01.06.2013 Views

GT-912/GT-913/GT-914 Inbouwhandleiding

GT-912/GT-913/GT-914 Inbouwhandleiding

GT-912/GT-913/GT-914 Inbouwhandleiding

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>GT</strong>-<strong>912</strong>/<strong>GT</strong>-<strong>913</strong>/<strong>GT</strong>-<strong>914</strong><br />

<strong>Inbouwhandleiding</strong><br />

Rho-Delta b.v.<br />

Escudostraat 2<br />

2991 XV Barendrecht<br />

Tel. +031 102927461<br />

Fax. +031 104795755<br />

www.rhodelta.nl<br />

info@rhodelta.nl


1.0 - OMSCHRIJVING<br />

De <strong>GT</strong>-<strong>912</strong> /<strong>GT</strong>-<strong>913</strong>/<strong>GT</strong>-<strong>914</strong> is een ongekeurd modulair alarm systeem die bediend<br />

wordt doormiddel van <strong>GT</strong>-889 handzenders met een variabele code en<br />

geïntegreerde elektronische noodsleutel. Met dit alarm systeem is er de mogelijkheid<br />

de centrale portier vergrendeling aan te sturen, de deur schakelaars, motorkap en<br />

kofferbak schakelaar te beveiligen. Het contact van de auto te beveiligen en het<br />

interieur van de auto doormiddel van ultrasoon sensoren. Bij een ingeschakeld alarm<br />

zal de auto ook beveiligd zijn doormiddel van een startonderbreker.<br />

Tevens is mogelijk om op het alarm 12 draadloze sensoren van <strong>GT</strong> te<br />

programmeren. Hiermee is er bijvoorbeeld de mogelijkheid om gemakkelijk een<br />

caravan te beveiligen, of de garage mee te beveiligen als de auto er in geparkeerd<br />

staat met ingeschakeld alarm, etc.<br />

- Verschil tussen de systemen.<br />

<strong>GT</strong>-<strong>912</strong>: zoals boven genoemd met een <strong>GT</strong>-843 sirene (geen noodstroom)<br />

<strong>GT</strong>-<strong>913</strong>: zoals boven genoemd met een <strong>GT</strong>-844 sirene (noodstroom sirene)<br />

<strong>GT</strong>-<strong>914</strong>: zoals boven genoemd met een <strong>GT</strong>-945 sirene (draadloze noodstroom<br />

sirene)<br />

Functies die op het alarm systeem geselecteerd kunnen worden.<br />

1 - sneltest<br />

2 - comfortsluiting<br />

3 - Pulserende massa uitgang/massa PWM uitgang tijdens alarm cyclus<br />

4 - Akoestisch signaal bij inschakelen/uitschakelen<br />

5 - Één draads aansturing van de knipperlichten (indien mogelijk)<br />

6 - Plus/min gestuurde deurcontacten<br />

7 - Pulserende deurcontacten<br />

8 - Plus/min gestuurde motorkap/kofferbak schakelaar<br />

9 - Pulserende motorkap/kofferbak schakelaar<br />

10 - Gt-945 anti scan.<br />

ANDERE FUNCTIES :<br />

Dubbele sluitpuls<br />

Paniek functie<br />

Anti-Hijack functie<br />

Status controle LED<br />

Nood uitschakel procedure doormiddel van een elektronische noodsleutel.


2.0 KABEL AANSLUITINGEN<br />

INBOUW VOORSCHRIFTEN<br />

Om kortsluiting te voorkomen, adviseren wij voordat met de montage wordt<br />

begonnen, eerst de negatieve accuklem los te nemen. Om beschadiging en<br />

kortsluiting te voorkomen dienen bij alle kabeldoorvoeringen doorvoer rubbers<br />

gebruikt te worden, zodat de draden voldoende beschermd zijn. Verder<br />

adviseren wij om alle aansluitingen te solderen. Plaats het commandoblok op<br />

een goede zichtbare plaats in het dashboard ( op een makkelijke bereikbare<br />

plek).<br />

Bruin: Deze draad dient aan de negatieve accu klem te worden aangesloten of aan<br />

