Definitief besluit 'omgeving Phoenixstraat in Delft'.pdf - Delfland

7.2.2 Algemeen
Watervergunning 943783 / 1050432
De bouwputbemalingen vinden plaats ten behoeve van de aanleg van een viersporige spoortunnel
in Delft en zijn onderdeel van het project „Spoor & Stad Delft‟. Voor het in den droge uitvoeren van
de werkzaamheden zijn verschillende bemalingen nodig. Het totale werk waarvoor de bemalingen
nodig zijn, bestaat uit de volgende dertien onderdelen:
Toerit zuid;
Abtswoudseweg;
Engelsestraat;
Prinses Irenetunnel;
Westlandseweg constructiebrug;
Station;
Voorplein en landhoofden;
Bolwerk;
Phoenixstraat;
Riool Phoenixstraat;
Kampveldweg, gemaal en diepriool;
Toerit noord;
DSM viaduct.
De bouw van de spoortunnel wordt uitgevoerd in twee fases. In de eerste fase wordt voor het
complete tracé een tweesporige spoortunnel aangelegd. Voor de onderdelen Abtswoudseweg,
Engelsestraat, Prinses Irenetunnel, Phoenixstraat en Kampveldweg wordt in de tweede fase de
tunnel uitgebreid tot een viersporig tracé, de overige onderdelen worden in de eerste fase reeds als
viersporig tracé aangelegd. De huidige aanvraag omvat alleen de uitvoering van de onderdelen van
de eerste fase. De volgende zeven onderdelen maken deel uit van deze aanvraag:
Prinses Irenetunnel;
Westlandseweg constructiebrug;
Voorplein en landhoofden;
Bolwerk;
Riool Phoenixstraat;
Toerit noord;
DSM viaduct.
De overige onderdelen zijn bij de Provincie Zuid-Holland aangevraagd. Elk onderdeel is ingericht
als separate bouwkuip met bemaling, echter de effecten van de bemaling op de omgeving zijn als
geheel beschouwd.
7.2.3 Bodemopbouw en geohydrologie
Voor de bodemschematisatie is gebruik gemaakt van de volgende geotechnische rapportages en
informatie:
CCL (2009a), Uitgangspuntenrapport Geotechniek, documentnummer SSD-DO-RAP-1-GT-
0001-revisie C.
Geotechnische lengteprofielen uit GeoDelft (2006a), Realisatie Spoortunnel te Delft,
Beschrijving ondergrond en beschikbaar gesteld onderzoek, kenmerk CO-422660-0028,
Versie 03 Definitief, augustus 2006.
Diverse boringen en sonderingen en historisch grondonderzoek, uitgevoerd op en in de
omgeving van de bouwlocatie.
De geohydrologische schematisatie van de bodemopbouw is in tabel 1 weergegeven. Bij de
modellering is uitgegaan van een homogene bodemopbouw. In de tabel zijn tevens het
doorlaatvermogen (kD in m 2 /d) van de watervoerende lagen en de hydraulische weerstand tegen
verticale stroming (c in dagen) van de slechtdoorlatende lagen opgenomen, zoals deze gebruikt
zijn in de modellering. De waarden voor het doorlaatvermogen en de weerstand van de
waterremmende lagen zijn worst case ingeschat.
_______
14 / 27