ALTlJD GOED OP DE HOOGTE - deBuren
ALTlJD GOED OP DE HOOGTE - deBuren
ALTlJD GOED OP DE HOOGTE - deBuren
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
40<br />
Boekarest<br />
in een vreemdsoortige zee. De arts zag hoe die zee diep onder zijn<br />
raam golfde en deinde. Hij voelde zijn maag meebewegen. Er kwam<br />
misselijkmakend zuur omhoog, dat hij wegslikte, precies op het moment<br />
dat het schreeuwen begon. De arts ontdekte dat vermoedens,<br />
net als mensen, razendsnel van gedaante kunnen veranderen. Dat<br />
vermoedens gebeurtenissen kunnen worden, bewegingen. De arts<br />
ontdekte dat vermoedens kunnen gillen, de hoek om kunnen rennen,<br />
elkaar onder de voet kunnen lopen om weg te komen. Hij bleef<br />
kijken omdat het zijn plicht was om te kijken en omdat hij niets anders<br />
doen kon dan kijken, al gaf hij tussentijds tweemaal over in de<br />
prullenmand naast zijn bureau. Toen de zee onder zijn raam zich terugtrok,<br />
zag de arts hoe er lichamen op het plein waren achtergebleven,<br />
als schelpen op een strand. De dagen daarna deed hij wat hij<br />
kon, maar niet alle vermoedens waren levensvatbaar en sommigen<br />
stierven in zijn armen. Toen de arts zijn rapporten inleverde werden<br />
ze teruggestuurd, voorzien van een kanttekening in scherpe, rode<br />
letters. Om de één of andere reden, schreef men, had hij steeds<br />
genoteerd ‘in de rug geschoten’. Een begrijpelijke maar ongelukkige<br />
vergissing die, zoals hij natuurlijk zou begrijpen, zo spoedig mogelijk<br />
moest worden aangepast aan de werkelijkheid. De arts keek nu en<br />
dan naar het plein en zocht dan onwillekeurig de grond af naar sporen.<br />
Maar het had gewaaid en geregend. Alles was schoongespoeld.<br />
Het plein zag er stralend uit.<br />
Vermoedens<br />
fragment<br />
Dat er oude mensen schuilgaan in Roemenen. Dat er oude mensen<br />
schuilgaan in de jonge mannen op de steigers die hompen witbrood<br />
in stukken scheuren en uitdelen en die zangerig met elkaar spreken,<br />
half lachend, met hun zware wenkbrauwen in vrolijke boogjes. Dat<br />
er oude mensen schuilgaan in hartstochtelijk toeterende taxichauffeurs<br />
en in de heupwiegende jonge vrouwen die op hakken passeren.<br />
Dat er een geheugen zetelt in de koepelvormige gebouwen, de<br />
pilaren, de rijkelijk versierde friezen. In de kraampjes met boeken,<br />
waar je langs kunt slenteren, waar je gelokt wordt met de geur van<br />
beduimeld papier, vergeelde pagina’s, versleten kaften. Dat het<br />
oudste van andere Europese steden hier vermengd raakte met iets<br />
dat nog veel ouder is. Iets groots en moois en droevigs dat niet helemaal<br />
uit te leggen valt.