Milieumetingen door VITO - LNE.be

• 7 filters op dagen met relatief hoge stofconcentraties (7 dagen uit 24/1, 28/1, 13/2, 19/2,
20/2, 21/2, 28/2, 6/3, 13/3, 26/3 en 4/4)
• 2 filters op dagen met relatief lage stofconcentraties (27/2 en 22/3)
• 3 filters op dagen met gemiddelde stofconcentraties (31/1, 1/3 en 1/4)
• de filters voor analyse van de verschillende meetstations worden indien mogelijk op
dezelfde dagen gekozen
De data zijn terug te vinden in bijlage 7.
20
Tabel 9: Aantal stalen zwevend stof in buitenomgeving
Aantal stalen zwevend Locaties Periode Stof XRF
stof in buitenomgeving
(#weken)
PM10 4 11 294 48
4.4.8 Bepaling van de stofconcentraties en concentraties zware metalen in
zwevend stof in de scholen en de woningen
Tijdens de meetperiode van zwevend stof in buitenlucht bij de scholen, zijn metingen van
PM10 stof in de binnenomgeving uitgevoerd. Deze metingen zijn uitgevoerd in 2 scholen en
30 woningen.
In de binnenomgeving van school 1 en school 2, is gedurende 11 weken aansluitend de PM10
stoffractie gecollecteerd. Deze metingen werden uitgevoerd in een ruimte waar regelmatig
veel kinderen aanwezig waren (vb. klaslokaal, eetzaal, gang). Voor de continue
binnenmetingen zijn 24 uurs bemonsteringen uitgevoerd. In totaal werden 149 stoffilters
gecollecteerd. Hiervan zijn 24 filters (12 per lokatie) geanalyseerd op de aanwezigheid van
lood, cadmium en arseen m.b.v. XRF.
Naast de continue metingen zijn eveneens momentane bepalingen van zwevend stof (PM10)
uitgevoerd in de binnenlucht van de woningen. Op basis van de verwerkte resultaten van de
enquête, in combinatie met de geografische ligging, is stapsgewijs een selectie uitgevoerd van
30 woningen waarvan 3 in het referentiegebied. Deze metingen werden zo georganiseerd dat
een eerste reeks van 20 woningen in april en een tweede reeks van 19 woningen in juli
werden bemonsterd voor zwevend stof PM10 (24 h bemonstering). Van de 19 woningen uit
de tweede reeks zijn er 9 die ook bij de eerste reeks bemonsterd werden. In totaal zijn 39
filters PM10 bemonsterd en geanalyseerd. De eerste reeks van filters is geanalyseerd met de
ICP-MS en de tweede reeks met de XRF zodat de elementsamenstelling bepaald kon worden
voor de bronbepaling (zie 4.6).
In tabel 10 is een overzicht gegeven van het aantal monsters en aantal analyses dat is
uitgevoerd voor de bepaling van lood-, cadmium- en arseen in zwevend stof in de
binnenomgeving.