03.05.2013 Views

dpo_10504.pdf

dpo_10504.pdf

dpo_10504.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

R E I S<br />

LANGS DEN<br />

R H IJ N.<br />

VIERDE DEEL.


R. E I S<br />

L A N G S D E N<br />

R H IJ N,<br />

B E H E L Z E N D E<br />

EENE BEKNOPTE BESCHRIJVING DER RIJKEN Etf<br />

STAATEN, WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRIN­<br />

GEN , EN OP DE , Bij DIT WERK GEVOEG­<br />

DE , LANDKAART ZICHTBAAR ZIJN.<br />

MET PLAATEN EN KAARTEN.<br />

V I E R D E D E E L .<br />

of PER - rr ALIEN , ZWITSERLAND , HET WESTELIJK HALVE<br />

GEDEELTE DES DUITSCHEN RIJKS , EN HET OOSTELIJK<br />

HALVE GEDEELTE DER FRANSCHE REPUBLIEK.<br />

TE HAARLEM, Bij<br />

FRAN^OIS BOHN.<br />

MDCCXCVII.


VOORBERICHT.<br />

choon wij, bij den aanleg niet voorneemens waren<br />

, om dit Deel in twee Stukken te verdeelen , is<br />

het ons echter, onder de bewerking, door de menigvuldige<br />

Steden, Plaatfen en Rivieren, welken, in zo een<br />

uitgebreid bejiek , als dat, het welke onze Landkaart<br />

bejlaat, voorkomen , niet mogelijk geweest,<br />

om , wilden wij den band niet zeer in grootte bij de<br />

voorigen doen uitdeijen, onze taak in tweeën te verdeelen<br />

, en in dit /luk het Opperdeel van Italiën,<br />

geheel Zwitferland , het westelijk halve gedeelte<br />

des Duitfchen Rijks , en het oostelijk halve<br />

gedeelte der Franfche Republiek, te befchrijven ;<br />

zullende in het volgende en laat/Ie Stuk , de befchrijving<br />

van het Departement Parijs, benevens<br />

den tegenwoordigen Staat van deszelfs Hoofdjlad,<br />

met behoorlijke Afbeeldingen voorzien , behandeld<br />

worden , alles volgends de tiieuwfle berichten , welken<br />

ons van daar ter hand gejleld zijn , als ook<br />

de Befchrijving van geheel Braband en Vlaanderen<br />

, benevens dat gedeelte der Bataaffche Republiek<br />

, V welke in onze Landkaart vervat is ;<br />

en eindelijk eene naauwkeurige opgaave der laatfie<br />

Diplomatieke en Statistifche verdeeling der Rijken<br />

3 en


V O O R B E R I C H T .<br />

en Staaten , welken het beflek onzer Landkaart<br />

beflaat, federt de verandering , die , nè dat dit<br />

Stuk reeds afgefchreeven was , daar in , door de<br />

de zegepraalende wapenen der Franfchen , en derzelver<br />

daar door verkreegen voordeeligen Vrede met<br />

den Keizer , gemaakt zijn. Waar op wij dan ,<br />

ten bejluüe , een volledig Register op het geheele<br />

Werk, zullen laaten volgen. ; niet twijfelende,<br />

of onze Leezers zullen zo wel in dit, als in<br />

het volgende en laatjle Stuk , welks uitgaave eerstdaags<br />

flaat te volgen, bijzonderheeden aantreffen,<br />

welken , of in veele boeken verfpreid, of gedeeltelijk<br />

nog niet uitgegeeven zijn; en in deze onze<br />

fchikking, die tot eene volledige en naauwkeurige<br />

behandeling, van een zo uitgebreid Plan, volffrekt<br />

noodzaakelijk blijkt te zijn, wel genoegen willen<br />

neemen.<br />

DE UITGEEVER,<br />

AAN-


A A N H A N G S E L<br />

TOT DE<br />

REIS LANGS DEN R H IJ N,<br />

BEHELZENDE EENE BEKNOPTE<br />

B E S C H R I J V I N G<br />

D E E<br />

R IJ KEN EN STAATEN<br />

WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRlNGENj<br />

EN OP DE, Bij DIT WERK GEVOEGDE,<br />

LANDKAART ZICHTBAAR ZIJN.<br />

I N L E I D I N G .<br />

De aloude , pragtige en weelige Rhijnftroorn, verdient,<br />

met groot recht, boven eenige andere rivier,<br />

onze aandacht , daar hij" , als het ware , door het<br />

hart, of' beste gedeelte , van Europa flroomt ; de<br />

vrugtbaarfte en vermogendfte landen befproeit , en<br />

van aloude tijden geacht en beroemd is geweest ,<br />

van waar hij ook den naam van grijzen Rkijn, bij'<br />

veele Schrijveren , na verdienden, ontvangen heeft;<br />

niemand zal het derhalven vreemd dunken, dat die<br />

ftroom , als voor den binnenlandfchen handel van<br />

de voornaamfte Europifche Staaten bij uitneemendheid<br />

gunftig en in allen deelen opmerkenswaardig,<br />

ook de opmerking van ontelbaare Reizigers en<br />

Landbefchrijvers , reeds van de vroegite tijden af<br />

tot heden toe, bij voorkeur, bezig gehouden heeft,<br />

A dair


2 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAAT/EN,<br />

daar deszelfs befchouwing , met betrekking tot zijne<br />

ligging en «rekking, voor den Staatkundigen en<br />

Koopman onmisbaar is. Wegens den fchat van oudheeden,<br />

dien hij", in zijne gronden, tegen de vernielende<br />

woede des tijds , zorgvuldig befchermd , en<br />

achtereenvolgend aan de verlichte en befchaafde geleerde<br />

waereld, ter bewondering en beoefening, uit<br />

zijne rijke fchatkamer, weder opgeleverd heeft, den<br />

Oudheidkundigen dagelijks nieuw voedfel voor deszelfs<br />

leergierigheid aanbrengt , en wegens de menigte<br />

van onderfcheidene voiken en natiën , die ,<br />

of digt langs zijne oevers woonen , of dezelven in<br />

derzelver nabijheid omringen , een uitgebreid tafereel<br />

van menschkuude , en zedelijke befchouwing<br />

van zo veele onderfcheidene gemoedsgefieldheeden,<br />

aarten, en daaruit voortvloeijende verfchillende gewoonten<br />

en gebruiken van het grootfte gedeelte des<br />

befchaafden menschdoms , aan den opmerkzaamen<br />

Wijsgeer oplevert.<br />

Daar wij nu, in de hier voorafgegaane Reizen, flegts<br />

een gering gedeelte van dezen waereldberoemden<br />

ltroom , omflandig befchreeven, den leergierigen Leezer<br />

aangeboden , en hem , als 't ware , flegts eene<br />

kleine flikkering van deszelfs luister in de oogen<br />

hebben doen fchitteren; dagten wij aan onze kezende<br />

en onderzoeklievende Landgenooten geenen ondienst<br />

te zullen doen, met deze voorgaande, gedeeltelijke<br />

befchouwing, in dit aanhangfel x meer uittebreiden ;<br />

en hen niet alleen den geheeien RHIJNSTROOM , van<br />

deszelfs geringen aanvang af , tot deszelfs uitloop<br />

toe , beknoptelijk voor oogen te Rellen, maar ook<br />

die


WELKEN DEN RHIjNSTROOM OMRINGEN. J<br />

die Rijken en Staaten, welken denzelveu van rondsomme<br />

omringen , en als getrouwe medgezellen in<br />

deszelfs lot , zo wel in voor- als tegenfpoed , deelen<br />

, mede , zo omftandig als ons beftek flegts eenigzins<br />

toelaat, te befchrijven. Immers, wanneer<br />

men eenig kostbaar en zeldzaam juweel ten<br />

naauwkeurigften tragt te doen kennen , behoort<br />

men ook de kas of ring , waar in het zelve gevat<br />

ïs, zo veel mogelijk, te omfchrijven en aan den weetgierigen<br />

kenbaar te maaken. «<br />

Wij zullen , ten dien einde , het beftek der hier<br />

bijgevoegde uitvoerige Landkaart volgen , en al het<br />

weetenswaardige, dat, met betrekking tot de Landen<br />

, binnen derzelver uitgeftrektheid beperkt,<br />

voorkomt , als ook de meest aanmerkelijke Steden,<br />

Plaatfen en Rivieren , voor zo verre een bekwaam<br />

boekdeel toelaat , ftuksgewijze doen kennen , met<br />

voorbijgang van, en flegts eenvoudig aanfh'ppende, die<br />

plaatfen, welken in de, in tweedeelenbevoorensuitgegeevene<br />

, Reis langs den Rhijn , en in de hiervoor<br />

geplaatste Reis door de Opperpaltz , het Hesfifche s<br />

B^aintzifche en bijgelegen Rhijnlanden , bereids zo<br />

omftandig , als het beftek en de aart der zaak dulde<br />

, befchreeven zijn , of wier gering aanbelang 3<br />

geene omftandigere aanwijzing vordert ; waar toe<br />

wij , zonder verdere omflagtige voorbereidfelen 5<br />

overgaan.<br />

De Kaart beflaat dan een vierkante ruimte in het<br />

hart van Europa , (trekkende van den 2often graad<br />

lengte , of van den meridiaan van Parijs, tot circa<br />

den 29 ften graad , of tot aan den meridaan, welke<br />

A 2 over


4 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

over Modena getrokken wordt ; en eene breedte<br />

van den 44ften tot den saften graad, door welken<br />

plek van Europa de RHIJNSTROOM midden neenen<br />

bruischt, en die, ten zuiden, door N OOR DER-<br />

ofoppER-iTALiëNof Lombardijén en de Republiek<br />

GENUA beperkt, en, ten noorden , door<br />

NEDERLAND befloten wordt; terwijl het westelijk<br />

halve gedeelte van het groote DUITSCHE RIJK<br />

derzelver oostelyke , en het oostelijk halve gedeelte<br />

van de, thands zo aanmerkelijke, FRANSCHE RE-<br />

PUBLIEK derzelver westelijke zijde bepaalt.<br />

Binnen deze beperking treft men dus de geheele<br />

uitgeftrektheid der ligging van de naavolgende opmerkenswaardige<br />

Landen aan. Als , volgends de<br />

ftrekking der Landen, van het onderfte gedeelte der<br />

Kaart naar boven opklimmende :<br />

I. In i T A L i ë N :<br />

i. De Republiek Genua. 2. Het Prinsdom Piemont.<br />

3. Het Hertogdom Savoijen. 4. Het Hertogdom<br />

Montferrat. 5. Het Hertogdom Milaan. 6. Het<br />

Hertogdom Modena. 7. Het Hertogdom Mantua.<br />

Eneuidelijk 8. de Prinsdommen Parma en Piacenza<br />

Als ook 9. een gedeelte vau de Republiek Fenetiën'.<br />

II. De Republiek der ZWITSERS.<br />

III. Het halve gedeelte van het DUITSCHE<br />

R ij K ; als ;<br />

1. Ren gedeelte der Ooftenrijkfche Kreitz. 2, Een<br />

gedeelte der Beijerfche Kreitz. 3. De Zwabifche<br />

Kreitz. 4- De Frankifche Kreitz. 5. Den E/zas.<br />

6. De Opperrhijnfcke Kreitz. 7. De Nederrhijnfch'e<br />

Kreitz. 8. Een gedeelte der mjtphaalfche Kreitz.<br />

en 9. de Qpperfaxifche Kreitz. jy


' WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. Jj<br />

IV. Het halve oostelijke gedeelte der -FR A N -<br />

S C H E R E P U B L I E K , bevattende de De­<br />

partementen :<br />

i. Des Pyrenees Orientales , 2. deVAude, 3. de<br />

VHerault, fy.Dutqrn, 5. d'Aveiron , 6. du Gard, 7.<br />

de la Lozsrre, 8. de la haute Loire, 9. du Cantal,<br />

10. des bouches du Rhone, 11. du Far, 12. des bas<br />

Alpes , 13. de* hautes Alpes , 14. de /« Drome ,<br />

15. de Plferre, 16. de ? Ardefche, 17. da J°«v de<br />

Dome, 18. d# /£fo»e & de /


6 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN, *<br />

aanmerkelijkst voorkomende Steden , door eene beknopte<br />

befchrijving, nader zullen tragten te ontwikkelen<br />

, den aanvang maakende met<br />

I T A L I Ë N.<br />

Schoon 'er flegts een'derde gedeelte van dit aloud<br />

en door PLINIUS, in zijn derde boek, aan de Goden<br />

gewijd genoemd, Land, binnen het beftek onzer<br />

Kaart zichtbaar is , te weeten het hoogde gedeelte<br />

of Opper - Italië , kunnen wij echter niet<br />

voorbij', hier iets over Italiën ia het algemeen , te<br />

doen voorafgaan.<br />

Men wil dat het zelve Satumia, in overoude tijden<br />

, zoude geheeten hebben , na een van deszelfs<br />

aloude en eerfle Koningen. De Grieken noemden<br />

het Hejperia , na HESPERUS , de Broeder van<br />

ATLAS, volgends HYGINUS, of ook wel na<br />

den avondfter (Hefperos), om dat dit Land , van<br />

Griekenland te rekenen , ten westen , en dus tegen<br />

den opgang der avondfter ligt ; gelijk zij dan ook,<br />

om die zelfde reden, dien naam aan Spanje gaven ;<br />

alleen met dat verfchil , dat ze het laatstgenoemde<br />

land groot- en Italiën, klein-Hefperiin noemden , en<br />

daar zij in het zuidelijk gedeelte van Italiën groote<br />

volkplantingen zónden , wordt dat gedeelte ook bij<br />

de Latijnfche Schrijvers Magna Grdcia , of groot<br />

Griekenland geheeten. Eindelijk verkreeg het, ten<br />

tijde van HERCULES, den naam van Italia, welken<br />

het nog draagt, na veeier gevoelen , wijl 'er te<br />

dier


WELKEN DEN RHTJNSTR00M OMRINGEN. J<br />

dier tijden groote fokkerijen van Stieren , door de<br />

Grieken Italoi genoemd, gevonden werden ; fchoon<br />

BOC HART dezen naam van het Phenicifche woord<br />

Hitiria, 't welk pek betekent, afleidt; wijl de Carthagers<br />

of Poenen , in dat gedeelte van Italiën een<br />

volkplanting (lichtten , welke te dier tijd Brutia<br />

genoemd werdt, en nu een groot deel van het Koningrijk<br />

Napels uitmaakt , alwaar veel pek en hebachtige<br />

boomen gevonden worden : evenwel wordt<br />

het voor waarfchijnlijkst gehouden , dat de naam<br />

Italiën van een der oudfte Koningen van dat land,<br />

ITALUS geheeten, afkomftig zij.<br />

Het Land ligt tusfchen de 24 36; 0<br />

lengte<br />

^ e n 33 46^ breedte , en wordt van drie<br />

zyden door de zee befpoeld , naamlijk : ten oosten<br />

door de Adriatifche zee , of golf van Venetiën,<br />

ten westen door de Thyrreenfche zee , en ten<br />

zuiden door de Middellandfche zee ; terwijl het<br />

noordelijk gedeelte , het welke op de Kaart voorkomt,<br />

zig aan het vaste land,hegt, en aan een gedeelte<br />

van Frankrijk, Zwilferland en Duitschland<br />

grenst. Het geheele land maakt dus een half eiland<br />

uit, en heeft, wegens deszelfs langwerpige, fmalle<br />

en van onderen als omgebogen gedaante, de figuur van<br />

een laars of been , waarvan het eiland Siciliën den<br />

voet uitmaakt; alhoewel PLINIUS het zelve bij<br />

een eikenblad vergelijkt, in welke dwaaling hij fchijnt<br />

vervallen te zijn, wijl men, in zijn'tijd, de gedaante<br />

van dit land zig eenigzins anders voorftelde, en<br />

'er zulke naauwkeurige bepaalingen en aftekeningen<br />

niet van hadt als thands.<br />

A 4 Het


8 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

Het land is uitneemend vruchtbaar in allerhande<br />

boomgewasch, olijven, koorn, amandelen, cottoen<br />

en wijnen, die 'er van de edelfte foorten gevonden<br />

worden. Ook graaft men 'er het kostelijkde marmor<br />

, alabaster , chrystal , edele gefteenten , goud<br />

en zilver uit de mijnen. De lucht is 'er meerendeels<br />

zuiver en aangenaam ; alleen de zwavelagtige<br />

uitdampingen der onderaardfche vuuren , die egter<br />

de wijnen derzelver voortreffelijkheid geeven, en de<br />

aardbeevingen , door de innerlijke werking dezer<br />

vuuren ontdaan, veroorzaaken dikwijls hier en daar<br />

groote fchade.<br />

Verfcheide aanmerkelijke Rivieren, uit de gebergten<br />

dezes lands ontfpringende, befpoelen dit vruchtbaar<br />

gewest; als voornaamelfjk de Po of Padus ,<br />

dus genoemd wegens de pekboomen, die, in menigte]<br />

langs deszelfs oevers wasfchen, en Pad}, door de<br />

Latijnen, genoemd werden , ook de Eridaan (het<br />

graf van den rukeloozen PHAETON, volgends het<br />

verhaal der oude Dichters) geheeten; voords de Adi*e<br />

Etfch of Athefn , de Rubkon , de Tijber, door dè<br />

mwooners // Tevsre genoemd, de Arno, de Men-<br />

80 of Menzo^ de Ticino , de Oglio of Olluis , en<br />

de Abdua of Addua.<br />

Het Land heeft ook geen gebrek aan groote Zeën<br />

door welken het, gelijk wij bij het verhaal van deszelfs<br />

ligging gemeld hebben, befpoeld wordt; voords<br />

worden 'er nog aanmerkelijke meiren en ruime zeeboezems<br />

in gevonden, welkelaatden metfchoonehavens<br />

voorzien zijn; Welk, alles tefamengenomen,<br />

dit gewest uitdeekend gefchikt voorden koophandel<br />

maakt.<br />

De


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 9<br />

De veele en hooge Gebergten, die het zelve , als<br />

't ware, hegt aan een verbinden, zijn mede inzonderheid<br />

merkwaardig, en leveren hier fchilderagtige<br />

tooneelen der natuur , verre en trotfclie gezichten<br />

op , waarom Italiën ook inzonderheid de fchool<br />

der grootfche Landfchapfchilders en der beste Landdichters]van<br />

ouds geweest is. Onder deze bergreekfen<br />

is bij uitzondering beroemd het Appenijnfche<br />

gebergte , zo geheeten van de Poenen of Cartha»<br />

gers, die over het zelve, onder geleide van H A N-<br />

NIBAL, het eerst eenen weg baanden, om, langs<br />

denzelven, dus in het] hart van Italiën door te dringen.<br />

Deze bergreeks doorloopt het geheele land,<br />

van het zuiden tot het noorden; terwijl de Alpen,<br />

zo genoemd ab albo colore , of van derzelver witte<br />

en befneeuwde couleur, of wel van het oude Duit»<br />

fche woord Alp, 'twelk een'hoogen berg betekent,<br />

het land ten Merken voormuur en natuurlijke affcheidings-keten<br />

van Duitschland en van de Franfche<br />

Republiek dienen.<br />

Veele aanzienlijke hoofd- en mindere (leden worden<br />

in dit digt bewoonde land gevonden , welken alle<br />

in pragt en heerlijke gebouwen uitmunten; wijl het<br />

marmor, als een voortbrengfel van den grond zijnde<br />

, aldaar minder kostbaar valt, dan wel in andere<br />

landen , waar heen het , met groote kosten , van<br />

daar gevoerd moet worden.<br />

De inwooners, welken deze rijke en lustige gewesten<br />

bewoonen , zijn over het geheel zeer w^lleevend<br />

, fchrander en geestig , welke gemoedsaart<br />

aan de Sjne en zuivere lugt, en het gemaatigd cli-<br />

A 5 maat,


IO BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

maat, door veele natuur- en volks-onderzoekers,<br />

toegefchreeven wordt; doch men houdt het niettemin<br />

over het algemeen daar voor, dat hun verfijnd<br />

genie veel onoprechtheid , valschheid , onverzoenbaare<br />

wraakzugt en doodelijken minnenijd, onder de<br />

-befchaafdfle lieden en aan de hoven, teweegbrengt;<br />

terwijl 'er op het platte land nog de grootfte domheid<br />

en bijgeloof plaats heeft. De vrouwen zijn'er<br />

over het algemeen zeer fchoon en bevallig , doch<br />

de ommegang met dezelven is gevaarlijk, uit hoofde<br />

van de geweldige jaloufie , die 'er in dit land onder<br />

de mannen heerscht , en het groot gevaar dat men<br />

loopt, van , door Bandieten of Bravo's, des nachts,<br />

vermoord te worden, welken voor geld allerlei fluipmoorden<br />

pleegen, en die, uit hoofde van den kleinen<br />

omvang der Italiaanfche Staaten , ligtelijk , in<br />

eenig ander gebied, de handen van het gerecht ontfnappen<br />

, of in kloosters en kerken, gelijk 'er hier<br />

veele zodanige tot vvijplaatfen van vervolgd wordende<br />

misdaadigers dienen , deszelfs naarvorfchingen<br />

ontgaan kunnen. Met den minijver der mannen<br />

is tévens zeldzaarn contrasteerende het gebruik dat<br />

hier te lande, inzonderheid onder den adel, plaats<br />

heeft , naamlijk dat de getrouwde vrouwen , een<br />

lbort van huisvrienden ( Cichheèn of fluifteraars ,<br />

om dat ze doorgaandsch in ftilte met de vrouwen<br />

fpreeken , genoemd ) overal met zig voeren , die<br />

haar in afwezigheid heurer mannen, allerlei kleine dienden<br />

en galanteriën bewijzen , haar in de kerken en<br />

fchouwburgen vergezellen, ook wel kamers en huizen<br />

, Camina genoemd, op hun eigen kosten huuren ,<br />

alleen


WELKEN DEN RHIJNSTR0OM OMRINGEN. II<br />

alleen om haar daar in te ontfangen en te vergasten<br />

; vvelligt is dit gebruik ingevoerd, ten einde de<br />

vrouwen aan het gezelfchap van vreemde (echter<br />

bij den man bekende en betrouwde) mannen te gewennen<br />

; ten einde de man te minder wantrouwen<br />

omtrent heuren omgang zoude behoeven te voeden;<br />

immers deze Cicisbeïn dienen meer tot oppasfers<br />

dan tot minnaars der vrouwen , en derzelver omgang<br />

met dezelven , blijft doorgaandsch binnen de<br />

ftriktfte perken van eerlijkheid befloten , waarom<br />

dezelve ook, als een gewoone en gemeene zaak, de<br />

vrouwen aldaar niet ten oneere ftrekt.<br />

Zonderling is ook de wijze van uurtelling der<br />

Italiaanen, wijl zij de uuren van dag en nacht niet<br />

fcheiden , maar, van één af, tot vierentwintig dóórtellen<br />

, beginnende het eerfte uur te tellen een uur<br />

naa zonnenondergang, of naa zes uuren in den naamiddag,<br />

zo dat zeven uuren 'snaamiddags bij hen<br />

een uur is, en zes uuren van den anderen naamiddag<br />

vierentwintig. Als men hen , bij voorbeeld,<br />

's morgens ten negen uuren , vraagt hoe laat het is,<br />

zullen zij antwoorden : vijftien uuren. Het geen<br />

den vreemdelingen, in den eerften opflag, zeer vreemd<br />

en ongemaklijk voorkomt, egter men gewent 'er<br />

wel dra aan, en dan valt deze regelmaatige uurtelling<br />

veel gemaklijker , dan de verdubbelde dag- en<br />

nachtuuren der andere natiën.<br />

De taal welke de Italiaanen bezigen, is afkomftig<br />

van die hunner voorzaaten, de Romeinen , te weeten<br />

de Latijnfche ; doch dezelve is zeer verbasterd<br />

geworden door de invallen der Gothen , Hunnen ,<br />

Wen-


IS BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Wenden, Longobarden, en veele andere noordelijke<br />

volken, welken Italiën, ten tijde van het verval des<br />

.westerfchen Keizerlijks, overdroomden. Zij wordt<br />

in Toscaanen het zuiverst , en te Romen het bevaïligst<br />

gerprooken ; waarom men ook daar te lande<br />

eene goede uitfpraak en befchaafde taal willende<br />

roemen, gewoon is te zeggen : Litigua Toscana in<br />

bocca Romana ; dat is : een Toscaanfche tong in een'<br />

Romeinfchen mond.<br />

i De oudfle inwooners dezer landen waren de Urnbriërs;<br />

op hen volgden de Siculers, Eageneërs, Opiciërs,<br />

Osciërs of Aufoniërs, uit welken de Sabiners<br />

voortgekomen zijn; die vervolgends met de vreemde<br />

natiën, die zig door fcheepvaart aldaar mede ter<br />

neder floegen, vermengd werden; als waren Arimenen,<br />

Grieken of Arcadiërs en Kelten, of inwooners<br />

van het aloude Galli'èn , welken dit land in verfcheiden<br />

landfchappen verdeelden , die elk hunnen<br />

afzonderlijken Koning hadden, welken egter eindelijk<br />

alle door de inwooners van Latium , of de<br />

Latijnen, onder aanvoering van EN^EAS , onder<br />

ééne heerfchappy gebragt werden , die, na derzelver<br />

hoofddad Rome , door ROMULUS, de naazaat<br />

van LATINUS, gedicht, den naam van het<br />

Romeinsch gebied verkreeg.<br />

Naa den dood van JULIUS CAESAR, die op de<br />

eerde Koningen der Latijnen volgde, deeg het Romeinsch<br />

gebied tot deszelfs hoogden glans , onder<br />

zijn' opvolger AUGUSTUS, en kreeg deu naam<br />

van het RoomfcheRijk, tot het, naa vijf volle eeuwen<br />

aldus bedaan te hebben , door Keizer cON­<br />

STAN-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 13<br />

S T A X T I J N de Groote , die zijn' rijkszetel naar het<br />

oost. u in Conftantinopolen overbrugt , in een 'oostersch<br />

en vvestersch Rijk gefchift werdt , welke<br />

fplitfing den ondergang van het rijk der Romeinen<br />

in het westen ten gevolge hadt ; terwijl Koning<br />

O D O A C E R ) deszelfslaatftenKeizerAUGUSTULUS<br />

van den zetel {tiet. Zestien jaaren bezat O D O A C E R<br />

het westerfche Keizerrijk, doch werdt eindelijk door<br />

T H E O D * R I K , Koning der Oostgothen , op zijn<br />

beurt, verflagen; doch deze hebben het land flegts<br />

tot aan den jaare552, na onze jaartelling, bezeeten.<br />

J U S T I N I A N U S zondt zijn' Veldheer N A R sus<br />

tegen dezelven op , die hen ook ttn lande uitdreef;<br />

doch vervolgends, uit wraakzugt over zekeren, hem<br />

door dien Keizer aangedaanen, hoon , de Longobarden<br />

in Italiïn riep , welken daar vervolgends een<br />

inagtigrijk vestigden, 'twelk Lombar dijen genoemd<br />

werdt , en welker Landfchappen juist dat gedeelte<br />

der Kaart uitmaaken, 't welk wij voorneemens. zijn<br />

hier naavolgends omltandiger te befchrijven.<br />

LOMBARDIJEN OF OPPER. ITALIËN.<br />

Dit geheele gewest , voor zo verre het op deze<br />

Kaart voorkomt , is het Gallia Cifalpina of Galli'ên<br />

aan deze zijde der Alpen , der Romeinen , en bevat<br />

I. de Republiek Genua. II. Het Prinsdom Piemont.<br />

III. Het Hertogdom Savoijen. IV. Het Hertogdom<br />

Montferrat. V. Het Hertogdom Milaan. VI. Het<br />

Hertogdom Modena. VII. Het Hertogdom Mantua.<br />

VIII. De Prinsdommen Parma en Piacenza En IX.<br />

de


H. BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

de Republiek Venetiën ; doch deze valt flegts voor<br />

een klein gedeelte binnen het beftek van onze Land-»<br />

kaart. Wij zullen dus een' aanvang moeten maaken<br />

met<br />

DE REPUBLIEK GENUA.<br />

Juist niet volgends de orde, welke doorgaandsch<br />

bij de Aardrijks-befchrijvars waargenomen wordt,<br />

en welke ook meer op eene geftadig van eikanderen<br />

ontleende gewoonte , dan wel op eenigen rede.<br />

lijken grond fteunt; maar om dat wij voorgenomen<br />

hebben, onze Landkaart van onderen op , en wel<br />

van het zuiden naar het noorden, geregeld achtereenvolgend<br />

, te befchrijven.<br />

Het land dat thands door deze Republiek heilagen<br />

wordt , pleeg van ouds Liguria of Liguftica<br />

genoemd te worden , van waar de zee , die Genua<br />

ten zuiden befpoelt, ook de Ligustifche of Genueefche<br />

zee geheeten wordt. Het land wordt ten westen<br />

door de Alpen van de Franfche Republiek afgefcheiden<br />

; ten oosten grenst dit gewest aan Toscaatien<br />

, ten zuiden aan de Ligustifche of Genueefche<br />

zee , en wordt ten noorden door het Appenijnfche<br />

gebergte beflooten. Deze beperking van het Genueesch<br />

gewest bevat van de rivier de Var tot aan<br />

de rivier de Magro 160 mijlen , en wordt in twee<br />

deelen , naamlijk de rivieren di Ponente en di Levante<br />

verdeeld.<br />

Het land is, over het algemeen, uit hoofde van<br />

den bergacluigen en harden grond, niet zeer vrugtbaar<br />

;


WELKEN DEN RHÏJNSTROOM OMRINGEN. 15<br />

baar ; doch de olijfboom bloeit 'er zeer menigvuldig<br />

: deze allernuttigfte boom is daar tegen met<br />

geen aanzienlijk voorkomen begunftigd , als zweemende<br />

meest naar den wilg : *t fchijnt dat de natuur<br />

heure, voor het menfchelijk geflagt meest nuttige,<br />

voortbrengfelen , allereenvoudigst uitgedoscht<br />

heeft ; immers deze bijzonderheid wordt bij den<br />

onfchatbaaren magneet , de onaanzienlijke ertfen,<br />

enz. meer waargenomen , als ware dit ons ter leering<br />

, om niet altijd aan het uiterlijke te blijven<br />

hangen , maar de dingen na derzelver waardij te<br />

fchatten. De beste olij moet wit , doorfchijnend,<br />

en zonder eenigen reuk , noch drabbige vettigheid<br />

zijn; de goudgeele is uit verouderde of uit al te rijpe<br />

olijven geperst. DeMoerbeziënboomen groeijen hier<br />

ookweelig en in overvloed, en (trekken , doormiddel<br />

hunner bladen , tot een onuitputtelijk voedfel der<br />

zijdewormen ; welker menigte de zijdeteelt in dit<br />

gewest fterk begunftigt, en dezelve aldaar tot een'<br />

aanzienlijken tak van handel maakt: 'er zijn , uit<br />

dien hoofde , ook eene menigte van fabrieken<br />

van zijden kousfen , in welken veele handen hun<br />

werk vinden ; fchoon de fabrieken 'er thands over<br />

het algemeen , federt eenigen tijd , even als in de<br />

meeste handelplaatfen van Europa, meer dan ooit,<br />

in verval zijn.<br />

De Republiek houdt , federt zij door Koning<br />

LODEWIJK XIV. in 1684. tot een' fchandelijken<br />

vrede genoodzaakt werdt , flegts een zeer geringe<br />

land- en eene nog geringere zeemagt op de been;<br />

de laatfte beftaat flegts in een zestal galeijen, welken


16 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

ken in de haven van Genua, gedeeltelijk ten fieraad<br />

liggen , en gedeeltelijk dienen om de Genueefche<br />

Dames fomtijds een zeeluchtjen te doen fcheppen.<br />

Zeldzaam is het ondertusfchen , dat , fchoon 'er<br />

veele moordenaars en fchelmen in dat , door bergen<br />

en allerleije roovers fchuilplaatfen omringde ,<br />

land , gevonden worden, 'er echter gebrek aan galeiflaaven<br />

op deze weinige galeijen is ; daar anders<br />

in deze gewesten , de galeijen den dienst van<br />

tuchthuizen vervangen : en nog zeldzaamer fchijnt<br />

het , dat fommigen, voor eene beuzeling van twee<br />

zechinen , die zij terftond in een ot' andere herberg<br />

gaan verdrinken, hunne vrijheid wel willen verkoopen<br />

, en tot den elendigen ftaat van galeiboeven<br />

overgaan.<br />

De taal , welke in dit land in gebruik is, alhoewel<br />

flegts een dialect of tongval van de Italiaanfche<br />

zijnde , is niettemin zo zeer van dezelve onderfcheiden<br />

, dat men in Genua over het geheel<br />

met de Italiaanfche niet te regt kan komen ; weinigen<br />

fp'reeken die flegts , en zelfs de Italiaanen ,<br />

kunnen 'er zig niet doen verllaan , en ook de Genueezen<br />

niet begrijpen, zoo ze zig niet opzettelijk<br />

op het Genueesch toegelegd hebben ; en daar de<br />

Genueezen, overliet algemeen, geen de minfte zucht<br />

tot beoefening van geleerde kundigheeden of weetenfchappen<br />

bezitten , kan men ligteiijk denken , dat<br />

de meesten, en inzonderheid de vrouwen, zeer bot<br />

en ongeoefend zijn.<br />

Het Land heeft verfcheidene aanmerkelijke lotverwisfelingen<br />

ondergaan, eer het tot den tegenwoor-


WELKEN DEN RHTJNSTROOM OMRINGEN. ÏJ<br />

woordigen Republiekeinfchen ftaat geraakt is. In<br />

den jaare, na onze jaartelling, 660, werdt het door<br />

de Longobarden overrompeld, die het zelve ook,<br />

tot op de tijden van CARULUS MAGNUS, benevens<br />

de flad, in bezit hielden. Naaderhand deszelfs<br />

eerde vermogen weder bekomende, groeide<br />

het weder in rijkdom en magt in dubbele maate<br />

aan en werdt te land en ter zee zo magtig, dat<br />

deszelfs krijgsmagt de Saraceenen uit het eiland<br />

Corfica verdreef en het zelve langen tijd in bezitting<br />

gehouden heeft ; ook bemagtigden zij de<br />

Krim en breiden hunne overwinningen wijd en zijd<br />

uit; doch de Saraceenen kwamen weldra hun verlies<br />

op de ftad, die voor alle diergelijke vijandlijke<br />

bezoeken geduurig blootgefteld ligt, verhaalen, en<br />

plunderden dezelve in A*. Chr. 935, voerende de<br />

meeste inwooners derzelve van beide kunne, gevangelijk<br />

naar Africa. De Genueezen hebben ook<br />

zwaare oorlogen , zo ter zee als te land, met hunne<br />

nabuuren , de Venetiaanen , gevoerd , in welken<br />

laatstgenoemden het gebruik van het grof gefchut<br />

het eerst uitgevonden zoude zijn. In 1464 werden<br />

zij, door KA REL VII, Koning van Vrankrijk,<br />

met oorlog overvallen , waarom ze genoodzaakt<br />

waren hunne toevlugt te neemen tot LUDOVICO<br />

SFORTIA, te dier tijd een magtig Hertog van<br />

Milaan, en moesten hem de fleutels der flad Genua<br />

in handen dellen, naa wiens dood MAR IA<br />

GALEAZZO en JOANNES GALEAZZO aldaar<br />

het gebied voerden; alhoewel zij echter een Doge<br />

of Opperhoofd uit het midden hunner inwooneren<br />

B mog>


Ï8 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

mogten kiezen; maar wanneer in 1499 LODEWYK<br />

XII. den Hertog van Milaan, LOD Ë w Y K S F Ö R-<br />

T IA,'uit deszelfs flaaten verdreef, geraakten de<br />

Genueézen mede onder de magt des Knnings van<br />

Frankryk, onder welke zij acht jaaren verbleeven;<br />

doch vervolgends, het juk afgeworpen hebbende,<br />

verdreeven zij al den adel die zig in Genua bevondt,<br />

en fielden een verwer tot Doge aan, om<br />

welken fmaad den adel aangedaan , de Koning de<br />

Had op nieuw belegerde, dezelve innam . en den<br />

nieuwen Doge het hoofd deedt afflaan ; echter vijf<br />

jaaren laater werden zij weder van het Koninglijk<br />

juk ontheven, en verkreegen , niet behulp van Paus<br />

JOL lus III. hunne voorige vrijheid, zijnde -flegts<br />

naaderhand nog eens in 1527 door FRANCIScus<br />

I. van Frankryk, met oorlog overvallen en<br />

de flad , met geweld, ingenomen , doch het jaar<br />

daar op weder verlaaten, als wanneer de Republiek<br />

door den beroemden Doge AND REAS DO-<br />

R 1 A , in volkomen en onafhangelijke vrijheid gefteld<br />

en heuren regeeringsvorm, zo als die tot heden<br />

nog beftaat, gevestigd werdt. In 16Ü4 werdt<br />

de flad nog eens door de Franfchen gebombardeerd,<br />

't welk haar -noodzaakte tot het nanr Ferfailles<br />

zenden van heuren Doge, met eenige Raadsheeren,<br />

om aan den 'trotfchen Koning LODEWYK XIV.<br />

den vrede te verzoeken, welke haar, onder fchandelijke<br />

en naadeelige 'voi»rwaarden , gefchonken<br />

weidt, doch haar tot het verminderen van heure<br />

zeemagt tot op flegts zes Galeijen verpligtte; waarnaa<br />

ze nog veel door den algemeenen fuccesfie-<br />

oor-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. IJ<br />

oorlog in den jaare 1746 en 1747 geleeden heeft<br />

tot de vrede van Aaken de rust en welvaart we­<br />

der, zo veel de omftandight eden verder toelieten,<br />

deedt herleeven; doch de Republiek heeft, federt<br />

die veelvuldige naadeelen, niet weder tot heur'voo-<br />

rigen glans kunnen (tijgen. Schaarschheid van geld,<br />

't welke zij in heuren voordeeligen (laat te ruim ver-<br />

fpilde, benevens den oorlog, en het uiizetten van<br />

geld aan kwalijk gefte'de uabuuren , hebben, haar in<br />

geweldige fchnlden gedompeld, welken zjj, zo door<br />

het verleggen des handels als de vermindering van<br />

fabrieken en volftrekte kwijning der zeevaart, on­<br />

mogelijk in ftaat is te voldoen.<br />

De door den vrijheidminnenden Admiraal AN»<br />

DREAs D O R I A insreftelden en, tot heden toe, in<br />

Genua nog in gebruik zijnde regeeringsvorm,<br />

zuiver aristocraatsch, beftaande in een' Raad, uit<br />

acht-en-twintig oude adelijke familiën famengefteld;<br />

onder dit gezellchap wordt een peffoon, ten op­<br />

perhoofd of Doge verkooren , 't welk door middel<br />

van gouden en zilveren ftemballetjens in een bus<br />

te werpen, even als in Veneti'èn, gebruikelijk is,<br />

gefchiedt. Deze Doge blijft twee jaaren achtereen<br />

in het beduur en hem worden nog acht Guberna-<br />

tores , acht Procurarores en vijf Syndici toege­<br />

voegd; zijne kleeding beftaat uit een' violetkleur-<br />

den fluweelen mantel , en hij draagt een' rooden<br />

hoed , op het hoofd. De afgetreeden Doge be­<br />

geeft zig terltond, naa dat de nieuwe verkiezing<br />

gedaan is , naar zijn Paleis, waarin hij acht dagen<br />

in arrest blijft , geduurende welken tijd zijn be-<br />

B 2 ftuur


ftO BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

ftuur onderzogt wordt, en onrechtvaardig betonden<br />

wordende, wordt hij binnen dien tijd terltond<br />

voor het gerecht gedaagd; doch zoo 'er niets tegen<br />

zijne regeering intebrengen is , verkrijgt hij een<br />

Procurators ampt, met een inkomen van soofcudi.<br />

De kleeding der Raadsheeren beftaat uit een zwarte<br />

zijden damasten tabbaard, fluweelen bonnet en<br />

fluweelen muilen of fchoenen.<br />

De flad Genua, het hoofd der geheele Republiek,<br />

heeft, uit de zee te zien, een allerpragtigst<br />

voorkomen, wijl ze, amphitheaters gewijze, van het<br />

ftrand af, op verfcheidene heuvelen gebouwd zijnde,<br />

alle heure marmoren paleizen, op verfchillende<br />

hoogten, agter eikanderen gebouwd, met derzelver<br />

tuinen en waranden , tevens aan het oog van<br />

den nieuwsgierigen vreemdeling vertoont; welke<br />

gunftige ligging veele Reizigers zo zeer verrukt<br />

heeft, dat ze de Stad, echter ten onrechte, als<br />

geheel van marmor gedicht, opgegeeven hebben;<br />

en haar den naam // fuperbe of de pragtige, met<br />

veel recht, waardig keurden: echter beandwoordt<br />

het inwendige der flad niet volkomen aan derzelver<br />

uiterlijk voorkomen ; immers 'er zijn flegts<br />

twee ruime flraaten, naamlijk de Strada Nuova en<br />

Strada Balbi of de Nieuwe en Balbi Straat, welke<br />

, door derzelver aaneenfchakeling van pragtige gebouwen<br />

, dien naam verdienen; voor het overige<br />

zijn alle de flraaten naauw, en, door de hooge optimmering<br />

der gebouwen, duister; doch de paleizen<br />

der edelen zijn, zo van buiten als van binnen ,<br />

aanmerkelijk en meest van marmorfteen, dat hier<br />

niet


WELKEN DEN RHIJNSTR00M OMRINGEN. ftt<br />

niet zeldzaam is , geflicht ; de binnenplaatfen of<br />

basfecours derzelven fchitteren van veelkleurige ingelegde<br />

zeldzaame fteenen ; de onderlte verdiepingen<br />

worden'er, om de .duisterheid, en de bovenfte,<br />

om de hetre , niet bewoond ; maar de inwooners<br />

onthouden zig meerendeels op de tweede verdieping<br />

van onderen , of het dorps de logis , en van<br />

daar is ook de tocga ig tot de tuinen en orangeriën,<br />

welken, boven op'zwaarmuurwerk, op de agterliggende<br />

heuvelen en hoogten , aangelegd zijn. Alle<br />

de huizen hebben ook platte daken, waar op hoornen<br />

en bloemen in bakken gekweekt , of die ook,<br />

\ als het dak zulks lijden kan, met aarde bedekt, en<br />

tot tuinen gevormd worden; waarom fommige wonderfpreukige<br />

Reizigers deze flad als een ander Ba.<br />

bylon , met in de lugt hangende tuinen , verflerd<br />

hebben : ook hehben veelen der inwooners. bakken<br />

met bloemen en groen voor hunne vengderraamen<br />

geplaatst, welk gebruik door de fchaarschheid van<br />

den grond veroorzaakt is, die, als van de ftrand tot<br />

het gebergte digt bebouwd zijnde, geeneruimte voor<br />

tuinen achter de huizen der burgers overlaat.<br />

'Er zijn voords over de dertig Parochiekerken in<br />

deze flad , onder welken de groote of hoofdkerk ,<br />

aan St. Bartholom&us gewijd , voornaamlijk zo in<br />

pragt als bouworde, uitmunt; doch die bouwkunst<br />

fchoon zwieriger in 't oog vallende, heeft hier over<br />

het geheel die grootschheid en edelheid niet , welke<br />

in de gebouwen , na den antieken Griekfchen<br />

fmaak gefchikt, waargenomen-wordt. In deze kerk<br />

wordt, als eene groote zeldzaamheid, aan de reizi-<br />

B 3 gers


2?. BESCHRIJVING- DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

gers vertoond een fchotel , uit een enkelen Jaspis-<br />

fteen gehouwen , waar uit Christus het avondmaal<br />

met zijne Discipelen zoude gebruikt hebben : de<br />

echtheid dezer overlevering lijdt ecbfer eenige twij­<br />

feling. Op deze kerk volgt in aanzien de kerk de<br />

f'Annunciatie, wear in een fchat van marmoren beel­<br />

den en gegroefde colommen gezien wordt : voords<br />

het klooster der Theatynen , 't welk , om deszelfs<br />

fraaije en met keur van allerlei uitheemfche vrucht-<br />

hoornen verfierde, tuinen, aanmerkelijk is.<br />

Onder de waereldlijke gebouwen dezer flad mun­<br />

ten uit het Paleis van DOR IA , zo wegens deszelfs<br />

uitgeftrektheid , als uit- en inwendige pragt ; het<br />

beflaat al den grond, van den oever der zee tot op<br />

den top van eenen hoogen en langzaam oploopen­<br />

den heuvel , waar op het geflicht is , en is voor­<br />

zien van een pragtige , door kostbaare marmoren<br />

zuilen gefchoorde , gaanderij, met welke men naar<br />

de fchoone tuinen opgaat : in dezelven is een mat><br />

moren beeld van ANDREAS DORIA, als een<br />

Nept units voorgefleld, en tot een fontein dienende;<br />

ook is'er een colosfaal beeld vin JUPITER, met<br />

een' aan deszelfs voeten liggenden hond , vergezeld<br />

van een opfchrift , waar in gemeld wordt , dat die<br />

hond *s jaarlijks aan onderhoud tusfchen de twee en<br />

drie tonnen gouds kost: onder de pragtige roeubi-<br />

1'en van dit paleis behooren ook vier zilveren tafel­<br />

bladen , waar onder een met edele gedeenten inge­<br />

legd. Het Paleis van den Doge , ook il Palazzo<br />

'êella Sigmria genoemd , ligt omtrent midden in de<br />

ilad : op de binnenplaats deszelfs vindt men twee<br />

groote


-WELKEN BEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 23<br />

groote marmoren Standbeelden voor den grooten<br />

trap , verbeeldende ANDREAS, en zijnen Neef,<br />

JOH AN NES DORIA; nog zijn in dit paleis aanmerkelijk<br />

de fraaije met goud bewerkte tapijten , waar<br />

mede de Raad- of Vergaderzaal der Edelen , die<br />

hier gehouden wordt , behangen is : en eene zaal<br />

met de afbeeldfels der doorlugtige mannen, welken<br />

de (lad Genua voortgebrngt heeft, als: CHRISTO-<br />

PHOR us COLUMBUS , de eerde ontdekker van<br />

America, BONIFACIUSIX. , ADRIANUS V.,<br />

INNOCENTIUS de V. en VJIf., AUGUSTINUS<br />

JUSTINIANUS, een taalkundig en geleerd Ilislofchrijver<br />

, en anderen.<br />

De Paleizen van DURAZZO, PALAVICINI,<br />

SPINOLA en GRIMALDI, in de Strada nuova,<br />

of nieuwe Straat , zijn mede a le van een nitdeekende<br />

pragt en fraaije bouworde.<br />

Niet verre van het Paleis van DORIA, is het<br />

Arfenaal of Wapenhuis, waar in men geweeren en<br />

wapenrustingen voor een leger van 34000 mannen<br />

aantreft : ook toont men 'er eenige wapenen en<br />

fchilden , ïvaar mede eenige voornaame edele vrouwen<br />

weleer tegen de Turken ten drijde zouden getoogen<br />

zijn geweest; als mede ook een oud fchild,<br />

met 120 pistoolloopen omzet , door zekeren moor­<br />

denaar JULIUS C^ÏSAR VACCHE vervaardigd, om 'er<br />

den Doge, en tevens dengeheelenaanweezigen Raad,<br />

met één' fchoot mede van kant te helpen , 't welk<br />

echter mislukte. Voor de poort van dit Arfenaal ziet<br />

men de eenigde Romeinfche oudheid , welke, 't gene<br />

zeer zonderling en aanmerkenswaardig heeten mag,<br />

B 4 in


*4. BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

in deze geheele, zo zeer oude, ftad, gevonden wordt,<br />

en deze oudheid beflaat in een koperen fcheepsbek<br />

of roftrum , der Romeinen , hebbende de gedaante<br />

van een wilden zwijnsfnuit, en zijnde, bij het uit­<br />

diepen der haven, uit zee opgedolven. De onder-<br />

zoeklievende en geleerd neid minnende Reiziger ,<br />

BIORNSTHAL, maakt nog gewag van eene enkele<br />

Romeinfche oudheid , ten zijnen tijde bij een Ge»<br />

nueesch Edelman berustende , beflaande in een me-,<br />

taaien plaat , 120 jaaren vóór Christi geboorte ver-.<br />

Vaardigd , en in 1507 in de rivier Polcevera gevon­<br />

den, zijnde een Decretum of uitfpraak van den Ro-<br />

meinfchen Raad , over de grensfcheidingen der Ge-<br />

nueezen met hunne nabuurige volken ; het Latijn<br />

is zeer oud , en geeft den taalkundigen veel licht<br />

in de waare beteekenis van fommige woorden dier<br />

taal.<br />

Eindelijk is 'er ook een zeer bezienswaardig en<br />

zeer uitgeflrekt Gasthuis of Hospitaal, Abergo ge­<br />

heeten , en op een rots geflicht.<br />

Edoch het zonderüngffe van alle de gebouwen in<br />

deze bezienswaardige Had is de Brug van Carignan,<br />

wijl dezelve , op een' affland gezien , als 't ware ,<br />

in de lucht fchijnt te hangen ; deszelfs twee uiter-r<br />

fle einden rusten op een' berg , en onder deszelfs<br />

boog flaan huizen van zes verdiepingen en 90 voe­<br />

ten hoog. Deze brug bezorgt den toegang tot ee­<br />

ne kerk , door die zelfde Famielje gedicht , en die<br />

mede eene der fchoonfte (ieraaden van de flad uit­<br />

maakt : hier nevens is ook een fchoon terras, van<br />

waar men over de geheele flad , tot verre in zee,<br />

kan


WELKEN DEN KHIJNSTROOM OMRINGEN. 25<br />

kan zien. Hier is de gewoone wandelplaats der<br />

Genueezen.<br />

De flad heeft eene redenlyk goede haven, en op<br />

den oever der zee een' zeer hoogen toren , welke<br />

tot een vuurbaak gebezigd wordt , om de fchepen<br />

den weg tot de haven aantewijzen.<br />

De Regeering van Genua is zeer zagt , en over<br />

het algemeen al te flap en toegeevend , geheel het<br />

contrast van die van Venetïèn, zo dat ze zelfs bij<br />

het volk in minachting geraakt is. De flad wordt<br />

gefchat op 80000 inwooners , waar onder echter<br />

geen tweehonderd rijke, en geen zes a achthonderd<br />

meer dan gemeen gegoede huisgezinnen geteld<br />

kunnen worden. Alle de overige inwooners kwijnen<br />

in armoede , welke grootendeels veroorzaakt<br />

wordt door de opkooping of monopolie der rijken,<br />

en door het verlies van het eiland Corfica , van<br />

waar de Genueezen hunne meeste levensmiddelen<br />

pleegen te bekomen , welken nu, door de daar op<br />

gelegde lasten tegen den invoer , te kostbaar voor<br />

den behoeftigen worden. Het verval der fabrieken<br />

komt daar bij , en de hooge zuinigheid der Edelen<br />

, die bijna tot gierigheid ftijgt , waar door 'er<br />

zeer weinig gelds onder den gemeenen burger in<br />

omloop komt ; elk der Edelen gaat 'er allereenvoudigst<br />

in het zwart gekleed ; 'er worden geene de<br />

minde uiterlijke verteeringen gemaakt , maar de interesfen<br />

worden weder op interesfen uitgezet , ooki zijn zij geene liefhebbers noch begunfh'gers van<br />

eenige kunst of geleerdheid. Men ontmoet'er derhalven<br />

ook geene kunflenaars van eenig aanbelang :<br />

B 5 ' e<br />

-


26 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

'er is wel een Schouwburg , doch men vindt'er alleen<br />

des zomers goede tooneelfpeelers , welken , als de<br />

overige tooneelen in Italiën (tilftaan, aldaar als reizende<br />

troupen wel eens komen fpeelen , doch zij<br />

kunnen 'er , wegens den laagen prijs , waar voor<br />

2e genoodzaakt zijn te fpeelen, om volk te trekken,<br />

naauwlijks hunne onkosten goed maaken. De adel<br />

vermaakt zich meest met de converfatione , zijnde<br />

een foort van kransjens of gezelfchappen aan elkanders<br />

huizen, 't welk toch aan elke derzelven , wegens<br />

den grooten kring der edele familiën , naauwlijks<br />

om de veertien of vijftien maanden , te beurt<br />

valt; hun tijdverdrijf is alsdan meestal het kaartfpel;<br />

deze bezoeken beginnen, wegens de hette, die hier<br />

in den nanmiddag plaats heeft, doorgaand.^ch tegen<br />

den avond , en duuren tot laat in den nacht, en 'er<br />

worden , geduurende dezelven, allerlei ververfchingen<br />

toegediend.<br />

De Genueefche vrouwen zijn over het geheel niet<br />

onbevallig, doch ze mismaaken zig fterk door heure<br />

onbevallige klederdragt , beflaande in een groote<br />

fluijer , Mes/era genoemd , waar in zij hoofd en<br />

bals , armen en borst , winden , zo dat ze niet<br />

vreemd nanr Egyptifche Mummies gelijken : het<br />

draagen van juweelen is haar flegts zes weeken vóór<br />

en zes weeken naa haar huwelijk geoorloofd.<br />

Het huwelijk wordt in Genua uit een zeer zonderling<br />

, en van alle natiën zeer verfchillend ,<br />

oogpunt hefchouwd ; zo dra de man getrouwd<br />

is , mag hij niet meer tevens met zijne vrouw op<br />

eene opcubaare plaats verfchijnen ; een Cicibee,<br />

welke


WELKEN DEN RHIpNSTROOM OMRINGEN. 27<br />

welke fomtijds wel uitdrukkelijk in het huwelijks<br />

contract benoemd wordt , moet haar overal in de<br />

kerk , in den fchouwburg , aan heur toilet , vroeg<br />

en laat vergezellen. Ja, het zoude zelfs eene on-<br />

uitwischbaare fchande voor gehuuwde lieden zijn ,<br />

bij aldien ze dit , zo gevaalijk gebruik , flegts ee-<br />

nigzins wilden veranderen. Geen wonder, dat 'er<br />

dus ook niet zeldzaam oneerlijke vrouwen onder<br />

de Genueefche Dames gevonden worden , zo dat<br />

de Italiaanen dikwijls recht hebben van hen fcheth-<br />

pend toe te voegen , dat men in hunne Had vindt:<br />

Gente fenza fede , Mare fenza plfci, Monte fenza<br />

legno, & Donna fenza vergogna; dat is : een Folk<br />

zonder trouw, een Zee zonder visfchen, Bergen zon­<br />

der boomen , en Frouwen zonder fchaamte.<br />

Voor het overige zijn de meeste adelijke familiën<br />

alle kooplieden , en rekenen het zig geene fchande,<br />

in perfoon den beursgang waarteneemen , als wan­<br />

neer ze zelfs met den geringflen koopman , op de<br />

gemeenzaamfle en vriendelijklte wijze, omgaan; doch<br />

deze hunne nederigheid ontflaat bij veelen enkel uit<br />

winzucht , en duurt flegts zo lang, tot ze in hun­<br />

ne paleizen wedergekeerd zijnde , hunne aangeboo*<br />

ren en natuur eigene trotschheid , in ruime maate,<br />

weder aanneemen. A R C H E N H O L T Z verhaalt<br />

dieswegeos , in zijne Reize door Italiën, eene le­<br />

zenswaardige anecdote van den Heere CLIFFORO,<br />

een voornaam koopman van Amjlerdam, welke zig<br />

eens te Genua bevindende , en een bezoek bij den<br />

adelijken koopman DURAZZO af willende leggen,<br />

een geruimen tijd in de antichambre van zijn paleis<br />

moest


28 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

moest wagten , en éindelijk toch onverrigter zaake<br />

moest vertrekken, beveelende aan den kamerdienaar<br />

zijnen Heer aantezeggen , dat de CLIEFORDEN<br />

niet gefchikt waren om tot pilasters van een zijdkatner<br />

te dienen , en dat de a u R A Z Z O S te niets<br />

beduidende Heeren waren om naar die eer te flaan.<br />

Zodanig is de trotscheid en heerschzugt der adelijke<br />

familiën aldaar , en zij zouden , in de plaats van<br />

een zagt beduur , het geen tegen hunnen dank in<br />

Genua plaats heeft, de arme gemeente op het felfle<br />

verdrukken, ware het niet, dat de bank van St. Joris<br />

of il comfreria di St. Georgio , welke onafhangelijk<br />

bedaat , en een lighaam is, dat deszelfs eigene wetten<br />

heeft , hen niet gedadig in hunne heerschzugt<br />

dwarsboomde, en een kragtig tegenwigt, ten behoeve<br />

der burgerij, aan dezelve opleverde.<br />

Het gemeene volk is ook in verfcheidene geestelijke<br />

broederfchappen verdeeld, welken zig elk door<br />

een bijzonder en vreemd ordenskleed , waar in ze<br />

als geheel ingerold zijn , alleen met twee gaten ,<br />

waar door ze zien kunnen , famengefteld , van elkander<br />

onderfcheiden. Onder deze dus gemaskerde<br />

lieden , fchuilen veele heimlijke moordenaars , die<br />

hunne vijanden in 't voorbij gaan dikwijls dolkdee»<br />

ken toebrengen , en in dit kleed onkenbaar zijnde,<br />

ligtelijk en fpoedig zig buiten de niet zeer verwijderde<br />

grenzen , in een ander rechtsgebied , of in<br />

de kloosters, kunnen verbergen. Zij houden dikwijls<br />

ftaatelijke omgangen of procesfiën, en fommige<br />

perfoonen van adel dellen 'er zig eene groote eer<br />

in, om bij die gelegenheeden hunne groote en zeer<br />

zwaar.


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 2J)<br />

zwaarwigtige ordenkruisfen vooruit te draagen. In<br />

welk werk ze zig echter eenige dagen van te vooten<br />

oefenen moeten ; hebbende fommige derzelven<br />

deze godsdiendige oefening, weinig dagen daarnaa,<br />

wegens te groote en ongewoone afmatting , met<br />

den dood moeten bekoopen. Hoe zeer de adel zig<br />

nu ook fomtijds uit godsvrucht tot dit werk verleedigt<br />

, geen derzelven zal zig ooit in eene dier<br />

orders begeeven ; dit zoude hunne grootheid niet<br />

dulden , en hun geflagt voor altijd onteeren.<br />

Zie daar, Leezer ! het gene ons beftek ons vergunt<br />

u van de waereldberoemde (tad Genua te melden<br />

: thands zullen wij de overige fteeden van het<br />

Genueesch gebied , echter minder omflagtig, onder<br />

uwe aandagt brengen.<br />

Het gebied van GENUA laat zig in drie deelen<br />

verdeelen , als:<br />

I. Het gedeelte , het welk verfcheiden Heeren<br />

heeft , waar in gelegen zijn de naavolgende Landfchappen<br />

, als : Nizza, een Bisdom ; Villa Fran*<br />

ca, een Havenftad ; Donacis , een Dorp ; Maro,<br />

een Marquifaat ; behoorende dit alles aan den Koning<br />

van Sardinien, als Hertog van Savoijen: voords<br />

nog Monaco, een Vorftendom, behoorende aan den<br />

Prins van Monaco ; Final , een Markgraaffchap ,<br />

Behoorende aan Spanje.<br />

II. Het westelijk gebied ( Riviera di ponente},<br />

te weeten ,*dat gedeelte van de Republiek Genua ,<br />

't welk ten westen van de flad af ligt, en daar in<br />

St. Remo, een bloeijende Haven ; Ventimiglio, een<br />

Bisdom ; Genua, een Aartsbisdom en hoofdfiad.<br />

III.


$0 r-ESCHRIJVJNG DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

III. Het oostelijk geb :<br />

ed (Riviera di Levante") ,<br />

en daar in de Landfchappen Sarzane, een Bisdom ;<br />

Bragneto , een Bisdom ; Ropallo , ia Vogue , la<br />

Spizza Torreglia.<br />

De voornaamfte lieden , welken men in die oorden<br />

aantreft , liggen meest alle op een' rij nevens<br />

elkander , langs den oever der zee , westelijk van<br />

Nizza af tot Cabo di Venere , ten oosten des Genueefchen<br />

gebieds , toe. Wij zullen ze hier elk<br />

kortelijk noemen , en het merkwaardigfle 'er van<br />

aanftippen. Zij zijn dan :<br />

1. Nice of Nizza , 't welk den tijtel van hoofd-<br />

Ilad eener Graaffchap voert. De naam , die van<br />

het Griekfche woord Nike , 't welk overwinning<br />

betekent , afdamt , werdt haar door de Marfiliërs,<br />

die deze dad geflicht hebben , naa dat ze de Liguriers<br />

of Genueezen verwonnen hadden , gegeeven :<br />

zij is dus eene volkplanting der Marüliërs, die vervolgends<br />

ook hunnen naam aan de Franfche zeedad<br />

Marfeille gegeeven hebben, geweest, en heeft vervolgends<br />

tot het nabij gelegen Graaffchap Provence<br />

behoort ; doch is eindelijk onder het gebied van<br />

den Hertog van Savoijen geraakt. In de dad zelve<br />

treft men veele Romeinfche oudheeden , amphitheaters<br />

enz. aan , en vier mijlen van dezelve is de bekende<br />

zeehaven Villa Franca gelegen.<br />

2. Monaco , de hoofddad , benevens Roccabnine<br />

en Mentone, in het Prinsdom Monaco.<br />

3. Final, in het Markgraaffchap van dien<br />

naam , een klein deedjen , voorzien van eïn derk<br />

kasteel.<br />

4. Ma-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 31<br />

4. Maro , een klein Steedjen , behoorende aan<br />

den Markgraaf van dien naam, in een dal, grenzende<br />

aan het gebied der Genueefche Republiek.<br />

Het westelijk gebied bevat de ftedeu :<br />

1. St. Rcmo, van een goede haven voorzién. 2.<br />

Oneglia. 3. Fentimiglia. 4. Atbia (Album Gannum).<br />

5. Noli (Naulum'). ö. Seftri di ponente.<br />

7. Bochetta. 8. Succarello. 9. Savona, de tweede<br />

flad in rang onder het gebied van Genua behoorende<br />

; zij' was oudtijds Subata of Subatia geheeten,<br />

en is voorzien van een fterk kasteel , dat op een<br />

hooge rots gelegen is.<br />

Het oostelijk gebied bevat de fleden :<br />

Rapallo , mede amphitheateisch gewijze op<br />

heuvelen gebouwd. 2. Porto Fini of Portus Delphini.<br />

3. Lavagno. 4. Seftro di Levante. 5. Porto<br />

of Cabo di Feneri , liggende op den westhoek van<br />

de baai del/a Spetia of Spezza , door de ouden portus<br />

Lunce, of de Maanhaven geheeten. In den ingang<br />

van deze baai ligt een zeer wel bebouwd Ei-<br />

Jandjen , Palmaria genoemd : ook liggen eindelijk<br />

nog aan dezelve , de fleedjens 6. Spetia, 7. Lenci,<br />

S. Luna, en meer landwaards in ten noorden 9. de<br />

bisfchoppelijke flad Sarzana , welke de Genueezen<br />

van den Hertog van Toscaanen , tegen Livorno ,<br />

het gene zij eerst in bezit gehad hadden, ingeruild<br />

hebben , en ten 10. en laatften nog Brugneto , een<br />

klein fleedjen aan de rivier de Fara, welke het Genueesch<br />

gebied ten oosten beperkt.<br />

Rivieren van eenig aanbelang worden 'er in het<br />

Genueesch gebied niet gevonden , alleen eenige geringe<br />

ftroomen , in de Ligustifche zee vallende ,<br />

bi-


32 r.ESCHIUJVINO DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

bevogtigen dit , doorgaandsch dor en fteenachtig «<br />

land , onder welke.de Magro en de Var de voornaamfte<br />

zijn. Wij zullen dus, hetAppennijnfchegebergte<br />

overtrekkende , de Republiek Genua verlaaten,<br />

om onze Kaart, verder noordelijk op, te doorwandelen<br />

, als wanneer wij het eerst de voeten in<br />

het Hertogdom Piemont zetten.<br />

HET HERTOGDOM PIEMONT.<br />

Dit bergagtig land was eertijds onder het Gal/ia<br />

cis Alpha , of Gallia , aan deze zijde der Alpen ,<br />

van Komen af te rekenen , begreepen: thands wordt<br />

het door de Franfchen bezeeten , die het van-den<br />

tegenwoordigen Koning van Sardiniïn, die het zelve<br />

, als Hertog van Savoijen bezat, tevens met Savoijen<br />

veroverd, en beide deze wingewesten, onder<br />

den naam van het Departement van Montblanc, begreepen<br />

hebben. Het grenst ten westen , met het<br />

grootst gedeelte zijner langwerpige zijde , aan de<br />

landfehappen van de Franfche Republiek , welken<br />

weleer DauphinétnProvence genoemd werden, doch<br />

thands den naam draagen van de Departementen<br />

du bas des Alpes & du Var, of van het laage gedeelte<br />

der Alpen en van de rivier de Var.<br />

Met zijn noordelijk deel grenst het aan Savoijen<br />

en Waliferland, ten oosten aan het Milaneesch gebied<br />

, en ten zuiden aan de Republiek Genua.<br />

Het ligt , als een uitgetlrekt dal , tusfehen de<br />

Alpen en het Appennijnfche gebergte beflooten, en<br />

niettemin zo hoog van grond , met betrekking tot<br />

de nabuurige landen , dat 'er verfcheiden kleine nvie-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGENi 33<br />

Vieren uit ontdaan, die verder in de zee afloopen ;<br />

onder anderen heeft de vermaarde rivier de Po of<br />

Padus , hier ook , uit den berg Vifo , zijnen oorfprong,<br />

en ontfangt, uit dit hooge land, de flroomen<br />

Stura, Doria, Sefia en Tatiaro, welke allen,<br />

meer dan vijftig Duitfche mijlen ver , tot in Fenetiè'n,<br />

afltroomen , en zig aldaar, in de Adriatifche<br />

zee, ontlasten.<br />

Deszelfs uitgeftrektheid , wordt van het zuiden<br />

tot het noorden , op 30 Geographifche mijlen begroot,<br />

doch van het westen tot het oosten kan het<br />

flegts 12 mijlen haaien ; zijnde dus veel fmaller en<br />

van eene langwerpige gedaante.<br />

Het heeft deszelfs naam Piemonf, in het Latijn<br />

Pedemontium, van deszelfs ligging ontleend , zijnde<br />

aan den voet der Alpifche gebergten, en dus ad pe*<br />

dem montium , gelegen.<br />

Het land wordt in verfcheidene gewesten en landfchappen<br />

onderverdeeld, als: in 1. het Hertogdom<br />

Piemont in het bijzonder. 2. het Hertogdom Aofla.<br />

3. Het Marquifaat Jvrea. 4. Sufa. 5. Seva. 6 Saluzza.<br />

7. het Graaffchap Asti. 8. de Heerlijkheid<br />

Fercelli. 0. Canavefa. en 10. dat gedeelte des<br />

lands , 't welk eertijds aan Frankrijk pleeg te behooren,<br />

waar in zijn 11. de landfchappen^P/^were/.<br />

12. Pernfe. 13. Lucerne, en 14. Ericqueras.<br />

Deze Landltreek zoude , alhoewel zeer bergagtig<br />

zijnde , niettemin zeer vrugtbaar genoemd kunnen<br />

worden , ware het niet , dat de menigvuldige hagelbuijen<br />

, die eene gewoone plaag van dit gewest<br />

genoemd mogen worden , den kooraoogst dikwijls<br />

C ten


34 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

ten eenemaal verwoesteden : voornaamelijk is het<br />

zeer vrugtbaar in koorn , rijst, groote kastanjes ,<br />

(Biscuits geheeten) Spaanfche tarw , of Turksch<br />

koorn (Meliga genoemd), en truffels , zijnde een<br />

foort van groote aardappelen , zonder Heng of blad,<br />

welken niet boven den grond uitbotten , en , fomtijds<br />

wel tot 12 a 14 ponden zwaar gevonden worden<br />

; men vindt ze zwart, wit en rood gemarmord;<br />

zij maaken het voornaamlte voedfel der^Piemonteezen<br />

uit , en worden , door daar op afgerigtte honden<br />

, opgezogt. Wijnen tieren 'er ook op de heuvelen<br />

zeer wel , en wel inzonderheid de Fino amabili,<br />

zijnde een zeer zoete witte wijn , dienflig ,<br />

zo men zegt , voor magere lieden , en zeer maaV<br />

verfterkende en gezond , en de Vino brusco , een<br />

zuure roode wijn , welke in tegendeel zeer dienflig<br />

voor vette lieden gehouden wordt. Een' grooten<br />

overvloed van allerlei vrugtbomen levert dit fchoo.<br />

ne gewest op , en inzonderheid maakt de menigte<br />

van Moerbeziënboomen de zijdeteek, in het zelve,<br />

tot een aanmerkelijken tak van koophandel. Veele<br />

marmorgroeven en mijnen , als ook keur van weilanden<br />

, brengen mede niet weinig toe tot deszelfs<br />

uitgebreiden handel en welvaart, waar door dit gewest<br />

onder de vrugtbaarfle landen van Europa gereekend<br />

wordt; waarom men ook nog , daar te<br />

lande , een oud fpreekwoord bezigt , luidende :<br />

Si /'Italië étoit un mouton , h Piemont feroit k<br />

roignon ; dat is: Zoo Italiën eenfchaap ware, zoude<br />

Piemont de nier zijn.<br />

Verfcheiden hooge gebergten worden , in deze<br />

land-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 35<br />

landflreek, aangetroffen , waar onder de berg Fifo,<br />

een der hoogtte van Europa , gereekend wordt ,<br />

en de berg Roche melan , welke , door fommigen s<br />

voor dien gehouden wordt, die door HANNIBAL<br />

overgetrokken werdt, en van welks hoogte hij ,<br />

aan zijn leger , de fchoonheid van Italiën deedt<br />

befchouwen. Op den top deszelfs is delugt zozeer<br />

dun , dat men 'er het geluid van een afgefchooten<br />

vuurroer naauwlijks hooren kan , en de ademhaaling<br />

'er , uit dien hoofde , zeer moeijelijk valt :<br />

overal is deze berg met ijs en fueeuw bedekt , en<br />

daar door valt het bezwaarlijk denzelven , in eene<br />

dagreize , tot den top te beklimmen ; vóór dezen,<br />

zegt men , pleeg het beeld van JUPITER op<br />

denzelven te (taan , thands heeft men 'er een MA-<br />

R 1 A beeld op geplaatst, 't welk alle jaaren , op<br />

den 5den Augustus, door duizenden van menfcheu ,<br />

ondanks de daar mede verknogte moeite, in procesfie<br />

, bezogt wordt.<br />

De inwooners zijn , over het geheel , fchrandere<br />

en vernuftige lieden ; zoo men 'er egter de Bergbewooners<br />

niet onder begrijpt , die , door hunne<br />

afgezonderde levenswijze , minder gefleepen , en<br />

zelfs bot en dom zijn. Hunne taal is een patois,<br />

of mengelmoes van Italiaansch en Fransch , en valt<br />

niet gemakkelijk om te verftaan , ten zij men die<br />

beide taaien volkomen kundig is. Geleerdheid of<br />

letteroefening wordt 'er fchaars aangetroffen. De<br />

Godsdienst is 'er , over het geheel, Roomsch Catholijk<br />

, evenwel het geestelijk beduur is 'er geheel<br />

aan den Koning van SardiniSn onderworpen ge-<br />

C 3 weest,


36 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATF.N,<br />

weest , zo dat de Paus 'er geen het minde gezag<br />

konde oeffenen. Onder de, aan het lam voornaamentlijk<br />

eigene, zelrizaamheeoen, kan nien met recht<br />

de zonderlinge kropgezwellen (Guatres of Goitres) ,<br />

in het Italiaansch Gozzi genoemd , tellen , waar mede<br />

de inwooners van Aofta , tevens met hunne paarden<br />

en honden , geweldig gekweld zijn ; doch de<br />

kwaal openbaart zig zeldzaamer bij de beesten dan<br />

bij de menfchen. In Walliferland en op den berg<br />

Cenis, is dezelve zeer gemeen ; zelfs de onnoozele<br />

menfchen aldaar verbeelden zig , dat elk inwooner<br />

dier plaatfen , dit uit de natuur des lands bezit, en<br />

houden elk , die het niet heeft , voor mismaakt:<br />

een goede oude vrouw , die met diergelijk eene redenlijk<br />

gewigtig gezwel voorzien was , zegt men ,<br />

dat eens eenige jonge lieden ernltig vermaande ,<br />

om niet met de vreemdelingen te fpotten , fchoon<br />

die dit fieraad misten; want dat zij moesten bedenken<br />

, dat dit buiten derzelver fchuld ware , wijl<br />

alle goede gaven en zegeningen van boven kwamen.<br />

Men wil de oorzaak dezer Landkwaal in het<br />

drinken van het water zoeken , het welk hier<br />

uit de bergen vloeit , en met zekere deeltjens van<br />

den tuffteen , waar over en door het lijpert , bezwangerd<br />

is ; te meer, wijl de wijndrinkers onder<br />

hen'er niet mede verfierd , of gekweld, worden ; anderen<br />

fchrijven dezelven toe, aan het van boekweit<br />

gebakken brood (Sarrafin*) , 't welk zij tot hun<br />

voedfel gebruiken ; evenwel fchijnt deze kwaal ,<br />

daar te lande , overoud , en als eigen te zijn ,<br />

daar JUVENALIS Sat. XIII. v. 162. reeds zegt:


