“De treurige Sionieten vertroost” Dr. Jan Weststrate - De Evangelist

volgt het blijde hart op de verlossing door de HEERE. Een verblijdt hart of een verblijde geest wordt verder
beschreven in Spr 24:17 en Psalm 35: 9.
lgt is de Qal Imperativus 3e vrouwelijk enkelvoud van lyg. Dat woord betekend “jubelen” of “juichen”. Het
woordenboek (van Brown, Driver, Briggs & Gesenius) geeft aan dat de wortel ook betekent “opgewonden
zijn van lichtzinnigheid”. Hier is de profeet echter opgewonden door rechtzinnigheid. De gevallen mens
doet alles perfect fout. Als bij de verloste Sionieten het geloof in oefening is dan wordt de zondige
geestdrift omgebogen tot rechtzinnige geestdrift.
Opmerkenswaardig is dat de Kerk zich zijn God.
De kortste verklaring van de eerste zin van onze tekst trof ik in Psalm 68:17 (Datheen):
Gij zijt, o Heer! Zeer wonderbaar
In al de plaatsen daar Gij klaar
Uw heerlijkheid toont krachtig;
Israëls toeverlaat Gij zijt,
En Uwes volk kracht; dies altijd
Looft men U, Heer almachtig!
yk is hier een redegevend voegwoord. De reden voor de vreugde in het eerste deel van de tekst wordt nu
beschreven.
ynvyblh is een Hif’iel met suffix. Het is een vervoeging van de stam vbl . Het betekent “aandoen”, “kleden”
of “zich kleden”. In het modern hebreeuws heeft het woord nog steeds deze betekenis. De Hif’iel is de
oorzakelijke vorm van de Qal. Dus eigenlijk worden de handelingen om iemand aan te kleden beschreven.
Psalm 132:16 is parallel aan onze tekst (“En haar priesters zal Ik met heil bekleden, en haar gunstgenoten
zullen zeer juichen.”). Dezelfde betekenis van het woord ynvyblh komt voor in Psalm 132:18 (“Hij zal Zijn
vijanden met schaamte bekleeden”) en Jes 50:3 (“de hemel wordt bekleed met zwartheid”). Uit deze
teksten blijkt dat de Heere met Zijn hand ook kan bekleden ten kwade!
Christus heeft de treurigen Sions bekleed met [vyÄydgb . Letterlijk vertaald door “kleding van verlossing”.
dgb is een algemeen woord voor kleding. Het wordt zowel gebruikt voor de lompen van de bedelaar als
voor de kleding van de hogepriesters. Het woord wordt in onze tekst specifiek gemaakt door z’n
constructus verbinding met het naamwoord [vy
[vy komt van de gelijluidende stam die “verlossen” betekend. Het naamwoord wordt primair gebruikt voor
lichamelijke verlossing door God. Meestal gekoppeld aan een geestelijke verlossing. Het wordt ook wel
vertaald door “heil”, “hulp”, “redding” of “veiligheid”.
De Masoreten geven aan dat voor het woord ly[m het koppelteken w (“en”) hoort te staan.
Als naamwoord betekend ly[m “toga” of “mantel”. dgb en l[m betekenen beiden “bedekken”. Men zou
kunnen zeggen dat Dgb een algemeen woord voor kleding is en l[m een woord is voor “overkleding”. Ook
de mantel van de hogepriester wordt verschillende keren met dit woord beschreven (zie bijv Ex 28:31
“mantel van de efod”).
hqdc is de vrouwelijke vervoeging van het naamwoord “rechtvaardigheid” of “gerechtigheid”.
ynj[y is de Qal perfectum, 3e mannelijk enkelvoud van de stam j[y . Dit woord komt alleen in onze tekst
voor. Het betekend “bedekken”. Het woordenboek (van Brown, Driver, Briggs & Gesenius) wijst op de
grote overeenkomst tussen dit woord en Hif’iel van hj[ dat “wikkelen in” of “zich hullen in” betekend.
Deze zin en de voorgaande zijn sterk parallel en hebben dezelfde betekenis. Het bekleden (Hif’iel vorm!)
met de kleding van heil en het overkleed van gerechtigheid wordt verder verklaard in de volgende twee
Pagina 23 © Copyright 2002 Stichting Gihonbron, Middelburg All rights reserved