Untitled
Untitled
Untitled
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JAC. v. ZOELEN<br />
BOEKBINDER<br />
KANAALSTRAAT 8<br />
AMSTERDAM-W.<br />
TELEFOON 8 3 4 7 0
01 1020 8790 UB AMSTERDAM
BEKNOPTE<br />
G E S C H I E D E N I S<br />
DER G E H E E L E<br />
STAATSOMWENTELING<br />
I N<br />
FRANKRIJK-<br />
TWEEDE DEEL,<br />
BEHELZENDE HET VERVOLG VAN HET<br />
EERSTE JAAR DER FRANS C HE<br />
VRIJHEID.<br />
mrtaaling uit een Hoogduitsch Gefchrift door<br />
den beroemden Heer CAMPE uügegeeyen.)<br />
M E T P L A A T E N .<br />
TE AMSTERDAM, B>j<br />
JOHANNES ALLART.<br />
m cc se ii
Van den vierden Augustus af ging de Natioiiaa»<br />
le Vergadering veel fpoediger voord in 'haare be»<br />
zigheden , die tevens meer afdeeden en uitgeftrek»<br />
ter waren dan vóór deezen tijd: in plaats van één<br />
werden 'er dagelijks twee zittingen gehouden: het<br />
grootfte gedeelte van den tijd werd belteed aan<br />
de debatten over de nieuwe Staatsgefteldheid, te<br />
weeten aan het voordel en de ontlceding 'derrechten<br />
van den mensch; de bepaaling van dezelven<br />
zou de Conltitutie, waarover men 't nu ééns<br />
Was geworden, voorafgaan, en deezen zouden,<br />
als 't ware, den voorgevel vormen van het groot<br />
nieuw Staatsgebouw , het welk , met denzelven<br />
Verbonden, den grond zoude leggen tot een nieuwe<br />
orde, tot eenen nieuwen ijver Voor de algemeene<br />
welvaart, en door deeze wederom tot der»<br />
bloei, het geluk, de magt en grootheid des Rijks.<br />
De volgende zeventien ftellingen zijn een werk<br />
van bijna agt dagen, en men kan met waarheid<br />
zeggen , dat geen woord , ja zelfs geen woord*<br />
fchikking gebezigd en ter ntder gefield is, zonder<br />
Wèl overdacht , verklaard , door de' meerderheid<br />
goedgekeurd, e n vast bepaald te zijn;<br />
II. D E EL. A.
4 STAATSOMWENTELING<br />
I.<br />
„ De menfchen worden vrij en niet evengelijke<br />
„ rechten geboren, en blijven vrij,en in het bezit<br />
„ van deeze rechten. De maatfchaplijke onder-<br />
„ fcheidingen kunnen niet dan op de algemeene<br />
„ welvaart gegrond zijn.<br />
II.<br />
„ De bedoeling van elke maatfchaplijke verbintenis<br />
moet weezen inftandhouding der natuur-<br />
„ lijke en onvervreemdbaare rechten van de<br />
menschheid: deeze rechten beftaan in vrijheid»<br />
„ veiligheid der eigendommen, algemeene zeker-<br />
„ heid, en het vermogen om zig tegen verdruk-<br />
3, king te kunnen verzetten.<br />
BEL<br />
„ De hoogfte magt berust wezenlijk in dea<br />
„ boezem der Natie : geen bijzonder ligchaam,<br />
„ (corj&/)g een<br />
afzonderlijk perfoon,kan de minfte<br />
„ magt hebben en uitoefenen , zo dezelve niet<br />
„ uitdrukkelijk door haar aan hem opgedras,<br />
gen is,<br />
' IV.<br />
„ Vrij zijn is, alles te kunnen doen, waardooi
, IN FRANKRIJK. $<br />
,, niemand, hoe genoemd, benadeeld wordt: bij<br />
„ gevolg heeft het genot van de natuurlijke rech-<br />
,, ten bij ieder mensch geene andere paaien, dan<br />
„ die, welke aan de andere leden het vrij genot<br />
„ van dezelfde rechten verzekeren: deeze grenslij<br />
„ nie kan alleen door de wet bepaald worden.<br />
V.<br />
„ De wet alleen heeft het recht, om daaden te<br />
,?sverbieden, welke de maatfchappij kunnen be-<br />
„ nadeelen. 't Geen de wet niet verbiedt kan<br />
niet belet, en niemand kan gedwongen wor-<br />
„ den , om te doen wat zij niet uitdrukkelijk<br />
„ beveelt.<br />
VI.<br />
„ De wet is de Item van den algemeenen wil!<br />
„ ieder Staatsburger heeft het recht, om in per-<br />
,, foon of door vertegenwoordigers medetewer*<br />
„ ken, wanneer de wet gevormd wordt; zij moet<br />
„ voor allen een en hetzelfde weezen; zij mag<br />
„ befchermen, of Itraffen dreigen ; vermits alle<br />
„ Staatsburgers naar' de Wet gelijk zijn, hebben<br />
,, ook allen, naar maate van hunne bekwaamhe-<br />
„ den, een recht en den toegang tot alle open-<br />
„ baare waardigheden , bedieningen en amten ,<br />
zonder den minften voorrang, dan die uit der-<br />
„ zeiver deugden en begaafdheden voordkomt.<br />
A a.
4<br />
STAATSOMWENTELING<br />
VII;<br />
„ Niemand kan befchuldigd, gevangen genomen,<br />
of in hechtenis gehouden worden, dan<br />
alleen in de gevallen,, welken de wet bepaald,<br />
„ ejo op die manier', die zij voorgefchreven heeft:<br />
„ wie aanzoek doet om willekeurige bevelen,<br />
„ dezelven vervaardigt,, uitvoert en doet uitvoe-<br />
„ ren, moet geftraft worden; doch elk Staatsbur-<br />
„ ger, volgends de wet gedagvaard of gevat, moet<br />
„ oogenbliklijk gehoorzaamen: wederfpannigheid<br />
„ maakt hem ftrafwaardig,<br />
VUL<br />
„ De wet moet geene andere ftraffen vastflel-<br />
3, len, dan die volltrekt en blijkbaar noodzaake-<br />
„ lijk zijn ; en geen misdaadiger mag geitraft<br />
3, worden, dan uit kracht van een vastgeftelde<br />
n en voor begaane wandaad bepaalde en duidelijk<br />
„ afgekondigde wet.<br />
IX,<br />
„ Daar ieder mensch onderlteld wordt zo lang<br />
„ onfchuldig te weezen, tot dat zijne fchuld be-<br />
„ wezen is, moet, in gevalle men zijne. gevan-<br />
„ genneeming noodzaakelijk oordeelf, alle nood-<br />
„ looze harde behandeling , 'die men daarbij te-<br />
9, gen hem uitoefent, zeer ftreng door de wet<br />
„ verboden woyden.
ÏN FRANKRIJK. S<br />
„ Niemand kan wegens zijne gevoelens, zelfs<br />
„ niet wegens godsdienltigen , lastig gevallen<br />
„ worden ; onderfteld , dat deszelfs openbaare<br />
.,, oefening de algemeene rust niet ftoort, welke<br />
J 3 die wet heeft vastgefreld.<br />
XL<br />
De vrije mededeeling van gedachten en ge-<br />
„ voelens is een van de dierbaarfte rechten van<br />
,, den mensch : uit dien hoofde kan ieder Staats-<br />
„ burger vrij fprceken, fehrijven en laaten drukkeil,<br />
evenwel onder die voorwaarde , dat hij<br />
„ in.alle gevallen, die door de wet bepaald zijn,<br />
„ verantwoordelijk is wegens het misbruik dee-<br />
zcr vrijheid.<br />
XII.<br />
„ De inftandhouding der rechten van den<br />
mensch en den Staatsburger maakt eene open-<br />
„ baare magtoefening noodzaakelijk : deeze<br />
„ magtoefening is derhalven ten voordeele van<br />
„ allen ingefteld, en niet tot het bijzonder voor-<br />
„ deel der geenen denwclken dezelve is toebe-<br />
„ trouwd.<br />
XIII.<br />
4, Ter onderhoudinge van deeze. openbaare magt->
é STAATSOMWENTELING<br />
oefening, en tot goedmaaking van de kosten s<br />
die het bewind vereischt , is eene algemeene<br />
fchatting volltrekt noodzaakelijk, en deeze moet<br />
,, over alle Staatsburgers , naar maate van hun<br />
vermogen, evenredig verdeeld worden.<br />
XIV.<br />
„ Ieder Staatsburger heeft het recht, in per-<br />
„ foon of door vertegenwoordigers, de noodzaakelijkheid<br />
van eene algemeene fchatting te onderzoeken;<br />
dezelve vrijwillig toeteltaan; over der-<br />
„ zeiver gebruikmaaking een waakend oog te hou-<br />
9 J den, en de hoeveelheid, de verdeeling, de in-<br />
vordering en de duuring vaa dezelve te bepaa*<br />
» len.<br />
XV.<br />
„ De Maatfchappij heeft het recht, om van ie*<br />
„ der openbaar Amptenaar rekenfchap van zijn be^<br />
„ fluur te vorderen.<br />
XVI,<br />
„ Geen Maatfchappij, bij welke de handhaving<br />
der rechten niet vast bepaald, noch de juiste<br />
9, verdeeling der onderfcheidene magtoefening<br />
„ niet duidelijk bepaald is , kan zig van eene<br />
„ Qrondwettigt ftaatsgejleldheid beroemen.
ÏN FRANKRIJK. ?<br />
XVIL<br />
„ Het recht van eigendom onfchendbaar en hei-<br />
„ lig zijnde, kan niemand daarvan beroofd wor-<br />
„ den, in zodanige gevallen, wanneer eene algc-<br />
,, meene , klaar - beweezene noodzaakelijkheid<br />
„ zulks vereischt , voorbehoudens evenwej altoos<br />
eene wcl-geëvenredigde, voorafgaande,<br />
„ fchadelooshouding,"<br />
Het zou moejelijk vallen, om het ftelfel van<br />
de rechten van mensch en burger, in betrekking<br />
tot de groote ftaatkundige burger - maatfchappij<br />
zelve , over 't algemeen treffender , korter en<br />
zaaklijker opteflellen , dan hier in deeze zeventien<br />
artijkelen gefchied is : wanneer eenigen van<br />
dezelven te bovennatuurkundig fchijnen te weezen<br />
, dan dat zij, zo als zij zijn , met voordeel<br />
op eene Staatsgefteldheid , die werkelijk zou gegrondvest<br />
worden , zouden kunnen toegepast<br />
worden; wanneer anderen te algemeen zijn , om<br />
de afzonderlijke wanorden , die in de maatfchappij<br />
onvermijdelijk zijn , afteweeren ; wanneer<br />
nog anderen zelfs zodanige wanorden moeten veroorzaaken,<br />
wanneer weder anderen flechts voor de<br />
jeugd der wereld en voor de kindsheid eener Natie<br />
fchijnen gefchikt te zijn ; en wanneer eindelijk<br />
het Geheel alleen theoretisch opgefteld is, en<br />
van vooreu befchouwd weldaadig fchijnen kan,<br />
zonder praéticaal afgetrokken , vergeleken , gc-<br />
A 4
8 STAATSOMWENTELING<br />
vormd en beproefd bevonden te zijn, dan moet<br />
men bedenken , dat een Staatsgebouw, gelijk<br />
bet bedoelde , niet zonder grondlegging kon opgehaald<br />
worden; dat de grond, die 'er gelegd is,<br />
üitgeftrekt en diep uitgegraven moest worden;<br />
dat de hier gefchetfte zulks indedaad is, en men<br />
bijgevolg zonder dwang en vrees voor vastigheid<br />
en ruimte, verder daarop bouwen en het gebouw<br />
zelf er zo gezond, gemaklijk en duurzaam inrichten<br />
kan, als men wil; en dat eindelijk de Vergadering<br />
zelve verklaard heeft, dat zij in het verder<br />
beloop van haaren arbeid aan het Staatsgebouw<br />
zelf, op de voordeden en gebreken van deezen<br />
ceriten aanleg terug zien., verwerpen wat van<br />
geen nut, bevestigen wat goed en gebruikbaar is,<br />
en zo doende over en weer theorie met de practijk<br />
vergelijken, de één door de andere verbeteren,<br />
en eindelijk beproeven zoude, om een werk tot<br />
Itand te brengen, het welk voor haare Natie een<br />
bron van rust en geluk zijn, en tevens voor deeze<br />
rust en dit geluk borg ftaan zoude.<br />
De Nationaale Vergadering was geduurende het<br />
opftellen deezer Hukken, met eenen ijver, en ,<br />
over het geheel befchouwd, met eene eensgezindheid<br />
bezield geweest, welke een vooruitzicht gaven,<br />
dat zulks ook bij de volgende verhandelingen<br />
ftand zouden grijpen : men ging nu tot het<br />
ppftellen van de Conftitutie zelve, onmiddelijk na<br />
de zitting, over, waarinde bepaaling dej: rechten
IN FRANKRIJK. <br />
van den mensch en den Staatsburger geëindigd<br />
was. De Commisfie aan welke men opgedragen<br />
had, de grondlegging van de Conditutie ter neÊr<br />
te (lellen, had haar werk nog niet voltooid , het<br />
welk echter den volgenden dag gefchieden zou, als<br />
wanneer zij de ccrfle Hukken van 'dezelve zoude<br />
overgecven ; doch men deed den voorflag , om<br />
dat geenc zamentevoegen , wat in de Cahiers<br />
(*) over dit onderwerp gewenscht en gelast<br />
wierd , en hetzelve aanteneemen , alzo het op<br />
zigzelf de begeerte der Natie behelsde : men<br />
las 'er een uittrekfel uit voor, 't welk de eerlle<br />
Prefident (f) gemaakt had, en waarvan de eerfte<br />
Hukken de iVanfche regeering voor monarchaal<br />
verklaarden, en den Koning de uitvoerende magt<br />
en de bevoegdheid, om de hefluiten der wetgeevende<br />
magt te bekrachtigen, toekenden en indedaad<br />
aan hem opdroegen; maar welhaast Hond de<br />
volkspartij op, en verklaarde , dat zodanige zamenvoeging<br />
der Cahiers de Conflitutie zelve niet<br />
konde vormen; dat de aanwijzingen, daarin opgegeven,<br />
niet dan flechts de doffe daartoe opleverden;<br />
dat het eerde werk, 't welk de Natio-<br />
(*) Voor min kundige Leézers merkt de Schrijver<br />
hierop aan, dat deeze Cahiers, of kleine boekjens<br />
de fchriftlijk beredeneerde volmagten behelzen,<br />
welken den Gevoltnagtigdeu van hunne Afzenders ,<br />
pis eene aanwijzing en richtfnoer toegezonden zijn,<br />
(f) CLERRIOiNT TONNERRE.<br />
A 5
£0 STAATSOMWENTELING<br />
naale Vergadering onderhanden neemen moest,<br />
het plan van de Conditutie was, 't welk men aan<br />
de bovengemelde Commisfie had opgedragen ; en<br />
eindelijk , dat ingevolge de geheele orde in het<br />
onderwerp en in het beloop der gedachten , de<br />
wetgeevende vóór de uitvoerende magt, evenals<br />
de wet zelve vóór de uitvoering der wet, nood»<br />
zaakelijk moest vooraf gaan.<br />
Beide partijen waren daarover in eene hevige<br />
woor Jenwisfcling geraakt, toen 'er een brief van<br />
NECKER in de Vergadering gebragt werd, die<br />
'er een einde van maakte: den voorigen dag had<br />
hij reeds door een ander fchrijven kennis gegeven<br />
, dat zijne onpasfelijkheid niet toeliet, in<br />
perfoon voor haar te verfchijucn , maar dat hij<br />
een opftel over den dringenden ftaat der financiën<br />
zoude bezorgen; dit opftel werd nu gebragt en<br />
voorgelezen : NECKER gaf daarin te kennen ,<br />
dat de geldleening van 'dertig millioenen geen<br />
voordgang had , en wel om die reden , dat de<br />
Nationaale Vergadering de intresten van vijf tot<br />
vier en een half had verminderd, in eenen tijd,<br />
waarin de Capitalisten zes ten honderd winnen<br />
konden , daar zij wel zoude tot ftand gekomen<br />
zijn , bijaldien zijn plan ftiptlijk en geheel gevolgd<br />
was, alzo men 'er reeds zodanig vertrouwen<br />
op had gefteld, dat een enkel perfoon voor<br />
een millioen getekend had ; het openlijk credit<br />
was derhalven verloren, en wel alleenlijk , om
IN FRANKRIJK. ïi<br />
dat de Nationaale Vergadering van een ander gevoelen<br />
was geweest, dan hij, in eene zaak, waarin<br />
het algemeen vertrouwen zijn gevoelen als voldingend<br />
geoordeeld, en niet verwacht had, dat<br />
men zijne voorflagen veranderen en verbeteren<br />
zoude. In deezen dringenden tocftand van zaaken<br />
waagde hij 't , om nog één plan optcgceven<br />
, inhoudende eene nieuwe geldleening van<br />
tagtig millioenen , die half in gereede penningen<br />
en half in koninglijke effecten konde bijeengebragt<br />
worden.<br />
Dit opftel was in eenen toon en met eene in»<br />
fchikkelijkheid en hartlijkheid, doch ook tevens<br />
met zodanig een overleg en kunde gefchreven ,<br />
dat alle de leden der Vergadering daardoor moesten<br />
overgehaald worden, en indedaad overgehaald<br />
werden, om hunne Hemmen daartoe te geeven :<br />
men bewilligde niet alleen in de geldleening, maar<br />
liet het ook aan den Minister der Financiën over,<br />
om de manier van de ontvangst te bepaalen; het<br />
Geheel naar zijn eigen goedvinden te fchikken en<br />
de fom bijeen te brengen — hier was het, dat<br />
NECKER zig in het algemeen vertrouwen der<br />
Nationaale Vergadering mogt verheugen ; want<br />
ook de geenen, die het plan tot de geldleening %<br />
van dertig millioenen veranderd hadden, zelfs M I-<br />
RABEAU, kwam 'er fterk voor uit, dat men alles<br />
aan hem moest overlaaten , en dat in dit geval<br />
sdleen de nieuwe geldleening niet mislukken kou»
Ü STAATSOMWENTELING<br />
De zegepraal, welken hij ditmaal zelf aan NEC<br />
KER bezorgde , had zekerlijk zeer natuurlijke<br />
oorzaaken, waarvan de voornaamftc was: ,, dat<br />
het volle over het mislukken der eerfte geldleening<br />
algemeen misnoegd was, en zulks niet<br />
toefchreef aan den Minister der financiën, maar<br />
aan de geenen, die zijn plan hadden willen ver«<br />
„ beteren." Reeds eenige dagen te vooren had<br />
MIRABEAU bij eene gelegenheid, die eenigzins<br />
gezocht was, daarop aangedrongen, dat de manier<br />
van iedere geldleening zonder de fflinfte bepaaling<br />
aan de uitvoerende magt moest overgelaten<br />
worden: men ziet, hoe goed hij de kunst verftond<br />
om iemand tot de verandering van zijn gevoelen<br />
voortebcreiden , om hetzelve alsdan, wanneer<br />
het daartoe kwam, minder vreemd te doen voorkomen;<br />
doch men ziet ook, dat hem alleen dat<br />
geene nader met NECKER vereenigde, 't welk<br />
de liefde des volks jegens hem had kunnen verminderen<br />
, en dat hem deeze liefde des volks tot<br />
dat geene, wat hij wilde doen, zo onontberelijk<br />
was, als NECKER dezelve wegens dat geene ,<br />
wat hij had gedaan, volkomen bezat; men ftond<br />
derhalven den Minister eene foort van gezach in<br />
het Financie - wezen toe, het welk hij misfehien<br />
zelf, na 't geen 'er was voorgevallen, niet verwacht<br />
had, maar juist om die reden hem des te<br />
meer tot eer verftrektc. Het is ontegenzeggelijk,<br />
dat dit geval het nationaale credit deed herlee*<br />
sren en mede de oorzaak was van het enthufias-
IN FRANKRIJK. i3<br />
mus, waarmede in de eerstvolgende dagen Staatsburgers<br />
uit alle Manden en van beide fexen , als<br />
om ftrijd , toefchooten , om het Vaderland met<br />
vrijwillige gefchenken te onderdennen.<br />
Zodra deeze zaak afgedaan was , hervattede<br />
de Nationaale Vergadering haare bezigheden betrekkelijk<br />
de Conftitutie : de voor dezelve aangeftelde<br />
Commisfie gaf de zes eerde Hukken daarvan<br />
over: zij waren de volgende:<br />
I.<br />
„ De regeering van het Franfche Rijk is monar-<br />
„ chaal. In Frankrijk heeft geen gczach plaats<br />
„ boven dat van de wet: alleen door deeze<br />
„ heerscht de Koning, en zo hij niet uit naam;<br />
,, van de wet bevelen geeft, kan hij geene ge-<br />
„ hoorzaamheid eifchen.<br />
II.<br />
„ De Natie kan geene verordening voor wet-<br />
„ tig erkennen, indien dezelve niet door haar of<br />
„ haare Vertegenwoordigers bewilligd , en door<br />
„ den Koning bekrachtigd is.<br />
III.<br />
„ De hoogde uitvoerende magt berust alken ia<br />
de handen des Konings.
T4 STAATSOMWENTELING<br />
IV.<br />
De Koning mag de gerechtlijke fnagt niet<br />
„ uitoefenen , en de Rechters aan welken dezelve<br />
„ is toevertrouwd, kunnen binnen den tijd, door<br />
de wet bepaald, niet van hunne amten ontzet<br />
worden, dan door de wet.<br />
V.<br />
„ Het recht op de Kroon is ondeelbaar en ervelijk<br />
van fpruit op ïpruit, van manlijk op<br />
manlijk oir , volgends het recht der eerstgej,<br />
boorte : de vrouwen en haare aframmelingen<br />
„ zijn daarvan uitgefloten.<br />
VI.<br />
,, De perfoon des Konings is onfchendbaar en<br />
heilig , maar de Ministers en de overige Verte-<br />
,, genwoordigers der Koninglijke magt zijn verantwoordelijk<br />
voor alle inbreuken , waaraan<br />
J 5 zij zig tegen de wetten fchuldig maaken, men<br />
„ moge hun bevolen hebben wat men wille."<br />
Het eerfte Huk gaf reeds gelegenheid tot zeer<br />
hevige debatten: de volkspartij begeerde, 't<br />
welk zij te vooren ook al had te kennen gegeven,<br />
dat de Conftitutie niet met de uitvoerende, maar<br />
met de wetgeevende magt begonnen, en de vor-
IN FRANKRIJK.<br />
ffling der diftriften en Municipaliteiten, als de<br />
wezenlijke deelen van elke nationaale magt, eerst<br />
Vast bepaald moest worden: doch zij werd voor<br />
deeze maal overftemd en de orde bleef zo als de<br />
Commisfie dezelve had goedgevonden: vervolgends<br />
werd het woord monarchaal een onderwerp<br />
der debatten en bleef het ook, met eene elk 00genblik<br />
toeneemende drift, langer dan twee<br />
uuren, na verloop van 't welken wel ieder vermoeid,<br />
doch niemand met den anderen ééns geworden<br />
was — men floeg een menigte van nieuwe opftellen<br />
van het eerfte (luk voor, die deszelfs woorden<br />
en bijgevolg ook deszelfs inhoud duidelijker<br />
bepaalen, en de gevaarlijke uitleggingen , waarover<br />
de volkspartij een zwaar hoofd had , onmogelijk<br />
maaken zouden : het volgende van zekeren<br />
Heer ROUSIER opgegeven, kwam het<br />
meest tegen het eerfte in aanmerking:<br />
,, Frankrijk is een monarchaale Staat, waarin<br />
,, de Natie de wet geeft, en de Koning de-<br />
„ zelve uitvoert : deeze afzondering der<br />
„ dubbele magtoefening is het wezenlijke<br />
„ ftuk van de Conftitutie der Franfche Mo-<br />
„ narchij. "<br />
Hierover ontftonden wederom de hevigfte debatten,<br />
doch 'er werd niets beflist : de meerderheid<br />
was altoos nog voor het opftel van de<br />
Commisfie: vermits het echter een duidelijk be-
16 STAATSOMWENTELING<br />
paald ftuk van het Reglement was, dat elk voor*<br />
ü-el , betrekkelijk de nieuwe Staatsgesteldheid ,<br />
de debatten van drie-zittingen moest uithouden:<br />
werd beflooten , om dezelven tot den volgenden<br />
dag uineftcllen: men was ook den anderen dag<br />
indedaad bezig , om ze wederom te hervatten,<br />
toen de Vicomte DE NOAILLES, wiens beurt<br />
het was te fpreeken , een ander voorftel deed ,<br />
met verzoek , om dit, aleer men verder voordging<br />
, te onderzoeken en aftedoen: het beftond<br />
uit de volgende vier ftukken.<br />
I.<br />
„ Men zoude opgeeven en verklaaren wat<br />
,, men door de Koniuglijke bekrachtiging<br />
verftond.<br />
ir.<br />
„ Men zoude beflisfen, of dezelve bij eigen-<br />
.,, lijke wetten wel noodzaakelijk was.<br />
III.<br />
• „ Men zoude bepaalen , of de Nationaale Ver-<br />
„ gadering beftendig , dan bij afwisfeling<br />
,, moest gehouden worden, en<br />
IV.<br />
„ Of zij één ligchaam blijven , dan of zij in<br />
„ twee huizen moest verdeeld worden. "<br />
Dit
IN FRANKRIJK. 17<br />
Dit voorftel werd door de volkspartij ijverig<br />
bnderfteund en met veel drifts opgevat; zij kon<br />
echter thans mede haar gevoelen niet doorzetten:<br />
REDDON en ESPREMENIL bragten bij deezë<br />
gelegenheid grondbeginiëlen aan den dag t welken<br />
voor de eerstbevochtene vrijheid op zigzelven<br />
niets gevaarlijks inhielden; doch met opzicht tot<br />
de belangens , die beiden , vooral de laatstgenoemde<br />
, door de volkspartij, met of zonder<br />
grond .(dit is nog duister) befchuldigd werden,<br />
te voeden en te onderftcunen, wezenlijk als gevaarlijk<br />
genoeg konde uitgelegd worden. MIRA-<br />
JÏEAU zelf fprak ESPREMENIL aan, en duwde<br />
hem, :<br />
toen hij zig bij zijne Helling op het gczach<br />
der Cahiers beriep , de bekende fpotrede toe:<br />
„ Indien de Cahiers, in plaats van onze gevoelens<br />
,, te leiden, dezelven zouden binden, dan had<br />
,, de Heer VAK ESPREMENIL beter gedaan,<br />
,, zljhCahier Hechts in de Vergadering te zenden,<br />
,, en wij zouden het genoegen niet gehad hebben,<br />
van hem te hooren fpreeken: " de Vergadering<br />
eindigde wederom, onder hetzelfde voorwendt,<br />
als de voorige.<br />
De verhandelingen der Nationaale Vergadering<br />
hadden federt eenige dagen , omdat zij vari het<br />
grootfte gewigt waren, de oplettendheid van geheel<br />
Parijs, doch vooral der Patriotten van het<br />
Paleis Royal gewekt, en dezelven altoos in beweeging<br />
gehouden: bij de ftrengheid, waarmede<br />
II. DEEL. B
f8 STAATSOMWENTELING<br />
dc genoemde Patriotten eiken flap , die de min><br />
fle inbreuk op de vrijheid koude doen , beoordeelden,<br />
moest hun voornaamlijk liet voorftel. en<br />
de bcflisfing der vraag over de koninglijke bekrachtiging<br />
der wetten gewigtig voorkomen: volgends<br />
hunne denkbeelden van de vrijheid , had de<br />
Koning met het opftellen, en derhalven ook met<br />
de bekrachtiging der wetten, volftrekt niets te<br />
doen , maar hij moest alleen zorg draagen voor<br />
derzelver uitvoering: toen zij nü zagen, dat de<br />
leden der Nationaale Vergadering , die met hun<br />
van éen gevoelen waren , dk niet konden doorzetten<br />
, kwam 'er een wantrouwen tegen hunne<br />
tegenpartij bij hen op, het welk des te zorglijker<br />
en onftuimiger werd, toen zig lieden onder dezelven<br />
als overwinnaars toonden , die bij ieder<br />
als vrienden van de thans verdrevene Arittocraaten<br />
bekend ftonden : nadat de laatfte verhandeling<br />
der Nationaale Vergadering in het Paleis<br />
lloyal bekend werd gemaakt , en men bijzonder<br />
den naam van ESPREMENIL daarbij noem-,<br />
de , geraakte alles in rep en roer: uit hoopen<br />
van honderden, werden welhaast zamenrottingen<br />
van duizenden; verdenking veranderde in zekerheid,<br />
en zekerheid in daadlijkheden: men meende<br />
overtuigd te weezen, dat de nog niet vernielde<br />
ariftocratifche flang nieuwe hoofden in de Nationaale<br />
Vergadering uitflak; men ftrooide uit ent<br />
geloofde, dat in dezelve een getal van meer dan<br />
vierhonderd leden zig zamen verbonden had-
IN FRANKRIJK.<br />
den, die de Natie langzaamerhand aan de Voofige<br />
keten leggen en thans bij de voldinging van 's Ko*<br />
nings voorrechten , dcnzelven door de meerder*<br />
heid van. (temmen middelen verfchalfen wilde,<br />
om de oude (taatsgefteldheid allengs wederom<br />
intevocren.<br />
Op het oogenblik , waarin deeze overtuiging ,<br />
of van zeiven opgevat, of door aanftooking medegedeeld,<br />
de hoofden bemagtigde, verloorcn<br />
zij ook het evenwigt , en vervielen tot de gedachten<br />
van geweldige maatregelen daar tegen te<br />
beraamen: een kring van het Paleis Royal, wiens<br />
middenpunt de Marquis van ST. HURUGUE<br />
was, (telde een gefchrift, ondertekend door den<br />
Marquis en door nog andere mannen, aan de Nationaale<br />
Vergadering op,zijnde van den volgenden<br />
inhoud: „.Men-had z"eer wel kennis van het<br />
„ gevaarlijk complot, 't welk de koninglijke be-<br />
„ krachtiging wilde doorzetten , alsmede Veele<br />
„ andere befluiten die de oude gefmoorde Aris-<br />
„ tocfatie wederom konden doen herleeven; men<br />
„ (tond echter ook reeds gereed, om, indien dit<br />
„ complot zijn oogmerk bereikte, twintig düi-»<br />
„ zend man op de been te brengen , die de<br />
,, kasteelen verlichten (*) en den Gcvolmagtig-<br />
„ den, die het vaderland wilden verraaden, het<br />
„ lot van BERTHIER en FOULON berokkenen<br />
(*) Etlairer les clulteauX.<br />
Ba
ito STAATSOMWENTELING<br />
„ zouden, enz. " Dit gefchrift werd den Preiidcnt<br />
ter hand gefield en ten zelfden tijde ontving<br />
LALLY-TOLENDAL eene bezending mede<br />
uit het Paleis Royal,. die. verklaarde : „ Dat zij<br />
„ hem voor eenen goeden Staatsburger hielden,<br />
„ en uit dien hoofde ook aan hem gezonden<br />
„ waren : zij hadden door deeze zending den<br />
„ aantogt van twintig duizend gewapende man-<br />
„ nen verhinderd, die het befluit der Nationaale<br />
„ Vergadering nog wilden afwachten i Parijs<br />
„ wilde van gccn.Feto iets weeten, befcbouwde<br />
„ alle de geenen, die het wilden doorzetten, als<br />
„ verraaders , en de verraaders zouden hunne<br />
„ welverdiende ftrafFe niet ontgaan : cenigen van<br />
„ de Gevolmagtigdcn deezer flad hadden deezen<br />
M<br />
l i a a m r e c<br />
l s<br />
'<br />
verdiend , zouden, terug geroepen<br />
„ worden, en , alzo. zij dan niet meer onfehend-<br />
„ baar waren, hun loon vinden: " daarbij noemde<br />
men hem eenige Gevolmagtigden op , wier<br />
hoofden reeds getekend waren.<br />
LALLY-TOLEN-DAL gaf aan deezè bezending<br />
een antwoord zo als men verwachten zal<br />
van een' man. die den van de eerden was,welke<br />
reeds vóór den twaalfden Julij hun leven waagden<br />
voor de .vcrlosfing der Natie van de dwingelandij<br />
;die vervolgends vooreen verdandig gebruik<br />
van de bevochtene vrijheid even zo nadrukkelijk<br />
ftitkwaffl, als hij tegen de geweezenc onderdrukkers<br />
der vrijheid was uitgekomen; die thans „ nu,
IN FRANKRIJK. | j<br />
hij begon de vermogens der Nationaale Vergadering<br />
niet ter hcrftelling van de koninglijkc magt<br />
als Despoot, maar als uitvoerder van de magt dei-<br />
Natie, die hem als haar Opperhoofd befchouwde,<br />
opteroepen , gevaar liep , bij het volk , in deszelfs<br />
dweepachtige vrijheidszucht, even zo gehaat<br />
te worden, als hij tevooren bij hetzelve bemind<br />
was: deeze man, wiens bedoelingen en pocgingeu<br />
van den beginne af zuiver en zonder<br />
valsheid- waren , antwoordde de bezending van<br />
het Paleis Royal met den moed, die hem, om alle<br />
de bovengemelde redenen, eigen moest geworden<br />
zijn: ,, Verraaders zijn de geenen, die het volk<br />
„ door onrechtvaardige en valfche fchrikbeelden<br />
„ ophitzen en aanzetten , om zijne ijve-<br />
„ rigtte verdedigers als zijne vijanden te be-<br />
,5 fchouwcn. Gij noemt mij eenen goeden Staats-<br />
„ burger en ik meen deezen naam verdiend te<br />
„ hebben ; doch ik zou mij gelukkig achten ,<br />
„ wanneer ik mij in doorzicht en begaafdheden<br />
„ meeten mogt met die mannen, die gij mij als<br />
„ gevloekten genoemd hebt. De Had Parijs be-<br />
„ hoorde, alvoorens zij haat of vertrouwen<br />
„ toedeelt, liever het voorig gedrag en leven<br />
„ der geenen in aanmerking te neemen, aan<br />
„ welke zij zulks toedeelt. Ik voor mij, oor-<br />
„ deel, dat de koningüjke bekrachtiging een van<br />
„ de voornaamite bolwerken der vrijheid is. Ik<br />
„ heb den geheelen nacht aan een vcrweerfchrift<br />
„ voor dezelve gewerkt , en bijaldien gij kunt.<br />
B 3
f» STAATSOMWENTELING<br />
„ goedvinden , om mij in de vergaderzaal te<br />
„ hooren fprceken, dan zult gij getuigen zijn,<br />
„ dat ik alle mijne vermogens zal inipannen, om<br />
., dezelve doortezetten , en dat ik van uwe be-<br />
„ zending de getrouwfte rekenfchap geeven zal."<br />
Deeze ftoute en edele verklaaring droeg de goedkeuring<br />
en bewondering weg van deeze Afgezondenen<br />
zeiven, en zij waren in de zaal, toen hij<br />
den volgenden dag aan de hun gegevene belofte<br />
voldeed.<br />
De Nationaale Vergadering had van den oproer<br />
in het Paleis Royal bericht ontvangen. Twee<br />
brieven van den Graaf van ST. PRIEST, en het<br />
Sdres , door den Marquis van ST. HURUGUE<br />
ondertekend , aan haar gezonden , hadden<br />
haar daarvan verwittigd : dè eerde oogenblikken<br />
was zij dil, niet van fchrik, maar van afkeer en<br />
verontwaardiging: CLEHMONT-TONNERRÜ<br />
beklom eerst den fpreekdoel, en toonde in eene<br />
redevoering die edelmoedigheid en onvertzaagdheid<br />
ademde , hoe weinig de waarc Vaderlandsliefde<br />
voor het zwaard vreesde , dat men boven<br />
haar hoofd zwaaide: hij floeg voor, dat men<br />
den Marquis DE LA FAYETTE en BAH. LY<br />
diende te vraagen : of zij voor de rust van de<br />
Hoofddad en bij gevolg voor de veiligheid der Nationaale<br />
Vergadering wilden indaan ? dat deeze-,<br />
in gevalle zij dqor gevaar gedreigd wierd, met den
IN FRANKRIJK. »j<br />
Koning affpraak moest neemen, om haare zittingen<br />
naar eene ftad in eene afgelegene Provincie<br />
overtebrengen; en eindelijk, dat de Marquis<br />
van ST. HURUGUE en zijne geweldige medepligtigeu<br />
opgezocht en aan de rechtbanken als verftoorders<br />
der openlijke rust, en als fchuldig aan<br />
majcsteitfchennis tegen de Natie moesten overgeleverd<br />
worden.<br />
Veele leden der Vergadering waren met hem<br />
van hetzelfde gevoelen, doch anderen oordeelden,<br />
dat bedreigingen van dien aart niet verdienden in<br />
aanmerking te komen , en dat de Vertegenwoordigers<br />
der Natie, al ware het gevaar wezenlijk<br />
voorhanden , hetzelve trotfeeren en van hunne<br />
ftandplaats niet wijken moesten.<br />
M o ti N i E R ftond op, en gaf voor de eerfte maal<br />
ronduit te kennen, het geen veelen van het Paleis<br />
Royal ondcrftelden te weeten: dat 'er lieden<br />
waren, die, zelfs wel uit de Nationaale Vergadering,<br />
de kringen van het Paleis Royal, en door<br />
deeze het volk van Parijs aan hun fnoer hadden ,<br />
en hetzelve, naar maate zij zulks noodig oordeelden<br />
, fchrik aanjoegen of tot daadlijkhede-n ophitften:<br />
hij ftelde voor, dat men eenen prijs<br />
van vijfmaal honderd duizend livres uMooven<br />
moest aan den geenen, die deeze zam?.nzwcering<br />
en complotten aanbrengen , ten toon fte!len<br />
en bewijzen zoude, en dat men hem, indien<br />
»4
2 4<br />
STAATSOMWENTELING<br />
hij medcpligtig ware, van vergiffenis verzekeren<br />
moest: hij kenfchetfte den geenen, die men zeide<br />
, dat deeze complotten beduurde , duidelijk;<br />
genoeg, terwijl hij fprak van lieden, „ die bun<br />
„ geluk op de puinhoopen der algemeene wel*<br />
„ vaart trachtten te vestigen " en die ter bcreikinge<br />
van dit oogmerk wanorde wenfchten aantcr<br />
rechten en voeden moesten.<br />
Men ftond op het runt, om nadrukkelijke<br />
maatregelen te beraamen , toen de volkspartijmet<br />
haare voorige gronden, dat en waarom men<br />
het volk niet verbitteren en de Nationaale Vergadering<br />
niet aan gevaar bloot Hellen moest, opkwam<br />
, het grootlle gedeelte der Vergadering<br />
daardoor deed fchrikken, den oproer in het Pa :<br />
leis Royal als van geen belang, en het bericht<br />
daarvan als overdreeven ten toon fpreidde , terwijl<br />
men tevens de v:aag opperde: „ of het met<br />
, de waardigheid der Nationaale Vergadering<br />
" ftrookte, daarover te raadpleegen ?" de meerderheid<br />
bragt haare Hemmen daarop uit, om het<br />
niet tot een onderwerp der raadpleegingen te<br />
maaken , en zo werd het geheele geval ter zijde<br />
gefield.<br />
Ondertusfehen was het wezenlijk wel van d?{<br />
belang , dat de Nationaale Vergadering zig , uk<br />
hoofde van de daaruit,voordkomende gevolgen,<br />
nadrukkelijk en .eenpaarig daarover had behooren
IN FRANKRIJK. 0$<br />
•uittelaatcn , of ten minften den bevelhebber der<br />
gewapende burger® en het Hoofd der burgerij<br />
had mogen bekleeden met eene magt te,cn fooitgclijke<br />
voorvallen, welke haar tegen de bcfehuldiging,<br />
waarmede men haar van nu af begon te<br />
vervolgen, had kunnen beveiligen: de [clnkkiugen<br />
naamlijk , die beide deeze mannen maakten<br />
om de rust te herltellen, fcheenen het volk toe,<br />
willekeurig te weezen, omdat zij geene behoorclijke<br />
bevelen daartoe ontvangen hadden: de patrouillen<br />
ter afwecringe van oproeren en gistingen<br />
in het Paleis Royal; de gevangennceming van den<br />
Marquis van ST. HURUGUE en de verordeningen<br />
van het Hotel-de-Ville, mede daartoe betrekkelijk,<br />
veroorzaakten een bijna algemeen gemor,<br />
en zelfs die burgers van Parijs , die over den<br />
laatften oproer misnoegd waren, meenden daarin<br />
eigendunkelijke befuoejingen te vinden van de<br />
vrijheid van fpreeken en zijn gevoelen over de algemeene<br />
welvaart des Rijks te zeggen : daarbij<br />
werkte een verbod, aangaande het yerkoopen van<br />
bittere blaauwboekjens, als mede de daadlijke gevangennceming<br />
van eenigc uitventers en openbaare<br />
voorleczers dcezcr boekjens, vrij fte-rk mede.,<br />
om dit gemor te voeden : het Veto , het welk<br />
men bij de nieuwe ftaatsgeftcltenis den Lvouing<br />
wilde tóeftaan , was , in den kwalijk begrepen<br />
zin, een voorwerp geworden, dat afkeer en<br />
fchrik bij het volk verwekte, ja het werd zoi!s<br />
afgekeurd door eene menigte uit de bétere cl.is-<br />
B 5
46 S T A A T S O M W E N T E L I N G<br />
fen (*), dewijl zij vreesden, dat de Koning daar»<br />
van een kwaade uitlegging en een verkeerd ge<br />
bruik mogt maaken: de voorltanders van het<br />
zelve waren en bleeven ook in hunne oogen vijan<br />
den der vrijheid en zulks was de oorzaak , dat<br />
men het van tijd tot tijd meer noodzaakelijk oor<br />
deelde, om den Koning, zijne'familie en de Na<br />
tionaale Vergadering zelve naar Parijs ovcrte-<br />
brengen, ten einde des te beter een waaleend oog<br />
daarop te houden, en de plans en voorilagen der<br />
gevreesde Aristocraaten, in de Nationaale Verga<br />
dering , terftond in derzelver beginfelen te kun<br />
nen fmooren: zeker is het, dat deeze gisting en<br />
'de daarmede gepaarde omltandigheden eene voor<br />
bereiding zijn geweest tot den oproer van den<br />
5 Oclober, en dat deeze oproer, alle daar<br />
uit voordkomende omltandigheden daarbij ge<br />
voegd , moest uitbarften , zonder dat het juist<br />
noodig was, denzelven met veel konst te berok<br />
kenen; fchoon men dien, ééns uitgeborften zijn<br />
de, wel ftuuren en heviger maaken konde.<br />
(*) In cenen brief aan de Vertegenwoordigers der<br />
flad , bij deeze gelegenheid gefchreven, van lieden<br />
die niet tot het gepeupel behoorden, Honden de vagende<br />
woorden - // n\ji pas un msmlre de la commune<br />
, qui ne regarde le Veto cojnme un facrilége ««.<br />
tional. Nous avons entend*, ce maiin ringt mille eiioyens<br />
crier point de Veto, point de Tyrcnsi Eehigte<br />
wijken der Had kwamen daartegen op met formede<br />
befluiten en waren voorzeker niet omgekochtf
IN FRANKRIJK. 2 7<br />
Doch voor deeze keer werd de rust weder hcrfteld<br />
, en de Nationaale Vergadering kon haare<br />
bezigheden ongcftoord voordzetten : tcrftond in<br />
de volgende zitting werden de raadplegingen over<br />
de koninglijke bekrachtiging weder hervat, en,<br />
geduurende de eerfte drie dagen , met zeer veel<br />
ernst behandeld ; echter kon men daarover tot<br />
geen vast bciluit komen: den vierden daa; Hapte<br />
men 'er wel niet geheel van af, maar verbond<br />
daarmede , zonder in dezelve afzonderlijk iet<br />
beflist te hebben, twee andere vraagen : Aan-<br />
„ gaande de voordduuring • der Nationaale Ver-<br />
„ gadering en haare verdeeling in twee kamers:"<br />
deeze vraagen openden een ruim veld tot hevige<br />
woordwisfelingen tusfehen de Koningsgezinde;! ,<br />
of Aristocraten, en de patriotfche of volks-parnj:<br />
de laatstgenoemde wilde maar ééne kamer hebben<br />
en had daarvoor de gewigtigfte gronden<br />
terwijl de eerstgemelde op eene verdceling in twee<br />
kamers aandrong , en ook haare goede rfid*Rsn<br />
daarvoor meende te hebben : in de zitting van<br />
den 9 September rcezen de debatten tot den<br />
hoogften graad van woestheid, ja zell's van<br />
lompheid: „ Indien het uitgemaakt en befloten<br />
„ is, " zeide de Graaf van MIRABEAU, „ dat<br />
„ de Nationaale Vergadering altoos zal ftandèött-<br />
„ den, dan is het ook reeds voldongen, dat zij<br />
„ niet in twee kamers moet verdeeld worden :<br />
„ bij gevolg kan zulks in 't geheel geen onder-<br />
,, werp van raadpleegingen zijn:" zijne partij
28 STAATSOMWENTELING<br />
gaf daarover haare goedkeuring door handgeklap<br />
en fchreeuwen te kennen; doch juist deeze-goedkeuring<br />
was een nieuwe fpoorflag voor de overigen<br />
, om daartegen optekomen: DUPORT en<br />
CIERJIONT-TONNERRE beweerden, dat deeze<br />
uitlegging verkeerd was en op drogredenen<br />
fteunde, en dat men over de verdeeling der Nationaale<br />
Vergadering nog niets bcflist had: eene<br />
Nationaale Vergadering konde, meenden zij, één<br />
zijn, wanneer zij befluiten nam, maar verdeeld,<br />
wanneer zij onderzocht en raadpleegde : MIRA-<br />
BEAU antwoordde: ,, hij had altoos ontzien,<br />
„ om zig tegen de reden, maar nimmer tegen a>'zonderlijke<br />
menfchen te verzetten : wanneer nu<br />
de vraag was , om de Vergadering in afzo'fi-<br />
„ derlijke deelcn of comptoirs te fplitzen , dan<br />
was dit een onderwerp voor de politie der<br />
Vergadering en geen vraag, die ccnigc betrek-<br />
„ king tot de ccnftitutie had," — zijne aanhangers<br />
keurden zulks insgelijks met een geweldig<br />
geraas goed,en ovcffchreeuwden de andere partij,<br />
die uit dien hoofde met een hernieuwde drift<br />
daartegen aandruischte: onder anderen fprak de<br />
Graaf van VIRIEU van Demagoogen en van beroeringen<br />
des volks: dit bragt de volkspartij fli<br />
eene waare woede en zij riep den Prefident,<br />
zelfs niet met de behoorelijke uitdrukkingen, toe,<br />
den voorigen redenaar den fpreekftoel te doen<br />
ruimen : hij poogde altoos nog zijn woord te<br />
doen gelden , en werd door LALEY-TOLEXDAL
IN FR.ANKRIJK. a9<br />
met veel nadruks onderfteund; doch men overfchreeuwde<br />
deezen ook, en toen hij evenwel den<br />
fpreekftoel nog niet verliet , keerde de geheele<br />
woede der volkspartij tegen den Prefident , welken<br />
men met verwijtingen overlaadde en zo toornig<br />
maakte , dat hij van zijn Prefidentfchap afftand<br />
deed en de Vergadering zonder hoofd liet:<br />
volgends de wet moest.de voorige Prefident in<br />
zijne plaats treeden, en dit was CLERMONT-<br />
T o N N E R R E : deeze nam. het aan, en oordeelde ,<br />
dat hij de Vergadering voor deezen dag moest<br />
doen fcheiden : de volkspartij was 'er tegen;<br />
doch hij zeide met zijne bekende ftandvastigheid:<br />
„ Indien gij niet wilt, dat de Vergadering fchei-<br />
„ de, dan ziet gij in ééne zitting twee Prefiden-<br />
„ ten bedanken:" dit woord drong door, en de<br />
Vergadering ging uit elkander.<br />
Deeze zitting had de twee partijen meer da»<br />
te vooren tegen elkander verbitterd , en het natuurlijk<br />
gevolg daarvan was, dat 'er binnen de<br />
eerfte veertien dagen in de Nationaale Vergadering<br />
niets bepaald , niets befloten noch ook ondernomen<br />
en uitgevoerd werd : ondertusfehen<br />
drong evenwel de partij door, die flechts ééne<br />
kamer in de Nationaale Vergadering begeerde;<br />
maar omtrent de koninglijke bekrachtiging had<br />
men tot nu toe tot geen befluit kunnen komen,<br />
omdat de eigenlijke betekenis van dit woord nog<br />
niet klaar genoeg ontvouwd was.
Sö STAATSOMWENTELING<br />
In deeze dagen leverde N E C KE R een vertoog<br />
in bij de Vergadering, waarin hij 's Konings, of<br />
-beter gezegd , zijn gevoelen over de koninglijke<br />
bekrachtiging en daaruit, onftaane debatten , zeer<br />
fijn, infchikkelijk en befcheiden voorltclde , en<br />
waardoor hij de verdeelde gemoederen meende te<br />
kunnen verëenigen; doch dit vertoog gaf op<br />
nieuw aanleiding tot tweefpalt : de patriottenwaren<br />
'er tegen, dat het gelezen zou worden ,<br />
alzo ;<br />
zij beducht waren , dat -den Koning daardoor<br />
eenigen invloed op de Vergadering zou toegedaan<br />
worden; de meeste Koningsgezinden wilden<br />
het gelezen hebben en drongen zeer hevig<br />
daarop aan; doch de eérlten behielden weder de<br />
overhand en NECKER. moest de nieuwe vernedering<br />
ondergaan , dat men zijne voorilagen van<br />
de hand wees : ook- dit had hij den Graaf van<br />
MiRAuEAu te danken , en wanneer LALLY-<br />
TOLÉNDAL en MOUNIER ook in dit geval tegen<br />
hem gefproken hadden , deeden zij zulks<br />
echter op eenen toon, die geen nijd noch perfóoneele<br />
bedoelingen te kennen gaf, maar wel<br />
bleek daaruit, dat beide deeze mannen de hernieuwing<br />
van den Staat ernftig behartigden: deeze<br />
ftöp had de wantrouwigen volkomen kunnen overtuigen<br />
, dat men de genoemde mannen ten onrechte<br />
verdacht hield; want waren hunne grondbeginfelcn<br />
indedaad aristocraatsch geweest, (gelijk<br />
men het noemde), zij zouden met hunne
IN FRANKRIJK, 31<br />
gehecle welfpreekendhcid op de voorleezing van<br />
dit ministerieel oordeel aangedrongen hebben.<br />
In deezen toeftand bleef de Vergadering tot<br />
het laatlte van September ; drift werd met<br />
drift beantwoord , en zeer weinige zaaken werden<br />
volkomen in het daglicht gclteld en beflist :<br />
de zittingen zouden aan nog meerder beroeringen<br />
onderhevig geweest zijn , zo zij niet fomwijlen<br />
tusfehen beiden geltoord waren door verfchijnfelen,<br />
die de gemoederen-voor een poos vereenigden<br />
en van dé uitberftingen der eigenliefde eii<br />
der partijfchap, tot de behartiging van de algemeene<br />
welvaart terug bragten. •<br />
Eenigc uitdrukkingen van NECKER in het<br />
Vertoog aangaande de geldleening van tagtig millioenen<br />
, hadden naamlijk de liefde voor het Vaderland<br />
in alle Standen' tot een waar enthufiasmus<br />
verheven ; hij had onder anderen , na den<br />
hachelijken toeltand van den Staat gefchetst te<br />
hebben, daarin gezegd: ,, Alleenlijk verzoek ik,<br />
„ dat men daarom nog niet alle hoop opgeeve!<br />
„ een groote Natie kan alle hinderpaalen te bo-<br />
„ ven komen , zo lang zij met haaren Koning-, •<br />
„ de handen in één Haat, om rechtvaardigheid,,<br />
,, rust en geluk te handhaven : van het oogen-<br />
„ blik af, dat gij u met die kloekmoedigheid en"<br />
met dien nadruk, die alles bemoedigen, omtrent<br />
den ftaat der geldmiddelen zult bezig houden.
gt STAATSOMWENTELING<br />
i. zullen denkbeelden en voorflagen van allerleien<br />
„ aart bij u zamenloopen: ceh algemeene naijver<br />
„ zal ontvlammen, en juist deeze patriotfche na-<br />
„ ijver zal misleiden de eerfte blijk van hét her-<br />
5 leevend credit weezen , dan zullen alle braave<br />
-,• Staatsburgers , (en deeze zijn menigvuldig in<br />
\ 't getal,) door eeuen evengelijken ijver bezield,<br />
., u de hand bieden en van alle kanten zal de<br />
nieuwe'hoop herboren worden (*)."<br />
Vooral fcheen de vrouwlijke fexe zig voor de<br />
werkeloosheid, waarin men haar bij de verovering<br />
der bastiile , bij het regelen der nationaale<br />
militie en bij de raadpleegingen over de nieuwe<br />
getïcldheid van het land, gehouden had, op eene<br />
fchittcrende en eerbiedwekkende wijze te willen<br />
- • ' • • : in. ' wree-<br />
(*) Je demarJe donc en grdce, qu"on Hl défespire<br />
tffore de tien. Unc grande r.ation peut dominer imtet<br />
les dificultês, ioutes les fois qu\-lle efl unie avec fon<br />
Rot, pour defetidre la juftice, la tranquillité £? te<br />
bonheur. Combkn didéés de tout genre ne vous fervr.t<br />
pas apportèes du moment, quon vous verra occufês<br />
des f.nances, avec cette energie , qui donne du cou ><br />
tage a tout. Ie monde! On verra naitre l emulation<br />
générale , & cette emulation patriotique deviendra<br />
petit-ètre le premier fignal de la renaijfance du ere-<br />
/ilori, Metficurs I tous les bons ciloyens, S?<br />
-il en cft beaucoup, mimi du mime zéle, viendront<br />
yous fuonder, & iefperance renaiira de toutes parts,<br />
Rapp. au 27111e Aout.