WELKEN DEN RH1JNSTR00M OMRINGEN. 37<br />

Quis twriidum guttur miratur in Alpibus ? dat is:<br />

Wie verwondert zig over den gezwellen keel in de<br />

Alpen ? Laatende ciaar op volgen : Nempe quod<br />

hcec illis natura ejl omnibus una ; dat is : wijl dit<br />

bij' die allen als eene natuur is. Waarom ook<br />

veel natuuronderzoekers dezelven aan de hoedanigheid<br />

der lucht , in deze gewesten , toefchrijven ;<br />

althands men heeft bevonden , dat lieden , weiken<br />

met dezelven gekweld zijn ,, wanneer ze in de nabijheid<br />

der zee gaan woonen , geheel geneezen<br />

worden. Immers HALLER, die al de bergachtige<br />

plaatfen hieromftreeks wijsgeerig en geneeskun?<br />

dig onderzogt heeft , betuigt de waare oorzaak dezer<br />

gezwellen niet te durven of te kunnen bcpaalen<br />

, en waar zo groot een man zo nederig zijne<br />

onkunde betuigt , kan men gerustelijk verklaaren,<br />

dat de waare oorzaak , tot heden, nog door niemand<br />

getroffen is.<br />

Men onderfcheidt het land op de volgende wijze:<br />

i. In het eigenlijke fouvereine Prinsdom Piemont,<br />

Qil Principato del Piemont), dat weder in achttien<br />

bijzondere Diltricten verdeeld wordt. 2. Het Hertogdom<br />

Aofta. 3. De Heerlijkheid Vercellis, en<br />

4. Het Graaffchap Nizza , 't welke wij bij Genua<br />

omflandig befchreeven hebben.<br />

De Gefchiedenis dezes Lands behoort eigentlijk<br />

tot de Historie van Savoyen , waarom wij die hier<br />

ook , tot daar toe , zullen verfchuiven , en overgaan<br />

tot de befchouwing der voornaamfte Steden<br />

welke in dat Laudfchap vooniaamljjk uitmunten.<br />

C 3 Onder


58 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATÉN,<br />

Onder dezen kan men , in de eerde plaats , in<br />

aanmerking neemen :<br />

Turin , in het Italiaansch} Turino , en bij de<br />

Latijnfche Schrijvers onder de naamen Taurinum ,<br />

en Augufta Taurinorum, bekend, liggende in eene<br />

zeer aangenaame vlakte , tusfchen de Rivieren de<br />

Po en de Doria , welken dezelve dus, met gemak,<br />

van alle behoeften kunnen voorzien. Het is een<br />

groote ftad , welker inwooners op een aantal van<br />

60 a 70, 000 gefchat worden. Zij wordt verdeeld<br />

in de nieuwe en oude ftad; de eerstgenoemde echter<br />

is wel de fraaifle , en met fchoone en breede<br />

ftraaten voorzien , onder welken de Postftraat deze<br />

bijzonderheid heeft , dat zij, aan beide zijden,<br />

met hooge gewelfde gangen of Arcades, voorzien<br />

is , die , bij brandenden zonnefchijn, of (legt weder<br />

, den wandelaaren ten fchuilplaats kunnen dienen<br />

, welk gemak in de meeste Europifche fteden,<br />

waar de weg niet, gelijk in Holland , overal met<br />

lommerrijke boomen beplant is , een groot voorrecht<br />

aan de fteden bijzet. Zodanige gallerijen<br />

treft men ook op de plaats van St. Charles aan ,<br />

welken, door middel van een geheel nieuw gebouwde<br />

ftraat , met de plaats op het plein der Citadelle<br />

of des kasteels , vereenigd is , en door deszelfs<br />

fraaije en regelmaatige gebouwen , die meest allen<br />

vijf verdiepingen hoog zijn , een verrukkend gezicht<br />

opleevert. Onder alle'die fraaije gebouwen<br />

valt voornaamentlijk in het oog het Paleis des Konings<br />

, 't welk, door deszelfs pragtigen voorgevel,<br />

eene grootfche vertooning maakt, daar dezelve geheel


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 39<br />

heel van gehouwen deen opgetrokken , en met veel<br />

fchoon gebeiteld loof- en beeldwerk , voorzien is.<br />

Het ruime voorplein deszelfs, geleidt door een fraai­<br />

je poort, op het binnenplein, waar men het hoofd­<br />

gebouw aantreft , door het welke men nog toegang<br />

heeft tot een derde plein , dat agter het gebouw<br />

gelegen is , en iu den tuin eindigt. Bij de iutreede<br />

van het gebouw zelve, treft menter linker zijde,<br />

de groote Escalier of trap aan, die naar de binnen­<br />

vertrekken , en het Corps de Logis, geleidt. Voor<br />

dezen trap ftaat een kundig ftandbeeld van Koning<br />

V I C T O R A M A D E U S , zittende te paard, en te<br />

famen geheel uit één blok marmor gehouwen. In<br />

de vertrekken is alles pragtig en bezienswaardig ,<br />

en wel inzonderheid de fraaije tapijten, waar mede<br />

de wanden bekleed zijn , en welken het leven van<br />

C Y R U S voordellen; doch het meest aanmerkelijke<br />

in dit Paleis , zijn beide deszelfs gallerijen , waar<br />

van de eene met fraaije dandbeelden , en de andere<br />

met fchoone fchilderijen vervuld is. De béélden-<br />

gallen} geleidt naar eene ander , daar nevens ge­<br />

bouwd , of daar aan getrokken, gebouw, het wel­<br />

ke het Paleis van Madame Royale genoemd wordt.<br />

Nog bed uiten deze fchoone gebouwen de koning-<br />

lijke Bibliotheek en Drukkerij , welke eerstgenoem­<br />

de veele zo gedrukte als nog ongedrukte werken<br />

van de aloude Geographie , Antiquiteiten en His­<br />

toriën , in folio , vervat , en waar voor Hertog<br />

K A R E I , EMANüëL, achtduizend Ducaaten be­<br />

taald heeft , als ook de alom beruchte Egyptifche<br />

koperen Plaat , vervattende de Hieroglyphifcbe ge-<br />

C 4 hei-


40 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

heimerjisfen van I/is, welke de voormaalige bezitter<br />

PETRUS B E M B u s , aan den Hertog van Mantua<br />

afgeftaan hadt , geduurende wiens bezitting derzel­<br />

ven, LAURENTIUS PIGNORIUS, dezelve deedt<br />

copieeren , en , met eene Latijnfche befchrijving,<br />

onder den tijtel Men/a Ifiaca, in 1604, in quarto,<br />

uitgaf. Naa de verovering van Mantua, in 1630,<br />

kreeg de Kardinaal PAVA deze oudheid in handen,<br />

en fchonk ze aan den Hertog van Savoijen ; nog is<br />

aan dit Paleis de nieuwe koninglijke Drukkerij, als<br />

ook het Opera-huis, dat een pragtig gebouw op<br />

zig zelve is , verbonden. De Tuin is groot, en<br />

ftrekt zig tot aan de vestingwerken uit; doch heeft,<br />

door deszelfs gefchooren haagen en taxis , een ftijf<br />

voorkomen ,• in denzelven vindt men eene laan van<br />

hooge lindenboomen , welken anders in Italiën eene<br />

groote zeldzaamheid zijn, en die dus het voornaamfte<br />

fieraad van dezen, anders niet zeer bijzonderen,<br />

tuin , uitmaaken.<br />

De groote of kathedraale Kerk, aan Johannes den<br />

Doopcr gewijd , is in de vijftiende eeuw wel fterk,<br />

doch niet fchoon, gebouwd ; het opmerkelijklle in<br />

dezelve is de Kapelle van den H. Zweetdoek van<br />

VERONICA, welken men voorgeeft, dat hier nog<br />

voorhanden zoude zijn , en weleer voor zo heilig<br />

gehouden werdt , dat PHILIPS de V., bij gelegenheid<br />

van zijn huwelijk met de Princesfe van Savoijen<br />

, niet , dan met veel moeite , verkreeg , om<br />

denzelven te mogen doen affchilderen , welk werk<br />

de fchilder niet , dan knielende , mogt verrigten ; «<br />

in de daad een zeer ongemakkelijke houding voor<br />

een'


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 41<br />

een' fchilder , terwijl 'er inmiddels op acht autaaren<br />

tevens Mis gedaan werdt. Deze kapel is geheel van<br />

marmor , en door een zonderlingen glafen coupel<br />

overdekt; welke een bewijs oplevert van den vreemden<br />

fmaak van deszelfs bouwmeester , den Pater<br />

GUERINI. De Koning kan , uit deszelfs Paleis,<br />

door eene gallerij , in deze kapel komen. De overige<br />

Kerken zijn allen fraai betimmerd , maar onder<br />

dezelven munt nog , als eene zeldzaamheid ih<br />

de bouwkunst, uit , de Kerk van Si. Therefia , in<br />

welks coupel - kapel het daglicht op eene zo zonderlinge<br />

wijze geleid is, dat men volflrekt gelooft, dat<br />

'er zonnenflraalen in vallen , zelfs op dagen , wanneer<br />

de zon niet door de wolken breekt.<br />

Het Hospitaal de la Charité munt, onder de gehouwen<br />

, die tot onderhoud der armen dienen, inzonderheid<br />

in groote en uitgebreidheid , uit ; als<br />

wordende in het zelve twee a drieduizend bedelaars<br />

onderhouden en aan het werk gefield , en dat van<br />

den II. "Johannes, waar in ook vondelingen en wezen<br />

opgevoed worden , dient voornaamentlijk voor<br />

zwangere vrouwen en verleide meisjens , welken<br />

hier het kraambedde met alle gemak kunnen vieren.<br />

Deze zeer wijze en menschlievende inrichting des<br />

Konings ftrekt hier ter plaatfe tot een flerk behoedmiddel<br />

tegen den kindermoord, welke wandaad hier<br />

ook nooit gepleegd wordt.<br />

De Schouwburg is ongemeen groot en pragtig ,<br />

zijnde het tooneel zelve zo ruim , dat 'er met gemak<br />

, en zonder het/ doorzicht te veel te floppen,<br />

aanmerkt Üjke chooren , vehiflagen , raadsvergaderinc<br />

5 l . gen,


42 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

gen , achitectuur - en perfpectief- gezichten , kun­<br />

nen vertoond worden. Men fpeelt 'er meestal groo­<br />

te opera's, geheel uit recitatieven en aria's beftaan-<br />

de , en die dikwijls dertig en meermaalen agtereen<br />

gegeeven worden , 't welk verveelend voor de aan-<br />

fchouwers is ; die ook den fchouwburg, meer als<br />

een groote asfemblé en fpreekplaats bezoeken, dan<br />

wel om de (lukken , die 'er vertoond worden. —<br />

Het amphitheater is rondom en zeer hoog in rijen<br />

loges verdeeld , welken alle kamertjens op hun zei­<br />

ven zijn , waar in het gezelfchap alle gemakken<br />

heeft, en van alles bediend kan worden , 't geen<br />

ook zeer noodig is , daar zulke Italiaanfche opera's<br />

dikwijls vijf a zes uuren agtereen duuren; zulk ee­<br />

ne lang gerekte aandagt is vermoeijend , doch<br />

daar tegen (boren zig de aanfchouwers ook weinig<br />

aan het (pel, ten zij in de uitfteekendfle aria's, dan<br />

is alles (lil en oplettend , doch onder de recitatie­<br />

ven lacht , praat en loopt men waar men wil —<br />

wijl de (lukken door het , tot walgens toe herbaa­<br />

ien , genoeg bekend zijn. Machines worden<br />

'er geheel niet gebruikt , en de fchermen worden,<br />

als het tooneel veranderen moet , door daar achter<br />

geplaatlle werklieden, met de hand, tusfehen de cou-<br />

lisfen in- en uitgenomen.<br />

Nog is , in deze Koninglijke Refidentreffad ,<br />

bezichtiging waardig de Univerfiteit. Zij ligt aan<br />

den aanvang der Po , en hêt gebouw heeft een uit-<br />

neemend krachtig voorkomen ; boven de pragtise<br />

poort , die ten ingang dient , leest men : Regium<br />

Athenaum ; te kennen geevende , dat LODEWIJK,<br />

Prins


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 43<br />

Prins van Piemont, het zelve , in 140^, aangelegd<br />

heeft; doch Koning VICTOR AMADEUS , en<br />

de tegenwoordige Koning, hebben het in den<br />

ftaat gefield, waar in het zig thands bevindt ; een<br />

overdekte gang omgeeft den voorhof of basfecour ,<br />

en dient tevens tot een aanmerkelijke gallerij , ter<br />

regelmaatige plaatfing van een rijk voorzien kabinet<br />

van Griekfche en Romeinfche Antiqüiteiten , als<br />

zijnde beelden, fteenen met infcriptiën enz. welken<br />

rondom Turin uit den grond opgedolven , of van<br />

elders verzameld zijn. In het prachtig gebouw zelve<br />

zijn verfcheidene zaaien , welken , als zo veele<br />

fchatkameren van geleerde noodwendigheeden , den<br />

op die zaaken doelenden Reiziger , door derzelver<br />

menigte en verfcheidenheid, verbaazen ; men vindt<br />

hier voords eene uitgeflrekte en welvoorziene Bibliotheek<br />

, beftaande uit meer dan 30 a 40 duizend<br />

banden , waar onder merkwaardige manufcripten ;<br />

een kabinet van de zeldzaamfte Griekfche , Latijnfche<br />

en Egyptifehe Oudheeden, 't welk reeds drie<br />

ruime vertrekken beflaat, en nog geduurig vermeerderd<br />

wordt; een Ontleedkamer of Theatrum Anatomicum<br />

, en verfcheide vertrekken met werktuigen,<br />

ter beoefening van de Natuurkunde ; alle deze kamers<br />

zijn omringd door de gehoorzaalen der Hoogleeraaren<br />

, waar van 'er een getal van vierentwintig<br />

hier hunne voorleezingen , in onderfcheidene<br />

weetenfchappen , doen , en allen door den Koning<br />

betaald worden ; tot welker aanvulling , in gevalle<br />

van vacature , hij zig ongemeen veel moeite<br />

geeft.<br />

Nog


44 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN 5TAATEN,<br />

Nog vindt men in deze fraaij'e ftad, op de ruime<br />

en fchoone plaats van Carignan, het Paleis, 't welk<br />

mede dien naam voert, en door den Pater GUE-<br />

RINI ontworpen is , 't welk een zeer pragtig voorkomen<br />

heeft ; doch de winderige fmaak , die veel<br />

van het eenvouwdig fchoon der oudheid afwijkt ,<br />

zichtbaar in het oog doet vallen.<br />

Het Theater , dat alleen voor Italiaanfche opera's<br />

beflemd is, grenst hier nevens.<br />

Even buiten de ftad ligt de fraaije en belommerlustplaats<br />

le Valentin , met een zeer aangenaamen<br />

tuin voorzien; doch zij (laat den meesten tijd ledig,<br />

wijl de Koning zig doorgaands in het, mede in de nabuurfchap<br />

der Hoofdflad gelegen, Landhuis, la Ve~<br />

nerie genoemd, ophoudt, en waarheenen men langs<br />

eene allée van witte Moerbeziën- hoornen , ter lengte<br />

van een uur rijdens, gevoerd wordt.<br />

ha Venerie is een zeer uitgeftrekt Landgoed ,<br />

welks lustflot op de pragtigfte wijze gebouwd , en<br />

met de kostbaarlte fieraaden en meubilen voorzien<br />

is; de groote gallerij, welke die van Verfailles nog<br />

in lengte en hoogte overtreft , wordt , ter wederzijde<br />

, door een' langen rij pilasters gefchraagd ;<br />

voords zijn de orangerie , de (lallen voor meer dan<br />

tweehonderd paarden , de (lotkapel en de tuinen ,<br />

in welken men echter geene waterwerken aantreft,<br />

wijl deze niet in den fmaak des Konings vallen ,<br />

alle zeer fchoon , en eene aandagtige befchouwing<br />

overwaardig. Voords zijn 'er nog de volgende<br />

merkwaardige Lusthuizen , als :<br />

Stapinigi , mede een Lusthuis des Konings , na<br />

het


WELKEN DEN RIIIJNSTROOM OMRINGEN. 45<br />

het plan van den bouwkunftenaar PHILIP JUVA-<br />

RA, in een geheel nieuwen en verrukkeriden fmaak,<br />

vervaardigd ; de tuinen deszelfs, die enkel uit aartig<br />

gelegene graszoden of Boulingrim beftaan, zijn<br />

echter niet zeer aanmerkelijk. Deze lustplaats is<br />

vier Italiaanfche mijlen van de Hoofdftad af geleegen.<br />

La Vigne de. la Reine , heefc flegts een klein,<br />

doch ongemeen fierlijk gebouw , liggende op een<br />

heuvel voor de flad , zo dat men dezelve , benevens<br />

het omliggend oord , van daar geheel overzien<br />

kan , het geen een allerfchoonst gezicht oplevert.<br />

Vijf Italiaanfche mijlen buiten de ftad vindt men<br />

de heerlijke , en voor rekening des Konings door<br />

Don PIIILIPPO JUVARA in 1715 begonnen, en<br />

in 1731 volbouwde , Kerk la Super ga , waar in de<br />

Koning VICTOR AMADEUS begraaven ligt: van<br />

deszelfs koepel , die bij de tweehonderd voeten ,<br />

van den grond tot aan den top , in hoogte haalt,<br />

kan men meer dan 25 mijlen in de rondte, over de<br />

vlakte van Lombardijen , en zelfs tot aan Milaan<br />

toe , zien.<br />

Het Hoofd-altaar in deze Kerk pronkt met een<br />

basreliëf, verbeeldende het ontzet van Turin, welke<br />

ftad , in 1706 , door de Franfchen, benaauwd<br />

zijnde , door Prins E U G E E N , op den 1. September,<br />

ontzet werdt. Tot dankbaare herinnering van<br />

' dit voorval, begeeft de Koninglijke famielje zig alle<br />

jaaren op dien dag naar deze kerk, om 'er de Mis<br />

te hooren.<br />

Men


4


WELKEN DEN RHJJNSTROOM OMRINGEN. 47<br />

faloeijen; zij ligt zeven uuren beoosten Turin, niet<br />

verre van de rivier Tenaro ; de mindere lieden dezes<br />

Graaffchaps zijn : Villa nova d'Asti, Vetnia,<br />

een llerk fteedjen op een berg, in de nabijheid van<br />

de Po , Cisterna , Crescentino , Ceva , Savigliano,<br />

Carignan, Garezza en Ormeo.<br />

Het Bisdom en Graaffchap Jvrca , met de hoofdflad<br />

van dien naam, in het diftrict Canavefe ; eene<br />

middenrhaatige ftad , bij het riviertjen Anea, in *t<br />

welk goudzand gevonden wordt.<br />

Het Bisdom en Hertogdom Aosta , een zeer<br />

bergachtig landfchap , welks hoofdftad , die mede<br />

den zelfden naain draagt , en door de Lombarden<br />

weleer zeer verfterkt geweest is , thands minder<br />

bewoond wordt , fchoon van groote uitgeftrektheid<br />

zijnde. Men vindt in dezelve veele Romeinfche<br />

oudheeden , gelijk zijn een fchouwburg , brug en<br />

Thriumphboog.<br />

Het Marquifaat Saluzza en deszelfs zeer rijke<br />

en prachtige hoofdftad van dien naam, op een' zeer<br />

weeligen heuvel bij de Alpifche gebergten gedicht.<br />

De Domkerk alhier is , wegens deszelfs fraaije<br />

bouworde en rijkdommen , inzonderheid merkwaardig.<br />

Het Kasteel Dauphin , 't welk mede in dit<br />

Marquifaat ligt , is berucht wegens deszelfs ongemeene<br />

fterkte. Carmagnola , Revel, Roquesparviere<br />

en Demont, zijn mede alle verfterkte plaatfen<br />

, welke dit Marquifaat meermaalen tegen de<br />

aanvallen der Franfchen verdeedigd hebben. Omftreeks<br />

de laatstgenoemde vesting , welke in een<br />

bergachtig oord ligt , is het vlekjen Bergemoktto ,<br />

het


48 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

het welk merkwaardig is , door eene ongewoons<br />

zwaare Sneeuwdorting van de hooge gebergten ,<br />

welke het zelve op den 19 Maart 1755. ten eene-<br />

maal overdekte, en onder een' berg van énkel iheeuw<br />

begroef; alle de inwooners van dat gehugt, zijnde<br />

bij de twintig in getal , op twee na , zijnde vader<br />

en zoon uit een zelfde huisgezin , die zig om be-<br />

zigheeden buiten het vlek begeeven hadden , wer­<br />

den onder de fneeuw en het ijs , 't welk ter<br />

hoogte van 60 voeten boven den grond lag , be­<br />

dolven. Deze leevende begraaffenis duurde omtrent<br />

zesendertig dagen , tot den f24 April, wanneer de<br />

fneeuw begon te ontdooijen , 't welk de twee lie­<br />

den , die dit onheil ontweeken geweest waren, ge­<br />

legenheid gaf , bm ten minden zo veel fneeuw en<br />

ijs met koevoeten en fchuppen weg te ruimen, dat<br />

ze een' toegang tot hunne nog begraaven wooning<br />

bekwamen , waar zij in de dal hun verder huisge­<br />

zin nog welvaarend bij elkander vonden , alleen<br />

was een zoontje van zes jaaren gedorven. Op eene<br />

wonderbaare wijze waren die lieden voor verplette­<br />

ring, door indorting hunner wooning, welk deerlijk<br />

lot de overige bewooners meestal ondergaan hadden,<br />

bevrijd gebleeven , en hadden het leven behouden<br />

door de melk van twee , zig mede in dien dal be­<br />

vindende , geiten te drinken. Hun grootde onge­<br />

mak in den pikduisteren nagt , waar in zij zo lan­<br />

gen tijd begraaven waren geweest , hadt bedaan in<br />

het koude fneeuwwater , dat geduurig door het dak<br />

over hunne lighaamen droop , in den dank van het<br />

gedorven Vee in de dal, en in het ongedierte ,<br />

waar


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 49<br />

waar van zij zig, door gebrek van licht , niet reinigen<br />

konden.<br />

Vier uuren oostwaards van Demont ligt de fterkte<br />

Coni , welke , wegens deszelfs menigvuldige belegeringen<br />

, in de gefchiedenisfen dezes lands , zeer<br />

beroemd is.<br />

Drie mijlen beoosten deze vesting ligt de redenlijk<br />

groote en volkrijke flad Mondovi , in het Bisdom<br />

van dien naam, op een' heuvel, aan den voet<br />

der Apennijnfche bergen, waar van zij ook den naam<br />

van Mom Regius , of de Koninglijke Berg, draagt.<br />

De fleedjens Bene en Marfaglia , gelijk ook de Langifche<br />

goederen , welken veele plaatsjens en dorpjens<br />

vervatten, zijn minder aanmerkelijk.<br />

Vercelli, mede een Bisdom en Heerlijkheid, heeft<br />

eene tamelijk goede en groote flad van dien naam,<br />

nabij de rivier Sefia , welke dezelve veel leevendigheid<br />

verfchaft ; verfcheiden Kerken , Kloosters en<br />

geestelijke Gedichten zijn in dezelve merkwaardig :<br />

ook eet men hier het witde brood en de vetde kapoenen<br />

van geheel Italiën. In deze Heerlijkheid<br />

liggen voords nog de kleinere plaatsjens St. Ta , of<br />

wel St. Agatha : Biel/a , eene redenlijk groote<br />

Ilad , die 7000 inwooners bevat , en van veele<br />

Kerken en Kloosters voorzien is ; Oroppa, Gattinara<br />

, Andorno , Befana , en nog eenige geringere<br />

vlekjens.<br />

Fosfano , een Bisdom met eene redenlijk groote<br />

ftad, welke dien naam draagt.<br />

Oneglia , een Vorllendom , met een welbebouwée<br />

ftad.<br />

D Mat-


50 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Masferan , mede een Vorflendom met een fteedj'en,<br />

waar van niets merkwaardigs te melden valt.<br />

Sufa, een Graaffchap en ftad aan de rivier Loria<br />

bij de Alpen, is merkwaardig wegens een' Romeinfchen<br />

ïhriumphboog , opgericht ter eeren van A U-<br />

GUSTUS , in het jaar 740 , naa de bouwing van<br />

Romen. Nevens deze ftad ligt de vermaarde berg<br />

Cents , waarfchijulijk die , waar over HANNIBAL<br />

met zijn heir in Italiën viel; zijnde de hoogde der<br />

Alpen , en boven op welks oppervlakte een geheel<br />

meir gevonden wordt: de vallei , waar in de dad<br />

Sufa ligt , geniet , door de befchutting der gebergten<br />

, een aangenaam zoel klimaat, zo dat men van<br />

den top der bergen in dezelve nederdaalende , op<br />

denzelfden dag , van den barren winter in den zoelen<br />

zomer overgaat.<br />

Het Graaffchap Beuil heeft niets aanmerkelijks ,<br />

dan de kleine dad van dien naam ; gelijk ook niet<br />

De Graaffchappen Teide, Vieillane en 'Cajlalione ;<br />

alleenlijk komt ons , in het Vordendom Piemont,<br />

nog merkwaardig voor de zeer derke vesting<br />

Pignerol, welke de pas of doortogt van Frankrijk<br />

en Italiën verdeedigt. Natuur heeft dezelve<br />

eene voortreffelijke ligging, en de Kunst heeft haar<br />

eene onneembaare derkte bijgezet, zo dat derzelver<br />

Slot voor onverwinlijk gehouden wordt.<br />

Nizza en Oneglio , welke mede aan Piemont behooren<br />

, hebben wij bereids , onder Genua , befchreeven.<br />

Alvoorens wij echter dit landfchap Piemont verlasten<br />

, en in het Prinsdom Savoijen overgaan , daat<br />

ons


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. $1<br />

ons nog een enkel woord te gewaagen van deszelfs 4<br />

in de gefchiedenisfen zeer beruchte, Valleijen, wel*<br />

ke ook onder den naam van les Faltées de Piemont,<br />

de Valleijen van Angrogne , en onder dien van het<br />

Lucerns Gebied, voorkomen, en drie in getal zijn,<br />

«ls i. de Vallei van Lucern , a. die van Peroufe,<br />

en 3. van St. Matten , alle vermaard als de ongeruste<br />

woonplaatfen der, weleer om hunnen Godsdienst<br />

vervolgde , Waldenfen ; wier gefchiedenis ,<br />

volgends de gewoone overlevering, hier kortelijk<br />

op uitkomt :<br />

Omflreeks het jaar ufo, woonde tót Lyon in<br />

Frankrijk een rijk Koopman, genoemd PETRUS<br />

WAL DUS ; deze leefde in groote overdaad en brasferijen,<br />

doch eens met eenigen zijner gasten aan tafel<br />

zittende , en een van het gezelfchap ligtvaardïg<br />

bij den naam Gods zweerende , werdt dezelve 00genbliklijk<br />

beroerd , en florte dood ter aarde neder.<br />

WAL ous was , over dit vreesfelijk verfchijnfel ,<br />

dermaate ontroerd , dat hij , van dat tijdflip af,'<br />

ernflig voornam , zijne voorgaande gehoudene wilde<br />

levenswijze met een zeer afgetrokken en befpiegelend<br />

leven te verwisfelen, aelmoesfen uitdeelende,<br />

de H. Schriften dag en nagt doorzoekende en daar<br />

uit leerende, en, volgends de door hem opgevatte<br />

meeningen, ook anderen onderwijzende, welke leerlingen<br />

naaderhand in getal aangewasfen zijnde , en<br />

wegens hunne nieuwe leer , die de Roomfche kerk<br />

veel afbreuk deedt , en door dezelve voor ketterij<br />

uitgekreeten , en als zodanig te vuur en te zwaard<br />

vervolgd werdt, uit hun geboorteland verdreeven<br />

D 3<br />

wor-


52 BESCHRIJVING DER RiJKEN E N STAATEN,<br />

wordende , zig i n deze Valleijen kwamen nederflaan<br />

, waar i„ ze dus, meer dan zes eeuwen hunne<br />

verbhjfplaats , onder geduurige verontrusting, van<br />

de zijde hunner vervolgers, gehad hebben.<br />

Dus luidt de volksmaare omtrent deze zaak;<br />

doch , bij nader onderzoek , treft men eene reeds"<br />

oo jaaren lang te vooren , te weeten in den jaare<br />

noo, gedateerde Geloofsbelijdenis der Waldenfen<br />

aan , waar in gevonden wordt , dat men te dier<br />

tijde reeds heeft gezegd ; quèles Faudès e degna dmur,r;<br />

dat is : een Walden/er is des doods fchuldig;<br />

waar uit het dus gelpofbaarcr fchijnt, dat deze<br />

Secte heuren naam veel vroeger en niet van wAL-<br />

D U s , maar van het Latijnfche woord Vallis, verkreegen<br />

heeft , en derhalven de naam Waldenfen ,<br />

Dalbewoners zoude beteekenen.<br />

Hunne nieuwe leer , die regtftreeks tegen de<br />

gevoelens der Roomfche Kerk aangekant was , veroorzaakte<br />

hen veel vervolgingen , welken echter ,<br />

zo als het gemeenlijk met de onderdrukking eeneï<br />

fecte gaat , hunne aanhangers in getal deeden toeneemen<br />

; inzonderheid breide zekere O L I V I E R<br />

van het Bisdom Albi in Languedocq geboortig, de'<br />

zelve meer en meer uit , waarom hen ook wel de<br />

naam van Albigenfen gegeeven wordt. Koning<br />

F R A N C O I S I. van Frankrijk was de eerfle , die<br />

jien , anno 1540 , z e er fel vervolgde , welke'taak<br />

vervolgends door E M A N U ë L P HILIB E R Ï , toegenoemd<br />

met het ijzeren hoofd , Hertos van Savoijen<br />

, vervolgd werdt j doch in ,6 J5 , onder Hertog<br />

K A R E L E M A N Ü Ü L II. blaakte het vuur van<br />

ver-


WELKEN DEN RH1JNSTR00M OMRINGEN. 53<br />

Vervolging nog 5<br />

heviger onder hen ; in 1686 deelden<br />

zij in het lot der verdrukte Hugenooten , en<br />

in 1698 werden zij, naa het doorftaan van veele en<br />

ongehoorde wreedheeden , in het midden eens harren<br />

winters , genoodzaakt hunne wooningen te verhaten<br />

, en meer dan 1830 in getale , in Zwitferland,<br />

een vreedzaamer verblijf optezoeken. Vervolgends<br />

zijn 'er weder veelen in hunne dalen terug<br />

gekeerd ; doch in 1730, hebben de inwooners<br />

van het dal St. Martin, op nieuw, eene geweldige<br />

vervolging moeten ondergaan , waar door veelen<br />

have en goed moesten verlaaten , en naar Zwitferland<br />

wijken, als wanneer de milddaadige Nederlander<br />

, door geldinzamelingen , hen , in hunnen armoedigen<br />

ftaat, onderfteunde ; tot men eindelijk,<br />

moede van hen te verontrusten , de vervolging<br />

{laakte , zo dat 'er veelen weder naar hunne wooningen<br />

terug keerden , en het getal der Dalbewooners<br />

thands , oud en jong door elkander genomen,<br />

nog meer dan 8000 zielen bedraagt.<br />

Hier mede zullen wij de Piemonteefche Vallcijen<br />

verlaaten , en onze denkbeeldige reize een weinig<br />

noordelijk op vervolgen , waar wij terltond , de<br />

Alpen overtrekkende , ontmoeten<br />

HET HERTOGDOM SAVOIJEN.<br />

Dit Land , welks naam van het Latijnfche woord<br />

Sapaudia, waar van men naaderhand Sakaudia, Sabo-'<br />

gia of Saboia gemaakt heeft, afkomt, grenst ten oosten<br />

gedeeltelijk aan Piemont, waarvan het, dooreen<br />

D 3 ke-


54 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STRATEN,<br />

keten der Alpifche gebergten, afgefcheiden is, wier<br />

omftandiger befchrijving wij beipaaren, tot wij van<br />

hst Italiaanfche grondgebied in Zwitferland zullen<br />

trekken ; ten zuiden en westen aan het Dauphinè,<br />

of thands de Departementen de Vlfere, des Hautes<br />

Alpes en des Bas Alpes ; ten noorden aan het Meien<br />

grondgebied van Gsneve. Wegens deszelfs affcheiding<br />

door de Alpifche bergketen , wordt dit<br />

land eigentlijk , in de politieke Geographie , onder<br />

Duitschland, en wel tot de Opperrhijnfche Kreitz y<br />

gerekend , waarom de Hertog ook , op de Rijksdagen<br />

, onder de Rijksftenden pleeg befchreeven te<br />

worden.<br />

Het is een ongemeen bergachtig gewest, waar<br />

de natuur zig min vriendelijk , dan wel grootsch ,<br />

opdoet, zo dat men het de woonplaats eener heldhaftige<br />

en mannelijke natie kan noemen ; wijl de<br />

weelde , en al wat de menfchelijke natuur verzwakken<br />

kan , hier niet gevonden wordt. De altijd met<br />

ijs en fneeuw bedekte gebergten , de vreesfclijke<br />

afgronden , fchrikkelijk van de bergen afruisfchende<br />

watervallen , digte wouden en fombere holen,<br />

verfehaffen hier geduurig de fchilderachiigfte tooneelen<br />

der majestueufe natuur ; doch het land valt,<br />

wegens alle deze muwe grootheeden , allermoeije»<br />

lijkst om te bereizen, uit hoofde van de zeer flegte wegen,<br />

enge en flijle bergpasfen, en gevaarlijkefnecuwftortingen<br />

, van welk ailes wij onder de befchrijving<br />

der Alpen breedvoeriger zullen gewaagen.<br />

Deze hooge gebergten , en inzonderheid de, in<br />

hoogte uitmuntende , berg Cents , gelijk ook het<br />

Ge-


WELKEN DEN RH1JNSTR00M OMRINGEN. SS<br />

Geneeffche Meir , bezorgen dit land verfcheide Ri­<br />

vieren , die bet doorvvateren, waar onder de Rhont<br />

de meest aanmerkelijke is.<br />

Ondanks de koude en het ruuwe weder, dat hier<br />

het grootfle gedeelte des jaars plaats beeft , kan<br />

men dit land niet onvruchtbaar noemen ; immers<br />

het brengt goede wijnen en boomvruchten voort ;<br />

doch het koorn is 'er zeer fchaars , en de inwoo­<br />

ners moeten zig , in plaatfe deszelfs , "tot het fa-<br />

menftellen van hun brood, van kaftangiën, die hier<br />

weder in overvloed gevonden worden , bedienen.<br />

De weiden voor het vee zijn hier doorgaands , in<br />

het hangen der bergen en in.de dalen, die zij vor­<br />

men , ongemeen goed , waar door de veefokkerij<br />

een groote tak van beftaan voor de inwooners op­<br />

levert. Wild is 'er mede in de bosfchen en in het<br />

gebergte zeer overvloedig , en men merkt op , dat<br />

de Beeren en Vosfen , welken de hooge toppen der<br />

befneeuwde bergen bewoouen , ook even als die<br />

van Groenland, wit zijn ; eene eigenfchap, die aan<br />

alle befneeuwde en altijd bevrooren oorden fchijnt<br />

gemeen te zijn. De hooge bosfchadiën verfchaffen<br />

hier een overvloed van de kloekfte Pijn - en Denne-<br />

boomen ; ook treft men 'er Marmorgroeven aan ,<br />

en deze natuurlijke voortbrengfelen maaken ook de<br />

voornaam(le rijkdom van dit half woeste "gewest<br />

uit. Onder de zonderlinge landdieren, welken hier<br />

vallen , is voornaamentlijk als een bijzondere inwoo-<br />

ner dezes lands aantemerken , 'de Bergrat , of het<br />

Marmeldier, door de Savoijaarden Marmotte gehee­<br />

ten , en onder de Natuurkenners met den Latijn-<br />

D 4 fchen


56 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

fchen naam Mus Montanus benoemd, waarvan wij<br />

onder de nadere befchouwing der Alpen nog iets<br />

meer zullen gewaagen.<br />

De inwooners zijn over het algemeen arme lieden<br />

, wier afgezonderd leven in hunne gebergten ,<br />

hen de gefleepenheid en befchaafdheid der overige<br />

Italiaanen wel ontzegt, doch daar tegen hunne<br />

zeden zuiver, en hunne lighaamen , door de<br />

geduurige moeijelijke oefeningen , gezond en flerk<br />

houdt; eerlijk , oprecht- en gulheid is hun hoofdcharacter;<br />

doch hunne armoede , die meer uit den<br />

dwang des Adels , dan wel uit de fchaarschheid<br />

van hunnen grond , voortkomt , noodzaakt veelen<br />

hunner , zo dra ze flegts in ftaat zijn om voor<br />

hun zeiven te zorgen , het land te verlaaten , en<br />

met marmotten , kijkkasjens en diergelijke vertooningen<br />

, in Frankrijk en elders rond te zwerven , of<br />

zig buitenslands met fchoorfleenveegen en fchoenfchoonmaaken<br />

te geneeren. Sommigen dezer zwervers<br />

gelukt het , hier of elders tot fortuin te komen<br />

: immers zeker hedendaagsch reiziger verhaalt,<br />

dat hij , te Turin , een zeer rijk winkelier gekend<br />

heeft, welke met een kijkkasjen, in de grootfte armoede<br />

, zijn land verlaaten hebbende , met deze<br />

Zijne armoedige kostwinning , doch waar bij hij<br />

zich met geest en vriendelijkheid , aangenaam<br />

had weeten te maaken , met een' overwinst van<br />

driehonderd Guinjes , uit Engeland weder in zijn<br />

Vaderland terug keerde , en met dien kleinen fchat<br />

zijnen winkel opzette , die hem tot een der rijkfle<br />

winkeliers heeft doen worden. De Savoijaarden<br />

i<br />

zijn


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 57<br />

zijn over het geheel zeer werkzaam , en hebben ,<br />

door de dagelijkfche gewoonte , eene bijzondere<br />

vlugheid in den zwaarden , en bijkans meer dan<br />

menfchelijke kracht vereisfehende , arbeid verkreegen.<br />

Zij die den berg Cenis bewoonen , drekken<br />

hier van inzonderheid ten voorbeeld; daar zij, den<br />

geheelen tijd door , den dienst van lastbeesten verrichten<br />

, door de reizigers in zekere ligte , van biezen<br />

gevlochten , (loeien , aan lederen riemen om<br />

hunnen nek hangende , dezen vreesfelijken en gevaarlijken<br />

berg op en neder te draagen , wijl de<br />

wegen te (legt zijn , om 'er paarden , osfen, muilezels<br />

, of andere lastbeesten te gebruiken ; daar bij<br />

komt nog , dat deze arme bergbewooners meestal<br />

met het afzichtelijk gebrek der reeds befchreevene<br />

kropgezwellen gekweld zijn, gelijk hun zwaaren arbeid<br />

in den tijd hunner groei, ook veroorzaakt, dat<br />

veelen wanftaltig en mismaakt van lighaam worden.<br />

De Taal die zij fpreeken , alhoewel dezelve de<br />

Franfche zal moeten heeten , is zo zeer boersch ert<br />

romans , dat is half met een' Italiaanfchen , en half<br />

met een' hun eigen tongval doormengt , dat men<br />

lang onder hen verkeerd moet hebben om dezelve<br />

te verdaan: bij voorbeeld, dit couplet luidt, na den<br />

gewoonen zang der Savoijaarden :<br />

La marmiotte a mal joüx dients,<br />

li Fm fiaut un empliautre;<br />

Quel ampliautre lui fiaut il,<br />

Un empliautre des empliautres :<br />

Haveki moi, haveki moi, marmotte.<br />

welk laat de Haveki moi, avecque moi, moet betee-<br />

D j ke-


58 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

kenen. De Godsdienst , welken zij oeffenen , is<br />

meest Roomsen-catnolijk , en, uit hoofde van de<br />

groote eenvouwdigheid dezer lieden , (laat dezelve<br />

dikwijls tot bijgeloof over.<br />

Wat de gefchiedenis der Landen, welken thands<br />

het Hertogdom Savoijen en Piemont uitmaaken, aangaat<br />

, dezelve klimt niet hooger dan tot de tijden<br />

der Romeinen , als wanneer dit geheele gewest bekend<br />

is, als de woonplaats van een volk, genoemd<br />

Allobrogen en Tauriuen; immers vóór de tijden der<br />

Romeinen , draagt men geene kennis van deszelfs<br />

inwooners, zij hielden het in den tweeden oorlog,<br />

welken de Romeinen met de Carthaginenfen voerden<br />

, en die de Punifche geheeten wordt , met de<br />

laatstgenoemden , en werden , bij het eindigen van<br />

denzelven , in het jaar der waereld 3840 , dat is,<br />

118 jaaren vóór onze jaartelling, onder het juk der<br />

Romeinen gebragt , naa dat hun laatften Koning<br />

r. ITUITUS , door den Romeinfchen Conful FA-<br />

BI u s , verflagen was.<br />

Als naa het verval des Roomfchen Rijks , en<br />

wel in de vijfde eeuw , het oud Burgundisch Koningrijk<br />

, tusfehen Duitschland, Frankrijk en Italiën<br />

opgeregt werdt, was dit Land Savoijen mede daar<br />

onder begreepen ; tot geheel dit nieuw Koningrijk<br />

eindelijk door Frankrijk werdt ingezwolgen.<br />

Vervolgends werdt dit Gewest , naa het jaar<br />

Christi 840 , toen de Carolingifche Stam, bij gelegenheid<br />

van het overlijden van Keizer LODEWIJK<br />

de Vroome, in drie hoofdliniën verdeeld werdt, onder<br />

het gebied van Lotharingen gerekend.<br />

Om-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 59<br />

Omftreeks het jaar 888 , werdt in deze gewesten<br />

het nieuw Burgundisch Koningrijk ook na deszelfs<br />

hoofdftad Arelat , het Arelaatfche Rijk (Regnum<br />

Arelatenfe ) geheeten, opgericht, waar onder Savoijen<br />

mede begreepen was.<br />

Naa den dood van den laatften Burgundifchen<br />

Koning RUDOLPH III. in anno 1032, verviel het<br />

geheele Arelaatfche Rijk , of Regnum Arelatenfe ,<br />

aan den Duitfchen Keizer , cOEN RAAD II. ; en<br />

dus werdt Savoijen toen ook een Duitsch Landfchap.<br />

Doch toen ten laatften , het Rijk der Arelaaten,<br />

waartoe naamlijk Provence, Dauphinè, Bourgogne,<br />

Zwitferland en Savoijen behoorden, geheel in duigen<br />

viel , nam elk dier Provinciën een' bijzonderen en<br />

haar eigen regeeringsvorm aan.<br />

Wat Savoijen in het bijzonder betreft , dit land<br />

heeft, naa den dood van den laatften Burgundifchen<br />

Koning RUDOLPH IN. , omtrent den jaare 1000,<br />

den tijtel van Graaffchap ontfangen , en is , als<br />

zodanig , door zekeren BEROALDUS of BERT-<br />

HOLDUS , het eerst beftuurd geweest. Van dien<br />

tijd neemt de eigentlijke gefchiedeuis van Savoijen<br />

zijnen aanvang.<br />

Twee tijdperken kan men in dezelve opmerken:<br />

I. Van anno 1000 , onder het zo even gemelde<br />

Graaffelijk beftuur, tot op anno 141Ö, wanneer dit<br />

gewest door Keizer SIGISMUNDUS tot den Vorftenftand<br />

verheeven werdt; een volgreeks van achtenveertig<br />

diergelijke Graaven hebben in dit tijdvak<br />

het belluur dezer landen waargenomen.<br />

II.


00 BESCHRIJVING PER RIJKEN EN STAATEN,<br />

If. Van 1416 tot heden, uitmaakende bij de 400<br />

jaaren , in welken tijd 'er vijftien a zestien Hertogen<br />

geregeerd hebben, welkelaatfte tevens Koningen<br />

van Sardiniën geweest zijn; de laatfte Hertog vic-<br />

TOR AMADEUS , heeft deze zijne landen aan de<br />

Franfche Republiek afgedaan.<br />

De Landdreek SAVOIJEN bevat voords, de volgende<br />

onderfcheidene Gewesten ; als :<br />

I. Het Hertogdom Chablais , een redenlijk<br />

vruchtbaar oord , aan het Meir van Geneve gelegen<br />

; vervattende enkele , doch niet zeer aanmerkelijke<br />

deden, als : Evian, Ripaille, een deedjen,<br />

't welk, door het verblijf van Paus FELJX V, aldaar<br />

, in de Gefchiedboeken bekend geworden is ,<br />

welks wellustig leven een fpreekwoord heeft doen<br />

ontdaan , 't welk nog door geheel Italiën in gebruik<br />

is ; te weeten , andare a repaglio , of in het<br />

Fransch faire repaille , waar mede men goede cier<br />

maaleen < gasten en brasfen , en wat dies meer is,<br />

te kennen geeft. Thonon, de hoofddad van dit gewest;<br />

Marclay, een kasteel en gehugt , St. Gan~<br />

góulphe , notre Dame d''Abondance , eene Abtdij ,<br />

Aulps of Alpes , eene Abtdij, Hermance, een vlek<br />

aan de Geneeffche zee , Dovaine en Bons , beide<br />

vlekken, bedaande uit eenige wooningen.<br />

II. De Heerlijkheid Faucigni , is voorzien van<br />

goed weiland , doch voor het overige zeer bergachtig.<br />

De zeer hooge en verfchrikkelijke Glacieres ,<br />

of Ysbergen , en de Maudito , of het gevloekt gebergte<br />

, wegens deszelfs gevaarlijken overtogt, zijn<br />

in dit Landfchap gelegen : men vindt in het zelye<br />

de


WELKEN DEN RHIJNSTR00M OMRINGEN. 6l<br />

de fteedjens Bonne vilk , St. Joire , Faucigni ,<br />

Bonne Lucigne, Thie of Tege, Salanche, eene open<br />

liggende Had , vervattende 4000 inwooners ; Cha~<br />

mounis , Samoen , Taninge , Melan, Flumet , alle<br />

kleine fteedjens.<br />

HL Het Hertogdom Genevois , waar in de<br />

hoofdftad Anneci , liggende aan hef fraaije Meir<br />

van dien naam ; deze is , op de hoofdflad Chamberry<br />

na, de grootfte ftad van Savoijen, vervattenveele<br />

Kerken , Kloosters en geestelijke Geflichten.<br />

Anneci le vieux, Thosnes, Chaumond, zijn drie op<br />

het gebergte gelegene kleine fteedjens. La Roche,<br />

eene kleine ftad, vervattende aoooinwooners, Beaufort<br />

, Ternier en Gaillard.<br />

IV. Het eigentlijk Savoijen , en daar in de<br />

hoofdftad des geheelen lands Chamberrij , in oud«<br />

gedenkflukken Camberium enCamberiacum genoemd,<br />

aan de rivieren de Leisfe en Albans , niet onvermaaklijk<br />

gelegen , zijnde omringd van een zeer<br />

vruchtbaar Dal, het welke met verfcheidene boomrijke<br />

heuvels bevallig onderbroken wordt. Het getal<br />

der inwooners wordt op 20000 gefchat. Deze<br />

ftad heeft een fraaije en met fierlijke beeldwerken,<br />

prachtig voorkomende , hoofd- of collegiaale Kerk ;<br />

voords is de markt aldaar met twee fraaije Fonteinen<br />

voorzien , die dezelve een trotsch aanzien geeven.<br />

Een geweldige brand , in 1731 ontftaan ,<br />

heeft dezelve bijna geheel in de asfche gelegd. Het<br />

kasteel is bezichtigenswaardig.<br />

Voords zijn in dit oord nog de fteedjens Rumillij<br />

met 3000 inwooners, Hautecomte, eene Abtdij,<br />

waar


62 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

waar veele grooten uit het Savooifche huis begraa*<br />

ven liggen ; Lucey , Chevelu en Dragonitra, drie<br />

Kasteelen ; Tenue of Eona , St. Genui , h Pont<br />

Beauvoifin , en les Echelles , waar nevens de groots<br />

weg begint, welken Hertog EMANOÊL II. bij het<br />

dorp Crotte , door het woeste gebergte, in 1600,<br />

heeft doen aanleggen , welke, ten gemak der Reizigers<br />

, hoogstnuttige verbetering , op een gedenkfchrift<br />

nevens dezen weg in een rots uitgehouwen ,<br />

vereeuwigd is; wordende deze, met ongelooflijke arbeid<br />

, gebaande weg , le grand chemin Royal de la.<br />

Crotte , geheeten. Wij hebben dit bijna bovenmenfchelijk<br />

werkfluk op de bijgaande plaat, na eene<br />

, op de plaats zelve gemaakte , aftekening , den<br />

Leezer voor oogen tragten te brengen. Chamberrij<br />

le vieux. Burget, hier is een Fontein, die de zonderlinge<br />

eigenfchap heeft van , op fommige tijden<br />

des jaars , met een zagt geruisch , meer dan zesmaal<br />

in édn uur, te rijzen en te daalen ; welk natuurlijk<br />

verfchijnfel men nog niet heeft kunnen verklaaren,<br />

waarom men deze bron de Wonderfontein,<br />

Fontaine de merveille , genoemd heeft. Aix, bij de<br />

Latijnen Aquce gratiance , Sabaudica , Allobrogum,<br />

geheeten. Hier zijn verfcheiden Baden , als : het<br />

Zwavelbad, het Koninglijk Bad, en het Aluinbad ;<br />

men vindt 'er ook nog een ouden marmoren, doch<br />

zeer vervallen, Triumphboog der Romeinen , mei<br />

het opfchrift : L. POMPEJUS CAMPANUS VI-<br />

vus FECIT.<br />

Chastelar , Ugine en Tournon , Nicolaus , een<br />

kasteel op een' berg, St. Pierre d'A/bignys, Mout-<br />

me*


30JE GKOOIE WEG Bij HET la Crotte IIT S AVOgMÏ.M.§Z.<br />

JJeUetfcher, EEK 1JSGEHEJKSTJE IN HET CATSTOïï Beril IN Z%VITSEKXAHD.


WELKEN DEN RHTTNSTROOM OMRINGEN. 63<br />

melian , eene, in de gefchiedenis bekende, en dikwerf<br />

belegerde vesting , in welker nabuurfchap de<br />

beste wijn van geheel Savoijen aangetroffen wurdr,<br />

Notre Dame de Mions , le March.es Montruijeux ,<br />

la Rochette, Aigue belles , in het latijn Aqua bellt,<br />

Charbonniers, een kasteel aan de rivier Are, en Omflans,<br />

een klein plaatsjen.<br />

V. Het Graaffchap Tarentaife , vrugtbaar in<br />

goede Wijnen , Zoutbronnen en Steenkoolmijnen.<br />

De hoofd (lad deszelfs is Monfliers of Monafterium ,<br />

eene Aartsbisfcboplijke flad, in welker nabuurfchap<br />

veele Zoutbronnen gevonden worden ; Centron ,<br />

een dorpjen , dat voor dezen een Stad pleeg te<br />

zijn. St. Maurice , en het oord van St. Thomas,<br />

waar in eenige kleine min belangrijke vlekjens : en<br />

eindelijk<br />

VI. Het Graaffchap Maurienne , 't welk in een<br />

fmal dal vervat is , dat zig van Charbonnieres tot<br />

aan den berg Cenis uitftrekt: deszelfs hoofdflad<br />

is St. Jean de Maurienne ; deze anders redenlijk<br />

wel voorkomende Bisfchoplijke Stad , is omringd<br />

van fchrikkelijk hooge gebergten , en ruuwe fleenachtige<br />

wegen , welken men , doch te vergeefsch ,<br />

dikwijls heeft trachten te verbeteren. St. Michiel<br />

een vlek, waar men een zonderling, tevens zomeren<br />

wintergezicht, op de groene weilanden der van<br />

boven befneeuwde gebergten , heeft. St. Andri ,<br />

waar de weg ten hoogden gevaarlijk is : de Kapel<br />

van dit deedjen daat op een'fchrikkelijken berg; in<br />

deze kapel werdt , in 1681 , een Maria-beeld geplaatst<br />

, 't welk men gelooft wonderen te doen ,<br />

en


«4 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

en de Reizigers door deze gevaarlijke wegen te geleiden<br />

; fteunende dit geloof op een' gelukkigen<br />

val , die een Post eens met zijn paard van een der<br />

ftijlfte bergen, tot in den naastliggenden afgrond ,<br />

gedaan zoude hebben , zonder zig te oefchadigen.<br />

Modane, Rramant en Termignon , zijn vlekjens ,<br />

aan het Riviertjen de Are gelegen , en eindelijk ,<br />

Lasnebourg , een vlekjen , aan den voet van den<br />

hoogen berg Cents , 't welk door dien berg zodanig<br />

befchaduwd wordt, dat de inwooners deszelfs 9<br />

van het einde der maand November tot het midden<br />

van Januarij , het zonnelicht volflrektelijk ontbeeren<br />

: hun meest beflaan vinden zij in de reizigers<br />

over dezen berg te draagen , 't welk ook de voornaamfte<br />

bezigheid der bewooners van dien berg<br />

zelve is , welke , na hun beftendig voedfel van<br />

groote kaftaniën of Marons , Maronniers geheeten<br />

worden.<br />

Alvoorens wij de oorden , aan deze zijde der<br />

Alpen , verlaaten , en over dat gebergte trekken ,<br />

om ons in Zwitferlavd te begeeven, zullen wij onze<br />

denkbeeldige reis nog een weinig zuidoostelijker<br />

en terug naar het Genueesch gebied moeten richten<br />

, ten einde het Markgraaffchap Montferrat, dat<br />

mede tot de Savoifche Staaten behoort , en voords<br />

de kleine Italiaanfche Staaten , Pavia , Parma ,<br />

Modena, Mantua en Milaan, ter loops te. bezichtigen<br />

, en van daar, naa de Alpifche gebergten een<br />

weinig naauwkeuriger befchouwd te hehben , bet<br />

vermaaklijk Italiën verlaaten , om , door Zwitferland,<br />

onze reis te vervolgen.<br />

HET


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 65<br />

HET HERTOGDOM MONTFERRAT.<br />

Grenst ten westen en noorden aan Piemont, ten<br />

oosten aan Milaan , en ten zuiden aan de Republiek<br />

Genua , (trekkende zig v"n de Heerlijkheid<br />

Vercellis, ter lengte van dertien uuren gaans, zuid«<br />

waards uit , tot aan de grenfen van het Genueesch<br />

gebied. De rivier Tenaro , loopt dwars door het<br />

zelve heenen , en in het midden is het flegts een<br />

uur gaands breed, doch fpreidt zig aan deszelfs uiterften<br />

wijder uit.<br />

Het heeft den naam ontfangen van het Latijnfche<br />

woord Mom ferax , betekenende een' vrucht'<br />

baaren berg; en in de daad, dit geheel gewest fchijnt<br />

door deszelfs , als 't ware , aan elkander verbonden<br />

zeer vruchtbaare , en met overvloed van koorn en<br />

wijn beplantte, heuvelen, flegts één groene berg te<br />

zijn. De Tenaro en Po omvangen dat aangenaam<br />

gewest, zo dat het wel den naam van Mefopotamia<br />

mogt draagen , daar het juist tusfchen deze twee<br />

vermaarde rivieren in ligt.<br />

In aloude tijden was het een gedeelte van het<br />

Genueesch gebied, en kwam, in het jaar der waereld<br />

3713 , onder het gebied der Romeinen , welken<br />

het tot ann. Christi 558 bezeeten hebben , als<br />

wanneer het , door de Longobarden , overflroomd<br />

werdt , uit wier magt het, in ann. 773, onder die<br />

der Franken voords onder de Carolingifche Keizers<br />

geraakte. Toen die uitgeftorven waren, en Italiën<br />

in verfcheidene kleine Staaten verdeeld werdt, verhief<br />

Keizer 0 T T 0 I., in ann. 067, dit gewest tot<br />

E een


66 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

een Markgraaffchap. Men kan dus de Historie van<br />

Montferrat best in drie tijdvakken verdeden, welker<br />

bijzondere voorvallen te lang vallen om hier bij<br />

te brengen , en bij de Historiefchrijvers van Italiën<br />

gezogt moeten worden.<br />

Van ann. 967 tot 1305 hebben , daar te lande ,<br />

veertien Duitfche Markgraaven het bewind in handen<br />

gehad , en dit vak maakt het eerde tijdperk<br />

van de gefchiedenis dezes Lands uit, en begon met<br />

AL RAM, die door Keizer OTTO 1. aan ge field was<br />

Vervolgends eindigde die Duitfche dam in joHAN­<br />

NES I. of de Rechtvaerdige , aan wiens zuster jo-<br />

LANTHA dit gewest te beurt viel ; wijl hij , zonder<br />

kinderen naa te laaten, overleedt ; deze nu gehuuwd<br />

zijnde aan den Griekfchen Vorst , THEO-<br />

D0 Ros COMNENUS I. ging het gebied in Griekfche<br />

handen over, welker regeering het tweede tijdperk<br />

uitmaakt.<br />

Twaalf Markgraaven , uit het Griekfche Huis ,<br />

hebben voords dit land befluurd , tot op jo HAN­<br />

NES GREGORIUS, die tot 1533 regeerde, en zonder<br />

kinderen overleedt; waar door dit land , volgends<br />

eene, in 1330 gemaakte, overeenkomst, met<br />

de zuster van jo HANNES II, die aan een'Savoifchen<br />

Graaf, AIMON genoemd, gehuuwd was,<br />

in het Huis van Savoijen overging. Doch 'er was<br />

nog eene dochter der laatde Griekfche Markgraaven<br />

in het leven, en deze huuwde Keizer KAREL V.<br />

in 1538, aan F RED RIK GONZAGA, Hertog van<br />

Mantua, uit ; waar door het derde tijdvak, of dat<br />

der I aliaanfche Markgraaven, een' aanvang nam.<br />

De


WELKEN DEN RHTJNSTROOM OMRINGEN. fi"?<br />

Deze Italiaanfche of Mantuaanfche Hertogen hebben<br />

het , van 1536 tot 170S , en dus geheele 172<br />

jaaren, bezeeten ; eerst onder den tijtel van Markgraaffchap,<br />

doch in het jaar 1533 werdt het, door<br />

keizer MAXIMILIAAN II, tot den rang van Hertogdom<br />

verheeveu.<br />

KAREL IV, de laatde Hertog van Mantua,<br />

ftierf ann. 1708, waarnaa VICTOR AMADEUS II.<br />

met dit Hertogdom , waarop Savoijen zo lang pretentie<br />

gemaakt hadde , beleend werdt: thands is<br />

het nog onder de beheering der Franfche Republiekeinen<br />

, aan welken de tegeuwoordige Hertog het<br />

zelve heeft afgedaan.<br />

'Er is weinig aanmerkelijks van de kleine deden ,<br />

welken in dit gebied voorkomen , te vermelden.<br />

Het gantfche Hertogdom is in vier Districten verdeeld<br />

, naamlijk , dat van Cafal, Trino , Alha en<br />

Acqui.<br />

In het District van Cafal ligt de hoofddad van<br />

dien naam , Cafal de St. Pas of Cafalce St. Evafti ,<br />

na fommiger meening , het oude Bodincomagus der<br />

Romeinen , eene taamh'jk groote en volkrijke dad;<br />

dezelve is weleer eene zeer derke vesting , voorzien<br />

van een der beste kasteden van geheel Italiën,<br />

geweest ; doch thands is de dad , naa het flegten<br />

der werken in 1695 > z<br />

o derk niet. De hoofd- of<br />

cathedraale Kerk , benevens nog drie Parochiekerken<br />

en negen kloosters, maakeu de voornaamde gebouwen<br />

derzelve uit.<br />

Trino , in het District van dien naam , is eene,<br />

taamelijk groote , doch , wegens de dampen , uit<br />

E a de


68 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

de omliggende moerasfen opdijgende , zeer ongezonde<br />

, ftad.<br />

Alba of Alba Pompeja , eene ftad aan de Rivier<br />

Tenaro , is de verblijfplaats van een' Bisfchop dier<br />

ftreek.<br />

Cisier na , Acqui , 't welk dien naam , wegens<br />

derzelver warme baden , verkreegen heeft ; Cartimiglia<br />

of Curtismillium , Spigno , en andere kleine<br />

fteedjens , zijn van te weinig belang, om 'er<br />

ons verder mede bezig te houden. Wij begeeven<br />

ons derhalven, naa dit Hertogdom verlaaten te hebben<br />

, in<br />

HET HERTOGDOM MILAANEN.<br />

De bezittingen des Konings van Sardiniën , in<br />

Opper -Italiën , doorwandeld hebbende , gaan wij<br />

thands tot een ander grondgebied over , naamlijk,<br />

tot die Staaten , welken door het Huis van Oostenrijk<br />

, in dat gedeelte van Italiën , bezeeten zijn ,<br />

fchoon die mede reeds door de alverwiunende wa-<br />

. penen der Franfche Republiek bemagtigd , alhoewel<br />

nog niet vormelijk en plegtig aan dezelve<br />

afgedaan , of in de Franfche Republiek ingelijfd<br />

zijn ; te weeten , de Hertogdommen Milaanen eu<br />

Mantua.<br />

Milaanen, eene der vrugtbaarfte en bestgelegene<br />

Landen van geheel Italiën , grenst ten westen aan<br />

Savoijen, Piemont en Montferrat, ten noorden aan<br />

Zwitferland, ten oosten aan een gedeelte van het<br />

Venetiaansch Gebied , en aan de Hertogdommen<br />

Mantua, Parma en Piacenza, en wordt ten zuiden<br />

door


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 69<br />

door de Republiek Genua bepaald en ingeflooten.<br />

Van het zuiden naar het noorden beflaat het in<br />

breedte vijfentwintig , en van het oosten naar het<br />

westen zevenentwintig -Duitfche mijlen in lengte.<br />

Het is van alle voortbrengfelen ', welken de<br />

aarde in de beste gewesten van Europa opleevert,<br />

voorzien. Wijn, koorn, weilanden, fchoone<br />

vrugtboomen, en inzonderheid Moerbeziën hoornen<br />

, vindt men 'er in overvloed ; welke vrugtbaarheid,<br />

door de menigte van rivieren, beeken en<br />

vaarten , die dit land overal doorfnijden , als ooi;<br />

door het zagt en aangenaam klimaat deszelfs , niet<br />

weinig bevorderd wordt ; 't welk alles den Koophandel<br />

(dien hier egter voornaamlijk binnens lands<br />

gedreeven wordt ) , zeer bloeijend doet zijn ; de<br />

zijden kousfen en de kaas, welke te Lodi vervaardigd<br />

wordt , en den naam van Parmefaanfche Kaas<br />

voert , fchoon ze beter Milaanfche genoemd mogt<br />

worden, zijn echter koopwaaren, welken door geheel<br />

de waereld verzonden worden, en buitenslands<br />

voornaamentlijk gezogt zijn.<br />

Het land is voortijds Infubria genoemd geweest ,<br />

vervolgends door de Gaulen bewoond geworden ,<br />

die 'er , omtrent 588 jaaren vóór onze jaartelling ,<br />

in 't jaar der waereld 3360, de ftad Milaan gefticht<br />

hebben ; voords is het, in 3730, onder het alverflindend<br />

gebied der Romeinen vervallen , en toen<br />

dezen , bij het verval des Westerfchen Rijks, door<br />

de invallen van vreemde natiën , hun gebied aanmerkelijk<br />

zagen befnoeijen, is het door de Longobarden<br />

eenen geruimen tijd bezeeten geweest , die<br />

E 3 de


7° BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

de ftad Pavia tot de refidentieplaats hunner Koningen<br />

koozen. Dit Longobardifche Rijk , eindelijk,<br />

in 774 , door KAR EL de Groote verdelgd zijnde,<br />

verviel het land Milaanen aan den ftatn der Karolingen,<br />

en eindelijk aan de Duitfche Keizers , welken<br />

vervolgends ook allen , tot aandenken aan het<br />

oude Longobardisch gebied , zig te Milaanen met<br />

de ijzeren kroon, welke de Longobardifche Koningen<br />

pleegen te draagen , deeden kroonen.<br />

De Milaneezen hebben niettemin het juk van<br />

veele Keizers met weerzin gedraagen , wordende<br />

veelal door de Paufen in hunne weêrfpaunighcid<br />

geftijfd , gelijk ze dan ook , in 1158, tegen ERE-<br />

DRIKBARBAROSSA, die met den Paus in onmin<br />

was, openbaar opftonden; 't welk ten gevolge hadt,<br />

dat de Keizer de ftad Milaanen , in 1152, tot den<br />

grond toe deedt af breeken ; zijnde dezelve , eerst<br />

tien jaaren laater , door Paus ALEXANDER III,<br />

wederom opgebouwd; yervolgends hebben de Milaneezen<br />

, inzonderheid geduurende het Tusfchen -<br />

Rijk , zig zeiven eenigen tijd geregeerd ; in welke<br />

regeeringloosheid twee magtige Familiën , de Turriani<br />

en Visconti, zig onderling het gebied betwistten<br />

, tot eindelijk de laatstgenoemden het veld behielden<br />

; zo dat MATTHEUS VISCONTI, het<br />

Opperhoofd dier partij, eindelijk in den jaare 1310,<br />

door Keizer HENDRIK VII , in het oppergebied<br />

bevestigd , en tot Vicaris des Rijks in Lombardijën,<br />

aaugefteld werdt; deze Vicarisfen voerden aldaar<br />

het gebied, tot op den jaare 1396, wanneer JOAN<br />

G A L E A Z Z O , door gunst van Keizer WENCES-<br />

L A U S ,


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 71<br />

L A U S , den tijtel en rang van Hertog van Milaanen<br />

verkreeg.<br />

De laatere Gefchiedenis van dit Hertogdom laat<br />

zig dus in vier tijdvakken of perioden verdeelen ,<br />

te weeten :<br />

I. Van 1310 — 1447 , wanneer de Visconti geregeerd<br />

hebben ; P H I L I p i> u s M A R A , geen eehte<br />

aframmelingen hebbende , rees 'er een zwaar verfchil<br />

onder verfcheiden mededingers tot dit Hertogdom<br />

, 't welk egter ten voordeele van F R A N C iscus<br />

S F O R T I A , Graaf van Catagnole, die de eenige<br />

natuurlijke Dochter van den overleeden Hertog<br />

ten Vrouwe hadt , en door de Milaneezcn ,<br />

meer dan de overige mededingers , bemind was ,<br />

beflist werdt.<br />

Ih Van 1447 — 1535, geduurende welken tijd<br />

het Huis Sfortia in het beftuur bleef, tot op den<br />

laatften Hertog van dien (tam , welke , even als de<br />

eerfte , F R A N C I S C U S S F O R T I A geheeten was:<br />

naa zijn dood geraakte het land, door verdrag tusfchen<br />

FRANCISCUS I. van Frankrijk , die 'er, me:<br />

Keizer K A R E L de V. , pretentie op maakte , naa<br />

een' hevigen oorlog, eindelijk in 1544, in de magt<br />

des Keizers , die het, in 1^56, aan zijnen Zoon,<br />

Koning PHILIPS II. van Spanie, in leen gaf.<br />

III. Van 1535 tot op 1706 , bleef het zelve m<br />

het bezit der Spaanfche Kroon; maar toen , naa het<br />

overlijden van K A R E L II. de Succesfie oorlog een',<br />

aanvang nam, hadt deze echter eindelijk ten gevolge<br />

, c'at het Milaneesch, in 174J!, bij den Vrede<br />

van Aaken, weder aan den Keizer verviel. Sedert<br />

E 4 is


72 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

is het Hertogdom onder de magt van het Duitfche<br />

Rijk - en de naazaaten der Hertogen van Oostenrijk.<br />

gebleeven.<br />

Bevoorens echter waren reeds in verfcheiden tijden<br />

eenige Landen , tot het Milaneesch gebied behoord<br />

hebbende, aan Savoijen afgeftaan, als in 1703,<br />

het Alexandrino en Valenza , met de geheele landftreek<br />

, tusfchen de Po en de Tenaro gelegen ; als<br />

ook Lomtüim en Val di Sezia , in 1736 het Tortoneesch<br />

en Novareesch gebied, en in 1743 het Figsvanasco<br />

en een gedeelte van Pavefa; door welke affcheuring<br />

deze Oostenrijkfche bezittingen aanmerkelijk<br />

verminderd zijn. Het overgebleevene, benevens<br />

het Hertogdom Mantua , wordt thands door een 5<br />

Gouverneur Generaal belluurd.<br />

Deze aan Oostenrijk nog overgebleeven gedeelten<br />

zijn : A. Het eigentlijke Milaneesch , waar in de<br />

hoofdftad Mila.an gelegen is. B. een gedeelte van<br />

- het Graaffchap Anghiera. C. het gebied Como. D.<br />

het gebied Pavefa, waar in de aloude Longobardifche<br />

hoofdflad Pavia. E. het gebied Lodigiano.<br />

En eindelijk F. het Cremoneesck gebied. Wij zuilen<br />

de hoofdlieden dezer Landsverdelingen eénig,<br />

zins omftandig befchrijven , en de kleinere plaatfen<br />

flegts bij naamen aanwijzen.<br />

A. Het Milaneesch of eigentlijk Hertogdom Milaanen,<br />

bevat de hoofdftad Milaan of MedioJanum,<br />

door de Gallen , 550 jaaren vóór onze jaartelling,<br />

in eene vlakte , tusfchen de Adda en Ticino , het<br />

eerst gedicht; vervolgcnds door den Gallifchen<br />

Veldheer BRENNUS, die ook het Capitool te<br />

Rome


WELKEN DEN RT7TJNSTR00M OMRINGEN. 73<br />

Rome belegerd beeft , tot den grond toe geflegt;<br />

doch door de Romeinen weder herbouwd, en met<br />

een muur en torens voorzien ; bij welke gelegen­<br />

heid men wil , dat 'er een Verken , half met wol<br />

en half met borflels bedekt, uit een huis was ko­<br />

men loopen , waar van de ftad den naam van<br />

Mediolanum of Middenwol, door den .Romeinfchen<br />

Bouwmeester BELLOVENUS, ontfangen zoude<br />

hebben. Daar op weder door ATTILA , den Ko­<br />

ning der Hunnen , ingenomen en verwoest zijnde,<br />

werdt ze door den Aartsbisfchop EUSEBIUS an­<br />

dermaal opgebouwd ; echter in 877, door de Go-<br />

then , voor de derde reis , geheel omgekeerd , en<br />

ook nog daarenboven, in 1162, door Keizer FRE-<br />

DRIK BAHBAROSSA, ten eenenmaal afgebro­<br />

ken , en de grond met den ploeg omgekeerd en<br />

met zout bezaaid; gelijk ze ook naaderhand , in<br />

den twist der Guelfen en Gibellinen, veel uitgedaan<br />

heeft. Alle deze veelvuldige rampen heeft deze,<br />

anders zo fchoone en welgelegen, ftad , ftandvas-<br />

tig dogrgeworlreld , en is eindelijk, de vrede weder<br />

gemaakt zijnde, in 1177, gelijk een Phcenix uit heu­<br />

ren asch verreezen ; als wanneer die nieuw herboo-<br />

ren Stad , zesendertig fchreeden in den omvang ,<br />

buiten de voordeden, bevattede, welken'er vervol­<br />

gends , in de zeventiende eeuw , bij ingetrokken<br />

zijn , en alles te famen met een' muur omvangen<br />

is, zo dat beur omtrek thands op tien Italiaanfche<br />

mijlen , dat is , ruim drie uuren gaans , gefchat<br />

wordt; Binnen welke ruimte echter veel onbebouw­<br />

de plaatfen , tuinen en groote pleinen , begreepen<br />

Ü 5 zijn;


