Pensioenreglement d.d. 01-01-2007
Pensioenreglement d.d. 01-01-2007
Pensioenreglement d.d. 01-01-2007
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2. Het eerste lid vindt alleen toepassing voor zover dit voor belanghebbende tot een hoger ABP<br />
ArbeidsongeschiktheidsPensioen leidt.<br />
Artikel 11.16 Inkomsten uit arbeid<br />
1. Als de som van het ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen, de arbeidsongeschiktheidsuitkering, de WGAuitkering<br />
en de inkomsten uit of in verband met arbeid meer bedragen dan 95% van het inkomen<br />
waarnaar het ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen is berekend, wordt het meerdere in mindering<br />
gebracht op het ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen.<br />
2. Het eerste lid is niet van toepassing als de inkomsten:<br />
vóór intreden van de arbeidsongeschiktheid werden genoten; en<br />
geen deel uitmaken van het inkomen waarnaar het ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen is berekend en<br />
de omvang van de arbeid sindsdien niet is toegenomen.<br />
Artikel 11.17 Overlijdensuitkering<br />
1. ABP kent na het overlijden van de deelnemer met recht op ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen een<br />
overlijdensuitkering toe aan zijn partner van wie hij niet duurzaam gescheiden leefde. De uitkering<br />
gedraagt het ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen over twee maanden.<br />
2. ABP keert de overlijdensuitkering niet uit als er geen recht op partnerpensioen is omdat de partner de<br />
deelnemer opzettelijk van het leven heeft beroofd of daaraan medeplichtig is en hiervoor veroordeeld is.<br />
3. Als er geen partner is kent ABP de overlijdensuitkering toe aan:<br />
a. de wezen;<br />
b. de ouders, meerderjarige kinderen, broers of zussen, als de overledene kostwinner van hen was.<br />
4. Als er ook geen personen als bedoeld in het vorige lid zijn, kan ABP de overlijdensuitkering uitbetalen aan<br />
een derde voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en lijkbezorging. De nalatenschap van de<br />
overledene moet dan niet toereikend zijn voor deze kosten.<br />
Overgangsbepaling A bij hoofdstuk 11<br />
Recht op invaliditeitspensioen<br />
a, vóór 1 januari 2003;<br />
b. na 31 december 2002 en voor 1<br />
juli 2004 en de deelnemer is vóór<br />
1juli 2004 62 jaar<br />
Overgangsbepaling B bij hoofdstuk 11<br />
Recht op invaliditeitspensioen na 31<br />
december 2002 en<br />
vóór 1 januari <strong>2007</strong> en niet<br />
behorende tot categorie b bij<br />
overgangsbepaling A<br />
Overgangsbepaling C bij hoofdstuk 11<br />
Recht op invaliditeitspensioen na 31<br />
december 2005 en vóór 1 januari<br />
<strong>2007</strong> als aanvulling op een uitkering<br />
ingevolge de WIA<br />
Overgangsbepaling D bij hoofdstuk 11<br />
Arbeidsongeschiktheid ingetreden<br />
voor 1 januari 2004, zonder een<br />
lopend recht op invaliditeitspensioen<br />
op 31 december 2006<br />
Het bepaalde in hoofdstuk 8, hoofdstuk 18, hoofdstuk 18d en de artikelen<br />
13.2 en 13.3 van het reglement zoals dat luidde op 31 december 2005 en<br />
overgangsbepaling F is van toepassing.<br />
Het bepaalde in hoofdstuk 8 en de artikelen 13.2 en 13.3 van het<br />
reglement zoals dat luidde op 31 december 2005 en overgangsbepaling F<br />
is van toepassing.<br />
ABP kent invaliditeitspensioen toe aan de deelnemer met recht op een<br />
uitkering ingevolge de WIA met analoge toepassing van hoofdstuk 8 en<br />
de artikelen 13.2 en 13.3 van het reglement zoals dat luidde op 31<br />
december 2005.<br />
1. De deelnemer die arbeidsongeschikt is voor de dienstverhouding<br />
waarin hij deelnemer is, heeft na de beëindiging van die dienstverhouding<br />
recht op invaliditeitspensioen als hij recht heeft op een<br />
arbeidsongeschiktheidsuitkering.<br />
2. Het invaliditeitspensioen gaat niet eerder in dan met ingang van de dag<br />
waarop de arbeidsongeschiktheidsuitkering ingaat.<br />
3. De deelnemer die na ontslag is herplaatst in een functie waaruit hij<br />
vervolgens met FPU gaat heeft recht op invaliditeitspensioen.<br />
4. De gewezen deelnemer heeft recht op invaliditeitspensioen als hij recht<br />
heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van :<br />
a. artikel 17 WAO wegens arbeidsongeschiktheid ingetreden na het einde<br />
van zijn verzekering in de zin van de WAO;<br />
b. artikel 43a WAO wegens arbeidsongeschiktheid ingetreden binnen vijf<br />
jaar na intrekking van zijn arbeidsongeschiktheiduitkering, dan wel na het<br />
einde van de wachttijd bedoeld in artikel 19 WAO;<br />
c. artikel 47 WAO wegens opnieuw ingetreden arbeidsongeschiktheid<br />
binnen vier weken na intrekking van zijn arbeidsongeschiktheiduitkering.<br />
5. Voor de vaststelling van het invaliditeitspensioen gaat ABP uit van het<br />
inkomen in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin het recht op<br />
invaliditeitspensioen is ontstaan.<br />
6. Als sprake is van een leeftijdskorting op het salaris, werkt die niet door<br />
in het inkomen waarnaar het invaliditeitspensioen wordt berekend.<br />
<strong>Pensioenreglement</strong> Stichting Pensioenfonds (versiedatum: <strong>01</strong>-<strong>01</strong>-2008) 43