Sportbeleidsplan 2008 – 2013

Bovenstaande grafieken tonen duidelijk aan dat de traditionele sociale
kansengroepen verkleinen, zelfs in absolute cijfers uitgedrukt. Het aantal leefloners
halveert bijna tussen 2002 en 2005, maar ook het aantal WIGW’s daalt aanzienlijk.
Grafiek 9: Evolutie gemiddelde belastbaar netto inkomen 1997 - 2003
30.000,0
25.000,0
20.000,0
15.000,0
10.000,0
5.000,0
0,0
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
Bredene
Vlaams Gewest
Ar.Oostende
P.West-Vlaanderen
Het gemiddeld netto belastbaar inkomen van Bredene volgt de Vlaamse trend, maar
scoort stelselmatig een stuk lager dan dat Vlaams gemiddelde. Dit netto belastbaar
inkomen wordt berekend door van het bruto belastbaar inkomen, enerzijds de RSZ-
bijdrage en anderzijds de fiscale vrijstelling van forfaitaire of bewezen beroepskosten
af te trekken. De algemene neerwaartse trend die de grafiek vertoont vanaf 2002
heeft dan ook voornamelijk te maken met de federale belastingshervormingen die
tussen ± 2001 en 2005 zijn doorgevoerd. Door een groter gedeelte van het loon vrij te
stellen van federale personenbelasting daalt op papier het netto belastbaar inkomen.
Het netto inkomen van de burger stijgt echter in de praktijk, maar over het reële netto
bestedingsbudget zijn geen cijfers bekend.
Bredene volgt qua netto belastbaar inkomen ongeveer het gemiddelde van West-
Vlaanderen en scoort hiermee zelfs een stuk beter dan het arrondissement Oostende.
De inkomensstructuur ziet er als volgt uit:
16