74 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

zijn : het getal heurer inwooners wordt thands op<br />

ongeveer 150,000 gerekend , en zij is de derde in<br />

rang onder de Italiaanfche fteden,<br />

Sommige draaten dezer aanmerkelijke ftad zijn .<br />

breed, doch moeilijk voor de voetgangers , doordien<br />

ze met kleine kcilleenen , welke Giarre genoemd<br />

worden , en bij zwaare regens , in menigte<br />

van het omliggend gebergte af komen rollen , bevloerd<br />

zijn ; de overige zijn eng en duister. Eene<br />

groote menigte van geestelijke Gedichten worden in<br />

derzelver omtrek aangetroffen; immers men telt 'er<br />

tweehonderd en dertig Kerken , negentig Kloosters,<br />

en honderd geestelijke Broederfchappen, en het getal<br />

der publieke Schooien wordt op honderd en twintig<br />

begroot.<br />

DeAartsbisfchoppelijke Hoofd-of Domkerk munt,<br />

onder alle de overige gedichten , zo in grootte als<br />

pracht , uit; de grond , verwulften, zuilen, alles<br />

is 'er van enkel marmor. De bouw van dit prachtig<br />

gevaarte , dat 449 voeten lang, en welks kruisgebouw<br />

275 voeten breed is , daar het met den coupel<br />

238 voeten in hoogte houden kan , en welks<br />

dak op 52 zuilen, elk van 84 voeten hoog, en 24<br />

voeten in den omtrek , rust , is eerst in den jaare<br />

1386, door den Hertog JOAN G A L E A Z Z O , 011dernoomen,<br />

finds welken tijd , tot op den huidigen<br />

dag toe, 'er onophoudelijk aan gebouwd en verbeterd<br />

is. Bij deze pracht heeft dit gebouw echter<br />

bet gemeen gebrek der kerken in Italiën, bcdaande<br />

in duisterheid , uit hoofde dat alle de glafen , van<br />

onder tot boven , bcfchilderd. zijn. Voords is de-<br />

zel-


WELKEN DEN R1IIJNSTR0OM OMRINGEN. 75<br />

zelve opgevuld met beelden , wier getal , zo van<br />

binnen als van buiten, thands bereids over de vier­<br />

duizend bedraagt, en daar men van voorneemen is ,<br />

om'er voor eiken Heiligen een in te plaaifen, wordt<br />

dit getal nog daaglyks vermeerderd ; onder dezen<br />

munten in kunst uit de half gevilde beeldtenis van<br />

St. Bartholomeus, overfchoonin marmor uitgehouwen<br />

door M A R C U S A G R A T O ; benevens de beelden van<br />

Adam en Eva, welken boven het groote portaal ge­<br />

plaatst zijn, en door de kunstkenneren nog in meerer<br />

waarde gehouden worden. Maar voornaamlijk is<br />

in deze Domkerk bezienswaardig het graf van den in<br />

1584 overleeden Heiligen K A R E L E O R R O M TE U S ,<br />

wiens verdroogde Lijk, met bisfchoppelijke kleede­<br />

ren rijk gekleed, in een kist van onfehatbaar berg-<br />

krystal , onder den grooten eoupel , in een ver-<br />

wulfden grafkelder , op het Altaar ligt. Behalven<br />

het zilver , waar mede de hoeken en lijsten dezer<br />

kist overvloedig voorzien zijn , is deze kapel nog<br />

rondom met zilveren fchilden behangen , waar op<br />

eenige voornaame gevallen, uit het leven van dien<br />

Heiligen , kundig gedreeven zijn. In de Sacristij,<br />

bij deze kapeile behoorende , ziet men deszelfs ge­<br />

heele beeldtenis , overkunftig ten voeten uit , door<br />

de kundige borduurfier P E R E G U I A , geborduurd.<br />

De Heilige A M E R O S I U S , die tevens met EOR-<br />

R O M B U S , als Patroon der Stad Milaan, gevierd<br />

wordt, is 'er ook in ftandbeeld voorgefteld, welks<br />

groote , kunst en waardij , als geheel van masüef<br />

zilver zijnde, den belchouwer verbaast doet ftaau ;<br />

welke verbaazing nog toeneemt , als men de on­<br />

waar-


76 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

waardeerbaare kostbaarheeden , zo van juweelen,<br />

als gouden en zilveren vaten, die, aan beide deze<br />

Heiligen , door veele Vorsten en vermogende lieden,<br />

van tijd tot tijd, geofferd zijn, hier bij elkander<br />

befchouvvt.<br />

Twee Predikfroelen van brons , verrijken deze ,<br />

met fieraaden overlaaden , kerk, mede niet Weinig;<br />

een derzelven rust op vier colosfaale fchoorbeelden,<br />

van het zelfde metaal , verbeeldende de vier Kerkvaders.<br />

Eindelijk is 'er ook geen gebrek aan Schilderdukken,<br />

welken door beroemde Italiaanfche Meesters<br />

vervaardigd zijn.<br />

De groote opeendapeling van fieraaden, die veelal<br />

, tot walgens toe , aan kleiiügheeden en krulwerken<br />

gebezigd zijn , gevoegd bij de rukelooze verkwisting<br />

van het fraaifte marmor , dat tot in de<br />

minst in 't oog vallende hoeken en hoogde gewelven<br />

verfpild is, verdient de berisping van den Bouwkundenaar<br />

SCAMOZZI, welke deze kerk een marmoren<br />

Berg , waar In eenige openingen gehouwen<br />

zijn , pleeg te noemen. Dagelijks wordt 'er nog<br />

aan gewerkt , zo dat men 'er altijd Metfelaars in<br />

bezig vindt ; en dit gefchiedt veelal uit noodzaakelijkheid<br />

, wijl 'er groote fommen op de kerk gemaakt<br />

zijn , welker interesten op moeten houden ,<br />

zo dra de kerk voltooid is. Ondertusfchen beneemt<br />

dit onophoudelijk metfelen veel van het fchoone<br />

voorkomen en zindelijkheid der kerk; waar bij nog'<br />

komt , dat men duldt, dat dezelve voor eene foort<br />

van Markt gebruikt wordt; zo dat men niet zelden ,<br />

in het midden dcrzelve , vrouwen ziet zitten naaijen,<br />

braaijen en fruit verkoopen. Ou-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 77<br />

Onder de overige Kerken munten uit die van<br />

ALEXANOER , welke in pracht en kostbaarheid ><br />

op de Domkerk volgt ; die der Jel'uiten en de oude<br />

Kerk , waar in het lijk van St. Ambrofius, als ook<br />

dat van PEPRIJN en BERNHARD, Koningen<br />

van Italiën , bewaard worden , en waar men een'<br />

koperen (lang, rondom een marmoren pijlaar geflingerd.,<br />

vertoont!, en dien voor denzelfden uitgeeft,<br />

welken door MOSES in de woestijne is opgerigt geweest.<br />

Hier wordt mede de ijferen kroon der Longobardifche<br />

Koningen bewaard ; zij is eigentlijk van<br />

goud , doch van binnen met een' ijzeren hoepel<br />

voorzien. De Kerk van St. Viclor is mede merkwaardig<br />

: men wil , dat het dén ingang tot deze<br />

kerk geweest zij , welken de Heilige AMBROSIUS<br />

met geweld aan Keizer THEODORUS weigerde ,<br />

naa dat hij, ineen oproer te Tesfalonica , veel Christenen<br />

hadt doen ombrengen.<br />

De geleerdheid en boekoefenende reiziger kan zig<br />

in deze flad bezig houden met de bezichtiging en<br />

het gebruik der waereldberoemdê Ambrofiaanfche<br />

Bibliotheek, welke door den Cardinaal FREDRIK<br />

BORROM/EUS, de Broeders zoon van den Heiligen<br />

, geflicht , en in deze eeuw, door den Cardinaal<br />

GUIBERTUS BORROM/EUS, aanmerkelijk<br />

vermeerden! is. Men vindt in dezelve meer dan<br />


73 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

groot, gedeelte van het oude Testament in het Syrisch<br />

, met Estrangelifche letters, gefchreeven , en<br />

de werken van den beroemden Kunstfchilder LEO-<br />

NARD DAVINCI, door hem zei ven gefchreeven,<br />

trekken inzonderheid de aandagt der Geleerden tot<br />

zich ; voords is 'er nog een Manufcript van de<br />

vijftiende eeuw , zijnde het leven der Pausfen ,<br />

waar in de gefchiedenis van Pauün JOHANNA,<br />

omdandig befchreeven wordt ; ook wordt 'er , als<br />

eene zeldzaamheid, bewaard, het geraamte van eene<br />

, in heur leven , jonge en fchoone Milaneefche<br />

Vrouw, welke op heur doodbedde begeerd hadde,<br />

dat men heur lijk hier , ten onderwijs voor de ontleedkundigen,<br />

en ten diende van het algemeen, dusdanig<br />

voordellen zoude. Behalven dit alles, is deze<br />

Bibliotheek , die in verfcheide vertrekken verdeeld<br />

is , nog voorzien van eene fraaije verzameling van<br />

Statuën , Munten en Schilderijen , zo van Italiaanfche<br />

als Nederlandfche Meesters, welken aldaar hunne<br />

fchilder- dudiën voleindigd hebben ; ook merkt<br />

men als zeldzaam op, een fchilderduk van JOHAN<br />

of den fluweelen B REU GEL, verbeeldende de vier<br />

Hoofddoffen , 't welke zo ongemeen uitvoerig behandeld<br />

is , dat men het met het bloote oog niet<br />

voldoende befchouwen kan , en waar op de Schilder<br />

ook zijn gezicht verboren heeft.<br />

Het Hospitaal, door FRANCISCUS SFORTIA<br />

IV. aangelegd, is een zeer rijk gedicht, welks inkomden<br />

's jaarlijks bij de 100, ooo rijksdaalers beloopen.,<br />

en munt zo wel in groote , als menschlievende<br />

inrigting , uit. Het dient ook voor een<br />

Von-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 79<br />

Vondelinghuis, wordende 'er jaarlijks meer dan vijf<br />

duizend Vondelingen in opgevoed ; zelfs wordt het<br />

te vondeling leggen, door de Regeering aldaar, ten<br />

einde den kindermoord vóór te komen, grootclijks<br />

begunfligd en gemakkelijk gemaakt , door een , in<br />

de muur geplaatste, kas of trommel, welkers opening<br />

des avonds naar buiten gedraaid kan worden,<br />

en waar bij geduurig iemand van binnen geplaatst<br />

is , die de kinderen , welken men 'er in legt, terftond<br />

naar binnen draait , als wanneer ze oogenbltkkelijk<br />

tot huisgenooten worden aangenomen.<br />

Bij dit Gasthuis is eene merkwaardige begraafplaats ,<br />

in verfcheidene kamers verdeeld, gevoegd, waarin<br />

de lijken in ongebluschte kalk gelegen worden; zo<br />

dat , wanneer men tot het begraaven in de laatfte<br />

kamer genaderd is, de lijken in de eerffe reeds verteerd<br />

zijn , en men dus nooit plaatsgebrek in deze<br />

grafkelders heeft.<br />

Onder de waereldlijke gebouwen, waarvan in deze<br />

ftad veele zeer fraaije gevonden worden , munt, wel<br />

voornaamentlijk , het Paleis van den Aartsbisfchop<br />

uit, zo wegens deszelfs uitgeftrektheid als rijkdom,<br />

en de groote verzameling van fchoone Schilderijen,<br />

die in het zelve gevonden wordt. Het Raadhuis en<br />

de Schouwburg zijn fraaije , doch niet zeer ongemeene,<br />

gebouwen.<br />

Buiten de ftad vindt men het Kasteel , of de<br />

Citadel, welke de voomaamfle verdediging derzelve<br />

uitmaakt ; als ook het Landhuis der familie van<br />

SIMONETÏI , waar een echo of weergalm waargenomen<br />

wordt , die veertig maaien een gefproken<br />

woord


80 BESCHRIJVING DER. RIJKEN EN STAATEN 4<br />

woord duidelijk herhaalt , en zestig maaien het geluid<br />

van een Pistoolfchot terug kaatst.<br />

Ünder de merkwaardigheeden van Milaan en het<br />

Milaneesch gebied , worden ook nog , met veel<br />

recht , gerangfchikt de drie aanmerkelijke Meiren ,<br />

welken zig in het zelve bevinden'; te weeten : het<br />

lago Maggiore , het lago di Lugano , en het lago<br />

del Como. In het eerstgenoemde vindt men inzonderheid<br />

twee zeer beroemde Werken , waar in de<br />

kunst de natuur overwonnen heeft, door twee, in<br />

het meir uitfteekende , barre rotfen , tot aangenaame<br />

vrugtbaare en wellustige eilanden , te vormen.<br />

Deze vreemde , en door de kunst gefchapene , eilanden<br />

, draagen den naam van Ifola Bella en Ifola<br />

Madre, Beide zijn werkltukken en eigendommen<br />

van de magtige familie der Borromceen , en in den<br />

jaare 1671 gefticht. Op een verwulft van het aartigst<br />

grotwerk, waar tegen de baaren van het meir<br />

kabbelen , en in welks kameren men , in de brandendlte<br />

hitte , de aangenaamfte koelte geniet , rust<br />

een bijzonder kostbaar , rijk , en bevallig verfierd<br />

Landhuis , voorzien met aaugenaame omtuiningen ,<br />

welker grond of aard , waar in de boomen en planten<br />

wasfen , te fcbeep naar deze rotfen heeft moeten<br />

vervoerd worden. Het uitzicht op den top<br />

dezer , zo bevallig hervormde, klippen is allerver-<br />

.rukkendst, alzo men 'er het gantfche meir en omliggende<br />

vruchtbaare landen, en met fneeuw bedekte<br />

hooge gebergten overzien kan ; zo dat men, over<br />

deze, meer dan koninglijke, onderneeming verbaast,<br />

niet genoeg de zeldzaamheid dezer verrukkelijke landhuizen<br />

bewonderen kan. De


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 81<br />

De overige fteden, in het Milaneesch gebied gelegen,<br />

zijn Monza, waar de Kroon der Longobardifche<br />

Koningen bewaard wordt ; zij is van goud ,<br />

doch van binnen met een' ijlëren band of hoepel<br />

voorzien , dien men wil , dat van een' nagel van<br />

het kruis van den Zaligmaaker zoude geflagen zijn.<br />

Zij is zo klein , dat een volwasfen mensch 'er het<br />

hoofd niet in brengen kan, en heeft dus waarfchijnelijk<br />

op het hair der Longobardifche Vorften vastgehegt<br />

geweest, zonder juist eigentlijk rondom het<br />

hoofd te fluiten. Voords is 'er van dit fteedjen niet<br />

veel merkwaardigs te melden ; even min als van de<br />

fteedjens Casfano , Marignano , en nog eenige mindere<br />

vlekjens, welken het eigentlijk Milaneesch gebied<br />

befluiten.<br />

Het gebied van Anghiëra, levert mede niet veel<br />

zonderlings op : de ftad van dien naam en Serto,<br />

zijn de eenige die 'er in gevonden worden.<br />

In het gebied van Como heeft men de ftad Qhum<br />

of Como, welke om de geboorteplaats van c A T U L-<br />

LÜS, PLINIUS de jongen en j o v i u s , aanmerking<br />

verdient; Archusto, het fort Fuentez en Lereo<br />

zijn van minder belang.<br />

Het gebied Pavefe bevat de aloude Longobardifche<br />

hoofdftad Pavia , welke ook den naam Ticinum<br />

draagt , wijl zij aan de rivier Ticino gefticht<br />

is. De Domkerk aldaar is zeer oud, gelijk ook de<br />

meeste Kerken , onder welken die der Augustijnen<br />

aanmerkelijk is } wegens de beenderen des Kerkvaders<br />

AUGUSTINUS, die hier, in eenallerpragtigfte<br />

graftombe, bewaard worden: op het groote plein.<br />

F van


ga BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

van de Domkerk , ftaat een colosfaal Standbeeld te<br />

paard , 't welk men vo


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 8$<br />

en vervolgends, naa Mantua en Parma bezichtigd<br />

te hebben , door het Venetiaansch gebied , Italiën<br />

verlaaten , en onzen weg, door Zwitferland , vervolgen.<br />

HET HERTOGDOM MODENA.<br />

Dit Hertogdom is geen der minst aanzienlijke van<br />

de Italiaanfche Landfchappen, het grenst ten noorden<br />

aan Mantua, ten westen aan Parma, ten oosten aan<br />

den Kerkdijken Staat, en ten zuiden aan de Republiek<br />

Lucca, in het Groot - Hertogdom Toscaanen.<br />

Het heeft, van de Po af tot- aan de Zee, omtrent<br />

twintig uuren gaands, en eene breedte van veertien<br />

uuren, zo dat men het als bijna vierkant kan aanmerken.<br />

De Po ftroomt 'er bezijden langs , en de<br />

Rivieren Secchia , Tenaro en Crostolo , vloeijen 'ef<br />

door heenen , waar door deze landftreek mede bij<br />

uitneemendheid vruchtbaar i is.<br />

Onder de veelerleije voortbrengfelen van dit gewest<br />

, 't welk allerleije tuinvruchten., fchoone wijnen<br />

en koorn , in overvloed oplevert , kan men ,<br />

als eene natuurlijke zeldzaamheid , aanmerken, zekere<br />

Alcalifche aarde , welke bij de ftad Reggio,<br />

fomtijds in de gedaante van een fijn poeder , fotntijds<br />

in die van een' olieachtigen fteen , gevonden<br />

wordt ; waar van men een fijn , zagt , wit , doch<br />

fmaakeloos meel bereidt , 't welk voor een krachtdaadig<br />

middel tegen alle vergif, koortfen, breuken<br />

en verftoppingen der ingewanden, gehouden wordt;<br />

ook worden 'er in de gebergten Bronnen gevonden,<br />

Fa op


84 SESCHIUJVINC DÏR. RIJKEN EN STAATEN,<br />

op welker oppervlakte eene foort van geelachtige<br />

olie drijft, die, behalven in de Geneeskunde, ook<br />

menigvuldig tot het balfemen van lijken , fthilderen<br />

, vernisfen , enz. gebruikt wordt. De Zijdeteelt<br />

gaat hier mede flerk in zwang , en maakt<br />

een der voornaamfte takken van beftaan der inwooners<br />

uit.<br />

Het land heeft , even als de overige gewesten<br />

van Opper • Italiën , eerst onder het gebied der Romeinen,<br />

voords'onder dat der Longobardifche Koningen<br />

geftaan ; tot dat, naa het groote tusfchenrijk<br />

, ten tijde des Keizers OTTO I, twee voornaame<br />

familiën uit de twee grootfte fteden Modena<br />

en Ferrare , het gebied in handen kreegen. Deze<br />

familiën waren afkomftig uit het Huis van Este ,<br />

eene ftad in het Venetiaansch gebied, en werden van<br />

daar Familia Atestana bij de Schrijvers genoemd.<br />

Door dit Huis van Este ontfing dit land , in de'<br />

tiende eeuw , den tijtel van Markgraaffchap , en ,<br />

in de vijftiende, dien van Hertogdom , welken het<br />

nog voert.<br />

Men kan de gefchiedenis dezes lands dus in twee<br />

voornaame tijdvakken fchiften , naamlijk :<br />

I. Deszelfs beftuur van ann. 91o tot 1450. onder<br />

£2. Markgraaven, welke volgreeks met AZO I. Graaf<br />

van Este , als Stamvader , overleden in 970 een'<br />

aanvang neemt.<br />

II. Voords deszelfs lotgevallen, onder de Hertogen<br />

van Modena en Ferrare , beginnende met BE-<br />

R 0 s u s in 1450. tot op den tegenwoordigen tijd toe;<br />

de Hertog is wel een Leenman van het Roomfche<br />

Rijk.


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 85<br />

Rijk , doch regeert zijne landen vrij en onbepaald ;<br />

is ook Gouverneur van Milaan, en heeft een inkoaien<br />

van elf tonnen gouds jaarlijks.<br />

Onder deszelfs gebied behooren :<br />

A. Het Hertogdom Modena; waar in de hoofdftad<br />

Modena, weleer Mtitina geheeten , tusfchen de rivieren<br />

Secchio en Tanaro. Dit is eene niet zeer<br />

aanzienlijke ftad, wijl de ftraaten eng, en de gebouwen<br />

oud en hoog zijnde, eene onaangenaame fomberheid<br />

in dezelve verfpretden ; men kan , in den<br />

zwaarften regen , de geheele ftad droogvoets doorwandelen<br />

, alzo 'er ter zijde van de ftraaten , voor<br />

de huizen , doorloopende overdekte gallerijen gevonden<br />

worden , dat zeekerlijk, bij liegt weder ,<br />

veel gemak aan de inwooners verfchaft. Het Paleis<br />

, waar in de Hertog zijn verblijf houdt , is<br />

zeer bezienswaardig , zo om de veele kostbaare<br />

Meubilen , als kunftige Schilderijen , waar onder<br />

een van CORREGIO, verbeeldende de Herders, welken<br />

Maria endenjonggeboorenZaligmaaker desnagts<br />

in den ftal bezoeken , welk Schilderij , onder den<br />

naam van la notte di Corregio , of de nagt van Corregio,<br />

door geheel Europa vermaard is : het zonderlinge<br />

licht , dat het kind van zich fchijnt te<br />

geeven , is in dit kunstftuk zo krachtig bewerkt,<br />

dat het zelfs , fchoon de vengfters der gallerij gellooten<br />

zijn, terftond in 't oog valt. In de Domkerk<br />

hangt, onder in een' gewelfden kelder, onder<br />

den toren , een', met ijzer heilagen, put-emmer,<br />

welken die van Modena weleer in een' oorlog tegen<br />

die van Bologna , bij de muuren dier ftad , op de<br />

F 3 Bo


86 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Bologneezen veroverd hebben , en beroemd geworden<br />

is, door het boertig Heldendicht van TOR-<br />

QUATO TASSO , > T W E I K E T A ] S H M E E R F T E . N D. E<br />

loort , onder den naam van la Secchia rapita , of<br />

de geroofde Emmer , door hem , in zijne jeugd ,<br />

Uitgewerkt werdt. Voords zijn 'er nog verfcheide<br />

m.n aanmerkelijke Kerken en Kloosters in deze ftad.<br />

De fteedjens Nonantola, Rubiera, Susfuolo, Formiglne,<br />

Spilamberto , Scandiano , en Torrioela , die<br />

mede in het Milaneesch gebied liggen , zijn van<br />

weinig aanbelang.<br />

B. Het Landfchap Frignano , 't welk flegts eenige<br />

geringe vlekjens bevat.<br />

C. De Heerlijkheid Carpagnano.<br />

D. Het Landjen Soraggio , het welk in het Appenijnsch<br />

gebergte befloten is.<br />

E. Het Hertogdom Reggio , waar in de hoofd,<br />

ftad Reggio, beroemd als de geboorteftad van den<br />

Dichter LUDOVICO ARIOSTO; een zeer welgebouwde<br />

, en met uitneemende fraaije Kerken verflerde<br />

Stad , liggende aan den famenloop van verfcheidene<br />

kleine Riviertjens , door walken bet vertier<br />

van veele vvaaren en koopmanfchappen zeer<br />

begunftigd wordt. In dit Hertogdom zijn voords<br />

nog gelegen de fteedjens Berzello, Gualteo, en het<br />

Kasteel Canosfa , in de gefchiedenis bekend , wegens<br />

het trotfcbe gedrag van Paus GREGORIUS<br />

VII, welke zig aldaar , in Januari] 1077, bi] zijne<br />

Maitres MACHTILDA ophoudende, den Keizer<br />

HENDRIK IV, drie dagen agter een , blootsvoets,<br />

met wollen kleederen gedekt, in de felfte koude ,<br />

zon-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN, $7<br />

«onder eeten of drinken , op de voorplaats , in de<br />

open lucht , liet doorbrengen, ten einde zijn weêrfpannigheid<br />

te boeten , en weder in den fchoot der<br />

Kerke opgenomen te kunnen worden.<br />

F. Het Vorflendom Correnio , waar in een kleine<br />

ftad van dien naam, met een fterk kasteel.<br />

G. Het Vorftendom Pico , waar in het fteedjea<br />

Carpi ; en eindelijk<br />

H. Het Graaffchap Rifoio of Rollo.<br />

Van hier treeden wij over in<br />

HET HERTOGDOM MANTUA..<br />

't Welk het andere gedeelte der bezittingen van<br />

het Oostenrijkfche Huis uitmaakt. Dit is mede een<br />

zeer vruchtbaar , en door de Po , Oglio , Menfo ,<br />

Secchia , en andere rivieren , aangenaam bewaterd<br />

Land.<br />

De inwooners dezer landftreek pleegen voorheen<br />

Cenomani te heeten , en kwamen, toen in 568 het<br />

Longobardifche Rijk zijn' aanvang nam, mede onder<br />

dat gebied ; doch de Franken, dat rijk verdelgd<br />

hebbende, viel dit gewest den Keizer ten deel, en<br />

bleef onder deszelfs bewind tot den tijd toe , dat<br />

Italiën , naa het Tusfchen- Rijk , in allerlei kleine<br />

Staaten verdeeld werdt, als wanneer , in anno<br />

1328, de grond tot het Hertogdom Mantua gelegd<br />

werdt.<br />

Omtrent den jaare 1308 , gaf de twist, tusfchen<br />

de beide voornaame Mantuaanfche Familiën , de<br />

Pasfirini , en de Gonzaga's , gelegenheid tot die<br />

F 4 om-


88 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

ommekeer. LUDOVICUS GONZAGA behieldt de<br />

overhand , en wierp zig , i n ^ t o t H o o f d m a n<br />

der ftad Mantua op. Van daar verdeelt zig de gefchiedems<br />

Mantua, gevoeglijk in drie tijdperken.<br />

Het I. tijdperk begint met het jaar 1328 , en gaat<br />

tot 1433, geduurende welken tijd, Mantua door<br />

Hoofdluiden beftuurd werdt.<br />

Het II. neemt zijn' aanvang van i 4 3 3 _ 1 5, 0<br />

wanneer 'er Markgraaven het gebied voerden.<br />

Het III. van 1530 tot heden , onder het 'beftuur<br />

van Hertogen ; federt dien tijd is dit Hertogdom<br />

aan het Oostenrijkfche Huis gebleeven , en werdt<br />

vóór de Franfche Republikeinen het zelve bemag-'<br />

tigden, door den Gouverneur Generaal van Milaa.<br />

nen beftuurd.<br />

kalven de hoofdftad Mantua, bevat dit gebied<br />

met dan kleine plaatsjens , w i er enkele optelling<br />

hier voldoende geoordeeld zal worden, naa dat wijde<br />

hoofdftad eenigzins omftandiger befchreeven zullen<br />

hebben.<br />

Mantuais, zo wegens deszelfs zonderlinge ligging<br />

als overgroote oudheid, de voornaamfte ftad van ge!<br />

heel dit gedeelte van ItaUèn. De flvierj&w, door<br />

opzwelling over zijner oevers, fints onheugchelijke<br />

tijden , eene braak veroorzaakt hebbende , is daar<br />

door een meirtjen of moeras ontftaan , te midden van<br />

elke de ftad zeer vermaakelijk en fterk gelegen is"<br />

H-e oudheid gaat die der ftad Rome Jve ^<br />

ven , daar fommigen zelfs beweeg , dat ze vóór<br />

den on ergang van Troje , en dus meer dan 430<br />

jaaren vóór Romens bouwing, en omtrent ,183 vóór '<br />

01!»


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 89<br />

onze tijdrekening, wanneer JEPTHA Richter in Israël<br />

was, geflicht zoude zijn, en wel door een' overouden<br />

Koning der Hetruscen , OCNO BIANOR geheeten<br />

, die dezelve , na den naam zijner Moeder<br />

11ANTA , Mantua genoemd zoude hebben. Wat<br />

'er van zij , immers VIRGILIUS noemt deze zijne<br />

geboorteplaats Mantuam avis divitem , Mantua<br />

rijk in voorouders.<br />

De ftad is in onderfcheiden eilanden of kwartieren<br />

verdeeld , welken door bruggen aan elkander<br />

verbonden worden, en is, wegens derzelver ligging<br />

in dit Meir, door de natuur, als 't ware, meer dan<br />

door de kunst, verfterkt. Hoe gunflig nu ook deze<br />

ligging tegen de aanvallen van vijanden zij, laat zij<br />

echter niet naa, des zomers, eene ongezonde lucht,<br />

voortkomende uit dit alsdan weinig beroerde en (tilfiaande<br />

meir, te veroorzaaken; waarom de vermoogendfte<br />

inwooners alsdan de flad verlaaten, en hun<br />

verblijf op hunne buitengoederen gaan neemen.<br />

Onder de voornaame gebouwen dezer flad munt<br />

de Domkerk , in veele opzichten , uit, zijnde een<br />

gewrocht van den beroemden JULIO ROMANO;<br />

verder is de Kerk van St. Andreas algemeen berugt<br />

wegens het bloed van den Zaligmaaker , het welk<br />

men voorgeeft , aldaar bewaard te worden ; gelijk<br />

men ook wil, dat de Romeinfche krijgsman en martelaar<br />

LONGINUS, die dit bloed uit de, met zijne<br />

fpies , geopende zijde van den Zaligmaaker , vergaard<br />

, en hier ter bewaaring zoude gezonden hebben<br />

, mede aldaar begraaven ligt. Het Paleis dér<br />

oude Hertogen is wel groot, doch thands vervall<br />

r a<br />

F 5 \


JO BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

len ; de aldaar weleer gevonden werdende Schilderijen-<br />

en Rariteiten - Gatierij is , door de Keizerfchen<br />

, in 1630 , bij het ftormenderhand inneemen<br />

der ftad , vernield geworden ; in de- kerk van dit<br />

Paleis , is echter nog een zeer groote rijkdom van<br />

kerkfieiaaden voorhanden. De Uuiverfueit alhier is<br />

in 1620 geflicht , en onder den naam van Koninglijke<br />

Academie van Wtetenfchappen en fraaije Letteren,<br />

door de Keizerin Koningin van Hongarije»,<br />

ïn 1767, uit derzelver verval herfteld. Boven een<br />

der ftads Poorten , (taan drie marmoren Borstbeelden<br />

, naamlijlf van F R A N C I S C U S G O N Z A G A ,<br />

V I R O I L I U S , dl BAl'TISTA MANTÜANUS.<br />

Ook is deze flad de geboorteplaats van den beroemden<br />

ItaHaanfeheti Dichter , T O R Q U A T O T A S S O .<br />

Twee mijlen buiten de flad , in het Dorpjen , van<br />

euds Andes , thands Pietoio of Pictola genoemd ,<br />

tan men de geboorteplaats van V I R G I L I U S befchouwen.<br />

Men toont daar, nabij den vloed Mincio,<br />

nog een' grooten Populier, onder welken men<br />

wil, dat zijne Moeder hem gebaard zoude hebben.<br />

Men onderhoudt hier geduurig, tergedagtenisfeaan<br />

dezen Dichter , zulk een' boom , en als dezelve<br />

flerft , plant men weder een' anderen op dezelfde<br />

plaats. Dit is ook het eenige gedenkteken , dat<br />

men van dien grooten Dichter overbehouden heeft,<br />

behalven nog een flreekjen lands hieromtren, 't welken<br />

men nog Virgiliana noemt, als zijnde dit de<br />

plaats, waar het landgoed gelegen heeft, dat VIR­<br />

G I L I U S van M / E C E N A S ten gefchenk bekomen<br />

hadde. Onder de Landlieden in dat oord, wordt<br />

nog


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 9Ï<br />

nog van VIRGILIUS , als van een groot en wonderbaar<br />

man , veel bij overlevering , doch zonder<br />

eenige kennis, gefprooken.<br />

De overige min aanmerkelijke plaatsjens , in het<br />

Mantuaansch gebied liggende , zijn : il Palazzo di<br />

Thé , een lustplaats, die in de gedaante van een T<br />

geflicht is ; Virgiliana , Pietoio , Coito , Gazolo ,<br />

Urtiono, Gonzaga, en nog verfcheiden kleine vlekjens,<br />

te famen een getal van 24 uitmaakende.<br />

De ftad Mantua heeft mede veel geleeden door het<br />

verblijf der Franfche troupen op den italiaanfchen bodem;<br />

zij is eenige maanden zwaar belegerd geweest,<br />

en heeft zig, naa eene fterke tegenweer, onder het<br />

beleid van den Maarfchalk Graaf van WURMSER , die<br />

'er het bevel voerde , eindelijk moeten overgeeven.<br />

De groote BUONAPARTE , die , in de daad , de<br />

Paleizen oorlog aandoet , doch de hutten fpaart ,<br />

heeft, doch uit een veel edeler beginfel oorlog voerende<br />

, als een tweeden A L E X A N D E R DE GROO­<br />

TE , die in zijn beleg der Griekfche lieden, in de<br />

verwoesting der ftad Thebe, het huis van den Dichter<br />

PINDARUS beval te fpaaren , ook het fteedjen<br />

Andes , ter naagedachtenis aan den grooten aldaar<br />

gebooren Dichter VIRG ILIUS , van allen last des<br />

oorlogs ontheven. Zo naauw gaat den waarlijk<br />

grooten genie de kunst en kunftenaars ter harte ,<br />

dat hij, zelfs te midden van het verdoovend krijgsgeluid,<br />

aan de naagedachtenis der vreedzaame Mufen<br />

hulde bewijst.<br />

Dit land dus weder befchouwd zijnde , kunnen<br />

wij in het gebied van Parma overgaan.<br />

DE


92 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

DE HERTOGDOMMEN PARMA, PIACEN­<br />

ZA, EN GUASTALLA, OF HET<br />

GEBIED VAN PARMA.<br />

Deze Landen zijn , zo verre de gefchiedboeken<br />

geheugen , eertijds door de Over-Alpifche Gaulen<br />

(Gauli Transalpini) bewoond geweest, tot dat zij,<br />

in het jaar der waereld 3730, onder het gebied der<br />

Romeinen vervielen , van waar zij', anno Christi<br />

563, onder dat der Longobarden, en ann. 774 onder<br />

de Franken, en de Keizers uit dien Ham, gekomen<br />

zijn.<br />

De fteden Parma en Piacenza hebben vóór het<br />

Tusfchenrijk , en geduurende den twist der Guelphen<br />

en Gibellinen , of Paus- en Keizersgezinden,<br />

ilerk naar de vrijheid getragt, en die eikanderen onderling<br />

hevig betwist.<br />

Naa het Tusfchenrijk dongen twee voornaame familiën<br />

, uit elke dezer lieden, met wisfelbaar geluk<br />

naar de opperheerfchappij, naamlijk te Piacenza de<br />

famiiie van ALBERTUS SCOTUS, of de Scoti,<br />

vervolgends namen zij een geftadig verwisfelend<br />

deel in den oorlog, welken de Franfchen over het<br />

gebied van Milaanen voerden ; dan eens de zijde<br />

des Keizers, dan die van den Paus, en dan weder<br />

de Franfche zijde kiezende, na dat het lot des oorlogs<br />

een derzelven meest fcheen te begunftigen ;<br />

maar toen de Franfchen , in 1514 , dien oorlog<br />

Haakten , eigende Paus JULIUS II. zich beide de<br />

Prinsdommen Parma en Piacenza toe , en beleende<br />

dezelven , eindelijk , in anno 1545 , aan zijnen<br />

na-


WELKEN DEN RIIIJNSTROOM OMRINGEN. 93<br />

natuurlijken Zoon PETRUS ALOYSIUS FARNE-<br />

SE , onder wiens familie dezelven 169 jaaren verbleeven<br />

zijn. Geduurende dat tijdvak hebben 'er<br />

zeven Hertogen uit dien ftam geregeerd , tot op<br />

FRANCISCUS, die, naa dispenfatie van den Paus ,<br />

met de Weduwe van zijn' overleeden Broeder ODO-<br />

ARDUS, in het huwelijk tradt , wier Dochter<br />

ELIZABETH , in 1714 , aan PHILIPS V, Koning<br />

van Spanje , huuwde , op grond van welk<br />

huwelijk de Spaanfche Kroon, bij het Tractaat van<br />

Vrede in 1748, eisch op deze landen maakte ; aan<br />

welken eisch men ook voldeedt , ftaande die landen<br />

aan den Infant van Spanje DON PHILIPPUS<br />

"af, onder die voorwaarde , dat , ingevalle gemelde<br />

Infant zonder kinderen kwame te overlijden, of<br />

indien hij den Kroon van Spanje , of van Napels<br />

en SicNièn , aannam , deze Hertogdommen weder<br />

aan derzelver voorige bezitters , naamlijk het Huis<br />

van Oostenrijk, en den Koning van Sardinïèn, die<br />

e e n<br />

echter reeds, in 1743 •> gedeelte van dezelve aan<br />

Oostenrijk verkogt hadde , zouden vervallen.<br />

Het land is ongemeen vruchtbaar, en wel inzonderheid<br />

in Olijven, Truffels of groote Aardbuilen ,<br />

Kastaniën, Koorn , Rijst, Wijn en Boomvruchten.<br />

De Weide, en derhalven ook het Vee, zijn zo Uitmuntend<br />

, inzonderheid omftreeks van Piacenza,<br />

waar men dezelven , door middel van beeken, welker<br />

water een vet flijm agter laat, bevogtigen 'en<br />

0 verwateren kan, waar door ze tevens onkostbaar en<br />

onverbeterlijk gemest worden. De beroemde Pav<br />

mefaanfche Kaas wordt 'er echter , gelijk wij bereids


n BESCHRTJVINC DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

reids gezegd hebben, niet meer gemaakt ; maar te<br />

Lodi m het gebied van Milaanen. Men vindt 'er<br />

ook Berg of Steen - olie , welke uit de rotfen f,jpelt<br />

, Zoutgroeven en Mijnwerken , de laatften inzonderheid<br />

in het Apennijnsch gebergte , dat ten<br />

zuiden aan dit landfchap grenst. De rivier Lenza<br />

loopt tusfchen Parma en Modena door, terwijl de<br />

nvieren Tara , Nura en Trebia , naa dit gewest<br />

doorftroomd te hebben , zig in de Po ontlasten.<br />

De Steden , welken in di: land onze opmerking<br />

trekken, zijn voornaamlijk in Parma, de hoofdftad<br />

Parma, een redenlijk groote en volkrijke ftad, welke<br />

door het riviertjen Parma, in twee deelen verdeeld<br />

wordt , over welke drie lleenen brugsen liggen<br />

, die de beide halve gedeelten der flad^aan elkanderen<br />

verbinden. De Romeinen plaatsten hier,<br />

m het jaar 564 naa Romens bouwing , eene Colonie<br />

of bezetplaats , en noemde dezelve , van de<br />

ronde gedaante , waar in zij ligt, P a r m a •, welken<br />

naam zij gewoon waren , aan hunne ronde armfchilden<br />

te geeven. De lucht is hier ongemeen zuiver<br />

en gezond, zo dat'er de inwooners doorgaands<br />

hooge jaaren bereiken : immers leest men , dat 'er<br />

ten tijde van Keizer VESP ASI a a n , t w e e Man!<br />

nen gevonden werden , die elk tot den ouderdom<br />

van 123 j a a r e n genegen waren ; de weilanden in<br />

het dal rondom de ftad , zijn reeds , ten tijde van<br />

den D.chter M A R T I A L I S , beroemd geweest, die<br />

'er ergens van zegt :<br />

Condet tt innmtros Gdfocd Parma g,tg es.<br />

Het Gallisch Parma kweekt ontelbre vette kudden.<br />

Ort.


WELKEN DEN RH1WSTROOM OMRINGEN. OS<br />

Onder de voornaame gebouwen munt het Hertoglijk<br />

Paleis , het welk met de Citadel, of het Kas«<br />

reel , door middel van een der bruggen , over de<br />

Parma, verbonden is, niet weinig uit ; men vindt<br />

in het zelve eene zaal van 100 fchreeden lang , en<br />

vijftig breed ; men pleeg hier ook een heerlijke<br />

Schilderijen - gallerij , en een uitmuntend Kabinet<br />

van rariteiten en kostbaarheeden aantetreffen; doch<br />

het zelve is , door DON CARLOS , naar Napelt<br />

overgebragt. De Hertoglijke Boekerij, welke men<br />

hier thands nog vindt , is uitmuntend , bedaande<br />

uit 50,000 boekdeelen , die allen prachtig in<br />

rood Turksch leder, en zwaar verguld op het fneê<br />

en plat , gebonden zijn ; zo dat men in een zaal<br />

van enkel gouden wanden meent te wandelen. De<br />

voornaam (le klasfe bedaar in Spaanfche boeken.<br />

Men vindt 'er ook een Landkaart van den jaare<br />

1367 , en dus wel de oudde , die ergens gevonden<br />

wordt. Ook zijn 'er verfcheiden Standbeelden<br />

, Urnas enz. die , in 1760, nabij het deedjen<br />

File ja , niet verre van Parma , uit de aarde zijn<br />

opgedolven. De tuinen van dit Paleis zijn mede<br />

bezienswaardig, wegens derzelver grot- fontein- ea<br />

beeldwerken.<br />

Nog aanmerkelijker echter is de groote Schouwburg<br />

aldaar, welke , op kosten en bevel van Hertog<br />

REINOUD, in itfig, geheel na den bouwtrant<br />

der Romeinen gefchikt is. Het Parterre deszelfs is<br />

vijf en zestig fchreeden lang , en agter het zelve<br />

maaken twaalf regelen zitbanken, die fchuins agter<br />

eikanderen oploopen, nog eene lengte van twee en<br />

zeg-


$5 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN•<br />

zestig fchreeden uit, het amphitheater is niet in Loges<br />

verdeeld ; maar de zitplaatfen omringen het zelve<br />

, even als in de Collisfea der oude Romeinen :<br />

de ftaanplaats, of het Parterre, datjtusfchen dezelve<br />

en het tooneel is , kan men drie voet diep vol<br />

met water doen loopen , als wanneer men, in dit<br />

kleine meir, fomtijds vergulde gondeltj'ens doet vaaren<br />

, terwijl de geheele Schouwburg-zaal van binnen<br />

, met gekleurde glafen , en andere lichten ,<br />

heerlijk geïllumineerd wordt, 't welk , door het<br />

fchitteren in het water , en op het goud der vaartuigjens,<br />

een treffelijke vertooning maakt. Voords<br />

is deze, zo geweldig groote, Schouwburg zo kunftig<br />

voor het gehoor gebouwd , dat men de zagtfte<br />

ftem overal befcheiden hooren, en de woorden, die<br />

Vèr agter op het tooneel gefproken worden, overal<br />

befcheidentlijk verftaan kan; zonder dat echter het<br />

hardfte geluid, den geringften wederklank, die het<br />

gehoor zou kunnen hinderen, geeven kan. In een<br />

daar nevens gebouwde zaal, is een kleiner Schouwburg<br />

, die voor min omflagtige tooneelvertooningen<br />

gebezigd wordt.<br />

De Dom of groote Kerk is bezienswaardig-, om<br />

deszelfs heerlijk verwulft of coupel, die door den<br />

grooten CORREGIO , meesteragtig gefchilderd is.<br />

In de Capucijnen Kerk , vindt men de prachtige<br />

grafplaats van den dapperen Veldheer en Hertog ,<br />

ALEXANDER FARNESE. De Univerfiteit en<br />

Academie , in 1601 alhier opgericht, wier leden<br />

den tijtel van Anonymi of naamloozen voeren , is<br />

tnede aanmerkelijk.<br />

Voords


WELKEN DEN RHÏJNSTROOM OMRINGEN. 97<br />

Voords maaken de fteedjens Colorno, Rosfenna,<br />

Foro Novo , en de kasteden Gue/fo, Tontanellato,<br />

Soragna en Monte Chiarugolo, de overige min aanmerkelijke<br />

plaatfen in dit gebied uit.<br />

Het Hertogdom Piacenza bevat:<br />

De hoofdftad Piacenza , dus genoemd , wegens<br />

heure vermaakelijke ligging , betwist den voorrang<br />

in fchoonheid aan Parma ; want, behalven dat die<br />

ftad met prachtige gebouwen verfierd is , ligt ze<br />

aan de rivier de Po, 't welke heuren handel zeer<br />

begunftigt , en heeft mede een goed kasteel. De<br />

Domkerk ftaat op een groot plein , 't welk geheel<br />

van Paleizen als omringd is. In de Kerk der Au.<br />

gustijnen wordt een kunstftuk vertoond , verbeeldende<br />

de kruisfiging van den Zaligmaaker ,ïuit één enkel<br />

ftuk hout overkunftig gefneeden. Voor het Stadhuis<br />

liaan twee heerlijk uitgevoerde metaalen Standbeelden<br />

te paarde, verbeeldende A L E X A N D E R<br />

E A R N E S E , en zijn' Zoon R E I N O U D IV. Het<br />

Hertoglijk Paleis , gelijk ook dat der edele familiën<br />

van S C O T I , L A U D I , ST. S E V E R I N S en an­<br />

deren , zijn groot en fraai. Ook zijn hier ter ftede,<br />

in de Kloosters, veel aanmerkelijke Boekerijen;<br />

in die der Benedictijnen vindt men een keurig a£<br />

fchrift der Pfalmen Davids , met rijke gouden letteren<br />

, op purperverwig pergament , gefchreeven ,<br />

hebbende weleer, in de negende eeuw aan Koningin<br />

E N G E L B E R G A , de Vrouw van Keizer L O O E -<br />

WIJK II, in eigendom behoord. Voords is hier nog<br />

eene bezienswaardige Univerfiteit.<br />

Buiten deze ftad neemt de aloude'£7


9» BESCHRIJVING DER RIJRE'N EN STAATEN,<br />

van daar tot Remini, aan de Golf van Fenetiïn ;<br />

zijnde de landftreek, waar in beide de fteden Parma<br />

en Piacenza gelegen zijn , ten tijde der Romeinen<br />

Emilia geheeten.<br />

De mindere Steedjens van dit gebied zijn Sa/zo,<br />

waar de Zoutbronnen gevonden worden, Fiorenzola,<br />

Ponta Nura, Rotafreddo, Rouchaglia, en Gastel di<br />

St. Giovani, welke niets bijzonders opleeveren.<br />

Het kleine Prinsdom Guaftalla , wiens Hertogen<br />

uit de Markgraaven van Mantua afkomftig zijn, en<br />

dat, bij den Vrede van Aken, mede aan den Infant<br />

van Spanje toebedeeld werdt; flegts drie gemeene<br />

Duitlche mijlen lang, en { mijl breed, en bevatgce-<br />

ne aanmerkelijke fteden, dan alleen de hoofdftad.<br />

Guaftalla , eene kleine vaste Stad aan de rivier<br />

Crostoto, en de fteedjens Geotgio, Sabionetta, Bez-<br />

zola, Rivarolo en St. Martino.<br />

Van hier in het bereids befchreeveu Hertogdom<br />

Mantua overgaande , en het zelve doortrekkende,<br />

komen wij in een gedeelte van<br />

HET VENETIAANSCH GEBIED.<br />

En wel in de Landfchappen Ferona, Brescia en<br />

Bergamo, in het welke wij het vermaakelijke meir<br />

Garda , en de fteden Ferona, Brescia en Bergamo<br />

aantreffen.<br />

De geheele Venetiaanfche Staat, thands, mede onder<br />

de magt der Franfche Republikeinen gekomen zijnde, is<br />

de trotrche^r,W*/,y" cfeRegeeringsvorni, die'er zo<br />

veele eeuwen plaats gehad heeft, op eene verbaazende<br />

. wijze eensflags in een'zuivere Z)e» omtf,Vherfchaapen.<br />

Ferona is een, door de oude Hetruscen, aan de<br />

ri-


WELKEN DEN RHTJNSTROOM OMRINGEN. O?<br />

rivier de Athefis, Etsch of Adige geflichte, Stad ;<br />

zij was , ten tijde van Keizer AUGUSTUS, zo<br />

geweldig groot van omtrek en fterk bewoond, dat<br />

men, alleen uit deze ftad, 50,000 krijgslieden heeft<br />

kunnen werven. Thands Itaat het geheel getal heurer<br />

inwooners omtrent tot die hoogte. Nortilia ,<br />

't welk thands dertig mijlen 'er van verwijderd ligt,<br />

pleeg te dier tijd deszelfs Voorltad te zijn. Van<br />

dezen alouden luister derzelven , is de onmeetelijk<br />

groote Romeinfche Schouwburg , wiens ruïnen 'er<br />

nog gevonden worden, een overtuigend naablijffel;<br />

welks arena of zandvlakte , waar de worftelfpelen<br />

enz. gegeeven werden , ovaalsgewijze , 11 roeden<br />

breed, en 39 roeden lang is, uit welke ruimte men<br />

naargaan kan, hoe geweldig groot het, dit alles omringende<br />

, gebouw geweest moet zijn ; zo dat 'er<br />

in deszelfs omvang 22380 menfchen zeer gemakkelijk<br />

geplaatst konden worden. Een groot gedeelte<br />

dezer zittingen en elkander zeer kunftig kruisfende<br />

toegangen tot dezelven, zijn nog zichtbaar. Men<br />

houdt dezen Schouwburg over het algemeen voor<br />

een werkftuk van Keizer AUGUSTUS. Verfcheiden<br />

andere Romeinfche oudheeden worden in deze<br />

ftad nog gevonden, als op het Raadhuis de Stand­<br />

beelden van CATULLUS, CORNELIUS NE­<br />

POS, PLINIUS, VITRUVIUS en H. FRACAS-<br />

T 0 R 1 u s , welke in Ferona gebooren zijn. De<br />

overige nieuwere gebouwen , als zijn de Domkerk,<br />

en andere geftichetn , munten niet zonderling uit,<br />

daar ze alle, door oudheid, een zeer vervallen aanzien<br />

hebben. De groote Boekerij, van 900 hand-<br />

G 2 fchrif-


100 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

fchriften , in de Domkerk , federt de agtfie eeuw,<br />

agter een ijferen deur , verborgen geweest zijnde ,<br />

is , door den geleerden Veronees , SCIPIO MAT-<br />

T E I , weder ontdekt, en thands een groote zeldzaamheid.<br />

Deze Stad is, door de Franfchen, in de maand<br />

Meij dezes loopenden jaars 1797 , zwaar belegerd<br />

en gebombardeerd geworden , 't welk veel fchade<br />

aan (dezelve veroorzaakt heeft, waar na ze, op den<br />

5. Meij, zig heeft moeten overgeeven. Het trouwloos<br />

gedrag der Venetiaanen, welken niet alleen de<br />

Boeren ten platten lande , ten getale van 40,000,<br />

gewapend hadden , om dat gedeelte des Franfchen<br />

legers , het welk in de engte van Stiermark ftondt,<br />

van de overige troupen aftefnijden, maar nog daar<br />

bij in de fteden Padua, Ficenza, en in deze Stad<br />

Ferona , het fchrikkelijk voorneemen gefmeed hadden,<br />

om alle de zig daar of daaromtrent bevindende<br />

Franfchen, in de Heilige week, gewelddaadig van<br />

kant te helpen; welk lot ook een aantal zieken en gekwetsten,<br />

te beurt gevallen was, en in welken laagen<br />

moord, hunne wreedheid zo verre gegaan ware, dat<br />

ze te Ferona , op den tweeden Paaschdag , meer<br />

danf4oo Franfchen , verraderlijk vermoord , en de<br />

Lijken in de Rivier de Etsch , geworpen , ja zelfs<br />

een' Franschman , die , door het zwemmen , zig<br />

trachte te redden , te midden in die Rivier vervolgd<br />

, en den kop gekloofd hadden. Dit alles<br />

haalde deze flad de verwoesting , en de Republiek<br />

den oorlog op den hals. Echter de Venetiaanfche<br />

Raad, niet beftand tegen de magt der Franfchen ,<br />

ont-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. löl<br />

ontkende , dat deze wandaaden op zijn bevel gepleegd<br />

waren ; en koos welhaast den vriendelijken<br />

weg , door de Provinciën Bergamo , Brescia , en<br />

Ferona, aan de Franfchen aftellaan , die dezelven,<br />

na men wil, aan den Keizer zullen overlaaten, tot<br />

vergoeding van deszelfs afttand van de Oostenrijk'<br />

fche Nederlanden , en om aan deszelfs grenzen ,<br />

aan den rechter oever van de Etsch, een gelijkvormiger<br />

gedaante te geeven ; edoch deze fchikking is<br />

nog tot geen beflag gekomen.<br />

Brescia is mede eene fraaije ftad', welke 50,000<br />

inwooners en veele groote gebouwen bevat.<br />

Bergamo , in het Bergamasco of Bergamsch gebied,<br />

welke flad men mede in dit gedeelte van het<br />

Venetiaansch gebied aantreft, is zeer oud; deszelfs<br />

inwooners zijn van ouds voor zeer fnedig gehouden:<br />

veele Kloosters en Kerken is al, wat zonderling in<br />

deze ftad voorhanden is.<br />

Hier treffen wij de waereldberoemde Alpen aan,<br />

welke trotfche gebergten wij , in het doortrekken<br />

derzelver , een weinig naauwkeuriger zullen trag-<br />

ten te befchrijven , en van daar in Zwitferland<br />

overgaan.<br />

HET ALPISCHE GEBERGTE.<br />

Dit geweldig uitgeftrekt gebergte, door het welke ,<br />

Italiën zo wel van Duitschland, als van de Franfche<br />

Republiek, gefeheiden is, neemt deszelfs aanvangbij<br />

de Middellandfche Zee, tusfchen het gebied van Genua<br />

en het Graaffchap Nizza , waar die bergreeks den<br />

naam van de Zee-Alpen draagt; fcheidt vervolgends<br />

G 3


102 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Piemont van dat gedeelte der Franfche Republiek ,<br />

