Onderhouds-handleiding Vitodens 300-W5.6 MB - Viessmann
Onderhouds-handleiding Vitodens 300-W5.6 MB - Viessmann
Onderhouds-handleiding Vitodens 300-W5.6 MB - Viessmann
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Serviceaanwijzing<br />
voor de vakman<br />
<strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />
Type WB3D<br />
Condenserende HR-ketel op gas als wandtoestel<br />
3,8 tot 35 kW uitvoering op aardgas en vloeibaar gas<br />
Auf deutsch erhältlich!<br />
Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina<br />
VITODENS <strong>300</strong>-W<br />
VIESMANN<br />
5688 838 B/fl 1/2010 Bewaren a.u.b.!
Veiligheidsaanwijzingen<br />
2<br />
Veiligheidsaanwijzingen<br />
Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk<br />
letsel en materiële schade.<br />
Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen<br />
Gevaar<br />
Dit teken waarschuwt voor persoonlijk<br />
letsel.<br />
! Opgelet<br />
Dit teken waarschuwt voor materiële<br />
schade en schade aan het<br />
milieu.<br />
Aanwijzing<br />
Gegevens met het woord "Aanwijzing"<br />
bevatten aanvullende informatie.<br />
Doelgroep<br />
Deze <strong>handleiding</strong> is alleen bedoeld voor<br />
erkende installateurs.<br />
■ Werkzaamheden aan gasinstallaties<br />
mogen alleen door installateurs worden<br />
uitgevoerd die hiertoe erkend zijn<br />
door de bevoegde gasmaatschappij.<br />
■ Elektrische werkzaamheden mogen<br />
alleen door elektrovakmensen worden<br />
uitgevoerd.<br />
■ De eerste inbedrijfstelling moet door<br />
de installateur van de installatie of een<br />
door hem aangewezen vakman<br />
plaatsvinden.<br />
Voorschriften<br />
Respecteer bij de werkzaamheden<br />
■ de wettelijke voorschriften inzake<br />
ongevalspreventie,<br />
■ de wettelijke voorschriften inzake de<br />
milieubescherming,<br />
■ de bepalingen inzake de ongevallenverzekering,<br />
■ de betreffende veiligheidsbepalingen<br />
van de normen NBN, NBN EN, AREI/<br />
RGIE en de voorschriften BELGAQUA<br />
Wat te doen bij een gasgeur<br />
Gevaar<br />
Ontsnappend gas kan explosies<br />
veroorzaken met zeer ernstige<br />
verwondingen als gevolg.<br />
■ Niet roken! Vermijd open vuur<br />
en vonkvorming. Nooit schakelaars<br />
van verlichting en elektrische<br />
toestellen bedienen.<br />
■ Gasafsluitkraan sluiten.<br />
■ Ramen en deuren open zetten.<br />
■ Personen verwijderen uit de<br />
gevarenzone.<br />
■ Gas- en elektriciteitsonderneming<br />
van buiten het gebouw<br />
verwittigen.<br />
■ Stroom naar het gebouw vanuit<br />
een veilige plaats (buiten het<br />
gebouw) laten onderbreken.<br />
Wat te doen bij een rookgasgeur<br />
Gevaar<br />
Rookgassen kunnen levensbedreigende<br />
vergiftiging veroorzaken.<br />
■ Verwarmingsinstallatie buiten<br />
bedrijf stellen.<br />
■ Opstelruimte ventileren.<br />
■ Deuren van woonverblijven<br />
sluiten.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Veiligheidsaanwijzingen (vervolg)<br />
Werkzaamheden aan de installatie<br />
■ Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan<br />
sluiten en beveiligen tegen<br />
onverhoeds openen.<br />
■ Installatie van het net schakelen en<br />
controleren op nog aanwezige spanning<br />
(bijv. met de afzonderlijke zekering<br />
of een hoofdschakelaar).<br />
■ Installatie tegen opnieuw inschakelen<br />
beveiligen.<br />
Opgelet ! Door elektrostatische ontlading<br />
kunnen elektronische modules<br />
beschadigd worden.<br />
Herstelwerkzaamheden<br />
Opgelet ! De reparatie van componenten<br />
met een veiligheidstechnische<br />
functie brengt de veilige werking<br />
van de installatie in gevaar.<br />
Defecte onderdelen moeten door<br />
originele onderdelen van<br />
<strong>Viessmann</strong> worden vervangen.<br />
Veiligheidsaanwijzingen<br />
Accessoires, wisselstukken en slijtende<br />
onderdelen<br />
Opgelet ! Reserveonderdelen en slijtende<br />
onderdelen die niet met de verwarmingsinstallatie<br />
werden<br />
gekeurd, kunnen de werking<br />
van de installatie nadelig<br />
beïnvloeden. Het monteren van<br />
niet-toegelaten onderdelen en<br />
het uitvoeren van niet-goedgekeurde<br />
wijzigingen en montages<br />
kunnen de veiligheid in gevaar<br />
brengen en de garantie beperken.<br />
Bij vervanging uitsluitend originele<br />
wisselstukken van<br />
<strong>Viessmann</strong> of door <strong>Viessmann</strong><br />
goedgekeurde wisselstukken<br />
gebruiken.<br />
3
Inhoudsopgave<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 6<br />
Aanvullende info over de stappen........................................................................ 8<br />
Codering 1<br />
Codeerniveau 1 oproepen.................................................................................... 38<br />
Algemeen/groep ”1”.............................................................................................. 39<br />
Ketel/groep ”2”...................................................................................................... 42<br />
Warm water/groep ”3”.......................................................................................... 43<br />
Zonnesysteem/groep ”4”...................................................................................... 43<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3/groep ”5”....... 45<br />
Codering 2<br />
Codering 2 oproepen ........................................................................................... 53<br />
Algemeen/groep ”1”.............................................................................................. 54<br />
Ketel/groep ”2”...................................................................................................... 63<br />
Warm water/groep ”3”.......................................................................................... 64<br />
Zonnesysteem/groep ”4”...................................................................................... 67<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2, verwarm.circuit 3/groep ”5”........................ 75<br />
Diagnose en servicevragen<br />
Servicemenu oproepen........................................................................................ 85<br />
Diagnose.............................................................................................................. 85<br />
Uitgangen controleren (relaistest)........................................................................ 91<br />
Storingen oplossen<br />
Storingsindicaties................................................................................................. 94<br />
Storingscodes....................................................................................................... 96<br />
Reparaties............................................................................................................ 110<br />
Functiebeschrijving<br />
Regeling voor verhoogde werking........................................................................ 117<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking............................................................ 118<br />
Interne uitbreidingen............................................................................................. 119<br />
Externe uitbreidingen (toebehoren)...................................................................... 121<br />
Regelingsfuncties................................................................................................. 125<br />
Toewijzing van de verwarmingscircuits aan de afstandsbediening...................... 133<br />
Elektronische verbrandingsregeling..................................................................... 133<br />
Schema's<br />
Aansluitschema intern.......................................................................................... 135<br />
Aansluitschema extern......................................................................................... 136<br />
4<br />
Inhoudsopgave<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Inhoudsopgave (vervolg)<br />
Inhoudsopgave<br />
Wisselstuklijsten................................................................................................ 138<br />
Protocollen.......................................................................................................... 144<br />
Technische gegevens........................................................................................ 145<br />
Verklaringen<br />
Conformiteitsverklaring......................................................................................... 146<br />
Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV.................................................. 147<br />
Index.................................................................................................................... 148<br />
5
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen<br />
6<br />
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud<br />
Stappen voor de eerste inbedrijfstelling<br />
Stappen voor de inspectie<br />
Stappen voor het onderhoud Pagina<br />
• 1. Verwarmingsinstallatie vullen....................................... 8<br />
• 2. Elektrische netaansluiting controleren<br />
• 3. Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking............................................ 9<br />
• • 4. Tijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke werking..................... 9<br />
• 5. Verwarmingsketel ontluchten........................................ 10<br />
• 6. Verwarmingsinstallatie ontluchten............................... 10<br />
• 7. Sifon met water vullen.................................................... 11<br />
• • • 8. Alle verwarmings- en tapwateraansluitingen<br />
controleren op lekken<br />
• 9. Verwarmingscircuits aangeven - alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke werking.................................... 12<br />
• • 10. Gastype controleren....................................................... 12<br />
• • • 11. Functieverloop en mogelijke storingen........................ 12<br />
• • • 12. Rustdruk en aansluitdruk meten................................... 14<br />
• 13. Max. vermogen instellen................................................ 16<br />
• 14. Dichtheidscontrole coaxiaal systeem<br />
(ringspleetmeting).......................................................... 17<br />
• 15. Brander demonteren en branderpakking controleren 18<br />
• 16. Vlamrooster controleren................................................ 19<br />
• 17. Ontstekings- en ionisatie-elektrode controleren en<br />
instellen........................................................................... 20<br />
• 18. Verwarmingsoppervlakken reinigen en brander<br />
inbouwen......................................................................... 20<br />
• • 19. Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen.... 22<br />
• • 20. Neutraliseringsinstallatie controleren (indien<br />
aanwezig)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Stappen voor de eerste inbedrijfstelling<br />
Stappen voor de inspectie<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie… (vervolg)<br />
Stappen voor het onderhoud Pagina<br />
• • 21. Membraanexpansievat en druk van de installatie<br />
controleren...................................................................... 22<br />
• • • 22. Veiligheidskleppen op functioneren controleren<br />
• • • 23. Controleren of alle elektrische aansluitingen goed<br />
vast zitten<br />
• • • 24. Alle gasvoerende onderdelen bij werkdruk<br />
controleren op lekken.................................................... 23<br />
• • 25. Verbrandingskwaliteit controleren................................ 23<br />
• • • 26. Externe veiligheidsklep vloeibaar gas controleren<br />
(indien aanwezig)<br />
• 27. Regeling aanpassen aan de verwarmingsinstallatie .. 25<br />
• 28. Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)........................................... 31<br />
• 29. Regeling in LON integreren (alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)........................................... 34<br />
• 30. Indicator ”Onderhoud” opvragen en resetten............. 36<br />
• 31. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 37<br />
7
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Verwarmingsinstallatie vullen<br />
! Opgelet<br />
Ongeschikt water bevordert afzettingen en corrosievorming en kan leiden tot<br />
schade aan de verwarmingsketel.<br />
■ Verwarmingsinstallatie voor het vullen grondig spoelen.<br />
■ Uitsluitend water van tapwaterkwaliteit gebruiken.<br />
■ Vulwater met een waterhardheid van meer dan 16,8 °dH (3,0 mol/m 3 ) moet<br />
onthard worden, bijv. met een kleine onthardingsinstallatie voor verwarmingswater<br />
(zie <strong>Viessmann</strong> prijslijst Vitoset).<br />
■ Aan het vulwater kan een speciaal voor verwarmingsinstallaties geschikt<br />
antivriesmiddel toegevoegd worden. De geschiktheid moet door de fabrikant<br />
van het antivriesmiddel bewezen zijn.<br />
1. Voordruk van het membraanexpansievat<br />
controleren.<br />
2. Gasafsluitkraan sluiten.<br />
3. Verwarmingsinstallatie met de vulen<br />
aftapkraan A in de verwarmingsretour<br />
(op de aansluitset of extern)<br />
vullen. (Minimuminstallatiedruk<br />
> 1,0 bar).<br />
8<br />
Aanvullende info over de stappen<br />
Aanwijzing<br />
Als de regeling voor het vullen nog<br />
niet is ingeschakeld, bevindt de servoaandrijving<br />
van de omschakelklep<br />
zich op de middelste stand en wordt<br />
de installatie volledig gevuld.<br />
4. Als de regeling al ingeschakeld was<br />
voor het vullen:<br />
Regeling inschakelen en vulprogramma<br />
activeren (zie volgende<br />
hoofdstuk).<br />
5. Ketelvul- en aftapkraan A sluiten.<br />
Vulfunctie activeren bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Servicefuncties”<br />
3. ”Vullen”<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
4. Vulfunctie beëindigen:<br />
OK of ä indrukken.<br />
Vulfunctie activeren bij regeling voor<br />
verhoogde werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. Met Ú ”4” selecteren en bevestigen<br />
met OK.<br />
Bij actieve vulfunctie wordt ”bF on”<br />
op het display weergegeven.<br />
3. Vulfunctie beëindigen:<br />
ä indrukken.<br />
Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking<br />
Aanwijzing<br />
Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen<br />
de begrippen in het Duits (toestand bij<br />
levering)<br />
Uitgebreid menu:<br />
1. å<br />
2. ”Einstellungen”<br />
3. ”Sprache”<br />
Sprache<br />
Deutsch DE<br />
Cesky CZ<br />
Dansk<br />
DK<br />
English<br />
GB<br />
Wählen mit Ø<br />
4. Met / gewenste taal instellen.<br />
Tijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking<br />
Bij eerste inbedrijfstelling of na langere<br />
stilstand moeten tijd en datum opnieuw<br />
worden ingesteld.<br />
Uitgebreid menu:<br />
1. å<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
2. ”Instellingen”<br />
3. ”Tijd/datum”<br />
4. Actuele tijd en datum instellen<br />
ç<br />
9
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Verwarmingsketel ontluchten<br />
1. Afsluitklep verwarmingswater sluiten.<br />
2. Afvoerslang aan de bovenste kraan<br />
B aan een afwateraansluiting aansluiten.<br />
3. Kranen A en B openen en met netdruk<br />
zo lang ontluchten tot er geen<br />
luchtgeluiden meer hoorbaar zijn.<br />
Verwarmingsinstallatie ontluchten<br />
1. Gasafsluitkraan sluiten en regeling<br />
inschakelen.<br />
10<br />
4. Kranen A en B sluiten, de afsluitkleppen<br />
aan verwarmingswaterzijde<br />
openen.<br />
2. Ontluchtingsprogramma activeren<br />
(zie volgende werkstappen).<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Aanwijzing<br />
Functie en afloop van het onluchtingsprogramma,<br />
zie pagina 127.<br />
3. Druk van de installatie controleren.<br />
Ontluchtingsprogramma activeren bij<br />
regeling voor weersafhankelijke werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Servicefuncties”<br />
3. ”Ontluchten”<br />
4. Ontluchtingsprogramma beëindigen:<br />
OK of ä indrukken.<br />
Sifon met water vullen<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Ontluchtingsprogramma activeren bij<br />
regeling voor verhoogde werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. Met Ú ”5” selecteren en bevestigen<br />
met OK.<br />
Bij actief ontluchtingsprogramma<br />
wordt ”EL on” op het display weergegeven.<br />
3. Ontluchtingsprogramma beëindigen:<br />
ä indrukken.<br />
1. Bevestigingsklem A losmaken en<br />
sifon B eraf halen.<br />
2. Sifon B vullen met water.<br />
3. Sifon B monteren en met de vastzetklem<br />
A bevestigen.<br />
11
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Verwarmingscircuits aangeven - alleen bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking<br />
In de toestand bij levering worden de<br />
verwarmingscircuits met ”Verwarm.circuit<br />
1”, ”Verwarm.circuit 2” en ”Verwarm.circuit<br />
3” (indien aanwezig) aangeduid.<br />
De verwarmingscircuits kunnen installatiespecifiek<br />
worden aangeduid voor een<br />
beter begrip door de gebruiker van de<br />
installatie.<br />
Gastype controleren<br />
12<br />
Namen voor de verwarmingscircuits<br />
ingeven:<br />
Gebruiksaanwijzing<br />
De ketel heeft een elektronische verbrandingsregeling, die de brander volgens de<br />
aanwezige gaskwaliteit op een optimale verbranding reguleert.<br />
■ Bij werking op aardgas is daarom voor het gehele Wobbe-indexbereik geen omstelling<br />
nodig.<br />
De verwarmingsketel kan in het Wobbe-indexbereik van 9,5 tot 15,2 kWh/m 3 (34,2<br />
tot 54,7 MJ/m 3 ) gebruikt worden.<br />
■ Bij gebruik met vloeibaar gas moet de brander omgezet worden door de Technische<br />
Dienst van <strong>Viessmann</strong>.<br />
1. Gastype en Wobbe-index bij de leverancier<br />
van het aardgas resp. vloeibare<br />
gas navragen.<br />
2. Bij gebruik met vloeibaar gas de<br />
brander laten omstellen door de<br />
Technische Dienst van <strong>Viessmann</strong>.<br />
Functieverloop en mogelijke storingen<br />
Warmteaanvraag<br />
door regeling<br />
3. Gastype opnemen in het protocol op<br />
pagina 144.<br />
Display Maatregel<br />
nee Gewenste waarde<br />
verhogen, voor<br />
warmteafname<br />
zorgen<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Ja<br />
Ventilator start nee Na ca. 51 seconden<br />
storing F9<br />
Ja<br />
Ventilator, verbindingsleidingen<br />
naar de ventilator,<br />
spanningsvoeding<br />
op de ventilator en<br />
ventilatoraansturing<br />
controleren<br />
Ontsteking nee Storing EE Ontstekingsmodule<br />
controleren<br />
(aansturing 230 V<br />
tussen stekker<br />
”X2.1”<br />
en ”X2.2”)<br />
Ja<br />
Gascombinatieregelaar<br />
gaat open<br />
Ja<br />
Ionisatiestroom<br />
wordt opgebouwd<br />
Symbool A<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
nee Storing EE Gascombinatieregelaar<br />
controleren<br />
(aansturing 230 V),<br />
gasaansluitdruk<br />
controleren<br />
nee Storing EE Instelling van de<br />
ionisatie-elektrode<br />
controleren en<br />
controleren of er<br />
lucht in de gasleiding<br />
zit.<br />
13
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
14<br />
Ja<br />
Brander in werking<br />
Ja<br />
Zelfstandig kalibreren<br />
van de verbrandingsregeling<br />
Verdere gegevens bij storingen, zie<br />
pagina 94.<br />
nee Schakelt onder de<br />
gewenste ketelwatertemperatuur<br />
uit<br />
en start dan direct<br />
opnieuw<br />
Rustdruk en aansluitdruk meten<br />
Dichtheid van de<br />
rookgasinstallatie<br />
controleren (rookgashercirculatie),<br />
dynamische gasdruk<br />
controleren<br />
nee Storing Eb Warmteafname<br />
bewerkstelligen.<br />
Verwarmingsketel<br />
uitschakelen en<br />
weer inschakelen.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Gevaar<br />
CO-vorming als gevolg van een verkeerde branderinstelling kan tot ernstige<br />
schade aan de gezondheid leiden.<br />
Voor en na werkzaamheden aan gastoestellen moet een CO-meting worden<br />
uitgevoerd.<br />
Werking met vloeibaar gas<br />
Tank voor vloeibaar gas bij de eerste bedrijfstelling/vervanging tweemaal laten spoelen.<br />
Tank en gasaansluitleiding na het spoelen goed laten ontluchten.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
1. Gasafsluitkraan sluiten.<br />
2. Schroef A in meetaansluitstuk ”PE”<br />
op de gascombinatieregelaar losmaken,<br />
niet eruit draaien en manometer<br />
aansluiten.<br />
3. Gasafsluitkraan openen.<br />
4. Rustdruk meten en meetwaarde in<br />
het protocol op pagina 144 opnemen.<br />
Gewenste waarde: max. 57,5 mbar<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
5. Ketel in werking stellen.<br />
Aanwijzing<br />
Bij de eerste werkingstelling kan het<br />
toestel in storing gaan, omdat er lucht<br />
in de gasleiding zit. Na ca. 5 sec. ontgrendelingstoets<br />
R voor de ontgrendeling<br />
van de brander indrukken.<br />
6. Aansluitdruk (dynamische druk)<br />
meten.<br />
Gewenste waarde:<br />
■ aardgas H-G20: 20 mbar<br />
■ aardgas L-G25: 25 mbar<br />
■ vloeibaar gas: 37 mbar<br />
Aanwijzing<br />
Voor het meten van de aansluitdruk<br />
geschikte meettoestellen met een<br />
resolutie van minstens 0,1 mbar<br />
gebruiken.<br />
7. Meetwaarde opnemen in het protocol<br />
op pagina 144.<br />
Maatregel nemen aan de hand van<br />
de volgende tabel.<br />
8. Verwarmingsketel buiten bedrijf stellen,<br />
gasafsluitkraan sluiten, manometer<br />
eraf halen, meetaansluitstuk<br />
A met schroef afsluiten.<br />
9. Gasafsluitkraan openen en toestel in<br />
werking stellen.<br />
Gevaar<br />
Ontsnappend gas bij het<br />
meetaansluitstuk leidt tot<br />
explosiegevaar.<br />
Meetaansluiting A op gaslekkage<br />
controleren.<br />
15
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Aansluitdruk (dynamische druk) Oplossingen<br />
bij aardgas bij vloeibaar gas<br />
onder 18 mbar onder 31,5 mbar Geen inbedrijfstelling uitvoeren en de<br />
(H-G20)<br />
gasleverancier resp. leverancier van<br />
onder 20 mbar<br />
(L-G25)<br />
vloeibaar gas verwittigen.<br />
18 tot 25 mbar<br />
(H-G20)<br />
20 tot 30 mbar<br />
(L-G25)<br />
31,5 tot 42,5 mbar Ketel in werking stellen.<br />
boven 25 mbar boven 42,5 mbar Aparte gasdrukregelaar van de installatie<br />
inschakelen en voordruk op 20/25 mbar<br />
bij aardgas H-G20/L-G25 resp. 37 mbar<br />
bij vloeibaar gas instellen. Gasmaatschappij<br />
resp. leverancier van vloeibaar<br />
gas informeren.<br />
Max. vermogen instellen<br />
Voor de stookwerking kan het max. vermogen begrensd worden. De begrenzing<br />
wordt via het modulatiebereik ingesteld. Het max. instelbare vermogen is door de<br />
ketelcodeerstekker naar toe boven begrensd.<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Servicefuncties”<br />
3. ”Maximaal vermogen”<br />
4. ”Wijzigen?” ”Ja” kiezen.<br />
Op het display verschijnt een waarde<br />
(bijv. ”85”). In de toestand bij levering<br />
komt deze waarde overeen met<br />
100% van het nominale vermogen.<br />
5. Gewenste waarde instellen.<br />
16<br />
Regeling voor verhoogde werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. Met Ú ”3” selecteren en bevestigen<br />
met OK.<br />
Op het display knippert een waarde<br />
(bijv. ”85”) en ”A” verschijnt. In de<br />
toestand bij levering komt deze<br />
waarde overeen met 100% van het<br />
nominale vermogen.<br />
3. Gewenste waarde instellen en<br />
bevestigen met OK.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Dichtheidscontrole coaxiaal systeem (ringspleetmeting)<br />
A Verbrandingsluchtdiafragma<br />
Voor rookgas/luchttoevoersystemen die<br />
samen met de wandketel op gas zijn<br />
gekeurd, is geen lekkagecontrole (overdruktest)<br />
door een schoorsteenveger<br />
noodzakelijk.<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
In dat geval adviseren wij dat de verwarmingsleverancier<br />
bij de inbedrijfstelling<br />
van het toestel een eenvoudige dichtheidscontrole<br />
uitvoert. Daarvoor is het<br />
voldoende de CO 2- of de O 2-concentratie<br />
van de verbrandingslucht in de ringspleet<br />
van de concentrische leiding te<br />
meten.<br />
Als de CO 2-concentratie lager is dan<br />
0,2 % of de O 2-concentratie hoger is dan<br />
20,6 %, geldt de rookgasleiding als voldoende<br />
dicht.<br />
Als hogere CO 2 - of lagere O 2 -waarden<br />
gemeten worden, is een drukcontrole<br />
van de rookgasleiding bij een statische<br />
overdruk van 200 Pa nodig.<br />
17
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Brander demonteren en branderpakking controleren<br />
H<br />
G<br />
4x<br />
C<br />
D<br />
E<br />
B<br />