een goed massa punt.<br />

Rood: (+30) Deze draad dient aan een +12V direct vanaf de accu te worden<br />

aangesloten, zeker deze af met een zekeringhouder en een 15Amp zekering.<br />

Wit/Rood: (ingangsdraad t.b.v de knipperlichten) Deze draad dient aan een<br />

constante plus te worden aangesloten, indien men een één draads aansluiting<br />

maakt, dan dient deze draad of aan een plus of een massa te worden gemonteerd en<br />

dient ook dipswitch 5 aangezet te worden (zie 7.0 knipperlicht diagram verder in deze<br />

handleiding).<br />

Geel: (+15/54) Deze draad dient aan een contact geschakelde draad te worden<br />

aangesloten die ook tijdens het starten van de motor een spanning blijft houden.<br />

Oranje: Deze draden dienen aan de knipperlicht draden te worden aangesloten.<br />

Indien men een één draads aansturing maakt moet tevens dipswitch nr. 5 te worden<br />

aangezet. (zie ook paragraaf 7.0).<br />

Oranje/Zwart: (feedback) Deze draad wordt alleen gebruikt als functie nr. 5 op AAN<br />

staat, één draads knipperlicht aansturing (zie ook paragraaf 7.0).<br />

Groen: Deze draad dient aan de motorkap/kofferkak schakelaar aangesloten te<br />

worden. Door functie nr. 8 op aan te zetten kan deze draad ook op<br />

motorkap/kofferbak schakelaars worden aangesloten die plus gestuurd zijn. Door<br />

functie nr. 9 op AAN te zetten kan de groene draad worden aangesloten op<br />

pulserende massa gestuurde motorkap/kofferbak schakelaar.<br />

Groen/Bruin: Deze draad dient aan de deurcontacten te worden aangesloten. Als<br />

functie nr. 6 op AAN wordt gezet is het mogelijk om de groen/bruine draad aan te<br />

sluiten op plus gestuurde deurcontacten. Indien de deurcontacten een pulsende<br />

massa contact hebben moet functie nr. 7 worden aangezet.<br />

Roze: Deze draad kan men gebruiken indien er uitbreidings modules worden<br />

gebruikt. Als het alarm ingeschakeld is staat er op deze draad een plus en kan tot<br />

80mA worden belast.


Geel/Zwart: Deze draad geeft een massa tijdens een alarmcyclus. Als functie nr. 3<br />

op UIT “pulserende massa uitgang” staat kan het claxon relais worden aangestuurd<br />

(zie 8.0 claxon aansluitschema). Staat functie nr. 3 op AAN “PWM output, dan kan<br />

deze draad worden gebruikt om een <strong>GT</strong>-843 sirene aan te sluiten.<br />

Wit en Grijs: Met deze twee draden kan een startblokkering worden gemaakt<br />

(maximale belasting 7A).<br />

Rood/Bruin, Rood/Grijs, Rood/Blauw, Geel/Bruin, Geel/Grijs en Geel/Blauw:<br />

Deze draden dienen voor de aansturing van de centrale portier vergrendeling en<br />

dienen aangesloten te worden volgens de autospecifieke inbouw handleiding.<br />

Blauw: Deze draad moet worden aangesloten op de blauwe draad van de <strong>GT</strong>-944 of<br />

<strong>GT</strong>-844 sirene. Op deze draad staat het gecodeerde communicatie signaal tussen de<br />

sirene en de centrale.<br />

Wit/Groen: Dit is de antenne draad. Deze draad moet vrij liggen voor de beste<br />

ontvangst (niet intapen of in de kabelschoen steken).<br />

Commandoblok: Plaats deze op een zichtbare en makkelijk bereikbare plek in het<br />

dashboard. Steek de 4 polige connector in de alarm centrale.<br />

LET OP !!<br />

- Gebruik altijd 5A zekeringen tussen de Rood/Blauwe en Geel/Blauwe draden.<br />

