verhandeling
verhandeling
verhandeling
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VERHANDELING<br />
V A N D E<br />
WEEK- EN JA AR» MARKT EN,<br />
EN ZO GENAAMDE<br />
K E R M I S S E N ;<br />
B I J Z O N D E R L I J K<br />
I KT<br />
Z E E L A N D .
GESCHIED, SN RECHT-KONDIGE<br />
VERHANDELING<br />
V A N D JE<br />
WEEK- EN JAAR-MARKTEN,<br />
MITSGADERS VAN DE ZO GENAAMDE<br />
KERMISSEN;<br />
BIJZONDERLIJK IN ZEELAND^<br />
öpgefteld, befch reven; en met de nodige Bewijzen, no-<br />
pens der zelvei Benaamins, Oorfprong, Vrijheden, '<br />
£n Voorrechten ; zo uit de Romeinfche Rech-'<br />
ten; als uit de Vad^rlandfche Handvesten,<br />
Placaten, Statuten, cn Keuren, geftaafd<br />
DOOR D E N<br />
BEROEMDEN ZEEUWSCHENRECHTSGILEERDEW<br />
MR. JAC OBUS JASPERSEN BRASSER,<br />
In zijn leven Pm&ifeermd Jdvtcaat te VLIS SIN GEN.<br />
T E L E r D £ AT,<br />
BIJ PIETER HENDRIK TRAP,<br />
M D C C L X X X K I I .
VOORBER ICHT.<br />
D aar het den Aucieur van deze Verhandeling,<br />
den nu wijlen Z,eer Geleerden Heere , M r<br />
. JACO-<br />
BUS JASPERSEN BRASSER, in Zijn Wel-Ed'.<br />
leven beroemd Adv.ocaat binnen de Stad Vlislingen<br />
in Zeeland, door deszelfs ontijdig, en voor zijn<br />
Nageflacht niet min fmertlijk , overlijden , niet<br />
heeft mogen gebeuren dit nuttig en aangenaam<br />
Werkje ter Drukpers, waar toe wijlen zijn Wel-E-<br />
dele het zelve had gefchikt, te zien gebragt, zo zou<br />
de (naar ons oordeel') het aan 's Mans Nagedach<br />
tenis te kort zijn gedaan geweest, indien men het<br />
zelve, wegens zijne nuttigheid, en de daar aan door"<br />
den Overleden bejleedde grote vlijt, niet, na zijn<br />
dood, in het publiek had doen verfchijnen.<br />
Het oogmerk en de neiging van den Autleur in deze><br />
zijne Verhandeling over de Week- en Jaar-Markten,<br />
m wel bijzonderlijk over de Zeeuwfche Jaar-Markten<br />
* S of
VÏ V O O R B E R I C H T .<br />
of Kermisfen, door de zorg, moeite, en arbeid,<br />
welke Hem ds inhoud, hoe gering en ligt dit aan<br />
zommigen ook moge fihijnen, heeft gekost; en die<br />
door Hem, ten dienfte zijner Landgenootcn, in het<br />
faamenflellen dezer Verhandeling zijn aangewend;<br />
geeft ons hope, dat dezelve niet onaangenaam<br />
zal zijn, en dat fchitter&nde blijken, e n onwederfpreeklijke<br />
bewijzen van des Mans kunde , oordeel-,<br />
.en naarjligheid altijd mogen duwen, op dat dezelve<br />
den Nakomelingen tot een prikkel konnen verjlrekken,<br />
om, op het fpoor van een zo Uitmuntend Voorbeeld,<br />
zijne Geboorte Stad, ep zijn Vaderland te<br />
verfteren, en voordeeljg fe zijn,<br />
Wij zijn niet van nieening, om het nut of voor.<br />
deel, het welk uif dit Werkje kan getrokken worden,<br />
breederuit te meeten, of het zelve, 't geen<br />
ionzes bedunkens) door zijn waarde een iegelijk!<br />
achting verdient, en dus onzen lof niet behoeft, fterk<br />
aan te prijzen , terwijl het zelve, door de uwe.<br />
wrochtheid van de jloffe , aan veilen zal konnen<br />
tc ftade komen : en wij zullen derhahen gaarne<br />
aan een ieder (gelijk wij voor 'den reeds Overleden<br />
Aucieur begeeren) de vrijheid laten, om,<br />
naar welgevallen, ontrent dit Werkje te handl.<br />
hn. Alleenlijk zullen Wij ons genoeg beloond<br />
houden, indien het Werkje dit getuigenis der Oor-,<br />
heelkundigen moge wegdragen, dat wijlen %<br />
Aucieur
V O O R B E R I C H T . vu<br />
Au&eur zich, ontrent zijn Vaderlanden zijne Landgenooten,<br />
wel gekweeten hebbe ,• met hen een middel<br />
te verfchafen , om veeltijds te fpaaren, fwardien<br />
zij de Vruchten dezer Verhandeling nu uit<br />
een beknopte bundel van blaaden zullen konnen plukken<br />
: en, indien aan wijlen den Au&eur alleenlijk<br />
deze Eer, door Befcheide en Verjlandige Lieden,<br />
wordt toegewezen, dan zullen wij ons voldaan<br />
houden, zonder ons aan onkundigen of partijdagen<br />
, die, doorgaans, Jlout en onbefihroomd<br />
zijn in het berispen van dingen , die zij niet verft<br />
aan, te ftooren.<br />
Wij zouden hiermede konnen eindigen, ten ware<br />
wij ons verpligt oordeelden, om, openlijk, onze<br />
dankbaarheid te betuigen aan den Wel-Edelen Ge-<br />
ftrengen Heere Mr. DANIËL VAN ALPHEN,<br />
Oud Raad in de Vroedfchap, Schepen, en Grift<br />
fier der Stad Leyden; Lid van enige Maatfchappijen<br />
ter bevordering der nuttige Wetenfchappen<br />
en der Fraaije Letteren; enz. enz. Een Man ,<br />
der geleerde Waereld genoeg bekend, en wiens Zeedig<br />
Cara&er ons verbiedt in deszelfs verdienden lof<br />
uit te weiden: aan dezes Mans onvermoeide vlijt en<br />
zorg zijn Wij, en alle onze Leezers de befchaafdheid,<br />
en verbeetering yan dit Werkje, en van enige<br />
weinige ingejlopene en ontdekte feilen, verfchuldigd:<br />
terwijl Zijn Wei-EdeleGejl renge daar en boven nog,<br />
Z9
vm V O O R B E R I C H T .<br />
.zo gulhartig als onverdiend, uit ene loutere hoogachting<br />
voor des Au&eur s loflijke hoedanigheden ,<br />
uitmuntende bekwaamheden , en groote geleerdheid;<br />
de voortzetting der uitgave van deze , met zo veele<br />
naarjtigheid en kunde bewerkte, Verhandeling, wel<br />
heeft gelieven op zich te necmen , en met ene onvermoeide<br />
vlijt te bezorgen , dat dezelve in dien ftaat,<br />
•waar in dezelve zich thans bevindt, ten dienfie der<br />
Oudheid-Lievende en R.echt-Kundige Vaderlander<br />
ren, tevoorfchijn treedt.<br />
Ouderwijlen wenjchen wij, Befcheide Leezers,<br />
dat des Au&eurs poogingen in dit Werkje, het welk<br />
door nu wijlen Hem , ten nutte en voordeele zijner<br />
Landgenooten , begonnen en voleindigd is, met<br />
zulk een wclmeencnd haft,zullen ontfangen worden,<br />
als waar mede het Werkje zelve gefchrcevcn is. Ziet<br />
dan de overgeflage misfiappen (indien er deze magten<br />
zijn) van den Au&eur, die helaas! de laatjle<br />
hand aan dit zijn Merkje niet heeft konnen leggen,<br />
giinsiiglijk over het hoofd: gedenkt, dat Dwaalen<br />
den mensch fleeds eigen is : verbeetert dan dezelve<br />
naar welgevallen: trekt uit dit zijn Werkje uw voordeel<br />
; en wij zullen bevinden genoeg gedaan te hebben<br />
, wanneer wij van dezen des Overledens arbeid<br />
de vruchten zullen zien mogen,<br />
Vlisfingen den ^o.<br />
üitober I 7 9 I; c. J. STEENLACK.<br />
VER-
VER HAIDELING<br />
O V E R DE<br />
2EEUWSCHE JAARMARKTEN,<br />
O F<br />
K E R M I S S E N .<br />
E ne Verhandeling over de zo genaamde Inleiding<br />
over de<br />
Kermisfen , of Jaar- en Weekmarkten te Schrijvers ,*<br />
fchrijven, is, op ziqji zeiven befchouwd, die over de<br />
Jaarmarkten<br />
noch nieuw, noch zcfnderling. Verfcheide ifi 't gemeen,<br />
Letterkundige, bijwien ik niet te tellen ben, en over die<br />
van bijzon<br />
en welken ik op duizend jaren niet kan evederePlaatiën, Sieüen<br />
naaren, hebben die ftoffe op het keurigfte<br />
df Landen<br />
bewerkt. Om geen gewag te maken van de gefchreven<br />
ontelbare Uitleggers van de<br />
hebben.<br />
Befchreven<br />
Rechten der Romeinen, vervat in het kunftig<br />
famenftel, op bevel van Keizer Jufttniaan<br />
vervaardigd, en door dien Troon-<br />
Vorst, als een algemeen Wetboek voor het<br />
toen verëenigde Westersch en Oostersch<br />
Keizerrijk, uitgegeven; welke Uitleggers,<br />
onder anderen , de Titulen in het 50 Boek der<br />
Pandeélen, en in het 4 Boek van den Codex,<br />
beiden over de Nundinae, of de Jaarmark*<br />
ten, diz in dat wijd uitgeftrekt gebied plaats<br />
A had-
t Verhandeling over de Zeeuiöjche<br />
hadden, of ingevoerd zouden mogen wor*<br />
den, geleerdelijk hebben toegelicht. Zo hebben<br />
ookverfcheide Schrijvers zich bevlijtigd,<br />
om deze ftof meer opzettelijk te behandelen,<br />
en toe te pasfen op hunne geboorte-landen,<br />
of de plaatfen hunner woningen, of op die<br />
van bijzondere volken. De geleerde Puteams<br />
gaf, in den Jare 1646, te Leuven ene<br />
keurige Verhandeling over de Marktdagen der<br />
Romeinen in het licht (a). ïn Duitschland<br />
fchreven over de Jaarmarkten bijzondere<br />
Verhandelingen Averbach en Rus/el, te<br />
Erfurt: Cregel, te Altorff in Frankenland.<br />
Sneider, te Wittenberg; alwaar ook Christiaan<br />
Leyfer, in 't Jaar 1657, ene Verhandeling<br />
over die zelfde froffe het licht deed zien. Op<br />
de Hoge-School van Hesfen - Darmftad, te<br />
Giesfen, kwam in den Jare 1670, ene gelijke<br />
Verhandeling uit, van welke'Hendrik Pieter<br />
Haberkorn de opfteller was. De bekende Rhetius<br />
maakte te Frankfort ene Verhandeling over<br />
de aldaar zijnde Plechtige Jaarmarkten, of zo<br />
genaamde Mis/en. In 't Jaar 1637. zag men in<br />
Marpurg ene Verhandeling over de Jaarmarkten<br />
en derzelver Voorrechten, door Antonius<br />
Glock, te voorfchijn brengen. En, in het4 Deel<br />
der Verhandelingen van den oordeelkundiger!<br />
Hoogleeraar op de Hoge-School van Jena,<br />
Ahasverus Fritfchius, ontmoer men ene opzetlijke<br />
Verhandeling over het Koninglijke<br />
Recht der Jaarmarkten, voor de eerfte maal,<br />
in<br />
(a) D. G. Morhof Polyhijlor. Literar. Philofophic.<br />
& Praüic. Tom. i.Lib. 5. Cup. 2. §. 6. $ag. 034,<br />
Editim, in 4(0.
Jaarmarkten of Kermisfen. g<br />
in den Jare 1660, met den druk gemeen gemaakt.<br />
O) En eindelijk fchonk ons de<br />
Hoogleeraar Gaspar Kloek ene Verhandeling<br />
over de Jaarmarkten in Duitschland. Wilde ik<br />
hier de Schrijvers bijvoegen, die, in't voorbijgaan,<br />
deze ftoffe hebben aangeroerd; behandeld;<br />
of in hunne overige werken ingevlochten<br />
? Waar zoude het begin, waar het<br />
einde aan deze menigte zijn! Het zoude<br />
mij vermoeijen ; mijne Lezers yerveelen;<br />
en weinig nuts aan de Maatfchappij toebrengen.<br />
De zeilen dan wat ingehaald:<br />
naderen wij liever onze Vaderlandfche<br />
Kust. Hier fchirtert ons de in de Oudheden<br />
van Holland doorzulte Rechtsgeleerde<br />
'Mr. Gerarcl van Loon het eerst in 't oog,<br />
die "het zijner kundigheden niet, te gering<br />
jekende, den oorfprong, benaming, plechtigheden<br />
en vrijdommen der Hollandfche<br />
'Markten, of Kermislen op te fpeureu, en,<br />
in den jare 1743, zijnen Landgenoten daar<br />
over zijn gevoelen , door ene Bck.-.opts<br />
Verhandeling van de Week - en Jaarmarkten<br />
, mitsgaders van de Kermisfen tn -Holland,<br />
in onze landtaal mede te deeien. De<br />
oudheidkundige van Alkemade, en .zijn niet<br />
min geletterde Schoonzoon , Mr. Pieter van<br />
der Schelling ontledigden zich, met 'den<br />
oorfprong der Kermismaalen, op welke de<br />
oude Christenen gewoon waren eikanderen tè<br />
onthalen, in.twee bijzondere Hoofdrukken<br />
van<br />
.. C&) Martinits Lipenhts Bibliothc, Jnridic. vqbp<br />
iïunilinae. Fol. 3S2. 'fyitioh. F. G. Struvii 1720.'<br />
A 2, '
•4 Verhandeling over de Zeeuzofcht<br />
van 'hunne Nederlands Displechtigheden;op te<br />
delven, alwaar zij ons leeren de benamingen -<br />
en de onderfcheidene beteekenisfen der Kerrrnsfen<br />
ir, hun Vaderland; de wijdftrekkende<br />
Aflaats-Bneven van hetRoomfcheKerkhoofd<br />
voor die de Kérkmisfen bijwoonden: ons tevens<br />
tonende de plechtige Omgangen, die<br />
deze Jaarfeesten vergezelden, en de openbare<br />
Maamjden, dié bij zulke gelegenheden werden<br />
aangerecht; met een woord, zij helderen Neêrknds<br />
Jaarmarkten-op; fprekende niet alleen van<br />
de Kramers ,'die hunne waaren aanbieden , en<br />
van de Spelen, die op dezelve gehóuden werden<br />
; maar yergeeten ook niet de onraartin» en<br />
het inisbrmk van onsjaarïijks Kermis-vieren aan<br />
den dagteleggen. Mr.IfaacWinkelman; voorheen<br />
Raadl en Burgemeester mijner. Geboorte*<br />
Stad Vlisfingen; en thans nog Commis^<br />
Generaal van Zeeland; mitsgaders Prefident<br />
van het Zeeuwfche Genootfchap der Wetenfenappen<br />
te' Vhsfingeft voornoemd; keurde het<br />
behandelen van Nederlands Kermisten zijner<br />
uulpanningen-met onwaardig; wanr, bii her<br />
openen van éénen der Algemééne Bijeenkomften<br />
van dat Genootfchap, las Hij den Leden<br />
ene lezenswaardige Verhandeling voor, over<br />
de jaarmarkten- of zogenaamde Kermisfen,<br />
m ons Vaderland, dewelke Wegens hare keu'<br />
righeid ensnetheid, niet alleen toegejuicht;<br />
maar ook I in het Voorwerk, of de Htffo.<br />
rie van-dat Genootfchap, voor het < Deel<br />
der mtgegevene Verhandelingen is ingevlochren.<br />
En eindehjk deelde mij de naarftige<br />
Be-amprlchnjver, en Kechtbezorger voor<br />
den Hove vaii Vlaanderen; voor de Edele<br />
Mo-
Jaarmarkten of Kermisfen. $<br />
Mogende Heeren Gecommitteerde Raadcn<br />
van de Edele Mogende Heeren Staaten van<br />
Zeeland; en voor den Rechtbank der Stad<br />
Middelburg, Pieter de Maret, ene Rechtsgeleerde<br />
en Hiflorifche Verhandeling over de Jaaren<br />
Week • Markten, in Zeeland, in't gemeen;<br />
en derMiddelburgfche Kermis, in't bijzonder,<br />
mede. Deze Verhandeling is door hem ontworpen<br />
, opgefteld, en met zo veel goeds ten<br />
einde gebragr, dat zij, voorlang, verdiend<br />
had met den druk gemeen gemaakt te zijn;<br />
ookfehaameik mij niet om bij dezen opentlijk<br />
te erkennen, dat ik, na verkregen verlof,<br />
van dezelve, als mede van een gedeelte der<br />
overige hier voren vermelde Schrijvers, en<br />
andere Weiken , in deze mijne Verhandeling ,<br />
een nuttig gebruik hebbe gemaakt. Voor<br />
welke gulhartige mededeeling ik dien naarftigen<br />
Schrijver mijnen hartelijken dank betuige.<br />
Hoe dikwerf dan ook over de Jaarmarkten<br />
gefchreven zij : hoe veele 'beroemde Schrijvers<br />
dezelve ten onderwerp hunner befpiegeling<br />
verkozen hebben: hoe keurig zij<br />
hunne Verhandelingen hebben uitgewerkt;<br />
ja: hoe overtuigd ik ben van met hen niet op<br />
éénen dag genoemd te zullen worden; zo zal ik<br />
het echter wagen, in navolging van zo veele<br />
bekwaame leidslieden, de Benamingen, den<br />
Oorfprong, de Rechten en Voorrechten der<br />
Zeeuwfche Jaarmarkten of Kermisfen, ten onderwerp<br />
van deze mijne Verhandeling, te kiezen;<br />
met geen oogmerk echter, om iets nieuws<br />
voor te brengen. Dat is onder 't onderzonnige<br />
niet, immers ter naauwer nood, te vinden. Maar<br />
alleen, om, zo|veel mijne geringe vermogens<br />
A 3 _ toe-
6 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
toelaten, mij zeiven en mijne landsgenoten<br />
nuttigen vermaaklijk tezijn. En indien er hier<br />
of daar nog iets wierde gevonden, dat bij anderen<br />
niet is opgemerkt"; of dat in een ander<br />
licht mogtezijn geplaatst: en waar uit mijne<br />
Land - en Stadgenoten, of anderen, enig<br />
nut kunnen trekken , zo zal ik den geringen<br />
arbeid mijner fnipperuuren genoeg beloond<br />
achten. Terwijl ik nu mijne voorgeftelde<br />
webbe ontginne, gedachtig aan de fpreuk :<br />
vermaak en nut te famen gevoegd, treffen<br />
doorgaans best het ivit.<br />
Alaemeene<br />
Oor Te recht zegt de Heer van Loon: Niemand<br />
fpronj; der is er in Holland, ik voeg er nu Zeeland bij,<br />
Jaarmarkten,<br />
en Kermis die niet weet, dat het eens opeen Jaar, in elke<br />
fen.<br />
Stad, wat zeggen wij, genoegzaam in ieder<br />
Dorp, Kermis, of liever Jaarmarkt zij. Van<br />
deoudfte tijden bijkans aan, werden bepaalde<br />
tijden, weeken, of dagen afgezonderd, tot<br />
het vieren van godsdienstige'plechtigheden;<br />
tot het oeifenen en uitfpreken van recht tusfchen<br />
twistende partijen; en tot het voorftellen<br />
en afkondigen van wetten en inzettingen.<br />
Gemeenlijk werden die afgezonderde rijden<br />
en plechtige dagen gefchikt naar zulke tijden,<br />
op welken de buitenlieden hunne hoeven,<br />
landerijen, en vee verlieten, en dus hun<br />
deugdzaam en nuttig akkerwerk ftaakten;<br />
om zich uit het lomber alléén zijn, met het<br />
wceldrig ftadsgewoel, te vermengen: hunne<br />
ftaatelijke plechtigheden met meerder zwier<br />
den Godsdienst toe te zwaaijen; de voorgeftelde<br />
Wenen te helpen goed - of af-keuren;<br />
én van J<br />
t geen hen, boven dat land en ve
Jaarmarkten of Kermtsfen. 7<br />
of de hoge Feesten bij te wonen: op welken<br />
de vreemdelingen zelve gewoon waren<br />
en haardfteden en altaaren te verlaten; ei<br />
zich elders heen te begeven , op hoop van<br />
meerdere winst. Deze afgezonderde tijden,<br />
deze plechtige Feestdagen lokten ftad - en landvolk<br />
eu ookvreemdelingen aan, om dezelve,<br />
uit onderfcheidene beginzelen, bij te wonen.<br />
Een godsdienstige befchouwde vergenoegd de<br />
wijding van ene nieuwe uitgedachte en vergode<br />
Godheid» Een ander verheugde zich<br />
in het voltooijen van een geheel nieuw , of<br />
vernieuwd Kerk - of Bedenhuis. Een derde<br />
voldeed zijne reikhalzende begeerte in<br />
het aangenaam bezoek zijner bekenden en<br />
vrienden. Daar voeren anderen hunne koopmanfchappeu,<br />
hunne waaren aan, die het<br />
gebrek aan dezelve kunnen vervullen. Gints<br />
liet men alles toebrengen, wat tot fchuldeloze<br />
vermaaken ftrekken kan, om daar uk<br />
hun beftaan en overwinst te vinden. Wie<br />
tracht, op zulke vrije tijden, niet vrij te<br />
leeven: en het algemeen , om't best, ten nutte,<br />
of ten vermaake te ftrekken? Op die tijden<br />
wordt het gemeen zegswoord bewaarheid:<br />
Bij bet meeste volk is ook gemeenlijk<br />
de beste netring.<br />
Zulke afgezonderde Feestdagen droegen<br />
van ouds Hunne bijzondere benamingen.<br />
Dan, om niet te verre uitteweiden, zal ik<br />
mij voornaamlijk bepalen bij de marktdagen,<br />
die de Romeinen hielden; en dienaar dezelve<br />
in deze Landen gevolgd zijn; naardien, mij >s<br />
«ordeels, onze Week - en Jaarmarkten, onze<br />
A 4<br />
I v e r<br />
--
Rijzondere<br />
oorfprong<br />
der RomeinfcheMarktdagen,andei»i;eni>euidiy«B-<br />
4inac,<br />
& Verhandeling over de Zeeuzvjche<br />
Kermisfen, daar uit eigentlijk herkomstig<br />
zijn.<br />
De Romeinen hadden, in navolging der<br />
Grieken, en andere volken, ten einde het<br />
akkerwerk en de veefokkerij niet te zeer<br />
verwaarloosd zoude worden, bepaalde tijden<br />
vastgeftdd, op welken hunne landlieden de<br />
akkers en het veê vaarwel mogten zeggen;<br />
en gewoon waren dezelve aan de beltiering<br />
en bewerking hunner bedienden over<br />
te laten; terwijl die .landlieden zich ftedewaards<br />
begaven met hunne waaren en overtollig<br />
veê , om die, in 'c openbaar, op daar toe<br />
beftemde plaatfen, ten toon teftellen, te venten<br />
en te verkopen. Bij zulke gelegenheden<br />
hoorden zij de in te voeren algemeene Wetren<br />
voorftellen; over derzelver nuttigheid,<br />
of fchadelijkheid raadplegen; en vervolgens<br />
die Wetten goedkeuren, of verwerpen. Op<br />
dien rijd vierden zij, bevrijd van den lastigen<br />
akkerbouw, en bezorgde veêkweekerij,metde<br />
weelderige Stedelingen bijzondere Godsdienst<br />
plechtigheden. Deze bepaalde tijden keerden<br />
:elkens om den negenden dag te rug; zo,dat<br />
:r, van den éénen negenden dag gerekend<br />
:ot den anderen, voor hen altijd acht werkdagen<br />
over waren. Hier van daan droegen die<br />
•lomeinfche Marktdagen den naam Nundinae;<br />
50 veelbeteekenende, als den dag, die fteeds<br />
\ )p den negenden dag, na verloop van acht tus-<br />
, \ chen gekome dagen, invalt; Novendinae ge-<br />
1 ïaamd. De Blijfpel-Dichter Plautus (c) 9<br />
i preekt in dien zin van een Kok, die, op<br />
(O In Aulular. A&. i. Scen. 4, verfu 45.<br />
den
Jaarmarkten of Kermisfen. 9<br />
den negenden dag, na iemands overlijden, gewoon<br />
was de begraaf maaltijd te bereiden; en<br />
welken hij noemt Cocus nundinalis; den negendaagfchen<br />
Kok. Welk woord de Hoogleeraar<br />
Taubmann (d), en J. Kirchman (e) verklaaren<br />
Cocus novendialis. Doch, om geen<br />
de minfte twijfeling te laten, dat Nundinae<br />
de opgegevene beteekenis hebbe, beroep ik<br />
mij alleen op de volgende plaatfen, die, voor<br />
mij, dit* ftuk voldingen. De fchrijver van<br />
Saturnus Feesten Macrobius (ƒ) vermeld:<br />
hoe de Rechtsgeleerde en tijdgenoot van den<br />
vrijheidminnenden Burgerheer Cicero, deberoemde<br />
Püblius Rutilius Rufus, wiens leven<br />
de geleerde Antonius Loifel befchreven<br />
heeft, 't welk men vinden kan in de.verzameling<br />
van den Rotterdammer Rechtsgeleerden<br />
Meerman (g), fchreef, waarfchijnlijk<br />
in zijne Romeinfche Gefchiedenis, of<br />
Rerum Romanarum Hifloria, dar de Romeinen<br />
hunne Nundinae hadden ingefteld, op<br />
dat de landlieden volle acht dagen hun buitenwerk<br />
zouden kunnen waarnemen, en, op<br />
den negenden dag het akkerwerk ftakende,<br />
binnen Rome, ter markt komen : Wetten ontfangen;en<br />
dus de gemaakte Keuren en Staatsbefluiten<br />
den volke te beter kenbaar mogten<br />
worden; nadien dezelve drie marktdagen na<br />
den anderen, in 't openbaar, voorgefteld,<br />
in 't einde goedgekeurd en aangenomen, of<br />
wel<br />
(d) lbique pag. 160. & 161.<br />
(e) De Funeribus Romanorum Lib. 4. Cap. 5.<br />
(ƒ) Lib. 1. Saturnal. Cap. 16.<br />
(g) In Thefaur. Tom. i- Fol. 361. feq,<br />
A 5
lo Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
wel verworpen en afgekeurd wierden. Ooft:<br />
zingt de Dichter Moretus; of wien het vers,<br />
op zijn naam gaande, anders moet worden<br />
toegekend; dat telkens negen dagen het ftilftaan<br />
der rechtspleging den marktgaanders<br />
binnen de Stad bfagt: Nonisque diebus venaleè<br />
onerumfa/ces por tabat in Urbem. Hoewel verfcheide<br />
handfchriften en gemeene uitgaven<br />
voor nonisque diebus hebben certisque diebus ,<br />
dat is, zekere, bepaalde dagen. Maar de taalkundige<br />
Salmafius (h ) merkt aan : datmen niet<br />
zekere, bepaalde, certis;maar nonis, negen,<br />
behoort te lezen; zinfpelende op de oude<br />
Marktdagen der Romeinen, op welken men<br />
ftadwaards kwam, om't geen werd aangebragt<br />
te verkopen, en teffens voor hen het benodigde<br />
te kopen. Festas, Etymologistzegter van:<br />
De Ouden hebben gewild, dat dien dag voor<br />
enen Feestdag gehouden wierd, op dat de<br />
Landlieden bij den anderen zouden komen ,<br />
om te verkopen en te kopen; en dat het een<br />
dag zonde zijn, op welken her rechroeffenen<br />
ftil flond; op dat de Marktgaanders,<br />
daar het geoorloofd was te handelen, niet<br />
in rechten zouden worden betrokken. Deze<br />
plaats van Festas heeft geen geringen twist<br />
onder de Oude Romeinen van latere eeuwen<br />
veroorzaakt: doch veele Schrijvers hebben<br />
getracht dezelve van alle fchijnftrijdigheden<br />
vrij te pleiten, en alles met elkander over<br />
één te brengen (/).<br />
Even-<br />
(/;) ad Vopifcum Aurelianum.<br />
(i) Puteanus de Nundin. Roman. cap. 34. Gyraldus<br />
de Annis & Menflbus. Tom. 2. Operum.<br />
pag. S08. SUcama ia Faflo Kalend. Cap. 6.
Jaarmarkten of Kermisfen. n<br />
Evenwel zijn deze Romeinfche Nundinae Wat<br />
:igentLijk<br />
zo zeer nier voor Jaarmarkten te houden. \ leze Jlo-<br />
Zij waren eigentlijk een zoort van Weekmark- ' neinfclie<br />
ten; hoewel wij ftraks zullen zien, dat zij aan<br />
Vundittae<br />
i varen.<br />
de eigentlijk gezegde Jaarmarkten mede dien<br />
naam hebben gegeven. Trouwens, in enen<br />
uitgebreider zin, wordt het woord Nundinae,<br />
of gelijk Cicero (£), en Livius (/), in het<br />
enkel getal, fpreken Nundinam; voor enen<br />
vast geftelden tijd gebruikt, op den welken<br />
men, in bepaalde plaatfen,of fteden, bijéénkomt<br />
en vergadert om elk zijne waaren en<br />
koopmanfehappen aldaar in 't openbaar ten<br />
toon te ftellen, te' venten, en re verkopen<br />
, zonder juist aan den tijd van den negenden<br />
dag verbonden te zijn; maar welke<br />
tijd dan ééns, dan meermaalen, in 't jaar;<br />
zomvvijl om de maand, zomwijl om de<br />
week, beftemd was ( m ); en welke tijden anderzints<br />
met een ander woord, Mercatus,<br />
gemeenlijk beftempeld werden: echter is Hoe f cn<br />
dit woord van het woord Nundinae zo ivaar in zij<br />
rerfchil-<br />
verre onderfcheiden; dat, in den uitgeicn van de<br />
ftrekften zin , alle Nundinae wel zijn Merca ïiji-rcaius.<br />
tus; maar elke Mercatus daarom geene Nundinae;<br />
want, gelijk fommige Taalkundigen<br />
willen, duidt het woord Mercatus aan ene<br />
commercie, of het handeldrijven van ingezetenen<br />
en Burgers met Vreemdelingen: daar de<br />
Nuti'<br />
( & ) In Oration. Pro Domo fua, cap. ro~. & Lib.<br />
jö. Ephtoiar. ad Famiüar Epiftol. 12.<br />
(O Lib<br />
- 3. ca<br />
P- r<br />
5><br />
(m) Tholofanus Syntagmat. Jur. Lib. 25. cap. 3.<br />
$. 5. PUiscus in Lexic. Antiquitat, Romanar. verbo<br />
Mercatus, .
ia Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Nundinae alleenlijk zouden te kennen geven:<br />
het handeldrijven van Burgers en Ingezetenen<br />
onder eikanderen, en met hunne Land- en<br />
Stadgenoten, inzonderheid met Buitenlieden,<br />
die het land bewonen. In welken zin<br />
zij meenen, dat de Toneellpeldichter Plautus<br />
(n) het woord Mercatus bezigt, wanneer<br />
hij een Syracufer Koopman éénen van<br />
deszelfs tweelingzoonen, ter markt, ad mercatum,<br />
met zich te fcheep, laat mede nemen,<br />
naarTarenten, ene Stad, in het benedenfte<br />
gedeelte van Italien, thans onder het<br />
Koningrijk Napels, in het Landfchap Otranto,<br />
op een fchiereiland gelegen, oudtijds<br />
met ene grote haven, aan enen inham<br />
van de Iönifche zee, voorzien, daar de<br />
Grieken en Romeinen, en verfcheide andere<br />
buitenlandfche volken kwamen handel<br />
drijven; en die dus als een ftapelplaats<br />
van uitheemfchen koophandel was; doch nu<br />
geheel is bedorven. Terwijl Cicero (o), pleitende<br />
tegen den Gemeensman Publius Servilius<br />
Rullus, over de verdeeling der Landerijen<br />
onder het volk, zegt: zij" willen, dat<br />
Capua, ene Stad, in hetzelfde gedeelte van<br />
Italien met Tarenten, in het zelfde Koningrijk<br />
INapels , doch in de Provincie Terra Laboris,<br />
aan de Rivier Volturnus, of Vulturmis<br />
gelegen ; de algemeene bijéénkomst en<br />
verzamelplaats der ploegers, de Nundinae<br />
der landlieden, en de fchuur van het Campanisch<br />
land zoude zijn,<br />
(n) In Menaecbmis, in Prologo verfu.47,<br />
(0 ) In Oratione dg Lege Agraria Cap. 16.<br />
In
Jaarmarkten of Kermisfen'. ts|<br />
In het 'gemeen echter geeft het woord<br />
Mercatus te kennen , den tijd, op welkende<br />
Icooplieden en kraamers bij den anderen kwamen,<br />
om hunne waaren en koopmanfchappen<br />
uit te fpannen, te koop te Hellen, en te<br />
venten; en kan derhalven, gevoeglijk, voor<br />
de Nundinae zeiven genomen worden (p).<br />
Het wordt ook genomen 'voor de plaats, op<br />
•welke de waarenen koopmanfchappenworden<br />
gebragt, uitgefpannen, en ten toon gefteld.<br />
Gemeenlijk géfchiede zulks op ruime, bree-<br />
~de, lange openë pleinen; waarvan het Forum<br />
Adrianum, bij het dorp Voorburg, in Holland ,<br />
ten getuige ftrekken kan, naardien het zelve,<br />
3 Zij dragen<br />
ook de<br />
saam Empofia<br />
en Fora,<br />
14 Verhandeling tv er de Zeeuivfche<br />
De Latijnen daar en boven waren niet<br />
ongewoon aan die pleinen en plaatfen de namen<br />
van Emporia en Fora te geven. Benamingen<br />
, die eigentlijk de daad, de aclus,<br />
daar op gedreven wordende, fchijnen aan<br />
te duiden, en uit te drukken; want, onder<br />
de zes onderfcheidene beteekenisfen, die aan<br />
het woord Forum, bij de Latijnen , eigen<br />
zijn, vindt men, in de eerfte plaats, gemeld<br />
de plaats, op welke men gewoon is handel te<br />
drijven; want naar 't zeggen van den taalkundigen<br />
Festus, ontleent dat woord zijn oorfprong<br />
van het werkwoord Fero, dragen,<br />
torfchen, bij den anderen brengen; om dat<br />
de kooplieden en kraamers hunne goederen,<br />
waaren, en koopmanfchappen naar die plaatfen<br />
doen voeren, dragen, brengen. Andere<br />
echter leggen dat woord liever af van Foras,<br />
om dat meestentijds die plaatfen van boven<br />
ongedekt, open waren, en dat dus de handel<br />
op dezelve onder den bloten hemel<br />
gedreven werd. In de Romeinfche Rechten<br />
ontmoet men meer dan eens het woord<br />
Forum, ,in de beteekenis van ene openbare<br />
plaats, of plein, op 't welk handel gedreven<br />
wordt, voor ene publieke handelplaats.<br />
Dus heeft de Rechtsgeleerde Javolenus<br />
ons onder anderen ene uitfpraak, of beflisfing<br />
van den 'ouderen Labeo bewaard (r)<br />
over ene Acfe van uiterfte wil, bij welke<br />
de maker bevolen had, dat iets in Fqro, op<br />
de Markt, verricht moest worden, 'zonder<br />
CO \ 39- u't- L[b<br />
* 35. D, Tit. 1. de Con*<br />
ditionib. & Demonftracion,<br />
te
Jaarmarkten of Kermisfen. ig<br />
ce hebben bepaald op welke Markt; in qm<br />
Foro. Omtrent welke twijfeling de Rechtsgeleerde<br />
vooraf trachte op te fpeuren: wat<br />
het voornemen, wat het oogmerk van den<br />
maker geweest mogte zijn; en, langs dien<br />
weg, leert hij ons, door zijn voorbeeld, dat<br />
men, zo veel mooglijk, in 't verklaren van<br />
uiterfte wils Aden, die de wetten van overledenen<br />
zijn, den zin, de meening, en hec<br />
bedoeld oogmerk in 't oog moet houden, boven<br />
den bloten klank der woorden, wanneer<br />
deze meer dan éene uitlegging lijden. Dus<br />
vormde Hij in dit zijn gedrag dien gulden regel<br />
der billijkheid, dien naderhand de Rechtsgeleerde<br />
Celfus, in drie onderfcheide wetten<br />
O), vervme, naamlijk, dat het weten<br />
van eene wet niet beftaat, in de blote beteekenis<br />
der woorden , maar in derzelver<br />
kracht en gezag; zo dat het met de billijkheid<br />
best overéén ftemt, aan de woorden van ene<br />
wet ene zodanige beteekenis toe te kennen,<br />
dien den wil des wetgevers best aanduidt; en<br />
het derhalven veiligst is, om de woorden van;<br />
meer dan ééne beteekenis zodanig uit te leggen,<br />
waardoor het minstvan den wil en het oogmerk<br />
des wetgevers wordt afgeweken. Dan onze<br />
Labeo, in dit zijn onderzoek niet naar wensch<br />
hebbende kunnen (lagen, ontwikkelde die<br />
•twijfeling uit gepaste vermoedens; naamlijk,<br />
dat de Maker van die uiterfte wil veronder»<br />
fteld moest worden, de meeste zucht en achting<br />
voor de plaats zijner woning te hebben<br />
gehad; en derhalven de eer, of het voordeel<br />
(O 1. 17. IS. 19. Lib. i.'D. Tic, 3. DeLegiö v
%ë Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
deel , door hem befproken, om op de Markt te<br />
doen, veel eerder zal hebben willen gunnen<br />
aan de Marktplaats van die Stad, ih dewelke<br />
hij zijn beftaan gehad heeft, en die hij dagelijks<br />
zal bezocht hebben; en dat hij derhalven gehouden<br />
moet worden dezelve daar toe bedoeld, en<br />
verkozen te hebben; want, indien hij ene andere<br />
marktplaats, dan die van zijne Stad, bedoeld<br />
hadde, zoude hij zijnen wil, meer dan waarfchijiilijk,<br />
duidelijker hebben uitgedrukt. De<br />
wil van den overledenen (dus luidt de uitfpraak<br />
van onzen Labeo ) moet worden ter uitvoer<br />
gebragt op de Markt van die Stad, in de welke<br />
de Maker van die uiterfte wil gewoond heeft;<br />
en van dezelfdegedachten is ook Javolenus. In<br />
dien zelfden zin ontmoet ons het woord Forum<br />
nog in twee onderfcheidene wetten, de ene<br />
van de Keizers Valentiniaan en Valens, daar zij<br />
aan den Stads Hoogfchout Symmachus bevélen:<br />
dat de Marktmeesters, die over de<br />
markt van kleine waaren, rerum venalium ,<br />
gefteld waren, naar oudergewoonte, tot gerief<br />
hunner eetwaaren, den prijs mogten ftellen<br />
(O : en de andere van de Keizers Ar cadius,<br />
Honorius en Theodofius, in de welke zij<br />
van die zelve markt der kleine waaren gewag<br />
maken («); want te Rome en elders<br />
droegen de opene Marktpleinen, even als de<br />
onze, onderfcheide naamen, ontleend van<br />
de goederen , die er op te koop werden gebragt<br />
, zo als dit uit de zo even gemelde wetten<br />
blijkt,<br />
CO 1. 10. Lib. 7. Cod. Theodofian. Tit. 3. d»<br />
Erogation. Militar, Annon.<br />
(u) l 28. Eodem.
Jaarmarkten of Kermisfen: 17<br />
blijkt, en door andere nog nader bevestigd kan<br />
worden : dus toch fpreken gemelde Keizers<br />
Valentiniaan en Valens elders vin het Forum<br />
Romanum, de Roomfche Markt, de<br />
oudfte van alle de Markten in die waereld<br />
Stad; die, bij uitftekj om die reden, ook<br />
de Oude Markt genoemd werd (v) , waar<br />
van ook Ulpiaan gewaagd; en welker bejTchrijving<br />
ons Rofinus, in zijne Romeinfche<br />
Oudheden, bewaard heeft (w). Men vindt<br />
ook de Varken-Markt bij hen genoemd: en<br />
de Oudheidkundige Burgemeester en Raad<br />
der Stad Amfterdam Joannes Blaeu, geeft<br />
ons, in zijn Nieuw Toneel van Italien, in<br />
den Jare 1724? in *s Hage uitgegeven, ene<br />
keurige afbeelding van de Koeyen - Markt ter<br />
Rome (x). Evenwel ontleenden alle de<br />
Markten, bij de Romeinen, hunne namen niet<br />
van de waaren , die op dezelve te koop gebragt<br />
werden: men vindt 'er die de namen<br />
hunner Stichters voeren, dan deze waren<br />
niet zo zeer de opene Marktpleinen binnen<br />
de fteden; als wel de fteden of plaatfen zelve<br />
, vermaard van wegens hare voortreflijke<br />
Markten ;of wel den handel, die, op zekere<br />
tijden, aldaar gedreven werd; en welke Markten<br />
de vreemde of buitenlandfche kooplieden<br />
gewoon waren, uit afgelegene Landen,<br />
O) 1. 4. Lib. 14. Cod. Tbéodofian. Tit. 4- de<br />
Suariis, Pecuariis , Sufcepcoribus Vim, caeiensque<br />
Curporatis<br />
(w) Antiquitat. Romanar. Lib. 9. Cap; 7. pag^<br />
662- Edition, Amftelodam. 1743.<br />
( x) Novum Theatium Italiae Tqin. 4. Tab, 4.<br />
B<br />
te
13 Verhandeling over de Zeeuw/the<br />
te komen bezoeken: in dezen zin vindt men<br />
het woord Lorum bij de zuivere Latijnfche<br />
Schnjvers, Au&ores Clajjki, 0p meer dan<br />
éene plaats gebezigd; z o verhaalt de<br />
Schrijver van den Jugurthijhfchen oorlog,<br />
Saluftim (y) dat met verre van den wel,<br />
langs welken Metellus het leger der RomeU<br />
nen leidde, ene Stad der Numediers geleden<br />
was, aan welke zij den naam van VaccaoS<br />
Vaga gaven; wier Forum, of Markt de<br />
vermaardfte van het gehele Rijk was; waar<br />
mede hij zeggen wil: dat zij de Hoofdzetel van<br />
den handelde Stapelplaats van hetNumedisch<br />
Koningrijk was, daar de Italianen gewoon<br />
waren zich ter neder te zetten, en handel<br />
te komen drijven: welk handeldrijven niet<br />
zelden den naam van Markt aan zulke Ste<br />
den gaf; zo werd oudtijds de Stad hnola\<br />
op den ZEmihaanfchen weg, naar welken<br />
zij voormaals de /Emiliaanfche Srad genaamd<br />
was, op een klein eilandje, in her Landfchap<br />
Romagna, of Romandiola, in den tegenvvoordigzogenaamden,<br />
Kerkdijken Staat,<br />
beneden Ferrara, aan de Golf van Venetiën!<br />
gelegen; welk eilandje de rivier Santerno<br />
vormt, tusfchen Ravenna en Boulognenaar<br />
deszelfs Stichter, de Comeliaanfche<br />
en naar den Oprechter van haren handel!<br />
de byllafcbe Markt genaamd; om dat die<br />
edele Romein, daar ter plaatfe, openbare<br />
koopmarkten, Nundinae, had opgericht ( z).<br />
Het<br />
Cy)De Bello Jugurthino Cap. 5 r. Edition. Haverkampu<br />
aut Cap. 47. Edition. Cortii.<br />
l 0 m H U h<br />
9. Cap. i°. ' 3<br />
'<br />
C a p<br />
* U<br />
****** L*.
jaarmarkten of Kermisfên. 19<br />
Het oprichten toch van zodanige Koopmarkten,<br />
Fora, of Nundinae, in plaatfen daar de Romeinfche<br />
Legioenen gelegerd waren, of over<br />
welke die Waereld-dwingers het gebied voerden,<br />
was den Veldheren niet ongewoon.<br />
Meer dan een voorbeeld, buiten de reeds<br />
aangehaalde, ontdekken ons hunne Gefchiedboeken<br />
en Overblijffelen. Meer dan waarfcfhjnlijk<br />
was Appius Claudius Caecus, één<br />
der Romeinfche Schatmeesters, de Stichter<br />
van het Forum Appii, de Appifche Markt,<br />
welke op den weg, door dien Romein gelegd<br />
, van de poort Capena tot aan de ftad<br />
Capua, die door hem verfterkt werd, gevonden<br />
wordt ; zo richtte ook Cajus Aurelius<br />
Cotta, die mede het ampt van Schatmeester<br />
bekleedde, de Auréhaai.fche Koopmarkt op<br />
den heirweg, die van hem haren naam out*<br />
leende, op t a) : en een ander Schatmeester,<br />
uit heï Geflacht der Casfii, (lichtte op den<br />
Casfifchen heirbaan in Etrurien, nu 't gebied<br />
van Florence, het Forum Casfii. Op den<br />
heirweg, die Keizer Claudius liet bruikbaar<br />
maken, en daarom de Claudifche weg genaamd<br />
werd, ontmoette men het Forum<br />
Claudii (b). In 't Narboneefche Gailie,<br />
thans het Gouvernement van Provence,<br />
vindt men een diergelijk Forum, of handelplaats,<br />
waarfchijnlijk door Julius Caefar ger<br />
bouwd,<br />
(a) Antonini Itinerarium.<br />
(bS Sigonius de Amiquo Jure Ital. Lib. 2.<br />
Cap. IS- Leand. Alberti Defcript. Icaliae. p. 117.<br />
& l 2i Cluverius Lal. Amiq. Lib. 1. Cap. 13.<br />
j. 6. Cap. 20. S. 29.<br />
& %
ao Verhandeling over de Zeeuxvfehe<br />
boinvd, en naar zijnen n a am, het Forum<br />
Julmm , de Juhaanfche Stad, genaamd en<br />
waar van men de overblijfzelen Efa harS<br />
hed ndaaglchen naam ontdekt r") ook<br />
deed Keizer Adriaan , 0f HadHaanii Hol<br />
land zelve ene ruime Marktplaats ó? t " hïï<br />
met verre van het tegenswoordigVeaal'<br />
lijk Dorp Voorburg, turfehen dat Dorp en<br />
de zo genaamde Geestbrug 'aan ,t ƒ f.<br />
zijde van de van Delft naaf Le n<br />
Vliet, ter plaatfe, die, op heden X de<br />
^genoemd wordt, toen twaalfduizend<br />
fchreden van de langs de kust geft IdTrnhlpaal<br />
gelegen; en droeg deze handelats de"<br />
naam van haren Stichter, het Foru^AdrZ<br />
m UU waar omtrent mij de gisfing van den<br />
Aardrnkskundigen Ahilg nf € VgZtZ<br />
voorkomt: dat Voorburg nog het ovefblhf.<br />
fel van den ouden Forum Adriani in ha 1<br />
naam behoud,en voor't nageflach bewaak<br />
jjs zijnde de plaats, die in den Gift K m<br />
eenten tfollandfchen Grave Dirk , 0 D den x<br />
van Grasland des jaars 9 a a (O gegeven<br />
onder de benam ng van FortranJ<br />
Fmrana, of hev'er Vul^^tt<br />
b e t^derS-^t " a m i t<br />
'S °"-Lan V<br />
d 0<br />
z° :<br />
ten den Latijnfchen naam, z o het fchiinr<br />
zich met hebbende kunnen eigen 3e BJ<br />
die<br />
Fol. 32. en 33.<br />
3<br />
'<br />
M w m L h m t l h<br />
' » i-«L
Jaarmarkten of Kcrmisfen. 21<br />
die beide woorden in één gefmolten zullen hebben:<br />
waar uit dan eerst Fortraani, en door de<br />
genen, die in't Latijn fchreven Fortrana; en<br />
bij verdere affchrijvingen, de Lombardifche<br />
N. voor ene Latijniche P. aanziende, Fortrapa<br />
zal gekomen zijn: van dusdanige verkeerde<br />
affchrijvingen ontmoet men elders meer<br />
voorbeelden; in Friesland is toch in dier<br />
voegen het Boer diep, anders Burdipe, door<br />
zommige Affchrijvers veranderd in Burdine:<br />
ook hebben zij op die wijze de namen van verfcheide<br />
Romeinfche Marktplaatfen, die, buiten<br />
den gemeenen naam van Forurn, ook dien<br />
van hunne Stichters voerden , in éën getrokken,<br />
en tefamen gefmolten : dus heeft Forii,<br />
ene wel bebouwde Stad van Italien, aan de rivier<br />
Ronco, in Romandiola, tot den zo genaamden<br />
Kerkdijken Staat behorende, het<br />
overblijffel van haren ouden naam, Forum<br />
Livii, behouden. Het Forum Casfii ontdekt<br />
men in Forcasfi. Het oude Forum Cellae blijft<br />
in Forcelle overig. Forlim popoli bewaart<br />
haren vorigen naam, het Forum populi. En<br />
Friouli, Frioul, en Friaul zijn famenfineltingen<br />
van het Forum Julii. Op dezelfde<br />
wijze hebben onze Voorouders niet onwaarfchijnlijk<br />
het Forum Adriani, bij verkortinge<br />
, het Foor genoemd : en, naar<br />
dien daar bij een Romeinfche Burg gelegen<br />
was, zullen zij, waarfchijnlijk, gezegd hebben,<br />
dat die Burg te Foor was, dat is, in<br />
de nabijheid van het Forum, waar uit vervolgens,<br />
met den tijd, denaam van Foorburg ,<br />
en bij verdere, verbastering, Voorburg za! gekomen<br />
zijn. Deze openbare handclplaaifln,<br />
B 3 . • ff
Deze<br />
Markten<br />
werden echter<br />
alle niet<br />
even fterk<br />
bezocht; en<br />
waren alle<br />
niet even<br />
zeer vermaard.<br />
aa Verhandeling over de Zeeuwjche<br />
of Fora der Romeinen, hebben aan verfcheide<br />
Europeefche Volken gelegenheid gegeven,<br />
om hunne opene Markten, die, op<br />
zekere tijden, binnen de fteden, of ten platten<br />
lande, gehouden worden , daar na te benoemen<br />
Hier van fchijnen de Italianen<br />
hunne Fiera : de Spanjaarden hunne Feria:<br />
de Engelfchen hun A/air: en de Franfchen<br />
hun Foire, ontleend te hebben; welke woorden<br />
toch, in elk van die talen, niets anders<br />
aanduiden, dan 't geen de Nundinae, inden<br />
wijdftrekkenden zin; en Mercatus in zijne<br />
tweede beteekenis, te kennen geven (ƒ).<br />
Alle deze Handelplaatlen, alle deze opene<br />
Markten in 't uitgebreide Roomfche Keizerrijk<br />
, werden niet even fterk van vreemde<br />
Kooplieden bezocht. De een was vermaarder<br />
dan de andere. De luchtgefteldheid<br />
der Landen en Steden : de legging<br />
van deze en gene plaatfen; de gemelijkheid<br />
der wegen : de afftanden van 'eikanderen<br />
: de verfchillende Jaargetijden, op<br />
welken die Markten gehouden werden: de<br />
Vrijheden aan dezelven verknocht, voor hen<br />
die derwaards kwamen; en de Vermaken,<br />
die, onder het houden en bijwonen van<br />
die Markten , door de Hoge en Stedelijke<br />
Overheden, werden toegelaten, zullen niet<br />
weinig daar aan toegebragt hebben (g).<br />
Hoe<br />
(f) Pkutus in Afinaria Aft. 2. Scen. 3. verfu<br />
17 & 18. Terentius Adelphor. Act. 2. Scen 2<br />
t C f U<br />
K H* iS*<br />
Lib. 1. de Officus.<br />
L i b<br />
' »•<br />
C a<br />
P' 34- 5- 5. Ckerl<br />
(g) Cujaciusin Paratitl. ad Lib. 4 Cod. Tit tfo,.<br />
de Nundims & JMrc aübus. Pitiuus in Lexic. An.<br />
U.
Jaarmarkten of Kermisfen. 23<br />
Hoewel nu de verwoestende invallen der<br />
Barbaren niet weinige van die Romeinfche<br />
Markten, en Handelplaatfen in den grond<br />
hielpen , verwoesteden , en deeden verlopen;<br />
zo gingen echter, bij den ondergang<br />
van 't Roomfche Rijk, niet alle de Rijks-Markten<br />
en bevestigde Handelplaatfen van die geduchte<br />
Alle'e'nheerfching te niet; maar nog enien<br />
hielden het hoofd boven'; ja, het doorbreken<br />
van den Christelijken Godsdienst voerde<br />
zelfs alomme in Duitschland, in Frankrijk,<br />
inde Nederlanden, en elders, nieuwe<br />
Markten in; die hunne oude benaming,<br />
Mercatus, gedurende de zo genaamde midden-eeuwen<br />
behielden. Van deze Mercatus,<br />
of gelijk zij toen ook genoemd werden<br />
Mercada, getuigen onder anderen der<br />
Longebarden Wetten : de voorrechten van<br />
de Hoofdkerk te Bremen : en de Lannsheimfche<br />
Kronijken ( h). Doch federt het wanfchiklijk<br />
Bijgeloof, van tijd tot tijd, inde<br />
Staten van ons Waerelddeel, meer en meer<br />
veld begon te winnen ; en uit alles wat winst<br />
wist te puuren, begon men in gebruik te<br />
brengen, om, eer dat de Mercada aanvang<br />
namen , één of meer Godsdienstige plechtigheden<br />
te verrichten, om, als 't ware, des<br />
Allerhoogften zegen af te fmeeken, ten voordeele<br />
van de Markt, die ftond gehouden<br />
te worden; en van elk die daar toe gekomen<br />
tiquitat Roman, verbo Mercatus. Jhasveri Ftitfchi<br />
Gijmnasm. Juridic. de Regali Nundinarum Jute ac<br />
Privilegiis. Cap. I. §• 2. Num. 18.<br />
(h ) Lindenbrog ulosfar. voce Mercada.<br />
B 4<br />
Van de<br />
Mercatus ,<br />
of Mercada<br />
iet midden<br />
:euwen.
V.n van<br />
het woord<br />
Kermis.<br />
' 24 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
J \f.P'8£*A?- f<br />
i<br />
men was, of dezelve voornemens ware bij te<br />
wonen. Dus werd dan den Befcberm Heilig,<br />
tdijke Mis gezongen; waar voor de Geesn<br />
tehjkheidzich rijklijk liet betalen: en van<br />
deze Mis/en, zo alszommige meenen, zoude<br />
de naam van Kermis, Kermes, Jaar-mL, FrZ<br />
mes, of eenvoudig Mi.fe en Mesfe, dien<br />
wij en de Hoogduitfchers gewoon zi n aan<br />
onze Jaarmarkten^ te geven , ontleend<br />
zijn : om dat z,j, gelijk wij zeiden ,<br />
zodaSf^ 1<br />
e e r e<br />
zouamge Heiligen ^ , weker 4 * ' Markttijd ^ , of<br />
Doods-gedenkdag dan invalt; en van ene<br />
plechtige: Mis, tot voorfpoed van de Markten<br />
werden voorgegaan (/); want, zolang<br />
de Roomfche Kerkleer hier en elders da<br />
heerlchende Godsdienst was, werden onze<br />
Jaarmarkten nooit gehouden, als daags na<br />
enen Feestdag , aan dezen of genen Heiligen<br />
gewijd; of liever op den Feestdagzet<br />
ven, die, m den yorigen avond, begonnen<br />
was; gehjk alle Feestdagen der RoomscL<br />
gezmden, bij den avond , bannen aZZ nt<br />
men; en zulks m navolging der Kerkdiensten<br />
m deeerfteChristen-ecuwsn ; die, ter oc»S<br />
van de geloofs-vervolgingen, w'e ke z j on<br />
hervonden; mitsgaders, i n navolgingvan<br />
sHeilands mlfelling en viering van zijn W<br />
len Avond- en Nachtmaal met zijn J<br />
Leer<br />
>ngen; b,j avond hunne Godsdienst Je<br />
MdUS Thermr<br />
- P<br />
ver-<br />
' a<br />
^' Vo«
Jaarmarkten of Kermhfen. 25<br />
verrichtingen begonnen; na dat de Werken<br />
Ambachtslieden gewoon waren hun werk<br />
en ambachten , voor dien dag te {taken: en<br />
van dit gebruik is nog het Spreekwoord :<br />
Heilig avond hebben', bekend (k). Die<br />
Jaarmisfen werden zelden of nooit door gemeene<br />
Priesters gezongen: de Bisfchoppen<br />
zelfs, of de Abten, aan welker Abdijën en<br />
Kloosters het houden van Jaarmarkten vergund<br />
was, en onder welker Bisdommen<br />
zulke openbare Markten gehouden wierden<br />
, moesten die plechtige en Hatelijke Godsdienst-oeffeningen<br />
verrichten; om welken<br />
bij te wonen , in de oude tijden, wanneer<br />
de Christenen zo veel Kerken niet hadden,<br />
en de Godvruchtigen genoodzaakt waren,<br />
zelfs op den dag des Heeren, enige uuren<br />
verre te gaan, om hunnemParochie- Priester<br />
te horen; ene menigte van menfcben zich<br />
derwaards begaven; zich inbeeldende, dar<br />
het Misvieren van enen Bisfchop of Abt<br />
verdienstelijker ware, dan van enen minderen<br />
Geestelijken. Ik zal de plaats van Befoldus<br />
hier zelve affchrijven, om dat zij in<br />
dezen veel lichts bijzet. „ In oude tijden,<br />
„ wanneer onze Voorvaders tot het ge-<br />
„ loof werden overgebragt, waren er nog<br />
„ zo vele Kerken niet, dan in deze tijden;<br />
„ maar die verre afwoonden , waren ge-<br />
„ noodzaakt, op eiken dag des Heeren,<br />
„ enige mijlen verre naar hunne Parochiën te '<br />
„ gaan. Werwaards zich enige bakkers, ber-<br />
ber-><br />
(fc) Fan Loon Hollandfche Markten en Kerinisfen<br />
pa^. 22.<br />
B 5
Wiens<br />
oorfprong<br />
wordt opge<br />
fpeurd; en<br />
de leezing<br />
van Maikt<br />
voor Kerk.<br />
Mis, afgekeurd.<br />
$6 Verhandeling over de Zeeutvfche<br />
„ bergiers koks, kramers, en verfcheide<br />
„ werklieden naar toe begaven, en neder-<br />
„ zetteden: tfea einde hen, die derwaards<br />
» kwamen, van dienst te kunnen zijn ; de-<br />
" r mm<br />
, 0 o k d a c h t j d a t d s<br />
Prediking en<br />
» Misfen der Bisfchoppen beter waren, dan<br />
„ die der geraeene Priesters. De menfchen<br />
„ vloeiden te famen, op de hoge Feesten,<br />
» ? a<br />
" d e<br />
Bisfchoplijke fteden, om de Bis-<br />
» Shoppen en Abten te horen. De Mark-<br />
„ ten en Koophandel begonnen daar ook<br />
„ gemeener en vermaarden te worden, als<br />
„ in de Parochiën en Kersipelen. Hier,<br />
m e k o m £<br />
» f.'rf , "' het van daan, dat, ge.<br />
» o J<br />
G e z a n<br />
, -r gen, en leezing der Heilige<br />
„ Schriften ; ook de Markten, en hande-<br />
„ hngen der kopers en verkopers Misfen<br />
„ genoemd worden. De reden, om Mis te<br />
„ doen, rust daar op, dat de Nundinae en<br />
* Mercatus, door de Overheerfchers, voor-<br />
„ maals werden ingefteld, re gelijk, met<br />
m w<br />
d e n v a n n e<br />
" ï& ji ^ Kapel, en ene jaar-<br />
„ ujklche Godsdienst-oeiTeninu'." (/) Hoe<br />
algemeen het gevoelen ook zijn moge, dat<br />
. ons woord Kermis van Kerkmis afkomftigzij:<br />
ontbreken 'er echter geen Schrijvers, die bet<br />
voor een verbasterd woord houden , en meenen<br />
dat men voor het zelve moet leezen Merktmis,<br />
te famen gefteld uit twee woorden in<br />
de midden-eeuw gebruiklijk, naamlijk Merca.<br />
CO Zie ook Mattheus Wehums Obfervation,<br />
Praa. voce Meffe. Reinerus Reineccius in Annalib.<br />
Caroh Magni. Lib. a. Dmfim de ürbibus- üeraianiae,
Jaarmarkten of Kermisfan. 27<br />
eada,koophandel; en Misfabicum, een ftreek,<br />
of plaats , waar over iemand, door den<br />
Vorst gezonden, was gefteld, om er het<br />
opperbewind over te hebben (/»); zo dat<br />
het woord Markt of Merkt-Mis nier anders<br />
beteekenen zoude, dan enen plechtigen<br />
Koophandel, die, Jaarlijks, op zekere plaatfen<br />
, of in bepaalde llreeken, wederkeerde.<br />
Doch de verandering van Markt - of Merkt-<br />
Mts in Kermis of''Kerk -Mis komt mij te<br />
groot voor , om het laatfte voor ene verbastering<br />
te houden. Ook is de afleidinge<br />
van Markt • of Merkt • Mis uit Mercada en<br />
Misfabicum te gewrongen, dan dat ik daar<br />
aan mijne toeilemming geven zoude. Liever<br />
houde ik het met anderen daar voor,<br />
dat het woord Kermis verbasterd is uit het<br />
woord Kerk-Mis. Trouwens onze grote<br />
en openbare Jaarmarkten , of zo genaamde<br />
Kermisfen, zijn, even als die in andere Lan -<br />
den en Steden , haren oorfprong verfchuldigd<br />
aanzulke Feestdagen, welke de Roomschgezinden<br />
gewoon waren,' ter gedacute<br />
nis van de plechtjge inwijding der Hoofden<br />
andere Kerken, jaarlijks, te vieren, met<br />
bijna gelijke pracht en luister , als bij de<br />
eerfte wijding dier Heiligdommen heeft plaats<br />
gehad; en 'twelk, federt de eerde Christeneeuwen<br />
, met de grootfte plegtigheid verricht<br />
werd (ti). CJelijk uit de voorbeelden van<br />
( m ) Martinus Schoock de Encoenüs, interfuas Kxcertitationes<br />
varias de diverfis Materiis; JJxercit. i
fl8 Verhandeling over de Zeeawfche<br />
^.f^Pfm^Jyxus, uit den Kerkelijken<br />
Gefcluedfchnjver Èujebws ( 0); van<br />
die van het Heilige Graf te Jerufalem/Liden<br />
a r<br />
J f 335- (p); van de Kerk re Antiochie.<br />
in t Jaar 3,40. van die te Confantinopolen,<br />
in tjaar S
Jaarmarkten of Kermis Ten s#<br />
Onder de laatften, de Delftfche Rechtsgeleerde<br />
Mr. JACOB VAN DER GRAAF («)<br />
en de naarstige Beampt-Schrijver en Middelburgfche<br />
Pleit - bezorger PIET ER DE<br />
M AR ET O). Mitsgaders, die ik bij de<br />
beide zoorten, zo van de Oudheid-onder-<br />
-zoekeren, ons Vaderland betreffende, als<br />
,van onze Rechtskundigen , had behoren<br />
te Hellen , de onvermoeide Verzamelaren<br />
van Nederlandfche oude en echte Gedenkitukken<br />
FRANS VAN MIERIS, en Mr.<br />
DANIËL VAN ALPHEN (W). Ookwordt<br />
dit gevoelen daar en boven nog bevestigd<br />
door het Gebed, het welk, nog heden ten<br />
dage, jaarlijks, in alle de Roomfche Kerken,<br />
op zulke plaatfen, daar het Kermis is,<br />
geleezen wordt; en welk Gebed voornoemde<br />
van Loon ons uit een der Roomfche Gebe<br />
denboeken heeft afgefchreven ( * ). Evenwel<br />
kan men niet ontkennen, dat niet alle onze<br />
Kermisten en Jaarmarkten haren oorfprong ;<br />
aan die Inwijdings - feesten van Hoofd - en an • I<br />
.dere Kerken verfchuldigd zijn; daar ook andere<br />
, niet min Godsdienstige, Bijgelovighe- i<br />
den voor de oorzaken van zomnrige onzer \<br />
Vaderlandfche Jaarmarkten zijn te houden.<br />
De jaarlijkfche Misfen en Ommegangen,<br />
die,<br />
(u) Traftat. de Regalib. Capit. de Nundinis.<br />
(v) Onuitgegeven Rechtsgeleerde en Hiilorifche<br />
Verhandeling der Jaar- en Week-Markten in Zee»<br />
land, 12 Hoofdlt. pag. 29. feqq.<br />
() üefchrijv. der Stad Leyden, 2. Deel. 34.<br />
Hoofdll. Fol. 522.<br />
(x) Holl. Kermisfen, pag. 30. Miflal, Roman,<br />
in Dedication, Ecclefiae Anniveifar,<br />
Schoon<br />
;o romige<br />
ïermisfen<br />
ian andere<br />
Sodsdïensigeoefeïingenhaen<br />
oor-<br />
'prong verchuldigd<br />
;ijn.
Door andere<br />
is het woord<br />
Kermis van<br />
het Hoogduitfche<br />
werkwoord<br />
Mesfen, dat .<br />
Meten beteeltent,<br />
af. ]<br />
geleid.<br />
jo Verhandeling ovef d« Zeeutvfche<br />
die, federd den Jare 1372. te Delft &<br />
houden werden, 'ter gedachtenis van de<br />
voorgege wende wonderbare genezinge van ene<br />
blinde Vrouwe, Machteld genaamd , die<br />
in 't voornoemde Jaar i372, uit's Graven'<br />
Eiage naar Delft gekomen was, om het voorgegeven<br />
wonderwerkend beeld der Lieve<br />
Vrouwe van Jesfe godsdienstig te vereeferr,<br />
en te bidden, om haar, gelijk gefchiedt<br />
zoude zijn, van hare langduurige blin.lheid<br />
:e herftellen ; gaven de aanleidende oorzaien<br />
voor de Jaarmarkt, of Kermis, te Delft;<br />
20 als Micha'd Vosmarus ons bericht in<br />
zeker werkje, te Keulen , na het overlijden<br />
yan den Schrijver, in den Jare 1629. door<br />
den druk gemeen gemaakt (y ). N 0g zijn<br />
sr, die den naam van Kermis, niet van eniye<br />
Godsdienst plechtigheden der Roomrche<br />
Kerk ; maar van het Hoogduiifche<br />
verkwoord Mesfen , dat bij ons Méten beeekent,<br />
willen hebben afgeleid ; om dat<br />
le waaren en koopmanfchappen, die, op<br />
( Ie Jaarmarkten, of Kermisfen, te koop ge-<br />
[1 >ragt worden, voor het grootfte gedeelte<br />
i ;eméten; of, bij de maat, verkocht wor-<br />
t en (z). De reden voor dit gevoelen<br />
komt<br />
(y) DivaVïrgo, et CrnxSaïutaris DeJficajfeu. de<br />
ƒ dmirandis , quae Dei Genetricis Virgibil Mariae<br />
I ; Crucis Salutaris beneficio , ad antiquum Delfi Holt<br />
li ndiae Templum contigerunt , a Remardo Gualtzero,<br />
( :oloniae, edita. Dirk -van Bleyswyck Refchrijv. der<br />
£ tad Delft, pag. 143. 657 en ó S8. Edirion in 410.<br />
( z) Bevjnmm Leuberus Disquifuion. Planar, Stapijl<br />
axon. Mum. 248.
Jaarmarkten cf Kermisfen. 31<br />
komt hier op uit: dat, wanneer menden oorfprong<br />
der Kermisfen aan d2 Feestwijdingender<br />
Parochie - Kerken moest toefchrijven,<br />
men dan, als 't ware, verlegen zoude zijn<br />
met de Dorp • Misfen , of dè Jaarmarkten ,<br />
die op de Dorpen i en zelfs ten platten lande,<br />
daar geene Parochie • Kerken zijn, gevierd<br />
worden; dewijl men deze > zeker, aan gene<br />
plechtige inwijding van Parochie-Kerken<br />
kan toefchrijven. Laat ik dienaangaande de<br />
woorden van Benjamin Leuberus, die dit<br />
gevoelen heeft aangenomen , hier affchrijven:<br />
„ Als gij 't wcord Mesfe wilt hebben<br />
5, afgeleid van Misfe , zo als die bij de<br />
„ Roomschgezinden gevierd wordt, zou-<br />
5, den ook die Encosnia, die Dorff- Kirmes-<br />
sifen 3<br />
cp welke goederen te koop gefield<br />
„ worden, van den naam Mesfen genot heb-<br />
„ ben; dat zoude wanftatlig zijn. Wat er<br />
„ van zij, gevoeglijker komt ons de bena-<br />
„ ming voor, het woord Misfe van Mesfen<br />
, dasz aujf felela zeit die wahreti<br />
„ gemesfen, ausz gemesfen verkauff werden '<br />
„ af ie leiden." (a) Dan, die Schrijver<br />
fchijnt geen onderïcheid gemaakt te hebben<br />
tusfchen Kermisfen , of Grote en Vrije Jaarmarkten,<br />
hoedanige er zeer weinige op de<br />
Dorpen; en in het geheel niet, immers niet<br />
bij ons, ten platten lande, gehouden worden;<br />
en tusfchen andere min vrije Jaarmarkten<br />
, die door het gebruik alleen fchijnen<br />
in-<br />
(a) Zie ook Speiddius Notabil. Hiftoric. voce<br />
Me ff. Jokannes Limneus Addition. Jur, Public. Lib. 4.<br />
Cap. 8* Num. 311.
§2 Verhandeling over de Zeeaw/öhf<br />
ingevoerd te zijn; en van deze zoort moeë<br />
flechts de Dorp-Kermisfen, en die van het<br />
platten land gehouden zijn Men vindt no«r<br />
anderen , die den naam van Kermis, of Grote<br />
en Vrije Jaarmarkt, in oorfprong en naam<br />
toekennen aan de oude Frankifche Vorsten<br />
naamlijk Karei den Groten , Lodewyk den<br />
Godvruchtigen, en hunne Troonvolgers, die<br />
deze Grote en Vrije Jaarmarkten het eerst zouden<br />
hebben ingefleld; en van de Opzichters of<br />
Amptlieden, die het bellier over de Markten<br />
en 't geen daar aan behoord, hadden: deze'<br />
OFvan de van den Vorst Gezondene werden Miifi Mis<br />
Gezondene fionarii znOfificiales genaamd; van welken mén<br />
Opzichters<br />
en Amptlie- in de Capitularia van Karei den Groten leest:<br />
den der<br />
Frankifche „ Wij hebben, ten opzichte Van de Munt<br />
Vors ren „ een klaar tijdftip gefield tot St. Martins<br />
Misfi en<br />
Misfionarii „ Misfe toe. Dat de bruggen vernieuwd]<br />
genaamd. „ worden, zo dar zij tegen de St. Andries<br />
„ Misfe klaar zijn." (h) Doch, fchoon niet<br />
kan ontkend worden, dat het beftier over<br />
de Jaarmarkten der Hoge en mindere Overdeden<br />
van de oudfte tijden heeft toegekomen,<br />
zo volgt echter daar uit niet, dat die Rijks-<br />
Vorsten de eerfle inftellers van de Groteen<br />
Vrije Jaarmarkten zijn; immers niet,<br />
dat de Kerkwijdingen daar toe gene aanleidende<br />
oorzaken zouden geweest zijn : zelfs<br />
niet, bij latere tijden , voor de Jaarmarkten,<br />
die, ten platten Lande, en op de Dorpen<br />
gehouden worden, daar deze Kerken fom-<br />
tijds<br />
(6) Capitular. Car. Magn. Lib. 2 Cap. 18. &<br />
ao. Maninus Schoock Exercuat. de Encoeniis,
Jaarmarkten of Kermisfen. 33<br />
tïjds Parochie - Kerken zijn: en in 't algemeen<br />
alle Godshuizen, die nieuw gefticht<br />
worden, door de Roomfche Geestlijken,<br />
met het vieren van ene plechtige Misfe worden<br />
ingewijd, waar van de Dorpelingen,<br />
zo wel als de Stedelingen, Jaarlijks, de gedachtenis<br />
mogen vieren; en, bij welke gelegenheid<br />
, ook vreemde en Stedelingen<br />
derwaards hunne waaren kwamen venten.<br />
Bij 't volk toch is de neering. De Kramer<br />
brengt zijne waaren , daar hij Kopers<br />
denkt te vinden. En, zulke het eerfte Jaar<br />
gevonden hebbende, komt hij het volgend<br />
Jaar, op dien zelfden tijd, wederom. Her.<br />
Godsdienstig oogmerk der Dorp- en Stedelingen<br />
geeft hem gelegenheid, om zijne bedoelde<br />
winzucht te voldoen. De opgemelde<br />
plaatfen zelve, uit de Capitularia van<br />
Karei den Groten en anderen , geven genoeg<br />
te kennen, dat de Jaarmarkten aan de<br />
vieringe van den- Feestdag van dezen of<br />
genen Heiligen gehecht waren: en deze<br />
Heilig, aan wien de Hoofd- of Parochie-<br />
Kerk werd toegewijd , was gemeenlijk de<br />
Schuts- en Scherm • Heilig dier Stad of<br />
Dorp.<br />
Deze Nundinae, Mercatus, Misfen, Kermisfen<br />
en Jaarmarkten zijn dan, in 't gemeen<br />
, zekere vasrgeftelde tijden van elk<br />
Jaar, op welke Ingezetenen , Buitenlieden<br />
en Vreemdelingen de vrijheid hebben, met<br />
hunne waaren en koopmanfchappen , binnen<br />
de Steden of Dorpen te komen , om<br />
die, op daar toe bepaalde plaatfen, uittefpannen,<br />
te koop te ftellen, aan te bieden,<br />
C en<br />
Wat Kefmis<br />
of laarmarkt<br />
zij.
Oudheid<br />
der jaarmarkten.<br />
34 Verhandeling over de Zeeuzvfche<br />
en te verkopen. Trouwens, in die fmaak<br />
befchrijft de Rechtsgeleerde Georeius Schon*<br />
hornerus de Jaarmarkten of Kermisfen (c).<br />
Het houden van openbare Markten fchiint<br />
al zeer oud te zijn. Er zijn er, die meenen<br />
, dat hier toe zoude kunnen gebragt<br />
worden het zeggen van den Propheet Ezechtel<br />
, m zijn verhaal van de vermaarde<br />
en rijke Markt, die te Tvrus gehouden<br />
werd (d), waar over men', onder anderen<br />
kan nazien, den geleerden Spaanfcheri<br />
Rechtsgeleerden Saavedra (e). Dat bij de<br />
oude Joden het houden van openbare Markten<br />
heeft plaats gehad, hebben andere voor<br />
nuj bewezen (f). De Grieken hadden ook<br />
hunne opene Markten , van welken een bijzondere<br />
Jupi ter de Befcherm-God was: dien<br />
ZÜ daarom 'Ayo^Sios, den Marktenaar, noemden<br />
Ook hadden, zij 'E^Wyo,; die op<br />
de Markten en Handelplaatien oppasten, en,<br />
t geen uit de zakken viel , of lome<br />
opraapten (g). Vellejus Paterculus verhaalt:<br />
PS C<br />
J L b -<br />
r ï'<br />
P o , i t i c o r • - Cap. ai. Sebastianus<br />
Mrantfius Lxpofmon. Rubiic. Pandedtar. de Nunamis.<br />
( d) Cap. 27. verfu 3, 9, i 0.<br />
(O Symbol. Politic. Num. 68.<br />
(f) Stockius Lib. 2. Convival. Cap. ir Tliomas<br />
Goadwyn,, Mo/es en Aaron, of Burgerlijke er,<br />
Kerkh,ke Gewoonten der Oude Hebreen! 2 Boek<br />
tn n m<br />
I 9 J<br />
, & - d e Ned<br />
«»andfche Vertaling<br />
van Damel Peemus, op nieuws overgezien . en met<br />
breede Aantekeningen vermeerderd door Voharuut<br />
Henricus Ruvius. jonannet<br />
(g) Scholiait. Arijlophanis. F. Rous Griekfche<br />
Oud-
Jaarmarkten of Kermisfen. 35<br />
-haalt: (h) dat het vermaardfle van alle de<br />
Speelflrijden, bekwaamst om de krachten van<br />
ziel en ligchaam te verfterken , de iriftelling<br />
der Olympifche Spelen was, welke<br />
Ipbitus FJius ten Stichter hadden ; en dat deze<br />
Spelen en Vrije Markt, Mercatum, door<br />
hem zijn opgerecht 804. Jaren voor Marrus<br />
Vicinius Burgemeester werd. De Taaien<br />
Oudheidkundige Uitleggers zijm. 't over<br />
die plaats , leezing en tijdrekening, met<br />
den anderen op verre na niet eens (i).<br />
Strabo (k), Pblegon (/), Paufanias (m),<br />
Jofepbus Scaliger (n), Julius Scaliger ( 0),<br />
en Calviftus (p) fpreken van 't begin en<br />
de inftelling dier fpelen; en Juftinus maakt<br />
gewag van deze Olymphifche Markt (q),<br />
op welke Alexander de Grote opentlijk liet<br />
afkondigen: dat de Ballingen van alle de Steden<br />
van Griekenland in hunnen vorigen iïaat<br />
werden herfteld; uitgezonderd, die genen,<br />
wel-<br />
Oudheden, 2. Boek. 2. Hoofdft. pag. 71. f5. Boek.<br />
I. Hoofdft. 2. Afdeel. 1. Hoofdft. pag 589. uit<br />
de Nederlandfche Vertaling van Hendrik van Rhenen.<br />
(h) Lib. 1. Uittor. Roman. Cap. 8.<br />
(i) Videantur Aldus, Acidalius, Boedtrus, An*<br />
ionius Thyfius & AUi.<br />
(fc) Lib. 8.<br />
(O In Fragment, de Olympiis.<br />
(SB ) Eliac. 1.<br />
(n~) Ad Eufebii Chronic, L. 2. Num. 1240. de<br />
Emendation. Tempor. Lib. 1. de Periodo Olyrapic.<br />
Lib. 5. Olympiadum.<br />
( 0) Lib. 1. Poëcicor. Cap. 24.<br />
(p) Ifagog. Chronologie. Cap. 39.<br />
(
36" Verharideling over de Zceuwfche<br />
welke, wegens gepleegde Manflag, gebannen<br />
waren ; waardoor, onder het volk,'een oproer<br />
ï^rt<br />
i n d e<br />
/ t 0 l<br />
! e r S W a r e n<br />
e w<br />
^ °onhunne<br />
Jammarkten in de rijke en.aanmerklijke Stad<br />
Therme te houden, voor dar zijdoor Film den<br />
Jongen, van Macedoniër, verrast, ingenomen,<br />
en door de Macedoniërs, ter wraak van 't geen<br />
deEtohers bevorens te Dodona verricht hadden<br />
te deerlijk verwoest was (r\ Dat<br />
ook de Romeinen hunne openbare Markten<br />
hebben gehad, is, uit het bovengemelde<br />
ten vollen reeds blijkbaar; offchoon de Ge-<br />
zelfs de Ouden, het met den anderen niet<br />
eens zijn , aan wien de inftelling der Romeinfche<br />
Nundinae moet worden toegekend<br />
Enige houden er Romulus, den eerften Koning<br />
van dat Volk voor; en anderen fchrijven<br />
de inftelhng toe aan Servius Tullius<br />
óm Zesden onder de Romeinfche Konin-,<br />
gen. (x). Het houden van zodanige Nundwae,<br />
bevestigen daar en boven de Gefchiedfchr.jyers<br />
JJionys van Halicarnasfen (t) en<br />
ï esJta<br />
{i tt<br />
?- ° ok m o t t h e t<br />
openbare Markten<br />
houden van<br />
al vroeg in de Lande<br />
die onze Nederlanden nu uitmaken,<br />
bekend geweest z,,n. Hec bovengemelde<br />
Forum Adnam, bij Voorburg; en de handel-<br />
CO filliam Robenfon, Gefchiedenis van Oud<br />
Griekenland, 3. Deel. 2. Hoofdft. pag 5 4<br />
»l2aT" US L e X i C<br />
' A<br />
" t i q U i t a t<br />
- TA<br />
(u)Lib. 4a.ro!. 142. Lib, 48. FoJ. 3 7
Jaarmarkten of Kermisfen. 37<br />
delw'ijze van den Keizer Calignla, met de {ieraden<br />
en den inboedel zijner Zusteren, die Hij,<br />
van Rome, naar't Eiland der Batavieren liet<br />
overbrengen, om al bet zelve, nevens den<br />
huisraad van het oude Hof, aldaar,tot hoger<br />
prijzen te verkopen, dan zulks , te Rome ,<br />
gelden zoude (1;), flrekt hier van tot getuigen<br />
: om nu van geene vroegere beginfelen<br />
van den Koophandel der Batavieren te gewagen;<br />
welk ftuktoch de kundige Advocaat<br />
voor den Hove van Holland , Zeeland en<br />
West-Vriesland, Mr. Elias Luzac, voor mij<br />
in 't breede heeft voldongen, in zijn Werk,,<br />
ten Opfchrift hebbende : Hollands Rijkdom<br />
(w). En, om mij niet op te houden<br />
met na te fporen, hoe de Romeinfche Kooplieden<br />
, naar deze Batavifche Landen , werden<br />
uitgelokt, door hoop van winst; doch, in den<br />
oorlog, door Brinio het einde van hun leven<br />
vonden (x), zo is 't zeker, dat de openbare<br />
Jaarmarkten, inzonderheid inden omtrek der<br />
Vere'énigde Gewesten, al zeer vroeg zijn bekend<br />
geweest: de Stad Utrecht toch, moet,<br />
voor, of in de twaalfde eeuw, reeds meer<br />
dan ééne Jaarmarkt gehad hebben; want Godebald,<br />
of Godebaldus, de vier-en- twintiglle<br />
Bisfchop, bepaalde, bij enen Openen Brief<br />
van den 2. van Wijnmaand 1127., de plaatfen,<br />
binnen zijne Zetel-Stad, op welke de vier<br />
Jaar-<br />
Cu ) Suetonius in Vita Caügulae, Cap. 39, Dl»<br />
Casfius Lib. 60. Fol. 656.<br />
(w) 1. Deel. pag. J46. volgg.<br />
(sj Tacüus Lib. 4 fi;fr.oriar. Cap. 15.<br />
C 3
38 Verhandeling over de Zeetmfche<br />
Jaarmarkten, Mercata principalia genaamd<br />
moesten gehouden worden, om aan te duiden,<br />
• dat dezelve vier Grote en Vrije Jaarmarkten<br />
waren; in tegenoverftellinge van de mingeachte,<br />
van de bijzondere Jaarmarkten, die Hechts,<br />
voor dit of dat foort van waaren alleen, gefchikt<br />
en verordend waren (y ). Graaf Willem de<br />
Eerfte begiftigde de Stad St.Geertruidenbera<br />
met dne onderfcheidene Jaarmarkten, b|<br />
enen Giftbrief van den i. van Wijnmaand<br />
1213 (2) Degekore Bisfchop van Utrecht,<br />
Johannes, fchonk, bij Oétroij van den 7. van<br />
Wintermaand 1272. a a n Smeder van Bofinghem,<br />
het Voorrecht, om, teVianen, twee<br />
Jaarmarkten te mogen houden f». En Graaf<br />
Flons de Vijfde ftond, onder de Voorrechten,<br />
Handvesten en Vrijheden, welke Hii<br />
aan de Steden Monikendam en Medenblik<br />
vergunde, bij zijnen Brief van den 25. van<br />
Lentemaand i S88. toe, om, Jaarlijks, Markt<br />
te mogen houden ( b). Bij 't Groot Handvest<br />
aan die van Beverwijk, van den 11. van Slachtmaand<br />
129&, verleende zijn Zoon, Graaf<br />
Jan de i,er le, ene vrijheid voor twee Jaarhkfebe<br />
Markten ( c). Gelijk dezes Opvolger,<br />
Granfjnn de Tweede, in'tjaarisos die van<br />
Leyden ook met ene nieuwe Jaarlijkfche Markt<br />
begdugde (d). Zo dat, voor zo verre ik<br />
heb<br />
B^ M<br />
eiboek der Gravea vaa<br />
iZeT^! Ibidem Fol. 158.<br />
C a ) Fol. 366.<br />
(b) Jbid. Fol, 486.<br />
( c ) Fol. 603.<br />
(Ó Bij denzelfden , II. Deel, Fel. 3 2.
Jaarmarkten of Kermisfen. 39<br />
heb kunnen nagaan, die van Utrecht bet eerst<br />
met het vermogen, om Vrije Jaarmarkten te<br />
houden, vereerd zijn; en, waarfchijnlijk ,<br />
in navolging van dien, is die vrijheid in Holland<br />
vervolgens in de twaalfde en dertiende'<br />
eeuwen in zwang geraakt. Doch, de Provin- . Riizonderï<br />
ijk in
40 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
dat die zelfde Bislchop aan cie Reguliere Ca.<br />
nuimiken uit hoofde van hun ongebonden en<br />
ergerlijk leven, gemelde Abdij heeft doen<br />
ruimen; en enige Monniken, uit de Abdii<br />
van St, Michiel, bij Antwerpen, in derzelver<br />
plaats overgebragt, om daar in te woo.<br />
nen; e n naar den Regel der Premonftrei-<br />
l e<br />
'<br />
t e<br />
. l e<br />
e n<br />
^<br />
(/)• Hier uit nu zoude men<br />
d,t Mannen-Klooster tot ene Abdij, enige<br />
Jaren later, en wel, gelijk Vader vin HeL<br />
J ê)<br />
K g<br />
' SC t 0 t<br />
'<br />
h e t a a t<br />
J ï**8- zoude<br />
b l<br />
nf Jn 7, ' e e n : wan<br />
"° "eer zekere Alhad,<br />
ol fiaJd, d,e te voren het Klooster Form.kle,<br />
b,j Iperen, in Vlaanderen, beftierd<br />
bad tot eerlten Abt der Middelbnrgfche<br />
Abt.ij. zoude gekozen zijn: in ene T Hst<br />
der Middelburgse Abten, u!" de Ard^<br />
ven in de voornoemde Abdij van St Michiel,<br />
bij Antwerpen, bewaard wordende;<br />
mitsgaders uit de Paufelijke Bullen, opge*<br />
dQZe A!bald<br />
3<br />
vin Mi ul '<br />
l S d e e e r f t e<br />
^bt<br />
van Middelburg, voorkomen (h)i hoewel<br />
de Vlaamfche Kronijk-Schrijver Meje,<br />
rus<br />
(ƒ) Johannes de Beka in Vita Godebaldi, EpiscoM<br />
C^.Kerkel, jke Hutorie en Oudheden der Sn<br />
Vereen.gde Provinciën, i n 4 Deelen in Folio uit.<br />
gegeven en aldaar in d c Hiftorie van b-t Bisdom<br />
van Zeeland, Fol.
Jaarmarkten of Kermisfen. 41<br />
rus in het Jaar 1123. van dezen Albald,<br />
als toen reeds Abt te Middelburg zijnde,<br />
gewag maakt; doch, in dit Jaargetal zal<br />
die, anderzints vrij naauwkeurige Gefchiedfchrijver<br />
zich, gewislijk, vergist hebben;<br />
nadien, in dat Jaar 1123, de Abdij te Middelburg<br />
niet meer dan een enkel Klooster<br />
moet geweest zijn, in 't welk de daar in<br />
eerst gefielde Reguliere Monniken, the hun<br />
Klooster-leven, naar den Regel van den<br />
Oudvader Augudin gehouden en verplicht<br />
waren te leiden , toen nog huishielden (i ) ;<br />
welke Monniken, om hunne opfprakelijke<br />
levenswijze; en mooglijk , om dat zij de<br />
Ketterij van Tanchelinus waren toegedaan,<br />
(van welke onze Gefchiedfchrijvers in 't<br />
brede (/fc) gewagen) eerst in den Jare<br />
1128, uit dat Klooster, zo als ook uit de<br />
gehele Provincie van Zeeland, verdreeven<br />
zijn; daar en boven geeft gemelde Mejerus<br />
een veel te loflijk getuigenis van dezen<br />
Abt Albald, om te geloven, dat hij zich aan<br />
de Ketterij van Tanchelinus zoude hebben<br />
overgegeven : buiten en behalven dit alles,<br />
komt deze Abt Albaldus niet voor , als uit<br />
zijne Abdij te zijn gefloten, of onder de<br />
Geestlijke Ballingen behoord te hebben: terwijl<br />
het<br />
(»') Van Heusfsn Kerkelijke Hiftorie en Oudhe»<br />
den, of Batavia Sacra, i. Deel. Fol. 18 t en 182.<br />
) Van Rhyn Aanteekeningen op 'c voornoemde<br />
"Werk van van Heusjen , Fol. 48. Not. 3. Boxhom<br />
op Reigersberg Kronijk van Zeelan.1 . 1. Dcol.<br />
pag. 34. Robertus de Monte ad Ann. 1124. IVaeenuar<br />
Vadeil. Hiftorie, 2, OC 7. JB. |. 8. pag.2ii.<br />
C 5
42, Verhandeling over de Zeeuivfche<br />
het echter niet is te denken; veel minder<br />
nog uit eenig overblijfzel kan worden opgemaakt:<br />
dat alle de Monniken uit die Abdij<br />
onder een Godvruchtig Hoofd, zodanig ver-'<br />
dorven zouden zijn geweest, dat men hen<br />
alléén, en niet hunne Overfïen, was genoodzaakt<br />
te verjagen; wanneer men nu<br />
nog in acht neemt: dat deze Middelburgfche<br />
Abdij , van wegen haren rijkdom<br />
, grote inkomsten , prachtige timmering<br />
, rijk verfierde Altaren , en keurige<br />
Schilderijen, van ouds , zo vermaard is geweest;<br />
dat dit alles het oog der nieuwsgierigen<br />
naar zich trok, en, van alle zijden,<br />
vreemdelingen uitlokte (/). Men lette nu<br />
ook op het gezag , en den merklijken invloed,<br />
die deze Abt aan 's Lands Regering had;<br />
zo dat aan Denzelven uitnemende Voorrechten,<br />
zo door de Landshoofden, de<br />
Graven en Gravinnen van Holland en Zeeland<br />
; als door het zogenaamde Zichtbaar<br />
Hoofd der Kerke te Rome, vergund en gefchonken<br />
waren : inzonderheid het verlenen<br />
van Grote Aigemeene Aflaten; welk alles gemeenlijk<br />
in en bij zulke Parochie-Kerken<br />
gevonden werd, wier Inwijdings - Feest,<br />
met allen luister, Jaar aan Jaar, herdacht<br />
werd: dan kan het ook niet ten enenmale<br />
onwaarfchijnlijk voorkomen ; dat men<br />
zoude onderitellcn, dat deze Abdij, met<br />
alle mooglijke pracht en luister, zal zijn ingewijd;<br />
en dat zulk eren heuchlijken Gedenk<br />
en Van Heus/en FcJ. ö.
Jaarmarkten of Kermisfen. 43<br />
denkdag, aldaar, telken Jare, gelijk in andere<br />
Steden, ook met een Feest gevierd, en,<br />
ook voor den Jare 1313. van ene Jaarmarkt<br />
vergezeld zal zijn geweest: echter wordt,<br />
zo veel mij bewust is, bij geene Gefchiedfchrijvers<br />
van Zeeland, of van elders, van<br />
diergelijke Statige Feesten, Kerkwijdingen,<br />
Gedenkdagen; en Kerk-Misfen, gewag gemaakt,<br />
voor dien tijd, dat de Noord-Monfter<br />
, anders genaamd de Oude Kerk, een<br />
zulke plechtige Kerk - Mis had. De opbouw nu<br />
van deze Kerk werd , zo fommigen willen,<br />
in den Jare 1306: of, gelijk anderen zeggen,<br />
in 1310, door en op bevel van Graaf Willemden<br />
Derden, begonnen; en in 1313. voltrokken<br />
O)- Hoewel de Geleerde Boxhom<br />
die voltrekking eerst op 't Jaar 1316".<br />
ftelt gefchied te zijn : terwijl van Heusfen (» )<br />
wil,'dat dezelve, in 't Jaar 1284,<br />
r e e d s<br />
in aanzien geweest zoude zijn; nadien hiji<br />
in een oud" Nederlandsch Briefje, bij den<br />
Hoogleeraar Mattbaeus uitgegeven fo), en<br />
door hem overgenomen, gelezen had; dat,<br />
Graaf Floris de Vijfde, in dat Jaar 1284,<br />
aan de Ridders van de Teutonifche Orde,<br />
of Duitfchen Huize, de Parochie-Kerk, te<br />
Middelburg, aan St. Pieter toegewijd, gefchonken<br />
hebbende ; de Commandeur van<br />
die Orde, Herbernvan Drongben, het Klooster<br />
(m) Tegenwoord. Staat van Zeeland, 1. Deel.<br />
pag. 190.<br />
(n) Fol. 24.<br />
(0) De Fundationib. Ecclellar. pag. 567. Van<br />
Hsusfen Fol. 27.
44 Verhandeling over de Zeeuvofche<br />
ter en de Kerk, welke die Orde buiten de<br />
voorzeide Stad bad , in de Heerlijkh d van<br />
Zandvoort, op zekere Erve aan rij? r»rS!<br />
door enen Middelburgsen Burg*,<br />
van Putten e n zijne Huisvrouwe 'efchon'<br />
ken heeft laten afbreken; en een Hds „<br />
Kapelle, binnen de Stad Middelburg, doen<br />
timmeren: edoch, vermits de Graaf deze<br />
Sèe lrkeT T ' ' niet<br />
Heerlijke, Goederen befchonk, zo ftonden<br />
zij hunne gebouwde Kerk te Middelburgen<br />
den Jare , 3 I O, a a n den Graaf af; die dezelve<br />
vervolgens tot ene Capittel- Kerk verhief,<br />
en in dezelve een Capittel van De.<br />
ken en Canunniken ftelde. Wat daar van<br />
zij, en in gevalle men zulks voor waarheid<br />
zoude willen aannemen, dan zal men te g S<br />
dienen vastteftellen, dat dezer Kerke, of een<br />
ongeluk van brand, of anderzints, overgekomen<br />
zij; of dat de tijd dezelve zo bouwvalhg<br />
gemaakt hebbe, dat Graaf Willem de<br />
Derde, bijgenaamd de Goede, (en niet, gehik<br />
de fik» Mirqeas en onze Zeeuwfche<br />
Gefc-hiedfchryver Hadriaan van Baarland<br />
verkeerdelijk fchrijven,Koning Willem, W<br />
noodzaakt i s geworden , die zelfde Kerk van<br />
nieuws te laten opbouwen , te herftellen<br />
en met een nieuw Capittel van een Deken<br />
en veertien Canunniken, in den Jare ia,a<br />
of I 3IÖ". te voorzien: intusfchen voerde<br />
van dit of het vorige Geestlijk Capittel!<br />
die Kerk den naam van Mon fier , 't welk<br />
ene verbastering i s van 't Laiijnfche woord<br />
Ahnajtertum; nadien zij in het ronde met<br />
een Coflegfc, of Klooster, ten dienste van<br />
die
jaarmarkten of Kermisfen'. 45<br />
dié Geastlijken, en ter hunner inwoning<br />
gefchikt, als 't ware omvangen was: en,<br />
daar zij in 't Noordeinde der Stad lag,<br />
kreeg zij de benaming van Noord - Monjler.<br />
Boven dien was deze Kerk vermaard, als de<br />
bewaarplaats van meer dan één overblijvend<br />
Gedenkteeken van vermaarde Heiligen; inzonderheid<br />
muntede daar in uit een aanzienlijk<br />
ftuk van een Heilig Kruis: 't welk<br />
men gewoon was te houden voor een ftuk<br />
van het vervloekte Kruishout, waar aan<br />
's VVaerelds dierbare Heiland, op 't bloedig<br />
Golgotha, genageld en geftorven is; doch,<br />
mijns oordeels, beter te houden zij voor<br />
een ftuk van het Kruis, waar aan, zo men<br />
meent, de Apostel der Joden, de Heilige<br />
Petrus, zoude zijn gemarteld geworden. Dit<br />
ftuk Kruishout werd, in deze Kerk, met zo<br />
veel zorgvuldigheid , als eerbied, bewaard,<br />
befloten in een Kastjen met glinftrend Kristal<br />
overdekt; en werd dit Kastje, bij plechtige<br />
en "ftatelijke omgangen, eerbiedigst, omgedragen,<br />
inzonderheid éénmaal in ieder Jaar,<br />
wanneer de Burgers en Inwoonders van<br />
het nabij gelegen Arnemuiden verplicht waren<br />
, op eigene kosten, door hunne Gildens<br />
, het Heilig Kruis ten toon te ftellen,<br />
en weder af te nemen, terwijl de<br />
drie Schutters - Gilden van Arnemuiden,<br />
in volle wapenrusting, met hunne<br />
wagens, trommels, fluiten en vaanen<br />
dien Omgang bijwoonden en vergezelden (ƒ>);<br />
(p) Van Hens/en Fol. 26. J&esftar» Kronijk van<br />
Zi«lïnJ, 1. Deel. p^g. 205.<br />
en
4.6 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
en deze plechtige Omgang, zo 'k mij niet<br />
bedrieg, werd in elk Jaar gehouden, op<br />
denzelfden dag, op welken men gewoon is<br />
in de Roomfche Kerk, den naam, of liever<br />
den heuchlijken Gedenkdag, te vieren, van<br />
de wonderdadige verlosfing van den Apostel<br />
Petrus uit zijne banden en gevangenis , die de<br />
Euangelist en eerfte Kerk - Gefchiedfc'hrijver<br />
Lucas ons met levendige verwen gefchildeid<br />
en der vergetenheid onttrokken heeft (q) •<br />
welke Feestdag, op den n van Oogstmaand'<br />
in ieder Jaar, terug keert (r). Deze Inwijdings<br />
Feesten van nieuwgebouwde, of herbouwde<br />
Kerken en andere Godsdienstige<br />
Geftichten, en derzelver Gedenkdagen ,<br />
Jaarlijks, waren vergezeld van enen uitftekenden<br />
toevloed van menfchen, zo Waereldlijken<br />
als Geestlijken, van allerleie rangen<br />
en ftaten, welker fommigen met, en<br />
uit godvruchtige oogmerken daar verfchenen,<br />
om de wonderdadige verlosfing van den<br />
Apostel uit de banden en bedreigde ftraföeffening<br />
van den ontmenschten Herodes te herdenken;<br />
en zich deswegens in Godsdienstige<br />
oeffeningen, gedurende dien Feesttijd, bezig<br />
te houden i terwijl anderen zich fpoorloos<br />
bevlijtigden, om voor hunne gepleegde ongerechtigheden<br />
openbare boete te doen, en<br />
de beloofde Aflaten van de winzuchtige Geestige<br />
(q) Handelingen der Apostelen, 12. Hoofdft,<br />
van het 3. tot hec n. vs. ingefloten.<br />
(r) Marrus Aimanachs Heiligen, pag. 193.
Jaarmarkten of Kermisfen. 47<br />
Rijkheid te bekomen; daar wederom fommigert<br />
alléén , door loutere nieuwsgierigheid gedreven<br />
, daar heênen vloeiden, om zich, in het<br />
befchouwen van de praal en pracht, die Kerkplechtigheid<br />
vergezellende, te verlustigen,<br />
met de Feestvierende menigte vermaak te nemen<br />
, en in de vrolijkheid der Stedelingen<br />
te deelen; welke vrolijkheid, bij fommigen<br />
, wel eens de palen van gematigdheid<br />
te buiten ging, en in ongebondenheid uitliep.<br />
Deze jaarfeesten verëischten dus veel<br />
voorraad van allerleije waaren en koopmanfchappen<br />
, 't geen ene menigte van Kramers<br />
en Kooplieden aanzettede, om zich, tegen<br />
zulke tijden, derwaards te begeven, en<br />
hunne goederen aldaar uitteftallen, te venten<br />
, en, was 't mooglijk, goede winften<br />
te doen: en aan deze plechtige Kerk-Feesten,<br />
zijn dus de meeste Jaarmarkten, in onze<br />
Nederlanden, haren oorfprong verfchuldigd<br />
(J); zo als ik ook meen dit van onze<br />
hedendaagfche Jaarmarkt te Middelburg<br />
te mogen zeggen; w.int deze Middelburgfche<br />
Kermis vindt haar begin in het Jaarlijks<br />
Kerk-Feest van de St. Pieters Kerk;<br />
hoewel die Jaarmarkt niet op den 1 van<br />
Oogstmaand , den hogen Feestdag van<br />
dien Apostel; maar op den 22. van<br />
Hooimaand begint; wanneer men, noch aan<br />
dien getrouwen Kerkheraut; noch aan zijne<br />
knellende banden; noch aan zijnen akeligen ,<br />
en<br />
CO Wagenaar Befcbrijv. van Amfterdam, «. &uk.<br />
yag. 3.
