03.05.2013 Views

Onderhouds-handleiding Vitodens 300-W5.6 MB - Viessmann

Onderhouds-handleiding Vitodens 300-W5.6 MB - Viessmann

Onderhouds-handleiding Vitodens 300-W5.6 MB - Viessmann

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Serviceaanwijzing<br />

voor de vakman<br />

<strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />

Type WB3D<br />

Condenserende HR-ketel op gas als wandtoestel<br />

3,8 tot 35 kW uitvoering op aardgas en vloeibaar gas<br />

Auf deutsch erhältlich!<br />

Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina<br />

VITODENS <strong>300</strong>-W<br />

VIESMANN<br />

5688 838 B/fl 1/2010 Bewaren a.u.b.!


Veiligheidsaanwijzingen<br />

2<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk<br />

letsel en materiële schade.<br />

Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen<br />

Gevaar<br />

Dit teken waarschuwt voor persoonlijk<br />

letsel.<br />

! Opgelet<br />

Dit teken waarschuwt voor materiële<br />

schade en schade aan het<br />

milieu.<br />

Aanwijzing<br />

Gegevens met het woord "Aanwijzing"<br />

bevatten aanvullende informatie.<br />

Doelgroep<br />

Deze <strong>handleiding</strong> is alleen bedoeld voor<br />

erkende installateurs.<br />

■ Werkzaamheden aan gasinstallaties<br />

mogen alleen door installateurs worden<br />

uitgevoerd die hiertoe erkend zijn<br />

door de bevoegde gasmaatschappij.<br />

■ Elektrische werkzaamheden mogen<br />

alleen door elektrovakmensen worden<br />

uitgevoerd.<br />

■ De eerste inbedrijfstelling moet door<br />

de installateur van de installatie of een<br />

door hem aangewezen vakman<br />

plaatsvinden.<br />

Voorschriften<br />

Respecteer bij de werkzaamheden<br />

■ de wettelijke voorschriften inzake<br />

ongevalspreventie,<br />

■ de wettelijke voorschriften inzake de<br />

milieubescherming,<br />

■ de bepalingen inzake de ongevallenverzekering,<br />

■ de betreffende veiligheidsbepalingen<br />

van de normen NBN, NBN EN, AREI/<br />

RGIE en de voorschriften BELGAQUA<br />

Wat te doen bij een gasgeur<br />

Gevaar<br />

Ontsnappend gas kan explosies<br />

veroorzaken met zeer ernstige<br />

verwondingen als gevolg.<br />

■ Niet roken! Vermijd open vuur<br />

en vonkvorming. Nooit schakelaars<br />

van verlichting en elektrische<br />

toestellen bedienen.<br />

■ Gasafsluitkraan sluiten.<br />

■ Ramen en deuren open zetten.<br />

■ Personen verwijderen uit de<br />

gevarenzone.<br />

■ Gas- en elektriciteitsonderneming<br />

van buiten het gebouw<br />

verwittigen.<br />

■ Stroom naar het gebouw vanuit<br />

een veilige plaats (buiten het<br />

gebouw) laten onderbreken.<br />

Wat te doen bij een rookgasgeur<br />

Gevaar<br />

Rookgassen kunnen levensbedreigende<br />

vergiftiging veroorzaken.<br />

■ Verwarmingsinstallatie buiten<br />

bedrijf stellen.<br />

■ Opstelruimte ventileren.<br />

■ Deuren van woonverblijven<br />

sluiten.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Veiligheidsaanwijzingen (vervolg)<br />

Werkzaamheden aan de installatie<br />

■ Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan<br />

sluiten en beveiligen tegen<br />

onverhoeds openen.<br />

■ Installatie van het net schakelen en<br />

controleren op nog aanwezige spanning<br />

(bijv. met de afzonderlijke zekering<br />

of een hoofdschakelaar).<br />

■ Installatie tegen opnieuw inschakelen<br />

beveiligen.<br />

Opgelet ! Door elektrostatische ontlading<br />

kunnen elektronische modules<br />

beschadigd worden.<br />

Herstelwerkzaamheden<br />

Opgelet ! De reparatie van componenten<br />

met een veiligheidstechnische<br />

functie brengt de veilige werking<br />

van de installatie in gevaar.<br />

Defecte onderdelen moeten door<br />

originele onderdelen van<br />

<strong>Viessmann</strong> worden vervangen.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Accessoires, wisselstukken en slijtende<br />

onderdelen<br />

Opgelet ! Reserveonderdelen en slijtende<br />

onderdelen die niet met de verwarmingsinstallatie<br />

werden<br />

gekeurd, kunnen de werking<br />

van de installatie nadelig<br />

beïnvloeden. Het monteren van<br />

niet-toegelaten onderdelen en<br />

het uitvoeren van niet-goedgekeurde<br />

wijzigingen en montages<br />

kunnen de veiligheid in gevaar<br />

brengen en de garantie beperken.<br />

Bij vervanging uitsluitend originele<br />

wisselstukken van<br />

<strong>Viessmann</strong> of door <strong>Viessmann</strong><br />

goedgekeurde wisselstukken<br />

gebruiken.<br />

3


Inhoudsopgave<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 6<br />

Aanvullende info over de stappen........................................................................ 8<br />

Codering 1<br />

Codeerniveau 1 oproepen.................................................................................... 38<br />

Algemeen/groep ”1”.............................................................................................. 39<br />

Ketel/groep ”2”...................................................................................................... 42<br />

Warm water/groep ”3”.......................................................................................... 43<br />

Zonnesysteem/groep ”4”...................................................................................... 43<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3/groep ”5”....... 45<br />

Codering 2<br />

Codering 2 oproepen ........................................................................................... 53<br />

Algemeen/groep ”1”.............................................................................................. 54<br />

Ketel/groep ”2”...................................................................................................... 63<br />

Warm water/groep ”3”.......................................................................................... 64<br />

Zonnesysteem/groep ”4”...................................................................................... 67<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2, verwarm.circuit 3/groep ”5”........................ 75<br />

Diagnose en servicevragen<br />

Servicemenu oproepen........................................................................................ 85<br />

Diagnose.............................................................................................................. 85<br />

Uitgangen controleren (relaistest)........................................................................ 91<br />

Storingen oplossen<br />

Storingsindicaties................................................................................................. 94<br />

Storingscodes....................................................................................................... 96<br />

Reparaties............................................................................................................ 110<br />

Functiebeschrijving<br />

Regeling voor verhoogde werking........................................................................ 117<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking............................................................ 118<br />

Interne uitbreidingen............................................................................................. 119<br />

Externe uitbreidingen (toebehoren)...................................................................... 121<br />

Regelingsfuncties................................................................................................. 125<br />

Toewijzing van de verwarmingscircuits aan de afstandsbediening...................... 133<br />

Elektronische verbrandingsregeling..................................................................... 133<br />

Schema's<br />

Aansluitschema intern.......................................................................................... 135<br />

Aansluitschema extern......................................................................................... 136<br />

4<br />

Inhoudsopgave<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Inhoudsopgave (vervolg)<br />

Inhoudsopgave<br />

Wisselstuklijsten................................................................................................ 138<br />

Protocollen.......................................................................................................... 144<br />

Technische gegevens........................................................................................ 145<br />

Verklaringen<br />

Conformiteitsverklaring......................................................................................... 146<br />

Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV.................................................. 147<br />

Index.................................................................................................................... 148<br />

5


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen<br />

6<br />

Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud<br />

Stappen voor de eerste inbedrijfstelling<br />

Stappen voor de inspectie<br />

Stappen voor het onderhoud Pagina<br />

• 1. Verwarmingsinstallatie vullen....................................... 8<br />

• 2. Elektrische netaansluiting controleren<br />

• 3. Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking............................................ 9<br />

• • 4. Tijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke werking..................... 9<br />

• 5. Verwarmingsketel ontluchten........................................ 10<br />

• 6. Verwarmingsinstallatie ontluchten............................... 10<br />

• 7. Sifon met water vullen.................................................... 11<br />

• • • 8. Alle verwarmings- en tapwateraansluitingen<br />

controleren op lekken<br />

• 9. Verwarmingscircuits aangeven - alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke werking.................................... 12<br />

• • 10. Gastype controleren....................................................... 12<br />

• • • 11. Functieverloop en mogelijke storingen........................ 12<br />

• • • 12. Rustdruk en aansluitdruk meten................................... 14<br />

• 13. Max. vermogen instellen................................................ 16<br />

• 14. Dichtheidscontrole coaxiaal systeem<br />

(ringspleetmeting).......................................................... 17<br />

• 15. Brander demonteren en branderpakking controleren 18<br />

• 16. Vlamrooster controleren................................................ 19<br />

• 17. Ontstekings- en ionisatie-elektrode controleren en<br />

instellen........................................................................... 20<br />

• 18. Verwarmingsoppervlakken reinigen en brander<br />

inbouwen......................................................................... 20<br />

• • 19. Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen.... 22<br />

• • 20. Neutraliseringsinstallatie controleren (indien<br />

aanwezig)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Stappen voor de eerste inbedrijfstelling<br />

Stappen voor de inspectie<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie… (vervolg)<br />

Stappen voor het onderhoud Pagina<br />

• • 21. Membraanexpansievat en druk van de installatie<br />

controleren...................................................................... 22<br />

• • • 22. Veiligheidskleppen op functioneren controleren<br />

• • • 23. Controleren of alle elektrische aansluitingen goed<br />

vast zitten<br />

• • • 24. Alle gasvoerende onderdelen bij werkdruk<br />

controleren op lekken.................................................... 23<br />

• • 25. Verbrandingskwaliteit controleren................................ 23<br />

• • • 26. Externe veiligheidsklep vloeibaar gas controleren<br />

(indien aanwezig)<br />

• 27. Regeling aanpassen aan de verwarmingsinstallatie .. 25<br />

• 28. Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)........................................... 31<br />

• 29. Regeling in LON integreren (alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)........................................... 34<br />

• 30. Indicator ”Onderhoud” opvragen en resetten............. 36<br />

• 31. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 37<br />

7


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Verwarmingsinstallatie vullen<br />

! Opgelet<br />

Ongeschikt water bevordert afzettingen en corrosievorming en kan leiden tot<br />

schade aan de verwarmingsketel.<br />

■ Verwarmingsinstallatie voor het vullen grondig spoelen.<br />

■ Uitsluitend water van tapwaterkwaliteit gebruiken.<br />

■ Vulwater met een waterhardheid van meer dan 16,8 °dH (3,0 mol/m 3 ) moet<br />

onthard worden, bijv. met een kleine onthardingsinstallatie voor verwarmingswater<br />

(zie <strong>Viessmann</strong> prijslijst Vitoset).<br />

■ Aan het vulwater kan een speciaal voor verwarmingsinstallaties geschikt<br />

antivriesmiddel toegevoegd worden. De geschiktheid moet door de fabrikant<br />

van het antivriesmiddel bewezen zijn.<br />

1. Voordruk van het membraanexpansievat<br />

controleren.<br />

2. Gasafsluitkraan sluiten.<br />

3. Verwarmingsinstallatie met de vulen<br />

aftapkraan A in de verwarmingsretour<br />

(op de aansluitset of extern)<br />

vullen. (Minimuminstallatiedruk<br />

> 1,0 bar).<br />

8<br />

Aanvullende info over de stappen<br />

Aanwijzing<br />

Als de regeling voor het vullen nog<br />

niet is ingeschakeld, bevindt de servoaandrijving<br />

van de omschakelklep<br />

zich op de middelste stand en wordt<br />

de installatie volledig gevuld.<br />

4. Als de regeling al ingeschakeld was<br />

voor het vullen:<br />

Regeling inschakelen en vulprogramma<br />

activeren (zie volgende<br />

hoofdstuk).<br />

5. Ketelvul- en aftapkraan A sluiten.<br />

Vulfunctie activeren bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Servicefuncties”<br />

3. ”Vullen”<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

4. Vulfunctie beëindigen:<br />

OK of ä indrukken.<br />

Vulfunctie activeren bij regeling voor<br />

verhoogde werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. Met Ú ”4” selecteren en bevestigen<br />

met OK.<br />

Bij actieve vulfunctie wordt ”bF on”<br />

op het display weergegeven.<br />

3. Vulfunctie beëindigen:<br />

ä indrukken.<br />

Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking<br />

Aanwijzing<br />

Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen<br />

de begrippen in het Duits (toestand bij<br />

levering)<br />

Uitgebreid menu:<br />

1. å<br />

2. ”Einstellungen”<br />

3. ”Sprache”<br />

Sprache<br />

Deutsch DE<br />

Cesky CZ<br />

Dansk<br />

DK<br />

English<br />

GB<br />

Wählen mit Ø<br />

4. Met / gewenste taal instellen.<br />

Tijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking<br />

Bij eerste inbedrijfstelling of na langere<br />

stilstand moeten tijd en datum opnieuw<br />

worden ingesteld.<br />

Uitgebreid menu:<br />

1. å<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

2. ”Instellingen”<br />

3. ”Tijd/datum”<br />

4. Actuele tijd en datum instellen<br />

ç<br />

9


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Verwarmingsketel ontluchten<br />

1. Afsluitklep verwarmingswater sluiten.<br />

2. Afvoerslang aan de bovenste kraan<br />

B aan een afwateraansluiting aansluiten.<br />

3. Kranen A en B openen en met netdruk<br />

zo lang ontluchten tot er geen<br />

luchtgeluiden meer hoorbaar zijn.<br />

Verwarmingsinstallatie ontluchten<br />

1. Gasafsluitkraan sluiten en regeling<br />

inschakelen.<br />

10<br />

4. Kranen A en B sluiten, de afsluitkleppen<br />

aan verwarmingswaterzijde<br />

openen.<br />

2. Ontluchtingsprogramma activeren<br />

(zie volgende werkstappen).<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Aanwijzing<br />

Functie en afloop van het onluchtingsprogramma,<br />

zie pagina 127.<br />

3. Druk van de installatie controleren.<br />

Ontluchtingsprogramma activeren bij<br />

regeling voor weersafhankelijke werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Servicefuncties”<br />

3. ”Ontluchten”<br />

4. Ontluchtingsprogramma beëindigen:<br />

OK of ä indrukken.<br />

Sifon met water vullen<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Ontluchtingsprogramma activeren bij<br />

regeling voor verhoogde werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. Met Ú ”5” selecteren en bevestigen<br />

met OK.<br />

Bij actief ontluchtingsprogramma<br />

wordt ”EL on” op het display weergegeven.<br />

3. Ontluchtingsprogramma beëindigen:<br />

ä indrukken.<br />

1. Bevestigingsklem A losmaken en<br />

sifon B eraf halen.<br />

2. Sifon B vullen met water.<br />

3. Sifon B monteren en met de vastzetklem<br />

A bevestigen.<br />

11


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Verwarmingscircuits aangeven - alleen bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking<br />

In de toestand bij levering worden de<br />

verwarmingscircuits met ”Verwarm.circuit<br />

1”, ”Verwarm.circuit 2” en ”Verwarm.circuit<br />

3” (indien aanwezig) aangeduid.<br />

De verwarmingscircuits kunnen installatiespecifiek<br />

worden aangeduid voor een<br />

beter begrip door de gebruiker van de<br />

installatie.<br />

Gastype controleren<br />

12<br />

Namen voor de verwarmingscircuits<br />

ingeven:<br />

Gebruiksaanwijzing<br />

De ketel heeft een elektronische verbrandingsregeling, die de brander volgens de<br />

aanwezige gaskwaliteit op een optimale verbranding reguleert.<br />

■ Bij werking op aardgas is daarom voor het gehele Wobbe-indexbereik geen omstelling<br />

nodig.<br />

De verwarmingsketel kan in het Wobbe-indexbereik van 9,5 tot 15,2 kWh/m 3 (34,2<br />

tot 54,7 MJ/m 3 ) gebruikt worden.<br />

■ Bij gebruik met vloeibaar gas moet de brander omgezet worden door de Technische<br />

Dienst van <strong>Viessmann</strong>.<br />

1. Gastype en Wobbe-index bij de leverancier<br />

van het aardgas resp. vloeibare<br />

gas navragen.<br />

2. Bij gebruik met vloeibaar gas de<br />

brander laten omstellen door de<br />

Technische Dienst van <strong>Viessmann</strong>.<br />

Functieverloop en mogelijke storingen<br />

Warmteaanvraag<br />

door regeling<br />

3. Gastype opnemen in het protocol op<br />

pagina 144.<br />

Display Maatregel<br />

nee Gewenste waarde<br />

verhogen, voor<br />

warmteafname<br />

zorgen<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Ja<br />

Ventilator start nee Na ca. 51 seconden<br />

storing F9<br />

Ja<br />

Ventilator, verbindingsleidingen<br />

naar de ventilator,<br />

spanningsvoeding<br />

op de ventilator en<br />

ventilatoraansturing<br />

controleren<br />

Ontsteking nee Storing EE Ontstekingsmodule<br />

controleren<br />

(aansturing 230 V<br />

tussen stekker<br />

”X2.1”<br />

en ”X2.2”)<br />

Ja<br />

Gascombinatieregelaar<br />

gaat open<br />

Ja<br />

Ionisatiestroom<br />

wordt opgebouwd<br />

Symbool A<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

nee Storing EE Gascombinatieregelaar<br />

controleren<br />

(aansturing 230 V),<br />

gasaansluitdruk<br />

controleren<br />

nee Storing EE Instelling van de<br />

ionisatie-elektrode<br />

controleren en<br />

controleren of er<br />

lucht in de gasleiding<br />

zit.<br />

13


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

14<br />

Ja<br />

Brander in werking<br />

Ja<br />

Zelfstandig kalibreren<br />

van de verbrandingsregeling<br />

Verdere gegevens bij storingen, zie<br />

pagina 94.<br />

nee Schakelt onder de<br />

gewenste ketelwatertemperatuur<br />

uit<br />

en start dan direct<br />

opnieuw<br />

Rustdruk en aansluitdruk meten<br />

Dichtheid van de<br />

rookgasinstallatie<br />

controleren (rookgashercirculatie),<br />

dynamische gasdruk<br />

controleren<br />

nee Storing Eb Warmteafname<br />

bewerkstelligen.<br />

Verwarmingsketel<br />

uitschakelen en<br />

weer inschakelen.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Gevaar<br />

CO-vorming als gevolg van een verkeerde branderinstelling kan tot ernstige<br />

schade aan de gezondheid leiden.<br />

Voor en na werkzaamheden aan gastoestellen moet een CO-meting worden<br />

uitgevoerd.<br />

Werking met vloeibaar gas<br />

Tank voor vloeibaar gas bij de eerste bedrijfstelling/vervanging tweemaal laten spoelen.<br />

Tank en gasaansluitleiding na het spoelen goed laten ontluchten.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

1. Gasafsluitkraan sluiten.<br />

2. Schroef A in meetaansluitstuk ”PE”<br />

op de gascombinatieregelaar losmaken,<br />

niet eruit draaien en manometer<br />

aansluiten.<br />

3. Gasafsluitkraan openen.<br />

4. Rustdruk meten en meetwaarde in<br />

het protocol op pagina 144 opnemen.<br />

Gewenste waarde: max. 57,5 mbar<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

5. Ketel in werking stellen.<br />

Aanwijzing<br />

Bij de eerste werkingstelling kan het<br />

toestel in storing gaan, omdat er lucht<br />

in de gasleiding zit. Na ca. 5 sec. ontgrendelingstoets<br />

R voor de ontgrendeling<br />

van de brander indrukken.<br />

6. Aansluitdruk (dynamische druk)<br />

meten.<br />

Gewenste waarde:<br />

■ aardgas H-G20: 20 mbar<br />

■ aardgas L-G25: 25 mbar<br />

■ vloeibaar gas: 37 mbar<br />

Aanwijzing<br />

Voor het meten van de aansluitdruk<br />

geschikte meettoestellen met een<br />

resolutie van minstens 0,1 mbar<br />

gebruiken.<br />

7. Meetwaarde opnemen in het protocol<br />

op pagina 144.<br />

Maatregel nemen aan de hand van<br />

de volgende tabel.<br />

8. Verwarmingsketel buiten bedrijf stellen,<br />

gasafsluitkraan sluiten, manometer<br />

eraf halen, meetaansluitstuk<br />

A met schroef afsluiten.<br />

9. Gasafsluitkraan openen en toestel in<br />

werking stellen.<br />

Gevaar<br />

Ontsnappend gas bij het<br />

meetaansluitstuk leidt tot<br />

explosiegevaar.<br />

Meetaansluiting A op gaslekkage<br />

controleren.<br />

15


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Aansluitdruk (dynamische druk) Oplossingen<br />

bij aardgas bij vloeibaar gas<br />

onder 18 mbar onder 31,5 mbar Geen inbedrijfstelling uitvoeren en de<br />

(H-G20)<br />

gasleverancier resp. leverancier van<br />

onder 20 mbar<br />

(L-G25)<br />

vloeibaar gas verwittigen.<br />

18 tot 25 mbar<br />

(H-G20)<br />

20 tot 30 mbar<br />

(L-G25)<br />

31,5 tot 42,5 mbar Ketel in werking stellen.<br />

boven 25 mbar boven 42,5 mbar Aparte gasdrukregelaar van de installatie<br />

inschakelen en voordruk op 20/25 mbar<br />

bij aardgas H-G20/L-G25 resp. 37 mbar<br />

bij vloeibaar gas instellen. Gasmaatschappij<br />

resp. leverancier van vloeibaar<br />

gas informeren.<br />

Max. vermogen instellen<br />

Voor de stookwerking kan het max. vermogen begrensd worden. De begrenzing<br />

wordt via het modulatiebereik ingesteld. Het max. instelbare vermogen is door de<br />

ketelcodeerstekker naar toe boven begrensd.<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Servicefuncties”<br />

3. ”Maximaal vermogen”<br />

4. ”Wijzigen?” ”Ja” kiezen.<br />

Op het display verschijnt een waarde<br />

(bijv. ”85”). In de toestand bij levering<br />

komt deze waarde overeen met<br />

100% van het nominale vermogen.<br />

5. Gewenste waarde instellen.<br />

16<br />

Regeling voor verhoogde werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. Met Ú ”3” selecteren en bevestigen<br />

met OK.<br />

Op het display knippert een waarde<br />

(bijv. ”85”) en ”A” verschijnt. In de<br />

toestand bij levering komt deze<br />

waarde overeen met 100% van het<br />

nominale vermogen.<br />

3. Gewenste waarde instellen en<br />

bevestigen met OK.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Dichtheidscontrole coaxiaal systeem (ringspleetmeting)<br />

A Verbrandingsluchtdiafragma<br />

Voor rookgas/luchttoevoersystemen die<br />

samen met de wandketel op gas zijn<br />

gekeurd, is geen lekkagecontrole (overdruktest)<br />

door een schoorsteenveger<br />

noodzakelijk.<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

In dat geval adviseren wij dat de verwarmingsleverancier<br />

bij de inbedrijfstelling<br />

van het toestel een eenvoudige dichtheidscontrole<br />

uitvoert. Daarvoor is het<br />

voldoende de CO 2- of de O 2-concentratie<br />

van de verbrandingslucht in de ringspleet<br />

van de concentrische leiding te<br />

meten.<br />

Als de CO 2-concentratie lager is dan<br />

0,2 % of de O 2-concentratie hoger is dan<br />

20,6 %, geldt de rookgasleiding als voldoende<br />

dicht.<br />

Als hogere CO 2 - of lagere O 2 -waarden<br />

gemeten worden, is een drukcontrole<br />

van de rookgasleiding bij een statische<br />

overdruk van 200 Pa nodig.<br />

17


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Brander demonteren en branderpakking controleren<br />

H<br />

G<br />

4x<br />

C<br />

D<br />

E<br />

B<br />

1. Netschakelaar op de regeling en netspanning<br />

uitschakelen.<br />

2. Gasafsluitkraan sluiten en beveiligen.<br />

3. Elektrische leidingen van ventilatiemotor<br />

A, gasarmatuur B, ionisatieelektrode<br />

C, ontstekingseenheid<br />

D en aarding E aftrekken.<br />

4. Schroefverbinding van de gasaansluitbuis<br />

F losmaken.<br />

18<br />

F<br />

A<br />

5. Vier moeren G losdraaien en de<br />

brander eraf halen.<br />

Opgelet ! Beschadigingen van het<br />

draadweefsel voorkomen.<br />

Brander niet op het vlamrooster<br />

leggen!<br />

6. Branderafdichting H vervangen.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Vlamrooster controleren<br />

Als het draadweefsel beschadigd is, het vlamrooster vervangen.<br />

A<br />

B 3x<br />

1. Elektroden A uitbouwen.<br />

2. Drie moeren B losdraaien en het<br />

vlamrooster C eraf halen.<br />

3. Oude vlamroosterpakking D eraf<br />

halen.<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

D<br />

C<br />

4. Nieuw vlamrooster met nieuwe pakking<br />

plaatsen en bevestigen met drie<br />

moeren (draaimoment: 4 Nm).<br />

19


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Ontstekings- en ionisatie-elektrode controleren en instellen<br />

20<br />

6 +2 0<br />

3 +2 0<br />

A A B<br />

A Ontstekingselektroden<br />

B Ionisatie-elektrode<br />

1. Elektroden controleren op slijtage en<br />

vuil.<br />

2. Elektroden schoonmaken met een<br />

kleine borstel (geen staalborstel) of<br />

schuurpapier.<br />

Opgelet ! Draadweefsel<br />

niet beschadigen!<br />

8 +2 0<br />

C<br />

D<br />

±1<br />

14<br />

C Tot 19 kW<br />

D Vanaf 26 kW<br />

3. Afstanden controleren. Als de afstanden<br />

niet in orde zijn of de elektroden<br />

beschadigd zijn, elektroden met pakking<br />

vervangen en uitlijnen. Bevestigingsschroeven<br />

voor elektroden met<br />

2,5 Nm draaimoment vasttrekken.<br />

Verwarmingsoppervlakken reinigen en brander inbouwen<br />

Opgelet ! Krassen op onderdelen die met rookgas in aanraking komen, kunnen leiden<br />

tot corrosie.<br />

Verwarmingsoppervlakken niet afborstelen!<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

1. Afzettingen van de verwarmingsoppervlakken<br />

A van de branderkamer<br />

afzuigen.<br />

2. Indien nodig de verwarmingsoppervlakken<br />

A met licht zure, chloridevrije<br />

reinigingsmiddelen op basis van<br />

fosforzuren inspuiten en minstens<br />

20 min. laten inwerken.<br />

3. Verwarmingsoppervlakken A grondig<br />

spoelen met water.<br />

4. Brander plaatsen. Moer met tandschijf<br />

en resterende moeren vastschroeven<br />

en met 4 Nm koppel kruislings<br />

aantrekken.<br />

5. Gasaansluitbuis met nieuwe pakking<br />

monteren.<br />

6. Aansluitingen aan gaszijde controleren<br />

op lekkage.<br />

Gevaar<br />

Ontsnappend gas leidt tot<br />

explosiegevaar.<br />

Gasdichtheid van de schroefverbinding<br />

controleren.<br />

7. Elektrische kabels op de overeenkomstige<br />

componenten steken.<br />

21


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen<br />

22<br />

1. Onbelemmerde afvoer van condenswater<br />

bij de sifon controleren.<br />

2. Bevestigingsklem A losmaken en<br />

sifon B eraf halen.<br />

3. Sifon B reinigen.<br />

4. Sifon B vullen met water en monteren.<br />

Vastzetklem A erop steken.<br />

Membraanexpansievat en druk van de installatie controleren<br />

Aanwijzing<br />

Controle uitvoeren bij een bij koude<br />

installatie.<br />

A Meetnippel (allleen bij verwarmingsketel<br />

met 13 en 19 kW)<br />

1. Installatie zo ver leegmaken resp.<br />

kapventiel op membraanexpansievat<br />

sluiten en de druk in de installatie verlagen<br />

tot manometer ”0” aangeeft.<br />

2. Als de voordruk van het membraanexpansievat<br />

lager is dan de statische<br />

druk van de installatie, stikstof bijvullen<br />

tot de voordruk 0,1 tot 0,2 bar<br />

hoger is.<br />

3. Water bijvullen tot bij een afgekoelde<br />

installatie de druk 0,1 tot 0,2 bar<br />

hoger is dan de voordruk van het<br />

membraanexpansievat.<br />

Toegest. werkdruk: 3 bar<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Alle gasvoerende onderdelen bij werkdruk controleren op lekken<br />