- De maximale belasting voor de centrale portier vergrendeling is 5A. Het is dus<br />

niet mogelijk om 4 deuren tegelijk aan te sturen (schema 5).<br />

MONTAGE ULTRASOON SENSOREN<br />

Plaats de beide ultrasoon sensoren boven aan<br />

de A-stijlen van de auto. Steek de rode stekker<br />

in de centrale unit in connector met de rode puntje.<br />

Plaats de witte stekker in de connector zonder<br />

kleur (naars de kabelboom connector). De<br />

gevoeligheid kan worden ingesteld met de witte<br />

stelschroef boven de ultrasoon aansluit connectoren<br />

op de centrale. De ultrasoon sensoren worden<br />

gevoeliger als de stelschroef met de klok mee draait en<br />

ongevoeliger als de stelschroef tegen de klok in draait.<br />

WHITE<br />

ULTRASONICS ADJUSTMENT<br />

TRIMMER<br />

22 21 20 19<br />

11 10 9 8 7<br />

18 16 17 15 13 12<br />

14<br />

6 4 5 3 1 2<br />

WHITE<br />

REDO<br />

RED


SIRENE AANSLUITINGEN<br />

2.1 - <strong>GT</strong>-843 sirene aansluitingen (Alleen indien functie Nr. 3 op PWM Output<br />

staat).<br />

1 - Sluit één van de twee zwarte draden van de <strong>GT</strong>-843 sirene aan op de<br />

GEEL/ZWARTE draad van het alarm systeem.<br />

2 - Sluit de andere zwarte draad van de <strong>GT</strong>-843 sirene aan op de plus pool van de<br />

auto accu, afgezekerd met een 5A zekering.<br />

2.2 - <strong>GT</strong>-944 noodstroom sirene.<br />

1 - Sluit de BRUINE draad aan op de negatieve accu klem van de auto.<br />

2 - Sluit de RODE draad aan op de positieve accu klem van de auto, afgezekerd met<br />

een 5A zekering.<br />

3 - Sluit de BLAUWE draad van de sirene aan de blauwe draad van het<br />

alarmsysteem.<br />

4 - Sluit de GROENE draad aan op de motorkap schakelaar van de auto. De groene<br />

draad is een massa ingang van de sirene. Indien hier een alarm melding op<br />

wordt gemaakt zal de sirene afgaan maar de richting aanwijzers zullen niet<br />

aangestuurd worden.<br />

2.3 <strong>GT</strong>-945 draadloze noodstroom sirene.<br />

1 - Sluit de BRUINE draad aan op de negatieve accu klem van de auto.<br />

2 - Sluit de RODE draad aan op de positieve accu klem van de auto, afgezekerd met<br />

een 5A zekering.<br />

3 - Sluit de GROENE draad aan op de motorkap schakelaar van de auto. De groene<br />

draad is een massa ingang van de sirene. Indien hier een alarm melding op<br />

wordt gemaakt zal de sirene afgaan maar de richting aanwijzers zullen niet<br />

aangestuurd worden.


3.0 ALGEMEEN AANSLUIT SCHEMA


4.0 - <strong>GT</strong>-843 SIRENE AANSLUITSCHEMA<br />

5.0 - <strong>GT</strong>-944 NOODSTROOM SIRENE AANSLUITSCHEMA.<br />

5.1 - <strong>GT</strong>-844 NOODSTROOM SIRENE AANSLUITSCHEMA.


6.0 - <strong>GT</strong>-945 DRAADLOZE NOODSTROOM SIRENE AANSLUITSCHEMA.<br />

7.0 – ÉÉN DRAADS KNIPPERLICHT AANSLUITSCHEMA.<br />

Indien onderstaande schema’s worden gebruikt dient functie nr. 5 “één draad<br />

knipperlicht sturing” ingeschakeld te zijn.<br />

8.0 - CLAXON AANSLUITSCHEMA.