4°* Verhandeling over de Zeeazü/cht<br />
en met ijzeren deuren voorzienen Kerker;<br />
noch aan de ftrenge bewaring van mededogenlooze<br />
wachteren; noch aan de heuchbjke,<br />
heilrijke, en wonderdadige verlosiing<br />
uit zijn naakend gevaar, gedenkt; maar, in<br />
de Roomfche Gebedenhuizen, de gedachtenis<br />
viert van de zo Godvruchtige als zagtmoedige<br />
Maria Magdalena, zal zulks geen<br />
grote hinderpaal zijn, om niet aan het<br />
Inwndings • Feest van Middelburgs oude<br />
Kerk den oorfprong harer Kerkmis, Kermis,<br />
of Jaarmarkt, toetefchrijven. Denklijk<br />
is het toch, ja meer dan waarfchijnlijk,<br />
dat de Vreemdelingen en Buitenlanders, die<br />
dit Feest kwamen bijwonen, dat de Koopheden<br />
en Kramers, gewoon bij de menigte<br />
nering en winst te zoeken , enige dagen<br />
voor het Kerk-Feest aanvang nam, zich<br />
derwaards zullen begeven hebben; om hunne<br />
kramen op te flaan, hunne winkels in<br />
orde te brengen, en de Feestvierende Gemeente<br />
met hunne waaren en koopmanfchappen,<br />
of andere benodigdheden, te kunnen<br />
voorzien, tegen den plechtigen Feestdag.<br />
Trouwens, dit is zeker, dat Graaf Willem<br />
de Derde aan die van Middelburg de vrijheid<br />
gaf, om ene Jaarmarkt, die zo<br />
fommige willen, vijf dagen duuren mogte,<br />
te houden integaan op St. Maria Magdalena<br />
avond; dat is, des avonds voor dien<br />
Feestdag, naar de wijze der Roomfche Kerk;<br />
des avonds voor den 22. van Hooimaand (t).<br />
De<br />
CO Mieris Groot Charterboek,3.Deel.Tol. 316.
Jaarmarkten of Kermisfen, 49<br />
De overige Steden van Zeeland trachteden<br />
hare Hootd- en Hof-ftad wel haast na te volgen.<br />
De meeste werden met het Voorrecht<br />
van Jaarmarkten te houden begunstigd. Andere<br />
fchijnen zich zulks te hebben aangematigd,<br />
't geen aan die ook, door 's Lands Hoge<br />
Overheid ftilzwijgende, fchijnt te zijn toegelaten<br />
: of, bij latere Voorrechts - Brieven, is vergund.<br />
Immers Westcappelle, in 't midden der<br />
veertiende en vroegere eeuwen, ene der volkrij<br />
kfte en bloeijendfte Steden van deze Provincie,<br />
Verwierf, bij enen openen Brief van den Jare<br />
1361, de vrijheid van ene Vrije Jaarmarkt te<br />
houden, voor vier achter een volgende dagen,<br />
aanvang te nemén met den tweeden van Hooimaand<br />
, of den dag van onzer Lieve Vrouwe Vilitatie<br />
(u). Ook zag Vüsfingen zich meteen gelijk<br />
Voorrecht begunstigd, in't Jaar 1368, en hare<br />
Jaarmarkt nam aanvang op den Feestdag vanSt.<br />
Simon en Judas, dat is, den 28 van Wijnmaand<br />
( v). En Tholen kreeg in 't Jaar 1378, hare Jaarmarkt<br />
dewelke begon des Maandags na St. Jans<br />
Onthoofding, temidden in den Zomer, dat is,<br />
des Maandags na den 29 van Oogstmaand; en<br />
wel geduurende acht dagen, (w ). Doch Goes<br />
ontfing dat Voorrecht eerst in 't Jaar 1417, 't welk<br />
in't Jaar 1441 aan haar nader werd bevestigd (x).<br />
Dat Zierikzee van ouds hare Jaarmarkt heeft<br />
ge-<br />
(M) Mieris Charterb. 3. Deel Fol. 131.<br />
(v) Ibidem. Fol. 224.<br />
(w) ibidem. Fol. 347.<br />
lx) Boxhom. Kron. van Zeeland, I. Deel , pag.<br />
300. 391 en pag. ico.<br />
D
De aanlei<br />
(lende oorzaken<br />
tot liet<br />
houden van<br />
Jaarmarkten.<br />
50 Verhandeling over de Zeeimfche<br />
gehad, is uit hare Coftumen blijkbaar (y)i<br />
maar, wanneer de Veeifche Jaarmarkt een begin<br />
genomen heeft, daar van is mij, zo min<br />
als van de Zierikzeefche, tot hier toe geen<br />
echt bewijs voorgekomen. Willem de Eerste,<br />
"Prins van Ornngc, ftond dien van Arnemuidcn,<br />
bij Voorrechts-Brieven, van den 26<br />
van Louwmaand 1574 , ene bijzondere Jaarmarkt<br />
toe (z) $ en Domburg zag insgelijks,<br />
ontrent het midden der zestiende eeuw, zich<br />
met zulk een Voorrecht vereerd.<br />
De aanleidende oorzaken, tot het invoeren<br />
van Jaarmarkten, waren, bij de onderlcheide<br />
Volken, niet overal dezelfde. De Romeinen,<br />
inzonderheid, fchijnen hunne Nundi-<br />
'nae allereerst uit ftaatkundige redenen te hebben<br />
ontleend; want, dat alom geducht en waereld<br />
dwingend Volk was, in den beginne, zeer.arïnoedig:<br />
de meesten toch leefden van den roof,<br />
gelijk krijgslieden niet zelden gewoon zijn;de<br />
overige vonden hun beftaan in de werken van<br />
hunne handen; want, enige hunner leefden op<br />
het land m «ijveren akkerbouw ; of noefte<br />
veehoeden); echter maakten zij allen, zo wel<br />
ten tijde van hunne Koningen , als na 't verdry<br />
ven van dezel ven, onder 'tbeffier van hunne<br />
Befèhreven Vaderen, en geduurende hun Vrij<br />
Gemeencbcst, leden uit van deGcmeeneMaatfchappij,<br />
in dewelke elk zijne flem had, om<br />
'sLands<br />
(?) Simegange, Kronyk vah Zeeland, ]. Deel.<br />
4. Boek, Fol. 51 s. '<br />
(s) Boxhom, L Deel, ffag. 601 en 602. Tegenwoord.<br />
Staat van Zeelbd , 1. Deel , pag. 207.
Jaarmarkten of Kermisfen. 51<br />
'sLands welzijn te betrachten; waar door zij<br />
allen een groten invloed op het Rijks en Staats<br />
bellier en de daar aan onderhorige Binnenen<br />
Buitenlandfche zaken, hadden: ook werden<br />
dus geene Wetten ingevoerd, dan, na dat<br />
zii door het ganfche ligliaairi van Romens Burgerij<br />
waren goedgekeurd: en werden hier toe<br />
de voorgeflelde Wetten drie achter een volgende<br />
Nundinae, of Negèndaagfcne Markttydert,<br />
en dus zeven-en-twintig dagen lang, in<br />
't openbaar, ten toon gefteld, en aan het oordeel<br />
der ganfche Gemeente, overgelaten 5 want,<br />
op die drie Markttijden kwamen de meeste<br />
Landlieden gewoonlijk Stedewaards, om zich<br />
van zulken lijftocht; als hen het platte land<br />
en het zuivel gevend veê niet verfchaffen konden,<br />
te voorzien: en daar en tegen ook hunne<br />
vruchten en tierig veê den Sedelmgen te<br />
verkopen; bij welke gelegenheid zij niet ongewoon<br />
waren hun oordeel over de voorgeftelde<br />
Wetten te ukten, en hunne goed- of afkeuringen<br />
van en ontrent dczelven te geven. (0).<br />
jöoch, bij volgende tijden werden de Weelde<br />
en klimmende" Pracht de voornaamfle drijfveexen<br />
hunner openbare Markten; op-de welke de<br />
Winzucht geene geringe rol fpeelde ; daar zij<br />
hen, als de voornaamfle drijfveer van het<br />
menfchlijk gedacht, bewoog, zelfs om ook in<br />
over-<br />
53 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
overheerde Landen zulke Markten opterechten:<br />
ja de Romeinen zelve waagden het, om<br />
dei-waards, buiten hun Vaderland, te reizen,<br />
op dat zij aldaar die te houdene buitenlandfche<br />
Markten mogten bijwoonen. Dus liet de gierige<br />
Cahgula de ficraden zijner verweezene Zusteren,<br />
haar huisraad, hare flaaven en hunne<br />
kinderen, van Rome naar Gaiiien overbrengen,<br />
ophoop, om van hetzelve aldaar enen<br />
hogeren prijs dan wel te Rome, te zullen maken<br />
( b). Ook is het meer dan waarfchijnlijk:<br />
dat en Romeinfche, en andere vreemde en bui'<br />
tenlandfche Kooplieden, onze Zeeuwfche en<br />
fiollandfche kusten bezoekende, om daar de<br />
openbare Markten bij te woonen; ook tevens<br />
voor het gelukkig aanlanden en overbrengen<br />
hunner waaren, aan de bekende Stroom -Godinne<br />
Nehalennia, hunne dank-erkenteniilèn<br />
door plechtige Offeranden, hebben betoond fV><br />
en met onze Visfchers en verdere Zeelieden de<br />
Outers dezer Godinne hebben doen rookenen<br />
glinsteren van zilveren visfchen, en andere aangebodene<br />
gelchenken; terwijl de Landlieden<br />
hunne minbexendeZW/W, ofBuroninamet<br />
geüacht vee, derzelver zuivel, en malfche vruchten<br />
eerbiedig vereerden ( d). De kundige Prit-<br />
/?i J<br />
\nfr' !<br />
V n<br />
, ViöCaligurae<br />
fchius<br />
' Ca<br />
P-39- Dio Cos-<br />
pus-, 1,1b. 59. Fol. 654..<br />
(c) Henrik Cannegkter in Disfertation. de Brittea-<br />
Dnvgo, pag. 14.<br />
frJnf&Su " P}f enation<br />
- de Gemma Bentinckiana;<br />
iten de Ifide ad Fornacum i„ venta; n c c non de Doa<br />
«uroxma; nnprelT. Trajecii ad Rhenum 1764
Jaarmarkten of Kermisfen. 53<br />
fehius (e) befchouwde de aanleidende oorzaken<br />
der Jaarmarkten uit het algemeen oogpunt,<br />
dat den Koophandel, in 't gemeen, heeft ingevoerd.;<br />
naamlijk, de onderlinge band van<br />
vnendfchap en verftandhouding tusfchen de<br />
bijzondere volken, en het gebrek aan de ene,<br />
en de overvloed aan de andere zijde, die men,<br />
in onderfcheide luchtftreeken, landen en fteden<br />
ontdekt; 't zij om 's levens onderhoud<br />
onderling aan te voeren; 't zij om het gemak<br />
der menfehen te bevorderen; 't zij ook om de<br />
losbandige wulpsheid, de trotfche weelde, en<br />
ijdele pracht te voeden; want, fchoon, na de<br />
invoering van't Christendom, de inwijding der<br />
Kerken, en andere Godsdienstige Geftichten,<br />
wel de aanleidende oorzaak, of liever de dekmantel<br />
der Jaarmarkten , fchijnen geweest te<br />
zijn : zo kan men echter niet ontkennen, dat<br />
de Winzucht het voornaamfle beweegrad van<br />
dezelven heeft uitgemaakt; en ook nog heden<br />
ten dage, de voornaamfle reden is, waarom de<br />
Vreemdelingen herwaards komen. De toegevloeide<br />
menigte lokten'de Kooplieden, Winkeliers<br />
en Kramers van allerhande zooiten van<br />
goederen aan, om zich, naar die jaarlijkfche<br />
Kerk-feesten, met hunne waaren, winkelgoederen<br />
en kraamerijen, te begeven, in ene<br />
blijde hoop, van die, tot groter winsten, dan<br />
zij dezelve in hunnen landen, fteden en plaatfen<br />
konden afzetten, te zullen verkopen. Elk<br />
vond in die Kramen, Winkels of Pakhuizen<br />
zij»<br />
(e) De Regali Nundinar. Jure ac Privileg. Cap,<br />
3. % 3, pag, 15 &<br />
D 3
54 Verhandeling over de Zesmvfche<br />
zijn benodigdheid, en wat hem aanftond; de<br />
Burgos en ingezetenen verzorgden zich van alles,<br />
immers van het voornaamfle nodige, vooreen<br />
geheel Jaar. De Steden, toen zo bevolkt<br />
met zijnde als tegenwoordig, ookniet voorzien<br />
van eigene Fabrieken; noch van genoegzaame<br />
Windels in welke zij, dagelijks, geriel konden<br />
worden vonden hun belang in de te houdene<br />
Jaarmarkten. De Overheden en de Gemeentens<br />
verzochten den Landhoofden hier in<br />
hen te wille te zijn; en aan hen het Voorrecht<br />
te vergunnen, om één of meer Jaar- en andere<br />
Opene Markten te mogen' oprechten" en houoen.<br />
Dealgemeenheid der Jaarmarkten<br />
m genoegzaam alle de plaatfen van Europa • de<br />
gereede toeftemming en bewilliging van genoegzaam<br />
alk Hoge Overheden : in die verzoeken<br />
hunner Onderzaten:' de uitftekende Voorrechten<br />
die wij ftraks nader zullen zien, welken aan<br />
de^Jaarmarkten alomme, zo als ook'in onze<br />
Nederlanden, en inzonderheid in deze Provin-<br />
TJ m F eè<br />
ï M<br />
d Ver<br />
^ und<br />
#>J k»nnen ons<br />
Ö f nkbee,d i n<br />
^zemen, dan, dat<br />
men het houden van Jaarmarkten als nuttig,als<br />
nodig, en als voor 's Lands Ingezetenen voordeehg<br />
befchomyd heeft; en uit dit oogpunt<br />
fchijnt het LetterkundigGenootfchap der°Stad<br />
Metz de Jaarmarkten als nog te befchouwen,<br />
ten minsten met betrekking tot die Stad; wan<br />
dat Genootfchap fchreef, in den Jare IJ78deS<br />
Vraag uit: „ Of de Markt, die' Jaai^ks,In<br />
,,S Kc:hnmn<br />
L vS&.cTZ ><br />
de<br />
i b<br />
- 'f S!j(lcraat<br />
, jaarmarkten of Kermisfeu. 55<br />
de Zomermaand, te Metz gehouden wordt,<br />
bevorderlijk zij voor den Koophandel* ün,<br />
of het, voor 't welzijn van de Sfcd,ng te<br />
tig zoude zijn, bij aldien aan die Markt alle<br />
dezelfde vrijheden wierden toegeftaan, welke<br />
de Markten in de grote Kooplieden genieten<br />
? (' ° )." Edoch, of, over het algemeen,<br />
dat'nut en voordeel thans nog plaats vindt,<br />
en, mitsdien, of onze tegenwoordige .Jaar- .<br />
markten, of zogenaamde Kermisfen, uit dat<br />
oogpunt wel meer kunnen betchouwd worden:<br />
dan wel, of het niet best ware de Jaarmarkten<br />
en Kermisfen te doen ophouden, te<br />
vernietigen, of af te fchaffen, is iets, waar over<br />
alle onze Staatkundigen niet. even eens uenken.<br />
De vlijtige Voorzitter in 't Zeeuwfcne<br />
Genootfchap der Wetenfchappen, te Vhsfantren,<br />
Mr. Ifaac Winkelman, heeft, m zijne<br />
Verhandeling over de Jaarmarkten, of zogenaamde<br />
Kermisfen, in ons Vaderland, bft<br />
gelegenheid der Algemeene Vergadering, op<br />
den 38 van Hooimaand des Jaars 1775, voorgelezen,<br />
daar over enige aanmerkingen gemaakt,<br />
die niet onwaardig zijn, op dit huk,<br />
te worden nagelezen.
èi Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
J S d<br />
£f f «5? >?f d<br />
^ dagen gemaakt<br />
wordt de losbandigheid van het Gemeen: de<br />
tijd-yeifpilhng derambachts- en werklieden<br />
de verkwisting onder verdere gegoeddeBuroed<br />
7T e<br />
«ginge der, ^der ?ins onder-<br />
fcheidene Handen met den anderen, om in de<br />
nlgemeene vermaken van die tijden te deëlendan<br />
hier tegen yerzetzichde bekende reS da<br />
geen misbruik enig, fomtijds nuttig, fbrSk<br />
rnoet weg nemen. De losbandigheid van he<br />
Gemeen kan door gepaste wetten, in teugel<br />
houden worden, in gevalle dezelve te verfe<br />
gaat; ofte nadeelig aan 'tGemeene Best ge vonden<br />
wordt. De ftrengfte Wetten en PlaSaten<br />
?yn bij ons tegen de voornaamfle misdaden die<br />
uit losbandigheid en wulpsheid hunnen oorfprong<br />
hébben : als daar zijn de Hoererij, het<br />
pverfpeL het: Krakeelcn, en de daar uit vóórt-'<br />
fruitende Vechterijen; dewelke allen on<br />
zware en eerkrenkende rtraffen, verbodenzijn<br />
en ook tellens de Overtreders in hunne beur'<br />
ien, veeltijds, geen geringen neep toebrengen;<br />
terwijl de dronkenfehap geene, of immers geringe<br />
, verfchoning geeft; naardien hier inzonderheid,<br />
het fpreekwoord geldt: * geen men<br />
dronken doel, wordt nuchter geboet: Ook kan<br />
het aan de andere zijde, niet kwalijk gekeurd<br />
worden, dat men aan de Werklieden en Ambachtsgezellen<br />
, op bepaalde tijden, ene gepaste<br />
vrolijkheid g„nne ; - de boogder werk- eTam<br />
bachtsheden kan toch niet altijd even fterk foJ<br />
fpannen zyn : ook hebben de meeste, zo oV<br />
de, als nieuwe, volken, Jaarlijks, één of<br />
meerder Feesten, die het Volk vermaken: ook<br />
. wor-
Jaarmarkten of Kermisfen. 67<br />
gorden, in genoegzaam alle Landen, Kermisfen<br />
of Jaarmarkten gevonden, op de welke allerleije<br />
zoortenvan menfchen zich, even alsbij<br />
ons, vervrolijken; zonder dat daar uit een zo<br />
zichtbaar nadeel voor den Staat,voor hetRijk,<br />
of voor dë bijzondere Steden, befpeurd wordt,<br />
dat zulks volftrekt vereisfchen zoude de atfchaffing<br />
van die Jaarfeesten, Kermisfen, of<br />
Jaarmarktenen, zo men dezelve al eens met<br />
volftrekt nuttig of noodzaaklijk befchouwen<br />
wilde; zo zal men echter niet kunnen ontkennen<br />
, dat dezelve geoorloofd- zijn; elk Kermis-vierder,<br />
elk Jaarmarkt-houder, zie, als<br />
een redelijk Mensch, als een goed Huisvader,<br />
als een waardig Burger, toe, ook in zulke daoen,<br />
om even als op andere tijden, zijne teering<br />
naar zijne neering te zetten; met verder<br />
uitte fpatten; geen meerder tijd te verzuimen;<br />
jreene grotere verkwistingen te doen; en zijn<br />
ampt en waardigheid zodanig te bewaren, dat,<br />
noch zijn lighaam gekrenkt; zijne redelijkheid<br />
verlooren; zijne zielsvermogens bedorven;<br />
zijne beurs berooid; zijn huishouden verarmd;<br />
en dus elk in 't zijne verachtelijk, worde!<br />
Een tweede grond, waarom onze Kermisfen<br />
en Jaarmarkten bij fommigen worden afgekeurd,<br />
en, eerder voor fchadehjk, voor nadeelig,<br />
dan voor nuttig en voordeelig gehouden<br />
worden, zoude daar in gelegen zijn, dat<br />
de vreemde Kramers en Winkeliers, die onze<br />
Kermisfen voor een groot gedeelte uitmaken,<br />
den Koophandel der Burgerij, en de Winkelhoudende<br />
Ingezetenen te zeer benadeelen:<br />
want daar deze, dikwerf Jaren achter den anderen,<br />
genoodzaakt zijn, om hunne medeBur,<br />
' D 5 ^
5'3 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
geren en Ingezetenen, voor hunne geleverde<br />
winkelwaaren, te borgen; zo gaan gene met de<br />
gerede penningen huiswaards; terwijl Grosfier<br />
en Koopman aan de Winkeliers en Burgerij<br />
minder vertier hebben; dan 'tzij eens zo: men<br />
leoe dat het Voorrecht van Jaarmarkt te hou.<br />
den met bijzonderlijk ten voor- of nadeele van<br />
enkele Winkeliers en Kooplieden gegeven is<br />
maar dat zulks een algemeen Voorrecht is, ten<br />
behoeve der ganfche Burgerij: een Voorrecht,<br />
door, en op den naam van, alle de Inwooneren<br />
verzocht; of voor den dienst, uit naam<br />
van allen door de Overheden aan 'sLands Oppermogenheid,<br />
bewezen, aan de gehele Stad<br />
vergund; andere Algemeene Voorrechten moeten<br />
nooit voor een nadeel, of minder nut, van<br />
enige bijzondere ingezetenen, achtergelaten<br />
worden; fchoon Winkelier en Koopman uit<br />
onze Jaarmarkten al eens geen of weinig veordcel<br />
trekken konde; en wordt niet, aan de<br />
andere zijde, door andere hunne mede Ingezetenen<br />
gewonnen? lokken de Jaarmarkten<br />
niet ene menigte volks naar de Steden enPlaatlen,<br />
om de Jaarmarkt bij te woonen? brengen<br />
dezelve geen groter vertier aan? keven daar<br />
vm niet ontrent een gelijk getal van Ingezetenen<br />
i wordt daar uit niet aan de ene zijde gewonnen,<br />
'tgeen de duurte der kevensmiddekn,<br />
aan de andere zijde, over het algemeen,<br />
bezwaard? heeft Stad en Land uit dat meerder<br />
vertier hun voordeel niet? en, zo men de nadeehgheid<br />
en het onnuttige onzer Jaarmarkten<br />
aan den kant der waaren befchouwen wil, die<br />
op de zelve te koop worden gebragt; wie<br />
wordt gedwongen , om overtollige, onnutte<br />
of
Jaarmarkten of Kermisfen. 50<br />
of flechte waaren te koopen? bezie, is 't hfe*,<br />
het geen gij koopt; doe uwe oogen open; en<br />
zorg, dat gij niet bedrogen wordt; want hij,<br />
die daar ujt fchade lijdt, heeft het alleen zich<br />
zeiven te wijten bet naberouw komt ook<br />
daar in te fpade: 'terwijl mij echter die grond<br />
niet voorkomt van dat gewicht te zijn, om<br />
der Steden Voorrechten des wegens te vermengen;<br />
het gemeen Voorrecht der Jaarmarkten at<br />
te fehaffen: en de'Ingezetenen van het zeivete<br />
beroven. ' Alle, bi] de Burgeren verkregen,<br />
Voorrechten, die der Jaarmarkten met uitgezonderd,'zijn<br />
mij voorgekomen even heüig,<br />
even onfehendbaar te zijn, als de overige Rechten<br />
der Steden en Ingezetenen; doch 'tftaat aan<br />
\sLands en der Steden Overheden, aan wier<br />
zorg, en wijze voorzieningen wij zulks gerusüijk<br />
overlaten, zodanige gepaste maatregelen,<br />
ontrent onze Jaarmarkten, te nemen, als<br />
zij, ten mecsten nutte en dienst, met vamdezen<br />
of genen hunner Onderzaten en Ingezetenen<br />
in 't bijzonder ; maar ten nutte van het<br />
Land, van hunne Steden, en van alle hunne<br />
Onderzaten en Ingezetenen te famen, ('twelk<br />
de Hoogfte Wet is) zullen oordeelen het best<br />
'en dienftigst te zijn, om de misbruiken, die op<br />
Kennistijden en jaarmarkten plaats vinden, te<br />
doen ophouden, te verbeteren; en, zo veel<br />
mooglijk, de fchade hunner Inwooiieren, die<br />
daar uit zoude kunnen voortkomen, te vcrlunderen;<br />
door voorzorg te beletten; en, zo al<br />
niet geheel, immers voor het grootfte gedeelte,<br />
uit den weg te ruimen; en daar toe<br />
hunne Wetten zodanig in te richten, dat de<br />
goede zeden behouden; de burgerlijke levenswil-
Vcrdeel'ng<br />
der Jaarmarkten<br />
, of<br />
Kermislen.<br />
«° Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
5urf %<br />
De t r<br />
° g l<br />
i<br />
d e<br />
i e t l i r n f i 0 0 S<br />
§' eJate<br />
geweerd-<br />
« worde '<br />
•Ue Jaarmarkten zim yervokeru 7A!<br />
mééne,of Bijzondere DooJ&JlA^<br />
markten verftaan wij de zoda^t ilke"<br />
»Ue koopheden, Winkelhoudel,' KSo?<br />
en andere nering doende Lieden ffi'<br />
werkers, zonder onderfcheid van NSS<br />
Godsdienst oefièninaen Vreemd n J « - a<br />
tenianders en I k w a t ó ? ^ " ^<br />
om, geduurende den tijd, 'tot het hdSer<br />
Jaarmarkt bepaald, aUerieije zooneIS<br />
ren, van koopmanfchappen, vai 4Soe<br />
eren en handwerken, vrij en onbelemn §t<br />
ie ureieciiten, of Regeringen der Steden wr<br />
mef te<br />
i<br />
C<br />
l<br />
8<br />
ï<br />
V<br />
b<br />
V<br />
d,<br />
z<<br />
zi<br />
dc<br />
V<br />
hc<br />
V(<br />
Bi<br />
ze<br />
P ? ü i t t £<br />
Sn " n<br />
> f-toYt<br />
fitten, te verkopen, te verruilen • en vervol<br />
:ens,met hunne niet verkochte goedeTen we<br />
erom vnjehjk te mogen vertrekkerCr<br />
yzondere Jaarmarkten verftaan wij daar en te<br />
en dezulke, op welke, alleen voo? zeIeiTbe aaide goederen, waaren of koopmanSnen<br />
njiheid verleend is, om, voor zeuren Sa"<br />
TO aangebragt, opentlijk vpoSd S<br />
rkpcht te worden, welke bepaalf gSereJ<br />
m ook gemeenlijk hunne namen aan die bh<br />
jndere Jaarmarkten mededeelen : zodan^<br />
in, b=j voorbeeld: de Beesten- de PaSn!<br />
d c L t a<br />
lal ias-1 MaVrf iaikten , ^ en andere f zoortgelijke meer ^ •<br />
ewel fommige van die Jaarmarkten, immers<br />
genshunneeerfte inftellingen en Voorrechts-'<br />
Iveen voor Algeméene, en voor Bijzonde,<br />
re,
Jaarmarkten of Kermisfen. 61<br />
re, te famen nemen kan. Deze Algemééne,<br />
Bijzondere of Gemengde Jaarmarkten worden<br />
één - of meermaalen op een Jaar, in onze Steden,<br />
gehouden. Utrecht had, voor den Jare<br />
1127, vier onderfcheidene Jaarmarkten. Geertruidenberg<br />
was in den Jare 1213 met drie onderfcheidene<br />
Jaarmarkten vereerd. Monnikendam<br />
en Medenblik hadden reeds , van<br />
den Jare 1288 af, zulke algemééne Jaarmarkten.<br />
Beverwijk, Leyden , Vlaardingen,<br />
Dordrecht, en Grote-Broek, in Holland,<br />
zagen zich ook al vroeg daar mede begunftigd.<br />
Middelburg, Westcappelle, Reimerswale en<br />
Vlisfingen hadden ook eertijds daar toe Voorrechts-Brieven<br />
verkreegen. Het Groot Charterboek;<br />
der Graven van Holland en Zeeland,<br />
uit de drie eerste Huizen, door den zeer naerftigen<br />
Frans van Mieris met geen minder moeite,<br />
dan geduld, bij één verfameld, is vol van<br />
zulke Gunstbewijzen, aan meest alle de Steden<br />
dier beide Provinciën (*'•); bijzonderlijk levert<br />
de Gunst-Brief, aan die van Schiedam, een<br />
blijk van de algeméénheid onzer Jaarmarkten<br />
op: want daar bij worden alle Kooplieden, alle<br />
Kramers, en alle anderen, wie zij ook mogen<br />
zijn, Ingezetenen en Vreemdelingen, Bekenden<br />
en Onbekenden, genodigd , om met hunne<br />
goederen, koopmanfchappen en andere waaren<br />
, die Jaarmarkt te komen bijwoonen , onder<br />
toezegging, zo voor hunne perfonen als<br />
goe-<br />
(i) 2. Deel. Fol. 32. 316. 377- 680. 3. Deel Fol.<br />
170. 224. 289- 3»o. 347- 357-376. 43i- 772- 4- Deel.<br />
roi. 417.
&> Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
goederen, gerust en veiiig te zullen zijn (k ) «<br />
en ik durf, met den Heere, Loon (l) omtrent<br />
Holland en Zeeland, vrijmoedig zeggen v<br />
tgeen de taalkundige Pitiscus, ovex het algemeen,<br />
voor hem gezegd had (m). Van oude<br />
tijden af aan ia 'er geene zo geringe Stad, die<br />
haar met Jaarmarkt heeft, en daar 'het niet eens<br />
Kermis is. Van de bijzondere en meer bepaalde<br />
Jaarmarkten zijn de bijzondere Beilhriivmgen<br />
der Holiandfche en Zeeuwfche Steden<br />
vol. Dc naauwkeurige Bleiswijck vermeld met<br />
roem de vette en magere Beesten-Markten<br />
waar mede zijne Vaderltad, het Vorflelijk Delft,<br />
pronkt ( n ) Orlers, van Mieris,en van Alphen<br />
verhalen ons,;hoe Leyden, ook nog in de zeventiende<br />
eeuwe, door de Edcie Groot- Mo-<br />
•gende Heeren Staaten van Holland en Wesrvnesland<br />
met ene Jaariijkfche Beesten -markt<br />
is voorzien geworden, bij enen Gunstbrief van<br />
den 03 v a n Lentemaand 1624 f 0 ). Hadden<br />
met V laardmgen, Delft, Schoonhoven, en Alk-'<br />
maar hunne bijzondere Paarden-Markt, waar<br />
ötflderdie van Delft zo beroemd is, dat men dezelve<br />
heeft waardig gekeurd , in ene Plaat op<br />
net leveudigfte af te beelden C»0 Zijn niet de<br />
Leyd<br />
(fe) Mieris Charterb. i. Deel. Fol 352.<br />
v./) Holl. Kermisfen. pag. 2.<br />
CM) Lexic. Antiquit. Roman, verbö Forum.<br />
(fi) Befchrijv. van Delft. pag. 660.<br />
(0) Befchrijvingen vamLeyden, van den eenrge<br />
rae.den pag. 272. en van de twee overigen, 2. DeeL<br />
34. Hoofdft. Fol. 524.<br />
pp ) Eefcbri.i ving var. Vlaai-dingen, of Handvesten,
Jaarmarkten of Kermisfen. 63<br />
Leydfehe en Hoornfche Leer-Markten alom<br />
bekend. (q~)% Boogen Leyden en Delft niet<br />
op hunne Kaas-Markten? (r) De Leydfehe<br />
Linnen- de Dordrechtfche Vlas- en Leer-<br />
Markten wordendoor onze Gefchied- en Jaarboek-Schrijvers<br />
vermeld, (f). Ook zijn zulke'bijzondere<br />
Jaarmarkten in Zeeland niet minder<br />
algeméén. Dus vindt zich Brouwershaven<br />
door Graaf Willem den Vierden met ene<br />
Vrije Haring - Markt verrijkt (t). Op den 6<br />
van Lentemaand houdt Goes nog Jaarlijks haar<br />
Paarden-Markt, en, op den 6 van Slachtmaand,<br />
haar Beesten - Markt. Vlisfingen en<br />
Middelburg houden, in 't begin van Slachtmaand,<br />
elk hare gezette Beesten-Markt; dewelke<br />
te Zierikzee in Wijnmaand gehouden<br />
wordt; terwijl die Stad in Lentemaand; gelijk<br />
Brouwershaven op Pinxteren; ieder hare bijzondere<br />
Markten, of kleinere Kermisfen, vieren.<br />
En wien, in Zeeland, is de Domburg-<br />
fche Paarden-Markt niet bekend ?<br />
De Rechtsgeleerden onderfcheiden ook de<br />
Jaarmarkten en Kermisfen in grote, en in kleine:<br />
O&roijen, Privilegiën en Rechten aan die van Vlaardingen<br />
verleend.Fol. 134, van Bleiswijck Befchrijv. van<br />
Delft. pag. 658 en 659. van Berkum Befchrijving der<br />
Stad Schoonhoven, pag. 56 en 57. Boomkamp Alkmaar<br />
en deszelfs Gefchiedenisfen. pag. 68 en volg.<br />
C{) Orlers. Befchrijv. der Stad Leyden. pag. 265<br />
en 166. Velius en Centen Chronijk van Hoorn. 3.<br />
Boek. pag. 294.<br />
(r) Orlers. pag. 266. van Bleiswijck. pag. 658.<br />
.(O Orlers loc. cit. Nederlandfche Jaarboeken<br />
Van 't laar 1758. pag. 348 en volgg.<br />
(t) Mieris Charterb. 2. Deel. Fol. 6??.<br />
Andere Verdeeling<br />
der<br />
Jaarmarkten<br />
bf Kermisten.
64 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ne: in plechtige, algemééne, vermaarde: eri<br />
in minder plechtige, bijzondere, gemééne en<br />
mindere. Door 't eerst gemelde zoort, die zii<br />
gewoon zijn, bij mtftek, Mtsfen te noemen,<br />
bedoeen zij zulke Jaarmarkten, of Misfen'<br />
die alleen voor ene ganfche Provincie, Kreits'<br />
Kijk, of Landfchap gehouden wordt : zonder<br />
dat het elders in die Provincie, Kreits,<br />
Kijk of Landfhap, behalven op die plaats alleen,<br />
meer Kermis is: terwijl de andere aan<br />
bijzondere Steden' of Dorpen eigen zijn f«><br />
van zulke Dorp-Kermisfen ontmoet men ene'<br />
menigte in Holland en Zeeland, te veel zelfs<br />
om dezelve hier op te noemen; want 'er gaat<br />
bijna geen maand, of week voor bij, dat het<br />
met op enig Dorp Kermis is; doch, om mij,<br />
naar mijn bijzonder oogmerk, alléén bij Zeeland<br />
te bepalen, zo hebben onze zo genaamde<br />
Smal-Stedcn, Westcappelle, Domburg, Arnemuiden,<br />
Cortgeen, St. Maartensdijk, alle<br />
nare bijzondere Jaarmarkten: en op de Dorpen<br />
Oost-en West-Souburg, Oostcappelle , St<br />
Aagte- of St. A gatha - Kerk, de Vrouwe-Polder,<br />
m Walcheren: Colynsplaat, in Noord - Beveland,<br />
en St. Anne-Land: op genoegzaam alle de<br />
JJorpenm Schouwen, en in Zuid-Beveland is<br />
het, ééns op een Jaar, Kermis. De voormaals<br />
bloeijender Heerlijkheden van Zandijk en Abeele<br />
hebben ook de hare; hoewel het niet blijkt<br />
immers niet van de meeste, wanneer, en door<br />
wien<br />
f ( «) Wefembecius ad Titulum Pandeaarom, de Nvtv<br />
Uims. Num. i . Zoezius adeundem Titul. Num.
Jaarmarkten of Kermisfen. 6$<br />
Wien zij met dat Voorrecht begunfligd zijn:<br />
te vergeefs hebbe ik, tot hier toe , naar één<br />
of meer Privilegiën gezogt, 't zij, van 's Lands<br />
oude en latere Graven ; 't zij van de Edele<br />
Mogende Heeren Staaten van Zeeland , bij<br />
•welken , aan enige Ambachtsheerlijkheid, de<br />
vrijheid wordt vergund , tot het houden van<br />
ene Vrije Kermis of Jaarmarkt : de Ambachts<br />
-Heerlijkheid Bruinisfe, in het eiland<br />
van Schouwen ,. alléén uitgezonderd , aan<br />
welke hoogstgemetde Edele Mogende Heeren<br />
Staaten , op verzoek van deszelfs Ambachts<br />
- Heer Willem de Jonge, in den Jare<br />
1690, verlof vergunden, om de Jaarhjkfche<br />
Kennis , die, in dat Dorp, gehouden werd, op<br />
St. Jacobs dag, den 125 van Hooimaand , ter<br />
gedachtenis der Kerk-wijding aldaar, te verleggen,<br />
in de naaste week na de Goefche Markt:<br />
om, zo veel doenlijk, ('t zijn de- woorden<br />
van 't Ocfroij ) de overblijfselen van 't bijgeloof<br />
te weeren (v) ; het welk (mijns bedunkens)<br />
ten klaarsten aantoont, dat, zo niet alle<br />
onze Zeeuwfche Kermisfen , echter enige der<br />
zeiven , die van de Dorpen niet uitgezonderd,<br />
haren oorfprong van de Inwijdings - Feesten<br />
hunner Parochie -Kerken, of andere Godsdienftige<br />
Gedichten, hebben: en dat, mitsdien,het<br />
woord van Kermis, te recht, behoort Kerk-<br />
Mis gefchreven te worden: ook vindt men nog<br />
enen Voorrechts-Brief van Hertog Aalbrecht<br />
van<br />
(v) Tegenwoordige Staat van Zeeland, 2. (htk#<br />
529. „<br />
E
No? andereverdeefingder<br />
Jaar-<br />
Markten.<br />
3<br />
i<br />
9<br />
•66<br />
over de Zeeuvfche<br />
van Beijercn bij welken aan de Ambachtsheerlijkheid<br />
Baarland , in het eiland Zuidbevcland,<br />
tot wederzeggenstoe, vrijheid verkend<br />
wordt om, eiken Woensdag ene Weekmarkt<br />
te houden ; op gelijke w'ijze aïs die van Mohher<br />
m Borsfckn , dat is , in Baronie van<br />
JJorsleien , waar van het Dorp Monfter toen<br />
het voornaamfle was; dan'twelk, zedert door<br />
de zee verzwolgen, zijnen naam alken be-<br />
1 , 1 h e t<br />
'. nog tegenwoordige Dorp Boisieien,<br />
m, of bij Zuidbeveland gelegen.<br />
Daar en boven worden de jaarmarkten nog<br />
onderlcheiden naar de Jaargetijden , in weileen<br />
zij gehouden worden: men zie , wat er de<br />
m^er aangehaaldePztka/svan zegt 0)'): „Men<br />
», kan emge kleinere, andere grotere Mark-<br />
» ten noemen; en, ten aanzien van den tijd ;<br />
» en , ten opzichte van den handel; maar ,<br />
» hoe men die ook noeme , wanneer zij van<br />
» den loop der Zonne afhangen, komen zij, oo<br />
i, den-bepaalden dag van Jaar en Maand, telkens<br />
» wederom. Wanneer zij van den loop der<br />
> Maan afhangen , volgen zij de ongefladig-<br />
, hcici van dat geftamte, fchoon zij hunne<br />
, orde behouden , zo ten opzichte van de<br />
, Maanden, als van het Jaar. Onze heden-<br />
3 > daagfehe Markten, die op .vaste dagen van<br />
5 •> elke_ week invalkn , zijn Zonne-mark ten,<br />
> en Kleine; maar, die, op bepaalde tijden<br />
> van 't Jaar , enige dagen achter den aride-<br />
, ren duuren zijn gedeeltelijk Zonne - en e;edecl-<br />
(w) Lexic. Antiquitat. Roraanar. voce Mc,mus.
Jaarmarkten of Kermisfen. 67<br />
i deeltelijk Maan-Markten; doch deze zijn<br />
! alle Grote, en Vrije Markten; hierom zijn de<br />
Z Kleine overal in alle plaatfen, bteden en<br />
Z Sterkten: de Grote alleen in bepaalde plaat-<br />
„ fen van geheele Kreitzen ; en behoren , als<br />
Z 't ware, aan maar één éénige Stad van een<br />
Z ganfchLandfchap. Bijvoorbeeld: Duitsch-<br />
„ land vereerde Frankfort met ene zodanige<br />
„ Koopmarkt: 'Frankrijk fchonk zulks aan<br />
„ Lvons: Italië begunftigde daar medePlacen-<br />
' ft ; en Polen gaf dat Voorrecht aan Jaros-<br />
„ low: Frankfort, twee malen in één Jaar,<br />
„ alles wat menfchen handen voortbrengen, in-<br />
„ hare muuren vcrfamelende, en vertierende<br />
„ alle waaren , die in de omliggende Landen<br />
„ gevonden worden , bloeit door hare beide<br />
„ Markten, naamlijk de Lente-, en Herfst-<br />
Z Markt: de eerite, diedeoudfte is, volgt deri<br />
„ loop der Zonne; de andere die jonger , en<br />
Z van den Jare 1330 is , regelt zich naar den<br />
Z loop der Maane. Lyons aan de Rhone heeft,<br />
„ behalven ééneMaan-markt in de Lente, nog<br />
drie Zonne-Markten, welke m Louw-<br />
9, Ooojst-en Slachtmaand invallen. Placenta aan<br />
„ de Po verkiest alleen vier Zonne - Markten ;<br />
I, en Taroslow munt boven deze allen uit met<br />
„ hare éénigeZomer-Markt; welke men aan<br />
„ die voor heénenzobloeijeüdeMarkt,teUe-<br />
„ lus,vergelijken mag; waar van de Natuur-<br />
„ onderzoekerPlinius getuigt: dat zij de gan-<br />
» fche waereld door vermand was .<br />
i%) Wb. >4- Hiftor. Natural. cap. 2.
Nog at<br />
dere Verdei<br />
Kng der 2e<br />
Te.<br />
Van-het infteflen<br />
en<br />
nprechtcn<br />
•*n Jaarmarkten,jen<br />
Kermisfen.<br />
1<br />
^8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
1 1<br />
- M^<br />
? 1<br />
6 V<br />
'<br />
r erdede<br />
! 1 d e<br />
J'i*tennog, kt<br />
.Maand-en Jaarmarkten, welke zij den nam<br />
geven van Lufrales eq Septennales, naaS<br />
deze alleen om de vijf en zeven Jaren weder<br />
IMTI 3 Q<br />
^mrkm worden genaamd<br />
de Markt der Verjchijning ; dat is : de Markt<br />
die ontrent den tijd van 's Heilands Geboorten<br />
-dagwanneer de wonder-ftar aan de Oofterfche<br />
Wyzen verfebeen, en hen naar Beth ehem<br />
geleidde, gehouden wordt. Andere wederom<br />
dragen de namen van Paasch - Pin xtn-<br />
Het oprechten en in/tellen van Vrife Jaarmarkten<br />
is, voor het grootte gedeelte, nfer»<br />
wilkeurig; maar behoort inzonderheid aan de<br />
Oppermogenheid, en is een gedeelte van hare<br />
Rechten ; echter zo, dat men het zelve niet<br />
houden moet voor een van die Rechten der Oppermogenheid<br />
, die volftrekt daar van onscheidbaar<br />
zijn : of die altijd aan dezelveïehecht<br />
moeten blijven; zo dat de OppermogL<br />
ïieid, zonder zich te benadeelen, dal: recht aan<br />
ónderen met zoude kunnen afftaan,of ftilzwiigend<br />
toelaten , om , op heur naam, of van haren<br />
wege , Jaarmarkten en Kermisfen op<br />
rechten; neen, het inftellen en oprechten"van<br />
jaarmarkten maakt een gedeelte uit van die<br />
•echten der Oppermogenheid, die zij aan an-<br />
Cn<br />
, m a<br />
f<br />
m e d c d e e I c<br />
» • hierom zeggen<br />
ie Rechtsgeleerden, wanneer zij over het invoe-<br />
, (?) Soebuis Lib. 2. Coafiï. 61. Num 2?. B-tot-<br />
(
Jaarmarkten of Kermisfen. 69<br />
voeren van Jaarmarkten en Kermisfen fpreeken<br />
; dat de Steden dezelve verkrijgen en behouden<br />
, of door ene. lange en onheuchlijke<br />
gewoonte ; of door' het gezag , en op bevel<br />
van den Keizer , Koning, en andere Oppert<br />
hoogheden, ten nutte en bevordering van den<br />
Koophandel; of dat zij door een oppermagüg<br />
en onaf hanglijk Vorst, of door ene mindere<br />
Overheid worden opgerecht en toegelaten,<br />
om hunne Onderzaten enen ruimeren lceftogt<br />
en andere benodigdheden, op ene gemak-<br />
Kjke wijze, te verzorgen f». De Romeinen,<br />
o.n van geene andere Volken te gewagen,<br />
waren, gelijk wij ftraks gezien hebben, hunne<br />
Nundinae, of aan hunnen eerden Ko<br />
ning, Romulus; of aan den zesden dier Oppcrmagten,<br />
Servius Tullius , verfchuldigd: en na<br />
dat die moedige en vrijheid minnende Volleen<br />
het dwangjuk dier Alléénheerfchers kloekhartig<br />
verbroken, en den laatften hunner Koningen,<br />
den trotfehen Tarquin, van den troon gebonsd,<br />
en Land en Rijk ontzegd hadden; om voor een<br />
zachter bewind van Befchreven Vaderen plaats<br />
te maken; die het Oppergezag over 't Volk,<br />
als 's Volks Gemagtigden , of (zo als men nu<br />
{•preekt) Refirafentanten , binnen de muuren<br />
hunner Vergaderplaats, op het Vorstlijk Capitool,<br />
oefenden ; werd het recht, om nieuwe<br />
Markten op te rechten, aan dezer Vaderen<br />
wijsheid en voorzichtigheid, door 't Roomfche<br />
f» Fritfchius de Jaraac Pwilegüs JSTundinar. cap.<br />
2. Num. 8 & 9. pag. 11.<br />
E 3
70 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
.fche Volk aanbetrouwd : en dit te ftellen ma*<br />
men gerustelijk afnemen uit de mast en 't<br />
Z<br />
d i e<br />
*%' ATi" ^hreven Vaders fteeds geoefend<br />
hebben, ook zelfs in enen tijd, dar de<br />
Vrne Staatsregeering wederomen hoofd en<br />
jials heeft moeten krommen onder het knellend<br />
juk der Keizerlijke Alléénheerfchine;<br />
wanneer Zij, niet te min , het inftcllenvan<br />
Snl'J 311 N<br />
! uuii<br />
»-> behouden en in<br />
KTZ-f r N<br />
4 dC<br />
; S V Ö ?<br />
W &OKRS<br />
> eender<br />
Keizerlijke Lijfwachten, niet aan den Keizer<br />
; maar aan den Romeinfchen Raad, ver-<br />
Mnüir?" 1 ° P Z U n e Land<br />
S°edcren AW«^,of<br />
Markten; te mogen oprechten O); ja, dat<br />
verder gaat, Keizer Claudius zelfs; vroeg aan<br />
Burgemeefteren van Rome zodanig recht, voor<br />
zijne bijzondere Landgoederen (b) • waar<br />
wt ten duideiijkflen blijkt, dat het verlenen<br />
of weigeren van Jaarmarkten op te rechten ,<br />
voormaals, e o p ^ * M n ^ B u r !<br />
ge heeren van Rome was gelaten; hoewel hen<br />
n e v e<br />
* 7Ï' " s<br />
^ overige, tot hier toe beswaarde<br />
Voorrechten van >è Lands oude Vrijheid<br />
, met lang naderhand, ook fchijnt te zijn<br />
c n<br />
ronder; 't verlies toch<br />
van alle Voorrechten en Vrijheden moest £ewishjk<br />
yolgen, wanneer bét den Imperator,<br />
wien alleen het gebied over de Romeinfche<br />
Knjgsmagt was toevertrouwd, konde gelusten<br />
zich tot een Aildcnheerfcher op te werpen: en<br />
Ca) PliniÜs Lib. 5. Épiftol, ad Valerium 1<br />
( bj buetmius in Vita Claudii. Cap. J 2. '<br />
het
Jaarmarkten of Kermisfen. ?l<br />
het is ook om deze reden, dat de Rechtsgeleerde<br />
Modeftinus, die Raadsheer was van den<br />
Keizer Alexandcr Severas, en Leermeester van<br />
den Jongen Maximinus,die, met zijnen Leermeester<br />
Ulpiaan, recht fprak ( c ), ditRecht ;<br />
om Markten in te Hellen , den Romeinfchen<br />
Alléénheerfchers, met ronde woorden, toekent<br />
(d) : gelijk dan ook Valens, en zijn<br />
Troongenoot Valentiniaan de Tweede, naliet<br />
overlijden van zijnen Vader, tot Mede- Rijks»<br />
Vorst gekozen ; aan den Overften hunner<br />
Lijfwachten Probus fchreven: „ Zij, die vilj-<br />
„ heid hebben verworven, om Koophaodei te<br />
„ drijven , of de Markten bij ie wooncn, 't<br />
„ zij van de oude en vorige Keizeren , onze<br />
„ Voorzaten , 't zij van ons zclven, verkrij-<br />
* gen bij dit Gunstbewijs , dat zij niemand<br />
„ op de Markten en Nundinae, ter oorzake<br />
„ van de waaren der Kooplieden, in rechten<br />
„ betrekken mogen; noch op de Slaven-Mark-<br />
„ ten, ter oorzake van ftaangeld en gerief ,<br />
„ uit particulieren dwang, vervolgd worden;<br />
„ of , onder voorwendfel van bijzondere<br />
„ fchuld, aan de aldaar toegevloeide menigte,<br />
„ enige moeijelijkheid berokkend moge wor><br />
„ den dus zagen wij ook reeds te voren<br />
, hoe Keizer Hadriaan op onzen, nu Holiandfehen,<br />
grond, in de nabijheid van 't vermaak-<br />
• (c) L. si. 5. 20. Lib. A7. D. Tit, 2. de Furtis,<br />
fd) L. 1. Lib. 50. D. Tit. 11. de Nurdmis.<br />
\e) L. 1. Lib. 4. Cod. Tit. 60. de Nunitv.u *<br />
Mercaforibus,<br />
§ 4
f& Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
maaklijk Voorburg , het Forum Hadriani<br />
heeft laten bouwen. Wanneer nu vervolgens<br />
de Romeinfche Alléénheeriching haren ondergang<br />
gevonden had, in de overheerfching-der<br />
woeste en onbefchaafde Noordfche Volken ;<br />
en deze laatfte wederom, door de vrijheidlievende<br />
Franken , in het wijd uitgeftrekt<br />
Duitfche Rijk, voor het grootfte gedeelte<br />
waren ten onder gebragt h zo , dat de Frankifche<br />
Vorften de Opperheerfchappij over het<br />
grootfte gedeelte dier Landen voerden , behielden<br />
ook deze aan zich het Recht, om het<br />
houden van Vrije Markten , van Nundinae,<br />
or, gelijk men, in de taal der midden-eeuwen<br />
, gewoon was te fpreken, de Mercata<br />
Annuaha Jaarmarkten, Mercata pMtcal<br />
openbare Markten, toe te liaan, ofte ver'<br />
bieden: dus verleende Dagobert, Koning der<br />
Oost-Franken , uit den eerften, of Mero,<br />
vmgifchen ftam, aar, de Abtdij van St. Denis ,<br />
de vrijheid van ene Vrije Jaarmarkt ( ƒ ): ook<br />
verfchaft Karei de Grote ons een voorbeeld ,<br />
dat de koningen uit de Karolingifchen, of<br />
tweeden ftam, mede dat recht aan zich behou,<br />
den hebben, in het verlenen van ene Vrije<br />
Jaarmarkt aan de Abtdij van St. Gcrmain de<br />
*} cz<br />
- CgJ • en , toen , na het uitfterven van<br />
dien ftam, het erflijk Keizerrijk in een verkiesbaarrijk<br />
veranderde, hielden dc verkozene<br />
Keizers dat recht ook aan zich : dus vergunde<br />
(f) Altejera de Ducibus & Comitibus Provinciar.<br />
Cap. 14.<br />
(g) Van Loon Ho'J. Kermisfen. pag. 9. en jo.
Jaarmarkten of Kermisfen. 73<br />
4e Keizer Otto, de Derde van dien naam, ten<br />
verzoeke van den Bisfchop van Camerijk,ene<br />
Vrije jaarmarkt voor de Stad Perone (A) :<br />
ook ftrekken de Opene Brieven , ten behoeve<br />
yan de Frankforter, Akener, Leipziger, Neurenburger<br />
en andere Misfen, daar van tot een<br />
onwederfprekelijk bewijs. Na dat nu de Rijkstroon<br />
van Duitfchland , door het vcrkiezings<br />
recht, van het Lely-Rijk, waaraan het lang<br />
was verknocht geweest, was afgefcheurd, hielden<br />
de Koningen van Frankrijk dit Marktrecht<br />
aan zich: dus zijn er nog Opene Brieven<br />
voor handen van Koning Filips den Vierden,<br />
betreffende de inftelling der Jaarmarkten in<br />
Champagne fur Ja Brie, tusfchen de Seine en<br />
de Marne : gelijk ook van Karei den Zevenden<br />
nopens de Lyonfche Markt; en van Lodewijk<br />
den Elfden, betreklijk tot die van St.<br />
Denis ; bij welke de Kooplieden , en Kramers<br />
, die deze Markten komen bijwoonen,<br />
niet weinig bevoorrecht zijn: hierom zegt ook<br />
de Franfche Rechtsgeleerde Chopin , werk<br />
gemaakt hebbende om de Kroonrechten der<br />
Frankifche Koningen in 't licht te ftclleu, duidelijk<br />
(*") , dat niemand, buiten den Vorst ,<br />
het recht om Jaarmarkten te houden , geven<br />
kan. Inmiddels behielden ook de verkozene<br />
Keizersvan 't Duitfche Rijks dat zelfde recht:<br />
want<br />
(/») Baldericus Chronip. Cameracenf. Lib. 1. Cap.<br />
J2.<br />
' (z) Lib. 3. De Domaniis Francor. Tit. ia. Num<br />
g, Ilubric. Des Foiris.
7\ Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
want nadat Fredrik de Tweede de Rijksdagen<br />
die te voren jaarlijks te Ap-as, in %<br />
Graaffchap Artois, plegen gehouden'te worden,<br />
door Karei den Groten, misfchien, ter<br />
oorzake van de betere gelegenheid, naar Men tz<br />
waren verplaatst; naar Frankfort aan denMain'<br />
overgebragt had, verkreeg die Stad en hare<br />
trankforters, van Hem te gelijk het recht van<br />
Jaarmarkten te houden : ten einde aldaar aan<br />
de Rijksvergadering een meerder en gemakrijker<br />
voorraad van alle noodwendigheden<br />
te verzorgen ; welke Jaarmarkten aldaar<br />
gebleven zijn , niet tegenftaande de Rijksdagen<br />
met meer binnen die Stad gehouden worden<br />
(k); en de Staatkundige Limnaeus (7),<br />
bewaart nog den Voorrcchtsbrief, door Keizer<br />
Fredrik , bij die gelegenheid, aan die van<br />
frankfort gefehonken ; uit wiens werk de<br />
Rechtskundige Fritjchius denzelven overgenomen,<br />
en in zijn Latijnfch Traélaat, over het<br />
Hoogvorflelijk Recht en Voorrecht der Misfen<br />
heelt ingevlochten r» ; waar in hij ons ook<br />
nog den Openen Brief van Keizer Lodewijk<br />
denVierden te lezen geeft, bij den welken de<br />
laaien-Mis aan den Frankforter Ingezetenen<br />
door dien Keizer vergund wordt; gelijk hij<br />
ook van Leuberus ( n ) ontleend, en uit de<br />
Krö'<br />
(*) Mdchior Galdascus de Conflitutionib. Lnperii<br />
Tom. 3. ConiHtbi. 1.<br />
h 5<br />
(O Lib. 7. Jar. Public. Cap. 16. Num. 24.<br />
O) De Regali Nundharum Jure ac Pnvilejrüs,<br />
Cap 4. Num. 20. 22. 23 & 24.<br />
(») Duquiik. Planur. Stapul. Saxonic.
Jaarmarkten of Kermisfen. 7B<br />
Kronijk van Lcipzig getrokken heeft, de vernieuwing<br />
der Lcipziger Mis , door Karei den<br />
Vijlden aan die Rijks-Stad gegeven: en wijders<br />
nog andere voorbeelden van Jaarmarkten<br />
optelt, die hare inltelling , of vernieuwing,<br />
aan het Opperhoofd des Duitfchen Keizerrijk»<br />
verichuldigd zijn. Doch toen, onder 't rijksbeftier<br />
van Keizer Hcnrik den Vierden, het Rijk<br />
dien vermaarden fchok kreeg, welke het zelye<br />
in de uiterfte verwarringe zettede, gaf zulks<br />
aan de mindere Overheden, en kleine Vorften<br />
gelegenheid, om hunne Hertogdommen ,<br />
Vomen-Landen en Graafichappen , die Zij,<br />
tot op dien tijd, alleen tot wederzeggens toe<br />
bezeten, of voor en geduurende hun leven ten<br />
leen bekomen hadden, op hunne kinderen ,<br />
nakomelingen , en gellachten , erfiijk over te<br />
brengen ; waar door der zeiver magt en gezag<br />
allengskens zodanig aangroeide, dat Zij zich<br />
als Öppervorllen, onaf iiangiijk, ten aanzien<br />
hunner Onderzaten begonnen te gedragen, ea<br />
verfcheide Voorrechten,die, bevorens , alléén<br />
aan het Opperhoofd des Rijks ftonden, aan<br />
zich te trekken; onder welke geen van de geringfte<br />
was , het Recht, om, I innen hunne<br />
Vorftenriommen, aan Steden en Plaatfen, vrijheid<br />
tot het houden van Jaarmarkten te verianen<br />
: waar van het gedrag van Grave Robert<br />
van Millente, in het iaatite van de twaalfde<br />
eeuwe, een voorbeeld oplevert (o): ook<br />
wa-<br />
- (o) Roberti Montevfis Chronic. ad Annum n8e.<br />
Fan Loon HolL Kermisfen; pag. 12.
over de Zeeuwfche<br />
waren onze Zeeuwfche en Hollandfche Graven<br />
met minder heerfchzuchtig, en belust om<br />
Graafschappen te doen zien, en dus ook zeel<br />
gereed, om zich dat zelfde Voorrecht aan e<br />
matigen : gelijk dan ook de naarftige Onder-<br />
Kjeker en Uitgever van een zeer |root aai -<br />
tal onzer Graaflijke Brieven, Frans van MI<br />
ris , daar van een voorbeeld oplevert in den<br />
Voorrechts-Bnef door Graaf Floris den Vi?<br />
den aan den Poorteren' van Nieuwer Schie<br />
nu Schiedam genaamd , in den Jare 1270 g*<br />
geven (p) : ook begunftigde Graaf Jan van<br />
Avenues, op gelijke wijze, m't Jaan 3o 3, den<br />
Poorteren van Leyden , met hel initellen van<br />
ene Vrije Kaas - markt (q): en dat zulks ook,<br />
ten opzichte van Zeeland heeft plaats gehad<br />
beween de h,er voren opgenoemde Zeeuwfehe<br />
Jaarmarkten volkomen ;naar dien die alk<br />
genoegzaam, hunne inflellingen aan de Graven<br />
van dat Gewest verfchuldigd zijn: welke<br />
Voorrechtsbrieven de meeste Steden, door hare<br />
getrouwe dicnften , 's Lands Opper Vor-<br />
Jen bewezen , zich waardig maakten : gelijk<br />
daar van, onder anderen , nog iedere K ermi s<br />
te Viisfingen herin lering geeft wegens den<br />
dienst die zij aan Graaf Willem den Vijfden<br />
heboen betoond ; en waarvan de Vergui*<br />
ner dier Jaarmarkt, Hertog Aalbrecht van<br />
Ueljeren, jn zijnen Vergunnings- Brief, met<br />
zo<br />
fp) Mieris Groot Charterb. i Deel. Pot 3,-2<br />
• \V Üeichrijv. van Leyden. pag. 267. Mierts<br />
C-root Charterb. 2. Deel, Fol. 32. '
jaarmarkten of Kermisfen. 77<br />
zo veel ophef fpreekt (r); gelijk nu'sLands<br />
Staaten , na 't aflchudden van 't Graaflijk<br />
dwangjuk , alle Rechten en Voorrechten, door<br />
die Opper-Vorften geöeffend, in hunnen boezem<br />
kregen : zo werd het ook één van die<br />
Oppermogenheids rechten voor 's Lands Staaten<br />
, openbare Markten in hunne Landen<br />
op te rechten ; te doen Haken ; of te verleggen;<br />
dus gebruikten de Edele Groot-Mogende<br />
Heeren Staaten van Holland die magt in<br />
den jare 1636 bij het verleggen van de Kaas-<br />
Marktte Leyden. (s): ook voege men hier<br />
bij twee Ocfroijen van Hoogstgemelde Heeren<br />
Staaten ; het eerste van den 9 van Herfstmaand<br />
1509 , tot het veranderen of verzetten<br />
van enige "Leer-Markten , binnen die zelve<br />
Stad ; en het ander, van 4en 23 van Lentemaand<br />
1624, tot het houden van twee Vrije<br />
Jaarmarkten van allerleije magere Beesten, en<br />
Veê (O' doch van de Edele Mogende Heeren<br />
Staaten van Zeeland is mij echter , tot<br />
hier toe , nog geen OcTxoij of Privilegie voorgekomen<br />
, waar bij enige Jaarmarkt is ingë*<br />
Held; niettegenflaande het onbetwistbaar is,<br />
dat ook dat zelfde Recht, zo wel aan Hunne<br />
Edele Mogende, als aan de Edele Groot-Mogende<br />
Heeren Staaten van Holland en Westfries-<br />
(0 Mieris dict. loc. 3. Deel. Fol. 224.<br />
O) Miefis en van Alphen. Befchrijv. van Leyden.<br />
2. Deel. Fol. 523.<br />
(f) Handvesten, Privilegiën en Octroijen der S'.ad<br />
Leyden, venameld, en in ordre ggfchikt door Frans<br />
van Mieris. Fol. 334 en 335. *
78 Verhandeling over dc Zeeuv.fche<br />
friesland , toekomt: het inftellen van Jaarmarkten<br />
is toch ene daad van Oppermogenheid<br />
{uj: en beide die Heeren Staaten zijn,<br />
ieder in den hunnen , ene even onaf hanglijke<br />
Oppermogenheid \ en beiden bezitten, in den<br />
hunnen, gelijke magt, gezag, recht, en Op-<br />
-permogenheids regalen. Ook vindt men nergens<br />
, dat Hoogstgemelde Heeren Staaten van<br />
Zeeland zich dat recht immer ontrokken , of,<br />
bij afitand , het zelve, aan anderen, in deri<br />
volilrektften zin, hebben overgegeven; alleenlijk<br />
vindt men een flauw zweemfel van dat recht,<br />
voor Zeelands Staaten, in het Ocfroij bij<br />
Hoogst-Dezelve verleend, aan den des tijds<br />
levenden Ambachts-Heer van BrmniiTe,inden<br />
Jaare 1690, om de Jaarlijkfche Kermis, binnen<br />
die Ambachts-Heerlijkheid, te verzetten<br />
van St. Jacobs dag , of' van den 25 van Hooimaand<br />
; tot de naaste week na de Goefche<br />
Markt; hoe wei zulks , in den voiftrektften zin<br />
geeu verlenen van een Vrije Jaarmarkt kan<br />
genaamd worden; doch het niet uitoeffenen<br />
van een recht, ontneemt aan ene Hoge Overheid<br />
de magt niet, om zulks ten allen tijde,<br />
als 't Haar gevalt, te kunnen oefenen: daar en<br />
boven hebben Hoogst gedachte Heeren Staaten<br />
getoond, recht van gebieden over de Jaarmarkten,<br />
in hunne Provincie te hebben, en Wetten,<br />
Zachmos Hulwr , Hedendaagfcbe Rechtsgeleerdheid,<br />
4. Boek. 9. Kapittel. Num, 11 en 12. Mr»<br />
•Simo i van Leeuwen. Aanteeheningen op het Traftaaü<br />
van Mr. Pkter Feckjus over het Bezetten, 10. Dect<br />
s- 3.
Jaarmarkten of Kermisfen. 79<br />
ten, dezelve betreffende, gemaakt, vaar<br />
bij Hun Edele Mogende omtrent de Jaarmarkten<br />
hebben geboden en verboden, 't geen zij<br />
voor hunne In- en Opgezetenen nodigst hebben<br />
geacht; of tot het in ftand houden van<br />
Vrije Jaarmarkten behoort: dus hebben Hunne<br />
Edele Mogende, bij Placaatvan den ai.<br />
van Lentemaand 1642 , verboden , dat, van<br />
toen aan, geene zogenaamde Enter- of Damlopers<br />
, in de Steden , of ten Platten Lande<br />
«reduld, of toegelaten zullen worden , dan alfeenlijk<br />
op Vrije en Bevoorrechte Markten (v);<br />
en hier toe zijn ook betreklijk Hunne jongere<br />
Placaaten van Wijnmaand 1591 ; als me<br />
de<br />
Hunne veelvuldige Aanfchrijvingen, dienovereenkomftig<br />
, zedert dien tijd gedaan; en wel<br />
inzonderheid Hun Placaat van den 9 van Zomermaand<br />
1625' O), bij alle dewelken de<br />
Heeren Staaten van Zeeland , op de ftrenge<br />
bedreigingen en ftraffen, daar in voorkomende,<br />
wel ernftig verbieden , de menigte van lediggangeren<br />
en deugnieten, die, onder voorwend-<br />
Zei van koophandel en negotie te drijven , gewoonte<br />
maken , van binnen de Steden , en<br />
ten Platten Lande van het Graaffchap van Zeeland,<br />
en wel meest op de Vrije Markten , te<br />
komen , om vertoningen te doen , kamer -,<br />
poppen-, aas-zak-, fpelen te vertonen, loterijen<br />
te houden, en diergelijke tuisfeherijen<br />
te oeffenen 5 waar mede zij den Kramer<br />
en<br />
(v) Groot Hollandfch Placaatboek, 3. Deel. Fol.<br />
1101.<br />
(w) Groot Koll. Placaatb. 4. Deel. Fol. 1032.
'8o Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
en Winkelier merkelijken hinder toebrengen",<br />
en, niet looze praktijken , de Hechte en eenvoudige<br />
inwooners leelijk uitltrijken en bedriegen<br />
, tot grote fchade van de goede Gemeente,<br />
en een zeer kwaad voorbeeld. Ook<br />
behoort hier toe het geen de Heer Voorzitter<br />
in het Zeeuwfche Genootfchap der Wetenfchappen,<br />
te Vlisfingen , Mr. Ifaac Winkelman<br />
(x), uit de Notulen der Heeren Staaten<br />
van Zeeland, van den 14 van Grasmaand<br />
1757, heeft bijgebragt : dat, naamlijk, op<br />
dien tijd ter Vergadering van Hunne Edele<br />
Mogende , bedenkingen zijn voorgedragen ,<br />
ontrent het verkopen op de Kermiffen , van<br />
buitenlandfche hoeden ,als ook van lakenen en<br />
andere goederen, anders, dan met volle Hukken<br />
; mitsgaders van buitenlandfche fchoenenen<br />
muilen; doch waarop het volledig befluit, in<br />
den Jare 1775, wanneer die Heer deze zijne<br />
Verhandeling over de Jaarmarkten, of zo genaamde<br />
Kermisfen in ons Vaderland , aan het<br />
Genootfchap voorlas, nog niet ter zijner kennifle<br />
was gekomen ; en ik weet insgelijks<br />
niet van een bellilfend befluit, op dat onderwerp<br />
genomen. Bij dit alles komt nog , dat<br />
de Steden van Zeeland meer dan e'e'ns de Oppermogenheid<br />
van 's Lands Staaten over hunne<br />
Jaarmarkten hebben erkend , met aan<br />
hoogst gedachte Hunne Edele Mogende, bij<br />
voorkomende gelegenheden , te verzoeken,<br />
om<br />
O) Verhandeling over de Jaarmarkten., of zo genaamde<br />
Kermisfen in ons Vaderland.
Jaarmarkten of Kef misfen'. 8i<br />
om het houden hunner Vrije Jaarmarkten,<br />
voor een, of voor meer Jaren, te mogen opfchorten:<br />
zulks toch deed de Hof- en Hoofdffad<br />
Middelburg, op den 3. van Hooimaand<br />
1747, wanneer dit Gemeenebest zich , onverhoeds<br />
, vijandlijk befprongen zag , door<br />
Frankrijks Oorlogs-Wapenen: en dit voorbeeld<br />
volgde de Stad Goes, in dat zelfde Jaar ,<br />
met die uitzondering evenwel, dat nochtans<br />
de Vrije Graan-Markt , in die Stad, zijn<br />
voortgang zoude hebben: ook lieten het Hunne<br />
Edele Mogende zich, op den 2,7. van<br />
Oogstmaand 1764., welgevallen, dat die van<br />
Zierikzee hunne Vrije Jaarmarkt hadden op*<br />
geichort : en , wie verwondert zich , dat het<br />
houden, of niet houden, het inftellen, of affchaffen<br />
van Jaarmarkten, een Recht is, dat de<br />
Hoogfte Overheid alléén toekomt ?~ Veroorzaken<br />
toch de Jaarmarkten , in 't algemeen,<br />
niet enen buitengewonen toeloop van menïêhen,<br />
en zulks wel van allerleije zoorten,<br />
uit allerhande Natiën ? Ligt er 's Lands<br />
Hoge Magten niet aan gelegen, dat diergelijken<br />
toevloed van menlchen niet buiten<br />
hunne kennis gefchiede? Zijn, gelijk wij<br />
nader zullen zien, onder de heerlijke Voorrechten,<br />
aan Vrije Jaarmarkten verknocht, niet bij<br />
uitftekenheid te tellen, het recht van Handfluiting;<br />
't Schutten, niet alleen van verkregen vonnisfcn<br />
ter uitvoer te brengen; maar ook van rechterlijke<br />
dagvaarden te doen; van handen te flaan<br />
aanperfonen en goederen, of dezelve gerechtelijk<br />
te bekommeren; van niemand, op dien tijd,<br />
voor bijzondere fchulden te mogen bezetten ;<br />
en diergelijke Rechtsmiddelen meer; die van<br />
F geene
Sa Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
geene mindere Overheden; noch van enige<br />
• Graaflijke Rechtvorderaars kunnen worden toegeftaan;<br />
daar dezelve niet anders dan Dienaren<br />
der Giaaflijkheid, uitvoerders, dochgeen Meeltere<br />
van de openbare Rechtsordre zijn dit<br />
toch is een Recht, t welk uit de Opperhoogheid<br />
van den Lande afvloeit; waarom ook<br />
de geleerde Raadsheer in Frieslands Hoogfte<br />
Gerechts-Hof Mr. Zacharias Huher<br />
(y) dit recht over dc Jaarmarkten<br />
tot de kleinere, de mindere rechten der Oppermogenheid<br />
brengt: die, fchoon zij eigenthjk<br />
en regelrecht de Hoogfte Magten toekomen<br />
en aankleven ; echter, zonder kwetzim<br />
der Oppermogenheid , ook aan anderen kunnen<br />
worden medegedeeld en toegeftaan; behoudens<br />
echter het Hoogfte Recht over dezelve<br />
aan 'sLands Opper-Vorsten en Staaten: cnhet<br />
is ook uit dien hoofde, dat men, in Zeeland,<br />
voorbeelden ontmoet van Vrije en Hoge Heeren,<br />
en anderen , die binnen hunne Hoge en<br />
Ambachts-Heerlijkheden Jaarmarkten hebben<br />
opgerecht: ten voorbedde ftrekt 3 dat, toen,<br />
onder 't Erfgraaflijk Be wind, de Stad en het<br />
Land van Tholen, nog ene Vrije en Hoge-Heeriijkheid<br />
was, den Huize van Castillon toebehorende,<br />
zonder dat dezelve nog in het ligchaam<br />
van den Staat ingelijfd, en tot ene ftem in Staat<br />
hebbende Stad verheven was ftiaar Vrij -Heer,<br />
Janvan Castillon, Graafvan Blois, op den i/.<br />
vlan Sprokkelmaand van den Jare 1378. naar<br />
'de gemeene rekening, of van 1370. volgens de<br />
(3) Loc. fup-a ad legat»<br />
Jaar-'
jaarmarkten of Kermisfen. 83<br />
jaartelling van den Hove van Holland, in<br />
dien tijd, aan deze zijne Stad en Ingezetenen<br />
van Tholen het houden van ene Jaarmarkt<br />
vergunde, welke zoude m gaan des<br />
Maandags na St. Jans Onthoofding, midden in<br />
den Zomer,dat is, den 29 van Oogstmaand;<br />
en duuren zoude acht achter een volgende dacren(V)iHeef<br />
Adolf 'van Bourgondie , Vnj-Heer<br />
van Domburg > richtte, ook in de Jaren 1534 en<br />
l
84 Vrhandiïing over de Zeeuwfche<br />
eigen gezag, verlegd, verkort of verlang<br />
heoben: nnmers dit itaat vast, dat de meSte<br />
Zeeuwfche Jaarmarkten niet meer gehouden<br />
worde* op de tijden, bij hunne Voorrechts<br />
Brieven bepaald De Jaarmarkt *a£3£L<br />
Satï Voorrechts-Brief van Graaf<br />
maï* d<br />
D<br />
u<br />
l d<br />
><br />
v a n d e n<br />
van Bloei<br />
maand 1323 beginnen op St.MariaMasdalena<br />
avond dat is, des nachts tusfchen den\ en<br />
as van Hooimaanden hare tweede Jaarmarkt,<br />
die thans met meer gehouden wordt, begon<br />
op Zondag, nahalf Vasten; beidegeduurden<br />
nj, (zofommigen menen) niet langer, dan<br />
vijl achter een volgende dagen- doch nu 0<br />
M i d d c l f t h c<br />
vSt ^ £ r a £ E<br />
volledagen naamlijk van 'smiddags ten twaalfden<br />
van den 3 2 van Hooimaand* tot,ee<br />
den vijfden var, Oogstmaand ingefloten. De<br />
icchts-Bnef van Keizer Karei den Vijfden<br />
bjk, om dat dezelven, in den Zomer géhoü-<br />
n d e<br />
h a r C<br />
v , T « aanyangmet<br />
een eersten Maandag in de Vasten., en<br />
geduurde tot en met den Maandag na half Vaste<br />
Daar thans de Zienkzeelèhe Jaarmarkt<br />
of hare Kermis , den 5. van HeifsmiaaiJ begint,<br />
en aan die van Goes werd door Vrouwe<br />
jgcoba rem Beïjeren, op den 7. van Oogstmaand<br />
i 4 I 7 , ene .Jaarmarkt gegeven die beginnen<br />
zoude op den achtsten dag voor en gcdudren<br />
zouden tot acht dagen naar Maria FJenioi^art<br />
den dag nu van Maria Hemelvaart<br />
aJaarlijks op den 15. van Oogstmaand; doch,<br />
deze Jaarmarkt 15 111 den Jare 1441, ten ver-<br />
zoe-
jaarmarkten of Kermisfen. 85<br />
zoeken van die van Goes door den Hertog<br />
Filips van Bourgondie, verlegd, op<br />
den eersten hoogdag des Maandags na Maria<br />
Hemelvaart, (Jfa op welken laatst gemelden<br />
dag de Goefenaars nog heden hunne<br />
Jaarmarkt houden ; en deze Jaarmarkt was<br />
voor heenen zo berucht en vermaard buiten<br />
'sLands,dat men, in de Graafïchappen Artois<br />
en Henegouwen, niet ongewoon was ,<br />
den betaaltijd, van 'tgeen ontrent St. Jans of<br />
Paulusdag,dat is, ontrent den 24. of 29. dag<br />
van Zomermaand betaald moest worden ,te bepaalen<br />
op , of geduurende de Jaarmarkt van<br />
Goes (e). Hare Vrije Jaarlijkschc Paardeneii<br />
Beesten-Markt, op welke het ook ge-öorlootdwas<br />
atlerhande Koopwaaren te brengen,<br />
den Goefenaaren door Koning Filips, den<br />
Tweeden, op den 23. van Wintermaand<br />
1580 vergund, begon, op Saturdag voor den<br />
eersten dingsdag in Lentemaand, en geduurde<br />
zes achter-een-volgende dagen; doch, ten<br />
verzoeke van de Stads Regeeringc, werd dezel-.<br />
ve, door\ Robert Dudlei, Graaf van Leicester,.<br />
en van wegén Elisabeth, Koningin van Engeland<br />
, Gouverneur-Generaal der Neder' anden,<br />
bij nader Oetroij, van den 10. van Oogst-,<br />
maand 1587. verlegd , op Saturdag voor den<br />
tweeden Dingsdag in Lentemaand, met verbod,<br />
(d) Mirh G'oot Clurterb. 4 D^el Fol. 417 en<br />
418. Boxhorn Kronijk van Zeeland. I. Deel<br />
389 en sgis<br />
pag.<br />
' (e) Fan Hensfen Kerkelijke Oudheden van Zeeland.<br />
II. Deel. pag. icó. van den Druk in 8 V<br />
°. Ea<br />
van de Kerkelijke Oudheden der Vereerague Nederlanden,<br />
IV. Deel, Fol. 107. in i'oliu.<br />
F 3
86 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
bod, van, op dezelve, generhande Manufactuuren<br />
of Handwerken , te mogen brengen<br />
(/;, deze beiden worden nu den 6 van<br />
Lente- en den 5. yan Slachtmaand gehouden:<br />
te iholen begon de Jaarmarkt des Maandags<br />
na ^ Jans Onthoofding, te midden in den<br />
Zomer of, na den 20. van Oogstmaand; daar<br />
g "<br />
u be<br />
S op den i 2. van Herfstmaand:<br />
de Jaarmarkt van Vlisfingen moest, volgens<br />
Oetroy van Hertog Aalbregt van Beuren ,<br />
gegeven, als Ruwaard, beginnen, op St. Simori<br />
en Judas, of den «8, yan Wijnmaand; en<br />
met langer dan vier dagen geduuren; daar zij<br />
nu den tweeden Zondag in Hooimaand S<br />
f ' ?}} ? "<br />
i e t ei<br />
ndigt dan met den van<br />
die zelfde Maand; van welke verfchikkinoen<br />
en langere voortduuringe dier Jaarmarkten<br />
b q W a l d ,<br />
S n toe<br />
V k<br />
^ven^rieven $<br />
heden toe aan mij, noch Graaflijke , noch<br />
Staatehike Brieven, Octroijen , ofRefolutie<br />
zw voorgekomen : weshalven 3fH2<br />
nen te mogen befluiten, dat de Regeerin^<br />
der Zeeuwfche Steden, ter B e ^ e ^ S I<br />
der Kooplieden en Kramers, die gewoon waren<br />
onze Jaarmarkten bij Je woonen dfe<br />
Markten verlegd, en, als bijna eikanderen<br />
volgende verfchikt zullen hebben; wint<br />
Veere houdt hare Jaarmarkt van den eersten<br />
Zondag m Hooimaand, tot aan den tweeden<br />
bondag; wanneer dc Jaarmarkt te Vlisfinoen<br />
aaiivang neemt/ en voorduurt tot aan deï<br />
twee entwmtigsten dag dier maand;op den welken,<br />
HoIlL°. C<br />
n w e<br />
l a c a a t e n e n<br />
"r- ^ Ordonnantiën var,<br />
ïiollanderj Westfnesiand, I. Deel Fol. 58 en I 1 S.
•Jaarmarkten of Kermisfen. 87,<br />
ken die van Middelburg, met trompetten gefchal,<br />
wordt aangekondigd, en geduurt tot den<br />
vijfden van Oogstmaand: wanneer den Kramers<br />
en Kooplieden enen korten tijd wordt<br />
o-elaten, om naar huis te keren, en hunne<br />
Kramen , of Winkels , met nieuwe en andere<br />
goederen en koop waaren te voorzien, die zij<br />
oordeelen het meeste, op de naderende Goeiclie<br />
Markt, getrokken te zullen zijn,die den acliten-twjntfeften<br />
van die Maand invalt: van waar<br />
zij zich naar Zierikzee begeven; en eindelijk<br />
van daar naar Tholen kunnen reizen. Wij<br />
vinden nog, waar uit men al verder zoude<br />
mogen befluiten , dat onze Zeeuwfche Steden<br />
het houden van hunne Jaarmarkten zich hebben<br />
aangematigd : dat die van Zierikzee de<br />
vrijheid hadden , om, boven hunne Zomei-<br />
Markt,nogene Vrije Markt, van vijftien dagen<br />
lang, Jaarlijks, te houden; waar van tbe-<br />
88 Verhandeling over de Zeeuwfihe<br />
deelbare rechten der Opper-Mogenheid is s<br />
mag men nog daar uit opmaken: dat de in*<br />
s Lands Gelchiedenisfen door kundige van<br />
• hJ }<br />
aü d e S t a a t e n<br />
g t :<br />
f >?X van Hol-<br />
„ land nochtans fchynt het recht, van bijzondere<br />
Markten te mogen aanfteflen, na<br />
>, de dood van den laatsten Stadhouder, Wil,<br />
" F? f - ? e d e n e v e n e ] i<br />
i ' S i k<br />
verfcheidene<br />
„ Gerechdgneden, door de Stadhouderen,<br />
> m de Stem'<br />
" hXu lm<br />
A f T> bezeten<br />
„ hebbende Steden van Holland, gekomen<br />
te zijn; met welk zepven hii fchiinri-f.<br />
kennen te geven : dat, otder andS Grechtheden<br />
van de Heeren Stadhouderen van<br />
Holland, Zeeland en Utrecht, het reek van<br />
Vrije Jaarmarkten te vergunnen, is begrepen<br />
geweest Ten aanzien van Zeeland, ontmoe-<br />
é é n v o o r b<br />
w J2 Sr ^d, in Prins<br />
Willem den Eersten, die, bij Opene Brieyen<br />
van den 26, van Louwmaand Ï574; £<br />
dïe van Arnemhiden de vrijheid gaf, tol het<br />
oprechten van ene Vrije Jaarmarkt hy te„<br />
ware men die vergunning van Zijne Excellentie<br />
met als Stadhouder; maar, als de aan<br />
Mem opgedragene Hoge Overheid van Holland<br />
cn Zeeland wilde toekennen: dochhoe'took<br />
zij, de meer dan eens aangehaalde Raadsheer<br />
m den Hove van Friesland Zacharias Huber<br />
ge-<br />
f'*j Over de Hol!. Kermisfen. pte. ao.<br />
O; ^nalkgangelirom]k van Zeel. I. Deel. c float
Jaarmarkten of Kermisfen: 89<br />
getuigt OQ .-Schoon het recht der Jaarmarkten<br />
gen van de Rechten der Hooge Overheb is;<br />
„ Wordt evenwel dit, m onze Provincie<br />
„ Friesland , zo niet in acht genomen, nade-<br />
, maal de Magistraten en Officieren, allenthal-<br />
L ven, niet alleen Week- maar ook Jaarmarkten,<br />
in hunnen bedrijve , tot hunne keuze,<br />
Z en p-erief der Ingezetenen, aantellen; dan,<br />
,, in hoe verre 'deze aanmatiging met het<br />
\, ftrengste recht bestaanbaar zij, Jaat ik aan<br />
„ 't onderzoek van anderen":, hen wijzende<br />
naar 'tgeen de Heer yen Loon daar pp lieert<br />
aangeteekend : dus zegt de meer- gedachte<br />
Voorzitter van 't Zeeuwsch Genootfchap<br />
der Wetenfchappen (/)•<br />
Hoewel nu, uit het tot hier toe betoogde,<br />
wel blijkt, dat onze Zeeuwièhe Vrijheeren:<br />
dat de Regeeringen der Steden ; dat het Uitflekendfle<br />
Hoofd aan de Hoge Regeering dei-<br />
Provincie , de Doorluchtige Heeren Stadhouders<br />
, in der tijd, dat Recht geoeffend hebben<br />
; en misfehiep, bij voorkomende gelegenheden,<br />
nog oefenen zouden; zo fchijnt échter de<br />
natuur en aart der zake te vorderen; dat men<br />
ene zodanige vrijheid, zo algemeen, aan alle<br />
Vrijheeren , Steden, en Heeren Stadhouderen<br />
niet kan toeftaan: als of zij die magt, aan, en<br />
uit<br />
O) Hedendaagfche Rechtsgeleerdh. IV. Boek.<br />
o. Kapittel. ,<br />
(l) Verhandel, over de Jaarmarkten, of zogenaamde"<br />
Kermisfen ; geplaast in de Verhandel, van het<br />
Zeeuwsch - Genootfchap der Wetenfchappen te V Uiringen<br />
pag. 14. in het Voorwerk.<br />
F 1
f o Verhandeling over de Zeemvjcht<br />
uit zich zeiven hadden , en als onaffcheideluk<br />
van hunne hoedanigheden en nrnpSk-<br />
iict met het recht overeenkomftiger te zijn<br />
dat de Hoge Overheid aan hunhcS zelveTt'<br />
gund en toegaan moet hebben; S Z S<br />
oevoegd zyn, om vrijheid van Taarmarkten te<br />
geven: het recht toch der Markten n ' t Ü<br />
» op zich zeiven, gelijk wij toon^ 2n<br />
recht, eigen aan de Hoge Overheid • doch<br />
tellens een zodanig recht, dat de Hoge Over<br />
aanfS°"iöeoefenen jWook<br />
Maar afhanghjk, kan mededeelen; dan<br />
door welke mcdedeeling, Zij zich nie Xl<br />
en al ontrekt, om het Ópperfte »eLc\fover<br />
het medegedeelde te behoSfS^S<br />
en bhjft in allen opzichte, en enallen tt<br />
a t f C n d C<br />
voörSaaf H "<br />
W C<br />
SS 2 ? df" §' e e n<br />
' °P Haren<br />
I n d e r e d i e<br />
L a /' ' onderhorige,<br />
dat medegedeelde ter uitvoer kunnen brengen;<br />
en aan Haar daar voor verantwoorS<br />
*gn: hoe vrij dan ook gemelde Vrijheer n<br />
zijn mogen; wat gezag de Steden, en derzelver<br />
Rederingen ook mogen hebben;' zo met betrekking<br />
tot den Staat, als tot hare In- en<br />
Opgezetenen; wat uitgeftrekte magt en uitne-<br />
^W^I^Sta&oudersMfhe^te,-<br />
onderhorige uitvoerders van de magt 'en ï<br />
der Hoogfte Overheid; en, fchoon zij Vjeen<br />
ook Hoge Heeren genaamd worden, 4 en<br />
Wijf
Jaarmarkten of Kermisfen. 9t<br />
blijven zij, des niet tegenftaande, afhanglijke<br />
Leenmannen van hunnen Opperden Leengever,<br />
van wiens hjftelling en bevestiging<br />
zij al 'hun magt en gezag ontlenen : daar nu<br />
alle Vrije en Hoge Heeren niet altijd met een<br />
en dezelfde magt zijn voorzien geworden ;<br />
maar, naar goedvinden van den Leengever;<br />
aan den enen meer luister, en meer gezag ,<br />
dan aan den ander gegeven wordt, na dat Hij,<br />
bij de eerfte uitgifte van het Leen, den Leenman,<br />
meer of min, aan zich moest of wilde verbinden<br />
en verplichten;of ook, na dat Hij van<br />
den zeiven ,meer of min, dienst genoten had,<br />
of voorzag, in het toekomende van hem te<br />
zullen genieten \ dan, al die magt, al dat gezag<br />
, en al die luister van dien Leenman ,<br />
blijft den Leengever .onderworpen; en de uitoefening<br />
van dezelve wordt verftaan te gefchieden<br />
, buiten krenking van den Leengever,<br />
van de Hoge Overheid, en van hare Opperfle<br />
Magt: dus wanneer men in acht neemt,<br />
dat de Vrijheeren van Tholen zulke doorluchtige<br />
Perfonagien waren, dat zij, ten opzichte<br />
van hunne Hoge Geboorte , met den Land-<br />
Heer, ' dep" Graaf van. Zeeland , hunnen<br />
Leenman, gelijk ftonden, enmisfehien, in<br />
vermogen, den zeiven weinig behoefden te<br />
wijken; want de oudfte bekende Heer dier<br />
Heerlijkheid was Jan van Avennes, Zoon<br />
der Gravinne van Vlaanderen: aau «iefl Koning<br />
Willem,' te gelijk Graaf van Holland,<br />
zeer veel verplicht was, door dien Hij den<br />
zeiven de Stad Aken had helpen winnen; zo<br />
dat Hij zich met zijnen Broeder Boudewijn<br />
verftoutte, om Zeeland bewesten Schelde, zich<br />
t,oe
meil A t e ' f t<br />
over de Zeeuwfche<br />
i n H<br />
^lijk begaf<br />
Vierden; en het gehee e Graaffchan i J<br />
gouwen bekwam fo; datde H g^Sd<br />
e m<br />
OP in 'Lr" ,? i<br />
H?n S * '<br />
m k<br />
B r o e d e r v a n G<br />
^ r g e S<br />
raaf Willem<br />
den Goeden; en van dezen wederom £<br />
den dood van haren Vader, in 't TaV/aS?<br />
voorgevallen, op zijne Dochterïolnlnt<br />
van Henegouwen, Gravinne van' Soifon<br />
en van Haar wederom op haren Zooifo'<br />
dewyk s doch, deze in den Jare itTonse<br />
der Jan; welke Heer zich in Huwelijk verbond<br />
met Ifabelle, Dochter van Rci ihout<br />
Graaf van Gelderland; die, insgelijks S<br />
derloos overleden zijnde, £ den Ja c<br />
die ^eerlijkheid van Tholcn zijnen otereu<br />
broeder Guy van Blois liet erven (J) >ook<br />
dient van ene andere zijde in aanmerk 2<br />
^Mgpm* dat Adolf en<br />
haan van Bourgondie met min uitmuntende<br />
Mannen peest zijn, aan wien onze Graven<br />
zeer veel verplichting hadden, en die ook<br />
met de eerste en voornaamfle eerampten S<br />
ftM waren,: zijnde, eerstgemelde Bur'-<br />
Graaf van Zeeland (o) j en de andere Ad-<br />
miraal<br />
p4 W<br />
i^T0o Va<br />
, derla,lcIf<br />
''' reIIfst0,fe<br />
'<br />
3 9 a<br />
/ i•,• 3° T<br />
- 392- "95.<br />
e ê e m T O O l d l 5 e S t a a t v a n<br />
P4 72. beland, II. Deel,<br />
A°Li m<br />
\ mil<br />
T e<br />
a t i o<br />
Tim illufhisfunae Z<br />
°> Honori et me-<br />
C e m i t B o r f a ! i a e ^ ^
'Jaarmarkten of Kermisfen. 93<br />
miraal en Stadhouder over Holland geweest,<br />
wiens Heerlijkheden Veere en Vlisfingen tot<br />
een Mark-Graaffchap verheven zijn geworden<br />
f p); zo laat het, bijna,geen twijfel over , dat<br />
deze uitmuntende Vrijheeren, met de uitgeftrektfte<br />
magt, gezag en luister over hunne<br />
Heerlijkheden Tholen en Domburg zullen zijn<br />
voorzien geweest; en, uithoofde van hunne<br />
Leenbrieven, alle de Hen toegeftane Opper-<br />
Hoogheids rechten , binnen hunne Heerlijkheden,<br />
zullen hebben kunnen en mogen<br />
oefenen; en, bij gevolg, ook Jaar-en Week-<br />
Markten, in dezelve, oprichtte; zonder<br />
dat zulks bij andere Vrijheeren, die met<br />
ene zo wijduitgeflrekte magt niet voorzien<br />
zijn geweest, in navolging kan getrokken<br />
worden; zijnde aan deze alleen, gelijk gemeenlijk<br />
gefchiedt, toegeftaan, ter handhaving<br />
van goede orde, in hunne Heerlijkheden,<br />
onder anderen, op het houden der Jaarmarkten,<br />
binnen dezelve, beitel te doen,- en<br />
regelen voor te fchrijven, volgens welke die<br />
Markten moeten gehouden worden; Reglementen<br />
te maken, en die door hunne Weth ouderen<br />
te doen achtervolgen, uitvoeren en nakomen<br />
; als gevolgen van de hen aanbetrouwde<br />
Rechtsvordering: trouwens, op die wijze<br />
beredeneert dit ftuk de in onze Vaderlandfche<br />
Rechten doorkundige Advocaat Mx.Pieter<br />
(p) Wagenaar, Vaderl. Histor. V. Deel. pag. 193-<br />
194. 294. 428.
94 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ter Bon («O' „De middelbare Jurisdictie<br />
* C«gt hij) bemoeit haar bij Ons, met or-<br />
„ de te ftellen en Reglementen te maken,<br />
„ naar gelegenheid van zaken, op dadelijk?<br />
„ fche voorvallende Policie $ dat is, 0p alle<br />
„ zodanige zaken, die, tot confervatie en on-<br />
„ derhouding van goede orde, en weering<br />
„ van inbreuken in de Policie wordt gerequi*<br />
„ reerd: waar onder dan ook begreepen is,<br />
„ het ftellen van Orde, en het maken van<br />
„ Reglementen, op Kermisfen, Vasten-A-<br />
„ vonden, Jaar-Markten, Kramers, Ka-<br />
2» m e n<br />
f - Tafel-Sneelders, en diergelijken."<br />
Dusdanige Magtnifhebben ook deRegeeringen<br />
der Steden uit hoofde van bun Rechtsgebied<br />
en oeffenendezelve; ook dadelijk, tenopzichte<br />
der Kermisfen en Jaarmarkten t dus namen,<br />
inde voorgaande Eeuw, de Edele Achtbare<br />
Heeren der Regeering van Middelburg<br />
ene Refolutie , betreklijk het vertonen van<br />
Comoedien, en de ongereldheden der zoo-e< naamdeKwakzalvers, enz., geduurende de<br />
Jaarmarkten binnen hunne Stad: gelijk ook welgemelde<br />
Hun Edele Achtbare, Sp den ^ van<br />
Sprokkelmaand 1704, uit dien hoofde, toeftonden,<br />
om van buiten , op de Jaarmarkt,<br />
te mogen te koop brengen allerleije goederen,<br />
bij Ambachtslieden van Gildens aldaar gemaakt,<br />
en verkocht wordende; 't welke op<br />
andere tijden, bijzonderlijk verboden is: en<br />
den* n ^ ? ^ 3<br />
" H<br />
° g e e n<br />
acn. II. Deel. Num. 18 en 44.<br />
we<br />
AmbacbtslwteriljUi*
Jaarmarkten of Kermisfen. 95<br />
•wederom verbood die zelfde Regeering, in den<br />
Jare 1733, op de Kermis, te koop te brengen<br />
enig Schoenmakers werk, buiten de beiloten<br />
Steden in Zeeland , gemaakt; welke<br />
Refolutie nog Jaarlijks onderhouden, en in<br />
de gemeene Nieuwspapieren, of Couranten<br />
vernieuwd en aangekondigd wordt: zo als<br />
Hun Edele Achtbare, insgelijks, bij Refolutie<br />
van den 13 van Herfstmaand 1754 , het<br />
verkopen en venten van ongekeurd Tin verboden<br />
hebben; ook hebben Zij, op den 2.5. van<br />
die zelfde maand, in den Jare 1712. aan alle<br />
Uitlandfche Kramers verboden, om, langs de<br />
huizen der Burgeren en Ingezetenen binnen<br />
hunne Stad, te venten en te koop te veilen enige<br />
Keurslijven , Schoenen, Muilen en andere<br />
Winkelwaaren, welk verbod hunne Edele<br />
Achtbare naderhand hebben vernieuwd : nog<br />
behooren insgelijks hier toe alle Reglementen<br />
en Ordonnantiën op het zetten en flaan van Kramen<br />
, geduurende den tijd van de Vrije Jaarmarkt,<br />
binnen die Stad, van den 18 van Hooimaand<br />
1711. van den 5. dier zelfde Maand<br />
1760, en van den 7. dier Maand 1761 • Uit die.<br />
zelfde magt, welke deRegeeringen der Steden<br />
hebben over het beflel der Jaarmarkten, in hunne<br />
Steden gehouden wordende ; belloten ook<br />
hun Edele Achtbare de Heeren Burgemeesteren<br />
enRegeerderender StadVlisfingen,den iavan<br />
Hooimaand 1766, om ene Buitengewone Belastiug,boven<br />
het gewone Markt- of Staan-geld, te<br />
leggen op de buitenlandfche Schoen- en verdere<br />
Kermis-Kramen, Marsjes, enz., ten behoeve<br />
van denNederduitfchen Armen dier Stad; welke<br />
belasting niet alleen, in den volgenden Jare<br />
176?,
v<br />
Dit Huishoudelijk<br />
beftel<br />
is echterniet<br />
genoeg, om<br />
jaarmarkten<br />
96 Verhandeling ovfr de Zeeuwfche<br />
1767, is vernieuw d; maar tevens voor het vervolg,<br />
immers, tot welgemelde HunEdele Achtbare<br />
anders zullen goedvinden,werd vastgeftelden<br />
aan dit beitel over de Jaarmarkten, uithoofdevan<br />
Rechtsdwang, moet men mislchien ook<br />
toefchrijven het vermogen der Steden en<br />
derzelver Regeering, om den tijd, tot het<br />
houden van hare Jaarmarkten, naar goedvinden,<br />
te verzetten; naardien het verleggen van<br />
den tijd, eigenlijk gefproken , aan de kracht<br />
oer Voorrechts-Brieven niets beneemt, ofte<br />
kort doet. Zulk ene eigendunkelijke verlegging<br />
van hare Jaarmarkt, vindt men inde Walcherkhe<br />
Smal-Stad Arnemuiden: men was gewoon<br />
aldaar de Kermiste houden, op den eeriten van<br />
Bloeimaand; doch de Regeering van die Stad<br />
vond goed deze Kermis te verleggen in ene Jaarmarkt,<br />
diegehouden zoude worden acht dagen<br />
voor de Veerfche Markt ;waar van de Bekendmaking<br />
111 den Jare 1661. werd afgekondigd:<br />
edoch men vondt wel haast ons Nederlandsen.<br />
Spreekwoord bewaarheid: Alle verandering<br />
maakt geene verbetering: het verleggen dier<br />
Jaarmarkt gaf, aan de Stad en derzelver Ingezetenen,<br />
weinig voordeels en nuts: des de Regeering<br />
inden Jare 1665, belloot, om tot betere<br />
bevordering en voorfpoed van hare Stad<br />
en Inwooneren, den tijd dier Jaarmarkt andermaal<br />
te verzetten, op den tweeden Pinxterdao-,<br />
om tot aan het einde dier Pinxterweek te st<br />
duuren.<br />
a<br />
Dit Huishoudelijk beflel en recht, zo der Stedelijke<br />
Regeeringen , als van anderen, wier<br />
vrije, wier Hoge, wierAmbacbts-Heerlijkbedtn<br />
met het Recht van Jaarmarkt of Kermis<br />
be-
jaarmarkten of Kermisfen. 97<br />
bevoorrecht zijn; of, die, door ene onafgebroke<br />
gewoonte,van onheuchlijke tijden, dat<br />
recht bezitten; levert echter, mijns oordeels,<br />
geen voldoend bewijs op, om j aan die Stedelijke<br />
Regeeringen, of Vrije, Hoge-of Ambachts-<br />
Heeren, de magt toe te kennen, om hunne Jaarmarkten,<br />
voor al die hen, door deLandshoofden,<br />
gefchonken zijn, te doen houden, of met<br />
te laten houden,naar hun welgevallen; dezelve<br />
op te fchorten, te doen ilaken; of nieuwe op te<br />
r ichten, en in te ftellen; want, fchoon Hun Edele<br />
Achtbare de Regenten van Middelburg, in de<br />
Jaren 1641. 1642. 167a. en i747-? deWje<br />
Jaarmarkt hebben opgefchort; fchoon Zij, m<br />
het laastgemelde Jaar»daar in, door de Regeerin-<br />
98 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
waard van de Landen van Holland en Zeeland<br />
aangefteld zijnde, in die hoedanigheid;<br />
aan de voornoemde Stad ene Vrije Jaarmarkt<br />
vergunde ; zo ten blijke zijner toegenegenheid,<br />
als om zeer veele getrouwe dienlten dooide<br />
Burgeren dier Stad aan zijnen voorfchreven<br />
Broeder gedaan; waar van de Jaariijkfche terugkeermg<br />
nog telkens een nieuw aandenken<br />
geeft. Aan zulke Vrije Jaarmarkten toch zijn<br />
doorgaans zulke heerlijke Voorrechten verknocht,<br />
die- Vreemdeling en Burger, die Buiten<br />
woonende en Ingezetenen te flade kunnen<br />
komen ; en van deze Voorrechten mogen<br />
geen mindere Regeeringen, willekeurig<br />
zonder verlof van den Gever, of van dien '<br />
welke Hem vertegenwoordigt, affiand doen;<br />
zo min voor enen bepaalden tijd, als voor<br />
altoos : want alles, wat aan ene ganfche<br />
Maatfchappij van Menfchen niet alleen belloon<br />
; maar waar aan ook derdens, buiten<br />
de Leden van die Maatfchappij, oeleoen legt<br />
dit kan niet elk Lid, noch ook ene<br />
Dc jaarmark.<br />
ten, buiten<br />
toeft emming<br />
iicr Hoge<br />
Overheid ingevoerd,<br />
misfen dc<br />
voornntnftc<br />
Voorrechten.<br />
ö<br />
mindere'<br />
Regeermg dier Maatfchappij, doen ftil liaan;<br />
zonder het récht van hare gehele Maatfchappij;<br />
zonder, inzonderheid, het recht van die<br />
derdens te krenken (s), en hierom laat zich<br />
onze Zeeuwfche Rechtsgeleerde, ten dien<br />
opzichte, met zo vele woorden, dus uit:<br />
,, Gelijk de Hoge Overheid alleen vrijgeleide<br />
„ kan geven; zo kan ook niemand enige<br />
„ Kèïmisfen, buiten de Hoge Overheid, in-<br />
„ ftel-<br />
(0 L. 7. I i. Lib. 3. Tit. 4. Quod cuj'uscunque<br />
Univerlitatis nomme vel contra eam agatur.