Gevaar<br />

Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.<br />

Gasvoerende delen controleren<br />

op gasdichtheid.<br />

Verbrandingskwaliteit controleren<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanwijzing<br />

Voor de dichtheidscontrole geschikte en<br />

toegestane lekzoekmiddelen (EN<br />

14291) en toestellen gebruiken. Lekzoekmiddelen<br />

met ongeschikte inhoudstoffen<br />

(bijv. nitraten, sulfiden) kunnen<br />

tot schade aan het materiaal leiden.<br />

Restanten van lekzoekmiddel na de controle<br />

verwijderen.<br />

De elektronische verbrandingsregeling zorgt automatisch voor een optimale verbrandingskwaliteit.<br />

Bij de eerste werkingstelling/onderhoud is alleen een controle van<br />

de verbrandingswaarden nodig. Daartoe het CO 2- of O 2-gehalte meten. Functiebeschrijving<br />

van de elektronische verbrandingsregeling, zie pagina 133.<br />

Aanwijzing<br />

Toestel met onbelaste verbrandingslucht gebruiken om bedrijfsstoringen en schade<br />

te voorkomen.<br />

CO 2 of O 2-gehalte<br />

■ Het CO 2-gehalte moet bij het onderste en het bovenste warmtevermogen steeds<br />

in de volgende bereiken liggen:<br />

– 7,7 tot 9,2% bij aardgas H-G20 en L-G25<br />

– 9,3 tot 10,9% bij vloeibaar gas P<br />

■ Het O 2-gehalte moet bij alle gastypen tussen 4,4 en 6,9% liggen.<br />

Als de gemeten CO 2- of O 2-waarde buiten het desbetreffende bereik ligt als volgt te<br />

werk gaan:<br />

■ dichtheidscontrole van het coaxiale systeem uitvoeren, zie pagina 17.<br />

■ ionisatie-elektrode en aansluitleiding controleren, zie pagina 20<br />

Aanwijzing<br />

De verbrandingsregeling voert bij de werkingstelling een zelfstandige kalibratie uit.<br />

Emissiemeting pas ca. 30 sec. na de branderstart uitvoeren.<br />

23


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

1. Rookgasanalysetoeste aan de rookgasopening<br />

A aan het ketelaansluitstuk<br />

aansluiten.<br />

2. Gasafsluitkraan openen, ketel in werking<br />

stellen en warmteaanvraag<br />

bewerkstelligen.<br />

3. Minimumvermogen instellen (zie<br />

pagina 24).<br />

4. CO 2-gehalte controleren. Als de<br />

waarde met meer dan 1% van de<br />

voornoemde bereiken afwijkt, maatregelen<br />

van pagina 23 uitvoeren.<br />

5. Waarde noteren in het protocol.<br />

6. Maximumvermogen instellen (zie<br />

pagina 24).<br />

7. CO 2-gehalte controleren. Als de<br />

waarde met meer dan 1% van de<br />

voornoemde bereiken afwijkt, maatregelen<br />

van pagina 23 uitvoeren.<br />

8. Na de controle OK indrukken.<br />

24<br />

9. Waarde noteren in het protocol.<br />

Maximum/minimumvermogen kiezen<br />

bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Actorentest”<br />

3. Minimumvermogen kiezen:<br />

”Basisbelasting insch.” selecteren<br />

en met OK bevestigen.<br />

4. Maximumvermogen kiezen:<br />

”Volledige belasting insch.” selecteren<br />

en met OK bevestigen.<br />

Maximum/minimumvermogen kiezen<br />

bij regeling voor verhoogde werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

Op het display knippert ”Ü”.<br />

2. Met Ú ” ” selecteren en bevestigen<br />

met OK.<br />

Op het display wordt ”I” weergegeven.<br />

3. Minimumvermogen kiezen:<br />

OK indrukken.<br />

4. Maximumvermogen kiezen:<br />

OK indrukken, met Ú ”2” kiezen en<br />

bevestigen met OK.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Regeling aanpassen aan de verwarmingsinstallatie<br />

De regeling moet aan de installatie worden aangepast al naargelang de uitrusting.<br />

Verschillende installatiecomponenten worden door de regeling automatisch herkend<br />

en de codering automatisch ingesteld.<br />

■ Keuze van de betreffende schema's, zie volgende afbeeldingen.<br />

■ Stappen voor de codering, zie pagina 38.<br />

Installatie-uitvoering 1<br />

Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (met/zonder warmwaterbereiding)<br />

4<br />

5<br />

1<br />

ID: 4605145_1001_01<br />

2<br />

3<br />

6<br />

1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />

2 Buitentemperatuursensor (alleen bij<br />

weersafhankelijke werking)<br />

3 Vitotrol100 (alleen bij regeling voor<br />

verhoogde werking)<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

4 Warmwaterboiler<br />

5 Boilertemperatuursensor<br />

6 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />

A1 (verwarmingscircuit 1)<br />

25


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Functie/installatiecomponenten Codering<br />

Instellen Standaarduitvoering<br />

Werking met vloeibaar gas<br />

Installatie met tapwateromlooppomp:<br />

82:1 82:0<br />

Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />

of H2<br />

— 53:1<br />

Installatie-uitvoering 2<br />

Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 en een verwarmingscircuit met<br />

mengklep M2 (met/zonder warmwaterbereiding)<br />

Aanwijzing<br />

Het debiet van het verwarmingscircuit zonder mengklep moet minstens 30% groter<br />

zijn dan het debiet van het verwarmingscircuit met mengklep.<br />

26<br />

3<br />

4<br />

1<br />

ID: 4605146_1001_01<br />

2<br />

1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />

2 Buitentemperatuursensor<br />

3 Warmwaterboiler<br />

4 Boilertemperatuursensor<br />

5 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />

A1 (verwarmingscircuit 1)<br />

5 6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

qP M<br />

6 Verwarmingscircuit met mengklep<br />

M2 (verwarmingscircuit 2)<br />

7 Temperatuurschakelaar als maximumtemperatuurbegrenzing<br />

voor<br />

vloerverwarming<br />

8 Aanvoertemperatuursensor M2<br />

9 CV-pomp M2<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

qP Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />

met mengklep M2<br />

Functie/installatiecomponenten Codering<br />

Instellen Standaarduitvoering<br />

Werking met vloeibaar gas<br />

Installatie met slechts 1 verwarmingscircuit met<br />

mengklep met uitbreidingsset voor mengklep (zonder<br />

ongeregeld verwarmingscircuit)<br />

82:1 82:0<br />

■ met warmwaterboiler 00:4 00:6<br />

■ zonder warmwaterboiler<br />

Installatie met tapwateromlooppomp:<br />

00:3 00:5<br />

Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />

of H2<br />

— 53:1<br />

Installatie-uitvoering 3<br />

Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 en een verwarmingscircuit met<br />

mengklep M2 met systeemscheiding (met/zonder warmwaterbereiding)<br />

3<br />

4<br />

1<br />

ID: 4605147_1001_01<br />

2<br />

1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />

2 Buitentemperatuursensor<br />

3 Warmwaterboiler<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

5 6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

qP M<br />

qQ<br />

qW<br />

4 Boilertemperatuursensor<br />

5 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />

A1 (verwarmingscircuit 1)<br />

27


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

6 Verwarmingscircuit met mengklep<br />

M2 (verwarmingscircuit 2)<br />

7 Temperatuurschakelaar als maximumtemperatuurbegrenzing<br />

voor<br />

vloerverwarming<br />

8 Aanvoertemperatuursensor M2<br />

9 CV-pomp M2<br />

28<br />

qP Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />

met mengklep M2<br />

qQ Warmtewisselaar voor systeemscheiding<br />

qW Onderbouwkit met mengklep (toebehoren)<br />

Functie/installatiecomponenten Codering<br />

Instellen Standaarduitvoering<br />

Werking met vloeibaar gas<br />

Installatie met slechts 1 verwarmingscircuit met<br />

mengklep met uitbreidingsset voor mengklep (zonder<br />

ongeregeld verwarmingscircuit)<br />

82:1 82:0<br />

■ met warmwaterboiler 00:4 00:6<br />

■ zonder warmwaterboiler<br />

Installatie met tapwateromlooppomp:<br />

00:3 00:5<br />

Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />

of H2<br />

— 53:1<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Installatie-uitvoering 4<br />

Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 met aparte CV-pomp en een verwarmingscircuit<br />

met mengklep M2 (met/zonder warmwaterbereiding)<br />

3<br />

4<br />

1<br />

ID: 4605148_1001_01<br />

2<br />

6<br />

1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />

2 Buitentemperatuursensor<br />

3 Warmwaterboiler<br />

4 Boilertemperatuursensor<br />

5 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />

A1 (verwarmingscircuit 1)<br />

6 CV-pomp A1<br />

7 Verwarmingscircuit met mengklep<br />

M2 (verwarmingscircuit 2)<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

5 7<br />

8<br />

9<br />

qP<br />

qQ M<br />

8 Temperatuurschakelaar als maximumtemperatuurbegrenzing<br />

voor<br />

vloerverwarming<br />

9 Aanvoertemperatuursensor M2<br />

qP CV-pomp M2<br />

qQ Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />

met mengklep M2<br />

Functie/installatiecomponenten Codering<br />

Instellen Standaarduitvoering<br />

Werking met vloeibaar gas<br />

Interne circulatiepomp<br />

82:1 82:0<br />

Max. toerental van de interne circulatiepomp bij<br />

stookwerking: 20%<br />

Installatie zonder tapwateromlooppomp:<br />

31:20 31: ...<br />

29


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Functie/installatiecomponenten Codering<br />

Instellen Standaarduitvoering<br />

Aansluiting CV-pomp A1 aan interne uitbreiding H1 of<br />

H2<br />

Installatie met tapwateromlooppomp:<br />

53:2 53:1<br />

Aansluiting CV-pomp A1 aan uitbreiding AM1, aan-<br />

— 33:1<br />

sluiting A1<br />

Aansluiting omlooppomp aan uitbreiding AM1, aansluiting<br />

A2<br />

of<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />

of H2<br />

Installatie-uitvoering 5<br />

30<br />

— 34:0<br />

— 53:1<br />

Een verwarmingscircuit zonder mengklep, een verwarmingscircuit met mengklep<br />

M2 (met uitbreidingsset), een verwarmingscircuit met mengklep M3 (met<br />

uitbreidingsset) en evenwichtsfles (met/zonder warmwaterbereiding)<br />

3<br />

4<br />

1<br />

ID: 4605149_1001_01<br />

2<br />

qU<br />

6<br />

qZ<br />

1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />

2 Buitentemperatuursensor<br />

3 Warmwaterboiler<br />

5<br />

8<br />

9<br />

7 qQ<br />

qW<br />

qE<br />

qR<br />

M M<br />

qP<br />

qT<br />

4 Boilertemperatuursensor<br />

5 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />

A1 (verwarmingscircuit 1)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

6 CV-pomp A1<br />

7 Verwarmingscircuit met mengklep<br />

M2 (verwarmingscircuit 2)<br />

8 Aanvoertemperatuursensor M2<br />

9 CV-pomp M2<br />

qP Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />

met mengklep M2<br />

qQ Verwarmingscircuit met mengklep<br />

M3 (verwarmingscircuit 3)<br />

qW Temperatuurschakelaar als maximumtemperatuurbegrenzing<br />

voor<br />

vloerverwarming<br />

qE Aanvoertemperatuursensor M3<br />

qR Verwarmingscircuitpomp M3<br />

qT Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />

met mengklep M3<br />

qZ Evenwichtsfles<br />

qU Aanvoertemperatuursensor evenwichtsfles<br />

Functie/installatiecomponenten Codering<br />

Instellen Standaarduitvoering<br />

Werking met vloeibaar gas<br />

Installatie met slechts 2 verwarmingscircuits met<br />

mengklep met uitbreidingsset voor mengklep (zonder<br />

ongeregeld verwarmingscircuit)<br />

82:1 82:0<br />

■ met warmwaterboiler 00:8 00:10<br />

■ zonder warmwaterboiler<br />

Installatie zonder tapwateromlooppomp:<br />

00:7 00:9<br />

Aansluiting CV-pomp A1 aan interne uitbreiding H1 of<br />

H2<br />

Installatie met tapwateromlooppomp:<br />

53:2 53:1<br />

Aansluiting CV-pomp A1 aan uitbreiding AM1, aan-<br />

— 33:1<br />

sluiting A1<br />

Aansluiting omlooppomp aan uitbreiding AM1, aansluiting<br />

A2<br />

of<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />

of H2<br />

— 34:0<br />

— 53:1<br />

Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

Stooklijnen tonen het verband tussen de<br />

buitentemperatuur en de ketelwater- of<br />

aanvoertemperatuur.<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Eenvoudiger gezegd: hoe lager de buitentemperatuur,<br />

hoe hoger de ketelwater-<br />

resp. aanvoertemperatuur.<br />

31


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Van de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />

is weer de kamertemperatuur<br />

afhankelijk.<br />

Aanwijzing<br />

Als in de verwarmingsinstallatie verwarmingscircuits<br />

met mengklep aanwezig<br />

zijn, is de aanvoertemperatuur voor het<br />

verwarmingscircuit zonder mengklep<br />

met een ingesteld verschil (toestand bij<br />

levering 8 K) hoger dan de aanvoertemperatuur<br />

voor de verwarmingscircuits<br />

met mengklep.<br />

De verschiltemperatuur kan in codeeradres<br />

9F worden gewijzigd.<br />

32<br />

Ketelwater- resp.<br />

aanvoertemperatuur in °C<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

35 30 25 20 15 10 5<br />

Gewenste kamertemp. in °C<br />

30<br />

10<br />

A Inclinatie van de stooklijnen bij<br />

vloerverwarmingen<br />

B Inclinatie van de stooklijn bij lagetemperatuurverwarmingen<br />

(volgens<br />

energiebesparingsverordening)<br />

2,6<br />

2,4<br />

2,8<br />

3,0 3,2<br />

3,4<br />

2,2<br />

5<br />

In de toestand bij levering ingesteld:<br />

■ inclinatie = 1,4<br />

■ niveau = 0<br />

Inclinatie<br />

2,0<br />

1,8<br />

1,6<br />

0 -5 -10 -15 -20 -25<br />

Buitentemp. in °C<br />

-30<br />

1,4<br />

1,2<br />

1,0<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

B<br />

A<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Inclinatie en niveau veranderen<br />

90<br />

Ketelwater- resp.<br />

aanvoertemperatuur in °C<br />

A<br />

3,5<br />

B<br />

+20 -20<br />

Buitentemperatuur in °C<br />

1,4<br />

0,2<br />

A Inclinatie wijzigen<br />

B Niveau wijzigen (verticale parallelverschuiving<br />

van de stooklijn)<br />

Uitgebreid menu:<br />

1. å<br />

2. ”Verwarming”<br />

3. Verwarmingscircuit kiezen.<br />

4. ”Stooklijn”<br />

5. ”Inclinatie” of ”Niveau”<br />

6. Stooklijn volgens de eisen van de<br />

installatie instellen.<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Gewenste kamertemperatuur instellen<br />

Normale kamertemperatuur<br />

C<br />

90<br />

A<br />

26 + 20<br />

B<br />

-20<br />

D E<br />

Voorbeeld 1: Wijziging van de normale<br />

kamertemperatuur van 20 naar 26°C<br />

A Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />

in °C<br />

B Buitentemperatuur in °C<br />

C Gewenste kamertemperatuur in °C<br />

D CV-pomp ”Uit”<br />

E CV-pomp ”Aan”<br />

Wijziging van de normale kamertemperatuur:<br />

Gebruiksaanwijzing<br />

33


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Verlaagde kamertemperatuur<br />

C<br />

34<br />

90<br />

A<br />

+20 14 5<br />

B<br />

-20<br />

D E<br />

Voorbeeld 2: verandering van de verlaagde<br />

kamertemperatuur van 5 ºC op<br />

14 ºC<br />

A Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />

in °C<br />

B Buitentemperatuur in °C<br />

C Gewenste kamertemperatuur in °C<br />

D CV-pomp ”Uit”<br />

E CV-pomp ”Aan”<br />

Wijziging van de gereduceerde<br />

kamertemperatuur:<br />

Gebruiksaanwijzing<br />

Regeling in LON integreren (alleen bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

De communicatiemodule LON (toebehoren)<br />

moet aangebracht zijn.<br />

Montageaanwijzing<br />

Communicatiemodule LON<br />

Aanwijzing<br />

De gegevensoverdracht via het LONsysteem<br />

kan enige minuten duren.<br />

Installatie met één ketel met<br />

Vitotronic 200-H en Vitocom <strong>300</strong><br />

(voorbeeld)<br />

LON-deelnemernummers en overige<br />

functies via codering 2 instellen (zie volgende<br />

tabel).<br />

Aanwijzing<br />

Binnen het LON-systeem mag hetzelfde<br />

nummer niet tweemaal worden toegekend.<br />

Er mag slechts één Vitotronic als foutmanager<br />

gecodeerd worden.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Ketelregeling Vitotronic 200-H Vitotronic 200-H Vitocom<br />

Deelnemersnr. 1<br />

Codering ”77:1”<br />

Regeling is foutmanager<br />

Codering ”79:1”<br />

Regeling zendt tijd<br />

Codering ”7b:1”<br />

Regeling zendt buitentemperatuur<br />

Codering ”97:2”<br />

instellen<br />

Foutbewaking LONdeelnemer<br />

Codering ”9C:20”<br />

LON LON LON<br />

Deelnemersnr. 10<br />

Codering ”77:10”<br />

Regeling is niet foutmanager<br />

Codering ”79:0”<br />

Regeling ontvangt<br />

tijd<br />

Codering ”81:3”<br />

instellen<br />

Regeling ontvangt<br />

buitentemperatuur<br />

Codering ”97:1”<br />

instellen<br />

Foutbewaking LONdeelnemers<br />

Codering ”9C:20”<br />

LON-deelnemercontrole uitvoeren<br />

Deelnemersnr. 11<br />

Codering ”77:11”<br />

instellen<br />

Regeling is niet foutmanager<br />

Codering ”79:0”<br />

Regeling ontvangt<br />

tijd<br />

Codering ”81:3”<br />

instellen<br />

Regeling ontvangt<br />

buitentemperatuur<br />

Codering ”97:1”<br />

instellen<br />

Foutbewaking LONdeelnemers<br />

Codering ”9C:20”<br />

Deelnemersnr.<br />

99<br />

Toestel is foutmanager<br />

Toestel ontvangt<br />

tijd<br />

Met de deelnemerscontrole wordt van een installatie de communicatie van de toestellen<br />

gecontroleerd die op de foutmanager zijn aangesloten.<br />

Voorwaarden:<br />

■ de regeling moet gecodeerd zijn als<br />

foutmanager (codering ”79:1”)<br />

■ in alle regelingen moet het LON-deelnemernummer<br />

zijn gecodeerd (zie<br />

pagina 35)<br />

■ LON-deelnemerslijst in de foutmanager<br />

moet actueel zijn (zie pagina 35)<br />

Deelnemerscontrole uitvoeren:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

2. ”Servicefuncties”<br />

3. ”Deelnemercontrole”<br />

—<br />

—<br />

35


Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

4. Deelnemer kiezen (bijv. deelnemer<br />

10).<br />

De deelnemercontrole voor de gekozen<br />

deelnemer is gestart.<br />

■ Succesvol geteste deelnemers<br />

worden met ”OK” aangegeven.<br />

■ Niet-succesvol geteste deelnemers<br />

worden met ”Niet OK” aangegeven.<br />

36<br />

Aanwijzing<br />

Om een nieuwe deelnemercontrole<br />

uit te voeren met menupunt ”Lijst<br />

wissen?” een nieuwe deelnemerlijst<br />

maken.<br />

Indicator ”Onderhoud” opvragen en resetten<br />

Aanwijzing<br />

Als de deelnemercontrole door een<br />

andere regeling wordt uitgevoerd,<br />

verschijnt ca. 1 min. het deelnemernummer<br />

en ”Wink” op het display.<br />

Nadat in het codeeradres ”21” en ”23” de opgegeven grenswaarden zijn bereikt,<br />

knippert de rode storingsindicator op het display van de bedieningseenheid:<br />

■ bij regeling voor verhoogde werking:<br />

Het aangegeven aantal bedrijfsuren of de opgegeven periode met kloksymbool<br />

”u” (naargelang instelling) en ”¸”<br />

■ bij regeling voor weersafhankelijke werking:<br />

”Onderhoud” en ”¸”<br />

Onderhoud bevestigen en terugzetten<br />

Voor het bevestigen van een onderhoudsmelding<br />

OK indrukken.<br />

Aanwijzing<br />

Een bevestigde onderhoudsmelding die<br />

niet is teruggezet verschijnt opnieuw:<br />

■ bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking op de volgende maandag.<br />

■ bij regeling voor verhoogde werking na<br />

7 dagen.<br />

Na uitgevoerd onderhoud (onderhoud<br />

terugzetten)<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Servicefuncties”<br />

3. ”Onderhoud reset”<br />

Aanwijzing<br />

De ingestelde onderhoudsparameters<br />

voor bedrijfsuren en tijdsintervallen<br />

beginnen weer bij 0.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />

Regeling voor verhoogde werking<br />

Codering 24:1 op 24:0 terugzetten.<br />

Aanwijzing<br />

De ingestelde onderhoudsparameters<br />

voor bedrijfsuren en tijdsintervallen<br />

beginnen weer bij 0.<br />

Instrueren van de installatiegebruiker<br />

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />

De installateur van de installatie moet de gebruiksaanwijzing overhandigen aan de<br />

gebruiker van de installatie en de bediening uitleggen.<br />

37


Codering 1<br />

Codeerniveau 1 oproepen<br />

Aanwijzing<br />

■ Bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking worden de coderingen in normale<br />

tekst aangegeven.<br />

■ Coderingen die door de uitvoering van<br />

de verwarmingsinstallatie of instelling<br />

van andere coderingen niet relevant<br />

zijn, worden niet getoond.<br />

■ Verwarmingsinstallaties met een verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep en<br />

twee verwarmingscircuits met mengklep:<br />

Het verwarmingscircuit zonder mengklep<br />

wordt hierna met ”Verwarm.circuit<br />

1” en de verwarmingscircuits met<br />

mengklep worden met ”Verwarm.circuit<br />

2” of ”Verwarm.circuit 3” aangeduid<br />

Als de verwarmingscircuits individueel<br />

worden aangeduid, verschijnt in plaats<br />

daarvan de gekozen aanduiding<br />

en ”VC1”, ”VC2” of ”VC3”.<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

38<br />

3. Groep van het gewenste codeeradres<br />

kiezen:<br />

■ ”Algemeen”<br />

■ ”Ketel”<br />

■ ”Warm water”<br />

■ ”Zonnesysteem”<br />

■ ”Verwarm.circuit 1/2/3”<br />

■ ”Alle cod. zonder Solar”<br />

In deze groep worden alle codeeradressen<br />

van codeerniveau 1<br />

(behalve de codeeradressen van<br />

de groep ”Zonnesysteem”) in stijgende<br />

volgorde weergegeven.<br />

4. Codeeradres kiezen.<br />

5. Waarde aan de hand van de volgende<br />

tabellen instellen en met OK<br />

bevestigen.<br />

6. Als alle coderingen weer in de toestand<br />

bij levering moeten worden<br />

teruggezet:<br />

”Basisinstelling” in ”Codeerniveau<br />

1” kiezen.<br />

Aanwijzing<br />

Ook de coderingen van codeerniveau<br />

2 worden weer teruggezet.<br />

Regeling voor verhoogde werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. Met Ú ”1” selecteren voor codeerniveau<br />

1 en bevestigen met OK.<br />

Op het display knippert ”I” voor de<br />

codeeradressen van groep 1.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Codeerniveau 1 oproepen (vervolg)<br />

3. Groep v het gewenste codeeradres<br />

met V/v selecteren, bijv. ”1” voor<br />

de groep ”Algemeen” (zie volgende<br />

hoofdstuk):<br />

Geselecteerde groep bevestigen met<br />

OK.<br />

4. Codeeradres met V/v kiezen.<br />

5. Waarde aan de hand van de volgende<br />

tabellen met V/v instellen en<br />

bevestigen met OK.<br />

Algemeen/groep ”1”<br />

6. Als alle coderingen weer in de toestand<br />

bij levering moeten worden<br />

teruggezet:<br />

Met Ú ”7” selecteren en bevestigen<br />

met OK.<br />

Als ” ” knippert met OK bevestigen.<br />

Aanwijzing<br />

Ook de coderingen van codeerniveau<br />

2 worden weer teruggezet.<br />

”Algemeen” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 38).<br />

”1” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Installatieschema<br />

00:1 Installatie-uitvoering 1:<br />

Een verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep (A1),<br />

zonder tapwateropwarming<br />

Waarde<br />

adres<br />

00: ...<br />

Installatie-uitvoering<br />

Beschrijving<br />

00:2<br />

tot<br />

00:10<br />

Codering 1<br />

Installatieschema's zie volgende<br />

tabel:<br />

2 1 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1), met tapwateropwarming (codering stelt zich automatisch<br />

in)<br />

3 2, 3 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), zonder tapwateropwarming<br />

4 2, 3 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), met tapwateropwarming<br />

39


Codering 1<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Waarde<br />

adres<br />

00: ...<br />

40<br />

Installatie-uitvoering<br />

Beschrijving<br />

5 2, 3, 4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), zonder tapwateropwarming (codering stelt<br />

zich automatisch in)<br />

6 2, 3, 4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1), met tapwateropwarming (codering stelt zich automatisch<br />

in)<br />

7 5 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

3), zonder tapwateropwarming<br />

8 5 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

3), met tapwateropwarming<br />

9 5 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1), een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

3), zonder tapwateropwarming (codering stelt<br />

zich automatisch in)<br />

10 5 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1), een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

3), met tapwateropwarming (codering stelt zich<br />

automatisch in)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Functie interne circulatiepomp<br />

