Die Kunst ist ein kompliziertes Phänomen. - PAINT: online
Die Kunst ist ein kompliziertes Phänomen. - PAINT: online
Die Kunst ist ein kompliziertes Phänomen. - PAINT: online
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
paint 3_paint03.2011 28.04.11 08:57 Seite 8<br />
Het is geen probleem, Norbert Prangenberg te vinden. 86.000<br />
hits. Bij Google. Het kan zijn dat er nog andere Prangenbergs<br />
zijn, maar hij staat bovenaan. Op de eerste plaats. Wikipedia:<br />
“Norbert Prangenberg, geboren in Nettesheim bij Keulen in 1949.<br />
Leeft en werkt in München en Niederarnbach (bij Ingolstadt).”<br />
Ik tref Prangenberg in zijn Heimat. Het is zaterdagochtend, tegen<br />
half twaalf. Prangenberg zit op een terras: Roki Caféstübchen.<br />
Roki staat voor Rommerskirchen. Aan de overkant: reisstudio<br />
Wlotzka. Rommerskirchen internationaal. Hier zouden de Coenbrothers<br />
films kunnen opnemen. De vraag: wat is Heimat? “Je hebt<br />
natuurlijk de geografische Heimat”, zegt Prangenberg. “Dat zou<br />
dan hier zijn”. Prangenberg bedoelt geen plaats. Hij spreekt over<br />
een toestand. De wind. De regen. Heimat – dat is soms een stuk<br />
landschap. Van vroeger is er w<strong>ein</strong>ig overgebleven. Een vermoeden,<br />
meer niet.<br />
Rijnlandse genen en rijnlandse drieklank: kerk, kermis, karnaval.<br />
Als Prangenberg een Rijnlands wapen zou moeten schilderen,<br />
dan zouden de kleuren zwart en rood in ieder geval voorkomen.<br />
In Prangenbergs aderen vloeit rijnlands bloed. Heimat is een<br />
repertoire uit je kindertijd, denk ik. Een warmte-accumulator, die<br />
er is als herinneringen opkomen. Heimat is een plek in je eigen<br />
ziel, waarvoor je niet altijd een visum hebt. Fotos of ghosts.<br />
Prangenbergs rijnlandse herinneringen laten zijn ogen oplichten.<br />
Zijn jeugd – een wisselbad: ”vanaf Pasen droegen we een korte<br />
broek. In de herfst trokken we de lange broek weer aan. Dan<br />
gingen we kleren kopen in Keulen.” Een duidelijk ritme. Tussen<br />
het lof en de matinée in de bioscoop: een kwartiertje tijd.<br />
Reizen tussen de kruisweg en de wildwest- of de piratenfilm.<br />
“Heimat – dat zijn vooral de mensen. Ik ben ook Heimat voor<br />
mezelf. Dat is de enige manier waarop je het elders kunt uithouden.”<br />
Is Beieren ook Heimat? “Nee!” Heimat heeft voor<br />
Prangenberg twee vaste punten: Rommerskirchen. Keulen. “In<br />
Keulen heb ik mijn beroepsopleiding gehad. Keulen is een vast<br />
punt.” Niederarnbach in Beieren is een plek. De plek waar<br />
Prangenberg woont. Werkt. Plekken heb je vele. Heimat is uniek.<br />
In het Duits heeft het woord Heimat geen meervoud. “Vroeger<br />
gingen we op vakantie naar Italië. In Beieren begon de vakantie.”<br />
Rommerskirchen is Heimat. Heimat begint bij de klank van<br />
de taal. Herinneringsreconstructies. ... mijn ziel, mijn ziel zij strekte<br />
toen wijd haar vleugels uit ... Prangenbergs literaire Heimat: de<br />
romantiek. Novalis, Mörike, Eichendorff. ... vloog door de stille<br />
landen, alsof ze vloog naar huis ... Prangenbergs muzikale Heimat:<br />
de vroege Bob Dylan. Schuberts Winterreise. Ze behoorden tot<br />
de lu<strong>ist</strong>ercanon van zijn vader. Fremd bin ich <strong>ein</strong>gezogen ...<br />
Wat is Heimat in de kunst? “Schilderkunst. Tekenen.” Prangen berg<br />
is in de woonkamer met tekenen begonnen. Hij was toen drie.<br />
“Ik was een wild kind. Als ik tekende, was ik rustig. Dat vond<br />
mijn moeder goed. Ze heeft mijn tekenlust vroeg ondersteund.<br />
Niet zonder eigenbelang, denk ik nu. Natuurlijk was het nog geen<br />
kunst. Het was kinderlijk tekenen. Maar ik werd geprezen. Dus<br />
ben ik er mee doorgegaan.” Het ging om het plezier aan de voor -<br />
stelling. Het wilde kind begon met de opleiding tot edelsmid.<br />
Prangenberg was net dertien. Bij het tekenen van sieraden kwamen<br />
dimensies bij elkaar. Vertalingen van drie naar twee dimensies.<br />
“Op school kregen we tekenles. Twee keer in de week. Toen<br />
begon ik me voor schilderkunst te interesseren. Ik ontwikkelde<br />
een gevoel. Ben naar het museum gegaan, heb dingen bekeken.<br />
Ik merkte: ik kijk graag naar schilderijen.” Het was alsof de hemel<br />