9.0 - CENTRALE PORTIER VERGRENDELING SCHEMA’S


10.0 - FUNCTIES VAN HET ALARM SYSTEEM<br />

Aan de achterkant van het alarm systeem zitten<br />

10 dip-switchen waarmee een aantal functies<br />

geselecteerd kunnen worden. Een functie<br />

selecteren kan alleen als het alarmsysteem<br />

uitgeschakeld is. Het alarm systeemleest de<br />

dip-switch instellingen nadat het contact van de<br />

auto 1 keer is aangezet en weer uitgezet.<br />

Switch nr. Omschrijving AAN UIT<br />

1 Sneltest Ingeschakeld uitgeschakeld<br />

2 Comfort sluiting Ingeschakeld<br />

openen=1 - sluiten = 40 openen =1 – sluiten =1<br />

3 Pulserende massa uitgang/massa PWM Output Pulserende massa<br />

PWM uitgang tijdens alarm cyclus<br />

Output tijdens alarm<br />

4 Akoestisch signaal bij in/uitschakelen Uitgeschakeld Ingeschakeld<br />

5 Één draads aansturing van de<br />

knipperlichten<br />

Ingeschakeld Uitgeschakeld<br />

6 Plus gestuurde deurcontacten Ingeschakeld Uitgeschakeld<br />

7 Pulserende deurcontacten Ingeschakeld Uitgeschakeld<br />

8 Plus gestuurde motorkap /kofferbak<br />

schakelaar<br />

Ingeschakeld Uitgeschakeld<br />

9 Pulserende motorkap/kofferbak<br />

schakelaar.<br />

Ingeschakeld Uitgeschakeld<br />

10 <strong>GT</strong>-945 Anti scan Ingeschakeld Uitgeschakeld<br />

- Functie Nr. 1: Sneltest<br />

WAARSCHUWING:<br />

Door deze functie aan te zetten zal de alarm centrale een “RADIO” signaal uitsturen<br />

die door de <strong>GT</strong>-945 draadloze sirene wordt geprogrammeerd. Het programmeren<br />

van de <strong>GT</strong>-945 sirene wordt beschreven in paragraaf “<strong>GT</strong>945 sirene programmering”<br />

Met deze functie is het mogelijk de aansluitingen van het alarm systeem te<br />

controleren. Wanneer het systeem is uitgeschakeld, dip switch 1 wordt op AAN gezet<br />

en het contact van de auto wordt aan en weer uit gezet zal de sirene een lange piep<br />

toon geven.<br />

Tijdens de sneltest kunnen de volgende tests worden uitgevoerd:<br />

Ultrasoon sensor test: beweeg een arm voor de ultrasoon sensoren, hierbij zal de<br />

sirene 1 pieptoon geven en de LED zal 1 keer groen knipperen.<br />

Draadloze sensor test: trigger de sensor (infrarood sensor, magneet contact, etc.),<br />

hierbij zal de sirene 3 piep tonen geven en de LED zal 3 keer groen knipperen.<br />

Deurcontacten test: Open een of meer deuren, hierbij zal de sirene 4 pieptonen<br />

geven en de LED zal drie keer groen knipperen.


Motorkap/Kofferbak schakelaar test: Open de motorkap en/of de kofferbak, hierbij<br />

zal de sirene 5 pieptonen geven en de LED zal 5 keer groen knipperen.<br />

Contact geschakeld test: Zet het contact van de auto aan, hierbij zal de sirene 6<br />

pieptonen en de LED 6 keer groen knipperen.<br />

Wacht 30 seconden zonder een test te doen om de sneltest te verlaten, of druk op de<br />

UIT knop van de <strong>GT</strong> handzender. Ter bevestiging zal de sirene een lange pieptoon<br />

geven. Zet nu dip switch nr. 1 in de uit positie.<br />

- Functie Nr. 2: Comfort sluiting<br />

Als deze functie is ingeschakeld zullen de ramen automatisch sluiten (alleen voor<br />

auto’s die over deze functie beschikken) door een sluitpuls van 40 seconden welke<br />

inwerking gaat 5 seconden nadat de deuren zijn vergrendeld. Zet dip switch nr. 2 op<br />

AAN om deze functie in te schakelen.<br />

- Functie Nr. 3: Pulserende massa output / PWM output op de geel/zwarte draad<br />

Dipswitch Nr. 3 op UIT = tijdens een alarm cyclus geeft het systeem massa output.<br />

Dipswitch Nr. 3 op ON = Tijdens een alarm cyclus geeft het systeem een output om<br />

de <strong>GT</strong>-843 sirene aan te sturen of een luispreker van 4 Ohm.<br />