1. Netschakelaar op de regeling en netspanning<br />
uitschakelen.<br />
2. Gasafsluitkraan sluiten en beveiligen.<br />
3. Elektrische leidingen van ventilatiemotor<br />
A, gasarmatuur B, ionisatieelektrode<br />
C, ontstekingseenheid<br />
D en aarding E aftrekken.<br />
4. Schroefverbinding van de gasaansluitbuis<br />
F losmaken.<br />
18<br />
F<br />
A<br />
5. Vier moeren G losdraaien en de<br />
brander eraf halen.<br />
Opgelet ! Beschadigingen van het<br />
draadweefsel voorkomen.<br />
Brander niet op het vlamrooster<br />
leggen!<br />
6. Branderafdichting H vervangen.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Vlamrooster controleren<br />
Als het draadweefsel beschadigd is, het vlamrooster vervangen.<br />
A<br />
B 3x<br />
1. Elektroden A uitbouwen.<br />
2. Drie moeren B losdraaien en het<br />
vlamrooster C eraf halen.<br />
3. Oude vlamroosterpakking D eraf<br />
halen.<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
D<br />
C<br />
4. Nieuw vlamrooster met nieuwe pakking<br />
plaatsen en bevestigen met drie<br />
moeren (draaimoment: 4 Nm).<br />
19
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Ontstekings- en ionisatie-elektrode controleren en instellen<br />
20<br />
6 +2 0<br />
3 +2 0<br />
A A B<br />
A Ontstekingselektroden<br />
B Ionisatie-elektrode<br />
1. Elektroden controleren op slijtage en<br />
vuil.<br />
2. Elektroden schoonmaken met een<br />
kleine borstel (geen staalborstel) of<br />
schuurpapier.<br />
Opgelet ! Draadweefsel<br />
niet beschadigen!<br />
8 +2 0<br />
C<br />
D<br />
±1<br />
14<br />
C Tot 19 kW<br />
D Vanaf 26 kW<br />
3. Afstanden controleren. Als de afstanden<br />
niet in orde zijn of de elektroden<br />
beschadigd zijn, elektroden met pakking<br />
vervangen en uitlijnen. Bevestigingsschroeven<br />
voor elektroden met<br />
2,5 Nm draaimoment vasttrekken.<br />
Verwarmingsoppervlakken reinigen en brander inbouwen<br />
Opgelet ! Krassen op onderdelen die met rookgas in aanraking komen, kunnen leiden<br />
tot corrosie.<br />
Verwarmingsoppervlakken niet afborstelen!<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
1. Afzettingen van de verwarmingsoppervlakken<br />
A van de branderkamer<br />
afzuigen.<br />
2. Indien nodig de verwarmingsoppervlakken<br />
A met licht zure, chloridevrije<br />
reinigingsmiddelen op basis van<br />
fosforzuren inspuiten en minstens<br />
20 min. laten inwerken.<br />
3. Verwarmingsoppervlakken A grondig<br />
spoelen met water.<br />
4. Brander plaatsen. Moer met tandschijf<br />
en resterende moeren vastschroeven<br />
en met 4 Nm koppel kruislings<br />
aantrekken.<br />
5. Gasaansluitbuis met nieuwe pakking<br />
monteren.<br />
6. Aansluitingen aan gaszijde controleren<br />
op lekkage.<br />
Gevaar<br />
Ontsnappend gas leidt tot<br />
explosiegevaar.<br />
Gasdichtheid van de schroefverbinding<br />
controleren.<br />
7. Elektrische kabels op de overeenkomstige<br />
componenten steken.<br />
21
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen<br />
22<br />
1. Onbelemmerde afvoer van condenswater<br />
bij de sifon controleren.<br />
2. Bevestigingsklem A losmaken en<br />
sifon B eraf halen.<br />
3. Sifon B reinigen.<br />
4. Sifon B vullen met water en monteren.<br />
Vastzetklem A erop steken.<br />
Membraanexpansievat en druk van de installatie controleren<br />
Aanwijzing<br />
Controle uitvoeren bij een bij koude<br />
installatie.<br />
A Meetnippel (allleen bij verwarmingsketel<br />
met 13 en 19 kW)<br />
1. Installatie zo ver leegmaken resp.<br />
kapventiel op membraanexpansievat<br />
sluiten en de druk in de installatie verlagen<br />
tot manometer ”0” aangeeft.<br />
2. Als de voordruk van het membraanexpansievat<br />
lager is dan de statische<br />
druk van de installatie, stikstof bijvullen<br />
tot de voordruk 0,1 tot 0,2 bar<br />
hoger is.<br />
3. Water bijvullen tot bij een afgekoelde<br />
installatie de druk 0,1 tot 0,2 bar<br />
hoger is dan de voordruk van het<br />
membraanexpansievat.<br />
Toegest. werkdruk: 3 bar<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Alle gasvoerende onderdelen bij werkdruk controleren op lekken<br />
Gevaar<br />
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.<br />
Gasvoerende delen controleren<br />
op gasdichtheid.<br />
Verbrandingskwaliteit controleren<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanwijzing<br />
Voor de dichtheidscontrole geschikte en<br />
toegestane lekzoekmiddelen (EN<br />
14291) en toestellen gebruiken. Lekzoekmiddelen<br />
met ongeschikte inhoudstoffen<br />
(bijv. nitraten, sulfiden) kunnen<br />
tot schade aan het materiaal leiden.<br />
Restanten van lekzoekmiddel na de controle<br />
verwijderen.<br />
De elektronische verbrandingsregeling zorgt automatisch voor een optimale verbrandingskwaliteit.<br />
Bij de eerste werkingstelling/onderhoud is alleen een controle van<br />
de verbrandingswaarden nodig. Daartoe het CO 2- of O 2-gehalte meten. Functiebeschrijving<br />
van de elektronische verbrandingsregeling, zie pagina 133.<br />
Aanwijzing<br />
Toestel met onbelaste verbrandingslucht gebruiken om bedrijfsstoringen en schade<br />
te voorkomen.<br />
CO 2 of O 2-gehalte<br />
■ Het CO 2-gehalte moet bij het onderste en het bovenste warmtevermogen steeds<br />
in de volgende bereiken liggen:<br />
– 7,7 tot 9,2% bij aardgas H-G20 en L-G25<br />
– 9,3 tot 10,9% bij vloeibaar gas P<br />
■ Het O 2-gehalte moet bij alle gastypen tussen 4,4 en 6,9% liggen.<br />
Als de gemeten CO 2- of O 2-waarde buiten het desbetreffende bereik ligt als volgt te<br />
werk gaan:<br />
■ dichtheidscontrole van het coaxiale systeem uitvoeren, zie pagina 17.<br />
■ ionisatie-elektrode en aansluitleiding controleren, zie pagina 20<br />
Aanwijzing<br />
De verbrandingsregeling voert bij de werkingstelling een zelfstandige kalibratie uit.<br />
Emissiemeting pas ca. 30 sec. na de branderstart uitvoeren.<br />
23
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
1. Rookgasanalysetoeste aan de rookgasopening<br />
A aan het ketelaansluitstuk<br />
aansluiten.<br />
2. Gasafsluitkraan openen, ketel in werking<br />
stellen en warmteaanvraag<br />
bewerkstelligen.<br />
3. Minimumvermogen instellen (zie<br />
pagina 24).<br />
4. CO 2-gehalte controleren. Als de<br />
waarde met meer dan 1% van de<br />
voornoemde bereiken afwijkt, maatregelen<br />
van pagina 23 uitvoeren.<br />
5. Waarde noteren in het protocol.<br />
6. Maximumvermogen instellen (zie<br />
pagina 24).<br />
7. CO 2-gehalte controleren. Als de<br />
waarde met meer dan 1% van de<br />
voornoemde bereiken afwijkt, maatregelen<br />
van pagina 23 uitvoeren.<br />
8. Na de controle OK indrukken.<br />
24<br />
9. Waarde noteren in het protocol.<br />
Maximum/minimumvermogen kiezen<br />
bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Actorentest”<br />
3. Minimumvermogen kiezen:<br />
”Basisbelasting insch.” selecteren<br />
en met OK bevestigen.<br />
4. Maximumvermogen kiezen:<br />
”Volledige belasting insch.” selecteren<br />
en met OK bevestigen.<br />
Maximum/minimumvermogen kiezen<br />
bij regeling voor verhoogde werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
Op het display knippert ”Ü”.<br />
2. Met Ú ” ” selecteren en bevestigen<br />
met OK.<br />
Op het display wordt ”I” weergegeven.<br />
3. Minimumvermogen kiezen:<br />
OK indrukken.<br />
4. Maximumvermogen kiezen:<br />
OK indrukken, met Ú ”2” kiezen en<br />
bevestigen met OK.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Regeling aanpassen aan de verwarmingsinstallatie<br />
De regeling moet aan de installatie worden aangepast al naargelang de uitrusting.<br />
Verschillende installatiecomponenten worden door de regeling automatisch herkend<br />
en de codering automatisch ingesteld.<br />
■ Keuze van de betreffende schema's, zie volgende afbeeldingen.<br />
■ Stappen voor de codering, zie pagina 38.<br />
Installatie-uitvoering 1<br />
Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (met/zonder warmwaterbereiding)<br />
4<br />
5<br />
1<br />
ID: 4605145_1001_01<br />
2<br />
3<br />
6<br />
1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />
2 Buitentemperatuursensor (alleen bij<br />
weersafhankelijke werking)<br />
3 Vitotrol100 (alleen bij regeling voor<br />
verhoogde werking)<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
4 Warmwaterboiler<br />
5 Boilertemperatuursensor<br />
6 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />
A1 (verwarmingscircuit 1)<br />
25
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Functie/installatiecomponenten Codering<br />
Instellen Standaarduitvoering<br />
Werking met vloeibaar gas<br />
Installatie met tapwateromlooppomp:<br />
82:1 82:0<br />
Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />
of H2<br />
— 53:1<br />
Installatie-uitvoering 2<br />
Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 en een verwarmingscircuit met<br />
mengklep M2 (met/zonder warmwaterbereiding)<br />
Aanwijzing<br />
Het debiet van het verwarmingscircuit zonder mengklep moet minstens 30% groter<br />
zijn dan het debiet van het verwarmingscircuit met mengklep.<br />
26<br />
3<br />
4<br />
1<br />
ID: 4605146_1001_01<br />
2<br />
1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />
2 Buitentemperatuursensor<br />
3 Warmwaterboiler<br />
4 Boilertemperatuursensor<br />
5 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />
A1 (verwarmingscircuit 1)<br />
5 6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
qP M<br />
6 Verwarmingscircuit met mengklep<br />
M2 (verwarmingscircuit 2)<br />
7 Temperatuurschakelaar als maximumtemperatuurbegrenzing<br />
voor<br />
vloerverwarming<br />
8 Aanvoertemperatuursensor M2<br />
9 CV-pomp M2<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
qP Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />
met mengklep M2<br />
Functie/installatiecomponenten Codering<br />
Instellen Standaarduitvoering<br />
Werking met vloeibaar gas<br />
Installatie met slechts 1 verwarmingscircuit met<br />
mengklep met uitbreidingsset voor mengklep (zonder<br />
ongeregeld verwarmingscircuit)<br />
82:1 82:0<br />
■ met warmwaterboiler 00:4 00:6<br />
■ zonder warmwaterboiler<br />
Installatie met tapwateromlooppomp:<br />
00:3 00:5<br />
Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />
of H2<br />
— 53:1<br />
Installatie-uitvoering 3<br />
Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 en een verwarmingscircuit met<br />
mengklep M2 met systeemscheiding (met/zonder warmwaterbereiding)<br />
3<br />
4<br />
1<br />
ID: 4605147_1001_01<br />
2<br />
1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />
2 Buitentemperatuursensor<br />
3 Warmwaterboiler<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
5 6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
qP M<br />
qQ<br />
qW<br />
4 Boilertemperatuursensor<br />
5 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />
A1 (verwarmingscircuit 1)<br />
27
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
6 Verwarmingscircuit met mengklep<br />
M2 (verwarmingscircuit 2)<br />
7 Temperatuurschakelaar als maximumtemperatuurbegrenzing<br />
voor<br />
vloerverwarming<br />
8 Aanvoertemperatuursensor M2<br />
9 CV-pomp M2<br />
28<br />
qP Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />
met mengklep M2<br />
qQ Warmtewisselaar voor systeemscheiding<br />
qW Onderbouwkit met mengklep (toebehoren)<br />
Functie/installatiecomponenten Codering<br />
Instellen Standaarduitvoering<br />
Werking met vloeibaar gas<br />
Installatie met slechts 1 verwarmingscircuit met<br />
mengklep met uitbreidingsset voor mengklep (zonder<br />
ongeregeld verwarmingscircuit)<br />
82:1 82:0<br />
■ met warmwaterboiler 00:4 00:6<br />
■ zonder warmwaterboiler<br />
Installatie met tapwateromlooppomp:<br />
00:3 00:5<br />
Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />
of H2<br />
— 53:1<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Installatie-uitvoering 4<br />
Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 met aparte CV-pomp en een verwarmingscircuit<br />
met mengklep M2 (met/zonder warmwaterbereiding)<br />
3<br />
4<br />
1<br />
ID: 4605148_1001_01<br />
2<br />
6<br />
1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />
2 Buitentemperatuursensor<br />
3 Warmwaterboiler<br />
4 Boilertemperatuursensor<br />
5 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />
A1 (verwarmingscircuit 1)<br />
6 CV-pomp A1<br />
7 Verwarmingscircuit met mengklep<br />
M2 (verwarmingscircuit 2)<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
5 7<br />
8<br />
9<br />
qP<br />
qQ M<br />
8 Temperatuurschakelaar als maximumtemperatuurbegrenzing<br />
voor<br />
vloerverwarming<br />
9 Aanvoertemperatuursensor M2<br />
qP CV-pomp M2<br />
qQ Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />
met mengklep M2<br />
Functie/installatiecomponenten Codering<br />
Instellen Standaarduitvoering<br />
Werking met vloeibaar gas<br />
Interne circulatiepomp<br />
82:1 82:0<br />
Max. toerental van de interne circulatiepomp bij<br />
stookwerking: 20%<br />
Installatie zonder tapwateromlooppomp:<br />
31:20 31: ...<br />
29
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Functie/installatiecomponenten Codering<br />
Instellen Standaarduitvoering<br />
Aansluiting CV-pomp A1 aan interne uitbreiding H1 of<br />
H2<br />
Installatie met tapwateromlooppomp:<br />
53:2 53:1<br />
Aansluiting CV-pomp A1 aan uitbreiding AM1, aan-<br />
— 33:1<br />
sluiting A1<br />
Aansluiting omlooppomp aan uitbreiding AM1, aansluiting<br />
A2<br />
of<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />
of H2<br />
Installatie-uitvoering 5<br />
30<br />
— 34:0<br />
— 53:1<br />
Een verwarmingscircuit zonder mengklep, een verwarmingscircuit met mengklep<br />
M2 (met uitbreidingsset), een verwarmingscircuit met mengklep M3 (met<br />
uitbreidingsset) en evenwichtsfles (met/zonder warmwaterbereiding)<br />
3<br />
4<br />
1<br />
ID: 4605149_1001_01<br />
2<br />
qU<br />
6<br />
qZ<br />
1 <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />
2 Buitentemperatuursensor<br />
3 Warmwaterboiler<br />
5<br />
8<br />
9<br />
7 qQ<br />
qW<br />
qE<br />
qR<br />
M M<br />
qP<br />
qT<br />
4 Boilertemperatuursensor<br />
5 Verwarmingscircuit zonder mengklep<br />
A1 (verwarmingscircuit 1)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
6 CV-pomp A1<br />
7 Verwarmingscircuit met mengklep<br />
M2 (verwarmingscircuit 2)<br />
8 Aanvoertemperatuursensor M2<br />
9 CV-pomp M2<br />
qP Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />
met mengklep M2<br />
qQ Verwarmingscircuit met mengklep<br />
M3 (verwarmingscircuit 3)<br />
qW Temperatuurschakelaar als maximumtemperatuurbegrenzing<br />
voor<br />
vloerverwarming<br />
qE Aanvoertemperatuursensor M3<br />
qR Verwarmingscircuitpomp M3<br />
qT Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit<br />
met mengklep M3<br />
qZ Evenwichtsfles<br />
qU Aanvoertemperatuursensor evenwichtsfles<br />
Functie/installatiecomponenten Codering<br />
Instellen Standaarduitvoering<br />
Werking met vloeibaar gas<br />
Installatie met slechts 2 verwarmingscircuits met<br />
mengklep met uitbreidingsset voor mengklep (zonder<br />
ongeregeld verwarmingscircuit)<br />
82:1 82:0<br />
■ met warmwaterboiler 00:8 00:10<br />
■ zonder warmwaterboiler<br />
Installatie zonder tapwateromlooppomp:<br />
00:7 00:9<br />
Aansluiting CV-pomp A1 aan interne uitbreiding H1 of<br />
H2<br />
Installatie met tapwateromlooppomp:<br />
53:2 53:1<br />
Aansluiting CV-pomp A1 aan uitbreiding AM1, aan-<br />
— 33:1<br />
sluiting A1<br />
Aansluiting omlooppomp aan uitbreiding AM1, aansluiting<br />
A2<br />
of<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Aansluiting omlooppomp aan interne uitbreiding H1<br />
of H2<br />
— 34:0<br />
— 53:1<br />
Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
Stooklijnen tonen het verband tussen de<br />
buitentemperatuur en de ketelwater- of<br />
aanvoertemperatuur.<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Eenvoudiger gezegd: hoe lager de buitentemperatuur,<br />
hoe hoger de ketelwater-<br />
resp. aanvoertemperatuur.<br />
31
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Van de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />
is weer de kamertemperatuur<br />
afhankelijk.<br />
Aanwijzing<br />
Als in de verwarmingsinstallatie verwarmingscircuits<br />
met mengklep aanwezig<br />
zijn, is de aanvoertemperatuur voor het<br />
verwarmingscircuit zonder mengklep<br />
met een ingesteld verschil (toestand bij<br />
levering 8 K) hoger dan de aanvoertemperatuur<br />
voor de verwarmingscircuits<br />
met mengklep.<br />
De verschiltemperatuur kan in codeeradres<br />
9F worden gewijzigd.<br />
32<br />
Ketelwater- resp.<br />
aanvoertemperatuur in °C<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
35 30 25 20 15 10 5<br />
Gewenste kamertemp. in °C<br />
30<br />
10<br />
A Inclinatie van de stooklijnen bij<br />
vloerverwarmingen<br />
B Inclinatie van de stooklijn bij lagetemperatuurverwarmingen<br />
(volgens<br />
energiebesparingsverordening)<br />
2,6<br />
2,4<br />
2,8<br />
3,0 3,2<br />
3,4<br />
2,2<br />
5<br />
In de toestand bij levering ingesteld:<br />
■ inclinatie = 1,4<br />
■ niveau = 0<br />
Inclinatie<br />
2,0<br />
1,8<br />
1,6<br />
0 -5 -10 -15 -20 -25<br />
Buitentemp. in °C<br />
-30<br />
1,4<br />
1,2<br />
1,0<br />
0,8<br />
0,6<br />
0,4<br />
0,2<br />
B<br />
A<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Inclinatie en niveau veranderen<br />
90<br />
Ketelwater- resp.<br />
aanvoertemperatuur in °C<br />
A<br />
3,5<br />
B<br />
+20 -20<br />
Buitentemperatuur in °C<br />
1,4<br />
0,2<br />
A Inclinatie wijzigen<br />
B Niveau wijzigen (verticale parallelverschuiving<br />
van de stooklijn)<br />
Uitgebreid menu:<br />
1. å<br />
2. ”Verwarming”<br />
3. Verwarmingscircuit kiezen.<br />
4. ”Stooklijn”<br />
5. ”Inclinatie” of ”Niveau”<br />
6. Stooklijn volgens de eisen van de<br />
installatie instellen.<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Gewenste kamertemperatuur instellen<br />
Normale kamertemperatuur<br />
C<br />
90<br />
A<br />
26 + 20<br />
B<br />
-20<br />
D E<br />
Voorbeeld 1: Wijziging van de normale<br />
kamertemperatuur van 20 naar 26°C<br />
A Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />
in °C<br />
B Buitentemperatuur in °C<br />
C Gewenste kamertemperatuur in °C<br />
D CV-pomp ”Uit”<br />
E CV-pomp ”Aan”<br />
Wijziging van de normale kamertemperatuur:<br />
Gebruiksaanwijzing<br />
33
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Verlaagde kamertemperatuur<br />
C<br />
34<br />
90<br />
A<br />
+20 14 5<br />
B<br />
-20<br />
D E<br />
Voorbeeld 2: verandering van de verlaagde<br />
kamertemperatuur van 5 ºC op<br />
14 ºC<br />
A Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />
in °C<br />
B Buitentemperatuur in °C<br />
C Gewenste kamertemperatuur in °C<br />
D CV-pomp ”Uit”<br />
E CV-pomp ”Aan”<br />
Wijziging van de gereduceerde<br />
kamertemperatuur:<br />
Gebruiksaanwijzing<br />
Regeling in LON integreren (alleen bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
De communicatiemodule LON (toebehoren)<br />
moet aangebracht zijn.<br />
Montageaanwijzing<br />
Communicatiemodule LON<br />
Aanwijzing<br />
De gegevensoverdracht via het LONsysteem<br />
kan enige minuten duren.<br />
Installatie met één ketel met<br />
Vitotronic 200-H en Vitocom <strong>300</strong><br />
(voorbeeld)<br />
LON-deelnemernummers en overige<br />
functies via codering 2 instellen (zie volgende<br />
tabel).<br />
Aanwijzing<br />
Binnen het LON-systeem mag hetzelfde<br />
nummer niet tweemaal worden toegekend.<br />
Er mag slechts één Vitotronic als foutmanager<br />
gecodeerd worden.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Ketelregeling Vitotronic 200-H Vitotronic 200-H Vitocom<br />
Deelnemersnr. 1<br />
Codering ”77:1”<br />
Regeling is foutmanager<br />
Codering ”79:1”<br />
Regeling zendt tijd<br />
Codering ”7b:1”<br />
Regeling zendt buitentemperatuur<br />
Codering ”97:2”<br />
instellen<br />
Foutbewaking LONdeelnemer<br />
Codering ”9C:20”<br />
LON LON LON<br />
Deelnemersnr. 10<br />
Codering ”77:10”<br />
Regeling is niet foutmanager<br />
Codering ”79:0”<br />
Regeling ontvangt<br />
tijd<br />
Codering ”81:3”<br />
instellen<br />
Regeling ontvangt<br />
buitentemperatuur<br />
Codering ”97:1”<br />
instellen<br />
Foutbewaking LONdeelnemers<br />
Codering ”9C:20”<br />
LON-deelnemercontrole uitvoeren<br />
Deelnemersnr. 11<br />
Codering ”77:11”<br />
instellen<br />
Regeling is niet foutmanager<br />
Codering ”79:0”<br />
Regeling ontvangt<br />
tijd<br />
Codering ”81:3”<br />
instellen<br />
Regeling ontvangt<br />
buitentemperatuur<br />
Codering ”97:1”<br />
instellen<br />
Foutbewaking LONdeelnemers<br />
Codering ”9C:20”<br />
Deelnemersnr.<br />
99<br />
Toestel is foutmanager<br />
Toestel ontvangt<br />
tijd<br />
Met de deelnemerscontrole wordt van een installatie de communicatie van de toestellen<br />
gecontroleerd die op de foutmanager zijn aangesloten.<br />
Voorwaarden:<br />
■ de regeling moet gecodeerd zijn als<br />
foutmanager (codering ”79:1”)<br />
■ in alle regelingen moet het LON-deelnemernummer<br />
zijn gecodeerd (zie<br />
pagina 35)<br />
■ LON-deelnemerslijst in de foutmanager<br />
moet actueel zijn (zie pagina 35)<br />
Deelnemerscontrole uitvoeren:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
2. ”Servicefuncties”<br />
3. ”Deelnemercontrole”<br />
—<br />
—<br />
35
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
4. Deelnemer kiezen (bijv. deelnemer<br />
10).<br />
De deelnemercontrole voor de gekozen<br />
deelnemer is gestart.<br />
■ Succesvol geteste deelnemers<br />
worden met ”OK” aangegeven.<br />
■ Niet-succesvol geteste deelnemers<br />
worden met ”Niet OK” aangegeven.<br />
36<br />
Aanwijzing<br />
Om een nieuwe deelnemercontrole<br />
uit te voeren met menupunt ”Lijst<br />
wissen?” een nieuwe deelnemerlijst<br />
maken.<br />
Indicator ”Onderhoud” opvragen en resetten<br />
Aanwijzing<br />
Als de deelnemercontrole door een<br />
andere regeling wordt uitgevoerd,<br />
verschijnt ca. 1 min. het deelnemernummer<br />
en ”Wink” op het display.<br />
Nadat in het codeeradres ”21” en ”23” de opgegeven grenswaarden zijn bereikt,<br />
knippert de rode storingsindicator op het display van de bedieningseenheid:<br />
■ bij regeling voor verhoogde werking:<br />
Het aangegeven aantal bedrijfsuren of de opgegeven periode met kloksymbool<br />
”u” (naargelang instelling) en ”¸”<br />
■ bij regeling voor weersafhankelijke werking:<br />
”Onderhoud” en ”¸”<br />
Onderhoud bevestigen en terugzetten<br />
Voor het bevestigen van een onderhoudsmelding<br />
OK indrukken.<br />
Aanwijzing<br />
Een bevestigde onderhoudsmelding die<br />
niet is teruggezet verschijnt opnieuw:<br />
■ bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking op de volgende maandag.<br />
■ bij regeling voor verhoogde werking na<br />
7 dagen.<br />
Na uitgevoerd onderhoud (onderhoud<br />
terugzetten)<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Servicefuncties”<br />
3. ”Onderhoud reset”<br />
Aanwijzing<br />
De ingestelde onderhoudsparameters<br />
voor bedrijfsuren en tijdsintervallen<br />
beginnen weer bij 0.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aanvullende info over de stappen (vervolg)<br />
Regeling voor verhoogde werking<br />
Codering 24:1 op 24:0 terugzetten.<br />
Aanwijzing<br />
De ingestelde onderhoudsparameters<br />
voor bedrijfsuren en tijdsintervallen<br />
beginnen weer bij 0.<br />
Instrueren van de installatiegebruiker<br />
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud<br />
De installateur van de installatie moet de gebruiksaanwijzing overhandigen aan de<br />
gebruiker van de installatie en de bediening uitleggen.<br />
37
Codering 1<br />
Codeerniveau 1 oproepen<br />
Aanwijzing<br />
■ Bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking worden de coderingen in normale<br />
tekst aangegeven.<br />
■ Coderingen die door de uitvoering van<br />
de verwarmingsinstallatie of instelling<br />
van andere coderingen niet relevant<br />
zijn, worden niet getoond.<br />
■ Verwarmingsinstallaties met een verwarmingscircuit<br />
zonder mengklep en<br />
twee verwarmingscircuits met mengklep:<br />
Het verwarmingscircuit zonder mengklep<br />
wordt hierna met ”Verwarm.circuit<br />
1” en de verwarmingscircuits met<br />
mengklep worden met ”Verwarm.circuit<br />
2” of ”Verwarm.circuit 3” aangeduid<br />
Als de verwarmingscircuits individueel<br />
worden aangeduid, verschijnt in plaats<br />
daarvan de gekozen aanduiding<br />
en ”VC1”, ”VC2” of ”VC3”.<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Codeerniveau 1”<br />
