CEST EINDRAPPORT DEF.indd
CEST EINDRAPPORT DEF.indd
CEST EINDRAPPORT DEF.indd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>CEST</strong>:<br />
RAPPORTERING<br />
PROJECT-<br />
UITVOERING<br />
100<br />
2<br />
Onderzoeksresultaten<br />
2.3.2.1<br />
Gebruik van standaarden<br />
3<br />
1.<br />
De meeste elementaire standaarden zijn bij de collectiebeherende<br />
organisaties redelijk goed bekend en worden ook adequaat<br />
toegepast. Zo is ISAD(G) 109 quasi alomtegenwoordig bij de<br />
archiefinstellingen en verwijzen bibliotheken vaak naar het ISBDregelwerk<br />
110 en naar de datastructuur van MARC21. 111 Bij musea<br />
zijn begrippen als Basisregistratie, de AAT-Ned 112 en het MovE<br />
Invulboek 113 redelijk goed bekend - maar worden desondanks<br />
niet algemeen toegepast. Organisaties die beeldmateriaal<br />
digitaliseren verwijzen bijna unaniem naar TIFF als geprefereerd<br />
archiveringsformaat - hoewel praktische bezwaren (zoals<br />
bandbreedte en opslagcapaciteit) het gebruik ervan wel in de weg<br />
kunnen staan.<br />
2.<br />
Naar aard van de organisatie lijken vooral de grootte van de<br />
organisatie of het netwerk waarin zij opereren, bepalend voor de<br />
mate waarin standaarden en best practices worden toegepast. Er<br />
werd geen significant verschil vastgesteld tussen instellingen die<br />
structureel gesubsidieerd zijn en instellingen die niet structureel<br />
gesubsidieerd zijn.<br />
3.<br />
Overkoepelende initiatieven (bijvoorbeeld MovE, Erfgoedplus.<br />
be, Stedelijke Musea Antwerpen) zijn zich vanuit hun aard<br />
beter bewust van het belang van afspraken en het gebruik<br />
van beschrijvingsstandaarden. Zij staan dan ook verder met<br />
het maken van onderlinge afspraken over het strikt toepassen<br />
van deze regels. Samenwerkingsverbanden kunnen binnen een<br />
netwerk vruchtbaar zijn door het samenbrengen van expertise<br />
en middelen, maar riskeren daarbij in zichzelf gesloten eilanden<br />
te worden. Dit leidt soms tot het ontstaan van dialecten: eigen<br />
interpretaties en aanvullingen van bestaande beschrijvingssta<br />
ndaarden. 114 Hetzelfde kan zich voordoen bij gebruikers van<br />
eenzelfde software, die onderling regels en/of handleidingen<br />
opstellen die niet eenvoudig toe te passen zijn op andere<br />
registratiepakketten. 115<br />
109<br />
www.edavid.be/wiki/index.<br />
php?title=ISAD(G)<br />
110<br />
ISBD is een algemeen verspreide<br />
set van regels voor catalografische<br />
beschrijvng (‘regelwerk’). Zie www.<br />
edavid.be/wiki/index.php?title=ISBD<br />
111<br />
www.edavid.be/wiki/index.<br />
php?title=MARC%2C_MARC21<br />
112<br />
www.edavid.be/wiki/index.<br />
php?title=AAT-NED<br />
113<br />
www.edavid.be/wiki/index.<br />
php?title=Move_Invulboek<br />
114<br />
Een tekenend voorbeeld<br />
hiervan is het catalografisch<br />
regelwerk dat bibliotheken en<br />
bibliotheeknetwerken hanteren:<br />
doorgaans sluit dit aan bij de<br />
gangbare regelwerken (ISBD, FOBID,<br />
AACR2), maar in de loop der jaren<br />
werden de regels verder ontwikkeld<br />
om specifieke behoeften te dekken.<br />
Op dit moment heeft niemand een<br />
precies beeld van de mate waarin<br />
deze verschillende catalografische<br />
regels van elkaar afwijken.<br />
115<br />
Een voorbeeld hiervan is het MovE<br />
Invulboek, dat een richtlijn biedt<br />
voor het registreren van objecten.<br />
De handleiding zelf is echter sterk<br />
toegespitst op het pakket Adlib<br />
Museum, dat door leden van het<br />
MovE-netwerk wordt gebruikt en<br />
erg verspreid is bij de Vlaamse<br />
musea. Voor andere pakketten is het<br />
Invulboek echter minder geschikt.