Onderzoeksprojecten (100 - 150 van 327)
Onderzoeksprojecten (100 - 150 van 327)
Onderzoeksprojecten (100 - 150 van 327)
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
www.researchportal.be - 28 Jul 2013 09:32:13<br />
<strong>Onderzoeksprojecten</strong> (<strong>100</strong> - <strong>150</strong> <strong>van</strong> <strong>327</strong>)<br />
Zoekfilter: Classificaties: Psychologie<br />
De procesbasis <strong>van</strong> emotiedynamiek in relatie tot psychologisch welzijn.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Mensen verschillen niet enkel <strong>van</strong> elkaar in hoe ze zich gemiddeld genomen voelen, maar ook in hoe hun gevoelens veranderen<br />
doorheen de tijd. Het bestuderen <strong>van</strong> deze emotionele fluctuaties en veranderingen is een rijke bron <strong>van</strong> informatie over het emotioneel<br />
functioneren <strong>van</strong> mensen, hoe ze emotioneel reageren op gebeurtenissen, en hoe ze hun emoties (al of niet) kunnen controleren. We weten echter<br />
nog maar zeer weinig over wat er aan de oorzaak ligt <strong>van</strong> bepaalde dynamische emotionele patronen. De bedoeling <strong>van</strong> dit project is om te<br />
onderzoeken hoe de manier waarop mensenemotionele informatie kunnen negeren, veranderen, en manipuleren in hunwerkheugen, een<br />
bepalende rol kan spelen in het bepalen <strong>van</strong> de dynamische patronen die onze emoties kenmerken, en hoe dit op zich samenhangt met het<br />
bepalen <strong>van</strong> iemands psychologisch welzijn. Op basis hier<strong>van</strong> hopen we concrete inzichten te bekomen in de factoren die bijdragen tot<br />
psychologische bloei en lijden, en tevens middelen aan te kunnen reiken o<br />
Organisaties:<br />
• OE Kwant. Psych. en Indiv. Verschillen<br />
Onderzoekers:<br />
• Peter Kuppens<br />
De psychosociale ontwikkeling <strong>van</strong> kinderen en adolescenten met brandwonden en hun ouders.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Ernstige brandwonden zijn zeer traumatiserend en mensonterend. Brandwonden veroorzaken vaak psychiatrische klachten en ernstige<br />
lichamelijke misvormingen. Bij kinderen en adolescenten leiden deze brandwonden vaak tot opvallende psychologische trauma's. Om de<br />
ziekenhuis- en ambulante behandeling te verbeteren, is het belangrijk de invloed <strong>van</strong> individueel psychologische factoren op de emotionele,<br />
cognitieve en gedragsontwikkelingen <strong>van</strong> kinderen en adolescenten met brandwonden te schetsen.<br />
Twee jaar na ontslag uit het ziekenhuis worden de kinderen en adolescenten met hun ouders uitgenodigd om deel te nemen aan een jaarlijks<br />
follow-up programma in het ambulante dienstverleningscentrum voor mensen met brandwonden, het Greet Rouffaer Huis.<br />
Tijdens deze consultaties zullen de ouders en kinderen bevraagd worden naar de psychologische ontwikkeling <strong>van</strong> het kind, de ouderlijke<br />
competentiegeveoelens en de kwaliteit <strong>van</strong> de ouder-kindrelatie. Het onderzoek tracht na te gaan welke coping-mechanismen deze kinderen en<br />
jongeren ontwikkelen na een ernstige verbranding. De bekomen oinzichten moeten, samen met de resultaten <strong>van</strong> de onderzoeken naar de effecten<br />
<strong>van</strong> brandwondenkampen en de invloed <strong>van</strong> thermale kuren bij kinderen met brandwonden, uiteindelijk leiden tot een beter afgestemd<br />
nazorgtraject.<br />
Organisaties:<br />
• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• INGRID KRISTOFFERSEN<br />
De psychosociale ontwikkeling <strong>van</strong> kinderen en adolescenten met brandwonden en hun ouders.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Ernstige brandwonden zijn zeer traumatiserend en mensonterend. Brandwonden veroorzaken vaak psychiatrische klachten en ernstige<br />
lichamelijke misvormingen. Bij kinderen en adolescenten leiden deze brandwonden vaak tot opvallende psychologische trauma's. Om de<br />
ziekenhuis- en ambulante behandeling te verbeteren, is het belangrijk de invloed <strong>van</strong> individueel psychologische factoren op de emotionele,<br />
cognitieve en gedragsontwikkelingen <strong>van</strong> kinderen en adolescenten met brandwonden te schetsen.<br />
Twee jaar na ontslag uit het ziekenhuis worden de kinderen en adolescenten met hun ouders uitgenodigd om deel te nemen aan een jaarlijks<br />
follow-up programma in het ambulante dienstverleningscentrum voor mensen met brandwonden, het Greet Rouffaer Huis.<br />
Tijdens deze consultaties zullen de ouders en kinderen bevraagd worden naar de psychologische ontwikkeling <strong>van</strong> het kind, de ouderlijke<br />
competentiegeveoelens en de kwaliteit <strong>van</strong> de ouder-kindrelatie. Het onderzoek tracht na te gaan welke coping-mechanismen deze kinderen en<br />
jongeren ontwikkelen na een ernstige verbranding. De bekomen oinzichten moeten, samen met de resultaten <strong>van</strong> de onderzoeken naar de effecten<br />
<strong>van</strong> brandwondenkampen en de invloed <strong>van</strong> thermale kuren bij kinderen met brandwonden, uiteindelijk leiden tot een beter afgestemd<br />
nazorgtraject.<br />
Organisaties:<br />
• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• INGRID KRISTOFFERSEN<br />
De psychosociale ontwikkeling <strong>van</strong> kinderen en adolescenten met brandwonden en hun ouders.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Ernstige brandwonden zijn zeer traumatiserend en mensonterend. Brandwonden veroorzaken vaak psychiatrische klachten en ernstige<br />
lichamelijke misvormingen. Bij kinderen en adolescenten leiden deze brandwonden vaak tot opvallende psychologische trauma's. Om de<br />
ziekenhuis- en ambulante behandeling te verbeteren, is het belangrijk de invloed <strong>van</strong> individueel psychologische factoren op de emotionele,<br />
cognitieve en gedragsontwikkelingen <strong>van</strong> kinderen en adolescenten met brandwonden te schetsen.<br />
Twee jaar na ontslag uit het ziekenhuis worden de kinderen en adolescenten met hun ouders uitgenodigd om deel te nemen aan een jaarlijks<br />
follow-up programma in het ambulante dienstverleningscentrum voor mensen met brandwonden, het Greet Rouffaer Huis.<br />
Tijdens deze consultaties zullen de ouders en kinderen bevraagd worden naar de psychologische ontwikkeling <strong>van</strong> het kind, de ouderlijke<br />