51:0 Interne circulatiepomp<br />

wordt bij warmteaanvraag<br />

altijd ingeschakeld<br />

Deelnemersnr.<br />

77:1 LON-deelnemersnummer<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

Eengezinswoning/meergezinswoning<br />

7F:1 Eengezinswoning (alleen<br />

bij weersafhankelijke<br />

werking)<br />

Bediening blokkeren<br />

8F:0 Alle bedieningselementen<br />

in functie<br />

51:1 Installatie met evenwichtsfles:<br />

Interne circulatiepomp<br />

wordt bij warmteaanvraag<br />

alleen ingeschakeld als de<br />

brander loopt (met pompnaloop).<br />

51:2 Installatie met verwarmingswaterbuffer:<br />

Interne circulatiepomp<br />

wordt bij warmteaanvraag<br />

alleen ingeschakeld als de<br />

brander loopt (met pompnaloop).<br />

77:2<br />

tot<br />

77:99<br />

Codering 1<br />

LON-deelnemersnummer<br />

instelbaar van 1 tot 99:<br />

1 - 4 = CV-ketel<br />

5 = cascade<br />

10 - 98 = Vitotronic 200-H<br />

99 = Vitocom<br />

Aanwijzing<br />

Elk nummer mag slechts<br />

eenmaal worden toegekend.<br />

7F:0 Meergezinswoning,<br />

aparte instelling van<br />

vakantieprogramma en<br />

tijdprogramma voor tapwaterverwarming<br />

mogelijk<br />

8F:1 Alle bedieningselementen<br />

geblokkeerd<br />

8F:2 Alleen basisinstellingen<br />

bedienbaar<br />

41


Codering 1<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag<br />

9b:70 Gewenste aanvoertem- 9b:0 Gewenste aanvoertempeperatuur<br />

externe aan- tot<br />

ratuur bij externe aanvraag<br />

vraag 70 °C<br />

9b:127 instelbaar van 0 tot 127°C<br />

(begrensd door ketelspecifieke<br />

parameters)<br />

Ketel/groep ”2”<br />

”Ketel” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 38).<br />

”2” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Installatie met 1/meerdere ketels<br />

01:1 Niet verstellen (alleen bij<br />

regeling voor verhoogde<br />

werking)<br />

Onderhoud brander werkingsuren in 100<br />

21:0 Geen onderhoudsperiode<br />

(bedrijfsuren) ingesteld<br />

<strong>Onderhouds</strong>periode in maanden<br />

23:0 Geen tijdsinterval voor<br />

branderonderhoud<br />

Status onderhoud<br />

24:0 Geen indicatie ”Onderhoud”<br />

op het scherm<br />

Vulling/Ontluchting<br />

2F:0 Ontluchtingsprogramma/<br />

vulprogramma niet actief<br />

42<br />

21:1<br />

tot<br />

21:100<br />

23:1<br />

tot<br />

23:24<br />

Aantal bedrijfsuren van de<br />

brander tot aan het volgende<br />

onderhoud instelbaar<br />

van 100 tot 10 000 h<br />

1 instelstap ≙ 100 h<br />

Tijdsinterval instelbaar van<br />

1 tot 24 maanden<br />

24:1 Indicatie ”Onderhoud” op<br />

het display (adres wordt<br />

automatisch geactiveerd,<br />

moet na onderhoud manueel<br />

worden teruggezet)<br />

2F:1 Ontluchtingsprogramma<br />

actief<br />

2F:2 Vulprogramma actief<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Warm water/groep ”3”<br />

”Warm water” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 38).<br />

”3” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Gew. warmwatertemp. naverwarmingsonderdrukking<br />

67:40 Bij zonnetapwateropwar- 67:0 Gewenste tapwatertempeming:<br />

gewenste tapwa- tot<br />

ratuur instelbaar van 0 tot<br />

tertemperatuur 40 °C. 67:95 95 °C (begrensd door de<br />

Boven de ingestelde,<br />

ketelspecifieke parame-<br />

gewenste waarde is de<br />

naverwarmingsonderdrukking<br />

actief (tapwateropwarming<br />

door de verwarmingsketelgeblokkeerd).ters)<br />

Vrijgave omlooppomp<br />

73:0 Tapwatercirculatie- 73:1 Tijdens het tijdprogramma<br />

pomp: ”Aan” na het tijd- tot<br />

1 maal/h gedurende<br />

programma (alleen bij 73:6 5 min. ”Aan” tot 6 maal/h<br />

regeling voor weersaf-<br />

gedurende 5 min. ”Aan”<br />

hankelijke werking) 73:7 Permanent ”Aan”<br />

Zonnesysteem/groep ”4”<br />

”Zonnesysteem” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie<br />

pagina 38).<br />

”4” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />

Codering 1<br />

Aanwijzing<br />

De groep Zonnesysteem wordt alleen weergegeven als een zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 is aangesloten.<br />

43


Codering 1<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Toerentalbesturing collectorpomp<br />

02:0 Zonnecircuitpomp niet<br />

toerentalgestuurd<br />

Maximumboilertemperatuur<br />

08:60 De zonnecircuitpomp<br />

wordt uitgeschakeld als<br />

de werkelijke boilertemperatuur<br />

60°C (maximumboilertemperatuur)<br />

bereikt.<br />

Stagnatietijdreducering<br />

0A:5 Als bescherming van<br />

installatiecomponenten<br />

en warmtedragend<br />

medium wordt het toerental<br />

van de zonnecircuitpomp<br />

gereduceerd als<br />

het verschil tussen de<br />

werkelijke boilertemperatuur<br />

en de gewenste boilertemperatuur<br />

kleiner is<br />

dan 5 K.<br />

Nom.debiet<br />

0F:70 Debiet van het collectorcircuit<br />

bij maximumpomptoerental<br />

is ingesteld op<br />

7 l/min.<br />

44<br />

02:1 Zonnecircuitpomp toerentalgestuurd<br />

met aspakketbesturing<br />

02:2 Zonnecircuitpomp toerentalgestuurd<br />

met PWM-aansturing<br />

08:10<br />

tot<br />

08:90<br />

0A:0<br />

tot<br />

0A:40<br />

0F:1<br />

tot<br />

0F:255<br />

De maximumboilertemperatuur<br />

kan ingesteld worden<br />

van 10 tot 90 °C<br />

Het verschil tussen de<br />

gewenste boilertemperatuur<br />

en inschakelpunt stagnatiereducering<br />

kan ingesteld<br />

worden van 0 tot 40 K<br />

Debiet van het collectorcircuit<br />

kan ingesteld worden<br />

van 0,1 tot 25,5 l/min<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Uitgebreide regelingsfuncties<br />

20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie<br />

actief<br />

Codering 1<br />

20:1 Bijkomende functie voor<br />

tapwateropwarming<br />

20:2 2. Verschiltemperatuurregeling<br />

20:3 2. Verschiltemperatuurregeling<br />

en extra functie<br />

20:4 2. Verschiltemperatuurregeling<br />

en verwarmingsondersteuning<br />

20:5 Thermostaatfunctie<br />

20:6 Thermostaatfunctie en<br />

extra functie<br />

20:7 Zonneverwarming via<br />

externe warmtewisselaar<br />

zonder extra temperatuursensor.<br />

20:8 Zonneverwarming via<br />

externe warmtewisselaar<br />

zonder extra temperatuursensor.<br />

20:9 Zonneverwarming van<br />

twee warmwaterboilers<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit<br />

3/groep ”5”<br />

”Verwarmingscircuit ...” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie<br />

pagina 38).<br />

”5” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />

45


Codering 1<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering<br />

Zomerspaarfunctie buitentemperatuur<br />

Mogelijke omstelling<br />

A5:5 Met logisch systeem voor A5:0 Zonder logisch systeem<br />

CV-pomp (spaarschake-<br />

van de CV-pompwerking<br />

ling): CV-pomp ”Uit” als A5:1 Met logisch systeem van<br />

de buitentemperatuur tot<br />

CV-pompwerking: CV-<br />

(AT) 1 K hoger is dan A5:15 pomp ”Uit” (zie volgende<br />

gewenste kamertemperatuur<br />

(RTgewenst) AT > RTgewenst + 1 K<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)<br />

tabel)<br />

Parameter-adres A5:... Met logisch systeem van CV-pompwerking: CVpomp<br />

”Uit”<br />

1 AT > RTgewenst + 5 K<br />

2 AT > RTgewenst + 4 K<br />

3 AT > RTgewenst + 3 K<br />

4 AT > RTgewenst + 2 K<br />

5 AT > RTgewenst + 1 K<br />

6 AT > RTgew 7<br />

AT > RTgewenst - 1 K<br />

tot<br />

15 AT > RTgewenst - 9 K<br />

46<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Zomerspaarfunctie Absoluut<br />

A6:36 Uitgebreide spaarschakeling<br />

niet actief (alleen<br />

bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

Mengklepspaarfunctie<br />

A7:0 Zonder mengklepspaarfunctie<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking en verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

A6:5<br />

tot<br />

A6:35<br />

Codering 1<br />

Uitgebreide spaarschakeling<br />

actief; d.w.z. bij een<br />

variabele instelbare<br />

waarde tussen 5 en 35 °C<br />

vermeerderd met 1 °C worden<br />

de brander en de CVpomp<br />

uitgeschakeld en<br />

wordt de mengklep gesloten.<br />

Basis is de gecorrigeerde<br />

buitentemperatuur.<br />

Deze bestaat uit de werkelijke<br />

buitentemperatuur en<br />

een tijdsconstante die<br />

rekening houdt met het<br />

afkoelen van een gemiddeld<br />

gebouw.<br />

A7:1 Met mengspaarfunctie (uitgebreideCV-pompenlogica):<br />

CV-pomp bovendien ”Uit”:<br />

■ als de mengklep langer<br />

dan 20 min is gesloten.<br />

CV-pomp ”Aan”:<br />

■ als de mengklep met de<br />

regelwerking begint<br />

■ bij vorstgevaar<br />

Pompstilstand overgang gereduc. werking<br />

A9:7 Met pompstilstandtijd: A9:0 Zonder pompstilstandtijd<br />

CV-pomp ”Uit” bij veran- A9:1 Met pompstilstandtijd,<br />

dering van de gewenste tot<br />

instelbaar van 1 tot 15<br />

waarde door wisselen<br />

van werkingsmodus of<br />

wijzigingen van de<br />

gewenste kamertemperatuur<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

A9:15<br />

47


Codering 1<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Weersafhankelijk/Kameropschakeling<br />

b0:0 Met afstandsbediening:<br />

stookwerking/gereduc.<br />

werking: weersafhankelijk<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking, codering alleen<br />

veranderen voor het verwarmingscircuit<br />

met<br />

mengklep)<br />

Zomerspaarfunctie kamertemperatuur<br />

b5:0 Met afstandsbediening:<br />

geen kamertemperatuurgestuurdeCV-pomplogica<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking, codering alleen<br />

wijzigen voor het verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

48<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />

b0:1 Stookwerking: weersafhankelijk<br />

Gered. werking: met<br />

kamertemperatuurbijschakeling<br />

b0:2 Stookwerking: met kamertemperatuurbijschakeling<br />

Gered. werking: weersafhankelijk<br />

b0:3 Stookwerking/gereduc.<br />

werking: met kamertemperatuurbijschakeling<br />

b5:1<br />

tot<br />

b5:8<br />

Logisch systeem voor CVpomp,<br />

zie volgende tabel:<br />

Parametera- Met logisch systeem van CV-pompwerking:<br />

dres A5:... CV-pomp ”Uit” CV-pomp ”Aan”<br />

1 RTwerkelijk > RTgewenst + 5 K RTwerkelijk < RTgewenst + 4 K<br />

2 RTwerkelijk > RTgewenst + 4 K RTwerkelijk < RTgewenst + 3 K<br />

3 RTwerkelijk > RTgewenst + 3 K RTwerkelijk < RTgewenst + 2 K<br />

4 RTwerkelijk > RTgewenst + 2 K RTwerkelijk < RTgewenst + 1 K<br />

5 RTwerkelijk > RTgewenst + 1 K RTwerkelijk < RTgewenst 6 RTwerkelijk > RTgewenst RTwerkelijk < RTgewenst - 1 K<br />

7 RTwerkelijk > RTgewenst - 1 K RTwerkelijk < RTgewenst - 2 K<br />

8 RTwerkelijk > RTgewenst - 2 K RTwerkelijk < RTgewenst - 3 K<br />

5688 838 B/fl


Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Aanvoertemperatuur minimumbegrenzing<br />

C5:20 Elektronische minimum- C5:1 Minimumbegrenzing<br />

begrenzing van de aan- tot<br />

instelbaar van 1 tot 127 °C<br />

voertemperatuur 20 °C C5:127 (begrensd door ketelspeci-<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)fieke<br />

parameters)<br />

Aanvoertemperatuur maximumbegrenzing<br />

C6:74 Elektronische maximum- C6:10 Maximumbegrenzing<br />

begrenzing van de aan- tot<br />

instelbaar van 10 tot<br />

voertemperatuur 74 °C C6:127 127 °C (begrensd door<br />

(alleen bij regeling voor<br />

ketelspecifieke parame-<br />

weersafhankelijke werking)ters)<br />

Werkingsprogramma-omschakeling<br />

d5:0 Externe omschakeling d5:1 Externe werkingspro-<br />

werkingsprogramma<br />

gramma-omschakeling<br />

schakelt werkingspro-<br />

schakelt op ”Permanente<br />

gramma om naar ”Per-<br />

werking met normale<br />

manente werking met<br />

kamertemperatuur”<br />

verlaagde kamertempe-<br />

(afhankelijk van codeerratuur”<br />

of ”Uitschakelwerking”<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

adres 3A, 3b en 3C)<br />

Ext. omschakeling werkingsprogramma op verwarmingscircuit<br />

d8:0 Geen werkingspro- d8:1 Werkingsprogrammagramma-omschakelingomschakeling<br />

via ingang<br />

via uitbreiding EA1<br />

DE1 aan uitbreiding EA1<br />

d8:2 Werkingsprogrammaomschakeling<br />

via ingang<br />

DE2 aan uitbreiding EA1<br />

d8:3 Werkingsprogrammaomschakeling<br />

via ingang<br />

DE3 aan uitbreiding EA1<br />

5688 838 B/fl<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />

Codering 1<br />

49


Codering 1<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Maximumpomptoerental in normale werking<br />

E6:... Maximumtoerental van E6:0 Maximumtoerental instel-<br />

de toerentalgeregelde tot<br />

baar van 0 tot 100 %<br />

pomp in % van het max.<br />

toerental in de normale<br />

werking. Waarde is gegeven<br />

door ketelspecifieke<br />

parameters (alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking).<br />

E6:100<br />

Minimumpomptoerental<br />

E7:30 Minimumtoerental van de E7:0 Minimumtoerental instel-<br />

externe CV-pomp met tot<br />

baar van 0 tot 100% van<br />

Estrikfunctie<br />

toerental regeling: 30%<br />

van het maximumtoerental<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

E7:100 het maximumtoerental<br />

F1:0 Estrikfunctie niet actief F1:1 Estrikfunctie instelbaar vol-<br />

(alleen bij regeling voor tot<br />

gens 6 selecteerbare tem-<br />

weersafhankelijke wer- F1:6 peratuurtijdprofielen (zie<br />

king).<br />

pagina 128)<br />

F1:15 Constante aanvoertemperatuur<br />

20°C<br />

Partywerking tijdbegrenzing<br />

F2:8 Begrenzing qua tijd voor<br />

partywerking of externe<br />

werkingsprogrammaomzetting<br />

met toets: 8 h<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)<br />

*1<br />

F2:0 Geen tijdsbegrenzing voor<br />

partywerking *1<br />

F2:1 Begrenzing qua tijd instel-<br />

tot<br />

baar van 1 tot 12 h<br />

F2:12<br />

*1<br />

*1 De partywerking eindigt in het programma ”Verwarmen en warm water” automatisch<br />

bij omschakelen naar werking met normale kamertemperatuur.<br />

50<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Pompschakeling bij Alleen warm water<br />

F6:25 Interne circulatiepomp is<br />

in bedrijfsmodus ”Alleen<br />

warm water” permanent<br />

ingeschakeld (alleen bij<br />

regeling voor verhoogde<br />

werking)<br />

Pompschakeling bij uitschakelwerking<br />

F7:25 Interne circulatiepomp is<br />

in werkingsmodus ”Uitschakelwerking”permanent<br />

ingeschakeld (alleen<br />

bij regeling voor verhoogde<br />

werking)<br />

Begin temperatuurverhoging<br />

F8:-5 Temperatuurgrens voor<br />

opheffing van de gereduceerde<br />

werking -5 ºC, zie<br />

voorbeeld op<br />

pagina 131.<br />

Let op de aanwijzing bij<br />

codeeradres ”A3” (alleen<br />

bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

Einde temperatuurverhoging<br />

F9:-14 Temperatuurgrens voor<br />

opheffing van gewenste,<br />

verlaagde kamertemperatuur<br />

-14 ºC, zie voorbeeld<br />

op pagina 131<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weers-afhankelijke werking)<br />

F6:0 Interne circulatiepomp is<br />

permanent uitgeschakeld<br />

in werkingsmodus ”Alleen<br />

F6:1<br />

tot<br />

F6:24<br />

warm water”<br />

Interne circulatiepomp<br />

wordt in werkingsmodus<br />

”Alleen warm water” 1<br />

tot 24 keer per dag gedurende<br />

telkens 10 min ingeschakeld.<br />

F7:0 Interne circulatiepomp in<br />

bedrijfsmodus ”Uitschakelwerking”<br />

permanent uitge-<br />

F7:1<br />

tot<br />

F7:24<br />

schakeld<br />

Interne circulatiepomp in<br />

werkingsmodus ”Uitschakelwerking”<br />

1 tot 24 keer<br />

per dag gedurende telkens<br />

10 min ingeschakeld.<br />

F8:+10 Temperatuurgrens instel-<br />

tot<br />

baar van<br />

F8:-60 +10 tot -60 °C<br />

F8:-61 Functie inactief<br />

F9:+10<br />

tot<br />

F9:-60<br />

Codering 1<br />

Temperatuurgrens voor<br />

verhoging van de<br />

gewenste kamertemperatuur<br />

op de waarde van de<br />

normale werking instelbaar<br />

van<br />

+10 tot -60 °C<br />

51


Codering 1<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Verhoging gewenste aanvoertemperatuur<br />

FA:20 Verhoging van de FA:0 Temperatuurverhoging<br />

gewenste ketel- resp. tot<br />

instelbaar van 0 tot 50%<br />

aanvoertemperatuur bij<br />

de overgang van werking<br />

met gereduceerde<br />

kamertemperatuur naar<br />

de werking met normale<br />

kamertemperatuur met<br />

20 %. Zie het voorbeeld<br />

op pagina 132 (alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking).<br />

FA:50<br />

Duur verhoging gewenste aanvoertemperatuur<br />

Fb:30 Tijdsduur van de ver- Fb:0 Tijdsduur instelbaar tussen<br />

hoogde gewenste tot<br />

0 en <strong>300</strong> min;<br />

waarde voor ketelwaterresp.aanvoertemperatuur<br />

(zie codeeradres<br />

”FA”) 60 min. Zie<br />

het voorbeeld op<br />

pagina 132 (alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking).<br />

Fb:150 1 instelstap ≙ 2 min<br />

52<br />

Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Codering 2 oproepen<br />

Aanwijzing<br />

■ Op codeerniveau 2 zijn alle coderingen<br />

bereikbaar, ook de coderingen<br />

van codeerniveau 1.<br />

■ Coderingen die door de uitvoering van<br />

de verwarmingsinstallatie of instelling<br />

van andere coderingen niet relevant<br />

zijn, worden niet getoond.<br />

■ Verwarmingsinstallaties met een verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep en<br />

twee verwarmingscircuits met mengklep:<br />

Het verwarmingscircuit zonder mengklep<br />

wordt hierna met ”Verwarm.circuit<br />

1” en de verwarmingscircuits met<br />

mengklep worden met ”Verwarm.circuit<br />

2” of ”Verwarm.circuit 3” aangeduid<br />

Als de verwarmingscircuits individueel<br />

worden aangeduid, verschijnt in plaats<br />

daarvan de gekozen aanduiding<br />

en ”VC1”, ”VC2” of ”VC3”.<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. OK en ä gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

3. ”Codeerniveau 2”<br />

4. Groep van het gewenste codeeradres<br />

kiezen:<br />

■ ”Algemeen”<br />

■ ”Ketel”<br />

■ ”Warm water”<br />

■ ”Zonnesysteem”<br />

■ ”Verwarm.circuit 1/2/3”<br />

■ ”Alle cod. zonder Solar”<br />

In deze groep worden alle codeeradressen<br />

(behalve de codeeradressen<br />

van de groep ”Zonnesysteem”)<br />

in stijgende volgorde<br />

weergegeven.<br />

5. Codeeradres kiezen.<br />

Codering 2<br />

6. Waarde aan de hand van de volgende<br />

tabellen instellen en<br />

met ”OK” bevestigen.<br />

7. Als alle coderingen weer in de toestand<br />

bij levering moeten worden<br />

teruggezet:<br />

”Basisinstelling” in ”Codeerniveau<br />

2” kiezen.<br />

Aanwijzing<br />

Ook de coderingen van codeerniveau<br />

1 worden weer teruggezet.<br />

Regeling voor verhoogde werking:<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. OK en ä gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

3. Met Ú ”2” selecteren voor codeerniveau<br />

2 en bevestigen met OK.<br />

Op het display knippert ”I” voor de<br />

codeeradressen van groep 1.<br />

53


Codering 2<br />

Codering 2 oproepen (vervolg)<br />

4. Groep v het gewenste codeeradres<br />

met V/v selecteren, bijv. ”1” voor<br />

de groep ”Algemeen” (zie volgende<br />

hoofdstuk):<br />

Geselecteerde groep bevestigen met<br />

OK.<br />

5. Codeeradres met V/v kiezen.<br />

6. Waarde aan de hand van de volgende<br />

tabellen met V/v instellen en<br />

bevestigen met OK.<br />

Algemeen/groep ”1”<br />

54<br />

7. Als alle coderingen weer in de toestand<br />

bij levering moeten worden<br />

teruggezet:<br />

Met Ú ”7” selecteren en bevestigen<br />

met OK.<br />

Als ” ” knippert met OK bevestigen.<br />

Aanwijzing<br />

Ook de coderingen van codeerniveau<br />

1 worden weer teruggezet.<br />

”Algemeen” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 53).<br />

”1” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

00:1 Installatie-uitvoering 1:<br />

Een verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep (A1),<br />

zonder tapwateropwarming<br />

Waarde<br />

adres<br />

00: ...<br />

Installatie-uitvoering<br />

Beschrijving<br />

00:2<br />

tot<br />

00:10<br />

Installatieschema's zie volgende<br />

tabel:<br />

2 1 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1), met tapwateropwarming (codering stelt zich automatisch<br />

in)<br />

3 2, 3 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), zonder tapwateropwarming<br />

4 2, 3 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), met tapwateropwarming<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Waarde<br />

adres<br />

00: ...<br />

Installatie-uitvoering<br />

Beschrijving<br />

5 2, 3, 4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), zonder tapwateropwarming (codering stelt<br />

zich automatisch in)<br />

6 2, 3, 4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1), met tapwateropwarming (codering stelt zich automatisch<br />

in)<br />

7 5 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

3), zonder tapwateropwarming<br />

8 5 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2), en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

3), met tapwateropwarming<br />

9 5 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1), een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

3), zonder tapwateropwarming (codering stelt<br />

zich automatisch in)<br />

10 5 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />

1), een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

2) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />

3), met tapwateropwarming (codering stelt zich<br />

automatisch in)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

11:≠9 Geen toegang tot de<br />

codeeradressen voor de<br />

parameters van de verbrandingsregeling<br />

25:0 Zonder buitentemperatuursensor<br />

(bij regeling<br />

voor verhoogde werking)<br />

Codering 2<br />

11:9 Toegang tot de codeeradressen<br />

voor de parameters<br />

van de verbrandingsregeling<br />

open<br />

25:1 Met buitentemperatuursensor<br />

(wordt automatisch<br />

herkend)<br />

32:0 Zonder uitbreiding AM1 32:1 Met uitbreiding AM1 (wordt<br />

automatisch herkend)<br />

33:1 Functie uitgang A1 aan 33:0 Functie uitgang A1: tapwa-<br />

uitbreiding AM1: CVteromlooppomppomp<br />

33:2 Functie uitgang A1: circulatiepomp<br />

voor de boileropwarming<br />

55


Codering 2<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

34:0 Functie uitgang A2 aan<br />

uitbreiding AM1: tapwateromlooppomp<br />

56<br />

34:1 Functie uitgang A2: CVpomp<br />

34:2 Functie uitgang A2: circulatiepomp<br />

voor de boileropwarming<br />

35:0 Zonder uitbreiding EA1 35:1 Met uitbreiding EA1 (wordt<br />

automatisch herkend)<br />

36:0 Functie uitgang aBJ aan 36:1 Functie uitgang aBJ: toe-<br />

uitbreiding EA1: storingsvoerpompmelding<br />

36:2 Functie uitgang aBJ: tapwateromlooppomp<br />

38:0 Status brandersturing: 38:≠0 Status storing branderbe-<br />

werking (geen storing)<br />

sturingsapparaat (alleen<br />

indicator)<br />

3A:0 Functie ingang DE1 aan 3A:1 Functie ingang DE1: wer-<br />

uitbreiding EA1: geen<br />

kingsprogramma-omscha<br />

functie<br />

keling<br />

3A:2 Functie ingang DE1:<br />

externe opvraag met<br />

gewenste temperatuur.<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3F<br />

3A:3 Functie ingang DE1: extern<br />

blokkeren.<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3E<br />

3A:4 Functie ingang DE1: extern<br />

blokkeren met storingsmeldingang<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3E<br />

3A:5 Functie ingang DE1: storingsmeldingang<br />

3A:6 Functie ingang DE1: kortstondige<br />

werking tapwateromlooppomp(toetsfunctie).<br />

Instelling looptijd tapwateromlooppomp:<br />

codeeradres<br />

3d<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

3b:0 Functie ingang DE2 aan<br />

uitbreiding EA1: geen<br />

functie<br />

Codering 2<br />

3b:1 Functie ingang DE2: werkingsprogramma-omschakeling<br />

3b:2 Functie ingang DE2:<br />

externe opvraag met<br />

gewenste temperatuur.<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3F<br />

3b:3 Functie ingang DE2: extern<br />

blokkeren.<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3E<br />

3b:4 Functie ingang DE2: extern<br />

blokkeren met storingsmeldingang<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3E<br />

3b:5 Functie ingang DE2: storingsmeldingang<br />

3b:6 Functie ingang DE2: kortstondige<br />

werking tapwateromlooppomp(toetsfunctie).<br />

Instelling looptijd tapwateromlooppomp:<br />

codeeradres<br />

3d<br />

57


Codering 2<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

3C:0 Functie ingang DE3 aan<br />

uitbreiding EA1: geen<br />

functie<br />

3d:5 Looptijd tapwateromlooppomp<br />

bij kortstondige<br />

werking: 5 min.<br />

3E:0 Interne circulatiepomp<br />

blijft bij signaal ”Extern<br />

blokkeren” in regelwerking<br />

58<br />

3C:1 Functie ingang DE3: werkingsprogramma-omschakeling<br />

3C:2 Functie ingang DE3:<br />

externe opvraag met<br />

gewenste temperatuur.<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3F<br />

