Definitief besluit 'omgeving Phoenixstraat in Delft'.pdf - Delfland

More documents

Recommendations

Info

Watervergunning 943783 / 1050432 Voor de onderdelen Prinses Irenetunnel en Bolwerk is een spanningsbemaling in het eerste watervoerende pakket nodig. Ter plaatse van de Prinses Irenetunnel ligt het brak/zout grensvlak aan de bovenzijde van het eerste watervoerende pakket. Het onttrokken spanningswater is reeds zout; het grensvlak zal hierdoor niet beïnvloed worden. Het brak/zout grensvlak voor het onderdeel Bolwerk is gelegen tot halverwege het eerste watervoerende pakket. Naar verwachting zal het brak/zout grensvlak hoger komen te liggen, maar zal dit zoute water de tussenzandlaag niet bereiken. 7.2.10 Effecten op funderingen en infrastructuur (zettingen) Verlaging van de freatische grondwaterstand en de stijghoogten in de watervoerende pakketten kan zetting van cohesieve grondlagen tot gevolg hebben, waardoor mogelijk enige zakking van het maaiveld en op staal gefundeerde gebouwen optreedt. Dit is met name het geval indien de freatische grondwaterstand en stijghoogten gedurende een lange tijd worden verlaagd beneden de in het verleden opgetreden laagste waarden. Schade aan bebouwing, leidingen en infrastructuur kan met name ontstaan als gevolg van zettingsverschillen. Ter bepaling van de eindzetting zijn zettingsberekeningen uitgevoerd voor de omliggende zettingsgevoelige bebouwing en infrastructuur. In paragraaf 7.2.8 zijn de effecten op het freatische pakket, tussenzandlaag en eerste watervoerende pakket opgesomd. De berekening van de effecten zijn gebaseerd op theoretische weerstandswaarden van damwanden en waterremmende lagen. De berekende verlagingen treden tevens op ter plaatse van zettingsgevoelige objecten. Ter plaatse van zettingsgevoelige objecten worden de freatische grondwaterstanden en stijghoogten in de tussenzandlaag en het eerste watervoerende pakket intensief gemeten. In voorschrift 3, lid 9 is voorgeschreven dat de GLG en de GLS in respectievelijk het freatisch pakket en de tussenzandlaag niet mogen worden onderschreden. Indien in de freatische grondwaterstand en/of stijghoogte in de tussenzandlaag respectievelijk de GLG en/of GLS dreigen te worden onderschreden, worden maatregelen genomen om deze verlagingen te voorkomen of ongedaan te maken. Maatregelen die genomen worden zijn het terugbrengen van het onttrekkingsdebiet en waar nodig het stopzetten van de bemaling, het dichten van lekkages en het toepassen van retourbemaling. Aanvullend op de grondwaterstanden stijghoogtemetingen worden uitgebreide zettingsmetingen van zettingsgevoelige objecten voorgeschreven. Voor de onderdelen Riool Phoenixstraat en Prinses Irenetunnel wordt tijdelijk afgeweken van de eis om de freatische grondwaterstand en stijghoogte in de tussenzandlaag boven respectievelijk GLG en GLS te houden. Voor het onderdeel Riool Phoenixstraat wordt voor een periode van twaalf weken afgeweken van de voorgeschreven GLG en GLS tot een extra verlaging van maximaal 1,1 m. De nieuwe riolering wordt aangelegd op een diepte die nagenoeg gelijk is aan de ligging van het huidige riool welke in 1995 en 1998 is aangelegd. De grondwaterstand en stijghoogte in de tussenzandlaag zullen naar verwachting de historische verlagingen niet onderschrijden. De initiële zettingen zijn naar verwachting destijds grotendeels opgetreden, waardoor geen extra zettingen worden verwacht die schade kunnen veroorzaken. Voor het onderdeel Prinses Irenetunnel wordt tweemaal voor een periode van acht weken afgeweken van de voorgeschreven GLG en GLS tot een extra verlaging van maximaal 3,0 m. Tijdens de werkzaamheden aan de Prinses Irenetunnel wordt de freatische grondwaterstand verlaagd tot maximaal NAP -4,0 m voor een aaneengesloten periode van maximaal acht weken. In 1996 zijn werkzaamheden aan de tunnel uitgevoerd, waarbij de freatische grondwaterstand voor een periode van acht weken tevens is verlaagd tot NAP -4,0 m. De grondwaterstand en stijghoogte in de tussenzandlaag zullen naar verwachting de historische verlagingen niet onderschrijden. De initiële zettingen zijn naar verwachting destijds grotendeels opgetreden, waardoor geen extra zettingen worden verwacht die schade kunnen veroorzaken. Bovendien zijn in de directe omgeving van dit onderdeel geen zettingsgevoelige objecten aanwezig. Tussen de twee periodes dat afgeweken wordt van de voorgeschreven GLG en GLS, zullen de freatische grondwaterstand en de stijghoogte in de tussenzandlaag ten minste eenmalig hersteld zijn tot de voorgeschreven GLG en GLS. _______ 22 / 27
