02.05.2013 Views

dpo_1786.pdf

dpo_1786.pdf

dpo_1786.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

S C H E T S<br />

V A N E E N<br />

GROOT TAFEREEL'<br />

O E<br />

B Y D R A G E N<br />

TOT DE HISTORIE DER VEREENIG-<br />

D E N E D E R L A N D s C H E<br />

' P R . O V I N . C I E N<br />

EN BYZONDER TOT DIE VAN<br />

WI JL JL JE M DEN V.<br />

STADHOUDER, KAPITEIN- EN ADMIRAAL-GE*<br />

NERAAL VAN DIE PROVINCXE N, MITS­<br />

GADERS KAPITEIN- EN ADMIRAAL-<br />

GENERAAL DER UNIE,<br />

fiedert het Jaar ifj6. Ut op diztn dag,<br />

DOOJL DEN SCHUTTER<br />

DER XXX. ARTYKELEN,<br />

CF NIEUWE BEDENKINGEN OVE R DE MISLUK"<br />

- " ~ ' M J<br />

^ ?<br />

E X P E J 3 I T Z S<br />

NAAR B REST.<br />

D I E R S T E S T U K<br />

$ N H O L L A N D ,<br />

Ben 4. September 1786,


De volgende Letteren zyn tot aantvyzing der twee ender-<br />

Jcheiden Stukken , en der- drie verjcbillende Drukken , die ,<br />

ik aangehaald beh van de M E M O R I E ,


A A N D E N<br />

JL E Z E JR,<br />

J)e befchouwing van allerleije foort van<br />

rampen, welke ons deerniswaardig Vaderland<br />

zedert veele jaaren geteiflerd<br />

hebben, en voor al de befchouwing van<br />

den fchrikbaarenden aanwas dier rampspoeden,<br />

zedert den jaare 1776 hebben<br />

my aangefpoort, ter naarvorfching van<br />

derzelver waare oorzaaken. Daar toe<br />

heb ik alle de befcheiden, welke ter uitvoering<br />

van myn Bewerp noodzaaklyk waren,<br />

by den anderen verzameld; ik heb<br />

de waarheid der gewis;tigfie gebeurtenisfin,<br />

zedert 40 *Jaaren in onze Republiek<br />

voorgevallen, daar gefield, en haare<br />

regte waarde naargegaan ; daar in<br />

hen ik tot den huidigen dag voortgevaaren,<br />

en met eene overmaat van arbeid<br />

en onvermoeiden vlyt heb ik 'my in ftaat<br />

fcevQnden, den aart der voorgedachte oor-<br />

* Z(t4'


ii A A N D E N L E Z E R .<br />

zaaken grondig te kennen, en om te wangen<br />

een getrouw en vry omflagtig TA­<br />

FEREEL van ha are uitwerk/els der waereld<br />

mede te deel en.<br />

Eene onderneming, welker uitgeftrektheid<br />

en langen duur my terftond deeden<br />

voorzien, dat een Werk van omtrent<br />

12 dikke Boekdeelen in o\ zouden kunnen<br />

uitleveren; de tegenheden , de onaangenaamheden<br />

, my reeds in den aanvang<br />

mynsr naarvorfchingen bejegend,<br />

de hinderpaaien, die my in 't vervolg<br />

voorkwamen, en al het geen ik nog te<br />

verwagten had, niets van dat alles kon<br />

my affchrikken. Bezield met het enkel<br />

inzien van het nut , het welk in<br />

mynen arbeid, en voor myne Tydgenooten,<br />

en voor de Nakomelingfchap opgejloten<br />

lag, befloot ik tyd en rust, ter<br />

volvoering van myn bejlek ten beste te<br />

geeven.<br />

. Dan, naauwlyks had ik de drie eerjle<br />

Stukken van dit ÏAFERE E L eene fchetswyze<br />

geftalte verleend, of onze rampfpoeden<br />

wierden door noodlottige onlusten<br />

vermeerdert. Onze zieltogende Vryheid


AAN DEN L E Z E R , IÏI<br />

heid wierd met nieuwe /lagen gedrukt,,<br />

de Grondvesten onzer Conftitutie onder- ,<br />

gingen nieuwe daveringen; die ysfelyke<br />

rampfpoeden, in plaats van. af te nemen,<br />

groeiden aan, en moeten zy nog eenigen<br />

tyd aanhouden, vaarwel da» ons<br />

Gemeenebest!<br />

Op deeze deerniswaardige vertooning<br />

gevoelde ik de noodzaaklykhcid, das- zo»'<br />

wel de Oorzaaken, als de Bewerkers van<br />

zoo veele rampen, ten fpoedigften bekend<br />

-wierden; ik gevoelde van welken<br />

aanbelang het was, de oogen te openen<br />

van zulken onder onze -Dtledeburgcren,<br />

welke zich door de Voorftqnders eener<br />

onder ons alles vermogende verfocilyke<br />

Cabaal, die onzen ondergang gezworen<br />

heeft, hebben laaten misleiden; — ik<br />

zag van welken aanbelang het was, de,<br />

Sourermne Vergaderingen en alle braare<br />

Lieden onzes Lands te wreeken over deonwaardige<br />

lasteringen en fchen'deryen,<br />

die zy van de Broodfchryyers dier Cabaal<br />

moeften dulden; >— ik zag eindelyk,<br />

dat het meer dan tyd was Europa,<br />

te ontheffen van de valfche denkbeelden,<br />

** 2 die


iv A A N D E N L E Z E R .<br />

die het bedrog en de fchurkachtigheid<br />

aan hetzelve hadden kunnen inboezemen,<br />

over den dadelyken toe/land van ons gefolterd<br />

Vaderland , en de oorzaaken,<br />

welken het in dien flaat gedompeld hebben.<br />

Om deeze nodige uitwerkingen te erlangen,<br />

nam ik het bejluit om, zonder<br />

eenigevertraaging,^SCHETS van myn<br />

TAFEREEL ten voorfchyn te brengen,<br />

dat is, namelyk de verkorting van een<br />

Werk, welks aanbelang en uitgebreidheid<br />

nog eenige jaaren arbeids vordert;<br />

en het welk boven dien door den dood of<br />

andere toevallen, waar aan het menschlyk<br />

leven onderhevig is, deszeifs voltooijing<br />

zou kunnen verhinderen.<br />

De beide Stukken van deeze SCHETS,<br />

welke ik thans uitgeeve, bevatten byzonderlyk<br />

een getrouwen voordragt van het<br />

geen by ons zedert den jaar e 1776. tot<br />

op het einde van 1781. is omgegaan, betreklyk<br />

tot den flaat , waarin het beftuur<br />

onzer Provinciën in 't byzonder,<br />

en dat van ons Gemeenebest in 't algemeen<br />

, geduurende dat tydvak, zig bevonden<br />

hebben; - betreklyk tot onze eerfte<br />

ver-


A A N D E N L E Z E R . V<br />

verfchillen met Engeland; betreklyk<br />

tot de hinderpaalen, door de Engelschgezinde<br />

Cabaal aan de herftelling<br />

onzer Zeemagt gefield; betreklyk,<br />

eindelyk, tot het noodlottig befiuur dier<br />

Zeemagt, en tot de fchandelyke bedryveloosheid<br />

onzer Scheepen, geduurende<br />

het eerfte jaar des Oorlogs die wy tegen<br />

Engeland te voeren hadden. Door deezen<br />

voordragt zal men ontwaaren, tot<br />

hoe verre de Stellers der berugte ME­<br />

MORIE , die onzen Admiraal-Generaal,<br />

op den 7. Oclober 1782. aan de<br />

Staaten Generaal heeft overgegeeven,<br />

Hunne Hoog Mog., de Natie, en geheel<br />

Europa hebben misleid. Or.getwyffeld<br />

zullen die Stellers my van vermetelheid<br />

en bedrog befchuldigen; ongetwyffeld zullen<br />

de Broodfchryvers en andere Voorvechters<br />

der Cabaal dezelfde woorden nabaauwen,<br />

en wel haast zal dat gefchreeuw<br />

van het eene einde van Europa tot het<br />

ander weergalmen; maar raazen ep fchelden<br />

zyn geen redenen: Om my te befchaamen,<br />

moest men my wederleggen „<br />

en juist daflr toe tart ik hen. Bloote re-<br />

* 3 de-


\i A A N D E N L E Z E R .<br />

dekavelingen, hoe rechtmaatig ook, /lam:<br />

'dikwerf ten doel voor kibbelingcn en tegen<br />

Ipraak; maar gebeurde zaaken, en<br />

zoo beweezen als ik gedaan heb, zyn<br />

'fchootvry voor alle betwisting. — Dit is<br />

't niet al: By dien Voordragt voeg ik<br />

het verhaal van verfcheide gewigtige zaaken,<br />

en die zeer eigenaartig zyn om de<br />

/linksheid der voornemens, en de fchandelykheid<br />

der kunstgreepen dier Cabaal<br />

meer en meer te doen kennen; en het<br />

geen men in deeze twee Stukjes van haar<br />

zal aantreffen , is genoegzaam ten betooge,<br />

dat zy al de verfoeijing waardig is,<br />

met welke de braave en kundige Lieden,<br />

die haar kennen, haar bejegenen.<br />

Het derde Stuk van deeze SCHETS<br />

(laat eerlang mede het licht te zien, en<br />

'zal een ver/lag behelzen van de Staatkundige<br />

Gebeurtenisfen , die, geduurende<br />

het jaar 1782. eene rechtflreekfche<br />

betrekking tot onze Republiek hebben.<br />

Ook zal in dat Stuk gevonden worden<br />

, al het geen kan dienen, ter aanwyzing<br />

der oorzaaken van de voortduuring<br />

der werkeloosheid onzer Zeemagt<br />

;


A A N D E N L E Z E R , VU<br />

magt ; en dienvolgen de zal zulks het<br />

overige der Wederlegging van ZYNER<br />

HOOGHEIDS MEMORIE uitleveren.<br />

Dit nieuwe Stuk zal des te belangryker<br />

zyn, daar men in het zelve zal bevinden,<br />

op welk eene wyze het ongerechtig<br />

Syfiema onzer inwendige vyanden zich<br />

ontwikkeld heeft; — Hoe de oogen der<br />

Natie over de naderende en afgelegene<br />

oorzaaken van al die rampfpoeden zyn<br />

geopend; — met welke gegrondheid,<br />

met welken nadruk zy haare femme verheven<br />

heeft;— en hoe die zelfde vyanden,<br />

hun trouwloos geweefzel meer of min bekend<br />

ziende, ter fmooring onzer rechtvaardige<br />

klagten, en om onzen volledigen<br />

ondergang te voltpoijen, heeft begonnen<br />

het geweld te baat te neemen.<br />

De .vierde en vyfde Stukken zullen niét<br />

vertoeven het derde te volgen. Daar in<br />

zal men kunnen aantreffen, de onlusten,<br />

zedert den 5. December 1782. tot op<br />

deezen dag in onze Republiek gereezen; —<br />

de onderscheidene op/landen, door de Cabaal,<br />

geduurende dat zelfde tydvak verwekt,<br />

—- de middelen, door .dezelve ter<br />

* A aan-


VIII AAN DEN L E ZJR R.<br />

aonhitzing dier onlusten, dier op/landen<br />

, gebezigt, — derzelver. bedoelingen<br />

met deeze aanhitzing, • de dwarspaaien,<br />

door haar opgericht, om onze<br />

Alliantie met Vrankryk te beletten, —<br />

het ver/lag van onze verfchillen met den<br />

Keizer, — de onwaardige rol, door dié<br />

Cabaal, by deeze gelegenheid ook gefpeeld,<br />

—* haare listen om ons weder<br />

onder 't juk van Engeland te brengen<br />

derzelver werkingen om ons in de ketenen,<br />

met welke zy ons geklonken heeft,<br />

te blyven houden, — de bedriegeryen,<br />

welke zy tegen ons by- zyne Pruisfifehe<br />

Majefteit heeft uitgevoerd,— de uitwerking<br />

en gevolgen dier bedriegeryen; —den<br />

oorfprong een er tweede, en voor onze<br />

vryheid niet minder gevaarlyke Cabaal,<br />

—• de middelen, door die beide<br />

Cabaalen aangewend, om zich onderling<br />

uit den zadel te ligten, derzelver<br />

yuurigheid, om uitfluitend over ons te<br />

heerfchen, — de flaverny, die ons in de<br />

zegepraal der eene of andere te wagten<br />

flaat, — denzelfden ramp, die uit haare<br />

famenmenging flaat voort te vloeijen, —<br />

deh


A A N D E N L E Z E R . IX<br />

den akeligen toeft and, tot welken wy<br />

door dat alles zyn gebragt, —• de poogingen<br />

, die wy aanwenden, om uit dien toeft<br />

and te geraaken,—• den fchok, welke<br />

tusfchen die poogingen en de daar aan<br />

gebodenen wederftand ontftaat, — en vee-<br />

Ie andere zaaken, welker opgave alhier<br />

te langwylig vallen zoude.<br />

Daar nu ongetwyffeld, onder het afdrukken<br />

dier Deelen, onder ons voorvallen<br />

zullen opkomen, die het lot van ons<br />

elendig Vaderland zullen beflisfchen,<br />

dat is, dat binnen korten tyd zal blyken,<br />

of wy nog vrye Mannen zullen zyn,<br />

dan wel laage Slaaven der Anglo - Stadhouderiaanfclie<br />

Cabaal, of van wien het<br />

ook zyn moge, welke verlangen heeft ons<br />

onder zyn willekeur te doen buigen, zal<br />

ik zorgen die voorvallen by den anderen<br />

te verzamelen, en daar uit de ftoffen<br />

putten voor het zesde en laatfte Stuk van<br />

myne SCHETS.<br />

Dat ik de vryheid heb genomen deeze<br />

SCHETS op te dragen aan onzen<br />

Stadhouder, Kapitein- en Admiraal-<br />

Generaal, is, om dat het voor niemant<br />

* 5 in


x A A N D E N L E Z E R .<br />

in de ganfche Republiek van meerder<br />

aanbelang is, dan voor ZYNE DOOR­<br />

LUCHTIGE HOOGHEID, om eene<br />

waare en volledige kennis te hebben van<br />

de zaaken, die ik heb aangevoerd, en<br />

van die ik nog aanvoeren zal; — het is,<br />

om dat 'er dien Forst aan gelegen legt,<br />

te weten, wat Hy van zynen kant had<br />

kunnen doen, ter voorkoming der ons<br />

over ft elpen de rampen, ten min ft en, om<br />

af te zien van langer het blinde werktuig<br />

te zyn der Cabaal, die Hem beft uur d,<br />

en onzen ondergang gezworen heeft; het<br />

is eindelyk, om dat het voor ZYNE<br />

HOOGHEID van oneindig veel aanbelang<br />

is te kennen, het geene Hy, nog<br />

heden, zou kunnen doen, om zich van<br />

het juk dier Cabaal te ontflaan, om onze<br />

poogingen tegen hen, die ons iragten<br />

te onderdrukken, kracht by te zetten,<br />

en om mede te werken, ter her/lelling<br />

van orde, eendragt en vryheid in deeze:;,<br />

Lande.<br />

A A N


A A N<br />

ZYNE DOORUCHTIGE HOOGHEID<br />

WXJLJLEM DEN F.<br />

PRINS V A N ORANGE EN NASSAU,<br />

STADHOUDER,<br />

KAPITEIN EN ADMIRAAL-GENERAAL<br />

D E R<br />

VEREEN IGDE NEDERLAND SC HE<br />

PIOVINCIEN,<br />

KAPITEIN EN ADMIRAAL-GENERAAL<br />

D E R<br />

U N I E ,<br />

E N Z . E N Z . E N Z.<br />

DOORLUCHT IGSTK VoRSTi<br />

Aangezien onze Republiek is faamgefteld uit<br />

zeven Souveraine en Onafhanglyke Gewesten,<br />

en die elk eene Conilitutie, Wetten en byzondere<br />

Gewoontens, ja dikwerf belangens hebben<br />

, meer of min aangekant tegen het algeineen


XII V o O K A F S P R A A K.<br />

meen Belang, en daar uit in den Staat kunnen<br />

geboren worden, lastige kibbelingen, twisten<br />

, verdeeltheden, langwyligheden, beletzelen,<br />

en andere het algemeen welzyn benadeelende<br />

ongemakken, fcbynt bei niet alleen noodraaklyk<br />

te zyn, dat dezelve een Hooft der uitvoerende<br />

magt nebbe , maar dat ook dit Hooft,<br />

of eenig ander in Waardigheid gefteld perfcon<br />

van genoegzaamen invloed op het innerlyk<br />

bewind van den Staat zy voorzien, om aldaar<br />

de banden naauwer te (brikken, welke de Leden<br />

des Bondsgenootfchaps vereenigen; —<br />

om daar in de verdeeldheden voor te komen; —•<br />

om in dringende nooden de Deliberatien te befpoedigen;—•<br />

om vastigheid by te zetten aan<br />

de Refolutien , kragt aan de maatregelen , en<br />

werkzaamheid aan de Operatien,— 1<br />

en tot dirigeering<br />

van alle infpanningen ter verdediging en<br />

behoudenisvan de vvaare belangen , van den kuiter<br />

en van de welvaart der Republiek in 't algemeen<br />

, en van elke Provincie in het byzonder.<br />

Aangezien een elk onzer Provinciën een byzonder<br />

verbondfchappelyk lichaam vormt, en<br />

dat de Leden , welke de refpedtive Staaten<br />

dier Provinciën uitmaaken, oftchoon meer of<br />

min afhanglyk, ook eene Conilitutie, Wetten,<br />

verfchillende Gewoonten en dikwyls ftrydige belangens<br />

hebben; dat het boven dien mogelyk<br />

zv, dat daar in deze' of geenen de rechten en<br />

Vryheid der Burgeren verweldigt, en daar uit<br />

de


V O O R A F S P R A A K , xm<br />

de uitwerkzels kunnen voortvloeijen, die even<br />

zo goed de welvaart der eene of andere dier<br />

Provinciën fchadelyk zyn , als aan die haarer<br />

Burgeren, ja zelf aan die van het algemeen<br />

Bondgenootfchap, fihynt het insgelyks noodzaaklyk,<br />

dat 'er in elke Provincie een Hooft der<br />

uitvoerende magtzy, of zodanig ander iemand<br />

met Waardighe ;<br />

d bekleed , wiens waakzaamheid<br />

, raadgeevingen, invloed en gezag even<br />

zodanige 'heilzame uitwerkingen kunnen hebben<br />

als die ik zo even heb aangeftipt.<br />

Dit waren zekerlyk , D O O R L U C H T I G E<br />

VORST, de uitwerkzelen, die onze Voorvaderen<br />

op het oog hadden met de zig agtervolgende<br />

verheffingen van verfcheide Vorften<br />

UWES Huizes tot de Eminente Waardigheden,<br />

die thans in den Perfoon van UWE HOOGHEID<br />

vereenigt zyn. Dan, indien de uitkomst de<br />

verwagting onzer braave Voorouderen eenigermaate<br />

beantwoordde, fcheelde het veel dat<br />

die zulks in andere opzigten vervulde. Zy ondervonden<br />

in verfcheide gevallen hoe gevaarlyk<br />

het was den Stadhouderen een al te uitgeftrekt,<br />

of een niet genoegzaam bepaald vermogen<br />

te vergunnen ; dat is, namelyk met zig te<br />

bepaalen hun eene Commisfie te verleenen, die<br />

in atgemeenen zin, wel aanwyst welk goed zy<br />

doen moeten, maar geenzins voorkomt, dat<br />

zy doen kunnen door het verzuimen hunner<br />

jpligten, en het. overfchryden der natuurlyke<br />

grens-


Str V O O R. A F S P E A A K.<br />

grenspaalen van hun gezag. Ook deed het gebeurde<br />

onder Prins Maurits, en het geen vervolgens<br />

onder Willem den II. gefchledde , oordeelen,<br />

hoe gevaarlyk het voor de rust, eendragt<br />

en vryheid van den Staat was, zo wel<br />

als voor de veiligheid van derzelver Ingezetenen<br />

^zy, dat in denzelven één Mensch zulk<br />

een"uitgéftxekt, en zo onbegrenst vermogen<br />

bezat, als dat geen , van welke die twee Vorften<br />

een misbruik gemaakt hadden; en wanneer<br />

Willem den II. in het jaar 1650. overleed,<br />

nam het aanweezen van het Stadhouderfchap in<br />

vyf Provinciën («) een einde. De Atle van<br />

Seclufie door de Staaten van Holland in 165-4.<br />

geformeerd , en het eeuwig Edicl in den Jaare<br />

1667. door dezelve uitgevaardigt, beweezen,<br />

dat men geenzins de eigendunklyke bedryven,<br />

in de gemelde Provinciën, onder het Stadhouderfchap<br />

dier twee Vorften, gepleegt, vergeeten<br />

was; en hoe zeer die zelfde Staaten bekommerd<br />

waren, die haatlyke daaden te zien<br />

hernieuwen , indien men 'er eene Waardigheid<br />

herftelde, die in verfcheide opzigten zoo<br />

nut-<br />

(a) Die vyf Provinciën waren Gelderland, Holland,<br />

Zeeland, Utrecht en Overysfel. Wat die van Friesland en<br />

Groningen aangaat , dezen hadden hunnen byzonderen<br />

Stadhouder in de Afstammelingen van Jan van Nas/au,<br />

broeder van Wi'.Uw dtn I.


VOORAFSPRAAK.' XT<br />

nuttig, maar zo gevaarlyk is, als die niet befloten<br />

word binnen die paaien, welke de voorzigtigheid<br />

daar aan op de allerftiptfte en plegtigfte<br />

wyze moest voorfehryven.<br />

De ondervinding dierhalven had doen zien<br />

wat 'er noodzaaklyk zou moeten verrijt worden,<br />

indien men immer overging ter herftelling<br />

van het Stadhouderfchap in die vyf Provinciën:<br />

Edoch, de magt, ei de kunst^reepen der<br />

A-mhangers van Wdlem den III., — de verdeeldheden,<br />

en onlusten, die zy op onderfcheidea<br />

tyden ten vcordeele van dien Vorst zaaiden, —•<br />

de Oorlog, met welken Engeland en Vrankrykin<br />

hetjaar 1672,. deRepubliekophetlyf kwamen,—het<br />

wantrouwen, de verachting, de haat, welke<br />

die Aanhangers, derzelver Huurpennen, en de<br />

dweepzieke Predikanten aan het Graauw tegen<br />

de meefteRegenten inboezemden, — de<br />

Oproeren, geweldige be dry ven , aan welke dat<br />

Graauw, byzonder in Holland en Zeeland ter<br />

verwerving van de herftelling des Stadhouderfchaps,zig<br />

overgaf, •— de kuiperyen en poogingen<br />

van Willem zelve, met veele andere zaaken,<br />

welker verhaal hier te lang zoude vallen,<br />

dwongen toen die beide Provinciën deze Waardigheid<br />

in den Perfoon van dien Vorst te herftellen,<br />

op eene Commisfie die even onbepaald<br />

was, als die zyne Voorgangeren hadden gehad;<br />

en wierd de waardigheid van Kapitein-<br />

Generaal tevens op eene niet minder onbepaalde<br />

Com-


XVI V O O R A F S P R A A K .<br />

Commisfie opgedragen. Indien men nu, DOOR­<br />

LUCHTIGE VORST daar by voege , dat men<br />

na de Franfchen de Provinciën van Gelderland*,<br />

Utrecht en Overysfel hadden ontruimt, en om die<br />

Provinciën te ftraffen dat zy ongelukkig genoeg<br />

waren geweest, om door krygsmagt overheerd<br />

te worden , een byna volftrekte heerfchappy<br />

over dezelve aan dien eigen Vorst opdroeg, —<br />

indien men 'er ook by voege dat JVükm een<br />

der greetigfte haakers naar een onbegrenst gezag<br />

was, blyft 'er geen verwondering over<br />

^ dat hy , geduurende zynen ganfchen levensloop,<br />

de Republiek heeft beftuurd, even ofhy<br />

'er Oppermagtig Heer en Meester van geweest<br />

was. Kenners onzer gefchiedenisfen weeten,<br />

dat 'zo de Republiek veel verfchuldigt was aan<br />

de Staats- en Krygskundige vermogens van<br />

dien Vorst, zy oneindig meerder grond had<br />

om zig te beklagen over deszelfs onverzadelyke<br />

heerschzugt, en het fchreeuwend misbruik<br />

dat hy dikwyls van het hem toebetrouwd gezag<br />

maakte.<br />

By het overlyden van Willem den III. m 't<br />

jaar 170a. was de Stam van Willem den I. uitgeftorven,<br />

en de vyf voren gemelde Provinciën ,<br />

waren dus zonder Stadhouder, gelyk ook de<br />

Unie zonder Kapitein en Admiraal Generaal (a).<br />

Maar<br />

(a) De Provinciën FrUsland en Groningtn hadden altoos<br />

hunnen byionderen Stadhouder


VOORAFSPRAAK. XVH<br />

Maar de droevige ervarenis, die men nogmaals<br />

had bekomen, deed duchten , dat de heiM<br />

ftelling dier Waardigheid nog ten eènigen' da*<br />

ge aan de Vryheid- der Natie den doodfteek<br />

zou toebrengen, en 'er verliepen- vyf en veertig<br />

jaaren zonder dat die herftelling plaats had.'<br />

Sommigen der misbruiken ,. onder het laatfte<br />

Stadhouderfchap in de on&erfcheidene gedeeltens<br />

van den Staat ingeilbopen bleeven geduu*<br />

rende dat tyd vak voortduuren ; en daar by voeg-><br />

den zich anderen van een verfchillenden aart,<br />

welke de droevigfte gevolgen na zich fleepten:<br />

by voorbeeld-; in veele van onze Steden, be-<<br />

krimpten het regeeren en de uitvoerende magt<br />

zich in eenige Familien;-— daar door trokken<br />

die Familien tot zich het uitfluitend recht tef<br />

dagvaart in de Stiaten hunner Provincie , engevolglyk<br />

ook naar de Staaten Generaal;— alle<br />

bedieningen , ampten , commisfien , enz", welke<br />

met hunne belangens ftrookten of hunne<br />

neerschzugt vergenoegen konden', zagen zy aan'<br />

als een vaderlyk erfgoed, en gingen daar naar<br />

re werk. Hier doorgeraakten devoornoemde<br />

Steden , ja geheele Provinciën , onder het believen<br />

van een gering aantal Burgers, die derechten<br />

en den buit, welken men het Volkont-'<br />

trok, onder zich verdeelende, en alles marhun.-nen<br />

wil en wenk draaijende, ftrafloös de klagten'<br />

Van even dat'zelve Volk konden verydelen of het'<br />

doenz-wygen. Indten men nu daar by voege' alle'


xvni VOORAFSPRAAK.<br />

de rampfpoeden, die voortvloeijen moesten, en<br />

ook daadlyk voortkwamen uit het alvermogen<br />

eener menigte Regenten, wier eigen-zucht,<br />

hoogmoed, gebrek van oeflening, onkunde, verwaarloozing<br />

en onbekommerdheid voor het gemeene<br />

welzyn, en verachting voor de geheiligde<br />

rechten der Burgeren niet konden beteuge.d<br />

worden, Indien me» daar nogbyvoege de<br />

hindernisfen, welke uit de faamgefteldheid en<br />

gebreklykheid onzer algemeene Conftitutie,<br />

en van onze byzondere Conftitutien, voortfproten,<br />

of uit de daar in ongevoelig ingeflopene<br />

misbruiken geboren wierden, — indien eindelyk<br />

men daarby voege de ongemakken, voortkomende<br />

uit het gemis van een Hooft over onze<br />

Land- en Zeemagt, zal het geene verwondering<br />

baaren, dat men, geduurende de vorengemelde<br />

45 Jaar en , in een groot aantal onzer<br />

Steden een oneindig aantal van eigendunklyke<br />

bedryven, een oneindig aantal van onrechtvaardigheden,<br />

kwellingen en ft affelooze rooveryen<br />

heeft gezien , en de geheiligfte rechten der<br />

Burgeren fchandelyk met voeten getreden, —*<br />

het zal, zeg ik, geene verwondering baaren,<br />

dat men op het laats" ook nog de Zeemagt totaal<br />

vervallen, de Trouppes zonder krygstugt, den<br />

Krygsdienst zonder achting, de Grenzen verwaarioost,<br />

ons aloud Vermogen in zwym, en<br />

den algemeenen nood tot eene fchrikbaarende<br />

hoogte gezien heeft : in diervoege dat<br />

wy


V o O X A ï S ï l A A f t XIX,<br />

wy enkel van onder het juk van Willem den III.<br />

uitkwaamen, om van Cbarybdis op Scylla te vervallen.—<br />

Het geen ik hier aanvoere, DOORLUCH-<br />

TIGSTEVORST,is eenieder bekend, en alle betaamlykheid,<br />

welke ik kan verfcluüdigd zyn aan<br />

de nagedagtenis van zodanige Regenten , die<br />

meer ofmin oorzaak van zo veele rampen waren,<br />

kan my geenszins tot het zwygen of het verraaden<br />

der waarheid verpligten; ik weet dat onze<br />

Stedelyke Regeerings- Collegien en Souveraine<br />

Vergaderingen voorwerpen voor den diepften<br />

eerbied der Burgers zyn, dan het welder.kendfte<br />

gedeelte dier Collegien en Vergaderingen isalte<br />

rechtmaatig öm te vergen dat iemant, wie het<br />

ookzy, niet moge herinneren de misbruiken en<br />

kwaaien, die fomtyds in het publiek beduur zyn<br />

ingeflopen, door het overwigt eener meerder-;<br />

heid, die of verblind, of achteloos was, of zich<br />

leiden liet door beweegredenen, die voor de<br />

burgerlyke vryheid, of het algemeene welzyn<br />

nadeelig waren.<br />

Eindelyk, was (byzonderlyk omftreeks het<br />

jaar 1740.) ons elendig Vaderland tct dien<br />

ftaat gebragt, door de handelwyze van Re-»<br />

genten welke dien naam onwaardig waren,<br />

?<br />

er was tevens een groot getal andere Regenten<br />

, d ;<br />

e , hunne pryswaardige poogingen vrugteloos<br />

zien le , derzelve r<br />

zugtingen met die der<br />

Natie vermen 'den over de gedugte kwaaien, van<br />

weiken zy getuigen waren. Hun was geenszins<br />

** 2 OUz


XX V O O R A F S P R A A K .<br />

onbewust dat 'er een H ULPMIDDEL was voor<br />

die kwaaien, maar wat kon hunne kunde,<br />

hunne yver en hun wenfchen baaten tegen<br />

alvermogende Menfchen , die hunne rekening<br />

vonden met de dingen in derzelver daadiyken<br />

•toelland te laaten , en tegen anderen , wier<br />

bevordering, fortuin en verheffing alleenlyk<br />

gegrond was op de hcrltelling van het Stadhouderfchap,<br />

zodanig als het bevorens was gew eest.<br />

Volgens een gefchreven MEMORIE in den<br />

jaare 1740. door een zeer kundig Man opgefteld,<br />

en waar van een Extract thans voor my<br />

ligt, moest het HULPMIDDEL, dat die braave Regenten<br />

wilden zien bezigen , beftaan in de Hervorming<br />

van dat geene, het welk zo wel de Algemeene<br />

Conflitutie , als die der byzondere<br />

Provinciën en Steden gebreklyks hadden, en<br />

in de uitroeijing der daar in gellopen misbruiken.<br />

De Steden konden zulks voor eerst in<br />

hunnen eigen boezem onderneemen ; vervolgens<br />

kon elke Provincieeven eens handelen;<br />

en eene Algemeene Vergadering van Gedeputeerden<br />

uit alle Provinciën zoude geregeld<br />

hebbenallej wat de Unie aanging. „ Indien<br />

„men zodanig eene Hervorming uitvoerde,<br />

„ vervolgt die MEMORIE, ZOU men onze Natie<br />

„ in haare Rechten en Vryheid herfteld zien,<br />

„ de Nominaüen van Regenten algemeen door<br />

„ het Volk gedaan , de bedieningen , ampten<br />

„ en commisfien gelykmaatig verdee:d, en<br />

„ waar-


VOORAFSPRAAK. XXI<br />

„ waardiglyk uitgevoerd; — by de Grooten<br />

„ zou men het ftuurfehe van den hoogmoed en<br />

„ de verachting plaats zien maaken voor eene<br />

„ zagtaartige gemeenzaamheid; •— het Volk<br />

„ zou men aan zyne Beftuurderen verkleeft<br />

„ zien als aan hun eigen werk; en deezen aan<br />

„ het Volk verknogt door alle gevoelens van<br />

„ achting en erkentenis; —> het gezag der<br />

„ Regenten zou heilzamer, en dien volgende<br />

„ behendiger en eerwaardiger worden; — in<br />

„ de onderfcheidene rangen van den Staat,<br />

„ zou men die verftandhouding , die hartelyk-<br />

„ heid,dat vertrouwen, en die algemeene aan-<br />

„ fpooring, zonder welke de geregeltheid en<br />

„ famenftemming in eene Republiek als de on-<br />

„ ze nimmer kunnen beftaan,herboren zien; —•<br />

„ met één woord, als dan zou het algemeene<br />

„ welzyn het eenig voorwerp aller wenfchen, en<br />

„ het doelwit aller poogingen zyn. —En na aldus<br />

„ alle oorzaak van misbruiken , onrechtvaar-<br />

„ dighedea en wanorde, in ons BurgerlykBe-<br />

„ wind ingcflopen, vernietigd , en aldus uit<br />

„ den weg gcruimt te hebben alle hindernis-<br />

„ fen, bekwaam om den loop van onsStaatkun-<br />

„ dig Werktuig in wanorder te brengen , te ver-<br />

„ traagen of te ftremmen, zou elke Stad, iedere.<br />

„ Provincie zich verlast zien van de wreede<br />

„ beurtver wisfeling om of te zuchten onder het<br />

„ juk eenerhaatlyke Olygarchie, of onder deniet<br />

minder noodlottige willekeur van een vol?<br />

** 3 „ itrekc


XXii VOORAFSPRAAK.<br />

„ ftrekt Sradhouderfchap. Maar, ge-<br />

„ lyk de handhaving van order, krygstugt, en<br />

„ van aanfpooring in onze Land- en Zeemagt<br />

insgelyks noodzaaklyk is, zou het nuttig zyn<br />

„ de bediening van Kapitein en Admiraal Gef<br />

i neraai te herftellen, deszelfs gezag in dier<br />

„ voegen daar te ftellen, en te bepaalen dat men<br />

„ niet dan het meefte goed van de uitoeflèning<br />

„ dier bediening kon verwagten, en geene dier<br />

„ ongemakken, geen dier gevaaren welke zou-<br />

„ den kunnen voortvloeiden uit het misbruik,<br />

„ dat dit Militair Opperhooft 'er van zou kun-<br />

„ nen maaken. Wat betreft de herftellmg van<br />

het Stadhouderfchap, dat is van eene Waar-<br />

„ digheid , welker uitoeffening beftaat in het<br />

„ toezicht houden over het bedienen van Jufti-<br />

„ tie en Politie, mitsgaders op de bewaaring<br />

„ der geregeldheid en overeenftemming in elk<br />

„ onzer Provinciën , en welke tevens beftaat<br />

„ in zekeren invloed in het algemeen Bewind<br />

„ der Republiek, zulks fchynt na de vorenge-<br />

„ melde Hervorming noodeloos te worden.<br />

„ Edoch, indien na verloop eener ervarenheid<br />

„ van eenige jaaren, de herftelling dier Waar-<br />

„ digheid noodzaaklyk fcheen, zou het Ver-<br />

„ mogen des geenen, die daar mede bekleed<br />

„ wierd, niet minder duidlyk bepaald, noch<br />

„ minder voorzigtiglyk begrenst dienen te wor-<br />

, e den , dan het gezag van den Kapitein en<br />

f, Admiraal-Generaal. Eindelyk, gemerkt een<br />

» groot


V O O R A F S P R A A K . xxm<br />

„ groot burgerlyk Vermogen , met eene Militaire<br />

kragt vereenigt , een werktuig van<br />

„ verdrukking kan worden , zoo zouden die<br />

„ Waardigheid en bovengemelde Bediening<br />

„ nimmer in een Perfoon behooren veree-<br />

„ nigt te zyn , en nog nrnder erffelyk, al was<br />

„ 'er ten opzigte van dit laatfte geval geen an-<br />

„ dere zwaarigheid , dan die van Minderjaa-<br />

„ righeden,enz. enz." Zie daar, DOOR­<br />

LUCHTIGE VORST, hoedanig zig iemam: uitdrukte<br />

wien onze Conftitutie, ons burgerhyken<br />

ftaatkundig beftuur, mitsgaders de daar in gellopene<br />

misbruiken bekend waren; zie daar hoe<br />

een groot getal waare Vaderlandlievende Regenten<br />

darten; zie daar, kortom het geen de verlichtte<br />

Burgers der Republiek verlangden te zien.<br />

Deeze, ten minften in derzelver wezenlykfte<br />

punten, zoo noodwendige Hervorming<br />

was door zig zelve niet onmogelyk; maar was<br />

ook het werk niet van een oogenblik of van<br />

eenige overhaafle Refolutien : Zy vorderde uitgebreide<br />

naarvorfchingen, een bedaard onderzoek,<br />

voorzigdge Deliberatien, en boven al de<br />

opoffering van alle heerschzugt, van alle eigenbelang,<br />

en een eensgezinden yver voor het heil<br />

van den Staat. Dan , daar men zulk eene edelmoedige<br />

belangeloosheid , zulk eenen edelen<br />

yver van de meerderheid der Regenten onzer<br />

meefte Steden, zelfs van de meerderheid der<br />

Leden van de onderfcheidene Ridderfchappen,<br />

** 4 niet


Jfflï V O O R A F S P R A A K ,<br />

Btet kon hoepen, €n het Volk, onder het gewigt<br />

zyner ketenen gebukt, toen de Hem by<br />

de welgezinde Regenten niet zou hebben durven<br />

veegen., had de Hervorming geen plaats:<br />

de zaaken .bleven hunnen gang gaan , dat is van<br />

erger .toterger, terwyl de Party, die naar eene<br />

herftelling van het Stadhouderfchap in de volle<br />

uitgeftrekrheid van Gezag, waar van de Stadhouders<br />

voormaals bezitters geweest waren, haakte,<br />

middelen wyl niets verzuimde, om dat herftel by<br />

de eerst voorkomende gelegenheid te bekomen.<br />

Die gelegenheid kwam eindelyk. Het zydelings<br />

aandeel, door ons in den Oorlog van<br />

1741. genomen , haalde ons terftond netelige<br />

gefchillen met Vrankryk op den hals: het Oorlogsvuur<br />

breidde zig ongevoelig tot aan onze<br />

Frontieren uit: en in 1746. zagen wy die Frontieren<br />

door de Legers dier Mogendheid aangetast.<br />

Die aanval, en het zich voordoen der verdere<br />

voortgangen, welke die Legers by eenen volgenden<br />

Veldtoet zouden kunnen manken,<br />

bragten de ganfche Republiek in ontileltenis.<br />

Het morren, het klaagen, het gefchreeuw,<br />

en de vervloekingen van allerleijen aart verhieven<br />

zich; eene menigte van Schotfchriften,<br />

en oproerige Predikatiën voltooiden de aanhitzïng<br />

der -gemoederen ; de Voorftanders<br />

van het Stadhouderfchap, zich van deeze gelegenheid<br />

bedienende, -verfpreidden, dat, ver-<br />

.«nats de Republiek zich in gelyk gevaar bevond<br />

als


XXV<br />

e e n i<br />

als in .het Jaar J,6>-> S bvJpmVdel voot<br />

onze rampen beltond in de herfteliing dier<br />

Waardigheid, op zoodaanige wyze aU dezelve bevorens<br />

in weezen was geweest; veele Lieden, en byzonder<br />

het gepeupel, onbekwaam om te bedenken<br />

, dat zoo eene d-ergejyke herfteliing een hulpmiddel<br />

was voor veele kwaaien, het 'er wel geen<br />

kon zyn voor vry wat andere kwaaien , — dat<br />

hetfommigen wel zou kunnen verfiimmeren, of<br />

ook wel nieuwe te weeg brengen, • die<br />

Lieden, zeg ik, en dat gepeupel verbeeldden<br />

zich, dat dit hulpmiddel inderdaad algemeen was,<br />

en begonnen overluid.te roepen, dat men eenen<br />

Stadhouder moest hebben, en dat Wnlem deW.<br />

de Doorluchtige Vader van UWE HOOGHEID,<br />

DOORLUCHTIGE VORST! moest herfteld worden<br />

in alle Waard ;<br />

gheden en Bedieningen ,<br />

welke de voorgaandePrinsfenvan Oranje inde<br />

Republiek bekleed hadden. Dus was het dat,<br />

daar de mynen, die men in een groot aantal<br />

plaatzen onzer Provinciën vooraf had aangelegd,<br />

door onderfcheidene takken met malkander<br />

gemeenfchap hadden , 'er nu niets meer<br />

ontbrak dan de lont te ontfteeken, om dezelven<br />

de plotslyke en algemeene uitbarfting te verschaffen,<br />

die men verwagtte. En dat alles gebeurde<br />

gelyk men het vooruit overdagt had:<br />

dat is, namelyk , dat ettelyke wagthebbende<br />

Burgers van Ter Veere, in den nacht van den<br />

5.4. $ot den April 1747., befloten van de<br />

*•*' ^ Re-


xxvr VOORAFSPRAAK.<br />

Regeering dier Stad de herfteliing van het<br />

Stadhouderfchap te eisfchen, en zulks ook op<br />

dat oogenblik uitvoerden, en vermits'deeze Regeering<br />

ongetvvyffeld van dien eiscb voor af verwittigd<br />

was, bewilligde zy des ogtents daar in<br />

zonder eenige zwarigheid (c).<br />

De brand floeg binnc-n weinig uuren over<br />

naar Middelburg en Vlisfmgen, alwaar opdien eigen<br />

dag het Stadhouderfchap herfteld vvierd:<br />

en de Staaten van Zeeland volgden drie daagen<br />

daarna het zelfde voorbeeld, in weerwil der<br />

tegenkantingen in derzelver Vergadering. De<br />

ryd Was daar, dat de Bewerkers deczer Staatsomwenteling,<br />

onderfteund door het Graauw,<br />

en door de Aanhangelingen , die zy z ;<br />

chinde<br />

verdere Clasfen der Birgercn hadden verzórgt,<br />

roemen mogten dat zyde Wet konden ftefen.<br />

Ongelukkig die géenén , welke zich daar tegen<br />

•zouden verzethebben. Menoordeele dieswegen<br />

uit het geen toen de Regeering van Zierikzee<br />

bejegende, met zich niet gehaast te hebben,<br />

om het voorbeeld der verdere Stcden :<br />

van de<br />

Provincie te volgen.<br />

Het nieuws van het geen 'erin Zeeland om<br />

(o) Het is juist of die zelfde wyze, dot in deze Stad de<br />

Staats • omwenteling Itgon , die Willem den III. tot bet<br />

Stadhouderfchap verhief, in den jaare 16J2. En bet is te<br />

denken, dat zo bet tin itnigen tyden te doen was om een Sou.<br />

verain aan de Republiek te gteven, men in dat zelfde Wtgtvertrek<br />

dtn eerftsn flap deen zbudt.


VOORAFSPRAAK. XXVÏÏ<br />

ging, verfpreidie zich zoo ihelals de weerfcht •<br />

in de verdere Provinciën van de Republiek:<br />

En van die oogenblik, was het dat de verdubbelde<br />

poogingen der Stadhoudersgezinde Party,<br />

derzelver lchielyke aamvus, de geestvervoering<br />

en de toejuichingen der menigte, de naam van<br />

Oranje overal weergalmende , de Vaandels van<br />

die Couleur allerwegen u'tgeftjken, de vervloekingen<br />

tegen de oude Regeering uitgebraakt,<br />

de bedreigingen , da toomeloosheid van<br />

het gepeupel, en derzelver ge weldaadigheden<br />

in een groot getal plaatzen , kortom , dit<br />

alles in de Provinciën van Holland , Urecht<br />

en Overysfel aankondigde , dat men geen andere<br />

keuze te doen had ilah het voorbeeld van<br />

Zeeland te volgen. De Regenten zelfs, die het<br />

meest verlicht, het meêst mét yver voor het<br />

algemeene welzyn bez'eld waren, en die<br />

meenden, dat de aauftalling van eenen Kapitein<br />

Generaal voldoende zou geweest zyn in<br />

den netelige.i Rand, waar toe de vyandlyke<br />

Progresfen ons Land óebragt hadden , die Regenten,<br />

zeg ik , dienen IJ dat men toch eenen<br />

Stadhouder wilde hebben, gewenscht zouden<br />

hebben dat men üie verkiezing had verfchoven<br />

tot een tyd, in welken de bedaardheid van geest<br />

en hartstogten hadden toegelaaten, deCommisfien<br />

en Init-ucrien, die men hem zou kunnen geven<br />

, op de vooragtigfte wyze in orde te brengen<br />

en te beperken, die waardige Regenten, kortom,<br />

wier-


zxvin V O O R A F S P R A A K .<br />

wierden door den dvvarlwind mede gefleept,<br />

en bewilligden, gelyk de overigen , in alles wat<br />

de zegevierende Party vorderde. Halftarrige<br />

wederftand van hunne zyde zou geene andere<br />

uitwerking gehad hebben, dan hen bloot te<br />

ftellen aan de woede van het gepeupel, of hen<br />

ten minften hunne Bedieningen te doen verliezen,<br />

en hen in dier voegen buitenftaat te ftellen<br />

, om zich in het vervolg , zoo veel hun mo gelyk<br />

zyn zoude, te verzetten tegendegevolgen van<br />

een kwaad dat zy niet hadden kunnen beletten.<br />

Zie daar, DOORLUCHTIGE VORST, hoedanig<br />

de herfteliing van het Stadhouderfchap minder<br />

de uitwerking was van noodzaaklykheid en<br />

voorzigtigheid , dan het werk van eigenbaat<br />

en heerschzugt, van list en verleiding, van verblindheid<br />

en geweld. —• Zie daar, zeg ik , op<br />

wat wyze die w aardigheid op den 3. Mey<br />

door de Staaten van Holland wierd heriield, —<br />

dien eigen dag door de Staaten van Utrecht, en<br />

den 10. door de Staaten van Overysfel. Reeds<br />

op den 4. herftelden de Staaten Generaal insgelyks<br />

de waardigheid van Kapitein- en Admiraal-Generaal<br />

der Unie. En dat alles zoo<br />

wel aan de eene als andere zyde, op den ouden<br />

voet; dat is, zonder eenigerlei Inftructien, die<br />

klaar en duidlyk bepaalden en beperkten het al<br />

te uitgeftrekt, of al te algemeen uitgedrukt vermogen<br />

, by de particuliere Commisfien der bovengemelde<br />

Waardigheid en Bediening. 1<br />

Eh>


VOORAFSPRAAK. XXIX<br />

Eindelyk, aangezien Willem de IV. bereids zedert<br />

langen tyd Stadhouder was van Friesland,<br />

Groningen en Gelderland, bevond zich het<br />

Stadhouderfchap van alle onze Provinciën in<br />

zyn Perfoon verëenigt, dat aan geen zyn er<br />

Voorzaatente beurt was gevallen (a).<br />

I- On-<br />

(a) De beide volgende Gommisfien , die volgens de<br />

oude in denjaare 1747 zyn geftefci, en zedert, voor Willm<br />

den V. thans levende , in den Jaare 1766. zyn vernieuwd,<br />

zullen voldoende zyn om mynen Lezeren eenig<br />

denkbeeld te geeven, waar in vuormaals beftaan hebben,<br />

en nog beftaan het vermogen van den Stadhouder, Kapitein<br />

en Admiraal Generaal van onzebyzondere Provinciën,<br />

en het vermogen van den Kapitein en Admiraal Generaal<br />

der Unie. Uit die twee Stukken op te maaken, dat daar<br />

in die vc-rmogens genoegzaam bepaald en beperkt zyn,<br />

is een bewys dat men geene kennis heeft van de byzondere<br />

Cwftitutie onzer Steeden en Provinciën , noch van<br />

onze algemeene Conilitutie; het is een blyk dat men onwetend<br />

is van de misbruiken en nadeelen, zedert twee<br />

honderd Jaaren voortgevloeid, uit het gebrek van zoodaanige<br />

bepaaling en beperking. Boven dien weeten<br />

de Vreemdelingen niet, dat buiten die middelen, welke<br />

dit gebrek den Stadhouderen heeft overgelaaten, om hun<br />

gezag in veele opzichten uit te breiden , de onvoorzichtigheid<br />

of vleyerye hun noginonderfcheiden tyden heeft ingewilligt<br />

of toegelaten zich mettter te maaken van verfcheiden •<br />

rechten en voorrechten , in de voorfchreeven Commisfien niet<br />

uitgedrukt. Dit, gevoegt by den alvermogenden invloed ,<br />

welken deeze Hoofden der uitvoerende Magt middel hebben<br />

gevonden , zich in alle deeleii van het burgerlyk en<br />

fiaatkundig beftuur onzer Piovincien tn der geheele Re-<br />

pu-


V O O R A F S P R A A K .<br />

Onmiddelyk nu deeze verrichting gaven de<br />

Staaten Generaal, cn de vier bovengemelde<br />

Pro-<br />

publ'ek te bezorgen, lu:eft hen dikwerf fouveraine beflisfers<br />

van dit Bewind gemaakt: En daar uit is het, dat de<br />

droevige gevolgen 7.yn voortgevloeid, waar over de Natie<br />

zich zno billyk beklaagt, en van welken ik breedvoerig in<br />

*t i eloop van dit Werk fj reeken 7a!,<br />

De Cyffcilctters, welken men in deeze Commisfien zal<br />

aanrrt-fFen, Haan niet in de origineelen. Ik heb die alleerlyk<br />

daar in geplaatst, om de bvzondere poinclen te<br />

onderf-htidin, over welke ik gelegenheid zal hebben iü<br />

*f vervolg ie fpreeken.<br />

Commisfie voor ZYNE HOOGHEID , den Heere<br />

Prinfc van Oranje cn Nasfi u , Wil'em Carel<br />

Hendrik Frifö, als Stadhouder, Kapitein Ge~<br />

nercal en Admiraal van de Provincie van<br />

Holland cn We: frkslmd,<br />

„ De Staaten van Holland en Westfiiesland, doen te<br />

„ wecten, dat wy, uit confideiat'e van de bckommerly-<br />

;, ke Conlli utie van tyden en z'aken, en om, onder<br />

„ Gods zegen, den S'aa*- deezer Landen des te bettr te<br />

„ redden uit den zorgcKken en gevaarlyken toci.and,<br />

„ waar in zy zich bevind; als meede u t aanmeikinge van<br />

„ de goede , ge.rouwe, notabele en aangename d'. nf;en,<br />

,, die uit zonderüngtn affectie ! y vorige Heere Prii fea<br />

„ vaü Oranje, hoogloffehker Memorie, als fuccesfive-<br />

„ lyk Stadhouders, Gouverneurs, en K..pi'ej'en Gene-<br />

raili en Admiraals der voorfz, Landen, veele Jaaien


Provinciën daar van berigt aan Willem dm IV.<br />

die te Leeuwaarden zyn vcrblyf hield, en ZY­<br />

NE<br />

„ lang, in veele en menigvuldige zwaare tyden, gelegentheden<br />

en periculen, tot Godes eere, bevrydingc<br />

en welvaarcn van denzdvsn Landen zyn beweezen,<br />

en daar omme vastelyk betrouwende, dat by Z Y N E<br />

" HOOGHEID den Doorluchtigen Vorst en Heere, Wilkm<br />

Karei Hendrik F,ifo, Prinfe van Oranje en Nas.<br />

fau, Graave van Catzenellebogen, Vianden, Dietz,<br />

" &c.' &c &c , in navolginge van de exempelen en voet-<br />

" ftappen van voorige Heeren Printen van Oranje, ZY-<br />

Nt HOOGHEIDS Voorzaten, den voorfz. onzen Landen<br />

uit ge'ykc affeclïe, en meede tot voorftand van de<br />

waare Christelyke Religie, zeo die tegenwoordig by<br />

„ publieke authoriteit in den voorfz. Lande geëxerce'ert<br />

„ word, insgelyks goede dienden zullen mogen bewezea<br />

„ worden, • i°. hebben met goede kennisfe van zaa-<br />

„ ken, en met deliberatie yan Raaden, den hoog^e-<br />

„ melden Heere Prinfe van Oranje en Nasfau , Willem<br />

Karei Hendrik Frifi, onthouden, gecommitteerc,<br />

„ oelleld en geordo-.neert, onthouden, committeeren,<br />

„ Hellen en ordonneeren mits deezen jegenwoordige<br />

„ als Gouverneur, Capitetn Generaal en Admiraal vaa<br />

„ den voorfchreeven onzen Lande vanHolhnd en Wesc-<br />

„ friesland, met den Brielle en Voorne, wezende geleer>en<br />

en behoorende aan den voorfz onzen Lande van<br />

„ Holland; gevende den hoo^gemelden Heere Prinfe'<br />

„ Willem Karei Hendrik Frifo vo'komen macht, authori-<br />

, teit, en fpcciaal bevel, den voorfz. (laat van Gouver-<br />

„ neur, Kapitein Generaal en Admiraal voortaan te<br />

„ houden, eyereceren en bediensn. —— 2 0. daa- inne<br />

„ voor te ftsan, re vorderen , en ts bewaaren de Hoogheid,<br />

Cftrechti^heid, Privilegiën, en welvaren van<br />

„ dea


SCXXIt V o O R A F S T l i A A K .<br />

NE .HOOGHEID vertrok terftond naar 'sHage,<br />

alwaar hy den t-ft. Mey aankwam': — zo wel<br />

by<br />

„ den voorfr. onzen Landen, Leden, Steden en Inge-<br />

„ zetenen van dien, mitsgaders het gebruik van de voorfz.<br />

„ Christelyke Religie; 30. dezelve te conferveeren<br />

„ en te befchermen vin alle overlast en foulen, desor-<br />

„ dre, onëenigheid, afbreuk en fchaade: — 4°. Voorts<br />

„ in den voorfz. Lande te doen gebruiken eii »dmini-<br />

„ flreeren, Recht en Juftitie, de proviflen van Juflitie be.<br />

,', hoorlyk te doen verleenen, allen den geenen die zulk*<br />

„ verzoeken zullen, en dezelve te doen executeeren;<br />

„ alles aangaande de zaaken van Jnftitie, met advys van<br />

„ den Prefident en Raadcn over onzen Lande van Hol-<br />

„ land en Westfriesland: • 5°- vorders na genomen<br />

Advys van den gemelden onzen Hoven të verleenen,<br />

"Brieven van gratie, remisfien, pardon en aboliticn,<br />

" des dat de voorfz. refpedtive Brieven zullen moeten<br />

" worden geinterineeit al» na behooren; wel verftaande<br />

" nochtans, dat van gequahficeerde éoodilagen, en enor-<br />

',' men deliaen, geconmitteert met geleider laage en op-<br />

" zette wille, geen remisfie of pardon zal worden ver-<br />

" leent of gegeeven: 60. en aangaande de zaaketf<br />

" van Oorlog en Politie van den voorrz. onzen Lande,<br />

" by goeddunken van ons , en met Advys van onze Ge-<br />

"committeerde Raaden, in conformiteit van derzelven<br />

Inftruftie: 70. de Bürgemeefteren, Schepenen en<br />

" Wetten te veranderen na behooren, en achtervolgen-<br />

", de de Privilegiën van de refpeftive Steden en Plaat-<br />

" f e n. . 8>. te doen houden goede opzichte, ordre'<br />

" en 'wachte in de Steden en Sterkten aldaar-, zoo te'<br />

Water als te Lande daar het zelve van nooden wezen<br />

" Z l\ po. en voorts in het generaal cn particulier<br />

!! alles te doen dat een goed en getrouw Gouverneur,<br />

„ Ka-


V O O R A F S P R A A K . XXXIÏI<br />

by zyn aankomst, al» by zyne Infiallatie in de<br />

hooge Bedieningen, welke Hunne Hoog Mogen­<br />

„ Kapitein, Generaal en Admiraal van den voorfz. ofizen<br />

Lande vermag en behoord te doen; waar op deti<br />

,, hooogemelden Heere Prinfe van Oranje en Nasfau, \<br />

„ Willem Karei Hendrik Frift gehouden word te doen den<br />

„ behoorlyken eed aan onzen landen. "<br />

,, Lasten en beveelcn daar omme de» Prafident en<br />

„ Raaden van den voorfz. onzen Hove, eri alle andere<br />

„ Jufticieren en Officieren van meergemelde anzen Lan.<br />

„ de van Holland en Westfriesland, dat zy den hoog.<br />

„ gemelde Heere Prinfe Willem Karei Hendrik Frifo hou-<br />

„ den en refpefteeren als Gouverneur 1<br />

, Kapitein Gene-<br />

„ raai en Admiraal voornoemt, denzelve bewyzen alle<br />

„ eere en reverentie , én ih alle het gunt, het beleid en<br />

„ gebruik van den voorfz. Staat, aangaan mag, en het<br />

„ gunc daar aan kleeft, Hem te bbedieeren, en te doen<br />

„ alle redres en asfiftentïe. "<br />

„ Gegeven in den Hage onder onzen grooten Zegele<br />

hier aan gehangen, op den 3. Mey dés Jaars Onze»<br />

•s, Heere eii Zaligmaaker Jefu Caristi 1747. "<br />

'Commisfie van Kapitein en Admiraal Generaal van<br />

'de Unie, gefield den 4. Mey 1747- en vervolgens<br />

door de Staaten Generaal overgegeeven aan<br />

"Willem den IV. Prins van Oran­<br />

je eri Nasfan.<br />

De Staaten Generaal der Veröenigde Nederlanden ;<br />

y, allen den geene», die deezen jegenswoordigen zuilen<br />

* * * „ zieii<br />

de


xxxiv V O O R A F S P R A A K .<br />

de en de Staaten van Holland hem opgedragen<br />

hadden, ontfing dien Prins zo veel eer ei; dezelfde<br />

bly-<br />

zien ofte hooren leezen, Sahtt, doen te weten, al<br />

„ zoo het nodig is tot maintenement van den Staat en<br />

„ Regeering van den Landen, confervatie van de ware<br />

„ Gereformeerde Religie, en tot direflie en beleid van<br />

„ den Oorloge, een bekwaam en gtqualificeerd Perfo-<br />

„ nage tot Kapitein en Admiraal Generaal over het Volk<br />

van Oorloge te Water cn te Lande, in onzen dienst<br />

„ wezende, Werde aangefteld en getuihorrfeerd: Z-io is<br />

,, het, dat wy, om de goede qualitef en en bekwaamheid<br />

„ van den Doorlu.htigen en Hooggeboren Vorst, Willem<br />

„ Karei Hendrik Frlfo, van Cods genade Prinfe van Oranje<br />

en " asfau, Graave van Catzenellebogen, Vianden,<br />

„ Dietz, &c. &c. &c. ons betrouwende zyner kloek-<br />

„ luid , dapperheid en geaegentheid tot het Welvaren<br />

van den Lande, • i°. Denzelven Prinfe WilUm Ka,<br />

„ rel Hendrik FHfo gefield en geauthorifeerd hebben, ftel-<br />

„ len en authonfeeren ZYNE HOOGHEID bydeezen,<br />

„ tot Kapitein en Admiraal Generaal over het Volk van<br />

Oorloge in onze» diende te Water en te Lande we-<br />

„ zeude, 20. gevende denzelven ZYNE HOOG-<br />

„ HEID volkomen last, macht en authoriteit, om, in<br />

„ krachte van deezen , over het voorfchreve Volk van<br />

„ Oorloge te-commandeeren en ordonnecren, gelyk tot<br />

„ maintenement van de Unie en defenfie, bewaarnisfe en<br />

„ verzekering van den Staat, rusten, Rechten en Pri-<br />

„ vilsgien van den Landen, zoo in het generaal als vau<br />

„ elke Provincie in het particulier, en tot befcherminge<br />

„ van de Inwoonderen van dien, • 30. mitsgaders<br />

„ confervatie van de waare Gereformeerde Religie, zoc*<br />

„ die jegenwoordig in de Provinciën , geasfofieerde Lan-<br />

„ den, en de Steden by publieke authoiiteic vrordgeëxn<br />

«•


VOORAFSPRAAK. XXXV<br />

blyken van eerbied, als of hy de volftrekte<br />

Souverain der Republiek was geworden.. Toen<br />

zag men tot welk een overmaat van pluimftrykerye<br />

en vernedering , de gemoederen, door<br />

val-<br />

erceerd » 4°- en tot de handhonding van de te-<br />

«enswoordige Regeering zal behooren, en dit alles<br />

op de Hoogheden, Rechten , Eeren en Praéminen-<br />

'„' tien, daar toe behoorcnde, 5°- hebben voorts<br />

", aan Hooggemelde Heer Prinfe geconfereerd, en con-<br />

" fereeren by deeze, tot ons kennelyk wcderzeggen toe,<br />

" zoodaanigen vrye ma Dt om de Patenten (*) en andere<br />

zaaken, tot de Militie fpefterende, als de voorge-<br />

* noemde Heeren Pri'nfen van Oranje, ZÏN HOOG-<br />

" HEIDS loffelyke Voorzaaten, als Stadhouders en Ka-<br />

"„ piteinen Generaals ten refpefte van voorfchreve Müi'ie<br />

'i liebben geëxerceerd, 6: beveelen en ordonnee-<br />

„ ren dair omrae wel expresfelyk allen en een iegelyk,<br />

|' ende namentlyk alle Krygs - Officieren , Overflen,<br />

, Ritmeefteren Kapiteinen, en allen anderen Volk van<br />

Oorloge in onzen dienst en bezoldiig wezende, Zr-<br />

„ NE HOOGHEID in den voorfchreeven ftaat te erkeni,<br />

nen, refpefteeren en gehoorzaatnen in het volbrengen<br />

„ van deezenzynen last, en te doen alle hulp, faveur en<br />

adfiftcntie:— Jo. dies zal Zyne Uoo,,gemelde H o o 0-<br />

" HEID den voorfchreven Staat, als Kapitein Gene*<br />

" raai, bedienen op den Eed, daar toe geordonneerd ;<br />

„ te<br />

(*) Door bet woord Patenten worden hier yerjleian de ordres,<br />

die aan de Trouppen getemde» worden om op marscb te gaan, of<br />


XXXTI V O O R A F S P R A A K ;<br />

valfche vooroordeelen , verleiding , of oogeri-<br />

Wiklyke vervoering fteigeren konden omtrent<br />

een Man, die alleenlyk het Hooft der uitvoerende<br />

Magt moest zyn; als toen zag men tot<br />

welk een overmaat van dien aart jegens den<br />

zelfden Man konden komen zodanige zielen,<br />

welke, door den gouddorst verteerd , met de<br />

Woede om zig te verheffen, of in vermogen en<br />

aanzien te handhaven, bezield waren; daar zag<br />

men die Regenten, Voormaals zo opgeblazen<br />

en zo oppermagtig, op hun beurt voor de voeten<br />

van dien Man kruipen, ter behoudenis<br />

der bedieningen, door hun onwaardig gedrag<br />

onteerd; daar, eindelyk zag men dat 'er in<br />

het meerder gedeelte der Grooten en Regenten<br />

van ons ongelukkig Vaderland geenerlei<br />

gevoel van eer en vaderlandliefde meer<br />

te vinden was. 'Er waren flegts eenige eerlyke<br />

en verlichte Burgers, en de waare Vaderlandlievende<br />

Regenten , by wien de luifter en<br />

het heil des Vaderlands, alle perfoneele eigenbaat<br />

overtroffen, die in hunnen boezem het<br />

droevig lot van dat Vaderland beweenden, zien-<br />

„ te doen in onze handen, of de geenen, die wy zullen<br />

f, ordonneeren, en op zulke Infiruftie, als by ons daar<br />

„ op zal werden gemaakt en gedresfeert. Gedaan in on-<br />

„ ze Vergadering in 'sHage onder onzen grooten Ze.<br />

gel, Paraphe en de Signature van onzen eerften Grif.<br />

„ fier, op den 4. Mey 17474 "


