel kwalyk betfeedde<br />
tyd! terwyl het vyandlyk Convoy het<br />
oogenblik van uitzeilen beloerde en ook daade-<br />
, Iyk in Zee ftak, op den „. Mey onder de<br />
zwakke bedekking, hier voren opgegeeven. -<br />
Eindelyk kwamen de-.nieuwe bevelen, die<br />
de Heer Hartfinck van UWE HOOGHEID verwagtte,<br />
den i 3den, opdagen; en die Vlootvoogd<br />
op den Mden, met twee Schepen van<br />
•f.ime-, een Fregat en een Snaauw, in Zee geftoken<br />
zynde , vereenigde zig nog dien zelfden<br />
dag met den Kapitein van Kinsbergen. Ttoor<br />
dezefamenvoeging bevond zig de Vice-Admiraal<br />
aan 't hoofd van een Esquader, beftaande<br />
ui?
G R O O T T A F E R E E L . logt<br />
uit 3 Schepen van Linie , ^Fsegatten , een Kotter<br />
en een Snaauw; een Esquader , het welk,<br />
zo als men wel kan denken, den Commodore<br />
Stewart, met zyn Esquader niet aantrof, maar<br />
dat, na eenigen tyd fommige mylen van onze<br />
Kusten te hebben geparadeerd, den 2,4 derzelfde<br />
maand, weder in Texel binnen viel; voor alle<br />
vrucht medebrengende het gewigtig en roemrugtig<br />
nieuws, dat — een Nevel de ontdekking van<br />
het Convoy van de Wezer belet had (a) ! —*<br />
Maar, volgens het Verbaal van den Heerffo«fmck,<br />
was die Nevel op den 15 Mey, dat is,,<br />
daags na het vertrek van den Vice-Admiraal.<br />
Hoe is het dan mogelyk, dat een Convoy, het<br />
welk met den gunftigften wind, den 11 dito van<br />
den Wezer vertrokken was(fr); een Convoy,<br />
het welk men weet, dat, byna aanhoudend ,<br />
dien gunftigen wind op de volgende dagen gehouden<br />
heeft, en dat reeds den 13 dito, den<br />
hoek van Flamborougb was omgezeild , den<br />
(a) Dan den 24 's morgens vroeg, de Vice-Admiraal<br />
Hartfmck, met het geheele Esquader voor de Wal ge<br />
komen, en 's anderendaags, na eenige Fregatten voor het<br />
Vlie en voor Texel te hebben gelaaten, op de Rhede<br />
geretourneerd zynde, zonder, wegens bet mistig weder<br />
dos Vyands Convoy te hebben kunnen aantreffen, enz.—<br />
A. p. 55- - B. p. 75. — C. p. 40. . _<br />
(&) Verbaal van den Heer Hartfmck, op den ia «1<br />
16. Mey.
lid S C H E T S V A N E E N<br />
ig. nog zo digt by onze Kusten was, en zig<br />
fiog genoeg onder 't bereik van ons Esquader<br />
bevond, om door het zelve gezien te kunnen<br />
worden, indien bet helder Weer was geweest?<br />
Om zulk een zaak te gelooven , moet<br />
men vooraf overtuigd zyn , dat een Lichaam,<br />
op een en denzelfden tyd zig op zekere plaats,<br />
en ook honderd mylen van daar , bevinden kan.<br />
Maar ook men twyffeldc wel, zelfs al vóór de<br />
terugkomst van den Vice-Admiraal, dat men<br />
een derge'yke uitvlugt te hulp zou roepen.<br />
Want de COURIER DU BAS-RHIN van den<br />
23 Mey, bcrigt ons uit 'sHagc, in dato 18.<br />
Mey. „ Men is zeer verlangend om te ver-<br />
„ neemen , hoedanig het Esquader, onlangs<br />
„ uit Texel gezeild, is gehaagd. 'Er zyn Lieden<br />
„ die twyffelen, of dat het Convoy van Duit-<br />
„ fche Trouppes naar Engeland gedestineerd ,<br />
„ wel zal aantreffen, of zy het zullen bemer-<br />
„ ken, ingevalle zy het ontmoet. " — Wat zou<br />
dan wel de Schryver van dat Nieuwspapierge-<br />
. zegt hebben , zo hy geweten had, dat, na de<br />
berigten, die men den 1?. te Amfterdam<br />
had ontvangen van 't vertrek van 't Convoy,<br />
UWE HOOGHEID, nog den 2.3. aan den Schout<br />
by nagtZoutman, ordonneerde, om zig by den<br />
Heer Hartfmck te voegen, ten einde de wegneming<br />
van dat Convoy des te beter te verzeke<br />
ren ? — 'Er is, DOORLUCHTIGE VORST,<br />
geen buitenlandse)! Admiraal, welke , en in Uwe<br />
Me-
G R O O T T A F E R E E L . ui<br />
'Memorie, en in het VERBAAL van den Heer Hartfinct,<br />
dengeheelen omflagleezen.de van alle die<br />
liegt beraamde of ongepaste maatregelen, van<br />
nuttelooze omftandigheden, van die kinderachtige<br />
of voorgewende bekommeringen , welke in<br />
die eene gelegenheid hebben plaats gegreepen,<br />
'er is, zeg ik, geen buitenlandsch Admiraal,<br />
•welke', dit alles "eestende•, niet eerder meent<br />
zyn oog te flaan op de vertelling van een lachverwekkend<br />
toneelfpel , dan op het verflag<br />
van het Bewind en Gebruik eener Zeemagt,<br />
beftemd om de eer onzer Natie te verdeedigen,<br />
en derzelver Vyanden te bevegten,<br />
wanneer zig daar toe gelegenheid opdeed O).<br />
De uitflag dezer Expeditie, niet min belachlyk,<br />
dan nutteloos, diende flegts tot vergrootmg<br />
(«) De Nevels van dien tyd hébben juist een ieder niet<br />
even ongnnftig geweest; want in 'i be ?in van Mey gelukte<br />
het den Heer de la Metbe Pipet, aan den ingang<br />
van 't Canaal den ryken Buit weg te neemen , die Rodiuy<br />
te St Euftachius veroverd had: En demi3; dier zelfaa<br />
maand verbrandde twee Franfehe Fregatten , bykans onder<br />
'toog van den Admiraal Darhy, zes Tranfportfchepen<br />
, die hy van Gibralter terug bragt. Die twee Fregatten<br />
, welke , in weerwil der tegenwoordigheid van ae<br />
Enaelfchen , niet voor den 20 te Brest binnen liepen,<br />
ontnamen-in hunnen kruistogt aan den Vyand 2 Fregatten<br />
van 36 Stukken, 3 Kotters van 28. en 2 andere Kof<br />
ters van 16 Stukken, met verfcheiden Koopvaarders, en<br />
namen in *t geheel over de 7cQ Man gevangen.
«12 SCHETS VAN EEN<br />
ting onzer benaauwdheid. Reeds in de maand<br />
Maart had men het verlies vernomen van 5;.<br />
Euftachius, als mede van het Oorlogfchip Mars,<br />
het Fregat van dien zelfden naam, en een<br />
groot getal rykgelaaden Schepen , die zig aan<br />
dit Eiland bevonden, of daar van even vertrokken<br />
waren : Op die tyding volgde wel ras het<br />
berigt der verovering van Ejjequebo , Demerary<br />
ende Berbices: de berigten van onwaardeerbaare<br />
Verliezen voor onzen Koophandel in alle Zeeën<br />
volgden malkander, met eene wonderbaarlyke<br />
fnelheid : men wist dat onze te Lisbon gearriveerde<br />
Oorlogfchepen buiten ftaat waren, om<br />
eenigen dienst te doen, en dat de Princes<br />
Maria Louifa, welk Schip naar America beftemd<br />
was, onbekwaam was om ooit weder<br />
uit Kadix te komen : de Schout by nagt Binkes,<br />
was wel met een Oorlogfchip en twee Fregatten<br />
in de Middcllandfche Zee, maar liet gerustelyk<br />
onder zyn oog , onze rykfte Koopvaarders<br />
wegneemen; op onze Kusten zag men<br />
geen één onzer Oorlogfchepen kruisfen , en<br />
zodaanige onzer Koopvaarders , die het geluk<br />
hadden genoten, om op eene verre reize den<br />
Vyanden te ontfnappen , of anderen, die uit<br />
een onzer Havenen, naar eene andere wilden<br />
zeilen , wierden, om zo te fpreeken, in ons<br />
gezigt weggenomen. Men voege hier by de<br />
aanhoudende verwyling in onze toebereidzelen,<br />
den langzaamen voortgang der recrutee-<br />
. rin-
G R O O T T A F E R E E L . 113<br />
ringen, de'achteloosheid in de maatregelen,<br />
en de kwaadwilligheid in alles; dan ook zalmen<br />
geenzins-verwonderd ftaan, zo ik durve beweeren,<br />
dat, bereids in de eerfte maanden van deezen<br />
Oorlog, onze rampen, onze fchande, ten<br />
toppunt waren-gefteigerd en de ontfteltenis algemeen<br />
was geworden.<br />
Ook waren het niet alleen de verdubbelde<br />
klagten onzer Handelaars, van het begin van dezen<br />
Zeetogttot het einde des jaars uitgeboezemd,<br />
hunne affchildering der rampen, die zy ondergingen<br />
, de dringendfte Requesten, de hartroercndfte<br />
Smeekfchriften, die zy zo vrugteloos<br />
aan de Staaten hunner Provinciën of aan<br />
Hunne Hoog Mog. inleverden, om van de Directie<br />
onzer Zeemagt de nodige befeherming<br />
, ter behoudenis van het overfehot hunnes<br />
koophandels in Europa, en ter bewaaring<br />
van het overgeblevene onzer Etablisfementen in<br />
.America enz. te verwerven; het waren, zeg<br />
.ik, alle die zaaken alleen niet, welke betoogden<br />
tothoedaanigen beklaaglyken toeftand wy gebragt<br />
..waren , de gebrekkige Direétie , welke in onze<br />
Zeemagt heerschte, en de onvermydelyke<br />
'noodwendigheid om daar in te voorzien; maar<br />
'de Steden, de Provinciën zelfs, verhieven hunne<br />
Stemmen gelyklyk op. Vlisfingen (0), Middel-<br />
ia) Den 30. April, i<br />
H
H4 SCHETS VAN EEN<br />
deiburg (a), Zierikzee (è), en Ter Qoes (c), alle<br />
Steden eener Provincie, welke, nog na de<br />
Vreedebreuk van Engeland met ons, de Onderhandelingen<br />
had willen vernieuwen, die<br />
ons, volgens haar, den Oorlog hadden kunnen<br />
doen ontgaan , waren de eerfte om zich te<br />
beklagen over de rampen, die ons overftelpten,<br />
over andere rampen, die ons dreigden,<br />
over de wanhoop en de bcdryveloosheid, welke<br />
de] eerstgemelde rampen verzwaarden, en<br />
de laatfte over ons ftonden uittelokken: Die<br />
Steden, zeg ik, waren de eerfte om het kwaad<br />
aan te toonen en te bewyzen de noodzaaklykheid<br />
om deszelfs oorzaak uittevorfchen (i).<br />
Op<br />
( a) Den 14. Mey.<br />
(b) Den 12. Juny.<br />
(O Den 9 July.<br />
(d ) Om nog eens te komen op de klagten, welke onze<br />
Handelaars hebben uitgeboezemd, en op de fmeekfchriften,<br />
door hen, geduurende het Jaar 1781. ingebragt,<br />
en waar van ik in 't begin dezer paragraaf heb gefproken,<br />
zal ik hier de volgende aanhaalen :<br />
1°. Het Request in het begin van Maart geprefenteerd,<br />
door de Direéteurs van den handel op de Oost Zee: Request<br />
van het weik ik bereids melding heb gemaakt, en<br />
waar in die Handelaars deeden zien, de dringende noodzaaklykbeid<br />
om eenen tak van Koophandel te befchermen,<br />
welke graanen, bout, bennip, yzer, en andere waaren<br />
verzorgden, die onmisbaar waren, zo voor de Ingezetenen<br />
dezes Land» in 't algemeen, a{s yoor die geenen<br />
Iwn.