t welk eertijds Provence genoemd pleeg te worden,<br />

en vervolgends Savoijen , of het tegenwoordig del<br />

partement van Mont Blanc , van het gewezcne<br />

Dauphmé, zig verder noordoost waards uitftrekkende,<br />

vormt het, aan de zuidelijke deeleu van Zwif<br />

Jerland, dien zoom van geweldig breedc en hooge<br />

bergen, welken, bij uitzondering, de Alpen geheeten<br />

worden; fchoon deze naam ook, bij overneming,<br />

aan andere hooge bergreekfen gegeeven<br />

wordt; immers men fpreekt van Laplandfche Alpen,<br />

Beruaanfche Alpen enz.<br />

De Zwitferfche Alpen , (trekken zig voords noverder<br />

noordoostwaards Uit, terwijl de groote Bren-<br />

««• aldaar , onder de hoogden der Alpen gerekend<br />

wordt; ja zelfs loopen zij , met verfcheiden takverdeelingen<br />

, door Oostenrijk tot in Pruis/en , en<br />

iangs den Donau tot in Europisch Turkije»; gelijk<br />

zij zig ook westelijk door een gedeelte van de Fran-<br />

Iche Republiek, naar de voormalige Provincie La»,<br />

guedocq , üitftrekken , en zig aldaar met het Pij re.<br />

neesch gebergte vereenigen.<br />

De meest in grootte uitmuntende Alpen zijn de<br />

*teUa, de St. Gothard, de Bernardsberg, ótLuck<br />

manier de Gemmi ; en aan de zijde der.Franfche '<br />

Republiek, de Jura of Jurasfus, bij de Duitfchers<br />

de Jurten of Leberberg geheeten; doch de hoogde<br />

dezer bergen, waar voor men de Stel/a houdt, wordt<br />

geichat een zesde minder , dan een halve Duitfche<br />

m.jl hoog te zijn, en de hoogte van den Bnnner,<br />

W Tyr<br />

°t><br />

z a I e e n<br />

derde van een Duitfche mijl kunnen<br />

haa-


WELKEN DEN RHIJNSTR0OM OMRINGEN. ICTJ<br />

haaien, en wordt dus , van den voet af tot den top,<br />

omtrent dertig maal zo hoog , dan de Westertoren<br />

te Amjlerdam, gerekend.<br />

Deze hoogte haalt echter, op verre na niet, bij<br />

die van fommige gebergten in andere Waerelddee-<br />

len , als men aanmerkt , dat de berg Stella, door<br />

SCHEUCHSER gemeeten zijnde, nog geen zes­<br />

tienhonderd Franfche totfes haaien konde, daar on-<br />

dertusfchen de berg Chlmba Raco , in Peru , ,door<br />

de Franfche Academisteu gemeeten , gevonden werdt<br />

de hoogte van drieduizend tweehonderd en twintig<br />

zulke to'tfet te bedraagen.<br />

Dus is het een dwaaling, wanneer men de Alpen<br />

voor de hoogte Gebergten van den Aardbodem<br />

houdt ; en juist niet derzelver hoogte , maar der­<br />

zelver groote uitgebreidheid en breedte , maakt ze<br />

ontzaglijk : iemand , die nimmer deze oorden be-<br />

zogt 'heeft , kan zig onmooglijk eene verbeelding<br />

vormen , van de vervaarlijke woeste tooneelen der<br />

eenzaame en grooifche natuur, welken men, in het<br />

overtrekken der Alpen, hier en daar, gewaarwordt.<br />

Op de toppen der hoogde bergen vindt men door-<br />

gaandsch vervaarlijk groote ijskolken , of merren van<br />

bevroozen water , 't welk aldaar , door de , tegen<br />

de toppen verbrijsfeld wordende, regenwolken uit<br />

geftort is, en als in vergaderbakken bewaard wordt,<br />

om het beneden - aardrijk , door eene geduurige<br />

langzaame afvlieting, met rivieren te voorzien. Zo<br />

wonder wijs en fchoon is deze aarde famengefleld,<br />

dat het eene voortbrengfel der natuur , door het<br />

andere , in deszelfs dienst en nut , te gemoed ge­<br />

komen , en als 't ware, onderfchept wordt. Elk<br />

G 4 ' PP/


io 4<br />

BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

oppervlakkig aanfchouwer , zoude welligt met verwondering<br />

magen : waar toe dienen deze woeste<br />

oorden deze ruuwe gebergten, deze onbewoonbaar<br />

fireeken ? En juist zijn het deze barre en<br />

ongezellige gewesten , die de oppervlakte der aarde<br />

ja de gelegenheid Hellen van bewoonbaar , vruchtl«ar<br />

, en door handel en fcheepvaart , gezellig te<br />

zijn. i m m e r s s d e 2 Q d } g t b e w o o n d £ e n<br />

druk bevaaren, Rhijnftroom, heeft zijnen oirfprong<br />

aan zulk een woest bergoord te danken. De Rho, !e<br />

die , een groot gedeelte der Franfche Republiek '<br />

vruchtbaar , en als tot een Eden, maakt, ontflaat<br />

wt het vreeslijk dor gebergte , la Fourche , of de<br />

Vork, na deszelfs gedaante aldus geheeten. De Aar<br />

de voornaamfte Rivier van geheel Zwitferland , en'<br />

«ie zig bij Swaben met den Rhijn vermengt h-cft<br />

zijn oirfprong in een fchrikkelijke ijskolk , welke<br />

op het gebergte Grimfèi, in het Canton Bern, ge-'<br />

vonden wordt. De groote Gothardsbtrg bevat den<br />

woesten oirfprong van de zoaangenaame als vruchtbaare<br />

en weelige Tisftno, die door Italiën ftroomr.<br />

De vreeslijk hooge Montblanc ftrekt tot een Landbaak<br />

over geheel Savoijen , terwijl de berg Cents<br />

het heerlijkfte gezicht over dat gewest, en over geneel<br />

Piemont, oplevert.<br />

Niets is aangenaamer , maar ook tevens gevaarlijker,<br />

dan het reizen in deze gewesten: de wegen<br />

door bet gebergte zijn over het geheel ongebaand,<br />

hobbelig , en gaan , langs fmalle paden , ter zijde<br />

van fthnkkelijk diepe afgronden , welks aanflaaren<br />

het hoofd doet duizelen. Dikwijls wordt men in<br />

zijnen weg gefluit, door het gemis van de gewoone,<br />

du^r


WELKEN DEN RIIIJNSTROOM OMHINGEN. Ja$<br />

door de Zwitferfche Boeren en Bergbewooners tot<br />

hun eigen gemak ruuw opgeflagene, bruggen , die<br />

den eenen bergtop aan den anderen verbinden ,<br />

en dikwijls , door overftroomingen van gefmol-<br />

ten fneeuw van de hoogere gebergten , weggerukt<br />

worden.<br />

Behalven dit ongemakkelijke op den weg, zo dat<br />

de reizigers dikwijls in het geval zijn , van , naa<br />

een' langen moeilijken arbeid doorworfteld te heb­<br />

ben , weder langs denzelfden weg, met het zelfde<br />

gevaar, terug moeten keeren, is het reizen in deze<br />

gebergten ook zeer gevaarlijk , zo wel wegens de<br />

diepe afgronden, als duizelende fteilten, en de on-<br />

gemeene zwaare fneeuwftortingen , Lauwinen ge­<br />

heeten , welken geheele dorpen , waar van wij be-<br />

voorens reeds een voorval bijgebragt hebben , be­<br />

delven , en niet zelden de , daar door verraschte,<br />

reizigers onder den fneeuw verfmooren.<br />

Het , des winters inzonderheid , van de bergen<br />

affchietend ijs en fneeuw vormt , in de tusfchen-<br />

liggende dalen , hier en daar , geheele uitgebreide<br />

ijskolken, welken, wegens derzelver voor den voet­<br />

ganger onbruikbaare gladheid, van het woord glit-<br />

fen of fullen, gletfcher, en van het franfche woord<br />

glacé, ijs, glacieres genoemd worden , welker ver­<br />

wonderlijk grootsch voorkomen, inzonderheid, wan­<br />

neer de zon heure ftraalen tusfchen dezelven fchiet,<br />

met geen woorden is aittedrukken ; waarom wij,<br />

de Tekenkunst te baat neemende , het zelve edoch<br />

flaauwlijk, in de bijgaande afbeelding van den groo­<br />

ten GLETSCHER in Qrindelvaldt, bij de ftad Bern,<br />

waar de Vloed Lutfchinen uit het ijs voortkomt,<br />

G 5 heb-


TOfJ BESCHRIJVING DER. RIJKEN EN STAATEN,<br />

hebben trachten voortedellen. Dit ijs wordt, door<br />

de inwooners dezer gebergten, in heete ziekten als<br />

medicijn gebezigd.<br />

Bij deze ijsmeiren bevinden zig voords niet zelden<br />

de heerlijkde krystal • groeven , en van de bergen<br />

afdruipende, en aan derzelver voet zig vormende<br />

, pyramiden van dropfteen (ftalactites) , welke<br />

de zonderlingde fpeelingen der natuur , in alleileie<br />

glinderende gedaanten , opleveren.<br />

Onder de Gedierten, welken zig hier meest ophouden<br />

, en aan deze oorden eigen zijn , telt men<br />

voornaamlijk de Gems (Rupicapraj of Steenbok ,<br />

die de hoogde bergtoppen bewoont, en met grooc<br />

levensgevaar , door daar op afgerichte jagers , gevangen<br />

wordt.' Bij dezen kan men , als een beitendig<br />

bewooner der Alpen , nog voegen , het<br />

Marmeldier (Mus Alpinus of Marmotte) , 't welk<br />

eene foort van Das is. Het merkwaardigde van dit<br />

dier is , dat het zig , bij den aannaderenden winter,<br />

of wel reeds in het begin van October, in de<br />

holen der bergen te flaapen legt , en tot het begin<br />

van de Meijmaand aldaar vertoeft , zonder eenig<br />

voedfel te gebruiken ; elk dezer dieren bereidt zig<br />

aldaar eene afzonderlijke legerltede van droo, hooi<br />

of dorre bladen , en wel elk op den afdand van<br />

vier of vijf duimen van eikanderen ; vervolgends<br />

maaken zij den ingang hunner holen zo dicht toe,<br />

dat het niet moogelijk is , dezelven des winters te<br />

ontdekken ; waarom de lieden , die op derzelver<br />

vangst afgericht zijn, welke niet anders, dan geduurende<br />

hunnen winterflaap , gefchieden kan, genoodzaakt<br />

zijn , des zomers , omdreeks hunne holen ,<br />

ftaa-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. I07<br />

ftaaken of kenmerken in den grond te fteeken, ten<br />

einde die , des winters , weder te kunnen vinden;<br />

als wanneer ze die open graaven , en als dan gemakkelijk<br />

zulk eene geheele familie van flaapende<br />

Marmotten , van hunne legerfleden ligten kunnen ;<br />

doch dit moet in het felst van den winter gefchieden<br />

, wijl ze , bij de geringfte warme lucht, die<br />

in hunne holen dringt , weder ontwaaken, en dieper<br />

ingraaven , zo dat men ze dan met geene mogelijkheid<br />

magtig kan worden. De lange flaap van<br />

dit dier heeft veelen, die weeten , hoe ligtelijk de<br />

fpijze , in den flaap , in de maag vervuilt, en hoe<br />

verteerend het maagfap zelve is , dat, niets in de<br />

maag aantreffende , de vezelen derzelve wegvreet<br />

en verteert , verwonderd doen ftaan , hoe het mogelijk<br />

is , dat dit dier , den gcheelen winter over,<br />

in dien ftaat van flaap , gezond konde doorbrengen<br />

; doch die verwondering houdt op , en maakt<br />

plaats voor de verbaazing over de ongemeene wijsheid<br />

, welke 'er in de werken der natuur wordt<br />

waargenomen : wanneer men verneemt, dat deze<br />

dieren , om het bederf der fpijze in de maag , geduurende<br />

hunnen flaap , te voorkomen , veertien<br />

dagen lang , vóór ze zig ter rüste begeeven , geen<br />

het minde voedfel nuttigen , en , ten einde den<br />

fcherpen aart, van het alverteerend maagfap , te<br />

verzwakken en te temperen , geduurende al dien<br />

tijd , niets anders dan water drinken. 'Er blijft<br />

nog eene vraag over , naamentlijk , hoe het mogelijk<br />

zij , dat dit dier , wanneer het , naa dien langen<br />

llaap , weder ten voorfchijn komt , niet geheel<br />

door uitwaasfeming uitgeteerd en vermagerd is ?<br />

doch


I08 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

doch de ervaarne j'agers weeten ook deze zwaarigheid<br />

, door hunne ondervinding , optelosfen ; zij<br />

vinden naamlijk het flaapend dier met den kop en<br />

neus in het agterfte gedeelte des lighaams gedrukt,<br />

en zo als een' hoepel in een gerold , zo dat een<br />

groot gedeelte van den adem weder in het lighaam<br />

terug keert , en het verlies der uitwaasfemingen in<br />

gelijke reden vergoedt. Veele fabeltjens heeft<br />

men wegens dit zonderling dier in zwang gebragt ;<br />

dOch het hier aangevoerde , dat uit den mond van<br />

de jagers zeiven overgenomen is, kan met grond als<br />

waarheid worden aangenomen.<br />

Veele Roofvogels houden zig ook in dit gebergte<br />

op, onder welken een foort van Arend, door de bergbewooners<br />

de Lammeren - Gier geheeten , opmerking<br />

verdient, en zig boven allen, zo in groote als kracht,<br />

onderfcheidt, daar die vogels dikwijls geheele Steenbokken,<br />

Verkens en Lammeren in deklaauwen opneemen,<br />

en naar hunne nesten voeren, om die aldaar te<br />

verfcheuren; ja niet zelden is dit ongeluk aan kinderen<br />

Overgekomen. Merkwaardig is , in dezen reusachtigen<br />

Vogel, de wonderlijke tengerheid , of liefst<br />

doorfchijnendheid, van zijn, anders Merk, gebeente,<br />

waar door dit grof beengeftel zo ligt is , dat het<br />

dit dier , in zijne vlugt , het geringde beletfel niet<br />

toebrengt.<br />

De groote menigte van Planten en zonderlinge<br />

Kruiden , welken hier in de dalen en in het hangen<br />

der bergen , door de Kruidkundigen , onderfcheiden<br />

worden , als ook het groot aantal verfchillende<br />

foorten van Mineraalen , welken men in de<br />

groeven en bergholen aantreft , maakt deze oorden<br />

tot


WELKEN DEN RHijNSTROOM OMRINGEN. 100<br />

tot een wijduitgeftrekt leerfchool voor den Natuurkundigen<br />

, en een uitgebreid tooneel van de ondoorgrondelijke<br />

werken des Scheppers voor elk wijsgee*<br />

rig befchouwer dezer natuurwonderen. Ook worden<br />

in dit gebergte, na fommiger bericht, eenefoortvan<br />

Draaken gevonden , 't welk fabelagtig zoude voorkomen<br />

, zoo niet de groote LINN/EUS de Draak onder<br />

de wezenlijk beftaande Gedierten gerangfchikt , en<br />

denzelven Africa en de Indien ten woonplaats gegeeven<br />

hadde.<br />

De eenvouwige zeden der , als van het overige<br />

der maatfchappij afgezonderde, Alpbewooners, gelijk<br />

ook hunne bezigheeden, uitfpanningen en leevenswijzen<br />

, kan men meesterlijk befchreeven vinden<br />

in het uitmuntend Dichtftuk van den grooten<br />

H A L L E R , betijteld die Alpen.<br />

De Alpifche Gebergten nu overgetrokken zijnde,<br />

geleidt ons de befchouwing onzer Landkaart in<br />

DE REPUBLIEK ZWITSERLAND.<br />

Dit Gewest grenst, met zijne geheele westzijde,<br />

aan het oostelijke gedeelte van de Franfche Republiek<br />

, waar van het , voor een groot gedeelte ,<br />

door de hooge gebergten van den Jura of Jurasfits<br />

afgefcheiden wordt. Ten noorden paalt het aan<br />

een gedeelte van Duitschland , als is de Elfas en<br />

de Zwabifche Kreitz. Ten oosten ligt de Oostenrijkfche<br />

Kreitz , en het Graaffchap Tyrol; en ten<br />

zuiden heeft het de , door ons reeds befchouwde,<br />

Landfchappen van Savoijen , het Milaneesch gebied<br />

en de Republiek Venetïèn: door welke ligging<br />

de


JIO BESCHRIJVING DHR RIJKEN EN STAATEN,<br />

de gedaante van Zwitferland, met deszelfs Bondgeuooten<br />

en aanhoorige Landfchappen , zig als een<br />

geregeld langwerpig vierkant , op de Kaart voordoet<br />

; hebbende oost- en westwaards in uitgeftrektheid<br />

omtrent vijftig, en zuid- en noordwaards omtrent<br />

veertig uuren gaands; liggende bijna tusfchen<br />

de 46 en 48 0<br />

noorder breedte, zijnde over deszelfs<br />

zuidelijke helft als geheel met hooge gebergten bedekt<br />

, die den toegang tot dit land moejjelijk , en<br />

deszelfs vrijheid beflendig maaken. Daar men van<br />

de zijde van Italiën , flegts door vier enge , en<br />

daar bij nog zeer gevaarlijke , wegen , in dit land<br />

genaaken kan ; als uit Piemont en Savoijen over den<br />

hoogen berg Cents en den St. Bernards berg ; uit<br />

het Milaneesch over den Simpelen berg , en uit de<br />

Landvoogdijen in Italiën , die te vooren aan Milaan<br />

behoord hebben, geeft de groote St. Gothards<br />

berg toegang tot in het binnenfte van Zwitferland.<br />

Ten noorden is het land vlakker en ook vruchtbaarer<br />

in weilanden, en allerleie geboomte, bosfchen<br />

enz. ; doch de grond overal meest hard en droog<br />

zijnde , vereischt een' zwaaren arbeid ter bebouwing<br />

, en heeft beftendige regens noodig , die 'er<br />

ook , door het geduurig fluiten der regenwolken<br />

tegen de toppen der hooge gebergten, dikwijls en<br />

overvloedig vallen. Tarw, Rogge, Garst, en andere<br />

Graanen , als pok Orange • Citroen - Vijgen -<br />

Dadel- en diergelijke boomeu, willen'er wel voort.<br />

De Walnoot, dient 'er, ter vervulling van den wijn,<br />

die 'er niet overvloedig wascht, geevende de Druiven,<br />

die 'er groeijen, flegts een' zuuren en groenen wijn op.<br />

Ai-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. III<br />

Alleen de wijn van de Kust (Fin de la Coté), die<br />

aan de noordzijde van het Meir van Geneve wascht,<br />

ïs alleruitmuntendst, en wordt zelfs boven de Champagne<br />

en Bourgogne wijnen gefchat. De witte wijn<br />

van Faux is zeer zagt op de tong, en de wijnen,<br />

welken aan den Rfn'jrt groeijen , zijn zeer gezogt en<br />

alom beroemd.<br />

Het Land is oudtijds door de Helvetii bewoond<br />

geweest, waar van men reeds , ten tijde van ANc<br />

u s MARTIUS, leest, dat zij een' inval in Italiën<br />

ondernamen : 56 jaaren vóór onze tijdrekening Haken<br />

de inwooners hunne hutten en wooningen in<br />

den brand , en vielen in Galliën ; doch de Gallen<br />

riepen de Romeinen te hulp , die de Zwitfers, onder<br />

het beleid van JUL. C/ESAR, weder naar hun<br />

land joegen , en onder het gebied van het Roomfche<br />

Rijk bragten.<br />

Zwitferland behoorde dus een' geruimen tijd onder<br />

het Roomfche Rijk; vervolgends werdt het, in<br />

de vijfde eeuw , nog gedeeltelijk onder het gebied<br />

van het Roomfche Rijk zijnde , door de Bourgogners<br />

en Duitfchers overvallen, en gedeeltelijk door<br />

dezelven bezeeten.<br />

Naaderhand werdt dit gedeelte , door de Franfchen<br />

, onder Koning CLOVIS, bemagtigd , en<br />

aan Frankrijk gehecht , tot op den dood van LO-<br />

DEWIJK de Godvruchtige, welke het zelve aan zijn<br />

Zoon LOTHARIUS naaliet , wordende dit Land<br />

dus aan het Lotharisch Rijk gehecht; vervolgends<br />

in den jaare 870, voor het grootfte gedeelte, door<br />

de onderlinge landverdeeling , tusfchen den Franfchen<br />

Koning K A R E L de Kaale , en den Keizer<br />

LU-


112 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

LUDOVICUS GERMANICUS, met het Duitfche<br />

Rijk vereenigd , en door Keizerlijke Landvoogden<br />

beftuurd , wier gebied zo dwingelandsch en eigen-'<br />

dunkelijk was, dat de inwooners'er zig tegen begonnen<br />

te verzetten ; eindelijk kwam 'er een geboo-<br />

ren Zwitfer , RUDOLPH VAN HABSBURG, tot<br />

de Keizerlijke waardigheid , en deze hieldt den<br />

Adel , uit liefde voor het volk , redenlijk wel in<br />

toom; doch, naa zijn overlijden, werden de Zwitfers,<br />

door zijnen Zoon en opvolger ALBEUTUS I.<br />

VAN OOSTENRIJK, nog ruim zo hevig, dan te<br />

vooren , gekweld en gedruktimmers , zekere<br />

Landvoogden in Uri en Unterwalden , genoemd<br />

LANDENBERG en GEISLER, of G E S L E R ,<br />

deeden hunne onderhoorigen de vreeslijklle onderdrukking<br />

gevoelen , welke zo hoog liep , dat zig<br />

drievermoogendeLandlieden, metnaamen WERNER<br />

STOUFFACHER, ARNOLD MELCHTHAL en WALTHER<br />

FURSTEN , onderling verbonden, om deze geweldenaarijen,<br />

na hun vermogen, te weeren: zij bragten<br />

eenige vrijheidlievende bekenden mede in hun verbond<br />

, dat zij in den jaare 1307 flooten , en niets<br />

minder ten oogmerk hadt , dan om de Keizerlijken<br />

met geweld ten lande uittedrijven. De Landvoogd<br />

GEISLER van dit voorneemen bericht ontfangen<br />

hebbende , deedt , om den weêrfpannigen<br />

van den hem nog getrouw gebleevenen, te onderkennen<br />

, zijn' hoed op een' Hok op de markt van<br />

Altdorf zetten , met last , dat de voorbijgangers<br />

dien hoed den zelfden eerbied, als aan hem zeiven,<br />

bewijzen zouden ; onder dezen weigerde zekeren<br />

WILLEM TELLdat eerbewijs te doen, waarom<br />

hij


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN»<br />

hij door den Landvoogd gevangen genomen , en ,<br />

daar hij den roem hadt, van uitfteekend met den boog<br />

te kunnen omgaan, veroordeeld werdt om een' appel<br />

van zijns zoons hoofd aftefchieten. W I L L E M nam,<br />

tegen deverwagting desLandvoogds, die harde proef<br />

aan, en fchoot ook, met een'pijl; den appel van het<br />

ontbloote hoofd zijns zoons af ; daar hij nu nog<br />

een' pijl in zijn' koker over gehouden hadde , vroeg<br />

de Landvoogd hem, wat hij met dien wilde verrichten<br />

, waarop T E L L andwoorde : zoo ik mijn zoons<br />

hoofd getroffen hadde, zoude ik dezen in uw hart ge.<br />

fchooten hebben. Om dit vrijmoedige andwoord ,<br />

werdt W I L L E M T E L L terftond gevat, en , op last<br />

van den dwingeland , in een fchip gezet, om hem<br />

aan den oever van het meir Lucern , in een Slot,<br />

gevangen te zetten. Doch een vreesfelijk onweder<br />

overviel hen, geduurende'dezen watertogt, waarom<br />

T E L L van zijn' boeijen ontflagen werdt, .om te<br />

helpen roeijen : deze gelegenheid nam hij waar ,<br />

roeide het fchip op ftrand , fprong 'er vaardig uit<br />

op een' klip, welke nog voorhanden is, en Tellensplaat<br />

geheeten wordt, en ftiet het vaartuig, met zijn'<br />

boog, weder van wal, aldus de handen zijner wagters<br />

ontkomende. De Landvoogd vervolgde hem<br />

voords in eigen perfoon , maar T E L L hem , in<br />

een engte bij Kufenak ontmoetende , fchoot hem,<br />

met zijn' overgehouden pijl , van het paard af,<br />

waarnaa hij, over het gebergte, naar het landfchap<br />

Uri vloodt. Naa welken tijd hij al verder de Boereu<br />

in zijn belang trok , en zo grooten aanhang<br />

kreeg , dat hij met dezelven, in 1308, op Nieuw-<br />

H jaars-


114 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

jaarsdag, al de Sloten der Edelen durfde overvallen,<br />

en die )3oerenplaagen, waar onder ook de dwingeland<br />

LANDENBERG , gedeeltelijk doodfloeg, of ten lande<br />

uitdreef, het welk alles aanleiding tot de opgevolgde<br />

onaf bangelijkheid' der Zwitfers gegeeven heeft.<br />

Keizer A L B E R T I. naamlijk, in dat zelfde jaar,<br />

door fluikmoordenaars , van kant geholpen zijnde,<br />

werdt, door H E N D R I K VII. van Luxemburg, op­<br />

gevolgd; doch deze Keizer (laakte de verdrukkingen<br />

vervolgingen tegens de eedgenooten, en bekragtigde<br />

zelfs in 1309, hunne oude voorrechten, verklaarende,<br />

dat zij voordaan niet van het Huis Oostenrijk, maar al'<br />

leen van den Keizer zouden afhangen. Naa den dood<br />

van Keizer H E N D R I K VII. , verkooren de Keur-<br />

vorften , onderling met eikanderen oneenig zijnde,<br />

tevens L O D E W I J K VAN B E I J E R E N en F R E D E -<br />

R I K V A N O O S T E N R I J K tot Keizers. De Zwit­<br />

fers , die het Huis van Oostenrijk , wegens de tij.<br />

rannij van A L B E RTTJS ƒ., een' onverzoenlijken<br />

haat toedroegen, kozen de zijde van L O D E W I J K ,<br />

die vervolgends, tot de Keizerlijke waardigheid'ge­<br />

komen zijnde , het Verbond , door de drie zoge­<br />

noemde Rijksfteden, Schweitz, Uri en Unterwalden<br />

gemaakt zijnde , in 1315 , bekragtigde. Dit was<br />

echter flegts de aanbreekende morgenftond hunner<br />

vrijheid ; zij moesten nog veele gevaaren doorvvor-<br />

ftelen , eer zij den gewenschten dag derzelve za°en<br />

aanbreeken ; immers omtrent zeven jaaren laater ,<br />

wanneer ze zig inmiddels al meer en meer verflerkt<br />

hadden , toog de Aartshertog L E O P O L D , Zoon<br />

van A L B E R T , met een leger van twintigduizend<br />

man,


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 11$<br />

riian , tegen hen op ; hij wilde daar mede door de<br />

engte , genoemd Morgarten , tot in het Canton<br />

Schweitz , doordringen ; doch de Eedgenooten , in<br />

tijds van zijn voorneemen verwittigd zijnde , ontfingen<br />

hem aldaar zo wel , dat zij hem , met verlies<br />

van duizend a vijftienhonderd man , op de vlugt<br />

dreeven : deze beflisfende ilag viel voor in den jaare<br />

1315 , in welk jaar dan ook de altoosduurende Alliantie<br />

, onder den naam' van het Zwitferfche Eedgemotfchap<br />

, tusfchen acht Steedeu en Cantons, te<br />

weeten Zurich , Bern , Lucem , Uri, Schweitz ,<br />

Unterwalden en Zag , geüooten werdt ; daar bij<br />

voegde zig vervolgends , in 1481, Freyburg en Solothurn,<br />

in 1501 Ba fel en Schafhaufen, en eindelijk<br />

werdt, in 1513, Appenzell, mede in het Verbond<br />

aangenoomen. Zo dat het Eedgenoodfchap , ten<br />

huidigen dage , nog uit dertien Cantons of Landfchappen<br />

beftaat, waar bij de ftad St. Gallen, en het<br />

land van den Abt van dien naam , als ook de fteden<br />

Muhlhaufen en Biel, de Graauwbunders, Wallis,<br />

Neuenburg en Gerieve, zig als geasfocieerden en geconfcedereerden,<br />

in laatere tijden , gevoegd hebben.<br />

In dien ltaat van gevestigd verbond hebben zij s<br />

als zijnde eene zeer ftrijdbaare Natie, toch nog geduurig<br />

in oorlog geleefd , en wel eerst tegen den<br />

Heer VAN COUCHÏ, die , de Dochter van LE oi><br />

o L Ü van Oostenrijk gehuuwd hebbende, met haar<br />

eenige Steden en Kasteelen in den Elfas , ten huwelijksgoed<br />

ontfangen , doch dezelven nimmer opgeëischt<br />

hadde ; zijn Zoon echter , die aan eene<br />

Engelfche Prinfes huuwde , was daar in zo toegee-<br />

H 3 vend


Iï6 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

vend niet, maar kwam, met een leger Engelfchen,<br />

in 1375, dezelven vorderen. De Zwitfers hielpen,<br />

in dit geval, de Oostenrijkers, en floegen het Engelsen<br />

Leger tusfchen Bern en Solothurn , naa een<br />

hevig gevegt , op de vlugt ; welke aanmerkelijke<br />

daad dooreen gedenkteken, bij Fraubrunnen, nog<br />

aan de vergetenheid onttrokken wordt. — Sedert<br />

vervielen de Zwitfers weder in onmin met de Oostenrijkers,<br />

wijl verfcheiden hunner Cantons in het<br />

Verbond der Duitfche Steden gelokt waren; het gene<br />

men vreesde, dat op eeue geheele ontbinding van<br />

hun eedgefpan ftondt uitteloopen. Een beflisfende<br />

flag bij Sempach, waar in de Zwitfers het veld behielden,<br />

hadt echter in 1389, een heiland van vijftig<br />

jaaren, en dus zo goed als een^vrede , ten gevolge.<br />

In 1450 mengden zij zig in den kerkelijken twist,<br />

over de drie te dier tijd gelijktijdig gekoozen Paufen,<br />

welke twist te Confianz, in eene Kerk ver adering,<br />

ten einde gebragt zoude worden ; bij welke gelegenheid<br />

zij gedwongen werden , om de goederen<br />

van Hertog FKEDERIK van Oostenrijk , in Zwitferland<br />

, verbeurd te verklaaren, wijl die Hertog,<br />

door het hevig voorflaan van Paus JAN XIII. , in<br />

dat Concilie , zig den waereldlijkeu en kerkelijken<br />

ban, op den hals gehaald hadde. Hier door wonnen<br />

de Zwitfers, zonder veel bloeds daar aan op te<br />

offeren , het land Argaw, waar in de flad Baden,<br />

en het geheele Graaffchap Leurburg. De Oostenrijkers<br />

trachtten zig welhaast over dit geval te wreeken,<br />

en zaaiden twist tusfchen de Cantons, welke<br />

zo hoog liep, dat Zurich zig aan de zijde van den<br />

Her-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINCEN. H7<br />

Hertog F R E D E R i K , toen Keizer zijnde , begaf,<br />

en 'er werkelijk een hevige oorlog ontftondt, die<br />

den Zurichfen Oorlog genoemd werdt. Oostenrijk<br />

beweegde niet alleen alle de Duitfche Vorften, maar<br />

zelfs den Koning van Frankrijk , en den Hertog<br />

van Eourgondiïn , om deel in dezen krijg re neemen,<br />

en de ttad Bafel te belegeren, welke echter door de<br />

Zwitfers, in den beruchten St. Jacobs Slag, Anno<br />

1444, ontzet werdt; fchocn 'er van de twaalfhonderd<br />

Zwitfers flechts twaalf over bleeven. Hunne<br />

verdere verfchillen, zo met de (tad Milaan in 1467,<br />

als met den Hertog van Bourgondiïn en Graaf van<br />

Holland , KAREL DE STOUTE, hielden hen in<br />

geduurige onrust , bij welke laatstgenoemde oorlog,<br />

die , door aanhitfing van LODEWIJK XI. van<br />

Frankrijk, drie volle jaaren bloedig gevoerd werdt,<br />

Hertog KAREL DE STOUTE , in het beleg van<br />

Nancij , in 1477, het leven in fchoot. Naaderhand<br />

met de Franfchen in verbondgetreedenzijnde,<br />

leverden zij, in 1480, aan den Koning zesduizend<br />

man : deze is de eerflemaal geweest , dat eenig<br />

Mogenheid krijgsvolk gehuurd of gekogt heeft, en<br />

de, anders zo vrijheidlievende, Zwitfers, zijn juist<br />

de eerde Natie, die zodanig een'redenloozen handel<br />

hebben beginnen te drijven ; waar naa de Franfchen<br />

, in hunne oorlogen onder KAREL VIII. en<br />

LODEWIJK XII. , veel gebruik van die Zwitfers<br />

gemaakt hebben; doch men zag weldra het naadeelige<br />

van deze gehuurde matifchappen ; immers, de<br />

Hertog van Milaan, die mede veel Zwitfers onder<br />

sijn krijgsmagt hadt, door de Franfchen, mede met<br />

H 3 Zwit-


118 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Zwitfers beoorloogd wordende, zag zig gedwongen<br />

van zig aan de Franfchen overtegeeven , wijl zijne<br />

Z-vitfers weigerden om tegen hunne Landgenooten<br />

te vechten. Zij hebben voords de Franfchen zeer<br />

veel afbreuk gedaan , doch leeden , in 1515, een<br />

aanmerkelijken nederlaag bij Marignan, in het Milaneefche,<br />

zo dat ze , in 1529, tot vrede, en het<br />

fluiten van een Verbond , genoodzaakt werden.<br />

Omtrent dien tijd , begon de Hervorming in Zwitferland,<br />

onder aanvoering van U L R I C U S Z W I N -<br />

G L I U S , het land in roer te flellen , in welke beroerten<br />

de ftad Geneve , die dezelven zeer begunftigde<br />

, veel te lijden hadt ,• wordende door den<br />

Hertog K A R E L EMANuëL van Savoijen met oorlog<br />

overvallen , en zelfs des nagts , in December<br />

I602 , met bepaaldelijk daar toe vervaardigde kunftige<br />

en fterke ftormladders beklommen; welke aanflag<br />

echter ontdekt , en de Savojaarden verdreeven<br />

werden ; naa welke verlosfing de ftad nog jaarlijks<br />

een' Dankdag houdt , die de Escalade of beklimvnng,<br />

geheeten wordt ; naa welken tijd de Vrede<br />

tusfchen de oneenige Cantons, te Rafchaw, bevestigd<br />

werdt, waar door Zwitferland, als men eenige<br />

kleine twisten uitzondert, eene beftendigerust, vrijheid<br />

van Godsdienst en welvaart , genooten heeft ;<br />

daar het thands met de Franfche Republiek, als 't<br />

ware, verbroederd, en een deelgenoot van deszelfs<br />

glans geworden is.<br />

De Republiek der Zwitfers dan , om tot de eigentlijke<br />

befchouwing derzelve overtegaan , is verdeeld<br />

in dertien Gewesten of Cantons , waar van<br />

fotn-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. Jl?<br />

fommige den Protestantfchen , anderen beide deri<br />

Hervormden en Roomsch Catholijken, en nog anderen<br />

, welke alleen den Roomsch Catholijken Godsdienst<br />

aankleeven ; en wel<br />

I. De Cantons Bern. II. Ba fel. III. Zurich, en<br />

IV. Schaf haufen; zijn Protestantsch.<br />

V. Glaris ; en VI. Jppenzell, gemengd ; en<br />

VII. Solothurn. VIII. Freyburg. IX. Lucern. X.<br />

Zug. Xt. Schweitz. XII. Ury. en XIII. Unterwalden<br />

, zijn Roomsen Catholijk.<br />

Alhoewel hunne verbroedering met de Franfche<br />

Republiekeinen welligt gelegenheid geeven zal, om<br />

'er den Staat van de Kerk aftefcheiden , en deze afzonderingen<br />

te doen ophouden.<br />

Tot dit Zwitfersch Bondgenoodfchap hebben zig<br />

mede gevoegd , en worden onder het zelve begreepen<br />

:<br />

zz.) De Republiek of het Land der Graubunders.<br />

I.) Waliiferland of het Valteline; eene Heerlijkheid,<br />

c.) Valais, d.j Bien. e.~) het Graaffchap Neufchatel.<br />

ƒ.) de ftad en Republiek Geneve. g.j de ftad St.Gal.<br />

en h.j het Land van den Abt van St. Gallen.<br />

Ons oogmerk is niet, om alle deze volkrijke en<br />

digtbewoonde oorden , die des noods , wijl elk<br />

Landman, in tijde van oorlog, tot een' Krijgsman<br />

herfchaapen wordt, wel 300,000 man te velde kunnen<br />

brengen, omftandig in al derzelver kleine fteedjens<br />

en ontallige dorpen, te befchrijven of optenoe»<br />

men ; daar toe behoort men de omflagtiger Geographiën,<br />

als die van BUSSCHING en anderen, naa<br />

te (kan ; ons voorneemen is flegts, de Hoofd- en<br />

H 4 voor-


120 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

voornaamfle Steden van elk Canton aan te haaien ,<br />

en , in gevolge van dien , een' aanvang te maaken<br />

met het Canton Bern , zijnde wel het vruchtbaarfte,<br />

en met veele wateren doorfnedene , Landfchap<br />

van geheel Zwitferland.<br />

Het Uernfcbe gebied wordt eigentlijk in het Roman*<br />

fche en Duitfche land, en het land van Vaud, verdeeld<br />

; is fterk bewoond, doch bevat, behalven de<br />

Hoofdflad , geene aanmerkelijke Steden : deszelfs<br />

Hoofdftad isi?m;, (Berna of Arctipolis, AeBeerenfiad<br />

geheeten , welk dier zij ook in heur wapen voert).<br />

Zij is aangenaam in Nuchtland op een Schiereiland \<br />

aan de rivier de Aar, gelegen; de Straaten zijn breed \<br />

inzonderheid de hoofdftraat , in welken, aan beide<br />

zijden der beek , die 'er door heenen loopt , twee<br />

wagens nevens elkander kunnen rijden , zonder de<br />

voetgangers te hinderen. Verfcheide Kerken worden<br />

in deze flad gevonden, waar van de Groote of<br />

hoofdkerk, St. Vincents Monfter, in 143 1 gefticht<br />

de voornaamfle is ; het Raadhuis heeft een fraai<br />

voorportaal, dat op twee colommen van Jaspis rust<br />

en de markt of plaats voor het zelve , j s met een<br />

groote Fontein verfierd. De flad heeft, in i I 0 I<br />

derzelver Lnaam bekomen van den Stichter , Her­<br />

tog BERTHOLD VAN ZARINGEN, die hier ter<br />

plaatfe voorgenomen hebbende eene flad te flichten<br />

denzelven befloot te noemen na het eerfle Dier '<br />

dat hem uit het gebergte te gemoed zoude komen,'<br />

en dat was een lieer. Ter gedachtenis hier van,<br />

wordt 'er ook doorgaandsch een Beer, i„ een fraai<br />

gemetfeld en kostbaar fleenen hok, bij de grootfle<br />

poort


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. ISX<br />

poort der ftad , in leven gehouden ; men pleeg 'er<br />

echter voorheen meerer te onderhouden. De Boe.<br />

kerij dezer Stad , als ook het Tuighuis , waar in<br />

men nog eenige metaalen ftukken vindt , die , op<br />

Hertog KAREL van Bourgondïên , veroverd zijn,<br />

benevens het Harnas van B E R T H O L U , en een<br />

Standbeeld van T E L L , bezig met zijn'Zoon den appel<br />

van het hoofd te fchieten, aan de waarheid van<br />

welk voorval hier echter getwijfeld wordt. De Academie<br />

is , wegens het groot aantal van beroemde<br />

Geleerden , zeer merkwaardig. De Regeering dezer<br />

flad beftaat uit een' grooten en kleinen Baad,<br />

welke ook Avoyers , en leurs Excelknces de Bern ,<br />

genoemd worden. Behalven Laufanne , een redenlijk<br />

groote flad , een half uur van het Genever<br />

meir, op drie heuvelen , gelegen, bevat dit Canton<br />

nog de fteedjens Nyon , weleer het Colonia Equesiris<br />

der Romeinen , Brugg of Prugk , Leurburg,<br />

Aran en Zoffingen. De overige weinig beduidende<br />

plaatsjens , verbiedt ons , ons beftek ajhier op te<br />

noemen.<br />

Het Canton Ba fel bevat , behalven de geringere<br />

plaatsjens en dorpjens , voornaamlijk de Hoofdflad<br />

van dien naam , liggende aan den Rhijn , daar die<br />

zig noordwaards wendt. Deze aanmerkelijke Stad<br />

is , volgends veeier meening , Anno Christi 374 ,<br />

door Keizer VALENTINIAAN geflicht, en heeft<br />

heuren naam , of van den, hier omftreeks gediend<br />

geweest zijnden, Afgod BASIL, of van den Romeinfchen<br />

Legerhoofd BASILIO , of wel van de<br />

groote Kerk , Bajllica, ontfangen. Zij is verdeeld<br />

H 5<br />

i!l


ISS BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

in de groote en kleine ftad ; 'er heeft een zonderling<br />

gebruik, met betrekking tot de klokken, plaats,<br />

want deze liaan hier altijd een uur vooruit. Op<br />

het Stadhuis vindt men een fchoon Tafereel , verbeeldende<br />

het Lijden des Heilands , door HANS<br />

HOLBEIN , die een inwooner dezer ftad geweest<br />

is, gemaald ; de groote Kerk, ook de Domkerk genoemd<br />

, is bezienswaardig , wegens het Graf van<br />

den aldaar , in 1536 , overleeden grooten Rotterdamfchen<br />

Geleerden, DESIDERIUS ER AS MUS,<br />

wiens wooning en ftudeervertrek men mede in deze<br />

ftad nog aantreft : achter de Kerk vindt men een<br />

aangenaam Terras , met fraaije Lindenboomen beplant,<br />

vanwaar men een onverhinderd gezicht heeft<br />

over den Rhijn , en den brug, die Ba fel aan deszelfs<br />

voorftad verbindt ; ook ftrekt het Plein van<br />

Si. Pieter hier tot eene zeer lommerrijke en aangenaame<br />

wandelplaats ; nevens welk plein men de<br />

Franfche Kerk aantreft , op welker Kerkhofsmuur<br />

HOLBEIN den beruchten Doodendans , in natte<br />

kalk , gefchilderd heeft , verbeeldende daar mede,<br />

als toepasfelijk op bet Kerkhof, de magt , welke<br />

de Dood, van den Koning tot den Bedelaar , over<br />

allerleie (tanden oeffent. De Univerfiteit aldaar ,<br />

heeft veele en beroemde Mannen aan het Rijk der<br />

Letteren gefchonken. De Boekerij verdient insgelijks<br />

bezichtigd te worden , wegens het groot aantal<br />

Manufcripten , dat veele Geestelijken , die in<br />

de beruchte Kerkvergaderingen, in 1431, als zijnde<br />

de Drukkunst te dier tijd nog niet ontdekt, aldaar<br />

gehouden , verfcheenen waren , met zig ge-<br />

bragt,


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. 123<br />

bragt, en door een opkomende Pest aldaar overleeden<br />

zijnde, aan de Boekerije naagelaaten hebben. De<br />

Regeering van Bafel beftaat uit een' Raad van honderd<br />

en zestig Perfoonen , en eene kleine Senaat,<br />

die door vierenzestig Leden uitgemaakt wordt, zo<br />

dat 'er geen gebrek aan beftuurers is : men duldt<br />

voords geen' Adel in deze ftad.<br />

In de nabijheid der ftad ligt het dorpjen Augst,<br />

dat weleer de groote Romeinfche Stad , Augusta<br />

Rauracorum geweest is, en door welks verval Bafel<br />

is aangewasfen, 'twelk eertijds een gering vlekjen<br />

geweest is , van waar fommigen willen , dat ook<br />

derzelver naam Bafel, als beduidende in het oud<br />

Germaansch gering, nedrig, zoude afkomftig zijn.<br />

Men vindt te Augst nog eenige overblijffelen der<br />

Romeinfche grootheid, in Zuilfchaften, Capiteelen<br />

enz. van ingeftorte of vernielde gebouwen , welken<br />

hier en daar verftrooid liggen.<br />

Liechsthall en Wallenburg , zijn nog twee kleine<br />

Steedjens , die mede in dit Canton gelegen zijn ;<br />

de overige plaatsjens zijn alle Bergfloten , Dorpen<br />

en Vlekken, wier naamen van geen aanbelang zijn ;<br />

alleen kan men nog opmerken een' zonderlingen<br />

onderaardfchen Gang of Hol , een werk der Romeinen<br />

, dat zig van Augst tot aan het fteedjen<br />

Liechsthall uitftrekt, en door de landlieden het Heidensch<br />

Gat geheeten wordt ; als ook het Kasteel<br />

Homburg, waar bij het Ramfer bad , dat, wegens<br />

deszelfs Mineraale wateren , alom beroemd is.<br />

Het Canton Zurich ligt aan het Zuricher meir,<br />

in het noordoostelijk gedeelte van Zwitferland,<br />

greq-


Ï24 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

grenzende ten noorden aan Zwaben en Schafhaufen<br />

, en voor het overige door da verdere Cantons<br />

omringd wordende. Men vindt, in hetzelve, geene<br />

hooge bergen, dan, het geheele land'is een geduurige<br />

aaneenfchakeling van heuvelen , welken met<br />

wijnflokken "beplant, en waar tuschen uitneemend<br />

vruchtbaare Valeijen gelegen zijn , 't welk alles gevoegd<br />

bij de dichtbewoondheid en leevendigheid<br />

dezer ftreeken , en de nijverheid der inwooners ,<br />

in het nabootfen van allerleije fabrieken van andere<br />

landen, dit Canton een zeer aangenaam voorkomen<br />

geeft. Het land wordt in 18 Oppervoogdijfchappen<br />

, 18 Landvoogdijfchappen en 5 vrije Steden<br />

verdeeld.<br />

De Hoofdflad Zurich werdt van ouds Tigurum<br />

geheeten , en ligt aan het Zuncher Meir , 't welk<br />

dezelve , door middel van het riviertjen Limnat,<br />

dat uit het zelve voortkomt , in twee deelen verdeelt<br />

, naamlijk in de groote en kleine Stad , die ,<br />

door twee bruggen , met eikanderen gemeenfchap<br />

hebben. Zij is groot , welbebouwd, en fterk bewoond<br />

; het Stadhuis is een fraai , in 1694 > van<br />

nieuw gehouwen fteen opgehaald, geflicht, 't welk<br />

zeer fierlijk met beeldhouw- en pleisterwerk verrijkt<br />

is , en welks ingang met een prachtig voorportaal<br />

, rustende op zwaare marmoren zuilen , die<br />

op metaalen voetflukken gevestigd zijn, en mèt een'<br />

trap van enkel zwart marmor is voorzien ; de vertrekken<br />

in het zelve zijn niet minder prachtig, met<br />

fraaije fchilderflukken en krystailen kroonen verfierd.<br />

Het Arfenaal , in het welke allerlei krijgsbe-<br />

hoef-


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN* 12$<br />

hoeften bewaard worden , benevens het Koornmagazijn<br />

, waar in men nog koorn vindt , dat aldaar<br />

reeds van 154.0 af gelegen heeft, en waar van vóór<br />

eenige jaaren , nog goed brond gebakken is , zijn<br />

beide waardig bezichtigd te worden. De Kerk van<br />

Groot Munfter munt, onder de vijf alhier gevonden<br />

wordende kerken, in pracht uit. De Bibliotheek,<br />

waar in een gefchreeven latijnfche Bijbel, die Keizer<br />

KAREL de Groote aan dezelve vereerd heeft ,<br />

en eene verzameling van Brieven , van beroemde<br />

geleerde mannen , gevonden wordt, is , benevens<br />

de Collegiën en openbaare Gehoorzaalen , waar in<br />

de Weetenfchappen onderweezen worden , mede in<br />

deze kerk geplaatst. De Vrouwe Kerk is de groot-<br />

Ite van de kleine ltad, en was weleer eene Koninglijke<br />

Abtdije van geestelijke Vrouwen , in het jaar<br />

853 door LODEWIJK , Koning van Duitschland,<br />

de Zoon van LODEWIJK de Godvruchtige, Koning<br />

van Frankrijk , gefticht , welke Abtdij met veele<br />

voorrechten en gezach bedeeld was , onder anderen<br />

met het recht, om den Prefident en Asfesforen<br />

van de burgerlijke Vierfchaar te beroepen en aanteftellen<br />

, en om geld te munten ; doch alle welke<br />

rechten, ten tijde der hervorming, welke ULRIcus<br />

ZWINGLIUS alhier in 1524 tot ftandbragt,<br />

door de Abtdisfe aan de ftad afgeftaan werden ;<br />

wordende het oude Klooster dezer Abtdije thands<br />

voor een Armfchool gebezigd. In de Waterkerk,<br />

welke, wegens derzelver ligging aan het meir, dien<br />

naam voert , wordt mede nog een' aanzienlijken<br />

Boekfchat , en een fraaije Rariteitkamer, getoond.<br />


126 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEff,<br />

De Regeering der ftad beftaat in een' grooten en<br />

kleinen Raad , welke eerlte uit 162 , en de laatstgenoemde<br />

uit 50 Leden beftaat , die meest allen<br />

fchatnjke lieden zijn, gelijk in deze ftad zeer veelen<br />

gevonden worden ; het daaglijks beftuur echter<br />

wordt door twee Burgemeesters en vier Gildemeesters<br />

, van het Gild , dat men Conftaffd noemt, en<br />

dat een gezelfchap van den voornaamften Adel is ,<br />

waargenomen , welke perfoonen , door de Burge!<br />

rij, uit den grooten of kleinen Raad , gekoozen<br />

worden.<br />

De andere Steden van dit Canton zijn van geen<br />

groot aanbelang; men kan alleen opmerken de vrije<br />

ftad Stein- op denRhijn en Winterthur (Fitodurum)<br />

in welke laatstgenoemde ftad, die in leevendigheid<br />

en welvaart de hoofdftad bijna evenaart, veele Manufactuuren<br />

vervaardigd worden ; 'er is ook eene<br />

welvoorziene Bibliotheek. In de nabijheid derzelve<br />

vindt men nog de overblijffelen van een Landweg<br />

of Heirbaan der Romeinen, ftrekkende van<br />

hier tot Frawenfeld, de Hoofdftad van Thurgau<br />

langs welken weg, in 1709, een menigte oudhee'<br />

den zijn opgedolven; ook ziet men 'er nog de puinhoopen<br />

van een oude vesting der Romeinen. Het<br />

dorpjen Bouck , dat kort buiten deze ftad geleden<br />

is, levert eene groote zeldzaamheid in de natuur op<br />

beilaande in drie zeer oude Beuken boomen , met<br />

roode bladeren, waar van het dorp zijn' naam, en<br />

een' Beuken boom in deszelfs wapen voert; deze<br />

boomen vermenigvuldigen zich niet , en kunnen<br />

na men zegt i wat moeite 'er ook toe aangewend<br />

zij,


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN, I»7<br />

zij , niet vermenigvuldigd worden. Bij Hijburg ,<br />

mede in deze nabuurfchap gelegen, is een zeldzaame<br />

Bron , welke , volgends de aantekeningen daar<br />

van , federt 16Ü6 gehouden , in de regen achtigfte<br />

jaaren altijd droog, en in de drooge jaaren zeer<br />

fterk vl ieijende geweest is. — Het vrije Iteedjen<br />

Rapperschweil verdient nog , dat wij 'er een enkel<br />

woord van gewaagen ; als dat het zig in 1458 ouder<br />

de befchutting van de oudfte Cantons begeevea<br />

hebbende , en die te zeer over het zelve trachtende<br />

te heerfchen, door de Cantons Zurich en Bern<br />

van die overheerfching verlost werdt, federt welken<br />

tijd zij van niemnnd afhangelijkgebleeven is, en<br />

zonder hooger beroep vonnis velt. — Nog verdienen<br />

genoemd te worden de fteedjens Balach , Eglifaw<br />

en Gruningen , welke beide laatften , geduurende<br />

het verblijf der Franfchen in deze gewesten , om<br />

hunne onderneemingen in Italiën te verfterken,<br />

zeer dikwijls in de nieuwspapieren genoemd zijn.<br />

Regensperch en Gryjfenfel zijn weinig meer dan bij<br />

naam bekend.<br />

Het Meir van Zurich (Lacus Tigurum) , ook<br />

Zurichfee geheeten , is een langwerpige kolk,<br />

welke zig van de ftad Zurich , tien uuren in<br />

lengte, en flegts een uur in breedte , uitftrekt.<br />

Wanneer men dezelve bevaart, heeft men het<br />

allerfchoonfte uitzicht , dat men ergens zoude<br />

kunnen verlangen , wijl alle de heuvelachtige oevers<br />

, met vrolijke wijnftokken beplant , een zeer<br />

bevallig gezicht opleeveren , terwijl de hoogere gebergten<br />

, met donkere bosfchadiën bedekt, tegen<br />

dit


128 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

dit vrolijk groen prachtig affleeken , en zig in dit<br />

vischrijk meir fpiegelen, en de vreeslijk hooge ijsbergen<br />

hunne eeuwig befneeuwde toppen , in een<br />

blaauw deinzig verfchiet, boven alle de overige bergen<br />

verheffen.<br />

Het Canton Schafhaufen is verdedd in negen<br />

Opper - Landvoogdijen. De Hoofdflad derzelve<br />

draagt zijnen naam naar de bootjens of fchuitjens<br />

(Scaphaj , welke aldaar doorgaansch gereed pleegen<br />

te liggen , wijl hier een overvaart over den Rhijn<br />

pleeg te zijn , waar nevens eenige huisjens van de<br />

overvaarers ; waarom men dat gehucht den naam<br />

van Schuit- of Scaphhuizen gegeeven heeft, fchoon<br />

anderen het waarfchijnlijker houden , dat de flad<br />

Schafhaufen van de Schaapenteelt alzo geheeten is.<br />

D; Kerk is groot, doch oud, en rust van binnen op<br />

twaalf colommen ; het Stadhuis is met een redenlijke<br />

ruime en fraaije Zaal verfierd : een kunstftuk, 'twelk<br />

bij de uuren , tevens den loop der zon en maan,<br />

en zelfs , zoo men wil, de Eclipfen, aanwijst, is<br />

ter zijde , nevens het Stadhuis , op een' bijzonder<br />

daar toe gefchikten toren, geplaatst; men vindt 'er<br />

ook een Arfenaal , dat overvloedig met de noodige<br />

krijgsbehoeften voorzien is.<br />

De handel en leevendigheid is in deze flad zeer<br />

druk , wijl zij de Stapelplaats van al het (taal en<br />

koper is , dat uit de Mijnen van Hongarifèn, den<br />

Rhijn af, naar laagere Europifche gewesten , gevoerd<br />

wordt , en waar van ook een' menigte in<br />

Zwitferland, en door geheel het Duitfche Rijk, ter<br />

vervaardiging van allerlei vaten en behoeften , verzon-


WELKEN DEN RHTJNSTROOM OMRINGEN. I2


'Ï30 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Sedert is dit zijn kunstwerk , door alle deskundigen<br />

, zeer gepreezen , en zijn naam, ULRICH<br />

GREUBMANN , zo wegens deze zijne vernuftige<br />

uitvinding , als kloekmoedige uitvoering, alom beroemd<br />

geworden.<br />

Een uur voorbij deze Stad vormt de Rhijn den<br />

bekenden Val of Catharrajct, bij het kleine fteedjen<br />

Lauffen , waar dezelve , van de hoogte van acht<br />

voeten, met een groot gedruisch en geweldig fchuimen<br />

, op de daar beneden liggende klippen , en<br />

door dien waterval telkens meer uitgeholde en ondiep<br />

gewordene bedding , neder ftort , en het dus<br />

voor de van boven afkomende vaartuigen en vlotten<br />

onmogelijk maakt , om , zonder verbrijsfeling,<br />

hunne afzakkende vaart langs den ftroom te vervolgen<br />

; waarom ze allen genoodzaakt zijn in Schafhaufen<br />

te ontlaaden , en hunne vragt op wagens,<br />

tot beneden dezen Rhijnval , te vervoeren , waar<br />

de goederen , in andere , daar gereed liggende ,<br />

fcheepen , overgelaaden worden , na dat "ze eerst<br />

in een , zig aldaar bevindend, tolhuis vertold zijn.<br />

•Zij, die het prachtig en ontzettend gezicht van dezen<br />

Waterval uit het beste oogpunt willen genieten<br />

, begeeven zig , met het behulp van, daar toe<br />

gereed liggende, bootjens op eene, regt tegen den<br />

waterval over gelegene, klip , waar ze dit natuurwonder,<br />

zo nabij mogelijk, zonder gevaar, edoch<br />

onder een donderend gedruis en flortregen van het<br />

rondom fpattend fchuim, befchouwen kunnen.<br />

Het fteedjen Lauffen is , in 1308 , door de ftad<br />

Bern aangekogt, en behoort dus onder derzelver<br />

rechtsgebied. J3»«


WELKEN DEN RIUINSTROOM OMRINGEN. 13!<br />

Behalven het fteedjen Neukirch , de zwavelige<br />

Baden van Osterflingen en de Wateren van Halau,<br />

is 'er niets merkwaardigs in dit Canton , waar in,<br />

bovendien , nog veele Dorpen gevonden worden ,<br />

aantemerken. -<br />

De vier hervormde Cantons nu befchouwd hebbende,<br />

zullen wij, volgends ons plan, dat zig juist<br />

niet naar de onderlinge ligging derzelven richt , de<br />

Roomsch Catholijken in aanmerking neemen, en de«<br />

ze zijn Glaris en Appeuzelk<br />

Het Canton Glaris , of Glafus , gelijk het ook<br />

dikwijls gefchreeven wordt, vervat flegts ééne Stad<br />

van eenig aanbelang , welke dien naam mede voert.<br />

Zij ligt aan de Rivier Linth , is groot en welbebouwd<br />

; doch meer aanmerkelijks is 'er niet van<br />

te melden. De Regeering is 'er volflrekt Democratisch<br />

; alle mansperfoonen , boven de zestien jaa*<br />

ren , komen op eene vlakte buiten de flad , Mentent<br />

Zaun geheeten , daaglijks bij een , en kiezen<br />

de perfoonen tot dezelve , onder den blooten hemel.<br />

Buiten de flad vindt men zeer zwaar en hoog<br />

gebergte , dat altijd met ijs en fneeuw bedekt is,<br />

gelijk zijn de Btattenberg, welke veele platte fchilfer-<br />

of leijfteenen oplevert; de Todiberg en de Freyberg,<br />

zo genoemd om dat dezelve onder niemands<br />

gebied behoort, en het witd 'er vrij leeft, wijl niemand'er<br />

jaagenmag, dan alleen als'er iemand trouwt,<br />

dan gaan 'er twee beëedigde perfoonen , twee<br />

Rhee-bokken , een' voor den Bruidegom , en een'<br />

voor de Bruid, fchieteu , en ontfangen de Huiden<br />

voor hunne moeite. De inwooners van de dalen<br />

I a e"


332 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

en dorpen houden zig meest met den landbouw, en<br />

en het maaken van boter en groene Schaapen- of<br />

Zieger- kaazen bezig.<br />

Ten noorden dezer ftad vindt men het Waldftatter<br />

(ofWoudfteeden) Meir, dat langs deszelfs oever<br />

met welvaarende dorpjens bezet is.<br />

Het Canton Appenzell is klein , beflaande flegts<br />

180 mijlen in dén omtrek, fchoon dicht bewoond,<br />

wijl men in die ruimte meer dan 51,200 inwooners<br />

telt; het is een, over het geheel, niet zeer vruchtbaar<br />

land, inzonderheid aan deszelfs zuidzijde,<br />

waar het met hooge bergen bezet is ; echter de'<br />

naarftigheid van deszelfs bewooners heeft de traagheid<br />

van den grond , door geftadigen arbeid , al.<br />

lengs zodanig overwonnen , dat men 'er geen plekjen,<br />

zelfs op de hoogfte bergen, vindt, dat niet tot<br />

eenig baatig gebruik, 't zy tot weiland, of tot vlas<br />

en hennipteelt, bekwaam gemaakt is. Sreeden zijn<br />

in dit Canton niet , het beftaat enkel uit wel bewoonde<br />

dorpen en vlekken , waar van het voornaamfle<br />

den naam aan dit geheele Canton gegeeven<br />

heeft. Men wil , dat de Abt van St. Gallen hier<br />

bereids , in den jaare 647, eene Kapel , benevens<br />

een Herberg , zoude geflicht hebben , welke des<br />

Abts Celle genoemd werdt , en waar bij zig achtereenvolgend<br />

verfcheidene Landlieden nederzetteden,<br />

waar door deze plaats , in vervolg van tijd , tot<br />

een aanzienlijk vlek aangegroeid is. Het ligt aan het<br />

riviertjen Sitter, in een fchoon en vermaaklijk dal,<br />

doch de gebouwen , die men 'er vindt, zijn van<br />

Sering aanbelang ; zij beftaan in eene Parochiekerk,<br />

twee


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. 133<br />

twee Kloosters, een Raad- Tuig- en Gevangenhuis.<br />

De Hervormden hebben hier ook wel eene Gemeente<br />

, doch het getal van Roomschgezinden heeft<br />

'er'de overhand ; in de gebergten, die aan de oostzijde<br />

van AppenzeU gelegen zijn, en dit Canton van<br />

het Rheinthal affcheiden , vindt men verfcheiden<br />

natuurlijke zeldzaamheeden, onder anderen drie zeer<br />

vischrijke Meirtjens , wier ontlasting onder de aarde,<br />

tot hier toe, nog onbekend is , als mede eene<br />

zonderlinge Spelonk of Grot, waaruit, bij tijde van<br />

een opkomend onweder, een vreemd donderend geluid<br />

gehoord wordt , van waar het ook den naam<br />

van het Onweers-ho! verkreegen heeft. Het geheele<br />

Canton is voords in twaalf districten of Roden<br />

verdeeld , waar in verfcheïdene dorpen en vlekken<br />

gelegen zijn , onder welken voornaamlijk het vlek<br />

Herifaw, aan het riviertjen Brulhbach, drie uuren<br />

ten westen van AppenzeU gelegen, den Protestanten<br />

ten verblijf ftrekt. - De inwooners van dit geheele<br />

Canton pleegen voorheen voor de onbefchaafdfte en<br />

eenvouwdigfte van geheel Zwitferland gehouden te<br />

worden; doch thands is 'er meerdere befchaafdheid,<br />

bij de natuurlijke eenvouwdigheid en oprechtheid<br />

derzelven , aantetreffen.<br />

In de hier volgende zeven Cantons heeft de<br />

Roomsch Catholijke Godsdienst alleen plaats, als :<br />

Het Canton Sekthum , ligt in het westelijke gedeelte<br />

van Zmtferland, en wordt door den Aarftroom<br />

doorfneeden , terwijl de bergen van den Jura het<br />

zelve van het Canton Bafel affnijden. Verfcheiden<br />

Baljuwtchappen, Ampten en Landvoogdijen, voorz<br />

i e n<br />

I 3


134 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

zien van veele vvelvaarende Dorpen en Sloten, maaken<br />

dit Canton, dat over het geheel , althands wat<br />

deszelfs oostelijke zijde aangaat , zeer vruchtbaar<br />

is , tot eene zeer leevendige en aangenaame Landdreek<br />

, welke , van de hooge toppen der Jura af,<br />

overzien wordende , eene zeer wel ondèrhoudene<br />

lustplaats gelijkt. Men vindt 'er echter flegts ééne<br />

aanmerkelijke Stad, en deze is Solothum, aan den<br />

Aar gelegen ; naauwkeuriger zoude men echter deze<br />

flad Salothurm, zo als de gemeende uitfpraak aldaar<br />

is , moeten noemen , wijl hier omdreeks de<br />

Saliërs pleegen te woonen, en de Romeinen hier een<br />

legerplaats gehad hebben , die zij Cattrum Salodunenfe<br />

heeteden. Deze dad is zeer welvaarend en bloeijend<br />

door den koophandel , wijl zij tot eene flapélplaats<br />

dient van al het gene door Ba fel sa. Schafhaufen<br />

in Zwitferland ingevoerd wordt. De tijd van heure<br />

bouwing wil men tot de hoogde oudheid uitdrekken,<br />

daar men ze even oud acht als de dad Trter,<br />

welke beide deden men wil, dat door den Patriarch<br />

ABRAHAM, of door den Zoon van NINUS, zouden<br />

gedicht zijn ; doch van deze groote oudheid<br />

is, gelijk men ligtelijk vermoeden kan , alhier geen<br />

fpeur meer voorhanden ; zelfs heeft de dad , gelijk<br />

het meestal met overoude deden, die doorgaandsch<br />

geduurig vernieuwd wordende , hun aloud aanzien<br />

verliezen , eene geheel nieuwe gedaante bekomen,<br />

en munt, in nieuvverwetfcbe gebouwen, boven alle<br />

de overige Zwitferfche deden uit; alleen vindt men<br />

'er nog, op de markt, een'grooten dikken Toren,<br />

die nog kenmerken van hooge oudheid oplevert.<br />

De-


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. T3S<br />

Deze is thands met een zonderling fraai uurwerk<br />

voorzien , dat zelfs den loop der maan ..aanwijst:<br />

men vindt ook aan denzelven een Latijnschopfchnit,<br />

waar in deze ftad de Zuster van Trien geheeten<br />

wordt. Onder de aanmerkelijke gebouwen munt de<br />

voorgevel van het Huis der Jefuiten, zeer prachtig<br />

op kosten van den Franfchen Koning LODEWIJK<br />

XIV gedicht, inzonderheid uit; als ook het Hotel<br />

'der Franfche Afgezanten , op welks voorplein men<br />

een Fontein en Waterbak, uit een'enkelen deen gehouwen<br />

, aantreft. De Regeering bedaat hier mede<br />

uit een grooten en kleinen Raad , die uit de Burgerij<br />

, welke in elf Gilden afgedeeld is , gekoozen<br />

wordt , doch in welkers beduur dezelve voords<br />

geen aandeel pleeg te hebben; zo dat men het zelve<br />

, uit dien hoofde , en om dat men meestal de<br />

voornaamde familiën in het beduur koos , Aristo.<br />

cralisch zoude kunnen noemen. Op het Kerkhof<br />

van de Groote Kerk alhier pleegen weleer nog. twee<br />

Zuilen te daan, met Romeinfche opfcbciften, welken<br />

te kennen gaven, dat 'er Godenbeelden op gedaan<br />

hadden. Het kleine deedjen Olfen , 't<br />

welk in het oostelijk gedeelte van dit Canton nog<br />

gevonden wordt , is bezienswaardig , wegens deszelfs<br />

veele Kousfen- en Mutfen - weeverijen ; ook<br />

valt aldaar , in de rivier de Aar, een Beek, waar<br />

in men een zonderling foort van Kreeften vindt,<br />

die, fchoon nograauw, dezelfdehoogroodecouleur,<br />

als 'de gekookten, hebben, waarom men'er niet zelden,<br />

uit kortswijl, eenigen onder de gekookten, de<br />

vreemdelingen voordient.<br />

I 4<br />

H e t


Ï3Ö BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Het Canton Freyburg l i g t i n h e t g r o o £ e C a n t o n<br />

Bern , als t ware , geheel ingeflooten ; het be-<br />

Wreven als Bern, t o t h e t z o g e n o e m d e U c k f,<br />

t«na , l s een zeer aangenaame vlakte , welke ten<br />

westen, aan het groote Meir van Neufchatel grenst.<br />

De nvieren * Saan en * Bruije befpoelen bet gewestdat<br />

in ft Baljuwfchappen verdeeld wordt<br />

waar i„ z ev e n ft* of meer aanmerkelijke Steden<br />

voorkomen : onder dezelven is de Hoofdftad Frey.<br />

t»r gi mede als Bern , door BER T H OED V A M<br />

ZARINGEN gebouwd, eene ruime fraaije en weibebouwde<br />

ftad , liggende aan de rivier * Saanen ,<br />

doch op veele heuvelen gefticht zijnde , moet men<br />

geduung in dezelve klimmen en daalen , 't geen<br />

voor de vreemdelingen, zeer vermoeijend is. Het'<br />

Raadhuis zelve ftaat 'er op een fteile rots , gelijk<br />

ook het Jefuiten Klooster, van welks ruime en lichte<br />

eetzaal men de geheele ftad , en een goed deel des<br />

Jands overzien kan. Voords zijn *er nog verfcheiden<br />

kloosters en Kerken , die, als niets zonderlings<br />

beduidende , hier geene aanwijzing vorderen ;<br />

alleen kunnen wij niet voorbij , nog te gewaagen<br />

van zeker vreemd recht , het welk aldaar tegen de<br />

fcbuldenaars , i n o v e r o ( ) d e t i J d e n ^ ^ ^ ^<br />

üebben ; wanneer naamentlijk iemand, die het anders<br />

wel doen kon, op den bepaalden dag eenigen<br />

deugde h|i


WELKEN DEtJ RHIJNSTRO0M OMRINGEN. 137<br />

den fchuldenaar , rot zo lange de fchuld , met het<br />

gemaakte gelach, door hem betaald was. Een uur<br />

gaans buiten de ftad vindt men , op de fteilte van<br />

een afgrijsfelijke rots , eene eenzaame Heremitage,<br />

door eenen Monnik , JEAN DU pné genoemd,<br />

met hulp van zijn* knecht , naa een' arbeid van<br />

meer dan vijfentwintig jaaren, in dezelve uitgehouwen<br />

; voorzien van een Kerk en ruime wooning ,<br />

welke in de rivier uitziet; in welke de Stichter ongelukkig<br />

, bij gelegenheid van het overvaaren van<br />

eenige Studenten , die bij hem te gast geweest waren<br />

, in 1708 , verdronken is.<br />

De kleinere Steden , welken voords nog in het<br />

Canton Freyburg liggen, zijn : Montenay, 't welk<br />

weleer onder Savoijen behoord heeft , en alwaar ,<br />

onder het gemeen, nog een foort van Italiaansch en<br />

Savoisch Patois gefproken wordt; Remont of Mons<br />

Rotundus ; Rue , aan de rivier de Bruije ; geüjk<br />

ook de kleine Steedjens Bol en Dey, en eenige voornaame<br />

Vlekken en Dorpen.<br />

De Regeering van Freyburg is op denzelfden voet<br />

ingericht , als die der meeste Zwitferfche fteden ;<br />

doch de Raad wordt daar niet bij ftemming, maar<br />

door het lot gekozen.<br />

Het Canton Lucern, tusfchen de Cantons Bern,<br />

Unterwald en Schweitz gelegen, is ongemeen vruchtbaar<br />

in koorn, waar mede het de omliggende Cantons<br />

grooten deels fpijst. Twee groote Meiren worden<br />

binnen den omvang van dit Canton geteld, als:<br />

het Meir van Lucern , dat ook het Meir der vier<br />

Cantons, en de Woudjleeden Zee geheeten wordt;<br />

I 5<br />

e n


138 BESCHRIJVING- DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

en dat van Sempach , benevens het kleinere Baldecher<br />

Meir. De rivier de Rusz , die uit het Lucerner<br />

Me.r vloeit , i s de voornaamfle , welke dit<br />

land befpoelt, waar naa volgen de E m m a t of Emmen<br />

de Wigger, die mede uit gemelde Meir, en<br />

de Suren , die uit het Sempacher Meir voortkomt.<br />

Onder de bergen fleekt de groote Fragment (Frac<br />

lm Mom) of Pilatm berg , welks top 6074 voeten<br />

van aeszelfs voet verwijderd is , boven alle zijne<br />

naabuuren uit ; waar nevens het Pilatus Meir gelegen<br />

is , waar van het bijgeloovig gemeen elkander<br />

verhaalt, dat de zie! van PILATUS aldaar ingebannen<br />

zoude zijn; zijnde dit fprookjen ontRaan uit<br />

den alouden Zwitferfche naam Pul Ate of SUjkpoel<br />

welken dit moeraslig, en tusfchen hooge bosfeha'<br />

dien zeer fomber liggend, Meirtjen weleer pleeg te<br />

draagen. Het Canton Lucern is wel het grootlle<br />

en opperfle der Cantons, welken den Roomsch Catholijken<br />

Godsdienst toegedaan zijn. De Hoofdflad<br />

hgt aan het Lucerner Meir , en wordt , door de<br />

daar u,t voortkomende rivier Rusz, in twee deelen<br />

verdeeld. Het is een ruime Stad , waar in echter<br />

veel onbewoonde plekken , die tot Moestuinen en<br />

Hoven aangelegd zijn , gevonden worden. Onder<br />

de gebouwen telt men de Kerk van St. Leger als<br />

de voornaamfle. In de ftad worden zeer groote<br />

Beenderen getoond , die men houdt voor dien van<br />

een' Reus, doch anderen houden dezelven voor<br />

beenderen van eenig nu uitgeftorven geflacht van<br />

ongemeen groote dieren , waar van men , hier en<br />

daar, nog diergelijke overbiijffelen aantreft. In<br />

het


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. ï&<br />

het Meir , dicht nevens de ftad , ftaat een groote<br />

Toren , welke , zo men wil, tot een Lucertium of<br />

Lichtbaak , voor de hier vaarende fchepen, zoude<br />

gediend hebben, waarvan de flad heur' naam ontfangen<br />

heeft. De Bruggen , welken hier over de<br />

Rusz liggen, en de ftad met deszelfs andere gedeelte'verbinden<br />

, zijn eigentlijk gaanerijen , welken,<br />

even als overdekte kolfbaanen, met vengfters voorzien<br />

zijn. De Regeering der ftad heeft veel overeenkomst<br />

met die van Bern.<br />

Het overige gedeelte van dit Canton is in Baljuwfchappen<br />

verdeeld, waar in geene aanmerkelijke<br />

plaatfen gevonden worden; alleen Rothenburg, Wilifaw<br />

en Sempach , welken aan het Meir van dien<br />

naam gelegen zijn , zijn plaatfen , die nog den naam<br />

van Steedjens verdienen , echter niet merkwaardig<br />

genoeg , om 'er zig bij op te houden , ten zij men<br />

bij de laatstgenoemde ftad de plaats wil gaan zien ,<br />

alwaar , in 1386 , de beruchte flag van Sempach<br />

voorviel , waar bij Keizer LEOPOLD HL Hertog<br />

van Oostenrijk, het leven infchoot. Voords maakt<br />

een groot aantal welvaarende Dorpen de overige bewooning<br />

van dit land uit.<br />

Het Canton Zug is wel een der kleinfte van het<br />

geheele Eedgenootfchap, en mede aan het Lucerner<br />

Meir grenzende ; midden in het zelve ligt, als een<br />

Vijver, het Zuger Meir, 't welk drie uuren lang,<br />

doch niet na evenredigheid breed is ; in het zelve<br />

worden Karpers , van 50 - po ponden zwaar , en<br />

Snoeken van 50 ponden, gevischt ; voor welke gewddig<br />

groote visfchen men zelfs geduurig genoodzaakt


140 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

zaakt.is geweest, de muuren der ftad meer binnenwaards<br />

te zetten , wijl zij de fundamenten derzelven<br />

doorknaagden , zo dat dikwijls geheele gedeelten<br />

derzelven inftortten. De Regeering der Stad<br />

fug , welke de eenige is, die in dit Canton ligt<br />

is zu.ver Democratisch ; e n a H e mansperfoonen<br />

boven de 15 jaaren , hebben recht en toegang tot<br />

bet kiezen derzelve. Van de Stad zelve is weinigte<br />

zeggen, alzo dezelve geene aanmerkelijke gcbouwen<br />

vervar.<br />

Het Canton Schwehz, mede aan het meergemelde<br />

Meir der Woudfteeden paaiende, een der drie<br />

oudfle Cantons van het Eedgenootfchap, en 't welk<br />

deszelfs naam aan het geheele land gegeeven heeft<br />

is van eene driehoekige gedaante , wel bebouwd '<br />

en met goede weilanden , waar in de grootfte rijk'<br />

dom der inwooners beftaat, voorzien. 'Er zijn wel<br />

veele Dorpjens en Vlekjens , maar geen Steden fa<br />

het zelve, 'Er worden veel Linnens geweeven, en<br />

Vlasch en Hennip geteeld. De Hoofdftad of Vlek<br />

mede Schweitz geheeten , ligt tusfchen het Meir en<br />

twee hooge bergen , de Hoeken genoemd , fa, e e n e<br />

weehge en aangenaame Vallei, als ingeflooten. Gebouwen<br />

van aanbelang vindt men 'er niet • edoch<br />

niet verre van dit Vlek , ligt de zeer uirgeftrekte<br />

Abtdije van Einfidlen of notre Dame des Hermites<br />

tegen over het fteedjen Rapperschwijl , waar van*<br />

wij reeds gewag gemaakt hebben , welke Abtdii<br />

op zig zelve , een geheel vlek uitmaakt. Het gebouw<br />

zelve is zeer prachtig , e„ de Schatkamer in<br />

het zelve vervat groote rijkdommen, die 'er, van<br />

tijd


WELKEN DEN RRIJNSTROOM OMRINGEN. 14I<br />

tijd tot tijd , aan gefchonkcn zijn ; onder anderen<br />

een' gouden Ouwel-kelk van twee ellen hoog, waar<br />

aan meer dan 260 oneen gouds verwerkt zijn ; een<br />

aantal van n84. fluks fijne Paerlen , waar onder<br />

fommigen , van de aanmerkelijke grootte van een<br />

hoenderei}, gevonden worden ; benevens nog veele<br />

Diamanten en edele Gefteenten, tefamen 1797 fluks.<br />

Het beeld der Lieve -Vrouw , wordt geduurig met<br />

kostbaare Specerijen berookt , en de Kerk bevat ,<br />

voor 't overige , een groot aantal van Reliquiün.<br />

De toevloed van alle oorden herwaards is geduurig<br />

aroot , wijl het opfchrift, dat men boven de Kapel<br />

vindt , elk aanhaalt , luidende aldus : Hier is volle<br />

aflaat van zonden, zo ten opzichte van de misdaad,<br />

als van de ftrajfe. Bij deze plaats ligt een Brug,<br />

over,de rivier de Syl, welke , om dat dezelve uit<br />

• ;<br />

i.;cn fteen gehouwen, en dus boven menfchen vermogen<br />

gemaakt fchijnt te zijn, de Duivelsbrug geheeten<br />

wordt.<br />

Het Canton Urij, 't welk omtrent 20 uuren lang<br />

en tusfchen de zeven en acht uuren breed is , is<br />

geheel bergagtig , en , als 't ware, met fneeuw en<br />

ijs overdekt. De groote St. Gothards berg munt<br />

"nier boven alle anderen , als zijn de Crispaltberg,<br />

Vorkberg en Merkberg , Uit % de opgang naar den<br />

top van den Gothard heeft dit bijzondere , dat ze<br />

zeer gemakkelijk en aangenaam is , als zijnde een'<br />

breede langzaam klimmende ftraat, welke langs de<br />

rivier de Rusz, voortkomende uit het Lago di Zozendro<br />

, dat op dien berg gevonden wordt , en<br />

langs denzelven heenen kronkelende, met een door<br />

flee-


142 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

fteenen bevloerd pad , ter breedte van zes voeten,<br />

Voorzien is , 't welk, des noods, inzonderheid des<br />

zomers , zo wel met wagens, als te paard , bereeden<br />

kan worden , doch in den winter, is men 'er<br />

mede aan fneeuwdortingen onderhevig : aan den<br />

voet dezes bergs neemt de afdroomende rivier aanmerkelijk<br />

toe , zo dat de reeds gemelde Duivelsteug,<br />

die 'er over ligt, ter breedte van 50, en ter<br />

lengte van 30 voeten, gebouwd heeft moeten worden.<br />

Aan de zijde des bergs , welke naar Uaüën<br />

gekeerd is , zijn ook verfcheiden kleine Meiren ,<br />

tvaar uit Rivieren voortfpruiten , onder welken de<br />

Ttsfino eene der grootfle is, en geheel Lombardyen<br />

doordroomt. Het land zelve is met geene Steden,<br />

maar enkel met Vlekken , tusfchen de bergen gelegene<br />

Dorpjens , en hier en daar'verdrooide enkele<br />

huizen en buurten , vervuld. De inwooners<br />

dezer ruuwe oorden zijn derk van lighaam , gezond<br />

, arbeidzaam , drijdbaar , en zeer op het behoud<br />

hunner , alhier eerst ontlookene , vrijheid ,<br />

gedcld ; waar uit men , als van zeiven , afleiden<br />

kan , dat de Regeeringsvorm hier ook zuiver Democratisch<br />

is.<br />

In het land, 't welk in 10 districten, welken men<br />

Genozfamen noemt, verdeeld is, vindt men als het<br />

voornaamfle en hoofdvlek Altorf, een welbebouwde<br />

en , met verfcheidene capitaale huizen , voorziene<br />

plaats , waar ook het verblijf der Landsregeering<br />

is , wordende de algemeene Vergaderingen , waar<br />

toe de afgezondenen uit de overige vlekken bijeen<br />

komen , een half uur boven dit vlek , te Botz-<br />

Jin-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN 143<br />

Hagen, op den eerden zondag in de maand Mei],<br />

in het open veld, gehouden. Hier deedt de dwingeland<br />

GEISLER zijn' hoed, op de markt, op<br />

een' ftaak dellen, ten einde de inwooners te beproeven<br />

, wie hunner aan denzelven eerbied bewijzen, en<br />

alzo het Oosten rijksch gezach erkennen zou. Vier<br />

Kerken , twee Kloosters, het Raadhuis en het Arfenaal,<br />

zijn de opeubaare gebouwen, welken alhier<br />

door de reizigers bezichtigd worden ; ook zijn hier<br />

veele en bezichtigingswaardige Krystal - fabrieken ,<br />

Marmorgroeven, Yfermijnen, en andere bijzonderheeden.<br />

De overige Vlekken zijn van geen aanbelang<br />

, alleen Urferen , in het Urfeler dol, verdient<br />

om deszelfs fraaije huizen en evenredigheid , nog<br />

opgemerkt te worden ; als ook wegens deszelfs gevaarlijke<br />

ligging, met betrekking tot de fneeuwdortingen<br />

van den berg Gothard ; ook ontmoet men<br />

hier omtrent een dreek van de reeds befchreeven .<br />

en in plaat voorgedelde , Glacieres , of Ysbergen ,<br />

die de reizigers grootelijks in hunnen weg belemmeren,<br />

en dien ze echter genoodzaakt zijn overte*<br />

trekken , in welk geval zij genoodzaakt zijn gidfeu<br />

mede te neemen , die vooruit gaan , met een<br />

(tok en een plank , de eerde om de diepte te peilen<br />

, en de andere om over de fcheuren te leggen.<br />

Men moet ook de fchoenen van onderen wel<br />

met ijsfpooren voorzien , en doet best , een' mast<br />

mede te neemen , dien men te famen op de fchouders<br />

draagt , den arm 'er omflaande , om , in gevalle<br />

van druikelen en fullen, een' onderlingen deun<br />

te hebben.<br />

Het


Ï44 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Het Canton Unterwalden (Subfylvania) , is het<br />

laatfte van de dertien Landfchappen , welken het<br />

Zwitferfche Eedgenootschap uitmaaken ; het wordt<br />

door een reeks met basfchadien begroeide bergen,<br />

das Kernwald geheeten , in twee groote Valeijen<br />

verdeeld , die elk , wat de regeering van hun eigen<br />

valei betreft, op zig zeiven ftaan, maar tot de zaaken<br />

van het Eedgenootfchap , in een' Algemeenen<br />

Raad te famen komen , zijnde deze Regeeringen<br />

beide volftrekt Democratisch. De eerfte valei, welke<br />

zuidelijk tegen het klimmen der bergen op ligt,<br />

heet Ob dem Wald of Boven het Woud; de andere<br />

Nid dein Wald of Untenvald , dat is , beneden het<br />

Woud, welke laatfte, uit oirzaak van deszelfs grooter<br />

magt en uitgeftrektheid , ook den naam aan het<br />

Canton gegeeven heeft. Het land is niet onvruchtbaar<br />

in ooft en vee, doch graanen en wijn wasfen<br />

'er niet. De inwooners zijn naarftig , het fpinneu<br />

van garens , die tot de Linnenweeverijen gebezigd<br />

worden , is hier eene voornaame handteering. De<br />

bergen leveren meer ijzer en marmor op , en men<br />

.vindt in dezelven verfcheiden Fonteinen, die in het<br />

voorjaar beginnen te vloeijen , en in het naajaar<br />

opdroogen , en van daar Meij • Fonteinen geheeten<br />

worden.<br />

Onder de Vlekken , waar mede dit Canton vervuld<br />

is , munt , als het grootfte , uit Stantz , in<br />

het latijn Stantzium, eene wel fnet gebouwen voorziene<br />

plaats. Nabij dit vlek , aan het Meir<br />

Lucern , waar dit Canton nevens ligt , is een gehugt<br />

Stantzftad, in het welke de markt van het<br />

groo-


WELKEN DEN RIIIJNSTRO0M OMRINGEN. U$<br />

groote Vlek gehouden wordt, en een half uur verder<br />

ligt het dorpje» Beckenriedt, Waar de afgezondenen<br />

ter Landdagen en Vergaderingen der vier,<br />

aan het Meir gelegene, Cantons bij een komen. —<br />

Voords is nog"aanmerkelyk het Vlek Samen, waar<br />

de Landvoogd LAND EN BERG zijn' zetel hadt ,<br />

aan een meirtjen van dien naam gelegen , waar uit<br />

de rivier de Saa ontfpringt , en aan welks oevers<br />

nog de fteedjens Gyswyll en Sachtlen tegen over elkander<br />

gelegen zijn. Men vindt te Samen een<br />

Klooster van honderd geestelyke Dochters, de Abtdij<br />

van Engelenburg genoemd , benevens een Convent<br />

van Benedictijner Monnikken, 't welk, in een<br />

Vallei, op het allerhoogfte van het aldaar gevonden<br />

wordende hooge gebergte , gelegen is ; zijnde die<br />

Vallei zevenhonderd voeten hooger , dan de Vallei<br />

van Uri , en rondom door een keten van bergen<br />

omringd , welken altijd met fneeuw en ijs bedekt<br />

Zijn: het is'er zelfs ook, den geheelen zomer door,<br />

uit oorzaak van den guuren wind , die 'er beftendig<br />

waait, zo koud, dat men voor een fpreekwoord<br />

zegt : In de Vallei van Engelenburg duurt de win'<br />

ter dertien maanden. Ten zuidoosten van dit klooster<br />

ligt de hooge Titlisberg , welke voor een der<br />

hoogde bergen van geheel Zwitferland gehouden<br />

wordt. Ook ziet men , bij het \\ek~Stantz , een'<br />

berg , by welks top een fpelonk gevonden wordt,<br />

in welken zig, na men verhaalt , weleer een Draak<br />

pleeg optehoudeiï.<br />

Na de befchouwing der dertien eigentlijke Zwitferfche<br />

Cantons hier mede ten einde gebragt te heb •<br />

K ben,


I4


WELKEN DEN UHIJNSTR00M OMRINGEN. 1A7<br />

dende aldaar ook, om de drie jaaren, de algemeene<br />

Bunds of Landdagen gehouden.<br />

De Stad Chur (Curia Rhatorum) is grooter en<br />

leevendiger door de Rhijnvaart , wijl de Rhijn hier<br />

omftreeks bevaarbaar genoeg wordt, om verzendingen<br />

van goederen over denzelven te kunnen doen.<br />

De inwooners van het benedendeel dezer Had zijn<br />

alle van den Gereformeerden Godsdienst, doch die<br />

van het bovendeel , waar het Bisfchops Hof , de<br />

Domkerk en het Klooster , gevonden wordt, zijn<br />

Roomsch. Het Raadhuis , waar alle drie jaaren'<br />

de groote Vergadering van de drie Bunden en onderhoorige<br />

plaatfen gehouden wordt, is een treffelijk<br />

gebouw.<br />

Tafaa of Davos is een klein Steedjen , waar van<br />

niets zonderlings valt aantemerken.<br />

Een weinig boven Chur ontmoet men de woeste<br />

oorden , waar de zo beroemde Rhijn zijnen zeer<br />

geringen oirfprong uit verfcheidene kleine , in de<br />

ruuwile gebergten ontftaande , bronnen heeft. De<br />

hoofden dier groote Rivier zyu drie bronnen , uit<br />

welken drie takken ten voorfchijn komen , als de<br />

Boven-Rhijn en Midden Rhijn , welken zig , op<br />

eenigen afftand van hunne bronnen , vereenigen ,<br />

endoor Ilantz (Iroomen ; de Neder-Rhijn, die<br />

bij den Vogelberg een' aanvang neemt , en uit het<br />

woeste bosfchadie , het Rheinwald geheeten, benevens<br />

uit de vreesfelijke woeste Vallei, bij het gebergte<br />

Adula , fpottender wijze , het Paradijs genoemd<br />

, en voorbij Chur flroomende, zig benedei' < ie<br />

Stad met den Boven- en Midden-Rhijn vereeuigt,<br />

K 2 en


148 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

en tot dén' droom wordt. De zonderlinge gedaan­<br />

te dezer zo woeste als fchaarsch bezogte oorden ,<br />

waar van ons een na waarheid , en daar ter plaatfe<br />

zelve, getekend gezicht ter hand gefteld is , deedt<br />

ons befluiten het zelve hier bij in eene afbeelding<br />

voortedellen. Immers de Rhijnftroom is voor alle<br />

Europeefche Natiën , en inzonderheid voor ons , wijl<br />

ze door onze Republiek heenen vloeit, en ons een'<br />

aanmerkelijken handel bezorgt, van zo veel aanbelang<br />

dat het niet ongepast zal voorkomen, dat wij deszelfs<br />

geringen en zo woesten oirfprong, den Leezer hier<br />

voor oogen ftellen. Zie dan in de afbeelding, wel­<br />

ke hier achter gevoegd is, het Paradijs, benevens<br />

een gedeelte van het Rheinwald het gebergte Adula,<br />

en de bron en oirfprong van den Neder- Rhijn ,<br />

die zig beneden Ilantz met den Boven- en Midden-<br />

Rhijn vereenigende , een' enkelen droom uitmaakt,<br />

die voorbij Chur afvloeit , het Meir van Conflanz<br />

doordroomt , en voords bij Lauffen , acht voeten<br />

laager vallende, zijnen weg vervolgt, voorbij Bafel<br />

heenen vloeit, als ook de vermaarde Steden Straats­<br />

burg , Manheim , IVorms, Mentz, Coblents, Bonn ,<br />

Keulen en Dusfeldorf, voorbij kabbelt, van Wezel<br />

door het Kleefschland tot Arnhem afzakt, en van<br />

daar tot Utrecht voortgaat, alwaar deze droom, in<br />

een geringe graft veranderende, naar Leyden fpoedt,<br />

en door die Stad heenen fpoelende, zig in het zand<br />

bij Katwyk verliest.<br />

De weinige Herders , welken , met hunne kudden,<br />

de eenige doffagie dezer woeste bergöorden uitmaa­<br />

ken , zijn de zogenoemde Bergemasquen , komen-<br />

de,


oiisnuutG MS KEijss, IN SET MnenjrwaH BIJ HUT JÏOKP Splugen.<br />

Madz.148.'<br />

BcIferlacllTOH.E'N, KAMÏT EST HAAMHUIS,TJS AugslMUrg.Wadz.17»