IN FRANKRIJK. 3 3<br />
wreeken, en. toonen dat zij ook wel dingen kon<br />
opofferen, die haar, naar het algemeene vooroordeel<br />
, nader aan het hart zouden liggen, dan Vaderland,<br />
1'chatkist en financiën: het begin werd<br />
gemaakt door tien of" twaalf" vrouwen en dochters<br />
van kunstenaarert (*), die zig vereenigden, om<br />
haare verderfden en kostbaarheden op het altaar<br />
des Vaderlands ten dienste van hetzelve te offeren<br />
; zij reeden naar Ferfailks en lieten zig bij<br />
de Nationaale Vergadering aandienen.-<br />
Deeze was juist bezig met zeer hevige debatten<br />
over de bovengenoemde onderwerpen, toen de<br />
Prefident de komst en den wensch der Patriotfehe<br />
vrouwen aankondigde: eensklaps was alles ftil, en<br />
ieder zonk weg in befpiegelingen, welke de af beeldzeis<br />
der edele Romeinfche vrouwen deeden geboren<br />
worden, die in tijden van nood het Vaderland onderfteunden,<br />
met dat geene, wat haar het lieflté in<br />
de wereld was: zij traden binnen, alle in 't wit<br />
en zeer bevallig gekleed, met de bedeesdheid,<br />
die een groote vergadering gemeenlijk bij de tedere<br />
fexe voordbrengt: allen waren in de bloei van haare<br />
jeugd en veele zelfs fchoon: BOUCIIE, een<br />
lid der Nationaale Vergadering, deed voor haar<br />
het woord , 't wélk zij zelven te befchroomd wa-<br />
(*) Men begrijpt in Parijs daaronder de Beeldhouwers,<br />
Plaatfnijders, Goudfmeden, Horologierhaakers,<br />
Fijnfchilders, cn foortgelijke kunstenaars.<br />
II. DEEL. C
p- STAATSOMWENTELING<br />
ren te doen, en deeze befeheidenheid maakte haare<br />
deugd nog bekoorelijker en belangrijker: onder<br />
anderen zeiden zij, door hem, als haaren fprceker:<br />
Wij bieden de Nationaale Vergadering onze<br />
„ verfierfelcn aan, die wij ons fchaamen zouden<br />
,, te draagen, zo rasch de vaderlandsliefde der-<br />
„ zeiver opoffering eischt: welke Franfche burgeresfe<br />
zal niet het zoet genot, om dat geene,<br />
„ wat haar het liefde is , aan den dienst des Va-<br />
„ derlands bedeed te hebben, liever verkiezen,<br />
„ dan het laffe genoegen van het langer, ten<br />
„ gevalle van haare ijdelheid , te behouden ?<br />
„ waarlijk, onze gaavc is van weinig belang,<br />
„ doch de kunstenaars beminnen den roem boven<br />
„ den rijkdom; zij is overcenkomdig met ons<br />
„ vermogen, maar zeer verre beneden onze ge-<br />
„ voelens en wenfehen."<br />
De geheele Vergadering antwoordde haar door<br />
een enthufiastisch gefchrceuw van toejuiching, ende<br />
Prefident (de Bisfchop van LANGRES,)<br />
voegde de gevoelens van alle de leden der Vergadering<br />
zamen, in de volgende woorden:<br />
• De Nationaale Vergadering neemt met een<br />
-„ uitdeekend genoegen het edelmoedige offer aan,<br />
3, dat gij, gedrongen door uw patriotismus, het<br />
± Vaderland aanbiedt: het bekoorelijke voor-<br />
,', beeld, 't welk gij geeft, moet het hcldenge-<br />
3, voel, waaruit het geboren wordt, voordplan-
IN FRANKRIJK. 35<br />
•„ ten en even zo veele naarvolgcrs als bewondei,<br />
raars vinden: uwe deugd moet u voortreffelijk<br />
,, ker vcriieren, dan de kostbaarheden, welken 1<br />
,, gij aan het Vaderland opoffert."<br />
Een hernieuwd gefchreeuw van toejuiching<br />
toonde den Prefident, dat hij uit het hart der<br />
Vergadering gefproken had: men wees de nieuwe'<br />
Romeinfche vrouwen plaatfen aan, en verzocht<br />
dezelven , zo lang als de Zitting duurde, in de<br />
Vergadering te blijven en derzelver raaufhgen te<br />
hooren: deeze waren van dit oogenblik af, niet zo<br />
luidruchtig, dat de zachte geaartheid en de vaderlandlievende<br />
bedoelingen der fchoone aanfehou-<br />
Weresfen , de Vertegenwoordigers der Natie hadden<br />
kunnen befchaamd maaken.<br />
Dit kloekmoedig voorbeeld der vrouwen van<br />
minderen rang, maakte wel rasch indruk op die van<br />
hooger aanzien: bij eenen avondmaaltijd, alwaar<br />
verfcheidene vrouwen van aanzien bijeen zaten,<br />
werd beflooten , de Natie insgelijks een offer<br />
aan verfierfelert en kostbaarheden te brengen: de<br />
Dame, die den avondmaaltijd gaf, had deezen<br />
voorflag eerst gedaan, en zij werd tot Voorzitfter<br />
en Verzamelaarfter der kostbaarheden verkozen,<br />
welken men opofferen wilde: de overige Dames<br />
zonden den volgenden morgen, getrouwlijk, haare<br />
meest geliefkoosde verfierfelen aan deeze<br />
Voorzitfter, en dezelven werden in een kistje»<br />
C 2
gtf STAATSOMWENTELING<br />
bewaard; doch de voorzittende Dame had tijd gehad,<br />
om haare kostbaarheden nog eens te bezien<br />
vóór zij dezelven daarbij voegde, en deeze bezichtiging<br />
had haai' opgeleid tot bespiegelingen,<br />
die haare vaderlandsliefde zeer deeden verflaauwen:<br />
zij befloot bij zigzelve, haare kostbaarheden<br />
aan de opwellingen haarer edelmoedigheid te<br />
onttrekken, e-n niet bij de overigen te voegen:<br />
het kistjen werd verzegeld en aan de Nationaale<br />
Vergadering gezonden : den volgenden dag werd<br />
een lijst van de afzonderlijke ftukken terug gegeven,<br />
maar de Dames ontdekten, toen zij dezelve<br />
doorzagen,. dat wél haare yerfierfelen, doch niet<br />
die van haare vriendin, daarin opgetekend waren:<br />
zij werden over dit bedrog ten uitenten verbitterd<br />
en bcfloten zig op eene bijzondere wijze aan deeze<br />
bedriegfter te wrecken : den anderen morgen<br />
vervoegden zij zig allen naar haar Hotél, de ééne<br />
met een geladen pistool, en de overigen met garden<br />
gewapend: de fchuldige Dame was- nog niet<br />
opgeftaan: eensklaps zag zij haare vriendinnen<br />
aan haar bed; de ééne dreigde haar het hoofd te<br />
zullen verpletteren, indien zij het minde geluid<br />
geeven en om hulp roepen zoude, en de overigen<br />
haalden haare garden voor den dag: bcnaauwdbeid<br />
en fchrik noodzaakten de arme vrouw, eene<br />
fcraffe te ondergaan ,. die men zegt, dat van bloedige<br />
gevolgen is geweest, terwijl zij geen woord<br />
zeide, dan alleen, dat zij gaarne alle haare kostbaarheden<br />
wilde opofferen: men nam ze aan,. ea
IN FRANKRIJK. 37<br />
zond ze nog den zelfden dag, in een pakjen , aan<br />
de Nationaale Vergadering.<br />
Dit geval, dat welhaast door geheel Parijs vcrfpreid<br />
werd, voedde aan den ecuen kant's volks<br />
wantrouwen tegen de hoogere (landen, die zelfs<br />
bij hunne edelmoedigheid gierig waren, en vermeerderde<br />
aan den anderen kant den ijver, om in<br />
edelmoedigheid boven hen uittemunten: eenige<br />
honderden van arme daglooncrs, die in de fabriek<br />
van den koopman REVEILLON werkten, bragten<br />
een patriotsch gefchenk bijéén, en het kwam<br />
Hechts éénen dag laater bij de Nationaale Vergadering,<br />
dan een ander, 't welk eenige patriotfche<br />
landlieden, naar hun gering vermogen, in haaren<br />
fchoot hadden nedergelegd: de weldaadige verrukking<br />
was algemeen, en fchier dagelijks werden<br />
'er nieuwe offeranden van dien aart, met en zonder<br />
naamtekening aan het Vaderland gebragt, die<br />
fomtijds vcele duizenden beliepen.<br />
Zo als het volk een wantrouwen (telde in de<br />
opofferingen, die de hoogere (landen in geld en<br />
kostbaarheden aan den Staat deeden, wantrouwde<br />
ook. de volkspartij der Nationaale Vergadering die<br />
van haare medeleden, welke op den 4den Augustus<br />
van alle hunne rechten affland hadden gedaan,<br />
maar na dien tijd begonnen te onderzoeken, of<br />
zij ook affland daarvan hadden kunnen doen? deeze<br />
wijze van hun woord in den hals te haaien,<br />
C 3
38 S T A A T S O M W E N T E L I N G<br />
haè het volk in de bovengemelde gedachten zeergeftijfd,<br />
dat zij in dien tijd niets uit het grondbeginfel<br />
van edelmoedigheid en menschlicvendhcid,<br />
maar van angst en noodzaakeiijkheid hadden gedaan<br />
; en de daarop volgende verhandelingen<br />
der Nationaale Vergadering, die bedoelden, den<br />
Koning bij de nieuwe Staatsgcftjldheid voorrechten<br />
te bewilligen, welke met de meeste denkbeelden<br />
van vrijheid niet ftrooktcn, had het volk volkomen<br />
in het denkbeeld gebragt, dat de Geest-<br />
Ujkheid en een groet gedeelte van den Adel arglistig<br />
te werk ging, en dat men tegen de kabaaien<br />
va:i beide deeze Handen, altoos op zijne hoede<br />
moest weezen: dezelfde gedachten koesterde de<br />
volkspartij en een van haare magtigfte fteunpijlaaren.<br />
BARNAYE deed nu (*) een voorftel, bedoelende<br />
een dubbel oogmerk, te weeten: „ dat<br />
„ men de uitvoering der befluitèn van den 4den<br />
s, Augustus moest vastftellen, zowel door de<br />
„ Koninglijke bekrachtiging, als ook door de be-<br />
„ paaling, dat de Koning deeze bekrachtiging<br />
?, niet weigeren koude "<br />
Dit voorftel maakte opgang, doch werd, gelijk<br />
men wel denken kan, door de andere partij geweldig<br />
beftreeden: de Abbeés MONTESQUIOU<br />
en MAURY kantten zig tegen MIRABEAU aan,<br />
en de meerderheid der. ftemmeu viel tegen hem en<br />
(*) In de zitting van den 14den September.
IN FRANKRIJK.<br />
zijne aanhangers; evenwel deed hij met de zijnen<br />
dit voorftel doorgaan, en 'er werd befloten,<br />
dat de Prefident zig met de befluitcn van den Aden<br />
Augustus bij den Koning vervoegen, en derzelver<br />
bekrachtiging van hem begeeren zoude: hij kon<br />
ze hem eerst den tweeden dag ter hand ftellen, en<br />
hem werd geantwoord, dat de Koning zig oogenbliklijk<br />
met de begeerte der Nationaale Vergadering<br />
zou bezig houden.<br />
Zulks gefchiedde ook, en den tweeden dag daarna<br />
werd 's Konings antwoord bij den Prefident<br />
ingeleverd: hij keurde, over 't geheel genomen,<br />
den inhoud der befluitcn van den Aden Augustus<br />
goed, befchouwde de afzonderlijke ftukken als<br />
de ftoffe tot ondergefehikte wetten (*), die de<br />
Nationaale Vergadering zoude vastftellen; zag<br />
alle deeze ftukken door; verklaarde, dat hij verfeheidene<br />
van dezelven bekrachtigde., en drukte<br />
zig over anderen voorwaardelijk uit, dewijl het<br />
hem toefcheen , dat de wciteu, die daarmede zouden<br />
gepaard gaan, onder de tegenwoordige omltandigheden<br />
uitgeoefend wordende, niet ftrookten<br />
met zijne liefde tot rechtvaardigheid.<br />
Dit antwoord, een modél van befcheidenheid,<br />
billijkheid en kunde, had de Vergadering algemeen<br />
moeten voldoen, zo niet partijfchap en wantrou»<br />
(*) Loix de detail.<br />
C 4
4o STAATSOMWENTELING<br />
wen van alle kanten tegen en vóór hetzelve waren<br />
opgekomen: de volkspartij, gelijk men ligtlijk<br />
begrijpen kan, was daardoor beledigd; zij geloofde<br />
en beweerde , dat de geheele Vergadering zig daardoor<br />
beledigd moest vinden: de Koning, meende<br />
LE CIIAPELIER, mogt op deeze wijze op de<br />
bekrachtiging, waarom men hem had aangezocht,<br />
niet antwoorden, en begeerde , dat men hem deeze<br />
befluiten andermaal onder het oog brengen en<br />
verzoeken moest, dat hij ze, zo als zij waren,<br />
„ zonder aanmerking en zonder voorwaarde (*)"<br />
mogt bekrachtigen: zijne partij was volkomen met<br />
hem ééns, en drong, fchoon de overigen de meerderheid<br />
van Hemmen hadden, door, dat de Prefident<br />
zig andermaal bij den Koning vervoegen, en<br />
op de bekendmaaking van deeze befluiten aandringen<br />
zoude, met de verklaaring, dat men de aanmerkingen,<br />
welken hij daarop gemaakt had, met<br />
eerbied aanneemen en 'er gebruik van maaken zoude,<br />
wanneer men tot het opflellen der ondergefchikte<br />
wetten overging: de Koning bewilligde<br />
zulks in eenen brief, die des anderen daags bij de<br />
Vergadering werd ontvangen, doch met de volgende<br />
woorden, waarvan de eerfle helft voor de<br />
Patriotten insgelijks aanflootelijk was. „ Eigen-<br />
„ lijk," zegt de Koning onder anderen daarin,<br />
„ kunnen alleen die wetten bekend gemaakt wor-<br />
„ den, die in zodanige firenge vorm opgefteld en<br />
(*) Parement £? fimplement.
IN FR ANK RIJK. 41<br />
?, krachtig gemaakt zijn, welke derzelver üitoe-<br />
?, fcning onmiddelijk ten gevolge hebben moet;<br />
„ doch vermits ik verklaard heb, dat ik de beflui-<br />
,, ten, over 't geheel befchouwd, en vecle af-<br />
„ zonderlijke (lukken regelrecht ondertekend, en<br />
„ dat ik aan de gevoelens van edelmoedigheid en<br />
billijkheid, waaruit dezelven voordgefproten<br />
„ zijn, gaarne recht doe , zal ik bevelen geeveri,<br />
„ dat dezelven door mijn geheele Rijk bekend ge-<br />
„ maakt woorden" — deeze leiding van woorden<br />
was, naar het oordeel der volkspartij, nog niet bepaald<br />
genoeg; ten deele vreesde zij, dat'er arglistigheid<br />
onder fchuilde, ten deele meende zij<br />
dezelve reeds daarin te vinden, en het volk, ja<br />
zelfs vecle van de bcfchaafder rangen in Parijs,<br />
waren van dén gevoelen en verkeerden in hetzelfde<br />
benaauwde wantrouwen.<br />
Den volgenden dag vermeerderde dit wantrouwen<br />
door het bericht, 't welk de MunicipaHteit<br />
van Verfailles aan de Nationaale Vergadering gaf:<br />
dat zij duizend man geregelde troupen had ontboden<br />
, om de gewapende burgerij deezer ftad haaien<br />
dienst eenigszins gcmaklijker te maaken:<br />
zulks verwekte bij de volkspartij groote onrust,<br />
en de Graaf van MIRABEAU verklaarde, dat de<br />
Municipaliteit van Verfailles, zo zij noodig geoordeeld<br />
had, om deezen (lap aan de Nationaale<br />
Vergadering te moeten bekend maaken, ook tevens<br />
de .drangredenen duidelijker had moeten too-<br />
C 5
42 STAATSOMWENTELING<br />
Ben, die haar daartoe hadden kunnen beweegen;<br />
doch werd de beroering, waarin de eene partij<br />
der Vergadering door deezen wenk .geraakte, door<br />
de. andere partij onder een geweldig gefchreeuw<br />
wederom onderdrukt, en men verklaarde, dat.<br />
zulks geen onderwerp der raadpleegingen kon<br />
weezen.<br />
In Parijs reezen door deeze omftandigheid de<br />
voorige gistingen ten top , en men begon te ondertreden,<br />
dat het ontboden Regiment het gevaarlijke<br />
oogmerk had, om de verdeeldheid over<br />
de Koninglijke bekrachtiging en andere ontwerpen<br />
der altoos nog zeer gevreesde Ariftocraaten, welke<br />
men zig verbeeldde, dat daarmede gepaard gin,<br />
gen, met geweld, en ten koste der vrijheid, byteleggen:<br />
de gewapende burgerij, te Parijs, vond<br />
het veel gepaster, dat haare medeburgers te Ferfailks<br />
liever van haar, dan van de Armeé hulp<br />
moesten verzocht hebben, en zij kon haar uiterst<br />
misnoegen daarover niet ontveinzen, dat de Koning<br />
geen vertrouwen in haar fcheen te willen<br />
Hellen: het volk geraakte tevens in de Iterk-<br />
Ite gisting, en was reeds in deeze dagen zeer<br />
genegen, om eenen hevigen oproer te beginnen,<br />
toen het vall'che gerucht in Parijs werd uitge-<br />
Urooid, dat het leven van MIRABEAU, en van<br />
anderen zijner vrienden, gevaar liep, en dat 'er<br />
listige aanflagen gefmeed werden, die welhaast<br />
geweldig uitberiten, en dat geene, wat tot nu toe
IN FRANKRIJK. 43<br />
yoor de vrijheid gedaan was, het onderfrc boven<br />
keeren zouden: dit verdichtfel, 't welk door da<br />
laatfte verhandelingen der Nationaale Vergadering<br />
waaifchijuelijk werd, verkreeg nog meerder ge?<br />
wigt, daardoor dat'er wederom gebrek aan meel en<br />
brood begon te komen, en dat zekere heethoofden<br />
wederom de oorzaak van dit gebrek aan de Ariltocraaten<br />
toefchreeven; men zag beweegingen in<br />
Parijs, die zig als nog Hechts ten deele bij enkele<br />
perfoonen, ten deele ook bij den dén' of anderen<br />
hoop in het Paleis Royal bepaalden , die echter<br />
eencn geweldigen ftorm voor de volgende dagen<br />
voorfpelden,<br />
Ondertusfchen fcheen deeze benaauwdheid weder<br />
te zullen verdwijnen, of veelmeer, andere<br />
daar tusfehen komende zeer gewigtige omltandigheden<br />
dceden dezelve voor eenigen tijd vergeetcn,<br />
zonder evenwel haar te fmooren: NECKER waa<br />
pp nieuws in de Nationaale Vergadering verfchcenen<br />
(*), en had eindelijk het groet gevaar, waarin<br />
de geldmiddelen en met deeze de Staat zig bevonden,<br />
zonder de minde achterhoudendheid en<br />
met levendige kleuren afgefchetst: van de onlangs<br />
geopende geldleening van tag:ig ïniiiiocncn,<br />
waren nog riet meer, dan elf of t aalf ingekomen,<br />
en evenwel had de Staat, vóór het eindigen<br />
van het jaar, meerder dan tagtig noodig ! dc<br />
(*) Den-2411e September.
44<br />
STAATSOMWENTELING<br />
Minister der financiën floeg thans niet één, maar<br />
een geheel aaneengefchakelde rij van hulpmiddelen<br />
voor, om het Staatsgebouw van alle kanten te<br />
ftutten, en zo lang te behouden, tot dat de Vertegenwoordigers<br />
der Natie eenen nieuwen grond<br />
gelegd hadden, en zij geen gevaar liepen van bij<br />
het opbouwen onder de puinhoopen begraven te<br />
worden: zijne voorflagen liepen in de drie volgende<br />
hoofdrukken zaaien: ,, Men moet eene<br />
,, vaste bepaaling maaken van den ontvangst en de<br />
„ gewoonc iutgaaven; men moet de vereischte<br />
„ hulpmiddelen uitvinden, om de buitengewoone<br />
„ behoeften van het loopende jaar te kunnen gocd-<br />
„ maaken, en vooraf aan die voor het volgende<br />
jaar denken ; men moet alle poogingen aanwen-<br />
„ den, om zig in de angstvallige verlegenheid<br />
„ van dit jaar te helpen :" deeze drie Hukken<br />
ftonden, naar zijn oordcel, in het naauwfle verband<br />
, en niet dan bij het vooruitzicht op een aangaande<br />
vastbepaalde geregelde orde, zou men<br />
kunnen overgaan tot zodanige opofferingen, waardoor<br />
in de tegenwoordige en toekomende behoeften<br />
konde voorzien worden: uit den overdag,<br />
die een gevolg was van deeze grondbcginfelcn ,<br />
bleek klaar, dat het geen 'er te kort fchoot,beloopendc,bij<br />
de opening der Nationaale Vergadering;<br />
zes-en-vijftig millioenen, thans tot één-en-zestig<br />
gerezen was: om dit wederom te vergoeden,<br />
floeg hij]de volgende middelen voor: eene aanzienlijke<br />
bezuiniging in het Departement van oorlog,,
IN FRANKRIJK. 45<br />
In het huis van den Koning, de Koningin en de<br />
Prinfen,ïals mede in de bczolding der Ministers ;<br />
vrijwillige giften, beftaande in het vierde gedeelte<br />
van het vermogen en de inkomften van alle Staatsburgers;<br />
oproeping, om al het zilver in de munt<br />
te brengen als geleend aan het Vaderland, dat bctaalen<br />
zou, wanneer het zijne inkomften wederom<br />
geregeld had; oprichting van eene Nationaale<br />
bank, gevestigd op de thans in wezen zijnde Disconteer-kas;<br />
eene manier waardoor men, zonder<br />
de tegenwoordige inkomften der Geestlijkheid<br />
aantetasten , een gedeelte van de vernietigde<br />
Tienden ten behoeve des Vaderlands zou kunnen<br />
befteeden ; vermindering van uitgaaven in het<br />
Departement der buitenlandfehe zaaken ; als<br />
mede eene vermindering in de jaarwedden; vernietiging<br />
van de gift, twee en een halve millioen<br />
bedraagende, jaarlijksch aan de Geestlijkheid betaald;<br />
gelijk ook het intrekken van bij de anderhalve<br />
millioen aan lijfrenten, en eindelijk eene<br />
verecniging van de belasting op de bezittingen met<br />
den twintigftcn penning, tot een enkele fchatting<br />
op de vaste goederen, waaraan allen van die goederen<br />
, die 'er tot hier toe vrij van waren geweest,<br />
zouden onderworpen zijn.<br />
De fchets van NECKER, betrekkelijk het gevaar<br />
van den Staat en de mie!delen , om hetzelve<br />
te boven te komen , was met eene deelneeming,<br />
welfpreekendheid, haniijkheid en kunde
46 STAATSOMWENTELING<br />
öpgefteldj'die óp de Nationaale Vergadering en met<br />
baar op de gchecle Natie, indruk en overal werkzaamheid<br />
maaken moesten : de cerlte keurde zijne<br />
voorllagen ook zonder de minile bepaaling", goed,<br />
én de laatlte fpancle, onder alle de opwellingen<br />
van verrukking, alle haare krachten in, om den<br />
zinkenden Staat te onderfteuncn: terwijl MIRA<br />
BEAU zig in eene redevoering over den toeltand<br />
van den Staat en deszelfs dreigend bankrot met een<br />
vuur en met een deftigheid had uitgelaten, die<br />
het veritand en hart van ieder overwonnen,<br />
en tot moed en werkzaamheid ontvonkten, fnelden<br />
de inwooners van Parijs, bij geheele fchaaren,<br />
met hun zilverwerk naar de munt, en offer*<br />
den hetzelve met des te meerder bereidvaardigheid<br />
aan het Vaderland op, dewijl de Koning, de Koningin<br />
, 's Konings oudfte broeder, NECKER<br />
en eenige andere Ministers, hen reeds met hun<br />
voorbeeld hadden voorgelicht : 'er was geen<br />
Hand, geen rang, geen ouderdom en geen fexc,<br />
die niet zonder bedenking toegeftemd had, om<br />
liet vierde gedeelte van hun vermogen aan het Vaderland<br />
toetewijden.<br />
Bij deezen ijver voor' de behoudenis van het Vaderland,<br />
welke zig zo fpoedig en onbaatzuchtig<br />
openbaarde, moest de Natie, hoe meer zij van<br />
1 ar daad bewustheid had, ook met des te meerder<br />
naauwkeurigheid een waakend oog daarop houden,<br />
dat dezelve niet als nutloos of zonder
IN FRANKRIJK. 4?<br />
gewaardeerd te worden, befchouwd werd , maar dat<br />
eene algemeene deelnceming daarbij plaats hadde:<br />
nimmer had zij haare waardij fterker gevoeld, dan<br />
nu; • nimmer was het derhalven ook gevaarlijker<br />
geweest, om haar te beledigen, dan juist in dit<br />
tijdftip : zij handelde edelmoedig en oprecht, en<br />
het was natuurlijk, dat zij op dezelfde wijze begeerde<br />
behandeld te worden: dit was een van<br />
de meer verborgene redenen, waardoor zij bij de<br />
bedrijven, die nu dag op flag volgden , in zulk een<br />
algemeene en wilde gisting geraakte.<br />
Ondanks het waarfchouwend bericht van den<br />
Maire van Parijs, dat de inwooners der hoofdftad<br />
en het grootite gedeelte der afzonderlijke<br />
wijken , over het inroepen van het Regiment<br />
Vlaanderen misnoegd waren, en deszelfs verwijdering<br />
geëischt hadden, was het evenwel te Ferfailks<br />
aangekomen en aldaar ondergedoken: men<br />
had ronduit verklaard, waartoe het zoude gebruikt<br />
worden, naamlijk , om den Koning cn de Nationaale<br />
Vergadering te helpen verdedigen, tegen het volk<br />
van Parijs, het welk gedreigd had, te Ferfailles<br />
te zullen komen, en de Koninglijke Familie, mitsgaders<br />
de Nationaale Vergadering, naar de hoofdftad<br />
aftehaalcn: de gewapende burgerij te Ferfailïes<br />
was van gevoelen, dat zij uit haaren aart<br />
mede tot deeze verdediging verpligt was, en 's<br />
Konings Lijfgarde meende, vooral haar leven aan<br />
de vervulling van deeze belteminiiig te moeten
48 STAATSOMWENTELING<br />
waagen: dit gevoel vereenigde deeze drie ligchaamen<br />
ten naauwfre met elkander, en zij befloo-i<br />
ten, om door een deftig gastmaal, aan de Officiers<br />
1<br />
van het Regiment Vlaandëren gegeven, hunne<br />
eensgezindheid, gelijk mede den pligt zeiven,<br />
welken deeze beftemming hun oplegde, volkomen<br />
te verzegelen en te bevestigen.<br />
Dit gastmaal werd den eerften Oftober indedaad<br />
gegeven, en men verkoos daartoe de Opera-zaai<br />
in het Kasteel: het gezelfchap was talrijk en de<br />
tafels ruim voorzien van fpijzen en wijn: de<br />
natuurlijke blijgeestigheid van het franfche charakter<br />
openbaarde zig in haare geheele Iterkte, verwarmde<br />
de gemoederen, en was de voorbereiding<br />
tot eene verhitting, die welhaast, toen een orchest<br />
zijnen pligt begon te volbrengen, tot een verrukking,<br />
en daarna, toen de Koning zelf met de<br />
Koningin en den Dauphin verfcheen, tot eene foort<br />
van zinloosheid overfloeg, geduurende welker<br />
opwellingen men den tcgenwoordigen toeftand van<br />
zaaken geheel uit het oog verloor, en 't Aria uft<br />
RICHARD LEEUWENHART<br />
O Richard! 6 mon Roi!<br />
UUnivers fabandonne,<br />
Sur la terre il n'eft que mot &c.<br />
begon te zingen en te fpeelen: de muzijk van<br />
dat Aria is op zigzelve zeer aandoenlijk, en<br />
de
IN FRANKRIJK» 40<br />
'cfe tekst, opgedeund door meer dan honderd eil<br />
Vijftig menfchen, die allen in verrukking weggezonken<br />
waren, ging gepaard met eene plechtigheid ,<br />
die reeds uit haarcn aart den fterklten indruk zoude<br />
gemaakt hebben, al ware 't ook, dat de w oorden<br />
niet gefchecnen hadden op den tegcnwoordigcn<br />
toeltand des Konings gemaakt te zijn: 'ef<br />
was geen één van de zangers, die zig in deeze<br />
oogenblikken niet zou geiteld hebben in de plaats<br />
van den getrouwen TROUBADOUR, die, met<br />
levensgevaar, aan zijnen gevangen' Meer kennis<br />
gaf van zijne tegenwoordigheid, en beloofde zijn<br />
bloed voor zijn behoud opteofioren : zo doende<br />
verëenigde zig alles, om de Lijfgarde en de overigen<br />
te ontvlammen , en van de eene onbezonnenheid<br />
tot de andere te doen overllaan. Alzo devolks-cocarde<br />
niet gepast fcheen te weczen aan<br />
het gevoel, 't welk zij thans te kennen gaven,<br />
legden zij dezelve af', en hechtten in haare plaats<br />
de witte cocarde, als het algemeene kenteken van<br />
den Franfchen krijgsdienst, bijzonder voor den<br />
Koning gefchikt, aan de hoeden, en yerpligtten<br />
zig, onder eenen eed, om voor den Koning, in<br />
gevalle hij door het volk van Parijs eenig gevaar<br />
loopen zoude, tot den laatfren druppel bloeds toe<br />
in de bres te fpringen : als zij bij het uitbrengen<br />
van de gezondheden geen gewag maakten<br />
van de Nationaale Vergadering, dan gefchiedde<br />
zulks alleen daarom niet, dewijl het tegenhfijdig<br />
zoude geweest zijn met den waaien "art van hun-<br />
II. DEEL. D
5o STAATSOMWENTELING<br />
n en ijver, cn om dat bij de denkwijze, welke men<br />
onderftelde dat de Koning koesterde, omtrent<br />
deeze magt, die hetn alle magt ontnam deeze<br />
üver zeiven dubbelzinnig zou gefchecnen hebben ,<br />
zo zij haar onder zijnen oogen de eer beweezen<br />
baddcn,welke zij hem meenden te bewijzen: deeze<br />
nauwgezetheid,of deeze blijk van verachting,<br />
of deeze Onbezonnenheid - want drie partijen,<br />
met drieërleie grondbeginfelen, waren hier de recht<br />
e r s _ brak hun, vooral de lijfgarde, eenige<br />
dagen daarna bitter op.<br />
Het eerfte bericht van dit gastmaal werd naar<br />
ParUs overgebriefd door den Courier de Vcrfadles<br />
een gefchrift, 't welk van eenen ftijven aanhanger<br />
der volkspartij werd uitgegeven: de omltandigheden<br />
van dit geval waren, gelijk men ligtk<br />
begrijpen zal, naar de denkwijze en zorgi<br />
k c vooruitzichten deezer partij verhaald, uitgebreid<br />
en vergroot: hij gaf dat geene oP als een<br />
kabaal 't welk flechts ijver in den dienst was; al,<br />
Lblik bewerkt had; als vuilaartigheid t w Ik<br />
u t dan onbezonnenheid was; als verachting der<br />
S i e 't welk alken het janhagel raakte ; als veitód<br />
n* der Nationaale Vergadering en haarer<br />
^cleden,VwdHdits een kwahjk be-<br />
! pen nauwgezetheid was, en a s een zamen-<br />
IwSring tegen de vrijheid, het welk, zo men d<br />
o rde, en haare overige tafelgenoot», niet
IN FRANKRIJK, 5 I<br />
als zinlooze menfchen wilde bcfehoiiWen, alleenlijk<br />
bedemd was, om een breidel voor het<br />
dolzinnig gepeupel van Parijs te worden.<br />
Ongelukkig waren de inwooners van Parijs<br />
allen genegen, om te onderdeden, dat dit bericht<br />
naar alle deszelfs omltandigheden waarheid be»<br />
helsde, terwijl ten deele hun wantrouwen, ten<br />
deele hun misnoegen over de ruime gastffiaaleu te<br />
Ferfailles, in eenen tijd dat Parijs aan het nood*<br />
zaakelijkdc Voedfel, naamlijk aan brood, gebrek had,<br />
hun daarin dijfde: daarbij kwam nog, dat de<br />
openbaare nieuwspapieren, die de aridocratifche<br />
partij waren toegedaan, van dit gastmaal óf in 't<br />
geheel geen gewag maakten, óf hetzelve van zo<br />
weinig belang opgaven, ais de andere partij liet<br />
gewigtig oordeelde, en dat deeze eenige bijzonderheden<br />
voldrekt ontkenden, welken door geloofwaardige<br />
ooggetuigen evenwel gezien waren, en die zig<br />
aanboden dezelven met eenen eed te bekrachtigen :<br />
deeze ongelukkige geest van partijfchap, die aan<br />
beide kanten even verre van de waarheid afweek,<br />
bragt het volk wel in verwarring, en veroorzaakte,<br />
dat het nog eenige dagen befiuitlous bleef;<br />
doch eindelijk drongen wantrouwen , misnoegen,<br />
maar meer nog dan dit alles, broodgebrek door,<br />
en men zag welhaast daarvan de fchrikkeiijkfle<br />
uitwerkingen.<br />
Da
52 STAATSOMWENTELING<br />
Tot nu toe bleef 't echter alleen nog het gemee»<br />
ne volk, dat de meeste beweeging maakte: de<br />
fatsoenlijker inwooners van Parijs, waren bedaarder<br />
, eii de gewapende burgerij bleef nog bij<br />
haare oude grondbeginfelen en fuste gedeeltelijk het<br />
volk, gedeeltelijk dreef zij hetzelve ook uit elkander<br />
, waar het zamcnrottede: de gewezen franfche<br />
Garde, die de gewapende burgerij thans ingelijfd<br />
was, begon eerst te woelen, het welk veroorzaakt<br />
werd door eene oude jalouzij, die altoos het gevoelen<br />
van gelijkheid met de Lijfgarde bij hen had<br />
gevoed, en thans, nadat zij reeds voor lang van<br />
den perfoon des Konings verwijderd was geweest,<br />
evenwel nog, in 't geheim, haare denkwijze bepaalde<br />
en beduurde: daarbij kwam,dat zij ongaarne<br />
onder het bevel van lieden wilden liaan, die<br />
zij begreepen, dat geene foldaaten waren, en den<br />
krijgsdienst niet verdonden: dit misnoegen hadden<br />
zij gemeen met de leden der Nationaale krijgsbenden<br />
, die arm waren , en uit dien hoofde van<br />
officiersplaatfen veriteeken bleeven : het volk zelf,<br />
zag de geheele wetgevende-, en de krijgs-magt der<br />
ftad insgelijks, in de handen der Rijken; werd<br />
misnoegd over de eerde, omdat zij rust gebood,<br />
en evenwel niet genoeg voor brood zorgde, en<br />
over de laatde, omdat het van haar gedoord werd,<br />
wanneer het zig verbeeldde de welvaart des Vaderlands<br />
te behartigen: alle de geenen, die het graauw<br />
- den teugel niet ruim vierden, hield het voor Ari-
IN FRANKRIJK. 5 3<br />
ftocraaten, en langs deezen weg werden zijne bei<br />
de afgoden, DE LA FAYETTE en EAILLY,<br />
in zijne oogen Ariftocraaten.<br />
Doch de fatzoenlijker klasfen der inwooncren<br />
van Parijs, begonnen nu ook te woelen: MoIJ-<br />
NIER was tot Prefident der Nationaale Vergadering<br />
verkoozen; zijne koningsgezinde grondbegiulëlen,<br />
welke echter niets anders ten doel hadden ,<br />
dan de volkswoede te doen bcdaaren, waren bij<br />
ieder verdacht van ariftocratie, en juist deeze keuze ,<br />
waardoor hij het prefidentfehap had verkregen,<br />
fcheen te bewijzen, dat zijne partij , of veelmeer de<br />
geenen die zig met geene zo zuivere patriotfehc bedoelingen<br />
bij hen gevoegd hadden, de bovendrijvende<br />
partij, in de Nationaale Vergadering geworden<br />
was: MIRABEAU, die altoos nog van allen als de<br />
befchermengel der vrijheid befchouwd werd, en<br />
het ook wezenlijk was, doch niet om de vrijheid,<br />
maar om zijne plans te begunltigen; MIRABEAU<br />
was federt ecnigen tijd, in de Nationaale Vergadering,<br />
dikwijls overltcmd en overfchreeuwd, en<br />
zelfs dit geval moest de algemeene zorgelijkheid<br />
aankweeken, al ware 'er geene andere bijgekomen ,<br />
'r welk zelfs deeze fatzoenlijker lieden beroerde,<br />
e-n eene verandering in de thans plaats hebbende<br />
denkwijze dei" Nationaale Vergadering en van het<br />
Ministerie deed wenfehen : dit was , dat de volkspartij<br />
, in dit tijdftip, de konniglijkc bekrachtiging<br />
voor het opftel van de rechten der menschheid<br />
D 3
54 STAATSOMWENTELING<br />
en voor de eerfte afdeelingen der Conditutie<br />
•eischte; maar dat de Koning, of veelmeer zijn<br />
Raad, zig volgends het algemeene gevoelen, zeer<br />
onbepaald en dubbelzinnig daarover had verklaard :<br />
deeze bijzonderheid, vergeleken met alle-de overige<br />
voorvallen in deeze dagen gebeurd, bragt<br />
hen mede in de war, en zij meenden nu vast te<br />
moeten ondertreden , dat 'er indedaad eene zamcnzweering<br />
plaats had, die'er op toelegde, om<br />
de met zo veel moeite vcrkregene vrijheid der Natie<br />
aanteranden en eindelijk haar dezelve te onteringen.<br />
Dus was alles in beweeging, en 'er was flcchts;<br />
e'én fchok nbodig, om eenen woesten en nlgemeenen<br />
oproer te doen ontdaan: deeze fchok kwam,<br />
en met denzelven ccne geduchte en afgrijslijke'<br />
tweede omwenteling.<br />
1<br />
TJet was déö sdeu October, toen het gebrek<br />
r.an brood, in Parijs, den hoogden trap bereikte:<br />
overvloed was 'er den gehcelen zomer in deeze<br />
dad niet geweest, en hiervan zijn de oorzaaken<br />
daarvan aangedipt,; maar agt of tien dagen was<br />
dit gebrek drukkender geworden, dan ooit te voo~<br />
ren: van vier uur des morgens af, vérfchccncn<br />
reeds honderden van koopers voor de bakkershuizen,<br />
en wachtten op het openen van den oven,<br />
zonder meestal meer, dan éën brood voor hunne<br />
familie :c kunnen bekomen, om dat de bakkers ge-
IN FRANKRIJK. 55<br />
Wek aan meel hadden: den 5den Oclobcr, des<br />
morgens, werden veele bakkerswinkels niet geopend<br />
, omdat zij den voorigen dag niet allen van<br />
meel hadden kunnen voorzien worden: de koopers,<br />
maar nog meer de koopfters, die de bittere<br />
fin art dubbel gevoelden, dat zij zig den geheelen<br />
dag, van een hongerig naar brood jankend huisgezin,<br />
moesten omringd zien, werden oproerig;<br />
de, wijken der ftad, die zig geen ander voedfel,<br />
dan droog brood konden verfchaffen, waren de<br />
cerlten , die! als verwoed kwamen opdaagen; de.<br />
bewooners der voorlieden rottcden zamen, en onder<br />
deeze fehrceuwden bijzonder de Poisfarden<br />
wederom het meest: de poogingen der mannen,<br />
om ze tot bedaaren te brengen, deeden haare woede<br />
ten top rijzen, en de ellende, die zij voor oogen<br />
zagen, kon haar bijna zo flerk niet aanzetten, dan<br />
de gedachte, dat de mannen niet alleen werkeloos<br />
blijven, maar haar zelfs dwingen wilden om het<br />
ook te blijven: de voorrechten, of de eer, welke<br />
men haar gcduuren.de den zomer had toegedaan,<br />
kwam daarbij, om haaren heldenmoed te ontvonken,<br />
die, alzo hij niet door kracht en overleg<br />
verwekt en bevestigd werd, overllocg tot eene<br />
foort van domme woede, welke van alle kanten al<br />
fchuimbekkende uitberstte, en het gevoel van<br />
zwakheid bij haar verdoofde.<br />
Zij liepen bij hoopen te zamen, hielden alles,<br />
wat zij van haare iëxc ontmoetten, aan, en ltoo-<br />
D 4
5S STAATSOMWENTELING<br />
ven ten iaatften de huizen in, om de dienstmaagd<br />
den, en andere wclgefpierde wijven, daaruit te<br />
haaien, en deezen te noodzaaken, om haar getalte<br />
vermeerderen: zo llroomden zij welhaast, bij<br />
duizenden, naar het Hotél-de-Ville, en maakten<br />
een begin met de Detachementen der gewapende<br />
burgerij, die hier {tonden, van lafhartigheid te<br />
befchuldigen, hen hunne wapens afteeifchen, en<br />
'er op aantedringen, dat zij in het Hotél-de-Ville<br />
mogten toegelaten worden: in den beginne hadden<br />
zij geen ander oogmerk, dan van den Maire<br />
en de Vertegenwoordigers, over het broodgebrek<br />
rekenfehap te vraagen, en hen over hunne zorgloosheid<br />
, als mede over hunne gewaande zamenfpanning,<br />
met de Ariftocraaten, ernftig te onderhouden;<br />
doch zij gingen welhaast verder in haare<br />
drift , en begonnen reeds droppen te zoeken,<br />
om de geenen, die misfehien fchuldig mogten bevonden<br />
worden, eigenhandig te recht te (tellen,<br />
toen eenige honderden van debewoonerendervoorftad<br />
St. Antolne kwamen opdaagen, zig bij haar<br />
voegden, en haar nog meer onbefuisden moed inboezemden,<br />
clie in hetzelfde oogenblik tot daadlijkheden<br />
begon overteflaaiu zij drongen de burgerwacht,<br />
die geen.burgerbloed wilde vergieten,<br />
tetsuj^ beftormden het Hotél-de-Ville , braken de<br />
zaaien en de kerneis open, waarin de fchriften uitgevaardigd<br />
werden, verfcheurden en vertrapten<br />
,i'ie de papieren. Hoopten de kasfen, en binnen<br />
njge oogenhUlvken waren honderd duizenden.,.
IN FRANKRIJK. 57<br />
zo in gereede penningen, als in kasbricfjcs, in<br />
de handen der menigte: cenigen luidden de allarmklok<br />
vaifhet Hotel-de-Ville, en gaven daardoor<br />
aan alle overigen het fein, om insgelijks te ftormen:<br />
nu was geheel Parijs in rep en roer: de<br />
arbeiders liepen uit het werk, de knechts en<br />
leerlingen, van alle ambachten, vloogen bijeen;<br />
de gewapende burgerij vergaderde op haare loopplaatzcn<br />
, doch vóór nog dat zij'er tusfchen konde<br />
of wilde komen, was de ftorm op het Hotélde-Ville<br />
reeds gedaan; honderden van wijven hadden<br />
de Barrieren ingenomen, en floegen, verzeld<br />
van een groote menigte van gewapende en ongewapende<br />
mannen, meestal van het graauw, op<br />
weg naar Verfailks.<br />
De wijven zeiven leverden een even zo belagchelijk,<br />
als walgelijk en vreeslijk gezicht op:<br />
breede aangezichten met grove trekken, mismaakt<br />
door woede; uitpuilende glinfterende oogen;<br />
een fchorre keel, waaruit de woorden,meer<br />
als opgerispt dan gefproken, genoegzaam uitgeperst<br />
en uitgerukt werden ; eene gebaarntaaking,<br />
bij wijze van ftuiptrekking gevormd,<br />
door twee geweldige, bruine, en in groote, breede<br />
klaauwen eindigende armen ; een vierkant ligchaam,<br />
en beenen als boomen, die onder de korte<br />
rokken, overal even dik, uidteeken, en in<br />
even zo plompe holsblokken uitliepen; een kleeding,<br />
wier grove ftof, ondefwetsch fatzoen,<br />
D 5
58 STAATSOMWENTELING<br />
door den Herken wind beweegd, en gelijk een zeil<br />
gefpannen werd; en eindelijk ontblootingen, veroorzaakt<br />
door woede, dolzinnigheid enbeitorming ,<br />
gepaard met de verregaandite Schaamteloosheid,<br />
die als een lederen zak nu in diepe 'ploojen vielen ,<br />
dan heen en weder wapperden, en voor oog en<br />
gevoel ondraagelijk waren: alle deeze dingen aan<br />
veelc honderden tegelijk zichtbaar, vormden een<br />
geheel, welks afzichtige gedaante de vlugltc verbeeldingskracht<br />
des kunltcnaars, wanneer zij bezig<br />
is , mismaaktheid en karrikatuur uittcbroejen „<br />
buiten ftaat zijn zoude zig voortellellcn: voegt<br />
men daar nog bij, dat eenigen vau deeze vrouwlijke<br />
moniters geweer op de fchouders, groote<br />
houwers aan de heupen, en hellebaarden als herdersftaven<br />
in de handen droegen; dat anderen<br />
tederhartig aan de armen van halfnaakte, uitgehongerde'<br />
barrevoetsloopende bedelaars hingen;<br />
nog anderen als in eene uitgelaatene vreugde zig,<br />
gelijk bceren, ronddraajenden; en eindelijk, dat<br />
nog anderen, wel dertig tegelijk, voor kanon gelpannen,<br />
met vloeken en fnuivcn voordtrokken:<br />
dan is de ichildetjj van deezen heirtogt voltooid,<br />
die in de jaarboeken der wereld en der menschheid,<br />
een uitmuntende plaats vinden en behouden<br />
zal.<br />
Alles wat deeze trein, op den weg van Parijs<br />
naar Verfaïlks, het mogten vrouwen of mannen<br />
Aveezen,'vond, werd aangehouden, en wie de
IN FRANKRIJK. 59<br />
nationaale cocarde niet droeg geraishandeld: eenige<br />
koetzen, naar Parijs rijdende, werden geruimd,<br />
en in de piaats van den rechten Heer of<br />
Vrouw, wijven daarin geplaatst, die wegens vermoeidheid<br />
niet meer over weg konden: vooraf<br />
trok het Bataillon der zogenoemde Volontaires de<br />
la Bastille, uit de voorftad St. Antoine, te midden<br />
van de wijven ; naast dezelven liepen daglooners,<br />
bedelaars, favoijardeu en geboefte van<br />
allerhande fiag, en een heir van knaapen van vijf<br />
tot vijftien jaaren, allen met vodden behangen,<br />
llooten den trein: aldus trok deeze bende Verfailles<br />
in, en omringde tcrflond eenigen in de nabijheid,<br />
anderen in eenigen affland, het huis der<br />
Nationaale Vergadering; dit was des nademiddags<br />
te vier uuren.<br />
De zitting der Nationaale Vergadering was nog<br />
niet geëindigd: reeds des middags had de Prefident<br />
MOUNIER bericht ontvangen, dat 'er veertig<br />
duizend Parijfcnaaren op wegwaren, en men<br />
had hem eenen wenk gegeven om de raadpleegingen<br />
te verkorten; doch hij had verklaard, dat niets<br />
in de wereld hem zou kunnen beweegen, om<br />
over de beflisfende onderwerpen, die verhandeld<br />
werden vlugtig heenteloopen: tegens half vier<br />
uure was beflooten, dat hij zig bij den Koning vervoegen,<br />
en de onbepaalde bekrachtiging der bovengenoemde<br />
artijkels van hem vraagen zoude : zo<br />
op het oogenbük dat hij de zitting wilde eindigen,
6o STAATSOMWENTELING<br />
gaf men hem kennis, dat de Parijfche wijven reeds<br />
verfcheidene maaien de zaal hadden willen indringen ,<br />
dat zij gehoor begeerden, en op de wacht hadden<br />
willen aanvallen: hij ftelde haare begeerte aan de<br />
Vergadering voor, en men werd het ééns, om ze<br />
binnehtelaaten: zij kwamen dan in menigte binnen,'<br />
hebbende twee mannen aan het hoofd,<br />
waarvan de één het woord voerde en verklaarde:<br />
,, dat zij te Verfailles waren gekomen om brood<br />
„ te vraagen , en op het llraffen van de Lijfgarde<br />
„ aantedringen, die de nationaale cocarde met<br />
„ voeten getrapt, en alles volop hadden, ter-<br />
„ wijl zij in Parijs van honger moesten ver-<br />
„ gaan: zij waren goede Patriotten, alle cocarden,<br />
die de nationaale kleur niet hadden, wa-<br />
,, ren onderwegen en in Parijs afgerukt, en hij<br />
„ wilde het genoegen hebben, zodanig eene co-<br />
„ carde, onder de oogen der Nationaale Verga-<br />
„ dering te verfcheuren" — hij haalde op dit oogenblik<br />
een uit zijn' zak, en fcheurde dezelve aaa<br />
ftukken,<br />
Deeze handelwijze mishaagde de Vergadering<br />
even zo zeer, als zijn toon, waarop hij fprak,<br />
en men hoorde van alle kanten een afkeurend gemor:<br />
„ Zegt wat gij wilt", vervolgde hij, „ wij,<br />
„ zijn tog alle broeders!" de Preüdent vattede<br />
het woord op en verklaarde, dat de gchccle Nationaale<br />
Vergadering zulks wist en geloofde, en<br />
zij waren niet misnoegd over hem als Staatsbur-
ÏN FRANKRIJK. 6i<br />
gér j maar over zijnen toon en zijne dreigementen<br />
, dat hij ieder wilde noodzaaken, om de cocarde<br />
te draagen; hij kon zig dit recht over niemand<br />
aanmaatigen, en hij moest met meerder eerbied<br />
voor de Nationaale Vergadering fpreeken:<br />
hij zeide , dat hij zulks doen zou, doch op goede<br />
gronden aldus handelde : „ de Ariltocraaten had-<br />
„ den zig met eenen eed verbonden, om Parijs<br />
„ uittehongeren, en heden nog had iemand ze-<br />
„ keren molenaar een kasbrief jeu van tweehonderd<br />
,, livres gezonden, met de belofte, dat hij alle<br />
,, week eene evengelijke fom kon ontvangen, in-<br />
„ dien hij niet wilde maaien" — de geheele Nationaale<br />
Vergadering hoorde zulks met de uitcrltc<br />
verontwaardiging, en eenige ftemmen riepen:<br />
„ Hoe heet deeze man? wie is hij?" De Preüdent<br />
drong insgelijks bij hem aan, om den naam optegeeven<br />
en beloofde, dat deeze daad met alle<br />
ftrengheid geltraft zou worden: daarover was de<br />
redenaar en zijn makker eenige oogcnblikkcn verlegen,<br />
doch eindelijk verklaarden zij: ,, Dat twee<br />
„ Dames, onderwegen in haar rijtuig door hen<br />
„ aangehouden, hun gezegd hadden, dat een<br />
„ Prediker dit verraad bij de Nationaale Verga-<br />
„ dering had bekend gemaakt" — dit geval was<br />
wezenlijk in zo verre waar, dat een lid van de<br />
Geestlijkheid kennis van deeze daad had gegeven;<br />
maar echter niet in ftaat was geweest dezelve te<br />
bewijzen, noch ook de nnamjm noemen: de<br />
twee Spreekers zeiden: „ De A«fi:sbisfehop van
62 STAATSOMWENTELING<br />
„ Parijs zal het geweest zijn" — de Nationaale<br />
Vergadering gaf eenpaarig, en inet veel nadruk<br />
te kennen, dat deeze man voor zulk eene verfocjelijke<br />
handelwijze niet vatl-.aar was ; doch dit bragt<br />
het volk niet tot andere gedachten, alzo de Aartsbisfchop<br />
reeds federt langen tijd, als een der gevaarlijkfte<br />
en arglistigftc Ariftocraaten bij hetzelve<br />
te boek ftond en gehaat was: alles fchrceuwde als<br />
uit eenen monde, eischte onbelemmerde toevoer<br />
en brood voor Parijs.<br />
De Prefident verklaarde, dat het broodgebrek<br />
in Parijs voor de Nationaale Vergadering zeer<br />
grievend was, maar dat zij ook met even zo veel<br />
ijver, als de Koning zelf, alles had te werk gefield,<br />
en verder alle poogingen doen zoude, oiu<br />
hetzelve te vergoeden: inmiddels zou kunne tegenwoordigheid<br />
in Verfailies niets baaten, maar veeleer<br />
zou de Vergadering daardoor in haare raadllagen<br />
verhinderd en gebonden worden: zij had nog zeer<br />
veele onderwerpen van het grootfte gewigt te verhandelen;<br />
hij raadde hen aan, gerust naar Parijs<br />
wedertekeeren-, en verzekerd te zijn, dat zij<br />
van haaren kant met den besten wil bezield was;<br />
„ dit voldoet niet!" riepen eenige {temmen; de<br />
wijven bleeven aan het woelen, en weeken niet<br />
van de plaats.<br />
Thans was het, dat een lid der Vergadering den<br />
voorflag deed, cm eene deputatie aan den Koning
IN FRANKRIJK. *3<br />
te zenden, en hem kennis te geeven, in welke<br />
hagchelijke bmiiandigheden de hoofditad was: de<br />
voorflag werd óndertteund en goedgekeurd; de<br />
Prefident maakte zig gereed, om met de deputatie<br />
den voorflag te volbrengen, terwijl de voorige<br />
Prefident , de Bisfchop van LANGR.ES, zijne<br />
plaats verving: de wijven begeerden mede naar<br />
den Koning te gaan, en hielden den Prefident tegen:<br />
met veel moeite verkreeg hij toch zo veel<br />
van haar, dat zij niet allen mede naar den Koning<br />
wilden gaan: 'er werd dan befloten, dat niet meer<br />
dan zes hem zouden verzeilen; doch tot aan het<br />
kasteel wilden evenwel allen medegaan, en hij<br />
kon zulks niet beletten.<br />
Hij zowel als de deputatie gingen te voet; het<br />
regende fterk, en zij moesten diep door den modder<br />
gaan: de wijven en haare halfnaakte, dvch<br />
met pieken, bijlen en knodfen gewapende geleiders,<br />
omringden de deputatie, en drongen met<br />
haar op het kasteel aan: de optogt, het gedruis<br />
en de wilde beweeging van deezen hoop, maakten<br />
de patrouillen van de Lijfgarde gaande, en<br />
een van dezelven, die de Gedeputeerden onder<br />
de menigte niet zag, fehoottoe, drong door, en<br />
joeg deputatie en volk in den diepfien modder:<br />
het volk werd woedend, dat het zig onder het<br />
geleide der Gedeputeerden niet eens veilig zag,<br />
en hoewel het nu nóg niet tot daadlijkheden<br />
kwam, werden evenwel de patrouillen met vloe-
64 STAATSOMWENTELING<br />
ken en fcheldwoorden vervolgd: men hcrltclde<br />
zig weder, en nu ging 't op het kasteel toe, al*<br />
waar de overige Lijfgarden, een detachement Dragonders,<br />
het regiment Vlaanderen, de Zwitfers,<br />
de Invaliden en de militie van Verfailles, op de<br />
pleinen in orde gefchaard Honden: de Gedeputeerden<br />
werden erkend, de rijen openden zig en<br />
lieten ze door: in plaats van de zes wijven, gelijk<br />
men afgefproken had, moesten zij twaalf mede<br />
na den Koning neemen; het overige volk wilde<br />
ook al mede, en kon niet dan met veel moeite<br />
terug gehouden worden.<br />
De deputatie werd bij den Koning toegelaten,<br />
en de Prefident ftelde hem zijne geleidficrs voor s<br />
hij fcheen aangedaan te weezen over de treurige<br />
getteldheid van de hoofditad, en keurde de verzekering<br />
goed, welke de Nationaale Vergadering<br />
aan de vrouwen had gegeven, naamlijk, dat zij<br />
met hem gemeenfchaplijk alle middelen zou rfj<br />
werk Hellen, om gebrek en duurte van levensmiddelen<br />
wegteneemen: vervolgends iprak hij eenige<br />
woorden met de aanvoerder der wijven, en omhelsde<br />
haar volgens gewoonte: toen de Koning<br />
zig wilde verwijderen, verzochten zij nog een<br />
van zijne Kamerheeren , de Koningin en den<br />
Dauphin te mogen zien; hij Helde den Koning<br />
zulks voor, en deeze fcheen in den beginne zwaarigheid<br />
daarin te vinden; doch NECKER kwam<br />
'er bij en gaf den raad, dat men haar bij de Konin-
IN FRANKRIJK. 65<br />
•wjgró mogt toelaaten: hij ging tevens met den<br />
Koning vooruit in het vertrek der Koningin, die<br />
zij zeer ongerust, en, uit dien hooide, zeer<br />
bereidvaardig vonden, om het bezoek, waarmede<br />
zij gedreigd werd, aanteneemen: de Poisfarden tra<br />
den binnen, en vonden de Koningin in eenen<br />
armdoel zitten, met den Dauphin op de fchoot*<br />
en de Prinfes tusfchen haare knieën: zij naderden<br />
met plompe buigingen; de aanvoerder kuschte eerst<br />
den Dauphin, vervolgends de Prinles de hand,<br />
en eindelijk dé Koningin den rok: de overigen<br />
traden mede, de ééne na de andere, nader,en dee-<br />
den hetzelfde: de Dauphin dak zijn handjen ge<br />
duldig uit, en zag zijne moeder aan met eene be-<br />
naauwdheid, die gepaard ging met fiddering en<br />
fraanen, en de Prinfes draaide zig om, drekte<br />
beide haare armen uit naar de moeder, en weende<br />
bitterlijk, toen zij zag dat 'er geen einde was<br />
Ran de rei van lelijke wijven: de moeder zocht<br />
beiden te troosten en gerusttedellen, met eenen<br />
glimplach, die haar niet zeer fcheen van harte te<br />
gaan, en verzekerde hen, dat deeze Dames hen<br />
recht lief hadden, en hun geen kwaad doen zou<br />
den: „ Neen, Monfeigneur! neen, neen, lieve<br />
Prinles!" fchreeuwden allen als uit éénen monde,<br />
„ wij zullen u geen kwaad doen (*)": daarop<br />
Kielden zij haare klagten, over gebrek en nood, aan<br />
(*) Non, Monfeigneur, non, ma Princesfe! non„<br />
tion, je n' vous feront pas d; nial,<br />
H. DEEL, B
66 STAATSOMWENTELING<br />
den Koning en NECKER op nieuws voor; en<br />
zulks gelchied zijnde, zeide de aanvoerder, Madame<br />
CHABLIS: „ Wij hebben de Koningin nog<br />
iet in 't geheim te zeggen, Uwe Majesteit en<br />
" de Heer NECKER zullen, derhalven, wel de<br />
goedheid willen hebben, om ons eenige oogen-<br />
" blikken met haar alleen te laatcn:" de Koning<br />
"ag zeer benaauwd, en zeide: „ Waarom? wat<br />
'wilt gij hebben? ik hoop immers niet, dat gij<br />
" een kwaad voorneemen hebt?" — ,, Maak u<br />
* niet ongerust," antwoordde Madame CHA<br />
BLIS, „ wij zullen wat met haar praaten: en zo<br />
gij ons niet vertrouwt, neem dan zes van ons<br />
als gijzelaars; deeze wijven zijn ruim zoveel<br />
" waard als alle de Hofdames, dat zeg ik u!" —<br />
de Koning verwijderde zig met N E C K E R , en nu<br />
«raven de wijven de Koningin eene vermaning, op<br />
haare manier , zeer oprecht gedacht en nadrukkelijk<br />
uitgefproken, te weetcn: „ dat zij zig in 't<br />
vervolg beter moest gedraagen (*):" deeze<br />
keer zouden zij haar nog door de vingeren zien;<br />
doch dit was ook voor de laatfte maal; zij had<br />
den goeden Koning geweldig om den tuin geleid;<br />
indien zulks nog ééns gebeurde, dan.... hierbij<br />
werden haare gebaarden en wezenstrekken zo<br />
wild, dat de Koningin eene beweeging maakte,<br />
alsof zij om hulp wilde roepen - „ Wees maar<br />
„ gerust", zeide Madame CHABLIS,,, wij gce-<br />
(*) De fe mitux conduire a l'avenir.