GRO.OT T A F E R E E L . 115'<br />
Op den 18. Mey wierd door de Gedeputeerdenvan<br />
Amfterdam, ter Staats-Vergadering van<br />
Holland en West-Friesland, in naam hunner<br />
Principaalen, eene Propofitie ingebragt, waar<br />
by<br />
hunner, Welke onze producten in ruiling dier waaren<br />
afzonden: Dat de Schepen , met deeze waaren belaaden ,'<br />
den winter in de Havens der Oostzee doergebragt hebbende,<br />
alleenlyk eene bedekking afwagteden om herwaarda<br />
te komen: Vat, ten andere, de voortyd, de eenige gunftige<br />
tyd was om de voorgemelde ruilingen te volvoeren:<br />
Dat om het onherftelbaar verlies voor te komen,<br />
welke alle vertraaging zoude kunnen veroorzaaken, de<br />
Requeftranten Hunne Hoog Mog. frneekten , om hoe eerder,<br />
hoe liever aan deeze Schepen een genoegzaame befeherming<br />
te verleer.en, welke dezelve tegen den Vyand<br />
koade verdeedisen ; en dat eindelyk, indien het Hunne<br />
Hoog Mog. mogt behagen, het Embargo, het welk op<br />
de Schepen naar de Oostzee was gelegt, te ligrcn, deze!<br />
van die gelegenheid gebruik konden maaken om derwaarts<br />
te vertrekken.<br />
2 0<br />
. De Brief, welke de Gedeputeerden van de Oost - tndilche<br />
Compagnie, op den 23. AprA aan Hunne Hoog<br />
Mog overleverden, eu waarin zy, na eene voordragt van<br />
de uiterfte verleger.dbeid, in welke Bewindhebberen dezer<br />
Compagnie flonden te vallen, in gevalle zy de Schepen<br />
voor haare Bezittingen beftemd, niet tydig konden<br />
afvaardigen, na een verdag van het eminent gevaar,<br />
het welkte duchten was dat de Vyand eenige haarer<br />
Bezittingen mogt aantasten, Hunne Hoog Mog. verzogten<br />
om die Schepen eene behoorlyfc: bedekking te verleenen,<br />
terwyl voor 't overige Heeren Bewindhebbereu<br />
aorg zouden dragen , om die zelfde Schepen meer dan ge-<br />
H a Woon»
lió SCHETS VAN EEN<br />
by men in meer byzonderheden kwam, dan tot<br />
hier toe nog gedaan was over de noodlottige uitwerkzelen<br />
der bedryveloosheid van onze Zeemagt:<br />
daarin drong men ten fterkften aan, op<br />
xvoonlyk te doen wapenen, zo ter hunner eigene<br />
verdeediging, als voor die der verdere Schepen in de In-<br />
difche Zecön: Maar dat, ingevalle Hunne Hoog Mog.<br />
ten dezen opzigte geene gunllige Refolutie konden ver<br />
kenen , zy Heeren Bewindhebberen niet verantwoordelyk<br />
zouden zyn, voor de gevolgen die 'er uit konden voortvloei<br />
den, enz. Wie zou nu gelooven, dat, ondanks al<br />
die redenen, cn andere, die ik hier r.iet ophaale; wie<br />
zon, zeg ik, nu gelooven, dat, ondanks alle goedwillige<br />
intentien van de meerderheid der Leden, die de Staate.'i<br />
Generaal uitmaakten, de Schepen der Compagnie, met<br />
goederen gelaaden, die ongevoelig bederven; beladen<br />
met Schepelingen , welke ge .eeltelyk door bedryveloos.<br />
heid en wanhoop een prooy voor 't graf wierden, nog<br />
over de veertien maanden moesrcn wagten,om het gevraagd<br />
Convoy ind^daad te verwerven?<br />
3°. en 4°. De beide Requesten, op den 6. en 7. Ju.<br />
ny aan de Staaten van Holland en de Staaten Generaal<br />
geprefenteerd, door de Kooplieden van Dordrecht, Haar<br />
lem, dmflerdam en Rotterdam, in den handel op Surina-<br />
men gein eresfeerd; twee Requesten, over welke, zo<br />
als ook over de volgende, ik hier na gelegenheid zal heb<br />
ben my breeder uit te laaten.<br />
5°. Het Request omtrent ten zelvcn tyde door de<br />
Zccuwfche 1<br />
de<br />
fandelaars, insgelyks by !<br />
den voorn, handel<br />
belang hebbende, by de Staaten van Zeeland ingeleverd.<br />
6». De afzonderlyke klagten op den 14. Augustus aan<br />
de Kotttrdamfcbt Regeering gedaan, door de Kooplieden<br />
dier
G R O O T T A F E R E E L . II?<br />
ie naarvorfching der beweegredenen cn oorzaaken<br />
dezer bedryveloosheid, op de te neemen<br />
maatregelen, op demiddelea, die gebruikt<br />
moeiten worden, op de poogingen, die aangewend<br />
dienden te worden, om de Repubuek<br />
voor baaren totaalen ondergang te behoeden;<br />
en men befloot dezelve met het vóórhel om<br />
eene COMMISSIE te benoemen, om UWE<br />
HOOGHEID in de waarneeming van het Admiraal<br />
-Generaalfchap te verligten; dat is, om die<br />
poogingen', die middelen , die maatregelen,<br />
van welke zo even is gerept, te bevorderen,,<br />
en om, zonder verwyling, ter uitvoer te brengen,<br />
de Refolutien, welke Hunne Hoog Mog.<br />
&<br />
ZOLl-<br />
dier Stad, welke in den handel op de Oostzee belang<br />
hadden. ,.<br />
7°. De dringende aanbeveeling van de belangen* dier<br />
Neoócianten , door de Gedeputeerden der voorn. Stad,<br />
deif 17. daaraan volgende ter Staats-Vergadering van.<br />
Holland gedaan, by.de inlevering der zo even aangeroerde<br />
klagten.<br />
8o. Het vernieuwde- Request door Directeuren van<br />
den Handel op de Oostzee en Muscovien, op den 3$.<br />
Auff. aan de;Siaaten Generaal overhandigd.<br />
90. Het herhaald Request, door Geinteresfeerden in<br />
den Surinaamfchen handel, op den 29. September aan<br />
Hunne Hoog Mog- geprefenteerd.<br />
10°. De vertoogen op den 7. Deeembcr aan ZYNE<br />
HOOGHEID gedaan, door' de handeldryvende Kooplieden<br />
op de West-Indien.<br />
H 3
4i?> S C H E T S V A N E E N<br />
zouden kunnen neemen, ten einde de zaaken<br />
te herftellen, onze Goederen te behouden,<br />
onze eer te wreeken. De inrichting dier COM<br />
MISSIE, genomen in den zin, waar in die Stad<br />
dezelve alhier verftond, en welken zy daar<br />
aan ook nog heeft gegeven in de verklaaring<br />
door Haare Gedeputeerden, in de maand January<br />
1783. ter Provinciale Staats-Vergadering<br />
gedaan, zou geenerleije inbreuk hebben gemaakt,<br />
noch op het gezag van UWE HOOG<br />
HEID, noch in de functien van den Raad van<br />
Staaten , noch op die der Admiraliteits-Collegien<br />
; maar daar door de aanflagen onzer<br />
Vyanden van buiten verydeld, en de famen-<br />
.fpanning der binnenlandfche Vyanden den bo-<br />
. dem ingeflagen hebben : daar door zoude.<br />
liet gedrag van Uwen Mentor zyn naargegaan,<br />
en gevolglyk UWE HOOGHEID behoed<br />
zyn geweest voor de verdrietlykheden, die<br />
Ge in 't vervolg hebt ondergaan, en wy voor<br />
die rampfpoeden en die fchande, met welken<br />
wy overftelpt zyn geworden: Ten minften zou<br />
die COMMISSIE, in ftaat zynde de zaaken van<br />
naby te befchouwen, ons de moeite hebben gefpaard<br />
om twee volle jaaren lang te vraagen,<br />
welke waren tccb de oorzaaken der ONBEGRYPLY-<br />
KE WERKELOOSHEID, die ons bekommerde,<br />
die ons wanhoopend maakte, en welke men niet<br />
in ftaat was te doen ophouden? En buiten dat<br />
alles, indien het UWE HOOGHEID had goed<br />
ge- :
G R O O T T A F E R E E L . 119<br />
««dacht, eene verantwoordende Memorie van Uw<br />
aedrao- als Admiraal-Generaal in'dicht te doen<br />
brenoen; dan zouden de Samenftelleren van<br />
dusdanige MEMORIE , daar in die fchynrcdenen<br />
en zulten bedrog niet hebben durven bezigen,<br />
als welken zv te berde gebragt hebben in die,<br />
welk ik bezig ben te ondeden, en echter alhier -<br />
nog maar doorbladere. Kortom, Dordrecht, Haarlem,<br />
en andere Steden namen het voorftel van<br />
Amfterdam aan, en alle waare Patriotten vereerden<br />
het met hunne toejuichingen, doch de<br />
zaaken gingen niet minder den gewoonen fleur;<br />
dus,namelyk, dat de Engelschgezinde Kliek<br />
aan 't kuipen ging; dat de zaak op de lange<br />
baan wierd gefchoven; en dat zy afliep zon^<br />
der dat men eene Refolutie nam, welke aan<br />
dien waardigen en heilzaamen voorflag beantwoordde.<br />
Be Party , zeide Manfon, voorziende<br />
hoe die zaak zou afloopen, welke belang heeft om<br />
deezen ftouten flap te verydelen, heeft den vollen tyd om<br />
te kuipen ter bereiking van haar oogmerk, en naar<br />
allen fchyn zal zy ook daar in ftaagen C a >.<br />
UWE HOOGHEID ontbood den 30. Mey<br />
den Vice-Admiraal Hartfmck, om voor een paar<br />
dagen, met den Heer van Kinsbergen, in 'sHagè<br />
te komen, om het Plan der Zee-Operatien<br />
voor<br />
(a) COURIER: DU BAS-RHÏN, van den 16. Ju-<br />
„yx 78x. H 4
12.0 S C H E T S V A N E E N<br />
voor dezen togt te beraamen(ö); doch het berigt<br />
dat 'er een Engelsch Esquader, onder bevel<br />
van den Admiraal Parker, beftemd was- tot eenige<br />
Expeditie op onze kusten, verwylde de<br />
komst dier Heeren. Dit nieuws evenwel niet<br />
geconfirmeerd wordende, fchreef UWE HOOG<br />
HEID, op den n.Juny weder; en de Heeren<br />