competentiegeveoelens en de kwaliteit <strong>van</strong> de ouder-kindrelatie. Het onderzoek tracht na te gaan welke coping-mechanismen deze kinderen en<br />
jongeren ontwikkelen na een ernstige verbranding. De bekomen oinzichten moeten, samen met de resultaten <strong>van</strong> de onderzoeken naar de effecten<br />
<strong>van</strong> brandwondenkampen en de invloed <strong>van</strong> thermale kuren bij kinderen met brandwonden, uiteindelijk leiden tot een beter afgestemd<br />
nazorgtraject.<br />
Organisaties:<br />
• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• INGRID KRISTOFFERSEN
De relatie tussen representaties <strong>van</strong> scenes, gehele objecten en hun samenstellende delen in de menselijke<br />
hersenschors.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Dagelijks zien we verschillende voorwerpen die elk zijn samengesteld uit verschillende delen. Hoe onze hersenen een representatie <strong>van</strong><br />
deze voorwerpen opstellen is nog niet volledig duidelijk. Met dit project willen we onderzoeken hoe delen <strong>van</strong> complexe voorwerpen worden<br />
gecombineerd toteen geheel in de menselijke hersenschors. Wat wordt waargenomen als één voorwerp en de eigenschappen <strong>van</strong> de voorwerpen<br />
(bijvoorbeeld familiariteit) zullen worden gemanipuleerd. Meer specifiek zullen we kijken (1) naar de mate <strong>van</strong> additiviteit <strong>van</strong> de relatie tussen<br />
activatiemappen <strong>van</strong> gehele voorwerpen en de activatiemappen <strong>van</strong> hun samenstellende delen voor gewone voorwerpen, (2) of deze relatie<br />
hetzelfde is voor gezichten versus andere soorten voorwerpen en (3) of een meer holistische vorm <strong>van</strong>codering ook mogelijk is voor scenes die<br />
bestaan uit meerdere voorwerpen, wanneer zij een betekenisvol geheel vormen. Verder zullen we (4) het effect <strong>van</strong> aandacht op deze relaties<br />
nagaan.<br />
Organisaties:<br />
• OE Biologische Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Johan Wagemans<br />
• Hans Op de Beeck<br />
• Annelies Baeck<br />
De rol <strong>van</strong> de psychoanalyse in Vergotes godsdienstpsychologie: een grondslagenonderzoek<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Deze studie heeft als doel om de impliciete en expliciete verwijzingen <strong>van</strong> Vergote naar de freudiaans psychoanalyse systematisch naar<br />
voor te brengen zoals die te vinden zijn in zijn theoretische benadering <strong>van</strong> de godsdienstpsychologie.<br />
Organisaties:<br />
• OE Klinische Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Jozef Corveleyn<br />
De rol <strong>van</strong> emotie regulatie doelen in aandacht voor emotionele informatie.<br />
Universiteit Gent<br />
Abstract: We onderzoeken of emotieregulatie doelen aandachtsvertekeningen naar emotionele informatie veroorzaken en moduleren. We<br />
verwachten dat emotieregulatie doelen voorspellen aan welke stimuli aandacht wordt gegeven (bv. positieve of negatieve stimuli) en hoe aandacht<br />
wordt gericht aan deze stimuli (bv. naar of weg).<br />
Organisaties:<br />
• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Jan De Houwer<br />
De rol <strong>van</strong> emoties en emotioneel design in het adoptieproces <strong>van</strong> elektrische auto's.<br />
Universiteit Antwerpen<br />
Abstract: Het project gaat de rol <strong>van</strong> emoties na bij het adopteren <strong>van</strong> nieuwe duurzame producten, meer bepaald elektrische auto's. Een<br />
conceptueel model wordt opgesteld en getest aan de hand waar<strong>van</strong> bestaande theoretische raamwerken zoals de Extended theory of Planned<br />
Behaviour uitgebreid kunnen worden met emotionele dimensies. Aansluitend wordt getest hoe de consument reageert op verschillende emotietypes<br />
in het design <strong>van</strong> en advertenties voor elektrische varianten <strong>van</strong> bestaande automerken.<br />
Organisaties:<br />
• Marketing<br />
Onderzoekers:<br />
• Patrick De Pelsmacker<br />
De rol <strong>van</strong> reactieve en zelf-regulatieve temperamentskenmerken als kwetsbaarheidsfactoren voor de ontwikkeling <strong>van</strong><br />
verslaving en eetstoornissenin de adolescentie.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: De adolescentie is een fase waarin ingrijpende veranderingen plaatsvinden en waarin jongeren met een aantal uitdagingen<br />
geconfronteerd worden. Verschillende factoren kunnen de jongere kwetsbaar of vatbaar maken voor diverse problemen, zoals problematisch<br />
middelengebruik. Het is belangrijk om inzicht te krijgen in deze factoren, omdat dit handvatten kan bieden voor de preventie en interventie <strong>van</strong><br />
problematisch middelengebruik. Daarom richt dit proefschrift zich op de rol <strong>van</strong> temperament en ruminatie in middelengebruik en problemen ten<br />
gevolge <strong>van</strong> gebruik bij adolescenten. Wat betreft de affectief/motivationele aspecten <strong>van</strong> temperament, vonden de studies in het proefschrift dat<br />
een hoge mate <strong>van</strong> negatieve affectiviteit (NA, een negatief engagement met de omgeving) en een lage mate <strong>van</strong> positieve affectiviteit (PA, een<br />
positieve omgang met de omgeving) meer problematische patronen <strong>van</strong> gebruik (problemen ten gevolge <strong>van</strong> gebruik, afhankelijk zijn <strong>van</strong> middelen<br />
en/of middelen misbruiken) voors<br />
Organisaties:<br />
• OE Klinische Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Patricia Bijttebier<br />
• Laurence Claes<br />
• Lore Willem<br />
De rol <strong>van</strong> waargenomen rechtvaardigheid bij het vormgeven <strong>van</strong> werknemer en organisatie-resultaten <strong>van</strong> talent<br />
management investeringen.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: De rol <strong>van</strong> waargenomen rechtvaardigheid bij het vormgeven <strong>van</strong> werknemer en organisatie-resultaten <strong>van</strong> talent management<br />
investeringen. Een set <strong>van</strong> verschillende kwantitatieve studies door enquêtes en experimenten, met individu's en organisaties<br />
Organisaties:<br />
• Experimentele en Toegepaste Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• ROLAND PEPERMANS<br />
• Joeri HOFMANS<br />
De Schakel tussen het spiegel-en mentaliseringsnetwerk bij sociale oordelen.