3C:3 Functie ingang DE3: extern<br />

blokkeren.<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3E<br />

3C:4 Functie ingang DE3: extern<br />

blokkeren met storingsmeldingang<br />

Functie interne circulatiepomp:<br />

codeeradres 3E<br />

3C:5 Functie ingang DE3: storingsmeldingang<br />

3C:6 Functie ingang DE3: kortstondige<br />

werking tapwateromlooppomp(toetsfunctie).<br />

Instelling looptijd tapwateromlooppomp:<br />

codeeradres<br />

3d<br />

3d:1<br />

tot<br />

3d:60<br />

Looptijd tapwateromlooppomp<br />

bij kortstondige werking<br />

instelbaar van 1 tot<br />

60 min.<br />

3E:1 Interne circulatiepomp<br />

wordt bij signaal ”Extern<br />

blokkeren” uitgeschakeld<br />

3E:2 Interne circulatiepomp<br />

wordt bij signaal ”Extern<br />

blokkeren” ingeschakeld<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

3F:0 Interne circulatiepomp<br />

blijft bij signaal ”Externe<br />

aanvraag” in regelwerking<br />

51:0 Interne circulatiepomp<br />

wordt bij warmteaanvraag<br />

altijd ingeschakeld<br />

52:0 Zonder aanvoertemperatuursensor<br />

voor een<br />

evenwichtsfles<br />

53:1 Functie aansluiting sK<br />

van de interne uitbreiding:<br />

Omlooppomp<br />

Codering 2<br />

3F:1 Interne circulatiepomp<br />

wordt bij signaal ”Externe<br />

aanvraag” uitgeschakeld<br />

3F:2 Interne circulatiepomp<br />

wordt bij signaal ”Externe<br />

aanvraag” ingeschakeld<br />

51:1 Installatie met evenwichtsfles:<br />

interne circulatiepomp<br />

wordt bij warmteaanvraag<br />

alleen ingeschakeld als de<br />

brander loopt (met pompnaloop).<br />

51:2 Installatie met verwarmingswaterbuffer:<br />

interne circulatiepomp<br />

wordt bij warmteaanvraag<br />

alleen ingeschakeld als de<br />

brander loopt (met pompnaloop).<br />

52:1 Met aanvoertemperatuursensor<br />

voor de evenwichtsfles<br />

(wordt automatisch<br />

herkend)<br />

53:0 Functie Aansluiting sK:<br />

groepsalarm<br />

53:2 Functie Aansluiting sK:<br />

externe CV-pomp (verwarmingscircuit<br />

1)<br />

53:3 Functie Aansluiting sK:<br />

externe circulatiepomp<br />

voor de boilerverwarming<br />

59


Codering 2<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

54:0 Zonder zonnesysteem 54:1 Met Vitosolic 100 (wordt<br />

automatisch herkend)<br />

54:2 Met Vitosolic 200 (wordt<br />

automatisch herkend)<br />

54:3 Met zonneregelingsmodule<br />

SM1 zonder extra functie<br />

(wordt automatisch<br />

herkend)<br />

54:4 Met zonneregelingsmodule<br />

SM1 met extra functie,<br />

bijv. verwarmingsondersteuning<br />

(wordt automatisch<br />

herkend)<br />

6E:50 Niet verstellen<br />

76:0 Zonder communicatiemodule<br />

LON (alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

77:1 LON-deelnemernummer<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)<br />

79:1 Met communicatiemodule<br />

LON: regeling is<br />

foutmanager (alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

7b:1 Met communicatiemodule<br />

LON: regeling zendt<br />

tijd (alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

60<br />

76:1 Met communicatiemodule<br />

LON (wordt automatisch<br />

herkend)<br />

77:2<br />

tot<br />

77:99<br />

LON-deelnemersnummer<br />

instelbaar van 1 tot 99:<br />

1 - 4 = CV-ketel<br />

5 = cascade<br />

10 - 98 = Vitotronic 200-H<br />

99 = Vitocom<br />

Aanwijzing<br />

Elk nummer mag slechts<br />

eenmaal worden toegekend.<br />

79:0 Regeling is niet foutmanager<br />

7b:0 Tijd niet zenden<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

7F:1 Eengezinswoning (alleen<br />

bij weersafhankelijke<br />

werking)<br />

80:6 Storing wordt gemeld<br />

zodra de storing min.<br />

30s aanwezig is<br />

81:1 Automatische omschakeling<br />

van zomer-/winteruur<br />

7F:0 Meergezinswoning,<br />

aparte instelling van<br />

vakantieprogramma en<br />

tijdprogramma voor tapwaterverwarming<br />

mogelijk<br />

80:0 Storingsmelding direct<br />

80:2<br />

tot<br />

80:199<br />

Minimumduur van de storing<br />

tot storingsmelding<br />

volgt, instelbaar van 10 s<br />

tot 995 s; 1 instelstap ≙<br />

5 sec.<br />

81:0 Manuele omschakeling<br />

van zomer-/winteruur<br />

81:2 Plaatsing van de radioklokontvanger<br />

(wordt automatisch<br />

herkend)<br />

81:3 Met communicatiemodule<br />

LON: regeling ontvangt tijd<br />

82:0 Werking op aardgas 82:1 Werking met vloeibaar gas<br />

(alleen instelbaar, als<br />

codeeradres 11:9 ingesteld<br />

is)<br />

86:0 Niet verstellen<br />

87:0 Niet verstellen<br />

88:0 Temperatuurindicatie in<br />

ºC (Celsius)<br />

8A:175 Niet verstellen!<br />

8F:0 Alle bedieningselementen<br />

in functie<br />

90:128 Tijdconstante voor berekening<br />

van de gewijzigde<br />

buitentemperatuur<br />

21,3 h<br />

88:1 Temperatuurindicatie in ºF<br />

(Fahrenheit)<br />

8F:1 Alle bedieningselementen<br />

geblokkeerd<br />

8F:2 Alleen basisinstellingen<br />

bedienbaar<br />

90:1<br />

tot<br />

90:199<br />

Codering 2<br />

Al naargelang de ingestelde<br />

waarde snelle<br />

(lagere waarden) of langzame<br />

(hogere waarden)<br />

aanpassing van de aanvoertemperatuur<br />

bij wijziging<br />

van de buitentemperatuur;<br />

1 instelstap = 10 min min<br />

61


Codering 2<br />

Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

94:0 Zonder uitbreiding Open<br />

Therm<br />

95:0 Zonder communicatiepoort<br />

Vitocom 100<br />

97:0 Met communicatiemodule<br />

LON: buitentemperatuur<br />

van de sensor die<br />

op de regeling is aangesloten,<br />

wordt intern<br />

gebruikt (alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

98:1 <strong>Viessmann</strong> installatienummer<br />

(in combinatie<br />

met bewaking van meerdere<br />

installaties<br />

Vitocom <strong>300</strong>)<br />

9b:70 Gewenste aanvoertemperatuur<br />

externe aanvraag<br />

70 °C<br />

9C:20 Bewaking LON-deelnemers.<br />

Wanneer een deelnemer<br />

niet antwoordt, worden<br />

na 20 min. interne standaardwaarden<br />

van de<br />

regeling gebruikt. Pas<br />

dan volgt een storingsmelding.<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weers-afhankelijke<br />

werking)<br />

9F:8 Verschiltemperatuur 8 K;<br />

alleen in combinatie met<br />

een mengklepcircuit<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)<br />

62<br />

94:1 Met uitbreiding Open<br />

Therm (wordt automatisch<br />

herkend)<br />

95:1 Met communicatiepoort<br />

Vitocom 100 (wordt automatisch<br />

herkend)<br />

97:1 Regeling ontvangt buitentemperatuur<br />

97:2 Regeling zendt buitentemperatuur<br />

aan de<br />

Vitotronic 200-H<br />

98:1<br />

tot<br />

98:5<br />

9b:0<br />

tot<br />

9b:127<br />

Installatienummer instelbaar<br />

tussen 1 en 5<br />

Gewenste aanvoertemperatuur<br />

bij externe aanvraag<br />

instelbaar van 0 tot 127°C<br />

(begrensd door ketelspecifieke<br />

parameters)<br />

9C:0 Geen bewaking<br />

9C:5<br />

tot<br />

9C:60<br />

9F:0<br />

tot<br />

9F:40<br />

Tijd instelbaar tussen 5 en<br />

60 min<br />

Verschiltemperatuur instelbaar<br />

van 0 tot 40 K<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Ketel/groep ”2”<br />

”Ketel” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 53).<br />

”2” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

01:1 Niet verstellen (alleen bij<br />

regeling voor verhoogde<br />

werking)<br />

04:1 Minimumpauzetijd brander<br />

afhankelijk van de<br />

belasting van de verwarmingsketel<br />

(aangegeven<br />

door ketelcodeerstekker)<br />

06:... Maximumbegrenzing van<br />

de ketelwatertemperatuur,<br />

opgegeven door de<br />

ketelcodeerstekker in °C<br />

0d:0 Niet verstellen<br />

0E:0 Niet verstellen<br />

13:1 Niet verstellen<br />

14:1 Niet verstellen<br />

15:1 Niet verstellen<br />

21:0 Geen onderhoudsperiode<br />

(bedrijfsuren) ingesteld<br />

23:0 Geen tijdsinterval voor<br />

branderonderhoud<br />

24:0 Geen indicatie ”Onderhoud”<br />

op het scherm<br />

28:0 Geen intervalontsteking<br />

van de brander<br />

04:0 Minimumpauzetijd brander<br />

vast ingesteld (aangegeven<br />

door ketelcodeerstekker)<br />

06:20<br />

tot<br />

06:127<br />

21:1<br />

tot<br />

21:100<br />

23:1<br />

tot<br />

23:24<br />

Maximumbegrenzing van<br />

de ketelwatertemperatuur<br />

binnen het door de ketel<br />

opgegeven bereik<br />

Aantal bedrijfsuren van de<br />

brander tot aan het volgende<br />

onderhoud instelbaar<br />

van 100 tot 10 000 h<br />

1 instelstap ≙ 100 h<br />

Tijdsinterval instelbaar van<br />

1 tot 24 maanden<br />

24:1 Indicatie ”Onderhoud” op<br />

het display (adres wordt<br />

automatisch geactiveerd,<br />

moet na onderhoud manueel<br />

worden teruggezet)<br />

28:1<br />

tot<br />

28:24<br />

Codering 2<br />

Tijdsinterval van 1 uur tot<br />

24 uur instelbaar. Brander<br />

wordt steeds gedurende<br />

30 sec. geforceerde ingeschakeld<br />

(alleen bij werking<br />

met vloeibaar gas).<br />

63


Codering 2<br />

Ketel/groep ”2” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

2E:0 Zonder externe uitbreiding<br />

H1 of H2<br />

2F:0 Ontluchtingsprogramma/<br />

vulprogramma niet actief<br />

30:1 Interne circulatiepomp<br />

toerentalgeregeld (wordt<br />

automatisch ingesteld)<br />

31:... Gewenst toerental van de<br />

interne circulatiepomp bij<br />

werking als ketelcircuitpomp<br />

in %, bepaald door<br />

de ketelcodeerstekker<br />

38:0 Status brandersturing:<br />

werking (geen storing)<br />

Warm water/groep ”3”<br />

64<br />

2E:1 Met externe uitbreiding H1<br />

of H2 (wordt automatisch<br />

herkend)<br />

2F:1 Ontluchtingsprogramma<br />

actief<br />

2F:2 Vulprogramma actief<br />

30:0 Interne circulatiepomp niet<br />

toerentalgeregeld (bv. tijdelijk<br />

bij servicewerkzaamheden)<br />

31:0<br />

tot<br />

31:100<br />

Gewenst toerental instelbaar<br />

van 0 tot 100 %<br />

38:≠0 Status brandersturing: storing<br />

”Warm water” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 53).<br />

”3” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Warm water<br />

56:0 Gewenste tapwatertemperatuur<br />

instelbaar van<br />

10 tot 60 °C<br />

56:1 Gewenste tapwatertemperatuur<br />

instelbaar van 10 tot<br />

meer dan 60 °C<br />

Aanwijzing<br />

Max. waarde afhankelijk<br />

van de ketelcodeerstekker.<br />

Max. toegestane tapwatertemperatuur<br />

respecteren.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Warm water/groep ”3” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

58:0 Zonder bijkomende functie<br />

voor tapwateropwarming<br />

59:0 Boilerverwarming:<br />

inschakelpunt -2,5 K<br />

uitschakelpunt +2,5 K<br />

5b:0 Warmwaterboiler direct<br />

aan de verwarmingsketel<br />

aangesloten<br />

5E:0 Circulatiepomp voor boileropwarming(aansluiting<br />

aan uitbreiding AM1)<br />

blijft bij signaal ”Extern<br />

blokkeren” in regelwerking<br />

5F:0 Circulatiepomp voor boileropwarming(aansluiting<br />

aan uitbreiding AM1)<br />

blijft bij signaal ”Externe<br />

aanvraag” in regelwerking<br />

60:20 Tijdens de tapwateropwarming<br />

is de ketelwatertemperatuur<br />

max. 20 K<br />

hoger dan de gewenste<br />

tapwatertemperatuur<br />

62:2 Circulatiepomp met<br />

2 min naloop na boileropwarming<br />

58:10<br />

tot<br />

58:60<br />

59:1<br />

tot<br />

59:10<br />

Invoer van een 2e<br />

gewenste tapwatertemperatuur;<br />

instelbaar van 10 tot<br />

60 °C (codeeradres ”56”<br />

en ”63” respecteren)<br />

Inschakelpunt instelbaar<br />

van 1 tot 10 K onder de<br />

gewenste waarde<br />

5b:1 Warmwaterboiler achter de<br />

evenwichtsfles aangesloten<br />

5E:1 Circulatiepomp voor boileropwarming<br />

wordt bij signaal<br />

”Extern blokkeren” uitgeschakeld<br />

5E:2 Circulatiepomp voor boileropwarming<br />

wordt bij signaal<br />

”Extern blokkeren”<br />

ingeschakeld<br />

5F:1 Circulatiepomp voor boileropwarming<br />

wordt bij signaal<br />

”Externe aanvraag”<br />

uitgeschakeld<br />

5F:2 Circulatiepomp voor boileropwarming<br />

wordt bij signaal<br />

”Externe aanvraag”<br />

ingeschakeld<br />

60:5<br />

tot<br />

60:25<br />

Codering 2<br />

Verschil tussen de ketelwatertemperatuur<br />

en<br />

gewenste tapwatertemperatuur<br />

instelbaar tussen 5<br />

en 25 K<br />

62:0 Circulatiepomp zonder<br />

naloop<br />

62:1 Nalooptijd instelbaar tus-<br />

tot<br />

sen 1 en 15 minuten<br />

62:15<br />

65


Codering 2<br />

Warm water/groep ”3” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

63:0 Geen bijkomende functie 63:1 Extra functie: 1 x dagelijks<br />

voor tapwaterverwarming 63:2 Elke 2 dagen tot elke 14<br />

(alleen bij regeling voor tot<br />

dagen<br />

verhoogde werking) 63:14<br />

63:15 2 x dagelijks<br />

65:... Informatie over het type<br />

van de omschakelklep<br />

(niet verstellen):<br />

0: zonder omschakelklep<br />

1: omschakelklep fa.<br />

<strong>Viessmann</strong><br />

2: omschakelklep fa.<br />

Wilo<br />

3: omschakelklep fa.<br />

Grundfos<br />

67:40 Bij zonnetapwateropwar- 67:0 Gewenste tapwatertempeming:<br />

gewenste tapwa- tot<br />

ratuur instelbaar van 0 tot<br />

tertemperatuur 40 °C. 67:95 95 °C (begrensd door de<br />

Boven de ingestelde,<br />

ketelspecifieke parame-<br />

gewenste waarde is de<br />

naverwarmingsonderdrukking<br />

actief (tapwateropwarming<br />

door de verwarmingsketelgeblokkeerd).ters)<br />

6C:100 Gewenst toerental 6C:0 Gewenst toerental instel-<br />

interne circulatiepomp bij tot<br />

baar van 0 tot 100 %<br />

tapwaterverwarming 100<br />

%<br />

6C:100<br />

6F:... Max. vermogen bij tapwa- 6F:0 Max. vermogen bij tapwateropwarming<br />

in %, opge- tot<br />

terverwarming instelbaar<br />

geven door de ketelco- 6F:100 van het min. vermogen tot<br />

deerstekker<br />

100 %<br />

71:0 Tapwatercirculatie- 71:1 ”Uit” tijdens de tapwaterpomp:<br />

”Aan” na het tijdverwarming<br />

tot de 1e<br />

programma (alleen bij<br />

gewenste waarde<br />

regeling voor weersaf- 71:2 ”Aan” tijdens de tapwaterhankelijke<br />

werking)<br />

verwarming tot de 1e<br />

gewenste waarde<br />

66<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Warm water/groep ”3” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

72:0 Tapwatercirculatiepomp:<br />

”Aan” na het tijdprogramma<br />

(alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

73:0 Tapwatercirculatiepomp:<br />

”Aan” na het tijdprogramma<br />

(alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

Zonnesysteem/groep ”4”<br />

72:1 ”Uit” tijdens de tapwateropwarming<br />

tot de 2e<br />

gewenste waarde<br />

72:2 ”Aan” tijdens de tapwateropwarming<br />

tot de 2e<br />

gewenste waarde<br />

73:1<br />

tot<br />

73:6<br />

Tijdens het tijdprogramma<br />

1 maal/h gedurende<br />

5 min. ”Aan” tot 6 maal/h<br />

gedurende 5 min. ”Aan”<br />

73:7 Permanent ”Aan”<br />

”Zonnesysteem” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie<br />

pagina 53).<br />

”4” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />

Aanwijzing<br />

De groep Zonnesysteem wordt alleen weergegeven als een zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 is aangesloten.<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

Geen functiewijze toegekend<br />

00:8 De zonnecircuitpomp<br />

wordt ingeschakeld als<br />

de collectortemperatuur<br />

de werkelijke boilertemperatuur<br />

met<br />

8 K overstijgt.<br />

01:4 De zonnecircuitpomp<br />

wordt uitgeschakeld als<br />

het verschil tussen collectortemperatuur<br />

en werkelijke<br />

boilertemperatuur<br />

minder dan 4 K<br />

bedraagt.<br />

00:2<br />

tot<br />

00:30<br />

01:1<br />

tot<br />

01:29<br />

Codering 2<br />

Het verschil tussen de werkelijke<br />

boilertemperatuur<br />

en inschakelpunt zonnecircuitpomp<br />

kan ingesteld<br />

worden van 2 tot 30 K<br />

Het verschil tussen de werkelijke<br />

boilertemperatuur<br />

en uitschakelpunt zonnecircuitpomp<br />

kan ingesteld<br />

worden van 1 tot 29 K<br />

67


Codering 2<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

02:0 Zonnecircuitpomp niet<br />

toerentalgestuurd<br />

03:10 Het temperatuurverschil<br />

tussen collectortemperatuur<br />

en werkelijke boilertemperatuur<br />

wordt op<br />

10 K geregeld.<br />

04:5 Regelaarversterking van<br />

de toerentalregeling<br />

5 %/K.<br />

05:10 Minimumtoerental van de<br />

zonnecircuitpomp 10 %<br />

van het maximumtoerental<br />

06:80 Maximumtoerental van<br />

de zonnecircuitpomp<br />

80 % van het maximaal<br />

mogelijke toerental<br />

07:0 Intervalfunctie van de<br />

zonnecircuitpomp uitgeschakeld<br />

08:60 De zonnecircuitpomp<br />

wordt uitgeschakeld als<br />

de werkelijke boilertemperatuur<br />

60°C (maximumboilertemperatuur)<br />

bereikt.<br />

68<br />

02:1 Zonnecircuitpomp toerentalgestuurd<br />

met aspakketbesturing<br />

02:2 Zonnecircuitpomp toerentalgestuurd<br />

met PWM-aansturing<br />

03:5<br />

tot<br />

03:20<br />

04:1<br />

tot<br />

04:10<br />

05:1<br />

tot<br />

05:100<br />

06:1<br />

tot<br />

06:100<br />

Het verschil tussen collectortemperatuur<br />

en werkelijke<br />

boilertemperatuur kan<br />

ingesteld worden van 5 tot<br />

20 K<br />

Regelaarversterking instelbaar<br />

van 1 tot 10 %/K<br />

Minimumtoerental van de<br />

zonnecircuitpomp kan<br />

ingesteld worden van 1 tot<br />

100 %<br />

Maximumtoerental van de<br />

zonnecircuitpomp kan<br />

ingesteld worden van 1 tot<br />

100 %<br />

07:1 Intervalfunctie van de zonnecircuitpompingeschakeld.<br />

Voor een exacte vastlegging<br />

van de collectortemperatuur<br />

wordt de zonnecircuitpomp<br />

cyclisch voor<br />

korte tijd vastgelegd.<br />

08:10<br />

tot<br />

08:90<br />

De maximumboilertemperatuur<br />

kan ingesteld worden<br />

van 10 tot 90 °C<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

09:130 De zonnecircuitpomp<br />

wordt uitgeschakeld als<br />

de boilertemperatuur<br />

130 °C bereikt (maximumcollectortemperatuur<br />

ter bescherming van<br />

de installatiecomponenten)<br />

0A:5 Als bescherming van<br />

installatiecomponenten<br />

en warmtedragend<br />

medium wordt het toerental<br />

van de zonnecircuitpomp<br />

gereduceerd als<br />

het verschil tussen de<br />

werkelijke boilertemperatuur<br />

en de gewenste boilertemperatuur<br />

kleiner is<br />

dan 5 K.<br />

0b:0 Collectorvorstbeschermfunctie<br />

uitgeschakeld<br />

0C:1 Delta-T-bewaking ingeschakeld.<br />

Te gering of geen debiet<br />

in het collektorcircuit<br />

wordt vastgelegd.<br />

0d:1 Nacirculatiebewaking<br />

ingeschakeld.<br />

Ongewild debiet in collectorcircuit<br />

(bijv. 's nachts)<br />

wordt vastgelegd.<br />

09:20<br />

tot<br />

09:200<br />

0A:0<br />

tot<br />

0A:40<br />

Codering 2<br />

De temperatuur kan ingesteld<br />

worden van 20 tot<br />

200 °C<br />

Het verschil tussen de<br />

gewenste boilertemperatuur<br />

en inschakelpunt stagnatiereducering<br />

kan ingesteld<br />

worden van 0 tot 40 K<br />

0b:1 Collectorvorstbeschermfunctie<br />

ingeschakeld (niet<br />

nodig bij <strong>Viessmann</strong>warmtedragend<br />

medium).<br />

0C:0 Delta-T-bewaking uitgeschakeld.<br />

0d:0 Nacirculatiebewaking uitgeschakeld.<br />

69


Codering 2<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

0E:1 Vaststelling opbrengst<br />

zonne-energie met<br />

<strong>Viessmann</strong> warmtedragend<br />

medium<br />

0F:70 Debiet van het collectorcircuit<br />

bij maximumpomptoerental<br />

is ingesteld op<br />

7 l/min.<br />

10:0 Doelltemperatuurregeling<br />

uitgeschakeld (zie<br />

codeeradres 11)<br />

70<br />

0E:2 Vaststelling opbrengst<br />

zonne-energie met<br />

<strong>Viessmann</strong> warmtedragend<br />

medium water (niet<br />

instellen, omdat alleen<br />

werking met <strong>Viessmann</strong><br />

warmtedragend medium<br />

mogelijk is)<br />

0E:0 Vaststelling opbrengst<br />

zonne-energie uitgeschakeld<br />

0F:1<br />

tot<br />

0F:255<br />

Debiet van het collectorcircuit<br />

kan ingesteld worden<br />

van 0,1 tot 25,5 l/min<br />

10:1 Doeltemperatuurregeling<br />

ingeschakeld<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

11:50 Gewenste boilertemperatuur<br />

zonnesysteem<br />

50 °C.<br />

■ Doeltemperatuurregeling<br />

ingeschakeld<br />

(codering 10:1):<br />

Temperatur waarmee<br />

het met zonne-energie<br />

opgewarmde water in<br />

de warmwaterboiler in<br />

lagen moet worden<br />

ingedeeld.<br />

■ Uitgebreide regelingsfuncties<br />

op opwarming<br />

twee warmwaterboilers<br />

ingesteld (codering<br />

20:8):<br />

Als de werkelijke temperatuur<br />

van een<br />

warmwaterboiler de<br />

ingestelde gewenste<br />

boilertemperatuur<br />

bereikt, wordt de<br />

opwarming op de<br />

tweede warmwaterboiler<br />

omgeschakeld.<br />

12:20 Minimumcollectortemperatuur<br />

20 °C.<br />

De zonnecircuitpomp<br />

wordt pas ingeschakeld<br />

als aan de collectortemperatuursensor<br />

de ingesteldeminimumcollectortemperatuur<br />

wordt overschreden.<br />

11:10<br />

tot<br />

11:90<br />

Codering 2<br />

De gewenste boilertemperatuur<br />

kan ingesteld worden<br />

van 10 tot 90 °C<br />

12:0 Minimumcollectortemperatuurfunctie<br />

uitgeschakeld<br />

12:1 Maximumcollectortempe-<br />

tot<br />

ratuur kan ingesteld wor-<br />

12:90 den van 1 tot 90 °C<br />

71


Codering 2<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie<br />

actief<br />

22:8 Inschakeltemperatuurverschil<br />

bij verwarmingsondersteuning:<br />

8 K.<br />

De schakeluitgang sS<br />

wordt ingeschakeld als<br />

de temperatuur aan sensor<br />

/ de temperatuur<br />

aan sensor aÖ met de<br />

ingestelde waarde heeft<br />

overschreden.<br />

72<br />

20:1 Bijkomende functie voor<br />

tapwateropwarming<br />

20:2 2e verschiltemperatuurregeling<br />

20:3 2e verschiltemperatuurregeling<br />

en extra functie<br />

20:4 2e verschiltemperatuurregeling<br />

en verwarmingsondersteuning<br />

20:5 Thermostaatfunctie<br />

20:6 Thermostaatfunctie en<br />

extra functie<br />

20:7 Zonneverwarming via<br />

externe warmtewisselaar<br />

zonder extra temperatuursensor.<br />

20:8 Zonneverwarming via<br />

externe warmtewisselaar<br />

zonder extra temperatuursensor.<br />

20:9 Zonneverwarming van<br />

twee warmwaterboilers<br />

22:2<br />

tot<br />

22:30<br />

Inschakeltemperatuurverschil<br />

bij verwarmingsindersteuning<br />

is instelbaar<br />

van 21 tot 30 K<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

23:4 Uitschakeltemperatuurverschil<br />

bij verwarmingsondersteuning:<br />

4 K.<br />

De schakeluitgang sS<br />

wordt uitgeschakeld als<br />

de temperatuur aan sensor<br />

/ tot onder het uitschakelpunt<br />

daalt. Het<br />

uitschakelpunt is de som<br />

van temperatuur aan sensor<br />

aÖ en de ingestelde<br />

waarde van het uitschakeltemperatuurverschil.<br />

24:40 Inschakeltemperatuur<br />

voor thermostaatfunctie<br />

40 °C.<br />

Inschakeltemperatuur<br />

thermostaatfunctie ≤ uitschakeltemperatuurthermostaatfunctie:<br />

thermostaatfunctie bijv.<br />

voor naverwarming. De<br />

schakeluitgang sS wordt<br />

uitgeschakeld als de temperatuur<br />

aan sensor /<br />

tot onder de inschakeltemperatuurthermostaatfunctie<br />

daalt.<br />

Inschakeltemperatuur<br />

thermostaatfunctie > uitschakeltemperatuurthermostaatfunctie:<br />

thermostaatfunctie bijv.<br />

voor benutting overschotwarmte.<br />

De schakeluitgang<br />

sS wordt ingeschakeld<br />

als de temperatuur<br />

aan sensor / de inschakeltemperatuurthermostaatfunctie<br />

overschrijdt.<br />

23:2<br />

tot<br />

23:30<br />

24:0<br />

tot<br />

24:100<br />

Codering 2<br />

Uitschakeltemperatuurverschil<br />

bij verwarmingsindersteuning<br />

is instelbaar<br />

van 1 tot 29 K<br />

Inschakeltemperatuur voor<br />

thermostaatfunctie is<br />

instelbaar van 0 tot 100 K<br />

73


Codering 2<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

25:50 Uitschakeltemperatuur<br />

voor thermostaatfunctie<br />

50 °C.<br />

Inschakeltemperatuur<br />

thermostaatfunctie ≤ uitschakeltemperatuurthermostaatfunctie:<br />

Thermostaatfunctie bijv.<br />

voor naverwarming. De<br />

schakeluitgang sS wordt<br />

uitgeschakeld als de temperatuur<br />

aan sensor /<br />

de inschakeltemperatuur<br />

thermostaatfunctie overschrijdt.<br />

Inschakeltemperatuur<br />

thermostaatfunctie > uitschakeltemperatuurthermostaatfunctie:<br />

Thermostaatfunctie bijv.<br />

voor benutting overschotwarmte.<br />

De schakeluitgang<br />

sS wordt uitgeschakeld<br />

als de temperatuur<br />

aan sensor / de inschakeltemperatuurthermostaatfunctie<br />

overschrijdt.<br />

26:1 Voorrang voor warmwaterboiler<br />

1 – met pendelverwarming<br />

Alleen bij instelling codering<br />

20:8.<br />

74<br />

25:0<br />

tot<br />

25:100<br />

Inschakeltemperatuur voor<br />

thermostaatfunctie is<br />

instelbaar van 0 tot 100 K<br />

26:0 Voorrang voor warmwaterboiler<br />

1 – zonder pendelverwarming<br />

26:2 Voorrang voor warmwaterboiler<br />

2 – zonder pendelverwarming<br />

26:3 Voorrang voor warmwaterboiler<br />

2 – met pendelverwarming<br />

26:4 Pendelverwarming zonder<br />

voorrang voor één van de<br />

warmwaterboilers<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

27:15 Pendelverwarmingstijd<br />

15 min.<br />

De warmwaterboiler zonder<br />

voorrang wordt max.<br />

voor de duur van de ingesteldependelverwarmingstijd<br />

opgewarmd als<br />

de warmwaterboiler met<br />

voorrang wordt opgewarmd.<br />

28:3 Pendelpauzetijd 3 min.<br />

Na afloop van de ingestelde<br />

pendelopwarmtijd<br />

voor de warmwaterboiler<br />

zonder voorrang wordt tijden<br />

de pendelpauzetijd<br />

de verhoging van de collectortemperatuurvastgelegd.<br />

27:5<br />

tot<br />

27:60<br />

28:1<br />

tot<br />

28:60<br />

Pendelopwarmingstijd<br />

instelbaar tussen 5 tot<br />

60 min.<br />

Pendelpauzetijd instelbaar<br />

van 1 tot 60 min.<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2, verwarm.circuit 3/<br />

groep ”5”<br />

”Verwarm.circuit ...” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie<br />

pagina 53).<br />

”5” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />

Coderingen<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

A0:0 Zonder afstandsbediening<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