IN FRANKRIJK. 6f<br />
* A ven u Hechts eenen geringen vriendfchaplijkcn<br />
„ raad, en ten olijke dat alles vergeten en ver-<br />
„ geven is, zullen wij u omhelzen: wij zullen u<br />
„ genade bewijzen in plaats van recht te doen (*)";<br />
zij omhelsden de Koningin de eene na de andere,<br />
en daarop zeide Madame CHABLIS tegen een van<br />
haare geleideresten: „ Welnu , vriendin! laat de Koning<br />
weder binnenkomen:" de Koning verfchecn,<br />
en was nieuwsgierig te weeten wat 'er verhandeld<br />
was; doch de wakkere, fijne en welbcfpraakte<br />
CHABLIS, zeide: „ Het gaat de mannen niet<br />
„ aan, wat de vrouwen onder zig hebben: (f)<br />
„ blijf gij onze goede Koning, en laat u niet te-<br />
„ gen uw volk ophitzen: het heeft u zo lief als<br />
vader en moeder, en zal bloed en leven voor<br />
u laaten."<br />
Nu traden zij af, en vervoegden zig bij haare<br />
overige geïeidfiers: in het heengaan zeide Madame<br />
CHABLIS nog tot de Koningin, indien haar iemand<br />
leed zou willen aandoen, zoude zij zig maar<br />
©p haar beroepen; zij ftond voor alles in.<br />
Terwijl dit in het kasteel voorviel, was buiten<br />
hetzelve reeds het fein gegeven tot bloediger tooaeeleri:<br />
de lijfwacht had zig'langs het traliewerk<br />
(*) Car a tout péeheur mifericorde.<br />
(t) Lts af air es des f erames ne font pas (tiks des<br />
&mmes.<br />
El
6i5 STAATS OM WEN TELING<br />
op het voorplein gefchaard; een 1'oldaat van de<br />
burger-militie wilde alleen het plein op, en men<br />
had hem door de gelederen gelaten, om dat men<br />
wist, dat de getraliede poort gefloten was: voor<br />
deeze deur ftond een Zwitfer, bij welken hij 'er<br />
zeer op aandrong, om hem dezelve te openen:<br />
op liet weigerend antwoord werd hij woedend,<br />
itiet met zijnen fabel op hem aan, en riep: ,, of<br />
,, hij niet goed genoeg was, om zynen Koning te.<br />
„ bewaaken?" de Marquis de SAVONNIER.ES.<br />
bevelhebber der Lijfgarden, reed naar hem toe,*<br />
en onderhield hem fcherp over deeze gewcldenaarij;<br />
in plaats van hem te antwoorden, hieuw de<br />
barger-foldaat met den fabel na hem, raakte echter<br />
alleen den ftaartriem van zijn paard: de Marquis<br />
beantwoordde zulks met eenige flagen met<br />
de kling; de foldaat viel, en hield zig als of hij dood<br />
ware: in hetzelfde oogenblik vuurde een foldaat<br />
der burgermilitic, van FerfaiF.es, op den Marquis<br />
, en verpletterde zijnen arm.<br />
Dit was het fein tot daadlijkheden: men ging<br />
op de Lijfgarden los, doch vóór dat zij nog handgemeen<br />
werden, kreegen zij bevel, om terug te<br />
trekken: de overige foldaaten werden crnltig gelast<br />
, om geen geweld te gebruiken: het volk begon<br />
eenigzins te bedaaren.<br />
Door de fchootcn, die 'er gedaan waren, was<br />
op het kasteel alles met fchrik bevangen: vermits
IN FRANKRIJK.<br />
imen oordeelde dat de Koningin het grootfie gevaar<br />
liep, doeg men voor, om haar en den Dauphin<br />
tc verwijderen, en in veiligheid te brengen: men<br />
liet rijtuig komen, maar de burgers van Verfailles<br />
hielden het aan ; doch al hadden zij het tot<br />
aan het kasteel laaten rijden, zulks zou evenwel<br />
vruchtloos geweest zijn, om dat de Koningin volftrekt<br />
niet kon overgehaald worden, den raad tot<br />
haare verwijdering aanteneemen,en verklaard had,<br />
liever aan de voeten des Konings tc willen derven,<br />
dan hem te verlaateri: het zou anders geen moeite<br />
geweest zijn, haar aan de andere zijde van het<br />
kasteel door het park eenen weg tc laaten ncemen,<br />
langs welken zij het volk ongemerkt had kunnen<br />
ontkomen.<br />
Terwijl' zulks te Verfailles voorviel, was in Pa~<br />
rijs alles mede in rep en roer: de burgermilitic<br />
was bijeen getrokken, en (rond tegen twee uure<br />
reeds marschvaardig: de geweezene Gardes Frangoifes<br />
waren de eerden, die hét voorftel deeden,<br />
dat men naar Verfailles trekken, de Lijfgarden en<br />
het Regiment Vlaanderen wegjaagen, en de Koninglijke<br />
familie, als mede de Nationaale Vergadering<br />
naar Parijs haaien moest: bij de zorglijke<br />
en misnoegde gedeldheid, waarin de overige burgers<br />
van Parijs zig bevonden, moest dit voordel<br />
wel goedkeuring vinden, en men was 't reeds tegen<br />
drie uuren , daaromtrent, volkomen cens:<br />
doch de Marquis DE LA PAVETTE keurde dee-<br />
E 3
7a STAATSOMWENTELING<br />
zen inval op goede gronden af; hij verzettede zig<br />
wel twee uuren lang daartegen, en toen hij niets,<br />
konde verwinnen, meende hij door een kunflig<br />
uitftel tijd te winnen, en de aangevuurde verbeeldingskracht<br />
te doen verkoelen; doch deeze was te<br />
fterk ontvlamd, dan dat zijne poogingen niet de tegcnovergefteldc<br />
uitwerking zouden hebben moeten<br />
voordbrengen; de benaauwdheid voor de Ariftocraaten,<br />
bezielde allen zodanig, dat zij begonnen hem<br />
mede als zulk een te befchouwen, dewijl hij den<br />
flap met hun niet wilde doen, welken zij den<br />
werkzaamften oordeelden , om alle nog overige<br />
Ariftocraaten eensdeels uitteroejen, andcrsdccls<br />
krachtloos te maaken: zij drongen nogmaals zeeF<br />
hevig bij hem aan: hij kwam met nieuwe vertoogen<br />
en met een nieuw uitftel op: nu lieten zij zig<br />
niet meer wederhouden: zij riepen hem op, om<br />
zig aan het hoofd tc ftclle.11, en daardoor te bewijzen,<br />
dat hij niet tot het ariftocratisch rot behoorde<br />
, of te moeten verwachten, dat zij allen naar<br />
Verfailles trekken ,en hem aan de woede des volks<br />
prijs geeven zouden: hij wist geen' uitweg meer,<br />
en moest aan hunne begeerte voldoen: wijgerde<br />
hij hun aanvoerder te weezen, zij zouden evenwel<br />
gaan, des was 'er niets mede gewonnen; maar<br />
{lelde hij zig aan het hoofd , dan kon hij ten minfl-en<br />
veele onheilen beletten, die onvermijdelijk<br />
waren, zo zij aan zigzelven overgelaten bleeven:.<br />
deeze bedenking was het, die hem kon overhaakn,<br />
om hun aanvoerder te zijn, en terftond gin-
IN FRANKRIJK. 7*<br />
gen bij de veertigduizend mau op marsch naar<br />
Verfailles.<br />
Alle de geenen, die te Parijs bleeven, verwachtten<br />
met angst en beeving de uitkomst van<br />
deezen geduchten togt: alle winkels en huizen waren<br />
gefloten, alle ftraaten ledig, alle huisgezinnen ,<br />
van de vaderen verlaaten, in hunne kamers opgeflotcn:<br />
Parijs was eensflags van alle zijne befchermers<br />
beroofd, en geduurende twee uuren, zonder<br />
op eenige redding te kunnen hoopen, blootgeftcld<br />
aan alle buitenipoorigheden, welke een woest<br />
cn toomloos graauw goedvond te pleegen: de<br />
Hoofdofficier , QMaire) het eenigflc opperhoofd<br />
der ftad, was, gelijk mede de Vertegenwoordigers<br />
der Gemeente, van het Hotel-de-Ville, verdreven,<br />
en met bedreigingen van den fmaadlijkften<br />
dood vervolgd: het Hotel-de-Ville zelf,<br />
was geplunderd; in de vergaderzaalcn en de overige<br />
vertrekken, was alles het onderflc boven gekeerd<br />
, zelfs het. papier gefcheurd, en de inkt<br />
op den grond geftort:'cr was geen gewapende<br />
hand, en geen Hoofd het welk men ter bcveiliginge<br />
van de ftad had kunnen oproepen: in deezen fchromelijkcn<br />
tocfland bleef Parijs tot over negen uurc,<br />
als wanneer eindelijk de trommen op alle ftraaten<br />
aankondigden, dat 'er weder iemand was , die zig<br />
de ftad aantrok: de Mairc en de Vertegenwoordigers<br />
hadden zig weder veréénigd, cn lieten aan-<br />
E 4
ys STAATSOMWENTELING '<br />
Zeggen, dat de eerde verdieping van alie huizen*<br />
verlicht worden, en alle burgers, die van wapens<br />
voorzien waren, de wachthuizen in hunne wijken,<br />
bezetten, patrouillen uitzenden, en posten (tellen<br />
zouden: welhaast kwamen de- nog overige gewapende<br />
burgers op., bezetteden de wachthuizenen<br />
ver-ftroOiden de zamengerotte menigte : dus-,<br />
doende was men tegen geweldpleging beveiligd,<br />
en nu waren de inwooners van Parijs alleennog.<br />
in eene kwellende verwachting, hoe de. togt><br />
naar Verfailles, zoude afloopen^<br />
Middelerwijl had de gewapende burgerij" den<br />
weg dervvaards voor een gedeelte afgelegd: het re-,<br />
geude geweldig (lork cn bij aanhoudendheid, en<br />
hun opperbevelhebber bediende zig van deeze om-,<br />
ftandighekl, om hun nog édns voorteftellen, of<br />
het niet raadzaamer-was, inde ftad te blijven, en<br />
hunne onderneeming tot den volgenden dag uittedellen:<br />
doch de gemoederen waren en blecveneven<br />
driftig: tot op de huid toe nat, overdektniet<br />
modder, klappertandende van koude-, lagchte<br />
men met regen, ftorm en hagel: DE LA PAVET<br />
TE verkreeg echter zo veel van hun, dat zij heinplechtig<br />
en met een groot gefchreeuw beloofden,<br />
aan alle zijne bevelen tc gehoorzaamen, en fiechtsdan<br />
geweld te gebruiken, wanneer men hen mei<br />
geweld zoude ontvangen: dit (lelde den Genera;^<br />
«nigzins. gerust, cn hij zond een'van zijne-Adjti-
IN FRANKRIJK. 75<br />
danten aan de Nationaale Vergadering, met het<br />
bericht, dat hij welhaast in dezelve vcrfchijnen<br />
zoude.<br />
De Prefident der Vergadering was nog al op het<br />
kasteel, verwachtte, en drong verfcheidcne maaien<br />
daarop aan, dat de Koning de ingeleverde artijkëlen,<br />
met zijne onbepaalde bekrachtiging beklcedcn<br />
mogt: hij bragt den Staatsraad ouder 't<br />
oog, dat deeze bekrachtiging een middel zijn zoude,<br />
om het volk te doen bcdaaren, maar dat de<br />
grootfie onheilen te duchten waren, in gevalle hij<br />
dezelve niet, zo fchielijk als mogelijk, verkreeg;<br />
doch zulks werd vertraagd, en- het eene-uur verliep<br />
na het andere; het was reeds over tien uuren ,<br />
toen hij de bekrachtiging, eigenhandig door den<br />
Koning gefchreven, ontving: nu fpoeddc hij, om<br />
dezelve aan de Nationaale Vergadering te gceven.<br />
Daar komende, vond hij Hechts nog weinige leden<br />
in de zaal, die alleen door nieuwsgierigheid<br />
aangezet, gebleven waren:hij vond, daarentegen,<br />
het Amphitheatcr vol wijven , die aan de zijde van<br />
haare halfnaakte geleiders, de Vertegenwoordigers<br />
der 1<br />
Natie fcheencn te willen vertegenwoordigen s<br />
zij fchreeuwden , tierden , zongen , lachten en<br />
waren op haare manier geestig': ééne van haar<br />
hadde plaats van den Prefident bemagtigd, doch was<br />
echter zo beleefd, dat zij bij zijne komst aftrad,<br />
en hem verzocht plaats te neemen; zij verzekeï-<br />
E 5
74 STAATSOMWENTELING<br />
den hem allen, dat zij met Smarten op hem hadden<br />
gewacht» en nu hoopten goede tijding van<br />
hem te verneemen: eindelijk voegden nog eenige<br />
gevolmagtigden zig bij hem, zeggende, dat men<br />
in zijne afwezigheid een befluit over het koom genomen,<br />
maar dat het volk zig ook daarmede bemoeid,<br />
wenfehen, verzoeken, als mede bevelen<br />
uitgebragt, en eindelijk daarmede geëindigd had,<br />
dat het eischte den prijs van brood, vlcesch cn<br />
kaarsfen verminderd te zien: vervolgends was de<br />
Vergadering gefchciden.<br />
De Prefident oordeelde dit tijdfiip voor al te bcflisfend,<br />
en dat geene, 't welk hij had voorteftellen,<br />
te gewigtig, dan dat de Vergadering had<br />
kunnen verwijderd blijven: hij-zond iemand aan<br />
de Municipaliteit, met verzoek, van de trom in<br />
nlle ftraaten te laaten roeren, ten einde de Gevolmagtigden<br />
in de vergaderzaal terug te doen komen:<br />
dit gefchiedde ook,'en in deezen tusfehentijd<br />
maakte hij aan het volk bekend, dat de Koning<br />
de artijkels der Declaratie en Conftitutie had<br />
aangenomen: het volk betuigde zijne goedkeuring<br />
door een wild handgeklap cn gefchreeuw, men omringde<br />
hem endrong bij hem aan, om affchriften van<br />
's Konings eigenhandige verklaaring te willen hebben;<br />
doch van alle kanten hoorde hij vraagen:<br />
„ Zijn wij daardoor wel veel verbeterd?" of:<br />
„ Zullen de armen, in Parijs, daardoor ook brood<br />
„ verkrijgen?"
IN FRANKRIJK. 75<br />
Deeze vraagen deeden den Prefident reeds half<br />
vermoeden, waar deeze deftige Vergadering de<br />
fehoen wrong; fommigen zeiden het ook ronduit,<br />
dat het de honger was die hen drukte: oogenbliklijk<br />
gebood hij, dat 'er van alle bakkers brood,<br />
moest gebragt worden; het kwam ook fchielijk,<br />
en wel niet alleen brood, maar ook wijn, worst<br />
en gedisteleerde wateren: aldus fmulde men, zelfs<br />
in de Vergaderzaal, zeer vrolijk, onbekommerd en<br />
eendragtig.<br />
Terwijl men hiermede bezig was, kwam de Adjudant<br />
van den Marquis DE LA FAYETTE met<br />
het boven aangeftipte bericht; een lid der Nationaale<br />
Vergadering , werd den Bevelhebber ten gemoete<br />
gezonden, om hem te melden, dat de Koning<br />
de geëischte bekrachtiging, zonder alle bcpaaling,<br />
en in de duidclijkftc bewoordingen gegeven<br />
had; dat hij zijne troupen daarvan kennis<br />
moest doen hebben, om ze mogelijk van Verfailles<br />
terug te houden.<br />
De wijven waren nog al in de zaal gebleven;<br />
zij drongen op den Prefident aan, en onderhielden<br />
zig met hem: veelcn zeiden rond uit, dat<br />
het in 't geheel niet naar haar genoegen geweest<br />
was, dat hij had kunnen goedvinden, om het verfoejelijk<br />
Veto te verdedigen; hij mogt zig maar<br />
voor den lantaarnpaal wachten; doch hij anwoord*<br />
de , dat men haar het geheele beloop van zaaken,
7
IN FRANKRIJK. 7?<br />
aan deeze de verzekering terug, dat hij haar de<br />
tederfte liefde toedroeg, dat de verjigtihg en het<br />
geluk der Natie, zijn gehcele hart en zijne gantfche<br />
zorgvuldigheid bezig hielden, en dat van dit oogenblik<br />
af, de Grenadiers van het Burgercorps,<br />
zijne Lijfwacht zouden uitmaaken: men ontving<br />
dit antwoord met een woest vreugdegeroep, trok<br />
met klinkend fpel en vliegende vaandels Verfailles<br />
in, en fchaarde zig op het cxercecrplcin:<br />
de Grenadiers der militie namen nog in deezen<br />
nacht hunne posten in; de militie van Verfailles<br />
verëenigde zig met die van Parijs, cn het Regiment<br />
Vlaanderen voegde zig, met wapperende<br />
patriotfehe cocarden, mede bij haar; men wees<br />
ieder Bataillon afzonderlijke quartieren aan, die<br />
zij ten deele in burgerhuizen, ten deele ook in<br />
de kerken vonden: de inwooners van Verfailles,<br />
waren den geheelen nacht bezig, om hunne Parijfche<br />
broederen van brood en wijn te voorzien,<br />
en overal heerschte zulke een gelukkige eensgezindheid<br />
en vreedzaam gedrag, dat het Bataillon ,<br />
't welk in de Kerk Saint Louis zijn verblijfplaats<br />
gevonden had, onder den klank en het gedruis<br />
van trompetten, pijpen en trommen, een Te Deum<br />
aanhief, en, onaangezien alle de ongemakken van<br />
den voorigen dag en nacht, eenen plechtigen omgang<br />
deed: alles was nu bedaard: de Marquis<br />
DE LAFAYETTE was van de goede gevolgen,<br />
zijner gemaakte fchikkiugen en bevelen , zodanig<br />
overtuigd, dat hij de Nationaale Vergadering liet
78 STAATSOMWENTELING<br />
verzekeren, dat zij gerust fcheiden kon; en dat<br />
hij zelf meende gerust te kunnen gaan flaapen, 't<br />
geen voor hem zo noodig was.<br />
Ondertusfchen waren de Lijfgarden in eene»<br />
zeer onzekeren cn ncteligen toeltand gebleven:<br />
den dag over waren zij vervolgd en gefmaad, tegen<br />
den avond daadlijk aangerand, cn, geduufende<br />
den nacht, van den éénen post naar den<br />
anderen, ten deele gejaagd, ten deele ook op bevel<br />
gezonden: een groot vijftigtal was in het wachthuis<br />
cn op het kasteel gebleven, en hadden hunne<br />
gewoone posten in de gallerijen, en voor de<br />
vertrekken des Konings cn der Koninginne bezet;<br />
zij hadden elkander gezworen, dat men hen<br />
niet, dan dood, van daar zou wegbrengen: hunne<br />
overige kameraaden waren gelast, zig niet aan<br />
het volk te vertoonen, en bragten den geheelén<br />
nacht in hunne volle wapenrusting, op de paarden ,<br />
in het park door: eerst tegen vier uuren liet men<br />
hun aanzeggen,dat zij op hunne behoudenis moesten<br />
denken, cn zij trokken door het park terug.<br />
Van vier tot zes uuren, was in Verfailles alles<br />
{til: het Parijfche volk, vrouwen en mannen,<br />
kwamen het eerst wederom te voorfchijn, niet zo<br />
zeer met vijandige oogmerken, als wel veelmeer<br />
uit nieuwsgierigheid: bij geheele drommen liepen<br />
zij in het park van het kasteel, en voör deszelfs<br />
voorplein rond: een van hun ontdekte, bij een
IN FRANKRIJK. 79<br />
vender van het rechter zijgebouw des kasteels,<br />
een der Lijfgarden, op zijnen post (taande: men<br />
had gezegd en geloofd,dat de Lijfgarden allen geheel<br />
verwijderd waren, cn de nationaale Grenadiers<br />
alle hunne posten bezet hadden; daar zij echter nog<br />
een van dezelven zagen, fcheen hun zulks toe een<br />
nieuw bedrog te weezen, en hun wantrouwen , het<br />
welk door niets kon verfchalkt worden, lloeg tcr-<br />
(tondtot daadlijkheden over: zij riepen den Gardist<br />
op, om zijnen post oogenbliklijk te verhaten, en<br />
zijne wapenen aftebrengen; hij riep van boven,<br />
dat niets in (taat zou zijn, hem daartoe te bewecgen;<br />
terftond begroette men hem met fcheldwoorden,<br />
en toen hij deed alsof hij 't niet hoorde<br />
werden zij nog meer verbitterd, en begon::en met<br />
(teenen en (tokken naar hem te werpen: hij oordeelde<br />
, dat de zetel der Majesteit daardoor werd<br />
gefchonden, cn rekende zig, bij den ijver in zijnen<br />
dienst, verpligt, onder den hoop te moeten<br />
vuuren: dit was het fein tot een der losbandiglte<br />
en gruwelijkde tooneelen, die ooit gezien<br />
zijn, in het land, waarin men zo veel van dien aart<br />
zag: het volk was als zinneloos: huilende van<br />
woede liep het overal rond, en bragt alles, wat<br />
van hetzelfde (lag was, bijéén: gelijk een losgebroken<br />
droom, fneldc het naar 't kasteel, en de;<br />
posten, die 'er voor donden, waren niet in ftaat,<br />
om hetzelve tegentehouden: vóór dat nog de Marquis<br />
DE LA FAYETTE daarvan kon verwittigd<br />
worden, waren reeds alle toegangen, voorhoven
8o S T A A T S O M W E N T E L I N G<br />
cn gallerijen, met fchrceuwendc en fehidmbekkert-<br />
de wijven en mannen als overftroomd; hunne ge-<br />
heele woede viel op de Lijfgarden; betrapte men<br />
een Van hun, hij werd nedergeworpen, vertrapt, ge-<br />
flagen, gehouwen en gelloken; eenigen fleepte men<br />
door de gallerijen, de trappen af, tot voor de ge<br />
traliede poorr. van het kasteel, en worgde en fmoor-<br />
dc ze gedeeltelijk; terwijl men anderen vasthield<br />
en langen tijd in onzekerheid liet of zij llerven<br />
zouden of niet, om dat men het niet ééns kon<br />
worden, duor welke martelingen men hen den<br />
dood wilde doen ondergaan: twee hieuw men met<br />
bijlen de hoofden af, ftak ze op llaaken, en droeg<br />
ze in een gruwelijken zegepraal alle ftraaten door<<br />
De Koning en de Koningin waren in doodsbe-<br />
naauwdheid: de Koningin het woest gefchreeuw,-<br />
van tijd tot tijd , haar vertrek hoorende na<br />
dere, vluchtte, bijna naakt, in 's Konings ver<br />
trek: een raazende hoop liep achter haar in, en<br />
fchreeuwde: ,, Loop, loop, Wijf! houd hem<br />
„ vast, dees is uw redder (*)"! zij viel flaauw<br />
in zijne armen: de voorzaal des Konings werd in<br />
hetzelfde oogenblik gefloten.<br />
Hier was 't, alwaar de overige Lijfgarden hun<br />
ne laatlte wijkplaats gevonden hadden; hier was<br />
%<br />
(*) Cours, cours, Femme f»***, tiens le biett,<br />
c'efl la ton Sattveur.
ÏN FRANKRIJK. St<br />
*t, alwaar zij elkander nog eens omhelsden, en zwoe*<br />
ren, zig onder de oogen van hunnen Koning tot<br />
den laatften druppel bloeds te zullen verweeren<br />
en derven: middelerwijl was de Marquis DE LA<br />
PAYETTE, van de andere zijde, in's Konings<br />
vertrek gekomen, en had hem dezelfde belofte gedaan,<br />
waarop de Lijfgarden zo even gezworen<br />
hadden: in het zelfde oogenblik fprong de deur van<br />
de voorzaal, door bijlen en koMagen verbrijfeld,<br />
open; het volk fchoot binnen en ging op de<br />
Lijfgarden los: de Marquis DE LA FAYETTE<br />
Helde zig alleen, ademloos, zonder hoed en degen,<br />
tusfchen beiden: ,, Ha!" zeide hij, „ volj,<br />
doet gij zó aan uwe belofte? (laat, of gij moet<br />
,, over het ligchaam van uwen Generaal heen loo-<br />
„ pen:" deeze woorden werkten gelijk een donderdag<br />
op het volk, en de voorden trachtten zig<br />
achter de geenen tc verbergen, die achter aan don*<br />
den : deeze beweeging zag de fiere held, en<br />
maakte 'er gebruik van; hij liep toe, fchoof ze<br />
terug, en zij gedoogden zulks gewillig: de voor*<br />
zaal werd geruimd, eenige Grenadiers, van de<br />
nationaale militie, traden binnen, cn namen de<br />
Lijfgarden in hun midden, terwijl anderen derzei*<br />
ter posten innamen en bezetteden.<br />
DE LA FAYETTÊ raadde den Koning en de<br />
Koningin aan , zig aan het volk te vertoonen , en<br />
indien het 'er op gedeld ware, hen in Parijs bij<br />
II. DEEL. F
Sa STAATSOMWENTELING<br />
zig te hebben, in deszelfs begeerte te bewilligen}<br />
de Koning aarfcldc niet om deezen itap te doen, en<br />
vervoegde zig, benevens de Koningin, die baarert<br />
eenen arm in den zijnen gelegd, en aan den anderen<br />
den Dauphin had, gelijk aan den anderen<br />
arm van den Koning de Prinles was, op het<br />
groote balcon, cn vertoonde zig aan het volk:<br />
zijne verfehijning maakte eensklaps gén einde<br />
van den oproer: met een gefchreeuw drong het<br />
volk door, tot aan den voet van het balcon: toen<br />
hij bad, dat men zijne Lijfgarden het leven mogt<br />
fchenken, riep alles, als uit éénen mond: „ Ge-<br />
„ nade, genade voor de Lijfgarden!" toen hij<br />
beloofde met zijne familie naar Patijs te zullen<br />
trekken, fchrecuwde alles: „ Lang leeve de Ko-<br />
„ ning, de Koningin, de Dauphin!" de Lijfgarden<br />
vertoonden zig ook, rukten hunne bandelieren<br />
af en wierpen ze onder het volk, ten blijke,<br />
dat zij zig aan deszelfs edelmoedigheid overgaven:<br />
het gevoel van woede, veranderde eensklaps<br />
in verzoening, en zij, die tevooren gelijk<br />
wilde dieren geraasd hadden, liepen heen, haalden<br />
takken van boomen en dansten daarmede, op de<br />
voorpleinen van het kasteel,in 't rond, terwijl de<br />
Lijfgarden, die men tevooren aan het graauw ontrukt<br />
had, de beerenmutfen van hunne redders namen ,<br />
hen in derzclver plaats hunne hoeden op het hoofd<br />
zetteden, ten blijke van verzoening en eensgezindheid,<br />
tegelijk hunne uniform tegen de nationaale<br />
vcrwisfelende: alles was op éénmaal weder broeder
Optotft op den 6 October 17S9 te Verfailles.
•
ÏN FRANKRIJK. 8$<br />
en broeder, en het toor.cel van de akeligfte gruwe*<br />
len, veranderde in eene plaats van 1'chreeuvvend ge<br />
juich en toomlooze vreugde.<br />
De Nationaale Vergadering was, bij het begin<br />
der eerfte bloedige bedrijven, in de zaal bijeen ge<br />
komen: de Koning vvenschte haare leden in het<br />
kasteel bij zig te zien, en met dezelven te raad-<br />
pleegeu: hij zond twee fleeren in de zaal, die<br />
den vergaderden Gevolmngtigden keunis gaven van<br />
s Konings wensch: zij waren ook reeds bij den<br />
Prefident geweest, die 'er zijne toeftemraing gaar<br />
ne toe gegeven had; maar MIRABEAU was in de<br />
zaal, cn verklaarde, dat de Prefident zulks niet<br />
toeftemmen konde, én dat 'er eerst over moest ge<br />
raadpleegd worden: dc gallerciën, die opgepropt<br />
waren met mcui'chen, gaven hun woord ook , en<br />
fchreeuwden , dat de Vergadering in dc zaal moest<br />
blijven: vervolgends trad de Prefident zelf bin<br />
nen, en ftelde 's Konings begeerte voor: men<br />
eischte zulks fchrif'tlijk van hem, en hij moest<br />
zig beroepen op de twee Heeren, die de Koning<br />
aan hun gezonden had: MIRABEAU ftond an<br />
dermaal op, en verklaarde: dat het beneden de<br />
waardigheid der Nationaale Vergadering was, bij -<br />
den Koning te gaan: raadpleegingen in dc palei<br />
zen der Koningen, waren niet vrij; en, daarenbo<br />
ven, in deeze tijdsomftandigheden verdacht: het<br />
was genoeg eene deputatie te zenden: het vóifS<br />
op de g-aliereiën, gaf hem, door een woest handge-<br />
F 2
8 4<br />
STAATSOMWENTELING<br />
klap, zijne toejuiching te kennen , en voelde zijne<br />
waardij dubbel: evenwel fprak de Prefident hein<br />
met kracht en nadruk tegen,doch kon echter niets,<br />
verwinnen: de meerderheid bcfliste, dat men in de<br />
zaal blijven, en alleenlijk eene deputatie aan den<br />
Koning zenden zou: MIRABEAU, onderfteund<br />
door BARNAYE, en alle de overigen van hunne<br />
partij, deed tevens het voorftel: „ dat de Natio-<br />
„ naalé Vergadering .onaffcheidelijk was van den<br />
„ Koning: " het ging door, en de deputatie deed<br />
den Koning van dit befluit tevens verflag.<br />
Deeze ftond gereed de reis naar Parijs aantenccmen;<br />
gelijk mede de Koningin, dc Dauphin<br />
en de overige koninglijke Familie: de rijtuigen<br />
kwamen voor, om ze overtebrengen: honderden<br />
van vrouwen, beftoken en gekransd met takken<br />
en bloemen, dansten en huppelden rondom dezelven<br />
heen: een gedeelte der gewapende burgerij<br />
van Parijs, trok ter zijde af, en het andere gedeelte<br />
verwachtte de rijtuigen der koninglijke Familie,<br />
om zig aan dezelven te fluiten cn ze te verzeilen :<br />
vooraf ging een troep van het Parijfche janhagel,<br />
volgende de hoofden der twee vermoordde Gardes,<br />
die op bebloede ftaaken gedragen werden:<br />
een vreeslijke zwarte kaercl, met eenen langen<br />
baard, opgeftroopte mouwen, ontbloote borst<br />
en een hooge muts, ging tusfehen twee anderen ,<br />
die deeze hoofden droegen, en niet minder, dan<br />
zij, bet voorkomen van Kanibaalen hadden , met
IN FRANKRIJK. 85<br />
-een grooten bijl op den fehouder en twee pistoolen<br />
in den gordel: deeze kaerel, dien men dc Wilds<br />
uit de voorftad St. Antolne noemt (*) , draaide zij<br />
ne oogen in 't rond, en nam met eene ftaatige hou<br />
ding de eerbewijzingen aan, welke het graauw<br />
hem voor zijne heldcndaaden betoonde: hij was<br />
het geweest, die de beide Garden, met zijn' bijl,<br />
de hoofden had afgehouwen: hem volgde het dan-<br />
fende gepeupel, in eene woedende blijdfchap ,<br />
flaarcnde op deeze hoofden, en de .armen naar de<br />
zelven uitgeftrekt: nu zag men eenen trein van<br />
vischwijven , op de paarden der Garden, waarvan<br />
eenigen van vooren en van achteren met harnasten,<br />
uit de wapenkamer, uitgerust waren, en ande<br />
ren groote flagzwaarden zwaaiden; rondom haar<br />
wemelde het van naakte bedelaars, oud en jong ,<br />
van beide fexen: op het zwaar gefchut, 't welk nu<br />
volgde, zaten andere vischwijven, recht of ver<br />
keerd, zo a!s zij maar plaats konden vinden.<br />
Deeze' kluchtige groepen werden gevolgd van<br />
dc benden der gewapende burgerij, met de gered<br />
de Lijfgarden in hun midden: wanhoop en fchaam-<br />
te, was op de verbleekte aangezichten der laatften<br />
tc leezcu, en veelen van hun waren zodanig ver<br />
moeid, dat zij ieder door twee burgerfoldaatea<br />
moesten geleid worden; een gezicht, het welk't<br />
Le Smivtige du Fauxbmrg St. Antoine^<br />
F 3
8(5 STAATSOMWENTELING<br />
hart van elk die gevoel had, ten fterkften moest<br />
treffen,<br />
Nu vólgden de rijtuigen des Konings, der Koninginne<br />
cn der overige koninglijke Familie, mede<br />
omringd door groepen van bekransten dar.fende<br />
vischwijven, die ook , zo dikwerf' als het haar inde<br />
gedachten kwam, in het portier der rijtuigen<br />
traden, cn zig met den Koning, de Koningin cn<br />
den Dauphin, op eene lastige wijze, onderhielden:<br />
daarop volgde de tweede helft der gewapen-,<br />
de burgerij, cn de gcheele trein werd gefloten door<br />
cenc menigte van bagagewagens , waarop dc klecderen<br />
cn het huisraad der koninglijke Familie waren,<br />
tevens vol van vermoeide mannen cn vrouwen,<br />
die al juichende takken van boomeii zwaaiden<br />
, en onophoudelijk fchrecuwden: „ Lang Ice-<br />
„ ve de Natie! Lang leeve de Natie! "<br />
Toen de tijding in Parijs kwam, dat de Koning<br />
met zijne familie in aantogt was, verliet het grootilc<br />
gedeelte der inwooneren, die in de ftad gebleven<br />
waren , huis, vrouw en kinderen, om ooggetuigen<br />
te worden van deeze onverwachte verhuizing:<br />
de vooruitzichten, welke het volk, cn<br />
zelfs de befchaafdc rangen in Parijs, daarin meenden<br />
tc* vinden, bragt alles in eene wilde verrukking,<br />
die van alle kanten uitgefchreeuwd werd, door<br />
een algemeen vreugdegeroep, -t welk het ontzet-.
IN FRANKRIJK. tg<br />
tcnd gevoel, veroorzaakt door het gezicht van de<br />
bloedige 'hoofden, die vooruit gedragen werden,<br />
ten deele onderdrukte, ten deele geheel fmoorde :<br />
de helden en heldinnen, van deezen gruvvelijke.n<br />
trein, zagen hunnen zegepraal, door duizende<br />
van toefchietende nieuwe aanfchoüwers, verheerelijkt,<br />
cn werden door het roepen van , vivat! het<br />
welk van eenige beevende lippen, uit bcnaauwdheid,<br />
rolde; door het kusfehen en de omhelzingen,<br />
waarmede woeste patriotten hen, als't ware,<br />
overftelptcn ; door het blijde huppelen en<br />
fpringen der kinderen, en door de domme verbaasdheid<br />
der bejaarden, al meer cn meer gellijl'd<br />
hl de meening, dat zij nu den tweeden gewigtigen<br />
dienst aan het Vaderland beweezen; dat zij thans<br />
alles, waarvoor dc Natie nog had moeten vreezen<br />
, weggenomen, cn eindelijk alle de poogiugen,<br />
van dc altoos nog geduchte Ariltocraatcn,<br />
ten eenenmaalc verijdeld, en krachtloos gemaakt<br />
hadden: het .gemcene volk riep: ,, Hier brengen<br />
,, wij den bakker cn de bakkerin!" cn gaf daardoor<br />
op nieuw te kennen, dat zij meerder belang<br />
Helden in het brood, dan in de ilaatsgefteldhcid;<br />
de gewapende burgers riepen: „ Wij brengen<br />
,, den vader bij zijne kinderen! " volkomen overtuigd<br />
zijnde, dat zij nu beter met hem raadpleegen,<br />
cn de Stiefmoeder, met haare Neeveu eiï<br />
gunllclingen, verder van hem verwijderen konden:<br />
de Natie maakte hier weder gebruik van 't<br />
geen de gemcene man gedaan had, cn hoewel het<br />
F 4
88 STAATSOMWENTELING<br />
groottte gedeelte vau dezelve overtuigd ware, dat;<br />
deeze ftap van goede gevolgen zijn zou, oordeelden<br />
zij het evenwel onnoodig, dat dezelve met<br />
Moed en wraakzucht, die de patriotfche dwcepcrïj<br />
kenfehetste, getekend was geworden.<br />
De Koning, de Koningin en derzelver familie,<br />
beleefden den fchrikkelijkttcn dag, welke ooit menfeiten,<br />
van dien rang, beleefd hebben oi beke<br />
ven zullen: L ODE WIJK DE ZESTIENDE was,<br />
federt het midden van den verlopen dag, blootgeiteld<br />
geweest aan zijne eigene bciluitcloosheid, en<br />
aan die van zijne Staatsdienaaren; aan de benaauwdheid<br />
der koniugsgezinden, en de ontluimigheid<br />
der Democraaten; aan de trotfche liefkoozingen<br />
van ruwe wijven; aan den afzichtigen<br />
aanblik van uitgehongerde bedelaars, en aan den<br />
vricndlijk dreigenden oproer zijner meer befchaaf»<br />
de onderdaancn, die wapens droegen: hij werd<br />
door niets befchermd, dan door zijne natuurlijke<br />
deugden, als mensch befchouwd; hij had geene<br />
andere gronden, die zijne handelwijze befluuren<br />
konden, dan zodanigen, die zijne Ministers, ge*<br />
perst door den oogenbliklijken nood, en niet uit<br />
overtuiging, hem aan de hand gaven; hij had<br />
geene andere wacht, dan die een razend gepeupel<br />
goedvond hem te verkenen; hij kon geen an*<br />
deren ftap doen, dan welken de- tegenwoordige<br />
Hoofden des volks, en van het land over 't alge-,<br />
meen, 't welk hij weleer het zijne mogt noemen»
IN FRANKRIJK. 89<br />
hem al biddende gelastten te doen; hij ging naar<br />
Parijs, omdat hij, zonder zijn leven aan gevaar<br />
blootteilellen, nergens anders gaan kon; in één<br />
woord, hij was een gevangen man naar ligchaani<br />
' en ziel, en fchoon het gejuich, 't welk hij van<br />
alle kanten hoorde, hem, alleen fcheen te bedoelen<br />
, kon hij 'er zig echter niet over verblijden ,<br />
alzo het duidelijk bleek, dat het volk zigzelf ia.<br />
hem toejuichte; hij kon bij dit alles ook niet gerust<br />
weezen, dewijl hij altoos vreezen moest, dat<br />
onder de duizenden, die rondom hem heen dansten,<br />
immers wel één zijn kon, die, op denzelfden<br />
weg, gelijk het overige volk, 't welk hem<br />
naar Parijs begeleidde, nog verder gaan zoude,<br />
en bij zigzelven overtuigd was geworden, dat zijn<br />
dood de revolutie nog fterker bekrachtigen zoude,<br />
cn die in de raazende Ihatkundige dweperij hem<br />
den dolk even zowel in het hart ftooten kon, als<br />
een Gecstlijke het zijnen besten voorganger gedaan<br />
had: hij was 'er federt eenigen tijd bijna aan<br />
gewoon geworden, zijne koninglijke waardigheid<br />
verloren te hebben , doch zijn menschlijk beltaan<br />
kon hij niet bedreigd zien , zonder te beeven, omdat<br />
zijn charak'er het niet medebragt, door eene<br />
kloekmoedige grootheid v;ui geest, de angstvallige<br />
trekkingen der zinlijkheid te overwinnen: dit was<br />
ook de oorzaak, dat zijne gcheele houding, geduurende<br />
de tooneelen in Verfailles, en op zijne<br />
reis vandaar naar Parijs, blijken gaf, dat hij meer<br />
Wit vrees, dan eigen befluit; daartoe was overge-<br />
F 5
oo STAATSOMWENTELING<br />
Mm, cn zijne innerlijke onrust openbaarde zig<br />
nu door eene ongewoane bleekheid, dan in een<br />
ftijve onderwerping, of door eenen gedwongen<br />
lach; nu door korte afgebrokene woorden, die<br />
alles, hehalvcn zijne togt mar Parip, ten onderwerp<br />
hadden; en dan door ceuen, boven alles<br />
verheven, blik, die Majestcn zoude te kennen gegeven<br />
hebben, wanneer hij in den. kring zijner<br />
Hovelingen geweest ware, doch thans - niets<br />
betekende, omdat de oogen, die hem omringden,<br />
hem geen luister bijzettcden, maar Hechts in hem<br />
een mensch zagen, dien zij vergunden hun Koning<br />
tc weezen.<br />
T)e tocfland der Koningin was nog veel ontrustendcr<br />
cn hachelijker, dan de zijne: zij had federt<br />
den morgen van deezen dag, akeliger blijken van des<br />
gemecnen mans geneigdheid, omtrent haar, gezien,<br />
dan zij ooit vermoeden kon; zij zelve had uit den<br />
mond van het graauw dingen gehoord, die haar<br />
Hechts, cn nog van veel gemaatigder inhoud , ja in<br />
geestige invallen,of onder het ophaalcn vanfehouders,<br />
als fchcenen ze dezelven met verachting te befchouwen<br />
, van haare manlijke cn vrouwlijkc gunttclingen<br />
onder het oog gebragt waren;die haarovertnigden,dat<br />
zekere omltandigheden algemeen bekend<br />
waren, welken zij meende dat tusfehen de muuren<br />
van haare groote cn kleine kasteden, en in het geheugen<br />
van haare vertrouwelingen zeivcn moesten geftorvcn<br />
zijn; die haar eindelijk niet onduidelijk
IN FRANKRIJK. t J t<br />
tc kennen gaven, dat men zig wel dwingen wil<br />
de, om haar niet wegens haar zelve, maar ten ge<br />
valle van haaren cchtgenoote cn haare kinderen te<br />
fpaaren: zij vond zig te midden van duizenden ,<br />
die haar omringden, geheel alleen, cn had geen<br />
anderen befchermer, dan de edelmoedigheid dec-<br />
zcr meniehen, ofderzelvcr zelfgenoegen, ofhun-<br />
ne verachting, of'het nationaal-geworden gevoel<br />
van achting voor de vrouwlijke 1'exe, of dc laat (te<br />
opwelling der aangeborene liefde voor den Ko<br />
ning, of" eindelijk zelfs de hartstochtliikc zucht<br />
voor de galanterie (*;.<br />
Al kon zij nu ook dc fnmrtlijke overtuiging, van<br />
dit alles, voor haar zelve niet meer verbergen,<br />
fcheen zij evenwel, als eene doorflecpene vrouw,<br />
dezelve te willen ontveinzen voor de geenen, die<br />
ze haar mededeelden, ten einde, 't welk, met op<br />
zicht tot het menschlijk hart, zeer fijn overlegd<br />
was, door uiterlijke betooning van angstcnfchuld,<br />
0') Men heeft ontdekt, dat haar rijtuig omringd<br />
was van een troep jöngé lieden, die gezworen hadden,<br />
niet te zullen gedogen, dat men haar het minfle<br />
leed toevoegde: parceque, geüjk zij zig uitdunten,<br />
notre Reine efl une jolie feur.sie: deeze heldhaftige<br />
denkwijze, eigen aan het Fiar.fehe charaktcr. wordt<br />
nu in den gcv.apenden toeftand der Natje, indedaad<br />
veel Wetkzaamer dan te vooren, toen zij flechts in<br />
minnebrieven mpgt ademen, uit vrees voor — hét<br />
gericht.