Hartfmck en van Kinsbergen, vertrokken van Texel<br />
den 13. dito, naar 'j-Hage, en in plaats van<br />
aldaar twee dagen te blyven , zo, als hier boven is<br />
gezegt, verfleeten • onze Heeren 20 dagen,<br />
rnet hunne reis Maar was 'er dan zo langen<br />
tyd nodig om over die Operatien te conie 7<br />
reeren? Denklyk neen; want men weet<br />
dat die Heeren een gedeelte dier 20 dagen,<br />
doorbragten met. in. den Haag en elders te wandelen,<br />
cn dat eindelyk,• op den 1. July de lieer<br />
Hartfmck zich een weinig van zyne werken<br />
yerfrischte op L.UMNIENBUIIG , een Buitenplaats<br />
by Hilkgom. Een man, die in deze Campagne,<br />
reeds vyf. weeken aan Boord van zyn<br />
Schip had doorgebragt, een'man , die zulk een.<br />
kifterryken kruistogt, als waar van gefproken<br />
is, volvoerd had, en eene Conferentie in 'sHage<br />
had bygewoond, verdiende ook wel eenige<br />
rust te fmaaken (&)! ! !<br />
Maar,<br />
(O A. p. 00. — B, p. 89. — c. p. 44<br />
(*) Niets kan een regtmaatiger denkbeeld geeven<br />
van
GROOT TAFEREEL.<br />
Maar, WAT DEEDEN DE.EN&ELSCHEN IN<br />
UIEN TÏÜ? De Engelfchen ...< die zaten gansch<br />
met fil De Admiraal Parker was den 31 Mey,<br />
met 4 Schepen van Linie van St. Helena gezeild ,<br />
om langs de Kusten nog andere Oorlogfchepen<br />
by een te zamelen, en vervolgens naar heiih te<br />
ftcvenen,. van waar hy over de 400 Schepen<br />
naar de Oostzee moest escorteerem; het geen<br />
de Directie onzer Zeemagt had ..kunnen weeten<br />
, indien men goede correspondentie in En T<br />
geland' gehad had ; of liever het geen zy wel<br />
wist: En voor 't overige bleeven onze trotfe<br />
Vyanden voortgaan , met ons in alle oorden<br />
ftraffeloos alle mogelyke nadeelen te doen.<br />
EN WAT VOERDE MEN BY ONS UIT? — By<br />
ons helden dc Dordfche, Haartemfche, Amfterdamfche<br />
en Rotterdamfche Kooplieden, die in den Surinaamfchc<br />
Handel belang hadden , een Request,<br />
op , het welk zy den 7 Juny , door hunne 3- Ju"y- ^<br />
M<br />
s Ha e v m d e n<br />
' S<br />
zelfde maand, — Het is wil vast bepaald dat wy niet geztni<br />
zyn te vechten, noch ter zee , noch te land; onze Zeekapiteinen<br />
homen bier dikwyls de FRANSCHE COMEDIE BYWOO-<br />
N Ï N : En dat is vast niet om te gaan werven, zo als men<br />
voorgeeft, dat men daarom 6 mwnden verlof geeft aan 10<br />
man per Compagnie, uitgezonderd de 2 Regimenten Mariniers.<br />
Hs<br />
T<br />
i n<br />
'
ita S C H E T S V A N E E N<br />
deputeerden aan de Staaten Generaal overgaven,<br />
na zy een ander aan de Staaten van Holland<br />
hadden overhandigd, en na zy zich mondeling<br />
aan UWE HOOGHEID geadresfeerd hadden,<br />
op dat en de Heeren Staaten, en UWE<br />
HOOGHEID, de goedheid zouden hebben, hun<br />
eerstgenoemde Request te onderfteunen. Edoch,<br />
in weerwil van het zo aandoenlyk, als waarachtig<br />
tafereel, door de voornoemde Kooplieden<br />
daar in g'efchetst van het gevaar, om die Co-<br />
Ionie te verliezen, zo niet Hunne Hoog Mog. de<br />
goedheid hadden hun eenig geleide by te zetten<br />
, met de noodige praemien tot het helpen<br />
uitrusten en bewapenen der Schepen , beftemd<br />
om levensmiddelen en andere onontbeerlyke zaaken<br />
der waards te voeren, — in weerwil van het<br />
verflag van den naderenden ondergang der<br />
Maatfchappy zelve , mitsgaders van duizenden<br />
andere Burgers, wier eenig beftaan, zo van<br />
een onafgebroke Vaart op die Colonie als op<br />
Curacao, volkomen afhing, — in weerwil der<br />
mondelyke belofte van UWE HOOGHEID, in<br />
weerwil der gunftige Refolutie der Staaten Generaal,<br />
op den 14. daar aan volgende, deswegens<br />
genomen , in weerwil van een tweede Request,<br />
doorgemelde Kooplieden by Hunne Hoog<br />
Mog. den ao. September ingeleverd, — in weerwil<br />
eener tweede Refolutie Hunner Hoog Mog.<br />
niet minder gunftig dan de eerfte, nopens die<br />
zelfde zaak, den 15. October genomen, — in<br />
weer-
G R O O T T A F E R E E L . 123<br />
weerwil, van den vernieuwden aandrang der<br />
Amfterdamfibe Geintresfecrdens by UWE HO00<br />
HEID, op den 7. December, — m weerwil,<br />
eindelyk, der verbaazende kosten door de Compagnie<br />
gemaakt, en het onberftelbaar verlies,<br />
he°t welk zo veel arme huisgezinnen, door die<br />
vertraaging moesten lyden, wierd het beloofde<br />
zwak Escorte door de Beftuurders van de<br />
Zeemagt voor dit jaar geweigerd; en de Koopheden,<br />
onwaardiglykinhunneverwagtmg teleur<br />
geheld, verpïigt hunne Schepen te ontlaaden,<br />
de Manfchap af te danken, en de maand April<br />
178a eerst aftewagten om hunne onderneeming<br />
uit te voeren. Ik zal in 't vervolg de voorwendzeis<br />
te berde brengen, met weiken men dusdaanige<br />
weigering heeft zoeken te btllyken; voorwmdzels,°<br />
zo beuzelachtig en fchandelyk , dat<br />
men onzeker' is , wie deswegens de grootfte<br />
ónbefchaamdheid toonden, of zy die dezelve<br />
voor den dag bracten, of de Stellers van UWER<br />
HOOGHEIDS Memorie die ze hebben bygebragt.<br />
E N WAT MAAKTE MEN GEDUURENDE DE<br />
M E Y M AAN DTE TEXEL? - Daar was men , al<br />
' zaztjes-, al zagtjes, bezig met toebereidzelen te maaken,<br />
om onze Koopvaardy-Vlootnaar de Zond<br />
£e brengen, en van daar tc haaien, die, welke<br />
aldaar was: eene Expeditie , welke reeds gedaan<br />
had moeten zyn , en die men zonder overgroote<br />
magt had kunnen uitvoeren, vermits de<br />
Noordzee die geheeic maand voor ons open<br />
was
I2 4<br />
SCHETS VAN EEN<br />
was geweest. Maar perfoneele wraakzugt, —,<br />
het vermaak om de groote Hollandfche Steden<br />
te vernederen , en eene volftrekte overgegecvenheid<br />
aan de belangens van Engeland, dreven<br />
boven alles heen, gelyk zy doen zullen zo<br />
lang 'er laage zielen en Verraders onder ons<br />
zullen huisvestendat is, zo men 'er geen zorg<br />
voor draagt, tot de voleinding der eeuwen.<br />
EN WAT ZEIDEN ONZE WAARDIGE EN-<br />
GELSCH-GEZINDEN VAN AL DIE ZAAKEN ? —<br />
Die bleven voortvaaren, met over de zwakheid<br />
onzer Zeemagt te klagen, terwyl zy ,door hunne<br />
eeuwigduurende aandrang om Vermeerdering<br />
van Landmagt, hun mogelyke best hadden gedaan,<br />
om het herftel der Zeemagt te beletten:<br />
Altoos beklaagden zy de fchaarsheid van Manfchap,<br />
naar infpanning van alle hunne poogingen,<br />
om de bczwaarlykheid van die te vinden,<br />
te vermeerderen : Geftadig preekten zy van<br />
voorzorg en voorzigtigheid , dat is, van 'tgevaar<br />
om de Oorlogfchepen bloot te ftellen , wanneer<br />
men die veilig kon gebruiken, daar men, in 't<br />
laatst van 't jaar 17S0. toen alles te duchten<br />
ftond, 'er verfcheiden had durven bloot geeven,<br />
waar van 'er eenige genomen "wierden.<br />
By mangel van alle die redenen, namen zy de<br />
ongeftadigheid der winden, liegt weer, of anderen<br />
zo waare als vahche beletzelen te baat: En<br />
had fomtyds eenig publiek Schryver, den moed<br />
©m in zyne papieren de bülyke klagten der<br />
" Na-<br />
f
G R O O T T A P E R E E I» 125<br />
Natie op te geeven , of eenige bedenking te<br />
maaken, over het geen men gebeuren zag en<br />
lydeh moest, dan riep men uit: bedrog! lastertaalf<br />
en zo zy de magt gehad hadden, zou hangen<br />
bet lot geweest zyn. van die, welke de waar-<br />
beid durfden fchryven.<br />
Eindelyk deed het gezicht van zo veele zonderlinge<br />
gebeurtenisfen , en hetblaakend verlangen,<br />
dat daar in voorzien wierd, de AmflerdamfcbeRegeering<br />
hetbefluit neemen , ten dien einde een<br />
nieuwe pooging aan te wenden. Den 8.Juny vertoonden<br />
de Gedeputeerden dier Stad aan UWE<br />
HOOGHEID fchriftelyk: O) Dat, hoe, zeer<br />
men zedert verfcheidene jaaren , niet dan verachting,<br />
fmaad en belediging van Engeland had<br />
onttangen, men niet te min verzuimd had de<br />
Zeemagt te herftellen; dat is, zich de middelen<br />
aan te fchaffen, om die onrechtvaardigheden<br />
te ontwyken , of af te weeren , onze wettige<br />
Rechten, Scheepvaart en Koophandel te<br />
befchermen. —, Dat, zedert die Mogenheid<br />
ons den Oorlog verklaard, en verfcheide van<br />
onze Bezittingen overweldigd had , eene onbegryplyke<br />
en noodlottige werkeloosheid in de Direclie-,<br />
en het emvlooy onzer Zeemagthza. geheerscht: _<br />
dat<br />
(«) Deze Memorie, of die Vertoogen van de Am(leriamfebe<br />
Regeering, wierden den 6. July daar aan volgende ter<br />
tafel der Staaten van Holland en West - Fiieslaud gebiagc.