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: DOEL EN ONDERZOEKSHYPOTHESEN<br />
De cruciale vraag die zich stelt is wanneer en onder welke precieze condities het brein overschakelt <strong>van</strong> het spiegelnetwerk naar het<br />
mentaliseringsnetwerk. Uit voorbije onderzoeken kunnen twee hypothesen afgeleid worden, die parallel lopen met elkaar, en die ik wil<br />
onderzoeken.<br />
1) Het spiegelsysteem lijkt het te laten afweten indien de handeling ongewoon is. Maar welk aspect moet ongewoon zijn om het mentaliseren te<br />
starten? De handeling of de achterliggende intentie? De eerste hypothese veronderstelt dat onaangepast gedrag (binnen een gegeven intentie)<br />
aanleiding geeft tot mentaliseren. In tegenstelling daarmee zou bij een ongewone of ongebruikelijke intentie (bv. de actor legt het oor te luisteren bij<br />
de lichtschakelaar) het spiegelsysteem actief blijven zoeken naar een alternatieve intentie.<br />
2) Door gebruik te maken <strong>van</strong> lichaamsbeweging, is het soor informatie dat het spiegelsysteem kan analyseren tamelijk beperkt en concreet. Meer<br />
abstract gedrag zal daarom wellicht het mentaliseren in gang zetten. We kunnen stijgende hiërarchie veronderstellen <strong>van</strong> concreet naar abstract<br />
sociaal gedrag, zoals een kredietkaart uit de portemonnee nemen, betalen een de kasse, boodschappen doen, voedsel voorbereiden, tot tenslotte<br />
een feestje organiseren. De hypothese is dat naarmate het gedrag meer abstract wordt, het mentaliseringswer meer actief zal worden, en het<br />
spiegelsysteem minder.<br />
Deze verklaringen voor de overgang tussen beide netwerpen wil ik verder onderzoeken en valideren. tot nu toe werd er in geen enkele studie de<br />
invloed <strong>van</strong> ongewone intentie (spiegelnetwerk) en ongewone handeling (mentalliseringsnetwerk) rechtstreeks tegen elkaar afgezet, waarbij alle<br />
andere mogelijke variabelen onder controle worden gehouden. Ook is er weinig onderzoek over de invloed <strong>van</strong> expliciete instructies voor en<br />
aandacht op intentionaliteit <strong>van</strong> gedrag. Alle onderzoeken bleven op het niveau <strong>van</strong> visueel waarneembare handelingen, zonder meer abstract<br />
sociaal gedrag te onderzoeken. Bovendien maken deze studies enkel gebruik <strong>van</strong> FMRI, wat zeer nuttig is voor de lokalisatie <strong>van</strong> de geactiveerde<br />
hersengebeden, maar is er daardoor geen informatie over de timing <strong>van</strong> deze twee netwerken, of over de timing <strong>van</strong> de overgang. Deze leemten<br />
worden opgevuld in mijn onderzoeksvoorstel.<br />
Organisaties:<br />
• Experimentele en Toegepaste Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• FRANK VAN OVERWALLE<br />
De specificiteit <strong>van</strong> het autobiografisch geheugen bij borderline-patienten.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Depressieve en getraumatiseerde patiënten blijken minder goed in staat om specifieke autobiografische informatie uit hun geheugen op te<br />
halen (voor een uitgebreid overzicht <strong>van</strong> de onderzoeksliteratuur ter zake, zie Williams et al., 2007). In vergelijking met gezonde<br />
controleproefpersonen refereren ze vaker naar een reeks gebeurtenissen (bijv. 'telkens als ik tennis') in plaats <strong>van</strong> naar een eenmalige gebeurtenis<br />
(bijv. 'die ene match tegen mijn nicht'). Een overalgemene herinneringsstijl blijkt geassocieerd te zijn met minder goede probleemoplossende<br />
capaciteiten (bijv.Pollock & Williams, 2001) veelvuldig rumineren (bijv. Raes et al., 2005), minder zelfverwondend gedrag (Startup et al., 2001) en<br />
een vermijdende stijl ten aanzien <strong>van</strong> gebeurtenissen, gedachten en gevoelens (Hermans,Defranc, Raes, Williams & Eelen, 2005). Sommige<br />
auteurs (bijv. Brittlebank, Scott, Williams & Ferrier, 1993; Peeters, wessel, Merckelbach & Boon-Vermeerden, 2002) suggereren dat herstel<br />
bemoeili<br />
Organisaties:<br />
• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Laurence Claes<br />
• Guido Pieters<br />
• Filip Raes<br />
• Kris Van den Broeck<br />
De studie <strong>van</strong> interactieve processen en de constructie <strong>van</strong> een interactieve statistiek<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Een geijkte manier om aan wetenschapsbeoefening te doen is het testen <strong>van</strong> een hypothese met behulp <strong>van</strong> statistische methodes. Nu<br />
blijkt echter (1) dat de klassieke statistische methodes ongeschikt zijn voor de beschrijving <strong>van</strong> situaties waarin de waarnemer het waargenome<br />
beinvloedt. We kunnen dus geen gebruik maken <strong>van</strong> de orthodoxe statistische technieken om een hypothese te testen voor dergelijke situaties die<br />
we interactieve situaties noemen omdat de interactie tussen de waarnemer en het waargenome bepalend is voor het resultaat <strong>van</strong> de waarneming.<br />
Enkele belangrijke voorbeelden <strong>van</strong> interactieve onderzoeksdomeinen zijn de Quantummechanica, de analyse <strong>van</strong> ultra-zwakke signalen en de<br />
studie <strong>van</strong> psychologische beslissingsprocessen. Het onderzoek aan het interdisciplinair centrum CLEA zal veelvuldig geconfronteerd worden met<br />
dergelijke interactieve situaties. Er is dus een dringende behoefte aan de constructie <strong>van</strong> een statistiek die wel dergelijke situaties aankan. Een<br />
aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> een dergelijke "interactieve statistiek" werd gemaakt in een licentiaatsthesis en de daar gebruikte methodes moeten uitgebreid worden<br />
om <strong>van</strong> toepassing te zijn in meer complexe situaties.<br />
Organisaties:<br />
• Centrum Leo Apostel<br />
Onderzoekers:<br />
• Diederik AERTS<br />
Determinanten, correlaten en gevolgen <strong>van</strong> eenzaamheid in de adolescentie en de jongvolwassenheid: een cohortsequentiële<br />
benadering<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE School- en Ontwikkelingspsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Luc Goossens<br />
• Koen Luyckx<br />
• Carolien Van Damme<br />
Determinanten <strong>van</strong> oneigenlijk ziektegedrag bij TB- en HIV/AIDS- patiënten in de Free State en de uitwerking <strong>van</strong> adequate<br />
interventiestrategieën.<br />
Universiteit Antwerpen<br />
Abstract: Geringe belangstelling voor VCT (voluntary counseling and testing) en ontrouw aan de TB/HIV/AIDS-behandeling bemoeilijken de<br />
openbare initiatieven in de Free State om de co-epidemie op grote schaal te bestrijden. In deze strijd is kennis <strong>van</strong> de determinanten <strong>van</strong> het<br />
ziektegedrag <strong>van</strong> TB/HIV/AIDS-patiënten <strong>van</strong> essentieel belang. Het CHSR&D voert surveys uit bij TB- en ART-patiënten in nauwe samenwerking<br />
met het Free State Department of Health. Het voorgestelde project beoogt de data systematisch te analyseren en stategieën te ontwikkelen om<br />
adequaat ziektegedrag te promoten.