- Functie Nr. 4: Akoestisch signaal bij in/uitschakelen van het alarm.<br />

Het is mogelijk het in/uitschakel signaal van het alarm uit te zetten. Zet dipswitch nr.<br />

4 op AAN om het signaal uit te schakelen. Hierna dient dipswitch nr. 1 op aan te<br />

worden gezet totdat er een lange piep toon van de sirene volgt. Zet vervolgens<br />

dipswitch nr. 1 weer op uit, hierbij zal de sirene een lange pieptoon geven. Doe<br />

bovenstaande procedure nogmaals om de in/uitschakel piep toon weer in te<br />

schakelen, zet hierbij dipswitch nr. 4 dan op UIT.<br />

- Functie Nr. 5: Een draads aansturing van de knipperlichten.<br />

Als deze functie is ingeschakeld is het mogelijk de richtingaanwijzers aan te sturen<br />

met 1 ORANJE draad van het alarmsysteem door deze aan te sluiten op gevaren<br />

lichten knop van de auto (alleen als de auto over deze functie beschikt). Zet<br />

dipswitch nr. 5 op AAN om de functie in te schakelen.<br />

- Functie Nr. 6: Plus gestuurde deurcontacten.<br />

Met deze functie is het mogelijk de groen/bruine draad van het alarm direct op een<br />

stabiel plus gestuurd deurcontact aan te sluiten. Als deze functie wordt gebruikt zal<br />

functie nr. 7 (dipswitch nr. 7) niet meer werken.<br />

- Functie Nr. 7: Pulserende deurcontacten.<br />

Deze functie maakt het mogelijk om de bruin/groene draad aan te sluiten op massa<br />

gestuurde deurcontacten waarbij een pulserend massa controle signaal staat. Zet<br />

dipswitch nr. 7 op AAN om de functie in te schakelen.<br />

- Functie Nr. 8: Plus gestuurde motorkap/kofferbak schakelaar.<br />

Met deze functie ingeschakeld is het mogelijk de groene draad van het alarm op plus gestuurde<br />

motorkap/kofferbak schakelaars aan te sluiten. Zet dipswitch nr. 8 op AAN om de functie in te<br />

schakelen. Indien deze functie wordt gebruikt zal functie nr. 9 niet meer werken.


- Functie nr. 9: Pulserende motorkap/kofferbak schakelaar.<br />

Deze functie maakt het mogelijk om de groene draad aan te sluiten op massa gestuurde<br />

motorkap/kofferbak schakelaars waarbij een pulserend massa controle signaal staat. Zet<br />

dipswitch nr. 9 op AAN om de functie in te schakelen.<br />

- Functie nr. 10: <strong>GT</strong>-945 sirene anti-scan.<br />

Als het alarmsysteem staat ingeschakeld met deze functie op AAN zal het signaal<br />

tussen de centrale unit en de sirene continue worden gecontroleerd. Indien het<br />

communicatie signaal tussen de sirene en de centrale langer dan 1 minuut wordt<br />

verstoord zal het alarm systeem een alarm cyclus geven. Zet dipswitch nr. 10 op<br />

AAN om deze functie in te schakelen.<br />

11.0 - <strong>GT</strong>-945 draadloze sirene programmering.<br />

1 - Het alarm moet uitgeschakeld zijn.<br />

2 - Sluit de voeding van de <strong>GT</strong>-945 sirene aan. De sirene zal 3 snelle pieptonen<br />

geven ter bevestiging dat deze geprogrammeerd kan worden.<br />

3 - Zet dipswitch nr. 1 (sneltest) op AAN.<br />

4 - De centrale alarm unit zal een draadloos signaal sturen die de <strong>GT</strong>-945 sirene zal<br />

programmeren en hierbij een lang pieptoon geeft.<br />

5 - Zet dipswitch nr. 1 op UIT, de sirene zal een lange pieptoon geven.<br />

LET OP !!!<br />

Als tijdens onderhoud van de auto de spanning van de sirene wordt gehaald<br />

voor langer dan 30 seconden zal na het terug plaatsen van de spanning de<br />

sirene wederom 3 pieptonen geven om aan te geven dat deze weer in de<br />

programmeerstand staat. Nadat het alarm 1 keer wordt ingeschakeld en weer<br />

uitgeschakeld werkt de sirene weer normaal. Het is dus niet nodig de sirene<br />