Watervergunning 943783 / 1050432 Op grond van de hierboven genoemde overwegingen wordt geen zettingsschade aan gebouwen, funderingen of infrastructuur als gevolg van verlagingen van de freatische grondwaterstand en stijghoogten in de tussenzandlaag en eerste watervoerende pakket, verwacht. 7.2.11 Effecten op bodemverontreinigingen In de directe omgeving van de bouwlocatie is een inventarisatie gemaakt van de aanwezige verontreinigingen. Hierbij is gebruik gemaakt van gegevens van de Provincie Zuid-Holland. De locaties waar verontreinigingen zijn geïnventariseerd, zijn geregistreerd als saneringslocaties bij het bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming. De verplaatsingen van de verontreinigingen zijn berekend, daarin rekeninghoudend met de afstand tot de bemaling, het type verontreiniging, de laag waarin zich de verontreiniging bevindt, een conservatieve inschatting van de retardatiefactor, het verhang van het grondwater ter plaatse van de verontreiniging en de bemalingsduur. In tabel 6 zijn de aanwezige verontreinigingen van grondwater met de daarbij berekende verplaatsingen opgesomd. In de aanvraag is tevens aangegeven welke verontreinigingen voorafgaand aan de bemalingen worden gesaneerd. Bij de verspreiding van verontreinigingen door het grondwater treedt onder andere adsorptie op. Dit effect wordt beschreven met de retardatiefactor. De retardatiefactor geeft de verhouding aan tussen de snelheid van de grondwaterstroming en de transportsnelheid van de geadsorbeerde stof. Tabel 6 Verontreinigings- locaties met kenmerk Afstand tot bouwput in m Type verontreiniging _______ 23 / 27 Bodemlaag Berekende verplaatsing ten gevolge van bemaling CCL01, Toerit noord 0 BTEX Freatisch 15,0 Ja CCL02, Phoenixstraat 30 Minerale olie en BTEX Freatisch 0,0 Nee CCL03, Bolwerk 0 Minerale olie Freatisch 0,03 Ja CCL03, Bolwerk 0 BTEX Freatisch 3,5 Ja CCL17, Voorplein Binnen Minerale olie en Freatisch - - bouwkuip alkylbenzenen Voor start bemaling gesaneerd Op 16 december 2010 is een brief met kenmerk SSD-10-B-12214-PBO van de aanvrager ontvangen, waarin is aangegeven dat de grondwaterverontreiniging met kenmerk CCL03 afdoende is gesaneerd. In deze brief is tevens aangegeven dat de grondwaterverontreiniging met kenmerk CCL01 in tegenstelling tot de tabel tijdens de eerste fase van de bemaling zal worden gesaneerd. In voorschrift 3, lid 14 is deze verplichting opgenomen. Het te lozen water van deze bemaling wordt daarbij door een waterzuivering geleidt. Door het bevoegd gezag van de Wet bodembescherming is in een eerdere fase aangegeven dat de bemaling van onder andere Toerit noord geen negatieve effecten heeft op de verspreiding van grondwaterverontreiniging CCL01. Het is mogelijk dat na sanering mogelijke resten van grondwaterverontreinigingen in de bodem achter blijven. De mogelijke restconcentraties vormen naar verwachting geen risico voor de gebruiksfuncties van de bodem. De verontreiniging met kenmerk CCL02 zal als gevolg van de bemaling niet extra verplaatsen. In de voorschriften is opgenomen dat de freatische grondwaterstand niet mag dalen onder de GLG. Indien in het freatische pakket de GLG dreigt te worden onderschreden, worden maatregelen genomen om deze verlagingen te voorkomen of ongedaan te maken. Een extra verplaatsing van deze verontreiniging als gevolg van de bemaling is daarom niet te verwachten. 7.2.12 Effecten op overige grondwateronttrekkingen Met behulp van gegevens van de Provincie Zuid-Holland is een inventarisatie gemaakt van bestaande grondwateronttrekkingen binnen het invloedsgebied van de bemaling. Uit de inventarisatie is gebleken dat diverse onttrekkingen in het freatisch pakket, de tussenzandlaag en het eerste en tweede watervoerende pakket aanwezig zijn.
Page 1 and 2: WATERVERGUNNING 943783 / 1050432
Page 3 and 4: 1 Aanhef Watervergunning 943783 / 1
Page 5 and 6: 5 Voorschriften Watervergunning 943
Page 7 and 8: Watervergunning 943783 / 1050432 7.
Page 9 and 10: Watervergunning 943783 / 1050432 f.
Page 11 and 12: Watervergunning 943783 / 1050432 b.
Page 13 and 14: 6 Aanvraag 6.1 Locatie Watervergunn
Page 15 and 16: Watervergunning 943783 / 1050432 Ta
Page 17 and 18: Watervergunning 943783 / 1050432 De
Page 19 and 20: Watervergunning 943783 / 1050432 Ve
Page 21: Watervergunning 943783 / 1050432 Vo
Page 25 and 26: Watervergunning 943783 / 1050432 7.
Page 27: Watervergunning 943783 / 1050432 8.

Definitief besluit 'omgeving Phoenixstraat in Delft'.pdf - Delfland

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?