12,6" SCHETS VAN EEN<br />
dat het de pligt was van braave Regenten,<br />
om de oorzaaken van deze onverfchoonlyke nalatigheid<br />
naar te fpeuren, mitsgaders de<br />
middelen om zulks te verhelpen: — Dat een<br />
deezer middelen was de voorflag, op den 18.<br />
Mey bevorens, gedaan, om UWE HOOGHEID<br />
eene COMMISSIE toe te voegen; —. Dat deze<br />
Voorflag geenszins voortkwam, uit eenig<br />
misvertrouwen op de goede dispofitien en intentien<br />
van UWE HOOGHEID, „ maar dat<br />
„ zodanig misvertrouwen alleen viel op den gee-<br />
„ nep, wiens invloed op den geest van UWE<br />
„ DOORL. HOOGHEID, gehouden wierd voor<br />
„ de naafte oorzaak van de traagheden en flap-<br />
„ heid in de behandeling der zaaken (n).— Dat<br />
„ derhalven de Regeering van Amfterdam,<br />
„ zig, hoe ongaarne ook, gedwongen had ge-<br />
„ vonden, om — aan UWE HOOGHEID, met<br />
„ verfchuldigden eerbied, doch teffens met de<br />
„ openhartigheid en vrymoedigheid, welke het<br />
„ gewigt der zaaken vorderde,'onder het oog<br />
„ te brengen en rondelykte declareercn: dat,<br />
„volgens het algemeen begrip, de Heer Her-<br />
,.tog voor de eerfte oorzaak wierd gehouden<br />
„van den elendigen en gebrekkigen ftaat van<br />
de-<br />
(a) Alle de Faragraphen, alhier met comma's onderfcheïden,<br />
zyn de eige bewoordingen . zo als in veifcheide ge*<br />
deeltens dier Yerroogen gevonden worden.
G R O O T T A T E H H IS?<br />
„ defenfie , waar in het Land zig bevond, van<br />
'„ al het verzuim, dat daaromtrent plaats had,<br />
* van alle verkeerde maatregelen,zedert eenen<br />
oeruimen tyd genomen, met alle de fatale gem<br />
volgen, uit dezelve geproflueerd, en dat men<br />
', UWE HOOGHEID kon verzekeren, dat de<br />
" haat en afkeer der Natie tegen den Perfoon<br />
" en het Ministerie van den Hertog, tot die<br />
" hoogte was geklommen , dat daar uit de fachéuste<br />
en onaangenaamfte gebeurtenisfen<br />
" voor 't welzyn en de rust van het algemeen<br />
,', te wagten waren.<br />
„ Dat 'er geen twyffelwas, of dit gezegde,<br />
„ zou UWE HOOGHEID wel reeds van anderen<br />
zyn voorgekomen; doch by aldien zulks al<br />
" eens niet gebeurd was, zulks eeniglyk moest<br />
" worden toegefchreeven aan eene vrees voor<br />
de uitwerkzelen van het ongenoegen van den<br />
Hertog, terwyl men zich, met opzigt tot het<br />
" voorgemelde met alle fiducie durfde beroepen*<br />
„ op het getuigenis van zo veele eerlyke en<br />
„ cordaate Leden der Regeering, als UWE<br />
" HOOGHEID dies wegens, onder het gee-<br />
" ven van de noodige vryheid totfpreeken, en<br />
ernftige aanmaaning , om , volgens pligt en<br />
" conferentie, de waarheid te zeggen, zoude get<br />
lieven te ondervraagen ; dat zy meer dan<br />
" eens met zeer veel leedweezen hadden verl<br />
nomen, hoedanig de Heere Raad-Penfiona-<br />
„ ris zich in 't byzyn van onderfcheidene Le-<br />
" „ den
io.8 S C H E T S V A N E E N<br />
„ den van de Regeering van Holland hadde<br />
i, beklaagd, over het misverftand, dat tusfchen<br />
„ hem Heer Raad-Penfionaris, en den meer-<br />
„ genoemden Heere Hertog plaats had; gelyk<br />
„ mede over den invloed, welke de zo even.<br />
„ gedagtc Heer Hertog , op den Geestvan UWE<br />
„ HOOGHEID had, waardoor zyne Poogin-<br />
„ gen ten besten van het Vaderland te meer-<br />
„ maaien zyn verydeld geworden.<br />
' „ Dat dezedifcrepanceen verfchillendheidvan<br />
„ oogmerken en fentimentcn , tusfchen den<br />
,. principaalen Raad van UWE HOOGHEID, en<br />
„ den eërften Minister' van deeze Provincie,<br />
„ niet alleen de allernadeeligfte gevolgen heb-<br />
„ ben kon, maar ook een genoegzaam motief<br />
„ uitleverde, om de fterkfte inftantien te doen<br />
„ tot het removeeren van de fource van dit<br />
„ mistrouwen en oncenigheid. — Dat — men<br />
„ liefst gemenageerd zoude hebben tot dee-<br />
„ zen tegenwoordigen ftap te komen, zo 'er<br />
„ zig maar eenige hoop tot beterfchap, of ver-<br />
„ andering had opgedaan , maar dat men zig<br />
„ hier mede om welgemelde redenen niet<br />
„ meer durvende flatteeren, en de nood op<br />
„ het hoogfte geklommen zynde, niets anders<br />
-„ overig fcheen , dan den waaren ftaat van zaa-<br />
„ ken op deze wyze voor UWE HOOGHEID<br />
„ open te leggen ; Hem op het ernft'gfte te<br />
„ bidden , dezelve in ferieufe overweeging te<br />
• „neemen, en niet langer gehoor te geeven<br />
„ aan
ö R. ö o f T A F E R E E L ; tig<br />
l aan den Raad ert Infinuatien van een man ,<br />
„ die zodaanig met den haat van Grooten en<br />
j Kleinen overladen was, en , als eenVreem-<br />
„ deling, geene genoegzaame kunde van onze<br />
„ Regeeringsform hebbende, noch ons Land<br />
„ een goed hart toedraagende wierd aangezien.<br />
, Dat het verre van hun was, dien Heer<br />
„ t'e willen bëtigrigen, met dat geene, waar<br />
mede hy maar al te openlyk befchukhgd<br />
" wierd, of als' gegrond aan te merken, de Soup-<br />
'' cons van verregaand en ongeoorloofe attache-<br />
"„ ment aan het Engelfche Hof, van kwaade<br />
„trouw en corruptie; dat zf vertrouwden.,<br />
dat een Heer van die hooge geboorte en<br />
" n rang onbekwaam was tot diergelyke laag-<br />
•'heden, maar dat zy oordeelden, dat de fa-<br />
„ cheufe denkbeelden , dewelke op des'zerfs<br />
„ fubjeót waren opgevat,en een algemeen wan-<br />
„ trouwen hadden veroorzaakt, hem tot den<br />
„ dienst van den Lande en van UWE HOOG-<br />
„ HEID volftrekt nutteloos en fchadelyk ge-<br />
„ maakt hadden. En dat hy derhalven van de<br />
' Direftie der zaaken , en van den Perfoon;<br />
" en het Hof van UWE HOOGHEID geéloi-<br />
" loignèerd behoorde te worden, alszynde een<br />
'•' altoosduurende hinderpaal om de goede Cor-<br />
" respondentie tusfchen UWE H OOG HEI 1<br />
D, en<br />
1 de voornaamfte Leden van den Staat,- te dóen<br />
l herleeven, enz.- — Na deeze voordragt,<br />
DOORLUCHTIGE VORST, kwamen de öe*<br />
I dc-
130 S C H E T S V A H E E N<br />
deputeerden op nieuws op de noodzaaklykheid,<br />
om, ten minden geduurende den Oorlog, U<br />
eene COMMISSIE toe te voegen,, beftaande<br />
uit Regenten der refpective Provinciën, om<br />
UWE HOOGHEID met raad en daad by te ftaan,<br />
en tot heil des Vaderlands mede te werken:<br />
Eindelyk, zy deden het vóórhel van nog verfcheide<br />
daartoe benoodigde middelen, die men<br />
breeder nedergefteld vind in derzelver Memoinorie,<br />
van welke ik hier üegts den zaaklyken<br />
inhoud opgeeve.<br />
In plaats nochtans, dat allen eerbied, aan<br />
UWER HOOGHEIDS Perfoon verfchuldigd, denoprechten<br />
en befcheiden toon, de baarblyklykheid<br />
en gegrondheid der redenen, het gewigt<br />
der waarheden, met één woord, welke in de-,<br />
ze vertoogen heerschte, UWE HOOGHEID<br />
treffen zouden, gelyk had behooren te gefchieden,<br />
in plaats van Uwe oogen te openen, en<br />
een hulpmiddel voor onze rampen mede te<br />
brengen, had alles juist eene tegenftrydige uitwerking.<br />
UWE HOOGHEID, bereids gramftoorig<br />
over den voorflag van eene COMMIS<br />
SIE, kon niet nalaaten den Gedeputeerden te<br />
toonen, met welke verontwaardiging GE over<br />
dezen nieuwen flap waart aangedaan; derzelver<br />
Vertoogen befchouwende als een gebrek<br />
van vertrouwen en eerbied, jegens U zelve,<br />
als een vermetele fmaad, als een fchennis<br />
UWER waardigheid, en misfehien als een misdaad
G R O O T T A F E R E E L . 131<br />
daad van gekwetfte Majeftèit: UWE HOOG<br />
HEID, zeg ik, befchouwde die Vertoogen als<br />
een verfoeilyken koon, als eene misdaadige<br />
fchennis jegens den Hertog, jegens een Man,<br />
door UWE HOOGHEID geacht als een tweeden<br />
Vader, als een wonder van vernuft en kunde<br />
, als een onfeilbaar Orakel, als den riuttigften<br />
Dienaar' van den Lande, als een Man , in eens<br />
gezegt, wiens hart onvatbaar was voor laagheid,<br />
corruptie eri verraaderye , wiens gemoed<br />
onbewaam was iets ten nadeele der belangen<br />
van de Republiek uit te denken; en, gevolglyk,<br />
wiens fentimenten , inzichten , voorneemens<br />
en daaden , niets anders ten doel konden<br />
hebben, dan den roem, en den gelukftaat des<br />
Lands, welkers brood hy nuttigde. Met een<br />
woord, de Hertog was in UWER HOOGHEIDS<br />
oogen dat geen , het welk Minerva, onder de<br />