Codering 2<br />

A0:1 Met Vitotrol 200A (wordt<br />

automatisch herkend)<br />

A0:2 Met Vitotrol <strong>300</strong>A (wordt<br />

automatisch herkend)<br />

75


Codering 2<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

A1:0 Alle aan de afstandsbediening<br />

mogelijke instellingen<br />

kunnen uitgevoerd<br />

worden (alleen bij regeling<br />

voor verhoogde werking)<br />

A3:2 Buitentemperatuur onder<br />

1 °C: CV-pomp ”Aan”<br />

Buitentemperatuur boven<br />

3 °C: CV-pomp ”Uit”<br />

76<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

A1:1 Aan de afstandsbediening<br />

kan alleen partywerking<br />

worden ingesteld<br />

A3:-9<br />

tot<br />

A3:15<br />

Verwarmingspomp ”Aan/<br />

Uit” (zie volgende tabel)<br />

! Opgelet<br />

Bij instellingen onder 1 °C bestaat het gevaar dat buisleidingen die zich buiten<br />

de de isolatie van het huis bevinden, kapotvriezen.<br />

Voorzichtigheid is vooral geboden bij de uitschakelmodus, bijv. tijdens vakantie.<br />

Parameter CV-pomp<br />

Adres A3:... ”Aan” ”Uit”<br />

-9 -10 °C -8 °C<br />

-8 -9 °C -7 °C<br />

-7 -8 °C -6 °C<br />

-6 -7 °C -5 °C<br />

-5 -6 °C -4 °C<br />

-4 -5 °C -3 °C<br />

-3 -4 °C -2 °C<br />

-2 -3 °C -1 °C<br />

-1 -2 °C 0 °C<br />

0 -1 °C 1 °C<br />

1 0 °C 2 °C<br />

2<br />

1 °C<br />

3 °C<br />

tot<br />

tot<br />

tot<br />

15 14 °C 16 °C<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

A4:0 Met vorstbescherming<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)<br />

A5:5 Met logisch systeem voor<br />

CV-pomp (spaarschakeling):<br />

CV-pomp ”Uit” als<br />

de buitentemperatuur<br />

(AT) 1 K hoger is dan<br />

gewenste kamertemperatuur<br />

(RT gewenst)<br />

AT > RT gewenst + 1 K<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)<br />

Codering 2<br />

A4:1 Geen vorstbescherming,<br />

instelling alleen mogelijk<br />

als codering ”A3:-9” ingesteld<br />

is.<br />

Aanwijzing<br />

”Opgelet” bij codering ”A3”<br />

respecteren<br />

A5:0 Zonder logisch systeem<br />

van de CV-pompwerking<br />

A5:1 Met logisch systeem van<br />

tot<br />

CV-pompwerking: CV-<br />

A5:15 pomp ”Uit” (zie volgende<br />

tabel)<br />

Parameter-adres A5:... Met logisch systeem van CV-pompwerking: CVpomp<br />

”Uit”<br />

1 AT > RTgewenst + 5 K<br />

2 AT > RTgewenst + 4 K<br />

3 AT > RTgewenst + 3 K<br />

4 AT > RTgewenst + 2 K<br />

5 AT > RTgewenst + 1 K<br />

6 AT > RTgew 7<br />

AT > RTgewenst - 1 K<br />

tot<br />

15 AT > RTgewenst - 9 K<br />

77


Codering 2<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

A6:36 Uitgebreide spaarschakeling<br />

niet actief (alleen<br />

bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

A7:0 Zonder mengklepspaarfunctie<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking en verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

A8:1 Verwarmingscircuit met<br />

mengklep zorgt voor<br />

vraag aan de interne circulatiepomp<br />

(alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

A9:7 Met pompstilstandtijd:<br />

CV-pomp ”Uit” bij verandering<br />

van de gewenste<br />

waarde door wisselen<br />

van werkingsmodus of<br />

wijzigingen van de<br />

gewenste kamertemperatuur<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

78<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

A6:5<br />

tot<br />

A6:35<br />

Uitgebreide spaarschakeling<br />

actief; d.w.z. bij een<br />

variabele instelbare<br />

waarde tussen 5 en 35 °C<br />

vermeerderd met 1 °C worden<br />

de brander en de CVpomp<br />

uitgeschakeld en<br />

wordt de mengklep gesloten.<br />

Basis is de gecorrigeerde<br />

buitentemperatuur.<br />

Deze bestaat uit de werkelijke<br />

buitentemperatuur en<br />

een tijdsconstante die<br />

rekening houdt met het<br />

afkoelen van een gemiddeld<br />

gebouw.<br />

A7:1 Met mengspaarfunctie (uitgebreideCV-pompenlogica):<br />

CV-pomp bovendien ”Uit”:<br />

■ als de mengklep langer<br />

dan 20 min is gesloten.<br />

CV-pomp ”Aan”:<br />

■ als de mengklep met de<br />

regelwerking begint<br />

■ bij vorstgevaar<br />

A8:0 Verwarmingscircuit met<br />

mengklep zorgt niet voor<br />

aanvraag op interne circulatiepomp<br />

A9:0 Zonder pompstilstandtijd<br />

A9:1<br />

tot<br />

A9:15<br />

Met pompstilstandtijd,<br />

instelbaar van 1 tot 15<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

b0:0 Met afstandsbediening:<br />

stookwerking/gereduc.<br />

werking: weersafhankelijk<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking, codering alleen<br />

veranderen voor het verwarmingscircuit<br />

met<br />

mengklep)<br />

b2:8 Met de afstandsbediening<br />

en voor het verwarmingscircuit<br />

moet de werking<br />

met kamertemperatuurbijschakelinggecodeerd<br />

zijn: kamerinvloedfactor<br />

8 (alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking, codering<br />

alleen veranderen voor<br />

het verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

b5:0 Met afstandsbediening:<br />

Geen kamertemperatuurgestuurdeCV-pomplogica<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking, codering alleen<br />

wijzigen voor het verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

b0:1 Stookwerking: weersafhankelijk<br />

Gered. werking: met<br />

kamertemperatuurbijschakeling<br />

b0:2 Stookwerking: met kamertemperatuurbijschakeling<br />

Gered. werking: weersafhankelijk<br />

b0:3 Stookwerking/gereduc.<br />

werking: met kamertemperatuurbijschakeling<br />

b2:0 Zonder beïnvloeding door<br />

kamerparameters<br />

b2:1<br />

tot<br />

b2:64<br />

b5:1<br />

tot<br />

b5:8<br />

Codering 2<br />

Beïnvloeding door kamerparameters<br />

instelbaar tussen<br />

1 en 64<br />

Logisch systeem voor CVpomp,<br />

zie volgende tabel:<br />

Parametera- Met logisch systeem van CV-pompwerking:<br />

dres A5:... CV-pomp ”Uit” CV-pomp ”Aan”<br />

1 RTwerkelijk > RTgewenst + 5 K RTwerkelijk < RTgewenst + 4 K<br />

2 RTwerkelijk > RTgewenst + 4 K RTwerkelijk < RTgewenst + 3 K<br />

3 RTwerkelijk > RTgewenst + 3 K RTwerkelijk < RTgewenst + 2 K<br />

4 RTwerkelijk > RTgewenst + 2 K RTwerkelijk < RTgewenst + 1 K<br />

5 RTwerkelijk > RTgewenst + 1 K RTwerkelijk < RTgewenst 79


Codering 2<br />

Parametera- Met logisch systeem van CV-pompwerking:<br />

dres A5:... CV-pomp ”Uit” CV-pomp ”Aan”<br />

6 RTwerkelijk > RTgewenst RTwerkelijk < RTgewenst - 1 K<br />

7 RTwerkelijk > RTgewenst - 1 K RTwerkelijk < RTgewenst - 2 K<br />

8 RTwerkelijk > RTgewenst - 2 K RTwerkelijk < RTgewenst - 3 K<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

C5:20 Elektronische minimumbegrenzing<br />

van de aanvoertemperatuur<br />

20 °C<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)<br />

C6:74 Elektronische maximumbegrenzing<br />

van de aanvoertemperatuur<br />

74 °C<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking)<br />

d3:14 Inclinatie van de stooklijn<br />

= 1,4<br />

80<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

d4:0 Niveau van de stooklijn =<br />

0<br />

d5:0 Externe omschakeling<br />

werkingsprogramma<br />

schakelt werkingsprogramma<br />

om naar ”Permanente<br />

werking met<br />

verlaagde kamertemperatuur”<br />

of ”Uitschakelwerking”<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

C5:1<br />

tot<br />

C5:127<br />

C6:10<br />

tot<br />

C6:127<br />

d3:2<br />

tot<br />

d3:35<br />

d4:–13<br />

tot<br />

d4:40<br />

Minimumbegrenzing<br />

instelbaar van 1 tot 127 °C<br />

(begrensd door ketelspecifieke<br />

parameters)<br />

Maximumbegrenzing<br />

instelbaar van 10 tot<br />

127 °C (begrensd door<br />

ketelspecifieke parameters)<br />

Inclinatie van de stooklijn<br />

instelbaar van 0,2 tot 3,5<br />

(zie pagina 31)<br />

Niveau van de stooklijn<br />

instelbaar van –13 tot 40<br />

(zie pagina 31)<br />

d5:1 Externe werkingsprogramma-omschakeling<br />

schakelt op ”Permanente<br />

werking met normale<br />

kamertemperatuur”<br />

(afhankelijk van codeeradres<br />

3A, 3b en 3C)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

d6:0 CV-pomp blijft bij signaal<br />

”Extern blokkeren” in<br />

regelwerking<br />

d7:0 CV-pomp blijft bij signaal<br />

”Externe aanvraag”<br />

in regelwerking<br />

d8:0 Geen werkingsprogramma-omschakeling<br />

via uitbreiding EA1<br />

E2:50 Met afstandsbediening:<br />

geen indicatiecorrectie<br />

voor de werkelijke kamertemperatuur<br />

(alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

E5:0 Zonder toerentalgeregelde<br />

externe CV-pomp<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijkewerking)<br />

d6:1 CV-pomp wordt bij signaal<br />

”Extern blokkeren” uitgeschakeld<br />

(afhankelijk<br />

van codeeradres 3A, 3b en<br />

3C)<br />

d6:2 CV-pomp wordt bij signaal<br />

”Extern blokkeren”<br />

ingeschakeld (afhankelijk<br />

van codeeradres 3A, 3b en<br />

3C)<br />

d7:1 CV-pomp wordt bij signaal<br />

”Externe aanvraag”<br />

uitgeschakeld (afhankelijk<br />

van codeeradres 3A, 3b en<br />

3C)<br />

d7:2 CV-pomp wordt bij signaal<br />

”Externe aanvraag”<br />

ingeschakeld (afhankelijk<br />

van codeeradres 3A, 3b en<br />

3C)<br />

d8:1 Werkingsprogrammaomschakeling<br />

via ingang<br />

DE1 aan uitbreiding EA1<br />

d8:2 Werkingsprogrammaomschakeling<br />

via ingang<br />

DE2 aan uitbreiding EA1<br />

d8:3 Werkingsprogrammaomschakeling<br />

via ingang<br />

DE3 aan uitbreiding EA1<br />

E2:0<br />

tot<br />

E2:49<br />

E2:51<br />

tot<br />

E2:99<br />

Codering 2<br />

Indicatiecorrectie -5 K<br />

tot<br />

Indicatiecorrectie -0,1 K<br />

Indicatiecorrectie +0,1 K<br />

tot<br />

Indicatiecorrectie +4,9 K<br />

E5:1 Met toerentalgeregelde<br />

externe CV-pomp (wordt<br />

automatisch herkend)<br />

81


Codering 2<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

E6:... Maximumtoerental van<br />

de toerentalgeregelde<br />

pomp in % van het max.<br />

toerental in de normale<br />

werking. Waarde is gegeven<br />

door ketelspecifieke<br />

parameters (alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking).<br />

E7:30 Minimumtoerental van de<br />

externe CV-pomp met<br />

toerental regeling: 30%<br />

van het maximumtoerental<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

E8:1 Minimumtoerental bij<br />

werking met verlaagde<br />

kamertemperatuur volgens<br />

de instelling in<br />

codeeradres ”E9” (alleen<br />

bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

E9:45 Toerental van de CVpomp<br />

met toerentalregeling:<br />

45% van het max.<br />

toerental bij werking op<br />

gereduceerde kamertemperatuur<br />

(alleen bij regeling<br />

voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

F1:0 Estrikfunctie niet actief<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke werking).<br />

82<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

E6:0<br />

tot<br />

E6:100<br />

E7:0<br />

tot<br />

E7:100<br />

Maximumtoerental instelbaar<br />

van 0 tot 100 %<br />

Minimumtoerental instelbaar<br />

van 0 tot 100% van<br />

het maximumtoerental<br />

E8:0 Toerental volgens de<br />

instelling van codeeradres<br />

”E7”<br />

E9:0<br />

tot<br />

E9:100<br />

F1:1<br />

tot<br />

F1:6<br />

Toerental instelbaar van 0<br />

tot 100% van het max. toerental<br />

bij werking op gereduceerdekamertemperatuur<br />

Estrikfunctie instelbaar volgens<br />

6 selecteerbare temperatuurtijdprofielen<br />

(zie<br />

pagina 128)<br />

F1:15 Constante aanvoertemperatuur<br />

20°C<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

F2:8 Begrenzing qua tijd voor F2:0 Geen tijdsbegrenzing voor<br />

partywerking of externe<br />

partywerking<br />

werkingsprogrammaomzetting<br />

met toets: 8 h<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weersafhankelijke wer-<br />

*1<br />

F2:1 Begrenzing qua tijd instel-<br />

tot<br />

baar van 1 tot 12 h<br />

F2:12<br />

*1<br />

king) *1<br />

Codering 2<br />

F5:12 Nalooptijd van de interne F5:0 Geen nalooptijd van de<br />

circulatiepomp bij stook-<br />

interne circulatiepomp<br />

werking: 12 min. (alleen F5:1 Nalooptijd van de interne<br />

bij regeling voor ver- tot<br />

circulatiepomp instelbaar<br />

hoogde werking) F5:20 tussen 1 en 20 minuten<br />

F6:25 Interne circulatiepomp is F6:0 Interne circulatiepomp is<br />

in bedrijfsmodus ”Alleen<br />

permanent uitgeschakeld<br />

warm water” permanent<br />

in werkingsmodus ”Alleen<br />

ingeschakeld (alleen bij<br />

warm water”<br />

regeling voor verhoogde F6:1 Interne circulatiepomp<br />

werking)<br />

tot<br />

wordt in werkingsmo-<br />

F6:24 dus ”Alleen warm water” 1<br />

tot 24 keer per dag gedurende<br />

telkens 10 min ingeschakeld.<br />

F7:25 Interne circulatiepomp is F7:0 Interne circulatiepomp in<br />

in werkingsmodus ”Uit-<br />

bedrijfsmodus ”Uitschakelschakelwerking”permawerking”<br />

permanent uitgenent<br />

ingeschakeld (alleen<br />

schakeld<br />

bij regeling voor ver- F7:1 Interne circulatiepomp in<br />

hoogde werking) tot<br />

werkingsmodus ”Uitscha-<br />

F7:24 kelwerking” 1 tot 24 keer<br />

per dag gedurende telkens<br />

10 min ingeschakeld.<br />

*1 De partywerking eindigt in het programma ”Verwarmen en warm water” automatisch<br />

bij omschakelen naar werking met normale kamertemperatuur.<br />

83


Codering 2<br />

Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />

F8:-5 Temperatuurgrens voor<br />

opheffing van de gereduceerde<br />

werking -5 ºC, zie<br />

voorbeeld op<br />

pagina 131.<br />

Let op de aanwijzing bij<br />

codeeradres ”A3” (alleen<br />

bij regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

F9:-14 Temperatuurgrens voor<br />

opheffing van gewenste,<br />

verlaagde kamertemperatuur<br />

-14 ºC, zie voorbeeld<br />

op pagina 131<br />

(alleen bij regeling voor<br />

weers-afhankelijke werking)<br />

FA:20 Verhoging van de<br />

gewenste ketel- resp.<br />

aanvoertemperatuur bij<br />

de overgang van werking<br />

met gereduceerde<br />

kamertemperatuur naar<br />

de werking met normale<br />

kamertemperatuur met<br />

20 %. Zie het voorbeeld<br />

op pagina 132 (alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking).<br />

Fb:30 Tijdsduur van de verhoogde<br />

gewenste<br />

waarde voor ketelwaterresp.aanvoertemperatuur<br />

(zie codeeradres<br />

”FA”) 60 min. Zie<br />

het voorbeeld op<br />

pagina 132 (alleen bij<br />

regeling voor weersafhankelijke<br />

werking).<br />

84<br />

Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />

F8:+10 Temperatuurgrens instel-<br />

tot<br />

baar van<br />

F8:-60 +10 tot -60 °C<br />

F8:-61 Functie inactief<br />

F9:+10<br />

tot<br />

F9:-60<br />

FA:0<br />

tot<br />

FA:50<br />

Fb:0<br />

tot<br />

Fb:150<br />

Temperatuurgrens voor<br />

verhoging van de<br />

gewenste kamertemperatuur<br />

op de waarde van de<br />

normale werking instelbaar<br />

van<br />

+10 tot -60 °C<br />

Temperatuurverhoging<br />

instelbaar van 0 tot 50%<br />

Tijdsduur instelbaar tussen<br />

0 en <strong>300</strong> min;<br />

1 instelstap ≙ 2 min<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Servicemenu oproepen<br />

Alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking<br />

OK en å gelijktijdig ca. 4 sec. indrukken.<br />

Overzicht servicemenu<br />

Service<br />

Diagnose<br />

Diagnose<br />

Actorentest<br />

Codeerniveau 1<br />

Codeerniveau 2<br />

Storingshistorie<br />

Servicefuncties<br />

Service beëindigen?<br />

Bedrijfsgegevens opvragen<br />

Algemeen<br />

Verwarm. circuit 1 VC1<br />

Verwarm. circuit 2 VC2<br />

Verwarm. circuit 2 VC3<br />

Warm water<br />

Zonnesysteem<br />

Korte opvraging<br />

Bestanden terugzetten<br />

Deelnemercheck<br />

Service-pin<br />

Onderhoud reset<br />

Vullen<br />

Ontluchten<br />

Max. stookvermogen<br />

■ Regeling voor weersafhankelijke werking:<br />

Bedrijfsgegevens kunnen voor de volgende bereiken worden opgevraagd.<br />

Zie ”Diagnose” in het overzicht servicemenu.<br />

Bedrijfsgegevens bij verwarmingscircuits met mengklep en zonne-energie kunnen<br />

alleen worden opgevraagd als de componenten in de installatie aanwezig zijn.<br />

Verdere informatie bij de bedrijfsgegevens zie hoofdstuk ”Korte opvraging”.<br />

■ Regeling voor verhoogde werking:<br />

Bedrijfsgegevens kunnen in het menu ”i” worden opgevraagd.<br />

Gebruiksaanwijzing<br />

Diagnose en servicevragen<br />

Verdere informatie bij de bedrijfsgegevens zie hoofdstuk ”Korte opvraging”.<br />

85


Diagnose en servicevragen<br />

Diagnose (vervolg)<br />

Aanwijzing<br />

Als de opgevraagde sensor defect is, verschijnt ”- - -” op het display.<br />

Bedrijfsgegevens oproepen<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

Bedrijfsgegevens terugzetten<br />

86<br />

3. Gewenste groep kiezen, bijv. ”Algemeen”.<br />

Regeling voor verhoogde werking<br />

Gebruiksaanwijzing, hoofdstuk<br />

”Informatie opvragen”<br />

Opgeslagen bedrijfsgegevens (bijv. bedrijfsuren) kunnen op 0 worden teruggezet.<br />

De waarde ”Buitentemperatuur gedempt” wordt op de werkelijke waarde teruggezet.<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Bestanden terugzetten”<br />

Korte opvraging<br />

4. Gewenste waarde (bijv. ”Branderstarts”)<br />

of ”Alle bestanden” kiezen.<br />

Regeling voor verhoogde werking<br />

Gebruiksaanwijzing, hoofdstuk<br />

”Informatie opvragen”<br />

In de korte opvraging kunnen bijv. temperaturen, softwareversies en aangesloten<br />

componenten worden opgevraagd.<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec. indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Korte opvraging”.<br />

5688 838 B/fl


4. OK indrukken.<br />

Op het display verschijnen 9 regels met elk 6 velden.<br />

Diagnose Korte opvraging<br />

1:<br />

2:<br />

3:<br />

4:<br />

1 F<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0 0<br />

0 A<br />

0<br />

0<br />

0 0<br />

Kiezen met Ø<br />

1 2<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

Voor de betekenis van de betreffende waarde op de afzonderlijke regels en<br />

velden zie volgende tabel:<br />

Regel<br />

(korte<br />

opvraging)<br />

Veld<br />

1 2 3 4 5 6<br />

1: Softwareversie Controlestand toestel Controlestand bran-<br />

regeling<br />

derautomaat<br />

2: Installatieschema 01 Aantal Max. op vraagtemperatuur<br />

tot 10<br />

KM-BUSdeelnemers<br />

3: SchakelSoftwareSoftwaSoftwareSoftwaSoftwaretoestandversiereversiestandreversieversiewaterbediemengzonnereLON- externe uitschakeningseenklepgelingsmodulebreidinglaarheiduitbreimodule<br />

0: geen<br />

(alleen bij<br />

ding SM1<br />

externe uitcombina-<br />

0: geen<br />

breidingtietoestel)mengklepuitbreiding<br />

4: Softwareversie Type<br />

Toesteltype<br />

branderautomaat branderautomaat<br />

5: 0: geen 0: geen<br />

Externe omschakeling 0 - 10 V<br />

externe extern<br />

Indicatie in °C<br />

warmte- blokkeren<br />

0: geen externe omschakeling<br />

vraag 1: extern<br />

1: externe<br />

warmtevraag<br />

afsluiten<br />

5688 838 B/fl<br />

Diagnose (vervolg)<br />

Diagnose en servicevragen<br />

87


Diagnose en servicevragen<br />

Diagnose (vervolg)<br />

Regel<br />

(korte<br />

opvraging)<br />

Veld<br />

1 2 3 4 5 6<br />

6: Aantal LON-deelneControle- Maximumvermogen<br />

merscijfer<br />

opgave in %<br />

Verwarm.circuit. Verwarm.circuit. M2 Verwarm.circuit M3<br />

A1( zonder mengklep)<br />

(met mengklep) (met mengklep)<br />

7: AfstandsSoftwareAfstandsSoftwareAfstandsSoftwarebedieningversiebedieversiebedieversie 0: zonder afstandsningafstandsningafstandsbe- 1: Vitotrol bediening 0: zonder bediening 0: zonder diening<br />

200A 0: geen 1: Vitotrol 0: geen 1: Vitotrol 0: geen<br />

2: Vitotrol afstands- 200A afstands- 200A afstandsbe-<br />

<strong>300</strong>A bediening 2: Vitotrol bediening 2: Vitotrol diening<br />

of<br />

<strong>300</strong>A<br />

<strong>300</strong>A<br />

Vitohome<br />

of<br />

of<br />

Vitohome<br />

Vitohome<br />

Interne circulatie- Verwarmingscircuitpomp op aansluituitpompbreiding<br />

8: ToerenSoftwareToerenSoftwareToerenSoftwaretalgereversietalgereversietalgereversiegeldetoerentalgeldetoerentalgeldetoerental- pomp gere pomp geregelde pomp geregelde<br />