Jaarmarkten of Kermisfen. 99<br />
feilen: want die Kermisfen, welke, bij<br />
Z het Volk, dat onder ene Hoge Overheid be-<br />
„ hoort, zonder enig bijzonder voorrecht;<br />
Z zonder verjaring; en zonder wil en weten<br />
van de Ho«e Overheid, worden ingevoerd;<br />
* hebben dat Voorrecht niet (O ": het welk<br />
de Aanteekenaar Mr. Simon van Leeuwen, na<br />
der bevestigt (u): ten ware ene Stad of Heerlijkheid<br />
aantoonde , van onheuchhjke tijden,<br />
in een onafgebroken en gerust bezit van ene<br />
Vrije Jaarmarkt of Kermis te zijn; hoewel<br />
buiten flaat zijnde om daar vaneen Voorrechtsof<br />
Verlofs-Brief aan 't licht te brengen; of<br />
de eerfte inttelliiig aan te wijzen: en, hoewel<br />
het waar zij, dat wanneer men acht geeft,<br />
dat het recht van Jaarmarkt een gedeelte van<br />
de rechten van Opper-Hoogheid zijnde, volo-ens<br />
de Wet van Keizer Jnafiafus(y), door<br />
?reene verjaring, hoe oud zij ook zijn moge,<br />
zoude kunnen bekomen worden; zo meen ik<br />
echter, dat men dien regel der Anaftatiaaniche<br />
Wet, op het houden van Kermisfen, of Jaarmarkten,<br />
niet, ten zij zeer gewrongen, kan<br />
toepasfen inaaidien die Wet van Keizer Anajlaüusm<br />
het geheel van zulk ene zaak geen gewag<br />
maakt; zij toch handelt alléén vanhet opbrengen<br />
van Schattingen, en andere Dienstplechtigheden,<br />
(t) Peckiusvan Hand-opleggen en Bezetten, 10.<br />
Deel Num. 5. pag. 239. .<br />
ftO Ad hunc Peckii locum; kZaclmtas H:>to IJejdend.<br />
Rechtssel. 4. Boek, 9. Deel, Num. izV.<br />
(v) U Üb. 7. Cod, Tit. 39- De Praelenpt.0-<br />
Tilbus xxs. vel XL. Annorum.<br />
G %<br />
Evenwel<br />
kunnen Vrije<br />
Jaarmarkten<br />
door Verjaringbekomen<br />
worden.<br />
Zonder dat<br />
du Wet van<br />
Keizer Anaftafius<br />
zulks<br />
verhindert.
ico Verhandeling ever de Zeemvfcht<br />
den, welke de Ingezetenen, de Onderdanen,<br />
gehouden zijn te betalen en te volbrengen ten<br />
betoge ,dat zij in de daad, de Onderzaten van<br />
de Hoge Overheid zijn; en zulke Onderdanen<br />
kunnen van die Dienstplichten, van die fchattmgen<br />
en lasten niet ontheven gerekend worden;<br />
fchooMe Hoge Overheid van hen die Dienftcn<br />
en Miattingen, in geene dertig of veertig foren<br />
hadgevorderd,- zo lang de Hoge Overheid het<br />
heffen, opbrengen en daar ftellen van die Lasten<br />
en Diensten, niet uitdruklijk vernietigd en<br />
ingetrokken heeft: ook komt hier nog bij ,dat<br />
hetinftellen van Jaarmarkten een recht is van<br />
de Hoge Overheid, \ welk mededeelbaar is;<br />
en aan anderen vergund kan worden, zonder de<br />
Upper-Hoogheid te krenken, oftebenadeelen;<br />
waarom Zij ook het houden van Jaarmarkten,<br />
buiten Haar verlof en toeftemminoom<br />
zo te fpreken, als door de vingeren kan<br />
zien, zonder, daar door, aan Haar recht te<br />
kort tedoen;enzodanigevoorbehoudino-en dei-<br />
Vorsten, of Opper-Hoogheids Rechten, kunnen,<br />
bij verjaring, verkregen worden f»;naardien<br />
ene verjaring van onheuchlijke tijden aan<br />
de kracht verkrijgt van" enen wettigen titul<br />
van een recht, van ene ftilzwijgende, van'<br />
ene oogluikende toelating; van een wel en<br />
te recht verkregen verlof der Hoge Overheid •<br />
waar vair ene , bij ftilzwijgen, verkregene<br />
Dienstbaarheid op een anders Goed, ten<br />
voor-<br />
O) Fritfchius Gymnasm. fmidic. de Resali Nurtiinarnm<br />
Jure ac Privilegüs, Cap. 4. Num. 56.
Jaarmarkten of Kermisfen, \o\<br />
voorbedde ftrekken kan.: ene Dienstbaarheid<br />
nu leert ons de Rechtsgeleerde Pomponius<br />
(x), waar van het begin, 's menfchen geheugen<br />
overfchreidt, wordt gehouden , de plaats<br />
van een vastgefteld Recht van Dienstbaarheid<br />
te bekleden; en uit dien hoofde, houdende<br />
Rechtsgeleerden ook voorenen Stelregel, dat<br />
ene verjaarde gewoonte komt in de plaats van<br />
een Voorrecht, door de Hoge Overheid verleend;<br />
en dat dus Hij, die in een onheuchhjk<br />
bezit is van Opper-Hoogheids Rechten te verlenen,<br />
zo wel als de Hoge Overheid zelve,<br />
een algemeen Voorrecht kan toeflaan en ver<br />
gunnen (j). ,<br />
De eerlte drijfveer en aanleidende oorzaaK<br />
voor het invoeren van Vrije Jaarmarkten, is,<br />
uit bet tot hier toe betoogde, gemaklijk op te<br />
maken. Het Bijgeloof, naamlijk, en het ontbeeren<br />
van verfcheide zaken. Hoe het Bijgeloof<br />
de oorzaak zij geweest van de plechtige,<br />
de Hatelijke, en de.niet minder prachtige Inwijdingen<br />
der Kerken, en andere Godsdienftige<br />
Geftichten; hoe, Jaarlijks, daar van de<br />
Gedenkdag op dezelfde wijze gevierd werde,<br />
'hebben wij reeds in het breedc befchouwd: ook<br />
hebben wij gezien, dat deze Feestvieringen ene<br />
me-<br />
(x) L. 3. J. 4- Lib. 43. D. Tit. ao. De Aqua<br />
Cottidiana & Aeftiva.<br />
(7) Peckius van Hand-Opleggen en Bezetten, tei<br />
aangehaalde plaatfe Num. 5- Speculator, en Bartolus,<br />
bij Hem aangehaald; inzonderheid het Refcnpt van<br />
Paus innocentius den Derdeman den Graaf vanTouloufe.<br />
in Lib. 5, Decrctalium Gregorii IX. Tit. 40- Cap. 2$<br />
O 3<br />
Aanleidende<br />
oorz«ko tot<br />
liet hoiidi.ii<br />
van ICermisfuii<br />
en JaaimaïKteri.<br />
Deze waren<br />
het (Bijgeloof.
De Niemvs.<br />
gierigheid.<br />
E» de Winzucht.<br />
101 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
menigte van Vreemdelingen en Buitenlieden<br />
derwaards heenen lokten, om die zo pracht*<br />
ge, als Hatelijke Kerkdienllen bij te woonen:<br />
het verb.jfcend Bijgeloqf toch ontftak enen<br />
Godsdienftigen ijver in fommigen, die aan<br />
zijne magt gekluisterd waren : deze fnelden<br />
naar die beesten , om daar de Voorbiddingen<br />
der Heiligen, tot zegen van de nieuw,<br />
ST?% V d e verniemv<br />
f de, en Voor de<br />
aanhoudende duunng'dier Kerken en Geftichten<br />
van het Geduchte Opperwezen af te<br />
lmeken > voor al, daar de Opper-Bisfchoppen<br />
van Rome niet ongewoon waren, om,<br />
en einde die Kerk-Feesten des te luisterrijker<br />
e maken, enige Aflaten te vergunnen<br />
aan hen die , 0f de Kerk-wijding zelve ,<br />
of hare Jaarlykfche Gedachtenis, bijwoonden<br />
en hielpen vieren f» : ook troonde<br />
de iNieuvvsgiengheid niet minder aanfehouweren<br />
met zich, om dien weitlchen pracht<br />
en luister, die deze Kerk-Feesten vergezelde,<br />
van, pabij, en met eigene ogen te aan*<br />
fchouwen en zich over derzelver praal te<br />
verwonderen: eindelijk dreef mede de'win,<br />
l\mT knth<br />
ï B<br />
ï xkn<br />
f ls<br />
zucht,<br />
- * Trafiat. de Dedicatione<br />
Bafil.corum Sanflorunr XL. Martynun. Fmumtus<br />
clefiae fuaeMgustmus Epiitol. 2 5 r. Anbrofm^ Epis-<br />
piftol. n|. Hmermm Auguft. Viromand. pag. 124.
Jaarmarkten of Kermisfen. 103<br />
zucht, uit een aangeborene geneigdheid, om<br />
uit dat alies te gelijk het tijdelijk beftaan te<br />
vinden , en voordeel te trekken, geene geringe<br />
zwermen van Kooplieden , Kramers,<br />
Winkeliers en Ambachtslieden naar die Kerk-<br />
Feesten , bewust bij hen zeiven, van de<br />
kracht en waarheid van het fpreekwoord: bij<br />
't meeste Volk is ook doorgaans de beste nee-<br />
ring :' dus verhaalt ons ook de beroemde Ge-<br />
1'chiedlchrijver van Amfteldams Opkomst, Aanwas<br />
, Gefchiedenisfen, Voorrechten, Koophandel<br />
, Kerkenftaat, Scholen, Schutterijen, Gilden<br />
en Regeering, Jan'Wagenaar (s*) : dai<br />
de drie Vrije Jaarmarkten in die Ilollandiche<br />
Waereld-Stad, hare oorfprongen vcrfchuldigc<br />
zijn, aan de voornaamite Feestdagen, welke<br />
men aldaar gewoon was op ene plechtige wij<br />
ze te vieren,- en dat tot het bij woonen van de<br />
zelve veele Vreemdelingen derwaards kwamen<br />
: waar bij Hij dan nog voegt hoe dc<br />
Half-Vasten-Markt aldaar hare ïnnelhnc<br />
verfchuldigd is, aan de Gedachtenis van he<br />
vermeende wonderwerk aan het zogenaamt<br />
Sacrament in de Heilige Stede j welks nagedachtenis<br />
altijd, ontrent het midden var<br />
de Roomfche Vasten, invalt: op welker<br />
Feest - dag , v<br />
ene menigte van menfehen, uii<br />
alle oorden , derwaards kwamen ; en dat dc<br />
Regeering om dit Feest te luisterrijker te maken,<br />
en enen meerderen toeloop van menfchei<br />
b.<br />
naar hunne Stad te trekken , een Vrijgelei<br />
(2*) 9. Stuk, 4. Deel, 1. Boek.<br />
G 4<br />
de<br />
Uit voorbeelden'<br />
in<br />
Polland betoogd.<br />
i
104 Verhandeling over- de Zeeuwfche<br />
Hpn'!? ^ ei<br />
^ ^kondigen, voor den tijd van vcer-<br />
geluk, zonder onderfcheid; zelfs voor hen<br />
die fchuldig ftonden aan Pieverij, gemeenen<br />
a?iee°n df V" 1<br />
^<br />
dier<br />
g eli<br />
i k<br />
e eufeldaden •<br />
alleen de Vijanden van den Graaf en die<br />
9 0 8<br />
tTd ooi' V ' ^-waaronder", tedier<br />
?t I e v e n v a n<br />
den oen VorT vorst , nrf of t welzijn 7?^ van ^ den °P Staat en daar<br />
mede gelijk flaande zaken, gerekend werdeT<br />
bezoedeld hadden; uitgezonderd ; terwijïb]<br />
dit Voorrecht het zichtbaar Opperhoofd der<br />
Roomfche Kerk nog ene meSvaïvS<br />
g-Oenisfen, Vrijfpraken en Aflften voedde •<br />
w o e<br />
5? d e n l 6 v a n<br />
' ^temaandlSbè<br />
bkenPaafcheiuoe, verdien^<br />
den, voor welke Vergiffcnisen A&at te bekomenwas<br />
?binnen Amfteldam, en in de naburig<br />
Steden aan de Kerkdeuren en elders, opènll<br />
00k hebben de<br />
StïV ,<br />
deze Hollands vermaardfïe Koopftad,<br />
^ 2<br />
den Brief , hy wclken de Amfteldamfche<br />
Regeenngaan die van Haarlem kennis^eeft<br />
van de te bekomene Aflaten en toe£fcé<br />
Vrijgeleide bewaard (» : dus ook S<br />
de tweede Jaarmarkt in Amfteb HoofiJflad<br />
oe .Pmxter-Markt genaamd, harS^oor-'<br />
iprong uit den zogenaamden Sacraments-dag,<br />
die]<br />
J*) Be<br />
J chn<br />
>ë van Amfterdarn, Fol. i 3 9. gq
' Jaarmarkten of Kermisfen. ie^<br />
die, op Donderdag, naden Eerften Zondag<br />
van Pinxter invalt: op welken Hogen-Feestdao-,<br />
de Amfteldamfche Geeftelijkheid en Burgerij<br />
gewoon was een plegtigen Omgang te houden,van<br />
welken de voornoemde Stads Gefchiedfchrijver<br />
Wasenaar ons enfe omftandige befchrii<br />
ving geeft O): deze Omgangen nu waren<br />
gewoon, ter oorzaak van hunne pracht en<br />
praal geen minder getal van Vreemdelingen aan<br />
terporen, om derwaards te trekken, ten einde<br />
dat Kerk - Feest bij te woonen ; dit toch wordt<br />
als nog veeltijds in de Landen , den Roomfchen<br />
Godsdienst toegedaan, alomme gezien:<br />
en wat nu aangaat de derde, of de Grote Jaarmarkt,<br />
ook wel de Amfteldamfche Kermis genaamd<br />
, die, altijd, in Herfstmaand, op Zonda g,<br />
na den Feestdag, van St. Lambertus, dat is,<br />
na den 17. dag in die Maand, haren aanvang<br />
neemt, en, even als de twee vorige Jaarmarkten,<br />
twee wekengeduurt voor Buitenlieden, en drie<br />
voor Ingezetenen; dezelve is, binnen die Stad,<br />
ook ingevoerd,bij gelegenheid van ene Kerk-<br />
Mis, of de Inwijdinge van ene der openbare<br />
Kerken aldaar; \ zij de zogenaamde<br />
Nieuwe; h zij, gelijk voorzeide kundige<br />
Gefchiedfchrijver vermoedt, de Oude Kerk:<br />
en werd op deze Jaar-Feesten al mede, voor<br />
veertien dagen lang, Vrijgeleide gegeven aan<br />
allen, de vijanden van de Stad en van den Staat,<br />
en deBallingen,alleen uitgezonderd;en dit gunst-<br />
(b) Befchrijving van Amfterdarn,2. Deel, 2 Stuk,<br />
4. Boek pag. 405.<br />
O 5
F.n uit de<br />
Zeeuwfche •<br />
Jaarmarkten<br />
nader aangedrongen.<br />
106 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Wanneer men nu den tijd , bepaald tor<br />
het houden van vele pnzej Te Ifeh<br />
Jaarmarkten, volgens hare Voorrechts-Brieven,<br />
in acht neemt, wordt men wel haast overtmgd<br />
dat ook de Zeeuwfche KeSen<br />
-n^e^hjkeKerk Mislen, « Sw^S<br />
Kerk-beesten haar begin verfchuldiod riin •<br />
Sdm<br />
f<br />
e<br />
d<br />
z<br />
d<br />
rr<br />
rr<br />
R<br />
Z(<br />
P<br />
de<br />
F<<br />
tw<br />
M<br />
te<br />
da;<br />
Ze<br />
Ke<br />
ma<br />
no^<br />
der<br />
d<br />
o?^<br />
jaald m of ontrent het midden van de Vasten<br />
wegtdeS<br />
ur-f Jd<br />
, e drücvi<br />
ge> en aan de andere ziide<br />
erbhjdende nagedachtenis van 's Heilands<br />
"ter Inden, en ^m^^od^r<br />
Mge vreugdedagen behoorde geléSS 'te<br />
intsd"^r V<br />
r *^P^ehghaSen<br />
m die<br />
a r ï ? J ^ ^ ° jd,elkeneJaar-<br />
ljl d l e v a n a n d e r c<br />
inS' u Steden op niet<br />
S t a t e i<br />
S c h ^ f ? e F<br />
^«-^gen, P<br />
in de<br />
* ?** g e r d WOT<br />
T dende,°invallen:<br />
nam de Jaarmarktte Westcappelle haar ben<br />
d e n<br />
-MaaS Tf , G c b 0 0<br />
»^g derMoeest<br />
van At - J 1 1 1 1 V a<br />
H ^ " G o e s v o I d e h e t<br />
est van Mana Hemelvaart, en Middelburgs<br />
S<br />
S^^^^^thet^estvanMal<br />
|danaaanvangnemen,en tot ene Jaarmarkt<br />
van 6? °. 0k<br />
, tC T<br />
^Ien, werd de<br />
ne t J*l S<br />
° hoofd<br />
S, midden in den<br />
a r b gin v c r k o z e n<br />
m?ste vn'r f ' ^<br />
d<br />
^<br />
g e n k W a m<br />
d e n da<br />
n « T,X " °P S> dieSim<br />
/vnlT 1<br />
^ t0<br />
. e<br />
8- ew<br />
y d:<br />
Fecstdagen 5<br />
, dieals<br />
met vollen luister, i n de Roomfche Lan-<br />
, gevierd worden. Deze Hoge dagen vervol-
Jaarmarkten of Kermisfen., 107-<br />
voloens door ontelbare Vreemdelingen, door<br />
Buitenlanders , door Afgezetenen, met der<br />
Steden Ingezetenen, gevierd en bijgewoond<br />
wordende, was het zeker, dat alle die monden<br />
gefpijsd, en van her benodigde voorzien<br />
moesterlworden. De Steden, meest uit geringe<br />
beginzelen opgekomen; en, 111 die oude<br />
tijden,op verre nazo fterk niet bevolkt zijnde,<br />
als tegenwoordig, (een kleine ipruit toch groeit<br />
met 'er tijd tot een volkomen boom) hadden,<br />
in het begin, gebrek aan voorraad, om zo<br />
vele Vreemdelingen, Uitlanders en Afgezetenen<br />
te fpijzigen; ook ontbeerden zij met zelden,<br />
voor zien zeiven het geen tot vermaak, tot<br />
fieraad, en luister van den Feest-dag , konde<br />
en diende te ftrekken. De Zeeuwfche Steden<br />
voornaamlijk, hun laag begin uit yisfchers<br />
hutjes en rieten daken genomen hebbende,<br />
vonden zich, met den tijd , allengskens door<br />
meerdere gegoede , door handeldrijvende<br />
Kooplieden 9 door Zeevarende perfoneii bewoond;<br />
voor al, na dat de bulderende Noordzee<br />
de grendelen der Wielingen gebroken , en<br />
ene geweldige, en niet min verfchrikhjke,<br />
Doorbraak aan of in die zogenaamde Wiehno-er<br />
Sluizen en Duinen veroorzaakt heeft, die,<br />
Vlaanderen en Brabant, wei eer niet ver van<br />
Zeeland gelegen, van deze Eilanden , als<br />
't war§ afgefcheurd , en door ;> zulk ene<br />
verbazende wijdte van een gefcheiden heeft,<br />
dat men zich ter naamver nood, met flaauwe<br />
trekken , den vorigen Hand herinneren , ot<br />
voorftellen kan (c). Die geringheid van.<br />
In-<br />
(c) Ajriovn Kluit, Historia Crinca Cdmfca&a
ió8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Inwooneren, 'tgeen gebrek aan noodwendigheden<br />
veroorzaakte, vorderde derhalven, dat<br />
op, of tegen' het invallen dier hoogflatelijke<br />
Feestdagen, allerleije toevoer van buiten werd<br />
aangebragt; t welk derhalven de eerste en voornaamfte<br />
aanleiding gaf, dat, op en tegen het invallen<br />
van'die plechtige Kerk-Feesten, ene<br />
menigte van Buitenlanders, Kooplieden en Kramers,<br />
zich, met alle zoorten van Koop waaren;<br />
van leevens onderhoud; en van 't geen door de<br />
kunst bedacht;den noestigen Arbeider gewrocht;<br />
en den Ambachtsman vervaardigd was, het oog<br />
bekooren,de onverzadelijke begeerte voeden^<br />
der pracht en praal iets nieuws, iets vermaakhjks<br />
verzorgen kon; derwaards heênen begaven;<br />
om hunnen handel te drijven; hunne waaren aantebieden;<br />
hunne winkels open te zetten;met<br />
hunne te koop gebrachte goederen de Ingezetenen<br />
en Vreemdelingen te gerieven;en zo veel<br />
mooglijk hun voordeel te bereiken;overtuigd,<br />
dat bij ene toegevloeide menigte hun winst gelegen<br />
is. Uit de overkomst van deze Kooplieden,<br />
Kramers, Winkeliers,, Ambachtslieden en<br />
Vreemdelingen, trokken vervolgens der Steden<br />
Ingezetenen zeer veel voordeekwant zij kreegen<br />
daar door gelegenheid,om zich van alles,niet<br />
alleen wat zij op dien tijd, en voor dien Feestdag;<br />
maar ook voor een geheel Jaar benodigd<br />
hadden, te voorzien; daar de Winkelhouder<br />
de Inwooneren, op dien tijd, daar door, hunne<br />
Win-<br />
Hollandïae & Zeelandiae ab Antiquisfimis inde de<br />
ducta temporibus. Tom. i. part. 2. Excurfu 7.
Jaarmarkten of Kermisfen. 10$<br />
Winkels ftoffeerde; terwijl de Ambachtsman<br />
en Handwerklieden daar vonden, 't geen zij<br />
niet gezien hadden , en dus Vormen en Modellen<br />
verkregen, die zij, geduurende den overigen<br />
tijd van 't Jaar namaakten, en met winst<br />
verkochten. Weshalven men, mijns oordeels,<br />
niet wel redeneert, wanneer men, uit de tegenwoordige<br />
meerdere bevolktheid der Steden<br />
en den groteren voorraad van alle benodigdheden;<br />
die (zo wel tot 's levens onderhoud,<br />
als ter vermeerdering van pracht en luister<br />
en dus tot voeding van weelde en overdaad<br />
dienende) thans de Ingezetenen in hunne<br />
Pakhuizen, Magazijnen, Kelders , Huizen en<br />
Winkels hebben; of die zij, des benodigd, van<br />
elders ontbieden en krijgen kunnen; de Jaarmarkten,<br />
en in haar begin , en, zelfs nog ten<br />
huidigen dage, voor onnodig, en voor ten enenmaal<br />
onnuttig wilde houden; want fchoon het<br />
wel waarzij^dat de Jaarmarkten en Kermisfen,<br />
op zich zeiven befchouwd , eerder te houden<br />
zijn als Voorrechten voor Vreemdelingen; voor<br />
Buitenlandfche Kooplieden; voor Afgezetene<br />
Kramers , die hunne aangebragte Waaren en<br />
Koopmanfchappen, op de Jaarmarkten en kermisfen,<br />
verkopen, 't geen zij anders, als ftrïjdig<br />
met der Steden Gilden-Keuren, met mogen<br />
doen; zo moet men echter dezelve, uit een<br />
ander oogpunt, bezien, naamlijk : als Koopmarkten<br />
waren zij, in den eersten aanleg, bij<br />
?<br />
t opkomen der Steden , noodzaaklijk, hoedanig<br />
onze Voorouders dezelven ook fchijnen be-<br />
' grepen te hebben. Overheden en Ingezetenen<br />
tochbevlijtigden zich, om'tmeest, om zulke<br />
Voorrechten te erlangen. Genoegzaam elke<br />
Stad
Bedenking<br />
ontrent het<br />
begin der<br />
Zeeuwfche<br />
Kermisten.<br />
-no Verhandeling over de Zeeuw Me<br />
Stad trachtte, zo niet meer, ten minften ééné<br />
Jaarmarkt te hebben; de meesten zochten die<br />
vrijheid twee of drie maal in 't Jaar te ge-<br />
•metcn $ en men hield het voor een allergennglte<br />
plaats, daar het niet éénmaal in 't Jaar<br />
Kermis was. Ja nog heden ziet men op onze<br />
Jaarmarkten ene menigte van Goederen,Koopmanie-happen<br />
en Winkelwaaren aanbrengen,<br />
die, te vergeefs, in de Winkels der Ingezetenen<br />
gezocht worden: en ook onze Winkeliers<br />
zelve voorzien zich, niet zelden, op dien tijd,<br />
van Waaren,die,biJ hen, of uitverkocht zijn;<br />
or waar aan zij vrezen gebrek te zullen hebben<br />
: ook verruilen zij niet zelden, hunne<br />
met meer gezogte Waaren, tegen anderen,<br />
die beter gewild zijn.<br />
Maar, zoude men kunnen zeggen, daar de<br />
meeste van onze Zeeuwfche Jaarmarkten niet<br />
ouder van infelling zijn, dan van de veertiende<br />
en vijftiende Eeuwen; daar de meeste<br />
Steden van Zeeland, daar en tegen, enen<br />
veel hogeren ouderdom tellen; en derzelver<br />
Hoofd- Kerken lang voor die veertiende en<br />
vijftiende Eeuwen gebouwd zijn geweestzovak<br />
m bedenking, 0f men ook onze Zeeuwfche<br />
Jaarmarkten en Kermisfen wel aan zulke<br />
Statelijke Kerk-Misfen, en aan de Inwijdingsfeesten<br />
hunner Parochie-Kerken, kan toefchrijven:<br />
edoch, om die bedenking uit den<br />
weg te ruimen, zo merkeiik aanl dat de<br />
inwijdingen der IIoofd-Kerken, en derzelver<br />
gedachtenisfen, in de Zeeuwfche Steden<br />
kunnen, en, waarfchijnlijk, ook zullen ee'<br />
webd zijn, zonder.dat er te gelijk, bij de<br />
Hoge Overheid f ene bepaalde Jaarmarkt is<br />
in-
Jaarmarkten of Kermisfen. 111<br />
ingericht of ingefteld geweest; want de Kerkwijdingen<br />
, en het Jaarlijks vieren van derzelver<br />
gedachtenis, waren, op zich zeiven,<br />
alléén Geestlijke, of Kerklijke Feest-dagen;<br />
om welke te houden, geen regelrecht verlof<br />
van de VVaereldlijke Overheden, of 's Lands<br />
Hoofden vereischt werd. Deze Jaar-Feesten<br />
vereischten wel enen aanvoer van noodwendigheden;<br />
doch zulks zal eerst oogluikende zijn<br />
gefchied, en naderhand, bij het allengskens<br />
meer en meer toenemen van Kramers en Kooplieden,<br />
daar toe de openbare Markt, door'tgezag<br />
van 's Lands Hoge Overheid ingefteld en<br />
bevestigd zijn: hier bij komt nog,dat, in de<br />
veertiende en vijftiende Eeuwen, de Zeeuwfche<br />
Steden, fchoon ouder in oorfprong, meer dan<br />
te voren 'in Volkrijkheid en vaste Inwooneren<br />
zijn begonnen toe te nemen, en aan te wasfen;<br />
waardoor de noodwendigheden fterker gezocht<br />
en getrokken zullen geweest zijn, naar maate<br />
de Jaarlijkfche Kerk-Feesten luisterijker en<br />
prachtiger werden; het welk de aankomst van<br />
vreemde Kooplieden en Kramers uitgelokt,<br />
aangefpoord, en vermenigvuldigd zal hebben<br />
; daar en boven zijn de Kerk-Feesten<br />
niet altijd, en van hun eerste begin, van jaar-<br />
Markten verzeld geweest; maar 's Lands Overheden<br />
hebben die Kerk-Feesten, om dezelve<br />
nog aanzienlijker te maken, met ene Vrije<br />
Jaarmarkt begunstigd, ook zelfs langen tijd na<br />
dat het Kerk-Feest in zwang was; en ook dit<br />
hebben onze Zeeuwfche Landshoofden niet<br />
wel eerder , dan in de veertiende Eeuw ,<br />
met betrekking tot hunne Zeeuwfche Steden,<br />
kunnen doen , ter oorzake van de zware<br />
en
na Verhandeling over de Zeeundlhs<br />
en langdurige Oorlogen, die onze Graven te<br />
voeren hadden, met en tegen de Lands - Vorften<br />
van Vlaanderen; en wel bijzonder betreklijk<br />
het Eiland van Walcheren , en andere<br />
Zeeuwfche Eilanden; een twist, die, onder<br />
Dirk den Vierden, Graaf van Holland , ontrent<br />
het midden der elfde Eeuw, fchijnt aanvang<br />
te hebben genomen; en tot de regeering<br />
van Graaf Willem den Derden, die &<br />
, in<br />
de veertiende Eeuw, het Graaflijk Bewind<br />
van Holland en Zeeland in handen had, heeft<br />
voortgeduurd; tot dat der Franken Troon-<br />
Vorst, Karei den Vierden, deze onéénigheden<br />
bemiddelde, of, bij verblijf, belliste; met, in<br />
Lentemaand des Jaars 1323, te Parijs, een<br />
Verdrag te doen fluiten, bij 't welk Graaf<br />
Lodewijk van Névers, als Graaf van Vlaanderen,<br />
den voornoemden Graaf Willem, als<br />
Graaf van Zeeland, ontflocg en onthefte van<br />
de Hulde, die de Zeeuwfche Graven, te<br />
voren, verfchuldigd waren, aan den Graaf<br />
van Vlaanderen af te leggen (d): en dus zullen<br />
te voren de geduurige Invallen der VJaamingen<br />
noodzaakhjk den Graven van Zeeland wederhouden<br />
hebben,om de Jaarlijkfchc Kerk-Feesten<br />
, in dat Gewest, met Vrije Jaarmarkten,,<br />
te vereren: ook zullen de ' Ingezetenen<br />
van Zeeland, om die zelfde reden,<br />
tot dien tijd toe, gevvagt hebben, om het<br />
Voor-<br />
Crf) Meyerus Annat. Flandriae ad Arm. 1322. Wa-<br />
genaar in de Vaderl. Historie, 2. Deel 6. Boek, pag.<br />
156- e<br />
n 3- Deel 10. Boek pag. 202.
Jaarmarkten of Kermisfen. 113<br />
Voorrecht, van Jaarmarkten op 'het Kerk-<br />
Feest te m'ogen houden , aan hunne Lands-<br />
Hoofden te verzoeken • want, als men aanmerkt<br />
, hoe 't Graafichap van Vlaanderen<br />
één van die Landen is, welke aan Zeeland ,<br />
inzonderheid aan Walcheren, de naast palende<br />
zijn, waardoor men dan,bij hetopenftellen<br />
van Vrije Jaarmarkten, te wachten had, dat de<br />
meeste Vreemdelingen, die op dezelve komen,<br />
zouden, Vlaamingen Zouden zijn, zo kon de<br />
Graaf, zo min als zijne Zeeuwfche Onderzaten,<br />
tdeflaan, dat, ónder voorwendfel<br />
van ene Vrije Jaarmarkt, en daar aan verknochte<br />
Gerechtigheden, de Vlaamingen derwaards<br />
konden komen ; Zo lang die beide<br />
nabuuren niet met eikanderen bevredigd waren<br />
: maar zo ras die bevrediging beflendig ,<br />
en voor altijd, met plechtigen afftand van een<br />
te vorën vermeend recht, geiloten was, waar<br />
door de Zeëuwen geen verder onheil van hunne<br />
Vlaamfche Overbuuren te wachten hadden,<br />
zo heeft Graaf Willem het Kerk-Feest zijner<br />
Zeeuwfche Hoofdflad Middelburg, met ene<br />
vastgeftelde Jaarmarkt begunstigd; want als<br />
'men den tijd, op welken die Vrije Jaarmarkt<br />
gehouden wordt, in acht neemt, wordt<br />
men, buiten het verhaalde ontwaar, dat de<br />
Zeeuwfche, inzonderheid de Middelburgfche,<br />
Jaarmarkten, zo wel als de me.ste Hollandfche,<br />
en die van andere Landen, Provinciën,<br />
Rijken, en Staaten, aan hunne Kerk-<br />
Wijdings- Feesten zijn toe te kennen: de Jaarmarkt<br />
te Middelburg toch begint nu, en begon<br />
oudstijds, volgens hare inhelling van Graaf<br />
Willem den Perden , op Maria Magdalena<br />
Ji avond,
Hoe, en o]<br />
wsi vrijs e d 1<br />
Jaarmarkten<br />
gehouden<br />
•orden.<br />
U4 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
avond, dat is, den 22. van Hooimaand, en geduurde,<br />
gelijk fommige willen, vijf achtereen<br />
volgende dagen, dat is, tot den 27. van die<br />
Maand; wanneer het Feest van St. Pieters banden,<br />
aan 'twelk de Hoofd-Kerk is toegewijd,<br />
cn welk Feest, bij de Roomschgezinden , den<br />
i. van Oogstmaand, gevierd wórdt, naderde;<br />
•1<br />
zo dat deze Jaarmarkt ltrekteten voorbegin van<br />
dat Feest, op \ welk die van Middelburg dus<br />
konden krijgen en kopen , al 't geen zij, tot<br />
meerder luister van dit hun Kerk-Feest, benodigd<br />
hadden.<br />
; Van ouds, en nog heden ten dage, worden<br />
de Jaarmarkten gehouden, niet alleen op<br />
vastgdtelde tijden; maar ook op bepaalde<br />
plaatlen, door de Stedelijke Overheden daar<br />
toe mtdruklijk verordend: en hier van zijn de<br />
Romeinfche Marktpleinen, en hunne veelvuldige<br />
overal opgerechte Fora, ten hunnen aanzien,<br />
getuigen; en de Opene Brief van Bisfchop<br />
Godeha/d van Utrecht, van den 2. van Wijnmaand<br />
1177, tevoren aangehaald, bevestigt<br />
zulks, ten opzichte van onze Nederlanden (e):<br />
ook worden vervolgens op deze plaatfen houten<br />
Winkels of Kramen, met zeilen overdekt,<br />
die, of aan de Kramers zeiven toebehoren, of<br />
«oor hen gehuurd worden, voor den tijd dei-<br />
Jaarmarkt, opgeflagen, terwijl de Kramers daar<br />
en boven nog zeker geld, gemeenlijk Marktgffrf<br />
genaamd, moeten betalen aan daartoe,<br />
bij de Regeeringen der Steden, aangeftekfe<br />
(e) Mkrii Qwoi Charterb. i. Deel Fol. S8.<br />
Markt-
jaar marken of Kermisfen. 115<br />
Markt-Meesteren: ook betalen, op fommige<br />
plaatfen, de Kramers enig geld, ten behoeve<br />
van de Burgeren en Ingezetenen, die op de<br />
Marktplaatfen wooncn, en voor wier Huizen<br />
hunne Kramen worden opgeflagen, ter ver.<br />
goeding van het belemmeren van derzelvei uitlichten<br />
o P de Kermis, of van het gebruik<br />
hunner Stoepen, Voorhuizen, keidus, m<br />
anderzints, het welk Staangeld genaamd<br />
wordt; en gemeenlijk beftaat in ene geringe<br />
fomtne van penningen, volgens wederzydiche<br />
mondelinge overeenkomst vastgefteld: oolc<br />
wordt nog dooi- de kramers j in fommige Steden,<br />
betaald een zeker Jrmgeld, ten behoeve<br />
van den Gemeenen,veeltijds genaamd denlNederduitfchen,<br />
Annen der Stad. Op deze Jaarmarkten<br />
nu mogen allerleije Kooplieden, Winkeliers,<br />
Ambachtslieden, Kramers, Ingezetenen<br />
, Buitenlieden uit andere Zeeuwfche Steden;<br />
ook Vreemdelingen en Uiüanders, zonder 011derfchcidvan<br />
Sexe,en Godsdienst-oefeningen,<br />
hunne Waaren , Koopmanfchappen , Handwerken<br />
en Winkel-Goederen, die, bij geene<br />
Stedelijke Keuren, verboden zijn, inbrengen<br />
, openlijk ten toon ftellen, uitventen ,<br />
In verkopen; want, fchoon die Jaarmarkten<br />
Vrije Markten zijn, op dewelke een ieder te<br />
koop kan brengen, wat hij wil, wat hem best<br />
dunkt, ^at hem voordeeligst is, Wat hij oordeelt<br />
hem de meeste winst te zullen aanbrengen;<br />
'fchoon die vrijheid zich, zo wel tot de Waaren<br />
en Koopmanfchappen, als tot de Handeldrijvende<br />
Pcrfonen, uitftrekt; zo is echter die<br />
'tri beid bepaald aan Wetten, dewelke het wel*<br />
aiinvan 't Gemeenebest, van de Stad, en van
116 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
derzelver Inwooners vorderen : hierom fielden<br />
dc Romeinen, niet zonder vrucht, en-ge Opzienders<br />
aan, over het handeldrijven, aan welken<br />
zij den naam van Commerciorum Comités<br />
gaven; dezer plicht was naauwkeur> acht te<br />
geven, welke Waaren te koop ingevoerd, en<br />
welke verkochte Waaren uitgevoerd wierden •<br />
en fchijnen de Keizei-s Valens en Grauaan,<br />
to ?> of ontrent het Jaar 375. daarom den<br />
Krijgs-Oversten Theodorm bevolen te hebben<br />
; dat niemand vrijheid had; om W«n<br />
Ohe en geflookte Dranken buiten het Rijk te<br />
voeren; of aan de Barbaren, (dus noemde zij<br />
alle Volken, die aiet naar de Romeinfche wijze<br />
leefden en andere Wetten, andere Zeden,<br />
anders Godsdiensten hadden en min belchaafd<br />
waren) té verkopen (ƒ): dat toch deze Wet in,<br />
of ontrent het Jaar 375, moet gemaakt zijn<br />
m t<br />
f<br />
* £ e<br />
nèOttn, dat die Keizers, op<br />
't einde van dat Jaar, alléén het Rijk in hadden:<br />
wel is waar, dat men in het Opfchrift<br />
van ene andere Wet (g% den 3. van Wintermaand<br />
des zelfden Jaars, volgens hare tlagtet<br />
hng,gemaakt, denamen der Keizeren Valeniimaan,<br />
Valens en Gratiaan, als Rijksgenoten<br />
, gemeld vindt; en dat ook nog ene andere ge -<br />
hjktijdige Wet aan de Keizers Vakhtinlaan m<br />
Valens wordt toegekend fj&) ; doch het komt<br />
ma<br />
(ƒ) L. r. Lib. 4. Cod. Tit. 41. Quae Res Expoitan<br />
non debeant.<br />
K ( g<br />
\ L<br />
- 5<br />
---b ib<br />
- I 2<br />
- C o d<br />
- T i t<br />
- 58. De Cohonairbus,<br />
Pnncipibus, Corniculariis, ac Prirnrpllariis.<br />
{/>) L.-fg.tSb. i2^Codic. Theodcfian. Tit. •,<br />
Df Decunonibvis.
• Jaarmarkten of Kermisfen. "7<br />
mii ontwijfelbaar voor, dat de Dag en JaarïeCSn<br />
dier laastgemclde Wetten niet zijn<br />
lt£n te brengen, noch beftaan kunnen met<br />
derzelver Opfchriften; want, zo men
Ii8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
uit Antiochien aan dien Hoofdman hunner Lüfwachten<br />
ute^ge Zonde B>éij welke Wet in<br />
het Wetboek van Keizer Theodofius (/) gevonden<br />
wordt. Vraagt men de reden, waarom die<br />
Romeinfche Ailéénheerfchers den uitvoer van<br />
Wijn Ohe of geftookte Dranken, naar buiten<br />
t Kijk, verboden, en niet wilden, dat dezelve<br />
aan de Barbaren zouden worden verkocht a<br />
^u ks was ene Staatszorg, door Hen zeiven iii<br />
de Wet uitgedrukt, welker voornaamfle drijfveer<br />
was, om dat Zij geene aanleiding wilden<br />
geven dat die onbegaafde Volken, op de<br />
zoetheid en aangenamen flnaak dier Vruchten<br />
en Dranken verlekkerd, daar door mogten<br />
aangezet worden, om, des te eerder, op de<br />
Rijksgrenzen aan te vallen, en tegen den Romcinfchen<br />
Staat vijandlijkheden tl plegen. De<br />
vroeger Eeuwen t öch hadden hen meer dan<br />
ééns geleerd; en de Gefchiedfchrijvers hadden<br />
bet, ter waarneming, geboekftaafd, hoe het<br />
Roomfche Rijk ondervonden had, dat de uitvoer<br />
van zu ke Waaren nadelig was geweest'<br />
Immers verhaalt de' Romeinfche Historief^mUviUs<br />
f», dat de Galliërs, verlokt<br />
door de zoetheid der Vruchten , inzonderheid<br />
van den Wijn, met nieuwen moed de<br />
Alpen overtrokken; de Landerijen, bevorens<br />
dooi de Emtscen bebouwd, in bezit namen;<br />
en den Wijn, om het Voïk aan te fporen ,<br />
TiSibus. 7 L i b<br />
' ' 7<br />
- C o d k<br />
- T h e o d o f i a n<br />
O) Lib. 5. Cap. 33.<br />
naar<br />
- Tit.13.de
Jaarmarkten of Kermisfen. 119<br />
naar Gallien overbragten.<br />
S£vlfaSden, op de Vruchten van het Ujrf<br />
ve kkerdte maken: immers door het ld -<br />
ken van de aangename Vrncht^, *Jgg<br />
voortbragt, bewoog de Landvoogd<br />
KSdfchen Koning Albomus of A bo<br />
nt« &<br />
om derwaards heênen te komen e»<br />
Ké^ Maraaan , zijnen Vinden het on.<br />
derfcheid van Wapenen met willendefleren<br />
SenV op dat zij noch moediger, noch flor<br />
ter^Sten worden, verbood insgelijks het<br />
^St^neSe^eftigbeid niet te veriie-<br />
? e» en fa ongebondenheid uit te fpatten,<br />
%egerSi voormaals Wijn, of andere üulandfche<br />
Waaren te ontfangen _(ƒ>)• waar m<br />
negouwers, anderen voor de »?«?^2<br />
Toumai, houden,werden ^SSX^<br />
hoezijn hunne N ^ J ^ ^ ^ »<br />
de oude eenvoudigheiu voor dete\eue y<br />
overdaad en pracfe heeftjte* | ^ ^ ^<br />
feheStoffen en GoederenverOmgerd zijn, van<br />
. ta<br />
^T>«£^V, Ub. r. de Bello GalUco C*>.<br />
N<br />
C3) 3<br />
idemLÜ>. 2. Cap 15. Num. 4,<br />
u<br />
H 4
lüO Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
hen verbasterd! 'tlsdusgeene ongepaste aanmer<br />
wanneer hij, ten aanzien van de JaSSS'<br />
" tT/^ » Men behoort der Sven<br />
* te verbieden, dat, op de Jaarmarkten niet<br />
„ gbragt werden zulke dingen, diedenC<br />
" £ 3 ketenen meer tot pracht, tot<br />
" & S T Qrkm<br />
f m<br />
^ C da<br />
thonich-zoe-<br />
„ te Kwaad; dan tot deugd aanzetten • di><br />
* t b<br />
rnke Van<br />
H het<br />
„ dan rijker doen worden: en de Winke-<br />
» r e t<br />
\ M e n<br />
behoorde te zorgen, dat oeene<br />
" SWy*" qVCrtoJ,1<br />
'S e e n<br />
P^t invoe!<br />
" 25 -f**<br />
a,s G o u d<br />
F Zilver, op<br />
„ dezelve gebragt werden jgeerie Zijden daar<br />
» f et Lmne en VVolle voo? den BufgSén en<br />
* Ingezetenen voldoende kunnen zijn : geene<br />
" ^verwdeen voorde pronk WgefcE<br />
^&*> webgebruik<br />
» hebben ; voor wier invoer geene gepaste<br />
» red<br />
en kan gegeven worden.» ' Hefff<br />
was dan het $ s«porfle bij,' en ter<br />
van Zeeland, gedaan om den Kooplieden en<br />
Kranjers , op de Zeeuwfche Jaarmarkten<br />
met ander, toe te laten, dan hunne K q ^ ?<br />
ren m t Gros, of bij voile Stukken te verkopen;<br />
en du? , ten nutte hunner Ingezetenen<br />
de Jaarmarkten en Kermisfen, to teiSfke<br />
Koopmarkten te doen ftrekken; in &<br />
plag<br />
van,<br />
(O Dc Nundinis Cap. £ p a g j 6 J ;
Jaarmarkten of Kermisfen. ia%<br />
•van in het klein, hunne vreemde Waaren uitteventen:<br />
of hunne vreemde Stoffen, enFranfche<br />
Kramerijen, met de Ellen uitteméten.<br />
Welke ene andere gedaante zouden dan onze<br />
Jaarmarkten hebben, dan dezelve thans vertonen<br />
! Een hedendaagsch Fransch Schrijver (3)<br />
fchetst onze Jaarmarkten, ten aanzien der<br />
daar op gemeenlijk te koop gebragte Waaren,<br />
in dezer voegen af: „ Enige Slijters verko-<br />
., pen Katoene en Neteldoekfche. Neusdoe-<br />
„ ken, die te Haerlem; te Augsburg; of<br />
„ teZurich gemaakt wprden, voor Waaren<br />
„ van de Kust van Coromandel. Enige<br />
„ Koopvrouwen van nieuwe Snufjes, uit<br />
Luik of Brusfel, verkopen er Kanten, ruikende<br />
Wateren , Pommades , en brengen<br />
' ?<br />
bederflijke ziektens over. De Yzer-Kra-<br />
• fners, die hunne Mesfen en Schaaren uit<br />
Namen , en uit enige Steden van Duitsch-<br />
" land, verkopen, voor de beste van Parys<br />
en van Engeland. Milaneefche Berg-Boeren,<br />
9<br />
vertonen en veilen Toverlantaarnen, Elecfrique<br />
Werktuigen, Kijkers, Scheermesfen,<br />
" Uurwerken, Milaneefche Zijden-Kousfen.<br />
" Andere Landlieden, van enige der Itahaan-<br />
, fche Bergen, bij Tyrol, tusfchen Trente en<br />
' Basfano, brengen er Hechte Plaaten vanBas-<br />
H<br />
' fano, van Augsburg en van Neurenberg te<br />
" kooo Men vindt er Kooplieden in oude<br />
"<br />
r<br />
Bo,e-<br />
(s) Lettres fur la Hollande, par Pilati, Tom. i,<br />
Lettr. p. pag. 198 & 199- Tom. 2. Lettr. 20. p^g.
122 V>rhanckling over de Zeeuwfche<br />
- „ Boeken en prullen: Kooplieden in gemee-<br />
„ ne Linnens:zulke zijn de Kramers,die ge-<br />
„ noegzaam de geheele Amfterdamfche Ker-<br />
„ mis uitmaken; welke Kermis, buiten die<br />
„ in 's Hage, die de Kermis der Grote Wae-<br />
„ reld is, voor de voornaamfte van alle de<br />
„ Kermisfen der Zeven Veréénigde Gewes-<br />
„ ten gehouden wordt. — De Kermisfen<br />
„ te Amfterdarn , te Haerlem, te Rotter-<br />
„ dam, te Leyden, en vooral in den Hage,<br />
„ brengen weinig vermaaks mede; en dan<br />
„ nog zulk een droevig en onzinnig vermaak,<br />
„ 'twelk den Lieden aanzet, om Hechts van de<br />
„ ene Winkel naar de andere te wandelen;<br />
„ en hunne flaperige oogen op de goederen in<br />
„ dezelve te vestigen. "Deze Kermisfen die-<br />
„ nen nergens anders toe, dan om de kleine<br />
„ Slijters hunne geringe Koop waaien tot enen<br />
„ veel hogeren prijs te doen vertieren, dan<br />
„ zijdezelven, in hunne eigene Winkelhuizen<br />
, gedurende die zelve Kermis, verko-<br />
„ pen. Een Vreemdeling verwacht door-<br />
„ gaans op die Kermisfen dc buitengcwoonfte<br />
„ dingen, en het kostbaarfte uit alle vier de<br />
„ Waerclddeelen te zullen zien; en 'tis vrij<br />
„ natuurlijk , zich zulk een denkbeeld van de<br />
„ Hollandfche Kermisfen te vormen; maar,<br />
„ in de daad, deze Kermisfen zijn juist het<br />
„ tegengeftelde van den Hollandfchen Koop-<br />
„ handel: een nieuwsgierig mensch, een man<br />
„ vanfmaak, vindt er niet één éénigftuk,dat<br />
„ hem kan aanftaan: Duitsch Yzerwerk, van<br />
„ de flechtfte fmaak; Zilverwerk, dat vrij<br />
„ gemeen is; lelijke Kunstplaten van Basfano<br />
en van Augsburg; Landkaarten, onder<br />
wek
jattrmarkien of Ktrmisfin. 12$<br />
„ welken men er met één vindt van den Hee-<br />
„ re r/'yi«57'//e;Zwitzerfche en Duitlche Lin-<br />
„ nens, die men voor Indifche in de hand<br />
„ ftopt; Natuurkundige Werktuigen, die<br />
„ zeer gemeen zijn; zeer weinige Leydfehe<br />
„ Lakenen,en die nog van de genngftc zoorten;eindelijk<br />
zeer hechte Kanten; ruikende<br />
,; Wateren ; 'Smeerfels van dc flechtfle zoort;<br />
„ en Spaanfche Pokken haalt men bij de Kraam-<br />
„ fiers van de mode jDit is het voornaamfle,<br />
„ dat deze Kermisiff opleveren. Het groot-<br />
„ lle gedeelte van de Kramers zijn italiaanen,<br />
Brabanders , Duitfchers , die zich te Am-<br />
„ llerdam en te'Rotterdam hebben nederge<br />
?<br />
zet, nevens enige' Winkeliers uit de Stad<br />
' zelve, daar de Kermis gehouden wordt.<br />
De meeste Menfchen gaan ook niet op de<br />
„ Kermisfen, om te kopen,- maar alléén met<br />
* oogmerk, om de Menfchen en de Waaren,<br />
',' die er zijn , te befchouwen: men wandelt<br />
\ er zo lang over de Kermis, tot men een<br />
voorwerp ontwaar wordt; tot men iemand<br />
* aan een Kraam ziet flilflaan, om 'teen of<br />
" 't ander te kopen jlkaks fchoolt de menigte<br />
" zich om hem; befchouwt het ftuk, dat hij<br />
" kopen wil; hoort van beide zijden loven<br />
" en bieden, en het meeste gedeelte dier<br />
" nieuwsgierigen blazen den koper intusfehen<br />
" enen dikken rook van de flechtfle Tabak<br />
?<br />
' in den neus." Met dezen Franfchen Schrijver<br />
komt, ten dien opzichte, over één, het<br />
z^o-o-en van den te meermaals aangehaalden<br />
Voorzitter van het Zeeuwfche Genootfchap<br />
der Wetenfchappen te Vüsfingen ; wanneer<br />
Hij onderzoekt 5 of onze hedendaagfche Ker-<br />
J<br />
mis-
124 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
misfen en Jaarmarkten gerekend kunnen worden<br />
voor de Steden en Ingezetenen van het<br />
Vaderland, m het algemeen, nuttigen voordeehg<br />
te zijn. „ Bezien wij (dus drukt die<br />
„ 20 kundige, als naarftige Schrijver zich uit)-<br />
» d e<br />
Kermisfen en Jaarmarkten van den<br />
„ kant der Waaren, die te koop gebragt<br />
" worden, wat zijn ze, voor 't grootfte geb<br />
deelte? Veeltijds zulke, die men volftrekt<br />
„ ontbeeren kan ; en idaar men niet aan den-<br />
„ ken zoude, om ze rVlcopen, kwamen ze<br />
„ niet, bij deze gelegenheid, gevajlig voor<br />
•v ft<br />
ct oog. Doorgaans zijn de meeste flecht<br />
„ in zoort; en fchoon voor 't oog, is half' ver-<br />
» kocht; maar ziet men 't na; komt het in<br />
„ t gebruik, dan valt het dikwijls zo te-<br />
„ gen , dat de Koper 't zich beklaagt, en<br />
„ geen anderen troost heeft, dan te denken;<br />
» ja 't is Kermis goed. " Maar, hoe fterk<br />
onze hedendaagfche Jaarmarkten en Kermisfen<br />
ook mogen vervallen zijn; welke misbruiken<br />
daar in OOK, ren dien opzichte, plaats vinden<br />
; neemt zulks, noch de nuttigheid,noch<br />
het voordeel, weg, dat de Lands-Hoofden, met<br />
het oprechten en inftellen van dezelve, bedoeld<br />
hebben,; en dat de Steden en Ingezetenen<br />
om dezelve te mogen hebben, deed verzoeken.<br />
De Lands-Overheid, en de Stedelijke Regeeringen<br />
hebben vrijheid, om alle misbruiken,<br />
bedrogen nadeelen, die aan hunne Op- en Ingezetenen,<br />
door de niet dan winst-beöogende<br />
Kramers, kunnen worden toegebragt, 't<br />
zi] met aan dezelve ondeugend Goed en<br />
Hechte Waaren in de hand te ftoppen en te<br />
verkopen; 't zij met hunne Gildens, Am-<br />
bach-
Jaarmarkten" of Kermisfen. 125<br />
Dachten, Handwerken en Winkels, door het<br />
invoeren, vertieren en venten van zulke dingen,<br />
die bijzonderlijk aan zekere Gildens behoren;<br />
of, binnen hunne Steden, door fchot<br />
en lot betalende Ambacht- en Handwerklieden,<br />
voor den zelfden, of mogelijk voor minderen<br />
prijs,geé'venredigdaan de hoedanigheid,<br />
zoort, of werk, kunnen worden geleverd; zo<br />
veel in hen is, te weeren, en, door een verbod, te<br />
verhinderen, dat zulke Hechte, ondeugende, of<br />
hunneüp-enlngezetenenbenadeelende Waaren,<br />
op openbare Jaarmarkten en Kermisfen, met<br />
zullen mogen worden gebragt,vertierd , of verkocht<br />
worden; waar van hier voren verfcheide<br />
voorbeelden gegeven zijn; maar, buiten zulken<br />
verbod zijn alle Waaren en Koopmanichappen<br />
geoorloofd op de Jaarmarkt te brengen , en te<br />
'verkopen. Het Oétroij, door Koning Filips den<br />
Tweeden, als Graaf van Zeeland, aan die van<br />
Goes gegeven, op den 23. van Wintermaand<br />
i5§o,endus weinig tijds voor't geheel affchuddên<br />
van dat knellend Graaflijk juk, fpreekt, ten<br />
dien opzichte, zo ongemeen, als onbepaald;<br />
want bij 't zelve wordt ene Vrije Jaarmarkt verleend<br />
van Paarden, Beesten, en allerhande Koopmanfchappen;<br />
doch deze algemeenheid werd<br />
door Robert Dudley, Graaf van Leicester, als<br />
Gouverneur-Generaal der Nederlanden,ontrent<br />
zeven jaren daarna, merkelijk ingebonden;<br />
want op den 10. van Oogstmaand 1587, maakte<br />
Hij, op verzoek der Regeering, deze verandering<br />
: dat op die Jaarmarkt niet mogten<br />
komen enigerhande Manufa&uuren, of Handwerken.<br />
En de Voorrechts-Brief, door Graaf<br />
Willem van Henegouwen aan die van Middel-
"iiu',011<br />
vergezeld<br />
mot enige<br />
Vermauklijfcheden.<br />
136* Verhandeling over de Zeemvjiht<br />
delburg verleend , zegt: „ Ende deze Jaar-'<br />
»<br />
i<br />
;<br />
1<br />
i<br />
1<br />
(<br />
«3<br />
m a r k t z a I in<br />
gaan op Sinte Maria Magdale-<br />
» na-Avond, en geduuren vijfda^en, ende<br />
„ niet langer; voor PaerJen , ende alle an^<br />
„ dere Beesten, de eerste twee dagen; en van<br />
„ Lakenen, ende vanMercerien, endevan al-<br />
„ leu anderen goederen, drie dagen." Uit welken<br />
Giftbrief men te gelijk ontwaar wordt,<br />
dat deze Jaarmarkt is ene van die gemengde<br />
Kcrmislen, op de welke, niet alleen allerhan*<br />
dc zoorten van W-aren en Koopmanfchappen;<br />
maar ook allerieije Beesten, Paarden, Runderen,<br />
Koeijen, Kalveren, Schaapen, Lammeren,<br />
enz., gebragt konden worden; gelijk<br />
men op dezelve ook eertijds gewoon was verkheide<br />
Bontwerken; nevens allerieije Lakenen,<br />
geverfd, en ongeverfd; Goud en Zilverwerk;<br />
enz. te koop te brengen.<br />
Gelijk die oude Kerk-Feesten, zo bij<br />
de eerste Inwijding van 't Gebouw; als op<br />
derzelver Jaarlijkfchen Gedenkdag, ook in<br />
deze Landen, en bijzonderlijk in Zeeland, met<br />
veel pracht en luister, plegen gevierd te worien<br />
; vergezeld gaande met fraaije Kerk-Sie-<br />
•aaden,Ordens-Kleederen, uitmuntende Veronmgen,<br />
keurig Muzijk,en plechtige Omfanfen<br />
(f): zo hebben ook de Waereldlijke Overleden<br />
zich niet minder bcvlijtigd, om hunne,<br />
laar bij vergunde, Jaarmarkten, Voor de toeevloeide<br />
menigte, aangenaam, vermaaklijk,<br />
n tijdkortende te maken, met het veröoriorvH-'\
Jaarmarkten of Kermisfen. liy<br />
ven van alle openlijke, en op zich zeiven<br />
onzijdige vermaaklijkheden \ dus verfchenen de<br />
Drie Schutters-Gilden van Arnemuiden , bij<br />
het Kerk-Feest te Middelburg, in volle Wapenen,<br />
met hunne Wagenen, Trommen en<br />
Fluiten : men zag er de wonderen der Natuur,<br />
wanneer men, voor al betreklijk tot het<br />
Menschdom, ene wanfchapenheid, in grootte<br />
, of kleinte , of in andere misvorming gemaakt<br />
had: en geen wonder; want de Inlteller<br />
dier Jaarmarkt zelve, Graaf Willem, fcheen in<br />
diergelijke Vertoningen vermaak te fcheppen:<br />
immers verhaalt de Schrijver onzer Vaderlandfche<br />
Historie,hoe deze Graaf,in't Jaar 1322,<br />
de Kroning van Koning Karei den Vierden, in<br />
Frankrijk, bijwoonde, vergezeld van vele<br />
zijner Hollandfche Edelen, die geene kosten<br />
Ipaardcn, om 's Graaven luister te helpen vermeerderen;<br />
en dat, bij die gelegenheid, deze<br />
Graaf het Hof vermaakte, met de vertoning<br />
van ene Zeeuwfche Vrouwe, zo groot, dat<br />
Mannen bij haar Kinderen geleken; en zo<br />
fterk, dat zij, in elke hand , ene Ton Hamburger<br />
- Bier droeg ; en enen Balk, die acht<br />
Mannen niet konden heffen, bragt, waar men<br />
dien wilde hebben (V); en fchijnt die Eeuw niet<br />
fchaars geweest te zijn in het voorbrengen van<br />
zogenaamde Reuzen; want men vindt in den<br />
leeftijd van dezen zelfden Graaf, insgein>s vermeld<br />
(u) JVillulmi Momchi, £f Prbcjimons Egmondenfis<br />
Chronicon ad Annum 1323. apud Matthaemn in<br />
Anatect. Tom. 2. pag 606. Edition. in 4W, Vaderlandfche<br />
Historie, 3. Deel pag. 205.
Onder anderen<br />
van ïoneelfpelen.<br />
Ia8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
meld de vermaarde Klaas.van Kielen, anders<br />
genaamd de Spaarn'ouder Reus, die (zo men<br />
de getuigenislèn der Schrijvers geloven mag)<br />
van ene yerfchriklijke grootte moet zijn geweest<br />
(y).<br />
b<br />
Inzonderheid vermaakten onze jftederlandfche<br />
Dichters en Toneelfpelers, onder den<br />
naam van Rhethorijkers meest bekend , deze<br />
Kerk-Feesten en jaarmarkten: in verlcheide<br />
Steden van Zeeland hadden deze hunne bijzondere<br />
Kamers; men vindt dezelve te Middelburg<br />
ingefteld, in den Jare i 4 3o. en door<br />
J Ie Regeering begiftigd met Voorrechten en<br />
j jrdonnantien: hun Blafoen,of Eerteeken was<br />
3 ret Bloemke van jesfe; en hunne Zinfpreuk-<br />
'n minne bloei jende (w). Het gebouw, waar<br />
:ij hunne fpelen vertoonden, is nog, onder<br />
!en naam van Rhethorijkamer, in wezen,<br />
• i Eaaride op de grote Markt, aan de linkerzijde<br />
\ in 't Stadhuis,en is nu dewijl 't gebruik dier<br />
I Warner,zedert enen geruimen tijd van Jaren,<br />
V emietigd is, in ene Herberg veranderd: dus<br />
h ad Vlisüngen insgelijks hare Rhetorij-Kamers<br />
H i de zogenaamde Markt - Straat O). Voor<br />
d ;n aanvaiTg der Kermisfen waren voornoemè<br />
: Rhethorijkers gewoon , aan de verst afge-<br />
le-<br />
l 'v) LudoIfSmh, Schatkamer van Nederlandfche<br />
Oi idheden, pag. en 388.<br />
» VanHeusfen, Kerklijke Oudheden der Veréé<br />
ni; ;de Nederlanden, 4. Deel, inde Historie, of<br />
Be fchrijving van het Bisdom van Zeeland, Fol. 26.<br />
(x) Gargon, Wakherfche<br />
pas ;. 224.<br />
Arcadia, 2. Deel
Jaarmarkten of Kermisfen. ia$><br />
ïeoenfte Kamers hunne Kaarten of Vragen<br />
rond te zenden ; én, onder andere prijzen,<br />
ook ene te ftellen voor die Kamer, die het eerst<br />
met de grootfte pracht, en, in het grootfte getal<br />
van Kamergasten, op den daar toe bepaalden<br />
dag, ter plaatfe, alwaar het Kermis was,<br />
verfchijnen zoude, om de uitgefchreve Kaarte<br />
of Vragen, in Dichtmaat, te beantwoorden,<br />
(f); en deze Rederijkers reisden met<br />
hunne Wapens, Sieraaden en Wagens, naar<br />
die vSteden, daar Kermis, of Jaarmarkt gehouden<br />
werd: dus wonnen die van Middelburg,<br />
in 't Jaar 1507, op het Redenrijkfpel te Reimerswale,<br />
ene Stad, thans in Zee verdronken,<br />
zeven tinne ftoopen , en tien tinne kannen,<br />
op dewelke het Wapen der StadReimerswale,<br />
en het devies der Kamer met den datum daarbij<br />
gefchilderd ftond (z).<br />
Ook waren de Schutterijen gewoon, op deze<br />
Kerk-Misfen en Jaarmarkten, in pracht uit<br />
te munten; in door de Steden op te trekken;<br />
hunne Wapen-Oefeningen te vertonen; en hunne<br />
Wapenfchouwingen te verrichten; wanneer<br />
alle de Schutters op het deftigfte uitgedost, te<br />
voorfchijn kwamen: en hier van kan nog op<br />
heden, onder menigvuldige anderen, dejaarlijkfche<br />
optocht der Haagfche Schutterij ten<br />
voorbedde ftrekken: dus trokken de drie Schutters<br />
Gilden van Arnemuiden, op het plechtigfte,<br />
naar<br />
Cv) Guicciardin, Befchrijving der Nederlanden,<br />
Fol 70. Van Meteren, Nederlandfche Oorlogen,<br />
op het Jaar 1562. Fol. 29. Van Lcon, over de Hollandfche<br />
Markten en Kermisfen, pag. 72- en volg.<br />
(2) Smxhorn, ,Kjoaijk van Zeeland, %. Deel pag.<br />
1<br />
Door 't optrekken<br />
van<br />
Schutterijen,
13° Verhandeling ever de Zeeuwfche<br />
naar Middelburg, om (zo als hier voren reeds<br />
verhaald is)den Jaarlijkichen Omgang, ter eere<br />
van de Kerk-wijding, of het St.Pieters Kerkfeest.<br />
by tewoonen en te vergezellen. Van alle<br />
deze Feest-vermaken nu fchijnt afkomstig, dat<br />
ook thans; na het afschaffen der openbare oefening<br />
van den Roomichcn Godsdienst hier te<br />
Lande, en dus ook van deszelfs Ker"k-Feesten;<br />
onze Jaarmarkten nog veeltijds van Kennis-vermaken;<br />
als van het vertonen van Treur-Blij-en<br />
Klucht- Spelen; van Danferijen op Koord en<br />
Cytherdraad, en andere zoortgclijke Spelen en<br />
Vertoningen vergezeldxvorden: dat men almede<br />
nog gewoon is, op onze Kermisfen, vreemde,<br />
zeldzame, uitlandfchc en niet dikwerf met<br />
öat oogmerk herwaards overgebragt wordende<br />
Dieren, en daar onder zelfs Wilde Beesten;<br />
ook nieuwlijks uitgevondene Konstltukken; en<br />
Misvormingen der Natuur, te brengen, om dezei<br />
ve,in opgellagene I Ioute Tenten, of in daar<br />
toe gehuurde Huizen, of Kamers, bij fommige<br />
Burgers of Herbergiers, voor een gering geld,<br />
den Nieuwsgierigen te laten zien. En dit alles<br />
als zijnde een geoorloofd vermaak, is (haar mijn<br />
oordeelj geenzins te laken;hoe ook de bovengenoemde<br />
Franfche Schrijver f» daar op fchrolfen,<br />
en het zelve, met zijne hekelpen, op dc volgende<br />
wijze, ongunstig fchetfenmoge: „Zeer<br />
,, dik werf (ze§t hij) hebben deze^Kermisfen<br />
,» geene Spelen,Theaters, of Tóneelen: fomtijds<br />
vindt men daar de gemeenfre Danlërs ;<br />
„ openen anderen tijd laat men U enige wanè<br />
khapene Kinderen , uit het Land zien;<br />
„ die<br />
U ) Lettres fur IJ Hollands, Tom. i. Lett. sc<br />
P«fi. 179.
Jaarmarkten of Kemisfin. 131<br />
u die men voor Laplanders opgeeft; of men<br />
„ vertoont een Mensch van bij de zeven voe-<br />
„ ten lang, dien men voor een' Reus uitgeeft.<br />
„ of enig ander zoortgelijk bedrog. Het is een<br />
„ groot geluk, zo Gij er Apen op ontmoet,<br />
„ ook kleine Vogeltjes of Honden, die enig<br />
„ Spel vertonen; ook wel Kemelen, die een<br />
„ gekrijs maken, als of zij zich over de lucht-<br />
„ ftreek, waar in men hen heeft overgebragt»<br />
„ beklagen," i( t<br />
Onder deze Kermis vermaken, zijn, inzonderheid,<br />
te tellen de Bijéénkomften en Maaltijden<br />
, die men van ouds, bij gelegenheid<br />
van deze en zoortgelijke Jaar-Feesten, gewoon<br />
was te geven. Zelfs waren de Oude<br />
Romeinen gewoon zulke Jaar-Feesten , ter<br />
eere van hunnen Krijgs - God, Mars, Jaarlijks<br />
in Lentemaand te vieren , op welke Jaar-<br />
Feesten de Priesters, met hunne Schilden, of<br />
Wapenen,in 'topenbaar verfchenen (4), waar<br />
van men enen Steen bij den Oudheid-Onderzoekenden<br />
J.Gruterusontmoet (c); en deze<br />
Feesten werden door hen Saliorum Festa genaamd<br />
(d). Ook hadden de Oude Christenen,<br />
hoewel uit een Godvruchtiger beginfel, en<br />
van gepaster Zeden vergezeld, de gewoonte,<br />
bij gelegenheid van het Inwijden ener Kerk,<br />
of ander Godsdienftig Geflicht, eikanderen<br />
te vergasten : doch deze Gastmalen veraarto<br />
te-<br />
{b) Livius, Lib. 1. Cap. 20. Num, 4. Guthberktus,<br />
de^Saliis, pag. 85-<br />
N l i m<br />
(e) In Codice Infcription. Fol. 173- - 5-<br />
(d) Jujbnius, Epiftol. 9. g. 13- Apud Symmachm<br />
Lib. .1. Epiüol. 23. Epulae , Saliariae £ƒ Comma<br />
Saliaria,<br />
I a<br />
Doör 't geven<br />
van Kei-,<br />
mis - Malen.
133 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
teden,met den tijd,zodanig van hunne Godvruchtige<br />
beginfelen, dat dezeiven vervolgens<br />
vergezeld werden van Steek- en Scherm-fpelen,<br />
Torneamenta genaamd (») ; als mede<br />
van Voet-Paard-en Wedlopen (ƒ;; welke,<br />
van wegen de overdaad en ongebondenheid'<br />
die daar bij plaats hadden, reeds in 't begin<br />
der Achtfte Eeuw, onder de Regeering van<br />
Keizer Lodewijie, den Godvruchtigen, zeer<br />
fcherpelijk verboden werden: ook veranderden<br />
deze, voormaals Vrienden- en Christelijke<br />
Maaltijden, allengskens in Smul- en Slempmalen,<br />
die eerst opentlijk in de Gewijde Kerken,<br />
en, naderhand, buiten dezelve gegeven<br />
werden (g); terwijl op deze Feest -Malen de<br />
gulzigheid en dronkenfehap, niet zelden, de<br />
hoofdrollen fpeelden, waar van de Vermaarde<br />
Hoogleeraar op Leuvens Hoge-School Zegerus<br />
Bernardus van Espen het volgende ge-'<br />
tuigt: „ Maar, te gelijk fchier met die pledK<br />
„ tigheid," (fprekende van het Inwijden der<br />
Kerken, en van de wijze, op welke zulks,<br />
naar de manier der Roomsehgezinden gefchiedt)<br />
„ begon genoegzaam overal het<br />
„ misbruik der Maaltijden, en Vrienden-<br />
„ Malen in te fluipen. Daar de Inwijdings-<br />
„ dagen der Kerken niet over al, op een en<br />
„ den zelfden dag invielen, bragt men den<br />
„ Zo-<br />
(O Spelmannusin Glosfariö.<br />
(f) Eu&enii Papae Decretal. Cap. 7. en Alkemade<br />
Nederlands Displegtigheden, 2. Deel Cap. 31. tj. s.<br />
pag. 417.<br />
(g) SUmius JpoHir.aris, Lib, 4. EpiftoL 15.
Jaarmarkten of Kermisfen. 133<br />
„ Zomer, bijkans op eiken Zondag, nu hier,<br />
„ dan daar, door, om die inwijding te vieren.<br />
„ Het gebeurde hier door al verder, dat het<br />
„ VolkyiH Vlekken en Dorpen, famen fchool-<br />
„ de , om over en weder hunne Kerk - Wij-<br />
„ ding bij te woonen/twelk, van wegens het<br />
„ fmui len, dronkenfehappen, en het plegen van<br />
„ andere ongeregeldheden en wellusten, daar<br />
„ uit voortvloeiende, bij de Neder - Gallen een<br />
„ fpreekwoord heeft voortgebragt: Faire let<br />
„ ducace: Zijn hart ophalen,- goeden fier ma-<br />
„ ken; de dronkenfchap den teugel vieren; met<br />
„ één woord : Kermis houden "<br />
een voorbeeld hier van heeft ons dé'Kanunnjh<br />
kale Domheer van 't Grote Choor der Cathedrale<br />
Kerk te Straatsburg, de Abt Grandedier<br />
de befchrijving gegeven van ene Oude Broederfchap<br />
van 'Zuipers, gefticht aan de Grenfen<br />
van Loraine , Lotharingen en den Elzas<br />
(*').' De Provinciale Kerkvergaderingen te<br />
Keulen j te Kamerijk ; en te Doornik ; waren,<br />
in de Jaren 1536, 1550 en 1589-5 genoodzaakt,<br />
tegen zulke en diergelijke Feestmisbruiken,<br />
voorzieriinge te doen ; waar^ in<br />
Zij, ten aanzien onzer Nederlanden, door Keizer<br />
Karei den Vijfden voorgegaan, en door<br />
zij"<br />
(70 De Jure Ecclefiastico Univerfo , Tom. 1.<br />
part. 2. Seaion. 2. Tit. 1. Cap. 4. De Confecratione<br />
Eccleüarum, ejusque Ritibus, g. 25. 26 & 27.<br />
(O Anecdotes relatives a une Ancienne Confrairle<br />
de Buveurs , établies fur les confins dc Loraine<br />
& del'Alface: dans 1'Efprit des Journeaux; Fevrief<br />
J781. pag. 237 & 2<br />
38.<br />
I 3
Die, ten tij.<br />
de van KeieerJustiniaan,<br />
en<br />
vroeger<br />
reeds in gebruikfcliijnen<br />
te zijn<br />
geweest.<br />
Bij welke gelegenheid<br />
een Advis<br />
van Ulpiaan<br />
JJb. 32. Ad<br />
Edictum; of<br />
de L. 69.<br />
Lib. 17. D.<br />
Tit, 2. Pro<br />
134 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
zijnen Zoon en Opvolger, Koning Filips den<br />
Tweeden gevolgd Werden, ijl derzelver Placaateu<br />
van den 7. van Wijnmaand 1531. en 22. van<br />
Zomermaand 1598 (*). Ook fchijntmen van<br />
zulke Kennis - Malen reeds enige voetftappen te<br />
vinden in het Wetboek van Keizer Juftiniaan,<br />
bijzonderlijk, wanneer men degemeene<br />
lezing behoudt van een Advis, door den beroemden<br />
Rechtsgeleerden Ulpiaan (die in<br />
de Derde Eeuw der Christenen, onder Keizer<br />
Alexander, bloeide) gegeven wegens het beginnen<br />
en het aanleggen van ene Rechtzaak tusfchen<br />
Vennooten, die overééngek omen waren,<br />
om, op zekeren Jaarmarkt, met den anderen<br />
enige Waaren of Koopmanfchappen te kopen,<br />
en tevens bedongen hadden, dat één van hen alléén<br />
ti& Kermis-Maaltijden zoude verzorgen,<br />
en de andere, Vennooten van den handel ontilaan<br />
ingeval die belovende Vennoot daar van<br />
in gebreken bleef. Welk Advis, naar degemeene<br />
Latijnfche lezing (/) vertolkt dus luidt:<br />
„ Wanneer een Vennoötfchap, om gezament-r<br />
„ lijk te. köjaen j werd aangegaan ;, en men<br />
„ was overeengekomen; dat één alléén den<br />
„ overigen de Nundinae (naamlijk de Maal-<br />
„ tijden) zoude verzorgen, en de andere Ven-<br />
„ nooten van den handel ontilaan; zo moet<br />
„ men, indien hij hen die Maaltijden niet had<br />
„ ver-<br />
(k) Groot.Hollandsen Placaat-Boek, 1 Deel Fol.<br />
383. Placaat-Bock van Vlaanderen, 2.Deel. 1.Boek<br />
ctubric. 4.<br />
(I) Lib. 32. ad fcdictifflL L. 69.Lib. 17. D. Tit. 2.<br />
j 'ro Socio.
Jaarmarkten of Kermisfen. 135<br />
„ verzorgd, tegen hem in rechten handelen, \<br />
„ en uit hoofde van Vennoötfchap; en uit 1<br />
iocio; onlerzoclit<br />
en<br />
litgelegd<br />
„ hoofde van Verkoop." doch, de Uitleggers -vordt.<br />
zijn het, noch ontrent de lezing; no.h ten op :<br />
zichte van het verifand van dit Advis, op verre<br />
na niet eens, terwijl zeer vele Rechtsgeleerden<br />
hunne moeite en arbeid hebben te<br />
kost gelegd, om den rechten zin» en mening van<br />
't zelve te ondekken: en wordt, over het algemeen,<br />
deze Wet gehouden voor ééne der Zeven<br />
Wetten in ons Wetboek, die den Ukleggejrendoen<br />
zweeten; voor ééne der zeven Knusfen,<br />
op de welken Zij hunnen Geest afmartelen,en<br />
dewelken Zij, bijnaa, voor onoplosbare<br />
raadfels houden. Cu/acius (m). Antiion ius Faber<br />
(n), Guilielmus Fornerius (0), en zijn<br />
Zoon Rudolphus Fornerius fj>), benevens<br />
de Hoog-Leeraaren Johannes Jacobus Wisfenbach<br />
(cj), Strauchius (r), Antonius Davinus<br />
(s), Voet Qt), Janus a Costa<br />
(m) Lib. 4. Obfervation. Cap. 17. Tom. 2. Part.<br />
Posterior. Operum, Column. 104.<br />
(n) Lib. 5. Conjeftur. Cap. 4-<br />
(0) In Commentariis de Verborum Signifïcationibus.<br />
(p) Lib. 3. Rerum Quotidianarum, Cap. 18.<br />
(5) Disputatio Particularis ad dictam Legem, in<br />
Exercitationibus ad Pandectas, part. 1. Disputation.33.<br />
(r) ln Praelectionibus Academicis ad'fitulum; pro<br />
oocio.<br />
(s) Disfertatio ad hanc legem , post fuas Juris<br />
Ficliones.<br />
(C) ln Commentariis ad Lib. 17. Pandectarum,<br />
Tit. 2. pro Socio, Num. 18-<br />
(M) In Commentariis ad Lib. 3. Inftitutiontim ,<br />
Cap. 25. & ia Rec'tatione Solemni ad dictam Le toenu<br />
I 4<br />
en
't Gevoelen<br />
van LuioyittitRtisfar-<br />
dus ovet ui<br />
Wet.<br />
136 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
en andere geleerde Mannen hebben zich daar<br />
mede beziggehouden. Het zal dus wel der moeite<br />
waardig zijn om na te gaan, wat die Geleerden<br />
daar van gezegd hebben; en dan eindelijk<br />
ene proeve te nemen, of wij die zware W et niet<br />
in een helder en verftaanbaar daglicht kunnen<br />
voorftellen. Het is den Uitleggeren niet ongewoon,<br />
om, wanneer zij, naar hunne gedachten<br />
, de zin en mening van enig gezegde der<br />
Oude Latijnfche en Griekfche Schrnvereri of<br />
van enige Wet in 't Romeinfche Wetboek, niet<br />
treffen kunnen,de fchuld daar van op de Affchrijveren<br />
te leggen: dan moet het de gemeene lezing<br />
misgelden; dezelve wordt berispt, en moet,<br />
naar hun oordeel veranderd, en verbeterd worden.<br />
Dit lot trof ook deze Wet, en dit gezegde<br />
van den Prins der Romeinfche Rechtsgeleer<br />
den. Dus is dePranfcheHoog-Leeraar, D<br />
op de<br />
Hoge-School te Bourges, in 'i Landfchap Berry,<br />
onder 't Gouvernement, of Opperbevelhebberfchap<br />
van Orleans, Ludovicus Ru sfar dus, die<br />
het Wetboek vsnjufïiniaan, met onderfchei-<br />
; dene Lezingen, en Aanmerkingen heeft uitgegeven,<br />
van gevoelen; dat in het zogenaamde<br />
Florentjnsch Handfchrift , 't welk in de Bibliotheek<br />
te Florence bewaard, en, alomme,<br />
voor het beste van alle de Affchriften gehouden<br />
wordt, ene blijkbare feil moet ingeflopen<br />
zijn; naardien hij zegt niet te kunnen begrijpen,<br />
hoe de Rechtsgeleerde Ulpiaan heeft kunnen<br />
zeggen, dat Nundinae zouden beteekenen Epulae,<br />
dat is, Maaltijden, Gast en Feest-Malen;<br />
hierom meent hij, dat men de woordekens id.<br />
efl, dat is , zoude moeten uitlaten, en dat<br />
het woord Nundinae niet voor een zelfsflan-<br />
dig,
Jaarmarkten ef Kermisfen. ïZ7<br />
di
13" VerhandJing over de Zeeuwfche<br />
h<br />
^ x<br />
fl^Tjwbeloften, en gebruikt het<br />
yord Spunfaha, voor wederzijdfche beloften,<br />
die, voor een toekomend Huu-eliik over<br />
en wedergegeven worden; terwijl dat woord<br />
bij anderen gebruikt wordt, om daar mede, of<br />
de brmdsgaven j of ook wel de Maaltijd, die<br />
bij ha ondertrouwen gegeven werd, uit te druk-<br />
\(*Xdus toch fchreef de Roomfche Bur-<br />
g<br />
3311 Z i j n e n B r o e d c r<br />
17 TZ Qjtiutus;<br />
te op den Achftenvande Idus,dat is den" 6. van<br />
„ Grasmaand , heb ik de Sponfalia aan Crasfi-<br />
„ ƒ>« (aan wien Tullia(f) ondertrouwd was)<br />
„ gegeven dat is de Maaltijd, die de Vader<br />
van de Bruid gewoon was aan den Bruidegom<br />
te geven; want (vervolgt hij) 0p die Aüte<br />
tijd zijt Gij mijn beste Kind Quintus niet<br />
„ geweest ' 't Zou dus niet te verwonderen<br />
zijn, indien het woord Nundinae voor de Maaltijden,<br />
die, bijgelegenheid der Jaarmarkten,<br />
werden gegeven, en dus voorEpulaegebruikt<br />
werd ;en dat dus Ulpiaan ook dat woord in den<br />
vootfehreven zin gebruikte, om te tonen, dat<br />
het beding, tusfchen de Vennooten aangegaan<br />
geen ongeoorloofd beding was. Maar, hoe'<br />
itrookt dit beding met het volgende: „ Als<br />
„ het Vennoötfchap is aangegaan, onue ko-<br />
„ pen, en men daar en boven is overééngeko-<br />
„ men, dat één alléén den overigen de Maal-<br />
„ t if<br />
(x) Cicero in Epiilol. ad Qm'ntum Frati-em, Lib. 2.<br />
Hpistol. 6.<br />
Ubrl<br />
I d e m a d u i n t<br />
Q - F r a<br />
fcm, Epistol. S. Ejusdcm
jaarmarkten cf Kermisfen. 139<br />
„ lijden verzorgen zal; en zijne Mede-Vennoo-<br />
,, ten ontflaan van den handel,. dezelve daar<br />
„ van vrijlaten , bevrijden, ontheffen"? Hoe<br />
kan uit het geven van zulke Maaltijden een<br />
Recht van aantaal geboren woidtn uit Verkoop;^<br />
want de Rechtsgeleerde zegt: Indien hij<br />
voor hen die Maaltijden niet verzorgde, moet<br />
'men hem , in Rechten, aaufpreken , uit Vennootjc/iap,<br />
en uit Verkoop? De anderzmts onvergelijkelijke<br />
Uitlegger en Toelichter der<br />
Rüïiieiniche Wetten en Rechten; de Eerste<br />
ondsr de Franfche; Ja wel'ligt, onder alle<br />
Van Jetotyt<br />
dc Rechtskundigen; Jacobus Cujacius, houdt Ctijacius.<br />
de lezing van Rusfdrdus, (die zich de moeite<br />
c-eo'even had om het Roomfche Recht te ontwikkelen,)<br />
wel voor de beste; maar betuigt<br />
tegelijk (s), dat hij, na alle door hem gedane<br />
onderzoeking, nog niet durfde zeggen;<br />
dat hij deze onze Wet, hoedanig er hem geene<br />
zo moeilijk gevallen was, verftond , zo<br />
als hij dezelve 'behoorde te verltaan. „ Ja<br />
„ ik zie niet ( zegt die Prins der Réchts»<br />
geleerden) „ hoe men het woord Nundinae,<br />
„ voor. Epulae, kan nemen: ik begrijp niet,<br />
wat het zeggen wil: zijne Mede - Vennooten<br />
van den handel ontflaan, bevrijden,<br />
, ontheffen, vrijlaten, wegzenden; d negotio<br />
\ dimittere. En, 't geen nog duisterer is, dat,<br />
als die Maaltijden. niet gegeven worden ,<br />
•• hoe daar uit een Recht van aantaal konde<br />
„ k*H<br />
(2) Lib. 4. Obfervation. Cap. 17. Tom. 1. Tart,<br />
Pofterior. Opcr. Column. 104.
14° Perhandeling ever tie Zeeuwfche<br />
•» komen, dat uit Vennoötfchap en Verkoop te<br />
gelijk moest worden aangelegd;en, dewijl<br />
" t t e z e w<br />
& ook in andere uitgaven in dezer<br />
» voegen gelezen wordt : Als een Vennoot-<br />
„ Jc/iap wordt aangegaan om te kopen, en er<br />
V u<br />
Z eU<br />
jk bedongen wordt, dat één van<br />
„ die Vennooten alléén voor de anderen de<br />
„ Kermis-Maaltijden beftellen zal, en hen,<br />
„ om te handelen, om den koop te doen , zal<br />
„ laten gaan , zal wegzenden; ad negotium<br />
„ chmittere; zo ben ik niet zeker, welke van<br />
„ beide die lezingen de beste zij; fchoon ik<br />
» d e laa<br />
tfte lezing kiezen zoude." De<br />
fpreekwijzen, iemand tot den handel fchikken,<br />
gebruiken, afzenden om handel te drij,<br />
vcn,m en adnegotia^mittere, worden bij goede<br />
Latijnfcbe Schrijvers , en ook bij Ulpü<br />
aan zeiven gebruikt : maar, hoe vele zwarigheden<br />
doen zich in die uitlegging niet op 9<br />
hoe gewrongen komt het niet aanflonds voor 2<br />
men zal.een Vennootlchap aangaan, om famen1<br />
handel te drijven; om, op zekere Jaarmarkt<br />
te famen enige Waaren te kopen; en<br />
boven dit beding, boven het aangaan van deze<br />
Maatfchappij, buiten dit Contract, komt dadelijk<br />
een nader beding tusfchen die zelfde<br />
Vennooten, naamlijk, dat één van hen al-<br />
Z o r g d r a g e n v o o r d e<br />
ri Jaarmarkts<br />
Maaltijden; terwijl hij de overige met het inkopen<br />
zal laten geworden; en dat, wanneer<br />
het bedoelde goed door die overige Vennooten<br />
gekocht zal zijn, als dan die overige Vennooten<br />
een Recht van aantaal hebben tegen hunnen<br />
Mede-Vennoot, niet alleen uit hoofde van<br />
hun Vennoötfchap ; maar ook uit hoofde van<br />
den
Jaarmarkten of Kermisfen. 141<br />
den gedaanen verkoop; wanneer die ene Vennoot<br />
in gebreken gebleven ware, de Jaarmarkts<br />
Maaltijden voor zijne Mede-Vennooten<br />
tebeftellen: dit zoude te begrijpen zijn,<br />
dat, in zulk een geval, de overige Vennooten,<br />
wanneer zij den inkoop der goederen voor de<br />
Compagniefchap gedaan hadden; en dat dus<br />
aan hunne zijde, 't geen zij op zich genomen<br />
hadden, volbragt was; als dan een Recht uit<br />
Vennoötfchap , uit kracht van hun Contract,<br />
uit hoofde van hunne Maatfchappij, ten laste<br />
van hunnen Mede-Vennoot,die voor de Maaltijden,<br />
geduurende de Jaarmarkt, niet gezorgd<br />
, en dus aan zijne zijde , zijne op zich<br />
oenomene verplichting niet volbragt had; konnen<br />
aanftellen; maar hoe komt hen daar uit<br />
toe, een recht van eisfchen, uit hoofde van V?koop?<br />
dit aantaal toch zou eerder den Verkopers<br />
, dan den Mede-Vennooten, die aan hunnen<br />
Medgezel niets verkocht hadden, toekomen<br />
; er viel ook geen aantaal uit koop; want<br />
die ééne Vennoot, die het bezorgen der Maaltijden<br />
op zich genomen had, had niets op die<br />
Jaarmarkt gekocht; weshalven de Oude Aanreekenaar<br />
op onze Wet; Accurfuis, de woor Van /tccnf*<br />
den ex Vendito, ten onrechte, verandert in ex pus.<br />
Empto; want dan zoude, volgens dat gevoelen,<br />
of de Rechtsgeleerde Ulpiaan mz\)n Advis gedwaald<br />
hebben, met aan die Mede-Vennooten<br />
een Recht uit Verkoop toe te kennen; daar<br />
zij alleen uit Maatfchappijkonden betrekken:<br />
oi' de zin van de Wet moet hier op nederkomen:<br />
dat de Kramer, niet alleen die Vennooten<br />
, aan wien het kopen was overgelaten,<br />
die daar toe op de Jaarmarkt gekomen<br />
wa-
Van Salmafius<br />
cn 4nt<<br />
tóus t'aier.<br />
142 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
waren t die met hem gehandeld hadden, als zijne<br />
eigenlijke kopers , in rechten kan aanipreken,<br />
uit hoofde van gedane verkoop • wanneer<br />
de Maaltijden voor hen niet bezorgd waren<br />
, en zij dezelve , als 't ware van de beitemde<br />
Kooppenningen hadden moeten betalen;<br />
en daar door te kort fchoten, om den<br />
Koopprijs aan den Verkoper te voldoen; maar<br />
dat hij ook recht had, om dien éénen Vennoot,<br />
die voor de Maaltijden niet gezorgd had, mede<br />
aan te fpreken, even als of die Vennoot<br />
zelve ook met hem gehandeld, en het goed van<br />
hem gekocht had ; om dat hij, na 't aangaan<br />
van hun Vennoötfchap , die bezorging<br />
op zich alléén genomen , en de andere Vennooten<br />
, alleen tot het inkopen van goederen<br />
voor hunne Maatlchappij, derwaards gezonden<br />
had De Taalkundige Salmafius ,<br />
en de beroemde Rechtsgeleerde Voorzitter in<br />
het Hoogfte Gerechts-Hof over 't Hertog-<br />
° 01<br />
? WW) de doorgeleerde Anthonius<br />
fiaber volgen m de uitlegging dezer Wet hunnen<br />
kunaigen wegwijzer Cujacius ; beide<br />
houden zij ftaande, dat men, in plaats van<br />
dat de ééne Vennoot de anderen ontflaat van<br />
het handelen, lezen moet, dat hij dezelve<br />
zond, om voor hunne Maatfchappij den bedoelden<br />
inkoop te gaan doen , en den handel<br />
op die Jaarmarkt te drijven : zoo dat, in het<br />
voordel van het geval, deze feil zoude zijn in'<br />
gellopen , dat men voor de woorden ; d ne*<br />
gotio dimittere: zoude moeten lezen: ad negotium<br />
dimittere : ene fpreekwijs , liwelke<br />
zij van oordeel zijn , dat naar het Italiaansch<br />
geichoeid is, naar welke taal het Latijn, in<br />
dien
Jaarmarkten of Kermisfen. 143<br />
dien tijd, toen de Pandecten te faamen gefield<br />
zijn, Iterk over helderen dat dus de overeenkomst<br />
tusfchen de Vennooten alleenlijk zoude<br />
geweest zijn, dat zij, die voor de verteering<br />
niet moesten zorgen, het kopen der goederen<br />
op zich meesten nemen. Des niettegenftaande,<br />
en behoudens de bijzondere achting , die ik<br />
.deze Geleerden en hunne Schriften toedrage,<br />
komt het mij voor, dat zij, door het<br />
geven van ene zodanige verklaring aan het Ad-<br />
Vis, of deUitfpraak van Ulpiaan, de voornaamite<br />
zwarigheid, die zo duidelijk in zijn<br />
gezegde is opgeftoten , niet uit den weg ruimen;<br />
naamlijk , hoe de Rechtsgeleerde aan<br />
die den handel gedreven hebbende Vennooten<br />
een recht tegen hunnen Mede-Vennoot kan toekennen<br />
, niet alleen uit Vennoötfchap,- maar<br />
ook te gelijk uit gedaane Verkoop, indien<br />
deze hun Mede-Vennoot niet v*oor dg Jaarmarkts-Maaltijden<br />
gezorgd had: terwijl hun<br />
Recht,uit verkoop, niet anders dan een bloot<br />
perfoneel Recht kan zijn , 't welk uit hunne<br />
overeenkomst moet geboren worden ; en<br />
't geen men tegen niemand, met wien geen<br />
koop of verkoop is aangegaan, kan beginnen:<br />
daar nu die ééne Vennoot, om dat hij met<br />
de overige is afgefproken,dat zij zekere goederen,<br />
op de Jaarmarkt, voor gemeene rekening<br />
, kopen zouden, niet kan gezegd worden<br />
, die goederen in der daad gekocht te hebben,<br />
zo kan hij ook niet gezegd worden, uit<br />
hoofde van den koop, door zijne Medeftandexs<br />
gedaan , voor het geheel verbonden te<br />
zijn: want het Recht van Maatfchappij ..brengt<br />
niet mede, dat, wanneer een der Mede-<br />
ltan-
Vin Frelu<br />
jus.<br />
144 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ftanders iets voor zich zeiven koopt, het dus<br />
gekochte aan de ganfche Maatfchappij behoort;<br />
maar elk van hen houdt voor zich zeiven<br />
, 't geen hij voor zich alléén gekocht<br />
heeft; zonder dat het gekochte in de Maatfchappij<br />
behoeft gebragt te worden (»: derhalven<br />
kan de Vennoot, die niets gekocht<br />
heeft bij mogelijkheid, geen aanfpraak op<br />
den Verkoper maken, uit hoofde van gedancn<br />
koop; naardien, ten allen tijden, tegen<br />
hem gezegt zoude kunnen worden , dat men,<br />
met hem geen koop gemaakt, aan hem niets<br />
verkocht, ja met hem niet gehandeld had;<br />
daar en boven zegt Ulpiaan : dat die Vennoot,<br />
zo wel, uithoofde van Verkoop, als uit<br />
hoofde van Maatfchap is verbonden, wanneer<br />
hij deJaarmarkts-Maaltijden niet bezorgd had.<br />
Indien dan nu de gevoelens van Cujacius, Salmafius<br />
enFaber moesten fteekhouden, zo zoude<br />
er met aangelegen zijn, voor zo veel het<br />
Keent van Aantaal, uit hoofde van Verkoop,<br />
betreft, of die Vennoot al, of geene zorgvoor<br />
de jaarmarkts-Maaltijden gedragen had;- in beide<br />
me gevallen toch,zoude hij dan, uit Verkoop,<br />
aan den Verkoper der bij zijne Mede-Vennooten<br />
gekochte Waaren verbonden zijn. Deze<br />
. zwaangheid werd de rechtkundige Freherus<br />
(b) mede gewaar, en poogde dezelve<br />
uit den weg te ruimen, door 't veranderen<br />
van het lamenftel onzer Wet; zijnde hij van<br />
(
Jaarmarkten of Kermisfen. 145<br />
menirio-1 dat dezelve in dezer voegen zoude<br />
moeten gelezen worden: „ Als een Vennoot-<br />
„ fehap wordt aangegaan, om, voor gemee-<br />
„ ne rekening , enige waaren, op ene jaar-<br />
„ markt, ie kopen; en, boven dien> bedongen<br />
, wordt, dat één van die Vennooten alleen<br />
'„ aan de overigen de NUNDINAE, dat<br />
„ zijn de Maaltijden, bezorgen zal, en hen<br />
1, van den handel bevrijden; zo moet men hem<br />
L aanfbreken ^uithoofde VAN VENNOOT-<br />
I SCHAP, ah hij voor die Maaltijden met I<br />
l heeft gezorgd; en uit hoofde VAN VERl<br />
KOOP." En dat, dus deze beide aanfpraken<br />
dan niet tot het beding van het bezorgen der<br />
Maaltijden moeten gebragt worden; edoch de<br />
Wet zelve ftelt het buiten bedenken, dat Ulpiaan<br />
gewild heeft, dat die ééne Vennoot, welfce<br />
aeene zorg voor de Maaltijden gedragen heeft,<br />
zo wel uit Vennoötfchap, als uit Verkoop aan<br />
zijne Mede-Vennooten verbonden is, om<br />
welke reden wij ook dit gevoelen , en deze<br />
verfchikking van het Samenftel der Wet niet<br />
kunnén overnemen. Boven dien vinden Taal- ><br />
kundigen zich, in onze Wet, niet weinig ver le- y<br />
gen met het woord Nundinae, wanneer men het i<br />
zelve o-elijk degemeene lezing doet, verklaren ,<br />
zal door Epulae, of Maaltijden , in welken ><br />
zin zij dat woord bij geen één goed Latnnsch<br />
W l l l e n Z1<br />
Schrijver aantreffen (c)ie? J<br />
J<br />
h i e r o m<br />
><br />
in<br />
(c) Salmafius Obfervation.ad Jus Atticum & Kamanum,<br />
pag. 158. fqq. S.udolph Fornerius Ub. 3- ^<br />
xum Quotidianarmn, cap. 18.<br />
K<br />
)e lezing<br />
an Halma'<br />
lts en R.<br />
"orncrius<br />
oorgefteld<br />
n onderocht.
i 46 Mandeling over de Zeeuwfche<br />
in plaats van 't woord Epulae, ftellen Empw<br />
tae,, of Empolae, 'tgeen beteekent /T^*<br />
en Koopmanfchappen die ter Markt gebritn<br />
worden; en dan zoude, naar hunne gedachten,<br />
de zm van deze Wet zijn : dat enige Lieden!<br />
een Vennoötfchap hebbende aangegaan, om<br />
tot hun aller voordeel, of fchade, op ene<br />
Jaarmarkt, enige Waaren of Koopmanfchappen<br />
in te kopen, ook nog onderling, na 't<br />
fluiten van die Maatfchappij, met elkanderen<br />
zijn overeengekomen; dat één van hen<br />
alleen zal op zich nemen, 0111 allen den overigen<br />
te voorzien van die Waaren en Koopmanfchappen<br />
, welke zij voorgenomen hadden,<br />
Voor gemeene rekening te kopen; en dat nu<br />
die' eene Vennoot in gebreken bleef, deze dus<br />
voor t Vennoötfchap gekochte Waaren aan<br />
de overigen te leveren; dezelve nu recht hebben<br />
om, en.uit hoofde van Vennoötfchap, 'at<br />
van Verkoop hunnen Medeftander in Rechten<br />
aan te fpreken: edoch, ene zodanige verandering<br />
behoord, mijns oordeels, in ene Wet<br />
geen pbats te hebben, zo lang geene dringen^<br />
de noodzaakhjkheid dezelve volftrekt vordert;<br />
of het handtastelijk blijkt, dat de meeningen<br />
het oogmerk Van den Wetgever niet anders<br />
verltaan kan worden: maar men moét, ene zo<br />
aanmerkhjke verandering zorgvuldig vermijden,<br />
wanneer aan de Wet ene gepaste uitlegging,<br />
zonder diergelijke veranderingen, kan<br />
gegeven worden. Daar en boven is het verzorgen<br />
dier Nundinae (wat men er ook door<br />
mog je verftaan) een bijzonder beding 't geen<br />
op. zich zeiven ftaat, en afgefcheiden is<br />
van, en, alléén uit bijzondere den Vennooten
Jaarmarkten of Kermisfen. 14?<br />
teh daar toe bewogen hebbende redenen , gevoegd<br />
is, bij de Overéénkomst van htm gemaakt<br />
Vennoötfchap; en omdeze ledenftrookt<br />
die verandering ook geenzins. met het Recht *<br />
\ o-een uit het niet volvoeren van dat bijzonder*<br />
tusfchen de Vennooten gemaakt, beding ontftaat,<br />
boven de gemeene verplichting, welke*<br />
van zelve uit het Vennoötfchap voortvloeide:<br />
Want (dus toch zegt Ulpiaan') ah hij hen die<br />
NUNDINAE niet bezorgt, moet men hem tn<br />
rechten aanfpreeken, zo wel UIT HOOFDE<br />
VAN VENNOOTSCHAP, ALS UIT VER-,<br />
KOOP. Welk recht van aantaal nu hebben<br />
die overige Vennooten, uit Verkoop, tegen<br />
dien éénen Mede-Vennoot, als hij de bij hem.<br />
oekochte Waaren niet in de, Maatfchappij<br />
brengt? want, nimmer komt-een Recht, uit<br />
Koop of Verkoop , den enen Vennoot ten<br />
laste van den anderen te ftade; maar dat Recht<br />
is voor enen Verkoper, ten Jaste van zijnen<br />
Koper. Ene nog grotere, en tevens, zo Wil<br />
meenen, nog buitenfporiger verandering wil<br />
de grote, ja in geleerdheid wel de grootfte,<br />
Hugo de Groot in deze Wet gemaakt hebben<br />
(
gens de me<br />
ning van A,<br />
tonius Faber,<br />
bebou.<br />
den en uitgelegd.<br />
H* Verhandeling over J,<br />
zal kunnen<br />
b e s t<br />
met eikanderen enp M D e m<br />
?, g e<br />
Kooplieden<br />
gegaan, o m ^ ^ E f S * ' ^<br />
te famen te konfn j f '••°P- een<br />
J aa<br />
arkt,<br />
taap, noo ffi<br />
d a t<br />
. ?J bl d i t<br />
J Vennootvan<br />
hei allen Ten ^ S ' ^<br />
d a t é é n<br />
, n<br />
't n ^ ' verdedigd worden •<br />
o r a<br />
« a even eens hoe men h?o • %1 , e n<br />
»<br />
w één en bpt I M S e< d e z a l<br />
z m °P<br />
» o^nW^ U<br />
< , m e n<br />
!? - E r w<br />
^een<br />
e e n s<br />
^ het bezor-<br />
IS 4%^^^» één<br />
a J l e d e<br />
l gen van SM f*?** W<br />
Vennooten ft oeen<br />
» Ulpiaem zegt te ziin W ' ^ ê<br />
f<br />
,1 die iveJem d e Tt<br />
„ gemaafe en we<br />
c h<br />
fhlrf' ' ° '<br />
v a n d e k o s<br />
rn *n,<br />
W O r d e n<br />
0111 t e d<br />
°en zien, dat dc<br />
. C^ eiéenkomst dus was ingerich "'dat é£<br />
d e r V c n n o 0 0<br />
• * a<br />
«één had aangenomen"<br />
„ om<br />
O) Lib. 5. Conjeftum. Cap.