VOORAFSPRAAK.<br />

xxxyn<br />

do datmen zig eerder eenen Meefter dan eenen<br />

eerften Dienaar van Juttirie en Militair Hooft<br />

had gegeeven, wiens dienden algemeen nuttig<br />

zouden hebben kunnen zyn, mdien zyn gezag<br />

binnen behoorlyke perken was betloten geworden.<br />

Met één woord, even als ik ge^.egt<br />

heb dat wy, na onze halzen van onder het<br />

juk, van mam den III. opgebeurd te hebben<br />

van Charybdis op Scylla vervallen waren, zoo<br />

durf ik hier beweeren dat door deze omwenteling<br />

wy wederom vervielen van Scylla op CjwrybdU:<br />

'Er was voor onze kwaaien geen ander<br />

hulpmiddel, dan eene Grondwettige Herfteliing<br />

, op die wyze volvoerd als hier boven u<br />

aangeweezen, - en zodanige Herfteliing<br />

gefchiedde niet! ;<br />

. ,<br />

Het was dan ook van dat ogenblik, dat is,<br />

van het tydpunt af, wanneer zoo een onbepaald,<br />

zoo een ui tgeftrekt gezag geplaatst wierd<br />

tusfchen de oogen der meenigte en de Souvereine<br />

Magt, dat deeze Magt zig verduisterd<br />

vond. mUem de IV. begon wel ras met de<br />

daad te regeeren , en alle zyne Afhangehngen<br />

heerschtenmethem of door hem. Aller oogen<br />

waren op zynPerfoon gevestigd: Hy wierdtheteenig<br />

voorwerp van het vertrouwen , en den<br />

hoop van een oneindig aantal Lieden: —. Aan<br />

hem wierden alle klagten, alle Requesten gegrond<br />

of ongegrond geadresfeerd: • Het<br />

_ .1 Wv aanftelde welke daar<br />

was iiv , -1/ ,


xxxvm VOORAFSPRAAK.<br />

recht opdeed of dezelve affloeg:— Uit kragtvan<br />

zyn vermogen ftelde hy de Regeeringen, der<br />

meeste-Steden af, en -herftelde dezelve naar,<br />

believen : -— Een groot aantal, die -zig tegen<br />

zyne'verheTing hadden aangekant, of aan zyne.<br />

Creatuur-en mishaagden, wierden van ampten<br />

en bedieningen uitgefloten: —. Zoo dat, indien<br />

in dat ades daaden. van noodzaaklykheid en<br />

billykheid verrigt wierden, 'er ook andere van<br />

onrechtvaerdigheid, wraak en willekeurgepleegt<br />

wierden, welke der Natie aankondigden, datzy<br />

ten eenigen dage onder haar een niet minder,<br />

voltrekt Dcspo'ismus zou herboren zien , dan<br />

dat van Wlem den III. — De Gefchiedboeken<br />

van de jaaren 1747. tot 1750. verfchaffen<br />

ons voorbeelden genoeg van het geen ik nu<br />

maar even aanroere.<br />

Daar nu de zulken, die het meest hadden<br />

toégebragt ter herfteliing van het Stadhouderfchap,<br />

in de ganfche uitgebreidheid van<br />

zodanig vermogen, wel fchieiyk de vrugr.en<br />

van hunnen yver en moeke fmaakten , fpaarden<br />

zy niets om al meer en meer de erkentenis<br />

van Wükm te verdienen , en dienvolgens<br />

om het verzadigen hunner fchraap - en heerschzugt,<br />

die hen verteerden, te voltooijen; zy. namen<br />

toevlugt tot dezelfde middelen , welke zy<br />

in hunne eerfte onderneeming hadden gebezigt,<br />

en Haagden 'er in om het Stadhouderfchap ten<br />

voordeele der manlyke en vrouwelyke Afftam-<br />

I ' me-


V O O R A F S P R A A K . XXXIX<br />

melingenvan ZYNE HOOGHEID erflykte doen<br />

verklaaren.—,En, of deze nieuwe gebeurtenis<br />

het bewind der Republiek met afhanglyk<br />

o-enoes van den wil of de grilligheden van eenen<br />

Stadhouder fcad gemaakt, vormde eene maatfchappy<br />

van laage' Slaaven, verzekerd zynde<br />

van den goeden uitflag, welke verleiding of &e-.<br />

weid in de Provinciën Utrecht, Overysfel en<br />

Gelderland, zouden kunnen hebben, hethaatlyk<br />

ontwerp om al daar dezelfde Regeeringsvorm<br />

te herfteilen, welke de fchreeuwendfte<br />

onrechtvaardigheid , door geweld onderfteund,<br />

in den Jaare 1674. in de twee eerfte en in<br />

l 6 7r in de laatfte dier Provinciën had ingevoerd.<br />

En dit ontwerp de heerschzugtvleijende<br />

van Willem, zoo bewilligde dien Befchermer,<br />

aangefleld ^beeedigd om de rechten, privilegiën<br />

en vryheden onzer Steden en Provinciën te handhaven<br />

• die Vorst, in wien men voorgaf, dat alle<br />

sedelyke deugden vereenigt huisvesteden, om<br />

die drie ongelukkige Provinciën te ontzetten,<br />

van het geen zy allerheiligst hadden, en eindigde<br />

door het verdeelen van dcezen roof met.<br />

hen die hem hunnen medeplichtigen gemaakt,<br />

hadden. Kortom, heden nog, DOORLUCH-<br />

TI'GE VORST, is 'er niet alleen m diezelfde<br />

Provinciën eene meerderheid , ondeugend en<br />

ontaart genoeg om eene al zoo onrechtvaar-,<br />

dip- al s tyrannisch ingevoerde Regeermgsform .<br />

te: willen hahdhaaven , maar UWE HOOGHEID


XI. VOORAFSPRAAK.<br />

^elve houd fta.and.e, dat die Regeeringsform weth<br />

tig en eene heilige voorwerp is, waar aan men"<br />

niet raaken mag!.... En op deezen al z 0o onbilg-k'én<br />

als ongerym.den grond, worden zoodaanige.<br />

Regenten en Ingezetenen dier Provinciën die,'<br />

tóoeds genoeg hebben om tegen die afTchnuwlykheden<br />

op te komen , aangezien als dwaazen,of,<br />

vervolgt als oproermaakers! — Maar na alles,<br />

•wat onder ons zedert zoo veele Jaaren, en<br />

voor al in de laathre tyden van het bewind UWER<br />

POQRLUCHTIGE HOOGHEID , gebeurd i s, kan'er<br />

niets meer voorvallen dat ons zou verwonderen.<br />

Buiten en behalven de haatlyke RegeerW*<br />

form, ten yoordeele van Willem den IV. in de.<br />

bovengemelde Provinciën ingevoerd, verkreeg<br />

die Vorst nog m de Provinciën Friesland een<br />

veel uitgeftrekter magt, dan de voorgaande<br />

Stadhouders daar in ooit'hadden. Boven dien<br />

vereenigde hy in zyn Perfpon eene menigte'<br />

Tytels, Waardigheden en Voordeden, welke'<br />

de laatstgemelde niet hadden/bezeten; want Hy<br />

wierd verklaard Erfftadhouder en Kapitein-<br />

.Generaal der Landen en Steden van Brabant en<br />

Vlaanderen en Overquartier van Gelderland •<br />

Na dat men gearrefteerd had aan ZYNE HOOG­<br />

HEID te defereeren, eene jouisfance van een<br />

drie en dertigfte part in alle. de afgiften by de<br />

Qost-Indifche Compagnie te doen, wierd die'<br />

Vorst benoemd tot Opper-Bewindhebber en'<br />

Gouverneur, Generaal van dezelve Compagnie,<br />

met


VOORAFSPRAAK* xij<br />

met de uitgeftrektfte magt, welke iemant daar in.<br />

kan uitoeffenen. Hy wierd insgelyks benoemt<br />

tot Opper-Bewindhebber van de West-Indifche<br />

Compagnie., met de inwilliging van vier<br />

ten honderd in de uitdeelingen of afgiften, welke<br />

die Compagnie zoude doen. Men voege<br />

nu daar by alle byzondere Bedieningen, Rechten<br />

en Privilegiën, die elke Provincie zich in<br />

den haare beyverde om hem op ce dragen;<br />

men voege daar by alleappointementen, emolumenten,<br />

retributien en exemprien van allerleijen<br />

aart, welke dat alles hem verfchafte; es men<br />

oordeele dan, daar uit, of Willem de IV. niet<br />

een overftelpend gezag in zynen boezem heeft<br />

vereenigt, met alle middelen om. zich Creatuurea<br />

te maaken, en eenen onweerftaanbaren invloed<br />

op alle rangen van den .Staat te verkrygen ; men<br />

oordeele eindelyk of het niet te duchten zy,<br />

dat deezen of geenen zyner Aframmelingen<br />

eens eenig gebruik van dit erflyk gezag, van<br />

die middelen en van dien invloed maakenzal,<br />

om voor eeuwig onder het juk eener volftrekte<br />

Oppermagt te brengen, die Natie, op welker<br />

kosten de lafhartigheid en onzinnigheid zulke<br />

grooteopofferingen hebben gedaan.<br />

Eindelyk, in het Jaar 1751. overleed Withm<br />

, zonder dat goed, ofliever de wonderwerken<br />

gedaan te, hebben, die de Bewerker* zyner<br />

verheffing hadden belooft, en welke de blinde<br />

lichtgelovigheid, 'er van verwagtte. — Voor.<br />

* * * g eerst


VOORAFSPRAAK?'<br />

eerst bleef die Vorst , welke, volgens die Rewerkers,<br />

de fchrik van Vrankryk zyn zou, en<br />

onze grenzen voor alïe verdere onderneemingen<br />

der Legers van die Mogendheid beveiligen<br />

, zich in den Hage ophouden , terwyl Eergen<br />

op Zoom, en andere gewigtige Piaatzen aan<br />

ons ontrukt wierden: —' Zyn crediet verhaastte<br />

even weinig als zyne krygsverrientingen den<br />

Vreede.dieindenjaare 1748. gefloten wièrd:—•<br />

Het grootfte gedeelte der Regenten , Magiftraaten<br />

en andere hooge Amptenaaren, geheel<br />

en al aan zyn Perfoon overgegeven, en<br />

gevoHyk zeker, dat zy in hunne posten zouden<br />

gehandhaaft worden , of door zyn gezag of<br />

imdoed gewigtiger verkrygen zouden , bleeven,<br />

geduurende den loop van zyn Stadhouderfchap,<br />

even vadzig, even achteloos, even eigenbaatig,<br />

even trotsch als te voren: — anderen,<br />

verzekerd door het zelfde, middel hun geluk te<br />

zullen uitwerken, vergenoegden zich aan die<br />

Lieden te evenaaren:— de vermindering van.<br />

Imposten, waar mede het Volk gewiegt was,<br />

kwam niet tot ftand: — de Finantien van den<br />

Staat wierden niet beter geadminiftreerd : —<br />

de algemeene elende bleef in den lande heerfchen<br />

, — onze Zeemagt, en onze-Frontieren,<br />

bleeven gelyk zy waren: — 'er kwamen nieuwe<br />

abuizen by die, welke reeds in de algemeene<br />

Conftitutie, en in de byzondere Conftitutien'ingekropen<br />

waren: — het zelfde had.-<br />

•• .' * * * ook


Vo, OR.AFSPJS.AAIC. XLIII<br />

ook plaats in alle takken van het burgerlyk en ;<br />

ftaatkundig bewind:— de last van onderdrukking<br />

, m plaats van ligter te worden, wierd allervvege<br />

verzwaard: — en de oorzaaken van<br />

zoo veele rampen, tot den huidigen dag voortgeduurd<br />

hebbende, is het geen wonder dat wy<br />

'er nog dezelfde uitwerkzelen van ondervinden.<br />

Onmidlyk na den dood van JVillem, trad de<br />

Princes zyne Gemaalin, Moeder van UWE<br />

DOORLUCHTIGE HOOGHEID, in hoedanigheid<br />

Van Gouvernante, in de uitoeflening van alle.<br />

Charges en Waardigheden, met welke haar<br />

Gemaal was bekleed geweest, en de Hertog<br />

Lodewyk van Brunsivyk, Bloedverwant dier Vorftin<br />

, ten onzen ongelukke, in den Jaare<br />

1750. in dienst der Republiek getreden, had<br />

het algemeen Opperbevel over de Trouppes,<br />

voor den tyd,' welke nog tot UWES. HOOG­<br />

HEIDS meerder]aarigheid "moest verloopen.<br />

Hier is het geenszins de plaats my uit te<br />

breiden over den loop der zaaken , onder de regeering<br />

van die Voritin: doch kan ik niet nllaaten<br />

te zeggen', dat zy ons" dikwyls deed<br />

gevoelen hoe ftyf zy in haare- gevoelens ftond;<br />

tot welk'eene uitgeftrektheid zy gehoorzaamd<br />

wilde zyn ; en hoe Izeer -Haare verknogtheid<br />

aan de belangen Haar er Natie bovendreef, over<br />

die, welke Haare pligt haar ten opzigte der<br />

belangen', en het welvaaren der Republiek<br />

Haar voorfchreef. Een iéder' :<br />

weet-, de onw


xiiv VOORAFSPRAAK, .<br />

billykeen eigendunklyke handel wyze, welke zy<br />

omtrent eenige Regeeringen oeffende, inz.jnderheid<br />

met die van Haarlem, in gevallen, waar<br />

in dezelve meenden haare wettige rechten te<br />

handhaaven. Insgelyks zyn bekend de wegen<br />

door Haar, den Hertog en andere Hiarer<br />

Aanhangers, in den beginne des. jaars. 1756. in-,<br />

geflagen, om de Staaten Genera d over te haaien<br />

tot het verleenen van


V00E.AFSPB.AAK. XLY<br />

welke door hunne Zee - fchuimers van dat<br />

oogenblik tot der Gouvernantes dood op onzen'<br />

Koophandel pleegden. Men weet eindelyk<br />

datdiePrincesfe, ondanks alle haare betuigingen<br />

van het tegendeel,zig weinig bekommerde met<br />

de aanfehuffing der middelen die men, ter beteugeling<br />

dier geweldenaaryen, Van haar verzogt.<br />

In de daad, noch het gezicht van den<br />

Verwoesten en verdorven Koophandel, noch<br />

het gezicht onzer vernietigde Fabrieken, nock<br />

de óverweeging van zo veele familien door<br />

die uitwerkzelen geruineerd , noch de klagten,<br />

noch de herhaalde aandrangen van de voornaamfte<br />

geintresfeerden waren in ftaat om haar<br />

, te treffen i alle befchermihg wierd afgeflagen,<br />

onder voonvendftt, dat onze Zeemagt te zwak<br />

was, én niet herfteld konden worden, zonder<br />

tefTeni de Landmagt te vermeerderen ; aangezien<br />

, volgens Haar en Haare Aanhangers, het<br />

mogelyk was, dat, daar het Oorlogs-Toneel<br />

zig in de nabuurfehap onzer grenzen uitbreidde,<br />

deze konden beledigt of ten minften ons<br />

grondgebied , door de Legers der eéne of andere<br />

van de Oorlogende Mogendheid gefchonden<br />

worden. — En wie toch waren de<br />

Staats-Leden, welke dit zo haath/k als ongerymi<br />

voorwendzd ftyfden ? . . . Het was eene alvermogende<br />

Meerderheid in de Staaten van Gelderland,<br />

Utrecht, Overysfel en Groningen,<br />

mitsgaders aadere van der Cabaal overgegee-<br />

re-


XLT1 V O O R A F S P R A A I C .<br />

vene Regenten, die, bewust dat nimmer onze<br />

drie Zee-Provinciën in eene zo kostbaare en<br />

nodelooze Augmentatie, zouden bewilligen ,<br />

daar mede hunne weigering tot het Herftel der<br />

Zeemagt wettigden, cn dus de Gouvernante<br />

eenen dienst deeden in Haare gekozen partyom<br />

onzen Koophandel geenerki belcherming<br />

te vergunnen. Kortom het was toen even als<br />

het geweest is in de drie laatfte iaaren voor den<br />

jongften Oorlog: Onze dierbaarfte belangen,<br />

en de eer der Republiek wierden onwaardiglyk<br />

aan onze natuurlyke Vyanden opgeofferd ,<br />

en dat op zoo zichtbaare wyze, dat 'er geen<br />

redelyk mensch aan kan twyffelen.<br />

Ten betooge tot welk eene overmaat van<br />

verdrukking onze Koophandel óp het einde<br />

des jaars 1758. was gebragt, en den geringen<br />

aandacht, welke de Gouvernante op de Vertoogen<br />

onzer voornaamfte Kooplieden bevorens<br />

had geflagen, en toen nog Jloeg, zal ik<br />

hier de wezenlyken inhoud plaatzen van die,<br />

welke door eene Deputatie dier Heeren deö<br />

.7. December van dat jaar op nieuw aan die<br />

Vorftin wierden geprefenteerd. Zynde reeds<br />

de vierde, die Haar, zedert het begin des Oorlogs<br />

was overgegeeven.<br />

De Gedeputeerden Audiëntie by HAARE<br />

H OOGHEID bekomen hebbende, herinnerden<br />

Haar zoo cordaat als eerbiedig, al derampfpoeden<br />

die voortgevloeid waren, en nog fpruiten<br />

kön-


VOORAFSPRAAK. xtv-i<br />

kondén uit de voortduuring der gewelddaadigheden<br />

en rooveryen, zoo door de Engelfciie<br />

Oorlogfchepcn, als door de Kaapers dier Natie<br />

begaan i zy beklaagden zig vervolgens over<br />

de menigerleije knibbelaarïjen, van welke het<br />

Engelsen Ministerie zich bediende om zich te<br />

wettigen in het nalaaten van alle recht-oeffenjng<br />

op de ingeleverde klagten onzer Kooplieden;<br />

— om te llooren den natuurlyken en<br />

wettigen loop onzes Koophandels; — en om<br />

te verwylen alle billyke fehikking ten opziffte<br />

onzer Scheepvaart, enz. Daar na<br />

vervolgde de Spreeker dezer Deputatie zyn<br />

Vertoog in deze bewoordingen : „ Laat het<br />

„ Uwe \oninklyke Hoogheid dan niet vervelen,<br />

„ dat de Commercie, door alle deze redenen<br />

' geperst en tot het uiterfte gebragt, zichwe-<br />

H derom tot hoogstdezelve keere, met reïte-<br />

, reerend verzoek, en eerbiedige inftantie, dat<br />

l het Uwe Koningïyke Hoogheid behage haar te<br />

helpen uit haren dringenden nood.<br />

„ Laatcn dc Kooplieden daarom de vryheid<br />

„ nemen Uwe Koningïyke Hoogheid deze twee mid-<br />

I, delen voor te ftellen , die de Commercie<br />

„ met reden mag denken van de uiterfte nut-<br />

„ tigheid te zullen zyn.<br />

Het aanwenden, namelyk, van de allerkra


ta,Viï! V Ó O R A F S P R A A K.<br />

„ En het verleenen van fuffifante Protectie<br />

„ voor de Navigatie door de geheele Waereld.<br />

„ Deze twee zaken meenen de Kooplieden,<br />

„ onder reverentie, ten uiterften en op het<br />

„ allerfpoedigften nodig te zyn, dm dien impor-<br />

„ tanten fchat van de Commercie, die in En-<br />

„ geland legteri daaglyks aanwast, te recupere-<br />

„ ren; op dat, met hulpe van God Almagtig,<br />

„ voorgekomen worde de ruïne van zoo veele<br />

„ brave en eerlyke lieden, de fteunen van de<br />

„ Commercie , wien haar eér zoo lief is, als<br />

„ hun leven. Welkers val immediaat naar<br />

„ zich zal flepen het verderf van alle Handwer-<br />

„ ken, Manufacturen en Ambachten; en aan<br />

„ min Vermogenden den allerbitterflen honger<br />

„ en kommer, in dén op handen zynde winf,<br />

ter zal doen gevoelen.<br />

„ De eerfte bewyzen daar van komen niet<br />

j,, aan het Hof van Uwe Koninglyke Hoogheid;<br />

„ wy ondervinden het reeds; wat zal het<br />

„ in het vervolg zyn ? Uwe 'Koninglyke Hoogheid<br />

„ geloove ons, het water is aan de lippen;<br />

w de elende word dagelyks grooter, en men<br />

f, zal in het kort buiten ftaat zyri, hoe gene-<br />

„ gen anderzints, aan de Armen handreiking<br />

5, te doen.<br />

„ Hoe noodzakelyk en important de goede<br />

\, uitflag van dit eerfte poinét voor de Commer-<br />

„ cie is, niet min dreigende is de nood om de<br />

>, Kooplieden het tweede poinét van hun ver-<br />

„ zoek


VOORAFSPRAAK. 2LIX<br />

•„ zoek toe te ftaan, namelyk fuffifante Prctecliè<br />

„ door de geheele Waereld.<br />

Oorlogfchepen, Mevrouw! zyn 'er nodig<br />

„ om hen te beveiligen; op dat men hier te<br />

„ Lande niet verder geruineerd rake; op dat,<br />

wanneer de minzame handelingen , en de<br />

„ groote beloften , niet beantwoorden aan de<br />

" verwagtinge , die men nog ten goede voed,<br />

" de Republiek in ftaat moge zyn op haare<br />

" ei o-en macht te vertrouwen ; en dat, wanneer<br />

" al°het onze, het welk in Engeland is, verlo-<br />

" ren zal zyn, wy ons zelf kunnen helpen, en<br />

" in ftaat zyn het geleden ongelyk te wreeken.<br />

Laten de Kooplieden voor hun zeiven, en<br />

voor allen, die van den Koophandel moeten<br />

'* leven, deze voorzorg van Urne Koninglyke Hoog-<br />

Z heid mogen affmeken ; ftel hen in ftaat, door<br />

Oorlogfchepen, haare Vaart en Handel gerust.<br />

te kunnen voeren; laten zy daar op<br />

' ftaat mogen maaken, en van Uwe Koninklyke<br />

l Hoogheid" die de voornaamlte diredie m de<br />

Staatsfchikkingen van de Republiek heeft, met<br />

. weder gerenvoieerd werden naar anderen,<br />

Het dependeert, vertrouwen ze , alleen van Uwe<br />

" Koninklyke Hoogheid ben te helpen; het behoeft<br />

Uwe Koninklyke Hoogheid maar één woord<br />

' te kosten, om tot de modi ge formidabele Equipagie<br />

„ te doen bef uiten. Niemand,, aie dezelve tegemvoor-<br />

4ig aan de Augmentatie of iets anders accrockert,<br />

„ zal zié daar verder tegens feilen. Te minder, om<br />

7f<br />

# * * * „ dat


t V O O R A F S P R A A K .<br />

„ dat mch wel mag vast fielten, dat niemand van<br />

„ de Leden van de Hooge Regeringe aan de Noodza*<br />

„ ketykheid van de Proteclie ter Zee twyffett<br />

„ 'tls 'er ver van daan, dat zy de Republiek<br />

„ in een twyfelachtigen Oorlog tegens een<br />

„ magtig Koninkryk zouden willen inwikke-<br />

„ len; neen, zy verlangen niets, als een ze-<br />

„ kere Neutraliteit en gelukkigen Vrede te<br />

„ mogen genieten En, om te too-<br />

„ nen, DOORLUCHTIGE VORSTIN, hoe ver<br />

„ de Kooplieden, aan den eenen kant, afzyn<br />

„ van Oorlog tegens hunne Onderdrukkers te<br />

„ willen; maar, aan den anderen kant, wensch-<br />

„ ten dat de Republiek, door haare eige magt<br />

„ en nieuwe Alliantien, zich in postuur ffcelde<br />

om haren verderen ondergang te voorko-<br />

,„ men, zoo neemen zy de vryheid, nogmaals,<br />

„ te herhaalen, 't geen zy zoo menigmaal<br />

„ voorgedragen hebben; dat, namelyk, eene<br />

„ aanzienlyke Deputatie, uit het midden van<br />

„ hunner Hoog Mog. IUuftre Vergaderinge,<br />

„ naar Engeland gedaan worde , om by den<br />

„ Koning van Groot - Brittannien een fpoedig<br />

„ en voldoenend redres te befolliciteren, en<br />

„ daar op ten fterkften aan te dringen, om ein-<br />

„ delyk een volkomen genoegdoening van de<br />

„ geleden fchade te erlangen.<br />

„ En , zoo zy niet dachten dat het zoude<br />

„'gelyken als ofzy de deliberatien van hunne<br />

w wettige Regeringe wilden voor uit loopen,<br />

n zou<br />

"


V O O R A F S P R A A K , "iï<br />

„ zouden zy tevens voordellen , dat 'er ; gelykelyk<br />

met de Deputatie naar Engeland, ver-<br />

„ fcheide Commisfien, naar Rusland, Spanje ;,<br />

Zweden en Denemarken, gedecerneertwier-<br />

„ den; om, by een weigerend antwoord van<br />

„ het Engelfche Hof, zieh te kunnen verzeke-<br />

; ren van de Alliantie, hulp en byftand der<br />

„ gemelde Hoven, om de alleenheerfching der<br />

„ Ëngelfchen ter Zee met ons te helpen te-<br />

„ gengaan, Sic." .<br />

Op deeze zoo hartroerende, zoo nadruklyke,'<br />

zbo gegronde Vertoogen antwoordde<br />

Haare Koninglyke Hoogheid koeltjes. „ Dat<br />

„ zy met leedwezen den tegenwoordigen ftaat<br />

„ van den Koophandel aanzag , en over<br />

„ den zeiven niet minder aangedaan was, dan<br />

„ iemand der Kooplieden; doch dat het ü A A-<br />

„RE SCHULD niet was. dat dezelve niet -meer<br />

„ bejchermd wierd; dat aan de Magiftraten<br />

„ der Steden Dordrecht , Haarlem , Amfter-<br />

„ dam, Gouda, Rotterdam en Brielle, de reden.<br />

„ moest toegefchreven worden, waarom de<br />

„ LAND- en ZEEMAGT in geen beteren ftaat<br />

„ zyn; dat zy Gouvernante niet had opgehou-<br />

„ den te werken om aan de Kooplieden ge-<br />

„ noegen te geven, waar van ten getuigen<br />

,', ftrekte zekeren Brief, door den Koning van<br />

H Engeland, haren Heere Vader aan haar ge-<br />

„ fchreven (waar van Haare Koninglyke Hoogheid<br />

„ hun copie gaf, en die niets ftelUgs betekende); - dat zy<br />

#### 3 on-


ttr VodH.AFSPR.AAK.<br />

>, onderricht was dat de Kollonel Yorke ver»<br />

„ zogt had dien zelfden morgen een mondge-<br />

„ fprek met Hunne HoogMog. te houden, om in<br />

„ Onderhandeling te treden over deze zaak;<br />

„ en dat zy hoopte, dat zulks van een ge-<br />

„ wenschte uitwerking zoude wezen."<br />

Na dit antwoord begaf Haare Koninglyke Hoog'<br />

Md zig in een ander vertrek, die Heeren aanzeggende,<br />

dat dezelve, des goedvindende, breeder<br />

met Haaren Geheimraad den Heer de Larrey<br />

konden fpreken.<br />

Den toon, op welken dit antwoord wierd uitgefproken,<br />

het verwyt door Haare Koninglyke<br />

Hoogheid aan de bovengemelde Steden gedaan,<br />

van oorzaak te zyn, dat de Land- en Zeemagt<br />

in geen beteren ftaat waren, en de zekerheid,<br />

welke die Gedeputeerden hadden van de geringe<br />

vrugten, die 'er uit de gevolgen der Conferentie<br />

des Heeren Yorke te fpruiten ftonden,<br />

deeden die Kooplieden genoeg zien dat zy wederom<br />

vergeeffche moeiten hadden gedaan. —<br />

des onaangezien begaven zy zich by den Heer<br />

de Larrey, waar in, na vrije hevige debatten<br />

over het onderwerp hunner komst, die Man ,<br />

de zaak fchielyk afdeed, en hun rond uit zeide:<br />

„ Dat het voor de Vrouwe Gouvernante<br />

„ was geworden een pointl d'bonncur, om in<br />

„ geene Equipagie ter Zee te bewilligen, zon-<br />

„ der eene vermeerdering van Trouppen te<br />

9) Land; en dat hy de Kooplieden niet dorst<br />

„ vlei*


VOORAFSPRAAK. tm<br />

-„ vleien met de teruggave der Schepen en Goe-<br />

„ deren, die door de Engelfchen genomen zyn' *<br />

Ik zal hier niet blyven ftaan op de nieuwe<br />

Propofitie, door Mevrouwe de Gouvernante,<br />

altoos door de voorgemelde 4 Provinciën onderfteund,<br />

den 11. daar aan volgende ter Generaliteit<br />

deed, om gelyktydig de vermeerdering<br />

der Landmagt met de Equipage ter Zee<br />

te verkrygen, terwyl Haare Koninglyke Hoogheid,<br />

in den grond Haarer ziel overtuigt was, dat<br />

onze drie Zee - Provinciën nooit in het eerfte<br />

point bewilligen zouden. Ik zal my even min<br />

uitbreiden over deRequesten, door de Amflerdamfche<br />

en Rotterdamfcbe Kooplieden onmiddelyk<br />

daarop aan hunne refpe&ive Regeeringen, en<br />

de Staaten van Holland geprefenteerd, ten einde<br />

de nodige befcherming van den Koophandel<br />

te verkrygen, en aan te toonen, de geringe<br />

hoop, die hun het antwoord der Princesfe<br />

had overgelaten, ter verwerving van die befcherming.<br />

Ik zal kortom niet herinneren, dat,<br />

volgens eenige expresfien, hier boven in het<br />

vertoog van Gedeputeerden aangetekend, Haare<br />

Koninglyke Hoogheid, door Haare alvermogende<br />

n invloed in de Vergadering der Staaten Generaal,<br />

gemaklyk aan de billyke vordering voldoen<br />

kon, — ik zal alleenlyk hier aanmerken,<br />

dat het antwoord van den Geheimraad de Larrry<br />

de ganfche Natie met verontwaardiging ver-><br />

vulde, Het was dan geenzins genoeg hua<br />

# * # Ut g o p


xiv V O O R A F S P R A A K .<br />

op eene onbepaalde wyze te hebben doen voelen,<br />

dat zy niets te hoopenhadden; men moest<br />

'er nog de onbefchaamdheid, den hoon , of<br />

liever de wreedaartigheid byvoegen. — Hoe!<br />

rond uit te declareeren, „ dat het voor Haare<br />

„ Koninglyke Hoogheid een poinct d'honneur was<br />

„ geworden in geen Equipage ter Zee te hewilli-<br />

„ gen, zonder eene vermeerdering van Troupen te<br />

„ Land! .... Dat was regt den Dolk zo diep in<br />

„ 't harte booren, als maar gefchieden kon. "<br />

Ware dit zoo, DOORLUCHTIGE VORST,<br />

wat is het dan niet een droevig poincl; d'honneur,<br />

het welk de rechtvaardigheid, de allerheiligfte<br />

pligten, de plechtige eeden aan elke Provincie<br />

in 'tbyzonder, en aan de Staaten Generaal gedaan,<br />

te boven gaat!-— Ik kan geenzins gelooven ,<br />

dat zulk eene haatlyke beweegreeden de Vorftinne,<br />

UWER HOOGHEIDS Moeder,heeftbeftuurd<br />

in haare weigering der zo dringend gevraagde<br />

Protectie voor den Koophandel: Veel liever<br />

geloofik, dat HAARE KONINGLYKE HOOG­<br />

HEID , met valfche vooroordeelen bezet, verblind<br />

door de verkleefdheid voor Haare Natie,<br />

bedrogen door trouwlooze Raadgeevers ,<br />

den ftaat der zaaken verkeerdelyk befchouwende<br />

, en verftout door de onderfteuning<br />

eener menigte ontaarde Regenten, die H A A R E<br />

HOOGHEID behagen wilde, en vry wat beter<br />

dan ZY zelve, wisten wat die Vorftin<br />

in dergelyk geval te doen had , zodanig is<br />

te


V O O R A F S P R A A K . T.V<br />

te werk gegaan als in deeze omftandigheden<br />

is gefchied.<br />

Kortom , koe het ook zy , zeker is het<br />

dat de halftarrigheid der Princes-Gouvernante<br />

om de billyke klagten der Kooplieden geen gehoor<br />

te geeven, mitsgaders de gevolgen , welke<br />

die halftarrigheid nog heeft gehad na den<br />

dood van HAARB KONINGLYKE HOOGHEID,<br />

onzen Koophandel eene fchade van byna ao<br />

millioenen, en aan de Eer onzer Republiek<br />

een onuitwisbaare vlek hebben toegebragt. •<br />

Daar door ook leerde men , dat indien de voorzigtigheid,byhet<br />

erfiyk verklaaren der Charges<br />

en Waardigheden, tot welken Willem de IV.<br />

wierd verheven, zulken zyner Aframmelingen<br />

had uitgefloten, welke met Koninglyke of Keurvorftelyke<br />

Waardigheden zouden bekleed zyn,<br />

die zelfde voorzigtigheid insgelyks had behooren<br />

uit te fluiten, die van zyne Aframmelingen,<br />

welke zouden kunnen huwen met Konings Kinderen,<br />

of van alle andere Souverainen, welker<br />

belangens met die van de Republiek ftrydig zouden<br />

zyn of worden kunnen : En mogelyk had<br />

men by ons niet kwalyk gedaan om in de ongemakken<br />

te voorzien, die altoos onder ons zullen<br />

voortfpruiten uit de Regeering eener uitheemfche<br />

Vrouw, welke daar toekan geraaken zonder<br />

tyd gehad of moeite genomen te hebben<br />

onze Conilitutie, onze Wetten, den aart onzer<br />

Regeering, en verfcheide andere zaaken te<br />

*&** . door-


liYï V o O R A F S P R A A K.<br />

doorgronden, welker kennis onvernrydelyk is<br />

om met vrugt uitte oeffenen, de Bedieningen<br />

en Waardigheden van Stadhouder enz., welke<br />

een minder;aarig Kind by zyne meerderjaa-.<br />

rigbéid vervullen moet.<br />

Na de dood van Mevrouw de Gouvernante<br />

(a),kwam 'er voor het oog der Natie een<br />

ander Toneel ten voorfchyn. — HAARE KO­<br />

NINGLYKE HOOGHEID, had, door eene byzondere<br />

dispofitie, den al te befaamden Hertog<br />

van Brun.'vjyk belast met de waarneeming<br />

der Voogdyfehap van UWE DOORLUCHTI­<br />

GE HOOGHEID, gevolglyk met de zorg van<br />

UWE Opvoeding: welk vertrouwen, alzo ongelukkig<br />

voor UWE HOOGHEID, als voor ons<br />

Gemeenebest, niet erger kon geplaatst zyn.<br />

Dit listig, behendig, geveinsd en allerheerschztlgtigst<br />

mensch , boven dien aan de belangens<br />

van Engeland overgegeeven, en bezield<br />

met verachting voor de Natie, welker brood<br />

hy at, verzuimde niets , om in de uitoefièning<br />

van zynen post, geduurende U W E R<br />

HOOGHEIDS minderjaarigeid, en na UWE<br />

meerderjaarigheid , oppermagtig over U W E N<br />

geest te heerfchen. De kunst gehad hebbende<br />

UwEganfche liefde en vertrouwen te gewinnen,<br />

viel<br />

(a) Deze Vorftin overleed den 12. January 1759. •—-<br />

En de jonge Stadhouder wai toen nog geen II jaaren oud*


V O O E . A F S P R A A K . iVÖ<br />

viel het hem ligt UWE HOOGHEID, die vooroordeelen,<br />

die grondbeginfelen, die fteiregelen<br />

in te boezemen, welke met zyne voorneemens<br />

ftrookten. Hy verbergde voor UWE HOOG­<br />

HEID niets dan het geen Gs, zo voor het welzyn<br />

van den Staat als voor U zeiven noodzaaklyk<br />

weeten moest. Hem ontbrak met ée'n<br />

woord niets dan het gelukken in de bederving<br />

der uitmuntende hoedanigheden, met welke<br />

de natuur Uw hart had begaaft. Maar waar<br />

toe dienen die hoedanigheden, zonder waare<br />

verlichtingen des verftands ! — Wanneer een<br />

jongen Vorst word opgevoed in grondbeginfelen<br />

&<br />

die gunftiger zyn aan de byzondere inzichten<br />

der geenen , die voor zyne opvoedingmoeten<br />

waaken, dan heilzaam voor den Staat, welke<br />

hy of zelve moet beftuuren, of in welken<br />

hy flegts het Hooft der uitvoerende magt moet<br />

worden, wanneer teffens de vleijery der Hovelingen,<br />

en de toejuichingen eener blinde menigtecüen<br />

Vorst ftyven in het vertrouwen dat hy<br />

ïn^zynen Beftuurderen fteld, mitsgaders in de<br />

valfche denkbeelden, welke deezen hem inboezemen<br />

van zyne rechten, zyn toekomftig gezag<br />

, en van de gezande ftaatkunde , is zodanig<br />

een Vorst waarlyk te beklaagen; hy ia<br />

niets door zich zeiven: hy is en zal nimmer<br />

iets anders zvn, dan het geen men zal gewild,<br />

hebben, dat hy zoude zyn, namelyk een<br />

EtreMke. Zyn ganfche leven door omgeeven,<br />

**** « van<br />

9


ivm V O O R A F S P R A A K .<br />

van eene wolk van vooroordeelen, en dwaalingen,<br />

weggefleept in eenen draaikring, door<br />

bedrog en pluimftrykery geformeerd, zal hy<br />

alleenlyk zien door de oogen van hun, welke<br />

hem dus gevormt hebben, of die hem omringen;<br />

hy zal niets doen dan door de aandryving die<br />

zy hem zullen weeten te geeven, en zal nooit<br />

in 't vermoeden geraaken , dat hy flegts den<br />

ellendigen kaatsbal van het welbehagen, of<br />

der grilligheden van anderen is : Eindelyk het<br />

zal een Avonderwerk zyn, indien ooit de waarheid<br />

tot hem doorbreeke; en dit in de daad<br />

eens gelukkende, zal het nog grooter wonderwerk<br />

zyn , zo hy die erkent. Zodanig,<br />

DOORLUCHTIGE VORST , is het waare en<br />

droevige denkbeeld, dat men zig moet vormen<br />

van de Opvoeding , die UWE HOOGHEID heeft<br />

genoten, en van de uitwerkingen welke die<br />

Opvoeding in U vervolgens heeft voortgebragt,<br />

en nog dagelyks voortbrengt.<br />

Op het eigen oogenblik, dat de Hertog de<br />

waarneeming der Voogdyfchap over U W E<br />

HOOGHEID aanvaardde, verklaarden de Staaten<br />

Generaal hem tot UWEN Reprefentant<br />

als Kapitein-Generaal van de Unie. Het<br />

fchynt dat Hunne Hoog Mog. reeds van toen af<br />

voorzagen, het misbruik dat die man zou kunnen<br />

maaken van het credit en den invloed,<br />

welke hy de kunst had gehad, zich geduurende<br />

het leven van Mevrouw UWER HOOG­<br />

HEIDS


V O O R A F S P R A A K .<br />

HEIDS Moeder in de Republiek te verfchaffen;<br />

want het VIL Artykel der Inftru&ien, welke<br />

zy hem in voornoemde qualiteit gaven, behelst<br />

woordelyk: „ De Heer Hertog zal zich geen-<br />

„ zins bemoeijen met eenige zaaken, de Religie,<br />

„ Politie, Finantie of Juftitie rakende; noch<br />

„ ook met eenige andere zaaken, privativelyk<br />

„ {taande tot onze dispofitie , of die van de<br />

", Bondgenooten, of wel eenige Leden van<br />

„ dezelven concerneerende , hoedanig en van<br />

„ wat nature die zouden mogen zyn; noch<br />

„ ook met zaaken van de Unie en verbmdte-<br />

„ nisfe, tusfchen de Bondgenooten opgerecht;<br />

„ en veel min zich immisceeren, diredtelyk of<br />

„ indire&elyk, in de questien of gefchillen, die<br />

„ tusfchen de Bondgenooten, of eenigen van<br />

., dezelven, of ook wel tusfchen de Leden en<br />

„ Kwartieren van de eene of andere Provintien,<br />

mogten komen te ontftaan, ten ware<br />

„ by allerzyds Partyen mogte worden ver-<br />

„ zocht zynde goede Ofïicien van Intercesfie<br />

„ enMediatiete willen interponeeren, ol ook<br />

„ wel dat de zaak aan zyne Uitfpraak en De-<br />

„ cifie by aüerzyds Geinteresfeerden, wierde<br />

„ gefubmitteerd. "<br />

Evenwel, in weerwil der wyze voorzorgen<br />

in dit Artykel genomen , in weerwil der dmdlykheid,<br />

en ernsthaftigheid met welke Hunne Hoog<br />

Mog. daar in hunnen opperden wil hadden<br />

verklaard, vond de Hertog middel om het hem<br />

ge-


ïJt V O O R A F S P R A A K .<br />

gedaan verbod te verydelen. Eene menigte laf<br />

hartigen deuitgeftrektheid van zyn creaictken-,<br />

nende, en voorziende den alvermogenden invloed<br />

, die hy op den geest UWER HOOGHEID, by<br />

het bereiken der Meerderjaarigheid hebben zoude,<br />

verraadden de belangen en de eer van den<br />

Staat, met hem in zyne zoo openbaare als geheime<br />

kunftenaryen ten dienst te zyn; en zulks<br />

om door zyn middel hun fchraap en heerschzugt<br />

te voldoen:— En zonder dat zulks te veel<br />

m'toog liep, regeerde hy zoo oppermagtig*<br />

dat al die hem dienden , zeker konden zyn van<br />

beloond te worden; terwyl zy, die het ongeluk<br />

hadden van hem te mishaagen, of rechtftreeksofzydelings,<br />

de zwaarfte uitwerkzels van<br />

zyne gevoeligheid ondervonden. Met één<br />

woord, de onrechtvaardigheden en daden van<br />

eigendunklyk gezag kosteden hem niets, om<br />

dat niemand 'er zich tegen ftelde. Maar 4<br />

wat ook, was 'er te doen tegen een Man die<br />

met de eene hand gunden firooide, en in de<br />

andere de blikzemen hield om zynen vyanden<br />

te verpletten?—- Als Reprefentant van den<br />

Kapitein-Generaal gedroeg hyzich niet beter.<br />

Hy vervulde onze Trouppes met een zwerm<br />

Vreemdelingen, van welk een gedeelte niet<br />

waardig was der Staaten brood te eeten: onze<br />

ingeboren Officieren moeiten de onrechtvaardig^<br />

voorbyfprongen gedoogen: hy bragt in,<br />

den Krygsdienst gevaarlyke ftelregelen, onverdraag-


V O O R A F S P R A A K . txi<br />

draaglyke gewoontens en fchreeuwende misbruiken;<br />

en wy zyn nog ver af van derzelver<br />

fpooren te zien verdwynen. • Was hier de<br />

plaats om over dat alles breder uit te weiden,<br />

ik zou dingen aanvoeren, van welke men beeven<br />

zoude. Maar ik bewaare dit voor eenen<br />

anderen tyd.<br />

Eindelyk gaf de 8. Maart 1766. aan Uws<br />

HOOGHEID den Meerderjaarigen ouderdom,<br />

en de Hertog hield op UWEN Reprefentant te<br />

zyn als Kapitein-Generaal, maar hy hield niet<br />

op met het genieten van do duizend Gulden,<br />

welke de Staat hem Jaarlyks gaf, buiten eri<br />

behalven het Gouvernement van 's Hertogenbosch,<br />

en het Commandement over het<br />

Regiment Hollandfche Gardes. Boven de<br />

plechtige en allervleijendfte dankbetuigingen,<br />

die hy van Hunne Hoog Mog. en van elke<br />

Provincie in 't byzonder ontfing , voor de<br />

waarneming der Voogdyfchap over, en het<br />

waaken voor de Opvoeding van UWE HOOG­<br />

HEID, verkreeg hy nog eene erkentenis van<br />

éi 1,000 Guldens, zoo van UWE HOOGHEI»<br />

als van de byzondere Provinciën («).<br />

• . . Maar,<br />

(a) Gelderland gaf voor zyn aandeel ; ƒ 50000.<br />

Holland . . . . . 30000c».<br />

Zeeland . . . . . 30000.<br />

Utrecht , . f . 35000.<br />

Friej.


LXIC T O O X A I S P R A A I J<br />

Maar, DOORLUCHTIGSTE VORST, wat<br />

deed ie Hertog tot dankbaarheid voor zoo veele<br />

blyken van achting, en voor zoo veele weldaden<br />

van wegens Hunne Hoog Mog. van wegens elke<br />

Provincie in 't byzonder, en van wegens UWE<br />

DOORLUCHTIGE HOOGHEID genoten ?<br />

Hy was bedagt op het neemen zyner maatregelen,<br />

om zich eene volkome en duurzaame<br />

heerfchappy over Uw Perfoon te verzekeren,<br />

om, zonder zich in de waagfchaal te Hellen, de<br />

eer en de belangen van den Staat te verraaden.<br />

Ten dien einde UWE jeugd, UWE onervaarenheid,<br />

en het onbegrensde vertrouwen,<br />

dat UWE HOOGHEID in hem ftelde, misbruikende,<br />

noopte hy UWE HOOGHEID tot het<br />

aangaan der berugte Aclc van Confukntfihap,<br />

welke tusfchen UWE HO O G HEID en hem wierd<br />

getekend, op den 3. Mey 1766., en welke 18<br />

Jaaren lang in duifternis is gebleeven, namelyk<br />

tot in 1784. wanneer het der Voorzienigheid<br />

behaagde, dat dezelve ten voorfchyn<br />

kwa-<br />

Frieslaud . . . . ƒ 40000.<br />

Overysfel . , . ; ; 36000.<br />

Groningen . . , , . 25000.<br />

Het Land van Drenthe . . . 5000.<br />

Totaal . . ƒ 411000.<br />

De Prins Stadhouder . . ƒ 200000.<br />

Totaal .". ƒ tfllooo.


V O O R A F S P R A A K . ixva<br />

kwame. — En ofwel veel van deeze Me gefproken<br />

is, en daar van veele Copyen door gansch<br />

Europa verfpreid ' zyn, kan ik niet_ nalaaten<br />

hier derzelver voornaamfte gedeelte in te lasfchen,<br />

ter rechtvaardiging van UWE DOOR­<br />

LUCHTIGE HOOGHEID, wegens het zonderlino-<br />

gedrag , dat UWE HOOGHEID gehouden<br />

heeft, in de waarneming harer Bedieningen<br />

en Waardigheden, zedert hare Meerderjaarioheid<br />

tot het vertrek van den Hertog; een<br />

gedrag nog heden ten dage door UWE HOOG­<br />

HEID wordende gehouden, het zy door de<br />

raadgeevingen, welk dit gevaarlyk mensch<br />

UWE HOOGHEID doet geworden, het zy m<br />

gevolge de noodlottige grondbeginzelen, die<br />

hy UWE HOOGHEID heeft weten in te planten,<br />

het zy eindelyk door de aanhitsingen der<br />

Cabaal, van welke hy zoo lang het Opperhoofd<br />

is geweest.<br />

Na eene vry lange inleiding, bevattende<br />

eene herinnering van de komst des Hertogs hier<br />

te lande, van de achting en het vertrouwen,<br />

welke hy genoten heeft by de Doorluchtige<br />

Vader en Moeder van UWE HOOGHEID en<br />

by de Staaten Generaal, na een verilag der<br />

zorgen, die hy voor UWER HOOGHEIBS opvoeding<br />

heeft gedragen , enz. doet de gemelde<br />

Acle UWE HOOGHEID aldus fpreeken:<br />

„ Zoo IS >T, dat wy met Hooggemelden<br />

„ Heere :Prince van .Brmswyk wederzyds en<br />

» „ on-


LXÏV V 0 0 R A F S P K. A A K.<br />

„ onderling zyn geconvenieert en verdraagen<br />

„ over de poinéten en in de maniere hier na<br />

,, volgende.<br />

„ i. Dat Hooggemelde Heere Prince van<br />

„ Brunswyk , zig aan ons zal engageeren en<br />

„ verbinden, zoo als Hoogstdezelve zig enga-<br />

„ geert en verbind by deezen, omme ons in<br />

„ het beleid der zaaken, zoo wel van het Militaire<br />

Departement-, als van allen de verdere en andere<br />

Departementen onder ons gezag behoorende, met<br />

„ raad en daad te zullen asfifteeren, en byftaan<br />

„ in alles, ten allen tyden , en zoo meenigmaal wy<br />

zulks van Hoogstdenzelven zullen requiree-<br />

„ ren, en voor ons dienftig en noodig zullen<br />

„ oordeelem<br />

„ 2. Dat Hooggemelde Heere Prince ver-<br />

„ pligt zal zyn, om , in alle zaken, welke door<br />

ons in zyne handen zullen worden gefield, ons<br />

„ getrouvvelyk te dienen van Hoogstdeszelfs<br />

„ Raad en Advies, daarin advifeerende en<br />

„handelende, zoo als in goede confcientie,<br />

„ tot bewaring van onze Hoogheid , Prasro-<br />

„ gativen en Geregtigheden; mitsgaders ten<br />

„ meeften dienfte en welvaart van den Staat<br />

„ der Verëenigde Nederlanden zal vermee-<br />

„ nen te behooren, zonder daar van af te wy-<br />

' „ ken door gunst of ongunst, voor eenige by-<br />

„ zondere Provintien, Steden, Collegien of<br />

Leden van dien, of voor eenige particuliere<br />

„ Perfoonen, 't zy buiten of binnen de Regee-<br />

» ring.