pa STAATSOMWENTELING<br />
de ooggetuigen geene aanleiding te geeven, om<br />
haar nog benaauwder te maaken, en nog meer<br />
fchuldig te vinden.<br />
Zo doende vond de gemcene opmerker, behalven<br />
eene bij haar niet gewoonc bleekheid, die door<br />
een Iterk blanketfel nog meer in het oog viel, behalven<br />
een beftorvene lip en een vliegend oog, aan<br />
haar geene blijken van innerlijke zielskwellingen ,<br />
en bekommeringen; doch de meer oplettende befpicder,<br />
zag dezelven in haare gemaakte vriendlijkheid,<br />
en dc tedere liefkoozingen, waarmede zij<br />
haaren zoon overlaadde; in de infchikkelijkheid<br />
jegens dc gemeene vrouwen, in de trotfche houding,<br />
waarmede zij tot de naast haarzittende IIofda><br />
me fprak ;in de herhaalde benaauwde vraagen, naar<br />
den weliland van haaren echtgenoot, in't kort, juist<br />
in dat geene zag hij dezelven het meest doordraaien,<br />
het welk zij met zeer veel moeite wilde verbergen<br />
of bedekken : dit gedrag maakte den gewenschten<br />
indruk op den grooten hoop, en men kan wel met<br />
waarheid zeggen, dat dezelve zig, hoe nader zij<br />
bij Parijs kwamen, des te meer en oprechter met<br />
haar verzoende: vermits bij deeze Natie elk gevoel<br />
oogenbliklijk, en thans fneller dan tevooren, tot<br />
daaden overllaat, werd zij ook welhaast door een<br />
mcnigvuldiger Vtve la Reine! van deeze voor<br />
haar zo gunftige verandering verzekerd, cn het<br />
duurde niet lang, of zij werd alleen nog maar door<br />
den angst van haar hart, en niet meer door de
IN FRANKRIJK.<br />
benaauwdheid gekweld, die men bij haar verwekte.<br />
Dc Dauphin" en de Prinfes zagen met een natuurlijke<br />
benaauwdheid, aan kinderen eigen, het gedruis<br />
aan, cn gedoogden gaarne, dat men hen<br />
een Vive! toeriep, en de handen drukte en kuschte:<br />
op de overige koninglijke Familie, die in het<br />
derde rijtuig volgde, werd in 't geheel geen acht<br />
geflagen.<br />
Deeze togt, en bijgevolg ook de kwelling des<br />
Konings en zijner familie, duurde van twaalf uuren<br />
des middags, tot des avonds half negen toe:<br />
dit gcheclc bedrijf werd nog veel woester en afgrijzelijker<br />
toen het avond begon tc worden, ca<br />
groote lantaarnen, windfakkels en toortzen, zwarte<br />
gezichten in de uitftorting van losbandige vrolijkheid,<br />
halfnaakte mannen en vrouwen, voorzien<br />
van ouderwetfche wapens,verhit door het patriottismus,<br />
trotsheid en Herken drank, groote,<br />
door den wind heen en weder wapperende, vaandels,<br />
en gladgepolijste geweeren en fabels, door<br />
een duister gewoel doorblinkende, alles begon te<br />
verlichten.<br />
Door de naauwe ftraaten der ftad, die aan wederszijden<br />
door zwarte rotfen fcheenen ingefloten<br />
te weezen, drong een ftroom van woelige menfchen,<br />
wier gefchreeuw zig met de trommen en
94 STAATSOMWENTELING<br />
het raazend Janrateaarcö - inuzijk der nationaale foldaatcn<br />
paarde j en met deeze in een eenïg klaterend<br />
geluid uitliep, 't welk het angstig gefchree«W<br />
der vrouwen, kinderen en oude menfehen, die<br />
gevaar liepen van in het gedrang te Hikken, verdoolde<br />
en verflqjld*<br />
Aan den flagboom was de Koning door den<br />
Hoofdofficier der Had, gevolgd van eenige Vertegenwoordigers<br />
der gemeente, ontvangen: het<br />
fcheen alsof hij nieuwen moed greep , toen<br />
hij deeze mannen zag: dc eerbiedige houding van<br />
allen, cn vooral het zachte, vertrouwenwekkend,<br />
voorkomen van het Opperhoofd der Had, Hak geweldig<br />
af bij het opdringend, gebiedend en luid*<br />
ruchtig gedrag van het graauw: «AILLY fprak<br />
den Koning aan, in de volgende bewoordingen:<br />
j, SIRE! het is een fchoone dag, die u en<br />
„ uwe Koninglijke Gade, en eenen Prins die<br />
„ goed en braaf worden zai, gelijk LCDE-<br />
„ WIJK DE ZESTIENDE is,aan uwe hoofd-<br />
Had fchenkt: vergun, SIRE! den Maire<br />
„ van Parijs, u den wensch der Had voorte-<br />
„ Hellen: ieder'oogeublik, 't welk uwe ?vlajefteit<br />
ons fchenkt, hoe kort ook, is ons<br />
„ zeer dierbaar; doch wij reikhalzen om onzen<br />
Koning altoos in het midden van ons te<br />
„ zien; zijn volk begeert alle zijne oogen-<br />
„ blikken te genieten: indien gij aan dit ver-
IN FRANKRIJK.<br />
zoek voldoet, SIRE! dan herkrijgt dc<br />
,, ftad het voortrcffelijkfte en dierbaarfte van<br />
haare voorrechten: nu reeds is de vaderlij-<br />
„ ke zorgvuldigheid van uwe Majesteit dub*<br />
„ bel gebleekcn, om het gebrek wegtenee-<br />
„ men; gij zult nu ook getuige worden van<br />
„ onze trouw; onder uwe oogen zullen orde<br />
en rust, en alle de zachte en beminnelijke<br />
„ deugden weder opluiken, welken uw voor-<br />
„ beeld verwekken en onderhouden moet;<br />
,, in één woord, onder L ODE WIJK DEN<br />
,, ZESTIENDEN zal de Koning magtig zijn<br />
,, door zijn volk, en het volk gelukkig door<br />
,, zijnen Koning."<br />
De Koning antwoordde met zekere gerustheid<br />
en aandoening: „ Dat hij altoos blijmoedig en vol<br />
„ vertrouwen, in het midden der inwooneren<br />
„ .van zijne goede ftad Parijs kwam: " ver*<br />
volgends ging de trein verder naar het Hotel-de-<br />
Ville.<br />
Op het plein de Greve was een tajjooze menigte<br />
van menfehen zamengevloeid, die den Koning en<br />
zijne familie met een vreugdegeroep verwelkom<br />
den: DE LA FAYETTE cn BAILLV hielpen<br />
den Koning uit het rijtuig, en leidden hem in dezaal<br />
der Vertegenwoordigers; hetzelfde deeden<br />
eenige Gevolmagtigden van de Nationaale Vergadering<br />
met de Koninginne, en de overigen van do
0 S T A A T S O M W E N T E L I N G<br />
koninglijke Familie: was de aanfpraak van B A I Ï><br />
IY, aan den Koning, vol heuschheid, in betrekking<br />
tot zijnen tegenwoordigen toefland, die geene<br />
was het niet minder, waarmede een der Prefidcnten<br />
van dc Gemeente tc Parijs, MORRAU<br />
DE SAINT-MERY, hem ontving.<br />
SIRE!" zeide hij, „ indien de burgers van<br />
„ Frankrijk ooit zweercn moesten, dat zij hunnen<br />
Koning wilden beminnen, het zou bij het<br />
goede hart van LODEWIJK. DEN ZESTIEN-<br />
„ DEN gefchieden, en onze eed zou onfehend-<br />
,» baar weezen; doch een volk, dat dc liefde des<br />
,, Konings, meer als ecnebehoef'te, dan als een'pligt<br />
j, befchouwt, mag aan zijne eigene trouw en ver-<br />
„ kleefdheid niet twijfelen: thans meer dan ooit,<br />
,, hebt gij uwe heerfchappij over onze harten gevestigd;<br />
gij hebt de Conltitutic goedgekeurd en<br />
„ aangenomen, die van nu af de Natie aan den<br />
„ troon en den troon aan dc Natie, door eenen<br />
„ vasten band ,hechten zal: eindelijk,om liet zcgel<br />
te drukken op de vervulling van alle onze<br />
„ wenfehen , komt gij nog met dc dierbaarfte<br />
„ voorwerpen uwer tederheid, te midden onder<br />
„ ons woonen: bij het blaakend gevoel van onze<br />
„ harten, waagen wij het echter niet, om te zeg-<br />
„ gen, dat uw befluit, vooral die geenen van uwe<br />
„ onderdaanen gelukkig maakt, die u de vuuriglte<br />
„ liefde tocdraagen; maar wanneer een geëerbic-<br />
9, digd vader, door den wensch van een ontal-<br />
„ lijk
IN FRANKRIJK. 9 ?<br />
„ lijk groote familie geroepen wordt, hij zal ali,<br />
toos die plaats tot zijn verblijf verkiezen, ali,<br />
waar het grootfte aantal van zijne kinderen zig<br />
bevindt."<br />
De Koning knikte, in plaats van te antwoorden ±<br />
een en andermaal, zeer vergenoegd met het hoofd ,<br />
vervolgends trad de Maire na hem toe , ontving zijne<br />
bevelen, en verhaalde, dat de Koning hem op<br />
zijne aanfpraak, voor de Barrière, had geantwoord:<br />
„ Ik kom altoos blijmoedig in het mid-<br />
„ den der inwooneren van mijne goede ftad Pa-<br />
»> "fi" — » gij vergeet iet", viel de Koning<br />
hem driftig in 't woord, „ ik heb gezegd: blij-<br />
„ moedig en vol vertrouwen" — ,, Medebur-<br />
„ gers!" riep de Maire, in het zelfde oogen-<br />
Müc, „ gij zijt gelukkiger, dan wanneer gij zulks<br />
,, uit mijnen mond haddet vernomen! " een vrolijk<br />
handgeklap dankte den Koning voor zijnen —<br />
angst, en tevens den Maire voor zijne tegenwoordigheid<br />
van geest: de eerfte toonde daardoor, dat<br />
hij den inwooneren van Parijs niet te weinig had<br />
willen zeggen, en dat hij door het vertrouwen,<br />
't welk hij bekende op hen tc ftellen, een nieuw<br />
recht op hunne befcherming meende vcrkreegen<br />
te hebben: na verloop van een half uur, verliet<br />
hij, met de Koningin en de overige Familie, het<br />
Hotel-de-Ville, en reed, geduurig nog door het<br />
juichende volk verzeld, naar het kasteel der<br />
Tuilcrië'n: hier had men, in grooten haast, e«.-<br />
II. DEEL. G
93 STAATSOMWENTELING<br />
nige vertrekken voor hem gereed gemaakt, maaf<br />
juist omdat zulks zo haastig in 't werk was gegaan<br />
, vond hij, mogelijk voor de eerde maal in<br />
zyn leven, de vertrekken nog koud, het huisraad<br />
oud cn bekrompen, en dat de wind door alle dc<br />
venlters blies: de Koningin omhelsde hem wcenende,<br />
en fcheen door de fmart zodanig getroffen<br />
te zijn, dat zij geen woord kon uitbrengen: het<br />
avondeetcn was ftfl en treurig (*).<br />
Terwijl de burgers van Parijs over de komst<br />
des Konings juichten, waren die van Verfailles<br />
over zijn vertrek van fmart doordrongen: zij zagen<br />
zig, in hem en met hem, van het grootfte<br />
gedeelte hunner broodwinningen beroofd, en voor'<br />
veelen van hunne medeburgeren het vooruitzicht<br />
van gebrek en ellende geopend: de ééne Koning<br />
•had deeze ftad beftaan en vastigheid gegeven 3 omdat<br />
hij een vrijer en lichter woonplaats verkoos te<br />
hebben, cn een ander ontneemt haar het eerfte<br />
zowel als het laatfte, omdat de hoofdftad haare?<br />
(*) Le fouper a eté fort gat, zegt een democratisch<br />
blad, waaruit de Schrijver desze bijzonderheden,<br />
voor een gedeelte, ontleend heeft: men zal 't hem<br />
wel willen ten goede duiden, dat hij, in dit geval,<br />
liet woord gat, door ftil en treurig vertaalt: deeze<br />
fpotrede, die, in den mond van eenen partijdigen<br />
Franschman, Hechts wreed is, zou in den mond van<br />
eenen Duitfcher, vooral van eenen gefehiedfehrijver,<br />
fcjnsbaalstaal weezee-.
IN FRANKRIJK. 9 9<br />
rechten op zijne perfoon, die bijna fcheenen<br />
verouderd te \yeezen, op nieuws doet gelden,<br />
met eene magt, welke men hem,nog met zeer veel<br />
heuschheid, als een verzoek van het volk, en als<br />
ëcn vrij befluit van zijnen kant, begon onder het<br />
oog te brengen: E O D E W I J K D E V E E R T I E N <br />
D E was de zon van deeze nieuwe en bekoorclijke<br />
ftad, L O D E W I J K D E Z E S T I E N D E WaS beftemd<br />
, om dezelve te verwoesten, en als medepligtige<br />
van het despotismus te ftralfen : daarmede<br />
ontlook zij, en daardoor zou zij haaren ondergang<br />
vinden;<br />
Zij bezat nog wel de Nationaale Vergadering,<br />
en de voor haar daaruit voordvloejende hulp,<br />
doch de tijd naderde, dat zij deeze mede zoude<br />
verliezen: dit ligchaam had naamlijk het befluit<br />
genomen, dat het van 's Konings perfoon niet<br />
kon afgcfcheiden worden: de Oorzaak waarom die<br />
Vergadering thans nog te Verfailles bleef, was<br />
geen ander, dan- dat men eerst nog een gefchikte<br />
plaats voor haar in Parijs moest in gereedheid<br />
%>rengen.<br />
Doch de Vergadering zou niet alleen van plaats<br />
veranderen, maar haar inwendig ftelfei was reeds<br />
veranderd: van het oogenblik der uitbarfting af,<br />
welke den 5den en Cden Getober had plaats gehad<br />
, had o; volkspartij over de ariftocraatisch-koningspartij<br />
eene beflisfende overwinning behaald:<br />
G a
ÏOO STAATSOMWENTELING<br />
*£ geen. deeze gevreesd en geene gedreigd had,<br />
was wezenlijk gebeurd; het volk had zig eigenmagtig<br />
met de raadpleegingen bemoeid; door<br />
dreigementen en ten toon gedragene hoofden, de<br />
gronden cn onderwerpen der Dcmocraaten kracht;<br />
en klem bijgezet, en dezelven daardoor uitvoer<br />
baar gemaakt: MOUNIER, LALLY, BERGAS-<br />
SE en andere uitmuntende mannen van hunne partij<br />
, waren in het hagchelijk geval, dat zij verkiezen<br />
moesten te vleien of te fterven , en indien zij<br />
geen van beiden wilden verkiezen, te zwijgen of<br />
zig te verwijderen: thans, nu de Koning volkomen<br />
in de handen des volks was geraakt, bleef<br />
liet onmogelijk, hem zekere rechten te doen<br />
behouden of weder te verfebaflen, die, zo dezelven<br />
aangenomen en gebezigd waren, de eigendunkelijke<br />
magt en de trotfche losbandigheid van<br />
het gemeen, zou tegengehouden, en juist daardoor<br />
de twee eerfte Standen des Rijks , tegen eene<br />
volflagcne onderdrukking beveiligd hebben: het<br />
bleef onmogelijk, om zekere grondbeginfelen en<br />
voorflagen, betrekkelijk tot de ftaatsgefteldheid,<br />
te doen gelden, welken gefchikt waren, om het<br />
Land eene ftaatkundige gedaante te geeven,die de<br />
Engelfche zeer nabij zoude komen; het bleef eindelijk<br />
onmogelijk, om tegen de plans der Demagoogen,<br />
die alleen om deeze plans zodanigen waren<br />
, met vrucht te werken, dezelven te ontmaskeren<br />
, en door hunne verwijdering, of ten minften<br />
door de vermindering van vertrouwen, eest
IN FRANKRIJK.<br />
meer gezuiverd vrijheidsgevoel bij de Natie te<br />
doen ftand grijpen; want deeze fcheen thans Hechts<br />
vrij te willen weezen, cn zig niet meer daarover<br />
te bekommeren, hoe zij vrij werd, en hoe zij zig<br />
als een zodanige wilde handhaaven: haare demagogifche<br />
Vertegenwoordigers hadden haar zo om den<br />
tuin geleid,,<br />
Deezen feheenen voor het grootfte gedeelte tot<br />
hier toe alleenlijk de meerderheid van Hemmen in<br />
de Nationaale Vergadering, beoogd, en niet eigenlijk<br />
voor dc bevestiging en bekrachtiging der<br />
vrijheid, door dcrzelvcr innerlijke fteunpijlaaren ,<br />
tc wceten, dc financiën en de uitvoerende magt,<br />
gewerkt te hebben; zij waren altoos nog bezig<br />
geweest om de reeds lang magtlooze vijanden der<br />
vrijheid te ontdekken en te onderdrukken, maar<br />
hadden niet begreepen, dat zij door deeze min<br />
hoofdzaaklijke bezigheid, de reeds ongetwijfeld<br />
bevochtene vrijheid, in eene algemeene regeeringloosheid<br />
veranderden; dat zij de gevaarlijke gistingen<br />
van het gemeen, en de zorglijke verwachtingen<br />
der Natie, daardoor aan den gang hielpen;<br />
dat zij een bijna algemeen wantrouwen op de Nationaale<br />
Vergadering, en uit dien hoofde ook eene<br />
traage uitvoering van haare befluiten voedfel gaven<br />
, en dat zij eindelijk het algemeen belang een<br />
onherftelbaar nadeel toevoegden, wanneer zij bij<br />
hunne grondbeginfelen , dc bekwaamde zogenaamde<br />
koningsgezinde leden der Vergadering vervvij-<br />
G 3
IO* STAATSOMWENTELING<br />
derden, cn daardoor bij hunnen arbeid aan dc<br />
Conftitutie, de partijdigheid den ruimen teugel<br />
vierden.<br />
De Hoofden der koningsgezinde partij, die met<br />
veel vaderlandsliefde aan de wederherftelling van<br />
den Staat hadden gewerkt,MOÜNUR, LALLY,<br />
IBERGASSE en anderen, verwijderden zig indedaad<br />
eenige dagen, nadat de Koning naar Parijs<br />
pvergebragt was, en door hunne verwijdering leed<br />
de Natie het bovengenoemde nadeel: met hun verwijderden<br />
zig anderen, wéare Ariftocraaten zijnde,<br />
die zig voor de rechten des Konings alleen in<br />
de bresfe hadden gefield, om dc hunnen niet aan<br />
het algemeen belang opteofferen: bij deeze verloor<br />
de Natie niets, want hunne plans waren ten<br />
deele betrekkelijk tot den Stand, tot welken zij<br />
behoorden; ten deele bedoelden dezelven alleenlijk<br />
hunne perfoonen, cn verfchilden wezenlijk van de<br />
Koningsgezinden, fchoon zij zig ook wel van derzclver<br />
middelen, ter uitvoeringe van hunne ontwerpen,<br />
wilden bedienen: nogthans waren deezen<br />
zelfs niet eens meer verklaarde werkzaame vijr<br />
anden der vrijheid, over 't algemeen, die thans<br />
niemand kon trachten te vernietigen, of hij moest<br />
•jaazend geweest zijn, maar zij wilden flechts<br />
redden, wat nog gered kon worden: hun eigendom<br />
en heftaan, doch niet meer hunne' voorrechten:<br />
dit was het geval met de leden van de hoogere<br />
Geestlijkheid, en van den voornaamer Adel, waar-
IN FRANKRIJK, ï 0 3<br />
aiede, men op eene onredelijke wijze , over dénen<br />
kam gcfchooreji had, alle overige letten van<br />
hunne Standen, die zig voor het grootfte gedeelte<br />
nimmer, door het kanaal van eigendunkelijk gezach,<br />
tot vette gcestlijke- en hooge flaats-amten<br />
verheven hadden,noch ook voorneemcns geweest<br />
waren, zulks te doen: dit onderfcheid had de<br />
bovendrijvende partij der Natie, van het begin af,<br />
niet in het oog gehouden, en zij verongelijkte<br />
de geenen van haare adclijke cn geestlijke medeburgeren<br />
, die, bij eene fobere wedde en bij een<br />
klein riddergoed, of bij eene kaale monteering,<br />
door armoede met den derden Stand nader ver*<br />
maagfehant waren, dan de burgerlijke welgedelde<br />
Koopman, of de ruimbczoldigde Geestlijke.<br />
MIRABEAU, die in het beloop der Nationaale<br />
Vergadering zijne grondftelling, als Demagoog,<br />
getrouw gebleven was, fcheen zulks ook in het<br />
vervolg, ten minftcn de eerfte dagen na 's Konings<br />
vertrek, te willen blijven; hij dreef het met<br />
zijne vrienden door, dat de Nationaale Vergadering<br />
verklaarde, onaffcheidelijk van den Koning<br />
te weezen; zijn oogmerk kon, wilde hij zigzelven<br />
niet tegenfpreeken, niet zijn, dat de Vergadering<br />
zig daardoor van den Koning afhangelijk<br />
verklaarde, of dat zij hem als den eenigen gezachhebber,<br />
die 'er nog in het Rijk was overgebleven,<br />
voor het graauw befchermde; of dat zij hem en<br />
zigzelve, tegen de kabaaien der Ariftoeraatèn,<br />
G 4
io 4<br />
STAATSOMWENTELING<br />
en derzelver daadlijke ondernecmingen beveilig,<br />
de; maar veelmeer, dat hij zig met de hoop vlei,<br />
en konde, om in Parijs, met hulp der gallerijen ,<br />
zijne cn der zijnen grondbeginfelen en plans doortezetten,<br />
en, over 't algemeen , meer onder de oogen<br />
van de hoofditad, die nu door en door democratisch<br />
gezind was, naar haare eigene grondftelUngeq<br />
te fpreeken en te handelen, en daarvoor,<br />
alzo zij thans alles in handen had, van haar beloond<br />
te worden; hij wilde de hoogde plaats in<br />
den Staat bekleeden, en oordeelde dit oogmerk<br />
niet beter te kunnen herijken, dan wanneer hij als<br />
Minister zig den weg daartoe baande.<br />
Hij hegreep dat NECKER nog veel te vast in<br />
de gunst des volks ftond, dan dat hij hem regetT<br />
recht had kunnen aantasten; doch de Minister van<br />
Parijs, SAINT-PRIEST, ftond 'er zo vast niet<br />
in, en deeze zou zijnen post in het ministerie ver-f<br />
liezen.<br />
MIRABEAU gaf voor, dat hij tot de vrouwen,<br />
die, op den 5den Octobcr, den Koning de rampen<br />
van Parijs onder 't oog bragten, zou gezegd hebben:<br />
„ Toen gijflechtséénen Koning had, had gij<br />
„ geen gebrek aan brood ;thans hebt gij twaalf hon-<br />
„ derd, gaat 'er deezen nu om vraagen." (*)<br />
Deeze befchuldiging kwam den Minister ter ooren,<br />
(*) Qusnd vous aviez un Roi, vous aviez du pain,
IN FRANKRIJK. 105<br />
en hij bewees, in eenen brief aan de Nationaale<br />
Vergadering, dat hij in de groote gallcrij, alwaar<br />
hij met de vrouwen zou gefprokcn hebben, in 't<br />
geheel niet geweest was: 'er kon derhalven niet<br />
verder over geraadpleegd worden , en het plan<br />
van MIRABEAU liep in 't riet, doch Hechts in zo<br />
verre, dat de Minister, door de Commisfie van<br />
onderzoek, niet vervolgd, en van het graauw niet<br />
verfcheurd werd; dan, hij bereikte evenwel daardoor<br />
het oogmerk, dat hij een wantrouwen tegen<br />
den Minister verwekte, het welk na deezen tijd,<br />
bij de minile verdenking, levendig moest worden r<br />
20 doende ondermijnde hij zijnen roem, gelijk hij<br />
den roem van NE CKER ondermijnd had; het overige<br />
deeden de blaauwboekjens-fchrijvers der Demagoogen,<br />
en de Natie vattede welhaast een algemeen<br />
wantrouwen op tegen den Minister: de uitzichten<br />
van MIRABEAU helderden daardoor meer<br />
en meer op, doch het duurde flechts eenige dagen<br />
, of zij werden hem, door een befluit der Nationaale<br />
Vergadering, geheel benomen.<br />
Werden hier zijne plans vernietigd, zo liep de<br />
invloed en de achting, die hij bij het volk had,<br />
mede gevaar van vernietigd te worden: eenige dagen<br />
na 's Konings komst te Parijs, meende men<br />
ontdekt te hebben, dat broodgebrek niet alleen de<br />
aujourd" hui vous en avez. douze cents, allez leur en<br />
demander.<br />
G 5
io6 STAATSOMWENTELING<br />
vrouwen gaande gemaakt, en na Verfailles ge-r<br />
dreven, cn dat het graauw 's Konings Lijfwacht,<br />
niet Hechts wegens de ontëering der nationaale CÜT<br />
carde zo gruwelijk mishandeld, maar dat een kabaal<br />
dit broodgebrek, zo niet bewerkt, nogthans<br />
vergroot, en de woede van het gemeene volk,<br />
doch vooral der wijven, door verkleede mannen,<br />
die men haar tot aanvoerders gaf, beftuurd, en nog<br />
oproeriger gemaakt had.<br />
Men geloofde, dat deeze cabaal een ontwerp<br />
had gefmeed, om den Koning geheel moedloos te<br />
maaken; hem tot de vlugt aantezetten; naar eene<br />
welbevestigde ftad, naamlijk naar Melz, overtebrengen,<br />
en daardoor de verdenking genoegzaam<br />
te bewaarheden, alsof hij zig'fehuldig vond aan<br />
zekere plans, betrekkelijk tot een Contra-revolutie,<br />
die hij nu voorgenomen had, vandaar, als<br />
eene plaats die rijklijk van wapenen voorzien was,<br />
doortezetten.<br />
De Koningin,had men onderfteld, dat door het<br />
in gramfchap tegen haar ontftoken volk, misfehien<br />
de Dauphin mede, van het leven beroofd, of ten<br />
rninften verwijderd, en de ouder broeder des Konings<br />
benaauwd worden, en de vlugt ncemen zoude;<br />
des was 'er dan geen één van de Bourbons<br />
meer overig, als de Hertog van ORLEANS, en<br />
deeze zou, in dit geval, als de afgod van het gemeene<br />
volk, zo niet voor Koning, echter voor
IN FRANKRIJK. 107<br />
Regent van het koningrijk uitgeroepen worden:<br />
MIRABEAU en eenige anderen hadden nu in<br />
deezen Prins over Frankrijk willen heerfchen.<br />
Men ging, om dit plan van den Hertog in het<br />
licht te brengen, tot het begin der omwenteling,<br />
de oproeping der Gencraale Staaten, terug: hij<br />
lag, zeide mert, in deezen tijd met het Hof overhoop<br />
, en wel zodanig , dat eene volmaakte verzoening<br />
onmogelijk was: de Koningin en de Graaf<br />
van ARTOIS, droegen hem eenen pcrfoncelen<br />
haat toe, bijgevolg de Kening ook, des de geenen<br />
die den Koning de naasten waren niet minder;<br />
het Hof fcheen door de Generaale Staaten in<br />
't gedrang te komen, en hij trachtte dit gedrang te<br />
vermeerderen; toen het Hof hem van zig verwijderde<br />
, bleef niemand voor hem overig, om hetzelve<br />
in benaauwdheid te brengen, dan het volk; bjj<br />
moest zig, derhalven, aan deszeifs hoofd ftellen,<br />
om de beweegingen van den derden Stand kracht<br />
en nadruk bijtczetten; hij, was gevohnagtigde bij<br />
de Nationaale Vergadering, en zijne Cahiers,dooiden<br />
Abbé SIEYES opgefteld, ademden niets<br />
dan liefde voor het volk; begeerden niets dan<br />
vermindering van belastingen, die hetzelve drukten<br />
; en fprak van niets dan van opofferingen, die<br />
hij, ten beste van denderden Stand, beloofde te<br />
doen: hij wist het ten deele door zijnen invloed,<br />
ten deele door omkoopingen, zo verre te brengen,<br />
dat 'er nog andere Gevolmagtigden verkoo-
io3 STAATSOMWENTELING<br />
zen werden, die met zijne grondbeginfelen bezield<br />
waren, en moed en begaafdheden hadden, of weinig<br />
genoeg te verliezen, om dezelven te opperen<br />
en doortezetten: aldus, zeide men, werd onder<br />
andereu de Graaf van MIRABEAU tot Gevolmagtigde<br />
verkozen , en daardoor een ijverige en zegepraaiende<br />
voorftander van den Hertog van ORLE-<br />
ANS, die hem tevens met geld onderlteunde,<br />
NECKER, zeide men mede, was bij de hofpartij<br />
even zo gehaat als hij-zelf, maar bij het volk<br />
zo bemind, als hij wenschte van hetzelve bemind<br />
te worden: het was derhalven noodzaakelijk, dat<br />
hij zig aan deezen verbond; dit gefehiedde ook,<br />
en hij verkreeg, door deeze verbintenis, een nog<br />
grooter gedeelte van de liefde des volks: het gemeen<br />
trok hij in zijne bclangens, door werken van<br />
weldaadigheid, en dit vergat, bij deszelfs natuurlijk<br />
gebrek aan overleg, zijn voorig leven, zo wel als<br />
zijne voorige verbintcnisfen, en bad hem daarna aan<br />
als weldoener en befchermcr; zelfs werd de Natie<br />
, over 't geheel befchouwd, allengs in een beter<br />
denkbeeld van hem gebragt, en eenige weldaadige,<br />
edelmoedige en republikeinfche daaden,deeden<br />
haar duizend morfige, zedenlooze en despotieke<br />
wandaaden vergeetcn.<br />
Men zag daarenboven nog, dat hij binnen de<br />
«muren van zijn paleis, de vrijmoedigfte debatten<br />
over de vergadering der Gencraale Staaten duldde;
IN FRANKRIJK, iop<br />
dat hij gedoogde, om ontdekte befpieders, door<br />
het gericht uitgezonden, daarin te mishandelen;<br />
dat hij deszelfs toegangen niet floot, zelfs niet<br />
voor lieden van de laaglte clasfen des volks; dat<br />
hij den derden Stand vergunde, om daarin de<br />
verëeniging der drie Standen met woeste vreugdebedrijven<br />
te vieren; dat hij deezen Stand<br />
niet belettede, daarin geld te verzamelen, voor<br />
foldaaten, die de fubordinatie gefchonden hadden ,<br />
en dat hij, eindelijk, de eerften, die in zijn paleis<br />
riepen:,, te wapen! te wapen!" niet alleenlijk<br />
niet deed verhuizen, maar zelfs deed aanvuuren (*):<br />
dit alles zag men nog; derhalven kon het volk<br />
geenszins twijfelen, dat het hem aan het hoofd<br />
had, en dat hij hetzelve befchermïng of hulp verkenen<br />
wilde, fchoon het niet fijn genoeg dachte s<br />
cn te veel vertrouwende goedhartigheid bezate, om<br />
zijne beweeggronden en geheime ontwerpen te begrijpen.<br />
Gcduurende de uitbarftingen van het vrijheidsgevoel,<br />
die nu flag op flag volgden, dc hofpartij<br />
verjaagden, de Koningin dreigden, den Koning<br />
(*) De Schrijver zag den i sden Julïj, dat *s HeN<br />
togs Cancelier, den Graaf DE LA TOUCHE, in hec<br />
Paleis Royal, midden onder de wanhoopigen, die door<br />
de verwijdering van NECKER beroerd waren, dezelven<br />
toelachte, en zig daarvoor van de morfigfte<br />
knaapen liet omhelzen.
no STAATSOMWENTELING<br />
buiten werkzaamheid fielden, en den derden Stand<br />
de overhand in de Nationaale Vergadering bezorgden<br />
, zeide men verder , dat hij zig, zo het fcheen ,<br />
lijdend gedroeg, terwijl zijne afgezanten des te<br />
werkzaamer waren: NECKER was zijn mededinger<br />
geworden, ten opzichte van de aanbidding<br />
des volks, en had daardoor zijne jalouzij opgewekt:<br />
in eene evengclijke jalouzij van zijne aanhangcren,<br />
en vooral van MIRABEAU, vond hij<br />
flof en genegenheid genoeg, om de liefde des volks<br />
jegens NECKER te verminderen.<br />
Ter bereikinge van dit oogmerk, maakte men<br />
gebruik van de door hem begeerde algemeene amnestie,<br />
van de mislukte geldleening van dertig<br />
millioenen, van 's Konings aanmerkingen op de<br />
befluitcn van den nacht van den Aden Augustus,<br />
welke men aan hem toefchreef, en eindelijk,<br />
van zijne wijgefing, om dezelfde befluiten, als<br />
mede de daarflelling van de rechten dér menschheid<br />
te bekrachtigen: verloor NECKER nu, om<br />
dit alles, veel van de liefde des volks, zo verminderde<br />
tevens het vertrouwen op de overige Ministers<br />
: de Hertog van o R L E A N S en M I R A B E A U ,<br />
waren in deezen tijd, indedaad, de eerfte en eenige<br />
gewigtige mannen bij het volk.<br />
Van dit voordeel, zeide men vervolgends, zou<br />
de Hertog van ORLEANS, nadar zijne aanhangers<br />
zijne oplettendheid daarop gevestigd hadden,
IN FRANKRIJK. iii<br />
mede ndg een ander gebruik maaken, dan zig op<br />
den Koning en de Koningin te wreekeu, NEC<br />
KER te vernederen , en de afgod des volks te wee<br />
zen ; hij zou eenen hoogcren trap in den Staat be<br />
klimmen, opdat zijne vrienden mede hooger kon<br />
den verheven worden: fohoon hij zig met zijne te<br />
genwoordige ltandplaats vergenoegde, waren zij<br />
ne aanhangers met de hunne niet voldaan , en def-<br />
halven begonnen zij nu de hoop bij hem te ver<br />
wekken , van eerlang Regent van het Land te zul<br />
len worden: hij zelf, een man in den zedelijkeu<br />
en natuurlijken zin verzwakt, had geen moeds ge<br />
noeg, om iet te beftaan, 't welk, naar den za-<br />
mcnloop van alle omltandigheden, nu of nim<br />
mer gelukken kon, maar wel was hij ijdel genoeg,<br />
om iet te wenfehen, dat zijne eigenliefde Itreelen ,<br />
en zijnen tweeden charaktertrek, naamlijk de gie<br />
righeid, voedfel en bevreding verfehaffen kon : de<br />
Graavcn MIRABEAU en LA TOUCHE, zeide<br />
men, hadden zeer veel moeite, om zijne lafharti<br />
ge bcfluitloosheid, door zijne eigenliefde en gie<br />
righeid te overwinnen, en nog denzelfden dag,<br />
toen de bellisfende flag zoude gedaan worden, lie<br />
pen zij groot gevaar van door zijne lafhartigheid te<br />
leur gefield te worden: den sden of 6den Oéto-<br />
ber, zeide MIRABEAU, zo dat het verfcheidene<br />
lieden hoorden: ,, de zotte poltron is 't nietwaar-<br />
„ dig, wat men voor hem doen wil! (*) "<br />
(*) In de onlangs verfchecnen üfieuöim du Cfat
na STAATSOMWENTELING<br />
De flag werd nu gedaan, doch het gevolg WaS<br />
niet, gelijk men gewcnscht had: de Koning vlugtte<br />
niet, de Koningin werd niet vermoord, 's Ko-»<br />
nings broeder bleef, de Dauphin was in veiligheid,<br />
en het volk had, zelfs in zijne verregaandfte verbittering,<br />
niet eens aan den Hertog van ORLE-<br />
A N s gedacht; hij werd geen Regent, noch M i R A-<br />
BE'AC en LA TOUCHE zijne mombers — alles<br />
was verijdeld,<br />
^ De Marquis DE L A F A YE f TE , en de Parij»<br />
fche nationaale militie hadden, de eerfle door zijne<br />
kloekmoedigheid, en dclaatltedoor haare trouw,<br />
deeze ontwerpen vernietigd; niets, zeide men,<br />
w y<br />
as derhalven natuurlijker, dan dat het complot<br />
den Marquis verwijderde, en de nationaale militie<br />
bij het volk verdacht maakte.<br />
Men ftrooide nu uit, en liet zulks, door gehuurde<br />
pennen, de geheele ftad door herhaalen, dat<br />
DE LA FAYETTE naar het oppergezachdes Rijks<br />
ftond, en reeds zo niet de geheele nationaale militie<br />
, nogthans het Grenadier-corps, in zijn belang<br />
had: dit maakte indruk op het onbefuisde<br />
graauw, onder 't welk reeds federt eenen geruimen<br />
tijd, de verdenking rondliep, alsof DE LA<br />
F A-<br />
telct, betrekkelijk de bedrijven van den 5d.cn en 6deiï<br />
October, wordt door meerder getuigen verzekerd, deeze<br />
woorden van MIRABEAU gehoord te hebben.
IN FRANKRIJK. n 3<br />
FA VET TE een Aristocraat ware : van alle kanten<br />
zag men blijken van eenen naderenden oproer,<br />
doch aleer dezelve kon uitharden , werd dc bewerker<br />
ontdekt, en die was geen ander dan de<br />
Hertog van OIILEANS: DE LA F A Y E T T E vervoegde<br />
zig in allerijl bij den Koning en gaf hem<br />
kennis van deeze ontdekking; hij drong aan op<br />
onderzoek en ftraffe, doch de goedaartigheid van<br />
den Koning, het aanhoudend verzoek der Koninginïic<br />
en de deerniswaardige toeltand der Hertoginne<br />
van ORLEANS, konden hem beweegen, om van<br />
de aanklagt aftezien, en alleen op dc verwijdering<br />
van den Hertog aantedrirtgen: deeze werd gewaar*<br />
fchouwd , door den Koning voor zijnen verraaderlijken<br />
toeleg in perfoon vernederd , van DE<br />
LA PAVETTE met een onteerende ftraffe gedreigd<br />
(*), en eindelijk onder het voorwendfel<br />
van eene commisfie aan den Koning van Grootbrittanriiën,<br />
en met eenen geleibrief van de Nationaale<br />
Vergadering naar England gezonden : in<br />
Bologne-fur-mer, vanwaar hij derwaards wilde<br />
overfteeken, werd hij aangehouden cn zo lang<br />
door eene eerewacht bewaard , tot de Couriers<br />
aan de Nationaale Vergadering gezonden , terug<br />
(*) Het gerucht was algemeen , dat de Marquis<br />
DE LA FAYETTE hem met eene aanfpooring tot<br />
moed, zo als men wel eens bij lafhartigen doet, met<br />
een' (lag aan zijn oor gedreigd heeft, welken hij<br />
hem toedienen zou hoe of waar hij hem vond.<br />
II. DEEL. H
1 J 4 STAATSOMWENTELING<br />
.kwamen cn dc verzekering van dezelve overbragteOa<br />
dat hij indedaad eenen pas van haar had bekomen:<br />
daarop liet men hem aan boord gaan.<br />
MIRABEAU, zeide men eindelijk, bemoeide<br />
zig om gegronde redenen met deeze zaak in 't geheel<br />
niet, 't welk hij evenwel had moeten doen,<br />
zo hij overeenkomftig zijn vrijhcidsfteliel had willen<br />
handelen : hier fchuilde een geheim, 't welk<br />
in de bezigheden Van eenen vrijen Staat geen<br />
plaats moet hebben : de Koning zond idt eigene<br />
beweeging een lid der Nationaale Vergadering aan<br />
eene buitenlandl'chc Mogendheid, zonder aan de<br />
Vergadering kennis te geeven, wat hij aan hetzelve<br />
had opgedragen; hier verwijderde zig dit<br />
lid,vervolgd door eene algemeene verdenking, en<br />
evenwel met eene geheime commisfie gelast; en<br />
hier fprak MIRABEAU niet, die tog anders zo<br />
driftig en wild gefproken had tegen voorvallen ,<br />
welken de vrijheid fcheenen te kunnen bcnadcelen,<br />
fchoon ze van geen belang altoos waren: wat<br />
geeft zulks te kennen , en wat bewijst het ? —<br />
was het niet een blijk van verftandhouding met<br />
den vlugtcling, of ten minnen van dankbaarheid<br />
jegens hem?<br />
Dus verre was men in dien tijd gevorderd met<br />
de ontdekking der cabaal , en men is nog niet<br />
verder: MIRABEAU, als een doorfleepen man,<br />
kwam welhaast van de eerfte verrasfehing weder
IN FRANKRIJK. 115<br />
bij; ging op zijnen ouden weg, als Demagoog,<br />
voord, en misleiden met meerder ernst en onbaatzuchtigheid<br />
, dan tc vooren : 't geen hij toen<br />
deed, gefchiedde misleiden alleen, om zijne ontwerpen<br />
te beguuftigen , thans fchijnt hij zulks<br />
te doen, om zijne denkwijze getrouwlijk te volgen:<br />
tot het Ministerie is hein door een befluit<br />
der Nationaale Vergadering , cn tot den eerften<br />
man in den Staat door een algemeen wantrouwen<br />
, alle hoop benomen: van zijne fpeelpop,<br />
den Hertog Van ORLEANS ziet hij geheel en al al',<br />
en hij heeft denzelven, 't welk men wel van hem<br />
kon verwachten , Volkomen ter ncêr geflagen ,<br />
omdat hij hem niet verheffen kon.<br />
Wij fnijdeu hier den draad van de gëfeh'iedenis<br />
der inwendige revolutie, af, tot dat wij denzelven<br />
, nadat de tijd ons nadere ophelderingen daaromtrent<br />
zal verfchaft hebben , met meerder ze-'<br />
kerheid cn overtuiging wederom kunnen aanknonpen:<br />
wij zullen middelerwijl de gefchiedenis, me<br />
.echte ftukken opgemaakt, vervolgen.<br />
Men had gedacht , dat het' gemcene volk te<br />
Parijs, na deszelfs nieuwfte patriotfche onderneemingen,<br />
bedaaren en met meerder gedulds afwachten<br />
zou, welke fchikkingen men maaken cn welke<br />
poogingen men aanwenden zoude, om'deszelfs<br />
lasten te verminderen; doch het tegendeel gebeurde;<br />
men zag nog dagelijks nieuwe gistingen><br />
H a
n6 STAATSOMWENTELING<br />
omdat derzelver hoofdoorzaak, te we eten broodgebrek,<br />
nog niet volkomen was weggenomen, en<br />
eenige woedende drijvers nog niet ophielden, met<br />
de menfehen het hoofd warm tc maaken over een<br />
ariitocratifchc harsfenfehim, liet welk dit gebrek<br />
zou veroorzaaken: de dweepers DE s MO ULIN S ,<br />
pRUD'HOMME, MAiiAT, cn eenige ande<br />
ren, ftijfden het volk van dag tot dag meer in<br />
zijnen toomloozen ijver voor dc vrijheid, maakten<br />
Zelfs DE EA FAYETTE CU B A ! L L Y bij hetzelve<br />
verdacht , daar het tog mannen waren , die tot<br />
nog voor de vrijheid het meest gewaagd en gedaan<br />
hadden.<br />
Het volk flelde zig, aan den ddnen kant, wel gerust,<br />
daarbij, dat de Koning in Patijs was, doch<br />
aan den anderen kant maakte het zig ongerust,<br />
alzo het altoos nog beducht was , dat hij hun<br />
weder mogt ontwrongen worden : eene patrioffche<br />
of aridocraatifche cabaal voedde deeze ontjustende<br />
gedachte, daarmede,dat zij fommige huizen<br />
met zeer verftaanbaare tekenen, met letters<br />
waarvan men den zin gemaklijk begrijpen kon,<br />
en met galgen, kruifen , dolken cn dergelijken<br />
meer, liet befchilderen.<br />
Deeze ongerustheid floeg tot daadlijkheden<br />
over : het gerucht liep , dat zeker bakker, genaamd<br />
FRANCois, wel brood gebakken, maar<br />
hetzelve gedeeltelijk verborgen , en gedeeltelijk
IN FRANKRIJK. 117<br />
in dc Scine geworpen had ; het gemeen rottede<br />
voor zijn huis zamen , en eischtc zijn hoofd ;<br />
alëer de gewapende burgerij tusfchen beiden komen<br />
en de rust bewaaren kon , had men hem<br />
reeds uit zijn huis naar het plein de Gréve gefleept,<br />
hij vond zijnen dood, gelijk veelen denzeiven<br />
gevonden hadden, cn zijn hoofd werd in<br />
zegepraal door geheel Parijs rondgedragen.<br />
In de Provinciën woedde mede hier cn elders<br />
dc vlam van een driftig, zorglijk patriottismus z<br />
'« Konings overvoering naar Parijs, en bovenal<br />
dc berichten van de vreeslijke omftandigheden ,<br />
welken daarmede gepaard gegaan waren, beroerden<br />
het volk overal en het zag welhaast in elke<br />
ichikking, die ter bewaaringe der openbaare veiligheid<br />
gemaakt werd , ariftocraatifche complotten<br />
cn cabaalen : te Akncon boezemden, eenige.<br />
heethoofden en kwaadaartige boeren, het volk zodanige<br />
vrees in , en de uitbarfting van dezelve<br />
had een' jong man van veelc verdienden bijna den<br />
fchandelijklten dood berokkend.<br />
Dit was de Vicomte van cARAMAN; hij was<br />
in het laatst van de maand September door den<br />
Marfchalk van CONTADES naar Alengon gezonden<br />
, om daar het commando over tweehonderd<br />
paarden opteneemen : hij was zeer wel bewust,<br />
hoe moejelijken hachelijk zijn post onder de tegenwoordige<br />
omftandigheden was, doch nam echtex de<br />
H 3
n8 STAATSOMWENTELING<br />
pligtcn, die dezelve van hem eischten met zeer<br />
veel beleid en met de openbaare goedkeuring der<br />
Municipaliteit waar.<br />
Eensflags verviel men op dc gedachten, dat de<br />
jaagers, over welken de Vicomte het bevel voerde,<br />
den eed van getrouwheid nog niet aan de Natie<br />
gedaan hadden 5 men eischte deezen eed 5 hij<br />
fchreef daarover aan zijnen bevelhebber cn verzocht<br />
deszelfs onderricht , hoe zig in deezen te<br />
gedraagen; maar dit uitftel baarde verdenking,<br />
niet tegenftaande de Gevolmagtigdcn der Gemeente<br />
daarvan kennis droegen.<br />
Daaruit kwam argwaan voord; uit den argwaan<br />
emtftonden befchuldigingcn , cn welhaast<br />
werd de Vicomte gekenmerkt als een vijand des<br />
volks, die gereed ftond, met zijne vijftig man,<br />
(want meer waren 'er van zijn volk niet in de<br />
ftad,) een revolutie tegen de algemeene welvaart<br />
te bewerken: dc Vicomte begreep, deeze onlusten<br />
niet beter en fpocdiger te kunnen dillen, dan<br />
wanneer hij den eed van getrouwheid deed afleggen,<br />
zonder het bevél van zijnen Generaal aftewachten,<br />
en hij verzocht de Officiers der Municipaliteit<br />
, deeze plechtigheid, die op den veertienden<br />
Octobcr bepaald was , bijtcwoonen ;<br />
doch in plaats dat deeze ftap de gemoederen tot<br />
bedaaren had moeten brengen, bragt dezelve hun<br />
eerst recht aan het gisten ; men meende daarin
IN FRANKRIJK. n 9<br />
liet masquer van een fchrikkelijk plan te vinden,<br />
om de gewapende burgers der Had te vermoorden<br />
en de Had zelve in brand tc Hccken.<br />
Dc gisting werd algemeen en voorfpelde den<br />
Vicomte van CARAMAN gevaarlijke vervolgingen<br />
: hij verneemt, dat de burgers in 't geheim<br />
vergaderen, terwijl de woede van het jan-hagel<br />
ten top Hijgt, en men van alle zijden begint te<br />
roepen : ,, Het hoofd van den verraader! zijn<br />
„ hoofd! " hij belast zijne jaagers zig bij hem<br />
te voegen, maar om uit hunne afzonderlijke<br />
woonplaatfen bij hem tc komen, moeten zij door<br />
groote hoopen van zamengerot volk, 't welk hen<br />
tegenhoudt, heen dringen : de jaagers doen<br />
eenige fchooten , maar de gewapende burgers<br />
beantwoorden dezelven met geheele falvo's : bij<br />
toeval wordt 'er gelukkig niemand gedood, zelfs<br />
niet eens zwaar gekwetst; men plaatst een kanon<br />
voor het huis van den Vicomte , laadt hetzelve<br />
met kardoezen, men wil driemaal losbranden en<br />
het weigert tot driemaal toe, wegens den zwaaren<br />
regen.<br />
Thans fcheen het oproer eenigzins te bedaaren<br />
; men verzocht den Vicomte , zig naar het<br />
ftadhuis te begeeven; hij deed het en zag zig op<br />
'éénmaal door eene raazende menigte omringd:<br />
men ontwapende hem en zijne jaagers, Hoot hem<br />
op in een kamer en Helde hem nu bloot aan het-<br />
II 4
Mo STAATSOMWENTELING<br />
vloeken en verwenfchcn van het volk, het welk<br />
onder zijn venfter twistte over den gruwelijkften<br />
dood, welken men hem wilde doen ondergaan.<br />
In den beginne van het oproer was 'er reeds<br />
een Courier met een bericht van al het gebeurde<br />
aan den Prefident der Nationaale Vergadering<br />
gezonden, die oogenbliklijk gelast werd, aan de<br />
Municipalitcit van Akn$on te fchrijven, ten einde,<br />
zo liet nog tijd was, alle geweldocf'ening te<br />
keeren; NECKER, de omllandigheden daarvan,<br />
vernomen hebbende , febreef insgelijks daarover<br />
aan de Municipalitcit.<br />
Beide deeze brieven werden het volk voorgelezen<br />
cn affchriften daarvan verfpreid : eensflags<br />
bedaarden alle gemoederen : de Commisfie der<br />
ftad bcfioot den Vicomte lostelaaten, cn hem en<br />
zijne jaagers den eed van getrouwheid en gehoorzaamheid<br />
te (docn afleggen : dit gefchiedde , en<br />
terftond omhelsden burgers cn foldaaten elkandereen<br />
algemeen vreugdegeroep volgde op het raazen<br />
der woede, en een plechtig Te Deum veredelde<br />
het gevoel van dc burgers cn het graauw: de<br />
Vicomte werd in zegepraal t'huis gebragt; men<br />
ftelde in de jaagers een algemeen vertrouwen en<br />
droeg hun oprechte achting toe,<br />
In Parijs begon men eindelijk zodanige gistingen<br />
door ftrengheid tc fluiten: men had een der
IN FRANKRIJK. ISI<br />
belhamels , die den oproer tegen den bakker<br />
FKANCOIS bcüookt had, ontdekt en in hechtenis<br />
gezet; het bleek dat hij het was, die hem<br />
uit het huis gehaald cn naar het plein da Grêve tot<br />
den lantaarnpaal gefleept had; hij was naar boven<br />
geklommen, had een ftrop neêrgelaaten en den ongelukkigen<br />
daaraan gehangen ; vervolgends had<br />
hij hem het hoofd afgefneden en hetzelve in Parijs<br />
rondgedragen: hij werd tot de galg veroordeeld,<br />
en nog denzelfden dag, toen het vonnis<br />
was uitgefproken , opgeknoopt : zijn naam was<br />
BL i N ; met hem werd een ander oproermaaker ,<br />
genaamd ADRIEN, op dezelfde wijze ter dood<br />
gebragt: deeze had de inwooners van de voorllad<br />
St. Antoine voorgelteld, om zig met die van de<br />
voorllad St. Marcell te verëenigcn, en 'er op aantedringen,<br />
dat de prijs van het brood op agt fols<br />
moest verminderd worden ; tevens had hij den<br />
voorllag gedaan, om eenige kloosters te overweldigen<br />
, ten einde geweer magtig te worden : het<br />
talrijk graauvv zag beiden hangen en bleef in rust.<br />
Ondertusfchen was de Nationaale Vergadering<br />
naar Parijs getrokken en men had bij voorraad<br />
de groote zaal van het Aartsbisfchoplijk Paleis<br />
tot haare vergaderplaats verkozen: haare intrede<br />
en een'le zitting hadden het volk gelegenheid gegeven<br />
, om den vreugdegalm te herhaalcn: eene<br />
onnoemelijke menigte Hond op de Itraaten, welke<br />
de trein moest doortrekken, en vooraaamlijk<br />
II 5
ita STAATSOMWENTELING<br />
was het bij het Aartsbisfchoplijk Paleis opgepropt<br />
met menfehen, die zig in twee reiërt fchaarden,<br />
tusfchen welken de rijtuigen der Ge'volmagtigden<br />
heen reeden.<br />
De Vertegenwoordigers der Gemeente hadden<br />
zeer wijze en nadrukkelijke maatregelen genomen ,<br />
om de rust tc bewaaren, en deeze werd indedaad<br />
door niets geltoord: de aanfehouwers verwelkomden<br />
de kleine, en in doorzicht uitmuntende,<br />
Commisfie der Natie, met eene dronkenfehap van<br />
vreugde, welke in een luidruchtig gejuich overging<br />
, cn vooruaamlijk die leden der Nationaale<br />
Vergadering betrof, welken voor de vrijheid het<br />
meest gewaagd cn gedaan-hadden : MIRABEAU<br />
werd zeer toegejuicht, doch zulks zou nog glansrijker<br />
geweest zijn ,' wanneer het volk zekere<br />
zaaken, die wij boven hebben aangeftipt, geheel ,<br />
had kunnen vergeétèn : algemeencr nog was de<br />
fchreeuwende toejuiching, waarmede men LE<br />
c HAP ÉL IER, EARNAVE cn andere Democraaten<br />
begroette.<br />
Zodra de Vergadering de zaal was ingetreden,<br />
begon men te begrijpen, dat dezelve op verre na<br />
niet ruim genoeg was : de Vergadering was nog<br />
geen agt honderd leden Iterk, en evenwel waren<br />
'er verfcheidenen die geen Roeien vonden , en<br />
nog meer die geen lucht of adem fcheppen konden<br />
; men moest de venfters openzetten; doch
IN FRANKRIJK. ï 3 3<br />
z'i] die aan dezelven {tonden waren toen aan den ge*<br />
vaarlijkften togt blootgeftcld, terwijl de overigen<br />
in het ruim van de zaal meenden te Hikken :<br />
men geloofde ook te midden van het dof gedruis<br />
een gekraak te hooren van de Itutten, waarmede<br />
de gallerijen gefchraagd waren , die boven in- dc<br />
zaal rondliepen, en-de ongerustheid, welke daaruit<br />
öntltond, veroorzaakte bij de Gevolmagtigdcn,<br />
zowel als bij de aanfehouwers, zwaare hartkloppingen<br />
: welhaast hoorde men van alle kanten in<br />
de zaal roepen, dat men een andere provifioneele<br />
plaats begeerde, en men befloot, dat de daartoe<br />
aangeftelde Commisfie zodanige vergaderplaats<br />
zoeken, en de noodigc fchikkingen daarin zoude<br />
laaten maaken.<br />
Ondertusfchen maakte men echter een begin<br />
met de raadpleegingen, doch zij werden weldra<br />
afgebroken door het bericht, dat een bezending<br />
van dc Vertegenwoordigers der ftad wenschte gehoor<br />
te hebben; zij had DE LA FAVETTE en<br />
EAILLY aan het hoofd.<br />
Men ontving dezelve met een bruifchend handgeklap<br />
en kort daarna zonk alles weg in een diepe<br />
itiltc, oin de aanfpraak .van den Maire ter verwelkoming<br />
der Vergadering te hooren, welke de<br />
Prefident der Nationaale Vergadering, FRETEAU,<br />
met veel geest en nadruk beantwoordde.