Jaarmarkten of Kermisfen, 149<br />
om ue oniiusLcn vau ui. ju»*»*—Z<br />
„ allen den anderen te betalen : en iemand<br />
„ aan zijne ongewone uitdrukking geen ver-<br />
„ keerde beteekenis hechten zonde, voegt er<br />
„, de Rechtsgeleerde bij, dat hij, door het<br />
„ woord Nundinae , verilond , Epulae.'<br />
" Wenfehelijk was het geweest', dat die grondige<br />
Taalkenner maar één voorbeeld had bijgebragt,<br />
in't welk het woord Nundinaebij<br />
denKooplieden, ergens voor Epulae, voor<br />
Nundinariae Epulae, of voor Epulae Nundinales,<br />
gebruikt wordt: en deze zwarigheid<br />
hebben, en de Fpefche Hoog-Lecraar<br />
Wisfenbach; en de Rechtskundige Utrechtlche<br />
Hoog-Leeraar Mr. Curnelis van Eek (ƒ),nevens<br />
anderen, voor ons reeds opgemerkt, en ook<br />
verkoozen, om liever deze knoopt als'tw.are,<br />
met éénen llag door te hakken; en, zonder zich<br />
te bekreunen^ met te willen bepalen, wat men<br />
onder dat woord Nundinae te begrijpen hebbe;<br />
zulks houdende voor ene te kiefche Taal- en<br />
Woord -Zifterij, die gemaklijk over 't hoofd<br />
gezien kan worden; en, om dat het niets aan<br />
de zin of wezenlijkheid der Wet beneemt, zegt<br />
de laatilgenoemde Schrijver: „Schoon, nus-<br />
„ lcbien,het woord Nundinae, bij geene an.<br />
„ dere Schrijvers, gebruikt wordt voor Epu*<br />
., lae Nundinariae, is het genoeg, dat Ul-<br />
„ piaan het zelve in dien zin opneemt; het<br />
(ƒ) ïn Difputatione juridica Inaugurali: de Sep-<br />
»um Bamnatis Legibus, feu Crucibus Junsconliutorum;<br />
Lugduni Batavorum edita 18. Junii 1682.<br />
Cip. 5-<br />
K %<br />
Als mtJc<br />
volgens<br />
jnjfenbachiH<br />
van Eek.
f|è Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
f> g etl<br />
»genis yan éénen Ulpiaan is in dezen<br />
„ genoeg,ook daar wij dat van andere Sehrij-<br />
„ vers ontberen. De Oude Rechtsgeleerden<br />
n f r e k e n 2 0<br />
P T nauwkeurig; dat, zo de zui-<br />
„ vere Latiniteit eens door de Barbaarseheid<br />
" ordt ove<br />
a ecsterd, men dezelve uit de<br />
„ Pandecten zal kunnen herftellen C *) Misichien<br />
ook. heeft Ulpiaan dat woord,'in deze<br />
Wet, bij ene rcdenkundige naams-overneming<br />
gebruikt, gelijk wij nog in onze Taal<br />
zeggen: iemand ene Kermis koten; dat is,<br />
een gefchenk doen , bij gelegenheid van de<br />
Kermis , of iéts dat op de Kermis verkocht<br />
wordt, voor iemand kopen; ene fpreek wijze!<br />
die door de voornoemde van Eek gezegd<br />
wordt den Latijnen niet ongewoon te zijn Geweest;<br />
hpewel deze beide geleerde zich wel<br />
wachten, yan door voorbeelden aan te tonen,<br />
dat immer het woord Nundinae, in zulk enen<br />
lae Nundinariae, door enig ander Schrijver is<br />
gebruikt geworden: is nu Ulpiaan, gelijk ook<br />
waar is, met anders gewoon dan goed Latijn te<br />
Ipreken; en wordt hij voor éénen der fraaifte I atijnfche<br />
Schrijvers, buiten den Rechtsgeleerden<br />
Alfenus, gehouden; dan mag, ja, dan moet<br />
men ook vastftellen, dat hij, } n deze Wet<br />
zo min als m zijne andere Schriften, zich van<br />
een woord bediend heeft, dat niet alom verftaan<br />
kan worden: of, dat hij zich een woord<br />
verzonnen en gemaakt zal hebben, dat bij<br />
an-,
Jaarmarkten of Kermisfen. i$t<br />
anderen , niet minder kundige en na|uwkeuri-c<br />
Taalkenners, voor, en van zijnen<br />
tijd nooit gebruikt was. Maar wat beduidt<br />
dan nog de &<br />
fpreekwijs, dat die éene Vennoot<br />
met alleen de overigen van de A « -<br />
lae verzorgen zal; maar dat hij hen ook<br />
Tal den handel zal<br />
fiellen ^±XSS3fSé\^<br />
tui"t Cuiacius met te begrijpen, XJ*.<br />
^gehaalde Faber traeht deze zwarigheid!g<br />
dezer voegen te kunnen oplosfen. dat eron<br />
der die Vennooten befloten was dat een van<br />
1 en alléén den overigen verzorgen zoucie,<br />
vSfe wSij^ het drijven van hunnen<br />
^ShapijÊn handel<br />
zo dat zi geene andere uitgayen behoetden<br />
tedWdan'het « * M * ^ "<br />
belleden tot inkoop der bedoelde Waaren<br />
doch ook deze oplosiing bevrijdt de Wet nog<br />
niet van de zwarigheid • ten aanaen yan<br />
" d a t de Rechtsgeleerde den » ^<br />
nooten tegen dien éénen Vennoot Rekent<br />
naamlijk, om, zo wel mt<br />
Vennoötfchap, aantaal o P hem terhaleen,jan<br />
neer hij' de verplichting, welke \fo boyen<br />
het verband van zijn % f ^ i ^ jg<br />
nomen had; van, naamlijk, alles te zullen ver<br />
zorgen, Ui tot de uitvoering va*:tem<br />
meêffchap nodig is; met volbreng - danslab<br />
hij geen ïorg gedragen heeft, dat JUK | |<br />
de Vennooten van hunnen gecheven Rer<br />
mis-handel, buiten hunne<br />
r m . w a T l t vobens het gevoelen van men<br />
Voo'rSVn hetW «nta<br />
Hertogdom Savoijen,moet één van flfc Ven.
152 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
nooten bepaaldelijk op zich genomen hebben;<br />
om zijne Mede-Vennooten , (die, met hem,'<br />
fa Jaarmarkt reizen zouden, om daar, Jmeenfcliaplyk,<br />
enige Waaren en Koopman<br />
fchappen m te kopen)' vrij te zullen ho^<br />
den van alle de kosten , die, tot, en geduurende<br />
de reis, noodzaakhjk zouden zijn:<br />
wanneer nu deze Vennoot daarin geen woord<br />
houdt, zo hebben de overige wel recht, om<br />
den zeiven in Rechten, aan te ïpreken uit<br />
hoofde van hun befprek , dat zij, bij en<br />
aan hunne afTpraak ;< 0fn het Vennoötfchap<br />
aan t e gaan , gevoegd hebben (li) • maar<br />
dit aantaal fpruit met uit Verkoop, dat een<br />
perfoneel recht i s , fruitende uit ene verplichting<br />
, die de Overéénkomst zelve oplevert,<br />
en derhalven tegen niemand anders<br />
kan worden begonnen , als tegen iemand ,<br />
die uit zulk ene Overéénkomst gehouden is<br />
Zodanig werd het' door Freherus te recht<br />
opgevat ;: de ^Rechtsgeleerden toch zijn van<br />
zoortgehjke fpreekwijzen niet vreemd f{V<br />
en zouden als dan dé zin van onze Wet<br />
deze moeten zijn : te weten: Een der Vennooten<br />
had op zich genomen , om alle zijne<br />
_ Mede - Vennooten wegens de kosten ,<br />
vrij te zullen houden; hij h ad zich verplicht^<br />
hun-<br />
fX\ h<br />
' 7<br />
o K 5<br />
A<br />
L i b<br />
' 2<br />
- D T i t<br />
' - x<br />
4-
Jaarmarkten of Kermisfen. 1&5<br />
hunne ganfche verteering te zullen betalen;<br />
en na, dat zij hunne koopmanfchap gedaan<br />
zouden hebben, hij hen yan de zelve zal bevrijden,<br />
en ontheffen. Maar, ook deze uitlegging<br />
neemt al mede de voorfchreve zwarigheid<br />
niet weg; naamlijk, wat recht van<br />
aantaal de verdere Vennooten daar uit hebben,<br />
ten lasten van hunnen Mede-Vennoot,<br />
en wel bepaaldelijk uit Verkoopt Deze toch<br />
'is de grootste zwaarigheid, die, om deze Wet<br />
wel te verfïaan , zich opdoet. De meergemelde<br />
Cujacius is, ten dien opzichte, van gevoelen;<br />
dat Ulpiaan, in onze Wet, met<br />
peflist', of de overige Vennooten (die, zo<br />
lang de Markt duurde, geherbergd, van eeten<br />
en drinken , en van wat hen meerder noodig<br />
was, voorzien moesten worden , ) een<br />
recht van aantaal hebben, ten laste van dien<br />
éénen Mede-Vennoot, die hen zulks moest<br />
bezorgen; maar, dat aan de Kramers en Kooplieden,<br />
die hunne Goederen en Waaren aan<br />
de handeldrijvende Vennooten verkocht hadden<br />
. dat recht, en uit[Vennootfcbap, en uit<br />
Verkoop, toekomt: naardien een Verkoper<br />
niet alleen recht heeft op den genen , die<br />
op eens anders naam, en als gemagtigde van<br />
enen anderen, koopt; maar hij kan ook dep<br />
Lastgever zeiven, uit Verkoop, in rechten<br />
aanfpreken (k); terwijl de meermaals ingeroepen<br />
Voorzitter Faber, integendeel, de reden<br />
(fc) L. 13. 5. 25. Lib. 19. D. Tit. 1. de Actionibus<br />
Emti & Venditi.<br />
K5
154 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
den van Ulpiaans andwoord daar in zoekt, dat<br />
als enige Kooplieden met den anderen overéénkomen,<br />
omenigegoederentefamen ihgemeenichap<br />
te kopen, zo word het gekochte goed het<br />
eigendom, niet van alle de Vennooten; maar van<br />
den Koper;niet tegenliaandeook deze genoodzaakt<br />
kan worden, om zijne gekochte goederen,<br />
m den boezem van de Maatfchappij, te moeten<br />
brengen, en dus, onder hen allen, gemeen te ma-<br />
Ken; en is dezegemeenmaking bij hem een zoort<br />
van vervreemding; en wel zulk een zoort van<br />
vervreemding,die voorenen verkoop, ais 't ware,<br />
gehouden wordt; want de Vennoot, die<br />
niet gekocht had f zegt hij ; krijgt, toch daar<br />
door het gekochte; en hij betaalt hen flegts alléén<br />
aenprijs,die zij betaald hebben : vermits<br />
nu dat go.d voor geld wordt overgegeven, zo<br />
houdt hij zulks voor enen ontwijtèlbaren koop<br />
en verkoop: daar dan niet minder een aantaal<br />
gemaakt kan w orden uit hoofde van Verkoop ,ter<br />
verkrijging van den koopprijs ; als uit hoofde<br />
van Vennoötfchap, ter deelneming aan het gekochte;<br />
zo kan, naar de meening van dien<br />
Rechtsgeleerden, op de zelve wijze ook een aantaalgemaakt<br />
worden voor de kosten der verte*<br />
ring, welke die Mede-Vennooten gemaakt hebben,<br />
ter gelegenheid van hunnen gedreven handel;<br />
als wordende die vertering gehouden voor<br />
een gedeelte van den koopprijs: zo nu die ééne<br />
Vennoot ook is te houden voor koper van<br />
't gekochte goed, vermits het gemeen gemaakt<br />
wordt; zo zijn de andere Vennooten ook te<br />
houden voor verkopers; waar uit het dan redelijk<br />
en billijk zoude zijn, dat zij, uit<br />
Verkoop, recht van aantaal tegen hem hebben,
Jaarmarkten of Kermisfen. 155<br />
ben,ten einde dus op hem te kunnen verhalen,<br />
dat geen, 't welk zij, om het goed te kopen,<br />
hebben uitgegeven; even, of zij aan dezen hunnen<br />
Mede-Vennoot enig ander goed verkocht<br />
hadden: dies hebben zij dan, naar zijne gedachten<br />
, een recht tot aantaal uit Verkoop, om dat zij<br />
de kosten van hunne vertering genoodzaakt<br />
zijn geweest te doen, om dat goed te kopen,<br />
't ! welk zij gehouden zijn in hun Vennoötfchap<br />
in.te brengen, en dus vervolgens het<br />
zelve, ais 't ware, aan hunnen Mede-Venpoot,<br />
of liever aan 't geheele Genootfchap,<br />
wederom te verkopen. Men kan niet ontkennen<br />
, dat dit zeer fchrander van den geleerden<br />
Voorzitter is uitgedacht j echter<br />
komt mij zijn gevoelen te gedrongen, en te<br />
ver gezocht voor; en ik zoude dan nog liever<br />
't gevoelen van den Rechtskundigen Wis*<br />
fenbach toevallen, die den zin en mening van<br />
onze Wet, naar zijn gedachten,dus opgeeft:<br />
Na 'tfluiten van een Vennoötfchap, om,op<br />
„ zekere Markt, enige goederen, voor gemeene<br />
rekening, te kopen; zo gaan die zelfde Ven-<br />
" nooten te faamen een ander beding aan, naam-<br />
?<br />
' lijk, dat één van hen aan dc overigen hunne<br />
" benodigde vertering zal verzorgen 1<br />
, en alle<br />
" zijne Mede-Vennooten van het betalen der<br />
" kosten zal vrij houden; om dat zij intusfehen,<br />
3<br />
' zo lang de Markt geduurt, de zaak en handel<br />
" van de'Maatfchappij zouden kunnen waarne-<br />
" men: indien hij nu dat beding niet nakomt,<br />
" zo ontftaat er, ten zijnen laste, een tweederlei<br />
" recht van aanfpraak, naamlijk en uit Vennoot-<br />
" fchap, en uit Verkoop, welke beide hier<br />
" één en het zelfde beteekenen, en te famen<br />
10:.
*56 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
„ Jopen; zo, dat de Mede-Vennooten, uit<br />
„ hoofde van het beding, aan de overéén-<br />
» komst van hun Vennoötfchap gehecht een<br />
„ recht van aanfpraak tegen dezen nalatigen<br />
„ Vennoot hebben, uit hoofde van hun Ven-<br />
», nootfchap , tot herkrijging van hunne kos-<br />
>, ten, dewelke zij genootzaakt zijn geweest<br />
te maken, terwijl hunne Mede-Vennoot<br />
>, dezelve met, volgens zijne belofte, ver-<br />
» zorgd of betaald had. " Dit komt echter<br />
mede met met het antwoord van Ulpiaan oyereen,<br />
die zo uitdruklijk twee onderfehei,<br />
de Aanfpraken, aan de overige Vennooten<br />
tegen den beloofd hebbende, maar in gebreke<br />
gebleven zijnde, Mede-Vennoot, toekent,<br />
naamlijk, ene uit Vennoötfchap, en ene<br />
andere uit Verkoop; dewelke, hoewel zij beide,<br />
ter verkrijging van ééne en dezelfde zaak,<br />
dienen (7J; echter, in naam en daad, van den<br />
anderen merkelijk zijn onderfcheiden;en, dewijl<br />
de Wet, die beide Aanfpraken alléén ten<br />
laste van den beloofd hebbende, maar in gebreke<br />
gebleven zijnde Mede - Vennoot fielt naardien<br />
hu geene zorg gedragen heeft, dat zijne<br />
Medeftanders van 't nodige voorzien waren<br />
zo kan ik, insgelijks, mijne toeflemming aan<br />
het gevoelen van den meer gemelden Rechtsgeleerden<br />
van Eek niet geven: naamlijk, dat<br />
de Aanfpraak uit Verkoop, uit krachte van deze<br />
Wet, zo wel den Verkopers der gekochte<br />
waaren toekomt, als den Mede-Vennooten<br />
of die hen van 't nodige hebben voorzien; want<br />
het lijdt wel geene tegenfpraak, dat de overige<br />
(O J. 17- Lib. 4. Inflitution. Tit. 6. de Atfion> (<br />
lus.
Jaarmarkten of Kermis/en. 15?<br />
nge Vennooten , zo wel uit hoofde van het<br />
kopen der waaren , als uit hoofde van hunne<br />
vertering, hunnen Mede-Vennoot verbinden<br />
kunnen (m); maar (naar mijn oordeel)<br />
kan dien regel op het geval in onze Wet voorkomende,<br />
niet worden toegepast; naardien in<br />
onze wet niet wordt onderzocht, of de Kramers<br />
en Kooplieden hunne Waaren en Koopmanfchappen<br />
alleen aan die Vennooten, welke<br />
den handel gedreven hadden, hebben verkocht<br />
en geleverd; maar, of de kosten der vertering,<br />
welke die Vennooten, geduurende de<br />
Markt, genoodzaakt zijn geweest te maken<br />
en dewelke één van hen alléén voor zijne rekening<br />
genomen had, van deze kunnen worden<br />
te rugge-eischt, en op welken wijze zulks<br />
moet gefchieden: deze beide vragen worden hier<br />
Heiliger wijze beantwoord, met ja , zo veel<br />
de eerste vraag betreft; terwijl er op de tweede<br />
vraag een-tweeledig middel daar toe wordt<br />
aan de hand gegeven;naamlijk, en uitzijn V>,nnootfchap<br />
, en uit Verkoop (n) doch ik meen,<br />
dat, behoudens de achting voor zo veele<br />
Rechtskundige Mannen , dat de niet minder<br />
grote Leerling van den in de daad groten<br />
Leermeester Cujacius, de beroemde d Costa,<br />
allerbest den zin en de meening van deze Wet<br />
• getroffen heeft, wanneer hij het geval, aan Ul-<br />
pianus voorgefleld, niet brengt tot een ge<br />
woon Vennoötfchap , van 't welke de Titul,<br />
waar onder deze Wet , in de Digesten, is<br />
geplaatst , eigentlijk en opzetlijk fpreekt;<br />
r ' te<br />
(m) L. 27. & 82. Lib. 17. D. Tit. 2. pro Socio.<br />
(n) Johannes Voet in Commentariis ad Lib 19.<br />
Pandectar. Tit. 2. pro Socio, Num. 18<br />
't Oevcelen<br />
van Janus i<br />
Costa voorfrefteld,aangedrongen<br />
en verdedigd,<br />
alsh.t<br />
beste.
I$8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
te weten: ene Maatfchap, die opgerecht en<br />
aangegaan wordt, om, met den anderen,<br />
m gemeenfchap handel te drijven 5 waaren<br />
m te liaan; dezelve wederom uit te leveren;<br />
en in bate en fchade te deelen ; maar, dat in<br />
dit geval wordt gefpröken van een bijzonder<br />
Vennoötfchap, % geen alleenlijk is aangegaan,<br />
om enig goed, te famen, op te kopen, en<br />
zich, van al 't geen daar van ter Markt gebragt<br />
mogt zijn, meester te maken; zulks blijkt uit<br />
de eige woorden van de Wet: Als het Vennoötfchap<br />
is aangegaan (zegt de Rechtsgeleerde)<br />
om te kopen: dat is, om, door koop, zeker<br />
goed magtig te worden: in ene zodanige bijzondere<br />
Maatfchap hebben verfcheide zaaken<br />
plaats, dewelke in een gewoon Vennoötfchap<br />
niet m acht genomen worden ( o ) ; want<br />
ene zodanige bijzondere Maatfchap, die ee*»<br />
nighjk en alléén is ingericht, om te kopen,<br />
houdt op , zo haast het bedoelde goed is «ekocht,<br />
en geleverd Q&). De Jaarmarkten waren<br />
oudsnjds, gelijk als nu de onze, met zeker<br />
Marktgeld bezwaard, 't welk de Kramers en<br />
Kooplieden betaalden voor de plaats, daar het<br />
hun geoorloofd was, om hunne goederen uit te<br />
Hallen (^); en deze plaats voerde bij hert<br />
den<br />
O) L. 52; pr. & JJ. ir. L. 65- f. 2. Lib. 17. D.<br />
I IC. 2. pro Socio.<br />
(p) j'. 6. Lib. 3. Inilitution. Tit. 20. dd Societaté;<br />
L. 65. 5 10. Lib. 17. D. Tit. 2. pro Socio.<br />
(?) L. 3. g. 2. Lib. 2. D. Tit. 12. dc Penis, Dilatronibus<br />
& Diverfis Temporibus. L. unie. Lib. 4*<br />
Cod. Ti'.. 6. de Nundinis. Novella Manuelis Comneni<br />
4. de Praediis Ecclefiafticis.
Jaarmarkten of Kermisfen. 159<br />
den naam van Nundinae; en dit woord, gelijk<br />
fommigen willen, zoude ook enen Steekpenning,<br />
of Handgeld, beteekenen, welke,<br />
boven den vastgeflelden koopprijs, bij wijze<br />
van enen toellag, door den Koper aan den Verkoper<br />
gegeven werd; gemeenlijk beitond<br />
zulks, in een zo genaamd Noenmaal, of<br />
Verfnapering, die, tusfchen het middag- en<br />
avondmaal, ten koste en op bevel van den<br />
Koper , werd gereed gemaakt; en 't welk<br />
ook wel door anderen, met den Verkoper<br />
enig geld in de handen te Heken, ten blijke,<br />
dat zij zich in 't bezit van 't gekochte goed<br />
Helden, werd vergoed en afgekocht. Deze<br />
gewoonte nu heeft, onder anderen, nog langen<br />
tijd, na dat de Romeinen het Koningrijk<br />
van Arragon, en gansch Spanje, hebben<br />
moeten ruimen , ook aldaar, als van de oude<br />
Romeinen overgebleven zijnde, plaats gegrepen<br />
(;•) ; en dit zo genaamd Kermis-geld<br />
beliep fomwijlen ene gehele fomme gelds; en<br />
werd veeltijds gefchikt naar de grootte der<br />
onkosten, dewelke voor de vrijheid van uit<br />
te Hallen moesten worden betaald; zij noemden<br />
dit Nundinae, of Kermis-gelden, om dat<br />
het zelve, voor, en ter oorzake van de Ker-<br />
„ mis vrijheid, betaald werd; en zulks werd<br />
uit die fleekpcnningen voldaan en goed gemaakt:<br />
en welke Nundinae de Kopers, boven<br />
dien, ook gaven aan de Uitveilers en Omroepers<br />
op openbare verkopingen, om den Koopof<br />
(r) Hkronymus Slancus in Commentariis Rerum<br />
Arragonenfium.
IGO Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
of Palm-flag, op hun bod, wat fchieJijk toe<br />
te liaan ; 't welk ene zeer goede winst moet<br />
hebben kunnen aanbrengen; want de Oudvader<br />
Cypriaan klaagt over enige Bisfchoppen<br />
, die Verzorgers werden, van Waereldlijke,<br />
in plaats van Geestelijke, dingen; die<br />
hunne Predikfloelen verlieten; het land doortrokken<br />
, en, uit den winstgevenden Handel,<br />
Kermis-gelden vergaderden (j) $ Ja ik<br />
meen (zegt een der andere Kerkvaders Ambro/iuO<br />
( T ), dat zij waren Verkopers van<br />
Schapen en Runderen, die, uit eens anders<br />
arbeid , of eenvoudigheid, even als de vuile<br />
Oproepers , enig gewin verkregen. " Hoe-<br />
„ danige Steekpenningen de Geneesheeren zich<br />
„ mede lieten in de hand Hoppen, om dezen<br />
„ of genen, die te lang, naar den zin zijner<br />
,, Erfgenamen leefden , naar de kunst van<br />
„ kant te helpen (w)". Gelijk nu de Jaarmarkten<br />
en Kermisfen, van oude tijden aan, in<br />
vreugde en vrolijkheid werden doorgebragt,'<br />
zo waren ook de Kooplieden, Kramers en anderen,<br />
die dezelve kwamen bijwoonen, gewoon<br />
zich te vermaken, en vrolijk te zijn; zo was de<br />
voorflag van den laatfteri Koning der moedige<br />
Romeinen, den trotfchen Tarquin, aan 't<br />
Volk, om enen Gemeenen Tempel te benoemen,<br />
inden welken de Romeinen, Latijnen,<br />
ïlerniciers, Volfcen, en anderen, die'onder<br />
het bondgenootfchap behoorden, wanneer<br />
(O In Sennone de Lapfis.<br />
CO Commentar. in Euangelium Lucae, Cap. 19.<br />
00 Plirüus Historiae Naturalis Lib. 29. Cap,-1.<br />
zij
Jaarmarkten of Kermisfen -. 161<br />
zij te Markt kwamen ,-met den anderen Jaarlijks<br />
zouden kunnen eten, Gast-Malen houden,en<br />
gemeenfchaplijke Godsdienst - plechtigheden<br />
oefenen (v): en zulke Feest- en Vreugde-dagen<br />
gingen altoos vergezeld van Gast-Malen:<br />
onder welke benaming de Feest-dagen wel<br />
eens voorkomen ( w ): en waren de Kermis-<br />
Malen ook zodanige Gast-en Feest-Malenvari<br />
de Kooplieden en Kramers, als, naar het gevoelen<br />
van J. a Costa, onder de benaming<br />
van Convivia en Epulae bekend waren; en<br />
deze gewoonte had, bij zijn tijd,.nog plaats<br />
in Bourgondien ; voor dewelke die Kopers<br />
anderzins ene zekere fom gelds gaven, aan<br />
de Verkopers , welks hoeveelheid in de<br />
'Koopbrieven werd uitgedrukt. Deze meent<br />
die waardige Leerling van den Groten Cujacius,<br />
de zeer Geleerde Janus d Costa,<br />
'de eigentlijke fleutel te zijn, om den waren<br />
zin en de rechte meening van deze anderzins<br />
zo moeijelijke en duistere Wet te ontfluiteneri<br />
te verklaren. Dus zoude dan de zin dezer Wet<br />
hier op uitkomen: de Vennoot, van wien, iri<br />
onze Wet, als de voornaame Perfoon, gelproken<br />
wordt,had, boven zijn aandeel in 'tVennoötfchap<br />
,beloofd en aangenomen, dat hij alléén alle<br />
de Ongelden, ( die, buiten den Koop-prijs voor<br />
het te kopene goed, aan de Kooplieden en<br />
Kramers; en aan de Uitveilers en Oproepers;<br />
voor<br />
(v) Rofimis Arft.iqtutat.um Romanarum Lib. 2. Cap'.<br />
4 pag. 2o>. Editionis Amftelodamï 1743.<br />
(V) L. 17. Lib. 6. Codicis Theodofiani, Tit, ie*<br />
de Paganis, Saciificiis & Templis.
t6st Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
voor de Kennis-Malen betaald moesten worden)<br />
voldoen zoude: als mede, dat dit hun<br />
Vennoötfchap zoude gefcheiden zijn, zohaoS<br />
die Ongelden, benevens den Koop-pnjs voldaan<br />
zoude zijn;hoedanig een befprek aan een<br />
anderzmts gewoonlijk Maatfchap gansch ongewoon<br />
was, dewijl daar in alles gemeen bhivende<br />
ook elk der Vennooten gehouden is<br />
voor zijn aandeel, in alle kosten te draden (Mterwijl<br />
hier, zo haast de beraamde lederen<br />
door de andere Vennooten gekocht 3<br />
waren<br />
elk van hen zijn aandeel in den Koopprijs betaalde<br />
, en daar en tegen zijn aandeel uit de<br />
gefcocnte Waaren verkreeg; terwijl die ene<br />
Vennoot nog daar en boven alle de voorfchreve<br />
Ongelden moest voldoen en betalen; waar<br />
mede dan het Vennoötfchap zoude ten einde<br />
zijn: de betaling nu van die, Ongelden wei oerde<br />
deze ene Vennoot, of vertraagde dezelve<br />
omtengewoonte: dierhalven beflóot men met<br />
cfen beroemden Rechtsgeleerden Ulpiaan te<br />
Jpreken, en aan hem te vragen; op wat wijze<br />
zij hunnen weigerenden, of fteeds dralenden<br />
Mede-Vennoot konden dwingen en noodzaken<br />
om die Ongelden te voldoen? het mogte in<br />
den eerlfen opflag, fchijnen, dat het andwo'ord<br />
van den Rechtsgeleerdcnn Ulpiaan, op dit<br />
voorftel,zoude behelzen dat zijrecht hadden<br />
om hunnen Mede-Vennoot aan te fpreken en<br />
tot betaling dier Ongelden te noodzaken, uit<br />
hoofde van hun Vennoötfchap p waar aan die<br />
be-
Jaarmarkten of Kermisfen. 163<br />
betaling door ene bijzondere overéénkomst<br />
verknocht was; doch Ulpiaan begreep daar en<br />
tegen; dat er tegen hunnen Mede-Vennoot<br />
aanlpraak moefl gemaakt worden, niet alléén<br />
uit l/ennoütfchap ; maar ook uit Verkoop:<br />
doch hij bepaalde niet, door wien deze aanlpraak<br />
moest gefchieden ; of door wien dat<br />
Rechtgeding moest worden begonnen; hij zegt<br />
maar alléénlijk, dat er grond is, om uit xbeider<br />
hoofden, tegelijk, aanlpraak te doen; zonder dat<br />
zij zich van één derzelver alléén bedienen kónden<br />
; maar dat men verplicht was, uit beider<br />
hoofden, te gelijk, den eisch te doen. Waarlijk<br />
een zeer kort, en teffens zeer ingewikkeld en<br />
duifter andwoord; waar van men deze reden misfchien<br />
zoude kunnen geeven: naamlijk,dat die<br />
nadere, of bijgekomene overéénkom!!, welke<br />
buiten het Vennootfthap was aangegaan, hare<br />
betrekking had op dat geene, t welk de Mede*<br />
Vennooten genoodzaakt zouden geweeftzijn,<br />
met eh nevens dien éénen Vennoot, in de meergedachte<br />
Ongelden te moeten dragen, ingevalle<br />
zij niet bij een bijzonder beding waren overééngekomeil<br />
,dat hij dezelve alléén zoude voldoen<br />
en betalen en niet op het geen die ééne Vennoot,<br />
in dat geval, gehouden zoude zijn, daar in,<br />
voor zijn aandeel,te betalen. Het oogmerk der<br />
Mede-Vennooten fchijnt maar geweest te zijn,<br />
om te mogen weten, hoe zij zich beft voorzien<br />
konden tegen ene aanlpraak, die aan hen gemaakt<br />
zoude kunnen worden, ter voldoening<br />
van hunne aandeelen in die Ongelden: want, als<br />
Mede-Vernooten, konden zij, uit krachte van<br />
hun gemaakt Vennoötfchap, niet te weeg brengen<br />
, dat Hij zijn aandeel aan Hunne Verkoh<br />
a pers
164 Verhandeling over de Zeeuw/die<br />
pers voldeed; deze toch hadden met hem niet<br />
gehandeld; en niemand kan een ander blotelijk<br />
noodzaken, om aan een derden te betalen,<br />
't geen hij aan dien anderen fchuldig is : en<br />
zij konden ook, op naam van dien derden,<br />
van hunnen Verkoper het aandeel van hunnen<br />
Medeftander niet vergen, ten zij voorzien<br />
zijnde van enen bijzonderen Last-Brief, of<br />
rechts-overdragt; ten ware men zoude willen<br />
onderftellen, dat die Mede-Vennooten reeds<br />
aan hunne Verkopers die Ongelden ten vollen<br />
betaald en voldaan hadden;want, in dat geval<br />
zouden zij, als of zij het recht dier Verkopers<br />
daar mede hadden gekocht, hunnen Mede-Vennoot,<br />
als 't ware,»/; Verkoop,kunnenaanfpreken,<br />
en dwingen tot betaling van 't geen zij<br />
voor hem hadden uitgefchoten (ƒ); maar,<br />
fn gevalle zij, noch Last-Brief, noch Rechts-<br />
Overdragt van hunne Verkopers, tegen hunnen<br />
Mede-Vennoot hadden, zo hadden zij ook<br />
geen macht, om hem, tot betaling van zijn<br />
aandeel, door middelen van rechten te dwingen<br />
; terwijl echter, door hunne bijzondere<br />
overéénkom!! met hunnen Mede-Vennoot<br />
niets aan het recht hunner Verkopers benomen<br />
was, om van elk der Vennooten hun<br />
aandeel te eïsfehen ; derhalven was het, in<br />
dat geval, voor die Mede-Vennooten , noodzaakhjk,<br />
hunnen Mede-Vennoot te betrekken<br />
, zo wel, om, door het voldoen van<br />
tó -<br />
hun-<br />
O) L. 16. Lib. 2. D. Tit. 14. de Paffis. L. 1.<br />
b lh<br />
-J 7<br />
- D<br />
Diftrahendis.<br />
'<br />
T i C l<br />
3-<br />
d £<br />
Tutela, & Rationibus
Jaarmarkten of Kermisfen. • 165<br />
hunne aandeelen in die Ongelden, vólgens<br />
hunne bijzondere overéénkomst, hen van alle<br />
opfpraak tegen de Verkopers te bevrijden, als<br />
om zijn eigen aandeel in die Ongelden te voldoen<br />
en te betalen: 't eerfte moeft gefchieden,<br />
uit hoofde van hunne onderlinge Affpraak,<br />
als Vennooten genomen, en dus uit Vennoot-,<br />
fchap: 't andere , uit hoofde van den gedanen<br />
Verkoop , waar bij door hen het betalen<br />
der Ongelden was aangenomen : en dit gaat<br />
zo verre, dat, al hadden de Mede-Vennooten<br />
alle de befproke Ongelden aan hunne<br />
Verkopers betaald, zij dezelve, niet anders,<br />
konden te rug eisfchen,dan uit Vennoötfchap,<br />
en uit Verhoop ; want nooit konden zij, uit<br />
Vennoötfchap, iets anders, van hunnen Mede-<br />
Vennoot vergen, dan dat hij, volgens hunne<br />
overéénkomst, hen bevrijdde van de betaling<br />
hunner aandeelen,of dezelve hen te rug gaven;<br />
maar, voor zijn aandeel moeiten zij hem betrekken,<br />
uit het recht, dat de Verkopers, ten<br />
zijnen laste , hadden, en dus ook uit Verkoop<br />
(2). Hier mede nu vertrouwen ik deze<br />
zo moeilijke en duiflere Wet verflaanbaar<br />
gemaakt, en in een helder daglicht gefteld<br />
te hebben, zonder echter, aan anderen, ene<br />
beter uitlegging te willen * betwiften ; elk<br />
houde hier zijn gevoelen vrij , en xieze het<br />
befte. Genoeg is het voor mijn oogmerk , in<br />
de-<br />
Cs) L. 79. Lib. 4.6, D. Tit, 3. de Solutionibus,<br />
L. 5. Lib. 50. D. Tit. 15. de Cenfibus. L. 1. §• 13-<br />
Lib. 27. D. Tit. 3. de Tutela & Rationibu; Diftra<br />
hendis.
l66 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
dezen te hebben betoogd, dat, zo wel oud*<br />
tuds bij de Romeinen, als in later dagen, na<br />
de invoering van het Christendom, de Jaarmarkten<br />
gemeenlijk zijn vergezeld geweeft<br />
van Vreugde- en Kermis - Maaien; als mede<br />
van Gastenjen , en Vrolijke Bijéénkomflen<br />
(#J; ene gewoonte, die nog hedendaags,<br />
mislonen zelfs meer dan te veel, onder ons<br />
plaats vindt; en wel inzonderheid, ten opzichte<br />
van de laagfte zoort^onzer Ingezetenen;<br />
welke, 0p Kermistijden niet zelden, in<br />
ongebondenheid, en 't bedrijven van llrafwaardige<br />
euveldaden uitfpatten. L Laten de<br />
„ Kroegen en Herbergen (zegt Mr. haac<br />
„ Winkelman terecht) laten de Straten en<br />
„ Wegen dit voor mij beveiligen. Zij zullen<br />
„ tevens een bewijs kunnen opleveren van<br />
„ gepleegde Hoererij en Overipel; ja, men<br />
„ weet wel, dat dit, bij de hef van 't Volk,<br />
„ wej het meelte, in 't openbaar \ plaats<br />
„ heeft; echter kan men niet, dan met ver-<br />
„ wonderjngzien, dat er geene Standen in de<br />
„ Maatichappij gevonden worden, op dewel-<br />
„ ke de_ Kermistijden geen invloed hebben.<br />
„ 't Schijnt, of die tijden ene algemééne ver-<br />
5, andering in een ieder te wege brengen: de<br />
„ Menfchen zijn, voor eu na dezelve, niet, die<br />
Ü zij*<br />
(a) UendHk van ffliyn, Aanteekeningen op ds<br />
Kerkelijke Oudheden der Verëenigde Nederlanden,<br />
2. Deel Fol. 305. C. van Memode, en Mr. Pieter<br />
van der Schelling , Nederlands Dis-plechtigheden ,<br />
2. Dcd 30. Kapittel §. 10. pag. 424 en v.olgg., vaa<br />
LCOH, Hollandfche Markten en Kermisfen, pa.;. 68.<br />
ea volgg.
Jaarmarkten of Kermisfen. 167<br />
„ zij, in die tijden, vertonen te zijn. De<br />
„ nieuwsgierigheid wordt het algeméén be-<br />
„ weegrad. Elk geraakt op de been. Alle<br />
„ de huizen ftaan open. Elk is welkom, 'tls,<br />
„ of de oude Gast-vrijheid herleefde. De da-<br />
„ gen zijn te kort. De nachten hebben hüh*<br />
„ ne vermaaklijkheden. De Hoogfte Rangen<br />
verlagen zich. De Deftigheid onttronst het<br />
„ gelaat! De Zedigheid blooft minder : en<br />
„ de tederlïe ooren horen, zonder kwetzing,<br />
„ de grootfte dubbelzinnigheden.. Een ander<br />
fchetft de Hollandfche Kermis-Vermaken, op<br />
enen boertenden trant,in dezer voegen af(èj :<br />
„ Des avonds zjjn er Speelhuizen; of plaat-<br />
, zen voor ongebondenheid van 't Gemeene<br />
Volk. Zomwijlen gaan daar ook Lieden<br />
',' van enig aanzien, om die ongebondcne te<br />
zien danfen met een deftig gelaat; de pijp<br />
in den mond; en met ene ftemmigheid, die<br />
'„ eerder zou doen zeggen: dat zij hunne ge-<br />
„ beden gaan uitftorten, in ftede van voor hen<br />
„ een meisje te zoeken." En deze Danfenjen,<br />
gelijk mede de overige Kermis-vermaken van<br />
het Gemeen, worden door den Amfteldamfchen<br />
Dichter, Lucas Rotgans, eigenaartig in<br />
twee Boeken , betijteld Boere-Kermis, op<br />
onderfcheide plaatzen afgefchilderd, waaruit<br />
tot een Haaltje dit volgende: (c):<br />
: _ „ en za? in 't nader komen<br />
De Landjeugd hand aan 'hand fpansfeeren, opgetooid<br />
Met witte huiven, net geftreeken en geplooid. ^<br />
O) Lettres fur laHollande, Tom. 2. Lettre 10,<br />
pag. 179.<br />
(c) Poëzy,pag. 63C 637- °75-<br />
L 4
168 Verhandeling iver de Zeeuwfche<br />
h a n f n a a , d ftafc<br />
" ml > 't hoof»- de keten van koralen,<br />
„ Blonk om den rosfen hals, om rnet meer zwier teprden<br />
„ De ztlvre fle.te reeks, en beugeftas, daar bij P<br />
T<br />
J aan<br />
\ ea w a<br />
" & 1° 'X' t<br />
p e r d e<br />
„ Het blaauvve keursj.jf droeg 't licvrci<br />
P-<br />
van baare<br />
«»" Nar<br />
kaaken<br />
zij.<br />
e M<br />
• B f c ^ j t ó J° k R e f n ,<br />
' - é n<br />
" ic r c o d<br />
ftharSen"'<br />
m o<br />
" M,» ° g<br />
S e n J a a r<br />
i r - s e e n ó f<br />
maanlicht zas,<br />
" r'v°^ d<br />
' t fe<br />
f St<br />
§ r f a a r d<br />
P > *°o lapg vergeeteri laf'<br />
¥ I."? 1<br />
!? 6<br />
H'5t. dc hooiblok was verïïneeten,<br />
wfl g<br />
? fleC<br />
, t 1 k l 0 1<br />
r', ". p<br />
'<br />
v o o r<br />
net genieeten.<br />
* rl f h<br />
j lnd<br />
f ci<br />
°en dekt den purpren arm, halfgaar '<br />
» Gebraden door dc zon, gcfchildcrJI jaar op "aar. p<br />
,<br />
„ Zoo zag ,k langs den tveg de boere.heisies treéden.<br />
P e<br />
Ü<br />
v,vr;K "' 5 J<br />
1 1 i n<br />
W ''j '«meestersdienst betteeden,<br />
" y, 6 0 0 1 e n a a n<br />
^ h«w verijérd en opeefchikt<br />
„ Met broeken om de kuit met linten toegeftnkt.<br />
" nfi ESS* b<br />
,' ün<br />
, k<br />
, d e n 1 a l s m c t T "veepaar zilvre knoopen.<br />
h c m b d r o k<br />
" ^ glad geperst, en aan de borst halfopen, '<br />
„ Wasvoor ep op de mou met pasfement bezet. '<br />
„ Een ander had een rok", u-efiang"en ruim gefnedén,<br />
"<br />
P d c n r o e<br />
M" u ,? , 1<br />
Semaakt, gehangen om zijn leden,<br />
„ Noch versch gekocht in Steé. 4-Ü<br />
„ De fluier om het lijf verbeeldde-4 kSmfatcken.<br />
» D e hocdc<br />
»? SN geveegd, gefchuijierd en geftrekep,<br />
*, ^vee-ren °P ''e kruin, en blinken, onder 't gaan,<br />
„ Als uitgebraakte vocht bij 't Cellijnen van de maan.<br />
a 2 n h a , l d<br />
§' cdost<br />
"'et kermisklecden.<br />
" S-- TCe<br />
•<br />
"<br />
j<br />
b o e<br />
°J''f 1 . r<br />
, n o c h<br />
. S'ad van kin, en zonder haaren,<br />
„ Bekleed haar linke zij, en leidt haar met de hand.<br />
" ?, e<br />
r , n S C 0 p e c n o<br />
' ° r<br />
> 3 Bequijlde püpje brandt<br />
- Imookende in zijn mond. zij hupplen'op en neder<br />
„ En draajen als een tol, en glippen heen en weder.<br />
,. Kees Rootncus ftrijkt de veel,' en vult terwij'' zijn darm<br />
„ Met bier. de dansier vat de vrijller in zijn jtrm:<br />
„ Zij vangt den adem van boer ïewis aan de tippen<br />
„ Na 't fluiten van den dans, met zijn befmookte lippen •<br />
„ Den adem, die noch (tinkt' naar St ingezwo'lge nat<br />
„ Uit boerekroczen, teen hij op de bierbank zat.<br />
„ Befchonken Tewis-blóóst, en Voelt zijn • boezem blaaken.<br />
„ De kinkel fchurkt en grijnst, na't drukken van haar kaaken,<br />
„ Geluk ëen Sater,' die, op fnoeperij belust,<br />
„ Do Veldgodin verrast, en met haar weerwil kust.<br />
„ Het krielde in 't dans vertrek van vrouwen en van mannen.<br />
„• Mijn ooren wiciden doof door 't klappen van de kannen:<br />
Dit zij genoeg; latende den Lezercn over,<br />
hem in zijne overige Kermis-vermaken na té<br />
' le-
Jaarmarkten of Kermisfen. 169<br />
lezen: en kan hir, des begerende nog<br />
daar bij voegen: F.Greenwoods Boere Pmx-<br />
'terrrewd; welke onder anderen-ene menigte<br />
van de voornaamfle Straatdeunen, die, op<br />
de Kermis-Fee len, door het Gemeen gezouten<br />
worden, boertend befchnjft (d):<br />
F en Itoere 7aneer, die tot zingen fcheen gebooren,<br />
L o" z ch v S k als een balkend, ezel hooren<br />
Die 't hoscb doet davren door zijn onbefchoft ,eluidt.<br />
llii trok een' fcheeven bek, en trilde met zijn wuit<br />
Z Al eet die van de koorts op * Kevigft|i » >e = ?<br />
, Hij zon? van Kommertje, zyn eigen ziels yeilangen,<br />
,, Hoe fiaar de wreede doot te vroeg had »eêige..elt.<br />
, En werd, al zingende, zoo doodelijk M M » * ,<br />
?<br />
, Dat hij aan 't janken floeg; en elk, met hei. bwogen.<br />
Maar werk had met zich zelE de tranen af " *°ogen,<br />
, Want ieder was om 't zeerst met zijne<br />
Hier fcheen de vreugde nu geheel cn al gedaan,<br />
•,; Tot weer te" ander! om het balken te «ten,<br />
, Een' blijderdeun zong: van Oen Jager metzt n fretten,<br />
' Van Fylje Floris; van Stout ruitertje rijd wectt,<br />
Van l/ees me vrijer, en Ik zat laatst W fpMg<br />
tiet 2$ fchoon liefje zoet ; van ^'^' l<br />
^Zln ' &<br />
Van Jaap de Biervliet, en de Vrome KloofleUntien<br />
Van Malle Knier, en van Een Meisje langs den h ut,<br />
' Van -tlh:ps Waardinnetje, en Drie gasten f bam.<br />
Eén derde liet zich op zijn beurt niet minder ooien.<br />
Hit (treek het fluike hair bevallig achter d ooien,<br />
" Ê n V c «<br />
Als of het sanfche hiüs m lichte vlamme itoiu.<br />
Zün eerft' d n was van , Mijn hart is vol beuouw»,<br />
E toen van Uefjfe Hef, «r^ejèr ka^en<br />
Van It Koddig WaaUje, en yan de Maagdeken van bent,<br />
I Va" 6 Jan fcrta, «, van Maai Huwt vel Mem ;<br />
Jan Piet van Maasland/luis, én f rent Pieterfyzey<br />
, Van Oen* Vifüpruhn , en Nee^Kiovtergat;
iTo Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
van oude tijden aan, zulks gehad hebben<br />
zo als dezelve in de Voorrechts-Brieven worden<br />
uitgedrukt, en, tot iéders naricht, in de<br />
gewone Almanakken, bekendgemaakt: werden<br />
nochtans, op verfcheide plaatfen 3 zo<br />
wegens derzelver begin, als einde met vele<br />
plechtigheden, openlijk aangekondigd: want,<br />
m iommige Steden werd, ter dier'tijd, aan<br />
de Poorten of op de Wallen, een rood, of<br />
wit Houte Kruis opgerecht; hoedoni» één<br />
ook voormaals, in het midden der 'Kerken<br />
geplaatst was; 't welk bij verfcheidene Voorrechts-Brieven<br />
wordt bevolen te doen, van<br />
welk gebruik de naarftige Heer van Mieris<br />
verlcheide voorbeelden heeft aangehaald ( e><br />
ook geeft ons dc Oudheidkundige van Loon<br />
van die plechtigheid voldoende redenen (f)terwijl<br />
in andere plaatfen, om de Kermis<br />
aan te kondigen, zekere, daartoe bijzonderijk<br />
beftemde, Klokken geluid worden, welker<br />
dreunend gebrom ook wederom een<br />
einde aan. deze Jaarmarkten maakt ; waar<br />
van men al mede voorbeelden vindt bij den<br />
voornoemden Verzamelaar onzer oude Gedenklbkken<br />
( ;T): ook heeft nog heden, in<br />
Middelburg, een ander-gebruik plaats, naam,<br />
MJK, dat het hegin der Kermis of Jaarmarkt<br />
met<br />
(O F. van Mieris Groot Charterboek , i. Deel<br />
?,° 3<br />
7 2 D e e l F o 1<br />
' 3 2<br />
-' 3-Deel Fol. 376,<br />
(ƒ ) Hoüandfche Jaar-Markten of Kermisfen, pag.<br />
1 b<br />
48. en volgg.<br />
(g) F. v. Mieris Groot Charterboek , 3. Deel<br />
Fol. 358.
Jaarmarkten' of Kermisfen,. i? I<br />
toet trompetten-aefchal wordt aangekondigd,<br />
en ook derzelver einde, op die zelfde wijze<br />
wordt bekend gemaakt: ik zal met breed over<br />
den oorfprong van deze Openbare en Plechtige<br />
aankondigingen behoeven uk te weiden: zij zijn<br />
, ich, voor een groot gedeelte, zo oud, als de<br />
inwijding-Feesten der Kerken,en Godsdiensrige<br />
Geilichten zelve; immers heeft het lpoorbijiter<br />
Bijgeloof, niet alléén, onzondige plechtigheden<br />
der Eerite Christen-Kerk overgenomen,<br />
en nagevolgd ; maar heeft ook dezelve,<br />
tot minder redelijke zaken, misbruikt. Bij het<br />
'in bezit nemen der Heidenfche Tempelen, om<br />
in dezelve der Christenen Godsdienst-Oefeningen<br />
te verrichten, moeiten dezelve ingewijd,<br />
ep , door de planting van het Ecrtceken des<br />
Christeliiken Geloofs, van een opgerecht<br />
Kruis, midden in dezelve, van den grovcn<br />
Afgodsdienst gezuiverd worden : waar toe<br />
men een Keizerlijk Bevel vindt van Theodofus<br />
den Tweeden, cn Valcnliniaan den Dcrcun ia<br />
het Theodofiaanfche Wetboek (70; desgelijks<br />
beveelt ook de Wetgever en \^t\ztijufiiniaan ?<br />
om geene Kloofters, Kerken of Gebeden-Huizen<br />
te bouwen, voor dat een Bisfchop in zijne<br />
'Stad, of Stift, het Gebed over, en eenjvruis<br />
op die plaats geplant had (/); zo heeft ook Keizer<br />
Karei de Grote, gefproten uit den Tweeden<br />
Stam der Frankiiëhe Oppervoilten, ene<br />
Wet p-egeven, waar bij bevolen werd, dat,<br />
* nie-<br />
(?/) L. 25. Lib. 16. Cod. Theodof. Tit. 10. de<br />
fagaiJs, Sacrificii», & Templis.<br />
(i) No\eha 07. Cap.
ifa Verhandeling ever de Zeeuwfche<br />
niemand ene Kerk zoude mogen nichten, voor<br />
en aleer dat door den Bisfchop der Stad, op<br />
de daar toe uitgekozene plaats, in't openbaar<br />
een Kruis gefield was (£); zijnde het al mede,<br />
van oude tijden aan, de gewoonte , om,<br />
bij zulke gelegenheden, en ook wel bij andere<br />
plechtigheden ; ja, zelfs , bij het begin der<br />
gewone Godsdienft-Oefeningen; zulks alles,<br />
door het luiden der Klokken; of het geblaas<br />
op Muzijk-Inftrumenten; bekend te maken;<br />
en deze plechtigheid van, door het luiden der<br />
Klokken, ten allen tijde, het aanvang nemen<br />
der Openbare Godsdienst-Oefeningen aan te<br />
kondigen, heeft ook nog heden in Ons, tot<br />
nog toe Vrij, Gemeenebest der Veréénigde Nederlanden<br />
(met betrekking tot den heerfchenden<br />
Godsdienst) overal (zo verre zulks ons<br />
bekend is) plaats; daar dit Klokken-gelui<br />
aan andere, fchoon ook Openbare, Godsdienst-Oefeningen,<br />
die alhier, uit krachte van<br />
ene allezins loflijke Verdraagzaam! reid, geduld<br />
worden, is ontzegd. Wat nu het planten<br />
van Kruisfen , bij gelegenheid' der Jaarmarkten,<br />
of Kermisfen, betreft; het zelve is,<br />
als nog hier en daar, in ons Gemeenebest, in<br />
gebruik; daar men in fommige plaatfen , bij<br />
*t aangaan van Vrije Jaarmarkten , en gedurende<br />
dezelven, nog wel Kruisfen , zo bij<br />
't inkomen der Steden, of Vlekken, aan de<br />
Bruggens, en elders, ten teeken van de Vrijheid<br />
der Jaarmarkt, ziet vastgehecht, ofop-<br />
ge-<br />
(*) Capitulariorum Caroli Magni, Lib. 5. Cap. 229.
Jaarmarkten of Kermisfen'. 173<br />
gericht: fchoon deze gewoonte, naar het invoeren<br />
van den Hervormden Godsdienst, nevens<br />
andere zoortgelijke dwaze en dweepzieke<br />
gewoontens, alhier, op de meeite<br />
plaatfen is afgefchaft, en in onbruik geraakt:<br />
niet te min* worden nog, in fommige Steden,<br />
of Vlekken, de Jaarmarkten in- en uit-geluid:<br />
ook wel in- en uit-getrommeld; of wel<br />
der zeiver begin en einde door trompetten-gefcbal<br />
openlijk bekend gemaakt; echter zijn ook<br />
hier te Lande fommige plaatfen, alwaar geene,<br />
zelfs niet de minfte, plechtigheden, noch<br />
bij het begin,noch bij het einde der Jaarmarkten-<br />
of Kermisfen, plaats hebben; waarvan<br />
onder anderen de Stad Vhsfmgen :ten voorbedde<br />
kan ftrekken.<br />
Ecnige onzer Jaarmarkten zouden, volgens<br />
hunne inftelling, met den avond enen aanvang<br />
moeten nemen, waar van de Voorrechts-Brief<br />
der Middelburgfche Jaarmarkt, onder menigvuldige<br />
andere , tot een fprekend voorbeeld<br />
ftrekken kan; want volgens dien moet zij beginnen<br />
op Maria Magdalena avond; ondertusfchen<br />
is het begin onzer Jaarmarkten thans gemeenlijk<br />
met den vroegen morgen , of met<br />
den middag, terwijl dezelve vervolgens meesttijds<br />
geduren tot middernacht op den laatften<br />
KermlsDag. Edoch, daar onze Jaarmarkten,<br />
of Kermisfen, aan bepaalde tijden van elk Jaar.<br />
gebonden zijn; die, wat den dag betreft, op<br />
elk Jaar verwisfeit, en dan eens op enen<br />
Maandag; dan wederom op enen anderer<br />
Dag van de week , invalt; waar door hei<br />
fomtijds gebeurt, dat die bepaalde Dag op<br />
ener<br />
Op Welken<br />
tijd van den<br />
dag zij beginnen.
Of het geoorloofd<br />
zi<br />
op Zonda-'<br />
gen de Jaarmarkten<br />
te<br />
beginnen ,<br />
en te houden.<br />
t?\ Verhandeling ever de Zeemvfché<br />
enen Zondag komt: waar door, zo wel de<br />
Kechts- als Godgeleerden al vroeg gelegenheid<br />
Hebben verkregen, om met eikanderen te twisten<br />
over de volgende Vraag; naamlijk: Of het<br />
geoorloofd zij, onze hedendaagfche Jaarmarkten,<br />
die nu geene Kerkniisfen zijn, op enen<br />
Zondag te laten beginnen? Doch dit verfchii<br />
icomtmij voor van weinig belang te zijn, voor<br />
al, daar t Recht dat verfchii, ten opzichte van<br />
onze Jaarmarkten,beilist;want,zonder ons in<br />
te laten met het geen de Opperfte Wetgever<br />
*an t Geheel - Al aan zijn Oud Bond-Volk<br />
ilrael voorfchreef; of door deszelfs Leidsman<br />
Mo/es, by t vormen hunner Gods-Regeerinohet<br />
aankondigen, ten opzichte der flipte vierirS<br />
van hunnenStaatelijken Rust-Dag; die. fchoon<br />
zij, zo veel het Schaduwachtige en 't bijzondere<br />
Staatkundige betreft, den Christenen noch<br />
verbint, noch ter navolging ftrekt; zo dient<br />
dezelve nog., en heeft van ouds den Christenen<br />
ten voorbedde gediend, om zekeren dao-<br />
2n wel bepaaldelijk dén Eerften Dagd^r Weete,<br />
tot hunnen Openbaren en Plechtigen Godsuenst<br />
af te zonderen', en Gode toe te heiligenïvaar<br />
door het Zedelijke vair den ouden Feestdag<br />
der Ifraëlken Wordt in ftand gehouden •<br />
1<br />
erwijl alle Handelingen eii gewoone Kostvummgen<br />
worden geftaakt: hier bij zal het<br />
I<br />
m genoeg zijn na te gaan, wat de Gemeene<br />
\<br />
échten; en wel bijzonderlijk, wat onze 'sLands<br />
|<br />
n der 6tcden Overhedsn hebben goedgevonden<br />
4<br />
aar ontrentte bepalen cn vast te ftellen. Inde<br />
ï<br />
•efchreve Rechten vinden wij daar van ene<br />
\<br />
Vüt door de Keizers Leo en Anthemius, on-<br />
ti<br />
cnt het einde der Vijfde Christen-Eeuw gemaakt
Jaarmarkten ef Kermisfen. 175<br />
maakt (7): bij welken verboden wordt, op<br />
Feest-Dagen, der Hoge Godheid toegewijd,<br />
zich aan enige vermaken over te geven; of<br />
iets te doen , waar door die Dag zoude kunnen<br />
ontheiligd worden; en deze Wet betreft<br />
bijzonderlijk des Heeren Dag, den Zondag<br />
der Christenen: men vindt, wel is waar,<br />
nergens een bepaald Gebod van 's Hemels Opperheer<br />
, om , boven andere dagen, bepaaldelijk<br />
den Zondag te moeten vieren; maar<br />
't is niet minder zeker, dat, van de oudfte en<br />
eerfte tijden aan, die Dag bij alle Christenen<br />
is onderhouden : op dezen dag, wilden de<br />
voornoemde Troon-Monarchen, dat ook alle<br />
Rechtsplegingen, en wat daar op betrekking<br />
heeft, zouden zijn opgefchort: en het is betaamlijk,<br />
dat alle Handwerken, Ambachten,<br />
en Neringen op dezen dag Uil ftaan ; op dat<br />
de bezigheden, daar aan verknocht, geene<br />
gelegenheid aan 't Volk geven, om zich van<br />
de Openbare en Plechtige Godsdienst-Oefeningen<br />
te onttrekken : waarom ook in het<br />
PaufelijkeRecht bevolen wordt Cm), dat alle<br />
's Heeren Dagen , van den enen tot den anderen<br />
avond, met allen eerbied moeten onderhouden<br />
wordenden dat elk zich als dan onthouden<br />
zal van allen ongeöorloofden arbeid; dat op dezelve<br />
in 't geheel geene Markt zal mogen gehouden<br />
worden; noch enige bekommeringen<br />
gedaan: dat ook niemand op dien dag ter dood,<br />
of terftraffe, zal worden verwezen;dat geene<br />
Eeden,<br />
(1) L. 11. Lib. 3. Cod. Tit 12. de Feriis.<br />
(m) Lib. 2. Decretalium Gregorii IX. feu Exterorum,<br />
Tit. 9. de Feriis. Cap. r.
176 Verhandeling over de Zeeuwfthê<br />
Eeden, ten zij, ter bevordering van Vrede*<br />
of uit andere volftrekte noodzaaklijkheid, op<br />
dien dag mogen worden afgeleid, 'tbom deze<br />
reden, dat, naardien in de oudfte tijden, de<br />
Kerk-Dienlïen meest bij nacht verricht werden ±<br />
(waar van de brandende lichten in de Roomfche<br />
Kerk, bij 'toefenen'van dien Godsdienst, hoewel<br />
bij lichten dage, waarfchijnlijk nog zijn overgebleven)<br />
daarom de volgende dag, in<br />
volle rust en werkloosheid geileten werd;<br />
van waar die dag nog veeltijds den naam van<br />
Rust-Dag draagt; zo dat niet alleen het oefenen<br />
van ïlaafiche werken, gelijk oudstijds alle<br />
handwerken waren, naardien dezelve alléén<br />
door Slaven, Lijfeigenen en Vrijgemaakten,<br />
verricht werden; maar ook het uitflallen van<br />
allerieije Koopwaaren; het drijven van Koophandel;<br />
en het houden van Markten, op dien<br />
Dag, verboden was; al het welk ook in deze<br />
Landen plaats vond ; want Keizer Karei de<br />
Grote, die zo wel de Opper-Vorst der Friefen,<br />
als der Franken was, en, mitsdien, ook<br />
een gedeelte van het tegenwoordige Holland<br />
en Zeeland beheerschte, beveelt in zijne Burgerwetten,<br />
betreklijk het houden van Markten<br />
(11), dat dezelve op geene Feest-Dagen mogen<br />
gehouden worden; maar 3 dat men daartoe enen<br />
dagbeftemmen moet, op den welken, de Menfchen<br />
verplicht waren voor hunne Heeren te<br />
arbeiden: (door deze benaming van Menfchen,<br />
(n) Capitulariorurh Caroli Magni, ad Annum8ao.<br />
Cap. 18.<br />
in
Jaarmarkten of Kermisfen. [177<br />
in tegenoverftelling van'twoord Heeren,moet<br />
hm} in die Keizerlijke Wet, verftaan de<br />
Slaven, de Lijfeigenen,de Frijgemaakten: dewelke<br />
allen te meermalen,onder dezen naam,<br />
inde Schriften der Midden - Eeuwen , voorkomen)<br />
ja. de oude Friefche Wetten ftelden<br />
vast, dat die geene, dewelke, op enen Zon-of<br />
Feest-Dag, flaaffchën arbeid verrichtte, in<br />
boete vervallen zoude; welke boete, aan geene<br />
zijde de Lauwer, op xn; en, in de overige<br />
plaatfen van Friesland, op iv. Stuivers<br />
bepaald was, ten aanzien van een vrij mensch :<br />
maar, zo een Slaaf dien arbeid had verricht, die<br />
moest deze zijne overtreding met ftokllagen boeten;<br />
ten zij zijn Heer voor hem iv. Stuivers<br />
betalen wilde (0); ene boete, Zo men de-<br />
* zelve haar den tegenwoordigen geldhandel<br />
wilde afméten, allergeringst zoude fchijnen$<br />
doch die, naar dien tijd, wanneer de Munten<br />
vrij wat fchaarfcher waren, gerekend zijnde,<br />
voor niet gering moet geacht worden; en deze<br />
fchaarsheidmoet aan deze zijde van de Lauwer,<br />
ene Rivier, die Friesland oudtijds in<br />
twee hoofddeelen fcheidde, nog groter geweest<br />
zijn, dan aan de overzijde; vermits de boete<br />
op deze misdaad aldaar hoger was gefield,<br />
dan in de overige Friefche Landen, alwaar het<br />
juist twee derde parten verfchild. Wenden wij<br />
hu wederom het oog naar onze Zeeuwfche<br />
Kus-<br />
(0) Siccama Legum Frifionuffl, Tit. 18. g.i.pag.<br />
23 Editionis Franckerae 1617. Et apud Ltndenbr*gium<br />
in Codice Legum Antiquarum, Fol. 498.<br />
M
i;8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Kusten, zo ontmoeten wij ook aldaar enen<br />
brief, door den vlijtigen Onderzoeker onzer<br />
oude Brieven, den kundigen van Mieris,<br />
voor ons bewaard betreklijk het Eiland Walcheren;<br />
bij den welken de Zoon van den Infteller<br />
der Middelburgfche Jaarmarkt, Graaf<br />
Willem de Vierde, 0p den 4. van Oogstmaand<br />
1333, het houden van Markten op<br />
den Zondag verbiedt; en denzei ven op Dingsdag<br />
verzet f». Ook droeg Prins Willem de<br />
Eertte, als reprefeatecrende 's Lands Hoog-<br />
11e Overheid, na 't afzweeren der Graaflijke Regecnng<br />
m de Wetten, die het inwendig<br />
Maatsgeftel der Provinciën van Hofland en<br />
Zeeland regelen, onder de benaming vmPoliticque<br />
Ordonnantiën, in de Jaren 1580 en<br />
1583 , geen mindere zorg voor het onderhouden<br />
van den Zondag en het op dien das<br />
rusten van allerhande Werk en Koophandel;<br />
en welke verordening-vervolgens, op meer dan<br />
eenen tijd, zo wel door de onderfcheideSouveraine<br />
Staaten, dezer Veréénigde Nederlanden<br />
als door de Stedelijke Overheden is vernieuwd<br />
geworden: dus hebben de Edele Mogende<br />
Heeren Staaten van Utrecht; en ook Die<br />
van Overijsfelde Kermisfen, welke op Zondagen,ten<br />
platten Lande,enin de Kleine Steden<br />
van het Neder- en Opper - Sticht, plegen<br />
gehouden te worden, veranderd en verzet(q):<br />
, . _ ook<br />
C h a r t c r b<br />
v\ X o«k, 2. Deel Fol. 612.<br />
•(?; Publicatie, of Bekendmaking van o. van<br />
Oogstmaand 17,55. i n de Nederlandfche Jaarboeken,<br />
van Augustus 176S. pag. 409 tot 503. en van 7.<br />
van Grasmaand 1775. & de Nieuwe Nederlandfche<br />
Jaarboeken, van April 1775.
Jaarmarkten of Kermisfen. i?9<br />
ook hebben de Edele Achtbare Heeren Burgemeesteren<br />
en Regeerders mijner Geboortestad<br />
Vlisfingen, reeds over enen germmen tijd van<br />
taren de gewoonte der Kramers, die,met hunne<br />
Kramen en Koopgoederen de Stad Veere<br />
verlaatende, ter oorzake, dat de Kermis ot<br />
jaarmarkt aldaar, op den vorigen Saturdagdes<br />
avonds, geëindigd was: dies des Zondags,<br />
na het houden van de Godsdienst-Oefeningen,<br />
te Vlisfingen kwamen binnen rijden, ten enenmale<br />
belet en afgefchaft: ook wordt te Middelbar"-<br />
, wanneer 't begin der Jaarmarkt op Zondao-<br />
invalt, de Kermis niet voor 's Maandags<br />
middags ingetrompet, gelijk dezelve mdat geval<br />
ook veertien dagen daar naar des 's Maandags<br />
eerst een einde neemt. Niettemin zijn er nog<br />
plaatfen, op wélke de Jaarmarkt op Zondag,<br />
of andere Hoge Feest-dagen der Christenheid,<br />
begint: dus viert, onder anderen, de Burgerij<br />
der Stad Leyden de heuchelijke'gedachtemsvan<br />
'sHeilandsHemelvaart des morgens, wanneer<br />
•des middags hunne Jaarmarkt een aanvang<br />
neemt; over welke misbruiken degeleerde tritrchius'Adi<br />
breedvoeriger heeft uitgelaten {r).<br />
Om deze Jaar- en Kerk-Feesten, mitsgaders<br />
de daar aan verknochte Markten, den<br />
Buitenlanderen bekoorlijker te maken , en<br />
•zeer veele Vreemdelingen , tot het bijwoonen<br />
van dezelve, aan te lokken, op dat die Feesten<br />
en Markten te luifterrijkermogten worden, waren<br />
()•) In Gymnasmate Juridico; De Regali Nundi<br />
naiumjureac Privllegiis, Cap. 5. % 6. Num. 15-<br />
48. pag. 50-- 56".<br />
Ma<br />
Deze Jaarmarktenwaren<br />
> oudtijds,<br />
en ziin<br />
nog hedendaags<br />
van<br />
uitmutende<br />
Voorrechten<br />
voorzien.
Onder deze<br />
waren de<br />
KerkJijke<br />
Aflaten , in<br />
vroegere tij<br />
den, geen<br />
van de geringd;.<br />
iöo Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ren aan dezelven geene geringe Voorrechten,<br />
zo ten opzichte van 't Geestlijke, als 't Waereldhjke,<br />
verknocht, en gefchonken. De<br />
Geeftlijkheid toch verzorgde aan de Feestvierende<br />
hunne Aflaten ; waarna de domme menigte<br />
der met zonden beladen eenvoudige<br />
Christenen reikhalsden , in waan, dat zij,<br />
door het kopen en verkrijgen van dezelve, van<br />
dc tijdelijke ftraffen, zo al niet van de eeuwige,<br />
zouden bevrijd worden. Ook beijverden zich<br />
de Waerelcllijke Overheden om op alle mogelijke<br />
wijzen,en den Feestvierderen, en ook allen,<br />
die de Jaarmarkt kwamen bijwoonen,ene<br />
geruste veiligheid en vrijheid voor hunne perioonen<br />
en goederen, te verzorgen: zo dat die<br />
veiligheid; die ruft en vrijheid; niet dan wederrechtelijk,<br />
en met fchendinge van 's Lands<br />
Voorrechten, die geheiligfte Staats -Zuilen,<br />
Konden verbroken worden; gelijk wij nu wei<br />
haaft bij de ftukken zullen zien.<br />
Onder de Geeftlijke Voorrechten, die,<br />
ten tijde ener meerdere duifterheid, aan deze<br />
Kerk-Misfen gehecht waren, zijn, voornaamlijk<br />
, te tellen de zogenaamde Aflaten van<br />
den Opperften Bisfchop der, toen genoegzaam<br />
alomme in Europa heerfchende,' Kerk,<br />
het driedubbeld-gemijterd Hooft der Roomiche<br />
Geestlijkheid; door welke Aflaats-Brieven<br />
de Roomfche Geestlijkheid en Rechtsgeleerden<br />
verftaan: ene bevrijding, een ontflag,<br />
ene vermindering van 't Recht, om iemand te<br />
kastyd^n. of boeten op te leggen; mitsgaders<br />
ene kwijtfcheldinge van de tijdelijke ftraf,<br />
die de Zondaar aan het vertoornde Opperwezen,<br />
van wegen zijne zonden, verfchuldigd<br />
is;
. Jaarmarkten of Kermisfen. 181<br />
is- en welke vergiffenis hem uit de volheid<br />
der Kerke gegund , tocgeftaan en gegeven<br />
wordt (s\: met één woord:- de inhoud<br />
der Aflaats-Brieven beftaat in ene volkomene<br />
Vriifpraak van alle Boetdocningen, en Tijdelijke<br />
Kerk-Straffen, vooralle zonden door<br />
den Aflaat-Verkrijger, en zogenaamden Boe£<br />
doener, begaan, Het woord van Aflaat, m<br />
de Roomfche Kerk, onder den naam van Indulgentie,<br />
bekend, ftamt af van een Latynsch<br />
woord Indulgere, dat even zo veel zegt: als<br />
iemand Kwijtfihelden; en dus gelijk ftaat roet<br />
een ander woord Remittere, ontjlaan, bevrijden<br />
en met Relaxare, ontheffen, waarom het woord<br />
Indulgentie, 't welk in de Roomfche Kerk het<br />
meest gebruikt wordt, voorheenen met zelden<br />
verwisfeld werd met Remisfie ; dus vindt<br />
men onder de Wetten , die Paus> Gregoor de<br />
Negende, door middel van den Munmk Raymundus<br />
Capellanus, (uit de Grote, Algemééne<br />
en Mindere Kerkvergaderingen; Vastftellingen<br />
en Bevelen der vorige Opper-Jaisfchoppen,<br />
die door Gratiaan bevorens<br />
overgeflagen , of ten groten deele, onder<br />
•pms Jlexander den Derden, gemaakt en ingevoerd<br />
waren ) had doen famenflellen, (en<br />
welke Wetten thans het tweede Deel der zogenaamde<br />
Kerkelijke, Canonicque, of liever<br />
Paufelijke Rechten uitmaken)' een litul,<br />
Cs) Zoefius in Commentariis ad Lib. 5- Decretalium,<br />
Tit.38.de Poenitentiis & Remisüombus, Num<br />
9, & Lu Additamentis pag. 821. Ediüonis Colomac<br />
i n<br />
Agrippinae, I7H»<br />
4 t0<br />
-'<br />
M 3
los Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
die ten Oplchrift heeft, van Boeten te doen,<br />
envanVergifenisfen (t); de Poeuitentiis&<br />
Remisfionibus. De Roomfche Kerk, of, om<br />
beter te zeggen, h a a r Zichtbaar Opperhoofd,<br />
fchijnt het woord: Indulgentie: ontleend en<br />
overgenomen te hebben uit het gebruik dei-<br />
Oude Keizeren en Rechtsgeleerden, die niet<br />
ongewoon waren ene Algemééne Vergiffenis<br />
yan nusdrevene euveldaaden, met het woord<br />
Indulgentia, te beflempelen; welke algemééne<br />
Vergiffenis de WaereicUijke Overheden gemeenlijk,<br />
bij gelegenheid van ene algemééne<br />
vreugde, en Openbare Rijks-Feesteii, lieten<br />
afkondigen ; waar van men een voorbeeld<br />
ontmoet in het doorbladeren van het Wetboek<br />
op den naam en het bevel van Keizer<br />
Iheodofius uitgegeven ( u), alwaar het woord<br />
Indulgentia gebruikt wordt voor de kwijtfcheldmg<br />
van misdaden, ten aanzien van de ffrafteru<br />
bi, de Wetten daar op bepaald.' Men<br />
telt echter, inRomens Kerkbeftier, nieer dan<br />
eene zoort van zogenaamde Indulgentiën, of<br />
Aflaten: immers geeft deLeuvenfchc Hoog-<br />
Leeraar, die zijne Wieg en Baker- Stad, door<br />
zijne uitmuntende geleerdheid, geen oneer<br />
heeft aangedaan, de Rechtskundige Zegerus<br />
Bernardus van Espen (v) vijf onderfchcide<br />
zoorten van zulkp Aflaten op; en die verme-<br />
' nig-<br />
(0 Lib. 5. Tit. 38.<br />
L iSfi -J-~ [b<br />
-- 9<br />
- C o c | i c i s<br />
V'eodofimü, Tit. 38. dc<br />
Indulgentns Cnminum. * ' •<br />
(v) De Jure Ecclefiaftice Univerfo, Tom r<br />
Fd'/yo *<br />
T i t<br />
' 7 d e I n d l l l e n t i i s<br />
' S ' i- 3- fqq-
Jaarmarkten of Kermisfen. 183<br />
,.••„„ hppft meer dan waarfchijnlijk,<br />
SSSffSvoor ene gezegender kfafc<br />
h e t w e<br />
to^S «iegd» * h i e r w a n<br />
' - r<br />
te de Üjd fn oogmerk toelieten, niet moei-<br />
S ik te betogen Joude zijn. Van deze vijf<br />
vijfde, zoort alhier te pas; zijnde deze e<br />
genlijk gefchikt voor hen, die ene Kerk-W -<br />
Sn of derzelver Gedachtenis-Feest bi -<br />
Wanden - in den beginne werd dit zoort. af<br />
één vergund aan de zulken die veel geld<br />
Aven S het bouwen of herflellen van deze<br />
S<br />
o ;Sne!Kerk; doch, dit Gunst-bevvijs waarvan<br />
de Geestlijkheid zeer veel voordecis trok,<br />
wd oolc we haast aan zulken verleend, die,<br />
Zn « e n nut en voordeel hun geld fchoen<br />
C ookwaereldlijke zaken, die of to<br />
voordeel of tot licraad van een Land, of van<br />
II £d konden ftrekken, lüttevoeren; bij<br />
vooSeld ^of maken of herfteilen van<br />
ftnftrekten deze Aflaats-Brieven zich mt<br />
St alle Godsdienftige werken, inzonderheid<br />
voor en ter beloning v?n hen, diedeze ot geene,<br />
doo voorgewende Wonderdaden beroemde<br />
Skenbelochten;ofdeInwijdingvan andere<br />
K52. en Godsdienftige Geft ichten, of de<br />
reS -Feesten van zulke Inwijdingen, bijwotdenOO:<br />
onder anderen was de Abtdy<br />
of kermisfen, pag. 43. en volgg.<br />
1YI 4
tU Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
t<br />
n15 id<br />
?i elburg d i j k w i t e v o r e n<br />
^ i a^toonde)<br />
met Zulk een verlof, om diergelijke Aflaats-<br />
Bneven te vergunnen aan hen, die hare Kerk<br />
bezochten,en 'tKerkmis-Feest kwamen bij te<br />
woqnen, voorzjen;dit zoort vanAflaats-Brieyen,geraakte<br />
echter niet voor de ElfdeEeuw,<br />
(wanneer een donkere nacht van drieste onwetenheid<br />
de ganfche Waereld als overdekte)<br />
in gebruik; want, fchoon enigen, het invoeren<br />
van dezelve aan den Heiligen Gregoor; en<br />
anderen aan Leo den Derden; of, gelijk nog<br />
anderen willen, aan Scrgius den Tweeden;<br />
toefchrijven, zo heeft meergemelde Hoo*-<br />
Leeraar, op> Leuvens Hoge School, de valsch:<br />
heid en verdichthejd van den Brief, die aan<br />
den Hejhgen Ludgerus toegefchreven wordt,<br />
beweerd fxj; op welken Brief de Voornanders<br />
van het invoeren dezer Aflaats-Brieven,<br />
onder Leo den Derden, zich dus te vergeefsch<br />
beroepen. Dit zij genoeg van dit Aflaats^<br />
Voorrecht, het welk ook aan dc Kerk-Misfen<br />
in Zeeland was toegeftaan. Intusfchen<br />
zien wi, hier uit, hoe, en zedert welken tijd<br />
bet verblinde Bijgeloof zulke nietige bedriegerijen<br />
der Roomfche Geestlijken voor' Ho«e'<br />
Gunften en Voorrechten heeft aangenomen<br />
en het zelve nog zodanig acht. Gelukkig, dat<br />
wij door de genade Gods, uit die duifternis<br />
verlost, aan deze en zoortgelijke nietigheden<br />
thans geen geloof geven,- daar 't licht der Hervorming<br />
ons een zekerder weg tot onze behoudenis,<br />
en vergeving onzer euveldaden bij<br />
00 Van Espen, loco citato. 5.17. fqq.<br />
's He*
Jaarmarkten of Kermhfen. 185<br />
's Hemels Opperheer, alléén m het bloed en<br />
de algenoegzame Heilverdienften van Jefus,<br />
onzen éénigen Vcrlosfer, heeft aangewezen'.<br />
Bij deze Geestlijke Voorrechten voegden<br />
de Waereldlijke Vorften geen mindere Waereldlijke<br />
Voorrechten; onder oewelken voornaamlijk,<br />
geteld behoort te worden het Vrij-<br />
Geleide, dat de Vorften verleenden aan allen<br />
en enen iegelijk,die zich, uit enige oorzaken,<br />
naar die Kermisfen en jaarmarkten begaven.<br />
door welk Vrij-Geleide zij, gcduurende die Ker<br />
misfen en Jaarmarkten, zo wel als m he<br />
oaan en komen van, en tot dezelven, alle vrij<br />
heid en zekerheid genoten, zo voor hum*<br />
Perfonen, als Goederen, zonder door ïemanc<br />
verhinderd,opgehouden, verontrust, of enig<br />
v a n e 1 1<br />
zints belemmerd te mogen worden, ^<br />
Voorrecht ons de meermaals aangehaalde Hee<br />
van Loon de reden opgeeft f»J immers<br />
voor zo verre hetzelve toepasfehjk is op he t<br />
oude Hoofd-Oogmerk, naamlijk, het bezoe<br />
'ken , waarnemen en bijwoonen der Ker*<br />
Feesten, door misdadige Boetelingen : echte r<br />
komt het mij voor, dat men deze Vrijheid<br />
niet bepaaldiijk, alléén tot dat zoort va n<br />
Kermisgangers , brengen moet; maar dat d e<br />
zelve zich ook uitftrekten tot allen , die de:<br />
waards kwamen, onbepaald, om welken<br />
den, of uit wat oorzaken, zulks zoude mi )-<br />
gen zijn, mits zij Hechts betaamlijke oogme<br />
ken hadden; voor welk gevoelen, naar nu. n<br />
oordeel, genoegzame blijken te vinden zi, n<br />
(y) Hollandfche Jaar - Markten en Kermisfei<br />
pag. 54. en yolgg.<br />
Mitsgaders<br />
het Vrijgeleide<br />
van de<br />
Hoogfte 0verheid.<br />
n
186 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
in de onbepaalde uitdrukkingen,dewelke inde<br />
Jaarmarkts- Voorrechts - Brieven , inzonderheid<br />
voor onze Zeeuwfche Steden, voorkomen,<br />
immers , in den Voorrechts-Brief der<br />
Middelburglche Jaarmarkt of Kermis, door<br />
Graaf Willem den Derden , op den Eerlten<br />
van Bloeimaand 1323, aan de voornoemde Stad<br />
Middelburg geichonken, op welken tijd die<br />
Graal, met, gelijk fommige willen, in Frankrijk<br />
was, maar wel teValenciennes, dei loofden<br />
Hof-Stad van zijn Graaffchap Henegouwen,<br />
gelegen aan de Rivier de Schelde^ en<br />
door dezelve doorfneden wordende; gelijk uit<br />
het Hot van dien Voorrechts-Brief ten vollen<br />
blijkt O); en welke Voorrechts-Brief, d§<br />
oudfte bekende Gift-Brief onzer Zeeuwfche<br />
Jaarmarkten is; naar den welken de verdere<br />
Graven en Hoge Vrijheeren de door hun van<br />
tijd tot tijd vergunde Markten, inzonderheid<br />
bmnen den Eilande van Walcheren, hebben gefchikt;<br />
waarvan de inftellingen der West - Cap,<br />
pelfche en Vlisfingfche Kermisfen, door Hertog<br />
Aalbrecht van Bei/eren, in den Jare 1361 en<br />
1308, ingefteld ten bewijzen ftrekken. In den<br />
voornoemden Voorrechts-Brief nu verklaarde<br />
de Infteller der Middelburgfche Jaar-Markt;<br />
dat Hij ene Jaar - Markt hadde gelegd; dat is:<br />
mgefteld, vergund, verordend, toegeftaan en<br />
gegeven,als Opperheer van Zeeland,als Graaf<br />
van die Provincie; tot welke waardigheid Hij,<br />
{2; Van Mieris, Groot Charterboek, 2. Deel<br />
Fol. 316.<br />
na
Jaarmarkten of Kermisfen. 187<br />
«aden dood van Zijnen Vader, Graaf Jan<br />
den Tweeden, op Saturdag den 22. van<br />
Oogstmaand 1304. voorgevallen, terfrondte<br />
Zierikzee, en voorts in alle de overigeGraatlijke<br />
Steden van Zeeland, gehuldigd werd {a) 5<br />
trouwens, wij hebben hie r voren reeds bevvezen,<br />
dat het Recht om Jaarmarkten in te. «ellen<br />
, een Recht, van Oppermagt aanduidde;<br />
hoedanig ene Opper-Mogenhcid onze Graven<br />
zich al vroeg, over hunne Landen , hebben<br />
aangematigd; geen wonder dan, dat zij, inzonderheid<br />
die uit den Tweeden Stam , uit<br />
den Huize van Henegouwen, die zo door aankoop<br />
, en behuwclijken van Landen vermogender,<br />
dan de meeste hunner Voorzaten,<br />
Geworden waren, ook dat Recht hunner Oppermagt,<br />
in 't vergunnen en toeftaan van<br />
Taar- cn Week-Markten, als alleen van den<br />
wenk en gunst der Graven afhangende (b) i<br />
hebben doen uitblinken : maar boven dien<br />
had hij (dus fpreekt de Graaf) deze zijne<br />
o-eleo-de Jaar markt ook ge-ri;et, dat is, bevrijd,<br />
ontheven, verzorgd, dat niets aan het<br />
houden van dezelve kon hinderlijk zijn: alle<br />
moeijelijkheden, die zulks konden beletten,<br />
had hij uit den weg geruimd; met den Zeeuwen,<br />
onder anderen, ene vaste, beltendige en<br />
duur-<br />
O) Wagenaar, Vaderlandfche Historie, 3. Deel<br />
I n Roek, pas. 181 en 182- , , .,<br />
1<br />
h) Kul lnwrjdin ?s-rede over 'tRecht, 't welk<br />
ae C<br />
Nederlanders gehad hebben, «n hunnen^<br />
tigen Vorst en Heer, Koning Fihp, af te zweien s<br />
pag> si. .
i88 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
duurzame Vrede met hurme Vlaamfche Nabuuren<br />
verzorgd te hebben: dus had hij alle<br />
zwarigheden weggenomen, en zij hadden,<br />
nochvoor hunne Perfoonen, noch voorhunne<br />
Goederen te vrezen, beide had de Graaf in<br />
zijne befcherming genomen; alle hinderpalen<br />
waren weggeruimd, en elk mogt vrij in Walcheren<br />
komen; elk zoude binnen Middelburg<br />
worden toegelaten; men had voor geen vijandlijk<br />
geweld, voor geene fchaé-verhalinoen te<br />
vrezen; niemand behoefden meer bekommerd<br />
te zijn, van hunne Waaren en Koopmanfchappen<br />
aangehaald, en ten voordeele van 's Lands<br />
kasfe, of van bijzondere , daar toe gewettigde,<br />
Perfonen verkocht te zien; de Vriendfchap<br />
haalde de Kooplieden in ; de Gast-Vrijheid<br />
verleende hen Herberg; het Recht en de<br />
Wetten befchcrnidep enen iegelijk tegen overlast<br />
en geweld; de aankomst was gemaklijker<br />
gemaakt; het Veer op Vlisfingen was nu wederom<br />
open • elk voer vrij en veilig de Middelburgfche<br />
Haven in en uit; en het toenemend<br />
vermogen der Stad, de meerdere bevolking<br />
van 't Eiland Walcheren, lokten de<br />
Vreemdelingen uit, en firekten den zélve*<br />
tot Waarborgen, voo.r een meerder vertier<br />
Dus konde niets den Graaf verhinderen, om<br />
op het fpoor van ene menigte derHollandlche'<br />
Steden,ook in de Hof- en Hoofd-Stad van Zeeland,<br />
ene Jaarmarkt te leggen. Hij had dan reeds<br />
ene Jaarmarkt gelegd en gevrijet,datis, Hijhad<br />
reeds bij zich zeiven belloten, om aan Middelburgs<br />
Ingezetenen dat Voorrecht te vero-unnen:<br />
Hij had hen dat gunstbewijs reeds toege-<br />
ftaan;
Jaarmarkten of Kermisfen. 189<br />
ftaan;. en deze Giftbrief ftrelcte alleen tot een<br />
onwederfpreeklijk bewijs, dat de Graaf hen<br />
met de daad zo ene Jaarmarkt verleend ; dat<br />
Hij die aan hun Kerk-Feest gehecht, en bij<br />
het zelve gevoegd had: Hij had dan een Jaarmarkt<br />
gekgd en gevrijet in de Poorte yan<br />
Middelburg: dat is, binnen die Stad; ene<br />
fpreekwijze, niet ongewoon aan die tijden;<br />
waar van zich meer dan één voorbeeld opdoet<br />
bij den Oudften Hollandfchen Kronijk-Schrijver,<br />
den Egmonder Monnik, Melis Stoke (c)-,<br />
als mede in de Handvesten van die tijden (d);<br />
zo vindt men ook Poorters voor Stedelingen:<br />
Poortmees ters voor Burgemeesters, dat is, Hooiden<br />
van de Steden, en Stedelijke Ingezetenen<br />
ft) • zo vindt men Poorters in tegenoyerftellins<br />
van Landlieden (ƒ). Deze Jaarmarkt was<br />
dan ene Jaarmarkt bij uitftek; dezelve was toen<br />
niet alleen de éénigfte op het Eiland Walcheren<br />
; maar zelfs in de gehele Provincie van<br />
Zeeland: zij was ene Grote, ene Vrije Jaarmarkt,<br />
begunftigd door 's Graven Vrij-Geleide;<br />
en bezat, ,acht en dertig Jaren lang,<br />
dat uitftekend Voorrecht alléén: maar naar,dit<br />
tijdverloop; naamlijk, in den Jare ^361.<br />
(c) Vijfde Boek, vf. 289- 7- Boek vf. 79- en<br />
•%) MMhijs Balen, Befchrijving var> Dordrecht<br />
pag. 439. en 740. vergeleken met Melis Stoke /.Boek<br />
^'(lY'Mmhaeus, Lib. 1. de Nobilitate , Cap. 9.<br />
'ff'^Melis Stoke, 10. Boek vf. 879-882. ook in 4.<br />
Boek, vf. 1079 en 1080.