38<br />
3. Groep van het gewenste codeeradres<br />
kiezen:<br />
■ ”Algemeen”<br />
■ ”Ketel”<br />
■ ”Warm water”<br />
■ ”Zonnesysteem”<br />
■ ”Verwarm.circuit 1/2/3”<br />
■ ”Alle cod. zonder Solar”<br />
In deze groep worden alle codeeradressen<br />
van codeerniveau 1<br />
(behalve de codeeradressen van<br />
de groep ”Zonnesysteem”) in stijgende<br />
volgorde weergegeven.<br />
4. Codeeradres kiezen.<br />
5. Waarde aan de hand van de volgende<br />
tabellen instellen en met OK<br />
bevestigen.<br />
6. Als alle coderingen weer in de toestand<br />
bij levering moeten worden<br />
teruggezet:<br />
”Basisinstelling” in ”Codeerniveau<br />
1” kiezen.<br />
Aanwijzing<br />
Ook de coderingen van codeerniveau<br />
2 worden weer teruggezet.<br />
Regeling voor verhoogde werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. Met Ú ”1” selecteren voor codeerniveau<br />
1 en bevestigen met OK.<br />
Op het display knippert ”I” voor de<br />
codeeradressen van groep 1.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Codeerniveau 1 oproepen (vervolg)<br />
3. Groep v het gewenste codeeradres<br />
met V/v selecteren, bijv. ”1” voor<br />
de groep ”Algemeen” (zie volgende<br />
hoofdstuk):<br />
Geselecteerde groep bevestigen met<br />
OK.<br />
4. Codeeradres met V/v kiezen.<br />
5. Waarde aan de hand van de volgende<br />
tabellen met V/v instellen en<br />
bevestigen met OK.<br />
Algemeen/groep ”1”<br />
6. Als alle coderingen weer in de toestand<br />
bij levering moeten worden<br />
teruggezet:<br />
Met Ú ”7” selecteren en bevestigen<br />
met OK.<br />
Als ” ” knippert met OK bevestigen.<br />
Aanwijzing<br />
Ook de coderingen van codeerniveau<br />
2 worden weer teruggezet.<br />
”Algemeen” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 38).<br />
”1” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Installatieschema<br />
00:1 Installatie-uitvoering 1:<br />
Een verwarmingscircuit<br />
zonder mengklep (A1),<br />
zonder tapwateropwarming<br />
Waarde<br />
adres<br />
00: ...<br />
Installatie-uitvoering<br />
Beschrijving<br />
00:2<br />
tot<br />
00:10<br />
Codering 1<br />
Installatieschema's zie volgende<br />
tabel:<br />
2 1 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1), met tapwateropwarming (codering stelt zich automatisch<br />
in)<br />
3 2, 3 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), zonder tapwateropwarming<br />
4 2, 3 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), met tapwateropwarming<br />
39
Codering 1<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Waarde<br />
adres<br />
00: ...<br />
40<br />
Installatie-uitvoering<br />
Beschrijving<br />
5 2, 3, 4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), zonder tapwateropwarming (codering stelt<br />
zich automatisch in)<br />
6 2, 3, 4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1), met tapwateropwarming (codering stelt zich automatisch<br />
in)<br />
7 5 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
3), zonder tapwateropwarming<br />
8 5 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
3), met tapwateropwarming<br />
9 5 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1), een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
3), zonder tapwateropwarming (codering stelt<br />
zich automatisch in)<br />
10 5 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1), een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
3), met tapwateropwarming (codering stelt zich<br />
automatisch in)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Functie interne circulatiepomp<br />
51:0 Interne circulatiepomp<br />
wordt bij warmteaanvraag<br />
altijd ingeschakeld<br />
Deelnemersnr.<br />
77:1 LON-deelnemersnummer<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
Eengezinswoning/meergezinswoning<br />
7F:1 Eengezinswoning (alleen<br />
bij weersafhankelijke<br />
werking)<br />
Bediening blokkeren<br />
8F:0 Alle bedieningselementen<br />
in functie<br />
51:1 Installatie met evenwichtsfles:<br />
Interne circulatiepomp<br />
wordt bij warmteaanvraag<br />
alleen ingeschakeld als de<br />
brander loopt (met pompnaloop).<br />
51:2 Installatie met verwarmingswaterbuffer:<br />
Interne circulatiepomp<br />
wordt bij warmteaanvraag<br />
alleen ingeschakeld als de<br />
brander loopt (met pompnaloop).<br />
77:2<br />
tot<br />
77:99<br />
Codering 1<br />
LON-deelnemersnummer<br />
instelbaar van 1 tot 99:<br />
1 - 4 = CV-ketel<br />
5 = cascade<br />
10 - 98 = Vitotronic 200-H<br />
99 = Vitocom<br />
Aanwijzing<br />
Elk nummer mag slechts<br />
eenmaal worden toegekend.<br />
7F:0 Meergezinswoning,<br />
aparte instelling van<br />
vakantieprogramma en<br />
tijdprogramma voor tapwaterverwarming<br />
mogelijk<br />
8F:1 Alle bedieningselementen<br />
geblokkeerd<br />
8F:2 Alleen basisinstellingen<br />
bedienbaar<br />
41
Codering 1<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag<br />
9b:70 Gewenste aanvoertem- 9b:0 Gewenste aanvoertempeperatuur<br />
externe aan- tot<br />
ratuur bij externe aanvraag<br />
vraag 70 °C<br />
9b:127 instelbaar van 0 tot 127°C<br />
(begrensd door ketelspecifieke<br />
parameters)<br />
Ketel/groep ”2”<br />
”Ketel” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 38).<br />
”2” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Installatie met 1/meerdere ketels<br />
01:1 Niet verstellen (alleen bij<br />
regeling voor verhoogde<br />
werking)<br />
Onderhoud brander werkingsuren in 100<br />
21:0 Geen onderhoudsperiode<br />
(bedrijfsuren) ingesteld<br />
<strong>Onderhouds</strong>periode in maanden<br />
23:0 Geen tijdsinterval voor<br />
branderonderhoud<br />
Status onderhoud<br />
24:0 Geen indicatie ”Onderhoud”<br />
op het scherm<br />
Vulling/Ontluchting<br />
2F:0 Ontluchtingsprogramma/<br />
vulprogramma niet actief<br />
42<br />
21:1<br />
tot<br />
21:100<br />
23:1<br />
tot<br />
23:24<br />
Aantal bedrijfsuren van de<br />
brander tot aan het volgende<br />
onderhoud instelbaar<br />
van 100 tot 10 000 h<br />
1 instelstap ≙ 100 h<br />
Tijdsinterval instelbaar van<br />
1 tot 24 maanden<br />
24:1 Indicatie ”Onderhoud” op<br />
het display (adres wordt<br />
automatisch geactiveerd,<br />
moet na onderhoud manueel<br />
worden teruggezet)<br />
2F:1 Ontluchtingsprogramma<br />
actief<br />
2F:2 Vulprogramma actief<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Warm water/groep ”3”<br />
”Warm water” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 38).<br />
”3” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Gew. warmwatertemp. naverwarmingsonderdrukking<br />
67:40 Bij zonnetapwateropwar- 67:0 Gewenste tapwatertempeming:<br />
gewenste tapwa- tot<br />
ratuur instelbaar van 0 tot<br />
tertemperatuur 40 °C. 67:95 95 °C (begrensd door de<br />
Boven de ingestelde,<br />
ketelspecifieke parame-<br />
gewenste waarde is de<br />
naverwarmingsonderdrukking<br />
actief (tapwateropwarming<br />
door de verwarmingsketelgeblokkeerd).ters)<br />
Vrijgave omlooppomp<br />
73:0 Tapwatercirculatie- 73:1 Tijdens het tijdprogramma<br />
pomp: ”Aan” na het tijd- tot<br />
1 maal/h gedurende<br />
programma (alleen bij 73:6 5 min. ”Aan” tot 6 maal/h<br />
regeling voor weersaf-<br />
gedurende 5 min. ”Aan”<br />
hankelijke werking) 73:7 Permanent ”Aan”<br />
Zonnesysteem/groep ”4”<br />
”Zonnesysteem” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie<br />
pagina 38).<br />
”4” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />
Codering 1<br />
Aanwijzing<br />
De groep Zonnesysteem wordt alleen weergegeven als een zonneregelingsmodule,<br />
type SM1 is aangesloten.<br />
43
Codering 1<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Toerentalbesturing collectorpomp<br />
02:0 Zonnecircuitpomp niet<br />
toerentalgestuurd<br />
Maximumboilertemperatuur<br />
08:60 De zonnecircuitpomp<br />
wordt uitgeschakeld als<br />
de werkelijke boilertemperatuur<br />
60°C (maximumboilertemperatuur)<br />
bereikt.<br />
Stagnatietijdreducering<br />
0A:5 Als bescherming van<br />
installatiecomponenten<br />
en warmtedragend<br />
medium wordt het toerental<br />
van de zonnecircuitpomp<br />
gereduceerd als<br />
het verschil tussen de<br />
werkelijke boilertemperatuur<br />
en de gewenste boilertemperatuur<br />
kleiner is<br />
dan 5 K.<br />
Nom.debiet<br />
0F:70 Debiet van het collectorcircuit<br />
bij maximumpomptoerental<br />
is ingesteld op<br />
7 l/min.<br />
44<br />
02:1 Zonnecircuitpomp toerentalgestuurd<br />
met aspakketbesturing<br />
02:2 Zonnecircuitpomp toerentalgestuurd<br />
met PWM-aansturing<br />
08:10<br />
tot<br />
08:90<br />
0A:0<br />
tot<br />
0A:40<br />
0F:1<br />
tot<br />
0F:255<br />
De maximumboilertemperatuur<br />
kan ingesteld worden<br />
van 10 tot 90 °C<br />
Het verschil tussen de<br />
gewenste boilertemperatuur<br />
en inschakelpunt stagnatiereducering<br />
kan ingesteld<br />
worden van 0 tot 40 K<br />
Debiet van het collectorcircuit<br />
kan ingesteld worden<br />
van 0,1 tot 25,5 l/min<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Uitgebreide regelingsfuncties<br />
20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie<br />
actief<br />
Codering 1<br />
20:1 Bijkomende functie voor<br />
tapwateropwarming<br />
20:2 2. Verschiltemperatuurregeling<br />
20:3 2. Verschiltemperatuurregeling<br />
en extra functie<br />
20:4 2. Verschiltemperatuurregeling<br />
en verwarmingsondersteuning<br />
20:5 Thermostaatfunctie<br />
20:6 Thermostaatfunctie en<br />
extra functie<br />
20:7 Zonneverwarming via<br />
externe warmtewisselaar<br />
zonder extra temperatuursensor.<br />
20:8 Zonneverwarming via<br />
externe warmtewisselaar<br />
zonder extra temperatuursensor.<br />
20:9 Zonneverwarming van<br />
twee warmwaterboilers<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit<br />
3/groep ”5”<br />
”Verwarmingscircuit ...” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie<br />
pagina 38).<br />
”5” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 38).<br />
45
Codering 1<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering<br />
Zomerspaarfunctie buitentemperatuur<br />
Mogelijke omstelling<br />
A5:5 Met logisch systeem voor A5:0 Zonder logisch systeem<br />
CV-pomp (spaarschake-<br />
van de CV-pompwerking<br />
ling): CV-pomp ”Uit” als A5:1 Met logisch systeem van<br />
de buitentemperatuur tot<br />
CV-pompwerking: CV-<br />
(AT) 1 K hoger is dan A5:15 pomp ”Uit” (zie volgende<br />
gewenste kamertemperatuur<br />
(RTgewenst) AT > RTgewenst + 1 K<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)<br />
tabel)<br />
Parameter-adres A5:... Met logisch systeem van CV-pompwerking: CVpomp<br />
”Uit”<br />
1 AT > RTgewenst + 5 K<br />
2 AT > RTgewenst + 4 K<br />
3 AT > RTgewenst + 3 K<br />
4 AT > RTgewenst + 2 K<br />
5 AT > RTgewenst + 1 K<br />
6 AT > RTgew 7<br />
AT > RTgewenst - 1 K<br />
tot<br />
15 AT > RTgewenst - 9 K<br />
46<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Zomerspaarfunctie Absoluut<br />
A6:36 Uitgebreide spaarschakeling<br />
niet actief (alleen<br />
bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
Mengklepspaarfunctie<br />
A7:0 Zonder mengklepspaarfunctie<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking en verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
A6:5<br />
tot<br />
A6:35<br />
Codering 1<br />
Uitgebreide spaarschakeling<br />
actief; d.w.z. bij een<br />
variabele instelbare<br />
waarde tussen 5 en 35 °C<br />
vermeerderd met 1 °C worden<br />
de brander en de CVpomp<br />
uitgeschakeld en<br />
wordt de mengklep gesloten.<br />
Basis is de gecorrigeerde<br />
buitentemperatuur.<br />
Deze bestaat uit de werkelijke<br />
buitentemperatuur en<br />
een tijdsconstante die<br />
rekening houdt met het<br />
afkoelen van een gemiddeld<br />
gebouw.<br />
A7:1 Met mengspaarfunctie (uitgebreideCV-pompenlogica):<br />
CV-pomp bovendien ”Uit”:<br />
■ als de mengklep langer<br />
dan 20 min is gesloten.<br />
CV-pomp ”Aan”:<br />
■ als de mengklep met de<br />
regelwerking begint<br />
■ bij vorstgevaar<br />
Pompstilstand overgang gereduc. werking<br />
A9:7 Met pompstilstandtijd: A9:0 Zonder pompstilstandtijd<br />
CV-pomp ”Uit” bij veran- A9:1 Met pompstilstandtijd,<br />
dering van de gewenste tot<br />
instelbaar van 1 tot 15<br />
waarde door wisselen<br />
van werkingsmodus of<br />
wijzigingen van de<br />
gewenste kamertemperatuur<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
A9:15<br />
47
Codering 1<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Weersafhankelijk/Kameropschakeling<br />
b0:0 Met afstandsbediening:<br />
stookwerking/gereduc.<br />
werking: weersafhankelijk<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking, codering alleen<br />
veranderen voor het verwarmingscircuit<br />
met<br />
mengklep)<br />
Zomerspaarfunctie kamertemperatuur<br />
b5:0 Met afstandsbediening:<br />
geen kamertemperatuurgestuurdeCV-pomplogica<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking, codering alleen<br />
wijzigen voor het verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
48<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />
b0:1 Stookwerking: weersafhankelijk<br />
Gered. werking: met<br />
kamertemperatuurbijschakeling<br />
b0:2 Stookwerking: met kamertemperatuurbijschakeling<br />
Gered. werking: weersafhankelijk<br />
b0:3 Stookwerking/gereduc.<br />
werking: met kamertemperatuurbijschakeling<br />
b5:1<br />
tot<br />
b5:8<br />
Logisch systeem voor CVpomp,<br />
zie volgende tabel:<br />
Parametera- Met logisch systeem van CV-pompwerking:<br />
dres A5:... CV-pomp ”Uit” CV-pomp ”Aan”<br />
1 RTwerkelijk > RTgewenst + 5 K RTwerkelijk < RTgewenst + 4 K<br />
2 RTwerkelijk > RTgewenst + 4 K RTwerkelijk < RTgewenst + 3 K<br />
3 RTwerkelijk > RTgewenst + 3 K RTwerkelijk < RTgewenst + 2 K<br />
4 RTwerkelijk > RTgewenst + 2 K RTwerkelijk < RTgewenst + 1 K<br />
5 RTwerkelijk > RTgewenst + 1 K RTwerkelijk < RTgewenst 6 RTwerkelijk > RTgewenst RTwerkelijk < RTgewenst - 1 K<br />
7 RTwerkelijk > RTgewenst - 1 K RTwerkelijk < RTgewenst - 2 K<br />
8 RTwerkelijk > RTgewenst - 2 K RTwerkelijk < RTgewenst - 3 K<br />
5688 838 B/fl
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Aanvoertemperatuur minimumbegrenzing<br />
C5:20 Elektronische minimum- C5:1 Minimumbegrenzing<br />
begrenzing van de aan- tot<br />
instelbaar van 1 tot 127 °C<br />
voertemperatuur 20 °C C5:127 (begrensd door ketelspeci-<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)fieke<br />
parameters)<br />
Aanvoertemperatuur maximumbegrenzing<br />
C6:74 Elektronische maximum- C6:10 Maximumbegrenzing<br />
begrenzing van de aan- tot<br />
instelbaar van 10 tot<br />
voertemperatuur 74 °C C6:127 127 °C (begrensd door<br />
(alleen bij regeling voor<br />
ketelspecifieke parame-<br />
weersafhankelijke werking)ters)<br />
Werkingsprogramma-omschakeling<br />
d5:0 Externe omschakeling d5:1 Externe werkingspro-<br />
werkingsprogramma<br />
gramma-omschakeling<br />
schakelt werkingspro-<br />
schakelt op ”Permanente<br />
gramma om naar ”Per-<br />
werking met normale<br />
manente werking met<br />
kamertemperatuur”<br />
verlaagde kamertempe-<br />
(afhankelijk van codeerratuur”<br />
of ”Uitschakelwerking”<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
adres 3A, 3b en 3C)<br />
Ext. omschakeling werkingsprogramma op verwarmingscircuit<br />
d8:0 Geen werkingspro- d8:1 Werkingsprogrammagramma-omschakelingomschakeling<br />
via ingang<br />
via uitbreiding EA1<br />
DE1 aan uitbreiding EA1<br />
d8:2 Werkingsprogrammaomschakeling<br />
via ingang<br />
DE2 aan uitbreiding EA1<br />
d8:3 Werkingsprogrammaomschakeling<br />
via ingang<br />
DE3 aan uitbreiding EA1<br />
5688 838 B/fl<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />
Codering 1<br />
49
Codering 1<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Maximumpomptoerental in normale werking<br />
E6:... Maximumtoerental van E6:0 Maximumtoerental instel-<br />
de toerentalgeregelde tot<br />
baar van 0 tot 100 %<br />
pomp in % van het max.<br />
toerental in de normale<br />
werking. Waarde is gegeven<br />
door ketelspecifieke<br />
parameters (alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking).<br />
E6:100<br />
Minimumpomptoerental<br />
E7:30 Minimumtoerental van de E7:0 Minimumtoerental instel-<br />
externe CV-pomp met tot<br />
baar van 0 tot 100% van<br />
Estrikfunctie<br />
toerental regeling: 30%<br />
van het maximumtoerental<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
E7:100 het maximumtoerental<br />
F1:0 Estrikfunctie niet actief F1:1 Estrikfunctie instelbaar vol-<br />
(alleen bij regeling voor tot<br />
gens 6 selecteerbare tem-<br />
weersafhankelijke wer- F1:6 peratuurtijdprofielen (zie<br />
king).<br />
pagina 128)<br />
F1:15 Constante aanvoertemperatuur<br />
20°C<br />
Partywerking tijdbegrenzing<br />
F2:8 Begrenzing qua tijd voor<br />
partywerking of externe<br />
werkingsprogrammaomzetting<br />
met toets: 8 h<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)<br />
*1<br />
F2:0 Geen tijdsbegrenzing voor<br />
partywerking *1<br />
F2:1 Begrenzing qua tijd instel-<br />
tot<br />
baar van 1 tot 12 h<br />
F2:12<br />
*1<br />
*1 De partywerking eindigt in het programma ”Verwarmen en warm water” automatisch<br />
bij omschakelen naar werking met normale kamertemperatuur.<br />
50<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Pompschakeling bij Alleen warm water<br />
F6:25 Interne circulatiepomp is<br />
in bedrijfsmodus ”Alleen<br />
warm water” permanent<br />
ingeschakeld (alleen bij<br />
regeling voor verhoogde<br />
werking)<br />
Pompschakeling bij uitschakelwerking<br />
F7:25 Interne circulatiepomp is<br />
in werkingsmodus ”Uitschakelwerking”permanent<br />
ingeschakeld (alleen<br />
bij regeling voor verhoogde<br />
werking)<br />
Begin temperatuurverhoging<br />
F8:-5 Temperatuurgrens voor<br />
opheffing van de gereduceerde<br />
werking -5 ºC, zie<br />
voorbeeld op<br />
pagina 131.<br />
Let op de aanwijzing bij<br />
codeeradres ”A3” (alleen<br />
bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
Einde temperatuurverhoging<br />
F9:-14 Temperatuurgrens voor<br />
opheffing van gewenste,<br />
verlaagde kamertemperatuur<br />
-14 ºC, zie voorbeeld<br />
op pagina 131<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weers-afhankelijke werking)<br />
F6:0 Interne circulatiepomp is<br />
permanent uitgeschakeld<br />
in werkingsmodus ”Alleen<br />
F6:1<br />
tot<br />
F6:24<br />
warm water”<br />
Interne circulatiepomp<br />
wordt in werkingsmodus<br />
”Alleen warm water” 1<br />
tot 24 keer per dag gedurende<br />
telkens 10 min ingeschakeld.<br />
F7:0 Interne circulatiepomp in<br />
bedrijfsmodus ”Uitschakelwerking”<br />
permanent uitge-<br />
F7:1<br />
tot<br />
F7:24<br />
schakeld<br />
Interne circulatiepomp in<br />
werkingsmodus ”Uitschakelwerking”<br />
1 tot 24 keer<br />
per dag gedurende telkens<br />
10 min ingeschakeld.<br />
F8:+10 Temperatuurgrens instel-<br />
tot<br />
baar van<br />
F8:-60 +10 tot -60 °C<br />
F8:-61 Functie inactief<br />
F9:+10<br />
tot<br />
F9:-60<br />
Codering 1<br />
Temperatuurgrens voor<br />
verhoging van de<br />
gewenste kamertemperatuur<br />
op de waarde van de<br />
normale werking instelbaar<br />
van<br />
+10 tot -60 °C<br />
51
Codering 1<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Verhoging gewenste aanvoertemperatuur<br />
FA:20 Verhoging van de FA:0 Temperatuurverhoging<br />
gewenste ketel- resp. tot<br />
instelbaar van 0 tot 50%<br />
aanvoertemperatuur bij<br />
de overgang van werking<br />
met gereduceerde<br />
kamertemperatuur naar<br />
de werking met normale<br />
kamertemperatuur met<br />
20 %. Zie het voorbeeld<br />
op pagina 132 (alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking).<br />
FA:50<br />
Duur verhoging gewenste aanvoertemperatuur<br />
Fb:30 Tijdsduur van de ver- Fb:0 Tijdsduur instelbaar tussen<br />
hoogde gewenste tot<br />
0 en <strong>300</strong> min;<br />
waarde voor ketelwaterresp.aanvoertemperatuur<br />
(zie codeeradres<br />
”FA”) 60 min. Zie<br />
het voorbeeld op<br />
pagina 132 (alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking).<br />
Fb:150 1 instelstap ≙ 2 min<br />
52<br />
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Codering 2 oproepen<br />
Aanwijzing<br />
■ Op codeerniveau 2 zijn alle coderingen<br />
bereikbaar, ook de coderingen<br />
van codeerniveau 1.<br />
■ Coderingen die door de uitvoering van<br />
de verwarmingsinstallatie of instelling<br />
van andere coderingen niet relevant<br />
zijn, worden niet getoond.<br />
■ Verwarmingsinstallaties met een verwarmingscircuit<br />
zonder mengklep en<br />
twee verwarmingscircuits met mengklep:<br />
Het verwarmingscircuit zonder mengklep<br />
wordt hierna met ”Verwarm.circuit<br />
1” en de verwarmingscircuits met<br />
mengklep worden met ”Verwarm.circuit<br />
2” of ”Verwarm.circuit 3” aangeduid<br />
Als de verwarmingscircuits individueel<br />
worden aangeduid, verschijnt in plaats<br />
daarvan de gekozen aanduiding<br />
en ”VC1”, ”VC2” of ”VC3”.<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. OK en ä gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
3. ”Codeerniveau 2”<br />
4. Groep van het gewenste codeeradres<br />
kiezen:<br />
■ ”Algemeen”<br />
■ ”Ketel”<br />
■ ”Warm water”<br />
■ ”Zonnesysteem”<br />
■ ”Verwarm.circuit 1/2/3”<br />
■ ”Alle cod. zonder Solar”<br />
In deze groep worden alle codeeradressen<br />
(behalve de codeeradressen<br />
van de groep ”Zonnesysteem”)<br />
in stijgende volgorde<br />
weergegeven.<br />
5. Codeeradres kiezen.<br />
Codering 2<br />
6. Waarde aan de hand van de volgende<br />
tabellen instellen en<br />
met ”OK” bevestigen.<br />
7. Als alle coderingen weer in de toestand<br />
bij levering moeten worden<br />
teruggezet:<br />
”Basisinstelling” in ”Codeerniveau<br />
2” kiezen.<br />
Aanwijzing<br />
Ook de coderingen van codeerniveau<br />
1 worden weer teruggezet.<br />
Regeling voor verhoogde werking:<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. OK en ä gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
3. Met Ú ”2” selecteren voor codeerniveau<br />
2 en bevestigen met OK.<br />
Op het display knippert ”I” voor de<br />
codeeradressen van groep 1.<br />
53
Codering 2<br />
Codering 2 oproepen (vervolg)<br />
4. Groep v het gewenste codeeradres<br />
met V/v selecteren, bijv. ”1” voor<br />
de groep ”Algemeen” (zie volgende<br />
hoofdstuk):<br />
Geselecteerde groep bevestigen met<br />
OK.<br />
5. Codeeradres met V/v kiezen.<br />
6. Waarde aan de hand van de volgende<br />
tabellen met V/v instellen en<br />
bevestigen met OK.<br />
Algemeen/groep ”1”<br />
54<br />
7. Als alle coderingen weer in de toestand<br />
bij levering moeten worden<br />
teruggezet:<br />
Met Ú ”7” selecteren en bevestigen<br />
met OK.<br />
Als ” ” knippert met OK bevestigen.<br />
Aanwijzing<br />
Ook de coderingen van codeerniveau<br />
1 worden weer teruggezet.<br />
”Algemeen” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 53).<br />
”1” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
00:1 Installatie-uitvoering 1:<br />
Een verwarmingscircuit<br />
zonder mengklep (A1),<br />
zonder tapwateropwarming<br />
Waarde<br />
adres<br />
00: ...<br />
Installatie-uitvoering<br />
Beschrijving<br />
00:2<br />
tot<br />
00:10<br />
Installatieschema's zie volgende<br />
tabel:<br />
2 1 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1), met tapwateropwarming (codering stelt zich automatisch<br />
in)<br />
3 2, 3 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), zonder tapwateropwarming<br />
4 2, 3 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), met tapwateropwarming<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Waarde<br />
adres<br />
00: ...<br />
Installatie-uitvoering<br />
Beschrijving<br />
5 2, 3, 4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), zonder tapwateropwarming (codering stelt<br />
zich automatisch in)<br />
6 2, 3, 4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1), met tapwateropwarming (codering stelt zich automatisch<br />
in)<br />
7 5 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
3), zonder tapwateropwarming<br />
8 5 Een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2), en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
3), met tapwateropwarming<br />
9 5 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1), een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
3), zonder tapwateropwarming (codering stelt<br />
zich automatisch in)<br />
10 5 Een verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit<br />
1), een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
