CNC Pilot 4290 - heidenhain

Spanmiddelen in de simulatie G65
G65 toont de spanmiddelen in de simulatiegrafiek. G65 moet voor elk
spanmiddel afzonderlijk worden geprogrammeerd. G65 H.. zonder X,
Z wist het spanmiddel.
Parameters
H Nummer van spanmiddel (H=1..3; referentie naar
SPANMIDDEL)
X Beginpunt – referentiepunt spanmiddel (diametermaat)
Z Beginpunt – referentiepunt spanmiddel
D Spilnummer (referentie: programmadeel SPANMIDDEL)
Q Spanvorm (alleen bij spanklauwen) – (default: Q uit
programmadeel SPANMIDDEL)
Spanmiddelen worden in de database beschreven en worden in het
programmadeel SPANMIDDEL (H=1..3) vastgelegd.
Het referentiepunt van het spanmiddel bepaalt de positie van het
spanmiddel in de simulatiegrafiek. De positie van het referentiepunt is
afhankelijk van de spanvorm (zie afbeelding). Het referentiepunt van
het spanmiddel wordt gerelateerd aan het werkstuknulpunt
gedimensioneerd.
De CNC PILOT "spiegelt" de spanmiddelen "H=1..3", wanneer ze
rechts van het werkstuk worden geplaatst.
Instructies voor weergave en referentiepunt:
H=1 – klauwplaat:
wordt "open" weergegeven
Referentiepunt X: midden van de klauwplaat
Referentiepunt Z: "rechterzijde" (let op de breedte van de
spanklauwen)
H=2 – spanklauw (met "Q" wordt het referentiepunt en binnen-/
buiten-spannen vastgelegd):
Positie van het referentiepunt: zie "afbeelding G65"
Binnen-spannen: 1, 5, 6, 7
Buiten-spannen: 2, 3, 4
H=3 – spanhulp (draaibankcenter, centerpunt, etc.):
referentiepunt in X: midden van het spanmiddel
referentiepunt in Z: top van het spanmiddel
Programmeer bij draaibanken met meer sledes de regels
G65 met de "slede-aanduiding $..". Anders worden de
spanmiddelen meermaals getekend.
Voorbeeld: G65
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 307
. . .
SPANMIDDEL 1
H1 ID"KH110" [klauwplaat]
H2 ID"KBA250-77" [spanklauw]
H4 ID"KSP-601N" [centerpunt]
. . .
ONBEWERKT WERKSTUK
N.. G20 X80 Z200 K0
. . .
BEWERKING
$1 N.. G65 H1 X0 Z-234
$1 N.. G65 H2 X80 Z-200 Q4
. . .
4.32 Overige G-functies