%9ó Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
fchonk Hertog Aalbrechtvan Beijeren faan<br />
wien deze Jaarmarkt van Middelburg niet alléén<br />
tot eenVoorbeelditrekte,maar uit welker<br />
Voorrechts-Brief Hij de Vrijheden overnam)<br />
een diergelijke gunst van Vrije Jaarmarkt aan<br />
de Ingezetenen van West-Cappelle, en zevenjaren<br />
later ' aan die van Vlisfingen; aan<br />
welken Hij dezelve verleende in alle rechten<br />
jhe
Jaarmarkten of Kermisfen. 191<br />
onder de befcherming der Graven ftonden,<br />
vermits de Voorrechts - Brieven toch zo nadruklijk<br />
fpreken, van de Jaarmarkten te hebben<br />
gelegd en gevrifet voor allen den genen, die<br />
dezelve soucken; 't geen zeggen wil: die dezelve<br />
komen bezoeken; die derwaards overkomen<br />
; die de Jaarmarkten komen bijwoonen;<br />
of, die, gelijk men met een overgenomen'onduitsch<br />
woord zoude kunnen zeggen:<br />
dezelven, van buiten, of elders komen frequenteren,<br />
onbepaald om wat reden, uit welke<br />
oorzaak , en wie het ook zoude mogen<br />
zijn: 't zij om handel te drijven; Waaren uitteventen;<br />
vermaaks halven; uit nieuwsgierigheid;<br />
om zijne Vrienden te bezoeken ; enz.<br />
zonder enig onderfcheid in Jaren , Rangen,<br />
Sexen, GÓdsdienflen, enz. de Wet fpietkt<br />
toch in dezen algemeen, en onbepaald: allen<br />
den genen, die deze Jaarmark fouckai. het Staat<br />
niet aan ons hier in bepaling te maken; want<br />
A\t allen noemt, fluit niemand uit. Edoch, wanneer<br />
men daar bij nagaat, dat de Inflelling der<br />
jaarmarkten eigenlijk ten oogmerk heeft, om,<br />
der Steden Inwooners, van't geen zij nodig<br />
hebben, (en bij hunne Mede-Stedelingen of<br />
in het geheel niet offlegts tot hoger prijzen<br />
kunne bekomen) te verzorgen; en dat tot<br />
deze Jaarmarkten de Vreemdelingen, de Buitenlanders<br />
, de Afgezetenen niet ligtelijk komen<br />
zouden , zo zij niet verzekerd waren,<br />
van in hunne Perfonen, en met hunne Goederen<br />
veilig en gerust, onder de onmidlijke<br />
befcherming der Hoogfte Overheid, te kunnen<br />
derwaards gaan; aldaar, den tijd der Jaarmarkt
192 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
markt geduurende, vertoeven; en wederomvan<br />
daar huiswaards keeren; zo kan men ook<br />
dit Voorrecht zeer wel aanmerken, als, zo veel<br />
ten nutte en voordeele der Ingezetenen , dan<br />
der Vreemdelingen, te ftrekken; hoewel het<br />
den Buitenlanderen en Vreemdelingen hetmeest<br />
lchijnt aantegaan. Gelijk zulks uit fommige<br />
gelijkluidende Wetten, Cöstumen en Inzettingen<br />
van andere plaatfen blijkbaar is ; daar<br />
onder anderen de Cöstumen der Stad Jntwerpen<br />
(g) uitdruklijk hiér van op de volgende<br />
wijze fpreken; naamlijk : „ Een Inghefeten<br />
» van Antwerpen en is de Merckt- Vrijheydt-<br />
» niet genietende; maar wel allerhande Bui-<br />
P, tenlmden, ende hunne goeden, in de Pu-<br />
„ bhcatie van dc Merckt-Vrijheydt niet uyt-<br />
» ghefteicken, binnen de Merckt-Vrijheydt,<br />
„ oft Prolongatie, in deStadt, oft Vrijheydt<br />
„ weiende 't zij , dat die hier , in refpect<br />
,, van de Merckt ghecomen zijn- oft niet<br />
door Welke Markt - Vrijheid men daar te verltaan<br />
hebbe, het Vrij - Geleide der Hoge-<br />
Overheid, en Haar verbod, om aan de<br />
Perfonen , die ter Markt kwamen ; of die<br />
riunnc Waaren en Koopmanfchappen derwaards<br />
zonden; enigen hinder, beletzel, of<br />
belemmering toe te brengen; want die zelve<br />
cöstumen zeggen vervolgens (h): „Dat<br />
„ alle Coopmanfchappen niet alléén ; maar<br />
„ ook alle goede luiden, heure Familien ,<br />
„ goeden en Goopmanfchappen, die daar ter<br />
„ Jaarmarckt comen willen, goed, vast, ze-<br />
Cé'-' Rubric. 49. ait. 13,<br />
(h) -Ibidem, art. 6.<br />
kei-
Jaarmarkten of Kermisfen, 193<br />
ker conduit, en geleide hebben, vaarende,<br />
L comende ende weder keerende, de voor-<br />
Z zeide Jaar - Merckt lanck, ongeacht, en<br />
„ ongehouden, op beuren rechten, tol en om<br />
„geit." Dat is: mits betalende den gewonen<br />
toi hunner goederen, en de ongelden die<br />
aan die Jaarmarkt verknocht zijn; zonder onderfcheid,van<br />
welke Landen zij komen,- welke<br />
taafzij fpreken; en tot welke Natie zij behoren:<br />
alle Volken, Tongen, Natiën, Sexe,<br />
Godsdienst -Oefeningen, (mits de laatfte geen<br />
hinder aan den heerfchenden Godsdienst doe)<br />
worden op zulke Vrije Jaarmarkten en Kermisfen<br />
toegelaten; daar de zekerheid, door<br />
den Vorst, bij zulke Voorrechts - Brieven ,<br />
toegezegd, aan allen ten waarborg li-rekt,<br />
dat° zij' onder zijne onmidlijke befcherming<br />
zijn: de Vorst toch Haat, door dat verleende<br />
Vrij-Geleide, toe, dat alle de Jaarmarktgangers,<br />
in hun gaan, en in hun wederkeren,<br />
zijn gansch gebied door, alle Vrij- en Veiligheid<br />
zullen genieten; immers langs zulke gewone<br />
en openbare Wegen en Plaatfen, die in<br />
den weg gelegen zijn; en zonder welke aan te<br />
doen, bij mooglijkheid, noch naar,noch van de<br />
Jaarmarkt kan gekomen worden; want het is<br />
ene alöm bekende Regel in de Réchtendoor<br />
de billijkheid zelve daar in gefield: dat hij, dié<br />
een Voorrecht vergunt, ook verftaan wordt, de<br />
middelen (zonder dewelke dat Voorrecht niet<br />
kan worden genoten) daar bij vergund te hebben<br />
: en het is om deze reden; dat, onder<br />
dit Vrij-Geleide, ook moet begrepen worden<br />
de zorg, die de Hoge Overheid gehouden is<br />
N «
*94 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
te dragen voor Wegen, Stromen, Straten eq<br />
Uitwateringen binnen zijn Gebied; dat alle dezelve,<br />
voor zo verre zij ftrekken naar de Stad<br />
of Plaats, alwaar de Kennis zijn zal, veilig<br />
begaan, bereden en bevaren kunnen worden;<br />
zonder dat men behoeft bevreesd te zijn van<br />
aangeransd of enig leed gedaan te zullen worden;<br />
niet alleen door de Bedienden van den Vorst,<br />
of Hoge Overheid; maar ook door anderen ;<br />
zo door daar op zwervende troepen van rovers,<br />
of zoorrgelijken kwaaddoeners, tegen alle dekelken<br />
de Hoge Overheid, uithoofde van<br />
Haar toegezegd Vrij-Geleide, verplicht is, om<br />
alle de ter Markt gaande, zo wel als Hare eigene<br />
Onderzaten, te befehernren, en te verdedigen:<br />
uit die zelfde toezegging, is zij mede<br />
gehouden om te zorgen, dat de Wegen, lanos<br />
dewelke men ter Jaarmarkt moet komen, vlak,<br />
en effen zijn, en buiten enig gevaar gebruikt kunaeri<br />
worden. De Hoge Overheid moet ookzorge<br />
dragen, dat de Bruggen, binnen Haar Land,<br />
m ftaat zijn van veilig, en zonder de minfte<br />
vrees , te kunnen worden overgetrokken. „ Ge-<br />
„ leidetoch is een Land-Vorftelijk Recht' dat<br />
„ een Vorst oefiènt; of waar mede Hij enen<br />
„ anderen bekleed; die, in den naam van 's<br />
„ Lands Overheid, zekeren tolrecht vordert<br />
v a n h<br />
9 en, die's Vorften Gebied doortrekken:<br />
,, die de misdaden ftraft, welke op de we-<br />
» gen gepleegd worden, zonder dat aan die<br />
» Overheid, die, anderzints, aan beide kan-<br />
„ ten van den weg het Oppergebied heeft,<br />
„enige erkentenis, daar voor, toekomt;<br />
terwijl Hij daar en tegen verbonden is: de<br />
» We-
Jaarmarkten of Kermisfen, 195<br />
„ Wegen veilig; eh, benevens de Bruggen,<br />
Z Dijken, Scheepvaarten, Oevers, enz in<br />
n h e t<br />
„ goeden ftaat te onderhouden" (O: e<br />
. is op grond van zulk ene toezegging, dat de<br />
Rechtsgeleerde Paulus wil (£) : dat een<br />
LandVoogd, fchoon geene andere Rechts-Oefening<br />
hebbende, als over hen, die zich binnen<br />
zijne Landvoogdij onthouden, echter<br />
Rechtsdwang heeft over alle Vreemdelingen<br />
en Buitenlanders, die zich aan de Wetten<br />
zijner Landvoogdij vergrijpen; naardien Hij<br />
verplicht is, om zijne Landvoogdij van Boosdoeners<br />
zuiver te houden, zonder onderfcheid<br />
van waar die gekomen zijn, „ Het<br />
„ past een goed en braaf Landvoogd (zegt<br />
„ toch Ulpiaan) (/), te zorgen, dat het<br />
'„ in zijne Landvoogdij gerust en veilig zij;<br />
„ dit kan Hij, zonder veel.moeite, te weeg<br />
„ brengen, wanneer Hij zorgvuldig acht geeft,<br />
„ dat er geene fnode Lieden zich in zijne Land-<br />
„ voogdij onthouden; cn Hij die allen vervolge;<br />
want Hij moet deHeilig-Schenders, Ro-<br />
Z vers, Zielverkopers, Dieven, enz. vervol-<br />
,, gen, en dezelve,naar mate zij zich mtsgre-<br />
Z pen hebben, ftraffen; en derzelver Aanhou-<br />
„ ders,loonnaar werk doen geven; want, zon-<br />
„ der zulke Aanhouders, is een Rover niet lang<br />
veilig;" deze veiligheid der Wegen ^en<br />
(i) JoMn Hubner, Staat- en Couranten - Tolk,<br />
ep het woord: Geleide. .<br />
(k) L. 3. Lib. 1. D. Tit. 18. de Officio Praeüdii.<br />
Vn L. 13. Ub.*. D. Tit-eodesa,<br />
K<br />
3S %
196 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Stromen,, en dus ook dit Geleide heeft haren<br />
grond in 't Recht der Volken f» • terwijl<br />
over dit Recht zeer veele Schrijvers (door<br />
Martmus Lipenius (n) opgeteld) met opzet,<br />
breedvoerig gehandeld, hebben'; zo is het<br />
- my genoeg hier llegts aan te tonen, dat het<br />
Vrij-Geleide, door de Graven aan onze laarmarkten<br />
verleend, voornaamlijkllrekte, om<br />
den handel te beveiligen, en dat dus de zorg,<br />
die Zij droegen, op dat den handel niet geitremd,<br />
noch gefloord, of verontrust zoude<br />
worden, als een voornaame drijfveer tot het<br />
verlenen derzelve te houden zij; want hoewel<br />
den Staat ook daar aan zeer veel zij gelegen,<br />
dat de Kooplieden en Kramers geene<br />
belemmering, in hun trekken en reizen<br />
ontmoeten mogen , zo volgt echter daar uit<br />
geenzins dat dit Voorrecht alleen den Koopheden<br />
en Kramers zoude betreffen-; daar, in '<br />
tegendeel allen, die ter Jaarmarkt komen,<br />
daar aan deel hebben; dus toch had de Graaf<br />
m zijne Poorte van Middelburg ene jaarmarkt<br />
gelegd, en dezelve gevrijet voor ah<br />
ten, die deze Jaarmarkt zoeken, opdat<br />
zij vrijelijk varen en keren mogen : begiftigde<br />
ook Heitog Aalbregt van Beijeren,<br />
ais Ruwaard, de Kermisfen te West-Cappellen<br />
en te Vlisfingen met dat zelfde Recht<br />
alleenlijk floot de Graaf buiten, het genot<br />
'M è ff ° * Gro<br />
*> de<br />
van<br />
mi
Jaarmarkten of Kermisfen. I97<br />
van dit zijn Vrij-Geleide , zijne Vijanden ;<br />
den Ballingen uit den Lande; dien zich van<br />
'wegen, of door hunne gepleegde misdaad uit<br />
den Lande verzwooren hebben. Waar bij Keizer<br />
Karei de Vijfde (ter gelegenheid van<br />
zeker verzoek door Heeren Burgemeefteren,<br />
Schepenen, en Raad der Stad Middelburg<br />
aan Hem gedaan, om hunne Jaarmarkt,<br />
dewelke in de week voor Palm-Zondag<br />
gehouden werd, te verleggen, op den<br />
Derden van Sprokkelmaand) bij zijnen Openen<br />
Brief, gegeven te Gend, in Wintermaand<br />
des Jaars 1522 , nog voegde : zijne<br />
Schuldenaren ; de Straat - Rovers ; en andere<br />
Misdadigers ; overéénkomftig de wijze<br />
Staatsies van den Prins der Wijsgeeren Anfiötelts<br />
(0): die der Overheid deze wijze les<br />
geeft: „ men moet bij de Wetten zorgen,<br />
„ met wien de Burgers al of niet behoren '<br />
, omgang te hebben": en deze Staatkundige<br />
les werd ook door de Keizers Honorius en<br />
fheodofius den Tweeden, wel in acht genomen,<br />
(men moet ontrent dezen eerstgemelden<br />
Keizer Honorius opmerken, dat Hij met zijnen<br />
Broeder Arcadius, na den dood vanhun-_<br />
nen Vader Theodofius den Eerften, bijgenaamd<br />
den Groten; en na de Splitzing of Verdeling<br />
van het Romeinfche Rijk in het Oostersch<br />
en Westersch Keizer-Rijk, in den Jare 395,<br />
die beide Thronen beklommen; doch Arcadius,<br />
die in het Oosten voornaamlijk regeerde,<br />
en in het Taar 408, overleden zijnde, zo werd dezelve<br />
door zijn Zoon den laatstgemelde Keizer<br />
(a) Lib. 7. Politicorum, Cap.
i 9? V^handeling over de Zeeuwfche<br />
Theodofms den Tweeden in dat Oostersch<br />
Keizerrijk opgevolgd; e, dat dus vervolgens,<br />
deze ecrstgemelde Keizer Honorius,'te<br />
tanen met zijnen Neef, of Broeders Zoon,<br />
itieodofius den Tweeden, het gehele KeizernjJc<br />
hebben beffierd) deze beide Keizers toch,<br />
zonden aan den Overften hunner Lijfwachten,<br />
Anrtemius., het volgende bevel (p): „Geene<br />
h Kooplieden , zo wel onder ons Rijksge-<br />
„ bied, als onda- dat der Perfen, vermogen<br />
„ andere Markten bij te woonen, buiten de<br />
„ plaatfen, in welke de Keizeren bewilligd<br />
„ naaden, bij het iluiten van den Vrede met<br />
»'dat Volk, dat Opene Markten zijn zouden:<br />
„ ten einde de geheimen van des eens of anl<br />
„ ders Rijk met ontdekt of nagefpoord wor-<br />
„ den; 't welk niet betaamd: Niemand on-<br />
„ zer Onderzaten zal zich verltouten, onder<br />
„ voorwendzel van te gaan kopen, of verkoken,<br />
te trekken boven Nifibis ,Cattinicum,<br />
„ en Anaxata : niemand zal, buiten die<br />
„ Steden, met den Perfen handel drijven; of<br />
„ zullen beiden, die kopen en verkopen, oe-<br />
„ ftraft worden, met verbeurdverklaring van<br />
„ de goederen, die buiten voornoemde Plaat-<br />
„ jen zijn te koop gebracht, of gekocht, ten<br />
„ behoeve der Keizerlijke Scbatkjst, boven het<br />
„ genus van den Koopfchat. of van' de waarde<br />
„ die er voor betaald is, of der goederen, die<br />
„ in plaats van dezelve,zijn ingeruild gewor-<br />
„ den, en een aitijdduurend Bannisfement»<br />
„ nog zullen de Rechters en hunne Oppas-<br />
ftSe^ï' 4 Codids Tit 63<br />
' - d0 c<br />
« ü s<br />
„ fers
Jaarmarkten of Kermisfen. iy?<br />
„ fers vervallen in ene boete van dertig| ponden<br />
Gouds, voor elke partij, die, bui en<br />
de voornoemde Plaatfen , gefloten zullen<br />
M, of door wier Rechtsgebied een Romein<br />
of Perferzal getrokken zijn, «nop<br />
verbodene Plaatfen handel te drijven. Den<br />
zulken echter uitgezonderd, die aan de Ge-<br />
zStenderPerfen 0<br />
, dewelke nu ot dan den<br />
Oosterfchen Rijks-Monarchen mogen wor-<br />
, den gezonden, op hunne reis, het een<br />
of ander verkopen en leveren; want wij<br />
ftaan hen zulks ook, buiten de voorzeide<br />
, plaatfen, toe, vriendfchapshalven, en met<br />
5<br />
, betrekking alleen tot zulk een Gezantfap;<br />
want zij! die, onder voorwendsel yn<br />
zulk een Gezantfchap, zich langer tijd, m<br />
' ei# Landfchap, ophouden; of die met den<br />
' ï&zantniet wederkeren , en daar hanael<br />
" drijven, moeten met recht, volgens deze<br />
" Wet, te gelijk met hen, met wien zy lum-<br />
; nen handel gedreven hebben; of bij wien<br />
zii zich zijn blijven ophouden, geftratr<br />
" worden!' 4<br />
Tot verfland van deze Wet is<br />
ïi'odTaan te merken, dat, tusfchen Keizer<br />
fheodofiüs den Tweeden ,.cn Var.rnes Koning<br />
van Perlie, enige g W ^ ^<br />
(hm ziinde , naardien die Koning, eni öt<br />
WerkhS, om inlde door hem ontdekte<br />
GouS^en van Perlie te graven, uit de<br />
Heerfchappijen der Romeinen gehuurd hebben*:gewgerdhad,omdezeWerldieden,op<br />
voorfte^denKe^<br />
gadïs, dat ook enige ^^f^^<br />
door de Perfiaanen, wanneet dezelve bh*
fioo Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Land gekomen waren, om met hen Koop-'<br />
handel te drijven; waren gehoond, en geplunoerd<br />
(q ). Gelijk dan ook Koning Varamr<br />
dei Vnfde, die zijnen Vader Isdererdes<br />
m t Perfisch Rijk was opgevolgd, door aanhimngderPerfifcheMagi,<br />
(zoveel vermag<br />
toch overal en altijd de onverdraagzame Géést.<br />
Jijkheid op het gemoed van blinde en bijgelovige<br />
Vorften\) ene bloedige vervólging in<br />
Zijne Heerfchappijen, tegen de weerfooze<br />
Chnftenen verwekt had, waar door een zeer<br />
groot getal dier vervolgde Christenen hunnen<br />
toevlucht namen, om aldaar tot het Romeinfche<br />
gebied, inzonderheid in de Hoofd- en<br />
Hof-Stad van 'tOofterfche Keizerrijk, Conftantmopolen<br />
hunne Veiligheid te zoeken; alwaar<br />
ook die Geloofsgenoten door den vriendlijken<br />
Bisfchop Jfticus n3et grote vriendelijkheid<br />
ontfangen, en den Keizerlijken Troon-<br />
Monarch met ijver aangeprezen werden: wel<br />
haast het Varanes, déze zijne gevluchte Onderdanen<br />
door zijne Gezanten opeisfehen:<br />
doch de Keizer weigerde niet alleen hen te rug<br />
te geven; maar verklaarde zich geheel en a!<br />
m hun voordeel, met bijvoeding dat hij voornemens<br />
was, om alle die fchufdelooze Vervoloden;<br />
tegelijk met den Godsdienst, welken zij<br />
beleden, met de ganfche magtvan zijn Rijk te<br />
•willen befchermen: dan Varanes niet aflatende<br />
van zijne Vervolging tegen de in zijne Heerschappijen<br />
gezeten Christenen, zo berfte inden<br />
8 1 6<br />
J 421- den Oorlog tusfchen die twee machtige<br />
Rijken uit; in den wefken de Perfiaanen,<br />
U; SocratesUb. 7. Histoïiar. Cap. 18.
Jaarmarkten of Kermisfen. zei<br />
Verfeheiden malen,' de neerlaag kregen: wordende<br />
de Perfifche Provincie aan de overzijde<br />
van den Tigcr, Azazena genaamd, door den<br />
Keizerlijken Veldheer Jrdaburius, enen Alaan<br />
van afkomst, verwoest \ en ene volkomene<br />
Overwinning op denPerlifchen Veldheer<br />
Narfes en zijn talrijk Leger bevochten; die<br />
vervolgens naar Mefopotamie getrokken zijnde,<br />
met oogmerk, om het Ooilerfche Keizerrijk<br />
aan de zwakfte zijde aan te vallen ;<br />
door de Romeinen, onder den zeiven Jrdaburius,<br />
wel digt op de hielen werd gevolgd<br />
en genoodzaakt om zich , met het overfchot<br />
zijns verflagen Legers, binnen de Muuren van<br />
'Ni/ibis, te verfchuilen, in welke Stad hij onmiddelijk'van<br />
de Oofterfche Christenen werd<br />
belegerd: doch dit beleg, gelijk ook dat van<br />
Theodofiopolis, voor welke Stad zich een ander<br />
Perfisch Leger had nedergeflagen, uit wederzijdfche<br />
vrees voor ontzet, niet lang daar na<br />
werd opgebroken. De Krijg, in 't volgende<br />
Jaar 422, met ongemeenen voorfpoed door<br />
de Christenen tegen de Perfen voortgezet wor- •<br />
dende, zo werd, onder anderen, een Perfiaan<br />
van ongemeene dapperheid, door den Romeinfchen<br />
Veld -Overften Ariobundus, in een<br />
tweegevecht , gedood, en zeven Perfiaanfche<br />
Bevelhebbers , in ene hinderlage , verrast,<br />
en door den kling gejaagd; als mede de<br />
te hulp gefchotene Saraceenen, voor een groot<br />
gedeelte, door den Keizerlijken Bevelhebber<br />
Avitianus, oi-Beatianus genaamd, jn ftukken<br />
gehouwen ; waar naar de Keizerlijke<br />
Rijks-Monarch oordelende, zijne Vijanden nu<br />
f<br />
IS 5 ge-<br />
/
&02 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
genoeg verzwakt en vertfaagd te zullen hebben,<br />
om hen naar Vrede te doen luisteren<br />
(niet jegenflaande alle de op hen behaalde<br />
voordeden; in hope, dat Varanes m. van<br />
het verder vervolgen der Christenen zoude<br />
afzien) zijne Afgezanten, met redelijke Voorwaarden<br />
van Vrede aan den Perfifchen Koning<br />
zond : dewelke dan ook , nadat zijne<br />
tien duizend uitgelczenlfe Krijgshelden (aan<br />
dewelke men, ter oorzake zij nimmer overwonnen<br />
waren geweest, den grootfchen naam<br />
van Ontfterflijken had gegeven ) door den<br />
Romeinichen Veldheer Procopius van achteren,<br />
en door Jrdaburius van voren overvallen,<br />
geflagen, en, tot een man toe, afgemaakt<br />
waren, de billijke Voorflagen van denOofterfchen<br />
Keizer aanvaarde, en met den zeiven en<br />
het Rijk een Vrede voor honderd achter een<br />
volgende Jaaren floot,; bij wejke Vrede door<br />
de Perfen, aan de gebannene Christenen, de<br />
wederkering in hun Land, en tot hunne goederen<br />
werd toegeftaan; en voor altoos een einde<br />
aan de wrede vervolging derzelven remaakt;<br />
terwijl daar bij ook een Verbond van<br />
onderlingen Koophandel werd opgerecht en<br />
met wederzijds genoegen, dc plaatfen bepaald'<br />
alwaar dezelve vrijelijk gedreven zoude mogen<br />
worden. Een Vrede, die , zo men de<br />
Kerkhjke Gefchied-Schrijvers Euagrius (f)<br />
enlheodoretus (s) mag gelooven , ook, tot<br />
den Jare 502, beftendig onderhouden is ge-<br />
/ wor-<br />
(r) Lib. 1. Cap. 19.<br />
(s) Lib. 5. Cap. 37 & 39.
Jaarmarkten of Kermisfen. oo#<br />
worden. 1<br />
Tot deze Openbare Handelplaatfen,<br />
zijn, zo als wij uit deze Wet lezen,bij 't Va*<br />
de-Verdrag bepaald geworden, de Hoofd-Stad<br />
yan Groót-Armenien , genaamd Artaxatum,<br />
of Artaxata, welke Stad, zo fommigen willen,<br />
door den vermaarden Carthaagfchen Veldheer,<br />
den onverfchrokken Hannibal, nadat<br />
hij den Romeinfchcn Veldheer Antiuchus overwonnen<br />
had, voor den Koning Artaxia gebouwd,<br />
en, naar deszelfs naam, genaamd<br />
zoude zijn Cl); hoewel anderen het luchten<br />
van die Stad aan de Rivier rtraxes , die zich<br />
in de Cafpifche Zee ontlastte, aan Koning<br />
Artaxia toekennen («): als mede, de reeds<br />
onder Keizer Juliaan door Rijkdom en Koophandel<br />
vermaarde Stad Callinicum , niet verre<br />
van de Oevers Euphraat, in Mefopotanrie<br />
gelegen, wier bouwinge door enigen<br />
aan Seleucus ( v ) , door anderen aan den<br />
Wijsgeer Callinicus f»> wordt toegefchreven;<br />
vindende men meer dan eens van deze<br />
Stad gewag gemaakt, in de Gefcbiedcnisfen<br />
van Galerius, Julianus m Juf iniaan (#),,<br />
en wel inzonderheid bij Arnmiaan yan Marfeille<br />
, als hij de reis van Keizer Juliaan<br />
in dezer voegen befchrijft: dat Hij van Carré<br />
t&Davana; en den volgenden dag hij CdUinh<br />
cum<br />
(O Strdbo pag, 364. Phitarchus in Lucullo,pag,<br />
513'<br />
' ( u ) Stepha-ms de Urbibus.<br />
(v) In Chïoiüco -Alexandrinq, pag. 408.<br />
(w) Libanius in Epiftola ad Ariftaenetum.<br />
(x) Eutrophis Lib. 9. Cap. 15. ïmmus Lib. 3.<br />
Cap. 13. Jmmimus Marcellinus Lib. 23. Cap. 4.
*o 4<br />
Verhandeling wer de Zeeuwfche<br />
cum gekomen was, ene fterke Stad, door hare<br />
1'M nïffi f m z e e r<br />
' aangenaam : voor<br />
veuc Cö/«OT6w/ 2men,tenonreclite, in foinnüge<br />
Umyèn cn 'Affchriften Ca/linifum leest;<br />
20 als de laai- en Aardrijkkundige ValefiJs<br />
reecis lang voor mij heeft aangemerkt: en 'eindelijk<br />
de zeer oude en bevolkte Stad Niféis,<br />
01, gelijk men dezelve op de Armeniiche of<br />
Mefopotamifehe Munten vindt uitgedrukt :<br />
Nefiois; of geluk anderen, op het vpetfpnor<br />
van den Aardrijks-Befchrijver Stephanus, lezen<br />
Nafwts, in het Noorden van Mefopotamie<br />
aan de Rivier Mygdonius, gelegen; of,<br />
gelijk andere wulen,aan den Tiger dó*or Nimrod<br />
gebouwd, en waar aan de Grieken den<br />
naam van 't Mygdonüche.Antiochien (v) "saven.<br />
Deze dfie plaatfen hadden dan, door dit<br />
Oude Verdrag, het uitfluitend Recht, dat de<br />
Onderdanen yan het Oofterfche Keizerrijk aldaar,<br />
en nergens anders, (het ééne geval, in<br />
onze Wet uitgedrukt, uitgezonderd) met de<br />
h 6 t VerV<br />
S^Tv V" ? J<br />
e n<br />
S ' purende<br />
dezen Vrede, mogten handel drijven. Mijn<br />
bellek laat met toe, om alhier de redenen te<br />
onderzoeken, waarom Keizer Theodofius genen<br />
algemeenen handel, in alje de Landen der<br />
Per-<br />
(y) grwtfusUb. i. deRcgno Perfico Cap. n.<br />
Uratione i. pag. 27. & mOranone 2. pag. 62. Hih<br />
nnymus Quaeibon. ad Genefin Cap. 10. vf. 10 Plu<br />
tanhus m Lncull. pag. 5 I 4. Strabo Lib. x6. pavide<br />
pi ura de tribns hifee Urbibas apud Cellarium W<br />
Ctfogiarhia Antiqua, Tom. 2. Lib. 3. Cap. „
Jaarmarkten of Kermisfen. ^205<br />
Perfifche Monarchie, bij dit Vrede-Verdrag<br />
'bedong; maar dezelve juist tot Mefopotamien<br />
uitftrekte; en alleenlijk de Drie genoemde<br />
Plaatfen tot Openbare Markten uitkoos: misfchien<br />
doet zich wel eens ene betere, gelegenheid<br />
op, om mij daar ontrent breedvoeriger<br />
uit te laten: genoeg is't nu, hier bij aan te merken,<br />
dat, hoe zeer de Koophandel te houden<br />
is voor de Hartader van den Staat, de Overheid<br />
echter fteeds oplettend moet zijn, dat dezelve<br />
niet ten nadeele van den Staat misbruikt<br />
worde: dat ook dezelve binnen haren kring m<br />
den welken men haar bepaald hebbe, fteeds<br />
blijve,ook moet zij fteeds zorgen; dat dezelve<br />
nimmermeer diene, om andere Mogenheden<br />
daar in, en in 't geen daar toe betrekking heeft,<br />
zo kundig te maken, als men zelfs is; op dat<br />
men den Vijanden niet leere, onzen handel<br />
te eniger tijd tot zich over te brengen, en<br />
ons dus geheel te bederven, daar zij anderzins<br />
reden hebben, om ons te achten en te ontzien:<br />
Vertrouw, is 't hier; maar zie aan wien , en<br />
in hoe verre men zijn vertrouwen geven mag !<br />
Zie toe, met wien de Onderzaten handel drijven<br />
! Maak nooit uwe Vijanden door eigenhandel<br />
fterk ! Laat hen nooit het genot uit<br />
uwen handel trekken, dat gij alleen voor u<br />
zeiven behouden moet! Men fpaare wel geene<br />
gunst voor Vrienden; maar men hoede<br />
zich ook teffens, zo wel voor inwendige , als<br />
voor openbare Vijanden ! en deze laatfte les<br />
hadden onze Graven ook fteeds in'toog, wanneer<br />
Zij wel, ten voordeele hunner ingeftelde<br />
Jaarmarkten, aan allen en enen iegelijk, met wien<br />
Zij voor hunne Perfonen; voor hun Stamhuis;
Hier van waren<br />
echter<br />
hunne Vijandinuitgefloten.<br />
i<br />
éoó* Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
huis ; voor hunne Graaffchappen ; en voor<br />
hunne Onderzaten; in Vriendfehap llonden,<br />
een Vrij-Geleide gunde; maar hunne, Vijanden*<br />
opzetlijk van dat Voorrecht uitiloten.<br />
Door Vijanden van den Graaf, nu moet<br />
men allereerst verftaan, alle zodanige Buiten<br />
landfche Volken, met wien de Graaf in openbaren<br />
Oorlog was; mitsgaders de zulken, met<br />
wien de Graaf, of zijne Opvolgers, te eniger<br />
tijd, in Oorlog geraken konde; want de<br />
Graven befchonken de Steden met deze bevoorrechte<br />
jaarmarkten, niet alleen voor zo<br />
lang Zij het Graaflijk bellier in handen zouden<br />
hebben; .of, voor zo lang als Zij in het<br />
leven zouden zijn; neen, maar Zij verleenden<br />
deze >hunne Gunst - Brieven zo op hunnen<br />
eigen namen, en voor zich zeiven; als<br />
voor en op namen van hunne Nakomelingen,<br />
en van alle hunne Opvolgers; voor zo lang<br />
die Stad, of Steden; zo lang die Provincie,<br />
in *vezen zouden blijven , en volgens hare<br />
Voorrechten, Wetten en oude Gewoonten<br />
bellierd zouden worden. De Onderzaten nu<br />
van zulke Oppermagten, en de Ingezetenen van<br />
zulke Rijken, Staaten en Landen, met wien<br />
onze Opper-Mogenheid in Oorlog was; of met<br />
ivien de Graven voormaals in Krijg leefden;<br />
konden (wilde men het Recht der Volken niet<br />
:e kort doen)
Jaarmarkten of Kermisfen. 20?<br />
delen zijn. De Magt, de Zwakheid, de Sterkte<br />
en 't Onvermogen van den Staat behoren<br />
voor 's Lands Vijanden verborgen te blijven<br />
; en dus moeten hen ook die middelen,<br />
Waar door zij dit alles zouden konnen nafpeureu<br />
worden benomen. Men houdt het ook voor<br />
ene gezonde Staatkunde, dat men, zo de geneigdheid<br />
der Ingezetenen, als de oogmerken<br />
vaii hen, die 't roer van Staat in handen hebben<br />
, zorgvuldig bedekke; ten einde's Lands<br />
Vijanden die niet te weten komen; op dat deze<br />
niet door hunne Gunftelingen, en Uitgezondene,<br />
het vuur van tweedragtftoken, oproer verwekken,<br />
of, door kracht van geld, Verraders<br />
van hun Vaderland veroorzaken. Zo min nu,<br />
als de Perfonen, die openlijke Vijanden van den<br />
Staat zijn; zo min als de In- en Opgezetenen<br />
uit 's Vijands Landen binnen onze Grenspalen<br />
geduld konnen worden; zo min konnen<br />
ook hunne Goederen bij ons veilig zijn:<br />
Vermits er den Staat veel aan gelegen zij, om<br />
niet alleen den Vijanden met'de Wapenen te<br />
•wederftaan, en tegen te gaan; maar ook om<br />
hen , zo veel mooglijk, te verzwakken door<br />
alle wegen en middelen, die in ftaat zijn,<br />
om zijnen voorfpoed te fnuiken, en hun<br />
nadeel toe te brengen : hier toe nu kan een<br />
verbod van handel met de zeiven; en dus<br />
van het invoeren van Waaren en Koopmanfchappen,<br />
uit hunne Landen, en het vertieeren<br />
van dezelven, zomtijds van het grootfte<br />
nut zijn. De grootheid en bloei toch der meeste<br />
Rijken en Staaten nemen hunnen aanvang<br />
uitliet Handeldrijven met Buitenlandfche Volken<br />
; met en door hunne Waaren naar andere
ao8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
dere Landen te verzenden ; en dus dezelven<br />
elders in te voeren en te vertieren. Aan den<br />
Koophandel alléén zijn zij toch meest al hunnen<br />
grootflen welvaart verfchuldigd. Zij worden<br />
daardoor, als 't ware, de Leveranciers der<br />
Volken, van de gehele Waereld. De Buitenlandfche<br />
Handel lterkt hun Rijk en Staaten;<br />
Vergroot hunne Magt, en vermeerdert hunne<br />
Inkomften; terwijl de te vrije invoer van vreemde<br />
Waaren, van Koopmanfchappen, van Handwerken,<br />
en Ambachten, in tegendeel den Staat,<br />
het Land, de Stad, waarin die invoer al te onbepaald<br />
wordt toegedaan, zeer veel benadeelt:<br />
vermits, hunne eigene Scheepvaart, hier door<br />
ftil legt, hunne Handwerken ophouden, hunne<br />
eigene Trafieken verminderen; en dus het geld<br />
zelfs aan den Vijanden buiten 's Lands worde<br />
toegevoerd; en aan den Staat en zijne Ingezetenen<br />
ongevoelig ontroofd. Geen wonder dan ,<br />
dat onze Graven, dat onze Overheden den<br />
Vijanden hunne beicherming, hun Geleide ontzeggen;<br />
en den invoer hunner Waaren verbieden;<br />
ook, ten aanzien van hunne anderzints<br />
Vrije Jaarmarkten ; gelijk het ook den Ingezetenen<br />
verboden is, den Vijanden onze<br />
Waaren toe te voeren; waar van onze Vaderlandfche<br />
Wetten en Placaaten, tegen den uitvoer<br />
van allerieije Koopwaaren aan de Vijanden,<br />
ten getuigen ftrekken; en welke Wetten<br />
en Placaaten bijkans zo dikwerf gegeven<br />
zijn, als, de Staat zich met enige Mogenheid,<br />
in Oorlog bevonden heeft. Zo verboden,<br />
onder anderen, de Hoog-Mogende<br />
Heeren Staaten Generaal het inbrengen van aller-
Jaarmarkten of Kermisfen. 209<br />
lerleije Waaren, Producten en Gewasfen, onder<br />
't gebied des Konings van Frankrijk vallende;<br />
mitsgaders het vervoeren van Waaren<br />
en Koopnanfchappen uit deze Landen, naar de<br />
Landen aan de Franfchen toebehoorende (s).<br />
Zo verboden ook de wijze Romeinen , op<br />
ftratfe des doods, het toevoeren aan hunne<br />
Vijanden van alle zulke zaken, als tot 's Levens<br />
onderhoud noodzaaklijk waren, of waar<br />
mede zij zich konden wapenen ( a ); hoewel<br />
die ftraf, door Keizer Leo, daar na merklijk<br />
verminderd is (b). Hoe billijk echter, en hoe<br />
redelijk de Vijanden, van 's Graven Vrij-Geleide<br />
op zijne Jaarmarkten . ook werden uitgefloten,<br />
zo verdient het echter ene aanmerking,<br />
naamlijk; dat, wanneer de Graaf, geduurende<br />
ene Jaarmarkt, in Oorlog geraakte, met<br />
enige Mogenheid, wier Onderdaanen zich, in<br />
hunne Perfoonen,of met hunne Goederen,op<br />
die Jaarmarkt bevonden, dat als dan die Vijandlijke<br />
Onderdanen van dat Vrij-Geleide,<br />
gedurende die Jaarmarkt , niet verltoken<br />
wierden; maar die zeifile Vrijheid behielden,<br />
welken de overige Kramers en Kooplieden genoten<br />
; zonder dat zij daar in gcftoord of belemmerd<br />
;ook,zonder dat hunne Goederen aangehaald<br />
of verbeurd verklaard mogten worden (c).<br />
Dan, 't waren niet allée'n die Openbare, die Buitenen)<br />
Nederlandfche Jaarboeken 1747. pag. 920.<br />
en volgg. pag. 927 en 928. .<br />
O) L. 11. pr. Lib. 39. D. Tit. 4. de Pubhcams,<br />
& Veaigalibus, & Comrniflls.<br />
(6) Conftitution. 63. •<br />
(O Couftumen van Antwerpen , Rubiic. 4?.<br />
art. 8. '<br />
O
sio Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
tenlandfche Vijanden van den Graaf, en van<br />
zijne Staaten, die van dit Vrij - Geleide werden<br />
uitgefloten; neen, maar ook 's Lands Inwendige<br />
Vijanden, die den Staat ontrufteden<br />
en tegen den Graaf oproerig waren, zijn mede<br />
onder die zelfde uitdrukking van hunne Vijan~<br />
begrepen. Het Vermogen der Graven toch<br />
was allengskens toegenomen ; hunne Huwelijken<br />
aan magtige Huizen verfterkten niet<br />
weinig hunne Mogenheid, en 't verkrijgen of<br />
aankopen van Heerlijke Goederen en Landen<br />
breidde ook hunne Heerlchappij niet weinig<br />
uit. Dus in Vermogen uitftekende eigende<br />
zij zich geen gering gedeelte van 's Lands Oppermagt<br />
toe, even als of zij alléén 's Lands Souveraine<br />
Opperheeren waren : en, 't geen zij<br />
voormaals met's Lands Edelen deelden, werd,<br />
wel haast, vooreen Erll ijk Eigendom der Graven<br />
gebonden. Hier in drukten zij de voetftappen<br />
van allen, die zich immer in enigen Burgerftaat<br />
boven hunne Medeburgers wisten te<br />
verheffen; gelijk de Gefchiedboeken, zo der<br />
Romeinen en Grieken, als van andere Volken,<br />
vol zijn van zodanige voorbeelden. Inmiddels<br />
ftak dit gedrag der Graven's Lands Edelen vrij<br />
ras hi 't oog: een deel van hen leide zich toe,<br />
om die fteeds klimmende magt der Graven te<br />
fnuiken; zelfs door der Graven Buitenlandfche<br />
Vijanden op te ftoken, en ten Oorlog aan te<br />
zetten. Wien is uit 's Lands Gefchiedenis de<br />
Samen lpannihg van 's Lands Edelen tegen Graaf<br />
Floris den Vijfden, zedert de onderwerping der<br />
Westfriezen, onbekend ? Oordeelde de Zeeuwfche<br />
Adel niet, dat de Graaf hen te zeer in bedwang<br />
hield ? Wat middelen wendede zij niet<br />
aan,'
Jaarmarkten of Kermisfen. air<br />
aan j om zijhe Magt te verminderen ? De<br />
Borfelens en Renesfen, fchoon lang met elkandcren<br />
onéénig, verzoenden zich, om , met<br />
eenparig overleg en laamgevoegde magt, de Vrijheid<br />
der Edelen, tegen de Graaflijke Overmagt,'<br />
te handhavenzij vonden de Hollandfche Edelen<br />
niet minder genegen om met hen dieswegen<br />
een gemeene zaak te maken. En na menigvuldige<br />
onderhandelingen, berokkenden zij , dat<br />
de Graaf van Vlaanderen in Zeeland viel, ten<br />
einde de Eilanden, 13e westen-Schelde gelegen,<br />
hunnen Opperheer te ontnemen: en welke wrok<br />
niet eerder, dan met's Graven dood geëindigd<br />
is. Geen minder onrust bejegende Graaf<br />
den Eerfteri van wegen de Zeeuwfche Edelen,<br />
toen WolfeFd van Borfelen de Vlamingen in<br />
Walcheren troonde. Een diergelijken opfland<br />
fmeedden dhzëEdelen ook onder de Regeering<br />
van Graaf Jan den T v eeden 5 en "at Graaf pFtU<br />
km de Derde met de Edelen te ftellen had, 'tzij<br />
over hun aandeel in de Regeering van den<br />
Lande $ als ontrent het helpen dragen in 's<br />
Lands Gewoone en Buitengewoone lasten, bijzonderlijk<br />
in de zogenaamde Graaflijke Beden,<br />
is uit de Gefchiedenisfen genoeg bekend (dj.<br />
Men behoeft zich dan ook niet te ver- onderen<br />
, dat de Graaf aan zulke, den Graaf en<br />
Graaflijke Steden vijandige, Edelen zijn Viij-<br />
Geleide, om zijne Jaarmarkten en Kerk-Misfen<br />
in de Steden te komen bij woönen, weigerde.<br />
(d) Warenaar, Vaderlandfche Historie, 3. Deel<br />
g. Boek g. 13. pag. 47 cn volgg. §. 25. pag. 99. en<br />
volgg. 10. Boek §. 2. pag. 141. en volgg. J. i}*<br />
pa§. 189. en volgg.<br />
O 3
Ook die uit<br />
den Lande<br />
pcbantien<br />
zijn.<br />
ïaia • Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
de. 't Gevaar was te groot; hun aanhang te fterk;.<br />
en hun gevoJg te menigvuldig, om hen, op 0penbare<br />
Feesttijden, binnen zijne Steden, onder<br />
zijne onmiddelijke befcherming, te laten<br />
inkomen: daar hij hen niet alleen den Steden;<br />
maar ook veeltijds den Lande zelve weigerde,<br />
en deed uittrekken.<br />
• Men moet ook voor al op de zodanige denken<br />
,• die in meer dan éénen Graaflijken Brief,<br />
en ook in onze oude Jaarboeken , met den<br />
naam van Ballingen beltempeld worden; alzo<br />
de Graven, buiten hunne Openbare, Uit- en<br />
Inwendige Vijanden, ook hun Vrij-Geleide<br />
weigerden aan de zulken, die uit den Lande<br />
gebannen zijn; zo dat die Gcbannenen, geenzins<br />
deelgenoten van de door de Graven ingeflelde<br />
jaarmarkten, of derzelver Voorrechten<br />
konden worden: ook de wederfpannige<br />
Edelen,die meeftentijds, vrijwillig, den Lande<br />
uitweek en, wan neer zij bevreesd waren,dat<br />
zij'togen 's Gi avci geircMadHgé Magt tekort<br />
zouden tchietjn, cn g&vaati lopen van in dessjjtfs.<br />
banden te vallen ; encan zodanige ltraf,<br />
als hij mdgtè goedvinden, hen aan re doen; te<br />
•zuilen erlangen; werden mede niet den naam<br />
van Ballingen, en van Uitgewecke Ballingen,<br />
te meermalen beftempeld: echter Worden eigenlijk<br />
door zulke Gebannen uit den Lande<br />
verflaau de genen, die, wegens gepleegde euveldaden<br />
, en begane ilrafwaardige misdaden<br />
{bij Vonnisfe van den Graaf, ter Hoge Vierfchare<br />
gezeten; oi bij die der Stedelijke Gerechten)<br />
de Provincie, of liet Rechtsgebied<br />
der Stad, voor eiien bepaalden tijd van jaren,<br />
óf gedurende hóii leven lang, ontzegd zijn. De<br />
Hee r
Jaarmarkten of Kermisfen. 213<br />
"Smvto Loon (e) is wel van oordeel, dat<br />
alle' zulke uitgeweekene, en uitgebannene,<br />
(zijnde de Rechtsgeleerden niet ongewoon,<br />
om dc Ballingen, die, in 't algemeen, dezulke<br />
Zijn, welke, willens ofonwillens,hetLandof<br />
Stad hunner Geboorte, of Inwooning verlaten,<br />
in Vrijwillige en gedwonge Ballingen te oncierfoheiden)<br />
gedurende het geheele Octaafê<br />
dat is, gedurende de ganfche week der Kerkmis<br />
, veilig mogten komen en wederkeren<br />
in en uit de plaatfen, die zij verlaten hadden,<br />
of welke hen ontzegd waren, ten einde de<br />
beloofde Aflaten te kunnen verdienen; op dat<br />
zij (immers de zulke, die door het Gerecht<br />
gebannen waren, en die dus, door het uitzetten<br />
uit het Land, of uit de Stad, de Burgerlijke<br />
ftraf ondergaan hadden) mede gelegen<br />
o m<br />
heid mogten hebben, ' door het verdienen<br />
van Aflaten, ook ene vermindering vau Kerklijke<br />
Boetdoening te erlangen, ook meent<br />
voornoemde Heer van Loon, dat het Kruis<br />
(her welk, gedurende de Kermis of Jaarmarkt,<br />
acht dagenlang aan de Stads Poorten of Valbruggen<br />
gehecht werd ) voor de Uitgebannenen-tot<br />
een kennelijk teeken verftrekten,waar<br />
bij hen werd toegeflaan, om Vrij en Veilig 111<br />
de Stad te mogen komen: dan hoe veel achting<br />
wij ook voor"'s Mans diepe kundigheid in onze<br />
Vaderlandfche Oudheden hebben, zo konnen<br />
wij dit echter niet toellemmen: want fchoon<br />
het hechten qf ftellen van een Kruis aan der Steden<br />
Poorten of Valbruggen,gedurende de Kermis<br />
(O Hollandfche Jaarmarkten en Kcnnisfen, pag*<br />
54. cn volgg.<br />
Q 3
214 Verhandeling over de Zauwfche<br />
mis of Jaarmarkt, ftrekke tot een teeken van.<br />
's Vorften Vrij-Geleide voor hen, aan wien<br />
het geoorloofd was het Kermis - Feest bij te<br />
woonen;zo koude dit Voorrechten deze Vrijheid<br />
(mijns oordeels) door geen Strafwaardige<br />
Booswichten genoten worden; het voorwendfel<br />
van Aflaten te komen verdienen, zoude den<br />
Boosdoeneren ene wijde deur geopend hebben,<br />
om nog meerder euveldaaden te bedrijven; want<br />
zij die uit hoofde van hun gedrag het Land of<br />
de Stad ontzegd,en dus daar uitgebannen waren,<br />
hadden immers reeds getoond, dat zij wars<br />
waren van ene ftille Vrede; dat zij rusteloze<br />
en woelzieke Ingezetenen waren, die den Staat<br />
beroerde, en de Maatfchappij benadeeldennen<br />
op wier vreedzaam verblijf men zich niet had'<br />
konnen verlaten, en aan welken mendus(vermids<br />
zij de openbare rust en veiligheid door<br />
hun gedrag gefchonden hadden ) genoodzaakt<br />
was ge weeft de famenleving op te'zeggen: aan<br />
zodanige Lieden nu konde men (ten minften<br />
zo lang de'tijd, yan hun Ballingfchap niet ten<br />
einde was) geen toegang in de aap hen ontzegde<br />
Landen of Plaatfen vergunnen zonder hunne<br />
verdiende ftraffe te bekorten^ en op die wijze<br />
inbreuk op het Vonnis van den Rechter te<br />
maken: GebanneDeugnieten zijn toch Vijanden<br />
van 't Gemeenebeft en der Gemeene zaak<br />
(ƒ), en zodanige kunnen geen genot hebben<br />
van zulke Voorrechten, als aan den Vrcdelievenden<br />
alléén vergund worden. „ Geene Voor-<br />
„ rechts-Brieven (zegt de Rechtsgeleerde Si-<br />
„ char-<br />
(f) L. s- 5-1- Uh. ï. D, Tit.'5. de Capitis Diöibutione.
Jaarmarkten of Kermisfen. 215<br />
chardus Cs)) zijn van zulken aart, dat zij,<br />
: t£&Jm Kwaaddoeners en Schurken<br />
mogen uitgeftrekt eïi verklaard worden;-<br />
ninrmer konnen zij ene Straffeloos-<br />
; held voor gepleegde euveldaden te wege<br />
brengen" Ca), aan welk gezegde ook de<br />
g'eloofwaardiglie onzer Rechtskundigen tao<br />
Sfeotd hangen. Zo toch fpreken ook de kundige<br />
Saxets, Andreas Gail, en Benedi&us van<br />
Carpzof (i\ „De Ballingen (zegt laatstge-<br />
„ melde) ftellen zich ten onrechte voor, dat<br />
zij, ten tijde der Jaarmarkt, ftrafloos mo-<br />
' ^,1 te rug komen: dat zij het Voorrecht heb-<br />
" t n van, gedurende de Kermis, noch m<br />
" hunne Goederen, noch in hunne Perfonen,<br />
• bezet te mogen worden." Zo fpreken ook<br />
onze Vaderlanders; horen wij flegts de Voorzitter<br />
van Neêrlands Hogen Raad te Mechelen<br />
Mx.Pietcr Peokius (*), dewelke Zijn Geboorte-Stad<br />
Zierikzee geen geringe eer heeft aangedaan<br />
en die daar van op de volgende wijze<br />
Wekt: Geene Ballingen, geene Uitgebannenen<br />
die enige misdaad begaan hebben,<br />
: mogen deze Vrijheid, van * * * * *<br />
Taamiarkt te komen, genieten. Die zulks<br />
bedrijven, mógen niet gehoord worden; zij<br />
( K) Ad Legem unicam, Lib. 4- Codicis Tif. 60.<br />
tt Lib. ïi Codicis, Tit. 30. de Privilegie<br />
risprudentiae Forenfis Romano - Saxonicaw Part. u<br />
Conftitution. 30- Definition. 30. . K<br />
(t) Van Hand-Opleggen en Beretteo , Kapitt.<br />
10. Num. 7,<br />
O 4
2l6 Verhandeling over de Zeeuv/fcht<br />
„ konnen niet, dan met fmart en knaging van<br />
. velen, in de Gemeente geleeden en aange-<br />
„ zien worden; en 'tis te duchten, dat zij,<br />
„ die eens kwaad gedaan hebben, wederom<br />
„ een kwaad voorbeeld zijn zullen. Dat zij,<br />
„ om dieverij te plegen,' of met een ander<br />
„ kwaad voornemen, de Kermis zullen ko-<br />
„ men bijwoonen : den algeméenen Vrede<br />
„ fchenden, de Kermis in rep en roer ftellen;<br />
„ daar dezelve, ten goeden,'en'tenvrijen toe-<br />
„ gang van een ieder , behoort te zijn. " En<br />
op deze wijze' fpreken onze'overige Nederlandfche<br />
Rechtskundigen 'eenpaarïg (7) : op<br />
dezen grond weigerden ook de Edele Achtbare<br />
Heeren Burgemeesteren en Schepenen der<br />
Stad' Goes hun' Vrij-Geleide aan zekeren Filip<br />
Wolf, die de gewoonte hebbende gehad, van<br />
. zich,'s morgens vroeg, in de Huizen der Bur-<br />
. geren te begeven, om daar, het geen voor de<br />
hand lag, en hem aanftond, te naderen, of zich<br />
.eigen te maken, en mede te nemen, daar o verte<br />
Vlisfingen, met ftrenge Geesfeling en Bannisfement,<br />
géftraft was: deze tegen zijn Bannisfement<br />
te Goes (gedurende de Jaarmarkt)<br />
gekomen zijnde, en daar dezelve euveldaden<br />
plegende, en gegrepen zijnde, zo hebben de<br />
voornoemde Heeren Burgemeesteren en Schepenen<br />
(f) Mr. tiubftpus van Middelhui, in zijne Aanteekeningenop<br />
liet Traclaat van Mr. Pieter Vromans, de<br />
Foro Competenti, Lib i. Cap. i.J. 25. Nota 43. pag.<br />
54. Column, a Editionis 1736. m 4to. Voet ad Lib.<br />
50. Pandeftarum, Tit. 11. de Nundinis ,'Num- 3. Fan<br />
Zurk, in Codice Batavo, Rubrica , Kerinisfen. §. 2.<br />
Not. 3. pag. S29. Editionis 1758. Van Zutphen, Nederlandfche<br />
Practijck , Rubnc. Vrije-Marqkt $. ïol '
Jaarmarkten of Kermisfen. 2.17<br />
penen hem, als tegen zijn Bannisfement ingekomen<br />
zijnde, overgeleverd aan die van<br />
Vlisfingen, alwaar hij andermaal Gegccsfeld,<br />
daar en boven Gebrandmerkt , en<br />
op nieuws Gebannen werd: ja dit gaat zelfs<br />
zo verre , dat iemand , die , ten onrechte<br />
gebannen is, gedurende de Jaarmarkt,<br />
zo min, als op andere tijden, in de Stad,<br />
uit dewelke hij gebannen is, mag komen,<br />
voor en aleer, dat zijn Bannislèment,<br />
bij enen Hogeren Rechter, onwettig verklaard<br />
is: of, dat hij van de Hoge Overheid<br />
Brieven verworven heeft, bij dewelke zijn<br />
Bannisfement wordt ingetrokken en opgeheven;<br />
vermits, tot op dien tijd, het Ban-Vonnis<br />
zijn kracht behoudt, en werkende blijft:<br />
en, zo men al eens, in andere plaatfen ,<br />
die met zulke uitfluitende Voorrechts-Brieven<br />
niet voorzien zijn, zoude konnen of<br />
willen in twijtfel trekken; of de Ballingen<br />
niet, gedurende dat Vrij - Geleide van de<br />
Hoge Overheid, aldaar zouden mogen bin?<br />
nen komen; zo laat zulks echter, wegens onze<br />
meefte Steden van Zeeland, geen twijffeling<br />
over, alzo die genoegzaam alle dezelve<br />
Rechten hebben, welke ontrent de Jaarmarkt<br />
te Middelburg is vast geffeld; alwaar zo uitdruklijk<br />
van dit Vrij-Geleide worden uitr<br />
gefloten allen , die, uit 's Graven Landen<br />
'zijn Ballingen geveest. Of, gelijk de Voorrechts-Brief<br />
door Vrouwe Jacoba , aan die<br />
yan Goes, op den 7. van Oogstmaand 1417.<br />
gegeven, meldt: Dengeenen, die, uit haaren<br />
Lande, gewoeste Ballingen zijn. Deze zijn<br />
die geene, die zich aan zwaare, aan lijfftraf-<br />
O 5<br />
f<br />
P"
218 Vwhandeling over de Zeeuwfche<br />
fciijke misdaden hebbende fchuldig gemaakt,<br />
ten Lande uitgevlucht, vervolgens, ter Hoge<br />
Vierfchaar, of voor den Gerechte der<br />
Stede , ingedaagd ; maar niet verfchenen ,<br />
yan wegen hunne misdrijven verwonnen; dat<br />
is, uit de Hukken en befcheiden, bij, of van<br />
wegen den Graaf, of deszelfs Hoog- of minderen<br />
Bailliuw ingediend , door 's Graven-<br />
Mannen , of door Schepenen, fchuldig verklaard;<br />
en wijders, ter oorzake van hun niet<br />
verfchijnen, om zich te verdedigen, verwezen<br />
zijn , om hen uit den Lande te moeten<br />
ondiouden ; een manier van bannen, die<br />
(fchoon de fchuldige, uit eigen wil, het<br />
Land verlaat, uit vreeze voor verdere vervolging,<br />
gevangenis, verhoor en diergelijke<br />
; of om de aan zijne begane misdaad gehechte<br />
ftraf te ontduiken) echter onderfcheiden<br />
is van die eigenlijke Vrijwillige Landverlating<br />
; waar door iemand, den Lande van<br />
zelfs uitgeweken, buiten Rechterlijke vervolging,<br />
en openbare aanklachte blijft; van<br />
welke Vrijwillige vlucht uit den Lande men<br />
meer dan ée'n voorbeeld in de grijze Oudheid<br />
vermeld vindt; dus konden zij, die, bij ongeluk<br />
, en buiten opzet, iets misdaan hadde,<br />
waar over de Wet enige ftraffe vorderde,<br />
bij de Grieken die ftraf ontwijken, wanneer<br />
zij zich van zelfs ten Landen uit begaven (ra) :<br />
Het welk dan buiten enig Rechterlijk vervolg<br />
bleef; doch het andere gefchiedde uit krachte<br />
van<br />
(iti) L. 16.
Jaarmarkten of Kermisfen. 219<br />
van een Rechterlijk Vonnis; van welk laatstgemelde<br />
zoort men, ten opzichte van Zeeland<br />
, moge nazien het geen, in de Keure<br />
yan Zeeland, in den Jare 1495., door Hertog<br />
Filips van Bourgondien aan het grootfte<br />
gedeelte dier Provincie is voorgelchreven<br />
(«)• Bij welke Keure die Landsheer<br />
eui voorichrift van dc onderfcheidene Rechtsplegingen<br />
geeft, zo wel ontrent zulke Misdadigers<br />
, die, op de daad betrapt, aangehouden,<br />
gevangen genomen, ter Vierfchare<br />
gebragt, en na gedane Verdediging, bij Vonnis<br />
van den Rechter, of veroordeeld, of<br />
vrijgefproken worden; als ten opzichte van<br />
de zulken, die door de vlucht de handen<br />
van 't Gerecht ontkomen waren. Ene Keure,<br />
die, in meer dan éénen opzichte, verdiend<br />
opgehelderd te worden: „ Soo wie<br />
yemandt (dus luidt deze Keure j in kitte<br />
van bloede, dat is, in toorn, verhit door<br />
gramichap, vecht en der hand, niet opzetlijk,<br />
niet verraderlijk, of moorddadig, 't welk in<br />
andere Handvesten genoemd wordt, in euvelen<br />
moede, met beleid, en voornemen, ofte<br />
buyten gheleyder laghen, enigh lidt affloeghe,<br />
ofte mincken dede, kleyu . ofte groot, werdt<br />
hij ghevangen , ende ter Hogen Vierfchare<br />
gebrocht; feo fal men hem gelijck lidt weeren<br />
, lempte oft mincke doen, ten vervolghe<br />
van Partijen ; ende fal quyte blijven, mitst<br />
dien tegen den Heere ende Partijen van der civile<br />
beteringhe. Uit hoofde van enen geweldadigen<br />
hoon , heeft, volgens die Keure,<br />
(f«) Kapittel 4. Artic. 14.<br />
een
220 Verhandeling over de Zeeuwfchs<br />
een tweederlei Recht van aantaal plaats; ene<br />
20 genaamde Givüe , en ene Crimineele,<br />
tot betering van den geleden hoon. De eerstgemelde,<br />
naamlijk de Civile, ftrekte tot boete<br />
van het geen de Hooner aan den Verwonden<br />
voor zijne gelede pijn en frnert fchuldig<br />
was; mitsgaders tot vergoedinge van de fchade<br />
, die aan den Verwonden in zijne kostr<br />
winning, en vervolgens ook aan zijn Huisgezin<br />
was toegebragt. 't Geen onze Rechtsgeleerden<br />
gewoon zijn Wederëvening te noe?<br />
men. De andere, naamlijk de Crimineele,<br />
ftrekte, om den Hooner die eige, of liever<br />
gelijke pijn en fmert te doen ondergaan,<br />
welke die de Gehoonde en Verwonde geleden<br />
had ; met hem ene gelijke wonde aan<br />
een gelijk lid van zijn lighaam, op bevel van<br />
den Rechter, te doen toebrengen; echter<br />
was hier in dit onderfcheid; dat die beide<br />
aantaalen niet gelijklijk zouden gedaan worden.<br />
De Gehoonde had daar van de keuze;<br />
en wilde hij zijne wonde en fchade op prijs<br />
ftellen, zo bevrijde hij den Hooner van gelijke<br />
pijn en fmart te moeten ondergaan;<br />
maar werd de lijfftraffelijke boete door den<br />
gehoonde verkozen, dan kon de hoon door<br />
geen pijn en fmert betaling, noch fchadeloos-Helling<br />
geboet worden; ook konden,<br />
of moefteu deze beide aantaalen gefchieden,<br />
ten vervolge, dat is, op aanklachte, op aangeven<br />
van den Verwonden, van den Ger<br />
hoonden ; of, ingevalie deze .nog minderjarig<br />
was, en onder de magt zijner Ouderen,<br />
of van eender zeiven ftond, dan op aangeven,<br />
en aan klachte van die Ouderen, of van<br />
den
Jaarmarkten of Kermisfen. 221<br />
den langstlevenden den zeiven; of van zijne-<br />
Voogden: daar en boven had de Heer, dat is .<br />
de Graaf, zijn aandeel in die betering's boe- ••<br />
ten, wegens het fchenden der openbare Rust,<br />
die Veiligheid, en van den gemeenen Vrede;<br />
en dit aandeel behield de Graaf zelfs, niet tegenftaande<br />
de Gewonde te vrede was gefield,<br />
en, mitsdien, geene klachten tegen zijnen Hooner<br />
had ingebragt: „ want, (dus vervolgt<br />
de Keure) indien Partije „ niet en Idaget,<br />
„ ende te vrede geftelt is, foo fal men den<br />
Gr ave beteren, na die Keure." dat is, men<br />
zal voor dien aangedanen hoon , ten profijte<br />
van den Graaf, of van de Graaflijkheid, zodanige<br />
boete voldoen, als de Keure daar<br />
op , ten voordcele van den Graaf, gefield<br />
heeft ; maar was de Geweldenaar ontvlucht,<br />
„ indien hij niet ghevangen en wert^ noch,<br />
na daar toe van wegen den Gehoonden gedagvaard<br />
te zijn, ter frierfcharen komt; ende dat<br />
hij van den misdaet overwonnen wert; dat is:<br />
wanneer uit de overgediende befcheiden aan<br />
den Rechter genoegzaam blijkt, dat zulk ene<br />
Verwonding op de voorgemelde wijze aan den<br />
Klager, of den Gehoonden, in der daad , is<br />
toegebragt; en dat de Befchuldigde daar van<br />
waarlijk de Daader is, foo falhij gebannen ,<br />
ende gemest werden uyt den Lande, met vier<br />
ende met brande: over deze laatfle woorden<br />
nu zijn het de Geleerden niet eens: want de<br />
Utrcchtfche Hoog-Leeraar Christiaan Hendrik<br />
Trotz (0) is van oordeel, dat niet alleen, de<br />
goe-<br />
(0) In Commentariis Legum Fundamentalinm
SS* Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
goederen van enen Zodanigen Balling, ten behoeve<br />
van den Gewonden, en van den Heer,<br />
werden verbeurd verklaard; maar dat ook<br />
deszelfs Huis en Wooning verbrand werd.<br />
Het welk, in dien tijd , met minder fchade,<br />
dan tegenwoordig konde gefchieden, nasuv<br />
dien ter dier tijd, de Huizen der Burgeren<br />
, en van bijzondere Perfonen, alleen<br />
van hout getimmerd en met ftroo gedekt wa-<<br />
ren : en deze Hoog - Leeraar beroept zich<br />
(om dit zijn gevoelen te fiaven) op enen<br />
Brief, door Graaf Flórh den Vijfden aan<br />
die van Stavoren verleend, waar in men<br />
deze woorden vindt: „ Men falbreecken fijn<br />
httys (aldaar wordt gefproken van een Doodilager,<br />
binnen gelegden Vrede) en draghen<br />
het hsytenpoorte ende bamen (p): ook zou<br />
de men, (uit het bloot aanhalen van deze<br />
plaats in de Coflumen van Middelburg (q),<br />
ter opheldering van het woord Woesten bijgebragt)<br />
fchijnen te mogen befluiten, dat de<br />
Heer Mr. Jan de Timmerman , Penfionaris<br />
der Stad Middelburg, ( wel eer mijn Vriend,<br />
en Begunfliger in mijne Pracrijk) dat zelfde<br />
gevoelen is toegedaan geweest: terwijl<br />
anderen , welker gevoelen ik (hoe groot<br />
ook mijne achting voor de genoemde, waarlijk<br />
kundige, Rechtsgeleerden ook zij ) liever<br />
volge , door dat woesten en bannen met<br />
i vier<br />
Foederati Belgii; ad Privilegium Comitisfae Maria»<br />
Burgundiae 14. Martii 1476. Artic. 39. pag. 208<br />
& 209.<br />
CjO Schotanus Friefche Gefchiedenis, pag. 13.<br />
(?) Rubric. 4. Artic. 17.
Jaarmarkten of Kermisfen. 223<br />
fier en brande, ene plechtigheid verftaan,<br />
dewelke, bij het ontzeggen van den Lande aan<br />
voortvluchtige Misdadigers, oudtijds plaats<br />
had; naamlijk: dat de Bailliuw, aan 't hoofd<br />
van 't Volle Gerecht, zich met Burgemeefteren<br />
en Schepenen (bij zich hebbende den<br />
gehoonden , verongelijkten , verwonden en<br />
belchadigden Klager) van den Stadhuize naar<br />
's Gravenfteen begaf, voor welks deur, een<br />
weinig vuurs , in enen ijzeren vuurpot, op<br />
llraat gereed ftond, en waar bij ook enig ltroo<br />
lag; 'twelk de Bailliuw, na bekomen verlof<br />
van den Gerechte , op dat vuur leide en aan<br />
brand ftak; en zulks tot drie maaien herhaalde,<br />
het zelve, telken reize, boven zijn hoofd<br />
hellende , onder 't uitfpreken van deze, of<br />
diergelijke woorden : „ Hier woeste ik , en<br />
„ legge Balling % Lands , van myns Heeren<br />
„ wege, van wege dezer Stede, ende van<br />
„ Rechtswege N. N., den Moordenaar , of<br />
„ Verwonder van N. N., uit myns Heeren<br />
,, Heerfchappy, wegens gemelden Dood/lag, of<br />
„ Verwondinge, honderd'Jaaren en eenen dag,<br />
„ 's Mans leven, landsleger, van nu, ten<br />
„ eeuwigen dage." waar na de Bailliuw het<br />
Vuurbaken, of de voornoemde vuurpot neder<br />
zettede, dewelke, vervolgens,door den Voorzittenden<br />
Burgemeefler, in naam van het ganfche<br />
Gerecht, werd opgevat, die er teffens bij-<br />
„ voegde: Naar Vonnisfe, dat Schepenen ge-<br />
„ wezen hebben (r). Op welke plechtigheid<br />
ook<br />
(r) Mr.-J.M Matthijszs, Politieke Regeering van<br />
den
s»4 Verhandeling ever de Zeeuwfche<br />
ook een ander gedeelte der voornoemde Keure<br />
yan Zeeland(s) ziet: naamlijk, dit volgende:<br />
„ Soo wanneer yemandt Wordt ghewoest, ende<br />
„ hallinck ghemaeckt met brande, men fal<br />
„ dien terltont fchrijven in des Graven-<br />
„ Bouck, of Brief ". Hoedanig een Balling-<br />
Brief om, nog door den Heer Bi ^ an Santen,<br />
(voorheen geweest zijnde Bailiiuw van den<br />
Graaffchappe van Blois , Schout der Stede<br />
Beverwijk, 's Dijk-Graafs Bailliuw en Houtvester<br />
der Vrije Heerlijkheid van Calansooge,cn<br />
naderhand Leenman der Graaflijkheid van<br />
Holland) in de Generale Privilegiën ert<br />
Handvesten ven Kennemerland, en Kennemer-Gevolg,<br />
door hem in den Jare 1652, uitgegeven,<br />
bewaard is. Het zoude echter<br />
konnen zijn, dat deze Plechtigheid is overgenomen<br />
uit ene andere en ftrenger Rechtspleging<br />
, eertijds tegen de Ballingen hier te<br />
Lande in gebruik geweest zijnde, volgens dede<br />
welke derzelver huizen verwoest, afgebroken<br />
, en i met vuur verbrand werden; om<br />
hunne gedachtenis uit bet midden van den<br />
Vblke uit te roeijen, en hunne bedreve misdaden<br />
aan de vergetelheid op te oflèren; maar,<br />
hoe<br />
"f!-! Cïielie , Traclaat 4, Capitt. 2. bij' Aiktnwde,<br />
Jiefchrijvmg van 3en Brielie, j. Deel Fol. 318 en<br />
319. Mr. Uéndrik van de Wall, Handvesten van<br />
i >ordrccht, 1. Stuk. Fol. 279. 't Genootfchap van<br />
Rechtsgeleerden: onder de Spreuk: Ab omnibus li-<br />
Ijwrdijce, quod nejüs, Rechtsgeleerde Oblervatien<br />
-••ver de Inleiding tot de Hollandfcbe Rechtsgeleerdheid<br />
van wijlen Mr. Hup de Groot, 4. Deel 4*,<br />
ubfervatie, pag.-158. •<br />
£x) 3. Capitf. Art. 15.
Jaarmarkten of Kermisfen &2$<br />
ioe'tzij, dit is zeker, dat zulk woesten en<br />
bannen niet vermogt te gefchieden, als na<br />
voorgaande Rechtspleging, en verkregen<br />
Vonnis. „Dat Wij} of onze Nakomelingen,<br />
, (zegt Vrouwe Maria van Bourgondien, in<br />
Haar Groot Privilegie (*) van den Jare<br />
„ 1476.) niemands Goed, Leen, noch Erven,<br />
, binnen onzen voorfchreven Landen van Hol-<br />
W land, Zeeland, ende Vriesland, tot Onzer<br />
•< Tafele leggen en zullen: noch niemand, bij<br />
•, provifie,'uyt zyn posfesfie ftellen; maar<br />
„ zullen, naa dat die nature ende conditie<br />
„ van de goeden zijn zal, eerfte verwonnen,<br />
„ ende daar na geëxecuteert worden, naa-<br />
„ volgende die Rechten ende Cöstumen yart<br />
- den Landen, Steden, ende Plekken, daar<br />
„ die Sententie of Condemnatie gegeeven, of<br />
• gedaan zal' worden." Öok fpreekt onze<br />
Zeeuwfche Keure (u) hier van op gelijke<br />
wijze, zeggende: „ Dat alle der Ballingen<br />
, Goedt den Grave niet en fal toebehooren,<br />
" zij en zijn eerst bereden ende ghewoest met<br />
brande" dat is, ten zij die Ballingen eerst<br />
berend, bezet, ingeiloten en gevonmsd zijn<br />
geweest: het welk wij zo even zagen , dat<br />
voor 's Graven - Steen op de Opene Straat<br />
pleeg te gefchieden: en deze fpreekwijze: den<br />
Ballingen berijden, is van een ouder gebruik<br />
ontleend : naamlijk , er had oudtijds een gewoonteplaats,<br />
dat de Graaf, (die in die vroeger<br />
dagen niet anders was, dan een Komnglijk<br />
Opper-Rechter, eerst van wegen de Koningen;<br />
(t) Art. 30.<br />
(M) Capitt. 3. Art. 14.^
M6 Virhandeling over de Zeeuwfche<br />
of Keizeren van Frankrijk en naderhand vas<br />
Duitschlaiid; onder wier beheerfchirg deze<br />
Landen, m die vroege dagen, van tijd tot tijd<br />
behoord hebben,) wanneer er ene flrafbare<br />
misdaad in zijn Rechtsgebied, begaan, cn<br />
tot zijne kennis gekomen was, zich met zijne<br />
Mannen op die daad moest laten onderrichten •<br />
alle deszelfs omftandigheden vlijtiglijk navor-<br />
Ichetrj naar den Dader vernemen ; den zeiven<br />
opfpeuren;- en,-zo hij gevlucht mogte zijn, te<br />
paard geklommen, dien Vluchteling, zijn oe-<br />
Jieel Graaflchap, of Rechtsgebied door, achter<br />
aan rennen,om hem gevangen te nemen; was<br />
nu die Vluchteling op het een of ander Adelijk<br />
Sfet$ of Steenen-Huis gevlucht, en werd dezelve<br />
aldaar gehouden, en geborgen , zo berende<br />
de Graaf met zijne Mannen dat zelve<br />
iMot of Huis, floten het rondsom in, cn eischte<br />
den Gevlucht-en op; en, bij weigering, belegerden,<br />
zij hetzelve.. om hen dus tot overgaaf<br />
van den Vluchteling te noodzaken: dit noemde<br />
men, in dien tijd, en naderhand, wanneer<br />
het nazetten van gevluchte Misdadigers door<br />
sGraven Balhuwen verricht wérd: Fquitare<br />
Banmtos dat is, de Ballinge te Paard achter<br />
aan rennen: de Ballingen berijden ; zo toch<br />
komt het onder anderen voor, in enen Brief<br />
van den 29. van Bloeimaand des Jaars i 2
Jaarmarkten of Kermisfen. 227<br />
gen (v); werken Brief echter niet bij f alie<br />
Schrijvers voorecht gehouden wordt; verklarende,<br />
de zeer Geleerde Heer Mr. Balthazar<br />
Huydecoper (w) denzelven voor valsch;doch,<br />
mijns bedunkens; zonder genoegzamengrond;<br />
maar, het is deze Brief niet alléén, waar in die<br />
fpreekwijze: de Ballingen berijden; voorkomt;<br />
want men leest dezelve insgelijks in de Keure,<br />
door Floris den Voogd aan' dë Zeeuwen gegeven<br />
, en welke bij alle Schrijvers voor een Echt<br />
Stuk gehouden wordt (>): in deze Keure<br />
nu vindt men zelfs een Articul, of Rubrique,<br />
ten Opfchrift voerende: Van beryden Ballingben:,<br />
waar ontrent de Graaf ("Volgens de Oude<br />
Vertaling 5 zijnde het Stuk oorfpronglijk<br />
in het Latijn) zich in dezer voegen uit „ Al-<br />
„ le die ghene, die wonen binnén defer Cho-<br />
„ re, lullengaen mit ten Grave, om die Bal'<br />
linghen- te bereydene, of mit finen Burchj,<br />
Grave — wanneer die Grave, of Burch-<br />
„ Grave die Ballinghen willen berden, foe en<br />
„ faltment hem niet weygheren noch wedeE<br />
„ fegghen; ende des Graven-Mannen feilen<br />
„ den Grave ofte Burch-Grave paerden dt>en±<br />
„ o/72 die Ballinghen mede te beryden." welke<br />
laatlte fpreekwijze dus verklaard zoude kunnen<br />
worden: dat, vermits dit berijden der Bal-<br />
lin-<br />
(v) F. v. Mieris, Groot Charter-Boek ï. Deel<br />
Fol. 258 — 260. A. Kluit, HtStörji Critica Comitatus<br />
Hoilandiae $ Zelandiae, in Probabilibus.<br />
(w) Aaateekffningen op Melis Stoke, Rijm-Kro-<br />
Dijk 2. Deel pag. 304. en volgg. en pag. 427.<br />
(x) F. v Mieris, Groot Charter-Boek r. Deel<br />
Fol. 305". Art. 38. vergeleeken met de Vertaling,<br />
jol. 313. Art. 61,<br />
P a
%%% Vithandelitig over de Zeeuwfche<br />
ling m, te'paarde, pleeg te gefchieden, ?<br />
s Graven<br />
Mannen gehouden en verplicht waren<br />
hunne Paarden daar toe te leenen; hoewel ik<br />
liever deze fpreekwijze: des Graven.Mannen<br />
feilen den Grave ofte Burch-Grave Paerden<br />
doen: in dezer voegen opvatte: zij zullen met<br />
hunne onderhorige Manfchappen met den<br />
Grave of Burg-Grave te Paarde Hijgen, en de<br />
gevluchte Ballingen achter nazetten. Op deze<br />
Keure beroept zich ook onze Oudlle Rijm-Kronijk-<br />
Schrijver Melis Stoke, daar hij in 't Leven<br />
van Graaf Jan den Eerften zegt :j<br />
„ Die niet en quamen, bereet men al<br />
„En woestetfe, groet en final,<br />
„ Na den Kure van den Lande (y).<br />
Hoe zeer ik geene redenen hebbe, om te ontkennen,<br />
dat de gewoonte van Vluchtelingen<br />
na te zetten, ontrent alle vluchtende Misdadigers<br />
oudtijds plaats hadde; zo mcne ik echter,<br />
üat men de voorzeide Zeeu w fche Land-Keure<br />
niet moet opnemen, van het berijden van zulke<br />
gemeene Ballingen , of Vluchtelingen , die<br />
wegens gemeene euveldaden, als', moord'<br />
doodflag, diefftal en diergelijke; vluchtende<br />
waren; maar bepaaldlijk van zulke Edele Ballingen<br />
, die zich tegen den Graaf, of tegen<br />
zijn Graaffchap misgrepen hadden; of hunne<br />
Leentrouwgefchonden, en, met hunne onderhorige<br />
Landzaten, een opftand verwekt hadden<br />
: en tot deze gedachten geeft, onder anderen,<br />
het zo even bijgebrachte zeggen van onzen<br />
(yj Melis StoXe, Rijm-Xrorjijk 5. Boek. vf. 1174..
Jaarmarkten of Kermisfen. • 229<br />
zen Rijm-Kronijk-Schrijver mij onder anderen<br />
aanleiding, want hij {preekt aldaar over het<br />
willekeurig gezag, 't welk Heer Wolfert van<br />
korfden zich aanmatigde over den toen nog<br />
minderjarigen Graaf, den voornoemden Jan den<br />
Eerflèn» en wel inzonderheid betrek lijk tot<br />
Hecre Jan van Renesfe, destijds Bailliu van<br />
Zuid-Holland, befchuldigd -van tegen 's Graven<br />
Perfoon enen toeleg gefmecd te hebben;<br />
waar over Hij,door een Vonnis, te Veere gewezen,<br />
uit den Lande werd gebannen, en zijn<br />
Slot Moermond bemachtigd en gehecht. Mis-<br />
1'chien is ook uit die oude gewoonte van dc Ballingen<br />
te berijden af omftig, en'bij ons nog<br />
overgebleven, de wijze, op de welke de Bailliu<br />
van Middelburg zijn Rechtsgeding aanlecht<br />
tegen iemand , die, wegens het bedrijven van<br />
gemeene misdaden, voortvluchtig is; den wei-<br />
Ken hij openlijk ter Rolle doet dagvaarden, met<br />
uitdrukking van de begane misdaad; die, op<br />
tweeonderscheidene Rechtdagen, in het openbaar,<br />
wordt opgelezen;en, daarna, wanneer<br />
Burgemeefteren en Schepenen oordeelen, dat<br />
van de begane misdaad, ten laste van den Beschuldigden<br />
, oppervlakkig genoeg, bij den<br />
Heere Bailliu is doen blijken, om den zeiven<br />
toe te laten, den Gevluchten,ter Puije van den<br />
Stadhuize, en met uitzettinge van Biliettcn, tegen<br />
enen bekwamen tijd, binnen Baille, (gelijk<br />
men fpreekt) tot drie onderfcheide reizen, te<br />
dagvaarden, om zich, op's Bailliu's aantichte,<br />
wegens die misdaad te komen verandwoorden;<br />
en die Vluchteling op geene van die drie dagvaardingen<br />
verfcheenen zijnde ; zo dient dc<br />
Heer Bailliu van zijnen eisch, cn legt over zij-<br />
P < ia
®30 Verhandeling ever de Zeeuwfche<br />
ne bewijzen, doende eisch tot bannen van den<br />
Geviuchten; waar na Burgemeefteren en Schepenen<br />
den Gedaagden Vluchteling verwijzen,<br />
uithoofde van zijne halflarrigheid,inzich niet<br />
zijnde komen verand woorden, en verfleken<br />
denzelven van alle zijne verzetten, die hij,<br />
gekomen zijnde, zoude hebben konnen en mogen<br />
vóórhellen; mitsgaders van aileweeren en<br />
verdedigingen , die hij anderzints zoude hebben<br />
mogen inbrengen; en bannen hem voorts<br />
ten Landen uit; 't welk men destijds noemde;<br />
uk Holland, Zeeland en Vriesland woesten; ter<br />
oorzake van de hier boven vermelde plechtigheden,<br />
die voormaals, bij zulke gelegenheden,<br />
plaats hadden f»; doch welke plechtig Woesten<br />
en Bannen vervolgens in onbruik is geraakt;<br />
wordende nu alleenlijk het Ban-Vonnis , bij<br />
Burgemeeher en Schepenen, na voorafgegane<br />
drie onderfcheidedagvaardingen,en nog é'ëne,<br />
tot het zien overdienen van de Stukken , bij<br />
den Heer Bailliu , ten bewijze der gepleegde<br />
en aangerichte misdaad, ten lalle van den Gedaagden,<br />
en na onderzoek derzelye, gewezen,<br />
ingebannen Vierfchare, openlijk,'door een dei-<br />
Stads Geheim-Schrijvers, opgelezen en bekendgemaakt:<br />
misfehien is uit dit oude berijden<br />
en woesten au- Baliingm. ,bij Ons, insgelijks,<br />
als nog overig; dat op de zogenaamde<br />
Civile Vonnisièn van Burgemeefterèn en Schepenen<br />
der gemelde Stad Middelburg, alvorens,<br />
dezelve ter werking geleid kunnen worden<br />
in gebannen Vierfchare, van den Iieere Bailhu<br />
ver-<br />
(z) Coftiuneii van Middelburg, Rubno 4. Artic.<br />
17.
Jaarmarkten of Kermisfen. 231<br />
verzocht,en door denzelven,mettoefcmnnng<br />
en vergunning, immers gedogen van de Wethoudcrichap,<br />
verleend wordt Ballmgjcnap,:<br />
dat is, dat de Verwezene verk aard wordt aantaftelijk<br />
te zijn,om, op 's Heeren-Straat,of in<br />
Opene Huizen , voor de verwonne ichuld»<br />
gevangen genomen, en, op 's Graven- Steen ,<br />
in gijzeling gezet te worden (aj; gelijk o( k<br />
mede de gewoonte aldaar is, om, in geval eiiemand,<br />
misgaan zijnde van goederen , zich<br />
fchuil houdende , of ftervende, verlcheide<br />
Schuldeisfchers heeft; en niemand den boedel<br />
aanvaarden, of den Schulcleisfchereii voldoen<br />
wil; als dan, na het aflopen der gewoone Rechtsplegingen*<br />
alle bekende en onbekende Schuldeisfchers,<br />
die zich op dien boedel niet hebben<br />
bekend gemaakt, uitdien boedel te roesten en<br />
te bannen (>);dat is,van's Heeren wegen, en<br />
in naam van de Graaflijkheid, allen verzuimd<br />
hebbende Schuldeisfchers uit dien boedel te<br />
fluiten, en dat zij aan het geen yan dien berooiden<br />
boedel in kas gekomen en gemaakt<br />
mogte zijn, geen deel hebben, noch bij voorrang,<br />
noch bi] lamendecliiig, uit het zelve ictwes<br />
genieten zullen; en het welk ook aan de<br />
voornoemde plechtige woestinge en banmnge.<br />
met Vuur en Stroo voor 's Graven-Steen zijn<br />
oorfprong fchijnt fchuldig te zijn. Dan, hoe<br />
het zij, dit ftaat vast, dat die Ballingen, die<br />
bij Vonnis vanden Rechter het Land ontzegd;<br />
en ook die, wegens hunne Schulden verwonnen,<br />
en op ene gewoone en plechtige wijze Bal.<br />
hng<br />
(0) Conftumen van Middelburg, Rubric. 20,<br />
(b) Dezelve, Rubrica 21.<br />
P 4
pf zich è<br />
uitfluitirig<br />
bepaalt ,<br />
ïéén tot<br />
Zeeuwfch<br />
Ballingen;<br />
dan ook ti<br />
zulken, i<br />
uit alle'sG<br />
ven Lande<br />
gebannen<br />
e<br />
«33 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ing gelegd zijn,geen deel konnen hebben aan<br />
s Graven Vrij-Geleide; en dat zij derhalven,<br />
noch m hunne Perfonen, noch met hunne Goe?<br />
deren, Vrij en Vrank, ter Jaarmarkt konnen<br />
komen, vaaren of kecrën; maar zij vermogen,<br />
in tegendeel, als bij de Jaarmarkts Voorrechts?<br />
Sneven, van het Vrij-Geleide uitdruklijk uitgenoten<br />
zijnde, zo wel ten tijde,der Markt"<br />
als op alle andere tijden , binnen de plaatfen!<br />
waar mm gebannen zijn, gevonden worden'<br />
de, zonder krenking van der Steden Voorrechten,'en<br />
zonder te misdoen aan 's Graven Hoogheid,<br />
of deszelfs onmidlijke befcherming aangetast,<br />
weggevoerd, gevangen gezet; en 'ook<br />
hunne Goederen m beflag genomen worden<br />
't Verdient intusfchen zijne opmerkino- 'en<br />
•l- een nader onderzoek, daar Graaf milem dé<br />
e Derde, en zijne Opvolgers, Hertog Aalt<br />
brecht, Vrouwe Jacoba, en andere, zich béüe<br />
dienen van de fpreekwijze, geweefe Ballingen,<br />
*- mt onze Landen: aan welke Zijhun Vrij-Geleide<br />
, in 't vaaren 'en' keerën ,' naar en van<br />
onze Zeeuwfche Jaarmarkten, weigeren; wat<br />
men door dat 'Land te verftaan hebbed Dat<br />
is: of dieuitfluitingezich maar alleen bepaalt<br />
tot Ballingen, aap wien de Provincie vanZeelanld;<br />
of aan wien enige Stad, of Eiland,'in<br />
die Provincie ontzegd was; dan wél, of alle<br />
Ballingen, uit alle 'sGraven Landen, van dat<br />
Voorrecht vcrftoken waren ; en in hoe verre<br />
men zulks dan nog' heden ten dage hebbe té<br />
verfiaan, en op te nemen? Wie. zijn het dan<br />
die, als Ballingen, nu nog geen Vrij-Geleid<br />
de ter Jaarmarkt hebben ? Dat men eens de<br />
Historie der bij vervolg van tijd, door de Gra-<br />
* yer^
Jaarmarkten of Kermisfen. 335<br />
yen aan Zeeland nu cn dan gegevene Handvesten,<br />
ingevoerde cn veranderde Wetten en<br />
Rechten nafpeure • mooglijk zoude dezelve<br />
ons meerder licht geven. Na den dood van<br />
Graaf Willem den Tweeden, uit het oude en<br />
eerfte Hollandfche Stamhuis, geraakte het<br />
Duitfche Keizerrijk, waar van deze Graat het<br />
Hoofd was geweest, onder den Titul van<br />
Roomsch Koning, door de oneemgheid der<br />
Keurvorften,niet weinig in verwarring. Enige<br />
wilden den Graaf van Cornwall, Broeder<br />
van Henrik den Derden, Koning van Engeland,<br />
wiens Zóón Eduard dat Rijk befherde,<br />
tot Opper-Hoofd van 't Keizerrijk verkiezen;<br />
terwijl andere in tegendeel, Alphonfus, Koning<br />
van Castiliën, daar toe poogden te bevorderen;<br />
eindelijk werd, in Wijnmaand van<br />
den Jare 1^7%, (na ene Tusfchen -Regeermg<br />
van enige Jaren) Rudolf, Graaf van Habsburg<br />
, Stamvader van het Doorluchtig, en<br />
nog bloeijend Huis van Oostenrijk, (dat zo<br />
veele vermaarde Keizers aan het Duitfche Rijk<br />
gegeven heeft, en uit welk Geflacht de Wijd,<br />
beroemde jofepb de Tweede nog heden, met<br />
zo veel luister, den Troon bekleedt, zo dat<br />
zijne nagedachtenis, van wegen zijne Vaderlijke<br />
zorgen, zo ten voordeele zijner Staaten,<br />
als van wegen zijne verdraagzaamheid in de uitoefeningen<br />
der onderfcheidene Godsdiensten,<br />
altoos, zo in als buiten zijn Rijk, en wijd-uitr<br />
gebreide Staaten, in zegening blijven zal (*))<br />
(*) Deze Grote Vorst ftierf op den 20. Februarij<br />
1790. en werd door Zijnen Broeder, den niet mm<br />
Groten Vorst Ktopold, Groot Hertog van Tosca-<br />
P s nen.
«34 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ten Keizerlyken Troon verheven. Deze Opper."<br />
Rijks-Vorst aan wien deGraaffchappeirvan<br />
Holland en Zeeland, als Erflijke Rijks-Lee*<br />
nen, Leenroerig w a r ep ; fchonk dezelve aan<br />
jan van Avenn.es, Graaf van Henegouwen;<br />
mitsgaders aan Herman, Graaf van Hennenberg<br />
aan deszelfe Gemalinne Mareareet, en<br />
a a<br />
»ƒ ^kunnenZoon, ingevalle Graaf Flo-<br />
T l S rrï-ïr > Z o o n v a n d e n<br />
Overleden Ko-<br />
» ning Willem, zonder wettigen Erfgenaam „ of<br />
Erfgenamen,kwam te overlijden, welke Giftbrieven<br />
op den Ï 3. van Louwmaand i 276\<br />
te Neurenberg gegeven, ons door de Oudheid<br />
- Verzamelaars Mariene en Durand(c)<br />
zijn medegedeeld. QmfFtoti de Vijfde, vervolgens<br />
, door de. moordadige handen van<br />
lamen verbonde misnoegde Édelen uit Holland<br />
en Zeeland, ongelukkig gekeuveld zijnde,<br />
het, m den Perfoon van zijnen Zoon,<br />
litaatjan den Eerüen, enen wettigen Erfgenaam<br />
van zijne Staaten achter; doch de &<br />
ze<br />
itierfden ior van,Slachtmaand 1290, te Hier<br />
-lem, m den bloei van zijn leven, zonder Kim<br />
deren naar te laten 5 waarop de Graaf van<br />
Hene*<br />
nen, niet alleen in aile de Staaten en Vorftendommen<br />
van het zo magtlge Obsteriri/kfche Hüis; maar<br />
ook als Reizer van het Duitfche Rijk, onder den<br />
naam van Leopold den Tweeden, op den 1 Oclober<br />
1790, opgivolgd.<br />
(O Thefauri Anecdotorum, Tom. r. Fol. n «<br />
& 1154 & F. v. Mieris, Groot Cbartetb Deel r<br />
fol. 38r, men zie ook over deze dubbele giften f<br />
V M<br />
-Jf f<br />
T ; l f r T^ - d £ r A , e m<br />
S " Gefchied. der<br />
Vereen. NedeH. D, 1. pag. 3 3 0 & 331.
Jaarmarkten of Kermisfen. Vh$<br />
Henegouwen, voornoemde Heer Jan van<br />
Avenues, op grond der Lcengifte van Keizer<br />
Rudolf., wei haast bezit nam van onze<br />
Landen en Graaffchappen, en bragtdezeiv?<br />
dus uit hun eerftech oudste Stamhuis, over<br />
in het Huis van Henegouwen 5 naar deszelfs<br />
dood volgde zijn Zoon Graaf Willem de<br />
Derde, zijnen gemelden Vader, op in alle<br />
deszelfs Staaten , en dus in de Graafièhappep<br />
van Henegouwen, zijn Voorouderlijk Erfgoed<br />
: "mitsgaders in.het verkrege en in bezit<br />
genome Holland en Zeeland; hebbende<br />
Hij'zich ook iteeds inde Eeitijteis, op cn W<br />
zijne Brieven , van de namen dezer drie Provinciën<br />
bediend, waarvan de Giftbrief door<br />
hem aan Middelburg, tot het houden ener Jaar,<br />
markt gegeven, onder menigvuldige andere<br />
ten bewijze ftrekt; en in welken Brief hij zich<br />
no°' daar en boven,Heer van Frieslandnotmt.<br />
Hoewel de Frïefén eigentlijk in den Jare 1328,<br />
en dus vijf Jaren later , zich eerst aan hem<br />
hebben onderworpen en hun Burgerlijk Beltier<br />
hem hebben opgedragen (
s.$6 Verhandeling ever de Zeeuwfche<br />
genheden (die tegen dien Hertog een ondermg<br />
Verbond hadden aangegaan, en onder welke<br />
Mogenheden Graai' Willem de Derde mede<br />
geteld werd) zich alleen den eernaam geeft van<br />
Graaf yan Henegouwen en Holland: terwijl<br />
zijn Zoon , Graaf Willem de Vierde, zich<br />
Graaf van Holland en Zeeland, noemt welk<br />
laastgemelde Graaffchap door zijn Vader aan<br />
hem is afgeftaan; zonder dat, zo veel mij bewust<br />
is, onze Oude Geièhiedfchrijvers melden,<br />
op wat Jaar die afftand door zijnen Vader<br />
Willem den Derden aan hem gedaan zij<br />
legen dit alles dient echter te worden aangemerkt;<br />
dat de Graven van Holland, uit den<br />
Eerllen en Oudften Stam, zich het bewind<br />
over bnesland reeds aangematigd, en ook verfcheide<br />
van hen den titel van Heer van Friesland<br />
gevoerd hebben; gelijk blijkt in Graaf<br />
Plons den Derde, die zich reeds in den Jare<br />
ii 79 Graaf van Holland van Zeeland en<br />
Heer van Friesland genoemd heeft (e); hoe<br />
wel zij in geene dadelijke, ten minften in<br />
geene geruste, vredige, en ongeftoorde, bezitting<br />
van die provincie geweest zijn; waar<br />
yan de veelvuldige oorlogen, door de Hollandlche<br />
Graven tegen de Friezen gevoerd (ten<br />
einde hen te noodzaken om dezelve voor hunnen<br />
Heer te erkennen en als zodanig te huldigen<br />
; ten bewijzen konne ftrekken; en deze<br />
eernaam hebben, de volgende Graven uit dat<br />
Eerfte of Hollandiche Stamhuis behouden;<br />
(e) Vergelijk Èutkens Trophées de Brabant, PreSw.es<br />
i-oi 166 er i7 4. met Van Mieris, Groot Charterboek,<br />
i.Deel Fol. iij?, en volgg,<br />
en
-" Jaarmarkten of Kermisfen. 237<br />
en denzelven in het Tweede, of Henegouwfchg,<br />
Stamhuis overgebragt; Zo dat Graaf<br />
Wilkm de Derde zich, in den Middelburgfchen<br />
Jaarmarkts Brief van 1323, zo wel<br />
lieer yan Friesland heeft konnen noemen,<br />
(fchoon alle de Friezen aanzijn gebied nog<br />
niet onderworpen waren) als Hij zich Graaf<br />
yan Holland en yan Zeeland noemt; welk<br />
laatstgemeld Graaffchap ook niet eerder, dan<br />
tïislchen de Jaren 1331 en 1333 (en , bij gevolg,<br />
lang na het verleenen van dezen Gift-<br />
Brief) door Graaf Willem den Derden aan<br />
zijnen Zoon Willem den Vierden kan afgellaan<br />
zijn : (ƒ) zijnde er nog een Brief voor<br />
handen , door onzen Graaf Willem den Derden,in<br />
den Jare 1331 gegeven, in den welken<br />
Hij den Titul voert van Graaf yan Henegouwen,<br />
van Holland ,en yan Zeelatid (g):<br />
waar bij nog komt, dat zijn Zoon Graaf Willem<br />
de Vierde, niet voor den Jare 1333,<br />
Graaf van Zeeland genoemd wordt (A): uit<br />
welk een en ander duidlijk blijkt, dat Graaf<br />
Willem de Derde, in den tijd, toen Hij den<br />
voorfchreven Giftbrief aan Middelburg fchonk,<br />
de Oppermogenheid over deze Provincie nog<br />
alléén had; en, uit dien hoofde, niet alleen<br />
bevoegd was, om het houden van Jaarmarkten<br />
aan die van Middelburg te fchenken; maar<br />
ook,<br />
(ƒ) Vadcrlaadfchc Historie, 3. Deel 10. Boek<br />
pag. 230.<br />
(g) Jnthonius Mattheus, de Jure Gladii, Cap. 12.<br />
pag. 176. .<br />
(h) Boxhom, Aanteekeningen op Reigersberg<br />
ïjonijk van Zeeland, 2. Deel pag. 62c
238 Verhandeling over de Zeenvfchs<br />
ook om van het Vrij - Geleide ('t welk als<br />
een Voorrecht door Hem aan het houden dei<br />
Jaarmarkten, gehecht was) niet alleen ziine<br />
vijanden uit te iluiten, maar ook om dezul-<br />
9 d<br />
vn f<br />
Z i j n e L a n d e n<br />
van Henegouwen,<br />
Holland, Zeeland en Friesland pebannen waren,<br />
het Vrij inkomen op die Jaarmarkten te<br />
ontzeggen : waar uit dan voorfchreve bedenking<br />
ontftaat; of, onder deze uitzondering<br />
flegts zulke misdadigers begrepen waren, aan<br />
welke den Lande van Zeeland, of één van<br />
derzelver Steden of Eilanden, zijn ontzegd;<br />
dan wel, o; èw onder alle Ballingen benepen<br />
waren , die uit alle 's Graven Landen, en dus<br />
zo wel die uit Holland, en Henegouwen, als uj|<br />
Zeeland gebannen zijn? Tot een ftelh'o- andwoord<br />
op deze bedenking zoude konnen<br />
«rekken, dat men niet kan onderftellen, dat<br />
de Graal- zijn Vrij - Geleiden heeft willen vergunnen<br />
aan die Ballingen, welke uit Henegouwen<br />
of Holland verdreven waren, zo min*<br />
als aan hen, die uit Zeeland, of uit enige<br />
Zeeuwfche Steden, of uit één of meer Zeeuwiche<br />
Eilanden, verbannen zijn; naardien het<br />
met te vermoeden is, dat zij, die zich in één<br />
zijner Landen rusteloos gedragen hebben, zich<br />
111 andere zijner Landen beter gedragen zullen;<br />
voomaamlijk, wanneer zij zouden konnen<br />
denken, voor een zekeren tijd, van vervolgingen<br />
vrij te zullen zijn, als door 's Graven<br />
Vrij Geleide tegen allen overlast, gedurende<br />
de Jaarmarkten, gedekt zijnde; Vaar bij<br />
nog komt, dat de Graaf, gelijk wij daadlijk<br />
zuilen zien, zelfs vreemde Ballingen, buiten
Jaarmarkten of Kermisfen. 239<br />
ren die van zijne eigene Landen, van die<br />
Vrijheid, in gaan, en keeren binnen zijne<br />
Landen, heeft willen berooven ; waar uit<br />
men dan (mijns oordeels) zoude mogen befluiten,<br />
dat Hij zijn Vrij-Geleide nog minder<br />
zal hebben willen vergunnen aan de<br />
zulken, die uit zijne Henegouwfche of Hollandfche<br />
Staaten gezet, of gebannen waren;<br />
en zulks te meer, daar de Graaf - aan de<br />
Zeeuwfche Ballingen het verblijf in alle zijne<br />
Landen , en dus ook in Henegouwen en<br />
Holland ontzegd had, 'zelfs langen tijd voor<br />
dat Hij den Middclburgeren deze Jaarmarkt<br />
fchonk ; want, bij zijnen Gunst-Brief, in<br />
den Jare 1315, aan die van Vlisfingen verleend,<br />
verklaart hij: „ Soe wie verbannen<br />
„ wort der Vierfchairene van Vlisfmge, van<br />
„ quade feite; jof van dootflagen, te hou-<br />
„ den Balling alle zijn Lant deur." dat is<br />
door alle zijne Heerlijkheden, door alle zijne<br />
Graaffchappen, die hij toen bezat (/):<br />
en waar ontrent men, vervolgens, in de<br />
Coftumen dier Stad (£) leest: „ In alte<br />
„ voorvluchtige om saken criminele wor-<br />
„ den ingedaecht bij clockflage ter peuye<br />
„ der voorfz. Stede tot drye diverfche encon-<br />
„ tinueele dijfendachfe merctdagen, te compareeren<br />
voor Rechte , om te aenhooren<br />
„ den aenticht lijnen en conclufien , die den<br />
„ Officier jegens hemlieden fal willen doen<br />
„ ende<br />
(i) F, v. Mieris Groot Charterboek, 2. Deel Fol.<br />
156 en volgg.<br />
(k) Capittel 2. $. 13.
S4° Verhandeling over de Zeewxfchc<br />
„ ende nemen, daar op antwoord en proce-<br />
„ deren en fien ordonneren naar rechte, met<br />
„ infinuatie dat weder zij commen ofte niet ><br />
„ recht gedaan zal worden naar behooren,<br />
„ welke drye indagingen gedaen zynde, en-<br />
„ de den gedaechden niet en compareert,<br />
„ wort geordonneert de vierde indagynge ex<br />
„ fuper abundanti , naar wekken wort den<br />
„ gedaechde bij contumacie verlïeken van<br />
„ alle exceptien, ende criminelijck uytter<br />
„ voorfz. Stede ende Heerlijckheit; mitsga-<br />
„ ders gebannen tipten Graaffchappe van<br />
„ Holland, Zeeland, Friesland ende Hene-<br />
„ gouwen" Nu is er geen reden te bedenken,<br />
waarom de Graaf den Zeéuwfchen, immers<br />
den Vlisfinger Ballingen4 uit alle-zijne<br />
Landen, en dus ook uit Henegouwen , zoude<br />
'hebben willen weeren | en daar en tegen<br />
den Henegouwer Ballingen in zijn<br />
Zeeuwfch Graaffchap laten komen, waar<br />
tegen echter dient te worden aangemerkt,<br />
dat Holland en Zeeland, van de oudlle tijden<br />
aan, zo naauw aan en met den anderen<br />
zijn verbonden geweest, dat zij veeltijds<br />
maar voor één Land gehouden zijn, dat<br />
ook die beide Provinciën onder onze Graven,<br />
uit het eerfte Stamhuis, altijd onaffcheidlijk<br />
onder één Hoofd geftaan hebben; en dat<br />
derhalven de Hollandfche Ballingen, in dien<br />
tijd, ook van zelve uit Zeeland en de Zeeuw-fche<br />
uit Holland gebannen waren,maar dat er<br />
in tegendeel, nooit zulk ene. naauwe vcrééniging<br />
met Henegouwen heeft plaats gehad; dat<br />
daar en boven de Henegouwer Ballingen , zo<br />
veel bekend is, niet verboden is geworden in<br />
Zee-
Jaarmarkten of Kermisfen. 241<br />
Zeeland of Holland te komen; dat ook aan<br />
den Zeéuwfchen Ballingen (uitgezonderd de<br />
bij de Wethouders van Vlisfingen gebannen<br />
zijnde) niet verboden wordt zich naar Henegouwen<br />
te begeven; weshalven men uit het<br />
bijzonder Vüsfings Privilegie niet over het algemeen<br />
moet beïiuiten; want, was het over<br />
het algeméén waar, dat de geene, die uit een<br />
van 's Graven Landen gebannen werd, ook<br />
in alle deszelfs Landen, voor Ballingen moesten<br />
gehouden worden , dan was het niet nodig<br />
ge weeft; zulks als een bijzonder Voorrecht<br />
aan Vlisfingen te fchenken: en, daar Hertog<br />
Albrecht van Beijereh aan die van West-Capelle<br />
en Vlisfingen; daar Gravinne Jacobavm<br />
Beijerert aan de Stad Goes ; fne Jaarmarkt,<br />
mede met Vrij-Geleide, hebben toegeftaan, en<br />
daar van , even eens als Graaf Willem , uitzonderen<br />
die gene dewelke uit hun Land<br />
geweefen .Ballingen zijn; zo zoude men dan<br />
op dezelfde gronden al mede moeten beiluitcn<br />
| dat alle die uit het Hertogdom<br />
Beheren gebannen waren, ook in Holland,<br />
Zeeland, en Friesland voor Ballingen gehouden<br />
moeften worden; dat echter niemand,<br />
önzes wetens, ooit heeft beweerd;<br />
zo min als dat de Boürgondilche én Ooftenrijkfche<br />
Ballingen van het komen op onze<br />
Zeeuwfche Jaarmarkten zouden zijn uitgello- •<br />
ten, om- dat de Graven uit beide de Huizen<br />
van Henegouwen en Beheren, het Eerfte<br />
of Hollandfche Huis in de Graaffehappen van<br />
Holland en Zeeland; als ook in de Heerlijk-.<br />
beid Friesland , zijn opgevolgd, en, bij de<br />
jSezimeming dier Graaffchappen en Heerlijk-<br />
Q heid,
442 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
heid, der zeiver reeds verkregene Voorrechten<br />
bevestigd hebben. Ook fpreekt de Graaf<br />
met dan m het enkelvoudige, van zijn Land,<br />
dat is; van Zeeland, of; zo men wil, van<br />
Holland, en Zeeland uit hoofde van de<br />
nauwe verbintenis, waarin die'beide Graafknappen<br />
, meest altoos , met elkander geweest<br />
zijn; Hij zegt toch: wtgenomen onfs<br />
Vijanden,- of den gee?ien, die wte ONZE<br />
L A N D Ü gewesj'en Ballingen fijn: ene bedenking<br />
echter zoude nu nog konnen ontftaan;<br />
naamlijk: ©f onder die uitzondering ook begrepen<br />
zijn zulke Misdadigers, die, buiten<br />
's Graven voornoemde Landen , en dus in<br />
vreemde Landen , iets misdreven hebbende\<br />
door de aldaar zijnde Rechters uit die Lauden<br />
gebannen zijn; en of dies zodanige<br />
vreemde Ballingen van onze Jaarmarkts-Vrijheden<br />
geen gebruik mogen maken ? als mede,<br />
of, nu nog, na de verandering onzer<br />
kegeenngsform, Misdadigers, gebannen uil<br />
Landen, die voorheen aan Graaf IViüem den<br />
Derden hebben toebehoord, (buiten dezulken,<br />
die uit het nabuurig Holland 'gebannen<br />
zijn, alzo het Bannen uit Holland thans gemeenlijk<br />
met het bannen uit Zeeland gepaard<br />
gaat) het Recht onzer Jaarmarkten niet genieten<br />
mogen; en of dezelve door de Gerechten<br />
der Zeeuwfche Steden , ten verzoeke en op<br />
aanfeh rijven der Buitenlandfche Rechteren of<br />
vYethoudercn (van die plaatzen daar de<br />
Misdaad gepleegd is; of die het Rpcht van<br />
Rechtspleging over dezelve gehad hebben)<br />
gedurende onze Jaarmarkten', gevangen genomen<br />
mogen worden, ora aan die, hert<br />
op
Jaarmarkten of Kermisfen- 243<br />
bptfeëischt hebbende, Rechterente gorden<br />
overgeleverd? tot antwoord op deze twijfelingen<br />
zoude'konne ftrekken, dat men in<br />
'tooa moet houden, dat onze Jaarmarkten,<br />
bijzonderlijk de Middelburgfche eigenlijk gediend<br />
hebben tót een Markt der intevallene<br />
Kerkwijdings-Feesten, aan wier bezoek ene<br />
menigte zogenaamde Aflaten, doorliet Roomfche<br />
Hof, vergund waren; cn dan zoude men<br />
enigzints in twijfel konnen trekken, of die<br />
uitzondering, ook, tot Buitenlandfche Ballingen,<br />
was uitgeftrekt: de Voorrechts-Brieven<br />
toch 5 die, ten nadeele van iemand konnen<br />
ftrekken, moeten, naar den letter, ten itriiuften<br />
worden opgenomen en .uitgelegd; daar nu<br />
die woo'rdeil zich alléén bepar.ien tot Ballingen<br />
uit 's Graven Landen ; fclüjnj men te mogen<br />
beüuitcnrdatde Graaf aan andere Ballinge*<br />
ziin Vrij-Geleide, naar en van onze Zeeuwfche<br />
T^rmarkten, niet heeft willen weigeren;<br />
maar dat Hij; in tegendeel, gewild heeft, dat<br />
de Vreemde Ballingen, zo wel als alle andere<br />
Perfonen,' geen Ballingen zijnde, vrijelijk<br />
op dezelve zouden mogen komen, en van<br />
dezelve vertrekken; MaamA -wan^<br />
zulks gefchiedde; om het. Jaarhikfche kerk.<br />
Feest bij té woonen; teneinde, door herdoen<br />
van openbare boete, vermindering, of wel<br />
geheele bevrijding der Kerklijke ftraffen en<br />
boeten; wegens hunne bedreve: euveldaden,<br />
t erlangen; van welke, Vrijheid der Vreemde<br />
BallnVen men echter de Vlamingen moet<br />
donderen, uit hoofde dat Vrouwe Marg^<br />
reta, Gravinne van Vlaanderen; en Haar<br />
Zoon Guy of Guido van Dampier, m hunne<br />
' Q a Jorie-
244. Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Brieven van den 15. van Wijnmaand i k<br />
(/) aan den Graaf van Holland en Zeeland beloofden,<br />
dat Zn deszelfs Gebannenen niet on-<br />
tl l<br />
:fl Gehl<br />
i ë^ogen zonde, mits aan de<br />
door Hun mt Vlaanderen gebannen zijnde, oi'<br />
geonnncn wordende, ookln Holland en Zeekind<br />
geen- fcbuilpteits verleend werde , bet<br />
n<br />
80 t n?S n<br />
?. dei<br />
>/inzonderheid met betrekking<br />
to, zulke Perionen als uit hoofde van<br />
8? vtT'v dCn Grarf<br />
G'cbannen waren) bij<br />
d C<br />
• ' J " V e l r a<br />
d e n<br />
^ ^ van Lente-<br />
Ï S r 3<br />
^' ° n<br />
L K<br />
O^fehen Zof^i*<br />
Graaf van Vlaanderen, en den meermilemjen<br />
Derden, Graaf van<br />
Henegouwen, Holland cn Zeeland) gefloten<br />
, is bevestigd geworden, > Blaar, daar<br />
nu ledcrt het doorbreken der heuchlijke<br />
Ke^-Hervornnng, & de Zestiende Eeuw,<br />
én de: verandering van Oiize Pvegceringsform,<br />
ie redenen van dat Gunstbewifs, dïprach<br />
ige en gerustfteftende Kerk-Feesten L<br />
houden; zo zoude het, ten aaïïen' Z<br />
yerdere dier opgemeld? twijfeling, nogbedenkhjkheid<br />
konnen hebben. Het Vrii-G<br />
leide van den Graaf fteïde niet alleen der<br />
ter Jaarmarkt komende gerust, voor alf<br />
vervolgmg ter oorzake van het Kerk-Fee" •'<br />
maar ook , met betrekking tot het Burgerlijk<br />
W d k l M t f c d o<br />
KSri R « * veranderen<br />
Kerk- en Burger-Staat niet is weggenomS •<br />
Daar cn bOv*n vloeit het aanhouden^ vatten ,<br />
i^itfówinÉÏ/ a£> -;cr.rbc nom r nl h i<br />
ri^ol' '*<br />
G r<br />
° 0 t Cha<br />
«eibo«k, 1. Dee:<br />
."O He! welfde Boek, £ Deel FoJ. 2 7 5.