2) en een verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit<br />
3), met tapwateropwarming (codering stelt zich<br />
automatisch in)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
11:≠9 Geen toegang tot de<br />
codeeradressen voor de<br />
parameters van de verbrandingsregeling<br />
25:0 Zonder buitentemperatuursensor<br />
(bij regeling<br />
voor verhoogde werking)<br />
Codering 2<br />
11:9 Toegang tot de codeeradressen<br />
voor de parameters<br />
van de verbrandingsregeling<br />
open<br />
25:1 Met buitentemperatuursensor<br />
(wordt automatisch<br />
herkend)<br />
32:0 Zonder uitbreiding AM1 32:1 Met uitbreiding AM1 (wordt<br />
automatisch herkend)<br />
33:1 Functie uitgang A1 aan 33:0 Functie uitgang A1: tapwa-<br />
uitbreiding AM1: CVteromlooppomppomp<br />
33:2 Functie uitgang A1: circulatiepomp<br />
voor de boileropwarming<br />
55
Codering 2<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
34:0 Functie uitgang A2 aan<br />
uitbreiding AM1: tapwateromlooppomp<br />
56<br />
34:1 Functie uitgang A2: CVpomp<br />
34:2 Functie uitgang A2: circulatiepomp<br />
voor de boileropwarming<br />
35:0 Zonder uitbreiding EA1 35:1 Met uitbreiding EA1 (wordt<br />
automatisch herkend)<br />
36:0 Functie uitgang aBJ aan 36:1 Functie uitgang aBJ: toe-<br />
uitbreiding EA1: storingsvoerpompmelding<br />
36:2 Functie uitgang aBJ: tapwateromlooppomp<br />
38:0 Status brandersturing: 38:≠0 Status storing branderbe-<br />
werking (geen storing)<br />
sturingsapparaat (alleen<br />
indicator)<br />
3A:0 Functie ingang DE1 aan 3A:1 Functie ingang DE1: wer-<br />
uitbreiding EA1: geen<br />
kingsprogramma-omscha<br />
functie<br />
keling<br />
3A:2 Functie ingang DE1:<br />
externe opvraag met<br />
gewenste temperatuur.<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3F<br />
3A:3 Functie ingang DE1: extern<br />
blokkeren.<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3E<br />
3A:4 Functie ingang DE1: extern<br />
blokkeren met storingsmeldingang<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3E<br />
3A:5 Functie ingang DE1: storingsmeldingang<br />
3A:6 Functie ingang DE1: kortstondige<br />
werking tapwateromlooppomp(toetsfunctie).<br />
Instelling looptijd tapwateromlooppomp:<br />
codeeradres<br />
3d<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
3b:0 Functie ingang DE2 aan<br />
uitbreiding EA1: geen<br />
functie<br />
Codering 2<br />
3b:1 Functie ingang DE2: werkingsprogramma-omschakeling<br />
3b:2 Functie ingang DE2:<br />
externe opvraag met<br />
gewenste temperatuur.<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3F<br />
3b:3 Functie ingang DE2: extern<br />
blokkeren.<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3E<br />
3b:4 Functie ingang DE2: extern<br />
blokkeren met storingsmeldingang<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3E<br />
3b:5 Functie ingang DE2: storingsmeldingang<br />
3b:6 Functie ingang DE2: kortstondige<br />
werking tapwateromlooppomp(toetsfunctie).<br />
Instelling looptijd tapwateromlooppomp:<br />
codeeradres<br />
3d<br />
57
Codering 2<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
3C:0 Functie ingang DE3 aan<br />
uitbreiding EA1: geen<br />
functie<br />
3d:5 Looptijd tapwateromlooppomp<br />
bij kortstondige<br />
werking: 5 min.<br />
3E:0 Interne circulatiepomp<br />
blijft bij signaal ”Extern<br />
blokkeren” in regelwerking<br />
58<br />
3C:1 Functie ingang DE3: werkingsprogramma-omschakeling<br />
3C:2 Functie ingang DE3:<br />
externe opvraag met<br />
gewenste temperatuur.<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3F<br />
3C:3 Functie ingang DE3: extern<br />
blokkeren.<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3E<br />
3C:4 Functie ingang DE3: extern<br />
blokkeren met storingsmeldingang<br />
Functie interne circulatiepomp:<br />
codeeradres 3E<br />
3C:5 Functie ingang DE3: storingsmeldingang<br />
3C:6 Functie ingang DE3: kortstondige<br />
werking tapwateromlooppomp(toetsfunctie).<br />
Instelling looptijd tapwateromlooppomp:<br />
codeeradres<br />
3d<br />
3d:1<br />
tot<br />
3d:60<br />
Looptijd tapwateromlooppomp<br />
bij kortstondige werking<br />
instelbaar van 1 tot<br />
60 min.<br />
3E:1 Interne circulatiepomp<br />
wordt bij signaal ”Extern<br />
blokkeren” uitgeschakeld<br />
3E:2 Interne circulatiepomp<br />
wordt bij signaal ”Extern<br />
blokkeren” ingeschakeld<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
3F:0 Interne circulatiepomp<br />
blijft bij signaal ”Externe<br />
aanvraag” in regelwerking<br />
51:0 Interne circulatiepomp<br />
wordt bij warmteaanvraag<br />
altijd ingeschakeld<br />
52:0 Zonder aanvoertemperatuursensor<br />
voor een<br />
evenwichtsfles<br />
53:1 Functie aansluiting sK<br />
van de interne uitbreiding:<br />
Omlooppomp<br />
Codering 2<br />
3F:1 Interne circulatiepomp<br />
wordt bij signaal ”Externe<br />
aanvraag” uitgeschakeld<br />
3F:2 Interne circulatiepomp<br />
wordt bij signaal ”Externe<br />
aanvraag” ingeschakeld<br />
51:1 Installatie met evenwichtsfles:<br />
interne circulatiepomp<br />
wordt bij warmteaanvraag<br />
alleen ingeschakeld als de<br />
brander loopt (met pompnaloop).<br />
51:2 Installatie met verwarmingswaterbuffer:<br />
interne circulatiepomp<br />
wordt bij warmteaanvraag<br />
alleen ingeschakeld als de<br />
brander loopt (met pompnaloop).<br />
52:1 Met aanvoertemperatuursensor<br />
voor de evenwichtsfles<br />
(wordt automatisch<br />
herkend)<br />
53:0 Functie Aansluiting sK:<br />
groepsalarm<br />
53:2 Functie Aansluiting sK:<br />
externe CV-pomp (verwarmingscircuit<br />
1)<br />
53:3 Functie Aansluiting sK:<br />
externe circulatiepomp<br />
voor de boilerverwarming<br />
59
Codering 2<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
54:0 Zonder zonnesysteem 54:1 Met Vitosolic 100 (wordt<br />
automatisch herkend)<br />
54:2 Met Vitosolic 200 (wordt<br />
automatisch herkend)<br />
54:3 Met zonneregelingsmodule<br />
SM1 zonder extra functie<br />
(wordt automatisch<br />
herkend)<br />
54:4 Met zonneregelingsmodule<br />
SM1 met extra functie,<br />
bijv. verwarmingsondersteuning<br />
(wordt automatisch<br />
herkend)<br />
6E:50 Niet verstellen<br />
76:0 Zonder communicatiemodule<br />
LON (alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
77:1 LON-deelnemernummer<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)<br />
79:1 Met communicatiemodule<br />
LON: regeling is<br />
foutmanager (alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
7b:1 Met communicatiemodule<br />
LON: regeling zendt<br />
tijd (alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
60<br />
76:1 Met communicatiemodule<br />
LON (wordt automatisch<br />
herkend)<br />
77:2<br />
tot<br />
77:99<br />
LON-deelnemersnummer<br />
instelbaar van 1 tot 99:<br />
1 - 4 = CV-ketel<br />
5 = cascade<br />
10 - 98 = Vitotronic 200-H<br />
99 = Vitocom<br />
Aanwijzing<br />
Elk nummer mag slechts<br />
eenmaal worden toegekend.<br />
79:0 Regeling is niet foutmanager<br />
7b:0 Tijd niet zenden<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
7F:1 Eengezinswoning (alleen<br />
bij weersafhankelijke<br />
werking)<br />
80:6 Storing wordt gemeld<br />
zodra de storing min.<br />
30s aanwezig is<br />
81:1 Automatische omschakeling<br />
van zomer-/winteruur<br />
7F:0 Meergezinswoning,<br />
aparte instelling van<br />
vakantieprogramma en<br />
tijdprogramma voor tapwaterverwarming<br />
mogelijk<br />
80:0 Storingsmelding direct<br />
80:2<br />
tot<br />
80:199<br />
Minimumduur van de storing<br />
tot storingsmelding<br />
volgt, instelbaar van 10 s<br />
tot 995 s; 1 instelstap ≙<br />
5 sec.<br />
81:0 Manuele omschakeling<br />
van zomer-/winteruur<br />
81:2 Plaatsing van de radioklokontvanger<br />
(wordt automatisch<br />
herkend)<br />
81:3 Met communicatiemodule<br />
LON: regeling ontvangt tijd<br />
82:0 Werking op aardgas 82:1 Werking met vloeibaar gas<br />
(alleen instelbaar, als<br />
codeeradres 11:9 ingesteld<br />
is)<br />
86:0 Niet verstellen<br />
87:0 Niet verstellen<br />
88:0 Temperatuurindicatie in<br />
ºC (Celsius)<br />
8A:175 Niet verstellen!<br />
8F:0 Alle bedieningselementen<br />
in functie<br />
90:128 Tijdconstante voor berekening<br />
van de gewijzigde<br />
buitentemperatuur<br />
21,3 h<br />
88:1 Temperatuurindicatie in ºF<br />
(Fahrenheit)<br />
8F:1 Alle bedieningselementen<br />
geblokkeerd<br />
8F:2 Alleen basisinstellingen<br />
bedienbaar<br />
90:1<br />
tot<br />
90:199<br />
Codering 2<br />
Al naargelang de ingestelde<br />
waarde snelle<br />
(lagere waarden) of langzame<br />
(hogere waarden)<br />
aanpassing van de aanvoertemperatuur<br />
bij wijziging<br />
van de buitentemperatuur;<br />
1 instelstap = 10 min min<br />
61
Codering 2<br />
Algemeen/groep ”1” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
94:0 Zonder uitbreiding Open<br />
Therm<br />
95:0 Zonder communicatiepoort<br />
Vitocom 100<br />
97:0 Met communicatiemodule<br />
LON: buitentemperatuur<br />
van de sensor die<br />
op de regeling is aangesloten,<br />
wordt intern<br />
gebruikt (alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
98:1 <strong>Viessmann</strong> installatienummer<br />
(in combinatie<br />
met bewaking van meerdere<br />
installaties<br />
Vitocom <strong>300</strong>)<br />
9b:70 Gewenste aanvoertemperatuur<br />
externe aanvraag<br />
70 °C<br />
9C:20 Bewaking LON-deelnemers.<br />
Wanneer een deelnemer<br />
niet antwoordt, worden<br />
na 20 min. interne standaardwaarden<br />
van de<br />
regeling gebruikt. Pas<br />
dan volgt een storingsmelding.<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weers-afhankelijke<br />
werking)<br />
9F:8 Verschiltemperatuur 8 K;<br />
alleen in combinatie met<br />
een mengklepcircuit<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)<br />
62<br />
94:1 Met uitbreiding Open<br />
Therm (wordt automatisch<br />
herkend)<br />
95:1 Met communicatiepoort<br />
Vitocom 100 (wordt automatisch<br />
herkend)<br />
97:1 Regeling ontvangt buitentemperatuur<br />
97:2 Regeling zendt buitentemperatuur<br />
aan de<br />
Vitotronic 200-H<br />
98:1<br />
tot<br />
98:5<br />
9b:0<br />
tot<br />
9b:127<br />
Installatienummer instelbaar<br />
tussen 1 en 5<br />
Gewenste aanvoertemperatuur<br />
bij externe aanvraag<br />
instelbaar van 0 tot 127°C<br />
(begrensd door ketelspecifieke<br />
parameters)<br />
9C:0 Geen bewaking<br />
9C:5<br />
tot<br />
9C:60<br />
9F:0<br />
tot<br />
9F:40<br />
Tijd instelbaar tussen 5 en<br />
60 min<br />
Verschiltemperatuur instelbaar<br />
van 0 tot 40 K<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Ketel/groep ”2”<br />
”Ketel” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 53).<br />
”2” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
01:1 Niet verstellen (alleen bij<br />
regeling voor verhoogde<br />
werking)<br />
04:1 Minimumpauzetijd brander<br />
afhankelijk van de<br />
belasting van de verwarmingsketel<br />
(aangegeven<br />
door ketelcodeerstekker)<br />
06:... Maximumbegrenzing van<br />
de ketelwatertemperatuur,<br />
opgegeven door de<br />
ketelcodeerstekker in °C<br />
0d:0 Niet verstellen<br />
0E:0 Niet verstellen<br />
13:1 Niet verstellen<br />
14:1 Niet verstellen<br />
15:1 Niet verstellen<br />
21:0 Geen onderhoudsperiode<br />
(bedrijfsuren) ingesteld<br />
23:0 Geen tijdsinterval voor<br />
branderonderhoud<br />
24:0 Geen indicatie ”Onderhoud”<br />
op het scherm<br />
28:0 Geen intervalontsteking<br />
van de brander<br />
04:0 Minimumpauzetijd brander<br />
vast ingesteld (aangegeven<br />
door ketelcodeerstekker)<br />
06:20<br />
tot<br />
06:127<br />
21:1<br />
tot<br />
21:100<br />
23:1<br />
tot<br />
23:24<br />
Maximumbegrenzing van<br />
de ketelwatertemperatuur<br />
binnen het door de ketel<br />
opgegeven bereik<br />
Aantal bedrijfsuren van de<br />
brander tot aan het volgende<br />
onderhoud instelbaar<br />
van 100 tot 10 000 h<br />
1 instelstap ≙ 100 h<br />
Tijdsinterval instelbaar van<br />
1 tot 24 maanden<br />
24:1 Indicatie ”Onderhoud” op<br />
het display (adres wordt<br />
automatisch geactiveerd,<br />
moet na onderhoud manueel<br />
worden teruggezet)<br />
28:1<br />
tot<br />
28:24<br />
Codering 2<br />
Tijdsinterval van 1 uur tot<br />
24 uur instelbaar. Brander<br />
wordt steeds gedurende<br />
30 sec. geforceerde ingeschakeld<br />
(alleen bij werking<br />
met vloeibaar gas).<br />
63
Codering 2<br />
Ketel/groep ”2” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
2E:0 Zonder externe uitbreiding<br />
H1 of H2<br />
2F:0 Ontluchtingsprogramma/<br />
vulprogramma niet actief<br />
30:1 Interne circulatiepomp<br />
toerentalgeregeld (wordt<br />
automatisch ingesteld)<br />
31:... Gewenst toerental van de<br />
interne circulatiepomp bij<br />
werking als ketelcircuitpomp<br />
in %, bepaald door<br />
de ketelcodeerstekker<br />
38:0 Status brandersturing:<br />
werking (geen storing)<br />
Warm water/groep ”3”<br />
64<br />
2E:1 Met externe uitbreiding H1<br />
of H2 (wordt automatisch<br />
herkend)<br />
2F:1 Ontluchtingsprogramma<br />
actief<br />
2F:2 Vulprogramma actief<br />
30:0 Interne circulatiepomp niet<br />
toerentalgeregeld (bv. tijdelijk<br />
bij servicewerkzaamheden)<br />
31:0<br />
tot<br />
31:100<br />
Gewenst toerental instelbaar<br />
van 0 tot 100 %<br />
38:≠0 Status brandersturing: storing<br />
”Warm water” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie pagina 53).<br />
”3” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Warm water<br />
56:0 Gewenste tapwatertemperatuur<br />
instelbaar van<br />
10 tot 60 °C<br />
56:1 Gewenste tapwatertemperatuur<br />
instelbaar van 10 tot<br />
meer dan 60 °C<br />
Aanwijzing<br />
Max. waarde afhankelijk<br />
van de ketelcodeerstekker.<br />
Max. toegestane tapwatertemperatuur<br />
respecteren.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Warm water/groep ”3” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
58:0 Zonder bijkomende functie<br />
voor tapwateropwarming<br />
59:0 Boilerverwarming:<br />
inschakelpunt -2,5 K<br />
uitschakelpunt +2,5 K<br />
5b:0 Warmwaterboiler direct<br />
aan de verwarmingsketel<br />
aangesloten<br />
5E:0 Circulatiepomp voor boileropwarming(aansluiting<br />
aan uitbreiding AM1)<br />
blijft bij signaal ”Extern<br />
blokkeren” in regelwerking<br />
5F:0 Circulatiepomp voor boileropwarming(aansluiting<br />
aan uitbreiding AM1)<br />
blijft bij signaal ”Externe<br />
aanvraag” in regelwerking<br />
60:20 Tijdens de tapwateropwarming<br />
is de ketelwatertemperatuur<br />
max. 20 K<br />
hoger dan de gewenste<br />
tapwatertemperatuur<br />
62:2 Circulatiepomp met<br />
2 min naloop na boileropwarming<br />
58:10<br />
tot<br />
58:60<br />
59:1<br />
tot<br />
59:10<br />
Invoer van een 2e<br />
gewenste tapwatertemperatuur;<br />
instelbaar van 10 tot<br />
60 °C (codeeradres ”56”<br />
en ”63” respecteren)<br />
Inschakelpunt instelbaar<br />
van 1 tot 10 K onder de<br />
gewenste waarde<br />
5b:1 Warmwaterboiler achter de<br />
evenwichtsfles aangesloten<br />
5E:1 Circulatiepomp voor boileropwarming<br />
wordt bij signaal<br />
”Extern blokkeren” uitgeschakeld<br />
5E:2 Circulatiepomp voor boileropwarming<br />
wordt bij signaal<br />
”Extern blokkeren”<br />
ingeschakeld<br />
5F:1 Circulatiepomp voor boileropwarming<br />
wordt bij signaal<br />
”Externe aanvraag”<br />
uitgeschakeld<br />
5F:2 Circulatiepomp voor boileropwarming<br />
wordt bij signaal<br />
”Externe aanvraag”<br />
ingeschakeld<br />
60:5<br />
tot<br />
60:25<br />
Codering 2<br />
Verschil tussen de ketelwatertemperatuur<br />
en<br />
gewenste tapwatertemperatuur<br />
instelbaar tussen 5<br />
en 25 K<br />
62:0 Circulatiepomp zonder<br />
naloop<br />
62:1 Nalooptijd instelbaar tus-<br />
tot<br />
sen 1 en 15 minuten<br />
62:15<br />
65
Codering 2<br />
Warm water/groep ”3” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
63:0 Geen bijkomende functie 63:1 Extra functie: 1 x dagelijks<br />
voor tapwaterverwarming 63:2 Elke 2 dagen tot elke 14<br />
(alleen bij regeling voor tot<br />
dagen<br />
verhoogde werking) 63:14<br />
63:15 2 x dagelijks<br />
65:... Informatie over het type<br />
van de omschakelklep<br />
(niet verstellen):<br />
0: zonder omschakelklep<br />
1: omschakelklep fa.<br />
<strong>Viessmann</strong><br />
2: omschakelklep fa.<br />
Wilo<br />
3: omschakelklep fa.<br />
Grundfos<br />
67:40 Bij zonnetapwateropwar- 67:0 Gewenste tapwatertempeming:<br />
gewenste tapwa- tot<br />
ratuur instelbaar van 0 tot<br />
tertemperatuur 40 °C. 67:95 95 °C (begrensd door de<br />
Boven de ingestelde,<br />
ketelspecifieke parame-<br />
gewenste waarde is de<br />
naverwarmingsonderdrukking<br />
actief (tapwateropwarming<br />
door de verwarmingsketelgeblokkeerd).ters)<br />
6C:100 Gewenst toerental 6C:0 Gewenst toerental instel-<br />
interne circulatiepomp bij tot<br />
baar van 0 tot 100 %<br />
tapwaterverwarming 100<br />
%<br />
6C:100<br />
6F:... Max. vermogen bij tapwa- 6F:0 Max. vermogen bij tapwateropwarming<br />
in %, opge- tot<br />
terverwarming instelbaar<br />
geven door de ketelco- 6F:100 van het min. vermogen tot<br />
deerstekker<br />
100 %<br />
71:0 Tapwatercirculatie- 71:1 ”Uit” tijdens de tapwaterpomp:<br />
”Aan” na het tijdverwarming<br />
tot de 1e<br />
programma (alleen bij<br />
gewenste waarde<br />
regeling voor weersaf- 71:2 ”Aan” tijdens de tapwaterhankelijke<br />
werking)<br />
verwarming tot de 1e<br />
gewenste waarde<br />
66<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Warm water/groep ”3” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
72:0 Tapwatercirculatiepomp:<br />
”Aan” na het tijdprogramma<br />
(alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
73:0 Tapwatercirculatiepomp:<br />
”Aan” na het tijdprogramma<br />
(alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
Zonnesysteem/groep ”4”<br />
72:1 ”Uit” tijdens de tapwateropwarming<br />
tot de 2e<br />
gewenste waarde<br />
72:2 ”Aan” tijdens de tapwateropwarming<br />
tot de 2e<br />
gewenste waarde<br />
73:1<br />
tot<br />
73:6<br />
Tijdens het tijdprogramma<br />
1 maal/h gedurende<br />
5 min. ”Aan” tot 6 maal/h<br />
gedurende 5 min. ”Aan”<br />
73:7 Permanent ”Aan”<br />
”Zonnesysteem” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie<br />
pagina 53).<br />
”4” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />
Aanwijzing<br />
De groep Zonnesysteem wordt alleen weergegeven als een zonneregelingsmodule,<br />
type SM1 is aangesloten.<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
Geen functiewijze toegekend<br />
00:8 De zonnecircuitpomp<br />
wordt ingeschakeld als<br />
de collectortemperatuur<br />
de werkelijke boilertemperatuur<br />
met<br />
8 K overstijgt.<br />
01:4 De zonnecircuitpomp<br />
wordt uitgeschakeld als<br />
het verschil tussen collectortemperatuur<br />
en werkelijke<br />
boilertemperatuur<br />
minder dan 4 K<br />
bedraagt.<br />
00:2<br />
tot<br />
00:30<br />
01:1<br />
tot<br />
01:29<br />
Codering 2<br />
Het verschil tussen de werkelijke<br />
boilertemperatuur<br />
en inschakelpunt zonnecircuitpomp<br />
kan ingesteld<br />
worden van 2 tot 30 K<br />
Het verschil tussen de werkelijke<br />
boilertemperatuur<br />
en uitschakelpunt zonnecircuitpomp<br />
kan ingesteld<br />
worden van 1 tot 29 K<br />
67
Codering 2<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
02:0 Zonnecircuitpomp niet<br />
toerentalgestuurd<br />
03:10 Het temperatuurverschil<br />
tussen collectortemperatuur<br />
en werkelijke boilertemperatuur<br />
wordt op<br />
10 K geregeld.<br />
04:5 Regelaarversterking van<br />
de toerentalregeling<br />
5 %/K.<br />
05:10 Minimumtoerental van de<br />
zonnecircuitpomp 10 %<br />
van het maximumtoerental<br />
06:80 Maximumtoerental van<br />
de zonnecircuitpomp<br />
80 % van het maximaal<br />
mogelijke toerental<br />
07:0 Intervalfunctie van de<br />
zonnecircuitpomp uitgeschakeld<br />
08:60 De zonnecircuitpomp<br />
wordt uitgeschakeld als<br />
de werkelijke boilertemperatuur<br />
60°C (maximumboilertemperatuur)<br />
bereikt.<br />
68<br />
02:1 Zonnecircuitpomp toerentalgestuurd<br />
met aspakketbesturing<br />
02:2 Zonnecircuitpomp toerentalgestuurd<br />
met PWM-aansturing<br />
03:5<br />
tot<br />
03:20<br />
04:1<br />
tot<br />
04:10<br />
05:1<br />
tot<br />
05:100<br />
06:1<br />
tot<br />
06:100<br />
Het verschil tussen collectortemperatuur<br />
en werkelijke<br />
boilertemperatuur kan<br />
ingesteld worden van 5 tot<br />
20 K<br />
Regelaarversterking instelbaar<br />
van 1 tot 10 %/K<br />
Minimumtoerental van de<br />
zonnecircuitpomp kan<br />
ingesteld worden van 1 tot<br />
100 %<br />
Maximumtoerental van de<br />
zonnecircuitpomp kan<br />
ingesteld worden van 1 tot<br />
100 %<br />
07:1 Intervalfunctie van de zonnecircuitpompingeschakeld.<br />
Voor een exacte vastlegging<br />
van de collectortemperatuur<br />
wordt de zonnecircuitpomp<br />
cyclisch voor<br />
korte tijd vastgelegd.<br />
08:10<br />
tot<br />
08:90<br />
De maximumboilertemperatuur<br />
kan ingesteld worden<br />
van 10 tot 90 °C<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
09:130 De zonnecircuitpomp<br />
wordt uitgeschakeld als<br />
de boilertemperatuur<br />
130 °C bereikt (maximumcollectortemperatuur<br />
ter bescherming van<br />
de installatiecomponenten)<br />
0A:5 Als bescherming van<br />
installatiecomponenten<br />
en warmtedragend<br />
medium wordt het toerental<br />
van de zonnecircuitpomp<br />
gereduceerd als<br />
het verschil tussen de<br />
werkelijke boilertemperatuur<br />
en de gewenste boilertemperatuur<br />
kleiner is<br />
dan 5 K.<br />
0b:0 Collectorvorstbeschermfunctie<br />
uitgeschakeld<br />
0C:1 Delta-T-bewaking ingeschakeld.<br />
Te gering of geen debiet<br />
in het collektorcircuit<br />
wordt vastgelegd.<br />
0d:1 Nacirculatiebewaking<br />
ingeschakeld.<br />
Ongewild debiet in collectorcircuit<br />
(bijv. 's nachts)<br />
wordt vastgelegd.<br />
09:20<br />
tot<br />
09:200<br />
0A:0<br />
tot<br />
0A:40<br />
Codering 2<br />
De temperatuur kan ingesteld<br />
worden van 20 tot<br />
200 °C<br />
Het verschil tussen de<br />
gewenste boilertemperatuur<br />
en inschakelpunt stagnatiereducering<br />
kan ingesteld<br />
worden van 0 tot 40 K<br />
0b:1 Collectorvorstbeschermfunctie<br />
ingeschakeld (niet<br />
nodig bij <strong>Viessmann</strong>warmtedragend<br />
medium).<br />
0C:0 Delta-T-bewaking uitgeschakeld.<br />
0d:0 Nacirculatiebewaking uitgeschakeld.<br />
69
Codering 2<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
0E:1 Vaststelling opbrengst<br />
zonne-energie met<br />
<strong>Viessmann</strong> warmtedragend<br />
medium<br />
0F:70 Debiet van het collectorcircuit<br />
bij maximumpomptoerental<br />
is ingesteld op<br />
7 l/min.<br />
10:0 Doelltemperatuurregeling<br />
uitgeschakeld (zie<br />
codeeradres 11)<br />
70<br />
0E:2 Vaststelling opbrengst<br />
zonne-energie met<br />
<strong>Viessmann</strong> warmtedragend<br />
medium water (niet<br />
instellen, omdat alleen<br />
werking met <strong>Viessmann</strong><br />
warmtedragend medium<br />
mogelijk is)<br />
0E:0 Vaststelling opbrengst<br />
zonne-energie uitgeschakeld<br />
0F:1<br />
tot<br />
0F:255<br />
Debiet van het collectorcircuit<br />
kan ingesteld worden<br />
van 0,1 tot 25,5 l/min<br />
10:1 Doeltemperatuurregeling<br />
ingeschakeld<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
11:50 Gewenste boilertemperatuur<br />
zonnesysteem<br />
50 °C.<br />
■ Doeltemperatuurregeling<br />
ingeschakeld<br />
(codering 10:1):<br />
Temperatur waarmee<br />
het met zonne-energie<br />
opgewarmde water in<br />
de warmwaterboiler in<br />
lagen moet worden<br />
ingedeeld.<br />
■ Uitgebreide regelingsfuncties<br />
op opwarming<br />
twee warmwaterboilers<br />
ingesteld (codering<br />
20:8):<br />
Als de werkelijke temperatuur<br />
van een<br />
warmwaterboiler de<br />
ingestelde gewenste<br />
boilertemperatuur<br />
bereikt, wordt de<br />
opwarming op de<br />
tweede warmwaterboiler<br />
omgeschakeld.<br />
12:20 Minimumcollectortemperatuur<br />
20 °C.<br />
De zonnecircuitpomp<br />
wordt pas ingeschakeld<br />
als aan de collectortemperatuursensor<br />
de ingesteldeminimumcollectortemperatuur<br />
wordt overschreden.<br />
11:10<br />
tot<br />
11:90<br />
Codering 2<br />
De gewenste boilertemperatuur<br />
kan ingesteld worden<br />
van 10 tot 90 °C<br />
12:0 Minimumcollectortemperatuurfunctie<br />
uitgeschakeld<br />
12:1 Maximumcollectortempe-<br />
tot<br />
ratuur kan ingesteld wor-<br />
12:90 den van 1 tot 90 °C<br />
71
Codering 2<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie<br />