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. 149<br />

de, met hunne kudden, meestal uit het Veneü-<br />

aansch gebied , en wel van omftreeksch Bergamo.<br />

De levenswijze dezer menfchen is ten uiterften ruuw<br />

en hard ; hun gewoone voedfel beftaat uit geerst,<br />

in water gekookt , zonder eenig zout of boter : z,j<br />

flaapen in hutten , van (kenen op eikanderen gefta-<br />

peld, die van boven open zijn , hun matras is een<br />

weinig hooi of ftroo , hun hoofdkusfen een fteen;<br />

en een of andere oude lap dient hen tot een deken;<br />

het geheele Rheinwoud is echter zo wild niet bij<br />

den berg Spïugen vindt men een zeer vermaakehjk<br />

e dmk betoond Dorp van dien naam , gelijk dat<br />

mede in het verfchiet, op de afbeelding zichtbaar<br />

is , benevens de hooge bergen Stelh en Crispah,<br />

die 'er achter liggen.<br />

Het land Falteltne , Vallis Tellina, of het Tells<br />

Dal, is eene zeer uitgeftrekte , vermaakelnke , en<br />

vruchtbaare Vallei , welke door de nvier Adda m<br />

het meir Como zig ontlastende , volkomen door-<br />

vloeid , en in twee deelen gefcheiden wordt. Al-<br />

lewruchtbaarst is dit aangenaam gelegen Dal zo<br />

wel in wijn , als allerhande vruchten , gantfche<br />

bosfchen van kastanjes en andere boomen , per-<br />

L n , morellen, vijgen, abrikozen, moerbeziën<br />

n meloenen zijn 'er overvloedig. Het fan bezit<br />

,1 mede geene Steden , doch de voornaamfte Vlek­<br />

kend» het zelve zijn Tirana aan de Adda eene<br />

plaats, waar nog al eenige leevendigheid van hanuel<br />

Lens de rivier is. In dit district ligt de groote<br />

Goudberg , of Mout oro, aan welks voet de daar te<br />

lande voor zeer heilzaam gehouden wordende badui<br />

l v<br />

3


150 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

van Mafenis zich bevinden. Chiavenna, in het Graaffchap<br />

van dien naam , voorzien van zes Kerken en<br />

eenige goede woonhuizen , benevens een prachtig<br />

Paleis voor den Gouverneur. Pleur s , eene weleer<br />

prachtig gebouwde Stad, aan den voet van den<br />

berg Conta., welke, in 1618, door een' ongewoone<br />

aardafftorting of bergval van dezen hoogen berg,<br />

op den 25 Augustus , ten eenenmaale overdekt en<br />

bedolven is , zijnde 'er, van de zestienhonderd inwooners<br />

, geen drie gered geworden, wijl het onheil<br />

gebeurde bij her fchoonfte weder, met het opkomen<br />

van de maan , en dat niemand op eenigen ramp van<br />

dien aart bedagt was. Voords nog Worms , in<br />

het Graaffchap Bormio , welke beide Graaffchappen<br />

als onderhoorige landen der Graauwbunders gerekend<br />

worden.<br />

Het Walliferlandof het Land van Valais, eene<br />

uitgeflrekte Vallei , welke in verfcheiden Valleijen,<br />

die door tusfchengeplaatste hooge gebergten veroirzaakt<br />

worden , verdeeld is. De Rivier de Rhene,<br />

naa deszelfs oirfprong alhier uit een meir , agter<br />

het, dat land ten noorden omringend, gebergte, genomen<br />

te hebben, ftroomt dwars door het zelve heenen,<br />

om zig, vervolgends, in het meir van Geneve,<br />

te ontlasten. Deze landftreek is, eer dezelve onder<br />

het gebied der Romeinen verviel, de woonplaats der<br />

Viberi, Seduni en Veragri geweest, en wordt thands<br />

in Opper- en Neder-Wallis verdeeld , welker gedeelte<br />

weder in Tienden (dixaines) of, volgends delandtaal<br />

, Zehnden , gefplitst worden , in welke landfchappen<br />

flegts twee Steedjens , en voórds niet dan<br />

Dur-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN.<br />

Dorpen en Parochie . , aangetroffen worden. Een<br />

KedL heet Brieg, en ligt ter zude van de<br />

t onL aai een riviertjen, dat uit den Simpeler berg<br />

vloek en is weleer met fraaije gebouwen voomen<br />

lew est die merendeels, in den jaare X755, door<br />

V<br />

trdbeeving ter neder geworpen zijn , waar<br />

C£2%* eene verlaaten en verwoeste<br />

"ha s , en niets meer dan een Vlek geworden rs<br />

waart Op een der twee bergen , die agter «ze<br />

ftad Uren! is het vreeslijk fterk Slot Turbillen ,<br />

en op de andere het Slot Valerla, en de Kerk van<br />

£ XL"»* gefticht; op een' laager berg ziet men<br />

^S2i RomeinfchenToren<br />

«neeten. De overige Vlekjens zijn Gons en Lak ,<br />

waar men een' akeligen en gevaarlijken brug van<br />

den eeTen bergtop tot den anderen, over de Kkone<br />

nlnde, P-^ren moet J M « •<br />

£ïoemd door deszelfs zonderling bad, ^ I*-<br />

geheeten, en de zeer hooge berg G ~ ,<br />

o vvdks top men met een eng en geduurig krontot<br />

welles top y o e t e n > b n g s<br />

^ e ' a f ^ , o v e r de hovende febe,<br />

j J<br />

welke van deszelfs voet tot aaneen<br />

toV door de rotten kronkelt , opklimt Ne Jet'<br />

bevat het Vlek Martij of Martin<br />

K 4


lg


WELKEN'DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. I


JJ4 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

lijke voorrechten befchonken , en derzelver inwooners<br />

zijn ongemeen op het behoud hunner vrijheid<br />

gefield. De Stad Muhlhaufen in den Elzas behoort<br />

mede onder de geallieerde Steden der Zwitfers ,<br />

doch van deze zullen wij, in de befchrijving van den<br />

Elzas, nader gewagen.<br />

Ncufchatel, een Prinsdom , thands onder het gebied<br />

van Pruisfen behoorende , wordt mede onder<br />

de geallieerde lieden en landen der Zwitfers gerekend.<br />

De Hoofdllad van dien naam is redenlijk<br />

groot en wel gebouwd , en door derzelver ligging<br />

aan het meir Tverdun , dat zeven uuren in lengte<br />

heeft , doch voor het overige fmal is , zeer leevendig.<br />

De Had ligt gedeeltelijk op een' berg , in<br />

welks Vallei zij zig verder uitbreidt, waar ook het<br />

Raadhuis en de Nieuwe Kerk Haan. Aan den oever<br />

van het Meir , vindt men verfcheiden aanzienlijke<br />

huizen, die de Stad, uit het zelve gezien wordende<br />

, een fraai voorkomen geeven. De Kegeering<br />

wordt 'er, onder voorzitting van een' Gouverneur,<br />

van 's Konings wegen, door een' Raad van vierenzestig<br />

perfoonen bediend , uit welken twaalf een<br />

hooger Gerechtshof en de Souverainiteit des lands<br />

uitmaaken , waar toe men zijn laatfte appél heeft.<br />

Door het verkoopen der Ampten aan de meestbiedenden<br />

, waai" door veel adelijke familiën verarmen ,<br />

als ook het verval des koophandels , is deze Stad<br />

aanmerkelijk in glans en vermogen, in vergelijking<br />

bij het geen zij was, toen ze nog aan Franfche Hee»<br />

ren behoorde , gedaald.<br />

De Stad en Republiek Geneve , is een klein doch<br />

zeer


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. I55<br />

zeer vermaaklijk Landfchap aan het Genever Meir<br />

Lacus Lehmannus, gelegen. Dit District zoude ,<br />

volgends deszelfs ligging , even als Muhlhaufen ,<br />

niet tot Zwitferland gerekend kunnen worden, maar<br />

veel eer tot Savoijen behooren ; doch het Verbond<br />

met de Zwitferfche Republiek , in 1526 , uit oir»<br />

zaak der geduurige oneenigheeden met de Savoijaarden<br />

, gemaakt, verbindt het aan dezelve. De Stad<br />

zelve is zeer oud , en reeds , ten tijde der Romeinen<br />

, onder den naam Geneva bekend , en aan de<br />

Zon gewijd geweest , die ze daarom nog in baar<br />

wapen voert. Zij is een der alleroudfle (leden der<br />

Allobrogen. Naa dat ze eens ten eenenmaal verbrand<br />

geweest was, werdt ze weder, op bevel van Keizer<br />

MARCUS AURELHTS, opgebouwd , en verkreeg<br />

toen den naam van Auretiana.<br />

De Stad ligt grootendeels op een' heuvel , ter<br />

plaatfe , alwaar de Rhone zig in liet meir ontlast,<br />

en op zijn breedfte is , wordende door die Rivier<br />

zo veel als in twee deden verdeeld , of beter de<br />

voorftad St. Gervais, welke aan den westelijken oever<br />

deszelfs ligt , ware geheel door dezelve van de<br />

Stad afgefcheiden , zoo niet een, in den mond der<br />

Rhone liggend , met huizen bebouwd Eiland , het<br />

faamverband der beide deelen , door bruggen, bevorderde.<br />

Aan de landzijde is de ftad met fraaije<br />

beemdeii , wijnbergen en weiden omringd , inzonderheid<br />

is de vlakte van Plein Palais , waar eene<br />

Maliebaan aangelegd is , de meestbeaogtfte, en aan<br />

den waterkant heeft de ftad eene allerveiligfte Haven,<br />

welke door een' regel driedubbel geplaatfte paaien ,<br />

cn


156" BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

en een zvvaare keten voor de opening derzelve, gefloo-<br />

ten wordt. De hooge Stad , welke op den heuvel<br />

ligt, bevat de aanmerkelijkfte gebouwen. De Kerk<br />

van St. Pieter is een zeer oud Gothisch gebouw,<br />

en wel eer een Tempel van APOLLO geweest ; in<br />

het Choor derzelve ziet men de twaalf Apostelen ,<br />

van hout gefneeden , en boven het portaal der ker­<br />

ke een groote Zon. Voords zijn 'er nog drie an­<br />

dere {{erken , een Raadhuis , waar in een beftraat-<br />

te fchuïnsch opgaande Gallcrij , waar over men te<br />

paard naar den toren klimmen kan ; eene met veel<br />

zeldzaamheeden voorziene Bibliotheek, het Collegie<br />

genoemd, als ook eene, hoe langs hoe meer, bloei-<br />

jende Academie , algemeen Hospitaal , prachtige<br />

woonhuizen , en al wat voords in een aanzienlijke<br />

ftad behoort. In de benedenftad heeft men fraaije<br />

wandelingen , en inzonderheid eene weliiangelegde<br />

Plantagie , die men la Promenade noemt, welke de<br />

ftad niet weinig verfiert. Men heeft haar ook nog<br />

niet zeer lang geleden , tot gemak en nut gebruik<br />

der inwooners , met gefchikte waterleidingen voor­<br />

zien , welken het water uit de Rivier alle de ftraaten<br />

der ftad doet. bereiken , waar toe een zeer kostbaar<br />

werktuig of Vuurmachine op het Eiland , aan den<br />

mond van de Rhone , geplaatst is. Het getal der<br />

Inwooners is zeer aanmerkelijk , en beftaat meest<br />

uit familiën van Franfche Refugiés, welken, in de<br />

zestiende eeuw , nr.a de vernietiging van het Edict<br />

van Nantes, aldaar de wijk genomen hebben. Zij<br />

drijven een' aanzienlijken koophandel , tot in de<br />

verlk gewesten , e.i bloeijen oqk door nijverheid in<br />

veele


WELKEN DEN RHIJNSTR.0OM OMRINGEN,. IJ?<br />

veele fabrieken, waar van bet maaken van Zakhoro*<br />

logiën de voornaamlte is. Het beltuur der .Stad ea<br />

Republiek berust bij een' aïgemeeueu Raad , beftaandc<br />

uit vijftienhonderd Leden, doch het geheele<br />

volk wordt , over zaaken van gewjgt , opgeroepen<br />

en beflist bij meerderheid van Remmen. De<br />

Magiltraat der Stad beliaat uit vier Syndici en eenentwintig<br />

Raaden, een Hoofd-Officier (Lieutenant<br />

de Policej en twee Secretarisfen van Staat.<br />

Eer wij deze Stad verlaaten , kunnen wij niet naalaaten<br />

, aan drie van deszelfs waereldberoemde inwooners<br />

te gedenken , naamlijk JOHANNES CALVI-<br />

NUS , die hier eerst de kerk hervormde; voorcb de<br />

groote JEAN JACQUES ROUSSEAU , welke , wegens<br />

zijne viijegevoelens, vat Frankrijk gebannen zijnde,<br />

hier het burgerrecht verkreeg, waarom hij den tijiel<br />

van Citoyen de Geneve bij voorkeur aannam , doch<br />

dit recht weder verloor , wijl hij voortging zijne gevoelens<br />

door den drukpers te verfpreiden, naa welk<br />

voorval hij het weder waagde om naar Frankrijk te<br />

.gaan, waar hij zig in (lilte bij een'zijner vermogende<br />

vrienden buiten Parijs , te Ermenonville ophieldt,<br />

en aldaar, in 1778, in het 66 jaar zijns ouderdoms,<br />

overleedt , en op een alleraangenaamst befchaduwd<br />

en lommerrijk Eilandjen, het Populieren Eiland genoemd<br />

, onder een nederig gedenkteken , rust, naa<br />

dat hij de gronden en wijsgeerige regelen , tot de<br />

leere der gelijkheid der menfchen , en de beste inrichting<br />

der volksregeeringen, onder groote vervolgingen<br />

van de Franfche Geestelijken , geleerd en<br />

bekend gemaakt hadde. Een man van de beproefdde<br />

eerlijkheid en rondborftigheid , doch die, door<br />

de


ÏSS BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

de menigvuldige moeijelijkheeden, wegens zijn „jeuwe<br />

leer hem aangedaan , i„ een' armoedigen Haat<br />

1 fde ^en, op het laatst van zijn leven, bijna menfchenfehuw<br />

en droefgeestig geworden was. _ Als<br />

ook zijn tesCenbeeld , de, jn het vak der fraaije Letteren<br />

, zo groote als alom beroemde P R A N Cois<br />

^iKuomnkvoiTAUK, welk e, naa<br />

dat h,j aan verfcheiden Hoven verkeerd, doch overal<br />

m ongenade vervallen was , eindelijk met de ,<br />

tf«or z.jne fchriften vergaderde , fchatten , „abi<br />

Geneve, het Landgoed Fernex of Ferney kocht, he<br />

zelve tot eene Baronnije verhief, en'er als een^ors<br />

eerde. Be.de deze mannen hebben Europa, la„ gs<br />

twee geheel bijzondere wegen, verlicht, he bend<br />

de eerflehetRijkder Zeden en Wetten, e de la ast<br />

genoemde dat der Letteren, tot die hoogte gevoe<br />

waar o p wij het thands gefteegen zien , en be „'<br />

^gt<br />

Eindelijk behooren nog tot de Zwitferfche Hond-<br />

fonT' ^ &<br />

'<br />

G <<br />

nabij het Canto<br />

^JPPenzeU twee uuren gaans van het meir van<br />

Confiantz 0f d e Bodenzee, i„ een woeste en dorre<br />

fcndllreek, doch daarom niettemin welvaarend<br />

fab reken iwee Kerken , het Stadhuis en Arfenaal<br />

al, ook de algemeene Bibliotheek en de Abtdij<br />

, die binnen de muuren der ftad ligt , zijn waardig<br />

om bezichtigd te worden.<br />

Het Land van 5* Gallen en het Graaffchap TV-<br />

m d e l a a t f t e<br />

Districten , we,ken wij fi Zwitferland aantewijzen<br />

, heb-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. IJg<br />

hebben. Het eerstgenoemde omringt de ftad St. Gal,<br />

docb ftaat onmiddelijk onder het beftimr van den<br />

Abt. Het heeft zijn' naam bekorhen na zekeren<br />

Sèhottèn Kluizenaar ST. GALLUS , welke, in de<br />

zevende eeuw , aldaar het Ëuangelie kwam prediken<br />

, en aldaar een Cel of hutjen bewoonde , het<br />

welk vervolgends, door Koning PEPIN, in een<br />

aanzienlijke Abtdije veranderd werdt, welke thands<br />

het merkwaardigfte is , wat in deze ftreek gevonden<br />

wordt, zo om deszelfs rijkdom als groote Kerk<br />

en heerlijk Paleis van den Abt , het welk doorgaandsch<br />

aan honderd geestelijken ten verblijf verftrekt,<br />

fchoon de Abt zelve zig meest in een kleiner<br />

Paleis te IVyl, een klein doch volkrijk Hcedjen<br />

in dit zijn gebied , ophoudt ; ook is het Steedjeri<br />

Roschbach , aan de overzijde van het meir gelegen,<br />

zeer volkrijk en welvaarend.<br />

In het Graaffchap Toggenburg ligt de Stad Luchtenftein,<br />

beneverts het, om zijne Baden , vermaakelijk<br />

Dorp Wildenhaus , de geboorteplaats van den beroem­<br />

den Kerkhervormer, ULRICUS ZWINGLIUS.<br />

De Zwitfers bezitten voords nog eenige Plaatfen,<br />

zo binnen als buiten Zwitferland, welken onderhorigen<br />

genoemd worden, en deze zijn :<br />

Het Graaffchap Baden , grenzende aan Zurich,<br />

waar in de Hoofdftad Baden, aan de rivieren Limnat<br />

, Rufz en Aar ; van ouds berucht wegens<br />

deszelfs heete Baden (Aqu& Helvetica), reeds bij<br />

TACITUS geroemd. Het is een redenlijk fraaije<br />

Stad , voorzien van twee Kerken , een Kapucijner<br />

Klooster , en een Raadhuis , waar weleer de Verga-


%60 BESCHRIJVING WER RIJKEN EN ,-STAATEN ^<br />

gaderingcn der afgezondenen, uit alle Cantons, ge~<br />

houden pleegen. te worden , welke gewoonte ook<br />

thands wederom plaats heeft, üe Baden, beftaande<br />

in het kleine en groote Bad, men vindt ze aan beide<br />

de oevers der Rivier , een kwartier uur gaands<br />

beneden de Stad , waar men eenige huizen bij gebouwd<br />

heeft, benevens de Kerk der drie Koningen,<br />

wordende het badwater uit de bronnen , door kanaaleu<br />

, in deze huizen , dat meest herbergen zijn,<br />

geleid , waar men het zelve gebruikt. In het midden<br />

van,dit Vlek is een gemeen Bad voor de arme<br />

lieden , Met Armen-bad geheeten , ofwel het Bad<br />

van St. Veronica , wijl 'er een antiek Romeinsch<br />

Vrouwenbeeld , op een pijlaar , in het midden van<br />

het zelve, opgericht ftaat, 't welk de eenvouwigen<br />

voor het wonderdoend beeld dier Heilige houden,<br />

fchoon men naaderhand, uit een yerfleeten opfchrift<br />

op die zuil , ontdekt heeft, dat het de Egyptifche<br />

Godinne i s i s voordek. In dit zelfde Graaffchap<br />

liggen nog de Steedjens KUngnau en Keiferstuhl ,<br />

als ook het Vlek Zurzach, waar de Rhijn een kleine<br />

engte tusfchen twee rotfen heeft, die door de<br />

overzwelling van dien ftroom bij den winter, denzelven<br />

onbevaarbaar maaken. Ook ligt in dit zelve<br />

Graaffchap de rijke Abtdije Wcttungen , waar bij<br />

' men , in 1633 , veele Romeinfche vaten en penningen<br />

uit de aarde heeft opgedolven.<br />

Ten westen van dit Graaffchap , vindt men een<br />

klein District , de Vrije Ampten genoemd, waar in<br />

de fteedjens Bremgarten en Hellingen. . Voords behoqren<br />

onder de onderhoorigen der Zwitferfclie Republiek<br />

nog: Het


WELKEN EEN RHIJNSTROOM ÖMRINCEN. IÖI<br />

Het Graaffchap Thurgauw , waar in de Steediens<br />

'Arbon , Bisfcholt , Zeil, FraWenhald , Diefenho-<br />

fen, Rheinauw, en de rijke Abtdij van Reickenauw;<br />

als ook<br />

Het Rheinthal, verdeeld in O/Jte»-- en AW


IÓ2 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN$<br />

zelfs verdeeling in Kreitzen en Cerc/es, befchouwd<br />

kan worden ; waarom wij , die wijze van verdeeling<br />

volgende, eerst eene beknopte historie van het<br />

Duitfche Rijk zullen doen vooraf gaan , en verder<br />

elke op de Kaart voorkomende Kreitz , afzonderlijk<br />

befchouwen.<br />

HET DUITSCHE RIJK.<br />

Duttschland is , vóór dat de Romeinen de eene<br />

Provincie deszelfs naa de andere , onder derzelver<br />

gebied bragten , door verfcheiden Volken bewoond<br />

geweest , en dezen waren voornaamelijk de Helve*<br />

tiërs , Bojers , Tectofagers , en Celten, van welken<br />

laatften de Germaanen , die het hart des lands bewoonden<br />

, hunnen oirfprong hadden ; gelijk dan<br />

ook alle de naamen der Steden, welken hunnen uitgang<br />

op de lettergreepen durum , dunum en bona<br />

hebben , uit de Celtifche taal ontleend fcbijnen te<br />

zijn ; zij fcbijnen zig zeiven den naam van Ghar*<br />

Mannen of Krijgslieden, wegens hunne onvermoeid,<br />

heid in den oorlog , gegeeven te hebben , welken<br />

vervolgends, doordeRomeinen], in derzelverzagtere<br />

taal, overgenomen zijnde, Germani uitgefproken is.<br />

En wat betreft hunnen land-eigen naam van Duif<br />

Jchers , deze ftamt waarfchijnelijk af van zekeren<br />

T u i s T o , welken de Hebreen ASCENAS noemen ,<br />

een Naaneef van J A P H E T H , die zijnen naam ,<br />

voornaamlijk naaliet aan de Volken , die de Eilanden<br />

van Denemarken eerst bewoonden, en Teuthotien<br />

genoemd werden , die, eenen inval op het vaste


1VÈLKEN DEN R.HIJNSTROÖM OMRINGEN. 163<br />

te land van Duitschland gedaan hebbende, zig daar<br />

in verfpreidden , en hunnen naam aan het geheele<br />

land mededeelden. Doch van deze hooge oudheid<br />

is weinig met zeekerheid te melden, wijl het groot<br />

aantal volken , die vervolgends , uit de noordelijke<br />

landen, alhier hunne inwooning vestigden , en het<br />

groot verfchil, dat over dezelven, bij de onderfcheidene<br />

Schrijvers , plaats heeft , dit onderzoek te<br />

moeijelijk en te omdagtig maakt, om hier ter plaat-<br />

Te behandeld te worden. Genoeg zij het, hier aautemerken<br />

, dat het tegenwoordige Duitfche Rijk ,<br />

naa dat het, van j. c/ES ARS tijd af, welke in 't<br />

jaar der waereld 3910 overleedt, tot op het verval<br />

des westerfchen Keizerrijks , onder AUCUSTUS»<br />

in 't jaar, volgends onze tijdrekening, 490, en dus<br />

een reeks van 580 jaaren, onder het gebied der Romeinen<br />

geweest ware , ten tijde des vervals van het<br />

Westerfche Rijk , door zes Hoofdnatiën bewoond<br />

Werdt , die elk een volflrekt , en op zig zelvert<br />

ftaand, gebied in hun land voerden , als waren de<br />

Schwaaben, Akmannen, Franken, Friezen, Saxen,<br />

Thuringers , en Beijerfchen ; de Franken maakten<br />

•gich , onder hunnen Koning KLODWIG of CLO-<br />

V1 s, meesters van Galliën, en bragten eindelijk alle<br />

de voorgemelde Natiën onder hun gebied ; zo<br />

dat , onder K A R E L de Groote , de Zoon van Koning<br />

p E p IJ N , Anno 768 , geheel Duitschland tot<br />

één Rijk vereenigd werdt. 'Deze Vorst herftelde<br />

in Anno 800, de vervallene Keizerlijke waardigheid,<br />

en nam den tijtel van Imperator weder aan, doende<br />

voords zijne Landen door Graaven beftuuren ,<br />

L a doch


JfJ/J. BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

doch, tot onderfcheid van het Heidensch Romeinse*<br />

Rijk, werdt het thands het Heilige Roomfche Rijk<br />

geheeten*<br />

Men kan deszelfs gefchiedenis best oppervlakkig<br />

in drie groote tijdperken verdeelen , naamlijk in de<br />

tijdvakken vóór, geduurende en naa de Tusfchen-<br />

Regeering , en wel:<br />

Vóór de Tusfchen-Regeering onder negen<br />

Naazaaten van K A R E L de Groote, of Keizers<br />

uit den Carolingifchen Stam tot op . A°. ors<br />

zes Saxifche Keizers « . . . 1024<br />

vijf Frankifche Keizers . . . .1137<br />

zes Schwaabifche Keizers . < . 1250<br />

Geduurende de Tusfchen - Regeering , onder<br />

zes Keizers , welken uit allerleije Huizen<br />

gekooren werden , tot op . . . 1273<br />

Naa de Tusfchen - Regeering , nog onder<br />

twaalf Keizers uit verfcheiden Huizen . 1437<br />

Voords onder dertien Keizers, doordeKeurvorften<br />

uit het Huis van Oostenrijk gekooren ,<br />

tOt Op K A R E L VI. . . . . 1745<br />

Vervolgends onder K A R E L VII. , uit den<br />

Huize van Beijeren . . . . 174.5<br />

Eindelijk daar naa weder onder het Huis van<br />

Oostenrijk , onder F R A N C I S C U S L Groot-<br />

Hertog van Toscaanen, welks naageflagt thands<br />

nog de Keizerlijke waardigheid bezit.<br />

De Regeeringsvorm , welke thands in het Duitfche<br />

Rijk plaats heeft , is gemengd , naamlijk ,<br />

Aristo- Democratisch , en eigentlijk beftaat het geheele<br />

lighaam deszelfs niet anders, dan uit een Verbond


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. l6"5<br />

fcond van verfcbeiden Souverainen , die in hunne<br />

Vergaderingen, welke eens 'sjaars, in Regensburg,<br />

gehouden worden , den Keizer aan het hoofd , of<br />

tot hunnen Voorzitter, hebben. Deze Souverainen<br />

zijn de Rijksftanden, welke van ouds den Roomsch<br />

Koning kiezen, en daarom Keurvorften genoemd<br />

werden , welker ampt, door Keizer KAREL VI.,<br />

door middel der goudene Bulle in 1356, op nieuw<br />

bekrachtigd werdt: negen zulke Keurvorften worden<br />

'er geteld , als drie geestelijke: Mentz, Trier<br />

en Keulen , en zes waereldlijke, als : Bobeemen ,<br />

Begeren , Saxen , Brandenburg , Paltz , Hanov<br />

e r. Voords de Rijksvorften , en eindelijk de<br />

Vrije Rijks/leden. De kamers der Keur- en Rijksvorlten<br />

worden de hooge Collegiën genoemd ; alhoewel<br />

ze niets bij de Rijksfteden vooruit hebben:<br />

in alle deze kamers wordt, even als in de algemeene<br />

Vergadering of Rijksdag , met meerderheid van<br />

Hemmen , beflooten over die zaaken , welken het<br />

Duitsch Verbond in het algemeen aangaan , vrede,<br />

en oorlog , handelbelangen , enz. betreffen.<br />

De Keizer is wel het hoofd des Rijks, en kan veel<br />

(kaden van oppergezag oefenen , als het fchenken<br />

van Tijtels, mondig raaaken vóór de jaaren , Surcheance<br />

en veiligheid aan fchuldenaars verkenen ,<br />

en iemand met eenig Rijksleen begiftigen ; doch ,<br />

voor het overige , is zijn magt aan den uitflag der<br />

Rijksbelluiten onderworpen. Hij is wel de eerfte<br />

Mogenheid in rang onder de Christen Priusfen ,<br />

doch zijn inkomen , voor zo verre het Keizerdom<br />

betreft is gering, en kan naauvvlijks één miliioen<br />

L 3<br />

fl0


166 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

florijnen haaien. De Keurvorften hedienen elk een<br />

ampt bij de plegtige hofhouding, welke hij op den<br />

dag zijner krooning houdt. Gelijk deze zo<br />

pragtige als kostbaare pjegtigheid ten naauwkeurig-<br />

ften , in het derde Deel (*) dezes Werks , be-<br />

fchreeyeu is.<br />

Het Land zelve is zeer uitgeftrekt , vruchtbaar<br />

in koorn , wijnen , en allerlei foorten van vruch­<br />

ten. De Zee , welke het zelve befpoelt , en de<br />

Rivieren zijn ongemeen vischrijk. Wild is 'er, in de<br />

groote menigte van bosfchen, welken in dit uitge­<br />

ftrekt gewest gevonden worden , in overvloed , en<br />

alles , wat tot het onderhoud der inwooners dien-<br />

ftig is , wordt in dit land gevonden , zo dat zij<br />

niets van hunne jaabuureu behoeven te ontkenen.<br />

Het klimaat, of de luchtsgefteldheid , is 'er , al­<br />

thands in de noordelijkfte gedeelten , eer koud dan<br />

warm , doch over het geheel zeer gezond ; gelijk<br />

dan ook de Duitfchers , en voornaamlijk de Land­<br />

lieden en Soldaaten , van ouds , voor de kloekften<br />

en fterkften van de overige Europifche Natiën ge­<br />

houden zijn. Hun charakter is , over het algemeen ,<br />

uit deszelfs aart, grootmoedig en vrij, immers in<br />

de vrije Rijksfteden; want het despotismus der klei­<br />

ne Souverainen heeft , bij fommige inwooners dier<br />

verdrukte gewesten, dat ingebooren edel charakter<br />

in eene foort van flaaffchen geest doen ontaarten ,<br />

welken men, in fommigen derzelven, befpeurt, en<br />

voornaamlijk in zulken , welken zig in andere lan­<br />

(*) Biadz. 52 — 80.<br />

den


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. l6f<br />

den begeeven , om hun fortuin te maaken ; doch<br />

welhaast ontdekt zig hun hooggemoed, in trotschheid<br />

ontaart , zo dra ze hun oogmerk bereikt , en<br />

door allerleije toegeeflijkheeden en onderwerpingen,<br />

tot vermogen geraakt zijn. Voor 't overige , beminnen<br />

zij de (tudiën , weetenfchappen en kunften ,<br />

en zijn zeer arbeidzaam en vlijtig : de groote menigte<br />

van Geleerden onder hen , als ook de bloei-<br />

3*ende ftaat hunner fabrieken , kan daar van ten<br />

bewijs verftrekken. De ftaat der Religie in Duitschland<br />

is zo verfchillend als de Regeeringsvorm ; de<br />

Roomsch Catholijke wordt door den Keizer en de<br />

drie geestelijke Keurvorften beleeden, maar de Luterfche<br />

en Gereformeerde zijn de heerfchende in<br />

Opper- en Neder-Saxen , Westphaalen , Frankenland,<br />

Schwaaben, den Opper - Rhijn, en inde vrije<br />

Rijksfteden.<br />

Het Landgraaffchap Hes/en is bijna geheel Gereformeerd.<br />

Men duldt 'er , voor het overige,<br />

allerleije Secten en gevoelens , zoo men flegts een<br />

goed burger is ; uit dien hoofde zijn 'er ook veel<br />

Jooden. Deze vrijheid bevordert fterk de volkrijkheid<br />

van dit groote Rijk, welks inwooners men,<br />

zonder die van Pruisfen en Zwitferland 'er bij te<br />

tellen , gerustelijk tbt op vierentwintig millioenen<br />

begrooten kan, en de Duitfche Vorflen kunnen gemakkelijk<br />

honderd en twintig duizend Soldaaten te<br />

veld brengen, zonder de troupen mede te rekenen,<br />

welken de Pruisfen en het Huis van Oostenrijk 'er<br />

bij kunnen voegen.<br />

Keizer KAREL fW IV- heeft , bij zijne hernieu-<br />

L 4 wing


»63 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,'<br />

wing der Staatsgefteldheid , door middel der meergemelde<br />

Gouden Bulk , het Rijk in tien Kreitzen<br />

verdeeld ; volgends welke fcbikking het zelve best<br />

befchreeven kan worden ; waarom wij , op het<br />

voetfpeur der Aardrijksbefchrijvers , dezen weg ook<br />

hier zullen trachten te volgen, en de acht Kreitzen,<br />

welken zich binnen het beftek onzer Kaart opdoen,<br />

waaronder ook de El/as behoort (alleen deBobeemfcbe<br />

en üpperfaxifche Kreitzen zijn geheel buiten dezelve)<br />

van het onderfte of zuidelijke gedeelte deszelfs,<br />

tot naar boven, of naar het noorden , vervolgen ;<br />

die landen echter , welken bereids omftandig in de<br />

voorige deelen dezes Werks befchreeven zijn, flegts<br />

eenigzins aanltippende , ten einde niet in lastige<br />

herhaalingen te vervallen. Wij ontmoeten dan, ia<br />

de eerfte plaats , een gedeelte van<br />

DE OOSTEN RIJK SC II E KREITZ.,<br />

En wel , het Graaffchap Tyrol, grenzende ten<br />

zuiden aan Lombardijen, ten westen aan Zwitferland<br />

en Schwaaben, ten noorden aan Beijeren, en ten oosten<br />

aan Saltsburg en Carinthiè'n; welk oostelijk gedeelte<br />

echter buiten het beftek van onze Kaart ligt.<br />

Dit zeer bergachtig Land is , niet te min , niet<br />

onvruchtbaar, fchoon de toppen der bergen 'er altijd<br />

met fneeuw en ijs bedekt liggen. Op de heuvelen<br />

wasfeben allerleije edele Vruchten , als Citroenen<br />

, Oranje-Appelen , Limoenen , Granaat-<br />

Appelen , Queëen , Peeren, enz. Het Wild is 'er<br />

in overvloed , en de Mijnen leveren edele geiteenten<br />

op , benevens zilver , koper , en eenig goud.<br />

De


WELKEN DEN RHIJNSTR0OM OMRINGEN. I6"i)<br />

De rivier de Etsch of Athefn , welke zig door Ita~<br />

Jiè'n verfpreidt, ontftaat in dit gebergte, gelijk- ook<br />

de Eyfack, Ryenz, Lech, Drau, Tfel, I/er, Inn,<br />

Sarca, Brenthe, en het Meir Garda , dat voor een<br />

gedeelte in dit landfcbap gelegen is.<br />

Steden van belang zijn 'er niet , behalven de<br />

Hoofltad Infpruck (Oenipons) , aan de Rivier de<br />

Inn, eene fraaije ftad, die wel in zig zelve niet groot<br />

is , doch fchoone , en met veele prachtige Paleizen<br />

verfierde, Voordeden heeft, Het Hof, of de Refidantieplaats<br />

van den Landvorst, is een fchoon gebouw,<br />

waar in een kamer gevonden wordt, welks<br />

dak verguld is, en gemeenlijk het Gouden Dak genoemd<br />

wordt. Achter dit Paleis vindt men een*<br />

ongemeen fraaijen Tuin , die met verfcheide fchoone<br />

metaalen Standbeelden verfierd is , waar in dat<br />

van den Aartshertog LEOPOLD te paard , in kunst<br />

uitmunt , als rustende dit geheele zwaare metaalen<br />

Wetkftük , flegts op de twee achterfle pooten van<br />

het fpringend paard. De marmoren Gedenkzuil<br />

voor Keizer M AXIMILIAIN. I. , in de Hof- of<br />

Franciskaaner Kerk, is van geene mindere pracht en<br />

kunst ; gelijk ook nog 28 metaalen , meer dan levensgroote,<br />

Standbeelden , welken in deze prachtige<br />

Kerk gevonden worden : in de zogenoemde zilveren<br />

Kapelle vindt men tafels van masfief zilver ,<br />

tevens met het Praalgraf van den Aartshertog<br />

FERDINAND I., en een' geheelen fchat van gouden<br />

en zilveren Beelden , welken aldaar, door verfcheiden<br />

voornaame lieden , vereerd zijn; doch wijl<br />

deze Stad buiten het beftek onzer Landkaart ligt ,<br />

L 5 zal,


I7


WELKEN DEN RH1JNSTR00M OMRINGEN. 17I<br />

nen. Deszelfs ligging , tusfchen de Rivieren den<br />

Rhijn en de Leek , en bij de Bodenzee of het Meir<br />

Confiantz , 't welk dit Land van Zwitferland affcheidt,<br />

maakt het gefchikt genoeg tot den handel,<br />

om daar door wel bewoond en bloeijend te zijn.<br />

Dit laatstgenoemde Meir heeft zijn' naam na het<br />

oude Castro Botami, 't welk , ten tijde der Carolingifche<br />

Keizers , een Keizerlijk Paleis geweest is.<br />

Thands is 'er zelfs nog een Slot daar ter plaatfe ,<br />

't welk Bodmen geheeten wordt. De Alpen beflaan<br />

een groot gedeelte van de oppervlakte der Schwaabifche<br />

Kreitz , als ook het Zwarte Woud ( Schwarzwald<br />

) , Silva Nigra , zijnde het Sylva Hercynia<br />

van JULIUS C/ESAR , en heeft vermoedelijk zijnen<br />

naam ontfangen van de dikke Dennen Bosfchen<br />

, waar mede het bewasfen is , die 'er een<br />

zwart aanzien aan geeven. Hier pleegen weleer de<br />

Suevi of Sueeven hunne woonplaatfeu te vestigen ,<br />

zijnde die Volken zo genoemd , om dat ze hunne<br />

hairen met eene fchweif, of knoop, van agteren te<br />

famen bonden; onder hen telde men nog andere Volken,<br />

als waren de Sennonen, Hermanduren, Qjtaaden<br />

, Marcomannen, en nog anderen. Het Graaffchap<br />

Wurtemberg maakt mede een groot gedeelte<br />

van de Schwaabifche Kreitz uit: voords liggen nog<br />

in dezelve de Landen van de Vorlten van Baden-<br />

Baden , Baden - Durlach , Baden - Hochberg ,<br />

Hohenzollern - Hechingen en Haigerloch , HohenzoU<br />

hm - Sigmaringen , benevens de Abtdijen Lindau<br />

en Buchau ; als ook de geestelijke Stiften en Vorften<br />

van Conjlanz, Augsburg, Elwavgcn en Kemp'<br />

ten,


17 2<br />

BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN»<br />

ten, benevens de bezittingen van nog een grooï<br />

aantal Graaven, Heeren en vrije Rijksfteden, naamlijk<br />

: Augsburg , Ulm , Eszlingen , Reutlingen ,<br />

Nord!ingen , Hzll, Ueberlingen , Rothweil , Heilbron»<br />

, Gmund , Memmingen , Linden , Dinkelsbuhl<br />

, Biberach , Ravensburg, Kempten, Kauf'beuren<br />

, Weil, Wangen, Tsni, Leut kir ch , Wimpfen ,<br />

Giengen, Pfullendorf, Buchhom, Aaien, Bopfingen ,<br />

Buchau, Ofenburg, Gengenbach en Zeil am • Hw<br />

merbach.<br />

De voornaamfle derzelven is de vrije Rijksftad<br />

Augsburg ( Augusta Vindelicorum of Rhcetorum ) ,<br />

weleer de woonplaats der Vindeliciërs , en vervolgends<br />

door de Romeinen onderworpen , eene zeer<br />

fraaije en welbebouvvde Stad , met zeer wel aangelegde<br />

cn breedetflraaten. Zij is echter de zetel des Bisdoms<br />

niet, alzo de Bisfchop zijn verblijf te Dillingen ,<br />

aan den flö»/?Wj houdt. De groote Domkerk vervat<br />

veertien Kapellen, en, behalven deze, zijn 'er nog<br />

zes Rcomsch Catholijke en zes Lutherfche Parochiekerken.<br />

Het Raadhuis, op de Markt aldaar, worde<br />

voor het fchoonfte in geheel Duitschland gehouden,<br />

althands roemt men bij uitneemendheid de Zaal, die<br />

110 voeten lang , 58 breed en 52 voeten hoog, en met<br />

fraaije Schilderijen , voorzien is. Nevens dit gebouw<br />

ftaat de Perlach Toren, met een zeer hooge<br />

fpits. Een , na het leven getekend, gezicht dezer<br />

Markt , benevens den fraaijen Voorgevel van het<br />

Raadhuis , de Perlach Toren , en de uitneemende<br />

prachtige Fontein , op de Perlach Markt voor het<br />

Raadhuis , is hier , ter verklaariuge , bijgevoegd,<br />

Ook


WELKfef* "ËN RHIjNSTROOM OMRINtEtf I?$<br />

Ook zijn aldaar nog merkwaardig , het Tuighuis 4<br />

Tucht- en Werkhuis , en de fraaije en kostbaare<br />

Waterleidingen , welken het water uit de Rivier<br />

de Leek ( outltaande uit het gebergte bij het fteedjen<br />

St. Jacob in Tyrol, en vallende , een weinig<br />

boven de Stad Donauwerth , in de groote Rivier,<br />

de Donauw , waar aan de Stad gelegen is) door<br />

de geheele Stad voeren , waar door vijf groote en<br />

fchoone Fonteinen , van welken de voornaamfle ,<br />

op de Perlach Markt, in onze afbeelding voorkomt,<br />

die fierlijk met Beeldwerken voorzien zijn, en verfcheiden<br />

Meel- Zaag- Smelt- en Smeed-Molens ,<br />

aan den gang houden , gelijk ook alle de huizen in<br />

de Stad , daar door , met leevend water voorzien<br />

worden. De Regeering der Stad is eigentlijk Aristocraats<br />

, beltaande uit een gczelfchap van eenendertig<br />

perfoonen , uit de oudfte familiën of Patriciërs<br />

; zij is voords zeer volkrijk , tellende meer dan<br />

6000 inwooners , die zig allen met den handel onledig<br />

houden, en onder welk getal inzonderheid veele<br />

kunftenaars en werklieden in zilver, tin, yvoir,<br />

horologiën, en andere kunstwerken gevonden worden.<br />

De Geloofsbelijdenis, welke alhier in 1530,<br />

door de Protestanten aan den Keizer KAREL de V.<br />

aangebooden werdt , draagt haaren naam na deze<br />

Stad , die daar door in de Gefchiedenis zeer merkwaardig<br />

is.<br />

De Stad Ulm (Uhtia), eertijds Alcimoennis genoemd<br />

, liggende aan de Rivier de Donauw ; eene<br />

welverfterkte en redenlijk groote Stad. De meeste<br />

inwooners , gelijk ook de Magiltraat , die uit 41<br />

per-


%7A BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

perfoonen , uit de oudfte Familiën , of Patriciërs,<br />

beftaat, zijn 'er van den Lutherfchen'Godsdienst j<br />

zij hebben de Groote of Hoofdkerk, benevens nog<br />

twee Kerken , in bezit. De Roomsch Catholijken<br />

hebben hier echter mede hunne Kerken en Kloosters.<br />

Voords munten , onder de waereldlijke gebouwen,<br />

het Raadhuis, Tuighuis, en verfcheidene<br />

anderen , meer uit. Het gebied der Stad is zeer<br />

uitgeftrekt , en wordt in Opper- en Onder-Heerlijkheid,<br />

en deze weder in verfcheidene Ambten ,<br />

verdeeld.<br />

Voords de vrije Rijksfteden Reutlingen en Nordlingen<br />

, het Schwaabisch Halle (Halla Suevorum) ,<br />

Ueberlingen, Rothweil, Heilbron, Gmund, Memtningen<br />

en Lindau , welke ftad op een Eiland , in<br />

het Meir Conftantz, of de Bodenzee , gebouwd, tri<br />

met een' bezienswaardigen Brug aan het vaste land<br />

verbonden is ; zij is , behalven dat, nog weder in<br />

twee Eilandjens verdeeld , waarom men haar den<br />

naam van het Schwaabsch Vencticn geeft. Nevens<br />

den brug , welken naar het vaste land gelegd is ,<br />

ziet men nog een' alouden Burgt en Toren der Romeinen<br />

, thands Haydenmauer of der Heidenenmuur<br />

geheeten, welke laatfte door TIDERIUS NERO,<br />

en de eerfte door CONSTANTINUS CHLORUS,<br />

geflicht zoude zijn geweest, ten tijde , dat de Romeinen<br />

tegen de Vindeliciërs en Alemannen, oorlog<br />

voerden. Biberach , aan het Riviertjen de Ruesz}<br />

Ravensberg ; de Stad Kempten , welke om den<br />

rang van oudheid, met de Abtdij en het Rijksftift,<br />

twist. Voords Kaufbergen , Weil, Wangen ,<br />

Tsni,


.WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. Jf$<br />

fs»i , Leut kir di , IVempfen , Gietigen , Pfuilen*<br />

dor ff, Buchhorn , A/den, Bopfmgen, Buchau, Of'<br />

fenburg, Gengenbach , en Zeil am Hammerbach,<br />

zijn alle vrije Rijksdeden, welken in de Schwaabifche<br />

Kreitz liggen , doch die niet aanmerklijk zijn ,<br />

of eenige dof tot eene breedere befchrijving kunnen<br />

opleveren.<br />

Tot de Geestelijke Stiften bebooren , behalven<br />

Augsburg , dat reeds befchreeven is , Conftantz ,<br />

Ehvangen en Kempten.<br />

In het Stift Conftantz ligt de Hoofdflad van dien<br />

naam , aan het Meir van Conftantz , ter plaatfe ,<br />

waar de Rhijn in het zelve Meir valt ; de Stad is<br />

maatig groot , bloeijend wegens derzelver handel ,<br />

en bekend wegens de verfcheidene Kerkvergaderingen<br />

, die weleer binnen derzelver muuren gehouden<br />

zijn. Elwangen , een klein Steedjen aan hec<br />

Riviertjen Jaxt, zijnde aldaar het Refidentie - Slot<br />

van den Proost. Kempten is eigentlijk'de Stiftsftad,<br />

die uit de Kerk , Refidentie en eenige woonhuizen<br />

beftaat.<br />

De waereldlijkeProvintiëndesLandfchaps Schwaaben<br />

zijn : het Hertogdom Wurtemberg, waar in de<br />

Hoofdftad Stuttgardt, zijnde niet groot, doch van<br />

twee redenlijk uitgeflrekte Voorfteeden voorzien.<br />

Het nieuwe Refidentie • Slot , 't welk in 1746 aangevangen<br />

is , komt zeer fchoon voor ; het oude is<br />

echter ook nog in weezen; ter zijde deszelfs vindt<br />

men een Diergaarde en Lusthuis , welks kundige<br />

bouworde bezichtiging verdient ; men vindt in het<br />

zelve veele groote Zaaien , onder welken een ter<br />

leng-


1*6 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN J<br />

lengte van 201, breedte 71, en hoogte van 57 voe><br />

ten , overdekt van een gewelf , dat op geene colommen<br />

rust. Het Landfchapshuis is de vergaderplaats<br />

der Afgezondenen voor de Landdagen. De<br />

Kruiskerk is hier de voornaamfle ; doch, behalven<br />

deze, zijn 'er nog vier andere Kerken. De Zijden<br />

fabriek en het Gymnajïum, of Kweekfchool , zijn<br />

insgelijks merkwaardig. Voords ligt in dat Hertogdom<br />

nog het Steedjen Tubingen , aan den Neekar<br />

; een kleine plaats , die echter met een' Univeriiteit<br />

voorzien is ; zo ook verfcheiden Dorpjens<br />

en Vlekken.<br />

Het Markgraaffchap Baden , of Baden • Baden ,<br />

tot onderfcheiding van het bereids befchreeven Baden<br />

in Zwitferland , bevat deszelfs Hoofdflad van<br />

dien naam , waar in van ouds veele warme Baden<br />

geweest zijn. Voords Rafladt , waar de refidentie<br />

van den Markgraaf is ; en Kuppenheim , een klein v<br />

Steedjen aan de Rivier de Murg. Onder de Dor»<br />

pen is merkwaardig het Dorpjen Kehl, liggende<br />

tegen over de Stad Straatsburg ; als ook de , in<br />

den laatften oorlog zeer verfterkte , Vesting Kehl,<br />

ter plaatfe , alwaar het Riviertjen de Umrig in den<br />

Rhijn loopt. Deze Vesting is, door de Franfchen ,<br />

in 1678 , geheel verbouwd en vergroot, zo dat<br />

'er, binnen de werken , veel woonhuizen gebouwd<br />

werden, en dezelve dus zo veel als een klein fteedj'en<br />

werdt.<br />

Nevens dit Graaffchap , grenst dat van Baden*<br />

Durlach , en deszelfs Hoofdflad Carlsruhe , welke<br />

in den j'aare 1715 , geheel nieuw gebouwd is , in<br />

een


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 177<br />

een zeer groot Bosch of Woud, das Hartwald of<br />

het Hertenwoud geheeten ; in 't midden van dit<br />

Woud ligt ook het Refidentie-Slot van den Vorst,<br />

voorzien van een' hoogen Toren , op welken tweeendertig<br />

, in het Woud, naar de ftreeken van den<br />

wind uitgehakte, Laanen uitloopen; negen derzelven<br />

hebben op de Stad hunne (trekking, en verfchaffen<br />

aan het Slot een uitzicht tot in de voornaamlleftraaten<br />

; de Tuin van het Slot is voords door geheel<br />

Europa beroemd. Men vindt in dit gewest ook<br />

nog Durlach , de voormaalige Refidentie - Stad aan<br />

het Riviertjen de Pfinlz, waar het oude Vorftelijke<br />

Slot nog voorhanden is; en de fteedjens Pfortzheim,<br />

Bruchfal en Schrot , waar van niets merkwaardigs<br />

gemeld kan worden.<br />

De Graaffchappen Hohenzollern en Sigmaringen,<br />

in welk eerlte het Steedjen Hohenzollern , de Refidentie-plaats<br />

van den Vorst van Hechingen , en<br />

in het laatstgenoemde het Refidentie-Steedjen Sigmaringen<br />

, aan den Donauw liggende , gevonden<br />

wordt.<br />

Het Graaffchap Farftenberg vervat deszelfs Hoofdftad<br />

van dien naam , en het Graaffchap Oetingen,<br />

met deszelfs Hoofdplaats. Voords nog de Steedjens<br />

Thungen , de Refidentie van den Vorst van<br />

Sulz ; Vadutz, een Slot en Refidentie van den<br />

Vorst van Lichtenftein. Voords nog de landen van<br />

den Rijks- en Erf-Truchfes (Opfchaffer, Spijsopdraager<br />

) van Waldburg , met het Slot van dien<br />

naam; de landen van Konigfegg, met een Refidentie<br />

- Slot ; en voords nog verfcheiden Adelijke Slo-<br />

M ten»


ï?8 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

ten, Heerlijkheeden, Abtdijen en Proostdijen.<br />

Van hier begeeven wij ons , noordelijk voorttrekkende<br />

, in<br />

DEN FRANKISCH EN KREITZ.<br />

Of Frankenland, het land der oude Ridders, en<br />

Ridder Romances, liggende in het hart of midden van<br />

Duitschland , en wordende , door de rivier de Main<br />

in twee deelen gefcheiden. Het land is zeer verfchillend<br />

van climaat , evenwel kan men zeggen ,<br />

dat 'er de lucht niet ongezond is ; Koorn, Wijn,<br />

Wild en Visch is 'er in overvloed ; de weiden zijn<br />

hier mede zeer vet , en dus,de Veefokking, gelijk<br />

ook de Landbouw , overal zeer in bloei. Men<br />

heeft 'er ook goud, zilver, ijzer en kopermijnen ,<br />

marmor- en zoutgroeven , baden , bronnen enz. De<br />

bergen ziju hier veel in getal en hoog , onder anderen<br />

de Fichtelberg , welke zig van den Opper -<br />

Paltz, door het Vorftendom Bareuth, naar Turingen<br />

, en aan de andere zijde , tot in Boheemen ,<br />

uitftrekt.<br />

Het Land vervat de naavolgende voornaame afdeelingen<br />

: De Bisdommen Bamberg , Wurzburg,<br />

Eichjladt , en de Duitfche Orde. De wae.<br />

reldlijke Vorftendom men Brandenburg - Bareuth ,<br />

Brandenburg-Anfpach , Henneberg. Schleufingen ,<br />

Henneberg - Fromhild , Henneberg - Schmalkalden,<br />

Schwartzenberg, Lowenflein- Wertheim , en Hohenlohe-Waldenburg.<br />

Voords eenige kleine Graaven<br />

en Heeren , en de vrije Rijksfteden Neurenberg ,<br />

Rotthenburg , Windsheim , Schweinfurt , en Weifenhurg.<br />

Wan*


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 179<br />

Wanneer wij, Volgends deze verdeeling, de voor-<br />

naamlte Steden in dezen Kreitz befchouwen, vinden<br />

wij in de eerfte plaats :<br />

In het Stift Bamberg , de Hoofdftad van dien<br />

naam, oudtijds Babenberg geheeten, eene niet zeer<br />

groote plaats, doch die met eene groote voorltad<br />

voorzien is , gelijk veelal het geval dier fteden is ,<br />

welken , door handel en fabrieken , den toevloed<br />

van inwooneren tot zig trekken ; welken zig dan<br />

niet zelden vergenoegen moeten met buiten de muu-<br />

ren dier, eerst kleine, fteden aanbouwingen te maa-<br />

ken , welken de oirfprong van alle de voordeden<br />

zijn. De Stad , die thands bij de 19000 inwooners<br />

bevat , is geheel na den Italiaanfchen bouwtrant<br />

sefchikc. Een gedeelte derzelve ligt op een' berg ,<br />

ën bevat de vorftelijke Refidentieplaats Petersburg<br />

geheeten , die , in 1702, eerst nieuw gedicht is.<br />

In de groote Domkerk aldaar vindt men het Praal­<br />

graf van Keizer 11 END RIK II. , welke aldaar be-<br />

graaven ligt; ook zijn 'er eenige rijke Kloosters ,<br />

en eene beroemde Univerfiteit, in dezelve dad. —<br />

Voords vervat dit Bisdom eenige mindere Vlekken<br />

en Dorpjens, die niets merkwaardigs behelzen.<br />

Het Bisdom PVurtzburg, een zeer vruchtbaar land ,<br />

waar de Rivieren de Main, deTauber en Jart, aan­<br />

genaam , door heenen kronkelen , vervat voornaam­<br />

lijk de Hoofdftad en Refidentieplaats van den Prins<br />

Bisfchop, aan den Main , die door dezelve heenen<br />

vloeit. Zij wordt ook wel, bij de Latijnfche Aa-<br />

theuren , Wirceburgum en Herbipolis genoemd, 't<br />

welk alles zo veel als groente-kruid- of grasburgt<br />

M a bete-


ï8o BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

betekent. Het Bisfchoplijk Slot ligt in de Vesting<br />

Marienburg of Frauenberg , op eene hooge Rots,<br />

geflicht. De Groote of Cathedraale Kerk van St.<br />

Kilian , benevens nog eenige andere Kerken , zijn<br />

de merkwaardigfte gebouwen , welken men aldaar<br />

aantreft. 'Er is insgelijks eene Üniverfiteit, en het<br />

getal der inwooners is omftreeks 16000. De kleinere<br />

Steedjens, Vlekken en Dorpen, die nog, hier<br />

en daar, in dit Bisdom verfpreid liggen, zijn te gering<br />

voor ons klein beftek.<br />

In het Graaffchap Bayreuth is de refidentie van<br />

den Markgraaf, mede aldus genoemd. Het Slot ,<br />

dat in 1753 geheel afgebrand , doch naderhand weder<br />

fraai en aanzienlijk opgebouwd is , doet zig<br />

zeer wel op. 'Er is eene groote Luterfche Kerk,<br />

eene Hospitaal-Kerk , eene Gereformeerde Kerk ,<br />

en eene Catholijke Kapel, als ook het bekende Gymnajium<br />

Ernestinum , door den Markgraaf C-H R I S-<br />

TIAAN ERNST , in 1664 gedicht, benevens eeti<br />

Seminarium en Weeshuis. Een half uur buiten<br />

Bayreuth ligt de Stad St. George am See , aan<br />

eeii foort van meir of Landzee, welke de Brandenburgfche<br />

fFeyher geheeten wordt. Dit geheele meir<br />

is een uitwerkfel der kunst. In den jaare 1499 was<br />

het nog niet in wezen , en werdt eerst in 1508 en<br />

1509 , op last van Markgraaf FREDRIK IV. gegraaven.<br />

Het is van zo groote uitgeftrektheid, dat<br />

'er verfcheiden Eilandjens in gemaakt konden worden<br />

, waar op Plaifiertuinen aangelegd zijn. Voords<br />

is het ongemeen vischrijk , en heeft eene have ,<br />

waar in een Jagt, ten vermaake van den Markgraaf,<br />

ligt,


WELKEN DEN RHIJNSTR00M OMRINGEN. l8l<br />

ligt. De ftad St. George, welke, gelijk gezegd is,<br />

aan dit Meir ligt, is eene voornaame Fabriek-plaats ,<br />

zijnde daar Porcelein- Fabrieken, waar in het goud en<br />

zilver, op de beste wijze, ingebrand of geïncrusteerd<br />

wordt ; ook wordt hier marmor gepolijst, dat hier<br />

te lande uitgegraaven , en tot allerlei einden gebezigd<br />

wordt. De Sophia-kerk in deze ftad, die in<br />

1715 ingewijd is, draagt ook den naam van de Ridder-kapelle<br />

, wijl zij de vergaderplaats is der Ridders<br />

van de Orde de la Sinceritè, door den Markgraaf<br />

FREDRIK gedicht. 'Er is voords een aanzienlijk<br />

vorftelijk Slot , Wees- Tuchthuis, en zeer<br />

wel gebouwde wooningen.<br />

Culmbach, de gewezene Refidentie van den Markgraaf,<br />

een redenlijk fraai fteedjen ; Hof (curiaj ,<br />

aan het riviertjen de Saaie, Wonftedel, op den Fichtelberg,<br />

Munchberg, Goldcronach, een fteedjen aan<br />

de Rivier Cronach, dus genoemd, om dat men, bij<br />

deszelfs bouw , in 1365, een Goudmijn ter dier plaatfe<br />

ontdekt heeft , die echter, in 1669, weder ingeftort<br />

en verboren gegaan is. Creuzen, Pegnitz en<br />

Erlang , welke voor een der fchoonfte fteden van<br />

Duitschland gehouden wordt, wijl derzelver ftraaten<br />

lijnrecht , alle de huizen van twee , doch de<br />

hoekhuizen drie verdiepingen hoog zijn. Hier is<br />

ook een Markgraatfelijk Slot, voorzien van een' zeer<br />

fraaijen Tuin. Een Lutherfche, en twee Gereformeerde<br />

Kerken, Ridder-Akademie en Gymna/ium,<br />

als ook veele gewigtige Fabrieken, beftaande meest<br />

in Kousfen en Hoedenmaakerijen. Neuftad, aan het<br />

Riviertjen de Aisch , en nog een' menigte kleinere<br />

M 2<br />

S t e e d<br />

"


18a BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Stcedjens en Dorpen , die jn uitgebreider Geögraphiën<br />

nageflagen moeten worden.<br />

Het Bisdom of Stift Eichftett of Richfladt, bevat<br />

de Hoofdftad van dien naam , welke de Refidentie<br />

van den Bisfchop is ; zij is eene redeniijke<br />

groote en welbebouwde Stad , waar in het tegenwoordige<br />

Bisfchops Slot, en de Cathedrale of St.<br />

Wilibaldis Kerk aanmerkelijk zijn ; voor het overige<br />

mnaken eenige Kloosters en geestelijke Collegiën<br />

en Seminaria, de overige publieke gebouwen uit :<br />

onder dezen heeft het Klooster van Swalhurg dit<br />

bijzondere, dat het Altaar in de Kerk uit eene rots<br />

fchijnt gemaakt te zijn, zijnde het geheele Klooster<br />

op een rotsachtigen berg geflicht. Boven over dit<br />

Altaar is een hol of verwulft , welks grond en zijden<br />

met goud beflagen zijn, doch waar van de bovenfte<br />

opening met een'fteen gedekt is , die de Zark<br />

geheeten wordt ; in dit hol worden de gebeenten<br />

van den H. WALBURG bewaard , waar uit, zo<br />

men zegt, eene wonderbaar geneezende olie vloeit,<br />

die , in druppelen verzameld , en dus aan de Pelgrims<br />

, die in menigte 'er van alle oorden om komen<br />

reizen , tweemaalen in het jaar , in het vooren<br />

naajaar, verkogt wordt. De overige Plaatsjens<br />

in dit Stift zijn van geen aanbelang.<br />

Het Vorftendom Onolzbach of Anfpach , dat<br />

door de Rivieren de Rednitz , Altmahl, Jasch,<br />

Wormtz , Tauber , en voor een gedeelte door den<br />

Main , rondom aangenaam bewaterd wordt , is ,<br />

door deze ligging , ongemeen vruchtbaar , en de<br />

Steden, die in het zelve liggen , bloeijen door Fabrie-


WELKEN DEN RHIJN STRO OM OMRINGEN. lS3<br />

brieken en Trafieken, waar onder de Tapijt- Kousfen-<br />

Laken- Stoffen, Goud- en Zilver Borduurwerken ,<br />

voornaamentlijk, geteld moeten worden. De Hoofdftad<br />

draagt mede beide de naamen, wordende Anfpach,<br />

gelijk dezelve op onze Kaart ftaat aangeweezen, en<br />

Onolzbach, bij de Latijnfche Schrijvers Onoldum en<br />

Qnoldinum geheeten. Het is eene redenlijk fchoone<br />

en vrolijke Stad , welke ruim 12000 inwooners bevat.<br />

'Er is een fraai Refidentie-Slot voor den Markgraaf<br />

, 't welk in 1780 eerst hernieuwd is , zijnde<br />

het oude, doorbrand, grootelijks befchadigd; bij dit<br />

Slot is eene openbaare Boekerij-en Munt-kabinet.<br />

De Johannis-kerk, waar in het Praalgraf en begraafplaats<br />

der Markgraaven , als ook het Raadhuis en<br />

Jooden Synagoge, zijn de aanmerkelijkfte openbaare<br />

gebouwen in de ftad. Buiten dezelve zijn de, in 1710<br />

opgerichtte, Porcelein- fabriek, het vorftelijk Brouwhuis<br />

en Prinfen -tuin , merkwaardig. Voords liggen<br />

in het zelve Graaffchap nog de Steden Schwabach<br />

, aan de Rivier van dien naam , ter plaatfe,<br />

waar dezelve in dc Rednitz valt , zijnde eene niet<br />

minder fraaije , en door Fabrieken en handel welvaarende<br />

, edoch kleine, Stad. Tapijt- en andere<br />

Weeverijen zijn hier zeer fterk in zwang; hier worden<br />

ook de haute lice Tapijten vervaardigd, en allerhande<br />

handwerken bloeijen hier ongemeen. De<br />

Markt alhier is verfierd met eene fchoone , met<br />

veele ftraalen fpringende , Fontein ; de Lutherfche<br />

Kerk is de Hoofdkerk. Voords is 'er ook een Latijnfche<br />

School , eene Synagoge voor de Jooden,<br />

en eene, in 1734 nieuw gebouwde, Geldmunt. —<br />

M 4<br />

V e r<br />

"


184 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Verder treft men , in dit land, nog aan de Steden<br />

Gunzenhaufen , aan de Rivier Altmuhl, Wasfentradingen,<br />

aan de Rivier Wormtz; Windsbach, Heilbron,<br />

aan het Riviertjen Schwabach; Creihhem, aan<br />

de Rivier Jarht; Triersdorfen andere kleinere plaatsjens<br />

, eenige Marktvlekken en Sloten, onder welke<br />

eerstgenoemde zijn Cadolzburgen Furth, 't welk meest<br />

door Jooden bewoond wordt, waar ze medeeené'eigene<br />

drukkerij hebben.<br />

De Duitfche Orde, of de Ridders van de Maagd,<br />

of Broeders van het Duitfche Huis te Jerufalem ,<br />

eene Orde, welke in noo, in Palestina, opgericht<br />

werdt, toen de Engelfche Koning, RICHARD<br />

LEEUWENHART, en de Franfche Koning, p HI-<br />

LIPPUSAUGUSTUS, hunne beruchte Kruisvaart<br />

naar het Heilige Land deeden , bezit de Stad Mer.<br />

gentheim of Mergenthal, en de daar om liggende<br />

Ambten ; terwijl de Groot- of Ordensmeester in de<br />

Stad, die eigentlijk van wegens deze orde Mariënheim<br />

of Maria''s Verblijf, Marijs Dal, (Vallis Maria<br />

Virginis > genoemd is, zijn verblijf houdt. De Stad<br />

is klein , doch ligt niet onbevallig aan de Rivier de<br />

Tauber, walke in de Jarht valt. Deze Ridders hebben<br />

, door geheel Duitschland, nog hunne Balleijen<br />

en Commanderijen of Colleuiön , welken zig ook tot<br />

m Nederland uitftrekken , als is de Balleij Utrecht,<br />

waar onder de Commanderijen te Dieren , Tkiel'<br />

Maasland, Rheenen ; Leyden en Katwijk aan del<br />

Rhijn , Schooien in Friesland , Doesburg , Scheilui<br />

, Middelburg in Zeeland , en Schoonhoven , behooren.<br />

Het


WELKEN DEN RHIJNSTR00M OMRINGEN 185<br />

Het Graaffchap Rennenberg vervat de Steedjens<br />

Schleufingen , Suhla , waar veel Geweer- en andere<br />

Fabrieken zijn , Ilmenau, aan het riviertjen de Ilm,<br />

Meinungen , een redenlijk groote Stad , aan de Rivier<br />

de IVerra gelegen; deze is eigentlijk de Hoofdftad<br />

van dit Graaffchap, en van het Hertoglijk huis<br />

Saxen Meinungen. De Hertog BERNHARDVAH<br />

SAXEN verkoos deze ftad, in 1681, tot zijne refidentie,<br />

en bouwde 'er een nieuw Slot met een Kapel,<br />

het welk hij, na zijne Gemalin , Elizabethenburg<br />

noemde , 'er eene vorftelijke Bibliotheek en Muntkabinet<br />

doende oprichten. Voords Wafungen , mede<br />

aan de Werra gelegen , gelijk ook Themar, waar<br />

grooten handel in Wol gedreeven wordt, en Salfungen,<br />

welk fteedjen deszelfs naam na de zoutbronnen<br />

heeft. Schmalkalden, aan een beekjen Van denzelfden<br />

naam , ten einde van het Thnringfche Woud<br />

gelegen ; deze Stad is redenlijk groot , en zeer bekend<br />

wegens de Vergaderingen , in de jaaren 152Q-<br />

1540, aldaar gehouden, als ook door het Schmalkaldisch<br />

Verbond, het welk verfcheiden Protestantfche<br />

Vorften , in 1531, aldaar te famen flooten, en de,<br />

door LDTHERUS opgcftelde , Artikelen , welken<br />

hier in 1537 bevestigd werden. 'Er zijn zeer veele<br />

Fabrieken \\\ deze oude ftad; Zoutziederijen, Yzer-<br />

Staal- Bergwerken en Molenfmeederijen. Het oude<br />

Hesfen-hof , zijnde een in 't midden der ftad gelegen<br />

oud vorftelijk gebouw , is , om deszelfs oudheid<br />

, bezienswaardig.<br />

Het Graaffchap Scb.varzenberg bevat geene Ste­<br />

den , alleen het Marktveld, genoemd Mark - Scham-<br />

M 5 f dd<br />

>


l8


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 18?<br />

Het GraafTchap Rieneck of Rheineck, bevat flegts<br />

een enkel Steedjen , Lohr genoemd, aan het riviertjen<br />

van dien naam, waar het zelve in den Main valt ;<br />

benevens nog twee Dorpjens.<br />

Het Graaffchap Erbach , heeft mede flegts een<br />

Steedjen van dien naam, aan de Rivier Mumling;<br />

in het dorpjen Erbach, dat deze flad omringt, vindt<br />

men een zeldzaame Deck , welke in den grond wordt '<br />

verzwolgen, waar naa ze, op eenigen affland , onder<br />

een' berg doorgeloopen zijnde, weder ten voorfchijn<br />

komt, en eindelijk in de Mumling valt. Michelftad<br />

is de Hoofdplaats van dit Graaffchap, waar de Regeering<br />

derzelver zitting houdt; voords zijn bier mede<br />

nog eenige Dorpen en Sloten.<br />

De Heerlijkheeden Limburg, Seinsheim, Reichelsberg,<br />

Wiefentheid, Welzheim en Uaufen , vervatten<br />

mede nog eenige Dorpjens en Kasteeleu, wier optelling<br />

niet de moeite waardig is.<br />

Onder de vrije Rijksfleden , die in den Frankifehen<br />

Kreitz gelegen zijn, telt men voornaamentlijk: . *<br />

Neurenberg of Nihnberg (Norimbergaj, aan de<br />

Rivier Pegniïz, omtrent ter plaaife, waar die in de<br />

Rednitz valt ; eene zeer fraaije Stad, welke echter<br />

niet , na evenredigheid van derzelver omtrek en<br />

groote , bewoond wordt , als Hijgende het getal<br />

heurer huizen niet boven de 8oeo , en wordende<br />

het getal van derzelver inwooners op 20000 gefchat.<br />

De wooningen zijn meest allen zeer ruim , en van<br />

fteen opgebouwd. In de Parochie - kerk van St. Sebaldus<br />

, vindt men een fraai Schilderfi.uk van A L-<br />

BRECHT DURER, verbeeldende de Schepping<br />

der


188 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

der Waereld, welke beroemde Schilder in deze ftad<br />

den 20 Meij in 1471 gebooren werdt , en in 1528<br />

overleedt. De Keizers Kapel, en daar bij ftaande<br />

oude Toren, zijn mede bezienswaardig, gelijk ook<br />

de fraaije nieuwgebouwde Egidius - Kerk. Op de<br />

Markt ftaat eene aldaar, in 1361, gedichte Fontein ,<br />

welke , om deszelfs fraaiheid , de fchoone Bron geheetert<br />

wordt ; negen vergulde Beelden van Christen-<br />

Joodfche- en Heidcnfche Helden, als zijn Koning<br />

C L O V I S , O OT F R I E D V A N B O U I L L O N ,<br />

K A R E L de Groote , J O S U A , D A V I D , J U D A S<br />

M A C C H A B / E U S , H E C T O R , A L E X A N D E R de<br />

Groote en J U L I U S C A E S A R , verfieren dezelve ongemeen<br />

, doch zij is in een geheel Gothieken fmaak.<br />

ïn het Raadhuis dezer Stad vindt men zeer fraaije<br />

Schilderijen , en in de Lieve Vrouwe of Hoofdkerk<br />

worden een gedeelte der Rijks Inftgnia bewaard ,<br />

naamlijk de Kroon, Scepter, Zwaard en Rijks-appel,<br />

welken op den krooningsdag van eeneil nieuwen<br />

Keizer , van hier naar Frankfort vervoerd ,<br />

en , als de plegtigheid volbragt is , weder hier<br />

ter bewaaring gebragt worden ; ook worden hier<br />

bewaard de Speer van L O N G I N U S , waar mede de<br />

zijde van den Zaligmaaker (gelijkmen wil) aan het<br />

kruis doorftoken werdt , een Doorn uit de doornen<br />

Kroon, en een ftuk zijner Kribbe, welken allen in<br />

een zilveren vergulden kist , hoog aan het gewelf<br />

der kerk, hangen. Verder zijn hier nog merkwaardig<br />

, het Tuighuis en het Duitfche Muis , of het<br />

Gebouw , waar in de Commanderij der Duitfche<br />

Ridderorde aldaar vergadert.<br />

De


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 185<br />

De Regeeringsvorm der ftad is Aristodemocratisch,<br />

beftaandé gedeeltelijk uit adelijke Familiën, die door<br />

Keizer HENDRIK VI., bij gelegenheid van een aldaar,<br />

in 1198, gehouden Tournoifpel, totdenAdelftand<br />

verheven zijn, en gedeeltelijk uit zogenoemde<br />

Ilandwerks- Raadsheeren , welke Hoofden zijn der<br />

Gilden van deze, door allerleije handwerken en fabrieken<br />

, bloeijende Stad.<br />

Onder het gebied van Neurenburg, behoort mede<br />

de Stad Altorf , eene kleine Stad , waar in echter<br />

eene beroemde Univerüteit gevonden wordt , welker<br />

Bibliotheek, Anatomie eu Chemisch Laboratorium<br />

, zeer bezienswaardig zijn. Verfcheidene kleinere<br />

Plaatsjens en Dorpjens behooren mede nog onder<br />

het gebied der vrije Rijbsftad Neurenberg, doch<br />

zijn te gering om hier op te noemen,<br />

De vrije Rijksftad Rothenburg, aan de Rivier de<br />

Tauber, is de tweede in rang onder de vrije Rijksfieden,<br />

in den Frankifchen Kreitz. Zij is redenlijk.<br />

groot in den omtrek , zijnde van vijf Kerken voorzien<br />

, onder welken die van St. Jacob de voornaamfle<br />

is. De Stad wordt , op eene zeer kunftige en<br />

kostbaare wijze, met water uit den Tauber, overal<br />

voorzien, door middel van een waterpersfend werktuig<br />

, waar door het water , uit die Rivier , naar<br />

den top van den berg , die nevens de ftad ligt,<br />

regtftandig in een gebouw , de Klingen-toren genoemd,<br />

opgevoerd wordt, en van die hoogte nederftort,<br />

doende, door deszelfs val, drie Fonteinen in de<br />

ftad altijd fpringen; terwijl de graft, rondom de ftad ,<br />

daardoor mede met water voorzien wordt. Onder het<br />

ge-


1QO BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

gebied dier ftad, die eerst, en wel fints alouden tijd ,<br />

door Graaven beheerscht is geweest, doch in 1335,<br />

naa het uitfterven derzelven, tot eene vrije Rijksftad<br />

verheven is, bevinden zich nog een aantal Dorpen en<br />

Sloten, welken, om derzelver geringheid, hier voorbijgegaan<br />

moeten worden.<br />

De vrije Rijksftad TVindsheim, liggende aan het<br />

Riviertjen de Aisch, dat mede in de Rednitz valt,<br />

is niet van zo veel belang , als Rothenburg ; zij<br />

heeft flegts eene Kerk voor de Lutherfche gemeente<br />

, een Hospitaal en een Gymnafium of Latijnfche<br />

School. De Stad is zeer oud, en wordt reeds, in<br />

een Placaat van Keizer LODEWIJK I., in 822 genoemd<br />

; zij is , in 1360 , door KAREL IV., tot<br />

eene vrije Rijksftad verheeven; heur gebied is niet<br />

groot,, en beftaat flegts in eenig aandeel in fommige<br />

rondomliggende Dorpen.<br />

De vrije Rijksftad Schwelnfurt, aan den Main,<br />

(Suevo Furtum , of TrajeBus Suevorum) , wijl de<br />

Sueeven hier weleer een overtogt QFuri of Vaart)<br />

gehad zouden hebben. Dit is eene redenlijk groote<br />

Stad , voorzien van Kerken voor de Lutherfchen,<br />

wier Leer 'er de heerfchende is , en ook eenige<br />

Kloosters. Zij ontfing , in 1431 , van Keizer si-<br />

GISMUND de verzeekering , dat zij niet meer verpand<br />

worden, maar een vrije Rijksftad blijven zoude;<br />

heur gebied echter is zeer klein van omtrek.<br />

Eindelijk behelst de Frankifche Kreitz nog:<br />

De vrije Rijksftad Weisfenburg, welke mede den<br />

Lutherfchen Godsdienst toegedaan is, en twee Kerken<br />

bevat; voords is de juiste tijd van derzelver vrijwording


WELKEN DEN RHTJNSTROOM OMRINGEN. jgt<br />

ding onbekend. Zoo men die niet mede in 13S7 moet<br />

zoeken, wanneer zij de verzeekering van vryheid en<br />

van niet meer verpand te zullen worden , van Keizer<br />

KAREL IV. al mede ontfing. Het gebied der ftad<br />

is klein en van weinig belang, als beftaande flegts<br />

in een Dorp, Wangen genoemd; wijl zij heur overige<br />

bezittingen , in iöi'o, aan het Stift Eichjlett,<br />

(hier vooren bereids door ons befchreeven) , verkogt<br />

heeft.<br />

Wij zouden, volgends de orde, thands den Elzas<br />

dienen te befchouwen ; edoch , wijl wij die onder<br />

den naam van Departement du bas Rhin , in de<br />

Franfche Republiek aantreffen, zullen wij dat Land<br />

daar ter plaatfe befchouwen, en nu overgaan tot .<br />

DEN OPP ERRHIJNSCHEN KREITZ.<br />

Wij zullen , bij de befchrijving der Opper- en<br />

Nederrhijnfche Kreitzen , onze Lcezers verwijzen ,<br />

tot de hier voorgaande Deelen, zo dra wij plaatfen<br />

aantreffen , welken aldaar reeds befchreeven zijn ,<br />

ten einde geene dubbele aanwijzingen te doen. Deze<br />

Opperrhijnfche Kreitz is weleer veel grooter in<br />

uitgeftrektheid geweest, als beftaande uit twee Landgraaffchappen,<br />

te weeten de Elzas en Hesfen; doch<br />

de Franfchen hebben 'er zeer veel van afgenomen ,<br />

te weeten den geheelen Elzas, meest al het gene,<br />

dat, aan hunne zijde, over den Rhijn gelegen was,<br />

als zijn de Bisdommen Straatsburg, 'Meiz, Ferdun,<br />

Befanpon enz. en verfcheidene Abtdijen, — welken<br />

wij dus , onder de Franfche Republiek , zullen befchrijven.<br />

Het


102 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Het Landgraaffchap Hesfen (waar eertijds de Hesfen<br />

woonden, zijnde tevens, met de Batavieren, afftammelingen<br />

van het oude Volk, de Catten, en weleer<br />

zeer berucht wegens derzelver Itiïjdbaarheid en onvermoeide<br />

zucht voor de vrijheid ; fchoon ze thands<br />

over het geheel , onder den dwang hunner kleine<br />

Heeren zuchten) is dus bijkans alleen onder het<br />

Duitfche Bondgenooifchap gebleeven, en vervat onder<br />

zig verfcheidene geestelijke Stiften, waereldlijke<br />

Vorllendommen , Graaftchappsn enz. De voornaamfle<br />

van welken zijn:<br />

Het Hoogftift Worms , waar in , onder verfcheidene<br />

mindere Steedjens , Dorpen en Vlekken , als<br />

sianmerkingswaardig voorkomt, de Hoofd - en vrije<br />

Rijksftad Worms , ( eertijds de woonplaats der Van*<br />

giones}, waar zekeren E REM BERT , in 770, het<br />

eerst den Bisfchoplijken zetel Itichte. Deze Stad is<br />

hier vooren (* ) bereids befchreeven . waarom wij<br />

'er alhier flegts bij zullen voegen , dat zij een aantal<br />

van 6500 inwooners bevat.<br />

Het Hoofftift Spiers of Speijer, waar in de Hoofdftad<br />

van dien naam, welke, in vroegere eeuwen , van een'<br />

aanmerkelijke uitgeftrektheid en vermoogen geweest<br />

is; doch die thands, even als Worms, door menigvuldige<br />

oorlogsrampen, tot een'geringen ftaat vervallen<br />

is, zijnde door de Franfchen , in 168;), bijna ten eenemaale<br />

verwoest en verbrand, waar door heure beste<br />

gebouwen, als de Hoofdkerk , het Raadhuis , het<br />

Bisfchoppelijk Paleis , en de fraaije Bibliotheek der<br />

je-<br />

C*) IH. Deel, btedz, 160 en volgende.


