01.08.2013 Views

Gemeente Duiven Rapportage bodemonderzoek Vitaal centrum ...

Gemeente Duiven Rapportage bodemonderzoek Vitaal centrum ...

Gemeente Duiven Rapportage bodemonderzoek Vitaal centrum ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.2.2. Resultaten vooronderzoek<br />

In opdracht van de gemeente <strong>Duiven</strong> is door Witteveen+Bos voor het gehele <strong>centrum</strong> van <strong>Duiven</strong> een<br />

vooronderzoek conform NVN 5725 uitgevoerd [referentie 4]. Het algemeen milieuhygiënische beeld van<br />

de bodem (grond en grondwater) binnen het plangebied van <strong>Vitaal</strong> <strong>centrum</strong>, fase 1, kan op basis van<br />

de beschikbare informatie als volgt globaal worden weergegeven:<br />

- bovengrond (0,0-0,5 m-mv) licht verhoogde gehalten enkele zware metalen (met name lood en<br />

zink), PAK<br />

- ondergrond (0,5-2,0 m-mv) geen verhoogde gehalten<br />

- grondwater plaatselijk licht verhoogde gehalten zink en/of xylenen<br />

Op basis van de resultaten van het uitgevoerde vooronderzoek zijn binnen het plangebied van <strong>Vitaal</strong><br />

<strong>centrum</strong>, fase 1, de volgende deellocaties als ‘verdacht’ ten aanzien van bodemverontreiniging te onderscheiden<br />

zie tabel 2.1.<br />

tabel 2.1. Overzicht ‘verdachte’ deellocaties<br />

locatie huisnummer code deellocatie (voormalig) gebruik<br />

Kastanjelaan<br />

3 (achterzijde) I parkeerplaats<br />

3 (achterzijde) II timmerwerkplaats<br />

9 (ter hoogte van) III kolenhandel<br />

Voorafgaand aan de uitvoering van het onderhavige onderzoek heeft afstemming met de opdrachtgever<br />

plaatsgevonden. Hierbij is door de gemeente <strong>Duiven</strong> geoordeeld dat het in 2006 uitgevoerde vooronderzoek<br />

nog als adequaat kan worden beschouwd en er zich in de tussenliggende tijd, voor zover<br />

bekend, geen calamiteiten hebben voorgedaan c.q. geen wijzigingen zijn opgetreden.<br />

2.3. Bodemopbouw en geohydrologie<br />

Als uitgangspunt voor de bodemsamenstelling en de geohydrologische situatie is boringnummer 40B-<br />

325 van DGV-TNO genomen. Deze boring is in het <strong>centrum</strong> geplaatst. De bodemopbouw is in de onderstaande<br />

tabel 2.2 schematisch weergegeven.<br />

tabel 2.2. Schematische weergave bodemopbouw<br />

diepte (m-mv) omschrijving<br />

0-4 klei<br />

4-5 matig fijn tot matig grof zand<br />

5-18 matig grof tot uiterst grof zand<br />

18-21 matig fijn tot matig grof zand<br />

21-24 klei<br />

24-26 veen<br />

26-30 klei<br />

30-46 matig fijn tot matig grof zand<br />

46-48 matig grof tot uiterst grof zand<br />

Het meetpunt bevindt zich op 9,5 m + NAP. De deklaag bestaat uit klei en is circa 4 meter dik. Het eerste<br />

watervoerende pakket bevindt zich tussen 4 en 21 m-mv en bestaat uit matig fijn tot uiterst grof<br />

zand. Het tweede watervoerende pakket bevindt zich vanaf circa 30 m-mv. Het eerste en tweede watervoerende<br />

pakket worden door een slecht doorlatende kleilaag van elkaar gescheiden.<br />

De grondwatertrap in het <strong>centrum</strong> is IV, wat impliceert dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand<br />

(GHG) meer dan 0,4 meter minus maaiveld (m-mv) bedraagt. De gemiddelde laagste grondwaterstand<br />

(GLG) bedraagt nabij de locatie tussen 0,8 en 1,2 m-mv.<br />

Witteveen+Bos<br />

DVN21-473 <strong>Rapportage</strong> <strong>bodemonderzoek</strong> <strong>Vitaal</strong> <strong>centrum</strong> - fase 1 - te <strong>Duiven</strong> definitief d.d. 27 april 2009<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!