0: zonder gelde 0: zonder pomp 0: zonder pomp<br />

1: Wilo pomp 1: Wilo 0: pomp 1: Wilo 0: pomp<br />

2: Grund- 0: pomp 2: Grund- zonder 2: Grund- zonder toefos<br />

zonder fostoerentalfosrentalregetoerentalregelingregelingling 9: Interne gegevens voor de kalibrering SoftwaSoftwarerestandstanduituitbreibreidingding AM1 EA1<br />

Regeling voor verhoogde werking<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec. indrukken.<br />

Op het display knippert ”Ü”.<br />

88<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Diagnose (vervolg)<br />

2. Bevestigen met OK.<br />

3. Gewenste opvraging met V/v selecteren. Bijv. ”b” voor ”Maximaal vermogen”<br />

(zie volgende tabel):<br />

4. Geselecteerde opvraging bevestigen met OK.<br />

Voor de betekenis van de afzonderlijke opvragingen zie volgende tabel:<br />

Korte opvra-<br />

Display<br />

ging<br />

0 Schakeltoestandwaterschakelaar<br />

(alleen bij<br />

combinatietoestel)<br />

1 Softwarestandzonneregelingsmodule<br />

SM1<br />

Installatieschema<br />

1<br />

tot 2<br />

Softwareversie<br />

branderautomaat<br />

Softwareversie<br />

regeling<br />

Diagnose en servicevragen<br />

Softwarestand<br />

externe uitbreiding<br />

0: geen<br />

externe uitbreiding<br />

Softwareversiebedieningsgedeelte<br />

E Externe omschakeling 0 - 10 V<br />

Indicatie in °C<br />

0: geen externe omschakeling<br />

3 Gewenste ketelwatertemperatuur<br />

A Hoogste aanvraagtemperatuur<br />

4 Type branderautomaat Toesteltype<br />

5 Gewenste boilertemperatuur<br />

Softwareversie<br />

regeling voor<br />

installatie<br />

met meerdere<br />

ketels<br />

89


Diagnose en servicevragen<br />

Diagnose (vervolg)<br />

Korte opvraging<br />

90<br />

Display<br />

b Status<br />

omschakelklep<br />

0: niet<br />

voorhanden<br />

1: Verwarmen<br />

2: middelste<br />

stand<br />

3: Tapwateropwarming<br />

Maximumvermogen in %<br />

C Ketelcodeerstekker (hexadecimaal)<br />

c Revisiestand<br />

Revisiestand<br />

toestel<br />

branderautomaat<br />

d Toerentalgeregelde<br />

pomp<br />

0 zonder<br />

1 Wilo<br />

2 Grundfos<br />

F<br />

1<br />

F<br />

2<br />

Instelling<br />

codering<br />

53<br />

Softwareversie<br />

Interne gegevens voor de kalibrering<br />

Configuratie<br />

uitgang A1<br />

(waarde<br />

komt overeen<br />

met<br />

instelling<br />

codering 33)<br />

Uitbreiding AM1<br />

Schakeltoestand<br />

uitgang A1<br />

0: uit<br />

1: aan<br />

Uitbreiding EA1<br />

Configuratie<br />

uitgang<br />

A2<br />

(waarde<br />

komt overeen<br />

met<br />

instelling<br />

codering<br />

34)<br />

Softwareversietoerentalgeregelde<br />

pomp<br />

0: pomp zondertoerentalregeling<br />

Schakeltoestanduitgang<br />

A2<br />

0: uit<br />

1: aan<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Diagnose (vervolg)<br />

Korte opvraging<br />

F<br />

3<br />

F<br />

4<br />

F<br />

5<br />

F<br />

6<br />

F<br />

7<br />

F<br />

8<br />

F<br />

9<br />

Configuratie<br />

uitgang<br />

157<br />

(waarde<br />

komt overeen<br />

met<br />

instelling<br />

codering<br />

36)<br />

Softwareversie<br />

Schakeltoestanduitgang<br />

157<br />

0: uit<br />

1: aan<br />

Display<br />

Schakeltoestand<br />

ingang<br />

DE1<br />

0: open<br />

1: gesloten<br />

Schakeltoestand<br />

ingang DE2<br />

0: open<br />

1: gesloten<br />

Externe omschakeling 0 - 10 V<br />

Indicator in %<br />

Zonneregelingsmodule SM1<br />

Stagnatietijd van de zonne-installatie in h<br />

Nachtcirculatie zonne-installatie (aantal)<br />

Bewaking naverwarmingsonderdrukking stoken (aantal)<br />

Softwareversie<br />

Zonneverwarmingsondersteuning<br />

0: niet<br />

actief<br />

1: actief<br />

Uitbreiding Open Therm (indien aanwezig)<br />

Status tapwateropwarming<br />

Uitgangen controleren (relaistest)<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

Externe omschakeling 0 - 10 V<br />

Indicator in %<br />

2. ”Actorentest”<br />

Diagnose en servicevragen<br />

Schakeltoestand<br />

ingang<br />

DE3<br />

0: open<br />

1: gesloten<br />

Schakeltoestanduitgang<br />

22<br />

0: uit<br />

1: aan<br />

91


Diagnose en servicevragen<br />

Uitgangen controleren (relaistest) (vervolg)<br />

De volgende relaisuitgangen kunnen worden aangestuurd al naargelang de<br />

installatie:<br />

Display Verklaring<br />

Basisbelasting inschak. Brander wordt met minimumvermogen gebruikt, interne<br />

pomp is ingeschakeld<br />

Volledige belasting inge- Brander wordt met maximumvermogen gebruikt, interne<br />

schak.<br />

pomp is ingeschakeld<br />

Uitg. intern inschak. Interne uitgang sÖ (int. pomp) actief<br />

Klep inschak. Verwarming<br />

Omschakelklep op stand stookwerking<br />

Klep inschak. Midden Omschakelklep op middenstand (vullen/aftappen)<br />

Klep inschak. Boiler Omschakelklep op stand warmwaterbereiding<br />

CV-pomp VC2 inschak. Uitgang CV-pomp actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

Mengklep HK2 openen Uitgang ”Mengklep open” actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

Mengklep VC2 sluiten Uitgang ”Mengklep dicht” actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

CV-pomp VC3 inschak. Uitgang CV-pomp actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

Mengklep VC3 openen Uitgang ”Mengklep open” actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

Mengklep VC3 sluiten Uitgang ”Mengklep dicht” actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />

met mengklep)<br />

Uitg. int.uitbr. H1<br />

inschak.<br />

Uitgang aan interne uitbreiding actief<br />

AM1 uitgang 1 inschak. Uitgang A1 aan de uitbreiding AM1 actief<br />

AM1 uitgang 2 inschak. Uitgang A2 aan de uitbreiding AM1 actief<br />

EA1 uitgang 1 inschak. Contact P - S aan stekker aBJ van de uitbreiding EA1<br />

gesloten<br />

Zonnepomp inschak. Uitgang zonnecircuitpomp sF aan zonneregelingsmodule<br />

SM1 actief<br />

Zonnepomp min. Uitgang zonnepomp aan de zonneregelingsmodule SM1<br />

inschak.<br />

op minimumtoerental gezet<br />

Zonnepomp max. Uitgang zonnepomp aan de zonneregelingsmodule SM1<br />

inschak.<br />

op maximumtoerental gezet<br />

Zonne- uitgang sS<br />

inschak.<br />

Uitgang sS aan zonneregelingsmodule SM1 actief<br />

92<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Uitgangen controleren (relaistest) (vervolg)<br />

Regeling voor verhoogde werking<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

Op het display knippert ”Ü”.<br />

2. Met Ú ” ” selecteren en bevestigen<br />

met OK.<br />

3. Gewenste actor (uitgang) kiezen met<br />

V/v (zie volgende tabel):<br />

Diagnose en servicevragen<br />

4. Geselecteerde actor bevestigen met<br />

OK.<br />

Op het display verschijnt het cijfer<br />

voor de geactiveerde actor en ”on”.<br />

De volgende actoren (relaisuitgangen) kunnen worden aangestuurd al naargelang<br />

de installatie-uitrusting:<br />

Display Verklaring<br />

1 Brander wordt met minimumvermogen gebruikt, interne pomp is<br />

ingeschakeld<br />

2 Brander wordt met maximumvermogen gebruikt, interne pomp<br />

is ingeschakeld<br />

3 Interne uitgang sÖ (int. pomp) is actief<br />

4 Omschakelklep op stand stookwerking<br />

5 Omschakelklep op middenstand (vullen/aftappen)<br />

6 Omschakelklep op stand warmwaterbereiding<br />

10 Uitgang interne uitbreiding actief<br />

15 Uitgang zonnecircuitpomp sF aan zonneregelingsmodule SM1<br />

actief<br />

16 Uitgang zonnepomp aan de zonneregelingsmodule SM1 op<br />

minimumtoerental gezet<br />

17 Uitgang zonnepomp aan de zonneregelingsmodule SM1 op<br />

maximumtoerental gezet<br />

18 Uitgang sS aan zonneregelingsmodule SM1 actief<br />

19 Contact P - S aan stekker aBJ van de uitbreiding EA1 gesloten<br />

20 Uitgang A1 aan de uitbreiding AM1 actief<br />

21 Uitgang A2 aan de uitbreiding AM1 actief<br />

93


Storingen oplossen<br />

Storingsindicaties<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking<br />

Bij een storing knippert de rode storingsindicator<br />

A. In het display knippert ”<br />

” en ”Storing” wordt aangegeven.<br />

94<br />

A<br />

1<br />

0<br />

2 3<br />

4<br />

bar<br />

R<br />

Met OK wordt de storingscode weergegeven.<br />

Voor de betekenis van de storingscodes<br />

zie de volgende pagina's.<br />

Bij een aantal storingen wordt de soort<br />

storing ook in normale tekst aangegeven.<br />

Storing bevestigen<br />

Aanwijzingen op het display volgen.<br />

Aanwijzing<br />

De storingsmelding wordt in het hoofdscherm<br />

van de korte menu's opgenomen.<br />

Een eventueel aangesloten storingsmeldinrichting<br />

wordt uitgeschakeld.<br />

Als een geaccepteerde storing niet verholpen<br />

wordt, verschijnt de storingsmelding<br />

de volgende dag opnieuw en de<br />

storingsmeldinrichting wordt weer ingeschakeld.<br />

Bevestigde storing oproepen<br />

In het basismenu ”Storing” kiezen. Een<br />

lijst van de actieve storingen wordt<br />

getoond.<br />

Storingscodes in het storingsgeheugen<br />

uitlezen (storingshistorie)<br />

De laatste 10 opgetreden storingen (ook<br />

die verholpen zijn) worden opgeslagen<br />

en kunnen worden opgevraagd.<br />

De storingen zijn op activiteit geordend.<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”Storingshistorie”<br />

3. ”Indicaties?”<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Storingsindicaties (vervolg)<br />

Regeling voor verhoogde werking<br />

Bij een storing knippert de rode storingsindicator<br />

A. Bij een storing knippert op<br />

het display van de bedieningseenheid de<br />

2-cijferige storingscode en (naargelang<br />

soort storing) ” ” of ” ”.<br />

A<br />

1<br />

0<br />

2 3<br />

4<br />

bar<br />

R<br />

Met / kunnen meer storingcodes worden<br />

opgeroepen. Voor de betekenis van<br />

de storingscodes, zie de volgende pagina's.<br />

ã<br />

1 5 0<br />

Voorbeeld: storingscode ”50”<br />

Storing bevestigen<br />

OK indrukken, op het display verschijnt<br />

weer het hoofdscherm.<br />

Storingen oplossen<br />

Een eventueel aangesloten storingsmeldinrichting<br />

wordt uitgeschakeld.<br />

Als een geaccepteerde storing niet verholpen<br />

wordt, verschijnt de storingsmelding<br />

de volgende dag opnieuw en de<br />

storingsmeldinrichting wordt weer ingeschakeld.<br />

Bevestigde storing oproepen<br />

OK en 4 sec. lang indrukken.<br />

De laatste 10 opgetreden storingen (ook<br />

die verholpen zijn) worden opgeslagen<br />

en kunnen worden opgevraagd.<br />

Storingscodes in het storingsgeheugen<br />

uitlezen (storingshistorie)<br />

De laatste 10 storingen (ook die verholpen<br />

zijn) die zich hebben voorgedaan,<br />

kunnen worden opgevraagd en worden<br />

opgeslagen.<br />

De storingen zijn op activiteit geordend.<br />

1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />

indrukken.<br />

2. ”ã” kiezen en met OK fouthistorie<br />

activeren.<br />

3. Met / storingsmeldingen selecteren.<br />

95


Storingen oplossen<br />

Storingscodes<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

96<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

10 X X Regelt op 0°C<br />

buitentemperatuur<br />

18 X X Regelt op 0°C<br />

buitentemperatuur<br />

20 X X Regelt zonder<br />

aanvoertemperatuursensor(evenwichtsfles)<br />

28 X X Regelt zonder<br />

aanvoertemperatuursensor(evenwichtsfles)<br />

30 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

38 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

40 X Mengklep gaat<br />

dicht<br />

44 X Mengklep gaat<br />

dicht<br />

Storingsoorzaak<br />

Kortsluiting<br />

buitentemperatuursensor<br />

Onderbreking<br />

buitentemperatuursensor<br />

Kortsluiting<br />

aanvoertemperatuursensor<br />

installatie<br />

Onderbreking<br />

aanvoertemperatuursensor<br />

installatie<br />

Kortsluiting<br />

keteltemperatuursensor<br />

Onderbreking<br />

keteltemperatuursensor<br />

Kortsluiting<br />

aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

2<br />

(met mengklep)<br />

Kortsluiting<br />

aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

3<br />

(met mengklep)<br />

Maatregel<br />

Buitentemperatuursensorcontroleren<br />

(zie<br />

pagina 110)<br />

Buitentemperatuursensorcontroleren<br />

(zie<br />

pagina 110)<br />

Sensor evenwichtsflescontroleren<br />

(zie<br />

pagina 111)<br />

Sensor evenwichtsflescontroleren<br />

(zie<br />

pagina 111)<br />

Keteltemperatuursensor<br />

controleren<br />

(zie pagina 111)<br />

Keteltemperatuursensor<br />

controleren<br />

(zie pagina 111)<br />

Aanvoertemperatuursensorcontroleren<br />

Aanvoertemperatuursensorcontroleren<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

48 X Mengklep gaat<br />

dicht<br />

4C X Mengklep gaat<br />

dicht<br />

50 X X Geen warmwaterbereiding<br />

58 X X Geen warmwaterbereiding<br />

Storingsoorzaak<br />

Onderbreking<br />

aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

2<br />

(met mengklep)<br />

Onderbreking<br />

aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

3<br />

(met mengklep)<br />

Kortsluiting<br />

boilertemperatuursensor<br />

Onderbreking<br />

boilertemperatuursensor<br />

90 X X Regelwerking Kortsluiting<br />

temperatuursensor<br />

/<br />

91 X X Regelwerking Kortsluiting<br />

temperatuursensor<br />

aÖ<br />

92 X X Geen warmwaterbereiding<br />

Kortsluiting<br />

collectortemperatuursensor<br />

93 X X Regelwerking Kortsluiting<br />

boilertemperatuursensor<br />

Storingen oplossen<br />

Maatregel<br />

Aanvoertemperatuursensorcontroleren<br />

Aanvoertemperatuursensorcontroleren<br />

Sensoren controleren<br />

(zie pagina<br />

111)<br />

Sensoren controleren<br />

(zie pagina<br />

111)<br />

Sensor / aan de<br />

zonneregelingsmodulecontroleren.<br />

Sensor aÖ aan de<br />

zonneregelingsmodulecontroleren.Temperatuursensor<br />

& aan de zonneregelingsmodule<br />

of sensor aan<br />

de Vitosolic controleren.Temperatuursensor<br />

aan aansluiting<br />

S3 aan de Vitosolic<br />

100 controleren.<br />

97


Storingen oplossen<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

98<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

94 X X Geen warmwaterbereiding<br />

Storingsoorzaak<br />

Kortsluiting<br />

boilertemperatuursensor<br />

98 X X Regelwerking Onderbreking<br />

temperatuursensor<br />

/<br />

99 X X Regelwerking Onderbreking<br />

temperatuursensor<br />

aÖ<br />

9A X X Geen warmwaterbereiding<br />

Onderbreking<br />

collectortemperatuursensor<br />

9b X X Regelwerking Onderbreking<br />

boilertemperatuursensor<br />

9C X X Geen warmwaterbereiding<br />

Onderbreking<br />

boilertemperatuursensor<br />

9E X X Regelwerking Te gering of<br />

geen debiet in<br />

het collectorcircuit<br />

of thermostaat<br />

is<br />

geactiveerd<br />

Maatregel<br />

Temperatuursensor<br />

% aan de zonneregelingsmodule<br />

of sensor aan<br />

de Vitosolic controleren.<br />

Sensor / aan de<br />

zonneregelingsmodulecontroleren.<br />

Sensor aÖ aan de<br />

zonneregelingsmodulecontroleren.Temperatuursensor<br />

& aan de zonneregelingsmodule<br />

of sensor aan<br />

de Vitosolic controleren.Temperatuursensor<br />

aan aansluiting<br />

S3 aan de Vitosolic<br />

100 controleren.<br />

Temperatuursensor<br />

% aan de zonneregelingsmodule<br />

of sensor aan<br />

de Vitosolic controleren.<br />

Zonnecircuitpomp<br />

en zonnecrcuit<br />

controleren. Foutmeldingbevestigen.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

Storingsoorzaak<br />

9F X X Regelwerking Storing zonneregelingsmodule<br />

of<br />

Vitosolic<br />

A2 X Noodwerking<br />

met te lage<br />

installatiedruk<br />

Installatiedruk<br />

te laag<br />

A4 X Regelwerking Max. installatiedrukoverschreden<br />

A6 X X Regelwerking Zwerfstroomanode<br />

defect<br />

A7 X Regelwerking Bedienings-<br />

volgens de toegedeeltestand bij levering<br />

defect<br />

A8 X Brander Lucht in de<br />

geblokkeerd. interne circuOntluchtingslatiepomp<br />

of<br />

programmaminimumde- wordt automabiet niet<br />

tisch gestart<br />

(zie pagina 38)<br />

bereikt<br />

Storingen oplossen<br />

Maatregel<br />

Zonneregelingsmodule<br />

of Vitosolic<br />

vervangen<br />

Water bijvullen<br />

Installatiedruk controleren.<br />

Functie en dimensionering<br />

van het<br />

membraanexpansievat<br />

controleren.<br />

Verwarmingsinstallatieontluchten.<br />

Zwerfstroomanode<br />

vervangen<br />

Bedieningsgedeelte<br />

vervangen<br />

Als de foutmelding<br />

verder verschijnt,<br />

installatie ontluchten<br />

99


Storingen oplossen<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

100<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

A9 X Als een verwarmingscircuit<br />

met mengklep<br />

is aangesloten,<br />

loopt de brander<br />

met minimumvermogen.<br />

Als slechts eén<br />

verwarmingscircuit<br />

zonder<br />

mengklep is<br />

aangesloten,<br />

wordt de brandergeblokkeerd.<br />

b0 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

b1 X X Regelwerking<br />

volgens de toestand<br />

bij leve-<br />

ring<br />

b5 X X Regelwerking<br />

volgens de toestand<br />

bij levering<br />

b7 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

b8 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

Storingsoorzaak<br />

Interne circulatiepomp<br />

geblokkeerd<br />

Kortsluiting<br />

rookgastemperatuursensorCommunicatiefoutbedieningseenheid<br />

Maatregel<br />

Circulatiepomp<br />

controleren<br />

Rookgastemperatuursensorcontroleren<br />

Aansluitingen controleren,<br />

evt. bedieningseenheidvervangen<br />

Interne fout Regeling vervangen<br />

Fout ketelcodeerstekker<br />

Onderbreking<br />

rookgastemperatuursensor<br />

Ketelcodeerstekker<br />

plaatsen of vervangen<br />

indien<br />

defect<br />

Rookgastemperatuursensorcontroleren<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

bA X Mengklep<br />

regelt op 20°C<br />

aanvoertemperatuur.<br />

bb X Mengklep<br />

regelt op 20°C<br />

aanvoertemperatuur.<br />

bC X Regeling zonderafstandsbediening<br />

bd X Regeling zonderafstandsbediening<br />

bE X Regeling zonderafstandsbediening<br />

Storingsoorzaak<br />

Communicatiefoutuitbreidingsset<br />

voor verwarmingscircuit<br />

2<br />

(met mengklep)Communicatiefoutuitbreidingsset<br />

voor verwarmingscircuit<br />

3<br />

(met mengklep)Communicatiefoutafstandsbediening<br />

Vitotrol verwarmingscircuit<br />

1 (zonder<br />

mengklep)<br />

Communicatiefoutafstandsbediening<br />

Vitotrol verwarmingscircuit<br />

2 (met<br />

mengklep)<br />

Communicatiefoutafstandsbediening<br />

Vitotrol verwarmingscircuit<br />

3 (met<br />

mengklep)<br />

Storingen oplossen<br />

Maatregel<br />

Aansluitingen en<br />

codering uitbreidingssetcontroleren.<br />

Aansluitingen en<br />

codering uitbreidingssetcontroleren.<br />

Aansluitingen,<br />

kabel, codeeradres<br />

”A0” en<br />

instelling van de<br />

afstandsbediening<br />

controleren (zie<br />

pagina 133).<br />

Aansluitingen,<br />

kabel, codeeradres<br />

”A0” en<br />

instelling van de<br />

afstandsbediening<br />

controleren (zie<br />

pagina 133).<br />

Aansluitingen,<br />

kabel, codeeradres<br />

”A0” en<br />

instelling van de<br />

afstandsbediening<br />

controleren (zie<br />

pagina 133).<br />

101


Storingen oplossen<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

102<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

Storingsoorzaak<br />

bF X Regelwerking Verkeerde<br />

communicatiemodule<br />

LON<br />

C1 X X Regelwerking Communicatiefoutuitbreiding<br />

EA1<br />

C2 X X Regelwerking Communicatiefoutzonneregelingsmodule<br />

of<br />

Vitosolic<br />

C3 X X Regelwerking Communicatiefoutuitbreiding<br />

AM1<br />

C4 X X Regelwerking Communicatiefoutuitbreiding<br />

Open Therm<br />

C5 X X Regelwerking,<br />

max. pomptoerental<br />

C6 X Regelwerking,<br />

max. pomptoerental<br />

Communicatiefouttoerentalgeregelde,<br />

interne<br />

pomp<br />

Communicatiefouttoerentalgeregelde,<br />

externe CVpomp,verwarmingscircuit<br />

2 (met<br />

mengklep)<br />

Maatregel<br />

Communicatiemodule<br />

LON vervangen<br />

Aansluitingen controleren<br />

Zonneregelingsmodule<br />

of Vitosolic<br />

controleren<br />

Aansluitingen controleren<br />

Uitbreiding Open<br />

Therm controleren<br />

Instelling codeeradres<br />

”30” controleren<br />

Instelling codeeradres<br />

”E5” controleren<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

C7 X X Regelwerking,<br />

max. pomptoerental<br />

C8 X Regelwerking,<br />

max. pomptoerental<br />

Storingsoorzaak<br />

Communicatiefouttoerentalgeregelde,<br />

externe CVpomp,verwarmingscircuit<br />

1 (zonder<br />

mengklep)<br />

Communicatiefouttoerentalgeregelde,<br />

externe CVpomp,verwarmingscircuit<br />

3 (met<br />

mengklep)<br />

Cd X X Regelwerking Communicatiefout<br />

Vitocom 100<br />

(KM-BUS)<br />

CE X X Regelwerking Communicatiefout<br />

ext.<br />

uitbreiding<br />

CF X Regelwerking Communicatiefoutcommunicatiemodule<br />

LON<br />

d6 X X Regelwerking Storing<br />

ingang DE1<br />

aan uitbreiding<br />

EA1<br />

d7 X X Regelwerking Storing<br />

ingang DE2<br />

aan uitbreiding<br />

EA1<br />

Storingen oplossen<br />

Maatregel<br />

Instelling codeeradres<br />

”E5” controleren<br />

Instelling codeeradres<br />

”E5” controleren<br />

Aansluitingen,<br />

Vitocom 100 en<br />

codeeradres ”95”<br />

controleren<br />

Aansluitingen en<br />

codeeradres ”2E”<br />

controleren<br />

Communicatiemodule<br />

LON vervangen<br />

Aansluiting aan<br />

ingang DE1 controleren<br />

Aansluiting aan<br />

ingang DE2 controleren<br />

103


Storingen oplossen<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

104<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

Storingsoorzaak<br />

d8 X X Regelwerking Storing<br />

ingang DE3<br />

aan uitbreiding<br />

EA1<br />

dA X Regelwerking<br />

zonder beïnvloeding<br />

door<br />

kamerparameters<br />

db X Regelwerking<br />

zonder beïnvloeding<br />

door<br />

kamerparameters<br />

dC X Regelwerking<br />

zonder beïnvloeding<br />

door<br />

kamerparameters<br />

dd X Regelwerking<br />

zonder beïnvloeding<br />

door<br />

kamerparameters<br />

dE X Regelwerking<br />

zonder beïnvloeding<br />

door<br />

kamerparameters<br />

Kortsluiting<br />

kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

1 (zondermengklep)<br />

Kortsluiting<br />

kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

2 (met<br />

mengklep)<br />

Kortsluiting<br />

kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

3 (met<br />

mengklep)<br />

Onderbreking<br />

kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

1 (zondermengklep)<br />

Onderbreking<br />

kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

2 (met<br />

mengklep)<br />

Maatregel<br />

Aansluiting aan<br />

ingang DE3 controleren<br />

Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

1 controleren<br />

Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

2 controleren<br />

Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

3 controleren<br />

Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

1 en<br />

instelling van de<br />

afstandsbediening<br />

controleren (zie<br />

pagina 133)<br />

Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

2 en<br />

instelling van de<br />

afstandsbediening<br />

controleren (zie<br />

pagina 133)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

dF X Regelwerking<br />

zonder beïnvloeding<br />

door<br />

kamerparameters<br />

Storingsoorzaak<br />

Onderbreking<br />

kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

3 (met<br />

mengklep)<br />

E0 X Regelwerking Fout externe<br />

LON-deelnemer<br />

E4 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

E5 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

E6 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

E8 X X Brander geeft<br />

storing<br />

EA X X Brander geeft<br />

storing<br />

Eb X X Brander geeft<br />

storing<br />

Storing voedingsspanning<br />

24 V<br />

Storing vlamversterkerInstallatiedruk<br />

te laag<br />

Ionisatiestroom<br />

niet in<br />

het geldig<br />

bereik<br />

Ionisatiestroomtijdens<br />

het kalibreren<br />

niet in<br />

het geldig<br />

bereik<br />

Warmteafname<br />

tijdens<br />

het kalibreren<br />

herhaaldelijk<br />

te gering<br />

Storingen oplossen<br />

Maatregel<br />

Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />

3 en<br />

instelling van de<br />

afstandsbediening<br />

controleren (zie<br />

pagina 133)<br />

Aansluitingen en<br />

LON-deelnemers<br />

controleren<br />

Regeling vervangen.<br />

Regeling vervangen.<br />

Water bijvullen.<br />

Ionisatie-elektrode<br />

en leiding controleren.Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Ionisatie-elektrode<br />

en leiding controleren.Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Warmteafname<br />

bewerkstelligen.<br />

Verwarmingsketel<br />

uitschakelen en<br />

weer inschakelen.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

105


Storingen oplossen<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

106<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

EC X X Brander geeft<br />

storing<br />

Ed X X Brander geeft<br />

storing<br />

EE X X Brander geeft<br />

storing<br />

EF X X Brander geeft<br />

storing<br />

Storingsoorzaak<br />

Ionisatiestroomtijdens<br />

het kalibreren<br />

niet in<br />

het geldig<br />

bereik<br />

Maatregel<br />

Ionisatie-elektrode<br />

en leiding controleren.Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Interne fout Regeling vervangen.<br />

