ŠkodaAuto RADIO-NAVIGATIE-SYSTEEM AMUNDSEN

30
Bereikstoets NAV (Navigatie)
– Druk op de functietoets Details en vervolgens op de functietoets
Naam . Er wordt een invoermasker geopend waarin u de naam van
het ’Vlaggetjesreisdoel’ kunt wijzigen.
Extra venster over de actuele positie
M.b.v. de menu-bedieningsknop A10 kunt u verdere informatie laten weergeven:
• Positie;
• breedte- en lengtegraad;
• hoogte (indien ten minste 4 satellieten ter beschikking staan);
• GPS status (GPS_FIX - de positie kan bepaald worden, GPS_FIX_3D - de hoogte
kan bepaald worden);
• Het aantal beschikbare en ontvangen satellieten (het aantal beschikbare satellieten
bepaalt de GPS status).
Doelen in doelgeheugen of lijst van laatste reisdoelen wissen
– Druk in een willekeurig menu van de Navigatie de toets SETUP .
– M.b.v. de menu-bedieningsknop A10 kiest u de functietoets
Reisdoelgeheugen wissen .
– In het pop-up venster wist u m.b.v. de functietoetsen Alle reisd. of
Laatste reisdoelen alle manueel of automatisch opgeslagen of alleen
de laatste doelen.
Uw thuisadres opslaan of wijzigen
Huidige positie als thuisadres opslaan
– Tikt u in het hoofmenu navigatie op de functietoets Thuisadres .
– Indien uw thuisadres nog niet opgeslagen is, bevestig dan de
volgende vraag met de functietoets Ja .
– Druk op de functietoets Positie en uw actuele positie wordt als thuisadres
opgeslagen.
Opgeslagen thuisadres bewerken
– Indien uw thuisadres al is opgeslagen, start na het indrukken van de
functietoets Thuisadres de automatische doelgeleiding.
– Indien u uw thuisadres wilt wijzigen, druk da in het menu Navigatie de
toets SETUP en vervolgens menupunt Thuisadres ingeven .
Routebegeleiding
Tussendoel invoeren
Moeten naast het weergegeven reisdoel een tussendoel aangedaan
worden, gaat u dan verder zoals hieronder beschreven. Het tussendoel
kan alleen bij het starten van de doelgeleiding ingevoerd worden.
– Kies het doel en start de doelgeleiding.
– Druk op de gebiedskeuzetoets NAV , om naar het hoofdmenu Navigatie
te gaan.
– Kies een doel en start de doelgeleiding.
– Wanneer u het net ingegeven doel als tussendoel op wilt slaan, druk
dan op de functietoets Tussenstop .
– Wanneer u de begonnen doelgeleidng wilt stoppen, druk dan op de
functietoets Nieuw Doel
.
Tijdens de doelgeleiding kan alleen één doel en één tussendoel ingevoerd worden.
Bij het bereiken van het tussendoel hoort u een navigatiemelding. Na enkele
seconden wordt de doelgeleiding herhaald. Daarna kunt u weer een nieuw tussendoel
invoeren.