gedaante van Mentor, voor Télémacbus was. —<br />
Hoe gelukkig, DOORLUCHTIGE VORST, wa<br />
re het voor U geweest, en hoe gelukkig voor<br />
óns! zo hy voor U even nuttig geweest was als<br />
FENELON onderfteld dat Mentor voor den<br />
Zoon van Ulysfes was O)!<br />
Ik<br />
(a) Wie zou ooit gelooven dat, geduurende de ganjcbe<br />
Meimaand , dn is, terwyl dat het weldenkendfte ge<br />
deelte der Natie overtuigd was, dat een der vamaamjte<br />
unaakin van de kwaade directie, eii der Werkeloosheid<br />
1 2 on»
132 S C H E T S V A N E E N<br />
Ik zal, aangezien de waarde der redenen en mid j<br />
delen, door den Hertog in dien tyd gebezigd, om<br />
den hem over ?<br />
t hoofd hangendenftorm te doen<br />
bedaaren, genoeg bekend zyn, my daar mede<br />
thans niet ophouden. Ik zal my eenvoudig vergenoegen<br />
met te berichten, da:, het nieuws dezer<br />
onzer Zeemagt, voortkwam uit de raadgeevingen en<br />
fireeken des Herlogs van BRÜNSWYK; terwyl dat dé<br />
Regoering van Amfterdam, de rechtmaatige klagten , waar<br />
van ik hier gewaage, opftelde, men in 's Gravenbage, in 't<br />
gezigt der Hof-Poort eenen Mcyboom geplant zag, ter<br />
eere van dien Hertng, en vercierd met een zinnebeeld,<br />
verbeeldende een Zegepraalenden Held , in 't gezigt van<br />
een vluchtend Leger, met deze Zinfpreuk HosnuMf<br />
TERROR? — Zinnebeeld, hetwelk men voor eene befc'himping,<br />
zo Wel als de zinfpreuk voor een fpotnaam<br />
zou aangezien hebben, byaldien men niet geweeten had,<br />
dat dit alles flegts was her uitwerkzel der Iaage vleijery van<br />
de Schuttery dier Hofplaats, en inzonderheid van het<br />
blaauwe Vaendel, het geen dat jaar de Meyboomen moest<br />
planten. — Wie zou nog gelooven dat men, na in 1781.<br />
zo fchandelyk den Hertog ais DENSCHEIK ONZER<br />
V Y A N D E N opgehemeld te hebben, in 1782. de onbefchsamdheid<br />
nog zo verre zou hebben uitgeftrekt, om<br />
zelf zynen naam ten Heme! te verheffen, gelyk het gröe.<br />
ne Vaendel deed, door het verderen van den Meyboom,<br />
voor dien VORST met eene Faam , houdende de wapenen<br />
van den Held, en naar het Luchtgewelf ftygende, met<br />
de Zinfpreuk Virtute fcf Meritis ad Sydera tollo? — Een<br />
Man , zo berucht op Aarde , en welkers reputatie zicli<br />
tot de Hemelen uitftrekte, mogt met recht als OVERAL<br />
S E FA AMD aangezien worden. Ook na;n het Colomby^<br />
M
G R O O T T A F E R E E L . 133<br />
zer Vertoogen, verfpreid nakende,in een oogenblik<br />
alle onze Engelfche Doggen ontketenden;<br />
hun gehuil weergalmde van het eene einde<br />
der Republiek tot het andere; een Zundvloed<br />
van drogredenen en verantwoordingen ten voordeele<br />
van den Hertog overftroomde de Natie<br />
, en verwekte op alle die Blaauwbockjes de<br />
welverdiende antwoorden ; terwyl aan den anderen<br />
kant de faamgezwoorene Cabaal, vreezende<br />
dat UWE HOOGHEID, door deeze Vertoogen<br />
tot nadenken mogt komen , en GE eens<br />
eindelyk mogt erkennen de daar in opgeflotene<br />
waarheden, den blinddoek verzwaarde,<br />
met welke men U gezigt bedekte; overal verdubbelde<br />
zy haare duiftere aanflagen ; _ overal<br />
nam zy de ganfche kragt van haaren invloed<br />
te baat, en weldra raakten de gevoelens over<br />
die zaak in Staats- en Stads-Vergaderingen verdeeld;<br />
onafdoenlyke gefchillen en kibbelingen,<br />
bereids al te veel onder ons in zwang , waren<br />
de gevolgen van dit alles ; alle poogingen van<br />
waare Liefhebbers van hun Vaderland, van<br />
waar-<br />
»e Vaendel in 't jaar 1783. het befluit om op den door<br />
haar toenmaaligen geplanten Mtyiom, de Zinfpreuk, IN.<br />
SIGNIS OBiquE, te plaatzen: - merkwaardige Zinfpreuk,<br />
en welke, in aanfchouw van het tydftip waar.n<br />
2v gemaakt wierd, niet manqueerde uitgelegt te worden<br />
op zodanige wyze, als Hy, welke daar mede bedoeld<br />
wierd, waardig was,<br />
H 3
134 S C H E T S V A N E E N<br />
waarheid , recht., en de welvaart des Vaderlands,<br />
waren buiten ftaat dit nieuw foort van<br />
tweefpalt te verdoovcn; en zy, welken men<br />
voorde eerfte oorzaak onzer rampfpoeden hield,<br />
zegepraalden toen, ter zelfder plaatze, alwaar zy<br />
hunnen nederlaag moeiten vinden; zy hadden<br />
eenen dryfveer te meer, om die rampen te<br />
verzwaaren ; en die drylvecr was de onverzoenlykc<br />
haat, weiker uitwerkzelen ons nog<br />
lang zullen knellen. Hier is het de plaats niet<br />
van verdere uitweiding over alles, wat in de<br />
zaak des Hertogs is omgegaan, tot den 7. Maart<br />
1782. op welken de Staaten van Holland, by<br />
eene meerderheid van 4 ftemmen, (cn tegen<br />
de provifioneele proteftatie van Dordrecht, Haarlem,<br />
Leydcn , Amfterdam, Rotterdam , Gorinchem ,<br />
cn Alkmaar') declareerden, dat die zaak zoude<br />
gefeponcerd en votftrekt buiten verdere deliberatie gefield<br />
worden, Even min zal ik my uitiaaten over de '<br />
gefchiïlen, die over die zelfde zaak tusfchen<br />
de Staaten van Friesland, en UWE HOOGHEID<br />
nog bleven voortduuren ; als mede niet over<br />
derzelver verlevendiging in den jaare 1784. na<br />
de ontdekking der berugte ACTE VAN CONSU<br />
LENT SCHAP; noch ook niet over al wat gebeurd<br />
is, zedert dat tydvak tot op de gelukki-.<br />
ge , en zeer gelukkige verdwyning van den<br />
Veldmaarfchalk uit onze Gewesten : Dit zal<br />
her. onderwerp zyn van een afzonderlyk Stuk,<br />
met welker befchaaving ik thans bezig ben, cn ten<br />
zy-
G R O O T T A F E R E E L . 135<br />
zynen tyde het lh'ht zal zien. Daar zal men<br />
zien of de fpitsvondigheid der fehynredenen, de<br />
fchandelyke maskeringen , de onbefchaamde<br />
logenfpraak, het fchitterende der welfprekendheid<br />
van de Broodfchryvers, welke de Hertog<br />
zedert - byna vyf jairen te werk geheld<br />
heeft, ftaande zullen kunnen blyven tegen onbetwistbaar<br />
betoogde gebeurtenisfen, van welke<br />
men geenzins denkt dat 'er bewyzen voor<br />
handen zyn.<br />
U W E HOOGHEID, afgemat en bekommerd<br />
door zo veele klagten en Vertoogen, ondernam<br />
eindelyk het opklaaren der verdenkingen<br />
van verzuim en bedryveloosheid, welke de Natie<br />
jegens UWE HOOGHEID kon hebben opgevat.<br />
Daartoe deed UWE HOOGHEID , op<br />
den 28. Junyaan de Staaten Generaal een Voorflel,<br />
waar van ik gewagen 'zal, na vooraf de<br />
byzondere gevoeligheid aangewezen te hebben,,<br />
die de voorflag, door Amflerdam, den 18. Mey<br />
ter Staatsvergadering van Holland gedaan, in<br />
U veroorzaakte. — Zie hier op welke eene<br />
wyze de Opïtelleren UWER Memorie, UWE<br />
HOOGHEID, daar over doen Ipreeken O).<br />
„ In weerwil van deeze onze fentimenten,"<br />
„ («en voordeele der proteêlie aan den Koophandel te<br />
verteenen), en "van 'de rèvërtgfte poogingen,<br />
, » die<br />
(a) A. {. 63 en64, ** B- p. 97 en<br />
9%- & m<br />
* 4
ï^fS S C H E T S V A N E E N<br />
?, die wy onophoudelyk aanwenden, om'sLands<br />
„ Zeemagt in ftaat te ftelien, gaf de hier voor-<br />
„ gemelde Propofitie van de Regecring van Am-<br />
„ftercfam, en de inhaefie, approbatie en appui,<br />
„ het welk verfcheide andere Staatsleden van<br />
„ Holland fuccesfivelyk daar aan gaven, niet<br />
„ duifter te kennen, dat men de zwaarighe-<br />
„ den van allerlei foort, met welken wy te<br />
„ worftelen hadden, niet aanzag voor zoo groot,<br />
„ en zo onoverkomelyk, als zy ons dagelyks<br />
„ bleeken te zyn, en effeélivelyk waren; en<br />
„ dat men, het geene gefchiedde, of liever, het<br />
„ geen wy , onzes ondanks, genoodzaakt waren<br />
„ na te laaten, vergelykende met het geene wy,<br />
„ ruim zo zeer, en niet minder ernftig, dan •<br />
„ die Leden van Staat (a), verlangden, dat<br />
„ mogelyk wezen mogt, ons een praetens<br />
„ verzuim en inaétie attribueerdc , en het zel-<br />
„ ve aan geheel andere oorzaaken toefchreef,<br />
„ dan aan die, welken Avy, tot ons leedwee-<br />
„ zen , ondervonden , en ook te vooren voor-<br />
„ fpeld hadden, dat daadelyk exteerden, en<br />
„ niet zo fpoedig konden weggenomen worden.<br />
„ Offchoon wy nu , voor ons zeiyen, hewust<br />
v. \va-<br />
(a) Namelyk, Amfterdam, en de overige Steden, aïs<br />
Dordrecht, Haarlem, enz. welke de Propofitie van etrst,<br />
gemeldf Stad omhersden.
