31.07.2013 Views

1 – DE HOFPREDIKERS - VU-DARE Home

1 – DE HOFPREDIKERS - VU-DARE Home

1 – DE HOFPREDIKERS - VU-DARE Home

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

hofprediker fluctueerde sterk <strong>–</strong> en dat had zijn redenen. De geschiedenis van de negentiendeeeuwse<br />

hofpredikers is levendig en interessant. Alle reden om er aan onderzoek aan te wijden.<br />

1.2 Vraagstelling<br />

Koning Willem I (1772-1843) stelde spoedig na zijn terugkomst in Nederland <strong>–</strong> hij was nog<br />

Soeverein Vorst <strong>–</strong> een Nederlandse en een Waalse hofprediker aan, zoals ook zijn kleinzoon<br />

koning Willem III (1817-1890) dat bijna driekwart eeuw later nog deed. In de registers van de<br />

hofhouding en in de gepubliceerde almanakken werd in 1890 voor hen nog dezelfde<br />

formulering gebezigd als in de begintijd van het koninkrijk: tot het Nederlands hof behoorden<br />

hofkapelaans. Het is evident dat de eerste hofkapelaans in een heel andere tijd opereerden dan<br />

hun collegae aan het eind van de negentiende eeuw. Het Koninkrijk der Nederlanden was<br />

geografisch een stuk kleiner geworden en de macht van de koning was drastisch ingeperkt.<br />

Bovendien was de Nederlandse Hervormde Kerk waartoe de hofkapelaans behoorden niet<br />

meer dezelfde kerk als in de eerste decennia van de negentiende eeuw. Deze verschillende<br />

ontwikkelingen moeten repercussies hebben gehad op de hofpredikers. De Hervormde Kerk<br />

was niet alleen gescheurd, maar kende ook intern een grote diversiteit aan opvattingen. Die<br />

hadden zich in de loop van de eeuw gemanifesteerd. De vraag dringt zich op welke gevolgen<br />

al deze veranderingen hadden voor de taak en functie van de hofpredikers. Welke<br />

ontwikkeling heeft het hofpredikerschap in het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en<br />

1890 doorgemaakt en waarom? Deze probleemstelling staat in dit onderzoek centraal.<br />

Om de hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk te weten wie de<br />

negentiende-eeuwse hofpredikers waren. De titel hofprediker was uitsluitend van toepassing<br />

op een hoveling in dienst van de vorst, een ambtenaar met specifieke taken op religieus terrein<br />

en niet op een willekeurige geestelijke die het hof frequenteerde. Het behoeft geen betoog dat<br />

aan de hofpredikers specifieke eisen gesteld werden. Om aan het hof te functioneren moesten<br />

ze over meer dan alleen goede theologische kwaliteiten beschikken. De hofpredikers dienden<br />

zich adequaat in de hoogste kringen te kunnen bewegen en zonder problemen aan het<br />

hofleven deel te kunnen nemen. Waren zij daarvoor toegerust? Aan welke voorwaarden<br />

moesten zij voldoen en welke eigenschappen dienden zij te bezitten om aan het hof te<br />

opereren? Uit welke kringen waren de hofpredikers afkomstig? En hoe waren zij opgeleid?<br />

Vervolgens wordt in beeld gebracht welke taken en functies de hofpredikers<br />

opgedragen kregen. Het is moeilijk voor te stellen dat die van de eerste hofprediker van<br />

koning Willem I en van de laatste hofprediker van koning Willem III identiek waren. Welke<br />

betekenis hadden de hofpredikers in het algemene kerkelijke en maatschappelijke leven?<br />

Waren zij raadgevers bij godsdienstvraagstukken, waren zij leidende geestelijken op de<br />

belangrijkste post? Waren zij strijdbare auteurs die hun theologische overtuiging helder en<br />

krachtig uiteenzetten? En wanneer zij daadwerkelijk sturend en strijdbaar optraden, liepen ze<br />

dan het gevaar verdacht te worden van heterodoxie?<br />

Ook proberen we een antwoord te geven op de vraag wat de betekenis van de<br />

hofpredikers voor de koninklijke familie was. Dit kunnen we feitelijk opvatten en kijken naar<br />

de cognitieve en rituele componenten van religie. Aan het cognitieve aspect werd door de<br />

Oranjes grote aandacht besteed gedurende het godsdienstonderwijs. Dat voltrok zich<br />

weliswaar achter de schermen, maar mondde uit in de (meer of minder openbare) rite van de<br />

geloofsbelijdenis, waarvan zowel de kerkelijke gemeente als het Nederlandse volk op de<br />

hoogte gesteld werd. Dat geldt eveneens voor de andere rites de passage: dopen, trouwen en<br />

begraven. De emotionele component van religie is de meest subjectieve. Zich begeven op dit<br />

terrein zou gemakkelijk kunnen leiden tot psychologiseren of onderzoeken van het hart, wat<br />

ik niet alleen als onwenselijk maar ook als onmogelijk beschouw. Dit aspect kan echter ook<br />

anders geïnterpreteerd of van een andere kant benaderd worden, namelijk vanuit het<br />

perspectief van de receptie van het werk van de hofpredikers. We kunnen speuren naar<br />

5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!