Organisaties:<br />
• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />
Onderzoekers:<br />
• Herman Meulemans<br />
Determinants, Concomitants and Consequences of Loneliness in Adolescence and Emerging Adulthood: A cohortsequential<br />
Approach<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE School- en Ontwikkelingspsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Luc Goossens<br />
• Koen Luyckx<br />
• Theo Klimstra<br />
• Eveline Teppers<br />
DIENSTENOVEREENKOMST<br />
Trainer-kind INterACTIE<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Kennispraktijk' hebben voor het project ' DIENSTENOVEREENKOMST<br />
Trainer-kind INterACTIE' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht <strong>van</strong> de instelling. Hierbij kunnen de<br />
onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie <strong>van</strong> het onderzoek<br />
of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst.<br />
Organisaties:<br />
• Sportbeleid en -management<br />
Onderzoekers:<br />
• MARC THEEBOOM<br />
Differentieel onderzoek naar de mediërende copingprocessen bij ouders <strong>van</strong> kinderen met een internaliseringexternaliseringsstoornis<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: In heel wat studies wordt het ontstaan of het instandhouden <strong>van</strong> stoornissen bij kinderen in verband gebracht met de kenmerken <strong>van</strong> het<br />
gezin in het algemeen en de kenmerken <strong>van</strong> de ouders in het bijzonder. Onderzoek hieromtrent in het kader <strong>van</strong> de aandachtstekortstoornis met of<br />
zonder hyperactiviteit (ADHD) staat nog in de kinderschoenen, hoewel de ervaren stress in de opvoedingssituatie en de copingvaardigheden <strong>van</strong><br />
de gezinsleden in deze context steeds vaker benadrukt worden.<br />
Dit onderzoeksproject heeft tot doel de ervaren stress in de opvoedingssituatie en de hiermee gepaard gaande cognitieve attributies en<br />
copingprocessen <strong>van</strong> de ouders in kaart te brengen. Aan de hand <strong>van</strong> een interview met de ouders en enkele vragenlijsten (NOSI, NVOS, CBCL)<br />
wordt nagegaan hoe ouders de opvoeding <strong>van</strong> een kind met ADHD ervaren, hoe zij aankijken tegen de stoornis <strong>van</strong> hun kind en hoe zij hiermee<br />
omgaan. Ook de algemene copingvaardigheden <strong>van</strong> de ouders worden bevraagd (UCL). Daarnaast wordt gepeild naar de ouderlijke beleving <strong>van</strong><br />
het gezinsfunctioneren en de gezinsrelaties in deze gezinnen (GDS). De visie <strong>van</strong> het kind zelf wordt hierbij ook in rekening gebracht (FRT).<br />
Tenslotte zullen de verzamelde gegevens vergeleken worden met de gegevens <strong>van</strong> gezinnen met een kind zonder klinisch significante problemen.<br />
Door het in kaart brengen <strong>van</strong> de mediërende aspecten <strong>van</strong> de attributie- en copingprocessen <strong>van</strong> ouders met een kind met ADHD, kan dit<br />
onderzoek een bijdrage leveren tot de huidige kennis betreffende de ontwikkeling en het instandhouden <strong>van</strong> emotionele en gedragsstoornissen<br />
enerzijds en het verband met het gezin en de ouders anderzijds. Vanuit praktisch oogpunt kan kennis over deze mechanismen tevens nuttig zijn<br />
voor de begeleiding <strong>van</strong> deze gezinnen.<br />
NB : afkortingen onderzoeksinstrumenten<br />
- NOSI : Nijmeegse Ouderlijke Stress Index<br />
- NVOS : Nijmeegse Vragenlijst voor de Opvoedingssituatie<br />
- CBCL : Child Behavior Checklist<br />
- UCL : Utrechtse Coping Lijst<br />
- GDS : Gezins Dimensie Schalen<br />
- FRT : Familie Relatie Test<br />
Organisaties:<br />
• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• CAROLINE ANDRIES<br />
Differentiële effectiviteit <strong>van</strong> ondersteunende en interpretatieve psychodynamische technieken voor afhankelijke en<br />
zelfkritische depressieve patiënten: een experimenteel single case design<br />
Universiteit Gent<br />
Abstract: DE huidige studie onderzoekt voor het eerst op een experimentele manier of psychodynamische technieken voor een Majeure<br />
Depressieve Stoornis differentieel effectief zijn afhankelijk <strong>van</strong> de persoonlijkheidstrekken <strong>van</strong> de patiënt. Meer bepaald of ondersteunende,<br />
respectievelijk interpretatieve technieken significant effectiever zijn in het reduceren <strong>van</strong> depressieve symptomen bij afhankelijke, respectievelijk<br />
zelfkritische patiënten. Dit via verbeterde relationele vaardigheden respectievelijk beter zelfbegrip.<br />
Organisaties:<br />
• Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Stijn Vanheule<br />
Dissociaties tussen "wanting" en "liking" in verslaving<br />
Universiteit Gent<br />
Abstract: Invloedrijke theorieën veronderstellen dat verslaving wordt gedreven door drug "wanting" and niet door drug "liking". Ons doel is deze<br />
dissociatie te onderzoeken. We zullen paradigma's die worden geacht "wanting" en "liking" te meten valideren in steekproeven <strong>van</strong><br />
druggebruikers en we proberen daarmee verslavingsgedrag op individuele basis te voorspellen. Daarnaast onderzoeken we met behulp <strong>van</strong><br />
conditioneringsprocedures hoe deze dissociatie ontstaat.<br />
Organisaties:<br />
• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />
Onderzoekers:
• Jan De Houwer<br />
Dopaminerge modulatie <strong>van</strong> geheugengeneralisatie bij depressie.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Biologische Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Antonio Corsaro<br />
• Zsuzsanna Vegh<br />
Dynamisch-causaal modelleren <strong>van</strong> voorbereidende corticale activiteit enhet verband met de predictieve<br />
coderingstheorie.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Predictive coding heeft recent veel aandacht gekregen onder neurowetenschappers als een algemene theorie <strong>van</strong> cortical interacties. De<br />
theorie stelt dat onze hersenen actief voorspellen wat de sensoriële input zal zijn. Van daaruit zou men verwachten dat de neurale activiteit in<br />
sensoriële cortices zou wijzigen voor het verschijnen <strong>van</strong> een stimulus. In dit onderzoeksvoorstel testen we deze hypothese door de predictieve<br />