Jaarmarkten of Kermisfen.<br />
gevangen zetten, en overleveren van Buitcnfandlche'Misdadigers,<br />
voor zo verre daar ontrent<br />
geene bepalingen bij de Verdragen, met<br />
üitheemfche Vorften, gemaakt zijn, niet uit<br />
ene volftrekte noodzaaklijkheid voort; maar<br />
zulks gefchiedt alléén gevoeglijkheids halve,<br />
ten dienfte der Rechts - Oefening, ten einüc<br />
het kwaad niet ongeftraft blijve, en dus<br />
zoude men nu konnen zeggen, dat zulks thans<br />
aan de befcheidenheid van onze Zeeuw IH^<br />
Gerechten, en BaiHiuweri, behoort gelaten<br />
te worden; zonder dat, aan de ene zijde,<br />
geen Misdadiger zich op 's Graven Vrij-Geleide<br />
, gedurende dc Jaarmarkten, kan beroepen<br />
; terwijl, aan (ie andere zijde, door<br />
geen Uithccmfchen Rechter, het aanhoud:u<br />
en gevangen nemen en van den opgeëischten<br />
Misdadiger volftrekt kan gevorderd worden;<br />
hoewel ik, voor inij, geene zwarigheid zoude<br />
maken, om zulke Buitenlandfche Misdadigers,<br />
gedurende de Jaarmarkten, te doen aantasten,<br />
en gevangen te nemen; aangezien onze tegenswoordige<br />
jaarmarkten éénig en alléén gehouden<br />
worden, om handel te drijven; en geenzints<br />
om Kwaaddoeners in hun kwaad te ftijven;<br />
of om hun van derzelver vetdiende ftraffen<br />
(waar aan de gehele Maatfchappij der<br />
Menfchen gelegen legt) te bevrijden: cn van<br />
dit gevoelen is onder meer anderen , ook de<br />
zeer kundige Advocaat voor Neérlands Hoogfte<br />
G ercchts-Hof, Mr. Paulus Christinaeas (» j,<br />
die zich dus uitdrukt, „ Ballingen en Nage-<br />
„ fchre-<br />
Ctói Decifipnum Curiae Belgicae, Volum. 3. Decifioh.<br />
99. Num. 12.<br />
Q 3
Ook waren<br />
van het Vrij-<br />
Geleide uitgefloten<br />
de<br />
geene, die<br />
zich, om<br />
hunne misdaden<br />
, uit<br />
den Lande<br />
verzworen<br />
hebben.<br />
•4-6 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
„ fchrevenen, of die enige misdaad begaan<br />
» he<br />
bben, genieten mede niet de Kermis-<br />
„ Vrijheid; want, men begrijpt, dat hen<br />
„ geene veiligheid gegeven zij: dat deze Wet,<br />
„ of dat Voorrecht niet geldt, ten opzichte<br />
„ van kwaaddoeners, is een algemeen gevoe-<br />
„ len: naardien'de Voorrechten niet van dien<br />
» a a r t Z 1<br />
i n<br />
> dat z<br />
y zich zouden uitflrekken,<br />
„ ten voordeele van Schurken en Kwaad-<br />
„ doenders. " Met welk gevoelen andere onzer<br />
Nederlandfche Rechtgeleerden mede overéé'nftemmen<br />
(o).<br />
Nog worden, by den meergemelden Voorrechtsbnef,<br />
van 's Graven .Vrij-Geleide naar<br />
en van onze Jaarmarkten, uitgefloten: de geene<br />
, die hem zelven , uit zijne Landen, omme<br />
hunne misdaad verzworen hebben: Deze<br />
Ipreekwijs is vrij duister, ter' oorzake 'Z dat<br />
het woord verzweeren niet 'altijd in ééne<br />
zelfde beteekenis ' voorkomt,' en gebezigd<br />
wordt, fchijnende het zelve , over' het algeméén<br />
, in enen kwaden zin genomen te<br />
worden, en iets meer, dan het woord zwUren,<br />
te beteekenen, wordende het hier van<br />
onderfcheiden, en van meerder klem gerekend<br />
: om deze reden nu zegt onze oudfte<br />
Rijm - Kromjk Schrijver Melis Stoke (pj<br />
in het Leven van Jan den Eersten : Dat<br />
ft fwoeren en verfwoeren ; op welke plaats<br />
" •'.' de<br />
T, *Êi Z<br />
B m m v m<br />
£ ¥•': '<br />
Prachjk; Rubnc. Trije-Markt J. 6.<br />
Nederlandfche<br />
(p) 6. Boek-vf. 1283., 2. Deel pa* 545. Uitsave<br />
van den Heer Mr. Balthazar Huyde%pet,m 410!
Jaarmarkten of Kermisfen. 247<br />
de Uitleners dit woord nemen voor valfch<br />
zweereniofwel enen eed doen, die men nooit<br />
van meening is te houden. Het wordt ook<br />
o-ebruikt voor iemand af te zweren; of zich<br />
aai iemands bewind te onttrekken (q) % .en<br />
eindelijk kan het ook beteekenen verliezen *<br />
in welken zin het bij één van onze oudke<br />
Taalkundigen gebezigd wordt, vindende<br />
men bij dezelve verf voren maen-dagh , dat<br />
is verloren-maendag (r): ik voor mij ben<br />
niet vreemd van het denkbeeld, dat men<br />
die fpreekwijs in onzen Voorrechts-Brie! :<br />
die hun'zeiven, uit zijne Landen, om hunne<br />
misdaad; dat is, ter oorzaak van hun bedreven<br />
euveldaad verzwooren hebben : na ak<br />
le ruimte , en in alle die onderfcheide beteekenisiénkan,<br />
en mag opnemen ; zo dat de<br />
Graaf van zijn verleend Vrij-Geleide uitlïuit<br />
alle misdadigers, hoegenaamd, die ene hjfilraffelijke<br />
misdaad, hier, of elders, begaan<br />
hebben : trouwens Keizer Karei de Vijlde<br />
verklaarde het ook in dier voegen , bij de<br />
bevestiging van de Middelburgfche Jaa.r-<br />
, markt, in den Jare 1524, in welken Bevestiginss-Brief<br />
Hij (naar aan die van Middei-<br />
burg D<br />
toègeftaan te hebben; dat zij voortaan,<br />
in plaats van de Vrije Jaarmarkt, dewelke<br />
op St. Jacobs dag in den Zomer (dat<br />
is • den 25. van Hooimaand) een aanvang<br />
rjam; (zo als deze St, Jacobs markt door<br />
(a) Melis Stoke, 3. Deel pag. 6. vf. 43. _<br />
K) Kiliaan in Etymologico Teutonicse Lingua»»<br />
verbo: Veiftmn Maaniag,^. T$o. Eüition. yan<br />
Hasfelt.
248 Verhandeling over dc Zeeuwse<br />
die van Middelburg, tot dien tijd toe, onderhouden<br />
en gebruikt was, in plaats van die<br />
Jaarmarkt, dewelke in vroeger tijden in de<br />
naast voorgaande week' voor Palm-Zondas<br />
begon,- maar naderhand, door hen achter^<br />
gelaaten was) Jaarlijks een andere Jaarmarkt<br />
zouden hebben en houden, dewelke een aanvang<br />
zoude nemen op den 3. van Sprokkelmaand,<br />
en dat deze Jaarmarkt ook voorzien<br />
zoude zyn van alle zulke Vrijheden, Voorrechten<br />
Voorwaarden, en Betprekken , als<br />
m de achtergelaten'Markt had plaats gehad,<br />
en ook gedurende de voornoemde St. Tacobs<br />
Markt bij hen gebruikt en onderhouden<br />
werden) van deze Voorrechten uitfluit<br />
xtjnen Schuldenaren: zijnen Vyanden: den<br />
üalhngen en Vluchtelingen yan of uit zijne<br />
Landen, den Straatrovers', en anderen Mis*<br />
aadigers : en onder deze laatstgemelden telde<br />
Graafvoomaamlijk : de genen die<br />
zich zeiven uit zijne Landen verzworen hadden:<br />
onder welke Verzworen te verllaan zijn,<br />
aiJe, die zich, hoewel valfchlijk, en teo-cii<br />
de waarheid aan, onder eede gezuiverd hadden<br />
van zich aan de misdaad, waar mede men<br />
hen betigtte niet fchuldig gemaakt'te hebben;<br />
doch die des niet tegenftaandc , (zo dra het ont^<br />
dekt was dat zij valfchlijk gezworen hadden;<br />
den Lande waren uitgevlucht, ten einde<br />
de wel verdiende ftraf , op Meineed geteld<br />
te ontwijken; als mede de zulken,<br />
die den bij den Grave of Rechters, tusfchen<br />
Partijen gelegden Vrede,' gèfchonden hadden<br />
door, met tegenftaandc den eed van Verzoening,<br />
door hen afgelegd; zich" aan hunne<br />
Par-
Jaarmarkten of Kermisfen, 249<br />
Partijen, te willen wreken; zodanig toch was<br />
het o-eval nopens Heer Wolferd van Borfelen<br />
deze^door het Delftlche Gemeen (dat, door<br />
enige voopiaame Edelen was opgeruild) op<br />
ene zeer wreede wijze vermoord zijnde, zo<br />
werd na verloop yan enigen tijd, door Graaf<br />
Jan den Tweeden, wel enen Vrede tusfchen de<br />
Bloedverwanten van dien Vermoorden Edelman<br />
en zijne Moorderen gelegd, en met duur<br />
geltaafden Eede bevestigd : zonder dat die<br />
Bloedverwanten echter ten oogmerk hadden,<br />
om dezelve geftand te doen; zij verzwoeren<br />
dus allen zich zeiven uit den Lande,<br />
door 't plegen yan dezen euveldaad: en geen<br />
van allen vennogt in 't Land te rug te kceren,<br />
uit hoofde yan dien door hun gepleegijen<br />
Meineed, zonder alvorens met den Graaf<br />
verzoend te zijn; en van den zclven Landwinning<br />
te hg'oben verkregen: eindelijk walen<br />
het ook dezulke j,'die , wegens gepleegde<br />
Lijfflraflijke euveldaden, uit den Lande<br />
gevlucht, zich der rechtspleging ontrokken<br />
hadden ; zonder echter nog Balling 's Lands<br />
te zijn gelegd : als hebbende, door hunne<br />
vlucht, hun recht .op het Land hunner Geboorte,<br />
of Inwoning verloren. ' Alle die dus<br />
aan enige lijfflraflijke misdaden fchuldig zijn,<br />
konden toen, eii konnen nu nog geen Vrij,<br />
Geleide genieten, en hebben dus ook geen<br />
rpcht, om, gedurende de Jaarmarkt, met<br />
anderen Vreemdelingen en Buitenlanders, in<br />
die Steden te komen, alwaar men Vrije Jaarmarkt<br />
houdt.<br />
'Van het Vrij-Geleide, werden ook door |<br />
Keizer Karei den Vijfden, in zijnen hier bov<br />
e n<br />
Q 5<br />
,<br />
5ok 's Grj-,<br />
ren Sciiul-<br />
Icnaren.
En Bankbreiikigen.<br />
S5o Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ven gemelden Bevestigings- Brief der Middel-<br />
geiloten; door welken men waarfchijnlijk zal<br />
moeten verftaan de zulken, die ui hoolte<br />
van gefmokkelde Tollen, en ïidere >S G£<br />
ook die°?f en<br />
', ^<br />
G r a V e n<br />
n U ? t g e y o e r d e<br />
^ li , Goederen, of in<br />
?SV$*g of niet naar behoren, be-<br />
. ta la hebben; « d i e H ^ of Stedelijke<br />
Lasten, Imposten, Ongelden, of Actuien<br />
nagelaten hebben te voldoen. De<br />
vtrmitlmt<br />
d e Z e een Vri<br />
8' i"Geleide,<br />
vermits Hij hen met aan de vervolging zijner<br />
l ohenaren Lfcentmeesters, en" GaaröS<br />
wilde onttrekken ; zelfs niet, wanneer zij<br />
naayf van ene Vrije Jaarmark kpmen, of<br />
S f e 5 V e e l m i n d<br />
lde Hij dezeiVe 2<br />
zynebefchenmng nemen, of hen door eigene<br />
Voorrechts-Brieven begunftigen naardien<br />
zulks tot zijne eige fchade, en nadeel van den<br />
Lande zoude ftrekken<br />
W o r d e n d<br />
pAïv^ k d<br />
oor fommigen onzer<br />
föff"* °° °o^ommige Stedelijke<br />
Wetten en gewoontens van het Vrij-Geleide<br />
op de Jaarmarkten uitgeiloten de Bankbreuki-<br />
S ^ mt<br />
l £>hulden<br />
'Overladen zijndeXn<br />
Stad en Land verlaten, ten einde zich aan dé<br />
vervolgmg van hunne Schuldeisfcheren, welken<br />
zij met konnen betalen , of te vrede<br />
feilen, te onttrekken (O; trouwens, kmne<br />
vlucht<br />
N!2 * l r<br />
-^"-^«. Travaat van Arresten, Pap;6.<br />
N tmva c o u l ! m ü n d e f S U J A N T W S R P E N; R NP. Ö<br />
C;
Jaarmarkten of Kermisfen. 251<br />
Vlucht is, op zich zelve befchouwd 5ene misdaad,<br />
die hen de befcherming der Hoge Overheid<br />
onwaardig maakt (tj.<br />
De Hoge Overheid zorgde niet alleen voör<br />
de veiligheid van hen, aan wien het geoorloofd<br />
was ter Jaarmarkt te komen, op dat zij<br />
vrij, en onbelemmerd derwaards konden komen'en<br />
vaia dezelve weder kecren; maar Zij<br />
zorgde ook niet minder, dathen , gedurende<br />
de jaarmarkten, niets bekommerlijks., binnen<br />
de Stad , alwaar de Jaarmarkt was, wer<br />
dervaren konde ; dus konnen de geoorloofde<br />
Kermisgangers , gedurende 'den tijd der<br />
jaarmarkt, noch in perfóon , noch in goederen<br />
bezet, bekommerd , of vast gehouden<br />
worden , wegens fchulden, voor, en<br />
buiten die Markt gemaakt. Dit toch is eer<br />
tweede Voorrecht hef welk door den Grar..<br />
bij den mecrgemelden Voorrechts-Brief aai<br />
Zeelands Kermisfen, even'als aan HollanA<br />
Vrije Jaarmarkten , . verbonden is ; wcll<br />
Voorrecht, nog heden ten dagen onderhou<br />
, den wordt; waar van één voorbeeld uit d<br />
Recht-Rollen der Stad Middelburg genoe;<br />
zal zijn."Zekere Jan Pulman, bevorens ge<br />
woond hebbende te Bergen op den Zoom<br />
was aldaar overladen geraakt met fchulden<br />
die hij üiet betalen konde; weshalven h<br />
Van de Hoge Overheid aldaar (vertegei<br />
woordigende den Hertog van Brabant, voc<br />
zo verre der Staaten Gebied zich 111 d#t He<br />
•' ; • .• v<br />
Het tweede<br />
Voorrecht<br />
derjaarmütltten<br />
is de _<br />
Anrest-Vpjheid<br />
op dezclve,<br />
i * '<br />
r<br />
3<br />
S<br />
j<br />
r<br />
• to< r.<br />
(O Berlichiw, Conclufionum Praéticabilinm, Co: 1-<br />
duf, 77, Num. 10.<br />
>.
*52 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
togdon» uitlekt) i n d e n J a r e l ? fi .<br />
yen van Boedel - Affiand verzocht^11 be<br />
komen had; deze Brieven, werden door-<br />
Se? 2 StSJS ° P<br />
^ C<br />
» e n<br />
-Seb -<br />
den aan den Achtbaren Gerechte der Stad<br />
Bergen op den Zoom voornoemd: dan de<br />
zelve ontmoetteden aldaar bij, of van wcgen<br />
enigen zijner Schuldëisffch^, Gerecht-<br />
bi»g ? atuvende afwachten, befloot in h%<br />
fc^erd, Zlt^kmml<br />
met derae<br />
te zijner Sint Goederen, Sf^^'^ door te gaan, latende ^<br />
het nog overgeblevene berooid^tér?Sr<br />
e C h e d i n<br />
w c r d<br />
de Be^,v ^ S' opgefchortre<br />
phat? hat S<br />
T/ Z1JI1Cr a a i l g ü d e<br />
^ brieven geen<br />
fn hit ? ///;/ 7 vervol<br />
f' gens Brabant verde<br />
vt 7 n<br />
t Q<br />
b e g a f Z i c h n a a r d % e Provinue<br />
van Zeeland, en zich met ter woon te<br />
Zierikzee nederzettede ; konde I ij het £<br />
t ^ * * I» bergen op den Zoom<br />
iiourlen, zonder m aanmcrkli kQ Schulden te<br />
vervahen, hetgeen hem, mden Sei^f<br />
voor de tvyeedemaal, zijhen Boedd berookl<br />
der de beheering van enen Boedelwaarder en<br />
terwijl men te Zierikzee nog arbeidde 'om<br />
brengen zo kwam Pulman, in den Tare<br />
1 V a n<br />
ST on de"? , ^ «o J<br />
Pian,<br />
o"<br />
0p de Jaarmrkt te Middelburg; het<br />
Kart had 'dat de Hc<br />
- 2iS<br />
mümki koopman en Burger te Middelburg,<br />
cn cen der Sdiuldéisfcheren üda<br />
meer-
Jaarmarkten of Kermisfen. 253<br />
meeroemelden Pulman, den zeiven op die<br />
Jaarmarkt /vindende, hem, op de gewoone<br />
wijs , den 28. van Hooimaand (en dus,gedurende<br />
de Jaarmarkt, of Kermis) 11*<br />
Perfoon liet bezetten: Pulman zocht zich wel<br />
te redden, door een Rechterlijk Verzet van,<br />
gedurende de Jaarmarkt, noch in perfoon,<br />
noch in goederen, bekommerd te mogen<br />
worden ; en beriep zich onder anderen op<br />
het Voorrecht, door den meergemelden Graaf<br />
verleend; mitsgaders ook dat aan den voornoemden<br />
van Breekt, als 't ware, nog in den<br />
weg Hond het Verzet van de als nog hangende<br />
Rechtszaak , vermits de zaak, om welke<br />
hy bekommerd werd, te Zierikzee voorfchreveri,<br />
nog niet afgedaan; maar onbeüist hangende<br />
wil; doch beiden deze Verzetten werden<br />
(na dat zij, van wegen van Breekt, bij<br />
Andwoord waren verworpen, en dé ZtsJc<br />
voldongen en mondeling bepleit was), dóór<br />
Heeren Burgemeesteren en Schepenen van<br />
Middelburg aan den bekommerden Pulman<br />
ontzegd, en werd, in tegendeel, aan hem verklaard<br />
, dat de gedane Bekommering op zijn<br />
perfoon , door of van wegen gemelden van<br />
Br echt, van waarde was en Hand moest houden.<br />
Zo dat Burgemeesteren en Schepenen<br />
voornoemd,verftonden, dat Pulman, dobr<br />
zijn gedrag, het genot van 's Graven Voorrechts-Brief<br />
onwaardig was. Niet tegengaande<br />
Graaf Willem de Derde, boven zijn<br />
voorfchreven Vrij-Geleide, aan allen, die ter<br />
jaarmarkt komen, dit volgende heeft vergund:<br />
„ Ende nyemand te houden, noch te arre-<br />
„ Serene 1 binnen dezer Jaarmarkt, van<br />
• 1<br />
„ ghce-
tBelk Voorrecht<br />
ngder<br />
wordt uuge-<br />
J<br />
i<br />
354 Verhandeling óver de Zeeuwfche<br />
a gheenerhande Schout, bekennet, noch on~<br />
„ bekennet- het en waere dat die Schout:<br />
*>.<br />
\<br />
(<br />
i<br />
t<br />
b<br />
" m m<br />
&t' Markt, ghemaech waren.<br />
, Het woord Schout, van 't welke de Graaf<br />
zich, bij dit Voorrecht, bedient, heeft niet<br />
altijd ene en dezelfde beteekenis: het zal<br />
mitsd.en- met ongepast, noch onnuttig zijn,<br />
de onderfcheidene beteekenilfe van dat woord<br />
voor af na te gaan • ten einde daar uit te<br />
ontdekken wat de Graaf er door verbaart<br />
wil hebben : - nu zegt de Graaf in dezen Voorrechts-Brief,<br />
dat niemand mag gehóuden,<br />
of geaïrefleerd, dat is,- bekommerd worden,<br />
binnen onze Jaarmarkten , om geeuerhande<br />
Schout: welk wo$rd fomtijds gebruikt<br />
wordt om een Perfoon te beteekenen , die,<br />
yan wegen, en in naam der Hoge Overheid,<br />
in de Vierfchaaren over BurgerJijke Rechtszaken<br />
voorzitdezelve aankondigt ( 't welk<br />
men bannen noemt) footé de rechtshandeling<br />
befbert, en zorg draagt,- dat alles in<br />
arde, en , op ene betaamlijke wijze, veracht<br />
wordt , zulks vindt men meermaals<br />
n Oude Brieven: en, om hier Hechts bc-<br />
»vijs van bij te brengen, beroep ik mij<br />
inder menigvuldige andere , op 't Handpt<br />
door Hertog Albrecht van Beijeren, in<br />
len Jare 1205, aan die van Dordrecht ge-<br />
;even Cu); mitsgaders op dat van Herog<br />
Ftlip van Bourgondien, van den Jare<br />
:<br />
4 2<br />
5.(V i ook wordt het woord Schout nog<br />
• he ö<br />
-<br />
.00 Mattfiys van Balen, Befchrijving dér Stad<br />
Jordrecht, pag. 510.<br />
(v) Bij denselven, pag. 527. De Erfgraaflijke<br />
Bédië*
Jaarmarkten of Kermisfen. 253<br />
hedendaags gebezigd, om den perfoon aan te<br />
duiden, die, van wegen de Stad, en Hoofdofficier<br />
, als eerste Gerechtsbediende, de<br />
Rechtsöefening helpt waarnemen; en welke<br />
perfoon meesten tijds (om hem te onderfcheiden<br />
van den Hoog-Schout, die 's Graven<br />
Gerechte houdt) bekendis bij. den naam van<br />
Onder-Schout, of 'Stads Onder-Schout; doch<br />
aliermcest komt ons het woord Schout voor<br />
in de beteekenis van Schuld (w) , in welken<br />
zin Graaf Willem de Derde het zelve ook gebruikt<br />
m zijnen Voorrechte-Brief den 2'. van<br />
Grasmaand 13i&f0. :<br />
, aan die van Vlisfingen<br />
gegeven; en in welken Voorrechts-Brief<br />
Hij zich dus uitdrukt: „Voert, foene fal meiv<br />
„ nerghent, binnen onfer Graeffcappe ghie-'<br />
„ he poertre van Vlisfinghen panden , noch<br />
„ houden, het ni lij voer fijns felves Scout f*<br />
trit welken Brief ook in de Coftutneh dier<br />
•Stad. (y) het volgende is overgenomen, en<br />
on-<br />
Bcdienlng van Holland en Weft-Vriésland, §6. D^sl<br />
pag: 478. Anth. Malthaius, Lib. 2. de Kobilitate<br />
Ca». 17. pag- 326. de Criminibus ; ad lib. 48. Digestonun,<br />
Tit.'20. Cap. 2..Mum. 3- Mr. &:n van<br />
jjeèwweh, inleiding voor dé Coftoneir en kernen •<br />
van Rbiinland, N
f& ^handeling over de Zeemvfihe<br />
onder den Titul van Arresten ingevlochten-<br />
2 tabel<br />
> d a n<br />
voor zijn zelfs Tchuld" 5*5<br />
danig een Voorrecht hiddcnde Poortê rs f £<br />
Middelburg ook reeds te voren van 'Graaf<br />
mUern den Tweeden, (anders oo|^ 0„g<br />
fiUem genaamd, om.dat Hij, buiten df<br />
Graaffchappen van Holland en Zeeland ook<br />
•umtiche Keizerrijk voorzien was ) bii zii»<br />
nen Openen Brief van den n. van Leme<br />
bh M^v, W<br />
* ms<br />
?^> die ghefchiet<br />
» bm Middelpurch, als . die Heere is tus-<br />
* l c h e n<br />
Bornisle ende Heijdenzee, dat fal<br />
» men gelden twi fcatte.- So wa nii dade<br />
n C n M i d d d b<br />
- ^ '^ ghefchiet, die en<br />
„ fal men met ftogher betren dan vier frat-<br />
* Sten fcatte. Niemant en moet arrefteren<br />
" TnT nd<br />
P 0 ï?- ° r t r e v a n<br />
Middelburch S<br />
den Graeffcip van Hollandt, fonder om<br />
„ fijn eijghenfchuk". Welk Voorrecht niet<br />
minder aanmerklijk is, dan het zo evengemelde<br />
aaii Vlislingen gefchonken Voorrecht:<br />
men leert hier uit* dat 5 vioeZ<br />
tijden, zo, mm ais nu, alle misdaden niet<br />
even eens gellraft en geboet werden; ma<br />
dat men gewoon was de tijden, op wel-<br />
de de hoedanigheid der misdrijven in acht<br />
V M m<br />
' ' J<br />
''<br />
G r 0 0 t Charterbock<br />
> i- Deel<br />
te
Jaarmarkten ofKerèisfen* 257<br />
te nemen; zo dat ene euveldaad, als 't ware..<br />
Onder 't oog van den Graaf bedreven, met<br />
minder geld geboet koride worden, dan, wan-;<br />
neer de Graaf uidandig was j en van deze<br />
zwaardere boete was nog uitgezonderd de<br />
misdaad van Zeeroof, die, 't zij de Graaf ïrt<br />
Zeeland was, of niet, met de Zwaarfle boete<br />
moest worden geboet : en éindelijk leert<br />
men er ook uit, dat weinige, of laat ik<br />
liever zeggen , geene" misdaden , moord en<br />
doodflag uitgezonderd, met lijfftraffen geboetwérden;<br />
maar dat zij alle met geringe geldboeten<br />
konden afgedaan worden. Nü zoude<br />
men konnen vragen : is ene misdaad van<br />
één en dezelfde natuur, üiet één en dezelfde<br />
misdaad ook op wat tijd die begaan worde?<br />
brengt die niet, ten allen tijde, dezelfde<br />
ichade toe aan hén, aari wien zij bedreven<br />
Wordt? werd de rüst en veiligheid van het<br />
alo-emeen niet even zeer door die misdaden<br />
geitoord, het zij de Graaf in Zeiand ware<br />
(wartt dit is de beteekenis der fpreekwijsi<br />
Als die Heer is tusfchen Bomisfe en de Heydenzee:<br />
zijnde dit de tWee uiterfte palen<br />
van Zeelands Graaffchap; gelijk door den<br />
Oudheidkundigen Hoog-Leeraar op Leydens<br />
Hoge-School Adriaan Kluit (0) betoogd<br />
wordt) het zij Hij zich buiten dat Graaffchap<br />
bevonde? Ja, zoude men het be=<br />
drij-<br />
(0) Historia Critica Corriitatus Hollaudiaë & Zeelandiae,<br />
ab Antiquisfimis temporibus inde Dedufta,<br />
Tom. 1. Part. 2. Excurfion. 7. Cap. 1. paf-<br />
3 ©2. fqq.
253 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
drijven ener ftraf bare misdaad, onder 't OOF<br />
der Oppermogenheid, zelfs niet voor ene<br />
ftouter, en mitsdien ftrafwaardiger, onderneming<br />
mogen houden, dan wanneer Dezelve<br />
zich buiten hareLandpaalenbevond?welke redenen<br />
had de Graaf, om voor de euveldaden,<br />
die gepleegd werden, terwijl Hij in Zeeland<br />
was, ene mindere boete te vorderen? waarom<br />
moeften voor deze Hechts twee Schatte (dat is<br />
de dubble waarde van de toegebragtc fchade)<br />
betaald worden? daar die zelfde misdaden, bij<br />
zijne afwezigheid gepleegd, door ene viervoudige<br />
waarde (ten vier Schatte) moeften geboet<br />
worden? en om welke redenen kon gepleegde<br />
Zeeroof met geen mindere boete worden<br />
geftraft, dan met ene negenvoudige waarde<br />
(ten negen Schatte)? de reden van dit verfchii<br />
meene ik daar in gezocht te moeten worden,<br />
dat, vermits er een vaste prijs op die euveldaden<br />
gefteld was, de fchade, door dezelve<br />
toegebragt, dan ook berekend werd, naar<br />
den tijd en de gelegenheid, in welke die boeting<br />
gefchieden konde; dat is te zeggen, naar<br />
den tijd, in welke de Befchadigde gelegenheid<br />
konde hebben, om zich aan den Graaf, wegens<br />
geleden ongelijk, te vervoegen, den Beichadiger<br />
aan te klagen ; vergoeding, bij<br />
middel van Rechtspleging, te verzoeken en<br />
te verkrijgen; en dus ook naar het voordeel,<br />
«at de Befchadiger uit zijn misdrijf had kon-'<br />
nen trekken; en het nadeel, dat de algemééne<br />
rust geleden had , van niet eerder hare geichonde<br />
veiligheid herfteld te zien : nu waren<br />
de Oude Hollandfche Graven gewoon,<br />
(eer
Jaarmarkten of Kermisfen, &5
200 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
gelegenheid had, van zich daadlijk, door 's Graven<br />
tegenwoordigheid, recht te doen geworden<br />
; doch dat, wanneer de Graaf zfch niet<br />
in Zeeland bevond, en de Beledigde dus de<br />
gelegenheid niet had, om terltond te konnen<br />
klagen, maar daar toe des Graafs komst en<br />
zijne Gerichtszitting moest afwachten, als<br />
dan de boeting op ene viervoudige wedergeving<br />
bepaald zoude zijn; het zelfde, hoe kort<br />
of lang ook des Graafs komft, binnen dc Paaien<br />
van Zeeland, tot het houden der gewone<br />
Rechtspleging over Strafwaardige Euveldaden,<br />
verbeid moest Worden; en welke vermeerdering,<br />
of verdubbeling dier boete, dus<br />
tot ene meerdere ftraf voor den Belediger, en<br />
den Misdadiger ftrekte, ten einde daar dooide<br />
fchending der openbare rust, gedurende<br />
zijn afwezen, des te meer te beteugelen; want<br />
de boeting tmtweè Schatte was de minfte,en<br />
gemeeufte vergoeding, voor misdaden, die in<br />
Zeeland gepleegd werden, wanneer de Graaf<br />
zich binnen derzelver Landpaalen bevond gelijk<br />
zulks uit de Rechten , Wetten en Vrijheden,<br />
door Hertog Albrecht van Beheren,<br />
als Ruwaard van Zeeland (gedurende de<br />
krankzinnigheid zijns Broeders, Graaf Willem<br />
den Vierden) op den i. van Grasmaand<br />
i#ö, aan die van Reimerswale gefchonken,<br />
is af te nemen (b): en ene viervoudige vergoeding<br />
was in tegendeel de hoogfte boete,<br />
die<br />
(b) F. van Mieris, Groot Charterboek, 3. Deel<br />
iol. 372.
. Jaarmarkten of Kermisfen. z£l<br />
die in dien tijd binnen Zeeland op bedreve Euveldaden<br />
gefteld was; uitgezonderd den Zeeroof*<br />
wegens de veelvuldige gelegenheid tot<br />
het begaan dezer fnoodheid, als om de moeilijkheid<br />
van het te bewijzen, de hoogfte vero-oedin°'<br />
vorderde : want, hoe veel Schepen,<br />
mzonderheid in dien tijd, in den welken de<br />
Zeevaart kunde nog niet tot die volmaaktheid,<br />
als thans, gebracht was, vergingen met<br />
bij aan, en op onze Stranden, aan de welken<br />
dus Zeeroof gepleegd konde worden ?<br />
Hoe veel Zee-Schuimers had het gedurig Oorlogen<br />
der Graven, inzonderheid met de<br />
Vlaamingen en Friezen, niet te wege gebracht,<br />
dewelke noch Vrienden noch Vijanden,<br />
ontzagen, maar alle de Schepen, die zij<br />
in volle Zee ontmoeteden, en magtjg konden<br />
worden, benevens de Schepelingen van al het<br />
hunne, beroofden? Hoefeood, en ichandelijkis't,<br />
den Schepelingen, die hun leven en<br />
moederen aan Wind en Golven toebetrouwen,<br />
die goederen te ontftelen, die zij, in hoop van<br />
gelukkig en behouden de Havens hunner begeerte<br />
te zullen bereiken, door duizende gevaaren<br />
met zich voeren: of aan enen, in hogen<br />
nood dobberenden, Schipbreukeling dat geene<br />
te ontnemen, 't welk hij nog poogde te redden<br />
en met zich te voeren? Hoe fchadehjk zijn<br />
zulke gedrochten, en ontmenschte Zee-Rovers<br />
niet voor den alles wagenden Koopman, Uitreeder,<br />
en Verzekeraar! Wat nadeel wordt<br />
aan den Geldfchieteren , aan het Vaderland,<br />
deszelfs hikomften ; ja , aan het Algemeen<br />
door hen niet toegebracht! daar nu in dezen tijd<br />
R £ zulke
%6z Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
zulke openlijke fchcndingen van 't Natuur -<br />
van k Volken- en van H Burgerrecht, bij<br />
overtuiging of belijdenis der Misdrijveren<br />
met zelden aan den Lijve, :<br />
anderen ten af-<br />
ichrik geftraft worden; zo vond men in den<br />
tijd der Midden-Eeuwe goed, om dezelve, alleen<br />
met Geldboeten, te laten afkopen , 'en<br />
met vergoeding der fchade, 't zij dubbel, 't<br />
zij vier- 't zij negen -dubbel, dat Misdrijf aan<br />
den Graaf te laten boeten , in o-evallc het<br />
zelve Misdrijf met geenen Verraderlijken<br />
Moord,of Vecntenderhand bedreven,Manflag<br />
was vergezeld géweëft ; want daar te^en had<br />
cue zelfde Graaf cn Koning PVillem Cm zijne<br />
Handveften, op St. Cicmensdag, óf den 2van<br />
Slachtmaand 1245, a a n d i e ^ a n Haërlemen<br />
in 't volgende jaar ia#, aan die van<br />
s Gravenzande; en, op den 38. van Louwmaand<br />
125 2, aan die van Dordrecht verleend)<br />
de Doodffraf vastgefteid (c). Zou men<br />
ook het woord Schuld in den Koningiüken of<br />
Graaflijken Gift -Brief niét' met reden en<br />
voor ene boeting van gepleegde Euveldaden<br />
én, voor Penning - fchulden (uit Burgerlijke<br />
Handelingen, zo uit Koop en Verkooo, Lening<br />
en diergelijke; als uit Schriftelijke of<br />
Mondelinge toezeggingen, óf uit andere Verbmdtenisfen<br />
geboren) konnen opnemen ? want<br />
uit een Schuld of Scout, in beteekenis van<br />
Mis<br />
fe) Van
Jaarmarkten of Kermisfen. 2^3<br />
Mis- en Euveldaad, fproot eertijds, enTpruit<br />
ook nu nog'een Wettig Recht van Aantaal<br />
voor den Beledigden, ter vergoeding van geledene<br />
fchade, en het nadeel, door het misdrijf<br />
aan hem veroorzaakt; en zulks zo wei als<br />
ene boete ten voordeele van den Graaf, wegéns<br />
het lebenden der gemeene rust: en men<br />
bediende -zich , te dier tijd, niet zelden van<br />
dat woord, in zulk ene beteekenis, als waar<br />
mede het zelve in het Middelburgsche Handveft<br />
voorkomt; want, in het Privilegie door<br />
Graaf We» den Derden, in den Jare 1322.<br />
aan die van Oudewater verleend, zegt til].<br />
Voirdt willen wi, dat men onfen Poirters<br />
" van Oudewater, noch hoir goed nergent<br />
" befette van fcade, ptfeaujen, binnen onfen<br />
Lande, het en ware, jof zihen fejven,<br />
jof hoir goed venvilcoirt hadden, jof yer-<br />
" bonden in anders onfen Steden, voir Sce-<br />
" penen, binnen vriheden , jof buten ynher<br />
' den in Ambochten, voir den wairden<br />
!! Rechter, ende voir feven Buren, foo willen<br />
wi, dat zi dair te rechte Haan, h ieive,<br />
" desfi dair fien, jof hoir goed, ende men<br />
' hemaenfpreketU): het woord vennlcoiren<br />
nu beteekent ergens in bewilligen , tets<br />
toeftemmen (e); terwijl door den wairden,<br />
of' ghewairden Rechter, aldaar en elders ve*b<br />
* Haan<br />
(d~) F v. Mieris, Groot Charterboek, 2. Deel<br />
Fol 281. èn 290. G.R. yan Kmfchot, Befchnjvmg<br />
der Stad Oudewater pag. 27». vcj-<br />
(e) Wagenaar, Befchrijving.van Amfterdarn, 10.<br />
§tuk pg. n+ en 115.<br />
R 4
SÓ4 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
liaan wordt een zodanig Rechter, die door den<br />
Graaf is aangefteld,en ene Rechterlijke magt is<br />
gegeven; die dus van zijne aanftellïng bewijs kan'<br />
geven, en alzo door dat bewijs gewairden verzekerd<br />
is, dat hij, in \ geen hij doét, niet kan<br />
verhinderd worden (ƒ). Evenwel'zoude ik<br />
het woord Scout of Schuld, in het Middelburgfche<br />
Handveft, liever eenvoudig nemen<br />
voor Schuld, die uit Burgerlijke Handelingen<br />
fpruit, en dus voor Penning-Schuld: dus<br />
toch zegt meergemelde Graaf'Willem de Tweede,<br />
(anders Koning Willem) bij Zijnen Open<br />
Brief van den n. van Lentemaand 1253.<br />
Soo yn Manne te Middelburch' te banne<br />
,,' wordt ghcdacn óm feeckere Schuit , jof om<br />
„ Roef (f*) " als mede Graaf Willem de Derde,<br />
bij zijnen Gunstbrief, in den Jare 1315. aan<br />
die van' Vlisfingen verleend':' „ Voift van al-<br />
„ leh anderen Scouden ,: die dien dèn ande-<br />
t e n<br />
n eysfehen.' — Voirt v/aer yemant,<br />
s, die onfe Poerters dzde daghen van faken,<br />
„ die den waerliken rechte behoirde, jof van<br />
„ Scoude. — Voirt, fóe wat Scoude men fe-<br />
„ kert op éénèn dach te gheldene voor die<br />
„ Scepene, 'die't niet en ghelt, cóe'mpt hi<br />
„ binder poert, men fal ne manen' thans té<br />
„ gheldene fine Scout. — Ende van ghienen<br />
„ beleide van ghefékerde Scout (ƒ*'*)" zo<br />
(f) Aanteekeningen op de Handvesten en Oftroijen<br />
der Stede Vlaardingen , Fol. 23. not. 1S.<br />
.' (ƒ*) F. v. Mieris, Groot Charterboek 1. Deel<br />
Fol: 272.<br />
1<br />
'<br />
C*'*) Het zelfde Hoek, 2. Deel Fol. ï5
Jaarmarkten of Kermisfen. 265<br />
dat de zin van de voörfchrevenMiddelburgfehe<br />
en Vlisiingfche Voorrechts-Brieven en Costume<br />
zijn zonde: dat de Poorters, Burgers<br />
en Ingezetenen dier Steden, in hun Perfoon,<br />
of Goederen, noch bekommerd, noch<br />
aangehouden; noch aangefproken konnen<br />
worden voor enige Schulden , die met door<br />
hun zelfs, 't zij door Verbeurte, wegens begaane<br />
Misdaden; 't zij door Verwillekeuren,<br />
en toeftemmende bewilliging; gemaakt wa-<br />
4-en: en bijzonderlijk niet voor Schulden, die<br />
hunne Steden, 't Zij aan den Graaf, 't zij elders,<br />
verfchuldigd zijn: ook niet bij wijze<br />
van Schadeverhaling voor het geen enig_ ander<br />
Stedeling, te Middelburg, of te Vlisfingen,<br />
o-cleden 'had, door ene aldaar gedane aanhou-<br />
§ing • of bekommering van deszelfs Perfoon<br />
of Goederen; gelijk zulks anderzints wel<br />
eens'plaats had, ;<br />
waar van, onder anderen, de<br />
Stad Antwerpen ten voorbeelde ftrekken kan:<br />
hebbende de Poorters van Antwerpen de vrijheid,<br />
om, wanneer een Ingezeten van Antwerpen<br />
in Perfoon of Goederen , buiten 's<br />
Lands, met geweld , of daadlijkhcid , bekommerd<br />
en bezet, of gepand wordt, als<br />
dan bij Raade , dat is , bij toeftemming van<br />
Schout en Schepenen aldaar, insgelijks te<br />
mogen panden, bekommering' te leggen, en<br />
bezet te doen, op lieden; en derzelver goederen,<br />
die van ene zodanige Stad afkomllig<br />
Zijn, alwaar de Perfoon, of Goederen van<br />
enen Antwerpfchen Ingezeten zijn gepand<br />
en aangehouden geworden, ten einde daar aan<br />
de fchade van dien buiten, 's Lands aangehouden<br />
Antwerpfchen Ingezeten te verhalen; zond<br />
e<br />
R 5 f
266 Verhandeling ever de Zeeuwfche<br />
der ander Ocrroij, of Verlof van de Overheid<br />
daar toe nodig te hebben; en, ingevalle<br />
de Schout of Amptman van Antwerpen<br />
tot de voorfchreve Panding zijne toeftemming<br />
niet verleende, of in gebreke bleef ,<br />
om dezelve te doen ; zo mogen de Poorters<br />
van Antwerpen zelve panden, en de voor-<br />
Ichreve aantasting doen, zonder dat zij zich<br />
daar mede tegen de Overheid vergrijpen (
Jaarmarkten of Kermisfen. i&7<br />
Schulden, oft Saecken van den Landen,oft<br />
n<br />
Plaetfen in derrciidentie, oft refort (d'waer<br />
" Wt iaecke dat de gemeyne Borgheren ende<br />
" Ino-hefetenen voor de Schulden van den lei-<br />
" ven Landen, Steden oft Plaetfen generalick<br />
" verbonden waren, of andersfmts) fonder<br />
" voorgaenden verlof als voren." Waren nu<br />
de Burgers voor der Steden Schulden verbonden<br />
en aanfpraaklijk gefield , zo zouden zij,<br />
uit hoofde van dat Verband voor die Schulden,<br />
als daar door hunne eigene geworden ,<br />
aanfpraaklijk zijn, vermits de woorden zelfs<br />
Schuld', .n meergemelde Voorrechts-Brieven<br />
voorkomende; niet alleen Eigen Schuld, die<br />
elk Burger, Poorter of Ingezeten, voor zich<br />
zeiven, gemaakt heeft, beteekent; maar daar<br />
door worden ook zodanige Schulden aangeduid,<br />
dewelke door een Burger, Poorter of Ingezeten<br />
aangenomen zijn te voldoen; voor dewelke<br />
hij zich Borg gefield heeft, of waar voor hij,<br />
zich vrijwillig heeft verbonden, wanneer bi],<br />
ten dien einde,zich voor den Rechter Gefield,<br />
Verwillekeurd, Verplogen, en daar voor cen<br />
Bezegelden Brief gepasieerd heeft: diergelijke<br />
Handvesten nu, waar bij vergund wordt, dat<br />
de Burgers der Steden, niet, dan voor hunne<br />
ep-e Schulden, konnen worden aangefproken,<br />
•jfbelemmerd , zijn aan de Zeeuwen niet alléén<br />
eigen ; maar men vindt ook zoortgelijke<br />
in Holland; zijnde, insgelijks zulk een Privilegie<br />
aan den Burgeren en Ingezetenen oer Stad<br />
Amilerdam gegeven, met betrekking tot de<br />
Dorpen benoorden de Maas CO'? insgelijks<br />
:<br />
wei><br />
(i) Waarnaar, Refchrijving van AirJtcrdam, 8.<br />
> ' . .• • • ' s • • stuk
Deze Arreft<br />
Vrijheid is<br />
SÖ8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
werden de Ingezetenen der Stad Dordrecht op<br />
den ai van Grasmaand des Jaars 1,70. door<br />
Graaf Fiom den Vijfden, met een zodanigen<br />
Voorrechts-Briefbefchonken (k) De laar<br />
torkts-Vrijheid beveiligt dus niet alléén de<br />
burgers, en Ingezetenen, gelijk 0p andere<br />
tijden, voor Bekommering; maar zij fielt allen<br />
Kermisgangeren gerust, van, noch in Perioon<br />
noch m Goederen, bekommerd of bezet<br />
te zullen worden , om geenerhande Schuld, of<br />
ücóttt (bekennet of Onbekennet, ze
Jaarmarkten of Kermisfsn. a.69<br />
Godsdienftige Kerk-Mis-Feesten te vo <br />
doen, ten hoogften noodzaaklek was, vermits<br />
de Boetelingen, dewelke, door t bezoeken<br />
der Kcrk-Misfen, vermindering dei<br />
aan hen opgelegde Boetdoeningen zochten te<br />
tStógenï die daar door, of enigen, vollen<br />
Aflaat begeerden, voor af moeften verzekerd<br />
zijn, van, op zulk een Feeft, m zulk<br />
een Stad, veilig en buiten vrees voor enige<br />
bekommering te zullen zijn ; zij moeiten geruft<br />
zijn van aldaar niet bezet, noch aangehouden,<br />
of in hunnen Godsdienst- ij ver met<br />
belemmerd te zullen worden; aj »<br />
veilig zijn, op dat zij openlijk op dat bceil<br />
zouden konnen verfchijnen; en, zo lang ne<br />
zelve geduurde , in zodanige Stad , alwaa<br />
he' zelve gehouden werd, konnen blijven<br />
zonder dat iemand hen , om enige reden<br />
moeijlijk zoude konnen vallen; hunne Pei<br />
fonen en Goederen moeften onder de onmid<br />
lijke befcherming der Hoge Overheid tegei I<br />
allen overlaft beveiligd worden: en , daar d<br />
Waereldlijke Overheden die Kerk-Feeften lui<br />
fterrijk wilden maken; daar zij alle zoorte; 1<br />
van Menfchen derwaards zochten te lokken »<br />
zo moeften alle Kermisgangers volkomen gc<br />
ruft , en zeker zijn* dat zij door meman 1<br />
hunner oudere Schuldëisfcheren aldaar, z 3<br />
lano- de Jaarmarkt en het Kerk - Feeft g<<br />
duurden, vervolgd, aangehouden, m recl 1-<br />
ten betrokken, tot betaling aangemaand, g<br />
arrefteerd , en , bij weigering , of onvermi )-<br />
«•en, in Perfoon en Goederen bekommerd 1 )f<br />
bezet konden worden; zij moesten ook v< r-<br />
zekerd zijn, dat zij niet van hunnen Wet :ig'<br />
:n<br />
merk der<br />
Jaarmarkten<br />
en Kcrk-Misfen.
27° Verhandeling 9V«t de Zeeuvfihe<br />
e n<br />
Z ' * V<br />
? 0 r e n e n<br />
Vrmnden RechterL<br />
a l S<br />
woHen Stl , m e n<br />
g W t<br />
joiden tot bereiking van dit een en ander ciu^<br />
he d S ^^/^n^naarook inS<br />
heid tot de Goederen der Kermisgangeren aan<br />
ne rechte tollen • het welk Ongelden zijn die<br />
eigenlijk van ingebracht wordende WaSen en<br />
Koopmanfchappen betaald moeten woX<br />
en door welke betaling, die goedemi ver'<br />
volgens zo vrij konden worden in- en uSl<br />
voerd als de Perfonen, vrijelijk konden £<br />
en weder trekken- zo'als zulks ukdr<br />
den Jaarmarktgangeren wordt toegezegd b<br />
^ftAefaaad^vaq,ThQlen,opd^fvan Sprokkelmaand des Jaars i37| gegeven<br />
alwaar Hij zegt: „ Voirt hebben VV?XÈ<br />
» geven onfen vorfcreven luden van derfho-<br />
99<br />
feW^. ende voer Ons Nacome-<br />
v dat is . voor zo verre wij magt hebbenvoor<br />
zo verre het van Ons gevergd kan wor'<br />
» eef Vrije Jaa^d<br />
l e<br />
» 5^» f mm jaerlix des maenda°es<br />
„ na Sinte jansdage midde Somer, ende deu-<br />
•m teviu dagelanck. Binnen wekker merct<br />
-„ — Wij geven allen den genen , die daer<br />
i, comen<br />
("O F. v Mm, Groot Charterboek, t Dee?
Jaarmarkten of Kermisfen. 271<br />
„ comen fuhen, een Vrygeieae van ïcmue,<br />
ende fcade in onfer voerfcreven Stede,<br />
| ende deurene fo lank in die voerfz. merct<br />
' te comene, daer te deurne, ende weder wt<br />
'* te treckene. Ende foe wie binnen defer<br />
" voerfz. merct recht misdoet, fel twy fcatte<br />
" beteren Ons , ende den ghenen , die hij<br />
" misdoet., Ende alle goet, dat ter voerfz.<br />
Z merct comt, fal vry wefen in den Onlen ;<br />
" ende dat nemen Wy in onfer befcermenis-<br />
V<br />
fe." Ook fpreken de meermaals, aangehaalde<br />
Cöstumen van Antwerpen hier van op<br />
o-efijke wijze willende, dat (fchoon<br />
de gewone Rechtspleging , gedurende de<br />
Kermistijden, haren gang blijft gaan, zonder,<br />
gelijk in fommige Steden, bijzonderlijk<br />
binnen de Stad Veere, opgefchort te worden)<br />
echter geene Vreemdelingen , of Buitenlanders,<br />
die op de Jaarmarkten komen, om welke<br />
reden, of uit wat oorzaak ook, mogen<br />
worden betrokken; zo maar de Schulden (ino-evalle<br />
zij wegens Schulden mogten betrokken<br />
worden) niet voortkomen uit Handelino-en,<br />
op die Jaarmarkten zelve gedreven;<br />
naardien de Markt-Vrijheid medebrengt, dat<br />
alle Koop waaren, zo wel als de Marktgangers<br />
, derzelver Huisgezinnen, hunne verdere<br />
Goederen, met een woord , alles, wat<br />
zij medebrengen , goed , vaft en zeker zijn<br />
onder de onmidlijke befcherming der Hoge<br />
Overheid.<br />
Alle Jaarmarktgangers konnen echter op<br />
deze uitftekende Vrijheden niet roemen; zijnde<br />
(n) Rubr. 49. Art. 13.<br />
Dnderzoel; ,<br />
10e verre dit<br />
Voorrecht<br />
lich uitftrèkke.
s?-a Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
de het naar het getuigenis van den Saxifcheri<br />
Rechtsgeleerden , Benediclus Carpzof (of<br />
volgens een Keurvorftlijk bevel vin den il<br />
van Hooimaand I6>I t te Leipzich geöor-<br />
Iootd,om, gedurende de Mis, of Jaarmarkt,<br />
alle Perfonen, geene Kooplieden, of Kramers<br />
zijnde, in Perfoon en Goederen te<br />
bekommeren; zijnde de Keurvorft van g
Jaarmarkten of Kermisfen. 273<br />
treklijk zijn 5 en dat die genen, welke geen<br />
Kooplieden of Kramers zijn, zo mm mogen<br />
bekommerd worden, dan die 3 welke, om handel<br />
te drijven, derwaards komen(q), ook zijn<br />
onze Zeeuwfche Voofrechts-Brieven, ontrent<br />
deze zaak, in zulke algemééne bewoordingen<br />
vervat, dat men zoüde konnen denken, dat de<br />
Graaf,in het geheel, geene Perfonen van deze<br />
zijne Voorrechten heeft willen uitfluiten 5 immers<br />
had Hij enen Jaarmarkt gelegd en gevrijd<br />
voor allen den geenen, die deze Jaarmarkt bezoeken<br />
^vrijelijk te vaaren én te keer en: uit welke<br />
bewoordingen almede blijkt, dat deze Vrijheid<br />
zich niet alléén bepaalt tot het verblijven<br />
op, en gedurende de Jaarmarkten; maar dat dezelve<br />
zich ook uitftrekttot het komen naar,en<br />
te rug gaan van die Kermisfen; als mede tot elk<br />
en een iegelijk, die zodanige Kermisfen bezoeken<br />
willen: weshalven alle, die zich op reis<br />
begeven, om naar onze Vrije Jaarmarkten te<br />
trekken, op die reis; immers in de Landen,<br />
Steden en Plaatfen, die aan den Graaf onderhorig<br />
zijn; langs geene wegen, of door geene<br />
middelen van Rechten, of anderzints, mogen<br />
worden verhinderd, belemmerd, bezet of bekommerd<br />
: „ Gelijk het op Kermisfen nietge-<br />
„ öorloofdis iemand te bezetten (zegt de zeer<br />
„ geleerde Mr.PieterPeckius) zo is zulks ook<br />
„ niet geoorloofd op die plaatfen, zonder het<br />
pasfeeren van dewelke de Kooplieden tot de<br />
„ Kerfij)<br />
Paulus Christinaeus Decifionum Curiac Supremae<br />
Belgicae Volum. 3. Decif. 99- Num. 3. Va-i Zutphen,<br />
Nedcrl mdfche Practyk , RubriC, Vrije Markt,<br />
§. 11. Johannes Voet ad Lib, 50. Pandeaaruin Tit IJ -<br />
ds Mmdinis Num. 2,<br />
s
374 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
„ Kermis nieten konnen kamen (V)": doch<br />
de Saxifhe Rechtsgeleerden zijn het hier in<br />
met hem niet eens O), vermids de Keizers<br />
Valens en Valentiniaan dat Voorrecht, van<br />
niemand, gedurende de Jaarmarkt, moeite aan<br />
te doen, (onder voorwendfel van bijzondere<br />
Schuld) niet verder wordt uitgeltrckt dan totdie<br />
geene, die zich bepaaldlijk op de plaatlèn<br />
bevinden, alwaar het Jaarmarkt is; dan /vermits<br />
die Keizers hier alleenlijk fpreken van moeiten,<br />
die den Kooplieden, gedurende de Jaarmarkten,<br />
en in die plaatfen, alwaar de Jaarmarkt gehouden<br />
wordt, zouden konnen worden aangedaan,<br />
zo bepalen zij zich, bij dit hun verbod,<br />
ook maar alléén tot zulke Perfonen, die zich<br />
op de Jaarmarkt, en binnen die Steden, daar<br />
de Jaarmarkt is, bevinden; zonder dat zij daarom<br />
zouden willen, dat zich dit Voorrecht niet<br />
verder, en dus ook buiten die Steden, zoude<br />
mt(lrekken;wantde bepaling van het één is,<br />
juist daarom, geene uitlluiting van het ander;<br />
gelijk het ook geen voldoende redenis, dat men<br />
uit de openbare Aankondiging, dewelke in de<br />
meefte Steden gefchiedt, de uitgebreidheid, of<br />
de bepaling, der Jaarmarkts-Voorrechten zoude<br />
konnenafleiden 5 waift, deze Aankondiging<br />
gefchiedt wel, om den Aanvang, en den Uitgang<br />
der J\ larkt aan te duiden; maar geenzin ts,<br />
om het vrij gaan en keerennaaren van dezelve<br />
te bepalen; zullende wij firaks nader zien, dat<br />
f \ \T r, Uit<br />
(r) Van Bezetten; 10. Iloofdlt. Num. 4.<br />
CO Daniël Mollerus ad ConlHtutiones hnnerii Sa.<br />
«mme, part. U Comtit. 30. & in Sameltribus, Lib.<br />
1. Cap. 12. Num.ó. Berlimus Condaüonum Pra^icabihum<br />
Concluf. 77. Num. 0.
Jaarmarkten of Kermisfen. ï;$<br />
nk den aart: en natuur der zaak zelve vereischt<br />
wordt, dat die Vrijheid vroeger, dan met den<br />
aanvang der Jaarmarkten, moet beginnen; ert<br />
ooklano-er, dan tot het einde der zeiven, moet<br />
blijven voortduren; want, het gaat met door,<br />
dat de Kooplieden, onder dat voorwendiel, altijd,<br />
en over al, Arreft-vrij zouden zijn* ver*<br />
mits er bijkans geen tijd van 't jaar is , dat het<br />
Set hier of daar Kermis is; of dat dezelve met<br />
kort aanitaande zijn, zulke Kermisgasten konnen<br />
toch in hunne Woonplaatfen, vrijelijk, tot<br />
voldoening hunner Schulden aangebroken, en.<br />
Voor hunnen wettigenen daaghjkfchen Rechter<br />
betrokken worden; als moetende, met tegenftaandc<br />
hun trekken en reizen, naar en van de<br />
Jaarmarkten, orde op hunne zaken ftellul,ter<br />
Plaatfe,daar zij woonachtig zijn; tgeen de reden<br />
is, dat onze kundige en Rechtsgeleerde<br />
Middelburger (wiens beroemde Rechtskunde<br />
hem aan 't Hoofd van het toen zijnde Hoogfte<br />
Gerechts-HofonzaNederlanden,teMechelen,<br />
geplaatst heeft) Mv. Niklaas Everhards, ovei<br />
het Voorrecht, door de Middelburgers, en de<br />
Vreemde Kooplieden (diederwaards medium<br />
ne Waaren ftevenen) van Hertog tilf en deszelfs<br />
Voorzaten verkregen nicde m &f*f<br />
gen redeneerde (*) in ene Zaak, voor dat Gjrechts-H*if,to^nogo«^<br />
ichen Heeren Burgemeefteren, Schepeneren<br />
Raaden der Stad Middelburg, als Impet anten<br />
van Mandement in Cas Reliëf d'Appel,- ter<br />
eenre; m Theodorik Boom, Jacob Ntcolaas<br />
S; en anderen, hunne Mede-Rechtvoer-<br />
ft) Confil. 21. pag.
gfr
Jaarmarkten of Kermisfen. 0-77<br />
fteden inden Kerkban gedaan worden) en her<br />
is ook hierom, dat Mr. Piet er Peckius (y) van<br />
die van Leuven zegt: dat zijniet zouden toelaten,<br />
dat iemand, die naar hunne Jaarmarkt,<br />
of Kermis kwam , op ene onderhorige plaats,<br />
alwaar hij noodzaaklijk door moeft reizen,<br />
bezet werde; want, 'tgeen op ene bepaalde<br />
plaats niet mag gefchieden, heeft ook plaats<br />
onder den weg , voor zo verre die weg niet<br />
gemift kan worden, om naar die plaats te ko- »<br />
men; tot ftaving van welk gezegde die Voorzitter<br />
zich beroept op de Leere der Oude Romeinfche<br />
Rechtsgeleerden Gajus en Modejli<br />
nus (w)'- en, 'tis niet onwaarfchijnlijk, dat<br />
Mr. N. Ever hards, in dat zijn Advis, behalven<br />
ons hier voren reeds gemeld Voorrecht van<br />
Graaf Willem den Derden, betreklijk de Vrije<br />
Jaarmarkt; inzonderheid het oog heeft gehad<br />
op de Voorrechts-Brievcn, door Hertog Albrecht<br />
van Bei jeren, als Ruwaard van Zeeland,,<br />
gedurende de Krankzinnigheid van zijnen Broc-^<br />
der, op den 6. van Louwmaand 138a, cn<br />
op den 8. en 9. van Sprokkelmaand 1383, aan<br />
die van Middelburg gegeven (xf, bij welke<br />
Eerftgemelden Brief die Graaflijke Befchermcr<br />
aan de Engelfche Kooplieden de Vrijheid vergunt,<br />
om vrijelijk te Middelburg, of te Zierikzee<br />
te mogen vaaren en te keeren; terwijl<br />
Hij, bij de beide laatstgcmelde Brieven, die Vrijheid<br />
niet alleen heeft vernieuwd ; maar ook<br />
• ï ver-<br />
(v) Van het Bezetten pag. 238,.<br />
O) L. 25. & 32. Lib. 4. IJ. Tit.6. Ex quibus cratr j % t,<br />
fis Majores.<br />
(x) F. v. Mieris, Groot Charterboek , 3. Deel<br />
MlWW • .» ^,<br />
fql. 383. en volgg. en ook Fol. 396. >k<br />
S<br />
3 • .1 . VI* SP
Verhandeling over de Zeemfche<br />
vermeerderd; en zelfs tot verdere en andere<br />
Vreemde Kooplieden, uitLombardijen, Span.<br />
e n<br />
Wn andere Landen uitgeftrekt; en welk<br />
Voorrechtdaar na,o>orHertoa-/%> van Bourgondicn,<br />
insgelijks, bij enen Brief van den 29.<br />
van Grasmaand des Jaars 14 i* nog nader is<br />
vernieuwd en bevestigd (y) • bij alle deze<br />
voornoemde Voorrechts-Brieven voegt wijders<br />
de MiddelburgfclieBurgemecfter en Penfionaris,<br />
Mr. Cornelis Ver/luis (wiens keurio-e Aantekeningen<br />
op de Cöstumen der Stad Middelburg<br />
, benevens enige- kortere Aanteekeningen<br />
van den met minder Geleerden en Rechtskundigen<br />
Penfionaris, Mr. Jan de Timmermanen<br />
den Jare 1771, door den onlangs overleden<br />
Raad van Zijne Doorluchtige Hoogheids Domeinen,<br />
Mr. Abraham Perrenot (*) voor<br />
t eerst, door den druk zijn gemeen gemaakt)<br />
O) Smlkgange, Kronijk van Zeeland, 1. Deel<br />
,*. Boek Fol. 417.<br />
(*; Deze-zeer Geleerde Heer is in den beginne<br />
aer maand Tulij I7s +. te Culemborch oAerlcden:<br />
en is vervolgens deszelfs Lijk op den 12. van "die<br />
Maand bijgezet op de Begraafplaats, in de nabijfleid<br />
van het Dorp Scheveninge, voor weinige Tsaren<br />
gefticht: en van dewelke wijlen deze Heer één<br />
der eerlb Aan leggers is geweest; terwijl op deszelfs<br />
Grafzerk dit volgende is te leezen:<br />
Ï C<br />
Exuyiae jaceant puim pncul Lkbe: nocebam<br />
nemimpruflens, noceam ne mortuuroptol<br />
V e i P,M -<br />
' d<br />
f e Be<br />
0 fraafplaats, onder anderen,<br />
de Befchnjving der Stad Leyden van F. v. Mieris eii<br />
T<br />
D<br />
' — in<br />
- N 0 d i S N a b e r i c h t<br />
WaS , )
Jaarmarkten of Kermisfen. m<br />
maakt)nogenen Voorrechts-Brief (z)van den<br />
Aarts -Hertog Maximiliaan van Ooftenryk,<br />
var den ao. van Louwmaand 1489; ab mede<br />
ene Verklaring door Hertog i^r, of door<br />
deszelfs Raad teBrusfel, op,den 27 van<br />
sSchtmaanddes Jaars ,50*, bij gelegenheid<br />
van een Rechtsgeding, gegeven , ter bevcstiging<br />
van opgeroeide Voorrechten; bij welke<br />
Verklaring de zin en meening van de voorgemelde<br />
Voorrechts- Brieven; dus verklaard<br />
wordt: dat geene Vreemde Kooplieden binnen<br />
Middelburg, of dezer Stads Vrijheid,<br />
om generhande Schulden, mogen worden bekommerd,<br />
gevangen, of bezet gehouden l m<br />
Perfoon, of in Goederen; zo \anaem hen Ge<br />
Middelburg, of binnen derzelver Vrijheid, ontouden<br />
en! in gevalle men dezelve m het gc-<br />
0" van dl Arrdl-Vrijheid wilde beletten of<br />
verhinderen,zo was men verplicht zulks, bmnen<br />
de Stad, te laten afkondigen; zijnde daa<br />
S twee maanden, na die Afkondiging, aan<br />
den gemelden Kooplieden vergund, om, met<br />
hunne Goederen, uit de Stad te vertrekken:<br />
JJU is de voornoemde Heer ^ « van o o ^<br />
M deze Voorrechts - Brieven aan de Stad Middelburg<br />
o-efelionken zijn,om den toevloed van<br />
WemdlKuopliedei^derwaards^meereirmeer<br />
te bevorderen; dewijl dezelve, daar door, niet<br />
ollcen voor hunne Perfonen, maar ook voor<br />
nunne Goederen, aldaar veilig zijn; « > ? °<br />
hno- zij zich binnen die Stad en desze fs Rech vsaoblcd<br />
onthouden; en dat, zo lang hen zulks,<br />
van Stadswegen, niet wordt opgezegd, en de<br />
tya,<br />
Ca) Rubric. 5. Art. 6. pag. 91 •<br />
v> 4
Soo Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
tijd, tot hun vertrek vergund, niet Ver/treken<br />
is: en deze openbare Aanzegging, of Afkondiging<br />
fchijnt de grond te zijn , op welken de<br />
Poorters van Middelburg de vrijheid hebben;<br />
of gebruiken om hunne, buiten de Stad woonende,<br />
Schuldenaars, \vanneer zij dezelve binnen<br />
die Stad, of hare Vrijheid vinden, te doen<br />
bezetten; indien die Schuldenaars door andere<br />
Voorrechten daarvan niet bevrijd zijn: als,bij<br />
voorbeeld: de Afgezondenen der Steden ter<br />
Staats-Vergadering, dewelke, noch in 't gaan,<br />
noch in t wederkeeren, door niemand, wie hij<br />
ook zij bekommerd mogen worden; naardien<br />
zij, op dien tijd een gedeelte der Moge Magten<br />
uitmakende onder de onmidlijke befchennV<br />
van s Lands Oppermogenheid liaan O); als"<br />
mede, de Ingezetenen van Holland en Weft-<br />
Inesland, die, (uit krachte der Verdragen<br />
bij voorraad, en tot wederzeggens toe, tus*<br />
fchen de Edele Mogende Heeren Staaten van<br />
Zeeland, en de Edele Groot Mogende Heeren<br />
Staaten van Holland en Westfrieland, op onderfcheide<br />
tijden gefloten) in Zeeland, van alle<br />
bekommeringen, op hunne Perfonen en Goederen;<br />
even als de Zeeuwen, in Holland,zijn<br />
vnjgefteld (b): En waar bij nog gevoegd moe"<br />
ten worden de Schippers, Bevelhebbers, Oh>"<br />
cie*<br />
(a) Zlpacus, Notïtiae Juris Belgici, Rubric. de<br />
pag. 80. Edition. Arnhemiaé 1642. in 8vo Ckristli,<br />
df"^n D i f i m C u r i a e B e i c a e<br />
^ T 'S ' ££ 2 'De''<br />
10=5; t£% f" • ^ van Arrel<br />
W Provifioneel Accöord van 1674, Att. 5.
Jaarmarkten ef Kermisfen. 2$t<br />
deren en Bootsgezellen van Zee Schepen ,<br />
die Zeilreede leggen (c); mitsgaders nog den<br />
zulken; die, ter verrichting van hunne Openbare<br />
Amptsbedieningen, noodzaakhjk binnen<br />
ene der Zeeuwfche Steden komen moeten;<br />
waar van men een merkwaardig voorbeeld<br />
ontmo.et, in de zogenaamde Pleit-Rolle der<br />
Stad Middelburg, van den Jare 1753, in drie<br />
pnderfcheide Vonnisfen, door Heeren Burgèbeefteren<br />
en Schepenen aldaar gewezen, tusïchenden<br />
HeereMr, J.P.van den Brandy<br />
en Drie Gezwoorens van de Wateringen des<br />
Eilands Walcheren: wordende zodanige Arreft-Vrijheid<br />
ook elders in ons Vaderland voor<br />
zulke Perfonen gevonden: want op dien zelfden<br />
grond toch ruft ene Sententie van den Move<br />
Provinciaal van Holland, Zeeland en Fries-,<br />
land, op den
sta Verhandeling ever de Zeeuwfche<br />
Bezetting door Chmtiaan Blok, woonende<br />
te Middelbwrg, cn door Comelis Andries/èn<br />
pn tloMntier, op den Peribon van Stuurman<br />
famttt fryburg gelegd, kost en fchaadloos<br />
hebben afgedaan, vermits gemelde .Stuurman,<br />
belcheiden op het Schip Wcijvliet sereed<br />
was, om uit 'sLands Dok, binnen Vlisfingen,<br />
opltroom te halen,en vervolgens naar<br />
de Kast van Guinea te vertrekken : nog zijn<br />
«.zonderheid de Landlieden, dewelke op de<br />
gewone: Week-Marktdagen te Middelburg komen<br />
aldaar van zulk ene bekommerino bevrijd;<br />
en zulks ingevolge van het Befluit deswegens;<br />
bij Hunne Edele Achtbare, de Heeren<br />
Burgcmeeftercn , Schepenen en Raadeii<br />
dier Stad, op den 20. van Grasmaand K?Ö<br />
genomen: alle deze Voorrechten nu, dooi de!<br />
welken de Koophandel fteeds wordt uitgebreid,<br />
en die dus allen ten voordeden der<br />
ftteden ftrekken ; zijn aan dezelve éénig en<br />
;<br />
HJcengefchonken, om de Vreemde Kooplieden<br />
derwaards te lokken; om dc Zeevaart aan<br />
te moedigen; om'sLands Dienft naar behoren<br />
bevorderlijk te zijn ; en om de Ingezetenen<br />
van t geen hun Vaderland niet 'voortbrengt,<br />
te voorzien ; en konnen dus niet genoeg<br />
m ftand gehpuden, en tegen allen Indragt<br />
beveiligd worden; het welk dan ook de<br />
reden is dat de meergemelde Voorzitter<br />
vim Neérlands Hoogften Raad, de Geleerde<br />
Averhards , m zijn voornoemd Advis , ten<br />
voordeeie van zijne Vaderftad,enter beteuo-e mg van Schaaverhaling van Vreemde Kooplieden<br />
, binnen Middelburg, met zo veel nadruk<br />
zegtt „ Da* zulk een Voorrecht aan Mjd-<br />
„ del-
Jcuirmarltcn of Kermhfui. '2%<br />
i delburg gefchonken is, om VreemdeKoop-<br />
?<br />
lieden in die Stad te trekken; om hen aan<br />
Z te lokken, dat zij derzelver l aven komen<br />
5 bezoeken • waar door niet aHeen het welzijn<br />
van de Stad; maar van 't geheele Land bev<br />
vorderdwordt: alzo het zelve,zonder zuik<br />
99<br />
bezoek, ten enenmale te niet zoude gaan,<br />
en het als dan gedaan zijn met de voorzeide<br />
" Stad Middelburg ; zo werd die fctad met<br />
" weinig bezwaard, door het te werk leggen<br />
t van ziilke Brieven tot Schaaverhahng, op<br />
f de aldaar zich bevindende Engelfche Koop-<br />
" lieden, als regelrecht flrijdig met hare Voor-<br />
" rechts-Brieven:" en het is op dien grond<br />
dat hij Hunne Edele Achtbare prijft, wettigt,<br />
cn aai raadt, om die zaak, als van 't uitterke<br />
.ewigt voor hunne Stad zijnde, te vervol-<br />
* c n<br />
en, door middel van klagte voor het<br />
flooo-fte Gerechts-Hof door, te zetten: gelijk<br />
d an ook door meerder anderen onzer iNederhndfche<br />
Rechtsgeleerden , op dit Voorred*<br />
der Vreemden Kooplieden wordt aangedron-<br />
Sen- en het zelve als ene fteeds blijvende uitzondering<br />
der Arreften, in dit Land opgege-<br />
Ven 00: zo dat deze Voorrechten allen den<br />
Knrmlieden die gewoon zijn de Jaarmarkten<br />
w art nemen, bijzonderlijk te ft^fe*^<br />
Sat de Jaarmarkten reeds vroeg met dit groo<br />
Voorrecht zijn voorzien geweeft , blijkt mthei<br />
ge-<br />
(e) Mr P. Bort, Traftaat van Arreften, 4 : Deel<br />
J-° „ n Deel Num. o. E. vanZurk, m Co-<br />
Markt, §. 5-
S84 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
gedrag der Iiomeinfche Keizeren Flavlus<br />
Valens, en Flavius Valentimaan, fdie, ontrent<br />
het einde der Vierde Caristen-Eeuwe<br />
den toom der Alléenheerfching, i n 't Ooiter!<br />
fche en VVefterfche Keizerrijk^ handen hadden,<br />
en wier leven door Eutropius, Vlo-<br />
W.» Marcellmus, Procopius en anderen in<br />
tbreede, en door Cluverius in 't kort" bedreven<br />
m ) dewelke ene Wet gemaakt<br />
hebben, waar bij.Zij , uit zonderling? onnit<br />
m ter aanmoediging van den Koophandel ?<br />
aan de Jaarmarkten dit Voorrecht fchenktn<br />
(/; naamhjk: dat, al{e Kooplieden of Kramers,<br />
en hunne Waaren, Koopmanlchappen<br />
en Goederen, zo lang de Markten ge,<br />
duren, tegen alle Moeilijkl-eden van aangehouden<br />
te zullen worden; van Panding, e„<br />
Uitwinning beveiligd zullen zijn. Welke<br />
Wet vele Uitleggers , of in 't voorbij gaan<br />
of opzethjk, hebben getracht toe te lich!<br />
ten gelijk zulks inzonderheid blijken kan<br />
uit de bijzonderinge Verhandelingen , dewelke<br />
door ferbach, Rusfel, en anderen, te<br />
Erfurt, Wittenberg, Frankfort, Marpurg<br />
Giesfen en Jena zijn uitgegeven: doch waar<br />
in zij echter allen niet even gelukkio- o e.<br />
flaagd zijn; het geen uit de verfchillende gevoelens<br />
dezer Uitleggeren blijkt; willende<br />
fommigen, dat dit Keizerlijk Voorrecht zoude<br />
behelzen : dat geene Ingezetenen van die<br />
Steden, aan dewelke 't Vergund is Jaarmarkten<br />
«£/<br />
L i b<br />
' 4<br />
' C<br />
° d n<br />
'<br />
6 0<br />
'<br />
d e N<br />
'^inis ^ Mrcatig-
Jaarmarkten of Kermisfen. S85<br />
ten te houden, gedurende de Markt, hunne<br />
Schuldenaren, wie zij ook zijn mogen,<br />
zouden konnen laftig vallen, of dezelve in<br />
Rechten betrekken j maar dat zij, die van<br />
elders ter Jaarmarkt komen , en op dezelve<br />
handel gedreven hebben, niet belet worden,<br />
om hunne Schuldenaars, wanneer zij<br />
dezelve op zulk ene zodanige Jaarmarkt vinden,<br />
of ontmoeten, voor den Rechter van<br />
die plaats te roepen; terwijl anderen wederom<br />
van oordeel zijn, dat door opgemelde<br />
Wetgevers bedoeld wordt: dat geene Kermisgansers,<br />
gedurende de Jaarmarkt, gemoeid,"<br />
aangetaft, of bezet gehouden moo-en<br />
worden, uit hoofde van Schulden, die<br />
lij voor den tijd der Markt, of elders buiten<br />
die Stad, gemaakt hebben; maar datzij<br />
die vrijheid niet genieten ten aanzien van<br />
zulke Schulden, die zij, op de Markt, oi<br />
gedurende den tijd van dezelve komen te maken<br />
; terwijl de eerilgemelde ("onder dewelke<br />
zich ook de Oude Randfchrijvers,<br />
Aanteekenaars, en korte Uitleggers van't Justiniaanfche<br />
Wetboek bevinden) tot grond van<br />
hun gevoelen ftellen, dat de zulken, aan wien<br />
't vergund is , binnen hunne Stad, ene Jaarmarkt<br />
te hebben, genoeg door die gunft<br />
bevoorrecht zijn; en, uit dien hoofde, ook<br />
gehouden zijn, om het nadeehge en verzwarende<br />
( aan een zodanig Voorrecht verknocht)<br />
te dragen; en dat zij dus ook<br />
geen reden van klagen konnen hebben,<br />
dat de Keizers, bij 't verlenen van dat<br />
Voorrecht, ook gewild hebben, dat zij hunne<br />
Schuldenaars, wanneer dezelve ter Jaarmarkt
aSo" Verhandeling over de Zeemvfchè<br />
markt komen, en zich daar onthouden, noch<br />
bezetten, noch aanhouden, noch in rechten<br />
vervolgen mogen , zo lang die Jaarmarkt geduurd;<br />
en van dit gevoelen zijn uit de oude,<br />
Onder anderen Berons en Baldus; en onder<br />
de latere, Folierits (g~) ; dewelke zegt,<br />
dat de Florencers niet konnen, op hunne<br />
Mis, met Kooplieden, die met hen handelen,<br />
daar ter plaatze rechtplegen; wegens Ichulden<br />
dewelke voor dien tijd gemaakt zijn, maar wel<br />
anderen: drijft een Florencer, in tegendeel,<br />
met lieden, die ter Mis komen, 'zijnen handel<br />
, en krijgt hij met hen verfchii over die<br />
handeling, zo kan hij den Vreemdeling voor<br />
den Rechter van Florence betrekken, om dat<br />
aldaar de plaats van de handeling is. Ene<br />
uitlegging waar mede de oude Bartolus Zodanig<br />
was ingenomen , dat hij oordeelde ,<br />
dat, ingevalle men deze Wet anders verflond,<br />
men als dan-ene deur opende tot het<br />
plegen van een oneindig bedrog , het welk<br />
allen handel zoude bederven : ook zoude "deze<br />
1 h'rlegging zo zeer niet te verwerpen zijn,<br />
indien men de blote letterlijke zin van dê<br />
Wet flegts in aanmerking neemt : want de<br />
Keizers zeggen : „ Elk, die Vrijheid van-<br />
„ Onze Voorzaten, of van Ons zeiven, yer-<br />
„ worven heeft, om Markt te houden, zij uit<br />
deze Wet verdacht; van niets uit de Goe-<br />
„ deren der Kooplieden, of Kramers, op<br />
die Markten te bedingen; als mede niet op<br />
„ de Slaven-Markten, %<br />
t zij voor Staangeld.,<br />
t, 'tzij<br />
f-g) AJ Mmirnhw Specultufi Aureum , Part. 4.<br />
Bitüictwi;. 9. Num. 82.
Jaarmarkten of Kermisfen. 287<br />
„ 't zij voor Gerief; men persfe niemand<br />
„ geld af; of doe hen , die derwaards ko-<br />
„ men, enige moeilijkheid aan, onder voorwendfel,"dat<br />
het ene bijzondere Schuld<br />
„ zij: " wanneer men echter in aanmerkingneemt<br />
, dat het houden van Jaarmarkten<br />
vergund is , ter bevordering van den Koophandel,<br />
en dat deze, als de Zenuw van den<br />
Staat zijnde, zo veel mooglijk behoort beo'unftigd<br />
te worden, zo zoude ik van oordeel<br />
zijn, dat het gemeen gevoelen der mcelie<br />
Uitleggeren meerder grond heeft, naamlijk,<br />
dat men deze Wet / tot alle Perfonen , en<br />
tot alle Schulden, behoort-uit te ftrekken,<br />
t zij binnen, 't zij buiten de Markt, ten be<br />
hoeve van Ingezetenen, of van Vreemdelingen<br />
, gemaakt, alleenlijk die Schulden , die<br />
uit de Handelingen op de Markt zelve gefproten<br />
zijn, uitgezonderd, de Wetgevers<br />
toch zeggen: Niemand mag tvch den Kramers<br />
en Kooplieden, gedurende de Markt, enige<br />
moeijlijkheid aandoen ; fchijuende zij ,<br />
door dat wijdftrekkende woord moeijlijk'heid,<br />
allerlciie zoorten van beletzelen te bedoelen,<br />
als Bekommering, Bezetting, Vafthouding,<br />
Panding op Perfoon en Goederen';<br />
ja zelfs Rechtspleging, zo dat, volgens deze<br />
Wet, elk en een iegelijk, die ter Markt<br />
komt, veilig en bevrijd is, van , noch in<br />
Perfoon, noch in Goederen, op enige wijze<br />
lastig gevallen te zullen worden, ondpr voorgeven<br />
, dat hij dit, of dat, of zulk ene<br />
Somme Gelds, aan defi Bezetter of Pander<br />
verfchuldigd is; 's Lands Tolrechten en<br />
andere Ongelden en Inkomften uitgezonderd
238 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
derd Qi): de Kooplieden en Kramers toch zijn<br />
zelden buiten Schuld aan bijzonderen Perfonen,<br />
uithoofde van Inkoop hunner Goederen, 't zij<br />
voor, of na den tijd der Markt gedaan : tot<br />
welk voordeel zoude hun deze Wet toch ftrekken<br />
, indien zij niet veilig waren, van deswegens<br />
niet lastiggevallen te zullen wordenden<br />
deze onze Uitlegging ftemt ook volkomen<br />
overéén met het gevoelen der .Edele Mogende<br />
Heeren Staaten onzer Provincie Zeeland, der<br />
welke, bij het verleggen der Kermis, op den<br />
Dorpe Bruinisfe, of'Brunisfe, beoosten Duiveland,<br />
verbieden, dat niemand, m die nieuw<br />
gelegde Kermis-Week, belagen of bekommerd<br />
mag worden, over enige Geldfchulden : ja ook<br />
heeft de Graaf, bij zijne Voorrechts-Brievèn,niet<br />
anders uitgezonderd, dan dc Scout, welde, Hm<br />
nen der Marct, is gemaeckt: geliik dan ook<br />
Voorname Uitleggers de voorfchreve Wet, onder<br />
die bepaling opvatten (f) $ hoewel er wederom<br />
geene andere ontbreken, die ene zodanige<br />
uitzondering in onze Wet niet vinden; nemende<br />
Zij dezelve voor ene Keizerlijke gunft, aan de<br />
jaarmarkten, uit enkele mildheid, gefchonken,<br />
en in zulke wijdftrekkende bewoordingen vervat,<br />
die in alle hare uitgeftrektheid, naar het<br />
zeg-<br />
(//) L. 3. §. 2. Lib. 2. D. Tit. 12. de Feriis $<br />
IMlationibus.<br />
(0 Peckius, ran Bezetten, 4. Deel Num. 4. en 10.<br />
Deel Num. 6. Betfkhius Practabilüun Conclufionum,<br />
Part. 1. Concluf. 77. Num. g. Zoefius ad Lib. 50.<br />
Pandeccarum, Tit. 11. Num. 3. Maevins de Arrcftis<br />
Cap. 11. Num. 15. Voet ad Lib. 5. Pandectar. Tit<br />
11. Num. 3. in fine.
Jaarmarkten cf Kermisfen, 289<br />
zessen van Javuleuus (k) 9 moeten worden<br />
opoxmomcns en dus zou dit algemeen gunstbewijs<br />
, in die uitgeilrektheid, werken op<br />
Markten, wier inttcllingen daar ontrent geene<br />
nadere bepaling medebrachten; gelijk wij,<br />
in den VoorreehtsBrief onzer Zeeuwfche Jaarmarkten<br />
j daar van een fprekend voorbeeld<br />
vinden, betreklijk de Schulden, die op, ot<br />
binnen de Markt gemaakt worden. En dat<br />
deze uitzondering, gegrond op het recht dier<br />
plaats daar de Handeling wordt aangegaan, ook<br />
met het befchreven Recht overéénkomftig zij,<br />
kan men niet ontkennen, naardien deswegens<br />
door Ulpiaan (f) wordt gezegd; •„ Zij kon-<br />
„ nen zich allen beroepen op den Rechter<br />
„ hunner Woonftede ; ingevalle zij geene o-<br />
„ veréénkomften gemaakt hebben, in die<br />
„ Plaatfen, daar zij betrokken worden. Maar<br />
hebben zij daar ené Gvcréénkomft aangegaan<br />
, als dan konnen zij zich met geen<br />
vrucht beroepen, op hunnen Daaghjkfchen<br />
', Rechter. Doch heeft een Koopman zijne<br />
\ Waaren, op ene bepaalde Plaats, verkocht,<br />
of heeft hij aangenomen dezelve, op ene zekere<br />
Plaats, te leveren; of heeft hij zijn Ma-<br />
" gazijn daar opgericht, zofchijnthet, dat hij<br />
ook daar te recht gefield moet worden, ten<br />
" ware men anderzints overééngekomen<br />
£ was, om , ingeval het nodigmogte zijn,<br />
„ el*<br />
/•},•) T o Lib. 2. D.Tit. 3. de Conftitutionib.Prin.<br />
cijum. F«fad Lib. 5. Pandeftar. Tit. 1. de Judicus<br />
N n<br />
cO L\. §. 4. & I- »* §• *• Lib. 5. D. Tit. x }<br />
de Judicüs.
2(jo Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
„ elders recht te plegen." Welke uitlegging<br />
ook volkomen beantwoord aan de Collumen<br />
der meergemelde Stad Middelburg (m ), in<br />
dewelke gezegd wordt, dat twee Perfonen<br />
(die buiten die Stad en deszelfs Rechtsgebied<br />
woonachtig zijn, maar zich beiden bmnen<br />
die Stad bevinden) malkander niet mogen<br />
laten Arrefteren, of elkanders Goederen<br />
Bekommeren, ten zij onder anderen<br />
het Gontracl-, of de Schuld, over welke het<br />
Verfchii ontftaat, binnen Middelburg, oft<br />
Rechtsgebied dier Stad, gemaakt ware ; of<br />
dat de Schuld, wel buiten 's Lands gemaakt,<br />
doch met Beding, dat dezelve te Middelburg<br />
betaald , of het Contract aldaar volbragt<br />
, moet worden : Hoedanige Overéénkomften<br />
en Bedingen in 't ftuk van Wisfèlbrieven,<br />
en Wisfelhandel, niet zelden plaats<br />
vinden; naardien de Kooplieden, voor al<br />
de Duitsfchers, de gewoonte hebben om<br />
de betaling hunner Wisfelbrieven , op deze<br />
of geene Misfen te ftellen : als; bij voorbeeld<br />
: op de Mis te Leip" zig; te Frankfort<br />
, en dergeMjke : en 't valt nu en dan in<br />
Zeeland mede voor, hoewel zulks zo algemeen<br />
geen plaats heeft: ook zijn hier in de Costurnen<br />
van Antwerpen (n) verfchillende van die<br />
van Middelburg, naardien in dezelve aldus<br />
gezegd wordt. „ Die binnen de Jaermerct ee-<br />
„ nige Schuit heeft gbemaeckt, die, metghe-<br />
„ reden Gelde , of binnen dezelve Jaermerct<br />
„ moet voldaan worden, is wt oirfaecke van<br />
(m) Rubric. 5. Art. 6.<br />
(») Rubric. 49. Art. 10 en 17.<br />
„ de-
Jaarmarkten of Kermisfen, a$t<br />
>„ defelve Schuit} binnen de felffte Jaermerct<br />
, Arreftabel ende Convembel. •<br />
Maer ter cauién van Schulden in eene<br />
U Merct-Vrijhcyt, offbüyten de Merct-Vrij-<br />
„ heyt ghemaeckt, daer van den dach van be-<br />
„ talmghe in eene andere Jaermerct, oft daer<br />
L te voren, vervallen is, en is de Debiteur,<br />
' binnen, al fulcke andere Jaermerct niet Arreftabel."<br />
Ook verhaalt ons de Verzamelaar<br />
der Vonnisfen van de Hoge Rechtbanken in<br />
FrankrijkPapon (c) dat, bij Eind-Vonmsfe<br />
van de Grote Kamer, of Groten Raad (voorheen<br />
de eigenlijke Raad der Franfche Koningen;<br />
doch in den Jare 1492, door Koning Karel<br />
den Achttien, tot een bepaald Oppergerechts-Hof<br />
gemaakt, waar aan verfcheide Geeftlijke<br />
en Waereldlijke Rechtzaken onderworpen<br />
zijn, en ter Kennisneming'en Befhsfing<br />
worden overgelaten) op den 13. van Hooimaand<br />
1543, is verftaan : dat, wanneer men<br />
iemand, wegens Schuld, op ene aer Franfche<br />
Jaarmarkten wil aantaften, het zelve, volgens<br />
de Voorrechten dier Jaarmarkten, zodamgmoet<br />
zijn, dat die Schuld, op die Jaarmarkt zelve,<br />
gemaakt is; dat is: binnen die Stad, of Plaats,<br />
daar 't Kermis was; en dat de Betaling, of Voldoening<br />
van die Schuld bepaald is, te moeten<br />
crefchieden binnen die dagen, opdewelken die<br />
Jaarmarkt gehouden wordt; als mede dat die<br />
Schuld fpruit uit Waaren, welke op die Jaarmarkt<br />
gekocht zijn; want, zo die Schuld was<br />
gemaakt buiten de Stad, daar de Kermis ge-<br />
(O Liv; IQI Avreft. Tit. 7.<br />
T a
292 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
houden wordt, fchoon op denzclfden tijd,<br />
dier Jaarmarkt; of was die fchuld ook bin-'<br />
nen ene zodanige Stad gemaakt; doch nadat,<br />
de Kermistijd geëindigd was: 'of eindelijk,<br />
was die fchuld wel gemaakt, ten tijde dei-<br />
Jaarmarkt, en binnen die Stad, alwaar de<br />
Jaarmarkt was; maar voor Zaken, of Waaren<br />
, die niet op die Kermis gekocht zijn,<br />
zo kan men fzegt hij) zijnen Debiteur, uit<br />
kracht van bovengemelde uitzondering, mits<br />
die Schuld, binnen die Jaarmarkt, gemaakt<br />
zij; aldaar niet Bankvast maken : echter kan<br />
van deze, ook, aan onze Jaarmarkten, vergunde,<br />
Arreit-Vrijheid geen gebruik gemaakt<br />
worden door die geene, dewelke reeds, voor<br />
dat de Kermis begon, door hunne Schuldèislchers<br />
met Arreit bekommerd, in Verzekering<br />
genomen, of in 't Gevangenhuis opgelloten<br />
zijn; deze konnen niet alléén , ter oorzake<br />
van de invallende Kermis , niet worden losgelaten;<br />
maar mogen zelfs, gedurende die Jaarmarkt,<br />
door andere Schuldeisfchers bezwaard<br />
worden; 'r. welk men in de Practijk Recommandeeren<br />
noemt (f); zo zelfs, dat, fchoon<br />
alle die Schuldëislchers, dewelke dezen hunnen<br />
Schuldenaar, voor het Kermis-Feest,<br />
hadden doen gevangen nemen, in zijn ontilag<br />
Itemden; hij echter, dus Gerecommandeed<br />
njnde, niet mag losgelaten worden,<br />
ten<br />
(p) tV. van Alphm, Papegaij, of Formulier-Boek<br />
i. Deel, Cap. 24. Requeit 8. pag. 339 en ",4c.<br />
Damhouder, Praxis Civilis Cap. 69. Num. 1. & 2.<br />
Coftumen van Middelburg, Rubric. 5. Art. 3. ibkme<br />
Jaarmarkten of Kermisfen. 293<br />
ten zij ook eerst die Schuldeisfchers, door<br />
wien het Arreft, gedurende de Kermis, was<br />
verzwaard , betaald of te vrede zijn gefield<br />
(f). Gelijk al mede geene Bankbreukigen, of<br />
de zulken die hunne Goederen verfleken , en<br />
aan de vervolging hunner Schuldëisfcheren, in<br />
't 'geheim, zich hebben weten te onttrekken ;<br />
noch zij, die, op goede gronden, verdacht<br />
zijn, zich met de vlugt te willen bergen, onder<br />
deze Arrell-Vrijheid der Jaarmarkten behoren<br />
(r). Echter, mag men enen zodanigen<br />
Schuldenaar , die onder de verdenking<br />
is van heimlijk te willen vlugten, niet vaft<br />
houden, om daar door de betaling, op liaande<br />
voet, te erlangen , maar alléén, om hem<br />
tot het ftellen van Borgtocht, of het geven<br />
van enige andere Zekerheid, dat de Schuld<br />
op zijn tijd voldaan zal worden, te noodzaken<br />
(ƒ): ook heeft men meer dan eens gepleit<br />
: over deze Vraag; of een Schuldenaar<br />
zijnen Boedel mag afftaan voor Schulden<br />
op Jaarmarkten gemaakt V mitsgaders;<br />
of hem cïat Voorrecht te baat kan komen ,<br />
wanneer hij op de Jaarmarkt zich met zijne<br />
Schuldëisfcheren verdraagt? of, wanneer<br />
zijn<br />
(7) B. vanZutplien, Nederlandfche Practijk, Rubric.<br />
Vrijt- Markt g. 16. Bort, TrafLaat van Arresten,<br />
6. Deel Num. 9. Voet, ad Lib, 50, Pandeccarum<br />
Tit. 11. de Nundinis, Num. 3.<br />
(r) Peckius, van Bezetten, 10. Deel Num. 8. Btrlichius,<br />
Part. 1. Ccmcluf. 7 7. Nuip. 11. Va iZuiphen,<br />
§ 8. Fritjchius, de Nundinis, Cap. 7. g. 9. Coltumen<br />
van Antwerpen , Rubric. 65. Art. 6.<br />
(s) BenediSlus Carpzovius, Jurisprudenties Forenfis<br />
Romano-Saxonicae, Part, 1. Coufliuition. 30. Ü«-,<br />
£nitjon, 25.<br />
T 3
Tot welke<br />
poederen die<br />
Arrest - vrijheid<br />
zich uittrekt.<br />
B94 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
naar zelfs zijn ook onder deze Vrijheid Ge-<br />
j ïole Goederen begrepen; want geen Eigenaar,<br />
xaen enig goed ontvreemd is, en die het zel-<br />
1 re op de Kermis vindt te koop gefttld, mag<br />
i mmermeer, op de Vrije Markten in Zeeland,<br />
i lit zijn Goed, van dien tegenwoordigen Beitter,<br />
ter goeder trouwe, te rug eisfehen, of<br />
i ia zich nemen, dan onder betaling en uitT 1 eering van 't geen die Bezitter daar voor<br />
ï etaald heeft, het geen deze,'des noods, bij<br />
lechtigen Eede moet verklaren cn verdere be-<br />
\ ifte doen, van dien te rug ontfangen Prijs<br />
a m zijnen Verkoper"(onderfteld wordende,<br />
d ien den Dief, of Bezitter ter kwader trouwe<br />
h : zijn) niet te zullen wedergeven; of dat hij,<br />
't geen hij er voor betaald heeft, van zijnen<br />
\ érkoper niet -kan wederkiïjgcn (u%<br />
ci<br />
i<br />
zijn gemaakt Accoord betreklijk is tot Koopwaaren,<br />
die aan hun, ftaande de Markttijd,<br />
geleverd zijn V en het Hoogfte Gerechts-Hof<br />
van Frankrijk verftqnd, bij ene Rechterlijke<br />
Uitfpraak, op den 7. van Herfstmaand des<br />
Jaars 1542; Dat geen Boedel-Afftand met<br />
vrucht gedaan kan worden voor Schulden,<br />
die, op de Kermis, te Lyons, gemaakt zijn (7).<br />
Buiten, dien , ftrekt' zich dé Kermis - Vrijheid^niet<br />
alléén uit tot de Goederen, die door<br />
de Kramers, de Kooplieden, en alle overige<br />
Kermis - Gasten in- en uitgebracht worden ;<br />
.......... - • ....... ... . D e_<br />
(f) Chopimts, Lib. i. Tit. 11. dc, Domaniis Fran<br />
ie. Num. 23 & 34.<br />
'u). Keure van Zeeland, Cap. 3. Art. 14. Da<br />
oot, Inleiding tot de Hollanchche Rechtsgeleerd<br />
u<br />
• ' heid^
Jaarmarkten en Kermisfen. 295*<br />
Hot lange<br />
Dewijl nu de Zeeuwfche Jaarmarkten met de Voor<br />
rechten van<br />
zulke Overheerlijke Vrijheden befchonken<br />
Vrij-Gelerd»<br />
zijn, dat allen, dien 't geoorloofd is dezelve en AiTe(t-<br />
Vrijheid ge<br />
te komen bezoeken, daar henen konnen trekduren.ken , onder een Algemeen Vrij-Geleide der<br />
Ilo«e Overheid ; en dat zij, ter plaatfe daar<br />
het Kermis is, buiten alle Bekommering zijn,<br />
zo voor hunne Perfonen, als Goederen ; en<br />
ook, onder dat zelfde Vrij-Geleide, wederom<br />
veilio- van daar vertrekken konnen; zo zal net<br />
wel der moeite waardig zijn, om wat naauwkeuriger<br />
na te gaan, van wanneer, yan waai,<br />
en tot hoe lange die Overheerlijke Voorrechten,<br />
beginnen en geduren. Dit is in onze Nederlanden<br />
niet overal even eens; zo mm als<br />
de Jaarmarkten overal even lang geduren. Dc<br />
meefte Kermisfen geduren hechts acht dagen:<br />
ook die in Zeeland, zo men alleenlijk de i\iiddelburpfche<br />
Jaarmarkt, dewelke veertien dagen<br />
gcduurt; en die van Vlisfingen, dewelke<br />
verwisfeit, na dat de tweede Zondag,<br />
of Maandag, in Hooimaand, komt; hier var<br />
uitzondert. Gemeenlijk geduurden de gewone<br />
Kerk - Feeften insgelijks acht dager<br />
lang, 1<br />
e c<br />
heid , e. Rock *. Deel %. 6. Num. I*. * ^<br />
leerde Obfervatien op dat Werk van den Heerei<br />
Grwt, door het Haagfche Genootfchap van Rechts<br />
r<br />
geleerden, onder de Spreuk: Ab ommbus hbente<br />
l/l-e, qiwd nefds,2. Deel, Obfervat. 27. paS. 77<br />
en volgg. Zypaeus, Notitia Juris Belgtci, Ltb ; 3. 11<br />
l<br />
princ. de Rei Vindicatione, fenjnre Dom.nus pag<br />
113. Anthonius Matthaeus, Paroein. 17- Uiu 5>ecun<br />
dof pag. 166. fqq. Voet ad Lib. 6. Pandeftaruin, 1 tt. f<br />
de Rei Vindicatione. Num. 8.<br />
T 4
%S)6 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
lang ; en het is om deze reden, dat, in de<br />
meeite Plaatfen, het veilig'komen en verblijven,<br />
gedurende het" geheel gansch Octaaf der<br />
Kerkmis, werd toegelaten. Het, bij den<br />
Heer van 'Loon (!>) 'aangehaalde Handveft, door<br />
Graaf Flor is den Vijfden, aan'de Poorteren<br />
van Nieuwer-Sehle, nu Schiedam genaamd,<br />
inden Jare 1270. verleend, Itrekt hiervan,<br />
onder anderen, tot bewijs; want, volgens dat<br />
Handvelt moeit het Vrijheids -Teeken , het<br />
geëerbiedigd Kruis, ajdaar 'Jaarlijks worden<br />
Opgerecht, bij het begin van den Derden Dag,<br />
naar het Hoge Feeït der Moedermaagd; en,<br />
pp den Achtften Dag, 'bjj het ondergaan der<br />
Zon, weder afgenomen worden; terwijl zulks<br />
pp andere Jaarmarkten, op den middag van<br />
beide tijdftippen, plaats had: nu zal niemand<br />
(naar mijne gedachten) immer twijfelen, of<br />
de Kermis-Vrijheid begon bij de Oprechting<br />
van'tKruis, en geduurde, zo lang tót dat dit<br />
Vrijheids-Teeken weder was weg genomen.<br />
Doch laat ons dit nader befchouwen ; want<br />
bij het inzien onzer' Zeetiwfche Jaarmarkts<br />
Voorrechts-Brieven , vindt men door Graaf<br />
Willem en Hertog Albrecht wel bepaald, hoe<br />
lang de door Hen vergunde Jaarmarkten mogen<br />
geduren; maar niet, wanneer, of van<br />
waar het Vrij-Geleide, en de verleende Vrijbejd<br />
yan niet gearrefteerd te mogen worden,<br />
beginnen moet, en hoe lang men zich op dezelve<br />
mag herpepen, Misfcliksj dachten die<br />
Lands-<br />
(v) Van Loon, Verhandeling over de Hoilandfche<br />
Kermisfen , pag. 56.' "\
Jaarmarkten of Kermisfan. %
ao8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
„ en als noch, in de Marckt, ingaande op<br />
„ fct. Jacobs -Dag in den Zomer, bij henlie-<br />
„ den onderhouden , als noch hebben en ge*<br />
, „bruiken." En deze Vrijheden, Voorrechten,<br />
enz. beftonden, volgens den Voordrag<br />
van Heeren Burgemeefteren , Schepenen en<br />
Raaden dier Stad, daar in: dat op hunne<br />
vorige Markten vijftien werk toondagen waren<br />
, met de Vrijheid van vijftien dagen te<br />
voor en, en vijftien dagen daar na, om aan<br />
dezelve Markten temogen komen, en van daar<br />
te mogen vertrekken ; zo, dat in vijf en veertig<br />
dagen, voor, op, en na de Jaarmarkt te<br />
rekenen, geen Vreemdeling, die naar de<br />
Markt gekomen was, dezelve had bijgewoond,<br />
en van daar t'huiswaard keerde, binnen 's<br />
Graven. Landen (dat is: binnen de Steden<br />
en Plaatfen , buiten Middelburg, die, onder<br />
's Graven Gebied, tusfchen de Stad, of<br />
'tLand, waar gemelde Kermisgaften, Kooplieden<br />
en Kramers woonden, en de Zeeuwfche<br />
Steden, inzonderheid Middelburg, gelegen<br />
zijn ; en welke dezelve volftrekt genoodzaakt<br />
waren aan te doen, of door' te<br />
trekken; naardien zij anderzins, langs den<br />
gewonen weg, in Zeeland, in Walcheren,<br />
binnen Middelburg niet komen kunnen >vermogt<br />
Lastig Gevallen , Betrokken , Uitgewonnen<br />
te worden voor Bijzondere Schulden,<br />
of uit enige Burgerlijke Verbintenisfen:<br />
vermits zij, gedurende die vijf en veertig<br />
dagen, waren onder het Vrij-Geleide, en<br />
in de onmidlijke Befcherming van de Hoge<br />
Overheid, tegen allen Geweld en Overlast:<br />
en op deze wijze was ook die zelfde Vrijheid,<br />
reed?