de aarde stil gekust ... “Mijn interesse ging tot aan het expressionisme.<br />
Verder niet. Tegelijkertijd heb ik altijd getekend. Na mijn<br />
08 | 09<br />
opleiding tot edelsmid ben ik naar de Werkkunstschule in Düssel -<br />
dorf gegaan. Daar kreeg ik professionele tekenlessen. En toen<br />
ben ik tamelijk snel meer gaan tekenen dan sieraden maken.<br />
Toch had ik nog niet het bewustzijn, kunstenaar te zijn. Op een<br />
gegeven ogenblik – het was op een zondagmiddag – heb ik voor<br />
het eerst een goed schilderij gemaakt. Ik had het gevoel: dat<br />
is het. En toen kwam de gedachte in me op: misschien kun je<br />
zoiets ook als beroep uitoefenen. Ik dacht niet ‘misschien kan ik<br />
kunstenaar worden’ – het was gewoon de gedachte: misschien<br />
kun je daar ooit van leven. Misschien kun je op deze weg verder<br />
gaan. Schläft <strong>ein</strong> Lied in allen Dingen ...<br />
“In die tijd heb ik al als glasontwerper gewerkt. Ik heb veel tentoonstellingen<br />
gezien. Ben naar Keulen gegaan. Naar Düsseldorf.<br />
Er kwam een diepe interesse in schilderkunst in me op. Ik heb<br />
een lange incubatietijd. Ik heb bij mijn ouders op het terras ge-<br />
Rijnlandse drieklank<br />
schilderd. Of in de kelder. Als ik een staand formaat had, moest<br />
ik het overdwars schilderen, en het dan meenemen naar het terras<br />
om te kijken. Daarna weer naar de kelder en verder schilderen.<br />
Ik voelde langzamerhand: ik ben op weg naar iets serieus.”<br />
“In 1976 ben ik gestopt met het ontwerpen. Toen w<strong>ist</strong> ik: ik wil<br />
schilder worden. Ik heb nog freelance als glasontwerper gewerkt.<br />
Ik had een inkomen nodig. Ik was getrouwd. We hadden ons<br />
eerste kind. Ik was met heel grote formaten bezig en heb alles<br />
verwerkt, wat ik tot dan toe gezien had. In 1978 was er een breuk.<br />
Ik ben gestopt met de grote formaten en begon kl<strong>ein</strong>e tekeningen<br />
te maken. Ik interesseerde me voor het werk van Palermo, Beuys<br />
en Ruthenbeck. <strong>Die</strong> hebben voor mij een weg geopend. Palermo,<br />
Beuys en Ruthenbeck – die mensen, daar begreep ik iets van.<br />
Daar ging het om het eenvoudige. 1978 – dat was het begin van<br />
mijn bewuste kunstenaar-zijn. Vanaf die tijd heb ik gezegd, dat<br />
ik kunstenaar ben, als iemand me naar mijn beroep vroeg. Daar -<br />
voor was alles wat ik deed met ambitie oefenen.”<br />
“Toen ik met tekenen begon, was er voor mij alleen rood en zwart.<br />
Rood en zwart hebben het hardste contrast. Rood heeft als kleur<br />
de grootste expansie, zwart het sterkste contrast. Rood en zwart<br />
– dat was voor mij de duidelijkst mogelijke uitspraak. Geel ging te<br />
veel in de richting van wit. Groen ook. Blauw was te romantisch.”<br />
“Eigenlijk ben ik geen klassieke beeldhouwer. Ik ken beeldhouwers<br />
en ik weet hoe die denken, voelen. Hoe ze werken. Dat is<br />
iets anders. Voor mij speelt kleur altijd een grote rol.<br />
Desondanks heb ik ondertussen een omvangrijk sculpturaal œuvre.<br />
Het bestaat voor negentig procent uit keramiek. Doordat ik in<br />
München professor voor keramiek ben, is de schilderkunst voor<br />
mij altijd een ontplooiingsmogelijkheid gebleven. Ik heb nooit<br />
lesgegeven in schilderkunst. Als je lesgeeft, komen de dingen in<br />
een ander daglicht te staan.” Prangenberg hoeft zijn schilderkunst<br />
niet uit te leggen. Niet aan zichzelf. Niet aan anderen.<br />
Soms knaagt verklaring aan het wonderbaarlijke.<br />
“Mijn sculpturale werk is begonnen met papier. Ik had gewoon<br />
zin nog iets anders te maken. Eerst kwam papier. Toen beton. Ik<br />
ben altijd op zoek naar eenvoudige manieren om iets te maken.<br />
De omgang met het materiaal speelt daarbij een grote rol. Ik heb<br />
bijvoorbeeld vormen in de grond uitgegraven en die dan met<br />
beton volgegoten. Kleur was daarbij altijd belangrijk. Ik heb vanaf<br />
het begin geprobeerd het beton te kleuren. Bij papier heb ik dat<br />
met pigmenten gedaan.”<br />
“Toen kreeg ik een stipendium in Haus Lange in Krefeld. In Krefeld<br />
was er een grote keramiekwerkplaats aan de Hogeschool. Daar<br />
ben ik naar toe gegaan en heb er gevraagd of ik een paar dingen<br />
kon uitproberen. Ik heb er de eerste ervaringen met klei als