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. 193<br />

Jefuiten , in de asfche gelegd werden. Zij bevat<br />

thands nog 7000 ingezetenen. Voor het Raadhuis<br />

pleeg weleer een zeer groot Kaakebeen', aan ijzeren<br />

ringen, ten toon te hangen, 't welke men voorgaf,<br />

van zekeren Reus OLPIS , geweest te zijn , die ,<br />

vóór 1300 jaaren, in eene, doorhem ondernomen,<br />

belegering der Stad , door de inwooners met brandende<br />

pektonnen zou overftulpt zijn. Uit dit been,<br />

't welk men voor deszelfs heupbeen aanzag, befloot<br />

men, dat die Ridder, in zijn leven, de ongelooffelijke<br />

lengte van| 25 voeten , gehad moest hebben; doch<br />

waarfchijnelijker zal dit gebeente van een' of andere<br />

groote Visch geweest zijn ; en zoo het al bet heupbeen<br />

van een mensch geweest is , gelijk 'er meer<br />

diergelijke groote beenderen van menfchen elders<br />

uit den grond gedolven zijn, dan kan men dit verfchijnfel<br />

niet beter verklaaren , dan door den aanwasch<br />

aan welken de beenderen onderhevig zijn, na<br />

maate zij op plaatfen verborgen liggen , waar de<br />

lucht géén verteerend vermoogen op dezelven oefenen<br />

kan. — Edoch dan ftrekt de grootte derzelven<br />

ook tevens tot bewijs van derzelver hooge oudheid ,<br />

wijl die aanwasch een' zeer langen tijd vereischt.<br />

In het Territoir van Spiers, ligt nog de geweldige<br />

Veiling Philipsburg aan den Rhijn, geflicht in 1516,<br />

en als toen Undenheim geheeten ; doch in 1618,<br />

door den Bisfchop PHILIP , tot deszelfs refidentie<br />

gekooren , aanmerkelijk verfterkt , en na zijnen<br />

naam vernoemd ; voords weder beurtelings geflegt,<br />

herbouwd en vervallen , tot ze , in den laatften<br />

oorlog, weder aanmerkelijk verfterkt is.<br />

N Bruch-


194 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Bruchfal, de eigentlijke Refidentie-ftad van den<br />

Bisfchop van Spiers of Speijer. Het Refidentie -<br />

Slot is hier een der fraaifle gebouwen, welke men<br />

'er aantreft ; inzonderheid levert de grootfche Waterkom,<br />

op een'daar bij gelegen hoogen berg, over<br />

welke kom een prachtig Lusthuis getimmerd is, en<br />

die , met derzelver water , de Fonteinen , in den<br />

Tuin van het Slot , doet fpringen , een treffelijk<br />

en flout eindgezicht op. Het Slot ftaat door een'<br />

ringmuur geheel van de ftad afgeflooren , binnen<br />

welken nog verfcheide fraaije gebouwen zijn , om<br />

den Hofftoet te logeeren. Men kan ligtelijk naagaan<br />

, dat deze affluiting geene groote gemeenzaamheid<br />

tusfchen den Adel en de Burgers alhier kan<br />

veroorzaakeu, en deze heeft ook over het geheel in<br />

Duitschland geene plaats.<br />

De Steedjeus Weibftadt en Gerspach, als ook de<br />

Dorpjens Iluttenheim , Rheinhaufen , Stangenberg<br />

en Scheuren zijn van weinig belang.<br />

Het Hoogflift Fulda , liggende tusfchen Hesfenland<br />

en het Wurtzburgfche in, is een zeer bergachtig<br />

en boschrijk Gewest , door het welke de Rivieren<br />

Fulda en de.Saai heen ftroomen. De Hoofdftad,<br />

welke aan de Rivier ligt , is , bij derzelver eerfle<br />

dichting, niets meer dan eene Abtdij geweest; het<br />

Refidentie - Slot is prachtig en kostbaar aangelegd.<br />

TJe Hoofd- en Collegiale Kerken zijn ruime gebouwen<br />

; voords vindt men 'er weinig of geene kunst-<br />

Hukken, of werken van fmaak. Het Stift is vervolgends<br />

in Ambten verdeeld , waar onder eenige<br />

Steedjens, en een groote menigte Dorpen, gerang-<br />

fchikt


WELKEN DEN RHIjNSTROOM OMRINGEN,<br />

Tchikt zijn, onder welke Wernatz en de Stad Bru~<br />

chenau, wegens de, federt 1776, eerst zeer beroemd<br />

geworden Zoutbronnen en Minerale Wateren , de<br />

aanmerkelijklte zijn.<br />

De Vorftendommen Simmern , Lautern en VeU<br />

denz, zijn van geen belang en van zeer kleine uitgeftrektheid<br />

, zo als ook de Steedjens, welken aan dezelven<br />

tot Hoofdlieden dienen , niets merkwaardigs ,<br />

dan alleen de Refidentie - Sloten der Vorften opleveren.<br />

Meer belangrijk en uitgeflrekt is<br />

Het Vorftendom Tweebruggen , 't welk gedeeltelijk<br />

aan den Elzas, gedeeltelijk aan de Neder-Paltz<br />

grenst , doch hier en daar doorbroken wordt met<br />

Plaatfen en Heerlijkheeden, welken aan andere Vorften<br />

en Staaten toebehooren.<br />

Het Land is ongemeen bergachtig, en wordt van<br />

verfcheiden kleine Riviertjens doorfneeden; is echter,<br />

uit hoofde van de geduurige zoutgronden, niet<br />

vruchtbaar, fchoon het overvloed van hout, koorn<br />

en inzonderheid haver heeft.<br />

De Hoofdftad Tweebruggen (Deuxponts) is niet<br />

groot, doch zeer goed van voorkomen, wegens<br />

derzelver aanleg. Het Riviertjen Schwolbe of Schwol<br />

ftroomt 'er door heenen. Het Refidentie-Slot is fraai.<br />

De Groote Kerk wordt door de Catholijken, die het<br />

Choor 'er van bezitten, en door de Gereformeerden,<br />

die het overige der Kerk bezigen, gemeenfchappelijk<br />

gebruikt. De Staalfmeederijen, welken in deze ftad<br />

aangelegd zijn, brengen dezelve veel voordeel aan,<br />

en zijn waardig om bezichtigd te worden.<br />

Het Land is verder in vijf Bailluwfchappen , en die<br />

N 2 we-


106 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

weder in Ambten en Voogdijen verdeeld, waar in de<br />

Steden Tweebruggen, Landsperg, Neufchatel, Lichtenftein<br />

en Meisfenheim de voornaamfte zijn, fchoon<br />

zij ook nog veele kleine Steedjens en Dorpjens, waar<br />

van niets bijzonders te melden valt , in zich befluiten;<br />

alleen de Steedjens Bergzabern, Tuf els, een oud<br />

vermaard Slot, Cunfel, Pirmazens, Landstuhl, en<br />

Hornebach, kunnen onder dezelven eenigzins onderfcheiden<br />

worden.<br />

HesfenJand , is redenlijk uitgeftrekt , grenzende<br />

ten zuiden aan het Stift Fulda, ten noorden aan het<br />

Bisdom Paderborn , ten oosten aan Saxen , en ten<br />

westen aan IVestphaalen, en kan 20 mijlen in lengte<br />

haaien. Het land is bijzonder bosch-en bergachtig,<br />

maar heeft daar bij ook zeer vruchtbaare dalen ,<br />

weiden en wijnbergen. Ook is deszelfs boezem<br />

rijk in Mineraalen. De groote Rivieren de Rhijn ,<br />

de Main en de Lahn , die het zelve befpoelen, en<br />

de kleinere Rivieren, die 'er bovendien nog doorftroomen<br />

, maaken het land voords overal zeeryruchtbaar.<br />

De Hoofd - en Relïöentie • Stad is Casfel ( Cas'<br />

fellce of Casfultej, aan het Riviertjen de Diemei, en<br />

wordt in de nieuwe en oude Stad verdeeld , waar<br />

tusfchen de Rivier Fulda doorftroomt. De oude<br />

Stad is wel de grootfte en voornaamfle , liggende<br />

op een' berg, waar ook het oude Refidentie-Slot gevonden<br />

wordt. Zie verder meer berichten van deze<br />

Hoofdflad, in de voorige Deelen dezes Werks (*).<br />

De Ambten , waar in voords het Landgraaffchap<br />

ver<br />

(*) II. Deel bladz. 189. III. Deel bladz. 13.


WELKEN DEN RHTJNSTROOM OMRINCEN'. 197<br />

verdeeld is , vervatten al mede geene zonderlinge<br />

aanmerkelijke plaatfen ; alleen is bezichtigenswaardig<br />

, het heerlijk Huis Weisfenjlem, in het Ampt<br />

Bauna, waar nevens de berg, genoemd Winterkasten<br />

of de Karehberg , waarop eene onvergelijklijke<br />

fraaije, doch onvoltooide, Waterval, beftaande in twee<br />

boven elkander geplaatste Kommen, gezien wordt.<br />

Boven op den top van den berg zeiven, waar men,<br />

langs 800 fteenen trappen aan wederzijden opklimt,<br />

ftaat eene Pyramide, van ruuwe, groote op elkander<br />

gelegde fteenen , en daar boven een koperen Hercules<br />

, ter hoogte van dertig voeten ; daar bij is de<br />

bovenlte kom overdekt , door eene zeer grootfche<br />

enkel van ruuwe , op eikander geftapelde , fteenen<br />

gevormde Grot. üe tweede laager liggende kom,<br />

is mede door een prachtige Grot overdekt, in welke<br />

een Reus ligt, die een ftraal water meer dan 40<br />

voeten hoog opfpuit. Het water , dat voords uit<br />

de kommen uitloopt, en de cascades uitmaakt , is<br />

ongemeen helder en fpiegelagtig , en vormt, wanneer<br />

'er de zon op fchijnt, het heerlijkfte gezicht,<br />

door de fpeeling van veelerleije couleuren , en de<br />

fchittering der kanten van den rots, waar over het,<br />

als een fchakel van diamanten , fchijnt heen te loopen.<br />

Het water , welke tot deze overheerlijke cascade<br />

behoort , wordt in een wijde vergaderplaats , van<br />

bijna 100 voeten diep, boven op den rots bij een<br />

vergaderd. Jammer is het flegts , dat dit heerlijk<br />

en grootsch kunstwerk , in verfcheiden oorlogen ,<br />

door de Franfchen zeer befchadigd is geworden.<br />

Behalven de Steedjens Rothenbwg aan de Fulda,<br />

N 3 Al-


IQ8 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Allersdovf aan de Wartz , een Steedjen , dat omtrent<br />

500 huizen bevat , en reeds , federt 973, in<br />

de gefchiedenis bekend is ; gelijk ook de oude ftad<br />

Eschwege aan dezelve Rivier , Keppel aan dezelve<br />

Rivier, Homberg of Hesfen- Homberg, en nog eenige<br />

van minder belang , vindt men in dit Markgraaffcbap<br />

nog de Stad Marpurg of Marburg aan<br />

de Lahn , welke Stad voor de Hoofdftad van Opper<br />

Hesfenland gehouden wordt; terwijl Casfel de<br />

Hoofdftad van Neder - Hesfen , en de refidentie van<br />

den Markgraaf is. De Stad Marpurg is redenlijk<br />

fraai van voorkomen, en voorzien van veele fraaije gebouwen.<br />

De Kerk van St. Elizabeth, eene gewezene<br />

Gravin van Hesfen , die wegens haar godvruchtig<br />

gedrag, als eene Heilige geëerd werdt, is vol rijk»<br />

dommen ; en het zilveren Ceeld van die Heilige ,<br />

omhangen met edele gefteenten en paarlen , is een<br />

zeer kostbaar ftuk. Voords is hier het Duitfche<br />

Huis , de Zetel van den Land . Commandeur der<br />

Ealy Hesfen , en Commandeur te Marburg; benevens<br />

het Hospitaal van Elizabeth , door die Gravinne<br />

aan de Duitfche Ridders gefchonken.<br />

In het Graaffchap Katzenellebogen , 't welk een<br />

gedeelte van Hesfenland beflaat , liggen aan den<br />

Rhijn de Steedjens St. Goar en Rheinfels , waarvan<br />

het merkwaardige , gelijk ook van allen de ,<br />

daar nevens aan den Rhijn gelegen , Dorpen , in<br />

de voorige Deelen (*) dezes VVerks , bereids befchreeven<br />

is.<br />

Heffen-<br />

(?) St. Goar, I. Deel blad?, po. Rheinfels, I. Deei bladz. 90,<br />

C mr&aufcn, I. Deel bladz. 89.


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINCEN. ip9<br />

Hesfen - Darmftad , bezit alhier de ftad Giesfen<br />

aan de Lakn, eene welverfterkte plaats met een oud<br />

Slot en wel voorzien Tuighuis; doch voor het byerige<br />

van weinig belang. Verder is Hesfenland nog<br />

in verfcheiden Ampten verdeeld , die elk haar kleine<br />

Steedjens en Hoofd - Vlekjens hebben , onder<br />

welken , in het Ampt Ulrichftein , bij het Dorpjen<br />

van dien naam, de hoogfte berg in Hesfen, naamlijk<br />

de Fugalis , of Vogelsberg , gevonden wordt;<br />

en in het Ampt Darmftad ligt het fteedjen Darmftad<br />

, aan- de Rivier van dien naam , zijnde weleer<br />

de Refidentie van de Graaven van Katzcnellebogen<br />

en van Hesfen geweest (*).<br />

Het Vorftendom Hersfeld en deszelfs Hoofdftad<br />

aan de Fulda, is van weinig aanbelang , gelijk ook<br />

het Graaffchap Sponheim, in welke echter de Stad<br />

Krcutzenach , aan' de Rivier de Nahe , ligt , en<br />

door dezelve in twee deelen gedeeld wordt.<br />

Het Prinsdom , of gevorltede Graaffchap Salm,<br />

bevat als Hoofdplaats het fteedjen Salm , waar bij<br />

een Refidentie • (lot, dat op een' berg gelegen is.<br />

Het Prinsdom Nasfau - Weilburg , dat mede in<br />

dezen Kreitz ligt, behelst de Hoofdftad Weilburg,<br />

op een' berg gelegen, aan de Rivier de Lahn , en<br />

voorzien van een Reljdentie-Slot en fraaijen Tuin.<br />

De Refidentie van den Prins is echter meest al te<br />

Kircheim-Poland, een klein fteedjen, alwaar mede<br />

een Refidentie - Slot gevonden wordt. Hier omftreeks<br />

is de hooge Donnersberg , waar op eene<br />

groo-<br />

(*) Zie een breeder Befchrijving in het III D. bl. 96 — 100.<br />

N 4


200 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

groote menigte Eiken- Beuken- en Kastanje - boomen<br />

wasfen.<br />

De Landen der Vorflen van Nas/au-S aar btuck-<br />

Vfmgen grenzen aan de Weilburgfche landen ; men<br />

vindt in dezelve de Steedjens Wisbaden (*) , hier<br />

is het Hof der Frankifche Koningen weleer geweest.<br />

Saarbrvck , eene welgebouwde Stad aan de W ,<br />

en Ufingcn , een Steedjen aan de Rivier Usbach ,<br />

waar de Vorlten van Nas/au • Ufingen refideeren.<br />

Het Prinsdom Waldek bevat de Hoofdftad Corbach.<br />

In de Hoofdkerk van deze Stad vindt men ,<br />

in het Choor , een prachtig Praalgraf van marmor<br />

en alabaster , ter eere van den Vorst , GE'ORGE<br />

FREDERIK VAN WAIDEK, die Generaal Veldmaarfchalk<br />

in dienst der Nederland fche Republiek<br />

geweest is , waarom dezelve dit graf hier zo kostbaar,<br />

ter zijner naagedachtenis, heeft doen oprichten.<br />

Voords zijn hier nog een menigte van Steedjens<br />

, waar.onder Waldek , dat den naam aan het<br />

Prinsdom gegeeven heeft , en alwaar ook nog een<br />

oud Refidentie-Slot is , waar in de Archiven des<br />

lauds bewaard worden. •<br />

Het Graaffchap Hanau- Munzenberg bevat de Stad<br />

Hanau , aan de Rivier Kinzich , die in den Main<br />

valt ; eene bloeijende Stad , waar veele Kousfen-<br />

Citfen- Porcelein- en andere Fabrieken in werking<br />

zijn ; ieder wie wil , ftaat het vrij om hier koophandel<br />

te drijven. Het Slot en deszelfs Tuin, zijn<br />

waardig om bezichtigd te worden. Buiten de Stad<br />

(?) III. Deel bladz. 35.<br />

ligt


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 20X<br />

ligt het fchoone Landhuis Philipsruhe, bij het Dorpjen<br />

Kesfelftad aan den Main , behoorende aan den<br />

Graaf van Hanau; benevens nog een menigte Dorpen<br />

en Vlekken , die allen onder Ampten gerangfchikt<br />

zijn ; waar onder nog het Steedjen Gelnhau-<br />

Jen , mede aan de Kinzig gelegen , en weleer een<br />

vrije Rijksftad , zig bevindt.<br />

Het Graaffchap So/ms, verdeeld in de takken van<br />

Brauenfels , Hohenfolms , Laubach , en Rofejïein ,<br />

bevat het Steedjen Braunfeh, waar het Refidentie-<br />

Slot is , benevens de Hoofdplaatfen en Dorpjens<br />

der overige takken , welken de opgegeeven naamen<br />

draagen, en gedeeltelijk in kleine Steedjens, gedeeltelijk<br />

in groote Dorpen en Bergfloten beftaan ; doch<br />

waar van niets belangrijks te melden valt.<br />

Het Graaffchap Konigjlein in de Wetterau, heeft<br />

mede, bij eenige Dorpjens , eenHoofdplaatsjen , dat<br />

dien naam voert.<br />

Het Graaffchap Tzenburg is aanmerkelijker, zijnde<br />

verdeeld in vijf takken, Tzenburg Birflein, waar<br />

van Birjlein een Slot of Hoofdplaats is , en Tzen.<br />

burg Offenbach , welks Hoofdplaats Ojfenbach aan<br />

den Main , een fchoon en welbebouwd Vlek , geheeten<br />

mag worden ; zijnde het fteedjen Hain, drie<br />

uuren afftands van Frankfort gelegen , aanmerkelijk<br />

, wijl aldaar de Roomfche Keizers , in voorige<br />

eeuwen, zig, bij hun verblijf in Frankfort, met de<br />

jagt pleegen te vermaaken ; -Tzenburg Badingen ,<br />

Tzenburg Wachtersbach , en Tzenburg Meerholtz ,<br />

welke takken eenige Dorpen van dien naam , en<br />

Heeren- Sloten tot hoofdplaatfen hebben,<br />

N 5 De


202 BESCHRIJVING DEll RIJKEN EN STAATEN,<br />

De bezittingen der Rhijngraaven van Salm, welken<br />

hier nevens gelegen zijn , verdeelen zig in het<br />

gevorflede Graaffchap Salm-Salm en Salm-Kyrburg ,<br />

waar van de Hoofdflad Kyr, aan de Nahe, welke<br />

ftad, voor een vierde gedeelte, aan Salm-Salm behoort<br />

,• een Slot in de nabuurfchap gelegen, is de<br />

Refidentieplaats, en draagt den naam van Kyrburg.<br />

Verfcheiden kleine Plaatsjens en Dorpen behooren<br />

voords onder 't gebied der Rhijng-aaven van Salm ,<br />

welker tijtel en waardigheid, bereids in 670, door<br />

zekeren A D E L H E L M U S , en die van Wildgraaven<br />

bereids, in de twaalfde eeuw, door zekeren C O N -<br />

R A D U S gevoerd is. Men noemde toen die Graaven<br />

, welker Landen hier omftreeks aan den Rhijn<br />

gelegen waren , Rhijngraaven , en die, welker bezitting<br />

meer landwaards in hg, en in boschachtige<br />

wilderuisfen en ruige oorden befloudt, noemde men<br />

Wald- Wild- of Rai/ggrafen, (Comités Saltuarios,<br />

ForefJanos , Silvestres, FJirfutosj. De Rhijngraaf<br />

J O H A N de Eerfle, welke in 1338 overleed, trouw­<br />

de met i i E D W I G 11, Erfdochter van C O N R A D ,<br />

Wildgraaf van Dhaun ; federt welk huwelijk , de<br />

Rhijn- en Wildgraaf!ijkc Landen , onder een' tijtel<br />

bezeeten worden.<br />

'Er zijn verfcheiden Liniën dezer Rhijn- en Wildgraaven<br />

, welke elk afzonderlijke goederen bezitten ,<br />

als de reeds genoemde Salmfche Linie , de Neuf*<br />

villifche Linie , en voords de Grumbachfche Linie,<br />

weke het Ambt Grmnbach bezit, waarin het fraaije<br />

Plaatsjen Ojfenbach am Glau , 't welk door Keizer<br />

j . O D E W I J K , ii 1330, Stads Rechten verkreeg.<br />

De


WELKEN DEN RHIJNSTR00M OMRINGEN. 203<br />

De Rhijngraaven te Stein, bezitten een Refidentie"<br />

Slot aan de Nahe , en eenige Dorpen. De Wildgraaven<br />

van Wildenburg bezitten een Slot , zo genoemd<br />

, om dat het in een wild Woud , op een'<br />

berg , gelegen is. De Rhijngraaven van Dhaun ,<br />

bezitten het Slot Dhaun aan de rivier de Summer i<br />

zij bezitten te famen , onder een' tijtel , de Heerlijk<br />

heeden Kyrburg , Tronek , Wildenburg , Moerchinchen<br />

, Vinftlngen , Almantz , Dinningen , Flo*<br />

henheim , Wilftein , Neufville, Grumhach , Dhaun ,<br />

Puttlingen , Rhein Graven ft ein , aan de Rivier de<br />

Nahe enz. , welke alle meerendeels in den ftreek,<br />

welke men den Hunsruck noemt, waarvan hier onder<br />

nader, gelegen zijn.<br />

Het Graaffelijk Huis van Leiningen , welker refidentie<br />

het Kasteel Brouk is. Het fteedjen Grauftad,<br />

van redenlijken grooten omtrek , met regte<br />

ftraaten en goede huizen , ligt in derzelver gebied,<br />

benevens verfcheiden Heerlijkheeden en Dorpen.<br />

De Graaffchnppen Witgenftein , Falkenftein, Ktie~<br />

chingen en Wartenburg , befluiten niet dan Dorpen<br />

en Heeren.Sloten.<br />

Twee mijlen boven Frankfort, ten noorden, ligt<br />

aan de Rivier de Lahn , de Keizerlijke vrije<br />

Rijksftad Wetzlar , waar de Landgraaf van Hesfen ,<br />

echter onder den tijtel van Provoost, de Regeering<br />

en inzonderheid de Gerechtsöeffening , beftuurt:<br />

federt dat de Stad Spiers, door de Franfchen, verbrand<br />

werdt , is het Kamergerecht, zijnde het Oppergerechtshof<br />

van geheel Duitschland , fameiueüeld<br />

uit een Collegie van eenenveertig Rechters, die<br />

alle


204 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

alle gewigtige gefehillen berechten , van daar in<br />

deze Stad , verplaatst.<br />

DE NEDERRHIJNSCHE KREITZ.<br />

Beftaande in de Keurvorftelijke landen van Mentz,<br />

Trier en Keulen, als ook in den Neder - Paltz ; en<br />

waar in de voornaamfte Steden zijn Mentz, Trier ,<br />

Keulen, Coblentz, Andernack , Manheim, Heidelberg<br />

enz. zijn in de drie voorige Deelen, bereids omftandig<br />

befchreeven ; alleen lag buiten het , door die<br />

Schrijvers behandelde , beftek<br />

Het Keuvorftendom Trier, welks bezittingen ook<br />

hier en daar , zo wel in dezen , als in den Westphaalfchen<br />

Kreitz, verfpreid liggen, waarom ze ook<br />

niet gemakkelijk afzonderlijk, behoudens een naauwkeurige<br />

verdeeling , en, om alle verwarring te mijden<br />

, te befchrijven zijn ; doch , waar ze geregeld<br />

voorkomen, aangehaald behooren te worden. In dezen<br />

Kreitz echter, ligt de Hoofdftad des Keurvorftendoms<br />

Trier aan den Rhijn, waar ook de refidentie<br />

van den Keurvorst is; zijnde een zeer oude ftad,<br />

Trevirum door de Romeinen geheeten , waar echter<br />

niets bijzonders of aanmerkenswaardigs gevonden<br />

wordt, dan alleen de zwaare fteenen Brug, welke hier<br />

over'den Rhijn ligt; de ftad was weieerde Hoofdplaats<br />

der eerfte Belgiërs, en is ook, lange tijd achter een,<br />

de Hoofdftad des Gallifchen Rijks geweest. Voords<br />

liggen nog in dit Keurvorftendom , welks grenzen<br />

in der.en Kreitz zig uitftrekken , de Stad Coblentz,<br />

E'venhreitftein , en anderen , aan den Rhijnoever<br />

liggende , Plaatsjens , welke allen , in het Eerde<br />

Deel


WELKEN' DEN RH1JNSTR00M OMRINGEN. 205<br />

Deel dezes Werks, naauvvkeurig befchreeven wor­<br />

den (*).<br />

De Hunsruck , door de menigvuldige veldflagen<br />

aldaar , ia den jongften oorlog, tusfchen de Franfchen<br />

en Oostentijkers , voorgevallen, is een' langwerpige<br />

zeer bergachtige Streek, waar van wij bereids<br />

in het eerfte Deel gewag gemaakt hebben (f).<br />

Zij ftrekt zig uit van Coblentz af, zuidwaards langs<br />

den Moezel, tot in het Hertogdom Tweebruggen ,<br />

grenzende ten oosten aan de Keurmentzifche Landen,<br />

en ten westen aan de Rivier de Moezel, welke<br />

dezelve, als't ware, geheel befpoelt. In deze<br />

geheele bergachtige ftreek , treft men niet dan zeer<br />

geringe Dorpjens , hier en daar in de valleijen, tusfchen<br />

de bergen , verfpreid. Birckenfeld is het<br />

voornaamfle derzelve , en de Hoofdplaats van een<br />

Hertogdom van dien naam , echter van zeer gerin- '<br />

ge uitgeftrektheid ; gelijk ook Simmeren, welke de<br />

Hoofdplaats van eene Provintie van dien naam is.<br />

De Paltzgraaf KAREL THEODOOR heeft , door<br />

deze ruuwe oorden, in 1754, een redenlijk gemakkelijken<br />

en bereisbaaren weg, met veele kosten en<br />

arbeid laaten flegten ; en dit is alles , wat van deze<br />

Bergketen aanmerkelijks te zeggen valt. Den<br />

naamsoirfprong kan men in ons Eerlte Deel, op de<br />

hier onder aangewezene plaats, voldoende verklaard<br />

vinden.<br />

Lange<br />

(•) Zie de Eefchrijving van Coilentz, I. Deel bladz, 112 enz.<br />

Efoenhreitflein, ï. Deel bladz. III.<br />

(f} Zie *. Deel bladz. 79.


ÖOÖ BESCHRIJVING DER. RIJKEN EN STAATEN,<br />

Lange tijd zijn deze Gewesten de verzamelplaat-<br />

Ten der Oostenrijkfche Legers geweest , lange tijd<br />

hebben de Franfchen hen hier vervolgd , zeer dikwijls<br />

geflagen , en groote verwoestingen onder hen<br />

aangerecht ; zo dat deze oorden in de gefchiedboeken<br />

voor altijd , als het voornaamfle krijgstooneel<br />

van den jongften, voorbeeldeloozen, oorlog zullen<br />

zijn ; even gewigtig in de gevolgen der flagen , die<br />

op deszelfs 'bodem gevoerd zijn , als het aloude<br />

Pharfalifche Veld en de Bosfchen van Arminius.<br />

De arme inwooners dezer ftreeken, welke dan eens<br />

door de eene , dan weder door de andere partij<br />

, geplunderd werden , en als 'c ware , noch<br />

vriend noch vijand fcheenen te hebben, daar zij<br />

van beiden in gelijke maate te lijden hadden , verdienen<br />

het medelijden van eiken mehfchenvriend ;<br />

immers , alhoewel deze oorlog , in deszelfs grond,<br />

alleen tegen de Palleizen ondernoomen is , hebben<br />

de hutten 'er niettemin mede hun aandeel in gedraagen.<br />

De Nederrhijnfche Kreitz verlaatende , gaan wij<br />

over in<br />

DEN WESTPHAALSCHEM KREITZ.<br />

Het grootfle gedeelte van dezen uitgeflrekten Kreitz<br />

is op onze Landkaart zichtbaar. Zij vervat het Bisdom<br />

Munfter, het Hertogdom Cleef, de Grsaffchappen<br />

Mark en Ravensberg, het Hertogdom Gulik en<br />

Berg , het Bisdom Paderborn , het Bisdom Luik,<br />

het Bisdom Osnabrug , de Vorflendommen Minden<br />

en Ver den, benevens de. Abtdijen Corvey, Stab'.o en<br />

Mal-


WELKEN BEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 20?<br />

Malmedy, Wenden, Corneli Munfter; Esfan, Tboren<br />

en Herford. Voords nog het Vorftendom Nasfau<br />

, het Graaffchap Dietz, Nasfau- Siegen, Nasfau-<br />

Dillenburg, Nasfau- Hadamar, en het geheele<br />

Vorftendom Oostfriesland ; het Prinsdom Meurs<br />

de Graaffchappen Wied, S-iyn, Schauenburg , 01denburg<br />

en Delmenhorst ; Lippe, Bentheim, Steiufurt<br />

- Tecklenburg en Zingen ; Hoya, Vimenburg,<br />

Diepholz , Sfiegelberg , Rietberg , Pyrmont , Kerpen,<br />

Zommerfum, Schleiden en Hallermund; voords<br />

verfcheiden Heerlijkheeden en Ampten. De Rijksfteden<br />

, welken tet dezen Kreitz gerekend worden ,<br />

zijn Keulen en Aaken. De meesten dezer plaatfen<br />

vallen binnen het beftek onzer Kaart , en zullen<br />

derhalven door ons , hier naa , eenigzins brcoder<br />

omTchreeven worden. Wij treffen dus in de eerlle<br />

plaats aan :<br />

Het Bisdom Munfter, grenzende ten westen aan<br />

het Bataafsch Gemeenebest, en wel aan de Provinciën<br />

Zutphen, Overysfel en Groningen, en aan het Graaffchap<br />

Bentheim, dat een Bondgenoot der Republiek<br />

is ; ten noorden het Vorftendom Oostfriesland, het<br />

Graaffchap Oldenburg , en Branswyk • Zunenburg ,<br />

't welk alles buiten ons beftek ligt; tegen het zuiden<br />

aan het eigentlijke Hertogdom Westphaalen ,<br />

de Graaffchappen Mark en Rechlinghaufen, en het<br />

Hertogdom Cleef, zijnde het grootfte der Westphaalfche<br />

Bisdommen.<br />

De Hoofftad Munfter is , in de elfde eeuw , gedicht<br />

, en werdt oudtijds Miningroda, Minimigradum<br />

en Mediolanum geheeten , blijkens de oude Chartres<br />

die


208 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

die aldaar nog voorhanden zijn. Zij heeft dien naam<br />

verkreegen van een Klooster of Monafterium , ge-,<br />

noemd Miningroda, in welks nabijheid zij geftichtis<br />

nabij de Rivier de Aa, die met de Embs te famen<br />

vloeit. Thands is zij de voornaamfle Stad van den<br />

Westphaalfchen Kreitz , groot , fchoon , regelmaatig<br />

verfterkt, en door een nieuwlings gebouwd, en<br />

van de ftad afgefcheiden, Kasteel of Citadel, verdedigd.<br />

De Domkerk is de voornaamfte der geestelijke<br />

Geftichten, welken alhier gevonden worden.<br />

Verfcheiden andere Kerken en Kloosters , in deze<br />

geestelijke Stad , zijn van minder aanbelang. Zij<br />

is weleer eene vrije Rijksftad geweest , doch de<br />

Bisfchop van Munfter heeft haar, in I66I , onder<br />

deszelfs gehoorzaamheid gebragt. Zij is , in de<br />

gefchiedenisfeii, inzonderheid berucht , door den<br />

gevaarlijken opftand der Secte van de VVederdoopers<br />

, in de zestiende eeuw , wier Koning , JAN<br />

VAN LEYDEN, een Kleêrmaaker uit de ftad Leyden<br />

in Holland, aldaar zijn' Rijkszetel vestigde, en<br />

veele wreedheeden bedreef; doch eindelijk met zijn*<br />

geheelen aanhang ten onder gebragt zijnde , in een<br />

ijzeren kooi, aan de Parochiekerk van den H. Lambrecht<br />

aldaar, ten toon gefield, en vervolgends om<br />

het leven gebragt werdt, welke kooi nog aldaar getoond<br />

wordt. Ook is de beroemde Vrede, tusfchen<br />

den Keizer aan de eene, en den Koning van Zweden ,<br />

benevens deszelfs Bondgenooten, aan de andere zijde,<br />

aldaar in 1648 geflooten.<br />

Het Bisdom Munfter is voords in vier Quartieren<br />

verdeeld , waar in de Steedjens Bekkum , Ahlen ,<br />

Tel-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN.' EÖ§<br />

Telget, Sindenhorst, Steinfurt, IVahrendorf, Wer*<br />

ner , Dulman , Bergheim , Frede~Loen , Coesfeld,<br />

Billebreek , Metelen , Reinen , Bevergern , i?oe£-><br />

Ao/r/f ,Weerdt , benevens verfcheidene min aanmerkelyke<br />

Vlekken., Dorpen , adelyke Sloten en Abtdijen,<br />

gelegen zijn.<br />

Het Hertogdom C/eve of Kleef, benevens de<br />

Graaffchappen Mark en Ravensberg , bevatten de<br />

naavolgende aanmerkelyke en mindere Steden en<br />

Plaatfen , als :<br />

De Hoofdftad Cleve of Clcef , Clivia, zo geheeten<br />

, om dat zij" op heuvelen (C//m) geflicht is,<br />

is een zeer aangenaame en welbebouwde plaats, aan<br />

het Riviertjen Kermisdale gelegen. Het zeer oude<br />

Slot Zwaanenburg, volgends een oud opfchrift geflicht<br />

door CAJUS JTJLIUS CESAR, in het jaar<br />

791 naa de bouwing van Romen , met deszelfs hoo«<br />

gen Toren, genoemd de Zwaanen Toren, is bezich»<br />

tigings waardig : in dit Slot is eene fraaije verzameling<br />

van Romeinfche en andere Oudheeden , omftreeks<br />

de flad Cleve en te Xanten, waar eene Romeinfche<br />

Legerplaats geweest is, opgedolven. Onder<br />

anderen bewaart men 'er nog een' grooten vier*<br />

kanten Steen , waar op het afbeeldfel van E U M E-<br />

NIUS RHETOR, een Grammaticus, welke ten tijde<br />

van Keizer JULIUS CAESAR leefde, en alhier<br />

gebooren werdt, ten voeten uit, afgebeeld is, bene»<br />

vens een groot aantal Urna's, Graflampen en Wapens<br />

der Romeinen; eene verzameling van zeer groote<br />

Blaas- en Muziek -Inftrumenten, van aloude hief<br />

te iaude gewoond hebbende Volkeren } in de groo-<br />

O te


2IO BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN 9<br />

te Kerk wordt nog een Tournooi • lans vertoond B<br />

welke door de oude Ridders gebezigd pleeg te worden.<br />

Buiten de Stad vindt men de zeer aangenaam<br />

gelegen Diergaarde , waar men een prachtig<br />

Amphitheater , gedicht op kosten van Prins 'JOAN<br />

MAURITS van Nasfau, weleer Gouverneur der<br />

Stad , en voor het zelve het Standbeeld van den voor<br />

Nymegen verdronken Veldheer, MARTEN SCHENK,<br />

geheel in het harnas, op eene hooge zuil, aantreft,<br />

welk beeld daarom de Tzeren Man genoemd wordt.<br />

Voords veele fraaije fpringende Fontein - werken ,<br />

en op de hooge heuvelen , achter dit prachtig Theater<br />

, een menigte van Wild , beftaande in Rheeën,<br />

Herten , Hinden enz. In het verrukkelijk boschachtig<br />

oord Berg en Dal of Bergendaal, een half<br />

uur buiten de Stad gelegen, treft men de zo zonderling<br />

ingerichte, als zeldzaame, begraafplaats van<br />

bovengenoemden Gouverneur MAURITS van Nasfau<br />

aan ; deze beftaat uit een Amphitheaters gewijze<br />

gebouwd muurwerk , waar op verfcheiden fteenen<br />

Vaazen tot fieraad geplaatst zijn , en in welks<br />

wanden , een fchat van oude Romeinfche Steenen ,<br />

met hunne opfchriften, meest van Altaaren , enz.<br />

gemetfeld zijn ; aan 't einde van dezen muurkring<br />

ftaat de Tombe van den Gouverneur , geheel van<br />

koper , en met de wapens van zijn adelijk geflagt<br />

-voorzien. Alles geeft , zo door deszelfs verval ,<br />

als de hooge oudheid der Romeinfche Steenen, en<br />

de arcadifche boschrijkheid van het oord , een zo<br />

aller verrukken dfte en fchilderachtige vertooning, als<br />

de tafereelen van eenen Genoels en Moucheron aan<br />

het kunstminnend oog opleveren. De


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. flU<br />

De Steedjens Cakar, Griethuizen, Kranenburg,<br />

Griet , üdem, Goch en Gennip , zijn van minder<br />

belang; Xanten echter, is aanmerkelijk , wijl daar<br />

de meeste oudheeden opgedolven zijn , en aldaar<br />

eene Romeinfche Legerplaats geweest is. De ftad<br />

Wezel, zo genoemd na de veele Wezels , welken<br />

in het bosch, ter plaatfe waar deze Stad, omifreeks<br />

iis'5, gebouwd werdt, gevonden werden ; de ligging<br />

dezer Stad aan den Rhijn, waar de Lippe in<br />

denzelven valt, heeft dezelve , door Koophandel<br />

en Fabrieken , fterk doen toeneemen en bloeijen s<br />

men vindt in dezelve Gereformeerde , Lutherfche<br />

en Catholijke Kerken ; de Stad is hier te Lande<br />

voornaamlijk bekend geworden door het rampzalig<br />

verblijf der, door de Pruisfchen gemaakte, krijgsgevangenen<br />

, geduurende de onlusten , in 1787,<br />

hier te lande voorgevallen. De Steedjens Dinslakeri,<br />

Orfoy, Holt, Rukfort, in dit Ampt gelegen,<br />

zijn van weinig belang. Meer aanmerking verdient<br />

de aloude Stad Duisburg of Tuiscoburgum, 't welk<br />

zo veel als der Duitfchen Burgt betekent , gelegen<br />

tusfchen de Riviertjens de Rhur en de Anger ,<br />

het is een zeer oud Steedjen, 't welk zijn'naam reeds<br />

bij de oude Germaanen fchijnt verkreegen te heb*<br />

ben , bij welken het der Duitfchen Burgt geheeten<br />

was , 't welk door de Romeinen in Tuiscoburgum,<br />

volgends hunne taaleigenfchap , veranderd werdt ;<br />

verfcheiden Kloosters en Kerken is het voornaam*<br />

fte , wat van deze Stad óp te noemen valt. Flec<br />

Duisburger Bosch , reeds bij TACITUS , onder<br />

den naam van Saltus Teutoburgetifis , bekend, hgC<br />

d l C h t<br />

O 2


ftia BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEtf,<br />

dicht nevens de Stad , en is met veelerlei Wild „<br />

en aangenaam 'er door heenen flroomende Beekjens<br />

voorzien. Rees is een klein Steedjen , dat mede<br />

hierointrent aan'den Rhijn ligt, even als Isfelburg,<br />

doch beiden niet aanmerkenswaardig. Emmerik ,<br />

is een Steedjen, dat in 1247 eerst met muuren omringd<br />

is. Zevenaer en Huis/en zijn plaatsjens van<br />

weinig belang. Het adelijk Vrouwenftift Eken ,<br />

op den EItenberg geflicht, in den jaare 968 , is het<br />

merkwaardigfle dat hier omftreeks voorkomt.<br />

Het Graafchap Mark, behoorende mede aan den<br />

Koning van Pruisfen, bevat de Stad Ham (Hammond<br />

) ; deze Stad , die in vroeger jaaren bloeijender<br />

, en mede een der, wegens den Koophandel<br />

faam verbonden, Hanfefteden geweest is, heeft<br />

in onderfcheiden jaaren, door zwaarebranden, zeer<br />

veel geleeden. Het Steedjen Unna, waar een aanzienlijke<br />

markt van Veldvruchten gehouden , en<br />

veel brandewijn en bier geftookt wordt ; nog zijn<br />

in dit Graaffchap de kleine Steedjens Schwerte, Lunen,<br />

Hagen, Altena, 't welk de volkrijkfte plaats<br />

uit het geheele Graaffchap is ; Iferlon of Lon ,<br />

bevattende 4300 inwooners , Nierade, Lndenfcheid,<br />

Bockkenhan , Soert , een zeer groote , doch fchaars<br />

bewoonde Stad , bevattende niet meer dan 1200<br />

huizen en 5000 inwooners ; Plettenberg, Schwelm<br />

en eenige Kerfpels en Dorpjens, waar van niets gemeld<br />

kan worden.<br />

Het Graaffchap Limburg , 't welk in het Graaffchap<br />

Mark gelegen is , behelst de Hoofdftad van<br />

dien naam , en het Steedjen Lippe , van welken<br />

bei-


WELKEN DEN RIIIJNSTR00M OMRINGEN. 213<br />

beiden niet veel le melden valt, benevens nog eenige<br />

Dorpen.<br />

Het Graaffchap Ravensberg, het welk meest van<br />

de Lutherfche Religie is , vervat de Stad Bielefeld<br />

, als deszelfs Hoofdplaats ; een Steedjen, dat<br />

809 woohingen en 53C0 inwooners , met de Militairen<br />

, behelst; zij wordt verdeeld in^de oude en nieuwe<br />

Stad , door de Lutterbach, zijnde eene Beek,<br />

welke de Stad in twee deelen verdeeld ; men bleekt<br />

'er Lijnwaaten , en in het Weeshuis wordt een'<br />

Kousfen - Fabriek geöeffend : voords Hervorden ,<br />

waar de Weire en de Aa door heen loopen 5 deze ftad<br />

wordt , wegens het doorfnijden dier Riviertjens ,<br />

mede in twee deelen verdeeld , in welken te famen<br />

go7 huizen , en een groote menigte ledige Erven en<br />

Tuinen, gevonden worden. Sparenberg, een Bergflot<br />

, het welk aan een Ampt , dat het grootfte<br />

gedeelte van het Graaffchap uitmaakt, zijnen naam<br />

geeft.<br />

De Hertogdommen Gulik en Berg, vervatten de<br />

naavolgende plaatfen, als: in het Hertogdom Gulik<br />

treft men , in de eerfte plaats, aan, de Hoofdftad<br />

Julich of Gulik ( Juliacum ) , een welverfterkte ,<br />

en met een Citadelle voorziene, Stad , aan de Rhur<br />

gelegen ; het is eene zeer oude Stad, die, ten tijde<br />

der Romeinen , reeds bij dien naam , bij A N T O-<br />

JM 1 N u s , in zijn Reisboek , bekend geweest is J<br />

verder een menigte kleine Steedjens, als : Alden*<br />

hoven, Linnich, Siffardt, Heinsberg, Wasfenberg,<br />

Dalen , Binch , Erkelens, Duren, Monjoy ( Mons<br />

Jovh) , waar weleer een Tempel van ju TITER<br />

O 3 ge*


ftI4 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

gellaan heeft, van welken het zijn' naam ontleent 3<br />

Niedecken, Euskirchen enz. Simrig en Rheinmagen,<br />

als liggende aan den Rhijn , zijn reeds te vooren<br />

befchreeven ( * ).<br />

Het Hertogdom Berg heeft ten Hoofdftad Dus»<br />

feldorp aan den Rhijn , welke haar' naam van het<br />

Beek jen de Dus/el, dat 'er door heenen vloeit, verkreegen<br />

heeft. De fraaije Stad, benevens deszelfs<br />

waereldberoemde Schilderijen - Gallerij, is bereids in<br />

het II. Deel omflandig befchreeven (f). Eenige kleine<br />

Steedjens , als Solingen , op een' berg geflicht,<br />

en waar Fabrieken van Degenklingen zijn , Mulheim<br />

(§) , Lenfcheid, Lennep , en de welvaarende<br />

en volkrijke Stad Elberfeld , waar veele Garens en<br />

Linnens gebleekt, geweeven , en met wolle tot Beddetijken<br />

enz. vermengd wordt. Ook is aldaarr een<br />

koperen Vingerhoedenmaakerij.<br />

Het Hoogflift Paderborn , bevat de Hoofdflad<br />

van dien naam , een zeer oude Stad , zij ligt aan<br />

het Riviertjen Pader , en draagt daar van heur'<br />

naam , even of men de Paderbron zeide. Onder<br />

den Dom of Hoofdkerk ontfpringt die bron met<br />

Vijf opwellingen, welken de geheele Stad met wa?<br />

ter voorzien , en verfcheiden Molens buiten dezelve<br />

in beweeging houden. Deze Kerk is berugt<br />

wegens de zilveren beeldtenisfen der twaalf Apostelen<br />

, en de zilveren Zerk van den H. LABORIUS,<br />

welken Hertog CHRISTIAAN van Brunswijk, in<br />

C*3 II. Deel, bladï. 79.<br />

(t3 It. Deel, bladz. 198, 199, 204—24*.<br />

(§) II. Deel, blad. iSs.<br />

IÖ22 ?


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 215<br />

ï6az , deedt fmelten , en 'er Rijksdalers van (laan ,<br />

met 't opfchrift : Codes freund, der Pfafen feind;<br />

zeggende daar bij , dat het de pligt der Apostelen<br />

ware door de waereld te wandelen, maar niet om ftil<br />

in eene kerk te Haan ; echter werdt dit zilver naaderhand<br />

, zo veel men 'er magtig van konde worden<br />

, weder ingewisfeld , en de Kerk van LIBO-<br />

RIUS weder herfleld. De Stad is weleer mede een<br />

Hanfe- of Anze-ftad geweest , en Keizer KAREL<br />

de Groote heeft 'er zijn verblijf gehouden, toen hij<br />

den oorlog tegen de Saxen voerde. Ook is de<br />

Landftreek omftreeks Paderborn , in de Romeinfche<br />

Gefchiedenisfen bekend door den zwaaren nederlaag ,<br />

welken Q. VARUS aldaar tegen de Cheruscen, onder<br />

ARMINIÜS, leedt, waar door Keizer AU­<br />

GUSTUS dermaaten getroffen was, dat hij raazende<br />

door zijn Paleis liep ^niet anders roepende<br />

, dan : O Parus ! Varus ! geef mij mijn Legioenen<br />

weder l<br />

Neuhaus , een Vlek met een prachtig Slot , in<br />

de nabijheid van Paderborn gelegen , is de gewoon<br />

e Refidentie van den Bisfchop; de Tuinen van<br />

dit Bisfchoplijk verblijf worden zeer geroemd. De<br />

Rivieren Pader en Alme , vloeijen hier tor plaatfe<br />

in de Lippe. Bij het Dorpjen Alterbaehen vindt<br />

men een zeldzaam Natuurwonder, aan den voet eens<br />

hoogen bergs , beftaande in een Bron, die dan eens<br />

geweldig kookt en raast, en dan weder geheel kalm<br />

en flil vloeit, of wel geheel ophoudt met vloeijen.<br />

Men noemt ze daarom die Bulier bron (Fons tumultuarius).<br />

Ook heeft in dezen omtrek waar-<br />

O 4 f chl<br />

J'


3l6 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,'<br />

fchij'nelijk het groote Beeld , of de Irmenfeul , de<br />

Afgod der Duitfchen, gedaan. Immers, fommige<br />

Schrijvers verhaalen , dat KAREL de Groote , naa<br />

de verovering van het Slot Eresburg , tot aan de<br />

plaats , waar de Irmenfeul geftaan heeft , voorttrok<br />

, en dat zijn Leger door dorst verfmagtte, uit<br />

hoofde van gebrek aan water , doch dat onverwagt<br />

een geweldig raazende , en Berk vloeijende bron ,<br />

aan den voet eens bergs, ten voorfcbijn kwam , die<br />

dit gebrek rijkelijk vergoede, welke bron men meent<br />

deze Eullerbron te zijn geweest.<br />

De overige mindere Steedjens in het Stift Paderborn<br />

zijn Licbtenau, Wunneburg , Buur en aan de<br />

Urne, Dingenberg, Dryburg, waar een Mineraalbron<br />

ontfpringt , en nog verfcheide anderen , wier<br />

optelling der moeite niet waardig is ; benevens een<br />

groot aantal Dorpen en Sloten.<br />

Het Bisdom Luik ligt aan de westzijde desRbijns<br />

tusfchen Gulik en Braband, en bevat nö Steden,<br />

waar van de voornaamfle zijn :<br />

Luik of Luttich ( Leodium) , de Hoofdflad , in<br />

hét Fransch Liege geheeten , in een dal tusfchen<br />

twee bergen , waar de Maasftroom in het midden<br />

door vloeit. De Stad wordt in twee deelen , in de<br />

oude of bovenftad, en in de benedenflad verdeeld,<br />

wijl ze gedeeltelijk op het hangen van den berg van<br />

St. Walburg geflicht is ,\ terwijl de tweede berg<br />

den naam van Mont Cornillon draagt , tusfchen<br />

welken , en de Rivier de Maas (la Meufe) , de<br />

Voorftad Amercoeur gevonden wordt; de overige<br />

Voordeden zijn St. Margaretha , St, Leonhard en<br />

Avroy. x


WELKEN DEN RHIJNSTR00M OMRINGEN. 217<br />

Avroy, alles met bruggen tot een geheel vereenigd<br />

pijnde. Het vorftelijk Paleis van den Bisfchop, die<br />

aldaar zijn verblijf houdt , is bezichtigingswaardig<br />

, gelijk ookj de openbaare Boekerij , welke ,<br />

op het Raadhuis , bewaard wordt. De Hoofdkerk<br />

is aan St. Lambert, den Patroon der Stad, toegewijd<br />

; behalven deze vindt men 'er nog een groot<br />

aantal Kerken, Mannen- en Vrouwen - Kloosters,<br />

Hospitaalen, en andere geestelijke Gedichten. De<br />

inwooners geneeren zich meestal met Geweer- en<br />

Spijker-Fabrieken en Bierbrouwerijen , zijnde het<br />

Luiksch Bier algemeen getrokken , en een voorwerp<br />

van aanmerkelijken handel en verzendingen.<br />

Des zomers betrekt de Bisfchop zijn fraaije Lustplaats<br />

Lerang , een half uur van de Stad , aan de<br />

Maas gelegen.<br />

De oude Stad Tongeren, de woonplaats der Eburonen<br />

( Adriatica Tongrórum ), waar men nog veele<br />

Romeinfche oudheeden vindt, ligt in dit Bisdom<br />

aan de Rivier de Jecker , gelijk ook het Dorpjen<br />

Lafelden , berucht wegens een' beflisfenden Slag ,<br />

aldaar -, in 1747, tusfchen de Franfchen en Geallieerden<br />

, voorgevallen. Benevens eenige andere<br />

kleine Steedjens en min aanmerkelijke Dorpjens.<br />

Het Graaffchap Hoorn, het Marquifaat Franchi*<br />

tnont , het Land Condroz , en het Land tusfchen<br />

de Sambre en Maas, worden mede onder dit Bisdom<br />

betrokken. De voornaamfte Steedjens, in deze oorden<br />

gelegen , zijn Hoorn , het Slot Franchimont,<br />

het Steedjen Viviers , en de Stad Hui oïHoei, aan<br />

de Maas , waar veele Kloosters en geestelijke Ge-<br />

O 5 ftich-


2l8 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Hichten zijn , en in welks omtrek een allervrucht'<br />

baarde Landftreek is, welke Yzer, Aluin, Zwavel,<br />

Steenkoolen , Graanen, Wijn en andere voortbrengfelen,<br />

overvloedig oplevert. De Stad Dinant, aan<br />

de Maas gelegen , is mede aanmerkelijk, wegens<br />

derzelver fchoone Marraor- en Steengroeven. Cuivers,<br />

Florennes en Thuin, zijn kleine Steedjens tusfchen<br />

de Sambre en Maas, waar nevens ook nog eenige<br />

Dorpen, gevonden worden.<br />

Het Hoofdftift Osnabrug , aan de oostzijde des<br />

Wiijns gelegen , en aan Munfterland grenzende ,<br />

vervat deszelfs Hoofdftad:<br />

Osnabruck of Osnabrug , welke mede in twee<br />

deelen onderfcheiden wordt. Zij bevat omftreeks<br />

1200 huizen , en is niet zeer volkrijk. De Domkerk<br />

van St. Aeter aldaar is merkwaardig , .wegens<br />

de zilveren Zerken , waar onder derzelver Patroonen<br />

, St. Crispinus en Crispinianus, begraven zijn,<br />

Behalven een groot aantal Kloosters en eenige Kerken<br />

, levert deze Stad voords niets bijzonders op.<br />

De bezigheid der inwooners beftaat meestal in Linnenweeverijen.<br />

De Magiftraat is van den Lutherfchen<br />

Godsdienst, alhoewel de meeste inwooners<br />

Roomsch zijn.<br />

Het grootfte gedeelte van dit Bisdom , benevens<br />

de Vorftendommen Minden en Verden , gelijk ook<br />

bet Graaffchap Benthem , en geheel Oostfriesland,<br />

liggen noordelijker , dan de uitgeftrektheid onzer<br />

Landkaart , waarop flegts een gering gedeelte vaa<br />

dit Stift konde geplaatst worden, bevat ; alleen de<br />

Steedjens Techhnburg , Fortlage en Mella , waar<br />

van


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 2I£<br />

van echter niets merkwaardigs te melden valt, zijn,<br />

nog op onze Kaart aangeweezen.<br />

Meer zuidelijk , en wel in het Landfchap , genoemd<br />

de Wetterau , omtrent en aan de Rivier de.<br />

Lahn, die in Hesfenland ontfpringt, enbi] Lahnftein<br />

in den Rhijn valt, vindt men:<br />

Het Vorftendom Nasfau, en Graaffchap Dietz,<br />

behoorende aan den geweezen Stadhouder der Vereenigde<br />

Nederlanden. De Hoofdllad van dit Vor.<br />

ftendom is Dietz, aan de Lahn gelegen , waar bij<br />

nog een Lust - Slot , Oranjenftein geheeten , gevonden<br />

wordt. Nasfau is een klein Steedjen aan<br />

de Lahn , het welk zijn' naam aan dit gebied mededeelt.<br />

Voords Stegen , aan het Riviertjen van<br />

dien naam gelegen , en maakende de Hoofdplaats<br />

van het Prinsdom Nasfau Siegen uit. Dillenburg,<br />

aan de Rivier de Dill , alwaar een kostbaar Rijdfchool<br />

en Paardenftoeterij onderhouden wordt, behoorende<br />

onder het gebied van het Graaflijk Huis<br />

Nasfau - Dillenburg ; en Hadamar , een Vlekjen<br />

aan de Rivier de Ens, zijnde dit de Hoofdplaats der<br />

goederen van het Huis van Nasfau-Hadamar.<br />

Nog behooren tot den Westphaalfchen Kreitz ,<br />

het Graaffchap Wied , waar in de Steedjens Dierdorf<br />

en Altenmed behooren , en welks nieuw gebouwde<br />

Hoofdplaats Neuwied aan den Rhijn , bereids<br />

in onze voorige Deelen (*) omftandig befchreeven<br />

is. Voords<br />

Het Graaffchap Sain, waar in men het fteedjen<br />

Sain<br />

C*3 h Deel, blsdz, 168 «1170.


S20 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Sain am Rhijn , en het fteedjen en adelijk Slot Altenkirchen<br />

, aantreft.<br />

De Graaffchappen Oldenburg en Delmenhorst ;<br />

Lippe , Lingen, Hoya, Pyrmont enz. liggen meer<br />

noordelijk en buiten ons bellek.<br />

De Keizerlijke vrije Rijksfteden onder dezen uitgeftrekten<br />

Kreitz behoorende, zijn Keiden aan den<br />

Rhijn , bereids omftandig in de voorige Deelen befchreeven<br />

(*), en de Keizerlijke vrije Rijksftad Aachen<br />

of Aaken , in het Latijn Aquis granum , Aqua,<br />

Urbs Aquanus , en in het Fransch , ter onderfcheiding<br />

van de Stad Aix in het landfchap Provence ,<br />

Aix la Chapelle geheeten , liggende bij de Hertogdommen<br />

Gulik en Limburg , tusfchen de Steden<br />

Gulik, Limburg en Maastricht ; het is eene zeer<br />

oude , en in de Gefchiedenisfen zeer beroemde ,<br />

Stad , zijnde langen tijd de Hoofdftad des Rijks<br />

geweest, van waar zij ook den tijtel van Koninglij<br />

ke Stoel, of Refidentie, draagt, wyl Keizer KAREL<br />

de Groote , die de Stad , naa dat ze door de Hunnen<br />

verbrand was , geheel nieuw op deedt bouwen<br />

, hier zijn verblijf eenigen tijd gehouden heeft,<br />

en hier ook begraaven is, zijnde zijn prachtige graftombe<br />

, door vier Engelen gedraagen , in de Stifts<br />

of Maria-xkerk te zien. Ook bewaart men alhier<br />

?ijn Draagband, Zwaard enhetEuangelieboek, met<br />

gouden letteren op pergament gefchreeven , waar<br />

an hij zich pleeg te bedienen ; welke allen , als<br />

lijks - kleinoodiën of Infignia , bij gelegenheid der<br />

C*) H. Deel, bladz. 135 — 179.<br />

kroo-


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. 2St<br />

krooning van een' Roomsch -Koning , naar Frankfort<br />

gezonden worden , gelijk in de voorige Dealen<br />

(*) reeds-gemeld is. Ook bewaart men 'er<br />

een zeer groot aantal , zo groote als kleine, Reliquiè'n<br />

, of overblijffels van Heiligen , welken alle in<br />

eene Kapel, nevens de groote Kerk gedicht, alle jaaren<br />

ééns, en dan nog ééns om de zeven jaaren , met<br />

veel pracht , aan ontallige menigte van Pelgrims en<br />

Vreemdelingen, welken deze Kapel, uit godsvrucht<br />

of nieuwsgierigheid , bezoeken , getoond • worden.<br />

Van die Kapel heeft de Stad, in de Franfche taal,<br />

heuren uitzonderenden naam , Aken de Kapel, ontfangen.<br />

Reeds ten tijde ,. dat de Duitfchen oorloogden<br />

, was deze plaats , of liever derzelver Gaden<br />

, bekend ; immers , men verhaalt , dat zekere<br />

edele Romein GR ANUS , uit het Belgisch Gallia,<br />

naar deze gewesten gezonden zijnde , alhier, tusfchen<br />

dé bosfehadiën en heuvelen , deze Springbronnen<br />

het allereerst ontdekt zoude hebben, waarom<br />

hij 'er , even als bij de Romeinfche Baden in<br />

gebruik was, een deftig Badhuis bij deedt dichten,<br />

van waar de dad Aquh Granum, of het Badwater<br />

van Granus, genoemd zoude zijn. De naam van<br />

dezen GRANUS is mede ook overgebleeven aan zekere<br />

alouden , en waarfchijnlijk Romeinfchen Toren ,<br />

nevens het Stadhuis daande , welke nog Turris<br />

Grani, of de Toren van Granus , geheeten wordt.<br />

Vervolgends vestigden zig een menigte menfchen<br />

met 'er woon nevens deze Baden, en eindelijk groeide<br />

C') «I. Deel , bladz. 52-80.