VOORAFSPRAAK, txv<br />

g ring, ofce uit eerïigerley andere oorzaaken,<br />

,, hoedanig dezelve ook zouden mogen zyn,<br />

„ in alles anders niet voor oogen houdende,<br />

„ dan het geen dat tot Voorftand van onze<br />

„ waare en rechtmaatige belangens, en ten<br />

„ gemeenen beste en tot bevordering van het<br />

„ meefte wekyn deezér Landen op de effica-<br />

„ cieufte wyze zalkonnen en mogen (trekken.<br />

„ 3. Dat Hooggemelde Heere Prince van<br />

„ Brünswyk zich ten voorfchreven eynde gefta-<br />

„ dig by en omtrent onzen Pérfoonzal onthou-<br />

„ den, en in het byzonder verpligt zyn, ons<br />

„ te accompagneeren op de reize, die wy eer-<br />

„ lang in en door de Provintien, Steden, en<br />

„ Plaatzen, onder or.sEif-Stadhouderfchap res-<br />

,) forteerende, ftian te ondernemen.<br />

„ 4. Waar tegens wy ons, voor en ten be-<br />

„ hoeven van Hooggemelden Heere Prince, op<br />

„ het kragtigfte engagceren en verbinden, om<br />

„ Hoogstdenzelven ter zaaken van al 't geen<br />

„ hy, tot preftatie van dit Engagement, en in<br />

„ het geeven van de gerequireerde Raad en<br />

„ Adfifténtie, zal hebben gedaan en verricht,<br />

, s van alle aanfpradk , namaning en refponfabiliteit<br />

„ ten vollen en vo'komentlyk te zullen indem-<br />

„ neeren en bevryden, zoo als wy HoogstdenzeU<br />

„ ven daar van indemneeren en bevrvdsn by dee-<br />

„zen, NIET WILLENDE, dat Hooggemelde<br />

„ Heere Prince ter dier zaake aan IEMAND<br />

ANDERS dan AAN ONS IN EIGENEN PER-<br />

** #* * „ SOON,


ixvi V O O R A F S P R A A K .<br />

„ SOON, eenige Rekenfchap of Verantwoordinge<br />

„ verfchuldigt zal zyn. Ende in cas aan ons<br />

„ geduurende dit Engagement iets menfche-<br />

„ lyks mogte overkomen, willen en begeeren wy,<br />

„ dat Hooggemelde Heere Prince van Bruns-<br />

„ wykzal konnen volftaan, met op on^e gehei-<br />

„ me Secretarie over te leveren, en te doen<br />

„ depofiteeren, de ftukken en papieren, tot<br />

„ ons Bewind fpecteerende, welke als dan on-<br />

„ der Hoogstdenzelven berustende zouden mo-<br />

„ gen zyn,zonder datHoogstdezelveaan iemand<br />

y) van onze Erven, Succesfeuren ofRechtver-<br />

„ krygenden, tot het geeven van eenige opening,<br />

„ veel min tot het doen van eenige verantwoor-<br />

„ dinge, verpligt zal zyn, ofte daar toe op eenigerley<br />

„ wyze genecesftteerd zal konnen of mogen worden.<br />

„ Ende dit alles, al zoo by provifie'en tot ons<br />

„ beider zyds , kennelyk wederzeggen toe.<br />

„ Aldus tusfchen ons ondergefchreven on-<br />

„ derling geconvenieert en gearrefteert, en<br />

„ met onze wederzydfche Signature, en Ze-<br />

„ gels onzer Wapenen bekragtigt. "<br />

Gedaan in'sGravenhage dea 3. Mey 176Ö.<br />

(was geteckent.)<br />

W. PR. VAN ORANGE (L. S.)<br />

L. HERTOG VAN BRÜNSWYK (L. S.)<br />

Ziedaar, DOORLUCHTIGE VORST, op welke<br />

wyze het aan een valsch en listig Man,<br />

naar


V O O R A F S P R A A K . ' LXVII<br />

naar overheerfching in die land haakende, gelukte<br />

een misbruik te maaken van U W E toegeevenheid,<br />

van U W E verkleefdheid aan hem op<br />

het oogenblikdat GE deMinderjaarigheidverliet.<br />

Zie daar, hoe het hem gelukte, meer<br />

dan ooit gefehied was, zich te fteeken in de<br />

zaaken van alle Departementen , welke tot<br />

UWE Adminiftratie behoorden , ja zelfs in de<br />

geheimfte zaaken van den Staat; aangezien die<br />

voor UWE HOOGHEID niet verborgen zyn.<br />

En dat tegen zynen plechtigen Eed aan de<br />

Staaten Generaal gedaan, van zich te zullen<br />

houden aan het verbod van het hief voren by<br />

gebragte VII. Artykel zyner Inftruétien; en<br />

dat in weerwil van alle gevoel van eer en van<br />

billykheid; en in weerwil van het medelyden,<br />

welke uit het bloote denkbeeld van op die wyze<br />

een jongen Vorst, vol oprechtheid en zonder<br />

ondervinding te verleiden. Met één woord,<br />

wanneer men het, eerfte Artykel van deeze<br />

noodlottige ASe vergelykt met UWER HOOG­<br />

HEIDS Commisfie van Kapitein en Admiraal<br />

Generaal, met de Commisfien, die G E van<br />

elke Pro vin de, in hoedanigheid van haaren byzonderen<br />

Stadhouder, Kapitein en Admiraal<br />

Generaal hebt, en dan gelyktydig overweegt<br />

het onverwinlyk gezag van den Hertog op den<br />

geest van UWE HOOGHEID, kan men .met<br />

grond zege en, dat hy, door deeze Acle; het<br />

genige Hoofd wierd der uitvoerende Magt, en<br />

* * * * * « UwS


tXYIU V O O R A F S P R A A K .<br />

UWE HOOGHEID van dat oogenblik zelve<br />

niet anders wierd dan zyn Reprefentant, en het<br />

blinde werktuig van al de rampen, die hy ons<br />

tot op den huidigen dag heeft veroorzaakt. —<br />

Wanneer men eindelyk deeze gebeurtenis overweegt<br />

, is het niet meer te verwonderen , dat<br />

UWE HOOGHEID zoo ongunftig heeft ontfangen<br />

, de Propofitie der Gedeputeerden van Amflerdam,<br />

in de Maand Mey van 1781. gedaan,<br />

om UWE HOOGHEID een COMMITTC toe<br />

te voegen , betraande uit Regenten van de refpective<br />

Provin tien, om U met raad en daad<br />

by te ftaan en mede te werken tot heil des Vaderlands:<br />

UWE HOOGHEID had een Man by<br />

zich, die niet belust was om op die wyze uit<br />

den zadel geligt te worden; en om die reden<br />

UWE HOOGHEID wel wist in te boezemen,<br />

wat 'er op zodanige Propcfitien te antwoorden<br />

was.<br />

Vermits nu de boosaardigheid niet buiten<br />

fluit eene zekere voorzigtigheid, voorzag de<br />

Hertog wel aan hoedaanige onaangenaamheden<br />

, aan welke vervolgingen zelve hy zou<br />

blootfraan, zo die Acle ten eenigen dage eens<br />

in 't licht kwam; en daarom droeg hy, gelyk<br />

boven gezegt is, wel zorg om in het 4de Artykel<br />

te doen bepaalen, dat UWE HOOGHEID hem tenvollen<br />

inaemneerde en bevrydde van alle aan/praat, namaaning<br />

en refponfabiliteit; dat GE niet wilde dat hy<br />

AAN IEMAND ANDKRS , dm aan UWE HOOGHEID<br />

m


VooursrsAit LXIX<br />

IN EI GEN EN PERSOON eenige Rekenfchap of<br />

Verantwoording zou doen; en , ingeval van affterven,<br />

vMde en begeerde dat hy zou kunnen vofaan,<br />

met op UWE geheime Secretarie over te leveren, en<br />

te doen depofiteeren de Stukken en Papieren, tot UWER<br />

HOOGHEIDS Bewind fpefteerende ,... zonder dat<br />

hy verf ligt zou zyn eenige opening te geeven aan iemand<br />

der Erven, Succesfeuren , of Recht-verkrygendm van<br />

UWE HOOGHEID; veel min hun eenige Rekekening<br />

te doen ; en dat, zonder dat hy daar toe<br />

in eenigerlei wyze genccesfitcerd konde worden. Maar<br />

DOORLUCTIGE VORST, de uitkomst toonde<br />

dat die voorzorg nodeloos was geweest.<br />

Zo dra was de Acle niet bekend, of de reeds<br />

opgereezene Verontwaardiging tegen dien man<br />

fteigerde ten hoogften top; van alle oorden<br />

verhieven zich het gekrysch en de bittere klagten<br />

op. Noch de Verantwoording van zyn<br />

«•edrag, door UWE HOOGHEID ondernomen,<br />

in eenen Brief op den a aften derzelve maand<br />

Mey aan de Staaten Generaal gefchreeven,<br />

noch de juftificatoire Memorie, door hem zelfs<br />

daar na in 't licht gegeeven , noch de ontelbaare<br />

Gefchriften, ten zynen voordeele door<br />

de kladders der Cabaal voortgebragt, waren<br />

niet magtig om die klagtcn te verdooven. Het<br />

Verflag°daar in gedaan van de genegenheid,<br />

welke hy ran Wdlem den IV. en de Princesfe<br />

Gouvernante had genoten, het Verflag van de<br />

goedkeuring, met welke de Staaten hem voor-<br />

***** ^ maals


IXX V O O R A F S P R A A K , '<br />

maals vereerd hadden, bewezen, op zyn hoogst,<br />

dat hy dit alles kon verdiend hebben, of liever<br />

dat men zich heeft kunnen bedriegen, met<br />

hem die te vereeren. Doch geen dier beide gevallen<br />

konden zyn werklyk bekendgedrag, zo<br />

min als zyne meineedigheid, en de haatlyke<br />

overrompeling waar aan hy door deze Acle zig<br />

had fchuldig gemaakt, verfchoonen. Eindelyk<br />

vorderden geheele Provinciën zyne verwydering<br />

van de Republiek; alle braave Vaderlanders<br />

verlangden 'er na als een gunst van den<br />

Hemel; en in de maand Oótober daar aan volgende,<br />

vond hy goed dit Land te ontruimen,<br />

om te ontvvyken dat hem zulks wierd geordonneerd,<br />

of dat hem nog het een of ander<br />

ergers bejegende.<br />

Zie daar,D OOR LUCHTIGE VORST, hoe'er<br />

Wezens worden gevonden, welke door de<br />

fchandelykheid hunner bedryven, den Naam<br />

dien zy voeren bezwalken, tervvyl anderen<br />

dien zelfden Naam door den glans hunnerDeugden<br />

doen uitblinken. Het was in den jongst<br />

verloopen winter, dat een Prins uit den Huize<br />

Brunswyck, door menschliefde bezield zig<br />

onverfchrokken aan de golven eener onltuimige<br />

en overvlietende rivier bloot gaf, ter hulp van<br />

zynen Natuurgenoten; dan, helaas! hy wierd<br />

door de wateren verzwolgen, alvorens den anderen<br />

oever bereikt te hebben! Gansch Europa<br />

beweende het noodlot van dien edelmoedi-<br />

gen


VOORAFSPRAAK. rxxt<br />

gen Prins, ter naauwernood den bloem zynes<br />

ouderdoms genakende; zyne nagedagtenis f<br />

zal even lang geëerbiedigt worden , als 'er<br />

braave en aandoenlyke zielen het ondermaan- .<br />

fche bewoonen. — En zynen gryzen Oom, in<br />

zich alle ondeugden van een verdraaiden geest<br />

en verdorven hart vereenigende, maakte 34<br />

jaaren lang het ongeluk uit eener vrije Natie,<br />

aan welke hy ten laatfte een voorwerp van verfoeijing<br />

wierd! ... De Voorzienigheid haalde<br />

eenen jongen Vorst uit deze waereld, wiens<br />

deugden de menschheid vereerden, terwyl zy<br />

nog de dagen rekt van eenen Grysaard, onwaardig<br />

een aanweezen bezeten te hebben ! ....<br />

Mislchien wil zy ons vertroosten door het<br />

fchouwfpel, dat hy vertoond met zyne fchande<br />

van fchuilhoek tot fchuilhoek over te<br />

dragen.<br />

Ik zal hier geenzins hervoor brengen ,<br />

DOORLUCHTIGSTE VORST, de ongehoorde<br />

eerbewyzingen, welke UWE HOOGHEID, by<br />

het bereiken UWER Meerderjaarïgheid ontfing,<br />

het zy van wegens Hunne Hoog Mogende,<br />

het zy van de Staaten van elke Provintie , het<br />

zy eindelyk van wegen de onderfcheidene Collegien<br />

der uitvoerende magt, zo in het Ceremonieel<br />

der gelukwenfchingen , als by UWER<br />

HOOGHEIDS inleiding in de byzondere Vergaderingen<br />

dier Collegien; ik zal ook niet<br />

herinneren met welke ftaatfie, met welken<br />

***** ^ glans


Lxxn V O O R A F S P R A A K . '<br />

glans die gebeurtenis wierd gevierd; noch aan<br />

weiken overmaat van vreu;de en vlejjery een<br />

gedeelte der Natie zig by die gelegenheid weder<br />

over gaf ; De Gefehied - vernaaien van<br />

dien tyd bewyzen genoeg , welke Party 'er<br />

nog heerschte , en dat de yling en begoocheling<br />

van .747. nog rokt verdweejien waren uit<br />

den geest van het gepeupel, zo min ais uit den<br />

geest van die Burgeren, welke, noch door vermogen<br />

, noch door eenigen meer of min verheven<br />

rang, ontheven zyn van de bezitting aller<br />

vooroordeclen , van al de onkunde of de laagheden<br />

van gevoelens van het uitvaagzei des Volks.<br />

Ik zal my derhaiven vergenoegen.met in weinig<br />

woorden af te fchetzen, hoe van dien tyd<br />

af aan de zaaken der Republiek hoe langer hoe<br />

erger liepen, en op wat wyze zy tot dienfchrikbaarenden<br />

crifis gèfteigerd zyn, in welke wy ons<br />

tegenwoordig bevinden. Waar toe het volgende<br />

verdiend met aandagt overwoogen te worden.<br />

Even of de Magt, met welke UWE HOOG­<br />

HEID by derzelver rVfeerderjaarigheid zig bekleed<br />

zag, niet groot genoeg geweest ware, bediende<br />

men zig nog van deze gelegenheid om<br />

die te vergrooten ; dat is te zéggen, dat dwaasheid<br />

of vlejjery UWE HOOGHEID nieuwe opofferingen<br />

deed, en dat zelf Menfehen , den<br />

Burgernaam onwaardig, U toen opdroegen,<br />

een gedeelte van het geen zy niet anders van<br />

den Souverain hielden, dan als een toevertrouwd<br />

pand,


V O O R A F S P R A A K . LXXIH<br />

pand, waar aan zy geen eigendom hadden:<br />

getuigen hier van zyn de Leden, welke<br />

toenmaals uitmaakten het Collegie van Gecommitteerde<br />

Raaden der Staaten van Holland-, en<br />

die, op de pro politie les Graaven van Bentink,<br />

Heer van Rhoon, en zonder eenigzins door die<br />

Staaten, daar toe gewet'igd te zyn , aan UWE<br />

HOOGHEID overlieten de dispoftiie overde politiqueen<br />

Militaire Ampten, ("taande ter begeeving en<br />

Collatie van Hun Ed. Mog. Ziedaar hoe<br />

men, na alle gevoel van eer opgeofferd te hebben<br />

, nog opofferde het geen men zelf niet<br />

eens bezat. — Zie daar, hoe in de Vergadering<br />

dier zelfde Staaten, eene meerderheid,<br />

aan den oogenbliklyken Afgod overgegeeven,<br />

gedoogde dat een hun ondergefchikt Collegie<br />

dusdanig eene opoffering in haar aanzien deed! —><br />

Zou niet elk beter beraaden Stadhouder deze<br />

Lafhartigen hebben toegeroepen : ik ben gefield<br />

tot handhaaver en verdeediger der Rechten, Privilegiën<br />

en Vryheden dezes Lanas, deszrffs Leden, Collegien<br />

Steden en Ingezetenen.- ik befchouwe dus als een misdaad<br />

jegens den Staat en het volk., ik befchouive dus<br />

als een hoon aan myn perjoon gedaan, niet alleen alle<br />

onrechtvaerdige opoffering , maar ook allen aanbod<br />

, het welk die rechten, die privilegiën, die vryheden<br />

kan fch.aden , en byzonderlyk eenigerlei aanbod<br />

, gedaan door Luiden, die geen recht hebben om<br />

'ereenigerlei-te doen? .— Maar, verre van zo edelmoedige<br />

taal te voeren, nam UWEHOOGHEID,<br />

***** £ even


txny V O O R A F S P R A A K ,<br />

evenals hoogstderzelver Vader alles aan, het zy<br />

men zulks wettig aanbood of niet. Zodanig geraaden<br />

en verblind als UWE HOOGHEID zig bevond,<br />

zou, geloof ik, den Scepter der Souverainiteit<br />

aangenomen zyn, indien de Vleijers<br />

dien hadden durven aanbieden : En in dat geval<br />

zou met een enkelen fprong het doelwit bereikt<br />

hebben, waar op Uwen Mentor wierd geacht<br />

te boogen, want als men gadeflaat al wat<br />

hy heeft gedaan en doen uitvoeren, tot zyne<br />

verdwyning uit ons midden, is 'er grond om<br />

te befluiten, dat zyn Plan geweest is om de<br />

wezenlyke Souverainiteit over dit Land ongevoelig<br />

in Uw Huis over te brengen.<br />

Maar het was dien gevaarlyken Man niet<br />

genoeg, dat UWE HOOGHEID in zig eene<br />

Magt vereenigde , welke zo zonderling de fouveraine'Magt<br />

van elke Provincie, en gevolglyk<br />

die der Staaten Generaal verbysterde; het<br />

was dien zelfden Man ten uiterften noodzaaklyk,<br />

dat UWE HOOGHEID die magt gebruiken,<br />

ja zelfs vermeerderen kon naar believen,<br />

zonder eenige belemmering , ja zelf zonder<br />

eenige tegenfpraak te ontmoeten. Daar toe<br />

moeflen in de Regeeringen der meefte Steden<br />

van onze Republiek, in de onderfcheidene Collegien<br />

der uitvoerende magt, Vertrouwelingen geplaatst<br />

worden, die voor de belangens van UWE<br />

HOOGHEID , waakten, terwyl zy die van denStaaf<br />

verraadden ; men moest zeg ik daar in Vtrtrou-


V O O R A F S P R A A K , LXXV<br />

trouwetingen plaatzen, die den flinger der Deliberatien<br />

beftuurden,— welke daarin de Refolutien<br />

en Operaden, volgens UWER. HOOG­<br />

HEID s inzigten , of volgens die van U WEN Raadedirigeerden,—<br />

welke daarin alles reguleerden<br />

naar hunne geheime inftrucfien, en welke<br />

die Regeeringen , en Collegien, ten mmften<br />

de meerderheid in eene volurékte onafhangelykheid<br />

hielden : En in dat a:les flaagde men<br />

boven verwagting. In een Land , waar in de<br />

zugt tot weelde, en de heerschzugt om, door<br />

wat middelen het ook zyn moge, zig te verheffen,<br />

waar in de onverfchil igheid voor het algemeen<br />

welzyn, de verguizing van ziel, de<br />

verdorvenheid van verhand en hart, tot zulk<br />

eene hoogte zyn geklommen, als onder ons<br />

bevonden word, viel het niet zwaar menfchen<br />

te vinden, die zig zeer vereerd hielden met<br />

het vervullen van zulk eene fchandelyke bediening,<br />

en aadere die meenden zeer gelukkig te<br />

zyn, met te mogen kruipen voor de voeten van<br />

deze plaatshoudende dwingelanden, in fommige<br />

Steden bekend onder den naam van Lieutenant-Stadhouders,<br />

in andere plaatzen onder die van Premiers,<br />

en dus elders, enkel door het gezag dat<br />

zy zig aanmaatigden , en door de eigendunklykedaaden,<br />

die men hun zag verrigten. Aangefteld<br />

om een ieders gedrag te befpieden of<br />

te doen befpieden, — aangeilöld om heerschzugtige<br />

en eigenbaatige zielen door het lokaas<br />

van


LXXVI V O O R A F S P R A A K .<br />

van belooningen te verleiden , —• om de zwakken<br />

door vrees voor wraak te bedwingen, —•<br />

en om cordaate Lieden door eene zegepraalende<br />

tegenkanting te weerhaan, is het niet te<br />

verwonderen , dat zy alles naar hunnen wenk<br />

deeden draaijen, in de Departementen, die<br />

men hun had toevertrouwd. Die de gunst<br />

deezer laage Werktuigen van het despotismus<br />

bezat, had ook uwe gunst, DOORLUCHTIGE<br />

VORST, het was eene zekerheid om fortuin te<br />

maaken: hun mistrouwen of hunnen haat te<br />

ondergaan, was het ondergaan van den haat en<br />

het wantrouwen van UWE HOOGHEID, of van<br />

deszelfs Raad , en het was by gevolg een bloot<br />

ftaan aan voorbyfprongen, aan onrechtvaardigheden<br />

en vervolgingen van allerlei foort.<br />

Uit deeze haatlyke en tyrannifche Injlefling<br />

in onderfcheidene plaatzen, en uit hetaanweezen<br />

van een talryken Aanhang, blindeling overgegeven<br />

aan UWE HOOGHEID, en welke<br />

men gezorgt had in byna alle ftedelyke Collegien<br />

, in byna alle Collegien van Juftitie en Politie<br />

, en andere zoo burgerlyke als militaire Collegien<br />

, alwaar zodanig eene Infeiïing geen plaats<br />

greep, voort te kweeken, kwamen de RECOM-<br />

MANDATIEN voort, welke men aan UWE HOOGHEID<br />

deed, of die GE zelf deed aan wie men goeddacht,<br />

omzodanigen te plaatzen of te begunftigen,<br />

welke mengefchikt oordeelde voor de bedoelde<br />

inzichten: — Uit deeze zelfde Infielling,<br />

en


V O O R A F S P R A A K . LXXVII<br />

en uit het aanwezen van zodanige Partyen,<br />

fproten insgelyks de IMPROB ATIËN voort, op<br />

de zelfde wyze gedaan, en tot eene gansch<br />

ftrydige uitwerking met de RECOMMANDA­<br />

TIE N: Hier van zoo veele onwaardige Perfoonen<br />

in Regeerïng gefteld, en gebragt in<br />

de onderfcheidene Collegien der Steden, in<br />

de onderfcheidene Departementen van den<br />

Staat, mitsgaders in de honorable en profitable<br />

Ampten, Bedieningen en Commisfien;— hier<br />

van de uitiluiüng zoo veeier braave Burgers<br />

buiten de voornoemde Regeeringen, Collegien<br />

en Departementen; mitsgaders uit alle<br />

Ampten en Bedieningen , hoe genaamd; —<br />

hier van het middel om in alle gelegenheid<br />

de ftem te fmooren van den geenen, welke<br />

zich had durven aankanten tegen de misbruiken,<br />

die hy zag, of tegen de Refolutien<br />

en Ondernemingen, welke men formeerde ten<br />

nadeele der belangens van den Staat en der<br />

Nationale Vryheid; hier van eindelyk,<br />

die overmaat ,van middelen en magt, welke<br />

UWE HOOGHEID verkreeg om fouverain<br />

te regeeren , door zich zelf of door anderen, in<br />

de meefte Regeeringen, in de meefte Rechtbanken<br />

, en andere burgerlyke of militaire Departementen<br />

van den ^taat, en dien volgens<br />

over de ganfche Republiek. Ja, DOORLUCH­<br />

TIGE VORST, ik durf zeggen over de ganfcbe<br />

Republiek. Dat alles getuige hier van draage het<br />

geen


1XXVIII V O O R A F S P R A A K .<br />

geen 'er zedert UWER HOOGHEIDS Meerder]<br />

aarigheid omgegaan is , in de Departementen<br />

van Houtvestery en Jagtgericht, — in dat<br />

der Posteryen,— in verfcheide kerklyke zaaken,<br />

in onze Univerfiteiten, •— in de Vergaderingen<br />

van onze beide lndifche Compagnien,—<br />

in de Regeeringen onzer Steden,—.<br />

in de Schepens banken,—. in de Rekenkameren,<br />

— in de Provinciale Hoven, — in UWER<br />

HOOGHEIDS militair bewind, — in den Hoogen<br />

Krygsraad, — in de Admiraliteks-Collegien,—<br />

inde Provinciale Vergaderingen,—*<br />

in de particuliere Commisfien,— in de fecrete<br />

Befoignes,— in den Raad van Staate,—<br />

in de Vergadering der Staaten Generaal, ——<br />

ik beroepe my, zeg ik, op alles wat 'er is omgegaan,<br />

in die deelen, en in vry wat andere,<br />

die ik hier niet aanroere, zedert UWER<br />

HOOGHEIDS Meerderjaarigheid, en ik befluit<br />

'er rondborftig uit, dat UWE HOOGHEID al<br />

daarliet meefte fouverain heeft geregeert, het<br />

zy door derzelver Aanhangelingen, het zy door<br />

het rechtftreeks en alvermogend gezag, het welk<br />

Zr daar in verkregen had: gezag, dat niet<br />

minder kon zyn; nademaal (gelyk reeds gezegt<br />

is) na het zelve by deszelfs inftelling al<br />

te zeer was uitgebreid, of al te onbepaald<br />

gelaaten, en na vervolgens tot eenen ongehoorden<br />

trap gefteigerd te zyn, door honderderlei<br />

achtervolgende en onbillyke toegeef-


V00E.AF6Pa.AAE:. EXXIX<br />

geeflykheden, door allerlei ufurpatien, bevond<br />

het zich over al onderfteund en gevestigd door<br />

dezelfde middelen,welke tot deszelfs inrichting<br />

en vergrooting hadden gediend; dat is, door<br />

kuipery, door verleiding, door het overwigt<br />

eener Party, faamgefteld uit vleyers en lafhartigen,<br />

en andere flegte Burgers, meer verkleeft<br />

aan UWE verheffing, DOORLUCHTIGE VORST,<br />

dan aan de belangens en den roem des Vaderlands.<br />

Ik zal in de vier Deekn, welke de twee,<br />

die ik thans uitgeeve ftaan te volgen, gelegenheid<br />

hebben om in 't breede te bewyzen, het<br />

geen ik hier flechts aanftippe, en daar omtrent<br />

zaaken te berde brengen, welke den Lezer<br />

van verbaazing zullen verftommen.<br />

De Oorlog, die tusfchen de Engelfchen en een<br />

gedeelte hunner Americaanfche Colonien ontftond,<br />

veroorzaakte in ons ongelukkig land een'<br />

ysfelyke vergrooting van vernederingen en rampen.<br />

Deeze listige Eilanders, betrouwende op<br />

de Party, welke onder ons heerschte, en hun<br />

geheel en al toegewyd was, poogden ten eerften<br />

ons in hunnen twist mede te fleepen , door<br />

het vraagen der Schotfe Regimenten, in dienst<br />

der Republiek, en alle Provinciën ftemden<br />

blindelings dien eisch toe. Een eenig man, de<br />

braave Baron van de Gavellen tot den Poll, Lid<br />

van de Overysfelfche Ridderfchap , had moeds<br />

genoeg om zich tegen den ftroom te verzetten<br />

i hy ontwikkelde ten klaarden de beweeg-


LXXX V O O R A F S P R A A K .<br />

weegredenen die Engeland in die geval had s<br />

en de byzondere inzigten, welke onze Engelschgezinde<br />

Cabaal aan haaren kant had met<br />

die Mogendheid ten dienst teftaan; Amflerdam<br />

opende vervolgens de oogen, en voorts verfcheide<br />

anderen Steden, en de toeftemmmü; van het<br />

verzoek had geen gevolg.— Maar, DOORLUCH­<br />

TIGE VORST, wat kwam 'eruit voort?— 'Er<br />

kwam uit voort, dat de Baron, de achtbaarfte<br />

en waardigfte Patriot, we ke toen in de Republiek<br />

was, zich UWE verontwaardiging op<br />

den hals haalde, en dat hy, zoo van den kant<br />

van UWE HOOGHEID, als van UWE Aanhangers,<br />

en van zyne Overysfelfche Mede-Regenten<br />

, de uitwerksels der lafhartigfte en onwaardigfte<br />

wraak moest voelen. — Wat kwam<br />

"er nog uit voort? — 'Er kwam uit voort, dat<br />

de Engelfehen van fpyt opgezwollen , zwoeren<br />

om zich over de weigering van ditbikyk verzoek<br />

op eene wreedaartige wyze te wreeken; en ten<br />

dien einde begonnen zy van toen af hunne bekende<br />

geweldenarijen over onzen Koophandel,<br />

en toen Vrankryk met hen rot eene vredebreuk<br />

gekomen was, oeffende zy die geweldenarijen<br />

tot eene fchrikbaarende hoogte.<br />

Een eenig middel was 'er ter beteugeling van<br />

den trots, de fchenddaaden en de affchuuwlykheden<br />

deezer zoo wreedaartige als onverzadelyke<br />

Zeefchuimers; en dit beftond met onze Zeemagt<br />

op eenen refpeciabelen voet te brengen,<br />

en


V O O R A F S P R A A K , LXXXI<br />

jfeti oiizen Scheepvaart en Koophandel kragfdaadig<br />

te befchermen. Maar, DOORLUCH­<br />

TIGE VORST, UWE HOOGHEID, of liever<br />

de haatlyke Cabaal, die U omringde, die U beftuurde,<br />

droeg wel zorg om tot dat heilzaam<br />

middel niet te komen; zy in tegendeel wendde<br />

alle haare poogingen aan om de herfteliing dier<br />

Zeemagt te beletten, en gevolglyk om het vefleenen<br />

der benoodigde protectie te ontwykeri.<br />

De bedoeling dier Cabaal was onze Zeemagt<br />

altoos in dien zwakken ftaat te laaten l in welken<br />

het belarig van Engeland vorderde dat zy<br />

•bleef; haar doelwit was ons te zien dwingen<br />

om eenen wettigen Koophandel te laaten vaaren<br />

, waar uit de Vyanden van Engeland eenig<br />

voordeel konden trekken, enwy een'groot deel<br />

van ons beftaan haalden; haare bedoeling was ons<br />

tot zo verre te vernederen, dat wy niét zouden<br />

durven weigeren de nieuwe onderftanden,<br />

welke dieMogenheidons zonder eenigen grond<br />

afvroeg; haare bedoeling was om zig te wredken<br />

over zulke van onze commercieerende<br />

Steden, welke in dit alles zig het fterkfté hadden<br />

aangekant tegen haare aanflagen; metéén<br />

•Woord, haare bedoeling was onze natmirlyke<br />

vyanden op allerleije wyze te begunftigen, onder<br />

eene opoffering der belangen van onze Republiek.<br />

— 'Er is geen eerlyk maft , DOOR­<br />

LUCHTIGE VORST, welke niet van verontwaardiging<br />

vervuld is, wanneer hy zig defchan-


IXXXII VOORAFSPRAAK.<br />

delyke rol herinnerd, die de Heer Yorke, de<br />

Hertog, en de rest der Engelschgezinde Cabaal<br />

U in dit alles hebben doen fpeelen, mitsgaders<br />

alles wat men aangewend heeft, om te<br />

beletten dat de Republiek in tyds deel nam aan<br />

de gewapende Neutraliteit.<br />

Zo veele vernederingen , zo veele fmaadheden,<br />

deeden eindelyk een gedeelte der Natie"<br />

uit den fiaap opryzen, in welken de gewoonte<br />

van onder een haatlyk juk te leeven, haar gedompeld<br />

had ; Regenten, voorheen verblind<br />

of befchroomd, voegden zig by zulken hunner<br />

Mede-Regenten, die alleenlyk na onderfteuning<br />

wagtten, om te durven fpreeken; Provinciën<br />

zelve verhieven hunne ftem tegen alles<br />

wat'er omging, en eischten dat men eindelyk<br />

gebruik maakte van de middelen , ons<br />

door God en de Natuur gefchonken, om onze<br />

goederen te verdeedigen, ea onze eertehandhaaven;<br />

men maakte zelfs fchyn óf men die<br />

ftem zou hooren; maar men wendde teffens<br />

alle middelen aan om 'er de uitwerkzels van te<br />

beletten, en de zaaken bleeven gelyk zy waren.<br />

Eindelyk de Engelfchen , altoos zeker dat<br />

zy onder ons naar wensch zouden bediend<br />

worden , kwamen tot eene openbaare Vredebreuk<br />

met de Republiek; en de eerfte vn;gten,<br />

welke zy daar uit haalden was het fchielyk<br />

wegneemen van een verbaazend getal onzer<br />

Koopvaarders, eenige van onze Oorlogfchepen,.


V O O R A F S P R A A K , LXXXIIÏ<br />

pêrt i en vervolgens de verovering van een gedeelte<br />

onzer bezittingen in Oost- en West-<br />

Indiën. —- En ten overmaat van ramp hadden<br />

wy de fmert om de allerberispelykfte directie<br />

in onze Zeemagt te ontwaaren, en onze<br />

Schepen in de fchandelykfte inactiviteit<br />

te zien verrotten ; en zulks alles iten fpyte<br />

der hartroerendfte en herhaalde klagten onzer<br />

Kooplieden, ten fpyte der herhaalde Vertoogen<br />

onzer voornaamfte Steden, en de meefte<br />

onzer Provinciën , en in weerwil van het gefchrei<br />

van het weldenkendfte gedeelte der Natie.<br />

De beide Deelen, die ik thans ten voorfchyrt<br />

brenge, en dat het welk 'er onmiddelyk op ftaat<br />

te volgen, leveren een ysfelyke fchets op van<br />

al die zaaken, welke ongelukkig niet dan al<br />

te waar is.<br />

Om nu zo ftraffeloos de belangens van Engeland<br />

te kunnen voorftaan met de onze te verzaaken,<br />

om zo ftraffeloos in den wind te kunnen<br />

flaan de klagten van een gedeelte onzer<br />

Steden en Provinciën, en om op gelyke wyze<br />

te kunnen verachten het fmertelyk en wanhoopig<br />

geroep, tot het welk eene uiterfte benaauwdheid<br />

het achtingwaardigst gedeelte onzer<br />

Medeburgeren aandrong, was het voor de<br />

Anglomaanfche Cabaal niet genoeg, dat UWE<br />

HOOGHEID algemeen genot had van het overmaatig<br />

gezag en den invloed, van welke ik zo<br />

veel gefproken heb, maar die Cabaal moest nood-<br />

****** a zaak-


1XXXIV V o O H A F - Ï S i l i t<br />

zaaklyk nog ten haaren dienfte hebben PrecH-'<br />

kanten , die onwaardig waren de heilige bediening<br />

te verrichten, enSchryvers, die alle'<br />

gevoel van eer en fchaamte kwyt waren , welke<br />

de zwakke geesten misleidden, en een mag-,<br />

tigen Aanhang, vooral onder het gemeene Volk,<br />

formeerden, welke in ftaat was haar wegens alles<br />

en tegen alles, al ware het zelf tegen den Souverain,<br />

te verdeedigen, indien de gelegenheid zig<br />

opdeed. Wanneer men in eenen Staat op zyne<br />

zyde'heeft het gezag en geweld, kan men het<br />

kwaad met de meefte vermetelheid en de<br />

meeste zekerheid uitoeffenen.<br />

Het is ook geenzins te verwonderen , DOOR­<br />

LUCHTIGE VORST, dat geduurende dezen<br />

Oorlog , 'er luiden onder ons gevonden zyn,<br />

die zig uit fmaak of interest overgaven aan het<br />

onwaardig ambagt van bedriegers en faamrovers,<br />

en welke zig haasteden om de Cabaal naar<br />

begeerte te dienen; maar het geen het meefte<br />

verwonderd en verwonderen moet, is, dat de<br />

fchuldigften derzelven algemeen bekend waren<br />

onder de onmiddelyke begunftiging van<br />

•UWE HOOGHEID, often minften onder die van<br />

den Hertog vanBrunswyk, te werken. De Schry vers<br />

van het Politiek Vertoog, de Zeven dorpen in brand, Reinier<br />

Vryaarts Brieven, en zo veel andere derge-<br />

Jyke fchriften , onder welke vooral uitmuntte<br />

de berugte Ouderwetfche Patriot, waar van ik op<br />

bladz. 345. cn volg. yan myn ade Deel zeer<br />

am-


V O O R A F S P R A A K , LXXXV<br />

ampel heb gefproken; die Schryvers zeg ik,<br />

zig zofterk befchermdvoelende, waren vermetel<br />

genoeg om onvermomd ftraffeloos in de Republiek<br />

alles te verfpreiden, wat de onbefchaamtfte<br />

lafhartigheid en de dolheid van liegen, lasteren<br />

en fchenden hun konden inboezemen; dat<br />

is namelyk,, dat in hunne fchandelyke Voortbrengzels,<br />

men dan eens de loftuitingen van<br />

Uw Perfoon , DOORLUCHTIGE VORST, of de<br />

loftuitingen over Uw bewind, faamgevoegt by<br />

den lof des Vyands, die onzen ondergang had<br />

gezworen; en dan eens zag men die loftuitingen<br />

vermengt met de misdaadigfte en menigvuidigfte<br />

verantwoordingen der onrechtvaardigheden,<br />

geweldenaarijen, en fchenddaaden, welke<br />

de Vyand oeflënde, of nog jegens ons beging:<br />

En dat alles, even of UWE HOOGHEID<br />

een gemeene zaak met hem gemaakt had; en<br />

zulks terwyl men in die zelfde fchriften hetonberispeiyk<br />

gedrag der Natie, en die van den<br />

Souverain zelve tegens dezen Vyand, met de<br />

zwartfte verwen afmaalde; — terwyl men daar<br />

in de Steunpilaaren van het waare Patriotismus,<br />

de Verdedigers onzer Rechten, de Colommen<br />

onzer Conftitutie, met fcheld- en fchimpredenen<br />

overlaadde; -— terwyl men daar in op<br />

eene dolle wyze tegen Vrankryk, dat eene gemeene<br />

zaak met ons maakte, uitvoer; — terwyl<br />

eindelyk men daar in onbefchaamdelyk het ontzag<br />

voor zyne Majelteit Lodewyk den XVI. fchen-<br />

****** ^ d en


LXXXVI VOORAFSPRAAK.<br />

den dorst, de vcrfoeilykfte fchimpredenen tenen<br />

de Ministers van dien Vorst uitbraakte, de waardije<br />

der dienden, welke hy ons bewees, verkleinde<br />

, en zyne goede trouw jegens ons in verdenking<br />

bragt, zyn oogmerken met laster bezwalkte,<br />

zig bedroefde over den voorfpoed zyner wapenen<br />

, en zig over zynen tegenfpoed verheugde.<br />

En even of het niet genoeg geweest ware,<br />

óm voor de Cabaal eenen magiigen Aanhang onder<br />

onwetende en het dom gemeen te maaken,<br />

methetzelve eene misdadige verachting voor den<br />

Souvérain in te boezemen, zoo wel als een onzinnig<br />

wantrouwen en onverzoenlyken haat tegen<br />

Vrankryk, tegen onze waardigde Regenten<br />

, en tegen de braaffte Burgers deezes<br />

Lands, —< even of om dit doelwit te bereiken<br />

, het niet genoeg ware geweest de wreedaartige<br />

handelwyze van Engeland jegens ons te<br />

rechtvaardigen, en de verantwoording te maaken<br />

van het flecht beduur en gebruik der Zeemagt,<br />

moeden nog die Schryvers, die dweepzieke<br />

of door de party gehuurde Predikanten, dat<br />

Gemeen, die onwetende, en zelfs braave, maar<br />

eenvoudige Lieden ontrusten ea opzetten, met<br />

te publiceeren, dat de Godsdienst van den<br />

Staat in gevaar was-, — dat eene onder ons<br />

aanweezige en aan Vrankryk verkogte factie,<br />

voornemens was deezen Godsdienst den bodem<br />

in te flaan, en den Remondrantfchen in<br />

den zetel te zetten:,—, dat de Catholyken en<br />

Men-


V O O R A F S P R A A K , LXXXVII<br />

Mennoniten hier te Lande, die onderneming<br />

moeften onderfteunen, onder voorwaarde, dat<br />

zy voortaan deel zouden hebben aan de Stedelyke<br />

en Provinciale Ampten en Bedieningen;—<br />

Zy, met één woord, verfpreidden dat men het<br />

Stadhouderfchap zogt af tefchaffen, om dat de<br />

Stadhouder den voornaamften Steun en Befcherrner<br />

van den Gereformeerden Godsdienst was.<br />

Maar, DOORLUCHTIGE-VORST, zodanige<br />

afgrysfelyke famenzweering was'er, ofzywas<br />

'er niet. Indien zy 'er ware, gelyk die Predikanten<br />

en die Schryvers voorgaven, wist<br />

U W E HOOGHEID zulks al zoo wel als die Luiden,<br />

en in dit geval behoorde UW.E HOOG­<br />

HEID in gevolge den eed aan elk onzer Provinciën<br />

gedaan van te zullen verdcedigen, bevorderen<br />

en befebermen de ivaare Gereformeerde Cbristelyke<br />

Godsdienst, zodanig a!s dezelve'in de publieke Kerken<br />

deezer Landen geleerd word, die aan Hunne<br />

Heog Mog. op te geeven, en alle poogingen<br />

aan te wenden om die te fmooren: Indien in<br />

tegendeel UWE HOOGHEID wist dat zodanige<br />

fimenzweering niet aanwezig was, waarom<br />

dan, in UWE hoedanigheid van eerfteMagiftraat<br />

van elke Provincie, zonder een enkel woord<br />

tegenfpraak te gedoogea, dat men openbaarlyk<br />

een bedrog verfpreidde, het welk zoo bekwaam<br />

was om Burgers tegen Burgers in het harnas<br />

te jaagen , en dat men daar uit een der voornaamftebeweegreden<br />

haalde, om het Volk aan<br />

****** ^ r^e


ixxxvm V O O R A F S P R A A K .<br />

te zetten, ter verdediging UWER waardigheid,<br />

die men onderfteldc in gevaar te zyn?<br />

Helaas! de blinddoek, die men U op'de oogen<br />

hield, en de ketenen, in welken UWE HOOG­<br />

HEID geklonken was , hinderden U te zien en<br />

te werken ! . . .<br />

Geduurende dat ons rampzalig Vaderland<br />

overgeleverd was aan de roovenjen en geweldenarijen<br />

onzer buitenlandlche, — aan de<br />

hccrschzugt, aan de dwingelandy, en aan het<br />

verraad van onze hinnenlandfche vyanden, —<br />

aan de verdeeldheden, aan de onlusten, welke<br />

Schryvers en Predikanten, door die onderfcheidene<br />

vyanden gewonnen of gehuurd, berokkenden,<br />

— ontbrak het nog maar aan de Cabaal<br />

om eenigen Courantier te vinden, die in eene<br />

taal, welke over al verdaan wierd, fchryven,<br />

en dus gansch Europa zodanig misleiden" kon,,<br />

gelyk men ons binnen 'sLands bedroog; namelyk<br />

een Courantier, die deeze affchuuwlyke<br />

ongelooflykheden kon ontkennen of rcgtvaardigen,<br />

en op allerleije wyze kon fchenden en<br />

lasteren, al wie zich des wegens beklaagden.<br />

Zekere Manzon, Samendeller der Courant,<br />

ten ty tel voerende: k Courier du Bas-Rhyn, in<br />

't Fransch gefchreven, en gedrukt wordende<br />

te Cleef, was recht de man die 'er goed voor<br />

was; want men weet hoe zeer hy zich beyverd,<br />

wanneer hy door eenige party is gewonnen.<br />

Maar, het zy hy zynen. dienst, te<br />

kost-


VOORAFSPRAAK. LXX.XI*<br />

kostbaar maakte , of dat hem deswegens nog<br />

geenerlei voorftel gedaan was , hy bezigde<br />

de eerfte acht maanden van den voornoemden<br />

Oorlog , om de zaaken , die 'er by ons<br />

omgingen , m hun waar oogpunt te befchouwen,<br />

en 'er over te oordeeien, zoo als zulks<br />

behoorde. Eenige trekken uit zvnc Courant in<br />

myn eerfte Deel aangevoerd draagen 'er be.wys<br />

van. Nu, wie zou ooit geloofd hebben, dat zulk<br />

een geldzugtig man eensklaps de onvertzaagtfte<br />

Verdediger van onze Anti - Patriotfche Cabaal<br />

wierd, zonder dat het toeneen enkelde ftuiver<br />

aan die Cabaal koste? De zaak gebeurde<br />

evenwel, en zie hier op welke wyze:<br />

In't begin van 't Jaar 1781. gebruikte deeze<br />

Schurk, die in zyn leeven nooit eenigen<br />

fchroom had over de middelen, die hem geld<br />

konden verfchaffen, de list om aan den Secretaris<br />

des Hertogs van Brünswyk eenen Brief te<br />

fchryven, in welken hy met vermomden ftyl en<br />

hand voorgaf een Boekverkooper te zyn, die<br />

van een Hollandsen. Particulier, mits pasfeerende<br />

eene Obligatie van 400 Ducaaten , een<br />

zeer hevig Manufcript tegen den Hertog en<br />

andere eerwaardige Perfoonen , magtig geworden<br />

was , en waar uit hy gemeend had een<br />

groot voordeel te trekken, doch na zes bladen<br />

te hebben afgedrukt, hadden de hevigheid<br />

van het werk , en de wroegingen van zyn geweeten<br />

hem. aangefpoord, de onderneming te<br />

****** ^ laa-


xc VOORAFSPRAAK,<br />

laaten vaaren; en om nu te verhoeden van daar<br />

door geruineerd te worden, verzogt hy den<br />

Hertog om hem aan het Post-Comptoir te Nymegen<br />

te bezorgen de 400 Ducaaten, die hy<br />

zich verphgthad te betaalen, en belovende vervolgenshet<br />

(pretenfe) gefchrift te zullen verbranden<br />

; enz. zoo als men alles kan zien in den Brief<br />

zelfs, die ik aan het einde van myn tweede<br />

Deel heb doen drukken volgens eene authentieke<br />

Copie, getrokken uit de Secretarye van<br />

het Hof vanjuftitie van Gelderland.<br />

Daar nu zulke Gauwdiefs-kunsjes al te dikwyls<br />

gebeuren , om 'er zich door te laaten bedotten<br />

, en dat 400 Ducaaten zoo gemaklyk<br />

niet worden weggegeven, liet myn Heer de<br />

Hertog door het voornoemde Hof een begin<br />

maaken, met de nodige Nafpooringen te doen,<br />

om den Auteur van dien Brief uit te vinden<br />

en het leed niet lang, of men vernam dat Sinjeur<br />

Manzon de Man was. Dit kan men insgelyks<br />

zien uit de autentieke Stukken der<br />

Procedures ten deezen opzigte gehouden, en<br />

die ik ook aan het einde van het voornoemde<br />

Deel heb doen drukken.<br />

Een ander als deezen Schelm zou zyne vermetelheid<br />

duur bekogt hebben. Een enkel<br />

woord van den Hertog aan het Pruisfisch Miniserie<br />

gefchreven, of enkel aan den Magiftraat<br />

van Cleef, zou genoeg zyn geweest om hem<br />

te verpletteren: Maar in plaats van hem te<br />

ver-


VOORAFSPRAAK. xci<br />

vervolgen, en de ftrafte doen ondergaan, die<br />

hy verdiende, was men in den Haag over die<br />

ontdekking zeer in zyn fchik; men gaf in Gelderland<br />

ordre om de procedures'te ftaaken,<br />

en men was blyde om ten pryzevan een edelmoedig<br />

pardon een pen meer te kunnen winnen,<br />

ter verdeediging der Cabaal. — Dat deeze<br />

Schelm dan nu nog.fchryve, zo als hy gedaan<br />

heeft, en zo als men hem kan bewyzen, dat om<br />

het huichelachtig Patriotismus der Verdedigers<br />

van onze zaak te ontmaskeren, hyzyne Zending alleen<br />

heeft van zyne Pruisftfehe Majefteit, en dat hy fcbryft<br />

onder de Sanclie van een Koningtyken Cenfor.<br />

Eindelyk, vermits die zaak toen eenig gerugc<br />

in het publiek maakte en zedert nog gemaakt<br />

heeft, zou ik my hier kunnen uitbreiden over<br />

de leugens van allerley foort, de ontelbaare<br />

teoenftrydigheden, en over de verbaazende onbefchaamtheid,<br />

door welke hy getragt heeft de<br />

fchelmachtigheid van zyne daad te verkleinen,<br />

tegen de geenen die hem dezelve hebben verweeten;<br />

ik zou my ook kunnen uitbreiden over<br />

zyn gezegde dat de Hertog is voldaan geweest<br />

over het geen hy tot zyne verfchooning heeft<br />

bygebragt, (dat niet moeilyk te gelooven valt<br />

als°men de beide perfonagien kent,) maar vermits<br />

dat alles tot myn werk niet behoord, zal<br />

ik my voorbehouden om, zo de Sinjeur Manfon<br />

fny daar toe noodzaakt, in een afzonderlyk<br />

Werk ampelerna te gaan, alles wat daar toe be-<br />

* trek-


keil V 0 O B . A F S F E . A A ft<br />

treklyk is, en van deze gewigtige nafpooring<br />

aan gansch Europa kennis te geeven. Daar in<br />

zal men daaden zien zo grondig beweezen als<br />

die waar van ik gefproken heb, mitsgaders<br />

feemge andere autentique ftukken, welke dar.<br />

Heertje niet vermoeden zal in myne magt te<br />

zyn. — Ik zal thans laaten zien op welke wyze<br />

by zyn misdaad geboet heeft, en daar door zo<br />

verre is gekomen, van het hoofd zyner fpitsbroeders<br />

te zyn, ruim zo vet als immer een<br />

van hun is bezoldigt geworden , en zig boven<br />

dien de v&rfoeijng aller braave Ingezetenen<br />

dezes Lands waardig te maaken.<br />

Zo dikwyls deze kwant zig bezig hield met<br />

bp zyne wyze onze beste Patriotten belachlyk te<br />

maaken, daarmede te fpotten, met dezelve den<br />

eenen of anderen bynaamop den hals te werpen,<br />

hebben verftandige Lieden hem geen gehoor<br />

verleend: zo dikwyls hyzyn werk maakte, om,<br />

zig te vertoonen als een der Martelaars van<br />

de zaak die hy federt 5. jaaren verdeedigt,<br />

en ons is komen optellen het getal kalanten'<br />

welke zyn yver voor die zaak hem heeft doen<br />

verliezen, en dat hy, van dreigende Brieven<br />

•fpreekende, die hy ontfangen, of liever zelfs<br />

verzonnen had, ons heeft afgefchilderd het gevaar<br />

waarin hyzig dagelyks bevond om de Ribben<br />

aan ftukken te krygen ofdoor eenig voorvechter<br />

van de patriotfche party den hals gebroken te<br />

worden, heeft men tot zig zeiven gezegt, mmkenf<br />

è


V o e s. A F s P k A X tó. *cï«<br />

ge knaap en hy doet zyn werk t zö dikwyls hy zig<br />

een Jonas maakte en over ons Land uitriep nog<br />

•veertig dagen en NiniveZfll vergaan, of dathy, een<br />

Jeremia vertoonende, heeft gaanzugten over her.<br />

geen hy de rampen der Republiek noemde en<br />

uitriep, 'er is eene 'godlyke rechtvaardigheid en beeft,<br />

myne Gebuuren, dat zy zig niet eens over u uitlaaie! gy<br />

hebt de maat uwer ongerechtigheid vervuld of byna volgemaakt<br />

O), heeft men met de Profeetfyen<br />

van dien ingeblazenen en met de waarfchuwingen<br />

des huichelaars den fpöt gedreven. —i<br />

Maar toen zyne verbitterde galle hem aanfpoorde<br />

om leugentaal te preeken of de waarheid te<br />

bevegten ? deugd en rechtvaardigheid te lasteren,<br />

:Onbefchaamdelyk alle welvoeglykheid en<br />

achting jegens aanzienlyke Burgers en achtbaareMagiftraaten<br />

uit het oog te verliezen, of eindelyk<br />

met eene tomelooze vermeetelheid Souveraine<br />

Vergaderingen, zo als die der Staaten<br />

van Holland, van Friesland, van Utrecht, van<br />

andere, of wel gantfche Natiën gelyk de onze,<br />

enz. aan te randen, — toen, zeg ik, hy zo<br />

verre kwam öm'ftouüyk tc beweeren, onwraak-<br />

baare bewyzen te hebben dat hier. een wezeniyk<br />

Project is om de Uonftitutie te veranderen<br />

• • en<br />

(o) Dit zyn de Woorden, welke deze Schurk, die God<br />

noch menfchen vreest, gebruikt heeft in zyn Courant vau<br />

J4. September 1785.


