“De treurige Sionieten vertroost” Dr. Jan Weststrate - De Evangelist

Voorwoord
Jesaja 61 begint met de volle openbaring van Christus, de Messias, dat Hij door Zijn JHWH gezalfd is met
de Heilige Geest, om de blijde boodschap van het evangelie te brengen aan het volk Israël. De Heere Jezus
behield de Heilige Geest niet voor Zichzelf. Na Zijn hemelvaart stortte hij Zijn Geest uit over Joden en later
ook over een gedeelte van de heidenvolken. En gelukkig, de Geest van Christus wordt nog uitgestort in de
harten van allen die Hem dierbaar zijn en Hem daarom smeken.(Matth. 7:11)
Door de overtuigingen van de Geest worden wij treurigen, vanwege onze afgelegde zondeweg en ons
smartelijk Godsgemis. Wij worden gebrokenen van hart omdat wij bevindelijk iets leren kennen van de
diepte van onze afval van God in ons verbondshoofd Adam, waardoor onze natuur totaal verdorven is. En
wij worden gevangenen en gebondenen, omdat Hij ons door pijnlijke wegen leert dat wij met al onze
gestalten, werkzaamheden en ondervindingen niet kunnen komen in een verzoende staat met God.
Maar wat meer is , door de Geest openbaart Christus Zich in ons, - in onderscheiden mate en gangen - opdat
wij Hem omhelzen als een volkomen Zaligmaker. Dan zien wij dat in Hem alle Goddelijke deugden zó
heerlijk blinkend en uitstralen, dat ons hart geheel en al met Hem ingenomen wordt. Dan mogen wij door
Hem tot de Vader gaan. Als de Heere daar verzekering van geeft mogen wij ook met het herstelde Israël
uitroepen: 'Ik ben zeer vrolijk in den HEERE; want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils.'
Deze beleving geeft in de liefdeband aan de zalige Verbondsgod, die nooit meer gebroken kan worden.
Maar het geeft ook een band aan hen die dezelfde zalving van de Heilige deelachtig zijn. (1 Joh. 2:20, 27)
Niet alleen Gods kinderen uit vroeger tijd, maar zelfs met hen, die nog toegebracht moeten worden.
Zij komen aan, door Godd'lijk licht geleid,
Om 't nakroost dat de HEER' wordt toebereid,
Te melden 't heil van Zijn gerechtigheid
En grote daden.
Waar rust deze ondervinding op? Op de Heilige Schrift, anders zal het waardeloos zijn. De Schrift is de
basis van de prediking, van ons geloof en van heel het kerkelijk leven. Daarom is een Bijbelse uitleg
uitermate belangrijk. De exegese (de samenhang) van de Schrift is de hoeksteen van de Christelijke Kerk.
En om de exegese van de Schrift te kennen is het van groot belang dat we de Bijbel in de oorspronkelijke
taal naspeuren. Er liggen zulke schatten in de Hebreeuwse goudmijn, zulke prachtige bloemen staan in de
Hebreeuwse tuin en er liggen zulke waardevol parels in diepe Hebreeuwse wateren, dat ieder die er kennis
mee maakt, daardoor getroffen wordt. Die zich in de Hebreeuwse taal verdiept wordt gevangen genomen
met liefelijke boeien, dat hij wenst er nooit meer van los te komen.
Dit heeft onze vriend Jan Weststrate ondervonden. Hij heeft zich toegelegd op de exegese van enkele
hoofdstukken uit Jesaja. Het resultaat vindt u in deze brochure. De profetie van Jesaja 61 heeft een
meervoudige vervulling. De eerste vervulling vond plaats toen Jezus op aarde leefde en leerde. De
volgende zal plaatsvinden wanneer de Messias Zijn Geest zal uitstorten over Zijn volk Israël, wanneer Hij
Zijn verbond zal vernieuwen en Zijn waarheid zal herstellen. Dit zijn zaken die zo helder beloofd worden
in de Schrift en zo nauw verbonden worden aan de eer van de trouwe Verbondsgod, dat wij daardoor een
sterke troost hebben en een vaste grondslag, 'waarin het onmogelijk is dat God liege'.
De Heere zegene de auteur en de lezers van zijn publicatie met de kostbare zegeningen die vloeien van de
gezalfde Verlosser, is mijn innerlijke wens.
Middelburg, februari 2002.
W. Westerbeke.
Pagina 4 © Copyright 2002 Stichting Gihonbron, Middelburg All rights reserved