1979-059 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis
1979-059 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis
1979-059 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het handschrift van Apotheker J. G. Deuffer-Wiel<br />
moeten wel erg de pan uit rijzen, wil de wetgever in beweging<br />
komen. In Deufferwiel's tijd bleek dit het geval te<br />
zijn. In 1841 wordt een Commissie benoemd tot herzieningsvoorstellen<br />
der verouderde farmaceutische wetgeving.<br />
Apothekers maken er geen deel van uit. Na protesten<br />
tegen deze dwaze opzet wordt een apothekersdelegatie<br />
gehoord. Het wetsontwerp van 1844 wordt in 1845<br />
verworpen. In 1846 wordt gerequestreerd tegen de uitbreiding<br />
der ziekenbussen, in 1848 tegen het uitblijven<br />
van wettelijke maatregelen tot bescherming van patiënt<br />
en apotheker. Een nieuw benoemde commissie bevat<br />
wederom geen apotheker, wel de bekende hoogleraar<br />
G. J. Mulder, onvermoeid pleitbezorger voor de Nederlandse<br />
farmacie. Inmiddels is als eerste apotheker in de<br />
farmacopee-commissie A. J. d'Ailly benoemd, zeer actief<br />
ondanks de amputatie van de rechterarm tot boven de<br />
elleboog na een knalkwikexplosie in het laboratorium van<br />
zijn apotheek in 1809. Deze benoeming, naast wederom<br />
die van Mulder, heeft plaats bij Koninklijk Besluit van<br />
26-9-1842.<br />
In 1850 worden advies en wetsontwerp voor de examina<br />
verworpen en volgt in 1853 een request voor spoedige<br />
afdoening. Een nieuw ontwerp van wet wordt 1857 verworpen,<br />
waarna in 1862 een nieuw stel ontwerpen wordt<br />
ingediend en in 1863 gewijzigd. In het binnenland pleit<br />
o.a. Mulder voor farmaceutisch onderwijs aan de Hooge<br />
Schooien, ook in het buitenland leeft dit streven en geeft<br />
Liebig reeds in 1840 het voorbeeld door practisch scheikundig<br />
onderwijs te geven. Maar inmiddels ploegt de<br />
landman voort, de apotheker niet minder.<br />
Bundeling van krachten.<br />
In Amsterdam (o.a.) hebben een aantal apothekers zich<br />
verenigd in leesgezelschappen, waar men theoretische<br />
en practische ervaringen uitwisselt en waarin ook de<br />
maatschappelijke toestanden ter sprake komen. Zo is er<br />
een chemisch-pharmaceutisch leesgezelschap onder<br />
voorzitterschap van Prof. W. S. Swart, waarvan ook andere<br />
geïntresseerden dan apothekers deel uitmaken, zoals<br />
Dr. Sarphati, de zeer bekende en in Amsterdam voor<br />
openbaar welzijn zeer actieve geneesheer. Van het Chemisch<br />
leesgezelschap, onder voorzitterschap van apo<br />
34<br />
theker D. Pas uit de Kalverstraat is Deufferwiel lid. Wanneer<br />
in 1842 wederom zonder zelfs inspraak van apothekers<br />
een farmaceutische wet zal worden behandeld<br />
sluiten beide gezelschappen zich aaneen en stichten op<br />
initiatief van Dr. Sarphati op 23 april 1842 de Nederlandsche<br />
Maatschappij ter bevordering der Pharmacie,<br />
waaraan van de gezelschappen resp. 16 en 13 dus 29<br />
apothekers deelnemen. Per die datum treden echter nog<br />
8 anderen toe: 37 leden-oprichters waaronder Deufferwiel.<br />
Snel groeit dit gezelschap uit tot een landelijke<br />
organisatie, zoals het doel is geweest en zal men andere<br />
vergaderplaatsen moeten vinden dan het café aan de<br />
Nieuwendijk, onder het genot van een enkel kopje koffie,<br />
soms een enkel glaasje wijn, waar op kosten van het<br />
gezelschap een zuurkast is gebouwd voor demonstratie<br />
van scheikundige proeven. Subsidie is er niet bij. Maatschappelijk<br />
en wetenschappelijk is de krachtenbundeling<br />
gelukt.<br />
De farmacie en haar hulpwetenschappen.<br />
De grote vlucht, diè de farmacie zal nemen kan niet los<br />
gezien worden van die van haar hulpwetenschappen. Dit<br />
geldt in het bijzonder voor de scheikunde, zowel de<br />
preparatieve als de analytische afdelingen daarvan. In<br />
1791 komt Soda uit steenzout bereid voor de apotheker<br />
beschikbaar als grondstof, in 1799 Chloorkalk (Thénard).<br />
Het verschil tussen organische en anorganische chemie,<br />
dat Bergmann omstreeks 1780 aanwijst verliest met Wöhler<br />
(1828) aan invloed. Zowel het isoleren van "werkzame<br />
bestanddelen" uit plantaardig materiaal als het langs<br />
analytisch-chemische- en fysische weg toetsen van de<br />
chemische zuiverheid daarvan verschaffen de apotheker<br />
zijn grondslag voor een meer exacte geneesmiddelenen<br />
grondstoffencontrôle. De chemische symboliek, door<br />
Berzelius ontworpen in aansluiting aan Lavoisier, Guyton<br />
de Morveau en Berthollet opent wegen tot ideeën- en<br />
ervarings-overdracht op eenduidige wijze. G. J. Mulder<br />
neemt het initiatief tot de vertaling van Berzelius's leerboek<br />
in het Nederlandsch. De enorme toename op dit<br />
gebied aan recepten in de boekjes van Deufferwiel t.o.v.<br />
zijn voorgangers komt op deze rekening. In overeenstemming<br />
hiermede is ook het toenemend aantal boekenen<br />
tijdschriften op chemisch- en farmaceutisch gebied. Sinds<br />
1832 verschijnen in Dutschland Liebig's Annalen der<br />
Chemie und Pharmazie, vanaf 1835 Annalen der Chemie.<br />
Poggendorf's Annalen der Physik und Chemie verschijnen<br />
dan reeds sinds 1824. In Frankrijk zien de eerste<br />
Comptes rendus de l'Académie des Sciences in 1835<br />
het licht, in Engeland verschijnt vanaf 1848 het Journal<br />
of the Chemical Society. In Nederland wordt vanaf 1835<br />
de Nieuwe Schei-, artsennijmeng- en Natuurkundige Bibliotheek<br />
van Dr. B. Meijlink (Deventer) uitgegeven.<br />
De apotheker en de waterleiding.<br />
De apotheker heeft zich van oudsher bemoeid met water.<br />
Niet slechts werd en wordt mineraal water als geneesmiddel<br />
toegepast maar ook is water een voor de<br />
mens onontbeerlijk "voedings en genotmiddel", en dit<br />
liefst in zuivere en smakelijke toestand. Voor de apothe-