You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3503<br />
Er zijn ook steekwapens: 2 degens, 1 jachtmes en 1 “kaper” (is waarschijnlijk een gekromde<br />
degen, zoals kapers of zeerovers geacht werden te hanteren).<br />
Sommige personen op de lijst beschikten over meer dan één wapen.<br />
De bestbewapende man was ene Jacobus de Poortere, bezitter van niet minder dan twee<br />
fusiquen en twee pistolen.<br />
Ene Joseph Huys (géén familie van …) bezat twee fusiquen en een pistool. Burgemeester<br />
Lessens bezat twee fusiquen.<br />
De pastoor 3 was bijzonder goed voorzien: hij had een geweer, twee pistolen en een<br />
jachtmes!<br />
Eigenaardig is wel dat bij de baljuw Joseph de Smet de melding nihil staat. Bezat hij<br />
inderdaad geen wapens, of wenste hij die niet aan te geven?<br />
Voor wie belangstelling heeft (eventueel uit genealogisch oogpunt) voor deze namen- en<br />
wapenlijsten, vermelden we graag dat ook voor Astene, Grammene, Zeveren en Bachte<br />
(+Rekkelinge) gelijkaardige lijsten in de in noot vermelde archiefdossiers voorhanden zijn.<br />
1. Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, <strong>nr</strong>s. 32206/32208 (bevat gegevens voor vele parochies<br />
in Oost- en West-Vlaanderen).<br />
2. RAG, RvVl, <strong>nr</strong>. 32.207 (Wontergem, 1789).<br />
3. Hier niet met name genoemd. Het ging om de Sint-Niklazenaar Jacobus de Graeve (1729-1792),<br />
pastoor te Wontergem sinds november 1783 (zie K.O.K.-Jaarboek 1981, blz. 275).<br />
2072. Herman MAES (<strong>nr</strong>. 104) : Koepok-inenting<br />
In het <strong>KGK</strong>-jaarboek 2006 pp. 138-141 schreven we een nota over de inenting tegen<br />
koepokken. In 1823 moest de onderwijzer er zeker van zijn dat de kinderen ingeënt waren.<br />
De actie om zich te laten inenten was toen in gang geschoten en in sommige gebieden werd<br />
de actie van op de preekstoel (en iedereen ging toen ter kerke) gesteund.<br />
Iemand die bedrijvig was in het aanbevelen van de Jenner-inenting was dr. med. Jakob<br />
Lodewijk Kesteloot die in 1778 in Nieuwpoort geboren was. Zijn opleiding tot arts begon in<br />
1798 te Leiden en na het behalen van zijn doctorsgraad ging hij ook naar Parijs voor verdere<br />
opleiding. Hij werd lid van het in 1807 opgerichte “Rotterdamsch Genootschap ter<br />
bevordering van de koepokinenting” en ca. 1812 schreef hij een boek “De Koepok-inenting,<br />
getoetst aan het Gezond Verstand…” dat in Den Haag verscheen.<br />
Toen de RUGent in 1817 gesticht werd werd hij docent studie van chronische aandoeningen<br />
en gerechtelijke geneeskunde. De eerste rector van de RUGent was dr. Van Rotterdam 1 ,<br />
een Antwerpenaar met Leuvens diploma die zich te <strong>Deinze</strong> kwam vestigen en reputatie<br />
maakte met zijn behandeling van “diphterie” waarvoor hij naar Gent uitgenodigd werd.<br />
In 1826 werd Kesteloot rector te Gent en dat was hij ook in 1834-1835 tot het Belgisch<br />
staatsbestuur er zich mee moeide en de minister Kesteloot niet herbenoemde, niet alleen<br />
niet als rector maar ook niet meer als prof. Hij was wellicht te Noord-Nederlands<br />
(Orangistisch) gezind.<br />
In 1819 hield Kesteloot een lofrede op Herman Boerhaave, rond wie de Leidse medische<br />
school groeide. Uit de school koos ooit keizerin Maria-Theresia haar lijfarts Van Swieten 2 die<br />
te Wenen de medische opleiding tot geneesheer en die tot vroedvrouw mocht organiseren.<br />
Hij staat in 2006 nog altijd aan het voetstuk van het Maria-Theresia standbeeld (vier<br />
steunpilaren in Maria-Theresias regeringsperiode)<br />
Kesteloot werd reeds geconsulteerd door Napoleons broer die toen koning van Holland was<br />
(1806-1810).<br />
Aan de RUgent hed Kesteloot dus Van Rotterdam als collega en ook J.F. Kluyskens, van wie<br />
de vele (vooral) medici-Kluyskens afstammen tot in de huidige generatie.<br />
Er was zelfs een Kluyskens (Victor) die te <strong>Deinze</strong> een fabriek stichtte die zou uitgroeien tot<br />
de firma Torck. Ook de familie Van Heuverzwijn was bij die oprichting en groei betrokken.<br />
1. Zie ook H. Maes, Maessprokkels, J.B. Van Rotterdam, <strong>KGK</strong>C, XXI, 2001, p. 2857.