actief<br />
22:8 Inschakeltemperatuurverschil<br />
bij verwarmingsondersteuning:<br />
8 K.<br />
De schakeluitgang sS<br />
wordt ingeschakeld als<br />
de temperatuur aan sensor<br />
/ de temperatuur<br />
aan sensor aÖ met de<br />
ingestelde waarde heeft<br />
overschreden.<br />
72<br />
20:1 Bijkomende functie voor<br />
tapwateropwarming<br />
20:2 2e verschiltemperatuurregeling<br />
20:3 2e verschiltemperatuurregeling<br />
en extra functie<br />
20:4 2e verschiltemperatuurregeling<br />
en verwarmingsondersteuning<br />
20:5 Thermostaatfunctie<br />
20:6 Thermostaatfunctie en<br />
extra functie<br />
20:7 Zonneverwarming via<br />
externe warmtewisselaar<br />
zonder extra temperatuursensor.<br />
20:8 Zonneverwarming via<br />
externe warmtewisselaar<br />
zonder extra temperatuursensor.<br />
20:9 Zonneverwarming van<br />
twee warmwaterboilers<br />
22:2<br />
tot<br />
22:30<br />
Inschakeltemperatuurverschil<br />
bij verwarmingsindersteuning<br />
is instelbaar<br />
van 21 tot 30 K<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
23:4 Uitschakeltemperatuurverschil<br />
bij verwarmingsondersteuning:<br />
4 K.<br />
De schakeluitgang sS<br />
wordt uitgeschakeld als<br />
de temperatuur aan sensor<br />
/ tot onder het uitschakelpunt<br />
daalt. Het<br />
uitschakelpunt is de som<br />
van temperatuur aan sensor<br />
aÖ en de ingestelde<br />
waarde van het uitschakeltemperatuurverschil.<br />
24:40 Inschakeltemperatuur<br />
voor thermostaatfunctie<br />
40 °C.<br />
Inschakeltemperatuur<br />
thermostaatfunctie ≤ uitschakeltemperatuurthermostaatfunctie:<br />
thermostaatfunctie bijv.<br />
voor naverwarming. De<br />
schakeluitgang sS wordt<br />
uitgeschakeld als de temperatuur<br />
aan sensor /<br />
tot onder de inschakeltemperatuurthermostaatfunctie<br />
daalt.<br />
Inschakeltemperatuur<br />
thermostaatfunctie > uitschakeltemperatuurthermostaatfunctie:<br />
thermostaatfunctie bijv.<br />
voor benutting overschotwarmte.<br />
De schakeluitgang<br />
sS wordt ingeschakeld<br />
als de temperatuur<br />
aan sensor / de inschakeltemperatuurthermostaatfunctie<br />
overschrijdt.<br />
23:2<br />
tot<br />
23:30<br />
24:0<br />
tot<br />
24:100<br />
Codering 2<br />
Uitschakeltemperatuurverschil<br />
bij verwarmingsindersteuning<br />
is instelbaar<br />
van 1 tot 29 K<br />
Inschakeltemperatuur voor<br />
thermostaatfunctie is<br />
instelbaar van 0 tot 100 K<br />
73
Codering 2<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
25:50 Uitschakeltemperatuur<br />
voor thermostaatfunctie<br />
50 °C.<br />
Inschakeltemperatuur<br />
thermostaatfunctie ≤ uitschakeltemperatuurthermostaatfunctie:<br />
Thermostaatfunctie bijv.<br />
voor naverwarming. De<br />
schakeluitgang sS wordt<br />
uitgeschakeld als de temperatuur<br />
aan sensor /<br />
de inschakeltemperatuur<br />
thermostaatfunctie overschrijdt.<br />
Inschakeltemperatuur<br />
thermostaatfunctie > uitschakeltemperatuurthermostaatfunctie:<br />
Thermostaatfunctie bijv.<br />
voor benutting overschotwarmte.<br />
De schakeluitgang<br />
sS wordt uitgeschakeld<br />
als de temperatuur<br />
aan sensor / de inschakeltemperatuurthermostaatfunctie<br />
overschrijdt.<br />
26:1 Voorrang voor warmwaterboiler<br />
1 – met pendelverwarming<br />
Alleen bij instelling codering<br />
20:8.<br />
74<br />
25:0<br />
tot<br />
25:100<br />
Inschakeltemperatuur voor<br />
thermostaatfunctie is<br />
instelbaar van 0 tot 100 K<br />
26:0 Voorrang voor warmwaterboiler<br />
1 – zonder pendelverwarming<br />
26:2 Voorrang voor warmwaterboiler<br />
2 – zonder pendelverwarming<br />
26:3 Voorrang voor warmwaterboiler<br />
2 – met pendelverwarming<br />
26:4 Pendelverwarming zonder<br />
voorrang voor één van de<br />
warmwaterboilers<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
27:15 Pendelverwarmingstijd<br />
15 min.<br />
De warmwaterboiler zonder<br />
voorrang wordt max.<br />
voor de duur van de ingesteldependelverwarmingstijd<br />
opgewarmd als<br />
de warmwaterboiler met<br />
voorrang wordt opgewarmd.<br />
28:3 Pendelpauzetijd 3 min.<br />
Na afloop van de ingestelde<br />
pendelopwarmtijd<br />
voor de warmwaterboiler<br />
zonder voorrang wordt tijden<br />
de pendelpauzetijd<br />
de verhoging van de collectortemperatuurvastgelegd.<br />
27:5<br />
tot<br />
27:60<br />
28:1<br />
tot<br />
28:60<br />
Pendelopwarmingstijd<br />
instelbaar tussen 5 tot<br />
60 min.<br />
Pendelpauzetijd instelbaar<br />
van 1 tot 60 min.<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2, verwarm.circuit 3/<br />
groep ”5”<br />
”Verwarm.circuit ...” bij regeling voor weersafhankelijke werking kiezen (zie<br />
pagina 53).<br />
”5” bij regeling voor verhoogde werking kiezen (zie pagina 53).<br />
Coderingen<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
A0:0 Zonder afstandsbediening<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
Codering 2<br />
A0:1 Met Vitotrol 200A (wordt<br />
automatisch herkend)<br />
A0:2 Met Vitotrol <strong>300</strong>A (wordt<br />
automatisch herkend)<br />
75
Codering 2<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
A1:0 Alle aan de afstandsbediening<br />
mogelijke instellingen<br />
kunnen uitgevoerd<br />
worden (alleen bij regeling<br />
voor verhoogde werking)<br />
A3:2 Buitentemperatuur onder<br />
1 °C: CV-pomp ”Aan”<br />
Buitentemperatuur boven<br />
3 °C: CV-pomp ”Uit”<br />
76<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
A1:1 Aan de afstandsbediening<br />
kan alleen partywerking<br />
worden ingesteld<br />
A3:-9<br />
tot<br />
A3:15<br />
Verwarmingspomp ”Aan/<br />
Uit” (zie volgende tabel)<br />
! Opgelet<br />
Bij instellingen onder 1 °C bestaat het gevaar dat buisleidingen die zich buiten<br />
de de isolatie van het huis bevinden, kapotvriezen.<br />
Voorzichtigheid is vooral geboden bij de uitschakelmodus, bijv. tijdens vakantie.<br />
Parameter CV-pomp<br />
Adres A3:... ”Aan” ”Uit”<br />
-9 -10 °C -8 °C<br />
-8 -9 °C -7 °C<br />
-7 -8 °C -6 °C<br />
-6 -7 °C -5 °C<br />
-5 -6 °C -4 °C<br />
-4 -5 °C -3 °C<br />
-3 -4 °C -2 °C<br />
-2 -3 °C -1 °C<br />
-1 -2 °C 0 °C<br />
0 -1 °C 1 °C<br />
1 0 °C 2 °C<br />
2<br />
1 °C<br />
3 °C<br />
tot<br />
tot<br />
tot<br />
15 14 °C 16 °C<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
A4:0 Met vorstbescherming<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)<br />
A5:5 Met logisch systeem voor<br />
CV-pomp (spaarschakeling):<br />
CV-pomp ”Uit” als<br />
de buitentemperatuur<br />
(AT) 1 K hoger is dan<br />
gewenste kamertemperatuur<br />
(RT gewenst)<br />
AT > RT gewenst + 1 K<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)<br />
Codering 2<br />
A4:1 Geen vorstbescherming,<br />
instelling alleen mogelijk<br />
als codering ”A3:-9” ingesteld<br />
is.<br />
Aanwijzing<br />
”Opgelet” bij codering ”A3”<br />
respecteren<br />
A5:0 Zonder logisch systeem<br />
van de CV-pompwerking<br />
A5:1 Met logisch systeem van<br />
tot<br />
CV-pompwerking: CV-<br />
A5:15 pomp ”Uit” (zie volgende<br />
tabel)<br />
Parameter-adres A5:... Met logisch systeem van CV-pompwerking: CVpomp<br />
”Uit”<br />
1 AT > RTgewenst + 5 K<br />
2 AT > RTgewenst + 4 K<br />
3 AT > RTgewenst + 3 K<br />
4 AT > RTgewenst + 2 K<br />
5 AT > RTgewenst + 1 K<br />
6 AT > RTgew 7<br />
AT > RTgewenst - 1 K<br />
tot<br />
15 AT > RTgewenst - 9 K<br />
77
Codering 2<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
A6:36 Uitgebreide spaarschakeling<br />
niet actief (alleen<br />
bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
A7:0 Zonder mengklepspaarfunctie<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking en verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
A8:1 Verwarmingscircuit met<br />
mengklep zorgt voor<br />
vraag aan de interne circulatiepomp<br />
(alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
A9:7 Met pompstilstandtijd:<br />
CV-pomp ”Uit” bij verandering<br />
van de gewenste<br />
waarde door wisselen<br />
van werkingsmodus of<br />
wijzigingen van de<br />
gewenste kamertemperatuur<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
78<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
A6:5<br />
tot<br />
A6:35<br />
Uitgebreide spaarschakeling<br />
actief; d.w.z. bij een<br />
variabele instelbare<br />
waarde tussen 5 en 35 °C<br />
vermeerderd met 1 °C worden<br />
de brander en de CVpomp<br />
uitgeschakeld en<br />
wordt de mengklep gesloten.<br />
Basis is de gecorrigeerde<br />
buitentemperatuur.<br />
Deze bestaat uit de werkelijke<br />
buitentemperatuur en<br />
een tijdsconstante die<br />
rekening houdt met het<br />
afkoelen van een gemiddeld<br />
gebouw.<br />
A7:1 Met mengspaarfunctie (uitgebreideCV-pompenlogica):<br />
CV-pomp bovendien ”Uit”:<br />
■ als de mengklep langer<br />
dan 20 min is gesloten.<br />
CV-pomp ”Aan”:<br />
■ als de mengklep met de<br />
regelwerking begint<br />
■ bij vorstgevaar<br />
A8:0 Verwarmingscircuit met<br />
mengklep zorgt niet voor<br />
aanvraag op interne circulatiepomp<br />
A9:0 Zonder pompstilstandtijd<br />
A9:1<br />
tot<br />
A9:15<br />
Met pompstilstandtijd,<br />
instelbaar van 1 tot 15<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
b0:0 Met afstandsbediening:<br />
stookwerking/gereduc.<br />
werking: weersafhankelijk<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking, codering alleen<br />
veranderen voor het verwarmingscircuit<br />
met<br />
mengklep)<br />
b2:8 Met de afstandsbediening<br />
en voor het verwarmingscircuit<br />
moet de werking<br />
met kamertemperatuurbijschakelinggecodeerd<br />
zijn: kamerinvloedfactor<br />
8 (alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking, codering<br />
alleen veranderen voor<br />
het verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
b5:0 Met afstandsbediening:<br />
Geen kamertemperatuurgestuurdeCV-pomplogica<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking, codering alleen<br />
wijzigen voor het verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
b0:1 Stookwerking: weersafhankelijk<br />
Gered. werking: met<br />
kamertemperatuurbijschakeling<br />
b0:2 Stookwerking: met kamertemperatuurbijschakeling<br />
Gered. werking: weersafhankelijk<br />
b0:3 Stookwerking/gereduc.<br />
werking: met kamertemperatuurbijschakeling<br />
b2:0 Zonder beïnvloeding door<br />
kamerparameters<br />
b2:1<br />
tot<br />
b2:64<br />
b5:1<br />
tot<br />
b5:8<br />
Codering 2<br />
Beïnvloeding door kamerparameters<br />
instelbaar tussen<br />
1 en 64<br />
Logisch systeem voor CVpomp,<br />
zie volgende tabel:<br />
Parametera- Met logisch systeem van CV-pompwerking:<br />
dres A5:... CV-pomp ”Uit” CV-pomp ”Aan”<br />
1 RTwerkelijk > RTgewenst + 5 K RTwerkelijk < RTgewenst + 4 K<br />
2 RTwerkelijk > RTgewenst + 4 K RTwerkelijk < RTgewenst + 3 K<br />
3 RTwerkelijk > RTgewenst + 3 K RTwerkelijk < RTgewenst + 2 K<br />
4 RTwerkelijk > RTgewenst + 2 K RTwerkelijk < RTgewenst + 1 K<br />
5 RTwerkelijk > RTgewenst + 1 K RTwerkelijk < RTgewenst 79
Codering 2<br />
Parametera- Met logisch systeem van CV-pompwerking:<br />
dres A5:... CV-pomp ”Uit” CV-pomp ”Aan”<br />
6 RTwerkelijk > RTgewenst RTwerkelijk < RTgewenst - 1 K<br />
7 RTwerkelijk > RTgewenst - 1 K RTwerkelijk < RTgewenst - 2 K<br />
8 RTwerkelijk > RTgewenst - 2 K RTwerkelijk < RTgewenst - 3 K<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
C5:20 Elektronische minimumbegrenzing<br />
van de aanvoertemperatuur<br />
20 °C<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)<br />
C6:74 Elektronische maximumbegrenzing<br />
van de aanvoertemperatuur<br />
74 °C<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking)<br />
d3:14 Inclinatie van de stooklijn<br />
= 1,4<br />
80<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
d4:0 Niveau van de stooklijn =<br />
0<br />
d5:0 Externe omschakeling<br />
werkingsprogramma<br />
schakelt werkingsprogramma<br />
om naar ”Permanente<br />
werking met<br />
verlaagde kamertemperatuur”<br />
of ”Uitschakelwerking”<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
C5:1<br />
tot<br />
C5:127<br />
C6:10<br />
tot<br />
C6:127<br />
d3:2<br />
tot<br />
d3:35<br />
d4:–13<br />
tot<br />
d4:40<br />
Minimumbegrenzing<br />
instelbaar van 1 tot 127 °C<br />
(begrensd door ketelspecifieke<br />
parameters)<br />
Maximumbegrenzing<br />
instelbaar van 10 tot<br />
127 °C (begrensd door<br />
ketelspecifieke parameters)<br />
Inclinatie van de stooklijn<br />
instelbaar van 0,2 tot 3,5<br />
(zie pagina 31)<br />
Niveau van de stooklijn<br />
instelbaar van –13 tot 40<br />
(zie pagina 31)<br />
d5:1 Externe werkingsprogramma-omschakeling<br />
schakelt op ”Permanente<br />
werking met normale<br />
kamertemperatuur”<br />
(afhankelijk van codeeradres<br />
3A, 3b en 3C)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
d6:0 CV-pomp blijft bij signaal<br />
”Extern blokkeren” in<br />
regelwerking<br />
d7:0 CV-pomp blijft bij signaal<br />
”Externe aanvraag”<br />
in regelwerking<br />
d8:0 Geen werkingsprogramma-omschakeling<br />
via uitbreiding EA1<br />
E2:50 Met afstandsbediening:<br />
geen indicatiecorrectie<br />
voor de werkelijke kamertemperatuur<br />
(alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
E5:0 Zonder toerentalgeregelde<br />
externe CV-pomp<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijkewerking)<br />
d6:1 CV-pomp wordt bij signaal<br />
”Extern blokkeren” uitgeschakeld<br />
(afhankelijk<br />
van codeeradres 3A, 3b en<br />
3C)<br />
d6:2 CV-pomp wordt bij signaal<br />
”Extern blokkeren”<br />
ingeschakeld (afhankelijk<br />
van codeeradres 3A, 3b en<br />
3C)<br />
d7:1 CV-pomp wordt bij signaal<br />
”Externe aanvraag”<br />
uitgeschakeld (afhankelijk<br />
van codeeradres 3A, 3b en<br />
3C)<br />
d7:2 CV-pomp wordt bij signaal<br />
”Externe aanvraag”<br />
ingeschakeld (afhankelijk<br />
van codeeradres 3A, 3b en<br />
3C)<br />
d8:1 Werkingsprogrammaomschakeling<br />
via ingang<br />
DE1 aan uitbreiding EA1<br />
d8:2 Werkingsprogrammaomschakeling<br />
via ingang<br />
DE2 aan uitbreiding EA1<br />
d8:3 Werkingsprogrammaomschakeling<br />
via ingang<br />
DE3 aan uitbreiding EA1<br />
E2:0<br />
tot<br />
E2:49<br />
E2:51<br />
tot<br />
E2:99<br />
Codering 2<br />
Indicatiecorrectie -5 K<br />
tot<br />
Indicatiecorrectie -0,1 K<br />
Indicatiecorrectie +0,1 K<br />
tot<br />
Indicatiecorrectie +4,9 K<br />
E5:1 Met toerentalgeregelde<br />
externe CV-pomp (wordt<br />
automatisch herkend)<br />
81
Codering 2<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
E6:... Maximumtoerental van<br />
de toerentalgeregelde<br />
pomp in % van het max.<br />
toerental in de normale<br />
werking. Waarde is gegeven<br />
door ketelspecifieke<br />
parameters (alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking).<br />
E7:30 Minimumtoerental van de<br />
externe CV-pomp met<br />
toerental regeling: 30%<br />
van het maximumtoerental<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
E8:1 Minimumtoerental bij<br />
werking met verlaagde<br />
kamertemperatuur volgens<br />
de instelling in<br />
codeeradres ”E9” (alleen<br />
bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
E9:45 Toerental van de CVpomp<br />
met toerentalregeling:<br />
45% van het max.<br />
toerental bij werking op<br />
gereduceerde kamertemperatuur<br />
(alleen bij regeling<br />
voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
F1:0 Estrikfunctie niet actief<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke werking).<br />
82<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
E6:0<br />
tot<br />
E6:100<br />
E7:0<br />
tot<br />
E7:100<br />
Maximumtoerental instelbaar<br />
van 0 tot 100 %<br />
Minimumtoerental instelbaar<br />
van 0 tot 100% van<br />
het maximumtoerental<br />
E8:0 Toerental volgens de<br />
instelling van codeeradres<br />
”E7”<br />
E9:0<br />
tot<br />
E9:100<br />
F1:1<br />
tot<br />
F1:6<br />
Toerental instelbaar van 0<br />
tot 100% van het max. toerental<br />
bij werking op gereduceerdekamertemperatuur<br />
Estrikfunctie instelbaar volgens<br />
6 selecteerbare temperatuurtijdprofielen<br />
(zie<br />
pagina 128)<br />
F1:15 Constante aanvoertemperatuur<br />
20°C<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
F2:8 Begrenzing qua tijd voor F2:0 Geen tijdsbegrenzing voor<br />
partywerking of externe<br />
partywerking<br />
werkingsprogrammaomzetting<br />
met toets: 8 h<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weersafhankelijke wer-<br />
*1<br />
F2:1 Begrenzing qua tijd instel-<br />
tot<br />
baar van 1 tot 12 h<br />
F2:12<br />
*1<br />
king) *1<br />
Codering 2<br />
F5:12 Nalooptijd van de interne F5:0 Geen nalooptijd van de<br />
circulatiepomp bij stook-<br />
interne circulatiepomp<br />
werking: 12 min. (alleen F5:1 Nalooptijd van de interne<br />
bij regeling voor ver- tot<br />
circulatiepomp instelbaar<br />
hoogde werking) F5:20 tussen 1 en 20 minuten<br />
F6:25 Interne circulatiepomp is F6:0 Interne circulatiepomp is<br />
in bedrijfsmodus ”Alleen<br />
permanent uitgeschakeld<br />
warm water” permanent<br />
in werkingsmodus ”Alleen<br />
ingeschakeld (alleen bij<br />
warm water”<br />
regeling voor verhoogde F6:1 Interne circulatiepomp<br />
werking)<br />
tot<br />
wordt in werkingsmo-<br />
F6:24 dus ”Alleen warm water” 1<br />
tot 24 keer per dag gedurende<br />
telkens 10 min ingeschakeld.<br />
F7:25 Interne circulatiepomp is F7:0 Interne circulatiepomp in<br />
in werkingsmodus ”Uit-<br />
bedrijfsmodus ”Uitschakelschakelwerking”permawerking”<br />
permanent uitgenent<br />
ingeschakeld (alleen<br />
schakeld<br />
bij regeling voor ver- F7:1 Interne circulatiepomp in<br />
hoogde werking) tot<br />
werkingsmodus ”Uitscha-<br />
F7:24 kelwerking” 1 tot 24 keer<br />
per dag gedurende telkens<br />
10 min ingeschakeld.<br />
*1 De partywerking eindigt in het programma ”Verwarmen en warm water” automatisch<br />
bij omschakelen naar werking met normale kamertemperatuur.<br />
83
Codering 2<br />
Codering in de toestand bij levering Mogelijke omstelling<br />
F8:-5 Temperatuurgrens voor<br />
opheffing van de gereduceerde<br />
werking -5 ºC, zie<br />
voorbeeld op<br />
pagina 131.<br />
Let op de aanwijzing bij<br />
codeeradres ”A3” (alleen<br />
bij regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
F9:-14 Temperatuurgrens voor<br />
opheffing van gewenste,<br />
verlaagde kamertemperatuur<br />
-14 ºC, zie voorbeeld<br />
op pagina 131<br />
(alleen bij regeling voor<br />
weers-afhankelijke werking)<br />
FA:20 Verhoging van de<br />
gewenste ketel- resp.<br />
aanvoertemperatuur bij<br />
de overgang van werking<br />
met gereduceerde<br />
kamertemperatuur naar<br />
de werking met normale<br />
kamertemperatuur met<br />
20 %. Zie het voorbeeld<br />
op pagina 132 (alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking).<br />
Fb:30 Tijdsduur van de verhoogde<br />
gewenste<br />
waarde voor ketelwaterresp.aanvoertemperatuur<br />
(zie codeeradres<br />
”FA”) 60 min. Zie<br />
het voorbeeld op<br />
pagina 132 (alleen bij<br />
regeling voor weersafhankelijke<br />
werking).<br />
84<br />
Verwarm.circuit 1, verwarm.circuit 2,… (vervolg)<br />
F8:+10 Temperatuurgrens instel-<br />
tot<br />
baar van<br />
F8:-60 +10 tot -60 °C<br />
F8:-61 Functie inactief<br />
F9:+10<br />
tot<br />
F9:-60<br />
FA:0<br />
tot<br />
FA:50<br />
Fb:0<br />
tot<br />
Fb:150<br />
Temperatuurgrens voor<br />
verhoging van de<br />
gewenste kamertemperatuur<br />
op de waarde van de<br />
normale werking instelbaar<br />
van<br />
+10 tot -60 °C<br />
Temperatuurverhoging<br />
instelbaar van 0 tot 50%<br />
Tijdsduur instelbaar tussen<br />
0 en <strong>300</strong> min;<br />
1 instelstap ≙ 2 min<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Servicemenu oproepen<br />
Alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking<br />
OK en å gelijktijdig ca. 4 sec. indrukken.<br />
Overzicht servicemenu<br />
Service<br />
Diagnose<br />
Diagnose<br />
Actorentest<br />
Codeerniveau 1<br />
Codeerniveau 2<br />
Storingshistorie<br />
Servicefuncties<br />
Service beëindigen?<br />
Bedrijfsgegevens opvragen<br />
Algemeen<br />
Verwarm. circuit 1 VC1<br />
Verwarm. circuit 2 VC2<br />
Verwarm. circuit 2 VC3<br />
Warm water<br />
Zonnesysteem<br />
Korte opvraging<br />
Bestanden terugzetten<br />
Deelnemercheck<br />
Service-pin<br />
Onderhoud reset<br />
Vullen<br />
Ontluchten<br />
Max. stookvermogen<br />
■ Regeling voor weersafhankelijke werking:<br />
Bedrijfsgegevens kunnen voor de volgende bereiken worden opgevraagd.<br />
Zie ”Diagnose” in het overzicht servicemenu.<br />
Bedrijfsgegevens bij verwarmingscircuits met mengklep en zonne-energie kunnen<br />
alleen worden opgevraagd als de componenten in de installatie aanwezig zijn.<br />
Verdere informatie bij de bedrijfsgegevens zie hoofdstuk ”Korte opvraging”.<br />
■ Regeling voor verhoogde werking:<br />
Bedrijfsgegevens kunnen in het menu ”i” worden opgevraagd.<br />
Gebruiksaanwijzing<br />
Diagnose en servicevragen<br />
Verdere informatie bij de bedrijfsgegevens zie hoofdstuk ”Korte opvraging”.<br />
85
Diagnose en servicevragen<br />
Diagnose (vervolg)<br />
Aanwijzing<br />
Als de opgevraagde sensor defect is, verschijnt ”- - -” op het display.<br />
Bedrijfsgegevens oproepen<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Diagnose”<br />
Bedrijfsgegevens terugzetten<br />
86<br />
3. Gewenste groep kiezen, bijv. ”Algemeen”.<br />
Regeling voor verhoogde werking<br />
Gebruiksaanwijzing, hoofdstuk<br />
”Informatie opvragen”<br />
Opgeslagen bedrijfsgegevens (bijv. bedrijfsuren) kunnen op 0 worden teruggezet.<br />
De waarde ”Buitentemperatuur gedempt” wordt op de werkelijke waarde teruggezet.<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Diagnose”<br />
3. ”Bestanden terugzetten”<br />
Korte opvraging<br />
4. Gewenste waarde (bijv. ”Branderstarts”)<br />
of ”Alle bestanden” kiezen.<br />
Regeling voor verhoogde werking<br />
Gebruiksaanwijzing, hoofdstuk<br />
”Informatie opvragen”<br />
In de korte opvraging kunnen bijv. temperaturen, softwareversies en aangesloten<br />
componenten worden opgevraagd.<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec. indrukken.<br />
2. ”Diagnose”<br />
3. ”Korte opvraging”.<br />
5688 838 B/fl
4. OK indrukken.<br />
Op het display verschijnen 9 regels met elk 6 velden.<br />
Diagnose Korte opvraging<br />
1:<br />
2:<br />
3:<br />
4:<br />
1 F<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0 0<br />
0 A<br />
0<br />
0<br />
0 0<br />
Kiezen met Ø<br />
1 2<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
Voor de betekenis van de betreffende waarde op de afzonderlijke regels en<br />
velden zie volgende tabel:<br />
Regel<br />
(korte<br />
opvraging)<br />
Veld<br />
1 2 3 4 5 6<br />
1: Softwareversie Controlestand toestel Controlestand bran-<br />
regeling<br />
derautomaat<br />
2: Installatieschema 01 Aantal Max. op vraagtemperatuur<br />
tot 10<br />
KM-BUSdeelnemers<br />
3: SchakelSoftwareSoftwaSoftwareSoftwaSoftwaretoestandversiereversiestandreversieversiewaterbediemengzonnereLON- externe uitschakeningseenklepgelingsmodulebreidinglaarheiduitbreimodule<br />
0: geen<br />
(alleen bij<br />
ding SM1<br />
externe uitcombina-<br />
0: geen<br />
breidingtietoestel)mengklepuitbreiding<br />
4: Softwareversie Type<br />
Toesteltype<br />
branderautomaat branderautomaat<br />
5: 0: geen 0: geen<br />
Externe omschakeling 0 - 10 V<br />
externe extern<br />
Indicatie in °C<br />
warmte- blokkeren<br />
0: geen externe omschakeling<br />
vraag 1: extern<br />
1: externe<br />
warmtevraag<br />
afsluiten<br />
5688 838 B/fl<br />
Diagnose (vervolg)<br />
Diagnose en servicevragen<br />
87
Diagnose en servicevragen<br />
Diagnose (vervolg)<br />
Regel<br />
(korte<br />
opvraging)<br />
Veld<br />
1 2 3 4 5 6<br />
6: Aantal LON-deelneControle- Maximumvermogen<br />
merscijfer<br />
opgave in %<br />
Verwarm.circuit. Verwarm.circuit. M2 Verwarm.circuit M3<br />
A1( zonder mengklep)<br />
(met mengklep) (met mengklep)<br />
7: AfstandsSoftwareAfstandsSoftwareAfstandsSoftwarebedieningversiebedieversiebedieversie 0: zonder afstandsningafstandsningafstandsbe- 1: Vitotrol bediening 0: zonder bediening 0: zonder diening<br />
200A 0: geen 1: Vitotrol 0: geen 1: Vitotrol 0: geen<br />
2: Vitotrol afstands- 200A afstands- 200A afstandsbe-<br />
<strong>300</strong>A bediening 2: Vitotrol bediening 2: Vitotrol diening<br />
of<br />
<strong>300</strong>A<br />
<strong>300</strong>A<br />
Vitohome<br />
of<br />
of<br />
Vitohome<br />
Vitohome<br />
Interne circulatie- Verwarmingscircuitpomp op aansluituitpompbreiding<br />
8: ToerenSoftwareToerenSoftwareToerenSoftwaretalgereversietalgereversietalgereversiegeldetoerentalgeldetoerentalgeldetoerental- pomp gere pomp geregelde pomp geregelde<br />