Jaarmarkten of Kermisfen. §£%<br />
reeds lang te voren door den Graaf van Blois,<br />
Jan de Chatiilon, bij zijnen Vooirechts-Lnet<br />
van den 17. van Sprokkelmaand i3 7- 9-, ten<br />
aanzien van de Jaarmarkt te Tholen, verleend;<br />
in welk Handveft die Graaf dus ipreekt:<br />
Voert hebben Wi ghegeven onfen voiriere-<br />
" ven ludenvan der Tholen voir ons, ende<br />
voir onfe nacomelinghe , alloe verre , als,<br />
" Ons ancomt eine Vri]e Jaermerckt, die m-<br />
" ew\> jaerlix, des Maendages na Smte Jans<br />
" dao-e midde Somer, ende duerne vm dage<br />
" lanck, binnen wekker merckt, ende daer<br />
" toe viii dagen , voer dat lij ingaet, ende<br />
adite dagen, na dat fij ingaet, ende achte<br />
dagen, na dat lij wt gaet. Wi gheven allen<br />
denghenen, die daer comen fijUen Vnjge-<br />
" lede van Sculde, ende Schade in onfer voir-<br />
" fcreven Stede, ende duer onfé Lant.(w);<br />
Ook heeft zodanig ene langdurige Veiligheid<br />
cn Vrijheid ook elders plaats gehad: dus toch<br />
verdunde Johannes, gekoren Bisfchop van Utrecht,<br />
op den 7. van Wintermaand van 't Jaar<br />
1 n 72 ter bede van Sweder van Bofinghem, aan<br />
allen, die op de Jaarmarkt, door hem te Vianen<br />
opgericht, komen wilde, zijne en der<br />
Ütrechtfche Kerke onmidhjke befcherming,<br />
niet alleen gedurende die Jaarmarkten; maar<br />
ook zelfs drie dagen voor het Oprichten , en<br />
drie dao-en na het wegnemen van het Kernns-<br />
Kruis(iO;zofchreven ook de Burgemeefteren,<br />
Schepenen, en Raad der Stad Mechelen^op<br />
(w) F. v. Mieris, Groot Charterboek 3- Deel<br />
*fxj Het zelfde Boek, ï, Deel Fol. 366.
3°o Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
den 20. van Wintermaand, des Jaars 1409,<br />
aan den Schout, Burgemeefteren, Schepenen<br />
en Raad, en aan alle Goede Luiden der<br />
Jtad Rotterdam ; waar bij zij hen uitnodigden<br />
om de twee, aan die van Mechelen jaarlijks<br />
vergunde, Jaarmarkten te komen bijwonen<br />
, met verzekering, dat zij, in gevolge<br />
van de Graaflijke Vergunning, en Beveiliging<br />
aldaar, met hunne Goederen en Koopmanfchappen<br />
, Vrij- en Veilig mogten komen,<br />
verblijven en van daar te rug' keeren<br />
en dat wel Veertien Dagen voor, als mede'<br />
gedurende en Veertien Dagen naar elke<br />
Markt (y) : en de Hoog-Mogende Heeren<br />
Staaten Generaal der Veréénigde Nederlanden,<br />
gaven (als OpperHeererj van dat<br />
gedeelte van Vlaanderen, 't welk aan der Staaten<br />
Gebied onderworpen is) bij Handveft,<br />
of Voorrechts-Brief van den 13. van Zomermaand<br />
iö£8 s aan die van de Stad Neufen,<br />
ene Vrije Markt, benevens ene Paarden-<br />
Markt, ten einde dezelve Markten te houden<br />
op zodanigen bekwamen tijd, en op zulke<br />
gelegene dagen , als de Magiftraat bevinden<br />
zoude, dat daar door aan andere Markten geen<br />
nadeel werd toegebragtj met deze uitdruklnke<br />
bijvoeging: dat, op diezelfde dagen, en<br />
eenen dag te voren, en éénen dag daar na<br />
allen en een iegelijk (die hunne Waaren'<br />
Koopmanfchappen en Paarden daar ter Markt<br />
zouden brengen, of die zelve Markten bij,<br />
woo-<br />
Cv) F, v. Mieris, Gto»t Charterboek 4. Deel<br />
fol. 134.,
Jaarmarkten of Kermisfen. 301<br />
woonen) zelfs Bankbreukige, en die, ter oorzaak<br />
hunner Schulden, uit die Stad geweeken<br />
waren, alle Vrijheid, Zekerheid en Geleide,<br />
in 't Komen, Gaan enKeeren, gemeten<br />
zullen, zonder dat zij over hunne Schulden<br />
(alléén die, dewelke op die zelve Marktdagen<br />
gemaakt werden, uitgezonderd) mogen<br />
Aangefproken, Bekommerd, Bezet, of<br />
enigzins Bemoeilijkt worden (s). Hoe lang<br />
dus die Markt-Vrijheid genoten wordt , is<br />
niet, over al, op een en het zelfde Tijdperk<br />
bepaald ; maar zulks moet uit den inhoud<br />
der Voorrechts-Brieven van elke Stad,<br />
of van die Steden , naar dewelke de oveno-e<br />
zich fchikken, worden afgenomen; terwijl<br />
het intusfchen voor billijk moet worden<br />
geacht, dat, daardeKermisgangers, gedurende<br />
den Kermistijd , van allen Overlast<br />
bevrijd zijn, zij ook die zelfde Vrijheid genieten<br />
moeten voor zodanigen tijd, als zij nodi^<br />
hebben, om naar ene Kermis of Jaarmarkt<br />
te^komen , en wederom van daar te vertrekken<br />
: want het Vrij - Geleide zoude hen toch<br />
weinig baaten, indien zij daadlijk, met het eindigen<br />
der Kermis; of alvorens dezelve een aanvang<br />
genomen had, in Perfoon, of met hunne<br />
Goederen enKoopmanfchappen,bekommerd en<br />
verhinderd konden worden; om zich derwaards<br />
te beo-even, en van daar te rug te keeren. Want<br />
0<br />
die<br />
r z) Mr Ifaac Winkelman, Verhandeling over de<br />
Taar - Markten , of Zogenaamde Kermisfen in Ons<br />
Vaderland, te vinden in het Voorwerk van het 5.<br />
Deel der Verhandelingen van het Zeeuwfche Genootfchap<br />
der Wetenfchappen te Vlisfingen.
Aïïe Jaar-<br />
Markten genietenechter<br />
die Voorrechten<br />
niet.<br />
10<br />
S02 Verhandeling ever de Zeeuwfche<br />
die ene zaak wil, moet ook willen, 'teeeri<br />
tot bereiking van zijn oogmerk volftrekt dienftig<br />
is.<br />
Echter zijn alle deze Vrijheden aan alle<br />
Jaarmarkten , zonder onderfeheid, niet eigen<br />
Zijnde het alléén de Grote, en Vrije<br />
Markten, dewelke door 's Lands Overheid<br />
ï °l<br />
3<br />
3<br />
3<br />
y<br />
y<br />
x<br />
3;<br />
h<br />
v<br />
al<br />
ei<br />
ei<br />
w<br />
3.'<br />
53<br />
53<br />
33<br />
33<br />
ede<br />
J«gutiftigd zijn. En, hierom zegt<br />
30K Mr. inmon van Leeuwen (a) „ Alle<br />
, Kermisfen , of Markten hebben bij Ons<br />
, geen Vrijigheidt van aldaar niet Bezet te<br />
, mogen worden. — Maar alléén die o-ee- 3 ne deweicke beneffens het houden van<br />
, dezelve Marckt, foodanige Vrijigheidt,<br />
> "itdruckehjk, van de Hooge Overigheijdt<br />
, ende die gene, die maght hebben, om ioo-<br />
, danige Vrijigheidt te verkenen, is vergund<br />
: het welck men bij Ons noemt<br />
Vrije- Jaar - Marekten, deweicke met de<br />
kloeke mgelüijt ende uijtgeluijt worden • ' 4<br />
oewel dit laatfte vereischtc, door dien Schrii*<br />
er gemeld, met volftrekt noodzaaklijk is<br />
zo er Vrije jaarmarkten zijn, op dewelke<br />
e of Zoortgelhke Plechtigheden , bij het ini<br />
uitgaan dier Markten, geen plaats hebben •<br />
ïjders vervolgt de gemelde Schrijver aldus<br />
dat de Vnjigheijdt van op eene Marckt niet<br />
Bezet te mogen worden, alléén behoort<br />
tot de Vrije Jaarmarkten , deweicke zulx<br />
uijtdruckehjck mede brengen, ende niet<br />
tot de ordinaris Weeckelijcxfche Marck*<br />
( a> Aanteekeningen op Peckius over het Bezetten<br />
Deel, Nam. 3. pag. 235. en Nurn. 4. pj£. 233. *<br />
33<br />
t £<br />
U3
Jaarmarkten of Kermisfen. 303<br />
„ ten, of Marcktriaghen moghen uijtgereckt<br />
„ worden , hebben wij bevourens aangewe-<br />
„ fen." Met ene zodanige Vrije Markt zijn<br />
de Ingezetenen der Vrije Hoge Heerlijkheid<br />
van Domburg, door Heere Adolf yan Bourgondien,<br />
op den 16. van Slagtmaand 1534,<br />
begiftigd geworden ; 't welk naderhand nog<br />
door Heer Maximiliaan, op den 12. van<br />
Hofmaand 1545, met de overige Voorboden<br />
en Statuten dier Stad en Heerlijkheid, is beveiligd<br />
(£). Nochtans heeft dit, ten opzichte<br />
van enige andere onzer Zeeuwfche Steden,<br />
inzonderheid ook te Middelburg, zijne uitzondering;<br />
gelijk het Ons, uit een Befluit,<br />
door de Edele Achtbare Heeren Burgemees<br />
teren, Schepenen en Raaden dier Stad, op<br />
den 20. van Grasmaand 1570. genomen, gebleken<br />
is.<br />
Het kan den Liefhebberen onzer Zeeuwfche<br />
Keuren, Oudheden, en Stedelijke Wetten,<br />
niet onaangenaam zijn , bij deze gelegenheid<br />
, ook enige bijzondere Aanmerkingen,<br />
betrekiijk onze"Week-Markten, hier in ge<br />
vlochten te vinden. Reeds vroeg waren dc<br />
Zeeuwfche Steden met gewone Week-Mark<br />
ten voorzien. Middelburg had er reeds éér<br />
voor, of in de Veertiende Eeuw, welke ir 1<br />
het eerst, des Zondags werd gehouden; doe! L<br />
Graaf Willem de Vierde verleide dezelve, bi i<br />
Handveft van den 4. van Oogstmaand 1338<br />
op Dingsdag (c). Hoewel mij nu de eer<br />
(&) Privilegiën van Domburg, png. 22. en 38.<br />
(c) F. v. Mieris, Groot Charterboek, 2. Dee 1<br />
Fol. 612.<br />
Enige Aanmerkingen<br />
over de<br />
Zeeuwfche<br />
Week-Ma*cen,<br />
bij gelegenheid<br />
der<br />
onbevoor-<br />
: rechte Markten<br />
, ten dezeningevlochten.
39 f<br />
Vv-handeling over de Zeemvfche<br />
fte Inftelling van de Zondagfche Week-Markt,<br />
tot nog toe, niet is voorgekomen, zo doec<br />
gemelde Graaflijke Giftbrief genoeg zien ,<br />
dat, in Zeeland, inzonderheid in Walcheren<br />
, een Zondagfche Week - Markt heeft<br />
plaats gehad, naardien de Graaf daarbij wel<br />
mtdrukhjk verbiedt: „ Dat men te ghene<br />
„ ftede, in Walgheren, Sonnendagh.es, eni-<br />
„ ghe Marckt houde, jof enighe Comanfcip,<br />
„ hantire, jof Cramen fetten / jof venfler<br />
„ ondec, jof Corn, jof enich goed ter Marct<br />
„ bringhen, jof vercoepen." Schijnende de<br />
reden, die den Graaf: tot dit Verbod bewoog,<br />
Voornaarnlijk, uit een Godvruchtig beginzel<br />
te zijn geiproten; IJij toch zegt in de Inleiding<br />
van den opgemelden Brief, dat het een<br />
Ghebot es van der Heylegher Kerken, den<br />
Smnendach te vieme ; ende Ons, en de allen<br />
gieden luden toebehoirt, die boede van der<br />
Heylegher Kerken te Jlarkene. Welke Boede<br />
of Gebod men vindt onder de Beiluiten, die<br />
Paus Gregoor de Negenden heeft laten bij één<br />
verzamelen, en 't welk in het Pauslijk Recht<br />
n ingevlochten Cd): ©ok was zulks reeds bevorens<br />
in onze Befchreve Rechten verboden<br />
(O: en uit dat zelfde grondbeginfel heeft,<br />
mede Keizer Conftanti/n de Grote, aan alle<br />
Rechteren, Stedelingen, en Winkelhouders,<br />
betroleri, om des Zondags te rusten {f). Nog<br />
is het oefenen van enig Handwerk, en wel<br />
inzonderheid het houden van Markt, op Zondag<br />
(f/) Cap. i. Lib. 2. Tit. 9. de feriis.<br />
(e ) L. 11. Lib. 3. Codic. Tit. 12. de Feriis.<br />
(f) L. 3. Ejusdem Tituli.
jaarmarkten of Kermisfen. $0$<br />
dag door meer dan ene Kerk-Vergadering eil<br />
Vorftlijk Bevel verboden: en, wat onze Nederlanden<br />
betreft, daar in verbood de Utïechtfche<br />
Bisfchop (volgens opgave van Graaf<br />
Willem den Vierden, in zijn hier voorgemelde<br />
Handveft van den 4. van Oogstmaand des<br />
Jaars 1338.) „ met iinen Opene Brieven:<br />
„ dat men Sonnendaghes ghene Marct han-<br />
„ tieren en moet, omme des willen, dat<br />
,, die lude, ghemeenlike , te min te Kerken<br />
„ comen, ende dat ft die Boede (dat is,<br />
het Gebod) „ van der Heylgher Kerken,<br />
„ alfe van vierten ende vasten ende anders,<br />
(dat is : de Aankondiging der Feeftdagen,<br />
die in en onder het Sticht moeften gevierd<br />
worden • mitsgaders , op welke dagen de<br />
Gemeente Vasten moet, waar door men te<br />
verftaan hebbe, dat Zy zich, voor dien tyd,<br />
moeften onthouden van Vleesch eeten, zo wel<br />
van Gevogelte, als van andere Dieren; ook<br />
fomtyds zelfs van Eyëren , van Kaas, en<br />
Boter: en andere foortgelyke Spyzen) „ die<br />
„ men Sonnendaghes pleghet te bieden, (dat<br />
„ is te Gebieden) niet en weten , ende dic-<br />
„ wilen dair omme hair botvierten, ende hair<br />
„ botvasten, (dat is hunne Gebodene, en<br />
Aangekondigde Feeft- en Vaftendagen,) „on-<br />
„ wetende breken." Nu voegt die Graaf er<br />
wel niet bij, door wien der Stichtfche Bisfchoppen<br />
dat Verbod gedaan zij; echter is des<br />
Graafs getuigenis hier ontrent genoeg, om de<br />
aanwezigheid van dezen Brief des Utrcchtfche<br />
Bisfchops buiten twijfel te ftellen ; ook<br />
beroept die Graaf zich met recht op dit Bisfchoplijk<br />
Verbod, om den Zeeuwen, het<br />
V niet
3oó . Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
niet nakomen van zulk een Kerklijk Bevel,<br />
bij die gelegenheid, onder 't oog te brengen;<br />
naardien het Graaffchap van Zeeland (zo veel<br />
het Geesthjk Rechtsgebied betrof) in dien<br />
tijd nog onder 't Bisdom van Utrecht behoorde<br />
5 en, uit dien hoofde , de Brieven van<br />
Utrecjits Kerk - Hoofden aan den Zeeuwen<br />
voor Wetten dienden, en welke de Graaf<br />
luer m aanmerking nam, en achtervolgd wilde<br />
hebben: ook is dit Verbod, na het" doorbreken<br />
der Hervorming-in Kerk- en Burgeritaat,zedertde<br />
Zestiende Eeuw, zo wel door<br />
Onze Stedehjse Overheden, als inzonderheid<br />
ooor. s Lands Oppermagten, ie meermaalen<br />
vernieuwd; gelijk daar van de be.vijzen,<br />
Kort na die Hervorming gegeven, als nog<br />
yppi handen zijn : dus gebood Neërlands<br />
Vader en Grondlegger van Onzen Vrijen<br />
Bargeribat de Grote Willem de Eerften Prins<br />
van Oranje, met overleg der Staaten van<br />
Zeeland, op den 8. van Sprokkelmaand i f) en<br />
zelve»* te bcgheven in de Keivken,<br />
„ bij de Vergaderinghe van de Christelijekc<br />
„ Gemeente, om aidaer Gcftight ende Ge-<br />
» ï e<br />
worden ; fonder eenigh Handt-<br />
„ Werck feDoene, te Loslèn , ofte La-<br />
„ den, te Koopen, ofte te Verkoopen ,<br />
,, ïn Huyfen, ofte op Straten; nogh op de-<br />
„ lelve Daghen cenighe Winckelen op te ftel-<br />
„ len,enz."Q,)- Ook hebben die zelfde Edele<br />
Mo-<br />
(g) Ordonnann"e op het Stuk van de Policie bin.<br />
nen Zeeland; Art. 3.
Jaarmarkten of Kermisfen. S°7<br />
Mogende Heeren Staaten bijzonderlijk dit Gebod<br />
op den 24. van Louwmaandl i673 ^vernieuwd,<br />
wanneer zij tot een Huishoudhjk<br />
Staats Verbod, onder anderen, fekjen: ,, Dat<br />
„ op den Dagh des Heeren, geen Winkels lullen<br />
mogeii werden geöpent, om te Koo-<br />
" pen en Verkoopen : geen Kramen Voort-<br />
Z sefëtj geen Gewasfen, ofte andere Eet-<br />
" Waaren, langhs de Straten Geleurt, enz.'<br />
'(h) Doch welke Godvruchtige Geboden ,<br />
door de Winzucht en Ongödsdienfligheid, nu<br />
zo wel, als voormaals, helaas f te veel m<br />
onbruik werden gebracht! Zo leert een bijgelovig<br />
Vorst i verflaafd aan zijne Roomfche<br />
Kerk-Wetten, in 't midden van de Eeuwen<br />
der dikke Duifternis, den verlichten Christen<br />
den GeefHijken Ruftdag vieren! want, wegens<br />
de Marctdag, die ten tijde van Graat<br />
Willem den Vierden in Middelburg nog,<br />
op Zondag gehouden werd, gebruikt gemelde<br />
Graaf, in zijn meermaals aangehaalde<br />
Handveft, deze woorden: „• En die Marct<br />
, dach, die te noch toe gheltaen heeft in<br />
% Middelburch op den Sofinendach die<br />
„ willen Wi dat men in Middelburch houde<br />
in eiker weke op den Dinxendach, dit lal<br />
Z aheduren tok onfen weder fegghen (h*)":<br />
dan welke Dingsdagfche Marktdag ook, in<br />
vervolg van tijd wederom is opgehouden ;<br />
20 dat men thans , binnen die Stad, maaf<br />
twee<br />
(fc) Nadere Ampliatie vaii het Placaat van Politie,<br />
Art 3 ea 4. -." \<br />
. (ft») F. v. Mieris, Groot Charterboek * Dect<br />
Fol.
3o8 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
twee gewone Marktdagen heeft, op Maandag<br />
naamlijk, en Donderdag; wanneer echter<br />
die verandering gemaakt is , en, of zulksbij<br />
Verdrag en Overéénkom!! met de twee<br />
overige Steden in Walcheren geregeld is geworden<br />
, _ durve ik niet bepalen: hoewel<br />
zulks mij niet onwaarfchijnlijk voorkomt;<br />
te meer, wanneer men in aanmerking neemt,<br />
dat aan de Stad Vlisfingen, bij Voorrechts-<br />
Brief van Graaf Willem den Derden, reeds<br />
in den Jare 1315, ene Dingsdagfche Week-<br />
Marlct vergund was en, in den Jare<br />
• 1548, des Vrijdags hare tweede Weekmarkt<br />
hield : op welke beide dagen , fchoon de<br />
eerite waarfchijnlijk haren naam daar aan vericnudigd<br />
is, men gewoon was aldaar recht<br />
te plegen; tot dat Heer Maximiliaan van<br />
Bourgondien enen derden Rechtdag, den<br />
Woensdag naamlijk, daar bij voegde f*);<br />
en de Heer , of zijn Bailliu, in fommige geyaUen,<br />
ook 0p den Zaturdag Rechtspleging<br />
hield (/): dat men ook in de Stad Veere,<br />
(alwaar men nu gewoon is, op Woensdag en<br />
Zaturdag, Recht te plegen, wanneer heter<br />
tevens Marktdag (m) is) bevorens insgelijks<br />
, des Dmgsdags en Vrijdags Rechtdag<br />
ihield<br />
(O F. v. Mieris, Groot Charterboek 2. Deci<br />
Fol. 156.<br />
(*) Smallegange, Kronijk van Zeeland, Fol.'
Jaarmarkten of Kermisfen. 309<br />
hield (s>5 terwijl het echter zeker is, dat,<br />
voor den Jare 1570, de Dingsdagfche Marktdag,<br />
te Middelburg, reeds was opgehouden,<br />
en bniten gebruik geraakt; want bij het meermaals<br />
aangehaalde Befluit der Weth en Raad<br />
dier Stad, van den 20. van Grasmaand des zo<br />
tyengemelden Jaars, wordt, onder anderen,<br />
gezegd: „ Dat van nu voortaen, alle de<br />
„ Landluiden, woonende buiten de'geflote<br />
„ poorten van Zeeland, bewesten Schelde,<br />
„ vryclyk zullen mogen frecfuenteren, en ha-<br />
„ re Goederen ter Marckt te brengen , bin-<br />
„ nen der weke, te weten, 'sMaendags, en<br />
„ Donderdags, binnen deze Stad. Ten welc-<br />
„ ken dage, en zal men dezelve Landluiden,<br />
„ of hare Goedesen, niet mogen doen Arres-<br />
„ teren, ofte Bekommeren, om eenige Schulv<br />
den, en Civile Aétien van Poorters, of<br />
„ Ingezetenen derzelver Stede; maer zullen<br />
„ vryelyck baerlieder Goederen ende Waaren<br />
„ mogen ter Marckt brengen, en dezelve Ver-<br />
„ koopen, en Venten, achtervolgens d'Or-<br />
„ donnantie, op elcke Specie van Koopman-<br />
„ fchappcn, Waaren, of Hanteringen ge-<br />
„ maeckt." Dus werden bij dit Raadsbelluit,<br />
reeds over meer dan twee Eeuwen, dc Landlieden<br />
in veiligheid gefield, van, op geene der<br />
Weekmarkten, binnen Middelburg, in Perfoon<br />
noch Goed bekommerd te mogen worden;<br />
dit is echter cen Voorrecht, dat tot geene<br />
(n) Cöstumen en Ordonnantiën der Stede en<br />
Vrijheijt van der Veere, met de Hand gefchreven:<br />
en in dezelve: Ordonnantie op de Wethouders eo.<br />
Adminiltrateurs der Juftitie, Art. 3 en 4.<br />
V 3
31 o Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ne andere Perfonen, en tot geene andere Landlieden<br />
moet worden uitgeftrekt, dan tot dé<br />
Zulken, die buiten de liellotenë Steden van<br />
Zeeland Bewesten Schelde woonen: zo dat<br />
geen Landman uit het Eiland van Schouwen<br />
of Duiveland ; mét één wóórd , geen<br />
Opgezeten Beoosten Schelde; zich op dezé<br />
Arreft-Vrijheid met vrucht beroepen kan:<br />
het is tevens een Voorrecht, 't welk blijkt,<br />
bij dit Raadsbeiluit (ten voordeele der Landlieden<br />
van Zeeland, Bewesten Schelde) als<br />
toen niet, voor het eerft, te zijn ingevoerd;<br />
naardien opgcmelde Hun Edele Achtbare zelve<br />
daar bijzeggen; dat alleen „ door Uiantie<br />
„ ende Gebruick is ingellopen, dat men de<br />
„ Landluiden, komende'binnen de Stad, op<br />
v Marktdagen ? en andere dagen, doet Ar-<br />
„ resteren, voor Schulden, ende Actiën ,<br />
„ die men op dezelve iprekende heeft.:" uit<br />
welke woorden men ("naar' mijn oordeel)<br />
mag bcfluiten, dat, voor die ingedronge Corruptele;'<br />
even als nu,' na het nemen van dit<br />
Raadsbeiluit; de Landlieden,-Bewesten Schelde<br />
, hunne Waaren te Middelburg ter Markt<br />
brengende, op de Gewoone Marktdagen,<br />
Arreft-Vnj zijn ge weeft.' Indien nu iémand<br />
wilde vragen , waarom gemelde Hun Edele<br />
Achtbare dit Voorrecht, alléén voor die<br />
Landlieden, vernieuwd hebben; daar hunne<br />
Weekmarkten, niet minder dan" hunne Jaarmarkten,<br />
Vrije-Mark ten zijn ; aan' dewelke<br />
gelijk _ wij bevorens toonden, de Arreft-Vrijheid<br />
voor allen' en een iegelijk, dié<br />
op dezelve kwamen, als een voornaam Voorrecht,<br />
verknocht was ? dan zouden wij aan<br />
" ' ' zul-
Jaarmarkten of Kermisfen. 311<br />
zulke Vragers kunnen andwoorden; dat,<br />
zo de Weekmarkten , al eens in vroegere<br />
tijden, deze Arreft-Vrijheid gehad mogten<br />
hebben; (gelijk niet onwaarfchynhjk is;<br />
wanneer men in aanmerking neemt, dat z irlke<br />
Weekmarkten , niet minder dan de jarnmarkten,<br />
Zijn ingevoerd, om der Steden<br />
Ingezetenen, met al 't geen zij benod gd<br />
mogten hebben, te gerieven) en uc landlieden<br />
derhalven niet alléén; maar ook andere,<br />
buiten die Stad woonen de Poorters der iNaourige<br />
Steden cn Plaatfen; ja, zelfs Vreemdelingen<br />
, met hunne Koopwaaren , ter Weekmarkt<br />
zullen gekomen zijn; echter dat gebruik,<br />
met er tijd in een zodanig onbruik zal<br />
geraakt zijn; voornaamlijk zedert dien tijd<br />
dat de Steden meer en meer bevolkt zijn geworden<br />
; en zedert men liet benodigoe m<br />
ruimer maten aldaar heeft kunnen bekomen;<br />
maar vooral, zedert men binnen de Beilote<br />
Steden heeft begonnen, allerieije zoorten van<br />
Gildens op te rechten; en men, op bepaalde<br />
Keuren en Proeven, het oefenen van allerhande<br />
Handwerken en Ambachten, alleen<br />
^n Burgers en Poorters, heelt toegelaten;<br />
en men daar bij verboden heeft het invoeren<br />
van zulke Waaren, Koopmanfchappen en<br />
Handwerken ; immers het venten en uttftijten<br />
van dezelve door Lieden, die met tot, ot<br />
onder die Gildens behoren, alleen den tijd<br />
der Vrije Taarmarktcn uitgezonderd;_ dit aiies<br />
het welk, ten voordeele der Burgerij ( t geen<br />
toch in de Steden de Hoofdwet zijn moet)<br />
is ingevoerd zal zekerlijk de reden zijn geweeft<br />
, dat welgemelde Hunne Edele Actit-<br />
V A kaar?
312 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
\ d i C V r i i h e i d van<br />
d e<br />
> °P Weekhjfe,<br />
fche Markten, niet gearrefteerd te MO
Jaarmarkten of Kermisfen. 313<br />
ye Landlieden, te vernieuwen, en dezelve,<br />
als voorheen, wederom aan hen te vergunnen,<br />
op dat zij, zonder enige vrees, hunne Vruchten<br />
en Waaren ter Markt zouden konnen brengen,<br />
en op dezelve verkopen; doch dit Voorrecht<br />
vergunden Zij echter niet dan met teyens<br />
in het oog te houden het bijzonder belang<br />
en voordeel hunner Burgerij, om welke<br />
reden Zij dat vernieuwde Voorrecht ook verbonden<br />
aan deze merkwaardige bepaling;<br />
naamlijk: dat die begunftigde Landlieden verplicht<br />
zouden zijn, om in acht te nemen en<br />
te achtervolgen de Ordonnantiën, op elke<br />
Specie van Koopmanfchappen, Waaren , ol<br />
Handteringen , door Hun Edele Achtbare gemaakt.<br />
Bij deze Ordonnantiën wordt, in het algemeen<br />
, gezorgd tegen allerieije zoorten van<br />
Opkopingen van Granen, zo hard, als week;<br />
van Zuivel, Boter, Kaas, en Eijeren; van<br />
Gemeen Wild, als Konijnen; of Gevogelte,<br />
als Ganzen, Eenden , Hoenderen , en diergelijke;<br />
met één woord, tegen den Opkoop<br />
van alle zoorten van Eetwaaren. Om dit<br />
Hoofd-oogmerk te bereiken , wordt, inde<br />
Eerfle plaats, bepaald de plaats, op de welke<br />
alleen die Waaren, bijzonderlijk de Granen,<br />
mogen gebragt worden; naamlijk, op<br />
de Grote Markt dier Stad, onder bedreiging,<br />
dat, gelijk de Voorkoop verboden is, or.<br />
ene boete van vijf-en-twintig Gulden ; ook.<br />
wanneer iemand onderhond enige Granen ,<br />
of andere Eetwaaren te kopen,alvorens dezel<br />
ve op de gemelde Markt gebracht zijn,die du;<br />
gekochte Granen verbeurd zijn; en echte]<br />
V
314 Verhandeling orer de Zeeuwfche<br />
aan den Verkoper betaald moeten worden,<br />
boven ene boete van één Pond Vlaams, of*<br />
Ses Gulden: ten Tweeden, wordt daar'bij<br />
gezorgd, dat er enen bepaalden tijd zij, op<br />
den welken de Markt beginnen mag, mitsgaders<br />
Wie, of welke Burgers, op dit, of op<br />
dat uur, zich van Granen en Eetwaaren<br />
konnen voorzien; zonder aan de ene zijde te<br />
grote fchaarsheid aan de gemeene Burgerij te<br />
veroorzaken, en ook, zonder aan de andere<br />
zijde enig nadeel aan zodanige Burgers<br />
toe te brengen, dewelke tot hunne Trafiquen,<br />
Ambachten , Winkels en Neeringen meer,<br />
der Granen te kopen nodig hebben , dan tot<br />
hun onderhoud vereischt wordt ,• weshalven<br />
aan alle die genen door dewelke Granen ter<br />
Markt gebracht worden, verboden is om<br />
hunne Zakken te openen; of enig Koorn, of<br />
Graan te verkopen, voor tien uuren des morgens<br />
; wanneer echter nog geen Bakker,<br />
Brouwer, Moutmaker, Vleeschhouwcr, of<br />
diergelijke, op dit voorgezette en geopende<br />
Koorn of Granen vermogen te bieden ; het<br />
zelve op prijs zetten ; veel min kopen ; op<br />
verbeurte yan het getochte Graan of Koorn,<br />
en ene gelijke Boete Van één pond Vlaams,<br />
voor de eerfte ; maar die verdubbeld wordt,<br />
voor de tv/ede; en voor de derde reis, met<br />
ene gevoeliger ftraf, naar bevind van zaken,<br />
bedreigd wordt, zijnde de klok elf uuren<br />
bepaald, als wanneer dit zoort uit dc Burger<br />
rij zich van benodigd Koorn of Graan vermogen<br />
tc voorzien; en, voor dit uur, vermogen<br />
niet alleen, geen Voorknpers, Meelverkopers,<br />
of die gewoon zijn Graan te verko-
Jaarmarkten of Kermisfen. 3 1<br />
5<br />
pen; maar ook niemand, wie het zij, enigmeerder<br />
Graan, Koorn , of zogenaamde<br />
Turkfche Bonen , ter Markt kopen , of laten<br />
kopen, dan zij tot nooddruft van hen cn<br />
hun huisgezin benodigd hebben , en zulks<br />
mede óp, de Verbeurte van het gekochte, en<br />
ene Boete ,van twee Ponden Vlaams, of<br />
Twaalf Guldens, boven dien; en, om dit des<br />
te beter in ftand te houden, worden , in de<br />
Derde plaats, de Dragers, of Arbeiders bevolen,<br />
zich te onthouden uit de reijen, daar<br />
het Koorn in zijne Zakken ter Markt ftaat; en<br />
geen Graan of'Koorn te kopen, ft zij voor<br />
hen zei ven, 't zij voor 'iemand anders, voor<br />
dat het uur, op het welke het den Voorkopers<br />
geoorloofd is, te kopen, verfchenen<br />
is en dat °P ene Boete , de Eerfte reis,<br />
van Tien Schellingen; de Tweede reis verdubbeld<br />
, en de Derde reis, van niet meer<br />
•te mogen dragen : terwijl het ook aan den<br />
Voorlopers'niét geoorloofd is, om met hunne<br />
Granen of Koorn voor te liaan, of het<br />
zelve op die Markt te koop te ftellen: maar<br />
Zij worden verplicht al het zelve, alleenlijk<br />
binnen hunne Huizen of Winkels te<br />
verkopen, op de verbeurte van het dus buiten<br />
hunne Huizen of Winkels verkochte<br />
Graan , en daar en boven ene Boete van<br />
twintig Schellingen voor elke Zak, die zij<br />
tegen deze Ordonnantie verkocht zullen hebben<br />
, of door anderen zullen hebben laten<br />
verkopen. Uitgezonderd echter zodanig<br />
Graan of Koorn , het geen Zij, buiten Walcheren<br />
, gekocht hebben; want het ftaat hen<br />
Vrij, om, benevens andere Buitenlanders ,<br />
z,ulks
31& Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
zulks op ene Bijzondere Markt, bij dc Sas<br />
brug gelegen, en de Goefche Markt óf<br />
Koornbeurs, genaamd, te brem4i en te<br />
verkopen Dan, deze plaats thafs tot geen<br />
En, emdink, mag elk Burger en Ino-eze<br />
en van Middelburg, niet allé &<br />
én akijd f dat<br />
t op welk uur het ook zij; ter Markt £<br />
men, en zijn benodigdheid van Graan en<br />
Koorn kopen; maar heeft, uit krachte va<br />
nTr P<br />
R e<br />
Ba£ t'<br />
neer üakker, Brouwer, of Voorkooer<br />
en degelijke , Graan of Room geffit<br />
hebben, te vorderen, dat dezelve hem een<br />
jodamg gedeelte afflaa, als hij tot zijn noo i<br />
zelfden prijs, voor den welken de Bakker<br />
gekocht tUP r3an<br />
h U n n e b e a a l d e ll ' °? P<br />
^en,<br />
P d e v e r b e u r t e<br />
Whï r °<br />
varf het ge!<br />
toch e Graan, en ene Boete van twiniS<br />
Schellingen; ingeval de Bakker, Brouwer<br />
Bakker 6<br />
m k s e c h<br />
T ^ ^IT^ ^<br />
üakker, Brouwer., Moutmaker, Vleeshouwer,<br />
enz als mede-Burgers en CeTetcZ<br />
aangemerkt hun aandeel i| 'tgekocke S<br />
voor nooddruft van hun Zeiven en w n<br />
hunne Huisgezinnen nodig , mogen behouden<br />
(O, Om nu deze Week-Graan-Markt<br />
des<br />
'les-
jaarmarkten of Kermisfen^ 317<br />
des te beter in orde te houden, was 'er voormaals<br />
een perfoon aangefteld, om het op de<br />
Markt verkochte Graan te meten, waar voor<br />
hij genoot één groot Vlaams voor elke Zak,<br />
te betalen bij den genen, die zijnen dienst benodigd<br />
had; dan, -waai- in vervolgens deze<br />
verandering gemaakt is, naamlijk, dat thans<br />
de Commisfaris, die over de Koornmeters<br />
gefield is, moet zorgen, dat, op elke Marktdag,<br />
drie of vier Meters (of zo veel als ér<br />
nodig zijn) op de zogenaamde Binnen-Koorn-<br />
Markt (dus benaamd, in onderfcheiding<br />
van de Koorn-Beurs, op dewelke alle zoorten<br />
van Granen, van buiten het Eiland inkomende,<br />
verkocht worden) zich , vroegtijds,<br />
met hunne maten bevinden, om aan ieder,<br />
des begerende, ten dienst te Haan, en het<br />
gekochte Graan , of een gedeelte der partij,<br />
over te liaan; teneinde te zien, of hij, als<br />
Koper, de juiste Mate van het door hem<br />
gekocht Graan ontfangt: voor welken dienst<br />
aan de Meters van elke Zak, die op die<br />
Binnen-Markt, uit Walcheren, en St. Joosof<br />
Nieuwland, (een Eilandje, het welk ten<br />
Zuid-<br />
Zeelands fteeds waakt tot voorkoming der fchaarsheid<br />
en grote duurte van Graanen , ten einde de<br />
Ingezetenen niet alleen zouden worden behoed<br />
vóór gebrek ; maar ook niet mogten worden bezwaard<br />
met een al te hogen prijs van di: zo nodig<br />
en nuttig voedzel, is nog onlangs gebleken uit ene<br />
merkwaardige Waarfc'hociwing der Edele Mogende<br />
Heeren Staaten van Zeeland , gegeven te Middelburg<br />
op den 26. November 1789. te vinden in de<br />
Nieuwe Nederlandfche Jaarboeken voor die maand,<br />
Deel xxiii. bladz. 1T61 i~>6ï.
318 P'erhandzling over de Zeemrfche<br />
Zuid . Oosten van Walcheren gefegen eri<br />
alléén door een final Water van het zelve<br />
gelcheiden is, en zich, van tegenover den<br />
Oranje-Polder in Walcheren , tot nabij Voor<br />
t Kasteel van Rammekens , uitftrekt; en<br />
door het Slot van Zuidbcveland gelheden,<br />
zijnde, zo men meent, in 't midden van<br />
de diepte , met verfcheide Schorren, zonder<br />
emg oud land aan te raken, opgeworpen,<br />
en m vier Polders verdeeld is/ waar<br />
van de oudfte in 1631.5 de tweede in 1645;<br />
de derde m 1661,5 en de vierde in 1671;<br />
zijn bedijkt geworden) te koop komt, één<br />
duit, door de Verkoopers betaald moet worden,<br />
aleer de Zakken geopend worden; als<br />
mede één duit van elke Zak Graan , die<br />
buiten Middelburg, in St. Joos- of Nieuw-<br />
r'<br />
c n<br />
Walcheren verkocht, of binnen<br />
Middelburg, onverkocht, gebracht worden<br />
(P): op dezelve wijze mogen geen Poullemers<br />
aldaar ter Markt verfchijnen ; of enige<br />
Eetwaaren, Zuivel of Leeftocht opkopen,<br />
voor half twaalf uuren, bp verbeurte van de<br />
gekochte Goederen, en twintig Schellingen<br />
Boete; ook mógen zij zich niet"laten vinden<br />
Aan,Ontrent, ofBuiten de Stads Poorten, ten<br />
einde den Landlieden te gemoet te gaan, cn hen<br />
derzelver Zuivel, en Eetwaaren, af te kopen;<br />
gelijk zij ook het geen met Marktfchepen uit<br />
Holland, of van andere Plaatfen, wordt aangebracht,<br />
niet mogen bedingen of voorkopen<br />
, voor en aleer het beltemde uur ver-<br />
fche-<br />
O s<br />
> Ampliatie op de Ordonnantie op het Meten<br />
*an Koorn, van den 4. van Oogstmaand 169C.
Jaarmarkten of Kermisfen. 319<br />
fchenen is, en die Goederen tevens, op de<br />
Marktdagen, ter Markt gebracht zijn : ook<br />
is het aan hen niet geoorloofd, om in Perfoon<br />
, of door Iemand' van hunnen wege,<br />
nevens de Landlieden , op de Zuivel-Markt<br />
te zitten, hunne Waaren ter Markt te brengen,<br />
of te verkopen: en, bijzonderlijk, is<br />
het hen verboden op dc Markt te woonen (jf),<br />
Eindelijk is ook binnen Middelburg 't gewigt<br />
der Boter,dewelke ter Markt gebracht wordt,<br />
bepaald, en niet alleen zijn die Landlieden;<br />
maar ook hunne Vrouwen, Dochters, Meiden,<br />
en andere, verplicht en gelast om geene<br />
andere Stukken Boter ter Markt te brengen,<br />
dan die één pond en twee loot (de halve<br />
itukjes en vierendelen naar gelang) Middelburgsch<br />
gewigt houden (r). Nog worden<br />
te Middeïburgh van elk Beest, dat op de<br />
Markt gebracht, of binnen de Stad geilacht<br />
wordt, zekere Ongelden betaald; als van cen<br />
Paard één Schelling; van een Hit of Veulen<br />
fes Groten; van een Hoorn-Beest, boven de<br />
twee Jaren oud, vier Groten; van een Kalf<br />
twee Groten; van een Speenlam één Groot;<br />
van een Zuiglam een halve Groot; voor een<br />
Speen-Varken één Groot; en voor een Volwasièn<br />
Varken; mitsgaders voor één Winter-<br />
Rund, en daar beneden, twee Groten Vlaams:<br />
cn moeten de Verkopers, van den eerllen van<br />
Bloei-<br />
(q) Ordonnantie van het Poulleniers Gilde binnen<br />
Middelburg, van den Jare 16.14.<br />
Cr) Waarfchouwmg van den 28. van Bloeimaand<br />
1688. van den 2. van Bloeimaand 1748 , en van<br />
den ie. van Wijnmaand 1770. •
320 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
moemumd tot dcn hntGen van Slachtm<br />
van hunne ter Markt gebrachte Schapen: en<br />
van den eerften van Slachtmaand tot den W<br />
ten van Grasmaand, voor dc Lammeren zekerMarkt-geM<br />
betalen, 't welk de Kopers<br />
aan hunne,! Koopprijs korten (s) : en voor<br />
aUe deze Marktgelden is de Pachter van dat<br />
Middel verplicht, om de Beesten-Markten<br />
zuiver te houden; en, opdat aan dit einde<br />
zoude konnen worden voldaan, is het aan<br />
enen iegelijk verboden, 0p dezelve enige •<br />
Vuiligheid te werpen, bij de Boete van twee<br />
Sche Imgen Vlaams; waar van de Bekeuring<br />
en Daadhjke Invordering aan den Pachte?<br />
toekomt, dewelke ook verplicht is, om<br />
m z i j n e n 0 n t f a<br />
1 Vr i' f ngér, zich, op<br />
de Markt-dagen, tijdelijk op de Beesten-<br />
Markt, te laten vinden, ten einde zijnen<br />
impost te omhingen: cn mogen geene Beesten<br />
yan de Markt vervoerd, of, die niet ter<br />
Markt geweest zijn, geflacht worden, voor<br />
dezelve aan den Pachter aangegeven cn<br />
die Impost daar van betaald .is ; dan van<br />
Avelkenlmpost de onverkochte beesten bevrijd<br />
zijn. Waar tegen het aan elk cn cen iegelijk<br />
vrij, ftaat om op de Marktdagen (even als<br />
op de Jaarmarkt, te Middelburg) zijne Appelen,<br />
Peeren, Nooten, Mispelen, Perfi-<br />
«en cn andere Fruiten, ter Markt te brengen<br />
en te Verkopen, zonder in het Gilde der<br />
Frui-<br />
O) Ordonnantie op den Impoft van Loeft en Ajuinj<br />
mitsgaders het Markt-Geld van Jjeeftiaakn<br />
van den 26. van Lentemaand 1720.
Jaarmarkten of Kermisfen, 321<br />
Fruitenieren te zijn (O- Wij zullen nu met<br />
fpreken van de berging der Paarden en Wagens<br />
der Landlieden; noch ook van de Ordres<br />
op de Zaturdagfche Vleesch - Markt binnen<br />
dezelve Stad , aangezien, ontrent dit een en<br />
ander, bijzondere Keuren gemaakt zijn ( u).<br />
Ook zijn in andere Steden en Plaatfen hier<br />
ontrent wederom andere bevélen gegeven ;<br />
terwijl men, over het geheel, hier alleenlijk<br />
moet aanmerken, dat alle deze der Steden<br />
•Week-Markten geene mindere Voorrechten<br />
voor dezelven zijn, dan de aan dezelve vergunde<br />
Jaarmarkten : dit begreepen ook die<br />
van Zierikzee, wanneer Zij zich aan dat<br />
Voorrecht zo veel gelegen lieten leggen, dat<br />
Zij voor den Groten Raad te Mechelen , tegen<br />
die van Duiveland, ftaande hielden, dat,<br />
in 't geheele Eiland van Duiveland, geene<br />
Weekmarkt vermogt gehouden te worden;<br />
gelijk Zij dan ook, bij uitfpraak van dien<br />
Groten Raad, op den 24. van Wintermaand,<br />
des Jaars 1523. in dit hun gevoelen Zegenpraalden<br />
(v).<br />
Doch laten-wij tot de Voorrechten, aan<br />
Vrije-Markten vergund, weder keeren. Wij<br />
zagen<br />
ft) Ordonnantie op het Gilde der Fruiteniers<br />
van den 3. van Louwmaand 1591- Art. 3. Bekendmaking<br />
van den 15- van Wintermaand 1703. en van<br />
den 19. van Herfstmaand 1711.<br />
(u) Placaat van den 10. van Zomermaand 1695.<br />
en ven den 12. van Slachtmaand 1707. Ordonnantie<br />
op 'net Bèenhouweri-Gilde van den 31. van Wmtei;ttia-rhd<br />
1616. „ . - v<br />
(v) Tegenwoordige Staat van .Zeeland» ï. üfiiK<br />
pag. 397-<br />
• .<br />
•tebö - Wi<br />
Onderzoek}<br />
of iemand<br />
van de Ar»<br />
relt-Vrijr
322 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
beid en 't<br />
Vrij - Geh . zagen onze'Jaar- en fommigen onzer Weelcde<br />
der Jan / Markten met het Vrij - Geleide der HooC O-<br />
markten af<br />
ftand kan • verheid,in 'tgaan en keeren, begunfHod• wij<br />
doen. zagen ook de Marktgangeren, voo?-hunne<br />
Perfonen en Goederen, vrij van Arreit en<br />
Bekommering gefield, zo lang die Markten<br />
geduren : doch nu zoude men'konnen vragen,<br />
of Zij ook van deze hunne Voorrechten<br />
afftand mogten doen; dan of zij pehoudfn en<br />
verplicht zijn, om, bij voor, omende gelegenheden,<br />
dezelve, willens of on••uilen« ö<br />
ter<br />
hunner verdediging in te roepen? Veelen onzer<br />
Rechtsgeleerden zijn van oordeel, &t<br />
men die eerite Vraag, fle% 5 en de tweede,<br />
ontkennender wijze, moet beandwoorden.<br />
Jaarmarkten of Kermisfen. 323<br />
mand, die van deze Voorrechten heeft afftand<br />
gedaan, inuisfchen komt te fterven; of hij,<br />
dan , zijne Erfgenamen daar mede zodanig<br />
heeft.konnen befchadigen, dat dezelve zich,<br />
met geen vrucht, op deze Voorrechten zouden<br />
konnen beroepen; maar gehouden zijn<br />
dien gedanen afiland van hunnen Voorzaat<br />
geftand te doen ? De gronden van het Recht<br />
zijn hier ontrent niet ten vollen beflisfend:<br />
want befchouwen wij enen Erfgenaam, als<br />
tredende in de fchoenen van enen Overledenen<br />
, zo vinden wij hem verplicht dat geene<br />
geftand te doen , wat de Overledene gehouden<br />
was, daar te ftellen(x): zien wij nu daar<br />
bij op de fchuld, voor dewelke de Overledene<br />
van deze zijne Voorrechten heeft afgeftaan,<br />
zo vindr men die van den zelfden aart en natuur,<br />
als zij te voren was; naardien de overgang,<br />
van den enen op den anderen, daar in<br />
geene verandering maakt, (v): de Overledene,<br />
die door zijnen Erfgenaam -hechts wordt<br />
vertegenwoordigd, is en blijft de eigenlijke<br />
Schuldenaar, van wiens Boedel en Nalatenfchap<br />
dezelve Schuld geëischt kan worden<br />
(3); en de Erfgenaam wordt, door 't aanvaarden<br />
van dien Boedel, zelfs Schuldenaar,<br />
en kan, uit dien hoofde , uit het Hand*<br />
fchrift van den Verftorven, tot Betaling aan*<br />
gefproken worden, fchoon zijn naam m de<br />
Schuld-<br />
(x) L. 44. Lib. 30. D. Tit. 1. Ad Senatus-Confultum<br />
Trebelliannm.<br />
(y) L. 1. f 2. Lib. 45. Tit. tf Digett. de Fer<<br />
lorum Oolisratümbus.<br />
( z)L . '108. Lib. 50. D. Til:. 16. de Ferbomm 3igt'.ificaiionibits.<br />
X a
324 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Schuldbekentenis met zij uitgedrukt<br />
want Hij, en de Overledene zijn ten dezen<br />
opzichte, in Rechten maar één Perfoon, en<br />
volgen eikanderen in Baaten en Schadens op<br />
(b): terwijl andere Rechtsgeleerden, in tegendeel<br />
, van oordeel 2ijn; dat een Schuldenaar,<br />
zijn Perfoon, of Goed, verbonden hebbende,<br />
dat verband niet verder heeft aangegaan,<br />
dan voor zich zeiven alléén; en geenzfns<br />
met oogmerk, om 't zelve, na zijnen Dood,<br />
op een ander te doen overgaan , en dat,<br />
dierhalven-, een Erfgenaam niet mag worden<br />
Vastgehouden, Bekommerd, of Bankvast gemaakt<br />
, uit krachte van zodanig een Verdrag,<br />
uit het welk de Overledene, bij zijn leven,<br />
Arreftabel zoude geweest zijn; vermits een<br />
Erfgenaam, noch door zich zeiven verbonden<br />
is; noch, door den Overledenen in zo verre<br />
verbonden heeft konnen worden, om hem<br />
Gevangen te mogen houden, wanneer hij de<br />
Schuld van den Overledenen niet betaalde;<br />
of voor de voldoening zekerheid llrelde: ook<br />
is zulk een Verlof, zulk een Rechts Afiland<br />
enkel Perfoneel, en flerft met den Overledenen.<br />
Buiten en behalven, dat een Erfgenaam<br />
_f» Argnmento Legis i. Lib. 4. Codicis, Tit. 2.<br />
Si cerium petatur.<br />
f*) L. 59. Lib. 50. D. Tit. if. de DtoerRsRmï.<br />
M JWS. L. 11. Lib. 7. Codicis, Tit. 32. de'Mquiren-<br />
4a, & Rjnenda Posfesftone. $. 5. Lib. 3. Inllitutionum,<br />
Tit. 28. de Obhgationibui, qme qua/i ex Contraiïu nafcmtur.<br />
Peckius, van Bezetten, 13.' Deel Nam. 3. en<br />
voigg. Serlichius, Part. i. Conciuf. 75. Num' 8<br />
Carpzovius Jurisprudentiae Forenfis Romano-Saxonicae,<br />
Part. t. Conftitutioa. 30. Definit. 6.
Jaarmarkten of Kermisfen, 335 -<br />
«aam van zodanigen Schuldenaar allezins gerechtigd<br />
is, om zich Onweetend en Onbewust<br />
.te houden van enen zodanigen Afiland; het<br />
welk hem dan ook Bevrijden moet, van, of<br />
Gevangen genomen, en Vast-gehouden , of<br />
in zijn Perfoon en Goederen bekommerd , te<br />
konnen worden 4 naardien zulks .alléén uit<br />
het in gehreken blijven der voldoening van<br />
eige Schuld, gefchieden kan: nog vindt men<br />
andere Rechtsgeleerden , dewelke meencn ,<br />
tulfchen die beide, tegen elkander over llaande<br />
gevoelens., enen midden weg te hebben<br />
gevonden., en zijn van oordeel, dat men, in<br />
zulk een geval, behoort onderfcheid te maken<br />
tulfchen zulke plaatfen, daarliet verkiezen<br />
van eene Rechtbank, buiten den D:igelijkfchen<br />
Rechter, zo wel den Erfgenaam ,<br />
als den Verkiezer verbindt; en tulfchen plaatfen,<br />
waar die Verkiezing alléén voor perfoneel<br />
gehouden wordt (>j: en, in het eerlie<br />
geval, zijn die Rechtsgeleerden van gevoelen,<br />
dat, vermits de Arresten niet anders zijn, dan<br />
r<br />
ene gedwongene onderwerping aanbenen Buiten'i-cwonen<br />
Rechter , de afiland van enen<br />
Overledenen aan zijne Erfgenamen fchadelijk<br />
is (d) : doch, in het andere geval niet. Hoe latigeU<br />
genlijk de<br />
Maar, wat daar ook van zijn moge 9 wij Middelburg-<br />
gunnen gaarne, in zulke gevallen, een' ieder febe en GoefcheKermi»-<br />
zijne verkiezing. Maar wij zullen nu overfen, of Jaargaan<br />
om nog een en andere duisterheid, in ïnnikten,geduur Jen , in<br />
den gevolge hun*nerGraaflijk»<br />
Privilegiën,<br />
(c) Sande, Lib. 1. Decifionum Frificarum, Dafini opgehelderd.<br />
U<br />
%)Voet ad Lib. 1. Pandeftarurn, Tit. 1. d( jfurii'Mione<br />
•> Num. 28 & 29.<br />
X3
32(5 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
den Voorrechts-Brief der Middelburgfche Jan*,<br />
markt voorkomende , zo veel ons mooglijk<br />
zal zijn, op te helderen; waar uit dun die<br />
van Goes, en misfehien ook andere,insgelijks<br />
licht ontfangen kunnen. De Jaarmarkt tè Middelburg<br />
begon , volgens dien Voorrechtsbrief<br />
, op den' 22 van Hooimaand , ot' Sinte<br />
Marie MqgdaleAe (tvónd , en geduyrde<br />
tote vyf daegen. toe , ende niet langer, van<br />
Peerden , ende van allen andgren Beesten;<br />
die eerfie twee daegen van laekaie, etiae van<br />
méreerien, of m.arferien, ende van allen<br />
anderen Goede drie daegen enne niet langer ,<br />
ende des vierde da ges bi der fr.nen binnen comen.<br />
Dit Articai Ichijnt', in den eersten<br />
opflag, vrij duister, en éehige opheldering te<br />
vereisichen. In het algemeen bepaalt het zelve<br />
den tijd , niet alléén, hoe lang de Jaarmarkt<br />
geduren mag; maar ook, welke Goederen<br />
en Waaren op dezelve vaornaamlijk<br />
mogen te koop gebragt worden; en eindelijk,<br />
hoe veel tijds er voor deze, en voor geene<br />
soorten van goederen gegund wordt, om daar<br />
in, gedurende den Markt-tijd, handel te<br />
drijven. Wanneer men nu leest : geduyren<br />
tote vyf daegen toe, ende niet langer: zo zoude<br />
men die woorden fchijnen te moeten opvatten<br />
, als of de Graaf geen langer Jaar/t<br />
markt j aan die van Middelburg, heeft toe-'<br />
geflaan , dan alléén voor vyf achter één volgende<br />
dagen: en, dat, op de twee eerste dagen<br />
, Paarden- en Beesten - Markt gehouden<br />
zoude worden; terwijl de drie overige dagen<br />
zouden dienen tot het verkopen van Lake-<br />
•nen, Mercerien, en alle anderen Goederen,<br />
zon-
Jaarmarkten of Kermisfen. 327<br />
zonder onderfcheid: edoch, deze uitlegging<br />
heeft, mijns-oordeels, verfcheide zwarigheden;<br />
want ware dit zo; wat zal dan , in de<br />
eerste plaats beteekenen, „ ende des vierde<br />
„ dages bider fonnen binnen ccmcn% tentweeden<br />
, dan zoude de famenvoeging der woorden<br />
op ene andere wijze moeten gefield zijn<br />
geweest, of veranderd worden : naamiijk<br />
dat de Graaf verklaarde , „ een Jaarmarkt<br />
„ gelegd en gevrijd te hebben, m zijne Poon<br />
ite van Middelburg, op St. Marie Magdalem<br />
avond, duurende volle vijf dagen toe,<br />
„ en niet langer. Van Peerden , ende van<br />
„ allen and.ren Beesten, die twee eerste dae-<br />
,-, gen : van Laekene, ende van Mercencn»<br />
„ ende van allen anderen Goeds drie volger, de<br />
„ dagen , en niet langer." Maar, ten derden,<br />
daar dit de Voorrechts - Brief is, die<br />
niet alleen het begin; maar de during van<br />
de tegenwoordige Middelburgfche Jaarmarkt<br />
bepaalt, dewelke thans niet vijf, maar volle<br />
veertien dagen geduurt; zo zoude men billijk<br />
mogen vragen 1<br />
: van waar zijn die negen overige<br />
dagen gekomen ? wie heeft dezelve 'er<br />
bij p-evoegdV wanneer is zulks gefchied? waar<br />
d c<br />
e n h e t<br />
is dm *Wi Voorrecht van? want,<br />
van zulk ene vermeerdering van tijd leze ik<br />
nergens. Dies vatten anderen die woorden:<br />
,. ende seduyrende tote vvf daegen tot,endeniet<br />
langer, op," als of de Graaf zoude hebben willen<br />
zeggen: dat de Jaarmarkt te Middelburg,<br />
ten langllen, of niet langer zoude mogen geduren<br />
, dan vijf Week • Marktdagen. Gaarne,<br />
ftemme ik toe, dat de tegenwoordige Jaarr markt te Middelburg nooit langer haat, dan<br />
V ]<br />
X 4<br />
J f
328 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
vijf Week-Markt-dagen; en dit gefchiedt alléén<br />
op dien tijd, wanneer de twee-en-twintigfte<br />
yan Hooimaand, of de Feeftdag van<br />
Maria Magdalena , op Zondag invalt; want,<br />
anders geduurt de Kermis aldaar niet langer,<br />
dan vier WeekrMarkt-dagen; of volle Veertien<br />
dagen. Dat het woord dag nu en dan,<br />
bij uitflek , kan genomen worden voor enen<br />
Marktdag, wil ik niet langer tegenfprekenj<br />
hoewel er mij tot hier toe geen "bewijs van<br />
in handen gekomen is: doch de Hooftzwa-j<br />
righeden hier tegen zijn nu nog deze : het<br />
blijkt mij nergens, dat Middelburg, ten tijde<br />
van Graaf Willem den Derden, met éénen<br />
Week-Markt-dag is voorzien geweeft; of<br />
zo die Stad éénen Week-Markt-dag gehad<br />
hebbe, is dezelve alléén des Zondagsgehouden<br />
: die dag toch (zagen wij hier voren)<br />
was toen de gemeene Week-Markt-dag'in<br />
geheel Walcheren; welken zijn Zoon, draaf<br />
Willem de Vierde, eerst, op Dingsdag verzettede;<br />
daar en boven, zo was die Stad dan<br />
nog, ter dier tijd, alléénlijk voorzien met éénen<br />
fïeek-Markt-dag; wanneer men nu begrijpen<br />
moest, dat de Graaf had gewild,<br />
dat de Middelburgfche Jaarmarkt zoude<br />
liaan vijf'Week-Markt-dagen, 20 zoude dezelve<br />
vijf gehele Weeken achter den anderen<br />
hebben moeten geduren; dat niet waarfchijnlijk<br />
is; en waar van ook nergens blijken<br />
zijn; daar en boven is die uitlegging niet<br />
in ftaat, om de zwarigheid weg te neemen,<br />
wat men dan door de woorden : ende des<br />
vierde daeges bi der Sonnen binnen com<br />
verftaan moet: de grootfte waarfchijnlijkheid<br />
hebr
Jaarmarkten of Kermisfen. 329<br />
hebben (immers naar mijn oordeel) de ger<br />
dachten van den Notaris en Procureur, Piekerde<br />
Maret (ej, dat dit Articul van dezes<br />
Graafs Brief niet fpreekt van vijf; maar van<br />
veertien dagen i welke deze Markt zoude geduren<br />
, en ook werkelijk zederd geduurd<br />
heeft, en als nog geduurt. Hij meent, naamlijk,<br />
dat men dit Articul in dezer voeo-en'verftaan<br />
moet: deze Jaarmarkt zal ingaan<br />
op Sinte Marie Magdalena avond, of den<br />
0,2. van Hooimaand, ende geduyren tote vijf<br />
daegen toe, ende niet langer van Peerden,<br />
ende van anderen Beesten, en die eerfle twee<br />
daegen, (na de vijf vooraf gegane dagen)<br />
yan laekene ende van mercerien. ende van allen<br />
anderen goede drie daegen ; ende niet langer,<br />
ende des vierde da ges, bi der Sonnen,<br />
binnen comen : dat is: eindigen op den vierden<br />
dag, op welken, even als de drie vorige<br />
, allerieije Koopwaaren , uitgezonderd<br />
Paarden en andere Beesten, hebben mogen<br />
te koop gebragt worden : eigenlijk wil hij<br />
zeggen; dat de Jaarmarkt te Middelburg, 2,0<br />
veel het verkopen en kopen van Goederen<br />
betrof, niet langer geduurde, dan tien dagen:<br />
en dat er van dje tien dagen vijf zouden<br />
zijn, om Paarden en andere Beesten te<br />
kopen, te verkopen, en te ruilen; dat is;<br />
dat gedurende vijf van de tien dagen, Paai><br />
den- en Beesten-Markt zoude worden ge-<br />
hou<br />
(e) Hiftorifche Verhandeling der Jaar- en Week-<br />
Markten in Zeeland in 't gemeen; en der Middel:<br />
burgfche Kermis in 't Bijzonder. MS. 19. Hoofdig<br />
pag. 69 en 70.<br />
' * X 5
33° Vwlumdding over de Zeeuwfche<br />
houden : dat er wijders twee dagen waren<br />
gefchikt, om alJexJeije zoorten van Lakenen,<br />
en alle andere Koopwaaren, (onder het woord<br />
Mercencn (f) begreepen) te verkopen, te<br />
venten, en uit te 1'nijden: en dat er dan nog<br />
drie dagen, en ook niet langer, zouden zijn"<br />
. voor het kopen en verkopen van alle andere<br />
Goederen , die zo zeer niet onder de benaming<br />
van Mercerien begreepen waren: doch,<br />
dat op den elfden dag, "bij het aanlichten van<br />
de Zon, dc Kerk-Mis , of het Feeft der Inwijding<br />
van St. Pieters- of Noord-Moufter-<br />
Kerk, beginnen zoude , en vier voile dagen<br />
ged.uien : Waar uit men dan zien kan,<br />
», (zegt hij) dat tien dagen, na Maria Mag-<br />
» daieua avond, de Jaarmarkt, voor zo<br />
„ veel het kopen en verkopen aangaat, ge-<br />
5, houden, en ten einde was, den elfden<br />
„ dag, züncle den eerften van Oogstmaand ,<br />
„ of St. Picters-Dag, (gelijk: wij te voren za-<br />
„ gen) de Hoge Mis van de Kerk van Noord-<br />
„ Moniier, waar op gehouden wierd den<br />
„ Ommegang van het Heilige Kruijs. Dan<br />
„ was alles eerst in Devotiecn daar na,'<br />
„ in een losbandig vermaak. Dan had men<br />
„ aan Vertooningen , Spelen , Comedien<br />
„ en Referijnen geen gebrek. Dit djiqrde vier<br />
„ dagen , en zulx famen veertien dagen.<br />
„ En daar mee was het Kermis uit. En<br />
„ men<br />
(f) Kiliom , Etyrnologicum Teutonfcae Lingaae;<br />
Vocc Meetje , Meerfcrye. Waar van daan Mee
Jaarmarkten of Kermisfen. 33*<br />
„ men had meest al, in plaats van de Kerk-<br />
„ Mis in devotie te betrachten, de Kerk mis<br />
„ geloopen. %<br />
DezeZceuw-<br />
Deze Jaarmarkt, hoe vrij dezelve oo.c fcbeJaar- zijn moge, voor allen, die op dezelve kwa-,<br />
marktenwaïLn niet vrij<br />
men, was, echter niet vrij van der Graven van der<br />
Tollen, voor de Waaren, die op dezelve<br />
Graven<br />
Tollen» -<br />
gebracht, of van daar vervoerd werden •<br />
fchoon wel enige Schrijvers, onder de Voorrechten<br />
der Groteen Vrije Jaarmarkten, tellen<br />
de vrijheid van Tol en Gelei-Gelden; dat<br />
zijn zulke Ongelden , die lleeds door Buitenlanders<br />
en Vreemdelingen betaald v,orden,<br />
voor het inkomen, uitgaan , of doortrekken,<br />
in, uit, of door den Lande, voor 't gebruiken<br />
der Stromen, Rivieren, Wegen en<br />
Bruggen; Ongelden, die den Graaye eigen<br />
•waren en toebehoorden. Deze Vrijheid nu<br />
hebben die Sclirijvers getracht uit de hier boven<br />
reeds aangehaalde Wet der Keizeren Valens<br />
m Valentiniaan af te leiden (g), naardien<br />
bij dezelve gezegd wordt : dat van der<br />
Kooplieden Goederen , op de Markten,<br />
niets mag bedongen, noch mag genoten ,<br />
noch afgeperst worden : op deze wijze redeneert<br />
onder meerder anderen de Hoogleeraar<br />
op de Hoge School .re Straatsbuig<br />
Juflus Meijer (h) „ Het recht der Jaar-<br />
_ markten brengt mede (zegt hij), dat men<br />
v<br />
„ niets<br />
( g) Lib. 4. Codic. Tit. 60. de Nundinis fc B<br />
Mer-<br />
catibus.<br />
(h) In Collegio Argentoratenfi ad Lib. 50. 1 andectarum<br />
, Tit. 11. de Nundinis, Num. 3. (Tom. 3.<br />
pag. 883.) •
332 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
„ niets neeme voor de Koopwaaren, of ter<br />
„ Markt gebrachte Slaaven; noch enig Staan-<br />
„ geld voor de plaatfen , op welke die<br />
„ Waaren worden uitgeftald : want zij Haan<br />
„ onder de beicherming der Hoge Overheid;<br />
„ welke befchermende veiligheid uit de Wet<br />
„ komt, naar 't zeggen van Bartolus ( / ) ;<br />
„ zo dat noch Kooplieden, noch Handeldrij-<br />
„ vers enige Tollen, enz. moeten betalen."<br />
en hier op , meenen zij , dat de Rechtsgeleerde<br />
Ulpiaan ziet, (h) als hij zegt: „ Op<br />
„ alle tijden wordt er recht gepleegd tegen hen,<br />
„ die, op naam, of wegens de Markt, tegen<br />
.„ de algemééne nuttigheid aan, iets heeft ont-<br />
„ langen of genoten:" doch men hefchouwe<br />
Üegts die Keizerlijke Wet met aandacht, en<br />
dan zal men daar niets in vinden, waar bij den<br />
Kooplieden en Kramers vrijheid van Tollen<br />
wordt toegeflaan: die Vrijheid toch was<br />
een Voorrecht, dat niemand , dan bij een<br />
uitdruklijke Wet, verkrijgen konde. Gelijk<br />
Keizer Conflantin ene zodanige bijzondere<br />
gunst uitdruklijk bewezen heeft aan dezulken<br />
der Roomfche Krijgsknechten , die, wegens<br />
hunne hoge jaren, of andere ongemakken,<br />
niet meer tot den Krijgsdienst gebruikt konden<br />
worden (f); ja Keizer Valens zelve wil,<br />
met zijnen Rijksgenoot Valentiniaan , dat<br />
geene Kooplieden de Vrijheid van Tollen<br />
heb-<br />
(0 In Leg. II. 4 Legem Jitliam Maieflatis.<br />
{k) L. 3. 5. 2. D. Tit. 12. de Feriis fcf Dilatio^<br />
Kibus : Fornerius, Lib. j. Rerum Quotidianarum ,<br />
Cap. 6. ^ '<br />
(/) L. i. Lib. 12. Cod. Tic 47. de Feieranis.
Jaarmarkten of Kermisfen. 333<br />
hebben zouden ( m ). Zij gaven aan den zeiven,<br />
en allen , die de Markten bijwoonden,<br />
wel Vrij-Geleide; maar geene Vrijheid van<br />
Lasten of Tollen, zegt Gothofredus (n). En<br />
Johannes Parladorius verhaalt: hoe het in<br />
Frankrijk rechtens is, dat zij, die op de<br />
Jaarmarkten komen, de Rijks-Tollen dragen;<br />
ten ware zij, door een bijzonder Voorrecht,<br />
daar van worden vrij gefield (0). En de<br />
meermaals aangetogen Fritfchius (pj, getuigt<br />
: - dat, genoegzaam geheel Duitschland<br />
door, de Tollen en Ongelden, door Kramers<br />
en Kooplieden, worden betaald. Buiten<br />
en behalven, dat het aan geene Rechtskundigen<br />
ontbreekt, die het zeggen van den<br />
Rechtsgeleerden Ulpiaan opvatten, van zulke<br />
Voor- en Opkopers van Granen, die<br />
geld van de met Graan te Markt komende<br />
Kooplieden ontvangen, om hun Koorn,<br />
(als 't ware) te kopen, op dat zij niet<br />
genoodzaakt zouden konnen worden, om<br />
bun Koorn , tot enen gellelden Prijs, aan<br />
de Openbare Lands-Magazijnen te leveren:<br />
of wel anderzins ; door zulk gewaand opkopen<br />
te wege brachten, dat anderen het Koorn<br />
tot hoger Prijs hen moesten afkopen (
334 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
lieden die .zelfde Rechtsgeleerde nog op ene<br />
andere plaats (r) fpreekt: dan wat van dat<br />
gebruik, ten tijde dier Romeinfche Alleenheerfehers,<br />
ook zijn moge; dit is zeker, dat,<br />
in ons Land, niemand', 't zij van hoge of<br />
lage geboorte,die uit vreemde Landen kwam,<br />
of derwaards henen trok, var, het betalen der<br />
Tol-Rechten vrij was, dan alléén dezulken,<br />
die naar Rome, of elders, in Bedevaart, gingen<br />
: die naar 't Hof der Frankifche en Duitfche<br />
Keizeren, 't welk, toen ter tijd, nog<br />
•geene beifendige Zitplaats had, trokken: die<br />
de Landdagen - gingen bij woonen ; of die<br />
zich met Waaren en Leeftocht naar de Legers<br />
begaven; en van welk laatfle bij ons nog<br />
het Vryldger bekend is ( ƒ,): ook tonen de<br />
Graaflijke Handvesten duidelijk genoeg , dat,<br />
ten minsten, onze Hollandfche en Zeeuwfche<br />
Markten geene Vrijheid van Toiien genieten:<br />
want bij 't Handvest aan die van Medenblik<br />
verleend, in den Jare 1288, behield Graaf<br />
Floris de Vijfde voor zich, en voor zijne<br />
Nakomelingen-, n<br />
et Recht van Toiien te heffen<br />
, op hunne Vrije Jaarmarkten (i); en<br />
hier in volgde hem Hertog IVillem van Beheren<br />
na, in zijnen Vergunningsbrief van ene Jaarmarkt<br />
te Lnkhyizen, in den Jare 1350. (u)<br />
als<br />
(r) L. 2. pr. Lib. 48. D. Tit. 12. it Legc Julia<br />
de A'vmim, • 0<br />
(s) Gipitularia Regis Pipini, Anni 7S7. Cap. e.<br />
Ludovici Pit, Anni 819. Cap. 7. VanLoun, Aloude<br />
itegecrings-wijze van Holland, 1. Deel pag. 245.<br />
en 2.1.6'<br />
(t) F. v. Mieris, Groot Charterboek , 1. Deel<br />
Fol. 482. 4S6. 491.<br />
(u) Het zelfde Boek, 2. Deel, FoL 831. %j.
'"" Jaarmarkten of'Kermisfen. 335<br />
als ook Vrouwe Jacoba, die in haren<br />
Voorrechtsbrief, van den jare 1417, de Tolden<br />
bepaalde , die aan Haar betaald moesten<br />
worden , ten tijde van de Jaarmarkt te Goes:<br />
20 fpreekt ook Graaf Willem de Derde in<br />
zijn Handvest gegeven aan die van Middelburg<br />
, 't welke"" wy thans trachten op te helderen.<br />
Hij leide en vrijdde wel deze Jaarmarkt<br />
voor allen, die op de zelve komen<br />
wilden, dat zij vrij en onbelemmerd konnen<br />
vaaren , bhjven en keeren, maarniet,<br />
dan met haer regter''Tollen : en Hij voegt<br />
er, te gelijk, bij hoe veel Tolrechten, van<br />
elk ter Markt tc brengen goed , betaald moet<br />
worden ; welke bepaling, hoewel ,. haar<br />
deze tijden gerekend , bij uitllek gering<br />
fchijnende, echter in dien tijd, naar de fchaarsbeid,<br />
en daar uit vloeijende meerdere waarde<br />
der Munten , als van veel belang moet worden<br />
aangemerkt: en zeker, onze Graven zijn<br />
nimmer" zo mild geweest, van aan hunne<br />
Landzaten , of Stedelingen , enige Gunsten<br />
en Voorrechten 1<br />
toe te Haan, zonder daaruit,<br />
of hun bijzonder nut te trekken • of hunne<br />
Inkomften daar mede te vermeerderen; en<br />
hunne nooit genoeg hebbende Schatkist teflijven<br />
: zij waren toch de geen, die alléén<br />
deze Tollen trokken, en voor zich zeiven<br />
genoten. Dies droegen Zij wel zorg , dat<br />
die Tollen niet te weinig opbrachten. En 't<br />
was hen niet genoeg, de Kooplieden en Kramers<br />
voor hunne inbrengende Waaren te doen<br />
betalen ; maar ook de Schepen , met welke<br />
die Goederen werden aangebracht, waren mede<br />
Tolrechten fchuldig. „ Ende foe wat Scepe,<br />
dat
33
Jaarmarkten of Kermisfen. 337<br />
,; de, (andere lezen graewe) laekenen, witte!<br />
4, laekenen , ende allerhande voeder laekene<br />
„ twee penn. Tourn. tè tollen. Soo wie dat<br />
i, bonte voerièl, of bonte pelfen coopt, twee<br />
j, penn. Tourn. van den fticke; ende die<br />
,, van Lammeren voerfel coopt, eenen penn-.<br />
Tourn. van den fticke. Vart allen Maer-<br />
5, cen, ende van elcken packfele, dat der<br />
j, Maercerye toebehoort, ende over heilagen,<br />
(andere willen : overhoeft bezeghelt. Dit zal<br />
zo veel beduiden : dat gefloten is) „ dat<br />
j, fal gelden twee fchell. Tourn. Van elcken<br />
vaete, dat twee bodemen heeft, ende ter<br />
„ marckt comt, dat fal gelden fes penn.<br />
„ Tourn. van allen gouden wereke, van al-<br />
„ len filveren wereke , van allen metaelen,<br />
j, tinnen, looden wereke; jof foo wat goe-<br />
5, de dat hier niet vernomt en es, dat lal geven<br />
eenen penn. Tourn. van elcken ponde<br />
„ te tollen;"<br />
In wat Mun-<br />
Men ziet hier Uit, voor Eerst, welke Waate die Graafren<br />
en Koopmanfchappen, te dier tijden, lijke TolJen<br />
moeiten be<br />
Voomaamlijk, op onze Zeeuwfche Markten taaldwer- gebracht, verkocht envertierd werden; waar den.<br />
uit men vervolgens dert Staat Van onzen<br />
Koophandel, onder het Eerfte , en Tweede<br />
Graaflijke Stamhuis, kan opmaken: ten<br />
tweeden, leert mén ook hier uit, welke Tolrechten<br />
daar voor aan , of ten behoeve van<br />
den Graaf, betaald moesten worden: en eindelijk,<br />
ten Derden, dat het niet even veel<br />
was, in welke munt die Tolrechten betaald<br />
werden: het betalen toch van deze Tolrechten<br />
moest gefchieden met Tournoifche munt;<br />
jhjmers de Munt-fpecien, die men gaf, moes^<br />
Y ten
338 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
t<br />
ten op de waarde van dat Geld gebracht worden.<br />
De naam dier Muntfpecie is ontleend<br />
van ene Stad in 't Celtisch Gallia, wel eer<br />
genaamd geween: Caefarodunum, om dat men<br />
meent, dat dezelve haren oorfprong aan den<br />
Romeinfchen Opperveldheer Ca/us Julius<br />
Caefar, wanneer Hij, met de Romeinfche<br />
Legermagt, de Vrije Gallen beftookte , ver-<br />
Ichuldigd is: waar na dezelve , bij fommige<br />
Schrijvers, in de Midden - Eeuwen , den<br />
naam gekregen heeft van Martinopelis, om<br />
dat de Heilige Bisfchop Martinus, die de<br />
Gallen tot het Christen Geloof heeft helpen<br />
bekeeren, aldaar zijnen zetel gevestigd had:<br />
doch bij anderen, en wel bij de meesten,<br />
komt deze Stad voor onder den naam van<br />
Tours; misfehien wel naar de wijze , op dewelke<br />
zij gebouwdis geworden; of van hare<br />
ligging; of, gelijk nog wel het waarfchijnlijkft<br />
is, om dat zij'behoort tot het<br />
Landlchap Touraine, onder het Landvoogdijfchap<br />
van Orleans; en welke naam van Tours<br />
die Stad nog tot op heden behoudt, terwijl<br />
dezelve thans met enen Aarts-Bisfchoplijken<br />
Zetel prijkt, en, door ene Hoge-School vermaard<br />
zijnde, tusfchen Orleans en Anjou, aan<br />
de Rivier de Loire gelegen is (*). Van<br />
ouds was dezelve reeds ene Grote, Fraaije en<br />
Kooprijke Stad; en was door der Franken<br />
Oppermagten al vroeg, met het recht, om<br />
geld<br />
i en z i e v a n d e z e r o t e<br />
•t^*^Jl S > fchone en rijke<br />
Keopftad, kortelijk J. Huhisr Geographie, met de<br />
Aanmerkingen van W. A. Bachie;ie, i.Deel Boek.<br />
bladz. 157.
Jaarmarkten of Kermisfen. 339<br />
feeld te mogen munten , begunftigd. _ Ook<br />
hebben zich de Munters dier Stad, m die<br />
kunst zo wel gekweeten, dat hunne Muntfpecien<br />
niet alléén, alomme, onder de Noordfche<br />
Volken is bekend geweest; maar zelfs,<br />
weo-ens derzelver deugdzaamheid m waarde<br />
en gehalte, voor de befte van alle de toen bekende<br />
Munten gehouden is ; maar die Volkeren<br />
waren zelfs gewoon om hunnen Koophandel<br />
daar naar te regelen; en hunne eige<br />
Munten daar naaf te fchikken ; niet alleen,<br />
met hunne Munten in Zwaarte, Gangbaarheid,<br />
en Gedaante aan dezelve gehjkyormigte<br />
maken • maar ook, met daar op de: eigene<br />
Afbeeldingen te laten tempelen , dewelke<br />
men op fe eigenlijke Tourfche Munten<br />
aantreft; naamlijk op de ene zijde het gewone<br />
Kruis in den Binnen-Omtrek, rond het<br />
welke men den Eer- of Ete* Naam las van<br />
den Vorst, onder wiens Regering, of op<br />
wiens Bevel dezelve geflagen waren; en hebbende<br />
in den Buiten Omtrek ene Christelijke<br />
Spreuk, of den Naam va« s Waerelds Heiland<br />
! en, op de andere zijde, ene oude,<br />
en, bij de Eerfte Chriften Vorften meeft gebruikte.<br />
Afbeelding Van ene Kapelle ot<br />
Kerkje, voerende op het Spits een Kruis,<br />
enditom£A^t: TuronasCivts. dat is: Burger<br />
yan Tours. Zodanige-Geldman imzijn<br />
ook onder de regeering der Hollandfche Giaven,<br />
kloris den Vijfden; zijnen Zoon Jan<br />
den Eerten é deszelfs Opvolger Jan den<br />
Tweeto ook der Graven Willem den Der<br />
den; Willem den Vierden; en nog eniger<br />
volgende Lands-Vorsten; in deze Landen<br />
Y 2 & c<br />
"
54° Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
geflagen ge weeft; ook worden dezelve in<br />
voornaame Munt-Kabinetten, nog tot op dezen<br />
dag bewaard en der vergetelheid ontrok-<br />
Ken(>;. Deze Munten werden echter op<br />
. die wijze niet geftempeld om deze reden , ais<br />
or onze Graven geen magt zouden gehad hebben,<br />
om andere Eige Munten, naar hunne<br />
Verkiezing en met hunne Jieeldtenisfen of<br />
Wapenfchilden, te laten flnan: het tegendeel<br />
hier van is door onze Vaderlandfche Oudheidkenners,<br />
als Alkemade, en anderen ten klaarften<br />
betoogd: en wordt ook allezins voldoende<br />
beweerd in de keurige Verhandeling<br />
van den Amfterdamfchen Rechtsgeleerden jt<br />
tannes Chrifiophorus Nwifadi , Over he<br />
Mum-Recht der Batavieren (xj: die deze<br />
wï S rhande<br />
] in i n<br />
S ' £<br />
l*ht gaf, toen zijn<br />
Wel-Ede.e, den » 7. van Slachtmaand des<br />
jaars 1754 0p '& Lands Hoge-School te Utrecht,<br />
tot Leeraar in de beide Rechten bevorderd<br />
werd). Maar onze oude Graven bedienden<br />
zich van dien Stempel, o m dat dezelve<br />
de bekendfte, en over al gangbaar<br />
was ; en volgens welke de Handeldrijvende<br />
Volken zich ook fchikten 5 ep om deze reden<br />
heeft Graaft de Vijfde, ook bij zij-<br />
7 j m<br />
n d e n<br />
a r e I f l<br />
fn B e W e S t e nJ<br />
5o., aan die van<br />
hn,l"^ - S c h e l d e<br />
' Weven, getankt<br />
deze woorden • Alle Palmen/s zal<br />
wee„en Tourmtfe. Ook bepaalde Graaf WH-<br />
F c<br />
lem<br />
f>) AOcmadt. Munten der Graven van Holland<br />
'- 59- er1 volgg. Tafel i9. 26. 22. en 25. '<br />
Rei 7u«<br />
ei<br />
- tat<br />
'° I" ail<br />
S tira<br />
' is<br />
Juxis Publici.de Ture<br />
«•e! Monetanae apud aatavoï:<br />
J
Jaarmarkten of Kermisfen. 341<br />
km de Derde, bij zijnen meergedachten<br />
Voorrechts.- Brief, wegens de Jaarmarkt te<br />
Middelburg, op hoe veel de waarde van die<br />
Tournoife Geldfpecien gerekend moeften worden<br />
, bij de betaling zijner Kermis-Tollen;<br />
Hij tocht zegt in dezen zijnen Brief: „ En~<br />
„ de allen deefen tollen fal men het aaien met<br />
eenen grooten Tournoife , over festien pen-<br />
,, ningen Toumojs gerekent." Om nu de juifte<br />
waarde van die Tournoife-Grooten te konnen<br />
berekenen naar de waarde van ons Gek',<br />
zo is het nodig te weten, hoe veel één penning<br />
Tournois deed, ten tijde van Graaf Willem<br />
den Derden; het welk mij, voor als nog,<br />
onbekend is: wel vinde ik, dat, weinig tijd*<br />
na 't vergunnen van dezen Voorrechts-Brief,<br />
enig verfchii ge weeft moet zijn , over het<br />
berekenen der waarde van zulken Tournoifen<br />
Penning, tegen onze, toen in gebruik zijnde<br />
, Hoftandfche Munt; want die _ zelfde<br />
Graaf gebood, op den 20. van Bloeimaand<br />
des Jaars 1330., met zijne Ghoellen Luden,<br />
Welgheboren, en de Steden van Holland,<br />
Zeeland , Kennemerland en Vriesland , volgens<br />
gemaakt Verdrag, over den twift, die<br />
in zijnen Lande ontftaan was, wegens dewaarde<br />
van den Paiemente; dat eenen ghoeden<br />
Hollandfchen Penning (deze was, naar mijn<br />
oordeel, de eigenlijke Hollandfche Munt der<br />
Graven , die, voor Hem, in en over Holland<br />
het gebied hebben gevoerd ; bijzonderlijk<br />
de Oude Grooten van Graaf Floris den<br />
Vijfden, dus waarfchijnlijk genoemd, om<br />
dat deze veel groter waren, dan die van de<br />
voorgaande Graven ;en zelfs groter, dan die<br />
Y 3 van
34^ Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
van wijlen zijnen Vader Koning Willem ;<br />
niet zo zeer in gedaante en uitgellrektheid ,<br />
dan wel in waardij; van dewelken men de<br />
Afbeeldingen bewaard vindt, bij den meergemelden<br />
Heerc Comelis van Alkemade (y)\<br />
of wel de Oude Grooten van Graaf Jan den<br />
Eerden : ten zij men liever door die Hollandfche<br />
Penningen verilaan wilde de Oude<br />
Grooten van Graaf Willem den Derden zeiver!)<br />
zoude gaan, of gangbaar zijn tegen twee<br />
penninghen zwarter tomoys; en dus zoude<br />
doen enen ghoeden groten Coninghes tornoys:<br />
het welk een Munt was van Koning Willem,<br />
den Tweeden van dien naam onder de Hollandfche<br />
Graven, en dewelke acht PPAlandr<br />
fche penningen fchijnt waardig te zijn geweeft<br />
(z): deze waarde was echter niet altijd dezelfde;<br />
want, uit de Opdragt van het Burg-<br />
Graaflchap van Zeeland, door de Keizerinne<br />
Margareet aan, en ten behoeve van haren<br />
Zoon, Otto van Beijeren , op den iil. van<br />
Grasmaand 1346. gedaan, blijkt; dat enen<br />
Ouden Grooten toumois, in dien tijd, gelijk<br />
ook bevorens in den Jaare 1309, werd°gerekend<br />
op,^ of tegen fes tien penninghen O);<br />
terwijl één van die Penningen ontrent het<br />
twaalf-<br />
(y) Munten der Graven van Holland, 19. Tafel<br />
Fol. 54 en 55., 21. Tafel Fol. 62., 22. Tafel<br />
Fol. 69.<br />
O) Het zelfde Boek, 18. Tafel Fol. 48. Fr. v.<br />
Mieris, Groot Charterboek , 2. Deel Fol. 496.<br />
O) F. v. Mieris, Groot Charterboek, 2. Deel<br />
Fol. 706. Mattliaeus, Tom. 1. Analectorum Veteris<br />
Mvi pag. 746. & de Jure Gladii, Cag. 9. pag. 115.<br />
$ Cap. 17. pag. 287.'
Jaarmarkten of Kermisfen. 343<br />
twaalfde gedeelte van éénen Stuiver bedraagt;<br />
zo,, dat één Groote Tournois, van ouds , bij<br />
Ons is aangenomen ge weeft voor de waarde<br />
van Twaalf Penningen ; of voor éénen Stuiver<br />
(b): en deze wijze van bereken ng ,<br />
naar de waarde der Tourfche Geld - Speciën<br />
is vervolgens, ten aanzien van het betalen<br />
der Graaflijke Tollen in gebruik gebleven;<br />
zelfs ook toen nog, wanneer, en<br />
niet tegenftaandc Hertog Albrecht van Beijcren<br />
met beraad van Zijnen Raade , en van<br />
de Steden van Holland cn Zeeland , op d^n<br />
15. van Bloeimaand 1393 •> nieuwe regelen<br />
voor het Muntwezen dezer Landen had gemaakt<br />
, en enige nieuwe Geld-Specien laten<br />
flaan; zeggende Hij in den des wegens uitgevaardigden<br />
Brief: (c) „ Ende omdat on-<br />
, fen nuwen paymente voirsz gebetert en-<br />
„ de gefwaert is, foo gebieden Wij alle<br />
„ penningen waer.de , (eigenlijk Pemvaer-<br />
„ de) ende loon , dair na te gaen , ende<br />
te warderen overal in onfen Landen voirsz,<br />
" binnen Steden ende dair buten, fo dattet<br />
• reden maken mach, ende dat een yegelic t<br />
" (ijn hebbe, behoudelic onfe Tollen fulcs<br />
" payments,als gewoenlic is, ende onfe Tolnei-s<br />
pleghen te nemen." Om deze reden<br />
heeft ook Gravinne Jacoba, in Hare Bevestigingsbrief<br />
van de 'Goefche Jaarmai-kt gege-<br />
Mr. S!mon van Leeuwen, Roomsch Ho'landsch<br />
Recht, 2. Boek 13. Deel Num. 25. pag. 167. m ue<br />
Uitgave van't Jaar 1744- , , . „ , „.t<br />
(O F. v. Mieris, Groot Charterboek 3° i-C-1<br />
Fol. 593 en 594.<br />
Y 4
344 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ven in den Jare 1417 bevolen, dat, bij de<br />
betaling harer Tollen de Berekening even zo<br />
gedaan moest worden, als ten'tijde van Graaf<br />
Willem den Derden plaats had; dat is: naar<br />
de Tourlche Munt (J) : en deze Berekening<br />
JS nog langen tijd daar na bjj ons in<br />
gebruik geweest, blijkens ene Rechterlijke<br />
Uitfpraak, op den 23 van Herfstmaand 1473,<br />
by den Hove van Holland' gedaan, in dé<br />
zaak tuslèhen Vranc Floris Boon enz., Eisfcher;<br />
en Schepenen der Stede 'Vlaardingen.<br />
nevens Gerijt Visch, Parthij Inthimeerdep<br />
( e); in dewelke gewag wordt gemaakt van<br />
tien pont zwarte: nog fpreekt de Zeeuwfche<br />
Keur van Hertog Filips van Oolfeqrijk , van<br />
den Jaare 149$ , op meer dan ééne plaats<br />
van die Tourfche Munt; waar uit dan ook<br />
vervolgens, in een Pïacaat van K§i?er Maxit<br />
mhaan, m de Franfche Taal opgefteld, en<br />
te Breda, op den 14 van Herfstmaand 1408,<br />
afgekondigd, meer dan eens gefprokcn wordt<br />
van een Marq de Troyes. (f) : ja nog heden<br />
ten dage, is bij ons het Troys Marken Troys<br />
Gewigt, ten opzichte van kostbare, ' crï<br />
naauw - luifterende weegbare dingen , als<br />
Goud, Zilver, juweelen, Medicijnen, cn<br />
zoörtgehjke zaken; in gebruik: en dient nog'<br />
bij dit alles te worden aangemerkt: dat,<br />
fchoon onze Graven, het Recht van Geld te.<br />
Munt<br />
Fo^ïf' v. Mieris Groot Charterboek, 4 Deel<br />
c ti 6<br />
) (<br />
r<br />
? T<br />
, d o n<br />
" a r t t , e<br />
n. Confenten, enz. betreffende de<br />
Stede Viaardmgen, Fol. 269. en volgg.<br />
(ƒ) Groot Hollandfche PUcaat-Uoek , j. Volum,<br />
Column. 2579-2680. " " • ' • ' •
Jaarmarkten en Kermisfen. 345<br />
Munten zich reeds vroeg hebben aangematigd,<br />
het echter aan hunnen willekeur alléén<br />
met ilond, om de waarde der Geldfpecien<br />
te vermeerderen, te verminderen, ofte veranderen;<br />
maar, dat ook de Edelen en Steden<br />
daar in moeften toeftcmmen: immers ten tijden<br />
, toen de Tweede en Derde Graaflijke<br />
Stamhuizen, van Henegouwen en Beijeren,<br />
het Graaflijk Bewind in handen hadden (g):<br />
't Welk ook de reden was, dat Hertog Jan<br />
van Brabant, met wien de ongelukkige Gravinne<br />
Jacoba gehuwd was, zich daar toe, bij<br />
Opene Brieven, van den 11 van Sprokkelmaand<br />
1424, plechtigüjk verbonden heeft,<br />
O): ook'beloofde Vrouwe Maria van<br />
Bourgondien het zelve, in Haar Groot-Privilegie<br />
van den-Jare 1476 (O- Weshalven<br />
men het ook voor ene fchending yan 's Lands.<br />
Grond-Wetten en Voorrechten hield, wanneer<br />
Maximiliaan, ontrent den Jaare 1489,<br />
als Voogd over zijnen minderjarigen Zoon<br />
Graaf Filips, op zijn eigen gezag, tot nadeel<br />
van den Lande en 's Lands Ingezetenen,<br />
de waarde van het Geld veranderde.<br />
De Tollen nu, die op de Jaarmarkten voor<br />
den Graaf moeften betaald worden, zo van<br />
het<br />
(g) Rinenis Budelius de Monetis & Re Nummaria,<br />
Lib. j. Cap. 5. part. 21. g. 1. en 2. 17. Huher<br />
de Jure Civitatis Lib. 3. Seétion. 3. Cap. 2. Ane.<br />
Mathceus, Lib. 2. De Nobilitate Cap. 12. pag. 281.<br />
fC1<br />
('/0 Fr. v Mieris, Befchrijving der Bisfchoplijke<br />
Munten, en Zegelen Yan Utrecht, pag. 51.<br />
(i) Wagenam Vaderlandfche Hiftorie, 4 Deel. 14<br />
Bock. pag, 260 en volgg.<br />
Y<br />
5<br />
Wie de ToU<br />
lcn verfchuldigd"<br />
waren<br />
te bctaleii.