1-4 STAATSOMWENTELING<br />
Nu verzocht de Graaf MIRABEAU te mogen<br />
fprceken: dit was, om het voorftel te doen, oin<br />
den Wijsgeer en den Held, uit naam van de Natie<br />
, den plechtigften dank te mogen betuigen ,<br />
omdat zij te midden van de hevigite Itormen, die<br />
het vaderland dreigden , met zo veel werkzaamheid,<br />
kloekmoedigheid en het beste gevolg voor<br />
de vrijheid gewaakt hadden.<br />
Was dit in den mond van deezen man een onverwacht<br />
voorftel, het ftemde echter volkomen<br />
overéén met de overtuiging en het hart van de<br />
overige leden der Vergadering: men raadpleegde<br />
daarover niet eens, maar een algemeen gefchreeuw<br />
verkondigde een algemeen, Ja: men kon de fkin<br />
van beide deeze mannen naauwlijks hooren, maar<br />
hunne woorden , uit een fterk innerlijk gevoel<br />
voordgevloeid, en met eene beevende Hem uitgeiproken,<br />
maakten des te meer cn algemeencr indruk,<br />
omdat men hier eenen erkenden held en<br />
eenen kloekmoedigen wijsgeer zag ontltellen er*<br />
beevcn , in hetzelfde oogenblik waarin zij met<br />
den welverdienden lof beloond werden.<br />
De Nationaale Vergadering bleef nog eenige<br />
dagen in de zaal van het Aartsbisfchoplijk Palcis<br />
baare bezigheden voordzetten , maar vcelcn der<br />
leden bezochten dezelve met angst en bcnaauwdheid,<br />
en wel niet zonder grond: den zes-en-twin-<br />
EgHen October vielen 'er hevige debatten voor ,
IN FRANKRIJK. **5<br />
doch tc midden van dezelven, trok een vreeslijk<br />
'gekraak de gemoederen daarvan af, en hield ze<br />
•op eene andere wijze bezig: twee van dc Hutten<br />
der galerijen glccdcn uit, cn het geheele gedeelte<br />
dat daardoor gefchoord werd, kwam met een ijslijk<br />
gekraak naar beneden; de geheele Vergadering<br />
drong zig, met op de vallende galerij (taarende<br />
oogen, in het midden van de zaal digt bijéén,<br />
vloog naar dc deuren, en werd weder terug geltoten,<br />
omdat 'er op éénmaal maar weinigen doorkonden<br />
: zij, die onder de galerij gedaan hadden,<br />
liepen grooter gevaar, dan die 'er boven op geweest<br />
waren; de eerden werden door het houtwerk<br />
neêrgeflagen en de laatden tot bijna midden<br />
in de zaal geflihgerd : de opfchudding was<br />
algemeen en drukkend, ja zelfs in de eerde oogenblikken<br />
gevaarlijker, dan de oorzaak die dezelve<br />
voordbragt: een der Gevolmagtigden werd zeer<br />
zwaar gekwetst, en eenige anderen mede, doch<br />
minder, befehadigd.<br />
Dit voorval was van dat gevolg, dat men met<br />
meerder fpoed dan te vooren , de nieuwverkoozene<br />
vergaderplaats voor de Vergadering in orde<br />
bragt: deeze was de groote manege aan de tuillerïên<br />
, die ruim en hecht genoeg was , om de<br />
.geheele Vergadering te bevatten , maar nogthans<br />
niet al het gemak opleverde, 't welk men in de<br />
groote zaal te Verfailles had gehad: de (temmen<br />
der redenaaren werden door het hooge langwer-
Ï2Ö STAATSOMWENTELING<br />
pige gewelf verflondcn, en door deeze omftandigheid<br />
verkregen de zwaarfte ftemmen meerder invloed<br />
op de befluiten der Nationaale Vergadering,<br />
dan ooit tc voorcn.<br />
Haare debatten en befluiten werden fedeft den<br />
zesden October fpoediger afgedaan en met meerder<br />
nadruks vastgefleld , dan xmmiddclijk vóór<br />
deezen tijd: reeds in Verfailles ging men voord<br />
met aan de Conflitutie tc werken ; men bepaalde •<br />
de belastingen, welken ieder burger van den Staat<br />
naar evenredigheid van zijn vermogen en inkomften,<br />
bij de nieuwe ftaatsgefteldheid , zonder de<br />
rcinfte uitzondering en voorrechten, ten algcmeenen<br />
beste zoude opbrengen : bij voorraad flocg<br />
men een patriotfche gift voor, die ook bewilligd<br />
en waarvan de inrichting bepaald werd : men<br />
kwam overéén in de wijze, hoe cn onder welken<br />
naam de Koning de wetten cn verordeningen bekrachtigen<br />
en bekend maaken zou: men verkoos<br />
daartoe den tijtel, Roi de Francais (*) , waarfchijnclijk<br />
door aanleiding van R O U S S E A U , die<br />
(*) Een morfige woordenvitterij fchijnt in Duifschlar.d<br />
deezen naam belagchclijk te willen maaken: zou<br />
bet niet goed weezen , dat men om deeze redenen<br />
den Duitfchèn naam FRANKEN, in Duitschland, aan<br />
den Franfchen wedergaf? zul les zou wel doorgaan, zo<br />
Hechts eenige vermaarde Schrijvers een begin daarvan<br />
wilden maaken.
IN FRANKRIJK.<br />
eens zeide : „ Wanneer zij Koningen van het<br />
„ Land zijn , dan zijn zij 't des te zekerer van<br />
„ de Onderdaasen." Men debatteerde en decreteerde<br />
vervolgends over dc nieuwe gedaante der<br />
halsftrafi'ijke rechtspleeging, en over de manier,<br />
hoe dc wetten tot ieders kennis zouden gebragt<br />
worden: daarop ging men over tot het allergewigtigst<br />
voorlid aangaande de geestlijke goederen<br />
, en het vermogen der Geestlijkheid over 't algemeen:<br />
MIRABEAU was, gelijk men van zclven<br />
wel begrijpen zal , de eerfte , die het<br />
opperde , en naar zijn gevoelen waren ze allen<br />
ecu eigendom van den Staat , die daarvan bezit<br />
neemen en de Leeraaren van den Godsdienst bezoldigen<br />
moest: het is bekend , dat hij zulks<br />
doorzettede en dat de debatten daarover meer<br />
btflisfend werden , toen de Nationaale Verga lering<br />
eerst onder de oogen der inwooneren van<br />
Parijs handelde : hier was het gevaarlijker voor<br />
de leden der Geestlijkheid, die met MIRABEAU<br />
en zijne partij in gevoelen verfchilden , hunne<br />
gronden voor de rechtmaatigheid en tegen de intrekking<br />
der geestlijke bezittingen te willen voori<br />
lellen en doen gelden; en al waren 'er ook eenigen<br />
ouder, die hun leven aan deeze overtuiging<br />
waagden, bleef het hun evenwel onmogelijk, om<br />
ze doortedrijvén: er werd befloten, dat zij een<br />
eigendom der Natie zouden zijn , en dit befchouwde<br />
men naderhand als een middel, waar-
12$ STAATSOMWENTELING<br />
door de Staat behouden, ten minften het bankrot<br />
verhoed was geworden.<br />
Gedtntrénde deeze verhandelingen over dit onderwerp<br />
werden er nog meerder zaaken afgedaan :<br />
men bragt de krijgswetten in orde, men ilejde<br />
een rechtbank aan voor de geenen die zig aan<br />
de misdaad van beledigde Natie fchuldig maakten<br />
, als mede een Comité de Recherches , die<br />
gefchikt was, om elke aanbrenging en eiken toeleg,<br />
betrekkelijk tot de ondermijnde of wezenlijk<br />
aangevallene vrijheid, te onderzoeken: men Helde<br />
de Parlementen buiten werkzaamheid.<br />
Men trad vervolgends tot de verhandelingen<br />
over de nieuwe vorming van het Rijk ;<br />
deed onderzoek en uitfpraak over dc manier der<br />
verkiezingen tot de Nationaale Vergadering, over<br />
liet plan tot de onderfchcidene Municipaliteiten ,<br />
over de daartoe vercischte nieuwe verdccling van<br />
het Rijk, en de provinciaale vergaderingen.<br />
Nu viel de gewigtige vraag voor, of de Ministers<br />
in de Nationaale Vergadering toegelaten worden<br />
, en of de leden der Vergadering in het ministerie<br />
overgaan mogten? MIRABEAU moest bij<br />
het opperen der laatlte vraag eene perfooneele vernedering<br />
ondergaan, welke hij echter bij zijne<br />
bekende onverfchrokkenheid en ijzeren voorhoofd,
IN FRANKRIJK. 129<br />
hoofd, daardoor trachtte te beantwoorden, dat<br />
hij mede van de overwinnende partij fcheen te<br />
weezen : 'er werd beflotcn, dat geen lid der<br />
Nationaale Vergadering ooit een lid van het ministerie<br />
worden zou, cn zo doende werd één van zijne<br />
plans verijdeld, welks aanvang en einde, van<br />
alle zijne overige plans , nog het meest is bekend<br />
geworden.<br />
Men onderzocht daarna het flil invreetend<br />
kwaad, 't welk de opkomften van den Staat, voor<br />
een groot gedeelte, mede verteerd en deszelfs financie-wezen<br />
geweldig in de war geholpen had;<br />
tc weeten: ,, Het kwaad der meerendeels om<br />
„ niets en weder niets bewilligde penlioencn:"<br />
het zo genaamde roode boek zou voor den dag gehaald<br />
, en alle daarin opgetekende pennoenen zouden<br />
gedeeltelijk ingetrokken, gedeeltelijk ook verminderd<br />
worden: de Staat won daarbij millioenen ,<br />
hoewel afzonderlijke perfoonen daardoor zwaar<br />
gedrukt werden.<br />
De betrekking der Amcricaanfche volkplantingen<br />
en het eiland Corfica, tot het moederland, kwam<br />
nu in aanmerking, en de Nationaale Vergadering<br />
deed, vrij eenpaarig, met veel billijkheid en gemaatigdheid<br />
daarover uitfpraak; doch nu nog niet<br />
met eene volftrekte bepaaliug: vervolgends vielen<br />
de debatten wederom over het financie-wezen van<br />
het Rijk, en over de voorflagen van NECKER,<br />
II. DEEL. I
i 3s STAATSOMWENTELING<br />
die tot dus verre ter zijde waren gefield : men had<br />
een werktuig in den Staat noodig, 't welk voor<br />
het Lapd dat geene worden moest, wat dc bank<br />
van Londen voor Graotbrittanniën is: men onderzocht<br />
verfchcidcne plans, die daarover ontworpen<br />
waren; ftelde echter voor als nog geen een<br />
van dezelven vast: dit onderzoek moest voor dat<br />
over de asfignaaten op de geestlijke goederen wijken;<br />
men befchouwdc dezelven, naamlijk, als<br />
een eigendom van dc Natie, het welk bellemd zijn<br />
zoude, om haare fchulden niet flechtstcverrenten,<br />
maar ook van tijd tot tijd aftclosfeii: de waardeering<br />
van dit vermogen fcheen te bewijzen, dat de<br />
©pkomilcn daarvan voldoende waren, om dit dubbel<br />
oogmerk tc bereiken: tot dat einde bedoor men<br />
papieren geld in omloop te brengen,dat zijne waardij<br />
van een gedeelte van dit groote eigendom ontleende,<br />
't welk gedeeltelijk verkocht, gedeeltelijk<br />
aan de Natie blijven, en het welk dan zo voor<br />
capitaal als intresten tot borgftelling {trekken zoude:<br />
met dit onderwerp hield dc Vergadering zig<br />
bezig tot het einde van het jaar,(1789) ,doch deeze<br />
zaak werd nog niet volkomen voldongen, cn<br />
«iets daarover vastgcfteld.<br />
Wij hebben tot hier toe den draad der voorkaamde<br />
bezigheden, in de Nationaale Vergadering<br />
, gevolgd, cn allen, met achterlaatinge van minder<br />
gewigtigen, bepaaldlijk, fchoon min of meer<br />
iroog, opgegeeven: men kan 'er ten minden uit
IN FRANKRIJK. 131<br />
opmaaken, dat de Vergadering wezenlijk werkfcaam<br />
bleef', en geregeld iu haaren arbeid voord,<br />
ging, daarbij ook altoos nog den meestert tijd,<br />
en de meeste oplettendheid, aan de gewigtigfte<br />
onderwerpen der Staatsgefleldlieid befteeddc.<br />
-Al het overige, waarmede zij zig bezig hield,<br />
of genoodzaakt was zig bezig te houden, is indedaad<br />
nimmer van dat aanbelang, nimmer zo tijdvcrfpillend<br />
en aftrekkend geweest, als men in gevolge<br />
de vliegende aridocratifchc bladen, die"<br />
flechts eenige oogenblikken in wezen blijven, vermoed<br />
en geloofd, en waaruit men de onrechtvaardige<br />
verdenking tegen haar opgevat heeft, dat zij<br />
flechts omver rukte en niet bouwde; dat zij de<br />
fchade Wel zag, maar geene geneesmiddelen Voorflocg;<br />
dat zij den tijd met kleinigheden verfpildé<br />
en gewigtige zaaken liet liggen, cn dat zij eindelijk<br />
dikwerf, bij het begin van haare raadplegingen,<br />
niet wist, waarover en hoe zij raadplecgert<br />
zoude: men vergeet, uit eenen trek van onrech:vaardigheid,<br />
al vrij dikwijls, dat de kleinflc Staaten,<br />
die- een nieuwe Conltirutie aannamen, tien,<br />
twintig en dertig paren boodig hadden, om alles<br />
m i\m(l te brengen; en men begeert van deezen , die<br />
grootef'én verwarder was,"dan ooit ednig andere<br />
aankomende vrije Staat, dat hij' zig binnen den<br />
tijd Van één jaar, niet alleen volkomen herftelleh,<br />
maar Ook een vaste gedaante geevcu zal, die, gcduurende<br />
'gehetde volgende eetiwen, nieuwe ongc-<br />
I 2
132 STAATSOMWENTELING<br />
regeldheid afweeren moet; doch dit onbillijk oordeel,<br />
ontflaat, voor een groot gedeelte, zelfs uit<br />
den eerbied, welken men aan de talenten en de<br />
hulpmiddelen van deeze buitengewoone Natie,<br />
en haar even zo buitengewoon laud, niet weigeren<br />
kan.<br />
De Natie, over het geheel befchouwd, betoonde<br />
meerder billijkheid jegens haare Gcvolmagtigden,<br />
dan de buitenlandfche Courant - fchrijvers,<br />
en het buitenlandsch publiek: zij, die in Frankrijk,<br />
bij de omkecring van de oude ftaatsgefteldheid<br />
verlooren, konden naauwlijks in aanmerking<br />
komen, tegen de geenen die 'er bij wonnen : wanneer<br />
, op het hoogst genomen, vier millioenen tegen<br />
de Nationaale Vergadering fchreeuwden, dan<br />
waren 'er twintig millioenen, die dezelve zegenden<br />
en wezenlijk onderfteunden: het gefchreeuw<br />
van de eerden, geftijfd door de drukperfen,. en de<br />
ariftocratie van andere landen, waarvan geheel<br />
Europa weêrgahnde, fcheen het algemeen gefchreeuw<br />
der Natie te weezen, en was het indedaad<br />
flechts van een agtfte gedeelte, terwijl de<br />
ftille blijdfehap der overigen, als 't ware, meer<br />
binnen de grenzen des Vaderlands bleef, en aldaar<br />
tot eensgezindheid en voorgenomene handhaving<br />
der bevochtene vrijheid, medewerkte.<br />
Deeze blijdfehap werd betoond, door onnoemelijke<br />
dankaddresfeD, aau de Nationaale Vergade.-
IN FRANKRIJK. 133<br />
ring: de groote zowel als de kleine (leden van het<br />
Rijk, bragten van tijd tot tijd hunne fchatting van<br />
dankbaarheid in het midden van hunne Vertegenwoordigers,<br />
en zelfs de armée, die natuurlijk de<br />
laatfle moest weezen, welke mede in dit algemeen<br />
gevoel deelde, zond van verfcheidenc oorden gcvolmagtigden<br />
en addresfen aan haar: de beroeringen<br />
, die hier en daar nog plaats hadden, werden<br />
beltookt door de Geestlijkheid, door de Parlementen<br />
, door den militairen Adel, en het graauw.<br />
Zo onderftond de Bisfchop van Treguier in Neder-Bretagne<br />
, eenbevclfchrift uittegeeven,waarin<br />
hij de omwenteling vertoonde als eene zaak, die alles<br />
het onderfte boven keerde; de nieuwe grondbeginfelen,<br />
die wortelen begonnen te fchieten, als<br />
vijanden van wet, trouw en geloof; en de tegenftribbclingen,<br />
welke de nieuwe zwaai der Staatsmachine<br />
noodzaakelijk ten gevolge hebben moest,<br />
als het begin van eenen orcaan, die van alle kanten<br />
losbarsten, cn Rijk en volk in eenen afgrond<br />
van onoverzienlijke rampen cn gevaaren dompelen<br />
zoude.<br />
Behalven deezen bevcibrief, werkte hij ook nog<br />
door zijne predicatiën, en door zijne geestlijke<br />
onderzaaten, op de inwooneren van zijn bisdom,<br />
en welhaast voegden zig eenigen van den Adel bij<br />
hem, die hem onderfteunden, en langzaamerhand<br />
kurger en gepeupel zodanig op hctdwaall'poorhiel-<br />
I 3
134 STAATSOMWENTELING<br />
pen, dat een gedeelte van de nationaale militie in<br />
compasaiën van vrijwilligers bijecu trok, cn zig<br />
plechtiglijk tegen de Nationaale Vergadering verklaarde:<br />
doch hoe liiel en hoe verre zig ook de<br />
dsöwttij outllaande onlusten verfpreidden, waren<br />
zij evenwel niet in Haat, om de overigen der inwooneren<br />
van Neder-Bretagne optehitzen: deezen<br />
trokken zig de zaak aan, ontwapenden dc mis-<br />
•noegden, en gaven 'er bericht van aan de Nationaale<br />
Vergadering, die aan de uitvoerende magt<br />
opdroeg om het overige te doen : dc onlusten werden<br />
welhaast geluld, en de belhamel,de Bisfchop,<br />
werd aan zijn berouw en fchaamte overgegeven;<br />
>dc Nationaale Vergadering behandelde deeze zaak<br />
insgelijks, met zeer veel gemaatigdheid en edelmoedigheid,<br />
cn toonde daardoor, dat zij voor zig<br />
cn haare belluiten niet meer vreesde.<br />
Even zo gedroeg zij zig jegens, dc Parlementen<br />
van Roven, Remies en Meiz, die tegen eenigen<br />
van haare befluitcn hevig uitvoeren': zij Werden<br />
gedeeltelijk buiten werkzaamheid gefteld, gedeeltelijk<br />
ook op eene zeer zachte wijze met woorden<br />
beftraft; zij waren, gelijk alle de overigen , thans<br />
reeds magtloos, en zijn het ook gtbléeven.<br />
Gevaarlijker hadden de onlusten kunnen worden<br />
, die de militaire ariftocratie te Tanion berokkende<br />
: een Officier van het regiment Dav.phlné<br />
komt een, der poorten van Touion in, en dc Bur-
IN FRANKRIJK. i35<br />
geïg, aan dcczc poort dc wacht hebbende, ontdekken<br />
dat hij, in plaats van dc nationaale cocarde,<br />
een zwarte aan den hoed draagt: zij houden<br />
hem aan, en eifchen, dat hij van cocarde veranderen<br />
zal: dc officier weigert zulks, en ftelt zig<br />
te weer: welhaast rotten de officiers cn foldaaten ,<br />
van zijn regiment, zamen, om hem te verdedigen,<br />
en het fchijut, flat 'er een zwaar gevecht,<br />
tusfebèn henen de nationaale militie, die dc wacht<br />
heeft, ontdaan zal; doch dc wachthebbende burger-<br />
officier heeft het geluk, door zijn beleid en<br />
kloekmoedigheid, dccze beweegingen te fmooren,<br />
en men acht dat alles bijgelegd is.<br />
Den anderen dag vervoegt zig een aanzienlijk<br />
getal van Officieren en foldaaten der burgermilitie ,<br />
gewapend, bij den Gouverneur, ALEERÏ VAN<br />
RIOMS, om door hem voldoening van den Officier<br />
van Dauphins te vraagen, die de Natie zo verachtelijk<br />
had behandeld: de Heer VAN RIOMS vindt<br />
sig, door deezen gewapenden eisch , zeiven beledigd,<br />
en verklaart, dat hij, dus gevraagd wordende,<br />
nooit gewoon was tc antwoorden; dat hij<br />
voor niets vreesde; dat de Koning alleen zijn opperbevelhebber<br />
was, en dat hem middelen ten<br />
dienst Honden, om eiken aanval aftewecren.<br />
De bezending treedt af, om te overleggen hoe<br />
men deeze verklaaring moest opneemen, cn wat<br />
'ei- verder moest gedaan worden: ondertusfehen<br />
1 4
136 STAATSOMWENTELING<br />
bedaart de Heer VAN RIOMS, en begint nader<br />
te overweegen wat hij gezegd had: hij oordeelt<br />
het niet voldoende, om de gemoederen gerustteftellen:<br />
fchrijft tot dat einde aan een van de Officieren<br />
de Municipaliteit, op eenen toon , die wel<br />
veel gemaatigder was, en meer ftrookte met dc tegenwoordige<br />
denkwijze en grondbeginfelen der<br />
Natie, maar echter nog al te veel trotschheid op<br />
zijnen post te kennen gaf: doch de Officier der<br />
jMunicipaliteit toonde, of uit lafhartigheid, of uit<br />
eerbied jegens tijtel en rang, deezen brief aan geen<br />
van zijne amptgenooten.<br />
Ondertusfchcn rolt dit geval in de ftad en aan<br />
de haven van tong tot tong, en hoe meer het<br />
veVhaald en gehoord wordt, des te gevaarlijker<br />
wordt het vergroot; des te kiaarblijkelijker ichijnen<br />
ontwerpen tegen de vrijheid, en dreigementen<br />
daarin doorteftraalen : een aanzieulijk getal van<br />
Officieren cn artvueristeai der marine, fchrijven ec-<br />
JIC löort van uitdaaging en manifest aan de nationaale<br />
militie, waarin zij verklaaren, dat zij geene<br />
andere magt boven zig erkennen, dan den Koning;<br />
dat het in ieders keus ftond, welke cocarde hij<br />
draagen wilde , en dat Zij meenden fterk genoeg tc<br />
weezen, om zig, en de landtroupeu, tegen elke<br />
belediging te beveiligen.<br />
Daarop vervoegt zig de geheele nationaale militie<br />
gewapend bij den Gouverneur, en cischt dat
IN FRANKRIJK. 137<br />
hij het artenaal hun moest overgeeven: hij verklaart<br />
, liever zijn leven te zullen opofferen, dan<br />
het wapenhuis afteftaan: men beltormt zijne wo-<br />
'ning, vat hem, en neemt hem met eenigen van<br />
zijne Officieren gevangen: de woede des volks kan<br />
niet, dan met veel moeite , beteugeld worden.<br />
• Men geeft oogenbliklijk van dit voorval kennis<br />
aan de Nationaale Vergadering; de Heer VAN<br />
RIOMS is een braaf Officier, daarvoor verklaart<br />
de Vergadering hem eenpaarig; doch zijn gedrag<br />
in deezen gehouden, komt een groot gedeelte der<br />
leden, zo niet gevaarlijk, nogthans zeer berispelijk<br />
voor: bij dc eerfte raadpleeging, over dit geval<br />
, zeide de graaf KAREL VANLAMETH,zeer<br />
treffend: „ De tijd is in Frankrijk voorbij, dat<br />
,, fchoone daaden als goeden befchouwd worden,"<br />
en men was vrij algemeen met hem van hetzelfde<br />
gevoelen, doch niet met opzicht tot de uitfpraak,"~<br />
welke desaangaande zou gedaan worden: in deeze<br />
zitting vielen daarover hevige debatten voor, maar<br />
men befliste niets, en belastte het geheele geval<br />
naauwkeuriger te onderzoeken: in de tweede<br />
handeling over dit onderwerp, befloot men vrij<br />
eenpaarig, dat de Gouverneur nnToulon, en de<br />
met hem gevangen genomen Officiers, in vrijheid<br />
gefield worden èn onder de befcherming en hoede<br />
der wet blijven zouden.<br />
Toen men dit befluit der Natonaale Vergadering<br />
I 5
138 STAATSOMWENTELING<br />
te Tattion ontving, was het volk en een groot aantal<br />
van burgers nog zeer aan het gisten: het gedrag<br />
van den Gouverneur fcheen hen altoos nog geheime<br />
plans te bedoelen, en men zeide, cn meende<br />
wèl te wceten, dat hij zig met de vijanden der Natie<br />
verbonden , de zeetroupcn in derzelver belangen<br />
overgehaald had, en dat deezen flechts op de<br />
komst van eene vijandige vloot wachtten, om de<br />
burgers van Toalon te vuur en te zwaard te vervolgen<br />
, en dan ftad en haven aan de vijanden overtcleveren:<br />
hoe meer de een den ander het hoofd door<br />
dit verdichtfel warm maakte, des te heviger werden<br />
de onlusten, en meer dan eens werden de Gouverneur<br />
, de Officiers en land- en zec-troupen met<br />
eenen fmadelijken dood en bloedigen aanval gedreigd<br />
: eindelijk kwam het bovengenoemde befluit<br />
der Nationaale Vergadering te Toulon, en alles bedaarde<br />
eeusflags: de woorden: Onder de befcherming<br />
en de hoede der wet, maakten den fterkften<br />
indruk op alle gemoederen: de Officiers der Municipalitcit<br />
kwamen bijéén; de geheele gewapende<br />
burgerij trok op, en ging in eenen plechtigen<br />
trein, vfifzeld van bijna alle de inwooneren der<br />
ftad, heen, om te zwecren, dat zij dit befluit met<br />
haar bloedzonden handhaaven: dezamengevloeide<br />
burgers zwoeren hetzelfde , onder een woest gcfchreeuw,<br />
cn nu werd de Gouverneur met zijne<br />
Officiers in vrijheid gefteld: alle vijandlijkheden<br />
waren op éénmaal geftaakt.
IN Pil ANKRIJK.<br />
Gebeurtenislen van dien aart, vielen van tijd tot<br />
tijd zeldznamer voor, cn zulks kon niet anders,<br />
alzo zclls die Handen in de Natie, welken bij den te-<br />
.genwoordigen Haat van zaakenmeest verlooren, ten<br />
deele uit noodzaakelijkheid, ten deele ook uit<br />
overtuiging, tot de baniere der vrijheid begonnen<br />
overtegaau: de geregelde benden, die wel beleden<br />
konden, dat een foidaat in eenen vrijen Staat niet<br />
zo geacht wordt, dan in eenen Monarchaalen, begonnen<br />
evenwel in hunne afzonderlijke garsifocnen ,<br />
zig met de vrij ge worden e burgers tc veréénigen ,<br />
en de Nationaale Vergadering plechtig, en met<br />
dankbetuigingen voor haare fchikkingeh, van deeze'<br />
veréeniging kennis te gceven: zulks deed het<br />
garnifocn van Straatsburg, en dit voorbeeld werd<br />
gevolgd door de zwaare garnifoenen van meerder<br />
aanzienlijke deden.<br />
Zo ontving ook de Nationaale Vergadering dankaddresfen<br />
cn verzekeringen van een onbepaalde<br />
eerbied cn gehoorzaamheid, van de Geest'ijkheid<br />
uit verfcheidene provinciën: onder anderen voer<br />
die van den Opper - El [as zeer uit, tegen eenige<br />
beflnkea der Geestlijkheid van den Neder-Elfas,<br />
welke over de befluiten der Vergadering, aangaande<br />
de Geestlijkheid, misnoegd was: de Geestlijkheid<br />
van Auch, die te vooren in hetzelfde geval<br />
was, veranderde van denkwijze, cn verklaarde<br />
weldra openlijk, de nationaale befluiten te zullen,<br />
gehoorzaamen en eerbiedigen.
i4o STAATSOMWENTELING<br />
De bewooners van de afgelegenlte provinciën,<br />
tot den derden Stand behoorende , fielden een onwrikbaar<br />
vertrouwen op de Nationaale Vergadering,<br />
en waakten zorgvuldig over de uitvoering<br />
van haare befluiten: zo vereenigden zig de bewooners<br />
der Sevennes, en fielden gerust, of beltreeden,<br />
alle de geenen die zig tegen het nieuw beloop van<br />
zaaken, en bijgevolg tegen de openbaare rust aankantten:<br />
de bewooners van Corjlca gloeiden niet<br />
minder van het vrijheidsvuur, dan de burgers der<br />
oudere Franfche Provinciën, en hun ijver was niet<br />
minder met beroering en bloed getekend.<br />
Ook zij wilden eene Nationaale militie onder<br />
zig oprichten, en geraakten met het regiment<br />
Maine, 't welk zig tegen hen verzettede, handgemeen,<br />
dat niet zonder bloedvergieting afliep;<br />
het gevolg daarvan was, dat zij de wapenen, de<br />
vaste plaatfen en de magazijnen bemagtigden, en<br />
evenwel in deezen toeltand van volmaakte vrijheid,<br />
de Nationaale Vergadering in eenen nadrukkelijken<br />
brief hunne naauwfle verkleefdheid<br />
betuigden: vóór en na de overhandiging van deezen<br />
brief, werden 'er niet minder dan vijf-en-twintig<br />
foortgelijke brieven ingeleverd, van even zo<br />
veele fteden of gemeenten, uit de afgelegcnfle<br />
gewesten des Rijks: men fcheen in deezen tijd algemeen<br />
te begrijpen, dat het vruchtloos was, afzonderlijke<br />
wenfehen en onderneemingen tegen de<br />
wenfehen en ontwerpen van allen te waagen, en
IN FRANKRIJK. 141<br />
dat geene magt of list in de wereld meer in (laat<br />
ware, eene omwenteling te keercn, die fedcrt lang<br />
in de gemoederen voorbereid en gevestigd was.<br />
Met het uiterst genoegen zagen de burgers van<br />
Frankrijk, dat hier en daar hunne nabuuren, door<br />
hun voorbeeld aangevuurd, hunne natuurlijke<br />
rechten weder begonnen terug te eifchen; zij ge<br />
loofden een geluk bevochten te hebben, het welk<br />
zij, fchoon zeiven daarvan nog niet volkomen ver<br />
zekerd, alle Natiën in Europa toewenschten: hun<br />
ne nabuuren, de Brabanders, konden zig eenen<br />
tijd lang in hunne hartlijkfte deelneeming verheu<br />
gen, doch zij begreepen welhaast, dat derzelver<br />
omwenteling uit eene geheel andere bron opwel<br />
de , dan de hunne (*), cn zij werden daarbij wel<br />
zeer onverfchillig: de Hoofden der Brabandfche<br />
revolutie, fchreeven over hunne zaak aan den Ko<br />
ning en de Nationaale Vergadering, en verzoch<br />
ten, om hunne wettigheid te erkennen; maarzij<br />
kreegen geen antwoord.<br />
(*) Het gerucht liep eens in Parijs, dat men zig<br />
de Brabanders aantrekken, en hunne poogingen, uit<br />
frankrijk, niet geld en vrijwilligers onderfteunen zoude<br />
: de Schrijver van deeze maare, fprak daarover mee<br />
een' man in het Paleis Royal, dien hij wel niet kende,<br />
maar een braaf' burger fcheen te weezen: hij vroeg<br />
hem, of hij zulks wel waarfehijnelijk vond? Oh Movfieurl<br />
antwoordde de Burger, »' en treye* rien, ga<br />
revolte malt
142 STAATSOMWENTELING<br />
„ Dé geest der broeder- en burger-liefde (*)%<br />
die federt veele jaaren in Frankrijk ten deele een<br />
ijdele klank, ten deele beneden de fatyre der geestige<br />
vernuften gezonken was geweest, herleefde<br />
federt de omwenteling met een geweld en uitgeftrektheid,<br />
die den opmerker ruime (tof tot bcfpiegelingen,<br />
over de volllagene omkeering van het nationaale<br />
charakter aanbooden : wanneer voor deezen<br />
alles, met onvriendelijke grondbcginfelen van het<br />
egoïsmus doortrokken was , fcheen thans alles<br />
broederlijke liefde voor broederen te ademen: zo<br />
onderhielden lieden, wegens ouderdom of ziekte<br />
buiten ftaat om de wapenen voor 't vaderland aantegespen,<br />
anderen in kost en kleding, om hunne<br />
plaats te vervangen; zo waren anderen, die niet<br />
met arm en degen van dienst konden weezen, door<br />
kunde en fchriften werkzaam, ter bercikinge van<br />
hetzelfde oogmerk; zo leverde de Maatfchappij<br />
van land- en akkerbouw een uitvoerige, met veel<br />
moeite uitgewerkte verhandeling, bij de Nationaale<br />
Vergadering in, behelzende voorflagen, hoe<br />
het beltaan des volks , gemakiijker, op eenen vasteren<br />
voet geileld, en ruimer worden koude; gelijk<br />
LE c LERc, Ridder van de Lodewijks• orde,<br />
een nieuw plan tot een opvoeding voor dc Vrijheid;<br />
gelijk BORI een ontwerp tot het verbeterde<br />
beltuur van het zeeweczen; gelijk LOKSEAU<br />
nuttige voorflagen betrekkelijk tot de adminiflratie<br />
(*) Efprit public, public Spirit.
IN FRANKRIJK. 143<br />
«er Provinciën, en E S P A G N A C een gefchrifr. aangaande<br />
de grondlegging tot een nationaale bank;<br />
alle werken, die niet, dan met de edelmocdigüe<br />
opofferingen van tijd, naaritigheid en begaafdheden<br />
hadden kunnen tot fhvnd gebragt worden: de<br />
Nationaale Vergadering was thans, als 't ware,<br />
de fchatkamer van het menschlijk geluk bedoelende<br />
kundigheden-, van alle gedachten cn plans die<br />
tot nut' van 't algemeen verfirekkeu, van alle vaderlandlievende<br />
wenfehen; ja zij was het middenpunt<br />
geworden, waarin de geheele kracht der algemeene<br />
overtuiging ten deele zamenliep, ten deele<br />
dezelve verfpreidde.<br />
Wanneer hier een vaderlandlievend ambachtsman<br />
over het wachthuis zijn werk verzuimde, en<br />
zig uit dien hoofde kommcrlijker behelpen moest,<br />
dan tevooren; wanneer daar een rijk man zijne zilverkamer<br />
ledigde, cn zig overwon om van aarde<br />
borden te eeten; wanneer hier een bedelaarfler haar<br />
vermogen aan een tros bloemen befleedde, om een<br />
braaf burgerfoldaat daarmede optetoojen; in één<br />
woord, wanneer ieder opofferen Wil, zonder iet<br />
daarvoor te winnen, dan oordeel ik wel tc kunnen<br />
onderftcUen, dat een volk van twintig millioenen<br />
zig wel redden kon, en reeds gered was: vier<br />
millioenen, die van het tegenovergefleld gevoelen<br />
waren, moesten noodzaakelijk door deeze masfa<br />
zo niet geheel verdrukt, ten minften uitgefloten<br />
worden.
144 STAATSOMWENTELING<br />
De gefchicdenis van dit tijdgewricht ftelt voorbeelden<br />
van eene vaderlandsliefde ten toon, welke<br />
met de Griekfche en Romeinfche in derzelver<br />
fchoonften bloei, om den voorrang ftrijden kon:<br />
men kan niet zonder aandoening leezen, 't geen<br />
een geleerd man, dien men wegens zijne uitmuntende<br />
kundigheden bewonderde , doch nu om zijn<br />
hart aanbad, te weeten de ANQÜETIL DUPER-<br />
NON,in dit opzicht fchreef en deed: aan den Prefident<br />
van zijne wijk zond hij het volgende briefjen:<br />
„ Ik ben doordrongen van het gevoel der Ver-<br />
„ pligting, die elk mensch bij zijne geboor-<br />
„ te aan zijn vaderland fchuldig wordt, en<br />
„ vast overtuigd, dat het bij demneteligen toe-<br />
„ (land van het onze, de pligt van een goed<br />
„ burger is, om hetzelve te hulp te komen;<br />
,, en ik vind in de opoffering van een goed,<br />
,, het welk de Staat behoeft', niets, dan een<br />
,, betaalde fchuld, of wedergecving van cenen<br />
toevertrouwden fpaarpenning.<br />
„ Mijn geheel inkomen beltaat in eene jaar-<br />
„ wedde van de Academie (*), welke 2000<br />
„ livres; in een aandeel aan den Franfchen<br />
„ Mercurius, 't welk 1000 livres , en in een<br />
jaar-<br />
(*) Dss Sciences.
IN FRANKRIJK. I 4-<br />
„ jaargeld van de koninglijke Bibliotheek, dat<br />
„ 900 livres bedraagt: de rekenpenningen (*)<br />
,, der Academie worden niet betaald.<br />
Gij ziet, dat ik alleen leef van de weldaaden<br />
„ des Konings, des bied ik met het hart-<br />
„ hj'kst genoegen, en met een innig gevoel<br />
„ van dankbaarheid,het vierde deel van miiu<br />
inkomen, duizend livres, aan',en men kan<br />
„ dit geld van mijn jaarwedde, van de Aca-<br />
,, demie of van de Bibliotheek aftrekken.<br />
„ Mijne broeders ontvangen jaarlijks van mij<br />
„ 1400 livres, en zij kunnen dit geld thans<br />
„ minder dan ooit ontbeeren: mijne woo-<br />
,, ning, mijn tafel, mijne uitfpanningen en<br />
,, mijne boeken, kosten mij in 't jaar 900<br />
„ livres; des blijven 'er nog 6"oo over, die»<br />
„ ik mijne wijk nog zal geevcn, en zij zal<br />
,, dezelve op uwe voorfpraak welaanneemenr<br />
„ deeze fom is wel klein, en ik fchaam mij"<br />
„ bijna, dezelve aantebieden, doch ik bid<br />
„ u,bcfchouwze als het mijtjen der weduwe:<br />
„ is zij al te gering, dan heb ik nog een ho-<br />
„ rologie, dat mij 1200 livres kost, hetzelve<br />
(*) De leden der Academie ontvangen voor elke<br />
vergadering van dezelve , die zij bijwoonen, een rekenpenning<br />
, (jettoii) we'ke met veertig fois behoorde betaald<br />
te worden.<br />
II. DEEL. K
I 46 STAATSOMWENTELING<br />
• zal ik inleveren, om het zo goed tc vcr-<br />
„ koopen als men kan.<br />
„ Men wordt wel eens Nabob', wanneer men<br />
"„ naar Indien reist; ik heb vandaar niets<br />
l, medegebragt, dan handfehriften; de gewigtigften<br />
van dezelven heb ik den Koning<br />
' gegeven, de overigen bewaar ik in mijne<br />
',' Bibliotheek, en ik Hel ze op hooger prijs<br />
dan de onmeetelijkc fchattcn , die onze na-<br />
„ buuren cn mededingers uit deeze Landen<br />
„ getrokken hebben."<br />
Hier offerde een Geleerde, vol edelmoedigheid ,<br />
zijne inkomften op, behoudende flechts een kleine<br />
rest voor zigzelven; daar bragt een geweezen generaale<br />
Pachter, MERCIER, het derde gedeelte<br />
van de zijnen; dit derde gedeelte bedroeg met minder-<br />
dan drie maal honderd duizend livres: deeze<br />
offerande is even patriotsch. als de cerstgemelde,<br />
fchoon ze uit een ruimer bron gefchept<br />
ware: zo als de menfehen thans zijn , cn zo als zij<br />
bijzonder in Frankrijk waren, vindt men zig genoodzaakt,<br />
veeltijds de gaven vaneen rijk man',<br />
die veef kan ontbeeren, hooger te waardecren,<br />
dan de gaven van een arm mensch, die niets ontbeeren<br />
kan.<br />
Zo werden uit alle gewesten van het Rijk patri-<br />
otfche offeranden, zowel van de hoogfte alsook
IN FRANKRIJK. x ± ?<br />
van de laagfte (landen, bij de Nationaale Vergadering<br />
ingebragt, en zij bedroegen reeds in do<br />
eerfte, maanden eenige millioenen: even zo aanzienlijk<br />
was dat geene, 't welk aan zilveren vaten<br />
en gouden verficrfelen in de munt geleverd werd,<br />
en een uitvoerige berekening daarvan zoude al vrij<br />
wat moeten bedraagen, zo zij thans reeds naauwkeurig<br />
kon opgegeven worden: het is bekend<br />
dat alleen in de maand October, zes millioenen eenen-dertig<br />
duizend twee honderd en zcs-cn-negentig<br />
livres, op deeze wijze in dc munt gebragt<br />
zijn (*).<br />
Het verlies van tweemaal honderd duizend livres,<br />
't welk de (tads-kas van Parijs, bij het bedrijf<br />
van den sden October, had geleden, Wjft<br />
reeds den oden van dezelfde maand, tot op zesduizend<br />
i;a, wederom vergoed: de Schrijver van<br />
zekeren Advocaat had, te midden van den (tornt<br />
en het gevaarlijkst gewoel,ecu pakjen wceten magtig<br />
te worden, waarin honderd duizend livres in<br />
kasbriefjens waren, en waarvan niemand iet wist, 't<br />
welk hij echter eerlijk en ongefchonden overgaf:<br />
vier-en-negentig duizend leverde een ander, genaamd<br />
COURÏOIS, oppasfer in het comptoir van<br />
den Ontvanger-generaal, weder in de (tads Kas:<br />
de overige zesduizend rekende men reeds verloo-<br />
(*) Journal de Paris, van den pden November<br />
i?8p. bladz. 1458.<br />
K 2
i 48 STAATSOMWENTELING<br />
ven; maar na verloop van eenige dagen, veffclieéö<br />
een Savoijard met een pakjen, onder liet addres : den<br />
Ilcere DE LA RIC HAR DIERE, 't welk hij den<br />
itads Kasfier ter hand Helde: de Kasfier zeide hem ,<br />
dat men geenen lieer onder deezen naam kende:<br />
hij antwoordde: een man, dien hij mede niet kende ,<br />
had hem dit pakjen in de ftraat St. 'rfvó'ye gegeven,<br />
en gezegd, dat het addres niet recht gcfchreven<br />
was, maar dat men hetzelve in het comptoir<br />
openen en zien zoude: met deeze woorden<br />
verdween hij: de Kasfier opende het pakjen daadlijk<br />
, en vond 'er vijf kasbriefjens in, ieder van duizend<br />
livres: binnen in den omflag Honden deeze vier<br />
woorden: Het zesde komt óók; en men kon duidelijk<br />
zien, dat ze met een valfche hand gefèhreven<br />
waren: half November werd ook dit zesde<br />
briefjen met de kleine post bezorgd: waarichijne»<br />
lijk zegepraalde hier het patrottismns over het eigenbelang,<br />
en het laatfte briefjen was, naar alle<br />
vermoeden, reeds uitgegeven toen. het -patriottisrnus<br />
overwon, maar door een vrijwillige zuinigheid<br />
weder bijéén gebragt cn overgeleverd: zo<br />
doende had het Hotel-de-Ville niets verloren.<br />
Alle deeze trekken, waarvan men nog een groote<br />
menigte zou kunnen opnoemen, beweezen, dat<br />
de zuiverHe Vaderlandsliefde, door de nieuwe<br />
gefieldhcid van zaaken ingeboezemd , alle de rangen<br />
der Natie bezielde: des te onvoorzichtiger en<br />
hagchelijker werd het, grondbcgiafclcn en plans
I<br />
IN FRANKRIJK. H 9<br />
te uiten, die tegen dezelve inliepen: de Marquis<br />
VAN FAVRAS werd het flagtoffer van zodanig<br />
eene onvoorzichtigheid.<br />
Van het oogenblik af, dat de Natie, vooral de<br />
derde Stand, cn deszelfs Vertegenwoordigers in<br />
de Nationaale Vergadering, het doorgezet hadden<br />
, dat 'er buiten de Majesteit der Natie .geene<br />
andere Majesteit in het Rijk meer plaats had, was<br />
het gevaarlijk geworden, blijken te geevcn van<br />
deelneeming in de voorige liefde voor den Koning<br />
en deszelfs Familie: men hield met eene achterdochtige<br />
onverdraagzaamheid de Handen in het<br />
oog, die uit hoofde van geboorte of ampt de naasten<br />
bij den Koning geweest waren, en de natuurlijke<br />
verkleefdheid aan denzelvcn was in de oogen<br />
van het overig gedeelte der Natie thans hoog verraad,<br />
cn aldus werd dezelve ook gehraft.<br />
De Marquis VAN FAVRAS, een planziek maar<br />
kloekmoedig man , was wegens zijne geboorte en<br />
rang, van de jeugd af, zeer gemeenzaam geworden<br />
met de grondbcginfelen, welke men thans<br />
met den naam van ariHocratie belfempelde; hij<br />
was foldaat,en Hond als een zodanige in denaauvv-<br />
Ke betrekking tot den Koning; bij had toegang<br />
aan het Hof en bij de Prinfen, en rekende zig, ter<br />
behartiginge van zijn eigen belang, verpligt,<br />
voor den Koning zowel als voor de Prinfen alles'<br />
te moeten, opófferen: hij deed wat hij koude,<br />
K 3
150 STAATSOMWENTELING<br />
om den Koning te beveiligen en tc behouden , toen<br />
het volk in Verfailles, op den sden October, raasde<br />
; hij Helde in dien tijd reeds voor, dat men den<br />
Koning cn zijne Familie naar Metz, of eene andere<br />
welbevestigde plaats, moest overbrengen;hij bleef<br />
dit plan ook aankleeven, bij dc verplaatfing des<br />
Konings naar Parijs, en geduurende zijn verblijf<br />
in deeze ftad.<br />
Dit verblijf fpreidde zekerlijk bedrijven ten<br />
toon, die een man' van zijne grondbeginfelcn grieven<br />
, en uit dien hoofde zijne natuurlijke zucht<br />
tot groote ontwerpen den ruimen teugel vieren<br />
moesicn: vermids de nood alleen den Koning had<br />
gedwongen naar Parijs tc trekken; vermits hij<br />
hier van eene burgerwacht genoegzaam werd opgefloten<br />
gehouden; menfehen zig aan hem opdringen<br />
en hem naderen mogten, die te vooren<br />
niet dan buiten zijn Paleis hunne oogen in 't geheim<br />
op hem durfden vestigen; de Vertegenwoordigers<br />
der Natie dag aan dag zijne voorrechten befnoeiden,<br />
en 'er voor hem niets anders overbleef,<br />
dan de fchaduw van de koningljke waardigheid;<br />
vermits hij, gelijk mede zijne broeders en de overige<br />
Prinfen van den bloede, gemeen burger was<br />
geworden van een Rijk, waarvan hij, zo als men<br />
hem van zijne jeugd af had .ingeboezemd, ervelijk<br />
bezitter was; vermids elke opwelling van wantrouwen<br />
of patriotfche dronkenfehap zijn leven in<br />
gevaar brengen konde, en eindelijk zijne koninglij-
IN FRANKRIJK. 151<br />
ke Echtgcnoote zo aan dc tergingen als fmaadheden,<br />
zo aan de luimen als overtuigingen, van een<br />
tegen haar' ingenomen en nu met haar verzoend,<br />
dan op nieuw wederom verbitterd graauw, blootgelteld<br />
was , zo moest dit alles door een' man als<br />
FAVRAS van denkwijze, befchouwd worden als een<br />
toeltand, die erger was dan de gevangenis, en<br />
eiken man van gevoel cn eer oproepen, om in den<br />
Koning tevens de eer der menschheid over 't algemeen,<br />
en de eer der Handen en menfehen in<br />
Frankrijk in't bijzonder te behouden, die hem tocfchecnen,<br />
natuurlijke befchermers van hunnen Monarch<br />
te wcezen: 'er was veel roem bij te behaalen ,<br />
maar ook een menigte van gevaarlijke hinderpaalen te<br />
overwinnen : doch dc laatstgenoemden fpoorden<br />
hem , bij zijn charaktcr, misleiden nog des te derker<br />
aan, om dit waagfpel te onderncemen.<br />
Om alle deeze redenen was het natuurlijk, dat<br />
bij zig voegde bij dc klasfe van mannen, die met<br />
hem dezelfde grondbeginfelen koesterden; doch<br />
deeze klasfe werd thans in den Staat verfoeid en<br />
vervolgd, gelijk zij voor deezen aangebeden en<br />
gevreesd was geweest: 't geen de Koning te verliezen<br />
had verloor zij mede; wat hij nog redden<br />
wilde , redde zij ook; doch hij "en zij konden niets<br />
verliezen , waarbij de Natie niet meende te winnen,<br />
cn niets winnen, waarbij zij niet meende te verliezen:<br />
de Natie was nu de eerde magt in den Staat, en men<br />
kon het voorig gezach niet we .'er herftelkm, of<br />
K 4
I5a STAATSOMWENTELING<br />
hetzelve ook Hechts niet alles willen laaten verliezen,<br />
zonder in de oogen van de ecstgenoemde s<br />
verraaders des Vaderlands te worden.<br />
Zo doende liep de Marquis DE FAVRAS bij<br />
de eerde gelegenheid , dat hij blijken van zijne<br />
denkwijze gaf, gevaar, om aangebragt, in hechtenis<br />
genomen en gedraft tc worden: zijn ijver<br />
deed hem dit gevaar niet bemerken: wie van eene<br />
overtuiging eerst recht doortrokken is, toont alle<br />
poogingen aan, om ook anderen deeze overtuigingen<br />
eigen te maaken, cn gaat welhaast zo<br />
verre, dat hij de flotfommen van dezelven, tot<br />
eene grondlegging maakt van plans, welke de zaaken<br />
zodanig zullen beduuren , als hij zig dezelven<br />
als belangrijk cn nuttig voordelt: FAVRAS was<br />
in dit geval; hij had helpers noodig; bij de keus<br />
van dezelven was hij niet voorzichtig genoeg, en<br />
zij bragtcn hem aan.<br />
Men nam hem cn zijne Echtgcnootc gevangen (*) :<br />
dc geheele dad was in rep en rocre: het gerucht<br />
liep, dat FAVRAS de aanlegger en het Hoofd was<br />
van een zamenzweering, waarin menbefloten had,<br />
den Marquis DE LA FA VETTE, BAILLY cn<br />
JVIECKER tc vermoorden, den Koning en zijne<br />
Familie naar Percnne overtebrengen, cn met een<br />
reeds aangenomen bende van vreemde cn binnen-<br />
I<br />
(*) Den 2 4flen December, i/Sju
IN FRANKRIJK. 153<br />
landfche troupen eene tegenomwenteling doortczetten:<br />
Monfieur,, 's Konings oudltc Broeder, zeide<br />
men, was medepligtig aan deeze zamenzwcering.<br />
Dit gerucht werd in gedrukte bladen door de<br />
gchjcle Had verfpreid; 't gemeen was reeds op dc<br />
been; het woedde nu nog Hechts met woorden,<br />
tegen 's Konings Broeder.<br />
Deeze, door ccn niet ongegronde benaauwdheid<br />
genoopt, verfchcen in, eigen perfoon op het Hotel-de-Ville<br />
, en verklaarde het volgende: Hij<br />
kende den Marquis DE FAVRAS niet anders,<br />
dan dat hij eenen tijd lang bij hem in dienst had<br />
gedaan; dat hij zig door aanbeyeeling van een<br />
derden, wel van hem had willen bedienen tot eene<br />
geldleening, doch dat hij hemzelven in langen<br />
tijd niet gezien, noch gefchrecven, noch ooit in<br />
eene nadere betrekking met hem geflaan had; voor<br />
de omdandigbeden, welke hij opgaf, en naderhand<br />
ook aan de Nationaale Vergadering tot zijne<br />
zuivering in eenen brief voordelde, werd zijne<br />
verklaaring bewaarheid; hij bleef buiten alle verdenking,<br />
cn beveiligd tegen de vervolgingen van<br />
het volk.<br />
Ondcrtusfcnen werd FAVRAS aan het chatclet,<br />
dc thans gcvolmagtigde rechtbank over het<br />
hoogverraad tegen de Natie, overgeleverd, en<br />
zijn proces zonder-tijdverzuim opgemaakt: men<br />
K<br />
5 |
154 STAATSOMWENTELING<br />
was ten uiterften verlangende naar den uitflag,welken<br />
zijn verhoor moest hebben, en men werd zulks<br />
nog meer door een geval, 't welk fcheen in betrekking<br />
te ftaan met het plan, waarvan FAVRAS<br />
befchuldigd werd: men vond narmlijk twee of<br />
drie dagen na zijne gevangenneeming, een burgerfchildwacht<br />
vermoord, en nabij deeze plaats de<br />
woorden aangeplakt: ,, Ga vooruit en verwacht<br />
„ den Marquis DE LA FAYETTE (*):" hierin<br />
meende men dc leus tot een algemeen bloedbad<br />
tc vinden, het welk de Ariltocraatcn zouden afgefproken<br />
hebben, en Parijs bleef eenige dagen in<br />
de grootlte ongerustheid: de waakzaamheid en<br />
kloekmoedigheid van DE LA FAYETTE onderdrukte<br />
eindelijk dit blinde gerucht, en men verwachtte<br />
nu den uitgang van FAVRAS proces met<br />
meerder bedaardheid.<br />
Het chatelet verhoorde twaalf getuigen tegen<br />
hem, wier getuigenisfen hem meer of min aan een<br />
plan van tegenomwenteling fchuldig verklaarden:<br />
dc voornaamlte inhoud daarvan was het volgendc<br />
(f):<br />
(*) Va devar.t & attends la FAYETTE.<br />
(f) Wij ontleenen dit uittrekzel uit het verhoor<br />
der getuigen, zo als hetzelve in 'c Journaal van<br />
Parijs is afgedrukt, en wel wat breedvoerig, om dat<br />
deeze merkwaardige gebeurtenis elders niet dan zeer<br />
onvolmaakt bekend is geworden.