xenr VOORAFSPRAAK<br />

cn het Stadhouderfchap, of ten minften deszelfö<br />

gezag, den bodem in te flaan, enz. (a) — Toen<br />

hy listiglyk begon te beduiden dat eene haatlyke<br />

Factie het Vaderland aan Vrankryk had verkogt<br />

om zig van de magt dier Mogendheid ter<br />

uitvoering van dat Project te verzekeren, (é) —toen<br />

hy te kennen gaf dat Vrankryk zelfs zulk<br />

een Plan met de Roervinken van ons Land fefmeed<br />

had, om de Republiek van Engeland afte trekken<br />

, (c) — toen hy verzekerde dat dit Vrankryk<br />

in de Republiek een Party berokkend had,<br />

welke, volgens hem, den Engelfchen Oorlog'<br />

ever de 7 Provinciën had verwekt, een Party,<br />

welke alle de rampen des Hertogs van Brünswyk<br />

had veroorzaakt en dit Land van kuil in<br />

kuil heeft doen vallen tot op die laagte, waarin<br />

men het nu ziet, (


VOORAFSPRAAK. XCY<br />

gen,(


xcvi V O O R A F S P R A A K .<br />

brengen (a) dat is om zig te wreeken over getrouwe<br />

Burgers, over waardige Magiftraaten,<br />

die het yverigfte en kragtdaadigfte onze Rechten<br />

en de handhaaving van onze waare Conilitutie<br />

eifchen, — wanneer hy, door opgaaf van<br />

hunne eerfte naamletters (6) aanwees deflagtoffers<br />

die hy ontzield, de ingewanden uitgerukt<br />

en het hart van een gefcheurd wilde hebben om<br />

daarin het laatfte Vryheidszaad uit te roeijen,<br />

toen was'er geen eerlyk mensch, welke niet met<br />

afgryzen en fchrik bevangen uitriep, dat de zie!<br />

van dit Mcnfter geen andere zyn kon, dan die van<br />

tenen TICHELAAR, van eenen VERHOEF, of<br />

eenig ander doemwaardig Verrader, eenig anderenwoeflen<br />

Moordenaar, die zveteer hunne eeuw en onze Natte<br />

onteerd hebben! Geen braaf man, was 'er, die<br />

niet van verbaazing verftomd was, door te overwegen<br />

, dat een Papier met zo veel vermetel-<br />

"heid, met zo veel fchandelykheden opgevuld,<br />

een Papier, dat men den fakkel van Tifphone,<br />

de moordklok kan noemen, 'en waar uit men<br />

zo langen tyd onder ons de oproerigfte gedeelten<br />

s vertaald heeft, den aandacht niet verwekte<br />

van de Bewaarders der publieke veiligheid,<br />

4e gramfchap van deWreekers der wetten, van<br />

(a) Idem van 30. July 1783,<br />

{i) Iiidtm,<br />

de


V O O R A F S P R A A K . xcris<br />

de Verdeedigers def rust, der goederen en van<br />

het leeven der Burgers niet gaande maakte ,• |<br />

en het zelve niet deed verbieden öf verbranden<br />

, zo als het waarlyk verdiende en blyft<br />

verdienen.<br />

Zie daar, DOORLUCHTIGSTE VORST, zie<br />

daar van welke Luiden, zulke, die den ondergang<br />

van ons Land gezworen hebberi , zich<br />

bedienden en nog bedienen om tot hun oogmerken<br />

te komen ! •— Zie daar inzonderheid<br />

de Afbeelding van een Man, die zig honderdmaal<br />

ift zyne Co'urant voordeed, als de Verdeediger<br />

van waarheid, rechtvaerdigheid, en<br />

menschlievendheid , als de wreeker van de onnov<br />

zeiheid en vryheid, de geesfel der onverdraagzaamheid<br />

, der vervolging en der dwingelandyel<br />

— Zie daar de beeltenis van een Man,<br />

die, in weerwil van al die fraaije betuigingen<br />

alles heeft uitgevoerd wat ik heb voorgedragen,<br />

en die zig blindeling heeft opgeofferd aan<br />

eene Cabaal, welke' zig durft beroemen U<br />

tot hoofd te hebben ! — Zie daar eindelyk dd<br />

beeltenis van een Man, of liever verfoeilyke'<br />

Schurk, welke dm des te ftraffelooz'er die Cabaal<br />

te kunnen dienen, en om gansch Éuropa<br />

te beter M kunnen misleiden, zig zedert vyf<br />

jaaren opwerpt, als de Advocaat UWER Zaak<br />

en de BefchermerUWER Rechten, als del<br />

Raadsman onzer Natie, en de' Verdeedrger<br />

©nzer Conftitutie !<br />

******* jj S|.


xcvin V O O R A F S P R A A K .<br />

Het waren geenzins, DOORLUCHTIGE.<br />

VORST, eenige Schotfchriften , toegekend aan<br />

den Schryver der Patriottifche Party, in welke<br />

men U befchuldigt heeft, de eerfte en voornaamde<br />

oorzaak te zyn, van alle onze rampipoeden,<br />

en van voor U zeiven eenen troon<br />

te hebben, willen vestigen op de puinhoopen<br />

onzer Vryheid; het waren geenzins die zelfde<br />

Schotfchriften, in welke men poogde uwe<br />

deugden te ontluisteren, met U gebreken aan<br />

beleid toe te fchryven , het zy dan waar of<br />

veronderfteld, maar die een Grooten Vorst,<br />

zo als GE zyt, onwaardig zyn ; het waren<br />

geenzins, zeg ik , die fchimpfehriften.(tegen<br />

welken GE zeer zorgvuldig de ftrengheid<br />

der wetten verzegt) welke Uwe eer'in de<br />

oogen der Natie konden bezwalken. De pylen<br />

, welke daar in tegens Uw Perfoon wierden<br />

afgefchoten, zyn op hunne Opfteller wederom<br />

neergekomen; en deeze Opflellers zyn verpletterd<br />

geworden , onder den haat en de fchande,<br />

waar meede zy getragt hadden U te overftelpen.<br />

Maar, DOORLUCHTIGE VORST, was<br />

'er iets in ftaat om waarlyk een vlek op UWE<br />

reputatie te brengen, dan is het dat, in hoedanigheid,<br />

van eerfte Magiftraat van elke Provincie,—<br />

in hoedanigheid van een eerlykman,<br />

die de behoudenis van zynen roem aan zich<br />

zeiven, en aan eene Natie verfchuldigt is,<br />

welke hem tot de hoogde waardigheid, die on-<br />

»*.*«»«« ' der


V O O K. A F S P K. A A IC. XCIX<br />

der haar is, verheven heeft, — dat, in hoedanigheid<br />

van Vader des Huisgezins, die aan zyne<br />

Kinderen verfchuldigt is, het voorbeeld te<br />

geeven van een aandoenlyk, rechtvaardig ëti<br />

edel hart, en boven al van dien edelmoedigen<br />

moéd, welke eindelyk de ketenen weet te<br />

verbreeken, in welken trouwlooze en listige<br />

Raadgeevers dé al te lichtgelovige, en alie<br />

vertrouwende Vorften, maar al te dikwyls gekluifterd<br />

houden, — het is dat Ge in alle die<br />

hoedanigheden nimmer aan eenige Rechtbank<br />

verzogt hebt, om geftreng te zyn tegen ce<br />

Courant van eenen Schryver, welke voorwend<br />

UWE zaak te wreeken met het lasteren of<br />

fchenden, van al wat onder ons het achtingwaardigst<br />

is, en het Volk onzer Provinciën aanhitsende<br />

tot oproer en alle de ysfelykheden van<br />

eenen ophand. Indien, zeg ik, iets UWE reputatie<br />

heeft kunnen bezwalken, is het dit,<br />

dat GE noch formeel, noch direB, den arm der<br />

Juftitie hebt ingeroepen, tegen zoo veele andere<br />

gefchriften , van welken ons Land van het<br />

begin des Oörlogs tot op den huldigen dag overftroomt<br />

is geworden ,' en in welken, onder<br />

voorwendsel van UWE rechten op te geeven,<br />

en Uw Beftuur te rechtvaardigen;- men het<br />

loffelykst gedeelte der Natie, de getrouwde<br />

Regenten, en onze edelmoedige Bondgenoten<br />

onwaardiglyk gehoond' en 'gefchonden<br />

heeft, H» Gefchriften-, 'wa^r' in men openbaar-<br />

******* 2 lyk


e V O O R A F S P R A A K . -<br />

lyk heeft goedgekeurd , de fchandelykfte mid*<br />

delen , door de Cabaal, geduurende den Oorlog,<br />

in het werk geheld, om de Engelfchen<br />

ten dienst te zyn, en ons in den poel van<br />

rampfpoeden te dompelen, — Gefchriften,<br />

waar in men duizende maaien de verantwoording<br />

heeft gemaakt van de poogingen, door die<br />

Cabaal aangewend, en die zy voortgaat aan tewenden,<br />

om onze Conftitutie om te keeren,<br />

onze klagten, onze verzoeken, onze zuchten<br />

zelfs te fmooren, en om het gewigt der kluifters<br />

te verzwaaren, onder welker knelling wy<br />

gebukt gaan.<br />

Ja, DOORLUCHTIGE VORST, wel verre van .<br />

ALLES aangewend te hebben, wat in Uw vervlogen<br />

was, om tegen zulken Schryver of die<br />

doemwaardige Gefchriften recht te vorderen;<br />

wel verre van alle middelen gebezigt te hebben,.<br />

welke UWE pligt U behoorde in te boezemen<br />

om den loop dezer laatfte te (tuiten, heeft Uw E<br />

HOOGHEID zelfs geenerlei aanhoudende en-<br />

UWER waardige poogingen te werk gefteld<br />

om de droevige gevolgen, die'er zedert byna vier<br />

jaaren tot heden toe uit voortgevloeid zyn,<br />

voor te komen of te beletten, dat is namelyk,<br />

om: voor te komen of te beletten de wanopdres,<br />

en de oproeren,, aan welke een blind<br />

Graauw zig op verfcheide plaatzen fchuldig<br />

gemaakt heeft, aangevuurd zyn de door het leezen<br />

dier Schandfcliriften, of door hun die de-<br />

5 • ' ' • zei-


V O O R A F S P R A A K . •<br />

zelve voorlazen, of'door een hoop zo dweepzieke<br />

als fchurkachtige Predikanten: Een bhnd<br />

Graauw, zeg ik , om dat het zelve waand UWE<br />

zaak te wreeken die zy niet kent, en U te<br />

herftellen in UWE wettige rechten, waarvan<br />

zy even weinig kennis draagt en welke niemand<br />

ooit gedacht heeft U te ontrooven. i<br />

Met één woord, DOORLUCHTIGE VORST,<br />

wel verre dat UWE HOOGHEID in dat alles<br />

had gedaan, het geen derzelver pligt, waare<br />

belangens, en eige eer vorderden dat Ge daar<br />

in deed , befchouwde U WE HOOGHEID zulke<br />

van onze Schryvers als deszelfs gedeclareerde<br />

Vyanden, welken tegen deKladders en de Predikanten<br />

der Cabaal, en tegen alle andere lasteraars<br />

en ftookebranden van die zelfde party den<br />

ftryd dorften aanvangen. By UWE HOOGHEID<br />

wierd hetvoor eene ftrafbaare vermetelheid aangezien,<br />

wanneer men de oogen opfloeg over<br />

de Rechten, waar van wy ontzet waren geworden,<br />

over de ketenen met welke wy bekaden<br />

waren, over den ftaat van benaauwdheid<br />

waar toe wy waren gebragt, en wanneer men<br />

de Natie zuiverde van de lasteringen, die men<br />

tegen haar door gantsch Europa verfpreidde:<br />

UWE HOOGHEID hield onze regtmaatige bekommeringen<br />

voor ydele fchimmen, onze klagten<br />

voor ydel gefchreeuw, onze vorderingen<br />

voor het uitwerkzel van een muitzuchtigen<br />

geest: Uw E HOOGHEID geloofde, om dat men<br />

******* ^ TJ


cn .VooursHiA K.<br />

Ü zulks diets maakte, dat de poogingen ónzer<br />

achtmgwaardigfte Regenten om de ftervende<br />

Vryhcid te herftellen, om eenige dealen van<br />

UWE Adminiftratic naar te gaan, om het gedrag<br />

UWER Creaturen te onderzoeken, om de<br />

misbruiken, waar van ik zo dikmaal gefproken<br />

heb, te beteugelen , zo veele aanflagen waren<br />

om de orde van het Gemecnebest te ftoorenzo<br />

veele uitwerkzels waren van een gefmeed voorneemen<br />

om Ute vervolgen en uw wetttiggezag te<br />

ontrooven, Uwe waardigheid te vernietigen, en<br />

om de Confhtutie om te keeren , ten einde op<br />

derzelver puinhoopen eenen nieuwen Staat te<br />

vestigen , in welken de al zo heerschzugtige als<br />

listige Demagoogen, op hun gemak een Despotismus<br />

zouden kunnen uitoeffenen , het welk<br />

door niets geftoord zou kunnen worden. — Zodanige<br />

vooringenomenheden, DOORLUCHTI­<br />

GE VO RST, waren weinig gefchikt óm Uaan te<br />

fpooren , tot het doen verbieden hier te landevan<br />

eenen Courier du Bas-Rbyn, of van eenen<br />

Ouderwet fchen Patriot , en van zo veel andere<br />

fchandelvke als oproerige Gefchriften, met welke<br />

deze Provinciën overftelpt zyn geweest, en<br />

nog zyn : En het is ongetwyffeld in de zekerheid<br />

dat zodanige vooringenomenheden in Uw gemoed<br />

, en in die van de Haagfche Politie nog huisvesten<br />

, dat de Courantier Gosfe nog heden in vergetelheid<br />

en fchurkachtighcid allezyns gelyken,<br />

die hem voorgegaan zyn, of die zig nóg in den<br />

zehv


" V O O R A F S P R A A K . cm<br />

«elfden loopbaan bevinden, te boven gaat. —<br />

Maar het word tyd , dat ik van dezen uitflap<br />

over de Anti-patrio tfche Schandfchiiften afga,<br />

en tot myn Hoofdzaak keere.<br />

De Klagten en Vorderingen , welke geduurende<br />

den Oorlog zig van alle kanten bleeven .<br />

verheffen tegen de noodlottige Directie van<br />

onze Zeemagt, en tegen de fchandelyke werkeloosheid,<br />

die 'er uit voortvloeide, vergram­<br />

den UWE H OOGHETO, en G E meende m eemo-<br />

e dier Stukken, mitsgaders in het gefchrei<br />

der benaauwdheid, dat van het een uiterfte<br />

der 7 Provinciën tot het ander weergalmde, te<br />

zien dat UWE eer en de verfchuldigde trouw<br />

aan den Staat zwaarlyk gefchonden wierden.<br />

En daar om gaf UWE II OOGIIEID , nadesweaens<br />

zig ten fterkften beklaagt te hebben, m<br />

het frcreet'Béfoigne Hunner Hoog Mog. op den<br />

IA Augustus des jaars, 1782. te kennen , dat<br />

om alle verdenkingen en lasterlyke gerugten<br />

te doen ophouden, UWE HOOGHEID befloten<br />

had eene gedetailleerde Opening te geeven<br />

van Uw gedrag, geduurende dien Oorlog<br />

in qualiteit van Admiraal-Generaal der Unie<br />

-ehouden. En eindelyk kwam deeze Opening<br />

opdaagen: dat is namelyk, dat, op op den 7<br />

Oftober daar aan volgende UWE HOOGHEID<br />

aan de Staaten-Generaal overgaf het eerfte<br />

ftukvan derzelver befaamde juMcatiw MEMO-<br />

##**#** ^ RIS


V O O R A F S P R A A K .<br />

m e t e e n e n B r i e F j ^ v m .<br />

gmin deze bewoordingen vervac was:<br />

HOOG MOGENDE HEEREN!<br />

» Thans vinden w y Ons in ftaat gefield<br />

m<br />

- L° e n' ; e<br />

; v o I d o e n i n s e<br />

**" ^êüSXt<br />

d e<br />

" T'u e<br />

" ] a n<br />

/ S d i e n w e<br />

S' ook onder dat van<br />

» de hooge Bondgenooten te brengen een<br />

„ AANEENGESCHAKELD TAFEREEL van onze poo-<br />

„ gmgen en verrigtingen, voor- en geduurende<br />

„de bmnen-en buitenlandse onlusten, die<br />

* V a d e r ]<br />

f d<br />

< eenen onherftelbaaren<br />

«ondergang bedreigen; en daar door in de<br />

„ Regtsters der deliberatien, zoo van Uwe Hoog<br />

„ Mog., als van de Heeren Staaten, van alle de<br />

0 V ! N C I E N<br />

* J;<br />

' °P<br />

c e ri<br />

gten een altoos DUUREND<br />

„ MONUMENT van onze waare bedoelingen en<br />

„ zmvere liefde tot het Vaderland, zoo wel<br />

" en *L ° n<br />

g e r o<br />

S " d h e i d<br />

^r vermoedens,<br />

» en diffidentien, welke men, federt een ge-<br />

^ » rui-<br />

^ * - » « * - * . ; M » die


V O O R A F S P R A A K . ev<br />

„ ruimen tyd, (met al te veel fucces voor de<br />

„ belangen van de Republycq) getragt heeft,<br />

„ tegen ons in te boezemen aan eene Natie,<br />

„ onder welke wy geboren en opgevoed zyn,<br />

„ welker belangen onze belangen zyn, en wier<br />

„ voorfpoed en welvaart itceds met de onzen,<br />

,. en die van ons Huii, onaffcheidbaar verknogt<br />

„ zyn, en dus een wezenlyk, ja zelfs het<br />

„ grootfte gedeelte van ons geluk uitmaaken.<br />

Ik laat, DOORLUCHTIGE VORST, de verdenkingen<br />

en het wantrouwen, welke UWE HOOG­<br />

HEID zegt, dat men getragt heeft tegen U in<br />

te boezemen voor het geen zy zyn. Geen<br />

onzer Negocianten, geen onzer Steden of Provinciën,<br />

geen onzer goede Burgeren heeft zich<br />

in zoo verre vergeeten; en ik heb bereids gezegt,<br />

dat U W E HOOGHEID meerder beklaagt<br />

dan verdagt behoorde te worden; en dat men<br />

aan de trouwloosheid van UWEN Raad, de<br />

misflagen en dwaalingen moest toefchryven,<br />

die men in Uw bewind, betreklyk onze Zeemagt<br />

heeft opgemerkt.— Maar, wat aanbelangt,<br />

dit AANEENGESCHAKELD TAFEREEL van UWE poogingen,<br />

van U W E daaden, voor engeduurende de<br />

oalusten, welke toen plaats greepen, wat<br />

aanbelangt, het DUURZAAM MONUMENT<br />

van U W E waare bedoelingen, en van U W E<br />

zuivere Hefde voor bet Vaderland, namelyk j wat<br />

belangt de MEMORIE, die GE aan Hunne Hoog<br />

fdas- hebt overhandigt, ik durf hier bewee-<br />

******* g ren,


EVI V O O R A F S F R A A IC.<br />

ren, en ik zal het in de drie eerfte deelen<br />

van myn Werk betoogen, dat deeze MEM--fciE<br />

niets anders is dan een kunftig famenweefzel,meer<br />

gefchikt om het rechte denkbeeld,<br />

dat men zich van den ftaat der zaaken zou kunnen<br />

formeeren, te verduifteren , dan om het zelve op<br />

te helderen. Waar is de Man, die in ftaat is de<br />

waarheid te ontdekken, in een GESCHRIFT,vol<br />

van verzwygingen en vermommingen, van duiftere<br />

, van twyflelachtige of valfche aanvoeringen?—<br />

In een GESCHRIFT, in het welk<br />

waarachtige zaaken verzwolgen worden, in<br />

eene zee van beuzelachtige uitweidingen, of<br />

verward zyn onder het verhaal van een onophoudelyk<br />

gaan en komen, van onnodige raadsvergaderingen<br />

, van nuttelooze formaliteiten,<br />

van gemaakte vertrouwlykheden , afgegeven<br />

ordertjes, ontfangen berichtjes, en honderd<br />

andere kleinigheden, welke byna zouden doen<br />

gelooven, dat een Admiraal-Generaal van de<br />

Republiek, meerder werks en omflags gehad<br />

heeft, om een hand vol Schepen geftadig werkzaam<br />

te houden , dan een eerfte Admiraliteits<br />

Lord van Engeland, dat is van een<br />

Minister, wiens aandagt en zorgen zich moe- '<br />

ften uitfpreiden over het gebruik en de werking<br />

van 500 Oorlogfchepen in de vier waerelddeelen<br />

verfpreid. De Stellers van deeze<br />

MEMORIE, DOORLUCHTIGSTE VORST, of<br />

liever van dit wanfchapen famenftel hebben geweest,


V O O R A F S P R A A K , eva<br />

Veest, offchurken, ofweetnieten, welke Uws •<br />

HOOGHEID hebben bedroggen, als wiens waar<br />

oogmerk zekerlyk is geweest zich te rechtvaardigen,<br />

van alles wat men kon verdenken tegen<br />

zyne eigene inzichten en gedrag, en niet<br />

om Hunne Hoog Mog. en de Natie in het geval<br />

te Hellen van niette kunnen ontwikkelen, de<br />

fchandelyke middelen en kunscgreepen, welke<br />

Uwen Raad en derzelver Suppoosten voor<br />

en in den Oorlog hebben gebezigt om hun<br />

doemwaardig oogwit te bereiken en om U<br />

onbemerkt ter onderfteuning hunner aanflagen<br />

mede te üeepen- Indien UWE HOOG­<br />

HEID die MEMORIE met eene aanhoudende,<br />

aandagt en met minder begoochelde oogen dan<br />

de UWEN waren, had geleezen , zoud GE de zelve<br />

op haare rechte waarde hebben gefchat; en<br />

in plaats van dezelve op te vyzelen, als een M o-<br />

NuMENT , zo roemwaardig voor UWER<br />

Ho o G HEID s Adminiftratie, als fchandelykvoor.<br />

de praïtenle lasteraars van dat Bewind , zoud<br />

GE het aangemerkt hebben als een eeuwig MO­<br />

NUMENT van de fchelmachtigheid en der<br />

fchande van de Cabaal, welke U aangezet heeft<br />

U op die wyze te rechtvaardigen, om dug<br />

doende zich zelve te zuiveren. — GY zoud,<br />

zee ik, met verontwaardiging die MEMORIE<br />

hebben verworpen en UWE HOOGHEID ZOU<br />

-zig gehaast hebben, in de volle Vergadering<br />

der Staaten Generaal te gaan, en te bekennen


cyin VOORAFSPRAAK.<br />

. eindelyk ontdekt te hebben dat het tot daar toe<br />

gehouden gedrag van UWE HOOGHEID, zo<br />

m derzelver qualiteit van Admiraal Generaal,<br />

als mderzelver andere qualiteiten, betreklyk tot<br />

dehooge Charges, welke GE in de Republiek<br />

bekleed, ongelukkiglyk alleenlyk beftuurd waren<br />

door een Raadsvergadering van Verleiders en<br />

Verraders, bygeftaan door eene menigte Suppooften:<br />

UWE HOOGHEID ZOU gezugt hebben<br />

over het ongelukkig lot, waar toe GE ZO veele<br />

jaaren gebragt was geweest; en Hunne Hoog<br />

Mog. aangezogt hebben, om zonder eeni* vertoeven<br />

eenen Raad van rechtfehapen Mannen<br />

te benoemen, die in ftaat waren U te beftuuren<br />

en te onderfleunen, in de poogingen die Ge voortaanzoud<br />

aanwenden om op eene UWERHOOGHEID<br />

waardige wyze het belang en de eer des Vaderlands<br />

te handhaaven en te verdeedigen. De<br />

ganfche Natie DOORLUCHTIGEVORST, ZOU<br />

het gelukkig oogenblik gezegend hebben, op<br />

welke UWE Oogen de fchillen ontvallen waren,<br />

mitsgaders dat geene, waarin GE moeds<br />

genoeg zou gehad hebben, om de zo even gemelde<br />

bekentenis en eisch aan Hunne Hoomog.<br />

te doen. Kortom dusdanige gebeur*<br />

tems zou alles voorgekomen zyn, wat 'er onder<br />

ons zedert dien tyd is voorgevallen, en de<br />

•Republiek zou zig thans in den naaren ftaat niet<br />

vinden waarin men haar thans ziet.<br />

Maar wel verre van zulks te doen, meende<br />

'UWE


VOORAFSPRAAK. Ctx<br />

UWE HOOGHEID dat die MEMORIE een mee*<br />

fterftuk wasvanredeneering engoede trouw ; en<br />

alvorens dat Hunne Hoog Mog. U betuigd hadden<br />

of zy al of niet voldaan waren, liet GE toe- dat<br />

een gedeelte der Haagfehe Schuttery, U een<br />

DANK-ADRFS ten dezen aanzien prefenteerde;<br />

dat is een ADRES ingerigt door Lieden,<br />

wier verkleeftheid aan de Hoofden der Cabaal<br />

bekend was, een ADRES, vervat iit«i de allerberispelykfte<br />

bewoordingen, en waarlyk uitgedagt<br />

om het Publiek wys te maaken, dat de<br />

klagten, voormaals door de Regeeringen van<br />

verfcheide Steden en door geheele Provinciën<br />

tegen de flegte directie, en de noodlottige inactiviteit<br />

van onze Zeemagt gedaan, de alleronregtvaardigfte<br />

waren , — en om de Voorftanders<br />

van de Cabaal aan te zetten om dergelyke<br />

Adresfen in de andere Steden te ontwerpen<br />

, om door dezen weg te üaagen in het<br />

dwingen van den Souverain , om zelve de M E ­<br />

MORIE goed te keuren, en U te bedanken,<br />

DOORLUCHTIGE VORST , zonder de kragt of<br />

waardigheid der redenen , welke daar in vervat<br />

waren naar te gaan. De misdaadige wanorders<br />

, door eenen hoop dolzinnigen flraffeloos in<br />

's Hage , by die gelegenheid Qa) aangerecht, ora<br />

raö jsb rifiv rt! S tb ;der<br />

C») Het was den 5. December 1782. dat deze wanorden<br />

plaats hadden: en zy zyn hier bekend onder deat<br />

niatn van Si. Nicokas Oproep.


«fc VOORAFSPRAAK.<br />

de rest des volks van deze plaats mede te nee-<br />

£en in de voltooijing van het ontwerp dat mert<br />

inboog had, by de Vreemdelingen niet genoeg<br />

bekend zynde, zal ik aan het einde van myn<br />

derde Deel 'er de geheele Hiftorie Van opgeeven;<br />

en daar aantoonen dat deze wanorders de<br />

bron en oorzaak geweest zyn van alle volgende<br />

Oproeren , die wy zedert in ons land gezien<br />

hebben; Oproeren, welke de Républiek<br />

tot in haare fundamenten hebben doen daveren,<br />

en die evenwel UWB HOOGHEID gelooft<br />

heeft, en heeft willen doen gelooven,<br />

dat alleenJyk vrolykheden en betuigingen van<br />

verknogtheid voor Uw Perfoon waren!<br />

- Het geen een gedeelte van hetGepeupel, niet •<br />

alleen in.'sHage, maar in verfcheide-andere<br />

plaatfen had aangefpoord om te gelooven, dat de<br />

inhoud der Memorie van UWÉ HOOGHEID<br />

door den Souverain formeel behoorde goedgekeurd<br />

te worden, was niet alleen de opinie,<br />

welke men dat Gepeupel had ingeboezemd,<br />

dat UWER HOOGHEIDS Bewind, met betrekking<br />

tot het gebruiken onzer Zeemagt, onber-ispelyk<br />

was, maar ook die, dat men het onbepaaldfte<br />

vertrouwen moest nellen in Uw Perjoon<br />

Niets evenwel was valfcher: de uitwerkingen<br />

van dat Bewind hadden voldoende<br />

beweezen, hoe gebreklyk, bekommerend, en<br />

nadeehg het voor de belangens van den Koophandel,<br />

e n die van den Staat was, en by gevolg


V O O R A F S P R A A K » CXÏ .<br />

volg hoe min het de goedkeuring verdiende.<br />

Was'er ietsin U , DOORLUCHTIGSTE Vo i ST,„<br />

welk' men met zo veel grond niet berispen kon,<br />

het waren de beweegredenen, welke U bezuurden,<br />

en de intentie die G E had om welte<br />

doen, terwyl G E kwalyk deed. Een ander<br />

bewys dat dit Bewind niets minder dan goedkeuring<br />

waardig was, vertoonde zig in het wettig<br />

geroep, door de ganfche Republiek opgereezen,<br />

tegen den Hertog, tegen Uwen Mentor,<br />

tege'n het Hoofd der Engelschgezinde en Antipatriotfche<br />

Cabaal, tegen een Man, kortom,<br />

door wiens raadgeevingen UWE HOOGHEID<br />

zig zo byfter verdwaalde in de uitoeffening aller<br />

waardigheden en bedieningen, met welken Ga<br />

bekleed zyt. Een ander bewys , eindelyk.„<br />

dat dit Bewind geenerlei goedkeuring verdiende,<br />

is dat de meefte Provinciën hunne ftem<br />

hebben doen hooren, om dien Man niet alleen<br />

van Uw Perfoonte verwyderen, maar uit<br />

de ganfche Republiek van welkers rampen hy de<br />

oorzaak was: Deze daad alleen DOORLUCH­<br />

TIGE VORST , vergruist UWE berugte MEMO­<br />

RIE, en betoond met hoe weinig grond.G.E ia<br />

' Uwen Brief aan de Staaten Generaal., in dato i.<br />

November 1.7 84. hebt kunnen en mogen het ftuV<br />

zwygen, van Hunne HoogMog. over Uw E M EMO-<br />

RIE in dier' voegen interpreteeren :/öf Hoogstdezelve<br />

in Uw gedrag , als Admiraal Generaal,,<br />

geduurmde den Oorlog gehouden, niets had&n given-


CXII VOORAFSPRAAK,<br />

den dat derzelver misnoegen of disapprobatie verdiend<br />

Voor 't overige, zoo het waar was, dat Hunne<br />

Hoog Mog. voldaan hadden geweest, over het<br />

verflag by die MEMORIE gedaan, zouden<br />

Hoogstdezelve ten minnen U het recht gedaan<br />

hebben zulks te betuigen, het geen Hunne Hoog<br />

Mog. nooit gedaan hebbes, noch nooit doen<br />

zullen. •— Daar van een formeel onderzoek te<br />

ordonneeren, (het welk men wel gezorgt heeft<br />

U niet te raaden van Hunne Hoog Mog. te<br />

vraagen) zal ook niet gefchiedert; want zoodat<br />

voorftel in Hunne Vergadering wierd gedaan,<br />

zou de Cabaal wel middel vinden om de<br />

uitwerking te ftremmen. Het blykt nog heden<br />

wat al dwarspaalen zy blyft hellen in het definitief<br />

examen der zaak van Brest. — Maar gefield<br />

eens dat men tot het onderzoek der M E ­<br />

MORIE van U W E HOOGHEID overging, én<br />

men vond daarin UWE Adminiftratie fchuldig...<br />

Zou men, zoo als thans hier de ftaat van zaalten<br />

is durven ondferneemen om U te ftraffen ?<br />

zou men zelfU' durven berispen? . ... DOOR­<br />

LUCHTIGE VORST , 'eris geenbefchaafd Land,<br />

waar in de Souverain zelve aan de grondwetten<br />

van den Staat niet onderworpen is; ....<br />

Evenwel, 'er zyn Landen al waar vermogende<br />

byzondere Perfoonen, zich boven alle wetten<br />

oordeelert te' weezen, en het in der*<br />

daad zyn?<br />

Wat het onbepaald vertrouwen aangaat, het<br />

** welk


V ö O R A F S ? R A A K . nüïi<br />

Welk dat gepeupel meende en nog meend, dat<br />

de Natie, (en by gevolg ook de Souverain)<br />

inUwPerfbon hebben moet, DOORLUCH­<br />

TIGE VORST, is een jlehegel, welke de Cabaal<br />

reeds by verfcheide gelegenheden had voorge­<br />

wend (a), reeds voor het publiceeren van UWE<br />

MEMORIE; en het is een Jlelregel, welke de Sa­<br />

men {tellers vari dat Gefchrift U in deeze be­<br />

woordingen hebben doen herhaalen: „ geplaatst<br />

„ aan het hooft der Regeeringe deezer Lan-<br />

„ den , hébben wy een inconteflabel recht op het on-<br />

•„ bepaald vertrouwen eener Natie, op welke wy<br />

» de<br />

Cd) By voorbeeld, by gelegenheid van het vigoureus Advis,<br />

dat de Zeeuwfche Steden in de Maanden juny en Ju!y<br />

1782. ter Staats-vergadering dier Provincie inbnagten, over<br />

de onvermydelyke noodwendigheid om de oorzaaken vnrc<br />

de flegte directie en de fataale inactiviteit onzer Zeemagt<br />

naar te gaan; by gelegenheid van den vermaar*<br />

den Brief door de Staaten van die Provincie aan Hunne<br />

Hoog Mog. op deil 29. July o>rer die zelfde noodwendigheid<br />

gefchreveu: — hy gelegenheid der Leydfebe Propofitie<br />

op den gr. dier zelfde Maand gedaan? - by gelegenheid<br />

der Conferentie, welke de Staaten van Holland aan hunne<br />

Cominisfarisfen met UWE HOOGHEID deswegens ordonneerden<br />

te houden: en eindelyk by gelegenheid der zwaars<br />

Klagten, wélke de Staaten vanfWw/andgeduurendeden zo.<br />

mer van dat jaar gedaan hebben, — en byzonderlyk de<br />

. vermaarde' Propofitie , door het Quartier van Ooitergó itj<br />

de Vergadering der Staaten van die Provincie óp den<br />

§. July van,dat zelfde jaar gedaan.


cxrr V O O R A F S P R A A K .<br />

de naauwfte en tederfte betrekking hebben,<br />

„ enz.(a) " — Zoo dat waar was, DOOR­<br />

LUCHTIGE VORST, dan zou men wel by ons<br />

kunnen zeggen , het geen de Voorftanders der<br />

Pauslyke onfeilbaarheid zeggen :<br />

Succmibat ratio fidei, & captiva qukjeat.<br />

Edoch, zulks is volftrekt valsch: want men<br />

onderftelle al eens, dat een Stadhouder van dit<br />

Land beftendiglyk in zich vereenigcle, de liefde<br />

tot rechtvaardigheid, de beste intentien, en<br />

de heilzaamfte oogmerken, zou het dan niet<br />

mogelyk zyn dat hy in zyne Adminiftratie<br />

dwaalde, of door onkunde, of door onbekwaamheid,<br />

of door verzuim, of door kwaade raadgeevingen,<br />

enz.? i—• De goede hoedanigheden<br />

des harten zyn niet altoos verzeld van den benoodigden<br />

yver om te ageeren, noch van de<br />

verlichting des verftands, en noch minder van<br />

het voorrecht om door niemand bedrogen te<br />

worden. Dus, gelyk een Stadhouder even als<br />

een ander mensch feilbaar is, en dat hy, behalven<br />

deeze feilbaarheid , alle ondeugden<br />

kan hebben , die uit eene onmaatige heerschzugt,<br />

of van elders, afvloeijen, heeft ook de Natie,<br />

00 A. M. 125. — B. U' 18$. — C. hl. 07.


V O O R A F S P R A A K . CXY<br />

tie, mitsgaders de Souverain, het recht een<br />

geopend oog over zyn gedrag te houden, en<br />

het zelve des verdienende te berispen. Had­<br />

den wy, DOORLUCHTIGE VORST, altoos van<br />

dit recht gebruik gemaakt, wy zouden niet;<br />

weezen zoo als wy tegenwoordig zyn.<br />

Was deeze Voorafjpraak niet reeds te uitgebreid<br />

geworden, zo zou ik alhier in een hoofdzaaklyk<br />

onderzoek treden der voorwerpen, r<br />

die ik in myn Berigt aan den Lezer alleenlyk aangevoerd<br />

heb: Ik zou daar in opgeeven het Plan<br />

van myn GROOT TAFEREEL: ik zou daar uit<br />

betoogen de beweegredenen welke my thans<br />

deeze SCHETS doenuitgeeven: En ik zou daar in<br />

te binnen brengen de zonderlinge zaaken, die<br />

zedert den oorlog in ons ongelukkig land nog<br />

gebeurd zyn. — Dat is , namelyk, dat ik zou<br />

voordraagen , boe de Cabaal is voortgegaan in<br />

het bezigen van verleiding , lastering , geweld<br />

en alle andere middelen, welke derzelver<br />

fchelmachtigheid haar kon inboezemen, om<br />

zig op den Throon te handhaaven: — teUwe<br />

HOOGHEID,meer dan ooit, door de betooveringen<br />

dier Cabaal verblind, zich vergeeten<br />

heeft tot zelf aan de Staaten van Holland de duidelykfte<br />

Rechten Hunner Souverainiteit te betwistende,<br />

ingevolge Hunne weigering van UWE<br />

illegaale pretenfien, UWE HOOGHEID den Haag<br />

•yerlaaten, en met UWE Huisgezin, :onze Pro-<br />

******** 2 yin*


CXVT V O O R A F S P R A A K .<br />

vinden doorloopen heeft, en U over al hebt<br />

vertoond als een ongelukkig en onregtvaerdig<br />

vervolgden PRINS; — hoe GE vervolgens UW<br />

verblyf gevestigd hebt op het Kasteel hetLoo,<br />

alwaar UWE HOOGHEID eenen kostbaarentyd<br />

verliest in het midden eener menigte lafhartige<br />

Pluimftrykers en van eenige Verraders, wier<br />

Bacchus-Feesten de ganfche Republiek ergeren ,<br />

en welker raadgeevingen en aanftookerijen de<br />

verguizing van UWE HOOGHEID met ons<br />

voltooijen zullen. Ik zou ook voordragen hoe<br />

het gezigt van alle de elenden, van welke<br />

wy reeds zo langen tyd overftelpt geworden<br />

zyn, als mede het vooruitzigt van nog zwaarder<br />

rampen, en die ons dreigen, een groot<br />

gedeelte onzer Burgeren de wapenen hebben<br />

doen aangrypen om het overfchot onzer Rechten<br />

en van onze Vryheid te verdedigen, en<br />

wederom te bekomen het geen ons ontroofd is<br />

geweest: — Ik zou doen zien met welk eene<br />

uitneemende voorzigtigheid en gematigheid die<br />

gewapende Burgers zig hier omtrent hebben<br />

gedragen, hoe verbolgen hun edel befluit de Cabaal<br />

gemaakt heeft: hoe veele tegenheden en<br />

dwarsboomingen die Burgers, ja ganfche Schutteryen,<br />

in hunne wettige poogingen hebben moeten<br />

ondergaan, niet alleen van wegens die Cabaal,<br />

maar ook van den kant eener affchuwelyke<br />

Ariftocratie, die gemeend heeft haar ryk<br />

op de puinhoopen van het UWE, DOOREU enig»


V O O R A F S P R A A K . CXVII<br />

TIGE VORST, te-kunnen vestigen, en welker<br />

fchurkachtige huurpennen die pretenfien<br />

hebben geftaaft, door byna tot niets te brengen<br />

de Rechten, welke een Vry Volk bezit<br />

om Vertoogen te doen over de rampen of onrechtvaardigheden<br />

, die het zelve ondergaat ,<br />

dat is, met daar te fcellen dat de eerfte piigt van<br />

een Volle zyn zou lyden en zwygen: Leerftelzel<br />

alleen pasfende in de fchoolen van Algiers en<br />

Tripoli, en welke de tyrannifche Publicatie heeil<br />

voortgebragt, die eene Meerderheid der Staaten<br />

van Gelderland, in denjongften Meymaand<br />

heeft uitgevaardigd, en die de oorzaak is der<br />

elende,welke.de StadMurg ondergaat, door het<br />

weigeren dat die Publicatie by haar wierd afgekondigt.<br />

Met een woord DOORLUCH­<br />

TIGE VORST, was deze VOORAFSPRAAK met<br />

reeds te lang, dan zou ik 'er byvoegen boe eindelyk<br />

tusfchen de Ariftocraaten en de Cabaal<br />

eene haadyke Coalitie is geformeerd, door welke<br />

zy, trots op deze verfterking, haare verachting<br />

voor de Natie zo verre heeft uitgeftrekt om U te<br />

noopen tot hetbehoemen van een UWER Gardes<br />

du Corps tot Schepen der Stad Haiiem, een kwant,<br />

welke géén anderen rang had dan van een bloot<br />

Soldaat, en welke in die hoedaanigheden zig<br />

op het Raadhuis heeft durven aangeeven, om<br />

den Schepens-eed af te leggen.. .Haatlykc benoeming!<br />

welke de braave Hattemers niet erkend<br />

hebben, en het welke UWE HOOGHEID,/erg<br />

grimd


CXVHI V 00RAFSPK.AAK.<br />

grimd Zynde, naar men zegt, gezworen heeft,<br />

door geweld te doen erkennen. • Gelukt<br />

deze zaak, DOORLUCHTIGE VORST, naar den<br />

wensch der Cabaal, dan zullen wy eerlang de<br />

ftalknegts van UWE HOOGHEI» in de Stedelyke<br />

Collegien zien zitten. Dit zal vry wat anders<br />

wezen dan te zien, gelyk wy dikwyls zien,<br />

dat UWE Kamerlingen in de Vergadering der<br />

Staaten Generaal gaan preiideeren, na het verrigten<br />

van UWEN dienstin de Antichambre..<br />

In weerwil nogtans van zoo veele verbazende<br />

zaaken, als ik in myne Vooraffyraak, mitsgaders<br />

in het beloop van myn Werk aangevoerd<br />

hcbbe, heeft men (vóór al zedert vierjaaren;)<br />

onze ongelukkige Natie by wylen ZynePruisfifche<br />

Majeftèit durven belasteren: verfcheide keeren<br />

heeft men den Grooten Frederik voorgedraagen<br />

, dat men alhier werkte om Uw wettig ge-<br />

Zag te'vernietigen, en misfrhien, dat men U wilde<br />

ontzetten van de eminente Charges, die de<br />

Natie in Uw Huis erflyk gemaakt heeft. Deverknogtheid,<br />

met welke die Monarch aan dat Huis<br />

gehegt was, het aandeel dat hy nam in de Confervatie<br />

onzer tegenwoordige Conftitutie, hebben<br />

•dikwyls zyn rechtvaardig en edelmoedig hart bekommerd:<br />

Zyne Majeftèit heeft ten dien einde<br />

verfcheide Reprefentatien laaten doen,zoo by de<br />

Staaten van Holland als by de Staaten Generaal:<br />

Maar wie het ook ware, is niet in ftaat geweest<br />

"eenedaad, dievolftrektvalsch en alleen uitgedagt<br />

was


V O O R A F S P R A A K . CXIX<br />

was door de verfoeilykftelastering, te be wyzen. -<br />

Ook hoopt de Natie, DOORLUCHTIGE VORST , dat<br />

de waardige Opvolger van Frederik doof zyn zal<br />

voor dergelyke bedriegeryen; en dat Zyne Majeftèit,<br />

van den toedragt der zaaken onderricht<br />

, met medelyden over het lot deezer Natie,<br />

zal aangedaan zyn, medelyden hebben zal<br />

met UWE HOOGHEID, met. U W E Gemaalin<br />

zyne Doorluchtige Zuster, en met U W E Kinderen;<br />

en dienvolgens' zich verwaardigen zal<br />

om UWE HOOGHEID te raaden, om de Schelmen<br />

, die U omringen van U te verwyderen,<br />

en Uwe poogingeri te doen om de liefde en het<br />

vertrouwen weder te winnen van eene Natie<br />

, die U zoo hartelyk heeft bemind, en welke<br />

ten deezen de billykfte erkentenis verdiend.<br />

De vryheid, die ik neeme, DOORLUCHTIGE<br />

VORST, om ook deeze SCHETS aan UWE HOOG­<br />

HEID op te draagen, na voorheen aan U opgedragen<br />

te hebben de X X X . ARTYKELEN, of<br />

Nieuwe bedenkingen over de mislukking 'der Expeditie<br />

naar BREST (a) moet minder aangemerkt worden<br />

als eene lastigheid van myne zyde, dan<br />

wel<br />

(n) Indien ik op bJadz. 305. van myn tweede Deel<br />

Van den Schryver der XXX. ARTYKELEN heb gefehreeven<br />

als van iemand anders dan my zeiven. is zulks omdat<br />

ik het vry nodeloos oordeelde my dat werkje toe te<br />

****#### ^ fchry-


exx V O O X A F S P * . A A I C I<br />

w-el-als een nieuw getuigenis myner eerbiedige<br />

verknagtheid aan Uw Perfoon. Heeft het in de<br />

famenftelling dezerSCHETS myn doel geweest de<br />

oorzaaken en de bewerkers der ysfelykfte ram­<br />

pen , die onze Republiek overftelpen, aan te wy-<br />

zen, —. heeft dat het doel uitgeleverd om voor<br />

het oog van geheel Europa en voor die van<br />

het Nageflacht te rechtvaardigen onze Acht-<br />

baare en ysfelyk gelasterde Regenten, — en<br />

de meefte onzer Stedelyke, zelfs Söuveraine<br />

Vergaderingen,insgelyks gelasterd,gehoond,en<br />

gefcholden,zo dikwyls de Antipatriotfche Cabaal<br />

in dezelve geene Meerderheid konde vinden wel­<br />

ke haare inzichten was toegedaan , indien<br />

het doelwit, zeg ik, geweest heeft onze ge-<br />

heele Natie te rechtvaardigen, zo was het ook<br />

het doel om tevens UWE HOOGHEID te zuiveren<br />

van alle hoonende verdenking, en van alle val-<br />

fche.aantyging. Ik heb getragt aan. te toonen<br />

dat de zwaarfte fouten van Uw Bewind, dat de<br />

buitenfpoorigfte misbruiken van Uw gezag, niet<br />

anders geweest zyn, dan de uitwerkfels van<br />

de flegte grondbeginfels,-;-die men U in de jeugd<br />

heeft ingeboefemd, van de verblindheid, waar<br />

isv7 ; £••»• in<br />

fcliryven: Maar vermits myne Vrienden fcbyfieri te bet'.eeren<br />

dat ik my by het Publiek voor deszelfi Schryver erkende<br />

20 wel als van deeze SCHETS, heb ik my as»<br />

«unveiiangen overgegeeven.


V- O O R A F S F R A A K. CXXt<br />

in raenU, uw garïiche leven door,heeft gehouden<br />

, van de groote toegeeflykheid van uw<br />

Caracter, en niet die van een natuurlyk liegt<br />

of fuceesfivelyk bedorven hart. Indien U W E<br />

HOOGHEID verwaardigt dit myn Werk te leezen,<br />

zult G E zien , dat fchoon ik met eene edele<br />

ernsthaftigheid, die zo wel aan een waaren Republikein<br />

past, heb gefproken, ik daar in nooit heb<br />

doen blyken , dat ik ten U W E N opzigte anders<br />

dagt. —Maar, DOORLUCHTIGE VORST, hoelang<br />

zal deeze verblindheid dan nog duuren? —• Zal<br />

nooit de blinkende waarheid die haaüyke<br />

begoocheling doen verdwynen? zal dan de man<br />

die in de Republiek het beste de gelegenheid<br />

heeft om zyn aandagt te vestigen op de oorzaaken<br />

zyner afdwalingen en de bron onzer rampfpoeden,<br />

de laatfte zyn om die oorzaaken en<br />

deze bron te kennen ?.,.<br />

Maar, wat hoor ik?.... dit fchryf ik op den<br />

4. September 1786. — Van alle kanten verfpreid<br />

zig het gerugt, dat, op de requifitie van twee<br />

Quartieren der Provincie Gelderland, eenCorps<br />

Troupes, op Uw ORDRE by een trekt, om de<br />

ftem der Steden Elburg en Hattem te fmooren,<br />

welke haare wettige Rechten durven eisfchen<br />

of handhaaven, om die Steden te dwingen<br />

zig weder te begeevert in de haatlyke ketenen,<br />

die zy wilden affchudden, • of om de ongelukkige<br />

Ingezetenen om hals te brengen, indien zy<br />

•Weigeren zig te onderwérpen.—- Die tyding,<br />

mm <br />

DOOR


cxxu V O O R A F S P R A A K .<br />

DOORLUCHTIGEVORST, verwekt in alle harten eene<br />

onuitdruklyke verontwaardiging; men herinnert<br />

zig openbaarlyk het gedrag reeds eenige jaaren<br />

door U gehouden, men berispt, men mispryst,<br />

men verfoeid het : Dat is dan, roept men uit,<br />

die Vorst, welke noch het klagen, noch de benaauwtheid<br />

der Natie, noch de belangen, noch de eer des Vaderlands,<br />

noch zynepligt, noch zyne eed van getrouwheid niet hebben<br />

kunnen overhaalen, om onze Zeemacht tegen den Vyand,<br />

die ons verderf had gezworen, aan te wenden! dat ishy dan,<br />

die ter requifitie van eenige dwingelanden, en om de<br />

wraak van zyne trouwlooze en lafhartige ziel te verzaaden,<br />

oïliever de voltooijing te bewerken van ons onder zyn<br />

baatlykjuk te doen buigen, zig thans baast, om in vuur<br />

en bloed te zetten , Steden van een vry Volk, in welkers<br />

midden hy geboren is, aan 't welk hy alles vcrfclmldigt is,<br />

wat hy is , en welkers voornaamfte Befchermer hy<br />

moestzyn!—• Het was dan om dit verfoeilyk oogwit te bereiken,<br />

dat by en de zynen zo lang op eene vermeerdering<br />

van Landmagt aangedrongen bebben? . . .<br />

Burgers! Wy zyn verraaden : — het is gedaan met het<br />

overfcbot onzer vrjhcid, zo wy die niet verdeedh<br />

gen: — de famenzweering tegen haar is zedert langen<br />

tyd gefmeed.- — de Oproer-blaazers, en de Opflanden<br />

van het Gepeupel, hebben dus zulks reeds vier jaaren<br />

lang aangekondigt , en het gebruik van Militaire<br />

Magt tegen ons toond 'er ons het aamvezen van. —•<br />

Zie daar, DOORLUCHTIGE VORST, het geen<br />

ik hoore, en het geen men overal nagalmt.<br />

Thans zal U geenen Vriend onder onze goede


y o O R A F S U A i t CXXTK<br />

de Burgers meer overblyven : de meefte monden<br />

, die U voorheen beklaagden, openen zig<br />

niet meer dan om UWEN geboortedag te vervloeken<br />

, om de Cabaal te vervloeken, die<br />

UWEN ondergang bewerkt, en om derzelver zo<br />

hooge als laage Voorftanders te vervloeken.<br />

— Bereids maakt men zig gereed tot<br />

eene wanhoopige' tegenweer; bereids vliegt een<br />

gedeelte onzer gewapende Corpfen ter hulpe<br />

onzer gedreigde Broeders , en zo men aan<br />

de hand komt, zal 'er een ysfelyke Burger-<br />

Oorlog uit voortvloeijen . . . ftroomen Bloeds<br />

zullen'er geftort worden en, waarom??....<br />

Ik beef om meer te zeggen, DOORLUCH­<br />

TIGE VORST, om dat ik nog in de opinie ben,<br />

dat het bloote denkbeeld der ysfelyke tooneelen,<br />

die zich daar ftaan te openen, U tot inkeer<br />

brengen, en in Udie gelukkige herfchepping<br />

bewerken zullen, welke de Natie zedert<br />

zoo langen tyd verlangt. — Evenwel, in»<br />

dien tegen alle hoop aan, het tegendeel gebeurde,<br />

indien GE dus het gezag misbruikte,<br />

het welk Uwe Commisfie van Kapitein - Generaal<br />

U over onze Trouppes verleend, dan zou<br />

ik niet meer zeggen, dat het zwakheid van caradter,<br />

dat het verblindheid van verftand is;<br />

maar ik zou zeggen, dat Uw hart, even bedorven<br />

, even ontaard, even barbaars was, als dat<br />

der Schelmen, die U met hunnen raad zoo<br />

lang hebben gediend; —« ik zou meer zeggen.


gxxnr V O O R A F S P R A A K .<br />

gen, DOORLUCHTIGE VORST, ik zou zeggen,<br />

dat Gy honderd maal Hechter waart dan<br />

•zy , vermits, by UWB flegtheid , G KE eene<br />

trouwlooze geveinstheid zoud gebruikt hebben,<br />

die zy niet hadden: Kortom, ik zou my zelve<br />

eeuwig verwyten in Uwe goede trouw<br />

gelooft, U zo bemind en zo beklaagt te hebben,<br />

gelyk ik in myne XXX. Anykelen, mitsgaders<br />

in deeze twee Deelen , die ik nu uitgeeve,<br />

gedaan heb. Eindelyk, ik zou het<br />

oogenblik zegenen , waar in eene te recht<br />

vergrimde Natie U eene Magt ontrukte, van<br />

welke GE U alleen ter onderdrukking zoud bediend<br />

hebben. — Maar, nog eens, ik kan<br />

riet gelooven, dat GE in ftaat zyt tot dat uiterfte<br />

te komen.<br />

#<br />

Braave en onzydige Lezer, Burger of Vreemdeling!<br />

. . . lees met aandagt dit Werk, het<br />

.geen, gelyk ge wel gelooft, is faamgefteld<br />

voor de Vooraffpraak. Vergelyk het geen ik<br />

daar in aangevoerd heb, met het geen onder<br />

-ons ftaat te gebeuren: , . . . Vergelyk, en<br />

•oordeeld. Zie daar alles wat ik aan U<br />

verge.<br />

V A N


VAN HET<br />

V E R. V A E<br />

D E R<br />

EN DE O O R Z A A K E N DER V E R T R A A ­<br />

GING V A N D E R Z E L V E R HER­<br />

S T E L L I N G .<br />

Tydvak van de Jaaren 1766, tot 1778.<br />

DoORLUCIITIGSTE<br />

D<br />

VORST!<br />

e Samenftelleren van UWER HOOGHEIDS<br />

verantwoordende Memorie (a) beginnen dat werk<br />

met het Verflag der zorgen, door UWE HOOG­<br />

HEID» zedert denjaare 1766. tot op den aanvang<br />

des Oorlogs, van welken wy kortling ontheven<br />

zyn, aangewend om van Hunne Hoog<br />

;<br />

* Mog.<br />

(a) Zvne Hoogheid- heeft het eerfte gedeelte van deze<br />

Memorie aan Hunne Hoog-Mog overhandigd den j-. Oc- ;<br />

tob. 1782 en het tweede Stuk wierd den 13. Febr, 1783.<br />

•vefgelëverdi<br />

A


2' SCHETS VAÏT E E si<br />

Mog. te verkrygen de herfteliing der Zeemagt<br />

en de vermeerdering der -Krygsmagt van de<br />

Republiek; en, na op onderfcheidene plaatzen<br />

valfehlyk te hebben ingeboezemd dat Holland,<br />

en wel byzonder de Stad Amfterdam, alleen de<br />

oorzaak der mislukking dier twee voorwerpen<br />

geweestzyn, waanen zy UWE HOOGHEID volledig<br />

vrygepleit te hebben van de vooringenomenheid,<br />

die men U verwyt voor het tweede<br />

der beide genoemde voorwerpen, ten nadeele<br />

van het eerfte béftendig getoond te hebben (a ).<br />

Het zoude te lang vallen alhier in eene naarvorfching<br />

te treden, welke zoude toonen hoe<br />

gebrekkig dat Vér/lag in verfcheide opzigten is ,<br />

voor aldoor het Rapport, of liever oppervlakkige<br />

en verwarde aanwyzing, welke de Opftelleren<br />

daar in doen van verfcheide gebeurtenisfen<br />

die gefchakeld zyn aan andere gebeurtenisfen,<br />

welke men zig wel gewagt heeft te meb<br />

den;door een valsch verflag,of door verzwyging<br />

veeier omftandigheden en byzonderheden, aan<br />

het onderwerp noodwendig verknogt, welker<br />

getrouwe en regelmaatige daarfteiling het Publiek<br />

zoude in ftaat hebben gefield om een gevestigd<br />

oordeel, over de zaak in gefchil, te vellen.<br />

&<br />

Maar die Heeren hebben wel zorg gedragen<br />

om de naauwkeurigheid dus verre te gebrui-<br />

(«) A. ?, 9. 4 2». ~ B- h h i 24. — C, f« h i *•*


G R O O T T A F E R E E L . j<br />

bruiken: 'er zyn verborgenheden , welke het<br />

onvoorzigtig zou zyn, voor het oog des Volks<br />

open te leggen : het was de zaak om de dingen<br />

dwars door eenen wonderbaarenden fluijer te<br />

doen befchöuwen * en het weefzel van deeze<br />

fluijer kon hethanden-werk nietzyn der oprechtheid<br />

en goede trouw.—Meer zegik daar nietvan,<br />

en ftap over tot de volgende Gebeurtenis/en (a);<br />

Het is bekend, dat, zedert den afloop der<br />

voorige eeuwe , een onbegryplyk verzuim<br />

eerfte oorzaak gewee.t is van de doorgaande<br />

en totaale verderving onzer Zeemagt; Voor<br />

meer dan 60 Jaaren hebben de Admiraliteits-<br />

Collegien zig daar over beklaagd. Zy vernieuwden<br />

derzelver vertoogen deswegens in 1745. (£)<br />

in 1747. en in 1753. (O , verklaarende rond-<br />

bor-<br />

(«) in afwagting dat de gelegenheid my toelaate weder tp<br />

dit ftfik te komen en omjlagtiger, in een byztnder werk , te<br />

betoogen, de onnauwkeurigheid en andere gebreken van bit<br />

gezegde Verflag, hét voornoemen dat daartoe aanleiding beeft<br />

gigeevcn , mitsgaders bet doelwit, dat men 'er mede beoogd<br />

beeft, verzoek ik den Lezer zelve hit Verilag te examinee-<br />

rer.i deszelfs aart te vatten, en het vervolgens te vergelyken<br />

net bet geen ik hier zal aanvoeren, als mede met eenige on-<br />

locbenbaare documenten, die men in de Maand December 1782.<br />

des voorigen jaarsbeeftuitgegeeven, ond,r dm Tytel van Verzameling<br />

van Stukken , betreffende de Alimentatie iet<br />

Land- en Zeemagï.<br />

(&) 1. Juny.<br />

(s) 28, September,<br />

A %


4 S C H E T S v A EEUF<br />

borftïg dat eene der oorzaaken van de vermindering<br />

des Rykdoms, en van het vermogen<br />

der Republiek, haaren oorfprong nam nit het<br />

verval van het Zee-weezen, en uit de geringe<br />

befcherming, aan den Koophandel verleend.<br />

•<br />

Even zo bekend is hét dat UWE HOOG­<br />

HEID en de Raad van Staat, zedert den Jaare<br />

'1766. tot op den aanvang der jongfte -onlusten<br />

tusfchen Vrankryk en Engeland, verfcheide<br />

Voorftellen tot herftel der Zeemagt hebben<br />

gedaan ; maar ook hebben zig verfcheide belemmeringen<br />

tegen dat herftel aangekant. En<br />

die belemmeringen waren j<br />

i°. Het gebrek eener vaste geldfomme voor<br />

de Zeemagt bepaald , en die jaarlyki op den<br />

Staat van Oorlog wierde gebragt.<br />

1°. De vermindering van het inkomen der<br />

'Admiraliteiten, veroorzaakt door het verval<br />

des handels, en de fchulden , die zy hebben<br />

aangegaan ter vervulling van het aandeel fommiger<br />

Provinciën, die zulks verzuimden in de<br />

geconcludeerde Petitiën te fourneeren : waar<br />

door voorn. Collegien in een lhort van onmogelykheid<br />

wierden gefteld, niet alleen om van<br />

hunne eigene mi delen Schepen te bouwen,<br />

maar ook om uit die zelfde Fondfen de oude<br />

Schepen te onderhouden, ende benodigde uitrustingen<br />

voor den jaarlykfchen, of toevalligea<br />

dienst te verfchaffen,


G R O O T T A F E R E E Ï» S<br />

30. De vertraagingen, zelf van ettelyke jaaren,<br />

aan de finale conclufie van zekere Petitiën<br />

, voor den Zeedienst gedaan , toegebragt.<br />

40. Het byzonder belang en andere redenen<br />

der Land-Provin cien, om de Vermeerdering der*<br />

trouppes den voorrang boven het Herftel der<br />

zeemagt te doen hebben.<br />

50. De kunfttge en geheime Rol, door den<br />

Engelfchen Ambasfadeur gefpeeld in dusdaanige<br />

omftandigheden, in welke het voor dat Ryk<br />

van belang was dat onze Zeemagt buiten ftaat<br />

bleef eenen Koophandel te befchermen , die<br />

de kunstgreepen van deszelfs Voorftanders, ea<br />

de geweldenaaryen zyner onderdaanen bereids<br />

gedeeltelyk hadden vernield, en dien men ganscU<br />

en al ten gronde zogt neer te ploffen,<br />

De beweegreden der eerfte aanzoeken<br />

UWERHOOGHEID, terVermeedering der Landmagt<br />

van denRepubliek, kon op niets anders rusten,<br />

dan opdenfmaak der geenen, welken het<br />

beftuur uwer jeugd hebben gehad, U hadden<br />

ingeboezemd, om UWE HOOGHEID oneindig<br />

meerder op te houden met de Krygstugt en<br />

Exercitiën der Trouppes , dan met Smtszaaken.<br />

En in de daad die bezigheid, die aanvalligheden<br />

heeft, voor welke de zwaarmoedige<br />

en arbeidzaame beyvering van de wetenfchap<br />

der Regeering, en der belangen van<br />

de Republiek , niet vatbaar is, werd uwe geliefkoosde<br />

hartstogt. Toen was het dat de ara-<br />

A 3 bitie


é S C H E T S V A N EEN*<br />

bitie om Opperhoofd van een talryk Leger te<br />

zyn, by UWE HOOGHEID te boven ftreeven<br />

moest die van eene gedugte Zeemagt herboren<br />

te zien, als welke GE niet zoud kunnen doen<br />

exerceeren , noch immer in perfoon zelve<br />

commandeeren. Ook hebben zy, wier belang<br />

het was zig van die neiging te bevoordeelen,<br />

niet naargelaaten U te overreeden , dat een<br />

Leger van 50 a 6*0 duizend man binnen de<br />

Republiek meer gefchikt is om-zenuw en luifter<br />

aan Uw gezag by te zetten, dan 100 Schepen<br />

van Linie, cntwapendin de Havenen, of de Zeeën<br />

doorkruisfende; en dat Ge, met zulken legermagt,<br />

van buiten ten eenigen dage gelegenheid<br />

zoud kunnen aantreffen, om eenen roem te<br />

verwerven» welke dien der Princenuwe Voorgangeren<br />

in de hooge waardigheid, welke Uw E<br />

HOOGHEID bekleed, mogt evenaaren.<br />

De redenen, welke de meefte Provinciën<br />

konden hebben, of voorwenden, om op eene<br />

Vermeerdering vanLandmagt, by voorrang boven<br />

de Herfteliing dér Zeemagt, aan te dringen,<br />

waren de gefteldheid hunner Finantien, welke<br />

zy gevoelden niet dan bezwaarlyk tot die beide<br />

voorwerpen te gelyk te kunnen bekostigen;<br />

het was de begeerte om hunne garnifoenen vergroot,<br />

de verteering vermeerderd en de circulatie<br />

van gelden overvloediger te zien; alsmede,<br />

migfchien, die dwaazejaloersheid, die minder ryke<br />

Gewesten gemeenlyk tegen de meerder ver-<br />

mo-


GROOT TAFEHEII»' 7<br />

mogende bezielen: het was, met één woord,<br />

meerder een byzonder, dan een algemeen en<br />

vaderlandlievend belang. Doch dat noch redenen<br />

noch voorwendzels waren, was de ïnnerlyke<br />

greetigheid, die veele Perfoonen dier Provinciën<br />

hadden om UWE HOOGHEID te behagen<br />

, in het begunftigen der byzondere begeerte,<br />

welke zy onderftelden dezelve in dat<br />

geval te bezielen; het was die vreemde en<br />

vervloekte invloed , van welken de zetel in -<br />

>s Gravenhage was gevestigd, en UWE HOOG­<br />

HEID niet onbewust moest zyn; invloed, welke<br />

een gedeelte onzer Burgeren over de waare<br />

belangen des Vaderlands verblindde,_ die<br />

«nze gefchülen aanftookte en aanhitfte, en die zo<br />

verre gevorderd was, dat by verfcheide Perfoonen<br />

der Republiek alle gevoelens van eer en<br />

vaderlandsliefde werd gefmoord.<br />

Holland, en vooral Amfterdam, welker byzonder<br />

belang alhier niet dan het algemeen be :<br />

lang zyn kon, drongen voornamelyk aan op<br />

Herftel van de Zeemagt; om dat, zonder Zeemagt,<br />

den Koophandel en de Scheepvaart onbefchermd<br />

blyven, en zonder bescherming,<br />

die twee groote voorwerpen moeten vervallen,<br />

Evenwel, 'er wierd, in den loop der langduurige<br />

en aanhoudende debatten, uit die tegenitrydigheid<br />

van gevoelens en belangen voortvlo<br />

eijen de , eindelyk', en wel op den 18 April<br />

ï77i,, eene Petitie geformeerd tot den aanbouw<br />

1 1<br />

V A N<br />

A 4


5<br />

SCHETS VAN E E N<br />

van 24 Oorlogfchepen; dan het was niet voor<br />

den 2 I Mey van 't jaar i 7 78. dat zy wierd<br />

geconcludeerd. • Nog wierd, door Holland,<br />

op onderfcheidene tyden voorgeflagen en<br />

meer of mm geconvenieerd, dat men zo wel<br />

ter Herfteliing der Zeemagt, als ter Vermeerdering<br />

der Landmagt op gelyken voet (pari<br />

PllTu) zou toetreeden; maar den voorrang,<br />

welke de meefte Provinciën aan het laatstgenoemde<br />

voorwerp halftarrig bleven geeven,<br />

20 wel als de gewoone kunftenaryen , maakten<br />

wel dat deze fchikking niet doorging. Wat<br />

meer is, de Provinciën Gelderland, Friesland,<br />

Groningen en Overysfel oordeelden in den Jaare<br />

i 7 7 i 5-, cat zy wel eene groote opoffering<br />

deeden met te confenteeren, dat de fomma<br />

van meer dan vyfticn Tonnen Gouds, welke benodigd<br />

waren ter volvoering van het door Uwi<br />

HOOGHEID en den Raad van Staaten in 'tjaar<br />

J<br />

773- geformeerd Plan van Augmentatie der<br />

Trouppes, verminderd wierd tot op negen Tonnen<br />

Gouds en het overfchot, als een vasten<br />

post voor de Zeemagt geaffecteerd, en jaar- '<br />

lyks op den Staat van Oorlog gebragt wierd.<br />

Dat is dan, dat de fomme , gefchikt voor het<br />

fterkst en minst dringend voorwerp, een derde<br />

meerder moest blyven, dan de fomma, die men<br />

wel aan het zwakfte en alleen noodzaaklyke<br />

voorwerp wilde vergunnen. Maar, vermits<br />

Holland bleef volharden in den eisch, bereids<br />

in


G R O O T TAF-SREEI. *><br />

in 1774. gedaan, dat, namelyk, het Fonds<br />

voor den Zeedienst te affedteeren zou gebragt<br />

worden op 780 duizend Guldens, zo deed<br />

deeze geringe meerderheid van nog geen twee<br />

Tonnen Gouds, en waar in die Provincie alleen<br />

meer dan vyf negende parten moest dragen,<br />

het ontwerp in duigen vallen. Hierom is het,<br />

DOORLUGTIGE VORST, dat de Samenftellers<br />

Uwer Memorie, de onbefchaamdheid hebben<br />

gehad om het mislukken dezer zaak aan die<br />

Provincie te wvten O); doch een behoorlyk<br />

examen der hier onder geciteerde ftukken (6)<br />

zal den onpartydigen gelegenheid verfchaffen<br />

om<br />

(a) A. p. 10 en n.—B. p.10. en 11. —C. p. 2. en 3«<br />

(b) Zie toConfenti«r Heeren Staaten van Holland, Ut<br />

den Staat des Oorlegs van 31 Mtart 1770. — De Declaratie<br />

door Hun E& Groot Mog. Gedeputeerden der Generaliteit'gedaan<br />

den H April mi- - De Refolutie van<br />

Hooggemelde Heeren Staaten in dato itApnl 1774. Het Rapport<br />

der Generaliteit wegens die Refolutie, geinjereerd m de<br />

S t a a t<br />

•jSotulen van Holland den 25 January 1J75- - De<br />

ier Deliberatien van de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van<br />

