Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
96<br />
A F B E E L D I N G 4 . 1 8<br />
L O U I S V A N R O O D E , A B S T R A C T E<br />
W A N D S C H I L D E R I N G , 1 9 6 0 , V M L<br />
D I J K Z I G T Z I E K E N -<br />
H U I S / E R A S M U S M E D I S C H<br />
C E N T R U M , R O T T E R D A M<br />
H O O F S T U K 4 S P E C I A L I S M E N<br />
in wanden van witgeglazuurde baksteen opgenomen. Wandschilderingen<br />
ontbreken echter opvallend in deze trappenhuizen, of lijken dat te doen, want<br />
de door Wijnberg uitgevoerde sgraffito’s Postbestelling (in resp. de 18-de en<br />
20-ste eeuw) zijn bij nader inzien in sgraffito in trompe l’oeil-perspectief. Voor<br />
<strong>het</strong> overige zijn ze elders, en zelfs in éxtra groot formaat, uitgevoerd direct op<br />
met kalkmortel geprepareerde wanden. Kees Franse voerde een (overschilderde)<br />
wandschildering Circus in stelatexmuurverf uit in een van de personeelskantines,<br />
Henk de Vos (in 1959) een grote, in de verte op Manet en Picasso<br />
geïnspireerde, olieverfschildering ‘Strandgenoegens’ op de kopwand van de<br />
grote aula/vergaderzaal (ca. 3 x 15 m, nog aanwezig, maar zal verdwijnen bij<br />
renovatie). Het verschil in hiërarchie is opvallend. Was <strong>het</strong> ambachtelijkideologisch<br />
gefundeerd - à la: wandschilderingen moeten direct in situ worden<br />
aangebracht, technisch andere <strong>kunst</strong>werken kunnen, <strong>voor</strong>al als ze hanteerbaar<br />
van formaat zijn, ook elders en al of niet op paneel worden vervaardigd? Dat is<br />
hier inderdaad zó <strong>het</strong> geval. Was <strong>het</strong> onderscheid gebaseerd op de grotere<br />
kwetsbaarheid van een wandschildering in nauwe verkeersruimten als trappenhuizen?<br />
Of speelde de ‘andere’, meer illusoire, vlakke ruimtelijkheid van<br />
schilderingen hier een rol? (Een afwerking in matglanzende witgeglazuurde<br />
baksteen en ‘een wandschildering’ combineren visueel slecht.) Had de relatief<br />
lagere kostprijs van een schildering de doorslag gegeven? Ging <strong>het</strong> om: ‘meer<br />
<strong>kunst</strong> <strong>voor</strong> minder geld’? Het zal allemaal wel op de een of andere manier<br />
hebben meegespeeld. In ieder geval gaf dit de wandschilder<strong>kunst</strong> hier gewild of<br />
ongewild al een ‘status aparte’ en een zekere on-vanzelfsprekendheid: er blijkt<br />
steeds bewuster <strong>voor</strong> juist deze techniek gekozen te moeten zijn. Bij de<br />
‘industriële’ veranderingen die de architectuur in deze periode doormaakte,<br />
werd <strong>voor</strong>al de ‘ideologische’ ambachtelijkheid van <strong>het</strong> wandschilderen steeds<br />
problematischer. (Dat gold ook <strong>voor</strong> de sgraffitotechniek.) Wat de (figuratieve)<br />
wandschilder<strong>kunst</strong> uiteindelijk steeds meer heeft doen verdwijnen uit <strong>het</strong><br />
gamma van de monumentale <strong>kunst</strong>toepassingen, wordt zo duidelijker. Een<br />
factor zal haar onmogelijkheid of onwil geweest zijn zich aan te passen aan de<br />
eis tot ‘prefab’-oplossingen (dus bij<strong>voor</strong>beeld <strong>het</strong> schilderen op paneel). De eis<br />
met prefabelementen en genormeerde bouwdelen te werken stelde de<br />
architectuur zichzelf expliciet. Maar de wandschilder<strong>kunst</strong> bezweek ook aan<br />
haar eigen verhalende ‘explicateur’-karakter en haar illusoire ruimtelijkheid.<br />
Concrete architectuur eiste concrete <strong>kunst</strong>. Kort gezegd: op <strong>het</strong> moment dat de<br />
troffel verdwijnt, verdwijnt ook <strong>het</strong> penseel – en als men <strong>het</strong> door wilt trekken<br />
naar de bouwbeeldhouw<strong>kunst</strong>: ook de beitel.