relatie tussen twee stimuli te manipuleren en de EEG respons te meten.<br />
Organisaties:<br />
• OE Experimentele Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Johan Wagemans<br />
• Bart Machilsen<br />
Een contextuele benadering <strong>van</strong> motivatie: Culturele identiteit en schoolsucces <strong>van</strong> de Turkse tweede generatie.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Sociale en Culturele Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Karen Phalet<br />
• Batja Gomes de Mesquita<br />
Een dieper begrip <strong>van</strong> de dynamiek <strong>van</strong> het individu door middel <strong>van</strong> netwerkanalyses <strong>van</strong> Experience Sampling data.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Kwant. Psych. en Indiv. Verschillen<br />
Onderzoekers:<br />
• Francis Tuerlinckx<br />
Een formele modellen benadering <strong>van</strong> alledaagse concepten.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Wanneer mensen denken, maken ze gebruik <strong>van</strong> kennis die ze hebben over de wereld. Deze kennis zit opgeslagen in concepten.<br />
Omwille <strong>van</strong> hun belang, is een goed begrip <strong>van</strong> de natuur <strong>van</strong> concepten noodzakelijk om de menselijke cognitie te vatten. De meest<br />
systematische methodologie om te bestuderen hoe concepten mentaal opgeslagen zijn, is het testen <strong>van</strong> formele modellen die stipuleren hoe de<br />
menselijke geest informatie over categorieën representeert, en hoe mentale processen opereren op deze representaties. Verrassend genoeg wordt<br />
deze benadering zelden toegepast in de studie <strong>van</strong> alledaagse concepten. In dit onderzoeksproject, willen we deze leegte invullen. Ten eerste<br />
onderzoeken we of één vorm <strong>van</strong> representatie alle fenomenen geassocieerd met concepten, en alle types conceptenkunnen vatten (bv., hond,<br />
rechtvaardigheid, dingen die je naar het strand neemt). Ten tweede willen we bestaande formele modellen aanpassen en uitbreiden om de<br />
onontkoombare extra complexiteit te vattennbsp;die zic<br />
Organisaties:<br />
• OE Experimentele Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Gerrit Storms<br />
• Wolfgang Vanpaemel<br />
• Wouter Voorspoels<br />
Een inleiding tot het concept “trauma” voor de New Critical Idiom-reeks <strong>van</strong> Routledge<br />
Universiteit Gent<br />
Abstract: Het boek zal een overzicht bieden <strong>van</strong> de geschiedenis <strong>van</strong> het trauma-concept, nagaan hoe het wordt gebruikt in de literatuur- en<br />
cultuurstudie, belangrijke aandachts- en discussiepunten in de studie <strong>van</strong> trauma als een cultureel fenomeen identificeren en verklaren, en recente<br />
kritieken op en herzieningen <strong>van</strong> cultureel trauma-onderzoek beschrijven en evalueren.<br />
Organisaties:<br />
• Directie Onderzoeksaangelegendheden<br />
Onderzoekers:<br />
• Stef Craps<br />
Een nieuwe conceptualisatie <strong>van</strong> sequentiële analyse bij verkrachtingen: Toepassing <strong>van</strong> de 'proximiteits' coëfficient op<br />
de dader-slachtoffer interactie.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: De centrale focus <strong>van</strong> deze studie is het exploreren en empirisch valideren <strong>van</strong> de specifieke gedragsmatige en verbale interactie tussen<br />
dader en slachtoffer bij verkrachtingen. De primaire onderzoeksvraag is of op basis <strong>van</strong> deze interacties de klassieke, in de wetenschappelijke<br />
literatuur gepostuleerde typen <strong>van</strong> verkrachters kunnen empirisch ondersteund worden of het delinquent gedrag vooral aan situationele factoren<br />
onderhevig is. Hiervoor wordt een nieuwe manier <strong>van</strong> sequentie analyse toegepast in vorm <strong>van</strong> een proximiteitscoëfficiënt die globale<br />
samenhangen tussen gedragseenheden binnen een interactieve sequentie meet. Het voordeel <strong>van</strong> deze coëfficiënt is dat er geen<br />
extrinsieke/artificiële veronderstellingen worden gemaakt zoals dit tot nu het geval was. Een honderdtal, voornamelijk door de Federale Politie ter<br />
beschikking gestelde slachtofferverklaringen, zullen op basis <strong>van</strong> grounded theory principes sequentieel gecodeerd worden. Met multidimensional<br />
scaling analyses wordt getoetst of er verschillende clusters <strong>van</strong> gelijkaardige sequenties bestaan. De onderzoekshypothese is dat er geen<br />
uitsluitend distinctieve (met klassieke dadertypen corresponderende) clusters geïdentificeerd worden, maar dat de interactie met het slachtoffer en
een aantal situationele factoren een significant sterke rol zal spelen.<br />
Organisaties:<br />
• Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• GINA ROSSI<br />
Een recurrent connectische model <strong>van</strong> persoon- en groepswaardering.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Onderzoek naar groeps- en persoonsperceptie wordt gewonlijk onafhankelijk <strong>van</strong> elkaar uitgevoerd. Het doel <strong>van</strong> dit project is het<br />
introduceren en testen <strong>van</strong> een connectionistisch model dat de bevindingen <strong>van</strong> deze schijnbaar uiteenlopende onderzoeksgebieden op theoretisch<br />
vlak integreert. het project omvat twee delen: in een deel zullen we bekende fenomenen binnen groeps- en persoonsperceptie trachten te<br />
stimuleren, met inbegrip <strong>van</strong> fenomenen die door andere auteurs werden gestimuleerd door middel <strong>van</strong> minder toereikende constraint satisfaction<br />
modellen. Mogelijk leiden deze simulaties tot het aanpassen <strong>van</strong> het voorgestelde model. Het belangrijkste deel <strong>van</strong> het project omvat het testen<br />
<strong>van</strong> de nieuwe predicties die ons model voortbrengt, alsook het analyseren <strong>van</strong> de maten waarin de voorgestelde variant op het recurrent netwerk<br />
model in staat is om de resultaten te reproduceren die uitdit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten<br />
te reproduceren die uit dit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uit dit<br />
onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model dat gebruikt wordt in de huidige simulaties is gebaseerd op het auto-associatiefmodel dat<br />
