Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Monumentale kunst - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
M O N U M E N T A L E K U N S T<br />
Roode (1914-1964). Zij maakten tevens deel uit van de drie <strong>kunst</strong>enaarsverenigingen<br />
Argus (Van Roode), de Venstergroep en de groep r.<br />
3.3 KUNSTENAARSVERENIGINGEN<br />
De eerste naoorlogse groepering van monumentale <strong>kunst</strong>enaars was de<br />
vakgroep wandschilders van de Gebonden Kunsten Federatie (GKf), die in<br />
1952 overging in de Vereniging van Beoefenaars van <strong>Monumentale</strong> Kunsten<br />
(VbMK). De vaste kern bestond uit oud-leerlingen van de in Amsterdam<br />
gevestigde Rijksacademie, opgeleid door hoogleraar Heinrich Campendonk. De<br />
tweede grote vereniging was de LIGA Nieuw Beelden, een samenstelling van<br />
architecten en beeldende <strong>kunst</strong>enaars.<br />
De vrije, beeldende <strong>kunst</strong>enaarsverenigingen, waren niet direct gericht op<br />
monumentale <strong>kunst</strong>, maar een groot aantal leden van bij<strong>voor</strong>beeld de Nederlandse<br />
Kring van Beeldhouwers (NKB), groep r, Vrij Beelden, Creatie, Cobra<br />
of de Realisten waren wel actief in deze gebonden <strong>kunst</strong>sector. Het is daarom<br />
van belang de relevante <strong>kunst</strong>bewegingen te belichten, omdat de overtuigingen<br />
van de <strong>kunst</strong>enaars en de architecten op <strong>het</strong> politieke en op <strong>het</strong> artistieke vlak<br />
door deze groeperingen onder woorden werden gebracht. De monumentale<br />
<strong>kunst</strong>enaars waren <strong>voor</strong>al maar niet alleen in Amsterdam geconcentreerd. Ook<br />
in Rotterdam, in Den Haag en in <strong>het</strong> katholieke Limburg met de hoofdstad<br />
Maastricht waren toonaangevende <strong>kunst</strong>enaars aanwezig.<br />
MONUMENTALE KUNSTENAARSVERENIGINGEN IN<br />
AMSTERDAM<br />
GEBONDEN KUNSTEN FEDERATIE, SECTIE WANDSCHIL-<br />
DERS (1946-1951)<br />
Nadat de socialistisch georiënteerde Vereniging <strong>voor</strong> Ambachts- en Nijverheids<strong>kunst</strong><br />
(VANK) zich in 1941 ontbond om <strong>het</strong> door de bezetter verplichte<br />
lidmaatschap van de Kultuurkamer te ontlopen, werd na de oorlog <strong>het</strong> gemis<br />
aan de monumentale <strong>kunst</strong>enaars door de architecten gevoeld en onder<br />
woorden gebracht in <strong>het</strong> Bouwkundig Weekblad: “Juist de groep waar naar de<br />
primaire belangstelling van den architect uitgaat, die der bouwbeeldhouwers,<br />
glazeniers en schilders ontbreekt”. 15 De in 1946 tot stand gekomen Nederlandse<br />
Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars (Federatie) besloot<br />
daarop tot de oprichting van de Vakgroep wandschilders binnen hun onderafdeling:<br />
de Gebonden Kunsten Federatie (GKf). Het initiatief kwam van Willem<br />
Sandberg, de directeur van <strong>het</strong> Stedelijk Museum (SM), tijdens de tentoonstelling<br />
Weerbare Democratie (1946) in de Amsterdamse Nieuwe Kerk. De daar<br />
aanwezige <strong>kunst</strong>enaars Jan Bons (1918), Charles Eyck (1897-1983), Lex Horn,<br />
Theo Kurpershoek (1914-1998), Lex Metz (1913-1968), Gerrit van ’t Net<br />
(1910-1971), Hans van Norden, Charles Roelofsz (1897-1962), Kees Timmer<br />
(1903-1978) en Daniël Wildschut (1913-1995) vormden sindsdien de vaste kern<br />
van monumentale <strong>kunst</strong>enaars. De groep die elkaar uit <strong>het</strong> verzet kende, bleef<br />
aanvankelijk zo anoniem mogelijk vanwege de gevoelige, sociaal getinte<br />
15 BW 1945, p. 58<br />
A F B E E L D I N G 3 . 4<br />
P I E T Z W A R T ( 1 8 8 5 - 1 9 7 7 ) I N<br />
H E T A T E L I E R V A N J A N W I L S ,<br />
25<br />
R E C H T S O P D E F O T O , C A . 1 9 2 1