Holland en West - Friesland , in datis 8 July en 4 September<br />

1778 — De Refolutie van de Vroedjcbap der Stad Am-<br />

Rerdam, 'van den eerflen dier zelfde maand September en aan<br />

de Provinciale Vergadering gecommuniceerd den& drto, alles<br />

in de bier vooren gemelde Verzameling van Authentyke<br />

Stukken , betreffende de Augmentatie der Land- en Zeemagt<br />

Vin de Republiek.<br />

A 5


5ö SCHETS VAN EEN<br />

om de naauwkeurigheid en oprechtheid dier<br />

Heeren te beoordeelen.<br />

Het was eindelyk op den n Mey 1777, dat<br />

*er eene Petitie tot reparatie der oude Schepen<br />

"en tot aankoop van materiaalen wierd geformeerd,<br />

maar het liep omtrent vier jaaren aan<br />

namelyk tot den 23 April 1781. al v o r ens<br />

dezelve wierd geconcludeerd. Zo dat geduurende<br />

hetTydvak van i 766. tot 1778. over de<br />

twee voorwerpen in questie niets formeel beiïoten<br />

werd: twaalf jaar debatten, kuiperyen<br />

en kibbelingen bragten geen enkelen bout<br />

te onze Schepen ; onze verdeeldheden , onze<br />

twyffehngen vermeerderden, onze Engelschgezinde<br />

Vaderlanders verheugden zig daarin,<br />

en Engeland deed 'er zyn voordeel mede.<br />

'Des onaangezien waren de Land-Provinciën<br />

geenzins onkundig, dat, gemerkt de omftandigheden<br />

in welken wy verfeerden, de herfteliing<br />

van den Zeedienst, het voornaamfte onderwerp<br />

der zorgen van de Republiek moest uitmaaken,<br />

aangezien de Zeemagt de Steun -Pylaar van<br />

. Koophandel en Scheepvaart is, en deeze twee<br />

zaaken de zuilen van den Staat zyn. Het was<br />

die Provinciën even min onbewust, dat zy<br />

mets waren zonder de Zee-Provinciën en voor,<br />

al zonder Holland • en dat wederom deeze<br />

Provincie ook zelve niets was, zonder Scheepvaart<br />

en Koophandel. Zy wisten dat de Ryk-<br />

dom-


G i o o T T A Ï U Ï Ï I . Ü<br />

dommen, welke die twee hoofdzaaken byzonderlyk<br />

in Holland lokken , zig over hen verfpreiddcn<br />

, zo doo, het aandeel dat fommigen<br />

haarer Burgeren in den Koophandel zelve neemen,<br />

als door de bezigheid, die een groot aantal<br />

haarerInwooneren in de Steden , in de Velden<br />

en op de Schepen der voorn. Provincie<br />

vinden, mitsgaders door het vertier der waaien<br />

en Produ&en, die zy daar m ter markt<br />

'brengen Zy wisten dat de armoede, tot welke<br />

düizende Huisgezinnen , door het kwynen<br />

van Koophandel en Scheepvaart gebragt waren<br />

niet kon nalaaten ten uiterften toppe te<br />

fteigeren, zo men zig niet in ftaat (telde om<br />

dat o-eene, wat ons van die twee bronnen van<br />

onze welvaart, vermogen en gelukftaat nog<br />

overicr bleef, tegen der Britten onderneemingen<br />

te befchermen. Zy wisten , dat eene aanzienlyke<br />

Zeemagt in den Oorlog van 1756, ons<br />

behoed zoude hebben voor de onwaardeerbaar<br />

fchaden en fchandelyke vernederingen, die wy<br />

toen hebben moeten ondergaan. Zy wisten<br />

dat wy op het punt ftonden om ons wederom<br />

in het zelfde geval te bevinden, en dat een Leger<br />

van honderd ddzend man buiten ftaat was<br />

den roof, of het neemen eener onnozele Visfchers-Pink<br />

te beletten. Zy wisten, met een<br />

woord, dat eenen kragtdaadig befchermden en<br />

eenmaal herftelden Koophandel niet zou vertoeven<br />

middelen te verfchaffen om de Iroup-


12 S C H E T S V A N E E U<br />

pes te vermeerderen, en de Frontieren in dien<br />

-ftaat van tegenweer te ftellen, in weken zy<br />

dienden te zyn, wanneer ten eenigen dage eene<br />

Mogendheid van het vaste land mogt onderneemen,<br />

die aan te randen. Waarom dan<br />

hebben die Provinciën alle deeze dingen niet<br />

overwogen? omdat de Reden nimmer gehoord<br />

wordt ter plaatfe alwaar belang, heerschzugt,<br />

jaloersheid, haat, zwakheid en vleijery, het<br />

woord voeren: om dat de vergiftigende invloed<br />

, van welken boven gefproken is , den<br />

geest en de gangen beftuurde van hun , die zig<br />

het gezag hadden aangemaatigd, om den toon<br />

aan de Deiiberatien te ftellen, en de Refolutien<br />

op te geeven, welke de meefte onzer Steden<br />

en Provinciën namen. Het ware derhalven<br />

U zaak geweest, DOOBXUGTIGE VORST,<br />

om te trachten alle die driften . te verdooven,<br />

de gevoelens over een te brengen , dien invloed<br />

te iinooren, door het gebruiken van Uw vermogen<br />

en gezag; door, ten minften voor een<br />

tyd , den aandrang op de Vermeerdering der<br />

Landmagt te laaten vaaren , en ten fterkften<br />

het Herftel der Zeemagt te vraagen. Ik durve<br />

verzekeren dat Uwe poogingen met gewenscht<br />

gevolg bekroond zouden zyn geweest.<br />

. . Edoch dit hebt GE niet gedaan...<br />

waarom? .... Om dat, ter opoffering eener<br />

getroetelde hartstogt, ter verfcheuring van den<br />

Sluijer, door vleijery en bedrog over Uwe<br />

oogen


GROOT TAFEREEL? 13<br />

oogen gefpreid, UWE HOOGHEID eene fterkte<br />

van geest en eene kragt van ziel benodigd<br />

bad, die GE wel bad kunnen hebben, maar<br />

niet gèhad hebt.<br />

VER-


?4 SCHETS VA*T E B<br />

V E R. V O 3L O<br />

DER OORZAAKEN, WELKE HET HERSTEL<br />

DER ZEEMAGT VERTRAAGD HEBBEN.<br />

Tydvak van den i January 1778. /o; -51 December<br />

1780.<br />

M et den aanvang des Jaars 1778. verdubbeiaen<br />

de drangredenen voor het. uitfluitend<br />

Herftel der Zeemagt. De befaamde Declaratie,<br />

coor den Ambasfadeur van Vrankryk, aan<br />

het Hof van Londen den 13 Maart aan Lord<br />

Weymouth, Secretaris van Staat, overgeleverdde<br />

gevoeligheid, die Engeland over dien ftap<br />

opvatte; de onmaatig groote toebereidzelen<br />

van weêrzyden, lieten geen twyffel over, of<br />

'er zou eenen openbaaren en bloedigen Oorlog<br />

tusfchen de beide Natiën ontftaan \ zelf nog<br />

aleer zy hunne wederkeerige grieven voor het<br />

•og van Europa hadden bloot gele°t. Het gisfen<br />

werd met het gevolg bewaarheid, en re^ds<br />

w de maand Juny namen de vyandlykheden<br />

eenen aanvang,<br />

Dee>


G R O O T T A F E R E E L * 13<br />

Deeze omftandigheden, DOORLUCHTIGE<br />

VORST, maakten onzen toeftand aan den Zeekant<br />

zeer netelig: zy verfchaften den Engelfchen<br />

de voorwendzeïs om onze Schepen te berooren,<br />

onze goederen te confisqueeren, of zig<br />

dezelve op geheel andere wyze toe te eigenen;<br />

zy deeden een voorgevoel in ons opkomen van de<br />

gegronde of ongegronde Vraag, welke onze OrH<br />

derdrukkers ten eenigen tyde ons konden doen,<br />

om het Secours, door de Traétaaten, die onsten<br />

hunnen believen Helden, bepaald. 'Er bleef<br />

dienvolgens geene andere keuze overig dan onze<br />

Zeemagt te herftellen; 'tzy ter beteugeling<br />

hunner gewelddaadigheden , hunne rooveryen;.<br />

't zy om ten hunnen byftand te komen, zo het<br />

gev«l daar was; 't zy om ons in ftaat te ftellen<br />

ter verweigering van allen onderftand , indien<br />

zy goedvonden te onderneemen om ons tedwingen<br />

tot het verleenen van hulp tegen alle<br />

billykheid.<br />

Het was evenwel of eindelyk onze akelige<br />

toeftand eenigen indruk op de gemoederen<br />

maaken zoude. Men concludeerde den 2t<br />

Mey, (ongetwyffeld om den naam, want menza«:in<br />

't vervolg weinig meerder werkzaamheid<br />

©p Ö<br />

onze Timmerwerven,), men concludeerde,<br />

zeg ik, de Petitie, bereids geformeerd in den.<br />

jaare 1771. tot den aanbouw van 24 Oorlogfchepen;<br />

dan men droeg wel zorg omniet tevens totconclufie<br />

te komen over de Petitie, in het voor-,<br />

gaan-


*ÏC SCHETS VAN ÉEN<br />

gaande jaar 1777. geformeerd, tot reparatie der<br />

oude Schepen en aankoop van materiaalen : in<br />

tegendeel, op den eigen dag dier conclufie<br />

wierden UWE HOOGHHEID enden Raad van<br />

Staaten , ingevolge eene Propofitie der Provinciën<br />

Gelderland en Groningen, door Hunne<br />

Hoog Mog. verzogt een Plan ter Vermeerdering<br />

der Landmagt te formeeren. Zy, wien<br />

de beweegredenen en de dryfvederen, welke<br />

die Provinciën deeden ageeren, mitsgaders het<br />

verlangen van de meefte deroverige voor de geliefkoosde<br />

Vermeerdering bewust zyn, ftonden<br />

gansch niet vreemd op te zien van dat verzoek,<br />

zo min als zy verwonderd zyn geweest over<br />

den yver, met welken UWE HOOGHEID en de<br />

Raad van Staaten, zig daar mede conformeerden:<br />

'er was hier een kreits van oorzaaken en<br />

uitwerkfelen, die by aanhoudenheid, dan het een<br />

dan het andere waren, en welke in eenen geduurigen<br />

voortgang op malkanderen werkten.<br />

Dit Plan wierd den 2.9 Juny daar aan volgende<br />

ter Tafel Hunner Hoog Mog. gebragt, door<br />

UWE HOOGHEID en de Raad van Staaten.<br />

De daar in voorgeflagene Vermeerdering van<br />

Landmagt, moest beloopen 13797 Koppen en<br />

1312 Paarden ; doch van onze ongelukkige Zeemagt<br />

wierd daarin niets gerept, ande r<br />

s dan om<br />

te zeggen, dat, aangez ;<br />

en de toenmaalige omftandigheden<br />

, het allervolürekst nodig wa^e de<br />

Landmagt in een beteren ftaat van tegenweer<br />

• -'^S te


G R O O T T A F U E H ' t$<br />

te ftellen, even zo als zedert weinige jaaren^ ten<br />

aanzien van .derzelver Zeemagt uit noodzaaklykbeid<br />

MET VEEL VRUGT is gefchied (a). Dit voor gee­<br />

ven alleen is in ftaat om het alleronverfchiliigfte<br />

hart over onze rampen van verontwaardiging<br />

te doen yzen. —• Ik keere weder tot het voorn.<br />

Plan.<br />

De voornaamfte reden, welke men te berde<br />

bragt ter verwerving van Conient tot uitvoering<br />

van 't voorn. Plan, van die geenen,<br />

welke begeerden dat men.zig eeniglyk zoude<br />

ophouden met de Zeemagt, was, c at vermits<br />

het fcheen als of den oorlog, tusfchen Vrankryk<br />

en Engeland ontftaan , apparentelyk ter<br />

zee beflist Mond te worden, het voorzigtig<br />

ware voor te komen, het gevaar dat onze<br />

'Erontieren konden loOpen, in gevalle de Oorlog<br />

, over de Beijerf he Succesfie in Duitfch"<br />

.land, uitgebarften , tot dezelve kwame over te<br />

flaan. (£) — Dat is te zeggen: men oordeelde<br />

tin. n .... . v/ -ftfv jjfiyiO'.'f'e . f::.'"7<br />

(_a~) Zie de meergemelde Verzarh. van Auth. Stukken<br />

iladz. 57<br />

(b) Misfivé van cfe Snaten Ger.ëraal aan dé Staarea<br />

van Holland in dato 30 January 1-78. •— Zie wegens d»<br />

verschillende gevoelens , door de Propofitie van dit Plan, on*<br />

der de Leien dier Provincie veroorzaakt, den Staat hunnêf<br />

Delibera'ien van den 8, Jttiy tn 4. Septtmb. daar aan volgende<br />

, mitsgaders d'e Refolutie van de Vroedfchap dët<br />

Stad Amflerdarft van den ï. Sept. en aan de Provinciale Ver*<br />

B t*-


1§ S CII ETS V A N 'E E U<br />

,de liet noodzaaklyk zig in flaat te Hellen, ter<br />

afweering van gevolgen eener ver af zynde moge'ykbcid,<br />

en van een ingebeeld gevaar, ten zelve<br />

tvde dat men verwaarloosde zig te verzetten<br />

tegen de uitwerkzelen van een reeds nypend<br />

onheil: uitwerkzels, welker zwaarte ons begon<br />

te drukken, en welker gevolgen ysfc£<br />

lyk moeiten zyn ; want elke dag leverde het<br />

bcrigt op van ccnigerleije gewelddaadigheid of<br />

rooverye door de Britten jegens onze Koopvaarders<br />

gepleegd: de klagten ' onzer Kooplieden<br />

en hunne dringende aanzoeken om' zodaanige<br />

pefcherming van den Koophandel, als<br />

men 'onvermydelyk moest vergunnen , weer-<br />

'galmden in alle" hoeken onzer Republiek, en<br />

zelf in de Raadzaal hunner 'Hoog Mogenden,<br />

"Kortom onze ftaatkundige toeftand , onze natuurlyke<br />

geftèldheid en die van onze bezittingen<br />

, de behoudenis onzer rechten , onzer<br />

goederen , onzer waardigheid, dc nabuurigö<br />

vlam, eindelyk, van welke de vonken den ons<br />

dekienden dampkring vervulden, vereifchtendat<br />

men eeniglyk, en zo. rafch mogelyk, het<br />

gezigt keerde en zyne zorgen wendde op heg<br />

daadelyk gevaar, ! waar méde wy bedreigd<br />

< ' nl wief 1<br />

-<br />

• — . , ir<br />

— r<br />

gadering gecommuniceerd den 8. dito , 'als meds de Contra-<br />

Infertie van de Ridderfchap tegen de Infertïe van Jmjttr*<br />

dam geproduceerd din 17 Sept. 1778.


G R O O T T A F E R E E L , jg><br />

wierden. Niemand derhalVen , DOORLUCH­<br />

TIGE VORST,'behoorde, beter dan UWEHOOG-<br />

HEID, te weeten, dat dusdaanig een Plan enkel<br />

gefchikt was oni knibbelaaryen en debatten<br />

in den Staat te veröorzaaken, die onze belangen<br />

moeften benadeelen ; dat dit Plan flégts<br />

dienen kon om den aandagt af te wenden van<br />

het eenige voorwerp, van't welk het welvaa^<br />

ren en het heil des Vaderlands afhingen. Dus<br />

men dan ook geenszins in dat geval zeggen kan,<br />

dat UWE H0 0 G H EI tr alles gedaan heeft, wat<br />

GE had kunnen doen ter Herfteliing der Zeemagt.<br />

Het'zoude vry wat te langw'ylig vallen alhiér<br />

ëenê ürtweiding te ma-ak'èrV over alles Wat<br />

géduurende dït"zelfde jaar in de Republiek<br />

omgegaan is, betreffende de zo vuurig begeerde<br />

en zo dringend géëifchte Vermeerdering<br />

der Landmagt, zo wel als ten aanzien van het<br />

zo fchandelyk verwaarloosde Herftel der Zee- .<br />

magt,' waar toe men , als 't wa-e enkel voor de<br />

leus bewilli-de , terwyl al wat oris in 't vervolg<br />

is wede^Vfaarètl j ons daar van zo wel de vófflreku<br />

nooézf^khtid 1<br />

, als de nuïietvbsbeid tan het gc-<br />

Üefkbosdi i'K'Wf? beweezen beeft.<br />

Het fcrikel PfiÉ; waar van wy fpreeken ver^<br />

'öor/'.-.kto in iè Provincie Holland zelve, knibbelaaryen<br />

i die geheelë Maanden hebben aerjvj<br />

W Ri.Üe-fchap -ftond-fterk .öp dèa?.é&<br />

"üÜVofrringj en eene der voornaamfté drangredenen<br />

daar toe door dit Lid aangevoerd was


ao S C H E T S V A N E E N<br />

de vraag „ of men zig hieromtrent zou moe-<br />

„ ten verwonderen , in eene eeuw, in welke<br />

„ \ recht van Convenientie in de Staatkunde<br />

„ zo fterk is doorgedrongen, dat men zelf, by<br />

9, wege van Partage heeft zien disponeeren over<br />

„ de Landen der Nabuuren , by wege van<br />

„ vriendfchap-, en zo zou ook de Oorlog over de<br />

„ Beijcrfche Succcsfie kunnen cesfeeren , door<br />

„ middel van een arrangement omtrent de Lan-<br />

„ den, op de welke de Staat een geacquireerd<br />

„ Recht heeft, en die haar tot een voormuur<br />

„ ftrekken" O).<br />

Wel! Heeren Ridders! ten zeiven dage dat Ge<br />

zulk een fraai advis inleverde, zette bet zelfde recht<br />

van Convenientie den Engelfchen aan om de Traclaaten,<br />

tusfchen hen en ons fubfifteerende, te fchcnden, onze<br />

vlag te affronteeren , onze goederen te vermeefieren ,<br />

en zig gereed te maaken om ons nog iets ergers<br />

te doen lyden : die wreede daadlykheden , troffen<br />

ons wat dringender, dan de belachlyke mogelyklieid,<br />

van een arrangement, omtrent ik weet niet<br />

wat voor Landen , op welke de Staat een geacquireerd<br />

recht heeft. Gy bad u derhalven enkel behooren<br />

op te houden met die daadlykheden, en de mogelykheid<br />

daar te laaten, althans tot die eenigen fchijn<br />

bad bekomen van iets wezendlyks te worden; doch<br />

bet gaat met U als elders; bet grootjle getal evenaard<br />

de SATELLITES van JUPITER, en volgt on­<br />

veria)<br />

Zie Staat der Deliberatien der Heeren Staaten va<br />

Holland tn West-Fricsl. m 4ato 8 July 1778,


G 5. o 0 T T A F E R E E L . ÜI<br />

verandcrtyk het ftelzel van die Planeet aan welke men<br />

verknogtis. Kortom, wanneer men al de fpreuk-<br />

jes der voorftanders van de Vermeerdering der<br />

Landmagt hoort, zou men zig bykans inbeel­<br />

den , dat 'er reeds een Meijeryfchen Boer was.<br />

komen klagen, dat de Ooftenrykfche Pan-<br />

douren of de Prui^fifche Husfaaren zyne kui­<br />

kens en aardappels hadden befehaard; men<br />

zou , zeg ik, fchier gelooven dat 'er reeds de<br />

een of ander fchraale Gelderfchen Jonker was<br />

komen aanrennen om te verkondigen , dat de<br />

een of ander Sous-Lieutenant dierïouppes op<br />

zyne duiven gefchoten en zyn Freuletje ge­<br />

zoend had.<br />

Men nam op den 19 November van dat<br />

zelfde jaar 1778. eene Refolutie die den En-<br />

gelfchen vry wat genoegen gaf, en niet minder<br />

aan onze Anglomanen ; namelyk om geen Con-<br />

voy te verkenen aan fchepen , die met tim­<br />

merhout en andere Scheepsmateriaalen gelaa-<br />

den waren , en welke dingen wy recht had­<br />

den om onverfchillig aan ieder te yerkoopen<br />

en te vervoeren ; een recht dat gegrond was<br />

op het boven aangehaalde Traftaat van 1674.<br />

het welk door het Britfche Hof naar den En-<br />

gelfchen trant wierd uitgelegt, en hier mede<br />

is alles gezegt (a). Laaten we nu eens zien.<br />

DOOR-<br />

(a) ART. IV. vetr Contrabande Waar en worden nitt ge-<br />

B 3<br />

btH<br />

Z


G R O O T T A F E R E E L . I%<br />

de , waar in de Republiek zig, zoo ter Zee<br />

„ als TE LAND, bevond, en uit welken wy<br />

„ te vergeefs getragt hadden, haar te redden,,<br />

„ overtuigd waren, dat het raadzamer was de,<br />

„ exercitie van ccn gedeelte van dat recht,<br />

voor een .tyd te furcheeren, ten einde al<br />

het overige te behouden, dan zig , door het<br />

„ fouteneeren van dat gedeelte, (het welkbo-,<br />

ven dien voor de generaale Commercieele<br />

„ belangen van niet veel confüeratte was), te<br />

exponeeren aan de importante verliezen, die<br />

de Republiek zedert geleden heeft; cn dat<br />

„ men derhalven het verleenen van protectie<br />

aan dien betwisten tak van Commercie behoorde<br />

uit te ftellen, tot dat de Republliek zig be-<br />

„ hoorlyk gewapend, en in ftaat geheld zoude.<br />

„ hebben, om zig ter Zee en TE L A N D te de-<br />

„ fendeeren: ter Zee om dat Engeland, federt<br />

, jaaren eene vaste Marine in dienst hebbenl<br />

de, en^thans meer dan ooit gewapend zyn-<br />

„ de, onze geheele Commercie en onze beste.<br />

„ Bezittingen in Oost- en West-Indien kon<br />

„ ruïneeren of overmeefteren, indien wy bui-<br />

„ ten ftaat waren, dezelve door genoegfaame<br />

„ befcherming te beveiligen; en TE LAND<br />

„ om dat wy voorzagen , dat, wanneer het<br />

„ tot eene ruptuure met Engeland zoude mo-.<br />

„ gen komen,' het aan dat Ryk mogelyk niet<br />

„ aan de middelen ontbreeken zoude , om ons<br />

„ ook aan deLandzyde te attaqueeren, of we}<br />

B 4 „ an-


£4 S C H E T S V A N E E N<br />

„ andere vyanden te berokkenen. " •— Men<br />

had dan, volgens de regt openhartige bekentenis<br />

van UVVE HOOGHEID, alhier afgelegd , meerder<br />

te dugten van de frinde en paalloze gramfchap<br />

der Britten, dan voor de billyke gevoeligheid<br />

van Vrankryk! dat is: wy liepen minder<br />

gevaar door, ter CONTEMPLATIE der<br />

eerstgemclden te doen ftaaken den loop van<br />

een wezenlyk en veroorlooft gedeelte van onzen<br />

Koophandel, en met de daad, af te gaan,<br />

van de grondregelen der door ons aangenome<br />

onzydigheid , dan door voort te vaaren met<br />

dien tak van handeldryving, waar toe, naar 5<br />

t<br />

Recht der volkeren en Tractaten , wy gerechtigd<br />

waren, en door te blyven binnen die bepaalingen<br />

, weke ons en rechtvaardigheid en<br />

onzydigheid voorfchreeven! Zeker UWEIIOOG-<br />

HEID, kon ons geen rechtmaatige* -<br />

denkbeeld<br />

geeven van de onrechtvaerdigheid van de eene<br />

Natie, en van de befcheidenheid éer andere.<br />

Het is dus zeer wonderlyk, dat, na zulke<br />

voorbeelden men zig onder ons in 't vervolg<br />

meerder toegelegt heeft den Oorlog te begunftigen<br />

, die ons door onzen Drod-vyand is aangedaan,<br />

dan om te beantwoorden aan de heilzaame<br />

oogmerken eener vrLmdfchappelyke Natie<br />

, die alles infpande om ons te befchermen.-—<br />

Maar wy ïhyden dien draad af, en keeren tot<br />

het examen der zo even aangevoerde pasfage<br />

van UWER. HOOGHEIDS fllcmorie.<br />

Zon-


G R O O T T A F E R E E L . iÉf<br />

Zonder uit te pluizen of het UWE HOOG­<br />

HEID is geweest, die met de meerderheid heeft ge­<br />

concurreerd tot het opfchorten der bewuste Con-<br />

voijen, dan.of die meerderheid zig hy UWE HOOG­<br />

HEID heeft gevoegd, houde ik eerfteiys ftaande,<br />

dat , zo eenige onmagt de beweegreden dier<br />

opfehorting geweest is , het althans niet was<br />

het onvermogen, waar in de Republiek zig ge-<br />

lyktydig, en ter Zee en TE L A N D bevond, maar<br />

wel eeniglyk de onmagt ter Zee , waar in zy<br />

was; en deze onmagt kwam voort uit de halftarrigheid<br />

door UWE HOOGHEID , en derzelver<br />

Aanhangelingen , behendig getoond in het<br />

begeeren eener Augmentatie van Trouppes; zy<br />

kwam voort uit de innerlyke afkeer, die andere<br />

hadden om ter Herfteliing der Zeemagt<br />

het hunne toe te brengen. De aart van het<br />

onderzoek, waar toe ik my verledige , verpligt<br />

my elk oogenblik weder op d't kapttel te komen<br />

, en onophoudelyk het zelfde te zeggen,<br />

doch het kan nie: anders. Maar , ten anderen,<br />

de tak van Koophandel, welke wy , door het<br />

opfchorten der Convoijen aan de Convenientie<br />

der Britten moeften opofferen, was van vry<br />

wat grooter aanbelang voor de algemeene handeldryving,<br />

als UWE HOOGHEID zig verbeeld:<br />

alle Houtwaaren en andere Scheersbehoeften<br />

en Materialen, waren ruim zo wel<br />

ten gebruike der Franfche Koopvciardye, als voor<br />

de Koninglyke Ooriogsvlooten. Deze opfehorting<br />

B s<br />

der<br />

*


%6 S C H E T S V A N E E vt \<br />

derhalven , ftremde. voor een groot- gedeelte<br />

de koopen en ruilingen , die wy gewoonlyk<br />

met de Franfche Waaren en Producten doen,<br />

zo om die herwaards in of elders heen te voeren;<br />

zy dwarsboomde onze Handelaarsin derzelver<br />

Befpiegelingen ; zy ftaakte hunne Correspondentien,<br />

zo in Vrankryk als in 't Noorden<br />

en elders; zy dwong hen, eindelyk, om<br />

andere handeltakken te laatera vaaren, die zelve<br />

al w x<br />

ederom verknogt waren met andere,<br />

welke men ook de bons moest geeven : Ik<br />

zwyge nog van veele andere hindernisfen, die<br />

uit dat alles moeften voortvloeijen. Indien UWE<br />

HOOGHEID voorliet overige nog eenige twyffel<br />

heeft, over het geene alhier word aangevoerd,<br />

heeft men enkel maar een oog te flaan op<br />

de hier onderftaande woorden van het Contra-<br />

Manifest door Hunne Hoog Mog., ter wederlegging<br />

van hetBritfeh Manifest, den 11 Maart<br />

1781. uitgevaardigd O); my althans komt het<br />

:•. \k .V • , ' voor.<br />

(


G R O O T J T A F E R E E L. 2,7<br />

voor dat het geene,in. Maart 1781, waar was,,<br />

pok zodanig zyn moest in de maand No­<br />

vember 1778.<br />

Des onaangezien was, zo als men hierboven<br />

heeft gezien, het gevoelen UWER HOOGHEID,<br />

„ dat men het verkenen van befeherming , aan dien<br />

„ betwisten tak van Commercie, moest uirjlellen tot<br />

dat de Republiek zig behoorlyk gewapend en in ftaat<br />

, gefield zag, om zig ter Zee en te L A N D te verli<br />

dedigen.» — Dat zo veel is als te zeggen,<br />

dat die befeherming niet gereed was om te komen,<br />

zo als ook het oogmerk was, dat vry<br />

Wat Lieden bedoelden. „ Ter Zee, om dat<br />

„ Engeland, federt jaar en, eene vaste Marine in dienst<br />

„ hebbende, en thans meer dan ooit gewapend zyiide,<br />

„ onze geheele Commercie, en onze beste bezittingen<br />

„ in Oost- en West-Indien kon ruïneeren, of ovcr-<br />

„ meefteren, indien wy buiten ftaat waren dezelve door<br />

„ genoegzame befeherming te beveiligen. " Dat is wel<br />

deugdelyk waar , want als het op een ruïneeren<br />

van Commercie, en op eene overrompeling<br />

van bezittingen aankomt, hebben de Engelfchen<br />

nooit met eenigen fchroom ingenomen<br />

geweest, en voo~al niet ten aanzien van<br />

zulken, die, even als wy , onophoudelyk hebben<br />

zeer voornaam en Tak, de noodwendige wrdrooging en het<br />

verval van alle en dus van het ganfche lichaam, moest<br />

veroorzaaken.


28 S C H E T S V A N EENT<br />

ben gepraat van de Herfteliing der Zeemagt,<br />

en ondertusichen juist altoos het tegendeel hebben<br />

uitgevoerd om daar tpe te geraaken.<br />

„ T E LAND, om dat ivy voorzagen , dat wan-<br />

„ neer het tot eene ruptuur met Engeland zoude mo-<br />

„ gen komen, het aan dat Ryk mogelyk niet aan de<br />

„ middelen ontbreeken zoude, om ons ook aan de Land-<br />

„ zyde te attaqueeren, of ivel andere vyanden te be-<br />

,. rokkenen. " (Nopens dit laatfte hebben de<br />

OpfteUers van UWER HOOGHEIDS Memorie<br />

aangevoerd den inval, door den Bisfchop van<br />

Munfter in 1666. in deze Landen gedaan) —•<br />

Maar, DOORLUCHTIGE VORST, 'er zat op<br />

den Munfterfchen zetel geen Bisfchop van Gaten<br />

meer: onze twee magtige Gebuuren , de<br />

Keizerin-Koningin cn de Koning van Pruisfên<br />

waren met malkander in Oorlog, en dagten<br />

niet eens aan ons; en wegens de verdere Mogendheden<br />

van 't vaste Land, waren wy niet<br />

minder in veiligheid. Wat belangt eenen aanval<br />

op onze Frontieren door de Engelfchen zelve<br />

, zo weet men dat hunne Trouppen maar al<br />

te veel bezigheid elders hadden, en dat eenige<br />

gepaste fchikkingen van onze zyde, zo te<br />

land als ter zee, langs onze Kusten, voldoende<br />

zouden zyn geweest om eene Landing te beletten.<br />

Het is dan geenzins geweest onze zwakheid<br />

aan de Landzyde, die UWE HOOGHEID<br />

tot dryfveder gediend heeft, om met de meerderheid<br />

van Jkmmen te concurreeren, tot het<br />

op.


G R O O T T A F E R E E L » a#<br />

opfchorten der Convoijen aan de Houtfchepen , enz.<br />

Derhalven konden UWER HOOGHEIDS vernieuwde<br />

aanzoeken, om Augmentatie van<br />

Trouppes, niet anders doen, dan de Herfteliing<br />

der Zeemagt verydelen , en gevolglyk ons<br />

in de onmagt laaten om zo wel herfteliing ,<br />

als protectie te verleenen aan dien tak van<br />

Koophandel, welke G E oordeelde, dat men<br />

voor een tyd, ter contemplatie der Engelfchen,<br />

moest laaten vaaren, en om onze rechten te<br />

handhaven tegen een ieder, welke zig tegen<br />

zodaanige Protectie wilden verzetten. , Kortom<br />

DOORLUGTIGE VORST , men kan UWER<br />

HOOGHEIDS inzigten, met dit alles niet billyken,<br />

zonder zig een zeer gering denkbeeld van,<br />

uwe kundigheden in de gezonde ftaatkunde te<br />

vormen. . •^.>' r<br />

W'töï'n i :<br />

aj<br />

Dan, hetzy my vergund hier eens een weinig<br />

uit te weiden. Ik ftel eens voor een<br />

oogenblik als waar, dat de Republiek, in geval<br />

van Oorlog met Engeland, gevaar liep van<br />

aan de landzyde te worden aangetast, niet alleen<br />

door de Engelfchen, maar ook door die<br />

vyanden, welken zy ons kon de berokkenen;<br />

als dan zouden onze Trouppes, alleen, en tot het<br />

begeerde aantal geaugmenteerd, niet genoegzaam<br />

zyn geweest, om ons tegen een talryk<br />

Leger te befchermen : daar" "toe hadden wy<br />

Frontieren benodigd, die in ftaat waren dat<br />

Leaer.te ftuiten . en de zodanige misten wja<br />

On-


S C H E T S ' V A N È E fr<br />

Onze Grens-ftcden waren volmaakt Weerloos i<br />

en in zo bidaaglyken' toeftand, dat de vyand,vari<br />

wat kant hy zig ook vertoonde,, onwecrftaanbaar<br />

was ; kortom men wist geenerlei plaats,<br />

welke toen tot eene Verzekerde legging of<br />

Wyk-plaats voor liet Leger van dén Staat kon<br />

dienen O). Daar nu eerie Republiek als dé<br />

Onze geene matige Legers ten velde kan voeren<br />

, met gëehe' zugt naar veroveringen is bezield,<br />

die in geeneh Oorlog moet treden , dan<br />

öra zig te verwéeren , en welker veiligheid<br />

niet minder in den goeden.ftaat haarer Grèns ;<br />

-<br />

beden is gelegen, dan in het' aantal haarer<br />

Trouppes, waarom hebben dan zulkeri , die ,<br />

Onder voorwendzcl eener uiterfte noodzaaklykbeid,<br />

om ons aan de Landzyde in weerbaaren ftaat<br />

te ftellen, met zo veel yver , en zo veele heeren<br />

de Vermeerdering van Trouppes eischten,<br />

Ook niet eveneens, ten minften op de reparat':è<br />

der Frontieren , en de verzorging der Ma'>;azynen<br />

en Arfenaalen aangedrongen ? Of Was<br />

bun de deerniswaardige gefteldheid dier Frontieren<br />

en Magazynen onbewust? Was hun de<br />

noodzaaklyheid van derzelver verzorging onbekend<br />

? *# Neen: — Maar' 'de ïnvlo'edmaa-<br />

-y ,J<br />

y- •-• n<br />


GROOT TAFEREEL, §Ï<br />

kende Cabaal, bad even 'zo wel haare rédenen<br />

om die voorwerpen te verwaarloozen,<br />

of te doen verwaarloozen , als zy redenen had<br />

om op de Vermeerdering van Landmagt té bly-<br />

Ven ftaan ; en dat gedeelte, het welk onder dien<br />

invloed lag , had geen moeds genoeg om zig<br />

tegen die verwaarloozing aan te kanten ; want,<br />

in weerwil van het algemeen Plan om onzè<br />

Frontieren in Vlaanderen ie'herftellen, en ia<br />

ftaat van tegenweer te brengen, door den Generaal<br />

Major du Moulin, op den 12. October<br />

1775. aan den Raad van Staat geprefenteerd,—•<br />

in weerwil van de onderfcheidene Berigten,<br />

bereids door dien Officier in den Jaare 1778.<br />

üitgcbragt, en die hy nog in' het vervolg heeft<br />

opgemaakt, wegens het elendig geftel onzer<br />

andere Froritieren , en de dringende nookzaakbykheid<br />

önt'die te verbeteren, -—> in weerwil<br />

van alle de ontwerpen van verbetering, voltooijirig'én'vermeerdering,<br />

bereids ten dien tyde<br />

door 'dieh uitmuntenden Ingenieur vervaardigd,<br />

en :<br />

die, Welke hy nog vervolgens opmaakte,<br />

ten aanzien van de Verfterkingen der Steden,<br />

Forten , Dyken, Sluizen en andere middelen<br />

van ver weering, gefchikt om ons aan de<br />

landz^de te befchermen, in weerwil, zeg<br />

ik, der.zo dringende als baarblyklykéredenen ,<br />

door hem tot dien tyd toé bygebragt, en daar<br />

na zo menigwerf herhaald om zyn ontwerpen<br />

'krast brte zetten, » in weerwil der ihnéi 4<br />

• lyke


£ 2 S C H E T S V A N E E N<br />

lyke overtuiging, waar in ieder weldenkend<br />

jnenfch z ;<br />

g van zelve bevinden moest, dat de<br />

uitvoering ciier Fans, aier Ontwerpen ,volftrekt<br />

behoo-de plaats te hebben; dat het veronacht-<br />

famen der Verbeteringen een algemeen Ver­<br />

val zouden veroorzaaken , dat de minfte ver­<br />

traaging in het beginnen van het geen verbe­<br />

terd, voltooid, of nieuw aangelegt moest wor­<br />

den , de volkome uitvoering veele jaaren ag-<br />

ter uitftellen, en inmiddels onze Frontieren<br />

bloot geheld blyven zouden aan den inval des<br />

eerften vyands, die dezelve zou aanranden;<br />

in weerwil, eindelyk der weetenfchap , welke<br />

de Raad van Staat van deze dingen droeg, mits­<br />

gaders van zynen pligt, van zynen eed aan den<br />

Lande gedaan, als mede van het uiterfte be­<br />

lang der voorwerpen aan deszelfs bewind toe­<br />

vertrouwd, hebben het gezag en de invloed<br />

der zo even opgenoemde Cabaal, ten dien op-<br />

zigte tot op den huidigen dag gezegepraald ;<br />

ter naauwernood heeft men op fbmmigc der<br />

minst wezenlyke punéten der Vertqogen van<br />

den Heer Du Moulin, eenigen aandagt gevestigd,<br />

en wel zorg gedragen om zich met. het overi­<br />

ge niet te bekommeren.<br />

Die zelfde Onachtzaamheid, DooaLUCH­<br />

TIGE VORST, had ook plaats ten opzigte van<br />

den ftaat der voltooijing van het Corps eter Ge­<br />

nie te verzorgen : dezelve zorgloosheid regeer­<br />

de omtrent de onderhouding en verzorging<br />

der


G n o o T T A F E R E Ï ti g3<br />

•der Magazynen en Arfenaalen. —- En waarom<br />

toch? Om dat, na het hart eener gedeelte<br />

onzer Burgeren bedorven, én de ovc^rigen<br />

onderworpen, verblind of verftompt te<br />

hebben, het voegzaam was de Zeemagt en<br />

de Frontieren in den elendigften ftaat te doen<br />

vervallen, op dat zo eenigé cordaate handen<br />

den doek kwamen afteligten , welke de oogen<br />

der Natie bedekte, dit deerniswaardig fchouwfpcl<br />

dezelve zou baloorig en wanhoopig maaken;<br />

op dat de fchrik der bedreigingen van den<br />

centen uitlandfchen Vyand die deeden verfty-<br />

vcn , en dat, daardoor, men de Natie in<br />

die ketenen bield, waarin de ilinkfche invloed<br />

, en openbaar vermogen i haarer Dwingelanden<br />

haar gedompeld hadden;<br />

Uit dit alles, DOORLUCHTIGE VORST,<br />

vloeid voort dat veelen wel zorgdroegen, om<br />

op geene herfteliing en verfterking der Frontieren<br />

aan te dringen, met zo veel vuur en<br />

hardnekkigheid,. als wel op de vermeerdering der<br />

Trouppes: die zelfde lieden wisten wel, dat,<br />

door middel van eenige pogingen der Provinciën<br />

, die herfteliing zyn beflag zoude bekomen,<br />

zonder die .dér Zeemagt te fchaden, en<br />

dat was, de vraag niet: zy wisten, met één<br />

woord, dat om een zeker doel te befchieten,<br />

men dat zelfde gebruik van welverfterkte, maar<br />

onbeweeglyke, Fort'ficatien niet maaken kan,<br />

sis van vyftig duizend wandelende Janitzaaren,<br />

C al-


g4 S C H E T S V A N E E N<br />

altoos gereed ftaande, om ten believen hunner<br />

Gebieders, alle ordres, hoe die ook zyn mogen,<br />

uit te voeren.<br />

Hier geld de tegenwerping niet, dat men<br />

evenwel altoos en op onderfcheidene tyden<br />

heeft aangedrongen om de Grenzen in ftaat<br />

van tegenweer te- ftellen, en byzonder by de<br />

Petitie , door den Raad van Staat den 3. July<br />

1778. en zelf nog na dien tyd gedaan; want<br />

ik zou antwoorden, . dat, indien die aandrangen<br />

met zo veel yver en volharding werkftellig<br />

gemaakt waren, als door den Generaal du<br />

Moulin by dien Raad gebezigd zyn , dat, indien<br />

men met zo veel volkomenheid, met dezelfde<br />

kracht, en met dezelfde baarblyklykbeid, als hy,<br />

verflag had gedaan van het treffend gebrek en<br />

de verfchriklyke ontramponeerdheid dier Frontieren,<br />

mitsgaders van de onvermydlyke noodzaaklykheid,<br />

om daarin, zonder uitftel, te<br />

voorzien, dat, indien men, en ZONDBR<br />

EENIGE UITZONDERING, onder het oog der<br />

Staaten Generaal, de Plans, Projeften, Redenen,<br />

de dringende Sollicitatien van dien Generaal gebragt<br />

had, het zeker is, dat, ondanks de poogingen<br />

van de Cabaal, Hunne Hoog Mög. de middelen<br />

zouden hebben aangefchaft, om dat groote<br />

•werk te beginnen, en zelf te achtervolgen.<br />

Daar toe zouden tien a elf millioenen Giddens,<br />

en even zo veel jaaren arbeids, genoegzaam<br />

zyn geweest; «n indien men in het Jaar 1775",<br />

toen


G R O O T 'TAFEREEL. 3 5-<br />

toen de Heer dm Moulin zyn groot ontwerp<br />

over onze Vlaamfche Frontiëren inleverde,<br />

hand aan 't werk had geilagen, zou alles thans<br />

byna voltooid zyn geweest, en wy behoefden<br />

in geenen deele de flagen te vreezen, met welke<br />

wy thans door eene geduchte Mogendheid<br />

worden bedreigd, (a). a<br />

Men brenge ter ontzenuwing der. zo even<br />

aangevoerde redenen niet te berde, die, welke<br />

worden bygebragt in den Brief, op den<br />

16. February 1784. door den R


3'S S C H E T S V A N BEI*<br />

van de Generaals du Moulin en Martfelt, gevoegd'<br />

by datRaport, by die vermaarde Verzameling,<br />

van welke ieder Artykel alle verfcboonirigen, tot op<br />

den huldigen dag aangevoerd, om zig van allen<br />

blaam ten dien opzigte te zuiveren, tot pulver vergruist,<br />

en ook tot ftof verkeeren zal, alle de<br />

zulke, welke men nog met dat oogmerk, het<br />

zy dan van wegens den Raad van Staat, of<br />

van UWE HOOGHEID bybrengen zal; ik<br />

zou, zeg. ik, die Redenkavelaars terug zenden<br />

naar die Verzameling, naar dit eeuwig getuigenis<br />

van ftrafbaare verwaarloozing,- en haatlyke<br />

ongerechtigheid,-waar van het'verflag de<br />

Natie in den hoogden graad verontwaardigd<br />

heeft, en UWE HOOGHEID had moeten verontwaardigen<br />

; want ik wel gelooven wil, dat,<br />

ingevalle UWE HOOGHEID eenig aandeel in<br />

dat gedrag gehad heeft, zulks enkel geweest<br />

is door de raadgeevingen UWER trouwlooze<br />

Raadslieden; dat het enkel geweest is als het<br />

werktuig van de listige en duiftere ftrecken.der<br />

verfoeilyke Cabaal, van welke zy Aanvoerders<br />

waren en' nog zyn. Kortom, ik durf hier<br />

beweeren, dat de VERWAARLOOZING van<br />

aandrang., zo ALS NODIG GEWEEST WARE,,<br />

op het herftel der Frontieren, ALLEEN, EN ONTE­<br />

GEN ZEGLYK, BEwYST de misdaadige bedoelingen<br />

en de fchelmachtigheid der voornaamftc Aanftookeren<br />

van alle die hardnekkige vorderingen ter ver-,<br />

meerdering der Landmagt.. En, dat ik hier met<br />

by-


G R O O T T A F E R E E L . 37<br />

byzondere letteren dit aangevoerde ter neder-<br />

Ételle, is ten einde zy, die dat zullen leezen,<br />

het nog herleezen, en het in eeuwigheid niet<br />

vergeeten. Ik zou op dit ft.uk honderd<br />

andere fchrikbaarende dingen te zeggen hebben,<br />

maar deeze uitftap reeds al te lang zynde,<br />

keere ik weder tot myne hoofdzaak.<br />

Zyne Aller chrinilykfe Majeftèit, misfchien minder<br />

aangedaan over de opfehorting der onbepaalde<br />

Convoijen, dan over de geaffecteerde achteloosheid,<br />

die wy oeffenden, in het neemen van gepaste<br />

en rustige maatregelen, om ons de Handels-Vryheid,<br />

ons by 't recht der Volken en Tractaaten toegeftaan<br />

te doen verzorgen , herriep, ten aanzien<br />

der Onderdaanen van de Republiek, op den<br />

14. January 1779. de voordeden, verrrield in<br />

het eerfte Artykel van het Reglement van den<br />

16. July daar te voren , raakende den-Koophandel<br />

en Scheepvaart der Neutrale Natiën ; ordonneerende<br />

by het zelfde Arrest dat- provifioneel, wegens<br />

de Vaartuigen dezer Landen, zouden ter<br />

uitvoer gebragt worden de vyf eerfte Artykelen van<br />

het Reglement van den 21. October 1744;<br />

mitsgaders dat, van den voornoemden 16. January<br />

af, die Vaartuigen de Vragt-Rechten zouden<br />

betaalen, zo als by de Ordonnantiën, Reglementen,<br />

en inzonderheid by de .Declaratie<br />

van den 24. November 175.0, mitsgaders by<br />

het Arrest van zynen Staats-Raad van den<br />

C 3 16.


3".fr' S C H E T S V A N E E N<br />

ÏÖ. July 1757, enz. bepaald was. Dan, vermits<br />

de Stad A;nfterdam alle haare poogingen<br />

had ingefpannen, om de Republiek te beweegen<br />

zig van wegen Engeland te doen verzorgen<br />

, die onbepaalde vrijheid, welke onzer Vlagge<br />

wettelyk toekwam , wilde Zyne Majeftèit de<br />

Schepen der Ingezetenen dier Stad onder dit<br />

nieuw Arrest niet begreepen hebben , en ftrekte<br />

deze gunst vervolgens om dezelfde reuen<br />

ook uit tot de Stad Haarlem. (0)<br />

Dit nu was geen aanhouden van onze Schepen,<br />

ofberoovingen van derzelver laadingen, of dezelve,<br />

onder de belachlykfte voorwendfelen,<br />

voor zig te houden; daar door wierden ook<br />

onze Schepelingen niet mishandeld, noch verminkt<br />

, noch om hals gebragt , zo als de<br />

Engelfchen zedert eenigen tyd , op de onreghtvaardigfte<br />

beweegredenen, ftraffeloos deeden:<br />

het was blootlyk eene zeer befcheidene ivaarfchouwing<br />

van Vrankryk, om ons gebruik te<br />

doen maaken van onze Rechten die weder<br />

• op te eisfchen, en op dat wy ons , zonder uithel,<br />

in ftaat zouden ftellen, om dezelve te handhaven;<br />

het was eene uitnoodiging van ons, om<br />

te zorgen dat wy ons niet lieten noodzaaken tot<br />

het<br />

(a> Ik gaa bier met Hilzwygtn voorby drie andere Arresten<br />

van den Staats • Raad zyner Allerchristelykfte Majeftèit,<br />

van de maanden Af ril, Juny en September, daar aan<br />

•volgende, over bet zelfde onderwerp.


G R O Q T T A F E R E E L . ' 39<br />

het laaten vaaren der grondregelen van de<br />

Neutraliteit, die wy hadden aangencmen; terwyl<br />

het, voor het overige, enkel was een gebruik<br />

maaken van het onbetwistbaar Recht dat<br />

elke Souverain bezit, om in zyne Staaten zodanige<br />

fchikkingen, ten aanzien zyner frnantien,<br />

zyner inkomften, of der commercie zyner<br />

Havenen, te maaken, als hem zal goeddunken,<br />

en welk recht Hunne Hoog Mog. zelve uitdruklyk<br />

hebben gereclameerd in derzelver Manifest,<br />

tegen het Hof van Londen, zo als men<br />

kan zien uit de hier onder bygebragte aanhaaling.<br />

(A)<br />

Dit Arrest van Zyne Allerchristelykfte Majeftèit,<br />

deed evenwel het luidruchtigst gekrysch<br />

in den Lande opgaan. Den 2,4. der voornoemde<br />

maand January fchreef UWE HOOGHEID ten<br />

dien opzigte aan de Staaten van Friesland eenen<br />

Brief,<br />

(a) '( Is wyders te vergeefs en geheel abufivclyk, da*<br />

men by het Manifest hit getal der bezwaaren getragt heef*<br />

te vermeerderen, door de alleguatie van bet opheffen dei<br />

uitgaande Rechten, als een Jlap> ftrekkende tot facilitei\<br />

ring van den toevoer van Scheefs - Munitiën naar Vrankryk t<br />

want, hebalven dat zulks de interieure direfïie van de Com><br />

menie raakt, waartoe alle Souverainen ontegenzeggelyk<br />

recht hebben, en wes aangaande zy aan niemant reken'<br />

fchap verfchuldigd zyn, zo is dit Point wel in deliberatü<br />

gelegt, maar tot bier toe luiten conclufie gelaattn. Zie hel<br />

cemelde MANIFEST, omtrent m 't midden.<br />

C 4


4-? S C H E T S V A N E E N<br />

Brief, waarin GE deeze gunst, door Lode-<br />

WF;k-XVI. aan Amfierdam betoond, affchetfie,<br />

als eene ODIEUSE DISTINCTIE, of ONRECHT-<br />

VAERDIGHEID, omtrent de overige Steden<br />

der Republiek (a). UWE Afhangelingen riepen<br />

uit, en zulks wierd door hunne Suppooften<br />

nagebaauwt, dat de Franfehe Monarch de alleronrechtvaerdigfte<br />

en fchreeuwendfte zaak<br />

vorderde: onze Engelfche Vrienden vernieuwden<br />

met der haa^t de zo menigwcrf gedaane<br />

en verlieten verwytingen van kwaadaartigheid,valschheid,<br />

verraad, geweld, barbaarschheid<br />

en verfoeilykheid der Franfehe Natie,<br />

ó! Wat zou men een lustig fpel beleeft hebben,<br />

zo Hunne Hoog Mog. ten dien tyde hadden<br />

goedgevonden onze Engelfche Doggen tegen<br />

die Mogenheid op te jagen! Wat zouden wy<br />

Luidjes onder OHS gevonden hebben, die yry<br />

gc-<br />

(a) Wy houden ons verzekerd (zeide ZYNE HOOG­<br />

HEID in dien Brief), dat Uwe Edele Mogende niet zonder<br />

bevreemding zullen liebben vernomen deeze ODIEUSE DI­<br />

STINCTIE; «n dat dezelve zullen hegrypen, dat bet aan<br />

geene vreemde Mogendheid , boe groot , boe aanzienlyk,<br />

en boe formidabel zy tok moge zyn , vry ftaat , om die<br />

ODIEUSE DISTINCTIE te maaken, ten aanzien van eenen<br />

independenten en vryen Staat, die niet anders gedaan heeft,<br />

dan het geene aan Haar volkomen vry flaat, enz. —• Men behoeft<br />

gegn overvliegende Geest re zyn , om te gevoelen ,<br />

dat in deiepasfage meer gemelykhcid dan reden doordraait I


G R O O T T A F E R E E L , 41<br />

gereeder zouden geweest zyn, om hunne begunftigde<br />

Party te wreekcn over eene geringe<br />

beet van eene Natie , die zy verfoeijen, dan<br />

zy zyn geweest om hun Vaderland te wreekcn<br />

over de doodlykfte Hagen, en de fchreeuwendfte<br />

beledigingen, van eene geliefkoosde,<br />

Nare ontfangen.<br />

Indien men zig dan, DOORLUCHTIGE<br />

VORST, gedragen kan aan uwen gedagten<br />

Brief, aan de Staaten van Friesland, en aan<br />

den zin der Voor affpr aak van het nieuwe voorftel<br />

den 10.Maart des zelfden Jaars 1779. door<br />

UWE HOOGHEID, aan alle de Bondgenooten<br />

in >t byzonder, gedaan, ter uitrusting van 50<br />

a 60 oorlogfchepen, en ter vermeerdering der<br />

Trouppes tot vyftig a zestig duizend Man,<br />

waart Gr ZELVE, niet weinig geraakt over<br />

het zo even gemeld Arrest, zo wel als over<br />

de poogingen, welke de Ambasfadeur van<br />

Vrankryk beftendig bleef aanwenden, om de<br />

herroeping van de opfehorting der Convoijen<br />

te erlangen; en het fchynt dat de uitflag der<br />

Deliberatie n , welke wegens dat Point by ons<br />

voortduurden, UWE HOOGHEID ook vry wat<br />

bekommerde. Wat hier ook van zy, zie hier<br />

de gemelde Vooraffpraak:<br />

" „ Ik ach te my verpligt Uw Ed. Gr. Mog.<br />

„ myne fentimenten, over het gewigtig on-<br />

, derwerp van derzelver Deliberatien, te open-<br />

, baaren; namelyk dat ik verre gcëloigneerd<br />

b e n<br />

C 5 »


4$ .Sc-11 ETS V A N EEN<br />

„ ben van te oordeelen, dat dit Gemeenebest,<br />

o m e e n<br />

a g Oorlog te waagen , behoorde te re-<br />

„ nuntieeren, van de wettige Rechten, aan<br />

„ derzelver Ingezetenen. volgens folemneele<br />

„ Traótaaten competeerende: in tegendeel be-<br />

„ grype ik dat dezelve moeten worden gemain-<br />

„ tineerd door alle middelen, • die de Voor-<br />

„ zienigheid in handen van deeze Republiek<br />

„ heeft gefield; maar daar het aan niemand dm<br />

„ aan Uw Ed. Groot Mog., en aan de Ed.<br />

„ Mog. Heeren Staaten der andere Provinciën,<br />

„ competeerd om te decideeren, wanneer het tydfiip<br />

„ daar is, dat Hunne Hoog Mog. behooren te<br />

refolveeren, om eene ongelimiteerde Proteclie aan<br />

„ derzelver commercieerende Ingezetenen te verkenen : •<br />

„ dat Hunne Hoog Mog. door geen Traüaat, hoe<br />

„ genaamd, met eene VREEMDE MOGENDHEID<br />

„ zig verbonden hebbende, om alle Takken van Com-<br />

„ mercie, zonder diftinclie, te protegeer en, niemand<br />

„ het recht heeft om van dezelve te vorderen, dat<br />

„ zy, Protectie verleenende, zulks aan alk fche-<br />

pen, zonder diftinclie, moeten verkenen, zonder aan<br />

„ derzelver voorzichtigheid over te laaten om te deci-<br />

deeren, of zy in ftaat zyn alle Takken van<br />

„ Commercie te protegeeren, en of zy in dit<br />

„ tydftip het konnen doen, zonder gewigti-<br />

„ gere belangen in de waagfchaal te ftellen, en<br />

„ zig aan het grootfte gevaar te exponeeren.<br />

„ Ik ben dan van begrip, dat, in deezen op<br />

„ niets behoorde te worden gelet, dan op de<br />

waa-


G R O O T T A F E R E E L . 4$<br />

„ waare Belangéns van de Republiek; en der-<br />

„ halven, dat, alvorens eene finaale Refolutia<br />

„ genomen werde, omtrent het Convoijeereri<br />

„ der Houtfchepen, geëxamineerd werde de<br />

„ ftaat, waar in dit Gemeenebest zig bevind,<br />

„ zo te Water als te LANDE.<br />

„ Myns bedunkens convenieerd niets meer<br />

„ aan deeze Republiek, dan eene ftipte en<br />

" exadte Neutraliteit, onverminderd de Trac-<br />

" taaten, die zy met Buitenlandfche Mogend-<br />

„ heden heeft, maar ik denk, dat, om dezel-<br />

" ve met effect, en niet alleen tot zo lange dat bet,<br />

"„ aan EENE Ar belligereerende Mogendheden behaagd,,<br />

"„om van de Republiek op eene DWINGENDE en<br />

„DREIGENDE WYZE te eisfeben, dat zy Party<br />

"„ kieze, te maintineeren en te handhavenen in<br />

„ eenen gewapenden ftaat behoorde te wor-t<br />

„ den gebragt. "<br />

Deeze Voorafspraak, opengelegd, zo als men<br />

dezelve hier ziet, heeft geenerleijen uitleg nodig:<br />

de gedeeltens, die ik met curcyffche Letteren<br />

hebbe uitgedrukt , bewyzen genoeg,<br />

welke Mogendheid zy bedoelen. Ik zal 'er alleen,<br />

byvoegen, dat, zo dezelve niet aan 't licht gekomen<br />

ware vóór de berugte Memorie, door.'<br />

Sir Jofeph Yorke, den 9. April daar aan volgende<br />

tegen Vrankryk aan Hunne Hoog Mog.<br />

ingeleverd, ik fchier zou denken dat zy gc:deeltelyk<br />

op de Memorie geformeerd was,<br />

zozeer hebben die beide ftukken, in veel opzig-


'44 SCHETS VAN EEN<br />

tigt n, betrekking tot malkander. Men heeft<br />

zelf verfpreid, dat deze Vooraffpraak was gedresfeerd<br />

onder het diflamen van Sir Jofeph,<br />

dat is van dien Onder-Koning, welke deRepubliek<br />

toen had, en die , gelyk men weet,<br />

met behulp van den U bekenden gryzen Men*<br />

tor, de zaaken met meer vrugt, dan onze waare<br />

belangen en het heil van den Staat vorder-,<br />

den, wist te bcfturen. Wat hier van zy, indien<br />

Sir Jofepb het denkbeeld dezer Vooraffpraak<br />

niet heeft opgegeeven , heeft hy ten minfte dezelve<br />

op verfcheide plaatfen nagebootst, om zyne<br />

zo even gemelde Memorie te formeeren.<br />

De beide ftukken, in ieders handen zynde,<br />

kunnen vergeleken worden.<br />

Kortom, naar dit begin deed UWE HOOG-,<br />

MEID verflag van de oorzaaken, waarom meende<br />

die Propofitie te moeten doen, en befloot<br />

met aan de Bondgenooten te dcclareeren van<br />

Advife te zyn, dat men refolveerde de Sche-*<br />

pen, gelaaden met masten, krommers, knieën<br />

en ander timmerhout, tot, het bouwen van<br />

Oorlogfchepen benodigd, niet onder convoy te<br />

neemen, alvorens gereed te zyn met eene uitrusting<br />

van 5-0 a 60 Oorlogfchepen, waar van<br />

ten minften 10 a 30 van Linie, en de Landmagt<br />

vermeerderd te hebben tot ,50 d 60 duizend Man.<br />

Wanneer Ge, DOORLUCHTIGE VORST,<br />

in de voorgaande maand November met de meerderheïd<br />

der Stemmen concurreerde, tot de op^<br />

fchor-


GROOT T A F U S U , 4$<br />

ffchort'mg der Convoijen, was men flegts verwonderd;<br />

maar nu (en uit hoofde der innerlyke<br />

overtuiging, in welke UWE HOOGHEID<br />

eindelyk moest verfeerert , dat eene augmentatie<br />

van Trouppes het herftel der Marine volftrekt<br />

moest beletten ) Zo de fentimenten van<br />

eer en Vaderlandsliefde , waarmede UwB<br />

HOOGHEID bezield is, niet bekend waren,<br />

zou men fchier gezegt hebben dat dit DUBBEL<br />

VOORSTEL enkel gedaan was met voorneemen<br />

om onze twisten en debatten over die twee<br />

voorwerpen te vermeerderen en aan te zetten,<br />

mitsgaders om den Oorlog van Engeland<br />

tegen Vrankryk te begunftigen , ten fpyte der<br />

rechtvaerdigheid, en van onze Neutraliteir,<br />

ten nadeele onzer onbetwistbaarfte Rechten,<br />

ten ondergang van eenen zeer voornaamen<br />

tak onzes Handels, onzer Scheepvaart, onzer<br />

Imposten, en ten kosten van den Noordfchen<br />

Handel. — Want om 50 a 60 Oorlogfchepen,<br />

waar van ten minflen 10 a 30 van Linie, uit te<br />

rusten, moest men die hebben; om die te<br />

hebben moest men beginnen met het concludeeren<br />

der 1800 duizend Guldens der Petitie<br />

in 1771 , tot reparatie der oude Schepen, en<br />

aankoop van bouw-materiaalen gedaan; als dan<br />

moest men gaan denken om het formeeren<br />

êener'Petitie :<br />

van eenige millioenen, om de<br />

yoorgeflagen toerusting te bekostigen; dan behoorde<br />

'er aan het werk gegaan te worden»<br />

aan


A5 S C H E T S V A N E E N<br />

aan den eenen kant om te repareeren , en aaft<br />

de andere zyde om te bouwen; daar na moest<br />

'er manfchap weezen om al die ichepen te<br />

equipeeren; en dewyl, volgens UWER HOOG­<br />

HEIDS Memorie zelve («), en volgens de Raforten<br />

der Admiraliteiten, in de maanden van<br />

Augustus en September 1781 O), de fondfen<br />

alleen voor het onderhoud en den ordinairen<br />

zeedienst, zeer moeilyk te vinden waren; dewyl<br />

eenige non-equipeerende Provinciën, en<br />

lïvelke het meefte gerugt maakten, jaaren lang<br />

ten agteren bleeven, in het formeeren van het<br />

aandeel, dat zy wegens dit onderwerp verfchuldigd<br />

waren; en dewyl eindelyk het zeevolk<br />

bereids zeer fchaars was, moest de augmentatie<br />

der Trouppes, welke niet minder dan<br />

twee a drie millioenen zou gekost, en de manfchap<br />

nog vry wat fchaarsfer gemaakt hebben,<br />

noodwendig de voorgeflage uitrusting zeer verre<br />

ten achteren zetten, of liever geheel teniet<br />

doen loopen : en onder afwagting dat. de Hemel<br />

ons genadig geliefde te zyn, hadden wy<br />

gerustelyk den brand kunnen fteeken in die<br />

fchepen, waarmede wy eenen tak van-Koopna<br />

, nsc^i'-.f. ubEc iob aijrfïMsi . ivrhaar<br />

Ca) A. p. 32, 36 en volg. B. p. 41 , 46 en volg.—<br />

C. p. 21, 25 en volg.<br />

(b) Bylaagen, eerfte fiuk in fol. p. 8, 33, 44, 64. ai<br />

Volg. -n I4em in S 9<br />

, p. S, 38, 52 * 55, 71 «" 75 « 77.


