Militair Erfgoed - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Militair Erfgoed - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Militair Erfgoed - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
M I L I T A I R E R F G O E D<br />
Hoofdstuk 1 Inleiding en methodiek<br />
1.1 INLEIDING<br />
AANLEIDING EN CONTEXT<br />
De <strong>Rijksdienst</strong> <strong>voor</strong> Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM),<br />
destijds de <strong>Rijksdienst</strong> <strong>voor</strong> de Monumentenzorg (RDMZ) ge<strong>het</strong>en, startte in<br />
2001 een meerjarig onderzoeksproject dat ten doel had een landelijk referentiekader<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> gebouwde erfgoed uit de wederopbouwperiode (1940-1965) te<br />
verkrijgen. Eén van de onderdelen van dit project is een reeks categoriale<br />
studies. Omdat veel informatie over de naoorlogse architectuur is vastgelegd in<br />
boeken, tijdschriften en archieven, heeft de RACM in afwijking van <strong>het</strong><br />
Monumenten Inventarisatie Project (1850-1940), waarbij de gebouwde<br />
omgeving gebiedsgewijs per gemeente werd geïnventariseerd, gekozen <strong>voor</strong> een<br />
aanpak waarbij de objecten allereerst per categorie worden bestudeerd op basis<br />
van de literatuur en tijdschriftartikelen. De volgorde waarin de categorieën<br />
worden onderzocht, is onder andere afhankelijk gesteld van actuele ontwikkelingen,<br />
de mate van bedreiging en de importantie of representativiteit van de<br />
gebouwcategorie <strong>voor</strong> de wederopbouwperiode. De resultaten van alle<br />
categoriale studies worden uiteindelijk <strong>voor</strong>gelegd aan provincies, gemeenten en<br />
vakorganisaties, zodat lacunes in <strong>het</strong> overzicht kunnen worden aangevuld. Na<br />
afronding van de categoriale inventarisatieonderzoeken zal de RACM, als<br />
opvolger van de RDMZ, overgaan tot de vervolg-fase van selectie en bescherming<br />
van <strong>het</strong> vroeg-naoorlogse erfgoed. Hier<strong>voor</strong> dient <strong>het</strong> beleidskader nog te<br />
worden vastgesteld.<br />
PROCES EN BETROKKENEN<br />
Dit onderzoek naar militaire complexen en objecten uit de wederopbouwperiode<br />
behelst de resultaten van een viertal deelstudies over respectievelijk militaire<br />
kazernes, mobilisatie (MOB)-complexen, luchtwachttorens en overige militaire<br />
objecten. Het onderzoek is in de periode mei 2004 tot en met januari 2006<br />
uitgevoerd door drs. M. Kruidenier van <strong>het</strong> architectuurhistorisch onderzoek-<br />
en adviesbureau De Onderste Steen te Nijmegen.<br />
Het onderzoek stond onder auspiciën van <strong>het</strong> Projectteam Wederopbouw van<br />
de RACM. Zoals vastgelegd in de onderzoeksnota Richtlijnen Categoriaal<br />
Onderzoek Wederopbouwobjecten 1940-1965 (RDMZ 26 juni 2001), is <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
categoriaal onderzoek een begeleidingscommissie ingesteld. De procedurele<br />
coördinatie en de <strong>voor</strong>tgangsbewaking waren in handen van projectleider drs.<br />
P. Nijhof. Hij heeft tevens <strong>het</strong> overgrote deel van <strong>het</strong> veldwerk <strong>voor</strong> de<br />
luchtwachttorens op zich genomen. Ir. G.W.O. Boissevain, beleidsadviseur<br />
architectuur van de DVD (Dienst Vastgoed Defensie, <strong>voor</strong>heen Dienst<br />
Gebouwen, Werken en Terreinen) van Defensie, had zitting in de begeleidingscommissie<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> onderzoek naar de militaire kazernes, de MOB-complexen<br />
en de overige militaire objecten. Beiden hebben inhoudelijke aanvullingen op de<br />
03