G R O O T T A T U E " . 137<br />
• waren, dat de voorfz. confideratien en ver,<br />
l denkingen eeniglyk hadden kunnen geboren<br />
worden uit eene mindere kennisje, en gebrekkigs<br />
"„ voorjlelling van alle de zaaken en omftandig-<br />
„ heden, welken tot het ganfche weezen van<br />
„ eene totaal vervallene Marine , in eoncreio<br />
"behoorden, en die flegts weinigen met Ons,<br />
" in alle haare uitgebreidheid, konden keng<br />
nen , en dat wy nimmer iets verrigt, of ver-<br />
, zuimt hadden, waar door wy het germgfte<br />
- deel van ons inconteftabel recht op het ver-<br />
" trouwen deezer Natie zouden hebben kon-<br />
„ nen verliezen; oordeelden wy echter, ter<br />
„ voorkominge van alle diffidentie, welke u l t<br />
„' de bovengemelde Popofttie zoude konnen pro-<br />
„• fluëeren, by ons voorftel van den 27 Juny<br />
1781 waar van Copie te vinden is onder de<br />
l Bvlaagen fub N°. 24. aan hunne Edele Groot<br />
Mog. te moeten kennisfe geven van onze intentie,<br />
om aan hunne Hoog Mog. voor te<br />
' ftellen, om, met alle nauwkeurigheid, te<br />
" examineren , of bekoorlyk zorg gedraagen<br />
"'was om de Marine van den Staat m die fil<br />
tuatie te brengen, dat zy, met effeót, tegen<br />
den Vyand had kunnen ageeren; dan, or<br />
''rdaat omtrent eenig verzuim of nonchalance<br />
" had plaats gehad; en zo ja, waar aan zulks.<br />
te attribuëeren was, enz.<br />
"'„ Eene kennisgeeving, die niet had het ge-<br />
, volg, het welk wy 'er van verwachtten j<br />
I 5 v<br />
d i e i<br />
*
iijS S C H E T S V A N E E N<br />
•„ dien verfcheide Staatsleden in Holland (a), AN-<br />
•„ DER E Vues hebbende, WELKEN zy fcheey,<br />
nen re vreezen, dat, door het onderzoek,<br />
i<br />
h e I :<br />
welk wy Hunne Hoog Mog. wilden ver-<br />
„ zoeken te doen, en waar uit blyken moest,<br />
„ of 'er waarlyk reden ware, om te klagen<br />
„ over inadiviteit ( het voorname fundament<br />
„ van de gemelde Propofitie van de Heeren van<br />
„ Amfterdam') zouden mogengetraverfeerd wor-<br />
„ den, niet dan fchoorvoetende daar toe kwa-<br />
„ men, om de Heeren Gedeputeerden van<br />
„ wegens deze Provincie ter Generaliteit te<br />
„ authorifeeren, om deze Propofitie aldaar te<br />
„ appuyeeren."<br />
In weerwil, DOORLUCHTIGE VORST, der<br />
gemaakte duifterheid en de fyne draai, welke<br />
in dit aangevoerd uittrekzel fchynen te heerfchen<br />
, ontwaard men 'er gemaklyk het voorneemen<br />
om de Stad Amfterdam, en die Steden<br />
Welke haaren voorflag waren bygevallen, te<br />
doen doorgaan als maar in 't geheel geen kennis<br />
hebbende, of, ten minden als verbloemen,<br />
de die , welke zy konden hebben van de waare<br />
oorzaaken der zwakheid onzer Zeemagt en<br />
der bedryveloosheid, waarin men dezelve<br />
hield; — als de oorzaak zynde der verdenkingen<br />
(«) De voorn, Steden.
G R O O T T A F E R E E L , 139<br />
gen en klagten , die ten opzigte dezer zwakheid<br />
en werkeloosheid onder de Natie wierden uitgeboezemd;<br />
en by gevolg als onrustige en oproerige<br />
Leden , welke de verontwaardiging der<br />
•U beheerfchende Cabaal waardig waren, wier<br />
wraak, welke zy maar reeds al te veel gevoeld<br />
hadden, en die zy in 't vervolg nog gevoelden,<br />
hen knellen moest, vooral 'Amfterdam, hetwelk<br />
men dubbeld plagen wilde. . En waarom<br />
toch Amfterdam meer dan alle andere?.,.. Om<br />
dat van alle Steden der Provincie, zy de<br />
eenigfte was, die in 1779- ^ 1780. hetfterkst<br />
op de onbepaalde Convoijen, en op de weigering<br />
der Vermeerdering van Landmagt had<br />
. aangedrongen; — om dat zy de eerfte<br />
was, die, zedert kort, had voorgefteld UWE<br />
HOOGHEID eene COMMISSIE toe te voe-<br />
€ e n. , om dat zy onder Uw oog had<br />
durven brengen, tot welk eene hoogte het<br />
misvertrouwen, den haat en het wettig geroep<br />
der Natie tegen den Hertog van<br />
Brünswyk gefteigerd waren. Aan den<br />
anderen tot UWER HOOGHEIDS waardigen<br />
Mentor, meer dan ooit op Amfterdam<br />
gebeten, en gewoon ten ftrengften te vervolgen,<br />
al wie zich maartegen de inzichten der<br />
Cabaal, welker aanvoerder hy was, durfde<br />
verzetten, was verrukt om in dit alles nieuwe<br />
ftof te vinden, om ZICH TE WREEREN over<br />
de- halftarrigheid-, met weke die Stad in de eerfte
140 SCHETS VAN EEN<br />
fte Jaaren des Oorlogs van 1756. zich over de<br />
toenmaalige geweldenarijen der Engelfchen in<br />
onzen Koophandel had beklaagd; over de volharding<br />
haarer vorderingen om fchavergoeding<br />
voor de verliezen, door die geweldenaarjjen<br />
geleden; — over de onverzetlykheid, met welke zy<br />
aan de Princesfe UWER HOOGHEIDS Moeder<br />
fchepen eischte,ter befeherming onzer Scheepvaart;<br />
—~ over haare Standvastige weigering der<br />
Augmentatie van Landmagt, welke die Vorftin<br />
en de Hertog haaren Raadsman, of liever<br />
Haar en Uw Voogt, toen volftrekt wilden doordryven,<br />
om het Herftel der Zeemagt te dwarsboomen,<br />
daar 'er de Natie met hart en tong om<br />
riep, en die volftrekt noodzaaklyk was, indien<br />
men onzen totaalen ondergang wilde voorkomen.<br />
Wat nu betreft, de Vrees, die UWE HOOG<br />
HEID in die Steden veronderfteklen, dat bun-<br />
vit Vues zouden kunnen getraverfeerd worden door<br />
het Onderzoek, dat UWE HOOGHEID aan de<br />
Staaten Generaal wilde voordellen; zou ik ook<br />
durven vraagen, DOORLUCHTIGE VORST,<br />
wat die Vues waren? of zy ook eenig ander<br />
voorwerp hadden, dan de handhaving onze*'<br />
Koophandels, dan den roemenden voorfpoed<br />
Van den Lande? Alle losfe aantyging is<br />
gemeenlyk het uitwerkzel van eene kwaade beweegreden;<br />
en hier hebben we een der verkeerdfte<br />
en onbefchaamdfte, welke de Stelleren<br />
UWER Memorie, immer in het ganfche beloop
G R O O T T A Ï t U Ï C M*<br />
loop hunner verachtlyk voortbrengzel aan UWÉ<br />
HOOGHEID hebben toegefchreeven; want het<br />
waren die Steden zelve, die een Onderzoek vorderde<br />
van gelyke natuur, als dat, hetwelk Ge<br />
voornemens waart aan Hunne Hoog Mog. te<br />
vraagen; en om zulks te bewyzen, ter befchaming<br />
der haatlyke aantyging, die Steden alhier<br />
aangewreeven, leeze men Hechts de volgende<br />
bewoordingen, door de Gedeputeerden van<br />
Amfterdam, by derzelver Propofitie van den<br />
18. Mey gebezigd: Dat deze Conftderatien<br />
(van het verzuim om de beloofde protectie<br />
aan de Commercie te accordeeren) aan de Heeren<br />
onze Principaalen zo gewigtig zyn voorgekomen*<br />
en van zulken importante confequentie, dat bet meer<br />
dan tyd is dat deze Vergadering (der Staaten van<br />
Holland en Westfriesland) zonder eenig uitftel zich<br />
bepaale tot een SCRUPULEUS EXAMEN der waart<br />
oorzaaken van dusdaanige werkeloosheid; dat<br />
zy zich laat informeeren en verftag doen van den<br />
ftaat van defenfte des Lands, waartoe hoogstdezelve<br />
de noodige ordres hebben ge geeven; dat zy NAAir<br />
SPEURIN GEN in 't werk fteld over de traagheid<br />
en nalaatigheid, met welke de protectie van den Lande<br />
tegen eenen, vooral door zyne acliviteit, geduchten<br />
Vyand behandeld wordt, mitsgaders welke mid<br />
delen men zou kunnen en moeten by de hand neemen,<br />
om de bronaders dezer rampen te floppen ofteontwy-<br />
& n > , Immers blykt dan uit deze zo formee-<br />
le 'en duidelyke declaratie, dat, by aldien Amfttr-
T^2 S C H E T S V A N E E N<br />
Jlerdam en de verdere Steden, welke haar voorlid<br />
aannamen, Vuës hadden, zy in 't minst<br />
niet vreesden dat die Vuës getraverfeerd zouden<br />
worden; door eenige Recherche naar de oorzaaken<br />
der zwakheid en werkeloosheid onzer<br />
Zeemagt, en dat, by aldien deze Steden maar<br />
bezwaarlyk zyn gekomen tot zodanige, als UWE<br />
HOOGHEID aan de Staaten Generaal wilde<br />
vóórhellen, zulks enkel was, vermits zy zagen<br />
dat die ongenoegzaam was, en dat die Hechts<br />
dienen zou om onkundige en ligtgelovige gemoederen<br />
de oogen te verblinden, zo men niet<br />
gelyktydig tot de waare bronnen dier zwakheid<br />
en bedryveloosheid indrong; en het dus<br />
nuttiger ware, dat de Collegien ter Admiraliteit,<br />
zich toenmaals bezig hielden met de<br />
Weinige middelen , die voorhanden waren aan<br />
te leggen , tot bevordering der equipeeringen,<br />