reeds succesvol werd toegepast voor d simulatie <strong>van</strong> causaliteit en persoons-en groepsstereotypen.<br />
Organisaties:<br />
• Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• FRANK VAN OVERWALLE<br />
• Tim VANHOOMISSEN<br />
Een taxonomische herconceptualisatie <strong>van</strong> persoonlijkheidsstoornissen: persoonlijkheidsdimensies en mate <strong>van</strong><br />
disfunctie.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Inleiding As II <strong>van</strong> de huidige editie <strong>van</strong> de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR; APA, 2000) wordt<br />
internationaal gebruikt voor de beschrijving en diagnostiek <strong>van</strong> persoonlijkheidsstoornissen. Desondanks gaat deze diagnostische taxonomie nog<br />
steeds gepaard met theoretische en methodologische problemen. De categoriale benadering resulteert namelijk in belangrijke knelpunten zoals een<br />
overmatige heterogeniteit binnen elke <strong>van</strong> de tien specifieke diagnostische categorieën en de ontoereikendheid <strong>van</strong> deze categorieën. Om een<br />
meer gedifferentieerde en volledigere classificatie te bekomen, is een overschakeling naar een dimensionaal systeem noodzakelijk. Recent<br />
onderzoek (Clark, 2007; Widiger & Simonsen, 2005) duidt het Vijf Factoren Model (VFM) aan als geschikt dimensionaal systeem, omdat het een<br />
valide taxonomie is om zowel adaptieve als maladaptieve persoonlijkheidskenmerken te beschrijven. Aan de hand <strong>van</strong> VFM prototypes, gebaseerd<br />
op de lagere-orde structuur (zes facetten per domein), kunnen subtiele beschrijvingen <strong>van</strong> specifieke DSM-IV-TR persoonlijkheidsstoornissen<br />
gemaakt worden (Miller, Bagby, Pilkonis, Reynolds & Lynam, 2005; Samuel & Widiger, 2006). De validiteit <strong>van</strong> deze prototypes werd echter nog<br />
niet systematisch onderzocht. Een bijkomend probleem is dat er geen prototypes bestaan voor een <strong>van</strong> de meest voorkomende diagnoses in de<br />
klinische praktijk (Westen & Arkowitz-Westen, 1998; Verheul & Widiger, 2004): 'persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven'. Hierbij zijn<br />
aan de algemene DSM-IV-TR criteria voor de aanwezigheid <strong>van</strong> een persoonlijkheidsstoornis voldaan, maar kan op basis <strong>van</strong> de huidige<br />
criteriavereisten geen specifieke persoonlijkheidsstoornis worden vastgesteld. Nader onderzoek naar de specifieke kenmerken <strong>van</strong> deze categorie<br />
in termen <strong>van</strong> het VFM is noodzakelijk om tot een omvattende classificatie <strong>van</strong> persoonlijkheidspathologie te komen. Een ander belangrijk knelpunt<br />
bij de huidige DSM classificatie is dat de algemene definitie <strong>van</strong> een persoonlijkheidsstoornis de aanwezigheid <strong>van</strong> disfunctie (subjectieve stress of<br />
functionele tekortkomingen) vereist, maar dat dit aspect in de klinische praktijk niet afzonderlijk wordt gemeten (Clark, 2007). Oorzaak is dat een<br />
integrale theorie op basis waar<strong>van</strong> disfunctie kan beschreven worden ontbreekt. Parker en collega's (2002) zijn de enigen die, op basis <strong>van</strong> de<br />
bestaande empirische literatuur, mogelijke indicatoren <strong>van</strong> disfunctie hebben geïdentificeerd. Volgens hun intieel onderzoek (Parker et al., 2004)<br />
zijn er 11 indicatoren voor disfunctie, die een hogere-orde structuur vormen, bestaande uit twee dimensies: non-coping en noncooperativeness.<br />
Een noodzakelijke stap is de empirische validering <strong>van</strong> hun theoretisch model en even cruciaal is het nagaan <strong>van</strong> de klinische bruikbaarheid <strong>van</strong> dit<br />
model. Doelstellingen Om een antwoord te kunnen bieden op bovengenoemde problemen met de huidige DSM classificatie zijn de belangrijkste<br />
objectieven <strong>van</strong> dit onderzoek: 1) De classificatie <strong>van</strong> persoonlijkheidsprototypes op basis <strong>van</strong> het VFM verder ontwikkelen door a) de reeds<br />
bestaande prototypes te valideren, en b) bijkomende prototypes te formuleren voor de categorie 'persoonlijkheidsstoornis niet anderszins<br />
omschreven', opdat de variatie voorkomend bij persoonlijkheidsstoornissen voldoende omvat wordt (Onderzoeksfase 1). Dit maakt een<br />
fundamentele herziening <strong>van</strong> het DSM systeem in termen <strong>van</strong> het dimensionale VFM mogelijk. 2) Het theoretisch model voor disfunctie <strong>van</strong> Parker<br />
en collega's a) empirisch valideren en b) de klinische bruikbaarheid er<strong>van</strong> nagaan (Onderzoeksfase 2). Zo wordt het mogelijk om disfunctie<br />
afzonderlijk te meten, een stap die noodzakelijk is om <strong>van</strong> een persoonlijkheidsstoornis te kunnen spreken.<br />
Organisaties:<br />
• Klinische- en Levenslooppsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• GINA ROSSI<br />
Effectiviteit <strong>van</strong> gezinsgroepstherapie in de residentiële behandeling <strong>van</strong> adolescenten met eetstoornissen<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Klinische Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Lies Depestele<br />
• Laurence Claes<br />
Effectonderzoek <strong>van</strong> een psycho-educatieprogramma voor stressproblemen.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: In deze doctoraatsstudie wordt de effectiviteit <strong>van</strong> de cursus Stressbeheersing nagegaan in het project STAP, STress AanPakken. De<br />
cursus wordtgegeven in zes sessies <strong>van</strong> twee uur en omvat twaalf stappen. Het project is een deelonderzoek <strong>van</strong> het Steunpunt Welzijn,<br />
Volkgezondheid en Gezin (SWVG) en kadert binnen de Vlaamse gezondheidsdoelstelling rond depressie en zelfdoding. De effectiviteit <strong>van</strong> de<br />
cursus voor het reduceren <strong>van</strong> stress, angst en depressie middels het aanleren <strong>van</strong> copingvaardigheden wordt onderzocht. Hiervoor wordt een<br />
Randomized Controlled Trial opgezet waaraan ruim 600 deelnemers verspreid over drie Vlaamse regios (Antwerpen, Genk, Ieper) deelnemen.<br />
Resultaten zullen niet alleen de evoluties <strong>van</strong> de deelnemers omvatten, maar ondermeer ook het verband met biologische variabelen, een analyse<br />