GROOT? T A F E R E E Ï » . 43<br />

handel moeiten dryven, welken wy met recht<br />

konden doen, die daar en boven ten naauwften<br />

met andere handeltakken verbonden was,<br />

maar die evenwel UWE HOOGHEID , en de<br />

vyf Provintien, die zulks in deezen goedgekeurd<br />

hadden, van advife waren, dat dezelve<br />

opgefchort wierd , tot onze Zeemagt tot de<br />

voorgeftelde begrooting was gebragt, en wy<br />

tevens 50 a 60 duizend Man op de been hadden.<br />

Eindelyk,DooREUCHTiGEVoRST, wie 2014<br />

het ooit .elooven! om dit DUBBELD VOORSTEI,<br />

tan de Bondgenooten te doen, naamt GE juist<br />

waar dien zelfden dag, op welken de Gedeputeerden<br />

der Admiraliteits - Collegien , by Hunne<br />

Hoog Mog. inbragten het gevraagd Advis van die<br />

Collegien, over de meest gepaste en kragtdaadigfte miiïdeJen,<br />

om de Zeemagt in zoodaanigen behoorlyken<br />

ftaat te ftellen, als nodig was om de vryheid van tm-.<br />

ze Commercie en Navigatie te bejehermen, de ter m<br />

onafhanglykheid van den Staal O) te handhaven,<br />

deszelfs Rechten te verdeedigen, en zo veel mogelyk de<br />

gedreigde onheilen af te weeren (f); Advis, het<br />

welk, ingevolge eene Confultatie van de Admiraliteiten,<br />

met drie Vlag-Officieren gehouden,<br />

in fubftantie medebragt! „ dat de Zeemagt der<br />

„ Republiek behoorde gebragt te worden tot<br />

„5 4Sche-<br />

(a) A. p. 19. — B. p. 23- — C. p. 9 en 10.<br />

(6) Refolutie van Hunne Hoog Mog, van 3i.Z?«.I77&<br />

ie) Refolutie yan ttuw &»£ M°g> Mn J?7- J«M7J>


'Ao* S 'C II E T S V A N EEN.<br />

)i 54 Schepen van Linie, 30 Fregatten, en 11 min-<br />

„ dere Vaartuigen; dat men derhalven, zodra<br />

j. mogelyk, moest gaan bouwen de Schepen,<br />

'„ welke ter vervulling van 't voornoemde ge-<br />

„ tal manqueerden; en Hunne Hoog Mog.<br />

„ verzogt wierden aan de refpe&iveBondgenoo-<br />

„ ten te doen zenden de Petitie van 7,4,56,504<br />

„ Guldens, welke fomme, gevoegd by die<br />

„ van ƒ 4,178,508 der Petitie van 1771, ge»<br />

„ concmdeerd den 2,1. Mey 1778, voldoende<br />

.,, zou geweest, zyn, ter aflegging van deezen<br />

„ nieuwen aanbouw. " («) Zo dat, DOOR-<br />

•LUCHTIGE VORST, indien het noodzaaklyk<br />

was, gelyk het inderdaad ook geweest is, dat<br />

de Zeemagt, zo dra mogelyk, tot die fterkte gebragt<br />

wierde, de vermeerdering yan Landmagt<br />

hier nog vry wat nadeeliger wierd, dan<br />

zy nog geweest zou zyn aan UWER HOOG­<br />

HEIDS voorgeflagene toerusting,<br />

Maar wat toch waren de oorzaaken, die<br />

U W E HOOGHEID in deeze omftandigheden<br />

konden aanfpooren, tot het voorflaan eener vermeerdering<br />

van Landmagt, nog grooter dan<br />

zulke, die GE bereids voorheen had voorge-<br />

-fteld? Het was nu • niet meer de ingebeelde<br />

: vrees voor eenen Oorlog in Duitschland, want<br />

» 'er<br />

C«) Bylaagen, eerfte Jluk, in ftl.-p.S «» ~°' *~* ï dm<br />

tf» 80. p, 6 en 22. . }


G R O O T T A F E R E E L . 49<br />

}<br />

er wierd te Tefchen een Congres gehouden om<br />

de Vreedes-Artykelen te reguleeren, welke<br />

den 13 Mey daar aan volgende, in een formeel<br />

Vreedes -Tra&aat geconverteerd v. ierden<br />

; en-ik heb reeds gezegt, dat de Keizerin<br />

Koningin en de Koning van Pruisfeu aan ons<br />

niet eens dagten. Het was ook geenzins de<br />

vrees., dat Vrankryk onze Frontieren zou wegneemen,<br />

want de geringde Land-Oorlog zou<br />

dat- R.vk buiten ftaat hebben geheld, om den<br />

Oorlog'door te zetten, die ter Zee gevoerd<br />

wierd. p Was het ook nog de vrees, dat de<br />

Engelfchen ons op het vaste Land zouden komen<br />

opnestelen , of eene landing op onze kusten<br />

ondern-eemen ? Op die twee zaaken heb<br />

ik bereids geantwoord. Wat was het dan, D o 0 R-<br />

LUCHTIGE VORST! wat was het dan, het welk<br />

by UWE HOOGHEID, en de meerderheid der<br />

Bondgenooten die halftarrigheid . vereeuwigde?<br />

.'. . Niets anders, helaas! dan de zwakke<br />

redenen, de beuzelacht'ge voorwendzels, en de<br />

publieke of verborgene beweegredenen van welke<br />

ik zo menigwerf gefproken heb. Dus kon<br />

hetDUBBEL VOORSTEL van UWE HOOGHEID,<br />

door het ftellen van een dwarspaal in de toerusting<br />

van de Schepen, welke ter befeherming<br />

der Commercie vereiseht worden , tot niets<br />

anders ft-ekken, dan ter begunftiging van het<br />

voornoemen der Engelfchen , om ons te ruïneeren<br />

, en hun verlangen om onze zeemagt te<br />

D ' doen


go SCHETS VAN EEN'<br />

doen blyveri in dien beklaaglyken ftaat, in welken<br />

dezelve zig bevond. Met/één woord, zo<br />

het wettig Tranfport van Timmerhout naar<br />

Vrankryk, een fterk Convoy nodig had, zo als<br />

UWE HOOGHEID zeide , en ook een ieder toeftemde,<br />

ware het zeer nodig geweest de toerusting<br />

van datConvoy gemaklykte maaken, ja, dat zelfs<br />

aan te dringen,en daar toe geen hinderpaalen in<br />

den weg te brengen. Derhalvenkan mennietzeggen,<br />

dat GE ook hier in gedaan hebt, „wat GE<br />

had kunnen doen ter herfteliing van de Zeemagt.<br />

Aangezien, evenwel, in 't vervolg van het<br />

reeds gemeld DUBBEL VOORSTEL, UVE<br />

HOOGHEID aan de Bondgenooten vertoonde,<br />

dat, om niet alle takken van Commercie zonder<br />

protectie te laaten, Convoy behoorde verleend<br />

te worden aan Schepen, met geene contrabande<br />

gelaaden, geduurende de Deliberatien<br />

over de Protectie aan de Schepen, met Tim ­<br />

merhout bevragt, teaccordeeren, zo concludeerden<br />

de Staaten Generaal op den 26 April, de<br />

Petitie van 3,999,680 Guldens, 'den 3 November<br />

des voorigen jaars geformeerd : Hunne<br />

Hoog Mog. ordonneerden teffens, dat voor<br />

den dienst- van denjaare 1779. zouden worden<br />

geëquipeerd 32 Oorlogfchepen, als 14 van Linie,<br />

17 Fregatten en eeneSnaauw; en dat ten<br />

dien einde „ de refpective Admiraliteits-Col-<br />

» legien gehouden zouden zyn , op den eed aan<br />

„ den Lande gedaan, zig ftiptelyk te gedragen<br />

n na


G R O O T T A F E R E E L . 51<br />

w na de poincten in de Refolutien vermeld; en<br />

„ dat zy zouden werden aangefchreeven zorg<br />

„ te dragen , dat de werving van Matroo-<br />

„ zen onmiddelyk geopend, en de Schepen<br />

„ zelf in ftaat gebragt wierden om fuccesfivelyk<br />

„ gereed te zyn Zee te kiezen, zo dra nodig<br />

„ zou bevonden worden om ze te gebruiken<br />

„ tot de Convoijen, die men voorneemens<br />

* zyn mogt tot Protectie der Commercie en<br />

„ Navigatie van de Republiek te accordeeren:<br />

Dat daar en boven hier van kennis zou ge-<br />

„ geeven worden aan ZYNE HOOGHEID den<br />

„ Heere Prince van Orangeen Nas/au,met ver-<br />

„ zoek om daar aan de hand te houden, dat de<br />

„ voorgemelde Equipagien op eene reguliere<br />

„ wyze wierden gedaan, de Ofiicieren tot hec<br />

„ Commando der Schepen fuccesfivelyk te defpi-<br />

„ cieeren, en op de diflributie der Convoijen<br />

„ en van de Schepen , om de zelve te leiden,<br />

„ ordre te willen ftellen, en te willen bezor-<br />

„ gen , dat, zoo veel doehlyk, alle maanden<br />

een Convoy wierde verleend naar de Ën-<br />

„ gelfche en Franfehe Havenen, en voorts, zoo<br />

„ dikwyls als het vereischt werd, naar Lisfa-<br />

„ bon en de Middelandfche Zee, en ten min-<br />

„ ften tweemaal in het jaar naar de Colonieii.<br />

„ van den Staat in de West-Indien.<br />

De Samenftellers Uwer Memorie, DOOR-_<br />

LUCHTIGSTE VORST , van deeze voorzigtige<br />

en noodzaaklek! Refolutie fpreekende, vertel-<br />

D a


52 SCHETS VAN E E IT<br />

len ons: „Dat UWE HOOGHEID vohaardig<br />

„ aan de. bovengemelde intentien Hunner Hoog<br />

„ Mogenden zoude voldaan hebben, indien<br />

„ de (op nieuws) opgekomene difficulteiten<br />

,, over het verlecnen van Convoy aan de Sche-<br />

„ pen met Hout gelaadcn, en de daar uit rc-<br />

„ fuiteerende Staats-Deliberatien , zulks niet<br />

„ verhinderd hadden." (


G R O O T T A F E R E E L . gï<br />

mecnebest, over de rampen, die hetzelve reeds<br />

drukten, zo wel als over dc zo naderende gevaaren,<br />

waar mede het bedreigd wierd, zoud<br />

GE ongetw•ffdd den gecnen , die den toon gaven<br />

aan de Deliberatien dier Provinciën, of derzelver<br />

Refolütien beftuurden , dus hebben aahgefproken:<br />

In Gods naam, M Y N HEEREN! iaat<br />

ons, terwyl men bezig is met raadplcegen, op vjaj<br />

wyze de onbepaalde Convoijen te "verkenen, als riem<br />

over mync Propofitie, om 50 et 60 Oorlogfchepen uittcruften<br />

, en de Landmagt tot 50 a 60 duizend Man<br />

te Vermeerderen, geen oogenblik verzuimen met de geordonneerde<br />

Equipage te formeeren. De tyd drir.gt, cn zet<br />

ons het mes op de keel; het is gedaan met ons, zo ivy<br />

niet beginnen met de volvoering der dringendjïe zaaken'.<br />

Twee en dertig welgewapende Oorlogfchepen, het vast<br />

befluit om 'er meerder uit te rusten , met dat om ons op<br />

eene voorbceldelyke wyze te wrecken over allen, die voortaan<br />

onze vlag zullen durven hoóhen, onze rechten<br />

fchenden, of onderneemen ons te divingen de paaien te<br />

overfchryden , die de rechivaerdigheid en aangenomens<br />

Neutraliteit ons voorfchryven , zullen ontzag verweer<br />

ken in hun die thans fraffeloos onze zwakheidfmaaden,<br />

en met onze twisten of twyffelingen bun voordeel<br />

doen. Laat' ons ophouden met het voorwerp der béfchimping<br />

aller Vreemdelingen te' zyn, laai ons afzien<br />

van de dwaasheid óm twee ontwerpen te willen uitvoeren<br />

, welker uitwerkingen onmogelyk worden , zo<br />

'wy die te gelyk willen volbrengen. Mifchien zyn 'er<br />

'mder U Lieden } Menfchen, die dcór byzondere belan-<br />

D 3 gen


54 S C H E T S V A N E E N<br />

gen weigeren zullen gehoor te geeven aan het geen ik,<br />

of liever de nood, alhier voorfielle; doch ik , in hoeclaawgheid<br />

van Kapitein en Admiraal-Generaal der Repubhek<br />

, heb geene andere belangen, dan die tót het heil<br />

en welzyn des Vaderlands medewerken. Ik wil wel<br />

bekennen , dat de vermeerdering der Landmagt my aan<br />

U hart legt, maar ik bemerk eindelyk, dat, door daarop<br />

te veel aan te dringen, de geordonneerde uitrusting<br />

belet word: En zo my reeds met morgen blykt, dat<br />

gemelde vermeerdering eene volfirekte hinderpaal word<br />

aan de volledige en onvermydelyke herfteliing der Zee*<br />

•magt, en gevolglyk aan de publieke veiligheid, zo als<br />

veelen ftaande houden, laat ik die oogenbliklyk vaaren,<br />

en zal Uallen, by al wat dierbaar is, bidden myn voorbeeld<br />

naar te volgen. ——.<br />

Dusdaanige Vertoogen, DOORLUCIITIGSTE<br />

VORST, zouden het allerovertuigendst bewys<br />

hebben opgeleverd van die groote volvaardigheid,<br />

om de intentien Hunner Hoog Mog.,<br />

ten aanzien der voorgemelde Equipeering;<br />

de weldenkendfte onder de Ridderfchappen<br />

en Steden der vyf gedagte Provinciën,<br />

zouden zig naar U W E redenen gedragen hebben<br />

; zy, die eeniglyk om U te believen, op<br />

eene vermeerdering van Trouppes aandrongen<br />

, hadden zig bevlytigd UWER HOOGHEIDS<br />

Advis te volgen, en de duiftere vyanden van<br />

onzen roem en gelukftand, die haadyke monfters,<br />

met één woord, zouden, verfchrikt, ter<br />

neergeflagen, en befchaamd, niet meerder den<br />

mond


GROOT TAFEREEL. 5$<br />

mond hebben durven openen, noch de oogen<br />

opheffen. Edoch, wel verre van zodaanig een<br />

vóórhel te doen, volhardde UWE HOOGHEID<br />

in 't verlangen naar, en het aandringen op de<br />

vermeerdering der Landmagt, niet ophoudende<br />

met te gelooven, dat het met de welvaart<br />

van den Staat zou gedaan zyn, zo die vermeerdering<br />

niet vastgeknoopt wierd aan het herftel<br />

der Zeemagt. Dus bleeven onze twisten en<br />

debatten over die twee zaaken, als voorheen ,<br />

voortduuren , en de Equipeering van 32 Schepen,<br />

door Hunne Hoog Mog. zo wysfelyk geordonneerd,<br />

zo nadruklyk gerecommandeerd, en gedestineerd<br />

voor den dienst van h jaar 1779. liep<br />

te niet. In het vervolg zullen we zien, dat die<br />

van 52 Schepen, door Hooggemelde Hunne<br />

Hoog Mog. voor den dienst van het jaar 1780.<br />

geordonneerd, om dezelve redenen op niet uitliep.<br />

Het is dan geenzins te verwonderen, dat<br />

wy ontbloot waren, toen de Engelfchen ons<br />

den Oorlog verklaarden. Men oordeele dan<br />

ook, na dit alles, wat denkbeeld men te vormen<br />

hebbe van het voorgeeven, zo meniigwerf<br />

in UWER HOOGHEIDS Memorie .en elders aangevoerd,<br />

dat zo wy eene Equipage van go a 60<br />

Schepen hadden gehad, en tevens onze Trouppes tot go<br />

a 60 duizend Man gebragt waren geworden, men<br />

ons ontzien en wy ontgaan zouden hebben de rampen<br />

die ons zyn overgekomen] . . . Honderdmaalen heb<br />

ik reeds aangetoond, dat de bl^te onmogelyk-<br />

D 4 beid


g6 SCHETS VAN É E N<br />

heid om in tydr Manfehap genoeg, cn voor die<br />

Augmentatie en voor de Equipage te-'vinden,<br />

beide die voorwerpen moest doen vervallen,<br />

en inzonderheid de Jaatiic Ik fchaame<br />

my byna zo dikwyl hétzeüde te zeggen : Sed<br />

minquam nimium dicitur, quod vunquam fatis iïifrttur,<br />

zegt SENEOA-C-a); en SENECA heeft g'dyk.<br />

- Thans manqueerde aan on/en toeftan d nog<br />

maar eene foortvan overlast, van welke de Engelfchen<br />

ons nog.tot dien tyd hadden vrygelaaten,<br />

maar die eindelyk ook te berdé kwam. Den<br />

22.Julycn «6. November , wierd ons door'den<br />

Ridder Yorke formeel afgevorderd het Secours ,<br />

by de Tractaaten , tusfchen Engeland en 'onze<br />

Republiek, bepaald ; en om' aah !<br />

ëfcn eisch<br />

meerder gewigt te geeven, voeren de Scheden<br />

dier Mogendheid voort mer de onzen te berooven,<br />

of haare Admiraliteit, met naar goeddunken<br />

onze Goederen' te vermeefteren. In dit<br />

alles bedoelde Engeland enkel zyn belang cn<br />

ons verderf. „ Zo het my gelukt, z-vde die Mo-<br />

,, gendbeid tot zig zelve, om de Hollanders te doen<br />

„ befluiten, om my zonder reden het gevraagd<br />

„ Secours te geeven breng ik hen in de w ar<br />

„ met Vrankryk en Spanjen ; en al het voor-<br />

„ deel, daar uit roortVloeijende_, is voor my.<br />

„ Blyven zy hardnekkig rrrj* dat'Secours wei-'<br />

(a) Epijl. LXXIÏ.<br />

• ii '• "->::cn Ofcrawra v-'? tr* r-,a«;oJUio


G >R * O T * T F "E % * E E. 57<br />

ccrcn om'dat het Cafus'Ffkderis geen'plaats<br />

; hel-tr, dan hunnen myne wakkere zeelieden<br />

„ voartvaaren met het bcrooven hunner fche-<br />

., pen , het'beftcclen, mishandelen, verminken'<br />

3 ofam halsbrcngen vahhun volk; en myne Ad-<br />

„ rniraliteitz-.d niet ophouden om, mits eene wil-<br />

,,'le-eurige vergoeding, of anderzins , zig toé<br />

,'^te eigenen alle timmerhout, ankers, 'zeilen^<br />

„ touwwcfk enz. het geen :<br />

'zy 1<br />

meenen , uit<br />

" hoofdewan algemeene billykheid en uitdruk-<br />

„lvké bcpaaling van het vierde Artykel van-<br />

„ het Tractaat, zo'plcgtig in''t Jaar 1674. ge-<br />

„ floten Jnak? goeddunken "aan een elk te morgen''verkopen.<br />

En zo zy in de harsfens<br />

„ krva-c:i , 'om' my over' die twee zaaken;<br />

* met,ReprcfcntarJen aan boord te komen,<br />

„ zal ik, ten aanzien van de eerfte, myne SR3£<br />

Ve ooren leencn, en nopens de tweede hun<br />

" } doen zien, dat, zö ras-ch maar myn belang<br />

,, zulë vorderd, den formeelen en letterlykcn<br />

,; zin van' f ra&aaten geen plaats meer heb-<br />

„ ben mag. "<br />

Eh'dus'zyii'd'e banden , voormaals tusfchen 1<br />

Engeland' en de Republiek geformeerd tot onderlinge,<br />

veiligheid, en het wederkecrig welzyn<br />

der' beidé .Mogendheden', ten onzen aan-'<br />

zien veranderd in bo'cijcn ".eener fchandelykfte^<br />

flaavernye. ' Om, nu ;<br />

'die ha'tclyke ketenen te'<br />

•verbryzêlen, was 'er eene''Zeemagt nodig; cn,<br />

om die te hebbm" moeften de liefde en het m<br />

D 5


£8 S . C H E T S V A N E E N<br />

gemeen belang des Vaderlands haare eer en<br />

waardigheid, by onze Aterlingen den voorrang<br />

gehad hebben, boven de byzondere belangen,<br />

boven de laage heerschzugt, boven<br />

de laffe begeerte om te believen, boven de<br />

yuige jaloersheid, boven de valfche ftaatkunde,<br />

en boven de verfbeilyke Engelschgezindheid,<br />

met welke veelen befmet waren: kort om,<br />

U W E HOOGHEID moest gedagt en gedaan<br />

hebben, zo als hier; boven in de op een na<br />

laatfle Paragraaf is gezegr.<br />

De zaaken bleeven in dien ftaat tot op den<br />

31. December van hetzelve jaar, op welken<br />

de ontmoeting des Graaven van, By'and, en den<br />

Commodore FïtUing voorviel: de fchandelyke<br />

hoon aan de Vlag van den Staat, by deze gelegenheid,<br />

bejegend, leverde een nieuw bewys<br />

op, dat de Engelfchen meenen het recht te<br />

hebben over ons dezelfde eigendunklyke beheerfching<br />

temogen oeffenen, mét welke een<br />

Afiatifchen Dcfpoot zynen flaaven beteugeld.<br />

Door deeze aanranding der publieke vryheid,<br />

heleedigde die vermetele Eilanders alle Europifche<br />

Zee-Mogendheden: onze zaak werd<br />

daar door die van deze Mogendheden en hun<br />

belang en waardigheid riepen haar toe om<br />

wraak te neemen. —— Wy, evenwel lieten<br />

aan 'tHof van Londen, over deze fchennis,'<br />

eenige Vertoogen doen; maar veragting was<br />

het eenig antwoord; de misdaadige fterken,<br />

voer


GROOT TAIÏIKII» £9<br />

voer uit in tegenbefchuldigen van den onfcbuldigen<br />

zwakken, en van dezen was flilzwygen de<br />

eenigfte toevlugt. Ten overmaat van vernedering<br />

vond de Ridder Yorke goed, om den<br />

21. Maart 1780. aan de Staaten Generaal eene<br />

Memorie over te leveren, waarin, na een langwyiig<br />

verflag van de bezwaaren, die Zyne<br />

Britfche Majeftèit ten laste der Republiek voorgaf<br />

te hebben, wierd gezegt: „dat, indien,<br />

„ tegen de billyke verwagting des Konings,<br />

Hunne Hoog Mog. hem niet binnen drie wee-<br />

" ken, te reekenen van den dag der overgaave<br />

„ van de Memorie , een voldoend antwoord<br />

gaven, wegens het Secours, zedert agt maanl<br />

den gereclameerd, Zyne Majeftèit dit gedrag<br />

„ zoude aanmerken als eene verlaating van de<br />

„ Alliantie, van. den kant Hunner Hoog Mog.,<br />

„ en dus de Vereenigde Provinciën niet an-<br />

„ ders als op den voet van de andere onzy-<br />

,. dige, en niet by Traétaaten gepriviligeerdc<br />

„ Mogendheden, befchouwen; en dienvolgens<br />

„ zonder andere vertraaging, by voorraad, en<br />

„ tot nader bevel, met opzigt tot hunne On-<br />

" derdaanen, doen opfchorten alle byzondere<br />

,• bepaalingen der Trattaaten , tusfchen de beide<br />

Natiën, naamlyk die van het Traftaat<br />

", van 1674, en zig alleen houden aan de alge-<br />

„ meene gronden van het Recht der Volken,<br />

„ het welk dienen moet ten rigtfnoer, tus-<br />

„ fchen onzydige en gepriviligeerde Mogend-<br />

., he-


G R Q o T TAFEREEL.''<br />

over het zelfde onderwérp, en communiceerde<br />

die aan Mylord Stormont, met verzoek om<br />

dezelve aan Zyne Majeftèit te remitteeren,<br />

doch Zyn Lordfchap gaf, naar bekomen ordres<br />

yan Zynen Souverain, ten antwoord: „dat,<br />

„ aangezien de Memorie van den 11. Maart<br />

, niets anders behelsde dan het befluit des Ko-<br />

„ nings, vervat in de mondelinge declaratie,<br />

„ die hy zelve op den a8.January aan den<br />

„ Graaf had gedaan, Z/ne Majeftèit geene ver-<br />

' „ andering'in het bepaald uitftel kon maaken."<br />

Zie daar, op welk eene wyze onze Bondgenooten<br />

met ons omfprongen; zie daar op welken<br />

toon zy den onderftand vorderden, welken<br />

zy voorgaven dat wy hun verfchuldigt waren<br />

en nog hadden wy onder ons eene<br />

Cabaal, die blindeling aan dusdanige Lieden<br />

overgegeeven was Kortom , men hoor­<br />

de weldra dat men niet ftraffeloos verzuimt te<br />

gehoorzaamen aan het welbehagen, of liever<br />

aan de ordresvan het Hof van Londen: George<br />

de III. ordonneerde den 17. April, dat de bedreigingen<br />

van den 21. Maart in volle uitger,<br />

ftrektheid ter uitvoer zouden gebragt werden, t<br />

Zo veele beleedigingen , en zo veele zonder-linge<br />

pretenfien van den kant van Engeland,<br />

zo veele fchandelyke vernederingen, dwongen<br />

eindelyk de Staaten Generaal eene party te<br />

kiezen, die hunner waardig was. Hunne Hoog<br />

Mog. refolveerden den 25. April > ° a a n h e ï<br />

Hof


62 S C H E T S Y A N K E U<br />

Hof van Londen te doen declareeren (zo als<br />

indedaad door den Graaf van Weideren den<br />

4. Mey daar aan volgenden wierd gedaan)<br />

dat vermits het Cafus Foederis op den tegenwoordigen<br />

Oorlog niet toepasfelyk was, Hunne<br />

Hoog Mog. hadden gerefolveerd het gevraagde<br />

Secours niet te accordeeren; tevens<br />

befluitende Convoy te verkenen aan alle Koopvaarders,<br />

die niet geiaaden waren, met Goederen<br />

, by de Tractaaten uitdruklyk als contrabande<br />

geftipuleerd; mitsgaders het toerusten<br />

van 21 Schepen van Linie en 31 Fregatten<br />

, om gemelde Convoyen te kunnen verleenen,<br />

en onze Kusten te bewaaren.<br />

He eerfte dier Refolutien deed de ontftooken<br />

gramfchap der Engelfchen ten toppunt<br />

fteigeren, terwyl door de tweede den neêrgeflagen<br />

moed onzer Handelaars wierd opgebeurd;<br />

en Europa, verfteld van onze langduurige<br />

en fchandelyke onverfchilligheid over onzen<br />

Koophandel en,Scheepvaart, verwagtte dat<br />

wy het een en ander ter Zee kragtdaadig zouden<br />

befchermen , en binnen, 's Lands in ftaat<br />

ftellen om het effect der beide Refolutien kragr<br />

by te zetten. Doch Europa zag zig in die<br />

V€~wagting bedrogen, en onze ongelukkige<br />

Kooplieden wierden van het hunne beroofd,<br />

in weerwil van het duhbeld Last- en Vèilgeld,<br />

hetwelk zy betaalen moeften, tot goedmaaking<br />

der kosten van uitrustingen, die tot befeherming


G R O O T T A F E R E E L . tfg<br />

ming hunner Commercie dienen möeften, in<br />

weerwil hunner eerbiedige en dringende Requesten<br />

, aan de Staaten Generaal, en itj we érwil<br />

van hun aanbod, om zelfde manqueerende<br />

Manfchap op de Oorlogfchepen te bezorgen (a><br />

De magtige en haatlyke Factie, welke de Convoijen<br />

had weten te doen opfchorten, vond<br />

ook wel middel om 'er de uitwerking van te<br />

verhinderen, na dc opfehorting herroepen was;<br />

dat is: de uitrusting van gi Schepen , raakte<br />

in duigen, door dezelve kunftenaryen, welke<br />

de in 't vorige jaar geordonneerde uitrusting<br />

van 32 Schepen den bodem ingellagen hadden.<br />

De Engelfchen gingen dan hunnen gang:<br />

verftout door de kragteloosheid der Refolutie,<br />

om Convoyen te verleenen; aangemoedigd<br />

door de halftarrigheid, met welke UWE<br />

HOOGHEID en de meefte Provinciën bleeven<br />

daan op de vermeerdering der Landmagt, ten<br />

fpyte van gezonde reden, en in weerwil der<br />

noodwendigheid , om de Marine te herftellen:<br />

gehandhaafd door eene Party, welke in den<br />

boezem der Republiek zelve hen openlyk durfde<br />

begunftigen , namen zy een Franfchen Kaper<br />

weg, niet onder 't bereik, maar voor den<br />

mond<br />

(a) Men zie wegens dit alles het Rejitest van Km?*<br />

iaden, Asfuradeurs en Rbeders, omtrent den Zo.Jwy<br />

17S0. aan Hunne Hoog Mog. geprefinttcri.


6"4 . S C H E T S V A N E E N<br />

morrd van 't Canon van ons.Eiland Goedercede<br />

(fl); zy namen verfcheide Americaanfche<br />

Schepen in • beflag , i in onze Haven van het<br />

Eiland St. Martin O); zy voeren, voort met<br />

onze Schepen te berooven; hunne geweldenaryen,<br />

hunne wreedheden omtrent onze Zeelieden,<br />

verdubbelden; cn de braave cr, ongelukge<br />

Ingezetene» .van dit Land, mets anders<br />

kunnende dan ons noodlot befvhrejjen, mocften<br />

nog de zegevierende Cabaal die wanbedryven<br />

zien toejuichen; zy moeiten nog hooren,<br />

dat wy zulke behandelingen verdienden;<br />

dat onze trotfeke, onze wreecie Verdruk!" ers,<br />

onze VRIENDEN, onze •BROEDERS "waren,<br />

die wy rechtmaatig hadden vertcornd<br />

Die Vrienden, DOORLUCHTIGE VORST:, die<br />

Broeders, waren verfo.eilyke Vrienden-moorders<br />

CO '• en zy, die deze geheugde naamen<br />

van Vrienden cn Broeders, zo ichaamteloos ontheiligden,<br />

waren de- ia" na- tigfte uer menfehen<br />

kinderen; het waren Vo;reders,.die. de Lucht<br />

des Lands, j$ wdkzy heeievcnshjht onenngen,<br />

onwaardig ware.:.<br />

ca&'rc:' ï*xfv&'ti


O R O O T • T' A ff E R E E l>. Ö#<br />

Tot, dus verre waren de zaaken gevorderd,<br />

toen de Heer Laurens, Oud-Prefident van het<br />

Americaansch Congres in de magt der Engelfchen<br />

viel. Onder de Papieren, by hem genomen,<br />

vond men het berugt Eventueel Traclaat, met vier<br />

andere Stukken , welke het Hof van Londen<br />

aan den Ridder Yorke overzond,, en die Uwï<br />

HOOGHEID wel.geliefde zelfs op den 20 Oétober<br />

ter Vergadering der Staaten van Holland<br />

in te brengen. By die gelegenheid heeft Uws<br />

LIOOGHEID zig wonder wel gekweeten van<br />

het ampt van Advocaat - Generaal: UWE HOOG­<br />

HEID betoonde zulk een drift en yver in Uwen<br />

eisch , dat'er verfpreid wierd, dat GE nimmer<br />

zulk eene vlyt deed uitblinken, dan wanneerGE<br />

ondernaamt debélangensvanEngeland té<br />

.onderfteunen, of de Vermeerdering der Trouppes<br />

voor te ftellen 5 het geen gelegenheid gaf<br />

.ter herinnering der zaake van de Schotfe Brigade,<br />

de hifcorie der Convoijen, en veel andere,<br />

die ik de moeite niet zal neemen op te<br />

noemen. rdq<br />

De Engelfchen waren niet weinig in hunnen<br />

fchik, met de ontdekking van dit Eventueel Traktaat<br />

; vermits, het zelve hun het laatfte vöor-<br />

•wendfel verfchafte, om openlyk met ons. tot<br />

eene vredebreuk te komen, onze bezittingen<br />

ftraffeloos te overweldigen , en-alle onze Koopvaardy-fchepen<br />

onverfchillig te neemen; mitsgaders<br />

den laatften genade-flag aan onze Zee-<br />

E ^ma$


€6 S C H E T S V A N E K H<br />

magt toe te brengen, door het wegneemen<br />

van zodanige onzer Oorlogfchepen , welken zy<br />

op Zee mogten ontmoeten ... En dit alles<br />

wenschte onze Anglomaanfche Kliek nog har-<br />

telyk, dat toch mogt gebeuren!<br />

Men weet, eindelyk, den inhoud der bei­<br />

de Memorien, door den Ridder Yorke, we­<br />

gens het voornoemde Traétaat, op den 10<br />

November en 12 December, aan de Staaten<br />

Generaal overhandigd: men weet teffens wel­<br />

ke wyze, voorzigtige en rechtmaatige antwoor­<br />

den Hunne Hoog Mog. op die Memorien ge-<br />

geeven hebben , mitsgaders de verdere vreed-<br />

zaame maatregelen, door hun by der hand ge­<br />

nomen ; maar de heerschzugtige, eigendunk-<br />

lyke en onredelyke wyze , op welke het Hof<br />

van Londen zig in die zaak gedroeg, laatgee-<br />

nen twyffel over of dat Hof had volftrekt beflo-<br />

-ten ons openbaarlyk aan te tasten. En in de<br />

-daad het was op den 20 December, dat zyne<br />

Britfche Majeftèit zyn berugt MANIFEST te­<br />

kende , als mede de ordre om Brieven van<br />

fchaaverhaaling te verleenen tegen de Schepen,<br />

•Goederen, en Onderdaanen der Republiek.<br />

Welnu, DOORLUCHTIGE VÓRST! Gelooft<br />

GE dat 50 a 60 duizend Man in ftaat hadden<br />

geweest, om dat MANIFEST te refuteeren en<br />

de ordre te doen intrekken? Daar toe was<br />

eene goede Zeemagt nodig ; en die hadden<br />

wy niet.<br />

Nd


G R O O T * T A F E R E E i. 6><br />

' Nu althans, was het riatuurlyk, dat, in het;<br />

eogeribiïk, op het welk wy op Zee openlyk aan-<br />

-getast wierden , zonder dat men te land voor<br />

het een of ander te vreezen had , men van allen<br />

verderen aandrang op de Vermeerdering<br />

Van Landmagt zou afzien: het was te denken,<br />

dat men nü zig zou beyveren, om de Petitie iri<br />

1777 geformeerd, ter reparatie van oude fchepen<br />

en tot aankoop van Bouw-Materiaalen vastteftellen,<br />

en dat men tevens ter conclufie brengen<br />

zou de Petitie, op den 19 April 1779. geformeerd<br />

tot voorziening der Magazynen.<br />

Edoch een geliefd voorwerp word zo fcnielyk<br />

uit den zin niet gefield; ook was het reeds op<br />

den 16 December, zynde flegts twee dagen na<br />

dat de tyding van het MANIFEST, en de ordre<br />

des Konings van Engeland in 's Hage was<br />

aangekomen, dat UWE HOOGHEID, by de<br />

voordragt aan Hunne Hoog Mog. van de noodzaaklykheid<br />

om den voorgeltelden aanbouw<br />

Van Schepen , mitsgaders' de toerusting voor<br />

den dienst van 1781. gefchikt, rustig door<br />

te zetten, eene nieuwe afichildering maakte<br />

van het gewaande gevaar, waarin men was,<br />

om te land aangetast te worden, en tevens<br />

op nieuws vuurig aandrong, op eene<br />

vermeerdering van Landmagt, ten minftenjuzo<br />

fterk,<br />

§<br />

als waar van in den jaare i77<br />

h e t<br />

<br />

was overgeleverd. En uit hoofde der aanbeveeling<br />

van dit voorftel^ door de Staaten Gene-


6% S C H E T S V A N EEN"<br />

raai aan de refpeftive Provinciën gedaan, alg<br />

mede, wegens demogelykeid, die onderfteld wierd,<br />

dar de ftorm, welke deezen Staat ter Zee naderde<br />

, op het vaste Land mogt komen uit te<br />

barften (a), bragt Gelderland op den 2, January,<br />

deszelfs Confent, tot vermeerdering der Landmagt,<br />

ter vergadering der Staaten Generaal in;<br />

en niet enkel om dezelve te brengen tot 50 a<br />

60 duizend man, zo als UWE HOOGHEID op<br />

den 10 Maart des voorigen jaars had gevraagd,<br />

maar, desnoods, zelftot een grooter getal. De<br />

Gedeputeerden dier Provincie wierden gelast,<br />

de flerkfte injlantien ie doen om de verdere Bondgenooten,<br />

inzonderheid die, welke het meefte belang hadde<br />

by de verjlerking der Zeemagt, voor welke de Land­<br />

provinciën bereids AANMERKLTKE SOMMEN hadden<br />

moeten furneeren , te beweegen, om geenerleije<br />

zwaarigheid meer te maaken in het eenpaarig<br />

confenteeren tot de vermeerdering der<br />

Trouppes van den Staat. — Ik zal hier niet naarvorfchen<br />

of het der Provincie Gelderland hier<br />

wel voegde, die AANMERKLYKE SOMMEN,<br />

door de Land-Provinciën tot de Zeemagt gefurneerd,<br />

zo hoog te doen klinken; vermits<br />

bekend is hoe weinig dat zy tot dien tyd van<br />

hunne quote hadden gefurneerd, en hoeveel<br />

(«) Cinulalre Misfive van Hunne Hoog Mog. aan i*<br />

tefieftht Provinciën, in data 26 December 1780.<br />

zy


GROOT TAFEREEL 69<br />

«y ten dien opzigte nog ten agteren waren,<br />

tenminften in vergelyking met Holland; en ten<br />

an 'eren weet men, dat het aandeel dezer vier<br />

Provinciën gezamenlyk, in de Generaliteits lasten<br />

, nog het derde deel niet uitmaakt van 't<br />

geen de Provincie Holland alléén daar in moet<br />

opbrengen. Ik zal my bepaalen by het eenvoudig<br />

zeggen, dat, aangezien'er geen twyffel<br />

was of de meefte Provinciën zouden Gelderland<br />

volgen, Holland, welke men het mes op<br />

de keel hield, zig gedwongen zag den 11 January<br />

te confenteeren in de Vermeerdering<br />

der Landmagt, in weerwil der bewustheid,<br />

waarin zy was, en waar in een ieder had behooren<br />

te zyn, dat het van eene onvermydelyke<br />

noodwendigheid was zig alleenlyk met het<br />

Zeeweezen op te houden?<br />

Uit alles [ wat door my over deeze zaak tot<br />

hier toe is' aangevoerd, hlykt dan klaar, dat<br />

de eeuwigduurende en noodlottige halftarrigheid,<br />

die men getoond heeft om de Trouppes<br />

te willen vermeerderen , de voornaamfte oorzaak<br />

is geweest van den zwakken ftaat onzer<br />

ongelukkige Zeemagt, ten tyde de Britten ons<br />

openlyk den oorlog aandeeden. Het Herftel<br />

dier zeemagt was tot aan den jaare 1776 toe<br />

noodzaaklyk; van 1776 tot 1778, wierd die<br />

herfteliing dringender; en van 1778 tot 1781,<br />

wierd ze ten uiterften noodwendig.; daar, op<br />

»


S C E E T S V A N £ E \<br />

zyn best, maar gevoeglyk, en in betrekking<br />

tot de v.eemagt fchadelyk was. — Het ftond<br />

dan aan U, DOORLUCHTIGE VORST, die bet<br />

Oog zytvan den Souverain , en het voornaamfte<br />

Beweegrad van ons ftaatkundig Werktuig, die<br />

geene andere belangen heeft, noch hebben<br />

moet, dan die van den Staat in 't algemeen,<br />

het ftond aan U , die redenen naar te denken;<br />

en, na daarvan de baarblyklykheid gezien, en 't<br />

gewigt gevoeld te hebben, na. edelmoedig gezegepraald<br />

te hebben over alle daar tegen aandnhsfchende<br />

neigingen, na, met verachting<br />

verworpen te hebben alle raadgeevingen en inboezemingen<br />

, die U konden beletten een vast<br />

en heilzaam be


G R O O T TAFEREKX»<br />

teerd hebben; zy zouden de vermetelheid niet<br />

gehad hebben van ons aan te randen , en wy<br />

hadden eenen Oorlog ontweeken,die onze ruïne<br />

en- ontëering voltooid heeft. Maar, van dit<br />

alleshebt GE, DOORLU CHTIGSTE VORST, niets<br />

o-edaan! Wel verre dan dat men zoude kunnen<br />

zeggen, dat GE alles, wat mogelyk wasr ter herfteliing der Zeemagt gedaan hebt, kan<br />

men ftaandehouden, dat de halftarrigheid, waar<br />

in Uwevooroordeelen, Uwe gezindheid, Uwe<br />

genegenheden en Uwe onwaardige 'Raadslieden<br />

b<br />

UwE HOOGHEID hebben onderhouden,<br />

om 'eene vermeerdering van Trouppes te bekomen<br />

een der voornaamfte hinderpaalen is geweest<br />

aanhetherftelder Zeemagt, engevolglyk,<br />

eene van de voornaamfte oorzaaken der rampfpoeden<br />

, ons zedert dien tyd overgekomen.<br />

t'4 ' B<br />

*


7? -SCHETS' VAN EEN<br />

'BESTUUR EN GE.IBH.UIK .<br />

O N Z E R<br />

Z JE JE 'M M G T><br />

"TC2V rit* '{•*•—t-Wrrl mh. -n • I<br />

ZEDERT HET BEGIN DER VYANDEYKHE-<br />

DEN TUSS.CHEN , ENGELAND EN<br />

PE . R E P U BL IE K.<br />

Tydvak van 'iv December 1780. tot i.January 1782.'<br />

DOORLUCHTIGSTE VORST!.<br />

j[k had wel, ten gevolge van het voorlghoofdftuk,<br />

kunnen opgeeven, de zo menigwerf bepaalde<br />

, en , .onder zo vcelerleije couleuren,<br />

voorgeftelde vraagen, om de vermeerdering der<br />

Landmagt; maar, na ten klaarften , zo ik meene,<br />

aangetoond te hebben, de ongerymdheid<br />

dier vraagen, den aart van derzelver beweegoorzaaken,<br />

en de noodlottige gevolgen, daar uit<br />

voortgefproren, zal het genoeg zyn deeze ftoffe<br />

tot het verder beloop van dit werk te bejpaaren,<br />

en 'er enkel ,by gelegenheid van te<br />

fpree-


G R O O T T A I I U I I . 73.<br />

Tpreeken : zullende middelerwyl onderneemen<br />

een denkbeeld te geeven, op hoedaanige.Wyze<br />

onze Zeemagt beftuurd en aangelegt is,<br />

geduurende den Oorlog, dien wy zo fchandelyk<br />

hebben doorgezet; en alvoorens ter zaake<br />

te treden, zal ik hier laaten volgen de LYST<br />

der Zeemagt, welke de Republiek bezat in de<br />

maand van December 1780, en zodanig als die<br />

oevonden word in het eerfte Stuk der Bylaagen<br />

tot de MEMORIE van UWE HOOGHEID,<br />

A L G E M E E N E LYST<br />

D E R Z E E M A G T<br />

VAN DE REPUBLIEK, IN DE MAAND<br />

DECEMBER 1780.<br />

NB. Ik heb Qaarvan afgelaattn de Princes Royaal<br />

van 70 jlukken Kanon, om dat dit Sehip bereids<br />

mt afgekeurt, en heb 'er by gevoegd de Zeebaars,<br />

• van 11 jlukken , die men had overgeslagen.<br />

r, c,..u, Wanneer ge-<br />

Rejort. ; Schepen.- Stukk.<br />

Maafê . . De Masze . . 7° ^<br />

Prins Willem . 174».<br />

Amilcrdam . OcAdm.Generaal i/63-<br />

Maaze . . Mars . . . . 60 1763.<br />

Prins Fredenk. I77«.<br />

, Kortenaer . . - Ï7 8<br />

°-<br />

Amfterdam . Naffau . « • **Hr* • l<br />

759-<br />

E 5<br />

A m<br />

*


74 S C B I T S ' T A N EEU<br />

Reffort. Schepen. Stukk. Wanneer gebouwd.<br />

Amfbrdam bolland . . 6c 1761.<br />

• •—1 Ymfterdam . . 1763.<br />

OeAdm.dvRuir r 1780.<br />

fxètknÓ . . Zierikzee . . 1/33-<br />

*— . Zuid-Beveland. m— 1746.<br />

Maaze . . Schiedam . . 5c 1745.<br />

• Princes Carolina —— 1748.<br />


G R O O T T A F E R E E L , 75,<br />

n, ut Wanneer ge-<br />

Rejort. Schepen. Stukk. fc


G R O O T T A E E R E B £ . fff<br />

J^ar zi^ ftfoperj. Sfufefc. ' Bevelhebbers,<br />

bevonden. |<br />

Amfterdam.. Landskroon . . 40 Mauregntuk.<br />

Zephir . . . 36 Wierts.<br />

Bellonjt . . . ! Jekker,<br />

Amphitrite . . —1—' Braak.<br />

Jafon . . . Seis.<br />

bolphyn . . 24 Muldar.<br />

Waakzaamheid. Overmcer.<br />

h Texel . . . Alarm . . . Mulder.<br />

In 't Veer . Adm. Generaal. 70 Vice - Admiraal<br />

* Hartflnck.<br />

Bataviïr . . 5° Bentink.<br />

Zwieren . . 40 Nauwman.<br />

Medenblik . • 36 Ryneveld.<br />

Hoorn . . . 24 Hekkers.<br />

Enkhuifen . . Frykemus.<br />

In de Balg te Princes Fr. Loui-<br />

Wieringen . fa Wilhelmina. . 50 Idiinga.<br />

In 't Vlie . . \ Eensgezindheid. 36 Bouritiüs.<br />

w<br />

Rechteren.<br />

In Zeeland . . Zuidbcveland. . 60 Van Kinkel.<br />

St.Maarfcnsdyk. 24 Stavonnus.<br />

Walcheren . . Hanngsmaii.<br />

Brünswyk . . 36 Pruyst.<br />

Middelandfche Princes Louifa.<br />

7<br />

5° Schout by nagt<br />

Bmkes.<br />

' " pastor Castor ï . - * 36 \<br />

MdvilL


?8 • S C H S T S V A N EEN<br />

Waar zich Aepen. Smkk. Bevelhebbers,<br />

bevonden.<br />

Middelandfche Briel . . . 36 Oorthuis.<br />

Zee . ,<br />

In de West-In- Beverwyk . , Boot,<br />

dien . . De Arend ... 24 Delvos.<br />

Te St. Eufta- Mars O) . . 60 Crull.<br />

chius . . ; Mars Qb) . . . 36 F. Si. Graaf van<br />

I Bylancl.<br />

Te Surinamen. Thetis . I . 24 Spenglcr.<br />

De Valk . . Silv'ester.<br />

S C H E P E K<br />

uit onze Havens<br />

vertrokkcnjHt):<br />

den 19. tot den<br />

26. derzelfdi<br />

maand Decem-<br />

• her.<br />

Naar Lisbon. Amfterdam , . 60 L. Graaf van<br />

Bylam'.<br />

Dieren . . . 36 Coerman.<br />

Eendragt . . 24 De Roock.<br />

Pr. Carolina (c) 50 Satink.<br />

Naar de West- Nasfau , . L. 60 Rietveld.<br />

Indien . . NaffauWeilbufg. 50 Cras.<br />

Rotterdam (^) —— Volbergen.<br />

Naar Curagao. Pr. Maria Louifa. Berghuis.<br />

Zie<br />

(a) Door de Engelfchen by St. Euftachius genomen den<br />

4. Febr. 1781.<br />

(£>) Mede aldaar op den. 3. derzelfde maand cenomen.<br />

(O Genomen in hetCanaal, den 31. December 1780.<br />

{d) Mede daar orutrent geaom.cn, den 5,January 1781.


GROOT T A F I U K I , 7


#o S C H E T S V A N E E Ï<<br />

te zeggen ftaat, geeft 'er bewys. -— Ik keet<br />

ter zaake.<br />

Uit hoofde der netelige omftandigheden , in<br />

welken wy omtrent Engeland ons in den Jaare<br />

1779. en boven algeduurende het Jaar 1780<br />

bevonden hadden., leerde het gezond verftand,<br />

dat men geen gedeelte der weinige gewapende<br />

en toegeruste Schepen, welke de Republiek<br />

had, zo zorgeloos waagen moest , als<br />

men deed omftreeks den 20 December van 't<br />

laatstgenoemde jaar; dat is, op het eigen oogenhlik<br />

, dat de Vreedebreuk tusfchen Engeland<br />

buiten twyffel was, en dat de Schepen dier Natie<br />

als een blixem op de onze flonden neer te<br />

vallen. Het eigendunklyk gedrag der Engelfchen<br />

van alle tyden her; hunne gewoonte om de<br />

Vredebreuken, die zy bepeinzen, door daaden<br />

yan geweld en vyandfchap te doen voorgaan,<br />

moeften ons mistrouwen opwekken, en ons<br />

aanzetten om gepaste voorzorgen te neemen.<br />

Zy, DOORLUCHTIGSTE VORST, die het beftuur<br />

onzer Zeemagt in handen hadden, moesten<br />

zig herinneren (want het is fomtyds nutttig<br />

geheugen te bezitten) dat, reeds van het jaar<br />

1651, de geweldenarijen en rooverijen, door<br />

het Britsch Parlement geauthorifeerd ," en begaan<br />

tegen fommige Koopvaarders der Republiek,<br />

het voorfpel waren van de trouwlooze<br />

vermetelheid , welke de Admiraal Blake in den<br />

jaare 1652. betoonde, met in de maand Mey<br />

der


G R O O T T A F E R E E U 8Ï'<br />

«ter Staaten Vlag te hoonen, en den Admiraal<br />

Tromp te attaqueeren , zonder dat 'er tusfchen<br />

Engeland en ons eenen openbaaren Oorlog<br />

plaats had. Zy moesten zig te binnenbrengen,<br />

dat, in 'tbegin van 't jaar i-66 4., met verachting<br />

van het- konlings bezworen Tradaat tusfchen<br />

de beidé Natiën , Robert Holmes, met geheime<br />

last van Karei den tweeden gemunieerd , een<br />

groot getal onzer Schepen wegnam, onze bezittingen<br />

op de Africaanfche Kust vermeesterde,<br />

en van daar naar America (levende, alwaar<br />

hy'voor eerst Nieuw -Nederland ( door hem Nieuw-<br />

York genoemt,) ten onderbragt, zo Wel als vervolgens<br />

de Eilanden Tabaio en St. Eujïachius: Zy<br />

moesten, zeg ik, zig herinneren dat Karei de<br />

tweede, ten overmaate van onrechtvaerdigheid,<br />

de valschheidhad om op de deswegens door den<br />

Staat gedaane klagten te antwoorden , dat hem<br />

die dingen ten volle onbewust waren, en hy<br />

daaromtrent niets geordonneerd had; dat wyders<br />

die Vorst, dreigen by laaghartigheid voegende,<br />

durfde declareeren, dat, zo de Staaten<br />

aan hunne Oost-Indifche Compagnie de gevraagde<br />

befeherming verleende , daar ondertusfehen<br />

dezelve door Zyne Onderdaanen ftraffeloos<br />

beroofd wierd, hy dusdaanigen flap voor<br />

eene Oorlogs -verklaaring zoude houden. Nog<br />

" moesten de Beftuurderen onzer Zeemagt zig<br />

herinneren, dat op den 23 Maart 1672. en<br />

zonder eenige formeele Vredebreuk met En-<br />

F ge'


82 SCHETS VAN EETÏ<br />

geland, die zelfde Robert Holmes, met nieuwen<br />

last van zynen Koning, en aan 't hoofd eener<br />

Overmagt, de t'huiskomende Smirna-Vloot aantaste,<br />

den Admiraal van Nes , die ze convoceerde,<br />

deedfneuvelen, deszelfs Schip in den grond<br />

boorde, eenige Schepen dier Vloot nam, en<br />

dezelve geheel vermeesterd zoude hebben,zonder<br />

de heldhaftige wederftand van het overfchot<br />

der Convoijers en der Koopvaardy-Schepen. —<br />

Dan, waar toe doch de moeite te neemen van<br />

zig zulke verouderde voorbeelden te herinneren?<br />

Waarlyk, alles wat de Republiek fints<br />

eenigen tyd van de Engelfchen had moeten<br />

ondergaan; de bewustheid hunner gevoelens<br />

ten onzen aanzien; het eigenaartig carafter<br />

dier Natie, en den aart der tydsomftandigheden,<br />

toonden aan de Bewindhebbers onze<br />

Zeemagt over genoeg, wat, althans in de laatfte<br />

agt maanden van 't jaar 1780. te doen ftond.<br />

Inderdaad, de fmaad en't geweld, ten aanzien<br />

van het Convoy, onder den Graaf van Byland,<br />

der Staaten Vlag aangedaan O), de fchending<br />

van het recht der Volken en van het Grondgebied<br />

der Republiek op onze Kusten in Europa<br />

(è) en aan het Eiland van St. Martin (O,<br />

(a) Den 31 Dec. 1779.<br />

(6) Den 21 April ,780.<br />

(O Den o Jug. deszelfden jaars,<br />

de


G R O O T T A F E R E E L . 83<br />

defchaamtelooze en voortduurende rooverijen,<br />

omtrent onzen Koophandel gepleegd; de fchenddaaden<br />

, wreedheden , moorderijen, zelfs, jegens<br />

Ingezetenen dezes Lands begaan; de weigering<br />

van recht, wegens alle die voorvallen;<br />

en aan den anderen kant de wettelooze eifchen,<br />

onrechtvaerdige klagten , valfche betigtingen,<br />

en alle andere knibbelaarijen , door deze Zeedwingelanden,<br />

door deze Verftoorders van de<br />

rust der Volken, ons zo menigwerf toegeduuwd ,<br />

zo menigwerf en zonder ophouden herhaald, en<br />

die men'moede wierd; detweedragt, die zy tusfchen<br />

de Leden onzer Regeering aanftookten_,<br />

de dwarspaalen, welke zy aan onze ftaatkundige<br />

vryheid tragtten te ftellen, de ftrikken,<br />

die zy allerwegen voor ons fpanden, den afgrond<br />

van ramfpoeden, die zy voor onze voeten<br />

groeven, en waarin zy ons zogten neer<br />

te dompelen : zo veele famenloopende zaaken,<br />

eindelyk, gaven de klaarfte voorbeduiding eener<br />

uiibarfling van een voorbedagt fchouivfpe! , welk<br />

eenen aanvang neemen moest met de onverwagte<br />

aanranding onzer Oorlogfchepen, die zy<br />

op Zee ontmoeten zouden; het neemen van<br />

alk onze Koopvaarders, die zig in de Engelfche<br />

Havenen of op Zee bevinden mogten, mitsgaders<br />

het verlies van een gedeelte onzer Bezittingen<br />

in America, of elders Waarom<br />

dan die uitbarjïing niet voorgekomen , omftreeks<br />

de maanden Augustus en September, door


$4 SCHETS VAN EEÏ*<br />

middelen, die men zogt aan te wenden op<br />

het einde des jaars, dat is, toen hetgeen tyd<br />

meer was. . ... Wat was nu van den Raad<br />

van Staaten geworden ? waar was de Dire&ie<br />

van 't Zeeweezen ? waar bleef onzen Kapiteinen<br />

Admiraal-Generaal ? waar waren, met één<br />

woord, allen die de Souverain aangefteld had,<br />

om met raad en daad voor de zekerheid van<br />

onze Goederen en Bezittingen te zorgen? ...<br />

Waren dan alle zielen met eene noodlottige gevoelloosheid<br />

bevangen?... of was men in den<br />

flaapvan Epimenides gedompeld? .... Neen : die<br />

bcdryveloozen ftaat was enkel eene verdooving,<br />

door fommige Slaapverzvekkers veroorzaakt,<br />

en deze Slaapver wekkers waren de Ridder Yorke<br />

en zyne Medeftanders, zo grooten, als kleinen.<br />

Geduurende de twee laatfte maanden van<br />

dit zelfde jaar , verdubbelden de redenen van<br />

vrees en wantrouwen; en tevens verdubbelden<br />

de wigtige beweegöorzaaken, en de dringende<br />

redenen die men had, om allen fpoed<br />

en alle mooglyke omzigtigheid aan te wenden,<br />

in den aanleg en uitzending onzer Schepen. Om<br />

zulks niet te gevoelen , moest het aan gezond<br />

verhand mangelen , of men moest met de grootfte<br />

onverfchilligheid aangedaan zyn. —En waarlyk,<br />

de ontdekking van het Praeparatoirlyk Plan,<br />

de bedreigingen , ve-vat in de beide Memorien,<br />

door den Ridder Yorke. op den 10 November<br />

en den iz December ? aan Hunne Hoog Mog,<br />

ge-


G R O O T T A F I R E E E . *3<br />

reprefenteerd, dezelve bedreigingen den 15 dito,<br />

woordelyk door gemelde Amhasfadeur herhaald,<br />

den korten en ongenoegzaamen termyn,<br />

door het Britfche Hof bepaald, om op die Memorien<br />

een onmiddelyk en voldoend antwoord<br />

van den Staat te bekomen, de natuur der berioten,<br />

die men zekerlyk van den Graaf van<br />

Weideren ontfangen MOEST, de particuliere bersten,<br />

die men van elders, en flag op flag, ont-<br />

&,g, het uiterfte toppunt, eindelyk waar toe<br />

de zaaken gefteegen waren , verkondigden<br />

maar al te zeer de zekerheid en aannadcrmg<br />

van het fchrikbaarend oogenblik, in het welk ons<br />

niets zou overblyven, dan het berouw en de<br />

fchande van onze Bezittingen weerloos en onzen<br />

Koophandel zonder befeherming gelaaten<br />

te hebben; van niet een eenig Schip ter gepaster<br />

tyd uit onze Havens te hebben doen vutloopen,<br />

en het zo dra mogelyk , uit- en toerusten van<br />

anderen te hebben verwaarloosd. Het was,<br />

helaas! evenwel dat oogenblik, het welk men<br />

uitkoos om van hier , zo verzekerd, of men in<br />

vollen vreede was, te doen uitzeilen de Schepen,<br />

die veronderftetd wierden , ter befeherming<br />

onzer Commercie en Colonien beftemdte zyn:<br />

ook zeiden de Engelfchen zelf, dat, zo dn fluk<br />

geene daad van zinneloosheid was, het gems tets er-<br />

gers moest zyn. i n - r><br />

De Oorlogfchepen Rotterdam en de Prmces Larolina<br />

, vergezeld van een Oost-Indisch Com-<br />

F 3 pagme-


S C H E T S V A N E E N<br />

pagnie-Schip, vertrokken van de Rheede te<br />

Hellevoet, des ogiens vroeg van den i§ December,<br />

het eerfte naar de West-Indien, en het<br />

tweede naar Lisbon beftemd; en alle drie vielen<br />

zy in de handen der Engelfchen, alvorens<br />

nog het Canaal gepasfeerd te zyn ; om dat de<br />

Expresfe, (die volgens UWER HOOGHEIDS<br />

Memorie, den 14 Dec. met contra-ordre uit<br />

's Hage was vertrokken) niet voor den volgenden<br />

ogtent, tusfchen 10 en 11 Uuren te Helvoet<br />

aankwam : fchoon gebruik van tyd voor<br />

een reisje van 5 uuren ! Deze Schepen , zeg<br />

ik, wierden een prooy der Vyanden, om dat<br />

men de voorzorg niet gebruikt had, de Expresfe<br />

eene Ordre mede te geeven , om hun<br />

een Sloep na te zenden, of een Sein van terugkomst<br />

te maaken , ingevalle zy, reeds vertrokken<br />

zynde op de komst der Expresfe , nog niet<br />

verre af waren. En waarlyk zy waren toen<br />

zo min verwyderd, dat men ze nog zeer gemaklyk<br />

had kunnen terug roepen : dit kan<br />

gansch Helvoet getuigen. Van de overige Schepen,<br />

die eenige dagen bevorens uit onze Havenen<br />

gezeild, en gelukkiglyk den Engelfchen<br />

ontfnapt waren, moest het Schip Amfterdam,<br />

gecommandeerd door den Graaf van Byland,<br />

en bereids ontramponeerd door eenen drie of<br />

vier jaarigen dienst, te Lisbon gerepareerd<br />

worden: de Princes Maria Louifa, van ouderdom<br />

naauwlyks aan malkander hangende, en evenwel


G R O O T T A F E R E E L . 87<br />

wel naCuragao gedestineerd , kon met verder<br />

komen dan Kadix, alwaar het verkogt wierd:<br />

ook zond UWE HOOGHEID ordre aan den<br />

Graaf van Byland, om het Fregat Dieren, dat<br />

hyhad medegebragt, en van geen beter alooi<br />

was, dan de Princes Maria Loulfa te verkoo-<br />

pen (a). Dus, hetfcheen of alle die Schepen,<br />

ter befeherming onzer Commercie beftemd,<br />

alleenlyk vertrokken waren om zig te laaten<br />

neemen , repareeren , of verkoopen. Dit is 't nog<br />

niet alles: de Schepen Nasjau en Nasfau-Weil-<br />

burg, omtrent gelyktydig met den Graaf van<br />

Byland vertrokken , arriveerden in de West-In­<br />

dien, alleenlyk om aldaar in eene fchandelyke<br />

bedryveloosheid te verrotten, en buiten ftaat<br />

te raaken, om immer in Europa te komen.<br />

Hetzelfde foort van Bewind heerschte ook in<br />

de maatregelen, die genomen wierden om St.<br />

Euflacbius te redden : In plaats van, ten minften<br />

reeds met den i$ December een Fregat van<br />

hier benoorden Schotland om, derwaards heen<br />

te zenden, om te beproeven of het mogelyk<br />

w are eene tydige waarfehouwing te doen aan<br />

den<br />

w<br />

(.) A. JMI5.-B. t- I7i. - C . p. 90. De Heer<br />

Byland geen kaas gezien hebbende om du tregat te<br />

verkoopen, bragt dat weder in Holland, avmr het ver­<br />

oordeeld wierd, om voortaan flegts tot Wagt- of Hos­<br />

pitaal - Schip te dienen.<br />

F 4


'8 S C H E T S V A N E E N<br />

den Schout by nagt Crull, die zig aan dat Eiland<br />

bevond meteen Schip van 60, en een van 36 nukken,<br />

mitsgaders met een aaozienlyk getal rykgelaaden<br />

Koopvaarders, zo wagtte UWE HOOG­<br />

HEID tot den 20 dier- maand (a), om hem den<br />

ftaat der zaaken over Oftcnde te brengen , alwaar<br />

geen Schip gereed was; en over Lisbon,<br />

van waar het Schip, ten dien einde door een<br />

Heer Smkfaen afgezonden, eerst den 6 February<br />

daaraan volgende vertrok; dat is, «00 dat St.<br />

Euftachius, Saba, St. Martin, en alle onze Schepen,<br />

welke zig aldaar bevonden, reeds in de<br />

magt der Engelfchen waren. _ Maar, zalmen<br />

my toeroepen , op dat tydftip hadden %vy hier geen<br />

Fregat, in flaat om voor zulk eene langduurige reizs<br />

Zee te kiezen. Des te erger: Edoch , toen<br />

in 'c begin dier zelfde maand December, het<br />

Fregat de Arend, van Helvoet naar St. Euftachius<br />

vertrok , had men , aangezien toen reeds de<br />

zaaken ongemeen netelig ftonden , ten minflen<br />

den Heer Crull, kunnen berigten om met<br />

alle de Schepen onmiddelyk naar Curagao te<br />

wyken. En zulks is niet gedaan !... Om dat ons<br />

noodlot medebragt, dat men in dit geval ,<br />

even als in vry wat anderen , juist het tegendeel<br />

zou doen van 't geen gedaan moest worden.<br />

Het<br />

(«) A. p. 25. 26. 113. en 117. — B. p. 32. 33. 168.<br />

?72. en 173. —, C. p. 15. 16. 88. en 9u


G R O O T T A F E R E E L . 80<br />

Het is dan niet te verwonderen, dat dusdanig-<br />

begin geduurende den geheelen Ooriog<br />

agtervolgt is, door eene aaneenfchakeling van<br />

langwyligheden of verzuimen , van valfche maatregelen<br />

of bedryveloosbeden ; Het is niet te<br />

verwonderen, dat deezen Oorlog is befloten<br />

met die fraaije hiftorie van Br en, en met de<br />

heerlyke kruistogt, welke wy met het verlies<br />

der Schepen, de Unie en Zierikzee geboet hebben;<br />

als mede dat alles is bekroond geworden<br />

door eenen Vreede , die, ons met fchande en<br />

vernedering overlaadende, ons gedwongen<br />

heeft opofferingen te doen, welke ons mogelyk<br />

ten eenigen dage nog kosten zullen een gedeelte<br />

van den Koophandel, die ons in Europa nog<br />

overfchiet en onze Bezittingen in Azien.<br />

Evenwel, offchoon Friesland werklyk alle<br />

Vermeerdering van Trouppes de bons gaf, en<br />

begeerde dat men zich eeniglyk met het Herftel<br />

der Zeemagt zou ophouden (a); offchoon<br />

Zeeland en Groningen geenen haast maakten<br />

in die Vermeerdering te ftemmen, byzonderlyk<br />

niet in die, welke den 10 Maart 1779.<br />

voorgefteld, en den 16 December 1780. op<br />

nieuws ingebragt was , liet toch de Anti-Patriotfche<br />

Cabaal dc hoop niet vaaren ,om 'er eene<br />

te<br />

(a) Zie de Refolutie der Staaten van Friesland van 13.<br />

tan. 1781.