IN FPvANKRIJK. i 5 5<br />
FAVRAS had reeds in het laatst van de maand<br />
Junij een ontwerp gefmeed, om troupen bij Moniargis<br />
bijéén te trekken;ten einde zulks geene verdenking<br />
mogt verwekken, wilde hij voorgceven,<br />
dat zij beltemd waren , om een transport van graanen<br />
naar Parijs te verzeilen: in Parijs zijnde,<br />
zouden zij het masker afligtcn, alles bezetten, op<br />
Verfailles aanvallen, dc Nationaale Vergadering<br />
vernietigen, dc Gevolmagtigdcn van de volkspartij<br />
geboeid naar Parijs brengen, de ftad wetten<br />
voorfchrijven, cn op dc uitlevering van den Marquis<br />
DE EA FAYETTE CI1 deil Maire EAILLY<br />
aandringen: dit oordeelde hij te kunnen uitvoeren,<br />
wanneer hij meerder Grootcn in zijne belangens<br />
kon trekken, geld bezorgde, en vooraf den Koning<br />
naar Metz overvoerde: zijnen vertrouweling,<br />
die naderhand tegen hem getuigde, verzekerde<br />
hij, dat veele Grootcn in Plcardye, in Champagne<br />
, in Bourgogne , in den Elfas , in Vlaanderen<br />
en in het graalfchap Artois zig veréénigen, cn eene<br />
bende van vijf-en-twintig duizend man bijéén<br />
brengen zouden: wanneer de trein der vrouwen<br />
cn der gewapende burgerij van Parijs, Verfailles<br />
introk, zou dc zaak uitgevoerd, en de Koning,<br />
zijne Familie en de Groot-zegelbewaarder naar<br />
Metz gebragt worden: hij kwam den 5d.cn October<br />
des avonds bij den Minister ST. PRIEST,<br />
en verzocht voor zigzelven en een aantal vrijwilligers,<br />
paarden uit 's Konings Ital, onder het voorwendfel,<br />
dat hij dezelven voor het kanon,'t welk
156 STAATSOMWENTELING<br />
door de wijven cn haare geleiders herwaards<br />
werd getrokken, {pannen, en haar hetzelve met<br />
weinig moeite ontweldigen wilde : de Minister<br />
verklaarde, dat hij over de paarden van den koninglijken<br />
ftal niets te zeggen had, en zig over't<br />
algemeen met deezen voorflag niet kon inlaatcn —<br />
„ Gij verkiest dan niets te doen?" zeide FA<br />
VRAS — „ Neen!" antwoordde de Minister,<br />
en FAVRAS ging heen; doch hij had met de paarden<br />
niet het kanon den wijven ontweldigen, maar<br />
den Koning fchaaken willen: zijn plan werd verijdeld,<br />
door dc weigering van den Minister, en<br />
de Koning kwam te Parijs en niet te Metz.<br />
FAVRAS had zijne ontwerpen altoos nog in<br />
liet hoofd, cn hervormde dezelven naar maate de<br />
omltandigheden veranderden: zijn vertrouweling,<br />
TURCATI genaamd, droeg 'er kennis van:<br />
toen het tooneeiïluk : Karei de Negende, of<br />
Bariholomeus-nacht zou gefpeeld worden, wenschte<br />
hij dat het geen opgang mogt maaken, cn<br />
deeze wensch toonde, welke'richting zijne denkbeelden<br />
genomen hadden: dit ltuk was voorzeker<br />
niet van dien aart, dat het de Natie wederom<br />
eenen fmaak aan Koningen en een willekeurige<br />
magt kon inboezemen; het werkte veelmeer<br />
met vuur en nadruk op het tegendeel: maar FA<br />
VRAS had ter uitvocringe van zijn plan een hcrleevcnde<br />
verkleefdheid aan den Koning noodig,
IN FRANKRIJK. 157<br />
Ingevolge dit denkbeeld droeg hij aan TUR-<br />
CATI op, eenen man te zoeken, die invloed genoeg<br />
had, om het ftuk in minachting te brengen:<br />
TURCATI verviel op MOREL, Schrijver van<br />
eenige tooneclltukken, die de goedkeuring van liet<br />
publiek hadden weggedragen: FAVRAS had beloold<br />
, agttien tot twintig duizend livres te betaaïen<br />
aan dien, die de afkeuring van het Huk' zoude<br />
bewerken.<br />
TURCATI gaf MOREL daarvan kennis, ontdekte<br />
hem echter tc gelijk, dat het hem tocfchccn,<br />
alsof dc Marquis verdachte 'eri gevaarlijke plans<br />
koesterde ; zij namen voor, hem een bezoek te ge-even<br />
, en als dan een befluit met opzicht tot hem<br />
te neemen, opdat zij zigzelvcn niet aan gevaar mogten<br />
blootitellen; zij legden het bezoek bij hem at,<br />
en hij liet hen eenen tijd lang wachten: eindelijk,<br />
verfcheeu hij, en zeide: „ Mijne Ileereu! ''er<br />
wordt niet meer gefproken van KAREI, DT.N<br />
NEGENDEN , maar van LO DE WIJK DEN<br />
,, ZESTIENDEN, dien men, gelijk ik van ze*<br />
„ kcre hand weet, tracht te vermoorden:" hij<br />
föhriRte", en zeide, of 'er dan geen middel was;<br />
om hem te behouden'?,, Dit willen wij weldoen, :<br />
'<br />
antwoordde de Marquis, en MOREL vroeg hem:<br />
,, Hoe?" — ,, Wij hebben twaalf-honderd paarden,"<br />
hernam dc'Marquis , ,, waarvan het groot»<br />
„ lle gedeelte te Ferfai/les itaat; wij hebben<br />
„ Hechts nog ruiters noodig, waarop wij kunnen
158 STAATSOMWENTELING<br />
„ vertrouwen; ik maak in dit opzicht ftaat op u,<br />
„ mijne Heeren { cn gij zult ze voorzeker ver-<br />
„ fchaffen: ware het getal grooter, dan dat der<br />
„ paarden, dan konden wij eenigen naar St. Gei-<br />
„ main zenden: wij trachten de Zwitfers in onze<br />
„ belangens ovcrtehaalen, laaten zo veel van hun<br />
a ] s<br />
»«<br />
mogelijk is, naar Parijs trekken, cn , om<br />
„ achterdocht te vermijden, wenden wij voor,<br />
„ dat zij mede tot de lijfwacht behooren: onze<br />
„ paarden worden gezadeld, cn wij trekken zo<br />
uit Verfailles, fat wij tegen twee uure des mor-<br />
„ gens te Parijs zijn: de ruiterij verdeden wij in<br />
», drie kolonnen: vierhonderd komen dc poort<br />
„ Maillot, vierhonderd de Barrière de la Coufe-<br />
„ rence, en vierhonderd de Barrière du Roule<br />
„ binnen: men overweldigt de wacht cn houwt<br />
s, ze neder; de overige, benden wachten te St.<br />
„ Deals op ons, cn zij hebben rijtuig, met paar-<br />
„ den befpannen, bij zig: hebben wij de drie<br />
„ Barrieren bezet, dan fnellen wij naar de Tuilc-<br />
„ riën: drie rijtuigen met een fterk geleide, Haan<br />
„ aan de draaibrug achter den tuin gereed: wij<br />
„ haaien den Koning, dc Koningin cn den Ze-<br />
„ gelbewaarder van het Kasteel, en brengen ze<br />
„ naar Peronne: men zegt den Koning, dat de<br />
„ voorllad St. Antoine in oproer is; dat het<br />
„ raadzaam voor hem weezen zou, op zijne vei-<br />
„ ligheid te denken, en dat 'er tot dat einde rij-<br />
„ tuigen gereed Baan: wil de Koning niet vrlj-<br />
„ willig volgen, dan moet men hem met geweld
IN FRANKRIJK. i 59<br />
„ in het voor hem gefchikt rijtuig brengen: middelerwijl<br />
fnellen eenige ruiters naar het huis<br />
„ van den Marquis DE LA FAYETTE, of lie-<br />
,, ver, wij zenden, om ons niet te verzwakken,<br />
,, Hechts vier mannen derwaards; deezen hou-<br />
„ den hem vast, onder het voorwcndfel, van<br />
,, hem eenen brief te willen ter hand Hellen, cn<br />
,, vervolgends fchiet de gewaande beflcller hem<br />
,, overhoop: ondertusfeheu hebben zig eenigen<br />
„ van dt colonne, die de Barrière du Ronk in-<br />
,, komt, naar de wooningen van NECKER en<br />
„ BAILLY vervoegd, en deezen vermoord."<br />
MOREL vraagde den Marquis, of hij wel<br />
van de inwooneren van Peronne verzekerd was?<br />
,, Ja," antwoordde hij, ,, ik bedien' mij van het<br />
,, voorwendfel, dat ik eene bende, die naar Bra-<br />
,, band beftemd is , in hunne Had wil bijéén trek-<br />
,, ken: wordt het getal der aangeworvenen te<br />
„ groot, dan zendt men een gedeelte daarvan naar<br />
„ Parijs, om de nationaale militie in onze belan-<br />
„ gen te trekken: op denzclfden dag, wanneer<br />
„ wij den Koning wegbrengen, komen twintig<br />
„ duizend foldaaten in Parijs aan, waarvan ik<br />
„ door mijne correspondenten in Vlaanderen, in<br />
„ Picardije, in Champagne en Bourgogne ver-<br />
,, zekerdben: men is ook reeds bezig, om twin-<br />
tigduizend Zwitfers overtehaalen; de Duitfche<br />
„ Keurvorsten zullen twaalfduizend, en Sardis-
6o STAATSOMWENTELING<br />
•„ rtiên mede twaalfduizend man zenden : gij ziet dat<br />
„ dit een aanzienlijke année worden zal, en ik<br />
„ beloof u, eene voornaame post daarbij te zul-<br />
„ len beklecden: is zij bijéén, dan marcheert men<br />
,, naar Parijs, bezet de Seine boven en benc-<br />
„ den, noodzaakt de Had, door den toevoer afte-<br />
,, fnijden, tot haaren pligt wedertekeereu, en<br />
„ vernietigt de Nationaale Vergadering door de<br />
„ oproeping der Bailluwfchappen , die hunne<br />
„ Gevolmagtigden moeten terug roepen.<br />
„ Ten einde de nationaale militie te winnen of<br />
,, in toom te houden, is het noodzaakelijk, vcr-<br />
„ volgde de Marquis, dat men het loontrekkend<br />
,, gedeelte van'dezelve, de geweczene Franfche<br />
,, garde overhaale: bij de grenadiers deezcr garde<br />
„ heb ik mijn oogmerk reeds bereikt, door zekeren<br />
„ MARQUIÉ, dien ik overhaalde, door hein<br />
„ voortedellen, dat de onbezoldigde nationaale<br />
„ militie alleen dc Lijfwacht wilde weezen,<br />
,, waardoor ik zijne eerzucht gaande maakte:<br />
,, daardoor zal hij zijne fpitsbroeders mede tot<br />
„ misnoegdheid aanzetten, terwijl daarbij het gc-<br />
„ fchrift Onvrez donc les yeux (*) , tot hetzelfde<br />
„ einde medewerkte: ik heb het hem ter hand<br />
3 5 ge<br />
(*) Dit gefelirift is in Duitschland mede bekend<br />
•geworden.
IN FRANKRIJK. 1S1<br />
», gefield, en de nadrukkelijkfte plaatfen aange-<br />
»» gedipt, om dezelven aan zijne kamcraaden<br />
,, voorteleezen."<br />
Daarop vraagde MOREL den Marquis, of hij<br />
ook op vcelen van cie Gevolmagtigden in de Nationaale<br />
Vergadering {laat kon maaken? „ O vee-<br />
„ len", antwoordde de Marquis, „ ENTRAG-<br />
,, NES is van onze partij, als mede dc Abbé<br />
,, MAURY: den Graaf van MIRABEAU ver-,<br />
,, trouw ik niet; doch men kan 'er hem kennis<br />
„ van gecven wanneer het gefchieden zal, en met<br />
,, duizend Louis d'or kan men van hem maaken<br />
wat men wil."<br />
- Eenige dagen daarna verhaalde de Marquis aan<br />
MOREL, dat TURCA T i juist bij hem was geweest,<br />
toen een voornaam Heer uit den Elfas een<br />
bezoek bij hem afgelegd, en hem verzekerd had,<br />
dat deeze provincie gehccllijk in hunne bclangens<br />
was: vcrvolgends toonde de Marquis hem ook een<br />
plan, over de bijeentrekking van troupen te iVronne,<br />
te St. Qjfept/n ;, en de omliggende plaatfen,<br />
«1 zeide, dat hij door hulp van édn' zijner vrienden<br />
een papier zou laaten drukken, om de Grenadiers<br />
van de nationaale militie aantezetten, dat<br />
zij eifchen moesten, den Koning, met uitfluiting<br />
van allen, alleen tc willen bewaaken.<br />
Met dit alles wist FAVRAS nog niet van,<br />
II. J9.EE L. L
l6z STAATSOMWENTELING<br />
waar hij het geld krijgen zou, 't welk tot deeze<br />
onderneeming noodig zou weezen; hij gaf zulks<br />
ook aan MOR.EL te kennen;deeze floeg hem eenen<br />
bankier, CIIOMEL, voor, verzekerde echter daarbij,<br />
dat die mogelijk daartoe wel zou overgaan,<br />
onder de voorwaarde van Hof bankier te worden 5k<br />
O," zeide FAVRAS, ,, dat zal bij wor-<br />
„ den!" — Maar," zeide MOREL, ,, al is<br />
„ dit alles nu aangelegd; zullen de troupen dan<br />
3, ook zonder order van den Krijgsminister willen<br />
„ marcheeren?" — ,, Maak u daar geen zwaar<br />
„ hoofd over," zeide FAVRAS, ,, deezen laaten<br />
wij eenen fprong doen."<br />
FAVRAS fprak indedaad met den bankier<br />
CHOMEL, doch deeze wilde eerst ILifbankier<br />
weezen en dan geld fchieten: TURCATI kwam<br />
'er juist in, toen FAVRAS door deezen eisch<br />
zeer toornig was: de Marquifinne van FAVRAS<br />
zeide: ,, CHOMEL is een gekl"<br />
Hij trad vervolgends nog met andere bankiers<br />
in onderhandeling, onder anderen ook met ABBE-<br />
MA: bij deezen ontmoettede hij eens den Baron<br />
van CAPELLE , welken hij in den tijd der onlusten<br />
, in de vereenigde Provinciën, in 'j Graavenhaage<br />
had leeren kennen:hij verviel terliond in<br />
zijn gefprek op de mogelijkheid van eene tegenomwenteling,<br />
welke in de veréénigde gewesten, ten<br />
voordeele der Vaderlanders, zou kunnen bewerkt
IN FRANKRIJK. 163<br />
worden , wanneer men een genoegzaam getal trou?'<br />
pen aan de grenfen van Braband zou bijéén trekken:<br />
hij verzocht CAPELLE oin brieven vau<br />
aanbeveeling, aan zijne landlieden in Brusfil, ter<br />
uitvoeringe van dit werk; doch hij verkreeg dezelven<br />
niet: kort daarna onderhield hij dezelfde Baron<br />
en Bankier, andermaal en breedvoerig over dit<br />
onderwerp; en bij deeze gelegenheid zeide ABBE-<br />
MA: ,, Het fchijnt wel, Mijnheer de Marquis!<br />
,, alsof gij een tooneelfpel in drie bedrijven wilt<br />
„ vertoonen; het eerfte zal in Holland, het twee-<br />
,, de in Braband en het derde in Frankrijk ge-<br />
,, fpeeld worden" — Nog liet FAVRAS niet los :<br />
hij zocht,, eenige dagen daarna, den Baron nog<br />
eens op , en ontvouwde hem een wijdlopig plan,<br />
ten voordeele der patriotten in de vercénigde -Nederlanden<br />
, daarbij voegende, hoe veel dienst men<br />
den Keizer zou kunnen doen, aangaande de geiteldheid<br />
der zaaken in Braband: na verklaarde<br />
CAPELLE ronduit, dat zijne bedoelingen cn ontwerpen,<br />
hoe zuiver dezelven ook fcheenen te<br />
weczen, nogthans bij de tegenwoordige omltandigheden<br />
eene gevaarlijke verdenking tegen hem,<br />
zouden kunnen verwekken; hij mogt maar voorzichtig<br />
zijn: FAVRAS kwam daarop niet weder<br />
bij' hem, en zijn plan, om van de onlusten in<br />
Braband, en hetvoorgeeven,om eene tegenomwenteling<br />
in de veréénigdc Provinciën , tot een omwenteling<br />
in Frankrijk gebruik te maaken, Iciieei;<br />
eiuiitvoerbaar te blijven.<br />
h 5-
IÓ4 STAATSOMWENTELING<br />
Dit zijn de verdenkingbaarendc omltandighe<br />
den , voordvloejende uit den historifchen zamen-<br />
Iiang, van dat geene wat de getuigen tegen FA<br />
VRAS hebben afgegeven (*): men ziet, hoe dat<br />
geene, wat hij voorhad, flechts een ruw plan<br />
was, en dat 'er een menigte van zaaken in gevon-<br />
, d e n<br />
werden, die volltrekt niet konden uitgevoerd<br />
worden: als bij voorbeeld, dat hij den E.'/hs in<br />
zijne belangens wilde overhaalen; dat dc--Duit-<br />
fche Keurvorsten en de Koning van Sardimè,r\\z\\\<br />
troupen zenden; dat de inwooners van Peronue<br />
hem niet verdacht houden; dat de bankiers, zon<br />
der eene voldoende verzekering, zulke groote<br />
lommen opfchicten zouden,, en meer anderen,<br />
die bij den cerften optlag van 't oog bersfenfehim-<br />
mig moeten voorkomen: zijne rechters hadden<br />
hem nimmer ter dood kunnen veroordeclen, zo<br />
zij alleenlijk op de onmogelijkheid of mogelijk<br />
heid van de uitvoering zijner ontwerpen hadden<br />
(*) De getuigenis van M O R E L is de voiledigfïe:<br />
dat hij, gelijk men hier cn daar heeft uitgeurooid', al<br />
leen uit winzuchc den Marquis van FAVKAS zou aan-<br />
gebragt hebben, kan om die reden geene plaats hebben,<br />
dewijl de premie van duizend Louis d'or, niet dan<br />
vier weeken na zijne aanbrenging, op foortgelijke be-<br />
kendmaakingen gezet werd, en omdat hij ook deeze<br />
fom, toen men hem dezelve aanbood, van de hand<br />
wees: voor het overige is hij een gegoed man, en dft<br />
is mede het geval met den bankier CHOMEL en de«<br />
Baron van CAPELLE.
IN FRANKRIJK. 165<br />
willen zién; doch nu waren zij door de gedeldhcid<br />
van zaaken gedwongen, om zelfs de gedachte<br />
aan eene tegenomwenteling te dratfen : was het<br />
hersfenfehimmige, in het plan van FAVRAS, uit<br />
een bekrompen verdand ontdaan , hij had wel<br />
kunnen gered worden, en hij had in dit geval ook<br />
moeten gered worden; doch 's mans kloekmoedigheid,<br />
gepaard met zijn woelig, planziek charaktcr,<br />
deed altoos, zo niet voor dc omkeering<br />
van dc nieuwe Conditutie, toch ten minden voor<br />
onlusten beducht zijn, welke den vrijen loop, en<br />
de vastllclling van dezelve druikelblokken in den<br />
weg leggen konden.<br />
Uit alle omdandigheden blijkt ook nog, dat da<br />
man voldrekt geen denkbeeld had, van de daatkundige<br />
gedeldheid der zaaken; dat hij, in plaats<br />
van deeze 'kundigheid alleenlijk met ijver en moed<br />
bezield was; dat hij zelf nog veele gebreken in zijn<br />
plan- ontdekte, en dat, in één woord, hij zelf<br />
zeer wel begreep, dat zijn plan nog een zeer on-<br />
.riipe vrucht Was, welke hij. nu eerst bezig was<br />
tot volkomene rijpheid te brengen, toen men hem<br />
daarbij verraschte en 'cr voor draftc: mogelijk was<br />
het zelfs bij hem Hechts een van die ruwe uitbroedfelcn,<br />
welke eene planziek brein dikwerf té voorfchijn<br />
brengt, echter alleenlijk vormt , om aan<br />
zijn vernuft een gepaste bezigheid te vcrlchaffen:<br />
was de nieuwe daatstgedeldheid reeds gevestigd,<br />
geweest, mcu zou hem, op het hoogst genomen,<br />
L-3
Ï66 STAATSOMWENTELING<br />
opgefloten of het Land uitgebannen hebben; maar<br />
thans werd 'er een voorbeeldig flagtoffer vereischt,<br />
en zijne llralfe moest cn kon eene menigte andere<br />
foortgclijke ontwerpen in de geboorte fmooren:<br />
dienvolgends fprak het Chatelet, niet tegeultaande<br />
hij de tegen hem uitgebragte getuigenisfen, voor<br />
onwaarheid, en de getuigen voor omgekocht verklaarde<br />
, en van alles niets bekende, dan het plan<br />
tot eene tegenomwenteling in de veréénigde Provinciën<br />
, cn ter bijééntrekking van een armée voor<br />
Braband, nogthans het doodvonnis over hem uit:<br />
zulks ftrookte gcenzins met het ltrenglte recht,<br />
omdat hij niets belceden had, doch uit alle de befchuldigingen<br />
, die bekend geworden zijn , en<br />
uit de gezegdens van vijf getuigen , die niet<br />
openbaar tegen hem wilden opkomen, maar zig<br />
bij den Prefident van het Chatelet noemden, en<br />
beweerden, .dat FAVRAS hun insgelijks het plan<br />
'tot eene tegenomwenteling had medegedeeld, bleek<br />
duidelijk genoeg, dat hij dezelve wel in gedachten<br />
heeft voorgehad, en zelfs deeze gedachte alleen,<br />
(dit is het gevaarlijke, en de rechten der<br />
mensehheid vernielende fielfel, van alle eerstont-<br />
'ftaaude vrije of despotieke liaatsgefieldheden,)<br />
moest hier zö fiïëng gefiraft worden als de daad<br />
zelve, het welk ook gefchieddc: het Chatelet<br />
deed de uitfpraak, dat hij voor den hoofdingang<br />
Van de-Cathedraale kerk, in het blootc hemd, met<br />
ongedekte hoofde en barrevoets, met een briefjen<br />
op de börst, waarop dé woorden Honden:
IN FRANKRIJK. 167<br />
Confpiratefir contra l'Etat, afbidding doen, en<br />
vervolgends op het plein de Greve zoude gehangen<br />
worden.<br />
Den anderen dag (*) voormiddags ten elf uure ,<br />
werd hem dit vonnis voorgelezen, nadat men<br />
hem het Lodewijks-kruis had afgerukt: hij brak<br />
de leezing van het vonnis meer dan ééns af, door<br />
hoog en. duur te verzekeren, dat hij onfchuldig<br />
was: nadat dezelve geëindigd was, zeide zijn<br />
Rapporteur QUATREMERE , tegen hem: ,, Uw<br />
,, dood is een olfer, 't welk gij de openbaare rust<br />
,, en veiligheid brengen moet, ik weet u geen an-<br />
,, deren troost te geeven , dan dien , welken<br />
de Godsdienst aanbiedt: maak daarvan ge-<br />
,, bruikl"—,, Mijn grootfle troost," antwoordde<br />
de Marquis, ,, is die, welken mijne onfchuld!<br />
„ mij verleent: ik ben een flagtoffer van twee<br />
„ kwaadfpreckers : ik beklaag u allen hartlijk,<br />
mijne Ilcercn! ," zeide hij tot de omflanders,<br />
,, wanneer de getuigenis van twee menfehen vol-<br />
,, doende is, om u ter dood te doemen — Ik<br />
,, wensch een Pastoor van St. Paul tot mijnen<br />
,, biechtvader te hebben."<br />
Deeze verfcheen, cn de misdaadige bleef lan<br />
ger dan twee uuren met hem opgefloten: hij ver<br />
zocht , geduurende deezen tijd, een en ander<br />
en*) Den ipden Februari!, 1790.<br />
L 4
168 STAATSOMWENTELING<br />
maal, dat men hem mogt ontboejcn, doch de<br />
fcherprechter moest hem zulks weigeren, als mede<br />
zijn Rapporteur, dien hij insgelijks verzocht,<br />
dat men hem deeze laatite gunst mogt bewijzen.<br />
Ten drie uure werd hij op eenen hoogen wagen<br />
naar Notre Dame gebragt, om afbidding te doen :<br />
zulks gefchidde in. het bloote hemd, met ongedekten<br />
hoefde , barrevoets, met een drop om den<br />
hals en een waschkaars in de hand: dit oogenblik<br />
fcheen hem het fmartlijkde te weezen: tot nu had<br />
hij met bedaardheid, op het gewoel des volks<br />
rondom hem , neêrgezien; doch nu verbleekte hij,<br />
en fprak met een beevendc dem: hij kwam echter<br />
fqhjehjk wederom bij, nam zijn gedrukt doodvonnis<br />
den fcherprechter uit de hand, en zeide:<br />
„ Moor, vergaderd volk! 't geen ik u zal voor-<br />
kezen: de getuigenissen, waarop het vonnis<br />
„ is uitgefpvoken, zijn valsch; ik ben onfchul-<br />
„ dig, zo waarachtig als ik binnen weinige oo-<br />
,, geablikkeu voor God verfchijnen zal!" — Nu<br />
las hij het doodvonnis met ecu luide en vaste dem,<br />
klom vervolgends met bedaardheid weder op den<br />
hoogen wagen, cn zeide: ,, Brengt mij naar het<br />
,, Hotel-de-Ville; ik heb gewigtige geheimen te<br />
„ ontdekken,"<br />
Ten vier uure kwam hij op het Hotel-de-Ville:<br />
hier waren drie van zijne Rechters: zijn Rapporteur<br />
vraagde hem, of hij zijn geweeten nog wilde
IN FRANKRIJK. 169<br />
ontlasten met iet te ontdekken? — „ Ik ver-<br />
„ klaar ", dit was zijn antwoord, ,, voor mijne<br />
,, Rechters, thans, in het fchrikkelijk oogenblik<br />
waarin ik voor God verfchijnen zal, dat ik dc<br />
,, menfehen vergeef, die zo zwaar en geweeten-<br />
„ loos mij befchuldigd hebben, van plans, die<br />
„ nimmer in mijne ziel zijn opgekomen: misfehien<br />
,, durft in dit oogenblik een ongelukkig, ten dood<br />
„ veroordeeld man, zijnen Rechters onder het<br />
5, oog brengen, dat zij zekere getuigen niet heb-<br />
„ ben willen verhooren, die in ftaat zouden ge-<br />
„ wcest zijn, om de valschheid en het bedrog in<br />
„ de getuigenisfèn, tegen hem uitgebragt, ten<br />
,, toon te fpreiden: hadden zij zig nader willen<br />
,, laaten onderrichten, zij zouden niet op het<br />
,, dwaalfpoor geleid zijn, cn een vonnis, 't welk<br />
„ dc onfchuld aan den dood overlevert, zoude<br />
„ dc lippen en handen der geenen niet bevlekt<br />
,, hebben, die hetzelve uitfpraken en onderte-<br />
„ kenden."<br />
Hij betuigde voor God, dat hij noch injulij,<br />
noch in September, noch in Oclober,toen hij den<br />
Heer van ST. PRIESÏ om paarden verzocht had,<br />
een enkel woord had gefproken, 't welk de befchuldiging<br />
zou kunnen bewaarheden, die mea<br />
tegen hem had doorgedreven: ,, Dat ik," vervolgde<br />
hij, ,, om paarden verzocht heb, gefchied-<br />
„ de met oogmerk, om het gevaar afteweeren,<br />
5, waaraan de koninglijke Familie blootgefteld was:<br />
L 5
I 7o STAATSOMWENTELING<br />
,, ik beminde mijnen Koning, zijn toeltand door-<br />
'„' griefde mijn hart; ik ftcrf met mijne tedere ver-<br />
„ kleefdheid aan zijn perfoon."<br />
Vervolgends verhaalde hij, met zijne gewoone.<br />
bedaardheid en duidelijkheid, dat in de maand<br />
November, bij gelegenheid der beroeringen, welken<br />
in dien tijd plaats hadden, een aanzienlijk<br />
Heer uit een hvüs, onmidlijk in rang op de Prinfen<br />
van den bloede- volgende , en uit hoofde van<br />
den post, welken hij bekleedde, naauw aan het<br />
Hof verbonden, hem bij zig had laaten ontbieden,<br />
zijne bekommering over den toeltand der<br />
Koningliike Familie te kennen geevende, die, gelijk<br />
men in dien tijd geloofde , van alle kanten met<br />
gevaar gedreigd werd: hij had hem verzocht, onderzoek<br />
te doen, naar de beroeringen in de voorftad<br />
Si. Antoine, en hem, welweetende, dat hij<br />
niet rijk was, honderd Louis d'or,voor naauwkeurige<br />
berichten vandaar, beloofd; hij had hem,<br />
tegens den anderen dag, in de voorzaal des Konings<br />
bcfchcidcn, om aan deeze belofte te voldoen;<br />
hij had ook wezenlijk daaraan voldaan, en<br />
hem, uit 's Konings vertrek komende, honderd<br />
Louis d'or in twee rollen ter hand gelteld: hij had<br />
hem niet ronduit gezegd, dat dit geld van den<br />
Koning kwam, doch genoeg om te doen gelooven<br />
dat het indedaad zo was.<br />
Daarop gaf hij een breedvoerig verhaal, aan-
IN FRANKRIJK. 171<br />
gaande de flappen, die hij in de voorflad St.<br />
Antolne had gedaan, en eenige andere omftandigheden,<br />
welken betrekkelijk waren tot de tooneelen<br />
van den 5dcn en ödcil October, en tot zijne kennis<br />
aan den bovengcnoemden MARQUIC.<br />
,, Ik verzoek de geenen van mijne medeburge-<br />
„ geren, die mij hooren kunnen ," vervolgde hij,<br />
cn op welke mijn verhaal indruk maakt, om de<br />
onfchuld van een' man te onderzoeken, die ge-<br />
,, reed flaat, als een getekend, maar zig in zijn<br />
„ lot fehikkend flagtoffer zijn leven te laaten: mijn<br />
,, oprecht cn prijswaardig gedrag, levert blijken<br />
,, op , dat alle mijne ontwerpen de behoudenis dcS<br />
„ Konings bedoelden (*): dit brengt mij, wel<br />
,, is waar, op het fchavot, doch het verfchaft<br />
„ mij ook in deeze ©ogenblikken rust der ziele,<br />
„ vrede in 't gewecten, en ftandvastigheid, om<br />
„ mijn ongeluk te verdraagen : de valschheid van<br />
„ mijne befchuldigers cn getuigen, komt voorzc-<br />
,, kcr aan den dag; doch ik verzoek, dat men<br />
,, 't hun vergeevc: dat niemand vreeze voor de ge-<br />
,, volgen van eene gewaande zamenzweering: ik<br />
,, beklaag de dwaaling der juflitie; zij is voor een<br />
(*) De ongelukkige gevoelde niet dat zijne misdaad<br />
juist hierin gelegen was, en dat hij, naar het<br />
nieuw beloop der zaaken, zig juist daardoor voor<br />
fchuldig verklaarde, waardoor hij zig Keende te<br />
zuiveren.
i7i STAATSOMWENTELING<br />
„ gedeelte gegrond op de geruchten, die onder<br />
„ het volk omloopen en geloofd worden : deezen<br />
„ hebben haar bedroogen, en verleid om mijn<br />
„ doodvonnis uittefprecken - ik verlies 'er niets<br />
„ bij, dan dat ik mijn leven wat vroeger aan het<br />
„ eeuwige Wezen, waarvan ik hetzelve ontvan-<br />
„ gen heb, wedergeef; dit Wezen zal mij, wan-<br />
„ neer ik genade bij hetzelve vind , misfehien een<br />
„ perfooneele fchadelooshouding fchenken, voor<br />
„ de onteerende ftraffe, die mijn leven doet ein-<br />
„ digen: ik beveel mijn aandenken de achting van<br />
„ mijne goede medeburgeren: aan deezen doe ik<br />
„ hetzelfde, met opzicht tot mijne Echtgenoote<br />
„ en kinderen, tot wier onderhoud en opvoeding»<br />
„ ik nog zo noouzaakelijk zoude geweest zijn.<br />
„ Ik verzoek mijne Rechters, dat de Pas-<br />
„ toor van St. Paul, die mij in mijne laatfte<br />
„ oogenblikken zal bijftaan, mijn ligchaam mo-<br />
„ ge laaten wegbrengen, en bij andere Chris-<br />
„ tclijke Catholijken begraavcn ; want Godbewijst<br />
-„ mij de genade, en laat mij ftervenin dedenkwij-<br />
„ ze van een waar Christen , in den trouw , die<br />
„ ik aan mijnen Koning verfchuloigd ben , cn<br />
„ hem met een'eed beloofd heb, cn in de hoop,,<br />
„ dat de nieuwe ftaatsgeftcldheid de burgers van<br />
„Frankrijk zo gelukkig makken zal, als ik<br />
„ wensch: mijne onfchuld is niet twijfelachtig;<br />
„ ik beu niet in ftaat de misdaadén te bedrijven,<br />
„ waarvan men mij befchuldigt; doch dewijl 'er
ÏN FRANKRIJK. . 173.<br />
een offer vereischt wordt, is 't mij Liever, dat<br />
„ ik, dan dat een ander hetzelve brengen zal, en><br />
„ ik ben bereidvaardig, het fchavot te beklim-<br />
,, men, om de ftraffe te lijden voor eene mis-<br />
,, daad, die ik niet begaan heb, doch waaraan<br />
„ mij echter het volk fchuldig oordeelt."<br />
Hij verhaalde nog veel tot zijne rechtvaardiging;<br />
doch weigerde den aanzienlijken man te noemen,<br />
van wieh hij gewag had gemaakt: hij zeide bij deeze<br />
gelegenheid tot zijnen Referent: „ Zeg mij<br />
,, op uw gemoed, als mensch, niet als Reclitcr,<br />
,, za! mijn doodvonnis opgefchort, en mijn pro-<br />
„ ces op nieuw hervat worden , wanneer ik dee-<br />
„ zen Heer noem ?" — De Referent antwoordde,<br />
dat de wet zulks niet gedoogde — ,, Wel<br />
„ nu", zeide hij, ,, dan Iterf ik met mijn ge-<br />
,, heim."<br />
Hij gaf eenen Geheimfchrüver, op het Hotel-<br />
.de-Ville, zijn testament in de pen; en hij deed<br />
zulks met eene hilfte vaste ftetai , liet zig fluk voor<br />
ftuk wederom voorleezen, en veranderde en verbeterde<br />
verfcheidene uitdrukkingen' un zamenvoegingen,<br />
welke hij niet taalkundig vond: dit duurde<br />
langer dan drie uuren, en hij bleef, geduurende<br />
deezen tijd, zigzelven altoos gelijk.<br />
Tegen agt uure werd hij eindelijk naar de gerechtsplaats<br />
gebragt; hij boog zig voor zijneRech-
174 STAATSOMWENTELING<br />
tcrs cn voor de aanfchouwers, Act eenen deftigen<br />
eerbied; zelfs verliet hem zijne ftandvastigheid<br />
nog op de ladder niet: met deeze ontving bij ook<br />
deii Root, die zijnen dood ten gevolge had: zodra<br />
hij dood was, eischte zijne familie het ligchaam<br />
op, en het werd terftoud begraven.<br />
Dit was het einde van een' man, aan wiens charakter<br />
men zijne verwondering niet weigeren kan ,<br />
en over wiens proces de oordcelen des menschdoms<br />
verdeeld zijn, ja voor altoos verdeeld zullen<br />
blijven : de Staatkundige zal zijnen dood billijk,<br />
de Wijsgeer geoorloofd, en de Wereldburger<br />
hard vinden: onfchuldig was hij, naar zijne,<br />
grondbeginfelen, maar fchuldig naar de grondbeginfelen<br />
van een zo even vrij gev/orden volk : dat<br />
hij de zijnen wilde doorzetten , was manmoedig ,<br />
doch niet verftandig; dat het volk de zijnen deed<br />
gelden, was noch onbillijk, noch opzettelijk wreed :<br />
aldus zal het menschdom altoos in twee partijen<br />
verdeeld blijven, die beiden gelooven recht te<br />
hebben, beiden dit recht willen doordrijven, en<br />
beiden daarbij even onverbiddelijk zijn, wanneer<br />
zij de overmagt hebben: even zo zeker zouden<br />
NECKER, DE LA F A Y E T T E , BA1LLY Cll<br />
MIRABEAU,in gevalle een ariltocratisch-koningsgezinde<br />
vierfchaar vonnis over hen had zullen<br />
uitfprceken, gehangen zijn geworden, om dezelfde<br />
plans, voor wier beproefde of zelfs Hechts hersfenichjmmige<br />
omkeering, de Marquis van FA-
IN FRANKRIJK. r 7 5<br />
VRAS deezen fchandelijken dood ondergaan<br />
moest.<br />
Het gedrag des volks bij zijne terechtftelling<br />
gehouden, gaf, gelijk men wclligt begrijpt, blijken,<br />
dat het meende eene foort van overwinningbehaald<br />
te hebben, en deszelfs ruwer clasfen verheugden<br />
zig in 's mans ongeluk: het was onverduldig,<br />
toen hij zo lang op het Hotel-de-Ville<br />
bleef, en fchreeuvvde: FAVRAS! FAVRAS! —<br />
uit eenigen riep de Haatkundige dweeperij in haare<br />
kanibaalfche vrolijkheid: Saute Marquis (*)!<br />
Schoon het volk van Parijs zig in zijn nieuw<br />
charakter, bij deeze terechtflelling onverbiddelijk<br />
getoond had , jegens ieder die op' eene<br />
tegenomwenteling dacht, was het evenwel eenige<br />
dagen tevooren menschlijker geweest, toen twee<br />
jonge mannen van het fchavot om medelijden en<br />
genade fmcekten: de grondbeginfels van de menigte,<br />
betrekkelijk tot Wet en itralfe, Hemmen<br />
niet altoos overeen met de grondbeginfelen der<br />
rechtsgeleerdheid , en zij meet haar medelijden<br />
of haare hardhartigheid niet af naar de<br />
ib-engheid der wet, maar naar den aart van de<br />
misdaad.<br />
(0 Kom op Marquis! Het Franfche woord behelst<br />
nog eene zinfpeeling op de getneene fpreekwijze :<br />
faire lefauttn fair: (gehangen worden.)
176 STAATSOMWENTELING<br />
Twee broeders, A GAS SE genaamd, hadden<br />
valfche acties op de disconto-kas, en valfche koninglijke<br />
effecten gemaakt, waren ontdekt, en door<br />
het chatelet tot de galg veroordeeld.<br />
Hun vader was een man van veele verdiensten<br />
geweest, en reeds overleden; zij hadden ook een<br />
zeer braaven oom, die nog leefde, en op welken,<br />
als mede op hunnen derden broeder, naar de oude<br />
Conititutie van Frankrijk, hunne fchande zou<br />
overgegaan zijn, zo niet de Nationaale Vergadering<br />
kort te vooren een befluit hadde genomen,<br />
dat de ftraffe hen alleen treffen, en geeuzins tot<br />
hunne familie overflaan zoude: dit befluit, het Welk<br />
een van de menschlievendllen is van allen die de<br />
Nationaale Vergadering, in het beloop van haare<br />
verrichtingen, genomen heeft, was door de geheele<br />
Natie met blijdfehap aangenomen, en de<br />
ftrafoefening, aan de gebroeders AGASSE, gaf gelegenheid<br />
, dat hetzelve voor de cerllemaal met<br />
eene algemeene verrukking werd opgevolgd.<br />
Zodra het chatelet, in de eerfte rechtspleegïng,<br />
beide broeders ter dood verweezen had, vergaderde<br />
de wijk St. Honoré, waarvan hun oom Prefident<br />
was, en nam het volgend befluit:<br />
,, De wijk van St. Honoré, is eenpaarig over-<br />
„ tuigd, dat de Staatsburgers, die verlicht ge-<br />
„ noeg zijn om hunne natuurlijke rechten terug
ÏN FRANKRIJK; tyf<br />
tè eifchen, en kloekmoedig genoeg, om de<br />
ketenen van het despotismus tc vcrbreekeu,<br />
b, ook niet langer aan liet fchandelijk juk der voor-<br />
-,, oordeelén moeten onderworpen zijn; dat het<br />
,, zinnelooslte en vloekvvaardigdc van dezelven<br />
zij, de fchande van eenen gefttaftbn misdaadi-<br />
,, ger ook op zijne familie uittebreiden, dat ein-<br />
,, delijk, al ware 't ook, dat de hoogmoed van<br />
eenige rangeu en bedieningen, in dit barbaarscb.<br />
•„ vooroordeel behaagen fchepte-, hetzelve nog-<br />
„ thans' eeuwig moet verfoeid worden, van een<br />
Natie, die van nu af, de misdaad alleen voor<br />
,, zig brandmerken, gelijk de deugd alleen voor<br />
,, zig hoogachten wil.<br />
„ Deeze wijk rekent onder haare meestgeiief*<br />
•,, koosde pligten ook deezen, de rampen , welke<br />
;, haare medeburgeren overkomen , zo veel in.<br />
,, haar vermogen is te verzachten: het ongeluk-<br />
« kig geval, 't welk onzen medeburger A GAS SE<br />
„ in deeze oógenblikken het hart verfeheurt, was<br />
met zekerheid reeds te voorzien, toen de wijk<br />
;, hem, met eenpaarige Hemmen, tot den aanzien*<br />
,, lijken post van Prefident beriep , en zij oordeelde,<br />
dat zij door deeze rechtmaatige hulde,<br />
„ welke zij aan de wezenlijk vaderlandlievende<br />
deugden van deezen Staatsburger deed, denzei-<br />
„ ven tevens eenige gronden tot.zijne gerustlteU<br />
„ Iing zou kunnen aanbieden: thans, nu dit<br />
, T, treurig geval algemeen hekend is geworden,<br />
lh DEEL» M
178 STAATSOMWENTELING<br />
„ moeten liet ook die grondbcginfclen weezen,,<br />
„ naar welken de wijk gehandeld heeft; moeten<br />
„ alle, die deeze grondbeginfelen aankleeven, in<br />
„ hetzelfde oogenblik , waarin de wet den fchuldi-<br />
„ gen ten dood veroordeelt, hunne armen naar de<br />
„ overige fchuldlooze flagtoffers, die het voor-<br />
„ oordeel ter neder werpen wil, broederlijk uit-<br />
„ (trekken, en dezelven met de geheele achting<br />
,,' cn tederheid omhelzen, die hunne perfooneele<br />
„ deugden hen verworven hebben.<br />
„ Dicnvolgends befluit de wijk, dat een be-<br />
„ zending van twaalf haarer leden, met den Vice-<br />
„ prefident aan het hoofd, zig terftond bij onzen<br />
„ medeburger :> GAS SE vervoegen, en hem uit<br />
„ naam van de geheele Vergadering, en van elk<br />
, haarer afzonderlijke leden , een openbaare blijk<br />
van de verkleefdheid en hoogachting, die hij<br />
„ met recht verworven heeft, overbrengen; hem<br />
, de hartlijkfte deelneeming aan zijnen ramp betuigen,<br />
en hem uitnoodigen zal, om fpoedig<br />
in het midden van zijne medeburgcren te verfchijnen,<br />
en den post aanteneemen, welken<br />
zij hem zo eenpaarig en met zo veel genoegen<br />
„ toegekend hebben."<br />
In gevolge dit befluit, vervoegden twaalf leden<br />
van de wijk, verzeld van zestig andereburgers,<br />
zig bij AG AS SE; hij ontving dezelven in den<br />
kring van zijne familie, die men met hem, onder
IN FRANKRIJK. i 79<br />
het blijde handgeklap van alle aanfchouwers, naaide<br />
vergaderde wijk geleidden: eene onoverzicnlijke<br />
menigte menfehen was in de kerk zamengevloeid:<br />
de waardige man wilde fpreeken, doch de traanen<br />
fmoorden zijne item, die zijne dankerkentenis<br />
wdde uitboezemen; allen die hem omringden flooten<br />
hem met wecnende oogen in de armen, en<br />
deeze algemeene aandoening; deeze vunrïge<br />
tegenkanting tegen een fchandelijk vooroordeel,<br />
fchcencn hem den fchoonften troosc te verfchaffeu,<br />
welke de algemeene achting hem aanbieden<br />
kon.<br />
Eensklaps trad BEAULIEU, een algemeen bemind<br />
Tooneellpeeler, en Lieutenant bij een compagnie<br />
van de wijk, te voorfchijn, en verzocht,<br />
dat men hem van deezen post, waarin hij ongemeen<br />
genoegen vond, ontflaan, en denzelven aan den<br />
broeder der ongelukkige AGASSES opdraagen<br />
mogt: „ Zeer gelukkig", zeide hij, „ zou ik<br />
„ mij achten, wanneer dit offer zou kunnen me-<br />
„ dewerken, om een der wreedfte en onrecht-<br />
„ vaardigfle vooroordeelen te vernietigen!" —<br />
een gefchreeuw van goedkeuring, beloonde' hem<br />
voor deeze edele en patriotfche aanbieding; doch<br />
het werd welhaast door LOLT V E L A V E , Hoofdman<br />
van eener Grenadier-compagnie, in dezelfde<br />
wijk, afgebroken: hij Helde voor, dat de ionga<br />
AG AS SE, als grenadier onder deeze c^mpsgnl*<br />
kchoorde, en dat alle zijne kameraads en de Com-<br />
M 2
i8o STAATSOMWENTELING<br />
mandaat van het bataillon vvenschten, dat mett<br />
hem bij hetzelve- eene Lieutenantsplaats mogt geeven:<br />
dit voorltcl ging door; oogenbliklijk nam<br />
LOUVELAYE zijne grcnadiersmuts af,enzettede<br />
dezelve zijnen kameraad op het hoofd: nu begeer<br />
de BEAULIEU, dat men den zoon van den Pre-'<br />
fident, eenen jongeling van veertien jaaren, zijne<br />
plaats fchenken mogt; doch alles riep,, dat hijdoor<br />
dit edelmoedig gedrag, bij zijne medeburgeren<br />
eerst recht bemind was geworden, hij zou zijne<br />
plaats behouden, en de jonge AGASSE zoude<br />
nis boventallig Officier bij de compagnie aangclteld<br />
worden.<br />
Den volgenden morgen vervoegden eenige Gevolmagtigden<br />
van het bataillon der wijk St. Honoré,<br />
zig bij den Prefident AGASSE: de Chef van hetzelve,<br />
SILLY, was aan het hoofd» en deed de<br />
volgende aanfpraak aan hem:<br />
„ Het bataillon van St. Honoré neemt oprecht-<br />
„ lijk deel aan uwe droefheid, en is hier, om,<br />
„ in dezelve te deelen, doch deezen eerften pligt<br />
„ vervuld hebbende, rust nog een tweede op<br />
„ ons, die de onveranderlijke wet van rechtvaar'<br />
„ digheid en reden ons voorfchrijft; te weeten:<br />
„ dat de fchande, die met de misdaad uwer nee-<br />
„ ven gepaard gaat, geenzins mede op u en uwe<br />
famiHe moet vallen; dat ons bataillon alle de<br />
^ nabeftaanden van deeze rampzaligen,. voor zij-
IN FRANKRIJK. iti<br />
„ ne broederen aanneemt, en u vriendfchap, eens-<br />
,, gezindheid en bijftand, als mede alle overige<br />
j, gevoelens toewijdt cn toezweert, welke u moe-<br />
,, ten geworden voor deugden, wier glans nog<br />
e, door uw tegenwoordig ongeluk verhoogd<br />
„ wordt,"<br />
Vervolgends keerde hij zig tot den broeder der<br />
twee veroordeelden, en zeide:<br />
„En gij, jonge edele man! gij wordt van uwe<br />
,, kameraaden verwacht, om van dezelven een<br />
,, openbaar bewijs van hunne broederlijke gene-<br />
„ genhcid voor u te ontvangen."<br />
Nu fprak hij den veertierijaarigen zoon van dca<br />
Prefident aan:<br />
„ En gij, veelbeloovende zoon van een eer-<br />
,. waardigen vader! ook gij zult van de familie,<br />
,, die u onder zig opneemt, een blijk van de te-<br />
,, derbartigftc vriendfchap ontvangen."<br />
De Gevohnagtigden namen de twee jöngc mannen<br />
mede naar de Louvre, voor welks gallerij het<br />
bataillon op het groene plein, met wapenen en<br />
vaandels gefchaard ftond : de Hertog van A IJ-<br />
SI o N T , Chef der divifie, en SILLY, de Commandant<br />
van 't bataillon, waren aan het hoofd:,<br />
met toeftemming van den Marquis DE LA FA-<br />
M 3
j8a STAATSOMWENTELING<br />
YETTE en van den Generaal-Majoor van GO u-<br />
VINON, las SILLY het befluit voor, door de<br />
burgers van de wijk St* Honorè genomen , en<br />
keerde zig vervolgends tot de twee jonge AGAS<br />
SE s, en fprak dezelven aldus aan:<br />
„ Het bataillon van St. Honorè heeft u bij voor-<br />
„ raad plaatfen onder zig opgedragen : u (tot den<br />
„ oudflen) de plaats van Lieutcnant bij de grena-<br />
„ diers, en u (tot den zoon van den Prefident)<br />
dezelfde plaats bij de eerlte compagnie: het<br />
„ bataillon twijfelt niet, of de Chef der nationaa-<br />
,, le militie van Patijs,cn de Municipalitcit, zul-<br />
„ len u in deeze plaatfen bevestigen, en hoeft<br />
„ mij benoemd om u de vcrfierfclen van dezelven<br />
,, ter hand te Hellen; neemt dezelven uit de han-<br />
,, den van uwen Generaal, gelijk die twee de-<br />
,, gens; vergeet nimmer, dat deeze belooning<br />
aan de deugd gegeven wordt, en dat dc deugd<br />
,, alleenlijk door pcrlbonecle fchuld kan verduis-<br />
„ terd worden.-".<br />
Nu werden de trommen geroerd, de Marquis<br />
DE LA FAYETTE klein van het paard, verklaarde<br />
beiden voor Ofliciers, tn gaf hun de degens<br />
over: de jonge mannen konden hunne aandoening<br />
niet verbergen, en deelden dezelve aan alle de aanfchouwers<br />
mede : het bataillon defileerde voorbij<br />
deu Gentraal, naar dc kerk Si. Honoré, alwaar<br />
hetzelve een. plechtige mis bijvvoonde; de Prtfi-
IN FRANKRIJK. rtj<br />
dent AGASSE had her genoegen, van tijd tot<br />
tijil de burgers van geheel Parijs bij zig te zien of<br />
te ontmoeten, allen om te toouen, hoe zeer zij<br />
in zijne fmart deelden, en hoe verre zij 'er af waren<br />
, om hem de gevolgen van een onrechtvaardig<br />
vooroordeel te laaten ondervinden.<br />
Deeze tooneclen hadden de gemoederen, als 't<br />
^arc, tot een gevoel van medelijden voorbereid,<br />
en het was natuurrijk, dat zig een groot gedeelte<br />
daarvan zelfs tot de fchuldigen uitllrcktc: doch de<br />
voltrekking van hun vonnis werd daarom niet uitgefleld,<br />
hoe veel hoops ook de twee jonge misdaadigers<br />
uit dat geene, wat met hunne familie gebeurd<br />
was, meenden te mogen fcheppen: deeze<br />
hoop, die niet vervuld werd, fcheen hun de laatfte<br />
oogenblikken vreeslijker te maaken, dan zij<br />
buiten dezelve wel zouden geweest zijn: zij riepen<br />
, toen men hen ter dood leidde, om genade ^<br />
cn llrektcn, ftaande, hunne armen over de menigte<br />
uit: deeze werd op éénmaal aangedaan, en riep<br />
als uit éénen monde: ,, Genade! genade!" doch<br />
de wet bleef onwrikbaar, en beiden ontvingen<br />
hunne draf: de ligchaamen werden aan de familie<br />
uitgeleverd.<br />
Dc ijver der Natie, om de befluitcn van haare<br />
Vertegenwoordigers invloed en gehoorzaamheid te<br />
verfchatfen, was kort te vooren geheel algemeen en<br />
vuurig geworden, door dat de Koning zig bij de<br />
M 4
ï§ 4<br />
STAATSOMWENTELING<br />
rdeuwo.ntworpene Conltitutie, op eene plechtig»<br />
Wijze gevoegd had: de bijzonderheden van di.t ge-:<br />
yal, vertoonden een-van de grootlte en aandoen-<br />
lijklte fchouwfpclen, welke geduurcude het ge<br />
heele beloop der omwenteling, die zo, veclen daar<br />
van opleverde, gezien zijn (*),<br />
Reeds in het laatfte van de maand Januarij liep<br />
het gerucht, dat de Koning eerstdags eene zitting<br />
der Nationaale Vergadering zoude bijvvooncn, en<br />
in de eerfte dagen van Februarij werd het beves<br />
tigd , djt hij niet alleen haare raadplegingen hoo<br />
ren, maar eenen Hap doen wilde , welke het ze-<br />
,gel op dc bevochtcne vrijheid en de nieuwe Staats-,<br />
gelleldheid drukken zoude: geheel Parijs was gc T<br />
.deeltelijk in een blijde, gedeeltelijk in een onrusti<br />
ge verwachting, en veclen twijfelden, of het plan<br />
des Konings daarbij wel zo, als liet opgegeven<br />
was,weezen zoude;veelen wenscheen ook,dat her<br />
zo niet zijn roogtc; doch het grootllc gedeelte van do<br />
geenen, die 's Konings gedrag, geduurende de<br />
geheele omwenteling gehouden, befpied hadden ,<br />
.bleef overtuigd, dat hij ook deezen flap, over*<br />
ccnkomflig met zijne betoonde" handelwijze , doen<br />
(*) De Schrijver, was daarvan geen ooggetuiga<br />
meer, doch hij. bedient zig bij de befehrijving van<br />
•hetzelve van twee bijzondere brieven, en van de<br />
berichten, welke het j.ourva/ de Paris daarover heeft<br />
aedegcdeekl.