<strong>van</strong> het deelnemersprofiel, regio-afhankelijke verschillen en de mogelijkheid tot individuele predictie <strong>van</strong> succes. Dit onderzoek heeft als doel<br />
richtinggevend te zijn bij het beleid v<br />
Organisaties:
• OE Gezondheidspsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Chantal Van Audenhove<br />
• Omer Van den Bergh<br />
• Dirk Hermans<br />
• Tom Van Daele<br />
Eigen Initiatief (EI): Strengthening (PhD) training and research in the field of families, children and adolescents at risk in<br />
La Paz (Bolivia).<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Geen NL abstract<br />
Organisaties:<br />
• Klinische- en Levenslooppsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• GERRIT LOOTS<br />
Emotion dynamics in depression.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: OT/11/031<br />
Organisaties:<br />
• OE Kwant. Psych. en Indiv. Verschillen<br />
Onderzoekers:<br />
• Peter Kuppens<br />
Emotionele acculturatie<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Sociale en Culturele Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Karen Phalet<br />
• Batja Gomes de Mesquita<br />
• Jozefien De Leersnyder<br />
Empirische validatie <strong>van</strong> het theoretisch model <strong>van</strong> Millon ivm persoonlijkheidsstoornissen: de plezier ontbrekende<br />
persoonlijkheden.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Dit onderzoek zal zich toespitsen op één <strong>van</strong> de clusters <strong>van</strong> persoonlijkheidsstoornissen, nl. de pleasure-deficient persoonlijkheden (dit<br />
zijn de schizoïde, vermijdende en depressieve persoonlijkheid) binnen het theoretisch model <strong>van</strong> Theodore Millon.<br />
Millon ontwikkelde zijn theorie i.v.m. persoonlijkheidsstoornissen op basis <strong>van</strong> de bestaande literatuur en op basis <strong>van</strong> zijn persoonlijke klinische<br />
ervaring. De meeste aspecten <strong>van</strong> zijn theorie werden tot nu toe niet klinisch gevalideerd. Het doel <strong>van</strong> deze studie is de validatie <strong>van</strong>:<br />
1. een aantal aspecten zoals die in de theorie beschreven worden,<br />
2. de vragenlijst (Millon Multiaxial Clinical Inventory-III, nl. MCMI-III) zoals die uit de theorie afgeleid werd,<br />
3. de klinische domeinen die uit de theorie afgeleid werden.<br />
Op basis <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> de studie zou het moeten mogelijk zijn de theorie bij te sturen op basis <strong>van</strong> empirisch verzamelde data en te komen<br />
tot een betere differentiële diagnose <strong>van</strong> de persoonlijkheidsstoornissen binnen deze cluster.<br />
Organisaties:<br />
• Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• GINA ROSSI<br />
• HEDWIG SLOORE<br />
Employability<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde<br />
Onderzoekers:<br />
• Hans De Witte<br />
• Nele De Cuyper<br />
• Dorien Vanhercke<br />
Engagement <strong>van</strong> medewerkers in de financiële sector.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde<br />
Onderzoekers:<br />
• Alain Laurent Verbeke<br />
• Elfi Baillien<br />
• Martin Euwema<br />
• Tijs Besieux<br />
EPISODIC -Detectie <strong>van</strong> ethische gevoeligheden in organisaties.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde<br />
Onderzoekers:
• Jeroen Stouten<br />
EU-EFRO-D655.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• Subfaculteit PPW Kulak<br />
Onderzoekers:<br />
• Geraldine Clarebout<br />
Evaluatie <strong>van</strong> de flexibele norm, zoals opgenomen in het ministeriële besluit tot gelijkstelling <strong>van</strong> bepaalde dagen<br />
afwezigheid met werkelijke aanwezigheid in het raam <strong>van</strong> de subsidies voor het verblijf <strong>van</strong> de minderjarigen in de<br />
voorzieningen <strong>van</strong> de bi...<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: De centrale onderzoeksdoelstelling is een grondige analyse <strong>van</strong> de implicaties <strong>van</strong> het vernieuwde ministeriële besluit tot gelijkstelling <strong>van</strong><br />
bepaalde dagen afwezigheid met werkelijke aanwezigheid in het raam <strong>van</strong> de subsidies voor het verblijf <strong>van</strong> de minderjarigen in de voorzieningen<br />
<strong>van</strong> de bijzondere jeugdbijstand <strong>van</strong> de categorieën 1 en 2, waarbij de meerwaarde op cliënt- en organisatieniveau moet worden aangetoond.<br />
Tevens moet dit onderzoek aanbevelingen genereren inzake de organisatie en subsidiëring <strong>van</strong> het (residentiële) hulpaanbod in de bijzondere<br />
jeugdbijstand.<br />
Organisaties:<br />
• Klinische- en Levenslooppsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• JOHAN VANDERFAEILLIE<br />
Evaluatie <strong>van</strong> de proeftuinprojecten voor minderjarige meisjes 'Switch' en 'JEZ11', zoals opgenomen in het Globaal Plan<br />
Jeugdzorg, doelstelling 22.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: Het agentschap Jongerenwelzijn wilt met het proeftuinproject de op<strong>van</strong>g <strong>van</strong> minderjarige vrouwelijke delictplegers en zeer moeilijk te<br />
begeleiden meisjes op nieuwe sporen te zetten met een zeer gespecialiseerd aanbod, bestaande uit een verblijf in een leefgroep waarbij na de<br />
residentiële fase wordt overgegaan naar de context.<br />
2 doelstellingen staan centraal<br />
- Een grondige analyse <strong>van</strong> het programma theorie<br />
- Het meten de effectiviteit<br />
Organisaties:<br />
• Klinische- en Levenslooppsychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• JOHAN VANDERFAEILLIE<br />
Evoluties en kenmerken <strong>van</strong> niet-formele educatie in kaart brengen.<br />
Vrije Universiteit Brussel<br />
Abstract: In 2007 werd door het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen beslist tot de aanmaak <strong>van</strong> een rapport waarin de<br />
evoluties en kenmerken <strong>van</strong> niet-formele educatie in kaart worden gebracht. Hiervoor werd een overeenkomst afgesloten met de Vrije Universiteit<br />
Brussel.<br />
Recente beleidsevoluties en andere ontwikkelingen die verband houden met de volwasseneneducatie in het algemeen en de niet-formele educatie<br />
in het bijzonder, zowel op internationaal als op Vlaams niveau, worden in het rapport geanalyseerd en gesynthetiseerd. Er werd hierbij gefocust op<br />