$o S C H E T S V A N E E N<br />

te verwerven. En daar toe werd in de maand<br />

January des jaars 1781. een nieuw Plan geformeerd,<br />

het welk UWE HOOGHEID en de<br />

Raad van Staat aan Hunne Hoog Mog. overleverde,<br />

beftaande in eene Augmentatie van niet<br />

minder dan twintig duizend Koppen, waar<br />

van 'er eeniglyk 1200 beftemd waren, om op de<br />

Schepen verdeeld te worden. Vermeerdering,<br />

van welke de Recruutgelden zouden beloopen<br />

hebben 1,460,652. Guld. en 10 Stuivers,<br />

mitsgaders derzelver onderhoud 3,050,138 Guldens<br />

11 Jluiv. 6 pem.l Vervaarlyke fom, nuttelooze,<br />

verderflyke uitgaaf, en welke, wanneer<br />

men nagaat , hoe zeer onze Admiraliteiten<br />

dagelyks het gebrek aan penningen bejammerden<br />

, meer dan ooit het Herftel der<br />

Zeemagt en de Toerusting derSchepen onmogelykmoest<br />

maaken! Onbetwistbaar bewys, eindelyk,<br />

van hetfchrikbaarendvoorneemen, door<br />

de Cabaal gefmeed om de eer 'en belangens<br />

van het Gemeenebest aan den vyand op te<br />

offeren!<br />

Maar dit is nog alles niet: middelerwyl dat<br />

Hunne Hoog Mog. dit zonderling voorftel aan de<br />

verdere Provinciën zouden voordragen (a),<br />

wierd 'er een ander Plan uitgedagt, waar van<br />

de<br />

(a) Htt was op den 2. Febr. dat Hunne Hoog Mog.,<br />

dit voorftel aan elk der Provinciën communiceerden.


G R O O T T A F E R E E L . ot<br />

de uitvoering , zo die bad plaats gegreepen, natuurlyker<br />

wyze de Bondgenooten moest noodzaaken,<br />

zonder eenig uitftel, de voorgeilagene<br />

Vermeerdering in te willigen: Ook twyffelt men<br />

niet, DOORLUCHTIG STE VORST! of dit tweede<br />

Plan was zyne geboorte verfcbuldigd aan het<br />

brein van den Hertog van Brünswyk ; dat is,<br />

• van uwen geftadigeiï Mentor, van uwen aangeftclden<br />

Conflliarius. ~ Hoe het ook zyn moge<br />

, de Raad van Staaten fchreef den 22 January<br />

aan de Staaten Generaal («), dat, aangezien<br />

de Zeekusten , van Vlaanderen af tot aan<br />

Oost-Friesland,- byna geheel open lagen , en<br />

eene INVASIE, in de Provinciën langs de Zee<br />

gelegen , de ruïne van den gebeelen Staat naar<br />

zich moest fleepen, de Raad oirbaar vond<br />

Hunne Hoog Mog. den vooriïag te doen, om alle de<br />

Trouppes van de Republiek in flaat van marschvaardigheid<br />

te brengen, ten einde gebruikt te kunnen<br />

worden om den Staat tegen allen onvoorzienen<br />

aanval te verdeedigen, het zy met hen<br />

in een of meerder Corpfen te doen campeeren, het<br />

zy met hen elders te plaatzen, alwaar zy by de<br />

hand waren, om zig met hoop van goeden<br />

uitflag tegen de onderneemingen des vyands,<br />

(a) Men kan dezen Brief, waar van ik bier Jlegts bet<br />

saaklyke opgeeve, in de publieke Vapititn van dien tyi<br />

nazien.<br />

te


SCHETS VAN EEN<br />

te verzetten. En om de Bundgenooten niet<br />

te verbystcren over de kosten, die dergelyke<br />

toebereidzelen mogten vereifchen, bepaalde<br />

voorn. Raad (om te beginnen) zich tot de<br />

formeering eener Petitie , van maar één Mil-<br />

Uoen Guldens ! in de daad eene maatige fomme,<br />

zo men het oog flaat op al de benoodigde<br />

behoeftens, als Tenten, Magazynen van Leeftogt<br />

en Voeder, — Paarden en Wagens ter<br />

vervoering van Oorlogsbehoeften , Wagens,<br />

Paarden en Schuiten, tot overbrenging der<br />

Bagagie. — Buitengewoone Tractementen, —.<br />

Soldyen der Generaals, derzelver Adjudanten<br />

en andere Officieren. —* Vermeerdering der<br />

Soldye van de Zwitzers, — de huuren van een<br />

menigte Bedienden, .— Hospitaalkosten , —*<br />

eene behoorlyke Veld-Artillery, — Trekwagens<br />

voor 'C Gefchut en Pontons, —> het<br />

loon der Geleiders van den Artillery - Trein, —.<br />

Kortom, al wat nodig is tot den dienst en de<br />

werkzaamheid van een Leger, wanneer het<br />

te velde gaat, en zich in ftaat van uitvoeren<br />

fteld. En uit hoofde der noodzaaklykheid om<br />

de Leveranciers penningen op rekening te<br />

verfchaffen, moest het gevraagd millioen maar<br />

zonder eenig uitftcl in de Generaliteit! Kas gefourneerd<br />

worden , behoudende de gemelde ,<br />

Raad aan zich om, wanneer' het Camp zou geformeerd<br />

zyn, eene Petitie voor de verder<br />

benodigde fommen te formeeren.<br />

' In-


G R O O T T A F E R E E L . 93<br />

Indien, DOORLUCHTIGSTE VORST, dit<br />

Plan zyn beflag had bekomen, zou 'er uit voortgevloeid<br />

zyn, dat alle onze Plaatzen aan de<br />

Landzyde zonder Garnifoen hadden geweest;<br />

en dat, door de zorg, die men zou gedragen<br />

hebben om meer dan ooit het gevaar der Republiek,<br />

om van dien kant aangevallen te worden<br />

, op te vyzelen, men zou geflaagt zyn in<br />

het verkrygen eener fchielyke en algemeene<br />

bewilliging in de Vermeerdering van de Trouppes,<br />

en die waarlyk vermeerderd te zien: men<br />

zou geflaagt zyn in het verzwaaren der algemeene<br />

uitgaaven, en der belasting van den braaven<br />

Ingezetenen, ten kosten van 's Lands veiligheid<br />

en belangen ; men zou, eindelyk, geflaagt<br />

zyn met het in handen UWER HOOG­<br />

HEID, of liever in die der Olygarchifche Cabaal,<br />

een overmaat van kragten te Hellen, die flegts<br />

konde dienen tot vergrooting eener magt-,<br />

welke tot zulken hoogte is geklommen, dat<br />

die reeds maar al te veel het fouverain Vermogen<br />

bezwalkt, en de Natie beeven doet.<br />

Maar dit Plan, DOORLUCHTIGSTE VORST,<br />

van het welk de Stelleren UWER Memorie goedvinden<br />

niets te reppen, voltooide het openen<br />

der oogen van vry wat Lieden ; anderen<br />

waren'er over verontwaardigd; en alleen Gelderland<br />

gaf 'er zyne toeftemming aan , egter<br />

nog maar onder zekere voorwaarde.<br />

Onaangezien deze mislukking, verflaauwde<br />

1<br />

even-


pjj S C H E T S V A N E E N<br />

evenwel de yver ter Vermeerdering der Trouppes<br />

niet: Zy kwam onder verfcheidene gedaanten<br />

en verfchillende tyden , tot op het einde<br />

des Oorlogs ten voorfchyn; en, ten deezen<br />

aanzien, zal ik flegts drie Vóórhellen van<br />

dien aart hier aanvoeren, en welke nog geduurende<br />

dit jaar 1781. gedaan wierden, namelyk:<br />

i°. Het nieuwe Plan, door UWE HOOG­<br />

HEID en den Raad van Staaten aan Hunne Hoog<br />

Mog. den 18 April overhandigd, tot eene Vermeerdering<br />

van936" Paarden, en i7,686Voetknegten;<br />

doch, (het geen zekerlyk het pilletje<br />

moest vergulden) van welk getal 6 duizend<br />

man zouden afgenomen worden, om daar van<br />

een Corps Mariniers, beftaande uit drie Regimenten,<br />

elk van 16 Compagnien, te formeeren<br />

: een Corps dat waarlyk alléén genoegzaam<br />

zou geweest zyn, mits op een anderen voet<br />

als UWE HOOGHEID zulks begreep; een Corps,<br />

van het welk de Stelleren UWER MEMORIE,<br />

wel gewag maaken (0), maar zondereen enkel<br />

woord te reppen van den Jlaart, die 'er aan<br />

vast was, namelyk van de 936 Paarden, en<br />

11,680, overige Voetknegten, die gelyktydig<br />

moeften geworven worden.<br />

2°. De herhaaling van deze zelfde vordering<br />

(«) A, f, 41, B. p, 55. —• C. p. 23. & 39.<br />

om


G R O O T T A F E R E E L . 95<br />

om 6000 Mariniers, den 22 Oktober gedaan;<br />

wel is waar toen eenigzins gemaatigd, maar<br />

evenwel onder de conditie, dat zulks de voortzetting<br />

der Deliberatien over de geliefdkoosde<br />

Augmentatie niet zou benadeelen.<br />

30. De nieuwe Vertoogen van UWE HOOG­<br />

HEID en den Raad van Staaten, (zo ten opzigte<br />

der voornoemde Augmentatie, als betreffende<br />

bet brengen der Trouppes in ftaat van te velde<br />

te trekken) vervat in de Petitie voor den<br />

Staat van Oorlog, den 28 December aan Hunne-<br />

Hoog Mog, overgegeven , en waar by Uws<br />

HOOGHEID en de voornoemde Raad, onder<br />

andere beledigende en berispelyke uitdrukkingen,<br />

durfden beweeren. „ Dat Zy Lieden geen<br />

„ andere fatisfaftie van Hoogstderzelver waar-<br />

„ fchouwingen hebben, dan DAT DAAR UIT<br />

„ZOUDE B L Y K E N , DAT DE PRAESENTEN<br />

„ TOESTAND VAN HET VADERLAND IS BUI-<br />

„ TEN SCHULD VAN Z. D. H. EN DEN RAAD<br />

„ VAN STAATEN. K -—Uitdrukking, die allerongerymdst<br />

is, indien men bedenkt, dat die<br />

WAARSCHOUWINGEN altoos vergezeld gingen ?<br />

met de Vraag om Augmentatie van Trouppes,<br />

en dat Zy, die deze Vraag deeden , beter dan<br />

iemand anders, wisten, dat zulks niet anders dan<br />

een dwarspaal voor het Herftel der Zeemagt<br />

zyn kon: — Eene Uitdrukking, {zeggen de<br />

Staaten van Friesland in derzelver Brief, den 12<br />

April 1782. tan de Staaten Generaal gefcbrtven.~)<br />

„ Eene


t)6 S C H E T S v A N • E E it<br />

„Eene Uitdrukking, welke onzes eragtens<br />

„ nooit, en zeker thans geheel niet kan te pas-<br />

„ fe komen, in de critique omftandigheden,<br />

waar in de Republiek zig bevind: eene Uit-<br />

„ drukking, welke by een minder op hunne<br />

„ Regenten vertrouwend Volk, dan onze In-<br />

„ gezetenen, gebruikt door den mond van het<br />

„ Eminente Hoofd, en een illuster Collegie van<br />

„ deze Republiek, van de allernadeeligfte ge-<br />

„ volgen voor den .ftaat van het Land had kunnen<br />

zyn : eene Uitdrukking,, welke Hun Ed.<br />

„ Mog. derhalven niet kunnen nalaaten , te re-<br />

„marqueeren, en over dezelve, als een ge-<br />

„ vaarlyken ftap , haare uiterfte gevoeligheid<br />

„ te toonen, in verwagting dat Hunne Hoog<br />

„ Mog. wel met Hun Ed. Mog. zullen willen<br />

„ coöpereeren,tcn ei \de zulke verregaande de-<br />

„ marches by vervolg geene plaats, mogen heb-<br />

„ ben; voor al indien Hunne Hoog Mog. zul-<br />

„ len gelieven te reflecteeren; dat de zo.her-<br />

„ haalde voorhagen tot verfterking der Repu-<br />

„ bliek ter Zee (waar zy alleen zich ooit met<br />

„, vrucht kan ftrekken) altyd zyn geannexeert<br />

„ geweest (zelf nog ten tyde, dat de Repu-<br />

„ bliek reeds in haare Scheepvaart, zo wreed<br />

„ als wetteloos door Engeland benadeeld wierd,)<br />

„ aan eene kostbaareen nuttelooze Augmenta-<br />

„ tie der Landmagt, ten welken opzigte Hun<br />

„ Ed. Mog. zig geëxpliceerd, en alle objee-<br />

„ tien gefolveefd hebben f by. Refolutie , de-<br />

„ zcr


G R O O T T A F E R E E L . 97<br />

„ zer Provincie , in dato den 13. January<br />

„ 1781. enz.»<br />

Ware het nu hier de plaats, D OORLUCHTS-<br />

GE VORST, dan zou ik betoogen , dat deze<br />

rechtmaatge klagten UWE HOOGHEID, in<br />

geenen deeie voorzigtiger in UWE uitdrukkingen<br />

gemaakt hebben; ik zou in h breede voordra^<br />

gen, hoe, inden befaamden Brief door UWE<br />

HOOGHEID den 17 January aan de Staaten Generaal<br />

geadresfeerd , GE de onbefcheidenheid<br />

had om bet gedrag derHooge Regeering duidelyk te inculpeeren<br />

(a) ten aanzien der maatregelen, welke<br />

men, volgens U, had verzuimt te neemen, om<br />

de Republiek voor de rampen te behoeden,<br />

welke dezelve eenige jaaren hadden bejegend;<br />

.en van die, met welke den Staat nog bedreigd<br />

wierd, en die onvermydlyk fcheonen; ik zou,<br />

zeg ik», vertoonen, hoe zeer alle waardige Regenten<br />

, alle braave Burgers, verontwaardigd waren<br />

over de opgeworpe .hoonende, of ongegronde<br />

voorgeevensin dien Brief opgefloten; en'er dan<br />

byvoegen, het donderend antwoord, het welk<br />

de Staaten van Friesland niet verzuimden,<br />

onmiddelyk op die voorgeevens te maaken, en<br />

aan<br />

• (a) Dit is de eigé uitdrukking, aangevoerd in den Brief<br />

der Staaten van Friesland den 25 February van dat zelfde<br />

jaar aan Z. D. H. gefebreven.<br />

G


9g SCHETS VAN EEN<br />

aan'U te zenden O). Maar, in afwagfmo- daj<br />

ik my daar over breeder uidaate, keer ik weder<br />

tot die eeuwigduurende Vraagen om Augmentatie<br />

van Landmagt; en durve zeggen,<br />

dat, ( buiten en behalven de oogmerken en de<br />

bedoeling der geenen , die 'er Aanftookers van<br />

waren) die listige Vraagen, onder zo veelerleije<br />

gedaantens voortgebragt, door zich zeiven<br />

in alle Vergaderingen, zo Stedelyke als<br />

Provinciale en Generale, ysfelyke rampen veroorzaakten.<br />

Want terwyl fommige Leden, aan<br />

de Cabaal overgegccven , of deszelfs wraakzucht<br />

duchtende, al wat dezelve vorderde inwilligden,<br />

bleeven andere btfluiteloos of bepaalden<br />

zig by het doen van Vertoogen; en<br />

fommige bewilligden ten halven, of onder ze*<br />

kere voorwaarden; daar wederom anderen<br />

ronduit weigerden iets toe te Haan: En van<br />

deze verfcheidene uitwerkingen van lafhartigheid,<br />

zwakheid, befluiteloosheid, kragtelooze<br />

wil, toegeeflykheid en weigering, kon in elke<br />

Stad, in elke Provincie en vervolgens tusfchen<br />

de Provinciën zelve , niet anders voortvloeijen,<br />

dan eene eeuwigduurende ftrydigheid van gevoelens,<br />

van gezindheden, en, gevolglyk, van<br />

twis-<br />

(a) Dit alles is vervat in ienxelfden Brief der Staatm<br />

van Friesland.


G R O O T T A F E R E E L . 99<br />

twisten , kibbelingen en algemeene oneenig-<br />

heid • daar, alwaar niet anders dan eendiagt<br />

en eenftemmige fkmenloop tot de waare en<br />

eenige middelen ter behoudenis der Republiek<br />

hadden moeten heerfchen. Kortom, die DOL­<br />

HEID, om de Landmagt te vergrooten, ten<br />

einde onze Grenzen voor een ingebeeld gevaar te<br />

behoeden , vergeleken met de verborgene ftree^<br />

ken die men in de jaar en 1783. en 1784. m c<br />

werk ftelde , ter vèftraaging van het fluiten<br />

eener Alliantie met Vrankryk, welke ons be-<br />

vrvd zoude hebben van den twist, die men den<br />

Keizer heeft bewoogen ons te berokkenen ,<br />

die ONGEHOORDE DOLHEID, zeg rk, vergele­<br />

ken met dergeiyke flreeken op het einde van<br />

1784. en in *t begin van 1785. gebezigd, om<br />

de voorgemelde Augmentatie te dwarsboomen,<br />

en onzen Ingezetenen te beletten, zig te wa­<br />

penen in betbaarblyklykst gevaar, waarm diezeüde<br />

Grenzen zig toen bevonden van door geduchte<br />

krvgsmagt aangevallen te worden, BEWYST AL­<br />

LEEN EN ONBETWISTBAAR, het voorneemen<br />

door eene maatfehappy van Schelmen alhier ge­<br />

formeerd, om hunne heersch- of wraakzucht te<br />

verzadigen met den ondergang van haar eigen<br />

Vaderland. ~ Ik keere weder tot het ver­<br />

haal van onze rampfpoeden en der weinige<br />

zorg, die men aanwendde om die voor te ko­<br />

men, of te verbeteren.<br />

Maar, hadden het langduurig verzuim van<br />

Ga<br />

d e


i co S C H E T S V A N E E N<br />

de herfteliing der Zeemagt en de bovenmaatïge<br />

kngwyligheden in de uitrustingen , gegronde<br />

bekommeringen en algemeen morren gebaard,<br />

het neemen van twee Schepen van Linie , en<br />

een Oost-Indifch Schip, waar van hier voren<br />

gefproken is, mitsgaders van alle onze Koopvaarders<br />

, welke de Engelfchen op Zee ontmoetten<br />

, of op het oogenblik der Vredebreuk<br />

zig in hunne Havenen bevonden; het gezigt eindelyk<br />

van de onbeweeglyke hardnekkigheid om<br />

de Landmagt te vermeerderen, ten kosten der<br />

belangens en het heil van den Staat, dompelden<br />

de Natie in eene droefheid die bezwaarlyk was<br />

uit te drukken. 'Er was dus niets beter, om derzelver<br />

moed en hoop op te beuren, dan een<br />

voljïrekt afzien van die Vermeerdering • dan eene<br />

meerdere werkzaamheid in onze Havens ; dan<br />

een fpoedig en welbeftuurd GEBRUIK der WEI NIGE<br />

MAGT, die ivy in handen hadden; dan voorzigtige en<br />

rustige poogingen , om , zo veel mogelyk , den<br />

trots onzer vyanden te fnuiken, hunne rooverijen<br />

te beteugelen, onze Convoijen te befchermen,<br />

en om, zo niet alle, ten minften<br />

een gedeelte der flagen, welke die<br />

Vyanden ons zouden kunnen toebrengen, af<br />

te weeren. Edoch, zo als ik reeds gezegt<br />

heb,''er gebeurde niets dan juist al het<br />

tegendeel.<br />

Bereids in de maand December 1780. wa­<br />

ren 'er, volgens de Lyst, door UWE HOOG­<br />

HEI©


G R O O T T A F E R E E L . IOI<br />

HEID zelfs overgegeevenCO, en hier voren<br />

aangevoerd, in Commisfie te Amfterdam, m<br />

Texel en andere ftroomen van de Zuidex-Zee,<br />

alleen 8 Schepen van Linie en 18 Fregatten; en<br />

in de daaraanvolgende maand van Maart begon<br />

men met te declareeren buiten ftaat te zyn<br />

een Engelsch Convoy op te lïgten, het welk,<br />

onder 'bedekking van een onnozel Fregat en<br />

een Kotter, de Elbe was uitgezeild. Het<br />

Convoy, op den % S dier maand, door Directeuren<br />

van den handel op de Oost-Zee gevraagd,<br />

deRequifitie Hunner Hoog Mog. den aö dito,<br />

om dat te verzorgen, aan UWE HOOG HEID gedaan,<br />

en, eindelyk, de vervvagtingen van alle<br />

Kooplieden, wierden verfchoven , onder het<br />

-fraaije voorwendzel van gebrek aan genoegzaame<br />

magt, om de minfte befeherming te verkenen<br />

, en van het gevaar dat 'er ftak in de<br />

.verwyderingvan onze Kusten. Waarlyk, men<br />

zou, door de rondborflige en oprechte toon,<br />

met welke de Samenftellers van Uw ER HOOG­<br />

HEIDS Memorie, al dievoorwendzels opdisfehen,<br />

fchier in verzoeking gebragt wierden om hen<br />

te oelooven (£). Sed credat Judaeus Apella.<br />

Even-<br />


105, S C H E T S V A N E E N<br />

Evenwel de Vice-Admiraal Hanftnck begaf<br />

zich omtrent den 5. April van 's Gravenhage<br />

naar boord, om aldaar - eenen aanvang te maaken<br />

van dien luifterryken loop, welke hy den<br />

ganfchen Oorlog door gehouden heeft; en de<br />

lieer Manzon, Schryver van den berugten Courier<br />

du Bas-Rhin, die toen nimmer eene gelegenheid<br />

liet flippen om den Jpot te dryven, met de<br />

Beftuurders cn het Beftuur onzer Zeemagt, en<br />

die, uit het beloop dat de zaaken toen reeds<br />

hadden, wel vooruit zag hoe zy in 't vervolg<br />

•zouden blyven loopen, gaf ten opzigte van dit<br />

vertrek, in zyn Courant van den t%. April<br />

daaraan volgende, dit berigt: „ De Vice-Ad-<br />

„ rniraal Hartftnck is evcnzvcl vertrokken om zich<br />

„ aan zyn Scheepsboord te begecven, na af-<br />

„ fèheid van den Prins genomen te hebben,<br />

„ alsmede de Heer van Kinsbergen zyn Vlag-<br />

„ Kapitein: De Secretaris van de Vloot heeft<br />

„ ook de reis aangenomen, om aan boord van<br />

„ het Admiraal-Schip te gaan; zo dat, v:an-<br />

„ neer nu maar DE DOMINEE is aangekomen, de<br />

„ Vloot compleet zal zyn, en op bet eerfte fein kunnen<br />

„ Zee kiezen." Het geen ik hier zal bybrengen,<br />

billykt volkomen defpotterny van den<br />

Nieuws-Schryver,<br />

Omftreeks het einde der maand April, was<br />

'er op til om een Engelsch Convoy te gaan on-<br />

.derfcheppen, hetwelk gereed ftond om met<br />

Recruten, voor America beftemd, de<br />

We :


G R O O T T A F E R E E L . 103<br />

Wezer uit te komen (a), blootlyk onder bet<br />

zwakke geleide van een Fregat van 32 Stukfcen,<br />

twee Sloepjes en twee -gewapende Vaartuigen<br />

(fr): Daartoe gelastte de Vice-Admiraal<br />

ïiartfmck, op den 16 dier maand den S:hout<br />

by, nagt Zoutman met 4 Schepen van Lmie,<br />

4 Fregatten en een. Kotter,, uit Texel m Zee<br />

te 'fteeken, en zyn Krui stogt te-gaan vestigen<br />

op zodanige wyze, dat hy niet. .bhv flond om<br />

door ovcrmagt aangetast of van Texel afgefneden te.<br />

worden. Maar, DOORLUCHTIGE VORST,<br />

vermits, volgens de Samenftellers Uwer ME­<br />

MORIE, UWE HOOGHEID toen berigt kreeg,<br />

dat de Commodore Stuart (of liever StewarO<br />

met een fterk Esquader Schepen van Linie uit<br />

Engeland was vertrokken,, mm het voorn. Convoy<br />

te befchermen, hielden de Heeren Hartjlnck<br />

en Zoutman daarover den 2.7. eene zeer"<br />

ernftige Conferentie, waar van men U het extrad<br />

liet toekomen (e) ; den 29. dito wierd<br />

des-<br />

(a) A. p. 51. — B. p. 63. — C. f. 37-<br />

('6) Het Fregat was de Amphion van 32.; de Sloepen,<br />

Waren de Ostricb, en de Fortuin, elk van 14 ; en de gewapende<br />

Vaartuigen, waren de Brittannia en de Molly,<br />

dat vry wat fcheeld van 4 Fregatten, als twee van 36 ,<br />

een van 26.. en een van 24. Stukken, zo als in de Memotie<br />

van ZYNE HOOGHEID wordt gezegt.<br />

(O Zie deze Conferentie in 't Verbaal van den Heer<br />

HAR.ÏSINC£,'j?. ioS.<br />

G 4


I°4 S C H E T S V A N E E N '<br />

deswegens nog een grooten Krygsraad op<br />

Texel beleid en ter gelylcer tvd befpeurde<br />

men, dat twee Schepen, die den Heer Zoutman<br />

moeften vergezellen, geen behoeften*. haMen;<br />

dat, voor het overige 5<br />

er gebrek was aan bedreven<br />

Officieren, aan bevaaren Matroozen, mitsgaders<br />

aan ligte Vaartuigen, om op den üit><br />

kyk te gaan. •— En wat was het gevolg van<br />

d a t aI1<br />

es. ?<br />

Het gevolg was, dat de Heer<br />

Zoutman en zyne Schepen in Texel bleven.<br />

Geen fterveling, evenwel, had het Esquader<br />

van den Commodore Stezvan gezien: Edoch<br />

de Engelfche Papieren hadden zyn vertrek<br />

verteld; en dat was genoeg voor het Beftuur<br />

onzer Zeemagt: zulks was genoeg voor dat<br />

Beftuur, hetwelk, den geheelen Oorlog door,<br />

behendig gebruik maakte om die Papieren,<br />

als onfeilbaare Godfpraaken, aan te voeren , en<br />

als de eenige en zekere cofrefpondenrie, wanneer<br />

men voorwendsels nodig had om te verzuimen,<br />

hetgeen moest gedaan worden, en het<br />

. geen men veilig had kunnen doen. Men moet •<br />

eens zien met wat. eene zorg, met welk een<br />

vertrouwen, de berigten, in die Papieren geflanst,<br />

en in de MEMORIE van UWE HOOGHEID,-<br />

CJJ in het VERBAAL van den Vice-Admiraal Hdrt-<br />

1<br />

(a) Pyhagcn tot da Memorie van Z. H. N«. 9.<br />

fmek


G R O O T T A F E R E E L 105<br />

finck, worden aangevoerd. Dan, omtot myn proest<br />

te-g te keeren: kundige Lieden wjsten<br />

dat de Engelfchen op het einde van April niet<br />

luidden , noch gereed waren om in deNoordzce<br />

een Esquader Schepen van Linie te hebben,<br />

z y wisten dat de geheele magt onder den<br />

Commodore Stewart, ten dien tyde, alleenlyk:<br />

heftond in het Schip the Benvick en een ot twee<br />

Fregatten, met welke hy ten noorden van<br />

SclJand én Engeland tegen de Franfehe Kapers<br />

Liften, die deze wateren zeer onveilig maakten<br />

en den roof zelf tot binnen 'sLands zouden'gevoerd<br />

hebben, zo Stewart had goed gevonden,<br />

hun den vrijen teugel te laaten : kundige<br />

Lieden, zeg ik, wisten dit alles, de Dixeftie<br />

van ons Zeeweezen was'er met onkundig<br />

van, en ik herhaale het hier opdat een<br />

ièo-elyk het ook weete. '<br />

In weerwil, nochtans, van den fchnk, welke<br />

dat gewaand Esquader aan de Direftie onzer<br />

Zeemagt fcheen ingeboezemd te hebben,<br />

zeilde de Heer van Kinsbergen den 9. Mey uit<br />

Texel met een Schip van 50 Stukken, drie Fregatten<br />

en een Kotter, waarby zich nog een<br />

vierde Fregat voegde (a). Zyne Inftruftien, ge-<br />

( a) Het Fregat DE DOLPHYN, va» bet ittUl in deze<br />

Iv'rlL Jrdt gef^en, » niet « * op die<br />

gewest. Q


io6 S C H E T S V A N E E N<br />

dateerd den 6. van die maand, waren van der<br />

zen inhoud:<br />

„De Kapitein J. H. van Kinsbergen, wordt<br />

» m i t s d e z e n<br />

gelast, om zich aan Boord van<br />

„ 'sLands Schip van Oorlog DE BATAVIER,<br />

„ gevoerd by Kapitein Wolter Jan Baron van<br />

„ Bentinck te begeeven, en aldaar op zich te<br />

„ neemen het commando over hetzelve Schip,<br />

„benevens de Fregatten ARGO, AMBHITJU-<br />

* T E<br />

> EENSGEZINDHEID, DOLPHYN en VE-<br />

Slrnxn, en de Kotter de AJAX, gecommandeerd<br />

door de Kapiteinen Staring., Braak,<br />

0 Bouritius, Mulder, Grave ,van Rechteren, met<br />

last, om met het voornoemde Esquader by<br />

* d e e e r f t e<br />

gelegenheid Zee te kiezen, in de<br />

„ Noordzee te kruisfen, en aldaar den Vyand<br />

Ó alle mogefyke afbreuk te doen.<br />

„ De voornoemde Kapitein zal zich echter<br />

„ niet verre van Texel éloigneeren , maar in-<br />

.» tegendeel zorgen, om, by aldien hy bevond,<br />

„ dat 'er eene over magt van Engelfche Schepen,<br />

„ waar voor hy genoodzaakt zoude zyn te wyken<br />

» m d e<br />

Noordzee kruide, zich eene retraite<br />

* na de Rheede van Texel te behouden.<br />

, By aldien gemelde Kapitein bevond, dat<br />

n de Vyandlyke Overmagt, in de Noordzee<br />

„ kruisfende, van die force was, dat dezelve<br />

» wel te fterk voor zyn Esquader was, maar<br />

» door de hier GEREEDLEGGENDE SCHEPEN<br />

ë met fucces konde geattaqueerd worden, zab<br />

•»hy


G R O O T<br />

1 0<br />

?<br />

h y onmiddelyk daar van aan de Ondergetekende<br />

kennis geeven, ten einde by denzel-<br />

: ven daar over te handelen, zoo als hy onder-<br />

" nefchreeve noJig zal oordeeten. •<br />

Ingevalle hy Kapitein kondfchap mogte be-<br />

„ k'omen, waarop hy vertrouwde ftaat te kun-<br />

De» maaken, dat 'er geene overmagt van<br />

" vyandlyke Schepen te vreezen was , zal hy<br />

vermogen zich verder van Texel te éloignee-<br />

" ren- om des te eerder vyandlyke Koopvaar-<br />

" dye-of andere Schepen te kunnen onderfeheppen.<br />

" Voorts zal hy Kapitein, na bevinding van<br />

„zaaken, agt a veertien dagen kunnen continuëeren,<br />

waarna hy met zyn Esquader weder<br />

in Texel zal moeten binnen vaken, en<br />

aan den Ondergefchreven zyn wedervaren<br />

" ""EmdelyTzal hy in alles obferveeren be-<br />

„ lïoorlyke Soldaat- en Zeemanfchap :<br />

„ Gedaan aan Boord van 'sLands Schip van<br />

Oorlog, den ADMIRAAL GENERAAL, ge-<br />

\ ankert op de Rheede van Texel, den 6.<br />

?>ey i 7§i."<br />

(geteekent)<br />

ANDRIES HARTSINCIC<br />

Indien, DOORLUCHTIGE VORST, in plaats<br />

van den Kapitein van Kinsbergen, te doen uit­<br />

kopen met één Schip van Linie , en 4 Fregatten,


ïo8 S C H E T S V A N E E N<br />

ten, men de GEREEDT.EOGENDE SCHEPEN,<br />

waar van hier gefproken wordt, by zyn Es^<br />

minder had gevoegd; en indien, in de zekerheid,<br />

waar in men WAARLTK was, dat 'er<br />

niets te vreezen ftond in de Noordzee, voor<br />

zodanige overmagt, de bovengemelde Schepen<br />

ten fpoedigften waren opgezeild, had men onfeilbaar<br />

het Convoy van de Wezer bémagrjgd<br />

Maar in plaats van dit, bleef de Heer vanKinsbergen;<br />

wiens Inhructien NIETS HET MINSTE<br />

GEWAG van dat Convoy maakten, voor Texel<br />

kmisfen, en de Vice-Admiraal- Hartfmck hield<br />

-zich op met aan UWE HOOGHEID nieuwe<br />

ördres te vraagen tot de voorgeflagene Expeditie.<br />

— Wat wonderbaarlyker 'fchikkino-<br />

HOORLUCHTIGSTE VORST! Hoe veele -nuttclooze<br />

omhandigheden! Hoe veel kwalyk betfeedde<br />

tyd! terwyl het vyandlyk Convoy het<br />

oogenblik van uitzeilen beloerde en ook daade-<br />

, Iyk in Zee ftak, op den „. Mey onder de<br />

zwakke bedekking, hier voren opgegeeven. -<br />

Eindelyk kwamen de-.nieuwe bevelen, die<br />

de Heer Hartfinck van UWE HOOGHEID verwagtte,<br />

den i 3den, opdagen; en die Vlootvoogd<br />

op den Mden, met twee Schepen van<br />

•f.ime-, een Fregat en een Snaauw, in Zee geftoken<br />

zynde , vereenigde zig nog dien zelfden<br />

dag met den Kapitein van Kinsbergen. Ttoor<br />

dezefamenvoeging bevond zig de Vice-Admiraal<br />

aan 't hoofd van een Esquader, beftaande<br />

ui?


G R O O T T A F E R E E L . logt<br />

uit 3 Schepen van Linie , ^Fsegatten , een Kotter<br />

en een Snaauw; een Esquader , het welk,<br />

zo als men wel kan denken, den Commodore<br />

Stewart, met zyn Esquader niet aantrof, maar<br />

dat, na eenigen tyd fommige mylen van onze<br />

Kusten te hebben geparadeerd, den 2,4 derzelfde<br />

maand, weder in Texel binnen viel; voor alle<br />

vrucht medebrengende het gewigtig en roemrugtig<br />

nieuws, dat — een Nevel de ontdekking van<br />

het Convoy van de Wezer belet had (a) ! —*<br />

Maar, volgens het Verbaal van den Heerffo«fmck,<br />

was die Nevel op den 15 Mey, dat is,,<br />

daags na het vertrek van den Vice-Admiraal.<br />

Hoe is het dan mogelyk, dat een Convoy, het<br />

welk met den gunftigften wind, den 11 dito van<br />

den Wezer vertrokken was(fr); een Convoy,<br />

het welk men weet, dat, byna aanhoudend ,<br />

dien gunftigen wind op de volgende dagen gehouden<br />

heeft, en dat reeds den 13 dito, den<br />

hoek van Flamborougb was omgezeild , den<br />

(a) Dan den 24 's morgens vroeg, de Vice-Admiraal<br />

Hartfmck, met het geheele Esquader voor de Wal ge­<br />

komen, en 's anderendaags, na eenige Fregatten voor het<br />

Vlie en voor Texel te hebben gelaaten, op de Rhede<br />

geretourneerd zynde, zonder, wegens bet mistig weder<br />

dos Vyands Convoy te hebben kunnen aantreffen, enz.—<br />

A. p. 55- - B. p. 75. — C. p. 40. . _<br />

(&) Verbaal van den Heer Hartfmck, op den ia «1<br />

16. Mey.


lid S C H E T S V A N E E N<br />

ig. nog zo digt by onze Kusten was, en zig<br />

fiog genoeg onder 't bereik van ons Esquader<br />

bevond, om door het zelve gezien te kunnen<br />

worden, indien bet helder Weer was geweest?<br />

Om zulk een zaak te gelooven , moet<br />

men vooraf overtuigd zyn , dat een Lichaam,<br />

op een en denzelfden tyd zig op zekere plaats,<br />

en ook honderd mylen van daar , bevinden kan.<br />

Maar ook men twyffeldc wel, zelfs al vóór de<br />

terugkomst van den Vice-Admiraal, dat men<br />

een derge'yke uitvlugt te hulp zou roepen.<br />

Want de COURIER DU BAS-RHIN van den<br />

23 Mey, bcrigt ons uit 'sHagc, in dato 18.<br />

Mey. „ Men is zeer verlangend om te ver-<br />

„ neemen , hoedanig het Esquader, onlangs<br />

„ uit Texel gezeild, is gehaagd. 'Er zyn Lieden<br />

„ die twyffelen, of dat het Convoy van Duit-<br />

„ fche Trouppes naar Engeland gedestineerd ,<br />

„ wel zal aantreffen, of zy het zullen bemer-<br />

„ ken, ingevalle zy het ontmoet. " — Wat zou<br />

dan wel de Schryver van dat Nieuwspapierge-<br />

. zegt hebben , zo hy geweten had, dat, na de<br />

berigten, die men den 1?. te Amfterdam<br />

had ontvangen van 't vertrek van 't Convoy,<br />

UWE HOOGHEID, nog den 2.3. aan den Schout<br />

by nagtZoutman, ordonneerde, om zig by den<br />

Heer Hartfmck te voegen, ten einde de wegneming<br />

van dat Convoy des te beter te verzeke­<br />

ren ? — 'Er is, DOORLUCHTIGE VORST,<br />

geen buitenlandse)! Admiraal, welke , en in Uwe<br />

Me-


G R O O T T A F E R E E L . ui<br />

'Memorie, en in het VERBAAL van den Heer Hartfinct,<br />

dengeheelen omflagleezen.de van alle die<br />

liegt beraamde of ongepaste maatregelen, van<br />

nuttelooze omftandigheden, van die kinderachtige<br />

of voorgewende bekommeringen , welke in<br />

die eene gelegenheid hebben plaats gegreepen,<br />

'er is, zeg ik, geen buitenlandsch Admiraal,<br />

•welke', dit alles "eestende•, niet eerder meent<br />

zyn oog te flaan op de vertelling van een lachverwekkend<br />

toneelfpel , dan op het verflag<br />

van het Bewind en Gebruik eener Zeemagt,<br />

beftemd om de eer onzer Natie te verdeedigen,<br />

en derzelver Vyanden te bevegten,<br />

wanneer zig daar toe gelegenheid opdeed O).<br />

De uitflag dezer Expeditie, niet min belachlyk,<br />

dan nutteloos, diende flegts tot vergrootmg<br />

(«) De Nevels van dien tyd hébben juist een ieder niet<br />

even ongnnftig geweest; want in 'i be ?in van Mey gelukte<br />

het den Heer de la Metbe Pipet, aan den ingang<br />

van 't Canaal den ryken Buit weg te neemen , die Rodiuy<br />

te St Euftachius veroverd had: En demi3; dier zelfaa<br />

maand verbrandde twee Franfehe Fregatten , bykans onder<br />

'toog van den Admiraal Darhy, zes Tranfportfchepen<br />

, die hy van Gibralter terug bragt. Die twee Fregatten<br />

, welke , in weerwil der tegenwoordigheid van ae<br />

Enaelfchen , niet voor den 20 te Brest binnen liepen,<br />

ontnamen-in hunnen kruistogt aan den Vyand 2 Fregatten<br />

van 36 Stukken, 3 Kotters van 28. en 2 andere Kof<br />

ters van 16 Stukken, met verfcheiden Koopvaarders, en<br />

namen in *t geheel over de 7cQ Man gevangen.


«12 SCHETS VAN EEN<br />

ting onzer benaauwdheid. Reeds in de maand<br />

Maart had men het verlies vernomen van 5;.<br />

Euftachius, als mede van het Oorlogfchip Mars,<br />

het Fregat van dien zelfden naam, en een<br />

groot getal rykgelaaden Schepen , die zig aan<br />

dit Eiland bevonden, of daar van even vertrokken<br />

waren : Op die tyding volgde wel ras het<br />

berigt der verovering van Ejjequebo , Demerary<br />

ende Berbices: de berigten van onwaardeerbaare<br />

Verliezen voor onzen Koophandel in alle Zeeën<br />

volgden malkander, met eene wonderbaarlyke<br />

fnelheid : men wist dat onze te Lisbon gearriveerde<br />

Oorlogfchepen buiten ftaat waren, om<br />

eenigen dienst te doen, en dat de Princes<br />

Maria Louifa, welk Schip naar America beftemd<br />

was, onbekwaam was om ooit weder<br />

uit Kadix te komen : de Schout by nagt Binkes,<br />

was wel met een Oorlogfchip en twee Fregatten<br />

in de Middcllandfche Zee, maar liet gerustelyk<br />

onder zyn oog , onze rykfte Koopvaarders<br />

wegneemen; op onze Kusten zag men<br />

geen één onzer Oorlogfchepen kruisfen , en<br />

zodaanige onzer Koopvaarders , die het geluk<br />

hadden genoten, om op eene verre reize den<br />

Vyanden te ontfnappen , of anderen, die uit<br />

een onzer Havenen, naar eene andere wilden<br />

zeilen , wierden, om zo te fpreeken, in ons<br />

gezigt weggenomen. Men voege hier by de<br />

aanhoudende verwyling in onze toebereidzelen,<br />

den langzaamen voortgang der recrutee-<br />

. rin-


G R O O T T A F E R E E L . 113<br />

ringen, de'achteloosheid in de maatregelen,<br />

en de kwaadwilligheid in alles; dan ook zalmen<br />

geenzins-verwonderd ftaan, zo ik durve beweeren,<br />

dat, bereids in de eerfte maanden van deezen<br />

Oorlog, onze rampen, onze fchande, ten<br />

toppunt waren-gefteigerd en de ontfteltenis algemeen<br />

was geworden.<br />

Ook waren het niet alleen de verdubbelde<br />

klagten onzer Handelaars, van het begin van dezen<br />

Zeetogttot het einde des jaars uitgeboezemd,<br />

hunne affchildering der rampen, die zy ondergingen<br />

, de dringendfte Requesten, de hartroercndfte<br />

Smeekfchriften, die zy zo vrugteloos<br />

aan de Staaten hunner Provinciën of aan<br />

Hunne Hoog Mog. inleverden, om van de Directie<br />

onzer Zeemagt de nodige befeherming<br />

, ter behoudenis van het overfehot hunnes<br />

koophandels in Europa, en ter bewaaring<br />

van het overgeblevene onzer Etablisfementen in<br />

.America enz. te verwerven; het waren, zeg<br />

.ik, alle die zaaken alleen niet, welke betoogden<br />

tothoedaanigen beklaaglyken toeftand wy gebragt<br />

..waren , de gebrekkige Direétie , welke in onze<br />

Zeemagt heerschte, en de onvermydelyke<br />

'noodwendigheid om daar in te voorzien; maar<br />

'de Steden, de Provinciën zelfs, verhieven hunne<br />

Stemmen gelyklyk op. Vlisfingen (0), Middel-<br />

ia) Den 30. April, i<br />

H


H4 SCHETS VAN EEN<br />

deiburg (a), Zierikzee (è), en Ter Qoes (c), alle<br />

Steden eener Provincie, welke, nog na de<br />

Vreedebreuk van Engeland met ons, de Onderhandelingen<br />

had willen vernieuwen, die<br />

ons, volgens haar, den Oorlog hadden kunnen<br />

doen ontgaan , waren de eerfte om zich te<br />

beklagen over de rampen, die ons overftelpten,<br />

over andere rampen, die ons dreigden,<br />

over de wanhoop en de bcdryveloosheid, welke<br />

de] eerstgemelde rampen verzwaarden, en<br />

de laatfte over ons ftonden uittelokken: Die<br />

Steden, zeg ik, waren de eerfte om het kwaad<br />

aan te toonen en te bewyzen de noodzaaklykheid<br />

om deszelfs oorzaak uittevorfchen (i).<br />

Op<br />

( a) Den 14. Mey.<br />

(b) Den 12. Juny.<br />

(O Den 9 July.<br />

(d ) Om nog eens te komen op de klagten, welke onze<br />

Handelaars hebben uitgeboezemd, en op de fmeekfchriften,<br />

door hen, geduurende het Jaar 1781. ingebragt,<br />

en waar van ik in 't begin dezer paragraaf heb gefproken,<br />

zal ik hier de volgende aanhaalen :<br />

1°. Het Request in het begin van Maart geprefenteerd,<br />

door de Direéteurs van den handel op de Oost Zee: Request<br />

van het weik ik bereids melding heb gemaakt, en<br />

waar in die Handelaars deeden zien, de dringende noodzaaklykbeid<br />

om eenen tak van Koophandel te befchermen,<br />

welke graanen, bout, bennip, yzer, en andere waaren<br />

verzorgden, die onmisbaar waren, zo voor de Ingezetenen<br />

dezes Land» in 't algemeen, a{s yoor die geenen<br />

Iwn.


GRO.OT T A F E R E E L . 115'<br />

Op den 18. Mey wierd door de Gedeputeerdenvan<br />

Amfterdam, ter Staats-Vergadering van<br />

Holland en West-Friesland, in naam hunner<br />

Principaalen, eene Propofitie ingebragt, waar<br />

by<br />

hunner, Welke onze producten in ruiling dier waaren<br />

afzonden: Dat de Schepen , met deeze waaren belaaden ,'<br />

den winter in de Havens der Oostzee doergebragt hebbende,<br />

alleenlyk eene bedekking afwagteden om herwaarda<br />

te komen: Vat, ten andere, de voortyd, de eenige gunftige<br />

tyd was om de voorgemelde ruilingen te volvoeren:<br />

Dat om het onherftelbaar verlies voor te komen,<br />

welke alle vertraaging zoude kunnen veroorzaaken, de<br />

Requeftranten Hunne Hoog Mog. frneekten , om hoe eerder,<br />

hoe liever aan deeze Schepen een genoegzaame befeherming<br />

te verleer.en, welke dezelve tegen den Vyand<br />

koade verdeedisen ; en dat eindelyk, indien het Hunne<br />

Hoog Mog. mogt behagen, het Embargo, het welk op<br />

de Schepen naar de Oostzee was gelegt, te ligrcn, deze!<br />

van die gelegenheid gebruik konden maaken om derwaarts<br />

te vertrekken.<br />

2 0<br />

. De Brief, welke de Gedeputeerden van de Oost - tndilche<br />

Compagnie, op den 23. AprA aan Hunne Hoog<br />

Mog overleverden, eu waarin zy, na eene voordragt van<br />

de uiterfte verleger.dbeid, in welke Bewindhebberen dezer<br />

Compagnie flonden te vallen, in gevalle zy de Schepen<br />

voor haare Bezittingen beftemd, niet tydig konden<br />

afvaardigen, na een verdag van het eminent gevaar,<br />

het welkte duchten was dat de Vyand eenige haarer<br />

Bezittingen mogt aantasten, Hunne Hoog Mog. verzogten<br />

om die Schepen eene behoorlyfc: bedekking te verleenen,<br />

terwyl voor 't overige Heeren Bewindhebbereu<br />

aorg zouden dragen , om die zelfde Schepen meer dan ge-<br />

H a Woon»


lió SCHETS VAN EEN<br />

by men in meer byzonderheden kwam, dan tot<br />

hier toe nog gedaan was over de noodlottige uitwerkzelen<br />

der bedryveloosheid van onze Zeemagt:<br />

daarin drong men ten fterkften aan, op<br />

xvoonlyk te doen wapenen, zo ter hunner eigene<br />

verdeediging, als voor die der verdere Schepen in de In-<br />

difche Zecön: Maar dat, ingevalle Hunne Hoog Mog.<br />

ten dezen opzigte geene gunllige Refolutie konden ver­<br />

kenen , zy Heeren Bewindhebberen niet verantwoordelyk<br />

zouden zyn, voor de gevolgen die 'er uit konden voortvloei­<br />

den, enz. Wie zou nu gelooven, dat, ondanks al<br />

die redenen, cn andere, die ik hier r.iet ophaale; wie<br />

zon, zeg ik, nu gelooven, dat, ondanks alle goedwillige<br />

intentien van de meerderheid der Leden, die de Staate.'i<br />

Generaal uitmaakten, de Schepen der Compagnie, met<br />

goederen gelaaden, die ongevoelig bederven; beladen<br />

met Schepelingen , welke ge .eeltelyk door bedryveloos.<br />

heid en wanhoop een prooy voor 't graf wierden, nog<br />

over de veertien maanden moesrcn wagten,om het gevraagd<br />

Convoy ind^daad te verwerven?<br />

3°. en 4°. De beide Requesten, op den 6. en 7. Ju.<br />

ny aan de Staaten van Holland en de Staaten Generaal<br />

geprefenteerd, door de Kooplieden van Dordrecht, Haar­<br />

lem, dmflerdam en Rotterdam, in den handel op Surina-<br />

men gein eresfeerd; twee Requesten, over welke, zo<br />

als ook over de volgende, ik hier na gelegenheid zal heb­<br />

ben my breeder uit te laaten.<br />

5°. Het Request omtrent ten zelvcn tyde door de<br />

Zccuwfche 1<br />

de<br />

fandelaars, insgelyks by !<br />

den voorn, handel<br />

belang hebbende, by de Staaten van Zeeland ingeleverd.<br />

6». De afzonderlyke klagten op den 14. Augustus aan<br />

de Kotttrdamfcbt Regeering gedaan, door de Kooplieden<br />

dier


G R O O T T A F E R E E L . II?<br />

ie naarvorfching der beweegredenen cn oorzaaken<br />

dezer bedryveloosheid, op de te neemen<br />

maatregelen, op demiddelea, die gebruikt<br />

moeiten worden, op de poogingen, die aangewend<br />

dienden te worden, om de Repubuek<br />

voor baaren totaalen ondergang te behoeden;<br />

en men befloot dezelve met het vóórhel om<br />

eene COMMISSIE te benoemen, om UWE<br />

HOOGHEID in de waarneeming van het Admiraal<br />

-Generaalfchap te verligten; dat is, om die<br />

poogingen', die middelen , die maatregelen,<br />

van welke zo even is gerept, te bevorderen,,<br />

en om, zonder verwyling, ter uitvoer te brengen,<br />

de Refolutien, welke Hunne Hoog Mog.<br />

&<br />

ZOLl-<br />

dier Stad, welke in den handel op de Oostzee belang<br />

hadden. ,.<br />

7°. De dringende aanbeveeling van de belangen* dier<br />

Neoócianten , door de Gedeputeerden der voorn. Stad,<br />

deif 17. daaraan volgende ter Staats-Vergadering van.<br />

Holland gedaan, by.de inlevering der zo even aangeroerde<br />

klagten.<br />

8o. Het vernieuwde- Request door Directeuren van<br />

den Handel op de Oostzee en Muscovien, op den 3$.<br />

Auff. aan de;Siaaten Generaal overhandigd.<br />

90. Het herhaald Request, door Geinteresfeerden in<br />

den Surinaamfchen handel, op den 29. September aan<br />

Hunne Hoog Mog- geprefenteerd.<br />

10°. De vertoogen op den 7. Deeembcr aan ZYNE<br />

HOOGHEID gedaan, door' de handeldryvende Kooplieden<br />

op de West-Indien.<br />

H 3


4i?> S C H E T S V A N E E N<br />

zouden kunnen neemen, ten einde de zaaken<br />

te herftellen, onze Goederen te behouden,<br />

onze eer te wreeken. De inrichting dier COM­<br />

MISSIE, genomen in den zin, waar in die Stad<br />

dezelve alhier verftond, en welken zy daar<br />

aan ook nog heeft gegeven in de verklaaring<br />

door Haare Gedeputeerden, in de maand January<br />

1783. ter Provinciale Staats-Vergadering<br />

gedaan, zou geenerleije inbreuk hebben gemaakt,<br />

noch op het gezag van UWE HOOG­<br />

HEID, noch in de functien van den Raad van<br />

Staaten , noch op die der Admiraliteits-Collegien<br />

; maar daar door de aanflagen onzer<br />

Vyanden van buiten verydeld, en de famen-<br />

.fpanning der binnenlandfche Vyanden den bo-<br />

. dem ingeflagen hebben : daar door zoude.<br />

liet gedrag van Uwen Mentor zyn naargegaan,<br />

en gevolglyk UWE HOOGHEID behoed<br />

zyn geweest voor de verdrietlykheden, die<br />

Ge in 't vervolg hebt ondergaan, en wy voor<br />

die rampfpoeden en die fchande, met welken<br />

wy overftelpt zyn geworden: Ten minften zou<br />

die COMMISSIE, in ftaat zynde de zaaken van<br />

naby te befchouwen, ons de moeite hebben gefpaard<br />

om twee volle jaaren lang te vraagen,<br />

welke waren tccb de oorzaaken der ONBEGRYPLY-<br />

KE WERKELOOSHEID, die ons bekommerde,<br />

die ons wanhoopend maakte, en welke men niet<br />

in ftaat was te doen ophouden? En buiten dat<br />

alles, indien het UWE HOOGHEID had goed<br />

ge- :


G R O O T T A F E R E E L . 119<br />

««dacht, eene verantwoordende Memorie van Uw<br />

aedrao- als Admiraal-Generaal in'dicht te doen<br />

brenoen; dan zouden de Samenftelleren van<br />

dusdanige MEMORIE , daar in die fchynrcdenen<br />

en zulten bedrog niet hebben durven bezigen,<br />

als welken zv te berde gebragt hebben in die,<br />

welk ik bezig ben te ondeden, en echter alhier -<br />

nog maar doorbladere. Kortom, Dordrecht, Haarlem,<br />

en andere Steden namen het voorftel van<br />

Amfterdam aan, en alle waare Patriotten vereerden<br />

het met hunne toejuichingen, doch de<br />

zaaken gingen niet minder den gewoonen fleur;<br />

dus,namelyk, dat de Engelschgezinde Kliek<br />

aan 't kuipen ging; dat de zaak op de lange<br />

baan wierd gefchoven; en dat zy afliep zon^<br />

der dat men eene Refolutie nam, welke aan<br />

dien waardigen en heilzaamen voorflag beantwoordde.<br />

Be Party , zeide Manfon, voorziende<br />

hoe die zaak zou afloopen, welke belang heeft om<br />

deezen ftouten flap te verydelen, heeft den vollen tyd om<br />

te kuipen ter bereiking van haar oogmerk, en naar<br />

allen fchyn zal zy ook daar in ftaagen C a >.<br />

UWE HOOGHEID ontbood den 30. Mey<br />

den Vice-Admiraal Hartfmck, om voor een paar<br />

dagen, met den Heer van Kinsbergen, in 'sHagè<br />

te komen, om het Plan der Zee-Operatien<br />

voor<br />

(a) COURIER: DU BAS-RHÏN, van den 16. Ju-<br />

„yx 78x. H 4


12.0 S C H E T S V A N E E N<br />

voor dezen togt te beraamen(ö); doch het berigt<br />

dat 'er een Engelsch Esquader, onder bevel<br />

van den Admiraal Parker, beftemd was- tot eenige<br />

Expeditie op onze kusten, verwylde de<br />

komst dier Heeren. Dit nieuws evenwel niet<br />

geconfirmeerd wordende, fchreef UWE HOOG­<br />

HEID, op den n.Juny weder; en de Heeren<br />

Hartfmck en van Kinsbergen, vertrokken van Texel<br />

den 13. dito, naar 'j-Hage, en in plaats van<br />

aldaar twee dagen te blyven , zo, als hier boven is<br />

gezegt, verfleeten • onze Heeren 20 dagen,<br />

rnet hunne reis Maar was 'er dan zo langen<br />

tyd nodig om over die Operatien te conie 7<br />

reeren? Denklyk neen; want men weet<br />

dat die Heeren een gedeelte dier 20 dagen,<br />

doorbragten met. in. den Haag en elders te wandelen,<br />

cn dat eindelyk,• op den 1. July de lieer<br />

Hartfmck zich een weinig van zyne werken<br />

yerfrischte op L.UMNIENBUIIG , een Buitenplaats<br />

by Hilkgom. Een man, die in deze Campagne,<br />

reeds vyf. weeken aan Boord van zyn<br />

Schip had doorgebragt, een'man , die zulk een.<br />

kifterryken kruistogt, als waar van gefproken<br />

is, volvoerd had, en eene Conferentie in 'sHage<br />

had bygewoond, verdiende ook wel eenige<br />

rust te fmaaken (&)! ! !<br />

Maar,<br />

(O A. p. 00. — B, p. 89. — c. p. 44<br />

(*) Niets kan een regtmaatiger denkbeeld geeven<br />

van


GROOT TAFEREEL.<br />

Maar, WAT DEEDEN DE.EN&ELSCHEN IN<br />

UIEN TÏÜ? De Engelfchen ...< die zaten gansch<br />

met fil De Admiraal Parker was den 31 Mey,<br />

met 4 Schepen van Linie van St. Helena gezeild ,<br />

om langs de Kusten nog andere Oorlogfchepen<br />

by een te zamelen, en vervolgens naar heiih te<br />

ftcvenen,. van waar hy over de 400 Schepen<br />

naar de Oostzee moest escorteerem; het geen<br />

de Directie onzer Zeemagt had ..kunnen weeten<br />

, indien men goede correspondentie in En T<br />

geland' gehad had ; of liever het geen zy wel<br />

wist: En voor 't overige bleeven onze trotfe<br />

Vyanden voortgaan , met ons in alle oorden<br />

ftraffeloos alle mogelyke nadeelen te doen.<br />

EN WAT VOERDE MEN BY ONS UIT? — By<br />

ons helden dc Dordfche, Haartemfche, Amfterdamfche<br />

en Rotterdamfche Kooplieden, die in den Surinaamfchc<br />

Handel belang hadden , een Request,<br />

op , het welk zy den 7 Juny , door hunne 3- Ju"y- ^<br />

M<br />

s Ha e v m d e n<br />

' S<br />

zelfde maand, — Het is wil vast bepaald dat wy niet geztni<br />

zyn te vechten, noch ter zee , noch te land; onze Zeekapiteinen<br />

homen bier dikwyls de FRANSCHE COMEDIE BYWOO-<br />

N Ï N : En dat is vast niet om te gaan werven, zo als men<br />

voorgeeft, dat men daarom 6 mwnden verlof geeft aan 10<br />

man per Compagnie, uitgezonderd de 2 Regimenten Mariniers.<br />

Hs<br />

T<br />

i n<br />

'


ita S C H E T S V A N E E N<br />

deputeerden aan de Staaten Generaal overgaven,<br />

na zy een ander aan de Staaten van Holland<br />

hadden overhandigd, en na zy zich mondeling<br />

aan UWE HOOGHEID geadresfeerd hadden,<br />

op dat en de Heeren Staaten, en UWE<br />

HOOGHEID, de goedheid zouden hebben, hun<br />

eerstgenoemde Request te onderfteunen. Edoch,<br />

in weerwil van het zo aandoenlyk, als waarachtig<br />

tafereel, door de voornoemde Kooplieden<br />

daar in g'efchetst van het gevaar, om die Co-<br />

Ionie te verliezen, zo niet Hunne Hoog Mog. de<br />

goedheid hadden hun eenig geleide by te zetten<br />

, met de noodige praemien tot het helpen<br />

uitrusten en bewapenen der Schepen , beftemd<br />

om levensmiddelen en andere onontbeerlyke zaaken<br />

der waards te voeren, — in weerwil van het<br />

verflag van den naderenden ondergang der<br />

Maatfchappy zelve , mitsgaders van duizenden<br />

andere Burgers, wier eenig beftaan, zo van<br />

een onafgebroke Vaart op die Colonie als op<br />

Curacao, volkomen afhing, — in weerwil der<br />

mondelyke belofte van UWE HOOGHEID, in<br />

weerwil der gunftige Refolutie der Staaten Generaal,<br />

op den 14. daar aan volgende, deswegens<br />

genomen , in weerwil van een tweede Request,<br />

doorgemelde Kooplieden by Hunne Hoog<br />

Mog. den ao. September ingeleverd, — in weerwil<br />

eener tweede Refolutie Hunner Hoog Mog.<br />

niet minder gunftig dan de eerfte, nopens die<br />

zelfde zaak, den 15. October genomen, — in<br />

weer-


G R O O T T A F E R E E L . 123<br />

weerwil, van den vernieuwden aandrang der<br />

Amfterdamfibe Geintresfecrdens by UWE HO00<br />

HEID, op den 7. December, — m weerwil,<br />

eindelyk, der verbaazende kosten door de Compagnie<br />

gemaakt, en het onberftelbaar verlies,<br />

he°t welk zo veel arme huisgezinnen, door die<br />

vertraaging moesten lyden, wierd het beloofde<br />

zwak Escorte door de Beftuurders van de<br />

Zeemagt voor dit jaar geweigerd; en de Koopheden,<br />

onwaardiglykinhunneverwagtmg teleur<br />

geheld, verpïigt hunne Schepen te ontlaaden,<br />

de Manfchap af te danken, en de maand April<br />

178a eerst aftewagten om hunne onderneeming<br />

uit te voeren. Ik zal in 't vervolg de voorwendzeis<br />

te berde brengen, met weiken men dusdaanige<br />

weigering heeft zoeken te btllyken; voorwmdzels,°<br />

zo beuzelachtig en fchandelyk , dat<br />

men onzeker' is , wie deswegens de grootfte<br />

ónbefchaamdheid toonden, of zy die dezelve<br />

voor den dag bracten, of de Stellers van UWER<br />

HOOGHEIDS Memorie die ze hebben bygebragt.<br />

E N WAT MAAKTE MEN GEDUURENDE DE<br />

M E Y M AAN DTE TEXEL? - Daar was men , al<br />

' zaztjes-, al zagtjes, bezig met toebereidzelen te maaken,<br />

om onze Koopvaardy-Vlootnaar de Zond<br />

£e brengen, en van daar tc haaien, die, welke<br />

aldaar was: eene Expeditie , welke reeds gedaan<br />

had moeten zyn , en die men zonder overgroote<br />

magt had kunnen uitvoeren, vermits de<br />

Noordzee die geheeic maand voor ons open<br />

was


I2 4<br />

SCHETS VAN EEN<br />

was geweest. Maar perfoneele wraakzugt, —,<br />

het vermaak om de groote Hollandfche Steden<br />

te vernederen , en eene volftrekte overgegecvenheid<br />

aan de belangens van Engeland, dreven<br />

boven alles heen, gelyk zy doen zullen zo<br />

lang 'er laage zielen en Verraders onder ons<br />

zullen huisvestendat is, zo men 'er geen zorg<br />

voor draagt, tot de voleinding der eeuwen.<br />

EN WAT ZEIDEN ONZE WAARDIGE EN-<br />

GELSCH-GEZINDEN VAN AL DIE ZAAKEN ? —<br />

Die bleven voortvaaren, met over de zwakheid<br />

onzer Zeemagt te klagen, terwyl zy ,door hunne<br />

eeuwigduurende aandrang om Vermeerdering<br />

van Landmagt, hun mogelyke best hadden gedaan,<br />

om het herftel der Zeemagt te beletten:<br />

Altoos beklaagden zy de fchaarsheid van Manfchap,<br />

naar infpanning van alle hunne poogingen,<br />

om de bczwaarlykheid van die te vinden,<br />

te vermeerderen : Geftadig preekten zy van<br />

voorzorg en voorzigtigheid , dat is, van 'tgevaar<br />

om de Oorlogfchepen bloot te ftellen , wanneer<br />

men die veilig kon gebruiken, daar men, in 't<br />

laatst van 't jaar 17S0. toen alles te duchten<br />

ftond, 'er verfcheiden had durven bloot geeven,<br />

waar van 'er eenige genomen "wierden.<br />

By mangel van alle die redenen, namen zy de<br />

ongeftadigheid der winden, liegt weer, of anderen<br />

zo waare als vahche beletzelen te baat: En<br />

had fomtyds eenig publiek Schryver, den moed<br />

©m in zyne papieren de bülyke klagten der<br />

" Na-<br />

f


G R O O T T A P E R E E I» 125<br />

Natie op te geeven , of eenige bedenking te<br />

maaken, over het geen men gebeuren zag en<br />

lydeh moest, dan riep men uit: bedrog! lastertaalf<br />

en zo zy de magt gehad hadden, zou hangen<br />

bet lot geweest zyn. van die, welke de waar-<br />

beid durfden fchryven.<br />

Eindelyk deed het gezicht van zo veele zonderlinge<br />

gebeurtenisfen , en hetblaakend verlangen,<br />

dat daar in voorzien wierd, de AmflerdamfcbeRegeering<br />

hetbefluit neemen , ten dien einde een<br />

nieuwe pooging aan te wenden. Den 8.Juny vertoonden<br />

de Gedeputeerden dier Stad aan UWE<br />

HOOGHEID fchriftelyk: O) Dat, hoe, zeer<br />

men zedert verfcheidene jaaren , niet dan verachting,<br />

fmaad en belediging van Engeland had<br />

onttangen, men niet te min verzuimd had de<br />

Zeemagt te herftellen; dat is, zich de middelen<br />

aan te fchaffen, om die onrechtvaardigheden<br />

te ontwyken , of af te weeren , onze wettige<br />

Rechten, Scheepvaart en Koophandel te<br />

befchermen. —, Dat, zedert die Mogenheid<br />

ons den Oorlog verklaard, en verfcheide van<br />

onze Bezittingen overweldigd had , eene onbegryplyke<br />

en noodlottige werkeloosheid in de Direclie-,<br />

en het emvlooy onzer Zeemagthza. geheerscht: _<br />

dat<br />

(«) Deze Memorie, of die Vertoogen van de Am(leriamfebe<br />

Regeering, wierden den 6. July daar aan volgende ter<br />

tafel der Staaten van Holland en West - Fiieslaud gebiagc.