422 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEK,<br />

de dit getal tot een geheele Stad aan , welke, gelijk<br />

wij bereids gemeld hebben , in den oorlog tegen,<br />

A T T I L A , Koning der Hunnen , vernield en ver*<br />

woest is geworden ; zo zelfs , dat de bronnen der<br />

Baden ten eeiienmaal onder de ruïnen bedolven en<br />

verdopt geraakten. Keizer K A R E L de Groote,<br />

vierhonderd jaaren laater , zich in deze gewesten<br />

met de Jagt vermaakende, en de bosfchen en wouden<br />

hier omdreeks doorrennende , doeg zijn Paard<br />

bij geval, met de hoef. tegen zodanig een verdopte<br />

Wel , die daarop terdond weder ontfprong , ert<br />

een draal aangenaam en fmaaklijk warm mineraalwater<br />

opgaf; de Keizer , deze zaak verder doende<br />

onderzoeken , trof meer diergelijke fprongeu in dien<br />

omtrek, en vondtook nog hier en elders ruïnen van<br />

oude Palleizen, die, in geene drie eeuwen bewoond<br />

geweest waren. Dit alles kwam den Keizer dermaaten<br />

vreemd en fraai voor , dat hij befloot, die<br />

vervallen Baden te vernieuwen , en in de nabijheid<br />

der ontdekte Bronnen , een Paleis tot zijn verblijf<br />

te doen dichten , 't welk hij gedaan hebbende ,<br />

vloeide 'er weder een menigte menfchen , die het<br />

Koninglijk Hof volgden , met 'er woon naar toe ,<br />

welke bloei en volkrijkheid nog vermeerderd werdt ,<br />

wijl KAREL verordende , dat de Koning der Romeinen<br />

alhier voordaan met een' yferen Kroon zoude<br />

gekroond worden , gelijk dezelve te Milaanen<br />

met een' zilveren, en te Rome met een' gouden, gekroond<br />

werdt. Daar op dichtte hij , in 804 , de<br />

groote Maria • kerk, en wijde dezelve , in tegenwoordigheid<br />

van een groot aantal Prinfen en Bis-<br />

® fchop-


WELKEN DEN RHIJNSTR00M OMRINGEN 023<br />

fchoppen , in , en verfterkte de Stad met muurwerken<br />

, zo dat ze, tot op den jaare 882, geduurig in<br />

bloei aanwiesch; edoch, te midden van dezen tweeden<br />

glans, vverdtzij weder, door de woede der Noormannen<br />

, geheel geruïneerd , en het Koninglijk Paleis<br />

werdt, tot den grond toe, afgebrand. Sedert<br />

dien tijd is zij ilog verfcheiden maaien door brand<br />

befchadigd , als in de jaaren 1146, 1224, 1336 en<br />

1656, aan welk ongeval de Steden , in die vroege<br />

tijden , meer dan thands , bloot ftonden , wijl de<br />

huizen meest met houten gevels opgehaald , en de<br />

werktuigen , ter blusfching van een' ontftaanen<br />

brand , zeer gebrekkig en onvolmaakt waren, daar<br />

het brandende gebouw meest al met brandemmers<br />

geblucht, of met haaken omver gehaald moest worden<br />

; zo dat, bij fterken wind, het grootst gedeelte<br />

van zulk eene plaats, door gebrek aan hulp, in de<br />

asfche gelegd werdt. Alle deze rampen kwam de<br />

Stad Aaken echter geduurig te boven, en zij werdt,<br />

zo wel uit Godsvrucht , wegens de aldaar bewaard<br />

wordende Reliquiën, als wegens het nuttig en aangenaam<br />

gebruik der Baden, geduurig weder, door<br />

middel van zwaare onkosten, in beteren ftaat dan te<br />

vooren herfteld.<br />

Onder de openbaare gebouwen in deze oude en<br />

beroemde Stad , vindt men het Raadhuis , waar in<br />

een groote Zaal is , welke eertijds gebruikt werdt,<br />

om 'er den plegtigen maaltijd, op den dag der krooning<br />

des Keizers , te houden. Vier colommen onderfchraagen<br />

het dak, en dienen tevens voorSchoorfteenen<br />

, waar in alle de fchoorlteenpijpen van het<br />

ge-


424 BESCHRIJVING DER ÏUJK&N EN STAATEN,<br />

geheele gebouw , zeer vernuftig , bij elkander gebragt<br />

zijn , en door welken de rook dus ongemerkt<br />

vervliegt. Op de Markt, voor dit gebouw ,<br />

ziet men een fraaije , met vier ftraalen fpringende ,<br />

Fontein , waar boven een' koperen Beeld van K A-<br />

REL de Groote , zijn aanzicht naar Duitschland<br />

wendende ; rondom de kanten van de koperen<br />

kom leest men een Latijnsch opfchrift , waar uit<br />

blijkt , dat deze koperen bak, in Anno 1620, bij<br />

de Fontein gevoegd werdt. De Lieve Vrouwen -<br />

Kerk, door KAREL de Groote gedicht, is een<br />

oud zeer Gothiek gebouw , voorzien van een Kapel<br />

, waar aan geen marmor noch kostbaare ftof<br />

gefpaard is, zijnde de deuren meest allen van koper<br />

Muzaik , of ingelegd werk van kleine fteentjens en<br />

Paarlmoer verüerd, rustende tevens op koperen colommen<br />

, waar aan verfcheiden vergulden beelden<br />

gehecht zijn. In deze Kapel worden de bevoorens<br />

reeds aangehaalde Reliquiën bewaard; uit den koepel<br />

derzelve gaat men , langs een overdekten fteenen<br />

brug naar den Toren der Kerk , en van de<br />

hoogte dezer Gallerij worden de> Reliquiën aan de,<br />

op een zeer breed plat der Kerke , als ook op de<br />

Markt , vergaderde , Pelgrims getoond. Voords<br />

vindt men onder den Altaar van het Choor eene<br />

Tombe, waar onder het lighaam van KAREL de<br />

Groote , in een' zilveren kist befloten , begraaven<br />

ligt. Dit Lijk pleeg van ouds te midden in de<br />

kerk geplaatst te zijn, onder die voornoemde Tombe<br />

, welke uit Marmorfteenen van eene oude Romeinfche<br />

begraafplaats ( fommigen willen van die<br />

van


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 2»|<br />

van JULIUS CAESAR) beftaat. Doch Keizer<br />

FREDERIKI. heeft dezelve doen wegneemen en<br />

verplaatfen ; bij die gelegenheid vondt men jn die<br />

Tombe , verfcheiden dier reeds gemelde Reliquiën<br />

en andere zeldzaamheeden, welken hij van zekeren<br />

A A R o N , Koning van Perfën, en van den Patriarch<br />

van Conflantinopolen , ten gefchenk ontfangen hadde<br />

; het lijk van KAREL werdt, bij die verplaatling,<br />

in een masfief zilveren kist gelegd, in welke<br />

het als nog bewaard wordt. Ook is in deze Kerk<br />

de Tombe van Keizer OTTO de Berde , welke in<br />

Anno 1000 allereerst de Keurvorften in Duitschland<br />

ingelteld heeft. De.voornaamfle Baden, waar door<br />

Aken inzonderheid beroemd is, zijn het Keizers-<br />

Bad , het kleine Bad , en het Bad van Qtdrinus ;<br />

zij beftaan meest uit heete Zwavel- en Salpeter -<br />

Bronnen , zo dat het water eerst twaalf uuren moet<br />

bekoelen, eer men dezelven gebruiken kan; 'er zijn<br />

ook, bij den binnenmuur der Stad , nog andere,<br />

echter min aanmerkelijke , heete Badftoven , gelijk<br />

ook in hetDorpjen PorchezoïPorcetum , zo genoemd<br />

na de menigte wilde Varkens, welken zig aldaar pleegen<br />

te onthouden.<br />

De vrije Rijksftad Dortmund , die 'in dit Graaffchap<br />

Mark gelegen is , behoort mede nog tot<br />

dezen Kreitz. Zij is redenlijk groot, doch liegt,<br />

en weinig bebouwd , en weleer een Hanfe - Stad<br />

geweest.<br />

Van hier flaan wij de oogen voords op :<br />

P DEN


225 BESCHRIJVING DER RTJKEN EN STAATEN,<br />

D E N OP P E R S A X I S C H E N K R E I T Z .<br />

Een zeer gering gedeelte van dat , bij uitftek<br />

vruchtbaar, Landfchap, valt flegts onder orts beftek ,<br />

en wel alleen een klein ftuk van<br />

Het Landgraaffchap Thuringen , 't welk oostelijk<br />

buiten de Kaart zig nog uitftrekc , en aan Meisfen<br />

paalt , wordende ten westen door Hesfenland , ten<br />

zuiden door Frankenland, en ten noorden door een<br />

gedeehe van den Neder faxtfchen Kreitz , beperkt.<br />

Dit Land is eertijds een magtig Koningrijk geweest.<br />

D I E D E R IK , Koning van Frankrijk, heeft het<br />

zelve veroverd , en ftelde 'er Gouverneurs, onder<br />

den n-am van Hertogen, aan, die 'er zig eindelijk<br />

Voiltrekte Meesters van maakten. Keizer LOT HA-<br />

ïtiL'S II. verhief het , in den jaare 1130, tot een<br />

Landgraaffchap; doch naa den dood van den Land­<br />

graaf H E N R I K , die , door den Keizer verkooren<br />

zijnde, zonder kinderen overleedt, werdt dit Land,<br />

in verfcheidene deelen, verdeeld , waar door Hes­<br />

fenland, dat 'er eerst onder behoord hadde, 'er van<br />

afgefcheiden werdt, daar het aan SOPIIIA, Herto­<br />

gin van Brakand. de Nicht van den overleeden<br />

Landgraaf, ten deel viel , wier nakomelingen 'er,<br />

tot heden toe , nog bezitters van zijn , en het geen<br />

thands nog den ouden naam van Landgraaffchap<br />

Thuringen behoudt , werdt aan den Markgraaf van<br />

Meisfen toebedeeld. Het Keurvorftelijk Saxifche<br />

Huis bezit in dit Land, dat thands onder verfchei­<br />

den Souvereinen verdeeld is, het Graaffchap Mans-<br />

feld , welks Hoofdftad Eislehen , door de geboorte<br />

van


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 227<br />

van den Kerkhervormer, Doctor MARTINUS LU-<br />

T HE RUS, beroemd geworden is.<br />

Het Huis van Saxen - Weimar bezit 'er de Hertogdommen<br />

Jena, Weymar , Gotha en Eifenach. I<br />

Het Hertogdom Saxen* JVeymar , heeft deszelfs<br />

Hoofdftad van dien naam aan het riviertjen de Urn,<br />

in een dal liggen ; de Stad is klein, niettemin verdient<br />

ze befchouwd te worden, uit hoofde van de<br />

fraaije Boekerij , welke aldaar in het nieuwe Slot,<br />

waar aan Hertog WILHEM IV. in 1651, den grond<br />

lag , geplaatst is geworden ; benevens een Naturalia-<br />

en Munt - Kabinet , en fchocne Schilderijen -<br />

Gallerij. In de Slotkerk ziet men twee prachtige<br />

Begraafplaatfen. Het Oude Slot is 'er ook nog.<br />

Voords is de Ernestijnfche School , of Gymnafium<br />

Ernestinum alhier, door Hertog WILLEM ERNST,<br />

in 1712 ingericht, alöm beroemd.<br />

Drie mijlen oostwaards van Weimar, en dus buiten<br />

het beftek onzer Kaart, ligt, aan de Rivier de<br />

Sala , het kleine fteedjen Jena, 't welk door derzelver<br />

Univerfiteit, aldaar door Hertog JAN F R E-<br />

DRIK van Saxen, in 1548, gefticht, en door een<br />

zeer fchoon Kasteel , 't welk de refidentie der Hertogen<br />

van Saxen - Jena is . verdient bezichtigd te<br />

worden.<br />

Het Hertogdom Saxen - Gotha, is beroemd door<br />

deszelfs fraaije Hoofdftad Gotha , aan het Riviertjen<br />

de Leine gelegen , welks water, met groote<br />

kosten, door Hertog ERNST, door al de ftraaten<br />

in canaalen of graften heenen geleid is. De twee<br />

Hoofdkerken, het Hospitaal, Cadettenfchool, Klok-<br />

P 2 en


22!? BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

en Gefchutgieterij , maar voornaamlijk het Gymna*<br />

Jium, zijn Indituuten en Gebouwen, welken alhier<br />

voornaamentlijk uitmunten. Tegen over de Stad,<br />

ligt op eenen berg het Slot Friedenftein , 't welk<br />

de gewoonlijke Refidentie van den Hertog is , en<br />

waar in men eene fraaije Boekerij" , Naturaliën - Kabinet<br />

, Schilderijen - Zaal, en een zeer kundig Uurwerk<br />

vindt, dat het Copernicaansch Waereldgefiel<br />

in al deszelfs beweegingen , overkundig en geregeld<br />

vertoont , en door den Aartsdiaken BAUSE , vervaardigd<br />

is. Verfcheiden Voordeden , die , fints<br />

korten tijd , tot eene aanmerkelijke groote aangcwasfchen<br />

zijn , hebben deze Stad ongemeen in uitgebreidheid<br />

doen toeneemen, en in dezelven vindt<br />

men het vorftelijk Lusthuis Friederichsthal, 't welk<br />

met een' prachtigen Tuin verrijkt is. Ook zijn 'er, in<br />

den omtrek der dad, verfcheide beroemde Fabrieken ,<br />

als ook eene voornaame Porcelein- fabriek.<br />

Het Hertogdom Eifenach , het welk aan Gotha<br />

grenst , en door de Rivier de Warra ten noorden<br />

bepaald wordt, vervat de Floofddad van dien naam ,<br />

zijnde eene Keizerlijke vrije Rijksdad aan de Rivier<br />

de Nes fel gelegen ; het Refidentie - Slot , in 1709,<br />

door Hertog JOHAN WILLEM , zeer fraai verbouwd<br />

, en het, buiten deze Stad gelegen , Slot<br />

Wartenhurg , beroemd als de fchuilplaats van L U»<br />

THERUS , toen hij zig aldaar voor zijne Vervolgers,<br />

elf maanden lang, verborg, maaken het aanmerkelijkde<br />

dezer Stad uit.<br />

Het Graaffchap Stolberg, met een klein Steedjen<br />

van dien naam , dat van een derk Kasteel voorzien<br />

is,


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. 229<br />

is, vervat veele, doch niet aanmerkelijke, Dorpenen<br />

Heerlijkheeden; zo ook de Graaffchappen Schwartsburg<br />

en Bdchlingen , waar in geene aanmerkelijke<br />

plaatfen voorkomen.<br />

De Steden Nordhaufen en Muhlhaufen zijn Keizerlijke<br />

vrije Rijksbeden ; onder welker getal ook<br />

weleer behoord heeft de Stad Erfurt , zijnde de<br />

Hoofdftad van het geheele Hertogdom Thuringen,<br />

een groote welverfterkte , en door het Kasteel van<br />

St. Cyriacus welverdedigde , Stad , aan de Rivier<br />

Gera. Zij is van den Protestantfchen Godsdienst,<br />

doch federt den jaare 1664 , met derzelver Territoir<br />

, onder het gebied van den Aartsbisfchop van<br />

Mentz gekomen , wiens pretentie op deze Stad ,<br />

te dier tijd , door den Keizer en den Koning van<br />

Frankrijk gehandhaafd werdt. De Keurvorst van<br />

Mentz zendt 'er jaarlijks een Gouverneur , aan<br />

wien de Magiftraat moet zweeren, dat zij de rechten<br />

van den Aartsbisfchop erkennen en waarneemeii<br />

zal. 'Er is eene beroemde Univerfiteit, en verfcheiden<br />

fraaije gebouwen ; zijnde deze Stad zeer<br />

bloeijend en volkrijk. Eu laatftelijk ontmoeten wij<br />

in dit Landfchap het Hertogdom Coburg , welks<br />

Hoofdftad van dien naam niet groot, doch niettemin<br />

in de Gefchiedenisfen, uit hoofde van het verblijf<br />

van L U T H E R U s op het Kasteel aldaar , het<br />

Pathmos van LUTHER , geheeten wordt. Saxen<br />

Meinungen , welks weinig betekenende Hoofdftad<br />

Meiningen genoemd wordt, grenst aan dit gebied.<br />

Voords is 'er nog een gering gedeelte van den<br />

Nederfaxifchen Kreitz , op de Kaart , zichtbaar ,<br />

P 3 en


230 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

en wel het Prinsdom Halberftadt , met de Hoofd­<br />

ftad van dien naam, waarin omtrent 1300 woon­<br />

huizen en 16 Kerken. De Domkerk van St. Ste-<br />

phanus aldaar , is , wegens deszelfs grootte, aan­<br />

merkelijk. Het Prinsdom Wolfenbuttel, waar in<br />

de ftad Goslar, aan het Riviertjen Gofen , rondom<br />

welke ftad verfcheiden Mineraal- en Steengroeven<br />

zijn ; in de nabijheid derzelve ligt de Bloksberg,<br />

waar op men weleer meende, dat de Toveraars in hun<br />

Sabath, of Feest, des nachts bij eikanderen kwamen.<br />

Noordelijker ligt het Bisdom Hildesheim , met des«<br />

zelfs Hoofdftad, aan de Rivieren Innerste en Leyne.<br />

In de Domkerk aldaar bewaart men nog den ouden<br />

Afgod Irmenfeul, welke Zuil thands, in plaats van<br />

het Afgodsbeeld der oude Germaanen , een Maria­<br />

beeld draagt. Verfcheiden Kerken, Kloosters, en<br />

geestelijke Geltichten , worden nog in deze ftad ge­<br />

vonden , fchoon 't grootfle gedeelte der inwooners,<br />

waar onder ook de Magiftraat, den Lutherfchen<br />

Godsdienst beleidt.<br />

Nevens dit Bisdom grenst het Keurvorflendom<br />

Hanover , welk gebied tusfchen de Rivieren de<br />

IVezer en de Leyne bepaald ligt. De Hoofdflad van<br />

denzelfden naam ligt aan de Leyne, in hetPrinsdom<br />

Gilenberg , en wordt door de Rivier, in de oude<br />

en nieuwe Stad verdeeld; de oude vervat omftreeks<br />

1200, en de nieuwe ftad 376 huizen ; beiden zijn<br />

zij met fraaije gebouwen voorzien : in de Slotkerk<br />

zijn een aantal oudbeeden, welken Hertog H E N R I K<br />

de Leeuw, in 1171, uit het Oosten, op een' kruis­<br />

vaart, daar heenen gebragt heeft, te zien. De Biblio­<br />

theek ,


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 23I<br />

theek, op het Raadhuis, verdient ook aanmerking,<br />

en het aangenaam bier , 't welk den naam van des­<br />

zelfs eerden Brouwer en uitvinder in 1526, Broihan<br />

draagt, is alom bekend.<br />

Ten zuiden van dit Keurvorttendom , vindt men de<br />

waereldberoemde Academie • ftad Gdttingen , welke<br />

zo veele en aanmerkelijke Geleerden aan Duitsch­<br />

land bereids geleverd heeft , en nog dagelijks ople­<br />

vert ; de Stad is niet groot , en, behalven derzel­<br />

ver Academie en'fraaije Boekerij , niet zeer aan­<br />

merkelijk.<br />

Nog ligt in dit zelfde Vorftendom de Stad Ha­<br />

meien , aan de Rivier de IVezer; een zeer wel vcr-<br />

fterkte plaats , berucht wegens den Veld (lag , die.n<br />

de Zweeden, in 1633, in derzelver omtrek, tegen<br />

de Keizerlijken , wonnen ; als ook wegens de Fa­<br />

bel van den Fluitfpeeler, die door zijn gekweel, in<br />

1259 , alle de kinderen van de Stad achter zig ge­<br />

lokt hebbende, met dezelven in een Hol ging, waar<br />

uit ze eerst, jaaren lang daarna, weder ten voorfchijn<br />

kwamen. Welke Fabel fchijnt gegrond te zijn op<br />

een' ongelukkig gedaagden uitval , welken de in­<br />

wooners dier Stad, te dier tijd deeden , tegen het<br />

Leger van den Bisfchop van Minden , 't welk hen<br />

met belegering benaauwde , en hen met geweld on­<br />

der zijn gebied trachtte te brengen; edoch waar in<br />

zij allen , die den uitval ondernomen hadden , ge­<br />

dood of verdreeven werden, zo dat 'er geen enkele<br />

in de Stad terug kwam, dan na verloop van eenige<br />

jaaren, na lang omzwervens, toen de oneenigheeden<br />

bedaard , en alles voor ben weder veilig was.<br />

P 4 Met


232 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Met deze Stad zullen wij" de befchouwing van<br />

de merkwaardiglte, aan de oostzijde des Rhijns gevonden<br />

wordende , Steden en Plaatfen befluiten ,<br />

en ons oog weder naar het ondereinde der Kaart<br />

wendende , de , ten westen van den Rhijnftroom<br />

voorkomende , aanmerkelijke plaatfen befchouwen ,<br />

een' aanvang maakende met :<br />

DE FRANSCHE REPUBLIEK.<br />

Weleer het Koningrijk Frankrijk, welks oostelijk<br />

half gedeelte hier op de Kaart zichtbaar is. Dit land<br />

heeft van ouds , en wel ten tijde der Romeinen ,<br />

door welker overweldigenden Veldheer en Historiefchrijver<br />

JULIUSC/ESAR, het onder Romes<br />

heerfchappij gebragt , en het eerst regt bekend geworden<br />

is , Gal/ia geheeten , en wordt door dien<br />

Schrijver in twee voornaame deelen gefplitst, welken<br />

door het Alpifche Gebergte , dat 'er tusfchen<br />

door liep , in Gallia cis Alpina of Galli'èn aan deze<br />

zijde der Alpen , en in Gallia Transalpina of<br />

Galliën aan de overzijde 'der Alpen , beide van de<br />

Stad Rome af te rekenen , verdeeld werdt. Het<br />

Land , 't welk aan deze zijde der Alpen lag , behoort<br />

thands grootendeels aan Italiën, daarhet Over-<br />

Alpisch Gallië, dat door era SAR in Aquitania ,<br />

Belgia , en het Celtisch of Keltisch Gallië, onder<br />

verdeeld wordt , federt den jaare , na onze jaartelling<br />

, 420, door zeker Volk, dat eertijds in Duitschland,<br />

en wel in het tegenwoordig nog zo genoemde<br />

Frankenland , aan de Rivier Sala , woonachtig<br />

was »


WULKEN DEN RHJJNSTROOM OMRINGEN. 233<br />

was , overltroomd is geworden ; die de oude inwooners<br />

daar uit verdreeven hebbende , hunnen<br />

naam Franken aan het zelve toeeigenden , waarna<br />

het dan ook vervolgends den naam Gallia in dien<br />

van Francia verwisfeld heeft ; uit welken , in vervolg<br />

van tijden , toen deze Landen allen onder één<br />

Hoofd tot een Koningrijk gevormd werden , den<br />

naam van Frankrijk ontdaan is.<br />

De oude Gallen , ook wel Celten of Kelten genoemd<br />

, zijn , wat derzelver oirfprong aangaat ,<br />

voor ons onbekend gebleeven , wijl C A E S A R , van<br />

wien wij de eerde berichten omtrent deze Volken<br />

ontfangen hebben , daar van geen het minde gewag<br />

maakt ; alleen dit weeten wij , dat het eene zeer<br />

drijdbaare Natie geweest is , die zig langen tijd tegen<br />

de Romeinfche Wapenen verdedigd heeft ; immers<br />

de eerde Romeinfche Veldheer, die eenige<br />

voordeden op dezelven behaalde , en dien het gelukte<br />

, tot in het Overalpisch Galli'èn door te dringen<br />

, was F U L V I U S F L A C C U S , welke overwinning<br />

omtrent 130 jaaren vóór onze tijdrekening gebeurde.<br />

Vijf jaaren laater werdt het Gallia Nar»<br />

bonen/is , door F A B I U S M A X I M U S , tot een Romeinsch<br />

Wingewest gemaakt , en eindelijk deedt<br />

J U L I U S C A E S A R , omtrent achtenveertig jaaren<br />

vóór Christus geboorte , het geheele 'Overalpifche<br />

Galli'èn , onder zijne alverwinnende wapenen bukken<br />

, na dat hij, tien jaaren achtereen, onophoudelijk<br />

tegen derzelver bewooners geoorloogd hadde.<br />

De Romeinen dus meesters van geheel Gallia geworden<br />

zijnde, verdeelde Keizer AUGUSTUS het land in<br />

P 5 vier


234 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

vier Provinciën, noemende dezelven : I. Gallia Nar­<br />

bonenfis. 2. Aquitania , naar de Stad Jqu& Au-<br />

gustai , thands Acqui, in het voorheen zogenoem­<br />

de Graaffchap Provence. 3. Gallia Cellica of Gal-<br />

iia Lugdunevfis , na derzelver Hoofdftad Lugdu-<br />

mm» thands Lyons geheeten. En eindelijk 4. Gal­<br />

lia Belgica, welke na de Belgte, Belgen of Neder­<br />

landers , aldus door hem genoemd werdt.<br />

In dien ftaat, cn volgends die verdeeiing, is het<br />

Land , vijfhonderd jaaren achtereen , in het vreed­<br />

zaam bezit der Romeinen gebleeven , tot eindelijk<br />

de Franken , in het jaar 267, hunne uittogten be­<br />

ginnende, door Gallia heenen drongen , en zig in<br />

het Land der Batavieren nederfloegen , na dat ze ,<br />

bij hun doortogt , het land ten eenemaal uitgeplun­<br />

derd en verwoest hadden , welke overweldigingeu,<br />

plunderingen en invallen zij , dan eens hier , dan<br />

weder ginder, in dit land geduurig hervat hebben­<br />

de, eindelijk omdreeks den jaare 420, daar van ge­<br />

heel meester bleeven. Sommigen willen , dat deze<br />

Volken , die van over den Rhijn tot in Batavia<br />

doordrongen , den naam van Franken of Vrijen en<br />

Dapperen, aangenoomen hadden , bij gelegenheid<br />

van een Verbond , onderling door hen geflooten ,<br />

om zig zeiven tegen de overweldiging hunner Na-<br />

buuren te verdedigen , en ook andere nabuurige<br />

Volken van dezelve te verlosfen ; althands deze hun<br />

naam is eerst in den jaare 237, wanneer ze hunne<br />

vrijheid tegen hunne Gebunrvoiken, de Germaanen ,<br />

verdedigden, bekend gewerden ; zij deelden voords<br />

hunne 'Fa^l , met eenig kwaad Latijn vermengd ,<br />

aan


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 235<br />

aan dit, door hen overflroomde, Land mede. Zij<br />

Honden eigentlijk , ten tijde van hunnen inval in<br />

Galli'èn , alleen onder het bevel van Veldheeren ,<br />

onder welken llegts twee, naamlijk PHARAMOND<br />

en KLODION , in de oude Gefchiedenisfen , bekend<br />

zijn.<br />

Na dezen KLODION, die met den Romeinfchen<br />

Veldheer AETIUS , een Verbond floot , en daar<br />

door de vreedzaame bezitter des lands werdt, fchijnt<br />

de reeks van Koningen , welken, uit vijf onderfcheiden<br />

ftammen , in het Franfche Rijk geheerscht hebben<br />

, een' aanvang te neemen; immers op hem volgde<br />

MEROVEUS , welke de Stamvader van den eerften<br />

of Merovingifchen Stam geweest is.<br />

De Merovingifche Stam heeft de navolgende Koningen<br />

aan Frankrijk opgeleverd: als i. MERO­<br />

VEUS, die den Romeinen tegen de verwoestingen<br />

van A T T 1 L A , den Koning der Hunnen, een' aanmerkelijken<br />

bijftand beweezen heeft, en wiens naam<br />

hier te lande nog in de Rivier de Merwe is overgebleeven.<br />

2. Zijn Zoon CHILDERIK, die, in<br />

481, te Doornik overleedt, en wiens begraafplaats,<br />

waar in een menigte edele gefteenten, gouden ringen<br />

, als ook zijn Sabel en Strijdbijl , aldaar , in<br />

1653, bij het graaven in den grond, gevonden is.<br />

3. CLOVIS f. zijn Zoon, onder wiens regeering<br />

de heerfchappij der Romeinen in Gallia , in 486 ,<br />

een einde nam , en die vervolgends , in 406 , den<br />

Christelijken Godsdienst aannam en gedoopt werdt.<br />

Voords nog een aantal Koningen , ten getale van<br />

22, tot op den jaare 732, wanneer CHILDERIK<br />

HL,


B36 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

III. , na den dood van KAREL M A R T E L , van<br />

ssïjnr Staaten verltooten werdt , en P E P IJ N , des­<br />

zelfs eerfte Hofmeester (Moiré du Palais), bet<br />

Rijk in bezit nam, en het, bij zijn overlijden, aan<br />

zijn'Zoon K A R E L , naderhand de Groote, overliet,<br />

die zig van een groot gedeelte van Duitschland en<br />

Italiën tevens meester gemaakt hebbende , den tij­<br />

tel van Keizer, in Anno 800, aannam, en den ze­<br />

tel des Franfchen Rijks te Nymegen in Gelderland<br />

overbragt ; doch bij zijn dood, zijn Zoon LODE­<br />

WIJK de Godvruchtige aan de Regeering komende,<br />

viel dit groote Rijk weder in Hukken, door de<br />

verdeeling , die hij van het zelve onder zijne Zoo-<br />

nen maakte, bij welke zijn Zoon, KAREL de<br />

Kaale , na een' hevigen oorlog met zijn beide Broe­<br />

ders gevoerd te hebben , het Franfche Rijk weder<br />

afgefcheurd van de overige Staaten zijns Grootva­<br />

ders, alléén voor zig behieldt.<br />

De Carolingifche Stam , welke met dezen PEPIJN<br />

een' aanvang genomen heeft , duurde onder de Re­<br />

geering van dertien Koningen, tot op LODEWIJK<br />

V. of de Beuzelaar, die in 987 overleedt.<br />

De Capetifche Stam ving in 987, met de regeering<br />

van HDGO CAPET aan, heeft veertien Koningen<br />

opgeleverd , en is met KAREL IV. of de Schoone,<br />

in 1328, geëindigd.<br />

De Faloifche Stam of Famielje , kwam vervol-<br />

gends , in 1328 , op den Throon , als wanneer<br />

PHILIPS VI., uit den huize van Valois, ten Ko­<br />

ning verheeven werdt ; twaalf Koningen uit dezen<br />

Stam


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. 2;,7<br />

Stam hebben achtereenvolgend het Rijk beftuurd ,<br />

tot HENRiR III. die in 1589 overleedt.<br />

Toen beklom eindelijk het Bourbonfche Huis, of de<br />

laatfte Stam, in den perfoon van H E N R I K IV. den<br />

Koninglijken Zetel, en heeft van 1589, tot op den 21.<br />

Jan. van den jaare 1793, wanneer de laatfte Koning<br />

L 0 D E w IJ K de XVI. door het Volk, van meineed<br />

befchuldigd zijnde , te recht gebeld, en te Parijs<br />

onthalst werdt.<br />

In dit laatde Tijdvak van 204 jaaren , zijn de<br />

gronden gelegd , welke eindelijk eene algemeene en<br />

volftrekte omwenteling van regeering in Frankrijk<br />

te weeg gebragt hebben , en deze , in voornoemde<br />

tijdvak, voldrekte erffelijke alleenheerfching , als 't<br />

ware , eensllags , in een Vrij Gemeencbest heeft<br />

doen veranderen ; welke bijna voorbeeldelooze fnelle<br />

lotwisfeling wel verdient, dat wij 'er nog een poos,<br />

met verbaasdheid, op blijven ftaaren.<br />

Het fchijnt , dat alle groote omkeeringen , in de<br />

beftuuringswijze der Natiën en Volken, eenen be-<br />

ftendigen , in zig zeiven terug keerenden , kring<br />

vormen. De aanvang derzelve is van ouds Demo­<br />

cratisch geweest, en in Monarchaal ontaart zijnde,<br />

weder tot Democratisch overgegaan, Dit heeft ook<br />

plaats gehad in het Franfche Rijk ; de oudfte Re-<br />

geering was 'er Democratisch ; immers de invallen­<br />

de Franken hadden wel Veldheeren , die zij onder­<br />

ling uit hun midden verkoozen , doch geene erffe­<br />

lijke Koningen ; zij waren een bij uitzondering zig<br />

noemend vrij Folk. Met MEROVEUS is eerst de<br />

erffelijkheid des Gebieds , tevens met de Koning-<br />

lijke


238 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

lïjke waardigheid , ingefloopen ; niettemin regeerden<br />

alle deze Koningen zo willekeurig niet, of het<br />

Vdfls hadt het recht , om , in masfa opkomende ,<br />

hen in hunnen wil te weêrftreeven en paaien te ftellen<br />

; echter door de Koninglijke magt altijd te ondergehouden<br />

wordende, kon het Volk nooit van<br />

deszelfs recht gebruik maaken: de Koningen riepen<br />

het toch wel eens zelve op, en deeden de algemeene<br />

Staaten des Lands, beftaande in de Geestelijkheid,<br />

den Adel, en den derden of Burgerftaat, wel<br />

fomtijds eens bij elkander komen , als 'er toelagen<br />

noodig waren om oorlogen te voeren , of dat het<br />

Finantieweezen op eene of andere wijze moest onderfteund<br />

of herfteld worden. Deze handelwijze<br />

duurde, tot eindelijk L ODE WIJK XIII. , gerugfteund<br />

door den heerszuchtigen Kardinaal J ) E RI-<br />

CHELIEU, al het kwijnend gezag des Volks ge.<br />

heel aan de Kroon trok , zo dat de laatfte dier<br />

Volksvergaderingen , in 1614 , gehouden werdt :<br />

van toen af werdt het beftuur volftrekt willekeurig,<br />

en LODEWIJK XIV. voerde, eerst door den Kardinaal<br />

MAZARIN , en vervolgends door zijne andere<br />

Ministers, een zo onbepaald gebied , dat niemand<br />

der Standen 'er iets tegen inbrengen durfde of konde.<br />

Zijne heersch- en oorlogszucht , gevoegd bij<br />

eene maatelooze pragt en weelde, putteden 'sLands<br />

finantiën en fchatkist dermaate uit, dat zijn opvolger,<br />

LODEWIJK XV., reeds een weeldrig Hof en<br />

leegen kas vondt. Deze , alhoewel min oorlogszuchtig<br />

, bragt zijn langduurig leven echter niet te<br />

minder verkwistend , en voor den Lande uitputtend<br />

,


WELKEN DEN RHIJNS'1 ROOM OMRINGT.N. 23O<br />

tend, door; de belastingen werden dag aan dag bezwaard<br />

; de traage Geestelijkheid verrijkte zig, en de<br />

nuttige Burger en Landman verkwijnde van gebrek.<br />

In dezen elendigen bedorven ftaat des Rijks , befteeg<br />

de , in den fchoot der ^weelde, opgewiegden<br />

L O D E W I J K de XVI., met een' wankelenden voet,<br />

den Tliroon , om op denzelven het Toonbeeld des<br />

Koninglijken gezags uittemaaken ; fchoon men in<br />

de daad zeggen.kan , dat het Franfche Rijk, federt<br />

L O D E W I J K de XIV. , niet dan door zedelooze,<br />

baatzuchtige Ministers en Maitresfen , geregeerd<br />

werdt ; zo dat men , met een geringe verandering,<br />

van L O D E W I J K XV. en zijn' Opvolger, even het<br />

zelfde zoude kunnen zingen, wat V O L T AI R E , in<br />

zijne Henriade , van H E N R I K III., de laatfte uit<br />

den Stam van V A L O I S , zingt:<br />

Louis rtgnoit encor & fes mains inctrtaines<br />

De Vétdt éhranli laisfoient flotter les rênes,<br />

Les esprits languisfoient par le Luxe abhatut :<br />

Ou plutot en efet touis ne regnoit plus.<br />

Minijlres odieux qui regnoient pms fort nom<br />

Ifun Maitre efen-.iné, corrupteurs politiijucs<br />

Plongeoient dans les pla>firs fes langueurs lethargiqu.es.<br />

In Nedcrduitfclie Verzen door s. FEITAMA dus overgebragt:<br />

Valois regeerde nog , maar liet zijn fiappe handen<br />

Uit vadfigheid, verfchrikt door Burger dwingelanden,<br />

Den toom ontllippen van zijn waglend Rijksgebied ,<br />

Of, in der daad , Valois regeerde langer niet.<br />

't Was Quelus , Saint Maigrus, Joyeufe en Epernon,<br />

Wier wulpCche drift het hart huns laffen Konings won;<br />

Wier Staatkunde, op zijn'naam , verwaand den mee.-ter fpeelde<br />

Terwijl men hem verwijfd deê tuimlen in de weelde<br />

HBNRiK DE GROOTE , I. Zalig.


SAO BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Elendig werdt de ftaat van bet uitgeputte Land, en<br />

deze elende bewoog fommige diepdenkende Wijsgeeren<br />

, om die doodelijke waarheid , langzaamerhand,<br />

onder het Volk te verfpreiden, en eene, door hen niet<br />

voorziene, ftaatsomwenteling te bewerken, teneinde<br />

van drukkende benaauwdheeden ontheeven te worden :<br />

inmiddels hieldt men den Koning in zijne zwijmeling<br />

En vulde met muzijk de Koninglijke ooren,<br />

Zo kost hij 't deerlijk wee des onderdaans niet hooren !<br />

Edoch , allengs drong, ondanks dit alles, de klaagftem<br />

dóór , tot voor zijnen Throon ; aanftonds tragtte hij<br />

die te bedaaren, greep toe . . . doch zie, alles was<br />

uitgeput: in dezen jammerlijken toeftand werdt hij,<br />

radeloos, te rade, om de oproeping der Algemeent<br />

Staaten wéder in gebruik te brengen ; zij kwamen<br />

ook , op den 5. Meij 1789, te famen , en in<br />

hunne eerfte famenkomst zelve openbaarde zig reeds<br />

het zaad van tweedragt en burger oorlog. De derde<br />

Staat nu aangezogt wordende , om tot herftel<br />

der vervallen Finantiën mede het zijne toetebrengen<br />

, deedt zig , in de oogen der Geestelijkheid<br />

en des Adels , te fterk gelden ; doch werdt gerugfteund<br />

door fommigen des Adels , die , door denzelven<br />

, hunnen vervallen ftaat tevens tragteden te<br />

herftellen. Dezen lagen alle hunne adelijke tijtels<br />

af, en men befloot tot een gelijkheid van ftand en<br />

Democratifche Regeering , met wel een' Koning aan<br />

het hoofd , doch die , onder de Wet en de Natie<br />

ftaande , alleen het Toonbeeld van het Nationaal<br />

gezag zoude uitmaaken , en onder den algemeenen<br />

wil


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 84!<br />

Wil des Volks > alleen uitvoerer van deszelfs bevelen<br />

zoude zijn. De Koning en zijn Ministers ziende<br />

, dat de uitzichten dezer Vergaderingen dus op<br />

veel meer , dan het herftel der Finantiën doelden,<br />

trachtte dezelve te doen ophouden , en uit elkander<br />

te doen gaan ; doch te vergeefsch : toen men<br />

hen de gewoone Vergaderplaats te Vtrfailles ontzegd<br />

hadde , kwamen zij in eene Kaatsbaan bijeen.<br />

De Koning , door zijne Ministers aangezet, trachte<br />

deze weêrfpannige beweegingen met den geweldigen<br />

arm te (tuiten, en deedt, van alle zijden , troupes<br />

naar Parijs famen rukken , doch dat was olie<br />

in den brand geworpen ; men ging voort met vergaderen<br />

, verzetteden zich regens den gewapenden<br />

arm , en (telde eene nieuwe Regeerings • conltitutie<br />

op , welke op den voorgemelden Demoeratlfchen<br />

voet ingericht was ; deze Conltitutie , op den 3.<br />

September des jaars 1791 , gereed zijnde , werdt<br />

den Koning ter overziening en bekrachtiging aangeboden<br />

, die dan ook , op den 14. daar aan volgenden<br />

, aan 's Volks algemeene begeerte voldeedt,<br />

en de nieuwe Conltitutie door zijne handteekening<br />

bevestigde , en zig dus aan de daar in vervatte<br />

wetten onderwierp. De oude Regeeringsvorm door<br />

deze nieuwe Couftitutie, geheel in duigen gevallen<br />

zijnde, was men reeds, op den 29. September des<br />

jaars 1789, bedagt geweest , om het geheele land,<br />

op eene geheele andere wijze , in Departementen<br />

te verdeden ; tot welke gewigtige verandering de<br />

Heer THOÜRET, te dier tijd, reeds een Plan ingeleverd<br />

hadde , 't welk geduurig in 't oog gehou-<br />

Q den,


242 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

den, verbeterd, nagezien en veranderd wordende,<br />

eindelijk, in Januarij 1790, de verdeeling des lands<br />

in drieëntachtig Departementen , met het verval der<br />

oude Grensfcheidingen , Prinsdommen , Graaffchappen<br />

enz. met hunne voorige naamen , ten gevolge<br />

hadt. Het nieuwe Landsbeftuur nu volkomen gevestigd<br />

zijnde , werdt 'er te Parijs , in het Veld<br />

van Mars , op den 14. Julij deszelfden jaars, een<br />

plegtig Feest gevierd , waar op de Afgezondenen<br />

der onderfclieideue Departementen , met den Koning<br />

, en met elkander , voor het Altaar der Vrijheid<br />

, een plegtig Verbond flooten, en het zelve<br />

met eeden bekragtigde*. De Koning , door allerleije<br />

Raadslieden , dan ginds , dan hervvaards , gegefchokt<br />

, hieldt zig niet aan zijnen eed , maar<br />

brak denzelven : na dat hij reeds bevoorens getragt<br />

hadde , het Rijk , en de ged won gene onderdaanigheid<br />

, te ontfnappen ; doch terug gehaald zijnde,<br />

weder in het gareel gebragt was. Eindelijk verzettede<br />

hij zig weder met geweld tegen de driftigfte<br />

Hervormers, en werdt ten laatften, befchuldigd<br />

zijnde van zijne benden tegen het Volk aangevoerd<br />

te hebben , in ftaat van befchuldiging gefteld, eenigen<br />

tijd met zijne Vrouw , Dochter en Zoon ,<br />

gevangen gehouden, en laatftelijk den 21 Jan. 1793<br />

onthalst; welk lot ook der Koninginne, naderhand,<br />

mede te beurt viel ; zijnde de Koninglijke waardigheid<br />

, reeds op den 21 September 1792, voor altoos,<br />

vernietigd , en een nieuw geheel Democratisch Bewind<br />

ingevoerd. Des Konings Zoon werdt wel<br />

door de , uit het Rijk geweekene , Prinsfen van<br />

den


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. 243<br />

den Bloede , en verdere Aanhangelingen des Konings,<br />

volgends den ouden Regel van Frankrijk:<br />

De Franfche Koning fterft nooit, onmiddelijk daar<br />

op, onder ,den naam van L O D E W I J K XVII., tot<br />

Koning uitgeroepen ; doch heeft nooit genot van<br />

dezen tijtel gehad , als zijnde , in ambteloozen<br />

Haat , nd een langduurige gevangenis, overleden,<br />

's Konings Broeder , den Graaf van Provence , is<br />

voords , door de zwervende Roijalisten , onder<br />

den naam van L O D E W I J K XVIII., tot Koning<br />

uitgeroepen ; doch deze is , tot op dezen tijd toe,<br />

flegts een Pretendent, en dus Koning zonder Koningrijk<br />

, en zwerft als een Banneling overal<br />

rond , terwijl gebrek aan finantiën hem overal met<br />

den nek doen aanzien.<br />

Alvoorens het Franfche Rijk in Departementen<br />

verdeeld was , beftondt het uit zestien La; dfchappen<br />

, welke geheeten werden : Visie de France ,<br />

fOrleannois, le Lyonnois, la Picardie, la Norman.<br />

die , la Bretagne , la Guyenne £f la Gascogne , Ie<br />

Languedoc , la Provence , la Dauphinè , la Bourgogne',<br />

la Champagne , la Lorraine (Lottharingsn ),<br />

la Franche Comté, ï Al face (de Elzas), la Flandre<br />

Francoife (Fransch Vlaanderen).<br />

Het befluur dezer Landen was ouder één Hoofd<br />

begreepen , zijnde echter vrij famengefleld , alhoewel<br />

H E N D R I K IV., door eene meer willekeurige<br />

Regeering , dan te vooren plaats gehad hadde , in<br />

te voeren, en het Rijk erffelijk te maaken , fchoon<br />

het , volgends de aloude Salifché Wet , nooit op<br />

eene Vrouw kon overgaan , alles meer dan te vooren<br />

Q 2 jrj


24+ BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

in één punt deedt famenloopen, bleef echter de Adel<br />

en Geestelijkheid , veel bijzonder gezag in hunne<br />

goederen en Domeinen oeffenen , en beide bleeven<br />

hunne onderhoorigen verdrukken en uitputten ; zo<br />

dat de bezittingen van particulieren , allengs in de<br />

fchatten des Adels en Geestelijkheid verfmolten ,<br />

en de waare kracht des Rijks, te weeten het finantieel<br />

vermogen, zonder gebruik in Kerken en Kloosters<br />

opgekropt, alleen diende om millioenen, voor<br />

den Staat onnuttige, wezens, werkeloos te voeden,<br />

of door den Adel, op eene baldaadige wijze, verkwist<br />

werdt; dat dan ook eindelijk de aanleiding<br />

tot de gemelde Staatsverandering moest geeven, en<br />

het roer der Regcering des Lands, uit de verzwakte<br />

handen des Konings, Adels en Geestelijkheid, inde<br />

fterke vuisten des Volks moest doen wederkeeren.<br />

Thands echter, federt den dood van ROBESPIER-<br />

RE, in 1794 voorgevallen, heeft 'er, in de wijze van<br />

Volksbeduur, weder eene andere regelmaat en nieuwere<br />

Conditutie plaats; niet elk Departement zendt<br />

meer zijne afgezondenen in eene Algemeene Vergadering<br />

, zo als in den aanvang , maar het Volk kiest<br />

elk in zijn District Leden tot een' Raad van vijfhon*<br />

der d Perfoonen (le Confeil des cincq cents), en Raad<br />

der ouden (Confeil des anciens) , en deze voeren<br />

thands het Souverain beduur over het geheele Gemeenebest,<br />

en de Landfchappen , die zig, federt de<br />

ongelooffelijk gelukkige wapenen dezer nu vrijwerkende<br />

Natie, onder derzelverbefcherming begeeven,<br />

en zig in haar Gemeenebest ingelijfd hebben. Deze<br />

Groote Raad vormt alle groote plannen van beduur,<br />

Oor-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 245<br />

Oorlog en Vrede. Voords is dit Gezelfchap verdeeld<br />

in twee Collegicn , welker eene het Wetgeevend Be-<br />

fiaur (le Directoire legislatief) geheeten wordt; dit<br />

maakt en verandert de Wetten, en geeft dezelven aan<br />

het tweede lighaam, genoemd het uitvoerend Beftuur<br />

(le Directoire executif) over , om met den meesten<br />

fpoed in werking gebragt te worden; echter dat beftuur<br />

heeft de magt, om bedenkingen tegen die bevelen<br />

intebrengen , en juist dat vermoogen , veroirzaakt<br />

nog eene geduurige oneenigheid en onderlinge bot-<br />

fing der gecoidtitueerdc Magten , in deze Nieuwe<br />

Republiek ; waar bij nog komt, dat de Partijfchap.<br />

pen , zo wel der aanhangelingen des Koninglijken<br />

beftuurs of Royalisten , die 'er nog zo wel in het<br />

openbaar als in 't heimlijk , in grooten getale zijn,<br />

en daar tegen de partij der volftrekte Democraaten<br />

of Jacobijnen , met nog veel andere min voornaa­<br />

me, elk zijn eigen meening doordrijvende, partijen ,<br />

de inwendige rust , nog geduurig doen wankelen ,<br />

en, door het ftooken der nabuurige Moven , en wel<br />

inzonderheid van het EngelfcheMinisterie , de nieuw<br />

bekomene Vrijheid, nog geftadig blijven belaagen.<br />

Na deze voorloopige aanmerkingen over deze, in<br />

de daad wonderlijke, Republiek, zullen wij tot der­<br />

zelver meer bijzondere aardrijkskundige befchrijving<br />

overgaan, immers van dat halve gedeelte deszelfs,<br />

het welke zig op onze Landkaart voordoet , en zig<br />

nevens den westelijken Oever van den Rhijnfiroom,<br />

tot het benedenfte gedeelte onzer Landkaart uitftreVr.<br />

Vruchtbaarer, beter voor den Handel en Scheep­<br />

vaart , zo binnens lands , als op de groote Zeëen ,<br />

Q 3 S e<br />

-


*\6 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

gelegen Land , kan men gerustelijk zeggen , dat<br />

'er op aarde niet gevonden wordt ; de Natuur<br />

fchijnt het zelve tot den zetel der welvaart , en tot<br />

eene woonplaats voor Engek-n gevormd te hebben.<br />

De luchtsgefteidheid is 'er gemaatigd en aangenaam,<br />

zo dat veelen, althands der binnenfte gedeelten van<br />

het land , dermaaten gezond van lucht zijn , dat<br />

men'er de meeste hoogbejaarde lieden , die zelfs meer<br />

dan een eeuw tellen kunnen , ontmoet; alleen fom-<br />

migen der Landfchappen, welken aan de Noordzee<br />

gelegen zijn , genieten die heilzaame lucht niet.<br />

Het Land heeft eene bijna vierkante gedaante , en<br />

zoude juist vierkant zijn , zoo niet de weleer dus<br />

genoemde Provincie Bretagne , thands vervattende<br />

de Departementen du Finifterre , de Coté du Nord<br />

de rille & de la Fillaine , en de Loire inferieure]<br />

een aanmerkelijk uitffek in zee vormden. Dit vier-<br />

kant grenst ren oosten aan Duitschland en Zwitfer­<br />

land , ten zuidoosten aan Italiën , ten zuiden aan<br />

de Golf van Lyon en de Middellandfche Zee , ten<br />

zuidwesten aan het Koningrijk Spanjen, van welke<br />

laatde het door een bergketen, het Pyreneefche ge­<br />

bergte neheeten, even als van Italiën door de Alpen<br />

afscheiden , en , als 't ware , door de Natuur<br />

zelve bepaald wordt. De geheele westelijke zijde<br />

wordt dooc den Noorder Oceaan, welke, langs de­<br />

ze kusren , de Bogt van Frankrijk genoemd wordt,<br />

belpoeld ; ter vijl de zee-engte, tusfchen dit land<br />

en Engeland, het Canaal geheeten , benevens de<br />

Bataaffche Republiek , de noordelijke grenzen des­<br />

zelfs uitmaaken.<br />

Vier


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 1l\J<br />

Vier voornaame Rivieren bewateren het op eene<br />

zo geregelde wijze, dat zij derzelver takken over het<br />

geheele land denmiate verbreiden , dat de vrucht-<br />

baarheid alomme door dezelven bevorderd wordt :<br />

deze zijn de Seine, de Loire , de Garoime , en de<br />

Rhone. Men heeft , in de benaaming der meeste<br />

Departementen , zig naar derzelver loop , en daar<br />

invallende kleine Uiviertjens en Siroomen gericht ,<br />

gelijk ook naar de Gebergten, welken hier en daar,<br />

door het land , en langs deszelfs grenzen , gevon­<br />

den worden , en de Zeeën', die voorbij derzelver<br />

kusten golven. De weinige Eilanden, die alle zeer<br />

digt nevens het land liggen , als zijn : de Hier es, Ré,<br />

Oleron, Belisle en Noirmoutil, hebben hunne oude<br />

naamen, na de nieuwere verdeeling, nog behouden.<br />

Onze Kaart bevat juist de helft van dit Land ,<br />

en wel die, welke ten oosten gelegen is, zijnde daar<br />

in zichtbaar de volgende Departementen , als:<br />

Het Departement des Bas fes Alpes, oudtijds weleer<br />

een gedeelte van Provence; men vindt in her zelve<br />

de Hoofdftad Digue, zijnde alleen'aanmerkelijk we­<br />

gens heure oudheid; zij ligt aan den voet van een<br />

gedeelte van het Alpifche Gebergte , aan het riviertjen<br />

Bleone, 't welk in de grootere Rivier Durance valt,<br />

aan welke nog ligt het Steedjen Sisteron ; voords<br />

vindt men ia dit District nog de Steedjens Barce-<br />

lonette, Senez en Manosque , waarvan niets merk­<br />

waardigs te melden valt, dan alleen, dat omdreeks<br />

dezelven veele Romeinfche Oudhecdcn opgedolven<br />

Zij n. De lucht is hier, gelijk ook in het ove­<br />

rige gedeelte van Provence , dat nu door het L)e-<br />

Q 4 P""


243 BESCHRIJVING DER. RIJKEN EN STAATEN ,<br />

parlement du Var en des bouches du Rhone beflagen<br />

wordt, en weleer Neder - Provence genoemd werdt,<br />

over het geheel heet , en door een' dikwijls waaijendeo<br />

noordoosten wind, droog en fchraal; zo dat<br />

dit Land eigentlijk het minst vruchtbaar is ; maar<br />

daar tegen is het rijkelijk bedeeld met bloemgewasfen<br />

en welriekende Heesters , welken 'er alóm eene<br />

lieffelijke geur verfpreiden ; waarom de Franfchen<br />

het zelve une Gueufe parfumée , of geparfumeerde<br />

Bedelaar/Ier, pleegen te noemen : deze verdroogende<br />

wind wordt door de inwooners Mistrau geheeten;<br />

men pleeg 'er derhalven van te zeggen :<br />

Mistrau , Parlement £f Durance ,<br />

Sont les trois pluyes de Provence.<br />

dat is :<br />

De Oostenwind, het Parlement, en de Rivier Durttnct,<br />

Zijn de drie plaagen van Provence.<br />

De drooge en zandige grond is hier echter zeer gefchikt<br />

vojr Granaatappelen, Orange, Citroen, Vijgen<br />

en Dadelboomen, die hier ook in menigte groeijen<br />

; ook worden 'er de Kermes-beziën , waar mede<br />

men Carmozyn verwt, van een'fleekenden Fleester,<br />

ter hoogte van drie voeten, verzameld.<br />

Het Departement des Hautes Alpes , 't welk aan<br />

het eerstgenoemde grenst, en zo genoemd wordt,<br />

om dat het Alpisch Gebergte aldaar hooger is dan<br />

in het zo even befchreeven Departement ; is een<br />

gedeelte van het voorig Landfchap Dauphiné , 't<br />

welk dien naam draagt van zekeren GUY, wiens<br />

Doopnaam DAUPHIN was , de Vierde van dien<br />

naam onder de Graaven van Albon , die in 't midden


WELKEN ÖEN RHIJNSTROOM OMRINGÉNI 249<br />

den der XII. eeuw, het Ftennois, zo als het land,<br />

na de Hoofdftad Fienne , te dier tijd , genoemd<br />

werdt, Souverein regeerde, en zijn' naam aan zijne<br />

navolgers mededeelde, die zig vervolgends allen<br />

Dauphins van V Vtennois noemden , tot dat HUM-<br />

BERT II. die de laatfte was van den derden ftam,<br />

ni het overlijden van zijn' Zoon en eenigen erfgenaam,<br />

in 1343, het geheele Dauphiné aan den Hertog<br />

van Orleans, tweeden Zoon van FILIPS VI.,<br />

Koning van Frankrijk , overdroeg ; echter zodanig<br />

, dat het Dauphiné nooit met het Koningrijk<br />

van Frankrijk vereenigd mogt worden : op dien<br />

voet is KAREL V., vóór dat hij Koning werdt,<br />

Dauphin geweest; echter KAREL VII. was de laatfte<br />

, die deze voorwaarde in acht nam, en het Dauphiné<br />

, in 1426 , aan zijn' Zoon afftondt. Sedert<br />

dien tijd , hebben de oudfte Zoonen der Koningen<br />

alleen den naam van Dauphin gevoerd , terwijl de<br />

Koningen den tijtel en eigendom aan hun zeiven<br />

behouden hebben. De Hoofdftad van dit Departement<br />

is een oud Steedjen Gap geheeten, waar van<br />

niet veel valt aantemerken , wijl het, door plundering<br />

en brand ,, in 1692, bijna geheel verwoest geweest<br />

is. De Durance , een fmalle Rivier, welke echter<br />

zo hier , als in het Departement des basfes Alpes ,<br />

groote fchade , door opzwellingen en overftroomingen<br />

, aanbrengt , ontfpringt alhier in het gebergte<br />

voorbij de , in 1693 , verfterkte plaats , genoemd<br />

Mom Dauphin ; ook is hier nevens de oude Stad<br />

Briancon , aan het hangen van een ftijle Rots gebouwd,<br />

op welker top een fterk Kasteel gefticht is.<br />

Q 5 De


45


WELKEN DEN RIIIJNSTROOM OMRINGEN. 251<br />

hand raaken moet, om overtuigd te zijn , dat de<br />

kunst alleen deze begoocheling aan het gezicht ver­<br />

wekt. Nog ligt in dit Graaffchap Pennisfin , de<br />

Stad Carpentras, bekend wegens de Markt des Kei­<br />

zers NERO , welke hij alhier , onder den naam<br />

van Forum Neronis , ingelleld heeft , als ook het<br />

Steedjen Faisfon , en voords het zeer bergachtig<br />

Prinsdom Orange , 't welk westelijk mede aan de<br />

Rhone paalt , en welks Hoofdflad van den zelfden<br />

naam , aan het kleine Riviertjen de Maine geflicht<br />

is. Ten tijde der Romeinen heete deze flad AraU-<br />

Jïa, en'er pleeg, in 1707, nog een oude Thriumph-<br />

boog , na fommiger gevoelen , ter eere van M A><br />

'RIUS, wegens deszelfs overwinning op de Cim-<br />

bren , gevonden te worden ; doch deze is federt<br />

ingevallen en weggeruimd. Men vindt 'er echter<br />

nog de overblijffelen van een' Romeinfchen Schouw­<br />

burg , Waterleiding , en Baden. 'Er is ook eene<br />

Univerfiteit , in den jaare 1365 , door Keizer KA­<br />

REL IV- opgericht. De eigentlijke Hoofdftad van<br />

dit Departement is Falence, tusfchen de Drome en<br />

de Ifere, weleer in het Dauphiné gelegen, een re­<br />

denlijk groote Stad, waar in veel fraaije gebouwen,<br />

gelijk zijn de Domkerk en Paleis van den gewee-<br />

zen Gouverneur. In het Klooster der Predikheeren<br />

wordt het gebeente van een' Reus vertoond , die<br />

de Tyran van Ftvarois geheeten wordt , wordende<br />

in het laatstgenoemde Landfchap zijn Kasteel ge­<br />

vonden , waar zijn onmaa;ig groot Bekkeneel als<br />

nog bewaard wordt. Onze meening , omtrent die<br />

zeldzaame groote beenderen , hebben wij bereids,<br />

toen


t$i BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

toen wij' van den Reus van Spiert fpraken , opgegeeven.<br />

Nevens deze Stad is een zeer prachtig<br />

Landhuis , het Palentin geheeten , .(taande in het<br />

midden eener Diergaarde , en hebbende een fchoon<br />

uitzicht aan de Rhone , aan het welke eene Gallerije<br />

gebouwd is , die in breedte die van Verfailles<br />

overtreft. Montelimart is een kleine , doch dichtbewoonde<br />

Stad , met een Kasteel ; St. Paul en le<br />

Buis zi[n Steedj'eus van weinig aanbelang, even als<br />

Die, alwaar, vóór de herroeping van het Edict van<br />

Nantes , de Academie der Hervormden , pleeg te<br />

zijn , en Cr est, waar eene Staatsgevangenis in een'<br />

Toren is , beiden aan het Riviertjen de Drome<br />

liggende.<br />

Wanneer wij nu den benedenrand van onze Landkaart<br />

, gemakshalven , volgen , vinden wij aan de<br />

overzijde van de Rivier de Rhone, en wel aan deszelfs<br />

westelijken oever :<br />

Het Departement de l''Ardefche, weleer het Landfchap<br />

Vivarois , en behoorende onder de Provincie<br />

Languedocq ; Fiviers was 'er de Hoofdftad van ;<br />

buiten deze Stad wordt, op een Rots, een zeer oud<br />

Muurwerk , waar in een Basreliëf uitgehouwen is,<br />

gevonden , 't welk men wil, dat de oude Perfifche<br />

Godheid Mithra zoude verbeelden , welke aldaar,<br />

ten tijde der Romeinen , geplaatst zoude zijn geweest.<br />

Thands is de Hoofdplaats van dit District<br />

het kleine Steedjen Privas ; voords vindt men 'er<br />

de weinig aanmerkelijke Steedjens Tournon , Saig.<br />

nes , St. Peray en Aubenas , welke allen aan de<br />

Rhone liggen , als ook Annonay , dat meer westelijk


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 353<br />

lijk in het noorder gedeelte , en /' Argentiere en<br />

Joyeufe , die meer zuidelijk omtrent het kleine Riviertjen<br />

VArdefche , waar ua het Departement genoemd<br />

is, gelegen zijn.<br />

Het Departement Gard, ook genoemd na het<br />

Riviertjen van dien naam, en weleer mede een gedeelte<br />

van Languedocq , is flegts voor een klein gedeelte<br />

op de Kaart zichtbaar. De Stad Alais, waar<br />

veele Fabrieken van Sarges , Ratijnen , en andere<br />

grove wolle Stoffen zijn , komt tevens met de kleine<br />

Steedjens Esprit, Bagnols en Uzes, aan de Rhone<br />

liggende, op onze Kaart voor ; doch de vermaakelijke<br />

Stad Nimes , zijnde thands de Hoofdplaats<br />

van dit Departement , ligt zuidelijker, en dus buiten<br />

het bellek onzer Landkaart. Hiernevens, edoch<br />

achter het Comportement of Opfchrift onzer Landkaart<br />

, liggen :<br />

De Departementen Cantal, Aveiron en de la Lozere<br />

, welker Hoofdlieden St. Flour , Rhodes , en<br />

Blende zijn ; doch waar in anders niets merkwaardigs<br />

wordt aangetroffen. Wij gaan dus over tot:<br />

Het Departement de V Ifere,, aan den oostelijken<br />

oever der Rhone grenzende , en het welk zijn' naam<br />

van het Riviertjen ? Ifere ontfangen heeft. Het<br />

was weleer mede een gedeelte van het Dauphiné,<br />

De Hoofdftad of Vergaderplaats deszelfs is Grenoble<br />

, weleer de Hoofdflad van het Dauphiné;<br />

een zeer aangenaame Stad, welke eerst , ten tijde<br />

der Romeinen , Cularo genoemd werdt, doch federt<br />

Keizer GRATTAAN dezelve heeft doen herbouwen<br />

, is zij Gratianopoiis geheeten , en heeft<br />

heui'


454 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

heur' naam Grenoble , in die van Greifivaudan , in<br />

welk Landfchap zij ligt, ontleend. De Ifere ver­<br />

deelt deze Stad in twee deelen. Het Paleis van<br />

het aldaar weleer gehouden wordende Parlement is<br />

een fraai geflicht ; het Hof is een wandelplaats<br />

achter het Stadhuis, en de Cours een zeer vermaa-<br />

kelijke wandelplaats , uit verfcheiden kruislaanen<br />

beftaande , is buiten de Stad gelegen. De kleine­<br />

re Plaa'sjens dezes Departements , als Cremieu ,<br />

Bourgoin , la Tour du Pin , Moirans, St. Marcel-<br />

lin aan de Ifere, Fienne en Condrieu aan de Rhp-<br />

ne , zijn van te weinig belang voor ons beknopt<br />

beftek.<br />

Aan de overzijde , of noordelijken oever , van<br />

den Arm der Rhone , welke het Departement de<br />

VIfere bepaalt, en van de Stad Lyon af, tot aan het<br />

Meir van Geneve ftroomt, ligt:<br />

Het Departement de l'Ain , aan het Riviertjen de<br />

Ain , dat aan den voet van het hoog gebergte Ju­<br />

ra , op de grenzen van Zwitferland , ontfpririgt,<br />

en hier, bij Cremieu, in de Rhone valt. De Hoofd­<br />

ftad van dit kleine Departement , is- het Steedjen<br />

Bourg of Bourg en Bresfe , na het Landfchap ,<br />

waar in het zelve gelegen is , en dat eertijds den<br />

naam van Bresfe droeg. Eenige kleine Steedjens,<br />

als St. Trivie , Pont de Feyde , Nantua , Amhe-<br />

rieux , St. Rambert en Montleul, behooren onder<br />

dit Departement.<br />

Het Departement du Jura , grenst hier nevens,<br />

en wordt ten noorden en westen door de bergreeks<br />

van dien naam bepaald , en door het Riviertjen de Ain<br />

ge-


WELKEN DEN RHIJN5TRO0M OMRINGEN.<br />

geheel overlangs doordroomt. De Hoofddad is Sal'ms,<br />

een klein Steedjen ; voords vindt men'er de<br />

Steedjens. Dole, weleer de Hoofddad van het Franfche<br />

Comté, aan de Rivier Doubs gelegen ; de ligging<br />

dezer Stad, en de levenswijze aldaar, was,<br />

in oude tijden , zo vermaakelijk , dat men ze oudtijds<br />

daarom Fa! d'Amour , of het Dal der Minne<br />

als ook het vrolijke Dole, genoemd heeft; doch na<br />

dat zij door de Franfchen, in 1479, ten eenemaal<br />

verwoest is geworden, heeft men haar het bedroefde<br />

Dole geheeten. De groote Kerk, en het voormaalig<br />

Collegie'der Jefuiten aldaar , zijn merkwaardig<br />

, gelijk ook la Place des Arenes , zijnde weleer<br />

geweest een Worrtelperk 'of Arena der Romeinen.-<br />

De Stad is redenlijk groot van omtrek , en het getal<br />

van derzelver inwooners wordt tusfchen de vier<br />

en vijfduizend gefchat. Dc kleinere Steedjens Ar.<br />

bois, Poligny, Lonfe , Orgelet eh St. Ciaude, zijn<br />

van weinig belang.<br />

Het Departement du Doubs , het welk tusfchen<br />

het gebergte Jura en de Rivier Doubs gelegen is,<br />

waar in de Stad Befancon de Hoofdplaats uitmaakt.<br />

Deze was weleer de Hoofddad van het Franche<br />

Comté , zij is vier honderd en vierendertig jaaren<br />

ouder dan Rome, en werdt door JULIUS CAESAR ,<br />

als een der derkde plaatfen van oud Galli'èn gegeroemd<br />

; thands worden 'er nog veele oudheeden<br />

der Romeinen , als een Schouwburg , verfcheiden<br />

ruïnen van Tempels enz. gevonden. Zij wordt in<br />

een hooge en laage Stad , na heure ligging op het<br />

gebergte, verdeeld ; heure brug over de Rivier is,<br />

" * aan


256 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATENj<br />

aan de eene zijde , met een prachtig Portiqus of<br />

gewelf voorzien ; een der Poorten dezer fraaije ftad<br />

la Taillèe genoemd , is geheel uit een Rots gehouwen<br />

, en geeft toegang tot een oude Romeinfche<br />

Waterleiding buiten dezelve. In de Domkerk ,<br />

wordt, zo men voorgeeft, een ftuk van den zweetdoek<br />

van VERONICA bewaard, en als een Relt'<br />

quium van veel waardij , tweemaal 's jaars , aan<br />

een, van alle zijden toegevloeide, menigte aanfchouweren<br />

vertoond. 'Er is ook een beroemde Univerliteit<br />

en Boekerij , en in 1752, is hier een Academie<br />

van Weetenfchappen en Taalgeleerdheid opgericht<br />

geweest. De overige Steedjens van dit Departement,<br />

als zijn Neufchatel, St. Hypolite, Qjiisgey<br />

, Qrnans , Pontarlier en Joux , zijn van weinig<br />

aanbelang.<br />

Thands den westelijken oever des Rhijns befchouwende<br />

, vinden wij boven het Comportement onzer<br />

Landkaart, een groot gedeelte van :<br />

Het Departement Puy de Dome , dus genoemd<br />

na de hooge uitfteekende heuvelen en gebergten,<br />

welken in deze Landflreek gevonden, die door deszelfs<br />

inwooners Puy geheeten worden ; waarfchijnlijk<br />

van het Latijnfche woord Podium , 't welk<br />

eene hoogte of verhevene plaats betekent. Dit<br />

Departement heeft ten Hoofdftad Clermont , en<br />

was weleer de Provincie Auvergne in het Lyonnois.<br />

De Stad is reeds bij de Romeinen bekend , en ,<br />

zo fommigen willen , het Gergovia bij CAESAR<br />

geweest. Zij ligt op een' heuvel , nabij de Rivier<br />

Allier, en van deze ligging heeft ze, in de negende<br />

eeuw,


WEtKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. Ög?<br />

eeuw, haar te dier tijd gebruikelijke naamenNemos*<br />

fus en Oppidum Arvernum in Clairmont of Clermont,<br />

zo veel als C/ara Mom , of de aanzienlijke Heuvel<br />

Verkregen. De dichtbebouwdheid dezer volkrijke ftad<br />

maakt derzelver voorkomen niet bevallig ; de huizen<br />

zijn hoog en duister, en de ftraaten eng. De<br />

voornaamfle gebouwen zijn de groote Domkerk ,<br />

waar bij weleer een zeer dikke en hooge Toren<br />

pleeg te ftaan., doch die is , in 1727, ingeftortv<br />

In de Voorftad St. Alyre geheeten , vindt men een<br />

zeer zeldzaam Natuurwonder, beftaande in een verfteenende<br />

Fontein , welker water, langs een houten<br />

plank, die over een floot ligt , loopende, dezelve<br />

ten eenemaal in fteen veranderd heeft. In de<br />

Voorftad de Gras is de Abtdij St. André, wegens<br />

de daar in gevonden wordende Tomben , waar in<br />

menfchenbeenderen van meer dan gewoone groote s<br />

zeer aanmerkelijk. Hier pleeg eene Sociëteit van<br />

Geleerden gevestigd te zijn, welke zig voornaamlijk<br />

met het onderzoek der Natuurlijke Historie „<br />

bézig hieldt. De overige Steedjens , alle Hoofdplaatfen<br />

der Districten , waar in dit Departement<br />

onder verdeeld is , .zijn Montaigu en Riom b<br />

welke in 't Latijn Ricomagus, of de Rijke Stad,<br />

geheeten werdt , wijl zij voorheen aanzienlijk , eB<br />

het verblijf der Hertogen van Auvergne, geweest is;<br />

Tiers , Billon , Besfe , Ifoire , en Ambert. Ook<br />

vindt men hier, bij het Steedjen Puy , in 't Latijn<br />

Podium geheeten , den oirfprong van de groote Rivier<br />

de Rhone. Nog vindt men in de nabijheid van<br />

Clermont, den hoogen berg Puy de Domc , al? ook<br />

R de.


258* BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

de Mont d'Or , of Goudberg , welke duizend en<br />

dertig vademen hoog gefchat wordt. Nabij dezen<br />

berg ziet men de Bronnen van Mont d' Or , welken<br />

met watergulpen uit grotten voortkomen, koud,<br />

laauw en heet water opgeevende ; een derzelven<br />

draagt den naam van het Bad van Ccefar. Veele<br />

Fabrieken van Stoffen , Lakens , Kanten, als ook<br />

Papiermaakerijen , en een zeer fterke handel in<br />

Wijn, Kaas, Vee en groenten, maaken voords dit<br />

District zeer welvaarend.<br />

Het Departement de f Altier , zo genoemd van<br />

de Rivier FAUier, die 'er door heen loopt , is een<br />

gedeelte van het, voorheenen zogenoemde, Bourbonmis.<br />

De Hoofdftad derzelve is Moulins; de Steed.<br />

jens Cerilly , Montlucon , Montmaraut , Cannat „<br />

Ctisfet en Donjon, zijn de Hoofdplaatsjens der Districten.<br />

De tegenwoordige Hoofdftad is ook weleer<br />

die van het geheele Bourbonnois geweest. Zij<br />

ligt aan de Rivier f Allier , welke in het Departement<br />

Puy de Dome , met twee takken', uit het<br />

gebergte, in de nabijheid van Clermont, ontftaat,<br />

en dit Departement doorgedroomd hebbende , bij<br />

Nevers in de Loire valt. Zij is niet oud , hebbende<br />

heuren oirfprong genomen uit een'ouden Tu.<br />

ren , in welks nabijheid de Heeren van Bourbon<br />

zig met de Jagt pleegen te vermaaken , en waar<br />

nevens naderhand een Jagtdot gedicht is, Moulins<br />

genoemd , wegens de nabijheid van eene menigte<br />

Molens , 't welk , in 1755, door brand , vernield<br />

Werdt. De Kerken en geestelijke Gedichten verdienen<br />

hier bezichtigd te worden , en weHnzon-<br />

der-


. WELKEN. DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 259<br />

derheid dé fraaije Tombe van den laatften Hertog<br />

van Mentmorencie, en het Klooster der Vifitandi-<br />

4tes aldaar , in het welke deszelfs Weduwe, M het<br />

onthoofden van heur' Gemaal, in 1Ö32, heur leven<br />

in afzondering , ten einde bragt. De Stad werdt<br />

voords , in 1696 , op 11390 inwooners begroot.<br />

Het is flegts een Vlek , doch van een' alleraangenaamfte<br />

ligging; drie uuren westwaards van dit<br />

Vlek ligt eene andere, om heure Wateren beroemde,<br />

Plaats , weleer Bourbon VArchambaud geheeten ; de<br />

Mineraale wateren van Bourbon, welken door geheel<br />

Frankrijk bekend en in gebruik zijn, worden daar<br />

ter plaatfe , in drie putten , bij eikanderen gevonden<br />

; het water is zo heet , dat men 'er de hand<br />

niet in houden kan, evenwel kan men 'er geene<br />

Eijeren gaar in kooken ; doch in de Baden , die<br />

nevens de Putten gefticht zijn , is het water veel<br />

koeler , en dient om te drinken , en om in te baaden<br />

; zelfs is 'ermede een geheel koude bron, welke<br />

de Fontein van Jonas geheeten wordt.<br />

Onze Landkaart nu weder een weinig zuidelijker<br />

oefchouwende, waar de Loire bij het fteedjen lePuy<br />

gijn' oirfprong neemt, vinden wij aldaar:<br />

Het Departement de Rhone £f de la Loire , het<br />

welk ten oosten door de Rhone bepaald, en voords<br />

door de Loire doorfneeden wordt. Deze Landftreek<br />

heeft weleer de Provincie Lyonnois uitgemaakt<br />

; deszelfs Hoofdftad is de aloude en aanmerkelijke<br />

Stad Lyons aan de Rhone, waar zij met de<br />

Saone famenvloeit, het Lugdunum der oude Ro*<br />

Sieinen 5 eene Stad, over welker nog aldaar g»<br />

R 2 voi«


2fJo BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

vonden wordende oudheeden een geheel Werk, onder<br />

den tijtel : Antiquitès de la Ville de Lyon , ou<br />

Explications de fes plus anciens Monumens enz. aldaar,<br />

met plaaten , in 1738, uitgegeeven is. Men<br />

wil , dat dezelve door den Romeinfchen Veldheer<br />

PLANCUS , die, onder bevel van j u L 1 u s C M~<br />

SAR , een Legioen aanvoerde, in het 709, jaar nk<br />

Romens bouwing , geflicht zoude zijn , en dat derzelver<br />

naam van twee oude Celtifche woorden ,<br />

naamlijk Luc, betekenende een Volk, en Dun, een<br />

Gebergte , zoude gevormd zijn , even of men derzelver<br />

bewooners , wegens de heuvelachtige ligging<br />

der Stad, het Bergvolk genoemd hadde. Wat<br />

hier van zij, dit is zeeker , dat deze plaats den<br />

Romeinen altijd zeer ter harte gegaan heeft. ><br />

Immers , ten tijde van NERO , door brand geheel<br />

vernield zijnde , is zij door hem , met veel<br />

pracht, herbouwd; en CA LI GUL A (lichtte 'er<br />

een Academie en een Paleis, waar in hij zig dikwijls<br />

ophieldt. De bverblijffelen van deze Romeinfche<br />

grootheid, zijn'er nog gedeeltelijk voorhanden, beftaande<br />

in een groot overblijffel der muurwerken van<br />

het Paleis van Keizer AUGUSTUS, die aldaar drie<br />

jaaren lang zijn verblijf gehad heeft, te weeten, van<br />

den jaare 737 - 740 na de bouwing van Rome. Deze<br />

overblijffelen liggen in een Wijngaard binnen de<br />

muuren dier Stad ; daar nevens ftaat ook nog een<br />

dik Muurwerk , waar onder men wil , dat een<br />

gouden Kalf begraaven zoude zijn , 't welk AU­<br />

GUSTUS, als een' Egyptifche God, onder het getal<br />

zijner Goden, vereerde ; doch men heeft het<br />

zei-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. *f5ï<br />

zelve , hoe fterke naarvorfchingen men- 'er ook om<br />

gedaan hebbe , nog niet opgedolven. Een weinig<br />

verder vindt men binnen de Stad een' Berg , waar<br />

op nog muurbrokken van een' Tempel, die weleer<br />

aan de Godinne Venus gewijd geweest is, zijnde deszelfs<br />

top van daar Forum Fenerh genoemd geweest;<br />

welke naam nog is overig gebleeven in dien van<br />

la Forviere , dien dezen berg thands draagt , zijnde<br />

de Tempel grootendeels tot een Kerk gebezigd , die<br />

ter eeren van THOMAS AQUINAS gedicht , en<br />

Notre Dame de la Forviere, genoemd werdt. Deze<br />

Berg of Duin heeft de Stad derzelver naam Luc dun<br />

bij de Celten doen geeven ; de Romeinen noemden<br />

dezelve, gelijk blijkt uit een oud opfchrift , in<br />

de St. Pieters Kerk aldaar nog voorhanden : CMtas<br />

Sequanorum. Voords vindt men in den Wijnberg<br />

van het Klooster der Urfulijnen, nog een zeer<br />

gaaf muurwerk en grondflag eener kostbaare Waterleiding,<br />

gelijk ook een diergelijk, buiten de Poort<br />

van St. Ireneus, zichtbaar is. Verfcheidene andere<br />

merkwaardige oudheeden zijn , van tijd tot tijd ,<br />

alhier uit den grond opgedolven ; onder dezen is<br />

voornaamlijk beroemd het Taurobolium, of Altaar ,<br />

waarop men Keizer ANTONINUS geheiligd heeft;<br />

welke geheimzinnige plegtigheid op deze of diergelijk<br />

eene wijze , pleeg te gefchieden : men groef<br />

een' diepen kuil in den grond , en in dezen daalde<br />

de perfoon , die voor twintig jaaren lang geheiligd<br />

of gewijd zoude worden , af ; vervol gends lag de<br />

Opperpriester een' brug van eenigzins van elkander<br />

afgezonderde flanken, over denzelven heenen, vaa-<br />

R 3 wel-


%6l BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

welke plegtigheid hij den naam van Pontifex maxima;<br />

of Opperbruggenmaaker;, die .de Paufen vervolgends<br />

zig toegeëigend hebben,, verkreeg. Op<br />

deze planken werdt voords een Stier , Ram , of<br />

Geit geflagt , welks bloed door dereeten op den,<br />

zig in den kuil bevindenden, perfoon-afdroop, die,<br />

daarmede, op deze wijze, geheiligd werdt. Deze<br />

heiliging werdt , zo men die met een' Stier verrichte<br />

, Taurobolium , zoo met een Ram , Criobolium,<br />

en met een Geit, Aegiobolium geheeten. Deze<br />

ïoorten van offerhanden werden meest ter middernagt,<br />

en door de Priesters der Godinne Cybele ,<br />

verrigt. Het Taurobolium , dat men te Lyon, op<br />

den berg la Forviere, gevonden heeft, is een vierkant<br />

Altaar van marmor , van eene aanmerkelijke<br />

hoogte , waar in zodanig een' kuil uitgehold is ;<br />

op de voorzijde vindt men een Stiershoofd met een<br />

Latijnsch opfchrift, 't welk vermeldt, dat het zelve<br />

voor Keizer ANTONINUS vervaardigd is geweest.<br />

Op deszelfs regterzijde is een Offermes , en op de<br />

linkerzijde nog een Stiershoofd uitgehouwen ; de<br />

agterzijde is glad , zonder eenig afbeeldfel. Dit<br />

zij genoeg wegens de veele en beroemde oudhee-<br />

-* den dézer Stad ; wij gaan over , om derzelver tegenwoordigen<br />

ftaat,, zo veel ons beftek toelaat, te<br />

overzien.<br />

De Stad Lyon wordt voor de tweede Stad , in<br />

aanzien en grootte na Parijs, in geheel Frankrijk<br />

gehouden ; immers heure groote is weinig minder,<br />

en , als men de Voordeden van Parijs mede afzondert<br />

y is zij veel grooter dan die Stadedcch de


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 2.6$<br />

ligging derzelve , bij den famenloop der fterk bevaaren<br />

Rivieren de Rhone en Saone , (welken de<br />

Romeinen Rhodanis en Araris pleegen te noemen )<br />

bezorgt haar eene handeldrukte , die haat boven<br />

Parijs., doet uitmunten ; fchoon het getal heurer<br />

inwooners, alhoewel thands op 90,000 gefchat<br />

wordende , veel geringer is , van waar men pleeg<br />

te zeggen : Gelijk Parijs zonder neering is , even<br />

zo is Lyon zonder volk ; immers binnen den wijden<br />

omvang heurer muuren , vindt men veele Wijnbergen<br />

, en , gelijk gezegd is , de groote berg de la<br />

Forviere , en nog daar bij den berg St. Sihastien.<br />

De Stad is voorzien van zes Poorten , en derzelver<br />

omtrek wordt , binnen heure muuren , gerekend<br />

op drie uuren gaans. 'Er zijn vier voornaamePleinen<br />

in dezelve , waar van één voor een Beurs gebruikt<br />

wordt , terwijl op een andere het Stadhuis gevonden<br />

wordt, waar men eene zeer naauwkeurige afbeelding<br />

vindt van den feilen Brand , uit een onweder<br />

ontdaan , die deze groote Stad , ten tijde<br />

van NERO, bijkans geheel verwoest heeft. De<br />

Hoofd- of Domkerk van St. Jan , gelijk ook die<br />

van St. Just en van St. Ireneus , zijn prachtige ,<br />

doch oude gebouwen ; maar de Voorgevel van het<br />

weleer dus genoemd Collegie der Je/uiten, is ineen*<br />

rijken en kostbaaren fmaak, geheel van marmor, geflicht.<br />

In dit prachtig gebouw , het rijkfle van die<br />

Sociëteit in geheel Frankrijk, vindt men ook eene<br />

aanmerkelijke Bibliotheek , waar in men , als iets<br />

zonderlings , eene Algemeene Historie van China ,<br />

te Peking gedrukt, den letterlievenden vreemdeling<br />

R 4 pleeg


•2Ö4 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN»<br />

pleeg te toonen : waarfchijnelijk zal dezelve bereids<br />

naar Parijs ,< waar thands al het zeldzaame van geheel<br />

Europa, als 't ware, famenvloeit, overgebragt<br />

zijn. Verfcheiden andere Collegiën, Hospitaalen,<br />

en geestelijke Gedichten , vindt men nog bovendien<br />

in deze Stad , welke ook , wat de veele Fabrieken<br />

van Manufactuuren betreft , bezienswaardig<br />

is. Zij voert een' uitgebreiden handel door gantsch<br />

Europa.<br />

Wegens de Hoofdplaatfen der Districten in diï<br />

Departement , valt nog aantemerken, dat Roanne ,<br />

aan de Rhone liggende , eene zeer oude plaats is,<br />

welke, reeds bij PTOLOMJUS , onder de Steden<br />

der Segujii , die alhier pleegen te woonen, opgenoemd<br />

wordt , en bij hem den naam Rodumna<br />

draagt; zij is , door heure ligging aan de druk bevaaren<br />

Rivier , van welke zij heuren naam. voert,<br />

•de llapelplaats der Koopwaaren van deze geheele<br />

vruchtbaare , en in tijden van vrede, zeer welvaarende,<br />

Landftreek. ,<br />

Monthrifon, de Hoofddad van het Land van Forez<br />

, dat meer zuidelijk , en eenigzins ter zijde af,<br />

ten westen van de Rhone , ligt , is een redenlijk<br />

groote Stad , wier inwooners ten getale van vier of<br />

vijfduizend gefchat worden. Ville Franche , ligt<br />

aan de oostelijke zijde van den bergketen , die dit<br />

Departement in twee deelen verdeelt. Aan de RN<br />

vier de Saone is de Hoofd (tod van het weleer zogenoemde<br />

Prinsdom Domhis : de Stad is op zig zelve<br />

piet aanmeikelijk , doch het zeldzaam en overoud<br />

gebruik , dat hier plaats heeft, naamlijk , dat de<br />

fie-


WELKEN DEN RHIJNSTRO0M OMRINGEN. atf^<br />

gemeene man het Koorn , zo dra het rijp is, fnijdt,<br />

aan fchooven bindt, en 'er zig de tiende van toeeigent<br />

, welke oogst la Cherpille geheeten wordt ,<br />

verdient , als iets zonderlings , aangemerkt te<br />

worden.<br />

Het Departement de Saone de la Loire, dat ten<br />

noorden aan het laatstbcfchreevene paalt, is een<br />

gedeelte van het te vooren dus genoemde Bourhonnois<br />

; een heerlijk Landfchap , wat betreft de<br />

vruchtbaarheid in Koorn en allerleije Gewas ;<br />

edoch voornaamlijk in Wijnen : immers men houdt<br />

de Wijnen, die hier wasfen, voor eene der beste<br />

foorten van geheel Europa. De Hoofdflad dezes Departements<br />

is Chalon , waarvan weinig aanmerkelijks<br />

te berichten is, dan alleen , dat het aan de Swne<br />

gelegen, en weleer, toen BourgondUn een koningrijk<br />

op zig zeiven uitmaakte , door Koning CON­<br />

TRA N tot de Hoofdflad verheven werdt. De overige<br />

plaatsjens , die aantekening verdienen , zijn<br />

dutun , welke Stad met ongemeen vaste en dikke<br />

muuren voorzien is , welken men wil , dat, benevens<br />

drie Heidenfche Tempels, een ronden Schouwburg<br />

, een Grafnaald, en het groote Plein, dat men<br />

nog het Peld van Mars noemt, als overblijfelen der<br />

oude Romeinen,, en wel van de weleer zogenoemde,<br />

en bij CMSAR aangehaalde Stad , Bibracte , geweest<br />

zijn. De Stad is voords verfierd met zeer fraaije<br />

Fonteinen, die het water uit de Loire door dezelve<br />

heenen voeren , en welker fraaifte op het Plein voor<br />

de groote, doch nog onvoltooide, Domkerk, gevonden<br />

wordt. 'Er zijn voords nog verfcheidene gees-<br />

R 5. te»