de educatieve component <strong>van</strong> het sociaal-cultureel werk.<br />
Het rapport reikt in de eerste plaats denkkaders aan en verkent een aantal pistes met het oog op een verdere legitimering <strong>van</strong> de sector en is als<br />
dusdanig een beleidsondersteunend document. Het adviesrapport werd als achtergrond gebruikt worden voor een actieonderzoek dat meer<br />
duidelijkheid biedt inzake gemeenschappelijke positionering, afstemming en beleidsvoering <strong>van</strong> de regionale volkshogescholen.<br />
Organisaties:<br />
• Centrum Leo Apostel<br />
• Agogiek<br />
• Educatiewetenschappen<br />
Onderzoekers:<br />
• Tine BUFFEL<br />
• Wim DE PAUW<br />
• Koen LOMBAERTS<br />
• Pieter MEURS<br />
• Tom VANWING<br />
Experimentele extinctie als laboratoriummodel voor exposure: mechanismen <strong>van</strong> generalisatie en de rol <strong>van</strong> extinctie<br />
cues.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Op korte termijn is blootstelling (exposure) een erg effectieve behandeling om fobische angst te verminderen. Herval na succesvolle<br />
behandelingkomt echter vaak voor en reflecteert een gebrek aan generalisatie <strong>van</strong> wat tijdens de behandeling geleerd werd naar nieuwe situaties.<br />
Uitdoving (extinctie) <strong>van</strong> geconditioneerde vrees wordt algemeen beschouwd als een laboratoriummodel voor blootstellingsbehandeling. In een<br />
reeks humane vreesconditioneringsstudies zal ik nagaan of en hoe extinctie cues (prikkels die herinneren aan de uitdovingssituatie) kunnen helpen<br />
om het verschil te overbruggen tussen de uitdovingscontext en latere contexten, om zohet weerkeren <strong>van</strong> vrees te reduceren. De mechanismen die<br />
ik zal onderzoeken omvatten onder meer vertrouwdheid versus nieuwheid <strong>van</strong> extinctie cues, de mate waarin prikkels die lijken op eigenlijke<br />
extinctie cues ook als extinctie cues kunnen dienen, de omstandigheden waaronder extinctie cues ook vrees kunnen reduceren voor andere<br />
vreesprikkels dan diege<br />
Organisaties:<br />
• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Dirk Hermans<br />
• Bridget Mc Connell
Exploring an effective leadership model for higher institutions of learning in Uganda.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde<br />
Onderzoekers:<br />
• Filip Dochy<br />
• Veneranda Mbabazi<br />
• Jeroen Stouten<br />
• Martin Euwema<br />
Exploring large-scale assessments of students' second language competences<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Onderwijskunde<br />
Onderzoekers:<br />
• Rianne Janssen<br />
• Liesbet Heyvaert<br />
• Katrijn Denies<br />
Exploring the Conditions for evoking Occasion Setting in Humans.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Onderzoek naar hoe en wat organismen leren maakt veelal gebruik <strong>van</strong> conditioneringsprincipes. Zulk een conditioneringsprocedure kan<br />
zeer eenvoudig zijn en bestaan uit het herhaaldelijk samen presenteren <strong>van</strong> twee prikkels. De ene prikkel lokt onvoorwaardelijk een reactie uit (US).<br />
De tweede prikkel daarentegen is neutraal (CS), i.e., presentaties <strong>van</strong> deze prikkel zullen initieel geen reactie uitlokken bij het organisme. Echter,<br />
na het conditioneren of het herhaaldelijk aanbieden <strong>van</strong> beide stimuli tegelijk (CS-US), zal de initieel neutral prikkel eveneens reactie uitlokken. Het<br />
alomgekende voorbeeld is dat <strong>van</strong> Pavlov zijn honden. Deze hondensaliveerden aan<strong>van</strong>kelijk enkel bij het aanbieden <strong>van</strong> een stuk vlees (US),<br />
maar door herhaaldelijke paarsgewijze aanbiedingen <strong>van</strong> het vlees en een beltoon (CS-US), saliveerden de honden bij het horen <strong>van</strong> de beltoon an<br />
sich, zonder aanwezigheid <strong>van</strong> het vlees. Waarom zulke procedures <strong>van</strong> groot belang zijn bij onderzoek naar het leren bij niet-talige dier<br />
Organisaties:<br />
• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Frank Baeyens<br />
• Tom Beckers<br />
• Bram Vervliet<br />
• Mathijs Franssen<br />
Feminisering <strong>van</strong> de educatieve ruimte en het beroep <strong>van</strong> leerkracht<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• Subfaculteit PPW Kulak<br />
Onderzoekers:<br />
• Marc Depaepe<br />
• Bart Vranckx<br />
fMRI-gebaseerde decodering <strong>van</strong> neurale representaties in reken- en leesstoornissen.<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Lees- en rekenstoornissen komen ongeveer voor bij 1 op 20 personen. Uitonderzoek blijkt dat deze stoornissen het gevolg zijn <strong>van</strong><br />
afwijkingen in specifieke mentale representaties, i.e. hoeveelheidsrepresentaties in het geval <strong>van</strong> rekenstoornissen, en fonologische representaties<br />
in het geval <strong>van</strong> leesstoornissen. Via functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI) heeft men de hersengebieden die verantwoordelijk<br />
zijn voor deze representaties kunnen identificeren. Echter, de bestaande fMRI-studies bieden slechts een beperkt en indirecte inzicht over hoe die<br />
specifieke processen opgebouwd of gerepresenteerd worden in de respectievelijke hersengebieden. Om dit te onderzoeken werd recent een<br />
analyse techniek ontworpen: Multi-voxel patroon analyse. Via deze benadering tracht men het spatiale profiel <strong>van</strong> het fMRI signaal in specifieke<br />
hersengebieden, ofover de volledige hersenen, via gea<strong>van</strong>ceerde patroonanalyse en data-reductie technieken te onderzoeken (i.e. neurale<br />
netwerken, support ve<br />
Organisaties:<br />
• OE Gezins- en Orthopedagogiek<br />
Onderzoekers:<br />
• Hans Op de Beeck<br />
• Bert De Smedt<br />
Followers' Tolerance of the Toxic Behaviour of their Leaders: a Follower-centered Perspective on Leaders' Immoral and<br />
Illegitimate Practices<br />
K.U.Leuven<br />
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />
Organisaties:<br />
• OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde<br />
Onderzoekers:<br />
• Jeroen Stouten<br />
• Martin Euwema<br />
• Jeroen Camps<br />
• OE Klinische Psychologie<br />
Onderzoekers:<br />
• Saskia Van der Oord