opnieuw op de alarm centrale te programmeren.<br />

12.0 Programmeren van nieuwe handzender en draadloze sensoren.<br />

LET OP !!!<br />

- Het is mogelijk om maximaal 8 <strong>GT</strong>-889 handzender en 12 draadloze <strong>GT</strong><br />

sensoren programmeren.<br />

- Als in het alarm systeem de functie voor programmeren van handzenders<br />

wordt geopend zullen alle reeds geprogrammeerde handzender verwijderd<br />

worden. Het is dus noodzakelijk alle oude handzenders opnieuw te<br />

programmeren.<br />

- Indien er een handzender/sensor wordt geprogrammeerd die al in het<br />

geheugen staat, of het maximum is bereikt zal de sirene 3 pieptonen geven.


HANDZENDERS/SENSOREN PROGRAMEREN<br />

1 - Het alarm moet uitgeschakeld zijn.<br />

2 - Zet het contact van de auto aan.<br />

3 - Druk de koperen contact punten van de <strong>GT</strong>-889 handzender tegen de contact<br />

punten in het commandoblok totdat de sirene een pieptoon geeft en de LED in<br />

het commandoblok rood aan is.<br />

4 - In de tijd dat de LED rood brand zet dan het contact van de auto uit.<br />

5 - Na 5 seconden zal de sirene 1 pieptoon geven en de LED knippert 1 keer.<br />

6 - Zet het contact van de auto aan en weer uit ( het alarm systeem staat nu in de<br />

programmeer functie).<br />

7 - Druk op de “AAN” knop van de oude handzender, de LED zal 1 keer groen<br />

knipperen en de sirene zal 1 pieptoon geven.<br />

8 - Druk op de “AAN’” knop van de nieuwe handzender, de LED zal 1 keer groen<br />

knipperen en de sirene zal 1 pieptoon geven. Druk op de “TEST” knop of zet de<br />

“TEST” dipswitch van de draadloze sensor aan om deze te programmeren, de<br />

LED zal 1 keer rood knipperen en de sirene zal een pieptoon geven. (lees ook de<br />

handleiding van de draadloze sensor zelf voor de programmeer instructie).<br />

9 - Herhaal stap 6 voor alle andere extra handzenders/sensoren.<br />

10 - Wacht 10 seconden zonder een handzender/sensor te programmeren totdat de<br />

sirene een lange pieptoon geeft om het programmeer menu te verlaten.<br />

Draadloze sensoren verwijderen uit het geheugen.<br />

1 - Het alarm systeem moet uitgeschakeld zijn.<br />

2 - Zet het contact van de auto aan.<br />

3 - Druk de koperen contact punten van de <strong>GT</strong>-889 handzender tegen de contact<br />

punten in het commandoblok totdat de sirene een pieptoon geeft en de LED in het<br />

commandoblok rood aan is.<br />

4 - Plaats in de tijd dat de LED rood aan is (4 seconden) de contact punten van de<br />

handzender nogmaals tegen het commandoblok totdat de LED uitgaat.<br />

5 - Druk nu binnen 10 seconden op de “SERVICE” knop van de handzender.<br />

6 - Ter bevestiging dat alle draadloze sensoren uit het geheugen zijn verwijderd<br />

zullen de richtingaanwijzers 1 keer knipperen.<br />

7 - Zet het contact van de auto uit.


- HELP EN ONDERSTEUNING<br />

Voor technische vragen en/of opmerkingen kunt U contact opnemen met de<br />

technische dienst van<br />

Rho-delta, telefoon 010-4795755<br />

- TECHNISCHE GEGEVENS<br />

Werk spanning: 9-16V<br />

Werk temperatuur: -40ºC tot +85ºC<br />

Max. toelaatbare spanning: 36V/1minuut<br />

Stroom verbruik uitgeschakeld alarm:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!