B66 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

lelijke Geftichten , onder welken de Abtdij van St»<br />

Marten, tot welker opbouw geen ijzerwerk , hoe<br />

genoemd , gebezigd is , als iets zonderlings in de<br />

bouwkunde , befchouwd wordt. Bourbon Lancy,<br />

is ten westen van Autun, mede aan de Loire gelegen<br />

; men vindt bij dit Steedjen van ouds beroemde<br />

heete baden. Charolles , de oude verblijfplaats<br />

der Graaven van Charolois, en Smur , zijn geene<br />

aanmerkelijke plaatfen. Meer aanmerkelijk- is Malton<br />

, 't welk door deszelfs voordeelige ligging aan<br />

de Saone , zeer welyaarend is ; het klokkenfpel van<br />

de Domkerk in die Stad , pleeg voor het welluidendfte<br />

van geheel Frankrijk gehouden te worden»<br />

Aan dit. Departement grenst ten noorden :<br />

Het Departement de la Cotê d'Or , of van de<br />

Goudkust, welke naam men aan-eene bergreeks<br />

geeft, die 'er door heenen loopt, doch waarvan<br />

de reden niet bekend is , zoo men niet geloove,<br />

dat in dit gebergte mogelijk weleer goud uitgegraaven<br />

is geweest. De Hoofdftad Dyon is van eene<br />

redenlijke uitgeftrektheid en zeer oud, zijnde weleer<br />

eene, door Keizer M'ARCUS AURELIUS bemuurde,<br />

Legerplaats der Romeinen geweest , gelijk<br />

men'er ook de overblijffelen van eenen Heidenfche<br />

Tempelagter het Choor van eene der Kerken ,<br />

aantreft. Onder alle de geestelijke Geftichten, munt<br />

de Kerk der Karthuizers, wegens derzelver beroemde<br />

Tombe der oude Hertogen van Bourgogne, van<br />

welk Landfchap dit Departement mede een gedeelte<br />

uitmaakt,, die geheel van albast, in dezeLandflreek<br />

tütgegraaven, geflicht is, uit. Het Paleis dier oude<br />

i Her-


.WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 267<br />

Hertogen is een der aanzienlijkde waereldlijke gebouwen<br />

van deze oude Stad; derzelver, in 1723,<br />

opgerichte Univerfiteit is , wegens de twisten over<br />

derzelver inftelling, en de Academie, 1^1740 aldaar<br />

opgericht , wegens derzelver geleerdheid , zeer beroemd.<br />

De overige Steedjens , in dit Departement<br />

liggende , zijn Beaune , een welbemuurde plaats ;<br />

Chatillon , het welk aan de Seine ligt; Semur, eene<br />

Stad van ruim tweehonderd fchreeden in den omtrek<br />

, zonder de Voordeden te rekenen , op eene<br />

fterke rots , aan het Riviertjen Romancen gelegen.<br />

Isfur Thil, en het pla^tsjen Amay le Duc, liggen<br />

in het gebergte, deze maaken de Hoofdplaatfen<br />

der Districten van het Departement uit ; doch behalven<br />

dezelven , is in deze Landdreek nog opmerkenswaardig<br />

het Steedjen St. Jean de Lome , 't<br />

welk vijf uuren van Dyon aan de Saone ligt , en<br />

derzelver naam , bij. verkorting , van Latone ontvangen<br />

heeft , zijnde aldaar een' Heidenfche Tempel<br />

, weleer aan de Godinne Latona gewijd , in<br />

vroegere tijden gevonden ; ook ligt in dezen omtrek<br />

nog het Steedjen Nuis , dat, hoewel klein van omtrek<br />

, den derden rang in de Staaten van Bourgogne<br />

pleeg te bekleeden.<br />

Het Departement de /' Tonne , dat westelijk aan,<br />

het boven befchreevene grenst, is dus genoemd naar<br />

de Rivier fTonne, die 'er door heenen droomt, en<br />

was mede weleer een gedeelte van Bourgogne. De<br />

Hoofddad is het aloude Auxerre, welke gedeeltelijk<br />

op een' heuvel , en gedeeltelijk aan de Tonne,<br />

gelegen is. De Domkerk aldaar, benevens het Bisfchop*


SÖ8 -BE'stHJUjVlNG DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

fcboplijk Paleis , zijn de voornaamfle Gebouwen ;<br />

doch de Abtdij van St. Germain, is inzonderheid<br />

vermaard' 'wegens de zestig Lijken van Heiligen, en<br />

de menigte van Reliquiën, die aldaar aan de vreemlingen<br />

getoond worden ; onder welken voornaamlijk<br />

uitmunt het Hart van dien Heilig , dat in een on-<br />

• 'fthatbaar, rijk met edele gelteenten , bezette gouden<br />

koffer , bewaard wordt. De overige Hoofdplaatsjens<br />

der Districten , als zijn : Lin , Joigny , St.<br />

Florentin, Fargeau, Tonnerre en Walbn, zijn van<br />

•weinig belang.<br />

Het Departement de la Nievre, ligt meer westelijk<br />

j deszelfs Hoofdftad is Nevers, welke Schouwburgs<br />

gewijze, aan den oever der Loire, geflicht is.<br />

De Stad is niet zeer aanmerkelijk , alleen munt hier<br />

uit de fteenen Brug over de Loire, die voor een werk<br />

van c/ESAit gehouden wordt; ook is in deze Stad,<br />

in 1710, een'.zonderlinge oude Lijkkist opgedolven<br />

, waar in verfcheiden Penningen , federt den<br />

tijd van K A R E L VII. tot op H E N D RIK III., ge*<br />

vonden werden ; boven op de kist was het af beeldfel<br />

van een Man , in Hjnwaad gekleed , en met een<br />

Lauwerkrans gedekt: men meende, dat het de kist<br />

van een' der oude Graaven van Nivernois, geweest<br />

Ware. De overige Steedjens van dit Departement,<br />

als zijn Cosne, Clamecy, Gorbigni, la Charité, Chateatt<br />

Mthoh , St. Pierre en Defize , zijn van weinig<br />

aanbelang.<br />

• Het Departement de Cher , zo genoemd na het-<br />

Riviertjen van dien naam , 't welk 'er door heenen.<br />

{troomt, waar van ffegts «en gedeelte op onze<br />

Kaart %


WELKEN DEN K.HIJNSTR0O.M OMRINGEN. 26&<br />

Kaart, aan derzelver westelijken rand , gezien<br />

wordt; is weleer het Hertogdom Berry geweest,<br />

en heeft tot Hoofdftad Bourges, eene der grootfte<br />

Steden van geheel Frankrijk , doch vol onbebouwde<br />

Pleinen , en dus niet (ferk bewoond , wordende<br />

het getal haarer inwooners thands niet boven de<br />

vijftienduizend gefchat. De Stad is weleer het oude<br />

Avarium, bij C^SAR gemeld , geweest. Het<br />

Stadhuis is een zeer prachtig Paleis, gelijk ook het<br />

Hotel van den Aartsbisfchop , dat echter onvoltooid<br />

is ; ook is 'er nog een fraai gebouw, bij uitzondering<br />

le Balais geheeten , waar in Koning KA­<br />

REL VII. de Geestelijkheid pleeg bijeen te roepen;<br />

deze Koning koos alhier zijn verblijf , na" dat hij,<br />

bijna alle zijne Landen verboren hadt , waarom<br />

men hem , fpottender wijze , Koning van Berry<br />

noemde. De Patriarchaale Kerk van St. Steven is<br />

mede een aanzienlijk , edoch Gothiek , Gebouw,<br />

met twee zwaare Torens ter wederzijde ; ook is<br />

hier eene beroemde Univerfiteit. HetViek Sancerre,<br />

liggende op een' heuvel bij de Rivier de Loire, is<br />

weleer een beroemde wijkplaats .voor de vervolgde<br />

Hervormden geweest. Henrichemont en Saufoin zijn<br />

Steedjens van weinig aanbelang.<br />

Het Departement de la haute Saone, heeft weleer<br />

een deel van het Franche Comté uitgemaakt , en<br />

heeft ten Hoofdftad Vefoul, zijnde een klein Steedjen<br />

, op een' berg gelegen. De overige Hoofdplaatsjens<br />

der Districten , als zijn Jusfei , Lues,<br />

Champlite , du Gray , en Lunueil, zijn mede van<br />

weinig belang , alleen worden de Mineraale wateren


»7° BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN 4<br />

ren van de laatstgenoemde , wegens derzelver geneezende<br />

kracht, zeer gepreezen. — Hier neven»<br />

grenst ten oosten :<br />

Het Departement du haut Rhin, grenzende oostwaards<br />

aan Duitschland, en wel bepaaldelijk aan<br />

Swabenland en Zwitferland ; het is te vooren een<br />

gedeelte van den Elzas geweest. De Hoofdftad<br />

deszelfs is Colmar , eene fraaije welbemuurde en<br />

verfterkte vierkante Stad. Het Stadhuis, de Kerk<br />

van St. Martin, en verfcheidene geestlijke Geftich»<br />

ten , zijn alhier aanmerkenswaardig. De overige<br />

Hoofdplnatfen der Districten zijn Altkirch en Belford.<br />

De overige Steedjens zijn : Heilig Kreutz ,<br />

Nieuw Brifach, Muhlhaufen, Landfet en Hunningen<br />

aan den Rhijn, waar het in den jongden oorlog<br />

, zo derk bezet en dapper verdeedigd Bruggenhoofd<br />

, zijnde eene zeer iterke Schans , gelegen<br />

heeft , zijn , voor het overige , van weinig<br />

aanbelang.<br />

Het Departement du bas Rhin, is het andere of<br />

noordelijk gedeelte van den Elzas , en , vóór de<br />

overmeestering der Romeinen , het Land der Tribocci<br />

geweest. De Hoofddad deszelfs is de groote<br />

en welverderkte Stad Straatsburg , zijnde het Argentoratum<br />

der Romeinen, welke naam men meent,<br />

dat door die Volken van den ouden naam Argentraut<br />

gemaakt zoude zijn , die deze Stad van den<br />

nabuurigen Vloed Argens , die niet verre van dezelve<br />

, zig met de ///, waar aan zij ligt , vermengt.<br />

Anderen weder willen, dat zij heuren naam Straatsburg<br />

van ATTILA zoude verkreegen hebben, dié<br />

de-»


WELKEN DEN RHIJN STROOM OMRINGEN. a?t<br />

dezelve verwoest, doch weder opgebouwd hebbende<br />

, haar dezen naam gaf, als zijnde zo veel als<br />

de ftraat of weg, waardoor men, van Duitschland<br />

in Frankrijk overging , en in dien zin zoude denzelve<br />

zo veel als doortogt , of Stad van pasfage,<br />

betekenen. Wat hier van zij, is nog onbeflist; echter<br />

dit is zeeker, dat heur omvang , te dier tijde,<br />

zeer klein is geweest, zijnde niet meer dan een bemuurd<br />

Vlekjenaan het oude Riviertjen de Breusch<br />

gedicht, in welks midden een Tempel van Apollo<br />

gedaan heeft, welke naderhand tot een Christen -<br />

Kerk gebezigd werdt , en wélke tot grondflag van<br />

de tegenwoordige , door geheel Europa beroemde<br />

, Hoofdkerk, gediend heeft. Deze Kerk wordt<br />

thands , met recht', als een wondèr van de oude<br />

Bouwkunst gehouden ; maar inzonderheid verdient<br />

derzelver Toren , zo om deszelfs ongemeene hoogte<br />

van 574 voeten , waar door hij, met zijn fpits,<br />

als tot in de wolken reikt, dien naam. Dezelve<br />

is eerst door Koning CLOVIS, in anno 343, van<br />

hout gedicht , doch in 1007, door brand vernield<br />

zijnde, in 1015, onder WERNER VAN HABS-<br />

BOUWT , vierenveertigde Bisfchop van deze Stad,<br />

door den Bouwmeester , ERVIN VAN HEINS-<br />

B A c H , van deen herbouwd, als wanneer 'er veele<br />

honderd menfchen tien jaaren aan hebben gearbeid ,<br />

om het volkomen Fondament derzelve te leggen ,<br />

eer ze nog tot de grondvlakte genaderd waren.<br />

Deze E R VIN gedorven zijnde , ontdondt 'er een<br />

nieuwe brand , die het werk weder vernielde ; daar<br />

op ontboodt men , in 1277, een' Bouwmeester van<br />

Keu*


272 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN *<br />

Keulen, met naame JAN HILDES , die voords<br />

geduurende 23 jaaren , het werk tot een derde van<br />

deszelfs hoogte bragt, tot dezelve eindelijk, na" den<br />

dood van nog twee Bouwmeesters, in 1649, eerst<br />

geheel voltooid werdt ; zo dat men zeggen kan ,<br />

dat in dit vreeslijk gedenkftuk der Kerkpracht van<br />

de midden • eeuwen , omtrent 600 jaaren, door een<br />

genomen , gearbeid is. Het voorneemen<br />

fchijnt geweest te zijn , om nevens dit hemelhoog<br />

gevaarte , nog een' Toren , van dezelfde hoogte ,<br />

opterichten; doch deze is flegts tot de eerde verdieping<br />

boven de Kerk uitgebouwd. Men vindt, op<br />

het plat van deze laatften , éen verbaazend wijd,<br />

rondom .met een muur ommetfeld , gat, dat tot in<br />

het ruim der Kerke uitloopt , en waar door men<br />

meent , dat de bouwmateriaalen, tot het (lichten<br />

van den grooten Toren, opgevoerd zijn geworden.<br />

Men verhaalt, dat Keizer MAXI MI LI AAN I. , in<br />

zijn jeugd , de reukeloosheid gehad heeft , om gelaarsd<br />

en gefpoord, over deze fchrikbaarende opening<br />

heen te fpringen. De Kerk zelve is van binnen<br />

ongemeen groot , en pronkt met een heerlijk<br />

trotsch Altaar; ook ik 'er een overkunftig Uurwerk<br />

in dezelve , uitgevonden in 1573 , door den beroemden<br />

N. COPERNICUS, waar in een groote<br />

menigte beweeglijke Beeldjens werken ; doch de<br />

groote kosten tot deszelfs onderhoud , hebben dit<br />

kunstft.uk doen vervallen en ftilftaan.<br />

De overige Gebouwen dezer aanmerkelijke Stad<br />

zijn van zo veel belang niet, dat ons klein beftek<br />

ons vergunt 'er veel van te zeggen ; doch de Vesting-


WÉLKEN DEN RHIJNSTRO0M OfclRINGEN. 2?3<br />

tingwerken rondom de Stad verdienen onze opmerking.<br />

Zij zijn, toen Koning L O D E W I J K XIV.<br />

in 1682, zig met list , van deze Stad meester gemaakt<br />

hadt, door den beroemden Ingenieur, D E<br />

V A U B A N , geheel herbouwd en vernieuwd; het<br />

geen , wegens de onregelmaatige gedaante der Stad,<br />

zeer veel kunst vereischte ; thands is de Stad , in<br />

den jongflen oorlog, nog meer, en op eene nieuwere<br />

wijze, verfterkt , zo dat ze, met recht, onder<br />

de fterkfte Steden van Europa geteld kan worden.<br />

Tegen over de Stad, in het midden van den<br />

Rhijn, ligt, op een Eilandjen, het zeer fterke Fort<br />

Kehl, t welk zijn' naam draagt van een Dorpjen,<br />

aan de overzijde van den Rhijnoever gelegen , en<br />

beide in den jongflen oorlog , door hardnekkige<br />

verdedigingen en ftormen , zeer beroemd geworden.<br />

De overige Hoofdlieden der Districten<br />

zijn : Weisfenburg , waarua de , in den jongflen<br />

oorlog berugte , Weisfenburger Linie heur' naam<br />

heeft , Hagenau en Benfeld. Voords zijn op onze<br />

Kaart nog aangeweezen Lauterburg, het fterke<br />

Fort Louis aan den Rhijn , en een weinig verder<br />

Drufenheim ; voords het Plaatsjen Saverne , digt<br />

bij het gebergte gelegen ; als ock de Steedjens<br />

Salm , Schleftad , en Rheinau , welken ten zuiden<br />

van Straatsburg , dit Departement befluiten.<br />

Daar nevens grenst ten westen , alleen door eert<br />

Bergketen , de JVasgau of Vogefus , in het Nederduitsch<br />

het Vogelgebergte geheeten , van den Elzas<br />

afgefcheiden:<br />

Het Departement des Vosges, 't welk dien haan»<br />

S naar


a?4 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

naar deze Bergen draagt. Deze Landftreek is<br />

een deel van het eertijds zogenoemde Hertogdom<br />

Lotharingen, en heeft thands tot Hoofdplaats Epinal<br />

aan de Moezel, zijnde de volk- en neeringrijk-<br />

Ite Stad van dit geheele Departemeut , uit hoofde<br />

van de twaalf Papiermaakerijen, en de veele Speelkaarten-Fabrieken,<br />

die rondom en in dezelve gaande<br />

gehouden worden , wijl het in deze Stad en te<br />

Nancy weleer , bij uitfluiting van alle andere Steden<br />

, in Lotharingen alleen geöorlofd was, Speelkaarten<br />

te fabriceeren. Neuchateau is een zeer oude<br />

Stad , die weleer Neocastrum genoemd is geweest<br />

; Mirecourt, Rambervilliers, St. Dicy, Marcheo<br />

, Drney , Bruijeres , een Vlek, waar bij het<br />

Dorpjen Champ , aan het Riviertjen Valogne , in<br />

het welke Paarlen gevonden worden , waar ook<br />

een oud Jachthuis der Koningen van den eerflen<br />

ftam geweest is; en eindelijk Remiremont, in welks<br />

nabuurfchap, bij het Dorpjen Plombiere, de Rivier<br />

de Moezel uit het gebergte heur' oirfprong neemt;<br />

zijn alle de Hoofdplaatfen der Districten van dit<br />

Departement. Daar nevens ligt westelijk, agter de<br />

dubbele Bergketen, welke op onze Kaart duidelijk<br />

is aangeweezen :<br />

Het Departement de la haute Marne , dus genoemd<br />

, wijl'er die Rivier door heenen ftroomt,<br />

zijnde dit weleer een gedeelte van de oude Provincie<br />

Champagne geweest. De Vergaderplaats der<br />

Regeering van dit Departement is Chament , liggende<br />

op een' hoogen berg , waar van dezelve ook,<br />

jieuren naam draagt ; beneden dezelve ftroomt de<br />

Mar.


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 0?$<br />

Marne voorbij : in deze Stad is een Klooster der<br />

Carmeliten , in welks Kerk een Altaar , geheel van<br />

marmor en jaspis geflicht , het oog verbaast. De<br />

overige Steden zijn Langres , in de zuidelijkfte<br />

grenzen van dit Departement , in het Gebergte ,<br />

waar in een fraaije Domkerk, welkers Choor, door<br />

pijlaaren van de Corinthifche bouworde , elk van<br />

twee voeten in den omtrek, gefchoord wordt; de<br />

fteenen , welken voords tot het muurwerk van dit<br />

Choor gebezigd zijn, zegt men, dat door vuur ge«<br />

fmolten en vloeibaar gemaakt kunnen worden. Men<br />

wil, dat dit muurwerk weleer dat van een' ouden<br />

ïieidenfchen Tempel geweest zoude zijn. Binnen<br />

in dit Choor , agter het Altaar, vindt men een metaalen<br />

Tombe, in welken het gemeen gelooft, dat<br />

de lighaamen van Damè'ls Medgezellen, Sadracfi,<br />

Mefeck en Abednego zouden begraaven zijn , waarom<br />

men 'er nagt en dag waschkaarfen bij brandende<br />

houdt , en van ouds rijke gefchenken aan dit<br />

zeldzaam en alöud overblijffel gedaan heeft. Omftreeks<br />

deze Stad zijn ook veele Fabrieken van Lakens<br />

, die hier meest van Spaanfche Wol vervaardigd<br />

worden. Voords is St. Dizier mede een Hoofdplaats<br />

van een District , 't welk deszelfs beftaan<br />

meest van Smeederijen heeft. Joinville, Bourmont<br />

en Bourbonne , zijn voords de kleine Hoofdplaatsjens<br />

der overige Districten. Nog ligt in dit District<br />

het Dorpjen Bom Remy , bijgenoemd la Pucelle ,<br />

in het welke de beroemde Maagd JEANNE D'ARC»<br />

welke Koning KAREL VII. in 1428, zo wonderdadig<br />

tegen de Engelfchèn bijftondt 5 geboorenis.<br />

S 2 Men


676 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

Men ziet aldaar, in de Kerk, nog heur beeldtenis , als<br />

een knielende gewapende Heldin , van fteen uitge»<br />

houden. Hier nevens ligt noordwestwaards :<br />

Het Departement Marne , zijnde weleer het overige<br />

gedeelte van Champagne geweest ; Chalons ,<br />

aan de Rivier de Marne is de Hoofdftad , zijnde<br />

een zeer aanzienlijke en aangenaam gelegen plaats ,<br />

met fraaije wandelwegen omringd. De Domkerk<br />

is, wegens derzelver twee fteenen Torens, die voor<br />

meesterftukken van bouwkunst gehouden worden ,<br />

zeer vermaard. Ook is hier , vóór eenige jaaren,<br />

eene Letteikundige Sociëteit , of eene foort van<br />

Academie , opgericht geweest. De aloude<br />

Stad Reims ligt mede in dit Departement, aan het<br />

Riviertjen Vede , en maakt de Hoofdplaats van het<br />

District van dien naam uit. De vier Poorten dezer<br />

Stad waren weleer Heidenfche Tempels ; ook vindt<br />

men 'er nog een gedeelte van een' Romeinfchen<br />

Triumphboog , waarfchijnlijk ter eere van JULIUS<br />

c JE SAR gedicht, en nog eenige overblijffelen van<br />

een' Romeinfchen Schouwburg. De Domkerk is,<br />

onder alle de overige gebouwen dezer Stad, meest<br />

merkwaardig , inzonderheid wordt deszelfs prachtig<br />

Voorportaal, als een ftuk van bouwkunst, geroemd.<br />

In de Schatkamer dezer Kerke , werdt een Zon van<br />

masfief zilver , ter zwaarte van honderd en vijfentwintig<br />

marken zilvers , bewaard, welke door Koning<br />

LODEWIJK XV., bij gelegenheid zijner zalving<br />

in deze Kerk, aan dezelve gefchonken is. Onder<br />

de gebouwen munt het Paleis van den Aartsbisfchop<br />

ijn. pracht, boven dat der overige Prelaaten , door<br />

BW


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. O^f<br />

geheel Frankrijk uit. Even buiten deze Stad<br />

vindt men de Koninglijke.Abtdij van St. Remy ,<br />

waar in veele uitmuntende Graftomben gevonden<br />

worden ; ook is alhier de prachtige Tombe van St.<br />

Remy , op welke een kasjen ftaat , waar in weleer<br />

de Heilige Ampulla of Kruik ftondt , waar in de<br />

Zalf - olie , waar mede de Koningen pleegen gezalfd<br />

te worden , bewaard werdt ; de deur van dit<br />

Heiligdom pleeg met Paarlen en edele Gefteenten<br />

als bezaaid te zijn. De Abtdij, van St. Nicolaas,<br />

mede bij deze Stad gelegen , is zeldzaam , uithoofde<br />

van derzelver twee wonderbaarlijke Torens,<br />

die, van verre gezien zijnde, als 't ware , in de lucht<br />

fchijnen te hangen. In een derzelve zijn zes klokken,<br />

waarvan een genoemd wordt la Charlotte; deze alleen,<br />

heeft , getrokken, wordende , zo een geweldig geluid<br />

, dat de geheele Kerk , met al derzelver Pijlaaren<br />

, beeft en dreunt, terwijl zulks niet gebeurt,<br />

als al de andere vijf te gelijk geluid worden ; het,.<br />

echter vergeefsch, onderzoek naar de oorzaak van<br />

deze zeldzaamheid,. heeft Czaar PETER de Groote,<br />

geduurende deszelfs verblijf in Frankrijk, een' gebeden<br />

nagt , op dezen Toren- doen doorbrengen.<br />

De overige Steden dezes Departeroents zijn St.<br />

Menehould, welke Stad , uit ruim achthonderd huizen<br />

beftaande , in 1719, door den blixem in brand"<br />

geraakt zijnde , geheel verteerde ,. en , in 1730 ,<br />

weder op nieuw , zeer fraai , en regelmaatig van,<br />

ftraaten en huizen , met leijen gedekt, herbouwd<br />

Werdt. In het bosch nabij, deze Stad, vindt meneen<br />

menigte Glasblaazerijen en Yzerfmeederijen ,<br />

S 3 waar


i'jB' BESCHRIJVING EER RIJKEN SN STAATEN,<br />

waar bomben en kogels vervaardigd worden. Ook<br />

is de laatfte Koning van Frankrijk , in deszelfs<br />

vlugt, bij het doortrekken door deze Stad, geftuit,<br />

en van daar weder naar Parijs terug gevoerd. Se»<br />

fanne en Fitry le Francois , aan de Marne , zijn<br />

Hoofdplaatfen der overige Districten, doch van weinig<br />

aanbelang.<br />

Het Departement de tdube, grenst mede aan dai<br />

van Marne ten zuiden, en van la haute Marne ten<br />

westen, en is mede een deel van Champagne, waarin<br />

de Hoofdftad van dat Landfchap ook de Hoofdftad<br />

des Departemènts uitmaakt; dezelve is Troyes ,<br />

eene Stad , die weleer veel fterker bevolkt gewéést<br />

is dan thands, daar men, bij de oudere Schrijvers,<br />

het getal van derzelver inwooners tot op zestigduizend<br />

begroot vindt; edoch , in 1724 , heeft eene<br />

hoofdelijke telling aangetoond, dat het flegts tweeentwintigduizend<br />

bedroeg. De Hoofd- of Domkerk<br />

aldaar is een fraai gefticht , en in de Kerk van<br />

St. Stephanus is eene rijke Schatkamer, waarin een<br />

overvloed van goud en juweelen, den aanfchouwer<br />

pleeg te verbaazen. Het fraaije Standbeeld van<br />

LODEWIJK de XIV. , 't welke voor het Stadhuis<br />

geftaan heeft , was een Meesterftuk van den beroemden<br />

Beeldhouwer OIR AR DON , die in deze<br />

Stad gebooren was ; doch zal thands wel niet meer<br />

in wezen zijn. 'Er is veel drukte en leevendigheid<br />

in deze Stad , federt de , in het laatst der<br />

voorgaande eeuw-, berftëlde Markten , op welken<br />

men , geduurende vijftien dagen, geene rechten behoefde<br />

te betalen; ook zijn hier veele Spelden-<br />

maa-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. S7


$8 BESCHRIJVING DER. RIJKEN EN STAATEN,<br />

dezelve , met een kleinen omtrek, een Departement<br />

op zigzelveuit, het gene wij', als het allerbelangrijk?<br />

fte, liefst voor het laatfte zullen fpaaren. De Hoofdftad<br />

van het bovengenoemde Departement is Meluit<br />

aan de Seine, flegts zeven uuren van Parijs afgelegen ;<br />

welks nabijheid aan die groote Waereldftad aldaar<br />

niet weinig vertier te weeg brengt , van allerleije<br />

veldvruchten, die daaromftreeks verzameld worden ;<br />

als ook van Kaas , Wijn , Meel, Koorn , 't welk<br />

alles, van hier en elders, naar Parijs ter maikt gezonden<br />

werdt ; ook is 'er een geftadige doortogt<br />

van Reizigers., die meest allen hier vernagten, en<br />

in de Voorftad , die vol Herbergen is , vaaren van<br />

hier Veerfchuiten langs de Seine op Parijs en terug.<br />

De Hoofdplaatfen der Districten zijn : Ne-,<br />

mours , tusfchen twee bergen , aan het Riviertjen.<br />

Lou Ain gelegen , een klein Steedjen roet een Kasteel<br />

, federt 1404 , de Hoofdftad van hec Hertogdom<br />

van dien naam , ligt op twaalf uuren afftands\<br />

van Parijs , en dient thands tot een gevangenis 5,<br />

tusfchen Nemours en Melun ligt het weleer Koninglijke<br />

Lusthuis Fontaine bel eau of Fontainebleait ,<br />

41a deszelfs heerlijke Waterwerken weleer zodanig<br />

genoemd. Het Paleis ftaat te midden van een<br />

bosch , dat men , met deszelfs tuafchenliggende.<br />

akkers , tot op achtduizend Rhijnlandfche morgen<br />

uitgeftrekt rekent. Men wil, dat Koning LOD E-_<br />

WIJK VIL, dk Lusthuis, wegens de ongemeene<br />

goede gelegenheid tot de Jagt, het eerst aangelegd<br />

aoude hebben , zijnde het zelve naderhand , door<br />

ÏRANCOIS L verbeteid en herfteld ; doch federt<br />

tnen


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 28I<br />

men alles aanwende , om Verfailks tot een Landwonder<br />

te vormen ,, is dit fraaije Paleis min of<br />

meer veronachtzaamd geworden ; men telt negenhonderd<br />

vertrekken in het zelve , en de Comediezaal,<br />

die door LODEWIJK XV. vernieuwd, en<br />

kostlijk verüerd is, wordt op de lengte van 120, en<br />

ter diepte van 30 voeten , gefchat. 'Er zijn verfcheiden<br />

Gaanerijen nevens de vertrekken , op de<br />

ïuinen uitziende , waar van fommigen wet fraaije<br />

Schilderftukken voorzien zijn. De Kapel der H,<br />

Drieënheid is inzonderheid kostbaar en prachtig ;<br />

zijnde het groot Altaar van enkel wit marmor, met<br />

vier Corinthifche Pilasters voorzien, die vier levens,<br />

groote metaalen Engelen draagen ; de Tabernakel<br />

boven het Altaar rust op acht Zuilen van Ooster-<br />

1'che Jaspis van de Corintifche orde. De Tuitten<br />

van dit Lusthuis zijn mede weleer , zo door derzeiver<br />

uitmuntende Beeldwerken, als prachtige Watervallen<br />

en Fonteinen , door geheel Europa beroemd<br />

geweest. De overige merkwaardige Hoofdlieden<br />

der Districten van dit Departement zijn ;<br />

Meaux aan de Marne, zeven uuren van Pari/s afgelegen.<br />

De Domkerk aldaar, werdt vóór de verwoes-.<br />

ting der Engelfchen , als een meesterduk der bouwkunst<br />

geacht. Deze Stad is mede zeer bloeijende<br />

en volkrijk. Provins, acht uuren van Meaux gelegen<br />

, is eene der oudlle Steden van geheel Frank*<br />

«ijk ; men pleeg hier , ten tijde der Graaven van<br />

Champagne , Munt te liaan ? die door geheel Europa<br />

gangbaar geweest is. Men vindt 'er nog vier<br />

Collegiaale Kerken en verfcheiden Kloosters, R0f0y :<br />

S<br />

5 i S'


282 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

is mede een Hoofdplaatsjen van een District van<br />

dien naam , ten noordwesten van Provim gelegen.<br />

De overige Steedjens , als zijn Colomnierscn Mon-<br />

•terau , ook Fans Tonne , na deszelfs ligging aan<br />

de Rivier , dus genoemd , zijn niet zeer aanmerkelijk.<br />

Het Departement du Loiret , valt flegts voor een<br />

gedeelte , op onze Kaart in het oog ; het draagt<br />

zijn' naam na het kleine Riviertje Loiret , dat 'er<br />

door heenen vloeit ,-en heeft weleer'.een deel van<br />

Öë groote Provincie Orleans of rOrkannois uitgemaakt<br />

; de Hoofdftad is Orleans , doch deze ligt<br />

meer westelijk , en buiten het beftek onzer Kaart.<br />

De Hoofdfteedjens der Districten zijn Bots commun,<br />

Montargis , Beaugency, welke mede buiten onze<br />

Landkaart gelegen zijn. Alleen Petiviers en Gien ,<br />

het geen fommigen , doch zonder grond, voor het<br />

Getiatum van CAESAR houden, valt op onze Kaart<br />

in het gezicht , gelijk ook hef kleine Steedjen<br />

Bfiare , welks Canaal , met veele bogten , tot Öp<br />

Öfié uuteh gaans beoosten Fontalneblent , in de<br />

Seine valt. Van hier flaan wij ons oog meer oostelijk<br />

naar :<br />

• Het Departement-de la Meurte , het welk met<br />

het bereids befchreeven Departement des Vosges te<br />

famen het Hertogdom Lotharingen uitgemaakt heeft.<br />

Nancy is de Hoofdftad van 'dit Departement ; zij<br />

figt aan den voet van het gebergte , en is in de oude<br />

en nieuwe Stad verdeeld , doorgaandsch met<br />

veele fraaije Gebouwen, Pleinen en Fonteinen voorzien.<br />

De nieuwe Stad is nog grooter dan de oude.<br />

Drie


WELKEN DEN RIIIINSTROÖM OMRINGEN. 28$<br />

Drie voornaame Kerken maaken derzelver fieraaden<br />

uit ; veele Kloosters en andere geestelijke Geftichten<br />

worden 'nog in beiden deze Steden gevonden.<br />

Men vindt hier verfcheiden Fabrieken van Wollen<br />

Stoffen , benevens veele Fabrieken van Speelkaarten<br />

; ook is 'er eene Sociëteit van Weetenfchappen,<br />

en eene beroemde openbaare Bibliotheek. De<br />

Hoofdlieden der Districten, naamlijk Pont h Mous»<br />

fin , Vk , Dieufe , Felife , Luneville, Blamont ,<br />

Phahbourg en Toül , welks Domkerk aanmerking<br />

verdient. Nog vindt men in dit Departement het<br />

Steedjen Féfetize , dat echter van wein g aanbelang<br />

is. 3 i<br />

Het Departement de la Mozclle^ is hier ten noorden<br />

aan grenzende , en bevat die Landen , w.'ken<br />

weleer de fiisdommen Thoul, Verdun en Metz wc<br />

gemaakt hebben. De Rivier de Moezel ftroomt<br />

door het zelve;heenen , en heeft deszelfs naam 'er<br />

aan medegedeeld. Het is een der iiiterfle De,>arrementen<br />

aan de noordoostelijke gren/en des Franfchen<br />

Rijks , grenzende aan Luxemburg en Zwahcnland.<br />

De Hoofdflad deszelfs is Metz, een •aanzienlijke<br />

Stad aan den Moezel gelegen , welke echter<br />

, vóór ruim drie eeuwen, veel grooter dan thands<br />

en toen Frankrijk nog in verfcheidene kleinere<br />

Koningrijken verdeeld was , de Hoofdflad van het<br />

Rijk Auflrafie of Oost-frankrijk geweest is. De<br />

huizen zijn 'er hoog en aanzienlijk ; alles draagt<br />

'er nog het kenmerk van oudheid , zijnde de Stad<br />

zeer dicht op een gebouwd met naauwe ftraaten,<br />

en zeer Gothieke Gebouwen } doch met dat alles<br />

zeer


984 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN»<br />

zeer levendig en fterk bewoond , daar men 'er om*<br />

fireeks .tweeëntwintigduizend inwooners in aantreft,<br />

wordende , wegens hunne welvaart , voor een der<br />

fraaifte en aangenaamfte van geheel Frankrijk gehouden.<br />

Een fteenen Dam , voor deze Stad in de<br />

Moezel liggende , breekt deszelfs aanftrooming tegen<br />

dezelve , en vormt,cenen fraaijen Waterval ,<br />

terwijl het water , door middel deszelfs , langzaam<br />

door de geheele Stad gevoerd wordt; edoch die<br />

metfelwerk komt de Stad jaarüjksch aan het hcrftel<br />

der fchaden , door het hoog opzwellen der Rivier,,<br />

en zwaare ijsgangen, aan hetzelve veroorzaakt wordende<br />

, op een aanmerkelijke fomme gelds te ftaan. Onder<br />

de gebouwen dezer oude Stad verdient de Domkerk<br />

, wegens derzelver uitfteekende pracht, inzonderheid<br />

bezichtigd te worden ; ook is zij voorheen de<br />

eenigfte Stad in geheel Frankrijk geweest, waarin<br />

a,an de Jooden eene openbaare Synagoge werdt toegeflaan.<br />

Thands is die uitzpndering van Godsdiensten<br />

ten eenemaale opgehouden. Zij, is voords wel<br />

yerfterkt , en een der gewigtigfte Grensplaatfen aaa<br />

dien kant des Rijks geweest. De overige Hoofdlieden<br />

der bijzondere Districten zijn. Lon-gw.y, mede<br />

eene , door VA-U RA N , weleer zeer verfterkte<br />

Stad. Thionville of Diedenhoven , is niet groot ,<br />

echter zo fterk , dat men ze weleer voor onwinbaar<br />

gehouden heeft ; immers in die tijden , toen<br />

men. van de wijze van oorlogen eeus vrijheidademenden<br />

Volks , nog die ondervinding niet hadt ,<br />

welke de Franfche Republiekeinen , . tegen wie.r.<br />

anvermoeiden, ijver geene Vestingen befland zijn ,<br />

aan


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 285<br />

ftan Europa bezorgd hebben. Sar Louis , eene ,<br />

door den Ingenieur C H O I S Y , op last van L O D E ­<br />

WIJK XIV., in 1680, regelmaatig gebouwde , en<br />

aan het Riviertjen de Saar gelegene fterke Vesting,<br />

welke weleer drekte , om het Rijk tegen alle aanvallen<br />

uit het Trierfche en Paltzifche te beveiligen.<br />

Bricy, een klein Steedjen in het gebergte , gelijk ook<br />

Bouly, Morange, Sanguemine en Bische, zijn plaatsjens<br />

, welke geene bijzonderheeden bevatten ; nog<br />

vindt men 'er de fteedjens Fbuquemont, Bouzotiville en<br />

Shoiey , in een' uitfpringenden hoek dezes Departements<br />

, te midden van het Hertogdom Tweebruggen<br />

gelegen, als ook Rader machern ,\Sierk en Mertzig,<br />

wier naamen aantoonen, dat ze op de grenzen<br />

van Duitschland gelegen zijn.<br />

Hier nevens aan ligt een lange ftrook Lands ,<br />

tusfchen gebergten bevat , welke thands den naam<br />

•draagt van :<br />

Het Departement de la Meufe of der Maas , om<br />

dat die Rivier midden door hetzelve heenen droomt,<br />

ra dat zij, in het nabuurigDepartement des Vosgss y<br />

bij het Dorpjen Meufe, uit het gebergte ontdaan is.<br />

Deze Landreek pleeg weleer het Hertogdom Barr ,<br />

zijnde een gedeelte van Lotharingen , uit te maaken.<br />

De Hoofddad is Verdun , negen uuren bewesten<br />

Metz , en weleer de Hoofddad van het Bis.<br />

dom Verdun , aan de Maas gelegen ; deze Stad<br />

wordt in drie deelen, naamlijk de hooge, laage en<br />

nieuwe dad, verdeeld. Zij is wel verderkt, door<br />

middel van een , op een' heuvel gelegene , derke<br />

.Fortres. Het Buspoeder-Magazijn aldaar, is het<br />

over


486 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ,<br />

overblijffel van een'alouden Toren, wiens bouwkunst<br />

aanmerkenswaardig is , en die voor een der fraaifte<br />

werkftukken der Romeinen gehouden wordt. Onder<br />

de Gebouwen muntte , in deze Stad , weleer<br />

Voornaamlijk uit de Domkerk , welke in de negen*<br />

de eeuw gedicht, doch, op den 2. April des jaars<br />

1755» door den blixem getroffen zijnde , geheel afbrande<br />

, blijvende deszelfs Choor flegts alleen in<br />

ftand. De overige Hoofdplaatfen der Districten zijn<br />

Stetiay , eene Vesting aan de Maas gelegen ; Clefmont<br />

, een klein fteedjen aan de westzijde van het<br />

gebergte ; Est ain, tusfchen de Maas en de Moefeh<br />

Bar le Duc , de Hoofdftad van het weleer zo genoemde<br />

Hertogdom Bar, dertien uuren westwaards<br />

van Nancy , en negen van Toul afgelegen. De<br />

Stad wordt in de hooge en laage ftad verdeeld ,<br />

waar tusfchen het Kasteel , zijnde het oudfte gebouw<br />

in dezelve , en rondom 't welke de flad geflicht<br />

is , midden in ligt. De Kerk van St. Maxe<br />

is bezienswaardig om derzelver oudheeden en Praalgraaven<br />

, onder welken dat van RENC VAN c HA­<br />

LONS , Prins van Orange , die, in 1544 , bij het<br />

beleg van Dezier, fneuvelde, wegens deszelfs kunst<br />

inzonderheid geroemd wordt. Ook zijn de Kapel<br />

der Prinsfen , en het Convent der Antonisten ,<br />

wegens derzelver kostbaare Graaven, zeer geroemd.<br />

St. Mkhel of Michiel , zo genoemd na een Klooster,<br />

aldaar in 660 geflicht, door zekeren VULFOA-<br />

DE) Hofmeester van Koning c UIL DE RIK, wiens<br />

lijk men, vóór ruim dertig jaaren , aldaar heeft opgedolven.<br />

\\\ dit Steedjen en deszelfs omtrek, hadt<br />

wel.


WELKEN DEN RIIIJNSTRQOM OMRINGEN. ag?<br />

weleer een zonderling gebruik, omtrent de recht*,<br />

pleegingen , in burgerlijke gefchillen , plaats ; zijwerden<br />

aldaar in het opeue veld, onder een' boom<br />

gehouden, met.uitdrukkelijk beding, dat de pari<br />

tijen elkanders zaak, door geene chicanes of hairklooverijen<br />

, mogten vertraagen , of op de lange baan<br />

houden. Commercy, vier uuren beneden Toul aan de<br />

Maas gelegen , is bezienswaardig wegens het keurlijk<br />

Paleis van Koning s T A N I S L A US van Polen<br />

de laatfte Hertog van Lotharingen en Bar. Verfcheiden<br />

fraaije Wandeldreeven, benevens het Parkde<br />

Wildbaan en prachtige Fonteinen , maaken dit<br />

oord allerbcvalligst. Grondrecourt is een fteedjen<br />

van weinig aanbelang, i„ d e g e b e r g t e n g d<br />

Nog vindt men in het noordelijk gedeelte dezes Departcments<br />

het kleine fteedjen Varennes , mede in<br />

net gebergte gelegen.<br />

Nevens het laatstbefchreeven Departement ligt;<br />

ten noordwesten :<br />

Het Departement des Ardennes , het welk zijn'<br />

naam ontleend heeft van het groote Woud van Ar.<br />

dennes , is eertijds de Provincie Champagne Geweest<br />

; de Hoofdftad is een aloude, aan de Rivier<br />

de Maas gelegene, Plaats, reeds door JULIUS<br />

C^SAR aangelegd , en Retel of Retest geheeten ï<br />

doch in 1663, is ze, naden Cardinaal MA z AR IN'<br />

aan wien de Koning baar, benevens het omliggend*<br />

D,strict Retelois, ten gefchenke gaf, Mazarini g e.<br />

aoemd geweest. Het is thands mede de Hoofdftad<br />

van het Djstrict, doch klein en van weinig gevvigt.<br />

X* overige. Hoofdplaatfen der Districten, in dit De-<br />

par-


S88 BESCHRIJVING DER RIJKEN Etï STAATÊN,<br />

partement , mede aan de Maas liggende , als zijti<br />

CharkvUk , een Steedjen zo gertoemd na c HAR.'<br />

J* E s , Hertog van Nevers , die , in het voorst der<br />

voorgaande Eeuw , Stichter van hetzelve geweest is;<br />

zij is derhalven niet digt bebouwd , zo als de oude<br />

Steden , maar beftaat uit eenige hoofdflraaten , welken<br />

op de wijze van een' Iterrebosch, op een ruim<br />

Plein, la Place Ducale, uitloopen; welk Plein doof<br />

een fraaije Fontein, met veel fmaak verfierd is , en<br />

van welks midden men het gezicht door alle de<br />

lioofdftraaten , en derzelver Poorten heeft ; gelijk<br />

men ook in elk derzelven deze fraaije Fontein teri<br />

eindgezicht of Psint de vu'è heeft , om welken aanleg<br />

dit fteedjen bezichtiging verdient. Sedan, een<br />

klein verfterkt fteedjen , met flegts twee Poorten*<br />

Het Arfenaal van ouderwetfche Wapenen , dat irt<br />

deze Stad gevonden wordt, is voor de liefhebbers<br />

van Antiquiteiten , waardig om bezichtigd te worden<br />

, gelijk ook de bouwwijze van het Kasteel *<br />

dat uit een ronde Burgt , omringd van eenige Torens<br />

, beftaat. Even buiten Sedan is ook waardig<br />

opgemerkt te worden het Klooster les ChartreufeS<br />

de Mont Dku , welks omtrek met aanzienlijke jj Ui_<br />

zen bebouwd is , onder welken dat van den Aartsbisfchop<br />

van Rl/eims, en van de famielje van MA-<br />

ZARIN , in pracht uitmunten. Voifier en Grandpré<br />

, zijn voords plaatsjens van weinig aanbelang.<br />

Nog vindt men in dit District Mezieres , mede aan<br />

de Maas gelegen , doch deze Stad bezit niets bijzonders.<br />

Aan den noordoostelijken uiterften hoek<br />

dezes Departements, vindt men nog tegen over elkan-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 28O<br />

kander , aan de wederzijdfche oevers van de Maas,<br />

de Steedjens Charlemont en Givet , weleer tot het<br />

Graaffchap Naamen behoord hebbende ; zijnde de<br />

eerstgenoemde plaats een zeer fterke Vesting, op'<br />

een ftijle , en als 't ware, onbeklimbaare rots gelegen<br />

; beide deze plaatfen zijn door den beroemden<br />

VAUBAN gellicht geweest.<br />

Dit Departement des Ardertnes is bij uitfteekendheid<br />

vruchtbaar in Koorn en allerhande Veldgewas,<br />

maar inzonderheid zijn hier de , door geheel Europa<br />

, .geroemd wordende Wijnbergen, welke den,<br />

na den voorigen naam des lands , zo genoemden<br />

Champagne - Wijn voortbrengen; zddzaam echter<br />

valt derzelver gewas goed uit , waar door de wijnplanters<br />

dikwijls aan groote kosten en veel fchaaden<br />

onderhevig zijn.<br />

Het Departement de V Aisne , dat hier ten westen<br />

Aangrenst , is dus genoemd na het Riviertjen de<br />

Aisne, dat in het zo even befchreeven Departement<br />

des Ardennes ontfpringt, en door het laatstgenoemde<br />

heenen ftroomt. Deze Landflreek beflaat een<br />

deel van de weleer zo genoemde Provincie Visie dé<br />

France , en het Soisfonnois , als ook een gedeelte<br />

van Picardie, het Vermandois geheeten. Soisfons ,<br />

deszelfs Hoofdflad , is fraai en volkrijk, met Vestingwerken<br />

verfterkt , liggende zeventien uuren<br />

gaans ten noordoosten van Parijs , aan het Riviertjen<br />

VAisne. De Domkerk is een prachtig en groot<br />

gebouw ; 'er is ook alhier , in 1675, eene Academie<br />

van Letterkunde opgericht geweest , die zeer<br />

beroemd geworden is. Ook is deze Stad in dé<br />

T Ker-


BESCHRIJVING DER RIJKEN ÉN STAATÉN,<br />

Kerkelijke Gefchiedenisfen vermaard , door de tiefi<br />

Kerkvergaderingen, welken , op onderfcheidene tijden<br />

binnen heure muuren gehouden zijn. De vijf ove«<br />

rige Districten hebben ten Hoofdplaatfen St. Quifttin<br />

, eertijds de Hoofdftad van het Fermandois in<br />

Picardie , bij de famenkomst der Rivieren Oije en<br />

Somme gelegen, en oudtijds Augusta geheeten ; 'er<br />

zijn veele fraaije Kerken en geestelijke Geftichten,<br />

doch het plaatsjen is in zig zelve niet groot : het<br />

gegraavcn Kanaal van Picardie, dat twaalf milticenen<br />

Livres gekost heeft, neemt bij deze Stad zijn-'<br />

aanvang , en eindigt in de Oife bij Choiny , welk<br />

Steedjen ongevaar achthonderd huisgezinnen bevat.<br />

Laïïn , oudtijds een der aanmerkelijkfte Steden van<br />

Picardie , ligt op den top van een' berg , zes uuren<br />

beoosten Soisfons. Men merkt van de Domkerk<br />

aldaar aan , dat ze , hoe groot ook van omtrek<br />

, echter in den zeer korten tijd van flegts twee<br />

jaaren , aangelegd en volbouwd is geweest. De<br />

Abtdij van St. Pincent, welke westelijk op het zelfde<br />

gebergte geflicht is , en die een allerfraaist uitzicht<br />

over een groot gedeelte van Opper-Picardie<br />

heeft , is opmerkelijk wegens deszelfs Put van zoet<br />

water, zijnde de eenigfte , die men in den geheelen<br />

omtrek van Laön aantreft; terwijl alle de overige<br />

meest zoutachtig en ondrinkbaar water opleveren.<br />

Nog is deze Stad vermaard wegens derzelver<br />

groote Koorn - Magazijnen , welken , in tijden van<br />

gebrek , geheel Picardie , en de nabuurige Provin -<br />

cie Henegouwen , pleegen te voeden. Eindelijk is<br />

Chateau Thierry , aan de Marne gelegen, mede een<br />

Hoofd-


WELKEN DEN RIIIJNSTRODM OMRINGEN. 201<br />

Hoofdplaats van een District dezes Departements,<br />

zijnde uit hoofde van den doortogt van alles, wat van<br />

hier omdreeks naar Parijs gevoerd wordt, een zeer<br />

volkrijke en welvaarende plaats. De twee kleine<br />

Plaatsjens Covey en Vervins , die mede nog op on­<br />

ze Kaart aangeweezen worden , zijn van weinig be­<br />

lang. Ten noorden van dit Departement , grenst<br />

het noordelijk gedeelte van Frankrijk , thands ge­<br />

noemd :<br />

Het Departement du Nord , weleer die Landen,<br />

die men Fransch Vlaanderen pleeg te noemen, be­<br />

vattende. Deszelfs Hoofddad is Douay, eene der-<br />

ke Vesting , liggende aan de Schelde , zeven uuren<br />

westelijk van Valenéiennes , en even zo veel ten<br />

zuiden van de Stad Rysfel, die zij in groote verre<br />

overtreft, fchoon ze niet de helft van het getal der'<br />

inwooners van de laatstgenoemde plaats bevat. —»<br />

Het Fort VEfcarpe, even buiten de Stad, naaiden<br />

kant van Rysfel gelegen ,- is eene bezichtigings-<br />

waardige Sterkte. De overige zeven Districten ,<br />

waar in dit Departement al verder verdeeld is ,<br />

hebben ten Hoofddeden Rysfel, In 't Fransch Visie<br />

of het Eiland , om dat het rondom in een Moei as<br />

ligt , welke veel tot deszelfs derkte toebrengt ; zij<br />

is weleer de Hoofddad van Fransch Vlaanderen<br />

geweest , is zeer volkrijk en welyaarend , zo wel<br />

door den doortogt der Reizigers , als door heuren<br />

handel en fabrieken. Men vindt aanzienlijke Ge­<br />

bouwen , en een groot aantal Kerken, 't welk wel<br />

op vijftig gefchat kan worden , binnen heuren om­<br />

trek , die zesduizend huizen , en omtrent vijftigdui-<br />

T 3 zend


202 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

zend inwooners , gezegd wordt te bevatten. De<br />

Vestingwerken dezer (terke Stad , als ook derzelver<br />

Kasteel , zijn door geheel Europa beroemd. De<br />

Sreedjens Armemlers , la Basfée , Lannoi, Commines<br />

en Seclin , behooren , met nog hond.-rd en agtendertig<br />

Dorpen , onder heur gebied. Falenciennes<br />

, weleer de Hoofddad van Fransch Henegouwen<br />

, is, na Rysfel, een der fterkfte Steden van de<br />

weleer zo genoemde Franfche Nederlanden , doch<br />

daarbij veel ouder dan een derzelven , daarze heure<br />

ftichting of naam reeds aan Keizer VALENTIA-<br />

N u s I. of den II. te danken heeft. De verfterking<br />

en werken dezer Stad zijn door VAUBAN<br />

vervaardigd. 'Er is een zeer fchoon Plein in het<br />

midden der Stad , waar op weleer , in 1752, een<br />

prachtig Standbeeld, ter eeren van LODEWIJK<br />

XIV., opgericht werdt, doch dat thands weggeruimd<br />

is. Camhray of Kamerryk , ligt mede aan<br />

de Schelde , en is de Hoofdftad van het Aartsbisdom<br />

van dien naam geweest ; heure Domkerk en<br />

Paleis van den Aartsbisfchop , zijn de merkwaardigfle<br />

Gebouwen in deze, anders niet fchoone Stad,<br />

wier Kasteel, door Keizer KAREL V. aangelegd,<br />

alleen de bewondering der Reizigers tot zig trekt.<br />

Een weinig buiten dezelve ligt het kleine Steedjen<br />

O'mteau en Camhrefis, 't welk, wegens een vorlte-<br />

Kjk Lusthuis van den Aartsbisfchop , dat in deszelfs<br />

nabijheid ligt, alom vermaard is. Hafebrouc, Bergnes<br />

, Qjiesnoy en Avennes , zijn mede Hoofdplaatfen<br />

van Districten , en kleine , doch wel verfterkte<br />

Steedjens. Nog vindt men in het zelve Bouchain,<br />

Max-


WELKEN DEN RHIJNSTROOM OMRINGEN. 293<br />

.Maubeuge en Landrecy , waar van niets bijzonders<br />

valt aaniemerken , dan alleen , dat zij in den jong.<br />

ften oorlog zwaare aanvallen geleeden hebben. De<br />

Stad Duinkerken , welke mede in dit Departement<br />

ligt, zullen wij in het volgend Stuk, bij de Vlaamfche<br />

Zeehavens, waar in eene Afbeelding derzelve, uit<br />

de Have gezien, voorkomt , nader befchrijven.<br />

Het Departement du Pas de Calais, wordt aldus<br />

geheeten na het naauwfte gedeelte van het Kanaal<br />

of de Zeeëngte , welke alhier tegen over de Zeeftad<br />

Calais, tusfchen die Stad en de Stad Dover of<br />

Douvres in Engeland, gelegen is, en den naam van<br />

le Pas de Calais draagt. De Hoofdftad dezes Departements<br />

is Arras , aan de Rivier Efcarpe ,<br />

welke ook weleer die van het Graaffchap Artois<br />

heeft uitgemaakt ; zij ontleent heuren naam van zekere<br />

oude Volken , Airebaten geheeten , welken<br />

alhier pleegen te woonen. De Abtdij van St. Waatt<br />

is het voornaamfle gebouw in deze oude Stad. Het<br />

Kasteel is wel niet groot , edoch het lterkfte van<br />

geheel Frankrijk. De overige Districten en derzelver<br />

Hoofdplaatfen zijn Calais , een der voornaamfte<br />

Havenfteden op de Franfche kust , eene zeer<br />

welvaarende en drukke Handelftad , doch wier inwooners<br />

na gelang niet groot in getal zijn , wordende<br />

flegts op veertienduizend geteld. Het gebrek<br />

aan versch water , is in deze Stad zeer drukkend<br />

voor fchamele lieden, In vredestijd is alhier een<br />

geduurige over- en' wedervaart op Dover of Douvres<br />

, hier juist tégen over , op de Engelfche kust<br />

gelegen ; gaande 'er tweemaalen 's weeks Paketboo-<br />

T 3 ten,


294 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

ten , en doorgaandsch verfcheiden andere Vaartui­<br />

gen der waards , 't welk een groote levendigheid en<br />

drukte in deze Stad veroorzaakt , wier haven , be­<br />

halven dat , door eene groote menigte andere fehe-<br />

pen dagelijks bezogt wordt. De overige Distric­<br />

ten en derzelver Hoofdplaatfen zijn Boulogne, bij­<br />

genoemd fur the*, om dat het digt aan Zee gele­<br />

gen is. Sommige Geleerden , waar onder CELLA-<br />

Rius en M O N T F A U C O N , houden deze Stad<br />

voor de Portin Iccius , van waar zig de Romeinen<br />

infcheepten , toen zij naar Brittanniin (levenden,<br />

om dat Rijk onder hun gebied te brengen. Wat<br />

'er van zij , dit is zeeker , dat ze kenmerken van<br />

eene hooge oudheid draagt; zij is verdeeld in de<br />

hooge Stad, ""welke gedeeltelijk op het gebergte ,<br />

en in de laage Stad, die aan Zee ligt. Zij is bui­<br />

ten het bedek onzer Kaart gelegen. St. Omer, de<br />

zeer bekende verblijfplaats der , in 1787, uit Ne-<br />

derland geweekene Patriotten , is , behalven deze<br />

bijzonderheid, van weinig belang; alleenlijk kan men<br />

nog bij dezelve aantekenen, dat hier veele Tabaks -<br />

Fabrieken gevonden worden. Bethune, een klein,.*<br />

doch wel verderkt , Steedjen , mede een Verblijf­<br />

plaats der uitgeweeken Nederlanders. Voords vindt<br />

men nog in dit Departement Montreuil, Si. Pol, in het<br />

gebergte gelegen , en Bajeaume , waar van ook niets<br />

te melden valt, dan dat het alle welverderkte Plaats­<br />

jens zijn. Het Steedjen Herdin , aan het Riviertjen<br />

Coitche gelegen , Ardres, Watten en Ayre, aan de Ri­<br />

vier de Lys, en nog eenige Plaatsjens van weinig aan­<br />

belang, Ten zuiden grenst dit Departement aan:<br />

Hut


WELKEN DEN RIIIJNSTR00M OMRINGEN. 295<br />

Het Departement de la Somme , het welk zijn'<br />

naam van de Somme draagt , waar aan de Hoofdftad<br />

Amitns. weleer die van geheel Picardiè'n, waar<br />

van dit Departement een gedeelte uitmaakt, gelegen<br />

is. Zij is , na fommiger meening, uit hoofde<br />

dat de Rivier de Somme haar van alle zijden omringt<br />

, na het Latijnfche woord Ambire of omloopen,<br />

door de ouden Ambianum genoemd geweest;<br />

van waar de Franfche naam Amiens afkomftig zoude<br />

zijn ; zijnde deze Stad weleer de verblijfplaats<br />

van verfcheiden Romeinfche Keizers geweest. Zij<br />

is ruim een uur gaans in den omtrek , en bevat<br />

5981 huizen, en omftreeks 435oo,inwooners. De<br />

ftraaten zijn 'er breed , en men vindt 'er ook verfcheiden<br />

Pleinen. Onder de openbaare Gebouwen<br />

munt de Domkerk uit , in welke men een zonderling<br />

Reliquium bewaart , zijnde, zo men voorgeeft<br />

, het Hoofd van Johannes de Dooper , nog<br />

geheel gaaf , eh van vleesch en vel voorzien ; eens<br />

in het jaar, en wel in de Paaschweek , wordt het<br />

zelve aan eene groote menigte , op dien tijd naar<br />

deze Stad toegevloeide Dorpelingen , en inwooners<br />

van alle de ol iggende plaatfen, ten toon gefteld.<br />

Het Kasteel dezer Stad verdient bezichtigd te worden,<br />

als ook derzelver Wollen - en Linnen - Fabrieken ,<br />

waar door zij ongemeen bloeit , en grooten aftrek<br />

heeft. De zeldzaame en aangenaame Zwaanenjagt,<br />

welke voorheen alhier jaarlijksch , op den eerden<br />

Dingsdag in Augustus, op de Rivier de Somme ,<br />

gehouden werdt , verdient, dat men dezelve alhier<br />

aanftippe. Die Jagt werdt door eenige daar toe he-<br />

T 4 voor-


3$6 BECHIUJVING DER RIJKEN EN STAATEN.,<br />

voorrechte Burgers gehouden , en des nagts werdt<br />

'er een algemeen Feest voor de Jufferfchap gegeeven<br />

, welke men , in {'raai verlichte vaartuigen , onder<br />

het geluid van allerhande muziek , de Rivier<br />

op en neder voer , terwijl de beide oevers derzelve<br />

met wandelaars, van allerleijen rang, opgevuld waren.<br />

—— De Hoofdlieden der overige Districten<br />

zijn Abbeville, weleer de Hoofdftad van het Graaffchap<br />

Ponthieu , reeds hi de tiende Eeuw , door<br />

H U G O C A P E T verfterkt en met muuren omringd;<br />

deze is thands een der bloeijende en volkrijkfte Steden<br />

in Frankrijk , vervattende een aantal van meer dan<br />

drieduizend huizen. 'Er zijn veele bloeijende Lakenfabrieken<br />

, en onder de Gebouwen munt de Kerk<br />

van St. Wolfran voornaaroentlijk uit. Doulens, een<br />

fterke plaats , zes uuren benoorden Amiens. Montdidier<br />

, welke deszelfs naam van D I D I E R , Koning<br />

der Lombardiërs, ontleend heeft, die aldaar in<br />

deszelfs Kasteel weleer gevangen gehouden werdt;<br />

en Perone , eene niet zeer groote, doch volkrijke,<br />

en door Fabrieken zeer bloeijende, Stad , wordende<br />

deszelfs inwooners op ruim veertienduizend gefchat.<br />

Onder de zeldzaamheeden dezer Stad is het<br />

Hospitaal en Oude Mannenhuis zeer aanmerkelijk ,<br />

wegens derzelver rijke inkomften ; als ook de zonde<br />

linge Keifteen , van vier voeten lang , en twee<br />

voeten breed , waar aan, onder de Koninglijke Regeering<br />

, een zeer zeldzaam recht eigen was , beftaande<br />

daar in , dat de Heer ,- welke eigenaar van<br />

dezen Steen is , aan welker eigendom of leen groote<br />

voorrechten gehecht waren , wanneer de Koning


WELKEN DEN RII1JNSTR00M OMRINGEN. 20?<br />

ning eens zijne intreede door deze Stad wilde doen ,<br />

of door dezelve heenen trok , op dezen (teen' het<br />

paard des Konings met vier zilveren hoefyfers, ter<br />

zijner kosten , moest laaten beflaan. Ook was de­<br />

ze fteen weleer eene Vrijplaats voor, door het Ge­<br />

recht vervolgd wordende, Misdaadigers ; doch alle<br />

deze zo zonderlinge gewoonten zijn thands verval­<br />

len. Nog is in dit Departement het welverfterkte<br />

Steedjen Ham , drie uuren van St. Quentin , aan<br />

de Somme gelegen. Aan dit Departement grenst<br />

voords ten zuiden :<br />

Het Departement de VAife. Het heeft ten Hoofd­<br />

ftad Beaurats, zijnde zestien uuren van Parijs, en<br />

even zo ver van Rotten gelegen. Het is oudstijds<br />

de Stad Bellovacum geweest , die , door ca: SAR<br />

veroverd zijnde, Ctefaromagus geheeten werdt; men<br />

vindt buiten dezelve nog eene oude Romeinfche Le­<br />

gerplaats , op een' zeer (teilen Heuvel , genoemd<br />

Mont'Ctefar. Op het Raadhuis aldaar wordt het<br />

af beeldfel van zeker Vrouwsperfoon bewaard, wel­<br />

ke in 1472, in de verdediging dezer Stad, tegen<br />

den Hertog van Bourgondien , eene verwonderens-;<br />

waardige dapperheid betoond heeft. De Domkerk<br />

alhier is een aanmerkelijk gebouw, voorzien vaneen<br />

zeer prachtig Choor ; ook munt de Stad in veele<br />

Tapijt-Fabrieken en Manufactuuren uit. De ove­<br />

rige Hoofdplaatfen zijn : Grandvilliers , Bretueil ,<br />

Noyon , aan het Riviertjen de Aigue, een zeer ou­<br />

de Stad , welke oudtijds zeer fterk , en door j u-<br />

LIUS CJESAR , niet dan met veel moeite veroverd<br />

geweest is. De Kerkhervormer JEAN C AU VIN ,<br />

meer


298 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN,<br />

meer bekend onder zijn' Academie-naam JOHANNES<br />

CALVINUS is aldaar gebooren. Clermont, liggende op<br />

een' berg, alwaar jaarlijks een Feest van Goede Man­<br />

ven , ter eeren van St. Gengon , gevierd werdt.<br />

Compiegne, waar een Koninglijk Lustflot is, waar<br />

het Hof doorgaandsch, in de maand Julij, deszelfs<br />

verblijf pleeg te houden, om de vermaaklijkheeden<br />

der Jagt te genieten. Het Paleis des Konings is dus<br />

aldaar aanmerkingswaardig. De Stad is, in de oude<br />

Gefchiedenisfen, zeer vermaard, wijl'erde Koningen<br />

van den eerflen Stam, achtereenvolgends , dikwijls<br />

hun verblijf gehouden hebben. Bij de verdediging<br />

van deze Stad tegen de Engelfchen , in de vijftien­<br />

de Eeuw , is alhier de Maagd , van Orleans in de<br />

magt der Engelfchen geraakt. Men vindt'er eene zeer<br />

vermaaklijke wandelplaats langs de Rivier de POife,<br />

aan welke zij gedicht is. 'Er is in die étad eeii<br />

groote handel" in Hout, en een groot, vertier van<br />

wollen Koüsfen en iVlutfen , die aldaar gefabriceerd<br />

worden. Het bosch , in den omtrek derzelver ge­<br />

legen , is bijna zevenduizend Rhijnlnndfche morgen<br />

groot ; ook ligt in derzelver nabijheid het Paleis<br />

Cholfy , zijnde een Jagtverblijf geweest der Konin­<br />

gen van Frankrijk, waarin de Moeder van KAR'EL<br />

de Groote , in bet jaar 783, overleeden is. C'iau-<br />

mont, Senlis en Crepis , zijn kleine en weinig be­<br />

langrijke Steedjens in dit Departement.<br />

Het "Departement de la Seine & Loire , heeft<br />

ten Hoofddad Verfailles , doch derzelver befchrij­<br />

ving zullen wij liefst , met die van de Hoofddad<br />

Parijs verbinden , alzo beide deze Plaatfen voor­<br />

heen


v<br />

WFXKEN ÜEN ninrKSïiioo.M OMRINGEN. 299<br />

heen, door het verblijf des Konings op de laatst»<br />

gemelde plaats , als 't ware, vereenigd werden:<br />

,bij die gelegenheid , zullen wij ook in eene nadere<br />

befchrijving van • Marlt , St. C/oud, Trianon, St.<br />

Germain en F/Jye , en alle deze waereldberoera-<br />

"de Lustplaatfen , des voorheenen zo luisterrijken<br />

Franfchen Hols , gewag manken.; bij welke gelegenheid<br />

wij ook de Abtdij van St. Denis, mede in<br />

dit Departement gelegen , omftandiger zullen befchrijven.<br />

Voords Mantes , Portoife , Montfort<br />

, Dourdan , en Èfiatnpes , zijn alle Hoofdplaatsjens<br />

van de Districten , in dit Departement<br />

geletren , doch waar van niets bijzonders valt aan-<br />

temerken.<br />

Eindelijk 'volgt nu het hier aangrenzende kleinfle<br />

, echter belang- en volkrijkfte , Departement *<br />

't welk op deze Kaart , en in de geheele Franfche<br />

Republiek , gevonden wordt ; te weeten :<br />

Het Departement van Parys ; waar in de befchrijving<br />

der groote Waereldftad Parijs , en derzelver<br />

tegenwoordige gefteldheid , na de nieuwfte<br />

berichten famengefteld, zal voorkomen ; 't geea<br />

wij tot den aanvang van het volgend Stuk uitftellen.<br />

Wij zijn daar toe te meer aangefpoord , dewijl<br />

Parijs thands elks bijzondere aandagt , boven<br />

eenige andere Stad in Europa , tot zig trekt; daar<br />

de voornaamfle kunstftukken , uit meest alle de Landen<br />

en Steden , welke de kragt der Franfche Wapens<br />

hebben ondervonden , binnen den omtrek dezer<br />

ééne Stad , als in eene Schatkamer van geheet<br />

Europa , bij een verzameld zijn ; zo dat de Reiziger


3Ö0 BESCHRIJVING DER RIJKEN EN STAATEN ENZ.<br />

ger , wiens oogmerk is , om de aloude voortbrengfelen<br />

van kunst en fmaak , door het befchaafde gedeelte<br />

van Europa , op te fpeuren en te bewonderen<br />

, thands in die Stad alleen zo veel daar van bij<br />

eikanderen kan aantreffen , dat hij zijne weetgierigheid<br />

grootendeels daar aan voldoen , en veele kosten<br />

en moeite , welken weleer tot het bezichtigen<br />

van de hier en gintsch verfpreide kunstwonderen<br />

vereischt werden, befpaaren kan. Immers even gelijk<br />

Romen , in de eerde Eeuw onzer jaartellinge,<br />

weleer de Schatkamer der Kunst van het overmeesterd<br />

Griekenland geworden is , zo kan men ook in<br />

deze achttiende Eeuw , de Stad Parijs , wat derzevler<br />

kunstfchatten betreft, als het tweede Romen ,<br />

en wat derzelver hedendaagfche gewoonten en zeden<br />

aangaat, als het tweede Atheenen, aanmerken;<br />

welke overeenkomst wij in het volgende Stuk nader<br />

zullen tragten aantewijzen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!