Vlamsignaal Ionisatie-elektrode<br />

is bij brander- en verbindingskastart<br />

niet aanbel controleren,<br />

wezig of te ionisatiestroom<br />

gering. meten, gastoevoer<br />

(gasdruk en gasstromingsregelaar),gascombinatieregelaar,ontsteking,ontstekingsmodule,ontstekingselektrodes<br />

en<br />

condenswaterafvoer<br />

controleren.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Vlamverlies Gastoevoer (gas-<br />

direct na druk en gasstro-<br />

vlamvorming mingsregelaar)<br />

(tijdens de controleren, rookbeveiligingsgas-/luchttoevoertijd).installatie<br />

op rookgasrecirculatie<br />

controleren, ionisatie-elektrodecontroleren<br />

(indien<br />

nodig, vervangen).<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

F0 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

F1 X X Brander geeft<br />

storing<br />

F2 X X Brander geeft<br />

storing<br />

F3 X X Brander geeft<br />

storing<br />

F7 X X Brander<br />

geblokkeerd<br />

F8 X X Brander geeft<br />

storing<br />

Storingsoorzaak<br />

Storingen oplossen<br />

Maatregel<br />

Interne fout Regeling vervangen.Rookgastem-<br />

Niveau van de verperatuurbewarmingsinstallagrenzer<br />

werd tie controleren.<br />

geactiveerd Installatie ontluchten.Ontgrendelingstoets<br />

R na afkoelen<br />

van de rookgasinstallatie<br />

gebruiken.<br />

Temperatuur- Niveau van de verbegrenzer<br />

is warmingsinstalla<br />

geactiveerd. tie controleren. Circulatiepompcontroleren.<br />

Installatie<br />

ontluchten. Temperatuurbegrenzer<br />

en verbindingskabels<br />

controleren.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Vlamsignaal Ionisatie-elektrode<br />

is reeds aan- en verbindingskawezig<br />

bij bel controleren.<br />

branderstart. Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Kortsluiting of Waterdruksensor<br />

onderbreking en verbindingskawaterdrukbel<br />

controleren.<br />

sensorBrandstofGascombinatiereklep<br />

sluit te gelaar controleren.<br />

laat.<br />

Beide aanstuurtrajecten<br />

controleren.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

107


Storingen oplossen<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

108<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

F9 X X Brander geeft<br />

storing<br />

FA X X Brander geeft<br />

storing<br />

FC X X Brander geeft<br />

storing<br />

Storingsoorzaak<br />

Ventilatortoerental<br />

bij de<br />

branderstart<br />

te laag<br />

Ventilatorstilstand<br />

niet<br />

bereikt<br />

Gascombinatieregelaar<br />

defect of foutieveaansturingmodulatieklep<br />

of<br />

rookgasweg<br />

geblokkeerd<br />

Maatregel<br />

Ventilator controleren,verbindingskabels<br />

naar de ventilator<br />

controleren,<br />

voedingsspanning<br />

op ventilator controleren,aansturing<br />

van de ventilator<br />

controleren.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Ventilator controleren,verbindingskabels<br />

en aansturing<br />

van de ventilator<br />

controleren.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Gascombinatieregelaar<br />

controleren.<br />

Rookgasinstallatie<br />

controleren.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Storingscodes (vervolg)<br />

Storingscode<br />

op<br />

display<br />

Const. Weersafh.<br />

Gedrag van de<br />

installatie<br />

Fd X X Brander geeft<br />

storing<br />

FE X X Brander blokkeert<br />

of is in<br />

storing<br />

FF X X Brander blokkeert<br />

of is in<br />

storing<br />

Storingsoorzaak<br />

Fout branderautomaat<br />

Ketelcodeerstekker<br />

of<br />

basisprintplaat<br />

defect<br />

Interne fout of<br />

ontgrendelingstoets<br />

R is<br />

geblokkeerd<br />

Storingen oplossen<br />

Maatregel<br />

Ontstekingselektroden<br />

en verbindingsleidingen<br />

controleren. Controleren<br />

of er een<br />

sterk stoorveld<br />

(EMV) in de buurt<br />

van het toestel is.<br />

Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Als de storing niet<br />

opgeheven wordt,<br />

de regeling vervangen.Ontgrendelingstoets<br />

R gebruiken.<br />

Als de storing niet<br />

opgeheven wordt,<br />

ketelcodeerstekker<br />

of regeling vervangen<br />

Toestel opnieuw<br />

inschakelen. Als<br />

het toestel niet<br />

opnieuw gaat werken,<br />

de regeling<br />

vervangen.<br />

109


Storingen oplossen<br />

Buitentemperatuursensor controleren (regeling voor weersafhankelijke<br />

werking)<br />

Weerstand in kΩ<br />

Reparaties<br />

200<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

110<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

X3<br />

-20 -10 0 10 20 30<br />

Temperatuur in °C<br />

1. Stekker ”X3” van de regeling aftrekken.<br />

2. Weerstand van de buitentemperatuursensor<br />

tussen ”X3.1” en ”X3.2”<br />

op de afgetrokken stekker meten en<br />

vergelijken met de stooklijn.<br />

3. Bij een sterke afwijking van de stooklijn<br />

de aders op de sensor afklemmen<br />

en de meting direct op de sensor herhalen.<br />

4. Afhankelijk van het meetresultaat de<br />

kabel of de buitentemperatuursensor<br />

vervangen.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Reparaties (vervolg)<br />

Keteltemperatuursensor, boilertemperatuursensor of aanvoertemperatuursensor<br />

voor de evenwichtsfles controleren<br />

5<br />

X3<br />

Storingen oplossen<br />

111


Storingen oplossen<br />

Weerstand in kΩ<br />

Reparaties (vervolg)<br />

112<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

10 30 50 70 90 110<br />

Temperatuur in °C<br />

Rookgastemperatuursensor controleren<br />

1. ■ Keteltemperatuursensor<br />

leidingen van de keteltemperatuursensor<br />

A aftrekken en de weerstand<br />

meten.<br />

■ Boilertemperatuursensor<br />

stekker % van kabelboom op de<br />

regeling eraf trekken en de weerstand<br />

meten.<br />

■ Aanvoertemperatuursensor<br />

evenwichtsfles<br />

stekker ”X3” van de regeling aftrekken<br />

en weerstand tussen ”X3.4”<br />

en ”X3.5” meten).<br />

2. Weerstand van de sensoren meten<br />

en vergelijken met de stooklijn.<br />

3. Bij een sterke afwijking de sensor<br />

vervangen.<br />

Gevaar<br />

De keteltemperatuursensor<br />

zit direct in het verwarmingwater<br />

(verbrandingsgevaar).<br />

Om de sensor te vervangen,<br />

het verwarmingswater van de<br />

verwarmingsketel aftappen.<br />

Bij het overschrijden van de toegestane rookgastemperatuur vergrendelt de rookgastemperatuursensor<br />

het toestel. Vergrendeling na afkoelen van de rookgasinstallatie<br />

opheffen door de ontgrendelingstoets R te gebruiken.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Weerstand in kΩ<br />

Reparaties (vervolg)<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

10 30 50 70 90 110<br />

Temperatuur in °C<br />

Temperatuurbegrenzer controleren<br />

Storingen oplossen<br />

1. Kabels van de rookgastemperatuursensor<br />

A aftrekken.<br />

2. Weerstand van de sensor meten en<br />

met de stooklijn vergelijken.<br />

3. Bij een sterke afwijking de sensor<br />

vervangen.<br />

Als na een uitschakeling door storing de branderautomaat niet is te ontgrendelen,<br />

hoewel de ketelwatertemperatuur lager is dan ca. 75 °C, de volgende punten uitvoeren:<br />

113


Storingen oplossen<br />

Reparaties (vervolg)<br />

Zekering controleren<br />

1. Netspanning uitschakelen.<br />

114<br />

1. Kabels van de temperatuurbegrenzer<br />

A aftrekken.<br />

2. Doorgang van de temperatuurbegrenzer<br />

controleren met een multimeter.<br />

3. Defecte temperatuurbegrenzer uitbouwen.<br />

4. Nieuwe temperatuurbegrenzer met<br />

warmtegeleidingspasta insmeren en<br />

inbouwen.<br />

5. Na inwerkingstelling de ontgrendelingstoets<br />

R op de regeling indrukken.<br />

F1<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Reparaties (vervolg)<br />

2. Afsluitingen aan de zijkant losmaken<br />

en de regeling naar beneden klappen.<br />

3. Afdekking A demonteren.<br />

4. Zekering F1 controleren (zie aansluitings-<br />

en bedradingsschema).<br />

Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep<br />

Instelling draaischakelaar S1 controleren<br />

De draaischakelaar op de printplaat van<br />

de uitbreidingssets definieert de toewijzing<br />

aan het betreffende verwarmingscircuit.<br />

Verwarmingscircuit Instelling<br />

draaischakelaar<br />

S1<br />

234 Verwarmingscircuit met 2 5 6<br />

mengklep M2 (verwarmingscircuit<br />

2)<br />

4<br />

Verwarmingscircuit met 4<br />

mengklep M3 (verwarmingscircuit<br />

3)<br />

Draairichting van de mengklepmotor<br />

controleren<br />

Na het inschakelen voert het apparaat<br />

een zelftest uit. Daarbij wordt de mengklep<br />

open en dicht gedraaid.<br />

1<br />

0<br />

9<br />

1<br />

0<br />

9<br />

8<br />

8<br />

7<br />

2 3<br />

7<br />

5 6<br />

Storingen oplossen<br />

Tijdens de zelftest op de draairichting<br />

van de mengklepmotor letten.<br />

Nadien de mengklep handmatig op de<br />

stand ”open” zetten.<br />

Aanwijzing<br />

De aanvoertemperatuursensor moet nu<br />

een hogere temperatuur herkennen. Als<br />

de temperatuur lager wordt, is de draairichting<br />

van de motor verkeerd of het<br />

mengklepinzetstuk verkeerd ingebouwd.<br />

Montageaanwijzing van de<br />

mengklep<br />

115


Storingen oplossen<br />

Reparaties (vervolg)<br />

Draairichting van de mengklepmotor veranderen (indien nodig)<br />

|<br />

116<br />

gS<br />

~<br />

BU<br />

Vitotronic 200-H controleren (toebehoren)<br />

De Vitotronic 200-H is via de LON-verbindingsleiding<br />

met de regeling verbonden.<br />

Voor controle van de verbinding de<br />

deelnemerscontrole op de regeling van<br />

de verwarmingsketel uitvoeren (zie<br />

pagina 35).<br />

1. Bovenste behuizingsdeksel van de<br />

uitbreidingsset afschroeven.<br />

Gevaar<br />

Een elektrische schok kan<br />

levensgevaarlijk zijn.<br />

Bij het openen van het toestel<br />

de netspanning uitschakelen,<br />

bijv. via de zekering of een<br />

hoofdschakelaar.<br />

2. Aan stekker gS de aders aan de<br />

klemmen ”|” en ”~” verwisselen.<br />

3. Behuizingsdeksel weer monteren.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Regeling voor verhoogde werking<br />

48 °C<br />

s A<br />

Verwarmingsfunctie<br />

Bij vraag van de kamerthermostaat<br />

wordt in het werkingsprogramma Verwarmen<br />

en warmwater ”G” de<br />

gewenste ketelwatertemperatuur aangehouden.<br />

Als er geen warmteaanvraag is, wordt de<br />

ketelwatertemperatuur op de opgegeven<br />

vorstbeschermingstemperatuur<br />

gehouden.<br />

Warmwaterbereiding<br />

Als de boilertemperatuur 2,5 K onder de<br />

gewenste boilertemperatuur ligt, worden<br />

brander, circulatiepomp en 3-weg-klep<br />

in- resp. omgeschakeld.<br />

Functiebeschrijving<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de<br />

elektronische thermostaat in de branderautomaat<br />

op 82°C begrensd.<br />

Instelbereik van de aanvoertemperatuur:<br />

20 tot 74°C.<br />

De gewenste keteltemperatuur ligt in de<br />

toestand bij levering 20 K boven de<br />

gewenste boilertemperatuur (instelbaar<br />

in codeeradres ”60”). Als de werkelijke<br />

boilertemperatuur 2,5 K hoger is dan de<br />

gewenste boilertemperatuur, wordt de<br />

brander uitgeschakeld en het nalopen<br />

van de circulatiepomp actief.<br />

117


Functiebeschrijving<br />

Regeling voor weersafhankelijke werking<br />

118<br />

Keteltemperatuur<br />

Verwarming<br />

Warm water<br />

Zonne-energie<br />

Informatie<br />

48°C<br />

Kiezen met (<br />

Verwarmingsfunctie<br />

De regeling bepaalt een gewenste ketelwatertemperatuur<br />

in functie van de buitentemperatuur<br />

of de kamertemperatuur<br />

(bij aansluiting van een kamertemperatuurgestuurde<br />

afstandsbediening) en<br />

van de inclinatie en het niveau van de<br />

stooklijn.<br />

Warmwaterbereiding<br />

Als de boilertemperatuur 2,5 K onder de<br />

gewenste boilertemperatuur ligt, worden<br />

brander, circulatiepomp en 3-weg-klep<br />

in- resp. omgeschakeld.<br />

Aanvullende opwarming tapwater<br />

Als een schakelperiode in de vierde periode<br />

wordt ingesteld, wordt de functie<br />

aanvullende verwarming geactiveerd.<br />

De bepaalde gewenste ketelwatertemperatuur<br />

wordt naar de brandersturing.<br />

De brandersturing bepaalt uit de<br />

gewenste en werkelijke ketelwatertemperatuur<br />

de modulatiegraad en stuurt<br />

overeenkomstig de brander aan.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de<br />

elektronische thermostaat in de branderautomaat<br />

op 82°C begrensd.<br />

De gewenste keteltemperatuur ligt in de<br />

toestand bij levering 20 K boven de<br />

gewenste boilertemperatuur (instelbaar<br />

in codeeradres ”60”). Als de werkelijke<br />

boilertemperatuur 2,5 K hoger is dan de<br />

gewenste boilertemperatuur, wordt de<br />

brander uitgeschakeld en het nalopen<br />

van de circulatiepomp actief.<br />

De gewenste temperatuur voor de aanvullende<br />

verwarming kan ingesteld worden<br />

in codeeradres ”58”.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Interne uitbreidingen<br />

Interne uitbreiding H1<br />

De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing<br />

ingebouwd. Op de relaisuitgang<br />

sK kunnen de volgende functies<br />

alternatief aangesloten worden. De functie<br />

wordt via codeeradres ”53” toegewezen:<br />

■ groepsalarmmelding (codering ”53:0”)<br />

■ circulatiepomp (codering ”53:1”)<br />

(alleen bij weersafhankelijke werking)<br />

Functiebeschrijving<br />

■ CV-pomp voor het verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep (codering ”53:2”)<br />

■ circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />

(codering ”53:3”)<br />

Op aansluiting gD kan een externe veiligheidsklep<br />

aangesloten worden.<br />

119


Functiebeschrijving<br />

Interne uitbreidingen (vervolg)<br />

Interne uitbreiding H2<br />

De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing<br />

ingebouwd. Op de relaisuitgang<br />

sK kunnen de volgende functies<br />

alternatief aangesloten worden. De functie<br />

wordt via codeeradres ”53” toegewezen:<br />

■ groepsalarmmelding (codering ”53:0”)<br />

■ circulatiepomp (codering ”53:1”)<br />

(alleen bij weersafhankelijke werking)<br />

120<br />

■ CV-pomp voor het verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep (codering ”53:2”)<br />

■ circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />

(codering ”53:3”)<br />

Via aansluiting aBJ kan een afzuigtoestel<br />

uitgeschakeld worden als de brander<br />

start.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Externe uitbreidingen (toebehoren)<br />

Uitbreiding AM1<br />

A1 Circulatiepomp<br />

A2 Circulatiepomp<br />

fÖ Aansluiting op het elektriciteitsnet<br />

Functiebeschrijving<br />

fÖ A Netaansluiting voor verdere toebehoren<br />

aVG KM-BUS<br />

121


Functiebeschrijving<br />

Externe uitbreidingen (toebehoren) (vervolg)<br />

Functies<br />

Aan aansluiting A1 en A2 kan een van<br />

de volgende omlooppompen worden<br />

aangesloten:<br />

■ verwarmingscircuitpomp voor het verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep<br />

■ circulatiepomp voor de boileropwarming<br />

■ tapwateromlooppomp<br />

122<br />

Functietoewijzing van uitgangen A1<br />

en A2<br />

De functie van de uitgangen wordt via<br />

coderingen aan de regeling van de verwarmingsketel<br />

gekozen:<br />

■ uitgang A1: codering 33<br />

■ uitgang A2: codering 34<br />

Werking Codering<br />

Uitgang A1 Uitgang A2<br />

Tapwateromlooppomp sK 33:0 34:0 (toestand bij<br />

levering)<br />

CV-pomp sÖ 33:1 (toestand bij 34:1<br />

Circulatiepomp voor de boileropwarming<br />

sA<br />

levering)<br />

33:2 34:2<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Externe uitbreidingen (toebehoren) (vervolg)<br />

Uitbreiding EA1<br />

DE1 Digitale ingang 1<br />

DE2 Digitale ingang 2<br />

DE3 Digitale ingang 3<br />

0 - 10 V 0 – 10-V ingang<br />

fÖ Aansluiting op het elektriciteitsnet<br />

Functiebeschrijving<br />

fÖ A Netaansluiting voor verdere<br />

toebehoren<br />

aBJ Groepsalarm/toevoerpomp/<br />

tapwateromlooppomp (potentiaalvrij)<br />

aVG KM-BUS<br />

123


Functiebeschrijving<br />

Externe uitbreidingen (toebehoren) (vervolg)<br />

Digitale data-ingangen DE1 tot DE3<br />

De volgende regelingen kunnen alternatief<br />

worden aangesloten:<br />

■ externe werkingsprogrammaomschakeling<br />

voor steeds 1 verwarmingscircuit<br />

■ extern blokkeren<br />

■ extern blokkeren met storingsmeldingang<br />

■ externe aanvraag met minimumketelwatertemperatuur<br />

■ storingsmeldingang<br />

■ kortstondige werking van de tapwateromlooppomp<br />

De ingeschakelde contacten moeten<br />

aan beschermklasse II voldoen.<br />

Functietoewijzing van de ingangen<br />

De functie van de ingangen wordt via<br />

coderingen aan de regeling van de verwarmingsketel<br />

gekozen:<br />

■ DE1: codering 3A<br />

■ DE2: codering 3b<br />

■ DE3: codering 3C<br />

Toewijzing functie werkingsprogramma-omschakeling<br />

naar de verwarmingscircuits<br />

De toewijzing van de functie werkingsprogramma-omschakeling<br />

voor het<br />

betreffende verwarmingscircuit wordt via<br />

codering d8 aan de regeling van de verwarmingsketel<br />

gekozen:<br />

■ omschakeling via ingang DE1: codering<br />

d8:1<br />

■ omschakeling via ingang DE2: codering<br />

d8:2<br />

■ omschakeling via ingang DE3: codering<br />

d8:3<br />

124<br />

De werking van de werkingsprogrammaomschakeling<br />

wordt via codering d5<br />

gekozen.<br />

De duur van de omschakeling wordt via<br />

codering F2 ingesteld.<br />

Werking van de functie Extern Blokkeren<br />

op de pompen<br />

De werking op de interne omlooppomp<br />

wordt in codering 3E gekozen.<br />

De werking op de betreffende CV-pomp<br />

wordt in codering d6 gekozen.<br />

De werking op een externe circulatiepomp<br />

voor de boileropwarming (aansluiting<br />

aan uitbreiding AM1) wordt in codering<br />

5E gekozen.<br />

Werking van de functie Externe Aanvraag<br />

op de pompen<br />

De werking op de interne omlooppomp<br />

wordt in codering 3F gekozen.<br />

De werking op de betreffende CV-pomp<br />

wordt in codering d7 gekozen.<br />

De werking op een externe circulatiepomp<br />

voor de boileropwarming (aansluiting<br />

aan uitbreiding AM1) wordt in codering<br />

5F gekozen.<br />

Looptijd tapwateromlooppomp bij<br />

kortstondige werking<br />

De looptijd wordt in codering 3d ingesteld.<br />

Analoge ingang 0 - 10 V<br />

De 0 - 10 V-opschakeling zorgt voor een<br />

extra gewenste keteltemperatuur:<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Externe uitbreidingen (toebehoren) (vervolg)<br />

0 - 1 V– wordt als ”geen opgave voor<br />

gewenste ketelwatertemperatuur”<br />

gewaardeerd.<br />

1 V– ≙ gewenste waarde 10 °C<br />

10 V ≙ gewenste waarde 100 °C<br />

Uitgang aBJ<br />

De volgende componenten kunnen aan<br />

uitgang aBJ worden aangesloten:<br />

■ toevoerpomp naar substation<br />

of<br />

■ tapwateromlooppomp<br />

of<br />

■ storingsmeldinrichting<br />

Regelingsfuncties<br />

Functietoewijzing<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling,<br />

De functie ”Externe omschakeling van<br />

het werkingsprogramma” wordt via de<br />

uitbreiding EA1 gerealiseerd. Aan de uitbreiding<br />

EA1 staan 3 ingangen (DE1 tot<br />

DE3) ter beschikking.<br />

De functie van de uitgang aBJ wordt via<br />

codering 36 aan de regeling van de verwarmingsketel<br />

gekozen.<br />

De functie wordt via de volgende coderingen<br />

gekozen:<br />

Werkingsprogramma-omschakeling Codering<br />

Ingang DE1 3A:1<br />

Ingang DE2 3b:1<br />

Ingang DE3 3C:1<br />

De toewijzing van de functie werkingsprogramma-omschakeling<br />

voor het<br />

betreffende verwarmingscircuit wordt via<br />

codering d8 aan de regeling van de verwarmingsketel<br />

gekozen:<br />

Functiebeschrijving<br />

125


Functiebeschrijving<br />

Regelingsfuncties (vervolg)<br />

Werkingsprogramma-omschakeling Codering<br />

Omschakeling via ingang DE1 d8:1<br />

Omschakeling via ingang DE2 d8:2<br />

Omschakeling via ingang DE3 d8:3<br />

In welke richting de werkingsprogramma-omschakeling<br />

werkt, wordt in<br />

codeeradres ”d5” ingesteld:<br />

Werkingsprogramma-omschakeling Codering<br />

Omschakeling in de richting ”Permanent verlaagd” resp. ”Per- d5:0<br />

manente uitschakelwerking” (naargelang de ingestelde<br />

gewenste waarde)<br />

Omschakeling in de richting ”Permanente stookwerking” d5:1<br />

De duur van de omschakeling van het<br />

werkingsprogramma kan in codeeradres<br />

”F2” ingesteld worden:<br />

Werkingsprogramma-omschakeling Codering<br />

Geen werkingsprogramma-omschakeling F2:0<br />

Duur van de omschakeling van het werkingsprogramma 1 tot F2:1 tot<br />

12 uur<br />

F2:12<br />

De omschakeling van het werkingsprogramma<br />

blijft zolang actief als het contact<br />

gesloten is, minstens echter zolang<br />

als de in codeeradres ”F2” ingestelde<br />

tijdopgave.<br />

Extern blokkeren<br />

De functies ”Extern blokkeren”<br />

en ”Extern blokkeren en storingsmeldingang”<br />

worden via de uitbreiding EA1<br />

gerealiseerd. Aan de uitbreiding EA1<br />

staan 3 ingangen (DE1 tot DE3) ter<br />

beschikking.<br />

126<br />

De functie wordt via de volgende coderingen<br />

gekozen:<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Regelingsfuncties (vervolg)<br />

Extern blokkeren Codering<br />

Ingang DE1 3A:3<br />

Ingang DE2 3b:3<br />

Ingang DE3 3C:3<br />

Extern blokkeren en storingsmeldingang Codering<br />

Ingang DE1 3A:4<br />

Ingang DE2 3b:4<br />

Ingang DE3 3C:4<br />

De werking op de interne omlooppomp<br />

wordt in codering 3E gekozen.<br />

Externe warmtevraag<br />

De functie ”Externe aanvraag” wordt via<br />

de uitbreiding EA1 gerealiseerd. Aan de<br />

uitbreiding EA1 staan 3 ingangen (DE1<br />

tot DE3) ter beschikking.<br />

De werking op de betreffende CV-pomp<br />

wordt in codering d6 gekozen.<br />

De functie wordt via de volgende coderingen<br />

gekozen:<br />

Extern aanvragen Codering<br />

Ingang DE1 3A:2<br />

Ingang DE2 3b:2<br />

Ingang DE3 3C:2<br />

De werking op de interne omlooppomp<br />

wordt in codering 3F gekozen.<br />

De werking op de betreffende CV-pomp<br />

wordt in codering d7 gekozen.<br />

Ontluchtingsprogramma<br />

In het ontluchtingsprogramma wordt<br />

20 min. lang de circulatiepomp om de<br />

30 sec. afwisselend in- en uitgeschakeld.<br />

De omschakelklep wordt afwisselend<br />

voor een bepaalde tijd in de richting<br />

stookwerking en tapwaterverwarming<br />

geschakeld. Tijdens het ontluchtingsprogramma<br />

is de brander uitgeschakeld.<br />

Functiebeschrijving<br />

De gewenste minimumketelwatertemperatuur<br />

bij ext. opvraag wordt in codeeradres<br />

”9b” ingesteld.<br />

Ontluchtingsprogramma activeren:<br />

zie ”Verwarmingsinstallatie ontluchten”.<br />

127


Functiebeschrijving<br />

Regelingsfuncties (vervolg)<br />

Vulprogramma<br />

In de toestand bij levering staat de<br />

omschakelklep op de middelste stand<br />

zodat de installatie geheel gevuld kan<br />

worden. Nadat de regeling is ingeschakeld,<br />

gaat de omschakelklep niet meer<br />

op de middelste stand.<br />

Dan kan de omschakelklep via de vulfunctie<br />

op de middelste stand worden<br />

gezet (zie ”Verwarmingsinstallatie vullen”).<br />

Bij deze instelling kan de regeling<br />

uitgeschakeld en de installatie geheel<br />

gevuld worden.<br />

Estrikfunctie<br />

Met de estrikfunctie kan estrikdroging<br />

(vloerdroging) worden toegepast. Daartoe<br />

moeten absoluut de gegevens van<br />

de estrikfabrikant gerespecteerd worden.<br />

Bij geactiveerde estrikfunctie wordt de<br />

CV-pomp van het mengklepcircuit ingeschakeld<br />

en de aanvoertemperatuur op<br />

het ingestelde profiel gehouden. Na<br />

afloop (30 dagen) wordt het mengklepcircuit<br />

automatisch met de ingestelde<br />

parameters geregeld.<br />

Respecteer EN 1264. Het protocol dat<br />

door de verwarmingstechnieker wordt<br />

opgesteld, moet de volgende informatie<br />

over het verwarmen bevatten:<br />

128<br />

Vullen bij ingeschakelde regeling<br />

Als de installatie bij ingeschakelde regeling<br />

gevuld moet worden, wordt de<br />

omschakelklep in het vulprogramma op<br />

de middelste stand gezet en de pomp<br />

ingeschakeld.<br />

Als de functie wordt geactiveerd, stopt<br />

de brander met werken. Na 20 min wordt<br />

het programma automatisch inactief.<br />

■ opwarmgegevens met de overeenkomstige<br />

aanvoertemperaturen<br />

■ bereikte max. aanvoertemperatuur<br />

■ bedrijfstoestand en buitentemperatuur<br />

bij overdracht<br />

Er kunnen verschillende temperatuurprofielen<br />

via codeeradres ”F1”ingesteld<br />

worden.<br />

Na stroomuitval of uitschakelen van de<br />

regeling wordt de functie verder voortgezet.<br />

Als de estrikfunctie beëindigd is of<br />

de codering ”F1:0” manueel wordt ingesteld,<br />

wordt ”Verwarmen en warm<br />

water” ingeschakeld.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Regelingsfuncties (vervolg)<br />