0: zonder gelde 0: zonder pomp 0: zonder pomp<br />
1: Wilo pomp 1: Wilo 0: pomp 1: Wilo 0: pomp<br />
2: Grund- 0: pomp 2: Grund- zonder 2: Grund- zonder toefos<br />
zonder fostoerentalfosrentalregetoerentalregelingregelingling 9: Interne gegevens voor de kalibrering SoftwaSoftwarerestandstanduituitbreibreidingding AM1 EA1<br />
Regeling voor verhoogde werking<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec. indrukken.<br />
Op het display knippert ”Ü”.<br />
88<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Diagnose (vervolg)<br />
2. Bevestigen met OK.<br />
3. Gewenste opvraging met V/v selecteren. Bijv. ”b” voor ”Maximaal vermogen”<br />
(zie volgende tabel):<br />
4. Geselecteerde opvraging bevestigen met OK.<br />
Voor de betekenis van de afzonderlijke opvragingen zie volgende tabel:<br />
Korte opvra-<br />
Display<br />
ging<br />
0 Schakeltoestandwaterschakelaar<br />
(alleen bij<br />
combinatietoestel)<br />
1 Softwarestandzonneregelingsmodule<br />
SM1<br />
Installatieschema<br />
1<br />
tot 2<br />
Softwareversie<br />
branderautomaat<br />
Softwareversie<br />
regeling<br />
Diagnose en servicevragen<br />
Softwarestand<br />
externe uitbreiding<br />
0: geen<br />
externe uitbreiding<br />
Softwareversiebedieningsgedeelte<br />
E Externe omschakeling 0 - 10 V<br />
Indicatie in °C<br />
0: geen externe omschakeling<br />
3 Gewenste ketelwatertemperatuur<br />
A Hoogste aanvraagtemperatuur<br />
4 Type branderautomaat Toesteltype<br />
5 Gewenste boilertemperatuur<br />
Softwareversie<br />
regeling voor<br />
installatie<br />
met meerdere<br />
ketels<br />
89
Diagnose en servicevragen<br />
Diagnose (vervolg)<br />
Korte opvraging<br />
90<br />
Display<br />
b Status<br />
omschakelklep<br />
0: niet<br />
voorhanden<br />
1: Verwarmen<br />
2: middelste<br />
stand<br />
3: Tapwateropwarming<br />
Maximumvermogen in %<br />
C Ketelcodeerstekker (hexadecimaal)<br />
c Revisiestand<br />
Revisiestand<br />
toestel<br />
branderautomaat<br />
d Toerentalgeregelde<br />
pomp<br />
0 zonder<br />
1 Wilo<br />
2 Grundfos<br />
F<br />
1<br />
F<br />
2<br />
Instelling<br />
codering<br />
53<br />
Softwareversie<br />
Interne gegevens voor de kalibrering<br />
Configuratie<br />
uitgang A1<br />
(waarde<br />
komt overeen<br />
met<br />
instelling<br />
codering 33)<br />
Uitbreiding AM1<br />
Schakeltoestand<br />
uitgang A1<br />
0: uit<br />
1: aan<br />
Uitbreiding EA1<br />
Configuratie<br />
uitgang<br />
A2<br />
(waarde<br />
komt overeen<br />
met<br />
instelling<br />
codering<br />
34)<br />
Softwareversietoerentalgeregelde<br />
pomp<br />
0: pomp zondertoerentalregeling<br />
Schakeltoestanduitgang<br />
A2<br />
0: uit<br />
1: aan<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Diagnose (vervolg)<br />
Korte opvraging<br />
F<br />
3<br />
F<br />
4<br />
F<br />
5<br />
F<br />
6<br />
F<br />
7<br />
F<br />
8<br />
F<br />
9<br />
Configuratie<br />
uitgang<br />
157<br />
(waarde<br />
komt overeen<br />
met<br />
instelling<br />
codering<br />
36)<br />
Softwareversie<br />
Schakeltoestanduitgang<br />
157<br />
0: uit<br />
1: aan<br />
Display<br />
Schakeltoestand<br />
ingang<br />
DE1<br />
0: open<br />
1: gesloten<br />
Schakeltoestand<br />
ingang DE2<br />
0: open<br />
1: gesloten<br />
Externe omschakeling 0 - 10 V<br />
Indicator in %<br />
Zonneregelingsmodule SM1<br />
Stagnatietijd van de zonne-installatie in h<br />
Nachtcirculatie zonne-installatie (aantal)<br />
Bewaking naverwarmingsonderdrukking stoken (aantal)<br />
Softwareversie<br />
Zonneverwarmingsondersteuning<br />
0: niet<br />
actief<br />
1: actief<br />
Uitbreiding Open Therm (indien aanwezig)<br />
Status tapwateropwarming<br />
Uitgangen controleren (relaistest)<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
Externe omschakeling 0 - 10 V<br />
Indicator in %<br />
2. ”Actorentest”<br />
Diagnose en servicevragen<br />
Schakeltoestand<br />
ingang<br />
DE3<br />
0: open<br />
1: gesloten<br />
Schakeltoestanduitgang<br />
22<br />
0: uit<br />
1: aan<br />
91
Diagnose en servicevragen<br />
Uitgangen controleren (relaistest) (vervolg)<br />
De volgende relaisuitgangen kunnen worden aangestuurd al naargelang de<br />
installatie:<br />
Display Verklaring<br />
Basisbelasting inschak. Brander wordt met minimumvermogen gebruikt, interne<br />
pomp is ingeschakeld<br />
Volledige belasting inge- Brander wordt met maximumvermogen gebruikt, interne<br />
schak.<br />
pomp is ingeschakeld<br />
Uitg. intern inschak. Interne uitgang sÖ (int. pomp) actief<br />
Klep inschak. Verwarming<br />
Omschakelklep op stand stookwerking<br />
Klep inschak. Midden Omschakelklep op middenstand (vullen/aftappen)<br />
Klep inschak. Boiler Omschakelklep op stand warmwaterbereiding<br />
CV-pomp VC2 inschak. Uitgang CV-pomp actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
Mengklep HK2 openen Uitgang ”Mengklep open” actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
Mengklep VC2 sluiten Uitgang ”Mengklep dicht” actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
CV-pomp VC3 inschak. Uitgang CV-pomp actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
Mengklep VC3 openen Uitgang ”Mengklep open” actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
Mengklep VC3 sluiten Uitgang ”Mengklep dicht” actief (uitbreiding verwarmingscircuit<br />
met mengklep)<br />
Uitg. int.uitbr. H1<br />
inschak.<br />
Uitgang aan interne uitbreiding actief<br />
AM1 uitgang 1 inschak. Uitgang A1 aan de uitbreiding AM1 actief<br />
AM1 uitgang 2 inschak. Uitgang A2 aan de uitbreiding AM1 actief<br />
EA1 uitgang 1 inschak. Contact P - S aan stekker aBJ van de uitbreiding EA1<br />
gesloten<br />
Zonnepomp inschak. Uitgang zonnecircuitpomp sF aan zonneregelingsmodule<br />
SM1 actief<br />
Zonnepomp min. Uitgang zonnepomp aan de zonneregelingsmodule SM1<br />
inschak.<br />
op minimumtoerental gezet<br />
Zonnepomp max. Uitgang zonnepomp aan de zonneregelingsmodule SM1<br />
inschak.<br />
op maximumtoerental gezet<br />
Zonne- uitgang sS<br />
inschak.<br />
Uitgang sS aan zonneregelingsmodule SM1 actief<br />
92<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Uitgangen controleren (relaistest) (vervolg)<br />
Regeling voor verhoogde werking<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
Op het display knippert ”Ü”.<br />
2. Met Ú ” ” selecteren en bevestigen<br />
met OK.<br />
3. Gewenste actor (uitgang) kiezen met<br />
V/v (zie volgende tabel):<br />
Diagnose en servicevragen<br />
4. Geselecteerde actor bevestigen met<br />
OK.<br />
Op het display verschijnt het cijfer<br />
voor de geactiveerde actor en ”on”.<br />
De volgende actoren (relaisuitgangen) kunnen worden aangestuurd al naargelang<br />
de installatie-uitrusting:<br />
Display Verklaring<br />
1 Brander wordt met minimumvermogen gebruikt, interne pomp is<br />
ingeschakeld<br />
2 Brander wordt met maximumvermogen gebruikt, interne pomp<br />
is ingeschakeld<br />
3 Interne uitgang sÖ (int. pomp) is actief<br />
4 Omschakelklep op stand stookwerking<br />
5 Omschakelklep op middenstand (vullen/aftappen)<br />
6 Omschakelklep op stand warmwaterbereiding<br />
10 Uitgang interne uitbreiding actief<br />
15 Uitgang zonnecircuitpomp sF aan zonneregelingsmodule SM1<br />
actief<br />
16 Uitgang zonnepomp aan de zonneregelingsmodule SM1 op<br />
minimumtoerental gezet<br />
17 Uitgang zonnepomp aan de zonneregelingsmodule SM1 op<br />
maximumtoerental gezet<br />
18 Uitgang sS aan zonneregelingsmodule SM1 actief<br />
19 Contact P - S aan stekker aBJ van de uitbreiding EA1 gesloten<br />
20 Uitgang A1 aan de uitbreiding AM1 actief<br />
21 Uitgang A2 aan de uitbreiding AM1 actief<br />
93
Storingen oplossen<br />
Storingsindicaties<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking<br />
Bij een storing knippert de rode storingsindicator<br />
A. In het display knippert ”<br />
” en ”Storing” wordt aangegeven.<br />
94<br />
A<br />
1<br />
0<br />
2 3<br />
4<br />
bar<br />
R<br />
Met OK wordt de storingscode weergegeven.<br />
Voor de betekenis van de storingscodes<br />
zie de volgende pagina's.<br />
Bij een aantal storingen wordt de soort<br />
storing ook in normale tekst aangegeven.<br />
Storing bevestigen<br />
Aanwijzingen op het display volgen.<br />
Aanwijzing<br />
De storingsmelding wordt in het hoofdscherm<br />
van de korte menu's opgenomen.<br />
Een eventueel aangesloten storingsmeldinrichting<br />
wordt uitgeschakeld.<br />
Als een geaccepteerde storing niet verholpen<br />
wordt, verschijnt de storingsmelding<br />
de volgende dag opnieuw en de<br />
storingsmeldinrichting wordt weer ingeschakeld.<br />
Bevestigde storing oproepen<br />
In het basismenu ”Storing” kiezen. Een<br />
lijst van de actieve storingen wordt<br />
getoond.<br />
Storingscodes in het storingsgeheugen<br />
uitlezen (storingshistorie)<br />
De laatste 10 opgetreden storingen (ook<br />
die verholpen zijn) worden opgeslagen<br />
en kunnen worden opgevraagd.<br />
De storingen zijn op activiteit geordend.<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”Storingshistorie”<br />
3. ”Indicaties?”<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Storingsindicaties (vervolg)<br />
Regeling voor verhoogde werking<br />
Bij een storing knippert de rode storingsindicator<br />
A. Bij een storing knippert op<br />
het display van de bedieningseenheid de<br />
2-cijferige storingscode en (naargelang<br />
soort storing) ” ” of ” ”.<br />
A<br />
1<br />
0<br />
2 3<br />
4<br />
bar<br />
R<br />
Met / kunnen meer storingcodes worden<br />
opgeroepen. Voor de betekenis van<br />
de storingscodes, zie de volgende pagina's.<br />
ã<br />
1 5 0<br />
Voorbeeld: storingscode ”50”<br />
Storing bevestigen<br />
OK indrukken, op het display verschijnt<br />
weer het hoofdscherm.<br />
Storingen oplossen<br />
Een eventueel aangesloten storingsmeldinrichting<br />
wordt uitgeschakeld.<br />
Als een geaccepteerde storing niet verholpen<br />
wordt, verschijnt de storingsmelding<br />
de volgende dag opnieuw en de<br />
storingsmeldinrichting wordt weer ingeschakeld.<br />
Bevestigde storing oproepen<br />
OK en 4 sec. lang indrukken.<br />
De laatste 10 opgetreden storingen (ook<br />
die verholpen zijn) worden opgeslagen<br />
en kunnen worden opgevraagd.<br />
Storingscodes in het storingsgeheugen<br />
uitlezen (storingshistorie)<br />
De laatste 10 storingen (ook die verholpen<br />
zijn) die zich hebben voorgedaan,<br />
kunnen worden opgevraagd en worden<br />
opgeslagen.<br />
De storingen zijn op activiteit geordend.<br />
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 sec.<br />
indrukken.<br />
2. ”ã” kiezen en met OK fouthistorie<br />
activeren.<br />
3. Met / storingsmeldingen selecteren.<br />
95
Storingen oplossen<br />
Storingscodes<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
96<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
10 X X Regelt op 0°C<br />
buitentemperatuur<br />
18 X X Regelt op 0°C<br />
buitentemperatuur<br />
20 X X Regelt zonder<br />
aanvoertemperatuursensor(evenwichtsfles)<br />
28 X X Regelt zonder<br />
aanvoertemperatuursensor(evenwichtsfles)<br />
30 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
38 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
40 X Mengklep gaat<br />
dicht<br />
44 X Mengklep gaat<br />
dicht<br />
Storingsoorzaak<br />
Kortsluiting<br />
buitentemperatuursensor<br />
Onderbreking<br />
buitentemperatuursensor<br />
Kortsluiting<br />
aanvoertemperatuursensor<br />
installatie<br />
Onderbreking<br />
aanvoertemperatuursensor<br />
installatie<br />
Kortsluiting<br />
keteltemperatuursensor<br />
Onderbreking<br />
keteltemperatuursensor<br />
Kortsluiting<br />
aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
2<br />
(met mengklep)<br />
Kortsluiting<br />
aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
3<br />
(met mengklep)<br />
Maatregel<br />
Buitentemperatuursensorcontroleren<br />
(zie<br />
pagina 110)<br />
Buitentemperatuursensorcontroleren<br />
(zie<br />
pagina 110)<br />
Sensor evenwichtsflescontroleren<br />
(zie<br />
pagina 111)<br />
Sensor evenwichtsflescontroleren<br />
(zie<br />
pagina 111)<br />
Keteltemperatuursensor<br />
controleren<br />
(zie pagina 111)<br />
Keteltemperatuursensor<br />
controleren<br />
(zie pagina 111)<br />
Aanvoertemperatuursensorcontroleren<br />
Aanvoertemperatuursensorcontroleren<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
48 X Mengklep gaat<br />
dicht<br />
4C X Mengklep gaat<br />
dicht<br />
50 X X Geen warmwaterbereiding<br />
58 X X Geen warmwaterbereiding<br />
Storingsoorzaak<br />
Onderbreking<br />
aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
2<br />
(met mengklep)<br />
Onderbreking<br />
aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
3<br />
(met mengklep)<br />
Kortsluiting<br />
boilertemperatuursensor<br />
Onderbreking<br />
boilertemperatuursensor<br />
90 X X Regelwerking Kortsluiting<br />
temperatuursensor<br />
/<br />
91 X X Regelwerking Kortsluiting<br />
temperatuursensor<br />
aÖ<br />
92 X X Geen warmwaterbereiding<br />
Kortsluiting<br />
collectortemperatuursensor<br />
93 X X Regelwerking Kortsluiting<br />
boilertemperatuursensor<br />
Storingen oplossen<br />
Maatregel<br />
Aanvoertemperatuursensorcontroleren<br />
Aanvoertemperatuursensorcontroleren<br />
Sensoren controleren<br />
(zie pagina<br />
111)<br />
Sensoren controleren<br />
(zie pagina<br />
111)<br />
Sensor / aan de<br />
zonneregelingsmodulecontroleren.<br />
Sensor aÖ aan de<br />
zonneregelingsmodulecontroleren.Temperatuursensor<br />
& aan de zonneregelingsmodule<br />
of sensor aan<br />
de Vitosolic controleren.Temperatuursensor<br />
aan aansluiting<br />
S3 aan de Vitosolic<br />
100 controleren.<br />
97
Storingen oplossen<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
98<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
94 X X Geen warmwaterbereiding<br />
Storingsoorzaak<br />
Kortsluiting<br />
boilertemperatuursensor<br />
98 X X Regelwerking Onderbreking<br />
temperatuursensor<br />
/<br />
99 X X Regelwerking Onderbreking<br />
temperatuursensor<br />
aÖ<br />
9A X X Geen warmwaterbereiding<br />
Onderbreking<br />
collectortemperatuursensor<br />
9b X X Regelwerking Onderbreking<br />
boilertemperatuursensor<br />
9C X X Geen warmwaterbereiding<br />
Onderbreking<br />
boilertemperatuursensor<br />
9E X X Regelwerking Te gering of<br />
geen debiet in<br />
het collectorcircuit<br />
of thermostaat<br />
is<br />
geactiveerd<br />
Maatregel<br />
Temperatuursensor<br />
% aan de zonneregelingsmodule<br />
of sensor aan<br />
de Vitosolic controleren.<br />
Sensor / aan de<br />
zonneregelingsmodulecontroleren.<br />
Sensor aÖ aan de<br />
zonneregelingsmodulecontroleren.Temperatuursensor<br />
& aan de zonneregelingsmodule<br />
of sensor aan<br />
de Vitosolic controleren.Temperatuursensor<br />
aan aansluiting<br />
S3 aan de Vitosolic<br />
100 controleren.<br />
Temperatuursensor<br />
% aan de zonneregelingsmodule<br />
of sensor aan<br />
de Vitosolic controleren.<br />
Zonnecircuitpomp<br />
en zonnecrcuit<br />
controleren. Foutmeldingbevestigen.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
Storingsoorzaak<br />
9F X X Regelwerking Storing zonneregelingsmodule<br />
of<br />
Vitosolic<br />
A2 X Noodwerking<br />
met te lage<br />
installatiedruk<br />
Installatiedruk<br />
te laag<br />
A4 X Regelwerking Max. installatiedrukoverschreden<br />
A6 X X Regelwerking Zwerfstroomanode<br />
defect<br />
A7 X Regelwerking Bedienings-<br />
volgens de toegedeeltestand bij levering<br />
defect<br />
A8 X Brander Lucht in de<br />
geblokkeerd. interne circuOntluchtingslatiepomp<br />
of<br />
programmaminimumde- wordt automabiet niet<br />
tisch gestart<br />
(zie pagina 38)<br />
bereikt<br />
Storingen oplossen<br />
Maatregel<br />
Zonneregelingsmodule<br />
of Vitosolic<br />
vervangen<br />
Water bijvullen<br />
Installatiedruk controleren.<br />
Functie en dimensionering<br />
van het<br />
membraanexpansievat<br />
controleren.<br />
Verwarmingsinstallatieontluchten.<br />
Zwerfstroomanode<br />
vervangen<br />
Bedieningsgedeelte<br />
vervangen<br />
Als de foutmelding<br />
verder verschijnt,<br />
installatie ontluchten<br />
99
Storingen oplossen<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
100<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
A9 X Als een verwarmingscircuit<br />
met mengklep<br />
is aangesloten,<br />
loopt de brander<br />
met minimumvermogen.<br />
Als slechts eén<br />
verwarmingscircuit<br />
zonder<br />
mengklep is<br />
aangesloten,<br />
wordt de brandergeblokkeerd.<br />
b0 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
b1 X X Regelwerking<br />
volgens de toestand<br />
bij leve-<br />
ring<br />
b5 X X Regelwerking<br />
volgens de toestand<br />
bij levering<br />
b7 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
b8 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
Storingsoorzaak<br />
Interne circulatiepomp<br />
geblokkeerd<br />
Kortsluiting<br />
rookgastemperatuursensorCommunicatiefoutbedieningseenheid<br />
Maatregel<br />
Circulatiepomp<br />
controleren<br />
Rookgastemperatuursensorcontroleren<br />
Aansluitingen controleren,<br />
evt. bedieningseenheidvervangen<br />
Interne fout Regeling vervangen<br />
Fout ketelcodeerstekker<br />
Onderbreking<br />
rookgastemperatuursensor<br />
Ketelcodeerstekker<br />
plaatsen of vervangen<br />
indien<br />
defect<br />
Rookgastemperatuursensorcontroleren<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
bA X Mengklep<br />
regelt op 20°C<br />
aanvoertemperatuur.<br />
bb X Mengklep<br />
regelt op 20°C<br />
aanvoertemperatuur.<br />
bC X Regeling zonderafstandsbediening<br />
bd X Regeling zonderafstandsbediening<br />
bE X Regeling zonderafstandsbediening<br />
Storingsoorzaak<br />
Communicatiefoutuitbreidingsset<br />
voor verwarmingscircuit<br />
2<br />
(met mengklep)Communicatiefoutuitbreidingsset<br />
voor verwarmingscircuit<br />
3<br />
(met mengklep)Communicatiefoutafstandsbediening<br />
Vitotrol verwarmingscircuit<br />
1 (zonder<br />
mengklep)<br />
Communicatiefoutafstandsbediening<br />
Vitotrol verwarmingscircuit<br />
2 (met<br />
mengklep)<br />
Communicatiefoutafstandsbediening<br />
Vitotrol verwarmingscircuit<br />
3 (met<br />
mengklep)<br />
Storingen oplossen<br />
Maatregel<br />
Aansluitingen en<br />
codering uitbreidingssetcontroleren.<br />
Aansluitingen en<br />
codering uitbreidingssetcontroleren.<br />
Aansluitingen,<br />
kabel, codeeradres<br />
”A0” en<br />
instelling van de<br />
afstandsbediening<br />
controleren (zie<br />
pagina 133).<br />
Aansluitingen,<br />
kabel, codeeradres<br />
”A0” en<br />
instelling van de<br />
afstandsbediening<br />
controleren (zie<br />
pagina 133).<br />
Aansluitingen,<br />
kabel, codeeradres<br />
”A0” en<br />
instelling van de<br />
afstandsbediening<br />
controleren (zie<br />
pagina 133).<br />
101
Storingen oplossen<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
102<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
Storingsoorzaak<br />
bF X Regelwerking Verkeerde<br />
communicatiemodule<br />
LON<br />
C1 X X Regelwerking Communicatiefoutuitbreiding<br />
EA1<br />
C2 X X Regelwerking Communicatiefoutzonneregelingsmodule<br />
of<br />
Vitosolic<br />
C3 X X Regelwerking Communicatiefoutuitbreiding<br />
AM1<br />
C4 X X Regelwerking Communicatiefoutuitbreiding<br />
Open Therm<br />
C5 X X Regelwerking,<br />
max. pomptoerental<br />
C6 X Regelwerking,<br />
max. pomptoerental<br />
Communicatiefouttoerentalgeregelde,<br />
interne<br />
pomp<br />
Communicatiefouttoerentalgeregelde,<br />
externe CVpomp,verwarmingscircuit<br />
2 (met<br />
mengklep)<br />
Maatregel<br />
Communicatiemodule<br />
LON vervangen<br />
Aansluitingen controleren<br />
Zonneregelingsmodule<br />
of Vitosolic<br />
controleren<br />
Aansluitingen controleren<br />
Uitbreiding Open<br />
Therm controleren<br />
Instelling codeeradres<br />
”30” controleren<br />
Instelling codeeradres<br />
”E5” controleren<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
C7 X X Regelwerking,<br />
max. pomptoerental<br />
C8 X Regelwerking,<br />
max. pomptoerental<br />
Storingsoorzaak<br />
Communicatiefouttoerentalgeregelde,<br />
externe CVpomp,verwarmingscircuit<br />
1 (zonder<br />
mengklep)<br />
Communicatiefouttoerentalgeregelde,<br />
externe CVpomp,verwarmingscircuit<br />
3 (met<br />
mengklep)<br />
Cd X X Regelwerking Communicatiefout<br />
Vitocom 100<br />
(KM-BUS)<br />
CE X X Regelwerking Communicatiefout<br />
ext.<br />
uitbreiding<br />
CF X Regelwerking Communicatiefoutcommunicatiemodule<br />
LON<br />
d6 X X Regelwerking Storing<br />
ingang DE1<br />
aan uitbreiding<br />
EA1<br />
d7 X X Regelwerking Storing<br />
ingang DE2<br />
aan uitbreiding<br />
EA1<br />
Storingen oplossen<br />
Maatregel<br />
Instelling codeeradres<br />
”E5” controleren<br />
Instelling codeeradres<br />
”E5” controleren<br />
Aansluitingen,<br />
Vitocom 100 en<br />
codeeradres ”95”<br />
controleren<br />
Aansluitingen en<br />
codeeradres ”2E”<br />
controleren<br />
Communicatiemodule<br />
LON vervangen<br />
Aansluiting aan<br />
ingang DE1 controleren<br />
Aansluiting aan<br />
ingang DE2 controleren<br />
103
Storingen oplossen<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
104<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
Storingsoorzaak<br />
d8 X X Regelwerking Storing<br />
ingang DE3<br />
aan uitbreiding<br />
EA1<br />
dA X Regelwerking<br />
zonder beïnvloeding<br />
door<br />
kamerparameters<br />
db X Regelwerking<br />
zonder beïnvloeding<br />
door<br />
kamerparameters<br />
dC X Regelwerking<br />
zonder beïnvloeding<br />
door<br />
kamerparameters<br />
dd X Regelwerking<br />
zonder beïnvloeding<br />
door<br />
kamerparameters<br />
dE X Regelwerking<br />
zonder beïnvloeding<br />
door<br />
kamerparameters<br />
Kortsluiting<br />
kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
1 (zondermengklep)<br />
Kortsluiting<br />
kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
2 (met<br />
mengklep)<br />
Kortsluiting<br />
kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
3 (met<br />
mengklep)<br />
Onderbreking<br />
kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
1 (zondermengklep)<br />
Onderbreking<br />
kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
2 (met<br />
mengklep)<br />
Maatregel<br />
Aansluiting aan<br />
ingang DE3 controleren<br />
Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
1 controleren<br />
Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
2 controleren<br />
Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
3 controleren<br />
Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
1 en<br />
instelling van de<br />
afstandsbediening<br />
controleren (zie<br />
pagina 133)<br />
Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
2 en<br />
instelling van de<br />
afstandsbediening<br />
controleren (zie<br />
pagina 133)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
dF X Regelwerking<br />
zonder beïnvloeding<br />
door<br />
kamerparameters<br />
Storingsoorzaak<br />
Onderbreking<br />
kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
3 (met<br />
mengklep)<br />
E0 X Regelwerking Fout externe<br />
LON-deelnemer<br />
E4 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
E5 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
E6 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
E8 X X Brander geeft<br />
storing<br />
EA X X Brander geeft<br />
storing<br />
Eb X X Brander geeft<br />
storing<br />
Storing voedingsspanning<br />
24 V<br />
Storing vlamversterkerInstallatiedruk<br />
te laag<br />
Ionisatiestroom<br />
niet in<br />
het geldig<br />
bereik<br />
Ionisatiestroomtijdens<br />
het kalibreren<br />
niet in<br />
het geldig<br />
bereik<br />
Warmteafname<br />
tijdens<br />
het kalibreren<br />
herhaaldelijk<br />
te gering<br />
Storingen oplossen<br />
Maatregel<br />
Kamertemperatuursensorverwarmingscircuit<br />
3 en<br />
instelling van de<br />
afstandsbediening<br />
controleren (zie<br />
pagina 133)<br />
Aansluitingen en<br />
LON-deelnemers<br />
controleren<br />
Regeling vervangen.<br />
Regeling vervangen.<br />
Water bijvullen.<br />
Ionisatie-elektrode<br />
en leiding controleren.Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Ionisatie-elektrode<br />
en leiding controleren.Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Warmteafname<br />
bewerkstelligen.<br />
Verwarmingsketel<br />
uitschakelen en<br />
weer inschakelen.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