IN FRANKRIJK. 185<br />
Koude, en deeze verwachtten met vertrouwen en<br />
blijdtcliap den bepaalden dag, terwijl de overigen<br />
dcnzclven ten deele met bekommering, ten deele<br />
met verontwaardiging te gemoet zagen,<br />
Den derden van de maand Februarij, vernam<br />
men eindelijk met zekerheid, dat de Koning den<br />
volgenden dag verfchijnen zoude: zeer eenvoudig<br />
was de tóeftel om hem te ontvangen, dc armftoel<br />
van den Prefident, als mede de trappen, die tot<br />
denzelven opleidden, werden met een nieuw,<br />
met leliën verfierden vloertapijt belegd, en naast<br />
deezen armftoel werd een gewoone ftoel geplaatst;<br />
op den eerflen zou de Koning, en op den laatlten<br />
dc Prefident zitten.<br />
Eene onnoemelijke menigte van aanfehouwers<br />
drong door tot op de fpreekltoelcn en het groot<br />
amphitcatcr: de zitplaatfen- voor de leden der Nationaale<br />
Vergadering waren alle bezet: deeze lieten<br />
zig daardoor.in hunnen arbeid niet ftooren, cn<br />
raadpleegden over de vorming der wijken tot het<br />
oogenblik toe, waarin de volgende woorden, eigenhandig<br />
door den Koning gefchreven, aan den<br />
Prefident ingeleverd werden: „ Ik maak u be-<br />
,, kend, Mijnheer Prefident! dat ik tegen twaalf<br />
,, uure in dc Nationaale Vergadering zijn zal, 011-<br />
„ gedwongen cn zonder omflag:" eenige leden<br />
der Vergadering werden hem ten gemoete gezonden,<br />
en hij verfcheen op het bepaalde uur, met<br />
M 5
i86 STAATSOMWENTELING<br />
twee OfHcicrs van de nationaale militie, en eenige<br />
pages vóór en achter zig: zodra de deurwaarder<br />
riep: Le Rot! ftond de geheele Vergadering op,<br />
en de menigte der aanfehouwers, als inééngepakt,<br />
de een genoegzaam boven den anderen zweevende,<br />
ftak hetligchaam met oor en oog, vol van verwachting,<br />
vooruit, en de gewelven weêrgalmden<br />
van eene algemeene'fchreeuwendewelkomgroet,zo<br />
lang tot de Koning bij den voor hem beftemden<br />
armftoel gekomen was: naast en achter hem Honden<br />
de Ministers, en aan zijn linker zijde de Prefident:<br />
hij was eenvoudig in 't zwart gekleed, met<br />
den hoed in de hand: hij zettede zig niet neder;<br />
dc Nationaale Vergadering, benevens haar Prefident<br />
, bieeven insgelijks ftaan; alles verzonk eenflags<br />
in een diepe ftilte, cn men kon de ingefpannenc<br />
verwachting van allen, in een enkelen op zijnen<br />
mond ftaarenden blik, duidlijk leezen; in dc<br />
eerfie oogenblikken fcheen hij verlegen en benaauwd<br />
tc weczen, 't welk echter ophield toen<br />
hij zijne redevoering zelve begon.<br />
„ Dc hagchelijke omfiandigheden, waarin dc<br />
„ Staat zig bevindt," dus zeide hij, „ brengt<br />
„ mij in 't midden van uwe vergadering; de tel-<br />
„ kens meer veldwinnende verfcheuring van alle<br />
„ de banden der geregelde orde en gchoorzaam-<br />
„ heid , de HilHand of werkeloosheid van het<br />
,j recht, het misnoegen ontfprooten uit een pcr-<br />
„ foneel verlies, de tweefpalt der partijen, de
IN FRANKRIJK. l 8 7<br />
„ gevaarlijke haat, opwellende uit eene aanhou-<br />
„ dende tegenipraak, dc netelige toeltand der<br />
„ financiën, en eindelijk de algemeene gisting der<br />
„ gemoederen, dit alles fchijnt zig te veréénigen,<br />
„ om de ongerustheid der waare vrienden van den<br />
>> Staat, over eene gelukkige en gelukkigmaakende<br />
ontwikkeling van deszelfs herboorte te voe-<br />
„ den.<br />
,, Een groote bedoeling ligt voor uwe oogen en<br />
„ vordert uwe poogingen, doch zij moet bereikt<br />
worden zonder nieuwe onlusten, zonder nièti-<br />
,, wc beroeringen; langs eenen meer genisten en<br />
,, minder ruwen weg, meende ik u derwaards te<br />
„ leiden, toen ik het befluit nam, om u rondom<br />
„ mij te vergaderen, en de begaafdheden, kun-<br />
„ digheden en wenfehen van de Vertegenwoordi-<br />
„ gers der Natie, tot haare welvaart te verééni-<br />
M S C1]<br />
; doch mijn geluk en mijn glorie , zijn daar-<br />
,, om niet minder ten naauwlte verbonden aan het<br />
,, gelukkig gevolg van uwe poogingen."<br />
Bij deeze laatfle Woorden werd de Koning voor<br />
de eerltemaal, door een algemeen hpndgeklap gcftoord:<br />
dc inleiding der redevoering, die den<br />
hoorderen uit den mond van den Grootzegelbewaarder<br />
fcheen voordgekomen te zijn, had niet<br />
bepaald, of zij een klagte over de omwenteling,<br />
dau een voorfchrift voor dc Vertegenwoordigers<br />
der Natie behelzen zoude, en was' derhalven met
£88 STAATSOMWENTELING<br />
eenige ongerustheid gehoord; doch de laatfte volzin<br />
ontdekte duidelijk het oogmerk waarom de<br />
Koning thans aanwezig was.<br />
Men bedaarde weder, toen hij het woord andermaal<br />
opvattede, en zig breedvoerig daarover uitliet<br />
, dat hij bij de algemeene gisting, over de veiligheid<br />
der Nationaale Vergadering had gewaakt;<br />
het gebrek aan koorn cn brood was voorgekomen<br />
, en in wcêrwil van de verwarring in de financiën;<br />
in weerwil van het verlooren credit en de<br />
vermindering der inkomften, de daaruit voordvloejende<br />
onlusten, ten ininflen met opzicht tot geweldige<br />
uitbarftirtgen, geweerd, werk verfchaft,<br />
en ook van buiten vrede en vriendfchap met de<br />
Europifche Mogendheden had weeten te behouden.<br />
Dit alles waren gebeurde zaaken, cn een algemeen<br />
toejuichend handgeklap erkende zulks: nog<br />
onverduldiger werd het dankgevoel der menigte,<br />
bij de volgende plaats van zijne redevoering:<br />
„ Dewijl ik u derhalvcn tegen groote floorenis-<br />
„ fen heb beveiligd, die'uwe zorgvuldigheid ge-<br />
,,, maklijk hadden fchokken, en uwen arbeid verpielen<br />
kunnen, oordeel ik, den tijd geboren<br />
„ tc zieu, waarin de welvaart van den Staat ver-<br />
,, eischt, dat ik mij nog hepaalder cn duidelijker<br />
5, met H vereenige, ten einde te kunnen bevorde-
IN FRANKRIJK. xRo<br />
,, ren en uitvoeren, 't geen gij voor eenen nicuwen<br />
gelukkiger toeltand des Rijks gedaan hebt:<br />
„ ik kan geen gepaster tijdftip verkiezen, waarin<br />
„ gij mij dc bciluiten ter bekrachtiginge voor-<br />
„ Helt, die verordend zijn, oin eene vorming.in<br />
„ het Koningrijk intevoeren, die eenen gewigti-,<br />
,, gen en gelukkigen invloed op de welvaart mij-<br />
„ ner onderdaaneu en op den algemeenen bloei.<br />
,, des Rijks hebben zal."<br />
Mier werd het handgeklap en toejuichend gefchreeuw<br />
lterker dan te vooren, en alzo het gedruis<br />
driemaal op nieuw hervat werd , hoorde<br />
men bijna niets van dat geene, 't welk de Koning<br />
over de provinciaale Vergaderingen zeide, waartoe .<br />
hij, reeds tien jaaren geleden, zijne toeltemming had<br />
gegeeven, en die thans, aangaande haare'geiteld-,<br />
heid, door de Nationaale Vergadering gevormd eri<br />
bevestigd was.<br />
„ Ik zal," vervolgde hij, ,, deeze uitgeflrekte.<br />
,5 vorming, waarvan, gelijk ik volkomen over-<br />
3 < tuigd ben, de welvaart van geheel Frankrijk<br />
„ afhangt, door alle de middelen, die in mijne<br />
„ magt ftaan, begunltigen en onderlteunen."<br />
Het onverduldig gevosl der hoorderen ftoovde<br />
hem hier wederom, en het duurde wel eenige mi<br />
nuten, aleer hij zijne rede kon vervolgen: hij.<br />
fprak van eensgezindheid en rust, als de eenigfte
ipo STAATSOMWENTELING<br />
middelen, waardoor men eene ftaatsgefleldheid,<br />
die een aanhoudend geluk zou bezorgen, volmaaken<br />
konde.<br />
„ Laat de geheele wereld weeten en zien ", zei.<br />
de hij, „ dat de Monarch en de Vertegenwoordi-<br />
,, gers der Natie, flechts dén belang, flechts éc-<br />
„ nen wensch hebben, op dat de Provinciën daar-<br />
„ van mogen overtuigd, en de geest der rust en<br />
„ gezeggelijkheid daardoor overai verlprcid wor-<br />
„ den, en opdat alle braave Staatsburgers, die<br />
,, den Staat door hunne kundigheden en ijver wee-<br />
„ zenlijke dienften kunnen doen, hunne plaatfen<br />
in de afzonderlijke afdeelingen van een alge-<br />
,., meen rijksbeftuur aanvaarden, wier aanéénfeha-<br />
„ keling en verband, de orde en het geluk van<br />
„ het Rijk moeten herftellen en grondvesten.<br />
„ Wij kunnen en mogen het niet ontkennen,<br />
„ dat 'er nog veel moet gedaan worden, om dit<br />
,, oogmerk te bereiken: flechts één wil, flechts<br />
„ ééne kracht, eenpaarig opgevat en eenpaarig te<br />
„ werk gefteld, kan ons derwaards leiden: gaat<br />
,, derhalven voord in uwe poogingen, zondereen<br />
„ zucht voor iet anders, wat het ook zij, dan<br />
,, voor de algemeene welvaart: vestigt uwe oplet-<br />
„ tendheid altoos eerst op de vermindering van<br />
,, de lasten des volks, en op de openbaare vrijheid;<br />
vergeet echter ook niet, om eiken zweem<br />
„ en betooning van wantrouwen te weeren, en
IN FRANKRIJK. i 9t<br />
„ neemt zo fpoedig als mogelijk, de bekommeringen<br />
weg, die een groot gedeelte van Frank-<br />
„ rijk's burgers buiten hun vaderland houden,<br />
„ en wanneer dc oorzaaken zo ftrijdig zijn met de<br />
,, wetten van veiligheid en vrijheid, welken gij<br />
„ wilt invoeren: niet, dan uit een algemeen gc-<br />
,, noegen kan de welvaart des Staats ontfpruiten;<br />
„ overal zien wij een gelukkige hoop voor ons<br />
,, ontluiken; laat ons onvermoeid trachten, om<br />
,, het geluk zelf overal te grondvesten."<br />
Dit gezegde werd als voortreffelijk uitgefproken,<br />
en tevens liefderijk gedacht, mede door een<br />
woest handgeklap toegejuicht; doch, zo mogelijk,<br />
nog flerker, het volgende, wanneer hij zeide:<br />
dat alle burgers van Frankrijk met den tijd<br />
zouden overtuigd worden, dat Stand noch rang<br />
noodzaakelijk waren, om het algemeen welzijn te<br />
beoogen; dat verdienden met opzicht tot het vaderland,<br />
de eenigde deugd, de eenigde orde was;<br />
dat de geweezen hooger Standen des Rijks wel iet<br />
verlooren; dat hij mede in hetzelfde geval was;<br />
doch dat hij in den aangroei van de algemeene welvaart<br />
eene volkomene fchadelooshouding vond, en<br />
dat hij deeze verzekering uit het binnenst van zijn<br />
hart hier openlijk uitboezemde.<br />
Eene algemeene ontroering bemagtigde de gemoederen,<br />
en de aandoening, waarin zij geraakten<br />
, fcheen niet van den
192 STAATSOMWENTELING<br />
degedeeld, maar allen in hetzelfde oogenblik éénflags<br />
gevoeld te worden: nög meer ftofs daartoevond<br />
men in de volgende woorden des Konings:<br />
„ Ik zal derhalven dé vrijheid, wier groildbc-ginfelcn<br />
door den wensch der geheele Natie, en<br />
„ door mijn eigenen wenseh geheiligd zijn, hand*<br />
„ haaven ert in haare geheele uitgeltrektheid in<br />
,, ftand houden; ik zal nog meer doen ; ik en de<br />
3, Koniilgin, die in alle mijne gevoelens en oVcr-<br />
3, tuigingen deelt, zullen vroeg beginnen met het<br />
3, verltand en hart van mijnen zoon, tot de niéuwe<br />
gelteldheid der zaaken voorteberciden; hif<br />
,, zal zig van de vroegfte kindschheid af gewen-<br />
,, nen, om alleen in het geluk der burgeren zijn<br />
3, geluk te vinden; hij zal zig, in weênvll van<br />
,, de ftreelende tong der vleiers, overtuigen, dat<br />
,5 een wijze ltaatsgelteldheid hem tegen de gevaar-<br />
„ lijke misitappeu van onbedreevenheid bevei-<br />
,, ligt, en dat een welgeregelde vrijheid een nieu-<br />
„ we waardij verleent, aan het gevoel Van liefde<br />
,, en trouw, waarvan de Natie, in een reeks van<br />
,, eeuwen, haare Koningen zulke herhaalde en<br />
•„ aandoenlijke blijken heeft gegeven*<br />
lïet duurde al vrij lang, eer het aan ftof en herhaaling<br />
ontbrak, tot uitbarfting van toejuiching,<br />
aandoening en verrukking,waarvan 's Konings woorden<br />
in het luidruchtigst gefchreeuw, en onder traa-><br />
iaën en fnikken gevolgd werden: deeze gezegden<br />
maak"
DeKoning 1<br />
bevestigt de nieuwe Constitutie den<br />
4 3?ebruarij 1790.
IN FRANKRIJK. 193<br />
maakten een geweldigen indruk op de hoordcren,<br />
en wanneer 1.ODEWIJK DE ZESTIENDE ooit<br />
het tijdllip wil bepaalen, waarin hij in den eigenlijken<br />
zin van zijne Natie aangebeden werd, zal<br />
hij de oogenblikken moeten kentekenen, waarin<br />
bij deeze woorden uitfprak, cn waarin dezelfdewoorden<br />
van de burgeren der Provinciën, in de<br />
openlijke nieuwspapieren gelezen werden.<br />
FJij herhaalde nu nog breedvoerig eenige wen-"<br />
fchen, die hij wegens de verhaasting van eene vaste<br />
llaatsgedeldheid, dc herftelling van de openbaare<br />
rust, de 1'chikking in de financiën, de bepaaling<br />
der juilitic enz: aan de Nationaale Vergadering had<br />
voorteftellen, cn befloot eindelijk met de volgende<br />
woorden:<br />
,, Hoe zeer wenschte ik, dat deeze dag, op<br />
,, welken uw Koning zig zo openhartig en ver*<br />
„ trouwelijk met u tot denzelfden arbeid verbindt,<br />
j, een gedenkwaardig tijdgewricht in de gefchie-><br />
,, denis van het Rijk mogt wor'en! hij zal het<br />
„ weezen, ik hoop 't, wanneer mijne vuurige.<br />
„ wenfehen en dringende bede een fein tot vrede<br />
„ en eendragt onder u worden! 0 dat toch allen ,<br />
„ die met den geest van eendragt, welke voor;<br />
t,, ons zo noodzaakelijk is, nog niet bezield wor-ï.<br />
,, den, mij dc herdenkingen, die hen het hart<br />
,-, grieven, ten offer wilden brengen ! met mijne<br />
M ë^ele dankbaarheid en liefde, zoude ik had<br />
II» DEEL, N
l 9 4 STAATSOMWENTELING<br />
„ daarvoor betanlen! laat ons van dcczcn dag af,<br />
„ en ik ga u daarin vóór, laat ons flechts ééne over-<br />
„ tuiging, één zclfsbelang, éénen wil aankleevcn,<br />
„ om dc nieuwe ftaatsgefleldheid getrouw te zijn, en<br />
3, de vrede, het geluk en de bloei van ons vaderland,<br />
„ met eenen onbezweeken ijver te bevorderen."<br />
Hier floegen de betooningen van vreugde en<br />
toejuiching over, tot een eenig geweldig en verward<br />
gefchrceuw, het welk, veréénigd met het<br />
geklap van meer dan tienduizend handen, een geheel<br />
uitmaakte, 't welk even zo plegtig als belachelijk<br />
was, en door dc menigvuldige beweegingen<br />
van hoofd, wezenstrekken en armen, waarin men<br />
dc hartstochten van eiken afzonderlijken aanfehou-<br />
\ver gefchetst zag, tot den hoogften top van<br />
nieuwheid in dc afwisfeling, maar ook van zeldzaamheid<br />
en buitenfpoorige verrukking rees.<br />
Na dat het gedruis eenigzins verminderd was,<br />
trad de Prefident der Nationaale Vergadering voor<br />
den Koning, en zeide:<br />
„ Met het levendigfte gevoel van dankbaarheid ,<br />
s, hoewel zonder dat het haar vreemd voorkomt,<br />
5,.ziet de Nationaale Vergadering het vaderlijk en<br />
B, vertrouwelijk gedrag van uwe Majesteit.<br />
Gij wist, SIRE! (en hierom verfmaadet gij<br />
£ ook dc pracht en praal des troonsj) gij wist,
IN FRANKRIJK. l p-<br />
,, dat gij u, om alle gemoederen tc overtuigen,<br />
„ en alle harten aan u tc verbinden, flechts in den<br />
„ eenvoudigen glans uwer braafheid en oprecht-<br />
,, hcid behoefdet te vertoonen; en wanneer liwe<br />
„ Majesteit te midden van de Vertegenwoordi-<br />
„ gers der Natie verfehijnt, ten einde met hun<br />
„ tevens de gelofte te doen, dat gij de nieuwe<br />
„ ftaatsgefleldheid zult beminnen , in ftand hou-<br />
,, den en handhaven, dan zal ik mij wel zorg-<br />
,, vuldig wachten , door een fchets het gevoel en<br />
„ de blijken van dankbaarheid, eerbied en liefde<br />
„ te verzwakken, die & \ T<br />
atic aan de vaderland sa<br />
liefde van haaren Koning verlchuldigd is, maar<br />
„ de uitdrukking van dezelven uverlaaten aan het<br />
„ zuiver gevoel, het welk in deeze oogenblikkcn<br />
„ uit de burgeren van Frankrijk zetven fprceken<br />
„ zal."<br />
Deeze woorden van den Prefident, werden Itttf.<br />
eene algemeene goedkeuring opgenomen cn beloond:<br />
de Koning verwijderde zig, en eene groote<br />
menigte drong met handgeklap achter hem in.<br />
Dit tooneel had zodanigeu indruk op de Nationaale<br />
Vergadering gemaakt, dat men dacht, zij<br />
Zoude fcheiden; maar zij bleef, en bet eerite voorftel<br />
dat 'er gedaan werd, was, om eenige Ge-<br />
Volmagtigden tc verkiezen, en aan dezelven optedraagen,<br />
om den Koning en de Koningin heden<br />
nog kennis te geevan van de uitdrukking der dank-<br />
N a
196 STAATSOMWENTELING<br />
baarheid en vreugde der Nationaale Vergadering:<br />
dit voorftel werd eenpaarig goedgekeurd. ,<br />
GOUPIL VAN PREFELN oordeelde, dat het<br />
tuir, waarin de itaatsgciteldheid zo plechtig erkend<br />
was, ook moest belteed worden,. om den<br />
burgereed afteleggen , die alle burgers van het<br />
Rijk aan dezelve verbond :• het formulier van den<br />
eed was het volgende:<br />
„ Ik zweer de Natie, de Wet en den Koning<br />
„ getrouw te zullen aankleevcn , cn met alle VCÏ-<br />
„ mogens de Conltitutie in lland te houden, die<br />
„ dê Nationaale Vergadering opgelteld , cn de<br />
,, Koning aangenomen en bekrachtigd heeft."<br />
In den beginne was men van gevoelen, dat alle<br />
Gevolmagtigdcn deezen eed te gelijk zweeren moesten;<br />
doch men begreep welhaast, dat dezelve nog<br />
heiliger zijn, en de ziel een nog plechtiger gevoel<br />
inededeelen zoude, wanneer hij door ieder afzonderlijk<br />
bij het oproepen van zijnen naam, voor de<br />
Nationaale Vergadering werd uitgefproken; zulks<br />
gefchiedde ook; de Prefident fprak eerst het geheele<br />
formulier uit, en vervolgends klommen de<br />
overige Gevolmagtigden, elk afzonderlijk, op het<br />
fpreckgeltoelte, en zeiden met een opgeheven hand:<br />
Ik zweer het!<br />
Naauwlijks konden de aanfehouwers bij hunne
IN FRANKRIJK. i 9 7<br />
aanhoudende verrukking wachten, tot dat de Gevolmagtigden<br />
gezworen hadden: alle de mannen<br />
en vrouwen, grijsaarts cn kinderen, op de gallerijen<br />
en op het amphiteater, hieven in een verward<br />
gewoel de 'armen op; elk riep: Ik zweer het! en<br />
omhelsde hem of haar, die naastltaande was, met<br />
blijde traanen: voor de zaal der Vergadering fchooten<br />
duizenden van aanfehouwers toe, tot welke de<br />
verrukking der geenen, die binnen waren, overging,<br />
en die Onder den vrijen hemel den piechtigen<br />
eed overluid herhaalden.<br />
Tegen den avond kondigde de toeloop des<br />
volks naar het Hotel-de-Ville, ook hier een plechtig<br />
tooneel aan : de geheele Municipaliteit was aldaar<br />
vergaderd, en deed, in getale van driehonderd<br />
leden, den burgereed: een onnoemelijke menigte<br />
volks drong toe, cn verwachtte met ongeduld<br />
den eerden wenk, om hetzelfde te doen: de<br />
Maire verfcheen eindelijk met twaalf Gevolmagtigden<br />
op de trappen, herhaalde den eed, en had<br />
denzelven naauwlijks iiitgeiproken , of de ge-heelc<br />
onmeetelijke drom van vergaderd volle,<br />
Ichreeuwde hem mede uit: het was eene verrukking,<br />
die Qogenbliklijk de inwooneren van geheel<br />
Parijs bemagtigde, en in het midden van dc ftad<br />
zodra niet uitgeboriten was , of zij rolde, aan alle<br />
hoekeu van dezelve, van ieders lippen en uit ieders<br />
hart: brieven en openbaare nieuwspapieren gingen,<br />
deezen dag nog uit de hoofditad, en ftorttcn deezo<br />
N 3
198 STAATSOMWENTELING<br />
patriotfchc dronkenfchap over de afgelegenftc Provinciën<br />
uit; zij openbaarde zig welhaast in geduurige<br />
herhaalingen van het eerde plechtig bedrijf;<br />
cn burger en foklaat, Municipaliteit en Stafofficier<br />
, zwoer overal, in geheel Frankrijk , om<br />
den. Koning, de Wet cn dc nieuwe. Staatsgeftcldheid<br />
getrouw te zijn, even als kort daarna alles<br />
zwoer, om elkander eene onderlinge broederliefde<br />
te zullen tocdraagen: thans ontdond ook de eerde<br />
gedachte aan een plechtig bondgenootfehap tusfehen<br />
alle de burgers van Frankrijk, welk ontwerp<br />
naderhand op den verjaardag der vrijheid uitgevoerd<br />
werd, en met eene menigte v:in aandoenlijke<br />
toonceleu gepaard ging.<br />
Noodzakelijk moesten, van deezen tijd af, dc<br />
bezigheden der Nationaale Vergadering, rasfeher<br />
cn met meerder vastigheid voordgaan, dan te vooren,<br />
toen men de luidruchtige en algemeene verklaaringen<br />
der Natie, om dezelven aantcneemen<br />
en doortezettcn, nog niet onder go veel gewoels<br />
had vernomen: zij had van den eerden dag van<br />
het jaar 1790 af, de gewigtjgde ftukken der nieuwe<br />
ftaatsgedcldheid doorgezien , verhandeld en<br />
bcflotcn; zij had de plans over de Municipalitciten,"over<br />
de provinciale cn andere vergaderingen,<br />
bij verkiezing bijéén geroepen, die in den<br />
gehcclen Staat plaats zouden hebben, en de voorflagen<br />
tot eene nieuwe vcrdeeling van het .Koningrijk<br />
onderzocht, ten deele verworpen, ten dee-
IN FRANKRIJK. 199<br />
le aangenomen cn uitfpraak daarover gedaan; zij<br />
had de vrijheid der drukpers verhandeld; zij had<br />
de Joodcn niet alleen van, verdraagzaamheid, maar<br />
zelfs van burgerlijke rechten verzekerd, en hen<br />
reeds, ten voorbedde, tc Bourdeaux, tegen daadlijke<br />
aanranding van den Nijd befchermd; en eindelijk<br />
had zij haare raadpleegingen over de financiën,<br />
over den toeftand der nationaale fchuld, cn dc<br />
vcrfchcidcne daarover ingebragte voorflagen en<br />
plans, voordgezet.<br />
Vervolgcnds hield zij zig bezig met de nieuwe<br />
gefteldheid der rechtspleeging; met dc vernietiging<br />
der kloosters en kloostergeloften, en met<br />
eene nieuwe burgerlijke gefteldheid der Gêestlijks<br />
heid; met dc bcpaaling cn verbetering van debetrekking<br />
der armee tot de Natie en haare innerlijke<br />
inrichting; met de volftrektc vernietiging der<br />
leendiensten; met de aangelegenheden der volkplantingen,<br />
en haare betrekkingen tot het moederland;<br />
met de verdeeling der belastingen en onderdrukking<br />
der zoutpaebt; met de koninglijke bevelbrieven<br />
, {lettres de cachet;) met den voorgeftelden<br />
aankoop der geestlijke goederen door de Munjcipaliteiten;<br />
met de disconto-kas; met den handel<br />
naar Indien en de IndiJcJie Compagnie; met de<br />
aslignaaten; met de ontdekking en uitgaave van<br />
het zogenoemde Roode Boek; met de nieuwe vorming<br />
der Municipaüteit in Parijs; met het recht<br />
van den Koning, om oorlog te vcrklaaren en vrede<br />
N 4
209 STAATSOMWENTELING<br />
te fluiten; met dc aahftclHng ,hct getal en de bezolding<br />
der Ministers; en eindelijk nog met een menigte<br />
van andere onderwerpen, min of meer betrekkelijk<br />
tot de nieuwe Condi'tutie, hij voorbeeld, met<br />
de beflisfing over de penfioenen, die in 't vervolg<br />
nog zouden betaald worden; over de civile lijst des<br />
Konings , over den weduwezetel der Koninginne,<br />
over de invordering van de patriotfche giften , over<br />
de Parlementen, over de bedelaarij, de bezorging<br />
der armen, en de bezigheid der daglooners; over<br />
de hérftelling der verjaagde Hugenootcn in hunne<br />
goederen, en eindelijk over de belooningen, die<br />
toegedaan zouden worden aan dc geenen , die aan<br />
het vaderland, op dc eene of andere wijze, eenen<br />
aanmerkehjken dienst zouden doen.<br />
Alle deeze raadpleegingen werden van tijd tot<br />
tijd afgebroken door minder gewigtigen, waaraan<br />
de Vergadering de tweede helft van haare zittingen<br />
bclloot te befteeden: de hinderpaalen en oneenigheden,<br />
welken uit haare vcrfchillende betrekkingen<br />
noodzaakelijk moesten ontdaan , openbaarden<br />
zig in het beloop van haare bezigheden, altoos<br />
nog, ten deele met meerder drifts, ten deele ook<br />
met meerder zachtzinnigheid; doch de volkspar<br />
tij, die altoos nog MIRABEAU, BARNAVE,<br />
KAR EL VAN LA MET II en andere, of voortreffelijke,<br />
of flechts woelige mannen aan het hoofd<br />
hadden, behield de overhand over de ariftocratijfcbx_„<br />
o.ultr welke zelfs (nu nog de Abbéën MAL-
IN FRANKRIJK. zot<br />
R Y , ESPREMENIL, dc Vicomte Vail M I R Af<br />
« E A U enz. voornaamlijk uitmuntten , en zig<br />
blootdcldeu aan het gevaar, om van liet volk in<br />
Parijs, zo niet verfeheurd, nogtbans gemishau*<br />
dehi te worden: het laaide kwam hen een cn andermaal<br />
over, kon hen echter bij hunne hardnekkige<br />
gemoedsgedeldheid niet beweegen, om na<br />
den anderen kant overtegaan : de afzonderlijke partijen<br />
, die zig buiten de twee hoofdpartijen, in de<br />
Nationaale Vergadering nog bijéén gevoegd hadden,<br />
cn onder den naam van patriotfche en Jacobijner-elubs,<br />
van Modcrés en Impartiaux, hunne<br />
plans of wenfehen vóórhelden , Haan wij over,<br />
omdat derzelver denkwijze en bezigheden, zo als<br />
hunne vervolgingen en vergodingen, bekend ge^<br />
noeg geworden zijn.<br />
F)é gistingen, welken nog hier cn daar in de<br />
Provinciën en zelfs in Parijs ontftonden, waren<br />
niet meer zo algemeen en geducht, dat zij de l ezigheden<br />
der Nationaale Vergadering hadden kunnen<br />
hooren , cn haar vertrouwen bij de Natie<br />
vermindereu : de garnifoenen van verfchcidene<br />
deden waren onrustig, en hielden ibmtijds<br />
eene flagting onder elkander; de godsdiendige<br />
dweeperij, door de Priesters opgedookt, dak hier<br />
en daar het hoofd op, en dorttede bloed; broodgebrek<br />
zettede, in eenige deden, tót volk aan<br />
tot oproer, en tot herhaalde bloedige terechtdellingeij;<br />
eenige Parlementen verzetteden zig, en<br />
N 5
sas STAATSOMWENTELING<br />
fpandcn het laatfle overfchot van hunne krachten<br />
in, om/de nieuwe fchikkiug der zaaken omver te<br />
itooten; doch alle deeze vcrl'chijniëlen moesten<br />
wijken voor dc ftandvastigheid der overal gevormde<br />
burgermilitie, die ten deele met goedheid cn<br />
vóorfWHngen, ten deele met eenen önbezweeken<br />
moed en geweld, op de gehoorzaamheid jegens de<br />
befluitcn der Nationaale Vergadering, en de openbaare<br />
rust en veiligheid een waakzaam oog had.<br />
In Parijs zelf bewaarden DE EA FAYETTE<br />
cn BAILLY de noodige rust, door de achting,<br />
welke het volk hun toedroeg, als mede door hunne<br />
itandvastïgheid en beleid: beiden wendden door<br />
een reeks van wijze maatregelen, aile onlusten<br />
ten deele af, ten deele onderdrukten zij dezelven<br />
welhaast, wanneer'zij reeds uitgebörften waren:<br />
bij den invloed, welken de hoofdflad, geduurende<br />
dc geheele omwenteling, gehad en gehandhaafd<br />
had, was het dubbel noodzaakelijk, om<br />
haare inwooneren met beleid te befluuren , want<br />
hunne denkwijze, gelijk ook hunne onderncemiugen,<br />
werden, zodra het gerucht daarvan zig in dc<br />
Provinciën verfpreidde, van deeze even zo fchieiijk<br />
cn bcgeerig omhelsd en gevolgd, als in voorige<br />
dagen hunne moties: een naauwkcurigc kennis<br />
van het volks-charakter, welke beide deeze<br />
mannen in eenen hoogen graad bezaten, werd volftrekt<br />
vereischt, om van hunne maatregelen zodanig<br />
gebruik te maaken, dat het fcheen, als of
IN FRANKRIJK, -03.<br />
ZÏ van het volk zelve afkomflig waren, cn dat<br />
ze altoos als zodanigcn moesten voorgefteld worden<br />
, die, vooral wanneer zij ftreng en bitter waren,<br />
niet dan tegen het fchuim van "t volk te<br />
werk gefield werden: door dcezc handelwijze zetteden<br />
zij zulke dingen door, die het volk, zo<br />
het altoos ovcreenkomflig zijne gewoone denkwijze<br />
hadde kunnen handelen, veeltijds voorzeker<br />
als koningsgezind, dan ook als arillocratisch , of<br />
zelfs wel eens als despotiek hadden moeten voorkomen<br />
: de woedende volksgezinde blaauwboekjens-fchrijvers,<br />
die altoos een naauwkeurig oog<br />
Oocgcn op hunne handelwijzen, betrapten beiden<br />
ook weieens daarop, en zeiden hun niet zelden<br />
zeer bittere zaaken; doch hunne achting bij het<br />
volk, had reeds al te flerke wortelen gefchooten,<br />
dan dat zij daardoor had kunnen gefchokt worden;<br />
beiden bantwoordden aanvallen van dien aart<br />
met een kloekmoedig flilzwj'gen, en ook dit was<br />
zeer fijn overlegd, ten aanzien van het volk<br />
waarmede zij te doen hadden; wie zig verdedigt,<br />
is altoos in eenen neteligen en dubbelzinnigen toeltand,<br />
welke nog hagchelijker wordt, wanneer hij<br />
mee menfehen te doen heeft, die goed noch eer te<br />
verliezen hebben , cn elke verdediging gerust kunnen<br />
beantwoorden met nieuwe aanrandingen, omdat<br />
dezelven, met grond of uit boosheid tewerk<br />
gefield, noch meer noch minder verdrietige velgen<br />
voor hen kunnen hebben.
ao4 STAATSOMWENTELING<br />
Vastigheid van charaktcr'behoort mede tot de<br />
heldendeugden, die zelfs op het laaglte fchuim<br />
van' volk indruk maaken: DE EA FAYETTE had<br />
in het beloop van de omwenteling, meer dan ééns,<br />
bliiken van deeze deugd gegeven : onbaatzuchtigheid,<br />
die zowel den lof als ook geld en waardigheden<br />
verfmaadt, 'maakt niet minder indruk, cn<br />
ook dit voorrecht toonde hij bij alle gelegenheden te<br />
bezitten: men bood hem eenpaarig eene foort van militair<br />
oppergezach in bet Rijk aan, maar hij zeide :<br />
,, Spitsbroeders! zullen wij dan onze ronden naar-<br />
„ ftiger doen?" en hij nam het niet aan: men<br />
wilde hem eene vergoeding gecven van de kosten,<br />
die hij in deezen'tijd, ten beste des vaderlands,<br />
had moeten hefteden, doch hij weigerde dezelve:<br />
„ Dit zoude," - zeide hij, ,-, eene betaaling zi jn<br />
„ voor iet, het welk mij niet veil is; voor mijne<br />
vaderlandliefde: doe ik iet goeds, dan is dit<br />
,, voor mij en mijne familie een capitaal, 't welk<br />
„ nimmer kan verkwist worden: ik dank u!"' —<br />
Teen het'gerucht van eene tegenomwenteling, die<br />
een begin m-cmen zou met hem te vermoorden, in<br />
Parijs rondliep, meende hij'- de daaruit voor hem<br />
ontflaandc zorglijke gedachten zelf te moeten<br />
wegneemen: hij begaf zig in alle de wijken der<br />
ftad, en in de vergadering van één derzelven zeide<br />
hij: Medeburgers! alis'tcok, dat gij mijn<br />
„ hoofd op een ftaak ziet ronddraagen, de over-<br />
„ winning is ïiogthans aan uwe zijde!"
IN FRANKRIJK.<br />
Ècnige honderd man van de nationaale militie,<br />
waren voorncemens om hunne eifchcn aan den<br />
Staat, met opzicht tot hunne bczolding , nog hooger<br />
te drijven, cn zulks gewapenderhand te doen:<br />
zij verkoozen de elizeefche velden tot hunne vergaderplaats:<br />
DE LA FAYETTE kreeg, bij zijne<br />
waakzaamheid, ichielijk kennis van dit voorneemen,<br />
en ontdekte tevens wat dag en uur zij zouden<br />
bijdén komen: hij gaf terltond bevel aan eenige<br />
detachementen van de nationaale militie, tc voet<br />
en te paard, dat zij zig op verfcheidene plaatfen<br />
gereed moesten houden: het eene detachement trok<br />
de voorllad St. Honorè door, naar de elizeefche<br />
velden, cn hij zelf kwam aan het hoofd van het<br />
andere, over het plein van LODEWIJK DEN VIJF<br />
TIENDEN mede derwaards: de misnoegden waren<br />
ten getale van tweehonderd zamengekomen: eensklaps<br />
verdeelden zig de detachementen, en zij waren<br />
ingefloten: DE LA FAYETTE reed onder<br />
ben, en niemand had, toen zij hem zagen, moeds'<br />
genoeg om te fpreeken of zig te verzetten: ,, Gij<br />
„ zijt niet waardig," zeide hij, ,, den foldaaten-<br />
,, rok te draagen; gij doet den dienst bij de Natie<br />
„ fchande aan: legt uw geweer neder!" allen waren<br />
als van den donder getroffen: zij gaven geweeren<br />
en fabels af, en lieten zig zonder tegenftand<br />
de monteering uittrekken; vervolgcnds werden<br />
zij naar de gevangenis van St. Denis gebragt,<br />
en eenige dagen daarna Parijs uitgejaagd.
to6 STAATSOMWENTELING<br />
Gelijk zijne kloekmoedigheid hier den geest<br />
van oproer bij de foldaaten onderdrukte, zo fmoorde<br />
hij kort daarna den geest van wreedheid bij het<br />
gepeupel: men had twee of drie dieven gevangen j<br />
in plaats nu van dezelven aan de politie overteleveren,<br />
wilde het gemeene volk zelf hen tcrechtftellen,<br />
en wel wederom met den lantaarnpaal:<br />
DE LA FAYETTE ontving 'er terltond bericht<br />
Van: Hechts verzeld van twee zijner Adjudanten ,<br />
fnelde hij naar de gerechtsplaats; de touwen van den<br />
lantaarnpaal waren reeds ncergclaaten: „ Houdt!"<br />
riep hij van verre, en op dit woord zelfs beefden<br />
de handen der beulen: zij lieten de misdaadigers<br />
los , en deezen bleeven, te midden onder hen,onaangeroerd<br />
: „ Gij moet weeten, volk!" >»ep hij,<br />
toen hij midden onder de menigte was, ,, dat ik de<br />
„ eerfte ben, die zijn leven voor de handhaving<br />
,, der wetten laaten zal! mij moet gij eerst ver-<br />
„ moorden, vóór gij deeze menfehen aan het le-<br />
,, ven komt!" — deeze woorden veranderden de<br />
verwoedden in de bedaardfixn; dc lantaarnpaal<br />
werd weder in orde gebragt, cn de dieven aan de<br />
politie overgeleverd.<br />
Deeze en meer foortgelijke trekken, verfchaften<br />
en onderhielden hem de onbepaaldftc genegenheid<br />
en eerbied bij het volk; waar hij verlcheen<br />
vloogen alle de handen tot één geklap zamen,<br />
en zijn naam was op ieders tong.
