Militair Erfgoed - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Militair Erfgoed - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Militair Erfgoed - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
M I L I T A I R E R F G O E D<br />
Voor wat betreft de militaire kazernes en de MOB-complexen wordt met<br />
nadruk gesteld dat de deelrapporten –inherent aan de methodiek- geen<br />
volledige en landelijk dekkende overzichten bieden, maar wel een compleet<br />
beeld van <strong>het</strong> ontstaan en de ontwikkeling van dergelijke complexen geven.<br />
Het deelonderzoek naar de luchtwachttorens wijkt in zoverre af van de<br />
methodiek dat gezien <strong>het</strong> beperkte aantal objecten besloten is om wel te streven<br />
naar een volledig overzicht.<br />
AFBAKENING<br />
In <strong>het</strong> Plan van Aanpak uit 1999 wordt de volgende definitie <strong>voor</strong> de term<br />
Wederopbouw gegeven: ‘Het erfgoed van de Wederopbouw omvat de resultaten<br />
van (steden)bouwkunst, landinrichting, interieurarchitectuur en monumentale<br />
kunst uit de periode 1940-1965’.<br />
Voor <strong>het</strong> objectgerichte onderzoek is in de nota onderscheid gemaakt in elf<br />
hoofdcategorieën, die op hun beurt zijn onderverdeeld in subcategorieën. Deze<br />
hoofdcategorieën zijn gebaseerd op de verdeling zoals gehanteerd in de<br />
Geïllustreerde Beschrijvingen.<br />
Onderhavig onderzoek heeft uitsluitend betrekking op de subcategorieën<br />
Verdedigbare bouwwerken en Terreinen en linies van de hoofdcategorie Verdediging.<br />
De vier deelstudies hebben alle betrekking op militaire objecten en complexen<br />
uit de periode 1940-1965. Als belangrijk criterium is gekeken naar de oorspronkelijke<br />
functie van de gebouwen, los van de huidige eigendoms- en gebruikssituatie.<br />
Verder zijn <strong>voor</strong> wat betreft de verschillende onderdelen de onderzoeksgebieden<br />
als volgt begrensd:<br />
MILITAIRE KAZERNES<br />
PERIODE<br />
Het onderzoek naar militaire kazernes heeft uitsluitend betrekking op<br />
complexen uit de periode 1940-1965. Voor kazernes uit de periode 1850-1940<br />
wordt verwezen naar <strong>het</strong> rapport Dwarsblik <strong>Militair</strong>e Kazernes 1850-1940 (De<br />
Onderste Steen, mei 2003), dat eveneens werd gemaakt in opdracht van de<br />
RACM. 1 Kazernes waarvan de bouw <strong>voor</strong> mei 1940 begon, maar die door de<br />
Duitsers zijn voltooid, zoals de Boostkazerne in Arnhem, de Seeligkazerne in<br />
Breda en de Westerbergkazerne in Schalkhaar, zijn destijds in dit onderzoek<br />
meegenomen en dus in <strong>het</strong> huidige onderzoek achterwege gelaten. Ook losse<br />
gebouwen die tussen mei 1940 en 1965 zijn toegevoegd aan reeds bestaande,<br />
<strong>voor</strong>oorlogse complexen, zoals <strong>het</strong> administratiegebouw uit 1954-1956 van de<br />
Tapijnkazerne in Maastricht (1917), zijn in <strong>het</strong> huidige onderzoek buiten<br />
beschouwing gebleven. Hierover wordt nog wel <strong>het</strong> een en ander gezegd in<br />
hoofdstuk 5: ‘Overige militaire objecten/complexen’.<br />
OORSPRONKELIJK FUNCTIE<br />
Voor wat betreft <strong>het</strong> onderzoeksterrein gaat <strong>het</strong> om de oorspronkelijk functie<br />
van de gebouwen, los van de huidige eigendoms- en gebruikssituatie. Zo zijn<br />
1 Kruidenier, M. (De Onderste Steen), Dwarsblik <strong>Militair</strong>e Kazernes 1850-1940, rapport in<br />
opdracht van de <strong>Rijksdienst</strong> <strong>voor</strong> de Monumentenzorg te Zeist, Amersfoort mei 2003.<br />
05