Pensioenreglement d.d. 01-01-2007

Hoofdstuk 12 Overgangsbepalingen herplaatsingstoelage
Overgangsbepaling A bij hoofdstuk 12
Recht op herplaatsingstoelage vóór 1 januari
2007
Overgangsbepaling B bij hoofdstuk 12
Arbeidsongeschiktheid ingetreden voor 1
januari 2004, zonder lopend recht op
herplaatsingstoelage op 31 december 2006
Overgangsbepaling C bij hoofdstuk 12
Arbeidsongeschiktheid ingetreden voor 1
januari 2004, zonder een lopend recht op
herplaatsingstoelage op 31 december 2006 en
de deelnemer is geboren vóór 1 januari 1950
en zou recht hebben gehad op een uitkering
als bedoeld in artikel 4 van het FPU-reglement
Overgangsbepaling D bij hoofdstuk 12
Recht op herplaatsingstoelage voor 1 juli
2007
Overgangsbepaling E bij hoofdstuk 12
Recht op herplaatsingstoelage na 30 juni
2007
Het bepaalde in artikel 8.8, hoofdstuk 9, artikel 13.1, artikel 13.4
en hoofdstuk 18d van het reglement zoals dat luidde op 31
december 2005 en de overgangsbepalingen D en E is van
toepassing.
1. Recht op herplaatsingstoelage heeft de deelnemer
die:
a. tijdens zijn ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid
als deelnemer wegens ziekte of na ontslag op grond
van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid als
deelnemer wegens ziekte onder andere voorwaarden
wordt herplaatst in zijn dienstverhouding dan wel in
een of meer andere dienstverhoudingen; en
b. niet volledig arbeidsongeschikt is, en zijn resterende
verdiencapaciteit volledig benut.
2. In afwijking van het eerste lid heeft de deelnemer die bij
ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens
ziekte voor ontslag wordt herplaatst niet eerder recht op
een herplaatsingstoelage dan na afloop van de periode,
bedoeld in artikel 19 van de WAO.
3. Onverminderd de overige voorwaarden in het eerste lid
geldt in afwijking van onderdeel a dat voor de deelnemer
die recht heeft op een ontslaguitkering of
werkloosheidsuitkering, dat hij eerst recht heeft op een
herplaatsingstoelage als hij recht heeft op een
arbeidsongeschiktheidsuitkering.
4. De herplaatsingstoelage bedraagt het nadelige verschil
tussen enerzijds 80% van het inkomen dat als
grondslag dient/zou hebben gediend voor de berekening
van het invaliditeitspensioen en anderzijds het totaal van
het daarmee overeenkomende inkomen uit de nieuwe
dienstverhouding, de arbeidsongeschiktheidsuitkering
en het invaliditeitspensioen.
5. De herplaatsingstoelage eindigt op de eerste dag van
de maand van 65 jaar worden of op de laatste dag
van de maand waarin de rechthebbende overlijdt.
1. Het bepaalde in de leden een tot en met 4 van
overgangsbepaling B is van toepassing.
2. De herplaatsingstoelage eindigt op de eerste dag van de
maand na 62 jaar worden of op de laatste dag van de maand
waarin de rechthebbende overlijdt.
3. Het bepaalde in de overgangsbepalingen D en E is van
toepassing.
1. De hoogte van de herplaatsingstoelage, bepaald met
toepassing van de overgangsbepaling A, B of C is gelijk aan
het bedrag van de herplaatsingstoelage dat gold op 30 juni
2007.
2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag is het bedrag voor
vermindering of verhoging in verband met neveninkomsten,
sancties, kortingen of toeslagen.
3. Bij wijziging vanaf 1 juli 2007 van de mate van
arbeidsongeschiktheid of van de inkomsten uit de nieuwe
dienstverhouding wordt het in het eerste lid bedoelde bedrag
aangepast .
4. Het bedrag wordt geïndexeerd volgens artikel 14.1.
1. De hoogte van de herplaatsingstoelage is het bedrag dat op
basis van overgangsbepaling B of C is vastgesteld.
2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag is het bedrag voor
vermindering of verhoging in verband met neveninkomsten,
sancties, kortingen of toeslagen.
3. Bij wijziging vanaf 1 juli 2007 van de mate
van arbeidsongeschiktheid of van de
inkomsten uit de nieuwe
dienstverhouding wordt het in het eerste
lid bedoelde bedrag aangepast .
4. Het bedrag wordt geïndexeerd volgens
Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: 01-01-2008) 46