12,6" SCHETS VAN EEN<br />

dat het de pligt was van braave Regenten,<br />

om de oorzaaken van deze onverfchoonlyke nalatigheid<br />

naar te fpeuren, mitsgaders de<br />

middelen om zulks te verhelpen: — Dat een<br />

deezer middelen was de voorflag, op den 18.<br />

Mey bevorens, gedaan, om UWE HOOGHEID<br />

eene COMMISSIE toe te voegen; —. Dat deze<br />

Voorflag geenszins voortkwam, uit eenig<br />

misvertrouwen op de goede dispofitien en intentien<br />

van UWE HOOGHEID, „ maar dat<br />

„ zodanig misvertrouwen alleen viel op den gee-<br />

„ nep, wiens invloed op den geest van UWE<br />

„ DOORL. HOOGHEID, gehouden wierd voor<br />

„ de naafte oorzaak van de traagheden en flap-<br />

„ heid in de behandeling der zaaken (n).— Dat<br />

„ derhalven de Regeering van Amfterdam,<br />

„ zig, hoe ongaarne ook, gedwongen had ge-<br />

„ vonden, om — aan UWE HOOGHEID, met<br />

„ verfchuldigden eerbied, doch teffens met de<br />

„ openhartigheid en vrymoedigheid, welke het<br />

„ gewigt der zaaken vorderde,'onder het oog<br />

„ te brengen en rondelykte declareercn: dat,<br />

„volgens het algemeen begrip, de Heer Her-<br />

,.tog voor de eerfte oorzaak wierd gehouden<br />

„van den elendigen en gebrekkigen ftaat van<br />

de-<br />

(a) Alle de Faragraphen, alhier met comma's onderfcheïden,<br />

zyn de eige bewoordingen . zo als in veifcheide ge*<br />

deeltens dier Yerroogen gevonden worden.


G R O O T T A T E H H IS?<br />

„ defenfie , waar in het Land zig bevond, van<br />

'„ al het verzuim, dat daaromtrent plaats had,<br />

* van alle verkeerde maatregelen,zedert eenen<br />

oeruimen tyd genomen, met alle de fatale gem<br />

volgen, uit dezelve geproflueerd, en dat men<br />

', UWE HOOGHEID kon verzekeren, dat de<br />

" haat en afkeer der Natie tegen den Perfoon<br />

" en het Ministerie van den Hertog, tot die<br />

" hoogte was geklommen , dat daar uit de fachéuste<br />

en onaangenaamfte gebeurtenisfen<br />

" voor 't welzyn en de rust van het algemeen<br />

,', te wagten waren.<br />

„ Dat 'er geen twyffelwas, of dit gezegde,<br />

„ zou UWE HOOGHEID wel reeds van anderen<br />

zyn voorgekomen; doch by aldien zulks al<br />

" eens niet gebeurd was, zulks eeniglyk moest<br />

" worden toegefchreeven aan eene vrees voor<br />

de uitwerkzelen van het ongenoegen van den<br />

Hertog, terwyl men zich, met opzigt tot het<br />

" voorgemelde met alle fiducie durfde beroepen*<br />

„ op het getuigenis van zo veele eerlyke en<br />

„ cordaate Leden der Regeering, als UWE<br />

" HOOGHEID dies wegens, onder het gee-<br />

" ven van de noodige vryheid totfpreeken, en<br />

ernftige aanmaaning , om , volgens pligt en<br />

" conferentie, de waarheid te zeggen, zoude get<br />

lieven te ondervraagen ; dat zy meer dan<br />

" eens met zeer veel leedweezen hadden verl<br />

nomen, hoedanig de Heere Raad-Penfiona-<br />

„ ris zich in 't byzyn van onderfcheidene Le-<br />

" „ den


io.8 S C H E T S V A N E E N<br />

„ den van de Regeering van Holland hadde<br />

i, beklaagd, over het misverftand, dat tusfchen<br />

„ hem Heer Raad-Penfionaris, en den meer-<br />

„ genoemden Heere Hertog plaats had; gelyk<br />

„ mede over den invloed, welke de zo even.<br />

„ gedagtc Heer Hertog , op den Geestvan UWE<br />

„ HOOGHEID had, waardoor zyne Poogin-<br />

„ gen ten besten van het Vaderland te meer-<br />

„ maaien zyn verydeld geworden.<br />

' „ Dat dezedifcrepanceen verfchillendheidvan<br />

„ oogmerken en fentimentcn , tusfchen den<br />

,. principaalen Raad van UWE HOOGHEID, en<br />

„ den eërften Minister' van deeze Provincie,<br />

„ niet alleen de allernadeeligfte gevolgen heb-<br />

„ ben kon, maar ook een genoegzaam motief<br />

„ uitleverde, om de fterkfte inftantien te doen<br />

„ tot het removeeren van de fource van dit<br />

„ mistrouwen en oncenigheid. — Dat — men<br />

„ liefst gemenageerd zoude hebben tot dee-<br />

„ zen tegenwoordigen ftap te komen, zo 'er<br />

„ zig maar eenige hoop tot beterfchap, of ver-<br />

„ andering had opgedaan , maar dat men zig<br />

„ hier mede om welgemelde redenen niet<br />

„ meer durvende flatteeren, en de nood op<br />

„ het hoogfte geklommen zynde, niets anders<br />

-„ overig fcheen , dan den waaren ftaat van zaa-<br />

„ ken op deze wyze voor UWE HOOGHEID<br />

„ open te leggen ; Hem op het ernft'gfte te<br />

„ bidden , dezelve in ferieufe overweeging te<br />

• „neemen, en niet langer gehoor te geeven<br />

„ aan


ö R. ö o f T A F E R E E L ; tig<br />

l aan den Raad ert Infinuatien van een man ,<br />

„ die zodaanig met den haat van Grooten en<br />

j Kleinen overladen was, en , als eenVreem-<br />

„ deling, geene genoegzaame kunde van onze<br />

„ Regeeringsform hebbende, noch ons Land<br />

„ een goed hart toedraagende wierd aangezien.<br />

, Dat het verre van hun was, dien Heer<br />

„ t'e willen bëtigrigen, met dat geene, waar<br />

mede hy maar al te openlyk befchukhgd<br />

" wierd, of als' gegrond aan te merken, de Soup-<br />

'' cons van verregaand en ongeoorloofe attache-<br />

"„ ment aan het Engelfche Hof, van kwaade<br />

„trouw en corruptie; dat zf vertrouwden.,<br />

dat een Heer van die hooge geboorte en<br />

" n rang onbekwaam was tot diergelyke laag-<br />

•'heden, maar dat zy oordeelden, dat de fa-<br />

„ cheufe denkbeelden , dewelke op des'zerfs<br />

„ fubjeót waren opgevat,en een algemeen wan-<br />

„ trouwen hadden veroorzaakt, hem tot den<br />

„ dienst van den Lande en van UWE HOOG-<br />

„ HEID volftrekt nutteloos en fchadelyk ge-<br />

„ maakt hadden. En dat hy derhalven van de<br />

' Direftie der zaaken , en van den Perfoon;<br />

" en het Hof van UWE HOOGHEID geéloi-<br />

" loignèerd behoorde te worden, alszynde een<br />

'•' altoosduurende hinderpaal om de goede Cor-<br />

" respondentie tusfchen UWE H OOG HEI 1<br />

D, en<br />

1 de voornaamfte Leden van den Staat,- te dóen<br />

l herleeven, enz.- — Na deeze voordragt,<br />

DOORLUCHTIGE VORST, kwamen de öe*<br />

I dc-


130 S C H E T S V A H E E N<br />

deputeerden op nieuws op de noodzaaklykheid,<br />

om, ten minden geduurende den Oorlog, U<br />

eene COMMISSIE toe te voegen,, beftaande<br />

uit Regenten der refpective Provinciën, om<br />

UWE HOOGHEID met raad en daad by te ftaan,<br />

en tot heil des Vaderlands mede te werken:<br />

Eindelyk, zy deden het vóórhel van nog verfcheide<br />

daartoe benoodigde middelen, die men<br />

breeder nedergefteld vind in derzelver Memoinorie,<br />

van welke ik hier üegts den zaaklyken<br />

inhoud opgeeve.<br />

In plaats nochtans, dat allen eerbied, aan<br />

UWER HOOGHEIDS Perfoon verfchuldigd, denoprechten<br />

en befcheiden toon, de baarblyklykheid<br />

en gegrondheid der redenen, het gewigt<br />

der waarheden, met één woord, welke in de-,<br />

ze vertoogen heerschte, UWE HOOGHEID<br />

treffen zouden, gelyk had behooren te gefchieden,<br />

in plaats van Uwe oogen te openen, en<br />

een hulpmiddel voor onze rampen mede te<br />

brengen, had alles juist eene tegenftrydige uitwerking.<br />

UWE HOOGHEID, bereids gramftoorig<br />

over den voorflag van eene COMMIS­<br />

SIE, kon niet nalaaten den Gedeputeerden te<br />

toonen, met welke verontwaardiging GE over<br />

dezen nieuwen flap waart aangedaan; derzelver<br />

Vertoogen befchouwende als een gebrek<br />

van vertrouwen en eerbied, jegens U zelve,<br />

als een vermetele fmaad, als een fchennis<br />

UWER waardigheid, en misfehien als een misdaad


G R O O T T A F E R E E L . 131<br />

daad van gekwetfte Majeftèit: UWE HOOG­<br />

HEID, zeg ik, befchouwde die Vertoogen als<br />

een verfoeilyken koon, als eene misdaadige<br />

fchennis jegens den Hertog, jegens een Man,<br />

door UWE HOOGHEID geacht als een tweeden<br />

Vader, als een wonder van vernuft en kunde<br />

, als een onfeilbaar Orakel, als den riuttigften<br />

Dienaar' van den Lande, als een Man , in eens<br />

gezegt, wiens hart onvatbaar was voor laagheid,<br />

corruptie eri verraaderye , wiens gemoed<br />

onbewaam was iets ten nadeele der belangen<br />

van de Republiek uit te denken; en, gevolglyk,<br />

wiens fentimenten , inzichten , voorneemens<br />

en daaden , niets anders ten doel konden<br />

hebben, dan den roem, en den gelukftaat des<br />

Lands, welkers brood hy nuttigde. Met een<br />

woord, de Hertog was in UWER HOOGHEIDS<br />

oogen dat geen , het welk Minerva, onder de<br />

gedaante van Mentor, voor Télémacbus was. —<br />

Hoe gelukkig, DOORLUCHTIGE VORST, wa­<br />

re het voor U geweest, en hoe gelukkig voor<br />

óns! zo hy voor U even nuttig geweest was als<br />

FENELON onderfteld dat Mentor voor den<br />

Zoon van Ulysfes was O)!<br />

Ik<br />

(a) Wie zou ooit gelooven dat, geduurende de ganjcbe<br />

Meimaand , dn is, terwyl dat het weldenkendfte ge­<br />

deelte der Natie overtuigd was, dat een der vamaamjte<br />

unaakin van de kwaade directie, eii der Werkeloosheid<br />

1 2 on»


132 S C H E T S V A N E E N<br />

Ik zal, aangezien de waarde der redenen en mid j<br />

delen, door den Hertog in dien tyd gebezigd, om<br />

den hem over ?<br />

t hoofd hangendenftorm te doen<br />

bedaaren, genoeg bekend zyn, my daar mede<br />

thans niet ophouden. Ik zal my eenvoudig vergenoegen<br />

met te berichten, da:, het nieuws dezer<br />

onzer Zeemagt, voortkwam uit de raadgeevingen en<br />

fireeken des Herlogs van BRÜNSWYK; terwyl dat dé<br />

Regoering van Amfterdam, de rechtmaatige klagten , waar<br />

van ik hier gewaage, opftelde, men in 's Gravenbage, in 't<br />

gezigt der Hof-Poort eenen Mcyboom geplant zag, ter<br />

eere van dien Hertng, en vercierd met een zinnebeeld,<br />

verbeeldende een Zegepraalenden Held , in 't gezigt van<br />

een vluchtend Leger, met deze Zinfpreuk HosnuMf<br />

TERROR? — Zinnebeeld, hetwelk men voor eene befc'himping,<br />

zo Wel als de zinfpreuk voor een fpotnaam<br />

zou aangezien hebben, byaldien men niet geweeten had,<br />

dat dit alles flegts was her uitwerkzel der Iaage vleijery van<br />

de Schuttery dier Hofplaats, en inzonderheid van het<br />

blaauwe Vaendel, het geen dat jaar de Meyboomen moest<br />

planten. — Wie zou nog gelooven dat men, na in 1781.<br />

zo fchandelyk den Hertog ais DENSCHEIK ONZER<br />

V Y A N D E N opgehemeld te hebben, in 1782. de onbefchsamdheid<br />

nog zo verre zou hebben uitgeftrekt, om<br />

zelf zynen naam ten Heme! te verheffen, gelyk het gröe.<br />

ne Vaendel deed, door het verderen van den Meyboom,<br />

voor dien VORST met eene Faam , houdende de wapenen<br />

van den Held, en naar het Luchtgewelf ftygende, met<br />

de Zinfpreuk Virtute fcf Meritis ad Sydera tollo? — Een<br />

Man , zo berucht op Aarde , en welkers reputatie zicli<br />

tot de Hemelen uitftrekte, mogt met recht als OVERAL<br />

S E FA AMD aangezien worden. Ook na;n het Colomby^<br />

M


G R O O T T A F E R E E L . 133<br />

zer Vertoogen, verfpreid nakende,in een oogenblik<br />

alle onze Engelfche Doggen ontketenden;<br />

hun gehuil weergalmde van het eene einde<br />

der Republiek tot het andere; een Zundvloed<br />

van drogredenen en verantwoordingen ten voordeele<br />

van den Hertog overftroomde de Natie<br />

, en verwekte op alle die Blaauwbockjes de<br />

welverdiende antwoorden ; terwyl aan den anderen<br />

kant de faamgezwoorene Cabaal, vreezende<br />

dat UWE HOOGHEID, door deeze Vertoogen<br />

tot nadenken mogt komen , en GE eens<br />

eindelyk mogt erkennen de daar in opgeflotene<br />

waarheden, den blinddoek verzwaarde,<br />

met welke men U gezigt bedekte; overal verdubbelde<br />

zy haare duiftere aanflagen ; _ overal<br />

nam zy de ganfche kragt van haaren invloed<br />

te baat, en weldra raakten de gevoelens over<br />

die zaak in Staats- en Stads-Vergaderingen verdeeld;<br />

onafdoenlyke gefchillen en kibbelingen,<br />

bereids al te veel onder ons in zwang , waren<br />

de gevolgen van dit alles ; alle poogingen van<br />

waare Liefhebbers van hun Vaderland, van<br />

waar-<br />

»e Vaendel in 't jaar 1783. het befluit om op den door<br />

haar toenmaaligen geplanten Mtyiom, de Zinfpreuk, IN.<br />

SIGNIS OBiquE, te plaatzen: - merkwaardige Zinfpreuk,<br />

en welke, in aanfchouw van het tydftip waar.n<br />

2v gemaakt wierd, niet manqueerde uitgelegt te worden<br />

op zodanige wyze, als Hy, welke daar mede bedoeld<br />

wierd, waardig was,<br />

H 3


134 S C H E T S V A N E E N<br />

waarheid , recht., en de welvaart des Vaderlands,<br />

waren buiten ftaat dit nieuw foort van<br />

tweefpalt te verdoovcn; en zy, welken men<br />

voorde eerfte oorzaak onzer rampfpoeden hield,<br />

zegepraalden toen, ter zelfder plaatze, alwaar zy<br />

hunnen nederlaag moeiten vinden; zy hadden<br />

eenen dryfveer te meer, om die rampen te<br />

verzwaaren ; en die drylvecr was de onverzoenlykc<br />

haat, weiker uitwerkzelen ons nog<br />

lang zullen knellen. Hier is het de plaats niet<br />

van verdere uitweiding over alles, wat in de<br />

zaak des Hertogs is omgegaan, tot den 7. Maart<br />

1782. op welken de Staaten van Holland, by<br />

eene meerderheid van 4 ftemmen, (cn tegen<br />

de provifioneele proteftatie van Dordrecht, Haarlem,<br />

Leydcn , Amfterdam, Rotterdam , Gorinchem ,<br />

cn Alkmaar') declareerden, dat die zaak zoude<br />

gefeponcerd en votftrekt buiten verdere deliberatie gefield<br />

worden, Even min zal ik my uitiaaten over de '<br />

gefchiïlen, die over die zelfde zaak tusfchen<br />

de Staaten van Friesland, en UWE HOOGHEID<br />

nog bleven voortduuren ; als mede niet over<br />

derzelver verlevendiging in den jaare 1784. na<br />

de ontdekking der berugte ACTE VAN CONSU­<br />

LENT SCHAP; noch ook niet over al wat gebeurd<br />

is, zedert dat tydvak tot op de gelukki-.<br />

ge , en zeer gelukkige verdwyning van den<br />

Veldmaarfchalk uit onze Gewesten : Dit zal<br />

her. onderwerp zyn van een afzonderlyk Stuk,<br />

met welker befchaaving ik thans bezig ben, cn ten<br />

zy-


G R O O T T A F E R E E L . 135<br />

zynen tyde het lh'ht zal zien. Daar zal men<br />

zien of de fpitsvondigheid der fehynredenen, de<br />

fchandelyke maskeringen , de onbefchaamde<br />

logenfpraak, het fchitterende der welfprekendheid<br />

van de Broodfchryvers, welke de Hertog<br />

zedert - byna vyf jairen te werk geheld<br />

heeft, ftaande zullen kunnen blyven tegen onbetwistbaar<br />

betoogde gebeurtenisfen, van welke<br />

men geenzins denkt dat 'er bewyzen voor<br />

handen zyn.<br />

U W E HOOGHEID, afgemat en bekommerd<br />

door zo veele klagten en Vertoogen, ondernam<br />

eindelyk het opklaaren der verdenkingen<br />

van verzuim en bedryveloosheid, welke de Natie<br />

jegens UWE HOOGHEID kon hebben opgevat.<br />

Daartoe deed UWE HOOGHEID , op<br />

den 28. Junyaan de Staaten Generaal een Voorflel,<br />

waar van ik gewagen 'zal, na vooraf de<br />

byzondere gevoeligheid aangewezen te hebben,,<br />

die de voorflag, door Amflerdam, den 18. Mey<br />

ter Staatsvergadering van Holland gedaan, in<br />

U veroorzaakte. — Zie hier op welke eene<br />

wyze de Opïtelleren UWER Memorie, UWE<br />

HOOGHEID, daar over doen Ipreeken O).<br />

„ In weerwil van deeze onze fentimenten,"<br />

„ («en voordeele der proteêlie aan den Koophandel te<br />

verteenen), en "van 'de rèvërtgfte poogingen,<br />

, » die<br />

(a) A. {. 63 en64, ** B- p. 97 en<br />

9%- & m<br />

* 4


ï^fS S C H E T S V A N E E N<br />

?, die wy onophoudelyk aanwenden, om'sLands<br />

„ Zeemagt in ftaat te ftelien, gaf de hier voor-<br />

„ gemelde Propofitie van de Regecring van Am-<br />

„ftercfam, en de inhaefie, approbatie en appui,<br />

„ het welk verfcheide andere Staatsleden van<br />

„ Holland fuccesfivelyk daar aan gaven, niet<br />

„ duifter te kennen, dat men de zwaarighe-<br />

„ den van allerlei foort, met welken wy te<br />

„ worftelen hadden, niet aanzag voor zoo groot,<br />

„ en zo onoverkomelyk, als zy ons dagelyks<br />

„ bleeken te zyn, en effeélivelyk waren; en<br />

„ dat men, het geene gefchiedde, of liever, het<br />

„ geen wy , onzes ondanks, genoodzaakt waren<br />

„ na te laaten, vergelykende met het geene wy,<br />

„ ruim zo zeer, en niet minder ernftig, dan •<br />

„ die Leden van Staat (a), verlangden, dat<br />

„ mogelyk wezen mogt, ons een praetens<br />

„ verzuim en inaétie attribueerdc , en het zel-<br />

„ ve aan geheel andere oorzaaken toefchreef,<br />

„ dan aan die, welken Avy, tot ons leedwee-<br />

„ zen , ondervonden , en ook te vooren voor-<br />

„ fpeld hadden, dat daadelyk exteerden, en<br />

„ niet zo fpoedig konden weggenomen worden.<br />

„ Offchoon wy nu , voor ons zeiyen, hewust<br />

v. \va-<br />

(a) Namelyk, Amfterdam, en de overige Steden, aïs<br />

Dordrecht, Haarlem, enz. welke de Propofitie van etrst,<br />

gemeldf Stad omhersden.


G R O O T T A T U E " . 137<br />

• waren, dat de voorfz. confideratien en ver,<br />

l denkingen eeniglyk hadden kunnen geboren<br />

worden uit eene mindere kennisje, en gebrekkigs<br />

"„ voorjlelling van alle de zaaken en omftandig-<br />

„ heden, welken tot het ganfche weezen van<br />

„ eene totaal vervallene Marine , in eoncreio<br />

"behoorden, en die flegts weinigen met Ons,<br />

" in alle haare uitgebreidheid, konden keng<br />

nen , en dat wy nimmer iets verrigt, of ver-<br />

, zuimt hadden, waar door wy het germgfte<br />

- deel van ons inconteftabel recht op het ver-<br />

" trouwen deezer Natie zouden hebben kon-<br />

„ nen verliezen; oordeelden wy echter, ter<br />

„ voorkominge van alle diffidentie, welke u l t<br />

„' de bovengemelde Popofttie zoude konnen pro-<br />

„• fluëeren, by ons voorftel van den 27 Juny<br />

1781 waar van Copie te vinden is onder de<br />

l Bvlaagen fub N°. 24. aan hunne Edele Groot<br />

Mog. te moeten kennisfe geven van onze intentie,<br />

om aan hunne Hoog Mog. voor te<br />

' ftellen, om, met alle nauwkeurigheid, te<br />

" examineren , of bekoorlyk zorg gedraagen<br />

"'was om de Marine van den Staat m die fil<br />

tuatie te brengen, dat zy, met effeót, tegen<br />

den Vyand had kunnen ageeren; dan, or<br />

''rdaat omtrent eenig verzuim of nonchalance<br />

" had plaats gehad; en zo ja, waar aan zulks.<br />

te attribuëeren was, enz.<br />

"'„ Eene kennisgeeving, die niet had het ge-<br />

, volg, het welk wy 'er van verwachtten j<br />

I 5 v<br />

d i e i<br />

*


iijS S C H E T S V A N E E N<br />

•„ dien verfcheide Staatsleden in Holland (a), AN-<br />

•„ DER E Vues hebbende, WELKEN zy fcheey,<br />

nen re vreezen, dat, door het onderzoek,<br />

i<br />

h e I :<br />

welk wy Hunne Hoog Mog. wilden ver-<br />

„ zoeken te doen, en waar uit blyken moest,<br />

„ of 'er waarlyk reden ware, om te klagen<br />

„ over inadiviteit ( het voorname fundament<br />

„ van de gemelde Propofitie van de Heeren van<br />

„ Amfterdam') zouden mogengetraverfeerd wor-<br />

„ den, niet dan fchoorvoetende daar toe kwa-<br />

„ men, om de Heeren Gedeputeerden van<br />

„ wegens deze Provincie ter Generaliteit te<br />

„ authorifeeren, om deze Propofitie aldaar te<br />

„ appuyeeren."<br />

In weerwil, DOORLUCHTIGE VORST, der<br />

gemaakte duifterheid en de fyne draai, welke<br />

in dit aangevoerd uittrekzel fchynen te heerfchen<br />

, ontwaard men 'er gemaklyk het voorneemen<br />

om de Stad Amfterdam, en die Steden<br />

Welke haaren voorflag waren bygevallen, te<br />

doen doorgaan als maar in 't geheel geen kennis<br />

hebbende, of, ten minden als verbloemen,<br />

de die , welke zy konden hebben van de waare<br />

oorzaaken der zwakheid onzer Zeemagt en<br />

der bedryveloosheid, waarin men dezelve<br />

hield; — als de oorzaak zynde der verdenkingen<br />

(«) De voorn, Steden.


G R O O T T A F E R E E L , 139<br />

gen en klagten , die ten opzigte dezer zwakheid<br />

en werkeloosheid onder de Natie wierden uitgeboezemd;<br />

en by gevolg als onrustige en oproerige<br />

Leden , welke de verontwaardiging der<br />

•U beheerfchende Cabaal waardig waren, wier<br />

wraak, welke zy maar reeds al te veel gevoeld<br />

hadden, en die zy in 't vervolg nog gevoelden,<br />

hen knellen moest, vooral 'Amfterdam, hetwelk<br />

men dubbeld plagen wilde. . En waarom<br />

toch Amfterdam meer dan alle andere?.,.. Om<br />

dat van alle Steden der Provincie, zy de<br />

eenigfte was, die in 1779- ^ 1780. hetfterkst<br />

op de onbepaalde Convoijen, en op de weigering<br />

der Vermeerdering van Landmagt had<br />

. aangedrongen; — om dat zy de eerfte<br />

was, die, zedert kort, had voorgefteld UWE<br />

HOOGHEID eene COMMISSIE toe te voe-<br />

€ e n. , om dat zy onder Uw oog had<br />

durven brengen, tot welk eene hoogte het<br />

misvertrouwen, den haat en het wettig geroep<br />

der Natie tegen den Hertog van<br />

Brünswyk gefteigerd waren. Aan den<br />

anderen tot UWER HOOGHEIDS waardigen<br />

Mentor, meer dan ooit op Amfterdam<br />

gebeten, en gewoon ten ftrengften te vervolgen,<br />

al wie zich maartegen de inzichten der<br />

Cabaal, welker aanvoerder hy was, durfde<br />

verzetten, was verrukt om in dit alles nieuwe<br />

ftof te vinden, om ZICH TE WREEREN over<br />

de- halftarrigheid-, met weke die Stad in de eerfte


140 SCHETS VAN EEN<br />

fte Jaaren des Oorlogs van 1756. zich over de<br />

toenmaalige geweldenarijen der Engelfchen in<br />

onzen Koophandel had beklaagd; over de volharding<br />

haarer vorderingen om fchavergoeding<br />

voor de verliezen, door die geweldenaarjjen<br />

geleden; — over de onverzetlykheid, met welke zy<br />

aan de Princesfe UWER HOOGHEIDS Moeder<br />

fchepen eischte,ter befeherming onzer Scheepvaart;<br />

—~ over haare Standvastige weigering der<br />

Augmentatie van Landmagt, welke die Vorftin<br />

en de Hertog haaren Raadsman, of liever<br />

Haar en Uw Voogt, toen volftrekt wilden doordryven,<br />

om het Herftel der Zeemagt te dwarsboomen,<br />

daar 'er de Natie met hart en tong om<br />

riep, en die volftrekt noodzaaklyk was, indien<br />

men onzen totaalen ondergang wilde voorkomen.<br />

Wat nu betreft, de Vrees, die UWE HOOG­<br />

HEID in die Steden veronderfteklen, dat bun-<br />

vit Vues zouden kunnen getraverfeerd worden door<br />

het Onderzoek, dat UWE HOOGHEID aan de<br />

Staaten Generaal wilde voordellen; zou ik ook<br />

durven vraagen, DOORLUCHTIGE VORST,<br />

wat die Vues waren? of zy ook eenig ander<br />

voorwerp hadden, dan de handhaving onze*'<br />

Koophandels, dan den roemenden voorfpoed<br />

Van den Lande? Alle losfe aantyging is<br />

gemeenlyk het uitwerkzel van eene kwaade beweegreden;<br />

en hier hebben we een der verkeerdfte<br />

en onbefchaamdfte, welke de Stelleren<br />

UWER Memorie, immer in het ganfche beloop


G R O O T T A Ï t U Ï C M*<br />

loop hunner verachtlyk voortbrengzel aan UWÉ<br />

HOOGHEID hebben toegefchreeven; want het<br />

waren die Steden zelve, die een Onderzoek vorderde<br />

van gelyke natuur, als dat, hetwelk Ge<br />

voornemens waart aan Hunne Hoog Mog. te<br />

vraagen; en om zulks te bewyzen, ter befchaming<br />

der haatlyke aantyging, die Steden alhier<br />

aangewreeven, leeze men Hechts de volgende<br />

bewoordingen, door de Gedeputeerden van<br />

Amfterdam, by derzelver Propofitie van den<br />

18. Mey gebezigd: Dat deze Conftderatien<br />

(van het verzuim om de beloofde protectie<br />

aan de Commercie te accordeeren) aan de Heeren<br />

onze Principaalen zo gewigtig zyn voorgekomen*<br />

en van zulken importante confequentie, dat bet meer<br />

dan tyd is dat deze Vergadering (der Staaten van<br />

Holland en Westfriesland) zonder eenig uitftel zich<br />

bepaale tot een SCRUPULEUS EXAMEN der waart<br />

oorzaaken van dusdaanige werkeloosheid; dat<br />

zy zich laat informeeren en verftag doen van den<br />

ftaat van defenfte des Lands, waartoe hoogstdezelve<br />

de noodige ordres hebben ge geeven; dat zy NAAir<br />

SPEURIN GEN in 't werk fteld over de traagheid<br />

en nalaatigheid, met welke de protectie van den Lande<br />

tegen eenen, vooral door zyne acliviteit, geduchten<br />

Vyand behandeld wordt, mitsgaders welke mid­<br />

delen men zou kunnen en moeten by de hand neemen,<br />

om de bronaders dezer rampen te floppen ofteontwy-<br />

& n > , Immers blykt dan uit deze zo formee-<br />

le 'en duidelyke declaratie, dat, by aldien Amfttr-


T^2 S C H E T S V A N E E N<br />

Jlerdam en de verdere Steden, welke haar voorlid<br />

aannamen, Vuës hadden, zy in 't minst<br />

niet vreesden dat die Vuës getraverfeerd zouden<br />

worden; door eenige Recherche naar de oorzaaken<br />

der zwakheid en werkeloosheid onzer<br />

Zeemagt, en dat, by aldien deze Steden maar<br />

bezwaarlyk zyn gekomen tot zodanige, als UWE<br />

HOOGHEID aan de Staaten Generaal wilde<br />

vóórhellen, zulks enkel was, vermits zy zagen<br />

dat die ongenoegzaam was, en dat die Hechts<br />

dienen zou om onkundige en ligtgelovige gemoederen<br />

de oogen te verblinden, zo men niet<br />

gelyktydig tot de waare bronnen dier zwakheid<br />

en bedryveloosheid indrong; en het dus<br />

nuttiger ware, dat de Collegien ter Admiraliteit,<br />

zich toenmaals bezig hielden met de<br />

Weinige middelen , die voorhanden waren aan<br />

te leggen , tot bevordering der equipeeringen,<br />

dan om hunnen tyd te flyten met het opftellen<br />

van een Verilag van het gebrek dier middelen,<br />

welke' men hurt reeds zedert ettelyke jaaren<br />

had kunnen aanlchaffen.<br />

Eindelyk, na UWE HOOGHEID op den ijé<br />

Juny aan de Staaten van Holland kennis had ge»<br />

geeven derzelver voorneemen, zo als hier voren<br />

is gezegt, gaf UWE HOOGHEID des anderen<br />

daags het volgend Vóórhel over aan Hunne Hoog<br />

Mog. welke het zelve nog dien eigen dag in<br />

eene Refolutie converteerden:<br />

HOOG


G R O O T I A F E R E E L . 143<br />

HOOG MOGENDE HEEREN!<br />

„ Ik heb nodig geöordee-ld aan Uwe Hoog,<br />

„ Mog. voor te dragen, om met alle naauwkeu-<br />

„ righeid te examineeren , of behoorlyk zorge<br />

„ gedraagenis, om de Marine van den Staat,,<br />

„ zedert dat de aétueele troubles ontftaan zyn ,<br />

„ in die fituatie te breisgen, dat zy met effect<br />

„ tegens een Vyand, fpeciaal zo fterk gewa-<br />

„ pent ter Zee, als het Groot-Brittannifche<br />

„ Ryk zig bevind, hadde konnen ageerenjdan<br />

„ of daar omtrent eenig verzuim of noncha-<br />

„ chalance heeft plaats gehad: en zo ja, waar.<br />

„ aan zulks te attribueeren is; en OM DE NO-<br />

„ DIGE INFORMATIEN TEN DIEN OPZIGTE TE.<br />

„ BEKOMEN, de refpeftive Collegien ter Ad-<br />

„ miraliteit aan te fchryven, om te dienen van<br />

„ berigt, en op te geeven, hoe veele Schepen.<br />

„ zy in 1776. hadden; in welken ftaat zy zig<br />

„ bevonden hebben, en hoe veele ?<br />

er toen<br />

„ geëquipeert waren , en met hoe veel Hoofden;<br />

het geene door haar gedaan is, zedert<br />

„ dat de Engelfchen begonnen hebben de Sche-<br />

„ pen der op de West-Iudiën handel dryven-<br />

„. de Ingezeetenen deezer Landen te moleftee-<br />

„ ren, onder prajtext van de ontftaane onlusten<br />

„ met derzelver Colonien in Noord-America,<br />

„ en dus zedert het einde van het jaar 1776,<br />

„ en het begin van 1777, om zigin ftaat te ftel-<br />

„ len , zo veel doenlyk, en in hun vermogen was,<br />

„ de


144 SC ETS VAN 1<br />

E E K<br />

„ de Commercie dezer Landen te kunnen pro-<br />

„ tegeeren, en wat of door haar, zedert dat<br />

„ de troubles in Europa begonnen zyn, en het<br />

„ te vreezen ware dat de Republicq daar van de'el-<br />

„ genoot zoude worden, gedaan is, om, voor<br />

„ zo verre zulks van haar dependeerde, dezelve in<br />

„ ftaat te ftellen, niet alleen om haare Com-<br />

9, mercie te protegeeren , maar ook, om het<br />

„ Vaderland te konnen helpen defendeeren, en<br />

„ den Vyand afbreuk te doen ; of zy werk-<br />

„ zaamzyn geweest in het effect ueeren van het<br />

„ geene ten dien opzigte by Uwe Hoog,<br />

„ Mog. is gerefolveert, dan of daar omtrent<br />

„ eenige nalaatigheid heeft plaats gehad, en in<br />

s, dat geval, waarom zy die Refolutien niet na-<br />

„ gekomen hebben; of zy in de mogelykheid<br />

zyn geweest om de gepetitioneerde Schepen.<br />

3, te furneeren en te bemannen, op dat het dus<br />

„ kan blyken, waar uit voortfpruit, dat dit Gej<br />

meenebest zig bevind in een zo dcplorable<br />

„ ftaat van defenfie te Water, het welk voor<br />

zeeker in dezen Oorlog het interesfantfte<br />

„ point is, en waar op alle Ingezeetenen van<br />

„ dit Gemeenebesthet oog hebben: Hoe zeer<br />

„ ik by dezen maar alleen fpreeke van de de-<br />

„ fenfie te Water, achte ik het nodig aan Uw<br />

„ Hoog Mog. onder het oog te brengen,<br />

„ dat ik verre zy van daar door te avoueeren,<br />

dat de Landmagt van dezen Staat genoegzaam<br />

„• is , om te konnen reekenen, dat dit Land<br />

• zie


G R O O T T A F E R E E L . I 45<br />

„.zig in een refpectablen ftaat van defenfie te<br />

„ Lande bevind. "<br />

Ongemeen wel, DOORLUCHTIGE VORST;<br />

ook maakten de Admiraliteits Collegien de<br />

geordonne erde Rapporten op, die zy fuccesfivelyk<br />

in de twee volgenie Maanden aan Hunrit<br />

Hoog Mog. overleverden (a). Maar met<br />

bet bloot leggen, door die Rapporten, van den<br />

droevigen toeftand, in welken onze Zeemagt<br />

zich in den jaare 1776. bevond; — met daar<br />

in verflag te doen van de bekrompenheid der<br />

middelen > die men tot derzelver herftel in 't<br />

vervolg had kunnen hefteden; — met daar in<br />

op te geeven de fchaarsheid , de duurte der<br />

bouwftoffen , het gebrek aan werkvolk en andere<br />

beletfelen van den tweeden rang, weikenmedegewerkt<br />

hadden , om die Collegien te belemmeren<br />

de Zeemagt fterker te vermeerderen,<br />

dan zy was in 1781; •— met daar in, eindelyk,<br />

zich te beklagen over de bezwaarlykheid der<br />

recruteeringen, en over de onmogelykheid,<br />

waar in zy geweest waren , om meerder Schepen<br />

uit te rusten, dan zy in 't begin van dn;<br />

jaar zelfs gedaan hadden; met dat alles, zeg<br />

(a) Deeze Rapporten zyn te vinden onder No. M,i3.<br />

14, 15 en 16 van het eerfte ftuk der Bylaagen taf dt M*«<br />

TOorie vsn ZYN HOOGHEID'.


t'$6 S -C II E T S V A N E E N<br />

ik, bewezen die Collegie» op zyn best, en ondanks<br />

het gezegde in UWER HOOGHEIDS Memorie<br />

(a), dat zy , overeenkomftig de hulpr•aderen van<br />

eenig v;erhuig-, niet anders hadden gewerkt dan<br />

uit kracht der aandryving van het Hoofd-rad: Zy<br />

hadden ('t zy dan werkzaam of niet) de haar<br />

verzorgde middelen gebruikt, en niets meer.<br />

Maar deze redenen, voldoende ter rechtvaerdiging<br />

van hunnen yver en refpedtivelyk gehouden<br />

gedrag in dit geval, of ten minften het gedrag<br />

der meefte haarer byzondere Leden, rechtvaardigden<br />

in geencn deele DIE GEEN EN,<br />

welkende HOOFD-OORZAAK waren van de bekrompenheid<br />

der middelen, waar over zy klaag­<br />

den ; dat is, dc VOORNAAMSTE DRY VERS der<br />

eeuwigduurende Vraag, om Vermeerdering<br />

van Landmagt; Vraag, welke, zedert UWER<br />

HOOGHEIDS Mccrderjaarigheid tot op den huldigen<br />

dag, altoos eenonoverkomelykehinderpaal<br />

Was in de herfteliing der Zeemagt: Ook rechtvaardigden<br />

de redenen dier Collegien in *t gr*<br />

heel niet het ALLERSLEGTST GEBRUIK, zedert<br />

de bondbreuk met Engeland, gemaakt van de<br />

weinige Schepen, die bruikbaar waren, zo min als<br />

het SCIIANDEL YK VERZUIM, om 'er meerder<br />

in dien ftaat te brengen. ~ Men moest der-<br />

' halven, DOORLUCHTIGE VORST , niet enkel<br />

(a) A. p. 64. 1-1 B. p< 98. rm & p, 47»<br />

op


G R -o o ï T A F E R E E L . 14?<br />

óp de tweede Oorzaaken van onze rampen entegenfpoeden<br />

zien, maar opklimmen tot deHoofdoorzaaken<br />

j die Hoofd-oorzaaken waren het, die<br />

men moest naarvorfchen en doen ophouden; dat<br />

is, men moest het fchelmachtig gedrag onzer<br />

inlandfche Vyanden ftren gelyk uitpluizen;<br />

men moest hunne haatlyke Cabaal befchaamen,<br />

vergruizen, met derzelver Aanvoerders , als Verraders,<br />

gelyk zy waren, vervolgen. Verraders<br />

die, reeds zo veele jaaren lang, zich van Uw ÉN<br />

invloed'bediende by verfcheide onzer ftedelyke<br />

en provinciale Deliberatien, ter dwarsbooming<br />

der eenige middelen, die onzen koophandel konden<br />

befchermen, onze bezittingen verdedigen ,<br />

en onze rechten, mitsgaders de eer van den<br />

Staat bcwaaren : Verraders, die, op het eigen<br />

oogenblik, dat UWE HOOGHEID de hier beredeneerde<br />

Propofitie deed , en vermeende zo<br />

veel grond tot klagen te hebben over de best<br />

geïntentioneerde Leden der Republiek, zich<br />

nog van UWEN invloed bedienden om de uitrustingen<br />

te vertraagen , om onzen ftervenden,<br />

koophandel den laatftcn doodfteek te geeven<br />

om ons rampfpóedig Vaderland ten fchimp en<br />

fpotvan Europa te ftellen; en om de Staaten<br />

Generaal te verhinderen, zelve tot den waaren<br />

oorfprong onzer rampen op te klimmen en<br />

daar in te voorzien: Zo zeer waren de ftedelyke<br />

en provinciale Vergaderingen nog befmet<br />

.met ontaarte Mannen, welke de bedoelingen<br />

K % de-


148 S C H E T S V A N E E N<br />

dezer verfoeilyke Cabaal bevorderen! zo zeer<br />

waren 'er, in de onderfcheidene Departementen<br />

der uitvoerende magt, Lieden, welke zich<br />

blindeling aan die verfoeilyke Cabaal hadden toegewyd!<br />

Zo zeer was, met ée'n woord, het onmaatig<br />

gezag, door laagheid of vleijery aan<br />

UWE HOOGHEID overgelaaten, ofhetweikGE<br />

ongevoelig had aangemaatigd, gevaarlyk geworden<br />

in de hand der geenen, die 'er een<br />

misbruik van maakten! En zo al eens, zedert<br />

dien tyd, eenige Steden of Provinciën ondernamen<br />

dusdanig wrcedaartig misbruik te<br />

verbannen, fchreeuwde men uit onrechtvaardigheid!<br />

heilig-Jchennis ! en men ontzag niet eene<br />

uitheemfche Mogenheid in 't fpel te roepen,<br />

om die gewaande fchending te beteugelen. —<br />

Ach VOR ST! VORST! ... ik zeg 'er niet meer<br />

van, en keere weder tot het voorftel van UWE<br />

HOOG IIE ID.<br />

„ Hoe zeer ik oordeele, niet in het geval<br />

„ te zyn, om myn gedrag te moeten juftificee-<br />

„ ren, en dat aan U Hoog Mog. bekent zyn<br />

„ de pogingen, die ik zedert myne meerderjaa-<br />

„ righeid aangewend hebbe , om ten allen op-<br />

„ zigte deze Republicq in een refpeótabei pos-<br />

,, tuur van defenfie te doen brengen, hebikge-<br />

„ meen'*, aan U Hoog Mog. onder het oog<br />

te kunnen brengen , dat ik by meer dan<br />

„ eene * elegenheid getoond hebbe van begrip<br />

„ tezyc & dat deze Republicq niet alleen te Land\<br />

„ maar


G R O O T T A F E R E E L . 14$<br />

„ maar ook te Water in een behoorlyken ftaat<br />

p van defenfie behoorde te worden gebragt,<br />

„ om tegens een ieder deszelfs vryheid en in-<br />

„ dependentie te konnen fouteneeren, en niet<br />

„ genoodzaakt te worden, om te neemen me-<br />

„ fures , niet overeenkomftig met de ware be-<br />

„ langens van het lieve Vaderland, maar met<br />

„ die van zodanige Mogentheid, voor wiens<br />

„ bedreigingen men alsdan de meefte reden<br />

„ heeft om te vreezen, wyl men zig buiten<br />

„ ftaat vind, om aan dezelve tegenftand te bie-<br />

„ den. Het is daarom, dat ik reeds in den<br />

„ aanvang van den jaare 1771, zo veel te weeg ge-<br />

„ bragt hebbe, dat door Heeren Gedepuseer-<br />

„ den der Provincie Holland en West-Fries-<br />

„ land, op expresfe last van de Heeren Staa-<br />

„ ten HunnePrincipaalen, terVergaderinge van<br />

„ Uw Hoog Mog.voorgedraagen is, om eene<br />

„ Petitie te doen formeeren tot aanbouw van<br />

„ vier en twintig Oorlogfchepen; dat ik niet na-<br />

,., gchaten hebbe, om by alle gelegenbeeden te<br />

„ injïceren, zo wel op het herftel van de Zee-<br />

„ magt, als op de VERMEERDERING VAN DE<br />

„ LANDMAGT ; en meer dan eens byzonder-<br />

;, lyk aangedrongen heb op de conclufie der<br />

„ voorn. Petitie tot aanbouw van Schepen. Het<br />

„is om diezelfde reden dat Ik, in den aan-<br />

„ vang van den jaare 1775, ter gelegenheid van<br />

„ het Befoigne ter Generaliteit gehouden , door<br />

„ de Heeren U Hoog Mog. Gecommitteer-<br />

K 3 „den


xgo SCHETS VAN EEN<br />

„ den tot de Militaire zaken, met eenige Hc,c-<br />

„ ren meden Ra.id van Staats, om te conciiiee-<br />

„ de verfchiiiende fentimenten van de reipecti-<br />

„ ve Bondgenooten omtrent het Plan van Aug-<br />

„ mentatie der Landmagt , door den Raad<br />

„ van Staatc voorgedraagen den 19 July 1773,<br />

5, hebbe gedaan eene conciiiatoire Propofitie,<br />

„ houdende in fubftantie, ,, „ om een vasten<br />

„ „ Post op den Scaat van Oorlog te brengen,<br />

„ „ ten bedraage van zes honderd duizend<br />

„ „ guldens voor de Marine, waar tegens dc<br />

„ fomme in 1773. gevraagt tot eene te doen<br />

„ Augmentatie van dc Landmagt van over<br />

„ „ de vyfticn Tonnen Gouds zoude zyn ver-<br />

;, „ minderd op negen honderd duizend gul-<br />

„ ,, dens; u<br />

welke Propofitie te dier tyd door<br />

„ de Heeren Staaten van Gelderland, Fries-<br />

„ land, Overysfel, cn Stad en Lande is geam-<br />

„ plecteert, doch geene verdere gevolgen heeft<br />

gehad. Ik zal hier niet aüegueeren de inftantien,<br />

jaarlyks door my met den Raad van<br />

v Staate gedaan, by de generale Petitiën, al-<br />

„ leenlyk zal ik aan Uwe Hoog Mog. communi-<br />

„' ceeren de Propofitie op den 10 Maart 1779.<br />

„ door my ter Vergadering der Heeren Staaten<br />

„ van Holland en West-Friesland gedaan, wel-<br />

„ ke van gelyken inhoud is als de Brief, op dien<br />

„ zelfden dag , door my aan de Heeren Staa-<br />

„ ten van Gelderland, Zeeland, Utrecht, Fries-<br />

„ land, Overysfel en Groningen gefchreven, van<br />

v wel-


G R O O T T A F E R E E L . 151<br />

„ welken ik de eer hebbe hier nevens eene Co-<br />

„ pie aan Uwe Hoog Mog. te remitteeren. "<br />

Myn hier voren gezegde , DOORLUCHTIGE<br />

VORST, en byzonderlyk het geen ik in dit<br />

Werkje van bladz. 1. tot 71. heb daar geheld,<br />

bewyst onwraakbaar hoe min hier te pas kwam,<br />

die weidfche voordragt dier zorgen, welke<br />

UWE HOOGHEID ZO menigwerf genomen had<br />

om by de Vraag, om de herfteliing der Zeemagt,<br />

altoos te héchten, die om augmentatie van<br />

de Landmagt; en vooral hoe wanvoeglyk het<br />

was om hier aan deir aandacht Hunner Hoog<br />

Mog. op nieuws voor te dragen UWER HOOG­<br />

HEIDS Propofitie van den 10. Maart 1779. als_<br />

zynde het ongerymdfte en fchadelykfte voorftel,<br />

dat de boosaartigheid Uwer Raadgeevers<br />

immer in de toenmaalige omftandigheden had<br />

kunnen uitdenken, en welkers herinnering<br />

hier een fingulier contrast maakte, met de zo<br />

veelvuldige ge daan e en nog dagelykfche klag­<br />

ten van UWE HOOGHEID, van de Admiraliteiten<br />

, en van dc Zee-Officieren, overde moeilykheid<br />

niet alleen, om Matroozen, maar om<br />

zelf Scheeps-Soldaaten te vinden.— En zdks<br />

moeiten wy verdragen!. .. Wy moeiten dulden<br />

om van onkunde, van blindheid, befchuldigd<br />

te worden, zo dikmaal wy den mond ter<br />

verantwoording tegens die aantyging opende! —<br />

Denklyk hield men ons even dom als den wilden<br />

Esquimaux. :<br />

K 4 Kort-


152. S "C H f E T S V A N E E N<br />

Kortom, UWE HOOGHEID befloot zyne<br />

Propofitie aldus:<br />

„ Ik kan niet ontvcinfen van oordeel te zyn,<br />

„ dat het te wenfchen ware geweest, dat die<br />

„ Propofitie toen meer ingang hadde gevonden,<br />

„ wyl ik my DURVE VERZEKERT HOÜDEN;<br />

„ dat, zoo te dier tyd de Republicq hadde<br />

„goedgevonden, IN GEREEDHEID TE DOEN<br />

„ BRENGEN vyftig a zestig wel geëquipeerde,<br />

ft en van het nodige voorziene Schepen, waar<br />

„ onder niet minder dan twintjg a dertig van<br />

„ Linie, en de Landmagt te auginenteeren tot<br />

„ vyftig a zestig duyzend effective Manfchap-<br />

„ pen, zy zig niet in deeze droevige omftanr»<br />

digheden zoude bevonden hebben, maar<br />

„ als een independent Gewest door alle Mof,<br />

genheden zoude zyn gerefpecteert gebiee-<br />

„ ven, en deszelfs aangenomene fyftema van<br />

„ neutraliteit hebben konnen behouden, en dat<br />

„ zy zig in ftaat zoude hebben gezien, om,<br />

„ onder Godes zegen, redenen te hebben,<br />

„ te konnen verwagten, dat zy zoo veel over-<br />

„ wigt zoude gegeeven hebben aan de zyde,<br />

„ daar zy zig by zoude gevocgt hebben, dat<br />

„niet te vreezen was, dat, welke Mogent-<br />

„ heid het ook zy, dezelve zoude bebben,<br />

„ overvallen, maar dat zy van een ieder ge-<br />

„ menageert zoude zyn geweest, en datder-<br />

„ zeiver vriendfehap door een ieder gezogt<br />

s, zoude zyn, en zy aan geene der Mögent-<br />

• M hee-


G R O O T T A F E R E E L . 153<br />

„ bieden wettige redenen van klagten geeven-<br />

„ de, verworven- zoude hebben de agtinge en<br />

„ het vertrouwen van alle Mogenheden, het<br />

„ welk van de beste uitwerking voor de waare<br />

„ belangens van deezen Staat zouden hebben<br />

„ kunnen zyn, immers dat in allen gevalle,<br />

„ zoo zy door een onregtvaardigen Oorlog was<br />

„ aangerand, waar aan men altoos geëxponeert<br />

„ is, zy zig in ftaat zoude hebben gezien, om<br />

„ met hoon van fucces, het hoofd te bieden,<br />

„ en den vyand te konnen noodzaaken , om wederom<br />

de vriendfchap van deezen Staat te<br />

• zoeken op, voor dit Gemeenebest, honora-<br />

„ 'bele voorwaarden " (a).<br />

Dat<br />

(4) Dit gezegde heeft al te veel overeenkomst met<br />

een ander van gelyken aart, te vinden in den Brief van<br />

ZYNE HOOGHEID aan de Sarten Generaal, in dato<br />

17. January 1785. (en van welken hier voren op bladz,<br />

97. is gefproken ) om dit laatfle hier ook niet te laaten<br />

volgen , zynde aldus. Indien bet Ons bad mogen<br />

gebeuren, Onze bedoelingen te bereiken, en Onze poogingen<br />

met den gewenschten uitflng bekroond te zien, dit Ons Vaderland<br />

, bet welk Ons boven alles dierbaar is , aan geënt<br />

buitenlandfcht Oorlogen geëxponeerd , en door geen binnenland<br />