Aqua Noord Limburg - home.euphonynet.be
Aqua Noord Limburg - home.euphonynet.be
Aqua Noord Limburg - home.euphonynet.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
tot de bodem opdroogt, waarna de ontwikkeling <strong>be</strong>gint, een tweede als het<br />
embryo voltooid is, maar er nog geen water is. In een aquarium moeten we<br />
dit droogvallen dus wel simuleren om de eitjes tot ontwikkeling te brengen,<br />
maar hou de visjes gerust nat en in leven (en vooral niet te warm)! Naast<br />
deze twee hoofdvormen <strong>be</strong>staan er nog semi-periodieke killi’s, waarvan de<br />
eierontwikkeling ononderbroken is als er water is, maar onderbroken als hun<br />
plas uitdroogt of waarvan de plas niet volledig uitdroogt en de eitjes in de<br />
vochtige bodem blijven. Het populairste geslacht bij de aquariaan zijn de<br />
Aphyosemionsoorten uit West-Afrika. De meeste soorten ziijn doorlevende<br />
visjes die hun eitjes op planten afzetten. Hiertoe <strong>be</strong>horen o.m. de A. australe<br />
of Kaap Lopez, de A. sjoestedti of<br />
blauwe gularis, de A. bivittatum of rode<br />
lierstaart, de A. walkeri walkeri of Walkers<br />
lierstaart, A. amieti, A. striatum, A.<br />
gabuense en een recent in de<br />
aquariumwereld verschenen visje, de<br />
A. poliaki, waarvan de Bolifamba-visjes<br />
op de <strong>be</strong>urs konden worden aangeschaft.<br />
De blauwe gularis is een<br />
seizoenvis, die zijn eitjes in de bodem<br />
afzet. Daarnaast zijn er semi-seizoenvisjes, die men soms tot een afzonderlijk<br />
geslacht rekent (Fundulopanchax), zoals de A. cinnamomeum of kaneelvaandrager,<br />
A. filamentosum of draadvaandrager , A. gardneri of staalbauwe<br />
vaandrager en A. marmoratum. Ook de Roloffiasoorten komen uit West-Afrika.<br />
Ze lijken sterk op de Aphyosemionkilli’s. Er zijn doorlevende soorten, seizoenvissen<br />
en semi-seizoenvissen bij. Bekend zijn Gery’s vaandrager (R. geryi),<br />
de gouden vaandrager (R. occidentalis), een seizoenvisje, de R. roloffi en<br />
de R. li<strong>be</strong>riensis, een semi-seizoenvis. De Nothobranchiussoorten leven<br />
vooral in Oost-Afrika. Zij heb<strong>be</strong>n meestal niet de lange slanke vorm van de<br />
vorige soorten. We noemen de N. guentheri, de N. rachovii, de N. korthausae,<br />
N. foerschi en de Nothobranchiussoorten van de palmquisti-groep. Het zijn<br />
allemaal seizoenvisjes. De Epiplatyssoorten komen dan weer uit West-Afrika.<br />
Bekend zijn E. dageti monroviae of dwarbandsnoekje en vooral de E.<br />
annulatus of ringsnoekje. Ook dit zijn doorlevende visjes, die dicht bij de<br />
oppervlakte leven en hun eitjes op planten afzetten. Verwant met het geslacht<br />
Epiplatys, maar afkomstig uit Zuid-Azië, zijn de Aplocheilussoorten.<br />
Het zijn doorlevende plantenleggers. De A. lineatus of panchax wordt 10 à<br />
12 cm. groot en is <strong>be</strong>hoorlijk agressief. De A. blocki of dwergpanchax is<br />
maar half zo groot. Het geslacht Rivulus is verspreid over het zuiden van<br />
<strong>Noord</strong>-Amerika en heel Midden- en Zuid-Amerika. Enkele soorten: Rivulus<br />
cryptocallus, R. cylindraceus of Rivulus van Cuba, Holms’ rivulus, R. holmiae,<br />
en R. harti. Al deze soorten zijn doorlevende plantenleggers. Tot een ander<br />
Amerikaans geslacht <strong>be</strong>horen de Cynolebiassoorten. Deze seizoenvisjes<br />
leven in Zuid-Amerika en leggen hun eieren in de bodem. Te vermelden zijn<br />
White’s waaiervis of C. whitei, C.<br />
melanotaenia, C. alexandri, C.<br />
heloplites en de zwarte waaiervis of C.<br />
nigripinnis. Binnen dit geslacht komen<br />
sterk verschillende vormen voor. De<br />
vuistregel is dus: doorlevende visjes<br />
zijn plantenleggers, seizoenvisjes leggen<br />
hun eitjes af in de bodem. Voor de<br />
eerste groep gebruiken kwekers dikwijls<br />
moppen in kunstwol waarin de wijfjes hun eitjes afzetten. Die worden<br />
dan vaak verzameld om de eitjes tegelijk te laten uitkomen. Daarnaast wordt,<br />
wel in Europa en niet in Amerika, een meer natuurlijke methode gebruikt,<br />
waarbij men de vissen eitjes laat leggen op fijnbladige planten. Voor de<br />
bodemleggers is een turflaag op de bodem vereist, die men dan later een<br />
tijd droog houdt. Ook systemen met een paairooster worden gebruikt. De<br />
eerste methode werd duidelijk uitgelegd door Eric Van Ginhoven in <strong>Aqua</strong>riumwereld<br />
47, 1994, blz. 184-187. Killikweek is een tak van de aquaristiek met<br />
heel fervente aanhangers, eigen verenigingen, internetsites en tentoonstellingen.<br />
De echte amateurs willen overigens ook precies weten uit welk watertje<br />
hun visje komt – wat ons meestal een zorg zal wezen. Soms is dat een<br />
code van een letter en een getal, maar ook de boven genoemde Bolifamba<br />
als toevoeging aan de naam van een visje dat op de <strong>be</strong>urs werd aangeboden<br />
wijst op de herkomst.<br />
AQUARIUMPLANTEN ZELF KWEKEN<br />
Men koopt een plant ... hij gaat dood ... men koopt een nieuwe ... enz.<br />
Nochtans is kweken met aquariumplanten zeker zo boeiend als kweken met<br />
vissen en veel gemakkelijker. Als men op een paar punten let, is kweken met<br />
aquariumplanten zeer eenvoudig. De meest gekende methode is vermeerderen<br />
door "stekken" en "uitlopers". Dit laatste ge<strong>be</strong>urt meestal al vanzelf in<br />
het aquarium, zonder dat men iets hoeft te doen. Een andere methode is<br />
kweken in emerse (boven water) cultuur.<br />
Inleiding:<br />
Kan men alle planten vermeerderen door stekken en/of uitlopers:<br />
het antwoord is NEEN.<br />
Sommige planten kan men alleen vermeerderen door het uitzaaien van zaad.