Temperatuurprofiel 1: (EN 1264-4) codering ”F1:1”<br />

Aanvoertemperatuur<br />

°C<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

Dagen<br />

Temperatuurprofiel 2: (ZV parket- en vloertechniek) codering ”F1:2”<br />

Aanvoertemperatuur<br />

°C<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

Dagen<br />

Temperatuurprofiel 3: codering ”F1:3”<br />

Aanvoertemperatuur<br />

°C<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

Dagen<br />

Temperatuurprofiel 4: codering ”F1:4”<br />

Aanvoertemperatuur<br />

°C<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

Dagen<br />

Functiebeschrijving<br />

129


Functiebeschrijving<br />

Regelingsfuncties (vervolg)<br />

Temperatuurprofiel 5: codering ”F1:5”<br />

Aanvoertemperatuur<br />

°C<br />

130<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

Dagen<br />

Temperatuurprofiel 6: codering ”F1:6”<br />

Aanvoertemperatuur<br />

°C<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

Dagen<br />

Temperatuurprofiel 7: codering ”F1:15”<br />

Aanvoertemperatuur<br />

°C<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

Dagen<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Regelingsfuncties (vervolg)<br />

Verhoging van de verlaagde kamertemperatuur<br />

Bij werking met verlaagde kamertemperatuur<br />

kan de gewenste verlaagde<br />

kamertemperatuur afhankelijk van de<br />

buitentemperatuur automatisch worden<br />

verhoogd. De temperatuurverhoging<br />

vindt plaats volgens de ingestelde stooklijn<br />

en maximaal tot de normale<br />

gewenste kamertemperatuur.<br />

Voorbeeld met de instellingen in de toestand bij levering<br />

Ketelwater- resp.<br />

aanvoertemp. in °C<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

35 30 25 20 15 10 5 0<br />

Gew. kamertemperatuur in °C<br />

30<br />

10<br />

A Stooklijn voor werking met normale<br />

kamertemperatuur<br />

5<br />

De grenswaarden van de buitentemperatuur<br />

voor begin en einde van de temperatuurverhoging<br />

kunnen in de codeeradressen<br />

”F8” en ”F9” ingesteld worden.<br />

A<br />

B<br />

0 -5 -10 -15 -20<br />

Buitentemperatuur in °C<br />

Functiebeschrijving<br />

B Stooklijn voor werking met verlaagde<br />

kamertemperatuur<br />

131


Functiebeschrijving<br />

Regelingsfuncties (vervolg)<br />

Verkorting van de opwarmtijd<br />

Bij overgang van de werking met verlaagde<br />

kamertemperatuur naar werking<br />

met normale kamertemperatuur wordt<br />

de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />

volgens de ingestelde stooklijn verhoogd.<br />

De verhoging van de ketelwaterresp.<br />

aanvoertemperatuur kan automatisch<br />

plaatsvinden.<br />

Voorbeeld met de instellingen in de toestand bij levering<br />

Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />

in °C<br />

132<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

C<br />

B<br />

A<br />

D<br />

600 700 800 900 Tijd in h<br />

A Begin van de werking met normale<br />

kamertemperatuur<br />

B Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />

volgens de ingestelde<br />

stooklijn<br />

C Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />

volgens ingesteld<br />

codeeradres ”FA”:<br />

50 °C + 20 % = 60 °C<br />

De waarde en de duur voor de extra verhoging<br />

van de gewenste ketelwaterresp.<br />

aanvoertemperatuur wordt in de<br />

codeeradressen ”FA” en ”Fb” ingesteld.<br />

D Periode van werking met verhoogde<br />

gewenste ketelwateraanvoertemperatuur<br />

volgens codeeradres ”Fb”:<br />

60 min.<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

De toewijzing van de verwarmingscircuits<br />

moet bij de inwerkingstelling van de<br />

Vitotrol 200A of Vitotrol <strong>300</strong>A worden<br />

geconfigureerd.<br />

Verwarmingscircuit Configuratie<br />

Vitotrol 200A Vitotrol <strong>300</strong>A<br />

Afstandsbediening werkt op het verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep A1<br />

H1 VC 1<br />

Afstandsbediening werkt op het verwarmingscircuit<br />

met mengklep M2<br />

H2 VC 2<br />

Afstandsbediening werkt op het verwarmingscircuit<br />

met mengklep M3<br />

H3 VC 3<br />

Aanwijzing<br />

De Vitotrol <strong>300</strong>A kan aan een verwarmingscircuit,<br />

twee verwarmingscircuits<br />

of alle drie de verwarmingscircuits worden<br />

toegewezen.<br />

Elektronische verbrandingsregeling<br />

De elektronische verbrandingsregeling<br />

gebruikt het fysisch verband tussen de<br />

hoogte van de ionisatiestroom en het<br />

luchtgetal λ. Bij alle gaskwaliteiten wordt<br />

bij luchtgetal 1 de maximale ionisatiestroom<br />

ingesteld.<br />

Het ionisatiesignaal wordt door de verbrandingsregeling<br />

geanalyseerd en het<br />

luchtgetal wordt op een waarde tussen<br />

λ=1,24 tot 1,44 geregeld. In dit bereikt<br />

ligt een optimale verbrandingskwaliteit.<br />

De elektronische gasarmatuur regelt<br />

dan naargelang gaskwaliteit de benodigde<br />

gashoeveelheid.<br />

Functiebeschrijving<br />

Toewijzing van de verwarmingscircuits aan de afstandsbediening<br />

Voor de controle van de verbrandingskwaliteit<br />

wordt het CO 2-gehalte of het<br />

O 2-gehalte van het rookgas gemeten.<br />

Met de gemeten waarden wordt het<br />

overeenkomstige luchtgetal vastgesteld.<br />

De verhouding tussen CO 2- of O 2gehalte<br />

en luchtgetal λ is in de volgende<br />

tabel afgebeeld.<br />

133


Functiebeschrijving<br />

Elektronische verbrandingsregeling (vervolg)<br />

Luchtgetal λ – CO 2- /O 2-gehalte<br />

Luchtgetal<br />

λ<br />

134<br />

O 2-gehalte<br />

(%)<br />

CO2-gehalte (%) bij aardgas<br />

H-G20<br />

CO2-gehalte (%) bij aardgas<br />

L-G25<br />

1,24 4,4 9,2 9,1 10,9<br />

1,27 4,9 9,0 8,9 10,6<br />

1,30 5,3 8,7 8,6 10,3<br />

1,34 5,7 8,5 8,4 10,0<br />

1,37 6,1 8,3 8,2 9,8<br />

1,40 6,5 8,1 8,0 9,6<br />

1,44 6,9 7,8 7,7 9,3<br />

Voor een optimale verbrandingsregeling<br />

kalibreert zich het systeem cyclisch of na<br />

een spanningsonderbreking (buitenbedrijfstelling)<br />

zelfstandig. Daarbij wordt de<br />

verbranding kort op max. ionisatiestroom<br />

gezet (komt overeen met luchtgetal<br />

λ=1). Het zelfstandig kalibreren<br />

wordt kort na de branderstart uitgevoerd<br />

en duurt ca. 5 sec. Daarbij kunnen kort<br />

verhoogde CO-emissies optreden.<br />

CO 2-gehalte<br />

(%) bij vloeibaar<br />

gas P<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aansluitschema intern<br />

A1 Basisprintplaat<br />

X ... Elektrische poorten<br />

§ Keteltemperatuursensor<br />

aA Ionisatie-elektrode<br />

aG Rookgastemperatuursensor<br />

dÖ Stappenmotor voor omschakelklep<br />

fJ Temperatuurbegrenzer<br />

gF Ontstekingseenheid<br />

a-Ö Ventilatiemotor<br />

a-ÖA Aansturing ventilatormotor<br />

aND Waterdruksensor<br />

a:Ö Modulatiespoel<br />

Schema's<br />

135


Schema's<br />

Aansluitschema extern<br />

A1 Basisprintplaat<br />

A2 Schakelvoeding<br />

A3 Optolink<br />

136<br />

A4 Branderautomaat<br />

A5 Bedieningsgedeelte<br />

A6 Codeerstekker<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Aansluitschema extern (vervolg)<br />

A7 Aansluitadapter<br />

A8 Communicatiemodule LON<br />

A9 Interne uitbreiding H1<br />

S1 Netschakelaar<br />

S2 Ontgrendelingstoets<br />

X ... Elektrische poorten<br />

! Buitentemperatuursensor<br />

? Aanvoertemperatuursensor<br />

evenwichtsfles<br />

% Boilertemperatuursensor<br />

Stekker op de kabelboom<br />

sÖ Interne circulatiepomp<br />

sK Omlooppomp<br />

of<br />

Externe CV-pomp<br />

of<br />

Circulatiepomp voor de boileropwarming<br />

Schema's<br />

dG Gasmagneetklep<br />

fÖ Aansluiting op het elektriciteitsnet<br />

gD Externe veiligheidsmagneetklep<br />

voor vloeibaar gas<br />

lH Netaansluiting toebehoren en<br />

Vitotrol 100<br />

a-Ö Ventilatiemotor<br />

a-ÖA Aansturing ventilatormotor<br />

aYA Gasdrukbewaker<br />

aVG KM-BUS<br />

137


Wisselstuklijsten<br />

Wisselstuklijsten<br />

Aanwijzing voor bestellingen van wisselstukken!<br />

Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie<br />

kenplaatje) evenals het positienummer<br />

van het onderdeel (van deze wisselstukkenlijst).<br />

Courante onderdelen zijn in de plaatselijke<br />

vakhandel verkrijgbaar.<br />

001 Snelontluchter<br />

002 Aansluitbuis voor de verwarmingswateraanvoer<br />

003 Ontluchtingskraan<br />

004 Aansluitbocht verwarmingswaterretour<br />

005 Pompmotor<br />

006 Lineaire stappenmotor<br />

007 Manometer<br />

008 Ketelaansluitstuk<br />

009 Doorvoertule<br />

010 Rookgaspakking<br />

011 Afsluitstop ketelaansluitstuk<br />

012 Condenswaterslang<br />

013 Sifon<br />

014 Warmtewisselaar<br />

015 Condenswaterslang<br />

016 Aansluitleiding voor membraanexpansievat<br />

(alleen bij serienummer 7424<br />

971 ... en 7424 972 ...)<br />

017 Membraanexpansievat<br />

(alleen bij serienummer 7424<br />

971 ... en 7424 972 ...)<br />

018 Vastzetclip gasaansluitbuis<br />

019 Gasaansluitbuis<br />

020 Aansluitbuis verwarmingswaterretour<br />

021 Regelinghouder<br />

022 Afscherming<br />

030 Doorvoertule<br />

031 Doorvoertule<br />

032 Stekkerverbindingszekeringen<br />

(set)<br />

138<br />

033 O-ring 20,6 x 2,6 (set)<br />

034 O-ring 17,8 x 2,6 (set)<br />

035 O-ring 9,6 x 2,4 (set)<br />

036 O-ring 35,4 x 3,6 (5 stuks)<br />

037 Afdichting A 17 x 24 x 2 (set)<br />

038 Afdichting A 10 x 15 x 1,5 (set)<br />

039 Plaatschroef ST 3,9 x 9,5<br />

040 Clip 7 8 (5 stuks)<br />

041 Clip 7 10 (5 stuks)<br />

042 Veiligheidsnaald<br />

043 Borgveer<br />

044 Slang 7 10 x 1,5 x 750<br />

062 Vlambuis<br />

063 Vlamroosterafdichting<br />

066 Afdichting ventilatoruitgang<br />

067 Ventilator<br />

068 Gascombinatieregelaar<br />

069 Branderdeur<br />

070 Ontstekingstoestel<br />

071 Afdichting ionisatie-elektrode<br />

072 Afdichting ontstekingselektrode<br />

074 Gasinjector<br />

075 Venturiverlenging<br />

150 Druksensor<br />

152 rookgastemperatuursensor<br />

153 Temperatuurbegrenzer<br />

154 Temperatuursensor<br />

200 Frontplaat (met pos. 201)<br />

201 Bevestigingsclip<br />

202 Typeaanduiding<br />

205 Plaatschroef ST 4,8 x 63<br />

<strong>300</strong> Regeling<br />

301 Behuizingsachterwand<br />

302 Ketelcodeerstekker<br />

303 Zekering 6,3 AT (10 stuks)<br />

304 Zekeringhouder<br />

305 Bedieningseenheid voor weersafhankelijke<br />

werking<br />

306 Bedieningseenheid voor verhoogde<br />

werking<br />

307 Communicatiemodule LON (toebehoren)<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Wisselstuklijsten (vervolg)<br />

308 Printplaat adapter LON-module<br />

(toebehoren)<br />

309 Interne uitbreiding H1<br />

315 Vergrendelingsstukken links en<br />

rechts<br />

316 Schuif links en rechts<br />

317 Buitentemperatuursensor<br />

Slijtende onderdelen<br />

060 Branderafdichting<br />

061 Isolatiering<br />

064 Blok voor ontstekingselektrodes<br />

065 Ionisatie-elektrode<br />

Wisselstukken zonder afbeelding<br />

203 Spuitbuslak, vitowit<br />

204 Lakstift, vitowit<br />

Wisselstuklijsten<br />

310 Kabelboom X8/X9/ionisatie<br />

311 Kabelboom 100/35/54/aarde<br />

312 Aansluitkabel stappenmotor<br />

313 Contrastekker<br />

314 Kabelfixering<br />

400 Montageaanwijzing<br />

401 Serviceaanwijzing<br />

402 Gebruiksaanwijzing voor verhoogde<br />

werking<br />

404 Gebruiksaanwijzing voor weersafhankelijke<br />

werking<br />

A Kenplaatje<br />

139


Wisselstuklijsten<br />

Wisselstuklijsten (vervolg)<br />

140<br />

205<br />

019<br />

064<br />

202<br />

072<br />

037<br />

037<br />

070<br />

065<br />

018<br />

066<br />

068<br />

074<br />

069<br />

071<br />

201<br />

200<br />

061<br />

062<br />

063<br />

075<br />

067<br />

061<br />

060<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Wisselstuklijsten (vervolg)<br />

010<br />

008<br />

011<br />

009<br />

013<br />

012<br />

043<br />

036<br />

152<br />

015<br />

A<br />

001<br />

031<br />

Wisselstuklijsten<br />

141


Wisselstuklijsten<br />

Wisselstuklijsten (vervolg)<br />

142<br />

040<br />

154 034<br />

153<br />

044 003<br />

002<br />

032<br />

034<br />

032<br />

017<br />

040<br />

030<br />

014<br />

016<br />

006<br />

038<br />

041<br />

150<br />

032 034<br />

005<br />

035<br />

020<br />

034<br />

004<br />

032<br />

033<br />

042<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Wisselstuklijsten (vervolg)<br />

316<br />

306<br />

305<br />

315<br />

039<br />

<strong>300</strong><br />

007 041<br />

307<br />

304<br />

308<br />

302<br />

Wisselstuklijsten<br />

301<br />

303<br />

309<br />

315<br />

316<br />

317<br />

022<br />

021<br />

143


Protocollen<br />

Protocollen<br />

Instel- en meetwaarden<br />

144<br />

Gewenste<br />

waarde<br />

d.d.<br />

door<br />

Rustdruk mbar max. 57,5 mbar<br />

Aansluitdruk (dynamische<br />

druk)<br />

= bij aardgas H-G20 mbar 18-25 mbar<br />

= bij aardgas L-G25 mbar 20-30 mbar<br />

= bij vloeibaar gas mbar 31,5-42,5 mbar<br />

Gastype aankruisen<br />

Kooldioxidegehalte<br />

CO2 ■ bij laagste vermogen Vol.-%<br />

■ bij het hoogste vermo- Vol.-%<br />

gen<br />

Zuurstofgehalte O2 ■ bij laagste vermogen Vol.-%<br />

■ bij het hoogste vermo- Vol.-%<br />

gen<br />

Koolmonoxidegehalte<br />

CO<br />

■ bij laagste vermogen ppm<br />

■ bij het hoogste vermo- ppm<br />

gen<br />

Eerste<br />

inbedrijfstelling<br />

Onderhoud/<br />

service<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Technische gegevens<br />

Nominale spanning 230 V<br />

Nominale frequentie 50 Hz<br />

Nominale stroom 6 A<br />

Veiligheidsklasse I<br />

Beschermingsgraad IP X 4 D volgens<br />

EN 60529<br />

Toegestane omgevingstemperatuur<br />

■ bij werking 0 tot +40 °C<br />

■ bij opslag en transport<br />

-20 tot +65 °C<br />

Instelling elektronische<br />

thermostaat 82 °C<br />

Instelling temperatuurbegrenzer<br />

100 °C (vast)<br />

Beveiliging van het<br />

net max. 16 A–<br />

Gasketel , categorie I2N - I3P Nom. vermogensbereik TV/ TR 50/30 °C<br />

Nom. warmtebelastingsbereik<br />

kW 3,8-13 3,8-19 5,2-26 7,0-35<br />

bij kamerverwarming kW 3,6-12,3 3,6-17,9 4,9-24,7 6,6-33,3<br />

bij tapwateropwarming kW 3,6-16,7 3,6-17,9 4,9-24,7 6,6-33,3<br />

Elektr. opgen. vermogen (in<br />

toestand bij levering)<br />

Aansluitwaarden<br />

Op basis van max. belasting<br />

met<br />

W 57 61 76 78<br />

aardgas H-G20 m3 /h 1,77 1,89 2,61 3,52<br />

aardgas L-G25 m 3 /h 2,05 2,20 3,04 4,10<br />

vloeibaar gas kg/<br />

uur<br />

Productidentificatienummer<br />

1,31 1,40 1,93 2,60<br />

_-0085BR0433<br />

Technische gegevens<br />

Aanwijzing<br />

Aansluitwaarden zijn uitsluitend ter informatie (bijv. voor de gasaanvraag) of voor een<br />

benaderende en volumetrische aanvullende controle van de instelling. Wegens de<br />

fabrieksmatige instelling mogen de ingestelde gasdrukken niet afwijkend van deze<br />

waarden worden veranderd. Ref.: 15°C, 1013 mbar.<br />

145


Verklaringen<br />

Conformiteitsverklaring<br />

Conformiteitsverklaring voor <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />

Wij, <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid<br />

dat het product <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W met de volgende normen overeenstemt:<br />

EN 483 EN 60.335-1<br />

EN 625 EN 60.335-2-102<br />

EN 677 EN 61 000-3-2<br />

EN 806 EN 61 000-3-3<br />

EN 55 014 EN 62 233<br />

Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met<br />

_-0085 gekenmerkt:<br />

92/42/EEG 2006/95/EG<br />

2004/108/EG 2009/142/EG<br />

Dit product voldoet aan de vereisten van de Rendementsrichtlijn (92/42/EEG) voor<br />

condenserende HR-ketels.<br />

Allendorf, 20 januari 2010 <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH&Co KG<br />

146<br />

vert. Manfred Sommer<br />

Verklaring van overeenstemming volgens het K.B. van 8 januari<br />

2004 -BE voor de Vitoden 100-W, 200-W, 222 W, 222-F, 242-F, <strong>300</strong>-<br />

W, 333-F, 343-F<br />

Wij, <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH&Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid,<br />

dat de hieronder genoemde serie producten, in België op de markt<br />

gebracht door <strong>Viessmann</strong> Belgium bvba, Hermesstraat 14, B-1930 Zaventem, in<br />

overeenstemming is met het type, beschreven in de CE-verklaring van overeenstemming<br />

en geproduceerd en verdeeld is volgens de vereisten van het K.B. van 8<br />

januari 2004.<br />

Type product: Condenserende gasketel als wand/vloertoestel<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Conformiteitsverklaring (vervolg)<br />

Model: Vitoden 100-W, 200-W, 222 W, 222-F, 242-F, <strong>300</strong>-<br />

W, 333-F, 343-F<br />

Keuringsorganisme: KVBG - Rodestraat 125 - B-1630 Linkebeek<br />

Keuringsprocedure : volgens EN 483<br />

Waarden bij aardgas: NOx: < 120 mg/kWh<br />

CO: < 110 mg/kWh<br />

Waarde bij vloeibaargas: NOx: < 156 mg/kWh<br />

CO: < 121 mg/kWh<br />

Allendorf, 30 maart 2010 <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH&Co KG<br />

ppa. Manfred Sommer<br />

Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV<br />

Wij, <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, bevestigen dat het product<br />

<strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W voldoet aan de NO x -grenswaarden die in 1. BImSchV § 7 (2)<br />

worden gesteld.<br />

Allendorf, 20 januari 2010 <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH&Co KG<br />

vert. Manfred Sommer<br />

Verklaringen<br />

147


Index<br />

Index<br />

A<br />

Aansluitdruk.......................................14<br />

Aansluitschema's.............................135<br />

Aanvoertemperatuursensor.............111<br />

Aanvullende opwarming tapwater....118<br />

Afstandsbediening...........................133<br />

B<br />

Bedrijfsgegevens controleren............85<br />

Bedrijfstoestanden controleren..........85<br />

Bevestigen van een storingsindicatie.94<br />

Boilertemperatuursensor..................111<br />

Brander demonteren..........................18<br />

Brander inbouwen..............................20<br />

Branderruimte reinigen......................20<br />

Buitentemperatuursensor.................110<br />

C<br />

Codering 1<br />

■ oproepen........................................38<br />

Codering 2<br />

■ oproepen........................................53<br />

Coderingen bij werkingstelling...........25<br />

Coderingen terugzetten...............38, 53<br />

Communicatiemodule LON................34<br />

Condenswaterafvoer..........................22<br />

D<br />

Datum instellen....................................9<br />

Deelnemercontrole.............................35<br />

Dichtheidscontrole coaxiaal systeem.17<br />

Draairichting mengklepmotor<br />

■ controleren....................................115<br />

■ veranderen...................................116<br />

E<br />

Eerste inwerkingstelling.......................8<br />

Elektronische verbrandingsregeling.133<br />

Estrik drogen....................................128<br />

Estrikfunctie.....................................128<br />

Expansievat.......................................22<br />

Extern blokkeren..............................126<br />

Externe warmtevraag.......................127<br />

148<br />

F<br />

Foutmanager......................................35<br />

Functiebeschrijvingen......................117<br />

Functies controleren..........................91<br />

G<br />

Gasaansluitdruk.................................15<br />

Gascombinatieregelaar .....................15<br />

Gastype..............................................12<br />

I<br />

Inclinatie stooklijn...............................33<br />

Installatiedruk.......................................8<br />

Installatieschema's.......................25, 38<br />

Installatie vullen...................................8<br />

Ionisatie-elektrode..............................20<br />

K<br />

Kamertemperatuur instellen...............33<br />

Keteltemperatuursensor...................111<br />

Kleine onthardingsinstallatie................8<br />

Korte opvragingen..............................86<br />

L<br />

LON....................................................34<br />

■ deelnemernummer instellen...........34<br />

■ foutbewaking..................................35<br />

M<br />

Membraanexpansievat.........................8<br />

N<br />

Niveau stooklijn..................................33<br />

Normale kamertemperatuur...............33<br />

O<br />

Onderhoud opvragen.........................36<br />

Ontluchten..........................................10<br />

Ontluchtingsprogramma...................127<br />

Ontsteking..........................................20<br />

Ontstekingselektroden.......................20<br />

Opwarmtijd.......................................132<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

Index (vervolg)<br />

P<br />

Protocol............................................144<br />

R<br />

Regeling...........................................117<br />

Relaistest...........................................91<br />

Rookgastemperatuursensor.............112<br />

Rustdruk.............................................15<br />

S<br />

Schakelschema................................135<br />

Servicemenu oproepen......................85<br />

Serviceniveau oproepen....................85<br />

Sifon.............................................11, 22<br />

Stooklijn.............................................31<br />

Storingen............................................94<br />

Storingscodes....................................96<br />

Storingsgeheugen........................94, 95<br />

Storingshistorie..................................94<br />

Storingsmelding oproepen...........94, 95<br />

T<br />

Taalkeuze............................................9<br />

Technische gegevens .....................145<br />

Temperatuurbegrenzer....................113<br />

Tijd instellen.........................................9<br />

U<br />

Uitbreiding<br />

■ AM1..............................................121<br />

■ EA1...............................................123<br />

■ interne H1.....................................119<br />

■ interne H2.....................................120<br />

Uitbreidingsset voor een<br />

verwarmingscircuit met mengklep ...115<br />

Index<br />

V<br />

Veiligheidscircuit .............................113<br />

Verbergen van een storingsindicatie..94<br />

Verbrandingskwaliteit controleren......23<br />

Verbrandingsregeling.......................133<br />

Verhoging van de verlaagde<br />

kamertemperatuur............................131<br />

Verklaring fabrikant .........................147<br />

Verkorting van de opwarmtijd..........132<br />

Verlaagde kamertemperatuur............34<br />

Verlaging van het<br />

opwarmvermogen............................131<br />

Vermogen instellen............................16<br />

Verwarmingsoppervlakken reinigen...20<br />

Vitocom <strong>300</strong>.......................................34<br />

Vitotronic 200-H.........................34, 116<br />

Vlamrooster........................................19<br />

Vulfunctie.........................................128<br />

Vulwater...............................................8<br />

W<br />

Werkingsprogramma-omschakeling 125<br />

Wisselstuklijst...................................138<br />

Z<br />

Zekering...........................................114<br />

149


150<br />

5688 838 B/fl


5688 838 B/fl<br />

151


Geldigheidsaanwijzing<br />

Condenserende verwarmingsketel op gas<br />

<strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W, type WB3D vanaf serienr.<br />

3,8 tot 13 kW 7424 971 ...<br />

3,8 tot 19 kW 7424 972 ...<br />

5,2 tot 26 kW 7424 973 ...<br />

7,0 tot 35 kW 7424 974 ...<br />

152<br />

<strong>Viessmann</strong> Belgium bvba-sprl<br />

Hermesstraat 14<br />

B-1930 ZAVENTEM<br />

Tel. : 02 712 06 66<br />

Fax : 02 725 12 39<br />

e-mail : info@viessmann.be<br />

www.viessmann.com 5688 838 B/fl Technische wijzigingen voorbehouden.<br />

Gedrukt op milieuvriendelijk,<br />

chloorvrij gebleekt papier

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!