Hoofdstuk 2: Woordklassen - Faculteit der Letteren
Hoofdstuk 2: Woordklassen - Faculteit der Letteren
Hoofdstuk 2: Woordklassen - Faculteit der Letteren
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Woordklassen</strong> 49<br />
nog meer over te vertellen, maar dit zijn de belangrijkste en we komen ze in alle talen<br />
tegen.<br />
Nu gaan we kijken naar de syntactische functies van de naamwoordgroepen. Deze<br />
worden vaak GRAMMATICALE RELATIES of GRAMMATICALE FUNCTIES genoemd: het gaat<br />
hier om een definitie van de naamwoordgroepen aan de hand van hun functie in de zin<br />
als geheel. De twee belangrijkste functies zijn SUBJECT (on<strong>der</strong>werp) en OBJECT (lijdend<br />
voorwerp). In hoofdstuk 6 gaan we na<strong>der</strong> in op de manier waarop de functies subject<br />
en object vormgegeven zijn in de syntaxis van de talen van de wereld; hier proberen we<br />
een basisidee te geven van waar het om gaat. Subjecten hebben heel duidelijke<br />
eigenschappen die maken dat ze an<strong>der</strong>s zijn dan an<strong>der</strong>e grammaticale relaties.<br />
>>>>>>>>>>>>>>>>>>>><br />
In (34) zijn de subjecten allemaal vetgedrukt. Probeer eerst uit te vinden wat de<br />
subjecten gemeen hebben, en welke eigenschappen een subject in het Ne<strong>der</strong>lands<br />
precies heeft.<br />
(34) a. Deze vrouw koopt onze appels<br />
b. Al die mensen genieten van onze appels<br />
c. Onze appels worden goed verkocht<br />
d. Appels koopt ze wel maar peren hoeft ze niet<br />