. IN FR ANK RIJ K. 20?<br />
f Gelijk hij zig in deeae achting doör vastigheid<br />
van charakter hanclhaafde, zo handhaafde n A I h L Y<br />
zig daarin door zijne zachtzinnigheid cn gedieuftigheid,<br />
als mede door zijne welfpreekcndheid;<br />
hij hoorde de bezwaaren van eiken burger, en<br />
weigerde zelfs menfehen van dc laaglte foort den<br />
toegang tot hem niet: de tegenitribbelingcn en<br />
oneenigheden, in dc wijken, wist hij te verzachten<br />
en bijteleggen, en zelfs de geenen onder hen,<br />
die zijnen grooten invloed , als eerfte gezaghebber<br />
der ftad, met nijdige oogen aanzagen', wist hij<br />
ten deele met zig te verzoenen , ten deele beraamde<br />
hij zodanige maatregelen, dat zij niet daadlijk<br />
tegen hem opftaan, en daardoor bcroeringeii en<br />
onlusten beftoken konden.<br />
NECKER had in deezen tijd op verre na die<br />
achting niet meer bij het volk als te vooren, èft<br />
zulks trof hem zeer fterk, zonder de natuurlijke,<br />
oorzaaken daarvan te begrijpen, cf, zo hij ze at<br />
begreep, dezelven uit den weg te ruimen: men<br />
weet, dat de van hem verzochte cn naderhaui<br />
vernietigde amnestie, bij zijne terugkomst, zijne<br />
aanprijzing van het Feto en andere dingen, die den<br />
volksvrienden gelegenheid gaven, om hem als een<br />
koningsgezinde bij het volk verdacht te maaken,<br />
eene koelheid tusfehen hem en zijne eerbiedigen?<br />
veroorzaakten, welke zig bij de eersgenoemden<br />
door onverfchillighcid, en bij hem door gevoelig*<br />
heid of klagten openbaarde: deeze klagten Werden
2o8 STAATSOMWENTELING<br />
Van tijd tot tijd fterker en menigvuldiger, toert<br />
zijne plans over de fchikking der financiën, in 't<br />
vervolg van tijd, dikwerf, zo niet geheel verworpen,<br />
nogthans zeer naauwketirig onderzocht en<br />
ten deele vrijmoedig beoordeeld, ten deele gelaakt<br />
werden: vermits het zijn charakter, over 't algemeen,<br />
ontbrak aan kloekmoedigheid en vastigheid ,<br />
zo droegen ook zijne voorgemelde en uitgevoerde<br />
ontwerpen, daarvan de zichtbaarfte blijken; hij<br />
was, in de oogen der Natie, veel te langzaam en<br />
te zorglijk: deeze onverduldighéid werd argwaan ,<br />
toen hij, bij verfeheidene gelgenheden, te zeer<br />
fprak als Minister, die den Koning aankleefde,<br />
en niet als Minister, die dc Natie de uitvoerende<br />
magt tot hulp had bijgevoegd; hij fpaarde de<br />
Voorrechten, die den Koning nog overfchooten,<br />
tc veel, en fcheen juist daardoor de rechten , Welken<br />
de Natie hernomen had, te zullen lebenden,<br />
of in 't geheel niet te erkennen: bij de republikeinfcho<br />
onverdraagzaamheid, welke de handelwijzen<br />
der Natie thans bezielde , waren de grondbeginfelen<br />
, die hij opperde , veel te onbepaald : zij<br />
waren een gevolg van eene befchroomdheid, die<br />
den Koning niet te veel neemen, cn de Natie niet<br />
te veel geeven wilde ; doch cieeze befchroomdheid<br />
kon hem bij de laatfie niet ontfchuldigen, dewijl<br />
dezelve bij hem ontftond uit een ontzach , 't welk<br />
haar thans, nu de Koning de bezorger van haare<br />
belangens, en niet meer haar heerfcher was, ten<br />
deele noodloos, ten deele eene uitwerking van<br />
zwak»
IN FRANKRIJK. 209<br />
zwakheid fcheen te weezen; ook kon hij niet vergeeten,<br />
dat hij het toch oorfpronglijk geweest<br />
Was, aan wien de Natie de voorbereiding tot het<br />
geluk, waarin zij zig thans zo verheugde, moest<br />
dankweeten; dat zij hem in den beginne met<br />
liefde en aanbidding daarvoor had gedankt; dat zij<br />
hem derhalven , ingevolge deeze getuigenisfen,<br />
meerder achting, dan iemand, behoorde toetedraagen,<br />
en dat uit dien hoofde zijne denkwijze en<br />
voorflagen onveranderd en eenpaarig behoorden<br />
omhelsd en doorgezet te worden: als een welmeenend<br />
man was hij wel degelijk bewust, de Natie<br />
nimmer iet te willen toevoegen of aanneemelijk te<br />
maaken, het welk haar tot nadeel kon verftrekken;<br />
hierom fprak hij op een toon, die het gevoel<br />
van een welmeenend raadgeever, en een waarfchouweud<br />
vriend te kennen gaf, zonder ooit te<br />
denken, dat dit onder de tegenwoordige omftandigheden<br />
juist de toon was, waarop zij niet zonder<br />
verontwaardiging, zelfs hem niet, kon hooren<br />
fpreeken: ook in de gemeene zamenleving geraakt<br />
men veelal in verzoeking, om zijnen dank<br />
te weigeren, wanneer men met nadruk aan de<br />
dankbaarheid herinnerd wordt, en bij de Franfche<br />
Natie moest dit mede het geval weezen, te meer<br />
nog, dewijl zij nu trotsch op zigzelve was, en,<br />
natuurlijker wijze hem flechts als de aanleidend»<br />
oorzaak, maar zigzelve als de uitvoerende kracht<br />
meende te kunnen befchouwen: daarbij kwam nog<br />
de algemeene kennis van zijn aandoénlijk , ver*<br />
II. DEEL. O
m STAATSOMWENTELING'<br />
wijfd en ijdel, niet manlijk en trotsch charakter,<br />
het welk men de billijke ontfchuldiging weigerde,<br />
en zo doende verminderde langzaamerhand<br />
dc eerbied, die men hem weleer toedroeg, eiï<br />
Veranderde, toen dezelve niet meer onbepaald was,<br />
in onvcilcbilligheid: deeze onverfchillighcid werd<br />
welhaast misnoegen, toen hij,bij aanhoudendheid,<br />
zogenaamde koningsgezinde grondbeginfelen openlijk<br />
te kennen gal', de noodzaakelijke gevolgen def<br />
omwenteling, als al te verwoestend en bloedig<br />
Vóórhelde, en alleen aan deeze den neteligen toeltand<br />
der financiën toel'chreef; en zij fioeg over to*<br />
wantrouwen en haatclijkcn argwaan, toen hij zig<br />
tegen de bekendmaaking van het beruchte Roodt<br />
Boek aankantte; toen hij nog penfioenen betaalde,<br />
nadat de Nationaale Vergadering bcfloten had,<br />
dat zulks niet meer mogt gcfchicdcn; en eindelijk ,<br />
bet vermaarde befluit, wegens de vernietiging des<br />
Adels, openlijk tafkeurde: deeze en meerdere om-<br />
Handigheden, die allen bij hem uit dezelfde-bron<br />
Opwelden, maar ook juist om die reden eenen afkeer<br />
bij de Natie moesten verwekken, bragten hem<br />
m eêne zeer onaangenaame betrekking tot haar, en<br />
«j banden hem allengs geheel uit hart en oog; het<br />
beter gedeelte der Natie werd onverfchrllig, het<br />
gemeen vergramd, en dc Demagoogen werden verwoed<br />
(*): hetzelfde lot trof alle de overige Mi-<br />
(*) DESMOULINS en PRUD'HOMME, die hei»<br />
te vooren 0p de handen droegen, noemden hem nu ia
IN FRANKRIJK. üit<br />
nisters, die , de één na den anderen, als vijanden<br />
der omwenteling aangeklaagd, als zodanigen ter<br />
verantwoordinge opgeroepen, belasterd en gefmaad<br />
werden: MIRABEAU had federt lang niet meer"<br />
uitgevaaren tegen NECKER, noch tegen het geheele<br />
ministerie; hij fcheen de zorgelijke betrekking,<br />
waarin zij tot den Koning en de Natie (tonden,<br />
op haar natuurlijk beloop te zullen laaten,<br />
en zij nam indedaad deezen loop, om eenen haat<br />
(*) tegen hen opgevat, algemeen te maaken; eenen<br />
haat, welken hij eenige maanden tevooren,'<br />
hoch door zijnen invloed op het volk en de Nationaale<br />
Vergadering, noch door zijne ongemeen*<br />
welfpreekendheid had kunnen bewerken.<br />
Met den Koning en de Koningin was het volk<br />
langzaamerhand verzoend, en hun verblijf in Parijs<br />
was, zo niet aangenaam, evenwel ook niet<br />
meer gevaarlijk: de Koning had federt zijnen plechtigen<br />
overgang tot de Conftitutie, de liefde, welke<br />
men hem, wegens zijne algemeen bekende ophunne<br />
fchriften: Le petit frippon , U grand voleur ,<br />
k Jeremie de la finance, le petit fcelerat, ie fat feur<br />
de grarJs mots, le vil efc/ave &c. —• het volk la*<br />
dit, en verfeheurde deeze Schrijvers niet, of bragt<br />
hen niet in 't dolhuis.<br />
(*) Men verkogt in Parijs openlijk eten klein gefchrift,<br />
onder den tijtel: Pendez mot c.es B** 5 la; 'e#<br />
deeze B**5 vvaren geen anderen, dan de Ministers;<br />
feet flelde hen allen in een afzichtig charakter ten toott,<br />
O a
sia STAATSOMWENTELING<br />
rechtheid, toedroeg, in eene foort van aanbiddingveranderd,<br />
die hem echter niet zo zeer ais Koning,<br />
dan veelmeer als mensch befchouwd, te?<br />
beurt viel: om deeze te onderhouden verfcheen<br />
hij dikwijls in 't openbaar, monlterde fomtijds de<br />
Kationaale militie, ging in .den tuin der Tuileriën<br />
wandelen, bezocht de voorllad St. Antoine, bezag<br />
de merkwaardigfte manufacluuren en fabrieken<br />
, liet het volk toe, om hem tc zien eeten, en<br />
deed geld onder hetzelve uitdeelen, wanneer meri<br />
in de eene of andere wijk der ftad gebrek befpeurde*<br />
Dit alles deed de Koningin ook, en voegde bij<br />
dit gedrag nog meer fijnheid en kennis van het<br />
menschlijk hart, en vooral van het Parijfche gepeupel:<br />
zij wist, dat de vrouwen altoos meer op<br />
haar verbitterd geweest waren, dan de mannen;<br />
zij poogde derhalven deeze eerst te winnen, cn<br />
met en in haar de mannen van zeiven: zo befteedde<br />
zij terltond, na haare komst in Parijs, eenige<br />
duizend livres aan de inlosfing van de winterkleederen,<br />
die de vrouwen van het gepeupel, en vooral<br />
de Poisfarden, in den lomberd verpand hadden<br />
; zo zorgde zij zeer liefderijk en weldaadig<br />
voor de weduwe van den door het graauw gehangen<br />
bakker, FRANCois; zij verklaarde zig<br />
voor befchermfter van de Societé de la charitè mafernelle,<br />
en liet zig de berekening van ontvangst<br />
én uitgaave toonen; zij gaf tienduizend livres uit<br />
haare beurs, om de vaderen der huisgezinnen vrij-
IN FRANKRIJK.' a ï$<br />
tekoopen, die wegens het geld, dat zij voor het<br />
zoogen en de oppasfing huuner kinderen moesten<br />
opbrengen (*), in de gevangenis gezet waren: bijna<br />
even zo fterk, als deeze tienduizend livres,<br />
werkte de uitdrukking, welke zij bij de bewilliging<br />
van deeze penningen bezigde: „ Ik kan niet meer<br />
„ geeven, hoe gaarne ik ook wilde!" zeide zij,<br />
en het contrast van deeze woorden, met den toon<br />
waarmede zij weleer honderdduizenden tot groote<br />
gastmaalen in Trianon bewilligde, was van eene gewenschte<br />
uitwerking,<br />
' Wanneer zij met den Koning uitreed, fcheen zij<br />
niets te zien dan het volk, het welk haar omwemelde<br />
, en niets te hooren dan het toejuichend<br />
gefchreeuw, waarmede hetzelve haar eerbiedigde;<br />
alle haare trekken toonden blijken van de oprecht-<br />
Re vreugde, en alle haare woorden ademden de<br />
menschlijkfte en weldaadigfte gevoelens : bij gelegenheid,<br />
dat zij de fpiegelfabriek in de voorftad<br />
St. Antoine bezocht, en het volk haar zijne toejuiching<br />
op dc gewoone wijze te kennen gaf, zeide<br />
zij: ,, De menfehen zijn zo goedaartig, wan-<br />
„ neer men bij hen komt! " „ Dit is zo," zeide<br />
iemand , die naast haar ftond, ,, maar wanneer<br />
,, de menfehen tot iemand komen, zijn zij zo<br />
„ goedaartig niet!" — zij antwoordde: ,, Dan<br />
handelen zij ook niet naar de drift van hun ei»<br />
(*) Mois de nourrice.<br />
O 3
ai4 STx^ATS OMWENTELING/<br />
?, gen hart; dan heeft men ze opgehitst" — toen<br />
zij het rijtuig weder inklom, wilde zij geld onder<br />
het volk uitdeden, maar zij had niets, dan kas 7<br />
hriefjens: ,, Kinderen!" zeide zij, „ wanneer<br />
„ ik u briefjens gaf, zoudt gij ze met verlies moe T<br />
,, ten omzetten , doch gaat uit mijn' naam bij den<br />
„ Heer van VILLEQUIER, die zal u daalders<br />
„ geeven: " toen het Chatelet de woeste buitenfpoorigheden<br />
van den 5den en 6den Oclober begon<br />
te onderzoeken , zond hetzelve eene deputatie aan<br />
de Koninginne, om van haar te verneemen, of zij<br />
zig niet nog veele van de perfoonen herinnerde^<br />
die zig onder haare oogen aan zulke buitenfpoorigheden<br />
hadden durven fchuldig maaken, en zij antwoordde:<br />
„ Nimmer zalikde aanbrengfter worden.<br />
„ van de onderdaanen van mijnen Echtgenoot;<br />
A ik heb alles gezien, alles gehoord, maar ook<br />
p, alles vergeeten 1"<br />
Men begrijpt wel, dat deeze trekken, die ten<br />
gepastcn tijde in alle week- en dag-bladen herhaald<br />
werden, dat geene moesten uitwerken, wat zij<br />
zonden uitwerken, cn nu kon dc vermaarde en<br />
volleerde lofredenaar, BOUFFLERS , het ook<br />
wel waagen, zijne beruchte aanfpraak (*), uit<br />
(*) Zij is ïn verfcheidene opzichten wel waardig,<br />
pok hier bekend of bekender te worden, dan zij inde<br />
daad is: zie hier een overzetting van dezelve, welke,<br />
zp mogelijk, alk de fijne trekken en tegenftellingen van
IN FRANKRIJK. ai 3<br />
naam van de Franfche Akadenüe, aan haar te doen ;<br />
jccn paar maanden te vooren zon hij daarvoor ge*<br />
het' oorfpronglijke, in woordeu en gedachten, fchooH<br />
niet volkomen bereikt, nogthans opgeeft.<br />
„ Indien ik zou durven waagen, om uwe Maje?<br />
j, fteit het beeld te fchetfen van eene vrouw, die we*<br />
„ zenlijk waardig was van de geheele wereld hulde te<br />
„ ontvangen; die de hemel bij voorraad reeds met den<br />
„ luister der koninglijke kroon omftraald had 5 die met<br />
„ eene meer dau mcnschlijke waardij, • bijna godlijke<br />
„ bekoorelijkheden paarde; wier gedienftige vriend-<br />
„ lijkheid verbonden was met, ik weet niet welken,<br />
„ zachten ernst, die tot eerbied noopte en vertrouwen<br />
„ veroorloofde; en aan welke eindelijk de tederheid,<br />
van haare kunne,benevens de uitdrukking van zacht-.<br />
„ heid, aan de fexe eigen, een fluier werd, die dq<br />
„ kracht en den moed van den mannjoedigften held,<br />
„ overdekte, dan zoude uwe Majesteit -mij de verhe-<br />
„ vene MAK IA TH ERE s IA, en geheel Frankrijk zou<br />
„ mij haare dochter, tot een origineel, voorflaau:<br />
„ wilde ik 'er nog meerder trekken onder verfmelten,<br />
„ wilde ik die ziel willen afmaaien, die zig altoos ge-<br />
„ lijk is, die altoos even verheven blijft,die bij eigene<br />
„ zorgen pal ftaat, eu bij de bekommering van anderen<br />
„ aangedaan wordt; wilde ik dat verftand fchilderen,<br />
„ het welk ten alten tijde even bedsard blijft, van din-<br />
„ gen buiten hetzelve dikwerf aangerand wordt, tog<br />
nimmer bezwijkt; wilde ik eindelijk de gelukkige<br />
„ gaven, waardoor haare houding en haar voorkomen,<br />
„ altoos zeer deftig, eu evenwel met de fijnlte fcha-<br />
keeringen der oinftandigheden overeeakoxltiü', de<br />
O 4
2i6 STAATSOMWENTELING<br />
fteenigd, of ten minften uitgejouwd geworden<br />
zijn.<br />
De verzoenelijklieid van het Franfche volk liep<br />
even zo ftcrk in het oog bij den Baron van BE-<br />
SENWALL: zijn proces had lang geduurd, en<br />
ftaande deeze rechtspleeging, waren honder<br />
den van getuigen verhoord: men geloofde alge<br />
meen , dat hij aan hoog verraad fchuldig was; men<br />
verwachtte algemeen hem, gelijk den Marquis van<br />
FAVRAS, veroordeeld te zien: men kan begrij-<br />
„ harten fchokken en nogthans winnen; wilde ik de<br />
onbegrijpelijke bekoorelijkheid befchrijven , welke uit<br />
„ eene welgekozene en natuurlijke bevalligheid voord-<br />
„ komt, en het kleinfte woord meerder kracht weet<br />
te verfchaffen, dan wapens hebben ; meerder dank-<br />
3, gevoel, dan weldaaden kunnen verwekken: altoos<br />
nog zoude uwe Majesteit gelijkvormigheid vin-<br />
„ den, en gelijkvormigheid gevonden worden — ja zo<br />
zag men eertijds uwe onftervelijke moeder, en zo<br />
„ meent men dezelve nog te zien; zo toonde zij zig,<br />
„ zo vertrouwde zij zig, het teder wichtjen in haare<br />
„ armen fluitende, waarop de hoop van het Rijk be-<br />
,j rustte; de hoop der Natie, die op haare onaf-<br />
„ bangelijkheid zo jaloers was: zodanige middelen mis-<br />
lukken nimmer: liet vlammende oog werd in traanen<br />
„ afgekoeld , de bitterde vijandfehap ging over in<br />
„ deelneeming, en nu zag men, dat het vrijfte volk<br />
„ zijne verrukking geweldig verre uitftrekt, en al-<br />
„ lerbest verftaat, deugden te gehoorzaamen, die<br />
„ waardig zijn het«elve te gebieden."
IN FRANKRIJK. ai?<br />
pen, dat het graauw 't meest op hem was verbitterd,<br />
en evenwel was het gerucht naauwlijks<br />
onder hetzelve verfpreid, dat hij door het Chatelet<br />
was vrijgcfproken en op vrije voeten gefield,<br />
of de Poisfarden en haare vrienden waren de eerften,<br />
die hem haar, lang kevel en bloemtrosjens<br />
bragten.<br />
Dit was ook het geval met den Prins van CON<br />
TI, die in den beginne bij het volk niet minder<br />
gehaat was, dan de Graaf van ARTOIS zelf: zijn<br />
gedrag was even zo fijn, om zijn oogmerk te bereiken<br />
, als dat van de Koninginne: van Frankfort<br />
aan den Main zond hij reeds eene verklaaring, dat<br />
hij het vierde gedeelte van zijne inkomften, ingevolge<br />
het befluit der Nationaale Vergadering, als<br />
een patriotfche bijdraage aan de kas van den Staat<br />
zou laaten betaalen: het was eene fom van meer<br />
dan honderd en zes-en-veertigduizend livres: eenige<br />
dagen nadat de Koning zig plechtig bij de<br />
Conftitutie had gevoegd , zond de Prins zijnet),<br />
burgereed; niet lang daarna kwam hij zelf weder<br />
te Parijs, en een hoop Poisfarden was hem al j iif<br />
chende te gemoed gekomen: vóór hij nog ergens<br />
in Parijs aanlegde, klom hij van het rijtuig<br />
ne wijk; hier werd hij met blijdfehap ontvangen,<br />
beklaagde zig, dat 'er zulke haatelijke geruchten<br />
van hem uitgeftrooid waren; betuigde dc nieuwe<br />
ftaatsgefleldheid aantel'leevcn, cn liet zig als gemeen<br />
nationaal foldaat optekenen: het ftreeleude,<br />
O 5
B I3 STAATSOMWENTELING<br />
»t welk in dit gedrag lag opgefloten, verkreeg door.<br />
de tweeduizend livres, die hij aan de armen van<br />
Zijne wijk gaf, nieuwen nadruk; het volk verzelde<br />
hem al juichende naar zijn huis,<br />
In denzelfden tijd had de Hertog van ORLE-<br />
ANS insgelijks den burgereed gezonden, ook dit<br />
was voor hem bij het volk van eene goede uitwerking.<br />
Deeze genegenheid ter verzoeninge, begon al,<br />
Jengs zig over de geheele Natie tcverfpreiden, en<br />
het eerfte denkbeeld van het groote nationaal verbond<br />
voor den iAden Julij, 't welk thans in voorflag<br />
gebragt werd, was daarvan een gevolg: federt<br />
den Aden Februarij had de geheele Natie, ten<br />
deele in afzonderlijke ftedeu en gewesten, ten<br />
deele in geheele Provinciën zig vereenigd, en, in<br />
een enthufiasmus, 't welk dc plechtigfle toonee-<br />
Icn opleverde, de Conftitutie trouw, cn zigzel,<br />
ven onderlinge broederliefde toegezworen: de<br />
berichten, die dagelijks daarvan bij de Nationaale<br />
Vergadering en bij de Vertegenwoordigers der Gemeente,<br />
te Parijs, inkwamen, fleeptcn beiden in<br />
eene levendige verrukking weg: de Municipaliteit<br />
van Parijs was de eerfte, die op het denkbeeld<br />
verviel (*), om alle deeze afzonderlijke patriotfche<br />
bondgenootschappen tot een enkel algemeen te<br />
(*) Den ^den Junij, \7%**
IN FRANKRIJK. ffiI9<br />
yereenigen, en in de hoofdftad, onder dc oogen<br />
der Nationaale Vergadering en des Konings, dooi?<br />
de Gevolmagtigden, uit het midden der gezamentlijke<br />
nationaale militie cn armée,dcn burgereed, die<br />
reeds afzonderlijk afgelegd was, nog eens, als uit<br />
éémn mond te doen afleggen: den i4den Julij van<br />
het voorige jaar, riep alles: „ Burgers van Frank*<br />
,, rijk! wij zijn vrij!" den i^dcn van dezelfde<br />
maand, in dit loopende jaar, zouden allen roepen;<br />
„ Burgers van Frankrijk! wij zijn broeders!"<br />
Toen BAILLY dit denkbeeld aan de Nationaale<br />
Vergadering voorftelde, was de toeflemming eenpaarig;<br />
van allen werd hetzelve met eene levendige<br />
toejuiching cn algemeene goedkeuring aangenomen<br />
, en nog in dezelfde zitting befloot men.,<br />
dat de Gevolmagtigden der Couflitutie voorflagen<br />
zouden opltcllcn, hoe dc verkiezingen, aangaan-:<br />
de de bezendingen der Provinciën, tot de feestviering<br />
van het bondgenootfehap, bepaald cn te<br />
werk gefteld zouden worden: drie dagen daarna<br />
werden deeze voorflagen reeds bij de Nationaale<br />
Vergadering ingeleverd, en vervolgends als een regelmaat<br />
naar de Provinciën verzonden: volgends<br />
dezelve zouden, van ieder regiment voetvolk, de<br />
oudfte Officier, de oudfte Onderofficier, en de<br />
vier oudfte gemecne foldaaten, naar de jaaren die<br />
zij gediend hadden, als Gevolmagtigden uitgekipt<br />
worden: op dezelfde wijze zouden van de Regiföetiten<br />
van de Garde eji Zwitfas, van het corps
£ao STAATSOMWENTELING<br />
der Invaliden, van de Krijgscommisfarisfen, van<br />
de marine, in één woord, van elk corps of van<br />
elke bediening tot het krijgswezen betrekkelijk,<br />
eenigen van de oudllen, zo Officieren als gemecnen,<br />
verkooren, en als Afgevaardigden gevolmagigd<br />
en gezonden worden: zodra men dit befluis<br />
in de Provinciën had ontvangen, maakte men in<br />
een algemeen enthufiasmus een begin met de verkiezing,<br />
en welhaast was een corps van agt tot<br />
tienduizend oude krijgslieden uitgekipt, die den<br />
bepaalden dag met ongeduld verwachtten: met deezen<br />
werden 'er tevens Afgevaardigden van de nationaale<br />
militie, van elke Provincie, verkooren en<br />
gevolmagtigd: de Koning had het geheele plan met<br />
genoegen goedgekeurd, en het befluit der Nationaale<br />
Vergadering gewillig bekrachtigd: zeker kunftenaar,<br />
genaamd AUGUSTI, meende deeze burgerlijke<br />
denkwijze door een ftandbeeld, ter eere<br />
van den Koning vervaardigd, en op het Confedcratiefeest<br />
opgericht, te moeten vereeuwigen, en<br />
hij ftelde zijn plan daarvan aan de Nationaale Vergadering<br />
voor: „ Neen!" riep een van haare leden,<br />
de Marquis van VAUDREUIL, „ niemand<br />
„ dan hooffche vleiers, richten Koningen ftand-<br />
„ beelden op bij hun leven:" men ging terltond ,<br />
zonder verdere raadpleegingen over tot de orde<br />
van den dag.<br />
De verwachting van het groote feest, van het<br />
broederlijk bondgenootfehap, ontvlamde de ver-
IN FRANKRIJK. sii<br />
beeldingskracht van allen, en maakte de nieuwverbreidde<br />
denkbeelden van vrijheid en gelijkheid ,<br />
algemeener en vinniger dan ooit: de Koning belastte<br />
in deezen tijd, dat de fchriftlijke verzekering<br />
van de geflachtrekening, die men hebben<br />
moest, wanneer men aan hem wilde voorgelleld<br />
worden, in 't vervolg niet meer zoude geëischt<br />
worden : deeze ftap des Konings was, overéénkomftig<br />
met zijne denk- en handel-wijze, tot hier toe<br />
gevolgd, en werd met eene algemeene goedkeuring<br />
aangenomen; doch 't charakter van deeze Natie<br />
brengt het niet mede, dat het ooit den middenweg<br />
tusfchen twee uiterften zou kunnen houden: dat<br />
men van nu af niet van waaren Adel behoefde te<br />
weezen, om den Koning voorgefteld te worden,<br />
bragt eenige heethoofden in het denkbeeld, dat<br />
'er van nu af, over 't algemeen, geen Adel in den<br />
Staat meer noodig was; daarbij kwam de bovengemelde<br />
verhitting, met opzicht tot het broederlijk<br />
verbond en de onbepaalde gelijkheid, om dit gevoelen<br />
te bevestigen, en 'er was maar één fchok<br />
van buiten"nog noodig, om het openlijk voorteftellen<br />
en doortezetten.<br />
Deeze fchok kwam: eene deputatie verfcheen in<br />
de Nationaale Vergadering, die uit haaren aart en<br />
natuur haar zelfs verraschte: dertig mannen van<br />
fchier alle Natiën in Europa en Aft'èn, verfcheenen<br />
voor haar, om haar en de Natie, wegens de bevochtene<br />
vrijheid, geluk te wenfchen, en haar tq
S22 STAATSOMWENTELING<br />
verzoeken, dar zij hen bij het groot verbóndsfeest<br />
plaatfen mogt doen aanwijzen, alwaar zij het geheel<br />
meer van nabij overzien , en vervolgends<br />
•den indruk daarvan, in de verafgelegeufte gewesten<br />
der wereld, mede overneemen en verbreiden<br />
konden: hun aanvoerder fprak met zo veel<br />
Waarheid en vuur, dat de Nationaale Vergadering<br />
en haare gallerijen , tot eenen blijden oproer weggefleept<br />
werden: een algemeen en langduurig toejuichend<br />
gefchreeuw, verhief zig in den geheelen<br />
omtrek van de zaal, en werd met een vermeerderd<br />
geraas hervat, nadat de Prefident de volgende<br />
woorden tegen deeze deputatie gezegd had;<br />
„ Wanneer gij in uw vaderland wederkeert, ver-<br />
„ haalt dan, met welken onvermoeiden ijver gij<br />
„ ons aan de herftelling van den Staat hebt<br />
„ zien arbeiden; doch maakt vooral uwe Konin-<br />
„ gen en Vorften bekend, dat zij bij de groote"<br />
veranderingen, die voor de geheele wereld in<br />
,, aantogt zijn, niet dan door deugden veilig ea<br />
gelukkig zijn kunnen; deugden die L O D E W I J K<br />
5, D E Z E S T I E N D E bezit."<br />
Deeze woorden die hem, had de Natie nog éétien<br />
trek van haar oud charakter gehad, voorzeker<br />
een puntdicht of ftraatdeuntjen zouden opgebragt<br />
hebben, verfchaften hem thans de luidruchtigfie en<br />
eenpaarigfte toejuiching: bij de vuurige drift, waar'<br />
in alles geraakt was, kon het den Graaf A L E X -<br />
AINDER L A M E T H niet mislukken, een voorftel
IN FRANKRIJK. 223<br />
met ontroering en verrukking aangenomen te zien,<br />
*t welk zo zeer ftrookte met de tegenwoordige gemoedsgefteldheid<br />
van allen: ,, Zullen nu nog,"<br />
riep hij, fchielijk van zijne zitplaats oprijzende,<br />
„ zullen nu nog, terwijl alle Natiën Herouten<br />
„ van onze oulkluistering worden , en alles to<br />
„ midden van ons en rondom,van het geheiligde<br />
„woord, Vrijheid! Vrijheid! weergalmt, zul-<br />
,, len nu nog de gedenktekenen, die het despotis-<br />
„ mus zig door flaaven deed oprichten, zowel<br />
„ ons oog als ons gevoel langer beledigen? zullen<br />
„ wij nu nog, terwijl de burgers van Frankrijk,<br />
uit alle Provinciën, naar de hoofditad fpocden,<br />
9, om den nieuwen band van broederverbond naau-<br />
„ wer te flrengelen, en tot een familleverbond te<br />
„ verheffen; zullen wij nu nog gedoogen, dat<br />
,, het oog der edele burgeren van Franche-Comtè !<br />
,<br />
„ op het plein des Vicioires, het flandbeeld zie,<br />
„ het welk een kruipend hoofsch vleier vooreenen<br />
,, trotfeben dwingeland oprichtte, en waaraan de<br />
,, genoemde Provincie mede onder de flaavenbcel-<br />
„ den vertoond is, die, aan de voeten van LO-<br />
„ DEWIJK DEN VEERTIENDEN, geboeid<br />
„ daar liaan? laat ons het werk der kunst achting<br />
„ bewijzen, doch afrukken wat een werk van het<br />
4, despotismus is! het ftandbeeld mag blijven ftaan»<br />
„ maar laat ons de flaaven, in ketenen aan des-<br />
„ zelfs voeten, wegneemen, of veelmeer op dezelfde<br />
plaats, alwaar het flandbeeld van eenen<br />
„ onbepaalden Koning flaat, een ander oprichten
224 STAATSOMWENTELING<br />
„ ter ecre van dien Koning, die voor het gevoel<br />
,, der vrijheid eerwaardig is gebleeven."<br />
, Hierover ontftond een algemeen handgeklap, en<br />
GOURDAN, een der Gevolmagtigden van Franche-Comté,<br />
dankte met ontroeringen traanen:<br />
nog fprak ieder van L ODE WIJK DEN VEER<br />
TIENDEN, en van flaavenbeelden, toen eene (km<br />
midden uit de gedruis zig verhief: LAMBEL riep<br />
met infpanning van krachten: „ Wanneer alle ge-<br />
„ denktekenen der trotschheid zullen omver ge-<br />
„ rukt worden, vernietigt dan niet flechts de<br />
„ ftandbeelden, vernietigt ook alle de tijtels van<br />
„ Hertogen, Graaven, Marquifcn! enz." — Hij had<br />
deeze woorden nog niet volkomen uitgefproken,<br />
toen KAREL LAMETH en DE LA FAYETTE<br />
tevens opftooven, om te fpreeken: ,, Ik onder-<br />
„ fteun beide deeze voorftellen," riep LAMETH,<br />
die het DE LA FAYETTE afwon, ,, het oog<br />
„ van vrije menfehen moet niet langer, bij eiken<br />
„ flap, door ftandbeelden der flavernij beledigd<br />
„ worden! en indien het noodig is, dat onder<br />
vrije burgers de één boven den ander uitfteekt,<br />
laat zulks dan niet beftaan in ijdele tijtels, maar<br />
in daaden, die aan éénen roem, en aan allen<br />
s, geluk bezorgen: wanneer een tijtel niet de kor-<br />
„ te gefchiedenis van eene nuttige daad is, dan is<br />
„ hij een vrijheidsbrief, om een nutlooze Staats-<br />
„ burger te weezen, en alleen door lint of fter<br />
eenige waardij te verkrijgen: ik ftem derhal-<br />
„ ven,
IN FRANKRIJK. a a 5<br />
v è n<br />
li s dat alle tijtels moeten vernietigd wor-<br />
„ den."<br />
„ Dit voorftel," zeide DE LA FAYETTE,<br />
„ is een zo noodzaakelijk gevolg van de aange-<br />
„ nomerie ftaatsgefleldheid, dat gij, zo gij u zelj,<br />
ven wilt gelijk blijven, hetzelve zonder alle<br />
„ bepaaling moet aanneeraen: ik ten fninftèn<br />
„ ftetti het met hart en ziel toe."<br />
Enkele Hemmen kwamen wel tegen de voórigé<br />
Redenaars op, doch zij werden verdoofd, en<br />
het befaamde befluit over de vernietiging van dén<br />
ervelijken Adel, en van alle tijtels werd vastgeftcld:<br />
deszelfs eerfte gedeelte beval het afrukken<br />
van alle flaavenbeelden, aan de ftandbeelden der<br />
Koningen, in de hoofdftad, en het tweede de vernietiging<br />
van dén Adel en alle tijtels.<br />
Het volk van Parijs juichte, en veroorloofde<br />
buitenfpoorigheden tegen de wapens aan de hotels<br />
en rijtuigen, terwijl de betere burgers, bezield<br />
met een gemaatigder gevoel , naar het Hotel-de-Ville<br />
fpoedde, ten einde zig te laaten optekenen, oni<br />
de uit de Provincie komende broederen als gasten<br />
te zullen onthaalen.<br />
De ftad Parijs nam aan om dit groote feest, op<br />
haare kosten , aan geheel Frankrijk te geeven: zij<br />
ÏL DEEL. p -
236 STAATSOMWENTELING<br />
benoemde Cornmisfarisfen, die daartoe een bekwaame<br />
plaats zoeken en verkiezen zouden; men<br />
floeg vier plaatfen voor; dc pleinen van St. Bevis,<br />
de pleinen van Qrenelle, dc pleinen des Sallods,<br />
eu het Champ de Mars: hunne keus viel op<br />
het laatfte , en het had ook indedaad alle de voorrechten<br />
, welke daartoe verëischt werden; zelfs<br />
de naam was zeer gepast voor een krijgsfeest; het<br />
was zeer groot in den omtrek,in het midden doorfneeden<br />
van vier rijen boomen, en door vier andere<br />
rijen beperkt; aan het eene einde ftond een<br />
prachtig gebouw, en tegenover hetzelve kon aan<br />
het andere einde, een luisterrijk amphitcater opgericht<br />
worden, het welk aan veele duizenden met<br />
gemak kon plaats verfchaflen; het plein lag binnen<br />
de muuren der ftad, en verwijderde derhalven de<br />
burgers van Parijs, die flechts dcclnecmendc aanfchouwers<br />
wilden weezen, cn de krijgsbenden,<br />
die haare veiligheid en rust bewaarden, niet te<br />
verre van dezelve.<br />
De plaats bepaald zijnde, begon men terftond<br />
de noodige fchikkingen tc maaken: alle kunftcnaars<br />
werden opgeroepen, om hun vindingsvermogen<br />
intefpannen, ten einde alles in de fraaifte orde<br />
te fchikken: zij boden zig bij honderden aan , met<br />
een enthufiasmus, gepast aan het voorwerp, en<br />
met eenen rijkdom vanideën, welken eene plaats<br />
en feest voor millioenen niet zouden uitgeput heb-
IN FRANKRIJK; 2 2 ?<br />
ben; doch men wilde eenvoudigheid met gemak<br />
en hechtheid paaren, en deeze grondftellhnj floot<br />
alle pracht cn losfe zwier daaruit.<br />
Een talrijke menigte menfehen maakten met den<br />
arbeid, aan het geheel, allen mogelijken fpoed,<br />
én in het laatfle van de maand Junij was men reeds<br />
zo verre daarmede gevorderd, dat het tegen den<br />
bepaalden dag gereed kon weezen; doch het onverduldig<br />
charakter der Parijfenaaren, meende redenen<br />
te hebben van te moeten vreezen, dat het<br />
misfehien niet gereed zoude worden, en deeze<br />
charaktertrek gaf gelegenheid tot het fchoonfletooneeljiet<br />
welk de menschheid. ooit gezien hceftf<br />
twee of drie aanlchouwers vatteden eerst houweel<br />
en ipade op, om de daglooners te helpen; welhaast<br />
zag men honderden dit voorbeeld volgen,,<br />
het gerucht daarvan verfpreidde zig door geheel<br />
Parijs, en was als een vonk in het buskruid; den<br />
anderen morgen trokken geheele fchaaren naar het<br />
veld van Mars, zonder onderfcheid van fland, ouderdom<br />
of gedacht; veelen om te kijken,'nog<br />
meer om te werken; de ijver van de laatflen werd<br />
een fpoorflag voor de eerften, en niemand begeerde<br />
meer ledig te.ftaan; Abbéén en foldaaten, Ridders<br />
van de Lodewijks-orde en Monniken, vrouwen<br />
en kinderen, arbeidden met een blijd gewoel<br />
, het welk met elk oogenblik eenen nieuwen<br />
aangroei verkreeg; alleen de deftiggckleede aan-<br />
P a
aft8 STAATSOMWENTELING<br />
fchouweresfen (tonden nog van verre; op éénmaal<br />
drong één van haar den hoop door, en greep de<br />
eerlte fpade, welke zij vond (*); haar voorbeeld<br />
werd oogenbliklijk door meerder, en welhaast<br />
door allen gevolgd; eenflags zag men onder de bemorste<br />
arbeiders tedere Dames gemengd jj gekleed<br />
in zijden en neteldoek, en in de grachten, die men<br />
delfde, een woud van wapperende bonnets •*<br />
pluimen; dit verwekte bij de arbeiders een nieuW<br />
enthufiasmus, 't welk nog levendiger werd, toen<br />
op éénmaal een menigte van oude cn verminkte<br />
Invaliden hunne rustplaats verlieten, en met het vuiif<br />
van jeugd en gezondheid, fchoon niet in de armen,<br />
nogthans op de tong en in het oog, zig bij<br />
het heir dcrarbeideren voegden, en gaarne deeden,<br />
wat zij nog doen konden; een tooneel,zo aandoenlijk<br />
en kluchtig tevens, dat de aanfchouwers niet<br />
wisten of zij weenen of lagchen zouden: het was<br />
onmogelijk, dat allen die toegevloeid waren om<br />
te werken, aan het werk konden komen, dus<br />
wemelde het veld van Mars den geheelen dag, doch<br />
vooral des avonds, van een heir van aanfchouwers,<br />
wel honderd-duizend in 't getal, en nn<br />
reeds werden alle de tooneelen in 't klein gefpeeld,<br />
die den idden Julij in hunne geheele grootheid en<br />
verfcheidenheid vertoond zouden worden: de plaats<br />
was reeds eenige dagen vroeger gereed.<br />
(*) Het was Mevrouw VINTOT, de Echtgenocte<br />
van een aanzienlijk koopman.
IN FRANKRIJK. aao<br />
Middelerwijl hadden de Nationaale Vergadering<br />
en het Plotel- de -Ville, de overige maatregelen<br />
genomen, aangaande het ceremonieel en de politie<br />
: de Koning zou het Opperhoofd van het bondgenootfchap<br />
zijn"; de Prefident der Nationaale Vergadering<br />
zou bij deeze, gelijk bij alle overige openbaare<br />
plechtigheden, de plaats onmiddelijk naast<br />
den Koning, ter rechterhand hebben, en haare leden<br />
rondom hem en aan wederszijde: wanneer de<br />
Afgevaardigden der Provinciën den burgereed van<br />
den 4den Februarij hadden uitgefproken, zou de<br />
Prefident denzelven herhaalen, de leden der Nationaale<br />
Vergadering zouden opftaan, en met een<br />
opgeheven hand zeggen; ,, Ik zweer het!" vervolgends<br />
zou de Koning den eed afleggen naar het<br />
volgende formulier: ,, Ik, Koning der burgeren<br />
,, van Frankrijk, beloof de Natie met deezen<br />
„ eed, om de geheele uitvoerende magt, welke<br />
,, de conflitutioneele wet aan mij heeft opgedra-<br />
,, gen, te befteedcn, ter inftandhouding der ftaats-<br />
„ gefteldheid , en tot de uitoefening tier wetten :'*<br />
de Koning zou de noodige bevelen geeven, om<br />
zijne familie bekwaameplaatfen te bezorgen,<br />
De Provinciën werden door het Hotel-de-Ville<br />
aangefchreven, om, vooral niet laater dan den<br />
twaalfden Julij ,ter beftemde plaatfe te weezen; terftond<br />
bij hunne komst zouden zij zig naar het Hotel<br />
van den Maire vervoegen, om aldaar, in het comptoir<br />
yan het bondgenootschap, hunne geloofsbrieven<br />
P 3
$30 STAATSOMWENTELING<br />
re vertonnen; den dng vóór het feest zouden zij<br />
opgeroepen worden, om bijdentekomen, en zo<br />
hunne departementen te vormen, welken in drieen-tagtig<br />
afdeelingen zouden gefplitst worden, ieder<br />
van deeze afdeelingen gekentekend door een<br />
banier, waarop de naam van haar departement<br />
zoude liaan, en dc Gemeente van Parijs zoude driecn-tagtig<br />
banieren bezorgen; deezen zouden door-<br />
Afgevaardigden vooruit gedragen worden, die dezelven<br />
ook, na dat het feest zou afgelopen zijn,<br />
in de vergaderplaatfen der afzonderlijke wijken ten<br />
toon zouden itellen, ten einde aldaar als een gedenkteken,<br />
en waarborg van de heilige verbintenis<br />
aller burgeren van Frankrijk, bewaard te worden:<br />
de Afgevaardigden van de armée zeiven,<br />
zouden een hoofdvaan hebben , dat daarna in<br />
de zaal der Nationaale Vergadering zoude ten<br />
toon gehangen worden: alle Municipaliteiten, in<br />
het geheele Koningrijk, zouden den idden Julij,<br />
op den flag van twaalf uure, lmarc Gemeenten, en<br />
de troupen uit haaren omtrek, bijéénroepen, opdat<br />
de broedergelofte, eenpaarig, en in hetzelfde<br />
uur, voor alle burgeren des Rijks, mogt uitgcfproken<br />
worden.<br />
In Parijs zelf zoude ten dage van het feest, opliet<br />
veld van Mars, noch op de ftraaten, niemand met<br />
een rotting, vooral niet met zodanigen verfchijnen,<br />
waarin degenklingen verborgen waren: de<br />
tteleins der geltoffecrdc hotels, moesten naauw»
IN FRANKRIJK. ép<br />
keurige lijsten opmaaken van hunne vreemdelingen,<br />
en deeze lijsten bij de Commisfarisfen van hunne<br />
wijk ter overzieninge inleveren: geene livcrei mogt<br />
zig, ten dage van het verbondsfeest, op de ftraaten<br />
van Parijs vertoonen, uitgezonderd de liverciën<br />
van Afgezanten en andere vreemdelingen, ora<br />
geen zweem van kneehtfehap te zien: geen ttaatlij-<br />
of vracht-wagen, geen kar of ruiter, mogt in<br />
het binnen gedeelte der ftad, en om, of bij het veld<br />
van Mars , zig vertoonen; de toegangen naar<br />
het gezegde veld, als mede dc verder afgelegene<br />
der waards leidende ftraaten, moesten van fteenen,<br />
ftellaadjen, tafels en tenten gezuiverd; geen zwermer,<br />
geen pistool of vuurpijl, mogt op de ftraat<br />
of uit de venfters afgefchoten, alle winkels en gewelven<br />
moesten gefloten, alle huizen der ftad en<br />
der voordeden des avonds verlicht, en eindelijk<br />
in ieder wijk eene commisfie aangefteld worden,<br />
die over de bewaaring van rust en veiligheid, irt<br />
alle de deelen der ftad, waaken, op elke navraag<br />
antwoorden, alle bezwaaren cn klagten hooren,<br />
en oogcnbliklijk het departement der politie ken*nis<br />
geeven zoude van alles, wat betrekkelijk zijn'<br />
konde tot de openbaare veiligheid en eensgezindheid.<br />
Alle deeze fchikkingen werden gemaakt cn verkondigd<br />
, en ieder verwachtte nu den grooten dag<br />
met telkens vermeerderende hartkloppingen: meest •<br />
altoos is de vutirigc verwachting van een groote-<br />
P 4
532 STAATSOMWENTELING<br />
blijdfehap, gepaard met een zorgelijkheid, dieonttt?M<br />
uit de vrees, dat deeze blijdfehap zal gefioord<br />
worden: in ebt geval waren thans de inwponers<br />
van Parijs ook, en zwaarmoedige ariftocratifche<br />
en demagogifche geruchten, gaven aan<br />
die zielsgelteldheid dagelijks nieuw voedfel: de<br />
komst van den Hertog van ORLEANS, tegen<br />
wicn thans het wantrouwen zo algemeen heerschte,<br />
als weleer vertrouwen en liefde; zekere angstvalligheid<br />
bij den Koning en zijne Ministers, waarvan<br />
zij bij alle hunne Happen blijken gaven; het<br />
gerucht, alsof onder de afgevaardigden der Provinciën<br />
vijanden der vrijheid waren , die onder de<br />
tpevloejende vreemdelingen eenen grooten aanhang<br />
hadden; en eindelijk de ontdekking van een plan<br />
tot eene tegenomwenteling, waarvan MAILLE-<br />
B o I s befchuldigd, en gezegd werd , hetzelve<br />
met voorkennis van den Graaf van ARTOIS en<br />
SAINT-PRIEST, van den kant van Sardinïèn<br />
en Duitschland te zullen uitvoeren , de zamen loop.<br />
van alle deeze dingen werkte mede, om zekere<br />
bekommering bij de inwooners van Parijs te verwekken<br />
en te voeden , welke , toen men ze van<br />
grond ontbloot vond, de betooning van genoegen<br />
en blijdfehap, op den plechtigen dag zeiven, des<br />
te algemecncr,maar ook des te toomeloozer maakte»<br />
Eindelijk brak deeze plechtige dag aan, en bragt<br />
Miecr dan een halve millioen menfehen in beweeging:<br />
de armée van Parijs en de Afgevaardigden
IN FRANKRIJK. 233<br />
fier Provinciën, vergaderden reeds des morgens,<br />
even na zes uuren, op de Boulevards St. Martin<br />
en du Tempte; zij hadden de Municipaliteit, de<br />
Kiezers, de Vertegenwoordigers der Gemeenten<br />
en der land-en zee - troupen, aan het hoofd: met<br />
den flag yan agt uuren begaf deeze arméc, meer<br />
dan vijftig duizend man fterk, zig op weg; voor T<br />
Uit trok, met krijgsmuzijk, een detachement van<br />
de Parijfche nationaale militie te paard; nu volgden<br />
de Kiezers der ftad Parijs; voords een<br />
tweede detachement vaii de Parijfche nationaale<br />
militie te voet; dan weder een burger-commisfie;<br />
daarop volgde een tweede zodanige commisfie<br />
van honderd en twintig mannen, die de honneurs<br />
van het feest zouden waarneemen; achter deeze<br />
de zestig voorloopige beftuurders der ftad Parijs,<br />
en dan eindelijk de Maire; hij had, gelijk alle de<br />
corpfen der burgerij, rondom en nevens zig, afdeelingen<br />
van de burgermilitie met hun muzijk.<br />
Deeze trein werd gevolgd van een battaillon kinderen<br />
van agt tot twaalf jaaren , allen in de burgermonteering<br />
en gewapend; tusfehen deeze én het<br />
bataillon uitgediende foldaaten, waaronder eenige<br />
grijsaarts van negentig jaaren waren , ging een hoop<br />
Vaandraagers; dan volgden de Afgevaardigden van<br />
de eerfte twee-en-veertig departementen des Koningrijks<br />
, met derzelver banieren, de hoofdvaan-.<br />
dels, en de Afgevaardigden van de armée, V2n de<br />
Maire, en van de overige één-en-veenig d^pane--<br />
P 5"
234 STAATSOMWENTELING<br />
inenten des Rijks; op deezen volgde een bataillon<br />
jaagers, cn een corps ruiterij met een' ftandaard,<br />
en twee trompetters flooten den trein.<br />
In deeze ordu trok dezelve van de Boulevards de<br />
ftraaten Si. Denis, de la Ferronerie, St. Honorè<br />
en Royale door, naar bet plein van L ODE WIJK<br />
PEN VIJFTIENDEN; alle ftraaten, venfters en<br />
daken , waren opgevuld met aanfebouwers van<br />
beide fexen, oud en jong; een algemeen gejuich<br />
ontving en volgde den trein; ftortregens vielen in<br />
zwaare droppelen van den hemel , en rolden<br />
ftroomswijze de daken af; de naauwe ftraaten waren<br />
bedekt met water en modder; geen kleed bleef<br />
droog, geen fehocn ongevuld; een enkel groot<br />
dak van regcnfchcrmcn, fcheen boven arméc en<br />
aanfehouwers uitgefpanncn te zijn, uit 't welk banieren<br />
en vaandels zwaar van water wapperende, of<br />
aan de pieken kleevende, uitttaken; ieder bevroor,<br />
tot de huid toe nat zijnde, en ïagchte evenwel met<br />
verftijfde lippen; ieder riep, al klappertandende:<br />
„ Lang leeve de Natie!" het innerlijke vuur van<br />
vreugde verwarmde ieders hart, en men achtte de<br />
uiterlijke bezwaarlijkheden niet , die men als<br />
magtlooze hinderpaalen van eenen ariftocratifchen<br />
hemel befchouwde; vreugdetraauen en geestige<br />
invallen, fprong en val, omhelzing en flikkende<br />
persfmg, muzijk en kindergefchrecuw, gejuich<br />
en gezucht, vereenigden zig tot een enkele groote<br />
masfa, welke uitliep op weenen en lagchen, aan-
IN FRANKRIJK. 235<br />
dQenrng en befpotting bij haare afzonderlijke deelen,<br />
en op een grootsch, hartverheffend gevoel,<br />
zamengeflcld uit deelneeming eu verwondering.<br />
Ondertusfchcn waren de Vertegenwoordigers dei-<br />
Natie in hunne zaal bijéén gekomen; zij zouden,<br />
zodra een gedeelte van dc Verbonds-armée op het<br />
plein van LODEWIJK DEN VIJFTIENDEN zou<br />
aangekomen zijn, van dezelve ingefloten worden;<br />
tot dat einde vervoegden zij zig in de nabijheid<br />
yan dit plein, in den tuin der Tuileriën , alwaar<br />
zij zig in de groote laan fchaarden: flortregens<br />
vielen hier geweldig op hen neder, en onder éénen<br />
fcherm Honden dikwijls drie of vier, tot op<br />
de huid nat, en lachten: men had gedacht, dat<br />
de Koning zig aan dezelven fluiten, en daardoor<br />
deezen togt nieuwen luister bijzetten zoude; doch<br />
hij fcheen zulke wettige gronden niet te hebben,<br />
pm over de regen te lagchen , als de Natie.<br />
Eindelijk verfchecn DE LA FAYETTE aan het<br />
hoofd der Verbonds-armée, en bijzonder van het<br />
bataillon der kinderen: de Afgevaardigden gingen<br />
dc draaibrug over, en werden van beide zijden<br />
door de troupen omringd: hun volgde onmiddclijk<br />
het bataillon der grijsaarts: aldus trok de<br />
trein het plein van LODEWIJK DEN VIJFTIEN<br />
DEN, de Cours de la Reine over, naar dc kaai<br />
van Chaillot, alwaar men een breede fchipbrug<br />
over de Seine geflagen had: aan wederzijde van
a 36 STAATSOMWENTELING<br />
den weg, ftonden agt tot tiendubbele rijen van<br />
aanfchouwers, elke hoogte, elk dak was met men?<br />
fchen bezet, en de huizen in 't rond, waren in<br />
plaats van pannen, met regenfchermen bedekt;<br />
een enkel algemeen gefchreeuw liep , gelijk<br />
een loopend vuur, voord, van de Tuileriën tot<br />
Chaillot toe; de Marquis DE LA FAYETTE<br />
joeg langs den trein des bondgenootfchaps op en<br />
neder, en fcheen overal tevens, en overal de held<br />
van deezen dag te weezen: terwijl hij tusfchcn dc<br />
Tuileriën en de Barrière ftil hield, om de noodige<br />
bevelen te geevcn, fchoot een man van het gemeenc<br />
volk toe, hebbende in de éöne hand een wijnilesch,<br />
en in de andere een glas; zijn oog vlamde,<br />
en uit zijn gelaat draalde eene verhitting, waarbij<br />
men in twijfel ftond, of dezelve uit de bijdfehap<br />
over deezen dag, uit den georberden wijn, of uit<br />
eene foort van dweeperij voordkwam; hij ftelde zig<br />
voor DE LA F A Y E T T E , fchonk in, reikte hem<br />
het glas toe, en zeide: Buvez, mon General! (*)<br />
deeze fcheen voor een poos verfchrikt, en vestigde<br />
ondertusfehen zijn oog ftijf op dit mensch,<br />
gelijk het oog der omftanders zorglijk en vol van<br />
verwachting op hem gevestigd was: oogenbliklijk<br />
nam hij het glas, en dronk het, zonder tusfchenpoozing,<br />
geheel uit; de man fcheen begi-cepen<br />
te hebben,wat in hem omging;welraschftrekte<br />
hij zijn hand naar het glas uit, nam het,<br />
(*) Een dronk, Heer Generaal!
IN FRANKRIJK. 237<br />
fchonk het met overhaasting tot den rand toe vol,<br />
en dronk het even zo fchielijk uit: DE LA FA<br />
YETTE melde weg.<br />
Men trok naar het veld van Mars: dit leverde<br />
een grootsch en prachtig gezicht op, het welk nog<br />
luisterrijker in het blijde oog zou gevallen zijn,<br />
zo niet een duistere en zwaare lucht boven hetzelve<br />
meer hangende dan gewelfd, verfcheenen was ;<br />
die het geheel, in zekeren opzichte, flaauw en<br />
verwoest had doen voorkomen: een groote, met<br />
toepasfelijke fchilderijen en opfchriften Verfierde,<br />
driedubbelde zegeboog was de poort, door welke<br />
de Verbonds-armée het veld optrok; van deezen<br />
zegeboog liepen langs twee zijden van het groote<br />
plein, wallen van aarde opgeworpen, die met tienof<br />
twaalf-dubbele banken, in de gedaante van een<br />
amphitheater, bezet waren, bij en op welke honderd<br />
duizenden vnn nanfchouvvers in het onrustigd<br />
gewoel wemelden; de vlakte, van deeze Wallen<br />
ingefloten, vertoonde in het midden een groote<br />
terras, (terre-pkin,) aan 't welk van vier zijden<br />
breede trappen opliepen, en welks vier hoeken,<br />
ieder met een klein outaar bezet waren, waarop reuk-<br />
Werk brandde; op het plat van hetzelve, vertoonde<br />
zig het altaar des Vaderlands , omringd van<br />
Priesters in hun wit kerklijk feestgewaad, het<br />
welk door lintjens van de kleur der Natie verfraaid<br />
, en' in dit tijdftip nog belangrijker gemaakt<br />
werd: tegenover den driedubbelen zegeboog, breid-
2 38 STAATSOMWENTELING<br />
de zig een uitgeftrekte en prachtige , bedekte gaflerij<br />
uit, die in haare afzonderlijke deelen, cn over<br />
het geheel, in eenen edelen fmaak vervaardigd was ;<br />
zij was van binnen bekleed met een behangfel van<br />
blaauw met goud, en in het midden rees een tent,<br />
naar den besten fmaak, met 's Konings troon, op,<br />
boven welke men een verheven plaats voor de Koningin,<br />
den Dauphin cn de overige koninglijke Familie<br />
zag: aan beide zijden van dc tent liepen, in de<br />
gedaante van een amphitheater, bijna zo hoog als de<br />
tent zelve was , de trappen der gallcrij op, waarvan<br />
de bovenfte rijen voor de leden der Nationaale<br />
Vergadering, en de bencdenftcn voor de leden der<br />
Municipaliteit en de Kiezers van Parijs, als mede<br />
voor dc buitengewoone Afgevaardigden van het<br />
geheele Rijk gefchikt waren.<br />
Kanonfchooten kondigden de komst van de Verbonds-armde<br />
aan, als mode het einde van haaren<br />
trein; zij trok door den zegeboog binnen, en elke<br />
afdeeling en elk corps, nam dc aangewezene plaats:<br />
het was bij vier uuren, toen alles bij elkander was:<br />
de Koning en zijne Familie waren in hunne rijtuigen<br />
gekomen, doch waarlijk vrijlaat, en hadden<br />
daardoor eene onverduldigheid verwekt,die alleen<br />
door het overig gevoel van den dag, en de onnoemelijke<br />
afwisfeling van voorwerpen en groepen ,<br />
zodanig kon onderdrukt worden, dat zij den Koning<br />
niet te kennen gegeven werd, door een flaauvver<br />
welkomgroet; dit was het eerfte oogenblik.
IN FRANKRIJK. 2 n Q<br />
waarin het feest, en wat daartoe betrekkelijk was,<br />
den graad van verfcheidenheid en grootschheid<br />
verkreeg, die alle befchrijving te boven gaat, maar<br />
nogthans bij alle deezen rijkdom door de vier oogcnblikkcn<br />
van het inwijden der vaandels, de mis,<br />
den eed der Verbonds-armée, in en met haaren<br />
Aanvoerder,-en den'eed van den Koning en de<br />
Nationaale Vergadering uitgefproken, tot de minite<br />
fchaduw toe, verdrongen werd: hier waren<br />
meer dan driemaal honderd duizend menfehen,<br />
naar ligchaam en ziel, in beweeging; hier fchooten<br />
dc uitbarftingen van eene verbazende vreugde<br />
en levendigheid, ieders oog en ieders mond uit;<br />
drongen in elke hand en in elk hoofd, ontvlamden<br />
zelfs de geenen, die zig niet konden verheugen,<br />
zelfs de geenen, die zig niet wilden verheugen,<br />
en verflonden de door vrees en fchaamte afgeperste<br />
vrolijkheid, met haare thans onmerkbaare, mismaakte<br />
wezenstrekken, zodanig, dat alles, zonder<br />
uitzondering", in eene woelige blijdfehap fcheen<br />
weggerukt te zijn, en dat zelfs verdriet, onverfchilligheid<br />
en nijd, met de oprechtheid en de republikeinfche<br />
hartsgefteldhéid, als om fttijd zig hecsch<br />
febreeuwden, en zig bbiêreu m de handen klapten.<br />
Na dit oogenblik verdween het groote tijdflip<br />
der zielsvereeniging, en werd onder kleiner'hoopen<br />
verdeeld, door dezelven genoegzaam hier en<br />
daar heen gedragen : armée en aanfehouwers<br />
gingen uit elkander; de eerfte in de orde, zo als
240 STAATSOMWENT. IN FRANKRIJK.<br />
zij gekomen was, en de laatften in afzonderlijke<br />
blijde lioopen, die naar hunnen ftand eh charakter,<br />
naar hun verftand en belang, nu natuurlijk,<br />
dan gekunsteld, nu fterker, dan flaauwcr blijken<br />
gaven van hun gevoel, waarmede het feest hen<br />
bezielde: de volgende agt dagen waren herhaalingen<br />
in 't klein van den grooten dag: broederlijke<br />
gastraaafen, vuurwerken, verlichtingen, watergevechten<br />
, bals voor het volk, wisfeldert met èlkanderen<br />
af: de plaats, alwaar te voorerï de handhaaffter<br />
der dwingelandij, de Ba'ftille ftond, was<br />
veranderd in eenen tuin , en boven deszelfs ingang<br />
ftonden de woorden: Joi Von danfe.<br />
BERICHT VOOR DEN BINDER.<br />
De Platen te plaatzen.<br />
Optocht op den 6den October 1789. te Verfailles;;<br />
bl. 82.<br />
De Koning bevestigt de nieuwe Conftitutie,<br />
den 4den Februarij 1790. . . 192.-