dan om hunnen tyd te flyten met het opftellen<br />
van een Verilag van het gebrek dier middelen,<br />
welke' men hurt reeds zedert ettelyke jaaren<br />
had kunnen aanlchaffen.<br />
Eindelyk, na UWE HOOGHEID op den ijé<br />
Juny aan de Staaten van Holland kennis had ge»<br />
geeven derzelver voorneemen, zo als hier voren<br />
is gezegt, gaf UWE HOOGHEID des anderen<br />
daags het volgend Vóórhel over aan Hunne Hoog<br />
Mog. welke het zelve nog dien eigen dag in<br />
eene Refolutie converteerden:<br />
HOOG
G R O O T I A F E R E E L . 143<br />
HOOG MOGENDE HEEREN!<br />
„ Ik heb nodig geöordee-ld aan Uwe Hoog,<br />
„ Mog. voor te dragen, om met alle naauwkeu-<br />
„ righeid te examineeren , of behoorlyk zorge<br />
„ gedraagenis, om de Marine van den Staat,,<br />
„ zedert dat de aétueele troubles ontftaan zyn ,<br />
„ in die fituatie te breisgen, dat zy met effect<br />
„ tegens een Vyand, fpeciaal zo fterk gewa-<br />
„ pent ter Zee, als het Groot-Brittannifche<br />
„ Ryk zig bevind, hadde konnen ageerenjdan<br />
„ of daar omtrent eenig verzuim of noncha-<br />
„ chalance heeft plaats gehad: en zo ja, waar.<br />
„ aan zulks te attribueeren is; en OM DE NO-<br />
„ DIGE INFORMATIEN TEN DIEN OPZIGTE TE.<br />
„ BEKOMEN, de refpeftive Collegien ter Ad-<br />
„ miraliteit aan te fchryven, om te dienen van<br />
„ berigt, en op te geeven, hoe veele Schepen.<br />
„ zy in 1776. hadden; in welken ftaat zy zig<br />
„ bevonden hebben, en hoe veele ?<br />
er toen<br />
„ geëquipeert waren , en met hoe veel Hoofden;<br />
het geene door haar gedaan is, zedert<br />
„ dat de Engelfchen begonnen hebben de Sche-<br />
„ pen der op de West-Iudiën handel dryven-<br />
„. de Ingezeetenen deezer Landen te moleftee-<br />
„ ren, onder prajtext van de ontftaane onlusten<br />
„ met derzelver Colonien in Noord-America,<br />
„ en dus zedert het einde van het jaar 1776,<br />
„ en het begin van 1777, om zigin ftaat te ftel-<br />
„ len , zo veel doenlyk, en in hun vermogen was,<br />
„ de
144 SC ETS VAN 1<br />
E E K<br />
„ de Commercie dezer Landen te kunnen pro-<br />
„ tegeeren, en wat of door haar, zedert dat<br />
„ de troubles in Europa begonnen zyn, en het<br />
„ te vreezen ware dat de Republicq daar van de'el-<br />
„ genoot zoude worden, gedaan is, om, voor<br />
„ zo verre zulks van haar dependeerde, dezelve in<br />
„ ftaat te ftellen, niet alleen om haare Com-<br />
9, mercie te protegeeren , maar ook, om het<br />
„ Vaderland te konnen helpen defendeeren, en<br />
„ den Vyand afbreuk te doen ; of zy werk-<br />
„ zaamzyn geweest in het effect ueeren van het<br />
„ geene ten dien opzigte by Uwe Hoog,<br />
„ Mog. is gerefolveert, dan of daar omtrent<br />
„ eenige nalaatigheid heeft plaats gehad, en in<br />
s, dat geval, waarom zy die Refolutien niet na-<br />
„ gekomen hebben; of zy in de mogelykheid<br />
zyn geweest om de gepetitioneerde Schepen.<br />
3, te furneeren en te bemannen, op dat het dus<br />
„ kan blyken, waar uit voortfpruit, dat dit Gej<br />
meenebest zig bevind in een zo dcplorable<br />
„ ftaat van defenfie te Water, het welk voor<br />
zeeker in dezen Oorlog het interesfantfte<br />
„ point is, en waar op alle Ingezeetenen van<br />
„ dit Gemeenebesthet oog hebben: Hoe zeer<br />
„ ik by dezen maar alleen fpreeke van de de-<br />
„ fenfie te Water, achte ik het nodig aan Uw<br />
„ Hoog Mog. onder het oog te brengen,<br />
„ dat ik verre zy van daar door te avoueeren,<br />
dat de Landmagt van dezen Staat genoegzaam<br />
„• is , om te konnen reekenen, dat dit Land<br />
• zie
G R O O T T A F E R E E L . I 45<br />
„.zig in een refpectablen ftaat van defenfie te<br />
„ Lande bevind. "<br />
Ongemeen wel, DOORLUCHTIGE VORST;<br />
ook maakten de Admiraliteits Collegien de<br />
geordonne erde Rapporten op, die zy fuccesfivelyk<br />
in de twee volgenie Maanden aan Hunrit<br />
Hoog Mog. overleverden (a). Maar met<br />
bet bloot leggen, door die Rapporten, van den<br />
droevigen toeftand, in welken onze Zeemagt<br />
zich in den jaare 1776. bevond; — met daar<br />
in verflag te doen van de bekrompenheid der<br />
middelen > die men tot derzelver herftel in 't<br />
vervolg had kunnen hefteden; — met daar in<br />
op te geeven de fchaarsheid , de duurte der<br />
bouwftoffen , het gebrek aan werkvolk en andere<br />
beletfelen van den tweeden rang, weikenmedegewerkt<br />
hadden , om die Collegien te belemmeren<br />
de Zeemagt fterker te vermeerderen,<br />
dan zy was in 1781; •— met daar in, eindelyk,<br />
zich te beklagen over de bezwaarlykheid der<br />
recruteeringen, en over de onmogelykheid,<br />
waar in zy geweest waren , om meerder Schepen<br />
uit te rusten, dan zy in 't begin van dn;<br />
jaar zelfs gedaan hadden; met dat alles, zeg<br />
(a) Deeze Rapporten zyn te vinden onder No. M,i3.<br />
14, 15 en 16 van het eerfte ftuk der Bylaagen taf dt M*«<br />
TOorie vsn ZYN HOOGHEID'.
t'$6 S -C II E T S V A N E E N<br />
ik, bewezen die Collegie» op zyn best, en ondanks<br />
het gezegde in UWER HOOGHEIDS Memorie<br />
(a), dat zy , overeenkomftig de hulpr•aderen van<br />
eenig v;erhuig-, niet anders hadden gewerkt dan<br />
uit kracht der aandryving van het Hoofd-rad: Zy<br />
hadden ('t zy dan werkzaam of niet) de haar<br />
verzorgde middelen gebruikt, en niets meer.<br />
Maar deze redenen, voldoende ter rechtvaerdiging<br />
van hunnen yver en refpedtivelyk gehouden<br />
gedrag in dit geval, of ten minften het gedrag<br />
der meefte haarer byzondere Leden, rechtvaardigden<br />
in geencn deele DIE GEEN EN,<br />
welkende HOOFD-OORZAAK waren van de bekrompenheid<br />
der middelen, waar over zy klaag<br />
den ; dat is, dc VOORNAAMSTE DRY VERS der<br />
eeuwigduurende Vraag, om Vermeerdering<br />
van Landmagt; Vraag, welke, zedert UWER<br />
HOOGHEIDS Mccrderjaarigheid tot op den huldigen<br />
dag, altoos eenonoverkomelykehinderpaal<br />
Was in de herfteliing der Zeemagt: Ook rechtvaardigden<br />
de redenen dier Collegien in *t gr*<br />
heel niet het ALLERSLEGTST GEBRUIK, zedert<br />
de bondbreuk met Engeland, gemaakt van de<br />
weinige Schepen, die bruikbaar waren, zo min als<br />
het SCIIANDEL YK VERZUIM, om 'er meerder<br />
in dien ftaat te brengen. ~ Men moest der-<br />
' halven, DOORLUCHTIGE VORST , niet enkel<br />
(a) A. p. 64. 1-1 B. p< 98. rm & p, 47»<br />
op
G R -o o ï T A F E R E E L . 14?<br />
óp de tweede Oorzaaken van onze rampen entegenfpoeden<br />
zien, maar opklimmen tot deHoofdoorzaaken<br />
j die Hoofd-oorzaaken waren het, die<br />
men moest naarvorfchen en doen ophouden; dat<br />
is, men moest het fchelmachtig gedrag onzer<br />
inlandfche Vyanden ftren gelyk uitpluizen;<br />
men moest hunne haatlyke Cabaal befchaamen,<br />
vergruizen, met derzelver Aanvoerders , als Verraders,<br />
gelyk zy waren, vervolgen. Verraders<br />
die, reeds zo veele jaaren lang, zich van Uw ÉN<br />
invloed'bediende by verfcheide onzer ftedelyke<br />
en provinciale Deliberatien, ter dwarsbooming<br />
der eenige middelen, die onzen koophandel konden<br />
befchermen, onze bezittingen verdedigen ,<br />
en onze rechten, mitsgaders de eer van den<br />
Staat bcwaaren : Verraders, die, op het eigen<br />
oogenblik, dat UWE HOOGHEID de hier beredeneerde<br />
Propofitie deed , en vermeende zo<br />
veel grond tot klagen te hebben over de best<br />
geïntentioneerde Leden der Republiek, zich<br />
nog van UWEN invloed bedienden om de uitrustingen<br />
te vertraagen , om onzen ftervenden,<br />
koophandel den laatftcn doodfteek te geeven<br />
om ons rampfpóedig Vaderland ten fchimp en<br />
fpotvan Europa te ftellen; en om de Staaten<br />
Generaal te verhinderen, zelve tot den waaren<br />
oorfprong onzer rampen op te klimmen en<br />
daar in te voorzien: Zo zeer waren de ftedelyke<br />
en provinciale Vergaderingen nog befmet<br />
.met ontaarte Mannen, welke de bedoelingen<br />
K % de-
148 S C H E T S V A N E E N<br />
dezer verfoeilyke Cabaal bevorderen! zo zeer<br />
waren 'er, in de onderfcheidene Departementen<br />
der uitvoerende magt, Lieden, welke zich<br />
blindeling aan die verfoeilyke Cabaal hadden toegewyd!<br />
Zo zeer was, met ée'n woord, het onmaatig<br />
gezag, door laagheid of vleijery aan<br />
UWE HOOGHEID overgelaaten, ofhetweikGE<br />
ongevoelig had aangemaatigd, gevaarlyk geworden<br />
in de hand der geenen, die 'er een<br />
misbruik van maakten! En zo al eens, zedert<br />
