30.07.2013 Views

CNC Pilot 4290 - heidenhain

CNC Pilot 4290 - heidenhain

CNC Pilot 4290 - heidenhain

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.2 Informatie over de programmering<br />

Contourprogrammering<br />

De beschrijving van de contour van het onbewerkte en bewerkte<br />

werkstuk is voorwaarde voor de "contourcorrectie" en het gebruik van<br />

contourgerelateerde draaicycli. Bij de frees- en boorbewerking is de<br />

contourbeschrijving een voorwaarde voor het gebruik van de<br />

bewerkingscycli.<br />

Contouren voor de draaibewerking:<br />

Beschrijf de contour "aaneengesloten".<br />

De richting waarin wordt beschreven, is niet afhankelijk van de<br />

bewerkingsrichting.<br />

De <strong>CNC</strong> PILOT sluit "open" contouren asparallel.<br />

Contourbeschrijvingen mogen niet verder gaan dan de hartlijn.<br />

De contour van het bewerkte werkstuk moet binnen de contour van<br />

het onbewerkte werkstuk liggen.<br />

Bij stafmateriaal moet alleen het voor de productie van een<br />

werkstuk benodigde gedeelte als onbewerkt werkstuk worden<br />

gedefinieerd.<br />

Contourbeschrijvingen gelden voor het gehele NC-programma, ook<br />

wanneer het werkstuk voor bewerking aan de achterkant wordt<br />

omgespannen.<br />

In de bewerkingscycli programmeert u "verwijzingen" naar de<br />

contourbeschrijving.<br />

Onbewerkte werkstukken beschrijft u<br />

met "macro G20 voor onbewerkte werkstukken", indien er sprake is<br />

van standaarddelen (cilinders, holle cilinders).<br />

met "macro G21 voor gietstukken", wanneer de contour van het<br />

onbewerkte werkstuk is gebaseerd op de contour van het bewerkte<br />

werkstuk.<br />

door afzonderlijke contourelementen (bijv. contouren van bewerkte<br />

werkstukken), wanneer u G20, G21 niet kunt gebruiken.<br />

Bewerkte werkstukken worden met afzonderlijke contourelementen<br />

beschreven. U kunt attributen toewijzen aan contourelementen of aan<br />

de gehele contour. Hiermee wordt dan tijdens de bewerking van het<br />

werkstuk rekening gehouden (bijv.: ruwheid, overmaten, etc.).<br />

Bij tussenbewerkingsstappen maakt u hulpcontouren. De<br />

programmering van de hulpcontouren geschiedt analoog aan de<br />

beschrijving van het bewerkte werkstuk. Met HULPCONTOUR kan<br />

een contourbeschrijving worden gemaakt. HULPCONTOUREN<br />

kunnen meermaals worden gemaakt.<br />

Contouren voor de C-asbewerking:<br />

Contouren voor de C-asbewerking worden in het programmadeel<br />

BEWERKT WERKSTUK geprogrammeerd.<br />

Markeer de contouren met VOORKANT of MANTEL.<br />

Programmadeel-aanduidingen kunnen meermaals worden gebruikt.<br />

Ook kunnen er meer contouren binnen een programmadeelaanduiding<br />

worden geprogrammeerd.<br />

120

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!