105
Storingen oplossen<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
106<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
EC X X Brander geeft<br />
storing<br />
Ed X X Brander geeft<br />
storing<br />
EE X X Brander geeft<br />
storing<br />
EF X X Brander geeft<br />
storing<br />
Storingsoorzaak<br />
Ionisatiestroomtijdens<br />
het kalibreren<br />
niet in<br />
het geldig<br />
bereik<br />
Maatregel<br />
Ionisatie-elektrode<br />
en leiding controleren.Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Interne fout Regeling vervangen.<br />
Vlamsignaal Ionisatie-elektrode<br />
is bij brander- en verbindingskastart<br />
niet aanbel controleren,<br />
wezig of te ionisatiestroom<br />
gering. meten, gastoevoer<br />
(gasdruk en gasstromingsregelaar),gascombinatieregelaar,ontsteking,ontstekingsmodule,ontstekingselektrodes<br />
en<br />
condenswaterafvoer<br />
controleren.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Vlamverlies Gastoevoer (gas-<br />
direct na druk en gasstro-<br />
vlamvorming mingsregelaar)<br />
(tijdens de controleren, rookbeveiligingsgas-/luchttoevoertijd).installatie<br />
op rookgasrecirculatie<br />
controleren, ionisatie-elektrodecontroleren<br />
(indien<br />
nodig, vervangen).<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
F0 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
F1 X X Brander geeft<br />
storing<br />
F2 X X Brander geeft<br />
storing<br />
F3 X X Brander geeft<br />
storing<br />
F7 X X Brander<br />
geblokkeerd<br />
F8 X X Brander geeft<br />
storing<br />
Storingsoorzaak<br />
Storingen oplossen<br />
Maatregel<br />
Interne fout Regeling vervangen.Rookgastem-<br />
Niveau van de verperatuurbewarmingsinstallagrenzer<br />
werd tie controleren.<br />
geactiveerd Installatie ontluchten.Ontgrendelingstoets<br />
R na afkoelen<br />
van de rookgasinstallatie<br />
gebruiken.<br />
Temperatuur- Niveau van de verbegrenzer<br />
is warmingsinstalla<br />
geactiveerd. tie controleren. Circulatiepompcontroleren.<br />
Installatie<br />
ontluchten. Temperatuurbegrenzer<br />
en verbindingskabels<br />
controleren.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Vlamsignaal Ionisatie-elektrode<br />
is reeds aan- en verbindingskawezig<br />
bij bel controleren.<br />
branderstart. Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Kortsluiting of Waterdruksensor<br />
onderbreking en verbindingskawaterdrukbel<br />
controleren.<br />
sensorBrandstofGascombinatiereklep<br />
sluit te gelaar controleren.<br />
laat.<br />
Beide aanstuurtrajecten<br />
controleren.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
107
Storingen oplossen<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
108<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
F9 X X Brander geeft<br />
storing<br />
FA X X Brander geeft<br />
storing<br />
FC X X Brander geeft<br />
storing<br />
Storingsoorzaak<br />
Ventilatortoerental<br />
bij de<br />
branderstart<br />
te laag<br />
Ventilatorstilstand<br />
niet<br />
bereikt<br />
Gascombinatieregelaar<br />
defect of foutieveaansturingmodulatieklep<br />
of<br />
rookgasweg<br />
geblokkeerd<br />
Maatregel<br />
Ventilator controleren,verbindingskabels<br />
naar de ventilator<br />
controleren,<br />
voedingsspanning<br />
op ventilator controleren,aansturing<br />
van de ventilator<br />
controleren.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Ventilator controleren,verbindingskabels<br />
en aansturing<br />
van de ventilator<br />
controleren.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Gascombinatieregelaar<br />
controleren.<br />
Rookgasinstallatie<br />
controleren.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Storingscodes (vervolg)<br />
Storingscode<br />
op<br />
display<br />
Const. Weersafh.<br />
Gedrag van de<br />
installatie<br />
Fd X X Brander geeft<br />
storing<br />
FE X X Brander blokkeert<br />
of is in<br />
storing<br />
FF X X Brander blokkeert<br />
of is in<br />
storing<br />
Storingsoorzaak<br />
Fout branderautomaat<br />
Ketelcodeerstekker<br />
of<br />
basisprintplaat<br />
defect<br />
Interne fout of<br />
ontgrendelingstoets<br />
R is<br />
geblokkeerd<br />
Storingen oplossen<br />
Maatregel<br />
Ontstekingselektroden<br />
en verbindingsleidingen<br />
controleren. Controleren<br />
of er een<br />
sterk stoorveld<br />
(EMV) in de buurt<br />
van het toestel is.<br />
Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Als de storing niet<br />
opgeheven wordt,<br />
de regeling vervangen.Ontgrendelingstoets<br />
R gebruiken.<br />
Als de storing niet<br />
opgeheven wordt,<br />
ketelcodeerstekker<br />
of regeling vervangen<br />
Toestel opnieuw<br />
inschakelen. Als<br />
het toestel niet<br />
opnieuw gaat werken,<br />
de regeling<br />
vervangen.<br />
109
Storingen oplossen<br />
Buitentemperatuursensor controleren (regeling voor weersafhankelijke<br />
werking)<br />
Weerstand in kΩ<br />
Reparaties<br />
200<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
110<br />
20<br />
10<br />
8<br />
6<br />
X3<br />
-20 -10 0 10 20 30<br />
Temperatuur in °C<br />
1. Stekker ”X3” van de regeling aftrekken.<br />
2. Weerstand van de buitentemperatuursensor<br />
tussen ”X3.1” en ”X3.2”<br />
op de afgetrokken stekker meten en<br />
vergelijken met de stooklijn.<br />
3. Bij een sterke afwijking van de stooklijn<br />
de aders op de sensor afklemmen<br />
en de meting direct op de sensor herhalen.<br />
4. Afhankelijk van het meetresultaat de<br />
kabel of de buitentemperatuursensor<br />
vervangen.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Reparaties (vervolg)<br />
Keteltemperatuursensor, boilertemperatuursensor of aanvoertemperatuursensor<br />
voor de evenwichtsfles controleren<br />
5<br />
X3<br />
Storingen oplossen<br />
111
Storingen oplossen<br />
Weerstand in kΩ<br />
Reparaties (vervolg)<br />
112<br />
20<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
1<br />
0,8<br />
0,6<br />
0,4<br />
10 30 50 70 90 110<br />
Temperatuur in °C<br />
Rookgastemperatuursensor controleren<br />
1. ■ Keteltemperatuursensor<br />
leidingen van de keteltemperatuursensor<br />
A aftrekken en de weerstand<br />
meten.<br />
■ Boilertemperatuursensor<br />
stekker % van kabelboom op de<br />
regeling eraf trekken en de weerstand<br />
meten.<br />
■ Aanvoertemperatuursensor<br />
evenwichtsfles<br />
stekker ”X3” van de regeling aftrekken<br />
en weerstand tussen ”X3.4”<br />
en ”X3.5” meten).<br />
2. Weerstand van de sensoren meten<br />
en vergelijken met de stooklijn.<br />
3. Bij een sterke afwijking de sensor<br />
vervangen.<br />
Gevaar<br />
De keteltemperatuursensor<br />
zit direct in het verwarmingwater<br />
(verbrandingsgevaar).<br />
Om de sensor te vervangen,<br />
het verwarmingswater van de<br />
verwarmingsketel aftappen.<br />
Bij het overschrijden van de toegestane rookgastemperatuur vergrendelt de rookgastemperatuursensor<br />
het toestel. Vergrendeling na afkoelen van de rookgasinstallatie<br />
opheffen door de ontgrendelingstoets R te gebruiken.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Weerstand in kΩ<br />
Reparaties (vervolg)<br />
20<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
1<br />
0,8<br />
0,6<br />
0,4<br />
10 30 50 70 90 110<br />
Temperatuur in °C<br />
Temperatuurbegrenzer controleren<br />
Storingen oplossen<br />
1. Kabels van de rookgastemperatuursensor<br />
A aftrekken.<br />
2. Weerstand van de sensor meten en<br />
met de stooklijn vergelijken.<br />
3. Bij een sterke afwijking de sensor<br />
vervangen.<br />
Als na een uitschakeling door storing de branderautomaat niet is te ontgrendelen,<br />
hoewel de ketelwatertemperatuur lager is dan ca. 75 °C, de volgende punten uitvoeren:<br />
113
Storingen oplossen<br />
Reparaties (vervolg)<br />
Zekering controleren<br />
1. Netspanning uitschakelen.<br />
114<br />
1. Kabels van de temperatuurbegrenzer<br />
A aftrekken.<br />
2. Doorgang van de temperatuurbegrenzer<br />
controleren met een multimeter.<br />
3. Defecte temperatuurbegrenzer uitbouwen.<br />
4. Nieuwe temperatuurbegrenzer met<br />
warmtegeleidingspasta insmeren en<br />
inbouwen.<br />
5. Na inwerkingstelling de ontgrendelingstoets<br />
R op de regeling indrukken.<br />
F1<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Reparaties (vervolg)<br />
2. Afsluitingen aan de zijkant losmaken<br />
en de regeling naar beneden klappen.<br />
3. Afdekking A demonteren.<br />
4. Zekering F1 controleren (zie aansluitings-<br />
en bedradingsschema).<br />
Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep<br />
Instelling draaischakelaar S1 controleren<br />
De draaischakelaar op de printplaat van<br />
de uitbreidingssets definieert de toewijzing<br />
aan het betreffende verwarmingscircuit.<br />
Verwarmingscircuit Instelling<br />
draaischakelaar<br />
S1<br />
234 Verwarmingscircuit met 2 5 6<br />
mengklep M2 (verwarmingscircuit<br />
2)<br />
4<br />
Verwarmingscircuit met 4<br />
mengklep M3 (verwarmingscircuit<br />
3)<br />
Draairichting van de mengklepmotor<br />
controleren<br />
Na het inschakelen voert het apparaat<br />
een zelftest uit. Daarbij wordt de mengklep<br />
open en dicht gedraaid.<br />
1<br />
0<br />
9<br />
1<br />
0<br />
9<br />
8<br />
8<br />
7<br />
2 3<br />
7<br />
5 6<br />
Storingen oplossen<br />
Tijdens de zelftest op de draairichting<br />
van de mengklepmotor letten.<br />
Nadien de mengklep handmatig op de<br />
stand ”open” zetten.<br />
Aanwijzing<br />
De aanvoertemperatuursensor moet nu<br />
een hogere temperatuur herkennen. Als<br />
de temperatuur lager wordt, is de draairichting<br />
van de motor verkeerd of het<br />
mengklepinzetstuk verkeerd ingebouwd.<br />
Montageaanwijzing van de<br />
mengklep<br />
115
Storingen oplossen<br />
Reparaties (vervolg)<br />
Draairichting van de mengklepmotor veranderen (indien nodig)<br />
|<br />
116<br />
gS<br />
~<br />
BU<br />
Vitotronic 200-H controleren (toebehoren)<br />
De Vitotronic 200-H is via de LON-verbindingsleiding<br />
met de regeling verbonden.<br />
Voor controle van de verbinding de<br />
deelnemerscontrole op de regeling van<br />
de verwarmingsketel uitvoeren (zie<br />
pagina 35).<br />
1. Bovenste behuizingsdeksel van de<br />
uitbreidingsset afschroeven.<br />
Gevaar<br />
Een elektrische schok kan<br />
levensgevaarlijk zijn.<br />
Bij het openen van het toestel<br />
de netspanning uitschakelen,<br />
bijv. via de zekering of een<br />
hoofdschakelaar.<br />
2. Aan stekker gS de aders aan de<br />
klemmen ”|” en ”~” verwisselen.<br />
3. Behuizingsdeksel weer monteren.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Regeling voor verhoogde werking<br />
48 °C<br />
s A<br />
Verwarmingsfunctie<br />
Bij vraag van de kamerthermostaat<br />
wordt in het werkingsprogramma Verwarmen<br />
en warmwater ”G” de<br />
gewenste ketelwatertemperatuur aangehouden.<br />
Als er geen warmteaanvraag is, wordt de<br />
ketelwatertemperatuur op de opgegeven<br />
vorstbeschermingstemperatuur<br />
gehouden.<br />
Warmwaterbereiding<br />
Als de boilertemperatuur 2,5 K onder de<br />
gewenste boilertemperatuur ligt, worden<br />
brander, circulatiepomp en 3-weg-klep<br />
in- resp. omgeschakeld.<br />
Functiebeschrijving<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de<br />
elektronische thermostaat in de branderautomaat<br />
op 82°C begrensd.<br />
Instelbereik van de aanvoertemperatuur:<br />
20 tot 74°C.<br />
De gewenste keteltemperatuur ligt in de<br />
toestand bij levering 20 K boven de<br />
gewenste boilertemperatuur (instelbaar<br />
in codeeradres ”60”). Als de werkelijke<br />
boilertemperatuur 2,5 K hoger is dan de<br />
gewenste boilertemperatuur, wordt de<br />
brander uitgeschakeld en het nalopen<br />
van de circulatiepomp actief.<br />
117
Functiebeschrijving<br />
Regeling voor weersafhankelijke werking<br />
118<br />
Keteltemperatuur<br />
Verwarming<br />
Warm water<br />
Zonne-energie<br />
Informatie<br />
48°C<br />
Kiezen met (<br />
Verwarmingsfunctie<br />
De regeling bepaalt een gewenste ketelwatertemperatuur<br />
in functie van de buitentemperatuur<br />
of de kamertemperatuur<br />
(bij aansluiting van een kamertemperatuurgestuurde<br />
afstandsbediening) en<br />
van de inclinatie en het niveau van de<br />
stooklijn.<br />
Warmwaterbereiding<br />
Als de boilertemperatuur 2,5 K onder de<br />
gewenste boilertemperatuur ligt, worden<br />
brander, circulatiepomp en 3-weg-klep<br />
in- resp. omgeschakeld.<br />
Aanvullende opwarming tapwater<br />
Als een schakelperiode in de vierde periode<br />
wordt ingesteld, wordt de functie<br />
aanvullende verwarming geactiveerd.<br />
De bepaalde gewenste ketelwatertemperatuur<br />
wordt naar de brandersturing.<br />
De brandersturing bepaalt uit de<br />
gewenste en werkelijke ketelwatertemperatuur<br />
de modulatiegraad en stuurt<br />
overeenkomstig de brander aan.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de<br />
elektronische thermostaat in de branderautomaat<br />
op 82°C begrensd.<br />
De gewenste keteltemperatuur ligt in de<br />
toestand bij levering 20 K boven de<br />
gewenste boilertemperatuur (instelbaar<br />
in codeeradres ”60”). Als de werkelijke<br />
boilertemperatuur 2,5 K hoger is dan de<br />
gewenste boilertemperatuur, wordt de<br />
brander uitgeschakeld en het nalopen<br />
van de circulatiepomp actief.<br />
De gewenste temperatuur voor de aanvullende<br />
verwarming kan ingesteld worden<br />
in codeeradres ”58”.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Interne uitbreidingen<br />
Interne uitbreiding H1<br />
De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing<br />
ingebouwd. Op de relaisuitgang<br />
sK kunnen de volgende functies<br />
alternatief aangesloten worden. De functie<br />
wordt via codeeradres ”53” toegewezen:<br />
■ groepsalarmmelding (codering ”53:0”)<br />
■ circulatiepomp (codering ”53:1”)<br />
(alleen bij weersafhankelijke werking)<br />
Functiebeschrijving<br />
■ CV-pomp voor het verwarmingscircuit<br />
zonder mengklep (codering ”53:2”)<br />
■ circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />
(codering ”53:3”)<br />
Op aansluiting gD kan een externe veiligheidsklep<br />
aangesloten worden.<br />
119
Functiebeschrijving<br />
Interne uitbreidingen (vervolg)<br />
Interne uitbreiding H2<br />
De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing<br />
ingebouwd. Op de relaisuitgang<br />
sK kunnen de volgende functies<br />
alternatief aangesloten worden. De functie<br />
wordt via codeeradres ”53” toegewezen:<br />
■ groepsalarmmelding (codering ”53:0”)<br />
■ circulatiepomp (codering ”53:1”)<br />
(alleen bij weersafhankelijke werking)<br />
120<br />
■ CV-pomp voor het verwarmingscircuit<br />
zonder mengklep (codering ”53:2”)<br />
■ circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />
(codering ”53:3”)<br />
Via aansluiting aBJ kan een afzuigtoestel<br />
uitgeschakeld worden als de brander<br />
start.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Externe uitbreidingen (toebehoren)<br />
Uitbreiding AM1<br />
A1 Circulatiepomp<br />
A2 Circulatiepomp<br />
fÖ Aansluiting op het elektriciteitsnet<br />
Functiebeschrijving<br />
fÖ A Netaansluiting voor verdere toebehoren<br />
aVG KM-BUS<br />
121
Functiebeschrijving<br />
Externe uitbreidingen (toebehoren) (vervolg)<br />
Functies<br />
Aan aansluiting A1 en A2 kan een van<br />
de volgende omlooppompen worden<br />
aangesloten:<br />
■ verwarmingscircuitpomp voor het verwarmingscircuit<br />
zonder mengklep<br />
■ circulatiepomp voor de boileropwarming<br />
■ tapwateromlooppomp<br />
122<br />
Functietoewijzing van uitgangen A1<br />
en A2<br />
De functie van de uitgangen wordt via<br />
coderingen aan de regeling van de verwarmingsketel<br />
gekozen:<br />
■ uitgang A1: codering 33<br />
■ uitgang A2: codering 34<br />
Werking Codering<br />
Uitgang A1 Uitgang A2<br />
Tapwateromlooppomp sK 33:0 34:0 (toestand bij<br />
levering)<br />
CV-pomp sÖ 33:1 (toestand bij 34:1<br />
Circulatiepomp voor de boileropwarming<br />
sA<br />
levering)<br />
33:2 34:2<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Externe uitbreidingen (toebehoren) (vervolg)<br />
Uitbreiding EA1<br />
DE1 Digitale ingang 1<br />
DE2 Digitale ingang 2<br />
DE3 Digitale ingang 3<br />
0 - 10 V 0 – 10-V ingang<br />
fÖ Aansluiting op het elektriciteitsnet<br />
Functiebeschrijving<br />
fÖ A Netaansluiting voor verdere<br />
toebehoren<br />
aBJ Groepsalarm/toevoerpomp/<br />
tapwateromlooppomp (potentiaalvrij)<br />
aVG KM-BUS<br />
123
Functiebeschrijving<br />
Externe uitbreidingen (toebehoren) (vervolg)<br />
Digitale data-ingangen DE1 tot DE3<br />
De volgende regelingen kunnen alternatief<br />
worden aangesloten:<br />
■ externe werkingsprogrammaomschakeling<br />
voor steeds 1 verwarmingscircuit<br />
■ extern blokkeren<br />
■ extern blokkeren met storingsmeldingang<br />
■ externe aanvraag met minimumketelwatertemperatuur<br />
■ storingsmeldingang<br />
■ kortstondige werking van de tapwateromlooppomp<br />
De ingeschakelde contacten moeten<br />
aan beschermklasse II voldoen.<br />
Functietoewijzing van de ingangen<br />
De functie van de ingangen wordt via<br />
coderingen aan de regeling van de verwarmingsketel<br />
gekozen:<br />
■ DE1: codering 3A<br />
■ DE2: codering 3b<br />
■ DE3: codering 3C<br />
Toewijzing functie werkingsprogramma-omschakeling<br />
naar de verwarmingscircuits<br />
De toewijzing van de functie werkingsprogramma-omschakeling<br />
voor het<br />
betreffende verwarmingscircuit wordt via<br />
codering d8 aan de regeling van de verwarmingsketel<br />
gekozen:<br />
■ omschakeling via ingang DE1: codering<br />
d8:1<br />
■ omschakeling via ingang DE2: codering<br />
d8:2<br />
■ omschakeling via ingang DE3: codering<br />
d8:3<br />
124<br />
De werking van de werkingsprogrammaomschakeling<br />
wordt via codering d5<br />
gekozen.<br />
De duur van de omschakeling wordt via<br />
codering F2 ingesteld.<br />
Werking van de functie Extern Blokkeren<br />
op de pompen<br />
De werking op de interne omlooppomp<br />
wordt in codering 3E gekozen.<br />
De werking op de betreffende CV-pomp<br />
wordt in codering d6 gekozen.<br />
De werking op een externe circulatiepomp<br />
voor de boileropwarming (aansluiting<br />
aan uitbreiding AM1) wordt in codering<br />
5E gekozen.<br />
Werking van de functie Externe Aanvraag<br />
op de pompen<br />
De werking op de interne omlooppomp<br />
wordt in codering 3F gekozen.<br />
De werking op de betreffende CV-pomp<br />
wordt in codering d7 gekozen.<br />
De werking op een externe circulatiepomp<br />
voor de boileropwarming (aansluiting<br />
aan uitbreiding AM1) wordt in codering<br />
5F gekozen.<br />
Looptijd tapwateromlooppomp bij<br />
kortstondige werking<br />
De looptijd wordt in codering 3d ingesteld.<br />
Analoge ingang 0 - 10 V<br />
De 0 - 10 V-opschakeling zorgt voor een<br />
extra gewenste keteltemperatuur:<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Externe uitbreidingen (toebehoren) (vervolg)<br />
0 - 1 V– wordt als ”geen opgave voor<br />
gewenste ketelwatertemperatuur”<br />
gewaardeerd.<br />
1 V– ≙ gewenste waarde 10 °C<br />
10 V ≙ gewenste waarde 100 °C<br />
Uitgang aBJ<br />
De volgende componenten kunnen aan<br />
uitgang aBJ worden aangesloten:<br />
■ toevoerpomp naar substation<br />
of<br />
■ tapwateromlooppomp<br />
of<br />
■ storingsmeldinrichting<br />
Regelingsfuncties<br />
Functietoewijzing<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling,<br />
De functie ”Externe omschakeling van<br />
het werkingsprogramma” wordt via de<br />
uitbreiding EA1 gerealiseerd. Aan de uitbreiding<br />
EA1 staan 3 ingangen (DE1 tot<br />
DE3) ter beschikking.<br />
De functie van de uitgang aBJ wordt via<br />
codering 36 aan de regeling van de verwarmingsketel<br />
gekozen.<br />
De functie wordt via de volgende coderingen<br />
gekozen:<br />
Werkingsprogramma-omschakeling Codering<br />
Ingang DE1 3A:1<br />
Ingang DE2 3b:1<br />
Ingang DE3 3C:1<br />
De toewijzing van de functie werkingsprogramma-omschakeling<br />
voor het<br />
betreffende verwarmingscircuit wordt via<br />
codering d8 aan de regeling van de verwarmingsketel<br />
gekozen:<br />
Functiebeschrijving<br />
125
Functiebeschrijving<br />
Regelingsfuncties (vervolg)<br />
Werkingsprogramma-omschakeling Codering<br />
Omschakeling via ingang DE1 d8:1<br />
Omschakeling via ingang DE2 d8:2<br />
Omschakeling via ingang DE3 d8:3<br />
In welke richting de werkingsprogramma-omschakeling<br />
werkt, wordt in<br />
codeeradres ”d5” ingesteld:<br />
Werkingsprogramma-omschakeling Codering<br />
Omschakeling in de richting ”Permanent verlaagd” resp. ”Per- d5:0<br />
manente uitschakelwerking” (naargelang de ingestelde<br />
gewenste waarde)<br />
Omschakeling in de richting ”Permanente stookwerking” d5:1<br />
De duur van de omschakeling van het<br />
werkingsprogramma kan in codeeradres<br />
”F2” ingesteld worden:<br />
Werkingsprogramma-omschakeling Codering<br />
Geen werkingsprogramma-omschakeling F2:0<br />
Duur van de omschakeling van het werkingsprogramma 1 tot F2:1 tot<br />
12 uur<br />
F2:12<br />
De omschakeling van het werkingsprogramma<br />
blijft zolang actief als het contact<br />
gesloten is, minstens echter zolang<br />
als de in codeeradres ”F2” ingestelde<br />
tijdopgave.<br />
Extern blokkeren<br />
De functies ”Extern blokkeren”<br />
en ”Extern blokkeren en storingsmeldingang”<br />
worden via de uitbreiding EA1<br />
gerealiseerd. Aan de uitbreiding EA1<br />
staan 3 ingangen (DE1 tot DE3) ter<br />
beschikking.<br />
126<br />
De functie wordt via de volgende coderingen<br />
gekozen:<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Regelingsfuncties (vervolg)<br />
Extern blokkeren Codering<br />
Ingang DE1 3A:3<br />
Ingang DE2 3b:3<br />
Ingang DE3 3C:3<br />
Extern blokkeren en storingsmeldingang Codering<br />
Ingang DE1 3A:4<br />
Ingang DE2 3b:4<br />
Ingang DE3 3C:4<br />
De werking op de interne omlooppomp<br />
wordt in codering 3E gekozen.<br />
Externe warmtevraag<br />
De functie ”Externe aanvraag” wordt via<br />
de uitbreiding EA1 gerealiseerd. Aan de<br />
uitbreiding EA1 staan 3 ingangen (DE1<br />
tot DE3) ter beschikking.<br />
De werking op de betreffende CV-pomp<br />
wordt in codering d6 gekozen.<br />
De functie wordt via de volgende coderingen<br />
gekozen:<br />
Extern aanvragen Codering<br />
Ingang DE1 3A:2<br />
Ingang DE2 3b:2<br />
Ingang DE3 3C:2<br />
De werking op de interne omlooppomp<br />
wordt in codering 3F gekozen.<br />
De werking op de betreffende CV-pomp<br />
wordt in codering d7 gekozen.<br />
Ontluchtingsprogramma<br />
In het ontluchtingsprogramma wordt<br />
20 min. lang de circulatiepomp om de<br />
30 sec. afwisselend in- en uitgeschakeld.<br />
De omschakelklep wordt afwisselend<br />
voor een bepaalde tijd in de richting<br />
stookwerking en tapwaterverwarming<br />
geschakeld. Tijdens het ontluchtingsprogramma<br />
is de brander uitgeschakeld.<br />
Functiebeschrijving<br />
De gewenste minimumketelwatertemperatuur<br />
bij ext. opvraag wordt in codeeradres<br />
”9b” ingesteld.<br />
Ontluchtingsprogramma activeren:<br />
zie ”Verwarmingsinstallatie ontluchten”.<br />
127
Functiebeschrijving<br />
Regelingsfuncties (vervolg)<br />
Vulprogramma<br />
In de toestand bij levering staat de<br />
omschakelklep op de middelste stand<br />
zodat de installatie geheel gevuld kan<br />
worden. Nadat de regeling is ingeschakeld,<br />
gaat de omschakelklep niet meer<br />
op de middelste stand.<br />
Dan kan de omschakelklep via de vulfunctie<br />
op de middelste stand worden<br />
gezet (zie ”Verwarmingsinstallatie vullen”).<br />
Bij deze instelling kan de regeling<br />
uitgeschakeld en de installatie geheel<br />
gevuld worden.<br />
Estrikfunctie<br />
Met de estrikfunctie kan estrikdroging<br />
(vloerdroging) worden toegepast. Daartoe<br />
moeten absoluut de gegevens van<br />
de estrikfabrikant gerespecteerd worden.<br />
Bij geactiveerde estrikfunctie wordt de<br />
CV-pomp van het mengklepcircuit ingeschakeld<br />
en de aanvoertemperatuur op<br />
het ingestelde profiel gehouden. Na<br />
afloop (30 dagen) wordt het mengklepcircuit<br />
automatisch met de ingestelde<br />
parameters geregeld.<br />
Respecteer EN 1264. Het protocol dat<br />
door de verwarmingstechnieker wordt<br />
opgesteld, moet de volgende informatie<br />
over het verwarmen bevatten:<br />
128<br />
Vullen bij ingeschakelde regeling<br />
Als de installatie bij ingeschakelde regeling<br />
gevuld moet worden, wordt de<br />
omschakelklep in het vulprogramma op<br />
de middelste stand gezet en de pomp<br />
ingeschakeld.<br />