dien tyd, eenige Steden of Provinciën ondernamen<br />
dusdanig wrcedaartig misbruik te<br />
verbannen, fchreeuwde men uit onrechtvaardigheid!<br />
heilig-Jchennis ! en men ontzag niet eene<br />
uitheemfche Mogenheid in 't fpel te roepen,<br />
om die gewaande fchending te beteugelen. —<br />
Ach VOR ST! VORST! ... ik zeg 'er niet meer<br />
van, en keere weder tot het voorftel van UWE<br />
HOOG IIE ID.<br />
„ Hoe zeer ik oordeele, niet in het geval<br />
„ te zyn, om myn gedrag te moeten juftificee-<br />
„ ren, en dat aan U Hoog Mog. bekent zyn<br />
„ de pogingen, die ik zedert myne meerderjaa-<br />
„ righeid aangewend hebbe , om ten allen op-<br />
„ zigte deze Republicq in een refpeótabei pos-<br />
,, tuur van defenfie te doen brengen, hebikge-<br />
„ meen'*, aan U Hoog Mog. onder het oog<br />
te kunnen brengen , dat ik by meer dan<br />
„ eene * elegenheid getoond hebbe van begrip<br />
„ tezyc & dat deze Republicq niet alleen te Land\<br />
„ maar
G R O O T T A F E R E E L . 14$<br />
„ maar ook te Water in een behoorlyken ftaat<br />
p van defenfie behoorde te worden gebragt,<br />
„ om tegens een ieder deszelfs vryheid en in-<br />
„ dependentie te konnen fouteneeren, en niet<br />
„ genoodzaakt te worden, om te neemen me-<br />
„ fures , niet overeenkomftig met de ware be-<br />
„ langens van het lieve Vaderland, maar met<br />
„ die van zodanige Mogentheid, voor wiens<br />
„ bedreigingen men alsdan de meefte reden<br />
„ heeft om te vreezen, wyl men zig buiten<br />
„ ftaat vind, om aan dezelve tegenftand te bie-<br />
„ den. Het is daarom, dat ik reeds in den<br />
„ aanvang van den jaare 1771, zo veel te weeg ge-<br />
„ bragt hebbe, dat door Heeren Gedepuseer-<br />
„ den der Provincie Holland en West-Fries-<br />
„ land, op expresfe last van de Heeren Staa-<br />
„ ten HunnePrincipaalen, terVergaderinge van<br />
„ Uw Hoog Mog.voorgedraagen is, om eene<br />
„ Petitie te doen formeeren tot aanbouw van<br />
„ vier en twintig Oorlogfchepen; dat ik niet na-<br />
,., gchaten hebbe, om by alle gelegenbeeden te<br />
„ injïceren, zo wel op het herftel van de Zee-<br />
„ magt, als op de VERMEERDERING VAN DE<br />
„ LANDMAGT ; en meer dan eens byzonder-<br />
;, lyk aangedrongen heb op de conclufie der<br />
„ voorn. Petitie tot aanbouw van Schepen. Het<br />
„is om diezelfde reden dat Ik, in den aan-<br />
„ vang van den jaare 1775, ter gelegenheid van<br />
„ het Befoigne ter Generaliteit gehouden , door<br />
„ de Heeren U Hoog Mog. Gecommitteer-<br />
K 3 „den
xgo SCHETS VAN EEN<br />
„ den tot de Militaire zaken, met eenige Hc,c-<br />
„ ren meden Ra.id van Staats, om te conciiiee-<br />
„ de verfchiiiende fentimenten van de reipecti-<br />
„ ve Bondgenooten omtrent het Plan van Aug-<br />
„ mentatie der Landmagt , door den Raad<br />
„ van Staatc voorgedraagen den 19 July 1773,<br />
5, hebbe gedaan eene conciiiatoire Propofitie,<br />
„ houdende in fubftantie, ,, „ om een vasten<br />
„ „ Post op den Scaat van Oorlog te brengen,<br />
„ „ ten bedraage van zes honderd duizend<br />
„ „ guldens voor de Marine, waar tegens dc<br />
„ fomme in 1773. gevraagt tot eene te doen<br />
„ Augmentatie van dc Landmagt van over<br />
„ „ de vyfticn Tonnen Gouds zoude zyn ver-<br />
;, „ minderd op negen honderd duizend gul-<br />
„ ,, dens; u<br />
welke Propofitie te dier tyd door<br />
„ de Heeren Staaten van Gelderland, Fries-<br />
„ land, Overysfel, cn Stad en Lande is geam-<br />
„ plecteert, doch geene verdere gevolgen heeft<br />
gehad. Ik zal hier niet aüegueeren de inftantien,<br />
jaarlyks door my met den Raad van<br />
v Staate gedaan, by de generale Petitiën, al-<br />
„ leenlyk zal ik aan Uwe Hoog Mog. communi-<br />
„' ceeren de Propofitie op den 10 Maart 1779.<br />
„ door my ter Vergadering der Heeren Staaten<br />
„ van Holland en West-Friesland gedaan, wel-<br />
„ ke van gelyken inhoud is als de Brief, op dien<br />
„ zelfden dag , door my aan de Heeren Staa-<br />
„ ten van Gelderland, Zeeland, Utrecht, Fries-<br />
„ land, Overysfel en Groningen gefchreven, van<br />
v wel-
G R O O T T A F E R E E L . 151<br />
„ welken ik de eer hebbe hier nevens eene Co-<br />
„ pie aan Uwe Hoog Mog. te remitteeren. "<br />
Myn hier voren gezegde , DOORLUCHTIGE<br />
VORST, en byzonderlyk het geen ik in dit<br />
Werkje van bladz. 1. tot 71. heb daar geheld,<br />
bewyst onwraakbaar hoe min hier te pas kwam,<br />
die weidfche voordragt dier zorgen, welke<br />
UWE HOOGHEID ZO menigwerf genomen had<br />
om by de Vraag, om de herfteliing der Zeemagt,<br />
altoos te héchten, die om augmentatie van<br />
de Landmagt; en vooral hoe wanvoeglyk het<br />
was om hier aan deir aandacht Hunner Hoog<br />
Mog. op nieuws voor te dragen UWER HOOG<br />
HEIDS Propofitie van den 10. Maart 1779. als_<br />
zynde het ongerymdfte en fchadelykfte voorftel,<br />
dat de boosaartigheid Uwer Raadgeevers<br />
immer in de toenmaalige omftandigheden had<br />
kunnen uitdenken, en welkers herinnering<br />
hier een fingulier contrast maakte, met de zo<br />
veelvuldige ge daan e en nog dagelykfche klag<br />
ten van UWE HOOGHEID, van de Admiraliteiten<br />
, en van dc Zee-Officieren, overde moeilykheid<br />
niet alleen, om Matroozen, maar om<br />
zelf Scheeps-Soldaaten te vinden.— En zdks<br />
moeiten wy verdragen!. .. Wy moeiten dulden<br />
om van onkunde, van blindheid, befchuldigd<br />
te worden, zo dikmaal wy den mond ter<br />
verantwoording tegens die aantyging opende! —<br />
Denklyk hield men ons even dom als den wilden<br />
Esquimaux. :<br />
K 4 Kort-
152. S "C H f E T S V A N E E N<br />
Kortom, UWE HOOGHEID befloot zyne<br />
Propofitie aldus:<br />
„ Ik kan niet ontvcinfen van oordeel te zyn,<br />
„ dat het te wenfchen ware geweest, dat die<br />
„ Propofitie toen meer ingang hadde gevonden,<br />
„ wyl ik my DURVE VERZEKERT HOÜDEN;<br />
„ dat, zoo te dier tyd de Republicq hadde<br />
„goedgevonden, IN GEREEDHEID TE DOEN<br />
„ BRENGEN vyftig a zestig wel geëquipeerde,<br />
ft en van het nodige voorziene Schepen, waar<br />
„ onder niet minder dan twintjg a dertig van<br />
„ Linie, en de Landmagt te auginenteeren tot<br />
„ vyftig a zestig duyzend effective Manfchap-<br />
„ pen, zy zig niet in deeze droevige omftanr»<br />
digheden zoude bevonden hebben, maar<br />
„ als een independent Gewest door alle Mof,<br />
genheden zoude zyn gerefpecteert gebiee-<br />
„ ven, en deszelfs aangenomene fyftema van<br />
„ neutraliteit hebben konnen behouden, en dat<br />
„ zy zig in ftaat zoude hebben gezien, om,<br />
„ onder Godes zegen, redenen te hebben,<br />
„ te konnen verwagten, dat zy zoo veel over-<br />
„ wigt zoude gegeeven hebben aan de zyde,<br />
„ daar zy zig by zoude gevocgt hebben, dat<br />
„niet te vreezen was, dat, welke Mogent-<br />
„ heid het ook zy, dezelve zoude bebben,<br />
„ overvallen, maar dat zy van een ieder ge-<br />
„ menageert zoude zyn geweest, en datder-<br />
„ zeiver vriendfehap door een ieder gezogt<br />
s, zoude zyn, en zy aan geene der Mögent-<br />
• M hee-
G R O O T T A F E R E E L . 153<br />
„ bieden wettige redenen van klagten geeven-<br />
„ de, verworven- zoude hebben de agtinge en<br />
„ het vertrouwen van alle Mogenheden, het<br />
„ welk van de beste uitwerking voor de waare<br />
„ belangens van deezen Staat zouden hebben<br />
„ kunnen zyn, immers dat in allen gevalle,<br />
„ zoo zy door een onregtvaardigen Oorlog was<br />
„ aangerand, waar aan men altoos geëxponeert<br />
„ is, zy zig in ftaat zoude hebben gezien, om<br />
„ met hoon van fucces, het hoofd te bieden,<br />
„ en den vyand te konnen noodzaaken , om wederom<br />
de vriendfchap van deezen Staat te<br />
• zoeken op, voor dit Gemeenebest, honora-<br />
„ 'bele voorwaarden " (a).<br />
Dat<br />
(4) Dit gezegde heeft al te veel overeenkomst met<br />
een ander van gelyken aart, te vinden in den Brief van<br />
ZYNE HOOGHEID aan de Sarten Generaal, in dato<br />
17. January 1785. (en van welken hier voren op bladz,<br />
97. is gefproken ) om dit laatfle hier ook niet te laaten<br />
volgen , zynde aldus. Indien bet Ons bad mogen<br />
gebeuren, Onze bedoelingen te bereiken, en Onze poogingen<br />
met den gewenschten uitflng bekroond te zien, dit Ons Vaderland<br />
, bet welk Ons boven alles dierbaar is , aan geënt<br />
buitenlandfcht Oorlogen geëxponeerd , en door geen binnenland<br />