346 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
het Schip, waar mede de Goederen werden<br />
aangebracht en vervoerd , ais van de Goederen<br />
zelve; werden allen niet even eens betaald.<br />
De Schipper moest, volgens des Graafs Voorrechts-Brief,<br />
zijn Schip bevrijden; want Hij<br />
zegt in dcnzelven „ Ende foo wat Schepe, dat<br />
,, binnen deefer Jaermarkt comt, met Goede<br />
„ te coope, dat Schip lal Ons geven lés Pen-<br />
„ ningen Tournois te Tollen." Maar de Tolrechten<br />
op de aangebrachte Paarden, Beesten<br />
en Koopwaaren kwamen ten laste van de<br />
Kopers, want; ten dezen opzichte, zegt, gemelde<br />
Graaf in dien Voorrechtsbrief: „Ende<br />
„ foo wie dat die voorfchreeven Beesten<br />
„ coopt, die fal deefen Tollen Gelden." En,<br />
ten opzichte der aangebrachte Waaren ; als<br />
Lakenen, enz. te Tollen ; „ Soo wie dat-<br />
,, fe vercoopt, ende die fe coopt, die geld<br />
,, deefe Tollen." De reden van deze bijzonderheid<br />
, zal, naar mijn oordeel, deze zijn:<br />
dat die Goederen, ten nutte, en ten behoeve<br />
van de Kopers, werden in gebracht; en dat dus<br />
deze ook verplicht waren, om de Ongelden,<br />
daar op geheld, aan den Verkoperen te vergoeden<br />
; of wel zelfs te betalen : dan die<br />
Goederen, integendeel, voor dewelke geen<br />
Kopers te vinden waren geweest, die dus onverkocht<br />
gebleven waren, en wederom uitgevoerd<br />
moeften worden, van dezelve werd<br />
de Tol bij den uitvoer betaald; want in den<br />
meergemelden Voorrechts - brief wordt hier<br />
ontrond gezegd: „ Dit moegen fy weder wt-<br />
„ voeren omme deefen felven Tollen, eft dat<br />
„ fys niet en vercoopen." welk Tolrecht, in<br />
dat geval, door den Uitvoerder betaald werd:<br />
en
Jaarmarkten of Kermisfen, 347<br />
en niets was van het betalen dezer Tollen<br />
vrij, dan alléén zulke Dieren, die nog bij %<br />
voedzel, of bij de melk van hunne moeder<br />
leefden, die nog zogen: en Maers-wifve, of<br />
Maevfen-manne, die haere Coopmanfceps<br />
beneden de Ponde Waert is: dat is, alle<br />
kleine ert geringe Kramers', die voor geer»<br />
Pond waarde aan Goederen bij zich hadden:<br />
doch nu waren alle Ponden niet even eens m<br />
waarde, zijnde, hier te Lande, van ouds drie<br />
onderfcheide zoorten van Ponden in gebruik<br />
ceweésts'naamlijk; Ponden Vlaams, die<br />
in fommige zoorten van Koopmanschappen<br />
gebruikt werden; en waar van elk Pond,<br />
fes Gemeene Guldens bedraagt en men is nog<br />
hedendaags, in Zeeland, gewoon bij zodanige<br />
Ponden te rekenen: en Ponden Uotlancts,<br />
dewelke vooral in Pachten cn Erfrentcn gebruikt<br />
werden ; en waar van ieder vi/ftien<br />
Gemeene Stuivers bedraagt: en, eindelijk<br />
Koopmans-Ponden , anders genaamd Goedheids-Ponden<br />
, waar van elk pond nen gemee*<br />
pe Stuivers waardig was : cn, en naar de <br />
welke laastgemelde doorgaans de Boeten cn<br />
Breuken bepaald werden. En ook om deze<br />
reden Baillaws Ponden genaamd zouden konnen<br />
worden : en dit was ook de waarde van<br />
één Pond Swarten, en kwam over een met<br />
den Gouden, of liever Goeden Kareis Gutden<br />
'zo als die nog, in den Jaare 1520,<br />
&baar was; doch, zedert dien tijd, m<br />
enen Koopmans-Gulden van twintig Gemeene<br />
Stuivers veranderd is: gelijk dan ook de Boeten<br />
en Breuken, uit dien hoofde mede verzwaard<br />
zijn; met de Betaling in Pontovan
Straffen o<br />
het niet be<br />
talen der<br />
Graaflijke<br />
Tollen ae-<br />
(teld.<br />
34 3<br />
Verhandeling over cfe Zeeuwfche<br />
Veertig Grooten het ftuk te ftellen (h); gelijk<br />
dit blijken kan uit vergelijking der Boeten<br />
en Breuken, gefteld bij de Keuren van<br />
Zeeland (/); van den Lande van Putten (m);<br />
in de Coftumen van Zuidholland Omniet<br />
die der Placaten en Ordonnantiën, zedert den<br />
gemelden Jare 1520, zo bij de Graven; als<br />
bij de relpeaive Heeren Staaten der beide<br />
Landen van Holland en Zeeland gemaakt:<br />
dies zoude men hier konnen vragen, welke<br />
Ponden in des Graven Voorrechts-brief bedoeld<br />
worde; en, hoe veel dus de Goederen,<br />
die Tolvrij waren, te dier tijd, moeften<br />
waardig zijm? Wanneer men nu de fchaarsheid<br />
der Muntfpecien van dien tijd, en de<br />
daar door veroorzaakte meerdere waarde van<br />
de als toen in zwang zijnde Muntfpecien<br />
(naar dewelke, de Prijs en Waarde der Goederen<br />
ook gefchikt w s) in acht neemt; zo<br />
meen ik, dat men door Waaren, beneden één<br />
Pond waardig, verftaan moet, de zulken<br />
dewelke geen Pond goed Geld; dat is: Koop,<br />
mans Pond; hakn konden: en die dus minder,<br />
dan tien van onze Gemeene Stuivers<br />
beliepen. '<br />
» Wie nu deze Graaflijke Tollen fmokkelde;<br />
' of gehjk de Graaf zich uitdrukt: Wie dat deefen<br />
Tollen ontvoerde, of'ondrocge , die verbeurde<br />
Drie Ponden Tournois: hetwelk op<br />
on-<br />
00 Mr. S. v. Leeuwen, Aanteekeningen op de<br />
Cpftumeri van Rhijnland, Art. 9. Num. I pag.'uó.<br />
(O Cap. 4. Art. 21.<br />
1<br />
*<br />
('«) Art. 4.<br />
00 Befchrijving van Zuid-Hoüand, pag. 559.
Jaarmarkten of Kermisfen. 349<br />
ontrent vijf-en-veertig Gemeene Stuivers zal<br />
uitkomen ; boven die Tollen vier fcatte ; dat.<br />
is: de gefielde Tol tot viermaalen berekend;<br />
't geen wij, hier, voren gezien hebben, dat,<br />
in dien tijd, de zwaarfte beetering geweest,is.<br />
Ook ben ik nu onderricht, dat deze Jaarmarkts-Tollen<br />
thans te Middelburg niet meer<br />
geheven worden : maar dat alle Koopwaaren,<br />
die daar gebracht en geveild worden,<br />
vrijelijk, zonder betalen van Tollen, Uit-en<br />
Ingevoerd mogen worden; en dat de Schippers<br />
alleenlijk verplicht zijn , om , aan het<br />
fol-Comptoir,van hunne aankomst kennis te<br />
geven; en waarvoor nu elk Koopman betaalt<br />
Twee Stuivers van zijne Goederen, die hij<br />
ter Jaarmarkt brengt, voor en al eer dezel<br />
ve mogen gelost worden (0).<br />
Om nu de Jaarmarkten en Kermisfen in<br />
ftille vreezaamheid te doen doorbrengen, droegen<br />
de Graven, bij hunne Voorrechts-<br />
Brieven, geen minder zorg voor het onderhouden<br />
van goede en gepaste order, gedurende<br />
dezelve; Zij kenden den aart en geneigdheid<br />
hunner Onderzaten, die zelden<br />
veel morgenfpraak, en nog minder verongelijkingen,<br />
fchelden, hoonen, of bedreigingen<br />
konnen verdragen; maar niet ongewoon waren<br />
met vuist, of wapenen, hunnen belediger<br />
terftond te keer te gaan; voor al het geringere<br />
zoort van Ingezetenen, niet zelden<br />
gewoon, op Kennis, meer dan op andere<br />
tij-<br />
Co) P. de Maret, Rechtsgeleerde en Hiftorifcho<br />
Verhandeling over de Jaar- en Weekmarkten in Zee<br />
land ; M. S. 20 Hoofdft. pag. 73.<br />
Waar van<br />
de Kramers<br />
thans vrij<br />
zijn.<br />
Straffen op<br />
de ongeregeldheden<br />
ten tijde d»r "<br />
Kermisfen<br />
gepleegd.
35° Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
tijden , den beker te ligten ; en , daar door<br />
bedrankt geraakt, en veel fchielijker verhit<br />
wordende, al dikwerf tot vechterijen overflaan<br />
; waar uit vervolgens kwetzingen, en<br />
fomwijlen wel eens döodflagen , gebeuren ;<br />
en vonden daarom goed, om $ bij hunne<br />
Voorrechts-Brieven, tegen zulke buitenfpoorigheden<br />
te voorzien; met de gewone<br />
Straffen , op zulke en diergelijke euveldaden<br />
gefield, gedurende de Kermis-tijden, te<br />
verzwaren. In genoegzaam alle de Graaflijke<br />
Handvesten, bij dewelken het houden<br />
van Jaarmarkten vergund wordt, vindt men<br />
hier van de onvvederftreeklijkfte bewijzen,-<br />
Ten opzichte van onze Zeeuwfche Kermisfen<br />
, zegt de meergedachte Graaf Willem dc<br />
Derde, in den Middelburgfchen Brief: ,, Soa<br />
5, wat twiftelyckè faecken dat binnen deefer<br />
Jaermarct ghefchiede, dat lal ihen twy-<br />
,, fcatte beteren." Even zo bepaalde Graaf<br />
jan van Ca/lillon de bcctering van alle misdaden<br />
, op de Thoolfche Jaarmarkt (p). En<br />
Vrouwe tjacoba van Bejieren vorderde ene<br />
Viervoudige, voldoening van elk , die twyfchole<br />
of vegtelijke zaken deed (q). Gelijk<br />
nu uit elke misdaad ene tweederleije verbintenis<br />
voorkomt, ten laste van den misdadiger<br />
5 de ene naamlijk tot flralfe, voor de<br />
fchending Van de gemeene rust, die zijn misdrijf<br />
veroorzaakt heeft; de andere tot wedergeving<br />
van de onevenheid , die hij, door<br />
zijn<br />
(p) Fr. v. Mievis, Groot Crarterboek, 3 Deeh<br />
FÓL 347.<br />
(5) Het zelfde Boe*, 4 Deel, Ftih 4173
Jaarmarkten of Kermisfen. 351<br />
zijn misdoen , den beledigden heef toegebracht:<br />
zo heeft, inzonderheid, de voornoemde<br />
Graaf yan Caftillon die beide beeteringen<br />
in 't oog gehouden, met, niet alléén, de<br />
fchending der openbare rust, aan Hem, als<br />
het Hoofd en den Befchermer zijner Thoolfche<br />
Heerlijkheid en hare Ingezetenen , tc<br />
doen boeten door ene verdubbeling van de gewone<br />
ffrafTen ; maar ook den lijder ene dubble<br />
vergoeding voor den geleeden hoon te<br />
doen geven: want, die binnen de Thóolfche<br />
Merct recht misdoet, feit twy fcatte beteren<br />
Ons, endeden ghenen, die hij misdoet.<br />
Dit eerfle nu, de beetering aan den Graaf<br />
naamlijk , als ene ftraf aangemerkt, fpruit<br />
niet voort uit de wet, bij den Graaf, tegen<br />
het begaan van deze, of die euveldaad, vastgefteld'.<br />
De verdorvenheid van 's menfchen<br />
hart is toch, over 't algemeen, zo groot, dat<br />
het, noch door de reden beftierd; noch door<br />
de billijkheid geleid; noch door het fchadelijke,<br />
dat hij toebrengt, weerhouden; maar<br />
alléén door fèhrik en vrees voor ftraf, in teugel<br />
kan worden gehouden; en deze vrees en<br />
fthrik kan niet anders worden te wege gebracht,<br />
dan door ene bepaalde ftraf, die den<br />
misdadiger, of pijn , of oneer aandoet; of<br />
hem, naar zijnen ftaat, rijklijk de beurs doet<br />
fchudden, aan 't misdrijf vast te hechten ,<br />
en den misdoener te bedreigen : en welke<br />
ftraf - bepaling der Hoge Overheid alleen ig<br />
toekomt in te richten, naar de grootheid van<br />
het misbedrijf, en de fchadelijkheid, die door<br />
het zelve der gemeene rust van het algemééne<br />
best, en den beledigden in het bijznder<br />
wordt<br />
Waarom die<br />
ftrsffen op<br />
Kermistijden<br />
verdubbeld ,<br />
en wegens<br />
dronken,<br />
i'chap ook<br />
verzwaard<br />
worden.
35a Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
wordt toegebracht; welke fchadelijkheid ook<br />
al veelmaals, kan en moet worden afgemeten,<br />
naar de grootheid van de toegebrachte<br />
kwetzing, in eer, of aan lijf, Óf goed><br />
uit hoofde van de plaats, waar het misdrijf<br />
gepleegd werd \ uit de gefteldheid der wapenen^<br />
waar mede het zelve is gefchied; uit<br />
den tijd, op den welken het misdreven<br />
werd ; en uit de omftandigheden, die het<br />
misdrijf vergezelden; mitsgaders de oorzaak,<br />
waar uit, of waar door het zelve was ontftaan<br />
(;-)• Daar het nu ene Wet der Natuur<br />
is, om, zo veel mooglijk, alle kwade en nadeelige<br />
beginzelen voor te komen y zo brengt<br />
cok de plicht der Hoge Overheid mede, om<br />
de voorname gelegenheden tot het bedrijven<br />
van euveldaden weg te nemen; immers door<br />
de zwaarte der ftraffen daar naar in te richten<br />
: en dit fchijnt dan ook de Graven bewo-gen<br />
te hebben, om, tot wegneming der<br />
meerdere gelegenheid van zich te misgrijpen,<br />
inzonderheid het twisten, kijven, krakeelen,<br />
en daar uit voorkomende vechterijen en verwondingen<br />
, op Kermistijden, door de verdubbeling<br />
der gewone ftraffen, tegen te gaan.<br />
Een aanmerklijk voorbeeld hier van ontmoeten<br />
wij in een Handvest van Graaf Fiom<br />
den Vijfden, in den Jare 1326, aan die van<br />
Vlaardingen gegeven alwaar deze Graaf zegt:<br />
„ Waer ook de zaecke, dat yemant, in Jaer-<br />
„ marcten, binnen der poorten vrijheden,<br />
„ vochte, die gheen Poorter en ware; foe<br />
., willen Wy, om die jonsten, ( dat is ter<br />
„ gun-<br />
Cr) L. 16. 5. 1. Lib. 48. D. Tit. 19. dc Poënis,
jaarmarkten of Kermisfen. S5S<br />
-1 gunste ) die Wij ten Jaermercten hebben;<br />
ende om den menen pays, om te meerde-<br />
• ren vrede te houden: dat hij verbeure vyf-<br />
L tien Pondt. Mer begonste een Poorter<br />
eerst te vechten; in die Jaermarkt, op<br />
eenen Landman, foe zoude des Lantmans<br />
Z boete wefen, gelyck des Poorters boeten"<br />
0): ook heeft de Romeinfche Rechtsgeleerde<br />
Claudius Saturninus, die, onder de<br />
Rijks- en Troonbroeders Marcus Aurelius<br />
en Aelius Verus> bloeide, ontrent het midden<br />
der tweede Chriften - eeuwe (t) geleerd<br />
dat het fomwijlen wel vereifcht, dat men de<br />
ftraffen van enige misdrijven verzwaaren moet;<br />
naamlijk, wanneer het uit hoofde van de menigte<br />
kwaaddoeners, nodig is, een fchnkverwekkend<br />
voorbeeld te ftellen (»): bier<br />
om heeft mede Keizer Karei de Vijfde, oordeelende,<br />
nopens den Land-Staat van deze<br />
Nederlanden, enige nadere ordres te moeten<br />
ftellen, op den 7. van Wijnmaand 1531. gemaakt,<br />
en op den 15. van Slachtmaand daar<br />
aan volgende gedaan afkondigen een Groot<br />
Placaat, ontrent verfcheide zaken, de Policie<br />
van dit Land betreffende; waar bij, na<br />
voor af getracht te hebben , tegen de „ ono-ereoaileerde<br />
gulzigheid, en de dronken-<br />
Z fchappen, die dagelicx gebeuren, in onfen<br />
Landen van herwaarts over; in diverfche<br />
„ Ca-<br />
(ƒ) Handvesten in Octroijen der Stede Vlaardin<br />
sren.F^ 21 en 22. ,<br />
(t ) L 1. 5- 2. Lib. 20. D. Tit. 3. Qus res pi S-<br />
«ori vel hypóthecas data; obligan nor. pofTunt. _<br />
(M) L. 16. 5.10. Lib. 48. D. Tit. 19. ^ Poems.<br />
z
354 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
•>, Cabaretten, Tavernen , en Logysten, die<br />
5? gehouden worden, belijden 's vvcgs, buy-<br />
55 ten de Steden , Dorpen, ende den rech-<br />
55 ten openbairc Hirbancm; encie in anderen<br />
Plecken ; oik in de Feesten ende Kennis-<br />
„fen, voorzieninge te doen, ende ibnderlin-<br />
55 ge oicktot den Gefchülen, Doodilagen,<br />
55 ende andere Inconvenientcn, dairuytpro-<br />
5, cedeerende; en ten dienende te hebben bcj,<br />
volen: dat alle die Feesten ende Kermisfen,<br />
>, in elk van onfen Landen, gehouden fu4-<br />
55 len moeten worden op éénen dag; fuik<br />
5, als bij Hem , of zijne Suster de Koningin-<br />
5, nc Regente, in zijne abfencie, bij advys<br />
55 van den Gouverneurs, Raiden ende Pro-<br />
5, vinciaal Rechteren van den felven Landen,<br />
55 binnen toen vier naestkommende maenden<br />
55 verklairt ende geordonneert zal wefen;<br />
5, ende dat die voirlz. Feesten ende Kermisfen,<br />
maer éénen dagen zullen dueren, op<br />
de verbeurte van vijftien Caroli Guldens ,<br />
5, bij den gheenen, ende elcken van hen.<br />
„ die de voirfz. Feesten ende Kermisfen buyten,<br />
ende langer dan den dag, dair toe<br />
„ gheordonneert, houden zullen; ende insgelijks<br />
bij den gheenen, ende elcken van<br />
,5 hen, die totter voirfz. Kermisfe kommen<br />
„ lullen: ende foo dykwyle dat gebeuren zal";<br />
en dan gaat Hij voort, met den oorfprong<br />
dier menigvuldige twisten, en bron van alle<br />
misdaden, de ontmenfchenue Dronkenfchap,<br />
zo veel moogiijk, te dempen; terwijl Hij<br />
daar toe aan gemelde zijne Zuster, Vrouwe<br />
Maria, Weduwe van Koning Lodewijk van.<br />
Hongnryen, (door Hem, in den beginne van<br />
Hooi-
jaarmarkten of Kermisfen. 355<br />
Hooimaand, tot Landvoogdesfe der Nederlanden<br />
benoemd, in de plaats van zijne<br />
Moeije, de overledene Landvoogdesfe, die,<br />
den 27 van Slachtmaand 1530, te Mechelen,<br />
geftorven was) ernftiglijk verzocht en<br />
beveelt; gelijk ook aan „ den Hoofd ende<br />
„ Luyden van fijnen Geheimen Raad feer<br />
, fcherpelyk belast, dat fy nyet lichtelyck<br />
verlenen eenige Remisfien van dootflaghen;<br />
', of van andere ftucken , die uyt dronken-<br />
' fchap gebeuren fouden; maar, ter contrarje<br />
, indien fij konnen, doen apprchende-<br />
„ ren die geene, die , uyt dronkenfehap,<br />
# eenighen dootflagh, of anderen quaat feijt<br />
geperpetreert fouden hebben, den felven<br />
* doen ftraffen, eerst, ter caufe van beuren<br />
dronkenfehap ; ende dair na, uyt oirfake<br />
„ van den dootflagh, of anderen quaat ftuck,<br />
by hem gecommitteert, fonder verdrach,<br />
foe fy van rechten wegen bevinden fullen<br />
" te behoiren (r): " en daarom verbiedt<br />
Hij, bij een nader Placaat; of zo genaamd<br />
Eeuwig en altijd durend Edict, van den 30<br />
van Louwmaand 1545 , geene kwijtfcheklingen<br />
te geven , voor Doodflagen , in Dronkenfehap,<br />
of op Kermisfen, begaan (j).<br />
Of die ver»<br />
De Geleerden echter zijn over de verbin z waaring<br />
dende kracht van die ftrafftellende Graaflijke v
33
Jaarmarkten of Kermisfen. • 357<br />
ten; ten einde door zulke ftrafilellende en<br />
flrenge Wetten, waar van geene vergifnis<br />
verleend mogt worden, te wege te brengen,<br />
dat die Feesten door geene doodflagen zouden<br />
worden bezoeteld en ontheiligd : en dat<br />
vermits onze hedendaagfche Kermisfen merklijk<br />
verfchiÜen van die Kerk-Feesten der<br />
Roomschgezinden; en dezelve thans alléén<br />
voor eigenlijke Jaarmarkten moeten gehouden<br />
worden, noch het verdubbelen, of verzwaaren<br />
der gewone Straffen en Geldboeten;<br />
noch het weigeren van Vergifnis , en<br />
ontheffing van Straf, wanneer daar voor wettige<br />
redenen waren, op onze Jaarmarkten, 'of<br />
zogenaamde Kermisfen, niet moeten, of konnen<br />
worden toegepast ( V ) : en dat. ook bo-<br />
, ven dien, 'wanneer men dat Verbod van vergifnis.<br />
te verleencn aan Doodflagers, die pp<br />
de Kermisfen en Jaarmarkten enen manflag begaan<br />
hebben, wilde plaats geven ; men dan<br />
tegelijk zoude moeten toef temmen, dat het<br />
Gebod van maar éénen dag Kermis te mogen<br />
houden, en zulks wel door het geheele Land,<br />
zoude moeten plaats grijpen: doch deze Wet<br />
is (voor zo verre .zulks bekend is) nimmer<br />
achtervolgd geworden : ouk vindt men nergens,<br />
"dat, na verloop van cie vier maanden,<br />
bij de Wet bevolen, immer door de Vrouwe<br />
Gouvernante, een zekere dag, tot het hou<br />
den van zulk ene algemééne, en vooral op<br />
één en denzelfden dag te vierene Kermis, benoemd<br />
is geworden : ook zoude dit groot-<br />
lijks<br />
(t) Mr. Pieter Bort, TraéVaat van Crimineele zaa«<br />
ken, Fol. 12. Gag, 3. Num. 20.<br />
. ' ' • J<br />
- w%
$5$ Verhandeling mr de Zeeuwfche<br />
lijks hebben aangelopen tegen de Voorrechten'<br />
dier Steden en Plaatfen, die met het recht<br />
van langer, cn op zekere tijden bepaalde,<br />
Jaarmarkten of Kermisfen te houden begunstigd<br />
zijn: eindelijk ook, Zo die Wetten eens<br />
hadden fland gegreepen, dan zouden dezelve<br />
nog niet op onzer Steden Kermisfen en Vrije<br />
Jaarmarkten tocpaslijk zjffa* naardien (zo als<br />
wij te voren zagen) elk derzelven langer,<br />
dan éénen dag, moeten geduren : waar van'<br />
ons de Jaarlij kfclrc during van elk derzelven<br />
cen tegenbewijs, dodr ondervinding geflaafd,<br />
oplevert; ook is de èige daad van Keizer Karei<br />
den Vijfden, in het verleenen van ene langere<br />
Kermis, of Jaarmarkt, onder anderen aan<br />
cue van Middelburg met deze zijne laatstgemelde<br />
ofdres Volftrekt flrijdig: derhalven<br />
willen zij, dat, in allen gevalle, dit Graaflijk<br />
Verbod maar alléén betrekking zoude konnen<br />
hebben op de zogenaamde Buur - Kermisfen ><br />
op welken de Buurten gewoon waren, cn<br />
ook op fommige plaatfen als nog gewoon<br />
zijn, éénen dag, in elk Jaar, bij.den anderen<br />
te komen , om hunne onderlinge Vriendfchappen<br />
te vernieuwen; welken dag gemeen*<br />
lijk met Vreugde en vrolijkheid begint, en<br />
ook, voor een groot gedeelte aldus wordt<br />
doorgebracht; doch niet zelden, in twisten<br />
tweedravf verandert,; naar maate, de drank<br />
het bloed verhit, en de harsfenen bedwelmt;<br />
zo d.it mep win fchclden en verwijten, al<br />
u.kmaals, tot daadlijkhekl, tot flaan en fmijten;<br />
van liaan tot kwetzen; en van kv/etzen<br />
mt dioden;' overging: ook' zouden , naar<br />
hunne gedachten , die Wetten ene grote on-<br />
bïh
Jaarmarkten of Kermisfen. 359<br />
billijkheid behelzen ; want, waarom» zoude<br />
een manflag 3 niet opzetlijk, en in euvelen<br />
moede , begaan , op Kermistijden , of ter<br />
oorzaak van gehoudene Jaarmarkt, minder<br />
verfehoning krijgen , dan een manflag, op<br />
dezelve wijze; maar buiten den tijd der Jaarmarkt,<br />
of Kermis, begaan; daar de gelegenheid,<br />
om dien te plegen, zo wel buiten,<br />
als binnen den Kermistijd, kan voorvallen;<br />
en de bronwel van dat kwaad, de ontmenfehende<br />
dronkenfehap, geen mindere gelegenheid<br />
daar toe vindt, buiten, als op Kermistijden<br />
? Het zedelijk kwaad toch, 't geen<br />
in den mensch woont levert dagelijks ene menigte<br />
voorbeelden op van cle zulken, die zich<br />
in den drank misgaan: waarom het ook niet<br />
ontbreekt aan beroemde Rechtsgeleerden, die<br />
van cen gematigd gevoelen, in het ilraffen<br />
van euveldaden zijnde, de dronkenfehap,<br />
öp zich zclven, wanneer die Hechts, bij toeval,<br />
al was 'top Kermistijden, -iemand bevangt<br />
, die geen gewoonte maakt van zich<br />
te bedrinken; of die zich zclven niet met<br />
opzet, om enen doodflag, of moord, te begaan,<br />
bedronken heeft; veel eerder tot verfehoning<br />
en vermindering, zelfs aan de anderzints.gewone<br />
ilraf, willen doen dienen;<br />
dan dezelve, tot verdubbeling, of verzwaaring<br />
van Straf doen ftrekken («): maar an-<br />
de-<br />
(u) slnthonius Matthaus, De Criminibus" in Prolegom.<br />
Cap. Num. 14. & de Poenis Cap. 4. Num. 9.<br />
Hollandfche Confultatien en Advifen ,54 Deel. Con-<br />
111. 292. 2 Deel. Confil. 327. Papon, Receuil d'Arrest<br />
Notables des Cours Sowyeraines de France,<br />
Liv. j, Tit. %. Arrest. 3. Zypteus, Nolitis Juris Bel-<br />
Z 4 gici,
%Co Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
anderen houden het in tegendeel daar voor^<br />
dat de voorgemelde Graaflijke Wetten, inzonderheid<br />
die van Keizer Karei den Vijfden,<br />
ook na de affchaffing der Graaflijke Regeering,<br />
in gebruik gebleeven , enthans nog<br />
van kracht zijn, en zulks, ten Eersten; om<br />
dat die Wetten (naar hun oordeel) alléén op<br />
't oog zouden hebben , de algemééne bronwel<br />
van genoegzaam de zwaarlte euveldaden<br />
, naamlijk dc. Dronkenfehap , zo veel<br />
mooglijk, te dempen; immers binnen hare<br />
oevers te binden, ten einde dezelve in geen<br />
ftroom van erger kwaad overvloeije, en,<br />
door hare fterkere verhitting, den, reeds door<br />
den drank half ontmenfchten,menfch, in geen<br />
woedend en ontembaar Dier, verandere; en<br />
dat, vermits de Kermis-Feesten ene grotere<br />
gelegenheid aan de dronkenfehap , om hare<br />
hoofdrol te fpeelen, geven, de Vorst (vooral<br />
op dien tijd ) heeft willen verhoeden , dat<br />
men haar tot geen dekzel der fchande misbruike<br />
(v) : en ten anderen; om dat men<br />
nergens vindt, dat 'sLands Staaten die Wetten,<br />
immer hebben afgefchaft, voor zo veel<br />
het weigeren van kwijtfchelding over begane<br />
lijfflraflijke misdaden, en de verzwaring van<br />
ftraf, uit hoofde van zich voor af in drank<br />
misgaan te hebben, aangaat, ooit hebben afgefchaft<br />
: ook getuigtde zelfs de Secretaris<br />
der Stad Delft Mr. Simon van Groenewegen<br />
van<br />
gici, Lib. 9. Tit. dc Abolitionibiis & Remtiïïonibus,<br />
pag- 2 73-<br />
(v) J. Voet, ad Lib. 48. Pandeétarum, Tit. 23,<br />
De Seiueatiam paiBs & reftitutis, Num. 7.
Jaarmarkten of Kermisfen. 361<br />
der Made, en verzekerde, op den ia<br />
van Bloeimaand 1651, de volle Vergadering<br />
van Schepenen dier Stad, op uitdruklijk bevel<br />
der Edele Groot-Mogende Heeren Staaten<br />
van Holland en West-Friesland, tot het<br />
herzien van het bij hen gellagen Dood-Vonnis<br />
over den alom zo veel geruchts gemaakt<br />
hebbenden Syrert van der Haven, vergaderd;<br />
dat de Raadsheeren de Wacl, en Dedel, benevens<br />
'den gewezen Advocaat Fiscaal, doch<br />
toen Penfionaris der voornoemde Stad Delft.,<br />
Mr. Nicolaas van Kinfchot, hem onderricht<br />
hadden, dat de voornoemde Graaflijke Wetten,<br />
in den Landen van Holland, als nog<br />
werden achtervolgd (w): en in de Aanteekeningen<br />
van, of op den Codex Batavus van<br />
Eduard van Zurk leest men; dat in de<br />
Smeekfchriften tot verkrijging van Brieven<br />
van Kwijtfchelding, of Vergifnis van lijfltraflijke<br />
misdaden, om die reden, bepaaldelijk<br />
den tijd , op den welken zodanige misdrijven<br />
begaan zijn, moeten worden uitgedrukt<br />
O): hoezeer ik nu heteerfte gevoelen<br />
meerder zoude zijn toegedaan, als der<br />
billijkheid , rechtvaardigheid, cn der Bebefchreve<br />
Rechten meest overéénkomfiig,<br />
zo zal ik mij echter voor het tegenwoordige<br />
daar over niet breedvoerig uitlaaten. Mogelijk,<br />
doet zich wel eens ene andere gelegenheid<br />
op, om voornaamlijk en met opzet na<br />
O) Nareden achter den vierden Druk van Van<br />
Zurks Codex Batavus.<br />
(ti) Van Zurk, Codex Batavus, llubr. van Doodfiag<br />
en Kermisfen, §, l.<br />
Z5<br />
te
Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
te gaan, of, en in hoe verre, ene misdaad,<br />
S dteift<br />
> &n-wel van<br />
V e r f c h o o n d e n d e<br />
frh ^ ' misdaad kwijtscholden;<br />
of met ene mindere ftraf bi<br />
;hoortgeftraft_ te worden? doch, ik ooiieele<br />
-thans aan mijn oogmerk, voldaan te zhn met te hebben aangetoond, dat van ouds her'<br />
de misdaden 0p Kermistijden bedreeven<br />
ook mdezeLanden, zwaarder, dan opan'<br />
Are tijden geftraft zijn : ook houd, 1 di<br />
voor een wys beftier der Stedelijke Overh ?<br />
den, te zorgen, dat, niet alléén in het seleen,<br />
e n t e n allen tijde; maar ook wel %<br />
wonderheid op Kermistijden, wanhèeTfeen<br />
met ontkennen kan, dat baldadigheM Loot<br />
dronkenheid, en zorgeloosheid, inzond?<br />
I a a t s h e b<br />
Èf ? ^n; alk euveldaden zo vee<br />
enigzins mooglijfc is, verhinderd w 0 X<br />
dat zn, gchjk zulks in de meeste £ e n<br />
w££'J Z1}<br />
d<br />
r d a a r t o c<br />
°°<br />
verordende<br />
Wachten ;of, wanneer men 's Lands öf<br />
knechten.m bezetting heeft, dlSSg<br />
Patrouilles, over de Markt doen de v X<br />
° m t e K r<br />
« en Kermisgl<br />
tegen allen overlast te beveiligen; de kwaad<br />
doeners aantegrijpen, optebrengen, én 3<br />
gen te nemen ; zonder dat het ?an deS5<br />
geoorloofd mag worden, om zich op de W<br />
rechten der Vrije Markten te beroepen ( y j :<br />
wel-<br />
v . Fte-
Jaarmarkten of Kermisfen* '%6f :<br />
welke meerdere onachtzaamheid en zorgeloosheid,<br />
op Kermis- en Jaarmarkt - tijden,<br />
Hunne Edele Groot-Mogende, de Heeren<br />
Staaten van Holland en West - Friesland aanmerkten<br />
, dat, bij fommige gelegenheden ><br />
den Staat van den Lande konde fchadelijk<br />
zijn , en den Vijanden , inzonderheid , bij<br />
tijde van Oorlogen, gelegenheid geven, om<br />
daarvan zich te bedienen; en de Grens-Steden<br />
van 't Gemeene-Best, wanneer aldaar<br />
Kermis gehouden werd, gemaklijker te overrompelen;<br />
en daarom, bij gelegenheid, dat<br />
de Hertog van Lotharingen, die met den<br />
Spanjaarden in verbond getreden was (zedert<br />
de Franfche Kroon Hem zijn Hertogdom afhandig<br />
had gemaakt) en , met een hoop<br />
Krijgsvolk, ln Spaanlchen üienst overgegaan<br />
zijnde, van tijd tot tijd, zijne winterlegeringen<br />
dicht hart, en zelfs wel eens binnen de<br />
Grenzen van 'den Staat betrok; op den i. van<br />
Hooimaand 1653, ter Vergadering der Hoog-<br />
Mogende Heeren Staaten Generaal voorfloegen:<br />
of men niet behoorde zorg te dragen,<br />
dat, binnen dc Grens-Steden van den Staat,<br />
bijzonderlijk op Kermistijden, naauvvkeuriger<br />
toezigt mogt gehouden worden; op dat<br />
die Steden, bij zulke gelegenheden, niet, onverhoeds<br />
, zouden overvallen worden? en<br />
of men niet, inzonderheid, met betrekking<br />
tot de Stad 's 'Hertogenbosch, in wier Meijerije<br />
de Kollonel Klaauw, in't begin van dat<br />
hm • '•- • 't •• • & ,- J a a r ><br />
Teclius, over het Bezetten, JO Deel. Num. 7. Sichnfdus<br />
ad Legem Unicajn Codicis , de Nundinis,<br />
Num. 5.
Of nieuwe<br />
Jaarmarkten<br />
vergund<br />
konnen worden<br />
, zonder<br />
naburige Steden<br />
, met<br />
Jaarmarkten<br />
voorzien,<br />
daar op te<br />
horen ?<br />
",64 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
Jaar, met ene Bende Krijgsvolk was gelegerd<br />
.geweest; doch door den Veld-Maarichallj<br />
van Bredenrode, met een gedeelte der<br />
Stads-Bezetting , gelijk ook met een gedeelte<br />
der Bezettingen van Heusden, van de<br />
Grave, en van .Raveltein, op 't lijf gevallen,<br />
ge-Hagen, en den gemelden Kollonel, op zijn<br />
êjgen wagen , gevangen genomen was. Tot<br />
•welk voorlid den Heeren Staaten van Holland<br />
toen aanleiding fchijnen gekreegen te<br />
hebben, terwijl dc Jaarmarkt te 's Hertogenbosch<br />
, dien tijd, nog op den eerften Sondag<br />
in Hooimaand gehouden werd; doch, naderhand,<br />
in den Jare 1716'. is verlegd op den<br />
•Sondag, die den 124 van Zomermaand onmidlijk<br />
voorgaat; doch thans, zedert het<br />
Jaar 1/2-1, is bepaald, op den tweeden Sondag<br />
"in Oogtsraaand (2).<br />
Vermits deze Vrije Jaarmarkten geen geringe<br />
fchade konnen toebrengen aan nabu<br />
rige Steden, met zulke Voorrechten niet begunstigd;<br />
en ook het Oprechten en Inftellen<br />
van Jaarmarkten in Steden, voorheen dezelve<br />
njet geh^d hebbende, fchadelijk kan zijn<br />
aan de Steden, die oudtijds het Voorrecht,<br />
van jaarmarkten ie houden, bezeten hebben;<br />
en ook aan die jaarmarkten zelve; zo hebben<br />
onze Rechtsgdecrdcn onderzocht: of '&<br />
Lands Oppermagt wd bevoegd is, om zulke<br />
Nieuwe Jaar -Markten op te richten, en toe<br />
te<br />
(s) Mr. Johan Hendrik vajt Heurn, Historie der<br />
Stad en Mcycrye- \an 's Hertogenbosch3. Deel<br />
pag. 20. 428. 445. Fan'/Airk, Codex Batavus , Rubric,<br />
Kermisfen, Jaar-Vrije-Martuen J7j» Nojt 2,
Jaarmarkten of Kermisfen. 365<br />
te flaan , zonder eerst de naburige Steden ,<br />
die daar belang bij konnen hebben, of derzelver<br />
Overheden,, daar over op te horen? de<br />
Keulfche Raadsheer , en niet min beroemde<br />
Kzch±uniïigz Jndrcas Gail (a~) meent, dat<br />
's Lands Overheid verplicht is, om het ge- •<br />
voelen van de daar in belang hebbende of<br />
konnende hebben Stad , of Steden, daar op<br />
in te nemen : en zulks in navolging en naar<br />
luid van het Voorfchrift der Keizeren Diocietiaanen<br />
Maximiaan (b~) , voor ene gewoonte<br />
en Wet houdende, aan niemand enige<br />
gunst toe te flaan, waar door een Derde<br />
zoude konnen befchadigd worden; op dat<br />
men door Hechts weinigen te bevoordeelen,<br />
aan een groter aantal geen meerder fchade toe<br />
brenge. 't Welk voor iets wederrechtelijks<br />
gehouden (c) wordt: hoewel andere die<br />
vraag geheel anders meenen te moeten beandwoorden<br />
(d): deze toch ziende de Jaarmarkten<br />
in het algemeen aan, als iets nuttigs<br />
voor 't Gemeenebest; als iets, dat het gèluk<br />
der Stedelingen bevordert; dat hen gelegenheid<br />
geeft, om, ten minsten ééns in 't Jaar,<br />
zich te voorzien, binnen hunne, eige Stad of<br />
woonplaats, van alles wat zij benodigd hebben;<br />
'<br />
(0) Lib. 2. Obfei-vationum Practicarum Obfcrvat.<br />
6~o. Num. 24 & 25.<br />
(fe) L. 4. Lib. 8. Cod. Tit. 49. De Emancipationihns<br />
Liberorum.<br />
(c) L. 3. Lib. 50. D. Tit. 10. de Operibus Pctblicis.<br />
(d) Fritfchius , Gymnasmatis Juridici de Regali<br />
Nundinarum Jure ac Privilegiis, cap. 4. g. 1:
366 Verhandeling over de ZceiDvJtfo<br />
ben $ en welk zij anderzints elders, en van<br />
buiten, zouden moeten haaien, doch 't geen<br />
elk niet even gelegen komt; deze voorzorg<br />
der Overheden houden zij dus niet zo zeer<br />
voor ene wangunst, ofnaarijvcr, ontrent de<br />
bijleggende Steden, en derzelver Ingezetenen,<br />
of Jaarmarkten ; maar voor ene loflijke oplettenheid,<br />
om het gemak hunner eigene Ingezetenen<br />
te bevorderen; en dit voordeel ten<br />
opzichte dier Ingezetenen meencn zij dat rijklijk<br />
opweegt tegen het geringe nadeel, dat<br />
andere Steden , Ingezetenen , of Jaarmarkten,<br />
daar door konnen lijden: en dat ook,<br />
daar en boven, elk Gemeenebest, en elke<br />
Stad opzich zeiven, haar eige welzijn en<br />
voordeel tot hare hoofdwet maken moet: dat<br />
ook daar ene zodanige Stad geen minder nuttig<br />
lid van het Gemeenebest is, dan die andere<br />
reeds met zulke Voorrechten begunfligde<br />
Steden, dezelve daarom aan de Overheid niet<br />
moeten verhinderen, om gebruik te maken<br />
van hun recht, dat zij, als Overheden, hebben,<br />
om ook deze hunne, niet of min begunfligde<br />
, Onderzaten, insgelijks met diergelijke<br />
Voorrechten te begunfligen: en zulks<br />
wordt te recht door den Rechtsgeleerden Ulpiaan<br />
met een zeer natuurlijk voorbeeld opgehelderd<br />
(e): waar in hij zegt: „ als iemand<br />
„ goed vond ene Waterwel in zijn eigen huis<br />
„ te doen opgraven; maar,bij het openen van<br />
„ de-<br />
Ce) L. 24. 5. 12. Lib. 39. D. Tit. 2. dc Damne<br />
Infefto & L. 16. end. & Eodein, L. 9. Lib. 8. D.<br />
Tit. 1. de Seniiutikis.
Jaarmarkten of Kermisfen. 367<br />
„ dezelve, bevond,dat daar door ene andere,<br />
die in zijns Buurmaus Put, tot dien tijd toe,<br />
„ haar water gegeven had, was getroffen, en<br />
„ zodanig afgefneden, dat zij haar water niet<br />
,* meer in den Rit van zijnen Buurman btagt;<br />
„ maar al haar Water nu in die nieuwe Put opgaf;<br />
zo zoude immers die Buurman, hoewel<br />
„ hij voor zich zeiven dat meerder Water moest<br />
„ misfen, geen recht van klagen hebben over -<br />
„ zijnen Buurman; veel min gerechtigd zijn,<br />
„ om den zeiven te noodzaken, dat deze, dien<br />
„ nieuw gegraven Put zoude doen dempen<br />
„ naardien die Graver niet konde veronderfleld<br />
„ worden, zijnen Buurman, door het gebruik<br />
van zijn eigen recht, opzetlijk te hebben wil-<br />
„ len benadeelen "; en tot flaving van dezen<br />
Rechtsregel beroept die zelve Rechtsgeleerde<br />
zich insgelijks op het getuigenis van vroegere<br />
in die Kunst ervare Mannen, bijzonderlijk<br />
op dat van Ulpius Marcellus, in leven Raad<br />
van den Keizer Antoninus (ƒ): dat nu ook<br />
in Nederland, op dezelfde" wijze gedacht<br />
wordt, ontdekt men uit de handelwijze van<br />
dc Hoog-Mogende Heeren Staaten Generaal;<br />
wanneer Zij aan die van Oedenrode, één der<br />
Dorpen in de Meyerye van 's Hertogenbosch,<br />
in den Jare 1649, niet beletteden twee Jaarmarkten<br />
te houden; niet tegenflaande de R.egeering<br />
dier Hoofdftad daar tegen vertogen<br />
'deed inbrengen, en daar bij aandrongen: hoe<br />
hunne Voorzaten, in den Jare 1613. reeds<br />
den<br />
. (.0 L. 2. 5. 9/ L. 1. 5. 12. Lib. 39. D. Tit. 5.<br />
«V Amv., & Aqiia pluviae Arcmdae.
368 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
den aan Aarts-Hertog Albrecbt, niet alléén,<br />
had te kennen gegeeven, dat de Kleine Steden<br />
en Dorpen in de Meyerye, gedurende den<br />
Spaanfchcn Oorlog, verfcheide Jaar- en Week-<br />
Markten , op valfche voorgevens hadden<br />
weeten te verwerven, waar door die Hoofdftad<br />
geheel in verval geraakt was; en dat Zij<br />
daarom den hooggemelden Aarts-Hertog hadden<br />
; verzocht, om met verzoek van die<br />
Nieuwe Jaar- en Week - Markten te willen<br />
vernietigen: dat de Aarts-Hertog heronderzoek<br />
van die zaak wel had gelieven te Hellen<br />
in handen van enige Gemagtigden van den<br />
toen nog Gemeenen Raad van Brabant, ten<br />
einde , ware mooglijk, tusfchen de Hoofdftad<br />
en die van de Meyërye, een vergelijk te<br />
treffen; en dat dit Verfchii nog niet was afgedaan<br />
, wanneer die Gemeene Raad van Brabant<br />
was gefcheiden, en een Nieuwe Raad,<br />
in 's Hage, overgebracht: dat, daar en boven<br />
, onder de Voorwaarden, ©p dewelke<br />
die Hoofdflad aan de Algemééne Staaten is<br />
overgegeven, bedongen was; dat alle de<br />
Jaarmarkten, gedurende de Nederlandfche<br />
Onlusten verkreegen, zouden moeten ophouden<br />
: dat ook die Nieuwe Jaarmarkt te Oedenrode<br />
zoude invallen op dien zelfden tijd, op<br />
den welken de Hertogin ne Johanna, in den<br />
Jare 1403 , ene Markt aan de Stad 's Hertogenbosch<br />
verleend had: en dat Zij derhalven<br />
als nu den Raad van Staaten , in wiens, handen<br />
het verzoek van Oedenrode gefield was ,<br />
verzochten , om te ^willen bewerken : dat<br />
de Algemééne Staaten niets, tot nadeel van<br />
liet nog niet afgedaan Verfchii voor den<br />
to<br />
Raad
jaarmarkten of Kermhfeti, *6j<br />
Raad van Brabant hangende , wilden beflui*<br />
ten; nocli tegen de Voorwaarden van de<br />
overgave dezer Hoofdftad geliefden te handelen<br />
(g): dat, nopens dit Verfchii, iets is<br />
belloten , is mij nergens gebleeken : ook getuigt<br />
de zeer kundige Historiefchrijver, de<br />
Heer Mr. Johan Hendrik van Heurn (Ji)<br />
des wegens dit volgende: „ 'k Heb nergens<br />
„ gevonden wat hier op gevolgd zij. Ze-<br />
„ ker is het, dat, tot heden toe, de Jaar-<br />
„ markten , in de Meijerije, ten tijde der<br />
„ Oorlogen verkregen, niet afgefchaft;<br />
„ maar, integendeel , veele nieuwe , aan<br />
„ verfcheiden plaatfen, in de Meijerije,<br />
„ zedert, verleend zijn; zonder dat de Re-<br />
„ geering van 's Hertogenbosch op die ver-<br />
„ zoeken gehoord is. Het welk uit veele<br />
„ voorbeelden blijkt." Wat daar van zijn moge<br />
, zoude ik echter (onder verbetering) van gedachten<br />
zijn, en wel op grond van den Rechts-<br />
Rccel, door de Keizers Theodofius en Falentius<br />
vastgefteld en voorgefchreven (**), naamlijk:<br />
dat men de Voorrechten der Hoge Overheden,<br />
tén voordeele van iemand volftrekt<br />
verleend, nimmer, in bijzondere gevallen,<br />
ten zijnen nadeele, moet doen ftrekken;<br />
en dat dus ene Hoge Overheid best doet,<br />
met op de verzoeken, om Nieuwe Jaarmarkten<br />
op te rechten, de Regeering van ene<br />
zoda-<br />
(g ) Notulen van de Regeering der Stad 's Herrogenbosch<br />
van den 16. van Grasmaand 1649.<br />
(/;) Historie der Stad en Meyërye van 's Hertó.<br />
«•'enbosêfi, 3. Deel 12. Boek pag. 11.<br />
(;) Li 6. Lib. t. Cod. Tit. 14.' de Legibus,.<br />
A a
3/0 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
zodanige Stad of Plaats, die daar bij volftrekt<br />
enig belang heeft, te horen , en hare<br />
redenen te overweegen , ten einde (alvorens<br />
te belluiten) na te gaan, wat het meeste voordeel,<br />
en het minfte nadeel, aan 's Lands algemeen<br />
welzijn kan toebrengen: en dus op die<br />
zelfde wijze te handelen, als Keizer Karei, de<br />
Vijfde ontrent de Stad Zierikzee, dewelke<br />
van den Hertog Filip van Bourgondien,<br />
bij enen Openen Brief, van d.en 13 van Lentemaand<br />
1425, verkregen hebbende: dat geen<br />
Koorn uit het Eiland van Schouwen mogt<br />
worden uitgevoerd; ten zij het eerst ééne<br />
Marktdag te Zierikzee was te koop gebracht:<br />
doch, naardien dit Voorrecht merklijk fcheen<br />
té zijn tot nadeel van de Smalftad Brouwershaven,<br />
en de toen zeer neeringrijke Dorpen<br />
Bommenee en Dreifchor, uit dewelke ene<br />
menigte Koorn werd uitgevoerd; zo wilde<br />
de voornoemde Jongere Graaf Karei den Zitrikzeenaren<br />
dat, door nep, van den vorisen<br />
Graaf verkregen, Voorrecht niet bevestigen,<br />
voor dat Hij de gemelde Smalftad, en die<br />
beide, daar bij merklijk belang hebbende,<br />
Dorpen, daar op had gehoord : waar na Hij<br />
aan die van Zierikzee, op den 30. van Grasmaand<br />
1532, nietalléen dat hun Voorrecht bevestigde;<br />
maar aan dezelve, daar en boven,<br />
verlof gaf, om, ter handhaving van dat hun<br />
recht, op alle plaatfen in het Eiland Schouwen<br />
, van waar Koorn kan worden uitgevoerd,<br />
bepaalde Wachters te ftellen : waar<br />
bij die van Zierikzee nog verkregen, dat, bij<br />
Uitfpraak, door den Groten Raad te Mcchelen,<br />
op den 24. van Wintermaand 1523,<br />
bij
Jaarmarkten of Kermisfen. g^x<br />
bij voorraad verftaan is: dat geene Week- Markt<br />
m ffansch Duivelandmvg wordengehouden (f)-<br />
En de Verklaring door den Canfelier van Brabant,<br />
te Brusfel, gegeven brengt mede: dat<br />
geene Leen-Heeren, in dat Hertogdom, met<br />
Hoge, Lage en Middelbare Jurisdictie verleid,<br />
vrijheid hebben, om , binnen hunne Heerlijkheden,<br />
Jaarmarkten op te rechten (/); het welk<br />
waarfchijnlijk is\, om de Steden aldaar geen afbreuk<br />
te doen, en hare Jaarmarkten niet te<br />
ben.ade.elen: en hier in verfchilien onze Zeeuwfche<br />
Ambachts-, Hoge, en Vrije Heeren, merklijk<br />
van die van Brabant ; want, behalven de<br />
voorbeelden hier voren reeds bijgebracht, zo<br />
vindt men hier Ambachts - Heeren, die, alleen<br />
Middelbare en Lage Jurisdictie hebbende, hunne<br />
Heerlijkheden vergunden Jaarmarkten té<br />
houden: ook heeft de Ambachts-Heer van<br />
Brigdamme, in Walcheren, in den Jare 1745,<br />
ene Jaarlijkfche Markt, welke beginnen zoude<br />
met den 18. van Zomermaand, en acht<br />
.achter één volgende dagen geduren, op deze<br />
zijne Heerlijkheid ingefteld: en deze Markt<br />
wordt, tot heden toe, zonder iemands tegenzeggen,<br />
gehouden.<br />
Tot dus verre gezien hebbende , hoe de<br />
Jaarmarktenen Kermisfen, in Zeeland, begin<br />
genomen hebben; hoe die gehouden worden<br />
; welke Voorrechten aan dezelve gefchonken<br />
zijn ; hoe, en ten wiens behoeve , die<br />
Voor-<br />
(*) Tegenwoordige Staat van Zeeland, 1. Stuk<br />
pag. 396 en 397.<br />
(i) Mr. PieterBort, Tratïaat van Hoge en Aml>achts-Heerlijkheden,<br />
2. Deel Num. 4.0.<br />
Aa a<br />
3p wat wij-<br />
:e het Recht<br />
/iin jaarnarkten<br />
tc<br />
jouden bij<br />
ie Steden<br />
verloren,<br />
en aan da?
7-Wc onttrokken<br />
kan<br />
werden.<br />
373 Verhandeling mr de ZttmfcU<br />
Voorrechten ftrekken \ cn wie van dezelve<br />
zijn uitgefloten; en dat dit alles bij dc Steden,<br />
van oudsher, is aangemerkt voor ene gunst, ten<br />
nutte en dienfte der Steden, en derzelver Ingezetenen,<br />
van 's Lands Hoge Magten alléén<br />
verkregen; zo ftaat ons nog te bezien, of,<br />
hoe, op wat wijze, en om welkeredenen,<br />
die gunst bij de Steden verloren, en aan dezelve<br />
onttrokken zoude konnen worden. De<br />
Geleerden zijn 't ontrent dat alles met den anderen<br />
op verre na niet eens. Sommige denken,<br />
dat, vermits onze Bevoorrechte Vrije<br />
jaarmarkten alléén blote bcgunltigingen, dooide<br />
Hoge Overheid den Steden gelchonken,<br />
zijn ; zonder dat het houden, of niet houden<br />
van zulke Jaarmarkten, ietwes geven of<br />
nemen kan, noch aan de Grondwetten van den<br />
Staat, noch aan de gefteltheid der Steden of<br />
Plaatfen, daar'zij gehouden worden; waar<br />
van dc opfehortingen, voor écn en meer jaren,<br />
in fommige Steden, de levendigfte blijken<br />
opleveren; daarom ook de Hoge Overheid<br />
de magt hebbc, om onze Vrije jaarmarkten<br />
of Kermisfen, zo zij zulks goedvond, geheel<br />
en al willekeurig, af te ïchalfcn, te doen ophouden,<br />
en van de ene plaats naar de andere<br />
te verleggen. Ten aanzien van de Buitenlandfche<br />
Jaarmarkten , Kermisfen , of Misfen,<br />
zijn veele uitheemfche Rechtsgeleerden van<br />
dat gevoelen: Zij meenen, dat ene Hcogfte<br />
Overheid de magt heeft, om hare gefchonkene<br />
Voorrechten, wanneer 't Haar goeddunkt;<br />
en Zij, die Voorrechten, door hunne Voorzaten<br />
gefchonken, niet bezworen heeft; noch dat<br />
dezelve geene Grondwetten van den Staar,<br />
noch
Jaarmarkten of Kermisfen'. 373<br />
noch va» ene Stad, of Plaats, uitmaaken, weder<br />
in te trekken: doch, andere zijn van een<br />
tegengcfteld gevoelen , en meenen , dat- gefchonkene<br />
Voorrechten, ten aanzien van die<br />
Steden, cn Plaatfen, aan dewelke dezelve<br />
zijn gegeeven, en verleend, verkregene Voorrechten<br />
zijn; bij welke de Hoge Overheid<br />
(even als bijzondere Perfonen, de een den anderen<br />
ene gunst kan toeftaan, voor altijd,immers<br />
zonder enige tijds bepaling; cn daar uit<br />
ene wcderzijdfche verpjigting geboren wordt,<br />
voor den enen, om zijne verleende gunst gehand<br />
te doen; en voor den anderen, om die<br />
gunst te onderhouden en te bewaren) dat gedeelte<br />
van Haar Recht aan zeker bepaald gedeelte<br />
van Hare Onderzaten heeft afgedaan.<br />
Hoe .het ook zij, dewijl dit verfchii zich niet<br />
alléén ftiptelijk'bepaalt tot vergunde Jaarmarkten<br />
; maar ook een merklijken invloed heeft<br />
op andere Graaflijke Gunstbewijzen , zo aan<br />
de Steden , als aan bijzondere Perfonen gcfchonken;<br />
zo zal het (mijns oordeels) wel<br />
verdienen, dat men daar op cen weinig nader<br />
blijve flaan, cn dat verfchii der Rechtsgeleerden<br />
, wat van nader bij, opfpeure: niet dat ik<br />
voornemens ben , om mij, bij deze gelegenheid,<br />
breedvoerig uit te laten, over de Voorrechts-Brieven<br />
in 't gemeen; over het verkrijgen<br />
van dezelve; over de magt, om deze<br />
te vergunnen; noch over derzelver onderfcheïde<br />
zoorten , en hunne uitlegging: zulks is<br />
door andere, in het breede, behandeld, en het<br />
zoude ook hier de plaats niet zijn: alléénlijk<br />
wil ik dit ééne onderzoeken, of het der Hoogfte<br />
Overheid vrij ftaat, om, willekeurig, Hare<br />
Aa 3 ge-
§f4 Verhandeling over de Zeemvfche<br />
gefchonkene Voorrechten, geene Staats-Grouden<br />
uitmakende, of door Haar bezworen,<br />
in te trekken? i<br />
Of, wan Wat ftrekt meer ten algemeenen welzijn,<br />
neer, en in<br />
hoe verre de wat bevordert meer de rust en zekerheid der<br />
Oppermo Ingezetenen,dat het willekeurig zij, een recht,<br />
genheid I Iaregéfchon-<br />
door gunst der Hoogfte Overheid verkregen,<br />
l;eneVoor naar's Vorsten welgevallen, herroeplij k te zijn;<br />
rechtenherroepen kan ? dan, ;<br />
dat zij zeker zijn', dat het geen hen ééns,<br />
uit gunst, is toegedaan, ook door hen , voor<br />
altijd, zal behouden worden; dat zij zeker<br />
zijn, van te kunnen vertrouwen, dat Hij, aan<br />
wien zij het bellier over alles hebben opgedragen,,<br />
niet hernemen zal, 't geen Hij eens, tot<br />
hun welzijn , gefchonken heeft ? de RaadsheerMr.<br />
Abraham Pieter Fremeaux heeft<br />
(mijns oordeels) deze Vraag voldongen, wanneer<br />
hij, op den 25 van Wijnmaand van den<br />
Jare' 1777 , tot Eceraar in de beide Rechten<br />
zullende worden ingewijd, ene Verhandeling<br />
uitgaf, waar ih hij, .op ene kundige wijze,<br />
heeft onderzocht: of de Rechten, welke de<br />
Onderdanen en Ingezetenen van hunne Hoge<br />
Overheden verkregen hebben, hen weder ontnomen<br />
konnen worden? En welke vraag hij<br />
daar in ontkennender wijze heeft verhandeld<br />
en betoogd (m) : Ik zal zijn Betoog, dat een<br />
Recht, door gunst of Voorrechts-Brieven-der<br />
Hoge Overheid verkregen , even zo heilig,<br />
zoftandvastig, zo onichendbaar, voor de Hoge<br />
Overheid behoort te zijn, als alle andere<br />
Rech-<br />
(m) De Juribps Quasfitis Suböifes a Summo Prin-<br />
:ipe non aul'erendis; Specimen Juris I'ublici l&iiv erlaks<br />
inaugurale. .
Jaarmarkten tn Kermisfen.<br />
Rechten, uit die Verhandeling vertolkt, hier<br />
kortlijk invlechten: „Wie is er (zegt hij)<br />
„ («) die, wanneer hij dit Voorftel naauw-<br />
" keurig overweegt,mij niet toevalt, en.met<br />
" mij inftemt, dat niet alléén het algemééne<br />
' welzijn van ene maatfchappij niet vermeerderd;<br />
maar zekerlijk verminderd, en bifkans<br />
o-eheel vernietigd wordt, wanneer een<br />
" Vorst°, naar welgevallen, tewerk zoude mo-<br />
" oen gaan, ontrent die Voorrechts-Brieven,<br />
" die Hij aan elk gegeven heeft; wat zoude er<br />
" van worden,-wanneer de Trouw der Verdrao-en,<br />
uit ene Maatfchappij, werd .wcg-<br />
"
S/6 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
„ bereiking van dat einde, dat er Vrede en<br />
„ Rust in 't Gemeene-JJest bewaard worde v<br />
„ dat de Trouw der Verdragen vast en on><br />
„ gefchonden blijve? Op wien komt het daii<br />
„ meest aan, om die Trouw te befchermen;<br />
wien moet dit meest ter harte gaan, dan<br />
„ hem, die niet alléén ter behouding van<br />
„ rust en veiligheid; maar ook ter bevorde-<br />
„ ring en vermeerdering van het heil en wcl-<br />
„ zijn der Leden, met algemééne Hemmen<br />
„ gekoren en aangefteld is (o)? Maar,Haat<br />
,, net den Vorst vrij, naar welgevallen, de<br />
„ Voorrechten der Maatfchappij te herroe-<br />
„ pen; dan zal het tegendeel juist plaats vin-<br />
„ den; want, daar die Voorrechten niet an-<br />
„ ders zijn, dan Overéénkomsten, waar bij<br />
„ de Overheden zich aan hunne Onderzaten<br />
„ verbonden hebben (p); blijkt het van zelfs,<br />
„ dat, zo Hij het Recht , uit die Overécn-<br />
„ komsten, den Onderzaten verkregen, aan<br />
„ dezelve ontneemt, Hij met hen bedrieglijk<br />
» te<br />
fo) Grntiut, de Jure Belli ac Pacis, Lih. 1. Cap.<br />
14. J. 4 & 6. Ziegkms, de Jure Maj'eftatïs, Lib. 1.<br />
Cap. 1. 'Num. 16. fqq. Puffendorf, de Jure Naturas<br />
& Gentium, Lib. 8. Cap. 10. Gwidlingius, de Jure<br />
Natura: & Gentium, Cap. 12. g. 44. Vasquiüï, Controverfiaruni<br />
lllüftrium, Lib 1. Cap. 3. Num. 1-7,<br />
Lib. r. Cap. 26. Num. 16. Huber, de Jure Civitat.'s<br />
Lib. 1. Cap. 44. Charron , de la Sagcile , Liv. 3.<br />
Chap. 16. Num. 3. Voet, ad Lib. 1. Pandeétarum,<br />
Tit. 4. de Conititutionibus Principum, Num. 6.<br />
in fine.<br />
( p ) Mr. Louis Stephanus Le Jeune, Difputatio Inaugurale<br />
de Jure fummorum lmperantituH circa Prbilejjia,<br />
Cap, 1.5. 10.
Jaarmarkten ef Kermisfen. 2,77<br />
„ te werk gaat, en de Trouw, met welke<br />
„ Hij aan hen verbonden is, verbreekt. Zullen<br />
wii zeggen, of toeftemmen, dat een<br />
, Vorst," om dat hij Vorst is, ophoudt een<br />
Menfch te zijn? om dat Hij den teugel<br />
'' van het Hoogfte Gebied in handen heeft,<br />
Z onrecht mag plegen , en die Volmaakte<br />
Wet, dat men zijn woord geftand doe,<br />
" fchendeii? Mag hij ftraffeloos die dingen,<br />
" en platen, waar toe de ééne Menfch<br />
" den- anderen kan noodzaaken met voeten<br />
''treden, en verachten (?)? Laat me-<br />
'„ mand zulks in 't harte komen! zulke denk-<br />
" beelden toch zouden niet min den Vorst,<br />
' dan het Volk, oneer aandoen, en bena-<br />
" deelen O); daar in toch legt het groot-<br />
* fte heil van den Vorst, dat Hij zijne On-<br />
" derzaten gelukkig maakt; dat Hij zijne<br />
, Onderzaten, door zijn eigen voorbeeld, zo<br />
veel mooglijk aanfpore, om de phgten<br />
" van Regtvaardigheid en Billijkheid onder-<br />
" liiF te onderhouden; en door het geen,<br />
" waar toe Hij éénmaal zijne toeftemmmg ge-<br />
" o-even heeft, heilig te onderhouden; too-<br />
" ne dit Hem meest aan 't hart te leggen,<br />
" dat al wat elk met recht verkregen heeft,<br />
? ook voor altijd hem eigen blijve; en zulks<br />
zonder enig onderfcheid , of dat Recht<br />
" door Hem zeiven , dan wel door een bij-<br />
" „ zon-<br />
(,) Conringius, in pfequifltóé de Privilegiis refta<br />
Conferendfe & revocandis, Cap. i. Fheli. 53-<br />
(O Le Cm, Bibüotheque Choifie, Lom. I. p-5©-.<br />
yerfis ti'.iem.<br />
Aa 5
§fé Verhandeling óver de Zeeuwfche<br />
» zonder perfoon, op zijne Onderzaten is<br />
„•overgebracht; want, dusdoende beginnen<br />
„ dc Onderzaten eerst hunnen Vorst lief te<br />
„ hebben; cn, ai Ie hunne hoop en vertrouwen<br />
op Hem alléén hellende, houden zij zich<br />
„ verzekerd, dat zij geen kwaad van zulk enen<br />
„ Vorst ooit te vreezen hebben; maar zij-dra-<br />
,j gen blijmoedig de lasten, die Hij hen op-<br />
„ legt, verzekerd zijnde, dat Hij van hen<br />
„ niets vergen zal, dan alléén 'cgeen, in dc<br />
„ daad, tenalgemcenenwelzijn,en voorfpoed<br />
„ ftrekt. Langs dien weg leeren eerst de On-<br />
„ derzatcn zelve der Rechtvaardigheid hulde<br />
„ doen; elk een het zijne te geven, en zich,<br />
„ van alle geweld en ongelijk den anderen aan<br />
„ tc doen, onthouden; daar in tegendeel, wan-<br />
„ neer de Vorst zijnen Onderzaten ontrekt het<br />
„ geen het hunne is; zo Hij zelve de Verdra-<br />
„ gen fchendt, en de Rechten, voorheen door<br />
„ zijne Voorrechts-Brieven vastgefteld, ver-<br />
„ breekt, zo maakt Hij hen daardoor te flech-<br />
„ ter, dewijlmisfehien dezulken, die thans<br />
„ een Voorrecht genieten, en hun leven en<br />
„ vrijheid daardoor op ene gemaklijke wijze<br />
„ konnen onderhouden; morgen, als hen.<br />
„ dat Voorrecht benomen is,daar door in de<br />
„ diepfte armoede gedompeld worden, en<br />
„ hunne Vrijheid niet verder konnen gebru;-<br />
„ ken: maar met op die wijze te handelen,<br />
„ leert Hij de Onderdanen zelve te bedriegen,<br />
,, Overeenkomsten en Verdragen te breken,<br />
„ en eikanderen geweld aantedóen. Dit nu i.s -<br />
„ zo klaar, dat ik mijfchamen zoude daar Jan-<br />
„ ger mede bezig tc zijn : ook twijfel ik<br />
y, niet, of elk zal mij toevallen, die zich den<br />
» be-
Jaarmarkten of Kermisfen, 379<br />
bedroefden cn fchandlijken ftaat verbeelden<br />
kan van een Volk, wiens Rechten,<br />
" zo door Voorrechts-Brieven, als ander-<br />
" zins, verkregen, alléén van de willekeur<br />
t van den Vorst afhangen, 't Hair rijst nu]<br />
ten berge, als ik de droevige gevolgen<br />
" herdenk, die uit het fchenden van Voor-<br />
" rechten geboren zijn; naamlijk , de twee-<br />
•\ fpalt tusfchen Overheid en Volk, ondcr-<br />
' lingen haat tegen eikanderen, opfchuddingen<br />
, en Inlandfche Beroerten, welke,<br />
' lis men dezelve voor het grootfte kwaad<br />
l ener Maatfchappij hoüdt, niet gevaarlijk<br />
oenóeg' befchouwd konnen worden. Uit<br />
?<br />
' al hfet welk, zo ik mij, niet bedriege,<br />
" blijkt, dat, dewijl ene Willekeurige m-<br />
" trekking der Voorrechts- Brieven, en der<br />
\ Rechten , daar uit verkregen, zo wel het<br />
' bijzonder nut van elk Onderdaan, als het<br />
J<br />
' Mgemeene Welzijn moet omver werpen,,<br />
" men dus aan den Vorst geene, zo willckeurïge,<br />
affchaffing der eens vergunde Voorrech-<br />
* ten kan toeftaan; maar het zelve voor zulk<br />
?<br />
' een Recht, (op dat ik goed rond goed<br />
Zeeuwfch, fpreeke) voor zulk ene Wille-<br />
" keurige Magt, moet worden gehouden , 't<br />
3<br />
' welk niemand van de Maatfchappij, bij<br />
" derzelver infteffing; of toen de Hoge Over-<br />
?• heid alle zorg voor 't Gemeene Welzijn op<br />
" zich nam, ooit gehouden kan worden te<br />
hebben toegeftemd: zonder dat men, met<br />
" den Heer de Groot en den Baron de Cocccji<br />
" Cs) daar van behoeft uit te zonderen zulke<br />
" w<br />
„ Voor-<br />
CO Dc Jure P.elli ac Pacis, Lib. 2. Cap. 14. $. 13-
33o Farhandelmg over de Zeemvfifo<br />
M Voorrechten, door welke iemand van het<br />
„ achtervolgen ener Algemééne Wet wordt<br />
» vrijgelleJd, waar aan hij anders zoude ver-<br />
3 b<br />
°nden zijn; als, onder anderen, dat nie-<br />
" d e r<br />
ka-misgangeren, gedurende dc<br />
„ Markt, in perfoon of goed mag worden bc-<br />
n k<br />
°mmerd; welke Vrijheid , om Vreemde-<br />
» hngen, bij handoplegging of bezetting,<br />
„ bankvast te konnen maken, op dat men zich<br />
„ daardoor van het bekomen van zijn achter-<br />
„ wezen konne verzekeren , of het erlangen<br />
» v a n t<br />
zelve gemaklijker maken, voor één<br />
„ der medewerkende oorzaken, om 's Lands<br />
„ bloei en welvaart te vermeerderen,gehouden<br />
„ wordt (f); naardien ik niet zien kan, waarom<br />
men die Voorrechten herroeplijker zoude<br />
konnen ftellen, dan andere: Zij zijn toch<br />
„ mede O-overéénkomsten, welke de Hoge<br />
„ Overheid belooft te zullen lijden, dat zij,<br />
Ü<br />
d l c<br />
Yfn enige wet worden vrijgefteld, iets<br />
, doen, dat anderen ongeoorloofd is; of iets<br />
» achterlaten mogen, waar aan anderengehou-<br />
J* denzijn.Wat nu ook Hentiiges (u) en P. A, de<br />
',, Para (v) deswegens zeggen mogen, zo<br />
v zijn toch deze Voorrechten niet meerder het<br />
*, herroepen onderhevig, dan andere; niet, om<br />
„ dat de Wet alléén ten voordeele van den Vorst<br />
* verftrekt, en dus het Vrijftellen van die<br />
m Voorrechten is een afiland van zijn Recht,<br />
» ge-<br />
C'0 Mr. E!i.is Lïtzac, Hollands Rijkdom, 3 Deel.<br />
6 Hoofdft; pag. 105.<br />
OO ln Ob ervntionibiis ad dift. II. Gmü locnr..<br />
(v) De Jure Cutajliio non tollendo per Prinef<br />
jen, Cap. 24.
Jaarmarkten of Kermisfen. 38 ï<br />
„ gelijk Zieglerus (wf meent; want dit Haat<br />
„ paal vast, dat alle Wetten niet ten voordeele<br />
„ van de Hoge Overheid, maar ten welzijn der<br />
„ Onderdanen moeten ftrekken: en dus alléén<br />
„ om dat die Voorrechten niet anders, dan de<br />
„ welvaart der Onderdanen op 't oog hebben<br />
„ (V)". Inzonderheid nu heeft zulks betrekking<br />
ontrent de Jaarmarkten, die den Ingezetenen<br />
der Steden gêlegenheid geven, om, ten<br />
minsten ééns in 't Jaar, binnen hunne eigene<br />
muuren, het geen zij anderzins genoodzaakt<br />
zouden zijn elders, buiten hunne Steden en<br />
Plaatfen te halen; en waar toe een iegelijk niet<br />
evenveel gelegenheid heeft; zien in-en te koopbrengen.<br />
Wij meenen derhalven uit dit alles te<br />
konnen en te mogen befluiten: dat dc Hoge<br />
Overheid, hoe groot en uitgeftrekt Hare Magt<br />
ook anderzins zijn moge, (inzonderheid betreklijk<br />
tot die Voorrecht en, waar vm het verkenen:<br />
0? niet verkenen willekeurig is) die<br />
eens verleende Voorrechten tot het houden van<br />
j aarmarkten , noch naar billijkheid kan intrekken;<br />
noch naar Rechten, voor altijd, doen<br />
ophouden. Hier toch geldt de taal van Keizer<br />
Hadriaan aan die van Nicomedie in Natoliën,<br />
aan de Propontis, (het tegenwoordige Jsmed.)<br />
naar 't getuigenis van Calüfiratus (y); „ wat<br />
„ éénmaal bij den Pvaad belloten is, moet met<br />
"' verbroken worden. Immers niet, zo lang<br />
„ daar<br />
(w) zieglefur, De Jure Majeftatis, Lib. 1. Cap. 1.<br />
Num. 16 feqq. „ r<br />
fx) jkcaeius, De Privilegiis, Lib.3. Cap. 4.Teqq.<br />
ry) L. s. Lib. so. D. Tit. 9- dc Du;tLis«b Otdmc
382 Verhandeling over 'de Zeeimfche<br />
„ daar voor zulke gewigtige redenen nier zijn,<br />
„ die den Algemeenen welvaart van dep Staat,<br />
of van zulk ene Stad, zouden te wegebrcn-<br />
„ gen." En ene zodanige herroeping kan te<br />
minder gefchieden , na dat zulke vergunde<br />
Voorrechten, door een aanhoudend gebruik<br />
van onheuchlijke ti jden , hebben ftand gegrepen<br />
, en dus 'blijkbare • Overéénkomsten van<br />
den Vorst met zijne Onderzaten., ten hunnen<br />
nutte cn voordeel, geworden zijn: want het<br />
houden van Jaarmarkten, zoveel zulks den<br />
handel, die daar op gedreven wordt, aangaat<br />
heeft zijnen grond in het Recht der Volken,<br />
dat aan niemand, met grond, voor altijd, kan<br />
worden verboden, te oefenen; gelijk zulks de<br />
grote alom beroemde Advocaat van Amfterdarn<br />
Mr. Herman Noordkerk heeft aangetoond, in<br />
zijne Rechtsgeleerde Verhandeling, bij gelegenheid,<br />
dat hij het Leeraarfchap in de Rechten,<br />
op Hollands Hoge School te Leyden,<br />
verkreeg, op den 16. van Wintermaand 1728,<br />
in 't licht gegeven (z). Dus zijn het alléén de<br />
Vrijheden, verknocht aan onze Vrije Markten,<br />
welke uit de goedheid onzer Lands-Hoofden<br />
zijn voortgevloeid; cn welke alléén Zij zouden<br />
konnen herroepen, indien dezelve niet te zeer<br />
vermengd waren met, ofte groten invloed hadden,<br />
op den handel zelve, die op de Jaarmarkten<br />
gedreven wordt; zo, dat de intrekking der<br />
eerfte aan dc vrijheid van dc andere merklijke<br />
nadeden, cn fchaden zoude toebrengen ;<br />
hoe-<br />
fa) De Commerciis ex Jure Gefitium, ad Leg. 5-<br />
Lib. 1. D. Tit. 1. de Juftiiu. !& Jure.
Jaarmarkten of Kermisfen. ^3<br />
hoedanige, met het Recht der Volken inftemmende<br />
Voorrechten, noch billijk herroepen,<br />
noch naar het Recht vernietigd, of verlegd<br />
konnen worden; voor al, wanneer er 1 gg<br />
bijkomt, dat die gunltige Vrijheden zelve niet •<br />
alléén zijn toe tefchrijven aan enkele gunsten<br />
van 's Lands Oppermagten; maar voor erkentenisfèn,<br />
vergeldingen en beloningen van gedane<br />
dienftente houden zijn; en die de Ingezetenen<br />
derhalven, enigzins onder enen lastigen<br />
titul, verworven hebben. Dit erkennen verfcheide<br />
onzer Landshoofden opelijk. Dus<br />
heeft Hertog Albrecht, onder anderen , den<br />
Vlisfingers het recht van Jaarmarkt te houden<br />
fchenkende,verklaard.bij zijnen Openen Brief,<br />
van den 12. van Grasmaand 1368: ,, Dat wi<br />
„ ghegheven hebben, en gheven mit defen<br />
4, Brieve, onfer Stede Vlisfunchen, om mene-<br />
„ ghen Trouwen dienst, die fi onfen lieren bxo*<br />
„ der Hertoghe Willem ghedaen hebben; ende<br />
„ noch doen zullen, eene vry jairmarctbinnen<br />
„ hoiren Stede, van allen goede te copene,<br />
„ ende tevercopene" enz. De Vlisfingers toch<br />
hadden aan onze Graven , meer dan eens, gepaste<br />
hulp verleend,in hunne Oorlogen met de<br />
Naburige Vlamingen: de gelegene legging dei-<br />
Stad, de verkleefdheid derlnwooners aan hunne<br />
Opperheeren, en de warscheid van Overheerfching<br />
door Vreemden, die den Vlislingeren<br />
als ingefchapen fchijnt, waar van zij,meer<br />
dan eens, proeven getoond hebben, zullen niet<br />
weinig hebben toegebracht, om 's Lands Oppe rhoofd,<br />
wanneer Hij'tvan noden mogt hebben,<br />
van dienst en behulpzaam te zijn. Zij fchijnen,<br />
niet alléén de zijde van hunnen wettigen Landvoogd<br />
,
jo*4 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
voogd, Hertog Willem van Beijeren, gchou*<br />
den; maar den zeiven met Geld, met Volt, cn<br />
met Schepen onderlteund te hebben, wrnneer<br />
Hij met Vrouwe Mar ga reet, zijne Moeder,<br />
over het weder aan zich trekken van het,, aan<br />
Hem, in den Jare 1349, opgedragen , bewind<br />
dezer Landen, in onécnigbeid geraakte; 't welk<br />
den droevigen grondllag van ene aanhoudende,<br />
en voor Land en Ingezetenen zeer verderflijke<br />
tweefpalt der Hoek fche cn Cabeljaauwlche Partijen<br />
heeft gelegd. Hoedanige Voorrechten nu<br />
veel eerder voor Verdragen en Overeenkomsten<br />
, dan voor Gunsten en Mildadigheden dei-<br />
Vorsten, moeten worden aangezien; naardien<br />
deze zaken zijn, die zij verdiend hebben , en<br />
dus hen eigen geworden zijn; en mitsdien ook<br />
niet konnen worden herroepen (V); zo lang<br />
het Algemééne Welzijn zulk ene herroeping<br />
niet volkomen wettigt; zonder dat men openlijk<br />
zien kan, dat het Gemeenebest, zonder<br />
het vernietigen van der Steden Jaarmarkten,<br />
niet meer in fland te houden is; maar<br />
noodwendig daar door moet ten gronde gaan^<br />
of eindlijk , dat ene volftrekte noodzaaklijkheid<br />
vereischt, dat ene Jaarmarkt aan deze of<br />
gene Stad ontnomen , en naar elders, verlegd<br />
worde. Twee merkwaardige Voorbeelden leveren<br />
de Gefchiedenisfen hier van op, het ene<br />
in de Maagdenburger Mis; die, van wegen<br />
de gedurige Oproeren en Burgcrkrijgen, met<br />
voorkennis, en toeflemming der Aarts.-Bisfehoppen,<br />
Keur-Vorsten, Paltsen Burg-Graven<br />
00 Afgum. Leg, 4. Lft). 11. Cod. Tit. 6j. de,<br />
Fundk Futf.monialihi,!.
Jaarmarkten of Kermisfen. 385<br />
ven des Duitfchen Keizerrijks, aan Maagdenburg<br />
ontnomen, naar Halle verlegd; en eindelijk<br />
naar Leipzich is overgebracht, geworden<br />
(£) : en het andere in de Mis yan<br />
Mentz; want toen Keizer Fredrik de Tweede<br />
den Rijksdag; die , zedert Karei dm<br />
Groten binnen die Stad pleeg te worden gehouden,<br />
naar Frankfort overbracht, ging<br />
pok de Jaar-Mis, dewelke, bij gelegenheid<br />
van den Rijksdag, in de eerstgemelde<br />
Stad , gehóuden werd, in de laatstgemelde<br />
over (c) : wel is waar, dat de Voorftanders<br />
van de Onbeperkte Magt der Vorsten<br />
en Opperheerep ene tweeledige Magt aan<br />
dezelve toefchrijven, naamlijk; ene Bepaalde<br />
, en ene Onbepaalde Magt, welke laatfte<br />
zij gewoon zijn hunne volle magt; hun<br />
goeddunken ; hunne goede beliefte te noemen;<br />
en dus oordeelen zij, dat de Vorst,<br />
uit hoofde van deze laatfte, onbepaalde<br />
magt, alles, wat Hem goed dunkt, mag<br />
doen; en dat Hij, daar in aan geeneregels<br />
van rechten gebonden is; maar, naar willekeur<br />
, over de goederen zijner Onderzaten<br />
beitel kan doen, en aan dezelve de rechten,<br />
die zij eens verkregen hebben, wederom<br />
ontnemen : waar uit dan ook volgen zoude<br />
, dat Hij aan de Steden, de Haar vergunde,<br />
Jaarmarkten ontnemen, en dezelve<br />
haar elders verleggen kan, wanneer Hij<br />
zulks<br />
(Z>) Leuter, Disquifitïö Plenar. Stapulae Saxonicae,<br />
Num. 1655. • ...<br />
00 Bortius, ap'ud Arumaeum de Jure rubljéo<br />
tol. 1. DifciuT. ga. TheCai.<br />
Bb
§86" Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
zulks goedvindt (d): Doch ik antwoorde geï'ustlijk<br />
hier op met anderen „.dat zodanig een<br />
pnderfcheid in de Magt der Opperheeren een<br />
louter verdicbffel en een wangedrocht is, dat<br />
zijne geboorte alleen aan de harfenen van<br />
Pluimftrijkers verfchuldigd is, zonder dat<br />
Zij voor dit hun gevoelen, noch in de<br />
Natuur der Oppermogenheid, noch in de<br />
Reden , enigen grond konnen vinden : de<br />
Oppermagt toch is enkelvouwig, en bepaald,<br />
om uittevoeren; 't geen vereischt wordt, om<br />
het algemééne weizijn te behartigen, en te<br />
bevoordeelen : daar is nooit aan éne Oppermagt<br />
afgeftaan , om iets , *t geen het gemeene<br />
welzijn zoude omkeeren, te mogen,<br />
"of gebieden, of doen: nimmer is Haar zulks<br />
geoorloofd : al haar magt toch ontleent Zij<br />
uit den overdragt van het Volk , ter bevordering<br />
en voorhand van 's Volks algemeen<br />
heil cn veiligheid : te recht heeft dus<br />
den op'gemeldcn Heere Franeaux getoond:<br />
hoe ftrijdig het met de Natuur der Oppermagt<br />
zij, dat men dezelve willekeurig in<br />
haar doen fielle, cn aan Haar een vermogen<br />
toekennc, om de rechten der Onderzaten<br />
te vernietigen, en dezelve van hunne<br />
eens verkregene Voorrechten te beroven:<br />
hier uit blijkt dan ten klaarften ; dat geene<br />
onbepaalde magt, geene volheid van magt ,<br />
(gelijk zij fpreken) ene magt, die aan geene<br />
(d) P. A. de Petra, de Jure quaefito non tollcndo,<br />
per Principem, Cap. i. Num. 8 ecg. Cap. 2. Cap. 3.<br />
Quaeftion. 1. Num. 2 & 3.
jaarmarkten of Kermisfen. 387<br />
he perken is gebonden, die ten enenmale willekeurig<br />
is, immer door enig Volk aan zijnen<br />
Opperheer, és een recht, dat Hem eigen<br />
is, kan overgebracht zijn; maar, dat alles<br />
wat de Vorsten met geweld willen uitvoeren<br />
, voor een misbruik van hunne magt.<br />
te houden is : hierom laat zich Covarruvias<br />
(fchoon onder ene eigendunklijke Heerfchappije<br />
gefchreven hebbende) dus uit; dat hij<br />
Verwonderd is, hoe er Rechtskundige Mannen<br />
konnen gevonden worden, die zich<br />
met zulk een onderfeheid in de Magt<br />
der Opper-Mogenheden konnen bezig houden<br />
: ook hebben, en de Spaanfche Vasquius,<br />
en de PniislÜche Hoogleeraar, de Baron de<br />
Cocceji (e) dit onderfeheid, met _ opzet,<br />
wederlegd s en, hoe het ook moge zijn, zo<br />
is dit ten minften zeker, dat zodanige onbepaalde<br />
magt, bijzonderlijk , aan de Graven<br />
en Opper-Vorsten dezer Nederlanden nooit<br />
is toegeftaan: maar, dat aan dezelvcn alleenlijk<br />
dc bevordering van 't Algemééne-Best,<br />
langs zulke gepaste, cn , met de Vrijheid<br />
der Ingezetenen overéénkomende, wegen en<br />
middelen, als ook ter bevordering van dit<br />
Algemééne welzijn, konden ftrekken, is toevertroit<br />
vd ; en dus konden, noch dezelve<br />
Graven en Opper- Vorsten ; noch konnen<br />
ook.<br />
(e) ëwamvUs, VariarünrRelclutionum Lib. 3.<br />
Cap. 6. Num 3 Fasquiüs, Illuftrinm Controvcrflarum<br />
Lib. 1. Cap. 1. Num. 15. Cap. 15. Num. 1-5.<br />
Cao. 26. Num. 2. foo. de Cocceji, in Commentariis ad<br />
Qmii, Lib. 2. de "jure Eelli ac Pacis, Cap. x,<br />
f. 8.<br />
Bba
388 Verhandeling over de Zeeuwfche<br />
ook thans 's Lands Hoge Magten ('t zij<br />
met eerbied gezegd ) aan "hunne Onderzaten<br />
cn Ingezetenen ontnemen die rechtendewelke<br />
zij, ter bevordering yan htm geluk,<br />
en den welvaart hunner Steden; als ook<br />
tot gerief der gezaamlijke Burgeren, verkregen<br />
hebben; en, onder die, derhalven ook<br />
niet het recht om Jaarmarkten te houden :<br />
want, wat toch betreft de fpreekwijzen: uit<br />
onfe Graaflijke magt, en volkomenheid: uit<br />
onze volle magt: want het ons zo belieft, en<br />
goeddunkt^ die men djkmaals in onze Graaflijke<br />
Wetten, en zelfs in de Placaten van<br />
de tegenwoordige \s Lands Staaten, na 't afwerpen<br />
van het Graaflijk Dwangjuk, vindt;<br />
dezelve beteekenen niet (of fchoon velen er die<br />
betekenis aan hebben gegeven, en nog zoeken<br />
te geven) ene onbegrensde, ene willekeurige<br />
magt en gezag; maar duiden alleenlijk, in enen<br />
bepaalden zin, aan ; al het gezag, '\ welk ,<br />
als 'is Lands Opper - Hpogheid, aan Hen)<br />
door het Volk is opgedragen ; of kan ook<br />
genomen worden , yopr die famenvoeging<br />
van rechten , die den Vorst, behoudens 's;<br />
Lands Grondwetten , is toegedaan , buiten<br />
kennis van het Volk, te oefenen (ƒ').<br />
Bijzonder Evenwel, wanneer een Stad , met het<br />
lijk , wanneer<br />
de be . Voorrecht van Jaarmarkt begunlligd , tegen<br />
jmnftijrde de Hoge Overheid, tegen 's Lands Graven,<br />
Steden tegen<br />
de of Opper - Vorsten opftond, en zich aan<br />
eigen-<br />
(ƒ) Zie den Raadsheer Mr. Abraham Pieter Fretneaux,<br />
Specimen Juris Univerfalis Inaugurale, de<br />
JüribüS quaefitis , Subdiü; a fummo Principe non<br />
fufpfendis. 5. 24. pag. 44 — 46.
Jaarmarkten of Kermisfen. 3^9<br />
eigenlijk gezegde Opper-Hogheids fchennis<br />
fchuldig maakte, dan kon zij, met alle kire<br />
jandere Voorrechten , ook dit Voorrecht, om<br />
Jaarmarkt te mogen houden, verliezen x en<br />
hier van geven de Gefchiedenisfen ons wederom<br />
twee Voorbeelden aan de hand: want<br />
men vindt, dat aan die van Frankfort, op<br />
enen der Rijksdagen, bevolen werd, om den<br />
Keur-Vorllen bijltand en befcherming te verr<br />
lenen, of dat zi j anderzints alle hunne Voor?<br />
rechten, waar onder dan ook het houden hunner<br />
Mis, verliezen zouden: en, insgelijks,<br />
wanneer zij den Keizer Karei den Vierden<br />
weigerden in hunne Stad te laten komen,<br />
en Hem dus de Poort (als '% ware) voor't<br />
hoofd floten , om dat de Graaf van<br />
Sebvartzburg, Gunther, tot Keizer verkozen<br />
was; zo ontnam de eerstgemelde Keizer<br />
Karei aan hen, bepaaldlijk, het recht van<br />
Mis te houden, en bracht dezelve te rug naar<br />
Mentz , alwaar dezelve, tc voren, ook gehouden'was,<br />
omdat, zo Hij oordeelde, die<br />
van Frankfort zich, door hun voorgemeld<br />
wederfpannig gedrag tegen Hem, aan Hoog<br />
Verraad en Opper-Hoogheid-fchennis hadden<br />
fchuldig gemaakt: en 't was niet, dan na<br />
de dood van den gemelden Graaf Gunther,<br />
dat dc gemelde Keizer Karei die van Frank-,<br />
fort, op Voorfpraak van den Paltz-Graaf<br />
Ka'dölf, en den Mark-Graaf van Brandenburg,<br />
in hun recht ? om Mis te houden,<br />
hcrllelde (g). "<br />
Dat<br />
("•) Gaspari Peuceri. Chronica Carionis. Lib. 5<br />
Fol. 685. in de Nederlandfche Vertaling van Jönr<br />
B b 3 kar<br />
Hoge Overheid<br />
op<br />
(taan.
Or het<br />
Recht van<br />
Jaarmarkt te<br />
hebben verforen<br />
kan<br />
worden,<br />
door liet, in<br />
tien jaren,<br />
niet honden<br />
vjn Kermisfan*<br />
Door oiiverdr.iagli.il;<br />
misbruik 3 en .<br />
390 Ver handeling over de Zeeuwfche<br />
Dat ook dit recht verloren kan Worden" $<br />
door het zelve, in geen tien achter-een-volgende<br />
Jaren , te gebruiken, wanneer er ,•<br />
naamlijk, niets is tusfchen beiden gekomen,<br />
dat een Stad, of hare Ingezetenen, verhinderde<br />
, de Jaar - Markt te houden , willen<br />
dc meeste Rechtsgeleerden ^ op grond van<br />
't gezegde door Modeftinus (hj: „ 't Recht<br />
„ der Jaarmarkten van de Hoge Overheid<br />
„ verkregen, verliest men , daar mede verleid<br />
„ zijnde, door dezelve in geen tien Jaren<br />
„ gehouden te hebben." Doch, vermits,<br />
bij ons, tot het verliezen van enige rechten,<br />
niet het ophouden van dezelve gedurende<br />
:ien Jaren y maar gemeenlijk een derde van<br />
ene Eeuw (dat is , een verloop van drie en<br />
fertig Jaren en vier maanden) vereischt<br />
wordt, zo twijfelen onze Rechtsgeleerden en<br />
vaderlandfche Schrijvers , of niet een zo<br />
geruime tijd bij ons vereischt zoude worien,<br />
om het Recht van Jaarmarkt te houien,<br />
door ongebruik, te verliezen (/').<br />
J :er Willem van Znylen Van Nyvek, Hecré van Heere<br />
j Varts - Bergen Joharmes Cluverius, in Epitome His-<br />
t oriaruin Univerl'ali, in vita Caroli IV. FritJcJiius y<br />
( jymnasaiatis Juridici de Jure & Frivitógiis Nundina-<br />
I um, Cap. i2. Num. 41 & 43.<br />
(k) L. 1. Lib. 50 D. Tit. 11. dc Nundinis.<br />
(O Groetuwegen, de Legibus Abrogatis, Ad Lib.<br />
. Iijftitutionum, Tit. 6. De Ufucapionibus & longï<br />
t fmpoïis praefcriptionibus, pag. 25. et ad Lib. 50'.<br />
1 'andeflarum, Tit. Ui de Nundinis. Vvtt , in COHK<br />
leijtarüs «dreunden fituluu Num. 5.<br />
r<br />
Echter kan een te groot en te onverdraagijk<br />
misbruik oorzaak zijn , dat dit Voorrecht
Jaarmarkten of Kermisfen. 391<br />
yecht aan een Stad cn derzelver Ingezetenen<br />
ontnomen worde. Gelijk ook, door enen<br />
"openbaren afftand der Overheden en Ingezetenen,<br />
ene, met het houden der Jaarmarkten<br />
bevoorrechte, Stad dit haar Recht verliezen<br />
kan (£). Dit Voorrecht houdt evenwel niet<br />
op met de dood van den Schenker; maar,<br />
zijne Opvolgers zijn verplicht en gehouden<br />
het zelve, insgelijks, geftand te doen. Onze<br />
Voorrechts-Brieven'houden geene tijds bepaling<br />
in, voor hoe lang aan de Zeeuwfche<br />
Steden verlof gegeven wordt, om hare Jaarmarkten<br />
, of Jvernftsfen, te mogen houden:<br />
daar in tegendeel de Schenkers van de Mark<br />
ten aan die van Tholen en Goes duidelijk<br />
zeggen: dat Zij aan de Ingezetenen dier Steden<br />
deze vrijheid verlenen, voor hen, en hunne<br />
Nakomelingen (/)•<br />
Wij meenen dan het Recht onzer Zeeuwfche<br />
Week- en Jaar-Markten, en zogenaamde<br />
Kermisien, in hare benamingen; in haren<br />
oorfprong ; in de wijze, op welke zij gemeenlijk'gehouden<br />
worden; en in derzelver<br />
Voorrechten cn Vrijheden, op ene Gefchieden<br />
Rechtkundige wijze, befchouwd; en, hoe<br />
zij wederom opgefchort, of ten enenmaal verloren<br />
, konnen worden, te hebben voorgcfteld.<br />
Wij hebben dus onze taak ten einde<br />
gebracht; en verzoeken nu onzen goedgunstigen<br />
Lezer, eerbiediglijk, om de feilen, die<br />
er mogten ingeflopen zijn ( want niets in het<br />
On-<br />
(k) FritfcMus, dict. loc. Num. 45 — 48.<br />
O) Fr. v. Mieris, Groot Charterboek, 3. Deel<br />
Fol. 347. en 4. Deel, Fol. 418.<br />
openbaren<br />
afiland, kan,<br />
men dat<br />
Voorrecht<br />
kwijt Sera-<br />
msar niet<br />
dqpr het<br />
fteivcn van<br />
den Vsrlea^<br />
ner.<br />
Be fluit der<br />
Verhanden<br />
linf.
£93 Verhand, over de Zeeuwf. Jaarm. en<br />
Ondermaanfche heeft zijne volmaaktheid) edelmoediglijk<br />
te verbeteren; of, op ene befcheideae<br />
wijze, Ons onder 't oog te brengen:<br />
terwijl Hij zich kan verzekerd houden,<br />
van in ons te zullen vinden iemand, die<br />
van anderen wil leeren ; die zich niet fchaamc<br />
onderrichting te erlangen van 't geen hij niet<br />
weet; en te verbeteren, Waar in hij gedwaald<br />
hebbe. Inttisfchen Zal ik mijne Uitlpanningen<br />
niet beklagen 3 noch de hier aan befteedde,<br />
en van mijn hoofdwerk afgefnipperde,<br />
uuren verloren rekenen , wanneer mijn arbeid<br />
aan kundige en befcheide Landgenoten,<br />
en aan anderen, enigzints behagen mag ; en<br />
wanneer ik aan onze Zeeuwfche Week- en<br />
Jaar - Markten , en zogenaamde Kermisfen<br />
enig licht mag hebben bijgebracht, Vermaak<br />
en nut te fcheppen was mijn eenig doel. Tref<br />
ik hier in dit mijn doel, dan zie ik mijn werk<br />
met eers genoeg bekroond , en houde mij v
D R U K F O U T E N ,<br />
bl 13. reg. 13. ftaat Adriamim . . lees: Airïcml.<br />
23. - - -8 &0. - - - enien . . . enige<br />
-- 24. not (i) 2.--- zeger. Ber- Zegerus Barnardus<br />
nardus.<br />
1 - 28.not.(02.&3. -- Cronographus —- Chronogratftui<br />
Saxo Saxo<br />
i - 31. reg. 22. Joleke . . . —~. Jolcke<br />
- - 32. — I. - - - moet ; . . **— moeten<br />
- - 46. dc cuftos tigc . . . • lijkheid<br />
- - 62. reg. 7. - - - baar niet . . — niet hare<br />
9 - 82. not (y) - - - ad legat. . . . ad'egat.<br />
. - 88. reg. 3. door kundige doorkundige<br />
V • 99. - - - 21. Anaftatiaanfche — Anartafiaantché<br />
- - 136. 25. Florentinsch . Florentijnsch<br />
- - i40.not.(/-)i.&2.-- Septum — . , Septem<br />
f • 105. reg. 23. - - -' vertrouwen . —— vertrouw<br />
27. - - - beter . . . —» betere<br />
l - 17» - - - 26. • - • over, en < . — over dieplaats<br />
tiitgefpïoken, eït<br />
not. (t) Cap; . . 1 ~— Cap. 1.<br />
* 176. reg. 3. afgeleid. . . afgelegd.<br />
~ - 190. - - - 9. -• - anders . . . .-. ••. andere<br />
* - 195. 6. LandVoogd . Landvoogd, of.<br />
Land-Voogd<br />
. - 196. 25.&2G. begiftigde ook •—• ook begiftigde<br />
» - 203. — xii — OeversEuphraat •* Oevers van den<br />
Euphraat<br />
- - 205. 25.&26. eigen-handel . , eigen handel<br />
- - 215. 9. Saxets . . . m~mi Suxers,<br />
not (Jt). 1. — Berstten . . . Bezetten<br />
- - 220. — is< die de Gehoonde de Gehoonde<br />
- - 221. 1. -- - den ze!ven . der zeiven<br />
5. - - - die Veiligheid •—- der Veiligheid<br />
.• - 227. - - - 2i. berden. . . , —- bereyden.<br />
• - 230. - - - 24. - - - ingebannen . •— in gebannen<br />
- - 233. - - - 3. zoude . . . - zal<br />
not. (*) 3. - - - Keopold . . —» Leopold<br />
- - 234.not.(*)- 5- - - - opgrvolgd. . . opgevolgd.<br />
not.(t). 5. - - - Cerifien . . r • Cerijïer<br />
- - 245. reg. 17.- -- nemen en van nemen van<br />
26. - - - vetdiende . _ verdiende<br />
s - 249. Ï < i 4. -.g - - opgertiild . —• opgeruijd<br />
bl. 256-
D R U K F O U T E N .<br />
bl. 256. reg. 14. ftaat bin . . . lees binnen<br />
- - 161. 8. - - - Zeevaartkunde — Zeevaartkunde<br />
of Zeevaart-kundo<br />
- - 269. - -- 6. - - of enigen, vollen—voilen , of enigen<br />
- - 274. - - - 3. . - - de Keizers . . — door de Keizers<br />
not. (s). 2. - - - Sameftribus . »—• Semeftribus<br />
- - 278.not.(*)io.-- - mortuur . . . —— mortuus<br />
- - 283. reg. 24. - - - der Arresten , in<br />
dit Land _ i n dit Landder<br />
Arresteotj<br />
- - 284. 22. - - - bijzonderinge .• • bijzonde/e<br />
- - 292. - - - 28.CÏ29. Girecwmmndeed . • GeKcomman*<br />
deerd<br />
- - 295. not. (u) 7.- -- fen Jure Dominus . feu Jure Do ?<br />
minii<br />
cn 8. - - - Ufu . . . . Verfu<br />
- - 303. reg. 9. - - - Hoimaand . . Hooimaand<br />
- - 336.-- -24.81:25.---te-fer ,. . . 1—* te dcfer<br />
r " 338- II- Mnrtinopelis . ——- Martinopolis<br />
-- 338.not. (*) 2. - - - KeopfUid . Koopftad<br />
347. reg. 23. --- en, en . , en<br />
351- — i- --- heef . . . —— heeft<br />
- " 365. — 3. - - - daar over op . ~— daar op<br />
- - 36{j.not.(02. - • - & Eodem. . . —- & idem.<br />
r - 307-not. (f)2.. .- Aquan, & Aqua. Amia, £f A~<br />
qiue<br />
de Cuftos - - - den , . . . _ ~ aan<br />
«• . 368. reg. r. - - . den aan . . . -—- aan den<br />
2. - - - had . . . hadden<br />
8.8-9.- hadden; verzocht,<br />
om met<br />
vetzoek van die . . hadden verzocht,<br />
om die<br />
• " 360- — ai.&22. »•- Vakntius . . Vcdentinianus,<br />
* - 374.not. (mij 1. fubdites . «—« Subditis<br />
- - 377-not.(q)i. --- recta . . —— refte<br />
- - 381. reg. 14. - - •• zien . . . te zien<br />
Dc verdere , min zinftorende en aan onze aandacht ont-<br />
(hapte, Drukfouten gelieve de Befchcide Leezer gunstiglijk<br />
te verlchooncn,,