Als de functie wordt geactiveerd, stopt<br />
de brander met werken. Na 20 min wordt<br />
het programma automatisch inactief.<br />
■ opwarmgegevens met de overeenkomstige<br />
aanvoertemperaturen<br />
■ bereikte max. aanvoertemperatuur<br />
■ bedrijfstoestand en buitentemperatuur<br />
bij overdracht<br />
Er kunnen verschillende temperatuurprofielen<br />
via codeeradres ”F1”ingesteld<br />
worden.<br />
Na stroomuitval of uitschakelen van de<br />
regeling wordt de functie verder voortgezet.<br />
Als de estrikfunctie beëindigd is of<br />
de codering ”F1:0” manueel wordt ingesteld,<br />
wordt ”Verwarmen en warm<br />
water” ingeschakeld.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Regelingsfuncties (vervolg)<br />
Temperatuurprofiel 1: (EN 1264-4) codering ”F1:1”<br />
Aanvoertemperatuur<br />
°C<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1 5 10 15 20 25 30<br />
Dagen<br />
Temperatuurprofiel 2: (ZV parket- en vloertechniek) codering ”F1:2”<br />
Aanvoertemperatuur<br />
°C<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1 5 10 15 20 25 30<br />
Dagen<br />
Temperatuurprofiel 3: codering ”F1:3”<br />
Aanvoertemperatuur<br />
°C<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1 5 10 15 20 25 30<br />
Dagen<br />
Temperatuurprofiel 4: codering ”F1:4”<br />
Aanvoertemperatuur<br />
°C<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1 5 10 15 20 25 30<br />
Dagen<br />
Functiebeschrijving<br />
129
Functiebeschrijving<br />
Regelingsfuncties (vervolg)<br />
Temperatuurprofiel 5: codering ”F1:5”<br />
Aanvoertemperatuur<br />
°C<br />
130<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1 5 10 15 20 25 30<br />
Dagen<br />
Temperatuurprofiel 6: codering ”F1:6”<br />
Aanvoertemperatuur<br />
°C<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1 5 10 15 20 25 30<br />
Dagen<br />
Temperatuurprofiel 7: codering ”F1:15”<br />
Aanvoertemperatuur<br />
°C<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1 5 10 15 20 25 30<br />
Dagen<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Regelingsfuncties (vervolg)<br />
Verhoging van de verlaagde kamertemperatuur<br />
Bij werking met verlaagde kamertemperatuur<br />
kan de gewenste verlaagde<br />
kamertemperatuur afhankelijk van de<br />
buitentemperatuur automatisch worden<br />
verhoogd. De temperatuurverhoging<br />
vindt plaats volgens de ingestelde stooklijn<br />
en maximaal tot de normale<br />
gewenste kamertemperatuur.<br />
Voorbeeld met de instellingen in de toestand bij levering<br />
Ketelwater- resp.<br />
aanvoertemp. in °C<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
35 30 25 20 15 10 5 0<br />
Gew. kamertemperatuur in °C<br />
30<br />
10<br />
A Stooklijn voor werking met normale<br />
kamertemperatuur<br />
5<br />
De grenswaarden van de buitentemperatuur<br />
voor begin en einde van de temperatuurverhoging<br />
kunnen in de codeeradressen<br />
”F8” en ”F9” ingesteld worden.<br />
A<br />
B<br />
0 -5 -10 -15 -20<br />
Buitentemperatuur in °C<br />
Functiebeschrijving<br />
B Stooklijn voor werking met verlaagde<br />
kamertemperatuur<br />
131
Functiebeschrijving<br />
Regelingsfuncties (vervolg)<br />
Verkorting van de opwarmtijd<br />
Bij overgang van de werking met verlaagde<br />
kamertemperatuur naar werking<br />
met normale kamertemperatuur wordt<br />
de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />
volgens de ingestelde stooklijn verhoogd.<br />
De verhoging van de ketelwaterresp.<br />
aanvoertemperatuur kan automatisch<br />
plaatsvinden.<br />
Voorbeeld met de instellingen in de toestand bij levering<br />
Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />
in °C<br />
132<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
C<br />
B<br />
A<br />
D<br />
600 700 800 900 Tijd in h<br />
A Begin van de werking met normale<br />
kamertemperatuur<br />
B Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />
volgens de ingestelde<br />
stooklijn<br />
C Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur<br />
volgens ingesteld<br />
codeeradres ”FA”:<br />
50 °C + 20 % = 60 °C<br />
De waarde en de duur voor de extra verhoging<br />
van de gewenste ketelwaterresp.<br />
aanvoertemperatuur wordt in de<br />
codeeradressen ”FA” en ”Fb” ingesteld.<br />
D Periode van werking met verhoogde<br />
gewenste ketelwateraanvoertemperatuur<br />
volgens codeeradres ”Fb”:<br />
60 min.<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
De toewijzing van de verwarmingscircuits<br />
moet bij de inwerkingstelling van de<br />
Vitotrol 200A of Vitotrol <strong>300</strong>A worden<br />
geconfigureerd.<br />
Verwarmingscircuit Configuratie<br />
Vitotrol 200A Vitotrol <strong>300</strong>A<br />
Afstandsbediening werkt op het verwarmingscircuit<br />
zonder mengklep A1<br />
H1 VC 1<br />
Afstandsbediening werkt op het verwarmingscircuit<br />
met mengklep M2<br />
H2 VC 2<br />
Afstandsbediening werkt op het verwarmingscircuit<br />
met mengklep M3<br />
H3 VC 3<br />
Aanwijzing<br />
De Vitotrol <strong>300</strong>A kan aan een verwarmingscircuit,<br />
twee verwarmingscircuits<br />
of alle drie de verwarmingscircuits worden<br />
toegewezen.<br />
Elektronische verbrandingsregeling<br />
De elektronische verbrandingsregeling<br />
gebruikt het fysisch verband tussen de<br />
hoogte van de ionisatiestroom en het<br />
luchtgetal λ. Bij alle gaskwaliteiten wordt<br />
bij luchtgetal 1 de maximale ionisatiestroom<br />
ingesteld.<br />
Het ionisatiesignaal wordt door de verbrandingsregeling<br />
geanalyseerd en het<br />
luchtgetal wordt op een waarde tussen<br />
λ=1,24 tot 1,44 geregeld. In dit bereikt<br />
ligt een optimale verbrandingskwaliteit.<br />
De elektronische gasarmatuur regelt<br />
dan naargelang gaskwaliteit de benodigde<br />
gashoeveelheid.<br />
Functiebeschrijving<br />
Toewijzing van de verwarmingscircuits aan de afstandsbediening<br />
Voor de controle van de verbrandingskwaliteit<br />
wordt het CO 2-gehalte of het<br />
O 2-gehalte van het rookgas gemeten.<br />
Met de gemeten waarden wordt het<br />
overeenkomstige luchtgetal vastgesteld.<br />
De verhouding tussen CO 2- of O 2gehalte<br />
en luchtgetal λ is in de volgende<br />
tabel afgebeeld.<br />
133
Functiebeschrijving<br />
Elektronische verbrandingsregeling (vervolg)<br />
Luchtgetal λ – CO 2- /O 2-gehalte<br />
Luchtgetal<br />
λ<br />
134<br />
O 2-gehalte<br />
(%)<br />
CO2-gehalte (%) bij aardgas<br />
H-G20<br />
CO2-gehalte (%) bij aardgas<br />
L-G25<br />
1,24 4,4 9,2 9,1 10,9<br />
1,27 4,9 9,0 8,9 10,6<br />
1,30 5,3 8,7 8,6 10,3<br />
1,34 5,7 8,5 8,4 10,0<br />
1,37 6,1 8,3 8,2 9,8<br />
1,40 6,5 8,1 8,0 9,6<br />
1,44 6,9 7,8 7,7 9,3<br />
Voor een optimale verbrandingsregeling<br />
kalibreert zich het systeem cyclisch of na<br />
een spanningsonderbreking (buitenbedrijfstelling)<br />
zelfstandig. Daarbij wordt de<br />
verbranding kort op max. ionisatiestroom<br />
gezet (komt overeen met luchtgetal<br />
λ=1). Het zelfstandig kalibreren<br />
wordt kort na de branderstart uitgevoerd<br />
en duurt ca. 5 sec. Daarbij kunnen kort<br />
verhoogde CO-emissies optreden.<br />
CO 2-gehalte<br />
(%) bij vloeibaar<br />
gas P<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aansluitschema intern<br />
A1 Basisprintplaat<br />
X ... Elektrische poorten<br />
§ Keteltemperatuursensor<br />
aA Ionisatie-elektrode<br />
aG Rookgastemperatuursensor<br />
dÖ Stappenmotor voor omschakelklep<br />
fJ Temperatuurbegrenzer<br />
gF Ontstekingseenheid<br />
a-Ö Ventilatiemotor<br />
a-ÖA Aansturing ventilatormotor<br />
aND Waterdruksensor<br />
a:Ö Modulatiespoel<br />
Schema's<br />
135
Schema's<br />
Aansluitschema extern<br />
A1 Basisprintplaat<br />
A2 Schakelvoeding<br />
A3 Optolink<br />
136<br />
A4 Branderautomaat<br />
A5 Bedieningsgedeelte<br />
A6 Codeerstekker<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Aansluitschema extern (vervolg)<br />
A7 Aansluitadapter<br />
A8 Communicatiemodule LON<br />
A9 Interne uitbreiding H1<br />
S1 Netschakelaar<br />
S2 Ontgrendelingstoets<br />
X ... Elektrische poorten<br />
! Buitentemperatuursensor<br />
? Aanvoertemperatuursensor<br />
evenwichtsfles<br />
% Boilertemperatuursensor<br />
Stekker op de kabelboom<br />
sÖ Interne circulatiepomp<br />
sK Omlooppomp<br />
of<br />
Externe CV-pomp<br />
of<br />
Circulatiepomp voor de boileropwarming<br />
Schema's<br />
dG Gasmagneetklep<br />
fÖ Aansluiting op het elektriciteitsnet<br />
gD Externe veiligheidsmagneetklep<br />
voor vloeibaar gas<br />
lH Netaansluiting toebehoren en<br />
Vitotrol 100<br />
a-Ö Ventilatiemotor<br />
a-ÖA Aansturing ventilatormotor<br />
aYA Gasdrukbewaker<br />
aVG KM-BUS<br />
137
Wisselstuklijsten<br />
Wisselstuklijsten<br />
Aanwijzing voor bestellingen van wisselstukken!<br />
Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie<br />
kenplaatje) evenals het positienummer<br />
van het onderdeel (van deze wisselstukkenlijst).<br />
Courante onderdelen zijn in de plaatselijke<br />
vakhandel verkrijgbaar.<br />
001 Snelontluchter<br />
002 Aansluitbuis voor de verwarmingswateraanvoer<br />
003 Ontluchtingskraan<br />
004 Aansluitbocht verwarmingswaterretour<br />
005 Pompmotor<br />
006 Lineaire stappenmotor<br />
007 Manometer<br />
008 Ketelaansluitstuk<br />
009 Doorvoertule<br />
010 Rookgaspakking<br />
011 Afsluitstop ketelaansluitstuk<br />
012 Condenswaterslang<br />
013 Sifon<br />
014 Warmtewisselaar<br />
015 Condenswaterslang<br />
016 Aansluitleiding voor membraanexpansievat<br />
(alleen bij serienummer 7424<br />
971 ... en 7424 972 ...)<br />
017 Membraanexpansievat<br />
(alleen bij serienummer 7424<br />
971 ... en 7424 972 ...)<br />
018 Vastzetclip gasaansluitbuis<br />
019 Gasaansluitbuis<br />
020 Aansluitbuis verwarmingswaterretour<br />
021 Regelinghouder<br />
022 Afscherming<br />
030 Doorvoertule<br />
031 Doorvoertule<br />
032 Stekkerverbindingszekeringen<br />
(set)<br />
138<br />
033 O-ring 20,6 x 2,6 (set)<br />
034 O-ring 17,8 x 2,6 (set)<br />
035 O-ring 9,6 x 2,4 (set)<br />
036 O-ring 35,4 x 3,6 (5 stuks)<br />
037 Afdichting A 17 x 24 x 2 (set)<br />
038 Afdichting A 10 x 15 x 1,5 (set)<br />
039 Plaatschroef ST 3,9 x 9,5<br />
040 Clip 7 8 (5 stuks)<br />
041 Clip 7 10 (5 stuks)<br />
042 Veiligheidsnaald<br />
043 Borgveer<br />
044 Slang 7 10 x 1,5 x 750<br />
062 Vlambuis<br />
063 Vlamroosterafdichting<br />
066 Afdichting ventilatoruitgang<br />
067 Ventilator<br />
068 Gascombinatieregelaar<br />
069 Branderdeur<br />
070 Ontstekingstoestel<br />
071 Afdichting ionisatie-elektrode<br />
072 Afdichting ontstekingselektrode<br />
074 Gasinjector<br />
075 Venturiverlenging<br />
150 Druksensor<br />
152 rookgastemperatuursensor<br />
153 Temperatuurbegrenzer<br />
154 Temperatuursensor<br />
200 Frontplaat (met pos. 201)<br />
201 Bevestigingsclip<br />
202 Typeaanduiding<br />
205 Plaatschroef ST 4,8 x 63<br />
<strong>300</strong> Regeling<br />
301 Behuizingsachterwand<br />
302 Ketelcodeerstekker<br />
303 Zekering 6,3 AT (10 stuks)<br />
304 Zekeringhouder<br />
305 Bedieningseenheid voor weersafhankelijke<br />
werking<br />
306 Bedieningseenheid voor verhoogde<br />
werking<br />
307 Communicatiemodule LON (toebehoren)<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Wisselstuklijsten (vervolg)<br />
308 Printplaat adapter LON-module<br />
(toebehoren)<br />
309 Interne uitbreiding H1<br />
315 Vergrendelingsstukken links en<br />
rechts<br />
316 Schuif links en rechts<br />
317 Buitentemperatuursensor<br />
Slijtende onderdelen<br />
060 Branderafdichting<br />
061 Isolatiering<br />
064 Blok voor ontstekingselektrodes<br />
065 Ionisatie-elektrode<br />
Wisselstukken zonder afbeelding<br />
203 Spuitbuslak, vitowit<br />
204 Lakstift, vitowit<br />
Wisselstuklijsten<br />
310 Kabelboom X8/X9/ionisatie<br />
311 Kabelboom 100/35/54/aarde<br />
312 Aansluitkabel stappenmotor<br />
313 Contrastekker<br />
314 Kabelfixering<br />
400 Montageaanwijzing<br />
401 Serviceaanwijzing<br />
402 Gebruiksaanwijzing voor verhoogde<br />
werking<br />
404 Gebruiksaanwijzing voor weersafhankelijke<br />
werking<br />
A Kenplaatje<br />
139
Wisselstuklijsten<br />
Wisselstuklijsten (vervolg)<br />
140<br />
205<br />
019<br />
064<br />
202<br />
072<br />
037<br />
037<br />
070<br />
065<br />
018<br />
066<br />
068<br />
074<br />
069<br />
071<br />
201<br />
200<br />
061<br />
062<br />
063<br />
075<br />
067<br />
061<br />
060<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Wisselstuklijsten (vervolg)<br />
010<br />
008<br />
011<br />
009<br />
013<br />
012<br />
043<br />
036<br />
152<br />
015<br />
A<br />
001<br />
031<br />
Wisselstuklijsten<br />
141
Wisselstuklijsten<br />
Wisselstuklijsten (vervolg)<br />
142<br />
040<br />
154 034<br />
153<br />
044 003<br />
002<br />
032<br />
034<br />
032<br />
017<br />
040<br />
030<br />
014<br />
016<br />
006<br />
038<br />
041<br />
150<br />
032 034<br />
005<br />
035<br />
020<br />
034<br />
004<br />
032<br />
033<br />
042<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Wisselstuklijsten (vervolg)<br />
316<br />
306<br />
305<br />
315<br />
039<br />
<strong>300</strong><br />
007 041<br />
307<br />
304<br />
308<br />
302<br />
Wisselstuklijsten<br />
301<br />
303<br />
309<br />
315<br />
316<br />
317<br />
022<br />
021<br />
143
Protocollen<br />
Protocollen<br />
Instel- en meetwaarden<br />
144<br />
Gewenste<br />
waarde<br />
d.d.<br />
door<br />
Rustdruk mbar max. 57,5 mbar<br />
Aansluitdruk (dynamische<br />
druk)<br />
= bij aardgas H-G20 mbar 18-25 mbar<br />
= bij aardgas L-G25 mbar 20-30 mbar<br />
= bij vloeibaar gas mbar 31,5-42,5 mbar<br />
Gastype aankruisen<br />
Kooldioxidegehalte<br />
CO2 ■ bij laagste vermogen Vol.-%<br />
■ bij het hoogste vermo- Vol.-%<br />
gen<br />
Zuurstofgehalte O2 ■ bij laagste vermogen Vol.-%<br />
■ bij het hoogste vermo- Vol.-%<br />
gen<br />
Koolmonoxidegehalte<br />
CO<br />
■ bij laagste vermogen ppm<br />
■ bij het hoogste vermo- ppm<br />
gen<br />
Eerste<br />
inbedrijfstelling<br />
Onderhoud/<br />
service<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Technische gegevens<br />
Nominale spanning 230 V<br />
Nominale frequentie 50 Hz<br />
Nominale stroom 6 A<br />
Veiligheidsklasse I<br />
Beschermingsgraad IP X 4 D volgens<br />
EN 60529<br />
Toegestane omgevingstemperatuur<br />
■ bij werking 0 tot +40 °C<br />
■ bij opslag en transport<br />
-20 tot +65 °C<br />
Instelling elektronische<br />
thermostaat 82 °C<br />
Instelling temperatuurbegrenzer<br />
100 °C (vast)<br />
Beveiliging van het<br />
net max. 16 A–<br />
Gasketel , categorie I2N - I3P Nom. vermogensbereik TV/ TR 50/30 °C<br />
Nom. warmtebelastingsbereik<br />
kW 3,8-13 3,8-19 5,2-26 7,0-35<br />
bij kamerverwarming kW 3,6-12,3 3,6-17,9 4,9-24,7 6,6-33,3<br />
bij tapwateropwarming kW 3,6-16,7 3,6-17,9 4,9-24,7 6,6-33,3<br />
Elektr. opgen. vermogen (in<br />
toestand bij levering)<br />
Aansluitwaarden<br />
Op basis van max. belasting<br />
met<br />
W 57 61 76 78<br />
aardgas H-G20 m3 /h 1,77 1,89 2,61 3,52<br />
aardgas L-G25 m 3 /h 2,05 2,20 3,04 4,10<br />
vloeibaar gas kg/<br />
uur<br />
Productidentificatienummer<br />
1,31 1,40 1,93 2,60<br />
_-0085BR0433<br />
Technische gegevens<br />
Aanwijzing<br />
Aansluitwaarden zijn uitsluitend ter informatie (bijv. voor de gasaanvraag) of voor een<br />
benaderende en volumetrische aanvullende controle van de instelling. Wegens de<br />
fabrieksmatige instelling mogen de ingestelde gasdrukken niet afwijkend van deze<br />
waarden worden veranderd. Ref.: 15°C, 1013 mbar.<br />
145
Verklaringen<br />
Conformiteitsverklaring<br />
Conformiteitsverklaring voor <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W<br />
Wij, <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid<br />
dat het product <strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W met de volgende normen overeenstemt:<br />
EN 483 EN 60.335-1<br />
EN 625 EN 60.335-2-102<br />
EN 677 EN 61 000-3-2<br />
EN 806 EN 61 000-3-3<br />
EN 55 014 EN 62 233<br />
Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met<br />
_-0085 gekenmerkt:<br />
92/42/EEG 2006/95/EG<br />
2004/108/EG 2009/142/EG<br />
Dit product voldoet aan de vereisten van de Rendementsrichtlijn (92/42/EEG) voor<br />
condenserende HR-ketels.<br />
Allendorf, 20 januari 2010 <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH&Co KG<br />
146<br />
vert. Manfred Sommer<br />
Verklaring van overeenstemming volgens het K.B. van 8 januari<br />
2004 -BE voor de Vitoden 100-W, 200-W, 222 W, 222-F, 242-F, <strong>300</strong>-<br />
W, 333-F, 343-F<br />
Wij, <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH&Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid,<br />
dat de hieronder genoemde serie producten, in België op de markt<br />
gebracht door <strong>Viessmann</strong> Belgium bvba, Hermesstraat 14, B-1930 Zaventem, in<br />
overeenstemming is met het type, beschreven in de CE-verklaring van overeenstemming<br />
en geproduceerd en verdeeld is volgens de vereisten van het K.B. van 8<br />
januari 2004.<br />
Type product: Condenserende gasketel als wand/vloertoestel<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Conformiteitsverklaring (vervolg)<br />
Model: Vitoden 100-W, 200-W, 222 W, 222-F, 242-F, <strong>300</strong>-<br />
W, 333-F, 343-F<br />
Keuringsorganisme: KVBG - Rodestraat 125 - B-1630 Linkebeek<br />
Keuringsprocedure : volgens EN 483<br />
Waarden bij aardgas: NOx: < 120 mg/kWh<br />
CO: < 110 mg/kWh<br />
Waarde bij vloeibaargas: NOx: < 156 mg/kWh<br />
CO: < 121 mg/kWh<br />
Allendorf, 30 maart 2010 <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH&Co KG<br />
ppa. Manfred Sommer<br />
Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV<br />
Wij, <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, bevestigen dat het product<br />
<strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W voldoet aan de NO x -grenswaarden die in 1. BImSchV § 7 (2)<br />
worden gesteld.<br />
Allendorf, 20 januari 2010 <strong>Viessmann</strong> Werke GmbH&Co KG<br />
vert. Manfred Sommer<br />
Verklaringen<br />
147
Index<br />
Index<br />
A<br />
Aansluitdruk.......................................14<br />
Aansluitschema's.............................135<br />
Aanvoertemperatuursensor.............111<br />
Aanvullende opwarming tapwater....118<br />
Afstandsbediening...........................133<br />
B<br />
Bedrijfsgegevens controleren............85<br />
Bedrijfstoestanden controleren..........85<br />
Bevestigen van een storingsindicatie.94<br />
Boilertemperatuursensor..................111<br />
Brander demonteren..........................18<br />
Brander inbouwen..............................20<br />
Branderruimte reinigen......................20<br />
Buitentemperatuursensor.................110<br />
C<br />
Codering 1<br />
■ oproepen........................................38<br />
Codering 2<br />
■ oproepen........................................53<br />
Coderingen bij werkingstelling...........25<br />
Coderingen terugzetten...............38, 53<br />
Communicatiemodule LON................34<br />
Condenswaterafvoer..........................22<br />
D<br />
Datum instellen....................................9<br />
Deelnemercontrole.............................35<br />
Dichtheidscontrole coaxiaal systeem.17<br />
Draairichting mengklepmotor<br />
■ controleren....................................115<br />
■ veranderen...................................116<br />
E<br />
Eerste inwerkingstelling.......................8<br />
Elektronische verbrandingsregeling.133<br />
Estrik drogen....................................128<br />
Estrikfunctie.....................................128<br />
Expansievat.......................................22<br />
Extern blokkeren..............................126<br />
Externe warmtevraag.......................127<br />
148<br />
F<br />
Foutmanager......................................35<br />
Functiebeschrijvingen......................117<br />
Functies controleren..........................91<br />
G<br />
Gasaansluitdruk.................................15<br />
Gascombinatieregelaar .....................15<br />
Gastype..............................................12<br />
I<br />
Inclinatie stooklijn...............................33<br />
Installatiedruk.......................................8<br />
Installatieschema's.......................25, 38<br />
Installatie vullen...................................8<br />
Ionisatie-elektrode..............................20<br />
K<br />
Kamertemperatuur instellen...............33<br />
Keteltemperatuursensor...................111<br />
Kleine onthardingsinstallatie................8<br />
Korte opvragingen..............................86<br />
L<br />
LON....................................................34<br />
■ deelnemernummer instellen...........34<br />
■ foutbewaking..................................35<br />
M<br />
Membraanexpansievat.........................8<br />
N<br />
Niveau stooklijn..................................33<br />
Normale kamertemperatuur...............33<br />
O<br />
Onderhoud opvragen.........................36<br />
Ontluchten..........................................10<br />
Ontluchtingsprogramma...................127<br />
Ontsteking..........................................20<br />
Ontstekingselektroden.......................20<br />
Opwarmtijd.......................................132<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
Index (vervolg)<br />
P<br />
Protocol............................................144<br />
R<br />
Regeling...........................................117<br />
Relaistest...........................................91<br />
Rookgastemperatuursensor.............112<br />
Rustdruk.............................................15<br />
S<br />
Schakelschema................................135<br />
Servicemenu oproepen......................85<br />
Serviceniveau oproepen....................85<br />
Sifon.............................................11, 22<br />
Stooklijn.............................................31<br />
Storingen............................................94<br />
Storingscodes....................................96<br />
Storingsgeheugen........................94, 95<br />
Storingshistorie..................................94<br />
Storingsmelding oproepen...........94, 95<br />
T<br />
Taalkeuze............................................9<br />
Technische gegevens .....................145<br />
Temperatuurbegrenzer....................113<br />
Tijd instellen.........................................9<br />
U<br />
Uitbreiding<br />
■ AM1..............................................121<br />
■ EA1...............................................123<br />
■ interne H1.....................................119<br />
■ interne H2.....................................120<br />
Uitbreidingsset voor een<br />
verwarmingscircuit met mengklep ...115<br />
Index<br />
V<br />
Veiligheidscircuit .............................113<br />
Verbergen van een storingsindicatie..94<br />
Verbrandingskwaliteit controleren......23<br />
Verbrandingsregeling.......................133<br />
Verhoging van de verlaagde<br />
kamertemperatuur............................131<br />
Verklaring fabrikant .........................147<br />
Verkorting van de opwarmtijd..........132<br />
Verlaagde kamertemperatuur............34<br />
Verlaging van het<br />
opwarmvermogen............................131<br />
Vermogen instellen............................16<br />
Verwarmingsoppervlakken reinigen...20<br />
Vitocom <strong>300</strong>.......................................34<br />
Vitotronic 200-H.........................34, 116<br />
Vlamrooster........................................19<br />
Vulfunctie.........................................128<br />
Vulwater...............................................8<br />
W<br />
Werkingsprogramma-omschakeling 125<br />
Wisselstuklijst...................................138<br />
Z<br />
Zekering...........................................114<br />
149
150<br />
5688 838 B/fl
5688 838 B/fl<br />
151
Geldigheidsaanwijzing<br />
Condenserende verwarmingsketel op gas<br />
<strong>Vitodens</strong> <strong>300</strong>-W, type WB3D vanaf serienr.<br />
3,8 tot 13 kW 7424 971 ...<br />
3,8 tot 19 kW 7424 972 ...<br />
5,2 tot 26 kW 7424 973 ...<br />
7,0 tot 35 kW 7424 974 ...<br />
152<br />
<strong>Viessmann</strong> Belgium bvba-sprl<br />
Hermesstraat 14<br />
B-1930 ZAVENTEM<br />
Tel. : 02 712 06 66<br />
Fax : 02 725 12 39<br />
e-mail : info@viessmann.be<br />
www.viessmann.com 5688 838 B/fl Technische wijzigingen voorbehouden.<br />
Gedrukt op milieuvriendelijk,<br />
chloorvrij gebleekt papier