Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
M O N U M E N T A L E K U N S T<br />
Ook bij de geabstraheerde figuratie van de griffioen uit 1957 van Berend<br />
Hendriks die als een sjabloonbeeld tegen de gevel van de Amsterdamse<br />
Koningskerk is aangebracht, spelen licht en tijd een belangrijke rol. De griffioen<br />
symboliseert de tweeledige natuur van Christus, de goddelijke en de menselijke<br />
(vogel en zoogdier). Het bakstenen muurvlak vormt een kruis en de schaduw<br />
completeert <strong>het</strong> werk.<br />
BETONRELIËF<br />
De ontwikkeling van de naoorlogse reliëfs verschilt van die van de <strong>voor</strong>gaande<br />
periode door schaalvergroting en door interdisciplinaire experimenten, waarbij<br />
verschillende <strong>kunst</strong>vormen met elkaar gecombineerd worden, zoals beton met<br />
glas of met mozaïek.<br />
Vrijwel geen enkele periode in Nederland kent zulke grote, monumentale reliëfs<br />
als die van de wederopbouw. Dat werd <strong>voor</strong>al mogelijk door <strong>het</strong> gebruik van<br />
beton, dat begin twintigste-eeuw furore maakte. Beton, een mengsel van<br />
cement met zand, steen en/of grind, werd in de antieke oudheid al gebruikt (<strong>het</strong><br />
Colloseum is een van de indrukwekkendste betonbouwwerken), maar daarna is<br />
<strong>het</strong> materiaal diep in de vergetelheid geraakt. De herontdekking in 1825<br />
(Portland beton) en de uitvinding om <strong>het</strong> te versterken door inwendig een<br />
stalen raster aan te brengen (Joseph Monier, bedacht <strong>het</strong> in 1868 toen hij zijn<br />
tuinvazen wilde verbeteren), gaf de architectuur de mogelijkheid om grote<br />
overspanningen te maken en dat leverde een ware schaalvergroting op. Het<br />
beton werd in de eerste helft van de twintigste eeuw over <strong>het</strong> algemeen met<br />
baksteen bekleed (een van de eerste gebouwen is <strong>het</strong> Scheepvaarthuis). De<br />
hoogbouw in de Verenigde Staten bracht tal van Europese architecten op<br />
utopische ideeën. De Fransman Auguste Perret (1874-1954) lanceerde in 1922<br />
<strong>het</strong> idee van een Ville Tours (stad met torenflats), Le Corbusier ontwikkelde<br />
daarop zijn beroemde plan <strong>voor</strong> de Ville Comtemporaine in Parijs. In<br />
Nederland waren <strong>het</strong> de architecten van Het Nieuwe Bouwen die er<strong>voor</strong><br />
streden om <strong>het</strong> beton (Beton Brut) met haar stoere schoonheid ook in <strong>het</strong> zicht<br />
te laten, zoals bij de Nirwanaflat (1926-1930) van Jan Duiker in Den Haag.<br />
In <strong>het</strong> naoorlogse, herrijzend Nederland bleek betonnen (hoog)bouw <strong>voor</strong><br />
woningen en bedrijven onmisbaar en was de tijd rijp om de betonhuid in <strong>het</strong><br />
zicht te laten en als zodanig te waarderen. Samen met <strong>het</strong> creëren van hoge<br />
blinde betonnen muren, ontwikkelde zich ook de behoefte om deze vlakken te<br />
verfraaien. Het idee om blinde muren aangenamer te maken was op zichzelf<br />
niet nieuw. Eind negentiende eeuw werden er ook al decoratieve vlakreliëfs<br />
aangebracht op de met stuc afgewerkte, kopse kanten van Amsterdamse<br />
woonblokken. 198<br />
Na de Tweede Wereldoorlog werd de techniek van <strong>het</strong> betonreliëf verder<br />
ontwikkeld. Le Corbusier had de primeur. Als <strong>het</strong> eerste monumentale<br />
betonreliëf geldt <strong>het</strong> bekende mannetje, de Modulor, die de Franse architect in<br />
1947 aan zijn flatgebouw Unité d’Habitation in Marseille aanbracht. De<br />
Modulor stelt ‘de gulden snede’ <strong>voor</strong>, <strong>het</strong> ideale maatsysteem <strong>voor</strong> een<br />
198 Dat deze schaalvergroting in de <strong>kunst</strong> pas in de wederopbouw haar weg vond, had in dit geval<br />
te maken met de tweestrijd tussen <strong>het</strong> Nieuwe Bouwen enerzijds en <strong>het</strong> traditionalisme met haar<br />
<strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> baksteen en laagbouw anderzijds.<br />
137